Amerikaanse verkiezingen - Spil
Amerikaanse verkiezingen - Spil
Amerikaanse verkiezingen - Spil
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Debat<br />
Leidsch Politicologisch Magazine<br />
Jaargang 21 | Nummer 1 | Maart 2008<br />
TNT Post<br />
Port betaald<br />
<strong>Amerikaanse</strong> <strong>verkiezingen</strong><br />
On Campaign!<br />
De kandidaten<br />
Stemwijzers<br />
Memo aan de nieuwe president
Boekentips<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
(advertentie)<br />
Barack Obama<br />
De herovering van de <strong>Amerikaanse</strong> droom<br />
ISBN: 9789045000886<br />
€ 19,95 euro<br />
De herovering van de <strong>Amerikaanse</strong> droom geeft een uniek kijkje in de <strong>Amerikaanse</strong><br />
politiek en de invloed daarvan op het dagelijks leven, en weerspiegelt de hoopvolle<br />
levensfilosofie van de man die de volgende president van de Verenigde Staten zou<br />
kunnen worden.<br />
Madeleine Albright<br />
Memo aan de nieuwe president<br />
ISBN: 9789026321481<br />
€ 19,95<br />
In een in memostijl geschreven reeks berichten aan de nieuwe president, schetst<br />
voormalig minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright de uitdagingen die hem<br />
of haar staan te wachten. Meer dan in haar eerdere boeken spreekt Albright vrijuit en<br />
kritisch over het presidentschap van Bush en blikt ze vooruit naar de toekomst van een<br />
Amerika dat weer een leidende, opbouwende en vredestichtende rol kan spelen.<br />
Hillary Rodham Clinton<br />
Mijn visie<br />
ISBN: 9789069749082<br />
€ 18,95<br />
Het welzijn van kinderen houdt Hillary Clinton al vijfendertig jaar bezig. Haar werk<br />
als advocaat, first lady en senator heeft haar ervan overtuigd dat de hele samenleving<br />
verantwoordelijk is voor het opvoeden van kinderen. Mijn visie was tien jaar geleden een<br />
grote bestseller in VS. In deze uitgebreide editie, met een actueel voorwoord van de<br />
auteur, vertelt Clinton hoe de maatschappij de afgelopen tien jaar is veranderd. Over<br />
wat ten goede is veranderd, maar ook wat er in haar visie nog beter kan.<br />
Joep Bertrams<br />
Meer zeer Politieke prenten 2007<br />
ISBN: 9789078753100<br />
€ 9,95 euro<br />
Joep Bertrams is bekend van zijn spotprenten voor het dagblad Parool en het televisieprogramma<br />
Nova. In dit boek geeft hij het jaar 2007 op zijn eigen wijze weer.
REDACTIONEEL<br />
<strong>Amerikaanse</strong> Verkiezingen<br />
Op 4 november dit jaar vinden de <strong>Amerikaanse</strong><br />
presidents<strong>verkiezingen</strong> plaats. Op die dag zal de opvolger<br />
van president George W. Bush moeten worden gekozen.<br />
Acht jaar regeerde hij over de Verenigde Staten, waarmee<br />
hij eveneens een grote stempel drukte op de internationale<br />
betrekkingen. Hij werd binnen en buiten de Verenigde<br />
Staten zowel geroemd als verguisd, maar één ding is<br />
zeker: het buitenlandse beleid van zijn regering heeft een<br />
ongekende weerslag op de internationale betrekkingen<br />
gehad. De aanslagen van 11 september werden, tot lang<br />
niet ieders genoegen, door hem aangegrepen om de<br />
wereld veiliger te maken. Oorlogen in Afghanistan en Irak<br />
volgden, waarmee de Verenigde Staten de woede van velen<br />
op de hals haalden. Of de wereld door deze militaire acties<br />
daadwerkelijk veiliger is geworden, valt te betwisten.<br />
Maar in dit nummer van Debat zal geen evaluatie<br />
worden gemaakt van het presidentschap van Bush<br />
of waardeoordeel worden gegeven over zijn beleid.<br />
Integendeel, we laten de huidige <strong>Amerikaanse</strong> politiek<br />
achter ons en volgen de aanloop naar de <strong>verkiezingen</strong>. De<br />
kandidaten, hun campagnes en hun nominaties worden<br />
belicht en er wordt zelfs vooruitgeblikt naar de periode<br />
na de <strong>verkiezingen</strong>. Zo wacht de nieuwe president zeer<br />
veel werk om de vrede in de wereld te kunnen herstellen<br />
en de wereld een betere plek te maken.<br />
Voorlopig is het nu nog te vroeg om te speculeren wie<br />
zich na 4 november de nieuwe president van de Verenigde<br />
Staten mag noemen en deze bijbehorende taken op zich zal<br />
nemen. De twee kandidaten die het tegen elkaar moeten<br />
opnemen in de strijd om de ‘machtigste functie in de<br />
wereld’ zijn niet eens definitief bekend. Toch speelt nu<br />
al de vraag of de nieuwe president een breuk wil en kan<br />
vormen met de afgelopen acht jaar. Zijn Amerikanen echt<br />
klaar voor een dergelijke verandering? De Democratische<br />
kandidaten Hillary Clinton en Barack Obama voeren<br />
campagne onder het motto verandering, maar slechts de<br />
tijd zal ons leren of de Verenigde Staten wel klaar zijn<br />
voor een breuk met een periode van ruim 200 jaar blanke<br />
mannen in het Witte Huis.<br />
Elsa Schrier<br />
Eindredactrice<br />
Colofon<br />
Het Leids politicologisch magazine<br />
Debat wordt vijf keer per jaar uitgegeven<br />
door de Studievereniging voor<br />
Politicologen In Leiden (SPIL).<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
Hoofdredactie<br />
Elsa Schrier<br />
Eindredactie<br />
Elsa Schrier<br />
Aan deze uitgave werkten mee<br />
Saskia Rademaker, Jessica Kelder,<br />
Paul Driessen, Femke Eekhof, Paul<br />
Timmermans, Rypke Bakker, Gijs<br />
de Jong, René Schmitt, Eva Schram,<br />
Jelle Verhoef, Marije Scheperman, Ilse<br />
Zeemeijer, Minke van Velzen en Ries<br />
Kamphof<br />
Druk & Oplage<br />
550 exemplaren<br />
Duineveld Drukkerij<br />
Contactgegevens redactie<br />
SPIL, t.a.v. Debat<br />
Wassenaarseweg 52, SB09,<br />
2333 AK Leiden<br />
Tel. 071-5273872<br />
www.spilplaats.nl<br />
spil@fsw.leidenuniv.nl<br />
elsaschrier@hotmail.com<br />
Abonnementen<br />
Leden van de SPIL: gratis<br />
Niet-leden: 16 euro per jaar<br />
Deadline volgende uitgave<br />
april 2008
Nieuw bericht<br />
(advertentie)<br />
Nieuwe Rijn 19<br />
Leiden<br />
071-5125370<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
(advertentie)<br />
(advertentie)<br />
Café ‘t Keizertje<br />
Maandag 15.30 uur - 01.00 uur<br />
Dinsdag 15.30 uur - 01.00 uur<br />
Woensdag 15.30 uur - 01.00 uur<br />
Donderdag 15.30 uur - 01.00 uur<br />
Vrijdag 15.30 uur - 02.00 uur<br />
Zaterdag 15.30 uur - 02.00 uur<br />
Zondag 15.30 uur - 01.00 uur
6<br />
8<br />
10<br />
12<br />
14<br />
16<br />
17<br />
20<br />
22<br />
24<br />
25<br />
26<br />
28<br />
31<br />
Inhoudsopgave<br />
On Campaign!<br />
Ilse Zeemeijer<br />
De kandidaten<br />
Rypke Bakker en Paul Driessen<br />
Welke stemwijzer kies jij?<br />
Jessica Kelder<br />
Memo aan de nieuwe president<br />
Marije Scheperman<br />
Het vrouwelijk brein achter de president<br />
Femke Eekhof<br />
Super (Duper) Tuesday schept weinig duidelijkheid<br />
Eva Schram<br />
Democratisch gehalte van de caucus hoger dan ooit<br />
Paul Timmermans<br />
Polemiek<br />
De Gaypride: een nieuw Suikerfeest?<br />
Vliegenval Uruzgan<br />
Jelle Verhoef<br />
De oorzaak van de kloof<br />
Gijs de Jong<br />
Vrije Slag<br />
Israël-Palestina conflict: realiteit aan de grond<br />
Arjen van Driel Kluit<br />
Cultureel verval en psychische constitutie<br />
René Schmitt<br />
‘Derde Kamer moeilijk serieus te nemen’<br />
Laura Bianchi<br />
34 Real Madrid<br />
Minke van Velzen<br />
37<br />
38<br />
De grote kleine feiten quiz<br />
Repliek<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
20<br />
26<br />
22<br />
26<br />
34<br />
1
I<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
On Campaign!<br />
Door Ilse Zeemeijer<br />
‘His Days are Numbered’ kopt de ‘George W. Bush Out of Office Countdown<br />
Boxed Calendar.’ 4 November is het dan ook echt zover: Amerika<br />
kiest voor de 44 ste keer een nieuwe president. De politieke campagnes<br />
draaien al enige tijd op volle toeren en de presidentskandidaten zelf<br />
maken overuren. Niet zonder reden. Campagne voeren wordt gezien als<br />
één van de belangrijkste manieren om de publieke opinie te beïnvloeden.<br />
n de eerste 160 jaar van<br />
de republiek kozen presidentskandidaten<br />
alleen sporadisch<br />
voor een echte politieke campagne.<br />
Het was traditie om thuis te blijven.<br />
Het echte campagnevoeren werd<br />
wel overgelaten aan plaatsvervangende<br />
sprekers en partijbestuurders.<br />
Voor je het wist, kwam je<br />
over als iemand die net iets te graag<br />
president wilde worden en dat was<br />
eigenlijk ‘not done.’ Bovendien zou<br />
het je status kunnen aantasten en<br />
daar zat niemand op te wachten.<br />
Toch dachten natuurlijk niet alle<br />
presidentskandidaten er zo over.<br />
Zo toerde James G. Blaine in 1884<br />
wel zes weken door het land en<br />
hield maar liefst vierhonderd korte<br />
speeches. Maar de echte ‘frontrunners’<br />
vonden dat een persoonlijke<br />
tour door het land nauwelijks iets<br />
opleverde, dat was meer iets voor<br />
de ‘underdogs.’<br />
‘Rose Garden Strategy’<br />
De eerste echte moderne campagne<br />
vond plaats in 1960, toen zowel<br />
vice-president Richard Nixon als<br />
Senator Kennedy eind augustus het<br />
land in gingen tot aan de dag van<br />
de nationale <strong>verkiezingen</strong>. Sinds<br />
die tijd heeft alleen Gerald Ford<br />
in 1976 een andere campagne gevoerd.<br />
Deze strategie werd bekend<br />
onder de naam: ‘Rose Garden strategy.’<br />
In plaats van een campagne<br />
door het hele land bleef hij liever<br />
in het Witte Huis. Ronald Reagan<br />
en Bill Clinton gebruikten varianten<br />
van deze strategie in 1984 en<br />
1996, maar bleven wel de actieve<br />
campagneschema’s aanhouden<br />
van 1 september tot aan ‘Election<br />
Day.’<br />
‘Get Out To Vote!’<br />
Door persoonlijk campagne te<br />
voeren, ontwikkelen presidentskandidaten<br />
een imago dat veel<br />
kiezers kan aantrekken. Internet<br />
speelt daarbij een zeer grote rol.<br />
Zo maakte Hillary Clinton haar<br />
nominatie bekend via Internet en<br />
is ze de eerste presidentskandidaat<br />
die live te zien was in een ‘virtuele<br />
town-hallmeeting.’ Vanuit New<br />
York beantwoordde ze live vragen<br />
van groepen Democraten die zich<br />
in elke staatshoofdstad hadden<br />
verzameld. Ook surfers konden<br />
hun vragen doorsturen. Het geheel<br />
werd nationaal uitgezonden op de<br />
tv en Internet. En wat te denken<br />
van de ‘Get Out To Vote’ campagne?<br />
Ruim tweehonderd mensen<br />
van haar campagneteam bellen<br />
burgers op met de vraag of ze al<br />
gestemd hebben en zo ja op wie.<br />
Voor wie nog niet heeft gestemd is<br />
er een persoonlijke boodschap van<br />
Hillary, waarin ze haar programma<br />
nog eens kort samenvat.<br />
Donaties: ongekend<br />
De potentiële invloed van de cam-<br />
pagnes van de presidentskandidaten<br />
is nog nooit groter geweest.<br />
Naast dat de kandidaten veelvuldig<br />
gebruik maken van de media,<br />
speelt ook het ongekende niveau<br />
van donaties een grote rol. Het<br />
opgehaalde bedrag van alle kandidaten<br />
bestaat voor zo’n 90% uit<br />
particuliere giften. De kandidaten<br />
voor de presidents<strong>verkiezingen</strong><br />
hebben samen meer dan een half<br />
miljard dollar opgehaald in 2007.<br />
Hillary Clinton staat met een totaal<br />
van maar liefst 118.3 miljoen<br />
dollar bovenaan. Barack Obama<br />
staat op nummer twee met 103.8<br />
miljoen dollar. McCain moet het<br />
doen met een zesde plaats en heeft<br />
tot nu toe 42,1 miljoen dollar binnengehaald.<br />
Toch zijn deze bedragen<br />
geen voorspelling voor wie er<br />
uiteindelijk in het Witte Huis komt.<br />
Mitt Romney, Rudy Guilliani en<br />
John Edwards, respectievelijk de<br />
nummers drie, vier en vijf zijn al<br />
uit de race. Obama heeft in januari<br />
van dit jaar meer opgehaald dan<br />
Clinton (32 miljoen tegenover 13,5<br />
miljoen dollar) en kan daardoor<br />
intensiever adverteren in Texas en<br />
Ohio, de twee staten die op 4 maart<br />
naar de stembus gaan.<br />
Strijd vs. ‘love fest’<br />
De Washington Post schreef dat Barack<br />
Obama niet alleen qua geld<br />
Hillary Clinton voorbij aan het<br />
streven is, ook de kiezers uit haar
Hillary Clinton en Barack Obama tijdens een televisiedebat (AP)<br />
traditionele achterban (werkende<br />
klasse, vrouwen, ouderen en blanke<br />
Amerikanen) zouden steeds meer<br />
voor Obama zijn. Werd de strijd<br />
tussen Obama en Clinton eerst nog<br />
omschreven als soort ‘love fest’<br />
met een voorzichtige inhoudelijke<br />
discussie en veel schouderklopjes,<br />
nu het steeds meer een nek-aannek<br />
race wordt, is ook de sfeer<br />
vijandiger. Zo opende Clinton de<br />
aanval op Obama met een eerste<br />
negatieve campagnespot, waarin ze<br />
Obama bekritiseert omdat hij weigert<br />
aan een debat deel te nemen.<br />
Bovendien vindt ze de verschillen<br />
tussen haar en Obama erg groot:<br />
‘I am in the solutions business. My<br />
opponent is in the promises business.’<br />
Het campagne team van Barack<br />
Obama zit echter ook niet stil. Nadat<br />
bekend werd dat Hillary na tegenvallende<br />
resultaten een nieuwe<br />
campagne manager aannam en zelf<br />
5 miljoen dollar in haar campagne<br />
investeerde, zei David Plouffe, de<br />
campagnemanager van Obama:<br />
‘Mrs. Clinton can’t become the Democratic<br />
nominee without winning<br />
every remaining contest in ‘blowout<br />
form. Even the most creative math<br />
won’t get her there.’ Alan Patricoff,<br />
één van Clintons grote financiers,<br />
meent dat alle ophef over de veranderende<br />
staf en het gebruiken<br />
van eigen geld juist een positief<br />
‘turning point’ kan zijn in de campagne.<br />
‘People see what a fighter<br />
Hillary is and want to help her<br />
come back’. Dit zagen we al bij<br />
John McCain. Vorige zomer ontsloeg<br />
ook hij mensen uit zijn staf<br />
toen zijn kandidaatschap er niet zo<br />
goed voor stond. Nu is hij de Republikeinse<br />
‘frontrunner.’<br />
Heeft het zin?<br />
Alle felle campagnes ten spijt is het<br />
nog maar de vraag of het eigenlijk<br />
wel zinvol is. Hebben verkiezingscampagnes<br />
eigenlijk wel effect op<br />
de uiteindelijke uitslag? Daar is het<br />
de kandidaten immers allemaal om<br />
te doen. Wetenschappers zijn hier<br />
nog niet over uit. Er zijn kort samengevat<br />
drie opvattingen. Sommigen<br />
menen dat de uitvoering van<br />
de campagne bepalend is voor de<br />
verkiezingsuitslag. Anderen vinden<br />
juist dat verkiezingscampagnes wel<br />
een rol spelen, maar alleen om de<br />
kiezer te sturen in een al lang van<br />
te voren verwachte mening. Deze<br />
mening is dan bovendien al in het<br />
voordeel van de betreffende kandidaat.<br />
De derde benadering stelt<br />
dat de uitslag al veel eerder wordt<br />
bepaald, zelfs al voor de officiële<br />
campagne begint. De campagne<br />
zelf heeft uiteindelijk maar weinig<br />
effect.<br />
Er is dus onenigheid over de vraag<br />
in hoeverre verkiezingscampagnes<br />
‘true preferences’ veroorzaken of<br />
juist veranderen. Over één ding zijn<br />
ze het wel eens. Campagne voeren<br />
maakt wel uit in de zin dat het ontbreken<br />
van een politieke campagne<br />
zal zorgen voor een andere uitslag<br />
dan de modellen voorspellen.<br />
Feit is dat de middelen die worden<br />
besteedt aan de politieke campagnes<br />
in de Verenigde Staten zeer<br />
groot zijn en met elke nieuwe verkiezing<br />
groeien. Door het gebruik<br />
van Internet en andere media kan<br />
een steeds groter publiek worden<br />
bereikt en is het voeren van een<br />
politieke campagne een nieuwe<br />
richting ingeslagen. De heersende<br />
opvatting onder politici en kiezers<br />
is dat campagnes vaak de <strong>verkiezingen</strong><br />
bepalen en dus zeer belangrijk<br />
zijn. Waren presidentskandidaten<br />
vroeger nog bang dat ze over zouden<br />
komen als iemand die te graag<br />
president wilde worden, nu halen<br />
kandidaten werkelijk alles uit de<br />
kast om maar te laten zien dat zij<br />
écht DE meest geschikte persoon<br />
zijn voor het Witte Huis. Dat was<br />
vroeger dus echt ‘not done’… <br />
Bronnen:<br />
- Althaus, S.L., Nardulli, P.F. and Shaw,<br />
D.R. (2002) ‘Candidate Appearances in<br />
Presidential Elections, 1972 – 2000) in<br />
Political Communication, 19: 49-72<br />
- Open Secrets, http://www.opensecrets.org<br />
- Shaw, D. R. and Roberts, B.E. (2000)<br />
‘Campaign Events, the Media and<br />
the Prospects of Victory: the 1992<br />
and 1996 US Presidential Elections’<br />
in British Journal of Political Science, 30:<br />
259-289<br />
- Wlezien, C. And Erikson, R.S. (2002)<br />
‘The Timeline of Presidential Election<br />
Campaigns’ in The Journal of Politics,<br />
64(4): 969-993<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
<br />
B r
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
De kandidaten<br />
Door Paul Driessen en Rypke Bakker<br />
Om wie draait het nu eigenlijk nog in de strijd om het president- presidentschap?<br />
De strijd om het kandidaatschap is bij de Republikeinen zo goed als<br />
beslist. Alleen John McCain lijkt vanuit deze partij een gooi naar het presidentschap<br />
te mogen doen. Bij de Democraten is nog niets zeker. Barack Obama en<br />
Hillary Clinton hebben beiden goede kansen. De namen van de kanshebbers<br />
zijn dus bekend, maar wie zijn zij eigenlijk?<br />
John McCain; oude oorlogsheld<br />
Dat bij de <strong>Amerikaanse</strong> presidents<strong>verkiezingen</strong> van<br />
2008 John McCain de Republikeinse kandidaat zal<br />
zijn, is inmiddels zo goed als zeker. Concurrenten<br />
Rudy Giuliani en Mitt Romney zijn immers al uit de<br />
race gestapt en zijn enige overgebleven rivaal, Mike<br />
Huckabee, staat op een ruime achterstand.<br />
John Sidney McCain werd geboren op 29 augustus<br />
1936. Mocht hij president worden, zal hij dus aan het<br />
begin van zijn ambt 72 jaar oud zijn. McCain zal dus in<br />
ieder geval tot zijn 76 e moeten doorregeren en bij een<br />
eventuele herverkiezing verlaat hij pas op zijn 80 e het<br />
Witte Huis. Volgt McCain George W. Bush op, dan<br />
doet hij dat als de oudst gekozen president ooit. Hij<br />
is dan bijna een jaar ouder dan Ronald Reagan was in<br />
1980.<br />
Geboren op een <strong>Amerikaanse</strong> legerbasis bij het Panama<br />
Kanaal was John McCain voorbestemd voor<br />
een militaire loopbaan. Zijn vader en opa waren admiraal<br />
bij de <strong>Amerikaanse</strong> marine en de jonge John kiest<br />
eveneens voor een opleiding aan de academie van de<br />
marine. In 1958 studeert hij af, waarna McCain aan<br />
de slag gaat als gevechtspiloot op vliegdekschepen.<br />
Tijdens de Vietnamoorlog wordt hij neergeschoten<br />
waarna hij vijf en een half jaar krijgsgevangen wordt<br />
gehouden door de VietCong. De sporen van de vliegtuigcrash,<br />
waarbij de McCain beide armen en benen<br />
brak, en de slechte medische zorg na afloop, zijn nog<br />
altijd zichtbaar bij de huidige Republikeinse kandidaat.<br />
Tot op de dag van vandaag kan McCain zijn armen<br />
namelijk niet boven zijn schouders uit tillen. De jaren<br />
in krijgsgevangenschap, waarbij McCain verscheidene<br />
malen is gefolterd maar vrijlating weigert totdat de militairen<br />
die voor hem waren opgepakt op vrije voeten<br />
waren, zorgen ervoor dat hij sinds zijn thuiskomst in<br />
1973 gezien wordt als oorlogsheld. Dit etiket werkt<br />
uiteraard niet tegen in zijn huidige strijd om het presidentschap.<br />
In 1981 verlaat McCain de marine om zich te richten<br />
op een carrière in de politiek. Die stap leidt er toe<br />
dat hij een jaar later wordt verkozen in het Huis van<br />
Afgevaardigden van de staat Arizona. Vier jaar later,<br />
in 1986, wordt McCain gekozen in de <strong>Amerikaanse</strong><br />
Senaat, dienend als senator van diezelfde staat. Hij<br />
volgde daar de conservatieve icoon Barry Goldwater<br />
op. McCain koos duidelijk een ander lijn dan zijn<br />
voorganger. Hij was meerdere malen bereid samen te<br />
werken met de Democraten. Veel van de harde Republikeinen,<br />
die het de afgelopen jaren onder Bush voor<br />
het zeggen hadden, moeten weinig hebben van zijn<br />
pragmatische inslag. Maar wellicht dat zij McCain zijn<br />
gematigde standpunten vergeven als hij er veel stemmen<br />
van Democraten mee binnen weet te slepen.<br />
McCain staat verder bekend als een eerlijke spreker.<br />
Hij vertelt altijd de waarheid, ook al is dat politiek gezien<br />
niet altijd de beste oplossing. Die houding kostte<br />
hem van de zomer nog bijna zijn nominatie voor de<br />
Republikeinen doordat zijn campagne nagenoeg failliet<br />
was. Sommige topadviseurs werkten tijdelijk gratis,<br />
terwijl anderen de overstap maakten naar concurrent<br />
Mitt Romney. Vlak voor de eerste voor<strong>verkiezingen</strong><br />
hervond de als eerlijk, strijdlustig en nonchalant omschreven<br />
John McCain zich echter. In een veld waarin<br />
geen van de andere kandidaten de conservatieve Republikeinen<br />
echt aansprak, werd de man die acht jaar<br />
geleden ook al meedeed aan de voor<strong>verkiezingen</strong><br />
plotseling het meest geschikt geacht voor de Republikeinse<br />
nominatie. In 2000 moest hij nog zijn meerdere<br />
erkennen in George W. Bush, de man die hem nu impliciet<br />
zijn steun heeft gegeven door hem in een televisie-interview<br />
een ware conservatief te noemen.
