eAttentie

Reparatiehandleiding 

R 1100 RT 

R 1100 RS 

R 850/1100 GS 

R 850/1100 R 

BMW Motorfietsen 

After Sales

Voorwoord 

Deze reparatiehandleiding draagt bij tot een vakkundige uitvoering van alle belangrijke onderhouds- en reparatiewerkzaamheden. 

Ze vormt een aanvulling op de praktische en theoretische kennis die in het trainingscentrum 

is opgedaan. Het gevolg hiervan is een nog betere service. 

Alle teksten, ook bij de afbeeldingen, hebben betrekking op standaard motorfietsen, resp. op motorfietsen 

voorzien van originele BMW-accessoires en niet op motorfietsen die op de een of andere wijze zijn omgebouwd. 

● De opbouw van de reparatiehandleiding komt overeen met de logische volgorde van de werkzaamheden 

die moeten worden uitgevoerd: uitbouwen, demonteren, repareren, monteren, inbouwen. 

● De totale inhoud is in afzonderlijke hoofdstukken ingedeeld overeenkomstig de indeling van de constructiegroepen. 

11 . 10 

Hoofdstuk Doorlopend blz.nr. van het hoofdstuk 

● De bij een inspectie behorende werkzaamheden staan beschreven in de groep „00”. De verschillende 

inspectie-/onderhoudswerkzaamheden zijn met I, II, III, of IV gecodeerd. Deze codering wordt ook gehanteerd 

bij de hierop volgende beschrijvingen van de werkzaamheden, zodat een continue werkprocedure 

gegarandeerd is. 

● Het gebruik van het benodigde BMW-speciaal gereedschap wordt in de beschrijvingen toegelicht. 

Zonodig worden de reparatievoorschriften ook door Service-Informaties bekendgemaakt. Deze worden 

vanzelfsprekend in de eerst volgende oplage van de reparatiehandleiding verwerkt. Bovendien adviseren 

wij als extra informatiebron de duidelijk geïllustreerde onderdelen-microfilm. 

BMW Motorfietsen 

After Sales 

Uitgever BMW Motorrad 

Hufelandstr. 6 

D - 80937 München 

Alle rechten voorbehouden. Nadruk, vertaling of vermenigvuldiging, ook gedeeltelijk, alleen met schriftelijke 

toestemming. 

Technische wijzigingen en vergissingen voorbehouden. 

Produced in Germany

Groep / Hoofdstuk 

00 Onderhoud en algemene richtlijnen 

11 Motor 

12 Elektrische installatie van de motor 

13 Brandstofsysteem 

16 Benzinetank en -leidingen 

18 Uitlaatsysteem 

21 Koppeling 

23 Versnellingsbak 

31 Voorvork 

32 Besturing 

33 Cardan 

>> Voortzetting 

Inhoudsopgave 

Groep / Hoofdstuk 

34 Remmen 

36 Wielen en banden 

46 Frame 

51 Uitrusting 

52 Buddyzit 

61 Elektrische installatie, algemeen 

62 Instrumenten 

63 Verlichting 

> Voortzetting

BMW AG Divisie Motorfietsen 

Onderhoudsschema 

R 1100 RT/R 1100 RS/R 850 GS/R 1100 GS/R 850R/R 1100 R 

Klant Kenteken 

Opdracht-Nr. Handtekening monteur 

Motorolie bij bedrijfswarme motor verversen, oliefilter vervangen 1) 

Versnellingsbakolie en cardanolie ververen in bedrijfswarme staat 

Cilinderkopmoeren natrekken 

Klepspeling afstellen 

Bougies controleren 

Bougies vervangen 

Benzinefilter vervangen 3) * ) 

Elektrolytniveau van de accu controleren, zonodig gedestilleerd water bijvullen 

Accupolen zondig reinigen en invetten 

Luchtfilter vervangen 2) 

Gaskabel op gangbaarheid, schuur- en knikplekken controleren, 

zonodig vervangen * ) 

Koppelingsspeling controleren, zonodig afstellen 

Poly-V-snaar afstellen [b SI 12 020 95 (700)] 

Slangklemmen van inlaatspruitstuk natrekken 

Remblokken en-schijven op slijtage controleren, zonodig vervangen * ) 

Remvloeistofniveau voor/achter controleren, zonodig bijvullen * ) 

[b SI 00 027 95 (716)] 

Remsysteem op werking, lekkage controleren; zonodig herstellen/vervangen * ) 

4) 5) 

Remvloeistof minstens éénmaal per jaar verversen 

Wiellagers controleren, zonodig vervangen * ) 

Lagering van de achtervork kontroleren (spelingvrij), eventueel afstellen * ) 

Stuurdemper controleren (R850/1100R) 

Zijstandaard, middenstandaard (R 1100 RS) en nippel van de koppelingskabel smeren 

Schakelaar zijstandaard op beschadigingen en werking controleren 

[b SI 46 033 96 (722)] 

Achterwielbouten on vastzitten controleren 

Bouten verstelbaar stuur met het voorgeschreven aanhaltmoment controleren 

As voor windschermverstellung schoonmaken en invetten (R 1100 RS) 

Voorste veerpoot onder aan het oog doorsmeren (R 1100 RS glijlager) 

Stationair toerental, synchronisatie gaskleppen en CO-waarde controleren, 

zonodig afstellen 

Eindcontrole met controle op verkeersveiligheid: 

– toestand van banden en wielen, velgen en spaken, bandenspanning 

– verlichting en claxon 

– controlelampen 

– koppeling, schakeling 

– voor- en achterrem, besturing 

– instrumenten 

– proefrit 

Bestelnr. 01 76 7 654 300 UX-VS-2, 03.99 Printed in Germany 

BMW 

1000 km 

BMW 

kleine inspectie 

bij 10 000 km 

1) minstens elke 6 maanden, bij uitsluitend gebruik over korte afstanden of lagere buitentemperaturen dan 0°C elke 3 maanden, minstens elke 3000 km 

2) onder bijzonder vuile of stoffige omstandigheden het luchtfilter elke 10 000 km vervangen, zonodig nog vaker 

3) 

in de regel elke 40 000 km, bij minder goede brandstofkwaliteit elke 20 000 km 

4) Poly-V-snaar elke 40 000 km vervangen 

5) 

vervang na 60 000 km onderhoudsvrije Poly-V-snaar, niet afstellen 

* ) tegen extra berekening 

BMW inspectie 

bij 20 000 km 

BMW 

Jaarlijks


Afleveringscontrole 

R 1100 RT/R 1100 RS/R 850 GS/R 1100 GS/R 850R/R 1100 R 

Klant Kenteken 

Opdracht-Nr. Handtekening monteur 

Verpakking op schade kontroleren 

Motorfiets: 

– uitpakken 

– op schade kontroleren 

– monteren/completeren 

– schoonmaken 

Accu: 

– uitbouwen 

– electrolyt vullen 

– laden 

– polen invetten 

– inbouwen, montagedatum aangeven 

Kontroleer of meegeleverd is: 

– boordgereedschap 

– boordliteratuur 

– sleutels 

– extra accessoires 

Basisafstelling van de koplamp controleren, zonodig afstellen 

Remvloeistofniveau van voor- en achterrem controleren 

Wielbouten van het achterwiel natrekken (let op de anhaalmoment!) 

Bandenspanning kontroleren 

Motoroliepeil controleren, zonodig bijvullen 

Benzine tanken 

Basisafstelling van de koppeling controleren, zonodig afstellen 

Eindkontrole: 

– stationair toerental 

– koppeling, schakeling 

– besturing 

– voor- en achterrem 

– verlichting en claxon, controlelampjes, instrumenten 

– ABS 

– proefrit 

BMW 

Afleveringskontrole 

Bestelnr. 01 76 7 654 300 UX-VS-2, 03.99 Printed in Germany


Onderhoudsgegevens 

R 1100 RT/R 1100 RS/R 1100 GS/R 1100 R/R 850 R 

Olie-inhoud 

Motor (met filter) 

Motor (zonder filter) 

Versnellingsbak 

Cardan 

Bestelnr. 01 76 9 799 176 UX-VS-1, 7/95 Printed in Germany 

B 

Omschrijving Richtwaarde Maat eenheid 

resp. specificatie 

3,75 

3,50 

Nieuwe vulling 1,0 

Oliewissel 0,8 

Nieuwe vulling 0,25 

Oliewissel 0,23 

Liter 

Liter 

[SI 11 048 90] 

Kwaliteit motorolie: HD olie 

van een bekend merk voor 

benzinemotoren met de 

API classificaties SE, SF, 

SG; combinatie met CC of 

CD specificatie 

Liter 

Liter 

Klepspeling 

koud gemeten d.w.z. maximaal 35 °C E 0,15 / A 0,30 mm 

Ontstekingstijdstip 

Afstelling statisch 

Bougies 

Elektrodenafstand 

Slijtagegrens 

op bdp fixeren en 

afstellen 

Stationair toerental 1000 +150 1/min 

CO Waarde (zonder Kat) 

Bowdenkabelafstelling 

1,5 ±0,5 Vol % 

Toerentalverhoging (Choke) bij enkele kabel 

< 1 

mm speling 

met gedeelde kabels (1 in 2) spelingvrij 

Gaskabelafstelling (bij enkele kabel) 

Gashandelkabel 

Verbindingskabel 

Gaskabelafstelling (met gedeelde kabels (1 in 2)) 

Gashandelkabel 

Gaskabels (l + r) 

Koppelingsspeling 

Bowdenkabel aan versnellingsbak 

Bowdenkabel aan koppelingshandel 

Bandenspanning 

Al naar gelang snelheid en balasting 

Aanhaalmomenten: 

Oliefilter 

Olie-aftapplug motor 

Olievul-/aftapplug versnellingsbak 

Olie-aftapplug cardan 

Contramoer klepstelbolt 

Kleppendeksel 

Dynamo aan deksel 

Voorspanning Poly-V snaar 

Bougies 

Benzinetank aan frame 

Benzinepomp-unit aan tank 

Verstelbaar stuur 

Steekasmoer 

Steekasklembouten 

Remverdeelblok op balhoofd 

Lagertap vastlager achtervork aan versnellingsbak/cardan 

Lagertap van zwevend lager achterv. aan versnellingsb./cardan 

Contramoer 

Achterwielbouten 

Slangklem aan aanzuigbuis 

Veerelment aan achterframe/achtervork 

Antrekken van cilinderkop 

– M 10 bout 

0,8 

1,0 

ca. 0,5 

spelingvrij 

ca. 0,5 

spelingvrij 

12,0 

7,0 

voor: 2,2 – 2,5 

achter: 2,5 – 2,9 

11 

32 

23 

23 

8 

8 

20 

8 

20 

22 

6 

20 

30 

22 

voor / achter 40 

150 (Loctite 2701) 

7 (Loctite 2701) 

105 (Loctite 2701) 

105 

2 

43 

Aantrekken 20 

180 

40 

Liter 

Liter 

mm 

mm 

mm speling 

mm speling 

mm vrije schroefdraad 

mm speling 

bar 

bar 

Nm 

Nm 

Nm 

Nm 

Nm 

Nm 

Nm 

Nm 

Nm 

Nm 

Nm 

Nm 

Nm 

Nm 

Nm 

Nm (Schroefdraad reinigen) 



Nm 

Nm 

Nm (8.8 bout) 

Nm 

° Hoekverdraaling 

Nm

00 

00 Onderhoud en algemene richtlijnen 

Inhoud Blz. 

Aanhaalmomenten R 1100 RS / R 1100 RT ....................................................................3 

Aanhaalmomenten R 850/1100 GS und R 850/1100 R ...........................................12 

Bedrijfsmiddelen .........................................................................................................................21 

Codering van de onderhoudsintervallen ............................................................................22 

Motorolie verversen, oliefilter vervangen .....................................................................22 

(Inspectie I, II, III, IV) 

Olie van versnellingsbak en cardan verversen ..........................................................23 

(Inspectie I, III, IV) 

Olie van versnellingsbak verversen ......................................................................................23 

Olie van cardan verversen ........................................................................................................23 

Elektrolytpeil van de accu controleren/elektrolyt bijvullen, en 

accupolen reinigen/invetten ................................................................................................24 

(Inspectie III, IV) 

Luchtfilter vervangen ...............................................................................................................24 

(Inspectie III) 

Benzinefilter vervangen ..........................................................................................................25 


Bougies controleren (Inspectie II)/vervangen (Inspectie III) ..............................29 

Cilinderkopmoeren natrekken ............................................................................................29 

(Inspectie I) 

Klepspeling controleren/afstellen .....................................................................................30 

(Inspectie I, II, III) 

Poly-V-riem afstellen ................................................................................................................31 


Poly-V-riem vervangen (40 000 km) ..................................................................................31 

(Onderhoudsvrije riemen elke 60 000 km vervangen) 

Remblokken en -schijven op slijtage controleren/vervangen ..........................32 


(ABS-inspectie II, III) 

Remblokken op slijtage controleren ....................................................................................32 

Remblokken vervangen – Voorwielrem ...............................................................................32 

[RS] Remblokken vervangen 

-Achterwielrem ...............................................................................................................................33 

00.1

Afleveringscontrole 

Inhoud Blz. 

[GS/R/RT] Remblokken vervangen 

-Achterwielrem ...............................................................................................................................33 

Remschijven op slijtage controleren ....................................................................................33 

Remvloeistofpeil controleren/remvloeistof bijvullen ..............................................33 


Remsysteem ontluchten/remvloeistof verversen via de remgreep/het 

rempedaal .......................................................................................................................................34 


Remsysteem voor ontluchten/remvloeistof verversen .................................................34 

Remsysteem achter ontluchten/remvloeistof verversen .............................................34 

Middenstandaard [RS], zijstandaard en nippel van koppelingskabel 

smeren ..............................................................................................................................................35 

(Inspectie II, III, IV) 

[RS] As voor verstelling windscherm reinigen en invetten .................................35 


[RS] Voorste veerelement bij onderste oog doorsmeren 

(Alleen uitvoering met glijlagers) .......................................................................................35 

(Inspectie II, III) 

Koppelingsspeling controleren/afstellen ......................................................................36 


Achterwielbouten op vastzitten controleren ..............................................................37 

(Inspectie I) 

[RS] Bouten op verstelbaar stuur op vastzitten controleren .............................37 

(Inspektion I) 

[R] Stuurdemper controleren ...............................................................................................37 


Slangklemmen op inlaatkelken natrekken ...................................................................37 

(Inspectie I, III) 

Voorwiellagers controleren/ 

achterwiel op kantelspeling controleren ......................................................................37 


Achtervorklagers controleren,zonodig afstellen ......................................................37 


Stationair toerental, gasklepsynchronisatie en CO-percentage 

controleren/afstellen ................................................................................................................38 


Eindcontrole met controle op verkeersveiligheid/bedrijfszekerheid ............42 


00.2

00 

Aanhaalmomenten R 1100 RS / R 1100 RT 

Model R 1100 RS R 1100 RT 

11 Motor 

Verbinding Nm Nm 

Cilinderkop 

Vastdraaivolgorde: 

1. Cilinderkopmoeren (ingeolied), kruiselings 

aantrekken 

1.1 Alle moeren met het aanhaalmoment 

vastdraaien 

1.2 Alle moeren met een hoekverdraaiing 

vastdraaien 90° 



20 20 

2. M 10 bout 40 40 

3. M 6 bout 9 9 

Na 1000 km cilinderkopbouten kruiselings aandraaien: 

1. Eén moer losdraaien 

2. Moer met aanhaalmoment vastdraaien 20 20 

3. Moer met hoekverdraaiing vastdraaien 180° 

4. M10 bout losdraaien/vastdraaien 40 40 

Lagerkap tuimelaaras 15 15 

Contramoer klepstelbout 8 8 

Kleppendeksel aan cilinderkop 8 8 

Afsluitdeksel nokkenas aan cilinderkop 9 9 

Inlaatkelk aan cilinderkop 9 9 

Nokkenas 

Kettingtandwiel op nokkenas 65 65 

Nokkenaslagerkap 15 15 

Rotatie-ontluchting 

Ontluchtingsleiding aan dynamodragerdeksel 

M 8 bout 20 20 

Banjobout 25 25 

Deksel van dynamodrager 

M 6 bout 9 9 

M 8 bout 20 20 

Hulpas 

Kettingtandwiel aan krukas 10 10 

Kettingtandwiel aan hulpas 70 70 

Kettingspannerhuis aan motorblok 9 9 

00.3


11 Motor 


Oliefilter 

Oliefilter 11 11 

Olie-aftapplug 32 32 

Oliepomp 

Aanzuigfilter aan motorblok 9 9 

Oliepompdeksel 9 9 

Overdrukventiel 35 35 

Oliedrukschakelaar 30 30 

Oliekoeler 

Koelolieleiding aan motorblok 10 10 

Banjobout koelolieleiding 25 25 

Banjobout koelolieleiding met oliebeluchter 25 25 

Oliekoelerleidingen aan oliekoeler 25 – 

Oliekoeler aan steun 9 9 

Oliekoelerretourleiding aan motorblok 35 35 

Oliekoelertoevoerleiding aan frame 20 20 

Oliekoelertoevoerleiding aan motorblok 25 25 

Schroefnippels voor oliekoeleraansluiting op 

motorblok 

00.4 

35 35 

Schroefdraad reinigen + Loctite 603 op binnen- 

en buitenschroefdraad, alsmede bij afdichtvlak 

Oliekoelerslang aan oliethermostaat – 40 

Cilinder 

Vastdraaivolgorde 

1. M 8 bout 20 20 

2. M 6 bout 9 9 

3. Scharnierbout voor kettinggeleider 18 18 

Distributieketting 

Kettingspanner 32 32 

Drijfstang 

Drijfstanglagerkap Aanhaalmoment 20 20 

Motorblok 


Hoekverdraaiing 80° 

M10 bout (ingeolied) 45 45 

M 8 bout (ingeolied) 20 20 

M 6 bout 9 9




Startmotor aan motorblok 20 20 

Startmotorkap aan versnellingsbakhuis 7 – 

Pluskabel aan startmotor 10 10 

Wisselstroomdynamo aan deksel dynamodrager 20 20 

Span- en borglip aan dynamo 20 20 

Afstandstuk op dynamo 20 20 

Pluskabel aan dynamo 15 15 

Riempoelie op dynamo 50 50 

Riempoelie op krukas 50 50 

Voorspanning poly-V-riem 8 8 

Bougie 20 20 


Temperatuursensor aan motorblok 25 25 


Benzinetank aan achterframe 22 22 

Benzinepompunit aan tank 6 6 


Uitlaatdemper aan voetsteun 35 35 

Uitlaatbocht aan cilinderkop 

(met strip) 

(met mantelpijp) 

Uitlaatdemper aan console voor middenstandaard 20 20 

Klem aan uitlaatpijp 50 50 

22 

18 

22 

18 

Spanvlak met Never Seeze insmeren 

Lambdasonde aan uitlaatdemper 55 55 

Met Never Seeze insmeren 

00.5


21 Koppeling 


Koppelingshuis Aanhaalmoment 40 40 

00.6 


Schroefdraad dun met olie ingesmeerd 

Koppelingshuisdeksel 18 18 

Contramoer aan ontkoppelingshefboom 22 22 


Olievulplug 23 23 


Versnellingsbakdeksel aan versnellingsbak 9 9 

Bout voor vrijlooparreterin 13 13 

Schroefdraad reinigen + Loctite 243 

Oliegeleideplaat aan versnellingsbakhuis 9 9 

Schroefdraad reinigen + Loctite 574, Loctite 574 

ook op de afdichtvlakken van de oliegeleideplaat 

met het versnellingsbakhuis aan brengen 

Versnellingsbak aan motor 22 22 

Ontkoppelingshefboom aan versnellingsbak 18 18 

Schakelpedaal aan schakelas 9 9 

Schakelpedaal aan schetsplaat voetsteun 35 18


31 Voorvork 


Klemverbinding vorkpoten/vorkbovenplaat 22 – 

Boutverbinding buitenpoot aan vorkbovenplaat – 45 (olie- en vetvrij) 

Swingarm aan kogelgewricht 130 130 


Vorkbovenplaat aan kogelgewricht 130 – 

Schroefdraad reinigen 

+ Loctite 2701 

Schroeftap aan frame – 130 

Kogelgewricht aan kroonstuk 230 230 

Frame 230 – 

Vorkbovenplaat aan buitenpoot 22 – 

– 


+ Loctite 243 

– 


+ Loctite 243 

Schroefdop op vorkpoot 18 geperst, niet losmaken! 

Klembouten steekas 22 22 

Swingarm aan motor rechts 73 73 

Schroefkap links 42 42 

Schroefdraad met Never Seeze insmeren 

Veerelement aan frame 47 47 

Veerelement aan swingarm 43 

8.8 bout 

32 Besturing 

50 

10.9 bout 

Stuur aan silent-bloc 40 – 

Silent-bloc aan vorkbovenplaat 40 – 

Stuurpijp aan vorkbovenplaat – 21 

Stuurhendel aan stuurpijp 7 7 

Stuurgewicht aan vast stuur 20 – 

Stuurgewicht aan stuur – 20 

Stuurgewicht aan verstelbaar stuur 7 7 

Schroefdraad reingen 


– 

43 

8.8 bout 

50 

10.9 bout 

– 

00.7


33 Achterwielophanging 




Draadbus 118 (Hylomar SQ 32 M) 118 (Hylomar SQ 32 M) 

Zeskantmoer pignon 200 200 

00.8 



Tap vastlager 

Achtervork aan versnellingsbak/ 

achtervork aan cardan 

Zelfinstellend lager 



150 150 


7 7 


Contramoer van de lagertap van zwevend lager 105 105 


Reactiestang aan cardan/versnellingsbak 43 43 

Veerelement aan achterframe/achtervork 43 

8.8 bout 

Motorfiets met ca. 85 kg belasten en losse reactiestang 

vastzetten 

50 

10.9 bout 

Hydraulische veerverstelling aan voetsteunplaat – 22 

43 

8.8 bout 

50 

10.9 bout


34 Remmen 


Remklauw aan buitenpoot 40 40 

Remklauw aan cardan 40 40 

Remschijf aan voorwie 21 21 

Remschijf aan kroonwielb 21 21 


Remslang aan remklauw achter/voor 15 15 

Remslang aan remcilinder 15 15 

Remslang aan verdeelblok 15 15 

Verdeelblok aan frame 9 9 

Verdeelblok aan vork bovenplaat 9 9 

Verdeelblok aan steun/buitepoot – 9 

Ontluchtingsnippel aan remklauw, voor 7 7 

Ontluchtingsnippel aan remklauw, achter 7 4 

Hoofdremcilinder aan voetsteunplaat 9 9 

Rempedaal aan voetsteunplaat 37 37 

Scharnierpen remgreep 8 8 

Bouten met borgvloeistof Tuflok-blauw kunnen 

meerdere malen worden los- en vastgedraaid 

ABS-Sensor 4 (handvast) 4 (handvast) 

ABS-eenheid aan houder 

M6 bout 9 9 

M6 bout (Torx) 5 5 

Remleiding aan ABS-eenheid 15 15 

Ontluchtingsschroef op ABS-eenheid 9 9 



Steekasbout 30 30 

Wielbouten handvast indraaien en kruiselings 

vastdraaien: 

Eerste fase 50 50 

Eindfase 105 105 

00.9


46 Frame 


Achterframe aan versnellingsbak/motor 47 47 

1. Boutverbindingop versnellingsbak, rechts 

2. op motor, rechts 

3. op motor, links 

4. op versnellingsbak, links 

Voetsteunplaat aan versnellingsbak 22 22 

Frame aan motor 82 82 

Verbindingsstangen aan frame 47 

8.8 bout 

00.10 

58 

10.9 bout 

Verbindingsstangen aan motorblok 47 47 

Valbeugel aan cilinderkop 20 20 

Zijstandaard aan lagerblok 42 42 

47 

8.8 bout 

58 

10.9 bout 


Middenstandaard aan console 21 21 

Console voor middenstandaard aan motorblok 


M12 bout 72 72 


M8 verzonken kopbout 21 21 


Handgreep aan achterframe 9 9 

Beugel aan achterframe 10 10 

Voetsteunplaat aan achterframe 

M6 bout 9 – 

M8 bout 21 21 

M10 bout 42 – 

Voetsteun aan voetsteunplaat 42 – 

Kuipsteun aan frame 20 20


51 Uitrusting 


Contactslot op vorkbovenplaat 15 15 


Claxon aan claxonsteun 8 20 

Massakabel aan motorblok 10 10 

Rubber accuhouder aan versnellingsbak 4 4 

00.11

Aanhaalmomenten R 850/1100 GS und R 850/1100 R 

Model R 850/1100 GS R850/1100R 

11 Motor 


Cilinderkop 


1. Cilinderkopmoeren (ingeolied), kruiselings 

aantrekken 

00.12 

1.1 Alle moeren met het aanhaalmoment 

vastdraaien 





20 20 

2. M 10 bout 40 40 

3. M 6 bout 9 9 

Na 1000 km cilinderkopbouten kruiselings aandraaien: 


2. Moer met aanhaalmoment vastdraaien 20 20 

3. Moer met hoekverdraaiing vastdraaien 180° 

4. M10 bout losdraaien/vastdraaien 40 40 

Lagerkap tuimelaaras 15 15 

Contramoer klepstelbout 8 8 

Kleppendeksel aan cilinderkop 8 8 

Afsluitdeksel nokkenas aan cilinderkop 9 9 

Inlaatkelk aan cilinderkop 9 9 

Nokkenas 

Kettingtandwiel op nokkenas 65 65 

Nokkenaslagerkap 15 15 

Rotatie-ontluchting 


M 8 bout 20 20 

Banjobout 25 25 

Deksel van dynamodrager 

M 6 bout 9 9 

M 8 bout 20 20 

Hulpas 

Kettingtandwiel aan krukas 10 10 

Kettingtandwiel aan hulpas 70 70 

Kettingspannerhuis aan motorblok 9 9

Model R 850/1100 GS R850/1100R 

11 Motor 


Oliefilter 

Oliefilter 11 11 


Oliepomp 

Aanzuigfilter aan motorblok 9 9 

Oliepompdeksel 9 9 

Overdrukventiel 35 35 

Oliedrukschakelaar 30 30 

Oliekoeler 

Koelolieleiding aan motorblok 10 10 

Banjobout koelolieleiding 25 25 

Banjobout koelolieleiding met oliebeluchter 25 25 

Oliekoelerleidingen aan oliekoeler 25 – 

Oliekoeler aan steun 9 9 

Oliekoelerretourleiding aan motorblok 35 35 

Oliekoelertoevoerleiding aan motorblok 25 25 

Schroefnippels voor oliekoeleraansluiting op 

motorblok 

Cilinder 

Vastdraaivolgorde 

35 35 

Schroefdraad reinigen + Loctite 603 op binnen- 

en buitenschroefdraad, alsmede bij afdichtvlak 

1. M 8 bout 20 20 

2. M 6 bout 9 9 

3. Scharnierbout voor kettinggeleider 18 18 

Distributieketting 

Kettingspanner 32 32 

Drijfstang 

Drijfstanglagerkap Aanhaalmoment 20 20 

Motorblok 



M10 bout (ingeolied) 45 45 

M 8 bout (ingeolied) 20 20 

M 6 bout 9 9 

00.13

Model R 850/1100 GS R850/1100R 



Startmotor aan motorblok 20 20 

Startmotorkap aan versnellingsbakhuis 7 7 

Pluskabel aan startmotor 10 10 

Wisselstroomdynamo aan deksel dynamodrager 20 20 

Span- en borglip aan dynamo 20 20 

Afstandstuk op dynamo 20 20 

Pluskabel aan dynamo 15 15 

Riempoelie op dynamo 50 50 

Riempoelie op krukas 50 50 

Voorspanning poly-V-riem 8 8 

Bougie 20 20 


Temperatuursensor aan motorblok 25 25 


Benzinetank aan achterframe 22 22 

Benzinepompunit aan tank 6 6 

Reactiestang aan tank – 15 


Uitlaatdemper aan achterframe 24 24 

Uitlaatbocht aan cilinderkop 

(met strip) 

(met mantelpijp) 

Uitlaatdemper aan console voor middenstandaard 20 20 

Klem aan uitlaatpijp 50 50 

00.14 

22 

18 

22 

18 

Spanvlak met Never Seeze insmeren 

Lambdasonde aan uitlaatdemper 55 55 

Met Never Seeze insmeren

Model R 850/1100 GS R850/1100R 

21 Koppeling 


Koppelingshuis Aanhaalmoment 40 40 


Schroefdraad dun met olie ingesmeerd 


Contramoer aan ontkoppelingshefboom 22 22 




Versnellingsbakdeksel aan versnellingsbak 9 9 

Bout voor vrijlooparretering 13 13 


Oliegeleideplaat aan versnellingsbakhuis 9 9 

Schroefdraad reinigen + Loctite 574, Loctite 574 

ook op de afdichtvlakken van de oliegeleideplaat 

met het versnellingsbakhuis aan brengen 

Versnellingsbak aan motor 22 22 

Ontkoppelingshefboom aan versnellingsbak 18 18 

Schakelpedaal aan schakelas 9 9 

Schakelpedaal aan schetsplaat voetsteun 35 35 

00.15

Model R 850/1100 GS R850/1100R 

31 Voorvork 


Boutverbinding buitenpoot aan vorkbovenplaat 45 (olie- en vetvrij) 45 (olie- en vetvrij) 

Swingarm aan kogelgewricht 130 130 

00.16 


Schroeftap aan frame 130 130 


Kogelgewricht aan kroonstuk 230 230 

Vorkbovenplaat aan buitenpoot 22 22 


+ Loctite 243 

Schroefdop op vorkpoot geperst, niet losmaken! 


Swingarm aan motor rechts 73 73 

Schroefkap links 42 42 

Schroefdraad met Never Seeze insmeren 

Veerelement aan frame 47 47 

Veerelement aan swingarm 50 

10.9 bout 

50 

10.9 bout 

Stuurdemper aan lagering vorkbrug – 20 



Scharnierpunt stuurdemper aan kroonstuk – 9 



Stuurdemper aan scharnierpunt swingarm – 20 



Scharnierpunt stuurdemper aan swingarm – 20 

Gewricht tegen contramoer – 20

Model R 850/1100 GS R850/1100R 

32 Besturing 

Besturing Nm Nm 

Stuurpijp aan vorkbovenplaat 21 21 

Stuurhendel aan stuurpijp 7 7 

Stuurgewicht aan vast stuur 20 20 

33 Achterwielophanging 



Draadbus 118 (Hylomar SQ 32 M) 118 (Hylomar SQ 32 M) 

Zeskantmoer pignon 200 200 



Tap vastlager 






150 150 


7 7 


Contramoer van de lagertap van zwevend lager 105 105 


Reactiestang aan cardan/versnellingsbak 43 43 

Veerelement aan achterframe/achtervork 50 

10.9 bout 

Motorfiets met ca. 85 kg belasten en losse reactiestang 

vastzetten 

Hydraulische veerverstelling aan voetsteunplaat 22 – 

50 

10.9 bout 

00.17

Model R 850/1100 GS R850/1100R 

34 Remmen 


Remklauw aan buitenpoot 40 40 

Remklauw aan cardan 40 40 

Remschijf aan voorwiel 

Gietwiel 

Spaakwiel 

00.18 

– 

24 

21 

24 


Remschijf aan kroonwiel 21 21 


Remschijf aan achterwiel 21 21 


Remslang aan remklauw achter/voor 15 15 

Remslang aan remcilinder 15 15 

Remslang aan verdeelblok 15 15 

Verdeelblok aan frame 9 9 

Verdeelblok aan vork bovenplaat 9 – 

Verdeelblok aan steun/buitepoot – 9 

Ontluchtingsnippel aan remklauw, voor 7 7 

Ontluchtingsnippel aan remklauw, achter 4 4 

Hoofdremcilinder aan voetsteunplaat 9 9 

Rempedaal aan voetsteunplaat 37 37 

Scharnierpen remgreepl 8 8 

Bouten met borgvloeistof Tuflok-blauw kunnen 

meerdere malen worden los- en vastgedraaid 

ABS-Sensor 4 (handvast) 4 (handvast) 

ABS-eenheid aan houder 

M6 bout 9 9 

M6 bout (Torx) 5 5 

Remleiding aan ABS-eenheid 15 15 

Ontluchtingsschroef op ABS-eenheid 9 9

Model R 850/1100 GS R850/1100R 




Steekasbout 30 30 

Wielbouten handvast indraaien en kruiselings 

vastdraaien: 

Eerste fase 50 50 

Eindfase 105 105 

46 Frame 

Achterframe aan versnellingsbak/motor 47 47 

1. Boutverbindingop versnellingsbak, rechts 

2. op motor, rechts 

3. op motor, links 

4. op versnellingsbak, links 

Voetsteunplaat aan versnellingsbak 22 22 

Frame aan motor 82 82 

Verbindingsstangen aan frame 47 

8.8 bout 

58 

10.9 bout 

Verbindingsstangen aan motorblok 58 58 

Valbeugel aan cilinderkop 20 20 

Zijstandaard aan lagerblok 42 42 

47 

8.8 bout 

58 

10.9 bout 


Middenstandaard aan console 21 21 

Console voor middenstandaard aan motorblok 


M12 bout 72 72 


M 8 verzonken kopbout 21 21 



M8 bout 21 21 

Kuipsteun aan frame 20 – 

00.19

Model R 850/1100 GS R850/1100R 

51 Uitrusting 


Contactslot op vorkbovenplaat 15 15 


Claxon aan claxonsteun 8 8 

Massakabel aan motorblok 10 10 

Rubber accuhouder aan versnellingsbak 4 4 

00.20

Bedrijfsmiddelen 

Benaming Toepassing Bestelnummer Hoeveelheid 

Smeermiddel 

Optimoly MP 3 HP-smeerpasta 07 55 9 062 476 100 g Tube 

Optimoly TA Hittebestendige montagepasta 18 21 9 062 599 100 g tube 

Siliconenvet 300 zwaar Dempingsvet 07 58 9 058 193 10 g tube 

Retinax A (Conische-) rollagervet 81 22 9 407 710 100 g tube 

Contactspray Contactspray 81 22 9 400 208 300 ml spuitbus 

Pakkingvloeistof 

3-Bond 1209 Vloeibare pakking 07 58 9 062 376 30 g tube 

Loctite 574 Vloeibare pakking 81 22 9 407 301 50 ml tube 

Curil K 2 Warmtegeleidende kit 81 22 9 400 243 250 g spuitbus 

Hylomar SQ 32 M Permanent elastische kit 81 22 9 400 339 100 g tube 

Lijm en borgvloeistof 

Loctite 648 Constructielijm supersnel 07 58 9 067 732 5 g flesje 

Loctite 638 Voegverbinding 07 58 9 056 030 10 ml flesje 

Loctite 243 Borgvloeistof middelvast 07 58 9 056 031 10 ml flesje 

Loctite 270 Borgvloeistof sterk 81 22 9 400 086 10 ml flesje 

Loctite 2701 Borgvloeistof 33 17 2 331 095 10 ml flesje 

Loctite 454 Cyanoacrylaatlijm 07 58 9 062 157 20 g tube 

3-Bond 1110 B Voegenkit 07 58 9 056 998 5 g tube 

Reiniger 

Remmenreiniger Remmenreiniger 81 22 9 407 704 600 ml spuitbus 

Testmiddel 

Penetrant MR 68 Scheurtestmiddel voor aluminium behuizingen 

Ontwikkelaar MR 70 Scheurtestmiddel voor aluminium behuizingen 

81 22 9 407 494 500 ml spuitbus 

81 22 9 407 495 500 ml spuitbus 

00.21

Codering van de onderhoudsintervallen 

– Inpectie 1000 Km I 

– BMW-onderhoudsbeurt II 

– BMW-inspectie III 

– Jaarlijkse service IV 

Motorolie verversen, oliefilter vervangen 


RS000180 

Schroef de vulplug los. 

Schroef de aftapplug los/tap de olie af. 

Monteer de aftapplug met een nieuwe 

pakkingring. 

00.22 

Max 

Min 

11 4 650 

RS110950 

Draai het oliefilter los met de oliefiltersleutel, 

BMW-nr. 11 4 650. 

Smeer de pakkingring van het nieuwe oliefilter in 

met olie en draai het filter vast. 

Vul olie bij en draai de vulplug vast. 

Controleer het oliepeil op zijn vroegst 10 min. na 

het proefdraaien/de proefrit. 

e Attentie: 

Vul nooit motorolie bij tot boven het „MAX“- merteken. 

X Aanhaalmoment: 

Oliefilter........................................................ 11 Nm 

Olie-aftapplug .............................................. 32 Nm 

Olieinhoud motor: 

met oliefiltervervanging................................... 3,75 l 

zonder oliefiltervervanging.............................. 3,50 l 

Hoeveelheid olie tussen 

min- en max-merkteken ................................. 0,50 l 

Motoroliekwaliteit: 

Merk-HD-olie voor benzinemotoren van de APIclassificaties 

SE, SF, SG; combinatie met CC- of 

CD-specificatie.

Olie van versnellingsbak en cardan 

verversen 

(Inspectie I, III, IV) 

Olie van versnellingsbak verversen 

RT 

1 

RS000210 

[RT] Schuif de olieaftapbuis (1), 

BMW-nr. 23 4 680, naar binnen en draai 

hem rechtsom. 

Draai de olievulplug en de olie-aftapplug los/tap 

de olie af. 

Monteer de aftapplug met een nieuwe 

pakkingring. 

Vul de versnellingsbak met olie. 

Monteer de olievulplug met een nieuwe 

pakkingring. 


Olie-aftapplug.............................................. 23 Nm 

Olievulplug .................................................. 23 Nm 

Olieinhoud: 

Versnellingsbak tot de onderrand van de vulboring 

Nieuwe vulling ..................................................1,0 l 

olie verversen ...................................................0,8 l 

Olie van cardan verversen 

RS000070 

Draai de olievulplug en de olie-aftapplug los/tap 

de olie af. 

Monteer de aftapplug met een nieuwe pakkingring. 

Vul de versnellingsbak met olie. 

Monteer de olievulplug met een nieuwe pakkingring. 


Olie-aftapplug ............................................. 23 Nm 

Olievulplug .................................................. 23 Nm 

Olieinhoud: 

Nieuwe vulling ................................................ 0,25 l 

olie verversen................................................. 0,23 l 

Versnellingsbakolie: 

Merk-hypoïdolie van de SAE 90 API-klasse GL 5 

00.23

2 

Elektrolytpeil van de accu controleren/elektrolyt 

bijvullen, en accupolen 

reinigen/invetten 


Verwijder de buddyzit. 

[RS/RT] Verwijder het linker kuipzijdeel. 

[GS] Verwijder het rechter kuipzijdeel. 

[R] Verwijder de tankkuip. 

Verwijder het luchtfilterdeksel (1) 

Bouw de luchtaanzuigmond (2) uit. 

[GS/R] Maak de benzinetank los. 

[GS/R] Til de benzinetank aan de achterzijde op 

en ondersteun hem met een geschikt voorwerp. 

Maak de rubberspanband (3) van de accu los. 

Bouw de accu uit. 

e Attentie: 

Maak eerst de massakabel en vervolgens de 

pluskabel los. Sluit eerst de pluskabel en vervolgens 

de massakabel aan. 

Vul gedestilleerd water bij tot aan het „MAX“merkteken. 

Het inbouwen geschiedt in omgekeerde 

volgorde.e. 

Accupoolvet:...........................b.v. Bosch Ft 40 V1 


Benzinetank aan achterframe ....................... 22 Nm 

00.24 

RS 

3 

Luchtfilter vervangen 


R/GS/RT 


[GS] Maak de benzinetank aan de achterzijde 

los, til hem op en ondersteun hem met een geschikt 

voorwerp. 

Vervang het luchtfilterelement. 


Benzinetank aan achterframe....................... 22 Nm 

1 

RS000340

Benzinefilter vervangen 


Bouw de buddyzit uit. 

[RS/RT] Verwijder de kuipzijdelen. 

[RS] Maak de binnenkuip (1) van de cockpit los 

bij de benzinetank. 

[GS] Verwijder het rechter kuipzijdeel. 

[R] Verwijder de tankkuip. 

[RT] Maak het opbergvak los. 

1 

5 

3 

RS 

Maak de benzinetankbevestiging (2) los. 

Sluit de benzinetoevoer- en -retourslang (3) af 

met de slangklem, BMW-nr. 13 0 010, maak ze 

los en trek ze weg. 

Trek de ontluchtingsleidingen (4) los. 

Trek de steker (5) voor de benzinepomp los. 

Verwijder de benzinetank.. 

2 

4 

13 3 010 

RS160010 

00.25

RT 

A 

00.26 

B 

C 

A 

6x 

B 

6x 

C 

4 

13 3 010 

5 

3 

RT160060

e Attentie: 

Benzine is licht ontvlambaar en schadelijk voor de 

gezondheid. Neem de betreffende veiligheidsvoorschriften 

in acht! 

Tap de benzine uit de benzinetank af. 

Bouw de benzinepompunit uit/trek de ontluchtingsslangen 

los. 

RS000130 

00.27

00.28 

2 

Maak de slangen bij het benzinefilter (1) los. 

Vervang het benzinefilter. 

Het inbouwen geschiedt in omgekeerde volgorde. 

Maak de wegwerpslangklemmen vast met de 

tang, BMW-nr. 13 1 500. 

e Attentie: 

Let op de doorstroomrichting van de benzine in het filter. 

Gebruik een O-ring (2) die in goede staat verkeert. 

Controleer na montage de benzinepompunit 

op lekkage. 


Benzinetank aan achterframe ....................... 22 Nm 

Benzinepompunit aan tank............................. 6 Nm 

1 

RS160030

Bougies controleren (Inspectie II)/ 

vervangen (Inspectie III) 

12 3 510 

RS000010 

Trek de bougiesteker los met het bougiestekermontagegereedschap, 

BMW-nr. 12 3 520. 

Draai de bougies los met de bougiesleutel, 

BMW-nr. 12 3 510. 

Elektrodenafstand: ...................................0,8 mm 

Slijtagelimiet: .............................................1,0 mm 

e Attentie: 

Verbuig de elektroden niet, gevaar voor afbreken! 

Cilinderkopmoeren natrekken 

(Inspectie I) 

Verwijder het kleppendeksel. 

e Attentie: 

Vang de lekolie op! 

RS00002 

BDP 

Schakel een versnelling in en verdraai het achterwiel, 

of plaats de zuiger in het BDP van de ontsteking 

door de riempoelie te verdraaien. 

BDP van de ontsteking: 

1. Het BDP-merkteken verschijnt en 

2. de in- en uitlaatklep van de respectievelijke 

cilinder zijn gesloten. 

Draai de cilinderkopmoeren na. 

RS 00. 002 

Aanhaalmoment na 1000 km 

1. Cilinderkopmoeren één voor één 

kruiselingsaandraaien 

1.1. Eén moer losdraaien 

1.2. Tweede moer met het vooraanhaalmoment 

vastdraaien .......................................... 20 Nm 

1.3. Moer met verdraaiingshoek vastdraaien. .. 180° 

2. M10 bout losdraaien/vastdraaien ......... 40 Nm 

00.29

Klepspeling controleren/afstellen 


Controleer de klepspeling m.b.v. een voelermaat 

en corrigeer de klepspeling zonodig m.b.v. de 

stelbout en borg deze met de contramoer. 

Afstelling klepspeling bij koude motor 

(max. 35 °C): 

Inlaat .........................................................0,15 mm 

Uitlaat........................................................0,30 mm 


Contramoer.................................................... 8 Nm 

Controleer de klepspeling nogmaals, de voelermaat 

moet met een lichte weerstand tussen de 

klepsteel en de tuimelaar kunnen worden doorgetrokken. 

De montage geschiedt in omgekeerde volgorde. 

e Attentie: 

Let erop of de pakking correct is aangebracht! De 

pakkingen en pakkingvlakken moeten olie- en vetvrij 

zijn. 


Kleppendekselbout ........................................ 8 Nm 

Bougie (zonder smeermiddel)....................... 20 Nm 

00.30 

RS110980

4 

3 

Poly-V-riem afstellen 


Poly-V-riem vervangen (40 000 km) 

(Onderhoudsvrije riemen elke 60 000 km 

vervangen) 

1 

RS110490 


[R] Verwijder de linker tankkuip. 

Bouw het voorste deksel uit. 

Draai de bevestigingsbouten (1,3,4) van de 

dynamo iets los en monteer zonodig een nieuwe 

poly-V-riem. 

Afstelvoorschrift poly-V-riem: 

Inbouwvoorschrift poly-V-riem: 

Breng de poly-V-riem aan, span hem en torn de 

motor eenmaal rond en ontspan de riem weer. 

Spanvoorschrift poly-V-riem: 

Draai de zeskante moer (1) op de stelbout (2) 

voorzichtig handvast (zonder gereedschap!) 

Draai de stelbout (2) m.b.v. een momentsleutel 

aan, draai de bovenste bevestigingsmoer (3) 

vast, ontlast de afstelbout en draai de bouten 

vast. 


Voorspanning poly-V-riem.............................. 8 Nm 

Wisselstroomdynamo 

aan deksel dynamodrager............................ 20 Nm 

L Opmerking: 

a Zie ook Service-informatie 12 020 95 (700). 

2 

RS110480 

00.31

Remblokken en -schijven op slijtage 

controleren/vervangen 


(ABS-inspectie II, III) 

Remblokken op slijtage controleren 

00.32 

[RS] Meet de remblokdikte (pijlen). 

[GS/R/RT] Controleer de slijtagemarkeringen. 

e Attentie: 

De minimale remblokdikte mag niet worden 

overschreden! 

Vervang de remblokken alleen als set. 

Minimale remblokdikte:.............................1,5 mm 

1 

LT000090 

GS000390 

Remblokken vervangen – Voorwielrem 

Maak de remklauw los/verwijder hem. 

e Attentie: 

[RS/R/RT] Bekras de velg niet, plak hem zonodig 

af. 

Trek de splitpen uit de borgstift (1). 

Tik de borgstift (1) uit de boring. 

