Het deskundigenoordeel: vrijwillig maar niet ... - De Ombudsman
Het deskundigenoordeel: vrijwillig maar niet ... - De Ombudsman
Het deskundigenoordeel: vrijwillig maar niet ... - De Ombudsman
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>De</strong><br />
Stichting<br />
<strong>Ombudsman</strong><br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>:<br />
<strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend<br />
Onderzoek naar effecten<br />
en verwachtingspatronen
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>:<br />
<strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend<br />
Onderzoek naar effecten en verwachtingspatronen<br />
Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />
januari 2011<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend 1
2<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Woord vooraf<br />
<strong>Het</strong> toverwoord is <strong>deskundigenoordeel</strong>. Vroeger heette het ‘second opinion’ of tweede<br />
oordeel en dat is precies wat het is, <strong>niet</strong> meer en <strong>niet</strong> minder. Een eerste oordeel van de<br />
bedrijfsarts waarin de werknemer of de werkgever zich <strong>niet</strong> herkent, kan gevolgd worden<br />
door een tweede oordeel van een verzekeringsarts van het UWV. Maar dekt de term<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> wel de lading en heeft deze switch van terminologie de<br />
verwachtingen over de gevolgen van de uitkomst doen toenemen? Kortom: Wat<br />
verwacht de zieke werknemer van een <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
<strong>De</strong> dagelijkse praktijk van Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> laat zien dat over het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> bij werknemers verschillende verwachtingen leven. Ook is <strong>niet</strong><br />
duidelijk of de intentie van het <strong>deskundigenoordeel</strong> - een de-escalerende werking - die<br />
uitwerking daadwerkelijk heeft, of dat het juist de strijd tussen de partijen vergroot.<br />
Dit onderzoek is een vervolg op eerdere onderzoeken die Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> heeft<br />
uitgevoerd naar re-integratie tweede spoor en de Wet verbetering poortwachter. In beide<br />
onderzoeken kwam naar voren dat er tijdens een re-integratieproces vaak sprake is van<br />
een arbeidsconflict. <strong>Het</strong> is het kip-of-eiverhaal. Wordt het conflict veroorzaakt door de<br />
ziekte of wordt men ziek door conflicten op het werk? En helpt het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
dit conflict de wereld uit, of <strong>niet</strong>?<br />
<strong>De</strong> verplichte toetsingsmomenten door de werkgever worden <strong>niet</strong> altijd gewaardeerd<br />
door de zieke werknemer. Zeker <strong>niet</strong> wanneer de werkgever de zieke werknemer te sterk<br />
stimuleert weer aan het werk te gaan. Een verschil van inzicht ontstaat dan snel. Kan het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> een positieve bijdrage leveren aan de oplossing en wordt dit oordeel<br />
altijd gerespecteerd en wordt naar de uitkomst ervan gehandeld?<br />
Om dit onderzoek uit te kunnen voeren is samenwerking gezocht met het UWV. <strong>Het</strong> UWV<br />
heeft ad random werknemers die in de afgelopen periode een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
hebben aangevraagd, benaderd met de vraag om deel te nemen aan een enquête van <strong>De</strong><br />
<strong>Ombudsman</strong>. Tegelijkertijd zijn vele dossiers doorgelicht. <strong>De</strong> conclusies van het<br />
onderzoek zijn tenslotte besproken met vertegenwoordigers van werknemers,<br />
werkgevers, arbeidsdeskundigen, bedrijfsartsen, verzekeringsartsen en het UWV. <strong>De</strong><br />
onderzoeksresultaten en de aanbevelingen hebben tot doel de discussie over de aard en<br />
de inhoud van het <strong>deskundigenoordeel</strong> weer tot onderwerp van gesprek te maken. We<br />
verwachten dat alle partijen dat van harte zullen doen, want een <strong>vrijwillig</strong><br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> mag <strong>niet</strong> vrijblijvend zijn.<br />
Mijn dank gaat uit naar alle deelnemers die de moeite hebben genomen de uitgebreide<br />
enquête in te vullen, de werknemers en hun werkgevers die zijn geïnterviewd en de<br />
deskundigen die hebben deelgenomen aan de expertmeeting. Tot slot dank ik Stichting<br />
Instituut Gak die het onderzoek mogelijk heeft gemaakt.<br />
Mw. Els Prins<br />
Directeur Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />
Woord vooraf 3
4<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Inhoudsopgave<br />
Woord vooraf 3<br />
Samenvatting 7<br />
1. Inleiding 11<br />
1.1 Aanleiding 11<br />
1.2 Onderzoeksopzet 11<br />
1.3 Leeswijzer 14<br />
2. Juridisch kader 15<br />
2.1 Inleiding 15<br />
2.2 Geschiedenis en uitgangspunten <strong>deskundigenoordeel</strong> 18<br />
2.3 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> ziek-<strong>niet</strong> ziek 20<br />
2.4 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> re-integratie-inspanningen werknemer 21<br />
2.5 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> passende arbeid 21<br />
2.6 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> re-integratie-inspanningen werkgever 22<br />
3. Feiten en cijfers 25<br />
3.1 Inleiding 25<br />
3.2 Gegevensverzameling uit de dossiers 25<br />
4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 31<br />
4.1 Inleiding 31<br />
4.2 <strong>De</strong> uitgangssituatie 31<br />
4.3 <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong> 33<br />
4.4 <strong>De</strong> uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 37<br />
4.5 <strong>Het</strong> vervolg na het <strong>deskundigenoordeel</strong> 40<br />
4.6 <strong>De</strong> mening over het <strong>deskundigenoordeel</strong> 42<br />
5. In gesprek met werknemers en werkgevers 45<br />
5.1 Inleiding 45<br />
5.2 Dienstverband en ziekte 45<br />
5.3 <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong> en de verwachtingen 47<br />
5.4 Visie op het <strong>deskundigenoordeel</strong> 49<br />
6. Conclusies 55<br />
7. Aanbevelingen 59<br />
Bijlagen 63<br />
Bijlage 1. Verslag expertmeeting 65<br />
Bijlage 2. Vragenlijst <strong>deskundigenoordeel</strong> (DO) voor werknemers 73<br />
Inhoudsopgave 5
6<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Samenvatting<br />
Aanleiding<br />
Wanneer de re-integratie van een zieke werknemer stokt, kan zowel de werknemer als<br />
de werkgever een <strong>deskundigenoordeel</strong> aanvragen bij het UWV. <strong>Het</strong> doel van het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> is om de stokkende re-integratie vlot te trekken. In de praktijk is er<br />
soms een averechts effect. Reden voor Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> om onderzoek te doen<br />
naar het <strong>deskundigenoordeel</strong>. Met dit onderzoek laat <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> vooral werknemers<br />
aan het woord. Wat is hun visie op het <strong>deskundigenoordeel</strong>? Wat verwachten zij met het<br />
aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong> te bereiken? En zijn die verwachtingen<br />
uitgekomen? Voldoet het huidige <strong>deskundigenoordeel</strong> of moeten er zaken anders?<br />
Vraagstelling<br />
<strong>De</strong> centrale vraag van het onderzoek luidt:<br />
Op welke wijze en in welke mate draagt het <strong>deskundigenoordeel</strong> van het UWV bij<br />
aan het re-integratieproces?<br />
Opzet van het onderzoek<br />
Om een antwoord te vinden op deze vraag is gebruik gemaakt van een schriftelijke<br />
enquête onder werknemers en aanvullende interviews met werknemers en hun<br />
werkgevers. Dossiers van het UWV met deskundigenoordelen zijn doorgelicht op feiten<br />
en cijfers.<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Dit onderzoek richt zich op de uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong> door het UWV. <strong>Het</strong><br />
UWV heeft die taak op grond van artikel 32 van de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie<br />
Werk en Inkomen (Wet SUWI).<br />
<strong>De</strong> re-integratie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de werknemer en de<br />
werkgever. <strong>De</strong> werknemer heeft <strong>niet</strong> zo<strong>maar</strong> recht op loon. In principe moet hij daarvoor<br />
werken. <strong>De</strong> hoofdregel in het burgerlijk wetboek is immers: geen werk, geen loon.<br />
Wanneer hij door ziekte zijn werk <strong>niet</strong> kan doen, is de werknemer weliswaar verzekerd<br />
van zijn loon, <strong>maar</strong> daar staat de plicht tegenover alles in het werk te stellen om weer<br />
aan het werk te gaan. <strong>De</strong>ze verplichting is geregeld in artikel 7:660a van het BW dat in<br />
artikel 32 SUWI lid 2 expliciet wordt genoemd.<br />
<strong>De</strong> wetgever gaat er van uit dat er behoefte is aan een snel en deskundig oordeel, in het<br />
belang van de werknemer en van de werkgever. Daarnaast is er de noodzaak te komen<br />
Samenvatting 7
tot een efficiënt stelsel om geschillen over ziekte te beslechten. <strong>De</strong> ‘second opinion’ is<br />
vooral bedoeld ter verbetering van de rechtspositie van de werknemer.<br />
<strong>Het</strong> UWV moet het <strong>deskundigenoordeel</strong> afgeven binnen een termijn van twee weken na<br />
de ontvangst van het verzoek. <strong>De</strong>ze snelheid is begrijpelijk wanneer gekeken wordt naar<br />
de belangen die er voor de werknemer op het spel staan. Allereerst is er het recht op<br />
loondoorbetaling. Zeker voor de werknemer is het belangrijk dat hier snel duidelijkheid<br />
over bestaat. Naast deze materiële reden is er ook een immateriële. <strong>De</strong> aanvraag van het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> veronderstelt een verschil van mening. Hoe langer dit verschil<br />
voortduurt, hoe groter de kans op een arbeidsconflict.<br />
8<br />
Conclusies<br />
<strong>De</strong> belangrijkste conclusies uit het onderzoek zijn:<br />
• Voor het aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong> is het nooit te vroeg, wel te laat.<br />
Ruim een kwart van de werknemers vindt dat de aanvraag van een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> te laat plaatsvindt.<br />
• <strong>De</strong> werknemer is <strong>niet</strong> bekend met de mogelijkheid van een <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />
<strong>De</strong> advocaat, het UWV en de bedrijfsarts zijn in de regel degenen die de<br />
werknemer op het spoor zetten van een <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />
• Van de werknemers twijfelt 40% aan de onafhankelijkheid van het UWV bij het<br />
uitvoeren van een <strong>deskundigenoordeel</strong>. Driekwart van hen denkt dat het UWV het<br />
verhaal van de werkgever en/of bedrijfsarts heeft overgenomen.<br />
• Bijna 50% van de werknemers vindt dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> bindend zou<br />
moeten zijn.<br />
• <strong>De</strong> verzekeringsarts wijkt in 50% van de gevallen af van het oordeel van de<br />
bedrijfsarts. Hieruit is af te leiden dat het UWV zijn taak onpartijdig verricht, ook<br />
al strookt de beleving van de werknemers daar <strong>niet</strong> altijd mee.<br />
• <strong>De</strong> uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt in ruim 60% van de gevallen <strong>niet</strong><br />
besproken tussen werknemer en werkgever.<br />
• <strong>De</strong> helft van de afgegeven deskundigenoordelen krijgt geen opvolging.<br />
• Een kwart van de werknemers vindt, gelet op de impact en financiële<br />
consequenties voor de werknemer, dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> sneller<br />
afgehandeld zou moeten worden.<br />
• Bij 60% van de zieke werknemers is er sprake van een arbeidsconflict. Voor 20%<br />
is een arbeidsconflict de reden van ziekmelding. Gaandeweg het reintegratietraject<br />
ontstaat er bij 40% van de werknemers een arbeidsconflict. <strong>Het</strong><br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> is blijkbaar <strong>niet</strong> het instrument om dit op te lossen.<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
• Bijna 50% van de werknemers is (nog) <strong>niet</strong> aan het werk. Bij hen is de reintegratie<br />
vooralsnog <strong>niet</strong> gelukt.<br />
• Tweederde van de werknemers is <strong>niet</strong> meer in dienst bij de betreffende<br />
werkgever.<br />
• <strong>De</strong> werkgever en werknemer zijn primair zelf verantwoordelijk voor de reintegratie,<br />
<strong>maar</strong> hebben bij stokkende re-integratie behoefte aan hulp. Doordat<br />
het UWV achteraf oordeelt en <strong>niet</strong> toekomstgericht adviseert, kan het UWV die<br />
hulp <strong>niet</strong> bieden. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> in deze vorm is <strong>niet</strong> effectief.<br />
Aanbevelingen<br />
Naar aanleiding van de conclusies van het onderzoek naar effecten en<br />
verwachtingspatronen van het <strong>deskundigenoordeel</strong> doet <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> een aantal<br />
aanbevelingen. <strong>De</strong> belangrijkste zijn:<br />
1. <strong>Het</strong> is een verbetering van de rechtspositie van werknemers wanneer het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> een bindend karakter krijgt.<br />
2. Werknemers en werkgevers moeten meer gestimuleerd worden om het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> in een zo vroeg mogelijk stadium aan te vragen, in ieder<br />
geval voordat er sprake is van een arbeidsconflict.<br />
3. Onderzocht zou moeten worden op welke wijze het <strong>deskundigenoordeel</strong> beter kan<br />
bijdragen aan het vlottrekken van een vastgelopen re-integratie. Er ligt een<br />
meerwaarde in een richtinggevend oordeel of bindend advies dat duidelijke<br />
handvatten biedt voor werknemer en werkgever om verder te gaan.<br />
4. Wanneer er sprake is van een arbeidsconflict, is het zaak dat de verzekeringsarts<br />
het conflict onderkent en benoemt. Dat verhoogt de toegevoegde waarde van het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong> onderliggende probleem staat anders de re-integratie in<br />
de weg.<br />
5. <strong>Het</strong> is noodzakelijk dat werknemer en werkgever de uitslag van een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> met elkaar bespreken, zo nodig met inzet van mediation. Er<br />
ligt een gezamenlijke verantwoordelijkheid van beide partijen om vervolg te<br />
geven aan het <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong> ligt in de rede om het initiatief hiervoor te<br />
leggen bij de werkgever.<br />
Samenvatting 9
10<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
1. Inleiding<br />
1.1 Aanleiding<br />
‘<strong>De</strong> bedrijfsarts vindt dat ik wel weer kan werken, <strong>maar</strong> het gaat echt nog <strong>niet</strong>.<br />
Wat moet ik nu?’<br />
‘Ik heb vorige maand mijn been gebroken bij het skiën en mijn werkgever wil nu<br />
dat ik op kantoor kom helpen terwijl ik chauffeur ben. Kan dat zo<strong>maar</strong>?’<br />
<strong>De</strong>ze en soortgelijke vragen worden met regelmaat aan Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />
gesteld. <strong>De</strong> werkgever en de werknemer verschillen van mening over de vraag of de<br />
werknemer eigen of ander werk kan verrichten. Een oordeel van een derde zou in zo’n<br />
situatie uitkomst kunnen bieden. <strong>Het</strong> liefst een deskundige derde. Zo’n deskundige is er.<br />
<strong>Het</strong> UWV is door de wetgever aangewezen om desgevraagd met het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
duidelijkheid te geven.<br />
In de praktijk blijkt dit <strong>niet</strong> altijd tot een oplossing te leiden. Bij die oplossing denken we<br />
dan <strong>niet</strong> alleen aan een situatie waarin werkgever en werknemer het met elkaar eens<br />
worden, <strong>maar</strong> ook waarbij de werknemer weer aan het werk gaat. Dat kan het eigen<br />
werk zijn, <strong>maar</strong> ook aangepast werk en zelfs werk bij een andere werkgever. Werk gaat<br />
immers boven uitkering.<br />
Reeds verschenen rapporten en onderzoeken over het <strong>deskundigenoordeel</strong> zijn veelal<br />
opgezet vanuit het perspectief van de bedrijfsarts, de verzekeringsarts of de werkgever.<br />
<strong>Het</strong> perspectief van de werknemer ontbreekt. Met dit onderzoek wil <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> dit<br />
rechtzetten en werknemers aan het woord laten. Wat is hun visie op het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong>? Wat verwachten zij met het aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
te bereiken? En zijn die verwachtingen uitgekomen? Voldoet het huidige<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> of moeten er zaken anders?<br />
1.2 Onderzoeksopzet<br />
Doel- en vraagstelling<br />
Doel van het onderzoek is om de effectiviteit van het <strong>deskundigenoordeel</strong> te meten en te<br />
zien of en op welke wijze het <strong>deskundigenoordeel</strong> bijdraagt de haperende re-integratie<br />
vlot te trekken. Met dit onderzoek willen we knelpunten op het spoor komen om<br />
uiteindelijk aanbevelingen te doen voor een effectief <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />
1. Inleiding 11
<strong>De</strong> hoofdvraag van het onderzoek luidt:<br />
12<br />
Op welke wijze en in welke mate draagt het <strong>deskundigenoordeel</strong> van het UWV bij<br />
aan het re-integratieproces?<br />
Ter beantwoording van de onderzoeksvragen zijn de volgende deelvragen geformuleerd:<br />
• Door wie wordt het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />
• Wanneer en waarvoor wordt het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />
• Wat is de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
• Welke verwachtingen leven er ten aanzien van het <strong>deskundigenoordeel</strong> en zijn die<br />
verwachtingen uitgekomen?<br />
• Wat vindt de werknemer van de wijze waarop het <strong>deskundigenoordeel</strong> is<br />
uitgevoerd?<br />
• Wat vindt de werknemer belangrijk bij een <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
• Welk effect heeft het <strong>deskundigenoordeel</strong> op het verloop van het reintegratietraject?<br />
Methoden van onderzoek en werkwijze<br />
Om een antwoord te vinden op deze vragen is gebruik gemaakt van een schriftelijke<br />
enquête onder werknemers en aanvullende interviews met werknemers en hun<br />
werkgevers. Dossiers van het UWV met deskundigenoordelen zijn doorgelicht op feiten<br />
en cijfers.<br />
A. Enquête onder werknemers<br />
<strong>Het</strong> UWV heeft een steekproef getrokken uit alle dossiers met deskundigenoordelen in<br />
2008. Op die manier zijn driehonderd werknemers geselecteerd. Zij hebben in november<br />
2010 een enquête ontvangen met een begeleidende brief van zowel het UWV als van <strong>De</strong><br />
<strong>Ombudsman</strong>. Na vier weken is er een rappel verstuurd.<br />
<strong>De</strong> werknemersenquête telde in totaal 45 vragen en kende vijf onderdelen. Aan de hand<br />
van deze onderdelen werden de deelnemers chronologisch door het traject van het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> heen geloodst.<br />
1. <strong>De</strong> uitgangssituatie<br />
We hebben gevraagd naar geboortedatum, geslacht, duur dienstverband, functie en<br />
omvang van het bedrijf. <strong>De</strong>ze factoren hebben geen directe invloed op de uitkomst<br />
van het <strong>deskundigenoordeel</strong>, <strong>maar</strong> spelen een rol bij de re-integratie.<br />
2. <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
In dit deel van de enquête is gevraagd naar de reden om een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
aan te vragen en naar de verwachtingen. Ook is gevraagd wie het initiatief tot het<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
aanvragen van en <strong>deskundigenoordeel</strong> nam en hoe de andere partij reageerde op de<br />
aanvraag.<br />
3. <strong>De</strong> uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
In dit onderdeel ging het over de feitelijke gang van zaken bij een <strong>deskundigenoordeel</strong>. Is<br />
er medische informatie ingebracht? Hoe hebben de werknemers de uitvoering door het<br />
UWV beleefd? Ook de uitkomst zelf kwam ter sprake.<br />
4. <strong>Het</strong> vervolg na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Zijn de verwachtingen van de werknemer uitgekomen? En is het meningsverschil<br />
opgelost? Is de re-integratie die stokte weer opgepakt en vormgegeven?<br />
5. <strong>De</strong> mening over het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Hier werd op verschillende manieren gevraagd naar de mening over het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong>. Via een rapportcijfer, via een open vraag en via de vraag of men<br />