Barack Obama: Change We Can Believe In Hillary Clinton: Ready for change!<br />
Enkele jaren geleden was Obama een vrij onbekend<br />
senator in Illinois. Hij werd bekend bij het grote publiek<br />
door zijn toespraak tijdens Democratische Nationale<br />
Conventie in 2004. Sindsdien is hij een rijzende<br />
ster in de <strong>Amerikaanse</strong> politiek. Hij weet met zijn oproep<br />
tot verandering een groot deel van het electoraat<br />
aan te spreken.<br />
Jeugd in Hawaii en Jakarta<br />
Barack Obama werd op 4 augustus 1961 geboren in<br />
Honululu, Hawaii. Hij was het kind van een blanke<br />
vrouw uit Kansas en een buitenlandse student uit Kenia.<br />
Beide ouders studeerden aan de Universiteit van<br />
Hawaii. Toen Obama twee was, scheidden zijn ouders.<br />
Hij bracht enkele jaren door in Jakarta, voordat hij terugkeerde<br />
naar Hawaii.<br />
Aanloop naar de politiek<br />
In 1983 studeerde hij af in de Internationale Betrekkingen<br />
aan de prestigieuze Columbia-Universiteit.<br />
Daarna ging Obama in arme buurten van Chicago<br />
werken als “community organizer.” Hierbij realiseerde<br />
hij zich dat als hij echt mensen wilde helpen, hij zou<br />
moeten doordringen in de <strong>Amerikaanse</strong> politiek. Hij<br />
besloot weer te gaan studeren, deze keer rechten aan<br />
Harvard. In die tijd ontmoette en trouwde hij ook met<br />
Michelle Robinson.<br />
Politieke carrière<br />
Na te zijn afgestudeerd aan Harvard, werkte hij een<br />
tijdje als advocaat in Chicago. Daarna stelde hij zich<br />
kandidaat als senator voor de Senaat van Illinois. Hij<br />
werd gekozen en was acht jaar lang senator en gaf<br />
tegelijkertijd les aan de Universiteit van Chicago. In<br />
2004 werd hij met 70% van de stemmen gekozen als<br />
enige Afro-<strong>Amerikaanse</strong> senaatslid. Als senator hield<br />
hij zich vooral bezig met buitenlands beleid, gezondheidszorg,<br />
onderwijs en immigratie.<br />
Race om de Democratische nominatie<br />
Na de eerste democratische voor<strong>verkiezingen</strong> werd<br />
het al snel duidelijk dat de race tussen Obama en Clinton<br />
zo gaan. Obama is vooral populair, omdat hij staat<br />
voor een duidelijke breuk met de politieke koers van<br />
George W. Bush. Hij is jong en staat voor verandering.<br />
Hij is erg populair bij jongeren en hoogopgeleiden.<br />
Ook was hij al vanaf het begin al tegen de Irak-oorlog.<br />
Tegenstanders vinden dat hij erg vaag doet over<br />
zijn standpunten en het vooral moet hebben van zijn<br />
imago. Of dit imago hem de democratische nominatie<br />
zal bezorgen, zal de komende tijd duidelijk worden.<br />
Clinton kreeg bekendheid als First Lady tijdens het<br />
presidentschapvan haar man Bill. Zelf had zij al veel<br />
langer politieke ambities en nu grijpt zij de kans om de<br />
eerste vrouwelijke president van de Verenigde Staten<br />
te worden.<br />
Jeugd in Illinois<br />
Clinton werd op 26 oktober 1947 geboren in Chicago,<br />
Illinois. Haar vader werkte in de textielindustrie, haar<br />
moeder was huisvrouw. Ze groeide op in een conservatief<br />
millieu en steunde in haar jeugdjaren de republiekeinen.<br />
Ze was al erg vroeg bezig met zaken als sociale<br />
ongelijkheid en burgerrechten. In 1962 ontmoette ze<br />
Martin Luther King; deze ontmoeting maakte grote<br />
indruk op haar.<br />
Aanloop naar de politiek<br />
Clinton studeerde eerst politieke wetenschappen aan<br />
Wellesley College, en vervolgens rechten aan Yale. Ze<br />
keerde de Republiekeinse partij de rug toe en werd<br />
Democrate. In die tijd ontmoette ze Bill Clinton, die<br />
ook student was aan Yale. Na haar studie ging ze werken<br />
als advocaat, waarbij ze zich vooral bezig hield<br />
met kinder- en gezinsrecht.<br />
De vrouw van<br />
In 1978 werd Bill Clinton gekozen tot Gouverneur<br />
van Arkansas. Dat zou hij met een onderbreking van<br />
twee jaar blijven tot 1992. Zij werkte in die tijd als advocaat<br />
en was nog steeds erg betrokken bij het kinder-<br />
en gezinsrecht. In 1980 werd dochter Chelsea Clinton<br />
geboren, het enige kind van het stel. Na de presidents<strong>verkiezingen</strong><br />
van 1992 werd Bill president en Hillary<br />
zijn First Lady, waarbij ze erg erg betrokken was bij de<br />
politiek van haar man.<br />
Politiek Carrière<br />
Tegen het einde van haar periode als First Lady besloot<br />
ze zich the nomineren voor de verkiezing van één van<br />
de senatoren van de staat New York. Ze won deze verkiezing<br />
en kwam in de <strong>Amerikaanse</strong> senaat. Daar hield<br />
ze zich vooral bezig met veiligheidsbeleid, onderwijs,<br />
gezondheidszorg en werkgelegenheid.<br />
Race om de Democratische nominatie<br />
Clinton wil de middenklasse ondersteunen, die is onlangs<br />
nog getroffen door de hypotheekcrisis. Verder<br />
wil ze iedere dat iedere Amerikaan een gezondheidszorgverzekering<br />
krijgt. Ze is ook erg populair door<br />
haar man en haar politieke ervaring. Of ze hiermee<br />
Obama kan verslaan, zal de toekomst ons leren. <br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1
D<br />
10<br />
Welke stemwijzer kies jij?<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
Door Jessica Kelder<br />
Nog nooit waren onze ogen zó op de <strong>verkiezingen</strong> van de Verenigde Staten<br />
gericht. Iedereen volgt zijn of haar favoriete kandidaat en wacht met spanning<br />
af wie de nieuwe president zal worden. Naar wie zijn of haar voorkeur<br />
uitgaat, is voor sommigen heel duidelijk. Gelukkig is er voor iedereen die het<br />
nog niet zo zeker weet een stemwijzer. Via een vragenlijst komt de kandidaat<br />
met wie jij je het meest identificeert eruit. Maar wat als de stemwijzer bepalend<br />
is voor jouw definitieve keuze? Welke stemwijzer kies je dan?<br />
at nodigde uit voor een<br />
klein onderzoek tussen twee<br />
grote stemwijzers. Het gaat hier<br />
om www.stemwijzer.nl en www.<br />
kieskompas.nl. Op kieskompas.<br />
nl vind je een stemwijzer, speciaal<br />
ontwikkeld voor de <strong>Amerikaanse</strong><br />
<strong>verkiezingen</strong>. Dit gebeurde op verzoek<br />
van de dagbladen De Volkskrant<br />
en DAG, televisieprogramma<br />
Netwerk en MTV Cool Politics. Op<br />
stemwijzer.nl, vooral bekend van<br />
de stemwijzer voor onze eigen<br />
<strong>verkiezingen</strong>, gebeurde hetzelfde,<br />
maar dan verzorgd door het Instituut<br />
voor Publiek en Politiek (IPP), in<br />
samenwerking met televisieprogramma<br />
EenVandaag. Allebei de<br />
sites zijn ruim bezocht en ook ik<br />
besloot om eens te kijken wat mijn<br />
favoriete kandidaat is. Interessant<br />
is dat er bij beide stemwijzers een<br />
andere kandidaat uit kwam.<br />
Stemwijzers en hun methode<br />
Op kieskompas.nl vind je een enquête<br />
bestaande uit 36 stellingen.<br />
Deze stellingen zijn opgedeeld in<br />
12 thema’s, waarbij je per thema 3<br />
stellingen hebt. De thema’s betreffen<br />
de onderwerpen waar het om<br />
draait bij de <strong>verkiezingen</strong>. Te denken<br />
valt aan de oorlog met Irak, het<br />
zorgstelsel, de strijd tegen terrorisme<br />
en ethische kwesties als abortus<br />
en het homohuwelijk. Per vraag<br />
kan je aangeven in hoeverre je het<br />
eens bent met een stelling (helemaal<br />
mee eens, mee eens, neutraal,<br />
niet mee eens en helemaal niet mee<br />
eens). Als je het echt niet weet, kun<br />
je ook aangeven dat je geen mening<br />
hebt. De standpunten van de kandidaten<br />
zijn getoetst aan deze stellingen<br />
en vervolgens worden jouw<br />
antwoorden vergeleken met die<br />
van hen. Zo rolt je favoriet eruit.<br />
Stemwijzer.nl heeft een iets ander<br />
systeem. De thema’s zijn verdeeld<br />
over 25 stellingen. Hierbij zijn het<br />
aantal stellingen per thema niet<br />
gelijk verdeeld. Zo heeft de oorlog<br />
met Irak twee stellingen en zijn er<br />
drie stellingen gewijd aan de gezondheidszorg.<br />
Je opvatting per<br />
stelling kan zijn: eens, oneens of<br />
weet niet. Als je alle stellingen hebt<br />
ingevuld, kan je nog extra gewicht<br />
geven aan thema’s die jij extra belangrijk<br />
vindt. Tot slot komt je favoriete<br />
kandidaat er uit.<br />
Invullen<br />
Het lastige bij stemwijzers invullen<br />
is dat er altijd stellingen zijn<br />
die gaan over dingen waar je niet<br />
zoveel verstand van hebt. Gelukkig<br />
bestaan er de opties ‘neutraal’,<br />
‘geen mening’ en ‘weet niet.’ Om te<br />
voorkomen dat mijn antwoorden<br />
per stemwijzer anders zouden zijn,<br />
heb ik bij de vragen waarvan ik het<br />
antwoord eigenlijk niet zo goed<br />
wist, gekozen voor één van deze<br />
opties. Ik heb dus overal dezelfdeof<br />
vergelijkbare antwoorden gegeven,<br />
maar kreeg bij de twee stemwijzers<br />
een andere uitslag. Waar ligt dit<br />
aan?<br />
De stellingen<br />
Er zijn een aantal redenen waarom<br />
er verschillende kandidaten uitkomen.<br />
Wat een grote invloed heeft<br />
zijn de stellingen. Door de manier<br />
waarop stellingen zijn geformuleerd,<br />
kan je mening per onder-
werp verschillen bij verschillende<br />
stemwijzers. Ik zal een voorbeeld<br />
geven. Bij de stemwijzer op kieskompas.nl<br />
luidt een stelling over de<br />
doodstraf: ‘de doodstraf helpt de<br />
criminaliteit te bestrijden.’ In deze<br />
stelling is nuance weggevallen.<br />
Het is een kwestie van ja of nee.<br />
Als je het vergelijkt met de stelling<br />
over de doodstraf op stemwijzer.<br />
nl ‘het moet moeilijker worden om<br />
de doodstraf toe te passen,’ zie je<br />
dat daar een tussenweg inzit. Het<br />
gaat dan om makkelijker of moeilijker,<br />
in plaats van wel of niet. Dus<br />
ondanks dat je bij hetzelfde onderwerp<br />
blijft, varieert je mening<br />
enigszins, waardoor de kandidaatsuitslag<br />
eveneens enigszins kan variëren.<br />
Stellingen en onderwerpen<br />
Ook van invloed is het aantal stellingen<br />
per onderwerp. Bij het bepalen<br />
van je stellingen maak je al een<br />
voorselectie van welke onderwerpen<br />
je aan bod wilt laten komen en<br />
hoeveel je deze wil vertegenwoordigen.<br />
Op kieskompas.nl is het wat<br />
dat betreft gelijkmatiger verdeeld.<br />
Per thema heb je drie stellingen;<br />
elk onderwerp komt dus even sterk<br />
naar voren. Op stemwijzer.nl ligt<br />
dat echter anders. Zo heeft het thema<br />
‘milieu’ één stelling en vind je<br />
drie stellingen die betrekking hebben<br />
op het immigratievraagstuk.<br />
Ben je het wat milieu betreft bijvoorbeeld<br />
eens met Clinton en als<br />
het gaat om immigratie meer met<br />
Obama, dan zal bij stemwijzer.nl<br />
je voorkeur al eerder uitgaan naar<br />
Obama.<br />
Methoden<br />
Maar wat van dit alles misschien<br />
nog wel het meest belangrijk is<br />
voor de uitkomst, is de methode<br />
die gebruikt wordt bij het beoordelen<br />
van de stellingen. Wat gunstig is<br />
op stemwijzer.nl, is dat je kunt aangeven<br />
wat voor jou echt belangrijk<br />
is, of in ieder geval zwaarder weegt.<br />
Stel, jij vindt dat de Amerikanen zo<br />
snel mogelijk weg moeten uit Irak<br />
en daar moet een tijdschema voor<br />
komen. Het zal je niet verbazen dat<br />
jouw reactie op de stelling ‘Er moet<br />
een bindend tijdschema komen<br />
voor de terugtrekking van troepen<br />
uit Irak’ ‘eens’ zou zijn. Je bent het<br />
eens met Obama, niet met Clinton.<br />
Verder vind je dat de ziektekostenverzekering<br />
voor alle Amerikanen<br />
verplicht moet worden. De stelling<br />
‘Een ziektekostenverzekering moet<br />
verplicht worden voor alle Amerikanen’<br />
zal je tevens met ‘eens’<br />
beantwoorden. Op dit punt ben je<br />
het met Clinton eens, maar verschil<br />
je van mening met Obama. Als<br />
je het veel belangrijker vindt dat<br />
Amerika zich terugtrekt uit Irak,<br />
dan dat alle Amerikanen verplicht<br />
een ziektekostenverzekering hebben,<br />
dan kun je aan het eind aangeven<br />
dat de terugtrekking uit Irak<br />
belangrijker voor jou is. Daardoor<br />
zal de uitslag dichter bij de goede<br />
kandidaat komen te liggen (in het<br />
voorbeeld Obama).<br />
Kieskompas.nl heeft die mogelijkheid<br />
niet. Wel kan je daar per vraag<br />
preciezer aangeven wat je vindt.<br />
Zo zou je bij het bovengenoemde<br />
voorbeeld de stelling ‘De nieuwe<br />
president moet onmiddellijk beginnen<br />
met het terugtrekken van<br />
troepen uit Irak’ met ‘helemaal<br />
mee eens’ kunnen beantwoorden.<br />
Bij de stelling ‘De <strong>Amerikaanse</strong><br />
regering moet zorgen dat de miljoenen<br />
onverzekerden een ziekte-<br />
“Er moet een bindend tijdschema komen voor de<br />
terugtrekking van troepen uit Irak”<br />
kostenverzekering krijgen’ kun je<br />
een gematigdere positie innemen<br />
door ‘mee eens’ in te vullen. Op<br />
die manier kan je wél beter je positie<br />
aangeven per stelling, maar<br />
wat voor jou belangrijker is, komt<br />
toch minder goed naar voren dan<br />
bij stemwijzer.nl.<br />
En jij?<br />
Ik beweer niet dat de verschillende<br />
stemwijzers van mij een overtuigd<br />
republikein zouden maken, als ik<br />
een democraat in hart en nieren<br />
zou zijn. Toch is het interessant<br />
om te zien dat het blijkbaar wel<br />
uitmaakt welke stemwijzer je kiest.<br />
Mocht je nieuwsgierig zijn of er bij<br />
jou ook twee verschillende kandidaten<br />
uit komen, vul dan snel allebei<br />
de stemwijzers in. <br />
Bronnen:<br />
-http://www.kieskompas.nl/<br />
-http://www.stemwijzer.nl/<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
11
Memo aan de nieuwe president<br />
1 Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
Door Marije Scheperman<br />
In haar nieuwste boek ‘Memo aan de nieuwe President’ beschrijft Madeleine<br />
Albright de internationale uitdagingen die de opvolger van president George<br />
W. Bush te wachten staan. Ze gaat in op situaties in het Midden-Oosten, terrorisme,<br />
kernmogendheden als Iran en Noord-Korea, opkomende economieën<br />
in Azië en andere zaken waarin de Verenigde Staten, na acht jaar desastreus<br />
beleid van Bush, weer haar oude rol als leider en vredestichter moet gaan uitdragen.<br />
A<br />
ls eerste vrouwelijke minister<br />
op de post van Buitenlandse<br />
Zaken onder de regering<br />
Clinton van 1997 tot 2001, heeft<br />
Madeleine Albright een goed geïnformeerde<br />
kijk op de <strong>Amerikaanse</strong><br />
buitenland politiek ontwikkeld, die<br />
loopt van de eerste presidenten van<br />
de Verenigde Staten tot de huidige<br />
president Bush. Naast haar toenmalige<br />
functie als minister van Buitenlandse<br />
Zaken, was Albright lid<br />
van de Nationale Veiligheidsraad<br />
en ambassadeur bij de Verenigde<br />
Naties (VN). Na haar ministerschap<br />
tijdens de Clinton-administratie<br />
heeft ze niet stilgezeten. Zo<br />
geeft ze bijvoorbeeld college internationale<br />
politiek aan de Georgetown<br />
University in Washington en<br />
is ze voorzitter van het ‘National<br />
Democratic Institute for International<br />
Affairs.’<br />
Daarnaast heeft ze zichzelf opgeworpen<br />
als schrijfster. ‘Memo aan<br />
de nieuwe president’ is niet haar<br />
debuut als auteur. ‘Mevrouw de<br />
Minister’ en ‘De macht en de almacht’<br />
werden eerder beiden grote<br />
bestsellers. In haar nieuwste boek<br />
schrijft Albright een ‘memo’ aan de<br />
nieuwe president vanuit haar visie<br />
dat de nieuwe president, wie dat<br />
ook zal zijn na de verkiezingsstrijd<br />
in november, moet nadenken over<br />
alle vraagstukken betreffende de<br />
nationale veiligheid, die na het be-<br />
wind van president Bush moeten<br />
worden opgelost. Dat ze daarbij<br />
af en toe desastreus uithaalt naar<br />
het achtjarige bewind van Bush en<br />
vertelt dat ze soms ziet ‘dat aan alle<br />
kanten stoom uit het toetsenbord<br />
van haar laptop komt’ maakt het<br />
een enorm amusant boek om te<br />
lezen (p. 11).<br />
Een handboek voor presidenten<br />
Het boek van Albright is opgedeeld<br />
in twee delen. In het eerste deel<br />
maakt ze gebruik van een handboek<br />
waaraan de nieuwe president<br />
houvast kan hebben. Bij het formuleren<br />
van deze tips geeft ze tegelijkertijd<br />
voorbeelden van voormalige<br />
<strong>Amerikaanse</strong> presidenten.<br />
De nieuwe president moet pleiten<br />
voor een nieuwe inhoud aan de<br />
leiderschapsrol die Amerika moet<br />
gaan vervullen en een pakkend<br />
motto is daarbij onontbeerlijk. Het<br />
motto van Clinton bestond uit verandering,<br />
‘We zorgen dat het voorjaar<br />
wordt’; en John F. Kennedy’s<br />
motto was ‘Niet vragen’ (p. 31).<br />
In haar ‘handboek’ probeert Albright<br />
de nieuwe president ertoe<br />
aan te zetten om erover na te denken<br />
wat voor leider hij of zij zou<br />
willen zijn. Daarbij worden tal van<br />
voorbeelden gegeven van voormalige<br />
presidenten en diplomaten.<br />
Moet de leider een realistische visie<br />
uitdragen of een idealistische visie?<br />
Met behulp van recente voorbeelden<br />
van presidenten geeft ze aan<br />
hoe een leider er uit zou kunnen<br />
zien.<br />
Naast vragen over leiderschap is het<br />
ook van groot belang dat een president<br />
een goede staf om zich heen<br />
bouwt die zowel bestaat uit goede<br />
teamspelers als ook teamleiders. In<br />
de nieuwe staf is het ook zeker niet<br />
verkeerd om personen van de oppositiepartij<br />
te laten deelnemen aan<br />
de regering; op deze manier heeft<br />
de regering een zo goed mogelijke<br />
spiegelfunctie weer van de <strong>Amerikaanse</strong><br />
bevolking. Een nadeel kan<br />
echter zijn dat deze oppositieleden<br />
proberen om afstand te bewaren<br />
met het oog op bezwaren uit de<br />
achterban of met het oog op eventuele<br />
her<strong>verkiezingen</strong>.<br />
Daarnaast is het van groot belang<br />
dat de staf goed met elkaar kan<br />
samenwerken, zonder te gemoedelijk<br />
te worden. De relatie tussen<br />
de nationale veiligheidsadviseur<br />
en de ministers van Buitenlandse<br />
Zaken en Defensie is echter altijd<br />
erg gespannen geweest, wat nadelig<br />
uitwerkt voor het optreden van<br />
de president. Albright komt in dit<br />
hoofdstuk met tal van voorbeelden,<br />
maar ook met een persoonlijke tip:<br />
dat de president in goede conditie<br />
moet blijven en tijd moet vrijmaken<br />
voor sport. Als sport niet lukt,
dan kan de president nog altijd de<br />
tuin snoeien (p. 61)!<br />
In de rest van deel 1 wordt het<br />
belang duidelijk van diplomatie,<br />