Trek de remblokken naar onderen uit de 

remklauw. 

RS340020 

34 1 500 

LT000100 

Druk de remzuigers geheel terug met het 

remzuigerblok, BMW-nr. 34 1 500, alvorens de 

remklauw in te bouwen. 



Remklauw aan cardan.................................. 40 Nm

[RS] Remblokken vervangen 

-Achterwielrem 

Wip de afdekplaat op de remklauw los. 

Tik de borgstiften (1) vanaf de wielzijde uit de 

remklauw. 

Trek de remblokken naar boven toe los. 


Druk zonodig de remzuigers geheel terug met 

het remzuigerblok, BMW-nr. 34 1 500. 

[GS/R/RT] Remblokken vervangen 

-Achterwielrem 

1 

[RT] Verwijder het achterwiel. 



Tik de borgpen (1) in de wielzijde los. 

Verwijder de remblokken. 

Druk voor de montage van de remklauw de zuiger 

geheel terug. 



Remklauw aan cardan:................................. 40 Nm 

1 

LT000120 

GS000400 

Remschijven op slijtage controleren 

Controleer de remschijven zorgvuldig op 

scheuren, beschadigingen, vervorming, 

slijtage en groeven. 

Slijtagelimiet remschijf:.............................4,5 mm 

[RS] achter:................................................4,6 mm 

Remvloeistofpeil controleren/remvloeistof 

bijvullen 


Max. 

Min. 

Max. 

Min. 

LT000110 

RS000160 

Schroel/de dop los en verwijder het/hem met de 

membraan. 

Vul remvloeistof bij tot aan het „MAX“-merkteken. 

Breng de membraan en de dop aan. 

Draai de bevestigingsbouten met gevoel vast. 

Remvloeistoftype: 

Er mag uitsluitend remvloeistof van de kwaliteitsklasse 

DOT 4 (b.v. ATE-remvloeistof „SL“) worden 

gebruikt. 

00.33

Remsysteem ontluchten/remvloeistof 

verversen via de remgreep/het 

rempedaal 


Remsysteem voor ontluchten/remvloeistof 

verversen 

00.34 

Bouw de remblokken uit. 

e Attentie: 

Kantel de remklauw niet bij het uit-/inbouwen! De 

remblokken kunnen hierdoor worden beschadigd! 

Draai de schroeven van het deksel/de dop van 

het remvloeistofreservoir los en verwijder het/ 

hem tezamen met de membraan. 

Vul remvloeistof bij tot aan het 

„MAX“-merkteken. 

e Attentie: 

Het remvloeistofpeil mag tijdens het ontluchten niet 

tot onder het „MIN“-merkteken dalen, daar anders 

lucht in het remsysteem wordt gezogen. 

In dit geval moet de ontluchtingsprocedure worden 

herhaald. 

Sluit een fles voor het opvangen van de wegstromende 

remvloeistof aan op de ontluchtingsnippel 

van de remklauw en draai de 

ontluchtingsnippel een halve slag los. 

34 1 500 

LT000100 

Druk de remzuigers geheel terug met het 

remzuigerblok, BMW-nr.341500. 

Verwijder het remzuigerblok en monteer in plaats 

daarvan de afstandhouder,BMW-nr. 34 1 520. 

Druk in de tweede remklauw de remzuigers terug, 

maar verwijder het remzuigerblok niet. 

Trek de remgreep meerdere malen aan totdat er 

remdruk voelbaar is. 

Houd de remgreep onder druk en draai terwijl de 

remgreep krachtig wordt aangetrokken tegelijkertijd 

de ontluchtingsnippel open. 

e Attentie: 

Laat de remgreep/het rempedaal pas los nadat de 

ontluchtingsnippel is dichtgedraaid. 

Draai de ontluchtingsnippel dicht en laat de remgreep 

los. 

Laat de remvloeistof vervolgens per remklauw zo 

lang wegstromen, tot er zich geen luchtbellen 

meer in bevinden. 

Draai de ontluchtingsnippels dicht. 

Monteer de remblokken/remklauwen. 

Remvloeistofpeil = „MAX“-merkteken. 

Breng de membraan en het deksel/de dop aan. 

Draai de bevestigingsbouten met gevoel vast. 

Draai het stuur naar links en naar rechts terwijl 

tegelijkertijd de remgreep meerdere malen wordt 

aangetrokken. 

Controleer de werking van het remsysteem. 

Remsysteem achter ontluchten/remvloeistof 

verversen 

[RS/GS] De achterste remklauw hoeft niet te 

worden uitgebouwd en de zuigers hoeven niet te 

worden teruggedrukt. 

[R/RT] Maak voor het ontluchten de remklauw 

los en plaats hem zo dat de ontluchtingsnippel 

zich op het hoogste punt bevindt. 

De overige werkzaamheden zijn identiek aan het 

ontluchten van het remsysteem/remvloeistof verversen 

van de voorrem.

Middenstandaard [RS], zijstandaard 

en nippel van koppelingskabel smeren 

(Inspectie II, III, IV) 

RS000330 

Smeer de schoongemaakte smeernippel zolang 

m.b.v. een vetspuit door tot het vet bij de lagerbus 

zichtbaar naar buiten stroomt. 

Smeermiddel:............ b.v. Staburags NBU 30 PTM 

RS330320 

Smeermiddel:.......................... b.v. Shell Retinax A 

[RS] As voor verstelling windscherm 

reinigen en invetten 


Schroef de as los, reinig hem, vet hem in en 

monteer hem weer. 

Smeermiddel: ......................... b.v. Shell Retinax A 

[RS] Voorste veerelement bij onderste 

oog doorsmeren 

(Alleen uitvoering met glijlagers) 


RS000360 

Smeermiddel: ............................. b.v. Never Seeze 


Veerelement aan swingarm .......................... 43 Nm 

00.35

Koppelingsspeling controleren/ 

afstellen 


00.36 

Stel maat „A“ in m.b.v. de stelbout. 

Maat „A“:.....................................................12 mm 

21 3 610 

[GS] Maak zonodig de hydraulische veerverstelling 

los met de inbussleutel slw 6, 

BMW-nr. 31 5 600. 

[RT] Maak de houder voor de contactdoos los. 

Draai met de dopsleutel, BMW-nr. 21 3 610, de 

contramoer (1) van de stelbout (2) op de ontkoppelingshefboom/versnellingsbak 

iets los. 

A 

RS210020 

2 1 

RS210030 

Stel maat „B“ bij de koppelingsgreep in met de 

stelbout op de ontkoppelingshefboom. 

Maat „B“:....................................................7,0 mm 


Contramoer van de stelbout......................... 22 Nm 

B 

RS210040

Achterwielbouten op vastzitten controleren 

(Inspectie I) 


Achterwielbouten ...................................... 105 Nm 

[RS] Bouten op verstelbaar stuur op 

vastzitten controleren 

(Inspektion I) 


Verstelbaar stuur.......................................... 20 Nm 

[R] Stuurdemper controleren 


Kogelkop spelingvrij. 

Zuigerstang spelingvrij. 

– Draai het stuur naar links en druk het bij het voorste 

uiteinde van het huis in radiale richting heen 

en weer. 

Slangklemmen op inlaatkelken 

natrekken 

(Inspectie I, III) 

RS000350 


Slangklemmen op inlaatkelken ....................... 2 Nm 

Voorwiellagers controleren/ 

achterwiel op kantelspeling controleren 


Ontlast het voorwiel. 

Kantel het voorwiel over de wielas heen en weer. 

Er mag geen speling voelbaar zijn. 

Als er wiellagerspeling wordt geconstateerd, 

moeten de wiellagers worden vervangen. 

Kantel het achterwiel over de wielas heen en 

weer. 

Als er speling voelbaar is, moet het cardan opnieuw 

worden uitgelijnd, resp. de lagers worden 

vervangen.. 

Achtervorklagers 

controleren,zonodig afstellen 


Pak het achterwiel aan de achterzijde bij de band 

vast en probeer het in zijdelingse richting te bewegen. 

Houd hierbij het frame vast. 

00.37

Stationair toerental, gasklepsynchronisatie 

en CO-percentage 

controleren/afstellen 


[RT] Verwijder het linker kuipzijpdeel. 

Stel de chokekabel af. 

Speling chokekabel:........................................... < 1 mm 

Stel de gaskabel bij een geheel naar rechts gedraaid 

stuur af. 

Speling gaskabel: ................................ ca. 0,5 mm 

00.38 

RS130020 

RS130030 

RS130040 

Stel de verbindingskabel tussen de gasklephuizen 

provisorisch in met de linker of rechter stelbout. 

Verbindingskabel spelingvrij instellen.

RS130050 

[RT] Verwijder de klep in het kuipdeel rechtsonder. 

Sluit de BMW-synchrotester, BMW-nr. 13 0 800, 

aan op de vacuümboringen van de gasklephuizen. 

Breng de motor door een proefrit op temperatuur 

of laat hem als alternatief ca. 10 min. stationair 

warmdraaien. 

e Attentie: 

Maximale warmdraaitijd bij stationair toerental 

= 20 min. 

Olietemperatuur: ........................... minimaal 90 °C 

(bij FID minstens 5 staven) 

Schakel de synchrotester in en kies het scherm 

„staafgrafiek“ met maximale resolutie. 

L Opmerking: 

Als het verschil tussen de afzonderlijke kolommen 

zeer groot is (meer dan 5 mm), schakel dan over 

naar de sinusmode en vergelijk de onderlinge cilinders 

met elkaar en voer eventueel een storingsdiagnose 

uit. 

a Zie de diagnosehandleiding BMW-Syncro 

Hef de vastgestelde storing op. 

RS130060 

Stel het stationair toerental m.b.v. de omloopschroeven 

zo af dat de beide cilinders synchroon 

lopen. 

L Opmerking: 

Denk erom dat beide gaskleppen gesloten moeten 

zijn. 

+150 min-1 

Stationair toerental:....................... 1000 

e Attentie: 

De verzegelde aanslagbouten van de gaskleppen 

mogen niet worden verdraaid, daar anders de basisdoorzet 

bij stationair toerental opnieuw door de fabrikant 

moet worden ingesteld. 

00.39

Met kabelverdeler 

(vanaf modeljaar ’96) 

Schuif de rubber beschermkap (1) op de gas- en 

chokekabel terug. 

Stel de kabelspeling in met de stelbout (2) op de 

gas- en chokekabel. 

Speling chokekabel:............................... ca. 1 mm 

Speling gaskabel: ................................... ca. 1 mm 

Stel de kabelspeling van de kabels van de linker 

en rechter gasklep in met de stelbouten. 

Speling gaskabel: ................................... ca. 2 mm 

00.40 

2 

1 

RT000080 

RT000070 

Sluit de BMW-synchrotester, BMW-nr. 13 0 800, 

aan op de vacuümboringen van de gasklephuizen. 

Breng de motor door een proefrit op temperatuur 

of laat hem als alternatief ca. 10 min. stationair 

warmdraaien. 

e Attentie: 

Maximale warmdraaitijd bij stationair toerental 

= 20 min. 

Olietemperatuur: ........................... minimaal 90 °C 

(bij FID minstens 5 staven) 

Schakel de synchrotester in en kies het 

scherm„staafgrafiek“ met maximale resolutie. 

L Opmerking: 

Als het verschil tussen de afzonderlijke kolommen 

zeer groot is (meer dan 5 mm), schakel dan over 

naar de sinusmode en vergelijk de onderlinge cilinders 

met elkaar en voer eventueel een storingsdiagnose 

uit. 

a Zie diagnosehandleiding BMW-Syncro

Hef de vastgestelde storing op. 

Stel het stationair toerental m.b.v. de omloopschroeven 

zo af dat de beide cilinders synchroon 

lopen. 

+150 min-1 

Stationair toerental:....................... 1000 

L 

Denk erom dat beide gaskleppen gesloten moeten 

zijn. 

e Attentie: 

De verzegelde aanslagbouten van de gaskleppen 

mogen niet worden verdraaid, daar anders de basisdoorzet 

bij stationair toerental opnieuw door de fabrikant 

moet worden ingesteld. 

RT000070 

Verminder de speling voorzichtig met de stelbout 

op de linker gasklep tot de staafgrafiek op de 

synchrotester verandert. 

Breng de staafgrafiek weer tot de uitgangshoogte 

door de stelbout iets terug te draaien. 

Borg de stelbout met de contramoer. 

L Opmerking: 

De staafhoogte mag bij het vastdraaien van de contramoer 

niet veranderen! 

De procedure bij de rechter gasklep is identiek. 

L Opmerking: 

Bij een speling van nul kunnen de gaskleppen klapperende 

geluiden produceren! 

1 2 

RT000140 

Stel de speling van de gaskabel in met de stelbouten 

(1). 

Schuif de rubberbeschermkap (2) over de stelbout. 

Speling gaskabel: ................................ ca. 0,5 mm 

RT000080 

RS 11.055 

Stel de chokekabel spelingvrij in met de stelbout 

(1). 

Schuif de rubberbeschermkap (2) over de 

stelbout. 

Controleer de instelling door het stuur tot aan de 

aanslag van links naar rechts te draaien. 

Bij deze controle mag het toerental niet 

veranderen. 

1 

2 

00.41

Let er bij modellen zonder katalysator op dat 

het CO-percentage in de uitlaatgassen met de 

richtwaarde overeenkomt en evt. moet worden 

gecorrigeerd door de stationairpotentiometer te 

verstellen. 

CO-percentage bij stationair 

toerenta..........................................1,5 ± 0,5 (Vol-%) 

Controleer de gasklepsynchronisatie (vacuümkolommen 

op de synchrotester moeten gelijktijdig 

dalen)door herhaaldelijk vanuit stationair 

toerental langzaam gas te geven tot ca. n = 

2500/min. Corrigeer zonodig de synchronisatie 

door de verbindingskabel met de stelbouten te 

verstellen. 

Let er hierbij op dat bij gesloten gashendel de 

beide gaskleppen tot aan de aanslag terugkeren. 

L Opmerking: 

Controleer of beide gaskleppen terug op de aanslag 

komen als de gashendel teruggedraaid is. 

Draai de contramoeren vast en controleer nogmaals 

de synchronisatie. 

Sluit de vacuümboringen af. 

00.42 

RS130070 

RS130080 

Eindcontrole met controle op verkeersveiligheid/bedrijfszekerheid 


Staat controleren 

Velgen en banden controleren. 

Bandenspanning controleren/corrigeren 

Bandenspanning: 

solo......................................................voor 2,2 bar 

.........................................................achter 2,5 bar 

met duo-passagier ...............................voor 2,5 bar 

.........................................................achter 2,7 bar 

met duo-passagier + bepakking...........voor 2,5 bar 

.........................................................achter 2,9 bar 

Werking controleren van 

verlichting 

controlelampen 

claxon 

instrumenten 

speciale uitrusting 

koppeling 

schakeling 

besturing 

rempedaal en remgreep 

Maak zonodig een proefrit.

11 

11 Motor 

Inhoud Blz. 

Technische gegevens ................................................................................................................5 

Motor-doorsnedetekening ....................................................................................................37 

Oliecircuit .......................................................................................................................................38 

Koeloliecircuit ..............................................................................................................................39 

Koeloliecircuit (met oliethermostaat) ..............................................................................40 

Motor uitbouwen ........................................................................................................................41 

Hulpframe monteren ..........................................................................................................................52 

Hulpframe verwijderen .......................................................................................................................53 

Motor demonteren .....................................................................................................................54 

Kleppendeksel verwijderen ......................................................................................................55 

Blokkeer de motor in de BDP-stand ....................................................................................56 

BDP van de ontsteking: .....................................................................................................................56 

Distributiekettingspanners uit- en inbouwen ....................................................................57 

Montagevoorschrift distributiekettingspanners: .................................................................................57 

Tuimelaarconsole uitbouwen ...................................................................................................58 

Tuimelaarconsole demonteren/monteren ..........................................................................59 

Cilinderkop uitbouwen ................................................................................................................61 

Cilinderkop demonteren, controleren, repareren, monteren ....................................62 

Kleppen uit- en inbouwen .................................................................................................................62 

Klepsteelcups uitbouwenen ..............................................................................................................62 

Kleppen op slijtage controleren .........................................................................................................63 

Klepzetelring bewerken .....................................................................................................................63 

Cilinderkop controleren en repareren ................................................................................................63 

Klepgeleider op slijtage controleren ..................................................................................................63 

Klepgeleiders vervangen ...................................................................................................................64 

Klep en klepsteelcup inbouwen .........................................................................................................65 

Cilinder uitbouwen .......................................................................................................................66 

Zuiger uitbouwen/demonterenn .............................................................................................66 

Zuiger en cilinder controlerenn ...............................................................................................67 

Zuiger monteren ............................................................................................................................67 

Drijfstang uit-/inbouwen .............................................................................................................68 

Dynamodragerdeksel bij ingebouwde motor uit-/inbouwen .....................................69 

11.1

Inhoud Blz. 

Dynamodragerdeksel uitbouwen ...........................................................................................69 

Keerring van dynamodragerdeksel vervangen ................................................................70 

Vervang de keerring voor de rotatie-ontluchting. ...........................................................70 

Hulpasaandrijving uitbouwen ..................................................................................................71 

Oliepomp uitbouwen ...................................................................................................................72 

Olietemperatuurregelaar ............................................................................................................72 

(vanaf modeljaar 96) ..........................................................................................................................72 

Krukaskeerring uitbouwen (motor ingebouwd) ................................................................73 

Motorblok demonteren ...............................................................................................................74 

Krukas, nokkenas, span- en geleiderails distributieketting uitbouwen ................76 

Olie-aanzuigzeef uit-/inbouwen ..............................................................................................77 

Oliepeilglas vervangen ...............................................................................................................77 

Drijfstangen uitbouwen ..............................................................................................................77 

Drijfstangen controleren ............................................................................................................77 

Krukaslagerspeling meten ........................................................................................................78 

Krukaslagerspeling meten .................................................................................................................78 

Bouw de hoofdlagers in .............................................................................................................79 

Axiale lagerspeling meten ..................................................................................................................79 

Drijfstang-lagerspeling meten .................................................................................................80 

Motorblok monteren .................................................................................................................81 

Drijfstangen inbouwen ................................................................................................................81 

Krukas inbouwen ..........................................................................................................................82 

Span- en geleiderailsdistributieketting inbouwen ..........................................................82 

Hulpas/distributiekettingen inbouwen .................................................................................82 

Motorblok monteren ....................................................................................................................83 

Krukaskeerring inbouwen .........................................................................................................85 

Koppelingshuis inbouwen .........................................................................................................86 

Oliepomp inbouwen ....................................................................................................................87 

Hulpasaandrijving inbouwen ....................................................................................................88 

Zuigers inbouwen .........................................................................................................................89 

11.2

Inhoud Blz. 

Cilinders inbouwen ......................................................................................................................90 

Cilinderkop inbouwen .................................................................................................................91 

Klepspeling afstellen ...................................................................................................................92 

Rechter cilinderkop inbouwen ................................................................................................93 

Afstelvoorschrift ................................................................................................................................93 

Linker cilinderkop inbouwen ....................................................................................................94 

Afstelvoorschrift ................................................................................................................................94 

Dynamodragerdeksel inbouwen ............................................................................................96 

Hallgenerator/poelie inbouwen ...............................................................................................96 

Ontstekingstijdstip afstellen ...............................................................................................................97 

Dynamo inbouwen .......................................................................................................................98 

Motor inbouwen ..........................................................................................................................99 

11.3

11.4

11 

Technische gegevens R 1100 RS 

Motor, algemeen 

Motorconstructie In de lengterichting geplaatste viertakt-, vierkleps-boxermotor 

met twee bovenliggende nokkenassen, 

luchtkoeling, oliegekoeld uitlaattraject 

en elektronische benzine-inspuiting. 

Plaats van het motornummer Motorblok 

Cilinderboring mm 99,0 

Slag mm 70,5 

Effektieve cilinderinhoud cm3 1085 

Compressieverhouding 10,7 : 1 

Nominaal vermogen kW(PS)/min-1 66(90)/7250 

Max. koppel Nm/min-1 95/5500 

Max. toelaatbaar toerental min -1 7900 

Toelaatbaar kruistoerental min-1 7600 

Stationair toerental min-1 1000 +150 

Draairichting Vanaf ontstekingssysteem 

gezien, rechtsom 

Compressiedruk 

goed 

normaal 

slecht 

bar 

bar 

bar 

Ø inlaatkanaal/cilinderkop mm 44 

Smeersysteem 

Theoretische opbrengst bij 6000/min 

Smeerolie 

Koelolie 

meer dan 10 

8,5...10 

minder dan 8,5 

Oliefilter In de hoofdstroom 

Drukverschil voor opening van de bypass-klep bar 1,5 

Oliedruk-controlelamp gaat branden onder bar 0,2...0,5 

Overdrukklep gaat open bij bar 5,5 

Werkdruk bar 3,5...6,0 

Olie-inhoud 

zonder vervanging filter 

met vervanging filter 

min/max 

Toelaatbaar olieverbruik l/1000 km 1,0 

Oliepomp 

l 

l 

l 

l 

l 

36 

30 

3,50 

3,75 

0,50 

Oliepomp 2 Duocentric-Pumpen 

Dieptehuis mm 

mm 

Rotorhoogte mm 

mm 

12,02...12,05 

10,02...10,05 

11,95...11,98 

9,95...9,98 

Axiale speling mm 0,04...0,1 

slijtagegrens mm 0,25 

11.5


Kleppen 

Klephoek ° 41 

Klepspeling, bij koude motor (max. 35 °C) 

11.6 

Inlaatklep mm 0,15 

Uitlaatklep mm 0,30 

Kleptiming Zonder klepspeling, bij 3 mm kleplichthoogte 

Klepschotel-Ø 

Klepsteel-Ø 

Inlaatklep opent 5° na BDP 

Inlaatklep sluit 33° na ODP 

Uitlaatklep opent 27° voor ODP 

Uitlaapklep sluit 5° voor BDP 

Inlaat mm 36 

Uitlaat mm 31 

Inlaat mm 34 

Uitlaat mm 29 

Tolerantie ± 3° 

vanaf modeljaar 96 

Inlaat mm 5,960...5,975 


Uitlaat mm 5,945...5,960 



Inlaat mm 4,966...4,980 


Uitlaat mm 4,956..4,970 


Randdikte klepschotel 

Inlaat mm 1,00 ± 0,2 


Uitlaat mm 1,65 ± 0,2 


Inlaat mm 


1,00 ± 0,2 


Uitlaat mm ± 0,2 1,00 


Max. slingering van de klepschotel op de klepzitting 

Inlaat, Uitlaat mm 0,035


Klepzetelring 

Klepzittinghoek 

Inlaat 45° 

Uitlaat 30° 

Inlaat 45° 

Uitlaat 45° 

Klepzittingbreedte 

Inlaat mm 1,1 ± 0,15 





Buiten-Ø klepzetelring 

(maat voor frezen klepzetelring) 

Inlaat mm ± 0,1 35,2 


Inlaat mm 


± 0,1 

33,4 

Uitlaat mm ± 0,1 

28,4 

Klepzetelring-Ø (overmaat +0,2 mm) 

Inlaat mm 37,634...37,650 

Uitlaat mm 34,134...34,150 


Inlaat mm 36,617...36,633 

Uitlaat mm 32,134...32,150 

Zitting-Ø in cilinderkop (overmaat +0,2 mm) 

Inlaat mm 37,500...37,525 

Uitlaat mm 34,000...34,025 


Inlaat mm 36,500...36,525 

Uitlaat mm 32,000...32,025 

11.7


Klepgeleider 

Klepgeleider buiten-Ø mm 12,533...12,544 

Boring in cilinderkop mm 12,500...12,518 

Passing mm 0,015...0,044 

Overmaten 

Nieuwe klepgeleider buiten-Ø mm 12,550...12,561 

Overmaat-klepgeleider buiten-Ø mm 12,733...12,744 

Klepgeleider binnen-Ø mm 6,0...6,015 

Radiale speling Inlaat mm 0,025...0,055 

11.8 


Uitlaat mm 0,040...0,070 





Klepveer 


Uitlaat mm 0,030...0,056 


Vrije veerlengte mm 41,1 

Tuimelaar 


Boring-Ø mm 16,016...16,027 

Tuimelaaras-Ø mm 15,973...15,984 

Radiale speling mm 0,032...0,054 


Axiale speling min. mm 0,05 

max. mm 0,40


Nokkenas 

Openingshoek inlaat-/uitlaatnokken 300° 

Nokoverlap inlaat-/uitlaatnokken 106°/109° 

Codering 

Markering in stand 4 

Lichthoogte inlaatklep mm 9,68 (klepspeling = 0) 

Lichthoogte uitlaatklep mm 9,26 (klepspeling = 0) 

Boring-Ø nokkenaslagers mm 21,02...21,04 

Nokkenas-Ø mm 20,97...21,00 



Flenslagerbreedte mm 15,92...15,95 

Nokkenas-lagerbreedte mm 16,0...16,05 


Komstoters 


Buiten-Ø mm 23,947...23,960 

Boring-Ø in cilinderkop mm 24,000...24,021 


Hulpas 

Boring-Ø in motorblok 

Hulpas-Ø 


voor/achter mm 25,020...25,041 

voor/achter mm 24,959...24,980 



11.9


Krukas 

Codering van hoofdlagers en kruktappen op 

krukwang voor 

Ondermaat 0 (ondermaat 1 = —0,25mm) 

11.10 

zonder verfstreep Ondermaat 0 

met verfstreep Ondermaat 1 

(-0,25mm) 

Boring-Ø flenslager mm 64,949...64,969 

Flenslager-Ø mm groen: 59,964...60,003 

geel: 59,974...60,013 

Hoofdlagertap-Ø mm groen: 59,939...59,948 

geel: 59,949...59,958 



Hoofdlager boring-Ø mm 60,000...60,019 

Hoofdlager-Ø mm groen: 54,998...55,039 

geel: 55,008...55,049 


geel: 54,981...54,990 




Lagerbreedte hoofdlagertap mm 25,020...25,053 


Ondermaat 0 (ondermaat 1 = –0,25mm) 


Kruktap-Ø mm 47,975...47,991 

Lagerbreedte kruktap mm 22,065...22,195 

Drijfstang 

Boring-Ø drijfstanglager mm 51,000...51,013 

Drijfstanglager-Ø mm 48,016...48,050 



Breedte drijfstangvoet mm 21,883...21,935 

Axiale speling drijfstang mm 0,130...0,312 


Drijfstangoog-Ø mm 22,015...22,025 



Lengte hart op hart mm 125 

Max. parallelliteitsafwijking van de 

drijfstangboringen over 150 mm afstand mm 0,07


Cilinder 

Boring-Ø 20 mm 

van de bovenzijde 

A mm 98,992...99,000 


B mm 99,000...99,008 


Max. zuigerspeling mm 0,12 

Toelaatbare ovaliteit van de cilinder 

Zuiger 

20 mm van de bovenzijde mm 0,03 


Zuiger-Ø meetvlak A — zie Zuiger en cilinder controleren 

A mm 98,965...98,977 


B mm 98,977...98,989 


AB mm 98,973...98,981 


Inbouwspeling mm 0,011...0,035 


Ø zuigerpenboring mm 22,005...22,011 

Gewichtsklassen + en — 

Gewichtsverschil binnen een klasse gram 10 

(kompleet met zuigerpen 

en zuigerveren) 

Inbouwrichting Pijl op zuigerbodem 

naar uitlaatzijde 

Fabrieksfixatie naar 

uitlaatzijde 

(a zie Zuiger inbouwen) 

11.11


Zuigerveren 

1e groef Compressieveer 

11.12 

Hoogte mm 1,175...1,190 


Slotspeling mm 0,1...0,3 


Flankspeling mm 0,040...0,075 



Hoogte mm 1,175...1,190 






3e groef Olieschraapveer 

Hoogte mm 2,475...2,490 






Inbouwrichting van de zuigerveren Aanduiding Top naar 

boven gericht 

Zuigerpen 

Zuigerpen-Ø mm 21,995...22,000 


Ø-zuigerpenboring mm 22,005...22,011 

Radiale speling in zuiger mm 0,005...0,016 

slijtagegrens mm 0,070

Technische gegevens R 1100 RT 




luchtkoeling, oliegekoeld uitlaattraject 

en elektronische benzine-inspuiting. 


Cilinderboring mm 99,0 

Slag mm 70,5 

Effektieve cilinderinhoud cm3 1085 

Compressieverhouding 10,7 : 1 

Nominaal vermogen kW(PS)/min-1 66(90)/7250 

Max. koppel Nm/min-1 95/5500 

Max. toelaatbaar toerental min -1 7900 

Toelaatbaar kruistoerental min-1 7600 





goed 

normaal 

slecht 

bar 

bar 

bar 

Ø inlaatkanaal/cilinderkop mm 44 

Smeersysteem 


Smeerolie 

Koelolie 

meer dan 10 

8,5...10 


Oliefilter In de hoofdstroom 

Drukverschil voor opening van de bypass-klep bar 1,5 

Oliedruk-controlelamp gaat branden onder bar 0,2...0,5 

Overdrukklep gaat open bij bar 5,5 

Werkdruk bar 3,5...6,0 

Olie-inhoud 



min/max 

Toelaatbaar olieverbruik l/1000 km 1,0 

Oliepomp 

l 

l 

l 

l 

l 

36 

30 

3,50 

3,75 

0,50 

Oliepomp 2 Duocentric-pompen 

Dieptehuis mm 

mm 


mm 

12,02...12,05 

10,02...10,05 

11,95...11,98 

9,95...9,98 



11.13


Kleppen 

Klephoek ° 41 


11.14 

Inlaatklep mm 0,15 

Uitlaatklep mm 0,30 



Klepsteel-Ø 

Inlaatklep opent 5° na BDP 

Inlaatklep sluit 33° na ODP 

Uitlaatklep opent 27° voor ODP 

Uitlaapklep sluit 5° voor BDP 

Inlaat mm 36 

Uitlaat mm 31 

Inlaat mm 34 

Uitlaat mm 29 

Tolerantie ± 3° 


Inlaat mm 5,960...5,975 


Uitlaat mm 5,945...5,960 



Inlaat mm 4,966...4,980 


Uitlaat mm 4,956..4,970 



Inlaat mm 1,00 ± 0,2 




Inlaat mm 


1,00 ± 0,2 





Inlaat, Uitlaat mm 0,035


Klepzetelring 


Inlaat 45° 

Uitlaat 30° 

Inlaat 45° 

Uitlaat 45° 


Inlaat mm 1,1 ± 0,15 







Inlaat mm ± 0,1 35,2 


Inlaat mm 


± 0,1 

33,4 


28,4 


Inlaat mm 37,634...37,650 

Uitlaat mm 34,134...34,150 


Inlaat mm 36,617...36,633 

Uitlaat mm 32,134...32,150 


Inlaat mm 37,500...37,525 

Uitlaat mm 34,000...34,025 


Inlaat mm 36,500...36,525 

Uitlaat mm 32,000...32,025 

11.15


Klepgeleider 

Klepgeleider buiten-Ø mm 12,533...12,544 

Boring in cilinderkop mm 12,500...12,518 

Passing mm 0,015...0,044 

Overmaten 

Nieuwe klepgeleider buiten-Ø mm 12,550...12,561 

Overmaat-klepgeleider buiten-Ø mm 12,733...12,744 



11.16 


Uitlaat mm 0,040...0,070 





Klepveer 


Uitlaat mm 0,030...0,056 


Vrije veerlengte mm 41,1 

Tuimelaar 


Boring-Ø mm 16,016...16,027 

Tuimelaaras-Ø mm 15,973...15,984 



Axiale speling min. mm 0,05 

max. mm 0,40


Nokkenas 

Openingshoek inlaat-/uitlaatnokken 300° 

Nokoverlap inlaat-/uitlaatnokken 106°/109° 

Codering 

Markering in stand 4 

Lichthoogte inlaatklep mm 9,68 (klepspeling = 0) 

Lichthoogte uitlaatklep mm 9,26 (klepspeling = 0) 

Boring-Ø nokkenaslagers mm 21,02...21,04 

Nokkenas-Ø mm 20,97...21,00 




Nokkenas-lagerbreedte mm 16,0...16,05 


Komstoters 


Buiten-Ø mm 23,947...23,960 

Boring-Ø in cilinderkop mm 24,000...24,021 


Hulpas 


Hulpas-Ø 


voor/achter mm 25,020...25,041 

voor/achter mm 24,959...24,980 



11.17


Krukas 


krukwang voor 


11.18 

zonder verfstreep Ondermaat 0 


(-0,25mm) 

Boring-Ø flenslager mm 64,949...64,969 

Flenslager-Ø mm groen: 59,964...60,003 

geel: 59,974...60,013 


geel: 59,949...59,958 



Hoofdlager boring-Ø mm 60,000...60,019 

Hoofdlager-Ø mm groen: 54,998...55,039 

geel: 55,008...55,049 


geel: 54,981...54,990 




Lagerbreedte hoofdlagertap mm 25,020...25,053 




Kruktap-Ø mm 47,975...47,991 

Lagerbreedte kruktap mm 22,065...22,195 

Drijfstang 

Boring-Ø drijfstanglager mm 51,000...51,013 

Drijfstanglager-Ø mm 48,016...48,050 



Breedte drijfstangvoet mm 21,883...21,935 

Axiale speling drijfstang mm 0,130...0,312 


Drijfstangoog-Ø mm 22,015...22,025 



Lengte hart op hart mm 125 


drijfstangboringen over 150 mm afstand mm 0,07


Cilinder 



A mm 98,992...99,000 


B mm 99,000...99,008 




Zuiger 




A mm 98,965...98,977 


B mm 98,977...98,989 


AB mm 98,973...98,981 


Inbouwspeling mm 0,011...0,035 


Ø zuigerpenboring mm 22,005...22,011 

Gewichtsklassen + en — 







uitlaatzijde 


11.19


Zuigerveren 


11.20 

Hoogte mm 1,175...1,190 







Hoogte mm 1,175...1,190 







Hoogte mm 2,475...2,490 







boven gericht 

Zuigerpen 

Zuigerpen-Ø mm 21,995...22,000 


Ø-zuigerpenboring mm 22,005...22,011 

Radiale speling in zuiger mm 0,005...0,016 

slijtagegrens mm 0,070

Technische gegevens R 850 GS R 1100 GS 




luchtkoeling, oliegekoeld oliegekoeld 

uitlaattraject en elektronische benzine-inspuiting. 


Cilinderboring mm 87,5 99,0 

Slag mm 70,5 70,5 

Effektieve cilinderinhoud cm 3 848 1085 

Compressieverhouding 10,3 : 1 10,3 : 1 

Nominaal vermogen kW(PS)/min -1 52(70)/7000 59(80)/6750 

Max. koppel Nm/min -1 77/5500 97/5250 

Max. toelaatbaar toerental min -1 8100 7800 

Toelaatbaar kruistoerental min-1 7800 7600 


1000 +150 




goed 

normaal 

slecht 

bar 

bar 

bar 

meer dan 10 

8,5...10 


Ø inlaatkanaal/cilinderkop mm 44 44 

Smeersysteem 


Smeerolie 

Koelolie 

Vanaf ontstekingssysteem 


meer dan 10 

8,5...10 


Oliefilter n de hoofdstroom n de hoofdstroom 

Drukverschil voor opening van de bypass-klep bar 1,5 1,5 

Oliedruk-controlelamp gaat branden onder bar 0,2...0,5 0,2...0,5 

Overdrukklep gaat open bij bar 5,5 5,5 

Werkdruk bar 3,5...6,0 3,5...6,0 

Olie-inhoud 



min/max 

l 

l 

l 

l 

l 

36 

30 

3,50 

3,75 

0,50 

Toelaatbaar olieverbruik l/1000 km 1,0 1,0 

Oliepomp 

36 

30 

3,50 

3,75 

0,50 

Oliepomp 2 Duocentric-pompen 2 Duocentric-pompen 

Dieptehuis mm 

mm 


mm 

12,02...12,05 

10,02...10,05 

11,95...11,98 

9,95...9,98 

12,02...12,05 

10,02...10,05 

11,95...11,98 

9,95...9,98 

Axiale speling mm 0,04...0,1 0,04...0,1 

slijtagegrens mm 0,25 0,25 

11.21


Kleppen 

Klephoek ° 41 41 


11.22 

Inlaatklep mm 0,15 0,15 

Uitlaatklep mm 0,30 0,30 



Klepsteel-Ø 

Inlaatklep opent 1° voor BDP 1° voor BDP 

Inlaatklep sluit 29° na ODP 29° na ODP 

Uitlaatklep opent 28° voor ODP 28° voor ODP 

Uitlaapklep sluit 16° voor BDP 16° voor BDP 

Tolerantie ± 3° Tolerantie ± 3° 

Inlaat mm 32 36 

Uitlaat mm 27 31 

Inlaat mm 34 

Uitlaat mm 29 


Inlaat mm 4,966...4,980 5,960...5,975 


Uitlaat mm 4,956...4,970 5,945...5,960 



Inlaat mm 4,966...4,980 


Uitlaat mm 4,956...4,970 



Inlaat mm 1,00 ± 0,2 

± 0,2 

1,00 



± 0,2 

1,65 


Inlaat mm 


1,00 ± 0,2 





Inlaat, Uitlaat mm 0,035 0,035


Klepzetelring 


Inlaat 45° 45° 

Uitlaat 45° 30° 

Inlaat 45° 

Uitlaat 45° 


Inlaat mm 1,1 ± 0,15 


± 0,15 

1,1 


Uitlaat mm 1,4 ± 0,15 ± 0,15 1,4 




Inlaat mm 31,4 ± 0,1 ± 0,1 35,2 

Uitlaat mm 26,4 ± 0,1 ± 0,1 30,3 

Inlaat mm 


± 0,1 

33,4 


28,4 


Inlaat mm 34,634...34,650 37,634...37,650 

Uitlaat mm 30,134...30,150 34,134...34,150 


Inlaat mm 36,617...36,633 

Uitlaat mm 32,134...32,150 


Inlaat mm 34,500...34,525 37,500...37,525 

Uitlaat mm 30,000...30,025 34,000...34,025 


Inlaat mm 36,500...36,525 

Uitlaat mm 32,000...32,025 

11.23


Klepgeleider 

Klepgeleider buiten-Ø mm 12,533...12,544 12,533...12,544 

Boring in cilinderkop mm 12,500...12,518 12,500...12,518 

Passing mm 0,015...0,044 0,015...0,044 

Overmaten 

Nieuwe klepgeleider buiten-Ø mm 12,550...12,561 12,550...12,561 

Overmaat-klepgeleider buiten-Ø mm 12,733...12,744 12,733...12,744 

Klepgeleider binnen-Ø mm 5,000...5,012 6,000...6,015 

Radiale speling Inlaat mm 0,020...0,046 0,025...0,055 

11.24 


Uitlaat mm 0,030...0,056 0,040...0,070 





Klepveer 


Uitlaat mm 0,030...0,056 


Vrije veerlengte mm 41,1 41,1 

Tuimelaar 


Boring-Ø mm 16,016...16,027 16,016...16,027 

Tuimelaaras-Ø mm 15,973...15,984 15,973...15,984 

Radiale speling mm 0,032...0,054 0,032...0,054 


Axiale speling min. mm 0,05 0,05 

max. mm 0,40 0,40


Nokkenas 

Openingshoek inlaat-/uitlaatnokken 300°/284° 300°/284° 

Nokoverlap inlaat-/uitlaatnokken 103°/112° 103°/112° 

Codering 

Markering in stand 1 Markering in stand 1 

Lichthoogte inlaatklep mm 9,68 (klepspeling = 0) 9,68 (klepspeling = 0) 

Lichthoogte uitlaatklep mm 8,55 (klepspeling = 0) 8,55 (klepspeling = 0) 

Boring-Ø nokkenaslagers mm 21,02...21,04 21,02...21,04 

Nokkenas-Ø mm 20,97...21,00 20,97...21,00 



Flenslagerbreedte mm 15,92...15,95 15,92...15,95 

Nokkenas-lagerbreedte mm 16,00...16,05 16,00...16,05 


Komstoters 


Buiten-Ø mm 23,947...23,960 23,947...23,960 

Boring-Ø in cilinderkop mm 24,000...24,021 24,000...24,021 


Hulpas 


Hulpas-Ø 


voor/achter mm 25,020...25,041 25,020...25,041 

voor/achter mm 24,959...24,980 24,959...24,980 



11.25


Krukas 


krukwang voor 


11.26 

zonder verfstreep Ondermaat 0 Ondermaat 0 


(-0,25mm) 

Ondermaat 1 

(-0,25mm) 

Boring-Ø flenslager mm 64,949...64,969 64,949...64,969 

Flenslager-Ø mm groen: 59,964...60,003 groen: 59,964...60,003 

geel: 59,974...60,013 geel: 59,974...60,013 

Hoofdlagertap-Ø mm groen: 59,939...59,948 groen: 59,939...59,948 

geel: 59,949...59,958 geel: 59,949...59,958 



Hoofdlager boring-Ø mm 60,000...60,019 60,000...60,019 

Hoofdlager-Ø mm groen: 54,998...55,039 groen: 54,998...55,039 

geel: 55,008...55,049 geel: 55,008...55,049 


geel: 54,981...54,990 geel: 54,981...54,990 




Lagerbreedte hoofdlagertap mm 25,020...25,053 25,020...25,053 




Kruktap-Ø mm 47,975...47,991 47,975...47,991 

Lagerbreedte kruktap mm 22,065...22,195 22,065...22,195 

Drijfstang 

Boring-Ø drijfstanglager mm 51,000...51,013 51,000...51,013 

Drijfstanglager-Ø mm 48,016...48,050 48,016...48,050 



Breedte drijfstangvoet mm 21,883...21,935 21,883...21,935 

Axiale speling drijfstang mm 0,130...0,312 0,130...0,312 


Drijfstangoog-Ø mm 22,015...22,025 22,015...22,025 



Lengte hart op hart mm 125 125 


drijfstangboringen over 150 mm afstand mm 0,07 0,07


Cilinder 



20 mm 


A mm 87,492...87,500 98,992...99,000 


B mm 87,500...87,508 99,000...99,008 


Max. zuigerspeling mm 0,12 0,12 


Zuiger 

20 mm van de bovenzijde mm 0,03 0,03 



A mm 87,465...87,477 98,965...98,977 


B mm 87,477...87,485 98,977...98,989 


AB mm 87,473...87,481 98,973...98,981 


Inbouwspeling mm 0,011...0,035 0,011...0,035 


Ø zuigerpenboring mm 22,005...22,011 22,005...22,011 

Gewichtsklassen + en — + en — 







uitlaatzijde 


10 



Pijl op zuigerbodem 



uitlaatzijde 


11.27


Zuigerveren 

1e groef Compressieveer B-Ring SPT TOP 

11.28 

Hoogte mm 1,170...1,190 1,175...1,190 


Slotspeling mm 0,1...0,3 0,1...0,3 


Flankspeling mm 0,030...0,070 0,040...0,075 


2e groef Compressieveer M-Ring m Ø TOP 4 DZ 

Hoogte mm 1,170...1,190 1,175...1,190 







Hoogte mm 2,470...2,490 2,475...2,490 







boven gericht 

Zuigerpen 

Aanduiding Top naar 

boven gericht 

Zuigerpen-Ø mm 21,995...22,000 21,995...22,000 


Ø-zuigerpenboring mm 22,005...22,011 22,005...22,011 

Radiale speling in zuiger mm 0,005...0,016 0,005...0,016 

slijtagegrens mm 0,070 0,070

Technische gegevens R 850 R R 1100 R 




luchtkoeling, oliegekoeld oliegekoeld 

uitlaattraject en elektronische benzine-inspuiting. 


