11.09.2013 Views

Amerikaanse verkiezingen - Spil

Amerikaanse verkiezingen - Spil

Amerikaanse verkiezingen - Spil

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Debat<br />

Leidsch Politicologisch Magazine<br />

Jaargang 21 | Nummer 1 | Maart 2008<br />

TNT Post<br />

Port betaald<br />

<strong>Amerikaanse</strong> <strong>verkiezingen</strong><br />

On Campaign!<br />

De kandidaten<br />

Stemwijzers<br />

Memo aan de nieuwe president


Boekentips<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

(advertentie)<br />

Barack Obama<br />

De herovering van de <strong>Amerikaanse</strong> droom<br />

ISBN: 9789045000886<br />

€ 19,95 euro<br />

De herovering van de <strong>Amerikaanse</strong> droom geeft een uniek kijkje in de <strong>Amerikaanse</strong><br />

politiek en de invloed daarvan op het dagelijks leven, en weerspiegelt de hoopvolle<br />

levensfilosofie van de man die de volgende president van de Verenigde Staten zou<br />

kunnen worden.<br />

Madeleine Albright<br />

Memo aan de nieuwe president<br />

ISBN: 9789026321481<br />

€ 19,95<br />

In een in memostijl geschreven reeks berichten aan de nieuwe president, schetst<br />

voormalig minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright de uitdagingen die hem<br />

of haar staan te wachten. Meer dan in haar eerdere boeken spreekt Albright vrijuit en<br />

kritisch over het presidentschap van Bush en blikt ze vooruit naar de toekomst van een<br />

Amerika dat weer een leidende, opbouwende en vredestichtende rol kan spelen.<br />

Hillary Rodham Clinton<br />

Mijn visie<br />

ISBN: 9789069749082<br />

€ 18,95<br />

Het welzijn van kinderen houdt Hillary Clinton al vijfendertig jaar bezig. Haar werk<br />

als advocaat, first lady en senator heeft haar ervan overtuigd dat de hele samenleving<br />

verantwoordelijk is voor het opvoeden van kinderen. Mijn visie was tien jaar geleden een<br />

grote bestseller in VS. In deze uitgebreide editie, met een actueel voorwoord van de<br />

auteur, vertelt Clinton hoe de maatschappij de afgelopen tien jaar is veranderd. Over<br />

wat ten goede is veranderd, maar ook wat er in haar visie nog beter kan.<br />

Joep Bertrams<br />

Meer zeer Politieke prenten 2007<br />

ISBN: 9789078753100<br />

€ 9,95 euro<br />

Joep Bertrams is bekend van zijn spotprenten voor het dagblad Parool en het televisieprogramma<br />

Nova. In dit boek geeft hij het jaar 2007 op zijn eigen wijze weer.


REDACTIONEEL<br />

<strong>Amerikaanse</strong> Verkiezingen<br />

Op 4 november dit jaar vinden de <strong>Amerikaanse</strong><br />

presidents<strong>verkiezingen</strong> plaats. Op die dag zal de opvolger<br />

van president George W. Bush moeten worden gekozen.<br />

Acht jaar regeerde hij over de Verenigde Staten, waarmee<br />

hij eveneens een grote stempel drukte op de internationale<br />

betrekkingen. Hij werd binnen en buiten de Verenigde<br />

Staten zowel geroemd als verguisd, maar één ding is<br />

zeker: het buitenlandse beleid van zijn regering heeft een<br />

ongekende weerslag op de internationale betrekkingen<br />

gehad. De aanslagen van 11 september werden, tot lang<br />

niet ieders genoegen, door hem aangegrepen om de<br />

wereld veiliger te maken. Oorlogen in Afghanistan en Irak<br />

volgden, waarmee de Verenigde Staten de woede van velen<br />

op de hals haalden. Of de wereld door deze militaire acties<br />

daadwerkelijk veiliger is geworden, valt te betwisten.<br />

Maar in dit nummer van Debat zal geen evaluatie<br />

worden gemaakt van het presidentschap van Bush<br />

of waardeoordeel worden gegeven over zijn beleid.<br />

Integendeel, we laten de huidige <strong>Amerikaanse</strong> politiek<br />

achter ons en volgen de aanloop naar de <strong>verkiezingen</strong>. De<br />

kandidaten, hun campagnes en hun nominaties worden<br />

belicht en er wordt zelfs vooruitgeblikt naar de periode<br />

na de <strong>verkiezingen</strong>. Zo wacht de nieuwe president zeer<br />

veel werk om de vrede in de wereld te kunnen herstellen<br />

en de wereld een betere plek te maken.<br />

Voorlopig is het nu nog te vroeg om te speculeren wie<br />

zich na 4 november de nieuwe president van de Verenigde<br />

Staten mag noemen en deze bijbehorende taken op zich zal<br />

nemen. De twee kandidaten die het tegen elkaar moeten<br />

opnemen in de strijd om de ‘machtigste functie in de<br />

wereld’ zijn niet eens definitief bekend. Toch speelt nu<br />

al de vraag of de nieuwe president een breuk wil en kan<br />

vormen met de afgelopen acht jaar. Zijn Amerikanen echt<br />

klaar voor een dergelijke verandering? De Democratische<br />

kandidaten Hillary Clinton en Barack Obama voeren<br />

campagne onder het motto verandering, maar slechts de<br />

tijd zal ons leren of de Verenigde Staten wel klaar zijn<br />

voor een breuk met een periode van ruim 200 jaar blanke<br />

mannen in het Witte Huis.<br />

Elsa Schrier<br />

Eindredactrice<br />

Colofon<br />

Het Leids politicologisch magazine<br />

Debat wordt vijf keer per jaar uitgegeven<br />

door de Studievereniging voor<br />

Politicologen In Leiden (SPIL).<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

Hoofdredactie<br />

Elsa Schrier<br />

Eindredactie<br />

Elsa Schrier<br />

Aan deze uitgave werkten mee<br />

Saskia Rademaker, Jessica Kelder,<br />

Paul Driessen, Femke Eekhof, Paul<br />

Timmermans, Rypke Bakker, Gijs<br />

de Jong, René Schmitt, Eva Schram,<br />

Jelle Verhoef, Marije Scheperman, Ilse<br />

Zeemeijer, Minke van Velzen en Ries<br />

Kamphof<br />

Druk & Oplage<br />

550 exemplaren<br />

Duineveld Drukkerij<br />

Contactgegevens redactie<br />

SPIL, t.a.v. Debat<br />

Wassenaarseweg 52, SB09,<br />

2333 AK Leiden<br />

Tel. 071-5273872<br />

www.spilplaats.nl<br />

spil@fsw.leidenuniv.nl<br />

elsaschrier@hotmail.com<br />

Abonnementen<br />

Leden van de SPIL: gratis<br />

Niet-leden: 16 euro per jaar<br />

Deadline volgende uitgave<br />

april 2008


Nieuw bericht<br />

(advertentie)<br />

Nieuwe Rijn 19<br />

Leiden<br />

071-5125370<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

(advertentie)<br />

(advertentie)<br />

Café ‘t Keizertje<br />

Maandag 15.30 uur - 01.00 uur<br />

Dinsdag 15.30 uur - 01.00 uur<br />

Woensdag 15.30 uur - 01.00 uur<br />

Donderdag 15.30 uur - 01.00 uur<br />

Vrijdag 15.30 uur - 02.00 uur<br />

Zaterdag 15.30 uur - 02.00 uur<br />

Zondag 15.30 uur - 01.00 uur


6<br />

8<br />

10<br />

12<br />

14<br />

16<br />

17<br />

20<br />

22<br />

24<br />

25<br />

26<br />

28<br />

31<br />

Inhoudsopgave<br />

On Campaign!<br />

Ilse Zeemeijer<br />

De kandidaten<br />

Rypke Bakker en Paul Driessen<br />

Welke stemwijzer kies jij?<br />

Jessica Kelder<br />

Memo aan de nieuwe president<br />

Marije Scheperman<br />

Het vrouwelijk brein achter de president<br />

Femke Eekhof<br />

Super (Duper) Tuesday schept weinig duidelijkheid<br />

Eva Schram<br />

Democratisch gehalte van de caucus hoger dan ooit<br />

Paul Timmermans<br />

Polemiek<br />

De Gaypride: een nieuw Suikerfeest?<br />

Vliegenval Uruzgan<br />

Jelle Verhoef<br />

De oorzaak van de kloof<br />

Gijs de Jong<br />

Vrije Slag<br />

Israël-Palestina conflict: realiteit aan de grond<br />

Arjen van Driel Kluit<br />

Cultureel verval en psychische constitutie<br />

René Schmitt<br />

‘Derde Kamer moeilijk serieus te nemen’<br />

Laura Bianchi<br />

34 Real Madrid<br />

Minke van Velzen<br />

37<br />

38<br />

De grote kleine feiten quiz<br />

Repliek<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

20<br />

26<br />

22<br />

26<br />

34<br />

1


I<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

On Campaign!<br />

Door Ilse Zeemeijer<br />

‘His Days are Numbered’ kopt de ‘George W. Bush Out of Office Countdown<br />

Boxed Calendar.’ 4 November is het dan ook echt zover: Amerika<br />

kiest voor de 44 ste keer een nieuwe president. De politieke campagnes<br />

draaien al enige tijd op volle toeren en de presidentskandidaten zelf<br />

maken overuren. Niet zonder reden. Campagne voeren wordt gezien als<br />

één van de belangrijkste manieren om de publieke opinie te beïnvloeden.<br />

n de eerste 160 jaar van<br />

de republiek kozen presidentskandidaten<br />

alleen sporadisch<br />

voor een echte politieke campagne.<br />

Het was traditie om thuis te blijven.<br />

Het echte campagnevoeren werd<br />

wel overgelaten aan plaatsvervangende<br />

sprekers en partijbestuurders.<br />

Voor je het wist, kwam je<br />

over als iemand die net iets te graag<br />

president wilde worden en dat was<br />

eigenlijk ‘not done.’ Bovendien zou<br />

het je status kunnen aantasten en<br />

daar zat niemand op te wachten.<br />

Toch dachten natuurlijk niet alle<br />

presidentskandidaten er zo over.<br />

Zo toerde James G. Blaine in 1884<br />

wel zes weken door het land en<br />

hield maar liefst vierhonderd korte<br />

speeches. Maar de echte ‘frontrunners’<br />

vonden dat een persoonlijke<br />

tour door het land nauwelijks iets<br />

opleverde, dat was meer iets voor<br />

de ‘underdogs.’<br />

‘Rose Garden Strategy’<br />

De eerste echte moderne campagne<br />

vond plaats in 1960, toen zowel<br />

vice-president Richard Nixon als<br />

Senator Kennedy eind augustus het<br />

land in gingen tot aan de dag van<br />

de nationale <strong>verkiezingen</strong>. Sinds<br />

die tijd heeft alleen Gerald Ford<br />

in 1976 een andere campagne gevoerd.<br />

Deze strategie werd bekend<br />

onder de naam: ‘Rose Garden strategy.’<br />

In plaats van een campagne<br />

door het hele land bleef hij liever<br />

in het Witte Huis. Ronald Reagan<br />

en Bill Clinton gebruikten varianten<br />

van deze strategie in 1984 en<br />

1996, maar bleven wel de actieve<br />

campagneschema’s aanhouden<br />

van 1 september tot aan ‘Election<br />

Day.’<br />

‘Get Out To Vote!’<br />

Door persoonlijk campagne te<br />

voeren, ontwikkelen presidentskandidaten<br />

een imago dat veel<br />

kiezers kan aantrekken. Internet<br />

speelt daarbij een zeer grote rol.<br />

Zo maakte Hillary Clinton haar<br />

nominatie bekend via Internet en<br />

is ze de eerste presidentskandidaat<br />

die live te zien was in een ‘virtuele<br />

town-hallmeeting.’ Vanuit New<br />

York beantwoordde ze live vragen<br />

van groepen Democraten die zich<br />

in elke staatshoofdstad hadden<br />

verzameld. Ook surfers konden<br />

hun vragen doorsturen. Het geheel<br />

werd nationaal uitgezonden op de<br />

tv en Internet. En wat te denken<br />

van de ‘Get Out To Vote’ campagne?<br />

Ruim tweehonderd mensen<br />

van haar campagneteam bellen<br />

burgers op met de vraag of ze al<br />

gestemd hebben en zo ja op wie.<br />

Voor wie nog niet heeft gestemd is<br />

er een persoonlijke boodschap van<br />

Hillary, waarin ze haar programma<br />

nog eens kort samenvat.<br />

Donaties: ongekend<br />

De potentiële invloed van de cam-<br />

pagnes van de presidentskandidaten<br />

is nog nooit groter geweest.<br />

Naast dat de kandidaten veelvuldig<br />

gebruik maken van de media,<br />

speelt ook het ongekende niveau<br />

van donaties een grote rol. Het<br />

opgehaalde bedrag van alle kandidaten<br />

bestaat voor zo’n 90% uit<br />

particuliere giften. De kandidaten<br />

voor de presidents<strong>verkiezingen</strong><br />

hebben samen meer dan een half<br />

miljard dollar opgehaald in 2007.<br />

Hillary Clinton staat met een totaal<br />

van maar liefst 118.3 miljoen<br />

dollar bovenaan. Barack Obama<br />

staat op nummer twee met 103.8<br />

miljoen dollar. McCain moet het<br />

doen met een zesde plaats en heeft<br />

tot nu toe 42,1 miljoen dollar binnengehaald.<br />

Toch zijn deze bedragen<br />

geen voorspelling voor wie er<br />

uiteindelijk in het Witte Huis komt.<br />

Mitt Romney, Rudy Guilliani en<br />

John Edwards, respectievelijk de<br />

nummers drie, vier en vijf zijn al<br />

uit de race. Obama heeft in januari<br />

van dit jaar meer opgehaald dan<br />

Clinton (32 miljoen tegenover 13,5<br />

miljoen dollar) en kan daardoor<br />

intensiever adverteren in Texas en<br />

Ohio, de twee staten die op 4 maart<br />

naar de stembus gaan.<br />

Strijd vs. ‘love fest’<br />

De Washington Post schreef dat Barack<br />

Obama niet alleen qua geld<br />

Hillary Clinton voorbij aan het<br />

streven is, ook de kiezers uit haar


Hillary Clinton en Barack Obama tijdens een televisiedebat (AP)<br />

traditionele achterban (werkende<br />

klasse, vrouwen, ouderen en blanke<br />

Amerikanen) zouden steeds meer<br />

voor Obama zijn. Werd de strijd<br />

tussen Obama en Clinton eerst nog<br />

omschreven als soort ‘love fest’<br />

met een voorzichtige inhoudelijke<br />

discussie en veel schouderklopjes,<br />

nu het steeds meer een nek-aannek<br />

race wordt, is ook de sfeer<br />

vijandiger. Zo opende Clinton de<br />

aanval op Obama met een eerste<br />

negatieve campagnespot, waarin ze<br />

Obama bekritiseert omdat hij weigert<br />

aan een debat deel te nemen.<br />

Bovendien vindt ze de verschillen<br />

tussen haar en Obama erg groot:<br />

‘I am in the solutions business. My<br />

opponent is in the promises business.’<br />

Het campagne team van Barack<br />

Obama zit echter ook niet stil. Nadat<br />

bekend werd dat Hillary na tegenvallende<br />

resultaten een nieuwe<br />

campagne manager aannam en zelf<br />

5 miljoen dollar in haar campagne<br />

investeerde, zei David Plouffe, de<br />

campagnemanager van Obama:<br />

‘Mrs. Clinton can’t become the Democratic<br />

nominee without winning<br />

every remaining contest in ‘blowout<br />

form. Even the most creative math<br />

won’t get her there.’ Alan Patricoff,<br />

één van Clintons grote financiers,<br />

meent dat alle ophef over de veranderende<br />

staf en het gebruiken<br />

van eigen geld juist een positief<br />

‘turning point’ kan zijn in de campagne.<br />

‘People see what a fighter<br />

Hillary is and want to help her<br />

come back’. Dit zagen we al bij<br />

John McCain. Vorige zomer ontsloeg<br />

ook hij mensen uit zijn staf<br />

toen zijn kandidaatschap er niet zo<br />

goed voor stond. Nu is hij de Republikeinse<br />

‘frontrunner.’<br />

Heeft het zin?<br />

Alle felle campagnes ten spijt is het<br />

nog maar de vraag of het eigenlijk<br />

wel zinvol is. Hebben verkiezingscampagnes<br />

eigenlijk wel effect op<br />

de uiteindelijke uitslag? Daar is het<br />

de kandidaten immers allemaal om<br />

te doen. Wetenschappers zijn hier<br />

nog niet over uit. Er zijn kort samengevat<br />

drie opvattingen. Sommigen<br />

menen dat de uitvoering van<br />

de campagne bepalend is voor de<br />

verkiezingsuitslag. Anderen vinden<br />

juist dat verkiezingscampagnes wel<br />

een rol spelen, maar alleen om de<br />

kiezer te sturen in een al lang van<br />

te voren verwachte mening. Deze<br />

mening is dan bovendien al in het<br />

voordeel van de betreffende kandidaat.<br />

De derde benadering stelt<br />

dat de uitslag al veel eerder wordt<br />

bepaald, zelfs al voor de officiële<br />

campagne begint. De campagne<br />

zelf heeft uiteindelijk maar weinig<br />

effect.<br />

Er is dus onenigheid over de vraag<br />

in hoeverre verkiezingscampagnes<br />

‘true preferences’ veroorzaken of<br />

juist veranderen. Over één ding zijn<br />

ze het wel eens. Campagne voeren<br />

maakt wel uit in de zin dat het ontbreken<br />

van een politieke campagne<br />

zal zorgen voor een andere uitslag<br />

dan de modellen voorspellen.<br />

Feit is dat de middelen die worden<br />

besteedt aan de politieke campagnes<br />

in de Verenigde Staten zeer<br />

groot zijn en met elke nieuwe verkiezing<br />

groeien. Door het gebruik<br />

van Internet en andere media kan<br />

een steeds groter publiek worden<br />

bereikt en is het voeren van een<br />

politieke campagne een nieuwe<br />

richting ingeslagen. De heersende<br />

opvatting onder politici en kiezers<br />

is dat campagnes vaak de <strong>verkiezingen</strong><br />

bepalen en dus zeer belangrijk<br />

zijn. Waren presidentskandidaten<br />

vroeger nog bang dat ze over zouden<br />

komen als iemand die te graag<br />

president wilde worden, nu halen<br />

kandidaten werkelijk alles uit de<br />

kast om maar te laten zien dat zij<br />

écht DE meest geschikte persoon<br />

zijn voor het Witte Huis. Dat was<br />

vroeger dus echt ‘not done’… <br />

Bronnen:<br />

- Althaus, S.L., Nardulli, P.F. and Shaw,<br />

D.R. (2002) ‘Candidate Appearances in<br />

Presidential Elections, 1972 – 2000) in<br />

Political Communication, 19: 49-72<br />

- Open Secrets, http://www.opensecrets.org<br />

- Shaw, D. R. and Roberts, B.E. (2000)<br />

‘Campaign Events, the Media and<br />

the Prospects of Victory: the 1992<br />

and 1996 US Presidential Elections’<br />

in British Journal of Political Science, 30:<br />

259-289<br />

- Wlezien, C. And Erikson, R.S. (2002)<br />

‘The Timeline of Presidential Election<br />

Campaigns’ in The Journal of Politics,<br />

64(4): 969-993<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

<br />

B r


Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

De kandidaten<br />

Door Paul Driessen en Rypke Bakker<br />

Om wie draait het nu eigenlijk nog in de strijd om het president- presidentschap?<br />

De strijd om het kandidaatschap is bij de Republikeinen zo goed als<br />

beslist. Alleen John McCain lijkt vanuit deze partij een gooi naar het presidentschap<br />

te mogen doen. Bij de Democraten is nog niets zeker. Barack Obama en<br />

Hillary Clinton hebben beiden goede kansen. De namen van de kanshebbers<br />

zijn dus bekend, maar wie zijn zij eigenlijk?<br />

John McCain; oude oorlogsheld<br />

Dat bij de <strong>Amerikaanse</strong> presidents<strong>verkiezingen</strong> van<br />

2008 John McCain de Republikeinse kandidaat zal<br />

zijn, is inmiddels zo goed als zeker. Concurrenten<br />

Rudy Giuliani en Mitt Romney zijn immers al uit de<br />

race gestapt en zijn enige overgebleven rivaal, Mike<br />

Huckabee, staat op een ruime achterstand.<br />

John Sidney McCain werd geboren op 29 augustus<br />

1936. Mocht hij president worden, zal hij dus aan het<br />

begin van zijn ambt 72 jaar oud zijn. McCain zal dus in<br />

ieder geval tot zijn 76 e moeten doorregeren en bij een<br />

eventuele herverkiezing verlaat hij pas op zijn 80 e het<br />

Witte Huis. Volgt McCain George W. Bush op, dan<br />

doet hij dat als de oudst gekozen president ooit. Hij<br />

is dan bijna een jaar ouder dan Ronald Reagan was in<br />

1980.<br />

Geboren op een <strong>Amerikaanse</strong> legerbasis bij het Panama<br />

Kanaal was John McCain voorbestemd voor<br />

een militaire loopbaan. Zijn vader en opa waren admiraal<br />

bij de <strong>Amerikaanse</strong> marine en de jonge John kiest<br />

eveneens voor een opleiding aan de academie van de<br />

marine. In 1958 studeert hij af, waarna McCain aan<br />

de slag gaat als gevechtspiloot op vliegdekschepen.<br />

Tijdens de Vietnamoorlog wordt hij neergeschoten<br />

waarna hij vijf en een half jaar krijgsgevangen wordt<br />

gehouden door de VietCong. De sporen van de vliegtuigcrash,<br />

waarbij de McCain beide armen en benen<br />

brak, en de slechte medische zorg na afloop, zijn nog<br />

altijd zichtbaar bij de huidige Republikeinse kandidaat.<br />

Tot op de dag van vandaag kan McCain zijn armen<br />

namelijk niet boven zijn schouders uit tillen. De jaren<br />

in krijgsgevangenschap, waarbij McCain verscheidene<br />

malen is gefolterd maar vrijlating weigert totdat de militairen<br />

die voor hem waren opgepakt op vrije voeten<br />

waren, zorgen ervoor dat hij sinds zijn thuiskomst in<br />

1973 gezien wordt als oorlogsheld. Dit etiket werkt<br />

uiteraard niet tegen in zijn huidige strijd om het presidentschap.<br />

In 1981 verlaat McCain de marine om zich te richten<br />

op een carrière in de politiek. Die stap leidt er toe<br />

dat hij een jaar later wordt verkozen in het Huis van<br />

Afgevaardigden van de staat Arizona. Vier jaar later,<br />

in 1986, wordt McCain gekozen in de <strong>Amerikaanse</strong><br />

Senaat, dienend als senator van diezelfde staat. Hij<br />

volgde daar de conservatieve icoon Barry Goldwater<br />

op. McCain koos duidelijk een ander lijn dan zijn<br />

voorganger. Hij was meerdere malen bereid samen te<br />

werken met de Democraten. Veel van de harde Republikeinen,<br />

die het de afgelopen jaren onder Bush voor<br />

het zeggen hadden, moeten weinig hebben van zijn<br />

pragmatische inslag. Maar wellicht dat zij McCain zijn<br />

gematigde standpunten vergeven als hij er veel stemmen<br />

van Democraten mee binnen weet te slepen.<br />

McCain staat verder bekend als een eerlijke spreker.<br />

Hij vertelt altijd de waarheid, ook al is dat politiek gezien<br />

niet altijd de beste oplossing. Die houding kostte<br />

hem van de zomer nog bijna zijn nominatie voor de<br />

Republikeinen doordat zijn campagne nagenoeg failliet<br />

was. Sommige topadviseurs werkten tijdelijk gratis,<br />

terwijl anderen de overstap maakten naar concurrent<br />

Mitt Romney. Vlak voor de eerste voor<strong>verkiezingen</strong><br />

hervond de als eerlijk, strijdlustig en nonchalant omschreven<br />

John McCain zich echter. In een veld waarin<br />

geen van de andere kandidaten de conservatieve Republikeinen<br />

echt aansprak, werd de man die acht jaar<br />

geleden ook al meedeed aan de voor<strong>verkiezingen</strong><br />

plotseling het meest geschikt geacht voor de Republikeinse<br />

nominatie. In 2000 moest hij nog zijn meerdere<br />

erkennen in George W. Bush, de man die hem nu impliciet<br />

zijn steun heeft gegeven door hem in een televisie-interview<br />

een ware conservatief te noemen.


