10.09.2013 Views

Download verhaal (28,5MB) - Blaauwlakenblok

Download verhaal (28,5MB) - Blaauwlakenblok

Download verhaal (28,5MB) - Blaauwlakenblok

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Onderstaande tekst is een aanvulling op de informatie via de QR-codes die op de muren van het<br />

<strong>Blaauwlakenblok</strong> bevestigd zijn (www.blaauwlakenblok.nl ) en kaart met wandelroute in en rond het<br />

blok.<br />

BLAAUWLAKENBLOK<br />

Het <strong>Blaauwlakenblok</strong> behoort tot de oudste bebouwing van Amsterdam. De oorsprong gaat terug tot<br />

in de 13 de eeuw. De naam verwijst naar de naam van een van de vier stegen die het blok doorkruisen:<br />

de Blaauwlakensteeg.<br />

Een steeg die daar parallel aan loopt heet de Zwartlakensteeg. Deze namen hebben te maken met de<br />

lakenproductie en in het bijzonder de lakenververij, die vanaf de 14de eeuw tot in de 17de eeuw in<br />

en in de nabije omgeving van het blok plaatsvond. Laken is geweven wollen stof en was in die tijd,<br />

zowel voor de lokale markt als voor de export, een belangrijk product.<br />

Schoen, 14 de eeuw, collectie: Amsterdam Museum<br />

Proces van 30 jaar<br />

Eind jaren ‘70 van de vorige eeuw waren de panden van het <strong>Blaauwlakenblok</strong> sterk verwaarloosd. Er<br />

bestonden plannen om een deel van het blok af te breken en er kantoren en een grote<br />

parkeergarage te bouwen. De Bijenkorf had met dat doel al het grootste deel van het blok<br />

opgekocht.<br />

Er stond veel leeg. De Bijenkorf gaf ruimten vrij voor tijdelijke bewoning. Ook krakers betrokken<br />

delen van het blok. Tegen de sloopplannen ontstond toenemend verzet en uiteindelijk werden de<br />

plannen ingetrokken. In de jaren ‘80 werd het grootste deel van het blok door de gemeente<br />

aangekocht.<br />

Dat was het begin van een jarenlang proces van overleg, herbouw, renovatie en restauratie. Er<br />

ontstond een bijzonder samenwerkingsverband tussen bewoners, gemeente, woonstichting De Key,<br />

ontwerpers en uitvoerders. Het omvangrijke en unieke project werd in juli 2012 afgerond.<br />

1


1. OUDEZIJDS VOORBURGWAL<br />

o. Oudezijds Voorburgwal<br />

Daar waar ooit een kreek liep, is tussen 1342 en 1352 de Oudezijds Voorburgwal gegraven. Door de<br />

gracht kon van de binnenhaven (het ‘dam-rak’) buiten de Dam om, naar ‘t Rockin worden gevaren.<br />

Ook werd via deze gracht het overtollige water van de Amstel in het Y geloosd. Daarnaast diende de<br />

gracht ter verdediging tegen vijanden van buitenaf.<br />

Met de uitgegraven veengrond werd aan de binnenzijde van de gracht, aan de westzijde, een wal<br />

aangelegd. Het op deze wijze ophogen van de grond werd ‘aanmodderen’ genoemd. De wal werd<br />

begrensd door een eikenhouten walmuur; een palissade. Buiten de walmuur liep de gracht.<br />

oo. De naam Oudezijds Voorburgwal<br />

‘Burg’ is afgeleid van ‘burcht’ en betekende ‘stad’ (in het Zweeds ‘borg’ en in het Duits ‘burg’), ‘wal’ is<br />

een opgeworpen, langgerekte versterking en valt ook te herleiden tot ‘muur’ (als in het Engels ‘wall’).<br />

‘Voor’ is er aan toegevoegd toen vijftien jaar later de ‘achter’burgwal werd aangelegd.<br />

Amsterdam, circa 1450, bron: Amsterdam Museum<br />

‘Oudezijds’ is in feite ‘Nieuwezijds’ want de oude zijde is later aangelegd dan de straten aan de<br />

nieuwe zijde. De Nieuwendijk is net wat ouder dan de Warmoesstraat. De benamingen ‘oud’ en<br />

‘nieuw’ hebben hier te maken met de ‘oude kerkzijde’ en de ‘nieuwe kerkzijde’. De Oude Kerk is<br />

honderd jaar ouder dan de Nieuwe Kerk op de Dam.<br />

De officiële naamgeving van straten en pleinen in Amsterdam dateert van omstreeks 1600. Toen<br />

werd met de uitbreiding van de stad een groot aantal straten aangelegd. Vanaf 1795 werden in de<br />

stad houten straatnaambordjes aan de muren bevestigd.<br />

Straatnaambord, 1900,<br />

collectie: Amsterdam Museum<br />

2


ooo. Bierkade<br />

Bier was vanaf de 14 de tot de 16 de eeuw een van de belangrijkste handelsproducten van de stad. De<br />

kade van de Oudezijds Voorburgwal, van de Sint Jansstraat tot voorbij de Oude Kerk, was van<br />

ongeveer 1450 tot in de 17 de eeuw een ‘bierkaay’.<br />

Hier werden vaten gelost met bier uit Noord-Duitsland, Rotterdam en Delft. Het kadedeel bij het<br />

<strong>Blaauwlakenblok</strong> heette de Delftse bierkaai. De ‘bierwerkers’ losten de vaten met wippen en kranen<br />

van de schepen en brachten deze naar de kelders van de bierhandelaars.<br />

Oudezijds Voorburgwal, 1670, Jan van der Heijden, collectie: Mauritshuis, Den Haag<br />

Bier mocht niet rechtstreeks van de brouwerij aan caféhouders en particulieren worden verkocht.<br />

Het bier werd door de bierhandelaars opgeslagen en gedistribueerd. Een aantal van hen woonde op<br />

de Oudezijds Voorburgwal, grenzend aan het blok. In het pand op de Oudezijds Voorburgwal no. 100<br />

is nog de oorspronkelijke bierkelder uit de 17 de eeuw aanwezig.<br />

Vechten tegen de bierkaai<br />

In een standaard vat zat 155 liter bier. De sjouwers van de vaten stonden bekend als ruig volk. Het<br />

was af te raden tegen de mannen van de ‘bierkaay’ te vechten.<br />

oooo. De taal van de Bierkade<br />

Tot in de 20 ste eeuw werd in elke Amsterdamse wijk met een eigen accent gesproken. Soms<br />

verschilde het accent in één wijk per buurt. Een taalkundige onderzocht in de 19 de eeuw de taal van<br />

de bewoners van de bierkaai. Hij schreef: ‘Hun tongval is zeer klankrijk, ik zie vrijwel geen kans hem<br />

met letters af te beelden; je moet het horen uit de mond van de Bierkaaiers zelf’, maar hij deed toch<br />

een poging:<br />

‘D'r wazzereiz 'n man; en die hat twee zoens; en de jonkste van haor-lui-tweë zeit, op 'n mooje dach,<br />

teuge z'n vaoder, ‘Vaoder, zeiti, geeme m'n porsie van het chenige damme toekomt... want anders...’<br />

om kort te gaon, de Vaoder gaat heen en hij verdéelt de boel. En 'n paor dage laoter pakt de jonkste<br />

zoen zen spulle by mekaor, en hij gaot op reis, nao verre lande; en hij lapter z'n boeltje zo netjes deur,<br />

mit gemeene vroului, datt 'tal gou schoon op was.’<br />

3


Oudezijds Voorburgwal, 1865, uit: Gravures der Nederlandse steden, G.Terwen<br />

1. Oudezijds Voorburgwal no.204<br />

Dit hoekpand is in 1939 gebouwd. Het heeft een tuitgevel. Het pand verving twee smalle 18 de eeuwse<br />

panden die daarvoor op die plek stonden.<br />

Oudezijds Voorburgwal 204, 2012, foto: Frank Lucas<br />

4


In het toenmalige pand was in de eerste helft van de 20 ste eeuw een sigarenzaak en vervolgens een<br />

winkel voor levensmiddelen gevestigd. In het buurpand zat de Aalmeersche bloemenhal.<br />

Oudezijds Voorburgwal 204, 1930, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

In het huidige pand was tot de renovatie een melkboer werkzaam die in de Sint Jansstraat woonde.<br />

Sinds enkele jaren is in de winkelruimte de huidige supermarkt gevestigd.<br />

De gevelsteen ‘De doop in de Jordaan’ uit de voorgevel, is bij de herbouw in de zijgevel<br />

terechtgekomen. Zie hiervoor ook Sint Jansstraat 63.<br />

2. Oudezijds Voorburgwal no. 200 / no. 198<br />

Het voorgaande pand op deze plek is tijdens een brand verwoest. Het bouwjaar van dit pand ligt<br />

rond 1910. De voordeur van het linkerpand is opvallend breed. Het pand is ongeveer 20 meter diep.<br />

Bij de renovatie zijn aan de achterzijde bijzondere raampartijen en buitenruimten aangebracht.<br />

5


Oudezijds Voorburgwal no.200-198, tweede en derde pand links, jaren ’50, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

In de jaren ’50 van de vorige eeuw was in de benedenruimte van dit pand een bedrijf voor leder<br />

export en- import gevestigd.<br />

3. Oudezijds Voorburgwal no. 196<br />

Veel grachtenhuizen hebben in de loop van de tijd ingrijpende moderniseringen ondergaan. Vaak<br />

dateren alleen de bouwmuren en de balklagen nog uit de bouwtijd. Ook het pand Oudezijds<br />

Voorburgwal no. 196 is rond 1880 grondig verbouwd. Achter de gevel met rechte lijst uit 1880 zijn<br />

overblijfselen van een pand uit de 17 de eeuw.<br />

Het pand is een rijksmonument.<br />

4. Oudezijds Voorburgwal no. 194<br />

Ook het pand Oudezijds Voorburgwal no. 194 is rond 1880 ingrijpend verbouwd.<br />

6


5. Oudezijds Voorburgwal no. 162<br />

Dit pand is in de 18 de eeuw gebouwd. Het heeft een klokgevel in de Lodewijk XV-stijl. Deze stijl werd<br />

rond 1750 toegepast en kenmerkt zich door asymmetrie, - lichtheid en speelsheid. De ornamenten<br />

zijn uitbundig versierd.<br />

Oudezijds Voorburgwal 162, derde pand van rechts, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Kohiers zijn boeken waar in vroeger eeuwen belastinggegevens in werden vermeld. Uit de kohiers<br />

van 1585 blijkt dat in dat jaar schilder Jacob Lenertsz. in het pand woonde dat eerder op deze plek<br />

stond.<br />

Eind 19 de eeuw was op no. 162 het atelier van de beeldhouwer Jan Willem Best (1860-1900).<br />

J.W Best, 1897, foto: Jacob Olie, bron: Stadsarchief<br />

7


Vanaf 1892 was op de begane grond het papiermagazijn van drukkerij Ellerman Harms & Co., later<br />

DeBussy Ellerman & Harms. De werkruimte van deze gerenommeerde drukkerij liep door tot aan de<br />

Warmoesstraat no. 149-151.<br />

Oudezijds Voorburgwal no.162,1983, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

Vanaf 1994 is het een garage en achteruitgang van de studentensociëteit die in de voormalige<br />

drukkerij gevestigd is. Dit pand was niet bij het project betrokken.<br />

6. Oudezijds Voorburgwal no. 160<br />

Dit pand is in de eerste helft van de 18 de eeuw gebouwd. Het pand heeft een halsgevel in de Lodewijk<br />

XIV-stijl. Deze stijl, die tussen 1700 en 1740 werd toegepast, wordt gekenmerkt door symmetrie en is<br />

zwaar en pompeus. In het pand zijn bijzondere glas-in-lood toepassingen uit de 18 de eeuw.<br />

Het pand heeft nog een kap en fragmenten van een houtskelet uit de 16 de eeuw. Dit zijn delen van<br />

het huis van bierhandelaar Harman Pouwels die hier volgens de kohiers in 1585 woonde.<br />

Tijdens de restauratie is het dak vernieuwd. In het dak zijn de zogenaamde mussendakpannen<br />

opgenomen, waar een vliegopening in zit zodat mussen een veilige broedplaats kunnen vinden.<br />

Het pand is een rijksmonument.<br />

8


7. Oudezijds Voorburgwal no. 158<br />

Dit pand is in 1866 gebouwd. Het heeft een tuitgevel met een bijzondere lijst.<br />

Oudezijds Voorburgwal 158, vierde pand van links, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Het Blaeuwe Laecken<br />

Eind 16 de eeuw woonde lakenverver Cornelis Willemsz. op dit adres. Het pand heette toen ‘Het<br />

Blaeuwe Laecken’ en bestond uit een huis, een erf en een ververij. Willemsz. had een aantal<br />

lakenververs in dienst die op het binnenterrein van het blok werkten.<br />

Lakenverven, 17 de eeuw, collectie: Lakenhal, Leiden<br />

9


De verversgilden bewaarden hun geheimen. Tot in de 16de eeuw werd de kennis over het verven van<br />

laken nog door overlevering overgebracht. Over de werkwijze werd niets op papier gezet.<br />

Laken werd meestal effen gekleurd. Voor het blauw verven van laken werd een geknede bal van de<br />

plant wede aan water toegevoegd. Later werd voor het blauw kleuren indigo uit Indië geïmporteerd.<br />

Victorinus<br />

Na de verver Willemsz. woonde advocaat en schrijver Joannes Victorinus in het pand. Hij gaf het de<br />

naam ‘De Twee Witte Leeuwen’.<br />

Victorinus werd op 29 mei 1589 geboren als Jan Pietersz. Vechter. Hij werd als arm weeskind<br />

opgenomen in het weeshuis van Amsterdam. Omdat hij buitengewoon slim was, mocht hij op kosten<br />

van de overheid studeren. Hij studeerde theologie in Friesland en vervolgens rechten in Leiden. In<br />

Amsterdam begon hij zijn praktijk als advocaat. Mr. Victorinus werd een vermogend man.<br />

Vriend van Vondel<br />

Mr. Victorinus was de beste vriend van Vondel die zijn huis en winkel, een hoeden- en kousenhandel,<br />

in de Warmoesstraat op no. 39 had. Vondel werd door hem financieel ondersteund. Ook hielp<br />

Victorinus Vondel met vertalingen uit het Latijn en Grieks, zoals de ‘Electra’ van Sophocles. Als dank<br />

droeg Vondelhet boek ‘Joseph in Egypten’ aan zijn vriend op.<br />

Victorinus schreef zelf ook. Van Victorinus de schrijver is één boek bekend gebleven: ‘Goliath en het<br />

Treurspel’; op het veroveren van 's-Hertogen-Bossche uit 1629. Ook is van hem onder de naam<br />

Vechtersen nog één gedicht bewaard gebleven.<br />

Joannes Victorinus ging in 1631 van de gereformeerde kerk over naar de gematigde remonstrantse<br />

kerk. Hij kon zich niet vinden in de rigide leer van Calvijn. Joannes pleitte voor een innerlijk<br />

christendom, propageerde waarden als liefde, vrijheid en verdraagzaamheid. Hij behoorde tot de<br />

religieus rekkelijken.<br />

Victorinus stierf op 16 april 1642. Hij werd in Amsterdam begraven.<br />

10


De Wonderbaarlijke Visvangst<br />

Deze gevelsteen is in de tweede helft van de 17 de eeuw op het toenmalige pand aangebracht. Op de<br />

steen is het Bijbelse <strong>verhaal</strong> ‘De Wonderbaarlijke Visvangst’ (Luc. 5: vs 1-11) afgebeeld.<br />

Gevelsteen voor de restauratie, foto: Pancras van der Vlist/Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen<br />

Gevelsteen, De Wonderbare Visvangst, 2012, foto: Frank Lucas<br />

11


‘Simon had de hele nacht op het meer gevist en niets gevangen. Jezus vroeg Simon of hij vanuit zijn<br />

boot de menigte kon toespreken. Dat mocht. Na afloop zei Jezus hem dat hij opnieuw het meer op<br />

moest gaan en de netten nog eens moest uit werpen.Simon had zijn netten nog nooit zo vol gezien, ze<br />

scheurden zelfs. Dit beschouwde hij als wonder en hij sloot zich bij Jezus aan.’<br />

’De Wonderbare Visvangst’, circa 1610, gravure: Cornelis Galle, collectie: Rijks Museum, Amsterdam<br />

De beeldhouwer heeft een gravure van Cornelis Galle (1576-1650) tot in detail gekopieerd. Zo zijn<br />

ook de touwen waarmee het anker aan de zijkant van het scheepje is bevestigd exact overgenomen.<br />

Maar waar op de prent vette vis in de netten zit, zijn op de gevelsteen mensjes gevangen. Het is een<br />

vrije interpretatie van de steenhouwer. Jezus had Simon de opdracht gegeven: ‘Van nu aan zult gij<br />

mensen vangen’ in de betekenis van ‘zieltjes winnen’.<br />

De steen is in 2010 door Wil Abels gerestaureerd op initiatief van de Vereniging Vrienden van<br />

Amsterdamse Gevelstenen.<br />

In de jaren ‘30 van de 20 ste eeuw was de firma W. Schoonis Koffie- en Pindabranderij in dit pand<br />

gevestigd.<br />

12


Oudezijds Voorburgwal, 1909, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

Oudezijds Voorburgwal, jaren ’30, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

13


8. Oudezijds Voorburgwal no. 136<br />

18 de eeuws pand<br />

Dit pand is in 1733 gebouwd. Het jaartal is zichtbaar in de bovendorpel van het venster van de 1ste<br />

verdieping. Het heeft een klokgevel in de Lodewijk XIV-stijl. Deze stijl kenmerkt zich door symmetrie<br />

en is zwaar en pompeus. Aan de zijgevel is bij het zoldergedeelte een goederenluik met rolelement te<br />

zien.<br />

In dit pand woonde in 1585 bierhandelaar Hendrick Lenertsz. Pot. De tonnen bier werden voor de<br />

deur op de kade gelost.<br />

Oudezijds Voorburgwal 136, vierde pand van links, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Admiraal Tromp<br />

Het deurstuk ‘Admiraal Tromp’ is, in 1733, bij de bouw van het nieuwe pand aangebracht.<br />

Admiraal Cornelis Tromp (1629-1690), zoon van de beroemde zeevaarder Maarten Harpertsz. Tromp,<br />

staat in een heldenpose. Hij draagt een borstkuras met dijstukken. Globe en een half uitgerolde<br />

zeekaart bij de hand, de commandostaf in de hand. Een knecht reikt hem de helm aan. De riemgesp<br />

is gesloten, de diamantjes op het medaillon glimmen.<br />

14


Oudezijds Voorburgwal 136, deurstuk Cornelis Tromp, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Cornelis Tromp, tussen 1665-1690, gravure van Lambert Visscher<br />

Colelctie: Rijks Museum Amsterdam<br />

15


De Gouden Leeuw<br />

Zijn schip (en trots van de admiraliteit) ‘de Gouden Leeuw’ moet haast slagzij maken om in de<br />

rondboog boven de deur te passen. De leeuw op de achtersteven van het schip stond in<br />

werkelijkheid met zijn kop de andere kant op. De Gouden Leeuw werd in de zeeoorlogen met<br />

Engeland, tijdens de Slag bij Kijkduin (1673), ernstig beschadigd.<br />

De Gouden Leeuw op het IJ voor Amsterdam, 1686, Willem van de Velde, collectie: Amsterdam Museum<br />

‘Cornelis Tromp op de Gouden Leeuw, zeeslag bij Kijkduin 21 augustus 1673’, 1707, Willem van de Velde<br />

collectie: Rijks Museum Amsterdam<br />

16


Houtsnijwerk<br />

Het houtsnijwerk is naar een gravure van Lambert Visscher (1633-1700), die het weer gekopieerd<br />

heeft naar een schilderij van Ferdinand Bol. Visscher heeft alleen de loop van een kanon, een<br />

‘tromp’, toegevoegd.<br />

Dit type houtsnijwerk wordt een ‘bovendeurstuk’, ‘deurkalf’ of ‘kniestuk’ genoemd. Er was nog maar<br />

weinig van over maar door een grondige restauratie in 1999 is het beeld behouden gebleven.<br />

Restaurateur Kees van Mierlo in 1998, foto: Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen<br />

Bestemmingen<br />

In de jaren ‘30 van de 20 ste eeuw was drukkerij ‘De Hoop’ in het pand gevestigd. De linkeringang was<br />

toen de entree van een pension. Vanaf de jaren ’80 is in de kelder van het pand een seksshop.<br />

Het pand is particulier bezit en was niet bij het project betrokken. Het is een rijksmonument.<br />

Oudezijds Voorburgwal 136, 19<strong>28</strong>,<br />

bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

17


9. Oudezijds Voorburgwal no. 134<br />

Dit pand is in de 18 de eeuw gebouwd en heeft aanpassingen uit de 19 de eeuw. Bovenin is een<br />

zogenaamde fantasietop met rollagen; dat zijn uitstekende rijen op de kant gemetselde stenen<br />

boven de raampartijen.<br />

Op de benedenverdieping van het pand zat vanaf de jaren ‘30 van de 20 ste eeuw de groothandel<br />

