11.09.2013 Views

Les 10 - latijn leren 1

Les 10 - latijn leren 1

Les 10 - latijn leren 1

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>10</strong>. Hoe Rome in de taal voortleeft<br />

Woordenlijst<br />

* statuere, o, statui, statutum: plaatsen;<br />

menen; besluiten<br />

* otium, ii: vrije tijd; nietsdoen; rust,<br />

vrede<br />

* clarus, a, um: helder, duidelijk;<br />

beroemd<br />

5.* insula, ae: eiland<br />

* manere, eo, mansi, mansum: blijven;<br />

wachten<br />

* apud + acc. (vz.): bij<br />

* medicus, i: geneesheer, arts<br />

* comes, comitis: gezel(lin)<br />

* servus, i: slaaf, dienaar<br />

* initium, ii: begin<br />

<strong>10</strong>.* pecunia, ae: geld<br />

* numerare, o: tellen; betalen<br />

* iniuria, ae: onrecht<br />

Basistekst 1<br />

In de jaren 88 - 82 v.Chr. was Rome het toneel van de<br />

eerste burgeroorlog tussen Marius en Sulla,<br />

respectievelijk leiders van de volkspartij (populares) en de<br />

edelen (nobiles). Deze burgeroorlog liep uit op de<br />

dictatuur van Sulla (82 - 79 v. Chr.). De jonge Caesar<br />

stond aan de kant van de populares en besloot in 82 Rome<br />

te verlaten...<br />

Composita seditione ciuili Rhodum secedere<br />

Nadat... burgeroorlog Rhodos zich terug-<br />

beslecht was trekken<br />

statuit, ut per otium ac requiem Apollonio<br />

rust Apollonius<br />

Moloni clarissimo tunc dicendi magistro<br />

Molo superlatief toen leraar in de wel-<br />

sprekendheid<br />

operam daret. Huc dum hibernis iam<br />

les volgen winter-<br />

5. mensibus traicit, circa Pharmacussam<br />

maand oversteken Pharmacussa<br />

insulam a maritimis praedonibus captus est<br />

zee- rover V.T.T.passief<br />

mansitque apud eos prope quadraginta dies<br />

veertig<br />

cum uno medico et cubicularis duobus. Nam<br />

kamerdienaar<br />

comites seruosque ceteros initio statim ad<br />

dadelijk om<br />

<strong>10</strong>.expediendas pecunias, quibus redimeretur,<br />

te regelen ... losgekocht<br />

moest worden<br />

dimiserat. Numeratis deinde quinquaginta<br />

Nadat .... vijftig<br />

talentis expositus est in litore.<br />

(1) aan land zetten<br />

V.T.T. passief<br />

Sed e uestigio se ab iniuria uindicauit:<br />

op staande voet wreken


15.* continere, eo, tinui, tentum:<br />

bijeenhouden; insluiten; tegenhouden<br />

20.* pons, pontis (m.): brug<br />

* ante / antea (bw.): eerder, vroeger<br />

* superare, o: overtreffen; overwinnen<br />

* publicus, a, um: van de staat;<br />

openbaar<br />

* res publica, rei publicae: staatszaken;<br />

staat, republiek<br />

25.* administrare, o: dienst doen;<br />

verzorgen, besturen<br />

* quis, quis, quid (onbep.vnw.) =<br />

aliquis, quis, quid: iemand, iets<br />

* canere, o, cecini, ---: zingen; dichten<br />

continuo enim captos praedones crucibus<br />

dadelijk volt.deelw. kruis<br />

15.adfixit.<br />

vasthechten…<br />

Deze anekdote moet bewijzen dat Caesar hard kon<br />

optreden en dat hij het ver zou brengen...<br />

En inderdaad, na triumvir te zijn geworden, kwam zijn<br />

succesvolle veldtocht in Gallië...<br />

Omnem Galliam, quae saltu Pyrenaeo<br />

woudgebergte Pyreneeën<br />

Alpibusque et fluminibus Rheno ac Rhodano<br />

Alpen Rijn Rhône<br />

continetur, in prouinciae formam redegit.<br />

maken tot<br />

Germanos, qui trans Rhenum incolunt,<br />

wonen<br />

20.primus Romanorum ponte fabricato<br />

als ... na ... gebouwd te<br />

hebben<br />

adgressus maximis adfecit cladibus; et<br />

aanvallen superlatief aandoen...nederlaag<br />

volt.deelw.<br />

Britanni ignoti antea superati sunt.<br />

Brittanniërs onbekend V.T.T. passief<br />

In 59 v.Chr. werd hij consul...<br />

Cum Bibulo consul creatus est, sed unus<br />

aanstellen<br />

omnia in re publica et ad arbitrium<br />

naar zijn goeddunken<br />

25.administrauit, ut nonnulli, cum quid per<br />

iocum testandi gratia signarent, non<br />

grap om te getuigen ondertekenen<br />

Caesare et Bibulo, sed Iulio et Caesare<br />

onder .... onder ...<br />

consulibus actum scriberent.<br />

akte<br />

Mox canebantur hi uersus:<br />

weldra passief vers


30.* fieri, fio, factus sum: worden,<br />

ontstaan; gebeuren<br />

* meminisse (defect. ww.): zich<br />

herinneren; vermelden<br />

* ius, iuris: recht<br />

* existimare, o: oordelen, beslissen;<br />

menen<br />

35.* honor, oris: eer; ereambt<br />

* enim (vgw.): immers, want<br />

* imperator, oris: (opper)bevelhebber;<br />

keizer<br />

* ara, ae: altaar<br />

30."Non Bibulo quiddam nuper sed Caesare<br />

onlangs<br />

factum est:<br />

is gebeurd<br />

nam Bibulo fieri consule nil memini."<br />

= nihil 1ste pers.<br />

enk.<br />

(1) talentum = Grieks gewicht (26 kg) en munt<br />

Naar Velleius Paterculus, Historiae Romanae II, 41 /<br />

Suetonius, Vita Caesarum, Caesar, hfdst. 4, 19-20 en 25 /<br />

Valerius Maximus, Memorabilia, VI, 9, 15<br />

