10.09.2013 Views

Het deskundigenoordeel: vrijwillig maar niet ... - De Ombudsman

Het deskundigenoordeel: vrijwillig maar niet ... - De Ombudsman

Het deskundigenoordeel: vrijwillig maar niet ... - De Ombudsman

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>De</strong><br />

Stichting<br />

<strong>Ombudsman</strong><br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>:<br />

<strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend<br />

Onderzoek naar effecten<br />

en verwachtingspatronen


<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>:<br />

<strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend<br />

Onderzoek naar effecten en verwachtingspatronen<br />

Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />

januari 2011<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend 1


2<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Woord vooraf<br />

<strong>Het</strong> toverwoord is <strong>deskundigenoordeel</strong>. Vroeger heette het ‘second opinion’ of tweede<br />

oordeel en dat is precies wat het is, <strong>niet</strong> meer en <strong>niet</strong> minder. Een eerste oordeel van de<br />

bedrijfsarts waarin de werknemer of de werkgever zich <strong>niet</strong> herkent, kan gevolgd worden<br />

door een tweede oordeel van een verzekeringsarts van het UWV. Maar dekt de term<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> wel de lading en heeft deze switch van terminologie de<br />

verwachtingen over de gevolgen van de uitkomst doen toenemen? Kortom: Wat<br />

verwacht de zieke werknemer van een <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

<strong>De</strong> dagelijkse praktijk van Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> laat zien dat over het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> bij werknemers verschillende verwachtingen leven. Ook is <strong>niet</strong><br />

duidelijk of de intentie van het <strong>deskundigenoordeel</strong> - een de-escalerende werking - die<br />

uitwerking daadwerkelijk heeft, of dat het juist de strijd tussen de partijen vergroot.<br />

Dit onderzoek is een vervolg op eerdere onderzoeken die Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> heeft<br />

uitgevoerd naar re-integratie tweede spoor en de Wet verbetering poortwachter. In beide<br />

onderzoeken kwam naar voren dat er tijdens een re-integratieproces vaak sprake is van<br />

een arbeidsconflict. <strong>Het</strong> is het kip-of-eiverhaal. Wordt het conflict veroorzaakt door de<br />

ziekte of wordt men ziek door conflicten op het werk? En helpt het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

dit conflict de wereld uit, of <strong>niet</strong>?<br />

<strong>De</strong> verplichte toetsingsmomenten door de werkgever worden <strong>niet</strong> altijd gewaardeerd<br />

door de zieke werknemer. Zeker <strong>niet</strong> wanneer de werkgever de zieke werknemer te sterk<br />

stimuleert weer aan het werk te gaan. Een verschil van inzicht ontstaat dan snel. Kan het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> een positieve bijdrage leveren aan de oplossing en wordt dit oordeel<br />

altijd gerespecteerd en wordt naar de uitkomst ervan gehandeld?<br />

Om dit onderzoek uit te kunnen voeren is samenwerking gezocht met het UWV. <strong>Het</strong> UWV<br />

heeft ad random werknemers die in de afgelopen periode een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

hebben aangevraagd, benaderd met de vraag om deel te nemen aan een enquête van <strong>De</strong><br />

<strong>Ombudsman</strong>. Tegelijkertijd zijn vele dossiers doorgelicht. <strong>De</strong> conclusies van het<br />

onderzoek zijn tenslotte besproken met vertegenwoordigers van werknemers,<br />

werkgevers, arbeidsdeskundigen, bedrijfsartsen, verzekeringsartsen en het UWV. <strong>De</strong><br />

onderzoeksresultaten en de aanbevelingen hebben tot doel de discussie over de aard en<br />

de inhoud van het <strong>deskundigenoordeel</strong> weer tot onderwerp van gesprek te maken. We<br />

verwachten dat alle partijen dat van harte zullen doen, want een <strong>vrijwillig</strong><br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> mag <strong>niet</strong> vrijblijvend zijn.<br />

Mijn dank gaat uit naar alle deelnemers die de moeite hebben genomen de uitgebreide<br />

enquête in te vullen, de werknemers en hun werkgevers die zijn geïnterviewd en de<br />

deskundigen die hebben deelgenomen aan de expertmeeting. Tot slot dank ik Stichting<br />

Instituut Gak die het onderzoek mogelijk heeft gemaakt.<br />

Mw. Els Prins<br />

Directeur Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />

Woord vooraf 3


4<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Inhoudsopgave<br />

Woord vooraf 3<br />

Samenvatting 7<br />

1. Inleiding 11<br />

1.1 Aanleiding 11<br />

1.2 Onderzoeksopzet 11<br />

1.3 Leeswijzer 14<br />

2. Juridisch kader 15<br />

2.1 Inleiding 15<br />

2.2 Geschiedenis en uitgangspunten <strong>deskundigenoordeel</strong> 18<br />

2.3 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> ziek-<strong>niet</strong> ziek 20<br />

2.4 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> re-integratie-inspanningen werknemer 21<br />

2.5 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> passende arbeid 21<br />

2.6 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> re-integratie-inspanningen werkgever 22<br />

3. Feiten en cijfers 25<br />

3.1 Inleiding 25<br />

3.2 Gegevensverzameling uit de dossiers 25<br />

4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 31<br />

4.1 Inleiding 31<br />

4.2 <strong>De</strong> uitgangssituatie 31<br />

4.3 <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong> 33<br />

4.4 <strong>De</strong> uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 37<br />

4.5 <strong>Het</strong> vervolg na het <strong>deskundigenoordeel</strong> 40<br />

4.6 <strong>De</strong> mening over het <strong>deskundigenoordeel</strong> 42<br />

5. In gesprek met werknemers en werkgevers 45<br />

5.1 Inleiding 45<br />

5.2 Dienstverband en ziekte 45<br />

5.3 <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong> en de verwachtingen 47<br />

5.4 Visie op het <strong>deskundigenoordeel</strong> 49<br />

6. Conclusies 55<br />

7. Aanbevelingen 59<br />

Bijlagen 63<br />

Bijlage 1. Verslag expertmeeting 65<br />

Bijlage 2. Vragenlijst <strong>deskundigenoordeel</strong> (DO) voor werknemers 73<br />

Inhoudsopgave 5


6<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Samenvatting<br />

Aanleiding<br />

Wanneer de re-integratie van een zieke werknemer stokt, kan zowel de werknemer als<br />

de werkgever een <strong>deskundigenoordeel</strong> aanvragen bij het UWV. <strong>Het</strong> doel van het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> is om de stokkende re-integratie vlot te trekken. In de praktijk is er<br />

soms een averechts effect. Reden voor Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> om onderzoek te doen<br />

naar het <strong>deskundigenoordeel</strong>. Met dit onderzoek laat <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> vooral werknemers<br />

aan het woord. Wat is hun visie op het <strong>deskundigenoordeel</strong>? Wat verwachten zij met het<br />

aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong> te bereiken? En zijn die verwachtingen<br />

uitgekomen? Voldoet het huidige <strong>deskundigenoordeel</strong> of moeten er zaken anders?<br />

Vraagstelling<br />

<strong>De</strong> centrale vraag van het onderzoek luidt:<br />

Op welke wijze en in welke mate draagt het <strong>deskundigenoordeel</strong> van het UWV bij<br />

aan het re-integratieproces?<br />

Opzet van het onderzoek<br />

Om een antwoord te vinden op deze vraag is gebruik gemaakt van een schriftelijke<br />

enquête onder werknemers en aanvullende interviews met werknemers en hun<br />

werkgevers. Dossiers van het UWV met deskundigenoordelen zijn doorgelicht op feiten<br />

en cijfers.<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Dit onderzoek richt zich op de uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong> door het UWV. <strong>Het</strong><br />

UWV heeft die taak op grond van artikel 32 van de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie<br />

Werk en Inkomen (Wet SUWI).<br />

<strong>De</strong> re-integratie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de werknemer en de<br />

werkgever. <strong>De</strong> werknemer heeft <strong>niet</strong> zo<strong>maar</strong> recht op loon. In principe moet hij daarvoor<br />

werken. <strong>De</strong> hoofdregel in het burgerlijk wetboek is immers: geen werk, geen loon.<br />

Wanneer hij door ziekte zijn werk <strong>niet</strong> kan doen, is de werknemer weliswaar verzekerd<br />

van zijn loon, <strong>maar</strong> daar staat de plicht tegenover alles in het werk te stellen om weer<br />

aan het werk te gaan. <strong>De</strong>ze verplichting is geregeld in artikel 7:660a van het BW dat in<br />

artikel 32 SUWI lid 2 expliciet wordt genoemd.<br />

<strong>De</strong> wetgever gaat er van uit dat er behoefte is aan een snel en deskundig oordeel, in het<br />

belang van de werknemer en van de werkgever. Daarnaast is er de noodzaak te komen<br />

Samenvatting 7


tot een efficiënt stelsel om geschillen over ziekte te beslechten. <strong>De</strong> ‘second opinion’ is<br />

vooral bedoeld ter verbetering van de rechtspositie van de werknemer.<br />

<strong>Het</strong> UWV moet het <strong>deskundigenoordeel</strong> afgeven binnen een termijn van twee weken na<br />

de ontvangst van het verzoek. <strong>De</strong>ze snelheid is begrijpelijk wanneer gekeken wordt naar<br />

de belangen die er voor de werknemer op het spel staan. Allereerst is er het recht op<br />

loondoorbetaling. Zeker voor de werknemer is het belangrijk dat hier snel duidelijkheid<br />

over bestaat. Naast deze materiële reden is er ook een immateriële. <strong>De</strong> aanvraag van het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> veronderstelt een verschil van mening. Hoe langer dit verschil<br />

voortduurt, hoe groter de kans op een arbeidsconflict.<br />

8<br />

Conclusies<br />

<strong>De</strong> belangrijkste conclusies uit het onderzoek zijn:<br />

• Voor het aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong> is het nooit te vroeg, wel te laat.<br />

Ruim een kwart van de werknemers vindt dat de aanvraag van een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> te laat plaatsvindt.<br />

• <strong>De</strong> werknemer is <strong>niet</strong> bekend met de mogelijkheid van een <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />

<strong>De</strong> advocaat, het UWV en de bedrijfsarts zijn in de regel degenen die de<br />

werknemer op het spoor zetten van een <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />

• Van de werknemers twijfelt 40% aan de onafhankelijkheid van het UWV bij het<br />

uitvoeren van een <strong>deskundigenoordeel</strong>. Driekwart van hen denkt dat het UWV het<br />

verhaal van de werkgever en/of bedrijfsarts heeft overgenomen.<br />

• Bijna 50% van de werknemers vindt dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> bindend zou<br />

moeten zijn.<br />

• <strong>De</strong> verzekeringsarts wijkt in 50% van de gevallen af van het oordeel van de<br />

bedrijfsarts. Hieruit is af te leiden dat het UWV zijn taak onpartijdig verricht, ook<br />

al strookt de beleving van de werknemers daar <strong>niet</strong> altijd mee.<br />

• <strong>De</strong> uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt in ruim 60% van de gevallen <strong>niet</strong><br />

besproken tussen werknemer en werkgever.<br />

• <strong>De</strong> helft van de afgegeven deskundigenoordelen krijgt geen opvolging.<br />

• Een kwart van de werknemers vindt, gelet op de impact en financiële<br />

consequenties voor de werknemer, dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> sneller<br />

afgehandeld zou moeten worden.<br />

• Bij 60% van de zieke werknemers is er sprake van een arbeidsconflict. Voor 20%<br />

is een arbeidsconflict de reden van ziekmelding. Gaandeweg het reintegratietraject<br />

ontstaat er bij 40% van de werknemers een arbeidsconflict. <strong>Het</strong><br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> is blijkbaar <strong>niet</strong> het instrument om dit op te lossen.<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


• Bijna 50% van de werknemers is (nog) <strong>niet</strong> aan het werk. Bij hen is de reintegratie<br />

vooralsnog <strong>niet</strong> gelukt.<br />

• Tweederde van de werknemers is <strong>niet</strong> meer in dienst bij de betreffende<br />

werkgever.<br />

• <strong>De</strong> werkgever en werknemer zijn primair zelf verantwoordelijk voor de reintegratie,<br />

<strong>maar</strong> hebben bij stokkende re-integratie behoefte aan hulp. Doordat<br />

het UWV achteraf oordeelt en <strong>niet</strong> toekomstgericht adviseert, kan het UWV die<br />

hulp <strong>niet</strong> bieden. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> in deze vorm is <strong>niet</strong> effectief.<br />

Aanbevelingen<br />

Naar aanleiding van de conclusies van het onderzoek naar effecten en<br />

verwachtingspatronen van het <strong>deskundigenoordeel</strong> doet <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> een aantal<br />

aanbevelingen. <strong>De</strong> belangrijkste zijn:<br />

1. <strong>Het</strong> is een verbetering van de rechtspositie van werknemers wanneer het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> een bindend karakter krijgt.<br />

2. Werknemers en werkgevers moeten meer gestimuleerd worden om het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> in een zo vroeg mogelijk stadium aan te vragen, in ieder<br />

geval voordat er sprake is van een arbeidsconflict.<br />

3. Onderzocht zou moeten worden op welke wijze het <strong>deskundigenoordeel</strong> beter kan<br />

bijdragen aan het vlottrekken van een vastgelopen re-integratie. Er ligt een<br />

meerwaarde in een richtinggevend oordeel of bindend advies dat duidelijke<br />

handvatten biedt voor werknemer en werkgever om verder te gaan.<br />

4. Wanneer er sprake is van een arbeidsconflict, is het zaak dat de verzekeringsarts<br />

het conflict onderkent en benoemt. Dat verhoogt de toegevoegde waarde van het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong> onderliggende probleem staat anders de re-integratie in<br />

de weg.<br />

5. <strong>Het</strong> is noodzakelijk dat werknemer en werkgever de uitslag van een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> met elkaar bespreken, zo nodig met inzet van mediation. Er<br />

ligt een gezamenlijke verantwoordelijkheid van beide partijen om vervolg te<br />

geven aan het <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong> ligt in de rede om het initiatief hiervoor te<br />

leggen bij de werkgever.<br />

Samenvatting 9


10<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


1. Inleiding<br />

1.1 Aanleiding<br />

‘<strong>De</strong> bedrijfsarts vindt dat ik wel weer kan werken, <strong>maar</strong> het gaat echt nog <strong>niet</strong>.<br />

Wat moet ik nu?’<br />

‘Ik heb vorige maand mijn been gebroken bij het skiën en mijn werkgever wil nu<br />

dat ik op kantoor kom helpen terwijl ik chauffeur ben. Kan dat zo<strong>maar</strong>?’<br />

<strong>De</strong>ze en soortgelijke vragen worden met regelmaat aan Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />

gesteld. <strong>De</strong> werkgever en de werknemer verschillen van mening over de vraag of de<br />

werknemer eigen of ander werk kan verrichten. Een oordeel van een derde zou in zo’n<br />

situatie uitkomst kunnen bieden. <strong>Het</strong> liefst een deskundige derde. Zo’n deskundige is er.<br />

<strong>Het</strong> UWV is door de wetgever aangewezen om desgevraagd met het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

duidelijkheid te geven.<br />

In de praktijk blijkt dit <strong>niet</strong> altijd tot een oplossing te leiden. Bij die oplossing denken we<br />

dan <strong>niet</strong> alleen aan een situatie waarin werkgever en werknemer het met elkaar eens<br />

worden, <strong>maar</strong> ook waarbij de werknemer weer aan het werk gaat. Dat kan het eigen<br />

werk zijn, <strong>maar</strong> ook aangepast werk en zelfs werk bij een andere werkgever. Werk gaat<br />

immers boven uitkering.<br />

Reeds verschenen rapporten en onderzoeken over het <strong>deskundigenoordeel</strong> zijn veelal<br />

opgezet vanuit het perspectief van de bedrijfsarts, de verzekeringsarts of de werkgever.<br />

<strong>Het</strong> perspectief van de werknemer ontbreekt. Met dit onderzoek wil <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> dit<br />

rechtzetten en werknemers aan het woord laten. Wat is hun visie op het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong>? Wat verwachten zij met het aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

te bereiken? En zijn die verwachtingen uitgekomen? Voldoet het huidige<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> of moeten er zaken anders?<br />

1.2 Onderzoeksopzet<br />

Doel- en vraagstelling<br />

Doel van het onderzoek is om de effectiviteit van het <strong>deskundigenoordeel</strong> te meten en te<br />

zien of en op welke wijze het <strong>deskundigenoordeel</strong> bijdraagt de haperende re-integratie<br />

vlot te trekken. Met dit onderzoek willen we knelpunten op het spoor komen om<br />

uiteindelijk aanbevelingen te doen voor een effectief <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />

1. Inleiding 11


<strong>De</strong> hoofdvraag van het onderzoek luidt:<br />

12<br />

Op welke wijze en in welke mate draagt het <strong>deskundigenoordeel</strong> van het UWV bij<br />

aan het re-integratieproces?<br />

Ter beantwoording van de onderzoeksvragen zijn de volgende deelvragen geformuleerd:<br />

• Door wie wordt het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />

• Wanneer en waarvoor wordt het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />

• Wat is de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

• Welke verwachtingen leven er ten aanzien van het <strong>deskundigenoordeel</strong> en zijn die<br />

verwachtingen uitgekomen?<br />

• Wat vindt de werknemer van de wijze waarop het <strong>deskundigenoordeel</strong> is<br />

uitgevoerd?<br />

• Wat vindt de werknemer belangrijk bij een <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

• Welk effect heeft het <strong>deskundigenoordeel</strong> op het verloop van het reintegratietraject?<br />

Methoden van onderzoek en werkwijze<br />

Om een antwoord te vinden op deze vragen is gebruik gemaakt van een schriftelijke<br />

enquête onder werknemers en aanvullende interviews met werknemers en hun<br />

werkgevers. Dossiers van het UWV met deskundigenoordelen zijn doorgelicht op feiten<br />

en cijfers.<br />

A. Enquête onder werknemers<br />

<strong>Het</strong> UWV heeft een steekproef getrokken uit alle dossiers met deskundigenoordelen in<br />

2008. Op die manier zijn driehonderd werknemers geselecteerd. Zij hebben in november<br />

2010 een enquête ontvangen met een begeleidende brief van zowel het UWV als van <strong>De</strong><br />

<strong>Ombudsman</strong>. Na vier weken is er een rappel verstuurd.<br />

<strong>De</strong> werknemersenquête telde in totaal 45 vragen en kende vijf onderdelen. Aan de hand<br />

van deze onderdelen werden de deelnemers chronologisch door het traject van het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> heen geloodst.<br />

1. <strong>De</strong> uitgangssituatie<br />

We hebben gevraagd naar geboortedatum, geslacht, duur dienstverband, functie en<br />

omvang van het bedrijf. <strong>De</strong>ze factoren hebben geen directe invloed op de uitkomst<br />

van het <strong>deskundigenoordeel</strong>, <strong>maar</strong> spelen een rol bij de re-integratie.<br />

2. <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

In dit deel van de enquête is gevraagd naar de reden om een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

aan te vragen en naar de verwachtingen. Ook is gevraagd wie het initiatief tot het<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


aanvragen van en <strong>deskundigenoordeel</strong> nam en hoe de andere partij reageerde op de<br />

aanvraag.<br />

3. <strong>De</strong> uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

In dit onderdeel ging het over de feitelijke gang van zaken bij een <strong>deskundigenoordeel</strong>. Is<br />

er medische informatie ingebracht? Hoe hebben de werknemers de uitvoering door het<br />

UWV beleefd? Ook de uitkomst zelf kwam ter sprake.<br />

4. <strong>Het</strong> vervolg na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Zijn de verwachtingen van de werknemer uitgekomen? En is het meningsverschil<br />

opgelost? Is de re-integratie die stokte weer opgepakt en vormgegeven?<br />

5. <strong>De</strong> mening over het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Hier werd op verschillende manieren gevraagd naar de mening over het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong>. Via een rapportcijfer, via een open vraag en via de vraag of men<br />

anderen een <strong>deskundigenoordeel</strong> aan zou raden. Ook is gevraagd welke aspecten<br />

belangrijk zijn bij een <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />

B. Interviews met werknemers en werkgevers<br />

In aanvulling op de werknemersenquête zijn interviews gehouden met een aantal<br />

werknemers en hun werkgevers. <strong>De</strong> werknemers hebben in de enquête ingevuld dat zij<br />

toestemming gaven aan <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> om met hun eigen werkgever contact op te<br />

nemen. Uiteindelijk hebben acht werknemers met hun werkgevers bijgedragen aan dit<br />

onderzoek door middel van interviews. Met de werkgevers hebben we <strong>niet</strong> alleen<br />

gesproken over het <strong>deskundigenoordeel</strong> in de specifieke situatie van de betreffende<br />

werknemer, <strong>maar</strong> ook over het <strong>deskundigenoordeel</strong> in het algemeen.<br />

C. Steekproef dossiers deskundigenoordelen uitgevoerd in 2008<br />

<strong>Het</strong> UWV heeft 154 van de driehonderd dossiers uit de steekproef gelicht. Op basis van<br />

die dossiers zijn feitelijke gegevens verzameld. Om enkele voorbeelden te noemen: Wie<br />

vraagt het <strong>deskundigenoordeel</strong> aan? Wordt de verzekeringsarts of de arbeidsdeskundige<br />

ingeschakeld en hoe veel tijd is er gemoeid met het uitvoeren van het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

<strong>De</strong>elnemers aan het onderzoek<br />

Via de aselecte steekproef hebben driehonderd werknemers die in 2008 bij een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> betrokken waren, een enquête ontvangen. Van de driehonderd<br />

verstuurde enquêtes zijn er zestig ingevuld retour gekomen. Daarnaast zijn zeven<br />

werknemers geworven via Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong>.<br />

