09.09.2013 Views

Onderzoek naar de relatie tussen het succes van een ...

Onderzoek naar de relatie tussen het succes van een ...

Onderzoek naar de relatie tussen het succes van een ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>On<strong>de</strong>rzoek</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> <strong>relatie</strong> <strong>tussen</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>succes</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

vrijwilligersorganisatie/ -dienst en <strong>de</strong><br />

inzet <strong>van</strong> vrijwilligers<br />

Masterproefportfolio Partim II : Forum Technologiemanagement en –beleid<br />

Aca<strong>de</strong>mie jaar 2011-2012<br />

Bats Toon<br />

<strong>de</strong> Bruyn Cathérine<br />

Fontyn Jense<br />

Simon Swenters


INHOUD<br />

1. Probleemstelling ................................................................................................................................................. 2<br />

2. Doelstellingen en scope ...................................................................................................................................... 2<br />

2.1 Doelstellingen................................................................................................................................................ 2<br />

2.2 Scope ............................................................................................................................................................. 2<br />

3. Methodologie ...................................................................................................................................................... 3<br />

4. Literatuurstudie................................................................................................................................................... 3<br />

4.1 Manual on the measurement of volunteer work – International Labour office ........................................... 4<br />

4.2 VIVA-1 metho<strong>de</strong> ............................................................................................................................................ 5<br />

4.3 SROI-metho<strong>de</strong> ............................................................................................................................................... 5<br />

4.4 Evaluatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> voorgaan<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>s voor <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rzoek ............................................... 6<br />

5. Empirisch on<strong>de</strong>rzoek ........................................................................................................................................... 6<br />

6. Resultaten ........................................................................................................................................................... 7<br />

6.1 Financiële analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> enquête ............................................................................................................. 11<br />

6.2.Kwantitatief on<strong>de</strong>rzoek ............................................................................................................................... 18<br />

Conclusie en ver<strong>de</strong>re aanbevelingen .................................................................................................................... 22<br />

Bronnen ................................................................................................................................................................. 23<br />

Bijlage: Enquête: <strong>On<strong>de</strong>rzoek</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> <strong>relatie</strong> <strong>tussen</strong> <strong>succes</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong> vrijwilligersorganisatie/-dienst en <strong>de</strong> inzet<br />

<strong>van</strong> vrijwilligers ..................................................................................................................................................... 24


1. PROBLEEMSTELLING<br />

Voor <strong>het</strong> opleidingson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el 'Forum: Technologiemanagement en -beleid’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> Universiteit<br />

Antwerpen bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n wij <strong>de</strong> bijdrage die vrijwilligers leveren aan organisaties. In samenwerking<br />

met <strong>het</strong> Vlaams Steunpunt voor Vrijwilligerswerk voer<strong>de</strong>n wij <strong>een</strong> on<strong>de</strong>rzoek <strong>naar</strong> <strong>de</strong> <strong>relatie</strong> <strong>tussen</strong><br />

<strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> vrijwilligers en <strong>het</strong> <strong>succes</strong> <strong>van</strong> vrijwilligersorganisaties in Antwerpen.<br />

De inzet <strong>van</strong> vrijwilligers is essentieel om <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> vrijwilligersorganisaties te realiseren,<br />

met hun inzet staat of valt <strong>het</strong> <strong>succes</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong> vrijwilligersorganisatie. Maar hoe kan je dat meten?<br />

Wordt <strong>het</strong> voortbestaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligersorganisatie min<strong>de</strong>r bedreigd als ze op <strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> veel<br />

vrijwilligers kan rekenen, is <strong>de</strong> groei in cliënten en activiteiten dan groter, heeft ze <strong>een</strong> groter<br />

regionaal bereik, is ze meer zelfbedruipend dan <strong>een</strong> organisatie met min<strong>de</strong>r vrijwilligers?<br />

In essentie willen we aantonen wat <strong>de</strong> algemene inzet <strong>van</strong> vrijwilligers betekent voor <strong>het</strong><br />

voortbestaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> non-profitsector in Vlaan<strong>de</strong>ren. We doen dit in opdracht <strong>van</strong> <strong>het</strong> Vlaams<br />

Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw. Deze vereniging richt zich voornamelijk op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong><br />

vrijwilligerswerkingen, <strong>het</strong> werkveld op zich, netwerking met an<strong>de</strong>re rele<strong>van</strong>te organisaties in <strong>het</strong><br />

mid<strong>de</strong>nveld, <strong>de</strong> diverse overhe<strong>de</strong>n, administraties en partners uit <strong>het</strong> bedrijfsleven.<br />

2. DOELSTELLINGEN EN SCOPE<br />

2.1 DOELSTELLINGEN<br />

De voornaamste doelstelling <strong>van</strong> dit project is <strong>de</strong> economische en maatschappelijke waar<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

vrijwilligerswerk in Vlaan<strong>de</strong>ren te meten. Zo wordt getracht <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers in<br />

Vlaan<strong>de</strong>ren te kwantificeren. Het Vlaams Steunpunt voor Vrijwilligerswerk vzw zou enerzijds <strong>de</strong><br />

resultaten betreffen<strong>de</strong> <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligers willen communiceren <strong>naar</strong> <strong>de</strong> overheid en<br />

an<strong>de</strong>rzijds <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>een</strong> goed vrijwilligersbeleid willen communiceren <strong>naar</strong> <strong>de</strong> verenigingen.<br />

2.2 SCOPE<br />

Om <strong>de</strong> studie niet te uitgebreid te maken werd er besloten om enkel <strong>de</strong> verenigingen in Antwerpen<br />

op te nemen in <strong>de</strong> studie. Ook werd besloten g<strong>een</strong> on<strong>de</strong>rscheid te maken <strong>tussen</strong> <strong>de</strong> vzw’s en<br />

feitelijke verenigingen aangezien <strong>het</strong> enige verschil <strong>tussen</strong> <strong>de</strong>ze twee types verenigingen afhangt <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> al dan niet aanwezig zijn <strong>van</strong> <strong>een</strong> rechtspersoonlijkheid. Er is bijgevolg normaal gezien g<strong>een</strong><br />

significant verschil in <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligers tot <strong>het</strong> <strong>succes</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligersorganisaties.<br />

Wel werd er geopteerd om slechts enkele sectoren op te nemen in <strong>de</strong> studie aangezien <strong>het</strong>


verzamelen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens <strong>van</strong> <strong>de</strong> verenigingen per sector heel wat werk inhoudt. In <strong>de</strong><br />

Kruispuntbank <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rnemingen zijn <strong>de</strong> verenigingen namelijk niet on<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>eld per sector,<br />

waardoor we steeds op basis <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> websites, zelf <strong>een</strong> database moesten opstellen per<br />

sector.<br />

3. METHODOLOGIE<br />

Tenein<strong>de</strong> dit project tot <strong>een</strong> goed ein<strong>de</strong> te brengen werd besloten om te starten met <strong>een</strong><br />

literatuuron<strong>de</strong>rzoek. Hierbij werd nagegaan welke metho<strong>de</strong>s er momenteel reeds beschikbaar zijn<br />

om <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> vrijwilligers voor non-profit organisaties te meten. Deze metho<strong>de</strong>s wer<strong>de</strong>n<br />

geanalyseerd om tot <strong>een</strong> metho<strong>de</strong> te komen die <strong>het</strong> meest geschikt was voor ons project. Om <strong>de</strong><br />

antwoor<strong>de</strong>n te bekomen, werd <strong>een</strong> enquête met alle rele<strong>van</strong>te vragen opgesteld via Google Docs. Zo<br />

kon <strong>de</strong> link <strong>een</strong>voudig verstuurd wor<strong>de</strong>n <strong>naar</strong> <strong>de</strong> emailadressen <strong>van</strong> <strong>de</strong> verenigingen die we wil<strong>de</strong>n<br />

bereiken. Om alle vrijwilligersorganisaties te bereiken, werd op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

fe<strong>de</strong>ratie sociaal-cultureel werk (www.fov.be) en <strong>het</strong> Welzijnsverbond<br />

(www.vlaamswelzijnsverbond.be) <strong>een</strong> database opgesteld met <strong>de</strong> naam en <strong>het</strong> emailadres <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> verenigingen. Dit werd verwezenlijkt voor <strong>de</strong> sociaal-culturele sector en <strong>de</strong> sector<br />

‘Welzijn’. Ook werd <strong>de</strong> link <strong>naar</strong> <strong>de</strong> enquête geplaatst op <strong>de</strong> websites www.vrijwilligerswerk.be en<br />

www.vrijwilligersweb.be.<br />

Alvorens <strong>de</strong> enquête <strong>naar</strong> <strong>de</strong> volledige steekproef door te sturen werd ze eerst <strong>naar</strong> <strong>een</strong> kleine<br />

<strong>de</strong>elverzameling er<strong>van</strong> gestuurd om na te gaan of <strong>de</strong> enquête voldoen<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk en aantrekkelijk<br />

was voor <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten. Als gevolg <strong>van</strong> <strong>het</strong> lage responsaantal en op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> suggesties <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> twee op<strong>een</strong>volgen<strong>de</strong> externe begelei<strong>de</strong>rs, werd <strong>de</strong> enquête hernieuwd. Daarnaast had<strong>de</strong>n<br />

geïnteresseer<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong> mogelijkheid <strong>de</strong> enquête online in te vullen via <strong>de</strong> site <strong>van</strong> <strong>het</strong> Vlaams<br />

Steunpunt voor Vrijwilligerswerk. Na <strong>een</strong> drietal weken, waren er voldoen<strong>de</strong> responsen verzameld<br />

waardoor er kon overgegaan wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> verwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n. De resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

enquête wer<strong>de</strong>n met behulp <strong>van</strong> Microsoft Excel en SPSS geanalyseerd.<br />

4. LITERATUURSTUDIE<br />

Er zijn verschillen<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>s in <strong>de</strong> literatuur voor han<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers aan te<br />

tonen. Hierbij moet evenwel <strong>een</strong> on<strong>de</strong>rscheid gemaakt wor<strong>de</strong>n <strong>tussen</strong> metho<strong>de</strong>s die <strong>de</strong> financiële<br />

waar<strong>de</strong> die vrijwilligers vertegenwoordigen proberen te berekenen en metho<strong>de</strong>s die <strong>de</strong><br />

maatschappelijke waar<strong>de</strong> proberen aan te tonen. In wat volgt, zullen enkele metho<strong>de</strong>s na<strong>de</strong>r<br />

verklaard wor<strong>de</strong>n.