‘Slager en Schilo’ in vitrages, gordijnstoffen, voiles en tafelkleden.<br />

Het pand is particulier bezit en was niet bij het project betrokken. Het is een rijksmonument.<br />

Oudezijds Voorburgwal 134-130, jaren ’30, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

10. Oudezijds Voorburgwal no. 132<br />

Dit pand is in 1825 gebouwd. Het heeft nog de gevel van het pand dat daarvoor op die plek stond. De<br />

18 de eeuwse klokgevel is in de Lodewijk XV-stijl. Deze stijl werd rond 1750 toegepast. Deze wordt<br />

gekenmerkt door de asymmetrie, lichtheid, speelsheid en veel krullen in de versieringen. Het pand<br />

grenst aan de zogenaamde Appelboomgang.<br />

In het vroegere pand woonde in 1585 ijzerkoper Hendrick Egbertsz. Het pand met de naam ‘In den<br />

Gulden Appelboom’ ging vervolgens over naar lakenbereider Wessel Mulder. Hij kocht het op 4 mei<br />

1685 voor 1150 gulden. Mulder was actief in de lakenindustrie en had ‘vollers’ in dienst die hun werk<br />

deden in werkplaatsen in de achterhuizen. (voor een uitleg over het werk van Vollers: zie bij<br />

Blaauwlakensteeg -: Lakenindustrie )<br />

Wessel Mulder stierf in 1690.<br />

18


Eind 17 de eeuw woonde Vriesevener Jan Bramer in het pand. Officieel bezat hij het pand vanaf 1702,<br />

maar in een document uit 1693 wordt hij al als eigenaar genoemd<br />

Oudezijds Voorburgwal 132, derde pand van links, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Jan Bramer trouwde met Rintje Jans, de voormalig echtgenote van Wessel Mulder. Hij stond te boek<br />

als schoenmaker maar het is, ook gezien zijn rijkdom, vrijwel zeker dat hij actief was in de<br />

lakenhandel. Net als zijn zoon, die overigens diep in de schulden zat en ook gebukt ging onder andere<br />

ernstige problemen.<br />

In 1719 verkocht Jan Bramer huis en erf aan Steenwijker Gerrit Schuurman voor het in die tijd<br />

enorme bedrag van zevenduizend gulden. Bramer bezat ook nog twee panden in de Zwartlakensteeg.<br />

Deze panden stonden aan de zuidzijde; een van de panden was mogelijk voormalig pakhuis op no.<br />

124.<br />

Jan Bramer stierf, dertien jaar na Rintje, in 1726 en ligt in de Oude Kerk begraven.<br />

In de jaren ‘60 van de 20 ste eeuw zat ‘The Rick’s bar’ in het pand. Nu is ‘The Bulldog’ de eigenaar. De<br />

coffeeshopketen bezit meerdere panden aan de Oudezijds Voorburgwal.<br />

Het pand is particulier bezit en was niet bij het project betrokken. Het is een rijksmonument.<br />

11. Oudezijds Voorburgwal no. 1<strong>28</strong><br />

Dit pand is halverwege de 18 de eeuw gebouwd. Het heette toen ‘In Den Granaetappel’. Het pand<br />

heeft een klokgevel. De entree heeft een bijzonder bovenlicht.<br />

19


De ramen hebben een zogenaamde empire-roedenverdeling. Dat is een specifieke, Franse manier<br />

waarop de roeden en ruitjes in een raam zijn geplaatst. Het lijkt of de schuiframen naar buiten<br />

opengeklapt kunnen worden.<br />

In een vorig pand op deze plek woonde in 1585 Jan Veen, wiens dochter met de zoon van Hendrick<br />

Pot van no. 134 trouwde.<br />

Oudezijds Voorburgwal 1<strong>28</strong>, tweede pand van links, 2012, foto: Frank Lucas<br />

In het blok waren de voor- en achterhuizen binnendoor met elkaar verbonden. Maar bij no. 1<strong>28</strong><br />

stond het achterhuis vermoedelijk los van het voorhuis. Het was te bereiken via de Appelboomgang,<br />

een smalle doorgang van zeventig centimeter breed en vijftien meter lang. Deze gang leidde ook<br />

naar een pakhuis op no. 124 dat nu aan een binnenpleintje in de Zwartlakensteeg staat.<br />

Op een kaart uit 1779 staat aangegeven dat in dit pand een brandemmer van de stad aanwezig is.<br />

Brandemmers dienden om bij brand water uit de gracht te scheppen.Per zeven huizen was een<br />

brandemmer aanwezig.<br />

De gang heeft ook bekend gestaan als de Arend-Jacobszoonsteeg en de Duifjessteeg.<br />

12. Oudezijds Voorburgwal no. 126<br />

Dit pand is in de 17 de eeuw gebouwd, heeft een klokgevel uit de 18 de eeuw en een geblokte<br />

bedrijfspui. Het is een rijksmonument.<br />

In de 16 de eeuw woonde in het vorige pand op deze plek Pieter Cornelisz Zwartelaecken, een<br />

lakenverver.<br />

20


13. Oudezijds Voorburgwal no. 102<br />

Dit pand is in het begin van de 20 ste eeuw gebouwd. In het pand hebben in de 20 ste eeuw winkels<br />

gezeten als ‘Wolkers Aardappelen, Groenten en Fruit’ en ‘De Verfkelder’.<br />

Dit pand was niet bij het project betrokken.<br />

14. Oudezijds Voorburgwal no. 100<br />

Dit pand is in 1634 gebouwd. Rond 1800 is de pui vernieuwd. De oude balkenlagen zijn nog aanwezig.<br />

Het pand heeft een trapgevel met onregelmatige trappen en bij de raampartij lisenen, dat zijn in de<br />

pui aangebrachte verticale uithollingen.<br />

Oudezijds Voorburgwal 100, pand met roodbruine gevel, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Het heet ‘De Helm’, genoemd naar eigenaar en bewoner bierhandelaar Jacob Janszoon Helm die het<br />

huis in 1634 bouwde. Voor die tijd stond op die plaats het huis ‘De vier Moriaenen’. Tot in de 18 de<br />

eeuw werd er vanuit het pand handel in bier gedreven. In het pand is de oorspronkelijke kelder voor<br />

bieropslag nog aanwezig.<br />

Het pand is een rijksmonument. Het is in het bezit van Vereniging Hendrik de Keyser en was niet bij<br />

het project betrokken.<br />

21


15. Oudezijds Voorburgwal no. 98<br />

17 de eeuws pand<br />

Dit pand heeft een halsgevel uit de eerste helft van de 18 de eeuw met achter de gevel een ouder<br />

pand. Uit onderzoek naar de leeftijd van het hout van de balken bleek dat dit pand veel ouder is dan<br />

aanvankelijk werd gedacht en dat het al in 1605 is gebouwd.<br />

Oudezijds Voorburgwal 98, 2010, foto: Wolfgang Josten<br />

Gerestaureerd in 2011<br />

Voor de restauratie in 2011 verkeerde dit pand in dramatisch slechte staat. Vooral de linker<br />

bouwmuur was ernstig verzakt. Bij de restauratie is veel van het oude pand behouden en zijn oude<br />

elementen hergebruikt. Alleen de achtergevel en een uitbouw aan de achterzijde zijn vernieuwd.<br />

22


Oudezijds Voorburgwal 98, 2012, foto: Hallie & van Klooster Makelaardij<br />

Opmerkelijk is dat de linkerzijde 20 centimeter lager is dan de rechterzijde. Dit is gedeeltelijk<br />

gecorrigeerd door de ruimten tussen de bouwelementen op te vullen. De vloer in het woongedeelte<br />

is waterpas gemaakt.<br />

De gevel was oorspronkelijk donkerbruin geolied. Het diepzwart van de huidige olie zal in de loop der<br />

tijd wat matter worden.<br />

Oudezijds Voorburgwal 98, derde pand van links, 2012, foto: Frank Lucas<br />

23


Het pand bestaat uit een woning op de begane grond en een woning die uit de overige verdiepingen<br />

bestaat.<br />

De woningen zijn energiezuinig (label A); in de traditionele schuiframen zit bijvoorbeeld dubbel glas.<br />

Ze zijn dankzij een wtb-installatie ook goed geventileerd met alle ramen dicht en dat is geen<br />

overbodige luxe omdat er vooral ‘s avonds veel lawaai is op straat.<br />

Oude muurreclames<br />

Oude muurreclames worden steeds vaker weer goed leesbaar gemaakt. Dat geldt ook voor de tekst<br />

op dit pand. Begin 19 de eeuw werkte hier de firma Vogelpoel en Noorwegen in de ‘expeditie, opslag<br />

en assurantie’. Het hoofdkantoor zat aan de overkant op Oudezijds Voorburgwal no. 151.<br />

Oudezijds Voorburgwal 104-96, jaren '40, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

24


Wapen van Zandvoort<br />

Onder de hijsbalk is een ondersteboven ingemetselde gevelsteen met ‘drie gouden haringen’ die het<br />

wapen van Zandvoort vormen. Mogelijk kwam een van de vroegere eigenaars uit Zandvoort, ooit een<br />

dorp van haringvissers.<br />

De in deze vorm afgebeelde vissen kunnen ook een religieuze betekenis hebben. De religieuze<br />

betekenis van de vis komt voort uit het Griekse woord voor vis, namelijk ‘ichthus’, Dit woord bevat<br />

zowel de I van Jezus, als de ch van Chritus als de th van theos (God). Het Nieuwe Testament was in<br />

het Grieks geschreven.<br />

Oudezijds Voorburgwal 98, 2012, foto: Frank Lucas<br />

25


Oranjeboom<br />

Boven de hijsbalk, in het fronton, is een gerestaureerde steen uit het einde van de 18 de eeuw met de<br />

afbeelding van een sinaasappelboom. De toenmalige bewoner liet met deze ‘oranjeboom’ zijn steun<br />

aan de stadhouder (behorend tot ‘het Huis van Oranje’) blijken.<br />

De sinaasappelboom betekent ook voorspoed en continuïteit omdat deze boom het hele jaar<br />

bladeren, bloemen en vruchten draagt.<br />

Steen in fronton, ‘Oranjeboom’, foto: Pancras van der Vlist/Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen<br />

foto: Het Geheim van de Smith<br />

26


16. Oudezijds Voorburgwal no. 96<br />

Oude muur- en gevelreclames worden de laatste jaren als cultureel erfgoed beschouwd. De tekst<br />

grof- & kunstsmederij van H.J. Ligtermoed is weer goed leesbaar gemaakt.<br />

In dit pand is in de tweede helft van de 19 de eeuw de smederij van het echtpaar Ligtermoed<br />

gevestigd. Hun zoon Hendrik werd op 10 augustus 1868 geboren.<br />

Ook Hendrik wordt smid. Nadat zijn vader overlijdt, wordt de zaak onder de naam Wed. Ligtermoed<br />

& zoon voortgezet. In 1905 trekt zijn moeder zich uit de zaak terug en zet Hendrik de smederij op<br />

eigen naam en rekening voort.<br />

Enkele jaren later vraagt de ‘Credietvereniging’ de rechtbank om een faillissement. Er staan<br />

vorderingen open. Het betreft bedragen van fl. 500,- en fl. 4500,- .‘Niettegenstaande vele minnelyke<br />

aanmaningen blyft genoemde Ligtermoed in gebreke te voldoen’ en ‘dat alzoo genoemde<br />

Ligtermoed in den toestand verkeert dat hy heeft opgehouden te betalen’aldus de Credietvereniging.<br />

Oudezijds Voorburgwal 96, hoekpand links, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Op 13 januari 1911 wordt de smederij failliet verklaard. Een poging om de smederij een doorstart te<br />

geven mislukt en er worden nieuwe schulden gemaakt.<br />

De ‘credietvereniging’ schrijft dat: ‘genoemde Ligtermoed door schandelyke levenswyze zyn<br />

oorspronkelijke zaak heeft geruineerd en thans bezig is de waardevolle smedery-inventaris te<br />

verduisteren, immers ver onder de waarde te verkoopen; dat onmiddelyke faillietverklaring<br />

wenschelyk en noodzakelyk is; dat genoemde Ligtermoed tal van andere opeischbare schulden<br />

heeft aan de firma’s Hotz & Co te Rotterdam, Peck & Co, Smit & Blok en Gebrs. Van der Vliet te<br />

Amsterdam.<br />

27


In 1926 woont de familie Ligtermoed nog op de Oudezijds Voorburgwal no. 96. Hendrik staat nog te<br />

boek als directeur n.v. Grof en Kunstsmederij. In de jaren ’30 verhuist de familie naar de Nassaukade.<br />

Hendrik Ligtermoed overlijdt op 23 juli 1950 op 81-jarige leeftijd.<br />

Enkele dagen later staat het volgende bericht in de krant: ‘Allen die iets te vorderen hebben van<br />

wijlen Hendricus Johannes Ligtermoed wordt verzocht hiervan opgave te doen bij notaris Luykx te<br />

Amsterdam …’<br />

De gevelreclames zijn weer toonbaar gemaakt door het bureau ‘Het Geheim van de Smith’<br />

restauratie en decoratie technieken.<br />

<strong>28</strong>


2. SINT ANNENSTRAAT<br />

o. Sint Annenstraat<br />

De Sint Annenstraat wordt in 1387 voor het eerst in een document genoemd. De straat verbond de<br />

Warmoesstraat, van oorsprong rivierdijk, met de Oudezijds Voorburgwal, van oorsprong<br />

verdedigingswal. Het hoogteverschil van ongeveer een meter tussen de hogere dijk en de wal is nu<br />

nog goed zichtbaar.<br />

De Warmoesstraat is halverwege de 13 de eeuw aangelegd. In de 14 de eeuw werden de kavels achter<br />

de huizen van de Warmoesstraat verlengd tot aan de Oudezijds Voorburgwal. De huizen aan de Sint<br />

Annenstraat en de Sint Jansstraat zijn toen gebouwd en ook op het binnenterrein van het blok kwam<br />

de eerste bebouwing.<br />

oo. De naam Sint Annenstraat<br />

De Sint Annenstraat is genoemd naar Anna, de moeder van Maria, moeder van Jezus. Zeer<br />

waarschijnlijk heeft ooit op een van de hoeken van de straat een beeldje van Anna gestaan.<br />

Het Bijbelse <strong>verhaal</strong>:<br />

‘De welgestelde Anna en Joachim waren kinderloos. Hoewel ze volgens de wetten van God leefden,<br />

werd een offer van Joachim in de tempel geweigerd omdat hij geen kinderen had.<br />

Hij vluchtte de woestijn in. Anna dacht dat hij dood was. Ze deed haar beklag bij God en vroeg om<br />

een kind. Haar gebed werd verhoord. Joachim kreeg van een engel te horen dat zijn vrouw in<br />

verwachting was. Hij keerde terug, ontmoette zijn vrouw bij de Gouden Poort en ze kusten elkaar.<br />

Anna beviel van Maria. De ouders brachten Maria naar de tempel waar ze gevoed werd door<br />

engelen. Toen zij twaalf jaar oud was, werd Maria door de hogepriester uitgehuwelijkt aan Jozef.<br />

Jozef was een weduwnaar op leeftijd. Hij had al kinderen en mocht Maria alleen beschermen.<br />

Jozef was aannemer van beroep. Kort na het huwelijk vertrok hij voor enkele maanden naar een<br />

bouwklus. Maria werd intussen zwanger. Jezus werd onderweg naar Bethlehem geboren in een stal.<br />

De vroedvrouw constateerde dat Maria nog maagd was.’<br />

Anna is de beschermvrouwe van onder andere timmerlieden en vrouwen met een kinderwens.<br />

29


‘Maria met Jezus op schoot, Anna rechtsachter’, 1558, Maarten Vos,<br />

collectie: Museum voor Schone Kunsten, Gent<br />

1. Sint Annenstraat no. 32<br />

Dit pand is in de tweede helft van de 18 de eeuw gebouwd. De uitbouw in de straat is een gedeelte<br />

van het rookkanaal. Op de hoek bij no. 32, daar waar nu een lange gevelwand is, stonden ooit drie<br />

pandjes. Het pand is een rijksmonument.<br />

2. Sint Annenstraat no. 30<br />

Dit pand is in 17 de eeuw gebouwd. Bij de restauratie zijn de oorspronkelijke materialen hergebruikt.<br />

De rolornamenten op de hoeken van de gevel, de voluten, zijn van een gesloopt pand uit de Sint<br />

Jansstraat. De geveltop is verhoogd en gedeeltelijk vernieuwd. Dat is nog enigszins te zien.<br />

Het pand is een rijksmonument.<br />

30


Sint Annenstraat 30, voluut uit Sint Jansstraat, 2010, foto: Vincent Smulders<br />

Sint Annenstraat 30, 2012, hetzelfde voluut, foto: Frank Lucas<br />

31


3. Sint Annenstraat no. <strong>28</strong><br />

Dit pand is in de 17 de eeuw gebouwd en heeft een puntgevel. Het pand is een rijksmonument.<br />

4. Sint Annenstraat no. 26<br />

Dit pand is in het derde kwart van de 18 de eeuw gebouwd. De klokvormige top heeft bijzondere<br />

zandstenen afdekkingen. Het is een rijksmonument.<br />

Sint Annenstraat 26, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Op de plaquette op straatniveau aan de buitengevel staat: ‘Eerste steen gelegd door L. Stive -<br />

Lohrengel 21 februari 1934’. Louise Lohrengel werd op 23 mei 1866 in een dorpje in midden-<br />

Duitsland geboren. Als 20-jarige kwam ze naar Amsterdam. Ze kreeg werk bij een, ook Duitse,<br />

hoedenmaakster die haar atelier had in de Nes.<br />

Er woonden en werkten in de tweede helft van de 19 de eeuw veel Duitsers in deze buurt. Ze dreven<br />

winkels, er waren Duitse restaurants, hotels, bierhallen en theatertjes. De Warmoesstraat werd in<br />

die tijd ook wel ‘klein München’ genoemd.<br />

De wat oudere Franz Carl Stive, ook uit midden-Duitsland, was al eerder naar de stad gekomen. Hij<br />

had een bakkerij op no. 105 in de Warmoesstraat. Op een dag bracht hij brood naar de<br />

hoedenmaaksters in de Nes, waar hij Louise ontmoette. Het klikte. Het huwelijk was op 17<br />

september 1891. Ze kregen tien kinderen: vier zoons en zes dochters.<br />

Ze werkten hard in hun bakkerij en verdienden goed. Louise en Franz Carl werden eigenaar van het<br />

18 de eeuws pand in de Sint Annenstraat op no. 26. In 1933 lieten ze het pand grondig verbouwen: er<br />

kwam een nieuwe fundering, vloer en gevel. Louise legde de eerste steen. Zij was toen 66 jaar oud.<br />

32


Carl en Louise Stive, foto’s: familiealbum familie Stive<br />

Franz Carl stierf een jaar later op de leeftijd van 71 jaar. Hij werd in Buitenveldert begraven. Louise<br />

overleed op 24 april 1951. Ze werd 84 jaar oud.<br />

De grond onder en rondom het pand Warmoesstraat no. 105, waar ze vijftig jaar lang hun bakkerij<br />

hadden, werd later bekend vanwege de spectaculaire archeologische opgravingen die daar zijn<br />

gedaan.<br />

Een zus van Franz Carl werkte in de Warmoesstraat op no. 163, hoek Sint Jansstraat in een luxe,<br />

‘koude‘ bakkerij.<br />

ooo. Prostitutie<br />

Eerste vermelding<br />

Rond de Oude Kerk en de Oudezijds Voorburgwal vond vanaf de vroegste geschiedenis prostitutie<br />

plaats. Er zijn verordeningen uit 1413 en uit 1478 waarin melding werd gemaakt van openbare<br />

bordelen en rendez-voushuizen in de stad. In het keur (verordening) van 1478 werd bepaald dat<br />

alleen schoutsdienaren bordelen mochten exploiteren. Begin 16de eeuw werd dat ook aan burgers<br />

toegestaan.<br />

Toen Amsterdam in 1578 overging naar het protestantisme werd prostitutie strafbaar gesteld. In<br />

reactie daarop gingen veel bordelen ondergronds.<br />

Hoerhuizen<br />

In de 17 de en 18 de eeuw vond prostitutie plaats in geheime hoerhuizen en in zogenoemde muziek- en<br />

speelhuizen en ‘oneerlijke herbergen’, maar ook in openbare bordelen. In heel Amsterdam waren<br />

zelfstandig werkende prostituees actief.<br />

33


Bordeelscene, 1658, Frans van Mieris, collectie: Mauritshuis, Den Haag<br />

Reglementeren en gedogen<br />

Begin 19 de eeuw, in de Franse tijd, werd prostitutie gereglementeerd. Prostituees en bordelen<br />

moesten geregistreerd staan en prostituees hadden de plicht zich om de twee weken medisch te<br />

laten controleren. Na het vertrek van de Fransen in 1813 werden de reglementen terzijde geschoven<br />

en kwam er weer een periode van gedogen.<br />

Eind 19 de eeuw werd een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar prostitutie in de stad. In de<br />

conclusie stond dat er sprake was van ‘menschonteerenden handel in vrouwen en van de gemeenste<br />

vormen van ontucht’. In de bordelen werkten vooral buitenlandse, met name Franse en Duitse<br />

prostituees.<br />

34


Bordeelverbod<br />

Rond 1910 kwam er opnieuw een bordeelverbod. Prostitutie werd toen voortgezet onder de<br />

dekmantel van hotels, modeateliers en sigarenwinkels.<br />

De Wallen, 1938, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

In 1935 telde de stad ongeveer honderdvijftig verkapte bordelen en een flink aantal zogenoemde<br />

massage- en schoonheidssalons. Klanten werden ook geworven met advertenties voor<br />