anderen een <strong>deskundigenoordeel</strong> aan zou raden. Ook is gevraagd welke aspecten<br />
belangrijk zijn bij een <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />
B. Interviews met werknemers en werkgevers<br />
In aanvulling op de werknemersenquête zijn interviews gehouden met een aantal<br />
werknemers en hun werkgevers. <strong>De</strong> werknemers hebben in de enquête ingevuld dat zij<br />
toestemming gaven aan <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> om met hun eigen werkgever contact op te<br />
nemen. Uiteindelijk hebben acht werknemers met hun werkgevers bijgedragen aan dit<br />
onderzoek door middel van interviews. Met de werkgevers hebben we <strong>niet</strong> alleen<br />
gesproken over het <strong>deskundigenoordeel</strong> in de specifieke situatie van de betreffende<br />
werknemer, <strong>maar</strong> ook over het <strong>deskundigenoordeel</strong> in het algemeen.<br />
C. Steekproef dossiers deskundigenoordelen uitgevoerd in 2008<br />
<strong>Het</strong> UWV heeft 154 van de driehonderd dossiers uit de steekproef gelicht. Op basis van<br />
die dossiers zijn feitelijke gegevens verzameld. Om enkele voorbeelden te noemen: Wie<br />
vraagt het <strong>deskundigenoordeel</strong> aan? Wordt de verzekeringsarts of de arbeidsdeskundige<br />
ingeschakeld en hoe veel tijd is er gemoeid met het uitvoeren van het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
<strong>De</strong>elnemers aan het onderzoek<br />
Via de aselecte steekproef hebben driehonderd werknemers die in 2008 bij een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> betrokken waren, een enquête ontvangen. Van de driehonderd<br />
verstuurde enquêtes zijn er zestig ingevuld retour gekomen. Daarnaast zijn zeven<br />
werknemers geworven via Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong>.<br />
In totaal hebben 67 werknemers de enquête ingevuld. <strong>Het</strong> betreft 38 vrouwen en 29<br />
mannen. <strong>De</strong> meeste werknemers (47) zijn tussen de 35 en 55 jaar. Ze zijn werkzaam bij<br />
bedrijven van verschillende grootte. <strong>Het</strong> gemiddelde dienstverband is zeven jaar.<br />
1. Inleiding 13
1.3 Leeswijzer<br />
In het volgende hoofdstuk komt het juridisch kader aan de orde, waarna in hoofdstuk 3<br />
de feiten en cijfers op basis van de steekproef van het UWV worden gepresenteerd. In<br />
hoofdstuk 4 volgen de resultaten van de enquête. In hoofdstuk 5 wordt verslag gedaan<br />
van de interviews met werknemers en werkgevers. In hoofdstuk 6 staan de conclusies<br />
van het onderzoek. <strong>De</strong> aanbevelingen zijn te vinden in het slothoofdstuk, hoofdstuk 7.<br />
In de bijlagen zijn het verslag van de expertmeeting en de schriftelijke enquête<br />
opgenomen.<br />
N.B. Voor de leesbaarheid is gekozen voor hij. Waar hij staat, kan ook zij gelezen<br />
worden.<br />
14<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
2. Juridisch kader<br />
Art. 32 WET SUWI Taak onderzoek en informatie op verzoek van werkgever,<br />
werknemer of eigenrisicodrager<br />
-1. <strong>Het</strong> Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen stelt op verzoek van een<br />
werkgever of een werknemer een onderzoek in naar en geeft een oordeel over het<br />
bestaan van ongeschiktheid tot werken indien de werknemer een geschil heeft met zijn<br />
werkgever over recht op loon als bedoeld in artikel 629, eerste lid, van Boek 7 van het<br />
Burgerlijk Wetboek of recht op bezoldiging als bedoeld in artikel 76a, eerste lid, van de<br />
Ziektewet.<br />
-2. <strong>Het</strong> Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen stelt op verzoek van een<br />
werkgever of een werknemer een onderzoek in naar en geeft een oordeel over de<br />
nakoming door de werknemer van de verplichtingen, bedoeld in artikel 660a van Boek 7<br />
van het Burgerlijk Wetboek dan wel overeenkomstige bepalingen.<br />
-3. <strong>Het</strong> Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen stelt op verzoek van een<br />
werkgever of een werknemer dan wel een eigenrisicodrager als bedoeld in artikel 1,<br />
eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet of personen als bedoeld in artikel 29, tweede<br />
lid, onderdeel a, b en c, van die wet die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden,<br />
een onderzoek in naar en geeft een oordeel over:<br />
a. de aanwezigheid van passende arbeid die de zieke werknemer voor de werkgever,<br />
respectievelijk de persoon die recht heeft op ziekengeld voor de eigenrisicodrager, in<br />
staat is te verrichten; of<br />
b. de vraag of de werkgever ten aanzien van zijn zieke werknemer, respectievelijk de<br />
eigenrisicodrager ten aanzien van de persoon aan wie hij ziekengeld moet betalen,<br />
voldoende en geschikte re-integratie-inspanningen heeft verricht.<br />
2.1 Inleiding<br />
Dit onderzoek richt zich op de uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong> door het UWV. <strong>Het</strong><br />
UWV heeft die taak op grond van artikel 32 van de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie<br />
Werk en Inkomen (Wet SUWI). In paragraaf 2.2 van deze inleiding staan we stil bij het<br />
doel van het <strong>deskundigenoordeel</strong>. We doen dat door te kijken naar de geschiedenis en de<br />
uitgangspunten van het <strong>deskundigenoordeel</strong>. Vervolgens werken we in de paragrafen 2.3<br />
tot en met 2.6 de verschillende aspecten van de diverse deskundigenoordelen verder uit.<br />
Soorten <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Uit de leden 1 tot en met 3 van de Artikel 32 Wet SUWI blijkt dat voor verschillende<br />
zaken een <strong>deskundigenoordeel</strong> kan worden aangevraagd. Achtereenvolgens is dat voor:<br />
1. <strong>Het</strong> al dan <strong>niet</strong> bestaan van arbeidsongeschiktheid voor het eigen werk<br />
(lid 1)<br />
2. <strong>Het</strong> nakomen van de re-integratieverplichting door de werknemer (lid 2)<br />
3. <strong>Het</strong> aanwezig zijn van passende arbeid bij de werkgever (lid 3) en<br />
4. <strong>Het</strong> nakomen van de re-integratie-inspanningen door de werkgever<br />
(lid 3)<br />
2. Juridisch kader 15
16<br />
Op verzoek van werkgever of werknemer<br />
Alle vier soorten <strong>deskundigenoordeel</strong> kunnen zowel door de werkgever als de werknemer<br />
worden aangevraagd. We zien dit ook terug in de aanvraagformulieren die het UWV ter<br />
beschikking stelt. In alle gevallen voert het UWV het <strong>deskundigenoordeel</strong> alleen uit op<br />
verzoek.<br />
Geschil of <strong>niet</strong>?<br />
Bij de eerste mogelijkheid die genoemd wordt, die over het bestaan van de<br />
ongeschiktheid tot werken is er sprake van een voorwaarde. Er moet tussen de<br />
werknemer en de werkgever een geschil bestaan over het recht op loon. Bij de overige<br />
deskundigenoordelen wordt deze voorwaarde <strong>niet</strong> gesteld. We zien hier dus een<br />
belangrijk verschil. <strong>De</strong> laatste drie onderwerpen voor een <strong>deskundigenoordeel</strong> zijn nieuw<br />
en zijn sinds 1 januari 2004 mogelijk en onderscheiden zich dus van het klassieke<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong>, de ‘second opinon’.<br />
Overige relevante wetgeving<br />
We zien dat in de diverse leden verwezen wordt naar met name het Burgerlijk Wetboek.<br />
In het bijzonder worden de leden 629 en 660a van Boek 7 genoemd. In Boek 7 van het<br />
Burgerlijk Wetboek is de arbeidsovereenkomst geregeld. Bij de bespreking van de<br />
diverse deskundigenoordelen verderop in dit hoofdstuk komen deze onderdelen terug.<br />
Naast artikel 32 is er artikel 32a van de Wet Suwi dat enkele bijzonderheden geeft over<br />
het <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />
SUWI Art. 32a. Onderzoek en kostenvergoeding<br />
-1. Indien een werkgever verzoekt een onderzoek als bedoeld in artikel 32, eerste en<br />
tweede lid, in te stellen, geeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen slechts<br />
een oordeel over het bestaan van de ongeschiktheid tot werken van een bepaalde<br />
werknemer indien deze werknemer bereid is zich hiertoe te laten onderzoeken.<br />
-2. <strong>Het</strong> Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan voor een onderzoek als<br />
bedoeld in artikel 32, eerste, tweede, derde en vierde lid, kosten in rekening brengen bij<br />
de werkgever of de werknemer die heeft verzocht dit onderzoek in te stellen.<br />
-3. <strong>Het</strong> Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen geeft een oordeel als bedoeld in<br />
artikel 32, eerste, tweede, derde en vierde lid, binnen een termijn van twee weken na<br />
ontvangst van het verzoek. <strong>De</strong> artikelen 4:14 en 4:15 van de Algemene wet<br />
bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.<br />
Onderzoeksplicht<br />
<strong>Het</strong> UWV geeft alleen een oordeel over het bestaan van de arbeidsongeschiktheid tot<br />
werken van de werknemer wanneer de werknemer bereid is zich te laten onderzoeken.<br />
<strong>Het</strong> oordeel van het UWV mag dus blijkbaar <strong>niet</strong> alleen berusten op dossieronderzoek of<br />
op het verhaal van de werkgever. Dat geeft aanleiding tot twee kanttekeningen. Ten<br />
eerste: alles staat of valt met de bereidheid van de werknemer zich te laten<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
onderzoeken, <strong>maar</strong> heeft hij een keuze? En ten tweede merken wij op dat op het UWV<br />
een onderzoeksplicht rust. <strong>De</strong>ze moet zorgvuldig worden uitgevoerd.<br />
Kosten<br />
<strong>Het</strong> UWV brengt de aanvrager kosten in rekening. <strong>De</strong> hoogte van de kosten zijn<br />
vastgelegd in het ‘Besluit kosten aanvraag <strong>deskundigenoordeel</strong> 2005’. <strong>De</strong> kosten<br />
bedragen zowel voor de werkgever als de werknemer €50,-. Met het besluit uit 2005 is<br />
het gelijknamige besluit uit 2002 ingetrokken. In dat besluit was er verschil tussen de<br />
kosten voor de werknemer en de werkgever, namelijk respectievelijk €25,- en €350,-.<br />
Tijdigheid<br />
<strong>Het</strong> UWV moet het <strong>deskundigenoordeel</strong> afgeven binnen een termijn van twee weken na<br />
de ontvangst van het verzoek. Dat is snel. <strong>De</strong>ze snelheid is begrijpelijk wanneer we<br />
letten op de belangen die er voor de werknemer en de werkgever op het spel staan.<br />
Hiervoor noemden we al even het recht op loondoorbetaling. Zeker voor de werknemer is<br />
het belangrijk dat hier snel duidelijkheid over bestaat. Naast deze materiële reden is er<br />
echter ook een immateriële. <strong>De</strong> aanvraag van het <strong>deskundigenoordeel</strong> veronderstelt een<br />
verschil van mening. Hoe langer dit verschil voortduurt, hoe groter de kans op een<br />
arbeidsconflict.<br />
<strong>Het</strong> UWV heeft de mogelijkheid om de beslistermijn te verlengen. <strong>De</strong> artikelen 4:14 en<br />
4:15 van de Algemene Wet Bestuursrecht die van overeenkomstige toepassing zijn<br />
verklaard, bieden de mogelijkheid van verlenging en opschorting van de beslistermijn.<br />
<strong>De</strong> wetgever gaat er van uit dat er behoefte is aan een snel en deskundig oordeel, in het<br />
belang van de werknemer en van de werkgever. Daarnaast is er de noodzaak te komen<br />
tot een efficiënt stelsel om geschillen over ziekte te beslechten. <strong>De</strong> ‘second opinion’ is<br />
vooral bedoeld ter verbetering van de rechtspositie van de werknemer.<br />
Hoofdrolspelers<br />
<strong>De</strong> vier hoofdrolspelers bij het <strong>deskundigenoordeel</strong> zijn de werknemer, de werkgever, de<br />
bedrijfsarts en het UWV.<br />
1. <strong>De</strong> werknemer<br />
Dit onderzoek is opgezet vanuit het perspectief van de werknemer. Hij is<br />
arbeidsongeschikt en moet en/of wil weer aan het werk. Hij is tegelijk de<br />
belangrijkste speler met de grootste belangen. Wanneer hij meent ziek te zijn en de<br />
werkgever denkt het tegenovergestelde, kan de werkgever zijn loon inhouden. <strong>De</strong><br />
werknemer zal dan naar de rechter moeten om zijn loon alsnog te krijgen. Voor die<br />
gang is een <strong>deskundigenoordeel</strong> vereist. <strong>De</strong> werknemer is samen met de werkgever<br />
verantwoordelijk voor de re-integratie.<br />
2. <strong>De</strong> werkgever<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt ingezet wanneer er een verschil van mening is tussen<br />
de werknemer en de werkgever. Dat betekent vrijwel altijd dat de werkgever ook de<br />
2. Juridisch kader 17
18<br />
tegenstander is van de werknemer. <strong>De</strong> belangen van de werkgever zijn de laatste<br />
jaren toegenomen. Hij moet gedurende twee jaar het loon doorbetalen bij ziekte. Ook<br />
is hij samen met de werknemer verantwoordelijk voor de re-integratie. Wanneer de<br />
werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen levert kan het UWV de<br />
loondoorbetalingsplicht van de werkgever met één jaar verlengen tot drie jaar.<br />
3. <strong>De</strong> bedrijfsarts<br />
<strong>De</strong> bedrijfsarts adviseert de werkgever over de medische aangelegenheden.<br />
4. <strong>Het</strong> UWV<br />
<strong>Het</strong> Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen is door de wetgever aangewezen<br />
om de werknemersverzekeringen ZW, WW, WAO, WIA en Wajong uit te voeren.<br />
Daarnaast is het UWV aangewezen om de deskundigenoordelen uit te voeren. <strong>Het</strong><br />
UWV heeft de expertise en is onafhankelijk. <strong>Het</strong> UWV heeft zowel medische expertise<br />
in de persoon van de verzekeringsarts (is de werknemer wel of <strong>niet</strong> ziek) als<br />
expertise op het terrein van de re-integratie in de persoon van de arbeidsdeskundige<br />
(kan de werknemer de aangeboden passende arbeid verrichten en doen de werkgever<br />
en werknemer wel genoeg aan de re-integratie?)<br />
2.2 Geschiedenis en uitgangspunten <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
<strong>De</strong> naam <strong>deskundigenoordeel</strong> is relatief nieuw en duikt in 2003 op in de Memorie van<br />
Toelichting (MvT) van de Wet Verlenging van de loondoorbetalings-verplichting van de<br />
werkgever bij ziekte. Voor die tijd stond het <strong>deskundigenoordeel</strong> bekend als ‘second<br />
opinion’.<br />
In de jaren ‘80 en ‘90 van de vorige eeuw lopen de kosten van uitkeringen enorm op en<br />
de grens van een miljoen WAO’ers komt in zicht. <strong>Het</strong> stelsel van sociale verzekeringen<br />
wordt onbetaalbaar. Nieuwe plannen worden gesmeed. <strong>Het</strong> doel van alle wetsvoorstellen<br />
door de jaren heen is een financiële: het komen tot een scherpere toerekening van<br />
kosten aan alle bij de sociale verzekering betrokken partijen.<br />
In de praktijk komt dit er gewoon op neer dat de kosten van ziekte <strong>niet</strong> langer vanuit de<br />
algemene middelen worden betaald, <strong>maar</strong> uit de individuele, met name die van de<br />
werkgever. Waar tot 1994 het UWV een uitkering verstrekt aan de werkgever wanneer<br />
de werknemer ziek is, kan de werkgever afhankelijk van de omvang van zijn<br />
onderneming vanaf 1 januari 1994 pas na 2 of 6 weken ziekte van de werknemer een<br />
uitkering verwachten.<br />
Twee jaar later wordt de uitvoering van de Ziektewet geprivatiseerd en krijgt de<br />
werkgever de plicht één jaar lang het loon door te betalen tijdens ziekte. Maar wat nu als<br />
de werkgever en werknemer van mening verschillen over de vraag of de werknemer wel<br />
ziek is en de werkgever weigert het loon door te betalen? Voor deze situatie komt de<br />
wetgever met de mogelijkheid van een ‘second opinion’. Om het doel duidelijk te krijgen<br />
kijken we naar de uitgangspunten zoals die in 1996 zijn geformuleerd door het Landelijk<br />
Instituut Sociale Verzekeringen (LISV), een van de voorlopers van het UWV.<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Uitgangspunten <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Uitgangspunt I<br />
Waar de letterlijke tekst van de wetsartikelen inzake het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
onvoldoende aanknopingspunten biedt, wordt uitgegaan van de bedoeling van de second<br />
opinion, zoals die in TZ/Arbo was geregeld, en waarvan het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
opvolger is; de wetgever gaat ervan uit dat er behoefte is aan een snel en deskundig<br />
oordeel, in het belang van de werknemer en van de werkgever, daarnaast is er de<br />
noodzaak te komen tot een efficiënt stelsel om geschillen over ziekte te beslechten, de<br />
"second opinion" is vooral bedoeld ter verbetering van de rechtspositie van de<br />
werknemer. Gesteld kan worden dat de second opinion dezelfde functie vervult als de<br />
bezwaarschriftprocedure in het bestuursrecht.(Memorie van toelichting, pag. 24<br />
Kamerstukken II 1995 – 1996, nr. 24439).<br />
Uitgangspunt II<br />
<strong>Het</strong> geschil over het al dan <strong>niet</strong> bestaan van arbeidsongeschiktheid is een kwestie tussen<br />
werkgever en werknemer. <strong>De</strong> verzekeringsarts van de uitvoeringsinstelling wordt<br />
ingeroepen als een objectieve, onbevooroordeelde deskundige; hij is partij noch<br />
scheidsrechter in het geschil. <strong>Het</strong> onderzoek vindt ook <strong>niet</strong> plaats na hoor en wederhoor<br />
van beide partijen, <strong>maar</strong> is gericht op (onderzoek van) van één van de partijen. Na<br />
afronding van het <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt de verdere afhandeling van de kwestie<br />
overgelaten aan beide partijen.<br />
Uitgangspunt III<br />
Een <strong>deskundigenoordeel</strong> is bedoeld als volledig eigen onderzoek door (de<br />
verzekeringsarts van) de bedrijfsvereniging, en <strong>niet</strong> als toets van de zorgvuldigheid<br />
waarmee de arbodienst tot haar eerste oordeel is gekomen.<br />
<strong>Het</strong> doel van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
<strong>Het</strong> doel van het <strong>deskundigenoordeel</strong> blijkt duidelijk uit de uitgangspunten: een snel en<br />
deskundig oordeel ten behoeve van werknemer en werkgever <strong>maar</strong> in het bijzonder<br />
gericht op verbetering van de rechtspositie van de werknemer. Met het oordeel moet<br />
duidelijkheid gegeven worden over het al dan <strong>niet</strong> bestaan van arbeidsongeschiktheid bij<br />
de werknemer. <strong>De</strong> verzekeringsarts verricht hierbij een eigen en een volledig onderzoek.<br />
<strong>De</strong> afhandeling is echter nadrukkelijk overgelaten aan de werkgever en de werknemer.<br />
Vanaf 1 januari 2004 wordt de loondoorbetalingsplicht van de werkgever verder verlengd<br />
naar twee jaar en ligt de verantwoordelijkheid voor de re-integratie nog meer dan<br />
voorheen bij de werkgever en werknemer. Daarmee neemt ook de behoefte aan een<br />
onafhankelijk oordeel op het gebied van re-integratie toe.<br />
2. Juridisch kader 19
Uit de Memorie van Toelichting:<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> houdt in dat het UWV op verzoek van de werkgever of de<br />
werknemer een onafhankelijk oordeel geeft over bepaalde meningsverschillen. Vóór de<br />
1<br />
inwerkingtreding van de Wet verbetering poortwachterF F kon het UWV reeds een oordeel<br />
geven als werkgever en werknemer van mening verschilden over de vraag of de<br />
werknemer al dan <strong>niet</strong> wegens ziekte ongeschikt is om te werken. Sinds de<br />
inwerkingtreding van deze wet kunnen werknemer en werkgever bovendien een oordeel<br />
vragen over de vraag of er passende arbeid voor de werknemer aanwezig is binnen het<br />
bedrijf van de werkgever alsmede over de vraag of de werkgever voldoende reintegratie-inspanningen<br />
verricht ten aanzien van zijn zieke werknemer. <strong>De</strong> bestaande<br />
faciliterende taak van het UWV wordt in dit wetsvoorstel wel enigszins uitgebreid, nu<br />
voorgesteld wordt om het <strong>deskundigenoordeel</strong> over de toereikendheid van de re-<br />
2<br />
integratie-inspanningen verplicht te stellen bij een gang naar de civiele rechterF F.<br />
Naast de klassieke ‘second opinion’ kennen we sinds 1 januari 2004 dus nog drie andere<br />
deskundigenoordelen.<br />
2.3 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> ziek-<strong>niet</strong> ziek<br />
Over het klassieke <strong>deskundigenoordeel</strong> ‘ziek-<strong>niet</strong> ziek’ is in het voorgaande al voldoende<br />
gezegd. We volstaan dan ook met de constatering dat dit <strong>deskundigenoordeel</strong> voor de<br />
werknemer van groot belang is. Hij is de eerste twee jaar van zijn ziekte voor zijn<br />
inkomen aangewezen op de werkgever.<br />
In artikel 32 lid 1 SUWI wordt verwezen naar artikel 7:629 lid 1 BW. Dat artikel luidt als<br />