Cilinderboring mm 87,5 99,0 

Slag mm 70,5 70,5 

Effektieve cilinderinhoud cm 3 848 1085 

Compressieverhouding 10,3 : 1 10,3 : 1 

Nominaal vermogen kW(PS)/min -1 52(70)/7000 59(80)/6750 

Max. koppel Nm/min -1 77/5500 97/5250 

Max. toelaatbaar toerental min -1 8100 7800 

Toelaatbaar kruistoerental min-1 7800 7600 


1000 +150 




goed 

normaal 

slecht 

bar 

bar 

bar 

meer dan 10 

8,5...10 


Ø inlaatkanaal/cilinderkop mm 44 44 

Smeersysteem 


Smeerolie 

Koelolie 

Vanaf ontstekingssysteem 


meer dan 10 

8,5...10 


Oliefilter In de hoofdstroom In de hoofdstroom 

Drukverschil voor opening van de bypass-klep bar 1,5 1,5 

Oliedruk-controlelamp gaat branden onder bar 0,2...0,5 0,2...0,5 

Overdrukklep gaat open bij bar 5,5 5,5 

Werkdruk bar 3,5...6,0 3,5...6,0 

Olie-inhoud 



min/max 

l 

l 

l 

l 

l 

36 

30 

3,50 

3,75 

0,50 

Toelaatbaar olieverbruik l/1000 km 1,0 1,0 

Oliepomp 

36 

30 

3,50 

3,75 

0,50 

Oliepomp 2 Duocentric-pompen 2 Duocentric-pompen 

Dieptehuis mm 

mm 


mm 

12,02...12,05 

10,02...10,05 

11,95...11,98 

9,95...9,98 

12,02...12,05 

10,02...10,05 

11,95...11,98 

9,95...9,98 



11.29


Kleppen 

Klephoek ° 41 41 


11.30 

Inlaatklep mm 0,15 0,15 

Uitlaatklep mm 0,30 0,30 



Klepsteel-Ø 

Inlaatklep opent 1° voor BDP 1° voor BDP 

Inlaatklep sluit 29° na ODP 29° na ODP 

Uitlaatklep opent 28° voor ODP 28° voor ODP 

Uitlaapklep sluit 16° voor BDP 16° voor BDP 

Tolerantie ± 3° Tolerantie ± 3° 

Inlaat mm 32 36 

Uitlaat mm 27 31 

Inlaat mm 34 

Uitlaat mm 29 


Inlaat mm 4,966...4,980 5,960...5,975 


Uitlaat mm 4,956...4,970 5,945...5,960 



Inlaat mm 4,966...4,980 


Uitlaat mm 4,956...4,970 



Inlaat mm 1,00 ± 0,2 

± 0,2 

1,00 



± 0,2 

1,65 


Inlaat mm 


1,00 ± 0,2 





Inlaat, Uitlaat mm 0,035 0,035


Klepzetelring 


Inlaat 45° 45° 

Uitlaat 45° 30° 

Inlaat 45° 

Uitlaat 45° 


Inlaat mm 1,1 ± 0,15 


± 0,15 

1,1 


Uitlaat mm 1,4 ± 0,15 ± 0,15 1,4 




Inlaat mm 31,4 ± 0,1 ± 0,1 35,2 

Uitlaat mm 26,4 ± 0,1 ± 0,1 30,3 

Inlaat mm 


± 0,1 

33,4 


28,4 


Inlaat mm 34,634...34,650 37,634...37,650 

Uitlaat mm 30,134...30,150 34,134...34,150 


Inlaat mm 36,617...36,633 

Uitlaat mm 32,134...32,150 


Inlaat mm 34,500...34,525 37,500...37,525 

Uitlaat mm 30,000...30,025 34,000...34,025 


Inlaat mm 36,500...36,525 

Uitlaat mm 32,000...32,025 

11.31


Klepgeleider 

Klepgeleider buiten-Ø mm 12,533...12,544 12,533...12,544 

Boring in cilinderkop mm 12,500...12,518 12,500...12,518 

Passing mm 0,015...0,044 0,015...0,044 

Overmaten 

Nieuwe klepgeleider buiten-Ø mm 12,550...12,561 12,550...12,561 

Overmaat-klepgeleider buiten-Ø mm 12,733...12,744 12,733...12,744 

Klepgeleider binnen-Ø mm 5,000...5,012 6,000...6,015 

Radiale speling Inlaat mm 0,020...0,046 0,025...0,055 

11.32 


Uitlaat mm 0,030...0,056 0,040...0,070 





Klepveer 


Uitlaat mm 0,030...0,056 


Vrije veerlengte mm 41,1 41,1 

Tuimelaar 


Boring-Ø mm 16,016...16,027 16,016...16,027 

Tuimelaaras-Ø mm 15,973...15,984 15,973...15,984 



Axiale speling min. mm 0,05 0,05 

max. mm 0,40 0,40


Nokkenas 

Openingshoek inlaat-/uitlaatnokken 300°/284° 300°/284° 

Nokoverlap inlaat-/uitlaatnokken 103°/112° 103°/112° 

Codering 

Markering in stand 1 Markering in stand 1 

Lichthoogte inlaatklep mm 9,68 (klepspeling = 0) 9,68 (klepspeling = 0) 

Lichthoogte uitlaatklep mm 8,55 (klepspeling = 0) 8,55 (klepspeling = 0) 

Boring-Ø nokkenaslagers mm 21,02...21,04 21,02...21,04 

Nokkenas-Ø mm 20,97...21,00 20,97...21,00 




Nokkenas-lagerbreedte mm 16,00...16,05 16,00...16,05 


Komstoters 


Buiten-Ø mm 23,947...23,960 23,947...23,960 

Boring-Ø in cilinderkop mm 24,000...24,021 24,000...24,021 


Hulpas 


Hulpas-Ø 


voor/achter mm 25,020...25,041 25,020...25,041 

voor/achter mm 24,959...24,980 24,959...24,980 



11.33


Krukas 


krukwang voor 


11.34 

zonder verfstreep Ondermaat 0 Ondermaat 0 


(-0,25mm) 

Ondermaat 1 

(-0,25mm) 

Boring-Ø flenslager mm 64,949...64,969 64,949...64,969 

Flenslager-Ø mm groen: 59,964...60,003 groen: 59,964...60,003 

geel: 59,974...60,013 geel: 59,974...60,013 


geel: 59,949...59,958 geel: 59,949...59,958 



Hoofdlager boring-Ø mm 60,000...60,019 60,000...60,019 

Hoofdlager-Ø mm groen: 54,998...55,039 groen: 54,998...55,039 

geel: 55,008...55,049 geel: 55,008...55,049 


geel: 54,981...54,990 geel: 54,981...54,990 




Lagerbreedte hoofdlagertap mm 25,020...25,053 25,020...25,053 




Kruktap-Ø mm 47,975...47,991 47,975...47,991 

Lagerbreedte kruktap mm 22,065...22,195 22,065...22,195 

Drijfstang 

Boring-Ø drijfstanglager mm 51,000...51,013 51,000...51,013 

Drijfstanglager-Ø mm 48,016...48,050 48,016...48,050 



Breedte drijfstangvoet mm 21,883...21,935 21,883...21,935 

Axiale speling drijfstang mm 0,130...0,312 0,130...0,312 


Drijfstangoog-Ø mm 22,015...22,025 22,015...22,025 



Lengte hart op hart mm 125 125 


drijfstangboringen over 150 mm afstand mm 0,07 0,07


Cilinder 



20 mm 


A mm 87,492...87,500 98,992...99,000 


B mm 87,500...87,508 99,000...99,008 




Zuiger 




A mm 87,465...87,477 98,965...98,977 


B mm 87,477...87,485 98,977...98,989 


AB mm 87,473...87,481 98,973...98,981 


Inbouwspeling mm 0,011...0,035 0,011...0,035 


Ø zuigerpenboring mm 22,005...22,011 22,005...22,011 

Gewichtsklassen + en — + en — 







uitlaatzijde 


10 



Pijl op zuigerbodem 



uitlaatzijde 


11.35


Zuigerveren 

1e groef Compressieveer B-Ring SPT TOP 

11.36 

Hoogte mm 1,170...1,190 1,175...1,190 






2e groef Compressieveer M-Ring m Ø TOP 4 DZ 

Hoogte mm 1,170...1,190 1,175...1,190 







Hoogte mm 2,470...2,490 2,475...2,490 







boven gericht 

Zuigerpen 

Aanduiding Top naar 

boven gericht 

Zuigerpen-Ø mm 21,995...22,000 21,995...22,000 


Ø-zuigerpenboring mm 22,005...22,011 22,005...22,011 

Radiale speling in zuiger mm 0,005...0,016 0,005...0,016 

slijtagegrens mm 0,070 0,070

Motor-doorsnedetekening 

RS119010 

11.37

Oliecircuit 

11.38 

RS119020

Koeloliecircuit 

RS119030 

11.39

Koeloliecircuit (met oliethermostaat) 

11.40 

RT119010

GS 

Motor uitbouwen 

00 1 520 

L Opmerking: 

De hulpas, de distributiekettingen, de span-/ geleiderails 

en de krukas kunnen alleen worden gedemonteerd 

wanneer de motor is uitgebouwd. Alle 

andere componenten kunnen ook worden gedemonteerd 

wanneer de motor is ingebouwd. 

Tap de motorolie af. 

[RT] Bouw het onderste kuipdeel uit. 

Monteer de standaard, BMW-nr. 00 1 520. 

[GS] Gebruik de verlengbussen en de bouten, 

BMW-nr. 00 1 527. 

RS110520 

11.41

11.42 


[RS/GS/RT] Verwijder de kuipzijdelen. 

[RS] Maak de binnenste kuipdelen (1) bij de benzinetank 

los. 

[R] Verwijder de beplating voor de benzinetank. 

[RT] Maak het opbergvak los van de tank. 

Maak de benzinetankbevestiging (2) los. 

Klem de benzinetoevoer- en retourslang (3) af 

met de klem, BMW-nr. 13 0 010, maak de slangklemmen 

los en trek de slangen los. 


Trek de verbindingsstekker van de benzinepomp 

(5) los. 

Verwijder de benzinetank. 

1 

5 

3 

2 

4 

13 3 010 

RS 

RS160010

RT 

A 

B 

C 

A 

6x 

B 

6x 

C 

4 

13 3 010 

5 

3 

RT160060 

11.43

Verwijder het luchtfilterdeksel (1) en de luchtinlaatkoker 

(2). 

Bouw de accu (3) uit. 

e Attentie: 

Maak eerst de min- en daarna de pluskabel los. 

11.44 

2 

Bouw de Motronic-regeleenheid uit. 

RS130010 

RS 

3 

12 3 520 

GS/R/RT 

Trek de bougiestekkerkappen los. 

Trek de bougiestekker m.b.v. de trekker, 

BMW-nr. 12 3 520, los. 

1 

RS000340 

RS120170

[ABS] Bouw de ABS-eenheid uit. 

L Opmerking: 

Zet m.b.v. kabelbandjes de remleidingen vast. 

e Attentie: 

Werk absoluut a.d.h.v. de reparatiehandleiding! 

a Zie groep 34,ABS-unit uit-/inbouwen. 

[ABS] Maak de remleiding los van de versnellingsbak. 

[RT] Maak de hoofdremcilinder los. 

RS340010 

RS110530 

11.45

RS460010 

[RT] Maak de hoofdremcilinder los. 

Maak de rechter voetsteunplaat los. 

[Vanaf modeljaar 96] Maak het verdeelstuk voor 

de kabel los. 

Bouw de accuhouder uit. 

Knip de kabelbandjes bij de kabelgoot onder de 

accuhouder door. 

11.46 

RS610010 

RS610020 

Trek de stekker van de Hallgenerator (1) los. 

Trek de stekker van de lambdasonde (2) los. 

Trek de stekker van de NTC-olietemperatuursensor 

(3) los. 

Maak de bedrading op de dynamo los. 

[RS/GS/RT] Verwijder het startmotordeksel en 

trek de kabel van de contactdoos los. 

Maak de bedrading op de startmotor los en 

bouw de startmotor uit. 

2 

3 

1 

RS110540 

RS110510 

RS120141

1 

Maak de oliedrukschakelaar (1) los. 

Trek de stekker van de 

zijstandaardschakelaar (2) los. 

Trek de stekker van de vrijstandschakelaar (3) 

los. 

Maak de massadraad (4) los. 

2 

3 

4 

RS610044 

11.47

[RS] (Uitvoering zonder rotatieontluchting) Maak 

de olieretourleiding bij de 

olieafscheider (1) los. 

Maak de carterventilatieslang los van 

de motor (2). 

11.48 

1 

2 

RS110570

RT 

3 

Maak de oliekoelerleiding (1) links op de oliekoeler 

los. 

[RT] Maak de oliekoelerleiding bij de oliethermostaat(3) 

los. 

Maak de rechter oliekoelerleiding bij de motor (2) 

los. 

[R] Maak de oliekoelersteun los en verwijder 

deze met de oliekoeler. 

Maak de slangklemmen/gasklephuis los en 

schuif het gasklep huis in het luchtfilterhuis. 

Maak de remklauw achter los en zet hem met 

een kabelbandje vast aan het achterframe. 

[ABS]/[GS/R/RT] Maak de ABS-sensor los. 

Haak de koppelingskabel los. 

1 

2 

RS110561 

11.49

11.50 

Bouw de uitlaatdemper uit. 

Bouw de uitlaatbochten uit. 

e Attentie: 

Maak de kabel van de lambdasonde niet los, belast 

de kabel niet op trek! 

GS/R 

RS180040

1 

RS310011 

2 

Verwijder de stoppen (1) van de swingarm. 

Draai de schroefdop (2) aan de linkerzijde los. 

Verwijder de borgveer (3) aan de rechterzijde. 

Verwijder de borgkap (4). 

Draai de bout (5) aan de rechterzijde los. 

5 

4 

3 

1 

11.51

Hulpframe monteren 

Bouw het achterwiel uit. 

Bouw het veerelement achter uit. 

Monteer het achterwiel. 

Draai de bovenste bevestigingsbout en de onderste 

pen van de verbindingsstang (1) tussen 

motor en frame los. 

Breng het hulpframe, BMW-nr. 46 5 630, aan en 

zet het vast aan het bevestigingspunt (2) van het 

veerelement, achter. 

Haak het hulpframe aan de voorzijde vast aan de 

tankbevestiging (3). 

Lijn het hulpframe uit t.o.v. het platte vlak van de 

tankbevestiging en draai de draadbussen (4) vast 

tegen de verbindingsstang/frame. 

e Attentie: 

Bescherm de tankbevestiging met plakband tegen 

krassen! 

Draai de bevestigingsbouten van het achterframe 

(5) links- en rechtsvoor los. 

Breng de adapter (6) aan in de bevestigingsboring 

van de swingarm/achterframe en zet het 

vast aan het hulpframe. 

Maak het veerelement voor aan de onderzijde 

los. 

Druk de swingarm aan de voorzijde naar beneden 

(pijl), resp. trek het aan de achterzijde naar 

beneden. 

Draai de bouten (7) voor de bevestiging van het 

frame op de motor los en verwijder de bouten. 

11.52 

46 5 630 

2 

5 

8 

6 

1 

e Attentie: 

Pas op voor krassen op de reactiestang, plak hem 

eventueel af! 


vast. 

Maak het achterframe links- en rechtsachter los. 

Maak het linker inlaatspruitstuk los van de cilinderkop 

en trek het naar beneden. 

Trek de as (8) van de swingarm naar links uit de 

swingarm. 

Trek het rijwielgedeelte in voorwaartse richting 

los. 

7 

4 

3 

RS111010

Monteer de framesteun, BMW-nr. 46 5 620, met 

het verloopstuk, BMW-nr. 46 5 623, op het 

rijwielgedeelte. 

Bouw versnellingsbak/achtervork/achteras/achterwiel 

gezamenlijk uit. 

Hulpframe verwijderen 

46 5 623 

46 5 620 

Breng het rijwielgedeelte van voren af aan. 

RS111020 

e Attentie: 

Let op de juiste stand van alle componenten. Beschadig 

de bedrading, leidingen en bowdenkabels 

niet. 

Maak het linker inlaatspruitstuk los van de cilinderkop 

en trek het naar beneden. 

Smeer de as van de reactiestang dun in met vet, 

bouw hem vanaf de linkerzijde in en zet hem 

vast. 


los. 

Druk de reactiestang naar beneden, resp. trek 

het achterste gedeelte naar beneden. 

Breng de frameboring vanaf de linkerzijde in lijn 

met de motorboring m.b.v. de doorn, 

BMW-nr. 46 5 630, en breng de pen vanaf de 

rechterzijde aan en draai hem vast. 

e Attentie: 

Pas op voor krassen op de reactiestang, plak hem 

eventueel af! 


vast. 

Verwijder het hulpframe. 

11.53

Motor demonteren 

Bevestig de motorbeugel, BMW-nr. 11 0 630, 

aan het motorblok. 

Monteer de motor op de montagebok. 

Tap de motorolie af. 

Schroef het oliefilter m.b.v. de oliefiltersleutel, 

BMW-nr. 11 4 650, los. 

11.54 

11 4 650 

RS110950 

11 0 630 

RS110010

Kleppendeksel verwijderen 

Draai de bougie m.b.v. de bougiesleutel, 

BMW-nr. 12 3 510, los. 

Verwijder het kleppendeksel. 

e Attentie: 

Vang de lekolie op! 

12 3 510 

RS110020 

11.55

RS 11.003 

Blokkeer de motor in de BDP-stand 

Verwijder het voorste deksel. 

Plaats de zuiger in het BDP van de compressieslag 

door de snaarpoelie te verdraaien. 

BDP van de ontsteking: 

1. Het BDP-merkteken verschijnt en 

2. de in- en uitlaatklep van de betreffende cylinder 

zijn gesloten. 

Zet het koppelingshuis vast met het blokeergereedschap, 

BMW-nr. 11 5 640. 

11.56 

BDP 

11 2 650 

BDP 

11 5 640 

L Opmerking: 

De motor kan m.b.v. de BDP-doorn, 

BMW-nr. 11 2 650, via de boring in het 

koppelingshuis en het motorblok in het BDP 

worden geblokkeerd. 

RS110030 

RS110461

Distributiekettingspanners uit- en 

inbouwen 

e Attentie: 

Verwissel de plunjers van de kettingspanners niet. 

Monteer bij inbouw een nieuwe pakkingring. 

Montagevoorschrift distributiekettingspanners: 

Uitbouwen: 

Bouw de distributiekettingspanners uit en neem 

vervolgens het nokkenastandwiel van de nokkenas.. 

Inbouwen: 

Monteer eerst het nokkenastandwiel en bouw 

vervolgens de distributiekettingspanners in. 

e Attentie: 

Als deze volgorde niet wordt aangehouden, kan de 

plunjer van de linker kettingspanner in de distributiekettingschacht 

vallen. 


Kettingspanner............................................. 32 Nm 

RS110060 

11.57

Tuimelaarconsole uitbouwen 

Verwijder het deksel voor het nokkenastandwiel. 

Maak, resp. druk het nokkenastandwiel los. 

L Opmerking: 

Als het losgemaakte nokkenastandwiel (1) niet 

wordt uitgebouwd, dan moet het zo worden geborgd 

dat het niet in het motorblok valt (b.v. met een 

kabelbandje). 

11.58 

1 

RS110051 

Verwijder de tuimelaarconsole. 

Borg de tuimelaars met een elastiekje (2). 

L Opmerking: 

Verwijder de tuimelaarconsole samen met de cilinderkop 

als er geen werkzaamheden aan de tuimelaarconsole 

worden verricht. 

2 

M6 x 30 

M6 x 30 

M6 x 60 

M6 x 30 

RS110070

Tuimelaarconsole demonteren/monteren 

Verwijder de lagerkap. 

Steek een passende doorn in de boring (pijl) van 

de tuimelaaras en trek de assen met een heenen-weer-draaiende 

beweging uit de tuimelaarconsole. 

Verwijder de stoterstangen. 

e Attentie: 

Verwissel de tuimelaarassen en stoterstangen niet. 

M8 x 40 

M8 x 30 

M8 x 40 

RS110080 

11.59

11.60 

Verwijder de nokkenas-lagerkap (1). 

Verwijder de nokkenas met de lagerstoel (2). 

Bouw de komstoters uit. 

e Attentie: 

Verwissel de komstoters niet. 


e Attentie: 

Let op de montagerichting (3) van de nokken-as-lagerkap. 

De uitsparing in de tuimelaarassen moet in 

lijn liggen met de bevestigingsboringen. 

L Opmerking: 

Druk de stoterstangen in de kogelcups van de tuimelaars, 

zet beide tuimelaars vast met een stuk 

elastiek om de stoterstangen te fixeren. 


M 8 bout lagerkap-tuimelaarassen ............... 15 Nm 

M 8 bout nokkenaslagerkap ........................ 15 Nm 

2 

1 

M8 x 65 

Stel de axiale speling door het verschuiven van 

de lagerstoel in op de minimale speling. 

Axiale tuimelaarspeling: 

min. ..........................................................0,05 mm 

max...........................................................0,40 mm 

3 

RS110090 

RS110100

Cilinderkop uitbouwen 

M6 x 30 

M6 x 30 

M6 x 30 

M10 x 70 

RS110110 

11.61

Cilinderkop demonteren, controleren, 

repareren, monteren 

Kleppen uit- en inbouwen 

e Attentie: 

Pas op voor krassen op het cilinderkop-pasvlak. 

Plaats de kap op een schone en krasvrije ondergrond. 

Plaats de klepveerspanner, BMW-nr. 11 5 690, 

op de cilinderkop. 

Span de klepveren voor. 

Maak de klepspieën los van de klepsteel door 

voorzichtig een tik op de klepschotel te geven 

Verwijder de klepspieën. 

Hef de spanning op de klepveren op. 

Bouw de bovenste en onderste klepveerschotels, 

de klepveren en kleppen uit. 

Klepsteelcups uitbouwenen 

Trek de klepsteelcup m.b.v. de tang, 

BMW-nr. 11 1 250, los. 

L Opmerking: 

Als er een klep wordt uitgebouwd, moet de 

klepsteelcup worden vervangen. 

11.62 

11 5 690 

11 1 250 

RS110130

Kleppen op slijtage controleren 

Maak de kleppen vrij van koolresten. 

Controleer de klepmaten. 

a Zie Technische gegevens. 

Klepzetelring bewerken 

e Attentie: 

De klepzittingbreedte (B) en de klepzittingdiameter 

(D) moeten tijdens het slijpen beslist worden aangehouden. 


Cilinderkop controleren en repareren 

Verwijder verbrandingsresten uit de verbrandingskamer. 

Controleer het pakkingvlak op beschadigingen/ 

vervorming en vlak de kop indien nodig. 

Cilinderkop vlakken: ............max. 0,2 mm vlakken 

Klepgeleider op slijtage controleren 

Controleer de klepgeleiderboring. 


D 

B 

RS110890 

11.63

Klepgeleiders vervangen 

Verwarm de cilinderkop langzaam en gelijkmatig 

in een oven tot 200 °C. 

e Attentie: 

Draag veiligheidshandschoenen als er met verwarmde 

delen wordt gewerkt. 

Tik de klepgeleiders m.b.v. de doorn, Ø6/5mm, 

BMW-nr. 11 5 672/674, vanuit de verbrandingskamer 

uit de cilinderkop. 

Laat de cilinderkop tot op kamertemperatuur (ca. 

20 °C) afkoelen. 

Controleer de boring voor de klepgeleider op: 

– vreten, 

– coniciteit en 

– maatnauwkeurigheid in het H7-tolerantiegebied 

(12,500...12,518 mm ). 

L Opmerking: 

De klepgeleiders worden met een perspassing van 

0,015...0,044 mm in de cilinderkop gemonteerd. 

De boring voor de klepgeleider is onbeschadigd 

en de maatnauwkeurigheid ligt in het 

12,5 H7-tolerantiegebied. 

Monteer een standaardklepgeleider 

12,5 U6 (12,533...12,544 mm). 

Meet de klepgeleiders met een micrometer. 

De boring voor de klepgeleider is onbeschadigd, 

maar iets groter dan het 


Monteer een overmaat- klepgeleider van 

12,550...12,561 mm. 

11.64 

De boring voor de klepgeleider is beschadigd of 

wijkt qua maatvoering af van het 


Monteer een overmaat-klepgeleider 

12,7U6 (12,733...12,744 mm). 

Reparatiemethode 1 – Ruim de boring volgens de 

(boring beschadigd of wijkt qua maatvoering af) 

Meet de buitendiameter van de klepgeleider op 

met een micrometer. 

Ruim de boring m.b.v. van ruimer Ø12,7 H7 mm 

(12,700...12,718 mm) uit. 

Reparatiemethode 2 – klepgeleider afdraaien (boring 

mag niet beschadidgd zijn) 

Meet de binnendiameter van de boring met een 

binnenmicrometer. 

Bereken de buitendiameter van de klepgeleider: 

Ø van de klepgeleider = borings-Ø + perspasing 

(0,015...0,044 mm). 

Kies een overmaat-klepgeleider 12,7 U6 

(12,733...12,744 mm). 

Draai de overmaat-klepgeleider af tot de berekende 

maat. 

Verwarm de cilinderkop langzaam in een oven tot 

200 °C. 

Dompel de klepgeleider in vloeibare slijptalk. 

Koel de klepgeleider met ijs af. 

e Attentie: 

De temperatuur moet voordat de klepgeleider in de 

cilinderkop wordt geperst –40 °C bedragen. 

Leg de verwarmde cilinderkop vlak op de 

werkbank o.i.d. 

Plaats de onderkoelde klepgeleider op de 

montagedoorn Ø6/5mm, BMW-nr. 11 5 671/673. 

Tik de klepgeleiders direct na elkaar snel in de cilinderkop. 

Laat de cilinderkop tot op kamertemperatuur 

afkoelen, ca. 20 °C. 

Controleer de binnendiameter van de klepgeleider. 

L Opmerking: 

Overmaat-klepgeleiders worden geproduceerd met 

een binnendiameter van 6,01 H7 mm (5,01 H7 mm/ 

R 850). 

In de meeste gevallen ligt de diameter van de boring 

na het inpersen van de klepgeleider in het 6,00 H7 

mm (5,00 H7 mm/R 850)-tolerantiegebied. 

Ruim de boring, als hij te klein is.

Klep en klepsteelcup inbouwen 

L Opmerking: 

Als een klep werd uitgebouwd, moet de klepsteelcup 

worden vervangen. 

Druk de klep met de ingeoliede klepsteel in de 

klepgeleider. 

Schuif de montagehuls Ø 6 mm(pijl), 

BMW-nr. 11 1 960, op de klepsteel. 

Schuif bij kleppen met een klepsteeldiameter van 

Ø 5 mm een kort stukje krimpslang over het uiteinde 

van de klepsteel. 

Monteer de klepsteelcup m.b.v. de doorn 

Ø 6/5 mm, BMW-nr. 11 5 600/601. 

e Attentie: 

Verwijder de montagehuls/krimpkous! 

11 5 690 

11 5 600 

11 1 960 

Plaats de onderste veerschotel, de klepveer en 

de bovenste veerschotel op de klep. 

Span de klepveren met de klepveerspanner, 

BMW-nr. 11 5 690. 

L Opmerking: 

Monteer de klepspieën met vet (vergemakkelijkt de 

montage). 

e Attentie: 

Zorg ervoor dat de klepspieën correct in de klepsteelgroeven 

worden gemonteerd. 

Hef de spanning op de klepveren op. 

Controleer de kleppen op lekkage. 

RS110160 

11.65

Cilinder uitbouwen 

Draai de scharnierbouten (1) voor de geleiderails 

los. 

Draai de bevestigingsbouten van de cilinder 

los en trek de cilinder los. 

e Attentie: 

Let er tijdens het lostrekken van de cilinder op dat 

de zuiger niet tegen het motorblok valt. 

Zuiger uitbouwen/demonterenn 

Verwijder beide borgveren van de zuigerpen. 

Druk de zuigerpen met de hand los. 

Verwijder de zuiger. 

Neem de zuigerveren voorzichtig met een zuigerverentang 

van de zuiger. 

Verwijder olieaanslag op de zuigerbodem en reinig 

de zuiger. 

e Attentie: 

Verwissel de zuiger, zuigerpen en zuigerveren niet. 

11.66 

1 

RS110170

Zuiger en cilinder controlerenn 

Referentietemperatuur voor maten: ..........20 °C. 

100 

20 

Meet de cilinderboring op met een binnenmicrometer 

op 20 en 100 mm afstand van de bovenrand 

in de richting van de zuigerpen en haaks 

daarop. 


Meetvlak A : ..................................................6 mm 


Plaats de zuigerveren in de cilinder. 

RS110180 

Meet de slotspeling van de zuigerveren met een 

voelermaat. 


A 

RS110970 

RS110200 

Zuiger monteren 

Monteer de zuigerveren voorzichtig m.b.v. de 

zuigerverentang op de zuiger in de onderstaande 

volgorde: 

3e groef olieschraapveer 

2e groef 

compressieveer 

M-ring (R 850) m Ø TOP 4 DZ 

1e groef 

compressieveer 

R 850 

1. 

B-ring (R 850) SPT TOP 

Meet de flankspeling van de zuigerveren. 


e Attentie: 

Plaats het slot van de expander 180° versprongen 

t.o.v. het slot van de olieschraapveer. 

Het opschrift „Top“ moet naar boven gericht zijn. 

2. 

3. 

RS110190 

11.67

Drijfstang uit-/inbouwen 

Draai de krukas in de BDP-stand. 

Blokkeer het koppelingshuis m.b.v. een blokkeergereedschap, 

BMW-nr. 11 5 640. 

Bouw de drijfstang uit. 

L Opmerking: 

De drijfstangen kunnen ook worden uit- en ingebouwd 

als de krukas is uitgebouwd. 

e Attentie: 

Verwissel de drijfstangen en lagerschalen niet. 

11.68 

BDP 

11 5 640 

Bouw de drijfstang in. 

Montagerichting drijfstang:................................... 

.................................. Opschrift naar boven gericht 

11 2 500 

e Attentie: 

Smeer de lagerschalen in met olie. 

Draai de drijfstangbouten met de hand aan en 

draai ze vast m.b.v. de hoekverdraaiingsmeter, 

BMW-nr. 11 2 500. 

e Attentie: 

Monteer drijfstangbouten slechts éénmaal. 

RS110210 

X Anziehdrehmoment: 

Drijfstangbouten ingeolied 

Aanhaalmoment ........................................... 20 Nm 

Verdraaiingshoek ............................................. 80 °

11 5 640 

Dynamodragerdeksel bij ingebouwde 

motor uit-/inbouwen 




e Attentie: 

Maak de massakabel los van de accu! 

Isoleer de massakabel! 

[RS/GS/R] Bouw het startmotordeksel uit. 

Bouw de startmotor uit. 

Draai de bevestigingsbouten aan de achterzijde 

van de swingarm los. 

4 

3 

Dynamodragerdeksel uitbouwen 

Bouw de wisselstroomdynamo uit. 

Maak de leiding van de rotatie-ontluchting (1) los. 

Blokkeer het koppelingshuis m.b.v. het blokkeergereedschap, 

BMW-nr. 11 5 640. 

Bouw de snaarpoelie (2) uit. 

Bouw de hallgenerator (3) uit. 

L Opmerking: 

Als het dynamodragerdeksel compleet wordt uitgebouwd, 

moet de hallgenerator (3) ingebouwd blijven. 

Bouw het dynamodragerdeksel (4) uit. 

2 

1 

RS110230 

11.69

Keerring van dynamodragerdeksel 

vervangen 

Wip de keerring voorzichtig los met een schroevedraaier. 

Monteer de nieuwe keerring m.b.v. het stempel 

en de geleidebus, BMW-nr. 11 5 680. 

L Opmerking: 

Druk de nieuwe keerring over de afgeschuinde zijde 

van de geleidehuls, vorm hem voor en trek hem 

weer los. 

11.70 

11 5 680 

RS110240 

Vervang de keerring voor de rotatieontluchting. 

00 5 550 

11 5 650 

RS110241 


Vorm de afdichtlip van de keerring voorzichtig 

met de hand voor. 

Tik de nieuwe dun ingeoliede keerring m.b.v. de 

handgreep, BMW-nr. 00 5 550, en het stempel, 

BMW-nr. 11 5 650, in de boring.

11 5 640 

Hulpasaandrijving uitbouwen 

4 

Breng de merktekens (pijlen) van de kettingtandwielen 

in lijn met elkaar. 

Maak de koelolieleiding (1) los en klap haar naar 

voren. 

Bouw de kettingspanner (2) uit. 

Bouw de kettingspanrail (3) uit. 

Bouw de kettinggeleiderrail (4) uit. 


BMW-nr. 11 5 640. 

Draai de bout (5) van het kettingtandwiel los. 

Bouw de rotor (6) met het kettingtandwiel (7) en 

de distributieketting (8) uit. 

Verwijder eventueel het kettingtandwiel (9). 

1 

9 

7 

6 

3 

5 

2 

8 

RS1100251 

RS110961 

11.71

Oliepomp uitbouwen 

Bouw het oliepompdeksel (1) uit. 

Trek de oliepomp (2) compleet met koelolieleiding 

(3) los en demonteer hem. 

e Attentie: 

Let op de montagestand van de op elkaar ingelopen 

onderdelen. 

11.72 

2 

1 

M6 x 50 

Olietemperatuurregelaar 

(vanaf modeljaar 96) 

Waselement (1). 

3 

M6 x 45 

M6 x 45 

L Opmerking: 

Demonteer de olietemperatuurregelaar niet. 

1 

M6 x 45 

M6 x 50 

RS110410 

RT110580

11 5 640 

Krukaskeerring uitbouwen (motor 

ingebouwd) 

Blokkeer het koppelingshuis m.b.v. het blokeergereedschap, 

BMW-nr. 11 5 640. 

Bouw de koppeling uit. 

RS110270 


RS210010 

e Attentie: 

Beschadig de afdichtvlakken van het motorblok en 

de krukas niet. 

L Opmerking: 

Bij demontage van het motorblok kan de keerring 

worden verwijderd. 

11.73

Motorblok demonteren 

Draai de motor in de zijstand. 

Draai de bouten aan de rechterzijde los. 

11.74 

M10 x 100 

M10 x 100 

M8 x 80 

M8 x 80 

M8 x 35 

M8 x 35 

RS110261

M6 x 50 

M6 x 50 

M6 x 25 

M6 x 25 

M6 x 35 

Draai het motorblok 180º. 

Draai de bouten aan de linkerzijde los. 

Verwijder het bovenste deel van het motorblok. 

M6 x 35 

M6 x 35 

M6 x 50 

M6 x 50 

M6 x 50 

M10 x 100 

M6 x 50 

M6 x 35 

M10 x 100 

M6 x 35 

M6 x 35 

M6 x 35 

M6 x 50 

M6 x 50 

M6 x 50 

M6 x 25 

RS110260 

11.75

Krukas, nokkenas, span- en geleiderails 

distributieketting uitbouwen 

11.76 

RS110290

Olie-aanzuigzeef uit-/inbouwen 

RS110300 


M 6 bout ........................................................ 9 Nm 

e Attentie: 

Let erop dat de O-ring is gemonteerd en niet beschadigd 

is. 

Oliepeilglas vervangen 

Steek een grote schroevedraaier door het kunststof 

en wip het oliepeilglas los. 

Smeer het oliepeilglas bij het pakkingvlak in met 

motorolie en monteer hem met het stempel, 

BMW-nr. 00 5 550. 

Drijfstangen uitbouwen 

Span de krukas in een bankschroef met aluminium 

spanplaten. 

Bouw de drijfstang uit. 

e Attentie: 

Verwissel de drijfstangen niet. 

Drijfstangen controleren 

Controleer de drijfstangmaten. 


e Attentie: 

Gesinterde drijfstangen mogen niet worden gericht– 

kans op breuk! 

11.77

Krukaslagerspeling meten 

Krukaslagerspeling meten 

Meet de hoofdlagertappen op twee haaks op 

elkaar staande vlakken A en B op m.b.v. een buitenmicrometer. 

Noteer de meetwaarden in een meetprotocol. 


e Attentie: 

De krukas kan slechts tot ondermaat 0 worden 

geslepen. Vervolgens moet hij weer worden gehard 

en gefinished. Codering van de ondermaten door 

een verfstreep op de voorste krukwang. 


Let bij vervanging van de hoofdlagerschalen op de 

kleurcode op de kruktappen en de drijfstanglagers. 

11.78 

RS110310

Bouw de hoofdlagers in 

Monteer ter centrering de scharnierpen (1) van 

de spanrail/geleiderail. 

Draai de M8 en M10 bevestigingsbouten van het 

motorblok vast. 

Aanhaalmoment/vastdraaivolgorde: 

1. M 10 bout (ingeolied)................................ 45 Nm 

2. M 8 bout (ingeolied).................................. 20 Nm 

Meet de krukaslagers aan voor- en achterzijde 

op in de belastingsrichting. 

Noteer de meetwaarden in het meetprotocol en 

bereken de hoofdlagerspeling. 


1 

Axiale lagerspeling meten 

RS110320 

Plaats de krukas in het motorblok. 

Monteer ter centrering de scharnierpen (1) van 

de spanrail/geleiderail. 

Draai de bevestigingsbouten van het motorblok 

vast. 

00 2 500 

00 2 510 

RS110910 

Schroef de meetstandaard, BMW-nr. 00 2 500, 

met de micrometerklok, BMW-nr. 00 2 510, in de 

schroefdraadboring van het dynamodragerdeksel. 

Beweeg de krukas in axiale richting heen en 

weer en lees de speling af op de micrometerklok. 


11.79

Drijfstang-lagerspeling meten 

Meet de kruktappen van de krukas met een buitenmicrometer 

in radiale richting en haaks 

daarop. 

Breng de lagerschalen en de lagerkappen aan. 

Draai de drijfstangbouten m.b.v. de hoekverdraaiingsmeter, 

BMW-nr. 11 2 210, vast. 


Drijfstangbouten ingeolied 


Verdraaiingshoek .............................................. 80° 

11.80 

11 2 210 

RS110350 

RS110340 

RS110360 

Meet de binnendiameter van de drijfstanglagers 

in drukrichting op m.b.v. een binnenmicrometer. 

Noteer de meetwaarden in het meetprotocol op 

en bereken de drijfstang-lagerspeling. 

a Zie Technische gegevens.

Motorblok monteren 

Drijfstangen inbouwen 

11 2 210 

RS110370 

Span de krukas in een bankschroef met aluminium 

spanplaten. 

Smeer de drijfstangbouten in met olie, breng ze 

met de hand aan en draai ze m.b.v. de hoekverdraaiingsmeter, 

BMW-nr. 11 2 210, vast. 

e Attentie: 

Smeer de lagerschalen in met olie! Verwissel de 

drijfstangen en lagerschalen niet. Vervang de drijfstangbouten 

altijd. 

Montagerichting drijfstang:................................... 

.................................. Opschrift naar boven gericht 


Drijfstangbouten (geolied) 



11.81

Krukas inbouwen 

e Attentie: 

Smeer de lagerschalen in met olie! 

Span- en geleiderailsdistributieketting 

inbouwen 

Dicht de scharnierpen van de spanrail/geleiderail 

aan de koppelingszijde (pijl af met 3-Bond 1209. 

Monteer de scharnierbout (1) voor de kettingspanrail 

met een nieuwe pakkingring en draai 

hem vast. 


Scharnierbout kettinggeleiderail ................... 18 Nm 

11.82 

2 

1 

u 

RS110291 

Hulpas/distributiekettingen inbouwen 

e Attentie: 

De distributiekettingen (2) moeten goed op de kettingtandwielen 

van de hulpas liggen.

1 

Motorblok monteren 

M6x50 

Smeer de schone en vetvrije pakkingvlakken (pijl) 

in met 3-Bond 1209 . 

Maak de distributieketting met een elastiek (1) 

vast aan de span- en geleiderail. 

M6x50 

M6x25 

M6x25 

M6x35 

M6x35 

M6x35 

M6x50 

M6x50 

M6x50 

u 

M10x100 

M6x50 

M6x35 

M10x100 

M6x35 

M6x35 

M6x35 

M6x50 

M6x50 

M6x50 

M6x25 

RS110920 

11.83

Zet de motorblokhelften vast op elkaar m.b.v. de 

bevestingingsbouten. 

Aanhaalmoment/vastdraaivolgorde: 

1. M10 bout (ingeolied)................................. 45 Nm 

2. M 8 bout (ingeolied).................................. 20 Nm 

3. M 6 bout .................................................... 9 Nm 

11.84 

M10x100 

M10x100 

M8x80 

M8x80 

M8x35 

M8x35 

RS110391

Krukaskeerring inbouwen 

1 

2 3 

11 5 660 

Vorm de afdichtlip van de keerring voorzichtig 

met de hand (1) voor. 

Smeer het afdicht-/loopvlak van de keerring in 

met olie. 

Plaats de keerring op de geleidehuls en druk 

hem via deze huls in de boring (2). Verwijder de 

geleidehuls (3). 

Tik de keerring m.b.v. de handgreep, 

BMW-nr. 00 0 500, en het stempel met de geleidehuls, 

BMW-nr. 11 5 660, in de boring (4). 

4 

RS110400 

11.85

1 

Koppelingshuis inbouwen 

e Attentie: 

Gebruik voor het huis en het deksel altijd nieuwe 

bouten. 

Bouw het koppelingshuis zo in, dat de boring in 

het koppelingshuis (1) over de paspen op de krukas 

(2) valt. 

Blokkeer het koppelingshuis m.b.v. van het blokkeergereedschap, 

BMW-nr. 11 5 640. 

Breng alle bouten met de hand aan en draai ze 

vast. 


Koppelingshuis op krukas 

(schroefdraad ingeolied) ............................... 40 Nm 

Hoekverdraaiing ................................................ 32° 

11.86 

2 

11 5 640 

RS210011

4 

Oliepomp inbouwen 

e Attentie: 

Smeer de glijvlakken in met olie! 

Plaats de buitenrotor (1) van de oliepomp in het 

pomphuis. 

Breng het oliepomphuis incl. de koelolieleiding 

(2) aan. 

e Attentie: 

Monteer uitsluitend een in goede staat verkerende 

O-ring (3). 

Monteer de spie (4), de buitenrotor (5) en de binnenrotor 

(6) van de koeloliepomp. 

Zet het oliepompdeksel (7) vast met de bouten. 

e Attentie: 

Let op de verschillen deboutlengtes. 


M 6 bout ........................................................ 9 Nm 

Overdrukventiel ............................................ 35 Nm 

Oliedrukschakelaar....................................... 30 Nm 

1 

5 

6 7 

M6 x 50 

3 

2 

M6 x 45 

M6 x 45 

M6 x 45 

M6 x 50 

RS110411 

11.87

Hulpasaandrijving inbouwen 

Breng het merkteken op de krukas in lijn met dat 

op de hulpas. 

e Attentie: 

Stel de hulpas af a.d.h.v. het afstelvoorschrift. 

a Zie Cilinderkop monteren. 


BMW-nr. 11 5 640. 

Monteer het kettingtandwiel (1). 


M 6 bout ...................................................... 10 Nm 

Bouw de aandrijfketting met het kettingtandwiel 

(2) en de rotor (3) in. 


Bevestigingsbout kettingtandwiel ................. 70 Nm 

Monteer de kettingeleiderail (4) en borg hem met 

de borgveren. 

Monteer de kettingspanrail (5) en borg hem met 

de borgveer. 

Monteer het kettingspannerhuis (6) met de plunjer 

en de veer. 


M 6 bout ........................................................ 9 Nm 

11.88 

11 5 640 

4 

7 

2 

1 

3 

5 

Zet de koelolieleiding (7) vast. 

e Attentie: 

Monteer nieuwe pakkingringen. 


M 6 bout ...................................................... 10 Nm 

Banjobout koelolieleiding ............................. 25 Nm 

[vanaf modeljaar 96] 

Banjobout koelolieleiding 

met beluchtingsventiel ................................. 25 Nm 

6 

RS110250

Zuigers inbouwen 

Draai het slot van de olieschraapveer (pijl) naar 

boven. 

Monteer het slot van de overige zuigerveren telkens 

120° versprongen. 

Fabrieksmerkteken X = inbouwrichting uitlaatzijde. 

e Attentie: 

Let erop dat de borgveren voor de zuigerpennen 

correct worden gemonteerd! Smeer de glijvlakken in 

met olie! Bouw in één motor alleen zuigers van dezelfde 

gewichtsklasse in. 

Codering: : ...................................................+ of — 

a Zie Technische gegevens 

e Attentie: 

Bouw de zuigers en cilinders slechts paarsgewijs in. 

Verwissel de zuigers en zuigerpennen niet! 

Codering zuigermaat:e: 

Zuigerbodem A, B, AB (naar keuze voor A- of B-cilinder), 

en cilinder A, B. 

X 

RS110430 

11.89

Cilinders inbouwen 

Breng op de schone en vetvrije pakkingvlakken 

van de cilinder (pijl) 3-Bond 1209 aan. 

Smeer de cilinderwand in met olie. 

Span de zuigerveren m.b.v. de zuigerveerspanner, 

BMW-nr. 11 2 900/11 2 905. 

Bouw de cilinder in en geleid tegelijkertijd de distributieketting 

en de span- en geleiderail door de 

distributiekettingschacht. 

Zet de cilinder vast. 

Monteer de scharnierbouten van de kettinggeleiderail 

(1) met nieuwe pakkingringen en draai ze 

vast. 

Monteer het kettingtandwiel. 

Aanhaalmoment/vastdraaivolgordelge: 

1. M 8 bout .................................................. 20 Nm 

2. M 6 bout .................................................... 9 Nm 

3. Scharnierbout voor kettinggeleiderail........... 18 Nm 

11.90 

1 

11 2 900 

u 

RS110420

1 

Cilinderkop inbouwen 

Monteer de cilinderkoppakking. 

Schuif de cilinderkop over de tapeinden/schuif 

het uitgelijnde en vastgezette nokkenastandwiel 

(1) met de distributieketting door de kettingschacht. 

Monteer de tuimelaarconsole (2). 

Zet de cilinderkop vast. 

e Attentie: 

De borst (pijl) van de cilinderkopmoeren moet naar 

de cilinderkop gericht zijn. 

Aanhaalmoment/vastdraaivolgorde:lge: 

1. Cilinderkopmoeren (ingeolied), kruiselings aantrekken 

1.1Draai alle moeren vastn........................... 20 Nm 

1.2Alle moeren met een hoekverdraaiing 

vastdraaien................................................... 90° 

1.3Alle moeren met een hoekverdraaiing 

vastdraaien................................................... 90° 

2. M 10 bout ............................................... 40 Nm 

3. M 6 bout ................................................... 9 Nm 


natrekken na 1000 km 

cilinderkopmoeren kruiselings natrekken 


2. Moer met aanhaalmoment vastdraaien.... 20 Nm 

3. Moer met hoekverdraaiing vastdraaien...... 180° 

4. M10 bout losdraaien/vastdraaien ............ 40 Nm 

2 

M6 x 30 

M6 x 60 

M6 x 30 

M6 x 30 

RS110930 

Plaats het nokkenastandwiel op de nokkenas 

overeenkomstig het afstelvoorschrift. 


BMW-nr. 11 5 640. 

Draai de bout van het nokkenastandwiel vast. 


Bout nokkenastandwiel ................................ 65 Nm 

Druk het nokkenastandwiel aan de linkerzijde 

met een pen in de nokkenas en plaats de zuiger 

van de linker cilinder in het BDP. 

Plaats het nokkenastandwiel op de nokkenas 

overeenkomstig het afstelvoorschrift. 

Draai de bout van het nokkenastandwiel vast. 

Bouw de kettingspanner in. 

Controleer het merkteken op de nokkenastandwielen 

a.d.h.v. het afstelvoorschrift. 


Kettingspanner............................................. 32 Nm 

11.91

Klepspeling afstellen 

Plaats de zuiger in het BDP. 

Meet de klepspeling met een voelermaat. 

Corrigeer de klepspeling met de klepstelbout en 

borg de klepstelbout. 

Klepspeling bij koude motor 

(max. 35 °C): 

Inlaat .........................................................0,15 mm 

Uitlaat........................................................0,30 mm 


Contramoer.................................................... 8 Nm 

Controleer de klepspeling nogmaals, de voelermaat 

moet met een lichte weerstand tussen de 

klepsteel en de tuimelaar kunnen worden doorgetrokken. 

