Zegeltjesregeling. - Stichting BEB
Zegeltjesregeling. - Stichting BEB
Zegeltjesregeling. - Stichting BEB
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Zegeltjesregeling</strong>.<br />
Uitgezocht en beschikbaar gesteld door <strong>Stichting</strong> Beb voor haar cliënten.<br />
Hieronder kunt u het advies lezen van de accountant en belastingadviseur van<br />
<strong>Stichting</strong> Beb. Het advies is gericht aan <strong>Stichting</strong> Beb, echter staan er duidelijke<br />
voorbeelden in hoe BTW moet worden berekend en verrekend. Daarom willen<br />
wij u deze informatie niet onthouden.<br />
Tevens vindt u achter het advies de complete wetgeving betreffende de zegel<br />
verwerking.<br />
<strong>Stichting</strong> Beb stelt deze informatie vrijblijvend beschikbaar.<br />
<strong>Stichting</strong> Beb kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor het toepassen<br />
van deze regeling binnen uw oganisatie.<br />
Wij adviseren u dit document aan uw accountant te geven, indien deze nog<br />
niet op de hoogte is van de ‘zegeltjesregeling’<br />
We hopen dat wij u op deze manier goed geïnformeerd hebben, zodat uw op<br />
een juiste manier de kosten kunt verwerken.<br />
Wij wensen u veel succes met de Beb Actie bij u in de buurt.
Zegeltjes regeling:<br />
Het gaat hier om de zogenoemde ‘zegeltjesregeling’ (Besluit van 5 november 2001,<br />
nr. CPP2001/2160M; zie bijlage). De situatie is namelijk enigszins vergelijkbaar met<br />
de oude zegelspaarkaarten bij supermarkten (de zogenoemde ‘traditionele<br />
zegelsystemen’); tegenwoordig doen de meeste supermarkten/benzinepomp aan de<br />
ook in de zegeltjesregeling besproken goederen-zegel acties.<br />
1. Kleine verschillen met de zegeltjesregeling<br />
Hoewel de zegeltjesregeling op twee kleine punten afwijkt van de beschreven<br />
situatie, denk ik dat hij goed toepasbaar is. De afwijkende punten betreffen:<br />
a) <strong>Stichting</strong> <strong>BEB</strong> is (uiteraard) niet een ‘echte’ zegelcentrale<br />
(maar dit mag de toepassing van de regeling niet weerhouden, omdat de BTW een<br />
zakelijke belasting betreft die eerder let op de aard van de prestatie, dan op de aard<br />
van de prestatieverrichter);<br />
en<br />
b) de zegels worden klaarblijkelijk (en dat is ook de bedoeling) ingeleverd door<br />
sportorganisaties en niet door (andere) winkeliers<br />
(Wat dit laatste betreft ga ik er van uit dat het de bedoeling is van de actie dat bijv.<br />
sportvereniging-leden ten behoeve van hun sportclub de zegels afnemen als lid en<br />
de sportclub namens hen de gelden mogen innen en mogen houden. Als dat niet zo<br />
is, dan graag weer even een seintje om de situatie beter in beeld te krijgen.)<br />
Hoewel met name dit laatste punt (b) een verschil is, meen ik dat de regeling toch<br />
mag worden toegepast, omdat het niet een wezenlijk verschil mag uitmaken voor de<br />
behandeling van de ‘zegelcentrale’ (<strong>Stichting</strong> <strong>BEB</strong>) en de leverende winkelier.<br />
2. <strong>Zegeltjesregeling</strong> leidt tot de volgende BTW-consequenties voor St.<br />
<strong>BEB</strong><br />
2.1. Verschuldigde belasting<br />
Op grond van de zegeltjesregeling punt 2.7. verricht St. <strong>BEB</strong> met deze actie BTWbelaste<br />
prestaties (19% belast). Punt 2.7 zegt namelijk dat dit geen BTWvrijgestelde<br />
BTW-vrijgestelde financiële prestaties (bancaire activiteiten; artikel<br />
11,1,i,2 Wet OB) zijn.<br />
Echter, niet het volledige bedrag per zegel (€ 0,07) is belast tegen 19% BTW, maar<br />
slechts ‘het bedrag dat boven de nominale waarde van de zegels in rekening wordt<br />
gebracht’. Met andere woorden: St. <strong>BEB</strong> moet aan de winkelier een factuur sturen,<br />
waarbij € 0,02 per zegel belast wordt met BTW.<br />
Voorbeeld<br />
De factuur ter zake van een levering van 10.000 zegels ziet er dus als volgt uit:<br />
10.000 zegels à € 0,07 € 700<br />
nominale waarde € 0,05<br />
toeslag <strong>BEB</strong> € 0,02<br />
19% BTW over toeslag <strong>BEB</strong> (10.000 x € 0,02) € 38 +<br />
Totaal te betalen € 738<br />
2.2. Aftrekrecht<br />
Omdat St. <strong>BEB</strong> BTW-belaste prestatie verricht met deze zegeltjes-actviteiten, is zij<br />
volledig aftrekgerechtigd ten aanzien van de BTW-voorbelasting die op deze actie<br />
rust. De BTW, die rust op het maken en versturen van de stickers en de marketinguitgaven,<br />
kan dus volledig als voorbelasting in mindering worden gebracht op het<br />
verschuldigde BTW-bedrag.