volgt:<br />
Artikel 7:629 lid 1 BW<br />
Voor zover het loon <strong>niet</strong> meer bedraagt dan het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid,<br />
van de Wet financiering sociale verzekeringen, met betrekking tot een loontijdvak van<br />
een dag, behoudt de werknemer voor een tijdvak van 104 weken recht op 70% van het<br />
naar tijdruimte vastgestelde loon, <strong>maar</strong> de eerste 52 weken ten minste op het voor hem<br />
geldende wettelijke minimumloon, indien hij de bedongen arbeid <strong>niet</strong> heeft verricht<br />
omdat hij in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte, zwangerschap of<br />
bevalling daartoe verhinderd was<br />
<strong>Het</strong> is in dit kader van belang om te wijzen op het begrip bedongen arbeid. Dat is de<br />
arbeid die tussen werkgever en werknemer afgesproken is. Wanneer de werknemer die<br />
1<br />
<strong>De</strong> Wet verbetering poortwachter is ingevoerd op 1 april 2002 en beoogde de instroom<br />
van zieke werknemers in de WAO te beteugelen. Naast re-integratie bij de eigen<br />
werkgever (1 e spoor) moet er ook gezocht worden naar mogelijkheden bij een andere<br />
werkgever (2 e spoor). Voor een uitgebreid overzicht zij verwezen naar het rapport van<br />
Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong>: ‘Een vergeten alternatief. Onderzoek naar de dagelijkse<br />
praktijk van re-integratie tweede spoor’, mei 2007.<br />
2<br />
MvT Wet Verlenging van de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever bij ziekte<br />
(kamerstukken II 2003-2004, nr. 29231)<br />
20<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
arbeid <strong>niet</strong> volledig kan verrichten, <strong>maar</strong> slechts ten dele, dan is hij nog steeds<br />
arbeidsongeschikt en heeft hij derhalve nog steeds recht op tenminste 70% van zijn<br />
loon. Dus ook in de situatie dat hij <strong>maar</strong> halve dagen werkt. Ook wanneer hij aangepast<br />
werk doet met minder verantwoordelijkheden of minder taken, behoudt hij toch recht op<br />
zijn loon. Dit betekent echter <strong>niet</strong> dat de werknemer <strong>niet</strong> verplicht is om mee te werken<br />
aan re-integratie. Zonodig zal hij ander werk dan zijn eigen werk moeten accepteren.<br />
2.4 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> re-integratie-inspanningen<br />
werknemer<br />
<strong>De</strong> re-integratie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de werknemer en de<br />
werkgever. <strong>De</strong> werknemer heeft <strong>niet</strong> zo<strong>maar</strong> recht op loon. In principe moet hij daarvoor<br />
werken. <strong>De</strong> hoofdregel in het burgerlijk wetboek is immers: geen werk, geen loon.<br />
Wanneer hij door ziekte zijn werk <strong>niet</strong> kan doen, is de werknemer weliswaar verzekerd<br />
van zijn loon, <strong>maar</strong> daar staat de plicht tegenover alles in het werk te stellen om weer<br />
aan het werk te gaan.<br />
<strong>De</strong>ze verplichting is geregeld in artikel 7:660a van het BW dat in artikel 32 SUWI lid 2<br />
expliciet wordt genoemd.<br />
Artikel 660a<br />
<strong>De</strong> werknemer die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is<br />
de bedongen arbeid te verrichten, is verplicht:<br />
a. gevolg te geven aan door de werkgever of een door hem aangewezen deskundige<br />
gegeven redelijke voorschriften en mee te werken aan door de werkgever of een door<br />
hem aangewezen deskundige getroffen maatregelen als bedoeld in artikel 658a lid 2;<br />
b. zijn medewerking te verlenen aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan<br />
van aanpak als bedoeld in artikel 658a lid 3;<br />
c. passende arbeid als bedoeld in artikel 658a lid 4 te verrichten waartoe de werkgever<br />
hem in de gelegenheid stelt.<br />
<strong>De</strong> werknemer moet redelijke voorschriften van de werkgever of een door de werkgever<br />
aangewezen deskundige, waarbij vooral gedacht moet worden aan de bedrijfsarts,<br />
opvolgen. Ook moet de werknemer meewerken aan het opstellen van een plan van<br />
aanpak. In dit plan van aanpak wordt vastgelegd hoe de re-integratie wordt<br />
vormgegeven en waar men naar toe werkt. Hierbij moet er vooral naar de mogelijkheden<br />
worden gekeken. Wat kan de zieke werknemer wel? <strong>De</strong> belangrijkste verplichting is<br />
misschien wel het verrichten van passende arbeid. Wanneer de werkgever andere arbeid<br />
dan de eigen arbeid aanbiedt, is de werknemer verplicht die arbeid te verrichten. <strong>Het</strong><br />
moet dan wel gaan om passende arbeid. Voor het beoordelen van dat laatste is er een<br />
apart <strong>deskundigenoordeel</strong> mogelijk.<br />
2.5 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> passende arbeid<br />
Net zo goed als dat werkgever en werknemer van mening kunnen verschillen over de<br />
vraag of de werknemer de eigen arbeid kan verrichten, kunnen zij verschillen van<br />
mening over de vraag of de werknemer die vermeende passende arbeid kan verrichten.<br />
2. Juridisch kader 21
Een voorbeeld kan de zaak verduidelijken. Een vrachtwagenchauffeur die zijn been op<br />
meerdere plekken heeft gebroken kan beter <strong>niet</strong> achter het stuur kruipen. Maar kan hij<br />
wel de hele dag in de productiehal zittend, assemblagewerk verrichten? <strong>De</strong> vraag is of de<br />
belasting in dat aangepaste werk past bij de medische beperkingen van de werknemer.<br />
<strong>De</strong> arbeidsdeskundige is degene die dergelijke vragen beantwoordt. Hij gaat uit van de<br />
gegevens die de bedrijfarts verstrekt over de medische situatie van de werknemer.<br />
Slechts in geval hij reden heeft om te twijfelen aan de gegevens van de bedrijfsarts zal<br />
hij de verzekeringsarts van het UWV om advies vragen. Uitgaande van de medische<br />
gegevens beoordeelt hij of de belasting in de betreffende aangepaste functie <strong>niet</strong> te<br />
zwaar is.<br />
Ten slotte speelt ook de vraag of de aangepaste arbeid wel aansluit bij de capaciteiten<br />
van de werknemer en aansluit bij zijn eigen werk. <strong>De</strong> directeur hoeft <strong>niet</strong> als<br />
schoonmaker aan de slag. In de regel wordt ander werk waarbij de werknemer tenminste<br />
65% van zijn oude werk kan verdienen, als passend aangemerkt. Die 65% sluit aan bij<br />
de drempel van 35% die geldt voor het recht op uitkering krachtens de WIA. Wie <strong>niet</strong><br />
tenminste 35% arbeidsongeschikt is, ontvangt na twee jaar ziekte geen uitkering; de<br />
werkgever en werknemer worden geacht het zelf op te lossen. <strong>De</strong> werknemer moet<br />
passend werk verrichten bij de werkgever; de werkgever op zijn beurt moet die passende<br />
arbeid aanbieden.<br />
2.6 <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> re-integratie-inspanningen<br />
werkgever<br />
Zoals gezegd is de re-integratie een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de<br />
werkgever en de werknemer. <strong>De</strong> werkgever is verplicht een plan van aanpak op te<br />
stellen en hij moet er samen met de werknemer uithalen wat er in zit. <strong>Het</strong> UWV toetst<br />
die re-integratie-inspanningen aan het eind van de twee jaar ziekte op het moment dat<br />
de werknemer een WIA-uitkering aanvraagt. <strong>De</strong> werkgever heeft in ieder geval aan zijn<br />
verplichtingen voldaan wanneer de werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is en<br />
<strong>niet</strong> in aanmerking komt voor een uitkering. Wanneer dat <strong>niet</strong> zo is, moet de werkgever<br />
aantonen dat hij wel al het mogelijke heeft gedaan. Onder al dat mogelijk valt ook het<br />
aanbieden van passende arbeid. Wanneer de werkgever die passende arbeid <strong>niet</strong> direct<br />
voorhanden heeft, wordt van hem verwacht dat hij die arbeid creëert. Maar natuurlijk is<br />
ook dat <strong>niet</strong> altijd mogelijk. <strong>De</strong> werknemer kan blijvend arbeidongeschikt zijn of het<br />
bedrijf is zo klein dat er geen ander werk is.<br />
Wanneer de werkgever <strong>niet</strong> heeft voldaan aan zijn plicht kan het UWV de<br />
loondoorbetalingsplicht verlengen van twee naar drie jaar en daarbij eisen stellen aan de<br />
werkgever om zijn verzuim goed te maken. Op het moment dat de werkgever zijn<br />
verzuim heeft hersteld kan hij op zijn beurt het UWV vragen de verlengde<br />
loondoorbetalingsplicht op te heffen. Dit maakt wel duidelijk dat aan de re-integratie<br />
hoge eisen worden gesteld en dat de belangen en de risico’s voor de werkgever groot<br />
zijn.<br />
22<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Zowel de werknemer als de werkgever zelf kan vragen om tussentijds deze inspanningen<br />
te toetsen. Dit biedt geen garantie op het uitblijven van een sanctie, <strong>maar</strong> het geeft de<br />
werkgever wel de zekerheid dat hij op de goede weg is.<br />
2. Juridisch kader 23
24<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
3. Feiten en cijfers<br />
3.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk geven we de feiten en cijfers die uit de dossiers van het UWV over het<br />
jaar 2008 naar voren zijn gekomen. <strong>Het</strong> UWV handelde in 2008 13.361<br />
deskundigenoordelen af. Bijna vijfduizend ziek/<strong>niet</strong> ziek, vierduizend re-integratieinspanningen<br />
werkgever, drieduizend passende arbeid en vijftienhonderd re-integratieinspanningen<br />
werknemer.<br />
Er zijn 154 dossiers onderzocht waarbij zo veel mogelijk gegevens zijn verzameld. Dat is<br />
gebeurd aan de hand een aantal standaardvragen:<br />
• Wat is de datum van het in dienst treden?<br />
• Wat is de datum van de ziekmelding?<br />
• Wat is de datum van de aanvraag van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
• Wie is de aanvrager van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
• Wat is het onderwerp van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
• Is er sprake van de inzet van een arbeidsdeskundige en/of verzekeringsarts?<br />
• Wat zijn de eventuele activiteiten van de verzekeringsarts?<br />
• Wat is de uitkomst van de <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
3.2 Gegevensverzameling uit de dossiers<br />
Van 31 werknemers is de geboortedatum genoteerd. Uit tabel 1 blijkt dat meer dan<br />
tweederde van deze werknemers ouder is dan 45 jaar.<br />
Tabel 1. Leeftijd van de werknemer<br />
Geboortejaar Leeftijd Aantal Percentage<br />
1945 - 1950 58> 7 22,6 %<br />
1951 - 1955 53-57 6 19,3 %<br />
1956 - 1960 48-52 8 25,8 %<br />
1961 - 1965 43-47 0 0,0 %<br />
1966 - 1970 38-42 4 12,9 %<br />
1971 - 1975 33-37 2 6,5 %<br />
1976 - 1980 28-32 3 9,7 %<br />
>1980
Tabel 2. Datum indiensttreding<br />
Periode Duur dienstverband Aantal Percentage<br />
2006 - 2008 38 jaar 1 0,7 %<br />
Totaal 146 100,0 %<br />
Ongeveer een kwart van de deskundigenoordelen wordt aangevraagd binnen één maand<br />
na het intreden van de ziekte en ruim de helft binnen drie maanden (zie tabel 3). <strong>Het</strong><br />
snelste <strong>deskundigenoordeel</strong> werd na drie dagen aangevraagd, <strong>maar</strong> er was ook een<br />
aanvraag na ruim twee jaar.<br />
Tabel 3. Periode tussen ziekmelding en aanvraag <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Periode Aantal Percentage<br />
minder dan 2 weken 7 5,1 %<br />
2 weken - 1 maand 29 21,2 %<br />
1 maand - 3 maanden 40 29,2 %<br />
3 - 6 maanden 16 11,7 %<br />
6 maanden - 1 jaar 20 14,6 %<br />
> 1 jaar 25 18,2 %<br />
Totaal 137 100,0 %<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt meestal (in meer dan 70%) aangevraagd door de<br />
werknemer, zo blijkt uit tabel 4. Verreweg de meeste deskundigenoordelen gaan over de<br />
vraag of de werknemer arbeidsongeschikt is voor de eigen arbeid. Op de tweede plaats<br />
staat de vraag of de aangeboden arbeid passend is. <strong>De</strong> re-integratie-inspanningen<br />
worden nauwelijks getoetst.<br />
Tabel 4. Aanvrager<br />
Aanvrager Aantal Percentage<br />
Werknemer 111 72,1 %<br />
Werkgever 43 27,9 %<br />
Totaal 154 100,0 %<br />
26<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Tabel 5. Onderwerp <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Onderwerp Aantal Percentage<br />
Ziek / <strong>niet</strong> ziek 111 72,1 %<br />
Re-integratie-inspanningen 4 2,6 %<br />
Passende arbeid 39 25,3 %<br />
Totaal 154 100,0 %<br />
In bijna tweederde van de aangevraagde deskundigenoordelen met als vraag of de<br />
werknemer ziek was, bleek dit zo te zijn en werd hij dus in het gelijk gesteld. In 60% van<br />
de gevallen blijkt de aangeboden arbeid passend. In deze zaken heeft meestal de<br />
werkgever het gelijk aan zijn zijde (zie tabel 6).<br />
Tabel 6. Uitkomst <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Uitkomst Aantal Percentage<br />
Ziek - <strong>niet</strong> ziek<br />
Ziek 71 64,0 %<br />
Niet ziek 40 36,0 %<br />
Totaal 111 100,0 %<br />
Passende arbeid<br />
Arbeid passend 23 59,0 %<br />
Arbeid <strong>niet</strong> passend 16 41,0 %<br />
Totaal 39 100,0 %<br />
Re-integratie-inspanningen<br />
Voldoende re-integratie-inspanningen 2 50,0 %<br />
Onvoldoende re-integratie-inspanningen 2 50,0 %<br />
Totaal 4 100,0 %<br />
<strong>Het</strong> is vooral de verzekeringsarts die een <strong>deskundigenoordeel</strong> afgeeft, zo blijkt uit tabel<br />
7. In 95% van de gevallen is de verzekeringsarts betrokken bij het <strong>deskundigenoordeel</strong>,<br />
terwijl de arbeidsdeskundige in 35% van de gevallen wordt ingezet (zie ook tabel 8). Uit<br />
de dossiers komt naar voren dat de verzekeringsarts in de helft van gevallen informatie<br />
heeft ingewonnen bij derden. In de andere helft van de gevallen wint hij dus geen nadere<br />
informatie in. Wanneer de verzekeringsarts contact opneemt met een derde, is dat<br />
vrijwel altijd de bedrijfsarts, al dan <strong>niet</strong> in combinatie met anderen. <strong>De</strong> huisarts en de<br />
specialist worden minder geraadpleegd (zie tabel 9).<br />
Tabel 7. Inzet verzekeringsarts<br />
Verzekeringsarts Aantal Percentage<br />
Ja 148 96,1 %<br />
Nee 6 3,9 %<br />
Totaal 154 100,0 %<br />
3. Feiten en cijfers 27
Tabel 8. Inzet arbeidsdeskundige<br />
Arbeidsdeskundige Aantal Percentage<br />
Ja 55 35,7 %<br />
Nee 97 63,0 %<br />
Niet van toepassing 2 1,3 %<br />
Totaal 154 100,0 %<br />
Tabel 9. Raadpleging derden door verzekeringsarts<br />
Overleg verzekeringsarts Aantal Percentage<br />
Alleen met bedrijfsarts 43 29,1%<br />
Alleen met huisarts 4 2,7%<br />
Alleen met specialist 3 2,0%<br />
Met bedrijfsarts + huisarts 11 7,4%<br />
Met bedrijfsarts + specialist 8 5,4%<br />
Met allen 5 3,4%<br />
Geen contact met derden 74 50,0%<br />
Totaal 148 100,0%<br />
In een kwart van de aangevraagde deskundigenoordelen wordt de werknemer binnen<br />
een week gezien door de verzekeringsarts. In 40% van de gevallen gebeurt dit in de<br />
tweede week, zo is af te lezen uit tabel 10. Dat betekent dat bij 35% het gesprek na de<br />
tweede week van aanvraag plaatsvindt, bij 10% na een maand. <strong>De</strong> gemiddelde duur is<br />
16 dagen.<br />
Tabel 10. Periode tussen aanvraag en onderzoek arts<br />
Periode Aantal Percentage<br />
Binnen 1 week 28 23,1 %<br />
1 - 2 weken 49 40,5 %<br />
2 weken - 1 maand 31 25,6 %<br />
> 1 maand 13 10,7 %<br />
Totaal 121 100,0 %<br />
Uit tabel 11 blijkt dat 40% van de aanvragen binnen twee weken wordt afgehandeld en<br />
nog eens 40% binnen een maand. Afgezet tegen de wettelijke termijn van twee weken<br />
lijkt dit mager, <strong>maar</strong> de wet biedt het UWV de mogelijkheid deze termijn te verdagen.<br />
Wanneer de werknemer moet worden opgeroepen, er contact met de bedrijfsarts moet<br />
plaatsvinden, informatie bij specialisten moet worden opgevraagd en moet worden<br />
overlegd met de arbeidsdeskundige is een termijn van een maand realistischer.<br />
28<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Tabel 11. Periode tussen aanvraag en verzenden <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Periode Aantal Percentage<br />
minder dan 2 weken 53 40,8 %<br />
2 weken - 1 maand 51 39,2 %<br />
> 1 maand 26 20,0 %<br />
Totaal 130 100,0 %<br />
Ter vergelijking, voor het afhandelen van een bezwaar tegen een hersteldverklaring door<br />
een verzekeringsarts van het UWV staat een termijn van 4 weken, terwijl in die situatie<br />
het UWV zelf al over alle gegevens beschikt omdat het UWV dan <strong>niet</strong> alleen de ‘second<br />
opinion’, <strong>maar</strong> ook de ‘first opinion’ heeft verricht.<br />
<strong>Het</strong> beeld dat ontstaat op basis van deze gegevensverzameling komt overeen met de<br />
enquêteresultaten. Door het lichten van de dossiers wordt daarnaast zichtbaar in<br />
hoeverre de verzekeringsarts andere professionals consulteert en hoe lang het duurt<br />
voordat een <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt afgegeven.<br />
3. Feiten en cijfers 29
30<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
4.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk worden de antwoorden uit de enquête gepresenteerd. In totaal hebben<br />
67 werknemers de enquête volledig ingevuld. Zestig werknemers hebben gehoor<br />
gegeven aan de schriftelijke uitnodiging van UWV en Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> samen.<br />
Zeven werknemers zijn geselecteerd uit het registratiebestand van Stichting <strong>De</strong><br />
<strong>Ombudsman</strong>.<br />
<strong>De</strong> enquête bestaat uit vijf onderdelen:<br />
1. <strong>De</strong> uitgangssituatie; persoonlijke gegevens van de deelnemer<br />
2. <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
3. <strong>De</strong> uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
4. <strong>Het</strong> vervolg na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
5. <strong>De</strong> mening over het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
4.2 <strong>De</strong> uitgangssituatie<br />
Met dit onderzoek willen we duidelijk krijgen in welke situaties een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
een oplossing biedt en wanneer <strong>niet</strong>. In eerste instantie kijken we naar de<br />
omgevingsvariabelen die <strong>niet</strong> te beïnvloeden zijn. <strong>De</strong>ze omgevingsvariabelen zijn:<br />
geslacht, leeftijd, functie, duur dienstverband en omvang van de onderneming.<br />
Aan de enquête hebben 38 vrouwen (57%) en 28 mannen (43%) meegedaan. <strong>De</strong><br />
meeste werknemers zijn tussen de 42 en 47 jaar oud, namelijk 30%. Ruim 40% is ouder<br />
en iets meer dan 25% is jonger (zie tabel 12). <strong>De</strong> kans om betrokken te raken bij een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> is groter naar mate men ouder is. Boven de 55 jaar neemt de kans<br />
weer af. Tachtig procent van de werknemers heeft een dienstverband van 12 jaar of<br />
korter (zie tabel 13). Bij een lang dienstverband is de kans dat de werknemer bij een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> wordt betrokkenen, erg klein.<br />
Tabel 12. Leeftijd<br />
Geboortejaar Leeftijd Aantal Percentage<br />
1945 - 1950 58> 6 9,0 %<br />
1951 - 1955 53-57 10 14,9 %<br />
1956 - 1960 48-52 13 19,4 %<br />
1961 - 1965 43-47 20 29,9 %<br />
1966 - 1970 38-42 8 11,9 %<br />
1971 - 1975 33-37 6 9,0 %<br />
1976 - 1980 28-32 4 5,9 %<br />
>1980
Tabel 13. Datum indiensttreding<br />
Periode Duur dienstverband Aantal Percentage<br />
2006 - 2008 38 jaar 0 0,0 %<br />
Totaal 67 100,0 %<br />
• Functie en omvang bedrijf<br />
Gevraagd is naar de functie en de omvang van het bedrijf. In tabel 14 zijn alleen de<br />
beroepsgroepen die tenminste vijf keer genoemd werden, opgenomen. Dat zijn zorg,<br />
management, techniek en het onderwijs. <strong>Het</strong> zijn vooral beroepen waarin met mensen<br />
wordt gewerkt en dus veel verantwoordelijkheid wordt gedragen. Zowel fysiek als<br />
geestelijk kan de belasting zwaar zijn. Onder de rubriek overig werden onder andere<br />
genoemd: productiewerk (4x), financieel medewerker (3x), juridisch (2x) en algemeen<br />
medewerker (2x).<br />
<strong>De</strong> meeste werknemers werken bij een grote werkgever, zo blijkt uit tabel 15. <strong>De</strong><br />
werkgevers met tussen de tien en vijfentwintig werknemers hebben duidelijk minder te<br />
maken met een <strong>deskundigenoordeel</strong>. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat deze<br />
werkgevers in vergelijking met de kleine werkgevers <strong>niet</strong> onevenredig hard getroffen<br />
worden door een zieke werknemer. Anderzijds zijn deze bedrijven nog wel zo klein dat<br />
iedereen elkaar kent en er vaak veel persoonlijke contacten zijn. Zoals we later zullen<br />
zien weet een groot deel van de werknemers <strong>niet</strong> wat de werkgever vindt van de<br />
uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> en wordt de uitkomst vaker <strong>niet</strong> dan wel<br />
