11.09.2013 Views

AVELOX TABLETTEN 400 MG ## - Escapo

AVELOX TABLETTEN 400 MG ## - Escapo

AVELOX TABLETTEN 400 MG ## - Escapo

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Farmacologische klasse<br />

INFECTIES-ANTIBACTERIEEL-CHINOLONEN<br />

Samenstelling<br />

Bevat per tablet: <strong>400</strong> mg moxifloxacine (o.v.v.<br />

moxifloxacine.HCl)<br />

Eigenschappen<br />

Farmacodynamische eigenschappen<br />

Moxifloxacine is een antibacterieel agens van de<br />

klasse van de fluoroquinolonen<br />

(ATC Code JO1MA).<br />

Werkingsmechanisme<br />

IN VITRO werd de activiteit van moxifloxacine<br />

tegen een brede waaier van Gram-positieve en<br />

Gram-negatieve pathogenen aangetoond.<br />

De bactericide werking resulteert uit de activiteit<br />

op topoisomerase II (DNA Gyrase) en IV.<br />

Topoisomerases zijn essentiële enzymes die een<br />

doorslaggevende rol spelen in de replicatie, de<br />

transcriptie en het herstel van bacterieel DNA.<br />

Van topoisomerase IV is ook bekend dat het de<br />

chromosoomdeling van de bacterie beïnvloedt.<br />

Commentaar <strong>##</strong>#<br />

Blikvanger 126 - Oktober 2002 1<br />

<strong>AVELOX</strong> <strong>TABLETTEN</strong> <strong>400</strong> <strong>MG</strong> <strong>##</strong><br />

Avelox tabletten <strong>400</strong> mg<br />

Kinetisch onderzoek toonde dat moxifloxacine<br />

een concentratie-afhankelijke killing rate vertoont.<br />

De minimum bactericide concentraties<br />

(MBC) lagen in het bereik van de minimum<br />

inhibitorische concentraties (MIC).<br />

Interferentie met culturen<br />

Door onderdrukking van de mycobacteriële groei<br />

kan de moxifloxacine therapie vals negatieve<br />

cultuurresultaten voor Mycobacterium spp. opleveren.<br />

Effect op de darmflora bij de mens<br />

Bij vrijwilligers werden na toediening van moxifloxacine<br />

de volgende darmflora-afwijkingen genoteerd<br />

: de aanwezigheid van E. coli, Bacillus spp.,<br />

Enterococci en Klebsiella spp. was gedaald, alsook<br />

de anaëroben Bacteroides vulgatus, Bifidobacterium,<br />

Eubacterium en Peptostreptococcus. Voor B.<br />

fragilis was er een toename. Deze afwijkingen<br />

waren reversiebel (herstel van de normale aanwezigheden)<br />

binnen twee weken. Er was geen<br />

selectie van Clostridium difficile (MIC-90 2 mg/l) en<br />

zijn toxine onder moxifloxacine toediening. Moxifloxacine<br />

is niet aangewezen voor de behandeling<br />

van infecties met Clostridium difficile.(*)<br />

(*) ANTIBIOTICA EN PROBIOTICA<br />

In het algemeen kan gesteld worden dat antibioticum-geassocieerde diarree één<br />

van de meest frequente bijwerkingen is van antimicrobiële therapie (1).<br />

Antibiotica kunnen de stabiliteit van de intestinale microflora verstoren, waardoor<br />

(potentiële) pathogenen kans krijgen om de darm binnen te dringen.<br />

Clostridium difficile is één van de voorbeelden van een opportunistisch intestinaal pathogeen<br />

dat zich kan vermenigvuldigen tijdens antimicrobiële therapie. Dit geeft aanleiding<br />

tot diarree, colitis, pseudo-membraanvorming en toxisch megacolon (1). In de<br />

jaren '90 zijn infecties, veroorzaakt door Clostridium difficile, sterk toegenomen (2). De<br />

reden moet men zoeken bij het veelvuldig voorschrijven van antibiotica in het algemeen<br />

en meer specifiek van cefalosporines van de tweede en de derde generatie zoals<br />

cefuroxim en cefotaxim (2). Macroliden en tetracyclines zijn beduidend minder vaak<br />

geassocieerd met het uitlokken van Clostridium difficile infecties (2). In de wetenschappelijke<br />

bijsluiter van moxifloxacine staat vermeld dat er voor dit antibioticum geen<br />

selectie is van Clostridium difficile.<br />

Probiotica zouden onder meer, de door antibioticumtherapie ontstane, bacterie-arme<br />

plaatsen in de darm tijdelijk kunnen koloniseren, voordat (potentiële) pathogenen kunnen<br />

binnendringen en, eventueel, ziekte kunnen veroorzaken. Hierop berust het gebruik<br />

van probiotica bij de preventie van gastro-intestinale infecties en diarree bij patiënten


Avelox tabletten <strong>400</strong> mg<br />

2 Blikvanger<br />

onder antibioticumtherapie (1). Het beschikbare onderzoek met probiotica bestaat<br />

vooral uit proefdier- en observationeel onderzoek, terwijl het effectiviteitsonderzoek<br />

veelal niet voldoet aan de normen die het gerandomiseerde, dubbelblinde en gecontroleerde<br />