In totaal hebben 67 werknemers de enquête ingevuld. <strong>Het</strong> betreft 38 vrouwen en 29<br />

mannen. <strong>De</strong> meeste werknemers (47) zijn tussen de 35 en 55 jaar. Ze zijn werkzaam bij<br />

bedrijven van verschillende grootte. <strong>Het</strong> gemiddelde dienstverband is zeven jaar.<br />

1. Inleiding 13


1.3 Leeswijzer<br />

In het volgende hoofdstuk komt het juridisch kader aan de orde, waarna in hoofdstuk 3<br />

de feiten en cijfers op basis van de steekproef van het UWV worden gepresenteerd. In<br />

hoofdstuk 4 volgen de resultaten van de enquête. In hoofdstuk 5 wordt verslag gedaan<br />

van de interviews met werknemers en werkgevers. In hoofdstuk 6 staan de conclusies<br />

van het onderzoek. <strong>De</strong> aanbevelingen zijn te vinden in het slothoofdstuk, hoofdstuk 7.<br />

In de bijlagen zijn het verslag van de expertmeeting en de schriftelijke enquête<br />

opgenomen.<br />

N.B. Voor de leesbaarheid is gekozen voor hij. Waar hij staat, kan ook zij gelezen<br />

worden.<br />

14<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


2. Juridisch kader<br />

Art. 32 WET SUWI Taak onderzoek en informatie op verzoek van werkgever,<br />

werknemer of eigenrisicodrager<br />

-1. <strong>Het</strong> Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen stelt op verzoek van een<br />

werkgever of een werknemer een onderzoek in naar en geeft een oordeel over het<br />

bestaan van ongeschiktheid tot werken indien de werknemer een geschil heeft met zijn<br />

werkgever over recht op loon als bedoeld in artikel 629, eerste lid, van Boek 7 van het<br />

Burgerlijk Wetboek of recht op bezoldiging als bedoeld in artikel 76a, eerste lid, van de<br />

Ziektewet.<br />

-2. <strong>Het</strong> Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen stelt op verzoek van een<br />

werkgever of een werknemer een onderzoek in naar en geeft een oordeel over de<br />

nakoming door de werknemer van de verplichtingen, bedoeld in artikel 660a van Boek 7<br />

van het Burgerlijk Wetboek dan wel overeenkomstige bepalingen.<br />

-3. <strong>Het</strong> Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen stelt op verzoek van een<br />

werkgever of een werknemer dan wel een eigenrisicodrager als bedoeld in artikel 1,<br />

eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet of personen als bedoeld in artikel 29, tweede<br />

lid, onderdeel a, b en c, van die wet die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden,<br />

een onderzoek in naar en geeft een oordeel over:<br />

a. de aanwezigheid van passende arbeid die de zieke werknemer voor de werkgever,<br />

respectievelijk de persoon die recht heeft op ziekengeld voor de eigenrisicodrager, in<br />

staat is te verrichten; of<br />

b. de vraag of de werkgever ten aanzien van zijn zieke werknemer, respectievelijk de<br />

eigenrisicodrager ten aanzien van de persoon aan wie hij ziekengeld moet betalen,<br />

voldoende en geschikte re-integratie-inspanningen heeft verricht.<br />

2.1 Inleiding<br />

Dit onderzoek richt zich op de uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong> door het UWV. <strong>Het</strong><br />

UWV heeft die taak op grond van artikel 32 van de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie<br />

Werk en Inkomen (Wet SUWI). In paragraaf 2.2 van deze inleiding staan we stil bij het<br />

doel van het <strong>deskundigenoordeel</strong>. We doen dat door te kijken naar de geschiedenis en de<br />

uitgangspunten van het <strong>deskundigenoordeel</strong>. Vervolgens werken we in de paragrafen 2.3<br />

tot en met 2.6 de verschillende aspecten van de diverse deskundigenoordelen verder uit.<br />

Soorten <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Uit de leden 1 tot en met 3 van de Artikel 32 Wet SUWI blijkt dat voor verschillende<br />

zaken een <strong>deskundigenoordeel</strong> kan worden aangevraagd. Achtereenvolgens is dat voor:<br />

1. <strong>Het</strong> al dan <strong>niet</strong> bestaan van arbeidsongeschiktheid voor het eigen werk<br />

(lid 1)<br />

2. <strong>Het</strong> nakomen van de re-integratieverplichting door de werknemer (lid 2)<br />

3. <strong>Het</strong> aanwezig zijn van passende arbeid bij de werkgever (lid 3) en<br />

4. <strong>Het</strong> nakomen van de re-integratie-inspanningen door de werkgever<br />

(lid 3)<br />

2. Juridisch kader 15


16<br />

Op verzoek van werkgever of werknemer<br />

Alle vier soorten <strong>deskundigenoordeel</strong> kunnen zowel door de werkgever als de werknemer<br />

worden aangevraagd. We zien dit ook terug in de aanvraagformulieren die het UWV ter<br />

beschikking stelt. In alle gevallen voert het UWV het <strong>deskundigenoordeel</strong> alleen uit op<br />

verzoek.<br />

Geschil of <strong>niet</strong>?<br />

Bij de eerste mogelijkheid die genoemd wordt, die over het bestaan van de<br />

ongeschiktheid tot werken is er sprake van een voorwaarde. Er moet tussen de<br />

werknemer en de werkgever een geschil bestaan over het recht op loon. Bij de overige<br />

deskundigenoordelen wordt deze voorwaarde <strong>niet</strong> gesteld. We zien hier dus een<br />

belangrijk verschil. <strong>De</strong> laatste drie onderwerpen voor een <strong>deskundigenoordeel</strong> zijn nieuw<br />

en zijn sinds 1 januari 2004 mogelijk en onderscheiden zich dus van het klassieke<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong>, de ‘second opinon’.<br />

Overige relevante wetgeving<br />

We zien dat in de diverse leden verwezen wordt naar met name het Burgerlijk Wetboek.<br />

In het bijzonder worden de leden 629 en 660a van Boek 7 genoemd. In Boek 7 van het<br />

Burgerlijk Wetboek is de arbeidsovereenkomst geregeld. Bij de bespreking van de<br />

diverse deskundigenoordelen verderop in dit hoofdstuk komen deze onderdelen terug.<br />

Naast artikel 32 is er artikel 32a van de Wet Suwi dat enkele bijzonderheden geeft over<br />

het <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />

SUWI Art. 32a. Onderzoek en kostenvergoeding<br />

-1. Indien een werkgever verzoekt een onderzoek als bedoeld in artikel 32, eerste en<br />

tweede lid, in te stellen, geeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen slechts<br />

een oordeel over het bestaan van de ongeschiktheid tot werken van een bepaalde<br />

werknemer indien deze werknemer bereid is zich hiertoe te laten onderzoeken.<br />

-2. <strong>Het</strong> Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan voor een onderzoek als<br />

bedoeld in artikel 32, eerste, tweede, derde en vierde lid, kosten in rekening brengen bij<br />

de werkgever of de werknemer die heeft verzocht dit onderzoek in te stellen.<br />

-3. <strong>Het</strong> Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen geeft een oordeel als bedoeld in<br />

artikel 32, eerste, tweede, derde en vierde lid, binnen een termijn van twee weken na<br />

ontvangst van het verzoek. <strong>De</strong> artikelen 4:14 en 4:15 van de Algemene wet<br />

bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.<br />

Onderzoeksplicht<br />

<strong>Het</strong> UWV geeft alleen een oordeel over het bestaan van de arbeidsongeschiktheid tot<br />

werken van de werknemer wanneer de werknemer bereid is zich te laten onderzoeken.<br />

<strong>Het</strong> oordeel van het UWV mag dus blijkbaar <strong>niet</strong> alleen berusten op dossieronderzoek of<br />

op het verhaal van de werkgever. Dat geeft aanleiding tot twee kanttekeningen. Ten<br />

eerste: alles staat of valt met de bereidheid van de werknemer zich te laten<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


onderzoeken, <strong>maar</strong> heeft hij een keuze? En ten tweede merken wij op dat op het UWV<br />

een onderzoeksplicht rust. <strong>De</strong>ze moet zorgvuldig worden uitgevoerd.<br />

Kosten<br />

<strong>Het</strong> UWV brengt de aanvrager kosten in rekening. <strong>De</strong> hoogte van de kosten zijn<br />

vastgelegd in het ‘Besluit kosten aanvraag <strong>deskundigenoordeel</strong> 2005’. <strong>De</strong> kosten<br />

bedragen zowel voor de werkgever als de werknemer €50,-. Met het besluit uit 2005 is<br />

het gelijknamige besluit uit 2002 ingetrokken. In dat besluit was er verschil tussen de<br />

kosten voor de werknemer en de werkgever, namelijk respectievelijk €25,- en €350,-.<br />

Tijdigheid<br />

<strong>Het</strong> UWV moet het <strong>deskundigenoordeel</strong> afgeven binnen een termijn van twee weken na<br />

de ontvangst van het verzoek. Dat is snel. <strong>De</strong>ze snelheid is begrijpelijk wanneer we<br />

letten op de belangen die er voor de werknemer en de werkgever op het spel staan.<br />

Hiervoor noemden we al even het recht op loondoorbetaling. Zeker voor de werknemer is<br />

het belangrijk dat hier snel duidelijkheid over bestaat. Naast deze materiële reden is er<br />

echter ook een immateriële. <strong>De</strong> aanvraag van het <strong>deskundigenoordeel</strong> veronderstelt een<br />

verschil van mening. Hoe langer dit verschil voortduurt, hoe groter de kans op een<br />

arbeidsconflict.<br />

<strong>Het</strong> UWV heeft de mogelijkheid om de beslistermijn te verlengen. <strong>De</strong> artikelen 4:14 en<br />

4:15 van de Algemene Wet Bestuursrecht die van overeenkomstige toepassing zijn<br />

verklaard, bieden de mogelijkheid van verlenging en opschorting van de beslistermijn.<br />

<strong>De</strong> wetgever gaat er van uit dat er behoefte is aan een snel en deskundig oordeel, in het<br />

belang van de werknemer en van de werkgever. Daarnaast is er de noodzaak te komen<br />

tot een efficiënt stelsel om geschillen over ziekte te beslechten. <strong>De</strong> ‘second opinion’ is<br />

vooral bedoeld ter verbetering van de rechtspositie van de werknemer.<br />

Hoofdrolspelers<br />

<strong>De</strong> vier hoofdrolspelers bij het <strong>deskundigenoordeel</strong> zijn de werknemer, de werkgever, de<br />

bedrijfsarts en het UWV.<br />

1. <strong>De</strong> werknemer<br />

Dit onderzoek is opgezet vanuit het perspectief van de werknemer. Hij is<br />

arbeidsongeschikt en moet en/of wil weer aan het werk. Hij is tegelijk de<br />

belangrijkste speler met de grootste belangen. Wanneer hij meent ziek te zijn en de<br />

werkgever denkt het tegenovergestelde, kan de werkgever zijn loon inhouden. <strong>De</strong><br />

werknemer zal dan naar de rechter moeten om zijn loon alsnog te krijgen. Voor die<br />

gang is een <strong>deskundigenoordeel</strong> vereist. <strong>De</strong> werknemer is samen met de werkgever<br />

verantwoordelijk voor de re-integratie.<br />

2. <strong>De</strong> werkgever<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt ingezet wanneer er een verschil van mening is tussen<br />

de werknemer en de werkgever. Dat betekent vrijwel altijd dat de werkgever ook de<br />

2. Juridisch kader 17


18<br />

tegenstander is van de werknemer. <strong>De</strong> belangen van de werkgever zijn de laatste<br />

jaren toegenomen. Hij moet gedurende twee jaar het loon doorbetalen bij ziekte. Ook<br />

is hij samen met de werknemer verantwoordelijk voor de re-integratie. Wanneer de<br />

werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen levert kan het UWV de<br />

loondoorbetalingsplicht van de werkgever met één jaar verlengen tot drie jaar.<br />

3. <strong>De</strong> bedrijfsarts<br />

<strong>De</strong> bedrijfsarts adviseert de werkgever over de medische aangelegenheden.<br />

4. <strong>Het</strong> UWV<br />

<strong>Het</strong> Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen is door de wetgever aangewezen<br />

om de werknemersverzekeringen ZW, WW, WAO, WIA en Wajong uit te voeren.<br />

Daarnaast is het UWV aangewezen om de deskundigenoordelen uit te voeren. <strong>Het</strong><br />

UWV heeft de expertise en is onafhankelijk. <strong>Het</strong> UWV heeft zowel medische expertise<br />

in de persoon van de verzekeringsarts (is de werknemer wel of <strong>niet</strong> ziek) als<br />

expertise op het terrein van de re-integratie in de persoon van de arbeidsdeskundige<br />

(kan de werknemer de aangeboden passende arbeid verrichten en doen de werkgever<br />

en werknemer wel genoeg aan de re-integratie?)<br />

2.2 Geschiedenis en uitgangspunten <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

<strong>De</strong> naam <strong>deskundigenoordeel</strong> is relatief nieuw en duikt in 2003 op in de Memorie van<br />

Toelichting (MvT) van de Wet Verlenging van de loondoorbetalings-verplichting van de<br />

werkgever bij ziekte. Voor die tijd stond het <strong>deskundigenoordeel</strong> bekend als ‘second<br />

opinion’.<br />

In de jaren ‘80 en ‘90 van de vorige eeuw lopen de kosten van uitkeringen enorm op en<br />

de grens van een miljoen WAO’ers komt in zicht. <strong>Het</strong> stelsel van sociale verzekeringen<br />

wordt onbetaalbaar. Nieuwe plannen worden gesmeed. <strong>Het</strong> doel van alle wetsvoorstellen<br />

door de jaren heen is een financiële: het komen tot een scherpere toerekening van<br />

kosten aan alle bij de sociale verzekering betrokken partijen.<br />

In de praktijk komt dit er gewoon op neer dat de kosten van ziekte <strong>niet</strong> langer vanuit de<br />

algemene middelen worden betaald, <strong>maar</strong> uit de individuele, met name die van de<br />

werkgever. Waar tot 1994 het UWV een uitkering verstrekt aan de werkgever wanneer<br />

de werknemer ziek is, kan de werkgever afhankelijk van de omvang van zijn<br />

onderneming vanaf 1 januari 1994 pas na 2 of 6 weken ziekte van de werknemer een<br />

uitkering verwachten.<br />

Twee jaar later wordt de uitvoering van de Ziektewet geprivatiseerd en krijgt de<br />

werkgever de plicht één jaar lang het loon door te betalen tijdens ziekte. Maar wat nu als<br />

de werkgever en werknemer van mening verschillen over de vraag of de werknemer wel<br />

ziek is en de werkgever weigert het loon door te betalen? Voor deze situatie komt de<br />

wetgever met de mogelijkheid van een ‘second opinion’. Om het doel duidelijk te krijgen<br />

kijken we naar de uitgangspunten zoals die in 1996 zijn geformuleerd door het Landelijk<br />

Instituut Sociale Verzekeringen (LISV), een van de voorlopers van het UWV.<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Uitgangspunten <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Uitgangspunt I<br />

Waar de letterlijke tekst van de wetsartikelen inzake het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

onvoldoende aanknopingspunten biedt, wordt uitgegaan van de bedoeling van de second<br />

opinion, zoals die in TZ/Arbo was geregeld, en waarvan het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

opvolger is; de wetgever gaat ervan uit dat er behoefte is aan een snel en deskundig<br />

oordeel, in het belang van de werknemer en van de werkgever, daarnaast is er de<br />

noodzaak te komen tot een efficiënt stelsel om geschillen over ziekte te beslechten, de<br />

"second opinion" is vooral bedoeld ter verbetering van de rechtspositie van de<br />

werknemer. Gesteld kan worden dat de second opinion dezelfde functie vervult als de<br />

bezwaarschriftprocedure in het bestuursrecht.(Memorie van toelichting, pag. 24<br />

Kamerstukken II 1995 – 1996, nr. 24439).<br />

Uitgangspunt II<br />

<strong>Het</strong> geschil over het al dan <strong>niet</strong> bestaan van arbeidsongeschiktheid is een kwestie tussen<br />

werkgever en werknemer. <strong>De</strong> verzekeringsarts van de uitvoeringsinstelling wordt<br />

ingeroepen als een objectieve, onbevooroordeelde deskundige; hij is partij noch<br />

scheidsrechter in het geschil. <strong>Het</strong> onderzoek vindt ook <strong>niet</strong> plaats na hoor en wederhoor<br />

van beide partijen, <strong>maar</strong> is gericht op (onderzoek van) van één van de partijen. Na<br />

afronding van het <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt de verdere afhandeling van de kwestie<br />

overgelaten aan beide partijen.<br />

Uitgangspunt III<br />

Een <strong>deskundigenoordeel</strong> is bedoeld als volledig eigen onderzoek door (de<br />

verzekeringsarts van) de bedrijfsvereniging, en <strong>niet</strong> als toets van de zorgvuldigheid<br />

waarmee de arbodienst tot haar eerste oordeel is gekomen.<br />

<strong>Het</strong> doel van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

<strong>Het</strong> doel van het <strong>deskundigenoordeel</strong> blijkt duidelijk uit de uitgangspunten: een snel en<br />

deskundig oordeel ten behoeve van werknemer en werkgever <strong>maar</strong> in het bijzonder<br />

gericht op verbetering van de rechtspositie van de werknemer. Met het oordeel moet<br />

duidelijkheid gegeven worden over het al dan <strong>niet</strong> bestaan van arbeidsongeschiktheid bij<br />

de werknemer. <strong>De</strong> verzekeringsarts verricht hierbij een eigen en een volledig onderzoek.<br />

<strong>De</strong> afhandeling is echter nadrukkelijk overgelaten aan de werkgever en de werknemer.<br />

Vanaf 1 januari 2004 wordt de loondoorbetalingsplicht van de werkgever verder verlengd<br />

naar twee jaar en ligt de verantwoordelijkheid voor de re-integratie nog meer dan<br />

voorheen bij de werkgever en werknemer. Daarmee neemt ook de behoefte aan een<br />

onafhankelijk oordeel op het gebied van re-integratie toe.<br />

2. Juridisch kader 19


Uit de Memorie van Toelichting:<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> houdt in dat het UWV op verzoek van de werkgever of de<br />

werknemer een onafhankelijk oordeel geeft over bepaalde meningsverschillen. Vóór de<br />

1<br />

inwerkingtreding van de Wet verbetering poortwachterF F kon het UWV reeds een oordeel<br />

geven als werkgever en werknemer van mening verschilden over de vraag of de<br />

werknemer al dan <strong>niet</strong> wegens ziekte ongeschikt is om te werken. Sinds de<br />

inwerkingtreding van deze wet kunnen werknemer en werkgever bovendien een oordeel<br />

vragen over de vraag of er passende arbeid voor de werknemer aanwezig is binnen het<br />

bedrijf van de werkgever alsmede over de vraag of de werkgever voldoende reintegratie-inspanningen<br />

verricht ten aanzien van zijn zieke werknemer. <strong>De</strong> bestaande<br />

faciliterende taak van het UWV wordt in dit wetsvoorstel wel enigszins uitgebreid, nu<br />

voorgesteld wordt om het <strong>deskundigenoordeel</strong> over de toereikendheid van de re-<br />

2<br />

integratie-inspanningen verplicht te stellen bij een gang naar de civiele rechterF F.<br />

Naast de klassieke ‘second opinion’ kennen we sinds 1 januari 2004 dus nog drie andere<br />

deskundigenoordelen.<br />

2.3 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> ziek-<strong>niet</strong> ziek<br />

Over het klassieke <strong>deskundigenoordeel</strong> ‘ziek-<strong>niet</strong> ziek’ is in het voorgaande al voldoende<br />

gezegd. We volstaan dan ook met de constatering dat dit <strong>deskundigenoordeel</strong> voor de<br />

werknemer van groot belang is. Hij is de eerste twee jaar van zijn ziekte voor zijn<br />

inkomen aangewezen op de werkgever.<br />

In artikel 32 lid 1 SUWI wordt verwezen naar artikel 7:629 lid 1 BW. Dat artikel luidt als<br />

volgt:<br />

Artikel 7:629 lid 1 BW<br />

Voor zover het loon <strong>niet</strong> meer bedraagt dan het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid,<br />

van de Wet financiering sociale verzekeringen, met betrekking tot een loontijdvak van<br />

een dag, behoudt de werknemer voor een tijdvak van 104 weken recht op 70% van het<br />

naar tijdruimte vastgestelde loon, <strong>maar</strong> de eerste 52 weken ten minste op het voor hem<br />

geldende wettelijke minimumloon, indien hij de bedongen arbeid <strong>niet</strong> heeft verricht<br />

omdat hij in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte, zwangerschap of<br />

bevalling daartoe verhinderd was<br />

<strong>Het</strong> is in dit kader van belang om te wijzen op het begrip bedongen arbeid. Dat is de<br />

arbeid die tussen werkgever en werknemer afgesproken is. Wanneer de werknemer die<br />

1<br />

<strong>De</strong> Wet verbetering poortwachter is ingevoerd op 1 april 2002 en beoogde de instroom<br />

van zieke werknemers in de WAO te beteugelen. Naast re-integratie bij de eigen<br />

werkgever (1 e spoor) moet er ook gezocht worden naar mogelijkheden bij een andere<br />

werkgever (2 e spoor). Voor een uitgebreid overzicht zij verwezen naar het rapport van<br />

Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong>: ‘Een vergeten alternatief. Onderzoek naar de dagelijkse<br />

praktijk van re-integratie tweede spoor’, mei 2007.<br />

2<br />

MvT Wet Verlenging van de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever bij ziekte<br />

(kamerstukken II 2003-2004, nr. 29231)<br />

20<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


arbeid <strong>niet</strong> volledig kan verrichten, <strong>maar</strong> slechts ten dele, dan is hij nog steeds<br />

arbeidsongeschikt en heeft hij derhalve nog steeds recht op tenminste 70% van zijn<br />

loon. Dus ook in de situatie dat hij <strong>maar</strong> halve dagen werkt. Ook wanneer hij aangepast<br />

werk doet met minder verantwoordelijkheden of minder taken, behoudt hij toch recht op<br />

zijn loon. Dit betekent echter <strong>niet</strong> dat de werknemer <strong>niet</strong> verplicht is om mee te werken<br />

aan re-integratie. Zonodig zal hij ander werk dan zijn eigen werk moeten accepteren.<br />

2.4 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> re-integratie-inspanningen<br />

werknemer<br />

<strong>De</strong> re-integratie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de werknemer en de<br />

werkgever. <strong>De</strong> werknemer heeft <strong>niet</strong> zo<strong>maar</strong> recht op loon. In principe moet hij daarvoor<br />

werken. <strong>De</strong> hoofdregel in het burgerlijk wetboek is immers: geen werk, geen loon.<br />

Wanneer hij door ziekte zijn werk <strong>niet</strong> kan doen, is de werknemer weliswaar verzekerd<br />

van zijn loon, <strong>maar</strong> daar staat de plicht tegenover alles in het werk te stellen om weer<br />

aan het werk te gaan.<br />

<strong>De</strong>ze verplichting is geregeld in artikel 7:660a van het BW dat in artikel 32 SUWI lid 2<br />

expliciet wordt genoemd.<br />

Artikel 660a<br />

<strong>De</strong> werknemer die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is<br />

de bedongen arbeid te verrichten, is verplicht:<br />

a. gevolg te geven aan door de werkgever of een door hem aangewezen deskundige<br />

gegeven redelijke voorschriften en mee te werken aan door de werkgever of een door<br />

hem aangewezen deskundige getroffen maatregelen als bedoeld in artikel 658a lid 2;<br />

b. zijn medewerking te verlenen aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan<br />

van aanpak als bedoeld in artikel 658a lid 3;<br />

c. passende arbeid als bedoeld in artikel 658a lid 4 te verrichten waartoe de werkgever<br />

hem in de gelegenheid stelt.<br />

<strong>De</strong> werknemer moet redelijke voorschriften van de werkgever of een door de werkgever<br />

aangewezen deskundige, waarbij vooral gedacht moet worden aan de bedrijfsarts,<br />

opvolgen. Ook moet de werknemer meewerken aan het opstellen van een plan van<br />

aanpak. In dit plan van aanpak wordt vastgelegd hoe de re-integratie wordt<br />

vormgegeven en waar men naar toe werkt. Hierbij moet er vooral naar de mogelijkheden<br />

worden gekeken. Wat kan de zieke werknemer wel? <strong>De</strong> belangrijkste verplichting is<br />

misschien wel het verrichten van passende arbeid. Wanneer de werkgever andere arbeid<br />

dan de eigen arbeid aanbiedt, is de werknemer verplicht die arbeid te verrichten. <strong>Het</strong><br />

moet dan wel gaan om passende arbeid. Voor het beoordelen van dat laatste is er een<br />

apart <strong>deskundigenoordeel</strong> mogelijk.<br />

2.5 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> passende arbeid<br />

Net zo goed als dat werkgever en werknemer van mening kunnen verschillen over de<br />

vraag of de werknemer de eigen arbeid kan verrichten, kunnen zij verschillen van<br />

mening over de vraag of de werknemer die vermeende passende arbeid kan verrichten.<br />

2. Juridisch kader 21


Een voorbeeld kan de zaak verduidelijken. Een vrachtwagenchauffeur die zijn been op<br />

meerdere plekken heeft gebroken kan beter <strong>niet</strong> achter het stuur kruipen. Maar kan hij<br />

wel de hele dag in de productiehal zittend, assemblagewerk verrichten? <strong>De</strong> vraag is of de<br />

belasting in dat aangepaste werk past bij de medische beperkingen van de werknemer.<br />

<strong>De</strong> arbeidsdeskundige is degene die dergelijke vragen beantwoordt. Hij gaat uit van de<br />

gegevens die de bedrijfarts verstrekt over de medische situatie van de werknemer.<br />

Slechts in geval hij reden heeft om te twijfelen aan de gegevens van de bedrijfsarts zal<br />

hij de verzekeringsarts van het UWV om advies vragen. Uitgaande van de medische<br />

gegevens beoordeelt hij of de belasting in de betreffende aangepaste functie <strong>niet</strong> te<br />

zwaar is.<br />

Ten slotte speelt ook de vraag of de aangepaste arbeid wel aansluit bij de capaciteiten<br />

van de werknemer en aansluit bij zijn eigen werk. <strong>De</strong> directeur hoeft <strong>niet</strong> als<br />

schoonmaker aan de slag. In de regel wordt ander werk waarbij de werknemer tenminste<br />

65% van zijn oude werk kan verdienen, als passend aangemerkt. Die 65% sluit aan bij<br />

de drempel van 35% die geldt voor het recht op uitkering krachtens de WIA. Wie <strong>niet</strong><br />

tenminste 35% arbeidsongeschikt is, ontvangt na twee jaar ziekte geen uitkering; de<br />

werkgever en werknemer worden geacht het zelf op te lossen. <strong>De</strong> werknemer moet<br />

passend werk verrichten bij de werkgever; de werkgever op zijn beurt moet die passende<br />

arbeid aanbieden.<br />

2.6 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> re-integratie-inspanningen<br />

werkgever<br />

Zoals gezegd is de re-integratie een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de<br />

werkgever en de werknemer. <strong>De</strong> werkgever is verplicht een plan van aanpak op te<br />

stellen en hij moet er samen met de werknemer uithalen wat er in zit. <strong>Het</strong> UWV toetst<br />

die re-integratie-inspanningen aan het eind van de twee jaar ziekte op het moment dat<br />

de werknemer een WIA-uitkering aanvraagt. <strong>De</strong> werkgever heeft in ieder geval aan zijn<br />

verplichtingen voldaan wanneer de werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is en<br />

<strong>niet</strong> in aanmerking komt voor een uitkering. Wanneer dat <strong>niet</strong> zo is, moet de werkgever<br />

aantonen dat hij wel al het mogelijke heeft gedaan. Onder al dat mogelijk valt ook het<br />

aanbieden van passende arbeid. Wanneer de werkgever die passende arbeid <strong>niet</strong> direct<br />

voorhanden heeft, wordt van hem verwacht dat hij die arbeid creëert. Maar natuurlijk is<br />

ook dat <strong>niet</strong> altijd mogelijk. <strong>De</strong> werknemer kan blijvend arbeidongeschikt zijn of het<br />

bedrijf is zo klein dat er geen ander werk is.<br />

Wanneer de werkgever <strong>niet</strong> heeft voldaan aan zijn plicht kan het UWV de<br />

loondoorbetalingsplicht verlengen van twee naar drie jaar en daarbij eisen stellen aan de<br />

werkgever om zijn verzuim goed te maken. Op het moment dat de werkgever zijn<br />

verzuim heeft hersteld kan hij op zijn beurt het UWV vragen de verlengde<br />

loondoorbetalingsplicht op te heffen. Dit maakt wel duidelijk dat aan de re-integratie<br />

hoge eisen worden gesteld en dat de belangen en de risico’s voor de werkgever groot<br />

zijn.<br />

22<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Zowel de werknemer als de werkgever zelf kan vragen om tussentijds deze inspanningen<br />

te toetsen. Dit biedt geen garantie op het uitblijven van een sanctie, <strong>maar</strong> het geeft de<br />

werkgever wel de zekerheid dat hij op de goede weg is.<br />

2. Juridisch kader 23


24<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


3. Feiten en cijfers<br />

3.1 Inleiding<br />

In dit hoofdstuk geven we de feiten en cijfers die uit de dossiers van het UWV over het<br />

jaar 2008 naar voren zijn gekomen. <strong>Het</strong> UWV handelde in 2008 13.361<br />

deskundigenoordelen af. Bijna vijfduizend ziek/<strong>niet</strong> ziek, vierduizend re-integratieinspanningen<br />

werkgever, drieduizend passende arbeid en vijftienhonderd re-integratieinspanningen<br />

werknemer.<br />

Er zijn 154 dossiers onderzocht waarbij zo veel mogelijk gegevens zijn verzameld. Dat is<br />

gebeurd aan de hand een aantal standaardvragen:<br />

• Wat is de datum van het in dienst treden?<br />

• Wat is de datum van de ziekmelding?<br />

• Wat is de datum van de aanvraag van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

• Wie is de aanvrager van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

• Wat is het onderwerp van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

• Is er sprake van de inzet van een arbeidsdeskundige en/of verzekeringsarts?<br />

• Wat zijn de eventuele activiteiten van de verzekeringsarts?<br />

• Wat is de uitkomst van de <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

3.2 Gegevensverzameling uit de dossiers<br />

Van 31 werknemers is de geboortedatum genoteerd. Uit tabel 1 blijkt dat meer dan<br />

tweederde van deze werknemers ouder is dan 45 jaar.<br />

Tabel 1. Leeftijd van de werknemer<br />

Geboortejaar Leeftijd Aantal Percentage<br />

1945 - 1950 58> 7 22,6 %<br />

1951 - 1955 53-57 6 19,3 %<br />

1956 - 1960 48-52 8 25,8 %<br />

1961 - 1965 43-47 0 0,0 %<br />

1966 - 1970 38-42 4 12,9 %<br />

1971 - 1975 33-37 2 6,5 %<br />

1976 - 1980 28-32 3 9,7 %<br />

>1980


Tabel 2. Datum indiensttreding<br />

Periode Duur dienstverband Aantal Percentage<br />

2006 - 2008 38 jaar 1 0,7 %<br />

Totaal 146 100,0 %<br />

Ongeveer een kwart van de deskundigenoordelen wordt aangevraagd binnen één maand<br />

na het intreden van de ziekte en ruim de helft binnen drie maanden (zie tabel 3). <strong>Het</strong><br />

snelste <strong>deskundigenoordeel</strong> werd na drie dagen aangevraagd, <strong>maar</strong> er was ook een<br />

aanvraag na ruim twee jaar.<br />

Tabel 3. Periode tussen ziekmelding en aanvraag <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Periode Aantal Percentage<br />

minder dan 2 weken 7 5,1 %<br />

2 weken - 1 maand 29 21,2 %<br />

1 maand - 3 maanden 40 29,2 %<br />

3 - 6 maanden 16 11,7 %<br />

6 maanden - 1 jaar 20 14,6 %<br />

> 1 jaar 25 18,2 %<br />

Totaal 137 100,0 %<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt meestal (in meer dan 70%) aangevraagd door de<br />

werknemer, zo blijkt uit tabel 4. Verreweg de meeste deskundigenoordelen gaan over de<br />

vraag of de werknemer arbeidsongeschikt is voor de eigen arbeid. Op de tweede plaats<br />

staat de vraag of de aangeboden arbeid passend is. <strong>De</strong> re-integratie-inspanningen<br />

worden nauwelijks getoetst.<br />

Tabel 4. Aanvrager<br />

Aanvrager Aantal Percentage<br />

Werknemer 111 72,1 %<br />

Werkgever 43 27,9 %<br />

Totaal 154 100,0 %<br />

26<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Tabel 5. Onderwerp <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Onderwerp Aantal Percentage<br />

Ziek / <strong>niet</strong> ziek 111 72,1 %<br />

Re-integratie-inspanningen 4 2,6 %<br />

Passende arbeid 39 25,3 %<br />

Totaal 154 100,0 %<br />

In bijna tweederde van de aangevraagde deskundigenoordelen met als vraag of de<br />

werknemer ziek was, bleek dit zo te zijn en werd hij dus in het gelijk gesteld. In 60% van<br />

de gevallen blijkt de aangeboden arbeid passend. In deze zaken heeft meestal de<br />

werkgever het gelijk aan zijn zijde (zie tabel 6).<br />

Tabel 6. Uitkomst <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Uitkomst Aantal Percentage<br />

Ziek - <strong>niet</strong> ziek<br />

Ziek 71 64,0 %<br />

Niet ziek 40 36,0 %<br />

Totaal 111 100,0 %<br />

Passende arbeid<br />

Arbeid passend 23 59,0 %<br />

Arbeid <strong>niet</strong> passend 16 41,0 %<br />

Totaal 39 100,0 %<br />

Re-integratie-inspanningen<br />

Voldoende re-integratie-inspanningen 2 50,0 %<br />

Onvoldoende re-integratie-inspanningen 2 50,0 %<br />

Totaal 4 100,0 %<br />

<strong>Het</strong> is vooral de verzekeringsarts die een <strong>deskundigenoordeel</strong> afgeeft, zo blijkt uit tabel<br />

7. In 95% van de gevallen is de verzekeringsarts betrokken bij het <strong>deskundigenoordeel</strong>,<br />

terwijl de arbeidsdeskundige in 35% van de gevallen wordt ingezet (zie ook tabel 8). Uit<br />

de dossiers komt naar voren dat de verzekeringsarts in de helft van gevallen informatie<br />

heeft ingewonnen bij derden. In de andere helft van de gevallen wint hij dus geen nadere<br />

informatie in. Wanneer de verzekeringsarts contact opneemt met een derde, is dat<br />

vrijwel altijd de bedrijfsarts, al dan <strong>niet</strong> in combinatie met anderen. <strong>De</strong> huisarts en de<br />

specialist worden minder geraadpleegd (zie tabel 9).<br />

Tabel 7. Inzet verzekeringsarts<br />

Verzekeringsarts Aantal Percentage<br />

Ja 148 96,1 %<br />

Nee 6 3,9 %<br />

Totaal 154 100,0 %<br />

3. Feiten en cijfers 27


Tabel 8. Inzet arbeidsdeskundige<br />

Arbeidsdeskundige Aantal Percentage<br />

Ja 55 35,7 %<br />

Nee 97 63,0 %<br />

Niet van toepassing 2 1,3 %<br />

Totaal 154 100,0 %<br />

Tabel 9. Raadpleging derden door verzekeringsarts<br />

Overleg verzekeringsarts Aantal Percentage<br />

Alleen met bedrijfsarts 43 29,1%<br />

Alleen met huisarts 4 2,7%<br />

Alleen met specialist 3 2,0%<br />

Met bedrijfsarts + huisarts 11 7,4%<br />

Met bedrijfsarts + specialist 8 5,4%<br />

Met allen 5 3,4%<br />

Geen contact met derden 74 50,0%<br />

Totaal 148 100,0%<br />

In een kwart van de aangevraagde deskundigenoordelen wordt de werknemer binnen<br />

een week gezien door de verzekeringsarts. In 40% van de gevallen gebeurt dit in de<br />

tweede week, zo is af te lezen uit tabel 10. Dat betekent dat bij 35% het gesprek na de<br />

tweede week van aanvraag plaatsvindt, bij 10% na een maand. <strong>De</strong> gemiddelde duur is<br />

16 dagen.<br />

Tabel 10. Periode tussen aanvraag en onderzoek arts<br />

Periode Aantal Percentage<br />

Binnen 1 week 28 23,1 %<br />

1 - 2 weken 49 40,5 %<br />

2 weken - 1 maand 31 25,6 %<br />

> 1 maand 13 10,7 %<br />

Totaal 121 100,0 %<br />

Uit tabel 11 blijkt dat 40% van de aanvragen binnen twee weken wordt afgehandeld en<br />

nog eens 40% binnen een maand. Afgezet tegen de wettelijke termijn van twee weken<br />

lijkt dit mager, <strong>maar</strong> de wet biedt het UWV de mogelijkheid deze termijn te verdagen.<br />

Wanneer de werknemer moet worden opgeroepen, er contact met de bedrijfsarts moet<br />

plaatsvinden, informatie bij specialisten moet worden opgevraagd en moet worden<br />

overlegd met de arbeidsdeskundige is een termijn van een maand realistischer.<br />

28<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Tabel 11. Periode tussen aanvraag en verzenden <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Periode Aantal Percentage<br />

minder dan 2 weken 53 40,8 %<br />

2 weken - 1 maand 51 39,2 %<br />

> 1 maand 26 20,0 %<br />

Totaal 130 100,0 %<br />

Ter vergelijking, voor het afhandelen van een bezwaar tegen een hersteldverklaring door<br />

een verzekeringsarts van het UWV staat een termijn van 4 weken, terwijl in die situatie<br />

het UWV zelf al over alle gegevens beschikt omdat het UWV dan <strong>niet</strong> alleen de ‘second<br />

opinion’, <strong>maar</strong> ook de ‘first opinion’ heeft verricht.<br />

<strong>Het</strong> beeld dat ontstaat op basis van deze gegevensverzameling komt overeen met de<br />

enquêteresultaten. Door het lichten van de dossiers wordt daarnaast zichtbaar in<br />

hoeverre de verzekeringsarts andere professionals consulteert en hoe lang het duurt<br />

voordat een <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt afgegeven.<br />

3. Feiten en cijfers 29


30<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

4.1 Inleiding<br />

In dit hoofdstuk worden de antwoorden uit de enquête gepresenteerd. In totaal hebben<br />

67 werknemers de enquête volledig ingevuld. Zestig werknemers hebben gehoor<br />

gegeven aan de schriftelijke uitnodiging van UWV en Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> samen.<br />

Zeven werknemers zijn geselecteerd uit het registratiebestand van Stichting <strong>De</strong><br />

<strong>Ombudsman</strong>.<br />

<strong>De</strong> enquête bestaat uit vijf onderdelen:<br />

1. <strong>De</strong> uitgangssituatie; persoonlijke gegevens van de deelnemer<br />

2. <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

3. <strong>De</strong> uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

4. <strong>Het</strong> vervolg na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

5. <strong>De</strong> mening over het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

4.2 <strong>De</strong> uitgangssituatie<br />

Met dit onderzoek willen we duidelijk krijgen in welke situaties een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

een oplossing biedt en wanneer <strong>niet</strong>. In eerste instantie kijken we naar de<br />

omgevingsvariabelen die <strong>niet</strong> te beïnvloeden zijn. <strong>De</strong>ze omgevingsvariabelen zijn:<br />

geslacht, leeftijd, functie, duur dienstverband en omvang van de onderneming.<br />

Aan de enquête hebben 38 vrouwen (57%) en 28 mannen (43%) meegedaan. <strong>De</strong><br />

meeste werknemers zijn tussen de 42 en 47 jaar oud, namelijk 30%. Ruim 40% is ouder<br />

en iets meer dan 25% is jonger (zie tabel 12). <strong>De</strong> kans om betrokken te raken bij een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> is groter naar mate men ouder is. Boven de 55 jaar neemt de kans<br />

weer af. Tachtig procent van de werknemers heeft een dienstverband van 12 jaar of<br />

korter (zie tabel 13). Bij een lang dienstverband is de kans dat de werknemer bij een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> wordt betrokkenen, erg klein.<br />

Tabel 12. Leeftijd<br />

Geboortejaar Leeftijd Aantal Percentage<br />

1945 - 1950 58> 6 9,0 %<br />

1951 - 1955 53-57 10 14,9 %<br />

1956 - 1960 48-52 13 19,4 %<br />

1961 - 1965 43-47 20 29,9 %<br />

1966 - 1970 38-42 8 11,9 %<br />

1971 - 1975 33-37 6 9,0 %<br />

1976 - 1980 28-32 4 5,9 %<br />

>1980


Tabel 13. Datum indiensttreding<br />

Periode Duur dienstverband Aantal Percentage<br />

2006 - 2008 38 jaar 0 0,0 %<br />

Totaal 67 100,0 %<br />

• Functie en omvang bedrijf<br />

Gevraagd is naar de functie en de omvang van het bedrijf. In tabel 14 zijn alleen de<br />

beroepsgroepen die tenminste vijf keer genoemd werden, opgenomen. Dat zijn zorg,<br />

management, techniek en het onderwijs. <strong>Het</strong> zijn vooral beroepen waarin met mensen<br />

wordt gewerkt en dus veel verantwoordelijkheid wordt gedragen. Zowel fysiek als<br />

geestelijk kan de belasting zwaar zijn. Onder de rubriek overig werden onder andere<br />

genoemd: productiewerk (4x), financieel medewerker (3x), juridisch (2x) en algemeen<br />

medewerker (2x).<br />

<strong>De</strong> meeste werknemers werken bij een grote werkgever, zo blijkt uit tabel 15. <strong>De</strong><br />

werkgevers met tussen de tien en vijfentwintig werknemers hebben duidelijk minder te<br />

maken met een <strong>deskundigenoordeel</strong>. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat deze<br />

werkgevers in vergelijking met de kleine werkgevers <strong>niet</strong> onevenredig hard getroffen<br />

worden door een zieke werknemer. Anderzijds zijn deze bedrijven nog wel zo klein dat<br />

iedereen elkaar kent en er vaak veel persoonlijke contacten zijn. Zoals we later zullen<br />

zien weet een groot deel van de werknemers <strong>niet</strong> wat de werkgever vindt van de<br />

uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> en wordt de uitkomst vaker <strong>niet</strong> dan wel<br />

besproken. Er is nauwelijks of geen contact met de werkgever. Bij relatief kleine<br />

werkgevers is dat contact er wel en dat draagt bij aan een betere verstandhouding. <strong>Het</strong><br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> is dan <strong>niet</strong> nodig.<br />