Barack Obama: Change We Can Believe In Hillary Clinton: Ready for change!<br />

Enkele jaren geleden was Obama een vrij onbekend<br />

senator in Illinois. Hij werd bekend bij het grote publiek<br />

door zijn toespraak tijdens Democratische Nationale<br />

Conventie in 2004. Sindsdien is hij een rijzende<br />

ster in de <strong>Amerikaanse</strong> politiek. Hij weet met zijn oproep<br />

tot verandering een groot deel van het electoraat<br />

aan te spreken.<br />

Jeugd in Hawaii en Jakarta<br />

Barack Obama werd op 4 augustus 1961 geboren in<br />

Honululu, Hawaii. Hij was het kind van een blanke<br />

vrouw uit Kansas en een buitenlandse student uit Kenia.<br />

Beide ouders studeerden aan de Universiteit van<br />

Hawaii. Toen Obama twee was, scheidden zijn ouders.<br />

Hij bracht enkele jaren door in Jakarta, voordat hij terugkeerde<br />

naar Hawaii.<br />

Aanloop naar de politiek<br />

In 1983 studeerde hij af in de Internationale Betrekkingen<br />

aan de prestigieuze Columbia-Universiteit.<br />

Daarna ging Obama in arme buurten van Chicago<br />

werken als “community organizer.” Hierbij realiseerde<br />

hij zich dat als hij echt mensen wilde helpen, hij zou<br />

moeten doordringen in de <strong>Amerikaanse</strong> politiek. Hij<br />

besloot weer te gaan studeren, deze keer rechten aan<br />

Harvard. In die tijd ontmoette en trouwde hij ook met<br />

Michelle Robinson.<br />

Politieke carrière<br />

Na te zijn afgestudeerd aan Harvard, werkte hij een<br />

tijdje als advocaat in Chicago. Daarna stelde hij zich<br />

kandidaat als senator voor de Senaat van Illinois. Hij<br />

werd gekozen en was acht jaar lang senator en gaf<br />

tegelijkertijd les aan de Universiteit van Chicago. In<br />

2004 werd hij met 70% van de stemmen gekozen als<br />

enige Afro-<strong>Amerikaanse</strong> senaatslid. Als senator hield<br />

hij zich vooral bezig met buitenlands beleid, gezondheidszorg,<br />

onderwijs en immigratie.<br />

Race om de Democratische nominatie<br />

Na de eerste democratische voor<strong>verkiezingen</strong> werd<br />

het al snel duidelijk dat de race tussen Obama en Clinton<br />

zo gaan. Obama is vooral populair, omdat hij staat<br />

voor een duidelijke breuk met de politieke koers van<br />

George W. Bush. Hij is jong en staat voor verandering.<br />

Hij is erg populair bij jongeren en hoogopgeleiden.<br />

Ook was hij al vanaf het begin al tegen de Irak-oorlog.<br />

Tegenstanders vinden dat hij erg vaag doet over<br />

zijn standpunten en het vooral moet hebben van zijn<br />

imago. Of dit imago hem de democratische nominatie<br />

zal bezorgen, zal de komende tijd duidelijk worden.<br />

Clinton kreeg bekendheid als First Lady tijdens het<br />

presidentschapvan haar man Bill. Zelf had zij al veel<br />

langer politieke ambities en nu grijpt zij de kans om de<br />

eerste vrouwelijke president van de Verenigde Staten<br />

te worden.<br />

Jeugd in Illinois<br />

Clinton werd op 26 oktober 1947 geboren in Chicago,<br />

Illinois. Haar vader werkte in de textielindustrie, haar<br />

moeder was huisvrouw. Ze groeide op in een conservatief<br />

millieu en steunde in haar jeugdjaren de republiekeinen.<br />

Ze was al erg vroeg bezig met zaken als sociale<br />

ongelijkheid en burgerrechten. In 1962 ontmoette ze<br />

Martin Luther King; deze ontmoeting maakte grote<br />

indruk op haar.<br />

Aanloop naar de politiek<br />

Clinton studeerde eerst politieke wetenschappen aan<br />

Wellesley College, en vervolgens rechten aan Yale. Ze<br />

keerde de Republiekeinse partij de rug toe en werd<br />

Democrate. In die tijd ontmoette ze Bill Clinton, die<br />

ook student was aan Yale. Na haar studie ging ze werken<br />

als advocaat, waarbij ze zich vooral bezig hield<br />

met kinder- en gezinsrecht.<br />

De vrouw van<br />

In 1978 werd Bill Clinton gekozen tot Gouverneur<br />

van Arkansas. Dat zou hij met een onderbreking van<br />

twee jaar blijven tot 1992. Zij werkte in die tijd als advocaat<br />

en was nog steeds erg betrokken bij het kinder-<br />

en gezinsrecht. In 1980 werd dochter Chelsea Clinton<br />

geboren, het enige kind van het stel. Na de presidents<strong>verkiezingen</strong><br />

van 1992 werd Bill president en Hillary<br />

zijn First Lady, waarbij ze erg erg betrokken was bij de<br />

politiek van haar man.<br />

Politiek Carrière<br />

Tegen het einde van haar periode als First Lady besloot<br />

ze zich the nomineren voor de verkiezing van één van<br />

de senatoren van de staat New York. Ze won deze verkiezing<br />

en kwam in de <strong>Amerikaanse</strong> senaat. Daar hield<br />

ze zich vooral bezig met veiligheidsbeleid, onderwijs,<br />

gezondheidszorg en werkgelegenheid.<br />

Race om de Democratische nominatie<br />

Clinton wil de middenklasse ondersteunen, die is onlangs<br />

nog getroffen door de hypotheekcrisis. Verder<br />

wil ze iedere dat iedere Amerikaan een gezondheidszorgverzekering<br />

krijgt. Ze is ook erg populair door<br />

haar man en haar politieke ervaring. Of ze hiermee<br />

Obama kan verslaan, zal de toekomst ons leren. <br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1


D<br />

10<br />

Welke stemwijzer kies jij?<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

Door Jessica Kelder<br />

Nog nooit waren onze ogen zó op de <strong>verkiezingen</strong> van de Verenigde Staten<br />

gericht. Iedereen volgt zijn of haar favoriete kandidaat en wacht met spanning<br />

af wie de nieuwe president zal worden. Naar wie zijn of haar voorkeur<br />

uitgaat, is voor sommigen heel duidelijk. Gelukkig is er voor iedereen die het<br />

nog niet zo zeker weet een stemwijzer. Via een vragenlijst komt de kandidaat<br />

met wie jij je het meest identificeert eruit. Maar wat als de stemwijzer bepalend<br />

is voor jouw definitieve keuze? Welke stemwijzer kies je dan?<br />

at nodigde uit voor een<br />

klein onderzoek tussen twee<br />

grote stemwijzers. Het gaat hier<br />

om www.stemwijzer.nl en www.<br />

kieskompas.nl. Op kieskompas.<br />

nl vind je een stemwijzer, speciaal<br />

ontwikkeld voor de <strong>Amerikaanse</strong><br />

<strong>verkiezingen</strong>. Dit gebeurde op verzoek<br />

van de dagbladen De Volkskrant<br />

en DAG, televisieprogramma<br />

Netwerk en MTV Cool Politics. Op<br />

stemwijzer.nl, vooral bekend van<br />

de stemwijzer voor onze eigen<br />

<strong>verkiezingen</strong>, gebeurde hetzelfde,<br />

maar dan verzorgd door het Instituut<br />

voor Publiek en Politiek (IPP), in<br />

samenwerking met televisieprogramma<br />

EenVandaag. Allebei de<br />

sites zijn ruim bezocht en ook ik<br />

besloot om eens te kijken wat mijn<br />

favoriete kandidaat is. Interessant<br />

is dat er bij beide stemwijzers een<br />

andere kandidaat uit kwam.<br />

Stemwijzers en hun methode<br />

Op kieskompas.nl vind je een enquête<br />

bestaande uit 36 stellingen.<br />

Deze stellingen zijn opgedeeld in<br />

12 thema’s, waarbij je per thema 3<br />

stellingen hebt. De thema’s betreffen<br />

de onderwerpen waar het om<br />

draait bij de <strong>verkiezingen</strong>. Te denken<br />

valt aan de oorlog met Irak, het<br />

zorgstelsel, de strijd tegen terrorisme<br />

en ethische kwesties als abortus<br />

en het homohuwelijk. Per vraag<br />

kan je aangeven in hoeverre je het<br />

eens bent met een stelling (helemaal<br />

mee eens, mee eens, neutraal,<br />

niet mee eens en helemaal niet mee<br />

eens). Als je het echt niet weet, kun<br />

je ook aangeven dat je geen mening<br />

hebt. De standpunten van de kandidaten<br />

zijn getoetst aan deze stellingen<br />

en vervolgens worden jouw<br />

antwoorden vergeleken met die<br />

van hen. Zo rolt je favoriet eruit.<br />

Stemwijzer.nl heeft een iets ander<br />

systeem. De thema’s zijn verdeeld<br />

over 25 stellingen. Hierbij zijn het<br />

aantal stellingen per thema niet<br />

gelijk verdeeld. Zo heeft de oorlog<br />

met Irak twee stellingen en zijn er<br />

drie stellingen gewijd aan de gezondheidszorg.<br />

Je opvatting per<br />

stelling kan zijn: eens, oneens of<br />

weet niet. Als je alle stellingen hebt<br />

ingevuld, kan je nog extra gewicht<br />

geven aan thema’s die jij extra belangrijk<br />

vindt. Tot slot komt je favoriete<br />

kandidaat er uit.<br />

Invullen<br />

Het lastige bij stemwijzers invullen<br />

is dat er altijd stellingen zijn<br />

die gaan over dingen waar je niet<br />

zoveel verstand van hebt. Gelukkig<br />

bestaan er de opties ‘neutraal’,<br />

‘geen mening’ en ‘weet niet.’ Om te<br />

voorkomen dat mijn antwoorden<br />

per stemwijzer anders zouden zijn,<br />

heb ik bij de vragen waarvan ik het<br />

antwoord eigenlijk niet zo goed<br />

wist, gekozen voor één van deze<br />

opties. Ik heb dus overal dezelfdeof<br />

vergelijkbare antwoorden gegeven,<br />

maar kreeg bij de twee stemwijzers<br />

een andere uitslag. Waar ligt dit<br />

aan?<br />

De stellingen<br />

Er zijn een aantal redenen waarom<br />

er verschillende kandidaten uitkomen.<br />

Wat een grote invloed heeft<br />

zijn de stellingen. Door de manier<br />

waarop stellingen zijn geformuleerd,<br />

kan je mening per onder-


werp verschillen bij verschillende<br />

stemwijzers. Ik zal een voorbeeld<br />

geven. Bij de stemwijzer op kieskompas.nl<br />

luidt een stelling over de<br />

doodstraf: ‘de doodstraf helpt de<br />

criminaliteit te bestrijden.’ In deze<br />

stelling is nuance weggevallen.<br />

Het is een kwestie van ja of nee.<br />

Als je het vergelijkt met de stelling<br />

over de doodstraf op stemwijzer.<br />

nl ‘het moet moeilijker worden om<br />

de doodstraf toe te passen,’ zie je<br />

dat daar een tussenweg inzit. Het<br />

gaat dan om makkelijker of moeilijker,<br />

in plaats van wel of niet. Dus<br />

ondanks dat je bij hetzelfde onderwerp<br />

blijft, varieert je mening<br />

enigszins, waardoor de kandidaatsuitslag<br />

eveneens enigszins kan variëren.<br />

Stellingen en onderwerpen<br />

Ook van invloed is het aantal stellingen<br />

per onderwerp. Bij het bepalen<br />

van je stellingen maak je al een<br />

voorselectie van welke onderwerpen<br />

je aan bod wilt laten komen en<br />

hoeveel je deze wil vertegenwoordigen.<br />

Op kieskompas.nl is het wat<br />

dat betreft gelijkmatiger verdeeld.<br />

Per thema heb je drie stellingen;<br />

elk onderwerp komt dus even sterk<br />

naar voren. Op stemwijzer.nl ligt<br />

dat echter anders. Zo heeft het thema<br />

‘milieu’ één stelling en vind je<br />

drie stellingen die betrekking hebben<br />

op het immigratievraagstuk.<br />

Ben je het wat milieu betreft bijvoorbeeld<br />

eens met Clinton en als<br />

het gaat om immigratie meer met<br />

Obama, dan zal bij stemwijzer.nl<br />

je voorkeur al eerder uitgaan naar<br />

Obama.<br />

Methoden<br />

Maar wat van dit alles misschien<br />

nog wel het meest belangrijk is<br />

voor de uitkomst, is de methode<br />

die gebruikt wordt bij het beoordelen<br />

van de stellingen. Wat gunstig is<br />

op stemwijzer.nl, is dat je kunt aangeven<br />

wat voor jou echt belangrijk<br />

is, of in ieder geval zwaarder weegt.<br />

Stel, jij vindt dat de Amerikanen zo<br />

snel mogelijk weg moeten uit Irak<br />

en daar moet een tijdschema voor<br />

komen. Het zal je niet verbazen dat<br />

jouw reactie op de stelling ‘Er moet<br />

een bindend tijdschema komen<br />

voor de terugtrekking van troepen<br />

uit Irak’ ‘eens’ zou zijn. Je bent het<br />

eens met Obama, niet met Clinton.<br />

Verder vind je dat de ziektekostenverzekering<br />

voor alle Amerikanen<br />

verplicht moet worden. De stelling<br />

‘Een ziektekostenverzekering moet<br />

verplicht worden voor alle Amerikanen’<br />

zal je tevens met ‘eens’<br />

beantwoorden. Op dit punt ben je<br />

het met Clinton eens, maar verschil<br />

je van mening met Obama. Als<br />

je het veel belangrijker vindt dat<br />

Amerika zich terugtrekt uit Irak,<br />

dan dat alle Amerikanen verplicht<br />

een ziektekostenverzekering hebben,<br />

dan kun je aan het eind aangeven<br />

dat de terugtrekking uit Irak<br />

belangrijker voor jou is. Daardoor<br />

zal de uitslag dichter bij de goede<br />

kandidaat komen te liggen (in het<br />

voorbeeld Obama).<br />

Kieskompas.nl heeft die mogelijkheid<br />

niet. Wel kan je daar per vraag<br />

preciezer aangeven wat je vindt.<br />

Zo zou je bij het bovengenoemde<br />

voorbeeld de stelling ‘De nieuwe<br />

president moet onmiddellijk beginnen<br />

met het terugtrekken van<br />

troepen uit Irak’ met ‘helemaal<br />

mee eens’ kunnen beantwoorden.<br />

Bij de stelling ‘De <strong>Amerikaanse</strong><br />

regering moet zorgen dat de miljoenen<br />

onverzekerden een ziekte-<br />

“Er moet een bindend tijdschema komen voor de<br />

terugtrekking van troepen uit Irak”<br />

kostenverzekering krijgen’ kun je<br />

een gematigdere positie innemen<br />

door ‘mee eens’ in te vullen. Op<br />

die manier kan je wél beter je positie<br />

aangeven per stelling, maar<br />

wat voor jou belangrijker is, komt<br />

toch minder goed naar voren dan<br />

bij stemwijzer.nl.<br />

En jij?<br />

Ik beweer niet dat de verschillende<br />

stemwijzers van mij een overtuigd<br />

republikein zouden maken, als ik<br />

een democraat in hart en nieren<br />

zou zijn. Toch is het interessant<br />

om te zien dat het blijkbaar wel<br />

uitmaakt welke stemwijzer je kiest.<br />

Mocht je nieuwsgierig zijn of er bij<br />

jou ook twee verschillende kandidaten<br />

uit komen, vul dan snel allebei<br />

de stemwijzers in. <br />

Bronnen:<br />

-http://www.kieskompas.nl/<br />

-http://www.stemwijzer.nl/<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

11


Memo aan de nieuwe president<br />

1 Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

Door Marije Scheperman<br />

In haar nieuwste boek ‘Memo aan de nieuwe President’ beschrijft Madeleine<br />

Albright de internationale uitdagingen die de opvolger van president George<br />

W. Bush te wachten staan. Ze gaat in op situaties in het Midden-Oosten, terrorisme,<br />

kernmogendheden als Iran en Noord-Korea, opkomende economieën<br />

in Azië en andere zaken waarin de Verenigde Staten, na acht jaar desastreus<br />

beleid van Bush, weer haar oude rol als leider en vredestichter moet gaan uitdragen.<br />