11.92 

RS110980

Rechter cilinderkop inbouwen 

Afstelvoorschrift 

e Attentie: 

Begin bij het monteren altijd met de rechter 

cilinder. 

Rechter cilinder = zuiger in BDP van de compressieslag: 

De merktekens (pijl) op het kettingtandwiel/hulpas 

en het kettingtandwiel/krukas staan in lijn met elkaar. 

Blokkeer de zuiger in het BDP van de compressieslag 

door de doorn, BMW-nr. 11 2 650, in de 

boring van het koppelingshuis en het motorblok 

te steken. 

Rechter cilinder = in het BDP van de compressieslag: 

De paspen (pijl) op het rechter nokkenastandwiel is 

naar beneden gericht. 

Het merkteken (R of de pijl) en de punt van de tand 

van het rechter nokkenastandwiel staan precies in 

lijn met het merkteken X op de tuimelaarconsole. 

Controleer de afstelling nogmaals nadat de kettingspanner 

is ingebouwd. 

X 

RS110961 

RS110150 

11.93

Linker cilinderkop inbouwen 

Afstelvoorschrift 

e Attentie: 

Begin bij de montage altijd met de rechter cilinder. 

Linker cilinder = in het BDP van de compressieslag 

De merktekens (pijlen) op het hulpastandwiel en het 

krukastandwiel zijn naar beneden gericht. 

Blokkeer de zuiger in het BDP door de doorn, 

BMW-nr. 11 2 650, door de boring in het koppelingshuis 

en het motorhuis te steken. 

Linker cilinder = in het BDP van de compressieslag: 

De paspen (pijl) van het linker nokkenastandwiel 

moet naar boven gericht zijn. 

Het merkteken (R of de pijl) en de punt van de tand 

van het linker nokkenastandwiel staan precies in lijn 

met het merkteken X op de tuimelaarconsole. 

Controleer de afstelling nogmaals nadat de kettingspanner 

is ingebouwd. 

11.94 

X 

RS110963 

RS110511

RS110050 

Monteer het deksel met een onbeschadigde 

O-ring. 

X Anhaalmoment: 

M 6 bout ........................................................ 9 Nm 

RS110100 

Corrigeer zonodig de axiale speling door het verschuiven 

van de console. 

Axiale speling tuimelaars 

min............................................................0,05 mm 

max. ..........................................................0,40 mm 

Monteer het kleppendeksel. 

e Attentie: 

Let op de juiste montage van de pakkingen! De 

pakkingen en de pakkingvlakken moeten olie- en 

vetvrij zijn. 


Kleppendekselbout ........................................ 8 Nm 

Schroef de inlaatkelken vast. 

RS110940 

RS110440 


M 6 bout ........................................................ 9 Nm 

11.95

u 

Dynamodragerdeksel inbouwen 

Druk de geleidehuls, BMW-nr. 11 5 680, op de 

krukas. 

Smeer het schone en vetvrije pakkingvlak (pijl) in 

met 3-Bond 1209. 

Monteer het dynamodragerdeksel. 


M 8 bout ...................................................... 20 Nm 

M 6 bout ........................................................ 9 Nm 

11.96 

5 

11 5 680 

1 

4 

2 

11 5 640 

Hallgenerator/poelie inbouwen 

3 

Monteer de hallgenerator (1). 


BMW-nr. 11 5 640. 

[vanaf modeljaar 95] Fixeer de rotor (2) van de 

hallgenerator met b.v. Loctite secondenlijm op 

de poly-V-riempoelie (3). 

Monteer de poly-V-riempoelie. 

e Attentie: 

Monteer de paspen (4) voor de riempoelie (vanaf 

modeljaar ’95 fixering op de rotor van de hallgenerator) 

zo dat deze in de groef/krukas (5) valt. 


Bevestigingsbout riempoelie ........................ 50 Nm 

Bouw de leiding voor de rotatie-ontluchting (3) 

met nieuwe pakkingringen in. 



M 8 bout ...................................................... 20 Nm 

Banjobout .................................................... 25 Nm 

6 

RS110450

11 2 650 

BDP 

Ontstekingstijdstip afstellen 

Blokkeer m.b.v. de blokkeerdoorn, 

BMW-nr. 11 2 650, het koppelingshuis. 

12 3 650 

12 3 652 

RS110461 

RS110460 

Sluit de ontstekingstester, BMW-nr. 12 3 650, en 

de adapterkabel, BMW-nr. 12 3 652, aan op de 

hallgenerator. 

Verdraai de grondplaat van de hallgenerator zo 

ver tot de controlelamp net dooft. 

Zet de plaat van de hallgenerator weer vast. 

Verwijder de blokkeerdoorn. 

11.97

Dynamo inbouwen 

11.98 

3 

Bouw de dynamo in. 

1 

Afstelvoorschriften poly-V-riem: 

Montagevoorschrift poly-V-riem: 

Breng de poly-V-riem aan, span hem en draai de 

motor eenmaal rond. 


Draai de zeskantmoer (1) op de stelbout (2) met 

de hand iets aan (zonder gereedschap!) 

Draai de stelbout (2) m.b.v. een momentsleutel 

aan, draai de bovenste bevestigingsmoer (3) 

vast, ontlast de afstelbout en draai de bouten 

vast. 


Voorspanning poly-V-riem 

met stelbout ................................................... 8 Nm 

Wisselstroomdynamo 

aan deksel dynamodrager ............................ 20 Nm 

RS110490 

Monteer het voordeksel. 

2 

RS110480

11 4 650 

RS110950 

Monteer het oliefilter met de oliefiltersleutel, 

BMW-nr. 11 4 650. 

Monteer de olie-aftapplug met een nieuwe pakkingring 

en draai hem vast. 


Oliefilter 

(draagvlak dun ingesmeerd met olie) ............ 11 Nm 

Olie-aftapplug............................................... 32 Nm 

12 3 510 

RS000010 

Draai de bougies vast met de bougiesleutel, 

BMW-nr. 12 3 510. 


Bougie ......................................................... 20 Nm 

Motor inbouwen 

De motor wordt in omgekeerde volgorde 

ingebouwd. 

11.99

12 


Inhoud Blz. 


Bobine en bougiekabel uit-/inbouwenn ..........................................................................7 

Weerstand van de bobine controleren ..................................................................................7 

Wisselstroomdynamo uit-/inbouwen .................................................................................8 

Afstelvoorschrift poly-V-riem: ..............................................................................................................9 

Wisselstroomdynamo demonteren/monteren ............................................................10 

Wisselstroomdynamo controleren ........................................................................................11 

Anker op massasluiting controleren .....................................................................................11 

Startmotor uit-/inbouwen ......................................................................................................12 

Startmotor demonteren/monteren ...................................................................................13 

Koolborstels vervangen .............................................................................................................13 

Startmotor controleren ...............................................................................................................13 

Startrelais controleren ................................................................................................................13 

Hallgenerator uit-/inbouwen ................................................................................................14 

Ontstekingstijdstip afstellen .....................................................................................................15 

12.1

12.2

12 


Startmotor 

Constructie Seriemotor met planetair tandwielstelsel 

Overbrengingsverhouding Planetair tandwielstelsel 

5,5 : 1 

Vermogen kW 1,1 

Dynamo 

Constructie Driefasige wisselstroomdynamo met geïntegreerde, 

geheel elektronische spanningsregelaar 

Aandrijving Poly-V-riem 

Overbrengingsverhouding 1 : 1,5 

Max. vermogen W/V 700/14 

Max. stroomsterkte bij motortoerental 4000/min A 50 

Nominale stroomsterkte bij motortoerental 

1000/min 

Max. toerental min -1 

Poly-V-riempoelie van aluminium 

Buiten-Ø op de punt van de tand gemeten 

Slijtagelimiet mm 

Bougie 

A 18 

20 000 

Bosch FR 6 DTC 

Elektrodenafstand mm 0,8 

Slijtagegrens mm 1,0 

Schroefdraad metrisch M 14 x 1,25 

Ontsteking 

Ontstekingssysteem Motronic (referentieveldsturing) 

Impulsgevers Twee door de krukas aangestuurde magneetslagbomen 

(hallgeneratoren) 

Ontstekingstijdstip °KW 0° — + 43° vor BDP 

Ontstekingstijdstip, statisch °KW Afstelling in BDP 

Bobine 

Met dubbele vonk 

Motronic rekent BDP-waarde in 6° voor BDP om 

Weerstand: primair Ω ~0,5 

tussen klem 15 en 1 

secundair kΩ ~13 

tussen klem 4a en 4b 

12.3

Technische gegevensn R 1100 RT 

Startmotor 



5,5 : 1 

Vermogen kW 1,1 

Dynamo 



Aandrijving Poly-V-riem 

Overbrengingsverhouding 1 : 1,5 

Max. vermogen W/V 700/14 

Max. stroomsterkte bij motortoerental 4000/min A 50 


1000/min 

Max. toerental min -1 



Slijtagelimiet mm 

Bougie 

12.4 

A 18 

20 000 

Bosch FR 6 DTC 

Elektrodenafstand mm 0,8 

Slijtagegrens mm 1,0 

Schroefdraad metrisch M 14 x 1,25 

Ontsteking 




Ontstekingstijdstip °KW 0° — + 43° vor BDP 

Ontstekingstijdstip, statisch °KW Afstelling in BDP 

Bobine 



Weerstand: primair Ω ~0,5 


secundair kΩ ~13 

tussen klem 4a en 4b


Startmotor 



5,5 : 1 

Vermogen kW 1,1 1,1 

Dynamo 

Planetair tandwielstelsel 

5,5 : 1 



Aandrijving Poly-V-riem Poly-V-riem 

Overbrengingsverhouding 1 : 1,5 1 : 1,5 

Max. vermogen W/V 700/14 700/14 

Max. stroomsterkte bij motortoerental 4000/ 

min 


1000/min 

A 50 50 

A 18 18 

Max. toerental min -1 20 000 20 000 



Slijtagelimiet mm 55,5 

Bougie 

Bosch FR 6 DTC FR 6 DTC 

Elektrodenafstand mm 0,8 0,8 

Slijtagegrens mm 1,0 1,0 

Schroefdraad metrisch M 14 x 1,25 M 14 x 1,25 

Ontsteking 




Ontstekingstijdstip °KW 0° — + 43° vor BDP 0° — + 43° vor BDP 

Ontstekingstijdstip, statisch °KW Afstelling in BDP Afstelling in BDP 

Bobine 



Weerstand: primair Ω ~0,5 ~0,5 


secundair kΩ ~13 ~13 

tussen klem 4a en 4b 

12.5


Startmotor 



5,5 : 1 

Vermogen kW 1,1 1,1 

Dynamo 

12.6 

Planetair tandwielstelsel 

5,5 : 1 



Aandrijving Poly-V-riem Poly-V-riem 

Overbrengingsverhouding 1 : 1,5 1 : 1,5 

Max. vermogen W/V 700/14 700/14 

Max. stroomsterkte bij motortoerental 4000/ 

min 


1000/min 

A 50 50 

A 18 18 

Max. toerental min -1 20 000 20 000 



Slijtagelimiet mm 55,5 55,5 

Bougie 

Bosch FR 6 DTC FR 6 DTC 

Elektrodenafstand mm 0,8 0,8 

Slijtagegrens mm 1,0 1,0 

Schroefdraad metrisch M 14 x 1,25 M 14 x 1,25 

Ontsteking 




Ontstekingstijdstip °KW 0° — + 43° vor BDP 0° — + 43° vor BDP 

Ontstekingstijdstip, statisch °KW Afstelling in BDP Afstelling in BDP 

Bobine 



Weerstand: primair Ω ~0,5 ~0,5 


secundair kΩ ~13 ~13 

tussen klem 4a en 4b

3 

RS120010 

12 3 520 

Bobine en bougiekabel uit-/ 

inbouwenn 


[RS/GS/RT] Bouw de kuipzijdelen uit. 

[RS] Maak de binnenbekleding van de cockpit 

los van de benzinetank. 

[R] Maak de beplating voor de benzinetank los. 

Draai de bevestigingsbout van de benzinetank 

los. 

Klem de benzinetoevoer- en -retourslang af met 

de klem BMW-nr. 13 0 010, maak de slangklemmen 


Trek de ontluchtingsslangen los. 


los. 


5 

4 5 

e Attentie: 

Zet het contact af! Maak de massakabel los van de 

accu en isoleer de kabel! 

[GS/R] Maate de Motronic-regeleenheid los en 

trek hem naar boven weg. 

Bouw de bobine (1) uit. 

Trek de stekker (2) los. 

Trek de bougiekabel (3) los. 

Verwijder het bougiedeksel (4). 

Trek de bougiestekker (5) m.b.v. de trekker, 

BMW-nr. 12 3 520, los. 

Bouw de bougiekabel uit. 


Weerstand van de bobine controleren 


1 

2 

3 

12.7

Wisselstroomdynamo uit-/inbouwen 

12.8 



e Attentie: 

Maak de massakabel los van de accu! Isoleer de 

massakabel! 



[R] Verwijder de beplating voor de benzinetank. 


los. 

Klem de benzinetoevoer- en retourslang af met 

de klemBMW-nr. 13 0 010, maak de slangklemmen 




los. 


2 

3 

2 

2 


[ABS] Maak de drukmodulator los. 

Verwijder het frontdeksel van de motor. 

Maak de aansluitbedrading (1) op de dynamo 

los. 

Maak de poly-V-riempoelie op de dynamo los. 

Draai de bevestigingsbouten en -moeren (2) van 

de dynamo los. 

Verwijder de poly-V-riempoelie en de riem. 

Verwijder de stang (3) links op het frame. 

Bouw de dynamo uit. 

e Attentie: 

Let op voor krassen, trek de stekkers zonodig los. 


1 

RS120020

2 

3 

1 

Afstelvoorschrift poly-V-riem: 

Inbouwvoorschrift poly-V-riem 

Breng de poly-V-riem aan, span hem voor en 

draai de motor eenmaal rond en hef vervolgens 

de spanning weer op. 


Draai de bevestigingsbouten en -moeren (1,2,3) 

een slag los. 

Draai de zeskantmoer (10 op de stelbout (4) iets 

met de hand aan (zonder gereedschap!) 

Breng de stelbout (4) onder voorspanning met de 

momentsleutel, draai de bovenste bevestigingsmoer 

(3) vast, hef de voorspanning op de stelbout 

op en draai de bouten vast. 

L Opmerking: 

Zie ook Service-informatie 12 020 95 (700). 


Voorspanning poly-V-riem.............................. 8 Nm 

Wisselstroomdynamo aan 

deksel dynamodrager................................... 20 Nm 

Pluskabel aan dynamo ................................. 15 Nm 

Riempoelie op dynamo................................. 50 Nm 

4 

RS110480 

12.9

1 

Wisselstroomdynamo demonteren/ 

monteren 

Draai de bevestigingsbouten (1) van de kap los. 

Ontgrendel de klem (2) en verwijder de afdekkap. 

Bouw de spanningsregelaar (3) uit. 

Poly-V-riempoelie uitbouwen. 



Riempoelie op dynamo................................. 50 Nm 

12.10 

2 

3 

RS120050

Wisselstroomdynamo controleren 

L Opmerking: 

Ijk voor elke weerstandsmeting met de BMW-diagnosetester 

deze op nul: 

sluit de plus- (geel) en de mindraad (groen) aan.Druk 

op de toets tot op het display 0,00 Ω verschijnt. 

Meet de weerstand tussen de sleepringen met 

de BMW-diagnosetester, BMW-nr. 61 1 510. 

Richtweerstand: .............................................. 3 Ω 

Anker op massasluiting controleren 

OL 

RS120070 

RS120060 

Meet de weerstand tussen de sleepringen en het 

anker. 

Meetresultaat:.............................. OL= open draad 

12.11

Startmotor uit-/inbouwen 


[RS/RT] Verwijder het kuipzijdeel, links. 

e Attentie: 

Maak de massakabel los van de accu! Isoleer de 

massakabel! 

[RS/GS/R] Verwijder het startmotordeksel (1) en 

trek de stekker (2) van de contactdoos los. 

Maak de aansluitdraden (3) los. 

Draai de bevestigingsbouten (4) los en bouw de 

startmotor uit. 



Startmotor aan motorblok ............................ 20 Nm 

Startmotordeksel aan versnellingsbakhuis...... 7 Nm 

Plusdraad aan startmotor ............................ 10 Nm 

12.12 

1 

4 

2 

3 

4 

RS120140

2 

Startmotor demonteren/monteren 

Maak de stroomdraad (1) los. 

Draai de bevestigingsbouten (2) los. 

Verwijder het rondselhuis (3). 

Draai de bevestigingsbouten (5) los en verwijder 

het startrelais (4). 

Maak de gaffelhefboom (6) en de veer (7) los van 

het startrelais (8). 

Verwijder de borgveer (9) en trek het rondsel (10) 

van de as. 


Smeer de schroefdraad en de pendix in met 

siliconenvet Bosch PZ 2 V 3. 

Koolborstels vervangen 

Maak de stroomdraad (1) los. 

Verwijder het deksel (11). 

Verwijder de koolborstelhouder (12). 

Trek de borgveren (13) van de koolborstels (14) 

omhoog en verwijder de koolborstels. 

Bouw de koolborstels met de koolborstelplaat in. 

Schuif de korte draad (15) op het tapeind. 

Monteer het deksel (11). 

Sluit de stroomdraad (1) aan 

3 

9 

6 

10 

8 

7 

12 

15 

14 

5 

4 

13 

Startmotor controleren 

Motortemperatuur > 20 °C 

Ampèremeter tussen de plusdraad naar de startmotor 

en de startmotor in geschakeld. 

Startmotor in orde bij: .....................ca. 80...150 A 

Voltmeter op de plus- en minaansluiting van de 

startmotor. 

Startmotor in orde bij: .......................ca. 10...11 V 

Startrelais controleren 

L Opmerking: 

Ijk voor elke weerstandsmeting met de BMW-diagnosetester 

deze op nul: 

sluit de plus- (geel) en de mindraad (groen) aan. 

Druk op de toets tot op het digitale display 0,00 Ω 

verschijnt. 

Schakel de ohmmeter na de nulijking tussen 

klem 30 en 87. 

Weerstand:........................................................ OL 

Sluit de plus aan op klem 85 en de min op klem 

86. Vervolgens: 

Sluit de plusdraad aan op klem 85 en de mindraad 

op klem 86b. 

Het relais moet schakelen! 

Weerstand........................................................ 0 Ω 

1 

11 

RS120080 

12.13

Hallgenerator uit-/inbouwen 


[RS/GS/RT] Verwijder de zijkuipdelen. 





los en zet de tank voorzichtig terug. 

e Attentie: 

Pas op voor krassen op de lak/leg een schuimstof 

mat o.i.d. onder de tank. 

12.14 

5 

2 

1 

5 

6 

e Attentie: 



4 

Trek de stekker (1) van de hallgenerator los. 

Verwijder het frontdeksel van de motor. 

Draai de bevestigingsbouten/-moeren (2) van de 

dynamo los en ontspan de poly-V-riem. 

[RS/GS/R] Verwijder het startmotordeksel en 

trek de stekker van de contactdoos los. 



BMW-nr. 11 5 640. 

3 

1 

RS120090 

RS180050

Bouw de leiding van de rotatie-ontluchting (3) uit. 

Bouw de snaarpoelie (4) uit. 

L Opmerking: 

Teken t.b.v. het inbouwen later eventueel de montagestand 

van de hallgenerator af. 

Bouw de hallgenerator (5) uit. 


[vanaf modeljaar 95] Fixeer de rotor (6) van de 

hallgenerator met b.v. Loctite secondenlijm op 

de poly-V-riempoelie (4). 

e Attentie: 

Monteer de paspen (7) van de riempoelie 

[vanaf modeljaar 95 fixering op de rotor van de 

hallgenerator] in de groef van de krukas (7). 

Monteer de stroomdraad van de hallgenerator 

zorgvuldig. Span de poly-V-riem volgens het 

afstelvoorschrift. 


Voorspanning poly–V–riem ............................. 8 Nm 

Dynamo 

aan dynamodragerdeksel ............................. 20 Nm 

Riempoelie op krukas................................... 50 Nm 

Ontstekingstijdstip afstellen 

11 2 650 

BDP 

Blokkeer m.b.v. de BDP–doorn, 

BMW-nr. 11 2 650, het koppelingshuis. 

12 3 650 

12 3 652 

RS110461 

RS110460 

Sluit de ontstekingstester, BMW-nr. 12 3 650, en 

de adapterkabel, BMW-nr. 12 3 652, aan op de 

plaat van de hallgenerator. 

Draai de bouten van de plaat van de hallgenerator 

iets los. 

Verdraai de plaat van de hallgenerator zo, dat de 

controlelamp net dooft. 

Zet de plaat van de hallgenerator weer vast. 

Verwijder de BDP–doorn. 

12.15

13 


Inhoud Blz. 


Luchtfilterhuis uit-/inbouwen ................................................................................................7 

Gasklephuizen uit-/inbouwen ...............................................................................................8 

Inspuitventielen uit-/inbouwen ..................................................................................................9 

Motronic-regeleenheid uit-/inbouwen .............................................................................9 

13.1

13.2

13 


Soort brandstof Super loodvrij 95 RON 

Brandstofsysteem Motronic MA 2.2 

Binnen-Ø gasklephuis mm 45 

Gasklephoek in ruststand ° 10 

Luchtfilter Rond papierluchtfilter 

13.3


Soort brandstof Super loodvrij 95 RON 

Brandstofsysteem Motronic MA 2.2 

Binnen-Ø gasklephuis mm 45 

Gasklephoek in ruststand ° 10 

Luchtfilter Rond papierluchtfilter 

13.4


Soort brandstof Super loodvrij 95 RON Super loodvrij 95 RON 

Brandstofsysteem Motronic MA 2.2 Motronic MA 2.2 

Binnen-Ø gasklephuis mm 45 45 

Gasklephoek in ruststand ° 10 10 

Luchtfilter Rond papierluchtfilter Rond papierluchtfilter 

13.5


Soort brandstof Super loodvrij 95 RON Super loodvrij 95 RON 

Brandstofsysteem Motronic MA 2.2 Motronic MA 2.2 

Binnen-Ø gasklephuis mm 45 45 

Gasklephoek in ruststand ° 10 10 

Luchtfilter Rond papierluchtfilter Rond papierluchtfilter 

13.6

1 

Luchtfilterhuis uit-/inbouwen 





Trek de stekker van de luchttemperatuurzender 

los. 

Verwijder het luchtfilterdeksel. 

Verwijder de luchtinlaatkoker. 

Trek het remvloeistofreservoir uit de houder. 

Trek de remslang achter uit de houder. 

Trek de verbindingsstekker van de remlichtschakelaar 

los en maak de stroomdraad los. 

Maak het luchtfilterhuis aan de voor-/achterzijde 

los. 

Verwijder de kabelbandjes/kabelboom op het 

luchtfilterhuis. 


en van de startblokkeerschakelaar van de 

zijstandaard los en maak de stroomdraad los. 

Maak de luchtinlaatkoker los van het gasklephuis. 

Haak bij motorfietsen met een gaskabelverdeler 

de gaskabels los.. 

Maak de uitlaatdemper aan de achterzijde los. 

[ABS] Maak de remklauw los. 

[ABS]/[GS/R/RT] Maak de ABS-sensor los. 


Bouw het veerelement uit. 

e Attentie: 

Ondersteun het cardan. 

RS130090 

Draai de bevestigingsmaterialen van het achterframe 

los/draai de bevestigingsmaterialen van de 

reactiestangen voor slechts enkele slagen los. 

RS230310 

Kantel het achterframe naar boven en zet het 

vast met de spanriem. 

Maak de retourslang los van de olieafscheider op 

het luchtfilterhuis (1). 

Verwijder het luchtfilterhuis. 


13.7

A 

Gasklephuizen uit-/inbouwen 

13.8 

5 

6 

Trek de afdekking (1) los. 

Druk de borgveer op de multistekker van de gasklepzender 

(2) in en trek de stekker los. 

L Opmerking: 

Bouw de gasklepzender alleen uit als hij moet worden 

vervangen (basisafstelling noodzakelijk — zie 

Motronic-diagnosehandleiding). 

Maak de borgschuif (3) voor de benzineleiding 

los en trek de leiding los. 

Draai de schroeven van de slangklemmen enkele 

slagen los. 

Schuif de aanzuigmond in het luchtfilterhuis en 

bouw het gasklephuis uit. 

5 

1 

e Attentie: 

Let erop dat de O-ring (4) op het gasklephuis in goede 

staat verkeert! 

Haak de gaskabel (5) eerst los van het rechter en 

dan van het linker gasklephuis. 

Op modellen met kabelverdeler. 

a Zie Afbeelding (A) 

Haak de chokekabel (6) los. 


Afstelling choke, stationair toerental en 

synchronisatie 

a Zie groep 00. 

3 

2 

4 

RS130100

Inspuitventielen uit-/inbouwen 

Maak de borgschuif (3) voor de benzineleiding 

los en trek de leiding los. 

Druk de borgveer op de stekker van het inspuitventiel 

(5) los en trek de stekker los. 

Bouw het inspuitventiel uit. 

e Attentie: 

Let erop dat de O-ring op het inspuitventiel in goede 

staat verkeert! 


Motronic-regeleenheid uit-/inbouwen 


e Attentie: 

Zet het contact af, maak de massakabel op de accu 

los en isoleer hem! 

RS130010 


Trek de stekkerstrip los. 


13.9

16 


Inhoud Blz. 


Benzinetank uit-/inbouwen .....................................................................................................7 

Benzinefilter, benzinepomp en tankvlotterelement uit-/inbouwen ..................9 

Benzinefilter uit-/inbouwen .......................................................................................................10 

Benzinepomp en tankvlotterelement uit-/inbouwen .....................................................10 

Benzinepompdruk controleren ...............................................................................................11 

Benzineverdeler en drukregelaar uit-/inbouwen ......................................................11 

16.1

16.2

16 


Benzinetank 

Inhoud benzinetank l 23 

waarvan reserve l 6 

Benzinepomp 

Constructie Tandwielpomp 

Merk VDO 

Werkspanning V 12 

Benzinedruk bar 3 

Opbrengst l/h 110 

16.3


Benzinetank 

Inhoud benzinetank l 26 

waarvan reserve l 6 

Benzinepomp 

Constructie Tandwielpomp 

Merk VDO 

Werkspanning V 12 

Benzinedruk bar 3 

Opbrengst l/h 110 

16.4


Benzinetank 

Inhoud benzinetank l 25 25 

waarvan reserve l 6 6 

Benzinepomp 

Constructie Tandwielpomp Tandwielpomp 

Merk VDO VDO 

Werkspanning V 12 12 

Benzinedruk bar 3 3 

Opbrengst l/h 110 110 

16.5


Benzinetank 

Inhoud benzinetank l 21 21 

waarvan reserve l 6 6 

Benzinepomp 

Constructie Tandwielpomp Tandwielpomp 

Merk VDO VDO 

Werkspanning V 12 12 

Benzinedruk bar 3 3 

Opbrengst l/h 110 110 

16.6

Benzinetank uit-/inbouwen 



[RS] Maak de binnenbekleding (1) van de cockpit 


[R] Maak de beplating op de benzinetank los. 

Draai de bevestigingsbout (2) van de benzinetank 

los. 

Klem de benzinetoevoer- en -retourslang (3) af 

met de klem, BMW-nr. 13 0 010, maak de slangklemmen 



Trek de stekker (5) van de benzinepomp los. 



1 

5 3 

2 

13 3 010 

RS 


Benzinetank aan achterframe....................... 22 Nm 

4 

RS160010 

16.7

RT 

A 

16.8 

B 

C 

A 

6x 

B 

6x 

C 

4 

13 3 010 

5 

3 

RT160060

1 

Benzinefilter, benzinepomp en tankvlotterelement 

uit-/inbouwen 

e Attentie: 

Benzine is licht ontvlambaar en schadelijk voor de 

gezondheid. 

Neem de betreffende veiligheidsvoorschriften in 

acht! 

Tap de benzine uit de benzinetank af. 

Bouw de benzinepompunit (1) uit en maak de 

slangen (2) los. 

2 

RS160020 

16.9

Benzinefilter uit-/inbouwen 

e Attentie: 

Let op de doorstroomrichting op het filter (1). 

16.10 

5 

1 

2 

4 

Benzinepomp en tankvlotterelement 

uit-/inbouwen 

Maak de elektrische aansluitingen (2) los van de 

benzinepomp (3). 

Maak de slangklem (4) los. 

Bouw de benzinepomp uit. 


Monteer de wegwerp-slangklemmen met de 

tang, BMW-nr. 13 1 500. 

e Attentie: 

Monteer een in goede staat verkerende O-ring (5). 

Controleer na montage de benzinepompunit op 

lekkage. 


Benzinepompunit aan tank............................. 6 Nm 

3 

RS160030

Benzinepompdruk controleren 

16 1 500 

RS160040 

Sluit de testmanometer, BMW-nr. 16 1 500, aan 

op de drukzijde. 

Laat de motor stationair draaien. 

Benzinepompdruk: 

Richtwaarde ....................................................3 bar 

L Opmerking: 

Controleer de pomp, het benzinefilter, de drukregelaar 

en de slang als de benzinepompdruk lager is. 

Benzineverdeler en drukregelaar 

uit-/inbouwen 

1 


a Zie groep 23, Versnellingsbak uitbouwen. 

Drukregelaar (1). 

RS160050 

16.11

18 


Inhoud Blz. 

Uitlaatsysteem uit-/inbouwen ...............................................................................................3 

Uitlaatdemper uit-/inbouwen .....................................................................................................3 

Uitlaatbochten uit-/inbouwen ....................................................................................................4 

18.1

18.2

18 

RS/RT 

2 

RS180020 

Uitlaatsysteem uit-/inbouwen 

Uitlaatdemper uit-/inbouwen 

1 

5 

RS180050 

[KAT] Maak de benzinetank los en trek hem naar 

achteren. 

Trek de stekker (1) van de lambdasonde los en 

maak de kabel los. 

e Attentie: 

Belast de kabel van de lambdasonde niet op trek. 

3 

GS/R 

Draai de bout van de slangklem (2) enkele slagen 

los. 

Draai de bevestigingsbouten (3) los. 

[RS/RT] Verwijder de borging op de bevestiging 

aan de achterzijde van de uitlaatdemper. 

[GS/R] Maak de spanklem aan de achterzijde 

los. 

Verwijder de einddemper. 


e Attentie: 

Monteer de kabel van de lambdasonde correct. 


[[RS/RT] Uitlaatdemper aan voetsteun ........ 35 Nm 

[GS/R] Uitlaatdemper aan achterframe ........ 24 Nm 

Uitlaatdemper aan console voor 

middenstandaard ......................................... 20 Nm 

Klem aan uitlaatpijp 

(Smeer het spanvlak in met Never Seeze) .... 50 Nm 

[KAT] Lambdasonde (5) uit-/inbouwen. 

e Attentie: 

Maak een proefrit en controleer het storingsgeheugen 

van de Motronic! 


Lambdasonde 

(Met Never Seeze insmeren)......................... 55 Nm 

18.3

Uitlaatbochten uit-/inbouwen 

18.4 

6 

Draai de bout van de slangklem (2) enkele slagen 

los. 

Draai de bevestigingsmoeren van de uitlaatbochten 

(6) los. 

Trek de uitlaatbochten los. 


L Opmerking: 

Monteer bij inbouw nieuwe pakkingringen (7). 


Uitlaatbocht (met lip) 

aan cilinderkop............................................. 22 Nm 

Uitlaatbocht (met broekpijp) 

aan cilinderkop............................................. 18 Nm 

Klem op de uitlaatdemper 

(smeer het spanvlak in met Never Seeze) .... 50 Nm 

7 

6 

2 

7 

RS180030

21 

21 Koppeling 

Inhoud Blz. 


Koppeling uit-/inbouwen ..........................................................................................................7 

Koppeling uitbouwen ....................................................................................................................9 

Koppeling inbouwen ......................................................................................................................9 

Koppelingsspeling afstellen .................................................................................................10 

21.1

21.2

21 


Type koppeling Enkelvoudige droge-plaatkoppeling met 

diafragmaveer 

Bediening Mechanisch via ontkoppelingshefboom en drukstang 

welke door de holle prise-as loopt 

Koppelingsplaat-Ø mm 180 


Met de meetpen van de schuifmaat, met de hand 

samengedrukt, op de klinknagels van de koppelingsplaat 

gemeten 

Benodigde handkracht Nm 65 

Koppelingsspeling bij koppelingsgreep mm 7 

Maat voor basisafstelling koppeling 

(vrije lengte schroefdraad op de stelbout van 

de koppelingsgreep) mm 12 

21.3



diafragmaveer 



Koppelingsplaat-Ø mm 180 

21.4 




gemeten 

Benodigde handkracht Nm 65 

Koppelingsspeling bij koppelingsgreep mm 7 



de koppelingsgreep) mm 12



diafragmaveer 



Koppelingsplaat-Ø mm 180 180 




gemeten 

Benodigde handkracht Nm 65 65 

Koppelingsspeling bij koppelingsgreep mm 7 7 



de koppelingsgreep) mm 12 12 

21.5



diafragmaveer 



Koppelingsplaat-Ø mm 180 180 

21.6 




gemeten 

Benodigde handkracht Nm 65 65 

Koppelingsspeling bij koppelingsgreep mm 7 7 



de koppelingsgreep) mm 12 12

Koppeling uit-/inbouwen 


[RT] Bouw de spiegel uit. 






los. 


de klem, BMW-nr. 13 0 010, maak de slangklemmen 




los. 



e Attentie: 

Maak eerst de accuminpool en daarna de pluspool 

los. Sluit eerst de accupluspool en daarna de 

minpool aan. 

[vanaf modeljaar 96] Maak het kabelverdeelblok 

los. 

Maak de accuhouder aan de achterzijde los. 


los. 


Maak de luchtaanzuigkoker los en schuif hem in 

de luchtfilterkast. 

Maak het luchtfilterhuis aan de voor-/achterzijde 

los. 


Trek de verbindingsstekker van de vrijstandschakelaar 

en van de startblokkeerschakelaar van 

de zijstandaard los en maak de stroomdraad los. 



[ABS]/[GS/R/RT] Trek de stekker van de 

achterste sensorkabel en de kabel los. 




los/draai de bevestigingsmaterialen van 

de reactiestangen voor slechts enkele slagen 

los. 


1 

RS230310 


vast met de spanband (1). 

[ABS] Maak de remklauw, achter los. 

[ABS] Bouw de voetsteunschetsplaat, rechts uit. 

Maak de benzineleiding los van het inspuitventiel 

en trek de leiding los. 

Verwijder de kabelbandjes/kabelboom op het luchtfilterhuis. 

Maak de retourslang en de olieafscheider op het 

luchtfilterhuis los. 


Haak de koppelingskabel los van de versnellingsbak. 


trek de stekker voor de contactdoos los. 

Maak de bedrading op de startmotor los. 


21.7

21.8 

Maak de stroomdraad van de oliedrukschakelaar 

los. 

Maak de stroomdraad van de startblokkeerschakelaar 

van de zijstandaard los. 

Maak de stroomdraad van het inspuitventiel los. 

Maak de stroomdraad van de gasklepzender los. 

23 1 820 

23 1 820 

RS230011 

Geleid de versnellingsbak tijdens het uit-/inbouwen 

over de met olie ingesmeerde geleidepennen, 

BMW-nr. 23 1 820. 

Bouw het achterwiel, het cardan en de achtervork 

compleet met de versnellingsbak uit. 

e Attentie: 

Houd de versnellingsbak zo lang op de inbouwhoogte 

tot de koppelingsdrukstang geheel zichtbaar 

is. Op deze wijze kan de stang niet verbogen raken. 

De montage geschiedt in omgekeerde volgorde.

4 

2 

Koppeling uitbouwen 

Blokkeer het koppelingshuis m.b.v. het blokkeergereedschap 

(1), BMW-nr. 11 5 640. 

Bouw de koppeling uit. 

Koppeling inbouwen 

e Attentie: 

Gebruik voor het huis en het deksel altijd nieuwe 

bouten. 

Bouw het koppelingshuis zo in, dat de paspen (2) 

op de krukas in de boring (2) in het 

koppelingshuis valt. 

Blokkeer het koppelingshuis m.b.v. het 

blokkeergereedschap (1), BMW-nr. 11 5 640. 

Breng alle bouten met de hand aan en draai 

ze vast. 


Koppelingshuis aan krukas 

(Schroefdraad dun met olie ingesmeerd) 

Eerste fase ................................................... 40 Nm 


Monteer de koppeling. 

2 

1 

11 5 640 

RS210011 

e Attentie: 

De kleurmarkeringen op het koppelingshuis, de 

drukgroep en het deksel moeten 120° t.o.v. elkaar 

versprongen zijn. 

Fixeer de koppeling met de bevestigingsbouten 

(4). 

Centreer de koppelingsplaat m.b.v. de centreerdoorn, 

BMW-nr. 21 3 680. 

Draai de bevestigingsbouten beurtelings kruiselings 

vast. 

Smeerpunten:: 

Spiebaanvertanding koppelingsplaat en prise-as 

Draagvlak diafragmaveer - koppelingshuis 

Draagvlak diafragmaveer - drukplaat 

............................................... Optimoly pasta MP3 


Huisdeksel aan vliegwiel .............................. 18 Nm 

21.9

Koppelingsspeling afstellen 

21.10 

Stel m.b.v. de stelbout maat „A“ in. 

Maat „A“:.....................................................12 mm 

21 3 610 

[GS] Draai eventueel de hydraulische veerverstelling 

los m.b.v. de inbussleutel slw 6, 

BMW-nr. 31 5 600. 

[RT] Bouw de steun voor de contactdoos zonodig 

los. 

Draai de contramoer (1) van de stelbout (2) op de 

ontkoppelingshefboom enkele slagen los m.b.v. 

de dopsleutel, BMW-nr. 21 3 610. 

2 

A 

RS210020 

1 

RS210030 

Stel maat „B“ van de koppelingsgreep in met de 

stelbout (2) op de ontkoppelingshefboom. 

Maat „B“:.......................................................7 mm 


Contramoer van de stelbout......................... 22 Nm 

B 

RS210040

23 


Inhoud Blz. 


Doorsnedetekening versnellingsbak .................................................................................7 

Koppelingsdruklager/drukstang/ ontkoppelingshefboom uit-/inbouwen ....9 

Schakelpedaal uit-/inbouwen ..............................................................................................10 

Versnellingsbak uitbouwen ..................................................................................................10 

Versnellingsbak demonteren/monteren ........................................................................12 

Keerring van vrijstandschakelaar vervangen ....................................................................12 

Versnellingsbakdeksel uitbouwen .........................................................................................13 

Schakelwals uitbouwen .............................................................................................................14 

Versnellingsbakassen uitbouwen ..........................................................................................15 

Prise-askeerring aan versnellingsbakhuiszijde uit-/inbouwen ..................................15 

Schakelas uitbouwen/demonteren/monteren ..................................................................16 

Arrêteerarm uit-/inbouwen .................................................................................................................17 

Schakelpal uit-/inbouwen ..................................................................................................................17 

Torsieveer uit-/inbouwen ...................................................................................................................17 

Schakelaskeerring uit-/inbouwen ..........................................................................................17 

Kogellager van schakelwals uitbouwen ..............................................................................18 

Schakelwals afstellen ........................................................................................................................18 

Lagerbuitenring van conisch rollager van prise-as, en cilindrisch rollager 

van secundaire as uitbouwen .................................................................................................18 

Kogellager van schakelwals inbouwen ...............................................................................19 

Lagerbuitenring van conisch rollager van prise-as, en cilindrisch rollager 

van secundaire as inbouwen ...................................................................................................19 

Kogellager en loopring/cilindrisch rollager van secundaire as uit-/inbouwen ...20 

Prise-as demonteren/monteren .............................................................................................21 

Aandrijfas demonteren/monteren ..........................................................................................23 

23.1

Inhoud Blz. 

Hoofdas demonteren/monteren .............................................................................................25 

Kogellager uitbouwen ........................................................................................................................25 

Versnellingstandwielen uitbouwen .....................................................................................................26 

Versnellingstandwielen inbouwen ......................................................................................................27 

Versnellingsbakassen inbouwen ............................................................................................29 

Hoofdaskeerring uit-/inbouwen ..............................................................................................30 

Schakelas inbouwen ...................................................................................................................31 

Schakelvorken inbouwen ..........................................................................................................32 

Schakelwals inbouwen ...............................................................................................................32 

Versnellingsbakassen afstellen ..............................................................................................33 

Lagerafstand van de assen meten .....................................................................................................33 

Versnellingsbakdeksel opmeten ........................................................................................................34 

Versnellingsbakassen afstellen (zonder clean bearing) .......................................35 

Voorbeeld .........................................................................................................................................35 

Versnellingsbakassen afstellen (met clean bearing) ..............................................35 

Voorbeeld .........................................................................................................................................35 

Lagerbuitenring van conisch rollager uit-/inbouwen .....................................................36 

Weerstandsmoment van conische rollagers van prise-as controleren ................36 

Versnellingsbakdeksel monteren ...........................................................................................37 

Prise-askeerring aan dekselzijde uit-/inbouwen .............................................................38 

Versnellingsbak completeren ..................................................................................................39 

Versnellingsbak inbouwen ....................................................................................................40 

23.2

23 


Type versnellingsbak 5-versnellingsbak met klauwschakeling en 

geïntegreerde demper voor alle versnellingen 

Schakelmechanisme via schakelpedaal en schakelwals met beveiliging 

Overbrengingsverhouding tot modeljaar 93 

1. versnelling 4,030 





Overbrengingsverhouding Vanaf modeljaar 94 

(versnellingbaknr. 

.....M94) 






Soort multigrade olieg Merk-hypoïdolie SAE 90 API klasse GL 5 

Inhoud Nieuwe vulling 

l 1,0 (tot onderrand vulplug) 

Olie verversen 

l ca. 0,8 (tot onderrand vulplug) 

Axiale speling secundaire as mm 0,05...0,15 

Axiale speling hoofdas mm 0,05...0,15 

Axiale speling aandrijfas mm 0,05...0,15 

Voorspanning prise-as 0,2 mm Voorspanning = 

0,5...1,0 Nm 

wrijvingswaarde 

Axiale speling schakelwals/kogellager mm < 0,1 

Axiale speling kogellager/versnellingsbakhuis mm < 0,1 

Overschakeling van aandrijfas naar 

clean bearing 

Volledige overschakeling naar clean bearing 

BMW nr.: 2.325.222...227 

ab Getr.-Nr. 

10483 DAF 

10776 DAH 

12958 DAK 

12650 DAL 

12405 DAG 

7864 DAJ 

131 DCF 

101 DCH 

ab Getr.-Nr. 

101 DAQ 

101 DAR 

101 DAS 

101 DAT 

101 DAU 

101 DAV 

101 DCQ 

101 DCR 

23.3





Overbrengingsverhouding ab Modelljahr 94 

(Getriebe-Nr. .....M94) 






Soort multigrade olieg Merk-hypoïdolie SAE 90 API klasse GL 5 


23.4 

l 1,0 (tot onderrand vulplug) 


l ca. 0,8 (tot onderrand vulplug) 

Axiale speling secundaire as mm 0,05...0,15 

Axiale speling hoofdas mm 0,05...0,15 

Axiale speling aandrijfas mm 0,05...0,15 


0,5...1,0 Nm 


Axiale speling schakelwals/kogellager mm < 0,1 

Axiale speling kogellager/versnellingsbakhuis mm < 0,1 


clean bearing 


BMW nr.: 2.325.222...227 

ab Getr.-Nr. 

10483 DAF 

10776 DAH 

12958 DAK 

12650 DAL 

12405 DAG 

7864 DAJ 

131 DCF 

101 DCH 

ab Getr.-Nr. 

101 DAQ 

101 DAR 

101 DAS 

101 DAT 

101 DAU 

101 DAV 

101 DCQ 

101 DCR





Overbrengingsverhouding 

1. versnelling 4,163 4,163 





Soort multigrade olieg Merk-hypoïdolie SAE 

90 API klasse GL 5 

Merk-hypoïdolie SAE 


Inhoud Nieuwe vulling Nieuwe vulling 

l 1,0 (tot onderrand 

vulplug) 

1,0 (tot onderrand 

vulplug) 

Olie verversen Olie verversen 

l ca. 0,8 (tot onderrand 

vulplug) 

Axiale speling secundaire as mm 0,05...0,15 0,05...0,15 

Axiale speling hoofdas mm 0,05...0,15 0,05...0,15 

Axiale speling aandrijfas mm 0,05...0,15 0,05...0,15 


0,5...1,0 Nm 


Axiale speling schakelwals/kogellager mm < 0,1 < 0,1 

Axiale speling kogellager/versnellingsbakhuis mm < 0,1 < 0,1 


clean bearing 


BMW nr.: 2.325.222...227 

ca. 0,8 (tot onderrand 

vulplug) 

0,2 mm Voorspanning = 

0,5...1,0 Nm 


ab Getr.-Nr. 

10483 DAF 

10776 DAH 

12958 DAK 

12650 DAL 

12405 DAG 

7864 DAJ 

131 DCF 

101 DCH 

ab Getr.-Nr. 

101 DAQ 

101 DAR 

101 DAS 

101 DAT 

101 DAU 

101 DAV 

101 DCQ 

101 DCR 

23.5











Soort multigrade olieg Merk-hypoïdolie SAE 


23.6 

Merk-hypoïdolie SAE 



l 1,0 (tot onderrand 

vulplug) 

1,0 (tot onderrand 

vulplug) 


l ca. 0,8 (tot onderrand 

vulplug) 

Axiale speling secundaire as mm 0,05...0,15 0,05...0,15 

Axiale speling hoofdas mm 0,05...0,15 0,05...0,15 

Axiale speling aandrijfas mm 0,05...0,15 0,05...0,15 


0,5...1,0 Nm 


Axiale speling schakelwals/kogellager mm < 0,1 < 0,1 

Axiale speling kogellager/versnellingsbakhuis mm < 0,1 < 0,1 


clean bearing 


BMW nr.: 2.325.222...227 

ab Getr.-Nr. 