'conversatielessen in vreemde talen'.<br />

In de omgeving van de Oude Kerk werd de prostitutie wel gedoogd. De vrouwen mochten achter het<br />

raam zitten maar dan wel met de gordijnen op een kier.<br />

Toleranter beleid<br />

Vanaf de jaren ‘60 werd het beleid toleranter. In het Wallengebied nam de prostitutie sterk toe. In<br />

2006 werden gemeentelijke vergunningen uitgegeven voor 477 prostitutieramen.<br />

In de Sint Annenstraat waren nog aan beide kanten van de straat prostitutiepanden. In de Sint<br />

Jansstraat vond prostitutie vanuit cafés plaats.<br />

35


De Wallen, 2011, foto: NRC<br />

De laatste jaren is het gemeentebestuur de strijd aangegaan tegen misstanden in de prostitutie zoals<br />

vrouwenhandel en andere vormen van criminaliteit. In februari 2011 besloot het stadsbestuur het<br />

aantal raambordelen te verminderen tot 293 ramen en een deel van de vrijgekomen ruimten een<br />

nieuwe - bij voorkeur culturele - bestemming te geven.<br />

6. Sint Annenstraat no.24<br />

Dit pand is geen monument maar wel gekwalificeerd als beeldbepalend voor de binnenstad.<br />

7. Sint Annenstraat no. 22<br />

Via de ingang op no. 22 is toegang tot de werkplaatsen die achter de voorhuizen gebouwd zijn. Ook<br />

in de 20ste eeuw, tot in de jaren ’70, waren op die plek, grenzend aan een steeg aan de achterzijde,<br />

werkplaatsen met vaak ambachtelijke bedrijfjes.<br />

Er waren bedrijven voor machinereparatie, metaalconstructies en machinale houtbewerking; er zat<br />

een rollengieterij, een drukinktfabriekje en grafische drukkerij; er was een kruiers- en een<br />

stukadoorsbedrijf.<br />

De ruimten raakten langzaamaan in verval en kwamen uiteindelijk leeg te staan. In de tijd van de<br />

kraakacties in de jaren ’80 trokken kunstenaars in de voormalige werkplaatsen en startten daar de<br />

zogenaamde ZwartlakenAteliers.<br />

36


Sint Annenstraat, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Voor project <strong>Blaauwlakenblok</strong> van start ging, is er bodemonderzoek uitgevoerd. De grond was<br />

behoorlijk vervuild, onder meer met zware metalen. In het gehele projectgebied is bodemsanering<br />

uitgevoerd.<br />

oooo. Oude Kerk<br />

Oudste stenen gebouw<br />

De Oude Kerk is het oudste stenen gebouw van Amsterdam en tevens het belangrijkste monument<br />

van de stad. Al in de 13 de eeuw stond hier een houten kapel die langzaam wegzakte in de drassige<br />

grond. Niet lang na 1300 werd een fundering gelegd van balken en korte stevige stammetjes waarop<br />

de eerste stenen kerk werd gebouwd.<br />

Heilige Nicolaas<br />

De kerk was gewijd aan de Heilige Nicolaas en werd vanaf 1344 de parochiekerk van de stad. Nadat<br />

in 1410 de Nieuwe Kerk op de Dam was gebouwd, werd deze Sint Nicolaaskerk de Oude Kerk<br />

genoemd.<br />

Grotere toren<br />

De Oude Kerk is een hallenkerk. Het middenschip en de zijschepen zijn even hoog en breed. De toren<br />

is drie maal vergroot. Alle stadia zijn nog te zien: de 14 de eeuwse toren, de spectaculaire verhoging<br />

van de 16 de eeuw en de ommetseling van de eerste helft van de 18 de eeuw. Het carillon, waarvan één<br />

van de klokken dateert uit 1500, wordt tot de mooiste van Nederland gerekend.<br />

37


Van katholiek naar hervormd<br />

In de 16 de eeuw veranderde de Oude Kerk van een katholieke kerk met tientallen altaren en<br />

heiligbeelden in een sobere hervormde kerk. Het was een plek voor ‘de dienst van het woord’, maar<br />

ook ontmoetingsplek en een plaats waar intensief handel werd gedreven.<br />

Oude Kerk, 1779, H.P. Schouten, bron: Stadsarchief<br />

Oude Kerk, 1779, H.P. Schouten, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

38


Het graf van Saskia<br />

Onder de vloer van de kerk zijn 340 graven. Een van de graven is van Saskia, de vrouw van<br />

Rembrandt. Eenmaal per jaar, op 9 maart om 08:39 uur precies, valt er een streep zonlicht op haar<br />

graf. Er is dan een feestelijke bijeenkomst in de kerk met ontbijt, muziek en toespraken.<br />

http://www.gravenopinternet.nl/nl/index.html<br />

Oude Kerk, foto: Daniel Bras<br />

Sint Annenstraat, Oude Kerk,2012, foto: Frank Lucas<br />

39


8. Sint Annenstraat no. 20<br />

Dit pand is in 1910 gebouwd. Tot halverwege de 20 ste eeuw was er onder meer een stucadoorsbedrijf<br />

en een transporteur in gevestigd.<br />

Tot eind jaren ’90 van de 20 ste eeuw waren er ook aan de even kant van de Sint Annenstraat<br />

prostitutiepanden. Rond 1980 was SM-studio Tanja op no. 20 gevestigd.<br />

Sint Annenstraat 20, 1984, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

9. Sint Annenstraat no.18<br />

Dit is een pand uit 1910. Een groot deel van de 20 ste eeuw was er een garage in gevestigd. Het is een<br />

voor de binnenstad beeldbepalend pand.<br />

10. Sint Annenstraat no. 16<br />

Dit pand is oorspronkelijk uit de 17 de eeuw. Het heeft een gepleisterde tuitgevel.<br />

De totaal vervallen panden van Sint Annenstraat no. 16 tot en met Sint Annenstraat no. 10 zijn<br />

afgebroken en daarna aan de hand van de oude bouwtekeningen, herbouwd met nieuwe materialen.<br />

De herbouw is in de jaren ’90 van de 20 ste eeuw uitgevoerd door Stadsherstel en architect/aannemer<br />

Rappange. De panden waren dus niet bij het recente project betrokken.<br />

40


Sint Annenstraat 16, 2009, foto: Pancras van der Vlist/Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen<br />

Op de gevel van no. 16 hangt een eigentijdse gevelsteen. Bij de restauratie van de panden in de Sint<br />

Annenstraat no. 10 - no.16 heeft verzekeringsmaatschappij NOG de extra inrichtingskosten betaald<br />

om de huizen geschikt te maken voor muziekstudenten.<br />

Als dank daarvoor werd door Stadsherstel deze steen aangeboden. Het ontwerp is van Jaap Hulscher.<br />

11. Sint Annenstraat no.14<br />

Dit is een pand uit de 17 de eeuw. Het heeft ontlastingsbogen boven het venster op de tweede<br />

verdieping. Een ontlastingsboog is boven een deur of raam gemetseld en heeft als doel het gewicht<br />

van het bovenliggende metselwerk te verdelen.<br />

41


Sint Annenstraat 16 - 10, 2012, foto: Frank Lucas<br />

12. Sint Annenstraat no. 12<br />

Oudste stenen huis<br />

Op de plek van het pand Sint Annenstraat no. 12 uit 1565 stond daarvoor het oudste stenen huis van<br />

Amsterdam, gebouwd in 1380. Dat huis was tien meter bij vijf meter. Hoewel van steen, werd het<br />

waarschijnlijk ernstig beschadigd bij de grote stadsbrand van 1421. Daarna werd het grondig<br />

verbouwd.<br />

Sint Annenstraat 12, plavuizenvloer uit 1380, 2012, foto: Frank Lucas<br />

42


Reconstructie<br />

In de tweede helft van de 20 ste eeuw waren het huidige pand en de naastliggende panden totaal<br />

vervallen. Daarom moesten zij volledig worden herbouwd. Tijdens de reconstructie in de jaren ’90<br />

werden delen van het oudste houtskelet zichtbaar. Ook zijn resten van de plavuizenvloer uit 1380<br />

opgegraven en kwamen plafonddelen uit 1580 te voorschijn.<br />

Sint Annenstraat 12, plafonddelen uit 1580, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Woonhuisgevel<br />

Het oorspronkelijke pand uit 1380 werd in 1564 opgekocht door de puissant rijke zijdehandelaar<br />

Frans Stoffelszoon van Camp. Van Camp was al eigenaar van het pand op Sint Annenstraat no. 10. Hij<br />

liet op de plek twee nieuwe panden bouwen met de bedoeling deze te verhuren. Hij noemde het<br />

pand op no. 12 ‘De Gulden Trip’.<br />

Het pand werd gebouwd in de trant van de beroemde architect Hans Vredeman de Vries (1521-1606)<br />

en het heeft, hoewel dus wel herbouwd, de enige vroeg-renaissancistische woonhuisgevel van<br />

Amsterdam.<br />

In de renaissance werd teruggegrepen op de vormentaal van de oude Grieken en Romeinen. Er werd<br />

vaak gebruikt gemaakt van rode baksteen en witte versieringen als bijvoorbeeld krullen, pilaartjes,<br />

driehoekjes, engelenkopjes en decoratieve vazen.<br />

43


Sint Annenstraat 12, 2012, foto: Frank Lucas<br />

De topgevel is de enige gevel in de stad met in- en uitzwenkende rolornamenten.<br />

Bedekte plafonds<br />

In 16 de en 17 de eeuw werden plafonds soms beschilderd op de onderkant van de vloerdelen van de<br />

bovenwoning. Balken en vloerdelen werden pas in de 18 de eeuw aan het zicht onttrokken door<br />

stucwerk en plafonddelen.<br />

Op 9 april 1993 werden de plafonddelen weggenomen en kwamen de vloerdelen van het bovenhuis<br />

in het zicht. Daarop was in 1585 een goudgele plafondschildering aangebracht. Deze oudst bekende<br />

plafondschildering van Amsterdam is in het huidige pand teruggeplaatst.<br />

Sint Annenstraat 12, plafonddeel uit 1580, 2012, foto: Frank Lucas<br />

44


Replica’s<br />

De originele koppen van de man en vrouw die de buitengevel sieren, zijn vanwege de<br />

cultuurhistorische waarde in 1897 opgenomen in de collectie van het Rijks Museum. De nu zichtbare<br />

koppen zijn replica’s. In de tweede laag van het pand zijn ook nog een mannen- en vrouwenkop te<br />

zien. De koppen hebben uitsluitend een decoratieve functie.<br />

De vergulde ‘Klimmende Leeuw in Hollandse Tuin’ is gerestaureerd en staat symbool voor kracht,<br />

macht, moed en nobelheid.<br />

Huidige functie<br />

Op 18 mei 1995 werden de gereconstrueerde panden feestelijk in gebruik genomen. Vanuit het pand<br />

op Sint Annenstraat no. 12 worden nu aan veelbelovende musici instrumenten van topklasse<br />

uitgeleend. De instrumenten worden gefinancierd uit een speciaal daarvoor opgericht fonds.<br />

Sint Annenstraat 12, 2012, foto: Frank Lucas<br />

45


Sint Annenstraat 10-4, jaren ’70, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

13. Sint Annenstraat no. 10<br />

Dit pand is een reconstructie van een pand uit 1565. Ook dit pand was in de tweede helft van de 20 ste<br />

eeuw totaal vervallen. Het is volledig gedemonteerd en naar voorbeeld van historische<br />

bouwtekeningen opnieuw opgetrokken.<br />

Het pand heeft een vernieuwde gevel waarin de oorspronkelijke gevelsteen teruggeplaatst is. De<br />

gevelsteen dateert uit de eerste helft van de 17 de eeuw. In 19<strong>28</strong> werd er door leden van de<br />

monumentenzorg nog ‘bloedworst met spekjes’ in gezien.<br />

Sint Annenstraat 10, 2012, foto: Frank Lucas<br />

46


Rollen laken<br />

Tijdens een grondige restauratie in 1991 werd de afbeelding duidelijk. De steen heeft te maken met<br />

de bloeiende lakenhandel die vanaf de 14 de eeuw tot in de 17 de eeuw in deze buurt plaatsvond. De<br />

zogenaamde spekjes zijn de lakenloodjes die gehecht zijn aan drie rollen lakense stof. De geweven<br />

wollen stoffen zijn in stevige linnen hoezen verpakt.<br />

De betekenis van de beer met halsband en de burcht is onduidelijk. Mogelijk heeft de beer te maken<br />

met de toenmalige export van laken naar de Oostzeegebieden.<br />

Sint Annenstraat 10-16, jaren ’80, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

Sint Annenstraat 10, 2012, foto: Frank Lucas<br />

47


ooooo. De Oliphantsgang<br />

In de 16 de eeuw was er al volledige randbebouwing rond het blok. De huizenrij in deze dwarsstraten<br />

werd alleen in de Sint Annenstraat onderbroken ter hoogte van de Oliphantsgang. De gang is 70<br />

centimeter breed en staat op verschillende historische stadskaarten afgebeeld. Het bord en de naam<br />

van de gang is van recente datum.<br />

Sint Annenstraat 8, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Boven de toegang naar de steeg is aan de buitengevel van een woning nog een gootsteentje te zien,<br />

dat daar geplaatst is om binnen ruimte uit te sparen. De Oliphantsgang heeft tegenwoordig de<br />

functie van brandgang.<br />

Sint Annenstraat 8, 2012, foto: Frank Lucas<br />

48


15. Sint Annenstraat no. 8 (a tot en met f)<br />

Deze panden zijn uit het 2 de kwart van de 18 de eeuw. Bij de restauratie is gebruik gemaakt van de<br />

oorspronkelijke materialen. Het linkerpand heeft een gevel onder een sobere houten top. Het<br />

rechterpand heeft een lijst met een kleine verhoging. Dit pand heeft een gave onderpui uit de 18 de<br />

eeuw met een rijk gesneden deurkalf.<br />

Sint Annenstraat 8, 1900, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

Sint Annenstraat 8, 2012, foto: Frank Lucas<br />

49


Woonstichting De Key, de opdrachtgever en coördinator van het project, had de wens dat het werk<br />

van de kunstenaars uit het blok zoveel mogelijk zichtbaar zou zijn in de openbare ruimte. De<br />

voorkeur bestond voor presentaties in vitrines op de begane grond aan de straatkant.<br />

Dat is geprobeerd maar daar zijn de kunstenaars op teruggekomen. Exposeren in de Sint Annenstraat<br />

is haast niet mogelijk vanwege de massa (soms beschonken) Wallenbezoekers. Zichtbaarheid kan<br />

agressie oproepen met vernieling als gevolg.<br />

16. Sint Annenstraat no. 4<br />

Op vlucht<br />

De nieuwbouw in de Sint Annenstraat integreert verschillende historische bouwthema’s. De gevel is<br />

geïnspireerd op de gevels van middeleeuwse woonhuizen. Naar boven toe telt elke rij meer en<br />

kleinere ramen die als druppels aan de naar voren springende lagen hangen.<br />

Het pand is op vlucht gebouwd. De gevel springt per verdieping tien centimeter naar voren waardoor<br />

het pand als geheel veertig centimeter voorover helt. Door deze zogenaamde uitkraging wordt ook<br />

de geringe breedte van de straat benadrukt.<br />

Lichtval<br />

Het vele glas van het trappenhuis werkt als spiegel waarin de oudere stad gereflecteerd wordt.<br />

Sint Annenstraat 4, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Overdag kan het daglicht van buiten het pand binnentreden. Als het donker is, wordt de straat<br />

ruimschoots verlicht door de lampen vanuit het trappenhuis. Zo wordt ook bijgedragen aan de<br />

leefbaarheid en het gevoel van veiligheid in de openbare ruimte.<br />

Te lood<br />

Het nieuwbouwpand op Sint Annenstraat no. 6 staat, mogelijk als contrast met het op vlucht<br />

gebouwde pand te lood. De panden zijn ontworpen door bureau Soeters van Eldonk architecten.<br />

50


3. WARMOESSTRAAT<br />

o. Warmoesstraat<br />

Rond 1240 toen in de rivier de Amstel een dam werd gelegd, werden de dijken aan weerszijden van<br />

de rivier verhoogd. De dijk aan de oostelijke oever zou later de Warmoesstraat worden. Door de dam<br />

werd de Amstel in de richting van het Y een binnenhaven.<br />

In de tweede helft van de 13 de eeuw werden de dijken opnieuw opgehoogd. Er werd land<br />

aangeplempt voor bestrating en bewoning. De binnenhaven besloeg vrijwel de volledige breedte van<br />

de Warmoesstraat tot de Nieuwendijk.<br />

De eerste houten huizen lagen met de achtergevels direct aan het water van het ‘rak’ (een recht stuk<br />

van een rivier). De handelaars woonden dicht bij hun handel. Koopwaar werd direct uit het schip in<br />

de huizen geladen. Later werden huizen ook aan de straatkant gebouwd. De huizen aan het water<br />

werden achterhuizen en pakhuizen.<br />

Vervolgens werd er aan de overzijde van de dijk gebouwd. Tussen de huizen, vaak op de plek van<br />

gedempte sloten, werd ruimte vrijgehouden voor paden. Deze waren bedoeld om buitenom de erven<br />

te kunnen bereiken. De paden werden later straatjes, stegen en gangen.<br />

De Warmoesstraat ligt een meter hoger dan de Oudezijds Voorburgwal die in de 14 de eeuw gegraven<br />

was. De straat was in de tweede helft van de 14 de eeuw al geheel bebouwd. Rond 1500 was er ook<br />

volledige bebouwing aan de zijstraten en de Oudezijds Voorburgwal.<br />

De Warmoesstraat groeide uit tot de ‘goudkust’ van Amsterdam en was van de 14 de tot en in de 17 de<br />

eeuw de deftigste straat van de stad. In de 17 de eeuw werd die kwaliteit overgenomen door de in die<br />

eeuw aangelegde grachtengordel.<br />

Gevelsteen, 1999, Hans ’t Mannetje,<br />

foto: Pancras van der Vlist/Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen<br />

51


Vanaf de 18 de eeuw was de Warmoesstraat een van de belangrijkste winkelstraten van de stad. In de<br />

tweede helft van de 19 de eeuw werd de straat vooral een pretstraat. Er kwamen bierkelders,<br />

bierhallen, variététheaters en nachtelijke sociëteiten. In een groot deel van de 20 ste eeuw waren er<br />

veel bedrijven in de straat gevestigd.<br />

Vanaf de jaren ’60 van de 20 ste eeuw stond er veel leeg en was de straat verkrot. De drugshandel en<br />

seksindustrie kregen de straat en nabije omgeving in hun greep. De Warmoesstraat verloederde. Dat<br />

veranderde gaandeweg de jaren ’90 toen door allerlei initiatieven de straat haar vitaliteit en<br />

bijzondere karakter terugkreeg.<br />

Warmoesstraat, 2012, foto: Frank Lucas<br />

oo. De naam Warmoesstraat<br />

Het noordelijke deel van de straat heette de eerste eeuwen van Amsterdam ook de Kerckstraat. De<br />

naam Warmoesstraat wordt voor het eerst in 1384 in een document genoemd. De naam ‘warmoes’<br />

verwijst naar de warmoezerijen (groentetuintjes) die binnendijks aangelegd waren.<br />

Het woord ‘warmoes’ is te herleiden naar ‘moes’, wat in oud Nederlands ‘groente’ betekent en ‘war’<br />

wat afgeleid is van ‘warm’. ‘Warmoes’ betekent dus letterlijk ‘warme groente’.<br />

52


ooo. Plaquette<br />

Op de hoek Warmoesstraat - Sint Annenstraat zijn op de muur van de Effectenbeurs terracotta reliëfs<br />

te zien. Deze tonen alle huizen die in 1911 gesloopt moesten worden ten behoeve van de bouw van<br />

de beurs.<br />

Warmoesstraat, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Aan de muur wordt op die plek ook een beeld van Vondel getoond omdat men de verkeerde<br />

aanname had dat Vondel op Warmoesstraat no. 110 had gewoond en gewerkt. Dit is in werkelijkheid<br />

in een pand aan de Warmoesstraat no. 39 geweest.<br />

1. Warmoesstraat no. 133<br />

Nieuwbouw na brand<br />

De nieuwbouw op de hoek in de Warmoesstraat sluit aan bij de bebouwing die daarvoor op die plek<br />

stond. Dat pand, met een gevel van natuursteen, liep tijdens een brand in 1988 onherstelbare schade<br />

op. De gevel van het nieuwe pand lijkt ook van natuursteen maar is van ander materiaal.<br />