A<br />

ls eerste vrouwelijke minister<br />

op de post van Buitenlandse<br />

Zaken onder de regering<br />

Clinton van 1997 tot 2001, heeft<br />

Madeleine Albright een goed geïnformeerde<br />

kijk op de <strong>Amerikaanse</strong><br />

buitenland politiek ontwikkeld, die<br />

loopt van de eerste presidenten van<br />

de Verenigde Staten tot de huidige<br />

president Bush. Naast haar toenmalige<br />

functie als minister van Buitenlandse<br />

Zaken, was Albright lid<br />

van de Nationale Veiligheidsraad<br />

en ambassadeur bij de Verenigde<br />

Naties (VN). Na haar ministerschap<br />

tijdens de Clinton-administratie<br />

heeft ze niet stilgezeten. Zo<br />

geeft ze bijvoorbeeld college internationale<br />

politiek aan de Georgetown<br />

University in Washington en<br />

is ze voorzitter van het ‘National<br />

Democratic Institute for International<br />

Affairs.’<br />

Daarnaast heeft ze zichzelf opgeworpen<br />

als schrijfster. ‘Memo aan<br />

de nieuwe president’ is niet haar<br />

debuut als auteur. ‘Mevrouw de<br />

Minister’ en ‘De macht en de almacht’<br />

werden eerder beiden grote<br />

bestsellers. In haar nieuwste boek<br />

schrijft Albright een ‘memo’ aan de<br />

nieuwe president vanuit haar visie<br />

dat de nieuwe president, wie dat<br />

ook zal zijn na de verkiezingsstrijd<br />

in november, moet nadenken over<br />

alle vraagstukken betreffende de<br />

nationale veiligheid, die na het be-<br />

wind van president Bush moeten<br />

worden opgelost. Dat ze daarbij<br />

af en toe desastreus uithaalt naar<br />

het achtjarige bewind van Bush en<br />

vertelt dat ze soms ziet ‘dat aan alle<br />

kanten stoom uit het toetsenbord<br />

van haar laptop komt’ maakt het<br />

een enorm amusant boek om te<br />

lezen (p. 11).<br />

Een handboek voor presidenten<br />

Het boek van Albright is opgedeeld<br />

in twee delen. In het eerste deel<br />

maakt ze gebruik van een handboek<br />

waaraan de nieuwe president<br />

houvast kan hebben. Bij het formuleren<br />

van deze tips geeft ze tegelijkertijd<br />

voorbeelden van voormalige<br />

<strong>Amerikaanse</strong> presidenten.<br />

De nieuwe president moet pleiten<br />

voor een nieuwe inhoud aan de<br />

leiderschapsrol die Amerika moet<br />

gaan vervullen en een pakkend<br />

motto is daarbij onontbeerlijk. Het<br />

motto van Clinton bestond uit verandering,<br />

‘We zorgen dat het voorjaar<br />

wordt’; en John F. Kennedy’s<br />

motto was ‘Niet vragen’ (p. 31).<br />

In haar ‘handboek’ probeert Albright<br />

de nieuwe president ertoe<br />

aan te zetten om erover na te denken<br />

wat voor leider hij of zij zou<br />

willen zijn. Daarbij worden tal van<br />

voorbeelden gegeven van voormalige<br />

presidenten en diplomaten.<br />

Moet de leider een realistische visie<br />

uitdragen of een idealistische visie?<br />

Met behulp van recente voorbeelden<br />

van presidenten geeft ze aan<br />

hoe een leider er uit zou kunnen<br />

zien.<br />

Naast vragen over leiderschap is het<br />

ook van groot belang dat een president<br />

een goede staf om zich heen<br />

bouwt die zowel bestaat uit goede<br />

teamspelers als ook teamleiders. In<br />

de nieuwe staf is het ook zeker niet<br />

verkeerd om personen van de oppositiepartij<br />

te laten deelnemen aan<br />

de regering; op deze manier heeft<br />

de regering een zo goed mogelijke<br />

spiegelfunctie weer van de <strong>Amerikaanse</strong><br />

bevolking. Een nadeel kan<br />

echter zijn dat deze oppositieleden<br />

proberen om afstand te bewaren<br />

met het oog op bezwaren uit de<br />

achterban of met het oog op eventuele<br />

her<strong>verkiezingen</strong>.<br />

Daarnaast is het van groot belang<br />

dat de staf goed met elkaar kan<br />

samenwerken, zonder te gemoedelijk<br />

te worden. De relatie tussen<br />

de nationale veiligheidsadviseur<br />

en de ministers van Buitenlandse<br />

Zaken en Defensie is echter altijd<br />

erg gespannen geweest, wat nadelig<br />

uitwerkt voor het optreden van<br />

de president. Albright komt in dit<br />

hoofdstuk met tal van voorbeelden,<br />

maar ook met een persoonlijke tip:<br />

dat de president in goede conditie<br />

moet blijven en tijd moet vrijmaken<br />

voor sport. Als sport niet lukt,


dan kan de president nog altijd de<br />

tuin snoeien (p. 61)!<br />

In de rest van deel 1 wordt het<br />

belang duidelijk van diplomatie,<br />

duidelijke en strak omlijnde prioriteiten,<br />

het grote belang van een<br />

goede tolk, het opleggen en dreigen<br />

met geweld en sancties, en de<br />

relatie met het Congress en Huis<br />

van Afgevaardigden. Ze beschrijft<br />

dit op een duidelijke manier en<br />

met behulp van tal van anekdotes<br />

en voorbeelden. Een passage die<br />

ik zelf zeer amusant vond, betreft<br />

het belang van een goede speech,<br />

waarbij de president en/of speechschrijver<br />

de cultuur en taal van een<br />

land goed in ogen moet blijven<br />

houden. John F. Kennedy sprak in<br />

Berlijn de historische zin uit “Ich<br />

bin ein Berliner.” Door sommigen<br />

werd deze uitspraak als een enorme<br />

blunder gezien, want ja, een Berliner<br />

kun je ook goed eten (p. 73)!<br />

Een scala aan uitdagingen<br />

In het tweede deel gaat Albright in<br />

op actuele internationale situaties.<br />

Zo spreekt ze over Azië, Rusland,<br />

het belang van een goede relatie<br />

met de Europese Unie, over het<br />

Midden-Oosten, over Al-Qaida en<br />

Iran. Een eerste voorbeeld over<br />

actuele situaties betreft de armoedebestrijding.<br />

Volgens Albright<br />

moet armoedebestrijding een centraal<br />

thema van de nieuwe regering<br />

worden, omdat het ‘politiek gezien<br />

slim is, moreel gezien juist en economisch<br />

gezien logisch is’ (p. 129).<br />

Het bestrijden van armoede bestaat<br />

niet enkel uit het financieren van<br />

waterleidingen en hulpprogramma’s,<br />

maar ook om het eenvoudiger<br />

te maken voor kleine families<br />

om aanspraak te kunnen maken op<br />

hun vee en huizen door aanpassingen<br />

in de wet.<br />

Op het gebied van nucleaire proliferatie<br />

is er een belangrijke taak<br />

weggelegd voor het uitdragen van<br />

een kernwapenvrije wereld, waarbij<br />

uitbreiding van het non-proliferatie<br />

verdrag (NPT) prioriteit moet krijgen.<br />

De relatie met de Europese landen<br />

moet weer worden hersteld omdat<br />

de Verenigde Staten, Canada en<br />

Europa met een ‘gezamenlijke onderneming<br />

bezig zijn’ (p. 152). De<br />

notie van ‘moedige Nederlanders<br />

als voorvechters van de wet,’<br />

ziet Albright als een verfrissende<br />

kijk voor de Amerikanen en kan<br />

als voorbeeld dienen voor overige<br />

Europese landen (p. 145).<br />

Aangezien het mogelijk is om nog<br />

een hele uiteenzetting weer te geven<br />

van alle voorbeelden en feiten<br />

die Albright noemt, zal ik de overige<br />

situaties kort noemen. In Azië<br />

stelt ze het belang voorop om een<br />

goede relatie met Japan te onderhouden.<br />

Tevens moet de president<br />

diens aandacht evenwichtig verdelen<br />

in de relatie met India en Pakistan.<br />

Een tip voor het Midden-<br />

Oosten ligt in de aanpak om erop<br />

te hameren bij alle partijen die betrokken<br />

zijn in het Israel-Palestina<br />

conflict, dat vrede de enige oplossing<br />

is. Daarbij moeten stereotypen<br />

worden uitgeroeid en moet een ge-<br />

zamenlijk idee worden gecreëerd,<br />

waarbij alle partijen baat hebben<br />

om rond de tafel bijeen te komen.<br />

Een aanrader?<br />

Het boek is zeker een aanrader om<br />

te lezen. Het kijkt verder dan de<br />

strijd die nu in de Verenigde Staten<br />

is losgebarsten; het kijkt al naar<br />

de periode na de verkiezingsuitslag.<br />

Hoe moet een nieuwe president<br />

zich opstellen, wat voor soort leider<br />

moet hij of zij zijn, hoe om te gaan<br />

met machtconcurrentie binnen verschillende<br />

departementen, hoe om<br />

te gaan met het samenstellen van<br />

een staf? Al deze vragen komen in<br />

Albright’s boek aan de orde, waarbij<br />

ze vanuit haar eigen ervaring<br />

en vanuit de historie voorbeelden<br />

geeft van voormalige presidenten.<br />

In het bijzonder de anekdotes maken<br />

het een fijn te lezen boek. Het<br />

tweede deel is praktischer van aard,<br />

maar bevat alsnog vele historische<br />

voorbeelden en ook opiniepeilingen<br />

vanuit verschillende landen.<br />

Publishers Weekly schrijft dat dit<br />

boek ‘Een zeer geschikte inleiding<br />

in de buitenlandse politiek voor de<br />

volgende bewoner van het Witte<br />

Huis is. Intelligent en scherpzinnig.’<br />

Zo heb ik het boek ook ervaren,<br />

al vind ik haar kritiek op het<br />

beleid van Bush soms te scherp en<br />

slecht onderbouwd. Dat kan een<br />

minpunt zijn van dit boek, maar<br />

neemt niet weg dat dit boek een<br />

plek verdient op de boekenplank<br />

van een ieder die geïnteresseerd is<br />

in de buitenlandse politiek van de<br />

Verenigde Staten, over actuele situaties<br />

in landen over de hele wereld;<br />

en last but not least, hoe een net<br />

aangestelde president aan de slag<br />

moet. <br />

Bronnen:<br />

- Albright, Madeleine (2007):<br />

Memo aan de nieuwe president, Ambo<br />

Anthos uitgevers; Amsterdam.<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

1<br />

A


N<br />

Het vrouwelijke brein achter<br />

de president<br />

1 Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

Door Femke Eekhof<br />

Na 43 mannelijke presidenten krijgen de Verenigde Staten in november misschien<br />

voor het eerst een vrouwelijke president. Maar hebben <strong>Amerikaanse</strong><br />

vrouwen in deze tot nog toe masculiene presidentswereld altijd machteloos<br />

moeten toekijken? Voor de buitenwereld hebbend de presidentsmannen het<br />

voor het zeggen, maar hoeveel macht hebben hun vrouwen eigenlijk?<br />

iet alleen in de Verenigde<br />

Staten zijn er markante<br />

First Ladies. Ook in Nederland zijn<br />

er aanwijsbare voorbeelden van<br />

vrouwen die een stempel op de<br />

politiek van hun man hebben gedrukt.<br />

Neem nou bijvoorbeeld Johan<br />

Rudolf Thorbecke. Niemand<br />

kan beweren dat zijn vrouw geen<br />

invloed heeft gehad op zijn besluiten.<br />

Algemeen is bekend Thorbecke<br />

alles met zijn vrouw deelde,<br />

ook in politiek opzicht. Het is dus<br />

zeer waarschijnlijk zijn dat haar politieke<br />

en staatkundige ideeën door<br />

Thorbecke werden uitgevoerd.<br />

Aan de andere kant van de Oceaan<br />

Met het oog op de <strong>Amerikaanse</strong><br />

<strong>verkiezingen</strong>, zullen enkele First<br />

Ladies nader worden bekijken. Vervolgens<br />

zal er worden ingeschat<br />

hoeveel macht zij nu kunnen uitoefenen<br />

of uitgeoefend hebben tijdens<br />

een presidentstermijn. Eerst<br />

zal er een korte race door hun<br />

academische achtergrond en verdere<br />

carrière worden gemaakt. Hillary<br />

Clinton, de vrouw van de vorige<br />

<strong>Amerikaanse</strong> president, Laura<br />

Bush, de vrouw van de huidge<br />

president en Michelle Obama, de<br />

vrouw van een van de presidentskandidaten,<br />

zullen de revue passeren<br />

om te bezien welke rol een<br />

vrouw kan spelen bij het presidentschap<br />

van haar man.<br />

Hillary Clinton<br />

Een korte biografie van Hillary<br />

Clinton zal duidelijkheid geven<br />

over haar politieke capaciteiten. Zij<br />

heeft net als vele andere Amerikanen<br />

de basisschool en middelbare<br />

school keurig afgerond. Daarna<br />

behaalde ze een bachelordiploma<br />

politieke wetenschappen. Hiermee<br />

werd ze toegelaten bij Yale<br />

om Rechten te studeren. Deze opleidingen<br />

vormen een uitermate<br />

goede basis om je man inhoudelijk<br />

bij te staan als president. Na het afronden<br />

van haar opleidingen heeft<br />

ze een mooie carrière opgebouwd<br />

als advocaat bij een prestigieus advocatenkantoor.<br />

Als First Lady is<br />

zij zeer actief geweest bij het vernieuwen<br />

van systemen in de gezondheidszorg.<br />

Haar ervaringen in<br />

het Witte Huis vormen zelfs zo’n<br />

goede goede basis om nu een gooi<br />

naar het presidentschap te doen.<br />

Laura Bush<br />

Laura Bush, de vrouw van de huidige<br />

<strong>Amerikaanse</strong> president, heeft<br />

eveneens een goede opleiding<br />

mogen genieten. Zij heeft een bachelor<br />

aan de universiteit Soutern<br />

Methodist in Dallas weten te behalen.<br />

Hierna ging ze werken als onderwijzeres<br />

in het basisonderwijs.<br />

Daarnaast heeft ze in 1973 een<br />

master bibliotheekwetenschappen<br />

volbracht en ging daarmee aan de<br />

slag als bibliothecaresse. Ook van<br />

deze dame is niet te zeggen dat ze<br />

dom is. Al heeft ze niet zo’n glorieuze<br />

carrière als mevrouw Clinton<br />

gehad en heeft ze niet een studie<br />

gedaan die in politiek opzicht nuttig<br />

zou kunnen zijn bij het steunen<br />

en of beïnvloeden van haar man.<br />

In haar functie als First Lady zet ze<br />

zich vooral in voor vraagstukken<br />

rond onderwijs en de gezondheid<br />

van vrouwen.<br />

Michelle Obama<br />

De vrouw van beoogd presidentskandidaat<br />

Obama is een zeer intelligente<br />

dame, die een zeer prestigieuze<br />

(educatieve) carrière heeft<br />

gehad. Zo heeft zij op de middelbare<br />

school een klas overslagen.<br />

Na het behalen van haar middelsbare<br />

schooldiploma is zij op de<br />

Princeton Universiteit een major<br />

Sociologie en een minor African<br />

American studies gaan doen. Op<br />

deze universiteit is zij cum laude<br />

geslaagd. Daarna is zij doorgestroomd<br />

naar Harvard Law School<br />

en daar heeft zij haar Juris Doctor<br />

degree volbracht. Vervolgens was<br />

zij een partner bij een advocatenkantoor<br />

in Chicago en waarbij ze<br />

onder andere werkte aan de marketing<br />

van het kantoor. Bovendien<br />

was zij een tijd adviseur van Barack<br />

Obama. Daarnaast is zij actief<br />

geweest op de universiteit als


mentor van studenten en heeft ze<br />

in het bestuur van een ziekenhuis<br />

gezeten. Kortom, een drukbezette<br />

vrouw met een veelzijdige carrière.<br />

Deze belangrijke functies bewijzen<br />

dat zij alles behalve dom is. Zij is<br />

in intellectueel opzicht meer dan<br />

gelijkwaardig aan haar man Barack.<br />

Dit zou kunnen betekenen dat zij<br />

invloed op haar man zou kunnen<br />

uitoefenen als het om beleid of politieke<br />

vraagstukken gaat.<br />

Het vrouwelijk brein van de machtige<br />

man<br />

Natuurlijk zijn deze feitjes over<br />

deze (potentiële) presidentsvrouwen<br />

geen wetenschappelijke argumenten<br />

voor de invloed die zij op<br />

hun man zouden kunnen hebben.<br />

Toch kunnen we stellen dat deze<br />

drie vrouwen allemaal goed opgeleid<br />

zijn en kunnen meepraten en<br />

denken met hun man.<br />

Maar niet alleen een academische<br />

opleiding is van belang, ook de studierichting<br />

zelf en de vervolgcarrière<br />

zijn belangrijk. Een vrouw die<br />

rechten of sociologie heeft gestudeerd<br />

zal toch net iets meer weten<br />

van een politiek beleid en gezag in<br />

een land, dan iemand die onderwijskunde<br />

heeft gestudeerd.<br />

Laura Bush lijkt degene met de<br />

minste invloed op haar man in politiek<br />

opzicht. Bush komt over als<br />

een dominante en zeer sterk in zijn<br />

schoenen staand iemand, die zich<br />

niet snel van iemand wat aantrekt.<br />

Wilde zij haar man tegenhouden in<br />

het voeren van oorlog? Het is in<br />

ieder geval niet gelukt, zo als iedereen<br />

weet! Daarbij komt ook nog<br />

eens dat Laura, naar mijn mening,<br />

ook niet van de juiste educatie<br />

heeft genoten, om zich daadwerkelijk<br />

met belangrijke kwesties te<br />

bemoeien, laat staan zich aan Bush<br />

een mening op te dringen.<br />

De voormalige, huidige en misschien toekomstige First Ladies Hillary Clinton, Laura Bush en Michelle Obama<br />

Hillary Clinton en Michelle Obama<br />

daarentegen kun je op een heel ander<br />

voetstuk zetten. Zij hebben beide<br />

een studie gedaan die iets meer<br />

in de lijn van de politieke praktijk<br />

ligt. Daarnaast zijn hun carrières<br />

noemenswaardig. Van Hillary is het<br />

bijna zeker dat zij qua opleidingsniveau<br />

en politieke ervaring naast Bill<br />

staat en een gelijke is. Haar huidige<br />

presidentkandidaatstelling is in dit<br />

geval zeker een argument voor<br />

die stelling. De Amerikanen hebben<br />

in het tijdperk van Bill Clinton<br />

niet alleen voor Bill gekozen, maar<br />

kregen de overtuigd Democrate<br />

Hillary daarbij. Is dit onbewust gebeurd?<br />

Waarschijnlijk bij de meeste<br />

stemmers wel. Bill en Hillary hebben<br />

allebei rechten gestudeerd, wat<br />

bewijst dat ze qua educatie op één<br />

lijn zitten. Hetzelfde is het geval bij<br />

de familie Obama. Ook zij hebben<br />

allebei rechten gestudeerd.<br />

De positie van de vrouw achter een<br />

president is tot nu toe onderbelicht<br />

geweest, maar zou zeker een onderzoek<br />

waard zijn. Stel dat de First<br />

Ladies eigenlijk het brein van het<br />

landelijk beleid zijn, terwijl je voor<br />

hun echtgenoot hebt gekozen. Wie<br />

weet wat er wel en niet gebeurd zou<br />

zijn zonder de aanwezigheid van de<br />

First Lady. Eigenlijk best ondemocratisch<br />

en oneerlijk te noemen, of<br />

niet?<br />

De positie van de vrouw moet zeker<br />

niet worden onderschat. Juist<br />

niet nu er veel vrouwen niet bang<br />

zijn om voor hun mening uit komen<br />

en gestudeerd hebben. Natuurlijk<br />

is elke presidentstermijn<br />

weer anders met verschillende personen,<br />

maar misschien wordt er<br />

wel een koers gevaren waar je niet<br />

bij voorbaat op hebt gestemd.<br />

Misschien heb je hier nooit aan<br />

gedacht, maar het is toch echt belangrijk<br />

om de rol die de echtgenote<br />

speelt in het huwelijk en politiek<br />

debat uit te lichten voordat je op<br />

een kandidaat stemt. Wie weet vaar<br />

je wel mee op vrouwelijke hormonen<br />

en hersencellen. <br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

1


Super (Duper) Tuesday schept<br />

weinig duidelijkheid<br />

1 Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

Door Eva Schram<br />

Super Tuesday, Giga Tuesday, Mega Giga Tuesday, Tsunami Tuesday, of mijn<br />

favoriet: Super Duper Tuesday, allemaal benamingen voor hetzelfde. Een dinsdag<br />

in februari of maart van een verkiezingsjaar in de VS, waarop het grootste<br />

aantal staten primaries houden voor de presidentiele <strong>verkiezingen</strong>.<br />

D<br />

it jaar viel het grote festijn<br />

op 5 februari, en bleek dat<br />

de bloedstollende strijd tussen Barack<br />

Obama en Hillary Clinton nog<br />

steeds niet besloten is. Bij de Republikeinen<br />

lijkt het erop dat John<br />

McCain zich mag gaan opmaken<br />

voor een verkiezingsstrijd tegen de<br />

eerste vrouwelijke of zwarte presidentskandidaat.<br />

Maar hoe zit het<br />

nou precies met die Super Duper Tuesday?<br />

Hoe gaat het in z’n werk, wat<br />

voor consequenties heeft de uitslag<br />

en heeft het feit dat er steeds meer<br />

staten hun voor<strong>verkiezingen</strong> naar<br />

voren schuiven invloed op het verloop<br />

van de dag?<br />

Toen Super Duper Tuesday nog gewoon<br />

Super was<br />

Op een Super Tuesday wordt het<br />

grootste deel van kiesmannen ‘verdeeld’<br />

onder de verschillende kandidaten<br />

van beide partijen. Het is<br />

de dag dat elke kandidaat hoopt<br />

een flinke voorsprong te krijgen op<br />

zijn of haar opponenten. De term<br />

‘Super Tuesday’ (de meest gangbare<br />

benaming voor deze dag) werd<br />

voor het eerst gebruikt in de voor<strong>verkiezingen</strong><br />

van 1984. Dat jaar<br />

waren er maarliefst drie Super Tuesdays.<br />

Daarna werd de term weer<br />

gebruikt voor de voor<strong>verkiezingen</strong><br />

die op 8 maart 1988 werden gehouden.<br />

De staten Texas, Florida,<br />

Tennessee, Louisiana, Oklahoma,<br />

Mississippi, Kentucky, Alabama,<br />

en Georgia stemden die dag tussen<br />

verschillende presidentskandi-<br />

daten. De oplettende lezer heeft<br />

natuurlijk allang opgemerkt dat dit<br />

allemaal zuidelijke staten zijn. Deze<br />

staten zijn over het algemeen conservatiever<br />

van aard dan de kust- en<br />

noordelijke staten. Het is dan ook<br />

geen toeval dat juist deze staten op<br />

dezelfde dag hun primaries hielden.<br />

Het plan van de zuidelijke Democraten<br />

was om te zorgen dat de wat<br />

meer conservatievere kandidaat in<br />

één keer een groot aantal kiesmannen<br />

binnen zou halen, om de kans<br />

te vergroten dat deze zich zou nomineren.<br />

Uiteindelijk lukte dit niet,<br />

omdat de voor<strong>verkiezingen</strong> geen<br />

duidelijke winnaars liet zien en Michael<br />

Dukakis uiteindelijk werd genomineerd.<br />

Enter: Duper<br />

Tegenwoordig omvat de Super Tuesday<br />

ook meer liberale staten zoals<br />

Californië en New York. Dit jaar<br />

hebben zelfs een record aantal staten<br />

hun voor<strong>verkiezingen</strong> verschoven<br />

naar 5 februari, om het belang<br />

ervan in hun staat te vergroten.<br />

Tijd dus om Super Tuesday om te<br />

dopen tot Super Duper. De Democraten<br />

kozen dit jaar op Super Duper<br />

Tuesday in maar liefst 22 staten hun<br />

favoriet en waren er 1681 kiesmannen<br />

te verdelen. Dat is 52% van alle<br />

kiesmannen aan de Democratische<br />

kant. De Republikeinen gingen in<br />

21 staten naar de stembus, verdeelden<br />

975 kiesmannen, en besloten<br />

zo hoe 41% van de kiesmannen<br />

verdeeld werd.<br />

Hoe veel geld je ook hebt, een kandidaat<br />

kan nooit in al die staten<br />

een uitgebreide campagne voeren.<br />

Het ontbreekt hen simpelweg aan<br />

tijd. De strategie is dan ook een<br />

paar staten te kiezen waar zeer<br />

actief campagne gevoerd zal worden.<br />

Dit moeten natuurlijk staten<br />

zijn waar veel kiesmannen te halen<br />

zijn, zoals Californië. Daarnaast<br />

richten de kandidaten zich<br />

op de zwevende kiezers. Krijg je<br />

hun stem, dan maak je meer kans<br />

op die staat en uiteindelijk op nominatie.<br />

Dat geldt vooral voor de<br />

Republikeinen: zij werken met een<br />

winner-takes-all systeem, waarbij degene<br />

met de meeste stemmen in<br />

een staat, alle kiesmannen krijgt.<br />

De Democraten werken volgens<br />

een proportioneel systeem: het<br />

aantal stemmen bepaalt het aantal<br />

kiesmannen. Vandaar dat Obama<br />

en Clinton nog steeds zo dicht<br />

op elkaar zitten. En het maakt dat<br />

John Edwards ook nog een rol van<br />

betekenis speelt. Hoewel hij geen<br />

kans meer maakt op de zege, kan<br />

hij nog wel kiesmannen wegsnoepen<br />

bij beide favorieten.<br />

En nu?<br />

Met nog ongeveer 30% van de<br />

stemmen te verdelen na Super Duper<br />

Tuesday, blijft het dus spannend<br />

in het Democratische kamp. De<br />

grootste Super Tuesday ooit heeft<br />

in ieder geval weinig duidelijkheid<br />

geschept.