2.3. De latere uitbetaling<br />
Bij inlevering door de sportvereniging-penningmeester en uitbetaling daarop van het<br />
nominale bedrag (€ 0,05 per zegel; volle kaart € 1) geschiedt er voor de BTW<br />
helemaal niets. De uitbetaling en inlevering worden niet beschouwd als een<br />
prestatie die leidt tot BTW-heffing.<br />
3. <strong>Zegeltjesregeling</strong> leidt tot de volgende BTW-consequenties voor de<br />
winkeliers<br />
Omdat wellicht niet alle winkeliers op de hoogte zijn van de zegeltjesregeling, geef<br />
ik hierna ook de BTW-consequenties voor hen.<br />
3.1. BTW-aftrek BTW op de zegeltjes<br />
Er van uitgaande dat de winkeliers BTW-belaste prestaties verrichten, kunnen zij de<br />
BTW die <strong>Stichting</strong> <strong>BEB</strong> aan hen in rekening brengt (bijvoorbeeld de € 38 in het<br />
voorbeeld in 2.1) volledig in aftrek brengen.<br />
3.2. BTW-terug over verkopen-‘korting’<br />
De verstrekte zegel is in feite een ‘korting’ die de winkelier aan zijn cliënt verstrekt.<br />
Hij heeft immers € 0,07 moeten opofferen voor de zegel die hij verstrekt, en de cliënt<br />
kan deze zegel inwisselen voor geld, zodat hij weet dat hij (min of meer) minder<br />
betaald voor het product waarbij hij deze zegels kreeg.<br />
Nu er sprake is van een soort korting, mag de winkelier ook de verschuldigde BTW<br />
verlagen. Een winkelier die uitsluitend 19%-belaste producten verkoopt, mag<br />
derhalve een vermindering van de verschuldigde BTW doorvoeren voor de in dat<br />
tijdvak verstrekte zegels (bijhouden hoeveel zegels hij in dat tijdvak heeft<br />
uitgegeven (goedgekeurd wordt dat dat mag worden gebaseerd op maandbeginvoorraad<br />
-/- maand-eindvoorraad).<br />
Voorbeeld<br />
Een winkelier is ter zake van zijn goederenleveringen van netto € 10.000 een<br />
bedrag van € 1.900 aan BTW verschuldigd. In de desbetreffende maand heeft de<br />
winkelier 5.000 zegels verstrek met een nominale waarde van € 250. In dat geval<br />
behoeft de winkelier aan verschuldigde BTW te betalen een bedrag van € 1.860,<br />
zijnde € 1.900 -/- (19/119 x € 250 =) € 39,92.<br />
Betreft het een winkelier die deels 19% producten en deels 6% producten verkoopt,<br />
en kan hij niet exact aantonen ten aanzien van welke producten de zegels worden<br />
verstrekt, dan moet een splitsing worden aangebracht op basis van de<br />
omzetverhouding.<br />
Voorbeeld<br />
Indien dezelfde winkelier een omzet heeft behaald van € 4.000 aan 6%-producten,<br />
en € 6.000 aan 19% producten, kan ter zake van de verstrekte zegels van nominaal<br />
€ 250, een BTW-vermindering worden doorgevoerd van € 29,61 (40% x 6/106 x €<br />
250 = € 5,66 en 60% x 19/119 x € 250 = € 23,95),
Heffing van omzetbelasting ten aanzien van het verstrekken van zegels en<br />
waardebonnen<br />
Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein<br />
verbruiksbelastingen<br />
Besluit van 5 november 2001, nr. CPP2001/2160M<br />
De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën<br />