besproken. Er is nauwelijks of geen contact met de werkgever. Bij relatief kleine<br />
werkgevers is dat contact er wel en dat draagt bij aan een betere verstandhouding. <strong>Het</strong><br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> is dan <strong>niet</strong> nodig.<br />
Tabel 14. Functie<br />
Functie Aantal Percentage<br />
Zorg 10 14,9 %<br />
Management 9 13,4 %<br />
Technisch 9 13,4 %<br />
Onderwijs 5 7,5 %<br />
Administratief 5 7,5 %<br />
Overig 29 43,3 %<br />
Totaal 67 100,0 %<br />
32<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Tabel 15. Omvang bedrijf<br />
Aantal personeelsleden Aantal Percentage<br />
500 20 29,8 %<br />
Totaal 67 100,0 %<br />
4.3 <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Na de uitgangssituatie en enkele persoonlijke gegevens hebben we gevraagd naar de<br />
aanloop en de aanleiding tot het <strong>deskundigenoordeel</strong>. Waarom is een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd en wat waren de verwachtingen? In 80% van de<br />
gevallen is (mede) sprake van psychische klachten blijkt uit tabel 16. Psychische klachten<br />
zijn in tegenstelling tot diverse lichamelijke klachten per definitie <strong>niet</strong> zichtbaar en<br />
kunnen dus eerder aanleiding geven tot een verschil van inzicht over de<br />
arbeids(on)geschiktheid van de werknemer.<br />
Tabel 16. Met welke reden heeft u zich ziek gemeld?<br />
Reden Aantal Percentage<br />
Lichamelijke klachten 11 16,4 %<br />
Psychische klachten 23 34,3 %<br />
Combinatie van lichamelijke en psychische klachten 31 46,3 %<br />
Vind ik <strong>niet</strong> relevant 2 3,0 %<br />
Totaal 67 100,0 %<br />
• Initiatief, onderwerp en doel<br />
<strong>De</strong> werknemer neemt vaker het initiatief tot een <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong> blijkt dat in<br />
driekwart van de gevallen de werknemer een <strong>deskundigenoordeel</strong> aanvraagt, de<br />
werkgever neemt een kwart voor zijn rekening. Vergeleken met cijfers uit eerdere jaren<br />
stijgt het aantal werkgevers dat een <strong>deskundigenoordeel</strong> aanvraagt. Dit is een op het<br />
eerste gezicht opvallende uitkomst, <strong>maar</strong> wel te verklaren. Sinds 1 januari 2004 is de<br />
loondoorbetalingsplicht voor de werkgever bij ziekte van de werknemer verlengd van één<br />
naar twee jaar. <strong>De</strong> belangen van de werkgever zijn daarmee veel groter geworden. En<br />
als tweede verklaring wijzen wij er op dat sinds 1 januari 2004 naast de oude ‘second<br />
opinion’ ook nieuwe deskundigenoordelen kunnen worden aangevraagd, die meer gericht<br />
zijn op de re-integratie.<br />
<strong>De</strong> meeste deskundigenoordelen gaan over de vraag of de werknemer wel of <strong>niet</strong> ziek is:<br />
de geschiktheid voor het eigen werk (zie tabel 17). In tabel 17 tellen de totalen <strong>niet</strong> op<br />
tot 67 <strong>maar</strong> tot 87 omdat bij de beantwoording van deze vraag meerdere antwoorden<br />
werden aangekruist.<br />
4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 33
Tabel 17. Wat was het onderwerp van geschil in het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
Onderwerp <strong>deskundigenoordeel</strong> Aantal Percentage<br />
(On)geschiktheid tot werken 51 58,6 %<br />
Re-integratie-inspanningen werknemer 5 5,8 %<br />
Re-integratie-inspanningen werkgever 17 19,5 %<br />
Passendheid aangeboden werk 14 16,1 %<br />
Totaal 87 100,0 %<br />
Vrijwel alle aanvragers zijn op zoek naar bevestiging van hun gelijk (in totaal 80%) en<br />
verwachten dat bij het UWV te vinden. Ook in tabel 18 zien we terug dat de meeste<br />
deskundigenoordelen gaan over de vraag of de werknemer al dan <strong>niet</strong> ziek is.<br />
Tabel 18. Wat wilde u met het <strong>deskundigenoordeel</strong> bereiken?<br />
Doel Aantal Percentage<br />
Duidelijkheid 10 20,0 %<br />
Bevestiging dat ik mijn werk <strong>niet</strong> kon doen door ziekte 30 60,0 %<br />
Bevestiging dat aangeboden werk <strong>niet</strong> passend was 3 6,0 %<br />
Bevestiging dat werkgever onvoldoende re-integratieinspanningen<br />
leverde<br />
7 14,0 %<br />
Totaal 50 100,0 %<br />
In de toelichting op deze enquêtevraag zijn meer concrete doelen aangegeven zoals ‘een<br />
non-actief stelling aanvechten’, ‘een re-integratieverplichting aanvechten’ en ‘overstap<br />
naar een ander re-integratiebureau bewerkstelligen’.<br />
• Tijdspanne<br />
Hoeveel tijd gaat er overheen voordat een <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt aangevraagd? Niet<br />
iedereen wist de exacte data te noemen, zodoende baseren we ons in tabel 19 op 47<br />
antwoorden. Bijna de helft van de deskundigenoordelen wordt aangevraagd binnen drie<br />
maanden waarvan negen binnen een maand. <strong>Het</strong> snelste <strong>deskundigenoordeel</strong> werd na<br />
vijf dagen aangevraagd.<br />
Tabel 19. Datum ziekmelding versus aanvraag <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Aanvraagmoment <strong>deskundigenoordeel</strong> Aantal Percentage<br />
< 1 maand 9 19,1 %<br />
< 3 maand 13 27,7 %<br />
< 6 maand 4 8,5 %<br />
< 1 jaar 8 17,0 %<br />
> 1 jaar 13 27,7 %<br />
Totaal 47 100,0 %<br />
Van de werknemers vond 70% dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> op tijd was aangevraagd.<br />
Meer dan kwart vond het te laat; 3% vond het te vroeg. Hierbij is het van belang op te<br />
merken dat het gaat om relatieve begrippen. <strong>Het</strong> zegt <strong>niet</strong>s over de daadwerkelijk<br />
34<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
verstreken duur. Zo is in het ene geval een aanvraag voor een <strong>deskundigenoordeel</strong> na<br />
vijf maanden ziekte door een werknemer als tijdig gekwalificeerd, <strong>maar</strong> door een andere<br />
werknemer werd twee weken al als te laat bestempeld.<br />
In alle gevallen waarin het <strong>deskundigenoordeel</strong> naar de mening van de werknemer te<br />
vroeg is aangevraagd, is de werkgever de aanvrager. En in alle gevallen waarin de<br />
werkgever de aanvrager was, heeft hij dat slechts in één geval te laat gedaan volgens de<br />
werknemer. Wanneer het <strong>deskundigenoordeel</strong> te laat is aangevraagd, dan is de<br />
werknemer zelf de aanvrager. Hieruit is af te leiden dat de werknemer onvoldoende<br />
bekend is met de mogelijkheid van het aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />
• Bekendheid<br />
Om te onderzoeken of werknemers de weg naar het <strong>deskundigenoordeel</strong> kennen is<br />
gevraagd wie op het idee kwam om een <strong>deskundigenoordeel</strong> aan te vragen. Uit tabel 20<br />
blijkt dat de meesten een tip krijgen van anderen. Met name professionals als advocaten,<br />
de bedrijfsarts en het UWV worden met regelmaat genoemd. Dat de bedrijfsarts met de<br />
suggestie komt is vanzelfsprekend, <strong>maar</strong> wanneer de advocaat of het UWV de tip geeft,<br />
is men waarschijnlijk al te ver gevorderd in het traject. In het eerste geval is de<br />
arbeidsverhouding waarschijnlijk al verstoord dan wel wil men de arbeidsverhouding<br />
beëindigen en in het tweede geval is er al langere tijd sprake van arbeidsongeschiktheid.<br />
Tabel 20. Hoe kwam u op het idee van een <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
Idee Aantal Percentage<br />
Rechtshulpverlener 14 28,0 %<br />
Bedrijfsarts 11 22,0 %<br />
UWV 11 22,0 %<br />
Familie en/of vrienden 8 16,0 %<br />
Werkgever 6 12,0 %<br />
Totaal 50 100,0 %<br />
• Arbeidsconflict<br />
Voordat een <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt aangevraagd, zijn er over het algemeen eerst<br />
andere oplossingen gezocht om uit de impasse te raken. Bijna de helft van de<br />
werknemers noemt gesprekken met de bedrijfsarts; in <strong>niet</strong> meer dan 20% van de<br />
gevallen blijkt er rechtstreeks contact te zijn tussen de leidinggevende en de werknemer.<br />
Nog eens 20% van de werknemers heeft een derde ingeschakeld (meerdere antwoorden<br />
waren mogelijk).<br />
In de meeste gevallen blijkt er een arbeidsconflict te zijn (zie tabel 21). <strong>Het</strong> is of de<br />
reden van de ziekmelding (21%) of ontstaat later in het proces (42%). Dat betekent dat<br />
3<br />
bij tweederde van de werknemers sprake is van een arbeidsconflictF F.<br />
3 In het onderzoek van Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> “Een vergeten alternatief” uit mei 2007<br />
werd al geconstateerd dat in de helft van de situaties waarin re-integratie tweede spoor<br />
moest worden ingezet, er sprake was van een arbeidsconflict.<br />
4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 35
Tabel 21. Speelde een arbeidsconflict een rol bij de ziekte?<br />
Rol arbeidsconflict Aantal Percentage<br />
Ja, het was de reden om ziek te melden 14 20,9 %<br />
Ja, eerst <strong>niet</strong>, <strong>maar</strong> gaandeweg kregen we een conflict 28 41,8 %<br />
Nee 25 37,3 %<br />
Totaal 67 100,0 %<br />
• Reacties<br />
In totaal hebben 50 van de 67 werknemers zelf een <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd en<br />
kregen zij dus te maken met een reactie van de werkgever. Wij hebben gevraagd hoe de<br />
werkgever reageerde. Bijna drie op de tien werkgevers reageren negatief (zie tabel 22).<br />
Tabel 22. Reactie van de werkgever op de aanvraag van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Reactie werkgever Aantal Percentage<br />
Positief/neutraal 23 46,0 %<br />
Negatief 14 28,0 %<br />
Geen 13 26,0 %<br />
Totaal 50 100,0 %<br />
Een paar citaten uit de beleving van de werknemers, gegeven in de toelichting:<br />
36<br />
‘Boos; de ontslagpapieren lagen klaar.’<br />
‘Wantrouwend; hoe ik op de hoogte was van deze mogelijkheid terwijl ik vind<br />
dat de bedrijfsarts mij hierop had moeten wijzen’.<br />
In een kwart van de gevallen volgt er helemaal geen reactie van de werkgever.<br />
Onderlinge communicatie is er <strong>niet</strong> meer:<br />
‘Onbekend; conflict was uit de hand gelopen met als gevolg schorsing (non-actief).’<br />
Vrijwel alle werknemers op één na (16 van de 17) reageren positief op het aanvragen<br />
van een <strong>deskundigenoordeel</strong> door de werkgever:<br />
‘Ik vond het goed dat de werkgever een onpartijdig iemand de situatie liet<br />
beoordelen.’<br />
‘Ik wilde wel weten waar ik aan toe was.’ En ‘<strong>Het</strong> had al veel eerder aangevraagd<br />
moeten worden. <strong>Het</strong> is eigenlijk te laat.’<br />
• Verwachtingen<br />
Gevraagd naar de verwachtingen van de werknemers bij het aanvragen van een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> kozen de meesten (acht van de tien) voor een onafhankelijk oordeel<br />
(zie tabel 23). Daarnaast willen vier van de tien werknemers meer of iets anders dan een<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
oordeel: advies, bemiddeling en hulp bij re-integratie. Bij deze vraag waren meerdere<br />
antwoorden mogelijk.<br />
Tabel 23. Wat verwachtte u van het UWV bij het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
Verwachting Aantal Percentage<br />
Onafhankelijk oordeel 53 65,4 %<br />
Advies 14 17,3 %<br />
Hulp bij re-integratie 6 7,4 %<br />
Bemiddeling 8 9,9 %<br />
Totaal 81 100,0 %<br />
Men verwacht veel van het UWV. Dat blijkt ook wanneer we vragen naar de rol die het<br />
UWV zou moeten vervullen (zie tabel 24). <strong>De</strong> deskundige en de onafhankelijk adviseur<br />
worden bijna even vaak genoemd. Daarnaast dient het UWV een beslissende rol te<br />
vervullen en bindende uitspraken te doen. Bij deze vraag waren meerdere antwoorden<br />
mogelijk.<br />
Tabel 24. Welke rol zou het UWV moeten vervullen naar uw mening?<br />
Rol UWV Aantal Percentage<br />
<strong>De</strong>skundige 36 29,2%<br />
Onafhankelijke adviseur 35 28,5%<br />
Beslisser die bindende uitspraak kan doen 32 26,0%<br />
Bemiddelaar 20 16,3%<br />
Totaal 123 100,0%<br />
4.4 <strong>De</strong> uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
<strong>Het</strong> derde onderdeel in de enquête betrof de wijze van uitvoering van het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> door het UWV.<br />
• Rol van het UWV<br />
<strong>Het</strong> UWV vervult in de ogen van de werknemers met name de rol van deskundige en van<br />
beslisser (zie tabel 25). Daarnaast vindt bijna een kwart van de werknemers dat het<br />
UWV de rol van adviseur op zich neemt.<br />
Tabel 25. Welke rol vervulde het UWV tijdens het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
Rol Aantal Percentage<br />
Adviseur 17 22,6%<br />
<strong>De</strong>skundige 32 42,7%<br />
Beslisser 26 34,7%<br />
Totaal 75 100,0%<br />
4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 37
Een ruime meerderheid vindt het oordeel van het UWV onafhankelijk zo blijkt uit tabel<br />
26. Er is echter ook een groot aantal (meer dan 30%) dat meent dat de verzekeringsarts<br />
de oren te veel laat hangen naar de werkgever of diens bedrijfsarts.<br />
Tabel 26. Was het <strong>deskundigenoordeel</strong> naar uw gevoel onafhankelijk?<br />
Onafhankelijkheid Aantal Percentage<br />
Ja, het UWV geeft een eigen oordeel 40 59,7 %<br />
<strong>Het</strong> UWV neemt het oordeel van de bedrijfsarts over 16 23,9 %<br />
<strong>Het</strong> UWV hecht te veel waarde aan het verhaal<br />
van de werkgever<br />
5 7,5 %<br />
<strong>Het</strong> UWV heeft mijn verhaal overgenomen 6 8,9 %<br />
Totaal 67 100,0 %<br />
Driekwart van de werknemers geeft aan dat zij tegen het UWV met betrekking tot het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> hebben kunnen zeggen wat zij wilden en één kwart <strong>niet</strong>. Diegenen<br />
die op hun antwoord een toelichting hebben gegeven, schreven onder andere:<br />
38<br />
‘<strong>Het</strong> UWV heeft uitgebreid in een persoonlijk gesprek bij mij thuis geluisterd. Alle<br />
stukken grondig doorgelezen en telefonisch een terugkoppeling gegeven van het<br />
gesprek wat het UWV nadien met de leidinggevende had. Daarnaast is mij de Wet<br />
Poortwachter uitgelegd en heeft het UWV getracht mijn emoties te kanaliseren. Dit<br />
was een erg prettige ervaring.’<br />
‘Ik kon mijn emotie kwijt dat ik het heel erg vond dat ik mijn werk <strong>niet</strong> meer kan<br />
doen.’<br />
Naast de positieve opmerkingen is ook een enkele kritische kanttekening gemaakt door<br />
de respondenten, bijvoorbeeld:<br />
‘Er werd goed geluisterd, <strong>maar</strong> ik begrijp ook dat het UWV probeert om zoveel<br />
mogelijk mensen uit de WIA te houden.’<br />
Ten slotte een aantal negatieve toelichtingen:<br />
‘Zoals de deskundige zelf zei: "ik zit hier om mensen aan het werk te schoppen".’<br />
‘<strong>De</strong> UWV verzekeringsarts had vooraf al een vast beeld gevormd. Mijn verhaal deed<br />
<strong>niet</strong> meer ter zake.’<br />
‘Ik ben <strong>niet</strong> op gesprek geweest bij UWV, er is alleen telefonisch contact geweest. ‘<br />
• Extra informatie<br />
Van de 67 werknemers heeft bijna 60% medische informatie ingebracht, 40% heeft dit<br />
<strong>niet</strong> gedaan. Door de respondenten die medische informatie inbrachten werd informatie<br />
van een specialist het meest genoemd (zie tabel 27). Voorbeelden van genoemde<br />
medisch specialisten zijn: de reumatoloog, een orthopeed, de logopedist, de KNO-arts,<br />
de gynaecoloog, de longarts en de internist.<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Tabel 27. Van wie heeft u medische informatie ingebracht?<br />
Informatie ingebracht van Aantal<br />
Specialist 18<br />
Huisarts 9<br />
Psycholoog/psychiater 7<br />
Fysiotherapeut 5<br />
Totaal 39<br />
Bijna 75% van de werknemers heeft het UWV gevraagd contact op te nemen met de<br />
bedrijfsarts of specialist. Een enkeling merkt op <strong>niet</strong> geweten te hebben dat dit mogelijk<br />
was.<br />
Bijna 30% van de werknemers weet <strong>niet</strong> of de verzekeringarts andere artsen heeft<br />
geraadpleegd (zie tabel 28). Iets minder dan 20% zegt dat de verzekeringsarts niemand<br />
heeft geraadpleegd. In de meeste gevallen, meer dan 30%, wordt contact opgenomen<br />
met de bedrijfsarts. Voor zover de werknemers weten heeft de verzekeringsarts in alle<br />
gevallen waarin de huisarts of de specialist werd geraadpleegd ook contact met de<br />
bedrijfsarts opgenomen.<br />
<strong>De</strong> cijfers uit de doorgelichte dossiers (zie vorige hoofdstuk) laten zien dat de<br />
verzekeringsarts in de helft van gevallen geen contact heeft met de bedrijfsarts.<br />
Tabel 28. Heeft het UWV de bedrijfsarts of andere medici geraadpleegd?<br />
Medici geraadpleegd door UWV Aantal Percentage<br />
Ja, de bedrijfsarts 28 34,1%<br />
Ja, de huisarts 5 6,1%<br />
Ja, de specialist 10 12,2%<br />
Nee, er zijn geen derden geraadpleegd 15 18,3%<br />
Weet ik <strong>niet</strong> 24 29,3%<br />
Totaal 82 100,0%<br />
• Uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
<strong>De</strong> werknemer is in ruim de helft van de gevallen in het gelijk gesteld. <strong>De</strong> werkgever in<br />
één vijfde van de gevallen en bij het overige kwart lag de uitkomst genuanceerd (de<br />
optie ‘<strong>niet</strong> van toepassing’ in tabel 29).<br />
Tabel 29. Wat was de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
Uitkomst Aantal Percentage<br />
<strong>De</strong> werkgever is in het gelijk gesteld 14 20,9 %<br />
<strong>De</strong> werknemer is in het gelijk gesteld 35 52,2 %<br />
Niet van toepassing 18 26,9 %<br />
Totaal 67 100,0 %<br />
4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 39
Wanneer we de categorie ‘<strong>niet</strong> van toepassing’ in tabel 30 buiten beschouwing laten,<br />
komt de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> in iets meer dan de helft van de gevallen<br />
overeen met het advies van de bedrijfsarts (28 van de 54 keer).<br />
Tabel 30. Kwam deze uitkomst overeen met het advies van de bedrijfsarts?<br />
Overeenkomstig Aantal Percentage<br />
Ja 28 41,8 %<br />
Nee 26 38,8 %<br />
Niet van toepassing 13 19,4 %<br />
Totaal 67 100,0 %<br />
• Eens of <strong>niet</strong> eens<br />
Van de werknemers geeft 65% aan het met de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
eens te zijn, 35% is het <strong>niet</strong> eens, zo blijkt ook uit enkele toelichtingen:<br />
40<br />
‘Ik ben door de arts goedgekeurd, <strong>maar</strong> ik was er <strong>niet</strong> aan toe om te werken.’<br />
‘Ze hebben de werkgever en bedrijfsarts in het gelijk gesteld. Mijn verhaal werd<br />
<strong>niet</strong> eens gehoord.’<br />
<strong>De</strong>sgevraagd weet meer dan 40% van de werknemers <strong>niet</strong> of de werkgever het met de<br />
uitkomst eens (zie tabel 31). Blijkbaar is er geen contact meer met de werkgever of<br />
wordt dit <strong>niet</strong> expliciet besproken.<br />
Tabel 31. Was de werkgever het met de uitkomst eens?<br />
Eens Aantal Percentage<br />
Ja 22 32,8 %<br />
Nee 17 25,4 %<br />
Weet ik <strong>niet</strong> 28 41,8 %<br />
Totaal 67 100,0 %<br />
4.5 <strong>Het</strong> vervolg na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Meer dan 60% van de werknemers heeft de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong><br />
besproken met zijn werkgever. In bijna de helft van de gevallen is de uitkomst <strong>niet</strong><br />
opgevolgd (zie tabel 32). <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> is dan ook <strong>niet</strong> bindend.<br />
Tabel 32. Is de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> opgevolgd?<br />
Opgevolgd Aantal Percentage<br />
Ja 36 53,7 %<br />
Nee 31 46,3 %<br />
Totaal 67 100,0 %<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Na het <strong>deskundigenoordeel</strong> zijn 30 werknemers weer aan het werk gegaan tegenover 37<br />
die <strong>niet</strong> aan het werk zijn gegaan (zie tabel 33). Bij die 30 werknemers is de re-integratie<br />
in meer of mindere mate, gelukt. Bij de overige 37 <strong>niet</strong>, terwijl één van beide partijen<br />
(werknemer of werkgever) waarschijnlijk wel mogelijkheden tot werkhervatting zag. Bij<br />
deze vraag is onderscheid gemaakt tussen de oorspronkelijke functie en een andere<br />
functie. <strong>De</strong> personen die nog bij de eigen werkgever werken doen dat vrijwel allemaal in<br />
de oorspronkelijke functie (21 van de 25). <strong>De</strong> werknemers die nu bij een andere<br />
werkgever werken doen dat twee keer in een vergelijkbare functie en vier keer in een<br />
andere functie. In totaal zijn er 42 werknemers <strong>niet</strong> meer in dienst bij hun werkgever.<br />
Tabel 33. Bent u nog steeds in dienst bij de werkgever?<br />
In dienst Aantal Percentage<br />
Ja, in mijn oorspronkelijke functie 20 29,8 %<br />
Ja, in een andere functie 4 6,0 %<br />
Nee, ik werk bij een andere werkgever<br />
in een vergelijkbare functie<br />
2 3,0 %<br />
Nee, ik werk bij een andere werkgever<br />
in een andere functie<br />
4 6,0 %<br />
Nee, ik ben nog arbeidsongeschikt 37 55,2 %<br />
Totaal 67 100,0 %<br />