Tabel 14. Functie<br />

Functie Aantal Percentage<br />

Zorg 10 14,9 %<br />

Management 9 13,4 %<br />

Technisch 9 13,4 %<br />

Onderwijs 5 7,5 %<br />

Administratief 5 7,5 %<br />

Overig 29 43,3 %<br />

Totaal 67 100,0 %<br />

32<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Tabel 15. Omvang bedrijf<br />

Aantal personeelsleden Aantal Percentage<br />

500 20 29,8 %<br />

Totaal 67 100,0 %<br />

4.3 <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Na de uitgangssituatie en enkele persoonlijke gegevens hebben we gevraagd naar de<br />

aanloop en de aanleiding tot het <strong>deskundigenoordeel</strong>. Waarom is een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd en wat waren de verwachtingen? In 80% van de<br />

gevallen is (mede) sprake van psychische klachten blijkt uit tabel 16. Psychische klachten<br />

zijn in tegenstelling tot diverse lichamelijke klachten per definitie <strong>niet</strong> zichtbaar en<br />

kunnen dus eerder aanleiding geven tot een verschil van inzicht over de<br />

arbeids(on)geschiktheid van de werknemer.<br />

Tabel 16. Met welke reden heeft u zich ziek gemeld?<br />

Reden Aantal Percentage<br />

Lichamelijke klachten 11 16,4 %<br />

Psychische klachten 23 34,3 %<br />

Combinatie van lichamelijke en psychische klachten 31 46,3 %<br />

Vind ik <strong>niet</strong> relevant 2 3,0 %<br />

Totaal 67 100,0 %<br />

• Initiatief, onderwerp en doel<br />

<strong>De</strong> werknemer neemt vaker het initiatief tot een <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong> blijkt dat in<br />

driekwart van de gevallen de werknemer een <strong>deskundigenoordeel</strong> aanvraagt, de<br />

werkgever neemt een kwart voor zijn rekening. Vergeleken met cijfers uit eerdere jaren<br />

stijgt het aantal werkgevers dat een <strong>deskundigenoordeel</strong> aanvraagt. Dit is een op het<br />

eerste gezicht opvallende uitkomst, <strong>maar</strong> wel te verklaren. Sinds 1 januari 2004 is de<br />

loondoorbetalingsplicht voor de werkgever bij ziekte van de werknemer verlengd van één<br />

naar twee jaar. <strong>De</strong> belangen van de werkgever zijn daarmee veel groter geworden. En<br />

als tweede verklaring wijzen wij er op dat sinds 1 januari 2004 naast de oude ‘second<br />

opinion’ ook nieuwe deskundigenoordelen kunnen worden aangevraagd, die meer gericht<br />

zijn op de re-integratie.<br />

<strong>De</strong> meeste deskundigenoordelen gaan over de vraag of de werknemer wel of <strong>niet</strong> ziek is:<br />

de geschiktheid voor het eigen werk (zie tabel 17). In tabel 17 tellen de totalen <strong>niet</strong> op<br />

tot 67 <strong>maar</strong> tot 87 omdat bij de beantwoording van deze vraag meerdere antwoorden<br />

werden aangekruist.<br />

4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 33


Tabel 17. Wat was het onderwerp van geschil in het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

Onderwerp <strong>deskundigenoordeel</strong> Aantal Percentage<br />

(On)geschiktheid tot werken 51 58,6 %<br />

Re-integratie-inspanningen werknemer 5 5,8 %<br />

Re-integratie-inspanningen werkgever 17 19,5 %<br />

Passendheid aangeboden werk 14 16,1 %<br />

Totaal 87 100,0 %<br />

Vrijwel alle aanvragers zijn op zoek naar bevestiging van hun gelijk (in totaal 80%) en<br />

verwachten dat bij het UWV te vinden. Ook in tabel 18 zien we terug dat de meeste<br />

deskundigenoordelen gaan over de vraag of de werknemer al dan <strong>niet</strong> ziek is.<br />

Tabel 18. Wat wilde u met het <strong>deskundigenoordeel</strong> bereiken?<br />

Doel Aantal Percentage<br />

Duidelijkheid 10 20,0 %<br />

Bevestiging dat ik mijn werk <strong>niet</strong> kon doen door ziekte 30 60,0 %<br />

Bevestiging dat aangeboden werk <strong>niet</strong> passend was 3 6,0 %<br />

Bevestiging dat werkgever onvoldoende re-integratieinspanningen<br />

leverde<br />

7 14,0 %<br />

Totaal 50 100,0 %<br />

In de toelichting op deze enquêtevraag zijn meer concrete doelen aangegeven zoals ‘een<br />

non-actief stelling aanvechten’, ‘een re-integratieverplichting aanvechten’ en ‘overstap<br />

naar een ander re-integratiebureau bewerkstelligen’.<br />

• Tijdspanne<br />

Hoeveel tijd gaat er overheen voordat een <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt aangevraagd? Niet<br />

iedereen wist de exacte data te noemen, zodoende baseren we ons in tabel 19 op 47<br />

antwoorden. Bijna de helft van de deskundigenoordelen wordt aangevraagd binnen drie<br />

maanden waarvan negen binnen een maand. <strong>Het</strong> snelste <strong>deskundigenoordeel</strong> werd na<br />

vijf dagen aangevraagd.<br />

Tabel 19. Datum ziekmelding versus aanvraag <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Aanvraagmoment <strong>deskundigenoordeel</strong> Aantal Percentage<br />

< 1 maand 9 19,1 %<br />

< 3 maand 13 27,7 %<br />

< 6 maand 4 8,5 %<br />

< 1 jaar 8 17,0 %<br />

> 1 jaar 13 27,7 %<br />

Totaal 47 100,0 %<br />

Van de werknemers vond 70% dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> op tijd was aangevraagd.<br />

Meer dan kwart vond het te laat; 3% vond het te vroeg. Hierbij is het van belang op te<br />

merken dat het gaat om relatieve begrippen. <strong>Het</strong> zegt <strong>niet</strong>s over de daadwerkelijk<br />

34<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


verstreken duur. Zo is in het ene geval een aanvraag voor een <strong>deskundigenoordeel</strong> na<br />

vijf maanden ziekte door een werknemer als tijdig gekwalificeerd, <strong>maar</strong> door een andere<br />

werknemer werd twee weken al als te laat bestempeld.<br />

In alle gevallen waarin het <strong>deskundigenoordeel</strong> naar de mening van de werknemer te<br />

vroeg is aangevraagd, is de werkgever de aanvrager. En in alle gevallen waarin de<br />

werkgever de aanvrager was, heeft hij dat slechts in één geval te laat gedaan volgens de<br />

werknemer. Wanneer het <strong>deskundigenoordeel</strong> te laat is aangevraagd, dan is de<br />

werknemer zelf de aanvrager. Hieruit is af te leiden dat de werknemer onvoldoende<br />

bekend is met de mogelijkheid van het aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />

• Bekendheid<br />

Om te onderzoeken of werknemers de weg naar het <strong>deskundigenoordeel</strong> kennen is<br />

gevraagd wie op het idee kwam om een <strong>deskundigenoordeel</strong> aan te vragen. Uit tabel 20<br />

blijkt dat de meesten een tip krijgen van anderen. Met name professionals als advocaten,<br />

de bedrijfsarts en het UWV worden met regelmaat genoemd. Dat de bedrijfsarts met de<br />

suggestie komt is vanzelfsprekend, <strong>maar</strong> wanneer de advocaat of het UWV de tip geeft,<br />

is men waarschijnlijk al te ver gevorderd in het traject. In het eerste geval is de<br />

arbeidsverhouding waarschijnlijk al verstoord dan wel wil men de arbeidsverhouding<br />

beëindigen en in het tweede geval is er al langere tijd sprake van arbeidsongeschiktheid.<br />

Tabel 20. Hoe kwam u op het idee van een <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

Idee Aantal Percentage<br />

Rechtshulpverlener 14 28,0 %<br />

Bedrijfsarts 11 22,0 %<br />

UWV 11 22,0 %<br />

Familie en/of vrienden 8 16,0 %<br />

Werkgever 6 12,0 %<br />

Totaal 50 100,0 %<br />

• Arbeidsconflict<br />

Voordat een <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt aangevraagd, zijn er over het algemeen eerst<br />

andere oplossingen gezocht om uit de impasse te raken. Bijna de helft van de<br />

werknemers noemt gesprekken met de bedrijfsarts; in <strong>niet</strong> meer dan 20% van de<br />

gevallen blijkt er rechtstreeks contact te zijn tussen de leidinggevende en de werknemer.<br />

Nog eens 20% van de werknemers heeft een derde ingeschakeld (meerdere antwoorden<br />

waren mogelijk).<br />

In de meeste gevallen blijkt er een arbeidsconflict te zijn (zie tabel 21). <strong>Het</strong> is of de<br />

reden van de ziekmelding (21%) of ontstaat later in het proces (42%). Dat betekent dat<br />

3<br />

bij tweederde van de werknemers sprake is van een arbeidsconflictF F.<br />

3 In het onderzoek van Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> “Een vergeten alternatief” uit mei 2007<br />

werd al geconstateerd dat in de helft van de situaties waarin re-integratie tweede spoor<br />

moest worden ingezet, er sprake was van een arbeidsconflict.<br />

4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 35


Tabel 21. Speelde een arbeidsconflict een rol bij de ziekte?<br />

Rol arbeidsconflict Aantal Percentage<br />

Ja, het was de reden om ziek te melden 14 20,9 %<br />

Ja, eerst <strong>niet</strong>, <strong>maar</strong> gaandeweg kregen we een conflict 28 41,8 %<br />

Nee 25 37,3 %<br />

Totaal 67 100,0 %<br />

• Reacties<br />

In totaal hebben 50 van de 67 werknemers zelf een <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd en<br />

kregen zij dus te maken met een reactie van de werkgever. Wij hebben gevraagd hoe de<br />

werkgever reageerde. Bijna drie op de tien werkgevers reageren negatief (zie tabel 22).<br />

Tabel 22. Reactie van de werkgever op de aanvraag van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Reactie werkgever Aantal Percentage<br />

Positief/neutraal 23 46,0 %<br />

Negatief 14 28,0 %<br />

Geen 13 26,0 %<br />

Totaal 50 100,0 %<br />

Een paar citaten uit de beleving van de werknemers, gegeven in de toelichting:<br />

36<br />

‘Boos; de ontslagpapieren lagen klaar.’<br />

‘Wantrouwend; hoe ik op de hoogte was van deze mogelijkheid terwijl ik vind<br />

dat de bedrijfsarts mij hierop had moeten wijzen’.<br />

In een kwart van de gevallen volgt er helemaal geen reactie van de werkgever.<br />

Onderlinge communicatie is er <strong>niet</strong> meer:<br />

‘Onbekend; conflict was uit de hand gelopen met als gevolg schorsing (non-actief).’<br />

Vrijwel alle werknemers op één na (16 van de 17) reageren positief op het aanvragen<br />

van een <strong>deskundigenoordeel</strong> door de werkgever:<br />

‘Ik vond het goed dat de werkgever een onpartijdig iemand de situatie liet<br />

beoordelen.’<br />

‘Ik wilde wel weten waar ik aan toe was.’ En ‘<strong>Het</strong> had al veel eerder aangevraagd<br />

moeten worden. <strong>Het</strong> is eigenlijk te laat.’<br />

• Verwachtingen<br />

Gevraagd naar de verwachtingen van de werknemers bij het aanvragen van een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> kozen de meesten (acht van de tien) voor een onafhankelijk oordeel<br />

(zie tabel 23). Daarnaast willen vier van de tien werknemers meer of iets anders dan een<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


oordeel: advies, bemiddeling en hulp bij re-integratie. Bij deze vraag waren meerdere<br />

antwoorden mogelijk.<br />

Tabel 23. Wat verwachtte u van het UWV bij het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

Verwachting Aantal Percentage<br />

Onafhankelijk oordeel 53 65,4 %<br />

Advies 14 17,3 %<br />

Hulp bij re-integratie 6 7,4 %<br />

Bemiddeling 8 9,9 %<br />

Totaal 81 100,0 %<br />

Men verwacht veel van het UWV. Dat blijkt ook wanneer we vragen naar de rol die het<br />

UWV zou moeten vervullen (zie tabel 24). <strong>De</strong> deskundige en de onafhankelijk adviseur<br />

worden bijna even vaak genoemd. Daarnaast dient het UWV een beslissende rol te<br />

vervullen en bindende uitspraken te doen. Bij deze vraag waren meerdere antwoorden<br />

mogelijk.<br />

Tabel 24. Welke rol zou het UWV moeten vervullen naar uw mening?<br />

Rol UWV Aantal Percentage<br />

<strong>De</strong>skundige 36 29,2%<br />

Onafhankelijke adviseur 35 28,5%<br />

Beslisser die bindende uitspraak kan doen 32 26,0%<br />

Bemiddelaar 20 16,3%<br />

Totaal 123 100,0%<br />

4.4 <strong>De</strong> uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

<strong>Het</strong> derde onderdeel in de enquête betrof de wijze van uitvoering van het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> door het UWV.<br />

• Rol van het UWV<br />

<strong>Het</strong> UWV vervult in de ogen van de werknemers met name de rol van deskundige en van<br />

beslisser (zie tabel 25). Daarnaast vindt bijna een kwart van de werknemers dat het<br />

UWV de rol van adviseur op zich neemt.<br />

Tabel 25. Welke rol vervulde het UWV tijdens het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

Rol Aantal Percentage<br />

Adviseur 17 22,6%<br />

<strong>De</strong>skundige 32 42,7%<br />

Beslisser 26 34,7%<br />

Totaal 75 100,0%<br />

4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 37


Een ruime meerderheid vindt het oordeel van het UWV onafhankelijk zo blijkt uit tabel<br />

26. Er is echter ook een groot aantal (meer dan 30%) dat meent dat de verzekeringsarts<br />

de oren te veel laat hangen naar de werkgever of diens bedrijfsarts.<br />

Tabel 26. Was het <strong>deskundigenoordeel</strong> naar uw gevoel onafhankelijk?<br />

Onafhankelijkheid Aantal Percentage<br />

Ja, het UWV geeft een eigen oordeel 40 59,7 %<br />

<strong>Het</strong> UWV neemt het oordeel van de bedrijfsarts over 16 23,9 %<br />

<strong>Het</strong> UWV hecht te veel waarde aan het verhaal<br />

van de werkgever<br />

5 7,5 %<br />

<strong>Het</strong> UWV heeft mijn verhaal overgenomen 6 8,9 %<br />

Totaal 67 100,0 %<br />

Driekwart van de werknemers geeft aan dat zij tegen het UWV met betrekking tot het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> hebben kunnen zeggen wat zij wilden en één kwart <strong>niet</strong>. Diegenen<br />

die op hun antwoord een toelichting hebben gegeven, schreven onder andere:<br />

38<br />

‘<strong>Het</strong> UWV heeft uitgebreid in een persoonlijk gesprek bij mij thuis geluisterd. Alle<br />

stukken grondig doorgelezen en telefonisch een terugkoppeling gegeven van het<br />

gesprek wat het UWV nadien met de leidinggevende had. Daarnaast is mij de Wet<br />

Poortwachter uitgelegd en heeft het UWV getracht mijn emoties te kanaliseren. Dit<br />

was een erg prettige ervaring.’<br />

‘Ik kon mijn emotie kwijt dat ik het heel erg vond dat ik mijn werk <strong>niet</strong> meer kan<br />

doen.’<br />

Naast de positieve opmerkingen is ook een enkele kritische kanttekening gemaakt door<br />

de respondenten, bijvoorbeeld:<br />

‘Er werd goed geluisterd, <strong>maar</strong> ik begrijp ook dat het UWV probeert om zoveel<br />

mogelijk mensen uit de WIA te houden.’<br />

Ten slotte een aantal negatieve toelichtingen:<br />

‘Zoals de deskundige zelf zei: "ik zit hier om mensen aan het werk te schoppen".’<br />

‘<strong>De</strong> UWV verzekeringsarts had vooraf al een vast beeld gevormd. Mijn verhaal deed<br />

<strong>niet</strong> meer ter zake.’<br />

‘Ik ben <strong>niet</strong> op gesprek geweest bij UWV, er is alleen telefonisch contact geweest. ‘<br />

• Extra informatie<br />

Van de 67 werknemers heeft bijna 60% medische informatie ingebracht, 40% heeft dit<br />

<strong>niet</strong> gedaan. Door de respondenten die medische informatie inbrachten werd informatie<br />

van een specialist het meest genoemd (zie tabel 27). Voorbeelden van genoemde<br />

medisch specialisten zijn: de reumatoloog, een orthopeed, de logopedist, de KNO-arts,<br />

de gynaecoloog, de longarts en de internist.<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Tabel 27. Van wie heeft u medische informatie ingebracht?<br />

Informatie ingebracht van Aantal<br />

Specialist 18<br />

Huisarts 9<br />

Psycholoog/psychiater 7<br />

Fysiotherapeut 5<br />

Totaal 39<br />

Bijna 75% van de werknemers heeft het UWV gevraagd contact op te nemen met de<br />

bedrijfsarts of specialist. Een enkeling merkt op <strong>niet</strong> geweten te hebben dat dit mogelijk<br />

was.<br />

Bijna 30% van de werknemers weet <strong>niet</strong> of de verzekeringarts andere artsen heeft<br />

geraadpleegd (zie tabel 28). Iets minder dan 20% zegt dat de verzekeringsarts niemand<br />

heeft geraadpleegd. In de meeste gevallen, meer dan 30%, wordt contact opgenomen<br />

met de bedrijfsarts. Voor zover de werknemers weten heeft de verzekeringsarts in alle<br />

gevallen waarin de huisarts of de specialist werd geraadpleegd ook contact met de<br />

bedrijfsarts opgenomen.<br />

<strong>De</strong> cijfers uit de doorgelichte dossiers (zie vorige hoofdstuk) laten zien dat de<br />

verzekeringsarts in de helft van gevallen geen contact heeft met de bedrijfsarts.<br />

Tabel 28. Heeft het UWV de bedrijfsarts of andere medici geraadpleegd?<br />

Medici geraadpleegd door UWV Aantal Percentage<br />

Ja, de bedrijfsarts 28 34,1%<br />

Ja, de huisarts 5 6,1%<br />

Ja, de specialist 10 12,2%<br />

Nee, er zijn geen derden geraadpleegd 15 18,3%<br />

Weet ik <strong>niet</strong> 24 29,3%<br />

Totaal 82 100,0%<br />

• Uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

<strong>De</strong> werknemer is in ruim de helft van de gevallen in het gelijk gesteld. <strong>De</strong> werkgever in<br />

één vijfde van de gevallen en bij het overige kwart lag de uitkomst genuanceerd (de<br />

optie ‘<strong>niet</strong> van toepassing’ in tabel 29).<br />

Tabel 29. Wat was de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

Uitkomst Aantal Percentage<br />

<strong>De</strong> werkgever is in het gelijk gesteld 14 20,9 %<br />

<strong>De</strong> werknemer is in het gelijk gesteld 35 52,2 %<br />

Niet van toepassing 18 26,9 %<br />

Totaal 67 100,0 %<br />

4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 39


Wanneer we de categorie ‘<strong>niet</strong> van toepassing’ in tabel 30 buiten beschouwing laten,<br />

komt de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> in iets meer dan de helft van de gevallen<br />

overeen met het advies van de bedrijfsarts (28 van de 54 keer).<br />

Tabel 30. Kwam deze uitkomst overeen met het advies van de bedrijfsarts?<br />

Overeenkomstig Aantal Percentage<br />

Ja 28 41,8 %<br />

Nee 26 38,8 %<br />

Niet van toepassing 13 19,4 %<br />

Totaal 67 100,0 %<br />

• Eens of <strong>niet</strong> eens<br />

Van de werknemers geeft 65% aan het met de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

eens te zijn, 35% is het <strong>niet</strong> eens, zo blijkt ook uit enkele toelichtingen:<br />

40<br />

‘Ik ben door de arts goedgekeurd, <strong>maar</strong> ik was er <strong>niet</strong> aan toe om te werken.’<br />

‘Ze hebben de werkgever en bedrijfsarts in het gelijk gesteld. Mijn verhaal werd<br />

<strong>niet</strong> eens gehoord.’<br />

<strong>De</strong>sgevraagd weet meer dan 40% van de werknemers <strong>niet</strong> of de werkgever het met de<br />

uitkomst eens (zie tabel 31). Blijkbaar is er geen contact meer met de werkgever of<br />

wordt dit <strong>niet</strong> expliciet besproken.<br />

Tabel 31. Was de werkgever het met de uitkomst eens?<br />

Eens Aantal Percentage<br />

Ja 22 32,8 %<br />

Nee 17 25,4 %<br />

Weet ik <strong>niet</strong> 28 41,8 %<br />

Totaal 67 100,0 %<br />

4.5 <strong>Het</strong> vervolg na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Meer dan 60% van de werknemers heeft de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong><br />

besproken met zijn werkgever. In bijna de helft van de gevallen is de uitkomst <strong>niet</strong><br />

opgevolgd (zie tabel 32). <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> is dan ook <strong>niet</strong> bindend.<br />

Tabel 32. Is de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> opgevolgd?<br />

Opgevolgd Aantal Percentage<br />

Ja 36 53,7 %<br />

Nee 31 46,3 %<br />

Totaal 67 100,0 %<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Na het <strong>deskundigenoordeel</strong> zijn 30 werknemers weer aan het werk gegaan tegenover 37<br />

die <strong>niet</strong> aan het werk zijn gegaan (zie tabel 33). Bij die 30 werknemers is de re-integratie<br />

in meer of mindere mate, gelukt. Bij de overige 37 <strong>niet</strong>, terwijl één van beide partijen<br />

