11.09.2013 Views

Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum ... - Gemeente Rumst

Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum ... - Gemeente Rumst

Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum ... - Gemeente Rumst

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong><br />

<strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong> Zuid te <strong>Rumst</strong><br />

VERZOEK TOT RAADPLEGING


COLOFON<br />

Opdracht:<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong><br />

<strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-zuid te <strong>Rumst</strong><br />

Verzoek tot raadpleging<br />

Opdrachtgever:<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Rumst</strong><br />

K. Astridplein 12<br />

2840 <strong>Rumst</strong><br />

Opdrachthouder:<br />

SORESMA nv<br />

Britselei 23<br />

2000 Antwerpen<br />

Tel 03/221.55.00<br />

Fax 03/221.55.03<br />

www.soresma.be<br />

kwaliteitslabel<br />

ISO 9001:2000<br />

Identificatienummer:<br />

2058393000/hme<br />

Datum: status / revisie:<br />

Juni 2010 versie BGP<br />

November 2010 versie <strong>Mer</strong><br />

Vrijgave:<br />

Jan Parys, Divisiemanager<br />

Projectmedewerkers:<br />

Cedric Vervaet, MER-deskundige<br />

Hanne Mengels, adviseur<br />

© Soresma 2010


1 Kadering van het verzoek tot raadpleging 6<br />

2 Beschrijving <strong>plan</strong> en afbakening <strong>plan</strong>gebied 8<br />

2.1 Initiatiefnemer 8<br />

2.2 Planomschrijving 8<br />

2.2.1 Plangebied 8<br />

2.2.2 Kwaliteiten, knelpunten en potenties 9<br />

2.2.3 Ruimtelijke visie 10<br />

2.2.4 Ruimtelijke concepten 11<br />

2.2.4.1 Hoogdynamische centrum-as 11<br />

2.2.4.2 Kwalitatief wonen in de kern 11<br />

2.2.4.3 Aandacht voor de overgang kern – open ruimte 12<br />

2.2.4.4 Open landbouwgebied met punt- en lijnvormige landschapselementen 12<br />

2.2.4.5 Netwerk van trage wegen 13<br />

2.2.4.6 Bosbeek als drager van natuur- en landschapswaarden 13<br />

2.2.5 Randvoorwaarden 14<br />

2.2.6 Structuurschets 14<br />

2.3 Planalternatieven 14<br />

3 Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden 16<br />

3.1 Juridische randvoorwaarden 16<br />

3.2 Gewest<strong>plan</strong> 17<br />

3.3 Afbakening gewenste agrarische en natuurlijke structuur 17<br />

3.4 Aangrenzende BPA’s en <strong>RUP</strong>’s 18<br />

3.5 Beleidsmatige randvoorwaarden 19<br />

4 Bepalen van de <strong>plan</strong>-MER-<strong>plicht</strong> 24<br />

5 Potentiële milieueffecten van het <strong>plan</strong> 25<br />

5.1 Bodem en grondwater 26<br />

5.1.1 Referentiesituatie 26<br />

2058393000/hme 3 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


5.1.2 Mogelijke effecten 28<br />

5.1.3 Milderende maatregelen 28<br />

5.1.4 Conclusie 28<br />

5.2 Oppervlaktewater 28<br />

5.2.1 Referentiesituatie 28<br />

5.2.2 Mogelijke effecten 34<br />

5.2.3 Milderende maatregelen 35<br />

5.2.4 Conclusie 35<br />

5.3 Fauna en flora 35<br />

5.3.1 Referentiesituatie 35<br />

5.3.2 Mogelijke effecten 36<br />

5.3.3 Milderende maatregelen 37<br />

5.3.4 Conclusie 37<br />

5.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 37<br />

5.4.1 Referentiesituatie 37<br />

5.4.2 Mogelijke effecten 41<br />

5.4.3 Milderende maatregelen 42<br />

5.4.4 Conclusie 43<br />

5.5 Mens 43<br />

5.5.1 Referentiesituatie 43<br />

5.5.2 Mogelijke effecten 46<br />

5.5.3 Milderende maatregelen 48<br />

5.5.4 Conclusie 48<br />

5.6 Leemten in de kennis 49<br />

5.7 Grensoverschrijdende effecten 49<br />

5.8 Discipline-overschrijdende conclusie onderzoek milieueffecten 49<br />

6 Bijlagen 50<br />

Lijst van figuren<br />

2058393000/hme 4 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Figuur 2-1 aanduiding <strong>plan</strong>gebied op macroniveau (bron, NGI) ............................ 8<br />

Figuur 2-2 indicatie <strong>plan</strong>gebied op stratenatlas ..................................................... 9<br />

Figuur 2-3 concept hoogdynamische centrum-as ................................................ 11<br />

Figuur 2-4 concept kwalitatief wonen in de kern .................................................. 11<br />

Figuur 2-5 concept kern - open ruimte................................................................. 12<br />

Figuur 2-6 concept landbouwgebied met karakteristieke elementen in het<br />

landschap...................................................................................................... 12<br />

Figuur 2-7 concept netwerk trage wegen............................................................. 13<br />

Figuur 2-8 concept Bosbeek drager van natuur- en landschapswaarden ............ 13<br />

Figuur 3-1 Gewest<strong>plan</strong>: bestemmingen binnen het <strong>plan</strong>gebied (bron, Agiv)........ 17<br />

Figuur 3-2 Herbevestiging agrarische structuur – overzicht operationeel<br />

uitvoeringsprogramma .................................................................................. 18<br />

Figuur 3-3 <strong>RUP</strong> Laar ........................................................................................... 19<br />

Figuur 3-4 BPA <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>............................................................................. 19<br />

Figuur 3-5 Gewenste structuur landbouwlandschap ............................................ 21<br />

Figuur 3-6 gewenste lijninfrastructuur.................................................................. 21<br />

Figuur 5-1 afbakening volledig <strong>plan</strong>gebied op luchtfoto....................................... 26<br />

Figuur 5-2 Bodemkaart, bron Agiv....................................................................... 27<br />

Figuur 5-3 Grondwaterkwetsbaarheidskaart, bron Agiv ....................................... 27<br />

Figuur 5-4 waterloop............................................................................................ 29<br />

Figuur 5-5 Erosiegevoeligheid (AGIV) ................................................................. 30<br />

Figuur 5-6 Grondwaterstromingsgevoelig (AGIV) ................................................ 31<br />

Figuur 5-7 Infiltratiegevoeligheid (AGIV).............................................................. 32<br />

Figuur 5-8 overstromingsgevoeligheid (AGIV) ..................................................... 33<br />

Figuur 5-9 Zonerings<strong>plan</strong> (bron geoloket VMM)................................................... 34<br />

Figuur 5-10 Landschapsatlas (AGIV)................................................................... 38<br />

Figuur 5-11 Inventaris onroerend erfgoed (VIOE)................................................ 39<br />

Figuur 5-12 provinciale landschapskaart, bron geoloket provincie Antwerpen..... 40<br />

Figuur 5-13 uittreksel CAI, bron CAI.................................................................... 41<br />

Figuur 5-14 indicatie <strong>plan</strong>gebied op de stratenatlas, google.be ........................... 44<br />

Figuur 5-15: uitreksel provinciaal fietsroute<strong>plan</strong> (Provincie Antwerpen)............... 45<br />

Figuur 5-16 afbakening <strong>plan</strong>gebied op buurtwegenatlas, bron Geoloket Atlas<br />

Buurtwegen Provincie. .................................................................................. 46<br />

Lijst van tabellen<br />

Tabel 3-1 Juridische randvoorwaarden <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid .................... 16<br />

2058393000/hme 5 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


1 Kadering van het verzoek tot raadpleging<br />

Provinciebestuur Antwerpen<br />

ANB - Antwerpen<br />

Agentschap Ruimte en<br />

Erfgoed<br />

Agentschap Ruimte en<br />

Erfgoed<br />

Agentschap Wonen-<br />

Vlaanderen<br />

De gemeente <strong>Rumst</strong> heeft beslist om over te gaan tot het opmaken van een ruimtelijk<br />

uitvoerings<strong>plan</strong> (<strong>RUP</strong>) ‘<strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid’.<br />

Aanleiding voor het <strong>RUP</strong> is het uitwerken van een kernversterkingsproject voor de<br />

dorpskern <strong>Reet</strong> en om de open ruimte ten zuiden van de dorpskern te vrijwaren. Het<br />

centrumgedeelte hiervan biedt mogelijkheden tot kernversterking en uitbreiding van<br />

handelsactiviteiten. Binnen het openruimtegebied wordt het behoud van de aanwezige beek<br />

vooropgesteld, ontwikkeling van kleine landschapselementen en de uitwerking van een<br />

trage wegen netwerk. Het zuidoostelijk deel van het <strong>plan</strong>gebied heeft als huidige<br />

bestemming ‘ontwikkelingsgebied’ volgens gewest<strong>plan</strong> en dient een bestemming te krijgen<br />

die openruimte functies zoals natuur en landbouw toelaten.<br />

In het kader van de wettelijke ver<strong>plicht</strong>ing 1 voor het <strong>RUP</strong> wordt een screening van mogelijk<br />

aanzienlijke effecten uitgevoerd.<br />

In het licht hiervan en overeenkomstig hoofdstuk II artikel 3 §1 van het besluit van de<br />

Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over <strong>plan</strong>nen en programma’s,<br />

raadpleegt de initiatiefnemer (de gemeente <strong>Rumst</strong>) op eigen initiatief en uiterlijk op het<br />

ogenblik dat hij de doelstellingen en de reikwijdte van het voorgenomen <strong>plan</strong> kan<br />

afbakenen, de volgende instanties:<br />

• 1° de deputatie van de provincie, waarop het voorgenomen <strong>plan</strong> of programma<br />

milieueffecten kan hebben;<br />

• 2° de betrokken instanties afhankelijk van de ligging en de mogelijk te verwachten<br />

aanzienlijke effecten van het voorgenomen <strong>plan</strong> of programma op in voorkomend geval<br />

de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de<br />

fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de<br />

atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het<br />

cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het<br />

landschap en de mobiliteit.<br />

Op 25 juni 2010 werd hiertoe een adviesvraag gericht aan de dienst BGP. Op 10/08/2010<br />

werd via de Dienst BGP een selectie bekomen van de relevante betrokken adviesinstanties<br />

die in het licht van het onderzoek naar de <strong>plan</strong>-MER-<strong>plicht</strong> dienen aangeschreven te<br />

worden. Het betreft:<br />

Departement<br />

Ruimtelijke Ordening en<br />

Mobiliteit<br />

Ruimtelijke Ordening<br />

Antwerpen<br />

Onroerend Erfgoed<br />

Antwerpen<br />

Afdeling Wonen<br />

Dienst Ruimtelijke<br />

Planning<br />

t.a.v. K. Toebak of V.<br />

Peeters<br />

t.a.v. Marc De Borgher<br />

t.a.v. Hilde Van den<br />

Bosch<br />

Koningin<br />

Elisabethlei 22<br />

Lange Kievitstraat<br />

111-113 bus 63<br />

Lange Kievitstraat<br />

111-113 bus 52<br />

Lange Kievitstraat<br />

111-113 bus 52<br />

Koning Albert II-laan<br />

20 bus 7<br />

2018 Antwerpen<br />

2018 Antwerpen<br />

2018 Antwerpen<br />

2018 Antwerpen<br />

1000 Brussel<br />

1 De Vlaamse Regering keurde op 12 oktober 2007 het besluit betreffende de milieueffectrapportage over<br />

<strong>plan</strong>nen en programma’s goed. Dit besluit geeft uitvoering aan het decreet van 27 april 2007, het zogenaamde<br />

<strong>plan</strong>-MER-decreet, en trad in werking op 1 december 2007. Artikel 49 inzake de overgangsregeling van <strong>plan</strong>-<br />

MER’s voor <strong>RUP</strong>’s zoals vermeld in het programmadecreet van 25 mei 2007 (publicatie B.S. 19/06/2007), stelt<br />

dat de betreffende nieuwe regelgeving van toepassing is op ruimtelijke uitvoerings<strong>plan</strong>nen, waarvan de plenaire<br />

vergadering gehouden wordt zes maanden na de datum van inwerkingtreding van het besluit, dus zijnde 1 juni<br />

2008.<br />

2058393000/hme 6 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Departement Landbouw en<br />

Visserij<br />

Departement LNE<br />

VMM<br />

Afdeling Duurzame<br />

Landbouwontwikkeling Antwerpen<br />

Afdeling Land en<br />

Bodembescherming,<br />

Ondergrond, Natuurlijke<br />

Rijkdommen<br />

Afdeling Operationeel<br />

Waterbeheer<br />

Natuurlijke<br />

Rijkdommen<br />

t.a.v. Bram Vogels<br />

Lange Kievitstraat<br />

111-113 bus 71<br />

Koningin Astridlaan<br />

50, bus 6<br />

Koning Albert II-laan<br />

20 bus 16<br />

2018 Antwerpen<br />

3500 Hasselt<br />

1000 Brussel<br />

Voorliggend verzoek tot raadpleging is voorzien om de instanties toe te laten de gegevens<br />

met betrekking tot het studiegebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend<br />

zouden zijn bij de initiatiefnemer of de Dienst <strong>Mer</strong>, aan de initiatiefnemer over te maken.<br />