het volgende besloten.<br />
Dit besluit is een herziene versie van het besluit van 13 mei 1987, nr. 287-6448. Het besluit<br />
is herzien in verband met de vervanging van de gulden door de euro per 1 januari 2002. In<br />
dit geval is er voor gekozen om de in onderdeel 3 als voorbeeld genoemde aankoopbedragjes<br />
voor zgn. koopzegels niet meer op te nemen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de<br />
inleiding en het in de onderdelen 4 en 4.1 vermelde percentage van het algemene tarief te<br />
actualiseren. Punt 7 heeft zijn belang verloren en is vervallen.<br />
1. Inleiding<br />
Met ingang van 18 april 1987 is bij besluit van 9 april 1987 (Stb. 1987, 158) de opzet van het<br />
in artikel 20 van het Uitvoeringsbesluit vervatte zegelsysteem ingrijpend gewijzigd. Ik acht<br />
het gewenst nader in te gaan op de aard van de wijziging alsmede op de uit deze wijziging in<br />
omzetbelastingtechnisch opzicht voor de betrokken ondernemers voortvloeiende<br />
consequenties. Het lijkt mij tevens nuttig in dit kader eveneens aandacht te besteden aan de<br />
andere zegelsystemen.<br />
2. De verstrekking van gratis zegels die bij inwisseling het recht geven op<br />
geld of geldswaardige papieren<br />
Artikel 20, lid 1, van het Uitvoeringsbesluit, een van artikel 29, lid 1, letter b, van de Wet op<br />
de omzetbelasting 1968 afwijkende bepaling, staat een vermindering van omzetbelasting toe<br />
en regelt de wijze waarop deze vermindering toepassing vindt, in het geval dat bij de<br />
levering van goederen en het verrichten van diensten gratis zegels worden verstrekt bij de<br />
inwisseling waarvan aanspraak bestaat op geld of geldswaardige papieren. Waar het oude<br />
artikel 20 ter zake van dit soort zegelverstrekking in slechts één regeling voor alle gevallen<br />
voorzag, maakt het per 18 april 1987 van toepassing zijnde artikel 20 een specifiek<br />
onderscheid tussen twee gevallen, ten aanzien waarvan afzonderlijke regelingen zijn<br />
getroffen.<br />
De eerste regeling, opgenomen in punt 1 van artikel 20, lid 1, letter b, van het<br />
Uitvoeringsbesluit, geeft aan dat de omzetbelasting over het bedrag van de in een tijdvak bij<br />
een ondernemer ingewisselde zegels in mindering wordt gebracht op de door hem in dat<br />
tijdvak verschuldigd zijnde omzetbelasting, ingeval de geldswaarde van de zegels pas te<br />
zijnen laste komt bij de inwisseling van de zegels.<br />
De tweede regeling, opgenomen in punt 2 van voornoemde bepaling, staat daarentegen een<br />
vermindering toe van de door een ondernemer in een tijdvak verschuldigd zijnde<br />
omzetbelasting met de omzetbelasting over het bedrag van de in dat tijdvak door hem<br />
verstrekte zegels, ingeval de geldswaarde van de zegels reeds te zijnen laste komt voor de<br />
verstrekking van de zegels. Er zij op gewezen dat deze regeling in grote lijnen overeenkomt<br />
met de in het oude artikel 20 voorkomende regeling en evenzo het oog heet op het zgn.<br />
traditionele zegelsysteem.
