Ché staat voor aap in Borneo - OPZOEKNAARHETBEEST.be
Ché staat voor aap in Borneo - OPZOEKNAARHETBEEST.be
Ché staat voor aap in Borneo - OPZOEKNAARHETBEEST.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Op zOek naar het <strong>be</strong>est (deel 3)<br />
<strong>Ché</strong> <strong>staat</strong> <strong>voor</strong><br />
<strong>aap</strong> <strong>in</strong> <strong>Borneo</strong><br />
Het is al laat <strong>in</strong> de namiddag wanneer we het Bako National Park<br />
b<strong>in</strong>nenvaren. ”Problemen!” roept de schipper. “Door het laagtij geraak<br />
ik met mijn boot niet aan de aanlegsteiger. Jullie moeten er hier uit.”<br />
Daar staan we dan, onnozel, met een rugzak van 20 kilo op de rug tot<br />
ons middel <strong>in</strong> de rivier. De 500 meter die we na deze zware reisdag nog<br />
naar de oever moeten strompelen, zijn er bij deze hitte net iets te veel<br />
aan. Mijn humeur <strong>staat</strong> op onweer. Tot ik plots iets zie <strong>be</strong>wegen <strong>in</strong> het<br />
mangrovebos verderop. Een paar neusapen zijn <strong>in</strong> de rivier aan het<br />
De heldhaftigste aller <strong>Ché</strong>-reporters is ondertussen aangespoeld<br />
op het eiland <strong>Borneo</strong>. Hij wil er zich verdiepen <strong>in</strong> de wereld<br />
van de neusapen, de makaken en de orang-oetans. Onderweg<br />
vraagt hij raad aan een leutige <strong>be</strong>nde koppensnellers.<br />
T e k s T : J e r o e n D e n a e g h e l<br />
F o T o ’ s : C e l i n e V a n C a u w e n b e r g h e<br />
spelen. Met hun lange neus en plomp lijf zien ze er <strong>be</strong>hoorlijk achterlijk<br />
uit. Het verwondert me dan ook niks dat ze die <strong>be</strong>esten hier Orang<br />
Belanda – letterlijk vertaald: Hollanders – noemen. De naam verwijst<br />
naar de eerste Nederlandse kolonisten <strong>in</strong> de 17de eeuw die volgens de<br />
locals als twee druppels water op de neusapen leken.<br />
Er zijn trouwens nog gelijkenissen. Net als onze noorderburen zijn<br />
de neusapen gierig (<strong>voor</strong> een handvol voedsel slaan ze met plezier<br />
een concurrent <strong>in</strong> de prak), gaan ze altijd <strong>in</strong> het oranje gekleed en<br />
kunnen ze geen moment hun snater houden. Wanneer ik door mijn<br />
verrekijker naar een mannetjes<strong>aap</strong> tuur, valt – jawel, hoor – <strong>voor</strong>al zijn<br />
kolossale neus op. Dat fel ontwikkelde reukorgaan zou het resultaat<br />
Met hun lange neus en plomp lijf zien neusapen er <strong>be</strong>hoorlijk achterlijk uit. Ze noemen die<br />
<strong>be</strong>esten hier dan ook Orang Belanda, letterlijk vertaald: Hollanders.<br />
zijn van seksuele selectie. De Dirk Draulans <strong>in</strong> mij weet dat de wijfjes<br />
een <strong>voor</strong>keur heb<strong>be</strong>n <strong>voor</strong> mannetjes met een grote neus. Alleen de<br />
pompoenneuzen mogen met de vrouwtjes paren, de kle<strong>in</strong>tjes moeten<br />
de rest van hun leven maar aan hun pietjes sleuren. Zo geven<br />
enkel de apen met de dikste kokkerd hun genen door en<br />
worden de neuzen van de apen steeds groter.<br />
‘Ik wil de grootste heb<strong>be</strong>n’, zong Raymond van het<br />
Groenewoud al met een knipoog naar Darw<strong>in</strong>, want<br />
naar verluidt is seksuele selectie ook van toepass<strong>in</strong>g<br />
op mensen. Zelf heb ik daar mijn twijfels over. De<br />
meeste mannen verkiezen een <strong>be</strong>auté met een stevige<br />
C-cup en een strakke kont, maar waarom worden we dan nog<br />
steeds omr<strong>in</strong>gd door hangtieten en cellulitisbillen? Als de theorie van<br />
de seksuele selectie klopte, zouden al onze vrouwen er al lang als<br />
Véronique De Kock uitzien. Toch?<br />
De neusapen heb<strong>be</strong>n nog andere eigenaardigheden: zwemvliezen<br />
tussen hun tenen bij<strong>voor</strong><strong>be</strong>eld. Meteen weet u ook waarom de<br />
Hollanders zo veel medailles halen <strong>in</strong> het zwemmen. Maar wie de<br />
nasalis larvatus nog wil zien, zal zich moeten haasten. Het <strong>be</strong>est is met<br />
uitsterven <strong>be</strong>dreigd. Als de houtkap <strong>in</strong> <strong>Borneo</strong> niet stopt, is het b<strong>in</strong>nen<br />
tien jaar afgelopen met de soort.<br />
slaags met een makaak<br />
“Oké, we heb<strong>be</strong>n ze nu wel gezien, zeker?” roept Cel<strong>in</strong>e me toe,<br />
terwijl ze haar fototoestel op<strong>be</strong>rgt. Ze <strong>staat</strong> al 20 m<strong>in</strong>uten tot aan haar<br />