Het bleef niet bij die onschuldige spotliederen - Suetonius,<br />

die een lange biografie van Caesar schreef, beschrijft de<br />

laatste maanden en de laatste dag van Caesar heel<br />

pakkend:<br />

Tamen Caesar abusus est dominatione et<br />

misbruik maken heerschappij<br />

V.T.T.<br />

iure caesus existimatur.<br />

volt.deelw. men meent<br />

35.Honores enim nimios recepit: continuum<br />

te veel achtereenvolgend<br />

consulatum, perpetuam dictaturam, insuper<br />

consulaat eeuwigdurend dictatuur bovendien<br />

praenomen Imperatoris, cognomen Patris<br />

voornaam bijnaam<br />

patriae, statuam inter reges; sedem auream<br />

standbeeld<br />

in curia habebat, templa, aras, simulacra<br />

senaats- beeld<br />

gebouw<br />

40.iuxta deos, appellationem mensis e suo<br />

naast naam maand<br />

nomine...<br />

Subscripsere quidam Caesaris statuae:<br />

onderaan schrijven<br />

"Brutus, quia reges eiecit, consul primus<br />

verdrijven


45.* posterius (bw.): later --- postremo<br />

(superl.): ten slotte; kortom<br />

* amplus, a, um: ruim; veel, groot;<br />

aanzienlijk<br />

* princeps, cipis: vooraanstaand, eerst;<br />

(als subst.): vooraanstaande, leider;<br />

keizer<br />

50.* species, iei: aanblik; uiterlijk;<br />

schijn<br />

* officium, ii: dienst, taak;<br />

plicht(sgevoel)<br />

* accedere, o, cessi, cessum: gaan naar,<br />

naderen<br />

* umerus, i: schouder<br />

55.* quidem (bw.): zeker, ongetwijfeld;<br />

maar, echter --- ne ... quidem: zelfs niet<br />

* paulum (bw.): een weinig<br />

* brachium, ii: arm<br />

* conari, or: trachten<br />

* vulnus, neris: wonde<br />

* animadvertere, o, verti, versum:<br />

bemerken<br />

factus est:<br />

V.T.T.


60.* tradere, o, didi, ditum: uitleveren;<br />

overleveren, vertellen<br />

65.* iacere, eo, iacui, ---: liggen<br />

* tot: zoveel<br />

* reperire, io, repperi, repertum:<br />

(terug)vinden; vernemen<br />

* nisi (vgw.): indien niet, tenzij<br />

* pectus, toris: borst, hart; gemoed<br />

70.* metus, us: vrees, angst<br />

Opgaven<br />

plagis confossus est. Quidam tradiderunt<br />

slag doorsteken<br />

Marco Bruto irruenti dixisse: kai su teknon;<br />

die op hem (1)<br />

afstormde<br />

Exanimis diffugientibus cunctis aliquamdiu<br />

levenloos terwijl… enige tijd<br />

uiteen vluchten<br />

65.iacuit, donec tres seruoli domum<br />

totdat jonge slaaf<br />

rettulerunt. Nec in tot uulneribus, ut<br />

Antistius medicus existimabat, letale ullum<br />

dodelijk<br />

repertum est, nisi quod secundo loco in<br />

V.T.T. passief<br />

pectore acceperat. Fuerat animus coniuratis<br />

70.corpus occisi in Tiberim trahere, sed metu<br />

volt.deelw.<br />

Marci Antoni consulis destiterunt.<br />

afzien van<br />

(1) kai su teknon = Grieks voor "tu quoque, fili mi"<br />

1. Composita seditione civile (r.1): hoe oud was Caesar dan?<br />

Naar Suetonius, Vitae Caesarum, Caesar, hfdst.76, 80 en<br />

82<br />

2. Hibernis iam mensibus (r.4-5): dat was niet de gewoonte. Waarom?<br />

Het eilandje Pharmacussa ligt trouwens aan de kust van Klein-Azië - hoe verliep de<br />

scheepvaart in de oudheid?<br />

3. Quinquaginta talentis (r.11-12): dit is een enorm bedrag. Een talent had de waarde van<br />

6000 drachmen (1 drachme = 4 gram zilver).<br />

Het is moeilijk de waarde van oude munten te bepalen, maar in het oude Griekenland moest<br />

een arbeider meerdere jaren werken om een talent te verdienen. Men schat dat 1 drachme de<br />

waarde vertegenwoordigde van één dagloon of van 30 kg tarwe...<br />

Stel dat je die 50 talenten omrekent naar onze huidige munt, hoeveel zou dat bedrag dan<br />

waard kunnen zijn in euro's?


4. Crucibus adfixit (r.14-15): de kruisdood was een gewone straf voor niet-Romeinen. Denk<br />

aan de kruisdood van Jezus Christus of aan de terechtstellingen van de opstandelingen van de<br />

slavenopstand van Spartacus...<br />

5. Caesar werd triumvir in 60 v.Chr., samen met Pompeius en Crassus (zie ook de inleiding<br />

tot Thema IV). Ze verdeelden dus de hoogste macht onder elkaar - wat was het gevolg voor<br />

het ambt van consul? En waaruit blijkt dit hier?<br />

6. Caesare et Bibulo (r.27): hoe dateerden de Romeinen?<br />

7. Honores nimios (r.35): welke titels droeg Caesar dus allemaal? Waarom waren sommige<br />

daarvan zeker in strijd met de regels van de oude Romeinse republiek?<br />

8. Appellationem mensis (r.40): welke maand dus? Maar Caesar deed veel meer met de<br />

kalender! Zoek daarover gegevens op, b.v. op http://nl.wikipedia.org/wiki/Kalender en op<br />

http://nl.wikipedia.org/wiki/Juliaanse_kalender<br />

9. Brutus (r.43) was de leider van de beweging die de laatste koning Tarquinius Superbus<br />

verdreef, in 5<strong>10</strong> v.Chr.<br />

De verder vernoemde samenzweerder Decimus Iunius Brutus behoorde tot dezelfde familie,<br />

de belangrijke "gens Iunia" - zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Gens_Iunia<br />