• Uitkering<br />
Een derde van de werknemers heeft een WAO- of een WIA-uitkering aangevraagd; zij<br />
zijn in de wachttijd van één of van twee jaar <strong>niet</strong> (volledig) aan het werk gegaan noch<br />
hebben zij het werk hervat in een aangepaste functie (zie tabel 34).<br />
Tabel 34. Hebt u een WAO- of WIA-uitkering aangevraagd?<br />
Uitkering aangevraagd Aantal Percentage<br />
Ja 22 32,8 %<br />
Nee, ik ben na het <strong>deskundigenoordeel</strong> weer<br />
aan het werk gegaan<br />
12 17,9 %<br />
Nee, ik ben later weer hersteld en aan het werk gegaan 6 9,0 %<br />
Niet van toepassing. Ik ben nog geen 2 jaar ziek 27 40,3 %<br />
Totaal 67 100,0 %<br />
Vrijwel alle werknemers die een uitkering hebben aangevraagd (82%) hebben ook<br />
daadwerkelijk een uitkering ontvangen. Een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering is<br />
aan acht werknemers toegekend; de overige veertien werknemers kunnen nog wel<br />
andere werkzaamheden verrichten.<br />
• Naar de rechter<br />
Veertien van de 67 werknemers (21%) zijn bij de kantonrechter geweest voor een<br />
ontbinding van de arbeidsovereenkomst. <strong>De</strong> rechter heeft in vier gevallen de uitkomst<br />
van het <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong> overgenomen.<br />
4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 41
4.6 <strong>De</strong> mening over het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Van de werknemers vindt 65% dat de duur van de procedure goed is. Een kwart oordeelt<br />
dat de procedure sneller zou moeten (zie tabel 35).<br />
Tabel 35. Wat vond u van de duur van de procedure?<br />
Mening Aantal Percentage<br />
Goed 44 65,7 %<br />
<strong>De</strong> procedure zou sneller moeten 17 25,4 %<br />
<strong>De</strong> procedure mag langer duren 6 9,0 %<br />
Totaal 67 100,0 %<br />
Bij deze vraag was het mogelijk om een toelichting te geven. Diegenen die vonden dat<br />
de procedure langer mag duren merkten op:<br />
42<br />
‘Ik vind dat alle neuzen dezelfde kant op moeten staan voordat er een advies wordt<br />
gegeven.’<br />
‘Er moet meer informatie gevraagd worden van specialisten.’<br />
Diegenen die vonden dat het sneller moet gaven een scala aan motiveringen. Een<br />
selectie:<br />
‘Dan moet je weer naar een bedrijfsarts, dan weer naar de UWV, dan krijg je weer<br />
iemand thuis. Dit duurt veel te lang.’<br />
‘<strong>De</strong> tijd tussen aanvraag en <strong>deskundigenoordeel</strong> duurt te lang, namelijk vijf<br />
maanden.’<br />
‘Tussen aanvraag en uitvoering zat bijna een maand. In een arbeidsconflict is dat<br />
lang.’<br />
‘Dit oordeel is vaak belangrijk bij verschillende juridische zaken en het brengt veel<br />
spanningen met zich mee. <strong>Het</strong> heeft bijna één maand geduurd voordat de uitslag<br />
kwam. Mijn werkgever zette mijn loon stop tot het uitslag.’<br />
Ten slotte merkte iemand op dat het <strong>niet</strong> alleen sneller moet, <strong>maar</strong> ook beter en<br />
onpartijdig.<br />
• Top 5<br />
Welke aspecten worden belangrijk gevonden bij een <strong>deskundigenoordeel</strong>? Bij deze vraag<br />
kregen de werknemers vijf opties voorgelegd. Hen is gevraagd die te rangschikken.<br />
Daaruit blijkt dat de meeste waarde wordt gehecht aan ‘onafhankelijkheid (nr. 1.),<br />
gevolgd door ‘bindend’ (nr. 2) en ‘snelheid’ (nr. 3). <strong>De</strong> andere opties waren<br />
‘laagdrempelig’(nr. 4) en ‘kosten’ (nr. 5).<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Tabel 36. Wat vindt u belangrijk bij een <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
Kenmerk nr. 1 nr. 2 nr. 3 nr. 4 nr. 5<br />
Bindend 9,0 % 35,8 % 22,4 % 22,4 % 10,4 %<br />
Kosten 3,0 % 7,5 % 13,3 % 9,0 % 67,2 %<br />
Laagdrempelig 3,0 % 16,4 % 29,9 % 47,7 % 3,0 %<br />
Onafhankelijkheid 71,6 % 16,4 % 7,5 % 4,5 % 0,0 %<br />
Snelheid 13,4 % 23,9 % 26,9 % 16,4 % 19,4 %<br />
Totaal 100,0 % 100,0 % 100,0 % 100,0 % 100,0 %<br />
• Aanrader?<br />
Ruim tweederde van de werknemers vindt het <strong>deskundigenoordeel</strong> zo zinvol dat men ook<br />
anderen een <strong>deskundigenoordeel</strong> zou aanbevelen (zie tabel 37).<br />
Tabel 37. Zou u iemand anders een <strong>deskundigenoordeel</strong> aanraden?<br />
Aanraden <strong>deskundigenoordeel</strong> Aantal Percentage<br />
Ja, het kan erg helpen 35 52,2 %<br />
Ja, het is wel een handige richtlijn 13 19,4 %<br />
Nee, het heeft geen nut 16 23,9 %<br />
Nee, het werkt een arbeidsconflict in de hand 3 4,5 %<br />
Totaal 67 100,0 %<br />
In de toelichting op deze vraag worden vooral voorwaarden geformuleerd:<br />
‘<strong>Het</strong> gaat om vertrouwen en het willen werken naar een oplossing. Als die er <strong>niet</strong><br />
is, heeft het <strong>deskundigenoordeel</strong> geen zin.’<br />
‘Zodra een ziekte <strong>niet</strong> aantoonbaar is (in de zin van gebroken been, virus e.d.)<br />
heeft een <strong>deskundigenoordeel</strong> weinig zin.’<br />
‘Dit is slechts een hulpmiddel, het is belangrijk dat je zelf actief deelneemt en het<br />
overwicht houdt!’<br />
Vervolgens was er ruimte overgelaten in de enquête waarin werknemers hun<br />
opmerkingen kwijt konden over het effect van het <strong>deskundigenoordeel</strong>. Een greep uit de<br />
opmerkingen:<br />
‘Mijn werkgever heeft dit aangevraagd omdat hij mijn ziekte <strong>niet</strong> geloofde. <strong>Het</strong><br />
effect was dat ik gelijk had en daardoor hadden mijn werkgever en ik minder<br />
discussies.’<br />
‘<strong>Het</strong> was een middel om uit de dreigende impasse te geraken. <strong>De</strong> werkgever dacht<br />
(nog) <strong>niet</strong> aan passende arbeid ondanks het feit dat ik hierop aandrong. Mijn doel<br />
is dankzij het <strong>deskundigenoordeel</strong> bereikt; ik vervul een passende functie, wat voor<br />
mij gunstig uitpakt tot nu toe.’<br />
4. <strong>De</strong> praktijk van het <strong>deskundigenoordeel</strong> 43
44<br />
‘<strong>Het</strong> kan je positie versterken terwijl je het gevoel hebt in een mindere positie te<br />
worden geplaatst (door je ziekte).’<br />
‘Uiteindelijk ben ik er <strong>niet</strong>s mee opgeschoten omdat mijn werkgever het advies <strong>niet</strong><br />
heeft opgevolgd. Afspraken waren <strong>niet</strong> bindend. Nadat ik een andere functie had<br />
bleek dit ook <strong>niet</strong> passend voor mij. Moet ik dan weer een oordeel aanvragen?’<br />
• Rapportcijfer<br />
Tot slot konden de werknemers als eindoordeel een algemeen rapportcijfer geven aan<br />
het <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong> gemiddelde rapportcijfer dat de werknemers geven aan het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> is een zes min (zie tabel 38).<br />
Tabel 38. Welk rapportcijfer geven de werknemers het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
Rapportcijfer Aantal Percentage<br />
Zwaar onvoldoende (0-4) 17 25,3 %<br />
Onvoldoende (5) 5 7,5 %<br />
Voldoende (6-7) 16 23,9 %<br />
Goed (8) 19 28,4 %<br />
Uitstekend (9-10) 10 14,9 %<br />
Totaal 67 100,0 %<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
5. In gesprek met werknemers en werkgevers<br />
5.1 Inleiding<br />
Aanvullend op de gegevensverzameling uit de dossiers en de enquête onder de<br />
werknemers hebben we acht werknemers en hun werkgevers geïnterviewd over de<br />
gebeurtenissen die leidden tot het aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong> en over hun<br />
visie op het <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />
In de enquête is gevraagd of we contact mochten opnemen met de werkgever. Van<br />
diegenen die daarvoor toestemming hebben gegeven, zijn acht werknemers benaderd.<br />
Zij zijn eerst geïnterviewd. Daarna is gesproken met hun werkgevers. Hierdoor is het<br />
mogelijk om de visie van de werknemer te vergelijken met die van de werkgever.<br />
<strong>De</strong> werknemers en hun werkgevers zijn mondeling geïnterviewd aan de hand van een<br />
checklist met de volgende aandachtsgebieden:<br />
• <strong>Het</strong> dienstverband<br />
• <strong>De</strong> ziekte<br />
• <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
• <strong>De</strong> verwachtingen<br />
• <strong>De</strong> rol van het UWV<br />
• <strong>De</strong> situatie en het vervolg na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
In dit hoofdstuk volgt een weergave van de interviews, geïllustreerd met vier casus.<br />
5.2 Dienstverband en ziekte<br />
Enkele feitelijke gegevens betreffende de geïnterviewde werknemers:<br />
• <strong>De</strong> duur van de dienstverbanden van de acht werknemers – vijf vrouwen en drie<br />
mannen – varieerde van korter dan drie tot meer dan 25 jaar;<br />
• <strong>De</strong> grootte van het bedrijf waar ze werkzaam waren of zijn, laat een divers beeld<br />
zien: van een klein bedrijf tot een grote werkgever;<br />
• Bij drie werknemers was er sprake van psychische klachten, bij de overige vijf<br />
ging het om lichamelijke klachten;<br />
• Vijf werknemers hebben zelf een <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd. Eén van de<br />
werknemers heeft in totaal drie keer een <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd<br />
gedurende het re-integratietraject;<br />
• <strong>De</strong> werknemers die het <strong>deskundigenoordeel</strong> zelf hebben aangevraagd zijn daarop<br />
gewezen door de leidinggevende, de bedrijfsarts, de vakbond en een advocaat;<br />
• <strong>De</strong> deskundigenoordelen gingen drie keer over de vraag of de werknemer ziek of<br />
<strong>niet</strong> ziek was. <strong>De</strong> andere vijf hadden betrekking op het wel of <strong>niet</strong> passend zijn<br />
van het aangeboden werk;<br />
5. In gesprek met werknemers en werkgevers 45
46<br />
Casus 1. Ontslagvergoeding na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Mijnheer B. werkt nog geen drie jaar bij een productiebedrijf als hij<br />
te horen krijgt dat hij ontslagen wordt. Met zijn nieuwe manager kan<br />
hij <strong>niet</strong> overweg en in het kleine bedrijf van nog geen tien<br />
werknemers geeft dit veel spanning. Zijn werkgever vindt dat hij het<br />
veld moet ruimen. Eén en ander heeft zo’n impact op hem dat hij<br />
zowel lichamelijke als psychische klachten krijgt. Voor die laatste<br />
komt hij onder behandeling van een psychotherapeut. <strong>De</strong><br />
bedrijfsarts vindt echter dat hij zich aanstelt en verklaart hem<br />
zonder verder onderzoek arbeidsgeschikt. Toen heeft hij een<br />
advocaat in de arm genomen, die verwijst hem naar het UWV en hij<br />
raadt een <strong>deskundigenoordeel</strong> aan.<br />
Hij is over de uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong> zeer te<br />
spreken. Hij is serieus genomen, zijn klachten zijn erkend en het<br />
UWV heeft hem in het gelijk gesteld. <strong>Het</strong> UWV heeft dus <strong>niet</strong> zo<strong>maar</strong><br />
de bedrijfsarts gevolgd, <strong>maar</strong> komt met een onafhankelijk oordeel.<br />
Hij vindt het dan ook erg goed dat deze mogelijkheid er is.<br />
<strong>De</strong> werkgever heeft een ontslagprocedure via de kantonrechter in<br />
gang gezet en hij is ontslagen <strong>maar</strong> heeft van de rechter wel een<br />
ruime ontslagvergoeding meegekregen.<br />
Inmiddels gaat het beter met hem en hij werkt weer via een<br />
uitzendbureau.<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
• Gaandeweg het re-integratieproces is er bij drie werknemers een arbeidsconflict<br />
ontstaan;<br />
• Bij twee werknemers was het verschil van inzicht nog <strong>niet</strong> geëscaleerd tot een<br />
conflict;<br />
• Bij drie werknemers is de relatie met de werkgever goed gebleven.<br />
Hoe is het deze werknemers vergaan in het verdere verloop van het re-integratietraject?<br />
• Twee werknemers zijn ontslagen;<br />
• Twee werknemers zijn volledig arbeidsongeschikt verklaard. Eén werknemer heeft<br />
een volledige WAO-uitkering en de andere een volledige WIA-uitkering. Die<br />
uitkering is vervroegd aangevraagd omdat duidelijk werd dat de werknemer<br />
helemaal <strong>niet</strong> meer kon werken;<br />
• Een werknemer heeft een gedeeltelijke WAO-uitkering met behoud van eigen<br />
werk;<br />
• Een werknemer heeft een gedeeltelijke WAO-uitkering en een andere functie bij<br />
de eigen werkgever;<br />
• Een werknemer heeft een andere functie bij de eigen werkgever;<br />
• Een werknemer is weer teruggekeerd naar dezelfde functie bij de eigen<br />
werkgever, na detachering bij een andere werkgever (het zogeheten tweede<br />
spoor).<br />
5.3 <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong> en de<br />
verwachtingen<br />
Voordat het komt tot het aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong> is er al heel wat<br />
gebeurd. Niet zelden zetten die gebeurtenissen de relatie tussen werkgever en<br />
werknemer onder spanning. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> staat daardoor ook onder spanning.<br />
<strong>Het</strong> vraagt dan ook een hele inspanning om met het <strong>deskundigenoordeel</strong> de re-integratie<br />
weer vlot te trekken. Uit de interviews met zowel de werknemers als de werkgevers blijkt<br />
dat beide partijen het belang inzien van een goede re-integratie.<br />
Werknemers<br />
In de aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong> hebben de geïnterviewde werknemers te<br />
maken met een scala aan gezondheidsklachten die het werken (deels) onmogelijk<br />
maakten. Eén werknemer heeft door een ongeluk hersenletsel opgelopen, een andere<br />
werknemer meldt gehoorschade te hebben opgelopen op de werkvloer. Verder worden<br />
diverse, andere lichamelijke klachten genoemd, al dan <strong>niet</strong> in combinatie met psychische<br />
klachten. Bij drie werknemers is er sprake van alleen psychische klachten.<br />
5. In gesprek met werknemers en werkgevers 47
48<br />
Casus 2. Een tweede spoor na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Mevrouw A. wil weer aan de slag bij haar werkgever na een<br />
hersenoperatie. Zij heeft er bijna geen last meer van en is ervan<br />
overtuigd dat ze het werk als ziekenverzorgende weer aan kan. Haar<br />
werkgever daarentegen wil haar lager inschalen en bemoeilijkt haar<br />
werkhervatting. <strong>De</strong> werkgever komt er bijvoorbeeld bij zitten als zij<br />
bij de bedrijfsarts is. Ze heeft het idee dat de bedrijfsarts zich<br />
hierdoor laat beïnvloeden en <strong>niet</strong> tegen de wil van de werkgever<br />
durft in te gaan.<br />
<strong>De</strong> uitslag van het <strong>deskundigenoordeel</strong> laat lang op zich wachten.<br />
<strong>Het</strong> UWV doet er vijf maanden over om tot een oordeel te komen en<br />
dat is volgens mevrouw A veel te lang. Ze verwacht van het UWV<br />
alle hulp die iemand nodig heeft om op de juiste plek de juiste arbeid<br />
te kunnen verrichten. Dat kun je <strong>niet</strong> alleen: als werknemer kun je<br />
<strong>niet</strong> alleen tegen je werkgever op. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> betekent<br />
voor mevrouw A. een steun in de rug. Bij het UWV ontmoet mevrouw<br />
A. begrip. Er wordt geoordeeld dat zij weer kan terugkeren naar de<br />
werkvloer.<br />
Na het <strong>deskundigenoordeel</strong> blijft de werkgever echter van mening<br />
dat de situatie van de werkneemster te positief wordt ingeschat. In<br />
overleg wordt daarom besloten tot tijdelijke detachering bij een<br />
andere instelling. Daar blijkt dat mevrouw A. goed functioneert zodat<br />
zij kan terugkeren naar haar oude functie.<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
82<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Drie werknemers zeggen dat hun klachten <strong>niet</strong> serieus werden genomen, <strong>niet</strong> door de<br />
werkgever en <strong>niet</strong> door de bedrijfsarts. Daarom was een oordeel van een derde nodig. Bij<br />
vier werknemers ging het er om dat ze weer aan de slag wilden in hun eigen functie<br />
<strong>maar</strong> dat de werkgever ze <strong>niet</strong> geschikt achtte voor hun eigen werk. <strong>Het</strong> zoeken naar<br />
passend werk bij de eigen werkgever of bij een andere, kan leiden tot veel ‘gedoe’ waarin<br />
een oordeel van een derde helderheid kan geven. Bij de achtste werknemer tenslotte die<br />
kampte met rugklachten, was het de vraag of er sowieso nog wel mogelijkheden waren<br />
om te werken.<br />
Werkgevers<br />
<strong>De</strong> visie die de werkgevers hebben op de aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong> verschilt<br />
<strong>niet</strong> veel van de visie van de desbetreffende werknemers. Alleen waar de werknemers de<br />
onderlinge verhouding als verstoord of problematisch kwalificeren, zijn de werkgevers<br />
minder negatief. Er was wel een verschil van inzicht, <strong>maar</strong> dat bleef in de ogen van de<br />
werkgevers beheersbaar.<br />
<strong>De</strong> werkgevers gaan allen af op het advies van de bedrijfsarts. Een van de werkgevers<br />
stelt zich op het standpunt dat het oordeel van de bedrijfsarts doorslaggevend moet zijn.<br />
Een werkgever laat weten dat pas na en dankzij het <strong>deskundigenoordeel</strong> de impasse<br />
tussen zijn werknemer en de bedrijfsarts is doorbroken. <strong>Het</strong> geschil was medisch en ging<br />
over ziektebeelden en de meest geschikte behandeling. Dit <strong>deskundigenoordeel</strong> is op<br />
advies van de vakbond door de werknemer aangevraagd en heeft in zijn voordeel<br />
uitgepakt. Een andere werkgever geeft aan de tegenwerking die zijn werknemer heeft<br />
ondervonden, <strong>niet</strong> te herkennen en hij kan zich <strong>niet</strong> voorstellen dat hierdoor psychische<br />
schade zou zijn ontstaan. Wel wordt gezien dat de communicatie stroef was, waardoor<br />
een oplossing buiten bereik bleef.<br />
5.4 Visie op het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Hoe kijken de geïnterviewde werknemers en werkgevers tegen het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
aan?<br />
Werknemers<br />
Vier werknemers geven aan tevreden te zijn over het <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong> betreft<br />
zowel werknemers die zelf een <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd hebben als werknemers<br />
van wie de werkgever de aanvrager was. Als argumenten voeren zij aan dat zij serieus<br />
genomen zijn door de verzekeringsarts en dat hun gezondheidsklachten zijn erkend.<br />
Verder noemen zij de onafhankelijkheid van de verzekeringsarts. Hij doet zelf onderzoek<br />
en volgt <strong>niet</strong> zo <strong>maar</strong> de bedrijfsarts. Eén van de werknemers vindt het jammer dat een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> nodig is. Eigenlijk zou je er samen met je werkgever uit moeten<br />
komen. Toch is het goed dat die mogelijkheid er is. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt door<br />
deze werknemer gezien als een stapje hoger dan de bedrijfsarts.<br />
5. In gesprek met werknemers en werkgevers 49
50<br />
Casus 3. Duidelijkheid door een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
<strong>De</strong> heer C. is ronduit tevreden over het <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />
Concreet heeft het <strong>deskundigenoordeel</strong> geleid tot een vervroegde<br />
aanvraag van een IVA-uitkering. <strong>De</strong> contacten met de werkgever en<br />
collega’s zijn gedurende het hele proces goed gebleven. Hij werkte al<br />
heel lang bij de werkgever die rekening hield met zijn beperkingen<br />
vanwege rugklachten.<br />
<strong>De</strong> werkgever heeft het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd met het<br />
doel duidelijkheid te krijgen. Er is gezocht naar ander werk bij de<br />
werkgever, <strong>maar</strong> zijn fysieke problemen werden steeds heviger. Ook<br />
het andere werk kon hij <strong>niet</strong> volhouden. Hoewel de communicatie<br />
met zijn werkgever altijd goed geweest is, heeft het zeker nut gehad<br />
om het <strong>deskundigenoordeel</strong> aan te vragen. Voor die tijd dachten<br />
zowel de werkgever als hij dat hij nog wel zou kunnen werken, <strong>maar</strong><br />
ze wisten <strong>niet</strong> precies wat. Na het <strong>deskundigenoordeel</strong> werd duidelijk<br />
dat hij <strong>niet</strong>s meer kon. Achteraf vindt hij zelfs dat het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> eerder ingezet had moeten worden. <strong>Het</strong> duurde<br />
lang voordat het oordeel werd afgegeven. Dat kwam omdat het UWV<br />
een extern consult bij een rugspecialist liet doen. Daardoor kwam er<br />
duidelijkheid, <strong>maar</strong> het duurde te lang.<br />
<strong>De</strong> werkgever van de heer C. laat weten dat hij vaker een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> aanvraagt omdat daarmee discussie wordt<br />