Democratisch gehalte van de<br />

caucus hoger dan ooit<br />

Door Paul Timmermans<br />

‘Heb je dan niet gezien dat Barack Obama Republikeinen achter zich heeft<br />

staan?’ ‘Jazeker wel,’ zei ik, ‘maar daarom hoef je niet vóór Hillary te zijn.’<br />

Als de vijand ‘onze’ kandidaat niet mag steunen, wat blijft er dan over van een<br />

vriendschap tussen Democraten en Republikeinen? De dame die mij van haar<br />

partijloyaliteit wilde overtuigen, had beter kunnen weten. Ze is dan wel deel<br />

van een historische voorverkiezingslag, maar het zijn vooral nieuwe, partijloze,<br />

en ‘cross-over’ stemmers die dit keer bepalen wie er president mag worden.<br />

D<br />

e campagnestaf van Hillary<br />

Clinton klaagde dit<br />

jaar vooral over de caucus-methode.<br />

Deze eist veel tijd van de<br />

kiezer en daardoor zouden juist<br />

haar supporters zijn benadeeld. In<br />

tegenstelling tot de langdurige caucus-bijeenkomsten,<br />

hoeft de kiezer<br />

in een primary-staat maar één<br />

minuut in het stemhokje te staan.<br />

En omdat Clinton veelal hardwerkende<br />

mensen zegt aan te trekken,<br />

zouden deze geen tijd hebben voor<br />

een caucus waarin op de late namiddag<br />

nog een hele partijagenda<br />

moet worden afgewerkt.<br />

Clinton kwam wel wat laat met haar<br />

klacht. Op 5 februari, Tsunami Tuesday,<br />

behaalde Obama grote winsten.<br />

Bovendien was al op 3 januari<br />

(Obama’s winst in Iowa) duidelijk<br />

geworden dat deze methode veel<br />

intensiever is en veel meer lokaal<br />

organisatievermogen vergt dan het<br />

simpelweg op tijd openen van een<br />

stemhokje, zoals de primary-methode<br />

voorschrijft.<br />

Politicologen staan wat verbaasd<br />

dat Clinton niet zag aankomen<br />

hoe goed Obama zijn staf had uitgespreid<br />

over het land. In Idaho<br />

bijvoorbeeld, had hij al een jaar geleden<br />

vrijwilligers aan het werk gesteld<br />

en op Tsunami Tuesday werden<br />

deze door twintig betaalde krachten<br />

aangevoerd. Clinton vertrouw-<br />

de er op dat de gouverneur van een<br />

naburige staat met een speech de<br />

dag zou redden. Haar aanname is<br />

vrij duidelijk geweest: ze zou na<br />

New Hampshire alles ruim weten<br />

te winnen, omdat 5 februari kinderspel<br />

leek. Maar nu is gebleken<br />

dat Obama toch meer mensen wist<br />

te overtuigen aan de caucusen mee<br />

te doen, zag ze deze procedures<br />

opeens als een probleem.<br />

De caucus is in het voordeel van<br />

Obama geweest, maar als er een<br />

primary in iedere staat was gehouden,<br />

zou Clinton zeker hebben gewonnen.<br />

De peilingen wezen er al<br />

op: iemand die ruimer van te voren<br />

beslist, is vaker Obama-aanhanger.<br />

De kiezer die pas in het stemhokje<br />

beslist, is vaker voor Clinton. De<br />

grote vraag is dan ook waarom dit<br />

jaar er schijnbaar meer kiezers waren<br />

die duidelijker hun voorkeur<br />

willen verdedigen. Het antwoord<br />

ligt in het type meetinstrument. Zij<br />

die persoonlijk met lokale vrijwilligers<br />

hebben gesproken, zijn naar<br />

Obama getrokken. Dit geldt eveneens<br />

voor kiezers die niet eerder<br />

aan een caucus hadden meegedaan.<br />

De caucus is dus beter in het aantrekken<br />

van stemmen die beter gemotiveerd<br />

zijn dan een primary.<br />

De presidentiële voor<strong>verkiezingen</strong><br />

in de Democratische Partij worden<br />

in iedere staat op een andere<br />

manier geregeld. Het is zelfs mo-<br />

gelijk voor een staat om zowel een<br />

primary als een caucus te houden.<br />

De staat moet dan beslissen welke<br />

methode belangrijker is.<br />

De procedurele verschillen per<br />

staat zijn enorm. Omdat alle staten<br />

waren gebonden aan een strakkere<br />

agenda dit jaar, met een ongekend<br />

aantal deelnemers aan Tsunami<br />

Tuesday, zijn deze verschillen duidelijk<br />

naar voren gekomen. Toen<br />

Michigan en Florida de uitgestippelde<br />

lijn overschreden, werd daar<br />

gewoon geen campagne gevoerd.<br />

De campagneorganisatie die daarom<br />

dit jaar in meer staten het verhaal<br />

kon verkopen dat iedere stem<br />

zwaar zou worden geteld, hield de<br />

sleutels tot het grote geheim: de<br />

overwinning. Dit betekent weer<br />

dat niet zozeer de algehele opkomst,<br />

maar het soort van kiezer<br />

een groter verschil dan voorheen<br />

uitmaakte. Het gaat daarbij niet om<br />

het absolute aantal stemmen maar<br />

om het kunnen bepalen waar, in<br />

welke districten, een hoge opkomst<br />

relatief het belangrijkst is. Dat was<br />

duidelijk te zien in Florida in 2000.<br />

De campagnestrategen wilden dit<br />

jaar bij de partijloze en zwevende<br />

kiezers aankloppen. Daarbij is de<br />

macht van kiezers die voor het<br />

eerst politiek actief werden enorm<br />

toegenomen. Er zijn studenten die<br />

dit weten en zich bewust niet bij de<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

1


partij in hun universiteitsplaats inschrijven,<br />

maar naar hun ouderlijk<br />

huis afreizen omdat hun stem zo<br />

zwaarder kan klinken.<br />

Dit jaar is vooral opgevallen dat<br />

Obama in vrijwel alle caucus-staten<br />

een ongekend hoge opkomst wist<br />

te vertalen in zijn overwinning. De<br />

caucus-methode trekt minder kiezers<br />

aan dan de primary, maar als je<br />

er meer dan de tegenstander kunt<br />

laten deelnemen, dan maken relatief<br />

kleine verschillen grote winsten<br />

mogelijk. Dit is natuurlijk niet<br />

hoe de caucus was bedoeld. De<br />

oorspronkelijke gedachte was dat<br />

de caucus een filter zou vormen<br />

om vast te kunnen stellen wie tot<br />

de kopgroep behoorde. Maar als<br />

het maar om twee of drie kandidaten<br />

gaat, dan maakt alleen opkomst<br />

een verschil en zou een stembiljet<br />

veel nauwkeuriger werken. De reden<br />

dat er nog steeds een caucus<br />

in veel agrarische staten wordt gehouden<br />

is simpel: het is goedkoper.<br />

Er hoeft geen belasting te worden<br />

betaald om stembiljetten te drukken<br />

en kieslokalen te bemannen.<br />

Misschien vanwege, of misschien<br />

ook ondanks, zijn positieve en<br />

idealistische campagne verhoogde<br />

Obama heel bewust de opkomst in<br />

juist deze staten om zo een soepeler<br />

vertaalslag naar de primary-staten<br />

te kunnen maken.<br />

In sommige staten houden Republikeinen<br />

ook een caucus. Daarbij<br />

geldt er geen onderdrempel<br />

en blijven er in deze staten meer<br />

kandidaten vanwege administratieve<br />

redenen op de lijst staan. De<br />

Republikeinse Partij geeft sterk<br />

de voorkeur aan de primary-methode,<br />

en in bijna alle primary-staten<br />

krijgt de winnaar de hele staat<br />

toegewezen. Er is dus geen tweede<br />

plaats. Bovendien kan een dergelijke<br />

niet-proportionele verkiezing<br />

per district ofwel per staat worden<br />

georganiseerd. De partij geeft dus<br />

met haar procedures duidelijker te<br />

kennen dat een hoge opkomst geen<br />

1 Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

verschil uitmaakt in het eindresultaat.<br />

Maar deze primary-methode<br />

laat ook zien dat naamsbekendheid<br />

de doorslag geeft. Kandidaten die<br />

al een keer in het verleden een gooi<br />

naar het Witte Huis deden, hebben<br />

aanzienlijk meer kans de nominatie<br />

binnen te slepen.<br />

In Democratische voor<strong>verkiezingen</strong><br />

maakt naamsbekendheid weinig<br />

verschil. Opkomst maakt wel<br />

flink wat uit, dus willen de Democraten<br />

vooral persoonlijk met de<br />

kiezers hebben gesproken, of een<br />

handje schudden. De delegaties die<br />

vanuit iedere staat naar de nationale<br />

partijconventie afreizen, komen<br />

altijd proportioneel tot stand.<br />

Kort gezegd, hoe meer mensen in<br />

caucus-voorkeursgroepen kunnen<br />

worden opgesplitst, hoe meer hun<br />

individuele stem ook landelijk een<br />

verschil uitmaakt. Terwijl in een<br />

primary veel individuele stemmen<br />

verloren gaan, maakt dit nog heel<br />

wat minder verschil vergeleken met<br />

de Republikeinse primary.<br />

In een caucus kan de kiezer alleen<br />

bij een vatbare groep gaan staan.<br />

Dat is dus nog een andere reden<br />

waarom echt iedere stem landelijk<br />

meetelt in een caucus, maar niet als<br />

er een stembiljet weken van te voren<br />

moet worden gedrukt en goedgekeurd.<br />

Naast de meetmethode is eveneens<br />

het politieke tij in het voordeel van<br />

Obama gekeerd. Kiezers die zich<br />

met Obama en John McCain vereenzelvigen,<br />

zijn gematigd te noemen.<br />

Ze maken deel uit van een<br />

snel aanzwellende middenstroming<br />

die lange tijd niet door Washington<br />

werd erkend. Kandidaten die eerder<br />

deze middenstroming zeiden<br />

te vertegenwoordigen, werden<br />

vaak afgedaan als populisten en<br />

dat is nog steeds een doodzonde.<br />

Het klaroengeschal van het volkspopulisme<br />

valt niet meer goed te<br />

horen. In plaats van het populisme<br />

luidt nu het idealisme veranderin-<br />

gen aan, zoals Obama zegt, in ‘the<br />

ways of Washington.’ Het verschil<br />

met Edwards was dat hij ook organisatievermogen<br />

wist om te zetten<br />

in een idealistisch concept van een<br />

‘bottom-up’ politieke beweging. De<br />

caucus-methode geeft daarbij goed<br />

uitdrukking aan gemotiveerde en<br />

weloverwogen keuzes, omdat deze<br />

inderdaad goedkoop en eenvoudig<br />

is. Het gaat allemaal om een keuze<br />

die je ten overstaan van je buren<br />

durft te verdedigen. Je wilt bijvoorbeeld<br />

niet voor een racist worden<br />

uitgemaakt op zo’n publieke bijeenkomst.<br />

Dit soort motivaties<br />

versterken weer het gevoel deel<br />

uit te maken van een historische<br />

verandering, of een idealistische<br />

beweging. Schaamte wordt zo eenvoudig<br />

door een soort eergevoel<br />

verplaatst. Idealen zijn weer ‘cool’<br />

en zo worden er veel verwijzingen<br />

naar bewegingen van de jaren zestig<br />

gemaakt. Obama is eigenlijk beter<br />

te vergelijken met Gary Hart dan<br />

met Bobby Kennedy, maar toch<br />

wordt hij altijd als een Kennedyachtige<br />

kandidaat afgeschilderd.<br />

Terwijl het motiveren van nieuwe<br />

kiezers en het verhogen van de opkomst<br />

naar de lokaal vrij onbekende<br />

caucusen lang als een uitzonderingstactiek<br />

werd gezien, heeft<br />

Obama’s campagnestaf dit een<br />

regel gemaakt. Het is ironisch dat<br />

Karl Rove, voor president Bush,<br />

hetzelfde gedaan kreeg door de<br />

opkomst in 2000 vanuit de evangelische<br />

kerken te verhogen. Is het<br />

terecht dat Hillary’s team klaagde<br />

over het feit dat ze niet lijkt te kunnen<br />

winnen in caucus-staten? Misschien<br />

wel. Maar het was ook onverstandig.<br />

Want kleine staten zoals<br />

Iowa zijn enorm trots op de caucus-methode.<br />

Bovendien willen ze<br />

dat de kandidaat die het voor hun<br />

eigen middenstroming uitstekend<br />

doet, terugkomt op eventuele beloftes<br />

die gemaakt werden in de<br />

aanloop naar hun eigen voorverkiezing.


De beide Clintons hebben altijd<br />

hun vertrouwen gesteld in de partijbonzen<br />

maar zijn dit jaar, vooral<br />

in de staten later op de agenda en<br />

dus ook in de caucus-staten, slecht<br />

bezig geweest in het aantrekken van<br />

lokaal organisatietalent. Zolang de<br />

opkomst laag was, werkte dit goed.<br />

Maar als ze beter de statistieken<br />

hadden bestudeerd, dan zouden<br />

ze hebben gezien dat er juist in de<br />

caucus-staten iedere vier jaar meer<br />

‘eerste-keer’ stemmers naar deze<br />

cruciale partijbijeenkomsten zijn<br />

gekomen. Bovendien is een lokaal<br />

platform relatief belangrijker voor<br />

mensen die weinig mobiel zijn. En<br />

daarom is een staat met een overwegend<br />

rurale economie weer, zeker<br />

in vergelijking tot de verstedelijkte<br />

staten die een primary houden, een<br />

uitstekende plaats om ‘dicht bij de<br />

bron’ je vrijwilligers te organiseren.<br />

Het is een enorm voordeel voor<br />

het democratische gehalte dat er<br />

in 2008 meer middenstromers en<br />

‘cross-over’ kiezers betrokken zijn<br />

geraakt bij hun partijnominaties.<br />

Maar het belangrijkste lijkt mij dat<br />

er weer plaats is gemaakt voor idealen<br />

in de relatie tussen de staten<br />

en de landelijke politiek.<br />

Het is goed voor de Democratische<br />

Partij dat er nu Republikeinen<br />

binnen de eigen gelederen zijn te<br />

vinden. De reden voor Obama’s<br />

succes heeft in dit opzicht weinig<br />

met ideologie en politieke polarisatie<br />

te maken. Landelijke politici<br />

zoals de Clintons oefenen weinig<br />

aantrekkingskracht uit op de ‘zwevende’<br />

en ‘strategische’ kiezers,<br />

omdat deze vooral jonger en beter<br />

zijn opgeleid. Het negativisme dat<br />

uit Washington komt, hield daarom<br />

Obama’s positieve organisatie<br />

in het begin drijvende. Hij hoefde<br />

toen enkel vanuit deze beginsituatie<br />

een vertaalslag middels de nieuwsmedia<br />

en het internet te maken. Dit<br />

lukte niet op tijd in Californië, maar<br />

in het <strong>Amerikaanse</strong> tweepartijenstelsel<br />

kies je vooral een president<br />

waarmee je durft thuis te komen. Je<br />

steunt een persoon met je donatie<br />

of je blijft thuis. En dat was het geval<br />

in Californië: hier bleven meer<br />

mensen thuis dan elders.<br />

Clinton’s beleidsvoorstellen staan<br />

vrij bekend, maar Obama verkoopt<br />

letterlijk zijn persoonlijkheid. Zodra<br />

er maar een beetje negativisme<br />

aan bepaalde beleidspunten kan<br />

worden verbonden, dan draait de<br />

kiezer onmiddellijk naar de biografie<br />

van de kandidaat. Maar omgekeerd<br />

werkt dat niet zo. Als je levensverhaal<br />

niet snor zit, dan doet<br />

het er niet toe dat je goede beleidsvoorstellen<br />

hebt. Obama’s boeken<br />

verkopen goed. Hij laat zelfs foto’s<br />

van zijn ouders zien in zijn televisiereclames.<br />

Beleidspunten worden<br />

dus als een extra toetje na de pudding<br />

gezien, en dit werkt weer tegen<br />

Clinton.<br />

Nadat Bill Clinton zich negatief<br />

had uitgelaten over Obama’s winst<br />

in de South-Carolina primary, verhevigde<br />

de slag om de ‘zwevende’<br />

kiezer zich enorm. Dit werkte echter<br />

in het nadeel van Clinton. Partijbaronnen<br />

zoals Ted Kennedy, John<br />

Kerry en Tom Daschle belden rond<br />

om te vragen of de Clintons hun<br />

toon wat wilden matigen: een naar<br />

luchtje zou donateurs afschrikken.<br />

En inderdaad, direct daarna werd<br />

duidelijk dat omdat Clinton op een<br />

veel kleinere groep van financieel<br />

draagkrachtige donateurs teerde,<br />

ze een tekort zag ontstaan op haar<br />

kasbalans. En zonder ‘cash flow’<br />

had ze minder kans om haar televisiereclamestrategie<br />

aan te passen.<br />

Conclusie: Obama’s biografie bleef<br />

het nieuws van de dag.<br />

Ik vind het eigenlijk democratischer<br />

dat stoffige beleidspunten<br />

niet centraal staan tijdens een caucus,<br />

maar idealen en beleidsveranderingen<br />

wel: dit maakt politiek<br />

een stuk persoonlijker. Tijdens<br />

een caucus komt het allemaal aan<br />

op persoonlijke indrukken: wel-<br />

ke buren van me staan in welke<br />

voorkeursgroep? Als de stemmers<br />

daadwerkelijk elkaar proberen te<br />

overtuigen dat ze een verandering<br />

willen, dan begint organisatietalent<br />

meteen een dramatisch verschil uit<br />

te maken. Door net als Franklin<br />

Roosevelt nieuwe groeperingen<br />

aan te spreken, in dit geval vooral<br />

met televisiereclames waarmee hij<br />

zich heel beleefd voorstelde, heeft<br />

de Obama-campagnestaf deze <strong>verkiezingen</strong><br />

weten te verheffen tot<br />

een identiteitskwestie voor het hele<br />

volk.<br />

In tegenstelling tot een primary<br />

komen er veel minder mensen op<br />

een caucus af. Maar omdat het<br />

aantal caucus-kiezers iedere vier<br />

jaar zichzelf weer oversteeg, is<br />

nu wel duidelijk dat een gewone<br />

stembusverkiezing beter de status<br />

quo bewaakt. Obama’s natuurlijke<br />

overtuigingsvermogen is wereldwijd<br />

al afgezet tegen Hillary’s persoonlijke<br />

ervaring. Maar de belangrijkste<br />

vraag is of de <strong>Amerikaanse</strong><br />

kiezer een nieuwe beweging in de<br />

organisatie van het partijstelsel kan<br />

verwachten. Obama heeft een<br />

intiemere band met zijn caucusachtige<br />

campagne aangemaakt.<br />

Clinton wist niet op tijd een zelfde<br />

soort burgerlijke betrokkenheid<br />

op te roepen. Beiden willen in de<br />

aanval. Maar omdat John McCain<br />

onevenredig meer eer heeft te verdedigen,<br />

moeten Democraten beginnen<br />

te polariseren. En ze zullen<br />

daarom nu beginnen terug te vallen<br />

op hun sterkste bolwerk in november:<br />

het organisatietalent dat vanuit<br />

de caucus-staten een nieuwe idealistische<br />

middenbeweging heeft<br />

opgestart.<br />

Paul Timmermans is SPIL-alumnus<br />

en doceerde dit jaar ‘American<br />

National Government’ in Des<br />

Moines, Iowa.<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

1


0<br />

Polemiek over politiek<br />

In de rubriek “Polemiek over politiek” binden twee politicologen in spe door<br />

Deze keer wordt er geschreven naar aanleiding van het artikel van Jelle Verhoef in<br />

door moslims jegens homo’s. Homo’s en moslims hebben het beide vaak niet al te<br />

het Suikerfeest daarom worden gelijk worden gesteld, met het oog op normalisering<br />

Beste Ries,<br />

Als een jongen of een man erachter komt, of<br />

eindelijk kan toegeven dat hij homo is, verandert<br />

zijn hele leven. Niet alleen heb je te<br />

maken met een omgeving die op een bepaalde<br />

manier op je nieuwe leven reageert, maar ook<br />

mensen die je niet kent hebben een mening<br />

over je. Twee mannen die verliefd zijn, kunnen<br />

niet zomaar zoenen in de bioscoop of<br />

hand in hand over straat lopen. Het is al erg<br />

genoeg dat sommige mensen de ander niet<br />

kunnen accepteren, maar het in elkaar slaan<br />

van iemand die toevallig een andere geaardheid<br />

heeft, wat géén keuze is, is absoluut verwerpelijk.<br />

Dat deze vorm van geweld jegens<br />

onze homoseksuele medemens vaker door<br />

moslims geschied, is zeer te betreuren; religie,<br />

dus ook het christendom, laat nu eenmaal<br />

weinig ruimte voor andersdenkenden,<br />

al komt het gebrek aan deze ruimte meer bij<br />

de moslims tot uiting. Bij het hebben van een<br />

religie hoort een bepaalde levenswijze en bij<br />

het hebben van een bepaalde geaardheid ook,<br />

het enige verschil is dat religie een keuze is en<br />

geaardheid niet.<br />

Binnen de moslimgemeenschap zijn veel verschillende<br />

mensen te onderscheiden, die allen<br />

op hun eigen manier het geloof in hun leven<br />

incorporeren. Ook binnen de homogemeenschap<br />

is dit geval; iedereen deelt zijn leven anders<br />

in en uit zijn geaardheid op een andere<br />

manier. Desondanks wordt er wel vaak gesproken<br />

over ‘de moslims’ en ‘de homo’s’ en<br />

bij deze twee levenswijzen horen ook feesten,<br />

die trouwens lang niet door alle toehoorders<br />

worden gevierd of bezocht.<br />

De moslims hebben het Suikerfeest en de homo’s<br />

hebben de Gaypride: één keer per jaar<br />

met z’n allen de stad in en trots zijn op wie je<br />

bent; iets wat je ook over het suikerfeest zou<br />

kunnen zeggen. Het Suikerfeest is<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