<strong>10</strong>. Conspiratum est ... (r.47): van de 40 tot 60 samenzweerders noemt Suetonius er hier<br />

slechts een 6-tal: Marcus en Decimus Brutus (familie van elkaar), Tillius Cimber, de<br />

gebroeders Casca en Gaius Cassius. Wie is de bekendste geworden?<br />

11. De moord op Caesar gebeurde op de Idus van maart (15 maart) 44 v.Chr.<br />

Een waarzegger had Caesar (tevergeefs) gewaarschuwd voor "de Iden van maart" - deze<br />

waarschuwing vinden we ook in het toneelstuk Julius Caesar van Shakespeare. Wat zou je<br />

kunnen bedoelen als je iemand waarschuwt voor "de Iden van maart"?<br />

12. Kai su, teknon (r.63): misschien nog bekender zijn de woorden "Tu quoque, Brute" of "Tu<br />

quoque, fili mi". De eerste uitspraak komt uit de tragedie Iulius Caesar van William<br />

Shakespeare, de tweede is een vertaling van het Grieks "kai su, teknon".<br />

Het is waarschijnlijk - als Caesar al iets gezegd heeft! - dat de Griekse woorden het meest de<br />

werkelijkheid benaderen: Romeinse edelen spraken namelijk heel vaak Grieks.<br />

Decimus Brutus was inderdaad een vertrouweling van Caesar geweest, maar geen adoptief<br />

zoon. Men moet het woord "teknon" dan ook eerder begrijpen als de aanspreking van iemand<br />

die jonger is, niet van een echt kind...<br />

13. Marcus Antonius (r.71) zou het testament van Caesar laten uitvoeren en voor zijn<br />

begrafenis zorgen - hij had zelf ook heel veel ambitie! Maar Octavius, een achterneef van<br />

Caesar, was door diens testament tot adoptiefzoon aangeduid. Terwijl de republikeinse<br />

senatoren die Caesar hadden vermoord, uit Rome vluchtten, tekende zich reeds een nieuwe<br />

burgeroorlog af... Hoe zou het allemaal verder lopen? Zie ook de Leestekst 1 bij <strong>Les</strong> 9...


14. Caesar en taal? Misschien voor jou een niet zo voor de hand liggend verband, maar:<br />

(1) Caesar schreef naast werken over zijn oorlogen ook boeken over grammatica, over<br />

welsprekendheid, misschien ook over sterrenkunde - en zelfs poëzie<br />

(2) Caesar schreef in een sobere, eenvoudige en beknopte stijl en in een heel zuivere taal: men<br />

zegt dat hij "klassiek Latijn" schrijft.<br />

Het "klassieke Latijn" is het Latijn zoals het geschreven werd tijdens de bloeitijd van Rome,<br />

dus in de eerste eeuw voor en na Christus. Zo'n Latijn schreven bijvoorbeeld ook de dichters<br />

Vergilius en Horatius<br />

(3) Daarom zul je in het 3de jaar Latijn nog meer van Caesar lezen - Caesar is een goede<br />

"leermeester" qua taal. Wij <strong>leren</strong> op school natuurlijk dat klassieke Latijn...<br />

Grammatica<br />

1. Het passief van de onvoltooide tijden<br />

a. Observeer<br />

- continetur (r.18), canebantur (r.29), existimatur (r.34)<br />

- <strong>Les</strong> 9, Basistekst: agebantur (r.11), audiebantur (r.19), excitabatur (r.32), metuebatur (r.39)<br />

b. Besluiten<br />

(1) Tot nu toe zag je in het Latijn alleen de actieve vormen van het werkwoord. In het actief<br />

(of "bedrijvende vorm") voert het onderwerp de handeling uit (actief < Lat. agere = doen,<br />

uitvoeren).<br />

(2) Er bestaan ook passieve vormen: in het passief ( of "lijdende vorm") ondergaat het<br />

onderwerp van de zin de handeling (passief < Lat. pati = lijden, ondergaan).<br />

In het Nederlands herkennen we het passief aan het hulpwerkwoord worden.<br />

Ook in vele andere moderne talen gebruikt men een hulpwerkwoord om het passief uit te<br />

drukken, dus:<br />

- Ned.: hij hakt de boom om --- passief: de boom wordt omgehakt<br />

- Frans: il coupe l' arbre --- passief: l' arbre est coupé<br />

- Engels: he cuts the tree --- passief: the tree gets cut<br />

(3) In het Latijn gebruikt men in de onvoltooide tijden geen hulpwerkwoord; men herkent<br />

het passief aan de speciale uitgangen.<br />

(4) Die uitgangen zijn: (o)r , ris, tur, mur, mini, ntur.<br />

(5) Voor de rest blijven de regels van de vorming van de drie onvoltooide tijden dezelfde als<br />

die die je al kent - zie <strong>Les</strong> 7.


Die regels zijn dus:<br />

- praesens passief<br />

praesensstam (+ bindletter i/u) + praesensuitgangen or, ris, tur, mur, mini, ntur<br />

- imperfectum passief<br />

praesensstam (+ bindletter e) + kenletters BA + praesensuitgangen r, ris, tur, mur, mini, ntur<br />

- futurum simplex<br />

praesensstam + kenletters B of A/E + praesensuitgangen (o)r, ris, tur, mur, mini, ntur<br />

Opmerkingen:<br />

- de bindletters blijven dus dezelfde als in het actief<br />

- let op dat de bindletter -i- een -e- wordt voor een -r, dus voor de uitgang -ris: het is dus vince-ris<br />

en cape-ris en ook vocab-e-ris en habeb-e-ris.<br />

(6) Voor de volledige vervoegingen zie LS nrs. 156, 157 en 158.<br />

2. Het passief van de voltooide tijden<br />

a. Observeer<br />

- captus est (r.6), expositus est (r.12), superati sunt (r.22), creatus est (r.23), conspiratum est<br />

(r.47), tardatus est (r.59), confossus est (r.62), repertum est (r.68)<br />

- <strong>Les</strong> 9, Basistekst: zie punt 3, (4) hieronder.<br />

b. Besluiten<br />

(1) Het Latijn gebruikt in de voltooide tijden wél een hulpwerkwoord, nl. esse.<br />

