09.09.2013 Views

Aardrijkskunde huiswerk groep 6

Aardrijkskunde huiswerk groep 6

Aardrijkskunde huiswerk groep 6

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Topografiekaavt<br />

1 Zwolle<br />

2 Twente<br />

J Salland<br />

4 Vecht<br />

6 Deventer<br />

6 lJssel<br />

7 Twentekanaal<br />

ó Almelo<br />

i$il-^<br />

q<br />

Henqelo 1 * plaats<br />

10 Echede<br />

11<br />

12<br />

Kamoen<br />

Oldenzaal<br />

1 = water<br />

13 Ommen<br />

14 Giethoorn<br />

15 Duitsland<br />

16 Drenthe<br />

@=gebied/land


Samenvattínq<br />

De gemeente<br />

Iedereen woont in een gemeente. Eike<br />

gemeente heeft een gemeenteraad en een<br />

burgemeester. De gemeenteraad is de baas.<br />

Die beslist wat er in de gemeente moet<br />

gebeuren. De mensen die in de gemeente<br />

wonen, kiezen om de vier jaar rhensen voor<br />

de gemeenteraad. De vergadering van de<br />

gemeenteraad heet de raadsvergadering.<br />

De burgemeester is de voorzitter. Hij wordt<br />

geholpen door enkele wethouders. -O<br />

Samen kun je meer<br />

Gemeenten werken vaak samen. Zo kunnen<br />

ze meer bereiken dan alleen. Ze bouwen<br />

bijvoorbeeld met elkaar een sporthal en een<br />

zwembad. En ze regelen het ophalen van het<br />

vuilnis. Ook de hulpdiensten van de<br />

verschillende gemeenten werken vaak samen.<br />

De gemeenten betalen dit samen. Gemeenten<br />

die samenwerken vormen samen een regio..a<br />

I t<br />

Een provincie is verdeeld in een aantal<br />

gemeenten. Het bestuur van de provincie<br />

vergadert in het provinciehuis. Dat staat in<br />

de hoofdstad van de provincie. Het provinciebestuur<br />

zorgt voor de gemeenten. Het legt<br />

bijvoorbeeld wegen aan tussen de gemeenten<br />

en zorgt voor de dijken. Maar het provinciebestuur<br />

maakt ook plannen voor nieuwe<br />

woonwijken en bedrijventerreinen. Mensen<br />

die voor de provincie en de gemeenten<br />

werken, heten ambtenaren. -l III<br />

Geobas 6 @ Wolters-Noordhoff


Topografiekaart<br />

Zeeland<br />

1 Walcheren<br />

2 Yerseke<br />

3 Zierikzee<br />

4 Westerschelde<br />

5 Oosterschelde<br />

6 Terneuzen<br />

7 Goes<br />

8 Vlissingen<br />

9 Middelbure 1 = plaats<br />

10 Grevelingen<br />

1_1 Noordzee<br />

12 Zeeuws-Vlaanderen<br />

13 Zuid-Beveland<br />

1.4 Dombur.g<br />

15 Zuid-Holland<br />

16 Beleië<br />

1 = water<br />

@=gebied/land


Samenvatting<br />

Wonen onder de zeespiegel<br />

NAP is een afkorting van Normaal Amsterdams<br />

Peil. Het geeft aan hoe hoog het zeewater<br />

staat bij vloed. Het deel van Nederland dat<br />

onder NAP ligt, heet Laag-Nederland. Vroeger<br />

beschermden mensen zich met terpen tegen<br />

het water. Later begon men dijken aan te<br />

leggen. Het land binnen een dijk heet een<br />

polder. Windmolens pompten het water uit<br />

de polders weg. Nu doen gemalen dat.<br />

Hoog-Nederland ligt boven NAP. -<br />

Bescherming tegen de zee<br />

Bij een droogmakerij legde men eerst een dijk<br />

rond een meer aan. Langs de dijk groef men<br />

de ringvaart. Windmolens pompten het water<br />

uit het meer in de ringrraart. Van daaruit<br />

stroomde het water naar zee. Zo ontstond<br />

nieuw land.<br />

In 1953 was de Watersnoodramp in Zeeland.<br />

Daarna werd het Deltaplan uitgevoerd. t<br />

I<br />

Itt<br />

Ruimte voor rivieren<br />

In de winter en het voorjaar staat het<br />

