Download verhaal (28,5MB) - Blaauwlakenblok
Download verhaal (28,5MB) - Blaauwlakenblok
Download verhaal (28,5MB) - Blaauwlakenblok
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Onderstaande tekst is een aanvulling op de informatie via de QR-codes die op de muren van het<br />
<strong>Blaauwlakenblok</strong> bevestigd zijn (www.blaauwlakenblok.nl ) en kaart met wandelroute in en rond het<br />
blok.<br />
BLAAUWLAKENBLOK<br />
Het <strong>Blaauwlakenblok</strong> behoort tot de oudste bebouwing van Amsterdam. De oorsprong gaat terug tot<br />
in de 13 de eeuw. De naam verwijst naar de naam van een van de vier stegen die het blok doorkruisen:<br />
de Blaauwlakensteeg.<br />
Een steeg die daar parallel aan loopt heet de Zwartlakensteeg. Deze namen hebben te maken met de<br />
lakenproductie en in het bijzonder de lakenververij, die vanaf de 14de eeuw tot in de 17de eeuw in<br />
en in de nabije omgeving van het blok plaatsvond. Laken is geweven wollen stof en was in die tijd,<br />
zowel voor de lokale markt als voor de export, een belangrijk product.<br />
Schoen, 14 de eeuw, collectie: Amsterdam Museum<br />
Proces van 30 jaar<br />
Eind jaren ‘70 van de vorige eeuw waren de panden van het <strong>Blaauwlakenblok</strong> sterk verwaarloosd. Er<br />
bestonden plannen om een deel van het blok af te breken en er kantoren en een grote<br />
parkeergarage te bouwen. De Bijenkorf had met dat doel al het grootste deel van het blok<br />
opgekocht.<br />
Er stond veel leeg. De Bijenkorf gaf ruimten vrij voor tijdelijke bewoning. Ook krakers betrokken<br />
delen van het blok. Tegen de sloopplannen ontstond toenemend verzet en uiteindelijk werden de<br />
plannen ingetrokken. In de jaren ‘80 werd het grootste deel van het blok door de gemeente<br />
aangekocht.<br />
Dat was het begin van een jarenlang proces van overleg, herbouw, renovatie en restauratie. Er<br />
ontstond een bijzonder samenwerkingsverband tussen bewoners, gemeente, woonstichting De Key,<br />
ontwerpers en uitvoerders. Het omvangrijke en unieke project werd in juli 2012 afgerond.<br />
1
1. OUDEZIJDS VOORBURGWAL<br />
o. Oudezijds Voorburgwal<br />
Daar waar ooit een kreek liep, is tussen 1342 en 1352 de Oudezijds Voorburgwal gegraven. Door de<br />
gracht kon van de binnenhaven (het ‘dam-rak’) buiten de Dam om, naar ‘t Rockin worden gevaren.<br />
Ook werd via deze gracht het overtollige water van de Amstel in het Y geloosd. Daarnaast diende de<br />
gracht ter verdediging tegen vijanden van buitenaf.<br />
Met de uitgegraven veengrond werd aan de binnenzijde van de gracht, aan de westzijde, een wal<br />
aangelegd. Het op deze wijze ophogen van de grond werd ‘aanmodderen’ genoemd. De wal werd<br />
begrensd door een eikenhouten walmuur; een palissade. Buiten de walmuur liep de gracht.<br />
oo. De naam Oudezijds Voorburgwal<br />
‘Burg’ is afgeleid van ‘burcht’ en betekende ‘stad’ (in het Zweeds ‘borg’ en in het Duits ‘burg’), ‘wal’ is<br />
een opgeworpen, langgerekte versterking en valt ook te herleiden tot ‘muur’ (als in het Engels ‘wall’).<br />
‘Voor’ is er aan toegevoegd toen vijftien jaar later de ‘achter’burgwal werd aangelegd.<br />
Amsterdam, circa 1450, bron: Amsterdam Museum<br />
‘Oudezijds’ is in feite ‘Nieuwezijds’ want de oude zijde is later aangelegd dan de straten aan de<br />
nieuwe zijde. De Nieuwendijk is net wat ouder dan de Warmoesstraat. De benamingen ‘oud’ en<br />
‘nieuw’ hebben hier te maken met de ‘oude kerkzijde’ en de ‘nieuwe kerkzijde’. De Oude Kerk is<br />
honderd jaar ouder dan de Nieuwe Kerk op de Dam.<br />
De officiële naamgeving van straten en pleinen in Amsterdam dateert van omstreeks 1600. Toen<br />
werd met de uitbreiding van de stad een groot aantal straten aangelegd. Vanaf 1795 werden in de<br />
stad houten straatnaambordjes aan de muren bevestigd.<br />
Straatnaambord, 1900,<br />
collectie: Amsterdam Museum<br />
2
ooo. Bierkade<br />
Bier was vanaf de 14 de tot de 16 de eeuw een van de belangrijkste handelsproducten van de stad. De<br />
kade van de Oudezijds Voorburgwal, van de Sint Jansstraat tot voorbij de Oude Kerk, was van<br />
ongeveer 1450 tot in de 17 de eeuw een ‘bierkaay’.<br />
Hier werden vaten gelost met bier uit Noord-Duitsland, Rotterdam en Delft. Het kadedeel bij het<br />
<strong>Blaauwlakenblok</strong> heette de Delftse bierkaai. De ‘bierwerkers’ losten de vaten met wippen en kranen<br />
van de schepen en brachten deze naar de kelders van de bierhandelaars.<br />
Oudezijds Voorburgwal, 1670, Jan van der Heijden, collectie: Mauritshuis, Den Haag<br />
Bier mocht niet rechtstreeks van de brouwerij aan caféhouders en particulieren worden verkocht.<br />
Het bier werd door de bierhandelaars opgeslagen en gedistribueerd. Een aantal van hen woonde op<br />
de Oudezijds Voorburgwal, grenzend aan het blok. In het pand op de Oudezijds Voorburgwal no. 100<br />
is nog de oorspronkelijke bierkelder uit de 17 de eeuw aanwezig.<br />
Vechten tegen de bierkaai<br />
In een standaard vat zat 155 liter bier. De sjouwers van de vaten stonden bekend als ruig volk. Het<br />
was af te raden tegen de mannen van de ‘bierkaay’ te vechten.<br />
oooo. De taal van de Bierkade<br />
Tot in de 20 ste eeuw werd in elke Amsterdamse wijk met een eigen accent gesproken. Soms<br />
verschilde het accent in één wijk per buurt. Een taalkundige onderzocht in de 19 de eeuw de taal van<br />
de bewoners van de bierkaai. Hij schreef: ‘Hun tongval is zeer klankrijk, ik zie vrijwel geen kans hem<br />
met letters af te beelden; je moet het horen uit de mond van de Bierkaaiers zelf’, maar hij deed toch<br />
een poging:<br />
‘D'r wazzereiz 'n man; en die hat twee zoens; en de jonkste van haor-lui-tweë zeit, op 'n mooje dach,<br />
teuge z'n vaoder, ‘Vaoder, zeiti, geeme m'n porsie van het chenige damme toekomt... want anders...’<br />
om kort te gaon, de Vaoder gaat heen en hij verdéelt de boel. En 'n paor dage laoter pakt de jonkste<br />
zoen zen spulle by mekaor, en hij gaot op reis, nao verre lande; en hij lapter z'n boeltje zo netjes deur,<br />
mit gemeene vroului, datt 'tal gou schoon op was.’<br />
3
Oudezijds Voorburgwal, 1865, uit: Gravures der Nederlandse steden, G.Terwen<br />
1. Oudezijds Voorburgwal no.204<br />
Dit hoekpand is in 1939 gebouwd. Het heeft een tuitgevel. Het pand verving twee smalle 18 de eeuwse<br />
panden die daarvoor op die plek stonden.<br />
Oudezijds Voorburgwal 204, 2012, foto: Frank Lucas<br />
4
In het toenmalige pand was in de eerste helft van de 20 ste eeuw een sigarenzaak en vervolgens een<br />
winkel voor levensmiddelen gevestigd. In het buurpand zat de Aalmeersche bloemenhal.<br />
Oudezijds Voorburgwal 204, 1930, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
In het huidige pand was tot de renovatie een melkboer werkzaam die in de Sint Jansstraat woonde.<br />
Sinds enkele jaren is in de winkelruimte de huidige supermarkt gevestigd.<br />
De gevelsteen ‘De doop in de Jordaan’ uit de voorgevel, is bij de herbouw in de zijgevel<br />
terechtgekomen. Zie hiervoor ook Sint Jansstraat 63.<br />
2. Oudezijds Voorburgwal no. 200 / no. 198<br />
Het voorgaande pand op deze plek is tijdens een brand verwoest. Het bouwjaar van dit pand ligt<br />
rond 1910. De voordeur van het linkerpand is opvallend breed. Het pand is ongeveer 20 meter diep.<br />
Bij de renovatie zijn aan de achterzijde bijzondere raampartijen en buitenruimten aangebracht.<br />
5
Oudezijds Voorburgwal no.200-198, tweede en derde pand links, jaren ’50, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
In de jaren ’50 van de vorige eeuw was in de benedenruimte van dit pand een bedrijf voor leder<br />
export en- import gevestigd.<br />
3. Oudezijds Voorburgwal no. 196<br />
Veel grachtenhuizen hebben in de loop van de tijd ingrijpende moderniseringen ondergaan. Vaak<br />
dateren alleen de bouwmuren en de balklagen nog uit de bouwtijd. Ook het pand Oudezijds<br />
Voorburgwal no. 196 is rond 1880 grondig verbouwd. Achter de gevel met rechte lijst uit 1880 zijn<br />
overblijfselen van een pand uit de 17 de eeuw.<br />
Het pand is een rijksmonument.<br />
4. Oudezijds Voorburgwal no. 194<br />
Ook het pand Oudezijds Voorburgwal no. 194 is rond 1880 ingrijpend verbouwd.<br />
6
5. Oudezijds Voorburgwal no. 162<br />
Dit pand is in de 18 de eeuw gebouwd. Het heeft een klokgevel in de Lodewijk XV-stijl. Deze stijl werd<br />
rond 1750 toegepast en kenmerkt zich door asymmetrie, - lichtheid en speelsheid. De ornamenten<br />
zijn uitbundig versierd.<br />
Oudezijds Voorburgwal 162, derde pand van rechts, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Kohiers zijn boeken waar in vroeger eeuwen belastinggegevens in werden vermeld. Uit de kohiers<br />
van 1585 blijkt dat in dat jaar schilder Jacob Lenertsz. in het pand woonde dat eerder op deze plek<br />
stond.<br />
Eind 19 de eeuw was op no. 162 het atelier van de beeldhouwer Jan Willem Best (1860-1900).<br />
J.W Best, 1897, foto: Jacob Olie, bron: Stadsarchief<br />
7
Vanaf 1892 was op de begane grond het papiermagazijn van drukkerij Ellerman Harms & Co., later<br />
DeBussy Ellerman & Harms. De werkruimte van deze gerenommeerde drukkerij liep door tot aan de<br />
Warmoesstraat no. 149-151.<br />
Oudezijds Voorburgwal no.162,1983, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
Vanaf 1994 is het een garage en achteruitgang van de studentensociëteit die in de voormalige<br />
drukkerij gevestigd is. Dit pand was niet bij het project betrokken.<br />
6. Oudezijds Voorburgwal no. 160<br />
Dit pand is in de eerste helft van de 18 de eeuw gebouwd. Het pand heeft een halsgevel in de Lodewijk<br />
XIV-stijl. Deze stijl, die tussen 1700 en 1740 werd toegepast, wordt gekenmerkt door symmetrie en is<br />
zwaar en pompeus. In het pand zijn bijzondere glas-in-lood toepassingen uit de 18 de eeuw.<br />
Het pand heeft nog een kap en fragmenten van een houtskelet uit de 16 de eeuw. Dit zijn delen van<br />
het huis van bierhandelaar Harman Pouwels die hier volgens de kohiers in 1585 woonde.<br />
Tijdens de restauratie is het dak vernieuwd. In het dak zijn de zogenaamde mussendakpannen<br />
opgenomen, waar een vliegopening in zit zodat mussen een veilige broedplaats kunnen vinden.<br />
Het pand is een rijksmonument.<br />
8
7. Oudezijds Voorburgwal no. 158<br />
Dit pand is in 1866 gebouwd. Het heeft een tuitgevel met een bijzondere lijst.<br />
Oudezijds Voorburgwal 158, vierde pand van links, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Het Blaeuwe Laecken<br />
Eind 16 de eeuw woonde lakenverver Cornelis Willemsz. op dit adres. Het pand heette toen ‘Het<br />
Blaeuwe Laecken’ en bestond uit een huis, een erf en een ververij. Willemsz. had een aantal<br />
lakenververs in dienst die op het binnenterrein van het blok werkten.<br />
Lakenverven, 17 de eeuw, collectie: Lakenhal, Leiden<br />
9
De verversgilden bewaarden hun geheimen. Tot in de 16de eeuw werd de kennis over het verven van<br />
laken nog door overlevering overgebracht. Over de werkwijze werd niets op papier gezet.<br />
Laken werd meestal effen gekleurd. Voor het blauw verven van laken werd een geknede bal van de<br />
plant wede aan water toegevoegd. Later werd voor het blauw kleuren indigo uit Indië geïmporteerd.<br />
Victorinus<br />
Na de verver Willemsz. woonde advocaat en schrijver Joannes Victorinus in het pand. Hij gaf het de<br />
naam ‘De Twee Witte Leeuwen’.<br />
Victorinus werd op 29 mei 1589 geboren als Jan Pietersz. Vechter. Hij werd als arm weeskind<br />
opgenomen in het weeshuis van Amsterdam. Omdat hij buitengewoon slim was, mocht hij op kosten<br />
van de overheid studeren. Hij studeerde theologie in Friesland en vervolgens rechten in Leiden. In<br />
Amsterdam begon hij zijn praktijk als advocaat. Mr. Victorinus werd een vermogend man.<br />
Vriend van Vondel<br />
Mr. Victorinus was de beste vriend van Vondel die zijn huis en winkel, een hoeden- en kousenhandel,<br />
in de Warmoesstraat op no. 39 had. Vondel werd door hem financieel ondersteund. Ook hielp<br />
Victorinus Vondel met vertalingen uit het Latijn en Grieks, zoals de ‘Electra’ van Sophocles. Als dank<br />
droeg Vondelhet boek ‘Joseph in Egypten’ aan zijn vriend op.<br />
Victorinus schreef zelf ook. Van Victorinus de schrijver is één boek bekend gebleven: ‘Goliath en het<br />
Treurspel’; op het veroveren van 's-Hertogen-Bossche uit 1629. Ook is van hem onder de naam<br />
Vechtersen nog één gedicht bewaard gebleven.<br />
Joannes Victorinus ging in 1631 van de gereformeerde kerk over naar de gematigde remonstrantse<br />
kerk. Hij kon zich niet vinden in de rigide leer van Calvijn. Joannes pleitte voor een innerlijk<br />
christendom, propageerde waarden als liefde, vrijheid en verdraagzaamheid. Hij behoorde tot de<br />
religieus rekkelijken.<br />
Victorinus stierf op 16 april 1642. Hij werd in Amsterdam begraven.<br />
10
De Wonderbaarlijke Visvangst<br />
Deze gevelsteen is in de tweede helft van de 17 de eeuw op het toenmalige pand aangebracht. Op de<br />
steen is het Bijbelse <strong>verhaal</strong> ‘De Wonderbaarlijke Visvangst’ (Luc. 5: vs 1-11) afgebeeld.<br />
Gevelsteen voor de restauratie, foto: Pancras van der Vlist/Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen<br />
Gevelsteen, De Wonderbare Visvangst, 2012, foto: Frank Lucas<br />
11
‘Simon had de hele nacht op het meer gevist en niets gevangen. Jezus vroeg Simon of hij vanuit zijn<br />
boot de menigte kon toespreken. Dat mocht. Na afloop zei Jezus hem dat hij opnieuw het meer op<br />
moest gaan en de netten nog eens moest uit werpen.Simon had zijn netten nog nooit zo vol gezien, ze<br />
scheurden zelfs. Dit beschouwde hij als wonder en hij sloot zich bij Jezus aan.’<br />
’De Wonderbare Visvangst’, circa 1610, gravure: Cornelis Galle, collectie: Rijks Museum, Amsterdam<br />
De beeldhouwer heeft een gravure van Cornelis Galle (1576-1650) tot in detail gekopieerd. Zo zijn<br />
ook de touwen waarmee het anker aan de zijkant van het scheepje is bevestigd exact overgenomen.<br />
Maar waar op de prent vette vis in de netten zit, zijn op de gevelsteen mensjes gevangen. Het is een<br />
vrije interpretatie van de steenhouwer. Jezus had Simon de opdracht gegeven: ‘Van nu aan zult gij<br />
mensen vangen’ in de betekenis van ‘zieltjes winnen’.<br />
De steen is in 2010 door Wil Abels gerestaureerd op initiatief van de Vereniging Vrienden van<br />
Amsterdamse Gevelstenen.<br />
In de jaren ‘30 van de 20 ste eeuw was de firma W. Schoonis Koffie- en Pindabranderij in dit pand<br />
gevestigd.<br />
12
Oudezijds Voorburgwal, 1909, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
Oudezijds Voorburgwal, jaren ’30, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
13
8. Oudezijds Voorburgwal no. 136<br />
18 de eeuws pand<br />
Dit pand is in 1733 gebouwd. Het jaartal is zichtbaar in de bovendorpel van het venster van de 1ste<br />
verdieping. Het heeft een klokgevel in de Lodewijk XIV-stijl. Deze stijl kenmerkt zich door symmetrie<br />
en is zwaar en pompeus. Aan de zijgevel is bij het zoldergedeelte een goederenluik met rolelement te<br />
zien.<br />
In dit pand woonde in 1585 bierhandelaar Hendrick Lenertsz. Pot. De tonnen bier werden voor de<br />
deur op de kade gelost.<br />
Oudezijds Voorburgwal 136, vierde pand van links, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Admiraal Tromp<br />
Het deurstuk ‘Admiraal Tromp’ is, in 1733, bij de bouw van het nieuwe pand aangebracht.<br />
Admiraal Cornelis Tromp (1629-1690), zoon van de beroemde zeevaarder Maarten Harpertsz. Tromp,<br />
staat in een heldenpose. Hij draagt een borstkuras met dijstukken. Globe en een half uitgerolde<br />
zeekaart bij de hand, de commandostaf in de hand. Een knecht reikt hem de helm aan. De riemgesp<br />
is gesloten, de diamantjes op het medaillon glimmen.<br />
14
Oudezijds Voorburgwal 136, deurstuk Cornelis Tromp, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Cornelis Tromp, tussen 1665-1690, gravure van Lambert Visscher<br />
Colelctie: Rijks Museum Amsterdam<br />
15
De Gouden Leeuw<br />
Zijn schip (en trots van de admiraliteit) ‘de Gouden Leeuw’ moet haast slagzij maken om in de<br />
rondboog boven de deur te passen. De leeuw op de achtersteven van het schip stond in<br />
werkelijkheid met zijn kop de andere kant op. De Gouden Leeuw werd in de zeeoorlogen met<br />
Engeland, tijdens de Slag bij Kijkduin (1673), ernstig beschadigd.<br />
De Gouden Leeuw op het IJ voor Amsterdam, 1686, Willem van de Velde, collectie: Amsterdam Museum<br />
‘Cornelis Tromp op de Gouden Leeuw, zeeslag bij Kijkduin 21 augustus 1673’, 1707, Willem van de Velde<br />
collectie: Rijks Museum Amsterdam<br />
16
Houtsnijwerk<br />
Het houtsnijwerk is naar een gravure van Lambert Visscher (1633-1700), die het weer gekopieerd<br />
heeft naar een schilderij van Ferdinand Bol. Visscher heeft alleen de loop van een kanon, een<br />
‘tromp’, toegevoegd.<br />
Dit type houtsnijwerk wordt een ‘bovendeurstuk’, ‘deurkalf’ of ‘kniestuk’ genoemd. Er was nog maar<br />
weinig van over maar door een grondige restauratie in 1999 is het beeld behouden gebleven.<br />
Restaurateur Kees van Mierlo in 1998, foto: Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen<br />
Bestemmingen<br />
In de jaren ‘30 van de 20 ste eeuw was drukkerij ‘De Hoop’ in het pand gevestigd. De linkeringang was<br />
toen de entree van een pension. Vanaf de jaren ’80 is in de kelder van het pand een seksshop.<br />
Het pand is particulier bezit en was niet bij het project betrokken. Het is een rijksmonument.<br />
Oudezijds Voorburgwal 136, 19<strong>28</strong>,<br />
bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
17
9. Oudezijds Voorburgwal no. 134<br />
Dit pand is in de 18 de eeuw gebouwd en heeft aanpassingen uit de 19 de eeuw. Bovenin is een<br />
zogenaamde fantasietop met rollagen; dat zijn uitstekende rijen op de kant gemetselde stenen<br />
boven de raampartijen.<br />
Op de benedenverdieping van het pand zat vanaf de jaren ‘30 van de 20 ste eeuw de groothandel<br />
‘Slager en Schilo’ in vitrages, gordijnstoffen, voiles en tafelkleden.<br />
Het pand is particulier bezit en was niet bij het project betrokken. Het is een rijksmonument.<br />
Oudezijds Voorburgwal 134-130, jaren ’30, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
10. Oudezijds Voorburgwal no. 132<br />
Dit pand is in 1825 gebouwd. Het heeft nog de gevel van het pand dat daarvoor op die plek stond. De<br />