53


Warmoesstraat 133, rechts, foto: Frank Lucas<br />

Het pand sluit aan bij de gelaagdheid en de chaotische structuren in de oude binnenstad. Ramen en<br />

balkons verschuiven iets ten opzichte van elkaar. Het pand helt naar voren. De gevel wordt naar<br />

boven toe breder.<br />

In het pand dat voor de nieuwbouw op deze plek stond, was vanaf de jaren ’50 van de 20 ste eeuw<br />

travestiebar Madame Arthur gevestigd.<br />

Warmoesstraat 133, 1983, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

54


Het pand is ontworpen door architect Dirk Jan De Ruyter van bureau Soeters Van Eldonk architecten.<br />

Nu is de ‘bakkerswinkel’ in het pand gevestigd.<br />

2. Warmoesstraat no. 135<br />

In dit pand zat tot in de jaren ‘60 van de 20 ste eeuw rijwielframefabriek Vrolijk & de Groot. In de<br />

fabriek werd gebruik gemaakt van een verfspuitinstallatie en van zuurbaden. Er was wat<br />

verontreinigde grond aangetroffen. In het gehele <strong>Blaauwlakenblok</strong> is bodemsanering uitgevoerd.<br />

Zowel Warmoesstraat no. 135, een pand uit de jaren ‘30, als no. 137 waren genomineerd om<br />

gesloopt te worden. Ze werden in het stedenbouwkundig plan van de gemeente voor het gebied als<br />

niet passend beschouwd.<br />

Warmoesstraat 135, tweede pand van links, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Het projectteam heeft met succes gepleit voor behoud van de panden onder meer omdat dit het<br />

straatbeeld ten goede zou komen. De panden verkeerden bovendien in redelijke goede staat,<br />

waardoor renovatie financieel haalbaar was.<br />

Aan de achterzijde is wel gesloopt. Een eeuwenoud, door schimmel aangetast pand is verwijderd.<br />

Daardoor is er nu een - niet openbare- doorgaande route via de Zwartlakensteeg tussen de<br />

Warmoesstraat en de Oudezijds Voorburgwal.<br />

No. 135 is een beeldbepalend pand. Nu is delicatessenzaak Metropolitan in het pand gevestigd.<br />

55


3.Warmoesstraat no. 137<br />

Dit art nouveau pand is in 1903 gebouwd en ontworpen door architect E.M. Rood (1850-1929)<br />

Vanaf de jaren ’20 van de vorige eeuw was confectiefabriek S.I. de Vries gevestigd op verschillende<br />

locaties in de Warmoesstraat. In dit pand had de firma een opslagruimte voor textiel. In een vestiging<br />

schuin aan de overkant waar nu de parkeergarage van de Bijenkorf is, heeft ooit een spectaculair<br />

grote brand gewoed.<br />

Warmoesstraat 137, rechterpand, 2012, foto: Frank Lucas<br />

No. 137 is een van de twee gemeentemonumenten in het project. Rijks- en gemeentemonumenten<br />

hebben als kenmerk dat zij van belang zijn wegens hun schoonheid, hun wetenschappelijke of hun<br />

cultuurhistorische waarde. In tegenstelling tot rijksmonumenten kunnen ook panden die jonger zijn<br />

dan vijftig jaar gemeentemonument worden.<br />

Naast dit pand, op no.139a, is nu de entree tot de Zwartlakensteeg. Eind 19 de eeuw was hier de<br />

toegang tot het theater ‘De Vereeniging’ dat op no. 139 was.<br />

Nu is de winkel ‘Rood’ van Mariska Majoors in het pand gevestigd. In deze winkel worden uitsluitend<br />

rode spullen verkocht.<br />

56


4. Warmoesstraat no. 139<br />

In dit pand is vanaf de jaren ’80 van de 20 ste eeuw het centrum voor hedendaagse kunst W139<br />

gevestigd.<br />

Woonhuis van een koopman<br />

Dit pand uit de 16 de eeuw pand heeft in 1958 een nieuwe gevel en kap gekregen. Er werd lang<br />

gedacht dat het pand uit de tweede helft van de 15 de eeuw dateerde. Onderzoek naar de ouderdom<br />

van het hout van de balken wees echter uit dat het hout pas in 1548 gekapt is (en ‘hout liegt niet’,<br />

volgens de deskundigen).<br />

In de 16 de eeuw was het pand een complex van drie huizen, dat ‘De Keyserinne’ heette en bewoond<br />

werd door Cornelis Cornelisz. de Vlaming (1544 - 1597), een zeer vermogend graankoopman. Het<br />

huis was bekend vanwege drie enorme wandschilderingen met voorstellingen uit de Odyssee van<br />

Homerus.<br />

19 de eeuw: van Duitse sociëteit tot theater ‘De Vereeniging’<br />

In de 19 de eeuw trok Amsterdam veel Duitse immigranten. Een aantal van hen vestigde zich in de<br />

Warmoesstraat. Er kwamen bierhallen, restaurants, hotels, theaters en winkels die door Duitsers<br />

gestart waren. Op no. 139 was jarenlang een Duitse sociëteit gevestigd.<br />

<strong>Blaauwlakenblok</strong> in 1871, kaartencollectie: UB VU<br />

Van 1880 tot 1892 was op no. 139 volkstheater ‘De Vereeniging’, met aan de achterzijde de<br />

theaterzaal en een toneeltoren. Het poortgebouw aan de linkerzijde gaf toegang tot het theater. In<br />

de Warmoesstraat op no. 145 werd een brandgang aangebracht. Eigenaar W.A. Müller woonde<br />

boven het theater.<br />

57


In 1892 ging het pand over op de ‘Vereeniging voor den Effectenhandel’ die er tot 1904 een sociëteit<br />

had, maar in 1903 werd het pand voor fl. 87.200,- weer teruggekocht door de heer Müller.<br />

Cabaret & dans, uitgaan op no. 139<br />

‘De Vereeniging’ was een favoriete speelplek van de toen bekende humorist Leon Boedels. In 1904<br />

begon Müller op deze locatie café-chantant ‘De Sphinx’. Eduard Jacobs, de eerste Nederlandse<br />

cabaretier, heeft er vaak opgetreden.<br />

Eduard Jacobs<br />

Jacobs was van oorsprong diamantbewerker, maar koos voor het theater. Hij werkte van 1890 tot<br />

1895 als pianist in Parijs. Daar ontdekte hij het cabaret.<br />

Warmoesstraat 139, Eduard Jacobs, 1905, bron: Theater Instituut Nederland<br />

In Nederland had hij eerst een eigen theatertje in de Pijp. Daarna werd ‘De Sphinx’ zijn podium. Hij<br />

speelde staande achter de piano . Zijn teksten waren kritisch ten aanzien van de autoriteiten en<br />

hadden ook vaak de zelfkant van de maatschappij als onderwerp. Een bekend lied was<br />

‘Limonadehoertjes’ over de Chinese prostituees op de Wallen.<br />

Eén recensent noemde hem de ‘minstreel van de mesthoop’, een ander beschreef hem als een<br />

‘lugubere zanger’. Jacobs werd door de overheid in de gaten gehouden en soms tegengewerkt. In de<br />

nadagen van zijn carrière richtte hij zich op een wat meer populair repertoire.<br />

In 1909 ging ‘De Sphinx’ over in het ‘Palais de Danse’. Dé dans van de jaren ’10, de tango, was naar<br />

de smaak van de bestuurders aanstootgevend. Er bestond een ‘tangodansverbod’, dat in het Palais<br />

op creatieve wijze omzeild werd.<br />

58


In de jaren ’20 was de chique sociëteit ‘La Bonbonnière’ in het pand gevestigd en in de jaren ’30 zat<br />

‘De Kleine Club’ op die locatie. Deze nachtclub was tot 4.00 uur geopend. Prins Hendrik zakte hier<br />

graag door. Volgens de verhalen verdween hij soms via de Zwartlakensteeg in een onopvallend<br />

koetsje dat in de steeg voor hem klaarstond.<br />

Kunstenaars<br />

In 1979 was het pand bezit van de Bijenkorf. Het stond leeg en was het totaal verwaarloosd. Het<br />

werd gekraakt door beginnend kunstenaars, die een alternatief wilden bieden voor het eenvormige<br />

en voorspelbare aanbod van de commerciële galeries, en die in de landelijke musea en gevestigde<br />

galeries geen forum kregen.<br />

Warmoesstraat 139, eind jaren ’80, bron: Lieven de Key<br />

Visie<br />

De kunstenaars begonnen het pand te verbouwen. Daarbij maakten ze gebruik van materialen die in<br />

de directe omgeving toevallig voor handen waren. In dezelfde periode werd een visie ontwikkeld<br />

voor de bestemming van de plek.<br />

Er ontstond een centrum voor hedendaagse kunst dat de naam W139 kreeg. In dit centrum werd<br />

gedacht vanuit de kunstenaar en niet vanuit de bezoeker, niet vanuit het gebouw en niet vanuit het<br />

geld. In hoog tempo werden spraakmakende tentoonstellingen georganiseerd.<br />

De kunstenaars waren dag en nacht aanwezig. W139 was ook vaak 's nachts open. Er kwamen<br />

gevarieerde presentatiewijzen zoals enorme driedimensionale stellages en beeldende kunst die<br />

getoon werd als onderdeel van performances. Als er al schilderijen werden opgehangen dan<br />

gebeurde dat zo simpel mogelijk, het liefst met enkele spijkers aan de muur.<br />

59


Nu, ruim dertig jaar later, is W139 een 'ruimte voor risico', een productiehuis voor rauwe kunst. Het<br />

is in de prijzen gevallen, heeft nationale en internationale bekendheid gekregen en is geliefd als een<br />

volwaardig niet-museaal platform, dat naast de gevestigde instellingen en structuren opereert.<br />

W139, 2009, bron: W139<br />

Warmoesstraat 139, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Het pand is een rijksmonument.<br />

Dit zijn films over de begintijd.<br />

60


5. Warmoesstraat no. 141<br />

Dit pand is in 1871 gebouwd. Het is een gedeeltelijke herbouw van het pand dat daarvoor op de plek<br />

stond en dat door brand verwoest was.<br />

Het pand heeft een gevel onder een rechte lijst. Aan het pand zijn bijzondere consoles te zien;<br />

constructiedelen die als steun dienen. Ook dit pand behoorde een groot deel van de 20 ste eeuw tot<br />

confectiefabriek S.I. de Vries.<br />

Na de oorlog hing in de zaak een plaquette met de namen van de vele Joodse werknemers van het<br />

bedrijf die niet uit de kampen teruggekeerd waren.<br />

Bij het huwelijk van Willem-Alexander en Maxima 2002<br />

bron: Lieven de Key<br />

Sinds 1987 is de condomerie in dit pand gevestigd .<br />

61


oooo. Papenbrugsteeg<br />

De Papenbrugsteeg leidde naar de Papenbrug, tot 1883 een van de drie bruggen over het Damrak,<br />

toen nog een binnenhaven tussen de Dam en het Y. De Papenbrug wordt voor het eerst genoemd in<br />

1475.<br />

De Papenbrug, 1599, kaart van Pieter Bast, collectie: Noord-Hollands Archief<br />

Volgens een 16 de eeuws <strong>verhaal</strong>, dus uit de tijd dat Amsterdam nog een katholieke stad was, was de<br />

ooit vervallen brug door geestelijken tijdens de vastenavondvreugde in brand gestoken. De brug is<br />

door hen ook weer hersteld. Dit heeft mogelijk tot de naam ‘Papenbrug’ geleid.<br />

62


De Papenbrug, circa 1875<br />

Papenbrugsteeg 2012 Warmoesstraat, 2012, foto: Frank Lucas<br />

63


6. Warmoesstraat no.143<br />

Dit pand is in 1727 gebouwd. Het heeft een halsgevel. Het pand is een rijksmonument.<br />

Aan de achterzijde heeft het pand nog een uitpandige, omtimmerde trap uit de 16 de eeuw. De trap<br />

liep buitenom het huis om ruimte te besparen. De bouw daarvan was alleen voor de zeer rijken<br />

weggelegd. Het pand dat in de 16 de eeuw op deze plek stond, heette ‘Inghelenborch’. In dit pand<br />

woonde van 1518 tot 1532 de eerste Amsterdamse drukker en belangrijk uitgever Pieterz.<br />

Daarna werd het bewoond door lakenkoper Govert Dircksz Wuytiers (1548-1615). Het laken (‘wollen<br />

stof’) werd in de stegen op het binnengebied van het blok gevold (tot vilt gemaakt) en geverfd. In de<br />

tweede helft van de 16 de eeuw werd in het pand ook nog een herberg gedreven door Cornelis Looffs.<br />

Nu is de biologisch-dynamische en fair trade koffiezaak Greendayz in het pand gevestigd.<br />

7. Warmoesstraat no. 145<br />

De gevel van het pand is uit het tweede kwart van de 17 de eeuw. Het pand heeft een klokgevel van<br />

een bijzonder model. Het huis zelf is circa 1560 gebouwd en heette ‘De Gulden Clock’. Diverse<br />

originele bouwelementen, zoals de spanten van het bouwskelet, zijn gerestaureerd en nog goed<br />

zichtbaar.<br />

Warmoesstraat 145, rechterpand, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Uit dit pand komen prachtige eikenhouten steunbalken, zogeheten korbelen, uit 1580 met bijzonder<br />

houtsnijwerk. Ze dragen afbeeldingen van onder meer de liefde, de gerechtigheid, het wapen van<br />

Polen en het wapen van Amsterdam. De korbelen, ooit grof losgezaagd, zijn gerestaureerd en<br />

opgenomen in de collectie van het Amsterdam Museum. Oorspronkelijk waren ze beschilderd.<br />

64


Warmoesstraat 145, korbelen, 1560, uit het achterhuis(l) en uit het voorhuis(r), collectie: Amsterdam Museum<br />

In h et achterhuis van no. 145 werd een uniek 16 de eeuws cassette-plafond ontdekt, dat ook<br />

in Europese context bijzonder was. Maar het kwam dusdanig door schimmel aangetast onder de<br />

afdekkingen vandaan, dat het niet meer te redden was. Delen ervan zijn opgeslagen.<br />

Warmoesstraat 145, plafond achterhuis 1560,<br />

foto:Bureau Monumenten en Archeologie Amsterdam<br />

Tijdens het restauratieproject bleek dat het gehele achterhuis gesloopt moest worden. De fundering<br />

is in de grond achtergebleven. Door middel van straattegels met een andere kleur zijn de contouren<br />

van het grondoppervlak van dit bijzondere en ooit zeer luxe huis wel zichtbaar gebleven.<br />

In vroegere eeuwen werden de stegen niet gebruikt als doorgang tussen de Warmoesstraat en de<br />

Oudezijds Voorburgwal Er stond allerlei bebouwing in de weg. Wel bestond er recht op overpad:<br />

bewoners van de Warmoesstraat konden, volgens nauwkeurige bepalingen, binnendoor over<br />

andermans terrein naar de Oudezijds Voorburgwal.<br />

65


Nieuw in de geschiedenis is dat de stegen van het blok blok nu zonder obstakels van de<br />

Warmoesstraat tot aan de Oudezijds te doorkruisen zijn.<br />

De onderdoorgang op no. 145 is begin 20 ste eeuw als brandgang voor het theater op Warmoesstraat<br />

no. 139 aangelegd.<br />

8. Warmoesstraat no. 147 - no. 151<br />

Willem van Oranje<br />

Op deze plek stond in de 16 de eeuw het huis van Dirc Scaep. Hij had er van 15 december 1566 tot 18<br />

januari 1567 Willem van Oranje te gast die ‘op stadsrekening’ bij hem logeerde.<br />

In de zomer van ’66 woedde de Beeldenstorm in de stad. De prins kwam bemiddelen tussen de<br />

protestanten en het katholieke stadsbestuur. Tijdens zijn verblijf pleitte hij voor het gedogen van de<br />

protestantse prediking.<br />

In de 17 de eeuw stonden twee panden op de plek. Huisnummers bestonden nog niet. Lokalisering<br />

gebeurde door de huizen namen te geven. Aan de linkerzijde stond ‘Het Vergulde Paard’ en aan de<br />

rechterzijde ‘De Vergulde Passer’, het huis van een boekdrukker en houtsnijder.<br />

Drukkerij Ellerman Harms & Co<br />

In 1892 gaf drukkerij Ellerman Harms & Co opdracht aan architect Abraham Salm (1857 - 1915) tot<br />

het bouwen van een monumentaal bedrijfspand. De gerenommeerde drukkerij zat daarvoor in de<br />

Spuistraat (en behoorde in 1881 tot de eerste 150 telefoonabonnees van het land).<br />

Abraham Salm, 1910, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

66


Salm was een eclectisch architect. Hij maakte gebruik van vormen en elementen uit verschillende<br />

bouwstijlen en verenigde bijvoorbeeld Hollandse renaissance met italianiserende vormen en<br />

elementen uit de ‘chalet’-stijl.<br />

Dit pand met de opvallende rondboogvensters, is strak en sober voor zijn doen.<br />

Warmoesstraat 147-151, 2012, foto: Frank Lucas<br />

In de tweede helft van de 19 de eeuw werd het binnenterrein van het blok in korte tijd helemaal<br />

volgebouwd. Dit kwam vooral door de enorme, van binnen bijzonder vormgegeven werkplaats van<br />

de drukkerij. Deze loopt door tot aan de Oudezijds Voorburgwal.<br />

De drukkerij werd later geleid door een driemansschap en kreeg de naam DeBussy, Ellerman en<br />

Harms. Veel werknemers van de drukkerij woonden boven de zaak in de Warmoesstraat.<br />

Toen er in jaren ‘70 plannen bestonden om het <strong>Blaauwlakenblok</strong> grotendeels af te breken, was met<br />

name directeur DeBussy een energiek sympathisant van de toenmalige bewoners die voor het<br />

behoud van het blok streden.<br />

67


Warmoesstraat 147-151, interieur studentensociëteit, 2012, foto: Frank Lucas<br />

De voormalige kantoren van de drukkerij aan de straatzijde worden nu onder meer gebruikt door<br />

werkcollectief ‘Bureau Warmoesstraat’. De kolossale werkplaats wordt sinds 1994 gebruikt door de<br />

studentensociëteit ASC /AVSV. Deze mannen- en vrouwensociëteit zijn gefuseerd toen het corps in<br />

de jaren ‘90 vrijwel geen leden meer trok.<br />

Het openingsfeest in 1994 werd op last van de buren na een paar uur stilgelegd. De juiste papieren<br />

ontbraken. De sociëteit is vervolgens twee jaar in de weer geweest om alsnog de benodigde<br />

vergunningen te verkrijgen.<br />

De meeste bewoners van het <strong>Blaauwlakenblok</strong> waren niet blij met de komst van de studenten. Er<br />

was een clash van culturen. Ook werd er gevreesd voor overlast die er een periode ook inderdaad<br />

was. De laatste tijd gaat het redelijk goed, ook door regelmatig overleg tussen de bewoners en de<br />

studenten.<br />

Studenten van corps ASC /AVSV, 2012, foto: Frank Lucas<br />

68


9. Warmoesstraat no. 153<br />

Dit pand is in de 19 de eeuw gebouwd. Het heeft een gevel onder een rechte lijst.<br />

Het pand is particulier bezit en was niet bij het project betrokken.<br />

Op de derde verdieping woont nog een ex-werknemer van De Bussy, Ellerman en Harms.<br />

Toen de drukkerij nog in bedrijf was, woonden er veel werknemers in de omliggende panden.<br />

Tegenwoordig is het een van de werkruimten van ‘Bureau Warmoesstraat’, een collectief van kleine<br />

bedrijfjes.<br />

10. Warmoesstraat no. 155<br />

In deze winkel had koffie- en theespecialisten Geels en Co. een tijdelijk onderkomen. De winkel van<br />

Geels en Co. was vanaf 1860 in de Warmoesstraat no. 67 gevestigd, maar die zaak werd verbouwd.<br />

In 2013 werd bekend dat de speciaalzaak er, na 150 jaar in de Warmoesstraat winkel te hebben<br />

gehouden, mee op moest houden.<br />

Het gehele pand is eigendom van de studentenvereniging ASC/AVSV . Overdag wordt er in gewerkt,<br />

’s avonds staat het leeg. De vereniging heeft het pand gekocht als buffer tegen de geluidsoverlast. In<br />

het pand is nu ook de entree voor kantorencollectief ‘Bureau Warmoesstraat’.<br />

11. Warmoesstraat no. 157<br />

Dit pand is in 18 de eeuw gebouwd. Mogelijk is het ouder. De top is in de 19 de eeuw vervangen door<br />

een top met een rechte lijst. Het pand is pas onlangs in bezit gekomen van de gemeente en was niet<br />

bij het project betrokken.<br />

Warmoesstraat 157, derde pand van rechts, 2012, foto: Frank Lucas<br />

69


12. Warmoesstraat no. 159<br />

In 1530 was het achter het toenmalige pand nog onbebouwd. In een document wordt het<br />

toenmalige pand beschreven als een huis en een erf ‘van de Kercstraet tot after an die Burchwal toe’.<br />

Het tegenwoordige pand is in 1915 gebouwd. Het is ontworpen door architect Van Gendt (1870 -<br />

1925) voor drukkerij A. Adler. Het pand loopt in een bocht door tot aan de Sint Jansstraat.<br />

Van 1952 tot 2010 was het klooster van de zusters Augustinessen van St. Monica in dit pand<br />

gevestigd. De nonnen verleenden steun en opvang aan hulpbehoevenden en daklozen. Aan de kant<br />

van de Sint Jansstraat was de kapel. Op het binnenterrein lag een kloostertuin.<br />