rivierwater tussen de winterdijken. In de<br />

zomer staat het meestal laag. Het stroomt dan<br />

tussen de zomerdijken door. Het land tussen<br />

de zomerdijk en de winterdijk heet<br />

uiterwaard. In 1995 dreigde een aantal<br />

rivierdijken door te breken. De regering<br />

bedacht toen een deltaplan voor de rivieren.<br />

Rivierdijken werden sterker en hoger<br />

gemaakt. En bij gevaar voor overstromingen !<br />

Iaat men rivierwater in enkele poiders iopen. -'<br />

lrrrr-i::-ilglrrtll9uattttl'tá:utattiluá|Àrrt<br />

Geobas 6 @ Wolters-Noordhoff<br />

,"--11


1 Borger<br />

Topografiekaart<br />

Groningen en Drenthe<br />

2 Stadskanaal<br />

3 Lauwersmeer<br />

4 Eems<br />

5 Hondsrug<br />

6 Meppel<br />

7 Hoogeveen<br />

8 Groningen<br />

Veendam<br />

1 = plaats<br />

1 = water<br />

= gebied / land


Samenvatting<br />

\À/eilanden en akkers<br />

Een melkveehouder doet aan veeteelt. Hij<br />

heeft alieen weiland. Hij houdt koeien voor de<br />

melk. De koeien lopen in een loopstal en<br />

slapen in ligboxen. Ze worden gemolken door<br />

een melkmachine of melkrobot. Een<br />

akkerbouwer verbouwt gewassen op akkers.<br />

Belangrijke gewasse n zíjn aardappelen,<br />

bieten, kool en graan. Hij verbouwt elk jaar<br />

een ander gewas op een akker. Akkerbouwers<br />

gebruiken veel machines. Ze brengen mest op ,<br />

de akkers en spuiten bestrijdingsmiddelen. -J<br />

Grote veÍanderingen<br />

Vroeger hadden de meeste boeren akkers én<br />

weilanden. Ze hadden knechten in dienst. Het<br />

meeste werk werd met de hand gedaan. Voor<br />

het zware werk gebruikte een boer een paard.<br />

Nu is een boerenbedrijf veel groter. Door<br />

machines en computers te gebruiken kan een<br />

boer zeif meer werk doen. Hij heeft geen<br />

knechten meer nodig.<br />

Veel boeren zijn óf akkerbouwer óf veehouder.<br />

Boerenbedrijven die veel dieren op een kleine<br />

ruimte houden, behoren tot de bio-industrie. í<br />

Een voorbeeld zijn legbatterijen. -.<br />

Strenge regels<br />

Boeren gebruiken mest, kunstmest en<br />

bestrijdingsmiddeien. Daardoor kunnen<br />

bodem, lucht en grondwater vervuild worden.<br />

Boeren moeten zich. daarom aan strenge<br />

regels houden.<br />

Ze mogen niet te veei mest en kunstmest op<br />

hun land brengen. En ze mogen alleen goedgekeurde<br />

bestrijdingsmiddeien gebruiken.<br />

Biologische boeren werken zonder kunstmest<br />

en giftige bestrijdingsmiddelen. Dat is beter<br />

voor het milieu. -r-<br />

Geobas 6 @ Wolters-Noordhoff


Topograftekaart<br />

Flevoland en Utrecht<br />

-r


Samenvqttinq<br />

Van Zuideruee tot Flevoland<br />

In 1930 werd de Wieringermeer drooggelegd.<br />

Na de aanleg van de efsluitdijk was de<br />

Zuiderzee lJsselmeer geworden. D aarna<br />

werden de Noordoostpolder en de twee<br />

Flevopolders aangelegd. Men legde eerst een<br />

ringdijk aan. Daarna pompten gemalen het<br />

water weg. Er kwamen \Megen, boerderijen en<br />

dorpen. In 1986 werd Flevoland de twaalfde<br />

provincie van Nederland. Veel Amsterdammers<br />

verhuisden naar Almere. Deze stad<br />

groeit hard. Langs de Flevopoiders liggen _0<br />

randmeren.<br />

Op het platteland<br />

Het gebied buiten de steden heet het<br />

platteland. De meeste mensen wonen er in<br />

dorpen. In een dorp zijn minder voorzieningen<br />

dan in een stad. Er is minder werk. Daarom<br />

trekken jongeren vaak naar de stad. Wonen<br />