De Gaypride: een<br />

de afsluiting van weken vasten en bezig zijn<br />

met je geloof en de Gaypride is één van de<br />

hoogtepunten binnen een leven vol vooroordelen<br />

en scheve blikken. Iedereen is er met<br />

hetzelfde doel, namelijk een feestje bouwen<br />

met mensen die of hetzelfde zijn of niet veroordelen<br />

dat je anders bent. Hieraan dient<br />

wel toegevoegd te worden dat lang niet alle<br />

homo’s de Gaypride bezoeken of zelfs maar<br />

leuk vinden; een groot deel vindt deze vorm<br />

van geaardheiduiting helemaal niet leuk of<br />

zelfs verwerpelijk. Ik zou dan ook allerminst<br />

willen betogen dat het elke dag Gaypride zou<br />

moeten zijn, maar het idee dat iedereen elkaar<br />

accepteert en lekker met rust laat, zou ook in<br />

het normale dagelijkse leven een verrijking<br />

zijn. Een ieder die denkt dat de aanhangers<br />

van deze twee totaal verschillende feesten<br />

geen combinatie zijn, raad ik van harte aan een<br />

gemiddelde homobar binnen te lopen, waar al<br />

snel zal blijken dat achter gesloten deuren, ver<br />

weg van de strenge omgeving deze twee levensovertuigingen<br />

naar hartenlust met elkaar<br />

gecombineerd worden. Laten we vooral niet<br />

vergeten dat het voor jongemannen die uit<br />

een streng gelovige omgeving komen, christelijk<br />

of islamitisch, vaak ook moeilijk is ervoor<br />

uit te komen dat ze homo zijn, daarom moeten<br />

ze vaak stiekem op zoek naar het leven<br />

wat ze eigenlijk willen leiden. Net als Pasen<br />

en Pinksteren, denk ik niet dat het Suikerfeest<br />

en de Gaypride ooit op één dag zullen vallen;<br />

de weg naar een samenleving van complete<br />

acceptatie is jammer genoeg nog niet zicht.<br />

Het zal dus nog wel even duren voordat de<br />

eerste suikerfeestsimulatie-boot op de eerste<br />

zaterdag van augustus door de Amsterdamse<br />

grachten zal varen.<br />

Groetjes,<br />

Minke


nieuw Suikerfeest?<br />

middel van een briefwisseling de strijd met elkaar aan over een politiek onderwerp. de<br />

vorige editie van Debat. Hij schreef over de toenemende mate van geweldpleging<br />

makkelijk in de Nederlandse samenleving. Mogen hun feesten, de Gaypride en<br />

van de verhoudingen? Minke van Velzen en Ries Kamphof reageren.<br />

Beste Minke,<br />

Ik heb je stuk met veel belangstelling gelezen,<br />

maar ben het er helaas mee oneens.<br />

Hoewel ik het erg fijn vind dat we hier in<br />

Nederland homo’s respecteren en zelfs hun<br />

eigen feest laten geven, vind ik de vergelijking<br />

met het Suikerfeest ongepast.<br />

De reden hiervoor is dat seksuele geaardheid<br />

en religie niet met elkaar te vergelijken<br />

zijn. Homo zijn is geen religie. De Gaypride<br />

en het Suikerfeest zijn dan ook twee volslagen<br />

verschillende feesten die niet met elkaar<br />

vergeleken moeten worden.<br />

Ten eerste is de geschiedenis van het islamitische<br />

geloof en haar Suikerfeest heel<br />

anders dan die van de Gaypride. De eerste<br />

Amsterdamse Gaypride werd in 1996 gehouden.<br />

Hoewel deze ‘roze zaterdagen’ al<br />

twaalf jaar lang een groot succes zijn, is het<br />

niet te vergelijken met de eeuwenlange, globale<br />

religieuze traditie van het Suikerfeest.<br />

Moslims over de gehele wereld doen al eeuwenlang<br />

aan de ramadan en sluiten deze<br />

vastentijd af met het Suikerfeest. De Gaypride<br />

is een feest voor een gedeelte van de<br />

homo’s in Nederland en België, wat meteen<br />

al de schaal uitlegt waar de vergelijking voor<br />

mij mank gaat.<br />

Ten tweede is de manier van feestvieren<br />

dusdanig verschillend dat de feesten niet<br />

te vergelijken zijn. De Gaypride is een dag<br />

waarop naast gefeest vooral gezocht wordt<br />

naar erkenning van homo’s in de samenleving.<br />

Een voorbeeld is dat op de vorige<br />

Gaypride boten van homo’s jonger dan 16<br />

jaar en verstandelijke gehandicapten meevoeren.<br />

Het Suikerfeest wordt eerst in de<br />

moskee gevierd en daarna in familiale sfeer<br />

voortgezet. Het Suikerfeest is dan ook bij<br />

uitstek een sociaal-religieuze uiting waar in<br />

vertrouwde kring met elkaar de vastentijd<br />

wordt afgesloten. Hier zijn geen Amsterdamse<br />

grachten en mooi weer voor nodig….<br />

De derde reden waarom ik het erg moeilijk<br />

heb met de vergelijking die je stelt, is dat homo’s<br />

en moslims echt niet te vergelijken zijn.<br />

Je stelt dat het min of meer uitwisselbare<br />

definities zijn, omdat het gepaard gaat met<br />

een bepaalde levenswijze. Het enige verschil<br />

zou zijn dat religie een keuze is en geaardheid<br />

niet. Het verschil is juist dat homo zijn<br />

helemaal geen gedrag voorschrijft. Het islamitische<br />

geloof is een wettische godsdienst,<br />

wat wil zeggen dat moslims zich aan de vijf<br />

zuilen van de islam dienen te houden, willen<br />

zij een goed moslim zijn. Het Suikerfeest is<br />

hier een uiting van. Er wordt nergens gesteld<br />

dat homo’s betere of slechtere homo’s<br />

zouden zijn wanneer ze wel of niet aan de<br />

Gaypride deelnemen. Homoseksualiteit is<br />

dan ook niet te vergelijken met een religie.<br />

Dus, hoewel ik er geen aanstoot aan neem<br />

dat de Gaypride plaatsvindt, vind ik de<br />

vergelijking met het Suikerfeest wél ongegrond.<br />

Laten we hopen dat beide groepen<br />

zich kunnen vinden in het ‘religieuze’ credo<br />

“heb je naaste lief als jezelf ” en er geen<br />

geweld maar wederzijdse acceptatie plaatsvindt<br />

tussen de twee groepen.<br />

Groeten,<br />

Ries<br />

Polemiek over politiek<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

1


OPINIE<br />

E<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

Vliegenval Uruzgan<br />

Door Jelle Verhoef<br />

In de vorige editie van Debat werd gepleit voor het kabinetsbesluit<br />

om de missie in Afghanistan te verlengen. Uruzgan is echter het<br />

symbool van lichtzinnig en gevaarlijk buitenlands beleid, want de<br />

missie vergroot de terreurdreiging en het doel is niet haalbaar. “Democracy<br />

may not be exportable in the same way that Coca Cola is.”<br />

ind vorig jaar voegde het kabinet<br />

een nieuw exemplaar<br />

toe aan haar reeds indrukwekkende<br />

lijst van blunders: de betrokken ministers<br />

besloten tot verlenging van<br />

de missie in Uruzgan. In de vorige<br />

editie van Debat werd hartstochtelijk<br />

gepleit voor deze verlenging en<br />

diens pleitbezorgers, Jessica Kelder<br />

en Femke Eekhof, zullen tevreden<br />

zijn. Beide schrijvers misten echter<br />

schijnbaar de ernst van de zaak,<br />

want de missie in Afghanistan staat<br />

symbool voor een ondoordacht,<br />

lichtzinnig buitenlands beleid dat<br />

Nederland in een moeras van eindeloze<br />

oorlog kan trekken.<br />

In haar artikel over Uruzgan en de<br />

toekomst van de NAVO schrijft<br />

Femke Eekhof dat de huidige operaties<br />

in Afghanistan een noodzakelijk<br />

onderdeel zijn van de “War<br />

on Terror” en dat de wederopbouw<br />

daarom tot een goed einde<br />

moet worden gebracht. Dit indachtig<br />

het bekende verkooppraatje van<br />

de <strong>Amerikaanse</strong> regering: de aanslagen<br />

van 11 september 2001 zijn<br />

veroorzaakt door het bestaan van<br />

ondemocratische regimes in het<br />

Midden-Oosten en door de islamitische<br />

wereld democratie te geven<br />

(naar democratie toe te bombarderen)<br />

wordt de kans op nieuwe terroristische<br />

agressie verkleind.<br />

Deze verklaring van de aanslagen<br />

op de Twin Towers en het Pentagon<br />

is eigenaardig. Vele malen aan-<br />

nemelijker is dat de decennialange<br />

bemoeienis van de VS met het<br />

Midden-Oosten in diens zelfgekozen<br />

rol van politieagent van de<br />

wereld, samen met militaire operaties<br />

aldaar en grote politieke en<br />

financiële steun aan de staat Israël,<br />

de oorzaak van 11 september vormen.<br />

Het interventionistische buitenlandse<br />

beleid van Amerika heeft<br />

onder moslims veel haat gekweekt,<br />

die vervolgens gebruikt kon worden<br />

door Bin Laden en de zijnen.<br />

De recente invasies van Afghanistan<br />

en Irak, onder de vlag van<br />

democratie en “mensenrechten,”<br />

hebben wederom vele moslims het<br />

leven gekost. Hoeveel van hun vaders,<br />

broers en zonen zullen de terroristen<br />

van morgen zijn?<br />

Democratisering van de islamitische<br />

wereld is ook een onwaarschijnlijke<br />

oplossing voor islamitisch<br />

terrorisme, omdat dit proces<br />

juist kan bijdragen aan verdere destabilisatie<br />

van de regio. Daarbij is<br />

de kans niet gering dat radicale islamitische<br />

elementen in een democratisch<br />

Midden-Oosten veel meer<br />

invloed krijgen op hun landsbesturen<br />

dan nu het geval is.<br />

Femke Eekhof spreekt in haar stuk<br />

opvallend genoeg enkel over de<br />

terroristische aanvallen op de VS<br />

in 2001 en níét over de aanslagen<br />

in Madrid, Londen en de moord<br />

op Theo van Gogh. Toch neem ik<br />

aan dat het voorkomen van islami-<br />

tisch geweld in Europa één van de<br />

redenen is waarom zij de missie in<br />

Uruzgan steunt. Zoals betoogd, zal<br />

de huidige War on Terror het probleem<br />

enkel verergeren. Echter,<br />

indien Amerika deze zelfvernietigende<br />

strategie wil blijven volgen,<br />

kunnen wij hier weinig aan doen.<br />

Nederland en andere Europese naties<br />

kunnen daarentegen wél een<br />

eigen, effectievere strategie voeren<br />

ter voorkoming van islamitische<br />

terreur.<br />

Ten eerste moeten Europese landen<br />

al hun steun aan het militaire<br />

avonturisme van de VS in het Midden-Oosten<br />

intrekken, ook al is het<br />

enkel om te helpen bij “wederopbouw.”<br />

Hierdoor kunnen moslims<br />

geen aanstoot nemen aan de aanwezigheid<br />

van de Europese legers<br />

in hun landen. Daarnaast moet het<br />

aantal moslims binnen Europese<br />

grenzen drastisch worden ingeperkt<br />

door middel van een specifieke<br />

immigratiestop en een remigratieprogramma.<br />

De aanslagen in<br />

Madrid en Londen en de moord<br />

op Van Gogh werden gepleegd<br />

door islamitische immigranten en<br />

niet door ingevlogen Afghanen<br />

of Irakezen. Europeanen moeten<br />

conflicten met moslims voorkomen<br />

door voorlopig het contact te<br />

minimaliseren. Laat de VS maar de<br />

confrontatie opzoeken.<br />

Maar, zou Femke Eekhof nu zeggen,<br />

het “is toch fantastisch om te


weten dat wij Nederlanders anderen<br />

de dingen die wij hier als vanzelfsprekend<br />

beschouwen [ik neem<br />

aan dat ze democratie en mensenrechten<br />

bedoeld], proberen te geven”?<br />

Nou, in de eerste plaats zijn<br />

de Afghanen andere dingen gegeven:<br />

oorlog, dood, verwoesting<br />

en chaos. Bij de bombardementen<br />

gedurende de <strong>Amerikaanse</strong> invasie<br />

zijn duizenden burgers om het<br />

leven gekomen en in de chaos die<br />

volgde, hebben naar schatting nog<br />

eens 20.000 Afghaanse burgers het<br />

leven gelaten. Inmiddels zijn in<br />

Uruzgan ook door Nederlandse kogels<br />

burgerdoden gevallen. Is “de-<br />

mocratie” al deze ellende waard? Ik<br />

vraag me ook af hoeveel Afghanen<br />

liever in een dictatuur hadden geleefd<br />

met hun familie, dan alleen in<br />

een democratie, omdat de mensen<br />

die zij lief hadden zijn omgekomen<br />

bij het oorlogsgeweld. En wie zijn<br />

wij om die keuze voor de Afghanen<br />

te maken?<br />

Femke Eekhof en Jessica Kelder<br />

lijken er ook beiden van uit te<br />

gaan dat democratie succesvol te<br />

exporteren valt naar de islamitische<br />

wereld. Dit is echter juist zeer<br />

onwaarschijnlijk. Democratie in<br />

het Westen is het product van een<br />

eeuwenlange ontwikkeling binnen<br />

onze beschaving. Heel langzaam<br />

hebben zich hier de voor democratie<br />

geschikte sociale en culturele<br />

fundamenten gevormd. Voorbeelden<br />

hiervan zijn de Westerse ideeen<br />

over de wenselijkheid van politieke<br />

oppositie, individualiteit, een<br />

onderscheid tussen wereldlijke en<br />

religieuze autoriteit, en een groot<br />

aantal aannames over het juiste gebruik<br />

van macht. Deze ideeën leven<br />

veel minder of ontbreken in de<br />

islamitische wereld en dit doet Sa-<br />

muel Francis (van wie ik dit argument<br />

leen) concluderen dat “[Democracy]<br />

may not be exportable in<br />

the same way that Coca Cola is.” 1<br />

Nederland had dus niet naar Afghanistan<br />

moeten vertrekken om<br />

democratie te verspreiden, noch<br />

om de terreurdreiging te verminderen.<br />

Echter, volgens Jessica Kelder<br />

maakt de huidige aanwezigheid van<br />

Nederlandse troepen in Uruzgan<br />

bezwaren tegen het beginnen van<br />

de missie irrelevant. Ik zie echter<br />

niet in waarom bovengenoemde<br />

bezwaren niet evenzeer van belang<br />

zijn bij het besluit over de verlenging<br />

van de missie.<br />

“Daarnaast moet het aantal moslims binnen Europese<br />

grenzen drastisch worden ingeperkt...”<br />

Een stabiele democratie vestigen<br />

gaat waarschijnlijk niet lukken en<br />

dat Nederland dit aanvankelijk<br />

heeft geprobeerd, verandert daar<br />

niets aan. Beter ten halve gekeerd,<br />

dan ten hele gedwaald, zou ik zeggen.<br />

Het groeiende aantal confrontaties<br />

tussen de Nederlanders<br />

en Talibanstrijders en het onvermogen<br />

van de troepen om maar<br />

enige mate van orde te bewaken in<br />

de Afghaanse provincie, zou zelfs<br />

meer bewijs moeten vormen tegen<br />

de haalbaarheid van wederopbouw<br />

door de Nederlandse bezetters.<br />

Dat laatste woord gebruik ik met<br />

opzet. Uit een artikel in Trouw over<br />

de mening van Afghaanse vluchtelingen<br />

in Nederland betreffende de<br />

verlenging van de missie, blijkt dat<br />

zij een groeiende vijandigheid ervaren<br />

bij landgenoten in Uruzgan<br />

jegens de Nederlandse troepen. 2<br />

De reeds genoemde burgerslachtoffers<br />

van de Nederlandse soldaten<br />

spelen een rol, maar ook het gevoel<br />

onder de Afghaanse bevolking dat<br />

zij al decennialang overheerst worden<br />

door buitenlandse machten.<br />

Eerst was Afghanistan een speel-<br />

bal in de Koude Oorlog, nu in de<br />

War on Terror. “De Afghanen willen<br />

rust,” aldus één van de Afghaanse<br />

vluchtelingen. “Ik stel voor om<br />

alle militairen onmiddellijk terug te<br />

trekken.” Hoe langer we daar blijven,<br />

hoe groter het risico van terroristische<br />

vergelding tegen onze<br />

troepen en Nederlandse burgers.<br />

Jessica Kelder stelt dat Nederland<br />

door naar Uruzgan te vertrekken<br />

een verantwoordelijkheid voor de<br />

provincie heeft geaccepteerd die<br />

we niet mogen verwaarlozen. Het<br />

dramatische verloop van de missie<br />

tot nu toe, met nog slechtere vooruitzichten<br />

door een groeiende vijandigheid<br />

van de bevolking, maken<br />

haar positie echter onhoudbaar.<br />

Zolang we de “plicht” tot hulp<br />

bij de wederopbouw niet hebben<br />

vervuld, moeten we volgens Jessica<br />

Kelder de missie verlengen.<br />

Echter, naarmate we harder proberen,<br />

door meer troepen te sturen<br />

en langer te blijven, raakt het doel<br />

van wederopbouw alleen maar verder<br />

uit zicht. Als Nederland de redenering<br />

van Jessica Kelder volgt,<br />

verandert Uruzgan voor ons in een<br />

vleesetende plant, een vliegenval,<br />

waarin Nederland als vlieg, door<br />

te willen ontsnappen, enkel vaster<br />

verstrikt zal raken.<br />

Nederland had niet naar Afghanistan<br />

moeten gaan en door het aflopen<br />

van de afgesproken missieduur<br />

kregen we een kans om de schade<br />

te beperken, zónder afspraken met<br />

de NAVO te schenden. Het laten<br />

schieten van die kans zal ons bezuren.<br />

<br />

Bronnen:<br />

1. Francis, Samuel (1993) Beatiful Losers:<br />

Essays on the Failure of American Conservatism,<br />

University of Missouri Press:<br />

Columbia, Missouri, p. 185.<br />

2. “Dromen over de Olympische Spelen,”<br />

Trouw, 17 december 2007, blz. 2-3.<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1


OPINIE<br />

D<br />

De oorzaak van de kloof<br />

Door Gijs de Jong<br />

We hebben in Nederland te kampen met een steeds groter wordende kloof<br />

tussen de burger en de politiek. Politiek en journalistiek schuiven de schuld<br />

hiervan in elkaars schoenen. En dat terwijl een derde actor in de democratie<br />

misschien wel het grootste aandeel in dit probleem heeft.<br />

e democratie in Nederland<br />

wordt in de eerste plaats gevormd<br />

door kiezers en politici. Gemakshalve,<br />

en omdat de politiek in<br />

de praktijk ook de mensen die niet<br />

kiesgerechtigd zijn vertegenwoordigen,<br />

wordt in dit artikel geen onderscheid<br />

gemaakt tussen kiezers<br />

en burgers. De democratie werkt<br />

dan als volgt: de politiek behartigt<br />

naar eigen inzicht de belangen van<br />

de burgers in de regering en het<br />

parlement. De burgers spreken<br />

eens in de vier jaar hun tevredenheid<br />

hierover uit over in de vorm<br />

van het kiezen van een nieuwe<br />

volksvertegenwoordiging. Politici<br />

(of partijen) die het goed hebben<br />

gedaan worden herkozen en mogen<br />

nog eens vier jaar de belangen<br />

van de burger behartigen.<br />

Om bovenstaand model naar behoren<br />

te laten werken, moet er echter<br />

een schakel worden toegevoegd:<br />

de journalistiek. Zonder de journalistiek<br />

zou de burger in zijn meningsvorming<br />

volledig afhankelijk<br />

zijn van wat de overheid zelf naar<br />

buiten brengt. De overheid, in de<br />

vorm van de verschillende politieke<br />

partijen, is er natuurlijk alles aangelegen<br />

om zelf zo positief mogelijk<br />

uit de bus te komen, zodat de kans<br />

op herverkiezing zo groot mogelijk<br />

wordt. Daarom is er groot belang<br />

bij een goed functionerende, vrije<br />

journalistiek. Door middel van objectieve<br />

en volledige berichtgeving<br />

moet de journalistiek de burger<br />

informeren en de overheid controleren,<br />

zodat de burger zich een<br />

eerlijke mening kan vormen.<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