voorkomen. Daarom volgt de werkgever de uitkomst van het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> altijd, ook als die uitkomst <strong>niet</strong> overeenkomt<br />
met de visie van de bedrijfsarts. <strong>Het</strong> is wel belangrijk om altijd hoor-<br />
en wederhoor toe te passen. In de praktijk blijkt dit <strong>niet</strong> altijd te<br />
gebeuren. Er vindt dan alleen dossieronderzoek plaats en de<br />
werkgever wordt <strong>niet</strong> gehoord.<br />
<strong>De</strong> werkgever en werknemer zijn goed uit elkaar gegaan.<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Ook als de communicatie met de werkgever wel goed is, kan het zinnig zijn om een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> aan te vragen. Want het schept duidelijkheid. Niet iedereen was op<br />
de hoogte van de mogelijkheid van een <strong>deskundigenoordeel</strong>. Daardoor is het<br />
voorgekomen dat het te laat werd ingezet. Naast onbekendheid was er ook kritiek op het<br />
feit dat het lang kan duren voordat een <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt uitgesproken. Bij een<br />
van de werknemers heeft het vijf maanden geduurd.<br />
<strong>De</strong> andere vier werknemers tonen zich <strong>niet</strong> tevreden over het <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong><br />
ontbreekt aan een luisterend oor bij de verzekeringsarts, wat zich uit in weinig ruimte<br />
voor gevoel en emotie van de werknemer. Dat maakt dat aan de onafhankelijkheid van<br />
het UWV wordt getwijfeld. Wat meespeelt, is dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong><br />
beantwoordt aan de verwachtingen. Eén van de werknemers zegt dat de verzekeringsarts<br />
geen antwoord gaf op de vraag, <strong>maar</strong> constateerde dat er een arbeidsconflict was,<br />
waarna het advies volgde om een mediationtraject te volgen. Een andere werknemer<br />
stelt dat het UWV te veel waarde heeft gehecht aan het standpunt van de werkgever.<br />
Met als gevolg dat de werkgever bevestigd werd in zijn standpunt en overging tot het<br />
opleggen van disciplinaire maatregelen. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> werd <strong>niet</strong> gebruikt om<br />
er samen uit te komen: ‘Als arbeidsongeschikte sta je dan nog meer met de rug tegen de<br />
muur.’<br />
Werkgevers<br />
<strong>De</strong> werkgevers met wie is gesproken, zijn zonder uitzondering positief over het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong>. Er is vertrouwen in het UWV en de onpartijdigheid van het UWV<br />
wordt <strong>niet</strong> in twijfel getrokken. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> heeft volgens één van de<br />
werkgevers altijd zin, omdat het een uitwijkmogelijkheid is wanneer er een conflict dreigt<br />
tussen werknemer en werkgever. Bij ziekte is er toch vaak sprake van enige ruis en<br />
verschil van inzicht en een <strong>deskundigenoordeel</strong> voorkomt escalatie. <strong>Het</strong><br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> wordt als nuttig ervaren.<br />
Wel wordt de kanttekening gemaakt dat het UWV <strong>niet</strong> altijd hoor- en wederhoor toepast.<br />
Er vindt dan alleen dossieronderzoek plaats en de werkgever wordt <strong>niet</strong> gehoord. <strong>Het</strong><br />
komt ook voor dat zowel de medewerker als het bedrijf <strong>niet</strong> uit de voeten kunnen met de<br />
uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>De</strong> kwaliteit van een <strong>deskundigenoordeel</strong> is ook<br />
afhankelijk van de vraagstelling en die is in de praktijk nogal eens te ruim om een zinnig<br />
oordeel te krijgen. Enkele werkgevers vinden het <strong>deskundigenoordeel</strong> te vrijblijvend,<br />
omdat het <strong>niet</strong> bindend is. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> is geen directe oplossing, het is altijd<br />
nodig om daarna samen om de tafel te gaan zitten, stelt een volgende werkgever. Een<br />
andere werkgever heeft het beleid de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> altijd op te<br />
volgen, ook als die <strong>niet</strong> overeenkomt met de visie van de bedrijfsarts.<br />
Een belangrijk voordeel van het <strong>deskundigenoordeel</strong> is dat het een discussie met de<br />
werknemer voorkomt. Eén van de werkgevers zegt dat een <strong>deskundigenoordeel</strong> van<br />
groot belang kan zijn om vastgelopen situaties weer vlot te trekken. <strong>Het</strong> is daarom goed<br />
als partijen weten dat er zoiets als een <strong>deskundigenoordeel</strong> bestaat en er het belang van<br />
inzien. Ook is het belangrijk dat een <strong>deskundigenoordeel</strong> op tijd wordt aangevraagd,<br />
zodat de arbeidsrelatie zo min mogelijk wordt aangetast.<br />
5. In gesprek met werknemers en werkgevers 51
52<br />
Casus 4. Ontslag na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Mevrouw D. is ruim 15 jaar in dienst bij haar werkgever als zij door<br />
ziekte slechts gedeeltelijk kan werken. Gaandeweg verslechtert de<br />
relatie met haar werkgever. Volgens haar is de werkgever veel te<br />
optimistisch over haar re-integratie. Een duidelijk plan van aanpak<br />
ontbreekt. In plaats daarvan wordt zij voor het blok gezet: ‘We<br />
denken dat je wel weer aan het werk kan en anders doe je <strong>maar</strong><br />
passend werk in de vorm van klussen en taken.’ Tot drie keer toe<br />
vraagt zij een <strong>deskundigenoordeel</strong> aan over de vraag of de<br />
werkgever zich voldoende inspant in het kader van haar reintegratie.<br />
<strong>De</strong> uitslag van het eerste <strong>deskundigenoordeel</strong> noemt ze zeer<br />
teleurstellend. <strong>Het</strong> UWV oordeelt dat er sprake is van een<br />
arbeidsconflict en komt met het advies voor een mediationtraject. <strong>De</strong><br />
aandacht verschuift hierdoor van de ziekte naar het conflict, terwijl<br />
die ziekte er wel degelijk was. Volgens mevrouw D. heeft het UWV te<br />
veel waarde gehecht aan het standpunt van de werkgever.<br />
Ook twee latere deskundigenoordelen door haar aangevraagd,<br />
helpen mevrouw D. <strong>niet</strong> bij haar re-integratie. Zo biedt de werkgever<br />
‘passend werk’ aan, <strong>maar</strong> zij was nog helemaal <strong>niet</strong> in staat te<br />
werken. <strong>De</strong> arbeidskundige van het UWV nam echter het standpunt<br />
van de bedrijfsarts over en vond dat zij dat aangepaste werk wel<br />
kon. Over het <strong>deskundigenoordeel</strong> merkt zij in het algemeen op dat<br />
het UWV geen toezicht houdt op de naleving van het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong>. Als de werkgever het oordeel <strong>niet</strong> volgt, sta je<br />
als werknemer met lege handen.<br />
Verder pleit zij voor een correctiemogelijkheid. Bij het eerste<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> had zij dan aan de arts kunnen laten weten dat<br />
hij ook aandacht aan de ziekte had moeten besteden. Daarvoor heeft<br />
zij toch een <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd. Dat ze een conflict<br />
had met de werkgever was wel duidelijk, daar had ze geen<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> voor nodig.<br />
Mevrouw D. is inmiddels ontslagen en heeft een advocaat in de arm<br />
genomen.<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Drie werkgevers maken veel gebruik van het <strong>deskundigenoordeel</strong>. Slechts in een<br />
minderheid van de gevallen gebeurt dat bij een verschil van mening tussen werkgever en<br />
werknemer. In de meeste gevallen wordt een <strong>deskundigenoordeel</strong> ingezet als, zoals de<br />
geïnterviewde het uitdrukt, een preventief instrument. Dat wil zeggen: tussentijds in een<br />
re-integratietraject, als men objectief vastgesteld wil hebben of men op de goede weg is.<br />
Maar ook <strong>niet</strong> zelden bij het inzetten van het zogeheten ‘tweede spoor’. Bij dit laatste<br />
vraagt de werkgever een <strong>deskundigenoordeel</strong> om er zeker van te zijn dat er voldoende<br />
interne re-integratie-inspanningen zijn gepleegd. En ook om er zeker van te zijn dat<br />
terugkeer naar eigen werk of ander passend werk in de eigen organisatie <strong>niet</strong> mogelijk is.<br />
Ook leidt het preventief inzetten van het <strong>deskundigenoordeel</strong> tot het voorkomen van<br />
conflicten tussen werkgever en werknemer in latere trajecten.<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> leent zich naar de ervaring van een andere werkgever minder<br />
als instrument voor conflictbeslechting, omdat de formulering van een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> vaak wat abstract is en omdat een <strong>deskundigenoordeel</strong> slechts een<br />
momentopname is. Toch is deze werkgever vooral positief over wat hij noemt de ‘second<br />
opinion’ functie van het <strong>deskundigenoordeel</strong>. Hij is van mening dat het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> zowel door werknemers als door werkgevers veel te weinig als<br />
zodanig wordt ingewonnen. Hij schrijft dit toe aan de onbekendheid met het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong>, <strong>niet</strong> alleen bij werknemers, <strong>maar</strong> ook bij werkgevers. Zijn advies:<br />
ga tijdig naar het UWV en voorkom daarmee conflicten en haal dusdoende zaken in een<br />
vroeg stadium uit de emotionele sfeer.<br />
<strong>De</strong> derde werkgever die veel gebruik maakt van het <strong>deskundigenoordeel</strong> vraagt het<br />
standaard na een jaar ziekte aan. Dit om te toetsen of men met de re-integratie op de<br />
goede weg is. <strong>De</strong>ze werkgever zet het <strong>deskundigenoordeel</strong> dus <strong>niet</strong> alleen in bij een<br />
geschil, <strong>maar</strong> ook ter controle, voor de duidelijkheid en ter bevestiging.<br />
Tot slot zeggen alle geïnterviewde werkgevers snelheid belangrijk te vinden. Een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> dat een maand op zich laat wachten, is te laat. <strong>De</strong> onduidelijkheid<br />
duurt voort en het meningsverschil tussen werkgever en werknemer blijft al die tijd<br />
bestaan. Ook zijn de belangen van de werkgever de laatste jaren toegenomen. Hij krijgt<br />
steeds meer op zijn bord geschoven en loopt de kans met loonsancties geconfronteerd te<br />
worden.<br />
Intermezzo<br />
<strong>De</strong> omgekeerde wereld: de werknemer wil weer werken, <strong>maar</strong> mag <strong>niet</strong><br />
Vanuit de beschermende functie van de werknemer is men bij het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
snel geneigd te denken dat de werknemer het <strong>deskundigenoordeel</strong> aanvraagt omdat de<br />
werkgever vindt dat hij weer aan het werk kan. Maar het tegenovergestelde komt ook<br />
voor. <strong>Het</strong> laten toetsen van de re-integratie-inspanningen van de werkgever op verzoek<br />
van de werknemer wijst ook in de richting. <strong>De</strong> werknemer zou wel weer aan het werk<br />
willen, <strong>maar</strong> de werkgever laat dat <strong>niet</strong> toe of spant zich er onvoldoende voor in. Er is<br />
door de werkgever al een vervanger aangetrokken die het goed doet. <strong>De</strong> werkgever<br />
wilde eigenlijk toch al van de werknemer af.<br />
5. In gesprek met werknemers en werkgevers 53
Werkgevers laten hun eigen re-integratie-inspanningen toetsen<br />
<strong>De</strong> geïnterviewde werkgevers zijn tevreden over het huidige <strong>deskundigenoordeel</strong>. Zij zien<br />
het nut er van in. <strong>Het</strong> UWV wordt als onafhankelijk en deskundig beschouwd. Diverse<br />
werkgevers vragen standaard een <strong>deskundigenoordeel</strong> aan na het eerste ziektewetjaar.<br />
<strong>De</strong> werkgever wil weten of hij bij de re-integratie op de goede weg is. <strong>De</strong> werkgever wil<br />
<strong>niet</strong> geconfronteerd worden met een loonsanctie aan het einde van de twee jaar<br />
arbeidsongeschiktheid omdat hij onvoldoende gedaan zou hebben aan de re-integratie.<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> naar passende arbeid<br />
In het kader van re-integratie komt de passende arbeid ook om de hoek kijken. Is de<br />
arbeid die de werkgever me wil laten doen wel passend? <strong>De</strong> werknemer denkt vaak dat<br />
hij ook die functie nog <strong>niet</strong> kan verrichten en wil dat laten toetsen. Probleem hierbij is<br />
dat het UWV in dergelijke situaties de medische aspecten slechts marginaal toetst. <strong>De</strong><br />
bevindingen van de bedrijfsarts worden als vaststaand aangenomen, tenzij nadrukkelijk<br />
het tegendeel blijkt. <strong>De</strong> arbeidsdeskundige toetst, gegeven de medische situatie, of de<br />
aangepaste arbeid, met minder uren of minder taken, wel verricht kan worden.<br />
In theorie is er verschil tussen de vraag of de werknemer zijn eigen arbeid kan verrichten<br />
en de vraag of de werknemer de passende arbeid kan verrichten. Maar in de praktijk<br />
komt het voor de werknemer op hetzelfde neer. Hij is van mening door zijn medische<br />
problemen het betreffende werk <strong>niet</strong> te kunnen doen en in beide gevallen wordt hij<br />
geconfronteerd met maatregelen van zijn werkgever zoals het (gedeeltelijk) inhouden<br />
van het salaris.<br />
54<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
6. Conclusies<br />
Vanuit werknemersperspectief is onderzocht op welke wijze en in welke mate het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> van het UWV bijdraagt aan het re-integratieproces. Ter<br />
beantwoording van de onderzoeksvragen zijn de volgende deelvragen geformuleerd:<br />
• Door wie wordt het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />
• Wanneer en waarvoor wordt het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />
• Wat is de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
• Welke verwachtingen leven er ten aanzien van het <strong>deskundigenoordeel</strong> en zijn die<br />
verwachtingen uitgekomen?<br />
• Wat vindt de werknemer van de wijze waarop het <strong>deskundigenoordeel</strong> is<br />
uitgevoerd?<br />
• Wat vindt de werknemer belangrijk bij een <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
• Welk effect heeft het <strong>deskundigenoordeel</strong> op het verloop van het reintegratietraject?<br />
<strong>De</strong> belangrijkste bevindingen uit het onderzoek zijn:<br />
1. Door wie wordt het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />
• <strong>De</strong> werknemer vraagt in de meeste gevallen het <strong>deskundigenoordeel</strong> aan, <strong>maar</strong><br />
lang <strong>niet</strong> altijd. <strong>De</strong> belangen voor de werkgevers zijn sinds 2004 groter geworden<br />
en zij nemen nu 30% van de aanvragen voor hun rekening.<br />
• <strong>De</strong> werknemer die betrokken is bij het <strong>deskundigenoordeel</strong> is relatief wat ouder,<br />
tussen de 45 en 50 jaar oud, heeft een dienstverband tussen de 5 en 15 jaar en<br />
werkt in de zorg, het management of het onderwijs, functies waarin<br />
verantwoordelijkheid wordt gedragen.<br />
2. Waarvoor en wanneer wordt het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />
• Alle soorten <strong>deskundigenoordeel</strong> komen voor, <strong>maar</strong> ‘ziek of <strong>niet</strong> ziek’ het meest.<br />
Bij de meeste deskundigenoordelen gaat het om psychische klachten of een<br />
combinatie van psychische en lichamelijke klachten.<br />
• Voor het aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong> is het nooit te vroeg, wel te laat.<br />
In het algemeen vindt de werknemer dat die aanvraag op tijd is. Ruim een kwart<br />
van de werknemers vindt dat de aanvraag van een <strong>deskundigenoordeel</strong> te laat<br />
plaatsvindt. In die gevallen zijn de werknemers zelf de aanvrager.<br />
• <strong>De</strong> werknemer is <strong>niet</strong> bekend met de mogelijkheid van een <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />
<strong>De</strong> advocaat, het UWV en de bedrijfsarts zijn in de regel degenen die de<br />
werknemer op het spoor zetten van een <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />
6. Conclusies 55
56<br />
3. Wat is de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
• In ruim 50% van de gevallen wordt de werknemer in het gelijk gesteld. <strong>Het</strong> gaat<br />
dan om het <strong>deskundigenoordeel</strong> ‘ziek of <strong>niet</strong> ziek’. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
beantwoordt in die zin aan één van de doelstellingen van het <strong>deskundigenoordeel</strong>,<br />
het beschermen van de werknemer.<br />
• <strong>De</strong> verzekeringsarts wijkt in 50% van de gevallen af van het oordeel van de<br />
bedrijfsarts. Hieruit is af te leiden dat het UWV zijn taak onpartijdig verricht, ook<br />
al strookt de beleving van de werknemers daar <strong>niet</strong> altijd mee.<br />
4. Welke verwachtingen leven er ten aanzien van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
en zijn die verwachtingen uitgekomen?<br />
• Werknemers verwachten van het UWV meer dan een oordeel. Zij verwachten hulp<br />
bij re-integratie, advies en bemiddeling. <strong>De</strong> helft van de werknemers vindt dat het<br />
UWV de rol van adviseur op zich moet nemen bij het <strong>deskundigenoordeel</strong>, terwijl<br />
30% van de werknemers het UWV ziet als bemiddelaar. <strong>De</strong> verwachtingen van<br />
werknemers worden voor een groot deel <strong>niet</strong> ingelost. <strong>Het</strong> UWV beoordeelt het<br />
verleden en het <strong>deskundigenoordeel</strong> is <strong>niet</strong> toekomstgericht.<br />
5. Wat vindt de werknemer van de uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
• Van de werknemers twijfelt 40% aan de onafhankelijkheid van het UWV bij het<br />
uitvoeren van een <strong>deskundigenoordeel</strong>. Driekwart van hen denkt dat het UWV het<br />
verhaal van de werkgever en/of bedrijfsarts heeft overgenomen.<br />
• Tweederde van de werknemers is het eens met de uitkomst van het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong>, ook al zijn ze <strong>niet</strong> altijd in het gelijk gesteld.<br />
• Tweederde van de werknemers geeft het UWV een voldoende en zou anderen ook<br />
een <strong>deskundigenoordeel</strong> aanraden. <strong>Het</strong> gemiddelde rapportcijfer is een 6-.<br />
6. Waaraan moet een goed <strong>deskundigenoordeel</strong> voldoen?<br />
• Bijna 50% van de werknemers vindt dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> bindend zou<br />
moeten zijn.<br />
• Een kwart van de werknemers vindt dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> sneller<br />
afgehandeld zou moeten worden, gelet op de impact en financiële consequenties<br />
voor de werknemer.<br />
7. Welk effect heeft het <strong>deskundigenoordeel</strong> op het verloop van het reintegratietraject?<br />
• Gaandeweg het re-integratietraject ontstaat er bij 40% van de werknemers een<br />
arbeidsconflict. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> is blijkbaar <strong>niet</strong> het instrument om dit op<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
te lossen. Voor 20% is een arbeidsconflict de reden van ziekmelding. Bij 60% van<br />
de zieke werknemers is er sprake van een arbeidsconflict.<br />
• <strong>De</strong> uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt in ruim 60% van de gevallen <strong>niet</strong><br />
besproken tussen werknemer en werkgever. <strong>De</strong>sgevraagd weten de werknemers<br />
<strong>niet</strong> wat de werkgever van de uitkomst vindt. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> als<br />
bouwsteen bij een vastgelopen re-integratie wordt op die manier onvoldoende<br />
benut.<br />
• <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt in 45% van de gevallen <strong>niet</strong> opgevolgd. <strong>De</strong><br />
gedachte van de wetgever dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> in de praktijk wel als<br />
bindend wordt ervaren, heeft meer weg van ‘de wens is de vader van de<br />
gedachte’ dan van de realiteit.<br />
• Ruim 20% procent van de werknemers is weer aan de slag gegaan in het eigen<br />
werk en nog eens 20% in aangepast werk. Voor hen is de re-integratie in meer of<br />
mindere mate succesvol verlopen. Een volledige WAO- of WIA-uitkering is<br />
toegekend aan 10% van de werknemers. <strong>De</strong> andere 50% van de werknemers is<br />
(nog) <strong>niet</strong> aan het werk. Bij hen is de re-integratie vooralsnog <strong>niet</strong> gelukt.<br />
• Tweederde van de werknemers is <strong>niet</strong> meer in dienst bij de betreffende<br />
werkgever.<br />
Is het <strong>deskundigenoordeel</strong> effectief?<br />
Wanneer werkgever en werknemer verschillen van mening over de ernst van de<br />
arbeidsongeschiktheid, stokt de re-integratie. <strong>De</strong> één denkt dat er wel gewerkt kan<br />