tepeltjes <strong>in</strong> het water en lijkt mijn obsessie <strong>voor</strong> de <strong>aap</strong> maar matig te<br />
appreciëren. En op weg naar onze junglehut wacht ons<br />
nog een tweede verrass<strong>in</strong>g. Vanop een tak staart een<br />
slang ons on<strong>be</strong>weeglijk aan. “Het is de Wagler’s Pit<br />
Viper”, zegt een lokale ranger. “Ze zijn wel gevaarlijk,<br />
maar niet zó gevaarlijk. Hun gif werkt heel traag. Als<br />
ze je bijten, sterf je maar b<strong>in</strong>nen een paar jaar.” Ik moet<br />
even nadenken of dat nu goed of slecht nieuws is, maar<br />
<strong>be</strong>sluit dan maar – gezien het uur van de dag – helemaal<br />
níét na te denken en een paar p<strong>in</strong>ten te gaan dr<strong>in</strong>ken.<br />
“Zo, je hebt een slang gezien?” zegt Pavel, terwijl hij me een<br />
doorschijnend goedje <strong>in</strong>schenkt. Pavel is een Tsjech en brouwt zijn<br />
eigen slivovitsj. “Die adders doen niks. Weet je waar<strong>voor</strong> je moet<br />
opletten? Makaken! Als je niet snel genoeg je eten afgeeft, bijten ze je<br />
v<strong>in</strong>gers af. Eén raad: kijk een makaak nooit recht <strong>in</strong> de ogen, want dan<br />
voelt hij zich <strong>be</strong>dreigd en valt hij aan.”<br />
’s Anderdaags onderv<strong>in</strong>d ik tijdens een korte wandeltocht waartoe<br />
een makaak <strong>in</strong> <strong>staat</strong> is. Tijdens een drankpauze ritst er eentje mijn<br />
rugzak open. Hij is fel geïnteresseerd <strong>in</strong> mijn fototoestel en zit met<br />
zijn kle<strong>in</strong>e poten aan mijn lens te friemelen. In een reflex grijp ik naar<br />
mijn zak en <strong>be</strong>g<strong>in</strong> ik luid naar de <strong>aap</strong> te foeteren. Niet zo slim, want<br />
Wagler’s Pit Viper,<br />
dodelijk b<strong>in</strong>nen de<br />
paar jaar!<br />
op het moment dat mijn ogen die<br />
van de <strong>aap</strong> kruisen, slaat de razernij<br />
<strong>in</strong> zijn kop. Luid sissend toont hij mij zijn<br />
witte tanden. Het lijkt erop dat hij me elk<br />
moment wil versl<strong>in</strong>den. Heel dapper <strong>be</strong>n ik<br />
nooit geweest en ik zet het dan ook snel op een<br />
lopen. Maar de <strong>aap</strong> blijft me achtervolgen. Ik doe<br />
het bijna <strong>in</strong> mijn broek van de schrik. Makaken zijn<br />
niet de dodelijkste <strong>be</strong>esten van de planeet, maar ze<br />
kunnen er wel <strong>voor</strong> zorgen dat je héél laat thuiskomt<br />
<strong>voor</strong> het avondeten. Ik kan pas opgelucht ademhalen<br />
als ik 50 meter verder zie dat het <strong>be</strong>est me niet meer<br />
volgt.<br />
Aan de hut zit Pavel me op te wachten. “Je hebt <strong>be</strong>zoek<br />
gehad”, zegt hij. “Twee makaken heb<strong>be</strong>n het raam van je<br />
kamer geforceerd. Je had ze moeten horen daarb<strong>in</strong>nen, ze<br />
werden bijna zot.” Ik staar verbaasd naar de ruit. De rangers<br />
heb<strong>be</strong>n ons gewaarschuwd dat makaken meesterdieven zijn,<br />
dus <strong>be</strong>g<strong>in</strong> ik als een gek mijn <strong>be</strong>zitt<strong>in</strong>gen te checken. De schade<br />
valt mee. Het enige wat de <strong>aap</strong> heeft meegenomen – en nu gaan<br />
jullie me niet geloven – is een oude <strong>Ché</strong>, meer <strong>be</strong>paald die met de<br />
naakte Barbara Steeman op de cover. Smaak heb<strong>be</strong>n ze wel. En een<br />
orig<strong>in</strong>eler <strong>be</strong>wijs dat we van de <strong>aap</strong> afstammen, is er niet.<br />
Luid sissend toont de<br />
makaak zijn witte tanden.<br />
Ik zet het op een lopen,<br />
maar de <strong>aap</strong> blijft me<br />
achtervolgen. Ik doe<br />
het bijna <strong>in</strong> mijn broek.<br />
Makaken zijn niet de<br />
dodelijkste <strong>be</strong>esten, maar ze<br />
kunnen er wel <strong>voor</strong> zorgen<br />
dat je héél laat thuiskomt<br />
<strong>voor</strong> het avondeten.<br />
106 C H É J A N U A R I 2 0 1 0 C H É J A N U A R I 2 0 1 0 107<br />
t
Een longhouse, onderdak <strong>voor</strong> een hele koppensnellersstam.<br />
Mensenlever? Lekker!<br />
’s Anderdaags nemen we de eerste boot naar Kapit, een stadje <strong>in</strong> het<br />
hart van Maleisisch <strong>Borneo</strong>. Daar wil ik de <strong>be</strong>ruchte koppensnellers<br />
ontmoeten. Vrees niet, alle stammen heb<strong>be</strong>n het koppensnellen al<br />
een tijdje afgezworen. Althans, dat <strong>be</strong>weren ze. Maar als het tegenzit,<br />