18 de eeuwse klokgevel is in de Lodewijk XV-stijl. Deze stijl werd rond 1750 toegepast. Deze wordt<br />
gekenmerkt door de asymmetrie, lichtheid, speelsheid en veel krullen in de versieringen. Het pand<br />
grenst aan de zogenaamde Appelboomgang.<br />
In het vroegere pand woonde in 1585 ijzerkoper Hendrick Egbertsz. Het pand met de naam ‘In den<br />
Gulden Appelboom’ ging vervolgens over naar lakenbereider Wessel Mulder. Hij kocht het op 4 mei<br />
1685 voor 1150 gulden. Mulder was actief in de lakenindustrie en had ‘vollers’ in dienst die hun werk<br />
deden in werkplaatsen in de achterhuizen. (voor een uitleg over het werk van Vollers: zie bij<br />
Blaauwlakensteeg -: Lakenindustrie )<br />
Wessel Mulder stierf in 1690.<br />
18
Eind 17 de eeuw woonde Vriesevener Jan Bramer in het pand. Officieel bezat hij het pand vanaf 1702,<br />
maar in een document uit 1693 wordt hij al als eigenaar genoemd<br />
Oudezijds Voorburgwal 132, derde pand van links, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Jan Bramer trouwde met Rintje Jans, de voormalig echtgenote van Wessel Mulder. Hij stond te boek<br />
als schoenmaker maar het is, ook gezien zijn rijkdom, vrijwel zeker dat hij actief was in de<br />
lakenhandel. Net als zijn zoon, die overigens diep in de schulden zat en ook gebukt ging onder andere<br />
ernstige problemen.<br />
In 1719 verkocht Jan Bramer huis en erf aan Steenwijker Gerrit Schuurman voor het in die tijd<br />
enorme bedrag van zevenduizend gulden. Bramer bezat ook nog twee panden in de Zwartlakensteeg.<br />
Deze panden stonden aan de zuidzijde; een van de panden was mogelijk voormalig pakhuis op no.<br />
124.<br />
Jan Bramer stierf, dertien jaar na Rintje, in 1726 en ligt in de Oude Kerk begraven.<br />
In de jaren ‘60 van de 20 ste eeuw zat ‘The Rick’s bar’ in het pand. Nu is ‘The Bulldog’ de eigenaar. De<br />
coffeeshopketen bezit meerdere panden aan de Oudezijds Voorburgwal.<br />
Het pand is particulier bezit en was niet bij het project betrokken. Het is een rijksmonument.<br />
11. Oudezijds Voorburgwal no. 1<strong>28</strong><br />
Dit pand is halverwege de 18 de eeuw gebouwd. Het heette toen ‘In Den Granaetappel’. Het pand<br />
heeft een klokgevel. De entree heeft een bijzonder bovenlicht.<br />
19
De ramen hebben een zogenaamde empire-roedenverdeling. Dat is een specifieke, Franse manier<br />
waarop de roeden en ruitjes in een raam zijn geplaatst. Het lijkt of de schuiframen naar buiten<br />
opengeklapt kunnen worden.<br />
In een vorig pand op deze plek woonde in 1585 Jan Veen, wiens dochter met de zoon van Hendrick<br />
Pot van no. 134 trouwde.<br />
Oudezijds Voorburgwal 1<strong>28</strong>, tweede pand van links, 2012, foto: Frank Lucas<br />
In het blok waren de voor- en achterhuizen binnendoor met elkaar verbonden. Maar bij no. 1<strong>28</strong><br />
stond het achterhuis vermoedelijk los van het voorhuis. Het was te bereiken via de Appelboomgang,<br />
een smalle doorgang van zeventig centimeter breed en vijftien meter lang. Deze gang leidde ook<br />
naar een pakhuis op no. 124 dat nu aan een binnenpleintje in de Zwartlakensteeg staat.<br />
Op een kaart uit 1779 staat aangegeven dat in dit pand een brandemmer van de stad aanwezig is.<br />
Brandemmers dienden om bij brand water uit de gracht te scheppen.Per zeven huizen was een<br />
brandemmer aanwezig.<br />
De gang heeft ook bekend gestaan als de Arend-Jacobszoonsteeg en de Duifjessteeg.<br />
12. Oudezijds Voorburgwal no. 126<br />
Dit pand is in de 17 de eeuw gebouwd, heeft een klokgevel uit de 18 de eeuw en een geblokte<br />
bedrijfspui. Het is een rijksmonument.<br />
In de 16 de eeuw woonde in het vorige pand op deze plek Pieter Cornelisz Zwartelaecken, een<br />
lakenverver.<br />
20
13. Oudezijds Voorburgwal no. 102<br />
Dit pand is in het begin van de 20 ste eeuw gebouwd. In het pand hebben in de 20 ste eeuw winkels<br />
gezeten als ‘Wolkers Aardappelen, Groenten en Fruit’ en ‘De Verfkelder’.<br />
Dit pand was niet bij het project betrokken.<br />
14. Oudezijds Voorburgwal no. 100<br />
Dit pand is in 1634 gebouwd. Rond 1800 is de pui vernieuwd. De oude balkenlagen zijn nog aanwezig.<br />
Het pand heeft een trapgevel met onregelmatige trappen en bij de raampartij lisenen, dat zijn in de<br />
pui aangebrachte verticale uithollingen.<br />
Oudezijds Voorburgwal 100, pand met roodbruine gevel, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Het heet ‘De Helm’, genoemd naar eigenaar en bewoner bierhandelaar Jacob Janszoon Helm die het<br />
huis in 1634 bouwde. Voor die tijd stond op die plaats het huis ‘De vier Moriaenen’. Tot in de 18 de<br />
eeuw werd er vanuit het pand handel in bier gedreven. In het pand is de oorspronkelijke kelder voor<br />
bieropslag nog aanwezig.<br />
Het pand is een rijksmonument. Het is in het bezit van Vereniging Hendrik de Keyser en was niet bij<br />
het project betrokken.<br />
21
15. Oudezijds Voorburgwal no. 98<br />
17 de eeuws pand<br />
Dit pand heeft een halsgevel uit de eerste helft van de 18 de eeuw met achter de gevel een ouder<br />
pand. Uit onderzoek naar de leeftijd van het hout van de balken bleek dat dit pand veel ouder is dan<br />
aanvankelijk werd gedacht en dat het al in 1605 is gebouwd.<br />
Oudezijds Voorburgwal 98, 2010, foto: Wolfgang Josten<br />
Gerestaureerd in 2011<br />
Voor de restauratie in 2011 verkeerde dit pand in dramatisch slechte staat. Vooral de linker<br />
bouwmuur was ernstig verzakt. Bij de restauratie is veel van het oude pand behouden en zijn oude<br />
elementen hergebruikt. Alleen de achtergevel en een uitbouw aan de achterzijde zijn vernieuwd.<br />
22
Oudezijds Voorburgwal 98, 2012, foto: Hallie & van Klooster Makelaardij<br />
Opmerkelijk is dat de linkerzijde 20 centimeter lager is dan de rechterzijde. Dit is gedeeltelijk<br />
gecorrigeerd door de ruimten tussen de bouwelementen op te vullen. De vloer in het woongedeelte<br />
is waterpas gemaakt.<br />
De gevel was oorspronkelijk donkerbruin geolied. Het diepzwart van de huidige olie zal in de loop der<br />
tijd wat matter worden.<br />
Oudezijds Voorburgwal 98, derde pand van links, 2012, foto: Frank Lucas<br />
23
Het pand bestaat uit een woning op de begane grond en een woning die uit de overige verdiepingen<br />
bestaat.<br />
De woningen zijn energiezuinig (label A); in de traditionele schuiframen zit bijvoorbeeld dubbel glas.<br />
Ze zijn dankzij een wtb-installatie ook goed geventileerd met alle ramen dicht en dat is geen<br />
overbodige luxe omdat er vooral ‘s avonds veel lawaai is op straat.<br />
Oude muurreclames<br />
Oude muurreclames worden steeds vaker weer goed leesbaar gemaakt. Dat geldt ook voor de tekst<br />
op dit pand. Begin 19 de eeuw werkte hier de firma Vogelpoel en Noorwegen in de ‘expeditie, opslag<br />
en assurantie’. Het hoofdkantoor zat aan de overkant op Oudezijds Voorburgwal no. 151.<br />
Oudezijds Voorburgwal 104-96, jaren '40, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
24
Wapen van Zandvoort<br />
Onder de hijsbalk is een ondersteboven ingemetselde gevelsteen met ‘drie gouden haringen’ die het<br />
wapen van Zandvoort vormen. Mogelijk kwam een van de vroegere eigenaars uit Zandvoort, ooit een<br />
dorp van haringvissers.<br />
De in deze vorm afgebeelde vissen kunnen ook een religieuze betekenis hebben. De religieuze<br />
betekenis van de vis komt voort uit het Griekse woord voor vis, namelijk ‘ichthus’, Dit woord bevat<br />
zowel de I van Jezus, als de ch van Chritus als de th van theos (God). Het Nieuwe Testament was in<br />
het Grieks geschreven.<br />
Oudezijds Voorburgwal 98, 2012, foto: Frank Lucas<br />
25
Oranjeboom<br />
Boven de hijsbalk, in het fronton, is een gerestaureerde steen uit het einde van de 18 de eeuw met de<br />
afbeelding van een sinaasappelboom. De toenmalige bewoner liet met deze ‘oranjeboom’ zijn steun<br />
aan de stadhouder (behorend tot ‘het Huis van Oranje’) blijken.<br />
De sinaasappelboom betekent ook voorspoed en continuïteit omdat deze boom het hele jaar<br />
bladeren, bloemen en vruchten draagt.<br />
Steen in fronton, ‘Oranjeboom’, foto: Pancras van der Vlist/Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen<br />
foto: Het Geheim van de Smith<br />
26
16. Oudezijds Voorburgwal no. 96<br />
Oude muur- en gevelreclames worden de laatste jaren als cultureel erfgoed beschouwd. De tekst<br />
grof- & kunstsmederij van H.J. Ligtermoed is weer goed leesbaar gemaakt.<br />
In dit pand is in de tweede helft van de 19 de eeuw de smederij van het echtpaar Ligtermoed<br />
gevestigd. Hun zoon Hendrik werd op 10 augustus 1868 geboren.<br />
Ook Hendrik wordt smid. Nadat zijn vader overlijdt, wordt de zaak onder de naam Wed. Ligtermoed<br />
& zoon voortgezet. In 1905 trekt zijn moeder zich uit de zaak terug en zet Hendrik de smederij op<br />
eigen naam en rekening voort.<br />
Enkele jaren later vraagt de ‘Credietvereniging’ de rechtbank om een faillissement. Er staan<br />
vorderingen open. Het betreft bedragen van fl. 500,- en fl. 4500,- .‘Niettegenstaande vele minnelyke<br />
aanmaningen blyft genoemde Ligtermoed in gebreke te voldoen’ en ‘dat alzoo genoemde<br />
Ligtermoed in den toestand verkeert dat hy heeft opgehouden te betalen’aldus de Credietvereniging.<br />
Oudezijds Voorburgwal 96, hoekpand links, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Op 13 januari 1911 wordt de smederij failliet verklaard. Een poging om de smederij een doorstart te<br />
geven mislukt en er worden nieuwe schulden gemaakt.<br />
De ‘credietvereniging’ schrijft dat: ‘genoemde Ligtermoed door schandelyke levenswyze zyn<br />
oorspronkelijke zaak heeft geruineerd en thans bezig is de waardevolle smedery-inventaris te<br />
verduisteren, immers ver onder de waarde te verkoopen; dat onmiddelyke faillietverklaring<br />
wenschelyk en noodzakelyk is; dat genoemde Ligtermoed tal van andere opeischbare schulden<br />
heeft aan de firma’s Hotz & Co te Rotterdam, Peck & Co, Smit & Blok en Gebrs. Van der Vliet te<br />
Amsterdam.<br />
27
In 1926 woont de familie Ligtermoed nog op de Oudezijds Voorburgwal no. 96. Hendrik staat nog te<br />
boek als directeur n.v. Grof en Kunstsmederij. In de jaren ’30 verhuist de familie naar de Nassaukade.<br />
Hendrik Ligtermoed overlijdt op 23 juli 1950 op 81-jarige leeftijd.<br />
Enkele dagen later staat het volgende bericht in de krant: ‘Allen die iets te vorderen hebben van<br />
wijlen Hendricus Johannes Ligtermoed wordt verzocht hiervan opgave te doen bij notaris Luykx te<br />
Amsterdam …’<br />
De gevelreclames zijn weer toonbaar gemaakt door het bureau ‘Het Geheim van de Smith’<br />
restauratie en decoratie technieken.<br />
<strong>28</strong>
2. SINT ANNENSTRAAT<br />
o. Sint Annenstraat<br />
De Sint Annenstraat wordt in 1387 voor het eerst in een document genoemd. De straat verbond de<br />
Warmoesstraat, van oorsprong rivierdijk, met de Oudezijds Voorburgwal, van oorsprong<br />
verdedigingswal. Het hoogteverschil van ongeveer een meter tussen de hogere dijk en de wal is nu<br />
nog goed zichtbaar.<br />
De Warmoesstraat is halverwege de 13 de eeuw aangelegd. In de 14 de eeuw werden de kavels achter<br />
de huizen van de Warmoesstraat verlengd tot aan de Oudezijds Voorburgwal. De huizen aan de Sint<br />
Annenstraat en de Sint Jansstraat zijn toen gebouwd en ook op het binnenterrein van het blok kwam<br />
de eerste bebouwing.<br />
oo. De naam Sint Annenstraat<br />
De Sint Annenstraat is genoemd naar Anna, de moeder van Maria, moeder van Jezus. Zeer<br />
waarschijnlijk heeft ooit op een van de hoeken van de straat een beeldje van Anna gestaan.<br />
Het Bijbelse <strong>verhaal</strong>:<br />
‘De welgestelde Anna en Joachim waren kinderloos. Hoewel ze volgens de wetten van God leefden,<br />
werd een offer van Joachim in de tempel geweigerd omdat hij geen kinderen had.<br />
Hij vluchtte de woestijn in. Anna dacht dat hij dood was. Ze deed haar beklag bij God en vroeg om<br />
een kind. Haar gebed werd verhoord. Joachim kreeg van een engel te horen dat zijn vrouw in<br />
verwachting was. Hij keerde terug, ontmoette zijn vrouw bij de Gouden Poort en ze kusten elkaar.<br />
Anna beviel van Maria. De ouders brachten Maria naar de tempel waar ze gevoed werd door<br />
engelen. Toen zij twaalf jaar oud was, werd Maria door de hogepriester uitgehuwelijkt aan Jozef.<br />
Jozef was een weduwnaar op leeftijd. Hij had al kinderen en mocht Maria alleen beschermen.<br />
Jozef was aannemer van beroep. Kort na het huwelijk vertrok hij voor enkele maanden naar een<br />
bouwklus. Maria werd intussen zwanger. Jezus werd onderweg naar Bethlehem geboren in een stal.<br />
De vroedvrouw constateerde dat Maria nog maagd was.’<br />
Anna is de beschermvrouwe van onder andere timmerlieden en vrouwen met een kinderwens.<br />
29
‘Maria met Jezus op schoot, Anna rechtsachter’, 1558, Maarten Vos,<br />
collectie: Museum voor Schone Kunsten, Gent<br />
1. Sint Annenstraat no. 32<br />
Dit pand is in de tweede helft van de 18 de eeuw gebouwd. De uitbouw in de straat is een gedeelte<br />
van het rookkanaal. Op de hoek bij no. 32, daar waar nu een lange gevelwand is, stonden ooit drie<br />
pandjes. Het pand is een rijksmonument.<br />
2. Sint Annenstraat no. 30<br />
Dit pand is in 17 de eeuw gebouwd. Bij de restauratie zijn de oorspronkelijke materialen hergebruikt.<br />
De rolornamenten op de hoeken van de gevel, de voluten, zijn van een gesloopt pand uit de Sint<br />
Jansstraat. De geveltop is verhoogd en gedeeltelijk vernieuwd. Dat is nog enigszins te zien.<br />
Het pand is een rijksmonument.<br />
30
Sint Annenstraat 30, voluut uit Sint Jansstraat, 2010, foto: Vincent Smulders<br />
Sint Annenstraat 30, 2012, hetzelfde voluut, foto: Frank Lucas<br />
31
3. Sint Annenstraat no. <strong>28</strong><br />
Dit pand is in de 17 de eeuw gebouwd en heeft een puntgevel. Het pand is een rijksmonument.<br />
4. Sint Annenstraat no. 26<br />
Dit pand is in het derde kwart van de 18 de eeuw gebouwd. De klokvormige top heeft bijzondere<br />
zandstenen afdekkingen. Het is een rijksmonument.<br />
Sint Annenstraat 26, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Op de plaquette op straatniveau aan de buitengevel staat: ‘Eerste steen gelegd door L. Stive -<br />
Lohrengel 21 februari 1934’. Louise Lohrengel werd op 23 mei 1866 in een dorpje in midden-<br />
Duitsland geboren. Als 20-jarige kwam ze naar Amsterdam. Ze kreeg werk bij een, ook Duitse,<br />
hoedenmaakster die haar atelier had in de Nes.<br />
Er woonden en werkten in de tweede helft van de 19 de eeuw veel Duitsers in deze buurt. Ze dreven<br />
winkels, er waren Duitse restaurants, hotels, bierhallen en theatertjes. De Warmoesstraat werd in<br />
die tijd ook wel ‘klein München’ genoemd.<br />
De wat oudere Franz Carl Stive, ook uit midden-Duitsland, was al eerder naar de stad gekomen. Hij<br />
had een bakkerij op no. 105 in de Warmoesstraat. Op een dag bracht hij brood naar de<br />
hoedenmaaksters in de Nes, waar hij Louise ontmoette. Het klikte. Het huwelijk was op 17<br />
september 1891. Ze kregen tien kinderen: vier zoons en zes dochters.<br />
Ze werkten hard in hun bakkerij en verdienden goed. Louise en Franz Carl werden eigenaar van het<br />
18 de eeuws pand in de Sint Annenstraat op no. 26. In 1933 lieten ze het pand grondig verbouwen: er<br />
kwam een nieuwe fundering, vloer en gevel. Louise legde de eerste steen. Zij was toen 66 jaar oud.<br />
32
Carl en Louise Stive, foto’s: familiealbum familie Stive<br />
Franz Carl stierf een jaar later op de leeftijd van 71 jaar. Hij werd in Buitenveldert begraven. Louise<br />
overleed op 24 april 1951. Ze werd 84 jaar oud.<br />
De grond onder en rondom het pand Warmoesstraat no. 105, waar ze vijftig jaar lang hun bakkerij<br />
hadden, werd later bekend vanwege de spectaculaire archeologische opgravingen die daar zijn<br />
gedaan.<br />
Een zus van Franz Carl werkte in de Warmoesstraat op no. 163, hoek Sint Jansstraat in een luxe,<br />
‘koude‘ bakkerij.<br />
ooo. Prostitutie<br />
Eerste vermelding<br />
Rond de Oude Kerk en de Oudezijds Voorburgwal vond vanaf de vroegste geschiedenis prostitutie<br />
plaats. Er zijn verordeningen uit 1413 en uit 1478 waarin melding werd gemaakt van openbare<br />
bordelen en rendez-voushuizen in de stad. In het keur (verordening) van 1478 werd bepaald dat<br />
alleen schoutsdienaren bordelen mochten exploiteren. Begin 16de eeuw werd dat ook aan burgers<br />
toegestaan.<br />
Toen Amsterdam in 1578 overging naar het protestantisme werd prostitutie strafbaar gesteld. In<br />
reactie daarop gingen veel bordelen ondergronds.<br />
Hoerhuizen<br />
In de 17 de en 18 de eeuw vond prostitutie plaats in geheime hoerhuizen en in zogenoemde muziek- en<br />
speelhuizen en ‘oneerlijke herbergen’, maar ook in openbare bordelen. In heel Amsterdam waren<br />
zelfstandig werkende prostituees actief.<br />
33
Bordeelscene, 1658, Frans van Mieris, collectie: Mauritshuis, Den Haag<br />
Reglementeren en gedogen<br />
Begin 19 de eeuw, in de Franse tijd, werd prostitutie gereglementeerd. Prostituees en bordelen<br />
moesten geregistreerd staan en prostituees hadden de plicht zich om de twee weken medisch te<br />
laten controleren. Na het vertrek van de Fransen in 1813 werden de reglementen terzijde geschoven<br />
en kwam er weer een periode van gedogen.<br />
Eind 19 de eeuw werd een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar prostitutie in de stad. In de<br />
conclusie stond dat er sprake was van ‘menschonteerenden handel in vrouwen en van de gemeenste<br />
vormen van ontucht’. In de bordelen werkten vooral buitenlandse, met name Franse en Duitse<br />
prostituees.<br />
34
Bordeelverbod<br />
Rond 1910 kwam er opnieuw een bordeelverbod. Prostitutie werd toen voortgezet onder de<br />
dekmantel van hotels, modeateliers en sigarenwinkels.<br />
De Wallen, 1938, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
In 1935 telde de stad ongeveer honderdvijftig verkapte bordelen en een flink aantal zogenoemde<br />
massage- en schoonheidssalons. Klanten werden ook geworven met advertenties voor<br />
'conversatielessen in vreemde talen'.<br />
In de omgeving van de Oude Kerk werd de prostitutie wel gedoogd. De vrouwen mochten achter het<br />
raam zitten maar dan wel met de gordijnen op een kier.<br />
Toleranter beleid<br />
Vanaf de jaren ‘60 werd het beleid toleranter. In het Wallengebied nam de prostitutie sterk toe. In<br />
2006 werden gemeentelijke vergunningen uitgegeven voor 477 prostitutieramen.<br />