2058393000/hme 7 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


2 Beschrijving <strong>plan</strong> en afbakening <strong>plan</strong>gebied<br />

2.1 Initiatiefnemer<br />

Het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente <strong>Rumst</strong> is initiatiefnemer<br />

van het ruimtelijk uitvoerings<strong>plan</strong> ‘<strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid’ en bijgevolg ook van de<br />

screening van de <strong>plan</strong>-MER-<strong>plicht</strong>.<br />

2.2 Planomschrijving<br />

2.2.1 Plangebied<br />

Figuur 2-1 aanduiding <strong>plan</strong>gebied op macroniveau (bron, NGI)<br />

Het <strong>plan</strong>gebied ligt ten zuiden van de kern <strong>Reet</strong> en maakt de overgang naar een groter<br />

openruimte gebied centraal in de gemeente <strong>Rumst</strong>. Grote ontsluitingsassen zijn de A12 in<br />

het westen en de E19 in het oosten.<br />

2058393000/hme 8 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Figuur 2-2 indicatie <strong>plan</strong>gebied op stratenatlas<br />

Zie bijlage 1 voor een fotoreportage.<br />

2.2.2 Kwaliteiten, knelpunten en potenties<br />

Kwaliteiten<br />

Aanbod aan handel en diensten<br />

Delen van de Molenstraat en <strong>Rumst</strong>sestraat vormen een centrale as met tal van<br />

handelszaken, publieke en private diensten. Deze concentratie van activiteiten verhoogt de<br />

aantrekkelijkheid van de dorpskern die goed is te bereiken.<br />

Open landschap als meerwaarde voor de kern<br />

Het agrarische landschap ten zuiden van de kern is een gaaf en weinig versnipperd<br />

openruimtegebied dat aansluit bij de dorpskern. Het heeft een hoge beeldwaarde voor de<br />

dorpskern en heeft een meerwaarde in functie van het recreatief medegebruik (wandelen).<br />

Tevens is het drager van natuurwaarden en biedt een ecologische meerwaarde.<br />

Trage wegen netwerk<br />

Verschillende wegen, voetwegen en landwegen ontsluiten de open ruimte en maken de<br />

achterontsluiting van een aantal percelen mogelijk.<br />

Historisch erfgoed<br />

Het kerkplein is een waardevol geheel op het vlak van erfgoed in samenhang met de<br />

Kerkelei die er bij aansluit.<br />

2058393000/hme 9 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


De Wolfshoeve heeft een centrale plaats in het openruimte gebied en is hier<br />

beeldbepalend. Dit onroerend erfgoed is karakteristiek voor het cultuurlandschap waarin<br />

het zich bevindt.<br />

Potenties<br />

Kernversterking door nieuwe ontwikkelingen<br />

Binnen het centrumgebied zijn er mogelijkheden tot verdichting. Het betreft enerzijds<br />

braakliggende percelen die de mogelijkheid bieden om het bestaande weefsel af te werken.<br />

Anderzijds zijn er plaatsen waar de draagkracht aanwezig is voor een sterkere dynamiek en<br />

de realisatie van een extra bouwlaag (meergezinswoningen).<br />

Ontsluiting van de open ruimte voor recreatief medegebruik<br />

De aanwezigheid van een groene open ruimte nabij een woonkern heeft een zekere<br />

recreatieve potentie. Een verdere ontsluiting van dit gebied voor recreatief medegebruik<br />

zoals wandelen, fietsen, natuureducatie,… is een grote meerwaarde voor de inwoners van<br />

<strong>Reet</strong> en creëert een draagvlak voor het behoud en versterken van dit landschap en zijn<br />

kwaliteiten. De wisselwerking tussen wonen, handel en diensten heeft hier een<br />

meerwaarde.<br />

Mogelijkheden tot landschapsuitbouw en natuurverweving<br />

Binnen het agrarische gebied zijn tal van kleine landschapselementen aanwezig zoals<br />

bomen (alleenstaand, clusters of rijen), houtkanten, bermen en beekoevers. Deze hebben<br />

een natuurwaarde, in het bijzonder langsheen de Bosbeek. Mits een goede inrichting en<br />

beheer kunnen deze waarden blijven behouden en zelfs versterkt.<br />

Knelpunten<br />

Ambachtelijke zone Molenstraat<br />

De ambachtelijke zone aan de Molenstraat heeft een invulling gekregen in functie van<br />

kleinhandelsactiviteiten. De bestemming weerhoudt een verdere ontwikkeling in functie van<br />

de uitbouw van handel en diensten. Een herbestemming dringt zich op.<br />

Kleiontginningsgebied bedreigt Bosbeek<br />

In het uiterste zuiden van het <strong>plan</strong>gebied heeft een deel van de open ruimte – waarin ook<br />

de Bosbeek gelegen is – als gewest<strong>plan</strong>bestemming ‘ontginningsgebieden’. Deze zone is<br />

landschappelijk maar ook ecologisch waardevol. Het beleid heeft zich in het GRS<br />

uitgesproken voor een behoud van deze open ruimte.<br />

Zonevreemde bebouwing – 2 e bouwlint<br />

In Kerkelei bevinden zich enkele woningen in een tweede bouwlint. Een oplossing dient<br />

uitgewerkt ten aanzien van de invulling langs de Molenstraat, waar zich momenteel een<br />

parking bevindt. Enkele woningen, o.a. Wolfshoeve liggen in agrarisch gebied doch zijn<br />

niet meer verbonden met de landbouw.<br />

2.2.3 Ruimtelijke visie<br />

De uitbouw van het centrum van <strong>Reet</strong> wordt voorop gesteld. De centrumas is drager van<br />

een grote diversiteit aan activiteiten. Naast wonen is er ruimte voor handel, horeca,<br />

diensten en bedrijvigheid voor zover verweefbaar met de woonfunctie in de kern.<br />

Mogelijkheden voor kernversterking worden hier onderzocht.<br />

2058393000/hme 10 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Het open ruimtegebied in aansluiting met de kern heeft grote potenties als landschappelijk<br />

kader voor die kern met mogelijkheden voor recreatief medegebruik. Tegelijkertijd heeft de<br />

aanwezige landbouw zijn waarde als drager van die open ruimte met een economische<br />

functie.<br />

Er dient bijzondere aandacht uit te gaan naar het overgangsgebied tussen dorpskern en de<br />

open ruimte. Binnen het overgangsgebied en de open ruimte zal moeten omgegaan<br />

worden met een toenemende ‘diversiteit’ (landbouwers, wandelaars, fietsers,<br />

natuurliefhebbers, …) waarbij inrichting en beheer worden uitgewerkt, rekening houdende<br />

met de verschillende ruimteclaims ( ‘de open ruimte als publieke ruimte’ (H. Leinfelder,<br />

2007)).<br />

2.2.4 Ruimtelijke concepten<br />

2.2.4.1 Hoogdynamische centrum-as<br />

Figuur 2-3 concept hoogdynamische centrum-as<br />

Het gebied aan de Molenstraat vanaf het KMO-terrein tot de <strong>Rumst</strong>sestraat, biedt ruimte<br />

voor aan tal van voorzieningen met als voorwaarde dat ze verzoenbaar zijn met<br />

woonfunctie. Naast verweving van functies is er hier ook ruimte voor verdere verdichting<br />

van het weefsel onder meer in de vorm van meergezinswoningen. De uitbouw van nieuwe<br />

handelsactiviteiten en diensten kan plaatsvinden in het lokaal knooppunt ter hoogte van de<br />

KMO-zone, waar zich parkeermogelijkheden bevinden op schaal van de activiteiten. Het<br />

uitbouwen van woningen in een tweede bouwlint wordt echter niet ondersteund.<br />

Bijzondere aandacht gaat naar het waardevol onroerend erfgoed in de omgeving van de<br />

kerk. Enerzijds wordt het behoud van het geheel vooropgesteld, anderzijds dient een<br />

ruimtelijk kader te worden gecreëerd waarin dit geheel tot zijn recht komt.<br />

2.2.4.2 Kwalitatief wonen in de kern<br />

Figuur 2-4 concept kwalitatief wonen in de kern<br />

2058393000/hme 11 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


De bebouwde linten langsheen de Molenstraat en de <strong>Rumst</strong>sestraat vormen een zone voor<br />

kwalitatief wonen in de kern. Hierbij wordt aandacht besteed aan het continueren van de<br />

bestaande aanwezige woontypologieën met aandacht voor doorzichten op de<br />

achterliggende open ruimte en waar mogelijk groene vingers die vanuit het landschap in de<br />

kern dringen. In dit gebied domineert de woonfunctie.<br />

2.2.4.3 Aandacht voor de overgang kern – open ruimte<br />

Figuur 2-5 concept kern - open ruimte<br />

Om aan de overgang tussen het bebouwde weefsel en de open ruimte te werken zijn<br />

verschillende maatregelen mogelijk:<br />

• Inrichten van een overgangsgebied tussen kern en open ruimte met tegengaan van<br />

verdere verdichting, geen uitbouw van parkeergarages achter het woonlint, ontsluiting<br />

van de achterzijde van de bebouwde percelen voor voetgangers en fietsers;<br />

• Aandacht voor buffers, transparante schermen en de inrichting van tuinen grenzend<br />

aan het landschap; bepaalde percelen kunnen ingeschakeld worden in het functioneren<br />

van de kern zoals een tentenweide;<br />

• De ontsluiting van de open ruimte faciliteren vanuit de kern; Kerkelei als<br />

aanknopingspunt voor ontsluiting van de overgangszone;<br />

• Landschappelijke integratie van de KMO- handelszone aan de Molenstraat;<br />

• Zichten vanuit het landschap op de dorpskern (kerk) creëren/behouden;<br />

• Zichten vanuit de kern op het open landschap creëren/behouden;<br />

2.2.4.4 Open landbouwgebied met punt- en lijnvormige landschapselementen<br />

Figuur 2-6 concept landbouwgebied met karakteristieke elementen in het landschap<br />

2058393000/hme 12 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Het landbouwgebied is de drager van de open ruimte. Naast de agrarische activiteit zijn<br />

een aantal punten en lijnen karakteristiek en beeldbepalend voor het landschap, deze<br />

verdienen bijzondere aandacht.<br />

• De landbouw ondersteunen als functionele drager van de open ruimte,<br />

ontwikkelingsmogelijkheden worden gericht op de grondgebonden landbouw;<br />

• Agrarische bedrijven uitbouwen aan de randen van het gebied en niet in het gebied;<br />

• De bosbeek verder versterken als landschapselement met begeleidende be<strong>plan</strong>ting;<br />

• Verspreide kleine landschapselementen uitbouwen in het open landschap waarbij<br />

zoveel als mogelijk een koppeling gebeurd met de veld- en voetwegen.<br />

2.2.4.5 Netwerk van trage wegen<br />

Figuur 2-7 concept netwerk trage wegen<br />

Het studiegebied is ontsloten via trage wegen maar niet verbonden door middel van een<br />

netwerk, verschillende wegen lopen dood. Bestaande onverharde wegen worden<br />

doorgetrokken en ‘missing links’ worden gerealiseerd zodat er een netwerk ontstaat tussen<br />

de dorpskern en zijn omgeving.<br />

De Bosbeek vormt een aanknopingspunt voor de uitbouw van trage weg langs de<br />

beekloop.<br />

2.2.4.6 Bosbeek als drager van natuur- en landschapswaarden<br />

Figuur 2-8 concept Bosbeek drager van natuur- en landschapswaarden<br />

De beekvallei vormt een aanknopingspunt voor het versterken en het verder ontwikkelen<br />

van natuur- en landschapswaarden.<br />

De recreatieve potentie van de Bosbeek kan worden gevalideerd door een gedeeltelijke<br />

ontsluiting ervan met een wandel- en fietspad. Een verdere inrichting ervan (infoborden,<br />

zitgelegenheid, picknickmogelijkheden,…) zorgt voor een bijkomende aantrekkingkracht<br />

om recreatief medegebruik van het buitengebied te stimuleren.<br />

2058393000/hme 13 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


2.2.5 Randvoorwaarden<br />

Verdichtingsmogelijkheden in de kern<br />

Het bebouwd weefsel dat in het concept ‘hoogdynamische centrum-as’ werd aangeduid,<br />

kan worden verdicht door het toelaten van bijkomende woonlagen tot maximaal drie<br />

bouwlagen voor zover de draagkracht van de omgeving niet wordt aangetast.<br />

Randvoorwaarden kunnen worden gevormd door de mogelijkheid om parking te voorzien,<br />

de aanwezigheid van erfgoed (bijv. kerk, arbeiderswoningen), gewenste dynamiek, etc.<br />