duidelijke en strak omlijnde prioriteiten,<br />
het grote belang van een<br />
goede tolk, het opleggen en dreigen<br />
met geweld en sancties, en de<br />
relatie met het Congress en Huis<br />
van Afgevaardigden. Ze beschrijft<br />
dit op een duidelijke manier en<br />
met behulp van tal van anekdotes<br />
en voorbeelden. Een passage die<br />
ik zelf zeer amusant vond, betreft<br />
het belang van een goede speech,<br />
waarbij de president en/of speechschrijver<br />
de cultuur en taal van een<br />
land goed in ogen moet blijven<br />
houden. John F. Kennedy sprak in<br />
Berlijn de historische zin uit “Ich<br />
bin ein Berliner.” Door sommigen<br />
werd deze uitspraak als een enorme<br />
blunder gezien, want ja, een Berliner<br />
kun je ook goed eten (p. 73)!<br />
Een scala aan uitdagingen<br />
In het tweede deel gaat Albright in<br />
op actuele internationale situaties.<br />
Zo spreekt ze over Azië, Rusland,<br />
het belang van een goede relatie<br />
met de Europese Unie, over het<br />
Midden-Oosten, over Al-Qaida en<br />
Iran. Een eerste voorbeeld over<br />
actuele situaties betreft de armoedebestrijding.<br />
Volgens Albright<br />
moet armoedebestrijding een centraal<br />
thema van de nieuwe regering<br />
worden, omdat het ‘politiek gezien<br />
slim is, moreel gezien juist en economisch<br />
gezien logisch is’ (p. 129).<br />
Het bestrijden van armoede bestaat<br />
niet enkel uit het financieren van<br />
waterleidingen en hulpprogramma’s,<br />
maar ook om het eenvoudiger<br />
te maken voor kleine families<br />
om aanspraak te kunnen maken op<br />
hun vee en huizen door aanpassingen<br />
in de wet.<br />
Op het gebied van nucleaire proliferatie<br />
is er een belangrijke taak<br />
weggelegd voor het uitdragen van<br />
een kernwapenvrije wereld, waarbij<br />
uitbreiding van het non-proliferatie<br />
verdrag (NPT) prioriteit moet krijgen.<br />
De relatie met de Europese landen<br />
moet weer worden hersteld omdat<br />
de Verenigde Staten, Canada en<br />
Europa met een ‘gezamenlijke onderneming<br />
bezig zijn’ (p. 152). De<br />
notie van ‘moedige Nederlanders<br />
als voorvechters van de wet,’<br />
ziet Albright als een verfrissende<br />
kijk voor de Amerikanen en kan<br />
als voorbeeld dienen voor overige<br />
Europese landen (p. 145).<br />
Aangezien het mogelijk is om nog<br />
een hele uiteenzetting weer te geven<br />
van alle voorbeelden en feiten<br />
die Albright noemt, zal ik de overige<br />
situaties kort noemen. In Azië<br />
stelt ze het belang voorop om een<br />
goede relatie met Japan te onderhouden.<br />
Tevens moet de president<br />
diens aandacht evenwichtig verdelen<br />
in de relatie met India en Pakistan.<br />
Een tip voor het Midden-<br />
Oosten ligt in de aanpak om erop<br />
te hameren bij alle partijen die betrokken<br />
zijn in het Israel-Palestina<br />
conflict, dat vrede de enige oplossing<br />
is. Daarbij moeten stereotypen<br />
worden uitgeroeid en moet een ge-<br />
zamenlijk idee worden gecreëerd,<br />
waarbij alle partijen baat hebben<br />
om rond de tafel bijeen te komen.<br />
Een aanrader?<br />
Het boek is zeker een aanrader om<br />
te lezen. Het kijkt verder dan de<br />
strijd die nu in de Verenigde Staten<br />
is losgebarsten; het kijkt al naar<br />
de periode na de verkiezingsuitslag.<br />
Hoe moet een nieuwe president<br />
zich opstellen, wat voor soort leider<br />
moet hij of zij zijn, hoe om te gaan<br />
met machtconcurrentie binnen verschillende<br />
departementen, hoe om<br />
te gaan met het samenstellen van<br />
een staf? Al deze vragen komen in<br />
Albright’s boek aan de orde, waarbij<br />
ze vanuit haar eigen ervaring<br />
en vanuit de historie voorbeelden<br />
geeft van voormalige presidenten.<br />
In het bijzonder de anekdotes maken<br />
het een fijn te lezen boek. Het<br />
tweede deel is praktischer van aard,<br />
maar bevat alsnog vele historische<br />
voorbeelden en ook opiniepeilingen<br />
vanuit verschillende landen.<br />
Publishers Weekly schrijft dat dit<br />
boek ‘Een zeer geschikte inleiding<br />
in de buitenlandse politiek voor de<br />
volgende bewoner van het Witte<br />
Huis is. Intelligent en scherpzinnig.’<br />
Zo heb ik het boek ook ervaren,<br />
al vind ik haar kritiek op het<br />
beleid van Bush soms te scherp en<br />
slecht onderbouwd. Dat kan een<br />
minpunt zijn van dit boek, maar<br />
neemt niet weg dat dit boek een<br />
plek verdient op de boekenplank<br />
van een ieder die geïnteresseerd is<br />
in de buitenlandse politiek van de<br />
Verenigde Staten, over actuele situaties<br />
in landen over de hele wereld;<br />
en last but not least, hoe een net<br />
aangestelde president aan de slag<br />
moet. <br />
Bronnen:<br />
- Albright, Madeleine (2007):<br />
Memo aan de nieuwe president, Ambo<br />
Anthos uitgevers; Amsterdam.<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
1<br />
A
N<br />
Het vrouwelijke brein achter<br />
de president<br />
1 Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
Door Femke Eekhof<br />
Na 43 mannelijke presidenten krijgen de Verenigde Staten in november misschien<br />
voor het eerst een vrouwelijke president. Maar hebben <strong>Amerikaanse</strong><br />
vrouwen in deze tot nog toe masculiene presidentswereld altijd machteloos<br />
moeten toekijken? Voor de buitenwereld hebbend de presidentsmannen het<br />
voor het zeggen, maar hoeveel macht hebben hun vrouwen eigenlijk?<br />
iet alleen in de Verenigde<br />
Staten zijn er markante<br />
First Ladies. Ook in Nederland zijn<br />
er aanwijsbare voorbeelden van<br />
vrouwen die een stempel op de<br />
politiek van hun man hebben gedrukt.<br />
Neem nou bijvoorbeeld Johan<br />
Rudolf Thorbecke. Niemand<br />
kan beweren dat zijn vrouw geen<br />
invloed heeft gehad op zijn besluiten.<br />
Algemeen is bekend Thorbecke<br />
alles met zijn vrouw deelde,<br />
ook in politiek opzicht. Het is dus<br />
zeer waarschijnlijk zijn dat haar politieke<br />
en staatkundige ideeën door<br />
Thorbecke werden uitgevoerd.<br />
Aan de andere kant van de Oceaan<br />
Met het oog op de <strong>Amerikaanse</strong><br />
<strong>verkiezingen</strong>, zullen enkele First<br />
Ladies nader worden bekijken. Vervolgens<br />
zal er worden ingeschat<br />
hoeveel macht zij nu kunnen uitoefenen<br />
of uitgeoefend hebben tijdens<br />
een presidentstermijn. Eerst<br />
zal er een korte race door hun<br />
academische achtergrond en verdere<br />
carrière worden gemaakt. Hillary<br />
Clinton, de vrouw van de vorige<br />
<strong>Amerikaanse</strong> president, Laura<br />
Bush, de vrouw van de huidge<br />
president en Michelle Obama, de<br />
vrouw van een van de presidentskandidaten,<br />
zullen de revue passeren<br />
om te bezien welke rol een<br />
vrouw kan spelen bij het presidentschap<br />
van haar man.<br />
Hillary Clinton<br />
Een korte biografie van Hillary<br />
Clinton zal duidelijkheid geven<br />
over haar politieke capaciteiten. Zij<br />
heeft net als vele andere Amerikanen<br />
de basisschool en middelbare<br />
school keurig afgerond. Daarna<br />
behaalde ze een bachelordiploma<br />
politieke wetenschappen. Hiermee<br />
werd ze toegelaten bij Yale<br />
om Rechten te studeren. Deze opleidingen<br />
vormen een uitermate<br />
goede basis om je man inhoudelijk<br />
bij te staan als president. Na het afronden<br />
van haar opleidingen heeft<br />
ze een mooie carrière opgebouwd<br />
als advocaat bij een prestigieus advocatenkantoor.<br />
Als First Lady is<br />
zij zeer actief geweest bij het vernieuwen<br />
van systemen in de gezondheidszorg.<br />
Haar ervaringen in<br />
het Witte Huis vormen zelfs zo’n<br />
goede goede basis om nu een gooi<br />
naar het presidentschap te doen.<br />
Laura Bush<br />
Laura Bush, de vrouw van de huidige<br />
<strong>Amerikaanse</strong> president, heeft<br />
eveneens een goede opleiding<br />
mogen genieten. Zij heeft een bachelor<br />
aan de universiteit Soutern<br />
Methodist in Dallas weten te behalen.<br />
Hierna ging ze werken als onderwijzeres<br />
in het basisonderwijs.<br />
Daarnaast heeft ze in 1973 een<br />
master bibliotheekwetenschappen<br />
volbracht en ging daarmee aan de<br />
slag als bibliothecaresse. Ook van<br />
deze dame is niet te zeggen dat ze<br />
dom is. Al heeft ze niet zo’n glorieuze<br />
carrière als mevrouw Clinton<br />
gehad en heeft ze niet een studie<br />
gedaan die in politiek opzicht nuttig<br />
zou kunnen zijn bij het steunen<br />
en of beïnvloeden van haar man.<br />
In haar functie als First Lady zet ze<br />
zich vooral in voor vraagstukken<br />
rond onderwijs en de gezondheid<br />
van vrouwen.<br />
Michelle Obama<br />
De vrouw van beoogd presidentskandidaat<br />
Obama is een zeer intelligente<br />
dame, die een zeer prestigieuze<br />
(educatieve) carrière heeft<br />
gehad. Zo heeft zij op de middelbare<br />
school een klas overslagen.<br />
Na het behalen van haar middelsbare<br />
schooldiploma is zij op de<br />
Princeton Universiteit een major<br />
Sociologie en een minor African<br />
American studies gaan doen. Op<br />
deze universiteit is zij cum laude<br />
geslaagd. Daarna is zij doorgestroomd<br />
naar Harvard Law School<br />
en daar heeft zij haar Juris Doctor<br />
degree volbracht. Vervolgens was<br />
zij een partner bij een advocatenkantoor<br />
in Chicago en waarbij ze<br />
onder andere werkte aan de marketing<br />
van het kantoor. Bovendien<br />
was zij een tijd adviseur van Barack<br />
Obama. Daarnaast is zij actief<br />
geweest op de universiteit als
mentor van studenten en heeft ze<br />
in het bestuur van een ziekenhuis<br />
gezeten. Kortom, een drukbezette<br />
vrouw met een veelzijdige carrière.<br />
Deze belangrijke functies bewijzen<br />
dat zij alles behalve dom is. Zij is<br />
in intellectueel opzicht meer dan<br />
gelijkwaardig aan haar man Barack.<br />
Dit zou kunnen betekenen dat zij<br />
invloed op haar man zou kunnen<br />
uitoefenen als het om beleid of politieke<br />
vraagstukken gaat.<br />
Het vrouwelijk brein van de machtige<br />
man<br />
Natuurlijk zijn deze feitjes over<br />
deze (potentiële) presidentsvrouwen<br />
geen wetenschappelijke argumenten<br />
voor de invloed die zij op<br />
hun man zouden kunnen hebben.<br />
Toch kunnen we stellen dat deze<br />
drie vrouwen allemaal goed opgeleid<br />
zijn en kunnen meepraten en<br />
denken met hun man.<br />
Maar niet alleen een academische<br />
opleiding is van belang, ook de studierichting<br />
zelf en de vervolgcarrière<br />
zijn belangrijk. Een vrouw die<br />
rechten of sociologie heeft gestudeerd<br />
zal toch net iets meer weten<br />
van een politiek beleid en gezag in<br />
een land, dan iemand die onderwijskunde<br />
heeft gestudeerd.<br />
Laura Bush lijkt degene met de<br />
minste invloed op haar man in politiek<br />
opzicht. Bush komt over als<br />
een dominante en zeer sterk in zijn<br />
schoenen staand iemand, die zich<br />
niet snel van iemand wat aantrekt.<br />
Wilde zij haar man tegenhouden in<br />
het voeren van oorlog? Het is in<br />
ieder geval niet gelukt, zo als iedereen<br />
weet! Daarbij komt ook nog<br />
eens dat Laura, naar mijn mening,<br />
ook niet van de juiste educatie<br />
heeft genoten, om zich daadwerkelijk<br />
met belangrijke kwesties te<br />
bemoeien, laat staan zich aan Bush<br />
een mening op te dringen.<br />
De voormalige, huidige en misschien toekomstige First Ladies Hillary Clinton, Laura Bush en Michelle Obama<br />
Hillary Clinton en Michelle Obama<br />
daarentegen kun je op een heel ander<br />
voetstuk zetten. Zij hebben beide<br />
een studie gedaan die iets meer<br />
in de lijn van de politieke praktijk<br />
ligt. Daarnaast zijn hun carrières<br />
noemenswaardig. Van Hillary is het<br />
bijna zeker dat zij qua opleidingsniveau<br />
en politieke ervaring naast Bill<br />
staat en een gelijke is. Haar huidige<br />
presidentkandidaatstelling is in dit<br />
geval zeker een argument voor<br />
die stelling. De Amerikanen hebben<br />
in het tijdperk van Bill Clinton<br />
niet alleen voor Bill gekozen, maar<br />
kregen de overtuigd Democrate<br />
Hillary daarbij. Is dit onbewust gebeurd?<br />
Waarschijnlijk bij de meeste<br />
stemmers wel. Bill en Hillary hebben<br />
allebei rechten gestudeerd, wat<br />
bewijst dat ze qua educatie op één<br />
lijn zitten. Hetzelfde is het geval bij<br />
de familie Obama. Ook zij hebben<br />
allebei rechten gestudeerd.<br />
De positie van de vrouw achter een<br />
president is tot nu toe onderbelicht<br />
geweest, maar zou zeker een onderzoek<br />
waard zijn. Stel dat de First<br />
Ladies eigenlijk het brein van het<br />
landelijk beleid zijn, terwijl je voor<br />
hun echtgenoot hebt gekozen. Wie<br />
weet wat er wel en niet gebeurd zou<br />
zijn zonder de aanwezigheid van de<br />
First Lady. Eigenlijk best ondemocratisch<br />
en oneerlijk te noemen, of<br />
niet?<br />
De positie van de vrouw moet zeker<br />
niet worden onderschat. Juist<br />
niet nu er veel vrouwen niet bang<br />
zijn om voor hun mening uit komen<br />
en gestudeerd hebben. Natuurlijk<br />
is elke presidentstermijn<br />
weer anders met verschillende personen,<br />
maar misschien wordt er<br />
wel een koers gevaren waar je niet<br />
bij voorbaat op hebt gestemd.<br />
Misschien heb je hier nooit aan<br />
gedacht, maar het is toch echt belangrijk<br />
om de rol die de echtgenote<br />
speelt in het huwelijk en politiek<br />
debat uit te lichten voordat je op<br />
een kandidaat stemt. Wie weet vaar<br />
je wel mee op vrouwelijke hormonen<br />
en hersencellen. <br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
1
Super (Duper) Tuesday schept<br />
weinig duidelijkheid<br />
1 Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
Door Eva Schram<br />
Super Tuesday, Giga Tuesday, Mega Giga Tuesday, Tsunami Tuesday, of mijn<br />
favoriet: Super Duper Tuesday, allemaal benamingen voor hetzelfde. Een dinsdag<br />
in februari of maart van een verkiezingsjaar in de VS, waarop het grootste<br />
aantal staten primaries houden voor de presidentiele <strong>verkiezingen</strong>.<br />
D<br />
it jaar viel het grote festijn<br />
op 5 februari, en bleek dat<br />
de bloedstollende strijd tussen Barack<br />
Obama en Hillary Clinton nog<br />
steeds niet besloten is. Bij de Republikeinen<br />
lijkt het erop dat John<br />
McCain zich mag gaan opmaken<br />
voor een verkiezingsstrijd tegen de<br />
eerste vrouwelijke of zwarte presidentskandidaat.<br />
Maar hoe zit het<br />
nou precies met die Super Duper Tuesday?<br />
Hoe gaat het in z’n werk, wat<br />
voor consequenties heeft de uitslag<br />
en heeft het feit dat er steeds meer<br />
staten hun voor<strong>verkiezingen</strong> naar<br />
voren schuiven invloed op het verloop<br />
van de dag?<br />
Toen Super Duper Tuesday nog gewoon<br />
Super was<br />
Op een Super Tuesday wordt het<br />
grootste deel van kiesmannen ‘verdeeld’<br />
onder de verschillende kandidaten<br />
van beide partijen. Het is<br />
de dag dat elke kandidaat hoopt<br />
een flinke voorsprong te krijgen op<br />
zijn of haar opponenten. De term<br />
‘Super Tuesday’ (de meest gangbare<br />
benaming voor deze dag) werd<br />
voor het eerst gebruikt in de voor<strong>verkiezingen</strong><br />
van 1984. Dat jaar<br />
waren er maarliefst drie Super Tuesdays.<br />
Daarna werd de term weer<br />
gebruikt voor de voor<strong>verkiezingen</strong><br />
die op 8 maart 1988 werden gehouden.<br />
De staten Texas, Florida,<br />
Tennessee, Louisiana, Oklahoma,<br />
Mississippi, Kentucky, Alabama,<br />
en Georgia stemden die dag tussen<br />
verschillende presidentskandi-<br />
daten. De oplettende lezer heeft<br />
natuurlijk allang opgemerkt dat dit<br />
allemaal zuidelijke staten zijn. Deze<br />
staten zijn over het algemeen conservatiever<br />
van aard dan de kust- en<br />
noordelijke staten. Het is dan ook<br />
geen toeval dat juist deze staten op<br />
dezelfde dag hun primaries hielden.<br />
Het plan van de zuidelijke Democraten<br />
was om te zorgen dat de wat<br />
meer conservatievere kandidaat in<br />
één keer een groot aantal kiesmannen<br />
binnen zou halen, om de kans<br />
te vergroten dat deze zich zou nomineren.<br />
Uiteindelijk lukte dit niet,<br />
omdat de voor<strong>verkiezingen</strong> geen<br />
duidelijke winnaars liet zien en Michael<br />
Dukakis uiteindelijk werd genomineerd.<br />
Enter: Duper<br />
Tegenwoordig omvat de Super Tuesday<br />
ook meer liberale staten zoals<br />
Californië en New York. Dit jaar<br />
hebben zelfs een record aantal staten<br />
hun voor<strong>verkiezingen</strong> verschoven<br />
naar 5 februari, om het belang<br />
ervan in hun staat te vergroten.<br />
Tijd dus om Super Tuesday om te<br />
dopen tot Super Duper. De Democraten<br />
kozen dit jaar op Super Duper<br />
Tuesday in maar liefst 22 staten hun<br />
favoriet en waren er 1681 kiesmannen<br />
te verdelen. Dat is 52% van alle<br />
kiesmannen aan de Democratische<br />
kant. De Republikeinen gingen in<br />
21 staten naar de stembus, verdeelden<br />
975 kiesmannen, en besloten<br />
zo hoe 41% van de kiesmannen<br />
verdeeld werd.<br />
Hoe veel geld je ook hebt, een kandidaat<br />
kan nooit in al die staten<br />
een uitgebreide campagne voeren.<br />
Het ontbreekt hen simpelweg aan<br />
tijd. De strategie is dan ook een<br />
paar staten te kiezen waar zeer<br />
actief campagne gevoerd zal worden.<br />
Dit moeten natuurlijk staten<br />
zijn waar veel kiesmannen te halen<br />
zijn, zoals Californië. Daarnaast<br />
richten de kandidaten zich<br />
op de zwevende kiezers. Krijg je<br />
hun stem, dan maak je meer kans<br />
op die staat en uiteindelijk op nominatie.<br />
Dat geldt vooral voor de<br />
Republikeinen: zij werken met een<br />
winner-takes-all systeem, waarbij degene<br />
met de meeste stemmen in<br />
een staat, alle kiesmannen krijgt.<br />
De Democraten werken volgens<br />
een proportioneel systeem: het<br />
aantal stemmen bepaalt het aantal<br />
kiesmannen. Vandaar dat Obama<br />
en Clinton nog steeds zo dicht<br />
op elkaar zitten. En het maakt dat<br />
John Edwards ook nog een rol van<br />
betekenis speelt. Hoewel hij geen<br />
kans meer maakt op de zege, kan<br />
hij nog wel kiesmannen wegsnoepen<br />
bij beide favorieten.<br />
En nu?<br />
Met nog ongeveer 30% van de<br />
stemmen te verdelen na Super Duper<br />
Tuesday, blijft het dus spannend<br />
in het Democratische kamp. De<br />
grootste Super Tuesday ooit heeft<br />
in ieder geval weinig duidelijkheid<br />
geschept.