onderzoek stelt (1).<br />

(1) "Geneesmiddelenbulletin", september 1999, blz. 93 - 98.<br />

(2) "Medisch-farmaceutische Mededelingen", februari 2002, blz. 16.<br />

Resistentieprevalentie kan geografisch en in de<br />

tijd variëren voor geselecteerde species; daarom<br />

is het wenselijk informatie over plaatselijke resistentiepatronen<br />

in te winnen, in het bijzonder in<br />

geval van behandeling van ernstige infecties. De<br />

hieronder aangegeven IN VITRO gevoeligheden<br />

zijn slechts een benadering aangaande de pro-<br />

babiliteit of micro-organismen al dan niet gevoelig<br />

zullen zijn voor moxifloxacine.<br />

IN VITRO gevoeligheidsgegevens<br />

Breekpunten S ≤ 1 mg/l, R > 2 mg/l.<br />

Organisme Resistentieprevalentie<br />

Gevoelig :<br />

Gram-positieve bacteriën<br />

Streptococcus pneumoniae (inclusief stammen resistent aan penicilline<br />

en macroliden)*<br />

Streptococcus pyogenes (groep A)*<br />

Streptococcus milleri<br />

Streptococcus mitior<br />

Streptococcus agalactiae<br />

Staphylococcus aureus (methicilline gevoelig)*<br />

Gram-negatieve bacteriën<br />

Haemophilus influenzae (inclusief β-lactamase negatieve en positieve<br />

stammen)*<br />

Haemophilus parainfluenzae *<br />

Moraxella catarrhalis (inclusief β-lactamase negatieve en positieve<br />

stammen)*<br />

Escherichia coli*<br />

Klebsiella pneumoniae*<br />

Klebsiella oxytoca<br />

Enterobacter cloacae*<br />

Anaëroben<br />

Fusobacterium spp.<br />

Prevotella spp.<br />

Peptostreptococcus spp.<br />

Andere<br />

Chlamydia pneumoniae*<br />

Mycoplasma pneumoniae*<br />

Legionella pneumophila<br />

Coxiella burnettii<br />

Resistent :<br />

Gram-positieve bacteriën<br />

Staphylococcus aureus (methicilline resistent)**<br />

Gram-negatieve bacteriën<br />

Burkholderia cepacia<br />

Pseudomonas aeruginosa<br />

Pseudomonas fluorescens<br />

Stenotrophomonas maltophilia<br />

0-10%<br />

0-10%<br />

0-10%<br />

0-10%<br />

0-10%<br />

126 - Oktober 2002


Resistentie<br />

De resistentiemechanismen die penicillines, cefalosporines,<br />

aminoglycosiden, macroliden en tetracyclinen<br />

inactiveren, interfereren niet met de antibacteriële<br />

activiteit van moxifloxacine. Andere resistentiemechanismen<br />

zoals permeabiliteitsbarrières (frequent<br />

bij bv. Pseudomonas aeruginosa) en effluxmechanismen<br />

kunnen echter ook de gevoeligheid<br />

van overeenstemmende bacteriën voor moxifloxacine<br />

beïnvloeden. Met uitzondering hiervan bestaat<br />

er geen kruisresistentie tussen moxifloxacine en de<br />

hierboven vermelde geneesmiddelklassen.<br />

Plasmide-gemedieerde resistentie werd niet geobserveerd.<br />

Laboratoriumonderzoek aangaande resis-<br />

Blikvanger 126 - Oktober 2002 3<br />

Avelox tabletten <strong>400</strong> mg<br />

* Klinische doeltreffendheid werd aangetoond voor gevoelige isolaten in de aanvaarde klinische<br />

indicaties.<br />

** De gevoeligheid voor moxifloxacine wordt niet aangetast door het bestaan van methicillineresistentie<br />

bij S. aureus. Omwille van de belangrijke vooraf bestaande prevalentie van resistentie<br />

t.o.v. van quinolonen bij MRSA werd dit organisme niettemin als resistent geklassificeerd.<br />

Commentaar <strong>##</strong>#<br />

METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) OF DE BERUCHTE "ZIEKEN-<br />

HUISBACTERIE"<br />

Staphylococcus aureus huist bij zo'n 20 - 40 % van alle mensen ter hoogte van vochtige<br />

huidplooien en vooraan in de neusholten. De meeste mensen ondervinden hiervan<br />

geen hinder en worden "gezonde dragers" genoemd (1).<br />

Maar bij verwonding of een chirurgische ingreep maakt de aanwezigheid van deze<br />

bacterie het risico op een infectie groter. De talrijke aanwezigheid van dit microorganisme<br />

onder de bevolking maakt dat Staphylococcus aureus kan bestempeld worden<br />

als de meest voorkomende verwekker van wondinfecties en sepsis (1). Het risico op een<br />

ernstige infectie is ook groter in een ziekenhuis. De opgenomen mensen zijn immers vaak<br />

reeds verzwakt of moeten een heelkundige ingreep ondergaan. Daarnaast zijn er in een<br />

ziekenhuis meer besmette personen aanwezig dan daarbuiten (1). Vandaar dat de talrijke<br />

aanwezigheid van deze bacterie zich vooral in het ziekenhuis laat voelen.<br />

Vroeger konden deze infecties behandeld worden met de klassieke antibiotica zoals meticilline,<br />

cloxacilline en flucloxacilline. Maar sinds begin jaren '60 worden Staphylococcus<br />

aureus stammen gezien die resistent zijn voor deze antibiotica. Het ziekmakend vermogen<br />

van de resistente stam is niet groter dan dat van een niet-resistente stam. Het verschil zit<br />

echter in het feit dat bij infectie met een resistente stam, genezing nog slechts bereikt kan<br />

worden via intraveneuze toediening van vancomycine. Dit is het laatste redmiddel en in-<br />

middels zijn in Japan, de VS en Slovakije reeds vancomycine-resistente stammen gesigna-<br />

leerd (2). Momenteel worden dus zeer strenge maatregelen getroffen om de verspreiding<br />

te voorkomen van een bacterie waar de meeste mensen niet eens ziek van worden (2).<br />

(1) "Gezondheidsbrief", mei 1996, blz. 6.<br />

(2) "Pharmaceutisch Weekblad", juli 2001, blz. 964.<br />

tentie-ontwikkeling van Gram-positieve bacteriën<br />

t.o.v. moxifloxacine heeft aangetoond dat resistentie-ontwikkeling<br />

langzaam gebeurt, door meerstapsmutaties<br />

en gemedieerd is door doelsitewijzigingen<br />

(namelijk in topoisomerase II en IV) en effluxmechanismen.<br />

De frequentie van resistentie-ontwikkeling<br />

t.o.v. moxifloxacine is laag (nl. 10-7 - 10-10). Parallelresistentie wordt waargenomen met andere<br />

quinolonen. Daar moxifloxacine echter beide<br />

topoisomerasen (II en IV) in Gram-positieve<br />

bacteriën inhibeert, kunnen bepaalde Grampositieve<br />

en anaërobe organismen, die resistent<br />

zijn aan andere quinolonen, toch gevoelig zijn<br />

aan moxifloxacine.