2.1. De begrippen "te zijnen laste", "inwisseling" en "verstrekking"<br />
Blijkens de bewoordingen van artikel 20, lid 1, aanhef en letter b, van het Uitvoeringsbesluit<br />
en hetgeen hieromtrent in de toelichting op het in punt 1 vermelde wijzigingsbesluit is<br />
opgemerkt strekken de in deze bepaling vervatte regelingen er toe uitsluitend een<br />
vermindering van omzetbelasting toe te kennen aan de ondernemer die bij zijn leveringen en<br />
diensten gratis zegels verstrekt en te wiens laste daadwerkelijk en ook uiteindelijk de<br />
geldswaarde van de ingewisselde respectievelijk verstrekt zegels komt. Daarbij is het niet<br />
van belang door welke ondernemer de zegels feitelijk worden overhandigd dan wel bij welke<br />
ondernemer de zegels in eerste instantie door degene die de zegelkorting geniet (moeten)<br />
worden ingeleverd. De opzet van voornoemde bepaling brengt tevens met zich dat van<br />
inwisseling eerst sprake is, indien de ondernemer te wiens laste de geldswaarde van de<br />
ingewisselde zegel komt daadwerkelijk tot betaling van de zegelkorting is overgegaan.<br />
Voorts heeft een en ander mede tot gevolg dat pas van verstrekking kan worden gesproken,<br />
indien de zegel is overhandigd aan degene die de zegelkorting ook behoort te genieten.<br />
2.2. De vermindering van omzetbelasting in het traditionele zegelsysteem<br />
In het traditionele zegelsysteem koopt een daarbij aangesloten ondernemer al dan niet door<br />
tussenkomst van zijn leverancier bij een centrale instantie, de zgn. zegelcentrale, de gratis<br />
aan zijn klanten te verstrekken zegels in voor het geldbedrag dat de klanten bij inlevering<br />
van de op een kaart of in een boekje geplakte zegels ontvangt. Aan dit zegelsysteem zijn<br />
verscheidene ondernemers verbonden en de zegels kunnen naar keuze bij al deze<br />
ondernemers worden ingeleverd. De ondernemer die alsdan de geldswaarde van de<br />
desbetreffende zegels uitbetaalt levert vervolgens op zijn beurt al dan niet door tussenkomst<br />
van zijn leverancier de ingenomen zegels in bij de zegelcentrale die daarvoor het door de<br />
leverancier uitbetaalde bedrag restitueert. Het blijkt dat uiteindelijk het merendeel van de in<br />
het hier omschreven zegelsysteem verstrekte zegels wordt ingewisseld. Aangezien uit dit<br />
systeem van zegelverstrekking bovendien voortvloeit dat het naderhand bij inwisseling van<br />
de zegels uit te betalen bedrag reeds voor het tijdstip van verstrekking daadwerkelijk voor<br />
rekening komt van de ondernemer die de zegels heeft verstrekt, kan deze ondernemer<br />
aanspraak maken op de toepassing van de regeling welke een vermindering van<br />
omzetbelasting toestaat op het moment waarop de zegels worden verstrekt, en wel op de<br />
hiervoor in punt 2 omschreven wijze.<br />
De waarde van de aldus aan de klanten verstrekte gratis zegels kan de ondernemer bepalen<br />
door uit te gaan van de voorraad ongebruikte zegels aan het begin van het belastingtijdvak,<br />
vermeerderd met de in dat tijdvak van de zegelcentrale ingekochte zegels, en verminderd<br />
met de voorraad ongebruikte zegels aan het einde van het tijdvak.<br />
2.3. De berekening van de vermindering van omzetbelasting in het algemeen<br />
In de gevallen waarin de gratis zegels worden verstrekt zowel bij goederen die naar het<br />
algemene tarief van omzetbelasting zijn belast als bij goederen die aan het verlaagde tarief<br />
zijn onderworpen, dient ter bepaling van de vermindering als bedoeld in de punten 1 en 2<br />
van artikel 20, lid 1, letter b, van het Uitvoeringsbesluit het bedrag van de ingewisselde<br />
respectievelijk verstrekte zegels te worden gesplitst in dezelfde verhouding als de<br />
verhouding tussen de omzetten in normaal belaste en laagbelaste goederen, met dien<br />
verstande dat te dezen de omzet in goederen waarbij geen zegels worden verstrekt niet in<br />
aanmerking wordt genomen. Voor alle duidelijkheid zij er nog op gewezen dat zowel het<br />
inwisselen als het verstrekken van de zegels, afgezien van de bij artikel 20 toegestane<br />
vermindering van de omzetbelasting, niet van invloed is op de hoogte van de normaal<br />
verschuldigde omzetbelasting. Zo dient het bij de inwisseling van een met zegels volgeplakte<br />
kaart aan de klant betaalde bedrag wel degelijk te worden gerekend tot de met<br />
omzetbelasting belaste omzet. Teneinde misverstanden op dit punt te voorkomen, kan<br />
bijvoorbeeld de ingewisselde kaart als kasgeld worden beschouwd.