durven ze <strong>in</strong> hun oude gewoontes te hervallen.<br />
In de jaren ’70 vond de Indonesische president Soeharto dat er te veel<br />
volk op het Javaanse eiland Madura woonde. Om de <strong>be</strong>volk<strong>in</strong>gsdruk<br />
daar te ontlasten stuurde hij duizenden Madurezen de <strong>Borneo</strong>se jungle<br />
<strong>in</strong>. Dat daar de Dajaks woonden – een verzamelnaam <strong>voor</strong> alle <strong>in</strong>landse<br />
stammen <strong>in</strong> <strong>Borneo</strong> – was geen probleem; de Madurezen zouden<br />
zich wel <strong>in</strong>tegreren. En dat ge<strong>be</strong>urde ook. De Madurezen kregen<br />
overheidssteun om huizen te bouwen en pikten naast de gronden ook<br />
de ar<strong>be</strong>idspostjes van de Dajaks <strong>in</strong>. Dat het niet echt klikte tussen<br />
de twee <strong>be</strong>volk<strong>in</strong>gsgroepen is een understatement. De animistische<br />
Dajaks die onder andere bomen en vogels verafgoden, werden door<br />
de islamitische Madurezen als een <strong>be</strong>nde wilden aanzien, terwijl de<br />
Dajaks dan weer vonden dat de Madurezen gronddieven en afpersers<br />
waren. Het conflict bleef sluimeren tot de Dajaks er <strong>in</strong> 1999 genoeg<br />
van hadden. Ze haalden hun traditionele zwaarden nog eens boven<br />
en maakten jacht op de duizenden Madurezen die zich <strong>voor</strong>al <strong>in</strong> het<br />
westen van <strong>Borneo</strong> gevestigd hadden. Al snel bleek dat de Dajaks het<br />
koppensnellen nog niet waren verleerd. Zoals <strong>in</strong> de goede oude tijd<br />
lieten ze de vijand geen schijn van een kans. Ze stormden <strong>in</strong> groep<br />
een huis b<strong>in</strong>nen, hakten vliegensvlug het hoofd van een Madurees<br />
eraf, sneden zijn lever uit zijn lijf en vraten hem meteen op. Daarna<br />
verkrachtten ze de aanwezige vrouwen, staken de <strong>in</strong>boedel <strong>in</strong> de fik en<br />
namen het hoofd mee als trofee.<br />
In Kapit toont de bibliothecaris een oude krant. Op een foto zie ik<br />
een afgehakte kop van een Madurees op een olievat. Zijn gezicht is<br />
uitdrukk<strong>in</strong>gsloos en <strong>in</strong> één van de neusgaten smeult een sigaret. Ik<br />
heb plots niet meer zoveel z<strong>in</strong> om de Dajaks te <strong>be</strong>zoeken, maar de<br />
bibliothecaris stelt me gerust. “Dat was een accident de parcours. We<br />
zijn een vredelievend volk. Breng eens een <strong>be</strong>zoek aan een Iban-stam,<br />
je zal versteld staan van hun gastvrijheid.”<br />
neushoornlul<br />
De volgende dag trekken we met een gids verder de rivier op. Na een<br />
tijdje zie ik een reusachtige houten paalwon<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het bos. Het is een<br />
longhouse waar<strong>in</strong> een volledige stam van Iban samenleeft. We voelen<br />
ons <strong>in</strong>derdaad heel welkom. Misschien zit de 100 euro die we <strong>voor</strong> dit<br />
<strong>be</strong>zoek <strong>be</strong>taald heb<strong>be</strong>n daar ook wel <strong>voor</strong> iets tussen.<br />
In de <strong>voor</strong>galerij van hun huis moet ik even slikken: aan het dakgeb<strong>in</strong>te<br />
hangen vijftig zwartgeblakerde doodshoofden. “Deze hier is van een<br />
blanke”, zegt Joshua, onze gids. Hij houdt de schedel <strong>voor</strong> mijn neus<br />
Kopje erbij houden, Jeroen!<br />
Als je een kop had gesneld, mocht<br />
je met alle vrouwen van de stam<br />
neuken. Als je maar je ‘ampallang’<br />
aanbracht, een horizontale<br />
eikelpierc<strong>in</strong>g. Een <strong>voor</strong>waarde die de<br />
meeste Iban-vrouwen sowieso stellen.<br />
en ik krijg prompt last van jeuk <strong>in</strong> mijn nek. Ze mochten dan wel een<br />
verschrikkelijke reputatie heb<strong>be</strong>n, zelf waren de Iban zich van geen<br />
kwaad <strong>be</strong>wust. Het koppensnellen was immers onlosmakelijk met hun<br />
geloof verbonden. Een gesnelde kop was het ultieme geschenk om de<br />
goden gunstig te stemmen.<br />
Volgens de legende geraakte de oorlogsgod van de Iban moeilijk aan<br />
een lief. Hij zag wel een vrouwtje zitten, maar die viel niet <strong>voor</strong> zijn<br />
charmes. Zelfs toen hij op jacht een hert <strong>voor</strong> haar schoot, bleef ze de<br />
boot afhouden. Ook een verse orang-oetan kon haar niet vermurwen.<br />
Pas toen de god met een gesnelde mensenkop thuiskwam, mocht hij<br />
aan haar tietjes zitten.<br />
