12.09.2013 Views

De orthopedagoog als ontwerper

De orthopedagoog als ontwerper

De orthopedagoog als ontwerper

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.


<br />


<br />


<br />


<br />


<br />


<br />


<br />


<br />


<br />


<br />


<br />


<br />

Groepspaper
Orthopedagogische
Synthese:
<br />


<br />

Pedagogische
Wetenschappen
<br />

Orthopedagogiek
<br />

Academiejaar
2012‐2013
<br />

<strong>De</strong>
<strong>orthopedagoog</strong>
<strong>als</strong>
<strong>ontwerper</strong>
<br />

Pletinckx
Florentien
 
 
 00806453
<br />

Van
Breda
Lien
 
 
 
 00804352
<br />

Van
Trigt
Matthijs
 
 
 00806734
<br />

Verkuijl
Suzanne
 
 
 00801118
<br />

Begeleider:
Katrien
<strong>De</strong>
Munck




<br />

INHOUDSTAFEL
<br />


<br />

INHOUDSTAFEL ....................................................................................................................................... 2
<br />

INLEIDING ............................................................................................................................................... 3
<br />

2
<br />


<br />

<strong>De</strong>
weg
naar
het
onderwerp… ............................................................................................................ 3
<br />

Het
doorlopen
proces ......................................................................................................................... 4
<br />

Inhoud
van
de
paper........................................................................................................................... 5
<br />

WAT
ORTHOPEDAGOGIEK
VOOR
ONS
BETEKENT................................................................................... 6
<br />

Openingen
binnen
de
orthopedagogiek ............................................................................................. 6
<br />

Luisteren
naar
de
stem ....................................................................................................................... 7
<br />

Empowerment .................................................................................................................................... 8
<br />

Zoeken
naar
mogelijkheden ............................................................................................................. 10
<br />

Besluit ............................................................................................................................................... 10
<br />

PLANMATIG
HANDELEN
IN
DE
ORTHOPEDAGOGIEK
EN
IN
HET
INDUSTRIEEL
PRODUCT
ONTWERPEN<br />

.............................................................................................................................................................. 12
<br />

Planmatig
handelen
in
het
Industrieel
Product
Ontwerpen............................................................. 12
<br />

Planmatig
handelen
in
de
orthopedagogiek..................................................................................... 12
<br />

Een
eerste
vergelijking...................................................................................................................... 13
<br />

MEERWAARDE
DESIGN‐KADER
VOOR
ORTHOPEDAGOGIEK ................................................................ 13
<br />

ORTHOPEDAGOGISCH
HANDELEN
IN
HET
BUITENLAND ...................................................................... 22
<br />

Dialogisch
handelen.......................................................................................................................... 22
<br />

Ontwikkeling
en
transitie.................................................................................................................. 23
<br />

Zoeken
naar
mierensporen............................................................................................................... 24
<br />

BESLUIT ................................................................................................................................................. 25
<br />

BRONNEN.............................................................................................................................................. 26
<br />



<br />

INLEIDING
<br />


<br />

<strong>De</strong>
weg
naar
het
onderwerp…
<br />


<br />

Ieder
 van
 ons
 kwam
 op
 zijn
 weg
 doorheen
 de
 opleiding
 in
 contact
 met
 design
 en
 kreeg
 zo
 de
<br />

mogelijkheid
om
met
ontwerpen
aan
de
slag
te
gaan
binnen
de
orthopedagogiek.
Elk
op
onze
eigen
<br />

manier
deden
we
hierin
ervaring
op.

<br />

Florentien
raakte
geïnspireerd
door
het
gastcollege
van
Lieven
<strong>De</strong>
Couvreur
en
Oliver
de
Wolf
over
<br />

de
projecten
<strong>De</strong>sign
for
Impact
en
<strong>De</strong>sign
for
Everyone
van
het
Industrial
<strong>De</strong>sign
Centre.
Samen
met
<br />

Katrien
 <strong>De</strong>
 Munck
 zocht
 Florentien
 naar
 mogelijkheden
 om
 orthopedagogische
 stages
 binnen
 het
<br />

project
<strong>De</strong>sign
for
Impact
te
organiseren.
Ze
dachten
na
over
de
mogelijkheid
om
alle
studenten
die
<br />

in
het
buitenland
een
stage
lopen,
te
stimuleren
om
een
concrete
ontwerpvraag
te
formuleren.
Voor
<br />

deze
 ontwerpvragen
 zou
 het
 Industrial
 <strong>De</strong>sign
 Centre
 aan
 de
 slag
 producten
 kunnen
 ontwikkelen.
<br />

Hiertoe
werd
een
website
(www.orhtopedagogues‐abroad.com)
ontwikkeld
waar
de
studenten
om
<br />

de
twee
weken
een
verslag
postten
en
zo
evolueerden
tot
het
formuleren
van
een
ontwerpvraag.
<br />