In de Sint Annenstraat waren nog aan beide kanten van de straat prostitutiepanden. In de Sint<br />
Jansstraat vond prostitutie vanuit cafés plaats.<br />
35
De Wallen, 2011, foto: NRC<br />
De laatste jaren is het gemeentebestuur de strijd aangegaan tegen misstanden in de prostitutie zoals<br />
vrouwenhandel en andere vormen van criminaliteit. In februari 2011 besloot het stadsbestuur het<br />
aantal raambordelen te verminderen tot 293 ramen en een deel van de vrijgekomen ruimten een<br />
nieuwe - bij voorkeur culturele - bestemming te geven.<br />
6. Sint Annenstraat no.24<br />
Dit pand is geen monument maar wel gekwalificeerd als beeldbepalend voor de binnenstad.<br />
7. Sint Annenstraat no. 22<br />
Via de ingang op no. 22 is toegang tot de werkplaatsen die achter de voorhuizen gebouwd zijn. Ook<br />
in de 20ste eeuw, tot in de jaren ’70, waren op die plek, grenzend aan een steeg aan de achterzijde,<br />
werkplaatsen met vaak ambachtelijke bedrijfjes.<br />
Er waren bedrijven voor machinereparatie, metaalconstructies en machinale houtbewerking; er zat<br />
een rollengieterij, een drukinktfabriekje en grafische drukkerij; er was een kruiers- en een<br />
stukadoorsbedrijf.<br />
De ruimten raakten langzaamaan in verval en kwamen uiteindelijk leeg te staan. In de tijd van de<br />
kraakacties in de jaren ’80 trokken kunstenaars in de voormalige werkplaatsen en startten daar de<br />
zogenaamde ZwartlakenAteliers.<br />
36
Sint Annenstraat, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Voor project <strong>Blaauwlakenblok</strong> van start ging, is er bodemonderzoek uitgevoerd. De grond was<br />
behoorlijk vervuild, onder meer met zware metalen. In het gehele projectgebied is bodemsanering<br />
uitgevoerd.<br />
oooo. Oude Kerk<br />
Oudste stenen gebouw<br />
De Oude Kerk is het oudste stenen gebouw van Amsterdam en tevens het belangrijkste monument<br />
van de stad. Al in de 13 de eeuw stond hier een houten kapel die langzaam wegzakte in de drassige<br />
grond. Niet lang na 1300 werd een fundering gelegd van balken en korte stevige stammetjes waarop<br />
de eerste stenen kerk werd gebouwd.<br />
Heilige Nicolaas<br />
De kerk was gewijd aan de Heilige Nicolaas en werd vanaf 1344 de parochiekerk van de stad. Nadat<br />
in 1410 de Nieuwe Kerk op de Dam was gebouwd, werd deze Sint Nicolaaskerk de Oude Kerk<br />
genoemd.<br />
Grotere toren<br />
De Oude Kerk is een hallenkerk. Het middenschip en de zijschepen zijn even hoog en breed. De toren<br />
is drie maal vergroot. Alle stadia zijn nog te zien: de 14 de eeuwse toren, de spectaculaire verhoging<br />
van de 16 de eeuw en de ommetseling van de eerste helft van de 18 de eeuw. Het carillon, waarvan één<br />
van de klokken dateert uit 1500, wordt tot de mooiste van Nederland gerekend.<br />
37
Van katholiek naar hervormd<br />
In de 16 de eeuw veranderde de Oude Kerk van een katholieke kerk met tientallen altaren en<br />
heiligbeelden in een sobere hervormde kerk. Het was een plek voor ‘de dienst van het woord’, maar<br />
ook ontmoetingsplek en een plaats waar intensief handel werd gedreven.<br />
Oude Kerk, 1779, H.P. Schouten, bron: Stadsarchief<br />
Oude Kerk, 1779, H.P. Schouten, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
38
Het graf van Saskia<br />
Onder de vloer van de kerk zijn 340 graven. Een van de graven is van Saskia, de vrouw van<br />
Rembrandt. Eenmaal per jaar, op 9 maart om 08:39 uur precies, valt er een streep zonlicht op haar<br />
graf. Er is dan een feestelijke bijeenkomst in de kerk met ontbijt, muziek en toespraken.<br />
http://www.gravenopinternet.nl/nl/index.html<br />
Oude Kerk, foto: Daniel Bras<br />
Sint Annenstraat, Oude Kerk,2012, foto: Frank Lucas<br />
39
8. Sint Annenstraat no. 20<br />
Dit pand is in 1910 gebouwd. Tot halverwege de 20 ste eeuw was er onder meer een stucadoorsbedrijf<br />
en een transporteur in gevestigd.<br />
Tot eind jaren ’90 van de 20 ste eeuw waren er ook aan de even kant van de Sint Annenstraat<br />
prostitutiepanden. Rond 1980 was SM-studio Tanja op no. 20 gevestigd.<br />
Sint Annenstraat 20, 1984, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
9. Sint Annenstraat no.18<br />
Dit is een pand uit 1910. Een groot deel van de 20 ste eeuw was er een garage in gevestigd. Het is een<br />
voor de binnenstad beeldbepalend pand.<br />
10. Sint Annenstraat no. 16<br />
Dit pand is oorspronkelijk uit de 17 de eeuw. Het heeft een gepleisterde tuitgevel.<br />
De totaal vervallen panden van Sint Annenstraat no. 16 tot en met Sint Annenstraat no. 10 zijn<br />
afgebroken en daarna aan de hand van de oude bouwtekeningen, herbouwd met nieuwe materialen.<br />
De herbouw is in de jaren ’90 van de 20 ste eeuw uitgevoerd door Stadsherstel en architect/aannemer<br />
Rappange. De panden waren dus niet bij het recente project betrokken.<br />
40
Sint Annenstraat 16, 2009, foto: Pancras van der Vlist/Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen<br />
Op de gevel van no. 16 hangt een eigentijdse gevelsteen. Bij de restauratie van de panden in de Sint<br />
Annenstraat no. 10 - no.16 heeft verzekeringsmaatschappij NOG de extra inrichtingskosten betaald<br />
om de huizen geschikt te maken voor muziekstudenten.<br />
Als dank daarvoor werd door Stadsherstel deze steen aangeboden. Het ontwerp is van Jaap Hulscher.<br />
11. Sint Annenstraat no.14<br />
Dit is een pand uit de 17 de eeuw. Het heeft ontlastingsbogen boven het venster op de tweede<br />
verdieping. Een ontlastingsboog is boven een deur of raam gemetseld en heeft als doel het gewicht<br />
van het bovenliggende metselwerk te verdelen.<br />
41
Sint Annenstraat 16 - 10, 2012, foto: Frank Lucas<br />
12. Sint Annenstraat no. 12<br />
Oudste stenen huis<br />
Op de plek van het pand Sint Annenstraat no. 12 uit 1565 stond daarvoor het oudste stenen huis van<br />
Amsterdam, gebouwd in 1380. Dat huis was tien meter bij vijf meter. Hoewel van steen, werd het<br />
waarschijnlijk ernstig beschadigd bij de grote stadsbrand van 1421. Daarna werd het grondig<br />
verbouwd.<br />
Sint Annenstraat 12, plavuizenvloer uit 1380, 2012, foto: Frank Lucas<br />
42
Reconstructie<br />
In de tweede helft van de 20 ste eeuw waren het huidige pand en de naastliggende panden totaal<br />
vervallen. Daarom moesten zij volledig worden herbouwd. Tijdens de reconstructie in de jaren ’90<br />
werden delen van het oudste houtskelet zichtbaar. Ook zijn resten van de plavuizenvloer uit 1380<br />
opgegraven en kwamen plafonddelen uit 1580 te voorschijn.<br />
Sint Annenstraat 12, plafonddelen uit 1580, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Woonhuisgevel<br />
Het oorspronkelijke pand uit 1380 werd in 1564 opgekocht door de puissant rijke zijdehandelaar<br />
Frans Stoffelszoon van Camp. Van Camp was al eigenaar van het pand op Sint Annenstraat no. 10. Hij<br />
liet op de plek twee nieuwe panden bouwen met de bedoeling deze te verhuren. Hij noemde het<br />
pand op no. 12 ‘De Gulden Trip’.<br />
Het pand werd gebouwd in de trant van de beroemde architect Hans Vredeman de Vries (1521-1606)<br />
en het heeft, hoewel dus wel herbouwd, de enige vroeg-renaissancistische woonhuisgevel van<br />
Amsterdam.<br />
In de renaissance werd teruggegrepen op de vormentaal van de oude Grieken en Romeinen. Er werd<br />
vaak gebruikt gemaakt van rode baksteen en witte versieringen als bijvoorbeeld krullen, pilaartjes,<br />
driehoekjes, engelenkopjes en decoratieve vazen.<br />
43
Sint Annenstraat 12, 2012, foto: Frank Lucas<br />
De topgevel is de enige gevel in de stad met in- en uitzwenkende rolornamenten.<br />
Bedekte plafonds<br />
In 16 de en 17 de eeuw werden plafonds soms beschilderd op de onderkant van de vloerdelen van de<br />
bovenwoning. Balken en vloerdelen werden pas in de 18 de eeuw aan het zicht onttrokken door<br />
stucwerk en plafonddelen.<br />
Op 9 april 1993 werden de plafonddelen weggenomen en kwamen de vloerdelen van het bovenhuis<br />
in het zicht. Daarop was in 1585 een goudgele plafondschildering aangebracht. Deze oudst bekende<br />
plafondschildering van Amsterdam is in het huidige pand teruggeplaatst.<br />
Sint Annenstraat 12, plafonddeel uit 1580, 2012, foto: Frank Lucas<br />
44
Replica’s<br />
De originele koppen van de man en vrouw die de buitengevel sieren, zijn vanwege de<br />
cultuurhistorische waarde in 1897 opgenomen in de collectie van het Rijks Museum. De nu zichtbare<br />
koppen zijn replica’s. In de tweede laag van het pand zijn ook nog een mannen- en vrouwenkop te<br />
zien. De koppen hebben uitsluitend een decoratieve functie.<br />
De vergulde ‘Klimmende Leeuw in Hollandse Tuin’ is gerestaureerd en staat symbool voor kracht,<br />
macht, moed en nobelheid.<br />
Huidige functie<br />
Op 18 mei 1995 werden de gereconstrueerde panden feestelijk in gebruik genomen. Vanuit het pand<br />
op Sint Annenstraat no. 12 worden nu aan veelbelovende musici instrumenten van topklasse<br />
uitgeleend. De instrumenten worden gefinancierd uit een speciaal daarvoor opgericht fonds.<br />
Sint Annenstraat 12, 2012, foto: Frank Lucas<br />
45
Sint Annenstraat 10-4, jaren ’70, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
13. Sint Annenstraat no. 10<br />
Dit pand is een reconstructie van een pand uit 1565. Ook dit pand was in de tweede helft van de 20 ste<br />
eeuw totaal vervallen. Het is volledig gedemonteerd en naar voorbeeld van historische<br />
bouwtekeningen opnieuw opgetrokken.<br />
Het pand heeft een vernieuwde gevel waarin de oorspronkelijke gevelsteen teruggeplaatst is. De<br />
gevelsteen dateert uit de eerste helft van de 17 de eeuw. In 19<strong>28</strong> werd er door leden van de<br />
monumentenzorg nog ‘bloedworst met spekjes’ in gezien.<br />
Sint Annenstraat 10, 2012, foto: Frank Lucas<br />
46
Rollen laken<br />
Tijdens een grondige restauratie in 1991 werd de afbeelding duidelijk. De steen heeft te maken met<br />
de bloeiende lakenhandel die vanaf de 14 de eeuw tot in de 17 de eeuw in deze buurt plaatsvond. De<br />
zogenaamde spekjes zijn de lakenloodjes die gehecht zijn aan drie rollen lakense stof. De geweven<br />
wollen stoffen zijn in stevige linnen hoezen verpakt.<br />
De betekenis van de beer met halsband en de burcht is onduidelijk. Mogelijk heeft de beer te maken<br />
met de toenmalige export van laken naar de Oostzeegebieden.<br />
Sint Annenstraat 10-16, jaren ’80, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
Sint Annenstraat 10, 2012, foto: Frank Lucas<br />
47
ooooo. De Oliphantsgang<br />
In de 16 de eeuw was er al volledige randbebouwing rond het blok. De huizenrij in deze dwarsstraten<br />
werd alleen in de Sint Annenstraat onderbroken ter hoogte van de Oliphantsgang. De gang is 70<br />
centimeter breed en staat op verschillende historische stadskaarten afgebeeld. Het bord en de naam<br />
van de gang is van recente datum.<br />
Sint Annenstraat 8, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Boven de toegang naar de steeg is aan de buitengevel van een woning nog een gootsteentje te zien,<br />
dat daar geplaatst is om binnen ruimte uit te sparen. De Oliphantsgang heeft tegenwoordig de<br />
functie van brandgang.<br />
Sint Annenstraat 8, 2012, foto: Frank Lucas<br />
48
15. Sint Annenstraat no. 8 (a tot en met f)<br />
Deze panden zijn uit het 2 de kwart van de 18 de eeuw. Bij de restauratie is gebruik gemaakt van de<br />
oorspronkelijke materialen. Het linkerpand heeft een gevel onder een sobere houten top. Het<br />
rechterpand heeft een lijst met een kleine verhoging. Dit pand heeft een gave onderpui uit de 18 de<br />
eeuw met een rijk gesneden deurkalf.<br />
Sint Annenstraat 8, 1900, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
Sint Annenstraat 8, 2012, foto: Frank Lucas<br />
49
Woonstichting De Key, de opdrachtgever en coördinator van het project, had de wens dat het werk<br />
van de kunstenaars uit het blok zoveel mogelijk zichtbaar zou zijn in de openbare ruimte. De<br />
voorkeur bestond voor presentaties in vitrines op de begane grond aan de straatkant.<br />
Dat is geprobeerd maar daar zijn de kunstenaars op teruggekomen. Exposeren in de Sint Annenstraat<br />
is haast niet mogelijk vanwege de massa (soms beschonken) Wallenbezoekers. Zichtbaarheid kan<br />
agressie oproepen met vernieling als gevolg.<br />
16. Sint Annenstraat no. 4<br />
Op vlucht<br />
De nieuwbouw in de Sint Annenstraat integreert verschillende historische bouwthema’s. De gevel is<br />
geïnspireerd op de gevels van middeleeuwse woonhuizen. Naar boven toe telt elke rij meer en<br />
kleinere ramen die als druppels aan de naar voren springende lagen hangen.<br />
Het pand is op vlucht gebouwd. De gevel springt per verdieping tien centimeter naar voren waardoor<br />
het pand als geheel veertig centimeter voorover helt. Door deze zogenaamde uitkraging wordt ook<br />
de geringe breedte van de straat benadrukt.<br />
Lichtval<br />
Het vele glas van het trappenhuis werkt als spiegel waarin de oudere stad gereflecteerd wordt.<br />
Sint Annenstraat 4, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Overdag kan het daglicht van buiten het pand binnentreden. Als het donker is, wordt de straat<br />
ruimschoots verlicht door de lampen vanuit het trappenhuis. Zo wordt ook bijgedragen aan de<br />
leefbaarheid en het gevoel van veiligheid in de openbare ruimte.<br />
Te lood<br />
Het nieuwbouwpand op Sint Annenstraat no. 6 staat, mogelijk als contrast met het op vlucht<br />
gebouwde pand te lood. De panden zijn ontworpen door bureau Soeters van Eldonk architecten.<br />
50
3. WARMOESSTRAAT<br />
o. Warmoesstraat<br />
Rond 1240 toen in de rivier de Amstel een dam werd gelegd, werden de dijken aan weerszijden van<br />
de rivier verhoogd. De dijk aan de oostelijke oever zou later de Warmoesstraat worden. Door de dam<br />
werd de Amstel in de richting van het Y een binnenhaven.<br />
In de tweede helft van de 13 de eeuw werden de dijken opnieuw opgehoogd. Er werd land<br />
aangeplempt voor bestrating en bewoning. De binnenhaven besloeg vrijwel de volledige breedte van<br />
de Warmoesstraat tot de Nieuwendijk.<br />
De eerste houten huizen lagen met de achtergevels direct aan het water van het ‘rak’ (een recht stuk<br />
van een rivier). De handelaars woonden dicht bij hun handel. Koopwaar werd direct uit het schip in<br />
de huizen geladen. Later werden huizen ook aan de straatkant gebouwd. De huizen aan het water<br />
werden achterhuizen en pakhuizen.<br />
Vervolgens werd er aan de overzijde van de dijk gebouwd. Tussen de huizen, vaak op de plek van<br />
gedempte sloten, werd ruimte vrijgehouden voor paden. Deze waren bedoeld om buitenom de erven<br />
te kunnen bereiken. De paden werden later straatjes, stegen en gangen.<br />
De Warmoesstraat ligt een meter hoger dan de Oudezijds Voorburgwal die in de 14 de eeuw gegraven<br />
was. De straat was in de tweede helft van de 14 de eeuw al geheel bebouwd. Rond 1500 was er ook<br />
volledige bebouwing aan de zijstraten en de Oudezijds Voorburgwal.<br />
De Warmoesstraat groeide uit tot de ‘goudkust’ van Amsterdam en was van de 14 de tot en in de 17 de<br />
eeuw de deftigste straat van de stad. In de 17 de eeuw werd die kwaliteit overgenomen door de in die<br />
eeuw aangelegde grachtengordel.<br />
Gevelsteen, 1999, Hans ’t Mannetje,<br />
foto: Pancras van der Vlist/Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen<br />
51
Vanaf de 18 de eeuw was de Warmoesstraat een van de belangrijkste winkelstraten van de stad. In de<br />
tweede helft van de 19 de eeuw werd de straat vooral een pretstraat. Er kwamen bierkelders,<br />
bierhallen, variététheaters en nachtelijke sociëteiten. In een groot deel van de 20 ste eeuw waren er<br />
veel bedrijven in de straat gevestigd.<br />
Vanaf de jaren ’60 van de 20 ste eeuw stond er veel leeg en was de straat verkrot. De drugshandel en<br />
seksindustrie kregen de straat en nabije omgeving in hun greep. De Warmoesstraat verloederde. Dat<br />
veranderde gaandeweg de jaren ’90 toen door allerlei initiatieven de straat haar vitaliteit en<br />
bijzondere karakter terugkreeg.<br />
Warmoesstraat, 2012, foto: Frank Lucas<br />
oo. De naam Warmoesstraat<br />
Het noordelijke deel van de straat heette de eerste eeuwen van Amsterdam ook de Kerckstraat. De<br />
naam Warmoesstraat wordt voor het eerst in 1384 in een document genoemd. De naam ‘warmoes’<br />
verwijst naar de warmoezerijen (groentetuintjes) die binnendijks aangelegd waren.<br />
Het woord ‘warmoes’ is te herleiden naar ‘moes’, wat in oud Nederlands ‘groente’ betekent en ‘war’<br />
wat afgeleid is van ‘warm’. ‘Warmoes’ betekent dus letterlijk ‘warme groente’.<br />
52
ooo. Plaquette<br />
Op de hoek Warmoesstraat - Sint Annenstraat zijn op de muur van de Effectenbeurs terracotta reliëfs<br />
te zien. Deze tonen alle huizen die in 1911 gesloopt moesten worden ten behoeve van de bouw van<br />
de beurs.<br />
Warmoesstraat, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Aan de muur wordt op die plek ook een beeld van Vondel getoond omdat men de verkeerde<br />
aanname had dat Vondel op Warmoesstraat no. 110 had gewoond en gewerkt. Dit is in werkelijkheid<br />
in een pand aan de Warmoesstraat no. 39 geweest.<br />
1. Warmoesstraat no. 133<br />
Nieuwbouw na brand<br />
De nieuwbouw op de hoek in de Warmoesstraat sluit aan bij de bebouwing die daarvoor op die plek<br />
stond. Dat pand, met een gevel van natuursteen, liep tijdens een brand in 1988 onherstelbare schade<br />
op. De gevel van het nieuwe pand lijkt ook van natuursteen maar is van ander materiaal.<br />
53
Warmoesstraat 133, rechts, foto: Frank Lucas<br />
Het pand sluit aan bij de gelaagdheid en de chaotische structuren in de oude binnenstad. Ramen en<br />
balkons verschuiven iets ten opzichte van elkaar. Het pand helt naar voren. De gevel wordt naar<br />
boven toe breder.<br />
In het pand dat voor de nieuwbouw op deze plek stond, was vanaf de jaren ’50 van de 20 ste eeuw<br />
travestiebar Madame Arthur gevestigd.<br />
Warmoesstraat 133, 1983, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
54
Het pand is ontworpen door architect Dirk Jan De Ruyter van bureau Soeters Van Eldonk architecten.<br />
Nu is de ‘bakkerswinkel’ in het pand gevestigd.<br />
2. Warmoesstraat no. 135<br />
In dit pand zat tot in de jaren ‘60 van de 20 ste eeuw rijwielframefabriek Vrolijk & de Groot. In de<br />
fabriek werd gebruik gemaakt van een verfspuitinstallatie en van zuurbaden. Er was wat<br />