Avelox tabletten <strong>400</strong> mg<br />

4 Blikvanger<br />

Commentaar <strong>##</strong>#<br />

THE SURVIVAL OF THE FITTEST<br />

Door het veelvuldig gebruik van antibiotica is er een extreem hoge selectiedruk ontstaan<br />

waaraan bacteriën worden blootgesteld. Het resistent worden van bacteriën<br />

tegen antibiotica is dan ook een normaal en te verwachten verschijnsel. Het is immers<br />

gebaseerd op het aloude principe van evolutie, namelijk "the survival of the fittest" (1).<br />

Micro-organismen hebben diverse strategieën ontwikkeld om de effecten van antibiotica<br />

en andere toxische stoffen te weerstaan (2) :<br />

1. productie van specifieke enzymes door het micro-organisme waardoor het antibioticum<br />

geïnactiveerd wordt.<br />

2. verandering van het aangrijpingspunt waarop het antibioticum werkt, waardoor<br />

resistente micro-organismen kunnen ontstaan.<br />

3. voorkomen dat het antibioticum de doelwitten in de cel bereikt door de diffusie<br />

doorheen de celwand of celmembraan te reduceren.<br />

4. actief transport waardoor het antibioticum uit de cel verwijderd wordt.<br />

Resistentie-ontwikkeling tegen fluorochinolonen berust op twee verschillende mechanismen.<br />

Het meest verspreide mechanisme van resistentie is het optreden van mutaties<br />

ter hoogte van de genen die coderen voor de synthese van het DNA gyrase en het<br />

topoisomerase IV. Het andere mechanisme sluit aan bij het vierde mechanisme dat<br />

hierboven vermeld werd. Het belet namelijk de accumulatie van fluorochinolonen in<br />

de bacteriële cel door het actief naar buiten pompen van de fluorochinolonen (efflux)<br />

vooraleer ze zich kunnen fixeren op de doelwitmoleculen (3).<br />

Op basis van deze mechanismen en door het veelvuldig gebruik van antibiotica ontstaan<br />

op een bijzonder snelle en massale manier resistente bacteriën (1).<br />

Het correcte gebruik van antibiotica bij ernstige bacteriële infecties draagt slechts in<br />

geringe mate bij tot het ontstaan van resistentie. Het is echter het "te pas en te onpas"<br />

gebruik van antibiotica dat de ontwikkeling van resistentie enorm in de hand werkt.<br />

Antibiotica zijn dan ook veruit de meest "mis-bruikte" geneesmiddelen met als gevolg<br />

dat infectieziekten binnen enkele decennia opnieuw de belangrijkste doodsoorzaak<br />

zullen worden als het antibioticumgebruik niet binnen de perken gehouden wordt (1).<br />

(1) "Folia Pharmacotherapeutica", oktober 2000, blz. 73 - 76.<br />

(2) "Pharmaceutisch Weekblad", juli 2002, blz. 965 - 970.<br />

(3) "Actualisatie van infectieziekten", postuniversitaire cursus voor apothekers, ingericht<br />

door Farmaleuven en de Faculteit Farmaceutische Wetenschappen K.U.Leuven, in<br />

samenwerking met de beroepsverenigingen A.V.L.O., A.B.O. en K.A.V.T.O., 2002.<br />

Indicaties<br />

Avelox ® <strong>400</strong> mg tabletten zijn aangewezen voor<br />

de behandeling van de volgende bacteriële infecties<br />

:<br />

* Acute exacerbaties van chronische bronchitis<br />

* Ambulante (community acquired) pneumonieën,<br />

met uitzondering van de ernstige gevallen<br />

* Acute bacteriële sinusitis (indien op adekwate<br />

manier gediagnostiseerd).<br />

Avelox ® is aangewezen voor de behandeling van<br />

de hierboven aangegeven infecties, wanneer<br />

deze veroorzaakt zijn door bacteriën gevoelig<br />

voor moxifloxacine.<br />

126 - Oktober 2002


Er dient rekening te worden gehouden met de<br />

officiële richtlijnen aangaande het juiste gebruik<br />

van antibacteriële agentia.<br />

Posologie en wijze van gebruik<br />

Dosering<br />

1 film-omhulde tablet à <strong>400</strong> mg éénmaal daags.<br />

Een dosisaanpassing is niet vereist bij bejaarden, bij<br />

patiënten met een laag lichaamsgewicht of bij<br />

patiënten met lichte tot matige nierfunctiestoornis<br />

(creatinineklaring > 30 ml/min./1,73m²). Er bestaan<br />

geen gegevens die het gebruik van moxifloxacine<br />

ondersteunen bij patiënten met een creatinineklaring<br />

< 30 ml/min./1,73m² of bij patiënten onder nierdialyse;<br />

bij patiënten met leverdysfunctie zijn onvoldoende<br />

gegevens voorhanden (zie rubriek Contraindicaties).<br />

Wijze van gebruik<br />

De film-omhulde tablet dient in haar geheel met<br />

een voldoende hoeveelheid vloeistof doorgeslikt<br />

te worden en kan worden ingenomen onafhankelijk<br />

van de maaltijd.<br />

Commentaar <strong>##</strong>#<br />

Blikvanger 126 - Oktober 2002 5<br />

Avelox tabletten <strong>400</strong> mg<br />

Behandelingsduur<br />

De aanbevolen toe te passen behandelingstermijnen<br />

voor Avelox ® <strong>400</strong> mg tabletten in de<br />

verschillende indicaties zijn de volgende :<br />

* Acute exacerbatie van<br />

chronische bronchitis 5-10 dagen<br />

* Ambulante (community<br />

acquired) pneumonie 10 dagen<br />

* Acute sinusitis 7 dagen<br />

De behandelingsduur die voor Avelox ® <strong>400</strong> mg<br />

tabletten in klinische studies onderzocht werd,<br />

bedroeg tot 14 dagen.<br />

De aanbevolen dosis (<strong>400</strong> mg éénmaal daags) en<br />

behandelingsduur voor de betrokken indicaties<br />

mogen niet worden overschreden.<br />

DE DUUR VAN DE KUUR<br />

Een gebruikswaarschuwing die bij alle antibiotica dient meegegeven te worden is<br />

dat de behandeling volledig dient uitgenomen te worden. Indien men dit niet doet<br />

bestaat het risico op hervallen, waarbij hetzelfde antibioticum niet meer effectief is<br />

voor de behandeling omwille van de selectie van resistente micro-organismen.<br />

