Untitled - Hestar

Voor een bovenhandse gooi, rol je met je pols de bal wat meer naar de bovenkant van je
stick. Verder gaat het hetzelfde als de onderhandse gooi. Spelers moeten goed oefenen in
het gooien zodat zij de bal zonder te stoppen of rukken uit het net kunnen spelen. Draai de
stick niet om aan het eind.
Houd altijd een oog op de vanger!
Forward pass:
Om de bal naar voren te spelen, moet je de bal naast het hoofd van het paard craddelen, je
zit normaal in je zadel. Als je klaar bent om te spelen, breng je stick dan naar de achterkant
van je laars, zo ongeveer bij de buik van het paard, ga dan staan in je beugels en kijk naar
wie je moet spelen. Breng dan je arm naar voren en laat de bal gaan ter hoogte van de
schouder van het paard.
Als je de basis gooi goed in je hebt zitten, kun je in verschillende richtingen proberen te
gooien.
Het is erg goed om ook grond training te doen, zodat je de basis nog beter onder de knie
krijgt. Gooi op de grond naar elkaar over, doe spelletjes (zie hieronder), gooi tegen de muur
(zie hieronder), enzovoorts.
Spelletjes:
De kring:
Ga allemaal in een kring staan en 1 iemand gooit de bal in het midden van de kring.
Iedereen doet een graai naar de bal, en degene die de bal gevangen heeft, mag hem weer in
het midden gooien. Heel goed voor je reactievermogen!
Donkey:
Ga in een grote kring staan, met ongeveer 2 armlengten tussen elkaar. Zonder elkaars naam
te noemen, gooi je de bal naar iemand. Als diegene hem niet vangt, krijgt hij/zij de eerste
letter van het woord Donkey. Zo ga je het hele woord af, en de gene die als eerste Donkey
heeft, heeft verloren.
De Muur:
Oefenen tegen de muur kan je goed helpen om een oog op de bal te houden. Gooi de bal
hoog op de muur, laag tegen de muur, met een stuiter er tussen, met 2 stuiters ertussen, of
markeer een punt met krijt oid op de muur en probeer daar op te richten.
Volgende keer in Instructie: Afpakken en verdedigen – Bounching the Ball.
17