op het platteland heeft ook voordelen. Er is<br />

meer ruimte om te \Monen. Er is minder<br />

verkeer en veel mensen kennen elkaar. -<br />

\trIonen in de stad<br />

In een stad liggen veel voorzieningen in het<br />

centrum. Daar zljn ze voor iedereen goed<br />

bereikbaar. Rond het centrum liggen woonwijken.<br />

Eerst de oude wijken, daaromheen de<br />

nieuwbouwwijken. Aan de rand van de stad<br />

liggen bedrijventerreinen. Ze liggen vaak<br />

langs de snelweg. Daardoor zíjn ze goed te<br />

bereiken. Mensen die in een andere plaats<br />

\Monen dan ze werken, heten forenzen. -t<br />

9lrr,,rrr-,,g,rr.lli'rêrrri i:i€r,,,:::rl<br />

Geobas 6 @ Wolters-Noordhoff


Topografiekaart<br />

Noord-B r ab ant en Limbur g<br />

1 's-Hertogenbosch<br />

2 Eindhoven<br />

3 Maastricht<br />

4 Beleië<br />

5 Duitsland<br />

6 Maas<br />

7 Vaals<br />

8 Hoensbroek<br />

9 Venray 1 = plaats<br />

10 Waalwiik<br />

11 Sitta rd<br />

1 = water<br />

L2 Roermond<br />

L3 Helmond<br />

t4 Tilbure<br />

15 Breda<br />

L6 Roosendaal<br />

S=gebied/land


Samenvattíng<br />

Zand en klei<br />

In Nederland zljn veel verschiilende<br />

landschappen, zoals weilanden, akkers, bos<br />

en heide. Dat komt doordat de bodem uit<br />

verschillende grondsoorten bestaat: zand, klei,<br />

veen en lóss. Zand bestaat uit losse korrels.<br />

Zandgrond is niet vruchtbaar, het water zakt<br />

er gemakkelijk in weg. Bos en heide groeien<br />

goed op zandgrond. Klei heeft kleinere korrels<br />

dan zand. Klei is vruchtbaar, maar \Mater zakt 2<br />

er niet gemakkelijk doorheen. -'<br />

Van veen tot weiland<br />

Een moeras bestaat uit plantenresten. We<br />

noemen dat veen. Als je veen laat drogen,<br />

wordt het turf. Turf is goede brandstof.<br />

Waar mensen veen weghaalden, ontstonden<br />

vaak plassen. Nu zijn het recreatiegebieden of<br />

natuurgebieden. In West-Nederland is het<br />

veen niet overal afgegraven. Veengrond is nat<br />

en zacht en geschikt voor veeteelt. In een<br />

veenlandschap zie je vooral weilanden met<br />

koeien. Sloten voeren overtoilig water af. - o<br />

Heuvels in Limburg<br />

De bodem van Zuid-Limburg bestaat uit lóss.<br />

Lósskorrels zijn kleiner dan zandkorrels, maar<br />

groter dan kleideeltjes. Lóssgrond is vruchtbaar<br />

en houdt regen\ /ater vast. Daardoor is het<br />

goede landbouwgrond. In Zuid-Limburg vind<br />

je akkers en boomgaarden boven op de<br />

heuvels. In de dalen en op de hellingen van<br />

het heuvellandschap vind je weilanden. Op<br />

de steilste hellingen vind je bos. In de bodem<br />

van de Limburgse heuvels zit mergel. o O<br />

Geobas 6 @ Wolters-Noordhoff<br />

g


Topografiekaart<br />

Zuid-Holland<br />

1, Harinsvliet<br />

2 Scheveninsen<br />

3 Gorinchem(= Gorkum)<br />

4 Wassenaar<br />

5 Nieuwe Waterweg<br />

6 Vlaardineen<br />

7 Zoetermeer<br />

8 Leiden<br />

.15*n<br />

9 Gouda 1 = plaats<br />

10 Soiikenisse<br />

I7 Den Haas<br />

12 Rotterdam<br />

13 Schiedam<br />

L4 Delft<br />

15 Dordrecht<br />

L6 Europoort (= haveneebied)<br />

1 = water<br />

@=gebied/land


Samenvatting<br />

Cacaobonen groeien op plantages in warme<br />

ianden. Ze zryn de grondstof voor chocolade.<br />

De bonen worden geplukt en gedroogd. Dan<br />

gaan ze per schip naar een fabriek in een ander<br />

land. Daar staan machines. Arbeiders<br />

gebruiken de machines om de cacaobonen te<br />

