september - bpfBOUW
september - bpfBOUW
september - bpfBOUW
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2012-3<br />
14<br />
‘Ik heb altijd verzameld'<br />
Bijzonder<br />
Willem Mensert: drijvende kracht<br />
achter Gereedschapmuseum<br />
in dit magazine staat de populaire prijsvraag hoe heette<br />
dit gereedschap? de redactie ontvangt telkens honderden<br />
oplossingen. We maken de foto’s voor deze prijsvraag vaak in<br />
het gereedschapmuseum in delft. oprichter Willem Mensert<br />
(62) vertelt over het prille begin van zijn collectie.<br />
Aan een smalle gracht in Delft is aanneembedrijf Mensert gevestigd.<br />
Opgericht in 1892 door timmerman Pieter Mensert wordt het tegen -<br />
woordig gerund door zijn achterkleinkinderen: de broers Jan, Willem<br />
en Gerrit. Via een zij-ingang van het immense gebouw kom je in het<br />
Gereedschapmuseum, een bonte verzameling gereedschappen,<br />
werkplaatsen en bouwmaterialen die een prachtig tijdsbeeld geven.<br />
Drijvende kracht achter dit museum is Willem Mensert, ambachtsman<br />
in hart en nieren.<br />
Washok<br />
Hoewel het geen erkend museum is – ‘ik werd gek van de papieren<br />
rompslomp’- is het Gereedschapmuseum Willems lust en leven.<br />
‘Ik heb altijd verzameld. Toen ik een jaar of veertien was, maakte ik in<br />
het oude washok van mijn moeder een paar plankjes aan de muur en<br />
legde er schaven en zo op. Dat vond ik leuk.’<br />
Ter gelegenheid van het eeuwfeest van het familiebedrijf besloten<br />
de broers een museum te openen. ‘We wilden laten zien wat wij in<br />
honderd jaar bij elkaar hadden gesprokkeld.’ Hij lacht: ‘Eigenlijk ben<br />
ik een luie verzamelaar, want ik heb de kist van mijn vader en mijn<br />
opa leeggehaald. Dat was het begin van onze collectie.’<br />
Dankzij een artikel in de Delftsche Courant, waarin hij zijn plannen<br />
voor het museum kenbaar maakte, stroomden de spullen vervolgens<br />
binnen. Hij knikt. ‘Nou, dat heb ik geweten! Aannemers uit het hele<br />
land belden om spullen te komen brengen.’ En nog steeds komen<br />
mensen oud gereedschap doneren. Of hij nog wensen heeft?<br />
‘Ja, een lange reischaaf en een molenaarsbeitel, allebei uit de<br />
18e eeuw. Die zou ik er graag bij hebben.’<br />
schaven<br />
Willems favoriete plekje in het museum is de vitrine met schaven.<br />
‘Daar ben ik trots op. Weet je wat ik leuk vind? Een schaaf is een<br />
simpel gereedschap, maar er worden de mooiste dingen mee gemaakt.<br />
Tegenwoordig wordt alles met machines geschaafd, maar daardoor<br />
is het resultaat te mooi, te strak. Met een machine krijg je nooit de<br />
charme van ‘handgemaakt’. Ambachtelijk geschaafd vind ik tóch<br />
mooier, dat leeft meer.’<br />
Mensert glimt van trots als hij de oude kist van zijn vader toont.<br />
‘Ik ben heel blij dat ik zijn spullen heb. Mijn vader was dé timmerman,<br />
mijn grote voorbeeld. Hij was een vakman. Hij heeft mij het vak<br />
spelenderwijs geleerd.’<br />
bakkie koffie<br />
Het museum betekent voor Mensert ontspanning. ‘Ik raak mijn stress<br />
kwijt en geniet van de bezoekers. Soms zijn het er slechts twee,<br />
maar dan kan het toch de leukste zaterdag zijn. De bezoekers krijgen<br />
van mij een bakkie koffie en vertellen soms hun hele levensloop.<br />
En ze zijn allemaal even gek van het vak als ik.’<br />
Bij het afscheid wijst Mensert op een bord met tientallen timmermanspotloden.<br />
‘Vroeger was het rode potlood voor de timmerman en het<br />
groene voor de metselaar. Ze waren allebei plat, maar niemand kan<br />
vertellen waarom. Het enige wat ik kan bedenken, is dat het nooit<br />
kon wegrollen, haha.’<br />
Foto: René Blansjaar<br />
Tekst: Ellen Leijser