De Iban namen die verhaaltjes nogal serieus. Zo kon een man pas een<br />
goede huwelijkskandidaat zijn als er een gesnelde kop op zijn cv stond.<br />
En er waren wel meer <strong>be</strong>langrijke momenten <strong>in</strong> een mensenleven die<br />
een kop verdienden: een sterfgeval of een geboorte, of het uitbreken<br />
van een epidemie. Ook bij een verhuis of het b<strong>in</strong>nenhalen van de oogst,<br />
moesten de Iban snellen, net als bij het verschijnen van de volle maan,<br />
het aanbreken van de lente of het zien van een wilde <strong>be</strong>er. Er waren<br />
dus wel een aantal koppen nodig om het jaar door te komen. Maar wie<br />
er één had veroverd, werd bij zijn thuiskomst <strong>in</strong> de watten gelegd. Hij<br />
mocht zich <strong>be</strong>zatten met rijstwijn en kreeg daarna de toelat<strong>in</strong>g om met<br />
elke vrouw van de stam te neuken. Er was maar één <strong>voor</strong>waarde: hij<br />
moest de ampallang aanbrengen, een horizontale eikelpierc<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />
vorm van een houten staafje met twee verdikte uite<strong>in</strong>den.<br />
De vorm van de ampallang verwees naar de penis van de neushoorn, het<br />
enige zoogdier ter wereld dat er twee uur over doet <strong>voor</strong> het klaarkomt.<br />
Bij de meeste Iban-vrouwen is het dragen van de ampallang zelfs een<br />
vereiste om met haar te mógen poepen.<br />
De reden moeten we opnieuw <strong>in</strong> één van hun mythes zoeken. Een<br />
god<strong>in</strong> was niet tevreden over de grootte van haar mans leuter. Toen<br />
hij er weer niks van bakte, rolde ze een rijstblad op en stak dat <strong>in</strong> haar<br />
vag<strong>in</strong>a. “Hier krijg ik misschien wél een orgasme van”, <strong>be</strong>ledigde ze<br />
manlief tot op het bot, waarop hij verontwaardigd het bos <strong>in</strong>liep en een<br />
tak door zijn eikel ramde.<br />
“Deze is van een blanke.” Ik krijg prompt jeuk <strong>in</strong> mijn nek.<br />
Doe de doodskoppendans<br />
Net wanneer ik een foto van de doodshoofden wil nemen, komt een<br />
Iban naar me toe. Op zijn strottenhoofd <strong>staat</strong> een grote zwarte tatoeage.<br />
Die kwam er na een waanz<strong>in</strong>nig pijnlijke <strong>in</strong>greep die enkel <strong>voor</strong> de<br />
moedigste krijgers was weggelegd. Alle lichaamsversier<strong>in</strong>gen van<br />
de Iban verwijzen naar hun daden: zo mochten enkel zij die een kop<br />
gesneld hadden hun handen laten tatoeëren. De klauwen van de man<br />
<strong>voor</strong> me staan vol en ik voel mijn hart dan ook sneller kloppen. Al laat<br />
hij niet meteen zijn ei pellen. “Nee, ik <strong>be</strong>n geen headhunter. De koppen<br />
die je hier ziet, zijn meer dan 100 jaar oud. Zelfs mijn grootvader was<br />
geen koppensneller meer. Na de komst van James Brooke zijn we<br />
ermee gestopt.”<br />
Hoe een jonge Britse officier er<strong>in</strong> slaagde om een <strong>be</strong>nde wilden te<br />
<strong>be</strong>keren, mag u gerust een historisch mirakel noemen. Rond 1840<br />
was het grootste deel van <strong>Borneo</strong> <strong>in</strong> handen van de sultan van Brunei.<br />
Maar het land was <strong>in</strong> chaos. Verscheidene Dajak-stammen waren op<br />
koppenjacht en vernielden elkaars huizen en oogst<strong>voor</strong>raden. De sultan<br />
kreeg de boel niet onder controle en vroeg aan de jonge Engelsman om<br />
een handje toe te steken. Zijn opdracht leek quasi onmogelijk, maar<br />
Brooke pakte het slim aan. Hij versperde de rivieren en hield zo de<br />
rivaliserende stammen uit elkaar.<br />
De eerste <strong>in</strong>ternationale vredesmacht was een feit, maar Brooke was<br />
ook een tweede maal zijn tijd ver <strong>voor</strong>uit. Hij knoopte diplomatieke<br />
gesprekken aan met de verschillende stamhoofden. Wat generaties<br />
Belgische politici niet lukte, kreeg Brooke <strong>in</strong> <strong>Borneo</strong> wel <strong>voor</strong> mekaar.<br />
Hij werkte de communautaire geschillen weg en werd de held van de<br />
natie. Het respect <strong>voor</strong> de man was zo groot dat de koppensnellers hun<br />
animistische geloof afzweerden en zich massaal tot het christendom<br />
<strong>be</strong>keerden.<br />
Dat de koppen aan het plafond meer dan honderd jaar zijn, zou dus<br />
kunnen kloppen. “Maar hoe komt het dat ze zo zwart zijn?” vraag ik aan<br />
Joshua. “Ze zijn gerookt,” zegt de gids. “Als de Iban met een gesnelde<br />
kop thuiskwamen, deden hun vrouwen eerst een vreugdedansje met<br />