Ondanks dat er met de jaren verschillende<br />

taken voor de journalistiek<br />

zijn bijgekomen, vormen het<br />

controleren en het informeren nog<br />

steeds de kern. Het zijn ook deze<br />

taken die in de discussie over de<br />

kloof tussen journalisten en politici<br />

de bron van het conflict vormen.<br />

Politici beweren dat journalisten<br />

hun functie als belangrijkste informatiebron<br />

van de burger misbruiken,<br />

door vaak alleen aandacht te<br />

besteden aan negatieve incidenten<br />

en zo politiek cynisme bij de burger<br />

in de kaart spelen. Journalisten<br />

reageren daarop met het argument<br />

dat het juist de politici zijn die met<br />

hun spindoctors en mediastrategen<br />

de berichtgeving continu proberen<br />

te beïnvloeden en zo de journalisten<br />

cynisch maken, waardoor dit<br />

negatieve beeld vanzelf in de berichtgeving<br />

tot uiting komt en op<br />

de burger wordt overgebracht.<br />

Beide argumenten bevatten een<br />

kern van waarheid, maar zijn niet<br />

de belangrijkste oorzaak van het<br />

probleem. Hoewel het waar is dat<br />

politieke berichtgeving eenzijdiger<br />

en negatiever is geworden en dat<br />

dit gedeeltelijk wordt veroorzaakt<br />

door de cynische houding van de<br />

journalistiek jegens de politiek, is<br />

er een ander verschijnsel dat meer<br />

schuld draagt, namelijk de verschuiving<br />

op de nieuwsmarkt van<br />

aanbodgericht naar vraaggericht<br />

beleid. Door deze verschuiving is<br />

de macht van de burger toegenomen<br />

en zo is de dalende kwaliteit<br />

van politieke berichtgeving in werking<br />

is gezet.<br />

De journalistiek moet om in haar<br />

democratische taak te kunnen<br />

voorzien zo onafhankelijk mogelijk<br />

opereren. Ten tijde van de verzuiling<br />

was dat in Nederland niet het<br />

geval: elke krant en elke omroep<br />

was sterk verbonden aan de politieke<br />

partij die deel uitmaakte van<br />

dezelfde zuil. Bovendien hadden<br />

alle media een vast publiek, bestaande<br />

uit de burgers die zich tot<br />

dezelfde politieke kleur rekenden.<br />

Toen de verzuiling in de jaren zestig<br />

van de vorige eeuw wegviel, had<br />

dat grote consequenties voor de<br />

verschillende nieuwsbedrijven. De<br />

media moesten elkaar nu ineens<br />

gaan beconcureren in het bereiken<br />

van publiek. Bovendien stond het<br />

na de ontzuiling niet meer vast dat<br />

een medium in het debat over een<br />

bepaald onderwerp een vaste politieke<br />

partij of stroming zou steunen.<br />

Er ontstond zo een vrije nieuwsmarkt.<br />

Niet alleen de journalisten<br />

werden vrijer in hun berichtgeving,<br />

ook de burger kreeg meer<br />

vrijheid in haar nieuwskeuze. Dit<br />

resulteerde in een toenemende afhankelijkheid<br />

van de journalistiek<br />

van, wat Nico Drok (2007) noemt,<br />

de vier C’s: concurrentie, concentratie,<br />

convergentie en commercie.<br />

De ontstane concurrentie maakte<br />

het moeilijk voor de kleine media<br />

om het hoofd boven water te<br />

houden, wat leidde tot concentratie<br />

en convergentie: door fusies en<br />

overnames nam de pluriformiteit<br />

op de nieuwsmarkt af. Bovendien<br />

wekte het vrijemarktmodel de in-


teresse van grote op winstbeluste<br />

investeerders, waardoor de commercie<br />

zijn intrede in de journalistiek<br />

deed. Dit heeft ervoor gezorgd<br />

dat de macht van de burger op de<br />

nieuwsmarkt is toegenomen: vanuit<br />

het winstoogmerk is het gunstig<br />

de consument te geven wat hij wil.<br />

Dalende oplages en kijkcijfers van<br />

de kwaliteitsmedia, zijn het gevolg<br />

van een dalende vraag van de burger.<br />

Het lijkt erop dat de burger liever<br />

aangedikte nieuwsfeitjes over<br />

rellen en incidenten in de politiek<br />

leest dan dat hij zich verdiept in de<br />

inhoud. Vanuit deze visie redenerend,<br />

betekent dit dat de kloof tussen<br />

de burger en de politiek voor<br />

een belangrijk deel de schuld is van<br />

de burger zelf. Als er niet snel iets<br />

verandert, zullen er over een aantal<br />

jaren vrijwel geen kwaliteitsmedia<br />

meer over zijn en dat heeft negatieve<br />

gevolgen voor de democratie.<br />

Om het niet zo ver te laten komen,<br />

ligt er voor de politiek en de journalistiek<br />

een belangrijke taak in het<br />

verschiet: de burger moet bewust<br />

gemaakt worden van het belang<br />

van uitgebreide informatie. De empathie<br />

van de journalist en de politicus,<br />

die nu vooral wordt gebruikt<br />

om de burger naar de mond te praten,<br />

zal daarvoor op een heel andere<br />

manier moeten worden ingezet.<br />

Een nog belangrijkere taak ligt vervolgens<br />

bij de burger zelf: deze zal<br />

moeten inzien dat hij zelf voor een<br />

belangrijk deel de oorzaak is van de<br />

kloof en zijn verantwoordelijkheid<br />

moeten nemen. Alleen zo kan de<br />

kloof worden gedicht en de democratie<br />

worden gered. <br />

Bronnen:<br />

-Drok, Nico (2007) ‘De journalistieke<br />

biotoop’ in De toekomst van de journalistiek;<br />

Drok (red.) Boom, Amsterdam.<br />

- Brants, Kees (2008) ‘Media, politiek<br />

en de spiraal van wantrouwen’ in Politiek<br />

en Media, Een reader; Brants & van Praag<br />

(red.)<br />

Vrije Slag<br />

Halsema is anders<br />

In een recente weblog bekritiseert<br />

Femke Halsema haar medeparlementariërs<br />

Jan Marijnissen<br />

en Geert Wilders om de<br />

toon die de twee plachten aan te<br />

slaan in het publieke debat. In<br />

het bijzonder heeft Halsema het<br />

over de kwalificatie ‘beroepslafaard’<br />

waarmee Wilders de<br />

premier omschreef, en de verwijzing<br />

naar etnische zuiveringen<br />

in Rwanda en op de Balkan<br />

waarmee Marijnissen zijn ongenoegen<br />

over Wilders uitte.<br />

Halsema had haar blog net zo<br />

goed een jaar eerder kunnen<br />

schrijven. Wilders doet sinds<br />

zijn afscheiding van de VVD<br />

niet anders dan zijn politieke<br />

tegenstanders zo belachelijk<br />

mogelijk te omschrijven en Marijnissen<br />

is in de regel ook niet<br />

vies van een ongepaste vergelijking<br />

– denk aan zijn keuze voor<br />

het woord ‘deportatie’ toen hij<br />

het immigratiebewind van Rita<br />

Verdonk omschreef.<br />

Al dit soort persoonlijke aanvallen<br />

zijn inderdaad erg kinderachtig.<br />

Als je de bal niet weet te<br />

verdedigen, dan schop je maar<br />

tegen de man aan. Tenslotte is<br />

het voor de toeschouwer een<br />

stuk leuker om naar een grove<br />

overtreding te kijken dan naar<br />

een correcte sliding. Vandaar<br />

wellicht de populariteit van<br />

Sjaak Polak en Stijn Vreven.<br />

Met andere woorden: Halsema<br />

heeft gelijk. Superlatieven zijn<br />

geen argumenten, en de media<br />

imponeren met een scheldwedstrijd<br />

is opportunistisch. Het is<br />

echter een beetje jammer dat<br />

Halsema met haar blog de nondiscussie<br />

van Wilders en Marijnissen<br />

in stand houdt.<br />

In de eerste plaats: haar open<br />

brief bevat geen letter over de<br />

politieke werkelijkheid, terwijl<br />

ze voortdurend benadrukt dat<br />

er meer inhoudelijke argumenten<br />

moeten worden gegeven.<br />

Het heeft iets weg van Rita<br />

Verdonk, die graag roept dat<br />

problemen duidelijk benoemd<br />

moeten worden maar wegloopt<br />

als men vraagt over welke problemen<br />

ze het heeft. Bovendien<br />

zal haar brief niet beantwoord<br />

worden met een inhoudelijke<br />

weerspiegeling over de plannen<br />

van GroenLinks, maar (zoals ze<br />

zelf voorspelt) eerder met een<br />

reactie van Wilders dat ze knettergek<br />

is. Met andere woorden:<br />

dankzij haar gaat het weer over<br />

vorm, en niet over inhoud (zie<br />

ook deze column).<br />

Het is natuurlijk nog storender<br />

dat ze zich zelf ook schuldig<br />

maakt aan de zonden van de<br />

twee populisten. Ze noemt de<br />

twee ‘afschuwelijk’ en ‘bijzonder<br />

grof ’ en sluit af met de nogal<br />

goedkope suggestie dat de misplaatste<br />

houding van Wilders en<br />

Marijnissen iets met mannelijke<br />

hormonen te maken zou hebben.<br />

Dat vind ik gewoon afschuwelijk.<br />

<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1


ACHTERGROND<br />

D<br />

irect toen we om drie uur ‘s<br />

nachts aankwamen op het<br />

vliegveld Ben-Gurion in Israël,<br />

werden we geconfronteerd met een<br />

van de obsessies van Israël: veiligheid.<br />

Twee personen van onze<br />

groep werden apart genomen door<br />

de douane en ongeveer drie en een<br />

half uur lang ondervraagd totdat<br />

ze konden worden toegelaten tot<br />

Israël. Om acht uur ’s ochtends<br />

kwamen ze pas aan in ons hostel in<br />

Tel Aviv. De reden voor deze lange<br />

nachtelijke ondervraging waren<br />

hun geboorteplaatsen: Kabul en<br />

Teheran.<br />

Ook de daaropvolgende weken was<br />

de Israëlische obsessie met veiligheid<br />

goed te merken. We verbleven<br />

de eerste dag in Tel Aviv, de veiligste<br />

stad in Israël, maar ook daar zag<br />

je voor ieder restaurant een beveiliger<br />

zitten en moest je bijvoorbeeld<br />

je tas laten controleren voordat je<br />

een winkelcentrum binnen kon<br />

gaan. Maar het werd pas echt duidelijk<br />

toen we met de bus naar Jeruzalem<br />

gingen. We moesten onze<br />

koffers openmaken voordat we<br />

het busstation in mochten gaan.<br />

In het busstation en de bus naar<br />

Jeruzalem zagen we veel soldaten<br />

op verlof die nog gewoon hun geweer<br />

bij zich droegen. Dit zou je in<br />

Nederland natuurlijk nooit kunnen<br />

tegenkomen.<br />

Israël-Palestina conflict:<br />

realiteit aan de grond<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

Spanningen<br />

In Jeruzalem sliepen we in de Oude<br />

Stad. Daar staat in bijna iedere<br />

straat wel een soldaat en het hangt<br />

er vol met camera’s. Ook voor ons<br />

hostel stonden continu soldaten<br />

op de wacht. Als buitenlanders<br />

voelden we de spanning tussen de<br />

Palestijnse en joodse inwoners van<br />

Jeruzalem nauwelijks. We zagen gewoon<br />

orthodoxe joden tussen de<br />

Palestijnen op vrijdagavond naar de<br />

Klaagmuur lopen voor hun gebed.<br />

Maar toen we met enkele joodse Israëli’s<br />

spraken, bleek dat ze nauwelijks<br />

door de Arabische wijken van<br />

Jeruzalem durven te lopen of naar<br />

de Westelijke Jordaanoever durven<br />

te gaan. Het joodse en het Arabische<br />

gedeelte van Jeruzalem zijn in<br />

feite twee aparte steden waar geen<br />

onderlinge integratie of überhaupt<br />

contact tussen is.<br />

Veiligheidsobsessie<br />

De Israëlische obsessie met veiligheid<br />

kan erg irritant zijn. Je moest<br />

steeds weer je tas openmaken of<br />

door een poortje lopen om binnen<br />

te komen. Bij officiële instellingen,<br />

zoals het parlement, moesten we<br />

vaak lang wachten totdat we door<br />

de beveiliging heen waren. De Israëlische<br />

obsessie met veiligheid is<br />

zowel gebaseerd op de angst voor<br />

terroristische aanslagen, alsmede<br />

op het zelfbeeld van Israël en de<br />

joodse geschiedenis.<br />

Door Arjen van Driel Kluit<br />

Van 16 tot 28 januari vetrok ik met acht andere politicologen naar Israël<br />

om meer te leren over het Israëlische-Palestijnse conflict. De reis bood<br />

een ongekende inkijk in een land waar het conflict een vanzelfsprekendheid<br />

zonder passende oplossing is, terwijl hetzelfde conflict ook<br />

ongemerkt aan je voorbij kan gaan als toerist.<br />

Bastion van beschaving<br />

De derde dag bezochten we Masada<br />

en de Dode Zee. Masada is een oud<br />

fort en paleis uit het begin van onze<br />

jaartelling. Masada heeft een grote<br />

betekenis voor Israël en joden. Dit<br />

fort was het laatste bastion van de<br />

joodse Opstand tegen de Romeinse<br />

overheersers. Het fort staat op<br />

een groot plateau middenin in een<br />

dor en kaal landschap. Vroeger was<br />

het fort voorzien van grote voorraden<br />

voedsel en water. Het was een<br />

plaats van menselijke beschaving in<br />

de woestijn en tegenwoordig vergelijkt<br />

de staat Israël zichzelf met<br />

dit beeld. Israël ziet zichzelf als een<br />

bastion van beschaving, een westerse<br />

democratie, omringd door<br />

dictaturen en religieuze fanaten die<br />

uit zijn op haar ondergang.<br />

Holocaust<br />

De obsessie met veiligheid en het<br />

gevoel helemaal alleen te staan,<br />

komt ook voort uit de Holocaust.<br />

We kregen een rondleiding in Yad<br />

Vashem, een museum dat aan de<br />

Holocaust is gewijd. Joden werden<br />

systematisch uitgeroeid zonder<br />

dat iemand een vinger uitstak. De<br />

rondleiding in het museum eindigde<br />

met een uitzicht over Israël:<br />

een symbool voor de opvatting dat<br />

alleen een joodse staat de veiligheid<br />

van joden kan garanderen. Veel Israëli’s<br />

stellen kritiek op Israël dan<br />

ook gelijk aan antisemitisme. Zo


kregen wij op Hebrew University<br />

in Jeruzalem te maken met een<br />

professor filosofie die een warrig<br />

verhaal hield over links kritische<br />

schrijvers die volgens hem antisemitisch<br />

waren. Hij zag de kritiek<br />

op Israël een impliciete ontkenning<br />

van de Holocaust, iets dat hij<br />

vooral ziet onder linkse academie.<br />

Dit is een perceptie die ook wordt<br />

gedeeld de Israëlische overheid.<br />

Palestijnen<br />

De obsessie met veiligheid en een<br />

joodse staat gaan wel ten koste van<br />

de Palestijnen. De Palestijnen die<br />

in Israël wonen, worden gediscrimineerd.<br />

Ze zijn vaker werkloos<br />

dan joden en profiteren minder van<br />

overheidsdiensten. Dat konden we<br />

duidelijk zien in Jeruzalem. In de<br />

gedeelten waar Palestijnen wonen,<br />

zien de straten er een stuk slechter<br />

uit dan in de Joodse gedeelten. Het<br />

afval ligt er bijvoorbeeld op straat,<br />

omdat dat gewoonweg niet wordt<br />

opgeruimd. Ook is er nauwelijks<br />

ruimte voor nieuwe huizen voor<br />

Palestijnen in Jeruzalem, omdat er<br />

maar een paar bouwvergunningen<br />

per jaar worden gegeven aan Palestijnen.<br />

Bovendien voert Israël<br />

een beleid dat als Palestijnen 100<br />

nieuwe huizen bouwen, er 100<br />

Palestijnse huizen moeten worden<br />

afgebroken. Dit kan Israël doen,<br />

omdat volgens de Israëlische wet<br />

de meeste Palestijnse huizen illegaal<br />

zijn. Ondanks dat deze huizen<br />

vaak door generaties zijn bewoond,<br />

worden de huizen zonder pardon<br />

onteigend en gesloopt.<br />

Kolonisten<br />

De Israëlische kolonisten daarentegen,<br />

krijgen subsidies van de<br />

overheid om zich te vestigen in nederzettingen<br />

die zich bevinden op<br />

Palestijns grondgebied. De situatie<br />

van Palestijnen op de Westelijke<br />

Jordaanoever is nog schrijnender.<br />

Zij zitten eigenlijk gevangen in de<br />

Westelijke Jordaanover, omdat ze<br />

Wandeling langs de muur dwars door Bethlehem<br />

een vergunning nodig hebben om<br />

via de muur naar Israël te gaan.<br />

Ook binnen de Westelijke Jordaanoever<br />

is reizen voor hen moeilijk.<br />

Ze moeten vaak urenlang voor<br />

checkpoints wachten en mogen<br />

niet de Israëlische wegen gebruiken.<br />

Erg schrijnend is de situatie<br />

in Hebron. Het halve centrum is<br />

afgesloten voor Palestijnen om een<br />

klein groepje kolonisten te beschermen.<br />

Deze kolonisten zijn zelf erg<br />

agressief en gewelddadig. De Palestijnen<br />

moeten zich beschermen<br />

tegen de kolonisten door ramen<br />

bijvoorbeeld met hekken af te dekken,<br />

om zo maar niet door stenen<br />

of afval te worden geraakt die kolonisten<br />

naar hen gooien. Zoiets<br />

hoor of zie je nooit op het Nederlandse<br />

nieuws of in de kranten.<br />

Slechte economische situatie<br />

Erg indrukwekkend was de muur<br />

tussen Israël en de Westelijke Jordaanoever.<br />

Wanneer je voor deze<br />

muur staat, dringt pas echt de hoogte<br />

en de ondoordringbaarheid ervan<br />

goed tot je door. De muur verdeelt<br />

dorpen en families en zorgt er<br />

bijvoorbeeld voor dat mensen niet<br />

meer naar hun werk aan de andere<br />

kant van de muur kunnen. Naast<br />

deze vrijheidsbeperking, heeft de<br />

muur dus ook negatieve gevolgen<br />

voor de economische<br />

situatie op de Westelijke Jordaanoever.<br />

Deze slechte situatie is echter<br />

niet alleen te wijten aan Israël.<br />

Ook de Palestijnse Autoriteit is<br />

hier debet aan. Veel Palestijnen die<br />

we spraken, hadden geen vertrouwen<br />

in de Palestijnse Autoriteit. De<br />

Palestijnse Autoriteit is in toenemende<br />

mate corrupt. De miljarden<br />

euro’s die het van de EU kreeg, zijn<br />

voornamelijk in de zakken verdwenen<br />

van politici. Hun kinderen krijgen<br />

bijvoorbeeld een goede opleiding<br />

in Engeland of de Verenigde<br />

Staten en krijgen goede baantjes<br />

toegeschoven in de Palestijnse Autoriteit.<br />

Een Palestijnse universiteit<br />

(Bir Zeit) die we bezochten kreeg<br />

daarentegen juist minder geld toen<br />

de Palestijnse Autoriteit in de jaren<br />

1990 werd opgericht. Het is geen<br />

wonder dat de Palestijnse bevolking<br />

Hamas steunt, die wel de armoede<br />

aanpakt en scholen en ziekenhuizen<br />

stichtte.<br />

Aanrader<br />

Door deze reis konden we met eigen<br />

ogen het conflict zien en ervaren<br />

waardoor je het nieuws op tv<br />

over Israël in een perspectief kunt<br />

plaatsen. Ik raad daarom iedereen<br />

met interesse in het conflict aan<br />

om Israël te bezoeken om zelf een<br />

afgewogen mening te kunnen vormen<br />

over het conflict. <br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

OP


ACHTERGROND<br />

Cultureel verval en psychische<br />

constitutie<br />

I<br />

n het tijdperk van liberalisme<br />

en democratie wordt,<br />

over het algemeen, de kwaliteit van<br />

een staat afgemeten aan de hand<br />

van diens reikwijdte van democratische<br />

participatie en de handhaving<br />

van individuele burgerrechten.<br />

De staat als een waardeneutraal<br />

podium waarop participatie en de<br />

bescherming van het individu centraal<br />

staan, wordt zelfs gezien als<br />

een vorm van zeer hoge (lineaire)<br />

politieke en culturele ontwikkeling.<br />

Zolang niemand wordt aangetast<br />

in zijn individuele grondrechten<br />

lijkt het schip een juiste koers te<br />

varen. Moeten we bereid zijn dit<br />

als het laatste stadium van politieke<br />

ontwikkeling te accepteren? Of is<br />

ons sofistisch zand in de ogen gestrooid<br />

waardoor wij het langzame<br />

verval zijn gaan aanschouwen als<br />

een constante verbetering van onze<br />

politieke toestand?<br />

Politeia<br />

In de Politeia van Plato komen wij<br />

in aanraking met een radicaal andere<br />

kijk op deze ontwikkeling.<br />

De politieke toestand die wij zijn<br />

komen te kennen als de liberale<br />

democratie wordt in dit 2400 jaar<br />

oude boek al beschreven als een<br />

stadium in een proces van politiek<br />

en cultureel verval. Plato is<br />

heel duidelijk over waarin volgens<br />

hem de oorzaak hiervan ligt: “Het<br />

zijn karakter en levensinstelling<br />

van de individuele leden van een<br />

gemeenschap die de politieke balans<br />

in een bepaalde richting doen<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

doorslaan en alles in hun spoor<br />

meetrekken.” 1 Volgens Plato zijn<br />

het de individuele zielen, of beter<br />

gezegd, de individuele psychische<br />

constituties van de leden van een<br />

bepaalde gemeenschap, die invloed<br />

hebben op de politieke en culturele<br />

toestand waarin die gemeenschap<br />

zich bevindt. Het karakter (de uitkomst<br />

van het al dan niet in balans<br />

zijn van de individuele ziel) van de<br />

burgers en diens bestuurders speelt<br />

een grote rol in dit proces. Het is<br />

uiteindelijk opvoeding, het bijbrengen<br />

van gevoel voor de juiste<br />

verhoudingen, die zowel de ziel als<br />

de gemeenschap in balans moeten<br />

brengen. Plato wijst hier op het belang<br />

van educatie.<br />

Voordat deze lijn doorgetrokken<br />

kan worden, moet er stil worden gestaan<br />

bij Plato’s ideale staatsvorm:<br />

de aristocratie. Plato laat Socrates<br />

in een reactie op een stelling van<br />

Trasymachus over de wenselijkheid<br />

van een immoreel leven, beweren<br />

dat de samenleving het best<br />

af is als deze geregeerd wordt door<br />

de besten (aristoi). Deze discussie<br />

centreert zich rond de vraag: hoe<br />

te leven? Volgens Socrates is een<br />

goed leven alleen mogelijk als men<br />

de normen die daarvoor vastliggen<br />

daadwerkelijk kent. Leven volgens<br />

die normen levert dan individueel<br />

geluk op. Volgens Socrates zijn<br />

maar weinig mensen in staat om<br />

deze normen te leren kennen, en<br />

degenen die in staat zijn om ze te<br />

kennen krijgen vaak weinig kans<br />

Door René Schmitt<br />

“Waar een plant zijn wortels heeft,<br />

daar vindt het ook zijn dood”<br />

- Oswald Spengler<br />

om deze gave te ontwikkelen en<br />

zich hiermee maatschappelijk nuttig<br />

te maken. Deze mensen moeten<br />

volgens Socrates van jongs af aan<br />

worden opgeleid tot liefhebbers<br />

van de wijsheid, om op latere leeftijd<br />

volledig voorbereid tot de heersende<br />

klasse te kunnen toetreden.<br />

Plato’s aristocratie is er één van de<br />

best opgeleiden.<br />

Hiërarchie<br />

Alhoewel er serieuze (wetenschappelijke)<br />

twijfels bij de metafysica<br />

van Plato bestaan, brengt hij in<br />

deze dialoog een belangrijk inzicht<br />

in de aard van gemeenschappen<br />

naar voren. Hij schijnt te menen<br />

dat samenlevingen organisch en<br />

hiërarchisch functioneren. Hij begint<br />

zijn beschrijving van de ideale<br />

staat met arbeidsverdeling en –specialisatie.<br />

Volgens Plato is individuele<br />

specialisatie maatschappelijk<br />

gezien het meest nuttig. Hiermee<br />

geeft hij inzicht in de werking van<br />

(markt)economie. De (toekomstige)<br />

heersende klasse houdt zich hier<br />

echter niet mee bezig. Zij is volledig<br />

gericht op de publieke zaak, die zij<br />

probeert te besturen op basis van<br />

objectieve kennis van de menselijke<br />

natuur. Plato verdedigt hier de<br />

dappere stelling dat sommige leden<br />

van een gemeenschap van nature<br />

zijn weggelegd voor het leiderschap<br />

van een staat, terwijl de rest van de<br />

samenleving zich beter kan focussen<br />

op diens dagelijkse, gespecialiseerde<br />

arbeid. Dit impliceert het<br />

belang van hiërarchie. Iedere maat-


schappij zou moeten functioneren<br />

als een organisme, waarin ieder<br />

deel zijn eigen plek heeft en een<br />

bijdrage drage levert aan het geheel. Dit<br />

is de maatschappelijke conditie die<br />

men volgens Plato als rechtvaardig<br />

.<br />

zou kunnen bestempelen. Voor<br />

een maatschappij waarin wordt beweerd<br />

dat in principe iedereen de<br />

mogelijkheid zou moeten hebben<br />

om tot de heersende klasse toe te<br />

kunnen treden, is dit een vrij ketterse<br />

visie.<br />

Menselijke realiteit<br />

Plato is zich er wel degelijk van<br />

bewust dat deze kijk op de maatschappij<br />

gebaseerd is op een ideale<br />

abstractie die zeer moeilijk te realiseren<br />

is. Plato maakt meerdere malen<br />

duidelijk dat de menselijke realiteit<br />

hiervan altijd een imperfecte<br />

afspiegeling zal zijn. Mocht er iets<br />

in de buurt komen van deze blauwdruk,<br />

dan is zij volgens Plato direct<br />

onderhevig aan verval. De menselijke<br />

realiteit beantwoordt niet aan<br />

perfecties en daarom zullen hoe<br />

dan ook de verkeerde mensen aan<br />

het roer komen te staan. Volgens<br />

Plato zal de aristocratie ontaarden<br />

in een eerzuchtige timocratie,<br />

vervolgens in een (kapitalistische)<br />

oligarchie, dan in een democratie<br />

en uiteindelijk zijn vervolmaking<br />

hebben in de tirannie. Aangezien<br />

dit ook weer gebaseerd is op een<br />

ideaaltypisch proces zal de menselijke<br />

realiteit zich op steeds andere<br />

manieren voortbewegen. Maar de<br />

toon is gezet; de menselijke realiteit<br />

is onderhevig aan cyclische<br />

bewegingen die hun oorspong<br />

hebben in zowel de menselijke, individuele<br />

alsmede de maatschappelijke<br />

psychische constitutie. Iedere<br />

bestuurder die verandering voor<br />

ogen heeft zal rekening moeten<br />

houden met de menselijke natuur<br />

en de manieren waarop deze uit<br />

zijn balans raakt.<br />

Volgens Plato lijdt eerzucht tot ambitie<br />

en ambitie tot materialisme.<br />

Mocht dit materialisme, dat kenmerkend<br />

is voor een oligarchische<br />

maatschappij, de boventoon gaan<br />

voeren in een maatschappij, dan raken<br />

de morele waarden die ons gedrag<br />

beheersen op de achtergrond.<br />

Daarnaast ontstaat er de gevaarlijke<br />

situatie dat de kloof tussen arm en<br />

rijk te groot wordt en dat de middenklasse<br />

verdwijnt. De heerschappij<br />

van ambitie en persoonlijk gewin<br />

kan volgens Plato niet anders<br />

uitpakken dan in een gevaarlijke<br />

revolutie. De uitkomst hiervan is<br />

democratie; een staatsvorm waarin<br />

elke vorm van uitmuntendheid en<br />

morele norm naar de achtergrond<br />

verdwijnt. Plato beweert dat in<br />

een democratie: “[..]men zich in<br />

het geheel niet bekommert om de<br />

achtergrond van de mensen die de<br />

politiek in gaan en politieke beslissingen<br />

nemen, zolang ze maar beweren<br />

dat ze de massa van het volk<br />

goedgezind zijn.” 2 In plaats van de<br />

‘waarheid’ van dit proces te willen<br />

lokaliseren in de empirische werkelijkheid,<br />

moet de nadruk worden<br />

gelegd op de psychische degeneratie<br />

die Plato beschrijft. Het naar<br />

de achtergrond verdwijnen van<br />

normen door de eerzuchtige en<br />

materialistische inslag van de leden<br />

van een gemeenschap, doet een<br />

(democratische) nivelleringsdrang<br />

ontstaan die het belang van de<br />

zorg voor de psyche zal relativeren.<br />

Plato lokaliseert politiek en<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1