(2) De 3 voltooide tijden worden dan gevormd met het voltooid deelwoord (participium<br />

perfectum) + het praesens, imperfectum of futurum simplex van esse.<br />

Het is dus een beetje zoals in het Nederlands: V.T.T.: ik ben gekwetst (geworden) of V.V.T.:<br />

ik was gekwetst (geworden)...<br />

(2) De drie regels voor de voltooide tijden worden dan:<br />

- perfectum passief<br />

participium perfectum + praesens van esse: sum, es, est, sumus, estis, sunt


- plus-quam-fectum passief<br />

participium perfectum + imperfectum van esse: eram, eras, erat, eramus, eratis, erant<br />

- futurum exactum passief<br />

participium perfectum + futurum simplex van esse: ero, eris, erit, erimus, eritis, erunt<br />

Opmerkingen:<br />

- let erop dat het participium perfectum verandert van getal en geslacht (zie ook nr.4). Dus:<br />

vocatus sum / es / est, maar vocati sumus / estis / sunt, en ook vocata est (vrouwelijk), enz.<br />

- let er ook op dat de 3de pers.mv. van het futurum exactum passief wel vocati erunt is, terwijl<br />

de 3de pers.mv. van het futurum exactum actief vocaverint is.<br />

(3) Voor de volledige vervoegingen: zie LS nrs 159, 160 en 161.<br />

3. Besluiten over de vorming van het Latijnse passief en opmerkingen over de vertaling<br />

(1) bij de onvoltooide tijden ligt het verschil tussen actief en passief in de<br />

persoonsuitgangen<br />

(2) bij de voltooide tijden is de vorming van actief en passief totaal verschillend:<br />

- actief: perfectumstam + speciale uitgangen<br />

- passief: participium perfectum + hulpwerkwoord esse<br />

(3) let er dus op dat bij het plus-quam-perfectum -eram in het actief een uitgang is, terwijl in<br />

het passief "eram" een hulpwerkwoord is; hetzelfde doet zich voor in het futurum exactum<br />

met de uitgang -ero en het hulpwerkwoord "ero".<br />

(4) Opmerkingen:<br />

- (V) Vertaling van het Latijnse passief: het Nederlands gebruikt het passief veel minder<br />

dan het Latijn en vaak is een vertaling met een actieve zinswending vlotter:<br />

Voorbeelden:<br />

. expositus est in litore (r.12) = (ook) men zette hem aan land<br />

. et Britanni superati sunt (r.22) = (ook) hij overwon ook de Brittanniërs<br />

- Let erop dat het hulpwerkwoord esse, zoals trouwens het werkwoord esse in het algemeen<br />

(zie Basistekst <strong>Les</strong> 9) soms weggelaten wordt:<br />

Voorbeeld: Ubi dies redditus, corpus inventum (<strong>Les</strong> 9, Basistekst, r.51) = ubi dies redditus<br />

est, corpus est inventum.


- (V) Op die manier is het Latijnse passief ook een manier om het Nederlandse "men" weer<br />

te geven:<br />

Voorbeelden:<br />

. iure caesus existimatur (r.34) = (lett.) = hij wordt terecht gedood geoordeeld = men denkt dat<br />

hij terecht gedood is<br />

. conspiratum est (r.47) = (lett.) er werd samengezworen = men zwoer samen<br />

. letale ullum repertum est nisi... (r.67-68)= (lett.) er werd er geen enkele dodelijke gevonden<br />

tenzij ... = men vond er geen enkele dodelijke tenzij...<br />

4. Het participium perfectum passief (voltooid deelwoord)<br />

a. Observeer<br />

- captus (r.6), expositus (r.12), captos (r.14), superati (r.22), creatus (r.23), caesus (r.34),<br />

tardatus (r.59), repertum (r.68), occisi (r.70)<br />

- <strong>Les</strong> 9, Basistekst: solitus (r.2), egressi (r.7), clausis (r.24), exstincto (r.25), redditus (r.51),<br />

inventum (r.51)<br />

b. Besluiten<br />

(1) Het Latijnse voltooid deelwoord, het participium perfectum passief (PPP), gaat uit op -<br />

tus of -sus<br />

(2) Het PPP wordt verbogen volgens de adjectieven op -us, -a, -um<br />

(3) Bij de meeste werkwoorden van de 1ste en 4de vervoeging is de vorming regelmatig:<br />

praesensstam + -tus, a, um<br />

(4) bij de andere werkwoorden is de vorming vaak onregelmatig: we herkennen dan het PPP<br />

in de 3de hoofdtijd, het supinum.<br />

Het supinum gaat altijd uit op -um, en voor het PPP vervangen we de -um door -us.<br />

Voorbeelden:<br />

manere, eo, mansi (perfectum), mansum (supinum) --- het PPP is dus mansus, a, um<br />

continere, eo, continui (perfectum), contentum (supinum) --- het PPP is dus contentus, a, um<br />

accedere, o, accessi (perfectum), accessum (supinum) --- het PPP is dus accessus, a, um<br />

tradere, o, tradidi (perfectum), traditum (supinum) --- het PPP is traditus, a, um<br />

Maar ook bij enkele werkwoorden van de 1ste en 4de vervoeging en enkele heel<br />

onregelmatige:<br />

reperire, io, repperi (perfectum), repertum (supinum) --- het PPP is dus repertus, a, um<br />

ferre, fero, tuli (perfectum), latum (supinum) --- het PPP is dus latus, a, um.