Democratisch gehalte van de<br />
caucus hoger dan ooit<br />
Door Paul Timmermans<br />
‘Heb je dan niet gezien dat Barack Obama Republikeinen achter zich heeft<br />
staan?’ ‘Jazeker wel,’ zei ik, ‘maar daarom hoef je niet vóór Hillary te zijn.’<br />
Als de vijand ‘onze’ kandidaat niet mag steunen, wat blijft er dan over van een<br />
vriendschap tussen Democraten en Republikeinen? De dame die mij van haar<br />
partijloyaliteit wilde overtuigen, had beter kunnen weten. Ze is dan wel deel<br />
van een historische voorverkiezingslag, maar het zijn vooral nieuwe, partijloze,<br />
en ‘cross-over’ stemmers die dit keer bepalen wie er president mag worden.<br />
D<br />
e campagnestaf van Hillary<br />
Clinton klaagde dit<br />
jaar vooral over de caucus-methode.<br />
Deze eist veel tijd van de<br />
kiezer en daardoor zouden juist<br />
haar supporters zijn benadeeld. In<br />
tegenstelling tot de langdurige caucus-bijeenkomsten,<br />
hoeft de kiezer<br />
in een primary-staat maar één<br />
minuut in het stemhokje te staan.<br />
En omdat Clinton veelal hardwerkende<br />
mensen zegt aan te trekken,<br />
zouden deze geen tijd hebben voor<br />
een caucus waarin op de late namiddag<br />
nog een hele partijagenda<br />
moet worden afgewerkt.<br />
Clinton kwam wel wat laat met haar<br />
klacht. Op 5 februari, Tsunami Tuesday,<br />
behaalde Obama grote winsten.<br />
Bovendien was al op 3 januari<br />
(Obama’s winst in Iowa) duidelijk<br />
geworden dat deze methode veel<br />
intensiever is en veel meer lokaal<br />
organisatievermogen vergt dan het<br />
simpelweg op tijd openen van een<br />
stemhokje, zoals de primary-methode<br />
voorschrijft.<br />
Politicologen staan wat verbaasd<br />
dat Clinton niet zag aankomen<br />
hoe goed Obama zijn staf had uitgespreid<br />
over het land. In Idaho<br />
bijvoorbeeld, had hij al een jaar geleden<br />
vrijwilligers aan het werk gesteld<br />
en op Tsunami Tuesday werden<br />
deze door twintig betaalde krachten<br />
aangevoerd. Clinton vertrouw-<br />
de er op dat de gouverneur van een<br />
naburige staat met een speech de<br />
dag zou redden. Haar aanname is<br />
vrij duidelijk geweest: ze zou na<br />
New Hampshire alles ruim weten<br />
te winnen, omdat 5 februari kinderspel<br />
leek. Maar nu is gebleken<br />
dat Obama toch meer mensen wist<br />
te overtuigen aan de caucusen mee<br />
te doen, zag ze deze procedures<br />
opeens als een probleem.<br />
De caucus is in het voordeel van<br />
Obama geweest, maar als er een<br />
primary in iedere staat was gehouden,<br />
zou Clinton zeker hebben gewonnen.<br />
De peilingen wezen er al<br />
op: iemand die ruimer van te voren<br />
beslist, is vaker Obama-aanhanger.<br />
De kiezer die pas in het stemhokje<br />
beslist, is vaker voor Clinton. De<br />
grote vraag is dan ook waarom dit<br />
jaar er schijnbaar meer kiezers waren<br />
die duidelijker hun voorkeur<br />
willen verdedigen. Het antwoord<br />
ligt in het type meetinstrument. Zij<br />
die persoonlijk met lokale vrijwilligers<br />
hebben gesproken, zijn naar<br />
Obama getrokken. Dit geldt eveneens<br />
voor kiezers die niet eerder<br />
aan een caucus hadden meegedaan.<br />
De caucus is dus beter in het aantrekken<br />
van stemmen die beter gemotiveerd<br />
zijn dan een primary.<br />
De presidentiële voor<strong>verkiezingen</strong><br />
in de Democratische Partij worden<br />
in iedere staat op een andere<br />
manier geregeld. Het is zelfs mo-<br />
gelijk voor een staat om zowel een<br />
primary als een caucus te houden.<br />
De staat moet dan beslissen welke<br />
methode belangrijker is.<br />
De procedurele verschillen per<br />
staat zijn enorm. Omdat alle staten<br />
waren gebonden aan een strakkere<br />
agenda dit jaar, met een ongekend<br />
aantal deelnemers aan Tsunami<br />
Tuesday, zijn deze verschillen duidelijk<br />
naar voren gekomen. Toen<br />
Michigan en Florida de uitgestippelde<br />
lijn overschreden, werd daar<br />
gewoon geen campagne gevoerd.<br />
De campagneorganisatie die daarom<br />
dit jaar in meer staten het verhaal<br />
kon verkopen dat iedere stem<br />
zwaar zou worden geteld, hield de<br />
sleutels tot het grote geheim: de<br />
overwinning. Dit betekent weer<br />
dat niet zozeer de algehele opkomst,<br />
maar het soort van kiezer<br />
een groter verschil dan voorheen<br />
uitmaakte. Het gaat daarbij niet om<br />
het absolute aantal stemmen maar<br />
om het kunnen bepalen waar, in<br />
welke districten, een hoge opkomst<br />
relatief het belangrijkst is. Dat was<br />
duidelijk te zien in Florida in 2000.<br />
De campagnestrategen wilden dit<br />
jaar bij de partijloze en zwevende<br />
kiezers aankloppen. Daarbij is de<br />
macht van kiezers die voor het<br />
eerst politiek actief werden enorm<br />
toegenomen. Er zijn studenten die<br />
dit weten en zich bewust niet bij de<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
1
partij in hun universiteitsplaats inschrijven,<br />
maar naar hun ouderlijk<br />
huis afreizen omdat hun stem zo<br />
zwaarder kan klinken.<br />
Dit jaar is vooral opgevallen dat<br />
Obama in vrijwel alle caucus-staten<br />
een ongekend hoge opkomst wist<br />
te vertalen in zijn overwinning. De<br />
caucus-methode trekt minder kiezers<br />
aan dan de primary, maar als je<br />
er meer dan de tegenstander kunt<br />
laten deelnemen, dan maken relatief<br />
kleine verschillen grote winsten<br />
mogelijk. Dit is natuurlijk niet<br />
hoe de caucus was bedoeld. De<br />
oorspronkelijke gedachte was dat<br />
de caucus een filter zou vormen<br />
om vast te kunnen stellen wie tot<br />
de kopgroep behoorde. Maar als<br />
het maar om twee of drie kandidaten<br />
gaat, dan maakt alleen opkomst<br />
een verschil en zou een stembiljet<br />
veel nauwkeuriger werken. De reden<br />
dat er nog steeds een caucus<br />
in veel agrarische staten wordt gehouden<br />
is simpel: het is goedkoper.<br />
Er hoeft geen belasting te worden<br />
betaald om stembiljetten te drukken<br />
en kieslokalen te bemannen.<br />
Misschien vanwege, of misschien<br />
ook ondanks, zijn positieve en<br />
idealistische campagne verhoogde<br />
Obama heel bewust de opkomst in<br />
juist deze staten om zo een soepeler<br />
vertaalslag naar de primary-staten<br />
te kunnen maken.<br />
In sommige staten houden Republikeinen<br />
ook een caucus. Daarbij<br />
geldt er geen onderdrempel<br />
en blijven er in deze staten meer<br />
kandidaten vanwege administratieve<br />
redenen op de lijst staan. De<br />
Republikeinse Partij geeft sterk<br />
de voorkeur aan de primary-methode,<br />
en in bijna alle primary-staten<br />
krijgt de winnaar de hele staat<br />
toegewezen. Er is dus geen tweede<br />
plaats. Bovendien kan een dergelijke<br />
niet-proportionele verkiezing<br />
per district ofwel per staat worden<br />
georganiseerd. De partij geeft dus<br />
met haar procedures duidelijker te<br />
kennen dat een hoge opkomst geen<br />
1 Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
verschil uitmaakt in het eindresultaat.<br />
Maar deze primary-methode<br />
laat ook zien dat naamsbekendheid<br />
de doorslag geeft. Kandidaten die<br />
al een keer in het verleden een gooi<br />
naar het Witte Huis deden, hebben<br />
aanzienlijk meer kans de nominatie<br />
binnen te slepen.<br />
In Democratische voor<strong>verkiezingen</strong><br />
maakt naamsbekendheid weinig<br />
verschil. Opkomst maakt wel<br />
flink wat uit, dus willen de Democraten<br />
vooral persoonlijk met de<br />
kiezers hebben gesproken, of een<br />
handje schudden. De delegaties die<br />
vanuit iedere staat naar de nationale<br />
partijconventie afreizen, komen<br />
altijd proportioneel tot stand.<br />
Kort gezegd, hoe meer mensen in<br />
caucus-voorkeursgroepen kunnen<br />
worden opgesplitst, hoe meer hun<br />
individuele stem ook landelijk een<br />
verschil uitmaakt. Terwijl in een<br />
primary veel individuele stemmen<br />
verloren gaan, maakt dit nog heel<br />
wat minder verschil vergeleken met<br />
de Republikeinse primary.<br />
In een caucus kan de kiezer alleen<br />
bij een vatbare groep gaan staan.<br />
Dat is dus nog een andere reden<br />
waarom echt iedere stem landelijk<br />
meetelt in een caucus, maar niet als<br />
er een stembiljet weken van te voren<br />
moet worden gedrukt en goedgekeurd.<br />
Naast de meetmethode is eveneens<br />
het politieke tij in het voordeel van<br />
Obama gekeerd. Kiezers die zich<br />
met Obama en John McCain vereenzelvigen,<br />
zijn gematigd te noemen.<br />
Ze maken deel uit van een<br />
snel aanzwellende middenstroming<br />
die lange tijd niet door Washington<br />
werd erkend. Kandidaten die eerder<br />
deze middenstroming zeiden<br />
te vertegenwoordigen, werden<br />
vaak afgedaan als populisten en<br />
dat is nog steeds een doodzonde.<br />
Het klaroengeschal van het volkspopulisme<br />
valt niet meer goed te<br />
horen. In plaats van het populisme<br />
luidt nu het idealisme veranderin-<br />
gen aan, zoals Obama zegt, in ‘the<br />
ways of Washington.’ Het verschil<br />
met Edwards was dat hij ook organisatievermogen<br />
wist om te zetten<br />
in een idealistisch concept van een<br />
‘bottom-up’ politieke beweging. De<br />
caucus-methode geeft daarbij goed<br />
uitdrukking aan gemotiveerde en<br />
weloverwogen keuzes, omdat deze<br />
inderdaad goedkoop en eenvoudig<br />
is. Het gaat allemaal om een keuze<br />
die je ten overstaan van je buren<br />
durft te verdedigen. Je wilt bijvoorbeeld<br />
niet voor een racist worden<br />
uitgemaakt op zo’n publieke bijeenkomst.<br />
Dit soort motivaties<br />
versterken weer het gevoel deel<br />
uit te maken van een historische<br />
verandering, of een idealistische<br />
beweging. Schaamte wordt zo eenvoudig<br />
door een soort eergevoel<br />
verplaatst. Idealen zijn weer ‘cool’<br />
en zo worden er veel verwijzingen<br />
naar bewegingen van de jaren zestig<br />
gemaakt. Obama is eigenlijk beter<br />
te vergelijken met Gary Hart dan<br />
met Bobby Kennedy, maar toch<br />
wordt hij altijd als een Kennedyachtige<br />
kandidaat afgeschilderd.<br />
Terwijl het motiveren van nieuwe<br />
kiezers en het verhogen van de opkomst<br />
naar de lokaal vrij onbekende<br />
caucusen lang als een uitzonderingstactiek<br />
werd gezien, heeft<br />
Obama’s campagnestaf dit een<br />
regel gemaakt. Het is ironisch dat<br />
Karl Rove, voor president Bush,<br />
hetzelfde gedaan kreeg door de<br />
opkomst in 2000 vanuit de evangelische<br />
kerken te verhogen. Is het<br />
terecht dat Hillary’s team klaagde<br />
over het feit dat ze niet lijkt te kunnen<br />
winnen in caucus-staten? Misschien<br />
wel. Maar het was ook onverstandig.<br />
Want kleine staten zoals<br />
Iowa zijn enorm trots op de caucus-methode.<br />
Bovendien willen ze<br />
dat de kandidaat die het voor hun<br />
eigen middenstroming uitstekend<br />
doet, terugkomt op eventuele beloftes<br />
die gemaakt werden in de<br />
aanloop naar hun eigen voorverkiezing.
De beide Clintons hebben altijd<br />
hun vertrouwen gesteld in de partijbonzen<br />
maar zijn dit jaar, vooral<br />
in de staten later op de agenda en<br />
dus ook in de caucus-staten, slecht<br />
bezig geweest in het aantrekken van<br />
lokaal organisatietalent. Zolang de<br />
opkomst laag was, werkte dit goed.<br />
Maar als ze beter de statistieken<br />
hadden bestudeerd, dan zouden<br />
ze hebben gezien dat er juist in de<br />
caucus-staten iedere vier jaar meer<br />
‘eerste-keer’ stemmers naar deze<br />
cruciale partijbijeenkomsten zijn<br />
gekomen. Bovendien is een lokaal<br />
platform relatief belangrijker voor<br />
mensen die weinig mobiel zijn. En<br />
daarom is een staat met een overwegend<br />
rurale economie weer, zeker<br />
in vergelijking tot de verstedelijkte<br />
staten die een primary houden, een<br />
uitstekende plaats om ‘dicht bij de<br />
bron’ je vrijwilligers te organiseren.<br />
Het is een enorm voordeel voor<br />
het democratische gehalte dat er<br />
in 2008 meer middenstromers en<br />
‘cross-over’ kiezers betrokken zijn<br />
geraakt bij hun partijnominaties.<br />
Maar het belangrijkste lijkt mij dat<br />
er weer plaats is gemaakt voor idealen<br />
in de relatie tussen de staten<br />
en de landelijke politiek.<br />
Het is goed voor de Democratische<br />
Partij dat er nu Republikeinen<br />
binnen de eigen gelederen zijn te<br />
vinden. De reden voor Obama’s<br />
succes heeft in dit opzicht weinig<br />
met ideologie en politieke polarisatie<br />
te maken. Landelijke politici<br />
zoals de Clintons oefenen weinig<br />
aantrekkingskracht uit op de ‘zwevende’<br />
en ‘strategische’ kiezers,<br />
omdat deze vooral jonger en beter<br />
zijn opgeleid. Het negativisme dat<br />
uit Washington komt, hield daarom<br />
Obama’s positieve organisatie<br />
in het begin drijvende. Hij hoefde<br />
toen enkel vanuit deze beginsituatie<br />
een vertaalslag middels de nieuwsmedia<br />
en het internet te maken. Dit<br />
lukte niet op tijd in Californië, maar<br />
in het <strong>Amerikaanse</strong> tweepartijenstelsel<br />
kies je vooral een president<br />
waarmee je durft thuis te komen. Je<br />
steunt een persoon met je donatie<br />
of je blijft thuis. En dat was het geval<br />
in Californië: hier bleven meer<br />
mensen thuis dan elders.<br />
Clinton’s beleidsvoorstellen staan<br />
vrij bekend, maar Obama verkoopt<br />
letterlijk zijn persoonlijkheid. Zodra<br />
er maar een beetje negativisme<br />
aan bepaalde beleidspunten kan<br />
worden verbonden, dan draait de<br />
kiezer onmiddellijk naar de biografie<br />
van de kandidaat. Maar omgekeerd<br />
werkt dat niet zo. Als je levensverhaal<br />
niet snor zit, dan doet<br />
het er niet toe dat je goede beleidsvoorstellen<br />
hebt. Obama’s boeken<br />
verkopen goed. Hij laat zelfs foto’s<br />
van zijn ouders zien in zijn televisiereclames.<br />
Beleidspunten worden<br />
dus als een extra toetje na de pudding<br />
gezien, en dit werkt weer tegen<br />
Clinton.<br />
Nadat Bill Clinton zich negatief<br />
had uitgelaten over Obama’s winst<br />
in de South-Carolina primary, verhevigde<br />
de slag om de ‘zwevende’<br />
kiezer zich enorm. Dit werkte echter<br />
in het nadeel van Clinton. Partijbaronnen<br />
zoals Ted Kennedy, John<br />
Kerry en Tom Daschle belden rond<br />
om te vragen of de Clintons hun<br />
toon wat wilden matigen: een naar<br />
luchtje zou donateurs afschrikken.<br />
En inderdaad, direct daarna werd<br />
duidelijk dat omdat Clinton op een<br />
veel kleinere groep van financieel<br />
draagkrachtige donateurs teerde,<br />
ze een tekort zag ontstaan op haar<br />
kasbalans. En zonder ‘cash flow’<br />
had ze minder kans om haar televisiereclamestrategie<br />
aan te passen.<br />
Conclusie: Obama’s biografie bleef<br />
het nieuws van de dag.<br />
Ik vind het eigenlijk democratischer<br />
dat stoffige beleidspunten<br />
niet centraal staan tijdens een caucus,<br />
maar idealen en beleidsveranderingen<br />
wel: dit maakt politiek<br />
een stuk persoonlijker. Tijdens<br />
een caucus komt het allemaal aan<br />
op persoonlijke indrukken: wel-<br />
ke buren van me staan in welke<br />
voorkeursgroep? Als de stemmers<br />
daadwerkelijk elkaar proberen te<br />
overtuigen dat ze een verandering<br />
willen, dan begint organisatietalent<br />
meteen een dramatisch verschil uit<br />
te maken. Door net als Franklin<br />
Roosevelt nieuwe groeperingen<br />
aan te spreken, in dit geval vooral<br />
met televisiereclames waarmee hij<br />
zich heel beleefd voorstelde, heeft<br />
de Obama-campagnestaf deze <strong>verkiezingen</strong><br />
weten te verheffen tot<br />
een identiteitskwestie voor het hele<br />
volk.<br />
In tegenstelling tot een primary<br />
komen er veel minder mensen op<br />
een caucus af. Maar omdat het<br />
aantal caucus-kiezers iedere vier<br />
jaar zichzelf weer oversteeg, is<br />
nu wel duidelijk dat een gewone<br />
stembusverkiezing beter de status<br />
quo bewaakt. Obama’s natuurlijke<br />
overtuigingsvermogen is wereldwijd<br />
al afgezet tegen Hillary’s persoonlijke<br />
ervaring. Maar de belangrijkste<br />
vraag is of de <strong>Amerikaanse</strong><br />
kiezer een nieuwe beweging in de<br />
organisatie van het partijstelsel kan<br />
verwachten. Obama heeft een<br />
intiemere band met zijn caucusachtige<br />
campagne aangemaakt.<br />
Clinton wist niet op tijd een zelfde<br />
soort burgerlijke betrokkenheid<br />
op te roepen. Beiden willen in de<br />
aanval. Maar omdat John McCain<br />
onevenredig meer eer heeft te verdedigen,<br />
moeten Democraten beginnen<br />
te polariseren. En ze zullen<br />
daarom nu beginnen terug te vallen<br />
op hun sterkste bolwerk in november:<br />
het organisatietalent dat vanuit<br />
de caucus-staten een nieuwe idealistische<br />
middenbeweging heeft<br />
opgestart.<br />
Paul Timmermans is SPIL-alumnus<br />
en doceerde dit jaar ‘American<br />
National Government’ in Des<br />
Moines, Iowa.<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
1
0<br />
Polemiek over politiek<br />
In de rubriek “Polemiek over politiek” binden twee politicologen in spe door<br />
Deze keer wordt er geschreven naar aanleiding van het artikel van Jelle Verhoef in<br />
door moslims jegens homo’s. Homo’s en moslims hebben het beide vaak niet al te<br />
het Suikerfeest daarom worden gelijk worden gesteld, met het oog op normalisering<br />
Beste Ries,<br />
Als een jongen of een man erachter komt, of<br />
eindelijk kan toegeven dat hij homo is, verandert<br />
zijn hele leven. Niet alleen heb je te<br />
maken met een omgeving die op een bepaalde<br />
manier op je nieuwe leven reageert, maar ook<br />
mensen die je niet kent hebben een mening<br />
over je. Twee mannen die verliefd zijn, kunnen<br />
niet zomaar zoenen in de bioscoop of<br />
hand in hand over straat lopen. Het is al erg<br />
genoeg dat sommige mensen de ander niet<br />
kunnen accepteren, maar het in elkaar slaan<br />
van iemand die toevallig een andere geaardheid<br />
heeft, wat géén keuze is, is absoluut verwerpelijk.<br />
Dat deze vorm van geweld jegens<br />
onze homoseksuele medemens vaker door<br />
moslims geschied, is zeer te betreuren; religie,<br />
dus ook het christendom, laat nu eenmaal<br />
weinig ruimte voor andersdenkenden,<br />
al komt het gebrek aan deze ruimte meer bij<br />
de moslims tot uiting. Bij het hebben van een<br />
religie hoort een bepaalde levenswijze en bij<br />
het hebben van een bepaalde geaardheid ook,<br />
het enige verschil is dat religie een keuze is en<br />
geaardheid niet.<br />
Binnen de moslimgemeenschap zijn veel verschillende<br />
mensen te onderscheiden, die allen<br />
op hun eigen manier het geloof in hun leven<br />
incorporeren. Ook binnen de homogemeenschap<br />
is dit geval; iedereen deelt zijn leven anders<br />
in en uit zijn geaardheid op een andere<br />
manier. Desondanks wordt er wel vaak gesproken<br />
over ‘de moslims’ en ‘de homo’s’ en<br />
bij deze twee levenswijzen horen ook feesten,<br />
die trouwens lang niet door alle toehoorders<br />
worden gevierd of bezocht.<br />
De moslims hebben het Suikerfeest en de homo’s<br />
hebben de Gaypride: één keer per jaar<br />
met z’n allen de stad in en trots zijn op wie je<br />
bent; iets wat je ook over het suikerfeest zou<br />
kunnen zeggen. Het Suikerfeest is<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
De Gaypride: een<br />
de afsluiting van weken vasten en bezig zijn<br />
met je geloof en de Gaypride is één van de<br />
hoogtepunten binnen een leven vol vooroordelen<br />
en scheve blikken. Iedereen is er met<br />
hetzelfde doel, namelijk een feestje bouwen<br />
met mensen die of hetzelfde zijn of niet veroordelen<br />
dat je anders bent. Hieraan dient<br />
wel toegevoegd te worden dat lang niet alle<br />
homo’s de Gaypride bezoeken of zelfs maar<br />
leuk vinden; een groot deel vindt deze vorm<br />
van geaardheiduiting helemaal niet leuk of<br />
zelfs verwerpelijk. Ik zou dan ook allerminst<br />
willen betogen dat het elke dag Gaypride zou<br />
moeten zijn, maar het idee dat iedereen elkaar<br />
accepteert en lekker met rust laat, zou ook in<br />