verontreinigde grond aangetroffen. In het gehele <strong>Blaauwlakenblok</strong> is bodemsanering uitgevoerd.<br />
Zowel Warmoesstraat no. 135, een pand uit de jaren ‘30, als no. 137 waren genomineerd om<br />
gesloopt te worden. Ze werden in het stedenbouwkundig plan van de gemeente voor het gebied als<br />
niet passend beschouwd.<br />
Warmoesstraat 135, tweede pand van links, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Het projectteam heeft met succes gepleit voor behoud van de panden onder meer omdat dit het<br />
straatbeeld ten goede zou komen. De panden verkeerden bovendien in redelijke goede staat,<br />
waardoor renovatie financieel haalbaar was.<br />
Aan de achterzijde is wel gesloopt. Een eeuwenoud, door schimmel aangetast pand is verwijderd.<br />
Daardoor is er nu een - niet openbare- doorgaande route via de Zwartlakensteeg tussen de<br />
Warmoesstraat en de Oudezijds Voorburgwal.<br />
No. 135 is een beeldbepalend pand. Nu is delicatessenzaak Metropolitan in het pand gevestigd.<br />
55
3.Warmoesstraat no. 137<br />
Dit art nouveau pand is in 1903 gebouwd en ontworpen door architect E.M. Rood (1850-1929)<br />
Vanaf de jaren ’20 van de vorige eeuw was confectiefabriek S.I. de Vries gevestigd op verschillende<br />
locaties in de Warmoesstraat. In dit pand had de firma een opslagruimte voor textiel. In een vestiging<br />
schuin aan de overkant waar nu de parkeergarage van de Bijenkorf is, heeft ooit een spectaculair<br />
grote brand gewoed.<br />
Warmoesstraat 137, rechterpand, 2012, foto: Frank Lucas<br />
No. 137 is een van de twee gemeentemonumenten in het project. Rijks- en gemeentemonumenten<br />
hebben als kenmerk dat zij van belang zijn wegens hun schoonheid, hun wetenschappelijke of hun<br />
cultuurhistorische waarde. In tegenstelling tot rijksmonumenten kunnen ook panden die jonger zijn<br />
dan vijftig jaar gemeentemonument worden.<br />
Naast dit pand, op no.139a, is nu de entree tot de Zwartlakensteeg. Eind 19 de eeuw was hier de<br />
toegang tot het theater ‘De Vereeniging’ dat op no. 139 was.<br />
Nu is de winkel ‘Rood’ van Mariska Majoors in het pand gevestigd. In deze winkel worden uitsluitend<br />
rode spullen verkocht.<br />
56
4. Warmoesstraat no. 139<br />
In dit pand is vanaf de jaren ’80 van de 20 ste eeuw het centrum voor hedendaagse kunst W139<br />
gevestigd.<br />
Woonhuis van een koopman<br />
Dit pand uit de 16 de eeuw pand heeft in 1958 een nieuwe gevel en kap gekregen. Er werd lang<br />
gedacht dat het pand uit de tweede helft van de 15 de eeuw dateerde. Onderzoek naar de ouderdom<br />
van het hout van de balken wees echter uit dat het hout pas in 1548 gekapt is (en ‘hout liegt niet’,<br />
volgens de deskundigen).<br />
In de 16 de eeuw was het pand een complex van drie huizen, dat ‘De Keyserinne’ heette en bewoond<br />
werd door Cornelis Cornelisz. de Vlaming (1544 - 1597), een zeer vermogend graankoopman. Het<br />
huis was bekend vanwege drie enorme wandschilderingen met voorstellingen uit de Odyssee van<br />
Homerus.<br />
19 de eeuw: van Duitse sociëteit tot theater ‘De Vereeniging’<br />
In de 19 de eeuw trok Amsterdam veel Duitse immigranten. Een aantal van hen vestigde zich in de<br />
Warmoesstraat. Er kwamen bierhallen, restaurants, hotels, theaters en winkels die door Duitsers<br />
gestart waren. Op no. 139 was jarenlang een Duitse sociëteit gevestigd.<br />
<strong>Blaauwlakenblok</strong> in 1871, kaartencollectie: UB VU<br />
Van 1880 tot 1892 was op no. 139 volkstheater ‘De Vereeniging’, met aan de achterzijde de<br />
theaterzaal en een toneeltoren. Het poortgebouw aan de linkerzijde gaf toegang tot het theater. In<br />
de Warmoesstraat op no. 145 werd een brandgang aangebracht. Eigenaar W.A. Müller woonde<br />
boven het theater.<br />
57
In 1892 ging het pand over op de ‘Vereeniging voor den Effectenhandel’ die er tot 1904 een sociëteit<br />
had, maar in 1903 werd het pand voor fl. 87.200,- weer teruggekocht door de heer Müller.<br />
Cabaret & dans, uitgaan op no. 139<br />
‘De Vereeniging’ was een favoriete speelplek van de toen bekende humorist Leon Boedels. In 1904<br />
begon Müller op deze locatie café-chantant ‘De Sphinx’. Eduard Jacobs, de eerste Nederlandse<br />
cabaretier, heeft er vaak opgetreden.<br />
Eduard Jacobs<br />
Jacobs was van oorsprong diamantbewerker, maar koos voor het theater. Hij werkte van 1890 tot<br />
1895 als pianist in Parijs. Daar ontdekte hij het cabaret.<br />
Warmoesstraat 139, Eduard Jacobs, 1905, bron: Theater Instituut Nederland<br />
In Nederland had hij eerst een eigen theatertje in de Pijp. Daarna werd ‘De Sphinx’ zijn podium. Hij<br />
speelde staande achter de piano . Zijn teksten waren kritisch ten aanzien van de autoriteiten en<br />
hadden ook vaak de zelfkant van de maatschappij als onderwerp. Een bekend lied was<br />
‘Limonadehoertjes’ over de Chinese prostituees op de Wallen.<br />
Eén recensent noemde hem de ‘minstreel van de mesthoop’, een ander beschreef hem als een<br />
‘lugubere zanger’. Jacobs werd door de overheid in de gaten gehouden en soms tegengewerkt. In de<br />
nadagen van zijn carrière richtte hij zich op een wat meer populair repertoire.<br />
In 1909 ging ‘De Sphinx’ over in het ‘Palais de Danse’. Dé dans van de jaren ’10, de tango, was naar<br />
de smaak van de bestuurders aanstootgevend. Er bestond een ‘tangodansverbod’, dat in het Palais<br />
op creatieve wijze omzeild werd.<br />
58
In de jaren ’20 was de chique sociëteit ‘La Bonbonnière’ in het pand gevestigd en in de jaren ’30 zat<br />
‘De Kleine Club’ op die locatie. Deze nachtclub was tot 4.00 uur geopend. Prins Hendrik zakte hier<br />
graag door. Volgens de verhalen verdween hij soms via de Zwartlakensteeg in een onopvallend<br />
koetsje dat in de steeg voor hem klaarstond.<br />
Kunstenaars<br />
In 1979 was het pand bezit van de Bijenkorf. Het stond leeg en was het totaal verwaarloosd. Het<br />
werd gekraakt door beginnend kunstenaars, die een alternatief wilden bieden voor het eenvormige<br />
en voorspelbare aanbod van de commerciële galeries, en die in de landelijke musea en gevestigde<br />
galeries geen forum kregen.<br />
Warmoesstraat 139, eind jaren ’80, bron: Lieven de Key<br />
Visie<br />
De kunstenaars begonnen het pand te verbouwen. Daarbij maakten ze gebruik van materialen die in<br />
de directe omgeving toevallig voor handen waren. In dezelfde periode werd een visie ontwikkeld<br />
voor de bestemming van de plek.<br />
Er ontstond een centrum voor hedendaagse kunst dat de naam W139 kreeg. In dit centrum werd<br />
gedacht vanuit de kunstenaar en niet vanuit de bezoeker, niet vanuit het gebouw en niet vanuit het<br />
geld. In hoog tempo werden spraakmakende tentoonstellingen georganiseerd.<br />
De kunstenaars waren dag en nacht aanwezig. W139 was ook vaak 's nachts open. Er kwamen<br />
gevarieerde presentatiewijzen zoals enorme driedimensionale stellages en beeldende kunst die<br />
getoon werd als onderdeel van performances. Als er al schilderijen werden opgehangen dan<br />
gebeurde dat zo simpel mogelijk, het liefst met enkele spijkers aan de muur.<br />
59
Nu, ruim dertig jaar later, is W139 een 'ruimte voor risico', een productiehuis voor rauwe kunst. Het<br />
is in de prijzen gevallen, heeft nationale en internationale bekendheid gekregen en is geliefd als een<br />
volwaardig niet-museaal platform, dat naast de gevestigde instellingen en structuren opereert.<br />
W139, 2009, bron: W139<br />
Warmoesstraat 139, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Het pand is een rijksmonument.<br />
Dit zijn films over de begintijd.<br />
60
5. Warmoesstraat no. 141<br />
Dit pand is in 1871 gebouwd. Het is een gedeeltelijke herbouw van het pand dat daarvoor op de plek<br />
stond en dat door brand verwoest was.<br />
Het pand heeft een gevel onder een rechte lijst. Aan het pand zijn bijzondere consoles te zien;<br />
constructiedelen die als steun dienen. Ook dit pand behoorde een groot deel van de 20 ste eeuw tot<br />
confectiefabriek S.I. de Vries.<br />
Na de oorlog hing in de zaak een plaquette met de namen van de vele Joodse werknemers van het<br />
bedrijf die niet uit de kampen teruggekeerd waren.<br />
Bij het huwelijk van Willem-Alexander en Maxima 2002<br />
bron: Lieven de Key<br />
Sinds 1987 is de condomerie in dit pand gevestigd .<br />
61
oooo. Papenbrugsteeg<br />
De Papenbrugsteeg leidde naar de Papenbrug, tot 1883 een van de drie bruggen over het Damrak,<br />
toen nog een binnenhaven tussen de Dam en het Y. De Papenbrug wordt voor het eerst genoemd in<br />
1475.<br />
De Papenbrug, 1599, kaart van Pieter Bast, collectie: Noord-Hollands Archief<br />
Volgens een 16 de eeuws <strong>verhaal</strong>, dus uit de tijd dat Amsterdam nog een katholieke stad was, was de<br />
ooit vervallen brug door geestelijken tijdens de vastenavondvreugde in brand gestoken. De brug is<br />
door hen ook weer hersteld. Dit heeft mogelijk tot de naam ‘Papenbrug’ geleid.<br />
62
De Papenbrug, circa 1875<br />
Papenbrugsteeg 2012 Warmoesstraat, 2012, foto: Frank Lucas<br />
63
6. Warmoesstraat no.143<br />
Dit pand is in 1727 gebouwd. Het heeft een halsgevel. Het pand is een rijksmonument.<br />
Aan de achterzijde heeft het pand nog een uitpandige, omtimmerde trap uit de 16 de eeuw. De trap<br />
liep buitenom het huis om ruimte te besparen. De bouw daarvan was alleen voor de zeer rijken<br />
weggelegd. Het pand dat in de 16 de eeuw op deze plek stond, heette ‘Inghelenborch’. In dit pand<br />
woonde van 1518 tot 1532 de eerste Amsterdamse drukker en belangrijk uitgever Pieterz.<br />
Daarna werd het bewoond door lakenkoper Govert Dircksz Wuytiers (1548-1615). Het laken (‘wollen<br />
stof’) werd in de stegen op het binnengebied van het blok gevold (tot vilt gemaakt) en geverfd. In de<br />
tweede helft van de 16 de eeuw werd in het pand ook nog een herberg gedreven door Cornelis Looffs.<br />
Nu is de biologisch-dynamische en fair trade koffiezaak Greendayz in het pand gevestigd.<br />
7. Warmoesstraat no. 145<br />
De gevel van het pand is uit het tweede kwart van de 17 de eeuw. Het pand heeft een klokgevel van<br />
een bijzonder model. Het huis zelf is circa 1560 gebouwd en heette ‘De Gulden Clock’. Diverse<br />
originele bouwelementen, zoals de spanten van het bouwskelet, zijn gerestaureerd en nog goed<br />
zichtbaar.<br />
Warmoesstraat 145, rechterpand, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Uit dit pand komen prachtige eikenhouten steunbalken, zogeheten korbelen, uit 1580 met bijzonder<br />
houtsnijwerk. Ze dragen afbeeldingen van onder meer de liefde, de gerechtigheid, het wapen van<br />
Polen en het wapen van Amsterdam. De korbelen, ooit grof losgezaagd, zijn gerestaureerd en<br />
opgenomen in de collectie van het Amsterdam Museum. Oorspronkelijk waren ze beschilderd.<br />
64
Warmoesstraat 145, korbelen, 1560, uit het achterhuis(l) en uit het voorhuis(r), collectie: Amsterdam Museum<br />
In h et achterhuis van no. 145 werd een uniek 16 de eeuws cassette-plafond ontdekt, dat ook<br />
in Europese context bijzonder was. Maar het kwam dusdanig door schimmel aangetast onder de<br />
afdekkingen vandaan, dat het niet meer te redden was. Delen ervan zijn opgeslagen.<br />
Warmoesstraat 145, plafond achterhuis 1560,<br />
foto:Bureau Monumenten en Archeologie Amsterdam<br />
Tijdens het restauratieproject bleek dat het gehele achterhuis gesloopt moest worden. De fundering<br />
is in de grond achtergebleven. Door middel van straattegels met een andere kleur zijn de contouren<br />
van het grondoppervlak van dit bijzondere en ooit zeer luxe huis wel zichtbaar gebleven.<br />
In vroegere eeuwen werden de stegen niet gebruikt als doorgang tussen de Warmoesstraat en de<br />
Oudezijds Voorburgwal Er stond allerlei bebouwing in de weg. Wel bestond er recht op overpad:<br />
bewoners van de Warmoesstraat konden, volgens nauwkeurige bepalingen, binnendoor over<br />
andermans terrein naar de Oudezijds Voorburgwal.<br />
65
Nieuw in de geschiedenis is dat de stegen van het blok blok nu zonder obstakels van de<br />
Warmoesstraat tot aan de Oudezijds te doorkruisen zijn.<br />
De onderdoorgang op no. 145 is begin 20 ste eeuw als brandgang voor het theater op Warmoesstraat<br />
no. 139 aangelegd.<br />
8. Warmoesstraat no. 147 - no. 151<br />
Willem van Oranje<br />
Op deze plek stond in de 16 de eeuw het huis van Dirc Scaep. Hij had er van 15 december 1566 tot 18<br />
januari 1567 Willem van Oranje te gast die ‘op stadsrekening’ bij hem logeerde.<br />
In de zomer van ’66 woedde de Beeldenstorm in de stad. De prins kwam bemiddelen tussen de<br />
protestanten en het katholieke stadsbestuur. Tijdens zijn verblijf pleitte hij voor het gedogen van de<br />
protestantse prediking.<br />
In de 17 de eeuw stonden twee panden op de plek. Huisnummers bestonden nog niet. Lokalisering<br />
gebeurde door de huizen namen te geven. Aan de linkerzijde stond ‘Het Vergulde Paard’ en aan de<br />
rechterzijde ‘De Vergulde Passer’, het huis van een boekdrukker en houtsnijder.<br />
Drukkerij Ellerman Harms & Co<br />
In 1892 gaf drukkerij Ellerman Harms & Co opdracht aan architect Abraham Salm (1857 - 1915) tot<br />
het bouwen van een monumentaal bedrijfspand. De gerenommeerde drukkerij zat daarvoor in de<br />
Spuistraat (en behoorde in 1881 tot de eerste 150 telefoonabonnees van het land).<br />
Abraham Salm, 1910, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
66
Salm was een eclectisch architect. Hij maakte gebruik van vormen en elementen uit verschillende<br />
bouwstijlen en verenigde bijvoorbeeld Hollandse renaissance met italianiserende vormen en<br />
elementen uit de ‘chalet’-stijl.<br />
Dit pand met de opvallende rondboogvensters, is strak en sober voor zijn doen.<br />
Warmoesstraat 147-151, 2012, foto: Frank Lucas<br />
In de tweede helft van de 19 de eeuw werd het binnenterrein van het blok in korte tijd helemaal<br />
volgebouwd. Dit kwam vooral door de enorme, van binnen bijzonder vormgegeven werkplaats van<br />
de drukkerij. Deze loopt door tot aan de Oudezijds Voorburgwal.<br />
De drukkerij werd later geleid door een driemansschap en kreeg de naam DeBussy, Ellerman en<br />
Harms. Veel werknemers van de drukkerij woonden boven de zaak in de Warmoesstraat.<br />
Toen er in jaren ‘70 plannen bestonden om het <strong>Blaauwlakenblok</strong> grotendeels af te breken, was met<br />
name directeur DeBussy een energiek sympathisant van de toenmalige bewoners die voor het<br />
behoud van het blok streden.<br />
67
Warmoesstraat 147-151, interieur studentensociëteit, 2012, foto: Frank Lucas<br />
De voormalige kantoren van de drukkerij aan de straatzijde worden nu onder meer gebruikt door<br />
werkcollectief ‘Bureau Warmoesstraat’. De kolossale werkplaats wordt sinds 1994 gebruikt door de<br />
studentensociëteit ASC /AVSV. Deze mannen- en vrouwensociëteit zijn gefuseerd toen het corps in<br />
de jaren ‘90 vrijwel geen leden meer trok.<br />
Het openingsfeest in 1994 werd op last van de buren na een paar uur stilgelegd. De juiste papieren<br />
ontbraken. De sociëteit is vervolgens twee jaar in de weer geweest om alsnog de benodigde<br />
vergunningen te verkrijgen.<br />
De meeste bewoners van het <strong>Blaauwlakenblok</strong> waren niet blij met de komst van de studenten. Er<br />
was een clash van culturen. Ook werd er gevreesd voor overlast die er een periode ook inderdaad<br />
was. De laatste tijd gaat het redelijk goed, ook door regelmatig overleg tussen de bewoners en de<br />
studenten.<br />
Studenten van corps ASC /AVSV, 2012, foto: Frank Lucas<br />
68
9. Warmoesstraat no. 153<br />
Dit pand is in de 19 de eeuw gebouwd. Het heeft een gevel onder een rechte lijst.<br />
Het pand is particulier bezit en was niet bij het project betrokken.<br />
Op de derde verdieping woont nog een ex-werknemer van De Bussy, Ellerman en Harms.<br />
Toen de drukkerij nog in bedrijf was, woonden er veel werknemers in de omliggende panden.<br />
Tegenwoordig is het een van de werkruimten van ‘Bureau Warmoesstraat’, een collectief van kleine<br />
bedrijfjes.<br />
10. Warmoesstraat no. 155<br />
In deze winkel had koffie- en theespecialisten Geels en Co. een tijdelijk onderkomen. De winkel van<br />
Geels en Co. was vanaf 1860 in de Warmoesstraat no. 67 gevestigd, maar die zaak werd verbouwd.<br />
In 2013 werd bekend dat de speciaalzaak er, na 150 jaar in de Warmoesstraat winkel te hebben<br />
gehouden, mee op moest houden.<br />
Het gehele pand is eigendom van de studentenvereniging ASC/AVSV . Overdag wordt er in gewerkt,<br />
’s avonds staat het leeg. De vereniging heeft het pand gekocht als buffer tegen de geluidsoverlast. In<br />
het pand is nu ook de entree voor kantorencollectief ‘Bureau Warmoesstraat’.<br />
11. Warmoesstraat no. 157<br />
Dit pand is in 18 de eeuw gebouwd. Mogelijk is het ouder. De top is in de 19 de eeuw vervangen door<br />
een top met een rechte lijst. Het pand is pas onlangs in bezit gekomen van de gemeente en was niet<br />
bij het project betrokken.<br />
Warmoesstraat 157, derde pand van rechts, 2012, foto: Frank Lucas<br />
69
12. Warmoesstraat no. 159<br />
In 1530 was het achter het toenmalige pand nog onbebouwd. In een document wordt het<br />
toenmalige pand beschreven als een huis en een erf ‘van de Kercstraet tot after an die Burchwal toe’.<br />
Het tegenwoordige pand is in 1915 gebouwd. Het is ontworpen door architect Van Gendt (1870 -<br />
1925) voor drukkerij A. Adler. Het pand loopt in een bocht door tot aan de Sint Jansstraat.<br />
Van 1952 tot 2010 was het klooster van de zusters Augustinessen van St. Monica in dit pand<br />
gevestigd. De nonnen verleenden steun en opvang aan hulpbehoevenden en daklozen. Aan de kant<br />
van de Sint Jansstraat was de kapel. Op het binnenterrein lag een kloostertuin.<br />
De nonnen werden oud. Het werk werd te zwaar. Ook wilde het bisdom het pand verkopen. In 2010<br />
verlieten de nonnen het klooster om te verhuizen naar een rustiger oord in Utrecht. De buurt ervoer<br />
hun vertrek als een groot verlies.( http://www.at5.nl/tv/toen-op-de-buis/aflevering/9326)<br />
De nonnen van het klooster Zusters Augustinessen van Sint Monica speelden een belangrijke rol bij<br />
het behoud van het <strong>Blaauwlakenblok</strong>. Toen de Bijenkorf in de jaren ´60 op de plek van het blok een<br />
parkeergarage wilde bouwen, weerstonden zij de druk daarvoor grond af te staan.<br />