4.1 MANUAL ON THE MEASUREMENT OF VOLUNTEER WORK – INTERNATIONAL LABOUR OFFICE<br />

Een eerste metho<strong>de</strong> om <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers te meten is volgens <strong>de</strong> handleiding opgesteld<br />

door <strong>het</strong> internationaal arbeidskantoor in Genève. Het doel <strong>van</strong> dit werk is voornamelijk om <strong>de</strong> inzet<br />

<strong>van</strong> vrijwilligers in verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n op <strong>een</strong> gelijkaardige manier in kaart te brengen zodat er<br />

correcte vergelijkingen <strong>tussen</strong> <strong>de</strong> regio’s gemaakt kunnen wor<strong>de</strong>n. Er zijn vijf criteria waaraan moet<br />

voldaan wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>ze vergelijkingen te kunnen maken. Eerst en vooral moet <strong>de</strong> aanpak <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoek in <strong>een</strong> gelijkaardige manier verlopen zodat alle fenomenen op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier wor<strong>de</strong>n<br />

bena<strong>de</strong>rd. Ver<strong>de</strong>r moet <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> in zoveel mogelijk lan<strong>de</strong>n toepasbaar zijn. Hierbij moet men<br />

aldus rekening hou<strong>de</strong>n met culturele verschillen die <strong>de</strong> resultaten kunnen beïnvloe<strong>de</strong>n. Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

moet er aandacht zijn voor <strong>de</strong> kostprijs <strong>van</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rzoek. De literatuur stelt voor om <strong>het</strong> in<br />

combinatie met an<strong>de</strong>re uit te voeren om zo <strong>de</strong> kosten te kunnen drukken. Een vier<strong>de</strong> criterium is <strong>de</strong><br />

efficiëntie. Het on<strong>de</strong>rzoek moet uitgevoerd wor<strong>de</strong>n met <strong>een</strong> minimum aan vragen zodat <strong>de</strong><br />

informatieverzameling zo efficiënt mogelijk gebeurt. Ten laatste is <strong>de</strong> betrouwbaarheid <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoek essentieel. Er moet <strong>een</strong> representatief <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> samenleving on<strong>de</strong>rvraagt zijn en er<br />

moet aan enkele technische vereisten voldaan zijn. (International Labour Organization, 2011)<br />

In <strong>het</strong> werk wordt er <strong>een</strong> on<strong>de</strong>rscheid gemaakt <strong>tussen</strong> twee verschillen<strong>de</strong> aanpakken; <strong>de</strong><br />

‘opportunity cost’-aanpak en <strong>de</strong> ‘replacement cost’-aanpak. Bij <strong>de</strong> eerste aanpak wordt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligers berekend door <strong>het</strong> aantal uren vrijwilligerswerk te vermenigvuldigen met <strong>het</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> loon dat <strong>de</strong> vrijwilliger zou verdienen wanneer hij zou werken als <strong>een</strong> gewone<br />

werknemer in dienstverband. Hierbij wordt dus eigenlijk uitgegaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> opportuniteitskost <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

vrijwilliger zelf. Nochtans wordt door enkele specialisten aangehaald dat vrijwilligerswerk voor <strong>de</strong><br />

vrijwilliger eer<strong>de</strong>r <strong>een</strong> substituut is voor vrije tijd dan voor werk, waardoor <strong>het</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> loon nul<br />

zou bedragen. In <strong>de</strong> replacement cost- aanpak daarentegen wordt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligers<br />

eer<strong>de</strong>r berekend in functie <strong>van</strong> <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> <strong>het</strong> gepresteer<strong>de</strong> werk, namelijk <strong>de</strong><br />

vrijwilligersorganisatie. Dit wordt gedaan door <strong>de</strong> kost te berekenen die <strong>de</strong> organisatie normaal<br />

gezien zou maken om betaal<strong>de</strong> werknemers in te huren voor <strong>het</strong> werk dat momenteel verwezenlijkt<br />

wordt door <strong>de</strong> vrijwilligers.<br />

Deze twee bena<strong>de</strong>ringen leveren echter enorm grote waar<strong>de</strong>s op voor <strong>de</strong> bijdrages die vrijwilligers<br />

leveren, aangezien er g<strong>een</strong> rekening wordt gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> kosten die gepaard gaan met <strong>de</strong><br />

vrijwilligers. (International Labour Organization, 2011)


4.2 VIVA-1 METHODE<br />

Een twee<strong>de</strong> manier die werd gevon<strong>de</strong>n was <strong>de</strong> VIVA-1 metho<strong>de</strong>. Dit acroniem staat voor Volunteer<br />

Investment and Value Audit. Aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten die <strong>de</strong> vrijwilligersorganisaties maken voor<br />

<strong>de</strong> vrijwilligers en <strong>de</strong> opbrengsten die door <strong>de</strong> vrijwilligers gerealiseerd wor<strong>de</strong>n, wordt er <strong>een</strong> ratio<br />

berekend die <strong>de</strong> meerwaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> vrijwilligers uitdrukt. De kosten wor<strong>de</strong>n hiervoor eerst opge<strong>de</strong>eld<br />

in verschillen<strong>de</strong> categorieën, zoals on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re kosten voor eten en drinken, aanwervingskosten,<br />

trainingen en opleidingskosten, materialen die dienen aangekocht te wor<strong>de</strong>n, accommodatie,<br />

administratie en verzekering. Nadat al <strong>de</strong>ze onkosten in kaart zijn gebracht moeten <strong>de</strong> opbrengsten<br />

accuraat geschat wor<strong>de</strong>n zodat <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke meerwaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilliger kan berekend<br />

wor<strong>de</strong>n. Deze opbrengsten wor<strong>de</strong>n geschat door <strong>de</strong> niet uitbetaal<strong>de</strong> lonen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligers te<br />

berekenen. Hiervoor wordt <strong>het</strong> aantal uren dat <strong>de</strong> vrijwilligers zich inzetten voor <strong>de</strong> organisatie<br />

vermenigvuldigd met <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> loonkost per uur. Voor <strong>de</strong>ze berekening wordt er <strong>een</strong><br />

on<strong>de</strong>rscheid gemaakt <strong>tussen</strong> uitvoeren<strong>de</strong> vrijwilligers, on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> vrijwilligers, bestuurlijke<br />

vrijwilligers, specialistische vrijwilligers en tij<strong>de</strong>lijke vrijwilligers. Elk <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze categorieën vrijwilligers<br />

gaat gepaard met <strong>een</strong> an<strong>de</strong>re loonkost per uur. Ver<strong>de</strong>r brengt men ook fictieve overheadkosten in<br />

rekening. Deze zijn kosten die normaal gepaard gaan met <strong>het</strong> in dienst hebben <strong>van</strong> werknemers,<br />

maar buiten <strong>de</strong> salariskost vallen. Door <strong>de</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligers moeten <strong>de</strong>ze kosten<br />

even<strong>een</strong>s niet betaald wor<strong>de</strong>n, waardoor dit bijgevolg ook als <strong>een</strong> opbrengst beschouwd kan<br />

wor<strong>de</strong>n. Als <strong>de</strong> totale kosten en opbrengsten gekend zijn kan <strong>de</strong> VIVA-1 ratio berekend wor<strong>de</strong>n<br />

door <strong>de</strong> totale opbrengsten te <strong>de</strong>len door <strong>de</strong> totale kost.<br />

VIVA-1 ratio: Totale opbrengst <strong>van</strong> vrijwilligers<br />

Totale kosten voor vrijwilligers<br />

Deze verhouding duidt bijgevolg op <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> in euro die aan vrijwilligerswerk gegenereerd is door<br />

<strong>de</strong> vrijwilligers voor elke geïnvesteer<strong>de</strong> euro door <strong>de</strong> organisatie.<br />

(Gaskin, 2011; NOV, 2012)<br />

4.3 SROI-METHODE<br />

Een an<strong>de</strong>re manier om <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers te berekenen is door <strong>het</strong> maatschappelijk<br />

ren<strong>de</strong>ment <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vrijwilligers in kaart te brengen. Dit wordt beoogd met <strong>de</strong> Social Return on<br />

Investment (SROI) methodiek. Hierbij wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> maatschappelijke kosten en baten vergeleken


zodat <strong>de</strong> specifieke doelen <strong>van</strong> <strong>de</strong> sociale projecten kunnen geëvalueerd wor<strong>de</strong>n. De i<strong>de</strong>e achter<br />

<strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> is bijgevolg gelijkaardig aan <strong>de</strong>ze <strong>van</strong> <strong>de</strong> VIVA-1 metho<strong>de</strong> maar er wordt bij <strong>de</strong>ze<br />

metho<strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r gefocust op <strong>de</strong> maatschappelijke en sociale investeringen of <strong>de</strong> kosten en <strong>de</strong><br />

voor<strong>de</strong>len die <strong>de</strong> samenleving haalt uit <strong>de</strong>ze initiatieven.<br />