de kop en namen dan een fileermesje om de tong af te snijden. Daarna<br />
g<strong>in</strong>g het haar eraf en boorden ze een gat <strong>in</strong> de schedel om de hersenen<br />
te verwijderen. Ten slotte h<strong>in</strong>gen ze het hoofd boven een vuur, om de<br />
ziel van de overledene te vriend te houden. Want na zijn dood werd<br />
de kop van de vijand een deel van de eigen familie. Een gesnelde<br />
kop mocht nooit worden verwaarloosd. Er moest altijd een vuur onder<br />
branden, hij mocht niet nat worden. Ze gaven hem zelfs eten en dr<strong>in</strong>ken<br />
en spraken tegen hem. Bij familiefeesten zetelde de kop aan het hoofd<br />
van de tafel.”<br />
Onder de koppen liggen pluimen van de neushoornvogel, een soort<br />
toekan die de Iban als oorlogsgod vereerden. De krijgers droegen zijn<br />
veren om hen tegen de vijand te <strong>be</strong>schermen en raadpleegden hem <strong>voor</strong><br />
James Brooke, de jonge Britse officier die de koppensnellers<br />
van hun hobby afhielp. Rechts: een neushoornvogel.<br />
Een gesnelde kop mocht nooit<br />
worden verwaarloosd. Ze gaven<br />
hem zelfs eten en dr<strong>in</strong>ken en<br />
spraken tegen hem. Bij<br />
familiefeesten zetelde de kop<br />
aan het hoofd van de tafel.<br />
ze ten strijde trokken. Als ze de roep van de vogel niet hoorden, waren<br />
de <strong>voor</strong>tekenen slecht en bleven ze thuis. Tegenwoordig verdwijnt<br />
de neushoornvogel meer dan de overheid lief is <strong>in</strong> de kookpotten van<br />
de Iban-vrouwen. En de snavel, die uit zuiver i<strong>voor</strong> <strong>be</strong><strong>staat</strong>, levert<br />
ook een aardige duit op. Het dier is met uitsterven <strong>be</strong>dreigd en dus<br />
heeft de Maleisische reger<strong>in</strong>g maatregelen genomen: wie nog een<br />
neushoornvogel durft te schieten, vliegt <strong>voor</strong> twee jaar de bak <strong>in</strong>.<br />
De man uit het woud<br />
In <strong>Borneo</strong> hangen de vreemde wildlife-posters overal. Naast een<br />
mooie foto en een <strong>be</strong>schrijv<strong>in</strong>g van elk dier, vertellen ze wat er met<br />
je ge<strong>be</strong>urt als ze toevallig één van de <strong>be</strong>esten <strong>in</strong> je valies v<strong>in</strong>den. De<br />
tarieven lopen uiteen: wie een makaak ontvoert, is er vanaf met een<br />
boete van 100 dollar, een ijsvogel mismeesteren <strong>staat</strong> gelijk met 500<br />
dollar en een neus<strong>aap</strong> komt je op twee jaar gevangenis te staan. Voor<br />
een tweehonderdtal <strong>be</strong>schermde soorten zijn celstraffen <strong>voor</strong>zien. Dat<br />
is <strong>be</strong>st <strong>be</strong>angstigend: je zal maar onverhoeds op een zeldzame pad<br />
trappen. Voor je het weet zit je tussen de seriemoordenaars.<br />
‘Het doden of verwonden van de <strong>Borneo</strong>se boomkikker wordt <strong>be</strong>straft<br />
met een gevangenisstraf van 3 jaar en een boete van 2.000 dollar’, lees<br />
ik op een affiche. Het is de op één na zwaarste straf. Wie <strong>in</strong> de krant wil<br />
komen, schiet <strong>be</strong>st een orang-oetan af. Dan komt het leger je halen en<br />
sturen ze je levenslang de uraniummijnen <strong>in</strong>.<br />
Ik weet dat ze hier niet al te kieskeurig zijn <strong>in</strong> hun voedsel, dus vraag<br />
ik aan de Iban-man of hij al ooit orang-oetan gegeten heeft. Hij schudt<br />
heftig van nee. “De man uit het woud is één van ons, die mogen we niet<br />
opeten”, zegt hij. Joshua <strong>be</strong>vestigt: “De Iban <strong>be</strong>schouwen de orangoetans<br />
als hun <strong>voor</strong>vaderen. Ze <strong>be</strong>weren dat de <strong>aap</strong> eigenlijk kan<br />
praten, maar zwijgt omdat hij anders zou moeten werken.”<br />
Slim, maar dat de orang-oetan geen uil is, weet ik al een tijd. De<br />
<strong>in</strong>telligentie van deze mens<strong>aap</strong> zou evenredig zijn met die van een<br />
zesjarig k<strong>in</strong>d. De enige <strong>in</strong> het wild resterende orang-oetans – een<br />
tienduizendtal – leven hier <strong>in</strong> <strong>Borneo</strong>. Ik wil er graag één zien. En de<br />
grootste kans heb ik <strong>in</strong> het Sepilok-reservaat. Daar zouden ze zich<br />
volgens Joshua makkelijk laten spotten.<br />
108 C H É J A N U A R I 2 0 1 0 C H É J A N U A R I 2 0 1 0 109<br />
t
Oog <strong>in</strong> oog(kas) met een 40.000 jaar oude homo sapiens.<br />
Tom Harrisson lokte tijdens WO II met<br />
zijn guerrillaleger 1.500 Jappen <strong>in</strong><br />