(werknemer of werkgever) waarschijnlijk wel mogelijkheden tot werkhervatting zag. Bij<br />

deze vraag is onderscheid gemaakt tussen de oorspronkelijke functie en een andere<br />

functie. <strong>De</strong> personen die nog bij de eigen werkgever werken doen dat vrijwel allemaal in<br />

de oorspronkelijke functie (21 van de 25). <strong>De</strong> werknemers die nu bij een andere<br />

werkgever werken doen dat twee keer in een vergelijkbare functie en vier keer in een<br />

andere functie. In totaal zijn er 42 werknemers <strong>niet</strong> meer in dienst bij hun werkgever.<br />

Tabel 33. Bent u nog steeds in dienst bij de werkgever?<br />

In dienst Aantal Percentage<br />

Ja, in mijn oorspronkelijke functie 20 29,8 %<br />

Ja, in een andere functie 4 6,0 %<br />

Nee, ik werk bij een andere werkgever<br />

in een vergelijkbare functie<br />

2 3,0 %<br />

Nee, ik werk bij een andere werkgever<br />

in een andere functie<br />

4 6,0 %<br />

Nee, ik ben nog arbeidsongeschikt 37 55,2 %<br />

Totaal 67 100,0 %<br />

• Uitkering<br />

Een derde van de werknemers heeft een WAO- of een WIA-uitkering aangevraagd; zij<br />

zijn in de wachttijd van één of van twee jaar <strong>niet</strong> (volledig) aan het werk gegaan noch<br />

hebben zij het werk hervat in een aangepaste functie (zie tabel 34).<br />

Tabel 34. Hebt u een WAO- of WIA-uitkering aangevraagd?<br />

Uitkering aangevraagd Aantal Percentage<br />

Ja 22 32,8 %<br />

Nee, ik ben na het <strong>deskundigenoordeel</strong> weer<br />

aan het werk gegaan<br />

12 17,9 %<br />

Nee, ik ben later weer hersteld en aan het werk gegaan 6 9,0 %<br />

Niet van toepassing. Ik ben nog geen 2 jaar ziek 27 40,3 %<br />

Totaal 67 100,0 %<br />

Vrijwel alle werknemers die een uitkering hebben aangevraagd (82%) hebben ook<br />

daadwerkelijk een uitkering ontvangen. Een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering is<br />

aan acht werknemers toegekend; de overige veertien werknemers kunnen nog wel<br />

andere werkzaamheden verrichten.<br />

• Naar de rechter<br />

Veertien van de 67 werknemers (21%) zijn bij de kantonrechter geweest voor een<br />

ontbinding van de arbeidsovereenkomst. <strong>De</strong> rechter heeft in vier gevallen de uitkomst<br />

van het <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong> overgenomen.<br />

4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 41


4.6 <strong>De</strong> mening over het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Van de werknemers vindt 65% dat de duur van de procedure goed is. Een kwart oordeelt<br />

dat de procedure sneller zou moeten (zie tabel 35).<br />

Tabel 35. Wat vond u van de duur van de procedure?<br />

Mening Aantal Percentage<br />

Goed 44 65,7 %<br />

<strong>De</strong> procedure zou sneller moeten 17 25,4 %<br />

<strong>De</strong> procedure mag langer duren 6 9,0 %<br />

Totaal 67 100,0 %<br />

Bij deze vraag was het mogelijk om een toelichting te geven. Diegenen die vonden dat<br />

de procedure langer mag duren merkten op:<br />

42<br />

‘Ik vind dat alle neuzen dezelfde kant op moeten staan voordat er een advies wordt<br />

gegeven.’<br />

‘Er moet meer informatie gevraagd worden van specialisten.’<br />

Diegenen die vonden dat het sneller moet gaven een scala aan motiveringen. Een<br />

selectie:<br />

‘Dan moet je weer naar een bedrijfsarts, dan weer naar de UWV, dan krijg je weer<br />

iemand thuis. Dit duurt veel te lang.’<br />

‘<strong>De</strong> tijd tussen aanvraag en <strong>deskundigenoordeel</strong> duurt te lang, namelijk vijf<br />

maanden.’<br />

‘Tussen aanvraag en uitvoering zat bijna een maand. In een arbeidsconflict is dat<br />

lang.’<br />

‘Dit oordeel is vaak belangrijk bij verschillende juridische zaken en het brengt veel<br />

spanningen met zich mee. <strong>Het</strong> heeft bijna één maand geduurd voordat de uitslag<br />

kwam. Mijn werkgever zette mijn loon stop tot het uitslag.’<br />

Ten slotte merkte iemand op dat het <strong>niet</strong> alleen sneller moet, <strong>maar</strong> ook beter en<br />

onpartijdig.<br />

• Top 5<br />

Welke aspecten worden belangrijk gevonden bij een <strong>deskundigenoordeel</strong>? Bij deze vraag<br />

kregen de werknemers vijf opties voorgelegd. Hen is gevraagd die te rangschikken.<br />

Daaruit blijkt dat de meeste waarde wordt gehecht aan ‘onafhankelijkheid (nr. 1.),<br />

gevolgd door ‘bindend’ (nr. 2) en ‘snelheid’ (nr. 3). <strong>De</strong> andere opties waren<br />

‘laagdrempelig’(nr. 4) en ‘kosten’ (nr. 5).<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Tabel 36. Wat vindt u belangrijk bij een <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

Kenmerk nr. 1 nr. 2 nr. 3 nr. 4 nr. 5<br />

Bindend 9,0 % 35,8 % 22,4 % 22,4 % 10,4 %<br />

Kosten 3,0 % 7,5 % 13,3 % 9,0 % 67,2 %<br />

Laagdrempelig 3,0 % 16,4 % 29,9 % 47,7 % 3,0 %<br />

Onafhankelijkheid 71,6 % 16,4 % 7,5 % 4,5 % 0,0 %<br />

Snelheid 13,4 % 23,9 % 26,9 % 16,4 % 19,4 %<br />

Totaal 100,0 % 100,0 % 100,0 % 100,0 % 100,0 %<br />

• Aanrader?<br />

Ruim tweederde van de werknemers vindt het <strong>deskundigenoordeel</strong> zo zinvol dat men ook<br />

anderen een <strong>deskundigenoordeel</strong> zou aanbevelen (zie tabel 37).<br />

Tabel 37. Zou u iemand anders een <strong>deskundigenoordeel</strong> aanraden?<br />

Aanraden <strong>deskundigenoordeel</strong> Aantal Percentage<br />

Ja, het kan erg helpen 35 52,2 %<br />

Ja, het is wel een handige richtlijn 13 19,4 %<br />

Nee, het heeft geen nut 16 23,9 %<br />

Nee, het werkt een arbeidsconflict in de hand 3 4,5 %<br />

Totaal 67 100,0 %<br />

In de toelichting op deze vraag worden vooral voorwaarden geformuleerd:<br />

‘<strong>Het</strong> gaat om vertrouwen en het willen werken naar een oplossing. Als die er <strong>niet</strong><br />

is, heeft het <strong>deskundigenoordeel</strong> geen zin.’<br />

‘Zodra een ziekte <strong>niet</strong> aantoonbaar is (in de zin van gebroken been, virus e.d.)<br />

heeft een <strong>deskundigenoordeel</strong> weinig zin.’<br />

‘Dit is slechts een hulpmiddel, het is belangrijk dat je zelf actief deelneemt en het<br />

overwicht houdt!’<br />

Vervolgens was er ruimte overgelaten in de enquête waarin werknemers hun<br />

opmerkingen kwijt konden over het effect van het <strong>deskundigenoordeel</strong>. Een greep uit de<br />

opmerkingen:<br />

‘Mijn werkgever heeft dit aangevraagd omdat hij mijn ziekte <strong>niet</strong> geloofde. <strong>Het</strong><br />

effect was dat ik gelijk had en daardoor hadden mijn werkgever en ik minder<br />

discussies.’<br />

‘<strong>Het</strong> was een middel om uit de dreigende impasse te geraken. <strong>De</strong> werkgever dacht<br />

(nog) <strong>niet</strong> aan passende arbeid ondanks het feit dat ik hierop aandrong. Mijn doel<br />

is dankzij het <strong>deskundigenoordeel</strong> bereikt; ik vervul een passende functie, wat voor<br />

mij gunstig uitpakt tot nu toe.’<br />

4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 43


44<br />

‘<strong>Het</strong> kan je positie versterken terwijl je het gevoel hebt in een mindere positie te<br />

worden geplaatst (door je ziekte).’<br />

‘Uiteindelijk ben ik er <strong>niet</strong>s mee opgeschoten omdat mijn werkgever het advies <strong>niet</strong><br />

heeft opgevolgd. Afspraken waren <strong>niet</strong> bindend. Nadat ik een andere functie had<br />

bleek dit ook <strong>niet</strong> passend voor mij. Moet ik dan weer een oordeel aanvragen?’<br />

• Rapportcijfer<br />

Tot slot konden de werknemers als eindoordeel een algemeen rapportcijfer geven aan<br />

het <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong> gemiddelde rapportcijfer dat de werknemers geven aan het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> is een zes min (zie tabel 38).<br />

Tabel 38. Welk rapportcijfer geven de werknemers het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

Rapportcijfer Aantal Percentage<br />

Zwaar onvoldoende (0-4) 17 25,3 %<br />

Onvoldoende (5) 5 7,5 %<br />

Voldoende (6-7) 16 23,9 %<br />

Goed (8) 19 28,4 %<br />

Uitstekend (9-10) 10 14,9 %<br />

Totaal 67 100,0 %<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


5. In gesprek met werknemers en werkgevers<br />

5.1 Inleiding<br />

Aanvullend op de gegevensverzameling uit de dossiers en de enquête onder de<br />

werknemers hebben we acht werknemers en hun werkgevers geïnterviewd over de<br />

gebeurtenissen die leidden tot het aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong> en over hun<br />

visie op het <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />

In de enquête is gevraagd of we contact mochten opnemen met de werkgever. Van<br />

diegenen die daarvoor toestemming hebben gegeven, zijn acht werknemers benaderd.<br />

Zij zijn eerst geïnterviewd. Daarna is gesproken met hun werkgevers. Hierdoor is het<br />

mogelijk om de visie van de werknemer te vergelijken met die van de werkgever.<br />

<strong>De</strong> werknemers en hun werkgevers zijn mondeling geïnterviewd aan de hand van een<br />

checklist met de volgende aandachtsgebieden:<br />

• <strong>Het</strong> dienstverband<br />

• <strong>De</strong> ziekte<br />

• <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

• <strong>De</strong> verwachtingen<br />

• <strong>De</strong> rol van het UWV<br />

• <strong>De</strong> situatie en het vervolg na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

In dit hoofdstuk volgt een weergave van de interviews, geïllustreerd met vier casus.<br />

5.2 Dienstverband en ziekte<br />

Enkele feitelijke gegevens betreffende de geïnterviewde werknemers:<br />

• <strong>De</strong> duur van de dienstverbanden van de acht werknemers – vijf vrouwen en drie<br />

mannen – varieerde van korter dan drie tot meer dan 25 jaar;<br />

• <strong>De</strong> grootte van het bedrijf waar ze werkzaam waren of zijn, laat een divers beeld<br />

zien: van een klein bedrijf tot een grote werkgever;<br />

• Bij drie werknemers was er sprake van psychische klachten, bij de overige vijf<br />

ging het om lichamelijke klachten;<br />

• Vijf werknemers hebben zelf een <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd. Eén van de<br />

werknemers heeft in totaal drie keer een <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd<br />

gedurende het re-integratietraject;<br />

• <strong>De</strong> werknemers die het <strong>deskundigenoordeel</strong> zelf hebben aangevraagd zijn daarop<br />

gewezen door de leidinggevende, de bedrijfsarts, de vakbond en een advocaat;<br />

• <strong>De</strong> deskundigenoordelen gingen drie keer over de vraag of de werknemer ziek of<br />

<strong>niet</strong> ziek was. <strong>De</strong> andere vijf hadden betrekking op het wel of <strong>niet</strong> passend zijn<br />

van het aangeboden werk;<br />

5. In gesprek met werknemers en werkgevers 45


46<br />

Casus 1. Ontslagvergoeding na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Mijnheer B. werkt nog geen drie jaar bij een productiebedrijf als hij<br />

te horen krijgt dat hij ontslagen wordt. Met zijn nieuwe manager kan<br />

hij <strong>niet</strong> overweg en in het kleine bedrijf van nog geen tien<br />

werknemers geeft dit veel spanning. Zijn werkgever vindt dat hij het<br />

veld moet ruimen. Eén en ander heeft zo’n impact op hem dat hij<br />

zowel lichamelijke als psychische klachten krijgt. Voor die laatste<br />

komt hij onder behandeling van een psychotherapeut. <strong>De</strong><br />

bedrijfsarts vindt echter dat hij zich aanstelt en verklaart hem<br />

zonder verder onderzoek arbeidsgeschikt. Toen heeft hij een<br />

advocaat in de arm genomen, die verwijst hem naar het UWV en hij<br />

raadt een <strong>deskundigenoordeel</strong> aan.<br />

Hij is over de uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong> zeer te<br />

spreken. Hij is serieus genomen, zijn klachten zijn erkend en het<br />

UWV heeft hem in het gelijk gesteld. <strong>Het</strong> UWV heeft dus <strong>niet</strong> zo<strong>maar</strong><br />

de bedrijfsarts gevolgd, <strong>maar</strong> komt met een onafhankelijk oordeel.<br />

Hij vindt het dan ook erg goed dat deze mogelijkheid er is.<br />

<strong>De</strong> werkgever heeft een ontslagprocedure via de kantonrechter in<br />

gang gezet en hij is ontslagen <strong>maar</strong> heeft van de rechter wel een<br />

ruime ontslagvergoeding meegekregen.<br />

Inmiddels gaat het beter met hem en hij werkt weer via een<br />

uitzendbureau.<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


• Gaandeweg het re-integratieproces is er bij drie werknemers een arbeidsconflict<br />

ontstaan;<br />

• Bij twee werknemers was het verschil van inzicht nog <strong>niet</strong> geëscaleerd tot een<br />

conflict;<br />

• Bij drie werknemers is de relatie met de werkgever goed gebleven.<br />

Hoe is het deze werknemers vergaan in het verdere verloop van het re-integratietraject?<br />

• Twee werknemers zijn ontslagen;<br />

• Twee werknemers zijn volledig arbeidsongeschikt verklaard. Eén werknemer heeft<br />

een volledige WAO-uitkering en de andere een volledige WIA-uitkering. Die<br />

uitkering is vervroegd aangevraagd omdat duidelijk werd dat de werknemer<br />

helemaal <strong>niet</strong> meer kon werken;<br />

• Een werknemer heeft een gedeeltelijke WAO-uitkering met behoud van eigen<br />

werk;<br />

• Een werknemer heeft een gedeeltelijke WAO-uitkering en een andere functie bij<br />

de eigen werkgever;<br />

• Een werknemer heeft een andere functie bij de eigen werkgever;<br />

• Een werknemer is weer teruggekeerd naar dezelfde functie bij de eigen<br />

werkgever, na detachering bij een andere werkgever (het zogeheten tweede<br />

spoor).<br />

5.3 <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong> en de<br />

verwachtingen<br />

Voordat het komt tot het aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong> is er al heel wat<br />

gebeurd. Niet zelden zetten die gebeurtenissen de relatie tussen werkgever en<br />

werknemer onder spanning. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> staat daardoor ook onder spanning.<br />

<strong>Het</strong> vraagt dan ook een hele inspanning om met het <strong>deskundigenoordeel</strong> de re-integratie<br />

weer vlot te trekken. Uit de interviews met zowel de werknemers als de werkgevers blijkt<br />

dat beide partijen het belang inzien van een goede re-integratie.<br />

Werknemers<br />

In de aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong> hebben de geïnterviewde werknemers te<br />

maken met een scala aan gezondheidsklachten die het werken (deels) onmogelijk<br />

maakten. Eén werknemer heeft door een ongeluk hersenletsel opgelopen, een andere<br />

werknemer meldt gehoorschade te hebben opgelopen op de werkvloer. Verder worden<br />

diverse, andere lichamelijke klachten genoemd, al dan <strong>niet</strong> in combinatie met psychische<br />

klachten. Bij drie werknemers is er sprake van alleen psychische klachten.<br />

5. In gesprek met werknemers en werkgevers 47


48<br />

Casus 2. Een tweede spoor na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Mevrouw A. wil weer aan de slag bij haar werkgever na een<br />

hersenoperatie. Zij heeft er bijna geen last meer van en is ervan<br />

overtuigd dat ze het werk als ziekenverzorgende weer aan kan. Haar<br />

werkgever daarentegen wil haar lager inschalen en bemoeilijkt haar<br />

werkhervatting. <strong>De</strong> werkgever komt er bijvoorbeeld bij zitten als zij<br />

bij de bedrijfsarts is. Ze heeft het idee dat de bedrijfsarts zich<br />

hierdoor laat beïnvloeden en <strong>niet</strong> tegen de wil van de werkgever<br />

durft in te gaan.<br />

<strong>De</strong> uitslag van het <strong>deskundigenoordeel</strong> laat lang op zich wachten.<br />

<strong>Het</strong> UWV doet er vijf maanden over om tot een oordeel te komen en<br />

dat is volgens mevrouw A veel te lang. Ze verwacht van het UWV<br />

alle hulp die iemand nodig heeft om op de juiste plek de juiste arbeid<br />

te kunnen verrichten. Dat kun je <strong>niet</strong> alleen: als werknemer kun je<br />

<strong>niet</strong> alleen tegen je werkgever op. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> betekent<br />

voor mevrouw A. een steun in de rug. Bij het UWV ontmoet mevrouw<br />

A. begrip. Er wordt geoordeeld dat zij weer kan terugkeren naar de<br />

werkvloer.<br />

Na het <strong>deskundigenoordeel</strong> blijft de werkgever echter van mening<br />

dat de situatie van de werkneemster te positief wordt ingeschat. In<br />

overleg wordt daarom besloten tot tijdelijke detachering bij een<br />

andere instelling. Daar blijkt dat mevrouw A. goed functioneert zodat<br />

zij kan terugkeren naar haar oude functie.<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


82<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Drie werknemers zeggen dat hun klachten <strong>niet</strong> serieus werden genomen, <strong>niet</strong> door de<br />

werkgever en <strong>niet</strong> door de bedrijfsarts. Daarom was een oordeel van een derde nodig. Bij<br />

vier werknemers ging het er om dat ze weer aan de slag wilden in hun eigen functie<br />

<strong>maar</strong> dat de werkgever ze <strong>niet</strong> geschikt achtte voor hun eigen werk. <strong>Het</strong> zoeken naar<br />

passend werk bij de eigen werkgever of bij een andere, kan leiden tot veel ‘gedoe’ waarin<br />

een oordeel van een derde helderheid kan geven. Bij de achtste werknemer tenslotte die<br />

kampte met rugklachten, was het de vraag of er sowieso nog wel mogelijkheden waren<br />

om te werken.<br />

Werkgevers<br />

<strong>De</strong> visie die de werkgevers hebben op de aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong> verschilt<br />

<strong>niet</strong> veel van de visie van de desbetreffende werknemers. Alleen waar de werknemers de<br />

onderlinge verhouding als verstoord of problematisch kwalificeren, zijn de werkgevers<br />

minder negatief. Er was wel een verschil van inzicht, <strong>maar</strong> dat bleef in de ogen van de<br />

werkgevers beheersbaar.<br />

<strong>De</strong> werkgevers gaan allen af op het advies van de bedrijfsarts. Een van de werkgevers<br />

stelt zich op het standpunt dat het oordeel van de bedrijfsarts doorslaggevend moet zijn.<br />

Een werkgever laat weten dat pas na en dankzij het <strong>deskundigenoordeel</strong> de impasse<br />

tussen zijn werknemer en de bedrijfsarts is doorbroken. <strong>Het</strong> geschil was medisch en ging<br />

over ziektebeelden en de meest geschikte behandeling. Dit <strong>deskundigenoordeel</strong> is op<br />

advies van de vakbond door de werknemer aangevraagd en heeft in zijn voordeel<br />

uitgepakt. Een andere werkgever geeft aan de tegenwerking die zijn werknemer heeft<br />

ondervonden, <strong>niet</strong> te herkennen en hij kan zich <strong>niet</strong> voorstellen dat hierdoor psychische<br />

schade zou zijn ontstaan. Wel wordt gezien dat de communicatie stroef was, waardoor<br />

een oplossing buiten bereik bleef.<br />

5.4 Visie op het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Hoe kijken de geïnterviewde werknemers en werkgevers tegen het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

aan?<br />

Werknemers<br />

Vier werknemers geven aan tevreden te zijn over het <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong> betreft<br />

zowel werknemers die zelf een <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd hebben als werknemers<br />

van wie de werkgever de aanvrager was. Als argumenten voeren zij aan dat zij serieus<br />

genomen zijn door de verzekeringsarts en dat hun gezondheidsklachten zijn erkend.<br />

Verder noemen zij de onafhankelijkheid van de verzekeringsarts. Hij doet zelf onderzoek<br />

en volgt <strong>niet</strong> zo <strong>maar</strong> de bedrijfsarts. Eén van de werknemers vindt het jammer dat een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> nodig is. Eigenlijk zou je er samen met je werkgever uit moeten<br />

komen. Toch is het goed dat die mogelijkheid er is. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt door<br />

deze werknemer gezien als een stapje hoger dan de bedrijfsarts.<br />

5. In gesprek met werknemers en werkgevers 49


50<br />

Casus 3. Duidelijkheid door een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