2.4. Keuze tussen geld en geldswaardige papieren<br />
Het komt in de praktijk voor dat er gratis zegels worden verstrekt die de klant bij inwisseling<br />
naar keuze recht geven op geld of op een geldswaardig papier, zoals een reischeque waarmee<br />
bijvoorbeeld een spoorkaartje kan worden betaald, dat in veel gevallen boven het bedrag aan<br />
geld voor de klant een extra waarde vertegenwoordigt. De ondernemer die aanspraak kan<br />
maken op de toepassing van de regeling welke een vermindering van omzetbelasting toestaat<br />
op het moment waarop de zegels worden verstrekt dient in dergelijke gevallen in beginsel<br />
het bedrag aan geld bij de bepaling van de vermindering van omzetbelasting in aanmerking<br />
te nemen, tenzij hij aantoont dat in de praktijk een hogere korting pleegt te worden verleend.<br />
2.5. Keuze tussen geld en goederen<br />
Het komt eveneens voor dat er gratis zegels worden verstrekt die de klant bij inwisseling<br />
naar keuze recht geven op geld of op goederen. Naar mijn mening missen in zo'n geval de<br />
beide in artikel 20 van het Uitvoeringsbesluit opgenomen regelingen toepassing. Deze<br />
regelingen zien immers enkel op zegels die tegen geld of geldswaardige papieren kunnen<br />
worden ingewisseld. Overigens geldt ter zake evenmin het bepaalde in artikel 21 van het<br />
Uitvoeringsbesluit, inhoudende een regeling inzake de verstrekking van gratis zegels welke<br />
kunnen worden ingewisseld tegen goederen. Teneinde toch een vanuit<br />
omzetbelastingtechnisch oogpunt bezien aanvaardbare oplossing te realiseren, kan ik mij er<br />
mee verenigen dat i.c. de ondernemer, ingeval van inwisseling tegen geld, de in punt 1 van<br />
artikel 20, lid 1, letter b, van het Uitvoeringsbesluit opgenomen regeling inzake de<br />
vermindering van omzetbelasting op het moment waarop de zegels worden ingewisseld en,<br />
ingeval van inwisseling tegen goederen, die regeling als bedoeld in artikel 21 van het<br />
Uitvoeringsbesluit op overeenkomstige wijze toepast.<br />
Overigens ontmoet het bij mij geen bezwaar dat de ondernemer die is aangesloten bij een<br />
traditioneel zegelsysteem, d.w.z. te wiens laste de zegelkorting reeds voor de verstrekking<br />
van de zegels komt met ingang van 1 september 1988 de vermindering van omzetbelasting<br />
geniet op basis van de verstrekte zegels overeenkomstig de in punt 2 van artikel 20, lid 1,<br />
letter b, van het Uitvoeringsbesluit opgenomen regeling. Uiteraard is het in die situatie niet<br />
toegestaan dat de ondernemer bij inwisseling van de zegels tegen goederen wederom een<br />
vermindering claimt op basis van artikel 21 van het Uitvoeringsbesluit. Tevens verbind ik<br />
aan deze goedkeuring de voorwaarde dat alle bij het desbetreffende zegelsysteem<br />
aangesloten ondernemers dezelfde gedragslijn volgen.<br />
2.6. Het begrip "zegel"<br />
Op grond van artikel 20, lid 2, van het Uitvoeringsbesluit worden onder zegels begrepen<br />
andere voorwerpen welke een soortelijke functie vervullen. Zo kunnen de op de verpakking<br />
van goederen aangebrachte bonnen die door de klant moeten worden uitgeknipt en,<br />
opgeplakt op een kaart, recht geven op uitbetaling van een zeker bedrag aan geld als een<br />
zegel in de zin van voornoemde bepaling worden aangemerkt tot de voorwerpen welke een<br />
soortgelijke functie als een zegel vervullen kunnen eveneens worden gerekend de in de<br />
verpakking van bepaalde goederen voorkomende formulieren welke dienen te worden<br />
ingevuld en bij inwisseling recht geven op de uitkering van een premie. In dit verband wordt<br />
verwezen naar het arrest van de Hoge Raad van 25 september 1985, nr. 22.539.<br />
2.7. De prestatie van de zegelcentrale en de andere bij de verstrekking van zegels<br />
betrokken ondernemers<br />
De in dit bestek besproken zegels hebben naar mijn oordeel niet het karakter van<br />
waardepapieren in de zin van artikel 11, lid 1, letter i, punt 2, van de Wet, daarbij mede in<br />
aanmerking nemende de in de jurisprudentie omtrent het begrip waardepapieren ontwikkelde<br />
criteria. Dit betekent dat de in deze wetsbepaling neergelegde vrijstelling toepassing mist ten<br />
aanzien van de op deze zegels betrekking hebbende handelingen welke worden verricht door<br />
de bij het verstrekken van de zegelkorting betrokken ondernemers, waaronder begrepen de<br />
zegelcentrale. Wellicht ten overvloede zij er in dit verband op gewezen dat de vergoeding