De nonnen werden oud. Het werk werd te zwaar. Ook wilde het bisdom het pand verkopen. In 2010<br />

verlieten de nonnen het klooster om te verhuizen naar een rustiger oord in Utrecht. De buurt ervoer<br />

hun vertrek als een groot verlies.( http://www.at5.nl/tv/toen-op-de-buis/aflevering/9326)<br />

De nonnen van het klooster Zusters Augustinessen van Sint Monica speelden een belangrijke rol bij<br />

het behoud van het <strong>Blaauwlakenblok</strong>. Toen de Bijenkorf in de jaren ´60 op de plek van het blok een<br />

parkeergarage wilde bouwen, weerstonden zij de druk daarvoor grond af te staan.<br />

Zusters Augustinessen, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

In de jaren daarna sympathiseerden de nonnen met de oorspronkelijke en nieuwe bewoners; de<br />

krakers en kunstenaars. Ze waren altijd bereid tot overleg, dachten mee met - en gaven steun aan de<br />

actievoerders (‘ … ga met die vraag even naar de zuster economie … ’). Ook boden ze ruimte voor de<br />

vergaderingen in hun klooster.<br />

Het toenmalige kloosterpand is pas onlangs in bezit gekomen van de gemeente en was niet bij het<br />

project betrokken. In het pand is nu het bedrijf ‘Reant’ gevestigd. Dat is een adviesbureau voor<br />

winkelinrichting.<br />

70


13. Warmoesstraat no. 163<br />

Dit pand is in het derde kwart van de 18 de eeuw gebouwd. De klokgevel heeft zandstenen elementen.<br />

Warmoesstraat 163, tweede pand van rechts, 2012, foto: Frank Lucas<br />

In dit pand was in de 20 ste eeuw een kantoor van de Staatsloterij gevestigd. Een buurtbewoner<br />

herinnert zich de massa mensen die in de jaren ’50 in de rij stond om een lot te kopen en de<br />

teleurstelling als zij na drie uur wachten te horen kregen dat de loten uitverkocht waren.<br />

De gevelsteen ‘Fortuna reikt de hand’ is in 1935 door beeldhouwer J.C. Schultsz gemaakt naar een<br />

gravure van Hans Sebald Beham (1500-1550). Ook de versieringen onder de rechterknie zijn<br />

overgenomen, alleen de plooien van het kleed zijn wat vereenvoudigd.<br />

Warmoesstraat 163, gevelsteen Fortuna, 1935, C.Schultsz<br />

foto: Pancras van der Vlist/Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen<br />

71


Fortuna, circa 1530, Hans Sebald Beham<br />

14. Warmoesstraat no. 165<br />

Dit pand is in het eerste kwart van de 18e eeuw gebouwd. Het heeft een halsgevel met bijzondere<br />

ornamenten. In 1936 was in het pand een winkel voor boter, kaas en eieren, en in de jaren daarna<br />

zat er een luxe, ‘koude’ bakkerij in.<br />

Boven Warmoesstraat no. 163 en no. 165 lopen de woningen over de breedte van beide panden.<br />

Het is nu een rijksmonument.<br />

In dit pand is edelsmid Cees van Sante werkzaam.<br />

72


4. SINT JANSSTRAAT<br />

o. Sint Jansstraat<br />

De Sint Jansstraat bestaat vanaf halverwege de 14 de eeuw. Over de ontstaangeschiedenis vindt u<br />

meer informatie bij de Sint Annenstraat.<br />

In de 16 de eeuw was de Sint Jansstraat bekend vanwege de vele uitdragerijen; er woonden en<br />

werkten handelaars in gebruikte artikelen als kleren en meubelen. In de 17 de eeuw waren er diverse<br />

boekverkopers gevestigd.<br />

Sint Jansstraat, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Aan de overkant van de straat was tussen de Sint Jansstraat en de huidige Damstraat, een wirwar van<br />

stegen, gangen en dwarsgangen. Het buurtje was een geliefde schuilplaats voor personen die<br />

gezocht werden door de politie. Het blok werd daarom het dievenbuurtje genoemd.<br />

In de tweede helft van 20 ste eeuw zat een melkboer in de straat die later op de hoek van de Oudezijds<br />

Voorburgwal winkel hield en er was een slagerij met de naam ‘Triest’ die eigendom was van een<br />

familie die ook in de straat woonde.<br />

Op de hoek van de Warmoesstraat was een ‘koude’ bakkerij. Verder zaten er een kruidenier,<br />

dameskledingzaak ‘Cor’, wijnhandel Wijnand Fokkinck en boekwinkeltje Altink waar tweedehands<br />

boeken werden verkocht.<br />

In café City en café Ans werkten prostituees. In koffiehuis Rickie en Ben werden de eerste plannen<br />

gesmeed die zouden leiden tot het behoud van het blok.<br />

73


Sint Jansstraat, eind jaren’50, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

Ieder jaar op 24 juni is in de straat het Sint Jansfeest. Op de 24 ste juni wordt de geboortedag van Sint<br />

Jan (Johannes de Doper) herdacht. Ook is op die dag de viering van het midzomerfeest. Het zijn<br />

spectaculaire feesten met zang, dans en vuren.<br />

Een van de uitgangspunten van Project <strong>Blaauwlakenblok</strong> was om cultuur in de buurt te stimuleren en<br />

ruimte te bieden aan de creatieve industrie. In de Sint Jansstraat zijn in 2012 onder meer een<br />

designatelier, een pottenbakkerij, een (kamer)theater, een taalschool, een taartatelier, een ontwerp-<br />

en fotostudio en een buikdansstudio gevestigd.<br />

oo. De naam Sint Jansstraat<br />

De straat is genoemd naar Johannes de Doper. Jezus kwam naar Johannes om zich te laten dopen.<br />

Tijdens het ritueel daalde de Heilige Geest in de gedaante van een duif neer op Jezus' hoofd.<br />

Na een incident met Herodes, koning van Israel, werd Johannes onthoofd. Johannes bekritiseerde de<br />

koning vanwege een affaire die deze had met de vrouw van zijn broer. De eigenlijke reden van<br />

onthoofding was niet zozeer deze kritiek. Herodes vreesde vooral de invloed die Johannes had op het<br />

gewone volk.<br />

(Zie verder bij Sint Jansstraat no. 63 voor meer informatie.)<br />

ooo. De parkeergarage van Krasnapolsy<br />

Na de Tweede Wereldoorlog kreeg economische groei vaak prioriteit boven het behoud van<br />

stedenbouwkundig erfgoed. Er werd groot belang gehecht aan transport in, en bereikbaarheid van<br />

de binnenstad. In de jaren ’60 van de 20 ste eeuw werd nog vrijwel niets aan stadsherstel gedaan.<br />

In 1960 bouwde Krasnapolsky een parkeergarage met de ingang in de Sint Jansstraat.<br />

74


Sint Jansstraat, locatie bouw parkeergarage, midden van de kaart, 1956, collectie: Noord-Hollands archief<br />

De Bijenkorf had in die jaren plannen om op de plek van het <strong>Blaauwlakenblok</strong> een grote<br />

parkeergarage en een kantoortoren te bouwen. Daartoe had de Bijenkorf al veel panden opgekocht<br />

en het bedrijf wilde dit proces geleidelijk voortzetten.<br />

Er werd geen onderhoud meer gepleegd en rond 1975 waren veel panden verkrot en onbewoonbaar<br />

verklaard. Een groot deel van het blok stond op het punt gesloopt te worden.<br />

In de jaren ‘70 verlieten veel oorspronkelijke bewoners hun huizen en moesten veel bedrijfjes de<br />

deur sluiten. Omdat er in die jaren nauwelijks werkruimte voor beginnende kunstenaars was, werden<br />

de leeggekomen panden door kunstenaars gekraakt.<br />

Er kwam toenemend verzet tegen de sloopplannen, ondermeer van de nonnen van ‘zusters<br />

Augustinessen van Sint Monica’ die hun klooster aan de Warmoesstraat hadden. Zo ontstond een<br />

bijzondere samenwerking tussen de oorspronkelijke bewoners, de kunstenaars en krakers en de<br />

nonnen. De plannen van de Bijenkorf stagneerden en uiteindelijk werden deze ingetrokken.<br />

Ongeveer 60% van de panden in het blok werd opgekocht door de gemeente. De toenmalige<br />

wethouder van volkshuisvesting Jan Schaefer sloot contracten met de bewoners en deed hen<br />

voordelige lange termijn-toezeggingen ten aanzien van wonen en werken in het blok.<br />

75


Parkeergarage, links op de foto, 1970, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

Krasnapolsky heeft in de loop der jaren verschillende plannen ontwikkeld om de parkeergarage aan<br />

de buitenkant te verfraaien. Ook is nog overwogen een ondergrondse parkeergarage te bouwen.<br />

Door de bewoners zijn uitgewerkte voorstellen gedaan om de betonnen constructie aantrekkelijk te<br />

maken door middel van een kunstproject. Besprekingen daarover zijn gaande.<br />

Sint Jansstraat, parkeergarage 2012, foto: Frank Lucas<br />

76


Sint Jansstraat, bovenste verdieping parkeergarage, jaren ’70, foto: Marian van de Veen van Rijk<br />

Sint Jansstraat, bovenste verdieping parkeergarage,2012, foto: Frank Lucas<br />

77


1. Sint Jansstraat no.1-3<br />

Dit pand is in het eerste kwart van de 18 de eeuw gebouwd. Het is gerestaureerd.<br />

De woningen maken deel uit van Warmoesstraat no. 163 en Warmoesstraat no. 165.<br />

Het pand een rijksmonument.<br />

2. Sint Jansstraat no.5-7<br />

De voormalige panden op deze plek waren dusdanig verkrot dat ze gesloopt moesten worden. Er is<br />

nieuwbouw voor in de plaats gekomen.<br />

In de jaren ’70 was op deze plek aan de overzijde van de Sint Jansstraat een snookerkelder. Ook zat<br />

er een wat schimmig café dat al in de vroege ochtend door zware drinkers bezocht werd.<br />

3. Sint Jansstraat no. 9 en no. 11<br />

Bij grondwerkzaamheden op het terrein achter deze panden werd in 2004 een halve gevelsteen<br />

aangetroffen, met de cijfers 591. Het bleek om een laat 16 de eeuwse gevelsteen te gaan. Er was een<br />

half hemelbed zichtbaar waarvan het perspectief niet goed kon worden vastgesteld.<br />

Sint Jansstraat 11, 2012, foto: Frank Lucas<br />

78


Hemelbed, circa 1530, gravure Peter Flötner<br />

Na een zoektocht bij Europese kunstcentra bleek de steen te zijn gemaakt naar een zeldzame<br />

houtgravure van de 16de eeuwse Duitse kunstenaar Peter Flötner (1490-1546). Op grond van deze<br />

gravure kon het andere deel van het hemelbed gereconstrueerd worden. Dit is uitgevoerd door Jan<br />

Hilbers. Een subtiel barstje tussen beide delen is zichtbaar gebleven.<br />

Sint Jansstraat, Hemelbed, 2012, foto: Frank Lucas<br />

79


Op de steen staan het jaartal 1591 en de letters GDFC: In Gloria Dei Filii Christi: ‘Ter Ere van<br />

Godszoon Christus’. Op grond van minieme kleursporen kon de oorspronkelijke kleur worden<br />

vastgesteld.<br />

Het pand is gerenoveerd.<br />

4. Sint Jansstraat no. 13<br />

Dit pand is uit 1915. Het is ontworpen door architect Van Gendt (1870 - 1925) en gebouwd voor<br />

drukkerij A. Adler. Het pand loopt in een bocht door naar de Warmoesstraat.<br />

Vanaf 1953 was dit pand een deel van het klooster van de zusters Augustinessen van St. Monica.<br />

Achter de brede deuren was de kapel en daarachter was een kleine kloostertuin.<br />

Het pand is pas onlangs in bezit gekomen van de gemeente en was niet bij het project betrokken.<br />

5. Sint Jansstraat no. 15 - no. 27<br />

Deze huizen zijn in het begin van de 20 ste eeuw gebouwd. Ze zijn gerenoveerd.<br />

Op Sint Jansstraat no. 19 2-hoog, woonde de heer Bertram. Hij was in 1940 geboren en kwam in 1941<br />

in dit huis bij zijn grootmoeder wonen. Het huis was redelijk groot, maar net als de andere huizen in<br />

de straat van slechte kwaliteit en erg gehorig. In het huis ernaast woonde de slager met zijn gezin die<br />

in de Sint Jansstraat zijn slagerij had.<br />

Sint Jansstraat 19, vroegere woning heer Bertram boven reclamebord, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Als kind speelde meneer Bertram vooral in de Nieuwmarktbuurt omdat daar meer kinderen<br />

woonden dan in het Wallengebied. Vanaf 1953 was hij vaak bij een vriendje in de Sint<br />

80


Annendwarsstraat om televisie te kijken. In die straat zaten de prostituees ook toen al achter de<br />

ramen; in de Sint Jan werkten ze vanuit cafés. De straat was gezellig, er was leven in de brouwerij.<br />

Vanaf halverwege de jaren ‘50 was er aan de overkant van de straat een blinde muur. Daarachter<br />

was het braakliggende terrein waar later de parkeergarage op zou komen. Tegen dat voornemen<br />

bestond in die tijd al protest.<br />

Aan de achterzijde van zijn huis keek hij uit op de kloostertuin van de nonnen. De stegen in het blok<br />

liepen dood. Alleen de Leidekkerssteeg was een doorgaand straatje maar er woonde vrijwel<br />

niemand. In de steeg waren vooral werkplaatsen. Ook de oom van de heer Bertram had er een<br />

loodsje waar zeilboten gerepareerd werden.<br />

Na de oorlog heeft hij de straat zien verkrotten. Woningen werden dichtgetimmerd en gestut. In<br />

1961, toen hij in militaire dienst moest, is hij voorgoed uit de straat vertrokken.<br />

Bij de restauratie zijn de voorgevels van no. 15 - no. 27 blijven staan. Achter de gevels is nieuwbouw.<br />

De entree van de woning Sint Jansstraat no. 27 is in de Leidekkerssteeg.<br />

Sint Jansstraat, plek parkeergarage Krasnapolsy, 1958, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

81


Sint Jansstraat, even zijde, 1959, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

6. Sint Jansstraat no. 29 - 33<br />

Hier is nieuwbouw gekomen die ontworpen en uitgevoerd is door AWG-architecten uit Antwerpen in<br />

samenwerking met Buro van Nek - Heinis. De entree van de woningen Sint Jansstraat no. 29 - 31 is in<br />

de Leidekkerssteeg.<br />

Een stelling van AWG-architecten is: ‘De stad is gelijktijdig. De architectuur speelt zich niet af in de<br />

tijd. De tijd passeert in de stad en de stad is de gelijktijdigheid van heden en verleden …’<br />

De etalages in de straat bieden bedrijfjes uit de creatieve industrie gelegenheid zich te presenteren.<br />

De cultureel ondernemers uit de Sint Jansstraat hebben meer mogelijkheden zich naar ‘buiten toe’ te<br />

tonen dan de collega’s in de Sint Annenstraat. De bewoners en ondernemers van de Sint Jansstraat<br />

hebben ’s avonds en ‘s nachts minder last van horden luidruchtige (en soms beschonken ) passanten.<br />

De etalage Sint Jansstraat no. 33 toont buikdanskleding en buikdansattributen en heeft een haast<br />

museale inrichting.<br />

7. Sint Jansstraat no. 35<br />

Dit pand is in 1724 gebouwd. Het heeft een halsgevel. Het pand stond, zoals meer voorkwam in het<br />

blok, via een doorgang (een tussenlid) in verbinding met een achterhuis. In de top is het jaartal<br />

afgebeeld en is een steen met de afbeelding van een kalf zichtbaar. Boven de winkelingang is een<br />

bijzondere tussendorpel met een uit hout gesneden stierenkopje.<br />

82


Sint Jansstraat 35, 2012, foto: Frank Lucas<br />

In de tweede helft van de 19 de eeuw tot halverwege 20 ste eeuw was in de winkel een slagerij<br />

gevestigd. De slagerij was gestart door Duitse immigranten, de broers Meuser. Carl Meuser woonde<br />

met zijn vrouw en drie kinderen boven de zaak. Na het overlijden van Carl in 1898 werd de zaak<br />

overgenomen door slager R. Triest.<br />

In de jaren ’30 sloot de slagerij en kwam in de winkel een ‘wasch- en strijkinrichting’.<br />

Sint Jansstraat 35, jaren ’30, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

83


Sint Jansstraat 35, 1983, foto Ino Roël, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

Het pand verkeerde in buitengewoon slechte staat. Bij de restauratie is zoveel mogelijk van het oude<br />

pand behouden en zijn oude elementen hergebruikt.<br />

Het kalf in de top en het stiertje boven de deur bleven, en ook de slagershaken hangen nog in de<br />

winkel. In het achterhuis is nog een enorme 18de eeuwse schouw waar de worsten gerookt werden.<br />

Sint Jansstraat 35, 2012, foto: Frank Lucas<br />

84


Het woonhuis boven de winkel is Sint Jansstraat no.45 en heeft de entree in de Leidekkerssteeg. Het<br />

pand is gerestaureerd. Het is een rijksmonument.<br />

Nu is het een ruimte voor een ’funny photoshoot’; vrouwen kunnen zich achter het raam in de<br />

werkkleding van prostituees laten fotograferen.<br />

Sint Jansstraat, jaren ’90, bron: Lieven de Key<br />

8. Sint Jansstraat no. 37 en no. 39<br />

Dit pand is in de 18 de eeuw gebouwd. Het heeft de afdekkingen van zijn klokvormige top verloren.<br />

Het pand is gerestaureerd. Er is een Italiaans cultureel centrum met een radiozender, een Italiaanse<br />

taalschool en ‘kamertheater’ in gevestigd.<br />

85


9. Sint Jansstraat no. 41-47-43 en Sint Jansstraat no. 49-51<br />

De nieuwbouw tussen no. 41 en no. 49 is ontworpen door AWG architectengroep. Woonstichting De<br />

Key wilde op deze plek in de Sint Jansstraat nieuwe panden die aan zouden sluiten op de oude<br />

bebouwing. Voor de bewoners moesten er balkons of andere buitenruimten komen en in de steeg<br />

een gemeenschappelijke plek.<br />

Door een gesloten huizenrij zou het zicht op de steeg verdwijnen. De architecten wilden dit zicht<br />

behouden omdat stegen karakteristiek zijn voor het blok. Rekening houdend met de overige wensen,<br />

werd besloten om in de Sint Jansstraat nog een tweede toegang te maken.<br />

Sint Jansstraat, tekening eindfase oneven zijde, bron: Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad<br />

Het oppervlak aan de linkerkant van de ingang was te klein voor één woning. Ook zou een balkon aan<br />

die kant het licht uit de steeg weghouden. De oplossing werd gevonden in de bouw van een<br />

luchtbrug tussen de kamers van één woning. No.41 heeft links één kamer en aan de rechterzijde<br />

twee kamers en een balkon. Het totale oppervlak van de woning is 70m².<br />

Over de luchtbrug is vanuit het trappenhuis aan de rechterzijde een overgang naar een woning aan<br />

de linkerzijde. Deze woning (no. 47) heeft twee verdiepingen en een dakterras.<br />

Omdat de twee gedeelten van de woning smal zijn en de vloeroverspanning gering, was het mogelijk<br />

de vloeren van hout te maken. Dat had als voordeel dat er bij de bouw in de smalle steeg geen zwaar<br />

materieel nodig was voor het storten van beton.<br />

86


Sint Jansstraat 49-43, 2012, foto’s: Frank Lucas<br />

87


11. Sint Jansstraat no. 53<br />

Dit pand is in de 17 de eeuw gebouwd. Het heeft een eenvoudige klokgevel uit de 18 de eeuw.<br />

Hier woonde Johannes de Paep die van 1643 tot 1650 conciërge van de Amsterdamse beurs was.<br />

Naast zijn werk als beursknecht bood hij zijn diensten aan als zelfstandig bemiddelaar. Hij<br />

adverteerde met de volgende tekst:<br />

‘Aan alle H.H. Cooplieden en Winkeliers Uwe E.E. zij kenbaer dat Johannes de Paep aen Heeren,<br />

Cooplieden en Winkeliers verhuurt en bestelt Boeckhouders, knechts en Winkelknechts, Zoo binnen als<br />

buiten ‘slants, oock kostgangers en Commensaalen, een iedernaer zijn gelt en gelegenheit.<br />

Indien iemant zijnen dienst behoeft, hij woont inde s.t Jans straet inde fransch pletbanck een ygenlijck<br />

ten dienst.’<br />

Johannes de Paep, circa 1650, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