10483 DAF 

10776 DAH 

12958 DAK 

12650 DAL 

12405 DAG 

7864 DAJ 

131 DCF 

101 DCH 

ab Getr.-Nr. 

101 DAQ 

101 DAR 

101 DAS 

101 DAT 

101 DAU 

101 DAV 

101 DCQ 

101 DCR 

ca. 0,8 (tot onderrand 

vulplug) 

0,2 mm Voorspanning = 

0,5...1,0 Nm 


ab Getr.-Nr. 

10483 DAF 

10776 DAH 

12958 DAK 

12650 DAL 

12405 DAG 

7864 DAJ 

131 DCF 

101 DCH 

ab Getr.-Nr. 

101 DAQ 

101 DAR 

101 DAS 

101 DAT 

101 DAU 

101 DAV 

101 DCQ 

101 DCR

Doorsnedetekening versnellingsbak 

RS239010 

23.7

23.8

Koppelingsdruklager/drukstang/ 

ontkoppelingshefboom uit-/ 

inbouwen 

Maak de remklauw los en verwijder hem. 

[ABS]/[GS/R/RT] Maak de stekker van de 

achterste sensor en de kabel los. 


Bouw het cardan uit/ verwarm de scharnierpen 

tot max. 120 °C/ maak hem los. 

[RT] Bouw de schetsplaat voor de voetsteun uit. 

Bouw de achtervork en de cardanas 

uit/ verwarm de lagerpen tot 

max. 120 °C/ maak hem los. 

Haak de koppelingskabel los van de 

ontkoppelingshefboom. 

Bouw de ontkoppelingshefboom (1) uit. 

Maak de spanklem (2) los. 

Verwijder de manchet (3) en de veer (4). 

Verwijder de koppelingszuiger (5). 

Trek de koppelingsdrukstang (6) los. 

Smeerpunten (pijl): ............... Optymoly pasta MP3 

6 


L Opmerking: 

Controleer, resp. corrigeer de koppelingsspeling. 

L Opmerking: 

Controleer het druklager van de koppeling in de 

zuiger (5) op soepelheid, slijtage en smering. 

1 

3 

2 

4 

5 

RS230021 

23.9

Schakelpedaal uit-/inbouwen 

Verwijder de borgbeugel (1) en trek de kogelkop 

los. 

Draai de bevestigingsbout (2) van het schakelpedaal 

los. 


Schakelpedaal aan schetsplaat van voetsteun 

[RS/GS/R] ................................................... 35 Nm 

[RT].............................................................. 18 Nm 

23.10 

1 

2 

RS230321 

Versnellingsbak uitbouwen 

Buddyzit uitbouwen. 

[RS/GS/RT] Bouw de kuipzijdelen uit. 





los. 


de klem, BMW-nr. 13 0 010, maak de slangklemmen 




los. 



e Attentie: 

Maak eerst de accuminpool en daarna de pluspool 

los. Sluit eerst de accupluspool en daarna de 

minpool aan. 

[Vanaf modeljaar 96] Maak het kabelverdeelblok 

los. 

Maak de accuhouder aan de achterzijde los. 


los. 


Maak de luchtinlaatkoker los en schuif hem in de 

luchtfilterkast. 

Maak het luchtfilterhuis aan de voor- en achterzijde 

los. 



en van de startblokkeerschakelaar van de 

zijstandaard los en maak de stroomdraad los. 



[ABS]/[GS/R/RT] Trek de stekker van de achterste 

sensorkabel en de kabel los. 

[ABS] Maak de hoofdremcilinder bij de schetsplaat 

voor de voetsteunen los.



Verwijder de borgbeugel op de kogelkop/schakelstang 

en trek de kogelkop los. 

Bouw de schetsplaat voor de voetsteun uit. 


los, draai de bevestigingsmaterialen van 

de reactiestangen voor slechts enkele slagen 

los. 


RS230311 


vast met de spanriem. 

Maak de remklauw achter los. 

Maak de reactiestang los van het versnellingsbakhuis. 

Verwarm de lagerpen van het cardan tot max. 

120 °C/ draai hem enkele slagen los. 


Bouw het cardan uit. 

Bouw de achtervork uit/ verwarm de lagerpen tot 

max. 120 °C en draai hem los. 

Druk de cardanas los. 

Maak de benzineleiding los van het inspuitventiel 

en trek haar los. 

Verwijder de kabelbandjes/kabelboom op het 

luchtfilterhuis. 

Maak de retourslang en de olieafscheider op het 

luchtfilterhuis los. 


Haak de koppelingskabel los van de versnellingsbak. 


trek de kabel voor de contactdoos los. 

Maak de kabel los van de startmotor. 

Maak de kabel van de oliedrukzender los. 

Maak de kabel van de startblokkeerschakelaar 

van de zijstandaard los. 

Maak de kabels van de inspuitventielen los. 

Maak de kabel van de gasklepzender los. 

23 1 820 

23 1 820 

RS230011 

Trek de versnellingsbak bij het uitbouwen over 

de geleidepennen, BMW-nr. 23 1 820 los. 

23.11

Versnellingsbak demonteren/monteren 

Tap de versnellingsbakolie af. 

Verwijder de koppelingsdrukstang (1). 

Bevestig de versnellingsbak m.b.v. het hulpstuk, 

BMW-nr. 23 1 610, op de montagebok. 

Bouw de vrijstandschakelaar (2) uit. 

Verwijder de borgveer (3) van de schakelwals. 

Draai de bevestigingsbout van de ontkoppelingshefboom 

(4) los. 

Maak de slangklem (5) los. 

Verwijder de manchet (6), de schroefveer (7) en 

de koppelingszuiger (8). 

23.12 

2 

3 

23 1 610 

1 

Keerring van vrijstandschakelaar vervangen 

4 

Verwijder de keerring met een geschikt stuk gereedschap. 

Druk de keerring voorzichtig met de vingers tot 

aan de aanslag in de zitting. 

Montagerichting: ........ Veer naar oliekamer gericht 

6 

5 

7 

8 

R230020

4 

23 4 632 

Clean Bearing 

Versnellingsbakdeksel uitbouwen 

Draai de bout (1) van de vrijstandarrêtering los en 

trek de drukveer (2) uit de boring. 

Draai de bevestigingsbouten van het versnellingsbakdeksel 

los. 

Verwarm het versnellingsbakdeksel ter hoogte 

van de lagers tot 100 °C. 

Druk de geleidehuls (4), BMW-nr. 23 4 632, op 

de prise-as. 

Druk het versnellingsbakdeksel gelijkmatig los. 

Verwijder de kogel (3) van de vrijstandarrêtering. 

Verwijder de vulringen (5)/oliespatplaat (6). 

e Attentie: 

Verwissel de vulringen niet! 

5 

6 

100 

j 

1 

2 

3 

RT230032 

23.13

Schakelwals uitbouwen 

Trek de schakelvorkassen (1) uit het versnellingsbakhuis. 

Draai de schakelvorken naar buiten. 

Plaats de pal (2) tegenover de uitsparing in de 

schakelwals. 

L Opmerking: 

Let op de rollen (4) op de geleidetappen van de 

schakelvorken. 

Trek de schakelwals (3) met een licht draaiende 

beweging uit de versnellingsbak. 

Bouw de schakelvorken uit. 

23.14 

1 

3 

Clean Bearing 

2 

4 

RT230041

3 

Versnellingsbakassen uitbouwen 

Verwijder de oliespatplaten (1). 

[modeljaar 93] Trek de prise-as (2) uit het versnellingsbakhuis. 

Verwarm de lagerzitting voor de hoofdas tot 

100 °C. 

[Clean bearing op de aandrijfas] Verwarm de 

lagerzitting van de aandrijfas en de hoofdas 

tot 100 °C. 

[Clean bearing compleet] Verwarm alle drie de 

lagerzittingen tot 100 °C. 


de hoofdas. 

[modeljaar 93] Trek de secundaire en de hoofdas 

(4) gezamenlijk uit het versnellingsbakhuis. 

[Vanaf modeljaar 94] Trek de prise-, de secundaire 

en de hoofdas gezamenlijk uit het versnellingsbakhuis. 

4 

2 

23 4 622 

1 

Clean Bearing 

100 

j 

Prise-askeerring aan versnellingsbakhuiszijde 

uit-/inbouwen 

00 5 500 

23 4 650 

23 4 650 

RT230051 

RS230051 

Tik de keerring met een doorn van buiten naar 

binnen uit het versnellingsbakhuis. 

Monteer de keerring m.b.v. van het stempel en 

de geleidehuls, BMW-nr. 23 4 650, en de 

handgreep, BMW-nr. 00 5 500. 

23.15

Schakelas uitbouwen/demonteren/ 

monteren 

Bouw het schakelpedaal (1) uit. 

Plaats de geleidehuls (2), BMW-nr. 23 4 612, op 

de schakelas en trek deze met de ring (3) los. 

23.16 

23 4 612 

3 

2 

1 

RS230060

5 

4 

Arrêteerarm uit-/inbouwen 

Verwijder de ring (1) 

Verwijder de borgveer (2). 

Trek de arrêteerarm (3) met de veer en de ring 

los. 

Schakelpal uit-/inbouwen 


Trek de pal (5) met de veer uit de palhouder. 

Torsieveer uit-/inbouwen 


Trek de torsieveer (7) met de ringen los. 

6 

7 

3 

1 

Schakelaskeerring uit-/inbouwen 

1 

2 

23 4 611 

RS230071 

RS230100 

Trek de lagerbus (1) uit de zitting. 

Tik de keerring met een doorn van binnenuit los. 

Tik de keerring m.b.v. het stempel, 

BMW-nr. 23 4 611, in de boring. 

Monteer de lagerbus. 

23.17

Kogellager van schakelwals uitbouwen 

Verwijder de borgveer en de vulringen. 

Verwarm het versnellingsbakhuis tot 100 °C. 

Na het opwarmen glijdt het kogellager uit zijn zitting. 

Schakelwals afstellen 

23.18 

Monteer het kogellager op de schakelwals. 

L Opmerking: 

De borgveer moet goed in de groef zitten. 

Bouw de borgveer, breedte 1,0 mm in. 

Meet de speling met een voelermaat. 

100 

j 

RS230120 

RS230130 

Axiale speling: ....................................... < 0,1 mm 

Stel eventueel de schakelas spelingvrij af door 

een bredere borgveer te monteren. 

Lagerbuitenring van conisch rollager 

van prise-as, en cilindrisch rollager 

van secundaire as uitbouwen 

100 

j 

RS230110 


Al naar gelang de toleranties glijden de lagerbuitenringen 

reeds na het opwarmen uit hun zitting. 

Trek de lagerbuitenring van het conisch rollager 

m.b.v. de trekkerbrug, BMW-nr. 00 8 562, en de 

binnentrekker, BMW-nr. 00 8 561, los. 

Trek het cilindrisch rollager zonodig m.b.v. de 

trekkerbrug, BMW-nr. 00 8 572, en de binnentrekker, 

BMW-nr. 00 8 573, los.

Kogellager van schakelwals inbouwen 

100 

j 

23 4 640 


Monteer m.b.v. het stempel, BMW-nr. 23 4 640, 

het kogellager. 

e Attentie: 

Het lager moet in de zitting dragen. 

RS230141 

RS230142 

Stel het lager spelingvrij af (evt. vulringen aanbrengen) 

en monteer de borgveer. 

Axiale speling: ....................................... < 0,1 mm 


van prise-as, en cilindrisch rollager 

van secundaire as inbouwen 

00 5 500 

23 4 660 

00 5 500 

23 4 670 

RS230143 


Monteer het cilindrisch rollager met het stempel, 

BMW-nr. 23 4 660, en de handgreep, 

BMW-nr. 00 5 500. 

Monteer de lagerbuitenring van het conisch 

rollager met de stempel, BMW-nr. 23 4 670, 

en de handgreep, BMW-nr.005500. 

e Attentie: 

Het lager moet in de zitting dragen. Let op de verschillende 

diameters van de lagerbuitenringen van 

het conisch rollager op de prise-as. 

23.19

Kogellager en loopring/cilindrisch rollager 

van secundaire as uit-/inbouwen 

L Opmerking: 

De secundaire as moet bij een defekt compleet worden 

vervangen. 

Trek het kogellager of de loopring/cilindrisch rollager 

los met de universele trekker, 

BMW-nr. 00 7 500. 

Verwarm voor de montage het kogellager of de 

loopring van het cilindrisch rollager tot 80 °C en 

monteer het. 

e Attentie: 

Als het kogellager iets moet worden nagetikt, mag 

alleen op de lagerbinnenring worden geslagen. 

e Attentie: 

Let bij het verwarmen van de lagers (clean bearing) 

op de afdichtring; kans op beschadiging! 

23.20 

00 7 500 

RS230181

Prise-as demonteren/monteren 

7 

Span de prise-as bij de spiebaanvertanding in 

een bankschroef met aluminium spanplaten. 

Hef de spanning op de borgveer (1) op, tik eventueel 

voorzichtig met een hamer op de lagerbinnenring. 

Verwijder de borgveer en de ring (1). 

5 

00 7 500 

4 

RS230160 

3 

2 

Trek het tandwiel (3) en het conisch rollager (2) 

tezamen van de prise-as m.b.v. de universele 

trekker, BMW-nr. 00 7 500, en de druktaats (pijl). 

Verwijder de ring (6), de drukveer (5) en het 

drukstuk (4) van de prise-as. 

Trek het conisch rollager (7) op dezelfde wijze 

los. 

Schuif de ring (6) op de as met het facet naar de 

spiebaanvertanding gericht. 

Schuif de drukveer (5), het drukstuk (4) en het 

tandwiel (3) op de as. 

6 

1 

RS230150 

23.21

Trek m.b.v. de universele trekker het tandwiel zo 

ver tegen de spanning van de drukveer in, dat de 

tweede groef (pijl) voor het tandwiel geheel zichtbaar 

is. 

Pers het conisch rollager koud op de aandrijfas 

of verwarm het tot 80 °C voor u het monteert. 

e Attentie: 



Monteer de borgveer/ring (1) voor het conisch 

rollager. 

23.22 

00 7 500 

RS230170 

00 7 500 

Plaats de universele trekker onder het tandwiel 

en trek het conisch rollager tegen de borgveer. 

e Attentie: 

Om bij het latere afstellen van de assen meetfouten 

te voorkomen mag er tussen het lager en de borgveer 

geen speling zijn. 

Pers het conisch rollager (7) koud op de aandrijfas 

of verwarm het tot 80 °C voor u het monteert. 

L Opmerking: 

Wanneer de prise-as opnieuw moet worden afgesteld, 

mag het conisch rollager (7) pas na het meetwerk 


e Attentie: 



7 

RS230171

8 

42 x 52 x 1,25 

Aandrijfas demonteren/monteren 

L Opmerking: 

42 x 52 x 0,30 

42 x 52 x 0,35 

42 x 52 x 0,40 

42 x 52 x 0,45 

42 x 52 x 0,50 

42 x 52 x 0,55 

De ringen 42x52x1,25 bestaan alleen bij de „tussenoplossing”! 

Meet de dieptes DAn en GAn. 

Als DAn = 41,28 +0,08 en GAn = 100,23 +0,08 moet er 

telkens één ring 42x52x1,25 aangebracht worden. 

Als DAn = 39,5 + 0,1 en GAn = 99,0 + 0,1 is er geen 

ring 42x52x1,25 nodig. 

7 

6 

25 x 52 x 15 20 x 52 x 15 

5 

4 

20 x 28 x 0,5 

3 

20 x 1,75 

20 x 1,85 

20 x 1,95 

2 

42 x 52 x 1,25 

1 

RT230151 

23.23

Span de aandrijfas bij de spiebaanvertanding in 

een bankschroef met aluminium spanplaten. 

Hef de spanning op de borgveer (1) op, tik eventueel 

voorzichtig met een hamer op de lagerbinnenring. 

Verwijder de borgveer en de ring (1/2). 

Trek m.b.v. de universele trekker, 

BMW nr. 00 7 500, en de druktaats (pijl), het 

tandwiel (4) samen met het lager (3) van de aandrijfas. 

Verwijder de ring (7), de drukveer (6), het drukstuk 

(5) en het tandwiel (4). 

Trek het lager (8) op dezelfde wijze los. 

Schuif de ring (7) op de as met de schuine kant 

naar de spiebaanvertanding gericht. 

Schuif de drukveer (6), het drukstuk (5) en het 

tandwiel (4) op de as. 

Pers het lager (3) koud op de aandrijfas of verwarm 

het tot 80 °C voor u het monteert. 

e Attentie: 



e Attentie: 



Monteer de afstandsring (2). 

Stel spelingvrij af met borgveer (1). 

Plaats de universele trekker onder het tandwiel 

en trek het lager tegen de borgveer. 

e Attentie: 

Om bij het latere afstellen van de assen meetfouten 

te voorkomen mag er tussen het lager en de borgveer 

geen speling zijn. 

23.24 

Clean Bearing 

00 7 500 

RT230161 

Breng het groefkogellager (8) koud met de pers 

aan of verwarm het tot 80 °C en monteer het. 

e Attentie: 



e Attentie: 



Pers het groefkogellager (8) bij voorkeur koud 

op de aandrijfas of verwarm het tot 80 °C voor u 

het monteert. 

L Opmerking: 

Wanneer de aandrijfas opnieuw moet worden afgesteld, 

mag het groefkogellager (8) pas na het meetwerk 


e Attentie: 



e Attentie: 

Oefen alleen druk uit op de lagerbinnenring als de 

aandrijfas is uitgebouwd. 

e Attentie: 

Tik bij ingebouwde aandrijfas met clean bearing niet 

op de as/het lager. 

Anders kan het lager loskomen van de borgveer.

Hoofdas demonteren/monteren 

[Modeljaar 93] Reken bij het opmeten van de totale 

maat „G“ de vulring (1) mee, stel eventueel 

maat „G“ in met vulringen. 

[Vanaf modeljaar 94] Het meten en instellen van 

maat „G“ vervalt. 

1 

G=125,8 -0,1 

Kogellager uitbouwen 

00 7 500 

RS230191 

RS230192 

Span de hoofdas in een bankschroef met 

aluminium spanplaten. 

Trek het kogellager m.b.v. de universele trekker, 

BMW-nr. 00 7 500, en de druktaats los. 

23.25

Versnellingstandwielen uitbouwen 

Trek het 1e- (1) en 5e-versnellingstandwiel (2) 

met de steunringen van de as. 

Trek gezamenlijk met het 3e-versnellingstandwiel 

(5) de steunring (4) en de lagerbus (3) van de 

as. 

[Vanaf modeljaar 94] Verwijder de O-ring (5). 

Trek gezamenlijk met het 4e-versnellingstandwiel 

(8) de vulring (7) en de lagerbus (6) van de as. 

23.26 

1 

3 

4 

5 

5 

6 

RS230194 

15 7 

4 

3 

16 

8 

2 

14 13 12 


11 

RS230193 

10 9 

RS230195 

Verwijder de getande ring (10). 

Trek het 2e-versnellingstandwiel (11) los. 

Verwijder de gedeelde naaldkooi (12). 

Verwijder de getande ring (13) en de 

borgveer (14). 

[Vanaf modeljaar 94] Verwijder de O-ring (16).

Versnellingstandwielen inbouwen 

14 13 

16 

12 

Schuif de getande ring (13) tot voor de lagerzitting 

op de as. 

Schuif de borgveer (14) op de as en monteer 

hem in de groef daarvoor. 

[Vanaf modeljaar 94] Schuif de O-ring (16) op 

de zitting. 

e Attentie: 

Monteer een nieuwe O-ring. 

11 

10 9 

RS230195 

Monteer de gedeelde naaldkooi (12) op de 

hoofdas. 

Schuif eerst het 2e-versnellingstandwiel (11), 

met de schakelsleuven naar voren gericht, over 

de naaldkooi. 

Monteer de getande ring (10) en vervolgens de 

borgveer (9). 

Span de hoofdas in een bankschroef met aluminium 

spanplaten, spiebaanvertanding voor de 

cardanaskoppeling naar boven gericht. 

Schuif het 3e-versnellingstandwiel (5), met de 

schakelsleuven naar boven gericht, op de hoofdas. 

Monteer de steunring. 

Verwarm de brede lagerbus (3) tot 80 °C en 

schuif hem tot aan de steunring op de hoofdas. 

Monteer het 5e-versnellingstandwiel (2) op de 

as, met de schakelklauwen naar beneden gericht. 


Breng het groefkogellager koud met de pers aan 

of verwarm het tot 80 °C en monteer he 

e Attentie: 



e Attentie: 



2 

5 

RS230198 

23.27

Keer de hoofdas in de bankschroef om, zodat de 

spiebaanvertanding naar beneden gericht is. 

Monteer het 4e-versnellingstandwiel (8) op de 

hoofdas, met de schakelklauwen naar beneden 

gericht. 

Monteer de steunring (7). 

[Vanaf modeljaar 94] Monteer de O-ring (15) op 

zijn plaats. 

e Attentie: 

Monteer een nieuwe O-ring. 

23.28 

80 

j 

1 

6 

15 

7 8 

RS230190 

G=125,8 -0,1 

RS230199 

[Modeljaar 93] Meet maat „G“, en lijn de tandwiel 

zonodig uit. 

[Modeljaar 93] Verwarm de smalle lagerbus (6) 

tot 80 °C en schuif hem tot aan de vulring op de 

hoofdas. 

[Vanaf modeljaar 94] Verwarm de smalle lagerbus 

(6) tot 80 °C en schuif hem zo ver op de 

hoofdas tot hij gelijkligt met de astap. 

Schuif het 1e-versnellingstandwiel (1) op de 

hoofdas, met de schakelvertanding naar beneden 

gericht. 


Breng het groefkogellager koud met de pers aan 

of verwarm het tot 80 °C en monteer he 

e Attentie: 



e Attentie: 


op de afdichtring; kans op beschadiging!

v 

2 

Versnellingsbakassen inbouwen 

L Opmerking: 

3 

23 4 622 

Wanneer de aandrijfas opnieuw moet worden afgesteld, 

mag het groefkogellager (8) pas na het meetwerk 


Verwarm de lagerzitting voor de hoofdas tot 

100 °C. 

[Modeljaar 93] Plaats de prise-as (1) als eerste 

in het versnellingsbakhuis. 


de hoofdas. 

[Modeljaar 93] Plaats de secundaire as en de 

hoofdas (3) gezamenlijk in het 

versnellingsbakhuis. 

[Clean bearing] Monteer de afstandsring (5). 

a Bladzijde 23.22 

[Vanaf modeljaar 94] Plaats de prise-as, de secundaire 

as en de hoofdas gezamenlijk in het 


Controleer of de lagers goed in de zitting dragen 

door met een kunststof hamer voorzichtig op de 

assen te tikken. 

1 

Clean Bearing 

Clean Bearing 

5 

v 

e Attentie: 

Tik bij een aandrijfas met clean bearing de as niet op 

de zitting. 

Het lager komt anders los van de borgveer. 

Bouw de oliespatplaten (4) in. 

e Attentie: 

Draai, nadat de oliespatplaten zijn gemonteerd, de 

tandwielset rond en controleer of de tandwielen niet 

aanlopen.. 


Bevestigingsbouten oliespatplaat 

(Schroefdraad reinigen + Loctite 574, 

Loctite 574 ook op het pakkingvlak oliespatplaat 

versnellingsbakhuis aanbrengen) ................... 9 Nm 

4 

100 

j 

RT230201 

23.29

Hoofdaskeerring uit-/inbouwen 

Tik de keerring met een doorn van binnenuit los. 

Tik de nieuwe keerring m.b.v. het stempel en de 

geleidehuls, BMW-nr. 23 4 620, in het versnellingsbakhuis. 

23.30 

23 4 620 

RS230210

23 4 612 

Schakelas inbouwen 

Monteer de schakelas m.b.v. de geleidehuls (1), 

BMW-nr. 23 4 612. 

L Opmerking: 

Let op de ring (2). 

[RT/GS] Monteer het schakelpedaal (1) overeenkomstig 

de maat „A“ horizontaal. 

Maat „A“:..........................................51,9 ±1,8 mm 

2 

1 

A 

1 

RT230330 

23 4 612 

B 

RS230230 

[RS/R] Monteer het schakelpedaal (1) overeenkomstig 

maat „B“ horizontaal. 

Maat „B“:..........................................61,2 ±1,8 mm 


Schakelpedaal ............................................... 9 Nm 

1 

RS230340 

23.31

Schakelvorken inbouwen 

L Opmerking: 

Monteer de rollen (1) van de geleidetappen met wat 

vet op de tappen. 

Plaats de schakelvork (2) voor de 5e versnelling, 

met het korte uiteinde naar boven gericht, in het 

onderste schakeltandwiel van de hoofdas. 

Plaats de schakelvork (3) voor de 1e en 2e 

versnelling (met even grote uiteinden) in het 

bovenste schakeltandwiel van de hoofdas. 

Plaats de schakelvork (4) voor de 3e en 4e 

versnelling, met de korte uiteinden naar beneden 

gericht, in het schakeltandwiel van 

de secundaire as. 

23.32 

2 

3 

Clean Bearing 

4 

Schakelwals inbouwen 

Kantel de schakelvorken naar de rand van het 


Plaats de schakelwals zo in de versnellingsbak, 

dat de uitsparing op de schakelwals naar de pal 

op de schakelas (5) gericht is. 

L Opmerking: 

Fixeer eventueel de naaldrollen met vet. 

Plaats de geleidetappen van de schakelvorken in 

de schakelwals. 

Monteer de schakelvorkassen. 

5 

1 

RT230221

23 4 600 

Versnellingsbakassen afstellen 

00 2 550 

Lagerafstand van de assen meten 

Schroef de meetplaat, BMW-nr. 23 4 600, op het 

schone pakkingvlak. 

X Aanhaalmoment:................................... 9 Nm 

Meet met de dieptemaat, BMW-nr. 00 2 550, de 

afstand tussen de meetplaat en de buitenring 

van het kogellager. 

L Opmerking: 

Tik voor de meting met een terugslagvrije kunststof 

hamer op de betreffende as (hoofdas/secundaire 

as), zodat het lager goed draagt en voer de meting 

direkt uit. 

e Attentie: 

Tik bij een aandrijfas met clean bearing de as niet op 

de zitting. 

Het lager komt anders los van de borgveer. 

Meet de afstand tussen de meetplaat en de lagerborst 

van de prise-as. 

Noteer alle maten in een tabe. 

a zie blz.— 23.28 — 

GAb GZw 

GAn 

RS230240 

RS230251 

Toelichting bij de maatafkortingen: 

MAb ..........................= maat meetplaat tot hoofdas 

MZw.................= maat meetplaat tot secundaire as 

MAn .................. = Maß maat meetplaat tot prise-as 

H.............................................. = hoogte meetplaat 

Totale maten: 

GAb .......................................................= H — MAb 

GZw .......................................................= H — MZw 

GAn ....................................................... = H — MAn 

23.33

Versnellingsbakdeksel opmeten 

Meet de afstand van het pasvlak van het versnellingsbakdeksel 

tot de lagerzittingen. Meet bij het 

kogellager tot op de lagerbinnenring. 

e Attentie: 

Verwijder altijd eerst de oliespatring, alvorens bij het 

conisch rollager te meten. 

De oliespatring is enigszins gegolfd en kan daardoor 

het meetresultaat vervalsen. 

23.34 

DAn 

DZw DAb 

RS230270 

Clean Bearing 

DAn 

Clean Bearing 

Toelichting bij de maatafkortingen: 

DAb..........................................................= Afstand 

versnellingsbakdeksel - lagerzitting hoofdas 

DZw .........................................................= Afstand 

versnellingsbakdeksel - lagerzitting secundaire as 

DAn..........................................................= Afstand 

versnellingsbakdeksel - lagerzitting prise-as 

Noteer alle maten in een tabel. 

a zie blz. — 23.28 — 

DZw DAb 

RT230261 

RT230271

Versnellingsbakassen afstellen (zonder clean bearing) 

Voorbeeld 

Maten in mm Hoofdas 

„Ab“ 

e Attentie: 

Om het weerstandsmoment van de conische rollagers 

van de prise-as te controleren, wordt alleen de 

prise-as in de versnellingsbak ingebouwd. 

Lagers moeten met olie worden ingesmeerd. 

Secundaire as 

„Zw“ 

Prise-as 

„An“ 

H 60,00 mm 60,00 mm 60,00 mm 

– M (meten !) 

= G 

– G 

D (meten !) 

= speling zonder vulringen 

– voorgeschreven axiale speling 0,05 – 0,15 mm 0,05 – 0,15 mm 

+ toelaatbare voorspanning 0,20 mm 

= dikte vulringen 

Versnellingsbakassen afstellen (met clean bearing) 

Voorbeeld 

Maten in mm Hoofdas 

„Ab“ 

Secundaire as 

„Zw“ 

Prise-as 

„An“ 

H 60,00 mm 60,00 mm 60,00 mm 

– M (meten !) 

= G 

– G 

D (meten !) 

= Speling zonder afstandsringen en 

lager aandrijfas 

– voorgeschreven axiale speling 0,05 – 0,15 mm 0,05 – 0,15 mm 0,05 – 0,15 mm 

= Lager (bij aandrijfas) 

en dikte van afstandsring 

23.35


uit-/inbouwen 

Temperatuur van versnellingsbakdeksel bij de lagerzitting 

100 °C. 

Al naar gelang de tolerantie glijdt de lagerschaal 

al na het verwarmen van het huis uit de zitting. 

Trek de lagerbuitenring eventueel los met de 

Kukko-trekkerbrug, BMW-nr. 00 8 562, en de 

binnentrekker, BMW-nr. 00 8 561. 

Verwijder de vulringen/oliespatplaat. 

Verwarm het versnellingsbakdeksel bij de lagerzitting 

tot 100 °C. 

Breng de vulringen met de zojuist berekende 

dikte in het versnellingsbakdeksel aan. Houd 

hierbij rekening met de dikte van de 

oliespatring (1). 

Monteer m.b.v. het slagstempel, 


BMW-nr. 00 5 500, de lagerbuitenring in 

het nog hete versnellingsbakdeksel. 

23.36 

100 

j 

00 8 561 

100 

j 

00 8 562 

00 5 500 

23 4 670 

RS230030 

1 

RS230032 

Weerstandsmoment van conische rollagers 

van prise-as controleren 

Monteer het versnellingsbakdeksel. 


Bevestigingsbouten...................................... 10 Nm 

00 2 570 

23 3 670 

RS230291 

Meet het weerstandsmoment van de conische 

rollagers op de prise-as met de adapter, 

BMW-nr. 23 3 670, en de weerstandsmomentmeter, 

BMW-nr. 00 2 570, bij ca.1 omwenteling 

per seconde. 

e Attentie: 

Om het weerstandsmoment van de conische rollagers 

van de prise-as te controleren, wordt alleen de 

prise-as in de versnellingsbak ingebouwd. 

Lagers moeten met olie worden ingesmeerd. 

Weerstandsmoment: 

Voorspanning 0,2 mm = ......................................... 

...........................weerstandsmoment 0,5 – 1,0 Nm

100 

j 

1 

Versnellingsbakdeksel monteren 

Smeer de vulringen met de zojuist berekende 

dikte (houd rekening met de dikte van de oliespatring 

(1)) voor de secundaire as en hoofdas 

dun in met vet en plak ze op de kogellagers dat 

ze hiermee gelijkliggen. 

Druk de geleidehuls(2), BMW-nr. 23 4 632, op de 

prise-as. 

Smeer het schone en vetvrije pakkingvlak van 

het huis dun in met Loctite 573. 

Verwarm het versnellingsbakdeksel tot 100 o C. 

Breng het versnellingsbakdeksel aan op de versnellingsbak/zorg 

ervoor dat de schakelas enwals 

in de lagerboringen vallen. 

Span het been van de veer van de arrêteerarm 

voor, haak het vast en druk vervolgens het 

vesnellingsbakdeksel geheel op de versnellingsbak. 

e Attentie: 

Het been moet vanaf de koppelingszijde zijn voorgespannen 

en mag niet richting uitgaande zijde worden 

verschoven. 

Zet het versnellingsbakdeksel vast. 

Monteer de vrijstandarrêtering (3) (kogel en veer) 

in de versnellingsbak. 

Monteer de bout voor de vrijstandarrêtering met 

Loctite 243. 

23 4 632 

2 

3 

v573 

v243 

Clean Bearing 

RT230281 


Bevestigingsbouten versnellingsbakdeksel .. 10 Nm 

Bout vrijstandarrêtering 

(Schroefdraad reinigen + Loctite 243) .......... 13 Nm 

23.37

Prise-askeerring aan dekselzijde uit-/ 

inbouwen 

Tik de keerring m.b.v. een doorn van binnenuit 

uit het versnellingsbakdeksel. 

Tik de nieuwe keerring m.b.v. het stempel en de 

geleidehuls, BMW-nr. 23 4 630, in het versnellingsbakhuis. 

23.38 

23 4 630 

RS230290

2 

Versnellingsbak completeren 

Monteer de borgveer (1) van de schakelwals. 

Bouw de vrijstandschakelaar (2) in. 

Bouw de schakelaar van de versnellingsindicatie 

(indien van toepassing) in. 

e Attentie: 

Let erop dat de O-ring in goede staat verkeert. 

1 7 

Bouw de koppelingszuiger (3), de schroefveer (4) 

en de manchet (5) in. 

Zet de slangklem (6) vast. 

Bouw de ontkoppelingshefboom (7) in. 

Bouw de drukstang (8) in. 


Bevestigingsbout ontkoppelingshefbooml .... 18 Nm 

Smeerpunten: 

Spiebaanvertanding in koppelingsplaat en op priseas 

Draagvlak diafragmaveer - koppelingshuis 

Draagvlak diafragmaveer - drukplaat 

Draagvlak stelbout ontkoppelingshefboom bij koppelingszuiger 

. 

Smeermiddel:......................... Optimoly pasta MP3 

Hoeveelheid olie tot onderrand vulplug: e: 

API GL 5 SAE 90 .............................................1,0 l 

5 

6 

4 

3 

8 

RS230300 

23.39

Versnellingsbak inbouwen 

Controleer de centrering van de koppelingsplaat 

m.b.v. de centreerdoorn, BMW-nr. 21 3 680. 

Schroef de geleidepennen (ingeolied), 

BMW-nr. 23 1 820, in het motorblok en schuif de 

versnellingsbak hier voorzichtig over. 


Versnellingsbak aan motor ........................... 22 Nm 

Het inbouwen geschiedt in omgekeerde 

volgorde. 

23.40 

23 1 820 

23 1 820 RS230011

31 

31 Voorvork 

Inhoud Blz. 


Voorvork uit-/inbouwen ............................................................................................................7 

Voorvork zonder vorkbovenplaat uit-/inbouwen ...............................................................7 

[RS] Vorkbovenplaat uit-/inbouwen ........................................................................................8 

[GS/R/RT] Vorkbovenplaat uit-/inbouwen ...........................................................................8 

Topgewricht uit-/inbouwen ..................................................................................................................9 

Hoekcontactlager uit-/inbouwen .......................................................................................................10 

Kroonstuk (vorkbrug) uit-/inbouwen .....................................................................................11 

Kogelgewricht uit-/inbouwen .............................................................................................................11 

[RS] Weerstandsmoment van het kogelgewricht controleren ..................................11 

[GS/R/RT] Weerstandsmoment kogelgewricht/hoekcontactlager controleren .11 

Montagevoorschrift voorvork: ............................................................................................................12 

Voorvork demonteren/monteren .......................................................................................13 

Voorvork demonteren .................................................................................................................13 

Voorvork monteren ......................................................................................................................14 

Meet de voorvork op .................................................................................................................14 

Kroonstuk controleren .......................................................................................................................14 

Binnenpoot op slingering controleren ................................................................................................14 

Swingarm uit-/inbouwen ........................................................................................................15 

Swingarm demonteren/monteren .....................................................................................15 

Veerelement, voor uit-/inbouwen ......................................................................................16 

[R] Stuurdemper uit-/inbouwen .........................................................................................16 

Kogelkop uit-/inbouwen ............................................................................................................16 

Stuurdemper controleren ..........................................................................................................16 

31.1

31.2

31 


Voorwielophanging 

Constructie BMW-telelever met extern geplaatst veerelement 

Voorvork 

Naloop van het voorwiel bij normale belasting 

(met bestuurder ca.85 kg) mm 111 

Stuuruitslag ° 32 

Totale veerweg mm 120 

Oppervlaktebehandeling buitenpoot Hardverchroomd 

Buiten-Ø binnenpoot mm 35,0 

Max. toelaatbare slingering van de binnenpoten mm 0,4 

Voorvorkolie – vrijgegeven soorten BMW voorvorkolie 

Inhoud per vorkpoot l 0,470 

Veerelement 

Constructie Veerelement met schroefveer en dubbele gasdemper 


Veerelement met enkele gasdrukdemper en traploos 

verstelbare demping uitgaande slag 

31.3




Voorvork 


(met bestuurder ca.85 kg) mm 122 

Stuuruitslag ° 34 

Totale veerweg mm 120 

Oppervlaktebehandeling buitenpoot Hardverchroomd 

Buiten-Ø binnenpoot mm 35,0 

Max. toelaatbare slingering van de binnenpoten mm 0,4 

Voorvorkolie – vrijgegeven soorten BMW voorvorkolie 

Inhoud per vorkpoot l 0,470 

Veerelement 

Constructie Veerelement met schroefdrukveer en dubbele 

gasdemper 

31.4




Voorvork 


(met bestuurder ca.85 kg) mm 115 115 

Stuuruitslag ° 42 42 

Totale veerweg mm 190 190 

Oppervlaktebehandeling buitenpoot Hardverchroomd Hardverchroomd 

Buiten-Ø binnenpoot mm 35,0 35,0 

Max. toelaatbare slingering van de binnenpoten mm 0,4 0,4 

Voorvorkolie – vrijgegeven soorten BMW voorvorkolie BMW voorvorkolie 

Inhoud per vorkpoot l 0,470 0,470 

Veerelement 

Constructie R 1100 GS 

Veerelement met vijfvoudig verstelbare veervoorspanning 

en dubbele gasdemper 

31.5




Voorvork 


(met bestuurder ca.85 kg) mm 127 127 

Stuuruitslag ° 37 37 

Totale veerweg mm 120 120 

Oppervlaktebehandeling buitenpoot Hardverchroomd Hardverchroomd 

Buiten-Ø binnenpoot mm 35,0 35,0 

Max. toelaatbare slingering van de binnenpoten mm 0,4 0,4 

Voorvorkolie – vrijgegeven soorten BMW voorvorkolie BMW voorvorkolie 

Inhoud per vorkpoot l 0,470 0,470 

Veerelement 

Constructie Veerelement met dubbele gasdemper 

31.6

Voorvork uit-/inbouwen 

Voorvork zonder vorkbovenplaat uit-/ 

inbouwen 

Bouw het voorspatbord uit. 

Bouw het voorwiel uit. 

[ABS] Maak de sensor los. 

Maak de remleidingsteun los. 

[R] Verwarm de bevestiging voor de stuurdemper 

bij het kroonstuk tot max. 120 °C en draai 

hem los. 

120 

jw 

v2701 

31 5 600 

GS310021 

Verwarm de bevestiging voor de swingarm tot 

max. 120 °C en draai de moeren los. 

[RS] Draai de klembouten in de vorkbovenplaat 

enkele slagen los en trek de voorvork naar beneden 

toe los. 

GS000410 

[R/RT] Maak het stuur los. 

[GS/R/RT] Draai de bouten op de vorkbovenplaat 

los, houd daarbij de binnenpoten bij het 

zeskant tegen en druk vervolgens de voorvork 

naar beneden uit de vorkbovenplaat. 


Schroef het kogelgewricht bij de vorkbovenplaat 

vast m.b.v. de inbussleuteldop, 

BMW-nr. 31 5 600, op de swingarm vast. 

e Attentie: 

Zorg ervoor dat de manchet op het kogelgewricht 

correct wordt gemonteerd om vetlekkage en vervuiling 

te voorkomen. 

[ABS] Controleer de sensorafstand, en corrigeer 

deze zonodig. 

ABS – sensorafstand: ....................0,50...0,55 mm 


Kogelgewricht aan swingarm 

(Schroefdraad reinigen + Loctite 2701) ...... 130 Nm 

Klembouten binnenpoten/vorkbovenplaat 

[RS] ............................................................ 22 Nm 

Boutverbinding binnenpoot/vorkbovenplaat 

(olie-/vetvrij)............................................................. 

[GS/R/RT] ................................................... 45 Nm 

Stuurpijp aan vorkbovenplaat 

[R/RT] ......................................................... 21 Nm 

Stuurdemper aan kroonstuk 

(schroefdraad reinigen+ Loctite 2701) 

[R] ............................................................... 20 Nm 

Bevestiging stuurdemper aan kroonstuk 

(Schroefdraad reinigen + Loctite 2701) 

[R] ................................................................. 9 Nm 

31.7

[RS] Vorkbovenplaat uit-/inbouwen 

31.8 

Trek de verbindingsstekker van het contact-/ 

stuurslot los. 

Maak het stuur los van de vorkbovenplaat. 

120 

jw 

Verwijder het plaatje (1). 

Verwarm de bevestiging van het kogelgewricht 

aan de vorkbovenplaat tot max. 120 °C en draai 

de bout m.b.v. inbusdopsleutel, 

BMW-nr. 31 5 600, los. 

Draai de klembouten van de binnenpoten op de 

vorkbovenplaat los. 

Verwijder de vorkbovenplaat. 

Bouw het contact-/stuurslot uit. 


Uitsteekhoogte 

binnenpoot/vorkbovenplaat: ................ 5 ± 0,5 mm 


Klembouten 

binnenpoten/vorkbovenplaat ........................ 22 Nm 

Kogelgewricht aan vorkbovenplaat 

(schroefdraad reinigen + Loctite 2701) ...... 130 Nm 

1 

31 5 600 

GS310030 

[GS/R/RT] Vorkbovenplaat uit-/inbouwen 

Maak de benzinetank los en trek hem naar achteren. 

Trek de verbindingsstekker van het contact-/ 

stuurslot los. 

Maak het stuur op de vorkbovenplaat los. 

GS000410 

Maak de binnenpoten los van de vorkbovenplaat. 

Houd daarbij de binnenpoten bij het zeskant 

tegen. 

Maak de vorkbovenplaat los van het frame. 

L Opmerking: 

De schroeftap is met een perspassing in het hoekcontactlager 

ingebouwd. Bouw hem daarom compleet 

uit. 

[R] Trek de koplamphouder naar voren. 

Verwijder de vorkbovenplaat. 

Bouw het contact-/stuurslot uit. 



Verbinding vorkbovenplaat - frame 

(Schroefdraad reinigen + Loctite 243) ........ 130 Nm 

Boutverbinding van de bovenplaat aan 

binnenpoot (olie-/vetvrij) ............................... 45 Nm 

Stuurpijp aan vorkbovenplaat....................... 21 Nm

Topgewricht uit-/inbouwen 

31 5 661 

31 5 662 

Verwijder de stofmanchetten (1). 

Verwijder de borgveer aan de bovenzijde (2). 

Pers het topgewricht m.b.v. de doorn en de bus, 

BMW-nr. 31 5 660, los. 

31 5 661 

De borgveer (3) is gemonteerd. 

Pers het topgewricht m.b.v. de doorn, 


Monteer de borgveer (2). 

Monteer de stofmanchetten (1). 

3 

2 

1 

1 

GS310080 

2 

1 

1 

GS310090 

31.9

Hoekcontactlager uit-/inbouwen 

GS310100 


Verwarm de vorkbovenplaat tot 100 °C. 

Tik het hoekcontactlager zonodig m.b.v. een 

kunststof hamer los. 

Pers de schroeftap m.b.v. de doorn, 

BMW-nr. 31 5 651, als ondersteuning los. 

Pers de schroeftap m.b.v. de doorn, 

BMW-nr. 31 5 651, als ondersteuning in het 

hoekcontactlager. 

31.10 

100 

j 

31 5 651 

31 5 651 

w 

1 

GS310110 

GS310120 

31 5 651 

31 5 653 

100 

j 

w 

GS310130 

Verwarm de vorkbovenplaat tot 100 °C en pers 

het hoekcontactlager m.b.v. het stempel, 

BMW-nr. 31 5 651 en de bus, 

BMW-nr. 31 5 653, in de vorkbovenplaat. 

Monteer de borgveer.

Kroonstuk (vorkbrug) uit-/inbouwen 

Verwijder het voorspatbord. 

Verwarm de bevestiging voor het kogelgewricht 

op het kroonstuk tot max. 120 °C en draai de bevestiging 

los. 

[R] Verwarm de bevestiging voor de stuurdemper 

op het kroonstuk tot max. 120 °C en draai de 

boutverbinding los. 

v243 

v2701 

120 

j 

w 

GS310040 

[RS/GS] Maak het remleidingverdeelblok los. 

[ABS] Maak de sensorkabel bij het kroonstuk 

los. 

Draai de bouten van het kroonstuk los. 


Schroef het kogelgewricht m.b.v. de inbusdopsleutel, 

BMW-nr. 31 5 600, vast aan de swingarm. 

e Attentie: 

Let op het montagevoorschrift voor de voorvork. 


Kroonstuk aan buitenpoten 

(schroefdraad reinigen + Loctite 243) ........... 22 Nm 

Kogelgewricht aan swingarm 

(schroefdraad reinigen + Loctite 2701) ....... 130 Nm 

Kogelgewricht uit-/inbouwen 

Plaats het kroonstuk in de houder, 

BMW-nr. 31 5 620. 

Draai het kogelgewricht los/vast met de dop 

slw 46, BMW-nr. 31 5 630. 


Kogelgewricht in kroonstuk ........................ 230 Nm 

[RS] Weerstandsmoment van het 

kogelgewricht controleren 

[GS/R/RT] Weerstandsmoment kogelgewricht/hoekcontactlagercontroleren 

Plaats de motorfiets op de middenstandaard, 

voorwiel moet los van de grond zijn. 

