Naar een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en ...

Brochure Adviesorganen Bernard NOVALET
Naar een evenwichtige
vertegenwoordiging van vrouwen en
mannen in de Adviesorganen
Inleiding
Gelijke kansen voor mannen en vrouwen behoren tot de prioriteiten van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering.
In de gewestelijke beleidsverklaring van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van
juni 2004 werd immers het volgende gepreciseerd :
“Samen leven in de stad veronderstelt ook een concrete vorm geven aan een beleid
dat de gelijkheid tussen vrouwen en mannen vooropstelt. Daarom zal het Gewest erop
toezien dat de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bevorderd wordt doorheen het
volledige beleid.
Bij de beleidsbeslissingen zal rekening worden gehouden met het principe van de
« gender mainstreaming ».
Het Gewest wil dat deze gelijkheid zich in de feiten weerspiegelt en zal erop toegezien
worden dat er in alle overheidsinstanties een evenwicht is tussen vrouwen en
mannen.”
De evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in alle instanties is dan
ook een belangrijk onderdeel van het gelijkekansenbeleid en zal een bijzonder
aandachtspunt blijven.
Definitie van adviesorgaan
Conform artikel 1 van de ordonnantie van 27 april 1995 dient onder adviesorganen te worden verstaan :
“alle raden, commissies, comités, werkgroepen of andere organen, ongeacht de benaming ervan, die
bij ordonnantie of bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering of van hun departementen of
diensten worden opgericht, met uitzondering van die welke op basis van statutaire bepalingen worden
opgericht.”
Bijgewerkt op 31/05/2006 1

Brochure Adviesorganen Bernard NOVALET
Lijst van de adviesorganen in het BHG
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn momenteel 16 adviesorganen actief :
De Raad voor het Leefmilieu
De Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud
Het Milieucollege
De Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De Adviescommissie voor Buitenlandse Handel
De Gewestelijke Ontwikkelingscommissie
De Autonome Brusselse sectie van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en
Landschappen
Het Stedenbouwkundig College
De Adviesraad voor Huisvesting
Het Gewestelijk Adviescomité voor de taxidiensten en diensten voor het verhuren van
voertuigen met chauffeur
De Gewestelijke Mobiliteitscommissie
De Artistieke Commissie van de Vervoersinfrastructuren van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest
Het Adviescomité bij de MIVB
De Commissie voor de coördinatie van de werken
De Raad voor het Wetenschapsbeleid
De Gewestelijke Commissie voor de Toegang tot de Bestuursdocumenten
Definitie van het begrip evenwichtige vertegenwoordiging
In artikel 3 §1 van de ordonnantie van 5 juli 2001 houdende invoering van een evenwichtige
vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in adviesorganen is het volgende bepaald :
"Ten hoogste twee derden van de leden van een adviesorgaan is van hetzelfde geslacht."
Wat is er nog bepaald in de ordonnanties?
procedure voor het voordragen van een lid
Naast het begrip evenwichtige vertegenwoordiging dat in de vorige paragraaf werd toegelicht, wordt in
bovengenoemde ordonnanties ook de te volgen procedure voorgeschreven wat betreft het voordragen
van leden :
“Art. 2 § 1. Telkens in een adviesorgaan één of meerdere mandaten ten gevolge van een
voordrachtprocedure te begeven zijn, dient per mandaat, door elke voordragende instantie, de
kandidatuur van minstens één man en één vrouw voorgedragen te worden.
§ 2. Wanneer niet wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld onder § 1, stuurt de minister
onder wiens bevoegdheid het betreffende adviesorganen ressorteert de kandidaturen terug naar de
voordragende instantie. Zolang niet aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan, blijft het te begeven
mandaat vacant.”
Bijgewerkt op 31/05/2006 2

Brochure Adviesorganen Bernard NOVALET
jaarlijks evaluatieverslag
Artikel 4 van de ordonnantie van 5 juli 2001 tot wijziging van de ordonnantie van 27
april 1995 houdende invoering van een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen
en vrouwen in adviesorganen voorziet erin dat de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering elk jaar een evaluatieverslag aan het Brussels Parlement voorlegt inzake de
uitvoering van deze ordonnanties :
"Art. 4. De Regering legt jaarlijks verslag voor aan de Raad over de uitvoering van
onderhavige ordonnantie."
uitvoeringstermijn van de ordonnanties
"Art. 5. Voor de adviesorganen die voor de inwerkingtreding van deze wijziging werden
opgericht, passen de ministers onder wiens bevoegdheden de betreffende adviesorganen
ressorteren hun samenstelling aan overeenkomstig de bepalingen van artikel
3 bij de eerstvolgende hernieuwing van de mandaten en uiterlijk tegen 30 juni 2002."
afwijkingen en sancties
Artikel 3 § 1, waarin bepaald is dat ten hoogste twee derden van de leden van een
adviesorgaan van hetzelfde geslacht mogen zijn, wordt als volgt aangevuld :
"§ 2. Wanneer niet werd voldaan aan de in paragraaf 1 gestelde voorwaarde,
kan het betrokken adviesorgaan niet op rechtsgeldige wijze advies uitbrengen behalve
wanneer de minister onder wiens bevoegdheid het betrokken adviesorgaan ressorteert,
een voldoende gemotiveerde aanvraag met betrekking tot de onmogelijkheid om te
voldoen aan de in § 1 gestelde voorwaarde voorlegt aan de Ministerraad. Het betrokken
adviesorgaan kan slechts opnieuw op rechtsgeldige wijze advies uitbrengen nadat
de bedoelde motivering als afdoende beschouwd wordt. Deze motivering wordt als
afdoende beschouwd, behoudens andersluidend advies in de Regering binnen de twee
maanden volgend op de voorlegging."
Conclusie
Doorgaans wordt aangenomen dat een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen
en mannen idealiter overeenstemt met een 50/50-verhouding. In de ordonnanties
van 27 april 1995 en 5 juli 2001 wordt evenwel een minimumvertegenwoordiging
voorgeschreven, zonder de werking van de adviesorganen te belemmeren. Er is ook
voorzien in afwijkingen voor adviesorganen die activiteitssectoren met een mannelijk
overwicht vertegenwoordigen.
Bijgewerkt op 31/05/2006 3