de val. Zo liet hij de Kebalit-vrouwen<br />
zich naakt <strong>in</strong> de rivier wassen. Maar<br />
nog <strong>voor</strong> de Jappen <strong>in</strong> het water hun<br />
broek hadden kunnen uittrekken,<br />
stak er al een speer door hun lever.<br />
Dood aan de Jappen<br />
Het Sepilok Orang-Utan Rehabilitation Centre werd <strong>in</strong> 1963 opgericht<br />
door Tom Harrisson en zijn vrouw Barbara. Het Britse koppel kon het<br />
niet langer aanzien dat de mensen orang-oetans als huisdieren hielden.<br />
Ze kochten de apen op om ze opnieuw <strong>in</strong> de wildernis te <strong>in</strong>tegreren.<br />
Tom Harrisson was een speciaal geval. Hij comb<strong>in</strong>eerde probleemloos<br />
de jobs van antropoloog, ornitholoog, archeoloog, journalist, filmmaker,<br />
schrijver, militair, museumconservator en poolreiziger. Daarnaast was<br />
hij ook nog een kenner van erotische kunst én een fulltime alcoholicus.<br />
In zijn vrije tijd vogelde hij alles wat een rok droeg. Wie denkt dat<br />
het een kerel van twaalf stielen en dertien ongelukken was, moet ik<br />
ontgoochelen. Hij won de Gouden Palm op het Filmfestival van Cannes,<br />
schreef als eerste een boek over vogelobservatietechnieken en heeft<br />
<strong>in</strong> <strong>Borneo</strong> de <strong>be</strong>langrijkste archeologische vondst uit de geschiedenis<br />
op zijn naam staan: <strong>in</strong> een grot bij Niah vond hij de schedel van een<br />
40.000 jaar oude homo sapiens, tot nu toe de oudste mens van Zuidoost-<br />
Azië. Toch was hij zonder diploma uit Cambridge weggelopen, <strong>in</strong> zijn<br />
sandalen en met rood gelakte teennagels.<br />
Harrisson trok de wereld rond en settelde zich bij de Kelabit, een<br />
etnische stam diep <strong>in</strong> de jungle van <strong>Borneo</strong>. Hij werd verliefd op het volk<br />
– <strong>voor</strong>al op de vrouwen – en liet zich een tatoeage en een penispierc<strong>in</strong>g<br />
zetten. Zijn strafste kunstje flikte hij tijdens de Tweede Wereldoorlog.<br />
De Britten waren <strong>Borneo</strong> verloren aan de Japanners en planden e<strong>in</strong>d<br />
1944 een tegenoffensief. Omdat ze niet vertrouwd waren met de jungle,<br />
durfden ze echter niet <strong>in</strong> <strong>Borneo</strong> te landen. Tot Harrisson <strong>voor</strong>stelde om<br />
op verkenn<strong>in</strong>gstocht te gaan. Met zeven soldaten – het clubje noemde<br />
zich Z-Force – liet hij zich bij zijn Kelabit-vrienden droppen. Daar<br />
verzamelde hij snel een guerrillaleger en nog <strong>voor</strong> de maand om was<br />
hadden Harrisson en co 1.500 Japanse koppen gesneld. Majoor Tom<br />
g<strong>in</strong>g daarbij nogal creatief te werk. Hij wist dat de Japanse soldaten<br />
bronstig liepen en vroeg de Kelabit-vrouwen om zich naakt <strong>in</strong> de rivier<br />
te wassen. Zo lokten ze de Jappen het water <strong>in</strong>. Nog <strong>voor</strong> ze hun broek<br />
De Deer Cave, niet alleen de grootste, maar ook de diepste, de<br />
koudste én de gevaarlijkste grot ter wereld.<br />
hadden kunnen uittrekken, stak er al een speer door hun lever.<br />
Harrisson effende <strong>in</strong> <strong>Borneo</strong> het pad <strong>voor</strong> de geallieerden, maar toch<br />
kreeg hij nooit de erkenn<strong>in</strong>g die hij verdiende. Zijn moeilijk karakter<br />
had daar alles mee te maken. The most offend<strong>in</strong>g soul alive (de meest<br />
<strong>be</strong>ledigende mens ter wereld) was dan ook de veelzeggende titel van<br />
zijn biografie. De man die van niks schrik had, stierf op zijn 65ste <strong>in</strong> een<br />
onnozel auto-ongeval.<br />
vleermuis iemand?<br />
De confrontatie met Harrissons park is echter een afknapper. De ‘<strong>in</strong> het<br />
wild’ levende mensapen zijn een paar tamme orang-oetans die elke<br />
morgen om bananen komen <strong>be</strong>delen. Voor 10 dollar mag je tussen<br />
honderden hysterische Japanners 30 seconden foto’s schieten en krijg<br />
je een T-shirt met een orang-oetan. Jeuj!<br />
Ik wil de échte <strong>be</strong>esten zien. In Gunung Mulu bij<strong>voor</strong><strong>be</strong>eld, een nationaal<br />
park dat ook op de lijst van werelderfgoederen van Unesco <strong>staat</strong>. Maar<br />
onze aankomst <strong>in</strong> het park zorgt al meteen <strong>voor</strong> animo. Voor het eerst<br />
tijdens onze trip <strong>be</strong>landen Cel<strong>in</strong>e en ik <strong>in</strong> een gemeenschappelijke<br />