Meet m.b.v. de weerstandsmomentmeter, 

BMW-nr. 00 2 570, het verdraaimoment naar 

links en naar rechts vanuit de middenstand van 

het stuur. 

L Opmerking: 

Voer het aanhaalmoment zeer langzaam op om de 

juiste meetwaarde te kunnen bepalen. 

Wrijvingscoëfficiënt: 

Meet bij een kamertemperatuur (boven 20 °C) 

Richtwaarde:....................................... 1,0...4,0 Nm 

31.11

Montagevoorschrift voorvork: 

e Attentie: 

Houd onderstaande werkprocedure en de voorgeschreven 

volgorde exact aan om te garanderen dat 

de voorvork niet onder spanning wordt gemonteerd. 

31.12 

Het voorveerelement moet zijn uitgebouwd. 

e Attentie: 

Pas op voor krassen op gespoten onderdelen, plak 

ze indien nodig af. 

Maak de vorkbovenplaat vast aan het frame. 


Vorkbovenplaat aan kogelgewricht 


[RS] .......................................................... 130 Nm 

Schroeftap aan frame 


[GS/R/RT] ................................................. 130 Nm 

A 

GS310140 

Monteer de vorkpoten met de steekas voor/stel 

maat „A“ in. 

Maat „A“:............................................165 ± 0,5 mm 


Klembouten steekas..................................... 22 Nm 

L Opmerking: 

Als de steekas niet werd uitgebouwd, b.v. als alleen 

het kroonstuk wordt uit-/ingebouwd, dan vervalt bovenstaande 

procedure. 

Draai de bevestigingsbouten van het kroonstuk 

aan, maar draai ze nog niet met het voorgeschreven 

aanhaalmoment vast. 

Maak het kroonstuk vast aan de swingarm. 


Swingarm aan kogelgewricht 


Trek de voorvork b.v. met een spanriem zo ver 

tegen het frame, dat de geheel ingeschoven binnenpoten 

slechts minimaal hoeven te worden 

uitgetrokken om ze in de vorkbovenplaat te kunnen 

bevestigen. 

Maak de binnenpoten vast aan de vorkbovenplaat. 


Klemverbinding vorkpoten/vorkbovenplaat 

[RS] ............................................................. 22 Nm 

Boutverbinding buitenpoot aan vorkbovenplaat 

(olie-/vetvrij) 

[GS/R/RT].................................................... 45 Nm 

Draai de bouten van het kroonstuk vast. 


Kroonstuk aan buitenpoten 


Controleer het systeem op gangbaarheid door 

het in de rechtuitstand en met het stuur tegen de 

linker- en rechteraanslag uit- en in te laten veren 

(zonder veerelement). 

Bouw de steekas uit. 

e Attentie: 

De steekas moet zichtbaar goed in lijn liggen als hij 

opnieuw wordt gemonteerd en met een licht 

draaiende beweging te monteren zijn. 

Bouw het veerelement in. 


Veerelement aan frame ................................ 47 Nm 

Veerelement aan swingarm 

[RS] (8.8 bout) ............................................. 43 Nm 

[RS] (10.9 bout)............................................ 50 Nm 

[GS/R/RT] (10.9 bout).................................. 50 Nm

GS/R/RT 

RS 

1 

Voorvork demonteren/monteren 

Voorvork demonteren 

Draai de beluchtingsplug (1) los. 

Draai de olie-aftapplug (2) los en tap de olie af. 

Bouw de binnenpoot uit. 

Verwijder de stofmanchet (3) en de borgveer (4). 

Wip de keerring (5) los. 

e Attentie: 

Beschadig de buitenpoot niet. 

Verwijder de ring (6). 

1 

3 

4 

5 

6 

2 

7 

GS310050 

31.13

Voorvork monteren 

31.14 

Draai de olie-aftapplug vast. 

e Attentie: 

Monteer een nieuwe O-ring (7). Let op de correcte 

montage van de O-ring. 

Vul de vork met olie. 

Inhoud per poot: 

[RS/GS/R/RT] .............................................0,470 l 

Soort voorvorkolie: ................... BMW voorvorkolie 

L Opmerking: 

Bij inspecties hoeft de olie niet te worden ververst, 

daar de voorvork onderhoudsvrij is! 

Bouw de binnenpoten in. 

Monteer de ring (6). 

Schuif de dun ingeoliede keerring tot aan de aanslag 

voor de buitenpoot op de binnenpoot, tik 

hem voorzichtig vast met de stempel, 

BMW-nr. 31 5 610, en de verloopbus, 

BMW-nr. 31 5 613. 

Monteer de borgveer en de stofmanchet. 

Draai de beluchtingsplug (1) vast. 

Belucht de voorvork in ontlaste staat. 


[RS] Schroefstop op binnenpoot.................. 18 Nm 

[GS/R/RT] Schroefstop op binnenpoot 

........................... met perspassing, niet losdraaien! 

Meet de voorvork op 

e Attentie: 

Na een ongeval moet de voorvork op scheuren en 

beschadigingen worden gecontroleerd. 

Kroonstuk controleren 

Kroonstuk op vervorming controleren. 

e Attentie: 

Vervang een getordeerde/verbogen vorkbrug. 

Binnenpoot op slingering controleren 

RS310061 

Leg de binnenpoot met de beide uiteinden in een 

prisma. 

Draai de binnenpoot langzaam rond en lees de 

slingering af op de meetklok. 

e Attentie: 

Kromme binnenpoten mogen niet worden gericht, 

maar moeten worden vervangen! 

Toelaatbare slingering: .............................0,4 mm

2 

3 

7 

Swingarm uit-/inbouwen 

[RT] Bouw de kuipzijdelen uit. 

[R] Draai de bevestiging van de stuurdemper bij 

de swingarm los. 

Maak het voorveerelement aan de onderzijde 

los. 

Verwarm de bevestigingsmoer/-bout voor het 

kogelgewricht (1) op de swingarm tot max. 

120 °C en draai hem los. 

Trek de doppen (2) op de swingarm los. 

Draai de schroefdop (3) aan de linkerzijde los. 

Verwijder de borgveer (4) aan de rechterzijde en 

de borgkap (5). 

Draai de bout (6) aan de rechterzijde los en trek 

de as (7) naar links uit de swingarm. 

Trek de voorvork naar voren en trek de swingarm 

voorzichtig naar voren toe weg. 

e Attentie: 

Pas op voor krassen op gespoten onderdelen, plak 

ze indien nodig af. 


Smeer de as dun in met vet alvorens hem te 

monteren. 

Draai het kogelgewricht m.b.v. de inbussleuteldop, 

BMW-nr. 31 5 600, vast op de 

swingarm. 

RS] Smeer het bevestigingspunt van het veerelement 

aan de onderzijde in met Never 

Seeze. 

6 5 

4 2 

L Opmerking: 

Dit geldt alleen voor glijlagers. 

31 5 600 

120 

jw 

v2701 


Swingarm aan motor rechts ......................... 73 Nm 

Schroefdop links (schroefdraad dun i 

nsmeren met Never Seeze) ......................... 42 Nm 




[RS] (8.8 bout) ............................................. 43 Nm 

[RS] (10.9 bout)............................................ 50 Nm 

[GS/R/RT] (10.9 bout).................................. 50 Nm 

Bevestiging stuurdemper aan swingarm 

[R]................................................................ 20 Nm 

Swingarm demonteren/monteren 

Pers de lagers met geschikt gereedschap los/ 

vast. 

e Attentie: 

Tijdens de montage moet het gereedschap altijd op 

de lagerbuitenring steunen. 

1 

RS310010 

31.15

Veerelement, voor uit-/inbouwen 

[RS] Smeer het draaipunt voor het veerelement 

aan de onderzijde in met Never Seeze. 

L Opmerking: 

Dit geldt alleen voor glijlagers. 


Veerelement aan frame ................................ 47 Nm 


[RS] (8.8 bout).............................................. 43 Nm 

[RS] (10.9 bout)............................................ 50 Nm 

[GS/R/RT] (10.9 bout).................................. 50 Nm 

[R] Stuurdemper uit-/inbouwen 

v2701 

120 

jw 

Verwarm de bevestigingsmoer/bout voor de 

stuurdemper tot max. 120 °C en draai hem los 

31.16 

120 

jw 

v2701 

120 

jw 

v2701 

RS310150 

Kogelkop uit-/inbouwen 

Draai de kogelkop los. 

Draai bij het inbouwen de contramoer tegen het 

uiteinde van de schroefdraad op de zuigerstang 

en borg de kogelkop tegen de moer. 

e Attentie: 

Demonteer de stuurdemper niet. 


Stuurdemper aan draaipunt kroonstuk 

(schroefdraad reinigen + Loctite 2701) ......... 20 Nm 

Draaipunt stuurdemper aan kroonstuk 


Stuurdemper aan draaipunt swingarm 

(schroefdraad reinigen + Loctite 2701) ......... 20 Nm 

Draaipunt stuurdemper aan swingarm.......... 20 Nm 

Kogelkop tegen contramoer......................... 20 Nm 

Stuurdemper controleren 

Kogelkop spelingvrij. 

Zuigerstang spelingvrij. 

– Draai het stuur naar links en druk het voorste uiteinde 

van het stuurdemperhuis in radiale richting 

heen en weer.

32 

32 Besturing 

Inhoud Blz. 


Linker stuurhendel uit-/inbouwen .......................................................................................7 

Met handvatverwarming ......................................................................................................................7 

Zonder handvatverwarming .................................................................................................................7 

Rechter stuurhendel uit-/inbouwen ...................................................................................8 

Met handvatverwarming ......................................................................................................................8 

Zonder handvatverwarming .................................................................................................................8 

[RS] Stuur uit-/inbouwen .........................................................................................................9 

[GS/R/RT] Stuur uit-/inbouwen ..........................................................................................10 

Gaskabelverdeelstuk uit-/inbouwen (vanaf modeljaar 96) ..................................11 

Gaskabel uit-/inbouwen ..........................................................................................................12 

Met gaskabelverdeelblok (vanaf modeljaar 96) ..................................................................................13 

Chokekabel uit-/inbouwen ....................................................................................................14 

Met gaskabelverdeelblok (vanaf modeljaar 96) ..................................................................................14 

Koppelingskabel uit-/inbouwen .........................................................................................15 

32.1

32.2

32 


Stuuruitslag ° 2 x 32 

Stuurpijp-Ø mm 22 

Stuurbreedte met gewichten mm 738 

32.3


Stuuruitslag ° 2 x 34 

Stuurpijp-Ø mm 22 

Stuurbreedte met gewichten mm 775 

32.4


Stuuruitslag ° 2 x 42 2 x 42 

Stuurpijp-Ø mm 22 22 

Stuurbreedte met gewichten mm 890 890 

32.5


Stuuruitslag ° 2 x 37 2 x 37 

Stuurpijp-Ø mm 22 22 


32.6

4 

GS/R/RT 

Linker stuurhendel uit-/inbouwen 

[RS] Verwijder het linker kuipzijdeel. 

[GS/R] Maak de benzinetank los en trek deze 

naar achteren. 

[RT] Bouw het bovenste kuipdeel uit. 

Trek de stekker (1) van de koppelingsschakelaar 

los. 

Haak de chokekabel los van de chokehendel (2). 

Haak de koppelingskabel eerst los van de ontkoppelingshefboom 

en vervolgens van de koppelingsgreep. 

Draai de bout (3) los en trek het stuurgewicht uit 

het stuur. 

Maak de combischakelaar los. 

Met handvatverwarming 

Stulp het handvatrubber aan de stuurhendelzijde 

terug. 

Draai de bevestigingsschroeven van het handvat 

los. 

Trek de verbindingsstekker van het handvat los. 

Trek de kabelschoenen in de verbindingsstekker 

los. 

Trek de bedrading door het stuur. 

3 

RS 

4 

2 

Zonder handvatverwarming 

GS320010 

Snijd het handvatrubber open en trek het van de 

stuurpijp. 

Draai de klembout (4) van de stuurhendel een 

slag los. 

Trek de stuurhendel van het stuur. 


Monteer de stuurhendel (pijl) zo, dat de klemsleuf 

in lijn ligt met de centerpunt op de stuurpijp. 

Plak het handvatrubber vast met 

Loctite 638 en oppervlakte-activator. 

Stel de koppelingskabel af en smeer het draaipunt 

in met Shell Retinax A . 

a Zie groep 00 

Controleer, resp. corrigeer de chokeafstelling. 


1 

32.7

4 

Rechter stuurhendel uit-/inbouwen 

32.8 

GS/R/RT 


[GS/R] Maak de benzinetank los en trek hem 


[RT] Bouw het bovenste kuipdeel uit. 

Trek de stekker (1) van de remlichtschakelaar 

los. 

Maak de remleiding los en dicht deze af. 

e Attentie: 

Voorkom dat er remvloeistof op de gelakte delen terechtkomt, 

remvloeistof tast de lak aan. 

Maak de combischakelaar los. 

Maak de afdekkap (2) op de gashandel los en 

haak de gaskabel los. 

Draai de bout (3) los en trek het stuurgewicht uit 

het stuur. 

Met handvatverwarming 

Stulp het handvatrubber aan de stuurhendelzijde 

terug. 

Draai de bevestigingsschroeven van het handvat 

los. 

Trek de verbindingsstekker van het handvat los. 

Trek de kabelschoenen in de verbindingsstekker 

los. 

Trek de bedrading door het stuur. 

3 

RS 

5 

2 

Zonder handvatverwarming 

Snijd het handvatrubber open (4) en trek het van 

de stuurpijp. 

Draai de klembout (5) van de stuurhendel los. 

Trek de stuurhendel van het stuur. 


Monteer de stuurhendel (pijl) zo, dat de klemsleuf 

in lijn ligt met de centerpunt op de stuurpijp. 

Plak het handvatrubber vast met 

Loctite 638 en oppervlakte-activator. 

e Attentie: 

Vul remvloeistof bij en ontlucht het remsysteem! 

– Verstelbaar stuur – In de middenstand moet de 

koppeling van de remslang op de hoofdremcilinder 

voldoende afstand (ca. 5...10 mm) t.o.v. het 

middelste stuurgedeelte hebben. Maak zonodig 

de kabelboom los. 


Remslang aan remcilinder.............................. 7 Nm 

1 

GS320020

[RS] Stuur uit-/inbouwen 

Verwijder de linker en rechter stuurhendel. 

Verwijder de afdekplaat (1) op de vorkbovenplaat 

(haken in de pijlrichting indrukken). 

Bouw het stuur uit. 


e Attentie: 

Let erop dat de remslang correct wordt gemonteerd! 


Stuur aan silent-bloc ................................... 40 Nm 

Silent-bloc aan vorkbovenplaat .................... 40 Nm 

Stuurgewicht aan vast stuur ......................... 20 Nm 

Stuurgewicht aan verstelbaar stuur 

(Schroefdraad reinigen + Loctite 2701)........... 7 Nm 

1 

RS320030 

32.9

GS 

R/RT 

[GS/R/RT] Stuur uit-/inbouwen 

Verwijder de linker en rechter stuurhendel. 

Bouw het stuur uit. 


e Attentie: 

Let erop dat de remslang correct wordt gemonteerd! 

[GS] Lijn het centerpunt van het stuur uit op de sleuf 

van de klemblokken. 


Stuurklemblok aan vorkbovenplaat 

[GS] ............................................................. 21 Nm 

Stuurpijp aan vorkbovenplaat 

[R/RT].......................................................... 21 Nm 

Gewicht aan stuurpijp .................................. 20 Nm 

32.10 

GS320030

3 

Gaskabelverdeelstuk uit-/inbouwen 


[RS/RT] Verwijder de zijkuipdelen. 

Maak de benzinetank los en trek hem naar achteren. 

Bouw de chokehendel (starttoerentalverhoging) 

uit/ haak de chokekabel los. 

Verwijder het deksel bij de gashendel/ haak de 

gaskabel los. 

Maak de gaskabel bij het linker en rechter gasklephuis 

los. 

Maak de kabelbandjes voor de gaskabel los. 

Maak de carterontluchtingsleiding (1) op het motorblok 

los. 

Trek het gaskabelverdeelblok (2) in de pijlrichting 

uit de steun (3). 


Stel de gaskabels af. 


2 

1 

RT320120 

32.11

Gaskabel uit-/inbouwen 


[GS/RT] Maak de benzinetank los en trek hem 


Verwijder de afdekkap (1) voor de gaskabel op 

de stuurhendel en haak de gaskabel los. 

Draai de stelhuls (2) van de gaskabel op het 

rechter gasklephuis los. 

Druk de borgveer (3) in en haak de kabel los. 

32.12 

1 

2 

RS320041 

3 

GS320110 

5 

Draai beide stelhulzen (4) op het linker gasklephuis 

los. 



e Attentie: 

Monteer de gaskabel zonder knikken. 

Stel de gaskabel af. 


4 

4 

RS320050

Met gaskabelverdeelblok 


Verwijder de afdekkap (1) voor de gaskabel en 

haak de gaskabel los. 

Chokehendel uitbouwen/chokekabel loshaken. 

Draai de stelschroeven (2) bij het linker en rechter 

gasklephuis los. 


11 

6 

Bouw het kabelverdeelblok (6) in de pijlrichting 

uit. 

Maak de borging (7) los en verwijder het tandwiel 

(8). 

Haak de kabels (9), (10) en (11) los. 


Kabels afstellen. 


7 

9 

10 

8 

RT320130 

32.13

Chokekabel uit-/inbouwen 

3 


[GS] Maak de benzinetank los en trek hem naar 

achteren. 

Maak de chokehendel (1) los en haak de chokekabel 

los. 

Draai de stelhuls van de chokekabel (2) op het 

linker gasklephuis los. 



e Attentie: 




32.14 

2 

1 

RS320060 

RS320070 

Met gaskabelverdeelblok 


Verwijder de afdekkap voor de gaskabel op de 

stuurhendel en haak de gaskabel los. 

Maak de chokehendel (1) los en haak de chokekabel 

los. 

Draai de stelschroeven op het linker en rechter 

gasklephuis los. 

Druk de borgveer in en verwijder de kabel. 

5 

4 

RT320130 

Bouw het kabelverdeelblok (4) in de pijlrichting 

uit. 

Haak de kabel (5) los. 



a Zie groep 00

Koppelingskabel uit-/inbouwen 

Verwijder het rechter kuipzijdeel. 

[RT] Maak de benzinetank los en trek hem naar 

achteren. 

Haak de koppelingskabel los van de ontkoppelingshefboom 

bij de versnellingsbak. 

Haak de koppelingskabel los van de koppelingsgreep. 


e Attentie: 




RS320081 

RS320091 

32.15

33 

33 Cardan 

Inhoud Blz. 


Cardan doorsnedetekening ....................................................................................................7 

Cardan uitbouwen, demonteren, monteren en inbouwen .....................................9 

Cardan uitbouwen ..........................................................................................................................9 

Pignon uitbouwen ...........................................................................................................................9 

Pignon demonteren .....................................................................................................................11 

Pignonlager uitbouwen ......................................................................................................................12 

Pignonlager inbouwen .......................................................................................................................12 

Pignon monteren ..........................................................................................................................13 

Pignon inbouwen ..........................................................................................................................14 

Conische naaldlagers in cardan uit-/inbouwen ...............................................................15 

Kroonwiel uitbouwen ...................................................................................................................16 

Kroonwiel inbouwen ....................................................................................................................17 

Tandflankspeling controleren/afstellen ...............................................................................18 

Tandcontactbeeld controleren ...............................................................................................19 

Cardanhuisdeksel uitlijnen ........................................................................................................20 

Cardanhuisdeksel inbouwen ...................................................................................................20 

Schuifstuk inbouwen ...................................................................................................................20 

Cardan inbouwen .........................................................................................................................21 

Achtervork uitbouwen, demonteren, monteren en inbouwen ..........................23 

Achtervork uitbouwen .................................................................................................................23 

Conische rollagers uit-/inbouwen .........................................................................................23 

Stofhoes uit-/inbouwen ..............................................................................................................24 

Cardanas uitbouwen ...................................................................................................................24 

Kruiskoppeling op slijtage controleren ...............................................................................................24 

Cardanas inbouwen .....................................................................................................................24 

Achtervork inbouwen ..................................................................................................................25 

Veerelement uit-/inbouwen ..................................................................................................26 

33.1

33.2

33 


Cardan 

Type vertanding Klingelnberg-palloïd-spiraalvertanding 

Overbrengingsverhouding tot modeljaar '93 

3,09 : 1 

Aantal tanden 34 : 11 


vanaf modeljaar '94 

2,81 : 1 

Tandflankspeling mm 0,07...0,16 

Voorspanning conisch rollager mm 0,05...0,1 

Oliesoort Hypoïdversnellingsbakolie van een gerenommeerd 

merk, SAE 90 GL 5 


Cardanas 

l 0,25 

l 0,23 


Ophanging In de enkele achtervork (BMW PARALEVER) ingekapselde, 

tweedelige cardanas met dubbele 

kruiskoppeling met geïntegreerde torsiedemper, 

aan beide uiteinden kruiskoppelingen, aan 

cardanzijde met schuifstuk 

Achtervork 

Achtervorklengte mm 355 

Achterwielvering 

Veerelement Veerelement met enkel werkende gasdemper, 

traploos verstelbare uitgaande demping en zevenvoudig 

verstelbare veervoorspanning. 


Veerelement met enkel werkende gasdemper, 

traploos verstelbare uitgaande demping en hydraulische, 

traploos verstelbare veervoorspanning. 

Veerweg mm 135 

33.3


Cardan 



33.4 

2,91 : 1 


Aantal tanden 

Tandflankspeling mm 0,07...0,16 

Voorspanning conisch rollager mm 0,05...0,1 




Cardanas 

l 0,25 

l 0,23 







Achtervork 

Achtervorklengte mm 355 



traploos verstelbare uitgaande demping en 

hydraulische, traploos verstelbare veervoorspanning. 

Veerweg mm 135


Cardan 


Overbrengingsverhouding 3,36 : 1 3,00 : 1 

Aantal tanden 37 : 11 33 : 11 

Tandflankspeling mm 0,07...0,16 0,07...0,16 

Voorspanning conisch rollager mm 0,05...0,1 0,05...0,1 




Cardanas 

l 0,25 0,25 


l 0,23 0,23 






Achtervork 

Achtervorklengte mm 355 355 




hydraulische, traploos verstelbare 

veervoorspanning.. 

Veerweg mm 200 200 

33.5


Cardan 


Overbrengingsverhouding 3,36 : 1 3,00 : 1 

33.6 

Aantal tanden 37 : 11 33 : 11 

Tandflankspeling mm 0,07...0,16 0,07...0,16 

Voorspanning conisch rollager mm 0,05...0,1 0,05...0,1 




Cardanas 

l 0,25 0,25 


l 0,23 0,23 

Ophanging IIn de enkele achtervork (BMW PARALEVER) ingekapselde, 





Achtervork 

Achtervorklengte mm 355 355 




zevenvoudig verstelbare veervoorspanning. 

Veerweg mm 135 135

Cardan doorsnedetekening 

RS339011 

33.7

33.8

Cardan uitbouwen, demonteren, 

monteren en inbouwen 

Tap de olie af. 

[RS] Bouw de kentekenplaathouder uit. 

[GS] Maak het achterspatbord bij het cardan los. 

Maak de remklauw los en bind hem met een kabelbandje 

op aan het achterframe. 

[ABS]/[GS/R/RT] Bouw de sensor uit. 

Cardan uitbouwen 

120 

j 


Maak de reactiestang los van het cardan (1). 

Maak de klemband (2) los. 

Verwarm de lagertap (3) van het zwevend lager 

tot max. 120 °C/ draai hem iets los, verwarm de 

lagertap (4) van het vaste lager tot max. 120 °C 

en draai hem iets los. 

[RS/R/RT] Bouw de remschijf uit/ verwarm de 

bevestigingsbouten tot 120 °C, bij 

[ABS] teken de stand af. 

Draai de lagertappen van het zwevend lager (3) 

en van het vaste lager (4) los. 

L Opmerking: 

Let op de lagerbinnenringen van de naaldlagers. 

3 

2 

Maak de reactiestang los van het cardan. 

Trek het cardan van de cardanas. 

L Opmerking: 

Leg een met olie gevuld cardan niet op de zijkant 

neer, alvorens het in te bouwen. Onder het rijden 

kan hij dan olie gaan lekken (zuigende werking). 

Pignon uitbouwen 

Druk het schuifstuk los. 

Bouw de borgveer indien nodig uit/in. 

1 

4 

120 

j 

RS330010 

LT 33.043 

LT330430 

33.9

Plaats het cardan in het midden op de montagesteun, 

BMW-nr. 33 1 510, en zet hem met de lagertap 

(1) vast. 

Schroef de blokkeerarm (3) vast. 

Breng de schroefbussen (5) aan op het cardan. 

Zet ze vast met de wielbouten (2). 

Breng de bouten (4) aan. 

33.10 

1 

33 1 510 

4 

5 

1 

3 

2 

RT330350 

120 

j 

8 

100 

j 

7 6 

Verwarm de zeskantmoer (5) van het pignon tot 

100 °C en draai hem los met de dopsleutel slw 

36 en het verloopstuk (1), BMW-nr. 33 1 720. 

e Attentie: 

Gebruik nooit een hamer om de moer los te draaien, 

kans op beschadiging van de spiebaanvertanding. 

Trek de drukring (6) van de pignon. 

Verwarm het cardanhuis tot 120 °C en draai de 

schroefbus (7) met de nokkensleutel (2), 

BMW-nr. 33 1 700, los. 

Verwarm de lagerzitting tot 120 °C om de pignon 

(8) uit te bouwen. 

2 

1 

5 

LT330012 

33 1 720 

33 1 700 

RT330360

Pignon demonteren 

Verwijder de lagerbuitenring (7). 

Trek de vulring (8) uit het cardanashuis. 

Span de pignon (6) in een bankschroef met aluminium 

spanplaten (spiebaanvertanding boven). 

00 7 500 

LT330040 

Trek m.b.v. de trekker, BMW-nr. 00 7 500, de 

beide lagers tegelijkertijd los. 

Trek het hoekcontactlager (9), de lagerbinnenring 

(10), de rollenkooi (11) en de lagerbuitenring 

(12) van de pignon. 

12 

8 6 

11 10 

9 

7 

LT330030 

33.11

Pignonlager uitbouwen 

Tik de kooi van het naaldlager door. 

Verwarm het cardanhuis tot 130 °C. 

Trek de lagerbuitenring van het naaldlager m.b.v. 

de binnentrekker, BMW-nr. 00 8 573, en de 

trekkerbrug, BMW-nr. 00 8 570, los. 

Pignonlager inbouwen 

Verwarm de lagerzitting van het naaldlager tot 

100 °C. 

Pers het naaldlager m.b.v. een geschikte stempel 

of de pignon in het huis. 

33.12 

00 8 570 

00 8 573 

LT330020 

LT RT330060 

33.006

Pignon monteren 

Verwarm de lagerbinnenring (10) tot 100 °C en 

schuif hem tot aan de aanslag op de pignon (6). 

Schuif de lagerbuitenring (12) samen met de rollenkooi 

(11) op de lagerbinnenring (10). 

Verwarm het hoekcontactlager (9) tot 100 °C en 

schuif hem tot aan de aanslag op de pignon (6). 

Laat de pignon afkoelen. 

6 

12 

100 

j 

11 10 9 

LT330071 

33.13

Pignon inbouwen 

Tik de keerring (13) in de schroefbus (5) m.b.v. de 

stempel, BMW-nr. 33 1 760, en de handgreep, 

BMW-nr. 00 5 550. 

Verwarm het cardanhuis tot 120 °C. 

Plaats de pignon compleet met de vulring (8) in 

het huis. 

Monteer de lagerbuitenring (7). 

Smeer de schroefdraadbus (5) in met 

Hylomar SQ 32 M. 

Draai de schroefbus vast met de nokkensleutel, 

BMW-nr. 33 1 700. 

Monteer de drukring (4). 

33.14 

00 5 500 

33 1 760 

100 

j 

13 

5 

LT330090 

8 

13 5 4 3 

v273 

L Opmerking: 

Controleer of de afdichtlip van de keerring goed tegen 

de drukring ligt. 

Monteer de zeskantmoer (3) met Loctite 273. 

e Attentie: 

De moer mag de keerring niet beschadigen! 


Draadbus 

(schroefdraad gereinigd 

+ Hylomar SQ 32 M) .................................. 118 Nm 

Pignonmoer 

(schroefdraad gereinigd + Loctite 273)....... 200 Nm 

7 

LT330080

Conische naaldlagers in cardan uit-/ 

inbouwen 

00 8 573 

00 8 572 

RT330090 

Trek de naaldlagers m.b.v. de trekkerbrug 22/1, 

BMW-nr. 00 8 572, en de binnentrekker 21/4, 

BMW-nr. 00 8 573, uit het cardanhuis. 

Verwarm de hals van het cardanhuis tot 120 °C. 

Pers de naaldlagers met de lagerbinnenring 

m.b.v. het stempel, BMW-nr. 36 3 700, in het 

cardanhuis. 

33.15

Kroonwiel uitbouwen 

Verwijder het cardanhuisdeksel (1) met het 

kroonwiel (2) en het lager (3). 

Verwarm het cardanhuisdeksel tot 100 °C en trek 

het los. 

Tik de keerring (4) m.b.v. een doorn uit het cardanhuisdeksel. 

33.16 

100 

j 

1 2 

4 

RT330121 

33 1 830 

Span het kroonwiel in een bankschroef met aluminium 

spanplaten. 

Breng de druktaats (pijl), BMW-nr. 33 1 307, aan. 

Trek m.b.v. de trekker, BMW-nr. 33 1 830, het 

kogellager los. 

3 

33 1 307 

LT330111 

LT330130

Trek het conisch rollager m.b.v. de trekker, 

BMW-nr. 00 7 500, los van het kroonwiel. 

00 8 560 

00 7 500 

LT330140 

LT330150 

Trek de lagerbuitenring m.b.v. de binnentrekker, 

BMW-nr. 00 8 560,los. 

Kroonwiel inbouwen 

00 5 500 

33 1 880 

Verwarm het huis tot 80 °C. 

Pers de lagerbuitenring m.b.v. het stempel, 


BMW-nr. 00 5 500, in de boring van het huis. 

Controleer met een tik van de hamer of het lager 

goed draagt. 

L Opmerking: 

Als er nieuwe onderdelen werden ingebouwd (b.v. 

conische rollagers) moet de tandslangspeling worden 

gecontroleerd en zonodig opnieuw worden afgesteld. 

Leg de aanwezige vulring (1) op het kroonwiel. 

Verwarm het conisch rollager (2) tot 80 °C en 

schuif het op het kroonwiel. 

Plaats het kroonwiel (3) in het huis. 

Verwarm het kogellager (4) tot 80 °C en plaats 

het op het kroonwiel. 

4 

3 

1 

2 

LT330160 

RT330170 

33.17

Tandflankspeling controleren/afstellen 

Plaats de meetring (1), BMW-nr. 33 2 600, met 

de micrometerklok op het kroonwiel en zet het 

geheel met de kartelbout (2) vast. 

Bevestig de meetarm (3), BMW-nr. 33 2 604, in 

het midden van het kroonwiel. 

Druk het kroonwiel met de muis van de hand in 

het huis en controleer de tandflankspeling door 

het kroonwiel heen en weer te draaien. 

L Opmerking: 

Controleer de tandflankspeling op drie punten, om 

de 120° en verdraai het kroonwiel via de pignon. 

33.18 

2 

33 2 604 

33 2 600 

3 

1 

RT330190 

90° 

RT330200 

Corrigeer de tandflankspeling door bij een te 

grote speling een dunnere vulring en bij een te 

kleine speling een dikkere vulring (1) aan te brengen. 

Tandflankspeling: 

(afstelling zonder olie)......................0,07...0,16 mm 

1 

RT330210

Tandcontactbeeld controleren 

Controleer het tandcontactbeeld als de pignon-/ 

kroonwielset, het cardanashuis of het pignonlager 

wordt vervangen. 

L Opmerking: 

Het tandcontactbeeld wordt m.b.v. vulring (1) onder 

de pignon afgesteld. 

Ontvet de tandflanken van het kroonwiel en de 

pignon en smeer ze in met Pruisische blauw. 

Breng het kroonwiel aan en druk het met de muis 

van de hand aan terwijl het gelijktijdig enige malen 

heen en weer wordt gedraaid. 

LT330230 

Wanneer de juiste vulring is gemonteerd, wordt 

het volgende tandcontactbeeld in onbelaste toestand 

zichtbaar. 

L Opmerking: 

Aan de drukzijde „V“ bevindt het tandcontactbeeld 

zich in het midden. 

Aan de lijzijde „R“ bevindt het tandcontactbeeld zich 

dichter bij de grote diameter. 

e Attentie: 

Tandcontact bij de kleine diameter is nooit 

toegestaan! 

1 

LT330220 

V 

R 

LT330240 

Als op de pignon dit contactbeeld zichtbaar is, 

moet er een dunnere vulring worden gemonteerd. 

LT330250 

Als op de pignon dit contactbeeld zichtbaar is, 

moet er een dikkere vulring worden gemonteerd. 

33.19

Cardanhuisdeksel uitlijnen 

Om de juiste voorspanning van het conisch rollager 

te verkrijgen moet het cardanhuisdeksel worden 

uitgelijnd. 

Meet maat „a“ met de dieptemaat, 

BMW-nr. 00 2 550. 

Breng de meetring, BMW-nr. 33 2 601, aan en 

zet hem vast. 

Meet maat „b“ vanaf de bovenzijde van het kogellager 

door de uitsparing in de meetring tot het 

pasvlak van het huis. 

Maat „a“ – maat „b“ = dikte van de vulring zonder 

voorspanning. 

Smeer de vulring met de berekende dikte dun in 

met vet en breng hem aan. 

Voorspanning::.................................0,05...0,1 mm 

33.20 

33 2 601 

00 2 550 

a 

b 

LT330260 

LT330270 

Cardanhuisdeksel inbouwen 

00 5 500 

33 1 860 

Tik de keerring m.b.v. het slagstempel, 



Monteer de O-ring, smeer hem dun in met olie/ 

vet. 

Verwarm het cardanhuisdeksel tot 80 °C en 

breng het aan op het cardanhuis. 

Draai de bevestigingsbouten kruiselings vast. 


Koppelingshuisdeksel .................................. 35 Nm 

Schuifstuk inbouwen 

LT330280 

Smeer de spiebaanvertanding van de pignon in 

met Staburags NBU 30 PTM. 

Schuif het schuifstuk op de pignon. 

Tik voorzichtig met een kunststof hamer de borgveer 

in de groef.

Cardan inbouwen 

Smeer de spiebaanvertanding van het schuifstuk 

(pijl) dun in met Staburags NBU 30 PTM. 

Smeer de lagerbinnenring (1, 2) van het linker 

naaldlager dun in met vet. 

Plaats het cardan met de hoes tegen de achtervork 

en schuif het schuifstuk in de cardanas. 

e Attentie: 

Ondersteun het cardan! 

v2701 

Monteer de lagertap van het vaste lager (3) met 

Loctite . 

e Attentie: 

De lagerbinnenring mag nooit tegen de voorzijde 

van de naalden drukken! 

Smeer de gehele schroefdraad van de lagertap 

(4) van het zwevend lager in met Loctite en 

schroef de lagertap in de boring. 

Draai de lagertap van het vaste lager vast. 

4 

1 

6 


Tapvastlager 

(schroefdraad gereinigd + Loctite 2701)..... 150 Nm 

e Attentie: 

Het definitieve aanhaalmoment bij boutverbindingen 

met Loctite 2701 moet beslist worden aangehouden. 

Uithardtijd Loctite minimaal 3 uur. 

L Opmerking: 

Gebruik voor de reiniging een middel op acetonbasis 

b.v. 

Loctite snelreiniger 706 

Loctite bestelnr. 70636-AC 

Draai de lagertap van het zwevend lager vast. 



(schroefdraad gereinigd + Loctite 2701 over de 

gehele schroefdraad van de scharnierpen van 

het zwevend lager aanbrengen)...................... 7 Nm 

Contramoer................................................ 105 Nm 

2 

5 

3 

v2701 

LT330011 

33.21

Belast de motorfiets met ca. 85 kg en maak de 

losse reactiestang (5) vast. 


reactiestang aan cardan............................... 43 Nm 

Maak de klemband (6) van de stofhoes vast. 

Vul het cardan eventueel met olie. 

Olieinhoud: 

Nieuwe vulling ................................................0,25 l 

olie verversen .................................................0,23 l 

Versnellingsbakolie: 

Hypoïd-versnellingsbakolie van een gerenommeerd 

merk, SAE 90 API-klasse GL 5. 

[ABS]/[RS/R/RT] Monteer de remschijf in de 

voorheen afgetekende stand. 

Monteer het achterwiel. 

Monteer de remklauw. 

e Attentie: 

Beschadig of kantel de remblokken niet! 

[GS/R/RT]/[ABS] Monteer de sensor. 

[ABS] Controleer de montage-afstand van de 

sensor! 

ABS-sensorafstand achter:...........0,45...0,55 mm 

[RS] Monteer de kentekenplaathouder. 

[GS] Monteer het achterspatbord. 

33.22

120 

j 

2 

Achtervork uitbouwen, demonteren, 

monteren en inbouwen 

Achtervork uitbouwen 

Maak het veerelement aan de onderzijde (1) los. 

[RT] Maak de hoofdremcilinder los van de rechter 

schetsplaat voor de voetsteun. 

[RT] Maak de schakelstang voor het schakelmechanisme 

los van de linker schetsplaat voor de 

voetsteun. 

[RT] Bouw de schetsplaat voor de voetsteun 

links en rechts uit. 

Verwarm het zwevende achtervorklager (2) tot 

max. 120 °C en draai hem los. 

Verwarm het vaste achtervorklager (3) tot max. 

120 °C en draai het los. 

Draai de lagertap van het zwevend lager los. 

1 

Conische rollagers uit-/inbouwen 

00 8 571 

Trek het conisch rollager m.b.v. de trekkerbrug, 


BMW-nr. 00 8 571, uit de achtervork. 

Trek de lagerbuitenring m.b.v. de binnentrekker 

21/5, BMW-nr. 00 8 563, uit de achtervork. 

Verwarm voor het inbouwen van de lagers de 

achtervork tot 80 °C. 

3 

120 

j 

RS330031 

00 8 572 

00 8 563 

LT330370 

33.23

Stofhoes uit-/inbouwen 

Verwijder de borgveer aan de binnenzijde en trek 

de stofhoes uit de achtervork. 

Smeer de afdichtlip aan de binnen- en buitenzijde 

(pijl) in met Staburags NBU 30 PTM. 

e Attentie: 

Vrije ruimte van de cardanas tijdens het inveren: Het 

slot van de borgveer moet in het horizontale vlak liggen. 

Cardanas uitbouwen 

33.24 

Druk de cardanas los. 

LT330300 

RS330040 

e Attentie: 

Pas op voor krassen op gespoten delen, gebruik 

eventueel een rubbermat o.i.d. 

Kruiskoppeling op slijtage controleren 

Controleer de kruiskoppeling op axiale en radiale 

speling. 

Cardanas inbouwen 

LT330420 

Smeer de spiebaanvertanding van de hoofdas 

dun in met Staburags NBU 30 PTM. 

Schuif de cardanas op de hoofdas. 

Tik voorzichtig met een kunststof hamer de borgveer 

in de groef.

2 

Achtervork inbouwen 

v2701 

Schuif de achtervork over de cardanas, druk 

hem zo ver mogelijk naar voren tot de stofhoes in 

de rand van het versnellingsbakhuis valt. 

Monteer de lagertap van het vaste lager (3) met 

Loctite. 

Smeer de gehele schroefdraadlengte van de 

zwevende lagertap (2) dun in met Loctite en 

monteer hem. 

Draai de lagertap van het vaste lager vast. 


Tapvastlager 

(schroefdraad gereinigd + Loctite 2701) .... 150 Nm 

e Attentie: 

Het aanhaalmoment bij boutverbindingen met Loctite 

2701 moet beslist worden aangehouden. 

Uithardtijd Loctite minimaal 3 uur. 

L Opmerking: 

Gebruik voor het reinigen een reinigingsmiddel op 

acetonbasis, b.v. 

Loctite snelreiniger 706 

Loctite bestelnr. 70636-AC 

Draai de lagertap van het zwevende lager vast. 

1 



(schroefdraad gereinigd + Loctite 2701 over de 

gehele schroefdraadlengte van de zwevende 

lagertap aanbrengen) ..................................... 7 Nm 

Contramoer................................................ 105 Nm 

[RT] Monteer de schakelstang op de schetsplaat 

voor de voetsteun, links. 

[RT] Monteer de schetsplaat voor de voetsteunen 

links en rechts. 

[RT] Bevestig de hoofdremcilinder op de schetsplaat 

voor de rechter voetsteun. 

Maak het veerelement vast met de bout (1) en 

moer. 


Veerelement aan achtervork 

[RS] (8.8 bout).............................................. 43 Nm 

[RS] (10.9 bout)............................................ 50 Nm 

[GS/R/RT] (10.9 bout).................................. 50 Nm 

3 

v2701 

RS330030 

33.25

Veerelement uit-/inbouwen 

Buddyzit uitbouwen. 

[RT] Bouw de kleine beplatingsdelen links/ 

rechts uit. 


RS 

RS330050 

GS/RT 

[GS] Schroef de hydraulische veerverstelling 

m.b.v. de inbussleutel slw 6, BMW-nr. 31 5 600, 

los. 

Bouw het veerelement uitin. 


Veerelement aan achtervork/achterframe 

[RS] (8.8 bout).............................................. 43 Nm 

[RS] (10.9 bout)............................................ 50 Nm 

[GS/R/RT] (10.9 bout).................................. 50 Nm 

Hydraulische veerverstelling aan voetsteunplaat 

[GS/RT/RS vanaf modeljaar 96] ................ 22 Nm 

33.26 

GS330440

34 

34 Remmen 

Inhoud Blz. 


Remklauw, voor, uit-/inbouwen ...........................................................................................7 

Remklauw, voor, demonteren en monteren ..................................................................8 

Remklauw, voor, demonteren ...................................................................................................8 

Remklauw, voor, monteren ........................................................................................................8 

Remklauw, achter, uit-/inbouwen .......................................................................................9 

[RS] Remklauw, achter, demonteren/monteren .......................................................10 

Remklauw, achter, demonteren .............................................................................................10 

Remklauw, achter, monteren ..................................................................................................11 

[GS/R/RT] Remklauw, achter, demonteren/monteren ..........................................12 

Remklauw, achter, demonteren .............................................................................................12 

Remklauw, achter, monteren ..................................................................................................12 

Remschijf, voor, uit-/inbouwen ..........................................................................................13 

[RS] Remschijf, achter, uit-/inbouwen (bevestiging aan cardan) ....................14 

[GS/R] Remschijf, achter, uit-/inbouwen (bevestiging aan 

achterwielnaaf) ............................................................................................................................14 

[RT/R] Remschijf, achter, uit-/inbouwen (bevestiging aan cardan) ...............15 

[RS] ABS-sensor, voor, uit-/inbouwen ...........................................................................16 

[GS/R] ABS-sensor, voor, uit-/inbouwen ......................................................................17 

[RT] ABS-sensor, voor, uit-/inbouwen ............................................................................18 

[ABS] Sensorafstand, voor, afstellen ...............................................................................19 

Impulstandkrans markeren .......................................................................................................19 

Sensorafstand controleren/afstellen ....................................................................................19 

[RS] ABS-sensor, achter, uit-/inbouwen .......................................................................20 

[GS/R/RT] ABS-sensor, achter, uit-/inbouwen ..........................................................21 

34.1

Inhoud Blz. 

[RS] ABS-sensorafstand, achter, afstellen ...................................................................22 



[GS/R/RT] ABS-sensorafstand, achter, afstellen .....................................................23 



Hoofdremcilinder, voor, uit-/inbouwen en demonteren/monteren ................24 

34.2 

Afstelvoorschrift remgreep ................................................................................................................24 

Hoofdremcilinder, achter, uit-/inbouwen ......................................................................25 

Speling zuigerstang controleren/afstellen .........................................................................25 

Rempedaal uit-/inbouwen .....................................................................................................26 

ABS-unit uit-/inbouwen ..........................................................................................................27 

ABS-unit uitbouwen .....................................................................................................................28 

ABS-unit inbouwen ......................................................................................................................28 

ABS-relais en relaissokkel uit-/inbouwen ....................................................................29 

ABS-relais uitbouwen .................................................................................................................29 

ABS-relais inbouwen ...................................................................................................................29 

ABS-relaissokkel uitbouwen ....................................................................................................30 

ABS-relaissokkel inbouwen .....................................................................................................30 

Remleiding uit-/inbouwen (met ABS) ..............................................................................32 

ABS-remleiding, voor, uit-/inbouwen ...................................................................................32 

ABS-remleiding, achter, uit-/inbouwen .........................................................................33

34 


Remvloeistof DOT 4 

Minimale remblokdikte mm 1,5 

Voorwiel 

Remschijf-Ø mm 305 

Remschijfdikte mm 5 ± 0,1 

Minimale dikte mm 4,5 

Remblokdraagvlak cm 2 100 

Zuiger-Ø remklauw mm 32/34 

Zuiger-Ø Voorremcilinder mm 20 

Sensorafstand voor mm 0,45...0,55 

Remblokken Sintermetaal 

Achterwiel 


Remschijfdikte mm 5,0 


Toelaatbare zijdelingse slingering mm 0,20 

Remblokdraagvlak cm 2 41,5 

Zuiger-Ø remklauw mm 38 

Zuiger-Ø achterremcilinder mm 12 

Sensorafstand, achter mm 0,45...0,55 

Remblokken Semimetaal 

34.3


Remvloeistof DOT 4 

Minimale remblokdikte mm Slijtageïndicator 

Voorwiel 


Remschijfdikte mm 5 ± 0,1 



Zuiger-Ø remklauw mm 32/34 

Zuiger-Ø Voorremcilinder mm 20 

Sensorafstand voor mm 0,45...0,55 


Achterwiel 


Remschijfdikte mm 5,0 


Toelaatbare zijdelingse slingering mm 0,15 


Zuiger-Ø remklauw mm 26 

met isolatiezuiger 

Zuiger-Ø achterremcilinder mm 12 

Sensorafstand, achter mm 0,45...0,55 


34.4


Remvloeistof DOT 4 DOT 4 

Minimale remblokdikte mm Slijtageïndicator Slijtageïndicator 

Voorwiel 

Remschijf-Ø mm 305 305 

Remschijfdikte mm 5 ± 0,1 ± 0,1 5 

Minimale dikte mm 4,5 4,5 

Remblokdraagvlak cm 2 100 100 

Zuiger-Ø remklauw mm 32/34 32/34 

Zuiger-Ø Voorremcilinder mm 20 20 

Sensorafstand voor mm 0,45...0,55 0,45...0,55 

Remblokken Semimetaal Semimetaal 

Achterwiel 


Remschijfdikte mm 5,0 5,0 


Toelaatbare zijdelingse slingering mm 0,15 0,15 



Zuiger-Ø achterremcilinder mm 13 13 

Sensorafstand, achter mm 0,45...0,55 0,45...0,55 


34.5


Remvloeistof DOT 4 DOT 4 

Minimale remblokdikte mm Slijtageïndicator Slijtageïndicator 

Voorwiel 


Remschijfdikte mm 5 ± 0,1 ± 0,1 5 




Zuiger-Ø Voorremcilinder mm 20 20 

Sensorafstand voor mm 0,45...0,55 0,45...0,55 


Achterwiel 


Remschijfdikte mm 5,0 5,0 


Toelaatbare zijdelingse slingering mm 0,15 Spaakwiel 0,15 Spaakwiel 

Remblokdraagvlak mm 0,15 Gietwiel 0,15 Gietwiel 

Zuiger-Ø remklauw cm 2 34 34 

Zuiger-Ø achterremcilinder mm 26/28 


Sensorafstand, achter mm 12 12 

34.6 

26/28 


Remblokken mm 0,45...0,55 0,45...0,55 

Remvloeistof Semimetaal Semimetaal

Remklauw, voor, uit-/inbouwen 

Tap het remsysteem af. 