<strong>De</strong> heer C. is ronduit tevreden over het <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />

Concreet heeft het <strong>deskundigenoordeel</strong> geleid tot een vervroegde<br />

aanvraag van een IVA-uitkering. <strong>De</strong> contacten met de werkgever en<br />

collega’s zijn gedurende het hele proces goed gebleven. Hij werkte al<br />

heel lang bij de werkgever die rekening hield met zijn beperkingen<br />

vanwege rugklachten.<br />

<strong>De</strong> werkgever heeft het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd met het<br />

doel duidelijkheid te krijgen. Er is gezocht naar ander werk bij de<br />

werkgever, <strong>maar</strong> zijn fysieke problemen werden steeds heviger. Ook<br />

het andere werk kon hij <strong>niet</strong> volhouden. Hoewel de communicatie<br />

met zijn werkgever altijd goed geweest is, heeft het zeker nut gehad<br />

om het <strong>deskundigenoordeel</strong> aan te vragen. Voor die tijd dachten<br />

zowel de werkgever als hij dat hij nog wel zou kunnen werken, <strong>maar</strong><br />

ze wisten <strong>niet</strong> precies wat. Na het <strong>deskundigenoordeel</strong> werd duidelijk<br />

dat hij <strong>niet</strong>s meer kon. Achteraf vindt hij zelfs dat het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> eerder ingezet had moeten worden. <strong>Het</strong> duurde<br />

lang voordat het oordeel werd afgegeven. Dat kwam omdat het UWV<br />

een extern consult bij een rugspecialist liet doen. Daardoor kwam er<br />

duidelijkheid, <strong>maar</strong> het duurde te lang.<br />

<strong>De</strong> werkgever van de heer C. laat weten dat hij vaker een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> aanvraagt omdat daarmee discussie wordt<br />

voorkomen. Daarom volgt de werkgever de uitkomst van het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> altijd, ook als die uitkomst <strong>niet</strong> overeenkomt<br />

met de visie van de bedrijfsarts. <strong>Het</strong> is wel belangrijk om altijd hoor-<br />

en wederhoor toe te passen. In de praktijk blijkt dit <strong>niet</strong> altijd te<br />

gebeuren. Er vindt dan alleen dossieronderzoek plaats en de<br />

werkgever wordt <strong>niet</strong> gehoord.<br />

<strong>De</strong> werkgever en werknemer zijn goed uit elkaar gegaan.<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Ook als de communicatie met de werkgever wel goed is, kan het zinnig zijn om een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> aan te vragen. Want het schept duidelijkheid. Niet iedereen was op<br />

de hoogte van de mogelijkheid van een <strong>deskundigenoordeel</strong>. Daardoor is het<br />

voorgekomen dat het te laat werd ingezet. Naast onbekendheid was er ook kritiek op het<br />

feit dat het lang kan duren voordat een <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt uitgesproken. Bij een<br />

van de werknemers heeft het vijf maanden geduurd.<br />

<strong>De</strong> andere vier werknemers tonen zich <strong>niet</strong> tevreden over het <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong><br />

ontbreekt aan een luisterend oor bij de verzekeringsarts, wat zich uit in weinig ruimte<br />

voor gevoel en emotie van de werknemer. Dat maakt dat aan de onafhankelijkheid van<br />

het UWV wordt getwijfeld. Wat meespeelt, is dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong><br />

beantwoordt aan de verwachtingen. Eén van de werknemers zegt dat de verzekeringsarts<br />

geen antwoord gaf op de vraag, <strong>maar</strong> constateerde dat er een arbeidsconflict was,<br />

waarna het advies volgde om een mediationtraject te volgen. Een andere werknemer<br />

stelt dat het UWV te veel waarde heeft gehecht aan het standpunt van de werkgever.<br />

Met als gevolg dat de werkgever bevestigd werd in zijn standpunt en overging tot het<br />

opleggen van disciplinaire maatregelen. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> werd <strong>niet</strong> gebruikt om<br />

er samen uit te komen: ‘Als arbeidsongeschikte sta je dan nog meer met de rug tegen de<br />

muur.’<br />

Werkgevers<br />

<strong>De</strong> werkgevers met wie is gesproken, zijn zonder uitzondering positief over het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong>. Er is vertrouwen in het UWV en de onpartijdigheid van het UWV<br />

wordt <strong>niet</strong> in twijfel getrokken. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> heeft volgens één van de<br />

werkgevers altijd zin, omdat het een uitwijkmogelijkheid is wanneer er een conflict dreigt<br />

tussen werknemer en werkgever. Bij ziekte is er toch vaak sprake van enige ruis en<br />

verschil van inzicht en een <strong>deskundigenoordeel</strong> voorkomt escalatie. <strong>Het</strong><br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> wordt als nuttig ervaren.<br />

Wel wordt de kanttekening gemaakt dat het UWV <strong>niet</strong> altijd hoor- en wederhoor toepast.<br />

Er vindt dan alleen dossieronderzoek plaats en de werkgever wordt <strong>niet</strong> gehoord. <strong>Het</strong><br />

komt ook voor dat zowel de medewerker als het bedrijf <strong>niet</strong> uit de voeten kunnen met de<br />

uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>De</strong> kwaliteit van een <strong>deskundigenoordeel</strong> is ook<br />

afhankelijk van de vraagstelling en die is in de praktijk nogal eens te ruim om een zinnig<br />

oordeel te krijgen. Enkele werkgevers vinden het <strong>deskundigenoordeel</strong> te vrijblijvend,<br />

omdat het <strong>niet</strong> bindend is. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> is geen directe oplossing, het is altijd<br />

nodig om daarna samen om de tafel te gaan zitten, stelt een volgende werkgever. Een<br />

andere werkgever heeft het beleid de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> altijd op te<br />

volgen, ook als die <strong>niet</strong> overeenkomt met de visie van de bedrijfsarts.<br />

Een belangrijk voordeel van het <strong>deskundigenoordeel</strong> is dat het een discussie met de<br />

werknemer voorkomt. Eén van de werkgevers zegt dat een <strong>deskundigenoordeel</strong> van<br />

groot belang kan zijn om vastgelopen situaties weer vlot te trekken. <strong>Het</strong> is daarom goed<br />

als partijen weten dat er zoiets als een <strong>deskundigenoordeel</strong> bestaat en er het belang van<br />

inzien. Ook is het belangrijk dat een <strong>deskundigenoordeel</strong> op tijd wordt aangevraagd,<br />

zodat de arbeidsrelatie zo min mogelijk wordt aangetast.<br />

5. In gesprek met werknemers en werkgevers 51


52<br />

Casus 4. Ontslag na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Mevrouw D. is ruim 15 jaar in dienst bij haar werkgever als zij door<br />

ziekte slechts gedeeltelijk kan werken. Gaandeweg verslechtert de<br />

relatie met haar werkgever. Volgens haar is de werkgever veel te<br />

optimistisch over haar re-integratie. Een duidelijk plan van aanpak<br />

ontbreekt. In plaats daarvan wordt zij voor het blok gezet: ‘We<br />

denken dat je wel weer aan het werk kan en anders doe je <strong>maar</strong><br />

passend werk in de vorm van klussen en taken.’ Tot drie keer toe<br />

vraagt zij een <strong>deskundigenoordeel</strong> aan over de vraag of de<br />

werkgever zich voldoende inspant in het kader van haar reintegratie.<br />

<strong>De</strong> uitslag van het eerste <strong>deskundigenoordeel</strong> noemt ze zeer<br />

teleurstellend. <strong>Het</strong> UWV oordeelt dat er sprake is van een<br />

arbeidsconflict en komt met het advies voor een mediationtraject. <strong>De</strong><br />

aandacht verschuift hierdoor van de ziekte naar het conflict, terwijl<br />

die ziekte er wel degelijk was. Volgens mevrouw D. heeft het UWV te<br />

veel waarde gehecht aan het standpunt van de werkgever.<br />

Ook twee latere deskundigenoordelen door haar aangevraagd,<br />

helpen mevrouw D. <strong>niet</strong> bij haar re-integratie. Zo biedt de werkgever<br />

‘passend werk’ aan, <strong>maar</strong> zij was nog helemaal <strong>niet</strong> in staat te<br />

werken. <strong>De</strong> arbeidskundige van het UWV nam echter het standpunt<br />

van de bedrijfsarts over en vond dat zij dat aangepaste werk wel<br />

kon. Over het <strong>deskundigenoordeel</strong> merkt zij in het algemeen op dat<br />

het UWV geen toezicht houdt op de naleving van het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong>. Als de werkgever het oordeel <strong>niet</strong> volgt, sta je<br />

als werknemer met lege handen.<br />

Verder pleit zij voor een correctiemogelijkheid. Bij het eerste<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> had zij dan aan de arts kunnen laten weten dat<br />

hij ook aandacht aan de ziekte had moeten besteden. Daarvoor heeft<br />

zij toch een <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd. Dat ze een conflict<br />

had met de werkgever was wel duidelijk, daar had ze geen<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> voor nodig.<br />

Mevrouw D. is inmiddels ontslagen en heeft een advocaat in de arm<br />

genomen.<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Drie werkgevers maken veel gebruik van het <strong>deskundigenoordeel</strong>. Slechts in een<br />

minderheid van de gevallen gebeurt dat bij een verschil van mening tussen werkgever en<br />

werknemer. In de meeste gevallen wordt een <strong>deskundigenoordeel</strong> ingezet als, zoals de<br />

geïnterviewde het uitdrukt, een preventief instrument. Dat wil zeggen: tussentijds in een<br />

re-integratietraject, als men objectief vastgesteld wil hebben of men op de goede weg is.<br />

Maar ook <strong>niet</strong> zelden bij het inzetten van het zogeheten ‘tweede spoor’. Bij dit laatste<br />

vraagt de werkgever een <strong>deskundigenoordeel</strong> om er zeker van te zijn dat er voldoende<br />

interne re-integratie-inspanningen zijn gepleegd. En ook om er zeker van te zijn dat<br />

terugkeer naar eigen werk of ander passend werk in de eigen organisatie <strong>niet</strong> mogelijk is.<br />

Ook leidt het preventief inzetten van het <strong>deskundigenoordeel</strong> tot het voorkomen van<br />

conflicten tussen werkgever en werknemer in latere trajecten.<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> leent zich naar de ervaring van een andere werkgever minder<br />

als instrument voor conflictbeslechting, omdat de formulering van een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> vaak wat abstract is en omdat een <strong>deskundigenoordeel</strong> slechts een<br />

momentopname is. Toch is deze werkgever vooral positief over wat hij noemt de ‘second<br />

opinion’ functie van het <strong>deskundigenoordeel</strong>. Hij is van mening dat het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> zowel door werknemers als door werkgevers veel te weinig als<br />

zodanig wordt ingewonnen. Hij schrijft dit toe aan de onbekendheid met het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong>, <strong>niet</strong> alleen bij werknemers, <strong>maar</strong> ook bij werkgevers. Zijn advies:<br />

ga tijdig naar het UWV en voorkom daarmee conflicten en haal dusdoende zaken in een<br />

vroeg stadium uit de emotionele sfeer.<br />

<strong>De</strong> derde werkgever die veel gebruik maakt van het <strong>deskundigenoordeel</strong> vraagt het<br />

standaard na een jaar ziekte aan. Dit om te toetsen of men met de re-integratie op de<br />

goede weg is. <strong>De</strong>ze werkgever zet het <strong>deskundigenoordeel</strong> dus <strong>niet</strong> alleen in bij een<br />

geschil, <strong>maar</strong> ook ter controle, voor de duidelijkheid en ter bevestiging.<br />

Tot slot zeggen alle geïnterviewde werkgevers snelheid belangrijk te vinden. Een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> dat een maand op zich laat wachten, is te laat. <strong>De</strong> onduidelijkheid<br />

duurt voort en het meningsverschil tussen werkgever en werknemer blijft al die tijd<br />

bestaan. Ook zijn de belangen van de werkgever de laatste jaren toegenomen. Hij krijgt<br />

steeds meer op zijn bord geschoven en loopt de kans met loonsancties geconfronteerd te<br />

worden.<br />

Intermezzo<br />

<strong>De</strong> omgekeerde wereld: de werknemer wil weer werken, <strong>maar</strong> mag <strong>niet</strong><br />

Vanuit de beschermende functie van de werknemer is men bij het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

snel geneigd te denken dat de werknemer het <strong>deskundigenoordeel</strong> aanvraagt omdat de<br />

werkgever vindt dat hij weer aan het werk kan. Maar het tegenovergestelde komt ook<br />

voor. <strong>Het</strong> laten toetsen van de re-integratie-inspanningen van de werkgever op verzoek<br />

van de werknemer wijst ook in de richting. <strong>De</strong> werknemer zou wel weer aan het werk<br />

willen, <strong>maar</strong> de werkgever laat dat <strong>niet</strong> toe of spant zich er onvoldoende voor in. Er is<br />

door de werkgever al een vervanger aangetrokken die het goed doet. <strong>De</strong> werkgever<br />

wilde eigenlijk toch al van de werknemer af.<br />

5. In gesprek met werknemers en werkgevers 53


Werkgevers laten hun eigen re-integratie-inspanningen toetsen<br />

<strong>De</strong> geïnterviewde werkgevers zijn tevreden over het huidige <strong>deskundigenoordeel</strong>. Zij zien<br />

het nut er van in. <strong>Het</strong> UWV wordt als onafhankelijk en deskundig beschouwd. Diverse<br />

werkgevers vragen standaard een <strong>deskundigenoordeel</strong> aan na het eerste ziektewetjaar.<br />

<strong>De</strong> werkgever wil weten of hij bij de re-integratie op de goede weg is. <strong>De</strong> werkgever wil<br />

<strong>niet</strong> geconfronteerd worden met een loonsanctie aan het einde van de twee jaar<br />

arbeidsongeschiktheid omdat hij onvoldoende gedaan zou hebben aan de re-integratie.<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> naar passende arbeid<br />

In het kader van re-integratie komt de passende arbeid ook om de hoek kijken. Is de<br />

arbeid die de werkgever me wil laten doen wel passend? <strong>De</strong> werknemer denkt vaak dat<br />

hij ook die functie nog <strong>niet</strong> kan verrichten en wil dat laten toetsen. Probleem hierbij is<br />

dat het UWV in dergelijke situaties de medische aspecten slechts marginaal toetst. <strong>De</strong><br />

bevindingen van de bedrijfsarts worden als vaststaand aangenomen, tenzij nadrukkelijk<br />

het tegendeel blijkt. <strong>De</strong> arbeidsdeskundige toetst, gegeven de medische situatie, of de<br />

aangepaste arbeid, met minder uren of minder taken, wel verricht kan worden.<br />

In theorie is er verschil tussen de vraag of de werknemer zijn eigen arbeid kan verrichten<br />

en de vraag of de werknemer de passende arbeid kan verrichten. Maar in de praktijk<br />

komt het voor de werknemer op hetzelfde neer. Hij is van mening door zijn medische<br />

problemen het betreffende werk <strong>niet</strong> te kunnen doen en in beide gevallen wordt hij<br />

geconfronteerd met maatregelen van zijn werkgever zoals het (gedeeltelijk) inhouden<br />

van het salaris.<br />

54<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


6. Conclusies<br />

Vanuit werknemersperspectief is onderzocht op welke wijze en in welke mate het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> van het UWV bijdraagt aan het re-integratieproces. Ter<br />

beantwoording van de onderzoeksvragen zijn de volgende deelvragen geformuleerd:<br />

• Door wie wordt het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />

• Wanneer en waarvoor wordt het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />

• Wat is de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

• Welke verwachtingen leven er ten aanzien van het <strong>deskundigenoordeel</strong> en zijn die<br />

verwachtingen uitgekomen?<br />

• Wat vindt de werknemer van de wijze waarop het <strong>deskundigenoordeel</strong> is<br />

uitgevoerd?<br />

• Wat vindt de werknemer belangrijk bij een <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

• Welk effect heeft het <strong>deskundigenoordeel</strong> op het verloop van het reintegratietraject?<br />

<strong>De</strong> belangrijkste bevindingen uit het onderzoek zijn:<br />

1. Door wie wordt het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />

• <strong>De</strong> werknemer vraagt in de meeste gevallen het <strong>deskundigenoordeel</strong> aan, <strong>maar</strong><br />

lang <strong>niet</strong> altijd. <strong>De</strong> belangen voor de werkgevers zijn sinds 2004 groter geworden<br />

en zij nemen nu 30% van de aanvragen voor hun rekening.<br />

• <strong>De</strong> werknemer die betrokken is bij het <strong>deskundigenoordeel</strong> is relatief wat ouder,<br />

tussen de 45 en 50 jaar oud, heeft een dienstverband tussen de 5 en 15 jaar en<br />

werkt in de zorg, het management of het onderwijs, functies waarin<br />

verantwoordelijkheid wordt gedragen.<br />

2. Waarvoor en wanneer wordt het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />

• Alle soorten <strong>deskundigenoordeel</strong> komen voor, <strong>maar</strong> ‘ziek of <strong>niet</strong> ziek’ het meest.<br />

Bij de meeste deskundigenoordelen gaat het om psychische klachten of een<br />

combinatie van psychische en lichamelijke klachten.<br />

• Voor het aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong> is het nooit te vroeg, wel te laat.<br />

In het algemeen vindt de werknemer dat die aanvraag op tijd is. Ruim een kwart<br />

van de werknemers vindt dat de aanvraag van een <strong>deskundigenoordeel</strong> te laat<br />

plaatsvindt. In die gevallen zijn de werknemers zelf de aanvrager.<br />

• <strong>De</strong> werknemer is <strong>niet</strong> bekend met de mogelijkheid van een <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />

<strong>De</strong> advocaat, het UWV en de bedrijfsarts zijn in de regel degenen die de<br />

werknemer op het spoor zetten van een <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />

6. Conclusies 55


56<br />

3. Wat is de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

• In ruim 50% van de gevallen wordt de werknemer in het gelijk gesteld. <strong>Het</strong> gaat<br />

dan om het <strong>deskundigenoordeel</strong> ‘ziek of <strong>niet</strong> ziek’. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

beantwoordt in die zin aan één van de doelstellingen van het <strong>deskundigenoordeel</strong>,<br />

het beschermen van de werknemer.<br />

• <strong>De</strong> verzekeringsarts wijkt in 50% van de gevallen af van het oordeel van de<br />

bedrijfsarts. Hieruit is af te leiden dat het UWV zijn taak onpartijdig verricht, ook<br />

al strookt de beleving van de werknemers daar <strong>niet</strong> altijd mee.<br />

4. Welke verwachtingen leven er ten aanzien van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

en zijn die verwachtingen uitgekomen?<br />

• Werknemers verwachten van het UWV meer dan een oordeel. Zij verwachten hulp<br />

bij re-integratie, advies en bemiddeling. <strong>De</strong> helft van de werknemers vindt dat het<br />

UWV de rol van adviseur op zich moet nemen bij het <strong>deskundigenoordeel</strong>, terwijl<br />

30% van de werknemers het UWV ziet als bemiddelaar. <strong>De</strong> verwachtingen van<br />

werknemers worden voor een groot deel <strong>niet</strong> ingelost. <strong>Het</strong> UWV beoordeelt het<br />

verleden en het <strong>deskundigenoordeel</strong> is <strong>niet</strong> toekomstgericht.<br />

5. Wat vindt de werknemer van de uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

• Van de werknemers twijfelt 40% aan de onafhankelijkheid van het UWV bij het<br />

uitvoeren van een <strong>deskundigenoordeel</strong>. Driekwart van hen denkt dat het UWV het<br />

verhaal van de werkgever en/of bedrijfsarts heeft overgenomen.<br />

• Tweederde van de werknemers is het eens met de uitkomst van het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong>, ook al zijn ze <strong>niet</strong> altijd in het gelijk gesteld.<br />

• Tweederde van de werknemers geeft het UWV een voldoende en zou anderen ook<br />

een <strong>deskundigenoordeel</strong> aanraden. <strong>Het</strong> gemiddelde rapportcijfer is een 6-.<br />

6. Waaraan moet een goed <strong>deskundigenoordeel</strong> voldoen?<br />

• Bijna 50% van de werknemers vindt dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> bindend zou<br />

moeten zijn.<br />

• Een kwart van de werknemers vindt dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> sneller<br />

afgehandeld zou moeten worden, gelet op de impact en financiële consequenties<br />

voor de werknemer.<br />

7. Welk effect heeft het <strong>deskundigenoordeel</strong> op het verloop van het reintegratietraject?<br />

• Gaandeweg het re-integratietraject ontstaat er bij 40% van de werknemers een<br />

arbeidsconflict. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> is blijkbaar <strong>niet</strong> het instrument om dit op<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


te lossen. Voor 20% is een arbeidsconflict de reden van ziekmelding. Bij 60% van<br />

de zieke werknemers is er sprake van een arbeidsconflict.<br />

• <strong>De</strong> uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt in ruim 60% van de gevallen <strong>niet</strong><br />

besproken tussen werknemer en werkgever. <strong>De</strong>sgevraagd weten de werknemers<br />

<strong>niet</strong> wat de werkgever van de uitkomst vindt. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> als<br />

bouwsteen bij een vastgelopen re-integratie wordt op die manier onvoldoende<br />

benut.<br />

• <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt in 45% van de gevallen <strong>niet</strong> opgevolgd. <strong>De</strong><br />

gedachte van de wetgever dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> in de praktijk wel als<br />

bindend wordt ervaren, heeft meer weg van ‘de wens is de vader van de<br />

gedachte’ dan van de realiteit.<br />

• Ruim 20% procent van de werknemers is weer aan de slag gegaan in het eigen<br />

werk en nog eens 20% in aangepast werk. Voor hen is de re-integratie in meer of<br />

mindere mate succesvol verlopen. Een volledige WAO- of WIA-uitkering is<br />

toegekend aan 10% van de werknemers. <strong>De</strong> andere 50% van de werknemers is<br />