Bij vele infecties is er echter bijzonder weinig gekend over de optimale duur van<br />

de kuur. Een behandeling van kortere duur dan gewoonlijk, blijkt vaak toereikend<br />

te zijn. Het risico op resistentie lijkt juist minder groot bij een kortere behandelingsduur (1).<br />

Van maar weinig infecties is de optimale behandelingsduur vastgesteld. De meeste<br />

antibiotica-kuren worden gebruikt voor de behandeling van infecties van hogere<br />

en lagere luchtwegen. Juist voor deze indicaties bestaan grote meningsverschillen<br />

omtrent de behandelingsduur en het nut van antibiotica.<br />

Uit onderzoek bleek dat antibiotica nauwelijks of geen invloed hebben op acute<br />

sinusitis zodat kuren van 2, 3, 5 of 10 dagen even effectief zijn of beter gezegd : even<br />

ineffectief (1).<br />

Ook over de behandelingsduur van lage luchtweginfecties weten we weinig omdat<br />

gecontroleerd onderzoek moeilijk uitvoerbaar is. Om deze reden zijn behandelingsvoorschriften<br />

ook vaag en is de duur van de kuur meestal 7 tot 10 dagen (1).<br />

Trouwens, ook een te laag gedoseerde kuur kan resistentie induceren (2).<br />

(1) "Medisch-farmaceutische Mededelingen", juni 2000, blz. 214 - 215.<br />

(2) "Pharmaceutisch Weekblad", juni 2001, blz. 799 - 802.


Avelox tabletten <strong>400</strong> mg<br />

6 Blikvanger<br />

Ongewenste effecten<br />

De volgende ongewenste effecten werden gemeld<br />

na behandeling met Avelox ® in het kader<br />

van klinische studies. De frequenties werden als<br />

volgt gedefinieerd :<br />

Frequent : ≥ 1 tot < 10 %<br />

Niet frequent : ≥ 0,1 tot < 1 %<br />

Zeldzaam : < 0,1 %<br />

Met uitzondering van nausea en diarree was de<br />

frequentie voor alle ongewenste reacties lager<br />

dan 3 %.<br />

Algemeen :<br />

Frequent: buikpijn, hoofdpijn<br />

Niet frequent: asthenie, pijn, rugpijn, malaise, pijn<br />

in de borststreek, allergische reactie,<br />

pijn in de benen<br />

Zenuwstelsel :<br />

Frequent: suizeling<br />

Niet frequent: slapeloosheid, vertigo, zenuwachtigheid,<br />

slaperigheid, angst, tremor,<br />

paresthesieën, verwarring, depressie<br />

Maag-darmstelsel :<br />

Frequent: nausea, diarree, braken, dyspepsie<br />

Niet frequent: droge mond, nausea en braken, flatulentie,<br />

constipatie, orale moniliase<br />

(= candidiase, n.v.d.r.), anorexie,<br />

stomatitis, gastro-intestinale stoornis,<br />

glossitis<br />

Cardio-vasculair systeem :<br />

Frequent : bij patiënten met concomitante<br />

hypokaliëmie of hypocalciëmie :<br />

QT-verlenging<br />

Niet frequent: tachycardie, perifeer oedeem, hypertensie,<br />

palpitaties, syncope, voorkamerfibrillatie,<br />

angina pectoris,<br />

QT-verlenging<br />

Musculo-skeletaal systeem :<br />

Niet frequent: arthralgie, myalgie<br />

Commentaar <strong>##</strong>#<br />

Huid :<br />

Niet frequent: huiduitslag (rash), pruritis, transpiratie,<br />

urticaria<br />

Zintuiglijke organen :<br />

Frequent: smaakvervorming<br />

Niet frequent: amblyopie<br />

Urogenitaal systeem:<br />

Niet frequent: vaginale moniliase, vaginitis<br />

Laboratoriumwaarden :<br />

Frequent: abnormale leverfunctietesten (merendeels<br />

matige verhogingen van ASAT<br />

[aspartaat-aminotransferase]/ALAT<br />

[alanine-aminotransferase] en/of bilirubine).<br />

Niet frequent: gamma-GT-stijging, amylasetoename,<br />

leucopenie, prothrombinedaling,<br />

eosinofilie, thrombocytemie, thrombopenie,<br />

anemie.<br />

De volgende ongewenste reacties werden in<br />

zeldzame gevallen gemeld (< 0,1%) tijdens behandeling<br />

met Avelox ® :<br />

hyperglycemie, hyperlipidemie, prothrombinestijging,<br />

hallucinaties, depersonalisatie, ongecoördineerd<br />

gedrag, icterus, vasodilatatie, hypotensie,<br />

tinnitus, tendinitis, droge huid.<br />

De klinische ervaring die tot hiertoe met Avelox ®<br />

voorhanden is, laat niet toe op definitieve wijze<br />

zijn neveneffectprofiel in te schatten. Geïsoleerde<br />

gevallen van de volgende ongewenste effecten<br />

werden gerapporteerd na behandeling met<br />

andere fluoroquinolonen en zouden mogelijks ook<br />

tijdens een Avelox ® behandeling kunnen optreden<br />

: hepatitis, voorbijgaand verlies van gezichtscapaciteit,<br />

evenwichtsstoornissen met inbegrip<br />

van ataxie, langdurige smaakstoornis, peesruptuur,<br />

hypernatriëmie, hypercalciëmie, neutropenie,<br />

hemolyse.<br />

GROEPSGEBONDEN EN SPECIFIEKE NEVENWERKINGEN<br />

In het algemeen kan gesteld worden dat de bijwerkingen van de fluorochinolonen in<br />

twee grote groepen kunnen onderverdeeld worden : enerzijds de groepseffecten, die<br />

bij alle fluorochinolonen voorkomen, en anderzijds de specifieke reacties die karakteris-<br />

tiek zijn voor één welbepaald molecule binnen de groep van de fluorochinolonen (1).<br />