het normale dagelijkse leven een verrijking<br />
zijn. Een ieder die denkt dat de aanhangers<br />
van deze twee totaal verschillende feesten<br />
geen combinatie zijn, raad ik van harte aan een<br />
gemiddelde homobar binnen te lopen, waar al<br />
snel zal blijken dat achter gesloten deuren, ver<br />
weg van de strenge omgeving deze twee levensovertuigingen<br />
naar hartenlust met elkaar<br />
gecombineerd worden. Laten we vooral niet<br />
vergeten dat het voor jongemannen die uit<br />
een streng gelovige omgeving komen, christelijk<br />
of islamitisch, vaak ook moeilijk is ervoor<br />
uit te komen dat ze homo zijn, daarom moeten<br />
ze vaak stiekem op zoek naar het leven<br />
wat ze eigenlijk willen leiden. Net als Pasen<br />
en Pinksteren, denk ik niet dat het Suikerfeest<br />
en de Gaypride ooit op één dag zullen vallen;<br />
de weg naar een samenleving van complete<br />
acceptatie is jammer genoeg nog niet zicht.<br />
Het zal dus nog wel even duren voordat de<br />
eerste suikerfeestsimulatie-boot op de eerste<br />
zaterdag van augustus door de Amsterdamse<br />
grachten zal varen.<br />
Groetjes,<br />
Minke
nieuw Suikerfeest?<br />
middel van een briefwisseling de strijd met elkaar aan over een politiek onderwerp. de<br />
vorige editie van Debat. Hij schreef over de toenemende mate van geweldpleging<br />
makkelijk in de Nederlandse samenleving. Mogen hun feesten, de Gaypride en<br />
van de verhoudingen? Minke van Velzen en Ries Kamphof reageren.<br />
Beste Minke,<br />
Ik heb je stuk met veel belangstelling gelezen,<br />
maar ben het er helaas mee oneens.<br />
Hoewel ik het erg fijn vind dat we hier in<br />
Nederland homo’s respecteren en zelfs hun<br />
eigen feest laten geven, vind ik de vergelijking<br />
met het Suikerfeest ongepast.<br />
De reden hiervoor is dat seksuele geaardheid<br />
en religie niet met elkaar te vergelijken<br />
zijn. Homo zijn is geen religie. De Gaypride<br />
en het Suikerfeest zijn dan ook twee volslagen<br />
verschillende feesten die niet met elkaar<br />
vergeleken moeten worden.<br />
Ten eerste is de geschiedenis van het islamitische<br />
geloof en haar Suikerfeest heel<br />
anders dan die van de Gaypride. De eerste<br />
Amsterdamse Gaypride werd in 1996 gehouden.<br />
Hoewel deze ‘roze zaterdagen’ al<br />
twaalf jaar lang een groot succes zijn, is het<br />
niet te vergelijken met de eeuwenlange, globale<br />
religieuze traditie van het Suikerfeest.<br />
Moslims over de gehele wereld doen al eeuwenlang<br />
aan de ramadan en sluiten deze<br />
vastentijd af met het Suikerfeest. De Gaypride<br />
is een feest voor een gedeelte van de<br />
homo’s in Nederland en België, wat meteen<br />
al de schaal uitlegt waar de vergelijking voor<br />
mij mank gaat.<br />
Ten tweede is de manier van feestvieren<br />
dusdanig verschillend dat de feesten niet<br />
te vergelijken zijn. De Gaypride is een dag<br />
waarop naast gefeest vooral gezocht wordt<br />
naar erkenning van homo’s in de samenleving.<br />
Een voorbeeld is dat op de vorige<br />
Gaypride boten van homo’s jonger dan 16<br />
jaar en verstandelijke gehandicapten meevoeren.<br />
Het Suikerfeest wordt eerst in de<br />
moskee gevierd en daarna in familiale sfeer<br />
voortgezet. Het Suikerfeest is dan ook bij<br />
uitstek een sociaal-religieuze uiting waar in<br />
vertrouwde kring met elkaar de vastentijd<br />
wordt afgesloten. Hier zijn geen Amsterdamse<br />
grachten en mooi weer voor nodig….<br />
De derde reden waarom ik het erg moeilijk<br />
heb met de vergelijking die je stelt, is dat homo’s<br />
en moslims echt niet te vergelijken zijn.<br />
Je stelt dat het min of meer uitwisselbare<br />
definities zijn, omdat het gepaard gaat met<br />
een bepaalde levenswijze. Het enige verschil<br />
zou zijn dat religie een keuze is en geaardheid<br />
niet. Het verschil is juist dat homo zijn<br />
helemaal geen gedrag voorschrijft. Het islamitische<br />
geloof is een wettische godsdienst,<br />
wat wil zeggen dat moslims zich aan de vijf<br />
zuilen van de islam dienen te houden, willen<br />
zij een goed moslim zijn. Het Suikerfeest is<br />
hier een uiting van. Er wordt nergens gesteld<br />
dat homo’s betere of slechtere homo’s<br />
zouden zijn wanneer ze wel of niet aan de<br />
Gaypride deelnemen. Homoseksualiteit is<br />
dan ook niet te vergelijken met een religie.<br />
Dus, hoewel ik er geen aanstoot aan neem<br />
dat de Gaypride plaatsvindt, vind ik de<br />
vergelijking met het Suikerfeest wél ongegrond.<br />
Laten we hopen dat beide groepen<br />
zich kunnen vinden in het ‘religieuze’ credo<br />
“heb je naaste lief als jezelf ” en er geen<br />
geweld maar wederzijdse acceptatie plaatsvindt<br />
tussen de twee groepen.<br />
Groeten,<br />
Ries<br />
Polemiek over politiek<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
1
OPINIE<br />
E<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
Vliegenval Uruzgan<br />
Door Jelle Verhoef<br />
In de vorige editie van Debat werd gepleit voor het kabinetsbesluit<br />
om de missie in Afghanistan te verlengen. Uruzgan is echter het<br />
symbool van lichtzinnig en gevaarlijk buitenlands beleid, want de<br />
missie vergroot de terreurdreiging en het doel is niet haalbaar. “Democracy<br />
may not be exportable in the same way that Coca Cola is.”<br />
ind vorig jaar voegde het kabinet<br />
een nieuw exemplaar<br />
toe aan haar reeds indrukwekkende<br />
lijst van blunders: de betrokken ministers<br />
besloten tot verlenging van<br />
de missie in Uruzgan. In de vorige<br />
editie van Debat werd hartstochtelijk<br />
gepleit voor deze verlenging en<br />
diens pleitbezorgers, Jessica Kelder<br />
en Femke Eekhof, zullen tevreden<br />
zijn. Beide schrijvers misten echter<br />
schijnbaar de ernst van de zaak,<br />
want de missie in Afghanistan staat<br />
symbool voor een ondoordacht,<br />
lichtzinnig buitenlands beleid dat<br />
Nederland in een moeras van eindeloze<br />
oorlog kan trekken.<br />
In haar artikel over Uruzgan en de<br />
toekomst van de NAVO schrijft<br />
Femke Eekhof dat de huidige operaties<br />
in Afghanistan een noodzakelijk<br />
onderdeel zijn van de “War<br />
on Terror” en dat de wederopbouw<br />
daarom tot een goed einde<br />
moet worden gebracht. Dit indachtig<br />
het bekende verkooppraatje van<br />
de <strong>Amerikaanse</strong> regering: de aanslagen<br />
van 11 september 2001 zijn<br />
veroorzaakt door het bestaan van<br />
ondemocratische regimes in het<br />
Midden-Oosten en door de islamitische<br />
wereld democratie te geven<br />
(naar democratie toe te bombarderen)<br />
wordt de kans op nieuwe terroristische<br />
agressie verkleind.<br />
Deze verklaring van de aanslagen<br />
op de Twin Towers en het Pentagon<br />
is eigenaardig. Vele malen aan-<br />
nemelijker is dat de decennialange<br />
bemoeienis van de VS met het<br />
Midden-Oosten in diens zelfgekozen<br />
rol van politieagent van de<br />
wereld, samen met militaire operaties<br />
aldaar en grote politieke en<br />
financiële steun aan de staat Israël,<br />
de oorzaak van 11 september vormen.<br />
Het interventionistische buitenlandse<br />
beleid van Amerika heeft<br />
onder moslims veel haat gekweekt,<br />
die vervolgens gebruikt kon worden<br />
door Bin Laden en de zijnen.<br />
De recente invasies van Afghanistan<br />
en Irak, onder de vlag van<br />
democratie en “mensenrechten,”<br />
hebben wederom vele moslims het<br />
leven gekost. Hoeveel van hun vaders,<br />
broers en zonen zullen de terroristen<br />
van morgen zijn?<br />
Democratisering van de islamitische<br />
wereld is ook een onwaarschijnlijke<br />
oplossing voor islamitisch<br />
terrorisme, omdat dit proces<br />
juist kan bijdragen aan verdere destabilisatie<br />
van de regio. Daarbij is<br />
de kans niet gering dat radicale islamitische<br />
elementen in een democratisch<br />
Midden-Oosten veel meer<br />
invloed krijgen op hun landsbesturen<br />
dan nu het geval is.<br />
Femke Eekhof spreekt in haar stuk<br />
opvallend genoeg enkel over de<br />
terroristische aanvallen op de VS<br />
in 2001 en níét over de aanslagen<br />
in Madrid, Londen en de moord<br />
op Theo van Gogh. Toch neem ik<br />
aan dat het voorkomen van islami-<br />
tisch geweld in Europa één van de<br />
redenen is waarom zij de missie in<br />
Uruzgan steunt. Zoals betoogd, zal<br />
de huidige War on Terror het probleem<br />
enkel verergeren. Echter,<br />
indien Amerika deze zelfvernietigende<br />
strategie wil blijven volgen,<br />
kunnen wij hier weinig aan doen.<br />
Nederland en andere Europese naties<br />
kunnen daarentegen wél een<br />
eigen, effectievere strategie voeren<br />
ter voorkoming van islamitische<br />
terreur.<br />
Ten eerste moeten Europese landen<br />
al hun steun aan het militaire<br />
avonturisme van de VS in het Midden-Oosten<br />
intrekken, ook al is het<br />
enkel om te helpen bij “wederopbouw.”<br />
Hierdoor kunnen moslims<br />
geen aanstoot nemen aan de aanwezigheid<br />
van de Europese legers<br />
in hun landen. Daarnaast moet het<br />
aantal moslims binnen Europese<br />
grenzen drastisch worden ingeperkt<br />
door middel van een specifieke<br />
immigratiestop en een remigratieprogramma.<br />
De aanslagen in<br />
Madrid en Londen en de moord<br />
op Van Gogh werden gepleegd<br />
door islamitische immigranten en<br />
niet door ingevlogen Afghanen<br />
of Irakezen. Europeanen moeten<br />
conflicten met moslims voorkomen<br />
door voorlopig het contact te<br />
minimaliseren. Laat de VS maar de<br />
confrontatie opzoeken.<br />
Maar, zou Femke Eekhof nu zeggen,<br />
het “is toch fantastisch om te
weten dat wij Nederlanders anderen<br />
de dingen die wij hier als vanzelfsprekend<br />
beschouwen [ik neem<br />
aan dat ze democratie en mensenrechten<br />
bedoeld], proberen te geven”?<br />
Nou, in de eerste plaats zijn<br />
de Afghanen andere dingen gegeven:<br />
oorlog, dood, verwoesting<br />
en chaos. Bij de bombardementen<br />
gedurende de <strong>Amerikaanse</strong> invasie<br />
zijn duizenden burgers om het<br />
leven gekomen en in de chaos die<br />
volgde, hebben naar schatting nog<br />
eens 20.000 Afghaanse burgers het<br />
leven gelaten. Inmiddels zijn in<br />
Uruzgan ook door Nederlandse kogels<br />
burgerdoden gevallen. Is “de-<br />
mocratie” al deze ellende waard? Ik<br />
vraag me ook af hoeveel Afghanen<br />
liever in een dictatuur hadden geleefd<br />
met hun familie, dan alleen in<br />
een democratie, omdat de mensen<br />
die zij lief hadden zijn omgekomen<br />
bij het oorlogsgeweld. En wie zijn<br />
wij om die keuze voor de Afghanen<br />
te maken?<br />
Femke Eekhof en Jessica Kelder<br />
lijken er ook beiden van uit te<br />
gaan dat democratie succesvol te<br />
exporteren valt naar de islamitische<br />
wereld. Dit is echter juist zeer<br />
onwaarschijnlijk. Democratie in<br />
het Westen is het product van een<br />
eeuwenlange ontwikkeling binnen<br />
onze beschaving. Heel langzaam<br />
hebben zich hier de voor democratie<br />
geschikte sociale en culturele<br />
fundamenten gevormd. Voorbeelden<br />
hiervan zijn de Westerse ideeen<br />
over de wenselijkheid van politieke<br />
oppositie, individualiteit, een<br />
onderscheid tussen wereldlijke en<br />
religieuze autoriteit, en een groot<br />
aantal aannames over het juiste gebruik<br />
van macht. Deze ideeën leven<br />
veel minder of ontbreken in de<br />
islamitische wereld en dit doet Sa-<br />
muel Francis (van wie ik dit argument<br />
leen) concluderen dat “[Democracy]<br />
may not be exportable in<br />
the same way that Coca Cola is.” 1<br />
Nederland had dus niet naar Afghanistan<br />
moeten vertrekken om<br />
democratie te verspreiden, noch<br />
om de terreurdreiging te verminderen.<br />
Echter, volgens Jessica Kelder<br />
maakt de huidige aanwezigheid van<br />
Nederlandse troepen in Uruzgan<br />
bezwaren tegen het beginnen van<br />
de missie irrelevant. Ik zie echter<br />
niet in waarom bovengenoemde<br />
bezwaren niet evenzeer van belang<br />
zijn bij het besluit over de verlenging<br />
van de missie.<br />
“Daarnaast moet het aantal moslims binnen Europese<br />
grenzen drastisch worden ingeperkt...”<br />
Een stabiele democratie vestigen<br />
gaat waarschijnlijk niet lukken en<br />
dat Nederland dit aanvankelijk<br />
heeft geprobeerd, verandert daar<br />
niets aan. Beter ten halve gekeerd,<br />
dan ten hele gedwaald, zou ik zeggen.<br />
Het groeiende aantal confrontaties<br />
tussen de Nederlanders<br />
en Talibanstrijders en het onvermogen<br />
van de troepen om maar<br />
enige mate van orde te bewaken in<br />
de Afghaanse provincie, zou zelfs<br />
meer bewijs moeten vormen tegen<br />
de haalbaarheid van wederopbouw<br />
door de Nederlandse bezetters.<br />
Dat laatste woord gebruik ik met<br />
opzet. Uit een artikel in Trouw over<br />
de mening van Afghaanse vluchtelingen<br />
in Nederland betreffende de<br />
verlenging van de missie, blijkt dat<br />
zij een groeiende vijandigheid ervaren<br />
bij landgenoten in Uruzgan<br />
jegens de Nederlandse troepen. 2<br />
De reeds genoemde burgerslachtoffers<br />
van de Nederlandse soldaten<br />
spelen een rol, maar ook het gevoel<br />
onder de Afghaanse bevolking dat<br />
zij al decennialang overheerst worden<br />
door buitenlandse machten.<br />
Eerst was Afghanistan een speel-<br />
bal in de Koude Oorlog, nu in de<br />
War on Terror. “De Afghanen willen<br />
rust,” aldus één van de Afghaanse<br />
vluchtelingen. “Ik stel voor om<br />
alle militairen onmiddellijk terug te<br />
trekken.” Hoe langer we daar blijven,<br />
hoe groter het risico van terroristische<br />
vergelding tegen onze<br />
troepen en Nederlandse burgers.<br />
Jessica Kelder stelt dat Nederland<br />
door naar Uruzgan te vertrekken<br />
een verantwoordelijkheid voor de<br />
provincie heeft geaccepteerd die<br />
we niet mogen verwaarlozen. Het<br />
dramatische verloop van de missie<br />
tot nu toe, met nog slechtere vooruitzichten<br />
door een groeiende vijandigheid<br />
van de bevolking, maken<br />
haar positie echter onhoudbaar.<br />
Zolang we de “plicht” tot hulp<br />
bij de wederopbouw niet hebben<br />
vervuld, moeten we volgens Jessica<br />
Kelder de missie verlengen.<br />
Echter, naarmate we harder proberen,<br />
door meer troepen te sturen<br />
en langer te blijven, raakt het doel<br />
van wederopbouw alleen maar verder<br />
uit zicht. Als Nederland de redenering<br />
van Jessica Kelder volgt,<br />
verandert Uruzgan voor ons in een<br />
vleesetende plant, een vliegenval,<br />
waarin Nederland als vlieg, door<br />
te willen ontsnappen, enkel vaster<br />
verstrikt zal raken.<br />
Nederland had niet naar Afghanistan<br />
moeten gaan en door het aflopen<br />
van de afgesproken missieduur<br />
kregen we een kans om de schade<br />
te beperken, zónder afspraken met<br />
de NAVO te schenden. Het laten<br />
schieten van die kans zal ons bezuren.<br />
<br />
Bronnen:<br />
1. Francis, Samuel (1993) Beatiful Losers:<br />
Essays on the Failure of American Conservatism,<br />
University of Missouri Press:<br />
Columbia, Missouri, p. 185.<br />
2. “Dromen over de Olympische Spelen,”<br />
Trouw, 17 december 2007, blz. 2-3.<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1
OPINIE<br />
D<br />
De oorzaak van de kloof<br />
Door Gijs de Jong<br />
We hebben in Nederland te kampen met een steeds groter wordende kloof<br />
tussen de burger en de politiek. Politiek en journalistiek schuiven de schuld<br />
hiervan in elkaars schoenen. En dat terwijl een derde actor in de democratie<br />
misschien wel het grootste aandeel in dit probleem heeft.<br />
e democratie in Nederland<br />
wordt in de eerste plaats gevormd<br />
door kiezers en politici. Gemakshalve,<br />
en omdat de politiek in<br />
de praktijk ook de mensen die niet<br />
kiesgerechtigd zijn vertegenwoordigen,<br />
wordt in dit artikel geen onderscheid<br />
gemaakt tussen kiezers<br />
en burgers. De democratie werkt<br />
dan als volgt: de politiek behartigt<br />
naar eigen inzicht de belangen van<br />
de burgers in de regering en het<br />
parlement. De burgers spreken<br />
eens in de vier jaar hun tevredenheid<br />
hierover uit over in de vorm<br />
van het kiezen van een nieuwe<br />
volksvertegenwoordiging. Politici<br />
(of partijen) die het goed hebben<br />
gedaan worden herkozen en mogen<br />
nog eens vier jaar de belangen<br />
van de burger behartigen.<br />
Om bovenstaand model naar behoren<br />
te laten werken, moet er echter<br />
een schakel worden toegevoegd:<br />
de journalistiek. Zonder de journalistiek<br />
zou de burger in zijn meningsvorming<br />
volledig afhankelijk<br />
zijn van wat de overheid zelf naar<br />
buiten brengt. De overheid, in de<br />
vorm van de verschillende politieke<br />
partijen, is er natuurlijk alles aangelegen<br />
om zelf zo positief mogelijk<br />
uit de bus te komen, zodat de kans<br />
op herverkiezing zo groot mogelijk<br />
wordt. Daarom is er groot belang<br />
bij een goed functionerende, vrije<br />
journalistiek. Door middel van objectieve<br />
en volledige berichtgeving<br />
moet de journalistiek de burger<br />
informeren en de overheid controleren,<br />
zodat de burger zich een<br />
eerlijke mening kan vormen.<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
Ondanks dat er met de jaren verschillende<br />
taken voor de journalistiek<br />
zijn bijgekomen, vormen het<br />
controleren en het informeren nog<br />
steeds de kern. Het zijn ook deze<br />
taken die in de discussie over de<br />
kloof tussen journalisten en politici<br />
de bron van het conflict vormen.<br />
Politici beweren dat journalisten<br />
hun functie als belangrijkste informatiebron<br />
van de burger misbruiken,<br />
door vaak alleen aandacht te<br />
besteden aan negatieve incidenten<br />
en zo politiek cynisme bij de burger<br />
in de kaart spelen. Journalisten<br />
reageren daarop met het argument<br />
dat het juist de politici zijn die met<br />
hun spindoctors en mediastrategen<br />
de berichtgeving continu proberen<br />
te beïnvloeden en zo de journalisten<br />
cynisch maken, waardoor dit<br />
negatieve beeld vanzelf in de berichtgeving<br />
tot uiting komt en op<br />
de burger wordt overgebracht.<br />
Beide argumenten bevatten een<br />
kern van waarheid, maar zijn niet<br />
de belangrijkste oorzaak van het<br />
probleem. Hoewel het waar is dat<br />
politieke berichtgeving eenzijdiger<br />
en negatiever is geworden en dat<br />
dit gedeeltelijk wordt veroorzaakt<br />
door de cynische houding van de<br />
journalistiek jegens de politiek, is<br />
er een ander verschijnsel dat meer<br />
schuld draagt, namelijk de verschuiving<br />
op de nieuwsmarkt van<br />
aanbodgericht naar vraaggericht<br />
beleid. Door deze verschuiving is<br />
de macht van de burger toegenomen<br />
en zo is de dalende kwaliteit<br />
van politieke berichtgeving in werking<br />
is gezet.<br />
De journalistiek moet om in haar<br />
democratische taak te kunnen<br />
voorzien zo onafhankelijk mogelijk<br />
opereren. Ten tijde van de verzuiling<br />
was dat in Nederland niet het<br />
geval: elke krant en elke omroep<br />
was sterk verbonden aan de politieke<br />
partij die deel uitmaakte van<br />
dezelfde zuil. Bovendien hadden<br />
alle media een vast publiek, bestaande<br />
uit de burgers die zich tot<br />
dezelfde politieke kleur rekenden.<br />
Toen de verzuiling in de jaren zestig<br />
van de vorige eeuw wegviel, had<br />
dat grote consequenties voor de<br />
verschillende nieuwsbedrijven. De<br />
media moesten elkaar nu ineens<br />
gaan beconcureren in het bereiken<br />
van publiek. Bovendien stond het<br />
na de ontzuiling niet meer vast dat<br />
een medium in het debat over een<br />
bepaald onderwerp een vaste politieke<br />
partij of stroming zou steunen.<br />
Er ontstond zo een vrije nieuwsmarkt.<br />
Niet alleen de journalisten<br />
werden vrijer in hun berichtgeving,<br />
ook de burger kreeg meer<br />
vrijheid in haar nieuwskeuze. Dit<br />
resulteerde in een toenemende afhankelijkheid<br />
van de journalistiek<br />
van, wat Nico Drok (2007) noemt,<br />
de vier C’s: concurrentie, concentratie,<br />
convergentie en commercie.<br />