(nog) <strong>niet</strong> aan het werk. Bij hen is de re-integratie vooralsnog <strong>niet</strong> gelukt.<br />

• Tweederde van de werknemers is <strong>niet</strong> meer in dienst bij de betreffende<br />

werkgever.<br />

Is het <strong>deskundigenoordeel</strong> effectief?<br />

Wanneer werkgever en werknemer verschillen van mening over de ernst van de<br />

arbeidsongeschiktheid, stokt de re-integratie. <strong>De</strong> één denkt dat er wel gewerkt kan<br />

worden, al dan <strong>niet</strong> in aangepast werk, de ander meent van <strong>niet</strong>. En wanneer de<br />

uitgangspunten verschillen is het lastig verder gaan. <strong>De</strong> grote vraag is of het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> effectief bijdraagt aan de re-integratie van de zieke werknemer<br />

wanneer de partijen geen overeenstemming kunnen bereiken over het te volgen traject.<br />

Gelet op onze bevindingen zijn wij <strong>niet</strong> onverdeeld positief. In 2004 zijn de<br />

mogelijkheden voor een <strong>deskundigenoordeel</strong> uitgebreid en is de klassieke ‘second<br />

opinion’ <strong>niet</strong> meer het enige soort <strong>deskundigenoordeel</strong>. Er kan sindsdien ook een oordeel<br />

gevraagd worden over het al dan <strong>niet</strong> passend zijn van aangepaste arbeid en over de reintegratieverplichtingen<br />

van de werkgever en de werknemer.<br />

We hebben gezien dat het klassieke <strong>deskundigenoordeel</strong> vanuit het oogpunt van de<br />

bescherming van de werknemer nuttig is. <strong>De</strong> verwachtingen van de werknemer vooraf<br />

komen overeen met wat het UWV kan leveren. <strong>Het</strong> UWV biedt duidelijkheid en daarmee<br />

kunnen de werkgever en de werknemer verder.<br />

Maar op een oordeel over de re-integratie zit de werknemer <strong>niet</strong> te wachten. In ieder<br />

geval <strong>niet</strong> in de huidige vorm. Hij heeft behoefte aan hulp en aan bemiddeling, <strong>maar</strong> die<br />

kan het UWV <strong>niet</strong> geven. In de praktijk blijven de meningsverschillen tussen werkgever<br />

en werknemer bestaan en de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt lang <strong>niet</strong> altijd<br />

besproken, laat staan opgevolgd.<br />

6. Conclusies 57


<strong>De</strong> werkgever en werknemer zijn primair zelf verantwoordelijk voor de re-integratie,<br />

<strong>maar</strong> hebben bij stokkende re-integratie behoefte aan hulp. Doordat het UWV achteraf<br />

oordeelt en <strong>niet</strong> toekomstgericht adviseert, kan het UWV die hulp <strong>niet</strong> bieden. <strong>Het</strong><br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> in deze vorm is <strong>niet</strong> effectief.<br />

58<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


7. Aanbevelingen<br />

Naar aanleiding van de conclusies van het onderzoek naar verwachtingspatronen en<br />

effecten van het <strong>deskundigenoordeel</strong> en de expertmeeting doet Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />

de volgende aanbevelingen.<br />

• Rechtspositie<br />

1. <strong>Het</strong> is een verbetering van de rechtspositie van werknemers wanneer het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> een bindend karakter krijgt. Bij een bindend<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> zijn beide partijen aan het oordeel gehouden.<br />

Uit het onderzoek komt naar voren dat 50% van de uitgevoerde<br />

deskundigenoordelen geen vervolg krijgt.<br />

2. Werknemers en werkgevers kunnen meer worden gestimuleerd om het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> in een zo vroeg mogelijk stadium aan te vragen, in ieder<br />

geval voordat er sprake is van een arbeidsconflict.<br />

• Informatievoorziening<br />

3. <strong>Het</strong> verdient aanbeveling de informatievoorziening aan zieke werknemers over het<br />

inzetten van een <strong>deskundigenoordeel</strong> bij een stokkende re-integratie te<br />

verbeteren en in een vroegtijdig stadium te verstrekken.<br />

Professionals die betrokken zijn bij de zieke werknemer kunnen deze taak op zich<br />

nemen. In het verzuimbeleid van organisaties kan gewezen worden op het bestaan<br />

en de mogelijkheden van een <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>De</strong> arbodienst c.q. de bedrijfsarts<br />

kan in de communicatie, zowel schriftelijk als mondeling, zieke werknemers<br />

attenderen op het <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />

4. Om te voorkomen dat werknemers hoge verwachtingen koesteren, is het<br />

noodzakelijk dat zij uitvoerig worden geïnformeerd over wat het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> precies inhoudt.<br />

<strong>Het</strong> ligt op de weg van het UWV, de uitvoerder van het <strong>deskundigenoordeel</strong>,<br />

aanvragers duidelijk te informeren over de plaats van het <strong>deskundigenoordeel</strong> in het<br />

re-integratieproces, hoe een oordeel tot stand komt en met welk doel het oordeel<br />

wordt gegeven. Ook kan worden benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor het<br />

verloop van de re-integratie blijft liggen bij beide partijen, de werknemer en<br />

werkgever.<br />

• <strong>De</strong> uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

5. Onderzocht zou moeten worden op welke wijze het <strong>deskundigenoordeel</strong> beter kan<br />

bijdragen aan het vlottrekken van een vastgelopen re-integratie. Er ligt een<br />

meerwaarde in een richtinggevend oordeel of bindend advies dat duidelijke<br />

handvatten biedt voor werknemer en werkgever om verder te gaan.<br />

7. Aanbevelingen 59


60<br />

6. Wanneer er sprake is van een arbeidsconflict, is het zaak dat de verzekeringsarts<br />

het conflict onderkent en benoemt. Dat verhoogt de toegevoegde waarde van het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong> onderliggende probleem staat anders de re-integratie in<br />

de weg.<br />

7. Van de verzekeringsartsen die een <strong>deskundigenoordeel</strong> uitvoeren, mag verwacht<br />

worden dat zij de tijd en ruimte nemen om hun rol en functie toe te lichten. Dat<br />

zal het vertrouwen van werknemers in het <strong>deskundigenoordeel</strong> vergroten.<br />

8. <strong>Het</strong> toepassen van hoor en wederhoor en het consulteren van bedrijfsartsen en<br />

waar nodig behandelend artsen behoren standaard te worden uitgevoerd voordat<br />

het UWV een <strong>deskundigenoordeel</strong> afgeeft.<br />

9. Bij een <strong>deskundigenoordeel</strong> naar de passendheid van het aangeboden werk is het<br />

noodzakelijk dat naast de arbeidsdeskundige ook de verzekeringsarts wordt<br />

ingezet. Onderliggend probleem bij verschil van mening over passend werk is<br />

vaak de ernst van de ziekte en de beperkingen.<br />

• Na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

10. <strong>Het</strong> is noodzakelijk dat werknemer en werkgever de uitslag van een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> met elkaar bespreken, zo nodig met inzet van mediation. Hier<br />

ligt een gezamenlijke verantwoordelijkheid van beide partijen om vervolg te<br />

geven aan het <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong> ligt in de rede om het initiatief hiervoor te<br />

leggen bij de werkgever.<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


7. Aanbevelingen 61


62<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Bijlagen<br />

Bijlage 1. Verslag expertmeeting<br />

Bijlage 2. Vragenlijst <strong>deskundigenoordeel</strong> (DO) voor werknemers<br />

Bijlagen 63


64<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Bijlage 1. Verslag expertmeeting<br />

In de laatste fase van het onderzoek naar het <strong>deskundigenoordeel</strong> is een expertmeeting<br />

gehouden waaraan deskundigen uit diverse disciplines hebben deelgenomen, te weten<br />

vertegenwoordigers van werknemers, werkgevers, verzekeringsartsen, bedrijfsartsen,<br />

arbeidsdeskundigen en het UWV.<br />

<strong>Het</strong> doel van de bijeenkomst was om gesignaleerde knelpunten aan de deskundigen ter<br />

toetsing voor te leggen. Vervolgens is gezocht naar mogelijke oplossingsrichtingen, aan<br />

de hand van stellingen. Hier wordt daarvan – geanonimiseerd- verslag gedaan.<br />

Mede op basis van het gehoorde tijdens de expertmeeting zijn de aanbevelingen<br />

geformuleerd.<br />

<strong>De</strong> namen van de deelnemers staan vermeld in het colofon.<br />

Stelling 1: <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> moet sneller in beeld worden gebracht bij<br />

werknemers en werkgevers<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> was oorspronkelijk bedoeld ter bescherming van de werknemer,<br />

later is het uitgebreid en een instrument geworden om re-integratie-inspanningen te<br />

toetsen. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> is een hulpmiddel voor werknemer en werkgever,<br />

wanneer de re-integratie stokt. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> moet bekend zijn bij zowel<br />

werknemers als werkgevers, juist vanuit het oogpunt van rechtsbescherming.<br />

Alle aanwezigen onderschrijven de stelling en vinden dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> sneller<br />

in beeld moet worden gebracht bij werknemers en werkgevers. Met de komst van de WIA<br />

is het behoud van werk belangrijker geworden voor de werknemer. Van werkgevers<br />

wordt verwacht dat zij hun zieke werknemers aan het werk houden. Een goede relatie<br />

tussen beiden is van essentieel belang. Wanneer een re-integratie stagneert, moeten<br />

werknemer en werkgever snel uit de impasse komen, om te voorkomen dat standpunten<br />

zich verharden en er een arbeidsconflict ontstaat. Voor beide partijen geldt dat zij zo snel<br />

mogelijk moeten weten waar zij aan toe zijn. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> kan hieraan een<br />

belangrijke bijdrage leveren.<br />

<strong>De</strong> winst van een <strong>deskundigenoordeel</strong> zit met name in het feit dat het dejuridiserend<br />

werkt, aldus de aanwezigen. Met het <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt bereikt dat iedere partij<br />

weet hoe verder moet worden gegaan met het re-integratieproces.<br />

<strong>De</strong> vraag wordt opgeworpen of het verstandig is om het <strong>deskundigenoordeel</strong> standaard<br />

na een jaar ziekte aan te vragen, als een vorm van toetsing. Er worden voor- en<br />

tegenargumenten genoemd. <strong>Het</strong> kan voordelen opleveren. Er wordt een oordeel<br />

gevraagd aan het UWV of de werknemer en werkgever op de goede weg zijn. Wanneer<br />

dat standaard na een jaar gebeurt, kan er zo nodig worden bijgestuurd. Wat er op tegen<br />

is, is dat het een defensieve manier is: de werkgever is gericht op het voorkomen van<br />

een boete. Terwijl het juist belangrijk is dat werknemer en werkgever samen actief aan<br />

de slag gaan.<br />

Bijlage 1 65


Wat pleit tegen het <strong>deskundigenoordeel</strong>, is dat het een oordeel velt, terwijl de<br />

werknemer hulp wil. Daarom is het essentieel dat er begeleiding is voor werknemer en<br />

werkgever. Er wordt een traject gevolgd en het <strong>deskundigenoordeel</strong> is een ‘second<br />

opinion’. Een derde partij velt een objectief oordeel over een bepaalde, voorgelegde<br />

kwestie die betrekking heeft op de re-integratie. Dat hoeft overigens <strong>niet</strong> altijd een<br />

conflict te zijn.<br />

Naarmate het <strong>deskundigenoordeel</strong> eerder wordt aangevraagd, bevordert dat de reintegratie.<br />

Daarover zijn de aanwezigen het eens. Er spelen immers financiële belangen,<br />

het inkomen van de werknemer is bijvoorbeeld in het geding. <strong>De</strong> werkgever kan immers<br />

zijn loon opschorten. Ook moet er rekening mee worden gehouden dat hij ziek is. Een<br />

oplossing kan zijn dat de werknemer een onbelemmerde toegang tot de bedrijfsarts moet<br />

kunnen krijgen. Dat is nu <strong>niet</strong> altijd zo. <strong>Het</strong> komt ook voor dat mensen bij ziekte<br />

doorwerken en dat doen zonder begeleiding van de bedrijfsarts.<br />

Er zou meer aandacht moeten komen voor de lange termijn. Dat is met name van belang<br />

voor werknemers met een chronische aandoening. Hun medische beperkingen zijn<br />

immers blijvend. <strong>De</strong> werkgever werkt het liefst toe naar volledige hervatting in eigen<br />

werk en gaat er vaak van uit dat hij een zieke werknemer aangepast werk moet<br />

aanbieden voor een korte periode. Bij chronisch zieken gaat het echter om de vraag of<br />

het aangepaste werk kan worden volgehouden op de lange termijn.<br />

<strong>Het</strong> re-integratieproces is complex. Sinds de werkgever twee jaar lang het loon moet<br />

doorbetalen is het van belang dat het traject van re-integreren sneller verloopt. <strong>De</strong><br />

kwaliteit van de arbodienst is in dat verband belangrijk. Die moet goed adviseren en<br />

begeleiden. <strong>Het</strong> belangrijkste is dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> flexibel ingezet kan worden.<br />

Ook zou er naar gestreefd moeten worden om zo min mogelijk een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

te vragen. Een goede begeleiding door de arbodienst kan een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

overbodig maken.<br />

Stelling 2: <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> heeft geen zin als er een arbeidsconflict<br />

speelt<br />

<strong>De</strong> meningen zijn verdeeld over deze stelling. Gewezen wordt op de STECR-werkwijzer<br />

bij arbeidsconflicten die helder is en veel wordt gebruikt, wanneer er sprake is van<br />

arbeidsverzuim in relatie tot een conflict. <strong>De</strong> bedrijfsarts heeft hier een belangrijke rol.<br />

Wat kan een <strong>deskundigenoordeel</strong> hieraan toevoegen?<br />

Opgemerkt wordt dat er behoefte kan zijn een onafhankelijk oordeel, bij de werknemer<br />

of de werkgever of bij beiden. In die zin kan het een meerwaarde hebben. Een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> geeft duidelijkheid, los van het feit of er een arbeidsconflict speelt of<br />

<strong>niet</strong>. <strong>De</strong> rol van het <strong>deskundigenoordeel</strong> is hier die van een grensrechter. <strong>Het</strong> gaat er <strong>niet</strong><br />

om het arbeidsconflict op te lossen. <strong>De</strong> werknemer en werkgever moeten dat<br />

gezamenlijk doen met behulp van adviseurs. Dan wordt in de eerste instantie gekeken<br />

naar de bedrijfsarts en de arbeidsdeskundigen.<br />

66<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Maar wordt een probleem <strong>niet</strong> vertroebeld wanneer er een (onderliggend) arbeidsconflict<br />

is? Over het algemeen heeft een arbeidsconflict een lange looptijd. Moet je dan nog een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> afgeven, terwijl duidelijk is dat er iets anders speelt? Moet dat <strong>niet</strong><br />

eerst opgelost worden?<br />

Er wordt gewezen op het feit dat er sprake kan zijn van verborgen agenda’s <strong>maar</strong> dat<br />

staat een <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong> in de weg. Integendeel, alles wat een arbeidsconflict<br />

kan doen verminderen, moet worden aangegrepen. Want hoe langer een arbeidsconflict<br />

duurt, hoe meer spanningen dat met zich meebrengt. Een <strong>deskundigenoordeel</strong> kan<br />

uitkomst bieden, bijvoorbeeld wanneer het arbeidsconflict is gebaseerd op onwetendheid<br />

of wanneer er onduidelijkheid is over rechten en plichten. Er wordt bij een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> objectief gekeken naar het arbeidsconflict door een onafhankelijke<br />

instantie. Dat kan de zaak vlottrekken. Ook kan het UWV worden gevraagd om te<br />

oordelen over onderdelen waarover het arbeidsconflict speelt. Een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

kan dan fungeren als een bouwsteen die bijdraagt aan het oplossen van een conflict.<br />

Zeker waar het gaat om een verschil van inzicht over passend werk, ligt hier een rol voor<br />

arbeidsdeskundigen om een oplossing te bewerkstelligen.<br />

Duidelijk is dat een <strong>deskundigenoordeel</strong> geen zin heeft, wanneer partijen <strong>niet</strong> met elkaar<br />

door willen. Dan is het <strong>deskundigenoordeel</strong> alleen een verplicht nummer en levert het<br />

geen enkele bijdrage aan het re-integratieproces.<br />

Stelling 3: Een bindend <strong>deskundigenoordeel</strong> bevordert de re-integratie<br />

Over het algemeen vinden de aanwezigen dat het bindend maken van het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> geen voordelen oplevert. <strong>Het</strong> gaat er om dat er een goed<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> ligt, waarmee de arbodienst als begeleider van het reintegratietraject<br />

verder kan. Ook wordt gewezen op het belang dat een verschil van<br />

inzicht <strong>niet</strong> wordt gejuridiseerd. En dat gebeurt als het <strong>deskundigenoordeel</strong> bindend<br />

wordt gemaakt. Want wanneer een <strong>deskundigenoordeel</strong> bindend wordt, betekent dat er<br />

ook een beroepsmogelijkheid moet zijn. Dat leidt weer tot een langer traject, waarin de<br />

re-integratie stil ligt. Dat brengt het gevaar met zich mee dat posities worden ingenomen<br />

en dat het meer gaat om het gelijk krijgen dan om het weer op gang brengen van het reintegratieproces.<br />

Ook menen enkele aanwezigen dat een bindend <strong>deskundigenoordeel</strong> de zaak juist verder<br />

op scherp kan zetten en het eventueel aanwezige arbeidsconflict vergroten. En het gaat<br />

er juist om dat werknemer en werkgever weer samen verder kunnen met het reintegratietraject.<br />

<strong>De</strong> verantwoordelijkheid ligt daar, bij die twee partijen.<br />

Een ander argument dat ter tafel wordt gebracht is het gegeven dat het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> bij veel werknemers en werkgevers al wordt gezien als bindend. <strong>Het</strong><br />

bindend maken heeft dan geen meerwaarde meer. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> is bovendien<br />

op geen enkele manier vrijblijvend: aan het eind van het re-integratietraject wordt er<br />

immers afgerekend door het UWV.<br />

Bijlage 1 67


Een van de aanwezigen voegt daaraan toe dat een <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong> op zich staat.<br />

Als het goed is, wordt het <strong>deskundigenoordeel</strong> opgevolgd door een consult door een<br />

arbeidsdeskundige of door de arbodienst. <strong>De</strong> sociale partners moeten het oppakken. <strong>Het</strong><br />

re-integratietraject kan worden opgevat als een professioneel traject. Dat maakt het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> in de praktijk bindend. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> is dienstbaar aan het<br />

re-integratietraject, althans dat zou het moeten zijn. Als het <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong> het<br />

gewenste effect heeft, kan er bovendien gewoon opnieuw een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

worden aangevraagd. Ook dat pleit tegen het bindend maken. Gerealiseerd moet worden<br />

dat re-integreren een complex proces kan zijn. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> kan een<br />

blokkade weghalen, tot de volgende weer opdoemt.<br />

In de discussie gaan er ook stemmen op om het <strong>deskundigenoordeel</strong> wel bindend te<br />

maken. <strong>Het</strong> algemene idee is dat werknemers een bindend oordeel wensen. Zij staan<br />

immers met lege handen wanneer de werkgever het oordeel <strong>niet</strong> opvolgt. Een bindend<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> heeft wel degelijk een toegevoegde waarde. Wanneer het bindend is,<br />

geeft dat meer rechtszekerheid voor de werknemer.<br />

Stelling 4: <strong>De</strong> onafhankelijkheid van de verzekeringsarts moet overtuigender<br />

Geen van de aanwezigen onderschrijft deze stelling. <strong>De</strong> onafhankelijkheid van de<br />

verzekeringsarts is al overtuigend. Uit het onderzoek blijkt dat 40% van de ondervraagde<br />

werknemers aangeeft de onafhankelijkheid van de verzekeringsarts in twijfel te trekken.<br />

Om twijfels weg te nemen bij die 40% van de ondervraagde werknemers over de<br />

onafhankelijkheid van de verzekeringsarts is het zaak dat er iets gebeurt op het gebied<br />

van voorlichting en communicatie. Ook wordt de term verwachtingsmanagement<br />

genoemd. <strong>De</strong> rol van de verzekeringsarts moet duidelijk en helder zijn. In<br />

voorlichtingsteksten en in de communicatie met de werknemer moet hier aandacht aan<br />

worden besteed.<br />

<strong>De</strong> manier waarop het <strong>deskundigenoordeel</strong> tot stand komt, is ook van belang voor het<br />

vertrouwen van de werknemer en werkgever. Bij een zorgvuldige uitvoering van het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> hoort het toepassen van hoor en wederhoor. Zowel de werkgever als<br />

de werknemer moet worden gehoord.<br />

Wanneer het gaat over de vraag of iemand ziek of <strong>niet</strong> ziek is, dan is een medisch<br />

oordeel voldoende. Wanneer het gaat om bijvoorbeeld of het werk passend is, komen<br />

zaken als redelijkheid en billijkheid om de hoek kijken. Wanneer dat aan de orde is, moet<br />

er ook op de werkplek worden gekeken. Daarna kan er pas een oordeel worden geveld.<br />