Ook aan de implementatie van voorzieningen in het weefsel kunnen randvoorwaarden<br />

worden opgelegd zoals ver<strong>plicht</strong>e verweving met wonen, geen te sterke verkeersgeneratie,<br />

een dynamiek die met woonfunctie verzoenbaar is, etc.<br />

De delen van de woonstraten die niet als hoogdynamische centrum-as horen kunnen<br />

eveneens verder worden verdicht maar met een typologie van maximaal twee bouwlagen<br />

en aandacht voor zichten naar het open landschap.<br />

Aandacht voor kleine landschapselementen<br />

De natuurwaarden in het <strong>plan</strong>gebied komen in de eerste plaats voor onder de vorm van<br />

kleine landschapselementen. Vanuit het beleid (GRS) wordt hiervoor aandacht gevraagd en<br />

dit wordt gevolgd in deze visie. Naast de natuurwaarde ervan zijn dit immers essentiële<br />

punten, lijnen en vlakken die net het karakteristieke van het landschap meebepalen.<br />

Behoud en versterking hiervan kan worden verankerd in een inventarisatie en opstellen van<br />

een beheers<strong>plan</strong> door de gemeente, bepalingen hierover kunnen worden vastgelegd in de<br />

voorschriften.<br />

Ontwikkelingsperspectieven voor zonevreemde Wolfshoeve<br />

Conform de visie uit het GRS wordt een kader gecreëerd waarbij het behoud van de hoeve<br />

als erfgoed kan worden verzekerd. Herbestemmingmogelijkheden zijn wonen (huidige<br />

functie) en een eventuele complementaire functie op voorwaarde dat:<br />

- deze weinig verkeersgenererend is;<br />

- op geen enkele wijze de aangrenzende landbouw- en natuurfuncties aantast;<br />

- volledig landschappelijk inpasbaar is zodat het karakteristieke landbouwlandschap<br />

en het historische karakter van de hoeve wordt gerespecteerd.<br />

Deze eventuele complementaire functie dient de economische haalbaarheid van het<br />

behoud van de hoeve op de langere termijn te verzekeren.<br />

2.2.6 Structuurschets<br />

De visie en concepten worden visueel weergegeven in de structuurschets, zie bijlage<br />

2.3 Planalternatieven<br />

De ontwikkeling van het <strong>plan</strong>gebied is het gevolg van beleidsmatige en juridische<br />

randvoorwaarden. Het <strong>RUP</strong> wordt ingegeven door de visie geformuleerd in het<br />

gemeentelijk ruimtelijk structuur<strong>plan</strong> <strong>Rumst</strong>. Het gemeentelijk ruimtelijk structuur<strong>plan</strong> geeft<br />

de visie van de gemeente weer op haar ruimtelijke ontwikkeling. De relatie van het <strong>plan</strong> met<br />

het gemeentelijk ruimtelijk structuur<strong>plan</strong> wordt verder in deze screening toegelicht.<br />

Er kan worden geconcludeerd dat er binnen de geldende juridische en beleidsmatige<br />

randvoorwaarden geen <strong>plan</strong>alternatieven voorhanden zijn. Wel zijn er verschillende<br />

inrichtingsalternatieven mogelijk waarbij rekening gehouden moet worden met het kader en<br />

de stedenbouwkundige voorschriften opgelegd in het <strong>RUP</strong>.<br />

2058393000/hme 14 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


2058393000/hme 15 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


3 Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden<br />

3.1 Juridische randvoorwaarden<br />

De juridische randvoorwaarden worden weergegeven in onderstaande tabel<br />

Tabel 3-1 Juridische randvoorwaarden <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid<br />

Type <strong>plan</strong> Kenmerken<br />

Gewest<strong>plan</strong>(nen) Antwerpen (14) – KB 03/11/1979<br />

Gewestelijke ruimtelijke uitvoerings<strong>plan</strong>nen Geen<br />

Provinciale ruimtelijke uitvoerings<strong>plan</strong>nen Geen<br />

<strong>Gemeente</strong>lijke ruimtelijke uitvoerings<strong>plan</strong>nen <strong>Gemeente</strong>lijke <strong>RUP</strong> ‘Het Laar’<br />

Algemene <strong>plan</strong>nen van aanleg Geen<br />

<strong>Gemeente</strong>lijk <strong>RUP</strong> “<strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>”<br />

Bijzondere <strong>plan</strong>nen van aanleg Aangrenzend BPA ‘<strong>Reet</strong> centrum’<br />

Verkavelingsvergunningen 103/031<br />

103/004(1)<br />

103/055<br />

108/135(00)<br />

103/011(1)<br />

108/144(01)<br />

Gewestelijke rooilijn<strong>plan</strong>nen Geen<br />

Provinciale rooilijn<strong>plan</strong>nen Geen<br />

<strong>Gemeente</strong>lijke rooilijn<strong>plan</strong>nen Langsheen de Molenstraat, <strong>Rumst</strong>sestraat<br />

en Beukendreef<br />

Buurt- en voetwegen Sentier 29, 50<br />

Habitatrichtlijngebieden Geen<br />

Vogelrichtlijngebieden Geen<br />

Gebieden van het VEN – 1e fase Geen<br />

Erkende natuurreservaten Geen<br />

Beschermde monumenten Aangrenzend: het kasteel van Laar en<br />

bijhorend park.<br />

Beschermde landschappen Geen<br />

Beschermde stads- en dorpsgezichten Geen<br />

Polders en wateringen Geen<br />

Beschermingszones grondwaterwinningen Geen<br />

2058393000/hme 16 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Type <strong>plan</strong> Kenmerken<br />

Proces Verbaal bouwovertreding Eén pv voor perceel D110c (bouwen<br />

achterbouw zonder vergunning)<br />

Herbevestigd Agrarisch gebied <strong>plan</strong>gebied ligt volledig binnen de regio<br />

“Antwerpse gordel – Klein Brabant” (27<br />

maart 2009), zie 3.3<br />

3.2 Gewest<strong>plan</strong><br />

Figuur 3-1 Gewest<strong>plan</strong>: bestemmingen binnen het <strong>plan</strong>gebied (bron, Agiv)<br />

Op 3 november 1979 werd bij Koninklijk Besluit het gewest<strong>plan</strong> Antwerpen goedgekeurd<br />

waartoe <strong>Rumst</strong> behoort.<br />

Een gedeeltelijke herziening van het gewest<strong>plan</strong> is op 28.10.1998 goedgekeurd door de<br />

Vlaamse Regering. De gewest<strong>plan</strong>wijziging houdt rekening met een aantal visie elementen<br />

zoals geformuleerd in het structuur<strong>plan</strong> voor de Rupelstreek.<br />

Het overgrote deel van het <strong>plan</strong>gebied bestaat uit agrarische gebieden met in het zuidelijk<br />

deel een aanduiding voor ‘uitbreiding ontginningsgebieden’ De uiterste zuidoostelijke punt<br />

van het <strong>plan</strong>gebied heeft een bestemming ‘ontginningsgebieden’ met als grondkleur<br />

‘natuurgebieden’ en een stukje bufferzone.<br />

Het noordelijke deel van het <strong>plan</strong>gebied bestaat uit een lint ‘woongebied’ met centraal een<br />

achterliggende zone ‘ambachtelijke bedrijven en KMO’ (huidig gebruik is grootschalige<br />

detailhandel).<br />

3.3 Afbakening gewenste agrarische en natuurlijke<br />

structuur<br />

Ter uitvoering van het RSV besliste de Vlaamse Regering in 2001 de afbakening van de<br />

landbouw-, natuur- en bosgebieden aan te pakken in twee fasen. De eerste fase betrof de<br />

afbakening van 86.500ha natuurgebieden als onderdeel van het Vlaams Ecologisch<br />

Netwerk (VEN). De afbakening van de landbouwgebieden en de rest van de<br />

2058393000/hme 17 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


natuurgebieden schoof door naar een tweede fase die in 2004 op gang kwam. Deze<br />

tweede fase van de afbakening verloopt via een meer geïntegreerde benadering waarbij<br />

landbouw, natuur en bos gelijktijdig ten opzichte van elkaar worden afgewogen.<br />

Het <strong>plan</strong>gebied van voorliggend <strong>RUP</strong> is gelegen binnen de regio “Antwerpse gordel – Klein<br />

Brabant” hiervoor hechtte de Vlaamse Regering op 27 maart 2009 goedkeuring aan:<br />

- enerzijds een aanduiding van gebieden waarvoor de bestaande <strong>plan</strong>nen van aanleg<br />

beleidsmatig herbevestigd worden i.f.v. de natuurlijke en agrarische structuur;<br />

- en anderzijds een operationeel uitvoeringsprogramma met een prioritering en fasering<br />

voor de op te maken gewestelijke ruimtelijk uitvoerings<strong>plan</strong>nen.<br />

Figuur 3-2 Herbevestiging agrarische structuur – overzicht operationeel uitvoeringsprogramma<br />

Het deel van het <strong>plan</strong>gebied dat ‘agrarische gebieden’ als gewest<strong>plan</strong>bestemming heeft, is<br />

aangeduid als te herbevestigen agrarisch gebied.<br />

Een kleine zone ‘ontginningsgebied’ in het zuiden van het <strong>plan</strong>gebied wordt aangeduid als<br />

‘op te maken <strong>RUP</strong>’s na verder onderzoek’. Hierover stelt het operationeel<br />

uitvoeringsprogramma:<br />

Opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoerings<strong>plan</strong> voor:<br />

Behoud van de landbouw ter hoogte van de Schensbossen en ontwikkeling van<br />

delen ervan voor glastuinbouwconcentratie na uitvoering van een<br />

stedenbouwkundige studie en na onderzoek over de behoeften aan behoud van<br />

de reserve ontginningsgebieden.<br />

Het reserveontginningsgebied wordt mee opgenomen in het gebied waarvoor<br />

onderzoek en overleg gevoerd wordt. Het bijzonder oppervlaktedelfstoffen<strong>plan</strong><br />

‘Boomse Klei’ is nog niet in opmaak.<br />

3.4 Aangrenzende BPA’s en <strong>RUP</strong>’s<br />

Het <strong>RUP</strong> ‘Het Laar’ is aangrenzend en gelegen ten oosten van de <strong>Rumst</strong>sestraat. Dit <strong>RUP</strong><br />

is momenteel nog in opmaak.<br />

2058393000/hme 18 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Figuur 3-3 <strong>RUP</strong> Laar<br />

BPA ‘<strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>’ werd goedgekeurd in 2001 en situeert zich ten noorden van het<br />

<strong>plan</strong>gebied. Aan het gedeelte grenzend aan voorliggend <strong>RUP</strong>, de overzijde van de<br />

Molenstraat, voorziet het BPA een verdere invulling met wonen (gedeeltelijk gerealiseerd)<br />

en een cluster gemeenschapsvoorzieningen (basisschool en administratief centrum).<br />

Figuur 3-4 BPA <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong><br />

3.5 Beleidsmatige randvoorwaarden<br />

Beleids<strong>plan</strong> Kenmerken<br />

Ruimtelijk<br />

Structuur<strong>plan</strong><br />

Vlaanderen (1997)<br />

<strong>Rumst</strong> is geselecteerd als gemeente in het buitengebied.<br />

2058393000/hme 19 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Beleids<strong>plan</strong> Kenmerken<br />

Provinciaal<br />

Structuur<strong>plan</strong><br />

<strong>Rumst</strong> ligt in de hoofdruimte van de Antwerpse fragmenten, binnen de deelruimten<br />

Antwerpse gordel en Mechels rasterlandschap. Door de ligging in aansluiting met het<br />

grootstedelijk gebied Antwerpen zijn ook een aantal elementen hiervan relevant.<br />

Op het vlak van de ruimtelijk – natuurlijke structuur worden de samenvloeiing Schelde –<br />

Rupel en Zennegat en tussen Zennegat en samenvloeiing beide Netes als<br />

natuurverbindingsgebieden geselecteerd. De oude spoorwegberm Mechelen – Duffel –<br />

<strong>Rumst</strong> – Kontich wordt als een ecologische structuur van bovenlokaal belang<br />

geselecteerd.<br />

De gemeente <strong>Rumst</strong> wordt geselecteerd als gemeente met een hoofddorp type III met<br />

als woonkernen <strong>Reet</strong>, <strong>Rumst</strong> en Terhagen. Bijkomende woningen kunnen slechts<br />

worden gerealiseerd in functie van de opvang van de natuurlijke aangroei. De<br />

gemeente heeft daarbij de mogelijkheid voor het ontwikkelen van een bijkomend lokaal<br />

bedrijventerrein enkel voor herlocatie van zonevreemde lokale bedrijven of historisch<br />

gegroeide bedrijven.<br />

De provincie selecteert de kleinhandelsconcentratie Antwerpsesteenweg <strong>Rumst</strong> die niet<br />

samenhangt met het stedelijk gebied. Voor deze concentratie geldt een strikte<br />

begrenzing en een betere ruimtelijke organisatie van de concentratie. Elders dienen de<br />

handelsactiviteiten te worden behouden of afgebouwd.<br />

Nete en Rupel vormen onderdeel van het provinciaal toeristisch - recreatief netwerk<br />