88


Op de gravure van Cornelis de Visscher staat hij achter een balustrade en is ‘ter halver lijve’<br />

zichtbaar. Op de achtergrond is de binnenplaats van de Beurs van architect Hendrick de Keyser te<br />

zien. Linksboven is het wapen van Amsterdam afgebeeld en onderaan het Amsterdamse stadszegel<br />

met een koggeschip. Johannes de Paep overleed in 1650.<br />

Het pand is een rijksmonument.<br />

12. Sint Jansstraat no. 57<br />

Dit pand is in de 18 de eeuw herbouwd, maar heeft een redelijk compleet houtskelet uit het begin van<br />

de 17de eeuw. Het heeft een klokvormige top en rollagen (een rij verticaal gemetselde stenen boven<br />

de ramen) uit de 19 de eeuw.<br />

In dit pand woont Freek. Hij is van de huidige bewoners degene die het het langst in het blok woont.<br />

en is ‘het geheugen van het blok’; hij kent vele verhalen.<br />

Sint Jansstraat, Freek, jaren ’70, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

Freek kwam in 1968 naar Amsterdam en woont sinds 1970 in de Sint Jansstraat. De eerste vijf jaar<br />

was hij eigenaar van een uitdragerij, een brick-a-brack, op no. 55. Daarna heeft zeventien jaar kamers<br />

van prostituees schoongemaakt. De laatste jaren brengt hij de Metro en de Spits rond.<br />

Freek is oecumenisch gezind en actief in het kerkelijk leven. Hij kan prachtig preken. Ook doet hij veel<br />

vrijwilligerswerk.<br />

Voor de start van het renovatieproject had hij ‘klein Artis’ op het achterterrein. Er liepen twee witte<br />

Amerikaanse wolfsherders, kalkoenen, kippen, dwerggeiten, chinchilla’s en Jacobsschapen rond.<br />

Toeristen stonden vanaf het dak van de parking van Krasnapolsky naar zijn kleine dierentuin te<br />

kijken.<br />

89


Tijdens de restauratie heeft hij in een wisselwoning in de Sint Annenstraat gewoond. Hij heeft toen al<br />

zijn oude spullen achtergelaten. De dieren zijn naar het asiel gebracht. Nu is teruggekeerd naar zijn<br />

vroegere huis dat uit drie verdiepingen bestaat. Freek heeft op iedere verdieping één kamer.<br />

Sint Jansstraat 57, 2012, foto’s: Frank Lucas<br />

De bovenruimte van het middelste pand was 1.85 m. hoog; niet hoog genoeg om er een bruikbare<br />

woning van te maken. De voorgevel en de kap zijn daarom op drie plaatsen met extra lagen<br />

metselwerk verhoogd: onder de vier ramen, boven de vier ramen en boven het kleinere raam. In<br />

totaal is zo vijftig centimeter gewonnen.<br />

90


13. Sint Jansstraat no. 63<br />

Boven de deur is een gevelsteen met een afbeelding van ‘De doop in de Jordaan’. In het midden is<br />

een geknielde Christus te zien. Hij wordt gedoopt door Johannes de Doper, die rechts van hem staat.<br />

Vanuit de hemel daalt Gods Geest neer in de gedaante van een duif.<br />

De steen zat tot 1940 in de voorgevel van het toenmalige hoekpand aan de Oudezijds Voorburgwal .<br />

Dat pand heette begin 16 de eeuw ‘Den Ouden Leren Emmer’.<br />

Sint Jansstraat 63-69, 2012, foto: Frank Lucas<br />

91


Sint Jansstraat 63, gevelsteen Johannes de Doper, foto: Frank Lucas<br />

De steen is gehakt naar een gravure van Philips Galle (1537-1612), die op zijn beurt een schilderij van<br />

Maarten van Heemskerck (1498 - 1574) als voorbeeld genomen had.<br />

De Doop van Christus, circa 1560, M. van Heemskerck, collectie: Rijks Museum Amsterdam<br />

92


Sint Jansstraat, beeld Sint Jan, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Aan de overzijde, op een sokkel aan de muur, is een beeld van Johannes de Doper. Het beeld is<br />

gemaakt door beeldhouwer Ton Mooy.<br />

Johannes is weergegeven met het Lam Gods en een staf met een lint eraan met de tekst ‘Zie daar het<br />

Lam Gods’. Dat is een uitspraak die Johannes deed toen hij Jezus doopte. Het Lam Gods staat voor<br />

het mensenoffer. Het refereert aan het feit dat Jezus zichzelf aan het kruis opofferde om alle zonden<br />

van de mensen op te kunnen heffen.<br />

14. Sint Jansstraat no. 63 - no. 69<br />

Voor deze panden konden de bewoners kiezen tussen een zogenaamde kleine beurt of groot<br />

onderhoud waar ook funderingsherstel toe behoorde. De bewoners kozen aanvankelijk voor de<br />

eerste optie.<br />

Na onderzoek bleken de fundering en vloeren dusdanig slecht dat behoud onverantwoord was. Er<br />

volgde een impasse in de besprekingen tussen de bewoners en de woonstichting. De Key heeft de<br />

knoop doorgehakt en gekozen voor een radicale aanpak. De renovatie van deze panden vond<br />

daardoor later plaats dan aanvankelijk was gepland.<br />

Boven de winkel zijn vier woningen gerealiseerd. Ze hebben een balkon in een lichtschacht tussen de<br />

bebouwing.<br />

93


oooo. Overhelling<br />

In de binnenstad hellen veel oude panden voorover. Ze zijn zoals dat heet ‘op vlucht’ gebouwd. De<br />

overhelling heeft verschillende voordelen. Bij het bouwen werd bij iedere verdieping wat<br />

vloeroppervlak gewonnen.<br />

Verder was en is de overhelling handig met hijsen, want vracht komt minder snel tegen de ramen van<br />

de ondergelegen verdiepingen. Ook slaat de regen niet gemakkelijk binnen. En ten slotte zijn de<br />

gevels dankzij de overhelling beter zichtbaar. Dat was belangrijk omdat gevels vaak het pronkstuk<br />

van de panden vormden.<br />

Sint Jansstraat, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Na 1850 mochten huizen alleen nog te lood gebouwd worden, maar die regel geldt nu niet meer: ook<br />

sommige moderne panden worden weer op vlucht gebouwd.<br />

ooooo. Hijsbalken<br />

Hijsbalken bij woonhuizen zijn een typisch Amsterdams verschijnsel.<br />

In de middeleeuwse pakhuizen was vaak een rad met touw op de zolderverdieping geplaatst. In<br />

enkele panden, zoals ook Oudezijds Voorburgwal no. 200., uit die tijd zijn de katrolsystemen die<br />

daarvoor gebruik t werden , behouden gebleven.<br />

Dit systeem werd vervangen door de hijsbalk met losse of vaste haak waar een ‘touw en blok’ aan<br />

bevestigd kon worden.<br />

94


Vanaf het eind van de 16 de eeuw werd het gebruik van hijsbalken ook bij woonhuizen toegepast.<br />

Boven woonhuizen waren vaak pakzolders van een en soms twee verdiepingen. Hijsen was<br />

noodzakelijk. Transport van goederen via de trappen was niet mogelijk omdat de trappen, om ruimte<br />

te besparen, smal waren en bovendien vaak een draaiing hadden.<br />

Veel hijsbalken staan wat schuin op de huizen omdat ze het verlengde zijn van de constructiebalken.<br />

De gevels staan weliswaar loodrecht op de straat maar de huizen lopen daarachter vaak schuin weg.<br />

Hijsbalk 2012, foto: Frank Lucas<br />

Hijsbalken, bron: Wikipedia<br />

95


Er zijn in de binnenstad hijsbalken in alle vormen en maten: simpel en functioneel, met mannen- en<br />

vrouwenhoofden, versierd met dolfijnen, leeuwen en drakenkoppen, in sobere uitvoering en met<br />

rijkversierde kappen. In nieuwbouw is de hijsbalk soms een speels bouwelement.<br />

Datering van de huizen aan de overzijde van de straat:<br />

Sint Jansstraat no. 42 - Sint Jansstraat no. 50<br />

De panden aan de overkant van de straat hebben de volgende datering:<br />

Sint Jansstraat no. 42: 18 de eeuw (huis met klokgevel)<br />

Sint Jansstraat no. 44: 17 de /18 de eeuw<br />

Sint Jansstraat no. 46: 18 de/ 19 de eeuw<br />

Sint Jansstraat no. 48: 18 de/ 19 de eeuw<br />

Sint Jansstraat no. 50: 1651<br />

96


5. BLAAUWLAKENSTEEG<br />

o. Blaauwlakensteeg<br />

In de 14 de eeuw liepen de kavels achter de huizen van de Warmoesstraat diep door tot aan de gracht.<br />

Na de eerste bebouwing aan de Oudezijds Voorburgwal werden de kavels in het binnengebied<br />

opgedeeld en bebouwd.<br />

Hoewel niet afgebeeld op de kaart van Cornelis Anthonisz. was het binnengebied rond 1550 al<br />

grotendeels bebouwd. Voor de bereikbaarheid van de bebouwing werd ruimte opengehouden.<br />

Dit werden de vier stegen die nu nog in het blok aanwezig zijn. De Blaauwlakensteeg, de<br />

Zwartlakensteeg en Gooijerssteeg liepen dood. De Leidekkerssteeg liep al vanaf de aanleg met een<br />

bocht tussen de Oudezijds Voorburgwal en de Sint Jansstraat.<br />

Het Middeleeuwse stegenpatroon is bij Project <strong>Blaauwlakenblok</strong> grotendeels behouden. Nieuw is wel<br />

dat door aanpassingen de stegen nu doorlopen tussen de Oudezijds Voorburgwal en de<br />

Warmoesstraat.<br />

Er zijn in de 18 de en 19 de eeuw in de stegen veel eenkamerwoningen. De Blaauwlakensteeg heeft<br />

volgens een inventarisatie in 1779 naast een stal, een pakhuis en vier kelders meer dan twintig<br />

‘camers’ . Eind 19 de eeuw werd een groot aantal steegwoningen onbewoonbaar verklaard en<br />

gesloopt.<br />

In het begin van de 19 de eeuw telden alle stegen van het blok nog 152 huizen. Dat was bijna drie maal<br />

dichter bebouwd dan tegenwoordig met ongeveer zestig huizen.<br />

De Blaauwlakensteeg en de overige stegen van het blok hebben geen officiele status. Hoewel de<br />

stegen altijd druk bewoond zijn geweest, is er geen huisnummering voor. De adressering is aan de<br />

Warmoesstraat of aan de Oudezijds Voorburgwal .<br />

Voor de renovatie was de steeg geheel volgebouwd met opslagruimten, afdakjes en andere<br />

bouwsels.Ook stond er nog een achterhuis in dermate slechte staat dat het moest worden gesloopt.<br />

97


Blaauwlakensteeg,entree, 2012, foto: Frank Lucas<br />

oo. De naam Blaauwlakensteeg<br />

Deze steeg heette in de 16 de eeuw, naar een uithangteken, ook wel Blauwehandsteeg. In de 17de<br />

17 de eeuw werd de steeg soms Ververssteeg en Blauververssteeg genoemd.<br />

Op de hoek Blaauwlakensteeg - Oudezijds Voorburgwal no. 158 was in 1602 een huis en ververij ‘Het<br />

Blaeuwe Laecken’. In 1658 heette het hoekpand van de steeg ’t Vlies’ en een ander pandje in de<br />

steeg: ‘Het Oude Vlies’. Met vlies werd de schapenhuid zonder wol bedoeld.<br />

In en nabij het blok was vanaf het begin de 14 de eeuw een bloeiende lakenproductie; de oudste van<br />

de stad. Laken is geweven wol. In de buurt vond lakennijverheid plaats; er werden beroepen<br />

uitgeoefend zoals snijder, hoeden- en kleermaker.<br />

98


Werkzaamheden lakenproductie, circa 1595, Isaac Claesz. van Swanenburg, collectie: Lakenhal Leiden<br />

Er zijn in de jaren ’80 van de 20 ste eeuw spectaculaire opgravingen gedaan op een perceel bij<br />

Warmoesstraat no.105. Dat is in het naastgelegen blok. In- en rond een huis uit de 14 de eeuw zijn<br />

lakenloodjes, scharen, messen, messcheden, benen, naalden en priemen gevonden.<br />

Er zijn ten tijde van het project op plekken waar bodenmonderzoek is uitgevoerd 21 vroegere<br />

waterreservoirs gevonden. Die bestonden uit schoonwaterreservoirs waarin het regenwater werd<br />

opgevangen voor drinkwater en vuilwaterreservoirs met grond- en grachtenwater dat ook voor het<br />

vollen en de ververij bruikbaar was. Met behulp van waterscheppen werd water uit de gracht<br />

gehaald en via goten naar de ververijen geleid.<br />

In het <strong>Blaauwlakenblok</strong> werd vooral mannenwerk uitgevoerd: het weven, het vollen en het verven.<br />

De lakenarbeid die door vrouwen werd uitgevoerd, met name het schoonmaken, kammen en<br />

spinnen vond vaak plaats in de dorpen rondom Amsterdam.<br />

ooo. Lakenindustrie<br />

Laken<br />

De namen van twee van de vier stegen van het <strong>Blaauwlakenblok</strong> hebben met de lakenproductie te<br />

maken. ‘Laken’ is geweven en daarna vervilte wol. Het is warm, stevig, slijtvast en vuil- en<br />

waterafstotend.<br />

Lakenhandel was vanaf de 14 de eeuw voor Amsterdam van grote betekenis. Het laken was zowel voor<br />

de lokale markt als voor de export naar met name de Oostzeegebieden bestemd.<br />

Er woonden lakenhandelaars (drapeniers) in de Warmoesstraat die vanuit hun kostbare panden<br />

handel dreven. Ook aan de Oudezijds Voorburgwal stonden huizen en pakhuizen van<br />

99


lakenhandelaars en lakenververs. De vaak vermogende lakenproducenten hadden arbeiders in dienst<br />

die werkzaam waren in de werkplaatsen op het binnenterrein.<br />

Werkzaamheden<br />

In de lakenproductie bestond een scheiding in vrouwen- en mannenwerk: de vrouwen werkten als<br />

kamsters, spinsters, knipsters, kaardsters en snijders. De mannen waren de wassers, de wevers, de<br />

vollers en de ververs.<br />

Na het schoonmaken van de wol, kamden de kamsters de wolharen in dezelfde richting. Spinsters<br />

maakten daar lange draden van die door de wevers tot een laken van een bepaalde grootte werden<br />

geweven.<br />

Werkzaamheden lakenproductie, circa 1595, Isaac Claesz. van Swanenburg, collectie: Lakenhal Leiden<br />

Door in een grote kuip met urine, water en aluin langdurig op de geweven lakenstof te trappen,<br />

maakten de zogenaamde vollers van het laken een dichte stof. Vollers is oud-Nederlands voor<br />

‘vullers’.<br />

De kaarders met hun kaardebollen (van de gelijknamige plant; een distelsoort) maakten het laken<br />

weer wat wolliger, waarna de scheerders het oppervlak netjes afwerkten. Vervolgens werd het laken<br />

tot op de juiste lengte opgerekt en tenslotte gevouwen.<br />

Het verven van de stof kon op twee momenten in het process plaatsvinden. De woldraden konden<br />

direct na het spinnen geverfd worden of het verven vond plaats als het laken al geweven was.<br />

100


De vollers behoorden tot de ‘roerigste lieden’ van de maatschappij en dreigden regelmatig met<br />

stakingen (een ‘ledichganck’) om looneisen kracht bij te zetten. Het kwam ook voor dat zij helemaal<br />

stopten met werken bij een bepaalde werkgever. Bij zo’n ‘uitganck’ pakten de vollers hun biezen en<br />

werkten ze, soms voor een aantal maanden, in een andere stad.<br />

Vollers en ververs<br />

'En nou ick versta, dat de vullers ouwe pis koopen, Nou wil ick me water so licht veerdig niet meer<br />

laten loopen.' (uit: ‘de Spaanse Brabander’, Bredero).Voor een stuiver per halve emmer konden<br />

mensen hun urine verkopen. Urine werd gebruikt bij het wassen, vollen en verven van de wol.<br />

In urine zit ammoniak. Het laken werd in een kuip met urine gedaan. De chemische stof ammonia<br />

zorgt ervoor dat de vezels van de wol rechtop gaan staan. Door het langdurig stampen haken de<br />

vezels van de wol in elkaar. Daardoor wordt de stof vervilt. Vilt is dus samengeperste wol.<br />

Ook wordt de verfstof door het ‘vollen’ duurzaam aan de lakense stof gehecht.<br />

Vanaf de 17e eeuw werd het vollen ook door volmolens gedaan. Dit konden tredmolens zijn of<br />

molens die werden aangedreven door paarden.<br />

Vollers kerkraam 15de eeuw, collectie: Historisch Openluchtmuseum Eindhoven<br />

Ververs<br />

Tot in de 16 de eeuw werd de kennis over het wolverven overgebracht door overlevering. De<br />

verversgilden bewaarden hun geheimen. Het textielverven was een met mystiek omgeven arbeid.<br />

Laken werd meestal effen gekleurd. Voor blauw laken werd als verfstof de plant wede gebruikt.<br />

Nadat de blauwververs water door een aantal toevoegingen hadden verzacht, werd een geknede bal<br />

van de wedeplant toegevoegd. Later werd voor het blauw kleuren indigo uit Indië geïmporteerd.<br />

101


Voor het zwart gekleurde laken werd de wol van zwarte schapen gebruikt. Het zwartlaken werd<br />

diepzwart gemaakt door de zwarte wol nog een blauw - en rood verfbad te geven. Soms kreeg zwart<br />

laken een bad met de toevoeging van galnoot of boomschors. Dit was een goedkoper procedé, maar<br />

het laken werd sneller vaal.<br />

Na het vollen en verven werden de lakens aan ramen gedroogd en opgerekt. De standaardmaat voor<br />

een onbewerkt Hollands laken was 3,5 meter x 35 meter. Dat is 40 kilo wol. Na het vollen, verven en<br />

weer rekken werd een ‘laken’ 2,5 bij 30 meter.<br />

Het laken werd na te zijn gevold en geverfd naar een van de 150 ramen aan de Raamgracht gebracht.<br />

De Staalmeesters, 1662, Rembrandt van Rijn, collectie: Rijks Museum, Amsterdam<br />

De staalmeesters contoleerden de kwaliteit van het laken. Er kwam een lakenloodje aan te hangen<br />

als het laken de kwaliteitstest goed doorstaan had. Als 'laecken an den raem' geen lood 'creech by<br />

sculde van den verwer' moest de verver het laken kopen tegen de prijs van een laken van hoge<br />

kwaliteit.<br />

1. Blaauwlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal 138<br />

Eind 19 de eeuw woonde Douwe van Egten in de steeg. Douwe was op 11 november 1839 in een dorp<br />

nabij Leeuwarden geboren.<br />

Hij heeft in zijn leven zes keer en in totaal vijftien jaar gevangen gezeten. Alle veroordelingen werden<br />

uitgesproken voor kleine diefstallen. Omdat hij vaak voor de rechtbank moest verschijnen en zijn<br />

<strong>verhaal</strong> keer op keer genoteerd werd, is er vrij veel over hem bekend gebleven.<br />

102


Douwe trouwde in 1863 en kreeg hij een zoon en dochter. In mei 1865 brak hij in bij een timmerman.<br />

Hij stal enkele planken en wat gereedschap. Niet veel later nam hij kleding en stoffen mee van een<br />

goederenkar. Hij bracht deze naar de Bank van Lening. Daar gebruikte hij een valse naam en liep<br />

daardoor tegen de lamp.<br />

Douwe van Egten, foto’s: familiealbum<br />

Douwe werd tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld en was in afwachting van een plek in de cel.<br />

Ondertussen stal hij nog ergens een kookkachel en een vensterluik. Van het luik timmerde hij een<br />

tafel. Hij stond langs de kant van de weg achter de tafel snoep te verkopen, toen hij werd betrapt<br />

door een passerende brugwachter die dat luik toevallig kwijt was.<br />

Nog in 1865 werd zijn straf door dezelfde rechters verhoogd tot zes jaar. In het vonnis stond dat voor<br />

deze overtredingen in sommige gevallen de doodstraf uitgesproken kon worden, maar dat gold niet<br />

voor Douwe ‘gelet op de geringheid des nadeels door het misdrijf toegebragt’.<br />

Terwijl hij zijn straf uitzat, overleden zijn vrouw en dochtertje. Hij kwam in 1871 vrij, werd nog<br />

datzelfde jaar opgepakt voor het stelen van kleding en opnieuw veroordeeld, deze keer tot nog eens<br />

twee jaar gevangenisstraf.<br />

103


In 1873 kwam hij naar Amsterdam. Aanvankelijk werkte hij als bakkersknecht en woonde bij zijn baas<br />

in een pand in de Utrechtsestraat. In mei 1874 verhuisde hij naar een ‘camer’ in de Blaauwlakensteeg<br />

op de hoek van Oudezijds Voorburgwal no. 154.<br />

Hij kreeg een relatie met Dina Cornelissen (‘zonder beroep’) die in een kamer in de Blaauwlakensteeg<br />

woonde. In januari 1875 verhuisden ze naar de Sint Jansstraat no. 61 en trouwden dezelfde maand<br />

‘in tegenwoordigheid van de broer van de echtgenote, en van een militair, een stoker, een schilder en<br />

een aansteker’.<br />

In 1875 kregen ze zoon Jan, die later boekbinder zou worden. Douwe was niet lang vrij man. 1876<br />

werd hij vanwege diefstal van zijn werkgever veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar. Op<br />