(5) Het participium perfectum kan op verschillende manieren gebruikt worden<br />

- het kan een deel van een voltooide tijd passief zijn (zie hierboven)<br />

- het kan als adjectief bij een substantief gebruikt worden - het congrueert dan met het<br />

substantief, net zoals een adjectief<br />

Voorbeeld: in locis clausis (<strong>Les</strong> 9, basistekst, r.24) = in gesloten ruimten<br />

- het kan zelfstandig gebruikt worden<br />

Voorbeeld: corpus occisi (r.70) = het lichaam van de dode<br />

- het kan de betekenis van een betrekkelijke of bijwoordelijke bijzin hebben - het<br />

congrueert ook met het substantief. We spreken van een participium coniunctum (= een<br />

verbonden participium)<br />

Voorbeelden: captos praedones (r.14) = de gevangen zeerovers OF de zeerovers die hij<br />

gevangen had OF nadat hij de rovers gevangen genomen had, ... OF hij nam de zeerovers<br />

gevangen en...<br />

brachium arreptum (r.57) = de arm die hij had vastgepakt<br />

(6) (V) Een participium kan dus op verschillende manier vertaald worden<br />

- ofwel letterlijk, door een voltooid deelwoord<br />

- door een adjectief of substantief<br />

- door een bijzin (betrekkelijk of bijwoordelijk)<br />

- en (als de Nederlandse zin te ingewikkeld wordt) door een onafhankelijke zin.<br />

5. Het handelend voorwerp<br />

a. Observeer<br />

- a maritimis praedonibus captus est (r.6) = hij werd door zeerovers gevangen genomen<br />

- conspiratum est in eum a sexaginta amplius (r.47) = er werd tegen hem samengezworen door<br />

meer dan zestig (samenzweerders)<br />

b. Besluiten<br />

(1) Het handelend voorwerp wordt gebruikt in passieve zinnen en drukt daar de persoon uit<br />

die de handeling uitvoert<br />

Opmerking: als men de zin naar het actief zou omzetten, dan wordt het handelend voorwerp<br />

het onderwerp van de actieve zin.<br />

(2) Het handelend voorwerp wordt in het Latijn uitgedrukt door a(b) + ablatief.


Oefeningen<br />

1. Determineer de volgende werkwoordsvormen - en wees volledig:<br />

Voorbeeld: repertum est: perfectum passief 3E van reperire<br />

accesserunt, administrabant, actum est, animadvertent, ardent, cadit, cecidit, cadet, cesserant,<br />

circumdabitur, condiderit, continuerunt, continuerint, conveneram, defendimini, excessi, lati<br />

sunt, gerebant, imperant, interficies, munita erat, occupabunt, perierunt, positum est, rapiam,<br />

sentiunt, servaberis, tegent, traxeratis, vocabant, vocabunt.<br />

2. Volgende vormen kun je op twee manieren dtermineren - hoe en hoe komt dat?<br />

Statuimus, quaereris, cecidisti.<br />

3. Zeg van onderstaande participia perfecta, genomen uit de Basistekst, of ze gebruikt<br />

zijn (1) als onderdeel van een werkwoordelijke vorm (2) als adjectief (3) als substantief<br />

of (4) met de betekenis van een bijzin:<br />

captus (r.5), expositus (r.12), captos (r.14), adgressus (r.21), superati (r.22), creatus (r.23),<br />

caesus (r.34), factus (r.46), conspiratum (r.47), tardatus (r.59), strictis (r.60), confossus (r.62),<br />

repertum (r.68), occisi (r.70).<br />

4. Geef de volledige woordgroep waarvan volgende woorden deel uitmaken:<br />

per (r.2), prope (r.7), cum (r.8), ceteros (r.9), praedones (r.14), maximis (r.21), nimios (r.35),<br />

nomine (r.41), ab (r.53), alio (r.58), loco (r.68), occisi (r.70), metu (r.70).<br />

5. Nog enkele vraagjes:<br />

- wat is het lijd. vw. van dimiserat (r.11)?<br />

- wat is het lijd. vw. van adfecit (r.21)?<br />

- is "cum" (r.23) een voegwoord of een voorzetsel? Hoe kun je dat bewijzen?<br />

- verklaar de naamval van "versus" (r.29) en van "honores" (r.35)<br />

- geef alle lijd. vw. van "habebat" (r.39)<br />

- welk woord kun je bij "assidentem" (r.50) erbij denken: Tillium / Caesarem / Brutum /<br />

senatum?<br />

- met welk woord komt "conatus" (r.58) overeen?<br />

- verklaar de naamval van "toga" (r.60)<br />

- het zinsteken ";" na de Griekse woorden in r.63 vervangt een Grieks ! / : / . / ?<br />

- verklaar de naamval van "corpus" (r.70).<br />

6. Kun je de betekenis van de volgende vreemde woorden achterhalen of verklaren door<br />

op een Latijns woord te steunen dat je leerde in woordenlijsten 9 en <strong>10</strong>?<br />

Dubieus - (Fr.) extincteur - (Fr.) auxiliaire, (Eng.) auxilary - communisme - imposant -<br />

densiteit - (Fr.) adversaire - (Fr./Eng.) invention, (Ned.) inventief<br />

medicijn - initieel - continent - publiciteit - administratie - cantate - jurist - amplitude -<br />

principe - (Fr./Eng.) vulnérable/vulnerable - traditie - pectoraal.


Leestekst 1<br />

In een soort werk over natuurkunde wijdt Seneca (1ste eeuw n.Chr.) het 6de boek aan het<br />

verschijnsel aardbevingen...<br />

Pompeii, celebris Campaniae urbs, terrae<br />

beroemd Campania<br />

motu vastati sunt et quaecumque adiacebant<br />

beweging...verwoesten aangrenzen<br />

regiones vexatae, et quidem hibernis diebus,<br />

teisteren winter-<br />

qui uacare a tali periculo solent.<br />

vrij zijn zulk<br />

5. Nonis Februariis hic fuit motus Regulo et<br />

(1) van februari Regulus<br />

Uerginio consulibus, qui Campaniam,<br />

Verginius<br />

numquam securam huius mali, magna strage<br />

veilig ... kwaal verwoesting<br />

uastauit: nam et Herculanensis oppidi pars<br />

van Herculaneum<br />

ruit dubieque stant etiam quae relicta sunt.<br />

instorten staan achterlaten...<br />

<strong>10</strong>.Neapolis quoque leviter ingenti malo<br />

Napels<br />

perstricta est: priuatim multa, publice nihil<br />

treffen van particu-<br />

lieren<br />

amisit. Villae uero vastatae sunt, passim sine<br />

verliezen villa hier en daar<br />

iniuria tremuere.<br />

... beven<br />

(1) Nonae = de naam van de 5de of 7de dag van iedere maand, hier de 5de van februari.<br />

