You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Toets</strong> ‘gecijferdheid’<br />
december 2004<br />
Naam: Klas:<br />
Datum:<br />
Algemene aanwijzingen:<br />
- Noteer alle berekeningen en oplossingen in dit boekje<br />
- Blijf niet te lang zoeken naar een oplossing<br />
- Denk aan de tijd<br />
- Gebruik van een zakrekenmachine is niet toegestaan<br />
- Gebruik van een geodriehoek of liniaal wordt aanbevolen<br />
Veel succes!<br />
score:
Opgave 1. Hoofdrekenen: handig rekenen<br />
Los de volgende sommen op door handig te rekenen.<br />
Je mag niet cijferen. Laat duidelijk zien hoe je ze uitrekent.<br />
a. 243,47 + 198,98 =<br />
b. 5463 – 489,089 =<br />
1 1<br />
c. x 136 x =<br />
4 3<br />
2<br />
d. 8 : =<br />
3<br />
1
Opgave 2. Schattend rekenen<br />
Los op door handig te rekenen met mooie, ronde getallen.<br />
a. Tijdens de wereldkampioenschappen op de<br />
weg bij amateurs reed één van de deelnemers<br />
de 204 kilometer in 4 uur en 50 minuten.<br />
Hoeveel kilometer per uur reed deze deelnemer<br />
ongeveer gemiddeld?<br />
b. Een inwoner van Nederland gebruikt op een doordeweekse dag gemiddeld ongeveer<br />
130 liter water.<br />
Evelien beweert: ‘Duizend mensen gebruiken samen per dag net zoveel water als er<br />
in een klaslokaal zou passen.’<br />
Ben je het eens met deze bewering?<br />
Laat zien hoe je geredeneerd hebt.<br />
2
Opgave 3. Verhoudingen<br />
a. In groep 7 zitten 12 meisjes en 15 jongens.<br />
In groep 8 zitten 13 meisjes en 16 jongens.<br />
In welke klas zitten naar verhouding meer meisjes?<br />
Licht je antwoord toe.<br />
b. Op de plank staan drie potten met aardbeienjam. Op de potten staan de ingrediënten<br />
vermeld: aardbeien en suiker.<br />
In welke pot zit de zoetste jam?<br />
Laat zien hoe je geredeneerd hebt.<br />
3
Opgave 4 Rekenvaria<br />
a. Maak van de cijfers 4, 5, 8 en 9 en met behulp van een komma een kommagetal dat<br />
het dichtst in de buurt ligt van het kommagetal 71,23. Gebruik de cijfers elk precies<br />
één keer. Je hoeft het antwoord niet toe te lichten.<br />
b. Door op ieder puntje een cijfer in te vullen ontstaan getallen. Vul cijfers zó in dat de<br />
sommen correct worden. Je hoeft het antwoord niet toe te lichten.<br />
4
Opgave 5. Meten<br />
a. Vul de juiste maat in. Je hoeft het antwoord niet toe te lichten.<br />
I. Mijn potlood heeft een lengte van ongeveer 0,18 ___.<br />
II. De oppervlakte van de zitting van mijn stoel is ongeveer 1600 ___.<br />
III. In de benzinetank van een auto gaat ongeveer 3500 __ benzine.<br />
IV. Deze dame weegt bijna 68000 __.<br />
b. In het Aquarium bij dierentuin Artis staat een aquarium met een grondoppervlak van<br />
30 m 2 . Het water in het aquarium staat 75 cm hoog.<br />
Hoeveel liter water zit er in dit aquarium?<br />
Schrijf je berekeningen duidelijk op.<br />
5
Opgave 6. Breuken en kommagetallen<br />
Maak de opgaven op een inzichtelijke manier.<br />
a. Het deel van de getallenlijn hieronder is in drie gelijke stukken verdeeld.<br />
Vul de juiste breuken in bij de pijlen. Licht je antwoord duidelijk toe.<br />
1<br />
b. Bedenk een passende situatie bij de opgave 2 x 3,50 en los de opgave inzichtelijk<br />
2<br />
op.<br />
6
Opgave 7. Ordenen, vergelijken en afronden<br />
a. Zet onderstaande getallen op volgorde van grootte. Begin met de kleinste en eindig<br />
met de grootste.<br />
Geef aan hoe je geredeneerd hebt.<br />
3 2 3 1<br />
0,3 0,75<br />
6 9 12 5<br />
b. Op de Alkmaarse kaasmarkt kunnen bezoekers een stuk kaas winnen door het<br />
gewicht van het stuk zo goed mogelijk te schatten. Het stuk kaas weegt 2,1 kg.<br />
Pim, Ursula en Siddah schatten respectievelijk 1,98 kg, 2,02 kg en 2,19 kg.<br />
Wie van de drie zit het dichtst bij het werkelijke gewicht?<br />
Geef aan hoe je gerekend hebt.<br />
7
Opgave 8. Procenten<br />
Laat steeds duidelijk zien hoe je het oplost.<br />
a. Drie procent korting!<br />
De prijs van de digitale camera is € 150,--.<br />
Wat is de nieuwe prijs?<br />
b. 21 van de 28 cursisten hebben een diploma gekregen.<br />
Hoe groot is het percentage geslaagden?<br />
3<br />
c. De waarde van een huis is € 150.000. Over dit bedrag moet % onroerendzaak-<br />
4<br />
belasting betaald worden.<br />
Hoeveel is dat?<br />
8
Opgave 9. Cijferen<br />
Je mag hier cijferen, maar het hoeft niet.<br />
a. 8942 + 3658 =<br />
b. 400031 – 62082 =<br />
c. 35,8 x 7070 =<br />
d. 1530,15 : 30,3 =<br />
9
Opgave 10. Meetkunde<br />
Hier zie je een bouwplaatje van een<br />
figuur. Maak een schets die duidelijk<br />
maakt hoe deze figuur er ruimtelijk uit<br />
komt te zien als het bouwplaatje in elkaar<br />
is gezet.<br />
Licht je tekening zonodig toe.<br />
10
Opgave 11. Toepassingen<br />
Op zondag 7 november werd de marathon van<br />
New York gelopen. Er deden 37257 atleten<br />
mee en volgens de organisatie stonden er 2<br />
miljoen mensen langs de kant van het ruim 42<br />
kilometer lange parcours.<br />
Uit de Newyorkse Metro van 8<br />
november 2004<br />
Een lezer van dit bericht zegt: ‘Dat zal wel vreselijk druk zijn geweest rond het<br />
parcours.’<br />
Geef een kritisch commentaar.<br />
11