126 - Oktober 2002


Blikvanger 126 - Oktober 2002 7<br />

Avelox tabletten <strong>400</strong> mg<br />

Gastro-intestinale bijwerkingen, verlenging van het QT-interval en tendinitis zijn voorbeelden<br />

van groepsgebonden neveneffecten.<br />

Gastro-intestinale bijwerkingen zijn een gevolg van de centrale werking van deze moleculen<br />

en van het feit dat ze irritatie veroorzaken ter hoogte van de maag (1). Nausea<br />

is beschreven bij 6 - 10 % van de patiënten die moxifloxacine innemen en 1 tot 5 % van<br />

de patiënten lijdt onder diarree (2).<br />

Ook de verlenging van het QT-interval wordt beschouwd als een algemene nevenwerking<br />

van de fluorochinolonen. Omwille van deze bijwerking werden trouwens reeds<br />

verscheidene nieuwe fluorochinolonen niet verder gecommercialiseerd. Sindsdien<br />

wordt het gebruik van de nieuwe fluorochinolonen zeer kritisch opgevolgd voor het<br />

eventueel optreden van deze nevenwerking (2). Het risico om het QT-interval te verlengen<br />

is groter voor moxifloxacine dan voor ofloxacine, ciprofloxacine en levofloxacine<br />

(3). In de postuniversitaire cursus wordt daarentegen aangehaald dat het feit dat<br />

fluorochinolonen reeds bij grote aantallen van patiënten met risicofactoren werden<br />

gebruikt zonder noemenswaardige problemen van ventricullaire fibrillatie geruststellend<br />

is (2).<br />

Het pathogenetisch mechanisme verantwoordelijk voor het ontstaan van tendinitis is<br />

voorlopig nog niet gekend. Waarschijnlijk wordt het veroorzaakt door rechtstreekse<br />

beschadiging van de collageenvezels. Sommige patiënten hadden reeds een letsel na<br />

een minimale blootstelling. Bij meer dan 90 % van de patiënten is de achillespees<br />

aangetast. De tendinitis wordt bij ongeveer 40 % van de patiënten gevolgd door<br />

peesruptuur. De nevenwerking treedt vooral op bij oudere mannen en een zeer<br />

belangrijke risicofactor is het gebruik van corticosteroïden (2).<br />

De fototoxiciteit is een voorbeeld van een specifieke nevenwerking. Deze eigenschap<br />

verschilt dus van fluorochinolone tot fluorochinolone omdat ze bepaald wordt<br />

door de substituent op positie 8 (1). Omdat juist deze substituenten gunstig zijn voor<br />

een verbeterde activiteit, komt fototoxiciteit bij een aantal nieuwere verbindingen<br />

meer voor (1). Voor moxifloxacine is de fototoxiciteit tot zover bekend echter gering<br />

(1). Fluorochinolone geïnduceerde fototoxiciteit wordt gekenmerkt door erytheem,<br />

oedeem en hyperpigmentatie. Na het stoppen van de inname van het fluorochinolone<br />

herstelt de patiënt snel. Patiënten dienen zich te beschermen tegen de blootstelling<br />

aan zonlicht en UV (3).<br />

In het kader van deze neveneffecten kunnen de bijzondere voorzorgen die genomen<br />

moeten worden bij de inname van moxifloxacine verklaard worden. Hetzelfde geldt<br />

voor de contra-indicaties betreffende de inname van moxifloxacine.<br />

(1) "Pharmaceutisch Weekblad", september 1999, blz. 1282 - 1288.<br />

(2) "Actualisatie van de infectieziekten", postuniversitaire cursus voor apothekers, ingericht<br />

door Farmaleuven en de Faculteit Farmaceutische Wetenschappen K.U.Leuven,<br />

in samenwerking met de beroepsverenigingen A.V.L.O., A.B.O. en K.A.V.T.O., 2002.<br />

(3) "La Revue Prescrire", september 2002, blz. 610 - 611.