voor de door de zegelcentrale in dit kader verrichte prestatie slechts wordt gevormd door het<br />
bedrag dat boven de nominale waarde van de zegels in rekening wordt gebracht. Het bedrag<br />
dat overeenkomt met de nominale waarde van de zegels is immers een waarborgsom en<br />
behoort derhalve als zodanig niet tot de vergoeding.<br />
2.8. Overgangsregeling<br />
In artikel II van het in punt 1 vermelde besluit ter wijziging van artikel 20 van het<br />
Uitvoeringsbesluit is een overgangsregeling opgenomen. Deze regeling beoogt onder meer te<br />
voorkomen dat in gevallen waarin op de voet van het oude artikel 20 vermindering van<br />
omzetbelasting is genoten op basis van de verstrekte zegels, met toepassing van het<br />
gewijzigde artikel 20 ten aanzien van dezelfde zegels wederom een vermindering wordt<br />
geclaimd op basis van de inwisseling van deze zegels op of na 18 april 1987. Het bepaalde in<br />
artikel II sluit dan ook uitdrukkelijk deze mogelijkheid uit. Met betrekking tot de zegels die<br />
op of na 18 april 1987 worden verstrekt en niet zijn te onderscheiden van de zegels die voor<br />
dat tijdstip zijn verstrekt bevat artikel II eveneens een regeling. Deze regeling houdt in dat in<br />
dergelijke gevallen slechts de vermindering op basis van de ingewisselde zegels kan worden<br />
genoten, voor zover het totale aantal ingewisselde zegels het aantal voor 18 april 1987<br />
verstrekte zegels overtreft. De na 18 april 1987 ingewisselde zegels worden derhalve geacht<br />
de voor dat tijdstip verstrekte zegels te zijn tot het moment waarop evenveel zegels zijn<br />
ingewisseld als dat er voor bedoeld tijdstip zijn verstrekt.<br />
3. De verstrekking van zegels tegen betaling die bij inwisseling het recht<br />
geven op geld of geldswaardige papieren (de zgn. koopzegels)<br />
Per besteed bedrag kan de klant een spaarzegel bij de winkelier kopen. Opgeplakt geven<br />
deze zegels recht op de uitbetaling van een zeker bedrag dat hoger is dan het bedrag dat de<br />
klant voor de zegels heeft betaald. Aangenomen kan worden dat het meerdere de<br />
zegelkorting vertegenwoordigt die de winkelier aan de klant geeft. Het bedrag dat de klant<br />
aan de winkelier voor de zegels heeft betaald behoort niet tot de belaste omzet van de<br />
winkelier, zodat deze dat bedrag op zijn kasontvangsten in mindering kan brengen. Dat<br />
bedrag is te bepalen door de voorraad ongebruikte zegels bij het begin van het<br />
belastingtijdvak te nemen, vermeerderd met de in dat tijdvak betrokken zegels en verminderd<br />
met de voorraad ongebruikte zegels aan het einde van het tijdvak, waarna het aldus<br />
verkregen aantal wordt vermenigvuldigd met het bedrag dat de klant per zegel moet voldoen.<br />
3.1. Behandeling van de bij koopzegels verleende zegelkorting<br />
De in artikel 20 van het Uitvoeringsbesluit opgenomen regelingen hebben geen betrekking<br />
op de verstrekking van koopzegels. De wijze waarop bij koopzegels de zegelkorting wordt<br />
verleend komt evenwel in belangrijke mate overeen met de wijze waarop de korting bij<br />
gratis zegels wordt verstrekt, zodat een gelijke omzetbelastingtechnische behandeling is<br />
gerechtvaardigd. In deze omstandigheid heb ik dan ook aanleiding gevonden goed te keuren<br />
dat voornoemde regelingen van overeenkomstige toepassing zijn op de bij koopzegels<br />
verleende korting. Dit betekent dat ter zake een vermindering van omzetbelasting wordt<br />
verleend op basis van de ingewisselde zegels, ingeval de zegelkorting pas bij inwisseling van<br />
de zegels voor rekening komt van de ondernemer en op basis van de verstrekte zegels,<br />
ingeval de zegelkorting reeds voor de verstrekking van de zegels voor rekening komt van de<br />
ondernemer. Laatstgenoemde omstandigheid kan zich slechts voordoen, indien de<br />
koopzegels worden verstrekt in een soortgelijk systeem als het traditionele zegelsysteem met<br />
een zegelcentrale, zoals hiervoor omschreven in punt 2.2. Overigens zij opgemerkt dat bij<br />
toepassing van de vermindering op basis van de verstrekte zegels uiteraard slechts rekening<br />
mag worden gehouden met de normale zegelkorting en niet met een, bij koopzegels wel eens<br />
voorkomend, eventueel te betalen bedrag aan rente. Voorts dient bij toepassing van beide<br />
regelingen te worden gehandeld met inachtneming van hetgeen in de overige punten van<br />
hoofdstuk 2 uiteen is gezet.