Zusters Augustinessen, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
In de jaren daarna sympathiseerden de nonnen met de oorspronkelijke en nieuwe bewoners; de<br />
krakers en kunstenaars. Ze waren altijd bereid tot overleg, dachten mee met - en gaven steun aan de<br />
actievoerders (‘ … ga met die vraag even naar de zuster economie … ’). Ook boden ze ruimte voor de<br />
vergaderingen in hun klooster.<br />
Het toenmalige kloosterpand is pas onlangs in bezit gekomen van de gemeente en was niet bij het<br />
project betrokken. In het pand is nu het bedrijf ‘Reant’ gevestigd. Dat is een adviesbureau voor<br />
winkelinrichting.<br />
70
13. Warmoesstraat no. 163<br />
Dit pand is in het derde kwart van de 18 de eeuw gebouwd. De klokgevel heeft zandstenen elementen.<br />
Warmoesstraat 163, tweede pand van rechts, 2012, foto: Frank Lucas<br />
In dit pand was in de 20 ste eeuw een kantoor van de Staatsloterij gevestigd. Een buurtbewoner<br />
herinnert zich de massa mensen die in de jaren ’50 in de rij stond om een lot te kopen en de<br />
teleurstelling als zij na drie uur wachten te horen kregen dat de loten uitverkocht waren.<br />
De gevelsteen ‘Fortuna reikt de hand’ is in 1935 door beeldhouwer J.C. Schultsz gemaakt naar een<br />
gravure van Hans Sebald Beham (1500-1550). Ook de versieringen onder de rechterknie zijn<br />
overgenomen, alleen de plooien van het kleed zijn wat vereenvoudigd.<br />
Warmoesstraat 163, gevelsteen Fortuna, 1935, C.Schultsz<br />
foto: Pancras van der Vlist/Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen<br />
71
Fortuna, circa 1530, Hans Sebald Beham<br />
14. Warmoesstraat no. 165<br />
Dit pand is in het eerste kwart van de 18e eeuw gebouwd. Het heeft een halsgevel met bijzondere<br />
ornamenten. In 1936 was in het pand een winkel voor boter, kaas en eieren, en in de jaren daarna<br />
zat er een luxe, ‘koude’ bakkerij in.<br />
Boven Warmoesstraat no. 163 en no. 165 lopen de woningen over de breedte van beide panden.<br />
Het is nu een rijksmonument.<br />
In dit pand is edelsmid Cees van Sante werkzaam.<br />
72
4. SINT JANSSTRAAT<br />
o. Sint Jansstraat<br />
De Sint Jansstraat bestaat vanaf halverwege de 14 de eeuw. Over de ontstaangeschiedenis vindt u<br />
meer informatie bij de Sint Annenstraat.<br />
In de 16 de eeuw was de Sint Jansstraat bekend vanwege de vele uitdragerijen; er woonden en<br />
werkten handelaars in gebruikte artikelen als kleren en meubelen. In de 17 de eeuw waren er diverse<br />
boekverkopers gevestigd.<br />
Sint Jansstraat, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Aan de overkant van de straat was tussen de Sint Jansstraat en de huidige Damstraat, een wirwar van<br />
stegen, gangen en dwarsgangen. Het buurtje was een geliefde schuilplaats voor personen die<br />
gezocht werden door de politie. Het blok werd daarom het dievenbuurtje genoemd.<br />
In de tweede helft van 20 ste eeuw zat een melkboer in de straat die later op de hoek van de Oudezijds<br />
Voorburgwal winkel hield en er was een slagerij met de naam ‘Triest’ die eigendom was van een<br />
familie die ook in de straat woonde.<br />
Op de hoek van de Warmoesstraat was een ‘koude’ bakkerij. Verder zaten er een kruidenier,<br />
dameskledingzaak ‘Cor’, wijnhandel Wijnand Fokkinck en boekwinkeltje Altink waar tweedehands<br />
boeken werden verkocht.<br />
In café City en café Ans werkten prostituees. In koffiehuis Rickie en Ben werden de eerste plannen<br />
gesmeed die zouden leiden tot het behoud van het blok.<br />
73
Sint Jansstraat, eind jaren’50, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
Ieder jaar op 24 juni is in de straat het Sint Jansfeest. Op de 24 ste juni wordt de geboortedag van Sint<br />
Jan (Johannes de Doper) herdacht. Ook is op die dag de viering van het midzomerfeest. Het zijn<br />
spectaculaire feesten met zang, dans en vuren.<br />
Een van de uitgangspunten van Project <strong>Blaauwlakenblok</strong> was om cultuur in de buurt te stimuleren en<br />
ruimte te bieden aan de creatieve industrie. In de Sint Jansstraat zijn in 2012 onder meer een<br />
designatelier, een pottenbakkerij, een (kamer)theater, een taalschool, een taartatelier, een ontwerp-<br />
en fotostudio en een buikdansstudio gevestigd.<br />
oo. De naam Sint Jansstraat<br />
De straat is genoemd naar Johannes de Doper. Jezus kwam naar Johannes om zich te laten dopen.<br />
Tijdens het ritueel daalde de Heilige Geest in de gedaante van een duif neer op Jezus' hoofd.<br />
Na een incident met Herodes, koning van Israel, werd Johannes onthoofd. Johannes bekritiseerde de<br />
koning vanwege een affaire die deze had met de vrouw van zijn broer. De eigenlijke reden van<br />
onthoofding was niet zozeer deze kritiek. Herodes vreesde vooral de invloed die Johannes had op het<br />
gewone volk.<br />
(Zie verder bij Sint Jansstraat no. 63 voor meer informatie.)<br />
ooo. De parkeergarage van Krasnapolsy<br />
Na de Tweede Wereldoorlog kreeg economische groei vaak prioriteit boven het behoud van<br />
stedenbouwkundig erfgoed. Er werd groot belang gehecht aan transport in, en bereikbaarheid van<br />
de binnenstad. In de jaren ’60 van de 20 ste eeuw werd nog vrijwel niets aan stadsherstel gedaan.<br />
In 1960 bouwde Krasnapolsky een parkeergarage met de ingang in de Sint Jansstraat.<br />
74
Sint Jansstraat, locatie bouw parkeergarage, midden van de kaart, 1956, collectie: Noord-Hollands archief<br />
De Bijenkorf had in die jaren plannen om op de plek van het <strong>Blaauwlakenblok</strong> een grote<br />
parkeergarage en een kantoortoren te bouwen. Daartoe had de Bijenkorf al veel panden opgekocht<br />
en het bedrijf wilde dit proces geleidelijk voortzetten.<br />
Er werd geen onderhoud meer gepleegd en rond 1975 waren veel panden verkrot en onbewoonbaar<br />
verklaard. Een groot deel van het blok stond op het punt gesloopt te worden.<br />
In de jaren ‘70 verlieten veel oorspronkelijke bewoners hun huizen en moesten veel bedrijfjes de<br />
deur sluiten. Omdat er in die jaren nauwelijks werkruimte voor beginnende kunstenaars was, werden<br />
de leeggekomen panden door kunstenaars gekraakt.<br />
Er kwam toenemend verzet tegen de sloopplannen, ondermeer van de nonnen van ‘zusters<br />
Augustinessen van Sint Monica’ die hun klooster aan de Warmoesstraat hadden. Zo ontstond een<br />
bijzondere samenwerking tussen de oorspronkelijke bewoners, de kunstenaars en krakers en de<br />
nonnen. De plannen van de Bijenkorf stagneerden en uiteindelijk werden deze ingetrokken.<br />
Ongeveer 60% van de panden in het blok werd opgekocht door de gemeente. De toenmalige<br />
wethouder van volkshuisvesting Jan Schaefer sloot contracten met de bewoners en deed hen<br />
voordelige lange termijn-toezeggingen ten aanzien van wonen en werken in het blok.<br />
75
Parkeergarage, links op de foto, 1970, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
Krasnapolsky heeft in de loop der jaren verschillende plannen ontwikkeld om de parkeergarage aan<br />
de buitenkant te verfraaien. Ook is nog overwogen een ondergrondse parkeergarage te bouwen.<br />
Door de bewoners zijn uitgewerkte voorstellen gedaan om de betonnen constructie aantrekkelijk te<br />
maken door middel van een kunstproject. Besprekingen daarover zijn gaande.<br />
Sint Jansstraat, parkeergarage 2012, foto: Frank Lucas<br />
76
Sint Jansstraat, bovenste verdieping parkeergarage, jaren ’70, foto: Marian van de Veen van Rijk<br />
Sint Jansstraat, bovenste verdieping parkeergarage,2012, foto: Frank Lucas<br />
77
1. Sint Jansstraat no.1-3<br />
Dit pand is in het eerste kwart van de 18 de eeuw gebouwd. Het is gerestaureerd.<br />
De woningen maken deel uit van Warmoesstraat no. 163 en Warmoesstraat no. 165.<br />
Het pand een rijksmonument.<br />
2. Sint Jansstraat no.5-7<br />
De voormalige panden op deze plek waren dusdanig verkrot dat ze gesloopt moesten worden. Er is<br />
nieuwbouw voor in de plaats gekomen.<br />
In de jaren ’70 was op deze plek aan de overzijde van de Sint Jansstraat een snookerkelder. Ook zat<br />
er een wat schimmig café dat al in de vroege ochtend door zware drinkers bezocht werd.<br />
3. Sint Jansstraat no. 9 en no. 11<br />
Bij grondwerkzaamheden op het terrein achter deze panden werd in 2004 een halve gevelsteen<br />
aangetroffen, met de cijfers 591. Het bleek om een laat 16 de eeuwse gevelsteen te gaan. Er was een<br />
half hemelbed zichtbaar waarvan het perspectief niet goed kon worden vastgesteld.<br />
Sint Jansstraat 11, 2012, foto: Frank Lucas<br />
78
Hemelbed, circa 1530, gravure Peter Flötner<br />
Na een zoektocht bij Europese kunstcentra bleek de steen te zijn gemaakt naar een zeldzame<br />
houtgravure van de 16de eeuwse Duitse kunstenaar Peter Flötner (1490-1546). Op grond van deze<br />
gravure kon het andere deel van het hemelbed gereconstrueerd worden. Dit is uitgevoerd door Jan<br />
Hilbers. Een subtiel barstje tussen beide delen is zichtbaar gebleven.<br />
Sint Jansstraat, Hemelbed, 2012, foto: Frank Lucas<br />
79
Op de steen staan het jaartal 1591 en de letters GDFC: In Gloria Dei Filii Christi: ‘Ter Ere van<br />
Godszoon Christus’. Op grond van minieme kleursporen kon de oorspronkelijke kleur worden<br />
vastgesteld.<br />
Het pand is gerenoveerd.<br />
4. Sint Jansstraat no. 13<br />
Dit pand is uit 1915. Het is ontworpen door architect Van Gendt (1870 - 1925) en gebouwd voor<br />
drukkerij A. Adler. Het pand loopt in een bocht door naar de Warmoesstraat.<br />
Vanaf 1953 was dit pand een deel van het klooster van de zusters Augustinessen van St. Monica.<br />
Achter de brede deuren was de kapel en daarachter was een kleine kloostertuin.<br />
Het pand is pas onlangs in bezit gekomen van de gemeente en was niet bij het project betrokken.<br />
5. Sint Jansstraat no. 15 - no. 27<br />
Deze huizen zijn in het begin van de 20 ste eeuw gebouwd. Ze zijn gerenoveerd.<br />
Op Sint Jansstraat no. 19 2-hoog, woonde de heer Bertram. Hij was in 1940 geboren en kwam in 1941<br />
in dit huis bij zijn grootmoeder wonen. Het huis was redelijk groot, maar net als de andere huizen in<br />
de straat van slechte kwaliteit en erg gehorig. In het huis ernaast woonde de slager met zijn gezin die<br />
in de Sint Jansstraat zijn slagerij had.<br />
Sint Jansstraat 19, vroegere woning heer Bertram boven reclamebord, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Als kind speelde meneer Bertram vooral in de Nieuwmarktbuurt omdat daar meer kinderen<br />
woonden dan in het Wallengebied. Vanaf 1953 was hij vaak bij een vriendje in de Sint<br />
80
Annendwarsstraat om televisie te kijken. In die straat zaten de prostituees ook toen al achter de<br />
ramen; in de Sint Jan werkten ze vanuit cafés. De straat was gezellig, er was leven in de brouwerij.<br />
Vanaf halverwege de jaren ‘50 was er aan de overkant van de straat een blinde muur. Daarachter<br />
was het braakliggende terrein waar later de parkeergarage op zou komen. Tegen dat voornemen<br />
bestond in die tijd al protest.<br />
Aan de achterzijde van zijn huis keek hij uit op de kloostertuin van de nonnen. De stegen in het blok<br />
liepen dood. Alleen de Leidekkerssteeg was een doorgaand straatje maar er woonde vrijwel<br />
niemand. In de steeg waren vooral werkplaatsen. Ook de oom van de heer Bertram had er een<br />
loodsje waar zeilboten gerepareerd werden.<br />
Na de oorlog heeft hij de straat zien verkrotten. Woningen werden dichtgetimmerd en gestut. In<br />
1961, toen hij in militaire dienst moest, is hij voorgoed uit de straat vertrokken.<br />
Bij de restauratie zijn de voorgevels van no. 15 - no. 27 blijven staan. Achter de gevels is nieuwbouw.<br />
De entree van de woning Sint Jansstraat no. 27 is in de Leidekkerssteeg.<br />
Sint Jansstraat, plek parkeergarage Krasnapolsy, 1958, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
81
Sint Jansstraat, even zijde, 1959, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
6. Sint Jansstraat no. 29 - 33<br />
Hier is nieuwbouw gekomen die ontworpen en uitgevoerd is door AWG-architecten uit Antwerpen in<br />
samenwerking met Buro van Nek - Heinis. De entree van de woningen Sint Jansstraat no. 29 - 31 is in<br />
de Leidekkerssteeg.<br />
Een stelling van AWG-architecten is: ‘De stad is gelijktijdig. De architectuur speelt zich niet af in de<br />
tijd. De tijd passeert in de stad en de stad is de gelijktijdigheid van heden en verleden …’<br />
De etalages in de straat bieden bedrijfjes uit de creatieve industrie gelegenheid zich te presenteren.<br />
De cultureel ondernemers uit de Sint Jansstraat hebben meer mogelijkheden zich naar ‘buiten toe’ te<br />
tonen dan de collega’s in de Sint Annenstraat. De bewoners en ondernemers van de Sint Jansstraat<br />
hebben ’s avonds en ‘s nachts minder last van horden luidruchtige (en soms beschonken ) passanten.<br />
De etalage Sint Jansstraat no. 33 toont buikdanskleding en buikdansattributen en heeft een haast<br />
museale inrichting.<br />
7. Sint Jansstraat no. 35<br />
Dit pand is in 1724 gebouwd. Het heeft een halsgevel. Het pand stond, zoals meer voorkwam in het<br />
blok, via een doorgang (een tussenlid) in verbinding met een achterhuis. In de top is het jaartal<br />
afgebeeld en is een steen met de afbeelding van een kalf zichtbaar. Boven de winkelingang is een<br />
bijzondere tussendorpel met een uit hout gesneden stierenkopje.<br />
82
Sint Jansstraat 35, 2012, foto: Frank Lucas<br />
In de tweede helft van de 19 de eeuw tot halverwege 20 ste eeuw was in de winkel een slagerij<br />
gevestigd. De slagerij was gestart door Duitse immigranten, de broers Meuser. Carl Meuser woonde<br />
met zijn vrouw en drie kinderen boven de zaak. Na het overlijden van Carl in 1898 werd de zaak<br />
overgenomen door slager R. Triest.<br />
In de jaren ’30 sloot de slagerij en kwam in de winkel een ‘wasch- en strijkinrichting’.<br />
Sint Jansstraat 35, jaren ’30, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
83
Sint Jansstraat 35, 1983, foto Ino Roël, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
Het pand verkeerde in buitengewoon slechte staat. Bij de restauratie is zoveel mogelijk van het oude<br />
pand behouden en zijn oude elementen hergebruikt.<br />
Het kalf in de top en het stiertje boven de deur bleven, en ook de slagershaken hangen nog in de<br />
winkel. In het achterhuis is nog een enorme 18de eeuwse schouw waar de worsten gerookt werden.<br />
Sint Jansstraat 35, 2012, foto: Frank Lucas<br />
84
Het woonhuis boven de winkel is Sint Jansstraat no.45 en heeft de entree in de Leidekkerssteeg. Het<br />
pand is gerestaureerd. Het is een rijksmonument.<br />
Nu is het een ruimte voor een ’funny photoshoot’; vrouwen kunnen zich achter het raam in de<br />
werkkleding van prostituees laten fotograferen.<br />
Sint Jansstraat, jaren ’90, bron: Lieven de Key<br />
8. Sint Jansstraat no. 37 en no. 39<br />
Dit pand is in de 18 de eeuw gebouwd. Het heeft de afdekkingen van zijn klokvormige top verloren.<br />
Het pand is gerestaureerd. Er is een Italiaans cultureel centrum met een radiozender, een Italiaanse<br />
taalschool en ‘kamertheater’ in gevestigd.<br />
85
9. Sint Jansstraat no. 41-47-43 en Sint Jansstraat no. 49-51<br />
De nieuwbouw tussen no. 41 en no. 49 is ontworpen door AWG architectengroep. Woonstichting De<br />
Key wilde op deze plek in de Sint Jansstraat nieuwe panden die aan zouden sluiten op de oude<br />
bebouwing. Voor de bewoners moesten er balkons of andere buitenruimten komen en in de steeg<br />
een gemeenschappelijke plek.<br />
Door een gesloten huizenrij zou het zicht op de steeg verdwijnen. De architecten wilden dit zicht<br />
behouden omdat stegen karakteristiek zijn voor het blok. Rekening houdend met de overige wensen,<br />
werd besloten om in de Sint Jansstraat nog een tweede toegang te maken.<br />
Sint Jansstraat, tekening eindfase oneven zijde, bron: Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad<br />
Het oppervlak aan de linkerkant van de ingang was te klein voor één woning. Ook zou een balkon aan<br />
die kant het licht uit de steeg weghouden. De oplossing werd gevonden in de bouw van een<br />
luchtbrug tussen de kamers van één woning. No.41 heeft links één kamer en aan de rechterzijde<br />
twee kamers en een balkon. Het totale oppervlak van de woning is 70m².<br />
Over de luchtbrug is vanuit het trappenhuis aan de rechterzijde een overgang naar een woning aan<br />
de linkerzijde. Deze woning (no. 47) heeft twee verdiepingen en een dakterras.<br />
Omdat de twee gedeelten van de woning smal zijn en de vloeroverspanning gering, was het mogelijk<br />
de vloeren van hout te maken. Dat had als voordeel dat er bij de bouw in de smalle steeg geen zwaar<br />
materieel nodig was voor het storten van beton.<br />
86
Sint Jansstraat 49-43, 2012, foto’s: Frank Lucas<br />
87
11. Sint Jansstraat no. 53<br />
Dit pand is in de 17 de eeuw gebouwd. Het heeft een eenvoudige klokgevel uit de 18 de eeuw.<br />
Hier woonde Johannes de Paep die van 1643 tot 1650 conciërge van de Amsterdamse beurs was.<br />
Naast zijn werk als beursknecht bood hij zijn diensten aan als zelfstandig bemiddelaar. Hij<br />
adverteerde met de volgende tekst:<br />
‘Aan alle H.H. Cooplieden en Winkeliers Uwe E.E. zij kenbaer dat Johannes de Paep aen Heeren,<br />
Cooplieden en Winkeliers verhuurt en bestelt Boeckhouders, knechts en Winkelknechts, Zoo binnen als<br />
buiten ‘slants, oock kostgangers en Commensaalen, een iedernaer zijn gelt en gelegenheit.<br />
Indien iemant zijnen dienst behoeft, hij woont inde s.t Jans straet inde fransch pletbanck een ygenlijck<br />
ten dienst.’<br />
Johannes de Paep, circa 1650, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
88
Op de gravure van Cornelis de Visscher staat hij achter een balustrade en is ‘ter halver lijve’<br />
zichtbaar. Op de achtergrond is de binnenplaats van de Beurs van architect Hendrick de Keyser te<br />
zien. Linksboven is het wapen van Amsterdam afgebeeld en onderaan het Amsterdamse stadszegel<br />
met een koggeschip. Johannes de Paep overleed in 1650.<br />
Het pand is een rijksmonument.<br />
12. Sint Jansstraat no. 57<br />
Dit pand is in de 18 de eeuw herbouwd, maar heeft een redelijk compleet houtskelet uit het begin van<br />
de 17de eeuw. Het heeft een klokvormige top en rollagen (een rij verticaal gemetselde stenen boven<br />
de ramen) uit de 19 de eeuw.<br />
In dit pand woont Freek. Hij is van de huidige bewoners degene die het het langst in het blok woont.<br />