Maak de remleiding(1) los. 

e Attentie: 



Maak de remklauw los. 

2 

2 

1 

RS340020 

Druk de remblokken/zuigers terug (pijlen). 

Verwijder de remklauw voorzichtig. 

e Attentie: 

[RS/R/RT] Let erop dat er geen krassen op de velg 

komen, plak zonodig de remklauw af. 

Beschadig de remblokken niet. 


Druk de remblokken/zuigers terug. 

Remsysteem vullen/ontluchten. 

e Attentie: 

Vervang de O-ringen (2). 

Beschadig de remblokken niet. 

RS340050 


Remklauw aan buitenpoot............................ 40 Nm 

Remslang aan remklauw .............................. 15 Nm 

Ontluchtingsnippel op remklauw ................... 7 Nm 

34.7

Remklauw, voor, demonteren en 

monteren 

e Attentie: 

De remklauw zelf mag niet worden gedemonteerd! 

Remklauw, voor, demonteren 

34.8 

Bouw de remklauw uit. 


Tik de borgstift (1) vanaf de wielzijde los. 

Trek de remblokken naar beneden toe weg. 

Draai de ontluchtingsnippel dicht. 


Ontluchtingsnippel op remklauw .................... 7 Nm 

Wikkel de remklauw in een doek. 

Druk de remzuigers (2) m.b.v. een persluchtpistool 

via de aansluiting voor de remleiding 

voorzichtig uit de remklauw. 

2 

3 

4 

34 1 500 

e Attentie: 

Houd de vingers niet tussen de remzuigers en de 

remklauw, kans op verwondingen! 

Trek de O-ringen (3,4) uit de linker/rechter boring 

voor de remzuiger. 

Controleer de remzuigers op beschadigingen. 

Remklauw, voor, monteren 

Smeer de nieuwe O-ringen (3,4) in met remvloeistof 

en monteer ze. 

Smeer de remzuigers (2) in met remvloeistof/ 

monteer ze. 

e Attentie: 

Let erop dat de zuigers bij de montage niet 

scheefgedrukt worden. 

Druk de remzuigers zonodig m.b.v. het speciaal 

gereedschap (7), BMW-nr. 34 1 500, geheel 

terug. 

Bouw de remblokken in. 

1 

7 

RS340070

1 

Remklauw, achter, uit-/inbouwen 


e Attentie: 



Maak de remleiding bij de remklauw los. 

[RS/ABS] Trek de stekker (1) voor de sensorkabel 

los. 

Maak de remklauw los (2). 


Druk de remblokken/zuigers terug. 


[R/RT] Maak voor het ontluchten de remklauw 

los en plaats deze zo dat de ontluchtingsnippel 

zich op het hoogste punt bevindt. 

e Attentie: 

Controleer de pakkingringen van de remleiding. Beschadig 

de remblokken niet. 

[ABS] Controleer de sensorafstand en corrigeer deze, 

zonodig m.b.v. vulplaten. 

2 

RS 

RS340120 

Sensorafstand: ..............................0,45...0,55 mm 


Remklauw aan cardan.................................. 40 Nm 

Remleiding aan remklauw ............................ 15 Nm 

Ontluchtingsnippel op remklauw 

[RS] .............................................................. 7 Nm 

[GS/R/RT] ..................................................... 4 Nm 

34.9

[RS] Remklauw, achter, demonteren/monteren 

Remklauw, achter, demonteren 

e Attentie: 

De remklauw zelf mag niet worden gedemonteerd! 

Verwijder de beschermkap (1). 

Tik de borgstiften (2) vanaf de wielzijde uit de 

remklauw. 

Verwijder de spanstift/beugelveer (3/4). 

Verwijder de remblokken(5). 

Verwijder de stofmanchet (6) links/rechts. 




34.10 

5 

4 

3 

2 

6 

1 

8 

7 

Wikkel de remklauw in een doek. 

RS340133 

Druk de remzuigers (7) m.b.v. een persluchtpistool 

via de aansluitboring voorzichtig met een 

geringe druk uit de remklauw. 

e Attentie: 

Houd de vingers niet tussen de remklauw en de zuigers, 

kans op letsel! 

Trek de O-ring (8) uit de linker-/rechterboring. 

Controleer de remzuigers op haarscheuren/ 

groeven/beschadigingen.

Remklauw, achter, monteren 

Smeer de nieuwe O-ringen (8) in met remvloeistof 

en plaats ze in de linker-/rechterboring voor 

de remzuigers. 

Smeer de beide remzuigers (7) in met remvloeistof 

en breng ze in de remklauw aan. 

e Attentie: 

Let erop dat de remzuigers bij het monteren niet 

scheef worden gedrukt! 

Monteer de stofmanchet (6) links/rechts. 

34 1 500 

RS340150 

Druk voor het aanbrengen van de nieuwe remblokken 

de zuigers in de remklauw m.b.v. het 

speciaal gereedschap BMW-nr. 34 1 500, terug. 

34.11

[GS/R/RT] Remklauw, achter, 

demonteren/monteren 

Remklauw, achter, demonteren 

Verwijder de splitplint (1). 

Tik de borgstift (2) uit de boring. 

Verwijder de remblokken. 




Houd een doek over de remklauw. 

Druk de remzuigers (3) voorzichtig m.b.v. een 

persluchtpistool via de aansluitboring met een 

geringe druk uit de remklauw. 

e Attentie: 

Houd de vingers niet tussen de remzuigers en de 

remklauw, kans op letsel! 

Trek de O-ringen (4) uit de linker/rechter boring. 

Controleer de remzuigers op haarscheuren/ 

groeven/beschadigingen. 

34.12 

2 

1 

5 

3 

Remklauw, achter, monteren 

Smeer de nieuwe O-ringen in met remvloeistof 

en plaats deze in de linker/rechter boring voor de 

remzuigers. 

Smeer de beide remzuigers in met remvloeistof 

en monteer ze. 

e Attentie: 

Let erop dat de zuigers bij de montage niet scheefgedrukt 

worden. 

Smeer de scharnierpen van de adapterplaat in 

met Shell Retinax A en monteer de adapterplaat. 

Plaats de lagerplaat (5) in de remklauw. 

L Opmerking: 

Let op de montagestand (pijl in rijrichting)! 

Breng de remblokken aan en borg deze. 

4 

GS340140

Remschijf, voor, uit-/inbouwen 


Remschijven uit-/inbouwen. 

Ontvet de remschijven voor het inbouwen. 

L Opmerking: 

Let op de montagerichting (pijl) van de remschijven. 


Remschijf aan voorwiel 

[RS/RT]........................................................ 21 Nm 

[GS] (schroefdraad reinigen + Loctite 243) ... 24 Nm 

[R] Gietwiel, voor, ........................................ 21 Nm 

(R) Gespaakt voorwiel 


e Attentie: 

Controleer de sensorafstand en stel deze zonodig 

af. Breng bij vervanging ook een markering voor de 

sensorafstand aan. 

Sensorafstand:...............................0,45...0,55 mm 

RS 

RS340080 

34.13

[RS] Remschijf, achter, uit-/inbouwen 

(bevestiging aan cardan) 



Verwarm de bevestigingsbouten (1) van de remschijf 

tot 120 °C en draai de bouten los. 

L Opmerking: 

Teken de montagestand van de remschijf af, zodat 

de hoogteslag van de impulstandkrans niet wordt 

gewijzigd. 


Ontvet de remschijf voor het inbouwen. 

e Attentie: 

[ABS] Controleer de sensorafstand en stel deze zonodig 

m.b.v. vulplaatjes af. 

[ABS] Als de remschijf en daarmee ook de impulstandkrans 

wordt vervangen, moet de hoogteslag 

worden gemeten/gemarkeerd. 



Remschijf aan kroonwiel 


34.14 

1 

120 

j 

v273 

RS340160 

[GS/R] Remschijf, achter, uit-/ 

inbouwen (bevestiging aan achterwielnaaf) 



v243 

GS340161 

Bouw de remschijf uit. 



e Attentie: 

[ABS] Controleer de sensorafstand en stel deze zonodig 





(Schroefdraad reinigen + Loctite 243) .......... 21 Nm

[RT/R] Remschijf, achter, uit-/inbouwen 

(bevestiging aan cardan) 



1 

RT340162 

Verwarm de bevestigingsbouten (1) van de remschijf 

tot 120 °C en draai de bouten los. 

L Opmerking: 

Teken de montagestand van de remschijf af, zodat 

de hoogteslag van de impulstandkrans niet wordt 

gewijzigd. 



e Attentie: 

[ABS] Controleer de sensorafstand, en stel deze zonodig 


[ABS] Als de remschijf en daarmee ook de impulstandkrans 

wordt vervangen, moet de hoogteslag 

worden gemeten/gemarkeerd. 





34.15

[RS] ABS-sensor, voor, uit-/inbouwen 

Bouw het rechter zijkuipdeel uit. 

Bouw het voorspatbord uit. 

Trek de stekker (1) van de sensorkabel los. 

Schroef de sensor (2) met een torxbit T 25 los. 


e Attentie: 

Monteer de sensorkabel zorgvuldig. 


met een vulplaatje (3) af. 



Sensor .......................................... handvast, 4 Nm 

34.16 

3 2 

1 

RS340090

[GS/R] ABS-sensor, voor, uit-/ 

inbouwen 

[GS] Bouw het voorwiel uit. 

[GS] Bouw het voorspatbord uit. 



Schroef de sensor (2) m.b.v. torxbit T 25 los. 


e Attentie: 







1 

3 2 

GS340090 

34.17

[RT] ABS-sensor, voor, uit-/inbouwen 

Bouw het rechter zijkuipdeel uit. 

Verwijder het voorspatbord. 


Schroef de sensor (2) m.b.v. eentorxbit T 25 los. 


e Attentie: 







34.18 

1 

3 2 

RT340090

[ABS] Sensorafstand, voor, afstellen 

Impulstandkrans markeren 

Ontlast het voorwiel/vrij van de grond. 

Bevestig de meetklokhouder (1), 

BMW-nr. 00 2 500, met de micrometerklok, 

BMW-nr. 00 2 510, en de meetschoen (2), 

BMW-nr. 34 2 510, op de buitenpoot. 

Stel de micrometerklok in op nul. 

Meet de axiale slingering over de gehele omtrek. 

Markeer de plaats met de grootste slingering van 

de impulstandkrans t.o.v. de sensor blijvend met 

een lakstift (pijl). 

e Attentie: 

Bij het vervangen van onderdelen (remschijven etc.), 

die van invloed zijn op de gemonteerde, en tengevolge 

daarvan gemarkeerde impulstandkrans, moet 

de impulstandkrans opnieuw worden gemarkeerd. 

De oude markering moet worden verwijderd. 

00 5 500 

00 2 510 

34 2 510 

Sensorafstand controleren/afstellen 

1 

Voer de controle/afstelling op de gemarkeerde 

plaats uit. 

bouw zonodig de sensor m.b.v. een torxbit T 25 

uit en in en stel de sensorafstand m.b.v. vulplaatjes 

af. 


e Attentie: 

Controleer na het afstellen of de sensor over de gehele 

omtrek speling heeft t.o.v. de impulstandkrans. 

2 

RS340100 

34.19

[RS] ABS-sensor, achter, uit-/inbouwen 

Bouw de remklauw uit, maak de remleiding niet 

los. 

Maak de sensor (1) los m.b.v. een torxbit T 25. 



e Attentie: 

Controleer de sensorafstand en corrigeer deze zonodig 

m.b.v. vulplaatjes (3). 




Sensor ........................................... handvast, 4 Nm 

34.20 

1 

3 

2 

RS340170

3 

1 

[GS/R/RT] ABS-sensor, achter, uit-/ 

inbouwen 

[RT] Bouw het kleine zijkuipdeel, rechts, uit. 

Reinig de sensor en de boring voor het uit-/inbouwen. 

Schroef m.b.v. een torxbit T 25 de sensor (1) los. 

Trek de stekker (2) voor de sensorkabel los. 


Smeer de O-ring voor de montage dun in met 

olie. 

e Attentie: 


Controleer de sensorafstand en corrigeer deze zonodig 

m.b.v. vulplaatjes (3). 




2 

GS340170 

34.21

[RS] ABS-sensorafstand, achter, 

afstellen 




Schroef de meetklokadapter, BMW-nr. 36 4 600, 

m.b.v. een M8x60mm-bout vast op de remklauwbevestiging. 

Breng de meetkloksteun (1), BMW-nr. 00 2 500, 

met de micrometerklok, BMW-nr. 00 2 510, en 

de meetschoen (2), BMW-nr. 34 2 510, aan. 


Meet de radiale slingering over de gehele omtrek. 

Teken de stand met de grootste afstand t.o.v. de 

sensor m.b.v. een lakstift blijvend af (pijl). 

e Attentie: 

Bij het vervangen van onderdelen (remschijven etc.), 

die van invloed zijn op de gemonteerde, en tengevolge 

daarvan gemarkeerde impulstandkrans, moet 

de impulstandkrans opnieuw worden gemarkeerd. 


34.22 

00 5 500 

1 

00 2 510 

34 2 510 

RS340180 



plaats uit. 

Bouw zonodig de sensor m.b.v. een torxbit T 25 


af. 

e Attentie: 






2

34 2 520 

[GS/R/RT] ABS-sensorafstand, achter, 

afstellen 


00 2 510 

Reinig de sensor en de boring voor het uit-/inbouwen. 

Maak de sensor los m.b.v. een torxbit T 25. 

Bevestig de micrometerkloksteun met de meetschoen 

en de verlengstift, BMW-nr. 34 2 520, 

met de micrometerklok, BMW-nr. 00 2 510, op 

de sensorbevestiging. 


Meet de axiale slingering over de gehele omtrek. 

Markeer de plek met de grootste afstand van de 

impulstandkrans t.o.v. de sensor blijvend met 

een lakstift (pijl). 

e Attentie: 

Bij het vervangen van onderdelen (achterwiel etc.) 

welke van invloed zijn op de gemonteerde, en daardoor 

gemarkeerde impulstandkrans, moet de impulstandkrans 

opnieuw worden gemarkeerd. 


GS340181 



plaats uit. 

Bouw zonodig de sensor m.b.v. een torxbit T 25 


af. 

e Attentie: 






34.23

Hoofdremcilinder, voor, uit-/inbouwen 

en demonteren/monteren 

34.24 

2 

1 7 


e Attentie: 



Verwijder de afdekkap (1). 

Draai de scharnierbout (2) van de remgreep los. 

Trek de stofmanchet (3) los. 

Druk de zuiger (4) iets naar binnen. 

Draai de aanslagbout (5) los. 

e Attentie: 

De zuiger (4) staat onder veerspanning! 

Verwijder de zuiger (4) met de veer (6). 


Smeer de zuiger en de cups voor het inbouwen 

in met remvloeistof. 

e Attentie: 

De afdichtlippen van de manchetten zijn gericht 

naar de remcilinder. 

5 


3 

6 

Afstelvoorschrift remgreep 

RS340110 

Smeer de schoongemaakte stiftschroef (7) in 

met Loctite 270 en draai hem zover aan tot de 

remgreep geen speling meer heeft en draai hem 

vervolgens exact een halve slag verder. 

e Attentie: 

Onder geen enkele voorwaarde mag de stift meer 

dan een halve slag worden aangedraaid, daar dit 

kan leiden tot het uitvallen of blokkeren van de voorrem. 

Borg de stiftschroef (7) met lak. 

Vet de drukstift (pijl) op de remgreep dun in met 

Shell Retinax A. 

L Opmerking: 

De scharnierpen is geborgd met Tuflok-blauw. 

Door deze borgvloeistof kan de bout meerdere malen 

worden los- en vastgedraaid. 


Scharnierpen(2) ............................................. 8 Nm 

(De schroefdraadborging Tuflok-blauw kan meerdere 

malen los- en vastgedraaid worden.) 

4

Hoofdremcilinder, achter, uit-/ 

inbouwen 

RS 

2 


e Attentie: 



[RS/GS/R] Maak de remleiding (1) en de slang 

(2) los. 

[RS/GS/R] Verwijder de borg voor de pin (3). 

[RS/GS/R] Maak de hoofdremcilinder (4) los. 

[RT] Verwijder het rechter zijkuipdeel. 

[RT] Maak de remleiding (1) los. 

[RT] Verwijder de borg voor de pen (3). 

[RT] Maak de hoofdremcilinder (4) los. 

[RT] Bouw het remvloeistofreservoir met de 

slang (2) en de hoofdremcilinder uit. 

[RT] Maak de slang (2) los van de hoofdremcilinder. 


Monteer de wegwerpslangklem (2) m.b.v. de 

tang, BMW-nr. 13 1 500. 

e Attentie: 

Ontlucht het remsysteem zorgvuldig. 

Speling zuigerstang controleren/afstellen. 


Hoofdremcilinder aan voetsteunplaat ............. 9 Nm 

1 

3 4 

RS340190 

Speling zuigerstang controleren/ 

afstellen 

1 

2 

GS 

GS340200 

Plaats een voelermaat tussen de stelbout/rempedaal 

en de aanslag (pijl) . 

Maat voelermaat:.......................................0,2 mm 

Draai de contramoer (1) los. 

Draai de zuigerstang (2) zo ver rechtsom tot er 

speling aanwezig is. 

Draai de zuigerstang met gevoel zo ver linksom 

tot er geen speling meer aanwezig is en borg 

hem. 

Draai de contramoer vast/controleer de speling. 

34.25

Rempedaal uit-/inbouwen 

Verwijder de borg voor de pen van de remstang. 

Draai de bout (1) voor het rempedaal los 

Bouw het rempedaal met de spiraalveer uit. 


Smeer de lagerbus in met Shell Retinax A. 

e Attentie: 

Controleer de speling van de zuigerstang en stel 

deze zonodig af. 

Zie hoofdremcilinder uit-/inbouwen. 

Het remlicht moet gaan branden wanneer de achterrem 

aangrijpt. 


Rempedaal aan voetsteunschetsplaat 

(vetvrij)........................................................... 37 Nm 

34.26 

1 

GS 

RS340220

ABS-unit uit-/inbouwen 

6 

e Attentie: 

Werkzaamheden aan de ABS-unit mogen alleen 

door een geautoriseerde BMW-motorfietsdealer 

worden uitgevoerd. 

1 

3 

5 

4 

2 

RS340010 

34.27

ABS-unit uitbouwen 


Maak de ABS-remleidingen (1) bij de ABS-unit 

los. 

e Attentie: 

Wegstromende remvloeistof veroorzaakt lakbeschadigingen. 

De leidingaansluitingen moeten beschermd worden 

tegen indringend vuil, sluit deze zonodig af/afdekken. 

Bindt de remgreep met een rubber vast tegen 

het handvatrubber (de compensatieboring wordt 

afgesloten). 

e Attentie: 

Zet het contact af, maak de massakabel los en isoleer 

hem! 

Verwijder de afdekkap (2) op de ABS-regeleenheid, 

druk de vergrendeling met een schroevedraaier 

in en trek de kap naar boven toe los. 

Maak de leidingen(3) los. 

Trek de 2-polige stekker (4) los. 

Trek de centrale stekker (5) los. 

ABS-unit uitbouwen (6). 

34.28 

ABS-unit inbouwen 

ABS-unit inbouwen (6). 

Sluit de centrale stekker(5) aan. 

e Attentie: 

Knik de kabel niet, de isolering kan worden 

beschadigd. 

Sluit de 2-polige stekker op de juiste wijze aan, 

druk de beide stroomdraden in de middelste 

(kleinere) kabeldoorvoeringen. 

Plaats de beide stekkers van de aansluitkabel/ 

kabelboom met de crimpkous naar voren gericht 

op de tapeinden 

Druk de beide kabels in de nog vrije kabeldoorvoer. 

Draai de moeren vast. 

e Attentie: 

Monteer beslist nieuwe zelfborgende moeren. 


Accu —/M5 .................................................. 3,5 Nm 

Accu +/M4 ..................................................... 3 Nm 

Monteer een nieuwe beschermkap. 

e Attentie: 

Let er bij het aanbrengen op dat alle kabels zich in 

de betreffende doorvoeringen bevinden. Vernietig 

de oude beschermkap. 

Schroef de ABS-remleidingen (1) vast op de 

ABS-unit. 

Vul/ontlucht het remsysteem. 

Monteer de benzinetank. 


ABS-unit aan steun 

M6 bout ........................................................ 9 Nm 

M6 bout (torx)................................................. 5 Nm 

Remleiding aan ABS-unit ............................. 15 Nm 

Ontluchtingsnippel aan ABS-unit ................... 9 Nm

ABS-relais en relaissokkel uit-/ 

inbouwen 

ABS-relais uitbouwen 

4 

e Attentie: 


hem! 

Verwijder de beschermkap (1) voor de ABS-regeleenheid, 

druk de vergrendeling met een 

schroevedraaier in en trek de kap naar boven toe 

los. 

Vernietig de beschermkap (1) . 

Maak de kabels (2) los, monteer de moeren 

niet opnieuw. 

e Attentie: 

Knik de kabel niet, de isolering kan worden 

beschadigd. 

2 

Trek de 2-polige stekker (3) los. 

Verwijder de relaissokkel (4). 

Draai de bouten van de relaissokkel met een 

torxbit T20 ca. twee slagen los. 

Trek het relais naar boven toe los. 

3 

1 

RS340200 

ABS-relais inbouwen 

Sluit het ABS-relais met het opschrift FAG gericht 

naar de borghaken aan. 

Draai de bouten op de relaissokkel vast. 

Schuif de relaissokkel in het relaishuis, druk 

daarbij de beide motorkabels in de linker kabeldoorvoer 

van het relaishuis (rood onder, zwart 

boven). 

Plaats de zwarte motorkabel met de crimpkous 

naar achteren gericht op het linker tapeind (M5). 

e Attentie: 

Knik de kabel niet, de isolering kan worden beschadigd. 

Sluit de 2-polige stekker correct aan en geleid de 

beide kabels in de middelste (kleinere) kabeldoorvoer. 






e Attentie: 


Monteer een nieuwe beschermkap (1). 

e Attentie: 


de betreffende doorvoeringen bevinden. Vernietig 

de oude beschermkap. 

34.29

ABS-relaissokkel uitbouwen 

e Attentie: 


hem! 

Verwijder de beschermkap (1) op de ABS-regeleenheid, 

druk de vergrendeling met een schroevedraaier 

in en trek de kap naar boven. 

Vernietig de kap (1). 

Maak de kabels (2) los en gooi de moeren weg. 

e Attentie: 


Trek de 2-polige stekker (3)los. 

Verwijder de relaissokkel (4). 

Draai de bouten op de relaissokkel m.b.v. een 

torxbit T20 los. 

Bouw het ABS-relais uit. 

Druk de contactvergrendeling uit de relaissokkel. 

Ontgrendel de stekker m.b.v. het speciaal gereedschap, 

onderdeelnr. 50000-017-507 van 

de fa. Grote en Hartmann, vanaf de relaiszijde. 

e Attentie: 

Het contact heeft een dubbele vergrendeling. 

Bij het lostrekken van de stekker uit de relaissokkel 

mogen geen grote trekkrachten op de kabel worden 

overgebracht. 

Als de kabel mocht breken, moet de complete 

ABS-unit worden vervangen. 

34.30 

ABS-relaissokkel inbouwen 

Buig de contactvergrendeling van de stekker 

open. 

Steek het contact in de relaissokkel. 

e Attentie: 

Het contact moet hoorbaar worden vergrendeld en 

vastzitten. 

Sluit het ABS-relais met het FAG-opschrift naar 

de vergrendelhaken gericht aan. 

Steek een torxbout in het oog van de kabelschoen 

van de rode motorkabel. 

L Opmerking: 

Crimpkous gericht naar de boutkop.

e Attentie: 

Met het oog op de zelfborgende werking moeten 

dezelfde torxbouten weer worden gemonteerd. 

Let er bij het vastdraaien op dat bij het aanbrengen 

van de schroef de in het plaatdeel aanwezige 

schroefdraad weer wordt gevonden. 

De schroeven kunnen anders door trillingen loslopen. 

Plaats het kabelschoentje met het oog (met twee 

kabels) met de crimpkous naar de relaissokkel 

gericht op de boring van het inlegdeel aan de 

achterzijde van de relaissokkel en zet deze met 

de rode motorkabel en een torxbout vast. 

Zet met de tweede Torxbout de platte stekker 

van het relais vast aan het relais. 

Druk de contactvergrendeling aan de zijkant in 

de relaissokkel. 

Schuif de relaissokkel in het relaishuis, druk 

daarbij de beide motorkabels in de linker kabeldoorvoer 

van het relaishuis (rood onder, zwart 

boven). 

Plaats de zwarte motorkabel met de crimpkous 

naar achteren gericht op het linker tapeind (M5). 

e Attentie: 


Sluit de 2-polige stekker correct aan, druk de 

beide kabels in de middelste (kleinere) kabeldoorvoer. 






e Attentie: 


Monteer een nieuwe beschermkap (1). 

e Attentie: 


de betreffende doorvoeringen bevinden. 

34.31

Remleiding uit-/inbouwen (met ABS) 

RS 

ABS-remleiding, voor, uit-/inbouwen 

34.32 

RS340040

RS 

ABS-remleiding, achter, uit-/inbouwen 

RS340030 

34.33

34.34 


e Attentie: 



[ABS] Bouw de benzinetank uit. 

[RS] Bouw het voorspatbord uit. 

[GS] Bouw het voorspatbord uit. 

Bouw de remleidingen uit. 


e Attentie: 

Controleer de pakkingringen van de remleiding. 

Bevestig de remleiding zo aan de hoofdremcilinder, 

dat deze bij een naar links- of rechtsgedraaid stuur 

niet aanloopt of wordt geknikt. 

[RS/Verstelbaar stuur] In de middenstand moet de 

remslangkoppeling op de hoofdremcilinder voldoende 

afstand (ca. 5...10 mm) t.o.v. het middelste 

stuurdeel hebben. 

Maak zonodig de kabelboom los. 

Remsysteem vullen/ontluchten 


Remleiding aan stuurhendel ......................... 15 Nm 

Remleiding aan remklauw voor/achter.......... 15 Nm 

remleiding aan verdeler ................................ 15 Nm 

Verdeelblok aan vork bovenplaat 

[RS/GS] ........................................................ 9 Nm 

Verdeelblok aan steun/buitenpoot 

[R/RT]............................................................ 9 Nm 

Ontluchtingsnippel ......................................... 7 Nm 

Ontluchtingsnippel aan remklauw, achter 

[GS/R/RT] ..................................................... 4 Nm 

[ABS] Ontluchtingsnippel op ABS-unit........... 9 Nm 

[ABS] Verdeelblok aan frame ......................... 9 Nm 

[ABS] Remleiding aan ABS-unit ................... 15 Nm

36 


Inhoud Blz. 


Voorwiel uit-/inbouwen .............................................................................................................7 

Voorwiel uitbouwen .......................................................................................................................7 

Voorwiel inbouwen .........................................................................................................................7 

Wiellagers uit-/inbouwen .............................................................................................................8 

[RS/R/RT (gietwiel)] Achterwiel uit-/inbouwen ..........................................................10 

Achterwiel uitbouwen ..................................................................................................................10 

Achterwiel inbouwen ...................................................................................................................10 

[GS/R (spaakwiel)] Achterwiel uit-/inbouwen ............................................................11 

Achterwiel uitbouwen ..................................................................................................................11 

Achterwiel inbouwen ...................................................................................................................11 

Achterwiel/voorwiel statisch balanceren .....................................................................12 

Velg van voor- of achterwiel op slingering controleren ........................................13 

[GS/R (spaakwiel)] Spaken uit-/inbouwen ....................................................................14 

[GS/R (spaakwiel)] Velg richten ..........................................................................................14 

Zijslag corrigeren ..........................................................................................................................14 

36.1

36.2

36 


Velgmaat 

voor 3,50 x 17 MT H 2 

achter 4,50 x 18 MT H 2 

Max. hoogteslag/zijdelingse slingering Gietwiel 

voor mm 0,5 

achter mm 0,3 

Bandenmaat Gietwiel 

Bandenspanning (koud) 

voor 120/70 ZR 17 Tubeless 

achter 160/60 ZR 18 Tubeless 

Solo voor bar 2,2 

Met duo-passagier 

achter bar 2,5 

voor bar 2,5 


Met duo-passagier + bepakking 

voor bar 2,5 


36.3


Velgmaat 

36.4 

voor 3,50 x 17 MT H 2 

achter 4,50 x 18 MT H 2 

Max. hoogteslag/zijdelingse slingering Gietwiel 

voor mm 0,5 

achter mm 0,3 

Bandenmaat Gietwiel 


voor 120/70 ZR 17 Tubeless 

achter 160/60 ZR 18 Tubeless 

Solo voor bar 2,2 



voor bar 2,5 



voor bar 2,5 

achter bar 2,9


Velgmaat 

voor 2,50 x 19 MT H 2 2,50 x 19 MT H 2 

achter 4,00 x 17 MT H 2 4,00 x 17 MT H 2 

Max. hoogteslag/zijdelingse slingering Spaakwiel Spaakwiel 

voor mm 1,3 1,3 

achter mm 1,3 1,3 

Bandenmaat Spaakwiel Spaakwiel 


voor 110/80 R 19 59 H 

Tubeless 

achter 150/70 R 17 69 H 

Tubeless 

Solo voor bar 2,2 2,2 


achter bar 2,5 2,5 

voor bar 2,5 2,5 





110/80 R 19 59 H 

Tubeless 

150/70 R 17 69 H 

Tubeless 

36.5


Velgmaat Gietwiel Gietwiel 

36.6 

voor 3,50 x 17 MT H 2 3,50 x 17 MT H 2 


Spaakwiel Spaakwiel 

voor 2,50 x 18 MT H 2 2,50 x 18 MT H 2 


Max. hoogteslag/zijdelingse slingering Gietwiel Gietwiel 

voor mm 0,5 0,5 



voor mm 1,3 1,3 


Bandenmaat Gietwiel Gietwiel 


voor 120/70 ZR 17 Tubeless 120/70 ZR 17 Tubeless 

achter 160/60 ZR 18 Tubeless 160/60 ZR 18 Tubeless 


voor 110/80 ZR 18 Tubeless 110/80 ZR 18 Tubeless 

achter 150/70 ZR 17 Tubeless 150/70 ZR 17 Tubeless 

Solo voor bar 2,2 2,2 







achter bar 2,9 2,9

3 

Voorwiel uit-/inbouwen 

Voorwiel uitbouwen 

[RS/RT] Verwijder het voorspatbord. 


e Attentie: 

[RS/R/RT] Let erop dat er geen krassen op de velg 

komen, plak deze zonodig af! Let erop dat de remklauw 

niet scheef wordt gemonteerd! De remblokken 

kunnen hierdoor worden beschadigd! 

L Opmerking: 

Trek bij uitgebouwde remklauwen/uitgebouwd voorwiel 

de remgreep niet aan! 

Draai de bevestigingsbout (1) los. 

Draai de klembouten (2) een slag los. 

Trek de steekas los. 

Verwijder de afstandsbus (3) en de snelheidsmeteraandrijving. 

Verwijder het voorwiel. 

2 

1 

Voorwiel inbouwen 

RS360011 

Monteer het voorwiel. 

Bouw de afstandsbus en de snelheidsmeteraandrijving 

in. 

e Attentie: 

De borg tegen verdraaiing (pijl) op de snelheidsmeteraandrijving 

staat voor de aanslag op de buitenpoot. 

Smeer de steekas dun in met molykote-pasta 

en bouw hem in. 

Draai de bevestigingsbout (1) vast. 

Laat de voorvork meerdere malen krachtig inveren. 

Draai de klembouten (2) vast. 

Monteer de remklauwen. 

[RS/RT] Bouw het voorspatbord in. 

[ABS] Controleer de sensorafstand en stel deze 

zonodig af.. 

ABS-sensorafstand .......................0,45...0,55 mm 


Steekasbout................................................. 30 Nm 

Klembouten steekas .................................... 22 Nm 

Remklauw aan buitenpoot............................ 40 Nm 

36.7

Wiellagers uit-/inbouwen 

36.8 

Verwijder de keerring, de meenemer en de borgveer. 

00 8 572 

00 8 574 

31 4 800 

RS360021 

80 

j 

RS360024 

Plaats het stempel, BMW-nr. 36 5 511, in de 

bankschroef en plaats het wiel met het brede lager 

hierop. 

Breng de afstandsring, BMW-nr. 31 4 800, aan 

tussen de wielnaaf/rechter wielzijde en de klauwen 

van de binnentrekker. 

Verwarm de lagerzitting tot 80 °C. 

Trek het wiellager met de trekkerbrug 22/1, 


BMW-nr. 00 8 574, uit de naaf. 

36 5 530 

Pers de afstandsbus (1) en het wiellager (2) 

m.b.v. het slagstempel, BMW-nr. 36 5 530, uit 

de naaf. 

Tik de verloopbus m.b.v. het slagstempel, 

BMW-nr.365530, uit het lager/ pers hem in het 

nieuwe lager. 

Ontvet de lagerzittingen. 

1 

2 RS360023

Verwarm de lagerzitting. 

80 

j 

00 5 500 

36 5 511 

RS360025 

RS360026 

Monteer eerst het brede lager m.b.v. het slagstempel, 


BMW-nr. 00 5 500. 

00 5 500 

00 5 512 

36 5 511 

Span het slagstempel, BMW-nr. 36 5 511, in de 

bankschroef en plaats het wiel er met het brede 

lager (2) op. 

Breng de afstandsbus (1) aan. 

Temperatuur van de lagerzitting 80 °C. 

Tik het smalle lager (3) m.b.v. het slagstempel, 


BMW-nr. 00 5 500, in de naaf. 

00 5 500 

36 5 500 

Monteer de borgveer en de meenemer. 

Tik de keerring m.b.v. het slagstempel, 


BMW-nr. 00 5 500, in de naaf. 

3 

1 

2 

RS360028 

RS360027 

36.9

[RS/R/RT (gietwiel)] Achterwiel uit-/ 

inbouwen 

Achterwiel uitbouwen 

[RS] Bouw de kentekenplaathouder uit. 

[RS/ABS] Maak de bevestiging voor de uitlaatdemper 

los/ druk de uitlaatdemper naar buiten 

en verwijder voorzichtig het achterwiel. 

Achterwiel inbouwen 

e Attentie: 

De vulring (1) alsmede de draagvlakken van het 

kroonwiel en de wielnaaf moeten vetvrij en schoon 

zijn. 

[RS/ABS] Druk de uitlaatdemper naar buiten. 

Plaats het achterwiel met de vulring (1) op het 

kroonwiel en draai de wielbouten handvast. 

e Attentie: 

Monteer alleen wielbouten met een lengtecode 60. 

Vet of olie de wielbouten niet in! 

Draai de wielbouten vast. 

Monteer de dop (2). 

36.10 

2 

RS/R/RT 

1 

RS/R/RT 

RS360040 

L Opmerking: 

Plaats de nok van de dop in de uitsparing van het 

wiel. 

Monteer de kentekenplaathouder. 

[RS/ABS] Zet de uitlaatdemperbevestigingsbouten 

vast. 


Draai de wielbouten handvast en 

draai ze kruiselings aan. 

Eerste fase ................................................... 50 Nm 

Eindfase .................................................... 105 Nm

[GS/R (spaakwiel)] Achterwiel uit-/ 

inbouwen 

Achterwiel uitbouwen 



L Opmerking: 

[GS] Buig het achterspatbord voor het uitbouwen 

van het wiel voorzichtig naar rechts, maar bouw het 

niet uit. 

Achterwiel inbouwen 

e Attentie: 

De draagvlakken van het kroonwiel en de wielnaaf 

moeten vetvrij en schoon zijn. 

Plaats het achterwiel op het kroonwiel en draai 

de wielbouten met de hand vast. 

e Attentie: 

Monteer alleen wielbouten met een lengtecode 60. 

Vet of olie de wielbouten niet in! 

Draai de wielbouten vast. 


Draai de wielbouten eerst handvast en 

draai ze daarna kruiselings vast 

Eerste fase ................................................... 50 Nm 

Eindfase .................................................... 105 Nm 

Monteer de remklauw. 

[ABS] Controleer de sensorafstand. 

[ABS] Sensorafstand .....................0,45...0,55 mm 

36.11

Achterwiel/voorwiel statisch balanceren 

Schuif de balanceeras (1), BMW-nr. 36 3 606, in 

combinatie met de meetbus (2) en de moer (3), 

BMW-nr. 36 3 616, in het voorwiel. 

Geef de wiellagers m.b.v. de gekartelde moer (3) 

iets voorspanning. 

Bevestig bij het achterwiel het montagegereedschap 

(4), BMW-nr. 36 3 613, op de centreerkraagzijde 

met wielbouten en een vulring en 

monteer daarna de balanceeras. 

Lijn het balanceeerapparaat, BMW-nr. 36 3 600, 

met de gekartelde bouten en de waterpas (5/6) 

uit. 

Laat het wiel uitdraaien. 

Reinig de plaats waar het plakgewicht moet worden 

aangebracht. 

Breng de plakbalanceergewichten (7) tegenover 

het zwaarste punt (pijl) gelijkmatig verdeeld op 

beide velgzijden links/rechts aan. 

e Attentie: 

Maximaal balanceergewicht 60 g 

36.12 

6 

36 3 600 

Herhaal de balanceerprocedure ter controle 

7 

36 3 616 

3 

5 

4 

36 3 613 

2 

36 3 616 

1 

36 3 606 

RS360050

6 

36 3 600 

36 3 616 

Velg van voor- of achterwiel op slingering 

controleren 

Demonteer de band. 

Breng de balanceeras (1), BMW-nr. 36 3 606, in 

combinatie met de meetbus (2) en de moer (3), 

BMW-nr. 36 3 616, in de voorwielnaaf aan. 

Geef de wiellagers m.b.v. de gekartelde moer (3) 

iets voorspanning. 

Blokkeer de balanceeras m.b.v. een pen op het 

balanceerapparaat tegen meedraaien. 

Monteer bij het achterwiel het montagehulpstuk 

(4), BMW-nr. 36 3 613, aan de centreerkraagzijde 

met wielbouten en een vulring en monteer 

daarna de balanceeras. 

Klem de fixeerringen, BMW-nr. 36 3 615, links 

en rechts zo op de balanceeras dat de as niet 

kan verschuiven. 

Lijn het balanceerapparaat, BMW-nr. 36 3 600, 

m.b.v. de gekartelde bouten en de 

waterpas (5/6) uit. 

Controleer de hoogte- en de zijdelingse slingering. 

e Attentie: 

Plaats de meetklok alleen tegen de bewerkte binnenvlakken 

van de velg. 

Max. hoogte-/zijdelingse slingering: 

Gietwiel 

voor............................................................ 0,5 mm 

achter......................................................... 0,3 mm 

Spaakwiel 

voor/achter................................................. 1,3 mm 

5 

3 4 

36 3 613 

2 

36 3 616 

1 

36 3 606 

RS360060 

36.13

[GS/R (spaakwiel)] Spaken uit-/ 

inbouwen 

e Attentie: 

Er mag maximaal één spaak worden vervangen. 

Draai de stiftschroef (1) los. 

Draai de spaaknippel (2) los/verwijder de spaak. 

Monteer een nieuwe spaak. 

Richt de velg. 


Spaaknippel .................................................. 5 Nm 

[GS/R (spaakwiel)] Velg richten 

Max. toelaatbare 

zijdelingse/hoogteslingering.....................1,3 mm 

Max. te richten 

zijdelingse slingering ................................2,0 mm 

L Opmerking: 

De hoogteslingering kan niet door richten worden 

gecompenseerd. 

36.14 

2 

1 

GS360080 

Zijslag corrigeren 

GS360090 

Controleer de maximale afwijking plus (+) 

en min (-). 

Om de velg te richten, moeten de spaaknippels 

aan de tegenoverliggende zijde van de maximale 

afwijking worden nagetrokken. 

Schroef de stiftschroef voor het naspannen uit 

de betreffende spaaknippel. 

Trek uitgaande van het punt van de plus- en minwaarde 

naar voren en naar achteren steeds van 

de 3e spaak de spaaknippel na. 

e Attentie: 

Probeer nooit met één of twee spaken de totale zijdelingse 

slingering op te heffen! 

Trek bij de plus- en minafwijking steeds 2 spaken 

na. 

Dit resulteert in 4 spaken per richthandeling. 

Controleer de zijdelingse slingering met de 

meetklok. 

Na elke correctie van de zijdelingse slingering 

moet de hoogteslingering worden gecontroleerd. 

Herhaal zonodig de richtprodedure. 

Borg de nagespannen spaken m.b.v. de stiftschroeven. 


Spaaknippel ................................................... 5 Nm 

Stiftschroef..................................................... 1 Nm

46 

46 Frame 

Inhoud Blz. 


Totaalaanzicht, frame ................................................................................................................7 

[RT] Overzicht kuipdelen en beplating .............................................................................8 

[RT] Voorspatbord uit-/inbouwen ........................................................................................9 

[RT] Zijkuipdelen uit-/inbouwen ........................................................................................10 

[RT] Kuipruit uit-/inbouwen ..................................................................................................11 

[RT] Binnenste kuipdeel uit-/inbouwen .........................................................................12 

[RT] Bovenste kuipdeel uit-/inbouwen ...........................................................................13 

[RT] Kuipsteun uit-/inbouwen .............................................................................................14 

[RT] Bagagerek/kofferrek uit-/inbouwen ......................................................................15 

[RT] Achterbeplating uit-/inbouwen ................................................................................16 

[RT] Kentekenplaatbevestiging uit-/inbouwen .........................................................17 

[RT] Achterspatbord uit-/inbouwen .................................................................................18 

[RT/GS/R] Middenstandaard uit-/inbouwen ................................................................19 

Zijstandaard uit-/inbouwen ..................................................................................................20 

[RT] Schetsplaat, links, uit-/inbouwen ...........................................................................21 

[RT] Schetsplaat voor voetsteunen, rechts, uit-/inbouwen ................................22 

[RT] Frame uit-/inbouwen ......................................................................................................23 

[RS] Voorspatbord uit-/inbouwen .....................................................................................24 

[RS] Zijkuipdelen uit-/inbouwen ........................................................................................25 

[RS] Zijkuipdelen uit-/inbouwe (volle kuip) ..................................................................26 

[RS] Kuipruit uit-/inbouwen ..................................................................................................27 

[RS] Kuipruit (verstelbaar) uit-/inbouwen .....................................................................28 

[RS] Binnenste kuipdeel uit-/inbouwen .........................................................................29 

[RS] Bovenste kuipdeel uit-/inbouwen ..........................................................................30 

[RS] Kuipsteun uit-/inbouwen .............................................................................................31 

46.1

Inhoud Blz. 