4. De verstrekking van gratis zegels die bij inwisseling het recht geven op<br />
goederen (zgn. premie-artikelen)<br />
In gevallen waarin gratis verstrekte zegels of waardebonnen uitsluitend tegen goederen<br />
inwisselbaar zijn (eventueel met een bijbetaling) en die goederen aan de klant worden<br />
geleverd door degene die hem ook de zegels heeft verstrekt, vindt artikel 21 van het<br />
Uitvoeringsbesluit toepassing. Met betrekking tot de keuze tussen geld en goederen wordt<br />
naar punt 2.5 verwezen.<br />
Indien de zegels worden verstrekt zowel bij goederen die aan het algemene tarief van 19%<br />
zijn onderworpen als bij goederen die naar het verlaagde tarief van 6% zijn belast, kan de op<br />
de voet van genoemd artikel te betalen c.q. terug te geven omzetbelasting van het verschil<br />
tussen 19/119 en 6/106 van de resterende winkelwaarde van de geleverde premie-artikelen<br />
(de winkelwaarde verminderd met de bijbetaling) in dezelfde verhouding worden verdeeld<br />
als de verhouding bedraagt tussen de omzetten van de 19 percents- en de 6 percentsgoederen<br />
waarbij de zegels zijn verstrekt.<br />
4.1. Inwisseling bij een andere ondernemer van gratis zegels die bij inwisseling het recht geven op<br />
goederen<br />
In gevallen waarin gratis verstrekte zegels of waardebonnen uitsluitend tegen goederen<br />
inwisselbaar zijn (eventueel met een bijbetaling) en de premie-artikelen aan de consument<br />
daarentegen worden geleverd door een andere ondernemer dan degene die hem de zegels<br />
heeft verstrekt (veelal worden alsdan de premie-artikelen door een verzendhuis geleverd),<br />
kan artikel 21 van het Uitvoeringsbesluit om praktische redenen geen toepassing vinden,<br />
omdat het verzendhuis in het algemeen niet bekend is met de omstandigheid of de<br />
ingenomen zegels of waardebonnen zijn verstrekt bij 19 percents- of bij 6 percentsgoederen,<br />
dan wel bij beide. Het verzendhuis is dan ter zake van de levering van het premie-artikel<br />
omzetbelasting verschuldigd over de waarde van de tegenprestatie, t.w. de nominale waarde<br />
van de ingenomen zegels, vermeerderd met het eventueel aan de consument en/of aan een<br />
derde (bijvoorbeeld de zegelcentrale) in rekening gebracht bedrag. Daartoe zal degene van<br />
wie de zegelactie uitgaat het verzendhuis met de nominale waarde van de zegels bekend<br />
moeten maken. Aangezien de zegelkorting op de wijze eveneens wordt belast, keur ik, mede<br />
gelet op de in artikel 20 van het Uitvoeringsbesluit aangebrachte wijziging en de tekst van<br />
artikel 21 van het Uitvoeringsbesluit, goed dat degene die de zegels aan de consument heeft<br />
verstrekt een vermindering van omzetbelasting geniet op basis van de door het verzendhuis<br />
bij hem ingewisselde zegels, een en ander op de in punt 1 van artikel 20, lid 1, letter b, van<br />
het Uitvoeringsbesluit aangegeven wijze. Zie verder ook hoofdstuk 2. Wellicht ten<br />
overvloede zij opgemerkt dat de omzetbelasting over het bedrag dat het verzendhuis bij de<br />
levering van een premie-artikel aan de consument eventueel aan een andere ondernemer<br />
berekent, bij laatstbedoelde ondernemer niet voor aftrek op de voet van artikel 15 van de<br />
Wet in aanmerking komt.<br />
4.2. Behandeling van koopzegels die het recht geven op goederen<br />
Ter zake van de verstrekking van koopzegels welke uitsluitend tegen goederen kunnen<br />
worden ingewisseld (al dan niet met een bijbetaling) bestaat er, daarbij de overweging in<br />
punt 3.1 in aanmerking nemende, geen bezwaar tegen dat met betrekking tot de zegelkorting<br />
het vermelde in punt 4 c.q. punt 4.1 op overeenkomstige wijze wordt toegepast. Indien het<br />
gestelde in punt 4 van toepassing is, is de ondernemer ter zake van de levering van het<br />
premie-artikel omzetbelasting verschuldigd over de koopprijs van de zegels, vermeerderd<br />
met het eventueel door de klant bijbetaalde bedrag. Bij toepassing van punt 4.1 dient het<br />
verzendhuis evenwel omzetbelasting te voldoen over de volle waarde van de zegels, dus met<br />
inbegrip van de zegelkorting, eveneens vermeerderd met het eventueel door de klant<br />
bijbetaalde bedrag.