27 november 1882, enkele maanden na zijn vrijlating, overleed hij, 43 jaar oud, in het<br />

Binnengasthuis.<br />

2. Blaauwlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal no. 140<br />

Dit pand is door de bewoners nieuw opgetrokken op de plek van hun voormalige woning. Het<br />

ontwerp is van architect Johan Nust. De woning heeft vanaf het dak een mooi uitzicht op de Oude<br />

Kerk. De balken van het pand uit de 18de eeuw dat voorheen op deze plek stond, zijn opgenomen in<br />

de constructie van het nieuwe huis.<br />

3. Blaauwlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal no. 146 - no. 148<br />

Woonstichting De Key gaf voor deze plek de opdracht om een ‘praktische, flexibele, betaalbare en<br />

duurzame’ sociale huurwoning te bouwen; een eenvoudig strak huis met 4 gevels. De huidige<br />

huurder woonde in een woning gevuld met kleur, kunst, verzamelingen en herinneringen, in een huis<br />

waar elke hoek en muur benut werd.<br />

Met de huurder in gedachten ontwierp bureau Abbink X de Haas architectures de woning en<br />

bijbehorend atelier als een ‘witte schatkist met een gesluierde façade’. Het is 185m 2 groot.<br />

Kunstenaar Chris Kabel kreeg de opdracht de sluier te voorzien van een beeld. De aluminium platen<br />

zijn geperforeerd. Door de 48.000 zeshoekige uitsparingen omhoog of omlaag te buigen ontstaan<br />

lichtspeling en schaduwwerking die de wand haar damastachtig patroon geven.<br />

Het kunstwerk is vanuit de Warmoesstraat te zien en ook bij openstelling van de stegen, wat gebeurt<br />

tijdens kunstkijkroutes en op monumentendagen.<br />

104


Blaauwlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal 148, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Damast is een weeftechniek, waarbij de tekening in de stof vooral vanuit een bepaalde hoek goed te<br />

zien is. Het effect ontstaat doordat de voor- en de achtergrond vrijwel dezelfde kleur hebben. In<br />

vroegere eeuwen was damast alleen van zijde. Tegenwoordig kan damast ook van katoen, linnen en<br />

wol zijn. Het woord ‘damast’ is afgeleid van de naam van de stad Damascus.<br />

105


<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 1647, naar kaart Balthasar Florisz. Van Berckenrode, collectie: UB-VU<br />

Tot in de 17 de eeuw werd in de stegen van het blok vooral het zware en grove werk van de<br />

lakenproductie gedaan. Vervolgens werden elders patronen en motieven op de stoffen aangebracht.<br />

Soms waren de decoraties van een bijzondere kunstzinnige kwaliteit.<br />

Laken 17 de eeuw, collectie: Lakenhal Leiden<br />

106


Het uiterlijk van het ‘gesluierde’ pand roept associaties op met verfijnde textiele vormen. Daarnaast<br />

past het kunstwerk, door een bepaalde tijdloosheid die het uitstraalt, goed bij de historische<br />

omgeving.<br />

ooo. Blinde muur<br />

Eeuwenlang liep de Blaauwlakensteeg dood op een achterhuis aan de zijde van de Warmoesstraat.<br />

Dit huis staat al aangegeven op de kaart van Balthazar Florisz. Berckenrode uit 1625. De<br />

achteruitgang van het huis stond in verbinding met de steeg in het binnenterrein.<br />

Tijdens het project bleek het pand dusdanig door schimmel aangetast, dat het gesloopt moest<br />

worden. Door de sloop is er een doorgang tussen de Oudezijds Voorburgwal en de Warmoesstraat<br />

gekomen. Bovendien hebben bewoners aan de kant van de Warmoesstraat meer licht in hun<br />

woningen gekregen. De contouren van het achterhuis zijn nu nog in de muur zichtbaar.<br />

In dit achterhuis was een zeldzaam 16 de eeuws plafond ontdekt, dat ook in Europese context<br />

bijzonder was, maar het was dusdanig door schimmel aangetast dat het niet meer te redden viel.<br />

Wel zijn delen van het plafond opgeslagen.<br />

De steeg was in de kraakperiode overkoepeld met een puntdak. Daaronder had een aantal bewoners<br />

werkruimten en opslagplaatsen. Onbedoeld diende de dakconstructie ook als steun voor de<br />

buitenmuur van de studentensociëteit. De muur behoort tot het opvallende pand van architect Salm<br />

in de Warmoesstraat op no. 147 - no. 151 en vormde tot 1994 de buitenmuur van een drukkerij.<br />

Door gebrekkig onderhoud was de muur dusdanig verrot dat deze ging bollen toen de overkoepeling,<br />

in het kader van het project, weggehaald werd. Inmiddels is de muur gerenoveerd.<br />

Blaauwlakensteeg, muur voor de renovatie, 2012, foto: Frank Lucas<br />

107


4. Blaauwlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal no.145h<br />

De toneeltoren<br />

De toneeltoren is een monumentaal overblijfsel van het theater dat eind 19 de eeuw in<br />

Warmoesstraat no. 139 gevestigd was. Een toneeltoren is de grote ruimte boven het toneel waar<br />

buiten het zicht van het publiek, decor en verlichting worden opgehangen.<br />

Deze toneeltoren is 22 meter hoog. Het is nu een huis van vier verdiepingen, van binnen geheel naar<br />

eigen smaak verbouwd en ingericht door de huidige bewoner.<br />

Blaauwlakensteeg, voormalige toneeltoren, 2012, foto: Frank Lucas<br />

5. Blaauwlakensteeg/Warmoesstraat no. 145 (a t/m h)<br />

Deze woningen hebben de huisnummers van de Warmoesstraat, maar de entree tot de huizen is<br />

vanaf de Blaauwlakensteeg. De doorgang vanuit de Warmoesstraat was begin 20 ste eeuw aangelegd<br />

als brandgang voor het theater op Warmoesstraat no. 139.<br />

De huizen rondom het blok hadden vaak achterhuizen die met een overloop verbonden waren met<br />

het voorhuis. In een van de achterhuizen was een zeldzaam plafond ontdekt dat rond 1560<br />

gedateerd werd. Het plafond was een spectaculaire ontdekking maar was niet meer te redden.<br />

Het pand dat in de 16 de eeuw op deze plek stond, heette ‘Inghelenborch’. In dit pand woonde van<br />

1518 tot 1532 de eerste Amsterdamse drukker en belangrijk uitgever Pieterz.<br />

Daarna werd het bewoond door lakenkoper Govert Dircksz Wuytiers (1548-1615). Het laken, de<br />

wollen stof, werd in de stegen op het binnengebied van het blok gevold en geverfd.Tijdens het vollen<br />

werd de wollen stof vervilt doordat de vollers langdurig met hun voeten in een kuip met urine, water<br />

en aluin op het laken stampten.<br />

108


Blaauwlakensteeg/Warmoesstraat 145, uitpandige trap, 2012, foto Frank Lucas<br />

Aan de achterzijde heeft het pand nog een met hout omtimmerde uitpandige trap uit de 16 de eeuw.<br />

De trap liep buitenom het huis om ruimte te besparen. Het is een van de weinige uitpandige trappen<br />

die in Amsterdam voorkwamen.<br />

<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 1538, kaart van Cornelisz Anthonisz, collectie: Amsterdam Museum<br />

109


.Op de kaart van Cornelis Anthonisz. uit 1538 zijn er in heel Amsterdam zes traptorens te vinden<br />

waarvan twee in het <strong>Blaauwlakenblok</strong> stonden. Op de kaart is een traptoren, gesitueerd in de<br />

Zwartlakensteeg, duidelijk zichtbaar. Alleen de zeer welgestelden konden zich de bouw van dit soort<br />

trappen permitteren.<br />

Blaauwlakensteeg/Warmoesstraat 145, uitpandige trap, 2012, foto Frank Lucas<br />

De trap in pand Warmoesstraat no. 145a heeft in de 19 de eeuw een bijzondere ijzeren leuning<br />

gekregen die op een specifieke wijze is aangebracht om te ruimte te besparen<br />

<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 1983, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

110


oooo. Houten huizen<br />

Tot 1500 waren alle huizen in de stad opgetrokken van eikenhout. De straten waren bruin gekleurd.<br />

De meeste huizen waren geteerd en hadden de daken van riet. Het hout kwam uit de bossen van<br />

Drenthe en uit het Gooi en werd met schepen aangevoerd. Het riet kwam uit de lage landen rondom<br />

de stad.<br />

In 1421 en in 1452 waren er twee verwoestende stadsbranden. Bij de laatste brand was tweederde<br />

van de houten behuizing in vlammen opgegaan. Ook van de huizen in het blok bleef niets over. Na de<br />

laatste brand besloot het gemeentebestuur dat de zijgevels van alle huizen van steen moesten<br />

worden. De stenen muren werden vaak tegen de oude houten geraamten van de vroegere huizen<br />

aangebouwd.<br />

Houten huizen, eerste helft 15 de eeuw, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

Het oppervlak van Amsterdam was in de 14 de en 15 de eeuw niet groter geworden maar de bevolking<br />

was wel sterk gegroeid. Er ontstond in de 16 de eeuw ruimtegebrek. Bouwen met steen had het<br />

gunstige gevolg dat er compacter en meer de hoogte in gebouwd kon worden.<br />

De houten voorgevels zoals deze tot tot 1550 bestonden hadden vaak een puntgevel. Tussen 1600<br />

en 1650 werden veel puntgevels vervangen door de stenen trapgevels die toen in de mode waren.<br />

<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 1570<br />

111


6. ZWARTLAKENSTEEG<br />

o. Zwartlakensteeg<br />

Middenin de Zwartlakensteeg stond een pand dat doorgang door de steeg niet mogelijk maakte. Dit<br />

pand was dusdanig vervallen dat het gesloopt moest worden. Daardoor loopt de steeg nu door<br />

tussen de Oudezijds Voorburgwal en de Warmoesstraat en is het er lichter en ruimtelijker geworden.<br />

Het fundament van het pandje is, verscholen onder de stoeptegels, nog wel aanwezig. Indien nodig<br />

kan het ooit zichtbaar gemaakt worden.<br />

In de 18 de en 19 de eeuw waren er veel kamerwoningen in de stegen. Uit een inventarisatie uit 1779<br />

blijkt dat de Zwartlakensteeg negentien ‘camers’ telde. Behalve drie stallen waren er ook<br />

werkplaatsen. Ook in de 20 ste eeuw tot in de jaren ’70, waren er in de steeg werkplaatsen van<br />

ambachtelijke bedrijfjes.<br />

Er waren bedrijfjes voor machinereparatie, metaalconstructie en machinale houtbewerking; er zat<br />

een rollengieterij, een drukinktfabriekje en grafische drukkerij; er was een kruiers- en een<br />

stukadoorsbedrijf. Een haringverkoper die in de Sint Annenstraat woonde, parkeerde in de steeg zijn<br />

haringkarren.<br />

Zwartlakensteeg, ingangOudezijds Voorburgwal, jaren ’50, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />

De ruimten waren vervallen en kwamen leeg te staan. In de tijd van de kraakacties in de jaren ’80<br />

trokken kunstenaars in de voormalige werkplaatsen en startten daar de zogenaamde<br />

ZwartlakenAteliers.<br />

In de Zwartlakensteeg is in het kader van het project zo veel mogelijk buitenruimte teruggebracht.<br />

Dit heeft gestalte gekregen in de vorm van dakterrassen, balkons en binnenplaatjes.<br />

112


<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 1870, kaartencollectie: Stadsarchief Amsterdam<br />

<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 1907, kaartencollectie: Stadsarchief Amsterdam<br />

113


oo. De naam Zwartlakensteeg<br />

Behalve de Zwartlakensteeg heette de steeg in de 16 de en 17 de eeuw ook de ‘verwerssteeg’. Er<br />

bestond wat status betreft een zekere hiërarchie tussen de ververs. De roodververs stonden het<br />

hoogst in aanzien. Daarna kwamen de blauwververs en de geelververs. De zwartlakenververs<br />

stonden onderaan de rangorde.<br />

In de steeg op de hoek Oudezijds Voorburgwal no. 126 woonde in de 16 de eeuw volgens de<br />

belastinggegevens van 1585 de verver Pieter Cornelisz. Zwartelaecken ‘aan wie we de<br />

Zwartlakensteeg mogen toeschrijven’ volgens het tijdschrift ‘Amstelodamum’ in 1906.<br />

1. Zwartlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal no. 124<br />

Dit pand heeft dienst gedaan als pakhuis. Het is ondere meer gebruikt voor graanoplag. Er waren<br />

plannen voor sloop maar omdat achterhuizen en pakhuizen karakteristiek zijn voor het blok, is het<br />

pand behouden gebleven. Dit pand is een gemeentemonument.<br />

Zwartlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal 124, 2012, foto Frank Lucas<br />

Op de kaart van Cornelis Anthonisz. is tegenover deze plek een pand met een traptoren te zien. Dat is<br />

een uitpandige trap waardoor in het huis ruimte werd bespaard.<br />

114


ooo. Appelboomgang<br />

De ‘Appelboomgang’ is een smalle doorgang van zeventig centimeter breed en vijftien meter lang.<br />

Via deze gang konden bewoners in de 16 de eeuw het achterhuis bereiken en was er toegang tot het<br />

toenmalige pakhuis op no. 124.<br />

Het achterhuis op no. 1<strong>28</strong>b stond oorspronkelijk los van het voorhuis maar is daarmee in de loop der<br />

tijd verbonden. In dit huis bevindt zich nog het originele houtskelet uit de 17 de eeuw.<br />

Zwartlakensteeg, Appelboomgang van binnenuit, 2012, foto Frank Lucas<br />

In 1779 ontsluit de Appelboomgang acht éénkamerwoningen, de zogenaamde ‘camers’.<br />

Tijdens de het grootschalige restauratieproject zijn op het binnenterrein een aantal bomen<br />

gesneuveld. De huidige bewoners hebben bij de Appelboomgang een appelboompje geplant.<br />

oooo. Mussenkolonie<br />

Het dak van het 17 de eeuwse rijksmonument aan de Oudezijds Voorburgwal no. 1<strong>28</strong> moest wegens<br />

restauratie gesloopt en herbouwd worden. Op dat dak leefde een van de twee mussenkolonies die<br />

de binnenstad bevolken. Deze kolonie bestaat uit ongeveer vijftig mussen.<br />

De afgelopen vijfentwintig jaar is de huismussenstand sterk achteruit gegaan. In 1980 waren er nog<br />

zo'n twee miljoen mussen in het land maar dat aantal is gehalveerd. Het huidige natuurbeleid heeft<br />

als uitgangspunt dat vogelsoorten die van oudsher in de stad voorkomen een zo optimaal mogelijk<br />

leefklimaat geboden moet worden.<br />

115


Delen van het oude dak van Oudezijds Voorburgwal no. 1<strong>28</strong> werden tijdens het project verplaatst<br />

naar een steiger op het binnenterrein van de Zwartlakensteeg. De steiger was acht meter hoog en<br />

eigendom van de gemeente. Het vervangende dak had ‘mussendakpannen’ die voorzien zijn van<br />

invliegopeningen en als nestelplaats dienden.<br />

Zwartlakensteeg, 2012, foto Frank Lucas<br />

Ook de takken van de wingerd die op het dak van no. 1<strong>28</strong> groeide, waren op de steiger geplaatst. Er<br />

werden plantenbakken neergezet met stekelige begroeiing waarin de mussen zich veilig konden<br />

voelen. En dat was nodig zijn want door de verplaatsing had de uil van de Oude Kerk beter zicht op<br />

de kolonie gekregen.<br />

Het was een tijdelijke oplossing. In de omgeving zijn veel ruimtes gecreëerd waar vogels kunnen<br />

nestelen en die worden inmiddels ook door de mussen gevonden. De steiger is bij het aanleggen van<br />

nieuwe bestrating op het binnenterrein afgebroken.<br />

116


2. Zwartlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal no. 112<br />

Het lage gebouw in de steeg is gebouwd door confectiefabriek S.I. de Vries, die zijn werkplaatsen en<br />

magazijnen in de Warmoesstraat had. Het bedrijf wilde met deze uitbouw vanaf de kant van de<br />

Oudezijds Voorburgwal makkelijker bereikbaar zijn in verband met de aan- en afvoer van goederen.<br />

In het gebouw is nu een centrum voor moderne dans: het ‘Internationaal Choreografisch<br />

Kunstencentrum’. Het ICK heeft als doel de dans te verrijken, door artistieke grenzen heen te breken<br />

en zowel de ingevoerde dansliefhebber als nieuw publiek te bereiken.<br />

Het centrum maakt dansproducties van gerenommeerde choreografen en van jonge talentvolle<br />

makers. Het ICK heeft een groot en divers Amsterdams netwerk maar werkt in zowel een nationale<br />

als in een internationale context.<br />

De studio is particulier eigendom. De eigenaar woont ook in het blok. Hij heeft het pand voor een<br />

termijn van 15 jaar in eigendom met een optie het contract voor een bepaald aantal jaar te<br />

verlengen. Hoewel de buitenzijde van het gebouw in zeer slechte staat verkeert, bestaan er geen<br />

plannen voor sloop of renovatie.<br />

Zwartlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal 112, 2012, foto Frank Lucas<br />

ooooo. Molen<br />

Er schijnt in de 15 de eeuw in dit deel van het blok een molen te hebben gestaan. Een ‘legendarische’<br />

molen, volgens Ir. J.G. Kam, de schrijver van het boek ‘Wie woont waar in de Warmoesstraat’. Enkele<br />

huizen zouden deel hebben uitgemaakt van een molenwerf.<br />

117


Een andere auteur schrijft: ‘Het terrein achter het huidige W139 bleef tot omstreeks 1700 in gebruik<br />

van een molenbedrijf. Toen door uitbreiding en verdichting van de stad de stadsmolens hun functie<br />

verloren en tegelijkertijd de Warmoesstraat veranderde van economisch centrum in een<br />

uitgaanscentrum, kwam er op die plaats ruimte vrij voor een gehoorzaal.’<br />

oooooo. De Oliphantsgang<br />

De Oliphantsgang is zeventig centimeter breed. De gang staat afgebeeld op een aantal historische<br />

stadskaarten waaronder de kaart van Cornelis Anthonisz. uit 1544.<br />

Via deze gang was er mogelijk toegang tot een recent afgebroken achterhuis.<br />

Zwartlakensteeg, Oliphantsgang van binnenuit, 2012, foto Frank Lucas<br />

118


7. LEIDEKKERSSTEEG<br />

o. Leidekkerssteeg<br />

In 2001 werd door archeologen onderzoek uitgevoerd op een terrein waar nu de Leidekkerssteeg no.<br />

10 en de Sint Janstraat no. 31 - no. 35 is.<br />

Leidekkerssteeg, opgravingen 14 de eeuw, bron: Bureau Monumenten & Archeologie<br />

Uit de opgravingen bleek dat al in 1325 op die plek een huis heeft gestaan. Er zijn delen van een<br />

plavuizenvloer (met vloertegels in een formaat van 13 x 13 x 3 cm), gemetselde bakstenen<br />

ondersteuningen (de poeren), een put en zware balken gevonden.<br />

Leidekkerssteeg, opgravingen eerste helft 15de eeuw,<br />

bron: Bureau Monumenten & Archeologie<br />

In de steeg werden sporen van nog drie opeenvolgende huisplattegronden aangetroffen, precies<br />

langs de huidige Leidekkerssteeg. Daardoor werd duidelijk dat de steeg al voor 1545 bestond.<br />

Cornelis. Anthonisz. heeft op zijn kaart uit 1545 op de plek van de steeg nog tuinen afgebeeld, maar<br />

dat klopt dus niet. De ligging van de huizen is wel goed te zien op stadskaarten uit de 17 de eeuw.<br />

119


<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 16 de eeuw<br />

In de 16 de eeuwse mestlaag zat veel gagel; een struik met bitterstof in de bladeren die gebruikt werd<br />

bij het brouwen van bier. Ook werden in deze periode rond het huis varkens gehouden.<br />

Leidekkerssteeg, plek van opgravingen, 2012, foto: Frank Lucas<br />

120


De steeg is gedurende eeuwen dicht bevolkt geweest. Net als de andere stegen was ook de<br />

Leidekkersteeg in de 18 de en 19 de eeuw een ‘slopstege’, met veel éénkamerwoninkjes dicht op elkaar.<br />

In de 20 ste eeuw waren er vooral werkplaatsen in gevestigd. In de jaren ’80 en ’90 tot aan het de start<br />

van het project had de steeg nog maar een bewoonster. Nu bruist het er weer van leven.<br />

oo. De naam Leidekkerssteeg<br />

De steeg werd tot omstreeks 1540 de Graefmakerssteeg genoemd, mogelijk omdat er toen een<br />

doodgraver woonde.<br />

De naam Leidekkerssteeg valt volgens één bron te herleiden tot een bewoner van de steeg. Een<br />

andere mogelijkheid is dat er in een bepaalde periode leidekkers in de steeg woonden. Bij gebouwen<br />

als kerken en kloosters werden leipannen als dakbedekking gebruikt. Met name de Oude Kerk bood<br />

veel werk.<br />

ooo. De Cock<br />

De Leidekkersteeg speelt een rol in dit boek van Baantjer: De Cock en de zorgvuldige moordenaar/<br />