cultureel verval in het cultiveren<br />

van de verkeerde menselijke driften,<br />

en als gevolg daarvan het uit<br />

balans raken van de ziel. Volgens<br />

Plato is vrijheid een groot goed,<br />

maar niet als het leidt tot wanorde<br />

en losbandigheid. De Politeia is<br />

hiermee een onderdeel van de politieke<br />

psychologie. Het benadrukt<br />

het belang van ‘zielsonderhoud’ en<br />

Het is op dit moment cruciaal dat we de jonge mensen<br />

met potentie voor de televisie wegtrekken en ze met hun<br />

ogen op het goede richten.<br />

de relatie die dit onderhoudt met<br />

sociale problematiek. Corruptie,<br />

gebrek aan fatsoenlijke omgang,<br />

sociale desintegratie, etc. zijn volgens<br />

Plato het product van een democratische<br />

ziel, een ziel die zichzelf<br />

geen normen voorhoudt met<br />

betrekking tot diens gedrag in de<br />

samenleving en daarom overheerst<br />

wordt door de verkeerde driften.<br />

In een rechtvaardige samenleving<br />

overheersen wijsheid, intelligentie<br />

en verstandigheid in plaats van<br />

eerzucht, vraatzucht en lust. Als<br />

Plato gelijk heeft, wordt het hoog<br />

tijd de nadruk op democratische<br />

participatie en individuele rechten<br />

af te zwakken en onze aandacht te<br />

richten op (ziels)onderwijs en elitevorming.<br />

Burgers & Bestuurders<br />

Alhoewel Plato van mening is dat<br />

elke gemeenschap zijn beste tijd<br />

op een geven moment zal hebben<br />

gehad, hoeven wij ons nog niet<br />

verslagen op te stellen. Het wordt<br />

in ieder geval tijd om weer eisen te<br />

gaan stellen aan onze bestuurders<br />

anders dan de democratische die<br />

we gewend zijn. En datzelfde geldt<br />

voor de burgers. Als eerste moeten<br />

we de politiek beschermen tegen<br />

ambitieuze individuen en partijpo-<br />

0<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

litiek. Ambitie runt de economie,<br />

daar heeft het zijn beste plaats.<br />

Lidmaatschap van het parlement,<br />

de senaat en de hoge colleges van<br />

staat moeten beperkt worden tot<br />

mensen van hoge leeftijd, bewezen<br />

staat van dienst (dat wil zeggen in<br />

dienst van de gemeenschap) en academisch<br />

opleidingsniveau. Idealiter<br />

zou de senaat echte macht moeten<br />

krijgen, waaraan een levenslang lidmaatschap<br />

is verbonden en waarin<br />

de leden echte verantwoordelijkheid<br />

tegenover het volk dragen. Dit<br />

orgaan moet in principe openstaan<br />

voor intelligente, hoogopgeleide<br />

mensen en zal moeten functioneren<br />

als het aristocratische element<br />

binnen de Nederlandse staat. De<br />

leden van het parlement, die functioneren<br />

als democratisch gekozen<br />

volksvertegenwoordigers, moeten<br />

een minimum aan privaat bezit<br />

hebben, te denken valt aan huiseigenaren.<br />

Ditzelfde geldt voor het<br />

verkrijgen van stemrecht. Mensen<br />

die iets te verliezen hebben, voelen<br />

zich meer verbonden aan de publieke<br />

zaak dan mensen die dat niet<br />

hebben, en zullen verstandigere beslissingen<br />

maken. Hiermee worden<br />

de oligarchische, democratische en<br />

aristocratische elementen binnen<br />

de staat gebalanceerd. De koning<br />

selecteert uit het parlement zijn regering<br />

en is tevens de rechtmatige<br />

vertegenwoordiger van de Nederlandse<br />

staat in het buitenland.<br />

Educatie<br />

Ofschoon bovenstaande schets als<br />

abstractie dient voor een wenselijke<br />

hervorming van de Nederlandse<br />

staat, ben ik me er wel degelijk van<br />

bewust dat we op een aantal problemen<br />

stuiten. Eén daarvan is de<br />

(progressieve) babyboomgeneratie.<br />

Dit zijn de mensen die qua leeftijd<br />

in aanmerking komen voor de<br />

functies, maar qua ideologie tegen<br />

een dergelijke hervorming in opstand<br />

zullen komen. Paradoxaal<br />

genoeg moeten we ons dus richten<br />

tot de jeugd. Laat dat nu net het<br />

object van educatie zijn waarop<br />

Plato zich richt. Het is op dit moment<br />

cruciaal dat we de jonge<br />

mensen met potentie voor de televisie<br />

en de gehele moderne entertainmentindustrie<br />

wegtrekken<br />

en ze met hun ogen op het goede<br />

richten. Het zal niet de eerste keer<br />

zijn dat een samenleving ten onder<br />

gaat aan het gebrek aan normen<br />

en een goede educatie. Want zoals<br />

Plato ons leert; er is uiteindelijk<br />

niets nieuws onder de zon. <br />

Bronnen:<br />

1. Plato (1995) Constitutie, Amsterdam:<br />

Athenaeum - Polak & van Gennep,<br />

p. 198.<br />

2. Plato (1995) Constitutie, p. 210.


VAN DE CAMPUS<br />

‘De Derde Kamer is moeilijk<br />

serieus te nemen’<br />

Door Laura Bianchi<br />

Het illegaal testen van medicijnen in ontwikkelingslanden moet worden gestopt.<br />

De Nederlandse regering moet zich daar hard voor maken, vindt Jacco<br />

Vroegop. Het beleidsvoorstel dat hij samen met collega’s in het schaduwparlement<br />

‘de Derde Kamer’ over deze kwestie schreef, is tijdens een stemming<br />

gesneuveld. Dat is opvallend, omdat een meerderheid van de Kamerleden juist<br />

vóór het voorstel was. Volgens Vroegop blijkt daaruit dat het systeem dat de<br />

Derde Kamer hanteert rammelt.<br />

D<br />

e Derde Kamer is een schaduwparlement<br />

voor ontwikkelingssamenwerking<br />

en bestaat<br />

uit 150 leden. Al deze leden hebben<br />

een heel uitgesproken mening<br />

over internationale samenwerking.<br />

De Kamer werkt nauw samen met<br />

de overheid en de NCDO (Nationale<br />

Commissie voor Internationale<br />

Samenwerking en Duurzame<br />

Ontwikkeling). Het is de bedoeling<br />

dat de Kamerleden met voorstellen<br />

komen die tot Nederlands beleid<br />

kunnen leiden. De weg van<br />

een idee naar een voorstel is lang.<br />

De Kamerleden analyseren problemen,<br />

doen er onderzoek naar,<br />

schrijven er stukken over en maken<br />

uiteindelijk een beleidsvoorstel.<br />

Aan het einde van het jaar wordt er<br />

door de Kamer over al deze voorstellen<br />

gestemd. De aangenomen<br />

voorstellen worden aangeboden<br />

aan het ministerie en in veel gevallen<br />

ook voorgelegd aan de Tweede<br />

Kamer.<br />

Bewustwording<br />

De Derde Kamer is volgens student<br />

Politicologie aan Campus<br />

Den Haag Jacco Vroegop een<br />

goed initiatief, omdat het mensen<br />

bewust wil maken van het belang<br />

van ontwikkelingssamenwerking.<br />

‘Ik denk dat de gemiddelde Nederlander<br />

zich te weinig bewust is van<br />

wat er zich afspeelt in de rest van<br />

de wereld. We sluiten onze ogen<br />

er vaak voor.’ Zelf heeft hij enkele<br />

jaren in Zwitserland gewoond en<br />

hij heeft alle werelddelen, op Latijns-Amerika<br />

na, bezocht. ‘Ik heb<br />

bijvoorbeeld de sloppenwijken in<br />

Manilla en in Caïro gezien. Als liberaal<br />

zou ik willen dat iedereen de<br />

gelegenheid krijgt om zichzelf te<br />

ontplooien. Daar wil ik me voor inzetten,<br />

want ik heb idealen om wat<br />

te veranderen in de wereld.’ Hij kan<br />

zijn geneeskundige achtergrond en<br />

zijn politieke interesse bundelen<br />

tijdens zijn werkzaamheden voor<br />

de Derde Kamer. Hij hoopt dat<br />

op termijn ook te kunnen doen<br />

bij de Wereldgezondheidsorganisatie<br />

WHO, als staatssecretaris of<br />

minister van Volksgezondheid, of<br />

in de diplomatieke wereld bij hulpprojecten<br />

tijdens crisissituaties.<br />

Maar hij heeft ook een andere reden<br />

om in de Derde Kamer plaats<br />

te nemen: ‘een deel van het overheidsbudget<br />

gaat naar ontwikkelingssamenwerking<br />

en dan mag<br />

je volgens mij als bevolking ook<br />

invloed hebben op waar dat geld<br />

naar toe gaat en laten zien wat het<br />

ministerie doet met het geld.’<br />

Het afgelopen jaar heeft de Derde<br />

Kamer ongeveer vijftien voorstellen<br />

aan het ministerie voorgelegd.<br />

Wat deze voorstellen uiteindelijk<br />

aan daadwerkelijk beleid zullen<br />

opleveren, valt nu nog niet zeggen.<br />

Van de voorstellen uit 2006 is<br />

een project rond sport in ontwikkelingslanden<br />

succesvol in beleid<br />

omgezet. ‘Sport is een bindende<br />

factor, zorgt voor een gezond leven<br />

en is goed voor de psyche.<br />

Daar wordt nu geld voor uitgetrokken<br />

en binnen een paar jaar wordt<br />

geëvalueerd of het werkt.’<br />

Strijd tegen onethische medicijntesten<br />

Vooral het geneeskundige deel van<br />

de ontwikkelingssamenwerking<br />

heeft de interesse van Vroegop. Hij<br />

is werkzaam als assistent-chirurgie<br />

in verschillende ziekenhuizen en<br />

volgt naast de avondstudie Politicologie<br />

ook de master Health Economics,<br />

Policy & Law. Hij beet zich<br />

met vier andere Kamerleden vast<br />

in de manier waarop de farmaceutische<br />

industrie soms te werk gaat<br />

in ontwikkelingslanden. De resultaten<br />

en aanbevelingen werden genoteerd<br />

in een beleidsvoorstel.<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

1


Het probleem dat het voorstel aankaart<br />

is het illegaal testen van geneesmiddelen.<br />

Medicijnen komen<br />

in principe pas op de markt nadat<br />

ze uitgebreid getest zijn, maar de<br />

farmaceutische industrie houdt<br />

zich niet altijd aan de strenge regels<br />

die daarvoor gelden. Zo is<br />

het gebruik van proefpersonen in<br />

ontwikkelingslanden omstreden.<br />

In tegenstelling tot proefpersonen<br />

in Nederland die legaal, vrijwillig<br />

en tegen een vergoeding meedoen<br />

aan een onderzoek, zijn proefpersonen<br />

in ontwikkelingslanden vaak<br />

de dupe van illegale onderzoeken.<br />

‘Er zijn verhalen bekend van mensen<br />

in Afrika die door de industrie<br />

worden benaderd om in ruil voor<br />

een zak graan een medicijn te gebruiken.<br />

Maar dat medicijn is nog<br />

niet op andere manieren getest.<br />

Deze mensen zijn een heel gemakkelijke<br />

en relatief goedkope prooi<br />

voor de farmaceutische industrie.<br />

De industrie heeft snel resultaat<br />

zonder dat ze dure testen op onder<br />

meer proefdieren hoeven te doen.’<br />

Het doet denken aan de film The<br />

Constant Gardener waarin strijd<br />

wordt gevoerd tegen dit soort illegale<br />

onderzoeken. Volgens Vroegop<br />

is de film verre van fictief. ‘Er is<br />

een illegaal circuit van wetenschap<br />

binnen de geneeskundige wereld.<br />

En je weet dat de farmaceutische<br />

industrie te weinig geld heeft om<br />

alles volgens onze huidige normen<br />

te testen. Vaak komen illegale<br />

onderzoeken pas aan het licht als<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

er iets fout is gegaan. Dan vertellen<br />

mensen dat ze medicamenten<br />

aangeboden hebben gekregen. De<br />

farmaceutische industrie is een<br />

kartel en gedraagt zich soms als<br />

maffia om dit soort gegevens maar<br />

niet naar buiten te laten komen.’<br />

Het probleem is volgens Vroegop<br />

al een paar keer binnen de Europese<br />

Unie en de WHO besproken.<br />

‘Maar het is een lastig onderwerp,<br />

omdat het moeilijk hard te maken<br />

is. Om het zeker te weten moet je<br />

firma’s op heterdaad betrappen.’<br />

Het gaat Vroegop vooral om het<br />

kweken van “awareness” onder politici<br />

op Nederlands en Europees<br />

niveau. Hij denkt aan een code<br />

waarin de EU kan afspreken om<br />

firma’s te weren waarvan bekend<br />

wordt dat zij illegaal hebben getest.<br />

‘In een code kan worden beschreven<br />

hoe medicijnen moeten<br />

worden getest. Medicijnen die niet<br />

volgens die code zijn getest, moeten<br />

worden geweigerd, zelfs als ze<br />

goedkoper zouden zijn dan legaal<br />

geteste medicijnen.’<br />

Zijn in de Derde Kamer verworpen<br />

beleidsvoorstel over het onethisch<br />

testen van geneesmiddelen zal wat<br />

Vroegop betreft niet ongebruikt in<br />

een la terecht komen. Hij vindt dat<br />

het voorstel alsnog in stemming<br />

moet worden gebracht in de Tweede<br />

Kamer. Momenteel buigt hij<br />

zich met zijn collega’s over alternatieve<br />

manieren om het voorstel<br />

in de Tweede Kamer terecht te la-<br />

Naam: Jacco Vroegop<br />

Leeftijd: 28 jaar<br />

Huidige opleidingen: derdejaars Politieke<br />

Wetenschap aan Campus Den Haag, Universiteit<br />

Leiden. Master HEPL (Health Economics, Policy<br />

& Law), Erasmus Universiteit Rotterdam<br />

Vorige opleiding: Geneeskundige opleiding tot<br />

assistent-chirurgie. Afgestudeerd in 2001<br />

Werk: Assistent-chirurgie in ziekenhuizen in<br />

Nederland en Zwitserland<br />

ten komen. Ook binnen zijn eigen<br />

partij, de VVD, wil hij het voorstel<br />

aanhangig maken.<br />

‘Zuidelijke leden afschaffen’<br />

Het afwijzen van zijn beleidsvoorstel<br />

voedt de ontevredenheid van<br />

Vroegop over de werkwijze van de<br />

Derde Kamer. Volgens hem klopt<br />

de samenstelling ervan niet. Van<br />

de 150 leden zijn er 120 uit Nederland<br />

afkomstig. De overige dertig<br />

zetels zijn voor “zuidelijke” leden,<br />

dat zijn mensen uit ontwikkelingslanden.<br />

Het klinkt logisch om ‘ervaringsdeskundigen’<br />

bij de Kamer<br />

te betrekken. Maar Vroegop vraagt<br />

zich af of de zuidelijke leden wel<br />

representatief genoeg zijn: ‘ze komen<br />

vaak niet uit sloppenwijken,<br />

maar hebben welgestelde ouders.<br />

Ze hebben vaak een gedegen opleiding<br />

achter de rug en ze kunnen<br />

goed discussiëren. Naar mijn mening<br />

hebben ze vaak totaal geen<br />

realistisch beeld van de situatie in<br />

een bepaald land, want ze kennen<br />

de achterstandssituatie niet.’<br />

De zuidelijke leden zijn volgens<br />

Vroegop dus niet voldoende op de<br />

hoogte van de werkelijke situatie in<br />

hun eigen land. Daarnaast hebben<br />

ze wat hem betreft een te beperkte<br />

blik op de wereld bij het beoordelen<br />

van de beleidsvoorstellen in<br />

de Derde Kamer. ‘Ze bestuderen<br />

bij algemene voorstellen die voor<br />

veel ontwikkelingslanden kunnen<br />

gelden alleen maar het belang voor<br />

het eigen land. Ze redeneren “heb-


en wij dat probleem in Colombia?<br />

Nee. Dan is het ook niet interessant.”<br />

Volgens Vroegop moeten<br />

leden een brede blik hebben en<br />

zaken loskoppelen van hun eigen<br />

land. ‘Heel veel onderwerpen die<br />

goed zijn worden nu toch afgekaatst.’<br />

Dat slechts dertig zuidelijke leden<br />

voorstellen kunnen verwerpen,<br />

heeft volgens Vroegop te maken<br />

met een ander probleem van de<br />

Derde Kamer: de verdeling van<br />

het stemgewicht. De dertig zuidelijke<br />

leden hebben hetzelfde stemgewicht<br />

als hun 120 Nederlandse<br />

collega’s. ‘Als de Nederlanders<br />

bijna allemaal voor stemmen, maar<br />

de zuidelijke leden stemmen tegen,<br />

dan wordt het voorstel verworpen.<br />

Die verdeling van het stemgewicht<br />

is niet correct naar mijn mening.<br />

Vorig jaar is voorgesteld om de<br />

stemverhouding aan te passen zodat<br />

iedereen een gelijke stem heeft<br />

en er is geopperd om voorstellen<br />

voortaan met 76 stemmen aan te<br />

nemen. Maar daar was niet over te<br />

praten.’<br />

Voor Vroegop zijn dit argumenten<br />

om ervoor te pleiten de zuidelijke<br />

leden af te schaffen. Dat scheelt<br />

ook nog eens een flinke kostenpost,<br />

denkt hij: ‘van de dertig zuidelijke<br />

leden verblijven er vijftien<br />

in Nederland. Zij krijgen flink wat<br />

subsidies. De andere vijftien worden<br />

voor de stemming ingevlogen<br />

en ze krijgen overnachtingen aangeboden.<br />

Dat gebeurt met overheidsgeld<br />

en dat is indirect geld<br />

van de burgers. Ik vind het niet<br />

goed als dat op deze manier wordt<br />

uitgegeven.’<br />

Voorstellen niet uitvoerbaar<br />

Een heel ander probleem dat<br />

Vroegop signaleert, is het onnodige<br />

gebrek aan effectiviteit van<br />

de Derde Kamer, doordat steeds<br />

opnieuw wordt geprobeerd om het<br />

wiel uit te vinden. Dat heeft onder<br />

andere te maken met de wisseling<br />

van de wacht. Alle leden zijn in<br />

principe voor een jaar aangesteld.<br />

Sommigen worden herkozen, maar<br />

velen vertrekken na een jaar. De<br />

Derde Kamer is daardoor volgens<br />

Vroegop ineffectief, waardoor<br />

deze moeilijk serieus is te nemen:<br />

‘door nieuwe leden worden keer op<br />

keer hele leuke, maar praktisch onuitvoerbare<br />

voorstellen aangedragen.<br />

Ze kijken onvoldoende naar<br />

de haalbaarheid. De plannen zijn<br />

veel te kostbaar en zullen nooit in<br />

de Tweede Kamer worden aangenomen.<br />

In die gevallen stem ik dus<br />

tegen.’<br />

Vroegop pleit ervoor dat de organisatie<br />

van de Derde Kamer voortaan<br />

meer het initiatief neemt in het<br />

voordragen van onderwerpen. ‘Nu<br />

bepaalt iedereen zelf waar hij zich<br />

het liefst mee bezighoudt. Daar komen<br />

te vaak onbruikbare voorstellen<br />

uit voort. In plaats van aan een<br />

nieuw idee te beginnen, lijkt het mij<br />

interessant om bepaalde bestaande<br />

plannen verder uit te diepen en bijvoorbeeld<br />

te proberen om die op<br />

Europees niveau aan te kaarten.’<br />

Neoliberalisme als drijfveer<br />

Voor Vroegop betekent ontwikkelingssamenwerking<br />

solidariteit.<br />

‘Ik wil proberen om individuen te<br />

helpen om een waardig bestaan op<br />

aarde te kunnen krijgen. In veel<br />

ontwikkelingslanden zijn regimes<br />

aan de macht die de vrijheid van<br />

het individu beperken en die geen<br />

verdraagzaamheid kennen ten aanzien<br />

van andere mensen. Burgers<br />

kunnen zich in zo’n situatie niet<br />

ontplooien.’ Vroegop wil proberen<br />

om daar verandering in te krijgen.<br />

‘Mijn visie lijkt misschien wat links,<br />

maar ik zie mezelf als neoliberaal.<br />

Ik vind dat je mensen moet kunnen<br />

vertrouwen en dat je daardoor dus<br />

ook zo min mogelijk staat nodig<br />

hebt. Een staat moet bescherming<br />

aan burgers bieden tegen datgene<br />

waar ze zichzelf niet tegen kunnen<br />

beschermen en waar ze weinig invloed<br />

op hebben. Maar ik vind ook<br />

“Mijn visie lijkt misschien wat links, maar ik zie mezelf<br />

als neoliberaal. ”<br />

dat de staat zich moet bezighouden<br />

met goederen en thema’s waar<br />

mensen zich uit zichzelf meestal<br />

niet om bekommeren, zoals het<br />

milieu of een sociaal bestaansminimum.<br />

De achterliggende gedachte<br />

is dat mensen zichzelf moeten<br />

kunnen ontwikkelen. Ook wil ik<br />

me inzetten voor dingen die ik echt<br />

niet vind kunnen, zoals het testen<br />

van kernbommen in zee en het afschieten<br />

van walvissen.’ Ondanks<br />

alle kritiek op de Derde Kamer<br />

staat Vroegop wel degelijk voor<br />

honderd procent achter het initiatief.<br />

De informatieverstrekking<br />

over ontwikkelingssamenwerking<br />

aan Nederlanders is belangrijk,<br />

vindt hij. Hij is voorlopig dan ook<br />

nog niet klaar met zijn werk voor<br />

de Derde Kamer. <br />

Bronnen:<br />

-http://www.dederdekamer.org/1_<br />

home.php<br />

-http://cms.dederdekamer.org/upload/<br />

Kamerstukken2007/totaal.pdf<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1