worden, al dan <strong>niet</strong> in aangepast werk, de ander meent van <strong>niet</strong>. En wanneer de<br />
uitgangspunten verschillen is het lastig verder gaan. <strong>De</strong> grote vraag is of het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> effectief bijdraagt aan de re-integratie van de zieke werknemer<br />
wanneer de partijen geen overeenstemming kunnen bereiken over het te volgen traject.<br />
Gelet op onze bevindingen zijn wij <strong>niet</strong> onverdeeld positief. In 2004 zijn de<br />
mogelijkheden voor een <strong>deskundigenoordeel</strong> uitgebreid en is de klassieke ‘second<br />
opinion’ <strong>niet</strong> meer het enige soort <strong>deskundigenoordeel</strong>. Er kan sindsdien ook een oordeel<br />
gevraagd worden over het al dan <strong>niet</strong> passend zijn van aangepaste arbeid en over de reintegratieverplichtingen<br />
van de werkgever en de werknemer.<br />
We hebben gezien dat het klassieke <strong>deskundigenoordeel</strong> vanuit het oogpunt van de<br />
bescherming van de werknemer nuttig is. <strong>De</strong> verwachtingen van de werknemer vooraf<br />
komen overeen met wat het UWV kan leveren. <strong>Het</strong> UWV biedt duidelijkheid en daarmee<br />
kunnen de werkgever en de werknemer verder.<br />
Maar op een oordeel over de re-integratie zit de werknemer <strong>niet</strong> te wachten. In ieder<br />
geval <strong>niet</strong> in de huidige vorm. Hij heeft behoefte aan hulp en aan bemiddeling, <strong>maar</strong> die<br />
kan het UWV <strong>niet</strong> geven. In de praktijk blijven de meningsverschillen tussen werkgever<br />
en werknemer bestaan en de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt lang <strong>niet</strong> altijd<br />
besproken, laat staan opgevolgd.<br />
6. Conclusies 57
<strong>De</strong> werkgever en werknemer zijn primair zelf verantwoordelijk voor de re-integratie,<br />
<strong>maar</strong> hebben bij stokkende re-integratie behoefte aan hulp. Doordat het UWV achteraf<br />
oordeelt en <strong>niet</strong> toekomstgericht adviseert, kan het UWV die hulp <strong>niet</strong> bieden. <strong>Het</strong><br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> in deze vorm is <strong>niet</strong> effectief.<br />
58<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
7. Aanbevelingen<br />
Naar aanleiding van de conclusies van het onderzoek naar verwachtingspatronen en<br />
effecten van het <strong>deskundigenoordeel</strong> en de expertmeeting doet Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />
de volgende aanbevelingen.<br />
• Rechtspositie<br />
1. <strong>Het</strong> is een verbetering van de rechtspositie van werknemers wanneer het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> een bindend karakter krijgt. Bij een bindend<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> zijn beide partijen aan het oordeel gehouden.<br />
Uit het onderzoek komt naar voren dat 50% van de uitgevoerde<br />
deskundigenoordelen geen vervolg krijgt.<br />
2. Werknemers en werkgevers kunnen meer worden gestimuleerd om het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> in een zo vroeg mogelijk stadium aan te vragen, in ieder<br />
geval voordat er sprake is van een arbeidsconflict.<br />
• Informatievoorziening<br />
3. <strong>Het</strong> verdient aanbeveling de informatievoorziening aan zieke werknemers over het<br />
inzetten van een <strong>deskundigenoordeel</strong> bij een stokkende re-integratie te<br />
verbeteren en in een vroegtijdig stadium te verstrekken.<br />
Professionals die betrokken zijn bij de zieke werknemer kunnen deze taak op zich<br />
nemen. In het verzuimbeleid van organisaties kan gewezen worden op het bestaan<br />
en de mogelijkheden van een <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>De</strong> arbodienst c.q. de bedrijfsarts<br />
kan in de communicatie, zowel schriftelijk als mondeling, zieke werknemers<br />
attenderen op het <strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />
4. Om te voorkomen dat werknemers hoge verwachtingen koesteren, is het<br />
noodzakelijk dat zij uitvoerig worden geïnformeerd over wat het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> precies inhoudt.<br />
<strong>Het</strong> ligt op de weg van het UWV, de uitvoerder van het <strong>deskundigenoordeel</strong>,<br />
aanvragers duidelijk te informeren over de plaats van het <strong>deskundigenoordeel</strong> in het<br />
re-integratieproces, hoe een oordeel tot stand komt en met welk doel het oordeel<br />
wordt gegeven. Ook kan worden benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor het<br />
verloop van de re-integratie blijft liggen bij beide partijen, de werknemer en<br />
werkgever.<br />
• <strong>De</strong> uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
5. Onderzocht zou moeten worden op welke wijze het <strong>deskundigenoordeel</strong> beter kan<br />
bijdragen aan het vlottrekken van een vastgelopen re-integratie. Er ligt een<br />
meerwaarde in een richtinggevend oordeel of bindend advies dat duidelijke<br />
handvatten biedt voor werknemer en werkgever om verder te gaan.<br />
7. Aanbevelingen 59
60<br />
6. Wanneer er sprake is van een arbeidsconflict, is het zaak dat de verzekeringsarts<br />
het conflict onderkent en benoemt. Dat verhoogt de toegevoegde waarde van het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong> onderliggende probleem staat anders de re-integratie in<br />
de weg.<br />
7. Van de verzekeringsartsen die een <strong>deskundigenoordeel</strong> uitvoeren, mag verwacht<br />
worden dat zij de tijd en ruimte nemen om hun rol en functie toe te lichten. Dat<br />
zal het vertrouwen van werknemers in het <strong>deskundigenoordeel</strong> vergroten.<br />
8. <strong>Het</strong> toepassen van hoor en wederhoor en het consulteren van bedrijfsartsen en<br />
waar nodig behandelend artsen behoren standaard te worden uitgevoerd voordat<br />
het UWV een <strong>deskundigenoordeel</strong> afgeeft.<br />
9. Bij een <strong>deskundigenoordeel</strong> naar de passendheid van het aangeboden werk is het<br />
noodzakelijk dat naast de arbeidsdeskundige ook de verzekeringsarts wordt<br />
ingezet. Onderliggend probleem bij verschil van mening over passend werk is<br />
vaak de ernst van de ziekte en de beperkingen.<br />
• Na het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
10. <strong>Het</strong> is noodzakelijk dat werknemer en werkgever de uitslag van een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> met elkaar bespreken, zo nodig met inzet van mediation. Hier<br />
ligt een gezamenlijke verantwoordelijkheid van beide partijen om vervolg te<br />
geven aan het <strong>deskundigenoordeel</strong>. <strong>Het</strong> ligt in de rede om het initiatief hiervoor te<br />
leggen bij de werkgever.<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
7. Aanbevelingen 61
62<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Bijlagen<br />
Bijlage 1. Verslag expertmeeting<br />
Bijlage 2. Vragenlijst <strong>deskundigenoordeel</strong> (DO) voor werknemers<br />
Bijlagen 63
64<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Bijlage 1. Verslag expertmeeting<br />
In de laatste fase van het onderzoek naar het <strong>deskundigenoordeel</strong> is een expertmeeting<br />
gehouden waaraan deskundigen uit diverse disciplines hebben deelgenomen, te weten<br />
vertegenwoordigers van werknemers, werkgevers, verzekeringsartsen, bedrijfsartsen,<br />
arbeidsdeskundigen en het UWV.<br />
<strong>Het</strong> doel van de bijeenkomst was om gesignaleerde knelpunten aan de deskundigen ter<br />
toetsing voor te leggen. Vervolgens is gezocht naar mogelijke oplossingsrichtingen, aan<br />
de hand van stellingen. Hier wordt daarvan – geanonimiseerd- verslag gedaan.<br />
Mede op basis van het gehoorde tijdens de expertmeeting zijn de aanbevelingen<br />
geformuleerd.<br />
<strong>De</strong> namen van de deelnemers staan vermeld in het colofon.<br />
Stelling 1: <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> moet sneller in beeld worden gebracht bij<br />
werknemers en werkgevers<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> was oorspronkelijk bedoeld ter bescherming van de werknemer,<br />
later is het uitgebreid en een instrument geworden om re-integratie-inspanningen te<br />
toetsen. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> is een hulpmiddel voor werknemer en werkgever,<br />
wanneer de re-integratie stokt. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> moet bekend zijn bij zowel<br />
werknemers als werkgevers, juist vanuit het oogpunt van rechtsbescherming.<br />
Alle aanwezigen onderschrijven de stelling en vinden dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> sneller<br />
in beeld moet worden gebracht bij werknemers en werkgevers. Met de komst van de WIA<br />
is het behoud van werk belangrijker geworden voor de werknemer. Van werkgevers<br />
wordt verwacht dat zij hun zieke werknemers aan het werk houden. Een goede relatie<br />
tussen beiden is van essentieel belang. Wanneer een re-integratie stagneert, moeten<br />
werknemer en werkgever snel uit de impasse komen, om te voorkomen dat standpunten<br />
zich verharden en er een arbeidsconflict ontstaat. Voor beide partijen geldt dat zij zo snel<br />
mogelijk moeten weten waar zij aan toe zijn. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> kan hieraan een<br />
belangrijke bijdrage leveren.<br />
<strong>De</strong> winst van een <strong>deskundigenoordeel</strong> zit met name in het feit dat het dejuridiserend<br />
werkt, aldus de aanwezigen. Met het <strong>deskundigenoordeel</strong> wordt bereikt dat iedere partij<br />
weet hoe verder moet worden gegaan met het re-integratieproces.<br />
<strong>De</strong> vraag wordt opgeworpen of het verstandig is om het <strong>deskundigenoordeel</strong> standaard<br />
na een jaar ziekte aan te vragen, als een vorm van toetsing. Er worden voor- en<br />
tegenargumenten genoemd. <strong>Het</strong> kan voordelen opleveren. Er wordt een oordeel<br />
gevraagd aan het UWV of de werknemer en werkgever op de goede weg zijn. Wanneer<br />
dat standaard na een jaar gebeurt, kan er zo nodig worden bijgestuurd. Wat er op tegen<br />
is, is dat het een defensieve manier is: de werkgever is gericht op het voorkomen van<br />
een boete. Terwijl het juist belangrijk is dat werknemer en werkgever samen actief aan<br />
de slag gaan.<br />
Bijlage 1 65
Wat pleit tegen het <strong>deskundigenoordeel</strong>, is dat het een oordeel velt, terwijl de<br />
werknemer hulp wil. Daarom is het essentieel dat er begeleiding is voor werknemer en<br />
werkgever. Er wordt een traject gevolgd en het <strong>deskundigenoordeel</strong> is een ‘second<br />
opinion’. Een derde partij velt een objectief oordeel over een bepaalde, voorgelegde<br />
kwestie die betrekking heeft op de re-integratie. Dat hoeft overigens <strong>niet</strong> altijd een<br />
conflict te zijn.<br />
Naarmate het <strong>deskundigenoordeel</strong> eerder wordt aangevraagd, bevordert dat de reintegratie.<br />
Daarover zijn de aanwezigen het eens. Er spelen immers financiële belangen,<br />
het inkomen van de werknemer is bijvoorbeeld in het geding. <strong>De</strong> werkgever kan immers<br />
zijn loon opschorten. Ook moet er rekening mee worden gehouden dat hij ziek is. Een<br />
oplossing kan zijn dat de werknemer een onbelemmerde toegang tot de bedrijfsarts moet<br />
kunnen krijgen. Dat is nu <strong>niet</strong> altijd zo. <strong>Het</strong> komt ook voor dat mensen bij ziekte<br />
doorwerken en dat doen zonder begeleiding van de bedrijfsarts.<br />
Er zou meer aandacht moeten komen voor de lange termijn. Dat is met name van belang<br />
voor werknemers met een chronische aandoening. Hun medische beperkingen zijn<br />
immers blijvend. <strong>De</strong> werkgever werkt het liefst toe naar volledige hervatting in eigen<br />
werk en gaat er vaak van uit dat hij een zieke werknemer aangepast werk moet<br />
aanbieden voor een korte periode. Bij chronisch zieken gaat het echter om de vraag of<br />
het aangepaste werk kan worden volgehouden op de lange termijn.<br />
<strong>Het</strong> re-integratieproces is complex. Sinds de werkgever twee jaar lang het loon moet<br />
doorbetalen is het van belang dat het traject van re-integreren sneller verloopt. <strong>De</strong><br />
kwaliteit van de arbodienst is in dat verband belangrijk. Die moet goed adviseren en<br />
begeleiden. <strong>Het</strong> belangrijkste is dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> flexibel ingezet kan worden.<br />
Ook zou er naar gestreefd moeten worden om zo min mogelijk een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
te vragen. Een goede begeleiding door de arbodienst kan een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
overbodig maken.<br />
Stelling 2: <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> heeft geen zin als er een arbeidsconflict<br />
speelt<br />
<strong>De</strong> meningen zijn verdeeld over deze stelling. Gewezen wordt op de STECR-werkwijzer<br />
bij arbeidsconflicten die helder is en veel wordt gebruikt, wanneer er sprake is van<br />
arbeidsverzuim in relatie tot een conflict. <strong>De</strong> bedrijfsarts heeft hier een belangrijke rol.<br />
Wat kan een <strong>deskundigenoordeel</strong> hieraan toevoegen?<br />
Opgemerkt wordt dat er behoefte kan zijn een onafhankelijk oordeel, bij de werknemer<br />
of de werkgever of bij beiden. In die zin kan het een meerwaarde hebben. Een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> geeft duidelijkheid, los van het feit of er een arbeidsconflict speelt of<br />
<strong>niet</strong>. <strong>De</strong> rol van het <strong>deskundigenoordeel</strong> is hier die van een grensrechter. <strong>Het</strong> gaat er <strong>niet</strong><br />
om het arbeidsconflict op te lossen. <strong>De</strong> werknemer en werkgever moeten dat<br />
gezamenlijk doen met behulp van adviseurs. Dan wordt in de eerste instantie gekeken<br />
naar de bedrijfsarts en de arbeidsdeskundigen.<br />
66<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Maar wordt een probleem <strong>niet</strong> vertroebeld wanneer er een (onderliggend) arbeidsconflict<br />
is? Over het algemeen heeft een arbeidsconflict een lange looptijd. Moet je dan nog een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> afgeven, terwijl duidelijk is dat er iets anders speelt? Moet dat <strong>niet</strong><br />
eerst opgelost worden?<br />
Er wordt gewezen op het feit dat er sprake kan zijn van verborgen agenda’s <strong>maar</strong> dat<br />
staat een <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong> in de weg. Integendeel, alles wat een arbeidsconflict<br />
kan doen verminderen, moet worden aangegrepen. Want hoe langer een arbeidsconflict<br />
duurt, hoe meer spanningen dat met zich meebrengt. Een <strong>deskundigenoordeel</strong> kan<br />
uitkomst bieden, bijvoorbeeld wanneer het arbeidsconflict is gebaseerd op onwetendheid<br />
of wanneer er onduidelijkheid is over rechten en plichten. Er wordt bij een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> objectief gekeken naar het arbeidsconflict door een onafhankelijke<br />
instantie. Dat kan de zaak vlottrekken. Ook kan het UWV worden gevraagd om te<br />
oordelen over onderdelen waarover het arbeidsconflict speelt. Een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
kan dan fungeren als een bouwsteen die bijdraagt aan het oplossen van een conflict.<br />
Zeker waar het gaat om een verschil van inzicht over passend werk, ligt hier een rol voor<br />
arbeidsdeskundigen om een oplossing te bewerkstelligen.<br />
Duidelijk is dat een <strong>deskundigenoordeel</strong> geen zin heeft, wanneer partijen <strong>niet</strong> met elkaar<br />
door willen. Dan is het <strong>deskundigenoordeel</strong> alleen een verplicht nummer en levert het<br />
geen enkele bijdrage aan het re-integratieproces.<br />
Stelling 3: Een bindend <strong>deskundigenoordeel</strong> bevordert de re-integratie<br />
Over het algemeen vinden de aanwezigen dat het bindend maken van het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> geen voordelen oplevert. <strong>Het</strong> gaat er om dat er een goed<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> ligt, waarmee de arbodienst als begeleider van het reintegratietraject<br />
verder kan. Ook wordt gewezen op het belang dat een verschil van<br />
inzicht <strong>niet</strong> wordt gejuridiseerd. En dat gebeurt als het <strong>deskundigenoordeel</strong> bindend<br />
wordt gemaakt. Want wanneer een <strong>deskundigenoordeel</strong> bindend wordt, betekent dat er<br />
ook een beroepsmogelijkheid moet zijn. Dat leidt weer tot een langer traject, waarin de<br />
re-integratie stil ligt. Dat brengt het gevaar met zich mee dat posities worden ingenomen<br />
en dat het meer gaat om het gelijk krijgen dan om het weer op gang brengen van het reintegratieproces.<br />
Ook menen enkele aanwezigen dat een bindend <strong>deskundigenoordeel</strong> de zaak juist verder<br />
op scherp kan zetten en het eventueel aanwezige arbeidsconflict vergroten. En het gaat<br />
er juist om dat werknemer en werkgever weer samen verder kunnen met het reintegratietraject.<br />
<strong>De</strong> verantwoordelijkheid ligt daar, bij die twee partijen.<br />
Een ander argument dat ter tafel wordt gebracht is het gegeven dat het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> bij veel werknemers en werkgevers al wordt gezien als bindend. <strong>Het</strong><br />
bindend maken heeft dan geen meerwaarde meer. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> is bovendien<br />
op geen enkele manier vrijblijvend: aan het eind van het re-integratietraject wordt er<br />
immers afgerekend door het UWV.<br />
Bijlage 1 67
Een van de aanwezigen voegt daaraan toe dat een <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong> op zich staat.<br />
Als het goed is, wordt het <strong>deskundigenoordeel</strong> opgevolgd door een consult door een<br />
arbeidsdeskundige of door de arbodienst. <strong>De</strong> sociale partners moeten het oppakken. <strong>Het</strong><br />
re-integratietraject kan worden opgevat als een professioneel traject. Dat maakt het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> in de praktijk bindend. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> is dienstbaar aan het<br />
re-integratietraject, althans dat zou het moeten zijn. Als het <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong> het<br />
gewenste effect heeft, kan er bovendien gewoon opnieuw een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
worden aangevraagd. Ook dat pleit tegen het bindend maken. Gerealiseerd moet worden<br />
dat re-integreren een complex proces kan zijn. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> kan een<br />
blokkade weghalen, tot de volgende weer opdoemt.<br />
In de discussie gaan er ook stemmen op om het <strong>deskundigenoordeel</strong> wel bindend te<br />
maken. <strong>Het</strong> algemene idee is dat werknemers een bindend oordeel wensen. Zij staan<br />
immers met lege handen wanneer de werkgever het oordeel <strong>niet</strong> opvolgt. Een bindend<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> heeft wel degelijk een toegevoegde waarde. Wanneer het bindend is,<br />
geeft dat meer rechtszekerheid voor de werknemer.<br />
Stelling 4: <strong>De</strong> onafhankelijkheid van de verzekeringsarts moet overtuigender<br />
Geen van de aanwezigen onderschrijft deze stelling. <strong>De</strong> onafhankelijkheid van de<br />
verzekeringsarts is al overtuigend. Uit het onderzoek blijkt dat 40% van de ondervraagde<br />
werknemers aangeeft de onafhankelijkheid van de verzekeringsarts in twijfel te trekken.<br />
Om twijfels weg te nemen bij die 40% van de ondervraagde werknemers over de<br />
onafhankelijkheid van de verzekeringsarts is het zaak dat er iets gebeurt op het gebied<br />
van voorlichting en communicatie. Ook wordt de term verwachtingsmanagement<br />
genoemd. <strong>De</strong> rol van de verzekeringsarts moet duidelijk en helder zijn. In<br />
voorlichtingsteksten en in de communicatie met de werknemer moet hier aandacht aan<br />
worden besteed.<br />
<strong>De</strong> manier waarop het <strong>deskundigenoordeel</strong> tot stand komt, is ook van belang voor het<br />
vertrouwen van de werknemer en werkgever. Bij een zorgvuldige uitvoering van het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> hoort het toepassen van hoor en wederhoor. Zowel de werkgever als<br />
de werknemer moet worden gehoord.<br />
Wanneer het gaat over de vraag of iemand ziek of <strong>niet</strong> ziek is, dan is een medisch<br />
oordeel voldoende. Wanneer het gaat om bijvoorbeeld of het werk passend is, komen<br />
zaken als redelijkheid en billijkheid om de hoek kijken. Wanneer dat aan de orde is, moet<br />
er ook op de werkplek worden gekeken. Daarna kan er pas een oordeel worden geveld.<br />
<strong>De</strong> indruk bestaat bij de aanwezigen dat die werkwijze <strong>niet</strong> altijd wordt gevolgd.<br />