Als we dit invalspunt volgen kunnen we vrijwilligerswerk zien als <strong>een</strong> productieve activiteit die<br />

economische meerwaar<strong>de</strong> creëert voor <strong>de</strong> samenleving. Maatschappelijke sociaal gewenste<br />

doelstellingen kunnen gerealiseerd wor<strong>de</strong>n dankzij <strong>de</strong>ze gratis arbeid. Bijvoorbeeld, kin<strong>de</strong>ren uit<br />

gezinnen met <strong>een</strong> laag inkomen nemen over <strong>het</strong> algem<strong>een</strong> min<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el aan buitentijdse activiteiten<br />

(hobby, sport, …) aangezien <strong>de</strong> kosten die hieraan verbon<strong>de</strong>n zijn vaak niet te dragen zijn door <strong>het</strong><br />

gezin. Een vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor <strong>het</strong> organiseren <strong>van</strong> zo’n stimuleren<strong>de</strong><br />

activiteiten voor <strong>de</strong>ze kansarme kin<strong>de</strong>ren zorgt ervoor dat zij betrokken wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> samenleving<br />

waardoor <strong>de</strong> gap die bestaat <strong>tussen</strong> <strong>de</strong> kansarme en kansrijke kin<strong>de</strong>ren kleiner wordt. Bijgevolg<br />

zorgt <strong>de</strong>ze vrijwilligersorganisatie dui<strong>de</strong>lijk voor <strong>een</strong> maatschappelijk en sociaal voor<strong>de</strong>el. Deze<br />

maatschappelijke impacts, wor<strong>de</strong>n verzameld in <strong>een</strong> zogenaam<strong>de</strong> impact-map die al <strong>een</strong> eerste<br />

beeld geeft <strong>van</strong> <strong>de</strong> verhouding <strong>tussen</strong> <strong>de</strong> totale investering en <strong>de</strong> gerealiseer<strong>de</strong> maatschappelijke<br />

effecten. Nadien moeten indicatoren gekoppeld wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>ze impacts, zodat <strong>de</strong> waar<strong>de</strong><br />

gekwantificeerd kan wor<strong>de</strong>n. De koppeling <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze indicatoren is echter <strong>een</strong> zeer ingewikkeld<br />

proces. (Arvidson, M. e. a., 2010; social e-valuator, 2008)<br />

4.4 EVALUATIE VAN DE RELEVANTIE VAN VOORGAANDE METHODES VOOR HET ONDERZOEK<br />

Wanneer voorgaan<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>s bestu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n, blijkt dat wanneer er beslist moet wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>tussen</strong> <strong>de</strong> twee eerste, <strong>de</strong> VIVA-1 metho<strong>de</strong> geschikter is voor ons on<strong>de</strong>rzoek. Deze metho<strong>de</strong> houdt<br />

namelijk ook rekening met <strong>de</strong> kosten die gedaan wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> vrijwilligers waardoor <strong>de</strong> waar<strong>de</strong><br />

iets beschei<strong>de</strong>ner, maar even<strong>een</strong>s rele<strong>van</strong>ter wordt. An<strong>de</strong>rs zou <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligers<br />

waarschijnlijk overschat wor<strong>de</strong>n. Hoewel ook <strong>de</strong> SROI metho<strong>de</strong> tot rele<strong>van</strong>te resultaten zou kunnen<br />

lei<strong>de</strong>n, heeft ze ook enkele significante na<strong>de</strong>len. Elke soort vrijwilligersorganisatie heeft namelijk <strong>een</strong><br />

an<strong>de</strong>r maatschappelijk en sociaal voor<strong>de</strong>el en <strong>de</strong> kwantificering <strong>van</strong> <strong>de</strong> indicatoren is <strong>een</strong> zeer<br />

complex proces. Zoals reeds eer<strong>de</strong>r aangehaald is dit project even<strong>een</strong>s gericht op organisaties uit<br />

verschillen<strong>de</strong> sectoren, wat verschillen<strong>de</strong> maatschappelijke impacts met zich meebrengt. Hierdoor is<br />

ook <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> niet haalbaar voor dit on<strong>de</strong>rzoek.<br />

5. EMPIRISCH ONDERZOEK<br />

Uit <strong>de</strong> literatuurstudie blijkt dat <strong>de</strong> VIVA-1 metho<strong>de</strong> <strong>de</strong> meest geschikte metho<strong>de</strong> is voor <strong>de</strong>ze studie.<br />

Deze metho<strong>de</strong> werd aldus toegepast en verwerkt in <strong>een</strong> enquête. Na <strong>een</strong> proefenquête te hebben


opgesteld werd echter snel dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> te omslachtig was voor <strong>de</strong> vzw’s. In <strong>het</strong><br />

verle<strong>de</strong>n werd <strong>de</strong> VIVA-1 metho<strong>de</strong> namelijk steeds in <strong>de</strong>tail uitgewerkt voor één on<strong>de</strong>rneming. Ons<br />

objectief daarentegen was <strong>de</strong> opbrengst <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligers <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> vzw’s in kaart te<br />

brengen en <strong>de</strong>ze vzw’s moesten hierbij zelf alle gegevens nagaan en invullen. Hoewel <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong><br />

aldus <strong>een</strong> goed beeld geeft over <strong>de</strong> meerwaar<strong>de</strong> die vrijwilligers tot <strong>de</strong> organisatie bijdragen was dit<br />

voor ons toch niet <strong>de</strong> geschikte metho<strong>de</strong> voor ons on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Aangezien g<strong>een</strong> enkele <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>s aldus gepast waren voor ons on<strong>de</strong>rzoek werd<br />

er besloten zelf <strong>een</strong> vragenlijst samen te stellen. Tenein<strong>de</strong> <strong>een</strong> financiële waar<strong>de</strong> te kunnen geven,<br />

werd <strong>een</strong> <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze enquête gebaseerd op <strong>de</strong> VIVA-1 metho<strong>de</strong>. De vragen wer<strong>de</strong>n evenwel sterk<br />

ver<strong>een</strong>voudigd, zodanig dat <strong>de</strong> vzw’s ze toch nog <strong>relatie</strong>f snel zou<strong>de</strong>n kunnen invullen. Aan <strong>de</strong> hand<br />

<strong>van</strong> enkele kwalitatieve en kwantitatieve vragen werd bijgevolg getracht <strong>een</strong> correct beeld te kunnen<br />

sc<strong>het</strong>sen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijdrage die vrijwilligers leveren aan <strong>het</strong> <strong>succes</strong> <strong>van</strong> organisaties in Antwerpen.<br />

6. RESULTATEN<br />

De link <strong>naar</strong> <strong>de</strong> enquête werd uitein<strong>de</strong>lijk via mail doorgestuurd <strong>naar</strong> 334 vzw’s in <strong>de</strong> provincie<br />

Antwerpen. Voorts werd er op <strong>de</strong> websites www.vrijwilligerswerk.be en www.vrijwilligersweb.be ,<br />

<strong>de</strong> websites <strong>van</strong> <strong>het</strong> Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw gevraagd om onze vragen te<br />

beantwoor<strong>de</strong>n. Zo kwamen we uitein<strong>de</strong>lijk uit op <strong>een</strong> totaal <strong>van</strong> 63 antwoor<strong>de</strong>n. Zoals blijkt uit<br />

grafiek 1 waren vooral <strong>de</strong> sectoren gezondheid, zorg, welzijn en on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> personen met<br />

<strong>een</strong> handicap goed vertegenwoordigd, terwijl vzw’s uit <strong>de</strong> sectoren politiek, leefmilieu,<br />

mensenrechten, toerisme en kunst helemaal niet aan bod kwamen. De classificatie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> sectoren bekwamen we uit <strong>een</strong> gelijkaardige enquête <strong>van</strong> <strong>het</strong> Vlaams Steunpunt<br />

Vrijwilligerswerk vzw. Ver<strong>de</strong>r merken we ook op dat <strong>een</strong> groot <strong>de</strong>el <strong>van</strong> onze respon<strong>de</strong>nten <strong>een</strong><br />

lokaal bereik hebben (47%). Ongeveer <strong>een</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n gedaan door vzw’s met<br />

<strong>een</strong> bereik in heel Vlaan<strong>de</strong>ren, en g<strong>een</strong> enkele respon<strong>de</strong>nt opereert op Europees of internationaal<br />

niveau.


Figuur 1: On<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten <strong>naar</strong> <strong>de</strong> sectoren waarin ze actief zijn<br />

Other<br />

vakantie<br />

vorming<br />

politiek<br />

mobiliteit<br />

leefmilieu<br />

natuur<br />

adviserend<br />

mensenrechten<br />

3<strong>de</strong> wereld<br />

toerisme<br />

godsdients-levensbeschouwing<br />

socio-cultureel<br />

cultureel<br />

kunst<br />

opbouwwerk<br />

buurtwerk<br />

ontspanning<br />

welzijn<br />

zorg<br />

gezondheid<br />

sport<br />

gezinson<strong>de</strong>rsteuning<br />

bijzon<strong>de</strong>re jeugdbijstand<br />

on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> personen met <strong>een</strong>…<br />

Bron: Verwerking <strong>van</strong> gegevens verkregen door <strong>de</strong> enquête<br />

Om <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers tot <strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen te meten werd eerst in<br />

samenspraak met <strong>het</strong> Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw, <strong>een</strong> on<strong>de</strong>rscheid gemaakt <strong>tussen</strong> vijf<br />

categorieën doelstellingen, namelijk activiteiten organiseren, mensen sensibiliseren, cursussen<br />

organiseren, dienstverlening en <strong>het</strong> verstrekken <strong>van</strong> informatie. Uit <strong>de</strong> grafiek “In welke mate<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> doelstellingen verwezenlijkt?” kunnen we aflei<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> doelstellingen<br />

voornamelijk wor<strong>de</strong>n gerealiseerd: dienstverlening, informatie verstrekken en activiteiten<br />

organiseren. De enquête toont aan dat er over <strong>het</strong> algem<strong>een</strong> weinig cursussen georganiseerd<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