en is ‘het geheugen van het blok’; hij kent vele verhalen.<br />
Sint Jansstraat, Freek, jaren ’70, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
Freek kwam in 1968 naar Amsterdam en woont sinds 1970 in de Sint Jansstraat. De eerste vijf jaar<br />
was hij eigenaar van een uitdragerij, een brick-a-brack, op no. 55. Daarna heeft zeventien jaar kamers<br />
van prostituees schoongemaakt. De laatste jaren brengt hij de Metro en de Spits rond.<br />
Freek is oecumenisch gezind en actief in het kerkelijk leven. Hij kan prachtig preken. Ook doet hij veel<br />
vrijwilligerswerk.<br />
Voor de start van het renovatieproject had hij ‘klein Artis’ op het achterterrein. Er liepen twee witte<br />
Amerikaanse wolfsherders, kalkoenen, kippen, dwerggeiten, chinchilla’s en Jacobsschapen rond.<br />
Toeristen stonden vanaf het dak van de parking van Krasnapolsky naar zijn kleine dierentuin te<br />
kijken.<br />
89
Tijdens de restauratie heeft hij in een wisselwoning in de Sint Annenstraat gewoond. Hij heeft toen al<br />
zijn oude spullen achtergelaten. De dieren zijn naar het asiel gebracht. Nu is teruggekeerd naar zijn<br />
vroegere huis dat uit drie verdiepingen bestaat. Freek heeft op iedere verdieping één kamer.<br />
Sint Jansstraat 57, 2012, foto’s: Frank Lucas<br />
De bovenruimte van het middelste pand was 1.85 m. hoog; niet hoog genoeg om er een bruikbare<br />
woning van te maken. De voorgevel en de kap zijn daarom op drie plaatsen met extra lagen<br />
metselwerk verhoogd: onder de vier ramen, boven de vier ramen en boven het kleinere raam. In<br />
totaal is zo vijftig centimeter gewonnen.<br />
90
13. Sint Jansstraat no. 63<br />
Boven de deur is een gevelsteen met een afbeelding van ‘De doop in de Jordaan’. In het midden is<br />
een geknielde Christus te zien. Hij wordt gedoopt door Johannes de Doper, die rechts van hem staat.<br />
Vanuit de hemel daalt Gods Geest neer in de gedaante van een duif.<br />
De steen zat tot 1940 in de voorgevel van het toenmalige hoekpand aan de Oudezijds Voorburgwal .<br />
Dat pand heette begin 16 de eeuw ‘Den Ouden Leren Emmer’.<br />
Sint Jansstraat 63-69, 2012, foto: Frank Lucas<br />
91
Sint Jansstraat 63, gevelsteen Johannes de Doper, foto: Frank Lucas<br />
De steen is gehakt naar een gravure van Philips Galle (1537-1612), die op zijn beurt een schilderij van<br />
Maarten van Heemskerck (1498 - 1574) als voorbeeld genomen had.<br />
De Doop van Christus, circa 1560, M. van Heemskerck, collectie: Rijks Museum Amsterdam<br />
92
Sint Jansstraat, beeld Sint Jan, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Aan de overzijde, op een sokkel aan de muur, is een beeld van Johannes de Doper. Het beeld is<br />
gemaakt door beeldhouwer Ton Mooy.<br />
Johannes is weergegeven met het Lam Gods en een staf met een lint eraan met de tekst ‘Zie daar het<br />
Lam Gods’. Dat is een uitspraak die Johannes deed toen hij Jezus doopte. Het Lam Gods staat voor<br />
het mensenoffer. Het refereert aan het feit dat Jezus zichzelf aan het kruis opofferde om alle zonden<br />
van de mensen op te kunnen heffen.<br />
14. Sint Jansstraat no. 63 - no. 69<br />
Voor deze panden konden de bewoners kiezen tussen een zogenaamde kleine beurt of groot<br />
onderhoud waar ook funderingsherstel toe behoorde. De bewoners kozen aanvankelijk voor de<br />
eerste optie.<br />
Na onderzoek bleken de fundering en vloeren dusdanig slecht dat behoud onverantwoord was. Er<br />
volgde een impasse in de besprekingen tussen de bewoners en de woonstichting. De Key heeft de<br />
knoop doorgehakt en gekozen voor een radicale aanpak. De renovatie van deze panden vond<br />
daardoor later plaats dan aanvankelijk was gepland.<br />
Boven de winkel zijn vier woningen gerealiseerd. Ze hebben een balkon in een lichtschacht tussen de<br />
bebouwing.<br />
93
oooo. Overhelling<br />
In de binnenstad hellen veel oude panden voorover. Ze zijn zoals dat heet ‘op vlucht’ gebouwd. De<br />
overhelling heeft verschillende voordelen. Bij het bouwen werd bij iedere verdieping wat<br />
vloeroppervlak gewonnen.<br />
Verder was en is de overhelling handig met hijsen, want vracht komt minder snel tegen de ramen van<br />
de ondergelegen verdiepingen. Ook slaat de regen niet gemakkelijk binnen. En ten slotte zijn de<br />
gevels dankzij de overhelling beter zichtbaar. Dat was belangrijk omdat gevels vaak het pronkstuk<br />
van de panden vormden.<br />
Sint Jansstraat, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Na 1850 mochten huizen alleen nog te lood gebouwd worden, maar die regel geldt nu niet meer: ook<br />
sommige moderne panden worden weer op vlucht gebouwd.<br />
ooooo. Hijsbalken<br />
Hijsbalken bij woonhuizen zijn een typisch Amsterdams verschijnsel.<br />
In de middeleeuwse pakhuizen was vaak een rad met touw op de zolderverdieping geplaatst. In<br />
enkele panden, zoals ook Oudezijds Voorburgwal no. 200., uit die tijd zijn de katrolsystemen die<br />
daarvoor gebruik t werden , behouden gebleven.<br />
Dit systeem werd vervangen door de hijsbalk met losse of vaste haak waar een ‘touw en blok’ aan<br />
bevestigd kon worden.<br />
94
Vanaf het eind van de 16 de eeuw werd het gebruik van hijsbalken ook bij woonhuizen toegepast.<br />
Boven woonhuizen waren vaak pakzolders van een en soms twee verdiepingen. Hijsen was<br />
noodzakelijk. Transport van goederen via de trappen was niet mogelijk omdat de trappen, om ruimte<br />
te besparen, smal waren en bovendien vaak een draaiing hadden.<br />
Veel hijsbalken staan wat schuin op de huizen omdat ze het verlengde zijn van de constructiebalken.<br />
De gevels staan weliswaar loodrecht op de straat maar de huizen lopen daarachter vaak schuin weg.<br />
Hijsbalk 2012, foto: Frank Lucas<br />
Hijsbalken, bron: Wikipedia<br />
95
Er zijn in de binnenstad hijsbalken in alle vormen en maten: simpel en functioneel, met mannen- en<br />
vrouwenhoofden, versierd met dolfijnen, leeuwen en drakenkoppen, in sobere uitvoering en met<br />
rijkversierde kappen. In nieuwbouw is de hijsbalk soms een speels bouwelement.<br />
Datering van de huizen aan de overzijde van de straat:<br />
Sint Jansstraat no. 42 - Sint Jansstraat no. 50<br />
De panden aan de overkant van de straat hebben de volgende datering:<br />
Sint Jansstraat no. 42: 18 de eeuw (huis met klokgevel)<br />
Sint Jansstraat no. 44: 17 de /18 de eeuw<br />
Sint Jansstraat no. 46: 18 de/ 19 de eeuw<br />
Sint Jansstraat no. 48: 18 de/ 19 de eeuw<br />
Sint Jansstraat no. 50: 1651<br />
96
5. BLAAUWLAKENSTEEG<br />
o. Blaauwlakensteeg<br />
In de 14 de eeuw liepen de kavels achter de huizen van de Warmoesstraat diep door tot aan de gracht.<br />
Na de eerste bebouwing aan de Oudezijds Voorburgwal werden de kavels in het binnengebied<br />
opgedeeld en bebouwd.<br />
Hoewel niet afgebeeld op de kaart van Cornelis Anthonisz. was het binnengebied rond 1550 al<br />
grotendeels bebouwd. Voor de bereikbaarheid van de bebouwing werd ruimte opengehouden.<br />
Dit werden de vier stegen die nu nog in het blok aanwezig zijn. De Blaauwlakensteeg, de<br />
Zwartlakensteeg en Gooijerssteeg liepen dood. De Leidekkerssteeg liep al vanaf de aanleg met een<br />
bocht tussen de Oudezijds Voorburgwal en de Sint Jansstraat.<br />
Het Middeleeuwse stegenpatroon is bij Project <strong>Blaauwlakenblok</strong> grotendeels behouden. Nieuw is wel<br />
dat door aanpassingen de stegen nu doorlopen tussen de Oudezijds Voorburgwal en de<br />
Warmoesstraat.<br />
Er zijn in de 18 de en 19 de eeuw in de stegen veel eenkamerwoningen. De Blaauwlakensteeg heeft<br />
volgens een inventarisatie in 1779 naast een stal, een pakhuis en vier kelders meer dan twintig<br />
‘camers’ . Eind 19 de eeuw werd een groot aantal steegwoningen onbewoonbaar verklaard en<br />
gesloopt.<br />
In het begin van de 19 de eeuw telden alle stegen van het blok nog 152 huizen. Dat was bijna drie maal<br />
dichter bebouwd dan tegenwoordig met ongeveer zestig huizen.<br />
De Blaauwlakensteeg en de overige stegen van het blok hebben geen officiele status. Hoewel de<br />
stegen altijd druk bewoond zijn geweest, is er geen huisnummering voor. De adressering is aan de<br />
Warmoesstraat of aan de Oudezijds Voorburgwal .<br />
Voor de renovatie was de steeg geheel volgebouwd met opslagruimten, afdakjes en andere<br />
bouwsels.Ook stond er nog een achterhuis in dermate slechte staat dat het moest worden gesloopt.<br />
97
Blaauwlakensteeg,entree, 2012, foto: Frank Lucas<br />
oo. De naam Blaauwlakensteeg<br />
Deze steeg heette in de 16 de eeuw, naar een uithangteken, ook wel Blauwehandsteeg. In de 17de<br />
17 de eeuw werd de steeg soms Ververssteeg en Blauververssteeg genoemd.<br />
Op de hoek Blaauwlakensteeg - Oudezijds Voorburgwal no. 158 was in 1602 een huis en ververij ‘Het<br />
Blaeuwe Laecken’. In 1658 heette het hoekpand van de steeg ’t Vlies’ en een ander pandje in de<br />
steeg: ‘Het Oude Vlies’. Met vlies werd de schapenhuid zonder wol bedoeld.<br />
In en nabij het blok was vanaf het begin de 14 de eeuw een bloeiende lakenproductie; de oudste van<br />
de stad. Laken is geweven wol. In de buurt vond lakennijverheid plaats; er werden beroepen<br />
uitgeoefend zoals snijder, hoeden- en kleermaker.<br />
98
Werkzaamheden lakenproductie, circa 1595, Isaac Claesz. van Swanenburg, collectie: Lakenhal Leiden<br />
Er zijn in de jaren ’80 van de 20 ste eeuw spectaculaire opgravingen gedaan op een perceel bij<br />
Warmoesstraat no.105. Dat is in het naastgelegen blok. In- en rond een huis uit de 14 de eeuw zijn<br />
lakenloodjes, scharen, messen, messcheden, benen, naalden en priemen gevonden.<br />
Er zijn ten tijde van het project op plekken waar bodenmonderzoek is uitgevoerd 21 vroegere<br />
waterreservoirs gevonden. Die bestonden uit schoonwaterreservoirs waarin het regenwater werd<br />
opgevangen voor drinkwater en vuilwaterreservoirs met grond- en grachtenwater dat ook voor het<br />
vollen en de ververij bruikbaar was. Met behulp van waterscheppen werd water uit de gracht<br />
gehaald en via goten naar de ververijen geleid.<br />
In het <strong>Blaauwlakenblok</strong> werd vooral mannenwerk uitgevoerd: het weven, het vollen en het verven.<br />
De lakenarbeid die door vrouwen werd uitgevoerd, met name het schoonmaken, kammen en<br />
spinnen vond vaak plaats in de dorpen rondom Amsterdam.<br />
ooo. Lakenindustrie<br />
Laken<br />
De namen van twee van de vier stegen van het <strong>Blaauwlakenblok</strong> hebben met de lakenproductie te<br />
maken. ‘Laken’ is geweven en daarna vervilte wol. Het is warm, stevig, slijtvast en vuil- en<br />
waterafstotend.<br />
Lakenhandel was vanaf de 14 de eeuw voor Amsterdam van grote betekenis. Het laken was zowel voor<br />
de lokale markt als voor de export naar met name de Oostzeegebieden bestemd.<br />
Er woonden lakenhandelaars (drapeniers) in de Warmoesstraat die vanuit hun kostbare panden<br />
handel dreven. Ook aan de Oudezijds Voorburgwal stonden huizen en pakhuizen van<br />
99
lakenhandelaars en lakenververs. De vaak vermogende lakenproducenten hadden arbeiders in dienst<br />
die werkzaam waren in de werkplaatsen op het binnenterrein.<br />
Werkzaamheden<br />
In de lakenproductie bestond een scheiding in vrouwen- en mannenwerk: de vrouwen werkten als<br />
kamsters, spinsters, knipsters, kaardsters en snijders. De mannen waren de wassers, de wevers, de<br />
vollers en de ververs.<br />
Na het schoonmaken van de wol, kamden de kamsters de wolharen in dezelfde richting. Spinsters<br />
maakten daar lange draden van die door de wevers tot een laken van een bepaalde grootte werden<br />
geweven.<br />
Werkzaamheden lakenproductie, circa 1595, Isaac Claesz. van Swanenburg, collectie: Lakenhal Leiden<br />
Door in een grote kuip met urine, water en aluin langdurig op de geweven lakenstof te trappen,<br />
maakten de zogenaamde vollers van het laken een dichte stof. Vollers is oud-Nederlands voor<br />
‘vullers’.<br />
De kaarders met hun kaardebollen (van de gelijknamige plant; een distelsoort) maakten het laken<br />
weer wat wolliger, waarna de scheerders het oppervlak netjes afwerkten. Vervolgens werd het laken<br />
tot op de juiste lengte opgerekt en tenslotte gevouwen.<br />
Het verven van de stof kon op twee momenten in het process plaatsvinden. De woldraden konden<br />
direct na het spinnen geverfd worden of het verven vond plaats als het laken al geweven was.<br />
100
De vollers behoorden tot de ‘roerigste lieden’ van de maatschappij en dreigden regelmatig met<br />
stakingen (een ‘ledichganck’) om looneisen kracht bij te zetten. Het kwam ook voor dat zij helemaal<br />
stopten met werken bij een bepaalde werkgever. Bij zo’n ‘uitganck’ pakten de vollers hun biezen en<br />
werkten ze, soms voor een aantal maanden, in een andere stad.<br />
Vollers en ververs<br />
'En nou ick versta, dat de vullers ouwe pis koopen, Nou wil ick me water so licht veerdig niet meer<br />
laten loopen.' (uit: ‘de Spaanse Brabander’, Bredero).Voor een stuiver per halve emmer konden<br />
mensen hun urine verkopen. Urine werd gebruikt bij het wassen, vollen en verven van de wol.<br />
In urine zit ammoniak. Het laken werd in een kuip met urine gedaan. De chemische stof ammonia<br />
zorgt ervoor dat de vezels van de wol rechtop gaan staan. Door het langdurig stampen haken de<br />
vezels van de wol in elkaar. Daardoor wordt de stof vervilt. Vilt is dus samengeperste wol.<br />
Ook wordt de verfstof door het ‘vollen’ duurzaam aan de lakense stof gehecht.<br />
Vanaf de 17e eeuw werd het vollen ook door volmolens gedaan. Dit konden tredmolens zijn of<br />
molens die werden aangedreven door paarden.<br />
Vollers kerkraam 15de eeuw, collectie: Historisch Openluchtmuseum Eindhoven<br />
Ververs<br />
Tot in de 16 de eeuw werd de kennis over het wolverven overgebracht door overlevering. De<br />
verversgilden bewaarden hun geheimen. Het textielverven was een met mystiek omgeven arbeid.<br />
Laken werd meestal effen gekleurd. Voor blauw laken werd als verfstof de plant wede gebruikt.<br />
Nadat de blauwververs water door een aantal toevoegingen hadden verzacht, werd een geknede bal<br />
van de wedeplant toegevoegd. Later werd voor het blauw kleuren indigo uit Indië geïmporteerd.<br />
101
Voor het zwart gekleurde laken werd de wol van zwarte schapen gebruikt. Het zwartlaken werd<br />
diepzwart gemaakt door de zwarte wol nog een blauw - en rood verfbad te geven. Soms kreeg zwart<br />
laken een bad met de toevoeging van galnoot of boomschors. Dit was een goedkoper procedé, maar<br />
het laken werd sneller vaal.<br />
Na het vollen en verven werden de lakens aan ramen gedroogd en opgerekt. De standaardmaat voor<br />
een onbewerkt Hollands laken was 3,5 meter x 35 meter. Dat is 40 kilo wol. Na het vollen, verven en<br />
weer rekken werd een ‘laken’ 2,5 bij 30 meter.<br />
Het laken werd na te zijn gevold en geverfd naar een van de 150 ramen aan de Raamgracht gebracht.<br />
De Staalmeesters, 1662, Rembrandt van Rijn, collectie: Rijks Museum, Amsterdam<br />
De staalmeesters contoleerden de kwaliteit van het laken. Er kwam een lakenloodje aan te hangen<br />
als het laken de kwaliteitstest goed doorstaan had. Als 'laecken an den raem' geen lood 'creech by<br />
sculde van den verwer' moest de verver het laken kopen tegen de prijs van een laken van hoge<br />
kwaliteit.<br />
1. Blaauwlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal 138<br />
Eind 19 de eeuw woonde Douwe van Egten in de steeg. Douwe was op 11 november 1839 in een dorp<br />
nabij Leeuwarden geboren.<br />
Hij heeft in zijn leven zes keer en in totaal vijftien jaar gevangen gezeten. Alle veroordelingen werden<br />
uitgesproken voor kleine diefstallen. Omdat hij vaak voor de rechtbank moest verschijnen en zijn<br />
<strong>verhaal</strong> keer op keer genoteerd werd, is er vrij veel over hem bekend gebleven.<br />
102
Douwe trouwde in 1863 en kreeg hij een zoon en dochter. In mei 1865 brak hij in bij een timmerman.<br />
Hij stal enkele planken en wat gereedschap. Niet veel later nam hij kleding en stoffen mee van een<br />
goederenkar. Hij bracht deze naar de Bank van Lening. Daar gebruikte hij een valse naam en liep<br />
daardoor tegen de lamp.<br />
Douwe van Egten, foto’s: familiealbum<br />
Douwe werd tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld en was in afwachting van een plek in de cel.<br />
Ondertussen stal hij nog ergens een kookkachel en een vensterluik. Van het luik timmerde hij een<br />
tafel. Hij stond langs de kant van de weg achter de tafel snoep te verkopen, toen hij werd betrapt<br />
door een passerende brugwachter die dat luik toevallig kwijt was.<br />
Nog in 1865 werd zijn straf door dezelfde rechters verhoogd tot zes jaar. In het vonnis stond dat voor<br />
deze overtredingen in sommige gevallen de doodstraf uitgesproken kon worden, maar dat gold niet<br />
voor Douwe ‘gelet op de geringheid des nadeels door het misdrijf toegebragt’.<br />
Terwijl hij zijn straf uitzat, overleden zijn vrouw en dochtertje. Hij kwam in 1871 vrij, werd nog<br />
datzelfde jaar opgepakt voor het stelen van kleding en opnieuw veroordeeld, deze keer tot nog eens<br />
twee jaar gevangenisstraf.<br />
103
In 1873 kwam hij naar Amsterdam. Aanvankelijk werkte hij als bakkersknecht en woonde bij zijn baas<br />
in een pand in de Utrechtsestraat. In mei 1874 verhuisde hij naar een ‘camer’ in de Blaauwlakensteeg<br />
op de hoek van Oudezijds Voorburgwal no. 154.<br />
Hij kreeg een relatie met Dina Cornelissen (‘zonder beroep’) die in een kamer in de Blaauwlakensteeg<br />
woonde. In januari 1875 verhuisden ze naar de Sint Jansstraat no. 61 en trouwden dezelfde maand<br />
‘in tegenwoordigheid van de broer van de echtgenote, en van een militair, een stoker, een schilder en<br />
een aansteker’.<br />
In 1875 kregen ze zoon Jan, die later boekbinder zou worden. Douwe was niet lang vrij man. 1876<br />
werd hij vanwege diefstal van zijn werkgever veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar. Op<br />
27 november 1882, enkele maanden na zijn vrijlating, overleed hij, 43 jaar oud, in het<br />
Binnengasthuis.<br />
2. Blaauwlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal no. 140<br />
Dit pand is door de bewoners nieuw opgetrokken op de plek van hun voormalige woning. Het<br />
ontwerp is van architect Johan Nust. De woning heeft vanaf het dak een mooi uitzicht op de Oude<br />
Kerk. De balken van het pand uit de 18de eeuw dat voorheen op deze plek stond, zijn opgenomen in<br />