Wat ook <strong>niet</strong> altijd gebeurt, is dat de verzekeringsarts contact opneemt met de<br />
bedrijfsarts, hoewel dat wel altijd de intentie is. Dat heeft te maken met de<br />
onbereikbaarheid over en weer. Een <strong>deskundigenoordeel</strong> moet immers snel wordt geveld.<br />
Dat er geen optimale communicatie is tussen beide partijen, heeft gevolgen voor de<br />
kwaliteit van het oordeel. Ander problemen liggen op het vlak van de privacywetgeving<br />
en beroepsgeheim.<br />
68<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
<strong>Het</strong> advies van de aanwezigen is om het contact tussen beide groepen te faciliteren.<br />
Eigenlijk zou het <strong>deskundigenoordeel</strong> zo moeten worden ingericht dat wanneer<br />
professionals bij het re-integratieproces zijn betrokken, de verzekeringsarts altijd contact<br />
met hen zoekt. Ook zitten er verschillen in kwaliteit in de deskundigenoordelen.<br />
Uniformiteit is gezien de grootschaligheid van het UWV een illusie, aldus een van de<br />
aanwezigen.<br />
Stelling 5: <strong>De</strong> verwachtingen van werknemers over het effect van het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> zijn te hoog gespannen<br />
Voor de meeste aanwezigen is de stelling herkenbaar. Er wordt veel verwacht van het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong>. Ook kan er een cultuur van gelijk (willen) krijgen heersen, wat een<br />
succesvolle re-integratie in de weg staat. <strong>De</strong> gedachte dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> de<br />
zaak oplost, is funest. <strong>Het</strong> probleem wordt dan neergelegd bij de derde partij, terwijl het<br />
moet blijven, waar het hoort: bij werknemer en werkgever samen. Wanneer<br />
verwachtingen te hoog gespannen, zijn, dan is het van belang dat via de lijn van<br />
communicatie duidelijk wordt gemaakt wat het <strong>deskundigenoordeel</strong> precies inhoudt. In<br />
ieder geval is het zo dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> de zaak <strong>niet</strong> uit handen geeft. <strong>De</strong><br />
verantwoordelijkheid blijft liggen bij beide partijen.<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> is veeleer een klein deel van het proces. Gewezen wordt op<br />
belang van de begeleiding: het gaat er om hoe aan het <strong>deskundigenoordeel</strong> uitvoering<br />
wordt gegeven. Dat proces moet worden begeleid door professionals.<br />
<strong>Het</strong> komt voor dat werknemers onvoldoende zicht hebben op de eigen situatie. Ook<br />
wordt de eigen positie <strong>niet</strong> altijd erkend. <strong>De</strong> WIA is in dat verband een wezenlijk ander<br />
verhaal dan de WAO. Een werknemer moet samen met de werkgever aan de slag, ze<br />
moeten met elkaar verder. Een <strong>deskundigenoordeel</strong> biedt dan een handvat.<br />
Wanneer verwachtingen te hoog zijn of <strong>niet</strong> realistisch dan volgt teleurstelling en dat is<br />
<strong>niet</strong> bevorderlijk voor het re-integratieproces. <strong>Het</strong> is dus van belang om helder te maken<br />
welke functie het <strong>deskundigenoordeel</strong> heeft.<br />
<strong>De</strong> aanwezigen zijn het erover eens dat - hoewel het besef dat de verantwoordelijkheid<br />
ligt bij de werkgever en werknemer die er samen uit moeten komen, al redelijk is<br />
doorgedrongen - het accent moet blijven liggen op de bewustwording van werkgever,<br />
werknemer en de arbodienst. Wat kun je doen om je werk te behouden? Daar gaat het<br />
om. Begeleiding bij het re-integratieproces is essentieel. Na een <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
moet het verder worden uitgevoerd.<br />
Stelling 6: <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> moet verder gaan dan een oordeel<br />
Op de stelling wordt verschillend gereageerd. <strong>De</strong> verwachtingen over het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> zijn wel zodanig dat er meer wordt verlangd dat een oordeel. Wat<br />
gemist wordt door enkele aanwezigen is dat het <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong><br />
Bijlage 1 69
toekomstgericht is. Werknemers willen een advies, of hebben behoefte aan bemiddeling.<br />
<strong>Het</strong> gaat immers om een vastgelopen re-integratie, waarbij er verschil van inzicht is.<br />
Een van de aanwezigen pleit voor een <strong>deskundigenoordeel</strong> met een richtinggevend<br />
advies. Wel is dan de vraag hoever het advies zou moeten gaan? Dan zou het een<br />
verplichtend karakter moeten krijgen. Anderen willen geen verplichtend karakter.<br />
Arbodiensten gaan dan afwachten, het re-integratieproces krijgt een defensief, passief<br />
karakter. En het gaat er juist om dat beide partijen actief opereren. In de ideale situatie<br />
is het <strong>deskundigenoordeel</strong> een stimulans, het is weer een reden om aan tafel te gaan.<br />
Partijen moeten weer tot actie overgaan en er samen uitkomen, zo nodig met behulp van<br />
professionals zoals een mediator.<br />
Ook vinden enkele aanwezigen dat oordeel en advies uit elkaar moeten worden<br />
gehouden. <strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong> moet een oordeel blijven. <strong>Het</strong> advies moet in de<br />
markt worden gevonden. Ook hier is het van belang dat partijen ermee aan de slag gaan.<br />
Na het <strong>deskundigenoordeel</strong> kan de werkgever een advies inwinnen over het vervolg. <strong>De</strong><br />
werkgever blijft verantwoordelijk, ook voor de kwaliteit van het advies. <strong>Het</strong> UWV heeft<br />
hier een toetsende rol en geen adviserende. Om op dit moment het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
uit te breiden met een advies is in het huidige bestel geen haalbare zaak, zo wordt<br />
opgemerkt door een van de aanwezigen.<br />
Ook wordt gesproken over het gegeven dat in een <strong>deskundigenoordeel</strong> al een richting<br />
wordt aangegeven, waarmee werkgever en werknemer verder kunnen. <strong>Het</strong> past het UWV<br />
als uitvoerder van het <strong>deskundigenoordeel</strong> <strong>niet</strong> om in de begeleidende rol te zitten, vindt<br />
een aantal aanwezigen.<br />
Afsluiting<br />
<strong>Het</strong> gehoorde tijdens de expertmeeting is meegenomen in de aanbevelingen die na de<br />
conclusies in deze rapportage zijn opgenomen.<br />
70<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Bijlage 1 71
72<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Bijlage 2 Vragenlijst <strong>deskundigenoordeel</strong> (DO)<br />
voor werknemers<br />
Bent u in 2008 betrokken geweest bij een <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
o Ja, het onderzoeksnummer is:<br />
o Nee, u hoeft de enquête <strong>niet</strong> in te vullen. Wilt u deze wel terugsturen?<br />
Start enquête.<br />
<strong>De</strong> enquête bestaat uit 5 onderdelen. Daarmee hopen we een goed beeld te krijgen van<br />
de redenen om een <strong>deskundigenoordeel</strong> aan te vragen, de uitvoering ervan, het effect op<br />
de re-integratie en natuurlijk uw mening over dit alles. We hebben zoveel mogelijk<br />
gesloten vragen gesteld waarbij u een antwoord kunt aankruisen, <strong>maar</strong> voor meningen is<br />
het nodig ook open vragen te stellen en vragen we regelmatig om een toelichting. We<br />
zouden het bijzonder fijn vinden wanneer u zo’n toelichting geeft.<br />
I <strong>De</strong> uitgangssituatie<br />
<strong>Het</strong> invullen van de enquête is <strong>vrijwillig</strong> en zoals gezegd zal de door u ingevulde enquête<br />
na afloop van het onderzoek ver<strong>niet</strong>igd worden. Omdat we in deze enquête willen<br />
bekijken of de duur van het dienstverband, de omvang van het bedrijf, uw functie en<br />
leeftijd van invloed zijn op de re-integratie, beginnen we toch met enkele vragen over u<br />
en uw werkgever.<br />
1. Wat is uw geboortedatum?<br />
2. Man/vrouw<br />
3. Vanaf welke datum bent u in dienst (geweest) bij uw werkgever?<br />
4. Wat was uw functie bij het bedrijf?<br />
5. Grootte van het bedrijf<br />
o 500 werknemers<br />
II <strong>De</strong> aanloop naar het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
We beginnen met vragen over de periode die aan het <strong>deskundigenoordeel</strong> vooraf ging.<br />
Waarom is er een <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd en wat waren op dat moment uw<br />
verwachtingen?<br />
6. Op welke datum bent u arbeidsongeschikt geworden en kon u <strong>niet</strong> meer werken?<br />
Bijlage 2 73
74<br />
7. Met welke reden heeft u zich arbeidsongeschikt gemeld?<br />
o Lichamelijke klachten<br />
o Psychische klachten<br />
o Combinatie van bovenstaande klachten<br />
o Vind ik <strong>niet</strong> relevant<br />
8. Wie heeft het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />
o U<br />
o Uw werkgever<br />
9. Wat was het onderwerp van geschil in het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
o (on)geschiktheid tot werken<br />
o re-integratie-inspanningen werknemer<br />
o re-integratie-inspanningen werkgever<br />
o passendheid aangeboden werk<br />
o anders:<br />
10. Op welk moment is het <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd?<br />
(zo mogelijk datum)<br />
11. Was dat naar uw oordeel<br />
o Te vroeg<br />
o Te laat<br />
o Op tijd<br />
Toelichting:<br />
12. Hebt u eerst andere oplossingen voor het verschil van mening gezocht? En zo ja,<br />
wilt u dan ook toelichten waarom dit <strong>niet</strong> is gelukt?<br />
o Nee, we hebben meteen een <strong>deskundigenoordeel</strong> aangevraagd<br />
o Ja, via de bedrijfsarts<br />
o Ja, gesprekken met leidinggevende<br />
o Ja, een mediation<br />
o Ja, anders, namelijk<br />
Toelichting: het is <strong>niet</strong> gelukt om het probleem daarmee op te lossen, omdat<br />
13. Speelde een arbeidsconflict een rol in de ziekte?<br />
o Ja, het was de reden om ziek te melden<br />
o Ja, eerst <strong>niet</strong>, <strong>maar</strong> tijdens de ziekte kregen we een conflict<br />
o Nee<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
14. Hoe kwam u op het idee van een <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
(beantwoorden wanneer u het DO heeft aangevraagd; ga anders naar vraag 17)<br />
o Bedrijfsarts<br />
o Werkgever<br />
o Advocaat/gemachtigde<br />
o Familie en/of vrienden<br />
o UWV<br />
o Anders:<br />
15. Wat wilde u met het <strong>deskundigenoordeel</strong> bereiken? Graag toelichten!<br />
o Duidelijkheid<br />
o Bevestiging dat ik mijn werk <strong>niet</strong> kon doen door ziekte<br />
o Bevestiging dat aangeboden werk <strong>niet</strong> passend was<br />
o Bevestiging dat werkgever onvoldoende re-integratieinspanningen leverde<br />
o Anders, namelijk:<br />
o<br />
16. Wat was de reactie van uw werkgever op de aanvraag van een<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
17. Hoe was uw reactie op de aanvraag van een <strong>deskundigenoordeel</strong> door de<br />
werkgever? (alleen beantwoorden indien van toepassing)<br />
18. Wat verwachtte u van het UWV bij het <strong>deskundigenoordeel</strong>? Graag toelichten.<br />
o Onafhankelijk oordeel<br />
o Advies<br />
o Hulp bij re-integratie<br />
o Bemiddeling<br />
Toelichting:<br />
III <strong>De</strong> uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
Nu volgen vragen over de uitvoering van het <strong>deskundigenoordeel</strong>. Dit zijn zowel feitelijke<br />
vragen als vragen waarbij u uw mening kunt geven.<br />
19. Welke rol vervulde het UWV tijdens het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
o Adviseur<br />
o <strong>De</strong>skundige<br />
o Beslisser<br />
o Anders, namelijk:<br />
Bijlage 2 75
20. Was het <strong>deskundigenoordeel</strong> naar uw gevoel onafhankelijk? Graag toelichten.<br />
o Ja, het UWV geeft een eigen oordeel<br />
o <strong>Het</strong> UWV neemt het oordeel van de bedrijfsarts over<br />
o <strong>Het</strong> UWV hecht te veel waarde aan het verhaal van de werkgever<br />
o <strong>Het</strong> UWV heeft mijn verhaal overgenomen<br />
Toelichting:<br />
76<br />
21. Hebt u het gevoel dat er daadwerkelijk naar u geluisterd werd? Hebt u kunnen<br />
zeggen wat u wilde? Graag toelichten.<br />
o Ja,<br />
o Nee,<br />
22. Hebt u zelf extra medische informatie zoals brieven van specialisten ingebracht?<br />
o Ja, van de<br />
o Nee<br />
23. Hebt u het UWV gevraagd contact op te nemen met: (meerdere antwoorden<br />
mogelijk)<br />
o Bedrijfsarts<br />
o Huisarts<br />
o Specialist<br />
o Anderen namelijk:<br />
o Nee, ik heb dit <strong>niet</strong> gevraagd<br />
24. Heeft het UWV de bedrijfsarts of andere medici geraadpleegd voor zover u weet?<br />
(ook hier zijn meerdere antwoorden mogelijk)<br />
o Ja, de bedrijfsarts<br />
o Ja, de huisarts<br />
o Ja, de specialist<br />
o Nee, er zijn geen derden geraadpleegd<br />
o Weet ik <strong>niet</strong><br />
25. Wat was de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
o <strong>De</strong> werkgever is in het gelijk gesteld<br />
o <strong>De</strong> werknemer is in het gelijk gesteld<br />
o Anders, namelijk:<br />
26. Kwam deze uitkomst overeen met het advies van de bedrijfsarts?<br />
o Ja<br />
o Nee<br />
o Niet van toepassing<br />
27. Op welke wijze kreeg u de uitslag van het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
o Een brief van het UWV<br />
o Ik hoorde het van mijn werkgever<br />
o Ik hoorde het van de bedrijfsarts<br />
o Anders, namelijk:<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
28. Was u het met de uitkomst eens?<br />
o Ja, omdat:<br />
o Nee, omdat:<br />
29. Was de werkgever het met de uitkomst eens?<br />
o Ja<br />
o Nee<br />
o Weet ik <strong>niet</strong><br />
IV Hoe ging het verder met u na het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
Met dit onderzoek willen we ook bekijken hoe het verder ging na het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong>. Heeft het iets opgeleverd? Was het van invloed op de re-integratie?<br />
<strong>De</strong> volgende vragen gaan daarom over de periode na de uitslag van het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong>.<br />
30. Hebben u de werkgever de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> samen<br />
besproken?<br />
o Ja<br />
o Nee<br />
31. Is de uitkomst van het <strong>deskundigenoordeel</strong> door u en de werkgever opgevolgd?<br />
o Ja<br />
o Nee (graag toelichting)<br />
32. Bent u weer aan het werk gegaan na het <strong>deskundigenoordeel</strong>?<br />
o Ja, in mijn eigen werk<br />
o Ja, in aangepast werk<br />
o Nee<br />
33. Bent u nog steeds in dienst bij de werkgever?<br />
o Ja, in mijn oorspronkelijke functie.<br />
o Ja, in een andere functie, namelijk:<br />
o Nee, ik werk bij een andere werkgever in een vergelijkbare functie<br />
o Nee, ik werk bij een andere werkgever in een andere functie<br />
o Nee, anders:<br />
34.1 Hebt u een WAO- of WIA-uitkering aangevraagd?<br />
o Ja<br />
o Nee, ik ben na het <strong>deskundigenoordeel</strong> weer aan het werk gegaan<br />
o Nee, ik ben later weer hersteld en aan het werk gegaan<br />
o Niet van toepassing. Ik ben nog geen 2 jaar ziek.<br />
Bijlage 2 77
34.2 Zo ja, hebt u een uitkering gekregen?<br />
o Ja, volledige WAO 80-100%<br />
o Ja, gedeeltelijke WAO tussen de 15 en 80%<br />
o Ja, WIA 80-100%<br />
o Ja, WIA 35-80%<br />
o Nee, geen uitkering<br />
35.1 Bent u bij de rechter geweest in kader van ontbinding van de arbeidsovereenkomst<br />
of voor een loonvordering?<br />
o Ja, beantwoord ook vraag 35.2.<br />
o Nee, ga naar vraag 36.<br />
35.2 Nam de rechter het standpunt van het <strong>deskundigenoordeel</strong> over?<br />
o Ja<br />
o Nee<br />
V Uw mening over het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
In het laatste gedeelte van de enquête vragen we uw mening over het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong>. Met behulp van uw antwoord hopen we te ontdekken hoe het<br />
<strong>deskundigenoordeel</strong> zo goed mogelijk uitgevoerd kan worden. Wat gaat er nu goed en<br />
moet vooral zo blijven? Wat moet eventueel veranderd worden?<br />
78<br />
36. Wat vond u van de duur van de procedure?<br />
a. Goed<br />
b. <strong>De</strong> procedure zou sneller moeten omdat:<br />
c. <strong>De</strong> procedure mag langer duren wanneer<br />
37. Wat vindt u belangrijk bij een DO?<br />
Graag aangeven 1 t/m 5 in volgorde van belangrijkheid; 1 is belangrijkste; u mag<br />
bij het tweede gedeelte van de vraag ook zelf belangrijke punten noemen<br />
Snelheid<br />
Onafhankelijkheid<br />
Bindend<br />
Laagdrempelig<br />
Kosten<br />
Anders, namelijk:<br />
38. Welke rol zou het UWV moeten vervullen naar uw mening? Eventueel kunt u meer<br />
opties aangeven. Graag toelichten!<br />
a. <strong>De</strong>skundige<br />
b. Onafhankelijke adviseur<br />
c. Beslisser die bindende uitspraak kan doen<br />
d. Bemiddelaar<br />
Toelichting:<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
39. Zou u iemand anders het aanvragen van een <strong>deskundigenoordeel</strong> aanraden?<br />
a. Ja, het kan erg helpen<br />
b. Ja, het is wel een handige richtlijn<br />
c. Nee, het heeft geen nut.<br />
d. Nee, het werkt een arbeidsconflict in de hand<br />
Ja/nee vanwege een andere reden, namelijk:<br />
40. Kunt u kort aangeven waarom u een <strong>deskundigenoordeel</strong> aanvroeg, wat u er mee<br />
bereikte en welke effecten dit had op u en de werkgever?<br />
41. Wilt u een rapportcijfer geven voor het DO? ……….<br />
Hartelijk dank voor uw medewerking!<br />
Belangrijk!<br />
In dit onderzoek staan uw verwachtingen ten aanzien van het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
centraal. Om goede aanbevelingen te kunnen doen willen wij het <strong>deskundigenoordeel</strong><br />
van diverse kanten belichten. Graag zouden wij daarom ook contact opnemen met uw<br />
werkgever en deze vragen willen stellen over hun verwachtingen en welke reintegratiemogelijkheden<br />
zij binnen het bedrijf zagen. <strong>Het</strong> kan zijn dat u hier bezwaren<br />
tegen heeft en daarom vragen wij uw toestemming; zonder die toestemming zullen wij<br />
de werkgever <strong>niet</strong> benaderen!<br />
Naam:<br />
Adres:<br />
Plaats:<br />
A. Ik geef wel/geen* toestemming voor het opnemen van contact met mijn<br />
werkgever. Mijn werkgever is:<br />
B. Mogelijk geven uw antwoorden aanleiding tot het vragen om een toelichting.<br />
Mogen wij hiervoor contact met u opnemen? Zo ja, wilt u dan uw gegevens<br />
vermelden?<br />
Naam:<br />
Adres:<br />
Postcode en Woonplaats:<br />
Telefoon:<br />
E-mail:<br />
C. Ik wil wel/<strong>niet</strong> op de hoogte gesteld worden van de resultaten van het onderzoek.<br />
Nogmaals hartelijk dank! U kunt de enquête terugsturen in de<br />
antwoordenveloppe.<br />
Bijlage 2 79
80<br />
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Colofon<br />
‘<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend. Onderzoek naar effecten en<br />
verwachtingspatronen’ is een uitgave van Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> in samenwerking<br />
met het UWV.<br />
<strong>Het</strong> onderzoek is mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van Stichting Instituut<br />
Gak.<br />
Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />
Postbus 1700<br />
1200 BS Hilversum<br />
035 6722 722<br />
Hinfo@deombudsman.nlH<br />
Hwww.deombudsman.nlH<br />
Onderzoek en tekst: mr. Ewoud ’t Jong<br />
Redactie: drs. Jenny Boer<br />
Vormgeving: Grossdesigners (omslag) en drs. Vera Kloor (binnenwerk)<br />
<strong>De</strong>elnemers expertmeeting op 15 december 2010<br />
• <strong>De</strong> heer drs. A. van Hout, coördinator project Chronisch ziek en werk<br />
Reumapatiëntenbond<br />
• <strong>De</strong> heer H.J. Hullen, voorzitter Nederlandse Vereniging van<br />
Verzekeringsgeneeskunde (NVVG)<br />
• <strong>De</strong> heer E. van der Jagt, Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)<br />
• <strong>De</strong> heer mr. E. ’t Jong, Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />
• <strong>De</strong> heer dr. H. Kroneman, Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)<br />
• Mevrouw E. Prins, directeur Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />
• <strong>De</strong> heer H. van Ringen, Nederlandse Vereniging van Arbeidsdeskundigen (NVVA)<br />
• <strong>De</strong> heer R. Slagmolen, secretaris arbeidsmarkt MKB Nederland<br />
• <strong>De</strong> heer H. Spanjaard, secretaris Nederlandse Vereniging van Arbeids- en<br />
Bedrijfsgeneeskunde (NVAB)<br />
Colofon 81
<strong>Het</strong> <strong>deskundigenoordeel</strong>: <strong>vrijwillig</strong> <strong>maar</strong> <strong>niet</strong> vrijblijvend
Stichting<br />
<strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong><br />
Stichting <strong>De</strong> <strong>Ombudsman</strong> - Postbus 1700 - 1200 BS Hilversum - www.deombudsman.nl