Avelox tabletten <strong>400</strong> mg<br />

8 Blikvanger<br />

Contra-indicaties<br />

- Gekende overgevoeligheid voor moxifloxacine<br />

of andere quinolonen.<br />

- Zwangerschap en lactatie (zie rubriek Zwangerschap<br />

en Lactatie).<br />

- Kinderen en adolescenten bij wie de groei niet<br />

voltooid is.<br />

- Patiënten met een voorgeschiedenis van tendineuze<br />

aandoening/stoornis die verband houdt<br />

met een behandeling met een quinolone.<br />

Zowel in dierexperimenteel onderzoek als in studies<br />

bij de mens werden wijzigingen van de<br />

electrofysiologie van het hart na moxifloxacine<br />

toediening waargenomen, nl. QT-verlenging.<br />

Om veiligheidsredenen is Avelox ® daarom tegenaangewezen<br />

bij patiënten met :<br />

- congenitale of gedocumenteerde verworven<br />

QT-verlenging<br />

- electrolytstoornissen, in het bijzonder hypokaliëmie<br />

- klinisch relevante bradycardie<br />

- klinisch relevante hartinsufficiëntie met verminderde<br />

linkerventrikel ejectiefractie<br />

- voorgeschiedenis van symptomatische aritmieën.<br />

Avelox ® mag niet terzelfdertijd gebruikt worden<br />

met andere geneesmiddelen die het QT-interval<br />

verlengen, in het bijzonder klasse IA en klasse III<br />

anti-aritmica.<br />

Omwille van het ontbreken van gegevens is Avelox<br />

® eveneens gecontra-indiceerd bij patiënten<br />

met aangetaste leverfunctie (Child Pugh C) en bij<br />

patiënten met transaminasen-verhogingen > 5<br />

maal de bovengrens van normaal, alsook bij<br />

patiënten met een creatinineklaring < 30 ml/min./<br />

1,73m² (serum creatinine > 265 micromol/l) of<br />

patiënten onder nierdialyse.<br />

Bijzondere voorzorgen<br />

* Van quinolonen is geweten dat zij convulsies<br />

kunnen uitlokken. Bij patiënten met stoornissen<br />

van het centraal zenuwstelsel, die voorbestemmend<br />

kunnen zijn voor convulsies of die de convulsiedrempel<br />

kunnen verlagen, is dus voorzichtigheid<br />

geboden.<br />

* Indien een aantasting van de gezichtswaarneming<br />

of andere effecten op de ogen geobserveerd<br />

worden, dient onmiddellijk het advies van<br />

een oftalmoloog te worden ingewonnen.<br />

* Gevallen van tendinitis/peesruptuur kunnen<br />

optreden onder quinolone behandeling, in het<br />

bijzonder bij bejaarde patiënten en bij patiënten<br />

die concomitant met corticosteroïden worden<br />

behandeld. Bij de eerste symptomen van<br />

pijn of ontsteking dient de behandeling met<br />

Avelox ® stopgezet te worden en dient de patiënt<br />

met het (de) getroffen lidmaat (ledematen) te<br />

rusten.<br />

* Zoals voor bepaalde andere quinolonen en<br />

macrolides, werden voor moxifloxacine gevallen<br />

van verlenging van het QTc interval genoteerd.<br />

Bij de analyse van de ECGs, opgenomen in het<br />

kader van het klinisch onderzoeksprogramma,<br />

bleek de graad van gemiddelde verlenging +<br />

SD van het QTc interval onder moxifloxacine<br />

klein te zijn (6 msec + 26 msec; 1,4% in vergelijking<br />

tot baseline). Er werden geen statistisch<br />

significante verschillen opgemerkt tussen moxifloxacine<br />

en de controlegroepen met inbegrip<br />

van placebo, voor wat betreft de incidentie van<br />

potentieel relevante QTc verlengingen. Vermits<br />

er slechts beperkte informatie voorhanden is<br />

aangaande patiënten die mogelijks voorbestemd<br />

zijn voor ontwikkeling van hartaritmieën<br />

met QTc verlenging dient moxifloxacine met<br />

voorzichtigheid te worden toegediend in geval<br />

van gebruik van concomitante medicaties, die<br />

kunnen leiden tot een daling van de kalium- en<br />

magnesium- bloedspiegels.<br />

Indien tekenen van cardiale aritmieën tijdens de<br />

Avelox ® therapie optreden, dient deze behandeling<br />

te worden afgebroken en een controle-<br />

ECG uitgevoerd.<br />

* Leverfunctietesten/onderzoeken dienen te<br />

worden uitgevoerd indien tekenen van leverdysfunctie<br />

optreden.<br />

* Pseudomembraneuze colitis werd gemeld bij<br />

gebruik van breed-spectrum antibiotica; het is<br />

daarom belangrijk deze diagnose in overweging<br />

te nemen bij patiënten die ernstige diarree<br />

vertonen tijdens of na het gebruik van Avelox ® .<br />

In dit type situatie is de toediening van antiperistaltische<br />

preparaten tegenaangewezen.<br />

* Patiënten met een familiale voorgeschiedenis<br />

van glucose-6-fosfaatdehydrogenase-tekort of<br />

met een eigenlijk glucose-6-fosfaatdehydrogenasetekort<br />

zijn vatbaar voor hemolytische reacties<br />

onder quinolonenbehandeling. Daarom<br />

dient Avelox ® bij deze patiënten met voorzichtigheid<br />

te worden gebruikt.<br />

* Het is bekend dat quinolonen fotosensibiliteitsreacties<br />

kunnen veroorzaken bij bepaalde patiënten.<br />

Nochtans hebben studies aangetoond dat<br />

moxifloxacine geen substantieel potentieel tot<br />

126 - Oktober 2002


fotosensibiliteitsinductie vertoont.<br />

Niettemin is het aan te bevelen de patiënten<br />

behandeld met moxifloxacine af te raden zich<br />

aan UV stralen bloot te stellen of langdurig te<br />

zonnebaden tijdens de behandeling.<br />

Interacties met andere geneesmiddelen en andere<br />

vormen van interactie<br />

Interacties met andere geneesmiddelen<br />

Een interval van ongeveer 6 uur dient de inname<br />

van geneesmiddelen die bivalente of trivalente<br />

kationen bevatten (vb. antacida met magnesium<br />

of aluminium, didanosine, sucralfaat en agentia<br />

met ijzer of zink) en de toediening van Avelox ® te<br />

scheiden.<br />

Na herhaalde toediening bij gezonde vrijwilligers<br />

leidde moxifloxacine tot een toename van ongeveer<br />

30% van de piekplasmaspiegels (Cmax) van<br />

digoxine, zonder beïnvloeding van de AUC of de<br />

dal plasmaspiegels.<br />

In studies bij diabetici (vrijwilligers) resulteerde de<br />

concomitante toediening van Avelox ® en glibenclamide<br />

in een daling met ongeveer 21% van de<br />

piekplasmaspiegels van glibenclamide.<br />

Concomitant gebruik van geneesmiddelen die<br />

bradycardie of hypokaliëmie kunnen uitlokken of<br />

van geneesmiddelen die het QT-interval verlengen<br />

(neuroleptica, bepaalde anti-infectieuze<br />

middelen (bepaalde anti-malaria middelen, antimycotica<br />

van de groep van de azolen, macroliden),<br />