sl<strong>aap</strong>zaal. De erotische escapades van rondreizende backpackers<br />
krijgen we er gratis bij. Het licht is nog maar net uit wanneer een<br />
Française zich laat <strong>be</strong>spr<strong>in</strong>gen door een hitsige Griek. Zij kreunt de hele<br />
sl<strong>aap</strong>zaal bijeen, maar Zorba heeft zijn dagje niet. “Déjà f<strong>in</strong>i?!” kl<strong>in</strong>kt<br />
het na amper 20 seconden, gevolgd door een veelzeggende zucht.<br />
M<strong>in</strong>der lollig wordt het wanneer ’s anderendaags Sam ons komt<br />
vervoegen. De Amerikaan kan geen moment zijn snater houden en<br />
heeft een voedselobsessie. Als hij niet aan het vreten is, vertelt hij <strong>in</strong><br />
geuren en kleuren over zijn recentste restaurant<strong>be</strong>zoeken. Tijdens<br />
een ochtendwandel<strong>in</strong>g willen we <strong>in</strong> alle stilte een neushoornvogel<br />
spotten, maar dat is zonder Sam gerekend. “In Kuala Lumpur heb<strong>be</strong>n<br />
ze heel lekkere mie goreng”, kakelt hij luid <strong>in</strong> het muisstille bos.<br />
“En <strong>in</strong> Bali moet je zeker de spicy <strong>be</strong>ef pro<strong>be</strong>ren.” Een paar vogels<br />
vliegen opgeschrikt weg, maar het viswijf weet van geen ophouden.<br />
“Voor lekkere fried noodles moet je bij Kittie’s <strong>in</strong> Jakarta zijn”, gaat hij<br />
verder. Ik pro<strong>be</strong>er hem te negeren door mijn verrekijker aan mijn ogen<br />
te zetten, maar de idioot <strong>staat</strong> al aan mijn oor te tetteren. “In Bombay<br />
moet je zeker de tandoori chicken pro<strong>be</strong>ren... (Hij wordt onderbroken<br />
door de gids die <strong>in</strong> het kru<strong>in</strong>endak een neushoornvogel meent te zien)<br />
...al kan die niet tippen aan de nasi goreng <strong>in</strong> Kota K<strong>in</strong>abalu.” Nog <strong>voor</strong><br />
ik de vogel <strong>in</strong> mijn telelens kan spotten, heeft het geratel van Sam hem<br />
weggejaagd. Ik kijk hem woedend aan, maar de hufter is niet van het<br />
<strong>be</strong>grijpende type. Een uur lang kwettert hij lustig door, tot hij me plots<br />
persoonlijk aanspreekt. “Zeg Jeroen, hoe komt het dat we hier geen<br />
vogels zien?”<br />
Cel<strong>in</strong>e weet nog net een moord te <strong>voor</strong>komen. Ze sleurt me mee naar<br />
de Deer Cave. Volgens Henry, onze plaatselijke gids, de grootste<br />
grot ter wereld. Het is me al opgevallen dat ze hier nogal van records<br />
Met z’n vijftig op een bankje <strong>voor</strong> de<br />
fenomenale ‘fly of the bats’.<br />
In de sl<strong>aap</strong>zaal is het licht nog maar<br />
net uit wanneer een Française zich<br />
laat <strong>be</strong>spr<strong>in</strong>gen door een hitsige<br />
Griek. Zij kreunt de hele sl<strong>aap</strong>zaal<br />
bijeen, maar Zorba heeft zijn dagje<br />
niet. “Déjà f<strong>in</strong>i?!” zucht ze al na amper<br />
20 seconden.<br />
houden. Want volgens Henry is de Deer Cave niet alleen de grootste,<br />
maar ook de diepste én de koudste grot te wereld, en eigenlijk ook de<br />
gevaarlijkste – al wil hij dat niet luidop gezegd heb<strong>be</strong>n. Ze heb<strong>be</strong>n<br />
hier ook vleermuizen die het snelst vliegen, het meest eten en met<br />
een jaarlijkse productie van 8 kilo per vierkante meter ook de grootste<br />
schijters van deze aardbol zijn.<br />
“Als het goed weer blijft, zullen jullie straks getuige zijn van hét<br />
spectaculairste natuurfenomeen ter wereld: the fly of the bats”, zegt<br />
Henry fier. “Anderhalf miljoen vleermuizen vliegen dan de grot uit op<br />
zoek naar muggen en vliegen. In één nacht eten ze 7 ton <strong>in</strong>secten: dat<br />
is een wereldrecord!”<br />
Op een bankje zitten we tussen vijftig toeristen naar de <strong>in</strong>gang van de<br />
grot te staren. Sommigen schuiven zenuwachtig achter de telelens van<br />
hun fototoestel, anderen heb<strong>be</strong>n hun camera al aangezet om niks van<br />
het spektakel te moeten missen. The fly of the bats wordt een spektakel<br />
om nooit meer te vergeten.<br />
Na twee uur gespannen wachten zien we welgeteld één zielige<br />
vleermuis de grot uitvliegen.<br />
Merci al Gore! not!<br />
Het was de druppel die ik nodig had om Gunung Mulu def<strong>in</strong>itief<br />
vaarwel te zeggen. Elders en <strong>be</strong>ter. Drie dagen later varen we <strong>in</strong> een<br />
bootje op de K<strong>in</strong>abantang-rivier. De tijd <strong>be</strong>g<strong>in</strong>t te dr<strong>in</strong>gen en ik haal de<br />