Sectoren<br />

0 5 10 15 20 25<br />

aantal vzw's


Figuur 2: Verwezenlijking <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen<br />

5<br />

Bron: Verwerking <strong>van</strong> gegevens verkregen door <strong>de</strong> enquête<br />

Vervolgens peil<strong>de</strong>n we <strong>naar</strong> <strong>het</strong> aantal voltijdse equivalenten vrijwilligers die zich voor <strong>de</strong> vzw<br />

engageren. Hier is <strong>het</strong> opvallend dat bij 58% <strong>van</strong> <strong>de</strong> vzw’s min<strong>de</strong>r dan 5 voltijdse equivalenten<br />

werken. De meer<strong>de</strong>rheid is dus <strong>relatie</strong>f klein. Het moet wel gezegd wor<strong>de</strong>n dat sommige organisaties<br />

veel vrijwilligers tellen maar dat dit over<strong>een</strong>komt met <strong>een</strong> beperkt aantal voltijdse equivalenten. Er<br />

namen ook enkele grote organisaties aan <strong>de</strong>el: 13% stelt meer als 50 voltijdse equivalenten te werk.<br />

Dit zijn vooral vzw’s die voor welzijn en jeugdwerk instaan en <strong>een</strong> groot maatschappelijk draagvlak<br />

hebben.<br />

18 19<br />

11<br />

7<br />

2<br />

4<br />

Figuur 3: Ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten <strong>naar</strong> <strong>het</strong> aantal vrijwilligers in voltijdse equivalenten<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

Activiteiten<br />

organiseren<br />

In welke mate wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

doelstellingen verwezenlijkt?<br />

Helemaal niet Weinig Matig Goed Zeer goed<br />

13<br />

23<br />

13<br />

Mensen<br />

sensibiliseren<br />

VTE vrijwilligers<br />

11 13 15<br />

9 7<br />

Cursussen<br />

organiseren<br />

Bron: Verwerking <strong>van</strong> gegevens verkregen door <strong>de</strong> enquête<br />

5<br />

In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vraag wil<strong>de</strong>n we <strong>de</strong> <strong>relatie</strong>ve bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers tegenover betaal<strong>de</strong><br />

beroepskrachten in kaart brengen. De resultaten wor<strong>de</strong>n voorgesteld in on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> taartdiagram.<br />

3<br />

12<br />

4<br />

33<br />

0<br />

4<br />

9<br />

23<br />

19<br />

Dienstverlening Informatie<br />

verstrekken


De resultaten dui<strong>de</strong>n g<strong>een</strong> significant on<strong>de</strong>rscheid aan <strong>tussen</strong> <strong>de</strong> bijdrage tot <strong>het</strong> behalen <strong>van</strong><br />

doelstellingen. Dit toont <strong>de</strong> grote economische waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligers aan; <strong>het</strong> zijn onbetaal<strong>de</strong><br />

beroepskrachten die evenveel bijdragen tot <strong>de</strong> effectiviteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> organisatie als betaal<strong>de</strong><br />

werknemers.<br />

Figuur 4: Bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers ten opzichte <strong>van</strong> beroepskrachten<br />

Dragen vrijwilligers t.o.v.<br />

beroepskrachten meer bij tot <strong>het</strong><br />

behalen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze doelstellingen?<br />

Ja<br />

N<strong>een</strong>, beroepskrachten nemen <strong>het</strong> meren<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>het</strong> werk op zich<br />

Bei<strong>de</strong>n zorgen voor evenveel inbreng<br />

13%<br />

44%<br />

Bron: Verwerking <strong>van</strong> gegevens verkregen door <strong>de</strong> enquête<br />

Om <strong>een</strong> indicatie te hebben <strong>van</strong> <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> vrijwilligers op <strong>het</strong> <strong>succes</strong> vroegen we <strong>de</strong> vzw’s <strong>naar</strong><br />

<strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers in <strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> hun doelstellingen. We on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong>n hiervoor, in<br />

samenspraak met <strong>het</strong> Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw, vijf categorieën: activiteiten<br />

organiseren, mensen sensibiliseren, cursussen organiseren, dienstverlening en <strong>het</strong> verstrekken <strong>van</strong><br />

informatie. Uit grafiek 2 kan afgeleid wor<strong>de</strong>n dat vzw’s vrijwilligers vooral belangrijk achten voor <strong>het</strong><br />

organiseren <strong>van</strong> activiteiten en dienstverlening. Wat betreft <strong>het</strong> organiseren <strong>van</strong> cursussen wordt<br />

dan weer min<strong>de</strong>r gerekend op vrijwilligers.<br />

43%


Figuur 5: Bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers tot <strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen<br />

7<br />

5<br />

Bron: Verwerking <strong>van</strong> gegevens verkregen door <strong>de</strong> enquête<br />

6.1 FINANCIËLE ANALYSE VAN DE ENQUÊTE<br />

Als economisten proberen we in dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>een</strong> economische indicatie te vin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijdrage<br />

die vrijwilligers hebben tot <strong>het</strong> <strong>succes</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong> vzw.<br />

6.1.1. ALGEMEEN<br />

Hoeveel dragen vrijwilligers bij tot<br />

<strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze doelstellingen?<br />

10<br />

15<br />

22<br />

Activiteiten<br />

organiseren<br />

Helemaal niet Weinig Matig Veel Zeer veel<br />

8<br />

14 13<br />

11<br />

9<br />

Mensen<br />

sensibiliseren<br />

26<br />

7<br />

7<br />

7<br />

7<br />

Cursussen<br />

organiseren<br />

14<br />

Als we <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> financieringsbronnen <strong>van</strong> organisaties bestu<strong>de</strong>ren kunnen we besluiten dat<br />

<strong>de</strong> overheid als belangrijkste bron kan beschouwd wor<strong>de</strong>n( Zie grafiek “ overzicht<br />

financieringsbronnen”). 54% <strong>van</strong> <strong>de</strong> ingevul<strong>de</strong> enquêtes stelt dat ze hun meeste belangrijke<br />

financiële mid<strong>de</strong>len te danken hebben aan <strong>de</strong> overheid. Sponsering is in vele gevallen niet <strong>de</strong><br />

belangrijkste bron <strong>van</strong> inkomsten maar uit <strong>de</strong> enquête blijkt wel dat <strong>het</strong> voor <strong>een</strong> belangrijke<br />

aanvulling zorgt. Opbrengst via activiteiten is <strong>een</strong> belangrijke maar g<strong>een</strong> vitale bron voor <strong>de</strong> meeste<br />

organisaties. Vele activiteiten wor<strong>de</strong>n immers georganiseerd om <strong>de</strong> doelen <strong>van</strong> <strong>de</strong> organisatie te<br />

bereiken en niet omwille <strong>van</strong> winstbejag. Lidgeld en vrijwilligers scoren <strong>het</strong> slechts als<br />

financieringsbron. Vrijwilligers zelf kunnen als <strong>een</strong> financieringsbron beschouwd wor<strong>de</strong>n aangezien<br />

ze zicht gratis ter beschikking stellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> organisatie. Omdat dit is <strong>een</strong> onrechtstreekse vorm <strong>van</strong><br />

financiering is en vrijwilligers vaak maar <strong>een</strong> <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> organisatie uitmaken scoort <strong>de</strong>ze bron vrij<br />

slecht in vergelijking met an<strong>de</strong>ren. We merken wel <strong>een</strong> grote spreiding op in <strong>de</strong>ze categorie: voor<br />

sommige organisaties zijn vrijwilligers <strong>van</strong> vitaal belang terwijl an<strong>de</strong>ren hen als <strong>een</strong> aanvulling<br />

2<br />

9<br />

9<br />

23<br />

9<br />

15 14<br />

11<br />

7<br />

Dienstverlening Informatie<br />

verstrekken


eschouwen. Lidgeld is <strong>de</strong> minst belangrijke bron aangezien dat <strong>de</strong> vele vrijwilligers zich al gratis ter<br />

beschikking stellen niet daarbovenop nog extra lidgeld willen betalen.<br />

Figuur 6: Financieringsbronnen gebruikt door <strong>de</strong> vrijwilligersorganisatie en mate <strong>van</strong> belangrijkheid<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

overheid sponsering Lidgeld opbrengst via<br />

activiteiten<br />

Bron: Verwerking <strong>van</strong> gegevens verkregen door <strong>de</strong> enquête<br />

Uit <strong>de</strong> grafiek “jaarlijks budget” valt <strong>een</strong> grote spreiding op te merken. Het grootste <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rvraag<strong>de</strong> organisaties heeft <strong>een</strong> <strong>relatie</strong>f klein budget. Dit zijn organisaties die omwille <strong>van</strong> hun<br />

beperkte financiële mid<strong>de</strong>len zeer afhankelijk zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> vrijwilligers. Ver<strong>de</strong>r is er nog <strong>een</strong><br />

significant <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligers actief in organisaties met <strong>een</strong> grotere financiële armslag. Dit zijn<br />

veelal organisaties met <strong>een</strong> grotere naambekendheid die sterk afhangen <strong>van</strong> <strong>de</strong> inzet <strong>van</strong><br />

vrijwilligers. Vaak zijn ze doorh<strong>een</strong> <strong>de</strong> jaren kunnen groeien dankzij <strong>de</strong> grote aanwezigheid <strong>van</strong><br />

vrijwilligers in hun organisatie.<br />

Financieringsbronnen<br />

vrijwilligers<br />

Zeer Belangrijk<br />

Heel Belangrijk<br />

Belangrijk<br />

Min<strong>de</strong>r Bleangrijk<br />

Minst belangrijk


Figuur 7: Ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten <strong>naar</strong> <strong>het</strong> jaarlijks budget<br />