Naar Seneca, Quaestiones Naturales, Boek VI, 1, §§1-2


Opgaven<br />

1. Zorg ervoor dat je de streken en steden, genoemd in de tekst, op het kaartje kunt aanduiden.<br />

2. Kloppen de gegevens die Seneca hier over de streek rond Napels geeft, met de gegevens<br />

van Plinius in de Basistekst van <strong>Les</strong> 9.<br />

3. Nonae (r.5): de Romeinse kalender kende 3 vaste dagen, de Kalendae (1ste), de Nonae (5de<br />

of 7de) en de Idus (13de of 15de).<br />

Zie opgave 8 bij de Basistekst hierboven.<br />

Twee Nederlandse uitdrukkingen houden verband met deze kalenderdagen:<br />

- wat zou kunnen betekenen "iets uitstellen tot de Griekse Kalenden"?<br />

- in welke omstandigheden kan men van iemand zeggen dat het zijn "Iden van maart" zijn (zie<br />

opgave 11 hierboven)?<br />

4. Heeft Seneca deze aardbeving precies gedateerd? Toon dat aan.<br />

5. Privatim ... publice ... (r.11): hoe zou je het verschil kunnen verklaren?<br />

6. Haal de passieve vormen uit bovenstaande leestekst en determineer ze.<br />

7. Mali (r.7) en malo (r.<strong>10</strong>): "malus" betekent "slecht". Hoe zijn "mali" en "malo" hier<br />

gebruikt?<br />

8. Nog enkele vraagjes:<br />

- welk hulpwerkwoord is verzwegen bij "vexatae" (r.3)? Hoe verklaar je het geslacht ervan?<br />

- wat is het antecedent van "qui" (r.4)? En van "qui" (r.6)?<br />

- welk antecedent zou je kunnen denken bij "quae" (r.9)?<br />

Leestekst 2<br />

De geschiedenisschrijver Cornelius Nepos heeft in een levensbeschrijving van de beroemde<br />

Atheense generaal Themistocles geschreven over de oorlog tussen de Grieken en de Perzen.<br />

In 490 v.Chr. was de Perzische koning Darius al Griekenland binnengevallen, maar hij was<br />

door de Atheners bij Marathoon verslagen.<br />

Tien jaar later, in 480 v.Chr., zon zijn zoon Xerxes op wraak...<br />

Xerxes et mari et terra bellum universae<br />

geheel<br />

intulit Europae cum tantis copiis, quantas<br />

aandoen... zo groot troepen als...<br />

neque ante nec postea habuit quisquam.<br />

iemand<br />

Huius enim classis mille et ducentarum navium<br />

vloot duizend tweehonderd<br />

5. longarum fuit, et duo milia onerariarum<br />

(1) vracht-


sequebantur; terrestres autem exercitus DCC<br />

land-<br />

peditum, equitum CCCC milia fuerunt.<br />

voetknecht ruiter<br />

Postquam de adventu eius fama in Graeciam<br />

nadat komst Griekenland<br />

est perlata, Athenienses miserunt Delphos<br />

brengen naar... Athener Delphi<br />

<strong>10</strong>.consultum, quidnam facerent de rebus suis.<br />

om te raad- wat toch ze moesten...<br />

plegen<br />

Pythia respondit, ut moenibus ligneis se<br />

(2) antwoorden houten<br />

munirent. Id responsum cum intellegeret<br />

antwoord begrijpen<br />

nemo, Themistocles persuasit consilium esse<br />

niemand Themistocles overtuigen dat... raad<br />

Apollinis, ut in naves se suaque conferrent:<br />

terugtrekken<br />

15.eum enim a deo significari murum ligneum.<br />

bedoelen<br />

passief<br />

Id consilium probatur; arcem sacerdotibus<br />

plan goedkeuren priester<br />

paucisque maioribus natu tradunt, reliquum<br />

enkele ouderen overig...<br />

oppidum relinquunt. Se suaque omnia in<br />

achterlaten<br />

naves deportant.<br />

brengen...<br />

Dit was de reactie van de Atheners, maar...<br />

20.Huius consilium plerisque civitatibus dis-<br />

meeste niet<br />

plicebat et in terra dimicari magis placebat.<br />

bevallen strijden<br />

Itaque missi sunt delecti cum Leonida,<br />

uitgelezen Leonidas<br />

soldaten


Lacedaemoniorum rege, qui Thermopylas<br />

Spartanen (3)<br />

occuparent longiusque barbaros progredi<br />

moesten... verder barbaar oprukken<br />

25.non paterentur. Hi vim hostium non<br />

laten...<br />

sustinuerunt eoque loco omnes interierunt.<br />

omkomen<br />

Xerxes, postquam Thermopylae expugnatae<br />

innemen<br />

sunt, protinus accessit urbem, quae a nullis<br />

dadelijk<br />

defendebatur. Ita interfecti sunt<br />

30.sacerdotes, quos in arce invenerat, atque<br />

urbs incendio deleta est.<br />

brand verwoesten<br />

Later viel Xerxes de Atheense vloot aan die zich in de zee-engte tussen het vasteland en het<br />

eiland Salamis had teruggetrokken...<br />

Ita barbarus rex adeo angusto mari conflixit,<br />

nauw strijden<br />

ut eius multitudo navium explicari non<br />

ontplooien<br />

passief<br />

potuerit. Victus ergo est magis etiam consilio<br />

< posse<br />

35.Themistocli quam armis Graeciae. Sic unius<br />

viri prudentia Graecia liberata est.<br />

inzicht bevrijden<br />

(1) navis longa = oorlogsschip<br />

(2) De Pythia was de priesteres die in het orakel van Delphi de voorspellingen van Apollo uitlegde<br />