“Steden en stromen”. De kracht van het netwerk buiten de steden is o.a. te vinden langs<br />

de rivieren Nete en Rupel die onderdeel vormen van het gebundeld netwerk. De<br />

samenvloeiing van Dijle, Nete en Rupel wordt als baken op provinciaal niveau<br />

weerhouden.<br />

E19 en A12 zijn onderdelen van het hoofdwegennetwerk dat de gemeente van noord<br />

naar zuid doorkruist. Het optimaliseren en verder uitbouwen van de N171 dient te<br />

gebeuren conform de opgemaakte streefbeeldstudie 2 . De Bussestraat – Lage<br />

Vosbergstraat is geselecteerd als secundaire weg type II. De gemeente beschouwt<br />

deze verbinding van lokaal belang en heeft de suggestie geformuleerd om de selectie<br />

door de provincie op te heffen. De N1 is geselecteerd als secundaire weg type III.<br />

2 Op 16 maart 2009 vernietigde de Raad van State de selectie van de N171 als secundaire weg type I<br />

2058393000/hme 20 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Beleids<strong>plan</strong> Kenmerken<br />

<strong>Gemeente</strong>lijk<br />

Structuur<strong>plan</strong><br />

Het GRS stelt volgende concepten voorop voor de gewenste openruimtestructuur:<br />

• Behouden en uitbouwen van de aanwezige groen- en natuurgebieden;<br />

• Waternetwerk als structuurbepalend element;<br />

• Ecologische verbindingen tussen natuurlijke gebieden;<br />

• Landschappelijke inpassing van activiteiten;<br />

• Behoud en versterking van traditionele landschappen;<br />

• Versterking van nieuwe landschappen;<br />

Deelruimte landbouwlandschap<br />

Figuur 3-5 Gewenste structuur landbouwlandschap<br />

Visie op de open ruimte is het behoud ervan met landbouw als belangrijkste drager.<br />

Andere activiteiten (wonen, bedrijvigheid, recreatie) moeten zoveel mogelijk<br />

landschappelijk worden ingepast.<br />

Specifiek over de open ruimte gordel rond de kern <strong>Reet</strong> wordt gesteld dat er aandacht<br />

dient te gaan naar de uitbouw van kleine landschapselementen. Bovendien kunnen<br />

uitlopers van deze open ruimte de bebouwde ruimte binnendringen, en zo de<br />

belevingswaarde van de gordel verhogen. De overgangsruimten tussen de bebouwde<br />

en open ruimte dienen een landschappelijke invulling te krijgen.<br />

Over de kleine landschapselementen stelt het GRS het volgende: “Kleine<br />

landschapselementen versterken de landschappelijke en biologische kwaliteit van het<br />

landbouwgebied. Landschappelijk zorgen ze voor een visueel aantrekkelijke omgeving<br />

en een authentiek karakter van het landelijk gebied. Biologisch zijn ze belangrijk als<br />

natuurlijke verbindingen en als nest- en schuilplaatsen voor talrijke diersoorten. Ze<br />

moeten zo veel mogelijk behouden blijven en eventueel aangevuld worden zodat een<br />

netwerk tot stand komt.”<br />

Wat betreft het kleiontginningsgebied ‘Kleine Steylen’, doet de gemeente de<br />

suggestie aan de hogere overheid om het gedeelte ten noorden van de ’s Herensbaan<br />

te vrijwaren van ontginning om de vallei van de Bosbeek (Molenbeek) te beschermen<br />

en versnippering van het landbouwareaal te voorkomen.<br />

I.v.m. de Bosbeek doet de gemeente een suggestie aan de provincie om een actie<strong>plan</strong><br />

op te stellen over de inrichting van de vallei en de zuivering/beheer van de waterloop.<br />

Tevens wordt er door de provinciale overheid gezocht naar een zone waar een<br />

retentiebekken kan worden gerealiseerd om de overstromingsproblematiek van de<br />

Bosbeek op te lossen. Zoekzone hiervoor is ten oosten van de ’s Herenstraat gelegen.<br />

Voor een aantal zonevreemde gebouwen zoals de Wolfshoeve dienen er specifieke<br />

ontwikkelingsperspectieven te worden uitgewerkt om het waardevolle karakter ervan te<br />

behouden.<br />

Op het gebied van beken worden de volgende beleidsmaatregelen voor<br />

de gemeente vooropgesteld:<br />

Verhogen van de natuurlijke structuur<br />

2058393000/hme 21 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging<br />

Retentie via natuurlijke structuren<br />

Versterken en herstellen van netwerk


Beleids<strong>plan</strong> Kenmerken<br />

Gewenste openruimtestructuur<br />

Figuur 3-6 gewenste openruimte structuur<br />

De heilige Maria Magdalena kerk is aangeduid als baken van lokaal belang, de<br />

zichtbaarheid dient te worden bewaard.<br />

Een zone met te versterken landschapselementen wordt voornamelijk aangeduid in de<br />

onmiddellijke omgeving van de Bosbeek. Aangrenzend aan het <strong>plan</strong>gebied wordt het<br />

kasteelpark aangeduid.<br />

Op het gebied van beken worden de volgende beleidsmaatregelen voor de gemeente<br />

vooropgesteld:<br />

• Verhogen van de natuurlijke structuur<br />

• Retentie via natuurlijke structuren<br />

• Versterken en herstellen van netwerk<br />

Gewenste nederzettingstructuur<br />

De Molenstraat tot aan de Beukendreef is aangeduid als centrumgebied, deze gebieden<br />

worden gekenmerkt door een concentratie aan kleinhandel, diensten en functies. Het<br />

GRS stelt de volgende ontwikkelingsperspectieven voorop:<br />

Concentreren van kleinhandel en diensten in de centrumgebieden.<br />

Wonen is een hoofdfunctie, ook in de centrumgebieden, waar wonen boven winkels<br />

gestimuleerd moet worden.<br />

Diverse functies zijn mogelijk, evenwel op maat van de kern.<br />

Inrichting weg en openbaar domein in overeenstemming met centrumfunctie.<br />

Gewenste ruimtelijk-economische structuur<br />

Volgende concepten worden in het GRS aangereikt:<br />

Uitbouwen van een buffer op de grens van bedrijventerreinen met andere functies.<br />

2058393000/hme 22 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Beleids<strong>plan</strong> Kenmerken<br />

Gewenste lijninfrastructuur<br />

Figuur 3-7 gewenste lijninfrastructuur<br />

De <strong>Rumst</strong>sestraat is geselecteerd als lokale weg type I: “De lokale wegen<br />

type I (lokale verbindingswegen) geven een verbinding tussen<br />

aanpalende woonkernen en ontsluiten de woonkernen naar het hogere<br />

wegennet. De hoofdfunctie is verbinden en/of verzamelen op<br />

gemeentelijk en intergemeentelijk niveau, de aanvullende functie is<br />

toegang geven.”<br />

2058393000/hme 23 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


4 Bepalen van de <strong>plan</strong>-MER-<strong>plicht</strong><br />

Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over <strong>plan</strong>nen en<br />

programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van<br />

een <strong>plan</strong> met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke<br />

uitvoerings<strong>plan</strong>nen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen.<br />

Ruimtelijke uitvoerings<strong>plan</strong>nen waarvan de plenaire vergadering plaats vindt na 1 juni 2008,<br />

moeten aan deze regelgeving voldoen. Er geldt evenwel enkel een <strong>plan</strong>-MER-<strong>plicht</strong> voor<br />

deze <strong>plan</strong>nen en programma’s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Om al dan<br />

niet te kunnen besluiten tot een <strong>plan</strong>-MER-<strong>plicht</strong> moeten geval per geval de volgende drie<br />

stappen doorlopen worden:<br />

• Stap 1: valt het <strong>plan</strong> onder de definitie van een <strong>plan</strong> of programma zoals gedefinieerd in<br />

het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM) ?<br />

>> <strong>RUP</strong>’s vallen onder deze definitie;<br />

• Stap 2: valt het <strong>plan</strong> onder het toepassingsgebied van het DABM ?<br />

>> dit is het geval indien:<br />

o Het <strong>plan</strong> het kader vormt voor de toekenning van een vergunning (stedenbouwkundige,<br />

milieu-, natuur-, kap-,…) aan een project;<br />

o Het <strong>plan</strong> mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale<br />

beschermingszones waardoor een passende beoordeling vereist is.<br />

<strong>Gemeente</strong>lijke ruimtelijke uitvoerings<strong>plan</strong>nen vormen het kader voor de toekenning van een<br />

stedenbouwkundige vergunning, die pas kan worden verleend als het voorgenomen project<br />

zich in de bestemming bevindt die overeenstemt met de bestemming vastgelegd in het<br />

ruimtelijk uitvoerings<strong>plan</strong>. Het <strong>RUP</strong> vormt dus het kader op basis waarvan de<br />

stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt. Het <strong>RUP</strong> ‘<strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong> Zuid’ valt<br />

bijgevolg onder het toepassingsgebied van het DABM.<br />

• Stap 3: valt het <strong>plan</strong> onder de <strong>plan</strong>-MER-<strong>plicht</strong> ?<br />

>> Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen:<br />

- Plannen die “van rechtswege” <strong>plan</strong>-MER-<strong>plicht</strong>ig zijn (geen voorafgaande<br />

“screening” vereist):<br />

Plannen die het kader vormen voor projecten uit bijlage I of II van het<br />

BVR van 10 december 2004 (project-MER-<strong>plicht</strong>) én niet het gebruik<br />

regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging<br />

inhouden én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij,<br />

energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer,<br />

telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening (een <strong>RUP</strong> voldoet<br />

per definitie aan deze laatste voorwaarde);<br />

Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is én niet het<br />

gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine<br />

wijziging inhouden;<br />

- Plannen die niet onder de vorige categorie vallen en waarvoor geval per geval<br />

moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben >><br />

“screening<strong>plicht</strong>”<br />

- Plannen voor noodsituaties (niet <strong>plan</strong>-MER-<strong>plicht</strong>ig, maar hier niet relevant).<br />

Het <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid heeft geen betrekking op een project vermeld in bijlage I of II<br />

van het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004. Het gaat hier om het<br />

gebruik van een klein gebied op lokaal niveau waardoor het <strong>RUP</strong> niet van rechtswege <strong>plan</strong>-<br />

MER-<strong>plicht</strong>ig is en geen passende beoordeling vereist (want geen invloed mogelijk op een<br />

nabijgelegen Natura 2000-gebied, zie ook §5.3.1). Hier dient dan ook een<br />

screeningsprocedure doorlopen te worden teneinde een conclusie te kunnen maken<br />

omtrent eventuele <strong>plan</strong>-MER-<strong>plicht</strong>. In volgende paragrafen wordt het<br />

screeningsonderzoek, ook wel het onderzoek naar het voorkomen van aanzienlijke<br />

milieueffecten als gevolg van het <strong>plan</strong>, gevoerd.<br />

2058393000/hme 24 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


5 Potentiële milieueffecten van het <strong>plan</strong><br />

In dit hoofdstuk wordt omschreven in welke mate de wijzigingen door uitvoering van het<br />

<strong>RUP</strong> een invloed kunnen hebben op het milieu. Als referentiesituatie wordt vertrokken van<br />

de actuele toestand op het terrein en de functies die het <strong>plan</strong>gebied op dit moment vervult<br />

nl.:<br />

1. Woonfunctie: het noorden van het <strong>plan</strong>gebied nl. de Molenstraat maakt deel uit van<br />

het centrum van <strong>Reet</strong>. Vrij dichte bebouwing uit twee of drie bouwlagen. Het<br />

oostelijk (1a) deel van deze weg (vanaf de KMO-zone) vormt een centrumas waar<br />

de woonfunctie met andere functies verweven is (handel en private diensten,<br />

KMO’s en een enkele horecazaak). Ten westen van de KMO-zone aan de<br />

Molenstraat is de bebouwing meer open (1b) en gaat het enkel over een<br />

woonzone.<br />

2. KMO-zone: een GB-handelszaak met aangrenzende leegstaande bedrijfsruimte.<br />

3. Voormalige boerderij Wolfshoeve.<br />

4. De oostelijke grens van het <strong>plan</strong>gebied wordt gevormd door de <strong>Rumst</strong>sestraat die<br />

de kern van <strong>Reet</strong> met de kern van <strong>Rumst</strong> verbindt.<br />

5. De westgrens wordt gevormd door de Kerremansstraat.<br />

6. De Bosbeek loopt in het zuiden doorheen het <strong>plan</strong>gebied.<br />

De rest van het <strong>plan</strong>gebied wordt ingenomen als landbouwgebied dat een aaneengesloten<br />

open gebied betreft met kleine landschapselementen, die in grotere aantallen voorkomen<br />

ter hoogte van de Bosbeek (zuiden <strong>plan</strong>gebied).<br />

Zie bijlage 3 voor een <strong>plan</strong> van de bestaande toestand van het <strong>plan</strong>gebied.<br />