SPIL<br />

N<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

Real Madrid<br />

Door Minke van Velzen<br />

Na een korte maar zeer intensieve voorbereiding door de Commissie<br />

Buitenland vertrok de SPIL vrijdag 25 januari op de vroege ochtend<br />

met een 29-koppige delegatie naar Madrid. Het beloofde weer een<br />

mooie, educatieve en vermoeiende reis te worden.<br />

a de nachtelijke treinreis naar<br />

Eindhoven, de vlucht naar<br />

Madrid en de metro naar het hostel,<br />

was het een half uurtje na aankomst<br />

al tijd voor de eerste afspraak. De<br />

Nederlandse ambassadeur, zijne<br />

excellentie Van Hellenberg Hubar<br />

wachtte in zijn residentie op ons.<br />

Na een kleine zoektocht, waren<br />

de hapjes en drankjes op de plaats<br />

van bestemming een welkome<br />

verademing. Ons bezoek begon<br />

met een informeel gesprek met<br />

de ambassadeur, die voornamelijk<br />

geïnteresseerd leek in het huidige<br />

studentenleven. Maar na een eerste<br />

drankje met een typisch Leidsche<br />

toast, begon toch echt het officiele<br />

gedeelte van onze ontmoeting<br />

met deze bijzondere man. Naast<br />

kritiek op bepaalde politici die ons<br />

landje rijk is en een voorkeursstem<br />

voor de Spaanse <strong>verkiezingen</strong> was<br />

het vooral een hele interessante lezing<br />

waar we veel van op hebben<br />

gestoken. Ook kwam er nog een<br />

quiz over Spanje waarbij we, na het<br />

goed beantwoorden van de vraag,<br />

een T-shirt konden winnen. Na<br />

nog een wijntje, een toastje kaviaar<br />

en een groepsfoto in de tuin van<br />

de residentie, liepen we drie uur<br />

later met een uitnodiging voor het<br />

culturele festival van maart op zak<br />

weer naar buiten. De reis kende<br />

een mooie start.<br />

Cerveza<br />

Vrijdagavond was het tijd om voor<br />

het eerst uit eten te gaan en de eerste<br />

cerveza te nuttigen in een van<br />

de vele Madrileense kroegen. De<br />

menukaart sprak niet iedereen aan,<br />

maar gelukkig waren de <strong>Amerikaanse</strong><br />

hamburgerketens eveneens<br />

in de Spaanse hoofdstad vertegenwoordigd.<br />

Jounalisten<br />

Zaterdag, na een paar flinke koppen<br />

koffie, was het de beurt aan<br />

twee vooraanstaande journalisten,<br />

Steven Adolf en Robbert Bosschart,<br />

om ons alles te vertellen over<br />

de Spaanse media en de verslaggeving<br />

rondom de Spaanse <strong>verkiezingen</strong>.<br />

Omdat dit een duo-afspraak<br />

was geworden, kregen we extra<br />

veel informatie en konden de heren<br />

elkaar naar hartenlust aanvullen.<br />

Na deze leerzame bijeenkomst<br />

die in ons hostel plaatsvond, kon<br />

iedereen iets voor zichzelf doen.<br />

Er werd geshopt, ge-sightseed en<br />

koffie gedronken. ’s Avonds werd<br />

er verzameld rond middernacht<br />

om met zijn allen naar een van de<br />

grootste discotheken van Europa<br />

te gaan. Groot en duur was het zeker,<br />

maar de kroegen werden door<br />

velen, in ieder geval door ondergetekende,<br />

leuker gevonden. Al met<br />

al was het wel een mooie en lange<br />

avond, maar dat had gelukkig niet<br />

de consequentie dat iedereen zondag<br />

in zijn bed bleef liggen. Integendeel,<br />

musea werden bezocht,<br />

afgewisseld met de Starbucks, en<br />

de stad werd doorkruist om zoveel<br />

mogelijk te kunnen zien.<br />

Real Madrid-Villareal<br />

Zondagavond was voor een aantal<br />

deelnemers een zeer speciale<br />

avond. Na eerst een fantastische<br />

diner bij de Burger King te hebben<br />

genuttigd, stond voor hen één<br />

van de hoogtepunten op het programma:<br />

voetbal. De wedstrijd tussen<br />

Real Madrid en Villarreal werd<br />

beleefd als echte Madrilenen en de<br />

uitslag voelde dan ook voor de Nederlandse<br />

bezoekers als een echte<br />

overwinning. Na de wedstrijd werd<br />

er nog een klein biertje genuttigd<br />

om na praten over deze geweldige<br />

ervaring en de 80.000 andere supporters<br />

voor te laten gaan in de<br />

metro.<br />

Tijd voor afspraken<br />

Na een voor de meeste mensen<br />

heerlijke nacht slaap, kwam de<br />

maandag; de drukste dag op het


programma. De afspraak met de<br />

vakbond was vooral voor de mensen<br />

die achterin zaten een beetje<br />

moeilijk te volgen, maar de koffie<br />

die werd geserveerd maakte dat<br />

probleem een stuk kleiner. Hierna<br />

volgde de afspraak met de Europese<br />

Commissie, altijd vaste prik<br />

tijdens de buitenlandreizen. Na een<br />

interessante lezing over de visie<br />

van Spanje op de Europese Unie<br />

in het algemeen en Nederland in<br />

het bijzonder, stond de afspraak<br />

met de <strong>Amerikaanse</strong> ambassade<br />

op het programma. Na de nodige<br />

security checks begon het debat. Dit<br />

concentreerde zich snel vrijwel alleen<br />

op de <strong>Amerikaanse</strong> politiek,<br />

zowel binnenlands als buitenlands.<br />

Sommige vragen van de delegatie<br />

werden niet heel goed ontvangen,<br />

maar dat maakte het juist heel interessant.<br />

Na afloop van deze afspraak<br />

namen we de toeristische<br />

route naar de CEPC, een politiek<br />

instituut gelinkt aan het Ministerie<br />

voor Presidentszaken. Eigenlijk<br />

stond er een lezing van de vice-<br />

president en de president van het<br />

instituut op het programma over<br />

Spaans nationalisme en Europese<br />

integratie, maar de delegatie stelde<br />

zoveel verschillende vragen, dat de<br />

lezing een heel informeel karakter<br />

kreeg. De twee professoren leken<br />

dit heel leuk te vinden; zo leuk<br />

zelfs, dat we na afloop nog een<br />

rondleiding kregen door het prachtige<br />

gebouw. Maandagavond werd<br />

er weer heftig gegeten in één van<br />

de vele restaurantjes die Madrid<br />

rijk is. Er werden dansjes gemaakt<br />

en liedjes gezongen in de 41 en de<br />

Claxon, maar met het oog op de<br />

volgende dag, ging vrijwel iedereen<br />

op een christelijke tijd naar huis.<br />

De laatste dag<br />

Dinsdagochtend was het de beurt<br />

aan nog een vaste prik: de universiteit.<br />

Na een busreis door het mooie<br />

Spaanse land kwamen we ergens uit<br />

waar in de verste verte geen universiteit<br />

te bekennen was. Helaas kon<br />

dit probleem niet ter plekke worden<br />

opgelost en dus keerden we<br />

Groepsfoto in de tuin van de Residentie van de Nederlandse Ambassadeur<br />

onverrichter zaken terug naar het<br />

centrum, waar de communistische<br />

partij op ons wachtte. De delegatie<br />

was een beetje overdressed voor<br />

de communisten die ons in spijkerbroek<br />

en gympen te woord stonden.<br />

Maar juist daardoor en door<br />

de tolk die bijzonder goed en snel<br />

kon vertalen was deze afspraak<br />

ook heel interessant. Alleen jammer<br />

dat doordat de airco met het<br />

hele gebouw eerlijk gedeeld moest<br />

worden, zoals het echte communisten<br />

betaamd. De Spaanse zon<br />

scheen in januari al volop, waardoor<br />

het wel ontzettend heet was<br />

in het zaaltje. Na een klein wandelingetje<br />

kwamen we uiteindelijk bij<br />

de laatste afspraak van de reis: de<br />

huidige regeringspartij PSOE. De<br />

mooie ovalen tafel was volgeladen<br />

met thee, water en koffie en dat<br />

gecombineerd met veel vragen en<br />

een leuke spreker maakte dit ook<br />

tot een topafspraak. Toen de beste<br />

man aan het einde van de afspraak<br />

liet vallen dat de stoel waarop hij<br />

had gezeten normaal de stoel van<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1


De Commissie Buitenland<br />

Zapatero was in de vergadering,<br />

wilden opeens heel veel mensen<br />

een foto van de stoel met zichzelf<br />

erin. Ook mensen die helemaal<br />

niets van de lezing hadden meegekregen,<br />

waren opeens klaarwakker.<br />

Na de lezing kregen we ook hier<br />

nog een rondleiding door het historische<br />

gebouw. Er werden foto’s<br />

gemaakt van de perskamer waar<br />

normaal gesproken persconferenties<br />

werden gegeven. En ook dit<br />

tafereel bleek een gewillig object<br />

om bij te poseren. Ook de grote<br />

zaal die met het oog op de <strong>verkiezingen</strong><br />

werd verbouwd, werd eens<br />

goed bekeken. Vervolgens werd de<br />

delegatie nog uitgenodigd om te<br />

solliciteren voor een baan in het<br />

campagneteam van Zapatero. Dit<br />

was natuurlijk ontzettend leuk geweest<br />

als er deelnemers waren geweest<br />

die Spaans spreken. Maar het<br />

aanbod was in ieder geval mooi.<br />

Moe maar voldaan liep de delega-<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

tie voor de laatste keer weg bij een<br />

afspraak.<br />

De laatste avond<br />

’s Avonds gingen we met zijn allen<br />

ter afsluiting uit eten en werd<br />

er nog flink gediscussieerd. Na het<br />

eten, wat overigens prima was maar<br />

helass niet typisch Spaans, ging het<br />

grootste deel van de mensen nog<br />

een klein dansje wagen, terwijl andere<br />

deelnemers op een heel andere<br />

manier hun verblijf in Madrid<br />

afsloten, al dan niet in hun eigen<br />

bed. Om vier uur in de ochtend<br />

werd er vervolgens koers teruggezet<br />

naar het Leidsche.<br />

Tot slot<br />

Namens de commissie wil ik iedereen<br />

die deze reis tot een succes<br />

heeft gemaakt bedanken. Ik hoop<br />

dat jullie allemaal een mooie ervaring<br />

rijker zijn en misschien ook<br />

wel een paar vrienden. Alle men-<br />

sen die er niet bij waren: in augustus<br />

vindt er weer een reis plaats,<br />

dus je krijgt nog een kans! Ik heb<br />

als commissaris nu eens de andere<br />

kant van de studiereis kunnen ervaren<br />

en ondanks het feit dat het<br />

heel zwaar was, heb ik ervan genoten.<br />

Bedankt!


De Grote Kleine Feiten Quiz<br />

Politicologen zijn betweters. Veel studenten politicologie zijn geïnteresseerd<br />

en op de hoogte van grote ontwikkelingen en kleine feitjes en vinden van zichzelf<br />

dat ze bijna overal verstand van hebben. Debat stelt de politieke kennis<br />

van de lezers op de proef met de Grote Kleine Feiten Quiz. Wat weten we nou<br />

als Wikipedia en Google even uit blijven staan?<br />

1. Wie was de eerste president<br />

van de VS?<br />

2. Welke president is nooit<br />

door het volk gekozen als<br />

president of vice-president?<br />

3. Wat was het beroep van<br />

Jimmy Carter voordat hij<br />

president werd?<br />

4. Hoe het de juridische<br />

afzettingsprocedure voor<br />

<strong>Amerikaanse</strong> presidenten?<br />

5. Waar staat de ‘W’ voor in<br />

de naam George W. Bush?<br />

6. En waar staat de ‘F’ voor in<br />

de naam John F. Kennedy?<br />

7. Welke president diende als<br />

enige meer dan twee termijnen?<br />

8. Wat was de slogan van de<br />

verkiezingscampagne van<br />

Dwight D. Eisenhower?<br />

9. Wie was de running mate en<br />

vice-president van Bill Clinton?<br />

10. Hoe heet het genootschap<br />

waar George W. Bush sinds zijn<br />

studententijd lid van is?<br />

11. Welke president had als enige<br />

Engels niet als moedertaal?<br />

12. Hoeveel presidenten werden<br />

tijdens hun ambtstermijn vermoord?<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

TRIVIA<br />

De antwoorden staat op pag. 39


Eric Vrijsen<br />

Welke Amerikaan moet<br />

president worden?<br />

Repliek<br />

De potentiële kandidaten voor het presidentschap zijn bekend,<br />

maar is de ideale nieuwe president daadwerkelijk in dit selecte<br />

gezelschap vertegenwoordigd? Vijf politicologen vertellen wie<br />

volgens hen de meest geschikte persoon is om het land de komende<br />

vier jaar te leiden.<br />

Hillary Clinton<br />

Ik denk automatisch aan de<br />

huidige kandidaten, dus dan<br />

zeg ik Hillary Clinton. En<br />

waarom? Ten eerste wil ik een<br />

democraat aan de macht en als<br />

ik dan moet kiezen.... Ik denk<br />

dat Hillary meer expertise,<br />

know-how en ervaring heeft<br />

die nodig zijn voor dat vak dan<br />

Barack Obama. En daarnaast<br />

heeft ze Bill ook nog eens aan<br />

haar zijde, die ook de nodige<br />

ervaring heeft. Daarom ben ik<br />

wel een Clinton-fan.<br />

Eline Rood, MA<br />

Saskia Rademaker, MA<br />

Een vrouw: maar welke?<br />

Het lijkt mij fantastisch indien<br />

er de komende vier jaar sprake<br />

zou zijn van de ‘machtigste<br />

vrouw op aarde.’ Wat zou dat<br />

de Verenigde Staten sieren!<br />

Ik denk dat het voornamelijk<br />

een positieve invloed kan hebben<br />

op het buitenlandsbeleid,<br />

dat onder Bush zo veranderd<br />

is. Automatisch zal de lezerhoogstwaarschijnlijk<br />

denken<br />

dat ik daarom voor Hillary<br />

Clinton ga. Nee, zij spreekt<br />

me nou net weer niet aan. Buiten<br />

haar weinig verrassende<br />

inhoudelijkepunten heeft ‘de<br />

vrouw van’ naar mijn mening<br />

een gebrek aan uitstraling. Met<br />

die armpjes in de lucht doet<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

ze me een beetje denken aan<br />

Nina Brink, die vrouw van<br />

WorldOnline. Je weet hoe het<br />

met haar is afgelopen...Wachten<br />

op de volgende ronde dan<br />

maar!”<br />

Janet van Klink, MA<br />

Barack Obama<br />

Het is nogal clichématig, maar<br />

ik ben ervan overtuigd dat Barack<br />

Obama president moet<br />

worden. Hij maakt, in tegenstelling<br />

tot alle andere potentiele<br />

kandidaten, geen onderdeel<br />

uit van het establishment. Zijn<br />

politiek heeft minder bias. Hij<br />

is niet geëngageerd met verschillende<br />

krachtige lobby’s<br />

die de politiek van de afgelopen<br />

jaar in een verkeerde, oorlogszuchtige<br />

richting hebben<br />

gestuurd. Zijn presidentschap<br />

is daarom beter voor de huidige<br />

situatie in de wereld.<br />

Abassin Nessar, BA 3<br />

Redder van het buitenlands<br />

beleid<br />

Mijn ideale kandidaat zou iemand<br />

zijn die de juiste keuzes<br />

maakt met betrekking tot de<br />

internationale politiek. Een<br />

president die niet een land als<br />

Irak militair binnen valt zonder<br />

een plan te hebben voor<br />

wederopbouw. Een president<br />

die mensenrechten respec-<br />

teert en terrorisme op een andere<br />

manier bestrijdt dan door<br />

middel van Guantanamo Bay<br />

of geheime gevangenissen.<br />

Iemand die bereid is om internationale<br />

verdragen zoals het<br />

Kyoto protocol te tekenen en<br />

het Internationaal Strafhof te<br />

erkennen. De naam van deze<br />

persoon is bij mij helaas niet<br />

bekend.<br />

Oprah Winfrey<br />

Als er een Amerikaan geschikt<br />

is voor het presidentschap is<br />

het Oprah Winfrey. De zwarte<br />

vrouw is ontzettend populair<br />

onder alle bevolkingsgroepen<br />

en is op dit moment al de<br />

Beatrix van de Verenigde Staten.<br />

Zij is welbespraakt, intelligent<br />

en de personificatie van<br />

de American Dream. Zij kan<br />

veel Amerikanen inspireren,<br />

heeft een positieve uitstraling<br />

en een optimistische kijk op<br />

de wereld.<br />

Anoep Singh, MA<br />

Niet de juiste vraag<br />

De ideale kandidaat heeft<br />

de moed van Martin Luther<br />

King, de retorische talenten<br />

van Winston Churchill, het<br />

rechtvaardigheidsgevoel van<br />

Moeder Teresa, de politieke<br />

opvattingen van Amartya Sen,<br />

de vasthoudendheid van Aung<br />

San Suu Kyi, de wijsheid van


de Dalai Lama, de intelligentie van<br />

John Nash en het inzicht Bertrand<br />

Russell. Deze perfecte persoon bestaat<br />

helaas niet…<br />

De Amerikanen zullen zonder<br />

meer een goede president kiezen<br />

maar deze zal niet perfect zijn.<br />

In de laatste acht jaar hebben de<br />

Amerikanen twee keer laten zien<br />

dat ze een incompetente boven een<br />

competente kandidaat verkiezen.<br />

Alle kandidaten hebben hun eigen<br />

problemen: Obama is eigenwijs,<br />

Clinton kan niet tegen haar verlies<br />

en McCain wisselt te makkelijk van<br />

mening. De vraag is niet wie het<br />

beste president kan worden, maar<br />

hoe we de taken en verantwoorde-<br />

DE ANTWOORDEN OP DE<br />

GROTE KLEINE FEITEN QUIZ<br />

1. George Washington werd in 1789<br />

de eerste president van de VS.<br />

2. Gerald Ford. Hij volgde Richard<br />

Nixon op in 1974. Ford werd in 1973<br />

aangesteld door het <strong>Amerikaanse</strong><br />

Congres als vice-president, op verzoek<br />

van Richard Nixon. In 1974 volgde hij<br />

Nixon op na diens aftreden.<br />

lijkheden van president zo organiseren<br />

dat als deze persoon incompetent<br />

is hij of zij het land en de<br />

wereld niet naar de afgrond brengt.<br />

Hoe je de overheid zo inricht dat<br />

niet één persoon alle macht heeft,<br />

maar de macht in handen is van velen.<br />

De eeuwenoude <strong>Amerikaanse</strong><br />

grondwet legt een zeer grote macht<br />

in de handen van één persoon. Een<br />

te grote macht als je het mij vraagt:<br />

waarom zou een man of vrouw het<br />

recht hebben om iedere wet af te<br />

keuren, alle straffen kwijt te schelden,<br />

15,000 ministers, ambtenaren<br />

en rechters te benoemen en daarnaast<br />

leiding te geven aan de machtigste<br />

overheid, het grootste leger<br />

3. Pindaboer<br />

4. Impeachment.<br />

5. Walker.<br />

6. Fitzgerald<br />

7. Franklin Delano Roosvelt (1933-<br />

1945) werd vier keer tot president<br />

gekozen. Hij overleed in zijn vierde<br />

termijn.<br />

8. “I like Ike”<br />

9. Al Gore<br />

(advertentie)<br />

en het meest invloedrijke buitenlandse<br />

beleid op aarde? En waarom<br />

zou diegene voor vier jaar niet te<br />

stoppen zijn bij het uitvoeren van<br />

deze verantwoordelijkheden? Er<br />

zijn allerlei manieren om ervoor<br />

te zorgen dat de keuze voor één<br />

persoon het lot van het land niet<br />

voor vier jaar vastlegt. Ik weet niet<br />

precies hoe je vorm zou moeten<br />

geven aan deze verantwoordelijkheden.<br />

Ik weet alleen zeker dat dit<br />

de juiste vraag is om te stellen, de<br />

vraag naar politieke instituties en<br />

de verdeling van macht, en niet de<br />

vraag naar personen.<br />

Simon Otjes Research MA<br />

10. Skulls and bones. In zijn eerste<br />

kabinet benoemde hij tien mede-<br />

Bonesmen.<br />

11. Martin van Buren (1837-1841) Zijn<br />

eerste taal was Nederlands. Hij was<br />

eveneens de eerste president van niet-<br />

Britse afkomst.<br />

12. Vier: Abraham Lincoln (1865),<br />

James Garfield (1881), William McKinley<br />

(1901) en John F. Kennedy (1963)<br />

DE KROEG<br />

KORT RAPENBURG 4 LEIDEN<br />

071-5130152<br />

Aparte kelderruimte voor borrels en<br />

partijen, geen zaalhuur.<br />

Wij zijn vanaf 14.00 uur geopend.<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1


Wassenaarseweg 52 2333 AK Leiden Kamer SB09<br />

tel. 071-5273872 spil@fsw.leidenuniv.nl www.spilplaats.nl<br />

Debat | Jaargang 21 | Nummer 1<br />

0

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!