Om direct contact met brandstof te vermijden bij de volgende ...

AUTOMECANICIEN
HEFBRUG VOOR AUTOVOERTUIGEN
• Alvorens de hefbrug te starten : blokkeer het
voertuig met de handrem ; voor voertuigen van
meer dan vier ton worden blokken voor de wielen
geplaatst ; zet de versnelling in neutraal ; verifeer
of de deuren goed gesloten zijn ; ga na of zich
geen persoon in het voertuig, op of rond de hefbrug
bevindt
• Van zodra de hefbrug los van de grond komt ; moet
de beveiliging, om te voorkomen dat het voertuig
van de hefbrug rolt, zich in de goede positie
bevinden. Alvorens de hefbrug neer te laten : maak
de grond onder de hefbrug volledig vrij ; verwittig
uw collega’s die zich in de omgeving van de
hefbrug bevinden ; wacht tot iedereen zich op een
voldoende afstand van de brug bevindt.
WERKPUT
INSTRUCTIEKAART
NR. 0020
19/06/2001 2/2
• De werkput moet steeds twee toegangen hebben : een toegangstrap en minimaal een
laddertje.
• Wanneer geen voertuig boven de werkput staat moet hij afgedekt worden met een rooster,
voldoende dragende planken of een leuning rond de volledige put.
• Spring nooit over de put maar loop er rond.
• Ruim onmiddellijk gemorste olie of vloeistoffen op de werkplaats.
DRAAG JE PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
• Beschermingsschoeisel moet steeds gedragen worden. Een
beschermingsbril wordt gedragen bij schuur- en
slijpwerkzaamheden of wanneer je onder een voertuig werkt
• Tijdens het lassen draag je een gelaatsscherm, een lasschort en
handschoenen
• Ademhalingsbescherming met de aanzuiging van verse lucht,
wanneer je met een schilderspistool werkt.
• Een
gelaatsscherm, lederen schort en
handschoenen bij het manipuleren
van een batterij.
Voor het behandelen van zware
stukken bestaan aangepaste
arbeidsmiddelen.
Gebruik ze