5. Reductiebonnen of -zegels<br />
Bij sommige reclame-acties komt het voor dat er huis aan huis reductiebonnen of -zegels<br />
worden verspreid. De consument kan tegen inlevering van een reductiebon bij de winkelier<br />
een merkartikel kopen tegen een gereduceerde prijs, dan wel gratis. Het bedrag van de<br />
reductie staat op de bon vermeld. De winkelier die aldus een goed met reductie heeft<br />
geleverd, onderscheidenlijk de grossier, ontvangt tegen inlevering van de bon bij de grossier,<br />
onderscheidenlijk de fabrikant van het merkartikel, het op de bon afgedrukte reductiebedrag<br />
benevens soms nog een klein bedrag extra. Uiteraard behoort het bedrag dat de winkelier van<br />
de grossier of de fabrikant ontvangt tegen inlevering van de reductiebon, tegen inname<br />
waarvan hij aan de klant een goed tegen verminderde prijs heeft geleverd, tot de belaste<br />
omzet van de winkelier. Er bestaat geen bezwaar tegen dat i.c. de fabrikant de in punt 1 van<br />
artikel 20, lid 1, letter b, van het Uitvoeringsbesluit opgenomen regeling inzake de<br />
vermindering van omzetbelasting op het moment waarop de zegels worden ingewisseld<br />
toepast. Zie voor de verdere gang van zaken hoofdstuk 2.<br />
6. Toegiftartikelen<br />
Wordt een goed geleverd waarbij - soms bij wijze van een tijdelijke reclame-actie - gratis<br />
een ander goed met een verhoudingsgewijs geringe waarde is gevoegd (bijvoorbeeld een pak<br />
wasmiddel met een sleutelhanger o.i.d.), dan is omzetbelasting verschuldigd over het in<br />
rekening gebrachte bedrag naar het percentage hetwelk geldt voor het belangrijkste goed. In<br />
het geval dat van het "bij-artikel" niet meer kan worden gezegd dat het een<br />
verhoudingsgewijs geringe waarde heeft ten opzichte van de waarde van het goed waarbij<br />
het gratis wordt verstrekt, keur ik goed dat het vorenstaande overeenkomstige toepassing<br />
vindt, mits de voor het belangrijkste goed in rekening gebrachte vergoeding niet in<br />
betekenende mate afwijkt van de vergoeding welke in rekening zou zijn gebracht wanneer er<br />
geen gratis artikelen zouden zijn bijgeleverd.<br />
Wordt bij een goed een ander goed geleverd voor bijvoorbeeld de halve prijs of tegen een<br />
geringe bijbetaling en vallen de goederen onder een verschillend tarief, dan dient het totaal in<br />
rekening gebrachte bedrag te worden gesplitst en wordt de omzetbelasting over dat gesplitste<br />
bedrag berekend naar de tarieven die voor ieder van de geleverde goederen van toepassing<br />
zijn.<br />
7. (Vervallen) 1)<br />
1)…..In het Besluit van 18 april 1987 werd aangegeven dat de aanschrijving van 13 november 1969, nr.<br />
B 69/19002, OB-BTW-190, en het antwoord op vraag nr. 63, opgenomen in de Band Vragen en<br />
Antwoorden Omzetbelasting 1968 hun belang hadden verloren.<br />
8. Inwerkingtreding<br />
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.<br />
9. Vervallen besluit<br />
Het besluit van 13 mei 1987, nr. 287-6448 vervalt per 1 januari 2002.