(3) De Thermopylae waren een nauwe bergpas in Noord-Griekenland.<br />

Naar Cornelius Nepos, De excellentibus ducibus, Themistocles, §§ 2-5


Opgaven<br />

1. We lazen reeds over de Perzische oorlogen in Leestekst 2 van <strong>Les</strong> 7.<br />

Wil je er meer over weten, kijk dan eens op de handige kleine website van het<br />

damiaaninstituut http://www.damiaaninstituut.be/geschiedenis/<br />

griekenland/persoorlog.html<br />

Zie ook http://nl.wikipedia.org/wiki/Perzische_oorlogen<br />

2. Het conflict tussen Grieken en Perzen ontstond niet zo maar van de ene dag op de andere.<br />

Op de kusten van Klein-Azië (het huidige Turkije), lagen er overal Griekse steden, die door<br />

de Grieken waren gesticht. We kunnen zelfs zeggen dat het eerste bloeiende culturele centrum<br />

van de Griekse klassieke wereld in Klein-Azië lag: Homeros was misschien van daar<br />

afkomstig, de historicus Herodotos werd er geboren, de wiskundige en filosoof Thales was<br />

afkomstig uit Milete.<br />

Het uitbreidende Perzische rijk kwam in botsing met deze bloeiende steden en, omdat Athene<br />

de Griekse steden steunde, besloot Darius zich op Athene te wreken (490 v.Chr.). Hij werd in<br />

de beroemde slag bij Marathoon verslagen. Waardoor is deze plaats nog beroemd? Zoek er<br />

gegevens over op...<br />

Tien jaar later waagde zijn zoon Xerxes het nog eens...<br />

3. De cijfers in regels 4-7 zijn enorm - en wellicht sterk overdreven. Reken de totale<br />

troepensterkte van Xerxes eens uit.<br />

Herodotos, een belangrijk Grieks geschiedschrijver, schrijft in zijn Historiae dat de troepen<br />

van Xerxes gedurende 7 dagen en 7 nachten over de brug trokken, die hij speciaal over de<br />

zee-engte, de Hellespont, had laten bouwen!<br />

Ook al in de eerste Perzische oorlog ging het om enorme legers: volgens de geschiedschrijver<br />

Quintus Curtius, een belangrijke bron voor dit verhaal, waren er hierbij 200 000 voetsoldaten<br />

en <strong>10</strong> 000 ruiters betrokken! Hiervan zouden <strong>10</strong>0 000 gewone soldaten en alle ruiters<br />

meevechten in de slag bij Marathoon, tegen <strong>10</strong> 000 Grieken (van wie 9 000 Atheners). Zelfs<br />

als de getallen van de Perzische troepen sterk overdreven zijn, is toch duidelijk dat de Grieken<br />

tegen een grote overmacht vochten.<br />

4. Delphi (r.9) en zijn orakel zijn je al bekend.<br />

Zoek weer inlichtingen over deze stad en dit heiligdom op of surf even naar<br />

www.in2greece.com en zoek inlichtingen over Delphi.<br />

Er zijn overigens duizenden (vaak toeristische) sites over deze beroemde stad!<br />

5. De Pythia (r.11) was de priesteres van Apollo, die de orakels gaf. Men vertelt dat ze half<br />

bedwelmd door (misschien vulkanische) dampen in een soort trance uitspraken deed, die van<br />

de waarzeggende god kwamen. Veel van deze orakels waren dubbelzinnig of mysterieus en<br />

vergden nadere uitleg van de priesters.<br />

6. Arcem (r.16): met de burcht is de beroemde Akropolis van Athene bedoeld.<br />

De Perzen verwoestten dus de hele stad én de Akropolis in 480 v.Chr. Daarna werden alle<br />

heiligdommen weer opgebouwd - zo werd het Parthenon, de beroemde tempel gewijd aan de<br />

godin Athena, ingewijd in 432 v.Chr.


7. Omnes (r.26): met hoeveel waren ze volgens de legende?<br />

8. In welke tijd staat het verhaal in regels 16-19? En welke tijd wordt er voordien en daarna<br />

gebruikt? Dat doen wij bij een levendig verhaal ook soms in het Nederlands, waarom?<br />

9. Let je op de juiste vertaling van "de rebus suis" (r.<strong>10</strong>), van "sua" (r.14) en "sua omnia"<br />

(r.18)?<br />

Leestekst 3<br />

Aulus Gellius (130 - na 180 n.Chr.) was een Romeins schrijver, die lang in Athene leefde. Hij<br />

schreef een groot werk in 20 boeken, de "Noctes Atticae, met allerlei wetenswaardigheden<br />

over literatuur, geschiedenis, taalkunde, enz. Het volgende verhaal is typisch voor de inhoud:<br />

In antiquis annalibus memoria super libris<br />

(1) verhaal boek<br />

Sibyllinis haec prodita est. Anus incognita ad<br />

van de Sibylle vermelden oude onbekend<br />

vrouw<br />

Tarquinium Superbum regem adiit novem<br />

negen<br />

libros ferens, quos esse dicebat divina<br />

tegenw. goddelijk<br />

deelw.<br />

5. oracula; eos velle venundare. Tarquinius<br />

orakel- verkopen<br />

spreuk<br />

pretium percontatus est. Mulier nimium atque<br />

prijs vragen naar... vrouw te groot<br />

inmensum poposcit; rex, quasi anus aetate<br />

enorm eisen<br />

desiperet, derisit. Tum illa foculum cum<br />

dwaas doen uitlachen haardje<br />

igni apponit, tres libros ex novem deurit<br />

erbij zetten verbranden<br />

<strong>10</strong>.et, an reliquos sex eodem pretio emere<br />

overig zes kopen<br />

vellet, regem interrogavit. Sed Tarquinius id<br />

vragen<br />

multo risit magis dixitque anum iam procul<br />

lachen


dubio delirare. Mulier statim tres alios<br />

twijfel krankzinnig dadelijk<br />

zijn<br />

libros exussit atque id ipsum denuo placide<br />

verbranden opnieuw rustig<br />

15.rogat, ut tres reliquos eodem illo pretio<br />

emat.<br />

Tarquinius ore iam serio atque attentiore<br />

gezicht ernstig aandachtiger<br />

animo fit, libros tres reliquos mercatur nihilo<br />

< fieri kopen helemaal<br />

niet...<br />

minore pretio, quam quod erat petitum pro<br />

minder<br />

20.omnibus. Ea mulier tunc a Tarquinio<br />

toen<br />

digressa postea nusquam loci visa est. Libri<br />

weggaan nergens<br />

volt.deelw.<br />

tres in sacrarium conditi "Sibyllini" appellati<br />

heiligdom<br />

sunt; ad eos quasi ad oraculum quindecimviri<br />

(2)<br />

adeunt, cum di immortales publice consulendi<br />

< adire = dei onsterfelijk moeten geraad-<br />

25.sunt.<br />

pleegd worden<br />

(1) Annales: jaarboeken met alle gebeurtenissen, door de priesters opgeschreven<br />