Frame uit-/inbouwen ................................................................................................................32 

[RS] Handgreep/kofferrek uit-/inbouwen .....................................................................33 

[RS] Achterbeplating uit-/inbouwen ................................................................................34 

[RS] Kentekenplaathouder uit-/inbouwen ....................................................................35 

[RS] Achterspatbord uit-/inbouwen .................................................................................36 

Achterframe uit-/inbouwen ...................................................................................................37 

[RS] Middenstandaard uit-/inbouwen .............................................................................38 

[RS] Schetsplaat voetsteunen, achter, uit-/inbouwen ...........................................40 

[RS/R] Schetsplaat voor voetsteunen, voor, uit-/inbouwen ...............................41 

[GS/R] Voorspatbord uit-/inbouwen ................................................................................42 

[GS] Windscherm uit-/inbouwen ........................................................................................43 

[GS] Stuurkuip uit-/inbouwen ..............................................................................................44 

[GS] Kuipsteun uit-/inbouwen .............................................................................................45 

[GS] Bagagerek uit-/inbouwen ...........................................................................................46 

[GS/R] Kentekenplaathouder uit-/inbouwen ..............................................................47 

[GS/R] Achterspatbord uit-/inbouwen ............................................................................48 

[GS/R] Schetsplaat voetsteunen, achter, uit-/inbouwen .....................................49 

[GS] Schetsplaat voetsteunen, voor, uit-/inbouwen ...............................................50 

[R] Achterbeplating uit-/inbouwen ...................................................................................51 

Controle rijwielgedeelte .........................................................................................................52 

Sporingsverschil meten .............................................................................................................52 

46.2

46 


Plaats van het typeplaatje/framenummer Frame rechts 

Totale lengte o.a. mm 2175 

Grootste hoogte zonder spiegels mm 1286 

Stuurbreedte (met gewichten) mm 735 

Breedte gemeten over duo-voetsteunen mm 667 

Zithoogte bij ledig gewicht mm 800 

bij verstelbare buddyzit mm 780/800/820 

Wielbasis in de normale stand mm 1473 

Grondspeling in de normale stand mm 153 

Naloop in de normale stand mm 111 

Balhoofdhoek in de normale stand ° 64,5 

Hellingshoek, met bestuurder 85 kg ° 49 

Max. sporingsverschil mm 9 

Ledig gewicht rijklaar, volgetankt kg 239 

Gewichtsverdeling, zonder bestuurder (v/a) % 52,7/47,3 

Toel. totaalgewicht kg 450 

46.3


Plaats van het typeplaatje/framenummer Frame rechts 

Totale lengte o.a. mm 2230 

Grootste hoogte zonder spiegels mm 1380 

Stuurbreedte (met gewichten) mm 775 

Breedte gemeten over duo-voetsteunen mm 677 

Zithoogte bij ledig gewicht mm 800 

bij verstelbare buddyzit mm 780/800/820 

Wielbasis in de normale stand mm 1485 

Grondspeling in de normale stand mm 153 

Naloop in de normale stand mm 122 

Balhoofdhoek in de normale stand ° 62,9 

Hellingshoek, met bestuurder 85 kg ° 46 

Max. sporingsverschil mm 9 

Ledig gewicht rijklaar, volgetankt kg 275 

Gewichtsverdeling, zonder bestuurder (v/a) % 51/49 

Toel. totaalgewicht kg 490 

46.4


Plaats van het typeplaatje/framenummer Frame rechts Frame rechts 

Totale lengte o.a. mm 2189 2189 

Grootste hoogte zonder spiegels mm 1366 1366 


Breedte gemeten over duo-voetsteunen mm 734 734 

Zithoogte bij ledig gewicht mm 840/860 840/860 

Wielbasis in de normale stand mm 1509 1509 

Grondspeling in de normale stand mm 200 200 

Naloop in de normale stand mm 115 115 

Balhoofdhoek in de normale stand ° 62,9 62,9 

Hellingshoek, met bestuurder 85 kg ° 47 47 

Max. sporingsverschil mm 9 9 

Ledig gewicht rijklaar, volgetankt kg 243 243 

Gewichtsverdeling, zonder bestuurder (v/a) % 50,6/49,4 50,6/49,4 

Toel. totaalgewicht kg 450 450 

46.5


Plaats van het typeplaatje/framenummer Frame rechts Frame rechts 

Totale lengte o.a. mm 2197 2197 

Grootste hoogte zonder spiegels mm 1170 1170 


Breedte gemeten over duo-voetsteunen mm 734 734 

Zithoogte bij ledig gewicht mm 760/780/800 760/780/800 

Wielbasis in de normale stand mm 1487 1487 

Grondspeling in de normale stand mm 138 138 

Naloop in de normale stand mm 127 127 

Balhoofdhoek in de normale stand ° 61,9 61,9 

Hellingshoek, met bestuurder 85 kg ° 45 45 

Max. sporingsverschil mm 9 9 

Ledig gewicht rijklaar, volgetankt kg 235 235 

Gewichtsverdeling, zonder bestuurder (v/a) % 50,9/49,1 50,9/49,1 

Toel. totaalgewicht kg 450 450 

46.6

Totaalaanzicht, frame 

RS469010 

46.7

[RT] Overzicht kuipdelen en beplating 

4x 

um 90° gedreht 

2x 

4 5 6 

7 

8 

9 

10 10 

3 

2 

1 

0 

120 120 

140 140160 

160 

180 180 

200 200 

220 220 

000 0000 240 240 

100 100 

80 80 

46.8 

000025 000025 

60 60 

4x 

km/h km/h 

40 40 

20 20 

0 

2x 

4x 

4x 

2x 

1x 

2x 

2x 

3x 

2x 

10x 

2x 

6x 

2x 

2x 

2x 

2x 

2x 

4x 

2x 

2x 

2x 

3x 

3x 

4x 

3x 

2x 

4x 

RT469010

[RT] Voorspatbord uit-/inbouwen 

RT460260 

46.9

[RT] Zijkuipdelen uit-/inbouwen 


Maak de kleine zijkuipdelen (1) los. 

Pak de spiegel met één hand vast. Tik met de andere 

hand met een lichte slag (pijl) in de richting 

van het spiegelvlak op het spiegelhuis. Verwijder 

de spiegel. 

Bouw de zijkuipdelen (2) en de spoiler (3) uit. 


Plaats de spiegel op de 3 bevestigingspunten. 

Laat de spiegel eerst aan de voorzijde en daarna 

aan de achterzijde aangrijpen door met de hand 

op het spiegelhuis te slaan. 

46.10 

2x 

3 

2 

4x 

6x 

4x 

4x 

1 

3x 

RT460270 

RT460280

1 

4x 

[RT] Kuipruit uit-/inbouwen 


Bouw de spiegels uit. 

Verwijder de kuipzijdelen. 

Verwijder de kuipruit (1). 

Binnenste kuipdeel uitbouwen. 

Trek de stekker bij de koplamp los. 

Maak de antenne los. 

Bouw het bovenste kuipdeel uit. 

Steun (2) voor ruit uitbouwen. 

Trek de stekker los en bouw de elektrische 

aandrijving (3) uit. 


1x 

3 

3x 

4x 

2 

RT460290 

46.11

[RT] Binnenste kuipdeel uit-/inbouwen 

46.12 

10x 

120 120 

100 100 140 140 

80 80 160 160 

180 180 

60 60 

200 200 

40 40 

20 20 220 220 

0 000 0000 240 240 

000025 000025 

km/h km/h 

2x 

4 

3 

2 

5 6 

7 

8 

9 

1 

0 

10 10 

4x 

RT460300

2 

1 

2x 

[RT] Bovenste kuipdeel uit-/inbouwen 

e Attentie: 

Zet het contact af! 




Bouw de spiegel uit. 


Bouw de ruit uit. 

Bouw het binnenste kuipdeel uit. 


Maak de antenne los. 


RT460310 


L Opmerking: 

Plaats voor het inbouwen van het bovenste kuipdeel 

eerst de metalen bussen (1) op de draadeinden (2). 

46.13

[RT] Kuipsteun uit-/inbouwen 

e Attentie: 





Bouw de spiegels uit. 





bouw de steun voor de kuipruit uit. 

Combi-instrument losmaken. 

Maak het opbergvak en de luchtaanzuigslang 

los. 

Maak de stekkerrail, kabelboom en bedrading 

los van de kuipsteun. 

Maak de oliekoelerbevestiging los. 

Bouw de kuipsteun uit. 

46.14 

RT460120 

L Opmerking: 

Beschadig bij het wegleggen van de oliekoeler het 

voorspatbord niet! 



Kuipsteun aan frame ................................... 20 Nm

[RT] Bagagerek/kofferrek uit-/ 

inbouwen 

4x 


Bouw het bagagerek/kofferrek uit. 


2x 

RT460320 

46.15

[RT] Achterbeplating uit-/inbouwen 


Bouw de kleine zijkuipdelen uit. 

Bouw het achterlicht uit. 

Bouw het bagagerek en kofferrek uit. 

Bouw de achterbeplating (1) en (2) uit. 


L Opmerking: 

Let bij het inbouwen op het linker en rechter 

aanslagrubber (3)! 

46.16 

2 

3 

1 

RT460331

[RT] Kentekenplaatbevestiging uit-/ 

inbouwen 

2x 


Bouw de kentekenplaathouder uit. 


2x 

3x 

RT460340 

46.17

[RT] Achterspatbord uit-/inbouwen 

e Attentie: 





Bouw de kleine zijkuipdelen uit. 


Bouw het bagage- en kofferrek uit. 

Bouw de stroomlijndelen uit. 

Bouw het achterspatbord uit. 


46.18 

2x 

2x 

2x 

2x 

RT460350

2701 

v 

[RT/GS/R] Middenstandaard uit-/ 

inbouwen 

[GS] Bouw de carterbeschermer uit. 

[RT] Bouw de spoiler uit. 

00 1 520 

Bevestig de standaard, BMW-nr.001520, 

[GS] met de verlengbussen en de bouten, 

BMW-nr. 00 1 527, aan de motor. 

2 

R46017 

2 

Haak de trekveren los. 

2701 

v 

Bouw de lagerbussen links/rechts (1) uit. 

Bouw de middenstandaard uit. 

Trek de stekker los van de van de zijstandaardschakelaar. 

Bouw de lagerbok links/rechts (2) uit. 


Smeermiddel: ........... b.v. Staburags NBU 30 PTM 


Middenstandaard aan console 


Console aan motorblok M 12 


Console aan motorblok M8 

(bout met verzonken kop) 


Zijstandaard aan lagerbok 


1 

GS460171 

46.19

Zijstandaard uit-/inbouwen 


Bouw de zijstandaard uit. 

Trek de stekker (1) los van de zijstandaardschakelaar 

en verwijder de schakelaar. 


e Attentie: 

Let op de montage van de kabel (pijl).. 

Smeermiddel:............ b.v. Staburags NBU 30 PTM 



(Schroefdraad reinigen + Loctite 2701)......... 42 Nm 

46.20 

1 

RS610050 

GS460220

1 

[RT] Schetsplaat, links, uit-/inbouwen 


Bouw het kleine zijkuipdeel links uit. 

Bouw het zijkuipdeel, links uit. 

Maak de schakelstang (1) los van de schetsplaat 

voor de voetsteunen. 

Maak het bevestigingsprofiel van de contactdoos 

(2) los. 

Bouw de voetsteunschetsplaat uit. 



Schakelpedaal aan schetsplaat 

voetsteunen ................................................. 18 Nm 


M 6 bout ........................................................ 6 Nm 

M 8 bout ...................................................... 21 Nm 

M 10 bout .................................................... 42 Nm 

2 

RT460360 

46.21

[RT] Schetsplaat voor voetsteunen, 

rechts, uit-/inbouwen 


Bouw het kleine zijkuipdeel, rechts, uit. 

Bouw het zijkuipdeel, rechts, uit. 

Verwijder de borg voor de pen van de remstang. 

Draai de bevestigingsbouten voor de hoofdremcilinder 

(1) los van de schetsplaat voor de voetsteunen. 

Maak het rempedaal (2) los van de schetsplaat 

voor de voetsteunen. 

Bouw de voetsteunschetsplaat uit. 

Maak de contactschakelaar (3) los. 

De montage geschiedt in omgekeerde volgorde.. 



M 6 bout ........................................................ 6 Nm 

M 8 bout ...................................................... 21 Nm 

M 10 bout .................................................... 42 Nm 

46.22 

1 

3 

2 

RT460370

[RT] Frame uit-/inbouwen 


Maak het stuur op de vorkbovenplaat los. 

Maak de vorkpoten bij het kroonstuk los. 

Vorkplaat uitbouwen. 

L Opmerking: 

LVerwarm de lagerzitting voor het uitbouwen tot 

max. 120 °C. De schroeftap is met een perspassing 

in het hoekcontactlager ingebouwd. Bouw hem 

daarom compleet uit. 

2 

Maak de remleiding op het frame los/maak de 

leidingen los. 

Bouw de claxon uit. 

Bouw het voorste veerelement uit. 

Maak het kogelgewricht op de swingarm, aan de 

voorzijde los. 

Trek de swingarm met een spanriem naar boven. 

Draai de motorbouten (1) los en verwijder ze. 

Maak de kabelbandjes (3) voor de ABS-sensorkabel 

bij de kuipsteun los. 

Maak de kuipsteun los van het frame. 

1 

3 

RT460130 

e Attentie: 

De kuip valt naar beneden, vasthouden! 

Plaats de kuip zonodig op een schuimstof ondergrond 

o.i.d. 

Maak de verbindingsstangen (2) op het frame los 

en draai de moeren bij de motor een slag los. 

Bouw het frame uit. 


Trek de swingarm m.b.v. een spanriem naar boven. 



(Schroefdraad reinigen + Loctite 2701) ...... 130 Nm 

Kroonstuk aan frame 


Frame aan motor.......................................... 82 Nm 

Verbindingsstangen aan frame 

(10.9 bout).................................................... 58 Nm 

Verbindingsstangen aan motorblok .............. 58 Nm 

Kuipsteun aan frame .................................... 20 Nm 

46.23

[RS] Voorspatbord uit-/inbouwen 

L Opmerking: 

Bevestigingsbout (1) = 3 mm inbussleutel. 

46.24 

1 

RS460020

[RS] Zijkuipdelen uit-/inbouwen 

RS460060 

46.25

[RS] Zijkuipdelen uit-/inbouwe 

(volle kuip) 

46.26 

RS460070

[RS] Kuipruit uit-/inbouwen 

Bouw de kuipruit uit. 

Bouw de voorste zijkuipdelen uit. 


Maak het combi-instrument los. 

maak het bovenste kuipdeel los. 

Maak de koplamp los. 

Bouw de steun (1) voor ruit uit. 


1 

RS460080 

46.27

[RS] Kuipruit (verstelbaar) uit-/ 

inbouwen 

Bouw het windscherm uit. 



Draai de verstelas (1) naar links/maak hem los. 

Maak hetcombi-instrument los. 

Maak het bovenste kuipdeel los. 


Bouw de steun (2) voor ruit uit. 


46.28 

1 

2 

RS460090

[RS] Binnenste kuipdeel uit-/inbouwen 

RS460100 

46.29

[RS] Bovenste kuipdeel uit-/inbouwen 

e Attentie: 




Bouw het windscherm uit. 



Bouw de verstelas van de kuipruitverstelling uit. 


Trek de stekkers voor richtingaanwijzers los. 

Maak het bovenste kuipdeel los. 


Maak de steun voor kuipruit los. 

Bouw de kuip uit. 


46.30 

RS460110

[RS] Kuipsteun uit-/inbouwen 

e Attentie: 






Draai de verstelas van de kuipruitverstelling naar 

links/maak hem los. 


Trek de stekkers voor de koplamp en de richtingaanwijzers 

los. 

Bouw het bovenste kuipdeel met de koplamp uit. 

Maak de stekkerstrip en de kabelboom los van 

de kuipsteun. 

Maak de oliekoelerbevestiging los.l 



Kuipsteun aan frame ................................... 20 Nm 

RS460120 

46.31

Frame uit-/inbouwen 


Maak de remleiding bij het frame los. 

[RS/GS] Maak de kuipsteun op het frame los 

e Attentie: 

De kuip valt naar beneden, vasthouden! 

Plaats de kuip zonodig op een schuimstof ondergrond 

o.i.d. 

Maak het kogelgewricht aan de swingarm aan de 

voorzijde los en trek de voorvork naar voren. 

Maak het voorveerelement aan de bovenzijde 

los. 

Draai de motorbouten (1) los en verwijder ze. 

Zet het kogelgewricht aan de voorzijde van de 

swingarm handvast. 

Maak de verbindingsstangen (2) op het frame los 

en draai de moeren bij de motor een slag los. 

[RS] Maak het kogelgewricht m.b.v. een inbusdopsleutel 

SLW 6, BMW-nr. 31 5 600, op de 

vorkbovenplaat los. 

[R] Maak het stuur op de vorkbovenplaat los. 

[R] Trek de koplamphouder naar voren. 

Maak de vorkbovenplaat los van het frame. 

46.32 

2 

1 

31 5 600 

RS 

RS460130 

L Opmerking: 

De schroeftap is met een perspassing in het hoekcontactlager 

ingebouwd. Bouw hem daarom compleet 

uit. 

[R] Maak de oliekoelersteun los. 

Bouw het frame uit. 



Frame aan motor.......................................... 82 Nm 

Verbindingsstangen aan frame 

(8.8 bout)...................................................... 47 Nm 

(10.9 bout).................................................... 58 Nm 

Verbindingsstangen aan motorblok 

[RS] ............................................................. 47 Nm 

[GS/R] ......................................................... 58 Nm 

Kuipsteun aan frame .................................... 20 Nm

[RS] Handgreep/kofferrek uit-/ 

inbouwen 


Handgreep aan achterframe........................... 9 Nm 

RS460140 

46.33

[RS] Achterbeplating uit-/inbouwen 





46.34 

RS460040

[RS] Kentekenplaathouder uit-/ 

inbouwen 




RS460150 

46.35

[RS] Achterspatbord uit-/inbouwen 

e Attentie: 








Bouw de richtingaanwijzerglazen uit. 

Maak de richtingaanwijzers los/trek de stekkers 

los. 

Maak de kabelboom los van het achterspatbord. 

Bouw het buddyzitslot uit. 

Bouw het achterspatbord uit. 


46.36 

RS460050

2 

Achterframe uit-/inbouwen 

e Attentie: 




1 


[RT] Bouw de spiegels uit. 

[RT] Bouw het zijkuipdeel uit. 


[GS/RT] Bouw het bagagerek uit. 

[GS/RT] Maak de kabelboom op het achterframe 

los/maak de centrale relais-/zekeringhouder alleen 

maar los. 

[RS/R/RT] Bouw het achterlicht uit. 

[RS/R/RT] Bouw de achterbeplating uit. 

[RS/R/RT] Maak de kabelboom van de richtingaanwijzer 

links tot aan de relais-/zekeringhouder 

los/maak de relais-/zekeringhouder alleen 

maar los. 

[RS/R/RT] Bouw het achterspatbord uit. 

[ABS] Trek de stekker voor de ABS-sensor los 

en maak de kabel los. 

Trek de stekker van de remlichtschakelaar los en 


Trek de stekker van de zijstandaardschakelaar 

los en trek de kabel los. 

3 

4 

RS 

RS460160 

Trek de stekker voor de vrijloopschakelaar los en 


Trek de diagnosestekker en de kabel los. 

Trek de remleiding uit de steun/achterframe. 

Trek het remvloeistofreservoir uit de steun. 

Maak de uitlaatdemper los van het achterframe. 

Maak de bevestiging voor het veerelement aan 

de bovenzijde los. 

[RT] Maak de schetsplaat voor de voetsteunen 

los van het achterframe. 

Maak het luchtfilterhuis los van het achterframe. 

Bouw het achterframe uit. 

Bouw de aanbouwdelen uit. 



1.Boutverbinding:...........op versnellingsbak, rechts 

2. .................................................op motor, rechts 

3. ....................................................op motor, links 

4. .....................................op versnellingsbak, links 


Achterframe aan versnellingsbak/motor ....... 47 Nm 

46.37

[RS] Middenstandaard uit-/inbouwen 

46.38 

2 

2701 

v 

1 

2 

Bouw het onderste kuipdeel uit. 

2701 

v 

3 

2 

2701 

v 

2701 

v 

1 

2701 

v 

RS460030

00 1 520 

RS460170 

Krik de motor m.b.v. de krik, BMW-nr. 00 1 520, 

op. 


Draai de bevestigingsbouten links/rechts (1) los. 

Trek de lagerbussen (2) met een M10 bout los. 

Bouw de middenstandaard uit. 

Trek de stekker los van de van de zijstandaardschakelaar. 

Bouw de lagerbok links/rechts (3) uit. 


Smeermiddel ............ b.v. Staburags NBU 30 PTM 


Middenstandaard aan console 





(bout met verzonken kop) 




46.39

[RS] Schetsplaat voetsteunen, achter, 

uit-/inbouwen 


Voetsteunen aan voetsteunplaat .................. 42 Nm 

Uitlaatdemper aan schetsplaat 

voor voetsteunen.......................................... 35 Nm 

Voetsteunplaat aan achterframe................... 21 Nm 

46.40 

RS460180

[RS/R] Schetsplaat voor voetsteunen, 

voor, uit-/inbouwen 


Voetsteunplaat aan versnellingsbak ............. 22 Nm 

Hoofdremcilinder aan voetsteunplaat ............ 7 Nm 

Rempedaal aan voetsteunplaat .................... 37 Nm 

RS460190 

46.41

[GS/R] Voorspatbord uit-/inbouwen 

46.42 


GS460021

[GS] Windscherm uit-/inbouwen 

GS460091 

46.43

[GS] Stuurkuip uit-/inbouwen 

e Attentie: 





Bouw het bovendeel van het spatbord uit. 


Bouw de koplampreflector uit. 

46.44 

1 


GS460230 

GS620020 

L Opmerking: 

De middelste bevestigingsbout (1) bevindt zich in 

het koplamphuis. 

Bouw de koplampsteun uit. 

Bouw de richtingaanwijzerglazen uit, trek de 

stekkers los en trek de kabel door de richtingaanwijzersteun. 

Bouw de richtingaanwijzers uit. 

Trek de afdekplaat van de stuurkuip aan de bovenzijde 

naar boven toe los. 

De montage geschiedt in omgekeerde volgorde.

[GS] Kuipsteun uit-/inbouwen 

e Attentie: 





Bouw het bovendeel van het spatbord uit. 




L Opmerking: 





stekkers los en trek de kabel door de richtingaanwijzersteun. 


Trek de afdekplaat van de stuurkuip aan de bovenzijde 

naar boven toe los. 

Maak de kabelboom los van de kuipsteun. 

Maak de oliekoelerbevestiging los. 

Bouw de kuipsteun uit. 



Kuipsteun aan frame .................................... 20 Nm 

1 

GS460121 

46.45

[GS] Bagagerek uit-/inbouwen 

46.46 

GS460240

[GS/R] Kentekenplaathouder uit-/ 

inbouwen 


[GS] Bouw het gereedschapbakje uit. 

[GS] Bouw het achterlicht uit. 




GS 

GS460151 

46.47

[GS/R] Achterspatbord uit-/inbouwen 

e Attentie: 





[GS] Bouw het gereedschapbakje uit. 

[R] Bouw de achterbeplating uit. 

Trek de stekker en de stroomdraden van het 

achterlicht en van de richtingaanwijzers los. 


Maak het achterspatbord los. 

Maak de kabelboom los van het achterframe. 


46.48 

GS 

GS460251

[GS/R] Schetsplaat voetsteunen, 

achter, uit-/inbouwen 


Voetsteunplaat aan achterframe................... 21 Nm 

GS460181 

46.49

[GS] Schetsplaat voetsteunen, voor, 

uit-/inbouwen 


Hydraulische veerverstelling 

aan schetsplaat voetsteunen........................ 22 Nm 

46.50 

GS460191

[R] Achterbeplating uit-/inbouwen 

RS460041 

46.51

3 

Controle rijwielgedeelte 

Sporingsverschil meten 

Plaats de motorfiets op een vlakke ondergrond 

op de middenstandaard. 

Plaats de sporingscontrolemal, 

BMW-nr. 36 3 920, tegen de linker- of 

rechterzijde. 

L Opmerking: 

Om met de sporingscontrolemal zowel vanaf de linker- 

als vanaf de rechterzijde te kunnen meten, hoeven 

alleen maar de steunen van de ene naar de 

andere kant te worden overgezet. 

Stel de steunen (1) zo af, dat het meetvlak zich zo 

dicht mogelijk bij het hart van het wiel bevindt. De 

mal moet vrij onder de motorfiets doorgeschoven 

worden. 

Stel de meetaanslagen (pijlen) zo af dat deze alleen 

tegen de velg liggen en niet tegen de band. 

Haak de haak (2) vast aan een spaak en trek zo 

de sporingscontrolemal vast tegen het wiel. 

Lijn het voorwiel zo uit dat dit evenwijdig met de 

controlemal staat. 

Meet de afstand m.b.v. een dieptemaat (3) of met 

een meetlat vanaf de buitenzijde van de mal tot 

aan de velg. Noteer deze maat. 

46.52 

1 

36 3 920 

2 

RS460200

Sporingsverschil „S“ berekenen: 

Het sporingsverschil „S“ is de afstand waarmee 

de hartas van het voorwiel t.o.v. het achterwiel 

naar links of naar rechts verplaatst is. 

Toelaatbaar sporingsverschil (S): ............... 9 mm 

L Opmerking: 

Betekenis van het meetresultaat: 

Negatieve uitkomst (-) = sporingsverschil naar links 

Positieve uitkomst (+) = sporingsverschil naar rechts 

Fh 

S 

Fh 

B 

B 

A 

A 

RS460210 

OORBEELD: 

Formule 

Vaste waarde (A)+ halve velgbreedte 

A = 50,0 mm 

F h 

---- 

2 

A Fh + ---- 

2 

= 44,5 mm 

= 94,5 mm 

Meetwaarde (B)+ halve velgbreedte 

B = 52,0 mm 

F v 

---- 

2 

B Fh + 

---- 

2 

= 41,0 mm 

= 93,0 mm 

Vaste waarde (A)— Meetwaarde (B) = S 

94,5 — 93,0 = S 

Sporingsverschil: 

A Fh ---- B 

2 

Fv + – ⎛ + ---- ⎞ = S 

⎝ 

2 

⎠ 

S = 1,5 mm 

46.53

51 

51 Uitrusting 

Inhoud Blz. 

Contact-/stuurslot uit-/inbouwen ........................................................................................3 

Contact-/lichtschakelaar uit-/inbouwen ...............................................................................3 

Slotcilinder uit-/inbouwen ...........................................................................................................3 

Slotcilinder uitboren ............................................................................................................................3 

Slotcilinder voor benzinetankdop uit-/inbouwen .......................................................4 

Slotcilinder uitboren ............................................................................................................................4 

[RS/RT] Buddyzitslot uit-/inbouwen ..................................................................................5 


[GS] Buddyzitslot uit-/inbouwen ..........................................................................................5 


[R] Buddyzitslot uit-/inbouwen .............................................................................................6 


[GS] Helmslot uit-/inbouwen ..................................................................................................6 

[RT] Slotopbergvak uit-/inbouwen ......................................................................................6 

51.55

51.56

51 

Contact-/stuurslot uit-/inbouwen 

1 

v270 

Bouw de vorkplaat uit. 

Boor met een Ø 4 mm boor de vlakke kopbout (1) 

ca. 5 mm diep in. 

Boor met een Ø 8 mm boor de vlakke kopbout 

uit. 

Trek het contact-/stuurslot los. 

Schroef de tapeinden met een tapeinduitdraaier 

los. 

Monteer het contact-/stuurslot met een dopsleutel, 

BMW-nr. 51 0 510. 


Bouten 

(Schroefdraad gereinigd + Loctite 270) ........ 15 Nm 

Contact-/lichtschakelaar uit-/inbouwen 

Draai de inbusbout (2) los. 

RS510010 

2 

GS510030 

Slotcilinder uit-/inbouwen 

Plaats de sleutel in de ON-stand. Druk de borg 

(1), m.b.v. een draad in. 

Trek de slotcilinder met de sleutel uit de boring. 

Vet de nieuwe slotcilinder in met 


Plaats de slotcilinder met de sleutel in de ONstand 

in de boring. 

Druk de slotcilinder zover naar beneden tot de 

borg aangrijpt. 

Slotcilinder uitboren 

Boor met een Ø 4-5 mm, de slotcilinder over de 

gehele lengte in. 

Vergroot de boor-Ø zo lang tot de slotcilinder uit 

de boring kan worden genomen. 

1 

GS510020 

51.57

Slotcilinder voor benzinetankdop 

uit-/inbouwen 

L Opmerking: 

Zorg ervoor dat de schroeven niet in de benzinetank 

kunnen vallen! Dek de vulopening van de benzinetank 

met een doek af. 

Open de tankdop en verwijder het onderste 

deel (1) van de tankdop. 

Steek de sleutel in de slotcilinder. Druk de 

borg (2) in. 




Breng de nieuwe slotcilinder met de sleutel 

(stand dwars t.o.v. de rijrichting) aan. 


Slotcilinder uitboren 

Boor met een Ø 4-5 mm-boor de slotcilinder over 

de gehele lengte door. 

Vergroot de boor-Ø zo lang tot de slotcilinder 

kan worden verwijderd. 

51.58 

1 

2 

GS510040

[RS/RT] Buddyzitslot uit-/inbouwen 


RS510051 

Druk de borg (pijl) b.v. met een draad in. 




Breng de slotcilinder aan en let erop dat de borg 

aangrijpt. 

[GS] Buddyzitslot uit-/inbouwen 


GS510060 

Bouw het bagagerek uit. 

Bouw het buddyzitslot uit. 

Demonteer het buddyzitslot aan de sleutelzijde 

(2 schroeven) en spreidt hem voorzichtig uit. 

GS510070 

Druk de borgnok van de slotcilinder in het huis 

en trek de slotcilinder m.b.v. de sleutel uit de boring. 




aangrijpt. 


51.59

[R] Buddyzitslot uit-/inbouwen 


Druk de borg (pijl) b.v. met een draad in. 





aangrijpt. 

[GS] Helmslot uit-/inbouwen 

Maak de borgbeugel open. 

Bouw het helmslot uit. 

Wip de stop aan de binnenzijde met een schroevedraaier 

los. 

Verwijder de veer en de borghaak. 

Druk de borgnok van de slotcilinder in het huis 

en trek de slotcilinder m.b.v. de sleutel uit de boring. 




aangrijpt. 


51.60 

RS510090 

GS510080 

[RT] Slotopbergvak uit-/inbouwen 

1 

RT510100 

Druk de borgstift (pijl) b.v. met een draad in. 

Verwijder het slotdeel (1). 




Druk de borgnok in de slotcilinder en druk hem 

zo ver aan tot de borging aangrijpt. 

Breng het slotdeel (1) aan, druk de borgstift in de 

boring.

52 

52 Buddyzit 

Inhoud Blz. 

[RT] Buddyzit de-/monteren ...................................................................................................3 

[RS] Buddyzit de-/monteren ..................................................................................................4 

[GS/R] Buddyzit de-/monteren .............................................................................................5 

52.1

52.2

52 

[RT] Buddyzit de-/monteren 

RS520013 

52.3

[RS] Buddyzit de-/monteren 

52.4 

RS520011

[GS/R] Buddyzit de-/monteren 

GS 

RS520020 

R 

RS520013 

52.5

61 


Inhoud Blz. 


Relais-/zekeringhouder uit- en inbouwen ......................................................................7 

Relais-/zekeringhouder demonteren/monteren .........................................................7 

Relaisoverzicht (relais-/zekeringhouder) ........................................................................8 

Zekeringcodering:g [RS/GS/R] ............................................................................................................8 

Montage kabelboom frame 

[ABS] ....................................................................................................................................................9 

Montage kabelboom/aansluiting in relais-/zekeringhouder .......................................10 

Montage kabelboom relais-/zekeringhouder/uitgang ..................................................11 

[RT] Montage kabelboom linker aanzicht ...........................................................................12 

[RT] Montage kabelboom rechter aanzicht .......................................................................16 

[RT] Montage kabelboom aan kuipsteun ...........................................................................19 

[RT] Montage kabelboom combi-instrument ....................................................................20 

[RS] Montage kabelboom linker aanzicht ..........................................................................21 

[RS] Montage kabelboom rechter aanzicht .......................................................................25 

[RS] Montage kabelboom stuurschakelaar links ............................................................28 

[RS] Montage kabelboom stuurschakelaar rechts .........................................................29 

[GS] Montage kabelboom linker aanzicht ..........................................................................30 

[GS] Montage kabelboom rechter aanzicht ......................................................................34 

Accuhouder uit-/inbouwen ...................................................................................................37 

61.1

61.2

61 


Accu Ah 19 

61.3


Accu Ah 19 

61.4


Accu Ah 19 19 

61.5


Accu Ah 19 19 

61.6

1 

Relais-/zekeringhouder uit- en 

inbouwen 

e Attentie: 





[RT] Bouw de kleine zijkuipdelen links/rechts uit. 

[RT] Bouw het bagagerek/kofferrek uit. 

[RS/R/RT] Bouw de beplating links/rechts uit. 

[RT] Bouw het achterspatbord uit. 

Draai de bevestigingsschroeven (1) voor het bovendeel 

van de relais-/zekeringhouder los. 

Draai de bevestigingsschroeven (2) van het onderste 

deel van de relais-/zekeringhouder los. 

Verwijder de kabelgoot. 

Maak eventueel de kabelboom compleet los en 

verwijder hem met de zekeringhouder, of trek de 

relais en relaissokkels los. 


Kort het rubbervaantje van de spatwaterdichte 

bevestiging (pijl) na de montage in tot 10 mm. 

Relais-/zekeringhouder demonteren/monteren 

Zie afbeelding (3). 

3 

2 

RS610062 

61.7

Relaisoverzicht (relais-/zekeringhouder) 

1. Codeerstekker voor Motronic en katalysator 

2. Benzinemeter/demping aflezing 

3. Startmotorrelais 

4. Ontlastrelais 

5. Claxonrelais 

6. Benzinepomprelais 

7. Motronicrelais 

8. ABS-waarschuwingsrelais 

9. Niet aangesloten 

10.Richtingaanwijzerrelais 

11.Zekering 

Zekeringcodering:g [RS/GS/R] 

(Nr. 1 vanuit de rijrichting gezien links)) 

1. Combi-instrument, 

Rem-, achterlicht........................................ 15 A 

2. Parkeerlicht ................................................ 15 A 

3. Knipperlichten, klok.................................... 15 A 

4. Contactdoos .............................................. 15 A 

5. Motronic..................................................... 15 A 

6. Benzinepomp............................................. 15 A 

7. Verwarmde handvatten ................................ 4 A 

8. Reservezekering........................................... 4 A 

9. Reservezekering......................................... 15 A 

10.Reservezekering......................................... 15 A 

61.8 

1 

2 

3 

4 

5 6 7 8 9 

10 

11 

Zekeringcodering: [RT] 

(Nr. 1 vanuit de rijrichting gezien links) 

RS610070 

1. Combi-instrument, 

Rem-,achterlicht......................................... 15 A 

2. Parkeerlicht ................................................ 15 A 

3. Knipperlichten, klok.................................... 15 A 

4. Contactdoos .............................................. 15 A 

5. Motronic..................................................... 15 A 

6. Benzinepomp............................................. 15 A 

7. Verwarmde handvatten ................................ 4 A 

8. Radio ......................................................... 15 A 

9. Reservezekering ........................................ 15 A 

10.Reservezekering .......................................... 4 A

Montage kabelboom frame 

[ABS] 

e Attentie: 

Gebruik voor het vastzetten van de massastrip op 

de motor verzinkte (geelverzinkt) bouten. 

Bij montage van bouten met een andere bescherming 

tegen corrosie kunnen weerstanden tot zo’n 

80 Ω optreden. 

Monteer de kabelboom zonder knikken en zonder 

dat hij ergens langs kan schuren. 

Let op de plaatsing van en het aantal kabelbandjes. 

Smeer het centrale massapunt (blank metaal) 

dun in met contactvet b.v. CENTOPLEX 3 CU. 

L Opmerking: 

Wanneer de kabelboom wordt verwijderd, moet tevens 

de relais-/zekeringhouder worden uitgebouwd. 

Bouw later de relais-/zekeringhouder als eerste in. 


Massa aan motor ......................................... 10 Nm 

61.9

Montage kabelboom/aansluiting in 

relais-/zekeringhouder 

61.10 

RS610090

Montage kabelboom relais-/zekeringhouder/uitgang 

L Opmerking: 

De witte markeringsband (pijl) moet door de tule 

worden afgedekt. 

RS610110 

61.11

[RT] Montage kabelboom linker aanzicht 

61.12 

1 

3 

2 

RT610160

1 

RT610161 

61.13

RT610162 

61.14 

2

RT610163 

3 

61.15

[RT] Montage kabelboom rechter aanzicht 

61.16 

1 

2 

RS610170

1 

RT610171 

61.17

61.18 

2 

RT610172

[RT] Montage kabelboom aan kuipsteun 

RT610180 

61.19

[RT] Montage kabelboom combiinstrument 

61.20 

RT610190

[RS] Montage kabelboom linker aanzicht 

3 

2 

1 

RS610040 

61.21

1 

RS610041 

61.22

RS610042 

2 

61.23

RS610043 

61.24 

3

[RS] Montage kabelboom rechter aanzicht 

1 

2 

RS610030 

61.25

61.26 

1 

RS610031

2 

RS610032 

61.27

[RS] Montage kabelboom 

stuurschakelaar links 

61.28 

RS610120

[RS] Montage kabelboom stuurschakelaar 

rechts 

RS610130 

61.29

[GS] Montage kabelboom linker aanzicht 

61.30 

3 

2 

1 

GS610140

1 

GS610141 

61.31

GS610142 

61.32 

2

GS610143 

3 

61.33

[GS] Montage kabelboom rechter aanzicht 

61.34 

1 

2 

GS610150

1 

GS610151 

61.35

2 

61.36 

GS610152

Accuhouder uit-/inbouwen 



RS610010 

e Attentie: 

Maak eerst de minpool en daarna de pluspool los. 

Sluit eerst de pluspool en daarna de minpool aan. 


[ABS] Bouw de ABS-unit uit. 

[vanaf modeljaar 96] Maak het gaskabelverdeelblok 

los. 

Verwijder de accuhouder. 


61.37

62 

62 Instrumenten 

Inhoud Blz. 


[RT] Combi-instrument uit-/inbouwen ..............................................................................7 

[RT] Combi-instrument de-/monteren ..............................................................................7 

[RS] Combi-instrument uit-/inbouwen .............................................................................8 

[RS] Combi-instrument de-/monteren ..............................................................................8 

[GS] Combi-instrument uit-/inbouwen .............................................................................9 

[GS] Combi-instrument de-/monteren ..............................................................................9 

[R] Combi-instrument uit-/inbouwen ..............................................................................10 

62.1

62.2

62 


Instrumentencombinatie 

Controlelampen/richtingaanwijzers/grootlicht A 14 V 3 W 

Instrumentenverlichting/controlelampen A 12 V 1,7 W 

Snelheidsmeteraandrijving 

Overbrenging snelheidsmeteraandrijving I = 2,6 

62.3



Controlelampen/richtingaanwijzers/grootlicht A 14 V 3 W 

Instrumentenverlichting/controlelampen A 12 V 1,7 W 


Overbrenging snelheidsmeteraandrijving I = 2,6 

62.4



Controlelampen/richtingaanwijzers/grootlicht A 14 V 3 W A 14 V 3 W 

Instrumentenverlichting/controlelampen A 12 V 1,7 W A 12 V 1,7 W 


Overbrenging snelheidsmeteraandrijving I = 3,0 I = 3,0 

62.5



Controlelampen/richtingaanwijzers/grootlicht A 14 V 3 W A 14 V 3 W 

Instrumentenverlichting/controlelampen A 12 V 1,7 W A 12 V 1,7 W 


Overbrenging snelheidsmeteraandrijving Gietwiel I = 2,6 I = 2,6 

62.6 

Spaakwiel I = 3,0 I = 3,0

3 

[RT] Combi-instrument uit-/inbouwen 


Verwijder de spiegels. 





Schroef de kilometerteller los. 

Maak het combi-instrument (1) los en trek het 

naar boven toe van de steun. 

Trek de stekkers los. 


1 

2 

[RT] Combi-instrument de-/monteren 

4 

RT620050 

Draai de moer (2) los. 

Maak de terugstelkabel (3) voor de kilometerteller 

los van de snelheidsmeter. 

Trek de verlichting voor het combi-instrument 

los. 

Verwijder het controlepaneel (4). 


62.7

[RS] Combi-instrument uit-/inbouwen 

62.8 

1 


[Verstelling kuipruit] Draai de as voor de verstelling 

van de kuipruit naar links/losmaken. 

Maak het combi-instrument los (1) en trek het 

naar boven toe van de steun. 




2 

[RS] Combi-instrument de-/monteren 

Draai de moer (2) los. 


los. 



e Attentie: 

Let bij het inbouwen van de snelheidsmeter op 

de tulle voor de terugstelknop van de 

kilometerdagteller. 

3 

RS620011

2 

3 

3 

[GS] Combi-instrument uit-/inbouwen 


3 

4 4 

1 

Bouw de reflector uit, maak de bevestiging voor 

het combi-instrument bij het koplamphuis aan de 

binnenzijde (1) los. 

Maak het combi-instrument (2) los. 


Verwijder de linker afdekkap. 



2 

3 

G62002 

GS620030 

[GS] Combi-instrument de-/monteren 

Draai de bouten van de instrumenten (3) los. 


los. 


Trek de controlelampen los. 


62.9

[R] Combi-instrument uit-/inbouwen 

Maak de koplampsteunen (1) en het verstelmechanisme 

(2) los. 


Maak (3) en de rechter afdekplaat los van het 

combi-instrument. 

Bouw het verlengstuk voor de terugstelling van 

de kilometerdagteller (7) uit. 

Maak de snelheidsmeter (4) los. 

Maak de bovenste afdekplaat (5) op het combiinstrument 

los. 

Trek de verlichting voor de instrumenten en de 

controlelampen los. 

Maak het kabelbandje bij de koplamp los. 

Maak het stuur los. 

Bouw de koplampsteun (6) uit. 


62.10 

3 

1 

7 

6 

2 

5 

4 

RS620040

63 

63 Verlichting 

Inhoud Blz. 


[RT] Koplamp uit-/inbouwen ..................................................................................................7 

Koplamp afstellen ...........................................................................................................................7 

[RS] Koplamp uit-/inbouwen ..................................................................................................8 

Koplamp afstellen ...........................................................................................................................8 

[GS] Koplamp uit-/inbouwen .................................................................................................9 

Koplamp afstellen .........................................................................................................................10 

[GS] Richtingaanwijzers, voor, uit-/inbouwen ............................................................10 

[R] Koplamp uit-/inbouwen ...................................................................................................10 

Koplamp afstellen .........................................................................................................................10 

63.1

63.2

63 


Koplamp Halogeen-rechthoekige 

koplamp, manueel in 

twee standen te verstellen 

Gloeilampen 

Groot-/dimlicht H 4-halogeenlamp 55/ 

60 W, asymmetrisch 

Parkeerlicht 12 V/5 W 

Achterlicht 12 V/10 W 

Remlicht 12 V/21 W 

Richtingaanwijzer 12 V/21 W 

63.3



koplamp 

Gloeilampen 



Parkeerlicht 12 V/5 W 

Achterlicht 12 V/10 W 

Remlicht 12 V/21 W 

Richtingaanwijzer 12 V/21 W 

63.4



koplamp 

Gloeilampen 



Parkeerlicht 12 V/4 W 12 V/4 W 

Achterlicht 12 V/10 W 12 V/10 W 

Remlicht 12 V/21 W 12 V/21 W 

Halogeen-rechthoekige 

koplamp 

Richtingaanwijzer 12 V/21 W 12 V/21 W 

H 4-halogeenlamp 55/ 


63.5


Koplamp Halogeen-ronde 

koplamp 

Gloeilampen 



63.6 

Halogeen-ronde 

koplamp 

Parkeerlicht 12 V/4 W 12 V/4 W 

Achterlicht 12 V/10 W 12 V/10 W 

Remlicht 12V/21W 12V/21W 

Richtingaanwijzer 12V/21W 12V/21W 

H 4-halogeenlamp 55/ 

60 W, asymmetrisch

[RT] Koplamp uit-/inbouwen 

e Attentie: 





Verwijder de spiegels. 



Maak de kuipruit los. 



Draai de bevestigingsbouten van de koplamp 

(pijlen) los. 

Bouw de koplamp uit. 


e Attentie: 

Raak de binnenzijde van de reflector en de gloeilampen 

niet met de blote vingers aan. 

Koplamp afstellen 

3 

2 1 

Druk de hendel (1) naar boven. 

Corrigeer de koplampafstelling m.b.v. de 

stelbout (2). 

RT630060 

RT630020 

Draairichting links: ...................................... langer 

Draairichting rechts:.....................................korter 

Afstelmaat:..........-15 cm op een afstand van 10 m 

Verticale verstelling m.b.v. de afstelschroef (3). 

63.7

[RS] Koplamp uit-/inbouwen 

e Attentie: 




63.8 



Maak de kuipruit los. 

Maak de instrumentendrager los. 

Maak het voorste kuipdeel los. 

Maak de koplamp bij de kuipsteun los. 

Maak de koplamp in het voorste deel van de kuip 

los. 

Maak de kuipruitsteun bij de koplamp los. 

Bouw de koplamp uit. 

De montage geschiedt in omgekeerde volgorde.. 

e Attentie: 




3 

2 1 

RS630010 

RT630020 

Druk de hendel (1) naar boven. 

Corrigeer de koplampafstelling m.b.v. de stelbout 

(2). 

Draairichting links: ...................................... langer 

Draairichting rechts:.....................................korter 


Verticale verstelling m.b.v. de afstelschroef (3).

[GS] Koplamp uit-/inbouwen 

e Attentie: 






e Attentie: 

Raak de binnenzijde van de reflector en de 

gloeilampen niet met de blote vingers aan. 


L Opmerking: 



1 

Maak de koplampafstelling los. 

Bouw het koplamphuis uit. 

RS630030 

GS620020 

63.9


Draai de contramoer op de regelstang (pijl) los. 

Corrigeer de lichtbundel m.b.v. de regelstang. 


63.10 

Draai de contramoer vast. 

[GS] Richtingaanwijzers, voor, uit-/ 

inbouwen 

e Attentie: 




GS630040 

Verdere procedure zie Koplamp uitbouwen. 



stekker van de reflector en trek de stroomdraad 

door de richtingaanwijzersteun. 

e Attentie: 



Bouw de richtingaanwijzersteun uit. 



[R] Koplamp uit-/inbouwen 

e Attentie: 




e Attentie: 




De lichtbundel kan in het snelverstelgebied door 

het verdraaien van de koplamp naar boven of 

naar beneden worden afgesteld. 

Controleer de stand van de lichtbundel m.b.v. de 

stelstang (pijl). 

L Opmerking: 

Sleutelwijdte = 6 mm 

RS630050 

Afstelmaat:..........-25 cm op een afstand van 10 m

eAttentie

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?