2058393000/hme 25 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


5<br />

1b<br />

Figuur 5-1 afbakening volledig <strong>plan</strong>gebied op luchtfoto<br />

5.1 Bodem en grondwater<br />

5.1.1 Referentiesituatie<br />

1a<br />

2<br />

Het voornaamste bodemtype (zie figuur 5-2) binnen het <strong>plan</strong>gebied is een matig natte licht<br />

zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (Pdcz). Deze bodem<br />

is weinig gevoelig voor verdichting en matig gevoelig voor profielvernietiging. Andere<br />

minder voorkomende bodemtypes zijn:<br />

- een zone van een natte licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde<br />

textuur B horizont (Phcz) aan de Bosbeek in het zuiden van het <strong>plan</strong>gebied. Dit is<br />

een slecht gedraineerde grond met stuwwater (tijdelijk grondwater) die gevoelig is<br />

voor verdichting.<br />

- in het noordoosten ter hoogte van de Molenstraat wordt de bodem als antropogeen<br />

ingekleurd (bebouwde zone)<br />

2058393000/hme 26 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging<br />

3<br />

6<br />

4


Figuur 5-2 Bodemkaart, bron Agiv<br />

Het grondwater binnen het <strong>plan</strong>gebied is volgens de grondwaterkwetsbaarheidskaart weinig<br />

kwetsbaar (code Dc) omwille van volgende kenmerken:<br />

- kleiige deklaag<br />

- watervoerende laag is leemhoudende of kleihoudende zand<br />

De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op<br />

grondwaterverontreiniging in de bovenste watervoerende laag aangeeft.<br />

Grondwaterverontreiniging t.g.v. infiltrerende oliën, vetten en andere verontreinigende<br />

vloeistoffen vormt dus een milieurisico. Hieromtrent worden geen expliciete voorschriften<br />

opgenomen vermits dit conform de geldige milieuwetgeving dient te gebeuren.<br />

Figuur 5-3 Grondwaterkwetsbaarheidskaart, bron Agiv<br />

2058393000/hme 27 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Op basis van de watertoetskaarten (zie ook §5.2.1) is het overgrote deel van het<br />

<strong>plan</strong>gebied weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3), de oostelijke rand ter hoogte<br />

van de <strong>Rumst</strong>sestraat is matig gevoelig voor grondwaterstroming.<br />

Binnen en in de nabije omgeving van het <strong>plan</strong>gebied zijn geen vergunde<br />

grondwaterwinningen bekend (bron: DOV Vlaanderen).<br />

5.1.2 Mogelijke effecten<br />

Er worden geen aanzienlijke negatieve effecten verwacht op het bodemprofiel of effecten<br />

naar verdichting. De activiteiten die binnen het <strong>RUP</strong> worden toegelaten, komen nu reeds<br />

voor nl. landbouw- en woonfunctie. Er kan nog een verdichting van wonen optreden ter<br />

hoogte van de Molenstraat. Aangezien in deze zone de bodem reeds verstoord is<br />

(antropogeen aangeduid op de bodemkaart), worden hier geen effecten verwacht.<br />

Langsheen de Bosbeek (natte zandleem) wordt een fietspad en voetpad aangelegd.<br />

Tijdelijke verstoring tijdens werkzaamheden is mogelijk maar omwille van de beperkte<br />

ingreep wordt dit effect niet relevant geacht.<br />

Het <strong>RUP</strong> maakt een verdere verdichting van de woonfunctie mogelijk waardoor er op<br />

kleinere schaal verontreiniging kan voorkomen, vooral naar aanleiding van calamiteiten<br />

Indien de milieuwetgeving nageleefd wordt en adequaat gereageerd wordt op voorkomende<br />

calamiteiten, zijn er geen negatieve effecten te verwachten.<br />

Er wordt van uitgegaan dat bij grotere werken, waarbij het grondverzet meer dan 250 m³<br />

bedraagt, een onderzoek naar de kwaliteit van de uit te graven bodem zal uitgevoerd<br />

worden. In het bodembeheerrapport staan indien nodig maatregelen vermeld om de bodem<br />

te beschermen (bijvoorbeeld voor het tijdelijk stapelen van verontreinigde gronden) en<br />

welke strikt dienen te worden nageleefd. Theoretisch dient er dan ook te worden<br />

verondersteld dat het grondverzet geen invloed uitoefent op de bodemkwaliteit elders.<br />

Ook de eventuele aanvoer van grond dient gevrijwaard te zijn van verontreiniging. Volgens<br />

de geldende regelgeving dient de aangevoerde grond voorzien te zijn van een certificaat<br />

van een erkende bodembeheerorganisatie, waarin de herkomst, kwaliteit en<br />

gebruiksvormen staan vermeld.<br />

5.1.3 Milderende maatregelen<br />

5.1.4 Conclusie<br />

Vanuit de discipline Bodem en grondwater worden geen milderende maatregelen<br />

voorgesteld.<br />

Vanuit de discipline Bodem en grondwater zijn geen significante milieueffecten te<br />

verwachten.<br />

5.2 Oppervlaktewater<br />

5.2.1 Referentiesituatie<br />

Oppervlaktewater<br />

Het <strong>plan</strong>gebied behoort tot het Beneden-Scheldebekken, meerbepaald het deelbekken<br />

‘Benedenvliet’. Voor het <strong>plan</strong>gebied werden geen relevante elementen opgenomen.<br />

2058393000/hme 28 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Figuur 5-4 waterloop<br />

Doorheen het <strong>plan</strong>gebied loopt de Bosbeek (andere naamgeving is Molenbeek) van tweede<br />

categorie. Deze ontspringt net buiten het <strong>plan</strong>gebied. Vanaf de Kerremansstraat is de beek<br />

ingebuisd en gelegen onder het fietspad – voetpad van de Molenstraat. Een<br />

tweehonderdtal meter verder slingert de beek opnieuw als een open beek door het<br />

landbouwgebied tot aan de ’s Herenbaan, waar iets verder door de provincie een<br />

wachtbekken wordt gerealiseerd.<br />

Watertoetskaarten<br />

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14<br />

november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde ver<strong>plicht</strong>ingen op, die de<br />

watertoets worden genoemd. Er werden watertoetskaarten opgemaakt die dienen ter<br />

evaluatie van de effecten van vergunnings<strong>plicht</strong>ige ingrepen of van <strong>plan</strong>nen of<br />

programma’s waarbij het bodemgebruik op een bepaalde locatie of voor een bepaald<br />

gebied wordt gewijzigd. Op basis van deze watertoetskaarten kunnen voor het <strong>plan</strong>gebied<br />

Gasthuis volgende vaststellingen gemaakt worden:<br />

Erosiegevoeligheid:<br />

De afbakening van de erosiegevoelige gebieden heeft tot doel om belangrijke wijzigingen in<br />

bodemgebruik, die mogelijk aanleiding kunnen geven tot versnelde afstroming van<br />

oppervlaktewater van hellingen en tot afspoeling van bodemdeeltjes, voorafgaandelijk aan<br />

een vergunning of de goedkeuring van een <strong>plan</strong> of programma, voor advies voor te leggen<br />

aan de Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen<br />

(ALBON) van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie.<br />

2058393000/hme 29 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Figuur 5-5 Erosiegevoeligheid (AGIV)<br />

In het studiegebied komen een aantal kleinere erosiegevoelige fragmenten voor, ter hoogte<br />

van de oever van de Bosbeek vinden we een iets grotere concentratie terug.<br />

Grondwaterstroming:<br />

De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de<br />

watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer<br />

aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming.<br />

2058393000/hme 30 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Figuur 5-6 Grondwaterstromingsgevoelig (AGIV)<br />

Het overgrote deel van het <strong>plan</strong>gebied is weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3),<br />

de oostelijke rand ter hoogte van de <strong>Rumst</strong>sestraat is matig gevoelig voor<br />

grondwaterstroming.<br />

Infiltratiegevoeligheid<br />

De kaart met de infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd<br />

opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan<br />

infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk<br />

omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast<br />

afneemt. Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de grondwatervoorraden en<br />

zodoende voor het tegengaan van verdroging van watervoerende lagen en van<br />

waterafhankelijke natuur.<br />

De kaart met infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd afgeleid van<br />

de bodemkaart. Ze bestaat uit twee types gebieden:<br />

• gebieden met de infiltratiegevoelige bodems<br />

• gebieden met de niet-infiltratiegevoelige bodems<br />

De watertoetskaart met infiltratiegevoelige gebieden heeft tot doel om richtinggevend te zijn<br />

voor individuele ingrepen op lokaal niveau. Bij dergelijke ingrepen moet beslist worden of<br />

de aanleg van infiltratievoorzieningen of waterdoorlatende verhardingen al dan niet zinvol<br />

zijn, en of er mogelijk schadelijke effecten kunnen optreden naar het grondwater toe zowel<br />

kwantitatief als kwalitatief bij het al dan niet aanleggen van dergelijke voorzieningen.<br />

2058393000/hme 31 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Figuur 5-7 Infiltratiegevoeligheid (AGIV)<br />

Het overgrote gedeelte van het <strong>plan</strong>gebied is infiltratiegevoelig, een brede strook ter hoogte<br />

van de Bosbeek is niet infiltratiegevoelig.<br />

Overstromingsgevoeligheid:<br />

Deze kaart geeft de overstromingsgevoelige gebieden tot op perceelsniveau weer. De kaart<br />

bevat de effectief overstromingsgevoelige gebieden (donkerblauwe laag) en de mogelijk<br />

overstromingsgevoelige gebieden (lichtblauwe laag).<br />

2058393000/hme 32 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Figuur 5-8 overstromingsgevoeligheid (AGIV)<br />

Het volledige <strong>plan</strong>gebied is niet overstromingsgevoelig.<br />

Afvalwater<br />

De Molenstraat en <strong>Rumst</strong>sestraat zijn gerioleerd. Toekomstige woningen kunnen dus op de<br />

riolering aansluiten. Binnen het <strong>plan</strong>gebied komen twee zones voor waar bewoners zelf<br />

moeten instaan voor hun riolering nl. de Wolfshoeve en een boerderij.<br />

2058393000/hme 33 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Figuur 5-9 Zonerings<strong>plan</strong> (bron geoloket VMM)<br />

5.2.2 Mogelijke effecten<br />

Oppervlaktewaterhuishouding (inclusief waterkwantiteit)<br />

In de voorgaande paragrafen zijn de watertoetskaarten besproken. Hierna volgen enkele<br />

bevindingen:<br />

− Problemen met erosie zijn er in het <strong>plan</strong>gebied weinig te verwachten. Ter hoogte<br />

van de Bosbeek zijn wat erosiegevoelige zones maar aangezien het daar de<br />

bedoeling is om de concentratie van kleine landschapselementen te behouden en<br />

te versterken en ruimte te geven aan de Bosbeek, is dit positief te beoordelen.<br />

− Het overgrote deel van het <strong>plan</strong>gebied is weinig gevoelig voor grondwaterstroming.<br />

De zone langsheen de <strong>Rumst</strong>sestraat is matig gevoelig voor grondwaterstroming<br />

maar gezien het gaat om een verdere afwerking van het woonweefsel en de<br />

constructies dus beperkt blijven, zijn problemen hier niet te verwachten.<br />

− Door uitvoering van het <strong>RUP</strong> worden geen extra problemen van wateroverlast<br />

verwacht binnen het <strong>plan</strong>gebied. Ten westen van het <strong>plan</strong>gebied veroorzaakt de<br />

Bosbeek wel overstromingen (deels ingekleurd als risicozone). Aangezien de<br />

provinciale overheid hiervoor op zoek is naar een oplossing in de vorm van een<br />

retentiebekken (ter hoogte van de Heerenbaan) wordt verwacht dat overstromingen<br />

in de toekomst vermeden kunnen worden. Het is aangeraden om in de<br />

stedenbouwkundige voorschriften ter hoogte van het woonweefsel bepalingen op te<br />

nemen ter beperking van de verharding en het bevorderen van waterdoorlatende<br />

verharding. Het optimaliseren van trage wegen en fietspaden dient bij voorkeur te<br />

gebeuren in waterdoorlatend materiaal.<br />

− Een van de concepten binnen het <strong>RUP</strong> is om de Bosbeek als publieke groene as te<br />

ontwikkelen. Aangezien het afvloeiend hemelwater van het <strong>plan</strong>gebied richting<br />

Bosbeek loopt, doet de Bosbeek hier dienst als buffer en is de natuurlijke infiltratie<br />

binnen het <strong>plan</strong>gebied gegarandeerd. Wel dient het <strong>RUP</strong> dan te garanderen dat er<br />

voldoende ruimte blijft voor de beek ( bufferzones langs de oevers waar geen<br />

landbouwactiviteiten of verhardingen zijn toegelaten…).<br />

Het <strong>RUP</strong> beoogt een verdichting van het woonweefsel. Aangezien elke<br />

stedenbouwkundige vergunning dient te voldoen aan de randvoorwaarden zoals<br />

opgenomen in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater (1<br />

oktober 2004) zijn er geen significante negatieve effecten te verwachten door de bouw van<br />

woningen.<br />

2058393000/hme 34 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Er zijn dus geen significante doch eerder positieve effecten te verwachten met betrekking<br />

tot de waterhuishouding in het <strong>plan</strong>gebied door uitvoering van het <strong>RUP</strong>, indien er rekening<br />

gehouden wordt met voorgaande suggesties.<br />

5.2.3 Milderende maatregelen<br />

5.2.4 Conclusie<br />

Vanuit de discipline Oppervlaktewater worden buiten de suggesties in voorgaande<br />

paragraaf, geen bijkomende milderende maatregelen voorgesteld.<br />

Vanuit de discipline Oppervlaktewater zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten<br />

indien de bepalingen uit de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater en<br />

nageleefd worden en er rekening gehouden wordt met de suggesties in paragraaf 5.2.2..<br />