de constructie van het nieuwe huis.<br />
3. Blaauwlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal no. 146 - no. 148<br />
Woonstichting De Key gaf voor deze plek de opdracht om een ‘praktische, flexibele, betaalbare en<br />
duurzame’ sociale huurwoning te bouwen; een eenvoudig strak huis met 4 gevels. De huidige<br />
huurder woonde in een woning gevuld met kleur, kunst, verzamelingen en herinneringen, in een huis<br />
waar elke hoek en muur benut werd.<br />
Met de huurder in gedachten ontwierp bureau Abbink X de Haas architectures de woning en<br />
bijbehorend atelier als een ‘witte schatkist met een gesluierde façade’. Het is 185m 2 groot.<br />
Kunstenaar Chris Kabel kreeg de opdracht de sluier te voorzien van een beeld. De aluminium platen<br />
zijn geperforeerd. Door de 48.000 zeshoekige uitsparingen omhoog of omlaag te buigen ontstaan<br />
lichtspeling en schaduwwerking die de wand haar damastachtig patroon geven.<br />
Het kunstwerk is vanuit de Warmoesstraat te zien en ook bij openstelling van de stegen, wat gebeurt<br />
tijdens kunstkijkroutes en op monumentendagen.<br />
104
Blaauwlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal 148, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Damast is een weeftechniek, waarbij de tekening in de stof vooral vanuit een bepaalde hoek goed te<br />
zien is. Het effect ontstaat doordat de voor- en de achtergrond vrijwel dezelfde kleur hebben. In<br />
vroegere eeuwen was damast alleen van zijde. Tegenwoordig kan damast ook van katoen, linnen en<br />
wol zijn. Het woord ‘damast’ is afgeleid van de naam van de stad Damascus.<br />
105
<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 1647, naar kaart Balthasar Florisz. Van Berckenrode, collectie: UB-VU<br />
Tot in de 17 de eeuw werd in de stegen van het blok vooral het zware en grove werk van de<br />
lakenproductie gedaan. Vervolgens werden elders patronen en motieven op de stoffen aangebracht.<br />
Soms waren de decoraties van een bijzondere kunstzinnige kwaliteit.<br />
Laken 17 de eeuw, collectie: Lakenhal Leiden<br />
106
Het uiterlijk van het ‘gesluierde’ pand roept associaties op met verfijnde textiele vormen. Daarnaast<br />
past het kunstwerk, door een bepaalde tijdloosheid die het uitstraalt, goed bij de historische<br />
omgeving.<br />
ooo. Blinde muur<br />
Eeuwenlang liep de Blaauwlakensteeg dood op een achterhuis aan de zijde van de Warmoesstraat.<br />
Dit huis staat al aangegeven op de kaart van Balthazar Florisz. Berckenrode uit 1625. De<br />
achteruitgang van het huis stond in verbinding met de steeg in het binnenterrein.<br />
Tijdens het project bleek het pand dusdanig door schimmel aangetast, dat het gesloopt moest<br />
worden. Door de sloop is er een doorgang tussen de Oudezijds Voorburgwal en de Warmoesstraat<br />
gekomen. Bovendien hebben bewoners aan de kant van de Warmoesstraat meer licht in hun<br />
woningen gekregen. De contouren van het achterhuis zijn nu nog in de muur zichtbaar.<br />
In dit achterhuis was een zeldzaam 16 de eeuws plafond ontdekt, dat ook in Europese context<br />
bijzonder was, maar het was dusdanig door schimmel aangetast dat het niet meer te redden viel.<br />
Wel zijn delen van het plafond opgeslagen.<br />
De steeg was in de kraakperiode overkoepeld met een puntdak. Daaronder had een aantal bewoners<br />
werkruimten en opslagplaatsen. Onbedoeld diende de dakconstructie ook als steun voor de<br />
buitenmuur van de studentensociëteit. De muur behoort tot het opvallende pand van architect Salm<br />
in de Warmoesstraat op no. 147 - no. 151 en vormde tot 1994 de buitenmuur van een drukkerij.<br />
Door gebrekkig onderhoud was de muur dusdanig verrot dat deze ging bollen toen de overkoepeling,<br />
in het kader van het project, weggehaald werd. Inmiddels is de muur gerenoveerd.<br />
Blaauwlakensteeg, muur voor de renovatie, 2012, foto: Frank Lucas<br />
107
4. Blaauwlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal no.145h<br />
De toneeltoren<br />
De toneeltoren is een monumentaal overblijfsel van het theater dat eind 19 de eeuw in<br />
Warmoesstraat no. 139 gevestigd was. Een toneeltoren is de grote ruimte boven het toneel waar<br />
buiten het zicht van het publiek, decor en verlichting worden opgehangen.<br />
Deze toneeltoren is 22 meter hoog. Het is nu een huis van vier verdiepingen, van binnen geheel naar<br />
eigen smaak verbouwd en ingericht door de huidige bewoner.<br />
Blaauwlakensteeg, voormalige toneeltoren, 2012, foto: Frank Lucas<br />
5. Blaauwlakensteeg/Warmoesstraat no. 145 (a t/m h)<br />
Deze woningen hebben de huisnummers van de Warmoesstraat, maar de entree tot de huizen is<br />
vanaf de Blaauwlakensteeg. De doorgang vanuit de Warmoesstraat was begin 20 ste eeuw aangelegd<br />
als brandgang voor het theater op Warmoesstraat no. 139.<br />
De huizen rondom het blok hadden vaak achterhuizen die met een overloop verbonden waren met<br />
het voorhuis. In een van de achterhuizen was een zeldzaam plafond ontdekt dat rond 1560<br />
gedateerd werd. Het plafond was een spectaculaire ontdekking maar was niet meer te redden.<br />
Het pand dat in de 16 de eeuw op deze plek stond, heette ‘Inghelenborch’. In dit pand woonde van<br />
1518 tot 1532 de eerste Amsterdamse drukker en belangrijk uitgever Pieterz.<br />
Daarna werd het bewoond door lakenkoper Govert Dircksz Wuytiers (1548-1615). Het laken, de<br />
wollen stof, werd in de stegen op het binnengebied van het blok gevold en geverfd.Tijdens het vollen<br />
werd de wollen stof vervilt doordat de vollers langdurig met hun voeten in een kuip met urine, water<br />
en aluin op het laken stampten.<br />
108
Blaauwlakensteeg/Warmoesstraat 145, uitpandige trap, 2012, foto Frank Lucas<br />
Aan de achterzijde heeft het pand nog een met hout omtimmerde uitpandige trap uit de 16 de eeuw.<br />
De trap liep buitenom het huis om ruimte te besparen. Het is een van de weinige uitpandige trappen<br />
die in Amsterdam voorkwamen.<br />
<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 1538, kaart van Cornelisz Anthonisz, collectie: Amsterdam Museum<br />
109
.Op de kaart van Cornelis Anthonisz. uit 1538 zijn er in heel Amsterdam zes traptorens te vinden<br />
waarvan twee in het <strong>Blaauwlakenblok</strong> stonden. Op de kaart is een traptoren, gesitueerd in de<br />
Zwartlakensteeg, duidelijk zichtbaar. Alleen de zeer welgestelden konden zich de bouw van dit soort<br />
trappen permitteren.<br />
Blaauwlakensteeg/Warmoesstraat 145, uitpandige trap, 2012, foto Frank Lucas<br />
De trap in pand Warmoesstraat no. 145a heeft in de 19 de eeuw een bijzondere ijzeren leuning<br />
gekregen die op een specifieke wijze is aangebracht om te ruimte te besparen<br />
<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 1983, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
110
oooo. Houten huizen<br />
Tot 1500 waren alle huizen in de stad opgetrokken van eikenhout. De straten waren bruin gekleurd.<br />
De meeste huizen waren geteerd en hadden de daken van riet. Het hout kwam uit de bossen van<br />
Drenthe en uit het Gooi en werd met schepen aangevoerd. Het riet kwam uit de lage landen rondom<br />
de stad.<br />
In 1421 en in 1452 waren er twee verwoestende stadsbranden. Bij de laatste brand was tweederde<br />
van de houten behuizing in vlammen opgegaan. Ook van de huizen in het blok bleef niets over. Na de<br />
laatste brand besloot het gemeentebestuur dat de zijgevels van alle huizen van steen moesten<br />
worden. De stenen muren werden vaak tegen de oude houten geraamten van de vroegere huizen<br />
aangebouwd.<br />
Houten huizen, eerste helft 15 de eeuw, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
Het oppervlak van Amsterdam was in de 14 de en 15 de eeuw niet groter geworden maar de bevolking<br />
was wel sterk gegroeid. Er ontstond in de 16 de eeuw ruimtegebrek. Bouwen met steen had het<br />
gunstige gevolg dat er compacter en meer de hoogte in gebouwd kon worden.<br />
De houten voorgevels zoals deze tot tot 1550 bestonden hadden vaak een puntgevel. Tussen 1600<br />
en 1650 werden veel puntgevels vervangen door de stenen trapgevels die toen in de mode waren.<br />
<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 1570<br />
111
6. ZWARTLAKENSTEEG<br />
o. Zwartlakensteeg<br />
Middenin de Zwartlakensteeg stond een pand dat doorgang door de steeg niet mogelijk maakte. Dit<br />
pand was dusdanig vervallen dat het gesloopt moest worden. Daardoor loopt de steeg nu door<br />
tussen de Oudezijds Voorburgwal en de Warmoesstraat en is het er lichter en ruimtelijker geworden.<br />
Het fundament van het pandje is, verscholen onder de stoeptegels, nog wel aanwezig. Indien nodig<br />
kan het ooit zichtbaar gemaakt worden.<br />
In de 18 de en 19 de eeuw waren er veel kamerwoningen in de stegen. Uit een inventarisatie uit 1779<br />
blijkt dat de Zwartlakensteeg negentien ‘camers’ telde. Behalve drie stallen waren er ook<br />
werkplaatsen. Ook in de 20 ste eeuw tot in de jaren ’70, waren er in de steeg werkplaatsen van<br />
ambachtelijke bedrijfjes.<br />
Er waren bedrijfjes voor machinereparatie, metaalconstructie en machinale houtbewerking; er zat<br />
een rollengieterij, een drukinktfabriekje en grafische drukkerij; er was een kruiers- en een<br />
stukadoorsbedrijf. Een haringverkoper die in de Sint Annenstraat woonde, parkeerde in de steeg zijn<br />
haringkarren.<br />
Zwartlakensteeg, ingangOudezijds Voorburgwal, jaren ’50, bron: Stadsarchief Amsterdam<br />
De ruimten waren vervallen en kwamen leeg te staan. In de tijd van de kraakacties in de jaren ’80<br />
trokken kunstenaars in de voormalige werkplaatsen en startten daar de zogenaamde<br />
ZwartlakenAteliers.<br />
In de Zwartlakensteeg is in het kader van het project zo veel mogelijk buitenruimte teruggebracht.<br />
Dit heeft gestalte gekregen in de vorm van dakterrassen, balkons en binnenplaatjes.<br />
112
<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 1870, kaartencollectie: Stadsarchief Amsterdam<br />
<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 1907, kaartencollectie: Stadsarchief Amsterdam<br />
113
oo. De naam Zwartlakensteeg<br />
Behalve de Zwartlakensteeg heette de steeg in de 16 de en 17 de eeuw ook de ‘verwerssteeg’. Er<br />
bestond wat status betreft een zekere hiërarchie tussen de ververs. De roodververs stonden het<br />
hoogst in aanzien. Daarna kwamen de blauwververs en de geelververs. De zwartlakenververs<br />
stonden onderaan de rangorde.<br />
In de steeg op de hoek Oudezijds Voorburgwal no. 126 woonde in de 16 de eeuw volgens de<br />
belastinggegevens van 1585 de verver Pieter Cornelisz. Zwartelaecken ‘aan wie we de<br />
Zwartlakensteeg mogen toeschrijven’ volgens het tijdschrift ‘Amstelodamum’ in 1906.<br />
1. Zwartlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal no. 124<br />
Dit pand heeft dienst gedaan als pakhuis. Het is ondere meer gebruikt voor graanoplag. Er waren<br />
plannen voor sloop maar omdat achterhuizen en pakhuizen karakteristiek zijn voor het blok, is het<br />
pand behouden gebleven. Dit pand is een gemeentemonument.<br />
Zwartlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal 124, 2012, foto Frank Lucas<br />
Op de kaart van Cornelis Anthonisz. is tegenover deze plek een pand met een traptoren te zien. Dat is<br />
een uitpandige trap waardoor in het huis ruimte werd bespaard.<br />
114
ooo. Appelboomgang<br />
De ‘Appelboomgang’ is een smalle doorgang van zeventig centimeter breed en vijftien meter lang.<br />
Via deze gang konden bewoners in de 16 de eeuw het achterhuis bereiken en was er toegang tot het<br />
toenmalige pakhuis op no. 124.<br />
Het achterhuis op no. 1<strong>28</strong>b stond oorspronkelijk los van het voorhuis maar is daarmee in de loop der<br />
tijd verbonden. In dit huis bevindt zich nog het originele houtskelet uit de 17 de eeuw.<br />
Zwartlakensteeg, Appelboomgang van binnenuit, 2012, foto Frank Lucas<br />
In 1779 ontsluit de Appelboomgang acht éénkamerwoningen, de zogenaamde ‘camers’.<br />
Tijdens de het grootschalige restauratieproject zijn op het binnenterrein een aantal bomen<br />
gesneuveld. De huidige bewoners hebben bij de Appelboomgang een appelboompje geplant.<br />
oooo. Mussenkolonie<br />
Het dak van het 17 de eeuwse rijksmonument aan de Oudezijds Voorburgwal no. 1<strong>28</strong> moest wegens<br />
restauratie gesloopt en herbouwd worden. Op dat dak leefde een van de twee mussenkolonies die<br />
de binnenstad bevolken. Deze kolonie bestaat uit ongeveer vijftig mussen.<br />
De afgelopen vijfentwintig jaar is de huismussenstand sterk achteruit gegaan. In 1980 waren er nog<br />
zo'n twee miljoen mussen in het land maar dat aantal is gehalveerd. Het huidige natuurbeleid heeft<br />
als uitgangspunt dat vogelsoorten die van oudsher in de stad voorkomen een zo optimaal mogelijk<br />
leefklimaat geboden moet worden.<br />
115
Delen van het oude dak van Oudezijds Voorburgwal no. 1<strong>28</strong> werden tijdens het project verplaatst<br />
naar een steiger op het binnenterrein van de Zwartlakensteeg. De steiger was acht meter hoog en<br />
eigendom van de gemeente. Het vervangende dak had ‘mussendakpannen’ die voorzien zijn van<br />
invliegopeningen en als nestelplaats dienden.<br />
Zwartlakensteeg, 2012, foto Frank Lucas<br />
Ook de takken van de wingerd die op het dak van no. 1<strong>28</strong> groeide, waren op de steiger geplaatst. Er<br />
werden plantenbakken neergezet met stekelige begroeiing waarin de mussen zich veilig konden<br />
voelen. En dat was nodig zijn want door de verplaatsing had de uil van de Oude Kerk beter zicht op<br />
de kolonie gekregen.<br />
Het was een tijdelijke oplossing. In de omgeving zijn veel ruimtes gecreëerd waar vogels kunnen<br />
nestelen en die worden inmiddels ook door de mussen gevonden. De steiger is bij het aanleggen van<br />
nieuwe bestrating op het binnenterrein afgebroken.<br />
116
2. Zwartlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal no. 112<br />
Het lage gebouw in de steeg is gebouwd door confectiefabriek S.I. de Vries, die zijn werkplaatsen en<br />
magazijnen in de Warmoesstraat had. Het bedrijf wilde met deze uitbouw vanaf de kant van de<br />
Oudezijds Voorburgwal makkelijker bereikbaar zijn in verband met de aan- en afvoer van goederen.<br />
In het gebouw is nu een centrum voor moderne dans: het ‘Internationaal Choreografisch<br />
Kunstencentrum’. Het ICK heeft als doel de dans te verrijken, door artistieke grenzen heen te breken<br />
en zowel de ingevoerde dansliefhebber als nieuw publiek te bereiken.<br />
Het centrum maakt dansproducties van gerenommeerde choreografen en van jonge talentvolle<br />
makers. Het ICK heeft een groot en divers Amsterdams netwerk maar werkt in zowel een nationale<br />
als in een internationale context.<br />
De studio is particulier eigendom. De eigenaar woont ook in het blok. Hij heeft het pand voor een<br />
termijn van 15 jaar in eigendom met een optie het contract voor een bepaald aantal jaar te<br />
verlengen. Hoewel de buitenzijde van het gebouw in zeer slechte staat verkeert, bestaan er geen<br />
plannen voor sloop of renovatie.<br />
Zwartlakensteeg/Oudezijds Voorburgwal 112, 2012, foto Frank Lucas<br />
ooooo. Molen<br />
Er schijnt in de 15 de eeuw in dit deel van het blok een molen te hebben gestaan. Een ‘legendarische’<br />
molen, volgens Ir. J.G. Kam, de schrijver van het boek ‘Wie woont waar in de Warmoesstraat’. Enkele<br />
huizen zouden deel hebben uitgemaakt van een molenwerf.<br />
117
Een andere auteur schrijft: ‘Het terrein achter het huidige W139 bleef tot omstreeks 1700 in gebruik<br />
van een molenbedrijf. Toen door uitbreiding en verdichting van de stad de stadsmolens hun functie<br />
verloren en tegelijkertijd de Warmoesstraat veranderde van economisch centrum in een<br />
uitgaanscentrum, kwam er op die plaats ruimte vrij voor een gehoorzaal.’<br />
oooooo. De Oliphantsgang<br />
De Oliphantsgang is zeventig centimeter breed. De gang staat afgebeeld op een aantal historische<br />
stadskaarten waaronder de kaart van Cornelis Anthonisz. uit 1544.<br />
Via deze gang was er mogelijk toegang tot een recent afgebroken achterhuis.<br />
Zwartlakensteeg, Oliphantsgang van binnenuit, 2012, foto Frank Lucas<br />
118
7. LEIDEKKERSSTEEG<br />
o. Leidekkerssteeg<br />
In 2001 werd door archeologen onderzoek uitgevoerd op een terrein waar nu de Leidekkerssteeg no.<br />
10 en de Sint Janstraat no. 31 - no. 35 is.<br />
Leidekkerssteeg, opgravingen 14 de eeuw, bron: Bureau Monumenten & Archeologie<br />
Uit de opgravingen bleek dat al in 1325 op die plek een huis heeft gestaan. Er zijn delen van een<br />
plavuizenvloer (met vloertegels in een formaat van 13 x 13 x 3 cm), gemetselde bakstenen<br />
ondersteuningen (de poeren), een put en zware balken gevonden.<br />
Leidekkerssteeg, opgravingen eerste helft 15de eeuw,<br />
bron: Bureau Monumenten & Archeologie<br />
In de steeg werden sporen van nog drie opeenvolgende huisplattegronden aangetroffen, precies<br />
langs de huidige Leidekkerssteeg. Daardoor werd duidelijk dat de steeg al voor 1545 bestond.<br />
Cornelis. Anthonisz. heeft op zijn kaart uit 1545 op de plek van de steeg nog tuinen afgebeeld, maar<br />
dat klopt dus niet. De ligging van de huizen is wel goed te zien op stadskaarten uit de 17 de eeuw.<br />
119
<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 16 de eeuw<br />
In de 16 de eeuwse mestlaag zat veel gagel; een struik met bitterstof in de bladeren die gebruikt werd<br />
bij het brouwen van bier. Ook werden in deze periode rond het huis varkens gehouden.<br />
Leidekkerssteeg, plek van opgravingen, 2012, foto: Frank Lucas<br />
120
De steeg is gedurende eeuwen dicht bevolkt geweest. Net als de andere stegen was ook de<br />
Leidekkersteeg in de 18 de en 19 de eeuw een ‘slopstege’, met veel éénkamerwoninkjes dicht op elkaar.<br />
In de 20 ste eeuw waren er vooral werkplaatsen in gevestigd. In de jaren ’80 en ’90 tot aan het de start<br />
van het project had de steeg nog maar een bewoonster. Nu bruist het er weer van leven.<br />
oo. De naam Leidekkerssteeg<br />
De steeg werd tot omstreeks 1540 de Graefmakerssteeg genoemd, mogelijk omdat er toen een<br />
doodgraver woonde.<br />
De naam Leidekkerssteeg valt volgens één bron te herleiden tot een bewoner van de steeg. Een<br />
andere mogelijkheid is dat er in een bepaalde periode leidekkers in de steeg woonden. Bij gebouwen<br />