bepaalde antihistaminica (terfenadine,<br />

astemizole), cisapride), dient goed overwogen te<br />

worden (zie rubriek Bijzondere Voorzorgen).<br />

Klasse IA en klasse III anti-aritmica zijn gecontraindiceerd<br />

(zie rubriek Contra-indicaties).<br />

Er traden geen wisselwerkingen op na concomitante<br />

toediening van moxifloxacine en : warfarine,<br />

ranitidine, probenecid, orale contraceptiva of<br />

theofylline. IN VITRO onderzoek met humane P-450<br />

enzymes ondersteunt deze gegevens. Gezien<br />

deze resultaten lijkt een metabolische interactie<br />

gemedieerd door P-450 enzymes onwaarschijnlijk.<br />

Merk op : de theofylline interactiestudie werd<br />

uitgevoerd met een moxifloxacine posologie van<br />

2 x 200 mg.<br />

Blikvanger 126 - Oktober 2002 9<br />

Avelox tabletten <strong>400</strong> mg<br />

Interacties met voeding<br />

Moxifloxacine vertoont geen klinisch relevante<br />

wisselwerking met voedingsmiddelen, met inbegrip<br />

van zuivelproducten.<br />

Besturen van voertuigen en bedienen van machines<br />

Ten gevolge van reacties ter hoogte van het centraal<br />

zenuwstelsel (vb. vertigo) kunnen fluoroquinolonen<br />

de rijvaardigheid van een patiënt of zijn<br />

vermogen om machines te gebruiken aantasten.<br />

Het is dus best de patiënten aan te raden opmerkzaam<br />

te zijn hoe zij op moxifloxacine reageren<br />

vooraleer zij een wagen gaan besturen of<br />

machines gaan bedienen.<br />

Zwangerschap<br />

De gebruiksveiligheid van moxifloxacine tijdens<br />

de zwangerschap bij de mens werd niet onderzocht.<br />

Voortplantingsstudies uitgevoerd bij ratten<br />

en apen hebben geen aanwijzingen gegeven<br />

voor teratogeniciteit of aantasting van de<br />

vruchtbaarheid. Niettemin, zoals voor andere<br />

quinolonen, werd voor moxifloxacine aangetoond<br />

dat de substantie lesies van het kraakbeen ter<br />

hoogte van gewichtdragende gewrichten veroorzaakt<br />

bij onvolgroeide dieren.<br />

Lactatie<br />

Gegevens uit dierexperimenteel onderzoek tonen<br />

aan dat moxifloxacine overgaat in de moedermelk.<br />

Om deze reden is het gebruik van moxifloxacine<br />

tijdens de zwangerschap en de lactatie<br />

gecontra-indiceerd.<br />

Vorm, toedieningswijze, verpakking met bijhorend<br />

artikelnummer ESCAPO<br />

* tabletten<br />

* inwendig gebruik; oraal<br />

* 5 tabletten : artikelnr. 01122867<br />

10 tabletten : artikelnr. 01122878<br />

Registratiehouder<br />

Bayer nv


Avelox tabletten <strong>400</strong> mg<br />

10 Blikvanger<br />

Algemene commentaar <strong>##</strong>#<br />

SITUERING VAN MOXIFLOXACINE BINNEN DE KLASSE VAN DE FLUOROCHINOLONEN<br />

Moxifloxacine (Avelox ® , Proflox ® ) is een antibacterieel middel dat tot de fluorochinolo-<br />

nen behoort. De geschiedenis van deze klasse van geneesmiddelen startte in 1962<br />

met de ontdekking van nalidixinezuur, een "niet-gefluoreerd" chinolone (1). Dit antibioticum,<br />

dat ondertussen niet meer beschikbaar is op de Belgische markt, leidde in het<br />

einde van de jaren '70 tot de synthese van het eerste fluorochinolone "norfloxacine"<br />

(Norflophar ® ,Norfloxacin ® , Zoroxin ® ). Dit antibioticum vindt enkel toepassing in de be-<br />

handeling van intestinale- en urineweginfecties (2).<br />

Verdere modificaties van de chemische structuur van norfloxacine lagen aan de basis van<br />

een reeks fluorochinolonen die in aanmerking komen voor de behandeling van systemische<br />

infecties (1). Hiertoe behoren ciprofloxacine (Ciproxine ® , Ciprofloxacine ® ), ofloxacine<br />

(Tarivid ® , Trafloxal ® ) en pefloxacine (Peflacine ® ). Deze fluorochinolonen zijn vooral actief<br />

tegen gram-negatieve bacteriën, maar missen een uitgesproken activiteit tegen grampositieve<br />

bacteriën (1). De farmaceutische industrie slaagde er echter in een hele reeks<br />

nieuwere fluorochinolonen te synthetiseren met een bredere antimicrobiële activiteit, een<br />

gunstiger farmacokinetisch profiel en een verminderde kans op het ontstaan van resistentie.<br />

Hiervan is levofloxacine (Tavanic ® ) het eerste voorbeeld op de Belgische markt (zie<br />

Blikvanger 108, november 2000). Nu is het de beurt aan moxifloxacine (Avelox ® , Proflox ® )<br />

om zich te bewijzen. Gatifloxacine en gemifloxacine worden in de komende jaren op de<br />

Belgische markt verwacht. Een aantal andere van deze nieuwere fluorochinolonen zijn<br />

echter nooit of slechts zeer kortstondig op de Europese markt gebruikt omwille van onverwachte,<br />

ernstige neveneffecten (grepafloxacine - verlengd QT-interval ; sparfloxacine -<br />

fototoxiciteit ; trovafloxacine - hepatotoxiciteit ; clinafloxacine - hypoglycemie) (1).<br />

SPECTRUM VAN MOXIFLOXACINE<br />

De oudere fluorochinolonen (ciprofloxacine, ofloxacine, pefloxacine) hebben een goede<br />

activiteit tegen aërobe en facultatieve gram-negatieven. De nieuwere fluorochinolonen<br />

behouden een vergelijkbare activiteit tegen gram-negatieve bacteriën en bezitten een<br />

duidelijk verbeterde activiteit tegen gram-positieve bacteriën (1). Moxifloxacine is bovendien<br />

actief tegen anaëroben (3). Levofloxacine heeft een mindere activiteit tegen pneumococcen<br />

en anaëroben ten opzichte van de andere, nieuwere fluorochinolonen (3).<br />

Enkel de activiteit tegen Pseudomonas aeruginosa is voor de nieuwere fluorochinolonen<br />

slechter dan voor ciprofloxacine (3).<br />

Moxifloxacine kan dus bestempeld worden als een breed-spectrum antibioticum.<br />

Dit heeft het voordeel dat monotherapie mogelijk wordt in plaats van een combinatie<br />

van meerdere antibiotica. Anderzijds dienen de nodige reserves te worden ingebouwd<br />

voor het gebruik van dit geneesmiddel, om op die manier resistentie-ontwikkeling<br />

tegen te gaan (3).<br />

KLINISCHE STUDIES<br />

Moxifloxacine is, na levofloxacine (Tavanic ® ), het tweede nieuwe fluorochinolone dat op de<br />

Belgische markt komt voor de behandeling van respiratoire aandoeningen veroorzaakt door<br />

bacteriële infecties (4). De activiteit van moxifloxacine werd in een groot aantal klinische<br />

studies geëvalueerd. In deze klinische studies werd moxifloxacine nooit vergeleken met<br />

een ander fluorochinolone maar steeds met een antibioticum van een andere klasse.<br />

Hieronder volgt een overzicht van de klinische studies in verband met moxifloxacine.<br />