De ontstane concurrentie maakte<br />
het moeilijk voor de kleine media<br />
om het hoofd boven water te<br />
houden, wat leidde tot concentratie<br />
en convergentie: door fusies en<br />
overnames nam de pluriformiteit<br />
op de nieuwsmarkt af. Bovendien<br />
wekte het vrijemarktmodel de in-
teresse van grote op winstbeluste<br />
investeerders, waardoor de commercie<br />
zijn intrede in de journalistiek<br />
deed. Dit heeft ervoor gezorgd<br />
dat de macht van de burger op de<br />
nieuwsmarkt is toegenomen: vanuit<br />
het winstoogmerk is het gunstig<br />
de consument te geven wat hij wil.<br />
Dalende oplages en kijkcijfers van<br />
de kwaliteitsmedia, zijn het gevolg<br />
van een dalende vraag van de burger.<br />
Het lijkt erop dat de burger liever<br />
aangedikte nieuwsfeitjes over<br />
rellen en incidenten in de politiek<br />
leest dan dat hij zich verdiept in de<br />
inhoud. Vanuit deze visie redenerend,<br />
betekent dit dat de kloof tussen<br />
de burger en de politiek voor<br />
een belangrijk deel de schuld is van<br />
de burger zelf. Als er niet snel iets<br />
verandert, zullen er over een aantal<br />
jaren vrijwel geen kwaliteitsmedia<br />
meer over zijn en dat heeft negatieve<br />
gevolgen voor de democratie.<br />
Om het niet zo ver te laten komen,<br />
ligt er voor de politiek en de journalistiek<br />
een belangrijke taak in het<br />
verschiet: de burger moet bewust<br />
gemaakt worden van het belang<br />
van uitgebreide informatie. De empathie<br />
van de journalist en de politicus,<br />
die nu vooral wordt gebruikt<br />
om de burger naar de mond te praten,<br />
zal daarvoor op een heel andere<br />
manier moeten worden ingezet.<br />
Een nog belangrijkere taak ligt vervolgens<br />
bij de burger zelf: deze zal<br />
moeten inzien dat hij zelf voor een<br />
belangrijk deel de oorzaak is van de<br />
kloof en zijn verantwoordelijkheid<br />
moeten nemen. Alleen zo kan de<br />
kloof worden gedicht en de democratie<br />
worden gered. <br />
Bronnen:<br />
-Drok, Nico (2007) ‘De journalistieke<br />
biotoop’ in De toekomst van de journalistiek;<br />
Drok (red.) Boom, Amsterdam.<br />
- Brants, Kees (2008) ‘Media, politiek<br />
en de spiraal van wantrouwen’ in Politiek<br />
en Media, Een reader; Brants & van Praag<br />
(red.)<br />
Vrije Slag<br />
Halsema is anders<br />
In een recente weblog bekritiseert<br />
Femke Halsema haar medeparlementariërs<br />
Jan Marijnissen<br />
en Geert Wilders om de<br />
toon die de twee plachten aan te<br />
slaan in het publieke debat. In<br />
het bijzonder heeft Halsema het<br />
over de kwalificatie ‘beroepslafaard’<br />
waarmee Wilders de<br />
premier omschreef, en de verwijzing<br />
naar etnische zuiveringen<br />
in Rwanda en op de Balkan<br />
waarmee Marijnissen zijn ongenoegen<br />
over Wilders uitte.<br />
Halsema had haar blog net zo<br />
goed een jaar eerder kunnen<br />
schrijven. Wilders doet sinds<br />
zijn afscheiding van de VVD<br />
niet anders dan zijn politieke<br />
tegenstanders zo belachelijk<br />
mogelijk te omschrijven en Marijnissen<br />
is in de regel ook niet<br />
vies van een ongepaste vergelijking<br />
– denk aan zijn keuze voor<br />
het woord ‘deportatie’ toen hij<br />
het immigratiebewind van Rita<br />
Verdonk omschreef.<br />
Al dit soort persoonlijke aanvallen<br />
zijn inderdaad erg kinderachtig.<br />
Als je de bal niet weet te<br />
verdedigen, dan schop je maar<br />
tegen de man aan. Tenslotte is<br />
het voor de toeschouwer een<br />
stuk leuker om naar een grove<br />
overtreding te kijken dan naar<br />
een correcte sliding. Vandaar<br />
wellicht de populariteit van<br />
Sjaak Polak en Stijn Vreven.<br />
Met andere woorden: Halsema<br />
heeft gelijk. Superlatieven zijn<br />
geen argumenten, en de media<br />
imponeren met een scheldwedstrijd<br />
is opportunistisch. Het is<br />
echter een beetje jammer dat<br />
Halsema met haar blog de nondiscussie<br />
van Wilders en Marijnissen<br />
in stand houdt.<br />
In de eerste plaats: haar open<br />
brief bevat geen letter over de<br />
politieke werkelijkheid, terwijl<br />
ze voortdurend benadrukt dat<br />
er meer inhoudelijke argumenten<br />
moeten worden gegeven.<br />
Het heeft iets weg van Rita<br />
Verdonk, die graag roept dat<br />
problemen duidelijk benoemd<br />
moeten worden maar wegloopt<br />
als men vraagt over welke problemen<br />
ze het heeft. Bovendien<br />
zal haar brief niet beantwoord<br />
worden met een inhoudelijke<br />
weerspiegeling over de plannen<br />
van GroenLinks, maar (zoals ze<br />
zelf voorspelt) eerder met een<br />
reactie van Wilders dat ze knettergek<br />
is. Met andere woorden:<br />
dankzij haar gaat het weer over<br />
vorm, en niet over inhoud (zie<br />
ook deze column).<br />
Het is natuurlijk nog storender<br />
dat ze zich zelf ook schuldig<br />
maakt aan de zonden van de<br />
twee populisten. Ze noemt de<br />
twee ‘afschuwelijk’ en ‘bijzonder<br />
grof ’ en sluit af met de nogal<br />
goedkope suggestie dat de misplaatste<br />
houding van Wilders en<br />
Marijnissen iets met mannelijke<br />
hormonen te maken zou hebben.<br />
Dat vind ik gewoon afschuwelijk.<br />
<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1
ACHTERGROND<br />
D<br />
irect toen we om drie uur ‘s<br />
nachts aankwamen op het<br />
vliegveld Ben-Gurion in Israël,<br />
werden we geconfronteerd met een<br />
van de obsessies van Israël: veiligheid.<br />
Twee personen van onze<br />
groep werden apart genomen door<br />
de douane en ongeveer drie en een<br />
half uur lang ondervraagd totdat<br />
ze konden worden toegelaten tot<br />
Israël. Om acht uur ’s ochtends<br />
kwamen ze pas aan in ons hostel in<br />
Tel Aviv. De reden voor deze lange<br />
nachtelijke ondervraging waren<br />
hun geboorteplaatsen: Kabul en<br />
Teheran.<br />
Ook de daaropvolgende weken was<br />
de Israëlische obsessie met veiligheid<br />
goed te merken. We verbleven<br />
de eerste dag in Tel Aviv, de veiligste<br />
stad in Israël, maar ook daar zag<br />
je voor ieder restaurant een beveiliger<br />
zitten en moest je bijvoorbeeld<br />
je tas laten controleren voordat je<br />
een winkelcentrum binnen kon<br />
gaan. Maar het werd pas echt duidelijk<br />
toen we met de bus naar Jeruzalem<br />
gingen. We moesten onze<br />
koffers openmaken voordat we<br />
het busstation in mochten gaan.<br />
In het busstation en de bus naar<br />
Jeruzalem zagen we veel soldaten<br />
op verlof die nog gewoon hun geweer<br />
bij zich droegen. Dit zou je in<br />
Nederland natuurlijk nooit kunnen<br />
tegenkomen.<br />
Israël-Palestina conflict:<br />
realiteit aan de grond<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
Spanningen<br />
In Jeruzalem sliepen we in de Oude<br />
Stad. Daar staat in bijna iedere<br />
straat wel een soldaat en het hangt<br />
er vol met camera’s. Ook voor ons<br />
hostel stonden continu soldaten<br />
op de wacht. Als buitenlanders<br />
voelden we de spanning tussen de<br />
Palestijnse en joodse inwoners van<br />
Jeruzalem nauwelijks. We zagen gewoon<br />
orthodoxe joden tussen de<br />
Palestijnen op vrijdagavond naar de<br />
Klaagmuur lopen voor hun gebed.<br />
Maar toen we met enkele joodse Israëli’s<br />
spraken, bleek dat ze nauwelijks<br />
door de Arabische wijken van<br />
Jeruzalem durven te lopen of naar<br />
de Westelijke Jordaanoever durven<br />
te gaan. Het joodse en het Arabische<br />
gedeelte van Jeruzalem zijn in<br />
feite twee aparte steden waar geen<br />
onderlinge integratie of überhaupt<br />
contact tussen is.<br />
Veiligheidsobsessie<br />
De Israëlische obsessie met veiligheid<br />
kan erg irritant zijn. Je moest<br />
steeds weer je tas openmaken of<br />
door een poortje lopen om binnen<br />
te komen. Bij officiële instellingen,<br />
zoals het parlement, moesten we<br />
vaak lang wachten totdat we door<br />
de beveiliging heen waren. De Israëlische<br />
obsessie met veiligheid is<br />
zowel gebaseerd op de angst voor<br />
terroristische aanslagen, alsmede<br />
op het zelfbeeld van Israël en de<br />
joodse geschiedenis.<br />
Door Arjen van Driel Kluit<br />
Van 16 tot 28 januari vetrok ik met acht andere politicologen naar Israël<br />
om meer te leren over het Israëlische-Palestijnse conflict. De reis bood<br />
een ongekende inkijk in een land waar het conflict een vanzelfsprekendheid<br />
zonder passende oplossing is, terwijl hetzelfde conflict ook<br />
ongemerkt aan je voorbij kan gaan als toerist.<br />
Bastion van beschaving<br />
De derde dag bezochten we Masada<br />
en de Dode Zee. Masada is een oud<br />
fort en paleis uit het begin van onze<br />
jaartelling. Masada heeft een grote<br />
betekenis voor Israël en joden. Dit<br />
fort was het laatste bastion van de<br />
joodse Opstand tegen de Romeinse<br />
overheersers. Het fort staat op<br />
een groot plateau middenin in een<br />
dor en kaal landschap. Vroeger was<br />
het fort voorzien van grote voorraden<br />
voedsel en water. Het was een<br />
plaats van menselijke beschaving in<br />
de woestijn en tegenwoordig vergelijkt<br />
de staat Israël zichzelf met<br />
dit beeld. Israël ziet zichzelf als een<br />
bastion van beschaving, een westerse<br />
democratie, omringd door<br />
dictaturen en religieuze fanaten die<br />
uit zijn op haar ondergang.<br />
Holocaust<br />
De obsessie met veiligheid en het<br />
gevoel helemaal alleen te staan,<br />
komt ook voort uit de Holocaust.<br />
We kregen een rondleiding in Yad<br />
Vashem, een museum dat aan de<br />
Holocaust is gewijd. Joden werden<br />
systematisch uitgeroeid zonder<br />
dat iemand een vinger uitstak. De<br />
rondleiding in het museum eindigde<br />
met een uitzicht over Israël:<br />
een symbool voor de opvatting dat<br />
alleen een joodse staat de veiligheid<br />
van joden kan garanderen. Veel Israëli’s<br />
stellen kritiek op Israël dan<br />
ook gelijk aan antisemitisme. Zo
kregen wij op Hebrew University<br />
in Jeruzalem te maken met een<br />
professor filosofie die een warrig<br />
verhaal hield over links kritische<br />
schrijvers die volgens hem antisemitisch<br />
waren. Hij zag de kritiek<br />
op Israël een impliciete ontkenning<br />
van de Holocaust, iets dat hij<br />
vooral ziet onder linkse academie.<br />
Dit is een perceptie die ook wordt<br />
gedeeld de Israëlische overheid.<br />
Palestijnen<br />
De obsessie met veiligheid en een<br />
joodse staat gaan wel ten koste van<br />
de Palestijnen. De Palestijnen die<br />
in Israël wonen, worden gediscrimineerd.<br />
Ze zijn vaker werkloos<br />
dan joden en profiteren minder van<br />
overheidsdiensten. Dat konden we<br />
duidelijk zien in Jeruzalem. In de<br />
gedeelten waar Palestijnen wonen,<br />
zien de straten er een stuk slechter<br />
uit dan in de Joodse gedeelten. Het<br />
afval ligt er bijvoorbeeld op straat,<br />
omdat dat gewoonweg niet wordt<br />
opgeruimd. Ook is er nauwelijks<br />
ruimte voor nieuwe huizen voor<br />
Palestijnen in Jeruzalem, omdat er<br />
maar een paar bouwvergunningen<br />
per jaar worden gegeven aan Palestijnen.<br />
Bovendien voert Israël<br />
een beleid dat als Palestijnen 100<br />
nieuwe huizen bouwen, er 100<br />
Palestijnse huizen moeten worden<br />
afgebroken. Dit kan Israël doen,<br />
omdat volgens de Israëlische wet<br />
de meeste Palestijnse huizen illegaal<br />
zijn. Ondanks dat deze huizen<br />
vaak door generaties zijn bewoond,<br />
worden de huizen zonder pardon<br />
onteigend en gesloopt.<br />
Kolonisten<br />
De Israëlische kolonisten daarentegen,<br />
krijgen subsidies van de<br />
overheid om zich te vestigen in nederzettingen<br />
die zich bevinden op<br />
Palestijns grondgebied. De situatie<br />
van Palestijnen op de Westelijke<br />
Jordaanoever is nog schrijnender.<br />
Zij zitten eigenlijk gevangen in de<br />
Westelijke Jordaanover, omdat ze<br />
Wandeling langs de muur dwars door Bethlehem<br />
een vergunning nodig hebben om<br />
via de muur naar Israël te gaan.<br />
Ook binnen de Westelijke Jordaanoever<br />
is reizen voor hen moeilijk.<br />
Ze moeten vaak urenlang voor<br />
checkpoints wachten en mogen<br />
niet de Israëlische wegen gebruiken.<br />
Erg schrijnend is de situatie<br />
in Hebron. Het halve centrum is<br />
afgesloten voor Palestijnen om een<br />
klein groepje kolonisten te beschermen.<br />
Deze kolonisten zijn zelf erg<br />
agressief en gewelddadig. De Palestijnen<br />
moeten zich beschermen<br />
tegen de kolonisten door ramen<br />
bijvoorbeeld met hekken af te dekken,<br />
om zo maar niet door stenen<br />
of afval te worden geraakt die kolonisten<br />
naar hen gooien. Zoiets<br />
hoor of zie je nooit op het Nederlandse<br />
nieuws of in de kranten.<br />
Slechte economische situatie<br />
Erg indrukwekkend was de muur<br />
tussen Israël en de Westelijke Jordaanoever.<br />
Wanneer je voor deze<br />
muur staat, dringt pas echt de hoogte<br />
en de ondoordringbaarheid ervan<br />
goed tot je door. De muur verdeelt<br />
dorpen en families en zorgt er<br />
bijvoorbeeld voor dat mensen niet<br />
meer naar hun werk aan de andere<br />
kant van de muur kunnen. Naast<br />
deze vrijheidsbeperking, heeft de<br />
muur dus ook negatieve gevolgen<br />
voor de economische<br />
situatie op de Westelijke Jordaanoever.<br />
Deze slechte situatie is echter<br />
niet alleen te wijten aan Israël.<br />
Ook de Palestijnse Autoriteit is<br />
hier debet aan. Veel Palestijnen die<br />
we spraken, hadden geen vertrouwen<br />
in de Palestijnse Autoriteit. De<br />
Palestijnse Autoriteit is in toenemende<br />
mate corrupt. De miljarden<br />
euro’s die het van de EU kreeg, zijn<br />
voornamelijk in de zakken verdwenen<br />
van politici. Hun kinderen krijgen<br />
bijvoorbeeld een goede opleiding<br />
in Engeland of de Verenigde<br />
Staten en krijgen goede baantjes<br />
toegeschoven in de Palestijnse Autoriteit.<br />
Een Palestijnse universiteit<br />
(Bir Zeit) die we bezochten kreeg<br />
daarentegen juist minder geld toen<br />
de Palestijnse Autoriteit in de jaren<br />
1990 werd opgericht. Het is geen<br />
wonder dat de Palestijnse bevolking<br />
Hamas steunt, die wel de armoede<br />
aanpakt en scholen en ziekenhuizen<br />
stichtte.<br />
Aanrader<br />
Door deze reis konden we met eigen<br />
ogen het conflict zien en ervaren<br />
waardoor je het nieuws op tv<br />
over Israël in een perspectief kunt<br />
plaatsen. Ik raad daarom iedereen<br />
met interesse in het conflict aan<br />
om Israël te bezoeken om zelf een<br />
afgewogen mening te kunnen vormen<br />
over het conflict. <br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
OP
ACHTERGROND<br />
Cultureel verval en psychische<br />
constitutie<br />
I<br />
n het tijdperk van liberalisme<br />
en democratie wordt,<br />
over het algemeen, de kwaliteit van<br />
een staat afgemeten aan de hand<br />
van diens reikwijdte van democratische<br />
participatie en de handhaving<br />
van individuele burgerrechten.<br />
De staat als een waardeneutraal<br />
podium waarop participatie en de<br />
bescherming van het individu centraal<br />
staan, wordt zelfs gezien als<br />
een vorm van zeer hoge (lineaire)<br />
politieke en culturele ontwikkeling.<br />
Zolang niemand wordt aangetast<br />
in zijn individuele grondrechten<br />
lijkt het schip een juiste koers te<br />
varen. Moeten we bereid zijn dit<br />
als het laatste stadium van politieke<br />
ontwikkeling te accepteren? Of is<br />
ons sofistisch zand in de ogen gestrooid<br />
waardoor wij het langzame<br />
verval zijn gaan aanschouwen als<br />
een constante verbetering van onze<br />
politieke toestand?<br />
Politeia<br />
In de Politeia van Plato komen wij<br />
in aanraking met een radicaal andere<br />
kijk op deze ontwikkeling.<br />
De politieke toestand die wij zijn<br />
komen te kennen als de liberale<br />
democratie wordt in dit 2400 jaar<br />
oude boek al beschreven als een<br />
stadium in een proces van politiek<br />
en cultureel verval. Plato is<br />
heel duidelijk over waarin volgens<br />
hem de oorzaak hiervan ligt: “Het<br />
zijn karakter en levensinstelling<br />
van de individuele leden van een<br />
gemeenschap die de politieke balans<br />
in een bepaalde richting doen<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
doorslaan en alles in hun spoor<br />
meetrekken.” 1 Volgens Plato zijn<br />
het de individuele zielen, of beter<br />
gezegd, de individuele psychische<br />
constituties van de leden van een<br />
bepaalde gemeenschap, die invloed<br />
hebben op de politieke en culturele<br />
toestand waarin die gemeenschap<br />
zich bevindt. Het karakter (de uitkomst<br />
van het al dan niet in balans<br />
zijn van de individuele ziel) van de<br />
burgers en diens bestuurders speelt<br />
een grote rol in dit proces. Het is<br />
uiteindelijk opvoeding, het bijbrengen<br />
van gevoel voor de juiste<br />
verhoudingen, die zowel de ziel als<br />
de gemeenschap in balans moeten<br />
brengen. Plato wijst hier op het belang<br />
van educatie.<br />
Voordat deze lijn doorgetrokken<br />
kan worden, moet er stil worden gestaan<br />
bij Plato’s ideale staatsvorm:<br />
de aristocratie. Plato laat Socrates<br />
in een reactie op een stelling van<br />
Trasymachus over de wenselijkheid<br />
van een immoreel leven, beweren<br />
dat de samenleving het best<br />
af is als deze geregeerd wordt door<br />
de besten (aristoi). Deze discussie<br />
centreert zich rond de vraag: hoe<br />
te leven? Volgens Socrates is een<br />
goed leven alleen mogelijk als men<br />
de normen die daarvoor vastliggen<br />
daadwerkelijk kent. Leven volgens<br />
die normen levert dan individueel<br />
geluk op. Volgens Socrates zijn<br />
maar weinig mensen in staat om<br />
deze normen te leren kennen, en<br />
degenen die in staat zijn om ze te<br />
kennen krijgen vaak weinig kans<br />
Door René Schmitt<br />
“Waar een plant zijn wortels heeft,<br />
daar vindt het ook zijn dood”<br />
- Oswald Spengler<br />
om deze gave te ontwikkelen en<br />
zich hiermee maatschappelijk nuttig<br />
te maken. Deze mensen moeten<br />
volgens Socrates van jongs af aan<br />
worden opgeleid tot liefhebbers<br />
van de wijsheid, om op latere leeftijd<br />
volledig voorbereid tot de heersende<br />
klasse te kunnen toetreden.<br />
Plato’s aristocratie is er één van de<br />
best opgeleiden.<br />
Hiërarchie<br />
Alhoewel er serieuze (wetenschappelijke)<br />
twijfels bij de metafysica<br />
van Plato bestaan, brengt hij in<br />
deze dialoog een belangrijk inzicht<br />
in de aard van gemeenschappen<br />
naar voren. Hij schijnt te menen<br />
dat samenlevingen organisch en<br />
hiërarchisch functioneren. Hij begint<br />
zijn beschrijving van de ideale<br />
staat met arbeidsverdeling en –specialisatie.<br />
Volgens Plato is individuele<br />
specialisatie maatschappelijk<br />
gezien het meest nuttig. Hiermee<br />
geeft hij inzicht in de werking van<br />
(markt)economie. De (toekomstige)<br />
heersende klasse houdt zich hier<br />
echter niet mee bezig. Zij is volledig<br />
gericht op de publieke zaak, die zij<br />
probeert te besturen op basis van<br />
objectieve kennis van de menselijke<br />
natuur. Plato verdedigt hier de<br />
dappere stelling dat sommige leden<br />
van een gemeenschap van nature<br />
zijn weggelegd voor het leiderschap<br />
van een staat, terwijl de rest van de<br />
samenleving zich beter kan focussen<br />
op diens dagelijkse, gespecialiseerde<br />
arbeid. Dit impliceert het<br />
belang van hiërarchie. Iedere maat-
schappij zou moeten functioneren<br />
als een organisme, waarin ieder<br />
deel zijn eigen plek heeft en een<br />
bijdrage drage levert aan het geheel. Dit<br />
is de maatschappelijke conditie die<br />
men volgens Plato als rechtvaardig<br />
.<br />
zou kunnen bestempelen. Voor<br />
een maatschappij waarin wordt beweerd<br />
dat in principe iedereen de<br />
mogelijkheid zou moeten hebben<br />
om tot de heersende klasse toe te<br />
kunnen treden, is dit een vrij ketterse<br />
visie.<br />
Menselijke realiteit<br />
Plato is zich er wel degelijk van<br />
bewust dat deze kijk op de maatschappij<br />
gebaseerd is op een ideale<br />
abstractie die zeer moeilijk te realiseren<br />