5.3 Fauna en flora<br />

5.3.1 Referentiesituatie<br />

Speciale beschermingszones<br />

Het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21/10/1997 bepaalt<br />

dat ieder <strong>plan</strong> dat – afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of<br />

voorgestelde activiteiten, <strong>plan</strong>nen of programma’s – een betekenisvolle aantasting van de<br />

natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan<br />

veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling.<br />

Het gaat om gebieden die door de Vlaamse regering zijn voorgesteld of aangewezen zijn<br />

als speciale beschermingszone in toepassing van de Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG<br />

van 02/05/1979) en de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van 21/05/1992).<br />

Het <strong>plan</strong>gebied is niet in een habitat- of vogelrichtlijngebied gelegen, noch in de<br />

invloedssfeer ervan.<br />

VEN/IVON<br />

Het gebiedsgericht beleid van het natuurdecreet houdt de ontwikkeling van het Vlaams<br />

Ecologisch Netwerk (VEN) en het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk<br />

(IVON) in. Het natuurdecreet legt de voorschriften en geboden in VEN en IVON vast.<br />

Er zijn geen VEN- of IVON-gebieden binnen of in de ruime omgeving van het <strong>plan</strong>gebied.<br />

Biologische waarderingskaart<br />

De biologische waarderingskaart vormt een basisdocument voor iedereen die betrokken is<br />

bij natuurbehoud, ruimtelijke <strong>plan</strong>ning, milieueffectrapportage, landschapszorg, e.d.<br />

Het is de enige beschikbare gebiedsdekkende inventaris van de Vlaamse biotopen en<br />

wordt daarom algemeen aangewend als referentiekader. Ze vormt nuttige informatie<br />

betreffende de toestand en betekenis van het natuurlijk milieu.<br />

De biologische waarderingskaart (versie 2, 2007), is een inventaris opgemaakt door het<br />

Instituut voor natuur- en bosonderzoek (INBO)<br />

2058393000/hme 35 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Binnen het <strong>plan</strong>gebied is enkel de onmiddellijke omgeving van de Bosbeek (of Molenbeek)<br />

aangeduid als biologisch waardevol.<br />

Grenzend aan het <strong>plan</strong>gebied ligt het biologisch waardevolle kasteelpark.<br />

5.3.2 Mogelijke effecten<br />

Gezien het beperkte biologisch waardevolle karakter van het <strong>plan</strong>gebied, wordt de verdere<br />

verdichting van de woonkern van <strong>Reet</strong> niet als negatief beschouwd. De biologisch<br />

waardevolle Bosbeek wordt gevrijwaard, evenals de aanwezige kleine<br />

landschapselementen, wat positief is voor de toekomstige natuurontwikkeling van het<br />

valleigebied en de structuurkwaliteit van de Bosbeek. Nu wordt een deel van de vallei van<br />

de Bosbeek immers bedreigd doordat het op het gewest<strong>plan</strong> ingekleurd is als<br />

‘ontginningsgebied’.<br />

Er wordt niet verwacht dat het aangrenzende biologisch waardevolle kasteelpark negatieve<br />

gevolgen zal ondervinden van het <strong>RUP</strong>.<br />

Naar rustverstoring toe kan gesteld worden dat het <strong>plan</strong> geen negatieve effecten<br />

veroorzaakt. Het <strong>RUP</strong> zal een zekere toename van bewoning mogelijk maken, thans<br />

beperkt daar het voor de meeste zones gaat om een verruimde invulling. Daarnaast is het<br />

vooral het bestaande wegverkeer en de centrumfuncties die reeds een zekere<br />

2058393000/hme 36 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


ustverstoring teweegbrengen. Het bijkomend aandeel ten gevolge van het <strong>plan</strong> is minimaal<br />

en verwaarloosbaar.<br />

Inzake barrièrewerking kan gesteld worden dat er geen noemenswaardige effecten<br />

optreden aangezien het <strong>plan</strong>gebied betrekking heeft op het bebouwde centrum van <strong>Rumst</strong>.<br />

Door de Molenbeek als groene corridor te herwaarderen en het open agrarisch gebied te<br />

behouden, wordt de barrièrewerking van het centrum van <strong>Rumst</strong> gedeeltelijk tegengegaan,<br />

wat als positief te beoordelen is.<br />

5.3.3 Milderende maatregelen<br />

5.3.4 Conclusie<br />

Vanuit de discipline Fauna en flora worden volgende milderende maatregelen voorgesteld:<br />

− het gebruik van streekeigen en inheems <strong>plan</strong>tmateriaal dient bevorderd te worden,<br />

zowel in het openbaar domein als op perceelsniveau:<br />

− de stedenbouwkundige voorschriften dienen te verzekeren dat bestaande kleine<br />

landschapselementen zoveel mogelijk geïntegreerd worden in de inrichting van het<br />

<strong>plan</strong>gebied en dat de oeverzones van de Bosbeek gevrijwaard worden van<br />

landbouwactiviteiten of verhardingen.<br />

Vanuit de discipline Fauna en flora zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten, mits<br />

er rekening gehouden wordt met de milderende maatregelen.<br />

5.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie<br />

5.4.1 Referentiesituatie<br />

Landschapsbeeld<br />

Het noordelijk deel van het <strong>plan</strong>gebied sluit aan bij de bebouwde kern van <strong>Reet</strong>. De<br />

Molenstraat en de <strong>Rumst</strong>sestraat vormen het centrumgebied van <strong>Reet</strong> en zijn drager van<br />

de belangrijkste activiteiten in de dorpskern.<br />

In het <strong>plan</strong>gebied wordt een overgang gemaakt van de bebouwde omgeving naar het open<br />

landschap. Binnen het studiegebied (= <strong>plan</strong>gebied en haar omgeving) gaat dit voornamelijk<br />

om een agrarische functie, die verder in zuidelijke richting overgaat in het kleiontginningsgebied<br />

van <strong>Reet</strong> en Terhagen. Het agrarische gebied en de vallei van de<br />

Bosbeek zijn delen van een groter openruimte geheel dat tot in de buurgemeente Boom<br />

doorloopt.<br />

Het kasteel van Laar ten oosten van het studiegebied is een waardevol cultuurhistorisch en<br />

landschappelijk gebied met aanwezige natuurwaarden.<br />

Zie bijlage 1 voor een fotoreportage van het <strong>plan</strong>gebied en haar omgeving.<br />

Landschapsatlas<br />

In de ‘Landschapsatlas van Vlaanderen’ - opgemaakt door de afdeling Monumenten en<br />

Landschappen van de Vlaamse Gemeenschap en verschenen in het voorjaar van 2001<br />

werden behalve ankerplaatsen ook relictzones, puntrelicten en lijnrelicten geselecteerd. Het<br />

geheel vormt een historische momentopname van de Vlaamse landschappen op het eind<br />

van de 20 ste eeuw. Ze geeft een gedetailleerde inventaris van ruimtelijke zones waar gave<br />

en herkenbare relicten van de traditionele landschappen nog voorkomen. Hij bestrijkt het<br />

volledige Vlaamse grondgebied met uitzondering van de stedelijke kernen en de dicht<br />

bebouwde agglomeraties. De landschapsatlas is een onmisbaar instrument bij de<br />

2058393000/hme 37 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


escherming van landschappen. Binnen de landschapsatlas worden ankerplaatsen,<br />

relictzones, lijnelementen en puntelementen aangeduid.<br />

Figuur 5-10 Landschapsatlas (AGIV)<br />

Ten zuiden en ten oosten van het studiegebied bevindt zich de relictzone<br />

‘Kleiontginningsgebied Niel, Boom en <strong>Rumst</strong>’. Een historisch gegeven dat terug gaat tot de<br />

16e eeuw (in 1560 telde <strong>Rumst</strong> reeds 15 steenbakkerijen), in de jaren ’60 en ’70 van vorige<br />

eeuw doofde deze activiteit uit. Momenteel is er in het vergraven landschap een spontane<br />

ontwikkeling met een grote diversiteit aan <strong>plan</strong>tensoorten, het is een landschap in volle<br />

ontwikkeling.<br />

Grenzend aan het <strong>plan</strong>gebied aan oostelijke zijde bevindt zich de relictzone ‘gemeentepark<br />

Boom en kasteeldomeinen van Boom en <strong>Rumst</strong>’. Het kasteel van Laar heeft een gaaf en<br />

goed herkenbaar kasteelpark. Het omliggende landschap heeft een schaalvergroting<br />

ondergaan en is ‘uitgekleed’.<br />

Als puntrelicten in de omgeving van het <strong>plan</strong>gebied is de kern van <strong>Reet</strong> met kerk en<br />

pastorie aangeduid en het kasteel van Laar.<br />

Inventaris onroerend erfgoed<br />

Op 14/09/2009 stelde de administrateur-generaal van het VIOE de Inventaris van het<br />

Bouwkundig Erfgoed voor Vlaanderen vast. Hierdoor is er voor het eerst een eenduidige<br />

lijst van het in Vlaanderen gebouwde patrimonium met erfgoedwaarde.<br />

2058393000/hme 38 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Relicten<br />

Figuur 5-11 Inventaris onroerend erfgoed (VIOE)<br />

In het studiegebied zijn volgende gebouwen opgenomen in de inventaris van het onroerend<br />

erfgoed:<br />

- Nr. 14034 "Wolfshoeve" met losstaande bestanddelen gelegen te midden van<br />

weilanden op enige afstand van de straat; waterput voor het woonhuis. Sterk<br />

verbouwd woonstalhuis met oudere kern onder zadeldaken (mechanische pannen).<br />

Verankerde bakstenen gevels op gecementeerde plint. Vernieuwde rechthoekige<br />

vensters. Westelijke puntgevel met vlechtingen, bewaard kloosterkozijn met<br />

natuurstenen dorpels en twee negblokken (rechts), deels beluikt; ten noorden<br />

hiervan een rechthoekig luik, dit is het onderste deel van een gelijkaardig kozijn dat<br />

bij een aanpassing van de dakhelling ingekort werd (1789). Ten oosten verankerde<br />

bakstenen langsschuur onder schilddak (Vlaamse pannen), op hoeken gestut door<br />

steunberen. Ten zuiden van het woonhuis, een bakhuisje onder een zadeldak<br />

(Vlaamse pannen), verankerde bakstenen gevels met rondboogdeurtje en<br />

bewaarde natuurstenen latei in oostelijke puntgevel (1790)<br />

- Nr. 14045 <strong>Rumst</strong>sestraat, nummers 10 tot 30. Arbeidershuisjes uit XIX of begin<br />

XX, twee of drie traveeën., een of anderhalve bouwlaag onder pannen zadeldak<br />

(nok evenwijdig met de straat). Verankerde bepleisterde en beschilderde lijstgevels<br />

met rechthoekige muuropeningen (1806). Nr. 10 met ijzeren I-balken als lateien, nr.<br />

16 met geprofileerde daklijst en dakvenster, nrs. 14 en 20 met beluikte vensters;<br />

nrs. 18, 26 en 30 vernieuwd<br />

- Nr. 14048 <strong>Rumst</strong>sestraat nummer. 78, thans volledig vernieuwd met behoud van<br />

het oorspronkelijke volume<br />

Net buiten het <strong>plan</strong>gebied bevindt zich volgend relevant bouwkundig erfgoed:<br />

- Nr. 14043 Parochiekerk H. Maria Magdalena. Oorspronkelijke delen uit de 15 e<br />

eeuw, bijgebouwd in de 19 e eeuw<br />

- Nr. 14032 Meisjesschool. Neogotisch gebouw van ca. 1900, doch later aangepast<br />

- Nr. 14044 Voormalig schoolgebouw uit midden 19 e eeuw, later patronaat, thans<br />

parochiehuis<br />

2058393000/hme 39 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Gehelen<br />

- Nr. 14046 Landhuis uit de 19 e eeuw<br />

- Nr. 14047 Kasteel van Laar, oorspronkelijke delen uit de 16 e eeuw, later werden<br />

regelmatig aanpassingswerken uitgevoerd<br />

<strong>Reet</strong> centrum wordt in de inventaris onroerend erfgoed omschreven als een nog zeer<br />

landelijke gemeente (veeteelt en tuinbouw o.m. onder glas).<br />

Het centrum bevindt zich op het kruispunt van de banen naar Waarloos (Laarstraat), <strong>Rumst</strong><br />

(<strong>Rumst</strong>sestraat), Boom (Molenstraat) en Aartselaar (Eikenstraat). Het centrum wordt<br />

gedomineerd door de kerk en banale lintbebouwing uit de 20 e eeuw. Verder zijn de<br />

arbeidershuisjes van twee à drie traveeën en één of anderhalve bouwlaag onder pannen en<br />

zadeldaken (einde XIX - begin XX) met bepleisterde en beschilderde lijstgeveltjes met<br />

rechthoekige muuropeningen beeldbepalend voor het centrum. Op de provinciale<br />

landschapskaart is deze historische kern aangegeven in het rood (zie figuur 5-12).<br />