roosteren en om de schilletjes eraf te halen.<br />

Dan maien ze de bonen tot cacaomassa.<br />

Daarvan worden cacaopoeder en chocolade<br />

gemaakt. We noemen dat producten. De<br />

fabriek maakt reclame voor haar producten.<br />

Mensen die producten kopen en gebruiken,<br />

noem je consumenten. .'t<br />

Waar bouw je een fabriek?<br />

Een fabriek wordt niet zomaar ergens<br />

gebouwd. Soms staat een fabriek dicht bij het<br />

afzetgebied. Dat is het gebied \ /aar je klanten<br />

\Monen. Of een fabriek staat in een gebied<br />

\Maar de grondstoffen vandaan komen. Dat<br />

scheelt weer in het vervoer. Veel fabrieken<br />

staan op plaatsen waar ze goed bereikbaar<br />

zryn. ZoaIs langs een snelweg, in een haven of<br />

aan een spoorlijn. Zo is het gemakkelijk om<br />

producten naar winkels of bedrijven te a<br />

VeruOefen. ot<br />

Goed voor het milieu?<br />

Vroeger herkende je fabrieken aan rokende<br />

schoorstenen. De rook kwam van brandende<br />

steenkool. De iucht werd erdoor vervuild. Dat<br />

was niet goed voor het milieu. Nu gebruiken<br />

bedrijven machines die minder vervuilen.<br />

Vroeger loosden fabrieken ook vuil water. Nu<br />

moeten ze ervoor zorgen dat het schoon<br />

wordt. Het afualwater gaat naar een<br />

rioolwaterzuivering. Sommige bedrijven<br />

maken hun afvalwater zeif schoon. Het waterl<br />

kan dan soms opnieuw worden gebruikt. .0<br />

íJgi<br />

@<br />

@@<br />

Geobas 6 @ Wolters-Noordhoff


Topografiekaart<br />

Noord-Holland<br />

t Zaandam<br />

2 Hilversum<br />

3 Haarlem<br />

4 Den Helder<br />

5 Noordzeekanaal<br />

6 Alkmaar<br />

7 Amstelveen<br />

8 Purmerend<br />

9 Zandvoort 1 = plaats<br />

10 lJmuiden<br />

1_1 Amsterdam<br />

12 Enkh uizen<br />

13 Amsterda m-Riinkanaal<br />

1.4 Noord-Hollands Kanaal<br />

15 Texel<br />

16 Aalsmeer<br />

1 = water<br />

@=gebied/land


Somenvattíng<br />

Afual in soorten<br />

Afual kun je vaak nog prima opnieuw gebruiken.<br />

Je kunt het naar een kringloopwinkel<br />

brengen of naar een milieustraat.<br />

Giftige en gevaarlijke stoffen mogen niet in de<br />

grond terechtkomen. Dit chemisch afual wordt<br />

in speciale ovens verbrand. Gft is groente-,<br />

fruit- en tuinafval. Er wordt vaak compost van<br />

gemaakt. Afval dat niet opnieuw gebruikt kan<br />

worden, wordt bij de vuilverbranding in grote 1'<br />

ovens verbrand.<br />

t at<br />

ijzer van gemaakt.<br />

Vuil water wordt schoon<br />

Afualwater van huizen en bedrijven gaat door<br />

rioolbuizen naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie.<br />

Daar wordt het vieze water weer<br />

schoongemaakt. Een zeef haalt de grootste<br />

deeltjes eruit. Daarna zinkt zand naar de<br />

bodem. In grote tanks maken bacteriën het<br />

water schoon. Ze zínken naar de bodem en<br />

vormen slib. Hiervan wordt compost gemaakt.<br />

Daarna stroomt het schone water door sloten<br />

en rivieren naar zee. -r<br />

Geobas 6 @ Wolters-Noordhoff


Topografiekaart<br />

Fryslàn<br />

1. Sneek<br />

2 Drachten<br />

3 Heerenveen<br />

4 Leeuwarden<br />

5 Afsluitdijk<br />

6 lJsselmeer<br />

7 Lemmer<br />

8 Harlinsen<br />

9 Schiermonnikooe 1 = plaats<br />

10 Terschelling<br />

11 Vlieland<br />

12 Ameland<br />

13 Noordzee<br />

t4 Waddenzee<br />

15 Texel<br />

1.6 Dokkum<br />

1 = water<br />

@=gebied/land


Samenvatting<br />

