Geweld tegen homosexuelen - Politie & Wetenschap
Geweld tegen homosexuelen - Politie & Wetenschap
Geweld tegen homosexuelen - Politie & Wetenschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 1<br />
allerminst negentig procent. 8 Half de jaren negentig spreken voorzichtige<br />
extrapolaties van beschikbaar materiaal van enkele duizenden gevallen van<br />
antihomoseksueel geweld per jaar. Van der Meer benadrukte dat volgens<br />
sommige schattingen één tot twee op de vijf homoseksuele mannen ooit<br />
slachtoffer is geweest van deze vorm van geweld. Met recht en reden mocht<br />
volgens hem gesproken worden van een structureel verschijnsel. 9 Op grond<br />
van het voorgaande is duidelijk dat er geen klare uitspraken kunnen worden<br />
gedaan over een eventuele toe- of afname van antihomoseksueel geweld.<br />
Het laat zich wel bevroeden dat met de toenemende zichtbaarheid van<br />
homoseksualiteit, van homoseksuelen en lesbiennes, in de afgelopen<br />
decennia ook deze vormen van geweld zijn toegenomen (Van der Meer 1995:<br />
4).<br />
1.3 De daders<br />
Er is in Nederland maar weinig onderzoek gedaan naar daders van<br />
antihomoseksueel geweld waardoor we weinig weten over hun<br />
achtergronden. Half de jaren tachtig deed Van den Boogaard interviews met<br />
25 mannen die het slachtoffer waren geworden van anti homogeweld. Hij<br />
suggereerde op basis van dat onderzoek dat ‘potenrammen’ in<br />
jongensculturen kan gezien worden als een rite de passages zijnde een<br />
ritueel waardoor deelnemers een mannelijke status of de status van<br />
volwassene voor zichzelf realiseren. Hij nam daarmee impliciet afstand van<br />
de lang gekoesterde mythe dat ‘potenrammers’ voornamelijk tot hun daden<br />
zouden komen door hun onzekerheid over eigen homoseksuele gevoelens<br />
(Van der Meer 1995: 13).<br />
Op basis van de gesprekken met de slachtoffers kwam Van den Boogaard<br />
(1987: 53) tot een ‘profiel’ van de potenrammers. Hij constateerde dat zowel<br />
de slachtoffers als de daders overwegend blank zijn. In een aantal gevallen<br />
bleken de daders jongens te zijn uit de tweede generatie migranten van het<br />
Mediterrane gebied. Antihomoseksueel geweld vond steeds plaats in<br />
groepsverband. De daders zetten in ongeveer de helft van de gevallen hun<br />
schelden, slaan en trappen kracht bij door gebruik te maken van één of<br />
meerdere wapens. In een aantal gevallen ging het antihomoseksueel geweld<br />
8 Boogaard, H. van den en B. van Stolk, Potenrammers: vandalisme <strong>tegen</strong> mensen,<br />
in, Cultuur en delict, themanummer van Recht der Werkelijkheid, Vuga, Den Haag,<br />
1992.<br />
9 Meer, T. van der (1995) ‘Potenrammen’ als rite de passage. Daders van<br />
antihomoseksueel geweld in beeld, Amsterdam:SAD-Schorerstichting, pag.2.<br />
14