<strong>De</strong> indruk bestaat bij de aanwezigen dat die werkwijze <strong>niet</strong> altijd wordt gevolgd.<br />

Wat ook <strong>niet</strong> altijd gebeurt, is dat de verzekeringsarts contact opneemt met de<br />

bedrijfsarts, hoewel dat wel altijd de intentie is. Dat heeft te maken met de<br />

onbereikbaarheid over en weer. Een <strong>deskundigenoordeel</strong> moet immers snel wordt geveld.<br />

Dat er geen optimale communicatie is tussen beide partijen, heeft gevolgen voor de<br />

kwaliteit van het oordeel. Ander problemen liggen op het vlak van de privacywetgeving<br />

en beroepsgeheim.<br />

68<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


<strong>Het</strong> advies van de aanwezigen is om het contact tussen beide groepen te faciliteren.<br />

Eigenlijk zou het <strong>deskundigenoordeel</strong> zo moeten worden ingericht dat wanneer<br />

professionals bij het re-integratieproces zijn betrokken, de verzekeringsarts altijd contact<br />

met hen zoekt. Ook zitten er verschillen in kwaliteit in de deskundigenoordelen.<br />

Uniformiteit is gezien de grootschaligheid van het UWV een illusie, aldus een van de<br />

aanwezigen.<br />

Stelling 5: <strong>De</strong> verwachtingen van werknemers over het effect van het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> zijn te hoog gespannen<br />

Voor de meeste aanwezigen is de stelling herkenbaar. Er wordt veel verwacht van het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong>. Ook kan er een cultuur van gelijk (willen) krijgen heersen, wat een<br />

succesvolle re-integratie in de weg staat. <strong>De</strong> gedachte dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> de<br />

zaak oplost, is funest. <strong>Het</strong> probleem wordt dan neergelegd bij de derde partij, terwijl het<br />

moet blijven, waar het hoort: bij werknemer en werkgever samen. Wanneer<br />

verwachtingen te hoog gespannen, zijn, dan is het van belang dat via de lijn van<br />

communicatie duidelijk wordt gemaakt wat het <strong>deskundigenoordeel</strong> precies inhoudt. In<br />

ieder geval is het zo dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> de zaak <strong>niet</strong> uit handen geeft. <strong>De</strong><br />

verantwoordelijkheid blijft liggen bij beide partijen.<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> is veeleer een klein deel van het proces. Gewezen wordt op<br />

belang van de begeleiding: het gaat er om hoe aan het <strong>deskundigenoordeel</strong> uitvoering<br />

wordt gegeven. Dat proces moet worden begeleid door professionals.<br />

<strong>Het</strong> komt voor dat werknemers onvoldoende zicht hebben op de eigen situatie. Ook<br />

wordt de eigen positie <strong>niet</strong> altijd erkend. <strong>De</strong> WIA is in dat verband een wezenlijk ander<br />

verhaal dan de WAO. Een werknemer moet samen met de werkgever aan de slag, ze<br />

moeten met elkaar verder. Een <strong>deskundigenoordeel</strong> biedt dan een handvat.<br />

Wanneer verwachtingen te hoog zijn of <strong>niet</strong> realistisch dan volgt teleurstelling en dat is<br />

<strong>niet</strong> bevorderlijk voor het re-integratieproces. <strong>Het</strong> is dus van belang om helder te maken<br />

welke functie het <strong>deskundigenoordeel</strong> heeft.<br />

<strong>De</strong> aanwezigen zijn het erover eens dat - hoewel het besef dat de verantwoordelijkheid<br />

ligt bij de werkgever en werknemer die er samen uit moeten komen, al redelijk is<br />

doorgedrongen - het accent moet blijven liggen op de bewustwording van werkgever,<br />

werknemer en de arbodienst. Wat kun je doen om je werk te behouden? Daar gaat het<br />

om. Begeleiding bij het re-integratieproces is essentieel. Na een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

moet het verder worden uitgevoerd.<br />

Stelling 6: <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> moet verder gaan dan een oordeel<br />

Op de stelling wordt verschillend gereageerd. <strong>De</strong> verwachtingen over het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> zijn wel zodanig dat er meer wordt verlangd dat een oordeel. Wat<br />

gemist wordt door enkele aanwezigen is dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong><br />

Bijlage 1 69


toekomstgericht is. Werknemers willen een advies, of hebben behoefte aan bemiddeling.<br />

<strong>Het</strong> gaat immers om een vastgelopen re-integratie, waarbij er verschil van inzicht is.<br />

Een van de aanwezigen pleit voor een <strong>deskundigenoordeel</strong> met een richtinggevend<br />

advies. Wel is dan de vraag hoever het advies zou moeten gaan? Dan zou het een<br />

verplichtend karakter moeten krijgen. Anderen willen geen verplichtend karakter.<br />

Arbodiensten gaan dan afwachten, het re-integratieproces krijgt een defensief, passief<br />

karakter. En het gaat er juist om dat beide partijen actief opereren. In de ideale situatie<br />

is het <strong>deskundigenoordeel</strong> een stimulans, het is weer een reden om aan tafel te gaan.<br />

Partijen moeten weer tot actie overgaan en er samen uitkomen, zo nodig met behulp van<br />

professionals zoals een mediator.<br />

Ook vinden enkele aanwezigen dat oordeel en advies uit elkaar moeten worden<br />

gehouden. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> moet een oordeel blijven. <strong>Het</strong> advies moet in de<br />

markt worden gevonden. Ook hier is het van belang dat partijen ermee aan de slag gaan.<br />

Na het <strong>deskundigenoordeel</strong> kan de werkgever een advies inwinnen over het vervolg. <strong>De</strong><br />

werkgever blijft verantwoordelijk, ook voor de kwaliteit van het advies. <strong>Het</strong> UWV heeft<br />

hier een toetsende rol en geen adviserende. Om op dit moment het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

uit te breiden met een advies is in het huidige bestel geen haalbare zaak, zo wordt<br />

opgemerkt door een van de aanwezigen.<br />

Ook wordt gesproken over het gegeven dat in een <strong>deskundigenoordeel</strong> al een richting<br />

wordt aangegeven, waarmee werkgever en werknemer verder kunnen. <strong>Het</strong> past het UWV<br />

als uitvoerder van het <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong> om in de begeleidende rol te zitten, vindt<br />

een aantal aanwezigen.<br />

Afsluiting<br />

<strong>Het</strong> gehoorde tijdens de expertmeeting is meegenomen in de aanbevelingen die na de<br />

conclusies in deze rapportage zijn opgenomen.<br />

70<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Bijlage 1 71


72<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Bijlage 2 Vragenlijst <strong>deskundigenoordeel</strong> (DO)<br />

voor werknemers<br />

Bent u in 2008 betrokken geweest bij een <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

o Ja, het onderzoeksnummer is:<br />

o Nee, u hoeft de enquête <strong>niet</strong> in te vullen. Wilt u deze wel terugsturen?<br />

Start enquête.<br />

<strong>De</strong> enquête bestaat uit 5 onderdelen. Daarmee hopen we een goed beeld te krijgen van<br />

de redenen om een <strong>deskundigenoordeel</strong> aan te vragen, de uitvoering ervan, het effect op<br />

de re-integratie en natuurlijk uw mening over dit alles. We hebben zoveel mogelijk<br />

gesloten vragen gesteld waarbij u een antwoord kunt aankruisen, <strong>maar</strong> voor meningen is<br />

het nodig ook open vragen te stellen en vragen we regelmatig om een toelichting. We<br />

zouden het bijzonder fijn vinden wanneer u zo’n toelichting geeft.<br />

I <strong>De</strong> uitgangssituatie<br />

<strong>Het</strong> invullen van de enquête is <strong>vrijwillig</strong> en zoals gezegd zal de door u ingevulde enquête<br />

na afloop van het onderzoek ver<strong>niet</strong>igd worden. Omdat we in deze enquête willen<br />

bekijken of de duur van het dienstverband, de omvang van het bedrijf, uw functie en<br />

leeftijd van invloed zijn op de re-integratie, beginnen we toch met enkele vragen over u<br />

en uw werkgever.<br />

1. Wat is uw geboortedatum?<br />

2. Man/vrouw<br />

3. Vanaf welke datum bent u in dienst (geweest) bij uw werkgever?<br />

4. Wat was uw functie bij het bedrijf?<br />

5. Grootte van het bedrijf<br />

o 500 werknemers<br />

II <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

We beginnen met vragen over de periode die aan het <strong>deskundigenoordeel</strong> vooraf ging.<br />

Waarom is er een <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd en wat waren op dat moment uw<br />

verwachtingen?<br />

6. Op welke datum bent u arbeidsongeschikt geworden en kon u <strong>niet</strong> meer werken?<br />

Bijlage 2 73


74<br />

7. Met welke reden heeft u zich arbeidsongeschikt gemeld?<br />

o Lichamelijke klachten<br />

o Psychische klachten<br />

o Combinatie van bovenstaande klachten<br />

o Vind ik <strong>niet</strong> relevant<br />

8. Wie heeft het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />

o U<br />

o Uw werkgever<br />

9. Wat was het onderwerp van geschil in het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

o (on)geschiktheid tot werken<br />

o re-integratie-inspanningen werknemer<br />

o re-integratie-inspanningen werkgever<br />

o passendheid aangeboden werk<br />

o anders:<br />

10. Op welk moment is het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />

(zo mogelijk datum)<br />

11. Was dat naar uw oordeel<br />

o Te vroeg<br />

o Te laat<br />

o Op tijd<br />

Toelichting:<br />

12. Hebt u eerst andere oplossingen voor het verschil van mening gezocht? En zo ja,<br />

wilt u dan ook toelichten waarom dit <strong>niet</strong> is gelukt?<br />

o Nee, we hebben meteen een <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd<br />

o Ja, via de bedrijfsarts<br />

o Ja, gesprekken met leidinggevende<br />

o Ja, een mediation<br />

o Ja, anders, namelijk<br />

Toelichting: het is <strong>niet</strong> gelukt om het probleem daarmee op te lossen, omdat<br />

13. Speelde een arbeidsconflict een rol in de ziekte?<br />

o Ja, het was de reden om ziek te melden<br />

o Ja, eerst <strong>niet</strong>, <strong>maar</strong> tijdens de ziekte kregen we een conflict<br />

o Nee<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


14. Hoe kwam u op het idee van een <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

(beantwoorden wanneer u het DO heeft aangevraagd; ga anders naar vraag 17)<br />

o Bedrijfsarts<br />

o Werkgever<br />

o Advocaat/gemachtigde<br />

o Familie en/of vrienden<br />

o UWV<br />

o Anders:<br />

15. Wat wilde u met het <strong>deskundigenoordeel</strong> bereiken? Graag toelichten!<br />

o Duidelijkheid<br />

o Bevestiging dat ik mijn werk <strong>niet</strong> kon doen door ziekte<br />

o Bevestiging dat aangeboden werk <strong>niet</strong> passend was<br />

o Bevestiging dat werkgever onvoldoende re-integratieinspanningen leverde<br />

o Anders, namelijk:<br />

o<br />

16. Wat was de reactie van uw werkgever op de aanvraag van een<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

17. Hoe was uw reactie op de aanvraag van een <strong>deskundigenoordeel</strong> door de<br />

werkgever? (alleen beantwoorden indien van toepassing)<br />

18. Wat verwachtte u van het UWV bij het <strong>deskundigenoordeel</strong>? Graag toelichten.<br />

o Onafhankelijk oordeel<br />

o Advies<br />

o Hulp bij re-integratie<br />

o Bemiddeling<br />

Toelichting:<br />

III <strong>De</strong> uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

Nu volgen vragen over de uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong>. Dit zijn zowel feitelijke<br />

vragen als vragen waarbij u uw mening kunt geven.<br />

19. Welke rol vervulde het UWV tijdens het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

o Adviseur<br />

o <strong>De</strong>skundige<br />

o Beslisser<br />

o Anders, namelijk:<br />

Bijlage 2 75


20. Was het <strong>deskundigenoordeel</strong> naar uw gevoel onafhankelijk? Graag toelichten.<br />

o Ja, het UWV geeft een eigen oordeel<br />

o <strong>Het</strong> UWV neemt het oordeel van de bedrijfsarts over<br />

o <strong>Het</strong> UWV hecht te veel waarde aan het verhaal van de werkgever<br />

o <strong>Het</strong> UWV heeft mijn verhaal overgenomen<br />

Toelichting:<br />

76<br />

21. Hebt u het gevoel dat er daadwerkelijk naar u geluisterd werd? Hebt u kunnen<br />

zeggen wat u wilde? Graag toelichten.<br />

o Ja,<br />

o Nee,<br />

22. Hebt u zelf extra medische informatie zoals brieven van specialisten ingebracht?<br />

o Ja, van de<br />

o Nee<br />

23. Hebt u het UWV gevraagd contact op te nemen met: (meerdere antwoorden<br />

mogelijk)<br />

o Bedrijfsarts<br />

o Huisarts<br />

o Specialist<br />

o Anderen namelijk:<br />

o Nee, ik heb dit <strong>niet</strong> gevraagd<br />

24. Heeft het UWV de bedrijfsarts of andere medici geraadpleegd voor zover u weet?<br />

(ook hier zijn meerdere antwoorden mogelijk)<br />

o Ja, de bedrijfsarts<br />

o Ja, de huisarts<br />

o Ja, de specialist<br />

o Nee, er zijn geen derden geraadpleegd<br />

o Weet ik <strong>niet</strong><br />

25. Wat was de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

o <strong>De</strong> werkgever is in het gelijk gesteld<br />

o <strong>De</strong> werknemer is in het gelijk gesteld<br />

o Anders, namelijk:<br />

26. Kwam deze uitkomst overeen met het advies van de bedrijfsarts?<br />

o Ja<br />

o Nee<br />

o Niet van toepassing<br />

27. Op welke wijze kreeg u de uitslag van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

o Een brief van het UWV<br />

o Ik hoorde het van mijn werkgever<br />

o Ik hoorde het van de bedrijfsarts<br />

o Anders, namelijk:<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


28. Was u het met de uitkomst eens?<br />

o Ja, omdat:<br />

o Nee, omdat:<br />

29. Was de werkgever het met de uitkomst eens?<br />

o Ja<br />

o Nee<br />

o Weet ik <strong>niet</strong><br />

IV Hoe ging het verder met u na het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

Met dit onderzoek willen we ook bekijken hoe het verder ging na het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong>. Heeft het iets opgeleverd? Was het van invloed op de re-integratie?<br />

<strong>De</strong> volgende vragen gaan daarom over de periode na de uitslag van het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />

30. Hebben u de werkgever de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> samen<br />

besproken?<br />

o Ja<br />

o Nee<br />

31. Is de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> door u en de werkgever opgevolgd?<br />

o Ja<br />

o Nee (graag toelichting)<br />

32. Bent u weer aan het werk gegaan na het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />

o Ja, in mijn eigen werk<br />

o Ja, in aangepast werk<br />

o Nee<br />

33. Bent u nog steeds in dienst bij de werkgever?<br />

o Ja, in mijn oorspronkelijke functie.<br />

o Ja, in een andere functie, namelijk:<br />

o Nee, ik werk bij een andere werkgever in een vergelijkbare functie<br />

o Nee, ik werk bij een andere werkgever in een andere functie<br />

o Nee, anders:<br />

34.1 Hebt u een WAO- of WIA-uitkering aangevraagd?<br />

o Ja<br />

o Nee, ik ben na het <strong>deskundigenoordeel</strong> weer aan het werk gegaan<br />

o Nee, ik ben later weer hersteld en aan het werk gegaan<br />

o Niet van toepassing. Ik ben nog geen 2 jaar ziek.<br />

Bijlage 2 77


34.2 Zo ja, hebt u een uitkering gekregen?<br />

o Ja, volledige WAO 80-100%<br />

o Ja, gedeeltelijke WAO tussen de 15 en 80%<br />

o Ja, WIA 80-100%<br />

o Ja, WIA 35-80%<br />

o Nee, geen uitkering<br />

35.1 Bent u bij de rechter geweest in kader van ontbinding van de arbeidsovereenkomst<br />

of voor een loonvordering?<br />

o Ja, beantwoord ook vraag 35.2.<br />

o Nee, ga naar vraag 36.<br />

35.2 Nam de rechter het standpunt van het <strong>deskundigenoordeel</strong> over?<br />

o Ja<br />

o Nee<br />

V Uw mening over het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

In het laatste gedeelte van de enquête vragen we uw mening over het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong>. Met behulp van uw antwoord hopen we te ontdekken hoe het<br />

<strong>deskundigenoordeel</strong> zo goed mogelijk uitgevoerd kan worden. Wat gaat er nu goed en<br />

moet vooral zo blijven? Wat moet eventueel veranderd worden?<br />

78<br />

36. Wat vond u van de duur van de procedure?<br />

a. Goed<br />

b. <strong>De</strong> procedure zou sneller moeten omdat:<br />

c. <strong>De</strong> procedure mag langer duren wanneer<br />

37. Wat vindt u belangrijk bij een DO?<br />

Graag aangeven 1 t/m 5 in volgorde van belangrijkheid; 1 is belangrijkste; u mag<br />

bij het tweede gedeelte van de vraag ook zelf belangrijke punten noemen<br />

Snelheid<br />

Onafhankelijkheid<br />

Bindend<br />

Laagdrempelig<br />

Kosten<br />

Anders, namelijk:<br />

38. Welke rol zou het UWV moeten vervullen naar uw mening? Eventueel kunt u meer<br />

opties aangeven. Graag toelichten!<br />

a. <strong>De</strong>skundige<br />

b. Onafhankelijke adviseur<br />

c. Beslisser die bindende uitspraak kan doen<br />

d. Bemiddelaar<br />

Toelichting:<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


39. Zou u iemand anders het aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong> aanraden?<br />

a. Ja, het kan erg helpen<br />

b. Ja, het is wel een handige richtlijn<br />

c. Nee, het heeft geen nut.<br />

d. Nee, het werkt een arbeidsconflict in de hand<br />

Ja/nee vanwege een andere reden, namelijk:<br />

40. Kunt u kort aangeven waarom u een <strong>deskundigenoordeel</strong> aanvroeg, wat u er mee<br />

bereikte en welke effecten dit had op u en de werkgever?<br />

41. Wilt u een rapportcijfer geven voor het DO? ……….<br />

Hartelijk dank voor uw medewerking!<br />

Belangrijk!<br />

In dit onderzoek staan uw verwachtingen ten aanzien van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

centraal. Om goede aanbevelingen te kunnen doen willen wij het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />

van diverse kanten belichten. Graag zouden wij daarom ook contact opnemen met uw<br />

werkgever en deze vragen willen stellen over hun verwachtingen en welke reintegratiemogelijkheden<br />

zij binnen het bedrijf zagen. <strong>Het</strong> kan zijn dat u hier bezwaren<br />

tegen heeft en daarom vragen wij uw toestemming; zonder die toestemming zullen wij<br />

de werkgever <strong>niet</strong> benaderen!<br />

Naam:<br />

Adres:<br />

Plaats:<br />

A. Ik geef wel/geen* toestemming voor het opnemen van contact met mijn<br />

werkgever. Mijn werkgever is:<br />

B. Mogelijk geven uw antwoorden aanleiding tot het vragen om een toelichting.<br />

Mogen wij hiervoor contact met u opnemen? Zo ja, wilt u dan uw gegevens<br />

vermelden?<br />

Naam:<br />

Adres:<br />

Postcode en Woonplaats:<br />

Telefoon:<br />

E-mail:<br />

C. Ik wil wel/<strong>niet</strong> op de hoogte gesteld worden van de resultaten van het onderzoek.<br />

Nogmaals hartelijk dank! U kunt de enquête terugsturen in de<br />

antwoordenveloppe.<br />

Bijlage 2 79


80<br />

<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Colofon<br />

‘<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend. Onderzoek naar effecten en<br />

verwachtingspatronen’ is een uitgave van Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> in samenwerking<br />

met het UWV.<br />

<strong>Het</strong> onderzoek is mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van Stichting Instituut<br />

Gak.<br />

Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />

Postbus 1700<br />

1200 BS Hilversum<br />

035 6722 722<br />

Hinfo@deombudsman.nlH<br />

Hwww.deombudsman.nlH<br />

Onderzoek en tekst: mr. Ewoud ’t Jong<br />

Redactie: drs. Jenny Boer<br />

Vormgeving: Grossdesigners (omslag) en drs. Vera Kloor (binnenwerk)<br />

<strong>De</strong>elnemers expertmeeting op 15 december 2010<br />

• <strong>De</strong> heer drs. A. van Hout, coördinator project Chronisch ziek en werk<br />

Reumapatiëntenbond<br />

• <strong>De</strong> heer H.J. Hullen, voorzitter Nederlandse Vereniging van<br />

Verzekeringsgeneeskunde (NVVG)<br />

• <strong>De</strong> heer E. van der Jagt, Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)<br />

• <strong>De</strong> heer mr. E. ’t Jong, Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />

• <strong>De</strong> heer dr. H. Kroneman, Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)<br />

• Mevrouw E. Prins, directeur Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />

• <strong>De</strong> heer H. van Ringen, Nederlandse Vereniging van Arbeidsdeskundigen (NVVA)<br />

• <strong>De</strong> heer R. Slagmolen, secretaris arbeidsmarkt MKB Nederland<br />

• <strong>De</strong> heer H. Spanjaard, secretaris Nederlandse Vereniging van Arbeids- en<br />

Bedrijfsgeneeskunde (NVAB)<br />

Colofon 81


<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend


Stichting<br />

<strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />

Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> - Postbus 1700 - 1200 BS Hilversum - www.deombudsman.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!