is. Plato maakt meerdere malen<br />
duidelijk dat de menselijke realiteit<br />
hiervan altijd een imperfecte<br />
afspiegeling zal zijn. Mocht er iets<br />
in de buurt komen van deze blauwdruk,<br />
dan is zij volgens Plato direct<br />
onderhevig aan verval. De menselijke<br />
realiteit beantwoordt niet aan<br />
perfecties en daarom zullen hoe<br />
dan ook de verkeerde mensen aan<br />
het roer komen te staan. Volgens<br />
Plato zal de aristocratie ontaarden<br />
in een eerzuchtige timocratie,<br />
vervolgens in een (kapitalistische)<br />
oligarchie, dan in een democratie<br />
en uiteindelijk zijn vervolmaking<br />
hebben in de tirannie. Aangezien<br />
dit ook weer gebaseerd is op een<br />
ideaaltypisch proces zal de menselijke<br />
realiteit zich op steeds andere<br />
manieren voortbewegen. Maar de<br />
toon is gezet; de menselijke realiteit<br />
is onderhevig aan cyclische<br />
bewegingen die hun oorspong<br />
hebben in zowel de menselijke, individuele<br />
alsmede de maatschappelijke<br />
psychische constitutie. Iedere<br />
bestuurder die verandering voor<br />
ogen heeft zal rekening moeten<br />
houden met de menselijke natuur<br />
en de manieren waarop deze uit<br />
zijn balans raakt.<br />
Volgens Plato lijdt eerzucht tot ambitie<br />
en ambitie tot materialisme.<br />
Mocht dit materialisme, dat kenmerkend<br />
is voor een oligarchische<br />
maatschappij, de boventoon gaan<br />
voeren in een maatschappij, dan raken<br />
de morele waarden die ons gedrag<br />
beheersen op de achtergrond.<br />
Daarnaast ontstaat er de gevaarlijke<br />
situatie dat de kloof tussen arm en<br />
rijk te groot wordt en dat de middenklasse<br />
verdwijnt. De heerschappij<br />
van ambitie en persoonlijk gewin<br />
kan volgens Plato niet anders<br />
uitpakken dan in een gevaarlijke<br />
revolutie. De uitkomst hiervan is<br />
democratie; een staatsvorm waarin<br />
elke vorm van uitmuntendheid en<br />
morele norm naar de achtergrond<br />
verdwijnt. Plato beweert dat in<br />
een democratie: “[..]men zich in<br />
het geheel niet bekommert om de<br />
achtergrond van de mensen die de<br />
politiek in gaan en politieke beslissingen<br />
nemen, zolang ze maar beweren<br />
dat ze de massa van het volk<br />
goedgezind zijn.” 2 In plaats van de<br />
‘waarheid’ van dit proces te willen<br />
lokaliseren in de empirische werkelijkheid,<br />
moet de nadruk worden<br />
gelegd op de psychische degeneratie<br />
die Plato beschrijft. Het naar<br />
de achtergrond verdwijnen van<br />
normen door de eerzuchtige en<br />
materialistische inslag van de leden<br />
van een gemeenschap, doet een<br />
(democratische) nivelleringsdrang<br />
ontstaan die het belang van de<br />
zorg voor de psyche zal relativeren.<br />
Plato lokaliseert politiek en<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1
cultureel verval in het cultiveren<br />
van de verkeerde menselijke driften,<br />
en als gevolg daarvan het uit<br />
balans raken van de ziel. Volgens<br />
Plato is vrijheid een groot goed,<br />
maar niet als het leidt tot wanorde<br />
en losbandigheid. De Politeia is<br />
hiermee een onderdeel van de politieke<br />
psychologie. Het benadrukt<br />
het belang van ‘zielsonderhoud’ en<br />
Het is op dit moment cruciaal dat we de jonge mensen<br />
met potentie voor de televisie wegtrekken en ze met hun<br />
ogen op het goede richten.<br />
de relatie die dit onderhoudt met<br />
sociale problematiek. Corruptie,<br />
gebrek aan fatsoenlijke omgang,<br />
sociale desintegratie, etc. zijn volgens<br />
Plato het product van een democratische<br />
ziel, een ziel die zichzelf<br />
geen normen voorhoudt met<br />
betrekking tot diens gedrag in de<br />
samenleving en daarom overheerst<br />
wordt door de verkeerde driften.<br />
In een rechtvaardige samenleving<br />
overheersen wijsheid, intelligentie<br />
en verstandigheid in plaats van<br />
eerzucht, vraatzucht en lust. Als<br />
Plato gelijk heeft, wordt het hoog<br />
tijd de nadruk op democratische<br />
participatie en individuele rechten<br />
af te zwakken en onze aandacht te<br />
richten op (ziels)onderwijs en elitevorming.<br />
Burgers & Bestuurders<br />
Alhoewel Plato van mening is dat<br />
elke gemeenschap zijn beste tijd<br />
op een geven moment zal hebben<br />
gehad, hoeven wij ons nog niet<br />
verslagen op te stellen. Het wordt<br />
in ieder geval tijd om weer eisen te<br />
gaan stellen aan onze bestuurders<br />
anders dan de democratische die<br />
we gewend zijn. En datzelfde geldt<br />
voor de burgers. Als eerste moeten<br />
we de politiek beschermen tegen<br />
ambitieuze individuen en partijpo-<br />
0<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
litiek. Ambitie runt de economie,<br />
daar heeft het zijn beste plaats.<br />
Lidmaatschap van het parlement,<br />
de senaat en de hoge colleges van<br />
staat moeten beperkt worden tot<br />
mensen van hoge leeftijd, bewezen<br />
staat van dienst (dat wil zeggen in<br />
dienst van de gemeenschap) en academisch<br />
opleidingsniveau. Idealiter<br />
zou de senaat echte macht moeten<br />
krijgen, waaraan een levenslang lidmaatschap<br />
is verbonden en waarin<br />
de leden echte verantwoordelijkheid<br />
tegenover het volk dragen. Dit<br />
orgaan moet in principe openstaan<br />
voor intelligente, hoogopgeleide<br />
mensen en zal moeten functioneren<br />
als het aristocratische element<br />
binnen de Nederlandse staat. De<br />
leden van het parlement, die functioneren<br />
als democratisch gekozen<br />
volksvertegenwoordigers, moeten<br />
een minimum aan privaat bezit<br />
hebben, te denken valt aan huiseigenaren.<br />
Ditzelfde geldt voor het<br />
verkrijgen van stemrecht. Mensen<br />
die iets te verliezen hebben, voelen<br />
zich meer verbonden aan de publieke<br />
zaak dan mensen die dat niet<br />
hebben, en zullen verstandigere beslissingen<br />
maken. Hiermee worden<br />
de oligarchische, democratische en<br />
aristocratische elementen binnen<br />
de staat gebalanceerd. De koning<br />
selecteert uit het parlement zijn regering<br />
en is tevens de rechtmatige<br />
vertegenwoordiger van de Nederlandse<br />
staat in het buitenland.<br />
Educatie<br />
Ofschoon bovenstaande schets als<br />
abstractie dient voor een wenselijke<br />
hervorming van de Nederlandse<br />
staat, ben ik me er wel degelijk van<br />
bewust dat we op een aantal problemen<br />
stuiten. Eén daarvan is de<br />
(progressieve) babyboomgeneratie.<br />
Dit zijn de mensen die qua leeftijd<br />
in aanmerking komen voor de<br />
functies, maar qua ideologie tegen<br />
een dergelijke hervorming in opstand<br />
zullen komen. Paradoxaal<br />
genoeg moeten we ons dus richten<br />
tot de jeugd. Laat dat nu net het<br />
object van educatie zijn waarop<br />
Plato zich richt. Het is op dit moment<br />
cruciaal dat we de jonge<br />
mensen met potentie voor de televisie<br />
en de gehele moderne entertainmentindustrie<br />
wegtrekken<br />
en ze met hun ogen op het goede<br />
richten. Het zal niet de eerste keer<br />
zijn dat een samenleving ten onder<br />
gaat aan het gebrek aan normen<br />
en een goede educatie. Want zoals<br />
Plato ons leert; er is uiteindelijk<br />
niets nieuws onder de zon. <br />
Bronnen:<br />
1. Plato (1995) Constitutie, Amsterdam:<br />
Athenaeum - Polak & van Gennep,<br />
p. 198.<br />
2. Plato (1995) Constitutie, p. 210.
VAN DE CAMPUS<br />
‘De Derde Kamer is moeilijk<br />
serieus te nemen’<br />
Door Laura Bianchi<br />
Het illegaal testen van medicijnen in ontwikkelingslanden moet worden gestopt.<br />
De Nederlandse regering moet zich daar hard voor maken, vindt Jacco<br />
Vroegop. Het beleidsvoorstel dat hij samen met collega’s in het schaduwparlement<br />
‘de Derde Kamer’ over deze kwestie schreef, is tijdens een stemming<br />
gesneuveld. Dat is opvallend, omdat een meerderheid van de Kamerleden juist<br />
vóór het voorstel was. Volgens Vroegop blijkt daaruit dat het systeem dat de<br />
Derde Kamer hanteert rammelt.<br />
D<br />
e Derde Kamer is een schaduwparlement<br />
voor ontwikkelingssamenwerking<br />
en bestaat<br />
uit 150 leden. Al deze leden hebben<br />
een heel uitgesproken mening<br />
over internationale samenwerking.<br />
De Kamer werkt nauw samen met<br />
de overheid en de NCDO (Nationale<br />
Commissie voor Internationale<br />
Samenwerking en Duurzame<br />
Ontwikkeling). Het is de bedoeling<br />
dat de Kamerleden met voorstellen<br />
komen die tot Nederlands beleid<br />
kunnen leiden. De weg van<br />
een idee naar een voorstel is lang.<br />
De Kamerleden analyseren problemen,<br />
doen er onderzoek naar,<br />
schrijven er stukken over en maken<br />
uiteindelijk een beleidsvoorstel.<br />
Aan het einde van het jaar wordt er<br />
door de Kamer over al deze voorstellen<br />
gestemd. De aangenomen<br />
voorstellen worden aangeboden<br />
aan het ministerie en in veel gevallen<br />
ook voorgelegd aan de Tweede<br />
Kamer.<br />
Bewustwording<br />
De Derde Kamer is volgens student<br />
Politicologie aan Campus<br />
Den Haag Jacco Vroegop een<br />
goed initiatief, omdat het mensen<br />
bewust wil maken van het belang<br />
van ontwikkelingssamenwerking.<br />
‘Ik denk dat de gemiddelde Nederlander<br />
zich te weinig bewust is van<br />
wat er zich afspeelt in de rest van<br />
de wereld. We sluiten onze ogen<br />
er vaak voor.’ Zelf heeft hij enkele<br />
jaren in Zwitserland gewoond en<br />
hij heeft alle werelddelen, op Latijns-Amerika<br />
na, bezocht. ‘Ik heb<br />
bijvoorbeeld de sloppenwijken in<br />
Manilla en in Caïro gezien. Als liberaal<br />
zou ik willen dat iedereen de<br />
gelegenheid krijgt om zichzelf te<br />
ontplooien. Daar wil ik me voor inzetten,<br />
want ik heb idealen om wat<br />
te veranderen in de wereld.’ Hij kan<br />
zijn geneeskundige achtergrond en<br />
zijn politieke interesse bundelen<br />
tijdens zijn werkzaamheden voor<br />
de Derde Kamer. Hij hoopt dat<br />
op termijn ook te kunnen doen<br />
bij de Wereldgezondheidsorganisatie<br />
WHO, als staatssecretaris of<br />
minister van Volksgezondheid, of<br />
in de diplomatieke wereld bij hulpprojecten<br />
tijdens crisissituaties.<br />
Maar hij heeft ook een andere reden<br />
om in de Derde Kamer plaats<br />
te nemen: ‘een deel van het overheidsbudget<br />
gaat naar ontwikkelingssamenwerking<br />
en dan mag<br />
je volgens mij als bevolking ook<br />
invloed hebben op waar dat geld<br />
naar toe gaat en laten zien wat het<br />
ministerie doet met het geld.’<br />
Het afgelopen jaar heeft de Derde<br />
Kamer ongeveer vijftien voorstellen<br />
aan het ministerie voorgelegd.<br />
Wat deze voorstellen uiteindelijk<br />
aan daadwerkelijk beleid zullen<br />
opleveren, valt nu nog niet zeggen.<br />
Van de voorstellen uit 2006 is<br />
een project rond sport in ontwikkelingslanden<br />
succesvol in beleid<br />
omgezet. ‘Sport is een bindende<br />
factor, zorgt voor een gezond leven<br />
en is goed voor de psyche.<br />
Daar wordt nu geld voor uitgetrokken<br />
en binnen een paar jaar wordt<br />
geëvalueerd of het werkt.’<br />
Strijd tegen onethische medicijntesten<br />
Vooral het geneeskundige deel van<br />
de ontwikkelingssamenwerking<br />
heeft de interesse van Vroegop. Hij<br />
is werkzaam als assistent-chirurgie<br />
in verschillende ziekenhuizen en<br />
volgt naast de avondstudie Politicologie<br />
ook de master Health Economics,<br />
Policy & Law. Hij beet zich<br />
met vier andere Kamerleden vast<br />
in de manier waarop de farmaceutische<br />
industrie soms te werk gaat<br />
in ontwikkelingslanden. De resultaten<br />
en aanbevelingen werden genoteerd<br />
in een beleidsvoorstel.<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
1
Het probleem dat het voorstel aankaart<br />
is het illegaal testen van geneesmiddelen.<br />
Medicijnen komen<br />
in principe pas op de markt nadat<br />
ze uitgebreid getest zijn, maar de<br />
farmaceutische industrie houdt<br />
zich niet altijd aan de strenge regels<br />
die daarvoor gelden. Zo is<br />
het gebruik van proefpersonen in<br />
ontwikkelingslanden omstreden.<br />
In tegenstelling tot proefpersonen<br />
in Nederland die legaal, vrijwillig<br />
en tegen een vergoeding meedoen<br />
aan een onderzoek, zijn proefpersonen<br />
in ontwikkelingslanden vaak<br />
de dupe van illegale onderzoeken.<br />
‘Er zijn verhalen bekend van mensen<br />
in Afrika die door de industrie<br />
worden benaderd om in ruil voor<br />
een zak graan een medicijn te gebruiken.<br />
Maar dat medicijn is nog<br />
niet op andere manieren getest.<br />
Deze mensen zijn een heel gemakkelijke<br />
en relatief goedkope prooi<br />
voor de farmaceutische industrie.<br />
De industrie heeft snel resultaat<br />
zonder dat ze dure testen op onder<br />
meer proefdieren hoeven te doen.’<br />
Het doet denken aan de film The<br />
Constant Gardener waarin strijd<br />
wordt gevoerd tegen dit soort illegale<br />
onderzoeken. Volgens Vroegop<br />
is de film verre van fictief. ‘Er is<br />
een illegaal circuit van wetenschap<br />
binnen de geneeskundige wereld.<br />
En je weet dat de farmaceutische<br />
industrie te weinig geld heeft om<br />
alles volgens onze huidige normen<br />
te testen. Vaak komen illegale<br />
onderzoeken pas aan het licht als<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
er iets fout is gegaan. Dan vertellen<br />
mensen dat ze medicamenten<br />
aangeboden hebben gekregen. De<br />
farmaceutische industrie is een<br />
kartel en gedraagt zich soms als<br />
maffia om dit soort gegevens maar<br />
niet naar buiten te laten komen.’<br />
Het probleem is volgens Vroegop<br />
al een paar keer binnen de Europese<br />
Unie en de WHO besproken.<br />
‘Maar het is een lastig onderwerp,<br />
omdat het moeilijk hard te maken<br />
is. Om het zeker te weten moet je<br />
firma’s op heterdaad betrappen.’<br />
Het gaat Vroegop vooral om het<br />
kweken van “awareness” onder politici<br />
op Nederlands en Europees<br />
niveau. Hij denkt aan een code<br />
waarin de EU kan afspreken om<br />
firma’s te weren waarvan bekend<br />
wordt dat zij illegaal hebben getest.<br />
‘In een code kan worden beschreven<br />
hoe medicijnen moeten<br />
worden getest. Medicijnen die niet<br />
volgens die code zijn getest, moeten<br />
worden geweigerd, zelfs als ze<br />
goedkoper zouden zijn dan legaal<br />
geteste medicijnen.’<br />
Zijn in de Derde Kamer verworpen<br />
beleidsvoorstel over het onethisch<br />
testen van geneesmiddelen zal wat<br />
Vroegop betreft niet ongebruikt in<br />
een la terecht komen. Hij vindt dat<br />
het voorstel alsnog in stemming<br />
moet worden gebracht in de Tweede<br />
Kamer. Momenteel buigt hij<br />
zich met zijn collega’s over alternatieve<br />
manieren om het voorstel<br />
in de Tweede Kamer terecht te la-<br />
Naam: Jacco Vroegop<br />
Leeftijd: 28 jaar<br />
Huidige opleidingen: derdejaars Politieke<br />
Wetenschap aan Campus Den Haag, Universiteit<br />
Leiden. Master HEPL (Health Economics, Policy<br />
& Law), Erasmus Universiteit Rotterdam<br />
Vorige opleiding: Geneeskundige opleiding tot<br />
assistent-chirurgie. Afgestudeerd in 2001<br />
Werk: Assistent-chirurgie in ziekenhuizen in<br />
Nederland en Zwitserland<br />
ten komen. Ook binnen zijn eigen<br />
partij, de VVD, wil hij het voorstel<br />
aanhangig maken.<br />
‘Zuidelijke leden afschaffen’<br />
Het afwijzen van zijn beleidsvoorstel<br />
voedt de ontevredenheid van<br />
Vroegop over de werkwijze van de<br />
Derde Kamer. Volgens hem klopt<br />
de samenstelling ervan niet. Van<br />
de 150 leden zijn er 120 uit Nederland<br />
afkomstig. De overige dertig<br />
zetels zijn voor “zuidelijke” leden,<br />
dat zijn mensen uit ontwikkelingslanden.<br />
Het klinkt logisch om ‘ervaringsdeskundigen’<br />
bij de Kamer<br />
te betrekken. Maar Vroegop vraagt<br />
zich af of de zuidelijke leden wel<br />
representatief genoeg zijn: ‘ze komen<br />
vaak niet uit sloppenwijken,<br />
maar hebben welgestelde ouders.<br />
Ze hebben vaak een gedegen opleiding<br />
achter de rug en ze kunnen<br />
goed discussiëren. Naar mijn mening<br />
hebben ze vaak totaal geen<br />
realistisch beeld van de situatie in<br />
een bepaald land, want ze kennen<br />
de achterstandssituatie niet.’<br />
De zuidelijke leden zijn volgens<br />
Vroegop dus niet voldoende op de<br />
hoogte van de werkelijke situatie in<br />
hun eigen land. Daarnaast hebben<br />
ze wat hem betreft een te beperkte<br />
blik op de wereld bij het beoordelen<br />
van de beleidsvoorstellen in<br />
de Derde Kamer. ‘Ze bestuderen<br />
bij algemene voorstellen die voor<br />
veel ontwikkelingslanden kunnen<br />
gelden alleen maar het belang voor<br />
het eigen land. Ze redeneren “heb-
en wij dat probleem in Colombia?<br />
Nee. Dan is het ook niet interessant.”<br />
Volgens Vroegop moeten<br />
leden een brede blik hebben en<br />
zaken loskoppelen van hun eigen<br />
land. ‘Heel veel onderwerpen die<br />
goed zijn worden nu toch afgekaatst.’<br />
Dat slechts dertig zuidelijke leden<br />
voorstellen kunnen verwerpen,<br />
heeft volgens Vroegop te maken<br />
met een ander probleem van de<br />
Derde Kamer: de verdeling van<br />
het stemgewicht. De dertig zuidelijke<br />
leden hebben hetzelfde stemgewicht<br />
als hun 120 Nederlandse<br />
collega’s. ‘Als de Nederlanders<br />
bijna allemaal voor stemmen, maar<br />
de zuidelijke leden stemmen tegen,<br />
dan wordt het voorstel verworpen.<br />
Die verdeling van het stemgewicht<br />
is niet correct naar mijn mening.<br />
Vorig jaar is voorgesteld om de<br />
stemverhouding aan te passen zodat<br />
iedereen een gelijke stem heeft<br />
en er is geopperd om voorstellen<br />
voortaan met 76 stemmen aan te<br />
nemen. Maar daar was niet over te<br />
praten.’<br />
Voor Vroegop zijn dit argumenten<br />
om ervoor te pleiten de zuidelijke<br />
leden af te schaffen. Dat scheelt<br />
ook nog eens een flinke kostenpost,<br />
denkt hij: ‘van de dertig zuidelijke<br />
leden verblijven er vijftien<br />
in Nederland. Zij krijgen flink wat<br />
subsidies. De andere vijftien worden<br />
voor de stemming ingevlogen<br />
en ze krijgen overnachtingen aangeboden.<br />
Dat gebeurt met overheidsgeld<br />
en dat is indirect geld<br />
van de burgers. Ik vind het niet<br />
goed als dat op deze manier wordt<br />
uitgegeven.’<br />
Voorstellen niet uitvoerbaar<br />
Een heel ander probleem dat<br />
Vroegop signaleert, is het onnodige<br />
gebrek aan effectiviteit van<br />
de Derde Kamer, doordat steeds<br />
opnieuw wordt geprobeerd om het<br />
wiel uit te vinden. Dat heeft onder<br />
andere te maken met de wisseling<br />
van de wacht. Alle leden zijn in<br />
principe voor een jaar aangesteld.<br />
Sommigen worden herkozen, maar<br />
velen vertrekken na een jaar. De<br />
Derde Kamer is daardoor volgens<br />
Vroegop ineffectief, waardoor<br />
deze moeilijk serieus is te nemen:<br />
‘door nieuwe leden worden keer op<br />
keer hele leuke, maar praktisch onuitvoerbare<br />
voorstellen aangedragen.<br />
Ze kijken onvoldoende naar<br />
de haalbaarheid. De plannen zijn<br />
veel te kostbaar en zullen nooit in<br />
de Tweede Kamer worden aangenomen.<br />
In die gevallen stem ik dus<br />
tegen.’<br />
Vroegop pleit ervoor dat de organisatie<br />
van de Derde Kamer voortaan<br />
meer het initiatief neemt in het<br />
voordragen van onderwerpen. ‘Nu<br />
bepaalt iedereen zelf waar hij zich<br />
het liefst mee bezighoudt. Daar komen<br />
te vaak onbruikbare voorstellen<br />
uit voort. In plaats van aan een<br />
nieuw idee te beginnen, lijkt het mij<br />
interessant om bepaalde bestaande<br />
plannen verder uit te diepen en bijvoorbeeld<br />
te proberen om die op<br />
Europees niveau aan te kaarten.’<br />
Neoliberalisme als drijfveer<br />
Voor Vroegop betekent ontwikkelingssamenwerking<br />
solidariteit.<br />
‘Ik wil proberen om individuen te<br />
helpen om een waardig bestaan op<br />
aarde te kunnen krijgen. In veel<br />
ontwikkelingslanden zijn regimes<br />
aan de macht die de vrijheid van<br />
het individu beperken en die geen<br />
verdraagzaamheid kennen ten aanzien<br />
van andere mensen. Burgers<br />
kunnen zich in zo’n situatie niet<br />