Baantjer<br />

‘Het was precies zevenentwintig minuten na middernacht toen Juliette van der Wheere werd<br />

gevonden. Ze lag op haar rug in de vrijwel haakse bocht van de smalle Leidekkerssteeg, vreemd,<br />

verkrampt, met opgetrokken knieën. De enige lantaarnpaal in de steeg wierp een gelig licht op het<br />

bleke gezicht, waarin de felrode mond in een uitdrukking van opperste verbazing was verstard.<br />

Rechercheur De Cock van het aloude politiebureau aan de Amsterdamse Warmoesstraat keek vanuit<br />

de hoogte op haar neer. Zijn scherpe blik gleed langs het blonde haar, de lange, slanke hals en<br />

121


lakleren handtas bij haar rechterschouder. Hij schoof zijn oude, vilten hoed wat naar achteren en<br />

krabde op zijn voorhoofd. Er was iets wat hem hinderde, dat niet paste in het beeld … ‘<br />

Leidekkerssteeg, 2002, bron: Lieven de Key<br />

Leidekkerssteeg, dezelfde plek, 2012, bron: Lieven de Key<br />

122


1. Leidekkerssteeg no. 6<br />

Aanvankelijk bestond het plan Leidekkerssteeg no. 6 af te breken, maar het is toch behouden<br />

gebleven omdat een voorhuis met een achterhuis of pakhuis karakteristiek is voor het blok. Het 17 de<br />

eeuwse pand op Leidekkerssteeg no. 6 vormde één geheel met het voorhuis van het pand in de Sint<br />

Jansstraat no. 35.<br />

Leidekkerssteeg 6, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Het pand heeft een oppervlakte van 60 m 2. Iedere verdieping heeft één kamer. In de doorloop van<br />

voor- naar achterhuis is nog een bijzondere houten schouw uit de 17 de eeuw. Die behoort nu tot<br />

no.35.<br />

oooo. Deurklopper<br />

Uit een column in het Algemeen Handelsblad van 1920:<br />

‘Mijn stukje over ‘de laatste klopper?’ (van 15 April) heeft aanleiding gegeven tot schriftelijke en<br />

mondelinge aanwijzingen van eenige vriendelijke lezers, en mij doen zien, dat het vraagteeken achter<br />

het opschrift verdwijnen mag.Want hier en daar in oude straatjes en steegjes zitten er nog enkele van<br />

die kloppers. Natuurlijk werden niet zulke bedoeld, die, aangebracht op geïmiteerd-antieke<br />

gebouwen, niet dateeren uit den tijd vóór de huisschel. Maar de klopper, dien mej. G. M. aanwees,<br />

n.l. in de Leidekkerssteeg 6 (op de Oudezijds Voorburgwal, tusschen St. Jans- en St. Annastraat) is toch<br />

wel een echt ouderwetsche deurklopper, wie weet door hoevele handen van onderscheidene<br />

geslachten in beweging gebracht!’<br />

123


2. Leidekkerssteeg no. 4<br />

Het behoud van Leidekkerssteeg no. 6 bracht AWG architect Cristine de Ruyter op het idee om er een<br />

modern pand tegenover te zetten. Enerzijds omdat het oude pand anders geïsoleerd zou komen te<br />

staan, anderzijds omdat door het nieuw gebouwde pand aan de Leidekkerssteeg no. 4 de sfeer van<br />

het eeuwenoude stegenpatoon optimaal behouden blijft.<br />

Leidekkerssteeg 4, 2012, aan de linkerzijde ateliers en studio’s, foto: Frank Lucas<br />

3. Leidekkerssteeg no. 1 t/m 17<br />

In dit gebouw zijn werkplekken, ateliers en studio’s van cultureel ondernemers en kunstenaars.<br />

124


ooooo. De zaak Tjomsma<br />

Dit artikel is uit de Tilburgsche Courant van 14 oktober 1897. De beschreven strafzaak haalde de<br />

landelijke media.<br />

5 februari 1897<br />

Hysterie in de Leidekkerssteeg<br />

‘Voor de Amsterdamsche rechtbank stond gisteren de brutale oplichter Tjomsma terecht. Hij heeft<br />

twee arme gezinnen bedrogen en hun geld afgezet omdat hij zich voorgaf een lang dood gewaande<br />

zoon te zijn, maar nu echter gezond en wel in levenden lijve wedergekeerd om de zijnen te omhelzen.<br />

Eerst bracht Tjomsma de Leidekkerssteeg en de Blauwlakensteeg in extase door op een zaterdag zich<br />

daar te komen vertonen als de Willem Mulpen, die 41 jaren geleden, en wel als knaap van 13 jaar,<br />

naar de Kaap was vertrokken en van wie men sinds nooit meer iets gehoord had.<br />

Tante Leen, die in de Blauwlakensteeg haar kamers heeft, werd het eerst door de dood gewaande<br />

Willem opgezocht. Hij omhelsde haar hartelijk en kwam door de opsommingen van de oude vrouw te<br />

weten wie hij als zijn bloedverwanten moest beschouwen en bovendien tal van bijzonderheden,<br />

waardoor hij zijn rol gemakkelijk kon spelen.<br />

Aaltje, zijn zuster, die inmiddels met een groentekoopman was getrouwd, nam de opnieuw weer<br />

gevonden broeder liefderijk bij zich in huis. Zij en haar man stonden hem het veren bed af en<br />

vergenoegden zich zelf met de kale grond.<br />

Daar verhuisden ook al spoedig enige rijksdaalders van Aaltje en Tinus in Willems zakken. Maar<br />

daarbij was geen kwaad. Immers Willem had in Indië gediend, twee Lombok-expedities meegemaakt<br />

en nu, daar hij een kogel in de buik had gekregen, een pensioen van fl . 11,75 plus fl. 2, - smartengeld<br />

per week.<br />

Bovendien stond zijn koffer bij het passantenhuis en daarin was duizend gulden aan baar geld,<br />

overgespaard aan de Kaap, in Australië en in Indië. Zuster Aaltje mocht niet langer zo armoedig in de<br />

125


steeg blijven wonen. Willem zou haar heel wat beter installeren en de gezonde kleur van vroeger<br />

weer op het dierbaar gelaat brengen.<br />

Die kogel in den buik deed den armen Willem heel dikwijls plotseling ineenkrimpen van pijn, en wel zo<br />

dikwijls hem vragen werden gedaan, waarop hij geen antwoord durfde geven.<br />

De hele buurt juichte over Willems terugkeer. Van heinde en verre kwamen neven en nichten, ooms<br />

en tantes opdagen, en Willem trakteerde gul op borrels van Aaltje's en Tinus’ centen.<br />

In de tapperij op de Oudezijds Voorburgwal kreeg hij het in een benauwd ogenblik zo te kwaad met<br />

de kogel, dat hij daarvoor zijn drankje, een halfje slappe bitter met wat peper er in, moest nemen,<br />

waarop terstond een flinke oude Catz moest volgen tegen de branderigheid in de maag. Sinds hij de<br />

kogel in de buik had, kon Willem niet meer tegen water.<br />

‘s Zondags was het de ganse dag feest; Willem met een nieuwe pet aan en Tinus’ nieuwe winterjas<br />

aan, maakte goede sier en was gul in het onthalen van de buurtgenoten.<br />

De volgende dag zou Willem naar het passantenhuis gaan en terugkomen in zijn uniform van<br />

sergeant en met de fl. 1000,- het pensioen en het smartengeld om voorgoed zijn intrek bij zuster<br />

Aaltje te nemen en die brave vrouw voor altijd gelukkig te maken.<br />

Vreemd, dat Willem, na eerst nog Tinus de laatste gulden uit de zak te hebben geklopt, zo lang<br />

wegbleef.<br />

Tinus ging eens naar het passantenhuis op de Lauriergracht; daar echter was geen spoor van de<br />

sergeant, de kist met geld, het pensioen en het smartengeld niets bekend, en al spoedig hoorden<br />

Tinus en Aaltje op het politiebureau dat zij hun geld geleend hadden, niet aan den dood gewaande<br />

broeder Willem, maar aan Tjomsma, de oplichter, die in het jaar 1895 al een dergelijke rol in een<br />

andere armelijke buurt had afgespeeld.<br />

Tjomsma was van Leidekkersteeg naar de Jordaan getrokken om opnieuw een slag te slaan. Daar<br />

hoorde hij in de kroegen van de ramp die kruier Roelvink in de Rozenstraat getroffen had. Diens zoon<br />

Willem was zeven jaar geleden als een krachtig jongeling van 20 jaren naar zee gegaan en nimmer<br />

weergekeerd. Men meende te moeten aannemen dat Willems’ schip in den golf van Biscaaye met<br />

man en muis vergaan was.<br />

Kruier Roelvink loopt op een goede dag door de Rozenstraat naar huis, toen hij plotseling een man<br />

met uitgebreide armen op zich ziet toelopen met de uitroep: ‘Vader, hier is Willem die je zeven jaar<br />

vermist hebt!’<br />

Een treffende ontmoeting volgde; moeder viel bijna van haar zelve en begon al dadelijk een boterham<br />

met lekkere zoetemelkse kaas voor haar Willem te snijden. En moeder zou het nu gauw beter krijgen;<br />

haar zoon had het wel hard gehad, in den golf van Biscaye op een paal rondgedreven, terwijl de<br />

haaien aan zijn benen kloven, maar later had hij in Indië fortuin gemaakt, fl. 4000,- uit een loterij<br />

gewonnen.<br />

Willem was nog bezig met zijn boterham met lekkere zoetemelkse kaas, toen een rechercheur<br />

binnentrad en in de persoon van de herleefden jonge zeeman de aards bedrieger Tjomsma<br />

arresteerde.<br />

126


Dat Roelvink zich zo vergist kon hebben? Ja. De een zei het was M. en de ander zei het was M. niet.<br />

Moeder de vrouw was door de ontmoeting en de ontdekking van het bedrog zo aangegrepen, dat het<br />

haar nu volgens zeggen van Roelvink, die op verzoek des rechters zijn pruimtabak, waarmede hij in de<br />

getuigenkamer de tijd had gekort, uit de mond verwijderde en in zijn jaszak voor later opgeborgen, in<br />

de keel zat.<br />

Het O. M. eiste tegen Tjomsma twee jaar gevangenisstraf.’<br />

127


8. GOOYERSSTEEG<br />

o. Gooyerssteeg<br />

De Gooyerssteeg wordt voor het eerst genoemd in documenten uit de 16 de eeuw. Op 17 de eeuwse<br />

stadskaarten staat de steeg aangegeven.<br />

In de 18 de en 19 de eeuw is een sterke concentratie van ‘kamerwoningen’ in de stegen. De<br />

Zwartlakensteeg telde in 1779 bijvoorbeeld negentien ‘camers’, de Appelboomgang ontsloot acht<br />

kamers, de Blaauwlakensteeg had meer dan twintig kamers en de Gooyerssteeg bestond grotendeels<br />

uit kamerwoningen: eenentwintig in totaal.<br />

In 1832 werd een aantal gevallen van cholera in de steeg gerapporteerd.<br />

Nu dient de steeg voornamelijk als nooduitgang voor de studentensociëteit. Aan de linkerzijde wordt<br />

de steeg begrensd door ateliers en studio’s van cultureel ondernemers en kunstenaars.<br />

oo. De naam Gooyerssteeg<br />

In de 16 de eeuw stond de steeg vermeld als: ‘Goysterssteechgen’. Over de oorsprong van de naam is<br />

geen duidelijkheid. Mogelijk gaat de naamgeving terug tot in de 15 de eeuw. Veel van het hout dat<br />

voor de huizenbouw gebruikt werd, kwam uit het Gooi. Maar de naam zou ook betrekking kunnen<br />

hebben op bewoners die uit het Gooi afkomstig waren.<br />

Gooyerssteeg, 2012, foto: Frank Lucas<br />

1<strong>28</strong>


GESCHIEDENIS VAN HET BLAAUWLAKENBLOK OVERZICHT<br />

I. Door de eeuwen heen<br />

De Warmoesstraat bestaat vanaf de 13 de eeuw en is een van de oudste straten van de stad. Al in de<br />

tweede helft van de 14 de eeuw was de straat geheel volgebouwd. Rond 1350 werd de Oudezijds<br />

Voorburgwal aangelegd. Ook de Sint Jansstraat en de Sint Annenstraat bestaan sinds de 14de eeuw.<br />

Vanaf de Warmoesstraat liepen de erven door tot aan de Oudezijds Voorburgwal. Om de erven<br />

achter de huizen te bereiken waren er paden aangelegd. De paden volgden de gang van de sloten die<br />

er lagen om het natte gebied af te wateren. De paden en paadjes werden stegen, gangen en<br />

tussengangen.<br />

Stadskaarten<br />

De erven tussen de Warmoesstraat en de Oudezijds Voorburgwal werden verkaveld. Op één erf<br />

bouwde men soms meerdere huizen. Ook kwamen er schuren, werkplaatsen en stallen op te staan<br />

en werden er boomgaarden aangelegd. Deze situatie is zichtbaar op de stadskaart van Cornelis<br />

Anthonisz. uit 1544.<br />

Bijna een eeuw later is het binnengebied van het blok vrijwel volgebouwd. Dit is goed te zien op een<br />

stadskaart uit 1625 van Balthasar Florisz. De bebouwing werd ontsloten door hoofdstegen en een<br />

wirwar van doorgangen, poortjes en binnenpleintjes. Een aantal panden aan de straatzijde was met<br />

een tussenlid verbonden met achterhuizen en pakhuizen.<br />

Laken<br />

Vanaf de 14de eeuw werd op het binnenterrein en in de omgeving van het blok ‘laken’ (geweven<br />

wollen stof) gevold en geverfd. Een van de ververijen heette ‘het Blaeuwe Laecken’. De<br />

Blaauwlakensteeg heeft ook nog ‘het Blauververssteegje’ en de ‘Ververssteeg’ geheten.<br />

Dezelfde structuur<br />

Het straten- en stegenpatroon en de dichte bebouwing zoals die bestond in de 17 de eeuw,<br />

veranderden eeuwenlang nauwelijks. In het begin van de 19 de eeuw telde het binnenterrein 152<br />

huizen. Dat is ongeveer vier maal zoveel als het tegenwoordige aantal. De stegen waren<br />

sloppenstegen met veel éénkamerwoningen.<br />

Grote veranderingen<br />

In de 19 de eeuw kreeg het binnengebied een ander karakter. Het middeleeuwse stegenpatroon bleef<br />

grotendeels behouden maar de kleinschalige steegbebouwing en de resterende open ruimte<br />

verdwenen. Er kwam een forse uitbreiding ten behoeve van een drukkerij en een theaterzaal met<br />

toneeltoren. Ook was er een uitbreiding van het aantal werkplaatsen.<br />

129


II. 20ste eeuw<br />

In de loop van de 20 ste eeuw werd de Blaauwlakensteeg ten behoeve van de werkruimten deels<br />

overkapt. Vanaf de jaren ’30 was op het dichtbebouwde binnenterrein een sterke menging van<br />

wonen en werken.<br />

Bijna gesloopt<br />

Na de Tweede Wereldoorlog kreeg economische groei vaak prioriteit boven het behoud van<br />

stedenbouwkundig erfgoed. In de jaren ’60 van de 20 ste eeuw werd nog vrijwel niets aan stadsherstel<br />

gedaan. Wel werd groot belang gehecht aan de bereikbaarheid van de binnenstad met de auto. In<br />

1960 bouwde Krasnapolsky een parkeergarage met de ingang in de Sint Jansstraat.<br />

In die jaren had ook de Bijenkorf plannen om, op de plek van het <strong>Blaauwlakenblok</strong>, kantoorruimte en<br />

een enorme parkeergarage te bouwen. Er zou een hoge flat komen. De Bijenkorf had al veel panden<br />

opgekocht en wilde dit proces geleidelijk voortzetten om uiteindelijk een groot deel van het blok te<br />

kunnen slopen.<br />

Kraken<br />

Er werd geen onderhoud meer gepleegd en rond 1975 waren veel panden verkrot en onbewoonbaar<br />

verklaard. Ook de nabije omgeving verloederde; er was drugsoverlast en criminaliteit.<br />

Toen in de jaren ‘70 veel van de oorspronkelijke bewoners hun huizen hadden verlaten en bedrijfjes<br />

de deur hadden moeten sluiten, werd een groot aantal lege panden betrokken door krakers. Onder<br />

hen waren veel kunstenaars.<br />

De krakers begonnen met de herbouw van hun verwaarloosde onderkomens. Naast woon - en<br />

werkplekken kwamen er ondermeer expositieruimtes en cafés.<br />

Verzet<br />

Tegen de sloopplannen ontstond toenemend verzet. Er kwam een bijzondere samenwerking tot<br />

stand tussen de oorspronkelijke bewoners, kunstenaars en krakers en de nonnen die in een klooster<br />

aan de Warmoesstraat woonden. De plannen van de Bijenkorf stagneerden en werden uiteindelijk<br />

door het winkelbedrijf ingetrokken.<br />

Aanschaf gemeente<br />

In 1983 is 60 % van het blok door de gemeente voor een schappelijke prijs (fl 800.000,-) aangekocht<br />

ten behoeve van stadsherstel en stadsvernieuwing. Hiervoor verstrekte het Rijk een subsidie van 80%<br />

van het aankoopbedrag. Er waren toen nog vijfenzestig woningen.<br />

De toenmalige wethouder van volkshuisvesting Jan Schaefer trof goudomrande regelingen met de<br />

oorspronkelijke huurders en de krakers. Hij deed lange termijn toezeggingen ten aanzien van wonen<br />

en werken in het blok. Er kwam een terugkeergarantie tegen vergelijkbare huren. Bovendien zegde<br />

hij toe dat een groot deel van het blok behouden zou blijven voor sociale huur.<br />

Over de invulling van het stedenbouwkundig plan is door de bewoners, afgevaardigden van de<br />

gemeente en in een later stadium woonstichting De Key, jarenlang overleg gevoerd. Uiteindelijk<br />

leidde dit tot een voor alle partijen aanvaardbare overeenkomst die in 1999 gesloten werd.<br />

130


III. 21ste eeuw<br />

Behoud, herstel, vernieuwing<br />

In het plan werd uitgegaan van behoud en herstel van de panden en een verbetering van de<br />

leefbaarheid in de omliggende straten en binnen het blok. Er moest een groot aantal woon- en<br />

werkruimten bestemd blijven voor cultureel ondernemers en kunstenaars. Ook zou de<br />

middeleeuwse structuur van stegen en straten zoveel mogelijk behouden moeten blijven.<br />

De Key<br />

In 1995 heeft de gemeente - nu stadsdeel Centrum - contact gezocht met woonstichting De Key om<br />

de panden gezamenlijk aan te pakken. De panden zouden daarna in beheer komen van de<br />

woonstichting.<br />

De afspraak werd gemaakt dat het stadsdeel voor het leegkomen en ontmantelen van de panden zou<br />

zorgen. Vervolgens zou Key de panden vernieuwen, renoveren of restaureren om ze vervolgens aan<br />

te bieden aan huurders die wilden terugkeren. Ook zou een aantal panden te koop worden<br />

aangeboden.<br />

Niet het hele blok viel binnen het project want circa 30 % van het geheel is in particuliere handen. En<br />

een gedeelte van het gemeentelijk bezit, een aantal panden in de Sint Annenstraat, was al in de jaren<br />

‘90 ontwikkeld door Stadsherstel.<br />

<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 2012, foto: Frank Lucas<br />

Het resultaat<br />

Op 26 april 2002 werd het project <strong>Blaauwlakenblok</strong> officieel overgedragen door de gemeente aan de<br />

woonstichting De Key. Vanaf dat moment leidde meer dan twintig jaar planontwikkeling eindelijk tot<br />

uitvoering.<br />

131


Na voltooiing van het project in juli 2012, zijn in het <strong>Blaauwlakenblok</strong> honderdacht woningen (50%<br />

sociale huurwoningen, 50% vrije sector huur- en koopwoningen) en achtendertig ateliers en<br />

bedrijfsruimtes tot stand gebracht. De overeenkomst van eind jaren ’90 is praktisch in zijn geheel<br />

gerealiseerd.<br />

Het <strong>Blaauwlakenblok</strong> bestaat uit circa zeventig panden, waarvan zestig rijksmonumenten en tien<br />

gemeentelijke monumenten en een groot aantal voor de binnenstad beeldbepalende panden.<br />

Alle restauraties en renovaties in het project <strong>Blaauwlakenblok</strong> vielen van 2002 tot 2012 onder de<br />

verantwoordelijkheid van Architectenbureau Vincent Smulders BNA. Vincent Smulder kreeg voor zijn<br />

werk betreffende het <strong>Blaauwlakenblok</strong> in 2012 de Geurt Brinkgreve Restauratieprijs.<br />

132


KAART BLAAUWLAKENBLOK<br />

bron: de Key<br />

Tekst : Frank Lucas<br />

www.franklucasprojecten.nl<br />

2012<br />

Woonstichting De Key heeft ernaar gestreefd de rechten met betrekking<br />

tot de illustraties volgens wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die<br />

desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich<br />

alsnog tot de woonstichting wenden.<br />

133

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!