als kerken en kloosters werden leipannen als dakbedekking gebruikt. Met name de Oude Kerk bood<br />
veel werk.<br />
ooo. De Cock<br />
De Leidekkersteeg speelt een rol in dit boek van Baantjer: De Cock en de zorgvuldige moordenaar/<br />
Baantjer<br />
‘Het was precies zevenentwintig minuten na middernacht toen Juliette van der Wheere werd<br />
gevonden. Ze lag op haar rug in de vrijwel haakse bocht van de smalle Leidekkerssteeg, vreemd,<br />
verkrampt, met opgetrokken knieën. De enige lantaarnpaal in de steeg wierp een gelig licht op het<br />
bleke gezicht, waarin de felrode mond in een uitdrukking van opperste verbazing was verstard.<br />
Rechercheur De Cock van het aloude politiebureau aan de Amsterdamse Warmoesstraat keek vanuit<br />
de hoogte op haar neer. Zijn scherpe blik gleed langs het blonde haar, de lange, slanke hals en<br />
121
lakleren handtas bij haar rechterschouder. Hij schoof zijn oude, vilten hoed wat naar achteren en<br />
krabde op zijn voorhoofd. Er was iets wat hem hinderde, dat niet paste in het beeld … ‘<br />
Leidekkerssteeg, 2002, bron: Lieven de Key<br />
Leidekkerssteeg, dezelfde plek, 2012, bron: Lieven de Key<br />
122
1. Leidekkerssteeg no. 6<br />
Aanvankelijk bestond het plan Leidekkerssteeg no. 6 af te breken, maar het is toch behouden<br />
gebleven omdat een voorhuis met een achterhuis of pakhuis karakteristiek is voor het blok. Het 17 de<br />
eeuwse pand op Leidekkerssteeg no. 6 vormde één geheel met het voorhuis van het pand in de Sint<br />
Jansstraat no. 35.<br />
Leidekkerssteeg 6, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Het pand heeft een oppervlakte van 60 m 2. Iedere verdieping heeft één kamer. In de doorloop van<br />
voor- naar achterhuis is nog een bijzondere houten schouw uit de 17 de eeuw. Die behoort nu tot<br />
no.35.<br />
oooo. Deurklopper<br />
Uit een column in het Algemeen Handelsblad van 1920:<br />
‘Mijn stukje over ‘de laatste klopper?’ (van 15 April) heeft aanleiding gegeven tot schriftelijke en<br />
mondelinge aanwijzingen van eenige vriendelijke lezers, en mij doen zien, dat het vraagteeken achter<br />
het opschrift verdwijnen mag.Want hier en daar in oude straatjes en steegjes zitten er nog enkele van<br />
die kloppers. Natuurlijk werden niet zulke bedoeld, die, aangebracht op geïmiteerd-antieke<br />
gebouwen, niet dateeren uit den tijd vóór de huisschel. Maar de klopper, dien mej. G. M. aanwees,<br />
n.l. in de Leidekkerssteeg 6 (op de Oudezijds Voorburgwal, tusschen St. Jans- en St. Annastraat) is toch<br />
wel een echt ouderwetsche deurklopper, wie weet door hoevele handen van onderscheidene<br />
geslachten in beweging gebracht!’<br />
123
2. Leidekkerssteeg no. 4<br />
Het behoud van Leidekkerssteeg no. 6 bracht AWG architect Cristine de Ruyter op het idee om er een<br />
modern pand tegenover te zetten. Enerzijds omdat het oude pand anders geïsoleerd zou komen te<br />
staan, anderzijds omdat door het nieuw gebouwde pand aan de Leidekkerssteeg no. 4 de sfeer van<br />
het eeuwenoude stegenpatoon optimaal behouden blijft.<br />
Leidekkerssteeg 4, 2012, aan de linkerzijde ateliers en studio’s, foto: Frank Lucas<br />
3. Leidekkerssteeg no. 1 t/m 17<br />
In dit gebouw zijn werkplekken, ateliers en studio’s van cultureel ondernemers en kunstenaars.<br />
124
ooooo. De zaak Tjomsma<br />
Dit artikel is uit de Tilburgsche Courant van 14 oktober 1897. De beschreven strafzaak haalde de<br />
landelijke media.<br />
5 februari 1897<br />
Hysterie in de Leidekkerssteeg<br />
‘Voor de Amsterdamsche rechtbank stond gisteren de brutale oplichter Tjomsma terecht. Hij heeft<br />
twee arme gezinnen bedrogen en hun geld afgezet omdat hij zich voorgaf een lang dood gewaande<br />
zoon te zijn, maar nu echter gezond en wel in levenden lijve wedergekeerd om de zijnen te omhelzen.<br />
Eerst bracht Tjomsma de Leidekkerssteeg en de Blauwlakensteeg in extase door op een zaterdag zich<br />
daar te komen vertonen als de Willem Mulpen, die 41 jaren geleden, en wel als knaap van 13 jaar,<br />
naar de Kaap was vertrokken en van wie men sinds nooit meer iets gehoord had.<br />
Tante Leen, die in de Blauwlakensteeg haar kamers heeft, werd het eerst door de dood gewaande<br />
Willem opgezocht. Hij omhelsde haar hartelijk en kwam door de opsommingen van de oude vrouw te<br />
weten wie hij als zijn bloedverwanten moest beschouwen en bovendien tal van bijzonderheden,<br />
waardoor hij zijn rol gemakkelijk kon spelen.<br />
Aaltje, zijn zuster, die inmiddels met een groentekoopman was getrouwd, nam de opnieuw weer<br />
gevonden broeder liefderijk bij zich in huis. Zij en haar man stonden hem het veren bed af en<br />
vergenoegden zich zelf met de kale grond.<br />
Daar verhuisden ook al spoedig enige rijksdaalders van Aaltje en Tinus in Willems zakken. Maar<br />
daarbij was geen kwaad. Immers Willem had in Indië gediend, twee Lombok-expedities meegemaakt<br />
en nu, daar hij een kogel in de buik had gekregen, een pensioen van fl . 11,75 plus fl. 2, - smartengeld<br />
per week.<br />
Bovendien stond zijn koffer bij het passantenhuis en daarin was duizend gulden aan baar geld,<br />
overgespaard aan de Kaap, in Australië en in Indië. Zuster Aaltje mocht niet langer zo armoedig in de<br />
125
steeg blijven wonen. Willem zou haar heel wat beter installeren en de gezonde kleur van vroeger<br />
weer op het dierbaar gelaat brengen.<br />
Die kogel in den buik deed den armen Willem heel dikwijls plotseling ineenkrimpen van pijn, en wel zo<br />
dikwijls hem vragen werden gedaan, waarop hij geen antwoord durfde geven.<br />
De hele buurt juichte over Willems terugkeer. Van heinde en verre kwamen neven en nichten, ooms<br />
en tantes opdagen, en Willem trakteerde gul op borrels van Aaltje's en Tinus’ centen.<br />
In de tapperij op de Oudezijds Voorburgwal kreeg hij het in een benauwd ogenblik zo te kwaad met<br />
de kogel, dat hij daarvoor zijn drankje, een halfje slappe bitter met wat peper er in, moest nemen,<br />
waarop terstond een flinke oude Catz moest volgen tegen de branderigheid in de maag. Sinds hij de<br />
kogel in de buik had, kon Willem niet meer tegen water.<br />
‘s Zondags was het de ganse dag feest; Willem met een nieuwe pet aan en Tinus’ nieuwe winterjas<br />
aan, maakte goede sier en was gul in het onthalen van de buurtgenoten.<br />
De volgende dag zou Willem naar het passantenhuis gaan en terugkomen in zijn uniform van<br />
sergeant en met de fl. 1000,- het pensioen en het smartengeld om voorgoed zijn intrek bij zuster<br />
Aaltje te nemen en die brave vrouw voor altijd gelukkig te maken.<br />
Vreemd, dat Willem, na eerst nog Tinus de laatste gulden uit de zak te hebben geklopt, zo lang<br />
wegbleef.<br />
Tinus ging eens naar het passantenhuis op de Lauriergracht; daar echter was geen spoor van de<br />
sergeant, de kist met geld, het pensioen en het smartengeld niets bekend, en al spoedig hoorden<br />
Tinus en Aaltje op het politiebureau dat zij hun geld geleend hadden, niet aan den dood gewaande<br />
broeder Willem, maar aan Tjomsma, de oplichter, die in het jaar 1895 al een dergelijke rol in een<br />
andere armelijke buurt had afgespeeld.<br />
Tjomsma was van Leidekkersteeg naar de Jordaan getrokken om opnieuw een slag te slaan. Daar<br />
hoorde hij in de kroegen van de ramp die kruier Roelvink in de Rozenstraat getroffen had. Diens zoon<br />
Willem was zeven jaar geleden als een krachtig jongeling van 20 jaren naar zee gegaan en nimmer<br />
weergekeerd. Men meende te moeten aannemen dat Willems’ schip in den golf van Biscaaye met<br />
man en muis vergaan was.<br />
Kruier Roelvink loopt op een goede dag door de Rozenstraat naar huis, toen hij plotseling een man<br />
met uitgebreide armen op zich ziet toelopen met de uitroep: ‘Vader, hier is Willem die je zeven jaar<br />
vermist hebt!’<br />
Een treffende ontmoeting volgde; moeder viel bijna van haar zelve en begon al dadelijk een boterham<br />
met lekkere zoetemelkse kaas voor haar Willem te snijden. En moeder zou het nu gauw beter krijgen;<br />
haar zoon had het wel hard gehad, in den golf van Biscaye op een paal rondgedreven, terwijl de<br />
haaien aan zijn benen kloven, maar later had hij in Indië fortuin gemaakt, fl. 4000,- uit een loterij<br />
gewonnen.<br />
Willem was nog bezig met zijn boterham met lekkere zoetemelkse kaas, toen een rechercheur<br />
binnentrad en in de persoon van de herleefden jonge zeeman de aards bedrieger Tjomsma<br />
arresteerde.<br />
126
Dat Roelvink zich zo vergist kon hebben? Ja. De een zei het was M. en de ander zei het was M. niet.<br />
Moeder de vrouw was door de ontmoeting en de ontdekking van het bedrog zo aangegrepen, dat het<br />
haar nu volgens zeggen van Roelvink, die op verzoek des rechters zijn pruimtabak, waarmede hij in de<br />
getuigenkamer de tijd had gekort, uit de mond verwijderde en in zijn jaszak voor later opgeborgen, in<br />
de keel zat.<br />
Het O. M. eiste tegen Tjomsma twee jaar gevangenisstraf.’<br />
127
8. GOOYERSSTEEG<br />
o. Gooyerssteeg<br />
De Gooyerssteeg wordt voor het eerst genoemd in documenten uit de 16 de eeuw. Op 17 de eeuwse<br />
stadskaarten staat de steeg aangegeven.<br />
In de 18 de en 19 de eeuw is een sterke concentratie van ‘kamerwoningen’ in de stegen. De<br />
Zwartlakensteeg telde in 1779 bijvoorbeeld negentien ‘camers’, de Appelboomgang ontsloot acht<br />
kamers, de Blaauwlakensteeg had meer dan twintig kamers en de Gooyerssteeg bestond grotendeels<br />
uit kamerwoningen: eenentwintig in totaal.<br />
In 1832 werd een aantal gevallen van cholera in de steeg gerapporteerd.<br />
Nu dient de steeg voornamelijk als nooduitgang voor de studentensociëteit. Aan de linkerzijde wordt<br />
de steeg begrensd door ateliers en studio’s van cultureel ondernemers en kunstenaars.<br />
oo. De naam Gooyerssteeg<br />
In de 16 de eeuw stond de steeg vermeld als: ‘Goysterssteechgen’. Over de oorsprong van de naam is<br />
geen duidelijkheid. Mogelijk gaat de naamgeving terug tot in de 15 de eeuw. Veel van het hout dat<br />
voor de huizenbouw gebruikt werd, kwam uit het Gooi. Maar de naam zou ook betrekking kunnen<br />
hebben op bewoners die uit het Gooi afkomstig waren.<br />
Gooyerssteeg, 2012, foto: Frank Lucas<br />
1<strong>28</strong>
GESCHIEDENIS VAN HET BLAAUWLAKENBLOK OVERZICHT<br />
I. Door de eeuwen heen<br />
De Warmoesstraat bestaat vanaf de 13 de eeuw en is een van de oudste straten van de stad. Al in de<br />
tweede helft van de 14 de eeuw was de straat geheel volgebouwd. Rond 1350 werd de Oudezijds<br />
Voorburgwal aangelegd. Ook de Sint Jansstraat en de Sint Annenstraat bestaan sinds de 14de eeuw.<br />
Vanaf de Warmoesstraat liepen de erven door tot aan de Oudezijds Voorburgwal. Om de erven<br />
achter de huizen te bereiken waren er paden aangelegd. De paden volgden de gang van de sloten die<br />
er lagen om het natte gebied af te wateren. De paden en paadjes werden stegen, gangen en<br />
tussengangen.<br />
Stadskaarten<br />
De erven tussen de Warmoesstraat en de Oudezijds Voorburgwal werden verkaveld. Op één erf<br />
bouwde men soms meerdere huizen. Ook kwamen er schuren, werkplaatsen en stallen op te staan<br />
en werden er boomgaarden aangelegd. Deze situatie is zichtbaar op de stadskaart van Cornelis<br />
Anthonisz. uit 1544.<br />
Bijna een eeuw later is het binnengebied van het blok vrijwel volgebouwd. Dit is goed te zien op een<br />
stadskaart uit 1625 van Balthasar Florisz. De bebouwing werd ontsloten door hoofdstegen en een<br />
wirwar van doorgangen, poortjes en binnenpleintjes. Een aantal panden aan de straatzijde was met<br />
een tussenlid verbonden met achterhuizen en pakhuizen.<br />
Laken<br />
Vanaf de 14de eeuw werd op het binnenterrein en in de omgeving van het blok ‘laken’ (geweven<br />
wollen stof) gevold en geverfd. Een van de ververijen heette ‘het Blaeuwe Laecken’. De<br />
Blaauwlakensteeg heeft ook nog ‘het Blauververssteegje’ en de ‘Ververssteeg’ geheten.<br />
Dezelfde structuur<br />
Het straten- en stegenpatroon en de dichte bebouwing zoals die bestond in de 17 de eeuw,<br />
veranderden eeuwenlang nauwelijks. In het begin van de 19 de eeuw telde het binnenterrein 152<br />
huizen. Dat is ongeveer vier maal zoveel als het tegenwoordige aantal. De stegen waren<br />
sloppenstegen met veel éénkamerwoningen.<br />
Grote veranderingen<br />
In de 19 de eeuw kreeg het binnengebied een ander karakter. Het middeleeuwse stegenpatroon bleef<br />
grotendeels behouden maar de kleinschalige steegbebouwing en de resterende open ruimte<br />
verdwenen. Er kwam een forse uitbreiding ten behoeve van een drukkerij en een theaterzaal met<br />
toneeltoren. Ook was er een uitbreiding van het aantal werkplaatsen.<br />
129
II. 20ste eeuw<br />
In de loop van de 20 ste eeuw werd de Blaauwlakensteeg ten behoeve van de werkruimten deels<br />
overkapt. Vanaf de jaren ’30 was op het dichtbebouwde binnenterrein een sterke menging van<br />
wonen en werken.<br />
Bijna gesloopt<br />
Na de Tweede Wereldoorlog kreeg economische groei vaak prioriteit boven het behoud van<br />
stedenbouwkundig erfgoed. In de jaren ’60 van de 20 ste eeuw werd nog vrijwel niets aan stadsherstel<br />
gedaan. Wel werd groot belang gehecht aan de bereikbaarheid van de binnenstad met de auto. In<br />
1960 bouwde Krasnapolsky een parkeergarage met de ingang in de Sint Jansstraat.<br />
In die jaren had ook de Bijenkorf plannen om, op de plek van het <strong>Blaauwlakenblok</strong>, kantoorruimte en<br />
een enorme parkeergarage te bouwen. Er zou een hoge flat komen. De Bijenkorf had al veel panden<br />
opgekocht en wilde dit proces geleidelijk voortzetten om uiteindelijk een groot deel van het blok te<br />
kunnen slopen.<br />
Kraken<br />
Er werd geen onderhoud meer gepleegd en rond 1975 waren veel panden verkrot en onbewoonbaar<br />
verklaard. Ook de nabije omgeving verloederde; er was drugsoverlast en criminaliteit.<br />
Toen in de jaren ‘70 veel van de oorspronkelijke bewoners hun huizen hadden verlaten en bedrijfjes<br />
de deur hadden moeten sluiten, werd een groot aantal lege panden betrokken door krakers. Onder<br />
hen waren veel kunstenaars.<br />
De krakers begonnen met de herbouw van hun verwaarloosde onderkomens. Naast woon - en<br />
werkplekken kwamen er ondermeer expositieruimtes en cafés.<br />
Verzet<br />
Tegen de sloopplannen ontstond toenemend verzet. Er kwam een bijzondere samenwerking tot<br />
stand tussen de oorspronkelijke bewoners, kunstenaars en krakers en de nonnen die in een klooster<br />
aan de Warmoesstraat woonden. De plannen van de Bijenkorf stagneerden en werden uiteindelijk<br />
door het winkelbedrijf ingetrokken.<br />
Aanschaf gemeente<br />
In 1983 is 60 % van het blok door de gemeente voor een schappelijke prijs (fl 800.000,-) aangekocht<br />
ten behoeve van stadsherstel en stadsvernieuwing. Hiervoor verstrekte het Rijk een subsidie van 80%<br />
van het aankoopbedrag. Er waren toen nog vijfenzestig woningen.<br />
De toenmalige wethouder van volkshuisvesting Jan Schaefer trof goudomrande regelingen met de<br />
oorspronkelijke huurders en de krakers. Hij deed lange termijn toezeggingen ten aanzien van wonen<br />
en werken in het blok. Er kwam een terugkeergarantie tegen vergelijkbare huren. Bovendien zegde<br />
hij toe dat een groot deel van het blok behouden zou blijven voor sociale huur.<br />
Over de invulling van het stedenbouwkundig plan is door de bewoners, afgevaardigden van de<br />
gemeente en in een later stadium woonstichting De Key, jarenlang overleg gevoerd. Uiteindelijk<br />
leidde dit tot een voor alle partijen aanvaardbare overeenkomst die in 1999 gesloten werd.<br />
130
III. 21ste eeuw<br />
Behoud, herstel, vernieuwing<br />
In het plan werd uitgegaan van behoud en herstel van de panden en een verbetering van de<br />
leefbaarheid in de omliggende straten en binnen het blok. Er moest een groot aantal woon- en<br />
werkruimten bestemd blijven voor cultureel ondernemers en kunstenaars. Ook zou de<br />
middeleeuwse structuur van stegen en straten zoveel mogelijk behouden moeten blijven.<br />
De Key<br />
In 1995 heeft de gemeente - nu stadsdeel Centrum - contact gezocht met woonstichting De Key om<br />
de panden gezamenlijk aan te pakken. De panden zouden daarna in beheer komen van de<br />
woonstichting.<br />
De afspraak werd gemaakt dat het stadsdeel voor het leegkomen en ontmantelen van de panden zou<br />
zorgen. Vervolgens zou Key de panden vernieuwen, renoveren of restaureren om ze vervolgens aan<br />
te bieden aan huurders die wilden terugkeren. Ook zou een aantal panden te koop worden<br />
aangeboden.<br />
Niet het hele blok viel binnen het project want circa 30 % van het geheel is in particuliere handen. En<br />
een gedeelte van het gemeentelijk bezit, een aantal panden in de Sint Annenstraat, was al in de jaren<br />
‘90 ontwikkeld door Stadsherstel.<br />
<strong>Blaauwlakenblok</strong>, 2012, foto: Frank Lucas<br />
Het resultaat<br />
Op 26 april 2002 werd het project <strong>Blaauwlakenblok</strong> officieel overgedragen door de gemeente aan de<br />
woonstichting De Key. Vanaf dat moment leidde meer dan twintig jaar planontwikkeling eindelijk tot<br />
uitvoering.<br />
131
Na voltooiing van het project in juli 2012, zijn in het <strong>Blaauwlakenblok</strong> honderdacht woningen (50%<br />
sociale huurwoningen, 50% vrije sector huur- en koopwoningen) en achtendertig ateliers en<br />
bedrijfsruimtes tot stand gebracht. De overeenkomst van eind jaren ’90 is praktisch in zijn geheel<br />
gerealiseerd.<br />
Het <strong>Blaauwlakenblok</strong> bestaat uit circa zeventig panden, waarvan zestig rijksmonumenten en tien<br />
gemeentelijke monumenten en een groot aantal voor de binnenstad beeldbepalende panden.<br />
Alle restauraties en renovaties in het project <strong>Blaauwlakenblok</strong> vielen van 2002 tot 2012 onder de<br />
verantwoordelijkheid van Architectenbureau Vincent Smulders BNA. Vincent Smulder kreeg voor zijn<br />
werk betreffende het <strong>Blaauwlakenblok</strong> in 2012 de Geurt Brinkgreve Restauratieprijs.<br />
132
KAART BLAAUWLAKENBLOK<br />
bron: de Key<br />
Tekst : Frank Lucas<br />
www.franklucasprojecten.nl<br />
2012<br />
Woonstichting De Key heeft ernaar gestreefd de rechten met betrekking<br />
tot de illustraties volgens wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die<br />
desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich<br />
alsnog tot de woonstichting wenden.<br />
133