grove middelen boven. “Je krijgt 10 dollar als we een orang-oetan of<br />
een neushoornvogel zien”, zeg ik tegen Eloy, onze stuurman. “Het zou<br />
kunnen, maar dan moeten jullie geluk heb<strong>be</strong>n”, zegt hij <strong>be</strong>deesd. Eloy<br />
is al enkele jaren gids en heeft zijn eigen methodes om de toeristen op<br />
te vrijen.<br />
“Where are you from?” vraagt hij.<br />
“Belgium”, zeg ik.<br />
“Wauw, Belgium, <strong>be</strong>autiful”, fluit hij. De meeste locals laten het hierbij,<br />
maar Eloy is net dat tikkeltje meer geïnteresseerd. “Where <strong>in</strong> Belgium?”<br />
Eloy: “S<strong>in</strong>ds het woud hier gekapt is <strong>voor</strong> biodiesel, is het veel<br />
makkelijker om neushoornvogels en orang-oetans te spotten!”<br />
vraagt hij met toegeknepen oogjes.<br />
“Gent”, zeg ik.<br />
Er volgt een licht gekreun: “Ah Ghent… Very <strong>be</strong>autiful…”<br />
Ik kijk hem stomverbaasd aan. Zit hier de eerste Dajak die ooit Het Lam<br />
Gods zag? Zou hij ooit waterzooi heb<strong>be</strong>n gegeten op de Graslei? “Do<br />
you know Ghent?” vraag ik opgewonden.<br />
30 seconden mijmert Eloy over het water en zegt dan doodleuk ‘No’.<br />
Maar de stuurman heeft nog meer verrass<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> petto. Zo is hij<br />
naar eigen zeggen een rechtstreekse afstammel<strong>in</strong>g van Monsopiad,<br />
de grootste headhunter uit de geschiedenis. Monsopiad snelde <strong>in</strong> zijn<br />
leven 42 koppen, maar het hadden er een pak meer kunnen zijn als zijn<br />
vijanden niet allemaal <strong>voor</strong> hem waren gaan lopen. Monsopiad was<br />
zo verknocht aan zijn hobby dat hij dan maar zijn eigen stamgenoten<br />
<strong>be</strong>gon te onthoofden. Toen hij de helft van zijn eigen dorpsgenoten had<br />
koudgemaakt, werd hij op zijn <strong>be</strong>urt <strong>in</strong> zijn sl<strong>aap</strong> vermoord door twee<br />
onderdanen. Toch blijven ze hem als een held vereren. “Hij kon er niet<br />
aan doen, hij was verslaafd aan het koppensnellen”, zegt Eloy ernstig.<br />
Een tiental jaar geleden jaagde Eloy nog met zijn blaaspijp <strong>in</strong> de jungle,<br />
maar zijn baantje als natuurgids op de K<strong>in</strong>abantang v<strong>in</strong>dt hij veel<br />
prettiger. “Vroeger moest ik de apen en neushoornvogels opeten om te<br />
overleven, nu verdien ik geld met ernaar te kijken.” Plots wijst hij naar<br />
een boom. “Kijk, een neushoornvogel!” zegt hij. Het <strong>be</strong>est zit op een tak<br />
een <strong>be</strong>sje te eten en laat zich enkele seconden gewillig fotograferen. Ik<br />
<strong>be</strong>n <strong>in</strong> de wolken en stop hem meteen zijn <strong>be</strong>loofde 10 dollar toe.<br />
Eloy lacht. “Weet je, het is hier helemaal niet zo moeilijk om een<br />
neushoornvogel te zien. Vroeger zaten de <strong>be</strong>esten diep <strong>in</strong> de jungle en<br />
zag je ze bijna nooit. Tot Al Gore op televisie vertelde dat biodiesel de<br />
brandstof van de toekomst zou zijn. Een <strong>be</strong>etje later stond alles hier vol<br />
oliepalmplantages. Het regenwoud heb<strong>be</strong>n ze bijna volledig weggekapt,<br />
alleen de bomen langs de K<strong>in</strong>abantang lieten ze staan. Dat was gek<br />
genoeg een goede zaak <strong>voor</strong> het toerisme; de dieren zijn nu verplicht<br />
om dichter bij de rivier te leven en zijn dus veel zichtbaarder.”<br />
Het is alsof ik een vlaai <strong>in</strong> mijn gezicht krijg. Ze denken ons een<br />
plezier te doen door het regenwoud weg te kappen. Terwijl we verder<br />
de K<strong>in</strong>abantang afvaren, zie ik hier en daar tot mijn ontzett<strong>in</strong>g dat<br />
Eloy gelijk heeft. De natuurlijke vegetatie is maar enkele bomen dik,<br />
daarachter liggen honderden hectaren kaalgekapt bos die afgewisseld<br />
worden met piepjonge oliepalmplantages.<br />
“Kijk Jeroen, een orang-oetan!” roept Eloy plots. Inderdaad, een<br />
moeder en haar jong spelen samen <strong>in</strong> een boom. “Zo mooi! Neem een<br />
foto!” roept hij enthousiast. Veel z<strong>in</strong> heb ik er niet meer <strong>in</strong>, maar ik<br />
wil Eloy niet ontgoochelen. Ik neem de camera, trek het plaatje en<br />
buig diep <strong>be</strong>schaamd mijn hoofd. Nu nog hopen dat de groene bijnapresident<br />
dit op een dag ook eens doet.<br />
M e e r i n f o : w w w . o p z o e k n a a r h e T b e e s T . b e<br />
110 C H É J A N U A R I 2 0 1 0 C H É J A N U A R I 2 0 1 0 111