20<br />

18<br />

16<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

Jaarlijks budget<br />

Bron: Verwerking <strong>van</strong> gegevens verkregen door <strong>de</strong> enquête<br />

Wanneer er gekeken wordt <strong>naar</strong> <strong>de</strong> uitgaven die <strong>de</strong> vzw’s doen ter on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligers,<br />

blijkt dat 92% <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten (58 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 63) verzekeringen betaalt voor hun vrijwilligers. De<br />

twee<strong>de</strong> kost die <strong>het</strong> meest voorkomt zijn <strong>de</strong> uitgaven voor inwerking en training. Hierna volgen <strong>de</strong><br />

kosten voor eten en drinken, voorzieningen en materialen en administratie en on<strong>de</strong>rsteuning, die<br />

respectievelijk door 37, 36 en 35 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 63 on<strong>de</strong>rnemingen betaald wor<strong>de</strong>n. Ook <strong>de</strong> reisonkosten<br />

wor<strong>de</strong>n door 34 <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten terugbetaald aan <strong>de</strong> vrijwilligers. Uitgaven die min<strong>de</strong>r<br />

voorkomen zijn wervingskosten en kosten voor accommodatie. 12 respon<strong>de</strong>nten m<strong>een</strong><strong>de</strong>n even<strong>een</strong>s<br />

nog an<strong>de</strong>re uitgaven te doen ter on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> hun vrijwilligers. Deze gegevens wor<strong>de</strong>n<br />

even<strong>een</strong>s voorgesteld in volgen<strong>de</strong> grafiek.<br />

.


Figuur 8: Uitgaven <strong>van</strong> <strong>de</strong> organisaties ter on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligers<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

Bron: Verwerking <strong>van</strong> gegevens verkregen door <strong>de</strong> enquête<br />

Even<strong>een</strong>s werd nagegaan of <strong>de</strong> vrijwilligersorganisaties problemen on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n bij <strong>het</strong> financieren<br />

<strong>van</strong> al <strong>de</strong>ze uitgaven. De meer<strong>de</strong>rheid (70%) <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten menen dat ze hierbij g<strong>een</strong><br />

problemen on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n. Wanneer er <strong>een</strong> on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>ling gemaakt wordt per uitgave om te kijken<br />

welke uitgave <strong>het</strong> meest <strong>een</strong> probleem vormt voor <strong>de</strong> vzw’s blijkt dat ongeveer alle uitgaven<br />

evenveel aangeduid wer<strong>de</strong>n, met <strong>een</strong> maximum <strong>van</strong> 8 voor <strong>de</strong> wervingskosten en <strong>een</strong> minimum <strong>van</strong><br />

3 voor <strong>de</strong> kosten voor inwerking en training alsook voor <strong>de</strong> accommodatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligers. Dit<br />

kan even<strong>een</strong>s afgeleid wor<strong>de</strong>n uit volgen<strong>de</strong> grafiek.<br />

Figuur 9: Kosten waarbij moeilijkhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n om ze te <strong>de</strong>kken<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

Welke uitgaven doet u ter on<strong>de</strong>rsteuning<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligers?<br />

Bij welke kosten heeft u soms<br />

moeilijkhe<strong>de</strong>n om ze te <strong>de</strong>kken?<br />

Bron: Verwerking <strong>van</strong> gegevens verkregen door <strong>de</strong> enquête


6.1.2.VERGELIJKING KOSTEN-OPBRENGSTEN<br />

Om tot <strong>een</strong> indicatie te komen <strong>van</strong> <strong>het</strong> financiële voor<strong>de</strong>el dat <strong>een</strong> vzw haalt uit <strong>de</strong> tewerkstelling<br />

<strong>van</strong> <strong>een</strong> vrijwilliger die voltijds werkt, werd er als volgt te werk gegaan. Eerst werd er getracht <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> kostencategorieën voor <strong>een</strong> vzw te vin<strong>de</strong>n, en dit per<br />

maand, per vrijwilliger. Rekening hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> gegevens verwerkt in <strong>de</strong> grafiek “Welke uitgaven<br />

doet u ter on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligers?” kan er zo <strong>een</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> maan<strong>de</strong>lijkse kost<br />

gevon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n voor <strong>het</strong> in dienst nemen <strong>van</strong> <strong>een</strong> vrijwilliger. We kozen er dus voor om <strong>de</strong>ze<br />

berekening zelf te doen, en niet aan <strong>de</strong> vzw’s te vragen zelf <strong>een</strong> kostenraming te doen. Op die manier<br />

hebben we <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> berekening zelf in <strong>de</strong> hand, en vermij<strong>de</strong>n we dat <strong>de</strong> subjectiviteit <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze schattingen <strong>een</strong> te grote invloed kan hebben op <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> onze conclusies.<br />

Naast <strong>het</strong> kostenluik is er natuurlijk <strong>de</strong> kant <strong>van</strong> <strong>de</strong> opbrengsten. Er werd veron<strong>de</strong>rsteld dat <strong>de</strong><br />

maan<strong>de</strong>lijkse opbrengst die <strong>een</strong> vzw verkrijgt door gebruik te maken <strong>van</strong> vrijwilliger gelijkwaardig is<br />

aan <strong>het</strong> maan<strong>de</strong>lijkse brutoloon dat <strong>de</strong> vzw uitspaart doordat <strong>het</strong> g<strong>een</strong> beroepskracht in dienst moet<br />

nemen. Hiervoor wordt <strong>het</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> maan<strong>de</strong>lijkse brutoloon in België opgezocht. Daar we<br />

beseffen dat <strong>het</strong> werk dat <strong>een</strong> vrijwilliger verzet meestal <strong>van</strong> die aard is dat <strong>het</strong> over<strong>een</strong>komt met<br />

<strong>een</strong> lager dan gemid<strong>de</strong>ld loon, vergelijken we <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>lijkse kosten <strong>van</strong> <strong>een</strong> vrijwilliger niet enkel<br />

met <strong>het</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> maan<strong>de</strong>lijkse brutoloon, maar ook met <strong>het</strong> maan<strong>de</strong>lijkse minimumloon in<br />

België. De bedoeling hier<strong>van</strong> is om tot <strong>een</strong> genuanceerd antwoord te komen. In België heeft <strong>een</strong><br />

werkgever ook nog an<strong>de</strong>re salariskosten dan enkel <strong>het</strong> brutoloon. De grootste hier<strong>van</strong> is <strong>de</strong><br />

vergoeding voor <strong>de</strong> sociale zekerheid, <strong>de</strong> RSZ genaamd. Deze werkgeversbijdrage bedraagt in <strong>de</strong><br />

privésector gemid<strong>de</strong>ld 32% <strong>van</strong> <strong>het</strong> brutoloon, en zullen we ook in rekening brengen (Zenito, 2012).<br />

6.1.3.KOSTENBEREKENING<br />

In on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel kan <strong>de</strong> berekening voor <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> maan<strong>de</strong>lijkse kost <strong>van</strong> één vrijwilliger<br />

voor <strong>de</strong> vzw wor<strong>de</strong>n teruggevon<strong>de</strong>n. Eerst trachtten we <strong>een</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> te vin<strong>de</strong>n voor elke<br />

kostencategorie, en dit per vrijwilliger. Een internetzoektocht lever<strong>de</strong> slechts enkele resultaten op,<br />

dus <strong>de</strong> overige kosten wer<strong>de</strong>n in samenspraak met <strong>het</strong> Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk geschat.<br />

Vervolgens wer<strong>de</strong>n alle geschatte kosten op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> noemer gezet, namelijk per maand, en wer<strong>de</strong>n<br />

ze vermenigvuldigd met <strong>het</strong> percentage <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> specifieke kost aangaat. Zo<br />

komen we tot <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> maan<strong>de</strong>lijkse kost <strong>van</strong> <strong>een</strong> vzw per kostencategorie. De som <strong>van</strong> al<br />

<strong>de</strong>ze getallen levert ons <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> totale kost op <strong>van</strong> <strong>een</strong> vzw voor <strong>de</strong> tewerkstelling <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

vrijwilliger, en dit per maand. (Vlaamse Overheid, 2006)


Tabel 1: Schatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> kost die organisaties maken voor <strong>de</strong> vrijwilligers<br />

Geschatte kost Maan<strong>de</strong>lijkse<br />

equivalent<br />

% <strong>van</strong><br />

organisatie<br />

dat kost<br />

maakt<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

maan<strong>de</strong>lijkse<br />

kost<br />

Eten en drinken €3/dag €60/maand 58% €34.8<br />

Reisonkosten €1.8/dag €36/maand 55% €19.5<br />

Verzekering €20/jaar €1.67/maand 91% €1.52<br />

Inwerking en<br />

training<br />

Voorzieningen en<br />

materialen<br />

€5/jaar €0.42/maand 65% €0.27<br />

€10/jaar €0.83/maand 58% €0.48<br />

Werving €5/jaar €0.42/maand 42% €0.17<br />

Accommodatie €10/jaar €0.83/maand 27% €0.22<br />

Administratie en<br />

On<strong>de</strong>rsteuning<br />

€5/jaar €0.42/maand 58% €0.24<br />

Totaal €57.2<br />

Opmerkingen:<br />

We veron<strong>de</strong>rstellen 20 werkdagen per maand.<br />

Het is verplicht dat <strong>de</strong> vzw <strong>een</strong> verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid afsluit inzake <strong>de</strong><br />

risico’s bij <strong>het</strong> vrijwilligerswerk. In principe zou dus 100% <strong>van</strong> <strong>de</strong> vzw’s <strong>de</strong>rgelijke verzekering<br />

moeten afgesloten hebben. (Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw, 2009)<br />