(2) Quindecimviri: een priestercollege van 15 (= quindecim) mannen die toezicht hielden op de Sibyllijnse<br />

boeken.<br />

Opgaven<br />

Naar Aulus Gellius, Noctes Atticae, Boek I, hfdst. 19<br />

1. We lazen al over de Sibylle in <strong>Les</strong> 7. Het was toen Aeneas die haar raadpleegde...<br />

De Sibylla van Cumae was volgens de legende iemand die in de gedaante van een oude vrouw<br />

de toekomst voorspelde, daarbij geïnspireerd door Apollo. Vergilius situeert haar grot bij de<br />

stad Cumae, niet zo ver van Napels.<br />

Is het verwonderlijk dat de Romeinen zo'n mysterieuze plek net in de omgeving van Napels<br />

situeerden? - denk aan wat je las in <strong>Les</strong> 9...


Cumae - een heel oude Griekse kolonie, 750 v.Chr. - lag ten westen van het Avernus-meer,<br />

een kratermeer waarvan de Romeinen dachten dat daar de toegang tot de onderwereld lag...<br />

2. Libri Sibyllini (r.1-2): de Sibyllijnse boeken waren in Griekse verzen geschreven en zouden<br />

volgens de legende afkomstig zijn uit de stad Gergis, in de buurt van Troje. Ze kwamen via<br />

omzwervingen in Cumae terecht en drie van de negen oorspronkelijke boeken werden<br />

bewaard in een schatkamer (sacrarium) in de tempel van Iuppiter op het Capitool. Toen de<br />

tempel afbrandde in 83 v.Chr. gingen ook de boeken verloren...<br />

Ze werden door de priesters geraadpleegd in buitengewone omstandigheden als rampen,<br />

epidemieën...<br />

3. In regels 15-18 gaat het verhaal plots over naar een andere tijd - welke? Waarom?<br />

4. Determineer volgende werkwoordsvormen: prodita est (r.2), dicebat (r.4), interrogavit<br />

(r.11), rogat (r.15), erat petitum (r.19), visa est (r.21), appellati sunt (r.22-23).<br />

5. Waarom het verschil in tijd tussen "adiit" (r.3) en "dicebat" (r.4)?<br />

6. Nog enkele vraagjes:<br />

- met welk substantief komt "haec" (r.2) overeen?<br />

- wat betekent "ferens" (r.4) letterlijk? En hoe kun je het vlot vertalen?<br />

- waarom gebruikt de auteur "illa" in r.8, en niet "ista"?<br />

- welke bijzin hangt er af van "interrogavit" (r.11)?<br />

- waarom is "petitum" (r.19) onzijdig?<br />

- met welk woord congrueert "appellati" (r.22)?<br />

Activiteiten<br />

1. Nu we, op het eind van dit eerste jaar Latijn, een beetje de balans moeten beginnen<br />

opmaken, zou je op een tijdsbalk - of bestaat die al in klas? - de bijzonderste data en<br />

evenementen van de Romeinse geschiedenis, die je dit jaar hebt ontmoet, kunnen aanduiden.<br />

Het kan een leuk groepswerk worden, met elke leerling bijvoorbeeld een andere les...<br />

Eventueel kun je er ook Griekenland bij betrekken - ter voorbereiding van het<br />

herhalingsthema VI, waar veel over Griekenland sprake zal zijn...<br />

2. Iedere Latijnse les is ook een beetje een les Nederlands - ongetwijfeld heb je nieuwe<br />

begrippen ontmoet die ook in de lessen moderne talen nuttig zijn. En heel zeker heeft je leraar<br />

er de nadruk op gelegd dat een vertaling uit het Latijn goed en vlot Nederlands moet zijn.<br />

Misschien kan je leraar een stuk uit één van de vorige teksten aanduiden en de klas per<br />

groepjes van 2-3 leerlingen een vlotte vertaling laten maken: geen letterlijke weergave,<br />

eventueel passief vervangen door actief, vlotte uitdrukkingen, sprekende adjectieven...<br />

Wie maakt de beste moderne vertaling? Helpt je leraar Nederlands de vertalingen beoordelen?<br />

En wie weet wordt de beste gepubliceerd in het schoolblad of op de schoolsite?


3. Nog een werk dat je met heel de klas kunt maken. Neem de - nu volledige - alfabetische<br />

woordenlijst voor je. Overloop de woorden die je dit jaar moest <strong>leren</strong>, en tracht zo veel<br />

mogelijk woorden te vinden die afgeleid zijn van het Latijn, Nederlandse, maar ook Franse en<br />

Engelse woorden.<br />

4. Nog een interessant onderwerp waarover je - alleen of in groep - een werkstukje kunt<br />

maken: hoe zag de Romeinse tijdrekening er uit?<br />

Je zag al enkele details over de Romeinse kalender, maar nu kun je het algemener zien: hoe<br />

dateerden de Romeinen (vanaf wanneer? jaren en precieze data?).<br />

Eventueel kun je je werkstuk ook opentrekken naar andere tijdrekeningen, bij de Grieken en<br />

bij andere volkeren?<br />

Geef in Google woorden in als "tijdrekening", "kalender", enz. Zie natuurlijk o.a.<br />

http://nl.wikipedia.org/wiki/Kalender

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!