ontplooien.’ Vroegop wil proberen<br />
om daar verandering in te krijgen.<br />
‘Mijn visie lijkt misschien wat links,<br />
maar ik zie mezelf als neoliberaal.<br />
Ik vind dat je mensen moet kunnen<br />
vertrouwen en dat je daardoor dus<br />
ook zo min mogelijk staat nodig<br />
hebt. Een staat moet bescherming<br />
aan burgers bieden tegen datgene<br />
waar ze zichzelf niet tegen kunnen<br />
beschermen en waar ze weinig invloed<br />
op hebben. Maar ik vind ook<br />
“Mijn visie lijkt misschien wat links, maar ik zie mezelf<br />
als neoliberaal. ”<br />
dat de staat zich moet bezighouden<br />
met goederen en thema’s waar<br />
mensen zich uit zichzelf meestal<br />
niet om bekommeren, zoals het<br />
milieu of een sociaal bestaansminimum.<br />
De achterliggende gedachte<br />
is dat mensen zichzelf moeten<br />
kunnen ontwikkelen. Ook wil ik<br />
me inzetten voor dingen die ik echt<br />
niet vind kunnen, zoals het testen<br />
van kernbommen in zee en het afschieten<br />
van walvissen.’ Ondanks<br />
alle kritiek op de Derde Kamer<br />
staat Vroegop wel degelijk voor<br />
honderd procent achter het initiatief.<br />
De informatieverstrekking<br />
over ontwikkelingssamenwerking<br />
aan Nederlanders is belangrijk,<br />
vindt hij. Hij is voorlopig dan ook<br />
nog niet klaar met zijn werk voor<br />
de Derde Kamer. <br />
Bronnen:<br />
-http://www.dederdekamer.org/1_<br />
home.php<br />
-http://cms.dederdekamer.org/upload/<br />
Kamerstukken2007/totaal.pdf<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1
SPIL<br />
N<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
Real Madrid<br />
Door Minke van Velzen<br />
Na een korte maar zeer intensieve voorbereiding door de Commissie<br />
Buitenland vertrok de SPIL vrijdag 25 januari op de vroege ochtend<br />
met een 29-koppige delegatie naar Madrid. Het beloofde weer een<br />
mooie, educatieve en vermoeiende reis te worden.<br />
a de nachtelijke treinreis naar<br />
Eindhoven, de vlucht naar<br />
Madrid en de metro naar het hostel,<br />
was het een half uurtje na aankomst<br />
al tijd voor de eerste afspraak. De<br />
Nederlandse ambassadeur, zijne<br />
excellentie Van Hellenberg Hubar<br />
wachtte in zijn residentie op ons.<br />
Na een kleine zoektocht, waren<br />
de hapjes en drankjes op de plaats<br />
van bestemming een welkome<br />
verademing. Ons bezoek begon<br />
met een informeel gesprek met<br />
de ambassadeur, die voornamelijk<br />
geïnteresseerd leek in het huidige<br />
studentenleven. Maar na een eerste<br />
drankje met een typisch Leidsche<br />
toast, begon toch echt het officiele<br />
gedeelte van onze ontmoeting<br />
met deze bijzondere man. Naast<br />
kritiek op bepaalde politici die ons<br />
landje rijk is en een voorkeursstem<br />
voor de Spaanse <strong>verkiezingen</strong> was<br />
het vooral een hele interessante lezing<br />
waar we veel van op hebben<br />
gestoken. Ook kwam er nog een<br />
quiz over Spanje waarbij we, na het<br />
goed beantwoorden van de vraag,<br />
een T-shirt konden winnen. Na<br />
nog een wijntje, een toastje kaviaar<br />
en een groepsfoto in de tuin van<br />
de residentie, liepen we drie uur<br />
later met een uitnodiging voor het<br />
culturele festival van maart op zak<br />
weer naar buiten. De reis kende<br />
een mooie start.<br />
Cerveza<br />
Vrijdagavond was het tijd om voor<br />
het eerst uit eten te gaan en de eerste<br />
cerveza te nuttigen in een van<br />
de vele Madrileense kroegen. De<br />
menukaart sprak niet iedereen aan,<br />
maar gelukkig waren de <strong>Amerikaanse</strong><br />
hamburgerketens eveneens<br />
in de Spaanse hoofdstad vertegenwoordigd.<br />
Jounalisten<br />
Zaterdag, na een paar flinke koppen<br />
koffie, was het de beurt aan<br />
twee vooraanstaande journalisten,<br />
Steven Adolf en Robbert Bosschart,<br />
om ons alles te vertellen over<br />
de Spaanse media en de verslaggeving<br />
rondom de Spaanse <strong>verkiezingen</strong>.<br />
Omdat dit een duo-afspraak<br />
was geworden, kregen we extra<br />
veel informatie en konden de heren<br />
elkaar naar hartenlust aanvullen.<br />
Na deze leerzame bijeenkomst<br />
die in ons hostel plaatsvond, kon<br />
iedereen iets voor zichzelf doen.<br />
Er werd geshopt, ge-sightseed en<br />
koffie gedronken. ’s Avonds werd<br />
er verzameld rond middernacht<br />
om met zijn allen naar een van de<br />
grootste discotheken van Europa<br />
te gaan. Groot en duur was het zeker,<br />
maar de kroegen werden door<br />
velen, in ieder geval door ondergetekende,<br />
leuker gevonden. Al met<br />
al was het wel een mooie en lange<br />
avond, maar dat had gelukkig niet<br />
de consequentie dat iedereen zondag<br />
in zijn bed bleef liggen. Integendeel,<br />
musea werden bezocht,<br />
afgewisseld met de Starbucks, en<br />
de stad werd doorkruist om zoveel<br />
mogelijk te kunnen zien.<br />
Real Madrid-Villareal<br />
Zondagavond was voor een aantal<br />
deelnemers een zeer speciale<br />
avond. Na eerst een fantastische<br />
diner bij de Burger King te hebben<br />
genuttigd, stond voor hen één<br />
van de hoogtepunten op het programma:<br />
voetbal. De wedstrijd tussen<br />
Real Madrid en Villarreal werd<br />
beleefd als echte Madrilenen en de<br />
uitslag voelde dan ook voor de Nederlandse<br />
bezoekers als een echte<br />
overwinning. Na de wedstrijd werd<br />
er nog een klein biertje genuttigd<br />
om na praten over deze geweldige<br />
ervaring en de 80.000 andere supporters<br />
voor te laten gaan in de<br />
metro.<br />
Tijd voor afspraken<br />
Na een voor de meeste mensen<br />
heerlijke nacht slaap, kwam de<br />
maandag; de drukste dag op het
programma. De afspraak met de<br />
vakbond was vooral voor de mensen<br />
die achterin zaten een beetje<br />
moeilijk te volgen, maar de koffie<br />
die werd geserveerd maakte dat<br />
probleem een stuk kleiner. Hierna<br />
volgde de afspraak met de Europese<br />
Commissie, altijd vaste prik<br />
tijdens de buitenlandreizen. Na een<br />
interessante lezing over de visie<br />
van Spanje op de Europese Unie<br />
in het algemeen en Nederland in<br />
het bijzonder, stond de afspraak<br />
met de <strong>Amerikaanse</strong> ambassade<br />
op het programma. Na de nodige<br />
security checks begon het debat. Dit<br />
concentreerde zich snel vrijwel alleen<br />
op de <strong>Amerikaanse</strong> politiek,<br />
zowel binnenlands als buitenlands.<br />
Sommige vragen van de delegatie<br />
werden niet heel goed ontvangen,<br />
maar dat maakte het juist heel interessant.<br />
Na afloop van deze afspraak<br />
namen we de toeristische<br />
route naar de CEPC, een politiek<br />
instituut gelinkt aan het Ministerie<br />
voor Presidentszaken. Eigenlijk<br />
stond er een lezing van de vice-<br />
president en de president van het<br />
instituut op het programma over<br />
Spaans nationalisme en Europese<br />
integratie, maar de delegatie stelde<br />
zoveel verschillende vragen, dat de<br />
lezing een heel informeel karakter<br />
kreeg. De twee professoren leken<br />
dit heel leuk te vinden; zo leuk<br />
zelfs, dat we na afloop nog een<br />
rondleiding kregen door het prachtige<br />
gebouw. Maandagavond werd<br />
er weer heftig gegeten in één van<br />
de vele restaurantjes die Madrid<br />
rijk is. Er werden dansjes gemaakt<br />
en liedjes gezongen in de 41 en de<br />
Claxon, maar met het oog op de<br />
volgende dag, ging vrijwel iedereen<br />
op een christelijke tijd naar huis.<br />
De laatste dag<br />
Dinsdagochtend was het de beurt<br />
aan nog een vaste prik: de universiteit.<br />
Na een busreis door het mooie<br />
Spaanse land kwamen we ergens uit<br />
waar in de verste verte geen universiteit<br />
te bekennen was. Helaas kon<br />
dit probleem niet ter plekke worden<br />
opgelost en dus keerden we<br />
Groepsfoto in de tuin van de Residentie van de Nederlandse Ambassadeur<br />
onverrichter zaken terug naar het<br />
centrum, waar de communistische<br />
partij op ons wachtte. De delegatie<br />
was een beetje overdressed voor<br />
de communisten die ons in spijkerbroek<br />
en gympen te woord stonden.<br />
Maar juist daardoor en door<br />
de tolk die bijzonder goed en snel<br />
kon vertalen was deze afspraak<br />
ook heel interessant. Alleen jammer<br />
dat doordat de airco met het<br />
hele gebouw eerlijk gedeeld moest<br />
worden, zoals het echte communisten<br />
betaamd. De Spaanse zon<br />
scheen in januari al volop, waardoor<br />
het wel ontzettend heet was<br />
in het zaaltje. Na een klein wandelingetje<br />
kwamen we uiteindelijk bij<br />
de laatste afspraak van de reis: de<br />
huidige regeringspartij PSOE. De<br />
mooie ovalen tafel was volgeladen<br />
met thee, water en koffie en dat<br />
gecombineerd met veel vragen en<br />
een leuke spreker maakte dit ook<br />
tot een topafspraak. Toen de beste<br />
man aan het einde van de afspraak<br />
liet vallen dat de stoel waarop hij<br />
had gezeten normaal de stoel van<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1
De Commissie Buitenland<br />
Zapatero was in de vergadering,<br />
wilden opeens heel veel mensen<br />
een foto van de stoel met zichzelf<br />
erin. Ook mensen die helemaal<br />
niets van de lezing hadden meegekregen,<br />
waren opeens klaarwakker.<br />
Na de lezing kregen we ook hier<br />
nog een rondleiding door het historische<br />
gebouw. Er werden foto’s<br />
gemaakt van de perskamer waar<br />
normaal gesproken persconferenties<br />
werden gegeven. En ook dit<br />
tafereel bleek een gewillig object<br />
om bij te poseren. Ook de grote<br />
zaal die met het oog op de <strong>verkiezingen</strong><br />
werd verbouwd, werd eens<br />
goed bekeken. Vervolgens werd de<br />
delegatie nog uitgenodigd om te<br />
solliciteren voor een baan in het<br />
campagneteam van Zapatero. Dit<br />
was natuurlijk ontzettend leuk geweest<br />
als er deelnemers waren geweest<br />
die Spaans spreken. Maar het<br />
aanbod was in ieder geval mooi.<br />
Moe maar voldaan liep de delega-<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
tie voor de laatste keer weg bij een<br />
afspraak.<br />
De laatste avond<br />
’s Avonds gingen we met zijn allen<br />
ter afsluiting uit eten en werd<br />
er nog flink gediscussieerd. Na het<br />
eten, wat overigens prima was maar<br />
helass niet typisch Spaans, ging het<br />
grootste deel van de mensen nog<br />
een klein dansje wagen, terwijl andere<br />
deelnemers op een heel andere<br />
manier hun verblijf in Madrid<br />
afsloten, al dan niet in hun eigen<br />
bed. Om vier uur in de ochtend<br />
werd er vervolgens koers teruggezet<br />
naar het Leidsche.<br />
Tot slot<br />
Namens de commissie wil ik iedereen<br />
die deze reis tot een succes<br />
heeft gemaakt bedanken. Ik hoop<br />
dat jullie allemaal een mooie ervaring<br />
rijker zijn en misschien ook<br />
wel een paar vrienden. Alle men-<br />
sen die er niet bij waren: in augustus<br />
vindt er weer een reis plaats,<br />
dus je krijgt nog een kans! Ik heb<br />
als commissaris nu eens de andere<br />
kant van de studiereis kunnen ervaren<br />
en ondanks het feit dat het<br />
heel zwaar was, heb ik ervan genoten.<br />
Bedankt!
De Grote Kleine Feiten Quiz<br />
Politicologen zijn betweters. Veel studenten politicologie zijn geïnteresseerd<br />
en op de hoogte van grote ontwikkelingen en kleine feitjes en vinden van zichzelf<br />
dat ze bijna overal verstand van hebben. Debat stelt de politieke kennis<br />
van de lezers op de proef met de Grote Kleine Feiten Quiz. Wat weten we nou<br />
als Wikipedia en Google even uit blijven staan?<br />
1. Wie was de eerste president<br />
van de VS?<br />
2. Welke president is nooit<br />
door het volk gekozen als<br />
president of vice-president?<br />
3. Wat was het beroep van<br />
Jimmy Carter voordat hij<br />
president werd?<br />
4. Hoe het de juridische<br />
afzettingsprocedure voor<br />
<strong>Amerikaanse</strong> presidenten?<br />
5. Waar staat de ‘W’ voor in<br />
de naam George W. Bush?<br />
6. En waar staat de ‘F’ voor in<br />
de naam John F. Kennedy?<br />
7. Welke president diende als<br />
enige meer dan twee termijnen?<br />
8. Wat was de slogan van de<br />
verkiezingscampagne van<br />
Dwight D. Eisenhower?<br />
9. Wie was de running mate en<br />
vice-president van Bill Clinton?<br />
10. Hoe heet het genootschap<br />
waar George W. Bush sinds zijn<br />
studententijd lid van is?<br />
11. Welke president had als enige<br />
Engels niet als moedertaal?<br />
12. Hoeveel presidenten werden<br />
tijdens hun ambtstermijn vermoord?<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
TRIVIA<br />
De antwoorden staat op pag. 39
Eric Vrijsen<br />
Welke Amerikaan moet<br />
president worden?<br />
Repliek<br />
De potentiële kandidaten voor het presidentschap zijn bekend,<br />
maar is de ideale nieuwe president daadwerkelijk in dit selecte<br />
gezelschap vertegenwoordigd? Vijf politicologen vertellen wie<br />
volgens hen de meest geschikte persoon is om het land de komende<br />
vier jaar te leiden.<br />
Hillary Clinton<br />
Ik denk automatisch aan de<br />
huidige kandidaten, dus dan<br />
zeg ik Hillary Clinton. En<br />
waarom? Ten eerste wil ik een<br />
democraat aan de macht en als<br />
ik dan moet kiezen.... Ik denk<br />
dat Hillary meer expertise,<br />
know-how en ervaring heeft<br />
die nodig zijn voor dat vak dan<br />
Barack Obama. En daarnaast<br />
heeft ze Bill ook nog eens aan<br />
haar zijde, die ook de nodige<br />
ervaring heeft. Daarom ben ik<br />
wel een Clinton-fan.<br />
Eline Rood, MA<br />
Saskia Rademaker, MA<br />
Een vrouw: maar welke?<br />
Het lijkt mij fantastisch indien<br />
er de komende vier jaar sprake<br />
zou zijn van de ‘machtigste<br />
vrouw op aarde.’ Wat zou dat<br />
de Verenigde Staten sieren!<br />
Ik denk dat het voornamelijk<br />
een positieve invloed kan hebben<br />
op het buitenlandsbeleid,<br />
dat onder Bush zo veranderd<br />
is. Automatisch zal de lezerhoogstwaarschijnlijk<br />
denken<br />
dat ik daarom voor Hillary<br />
Clinton ga. Nee, zij spreekt<br />
me nou net weer niet aan. Buiten<br />
haar weinig verrassende<br />
inhoudelijkepunten heeft ‘de<br />
vrouw van’ naar mijn mening<br />
een gebrek aan uitstraling. Met<br />
die armpjes in de lucht doet<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
ze me een beetje denken aan<br />
Nina Brink, die vrouw van<br />
WorldOnline. Je weet hoe het<br />
met haar is afgelopen...Wachten<br />
op de volgende ronde dan<br />
maar!”<br />
Janet van Klink, MA<br />
Barack Obama<br />
Het is nogal clichématig, maar<br />
ik ben ervan overtuigd dat Barack<br />
Obama president moet<br />
worden. Hij maakt, in tegenstelling<br />
tot alle andere potentiele<br />
kandidaten, geen onderdeel<br />
uit van het establishment. Zijn<br />
politiek heeft minder bias. Hij<br />
is niet geëngageerd met verschillende<br />
krachtige lobby’s<br />
die de politiek van de afgelopen<br />
jaar in een verkeerde, oorlogszuchtige<br />
richting hebben<br />
gestuurd. Zijn presidentschap<br />
is daarom beter voor de huidige<br />
situatie in de wereld.<br />
Abassin Nessar, BA 3<br />
Redder van het buitenlands<br />
beleid<br />
Mijn ideale kandidaat zou iemand<br />
zijn die de juiste keuzes<br />
maakt met betrekking tot de<br />
internationale politiek. Een<br />
president die niet een land als<br />
Irak militair binnen valt zonder<br />
een plan te hebben voor<br />
wederopbouw. Een president<br />
die mensenrechten respec-<br />
teert en terrorisme op een andere<br />
manier bestrijdt dan door<br />
middel van Guantanamo Bay<br />
of geheime gevangenissen.<br />
Iemand die bereid is om internationale<br />
verdragen zoals het<br />
Kyoto protocol te tekenen en<br />
het Internationaal Strafhof te<br />
erkennen. De naam van deze<br />
persoon is bij mij helaas niet<br />
bekend.<br />
Oprah Winfrey<br />
Als er een Amerikaan geschikt<br />
is voor het presidentschap is<br />
het Oprah Winfrey. De zwarte<br />
vrouw is ontzettend populair<br />
onder alle bevolkingsgroepen<br />
en is op dit moment al de<br />
Beatrix van de Verenigde Staten.<br />
Zij is welbespraakt, intelligent<br />
en de personificatie van<br />
de American Dream. Zij kan<br />
veel Amerikanen inspireren,<br />
heeft een positieve uitstraling<br />
en een optimistische kijk op<br />
de wereld.<br />
Anoep Singh, MA<br />
Niet de juiste vraag<br />
De ideale kandidaat heeft<br />
de moed van Martin Luther<br />
King, de retorische talenten<br />
van Winston Churchill, het<br />
rechtvaardigheidsgevoel van<br />
Moeder Teresa, de politieke<br />
opvattingen van Amartya Sen,<br />
de vasthoudendheid van Aung<br />
San Suu Kyi, de wijsheid van
de Dalai Lama, de intelligentie van<br />
John Nash en het inzicht Bertrand<br />
Russell. Deze perfecte persoon bestaat<br />
helaas niet…<br />
De Amerikanen zullen zonder<br />
meer een goede president kiezen<br />
maar deze zal niet perfect zijn.<br />
In de laatste acht jaar hebben de<br />
Amerikanen twee keer laten zien<br />
dat ze een incompetente boven een<br />
competente kandidaat verkiezen.<br />
Alle kandidaten hebben hun eigen<br />
problemen: Obama is eigenwijs,<br />
Clinton kan niet tegen haar verlies<br />
en McCain wisselt te makkelijk van<br />
mening. De vraag is niet wie het<br />
beste president kan worden, maar<br />
hoe we de taken en verantwoorde-<br />
DE ANTWOORDEN OP DE<br />
GROTE KLEINE FEITEN QUIZ<br />
1. George Washington werd in 1789<br />
de eerste president van de VS.<br />
2. Gerald Ford. Hij volgde Richard<br />
Nixon op in 1974. Ford werd in 1973<br />
aangesteld door het <strong>Amerikaanse</strong><br />
Congres als vice-president, op verzoek<br />
van Richard Nixon. In 1974 volgde hij<br />
Nixon op na diens aftreden.<br />
lijkheden van president zo organiseren<br />
dat als deze persoon incompetent<br />
is hij of zij het land en de<br />
wereld niet naar de afgrond brengt.<br />
Hoe je de overheid zo inricht dat<br />
niet één persoon alle macht heeft,<br />
maar de macht in handen is van velen.<br />
De eeuwenoude <strong>Amerikaanse</strong><br />
grondwet legt een zeer grote macht<br />
in de handen van één persoon. Een<br />
te grote macht als je het mij vraagt:<br />
waarom zou een man of vrouw het<br />
recht hebben om iedere wet af te<br />
keuren, alle straffen kwijt te schelden,<br />
15,000 ministers, ambtenaren<br />
en rechters te benoemen en daarnaast<br />
leiding te geven aan de machtigste<br />
overheid, het grootste leger<br />
3. Pindaboer<br />
4. Impeachment.<br />
5. Walker.<br />
6. Fitzgerald<br />
7. Franklin Delano Roosvelt (1933-<br />
1945) werd vier keer tot president<br />
gekozen. Hij overleed in zijn vierde<br />
termijn.<br />
8. “I like Ike”<br />
9. Al Gore<br />
(advertentie)<br />
en het meest invloedrijke buitenlandse<br />
beleid op aarde? En waarom<br />
zou diegene voor vier jaar niet te<br />
stoppen zijn bij het uitvoeren van<br />
deze verantwoordelijkheden? Er<br />
zijn allerlei manieren om ervoor<br />
te zorgen dat de keuze voor één<br />
persoon het lot van het land niet<br />
voor vier jaar vastlegt. Ik weet niet<br />
precies hoe je vorm zou moeten<br />
geven aan deze verantwoordelijkheden.<br />
Ik weet alleen zeker dat dit<br />
de juiste vraag is om te stellen, de<br />
vraag naar politieke instituties en<br />
de verdeling van macht, en niet de<br />
vraag naar personen.<br />
Simon Otjes Research MA<br />
10. Skulls and bones. In zijn eerste<br />
kabinet benoemde hij tien mede-<br />
Bonesmen.<br />
11. Martin van Buren (1837-1841) Zijn<br />
eerste taal was Nederlands. Hij was<br />
eveneens de eerste president van niet-<br />
Britse afkomst.<br />
12. Vier: Abraham Lincoln (1865),<br />
James Garfield (1881), William McKinley<br />
(1901) en John F. Kennedy (1963)<br />
DE KROEG<br />
KORT RAPENBURG 4 LEIDEN<br />
071-5130152<br />
Aparte kelderruimte voor borrels en<br />
partijen, geen zaalhuur.<br />
Wij zijn vanaf 14.00 uur geopend.<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1
Wassenaarseweg 52 2333 AK Leiden Kamer SB09<br />
tel. 071-5273872 spil@fsw.leidenuniv.nl www.spilplaats.nl<br />
Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />
0