126 - Oktober 2002


Blikvanger 126 - Oktober 2002 11<br />

Avelox tabletten <strong>400</strong> mg<br />

Voor de behandeling van acute sinusitis zijn 5 studies beschreven. In 4 van deze<br />

studies betrof het een dubbel-blind onderzoek waarbij telkens ongeveer een 500-tal<br />

patiënten waren betrokken. In deze studies werd een therapie van <strong>400</strong> mg moxifloxacine<br />

per dag gedurende 7 tot 10 dagen, vergeleken met een therapie van 500mg/dag<br />

cefuroxim axetil (Zinnat ® ) gedurende 10 dagen. In een vijfde studie waren 475 patiënten<br />

betrokken maar het opzet van de studie was niet dubbel-blind. Hier werden de<br />

patiënten gedurende 10 dagen behandeld met <strong>400</strong> mg/dag moxifloxacine of 2 maal<br />

daags met 825 mg amoxicilline en 125 mg clavulaanzuur.<br />

Uit deze 5 studies kon besloten worden dat een behandeling van moxifloxacine gedurende<br />

10 dagen niet significant verschillend was van een therapie met een cefalosporine<br />

of een β-lactam antibioticum. Een 7-daagse therapie met moxifloxacine bleek<br />

klinisch minder effectief te zijn ten opzichte van de vergelijkende antibiotica (4).<br />

Voor de behandeling van "community acquired pneumonie" (CAP) zijn 3 studies<br />

beschreven (4) :<br />

studie 1 : opzet : dubbel-blind<br />

# patiënten : 411<br />

therapie 1 : <strong>400</strong> mg moxifloxacine - 10 dagen<br />

therapie 2 : 3 g amoxicilline - 10 dagen<br />

studie 2 : opzet : dubbel-blind<br />

# patiënten : 474<br />

therapie 1 : <strong>400</strong> mg moxifloxacine - 10 dagen<br />

therapie 2 : 1 g clarithromycine - 10 dagen<br />

studie 3 : opzet : dubbel-blind<br />

# patiënten : 678<br />

therapie 1 : 200/<strong>400</strong> mg moxifloxacine - 10 dagen<br />

therapie 2 : 1 g clarithromycine - 10 dagen<br />

In geen van deze drie klinische studies kon een superieur effect voor moxifloxacine<br />

waargenomen worden ten opzichte van de therapie met een β-lactam antibioticum of<br />

een macrolide. Bovendien was de dosis van <strong>400</strong> mg per dag niet effectiever dan een<br />

dosis van 200 mg moxifloxacine per dag (4).<br />

Voor de behandeling van acute exacerbaties van chronische bronchitis zijn 5 studies<br />

beschreven (4) :<br />

studie 1 : opzet : dubbel-blind<br />

# patiënten : 750<br />

therapie 1 : <strong>400</strong> mg moxifloxacine - 5 dagen<br />

therapie 2 : 1 g clarithromycine - 7 dagen<br />

studie 2 : opzet : dubbel-blind<br />

# patiënten : 936<br />

therapie 1 : <strong>400</strong> mg moxifloxacine - 5/10 dagen<br />

therapie 2 : 1 g clarythromycine - 10 dagen


Avelox tabletten <strong>400</strong> mg<br />

12 Blikvanger<br />

studie 3 : opzet : dubbel-blind<br />

# patiënten : 567<br />

therapie 1 : <strong>400</strong> mg moxifloxacine - 5 dagen<br />

therapie 2 : 500 mg azithromycine - 1 dag<br />

250 mg azithromycine - 4 dagen<br />

studie 4 : opzet : dubbel-blind<br />

# patiënten : 682<br />

therapie 1 : 200/<strong>400</strong> mg moxifloxacine - 5 dagen<br />

therapie 2 : 1 g cefuroxim axetil - 10 dagen<br />

studie 5 : opzet : niet dubbel-blind<br />

# patiënten : 577<br />

therapie 1 : <strong>400</strong> mg moxifloxacine - 5 dagen<br />

therapie 2 : 500 mg amoxicilline en 125 mg clavulaanzuur -<br />

3 maal daags gedurende 10 dagen<br />

Uit deze studies kon besloten worden dat equivalente klinische en bacteriologische<br />

resultaten werden bekomen voor moxifloxacine en de vergelijkende antibiotica. Het<br />

was niet aantoonbaar dat een dosis van <strong>400</strong> mg moxifloxacine superieur was ten op-<br />

zichte van 200 mg (4).<br />

Voor de behandeling van hogere luchtweginfecties heeft het Nederlands Huisartsen<br />

Genootschap (NHG) een aantal standaarden ontwikkeld (5). Voor de behandeling van<br />

keelinfecties wordt een smal-spectrum penicilline zoals feneticilline of fenoxymethylpenicilline<br />

aanbevolen (6). Amoxicilline is de eerste keuze voor de behandeling van oorontstekingen<br />

(6). Voor de antibacteriële therapie van sinusitis worden amoxicilline,<br />

doxycycline en cotrimoxazol voorgeschreven (6).<br />

Ondanks de veelheid van studies die beschreven zijn in verband met moxifloxacine,<br />

kon men voor de verschillende indicaties geen superieure effecten aantonen van dit<br />

antibioticum ten opzichte van de standaardtherapie of ten opzichte van een behandeling<br />

met een cefalosporine of een macrolide. Men dient dus met de nodige voorzichtigheid<br />

om te springen voor het gebruik van dit breed-spectrum antibioticum voor<br />

de behandeling van respiratoire aandoeningen waarvoor voorlopig nog een adequate<br />

therapie voorhanden is. Moxifloxacine kan wel aanzien worden als een antibioticum<br />

dat klaarligt voor de behandeling van respiratoire aandoeningen ten gevolge van<br />

micro-organismen resistent aan de standaardtherapie.<br />

(1) "Actualisatie van infectieziekten", postuniversitaire cursus voor apothekers, ingericht<br />

door Farmaleuven en de Faculteit Farmaceutische Wetenschappen<br />

K.U.Leuven, in samenwerking met de beroepsverenigingen A.V.L.O., A.B.O. en<br />

K.A.V.T.O., 2002.<br />

(2) "Informatorium Medicamentorum", KNMP, 2002, blz. 117 - 124.<br />

(3) "Pharmaceutisch Weekblad", september 1999, blz. 1282 - 1288.<br />

(4) "La Revue Prescrire", september 2002, blz. 565 - 568.<br />

(5) "Pharmaceutisch Weekblad", juni 2001, blz. 804 - 808.<br />

(6) Website van het "Nederlands Huisartsen Genootschap", www.artsennet.nl/nhg/<br />

index.asp?s=1487, geraadpleegd op 24 oktober 2002.<br />

Redacteur : AJ<br />

126 - Oktober 2002

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!