In onze enquête kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers ook nog <strong>de</strong> categorie overige selecteren. Deze is niet<br />

opgenomen in <strong>de</strong> analyse vermits <strong>de</strong> kosten zeer moeilijk te schatten zijn en slecht <strong>een</strong><br />

beperkt aantal enquêtes stel<strong>de</strong>n dat ze kosten opliepen die niet in bovenstaan<strong>de</strong> categorieën<br />

kunnen on<strong>de</strong>rgebracht wor<strong>de</strong>n.<br />

6.1.4. OPBRENGSTENBEREKENING<br />

Zoals voorh<strong>een</strong> al reeds gezegd is <strong>de</strong> opbrengt <strong>van</strong> <strong>een</strong> voltijdse vrijwilliger voor <strong>een</strong> vzw gelijk aan<br />

<strong>het</strong> bedrag dat <strong>de</strong>ze werkgever uitspaart doordat <strong>het</strong> g<strong>een</strong> voltijdse beroepskracht in dienst moet<br />

nemen. We veron<strong>de</strong>rstellen hiervoor dat dit bedrag gelijk is aan <strong>het</strong> brutoloon, vermeer<strong>de</strong>rd met<br />

RSZ-bijdragen (32%). Uit berekeningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>rale Overheidsdienst Economie in oktober 2009<br />

bleek <strong>het</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> Belgische bruto maandloon € 3.027 te zijn. Volgens Google Public Data,


gebaseerd op gegevens <strong>van</strong> Eurostat bedroeg <strong>het</strong> bruto minimumloon in België op 29 maart 2012<br />

nog € 1.443,54. (Belgische Fe<strong>de</strong>rale Overheidsdiensten, 2010; Eurostat, 2012)<br />

Tabel 2: Schatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> niet-betaal<strong>de</strong> salariskosten per vrijwilliger<br />

Maan<strong>de</strong>lijks brutoloon (€) Totale salariskosten (€)<br />

Gemid<strong>de</strong>ld 3.027 3.996<br />

Minimum 1.444 1.906<br />

6.1.5. CONCLUSIE VAN FINANCIËLE ANALYSE<br />

Om <strong>de</strong> opbrengsten en kosten die gepaard gaan met <strong>een</strong> vrijwilliger <strong>het</strong> best met elkaar te<br />

vergelijken berekenen we <strong>de</strong> ratio<br />

. Op die manier kunnen we dui<strong>de</strong>lijk zien hoeveel elke<br />

euro die geïnvesteerd wordt in <strong>een</strong> voltijdse vrijwilliger impliciet opbrengt voor <strong>een</strong> vzw, en dus ook<br />

voor <strong>de</strong> samenleving. Op basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> maan<strong>de</strong>lijkse bruto maandloon in België vin<strong>de</strong>n<br />

we voor <strong>de</strong>ze ratio <strong>een</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> 69,9. Dit zou willen zeggen dat één euro die geïnvesteerd wordt<br />

in vrijwilligers tot bijna 70 euro kan opleveren. Om dit getal te nuanceren wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kosten ook<br />

vergeleken met <strong>het</strong> minimum maandloon in België. Deze “worst case scenario” levert ons <strong>een</strong> ratio<br />

op <strong>van</strong> 33.3. Ook dit getal lijkt nog zeer hoog te liggen. Hierbij moet echter wel benadrukt wor<strong>de</strong>n<br />

dat <strong>het</strong> hier over impliciete voor<strong>de</strong>len gaat, en dat <strong>het</strong> niet wilt zeggen dat <strong>een</strong> vzw door één euro te<br />

investeren in vrijwilligers <strong>tussen</strong> <strong>de</strong> € 33 en <strong>de</strong> € 70 zal terugverdienen. Het gaat hier om waar<strong>de</strong><br />

creatie, niet enkel voor <strong>de</strong> vzw, maar ook voor diens doelgroepen.


6.2.KWANTITATIEF ONDERZOEK<br />

De resultaten <strong>van</strong> ons on<strong>de</strong>rzoek bedroeg 63 responsen, waardoor we aan <strong>de</strong> minimum eis <strong>van</strong><br />

betrouwbaarheid (50) voldoen. Hierdoor zijn we in staat statistische analyses op onze gegevens uit te<br />

voeren.<br />

6.2.1.HYPOTHESEN<br />

A) IS ER EEN VERBAND TUSSEN DE MATE DAT DE DOELSTELLING “ACTIVITEITEN ORGANISEREN”<br />

WORDT BEREIKT EN DE MATE IN HOEVERRE DAT VRIJWILLIGERS HIERTOE BIJDRAGEN?<br />

Tabel 3: Cor<strong>relatie</strong> <strong>tussen</strong> <strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstelling ‘activiteiten organiseren’ en <strong>de</strong> bijdrage<br />

<strong>van</strong> vrijwilligers in <strong>de</strong>ze doelstelling<br />

Activiteiten organiseren<br />

Bijdrage<br />

vrijwilligers/Activiteiten<br />

organiseren<br />

Correlations<br />

Activiteiten<br />

organiseren<br />

Bijdrage<br />

vrijwilligers/Activi<br />

teiten<br />

organiseren<br />

Pearson Correlation 1 ,497 **<br />

Sig. (2-tailed) ,000<br />

N 59 59<br />

Pearson Correlation ,497 ** 1<br />

Sig. (2-tailed) ,000<br />

**. Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).<br />

N 59 59<br />

Conclusie: We kijken <strong>naar</strong> <strong>de</strong> Pearson cor<strong>relatie</strong>coëfficiënt voor <strong>het</strong> verband/cor<strong>relatie</strong> <strong>tussen</strong> <strong>het</strong><br />

doel “activiteiten organiseren” en “bijdrage vrijwilligers met betrekking tot activiteiten organiseren”.<br />

We kunnen met 99% zekerheid stellen dat met <strong>een</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> 0,497 er <strong>een</strong> positieve cor<strong>relatie</strong><br />

bestaat <strong>tussen</strong> bei<strong>de</strong> variabelen. Een stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers zal er met an<strong>de</strong>re<br />

woor<strong>de</strong>n voor zorgen dat <strong>het</strong> doel “activiteiten organiseren” beter wordt behaald.


B) IS ER EEN VERBAND TUSSEN DE MATE DAT DE DOELSTELLING “MENSEN SENSIBILISEREN”<br />

WORDT BEREIKT EN DE MATE IN HOEVERRE DAT VRIJWILLIGERS HIERTOE BIJDRAGEN?<br />

Tabel 4: Cor<strong>relatie</strong> <strong>tussen</strong> <strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstelling ‘Mensen sensibiliseren’ en <strong>de</strong> bijdrage<br />

<strong>van</strong> vrijwilligers tot die doelstelling<br />

Mensen sensibiliseren<br />

Bijdrage vrijwilligers/Mensen<br />

sensibiliseren<br />

Correlations<br />

Mensen<br />

sensibiliseren<br />

Bijdrage<br />

vrijwilligers/Mens<br />

en sensibiliseren<br />

Pearson Correlation 1 ,555 **<br />

Sig. (2-tailed) ,000<br />

N 54 54<br />

Pearson Correlation ,555 ** 1<br />

Sig. (2-tailed) ,000<br />

**. Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).<br />

N 54 54<br />

Conclusie: We kijken <strong>naar</strong> <strong>de</strong> Pearson cor<strong>relatie</strong>coëfficiënt voor <strong>het</strong> verband/cor<strong>relatie</strong> <strong>tussen</strong> <strong>het</strong><br />

doel “mensen sensibiliseren” en “bijdrage vrijwilligers met betrekking mensen sensibiliseren”.<br />

We kunnen met 99% zekerheid stellen dat met <strong>een</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> 0,555 er <strong>een</strong> positieve cor<strong>relatie</strong><br />

bestaat <strong>tussen</strong> bei<strong>de</strong> variabelen. Een stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers zal er voor zorgen dat<br />

<strong>het</strong> doel “mensen sensibiliseren” beter wordt behaald.<br />

C) IS ER EEN VERBAND TUSSEN DE MATE DAT DE DOELSTELLING “CURSUSSEN ORGANISEREN”<br />

WORDT BEREIKT EN DE MATE IN HOEVERRE DAT VRIJWILLIGERS HIERTOE BIJDRAGEN?<br />

Tabel 5: Cor<strong>relatie</strong> <strong>tussen</strong> <strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstelling ‘Cursussen organiseren’ en <strong>de</strong> bijdrage<br />

<strong>van</strong> vrijwilligers tot die doelstelling<br />

Cursussen organiseren<br />

Bijdrage<br />

vrijwilligers/Cursussen<br />

organiseren<br />

Correlations<br />

Cursussen<br />

organiseren<br />

Bijdrage<br />

vrijwilligers/Curs<br />

ussen<br />

organiseren<br />

Pearson Correlation 1 ,648 **<br />

Sig. (2-tailed) ,000<br />

N 53 53<br />

Pearson Correlation ,648 ** 1<br />

Sig. (2-tailed) ,000<br />

**. Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).<br />

N 53 53


Conclusie: We kijken <strong>naar</strong> <strong>de</strong> Pearson cor<strong>relatie</strong>coëfficiënt voor <strong>het</strong> verband/cor<strong>relatie</strong> <strong>tussen</strong> <strong>het</strong><br />

doel “Cursussen organiseren” en “bijdrage vrijwilligers met betrekking cursussen organiseren”.<br />

We kunnen met 99% zekerheid stellen dat met <strong>een</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> 0,648 er <strong>een</strong> positieve cor<strong>relatie</strong><br />

bestaat <strong>tussen</strong> bei<strong>de</strong> variabelen. Ook hier zal <strong>een</strong> stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers er voor<br />

zorgen dat <strong>het</strong> doel “cursussen organiseren” beter wordt behaald.<br />