Even ten zuiden van de dorpskern ligt het omwaterd Kasteel van <strong>Reet</strong> dat gelegen is in een<br />

prachtig park dat als relictzone is opgenomen in de landschapsatlas en de provinciale<br />

landschapskaart.<br />

Verder verspreide hoevebouw tussen velden, tuinbouw en weilanden. Verscheidene<br />

hoeven met oudere kern (zie “Wolfshoeve”), verder boerderijen uit 19 e en 20 e eeuw<br />

bestaande uit woonstalhuis en schuur. Zeer recente woningbouw met vnl. alleenstaande<br />

landhuizen aan de grote wegen, o.m. Clemenshoek, Eikenstraat, Molenstraat, Pierstraat en<br />

Steenweg op Waarloos.<br />

Figuur 5-12 provinciale landschapskaart, bron geoloket provincie Antwerpen<br />

Het kerkplein is dus een waardevol geheel op het vlak van erfgoed.<br />

2058393000/hme 40 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Centraal Archeologische Inventaris<br />

Volgens de inventaris werden er geen vondsten gedaan binnen het <strong>plan</strong>gebied, wel in de<br />

onmiddellijke omgeving ervan nl. het Kasteel van Laar (nr. 112093) en de Maria<br />

Magdalenakerk (nr. 112095)<br />

Figuur 5-13 uittreksel CAI, bron CAI<br />

De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende<br />

archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch<br />

erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de<br />

Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van<br />

archeologische sporen. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen dient met verder<br />

onderzoek vastgesteld te worden.<br />

5.4.2 Mogelijke effecten<br />

Wijzigen erfgoedwaarden<br />

Het <strong>plan</strong>gebied is vanuit landschappelijke en bouwkundig erfgoed in een kwetsbare<br />

omgeving gelegen. De gebouwen met erfgoedwaarden binnen het <strong>plan</strong>gebied worden in<br />

het <strong>RUP</strong> opgenomen als te bewaren gebouwen, hetgeen positief beoordeeld wordt. Zo<br />

dient er voor de Wolfshoeve een specifieke bestemming uitgewerkt te worden om het<br />

waardevolle karakter van de hoeve te bewaren.<br />

Ook de contextwaarde van erfgoed buiten het <strong>plan</strong>gebied zoals de cultuurhistorische<br />

waardevolle kern van <strong>Reet</strong> (kerk en arbeiderswoningen aan de Molenstraat) en het kasteel<br />

van <strong>Reet</strong> mag niet aangetast worden. Een van de concepten van het <strong>RUP</strong> is om de<br />

zichtbaarheid van de Maria Magdalena kerk te vrijwaren. Zo zal tegenover de kerk een<br />

aparte zone met cultuurhistorische waarde worden afgebakend waar er slechts 1 bouwlaag<br />

toegelaten wordt.<br />

2058393000/hme 41 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


De verdere verdichting van het woonweefsel in de Molenstraat/<strong>Rumst</strong>sestraat zal het zicht<br />

naar het open landschap vanuit het kasteel van Laar beïnvloeden wat gezien het klein<br />

aantal woningen dat er kan bijkomen en de intentie van het <strong>RUP</strong> om het gebied achter het<br />

woonlint open te houden, beperkt negatief te beoordelen is.<br />

Wijziging belevingswaarde landschap<br />

Het agrarische landschap ten zuiden van de kern is een gaaf en weinig versnipperd<br />

openruimtegebied dat aansluit bij de dorpskern. Het heeft een hoge beeldwaarde voor de<br />

dorpskern en een meerwaarde in functie van het recreatief medegebruik. De drager van de<br />

open ruimte nl. de landbouw, blijft volledig behouden in het <strong>RUP</strong> wat positief te beoordelen<br />

is naar belevingswaarde van het gebied.<br />

Een bestaand knelpunt is de zone tussen de bebouwing en het open landbouwgebied.<br />

Deze zone is nu deels verruigd en in gebruik als ‘tuinzone’. Één van de concepten van het<br />

<strong>RUP</strong> is om deze overgangszone beter in te richten om zo geleidelijke verdichting tegen te<br />

gaan en een natuurlijke overgang te creëren tussen het woonlint en het open landschap. Dit<br />

door bijvoorbeeld parkeergarages en andere bebouwing achter het woonlint te verbieden<br />

en de nodige aandacht te geven aan groenbuffers. De bouwdiepte wordt begrensd op 17m<br />

en in de tuinzone kunnen bijgebouwen worden opgericht tot maximum 40m²/50m². Verder<br />

is er de intentie vanuit de toelichtingsnota om de zichten vanuit het landschap op de<br />

dorpskern en vice versa te behouden. De KMO-handelszone aan de Molenstraat wordt<br />

landschappelijk geïntegreerd door middel van een groenbuffer. Indien deze concepten en<br />

intenties verzekerd kunnen worden via de stedenbouwkundige voorschriften, heeft het <strong>RUP</strong><br />

een positieve invloed op de huidige situatie en heeft de verdere verdichting van het woonlint<br />

Molenstraat-<strong>Rumst</strong>estraat geen significante effecten op het landschap.<br />

Verstoring of vernietiging archeologische waarden<br />

De ondergrond binnen het <strong>plan</strong>gebied kan beschouwd worden als bodemarchief, waar<br />

voorzichtig mee moet omgesprongen worden in functie van de potentieel archeologische<br />

waarden. De verdere invulling van het <strong>plan</strong>gebied kan op kleine schaal vergraving met zich<br />

meebrengen. Hierdoor bestaat een potentiële kans op het verstoren van archeologische<br />

waarden. Het is aangeraden om in het <strong>RUP</strong> de ver<strong>plicht</strong>ing op te leggen om bij elke<br />

stedenbouwkundige aanvraag de noodzaak tot archeologisch onderzoek af te toetsen,<br />

zodat de negatieve effecten op archeologische waarden vermijdbaar zijn. Er wordt<br />

verwezen naar de milderende maatregelen.<br />

5.4.3 Milderende maatregelen<br />

Vanuit de discipline Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie worden volgende<br />

bijkomende milderende maatregelen voorgesteld:<br />

− archeologisch vooronderzoek - werken die betrekking hebben op wetenschappelijk<br />

archeologisch of ander onderzoek in functie van het behoud en de bescherming<br />

van het erfgoed zijn toegelaten. Het onderzoek moet zo inge<strong>plan</strong>d worden zodanig<br />

dat de voortgang van het project niet in het gedrang komt;<br />

− bij de uitwerking van acties of maatregelen die een ingreep in de bodem en/of<br />

consequenties voor de bodem met zich meebrengen, dient de instantie bevoegd<br />

voor het archeologisch patrimonium voorafgaandelijk in kennis te worden gesteld<br />

van de werkzaamheden<br />

− de concepten zoals bepaald in de toelichtingsnota dienen ook effectief in<br />

stedenbouwkundige voorschriften omgezet te worden (bouwdiepte beperken,<br />

aantal bouwlagen beperken in historische kern, geen grote bijgebouwen in de<br />

tuinzone, groenbuffer rondom de kleinhandelszone…)<br />

2058393000/hme 42 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


5.4.4 Conclusie<br />

5.5 Mens<br />

Vanuit de Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie zijn geen negatieve<br />

effecten te verwachten indien rekening gehouden wordt met de voorgestelde milderende<br />

maatregelen.<br />

In het hoofdstuk mens worden volgende deelaspecten besproken:<br />

5.5.1 Referentiesituatie<br />

- sociaalorganisatorische aspecten (wijzigingen in functies, organisatie ruimte)<br />

- mobiliteit (wijziging verkeersafwikkeling, parkeermogelijkheden)<br />

- hinder (licht-,lucht- en geluidshinder)<br />

Functies<br />

Nederzettingstructuur<br />

Het noordelijke deel van het <strong>plan</strong>gebied – de Molenstraat – maakt deel uit van het centrum<br />

van <strong>Reet</strong>. De bebouwing is vrij dicht: stroken rijwoningen, meergezinswoningen en een<br />

aantal vrijstaande villa’s of rijwoningen. De bebouwing bestaat doorgaans uit twee<br />

bouwlagen, enkele meergezinswoningen bestaan uit drie bouwlagen. Het oostelijke deel<br />

van deze weg (vanaf de KMO zone) vormt een echte centrumas en bevat meerdere<br />

functies die verweven zijn met de woonfunctie. Het gaat voornamelijk om handel en private<br />

diensten, een aantal KMO’s en een enkele horecazaak zijn ook aanwezig. Een zwaartepunt<br />

in deze functies wordt gevormd door de GB handelszaak en de aangrenzende<br />

bedrijfsruimte die momenteel te huur staat. Meer naar het westen toe is de bebouwing<br />

meer open en vinden we uitsluitend woonfunctie terug.<br />

De centrumas loopt door in de <strong>Rumst</strong>sestraat (omgeving van de kerk). De kerk en een<br />

aantal kleine arbeiderswoningen gelegen achter de Molenstraat behoren tot de<br />

cultuurhistorisch waardevolle dorpskern, enkele woningen zijn toegankelijk via de smalle<br />

(autovrije) Kerkelei die aftakt van de <strong>Rumst</strong>sestraat. Het meer zuidelijk gelegen woonlint<br />

aan de <strong>Rumst</strong>sestraat wordt op dit ogenblik verder afgewerkt met halfopen bebouwing (15<br />

woningen, goedgekeurd verkavelingsvergunning).<br />

Binnen de landbouwzone bevinden zich een aantal verspreide landbouwbedrijven, meestal<br />

gelegen buiten het <strong>plan</strong>gebied. De voormalige boerderij “Wolfshoeve”, betreft een<br />

historisch complex waarvan de westelijke schuur recent een nieuw metalen dak kreeg.<br />

Groen en open ruimte<br />

Drager van de open ruimte is hier in de eerste plaats de landbouw. Het betreft een<br />

aaneengesloten, weinig versnipperd landbouwgebied met verspreide bomen, houtkanten,<br />

bermen,… in de vorm van kleine landschapselementen. Een grotere concentratie aan<br />

landschapselementen is terug te vinden langsheen de Bosbeek, een biologisch waardevolle<br />

zone. De overgangszone tussen bebouwing en landbouwgebied is een kleinschalig gebied<br />

in gebruik als tuin, wordt gebruikt voor het kweken van (sier)<strong>plan</strong>ten of is deels verruigd.<br />

Mobiliteit<br />

Ontsluiting en parkeren<br />

De <strong>Rumst</strong>sestraat verbindt <strong>Reet</strong> met de kern <strong>Rumst</strong>, de Molenstraat geeft ontsluiting<br />

richting Boom en A12. Deze hoofdassen hebben een verbindingsfunctie voor de kern en de<br />

omliggende woongebieden. Parkeren gebeurt hoofdzakelijk langsheen de weg in het<br />

2058393000/hme 43 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


centrumgebied, de gedeelten met een meer open bebouwing hebben parkeerruimte op het<br />

perceel. Ter hoogte van de kerk bevindt zich een kleine parkeercluster. De Kerkelei, een<br />

steegje waaraan zich een aantal rijwoningen bevinden in 2 e lijn, is autovrij. Tot op heden<br />

zijn er geen parkeerproblemen gesignaleerd in het centrum. De parking aan de<br />

handelszone (Carrefour) voldoet aan de behoefte (+/- 80 parkeerplaatsen).<br />

Het agrarische gebied is ontsloten met tal van onverharde landwegen, er is echter beperkte<br />

mogelijkheid voor doorstroming van noord naar zuid (wegen lopen niet door, kruisen private<br />

erven,…) en de Bosbeek zelf is niet ontsloten.<br />

Figuur 5-14 indicatie <strong>plan</strong>gebied op de stratenatlas, google.be<br />

Openbaar vervoer<br />

<strong>Rumst</strong> centrum is ontsluitbaar via het openbaar vervoer. Onder meer volgende lijnbussen<br />

bedienen het centrum van <strong>Rumst</strong> (halte aan de kerk van <strong>Reet</strong>):<br />

• 132 Boom-Kontich-Lier<br />

• 501 Antwerpen Rijnkaai-Aartselaar-<strong>Rumst</strong><br />

• 502 Boom-Aartselaar-Rijnkaai<br />

• 508 Snelbus Schelle-Aartselaar-<strong>Rumst</strong>-Mechelen<br />

Fietsverkeer<br />

Om het fietsgebruik te stimuleren en te zorgen voor veilige fietsroutes is een provinciaal<br />

fietsroutenetwerk opgesteld. Dit netwerk bestaat uit de regionale hoofdfietsroutes voor<br />

utilitair verkeer (woonwerk/school verkeer) tussen centra van gemeenten, stations en<br />

tussen kernen en de centra van gemeenten. De aanwezige fietsvoorzieningen en<br />

knelpunten in fietsvoorzieningen op het netwerk (ontbrekende fietspaden en –stroken,<br />

gevaarlijke oversteeklocaties) zijn daarbij op kaart aangegeven.<br />

2058393000/hme 44 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Figuur 5-15: uitreksel provinciaal fietsroute<strong>plan</strong> (Provincie Antwerpen)<br />