Het waddengebied trekt veei toeristen. Ze<br />

varen met de veerboot over de Waddenzee<br />

naar de waddeneilanden. Ais het water in de<br />

zee stijgt, wordt het vloed. Daalt het zeewater,<br />

dan wordt het eb. In de Waddenzee valien bij<br />

eb stukken zeebodem droog. Die heten<br />

wadden. Ze bestaan uit zand en slib. Op de<br />

wadden leven veel dieren, zoals zeehonden en<br />

watervogels. Het water stroomt door geulen.<br />

Een kwelder staat bij normale vioed niet .<br />

onder water. -o<br />

Beschermen of gebruiken?<br />

De natuur in de Waddenzee wordt bedreigd,<br />

omdat mensen er geld wiilen verdienen. De<br />

kokkeivisserij heeft de zeebodem omgewoeld.<br />

Dieren konden niet genoeg voedsel meer<br />

vinden. Onder de Waddenzee zit aardgas in<br />

de bodem. De NAM wil proefboringen doen,<br />

maar die verstoren de rust in het gebied. Ook<br />

kan de zeebodem daien door boringen. De<br />

regering wil dat het gas uit de bodem wordt<br />

gehaald. Ivlaar ze wil ook de natuur<br />

a<br />

beschermen. ., t<br />

Beschermde natuur<br />

De Vereniging Natuurmonumenten en<br />

Staatsbosbeheer zorgen voor een groot aantal<br />

natuurgebieden in Nederland. Boswachters<br />

werken in natuurgebieden. In het broedseizoen<br />

sluiten ze bijvoorbeeld gebieden af.<br />

Een nationaal park bestaat uit verschillende<br />

natuurgebieden bij elkaar die extra goed<br />

worden beschermd. Maar het is voor een deel<br />

ook stiltegebied en recreatiegebied. -l<br />

Geobas 6 @ Wolters-Noordhoff


Topografiekaart<br />

Gelderland<br />

1 Niimegen<br />

2 Apeldoorn<br />

3 Veluwe<br />

4 Waal<br />

5 lJssel<br />

6 Achterhoek<br />

7 Arnhem<br />

8 Winterswiik<br />

9 Harderwiik 1 = plaats<br />

L0 Ede<br />

t1. Doetinchem<br />

\2 Zutphen<br />

13 Wageningen<br />

1.4 Barneveld<br />

15 Nunspeet<br />

16 Zevenaar<br />

1 = water<br />

@=gebied/tand


Samenvattíng<br />

Riemen vast<br />

Als je met een vliegtuig meegaat moet je eerst<br />

inchecken. Je doet dat aan de balie van een<br />

luchwaartmaatschappij. Daar geef je ook je<br />

bagage af. Daarna wordt je paspoort<br />

gecontroleerd. Bij de beveiliging controleren<br />

ze je handbagage met een scanner.<br />

Je vliegtuig staat bij een gate. In het vliegtuig<br />

helpen stewards en stewardessen de<br />

passagiers. -l \<br />

Een drukte van belang<br />

Passagiers in een vliegtuig gaan op vakantie,<br />

op familiebezoek of op zakenreis. De douane<br />

controleert \Mat mensen meenemen.<br />

Vrachwliegtuigen vervoeren snel goederen<br />

over de hele wereld. Met de import en export<br />

van goederen wordt veei geid verdiend.<br />

Elk vliegtuig krijgt voor het opstijgen een<br />

kleine onderhoudsbeurt. Het vliegtuig wordt<br />

volgetankt en schoongemaakt. En de bagage<br />

wordt ingeladen. -c'<br />

Problemen rond Schiphol<br />

Schiphol is belangrijk voor de werkgelegenheid.<br />

Maar Schiphoi geeft ook problemen voor het<br />

milieu. Veei mensen die rond Schiphol wonen,<br />

hebben geluidsoverlast. Doordat er steeds<br />

meer vliegtuigen op Schiphol landen en<br />

opstijgen, wordt de kans op een vliegramp<br />

groter. De sloten en de lucht rond Schiphol<br />

zijn vervuild, door uitlaatgassen en<br />

afvalstoffen. Ook de drukke snelwegen rond<br />

Schiphol vervuilen het milieu. -l<br />

Geobas 6 @ Wolters-Noordhoff

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!