D) IS ER EEN VERBAND TUSSEN DE MATE DAT DE DOELSTELLING “DIENSTVERLENING” WORDT<br />

BEREIKT EN DE MATE IN HOEVERRE DAT VRIJWILLIGERS HIERTOE BIJDRAGEN?<br />

Tabel 6: Cor<strong>relatie</strong> <strong>tussen</strong> <strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstelling ‘Dienstverlening’ en <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong><br />

vrijwilligers tot die doelstelling<br />

Dienstverlening<br />

Bijdrage<br />

vrijwilligers/Dienstverlening<br />

Correlations<br />

Dienstverlening Bijdrage<br />

vrijwilligers/Dien<br />

stverlening<br />

Pearson Correlation 1 ,541 **<br />

Sig. (2-tailed) ,000<br />

N 56 56<br />

Pearson Correlation ,541 ** 1<br />

Sig. (2-tailed) ,000<br />

**. Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).<br />

N 56 56<br />

Conclusie: We kijken <strong>naar</strong> <strong>de</strong> Pearson cor<strong>relatie</strong>coëfficiënt voor <strong>het</strong> verband/cor<strong>relatie</strong> <strong>tussen</strong> <strong>het</strong><br />

doel “dienstverlening” en “bijdrage vrijwilligers met betrekking dienstverlening”.<br />

Net zoals bij bovenstaan<strong>de</strong> vier situaties kunnen we met 99% zekerheid stellen dat met <strong>een</strong> waar<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> 0,541 er <strong>een</strong> positieve cor<strong>relatie</strong> bestaat <strong>tussen</strong> bei<strong>de</strong> variabelen. Ook hier zal <strong>een</strong> stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers er voor zorgen dat <strong>het</strong> doel “dienstverlening” beter wordt behaald.


E) IS ER EEN VERBAND TUSSEN DE MATE DAT DE DOELSTELLING “INFORMATIE VERSTREKKEN”<br />

WORDT BEREIKT EN DE MATE IN HOEVERRE DAT VRIJWILLIGERS HIERTOE BIJDRAGEN?<br />

Tabel 7: Cor<strong>relatie</strong> <strong>tussen</strong> <strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstelling ‘Informatie verstrekken’ en <strong>de</strong> bijdrage<br />

<strong>van</strong> vrijwilligers tot die doelstelling<br />

Informatie verstrekken<br />

Bijdrage<br />

vrijwilligers/informatie<br />

verstrekken<br />

Correlations<br />

Informatie<br />

verstrekken<br />

Bijdrage<br />

vrijwilligers/infor<br />

matie<br />

verstrekken<br />

Pearson Correlation 1 ,197<br />

Sig. (2-tailed) ,153<br />

N 54 54<br />

Pearson Correlation ,197 1<br />

Sig. (2-tailed) ,153<br />

N 54 54<br />

In tegenstelling tot <strong>de</strong> vorige gevallen, is hier g<strong>een</strong> significante cor<strong>relatie</strong> <strong>tussen</strong> bei<strong>de</strong> variabelen<br />

waar te nemen.<br />

Algem<strong>een</strong> besluit:<br />

De hoogste cor<strong>relatie</strong> vin<strong>de</strong>n we <strong>tussen</strong> <strong>de</strong> variabelen cursussen organiseren en <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong><br />

vrijwilligers. Hieruit kunnen we aflei<strong>de</strong>n dat vrijwilligers <strong>de</strong> meeste bijdrage leveren voor <strong>het</strong> doel<br />

cursussen organiseren. Hierna volgt <strong>het</strong> doel mensen sensibiliseren: om <strong>de</strong>ze doelstellingen te<br />

realiseren is <strong>het</strong> ook hier <strong>van</strong> belang om veel vrijwilligers in je organisatie te hebben. Hetzelf<strong>de</strong><br />

besluit kunnen we trekken <strong>tussen</strong> <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers en <strong>de</strong> doelen dienstverlening en<br />

activiteiten organiseren. Hoewel hun bijdrage hier iets lager bedraagt is <strong>het</strong> toch <strong>van</strong> belang om je<br />

vrijwilligers hier in grote mate bij te betrekken. Echter bij <strong>het</strong> doel informatie verstrekken kunnen we<br />

g<strong>een</strong> significant besluit trekken <strong>tussen</strong> hun bijdrage en <strong>het</strong> <strong>succes</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

doelstelling, aangezien er hier<strong>tussen</strong> g<strong>een</strong> cor<strong>relatie</strong> terug te vin<strong>de</strong>n is.


CONCLUSIE EN VERDERE AANBEVELINGEN<br />

Uit <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> onze enquête blijkt dat Vlaamse vzw’s vrijwilligers vooral belangrijk achten voor<br />

<strong>het</strong> organiseren <strong>van</strong> activiteiten en dienstverlening. Voor <strong>het</strong> organiseren <strong>van</strong> cursussen wordt dan<br />

weer zo goed als niet vertrouwd op <strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> vrijwilligers. Ongeveer 45% <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten<br />

m<strong>een</strong><strong>de</strong>n dat vrijwilligers belangrijker zijn dan beroepskrachten voor <strong>het</strong> verwezenlijken <strong>van</strong> hun<br />

doelstellingen.<br />

Een vergelijking <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten en <strong>de</strong> opbrengsten die <strong>een</strong> voltijdse vrijwilliger met zich meebrengt<br />

voor <strong>een</strong> vzw lever<strong>de</strong> ons <strong>de</strong> ratio kosten/opbrengsten op. Hierdoor kunnen we zien hoeveel waar<strong>de</strong><br />

elke geïnvesteer<strong>de</strong> euro in vrijwilligers creëert voor vzw’s, en voor diens doelgroepen. Er werd<br />

geconstateerd dat <strong>de</strong>ze waar<strong>de</strong> vrij hoog lag, namelijk <strong>tussen</strong> 33 en 70. Daar één euro geïnvesteerd<br />

in vrijwilligers dus <strong>tussen</strong> 33 en 70 euro aan waar<strong>de</strong> creëert, is aangetoond dat vrijwilligers zeer<br />

waar<strong>de</strong>vol zijn voor <strong>een</strong> vzw.<br />

Ver<strong>de</strong>r kwantitatief on<strong>de</strong>rzoek wees op aanzienlijke cor<strong>relatie</strong>s <strong>tussen</strong> <strong>het</strong> <strong>succes</strong>vol bereiken <strong>van</strong><br />

doelstellingen <strong>van</strong> <strong>een</strong> vzw en <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers tot die doelstellingen. Dit wijst erop dat,<br />

wanneer <strong>een</strong> doelstelling bijvoorbeeld volledig gerealiseerd wordt, <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers hierin<br />

zeer hoog wordt ingeschat. Bij <strong>een</strong> doelstelling die in min<strong>de</strong>re mate <strong>succes</strong>vol wordt afgewerkt is <strong>de</strong><br />

bijdrage <strong>van</strong> vrijwilligers dan beperkter. Enkel bij <strong>de</strong> doelstelling “informatie verstrekken” kon g<strong>een</strong><br />

cor<strong>relatie</strong> wor<strong>de</strong>n opgemerkt. De aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze cor<strong>relatie</strong>s wijzen op <strong>een</strong> significant<br />

positieve invloed <strong>van</strong> vrijwilligers op <strong>het</strong> <strong>succes</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong> organisatie.<br />

Onze slotconclusie is dus dat vrijwilligers zeer zeker bijdragen tot <strong>het</strong> <strong>succes</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong> vzw. Enkele<br />

aanbevelingen zijn echter wel op hun plaats. Indien dit project in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> jaren <strong>een</strong> vervolg zou<br />

kennen, zou er bijvoorbeeld kunnen gewerkt wor<strong>de</strong>n aan <strong>een</strong> sterkere schatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten die<br />

<strong>een</strong> vrijwilliger met zich meebrengt. Die kosten wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>ze studie enkel ruw geschat, en <strong>een</strong><br />

correctere bepaling hier<strong>van</strong>, bijvoorbeeld aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>een</strong> enquête, zou <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> dit<br />

werk eventueel ten goe<strong>de</strong> kunnen komen. Ook zou <strong>de</strong> focus <strong>van</strong> dit werk uitgebreid kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>naar</strong> an<strong>de</strong>re provincies, Vlaan<strong>de</strong>ren of zelfs heel België.


BRONNEN<br />

Arvidson, M. e. a. (2010). The ambitions and challenges of SROI. Geraadpleegd uit<br />

http://www.tsrc.ac.uk/LinkClick.aspx?fileticket=8LzzP8zWQB8%3d&tabid=762<br />

Belgische Fe<strong>de</strong>rale Overheidsdiensten. (2010). Het loon <strong>van</strong> <strong>de</strong> Belgen. Geraadpleegd uit<br />

http://www.belgium.be/nl/nieuws/2011/news_loon_belgen_oktober_2009.jsp<br />

Eurostat. (2012). Minimum wages. Geraadpleegd uit<br />

http://epp.eurostat.ec.europa.eu/tgm/table.do?tab=table&init=1&language=en&pco<strong>de</strong>=tps00155&<br />

plugin=1<br />

Gaskin, K. (2011). VIVA-The Volunteer Investment and Value Audit : A self-help gui<strong>de</strong>. Geraadpleegd<br />

uit: http://www.ivr.org.uk/images/stories/Institute-of-Volunteering-Research/Migrated-<br />

Resources/Documents/V/VIVA-bulletin-(second-edition).pdf<br />

International Labour Organization. (2011). Manual on the measurement of volunteer work.<br />

Geraadpleegd uit:<br />

http://www.ilo.org/wcmsp5/groups/public/@dgreports/@stat/documents/publication/wcms_16211<br />