Het <strong>plan</strong>gebied wordt geflankeerd door verschillende fietsroutes: langsheen de Molenstraat<br />

en de <strong>Rumst</strong>sestraat lopen functionele fietsroutes, de Kerremansstraat is geselecteerd als<br />

alternatieve functionele fietsroute.<br />

Buurtwegen<br />

De grenzen van het <strong>plan</strong>gebied worden bepaald door:<br />

- Chemin nr. 4 (<strong>Rumst</strong>sestraat)<br />

- Chemin nr. 5 (Molenstraat)<br />

Binnen het <strong>plan</strong>gebied bevinden zich de volgende buurtwegen:<br />

- Sentier nr. 29: zuidelijk deel is een bestaande landweg, vanaf de Wolfshoeve<br />

verhard (huidige Molenstraat) en buigt dan af naar het oosten waar het als de<br />

huidige ‘Kerkelei’ achter de woningen door loopt;<br />

- Sentier nr 50: Deel ten zuiden van de Bosbeek niet meer bestaande, vervolgens<br />

een landweg die ten oosten van zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s op de<br />

Molenstraat uitkomt<br />

2058393000/hme 45 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Figuur 5-16 afbakening <strong>plan</strong>gebied op buurtwegenatlas, bron Geoloket Atlas Buurtwegen Provincie.<br />

Veiligheid<br />

Binnen een straal van twee kilometer van het <strong>plan</strong>gebied bevinden zich geen Seveso<strong>plicht</strong>ige<br />

bedrijven. De dichtstbijzijnde hoogdrempelige Seveso-inrichting bevindt zich op ca.<br />

3,5 kilometer nl. Prayon te Puurs (fosforzuurfabriek). ODTH (opslag en overslagbedrijf) te<br />

<strong>Rumst</strong> ligt op ongeveer 2,2 kilometer van het <strong>plan</strong>gebied.<br />

5.5.2 Mogelijke effecten<br />

Impact op functies<br />

Één van de doelstellingen binnen het <strong>RUP</strong> is een verdere verdichting van het woonweefsel<br />

aan de Molenstraat-<strong>Rumst</strong>stestraat in goede banen te leiden. Er zouden nog maximaal een<br />

tiental woningen kunnen bijkomen. Aangezien <strong>Rumst</strong> geselecteerd is als hoofddorp worden<br />

de effecten op woon - en andere functies (handelsfuncties) globaal genomen dan ook<br />

positief beoordeeld. De gevolgen voor het landschapsbeeld werden besproken in hoofdstuk<br />

5.4.2.<br />

De ambachtenzone aan de Molenstraat zal verdwijnen en vervangen worden door een zone<br />

voor kleinhandel. Aangezien het gebied vandaag reeds deze functie vervult (Carrefour) is<br />

dit niet negatief te beoordelen. Wel dient er gewaakt te worden dat indien er<br />

kleinhandelszaken bijkomen, dat er voldoende parking op eigen terrein voorzien wordt om<br />

de parkeerbalans in de Molenstraat niet uit evenwicht te brengen.<br />

Het open achterliggende landbouwgebied wordt recreatief ontsloten (optimalisering van de<br />

fietspaden en wandelwegen) waardoor het recreatieve karakter van het <strong>plan</strong>gebied<br />

verhoogt.<br />

Er zijn geen gevolgen voor de hoofdfunctie van het <strong>plan</strong>gebied: het landbouwgebied blijft<br />

behouden. Ontwikkelingsmogelijkheden worden gericht op grondgebonden landbouw.<br />

Agrarische bedrijven dienen zich wel uit te bouwen aan de rand van het gebied. Dit is<br />

positief voor het open karakter van het landbouwgebied.<br />

2058393000/hme 46 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Mobiliteit<br />

Verkeersgeneratie en ontsluiting<br />

De uitbreiding van het woonweefsel (10-tal woningen) wordt niet van die aard ingeschat dat<br />

er gevolgen zouden zijn voor de ontsluiting van het centrum van <strong>Reet</strong>.<br />

De ondergrens van activiteiten/verkeersgeneratie (zoals opgenomen in de richtlijnen<br />

“Mober’s Vorm en Inhoud, uitgegeven door MOW) nl. 100 woningen met een<br />

voertuigequivalent van 25 pae/u, wordt niet overschreden waardoor er geen aanzienlijke<br />

effecten op het verkeer te verwachten zijn.<br />

Indien we uitgaan van de veronderstelling dat er in de kleinhandelszone een discountwinkel<br />

(cfr. de huidige supermarkt) bijkomt van ongeveer 278 m² (cfr. leegstaande loods die er nu<br />

staat), betekent dit een verkeersgeneratie van 241 motorvoertuigbewegingen per weekdag<br />

(klanten+personeel) en 2 vrachtwagens per dag (bron: CROW; verkeersgeneratie<br />

voorzieningen, kengetallen gemotoriseerd verkeer. Kengetallen discountsupermarkt).<br />

Bijkomend wordt het aantal kleinere leveringen (kleine vracht) geschat op een 10-tal per<br />

week. Verkeerspieken op een weekdag doen zich voor tussen 11u en 16u, op zaterdag<br />

tussen 11u en 12u. Zaterdag en de dag met langere openingstijd zijn de drukste dagen.<br />

Kengetallen van de CROW geven gemiddeld 8,9 klanten aan per m²<br />

winkelvloeroppervlakte. Voor de extra supermarkt zou dit betekenen dat er 1.975 klanten<br />

per week te verwachten zijn: gemiddeld rond de 300 van maandag t.e.m. donderdag, met<br />

vrijdag en zaterdag de drukste dagen: respectievelijk 414 en 355 klanten.<br />

De verkeersgeneratie van de huidige supermarkt wordt met diezelfde kengetallen berekend<br />

op 325 motorvoertuigbewegingen per dag.<br />

De totale verkeersgeneratie van deze twee supermarkten is niet gelijk aan de som van de<br />

verkeersgeneratie van de afzonderlijke supermarkten. 30% van het totaal aantal klanten<br />

bezoekt immers ook de andere supermarkt (op zaterdag is dit 50%).<br />

De uitbreiding van de huidige supermarkt of het vestigen van een nieuwe handelszaak in de<br />

kern van <strong>Reet</strong> betekent voor de Molenstraat wel meer verkeer maar gezien het beperkt<br />

aantal extra motorvoertuigbewegingen en de spreiding gedurende de dag, wordt dit niet als<br />

significant beschouwd. Wel moeten er voldoende parkeerplaatsen voorzien worden (zie<br />

milderende maatregelen).<br />

Parkeerbalans<br />

Er worden in het <strong>RUP</strong> verschillende functies opgenomen waarvoor parkeergelegenheid<br />

nodig is. Er zijn op dit moment voldoende parkings om de functies die het gebied vervult, op<br />

te vangen. In de toekomst komen er een tiental woningen bij. In de stedenbouwkundige<br />

voorschriften moet een bepaling opgenomen worden dat er parking moet voorzien worden<br />

op eigen terreinen om het openbaar domein te ontlasten. Gezien het beperkt aantal nieuwe<br />

woningen, zijn er dan geen effecten te verwachten op de parkeerbalans. Ook indien er in<br />

de zone voor kleinhandel extra handelszaken bijkomen, moet er in de stedenbouwkundige<br />

voorschriften voorwaarden opgelegd worden inzake parkeren op eigen domein.<br />

Openbaar vervoer<br />

Het <strong>plan</strong>gebied is goed ontsluitbaar via het openbaar vervoer. Er kan eveneens gebruik<br />

gemaakt worden van de belbus. Er worden geen effecten verwacht ten aanzien van de<br />

bereikbaarheid met het openbaar vervoer.<br />

2058393000/hme 47 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


Langzaam verkeer<br />

Een van de knelpunten waarmee men te kampen heeft binnen het <strong>plan</strong>gebied is dat<br />

bestaande trage wegen niet met elkaar verbonden zijn en vaak doodlopen waardoor het<br />

<strong>plan</strong>gebied niet optimaal ontsloten is voor het langzaam verkeer. Bestaande onverharde<br />

wegen zullen doorgetrokken worden en missing links worden gerealiseerd zodat er een<br />

netwerk ontstaat tussen de dorpskern en zijn omgeving. De Bosbeek zal een<br />

aanknopingspunt vormen voor de uitbouw van trage wegen langs de beekloop. Er zijn geen<br />

effecten op dit netwerk aangezien het behoud en optimalisatie ervan binnen het <strong>RUP</strong><br />

verzekerd wordt. De doorgankelijkheid van het gebied zal verbeteren wat positief te<br />

beoordelen is.<br />

Licht-, lucht- en geluidshinder<br />

Het <strong>RUP</strong> maakt een toename van het aantal bewoners mogelijk. We kunnen echter stellen<br />

dat de ontwikkeling van het <strong>RUP</strong> geen significante verkeersaantrekkende werking<br />

genereert waaruit een overschrijding van normen inzake NOx en fijn stof kan leiden. In<br />

dezelfde zin is een aanzienlijke toename van de geluidsimpact niet te verwachten.<br />

Aangezien de bestaande woningen binnen het <strong>plan</strong>gebied behouden blijven, dient rekening<br />

te worden gehouden met de impact van de nieuwe woningen ten aanzien van de huidige.<br />

Een groot (en vooral hoog) woonblok, wanneer deze niet goed is inge<strong>plan</strong>d, kan naast de<br />

visuele impact, ook een deel van de lichtinval en privacy wegnemen die de aangrenzende<br />

woningen voordien hadden. Het <strong>RUP</strong> voorziet hiertoe in de voorschriften een beperking in<br />

bouwhoogte, namelijk maximaal 3 aantal bouwlagen (behoudens tegenover de kerk, daar<br />

is maar 1 bouwlaag toegelaten ter bescherming van het historisch karakter van de<br />

dorpskern). Dit wordt positief beoordeeld op vlak van behoud van privacy.<br />

In het <strong>plan</strong>gebied kan verwacht worden dat er openbare verlichting wordt aangebracht.<br />

Daar het om een centrumgebied gaat, wordt geen specifieke hinder naar omwonenden toe<br />

verwacht. Er kan bijvoorbeeld nog in de stedenbouwkundige voorschriften van het <strong>RUP</strong><br />

opgenomen worden dat er verlichtingsarmaturen moeten voorzien worden die geen<br />

strooilicht veroorzaken.<br />

De in<strong>plan</strong>ting van het <strong>plan</strong>gebied in de kern van <strong>Rumst</strong> is vanuit duurzaam standpunt<br />

positief te beoordelen: de woningen zijn vlakbij winkels, scholen en openbare gebouwen<br />

gelegen.<br />

Veiligheid<br />

Aangezien er geen Seveso-inrichtingen binnen een afstand van twee km zijn gesitueerd en<br />

er geen overstromingszones voorkomen binnen het gebied, zijn er geen effecten op de<br />

veiligheid te verwachten.<br />

5.5.3 Milderende maatregelen<br />

5.5.4 Conclusie<br />

Vanuit de discipline Mens wordt volgende milderende maatregel voorgesteld:<br />

• parkeergelegenheid dient voorzien te worden op eigen terrein zowel voor de<br />

woonfunctie als voor de kleinhandelszone<br />

Vanuit de discipline Mens zijn geen significante milieueffecten te verwachten.<br />

2058393000/hme 48 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


5.6 Leemten in de kennis<br />

Er zijn niet onmiddellijk leemten vastgesteld die ervoor zorgen dat een effect niet kan<br />

worden beoordeeld.<br />

5.7 Grensoverschrijdende effecten<br />

Gezien de schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten kan<br />

geconcludeerd worden dat er geen gewest- of landsgrensoverschrijdende effecten zullen<br />

voorkomen.<br />

5.8 Discipline-overschrijdende conclusie onderzoek<br />

milieueffecten<br />

Gelet op de ligging van het <strong>plan</strong>gebied in de dorpskern van <strong>Reet</strong>, de maatregelen die reeds<br />

zijn of kunnen worden ingebed in het <strong>RUP</strong> en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten<br />

rekening houdend met deze maatregelen, wordt geconcludeerd dat er geen significant<br />

negatieve effecten zullen voorkomen n.a.v. het <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> centrum Zuid.<br />

Het <strong>RUP</strong>, dat voorwerp vormt van dit onderzoek tot milieueffectenrapportage, valt bijgevolg<br />

niet onder de <strong>plan</strong>-MER-<strong>plicht</strong> zoals voorzien in het <strong>plan</strong>-MER-decreet van 17/04/2007.<br />

2058393000/hme 49 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging


6 Bijlagen<br />

1. fotoreportage<br />

2. structuurschets<br />

3. <strong>plan</strong> bestaande toestand<br />

2058393000/hme 50 van 50<br />

<strong>Screening</strong> <strong>plan</strong>-<strong>Mer</strong>-<strong>plicht</strong> <strong>RUP</strong> <strong>Reet</strong> <strong>Centrum</strong>-Zuid te <strong>Rumst</strong>: verzoek tot raadpleging

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!