9.pdf<br />

Leergeld Ne<strong>de</strong>rland. SROI-Social Return on Investment. Geraadpleegd uit<br />

http://www.leergeld.nl/media/bestuurszaken/SROI%20samenvatting.pdf<br />

NOV. (2012). VIVA-1: Formulier en toelichting. Geraadpleegd uit<br />

http://www.movisie.nl/Vrijwilligerswerk/Docs/TrendsEconomischewaar<strong>de</strong>InstrViva1.pdf<br />

Social e-valuator. (2008). SROI Methodology: an introduction. Geraadpleegd uit<br />

http://www.socialevaluator.eu/ip/uploads/tblDownload/SROI%20tekst%20social%20evaluatornieuw_ENGLISH-new%20(2).pdf<br />

Vlaamse Overheid. (2006). Eindrapport Verzekeringen & Vrijwilligerswerk. Geraadpleegd<br />

uit:http://www.cjsm.vlaan<strong>de</strong>ren.be/cultuur/downloads/wso_verzekeringen_en_vrijwilligerswerk_ein<br />

drapport.pdf<br />

Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw. (2009). Wetten & Decreten. Geraadpleegd uit<br />

http://www.vrijwilligersweb.be/wetgeving.htm


BIJLAGE: ENQUÊTE: ONDERZOEK NAAR DE RELATIE TUSSEN SUCCES VAN EEN<br />

VRIJWILLIGERSORGANISATIE/-DIENST EN DE INZET VAN VRIJWILLIGERS<br />

Inleiding<br />

De inzet <strong>van</strong> vrijwilligers is essentieel om <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> vrijwilligersorganisaties te realiseren,<br />

met hun inzet staat of valt <strong>het</strong> <strong>succes</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong> vrijwilligersorganisatie.<br />

Zorgt <strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> veel vrijwilligers voor <strong>het</strong> voortbestaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijwilligersorganisatie? Is <strong>de</strong> groei<br />

in klanten en activiteiten dan groter, is ze meer zelfbedruipend dan <strong>een</strong> organisatie met min<strong>de</strong>r<br />

vrijwilligers?<br />

In opdracht <strong>van</strong> <strong>het</strong> Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw doen we dan ook <strong>een</strong> on<strong>de</strong>rzoek <strong>naar</strong><br />

bovenstaan<strong>de</strong> vragen. Graag vragen we hiervoor uw me<strong>de</strong>werking, door <strong>het</strong> invullen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

enquête.<br />

Op die manier zou<strong>de</strong>n we <strong>de</strong> resultaten kunnen communiceren over <strong>de</strong> meerwaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

vrijwilligerswerk voor zowel <strong>de</strong> verenigingen zelf als <strong>de</strong> overheid.<br />

Wat is <strong>de</strong> naam <strong>van</strong> uw organisatie?<br />

Hoeveel vrijwilligers zijn er actief in uw organisatie?<br />

Hoeveel vrijwilligers zijn er actief in uw organisatie, uitgedrukt in voltijdse equivalenten?<br />

Hiermee wordt bedoeld, <strong>het</strong> aantal personen die <strong>een</strong> voltijdse job zou<strong>de</strong>n moeten uitoefenen ter ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> vrijwilligers. Bijvoorbeeld, twee halftijdse vrijwilligers komen over<strong>een</strong> met één voltijdse equivalent<br />


sport<br />

gezondheid<br />

zorg<br />

welzijn<br />

ontspanning<br />

buurtwerk<br />

opbouwwerk<br />

kunst<br />

cultureel<br />

socio-cultureel<br />

godsdienst-levensbeschouwing<br />

toerisme<br />

3<strong>de</strong> wereld<br />

mensenrechten<br />

adviserend<br />

natuur<br />

leefmilieu<br />

mobiliteit<br />

politiek<br />

vorming<br />

vakantie<br />

Other:<br />

Hoeveel beroepskrachten zijn er werkzaam in uw organisatie, uitgedrukt in voltijds equivalenten?<br />

Hiermee wordt bedoeld, <strong>het</strong> aantal personen die <strong>een</strong> voltijdse job zou<strong>de</strong>n moeten uitoefenen ter ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> beroepskrachten. Bijvoorbeeld, twee halftijdse beroepskrachten komen over<strong>een</strong> met één voltijdse equivalent.<br />


100<br />

Wat zijn <strong>de</strong> doelgroepen <strong>van</strong> uw activiteiten? (Meer<strong>de</strong>re opties aandui<strong>de</strong>n is mogelijk)<br />

Kin<strong>de</strong>ren (tot 12 jaar)<br />

Jongeren (12 tot 25 jaar)<br />

Volwassenen<br />

Ou<strong>de</strong>ren (60+)<br />

Mannen<br />

Vrouwen<br />

Mensen in armoe<strong>de</strong><br />

Etnisch culturele min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

Personen met <strong>een</strong> handicap<br />

Ie<strong>de</strong>r<strong>een</strong><br />

An<strong>de</strong>re<br />

Wat is <strong>het</strong> bereik/doelgebied <strong>van</strong> uw organisatie?<br />

Lokaal<br />

Provinciaal<br />

Vlaams<br />

Nationaal<br />

Europees<br />

Internationaal<br />

Doelen <strong>van</strong> uw organisatie: Duid in on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> lijst <strong>de</strong> doelen aan die <strong>het</strong> dichtste aansluiten bij uw<br />

organisatie. Geef hierbij ook aan in welke mate <strong>de</strong>ze doelstellingen wor<strong>de</strong>n verwezenlijkt.<br />

Het kan echter ook dat je organisatie maar 1 <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> doelen heeft. (Bijvoorbeeld <strong>een</strong> plaatselijke<br />

sportclub heeft als enige doel activiteiten organiseren. In dat geval kleurt u één bolletje aan in <strong>de</strong> rij activiteiten<br />

organiseren, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re rijen laat u open)<br />

Activiteiten<br />

organiseren<br />

Mensen<br />

sensibiliseren<br />

Cursussen<br />

organiseren<br />

Helemaal niet Weinig Matig Goed Zeer goed


Dienstverlening<br />

Informatie<br />

verstrekken<br />

Hoeveel dragen vrijwilligers bij tot <strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze doelstellingen?<br />

Activiteiten<br />

organiseren<br />

Mensen<br />

sensibiliseren<br />

Cursussen<br />

organiseren<br />

Dienstverlening<br />

Informatie<br />

verstrekken<br />

Helemaal niet Weinig Matig Veel Zeer veel<br />

Dragen vrijwilligers ten opzichte <strong>van</strong> beroepskrachten meer bij tot <strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

doelstellingen?<br />

Ja<br />

N<strong>een</strong>, beroepskrachten nemen <strong>het</strong> meren<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>het</strong> werk op zich<br />

Bei<strong>de</strong>n zorgen voor evenveel inbreng<br />

Bent u tevre<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> algemene werking <strong>van</strong> uw organisatie?<br />

Ja<br />

N<strong>een</strong><br />

Indien Ja:<br />

In hoeverre kan uw organisatie <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> werking behou<strong>de</strong>n bij inzet <strong>van</strong> min<strong>de</strong>r vrijwilligers dan<br />

nu?<br />

Hoeveel vrijwilligers min<strong>de</strong>r zou uw organisatie kunnen hebben om toch <strong>de</strong> activiteiten te verzorgen? Indien u<br />

niemand kan missen, vult u 0 in.


Indien Nee:<br />

Hoeveel vrijwilligers heeft u extra nodig om uw doelstellingen wel te behalen?<br />

Of ligt <strong>het</strong> probleem bij <strong>een</strong> tekort aan beroepskrachten. Hoeveel extra beroepskrachten heeft u<br />

nodig om uw doelstellingen wel te behalen?<br />

FINANCIEEL<br />

Geef <strong>een</strong> rangschikking <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> financieringsbronnen, waarbij 1 over<strong>een</strong>komt met <strong>de</strong><br />

belangrijkste, en 5 <strong>de</strong> minst belangrijke<br />

Elk getal <strong>van</strong> 1 tot 5 kan slechts één maal gebruikt wor<strong>de</strong>n. Wanneer u slechts gebruik maakt <strong>van</strong> vb.<br />

drie financieringsmogelijkhe<strong>de</strong>n, gebruikt u enkel cijfers 1 tot 3.<br />

Overheid (<br />

gem<strong>een</strong>telijk,<br />

provinciaal,...)<br />

Sponsoring (<br />

private personen,<br />

lokale winkels,<br />

stichtingen,<br />

projecten,...)<br />

Lidgeld<br />

Opbrengsten via<br />

activiteiten<br />

Vrijwilligers<br />

Hoeveel bedraagt uw jaarlijks budget?<br />

1 2 3 4 5<br />

Hiermee wordt bedoeld, <strong>de</strong> totale som <strong>van</strong> <strong>de</strong> financiële mid<strong>de</strong>len die u jaarlijks tot uw beschikking hebt<br />

500.000 EUR


Welke uitgaven doet u ter on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> uw vrijwilligers?<br />

Verzekeringen<br />

Werving<br />

Inwerking & training<br />

Voorzieningen & materialen<br />

Reisonkosten<br />

Eten & drinken<br />

Accommodatie<br />

Administratie & on<strong>de</strong>rsteuning<br />

Other:<br />

Bij welke <strong>van</strong> <strong>de</strong> bovenstaan<strong>de</strong> kosten heeft u <strong>een</strong> probleem om ze te <strong>de</strong>kken?<br />

Verzekeringen<br />

Werving<br />

Inwerking & training<br />

Voorzieningen & materialen<br />

Reisonkosten<br />

Eten & drinken<br />

Accommodatie<br />

Administratie & on<strong>de</strong>rsteuning<br />

G<strong>een</strong> probleem<br />

Other:<br />

Wenst u op <strong>de</strong> hoogte te blijven <strong>van</strong> ons on<strong>de</strong>rzoek?<br />

Ja<br />

N<strong>een</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!