Zelf
trachtte
Florentien
op
haar
stageplaats
in
Cradock,
Zuid‐Afrika
producten
te
ontwerpen
die
een
<br />

boost
zouden
kunnen
geven
aan
de
voorziening.
Dit
deed
zij
volgens
het
INNOWIZ‐stappenplan
en
<br />

via
 co‐creatie,
 namelijk
 in
 samenwerking
 met
 alle
 betrokkenen.
 Door
 in
 een
 ontwikkelingscontext
<br />

deze
manier
van
werken
uit
te
proberen
en
te
reflecteren
over
deze
andere
manier
van
handelen,
<br />

ondervond
ze
in
levende
lijve
welke
elementen
van
INNOWIZ‐stappenplan
een
meerwaarde
zouden
<br />

kunnen
vormen
voor
het
planmatig
handelen
in
de
orthopedagogiek.
Florentien
was
positief
verrast
<br />

over
de
reacties
van
alle
betrokkenen
omtrent
de
werkwijze
in
het
project.
<strong>De</strong>
betrokkenen
voelden
<br />

zich
uitgedaagd
om
eens
op
een
andere
manier
na
te
denken
en
aan
de
slag
te
gaan
en
voelden
zich
<br />

allen
 betrokken
 in
 het
 proces.
 Florentien
 heeft
 het
 gevoel
 dat
 zij
 samen
 met
 deze
 mensen
 iets
<br />

verwezenlijkt
heeft
dat
duurzaam
is
en
tegemoet
kwam
aan
de
noden
van
de
organisatie.

<br />

Net
<strong>als</strong>
Florentien
begon
ook
het
ontwerpverhaal
van
Lien
en
Suzanne
bij
de
workshop
van
de
<strong>De</strong>sign
<br />

Hogeschool
 Kortrijk,
 <strong>als</strong>
 voorbereiding
 op
 een
 buitenlandse
 stage
 in
 Belize.
 Het
 hoge
 gehalte
 aan
<br />

creativiteit
en
duurzaamheid
bleef
Lien
en
Suzanne
sterk
bij.
In
Belize
pasten
zij
de
inzichten
uit
het
<br />

project
toe
op
een
concrete
ontwerpvraag,
waar
zij
verder
mee
aan
de
slag
gingen.
Dit
kreeg
een
<br />

vervolg
 toen
 zij
 na
 de
 buitenlandse
 stage
 samen
 met
 Florentien
 nadachten
 over
 een
 aantal
<br />

prototypes
aan
de
hand
van
het
INNOWIZ‐stappenplan.
Zo
kregen
Lien
en
Suzanne
de
mogelijkheid
<br />

om
 tijdens
 en
 na
 de
 stage
 te
 ervaren
 wat
 de
 meerwaarde
 is
 van
 de
 creatieve
 aanpak
 die
 in
 het
<br />

ontwerpen
gehanteerd
wordt.

<br />

Matthijs
 kwam
 in
 contact
 met
 ontwerp
 toen
 hij
 vorig
 jaar
 een
 portret
 maakte
 van
 een
 van
 de
<br />

pioniers
van
<strong>De</strong>sign
for
Impact
en
<strong>De</strong>sign
for
Everyone.
Dankzij
het
levensverhaal
van
deze
pionier
<br />

leerde
 hij
 de
 designwereld
 kennen.
 Daarnaast
 volgde
 Matthijs
 dit
 jaar
 stage
 bij
 het
 Steunpunt
<br />


<br />

3



Inclusief
 Hoger
 Onderwijs
 (SIHO).
 Het
 team,
 waarbinnen
 hij
 werkte,
 maakte
 gebruik
 van
 creatieve
<br />

technieken
uit
de
designwereld
om
oplossingen
te
zoeken
en
nieuwe
mogelijkheden
te
ontdekken.
<br />

Zo
werd
bijvoorbeeld
de
INNOWIZ
gebruikt
om
te
brainstormen
op
teamvergaderingen.
Ook
werden
<br />

er
 creatieve
 technieken
 gebruikt
 in
 workshops
 die
 het
 SIHO
 aanbied
 omtrent
 vernieuwende
<br />

onderwijstechnieken.
<strong>De</strong>
participanten
werden
op
die
manier
aangezet
om
actief
de
grenzen
van
hun
<br />

eigen
onderwijskader
te
doorbreken.
Matthijs
ontdekte
dat
het
heel
belangrijk
is
om
‘out
of
the
box’
<br />

te
denken
en
open
te
staan
voor
het
nieuwe.
We
kunnen
veel
leren
uit
de
designwereld
dat
deze
<br />

houding
kan
ondersteunen.
<br />

<strong>De</strong>ze
 ervaringen
 met
 ontwerpen
 binnen
 de
 orthopedagogiek
 brachten
 ons
 bij
 elkaar
 voor
 het
 vak
<br />

Orthopedagogische
Synthese.
Het
idee
ontstond
om
dieper
na
te
denken
over
welke
aspecten
uit
het
<br />

ontwerpen
een
meerwaarde
kunnen
zijn
voor
de
orthopedagogiek.
Het
werd
een
proces
waarin
we
<br />

onze
eigen
ervaringen
en
sterktes
konden
bundelen
om
te
komen
tot
een
eerste
invulling
van
wat
<br />

ontwerp
kan
betekenen
binnen
de
orthopedagogiek.

<br />

Ontwerpen
 is
 een
 brede
 discipline.
 We
 kiezen
 binnen
 deze
 paper
 voor
 een
 focus
 op
 Industrieel
<br />

Product
 Ontwerpen
 en
 hoe
 dit
 wordt
 vormgegegeven
 binnen
 het
 Industrial
 <strong>De</strong>sign
 Center
 van
 de
<br />

Howest.
 Met
 dit
 centrum
 heeft
 de
 UGent
 een
 samenwerkingsverband
 en
 uit
 deze
 samenwerking
<br />

groeide
het
idee
‘<strong>orthopedagoog</strong>
<strong>als</strong>
<strong>ontwerper</strong>’.
“Industrial
design
is
the
profession
that
determines
<br />

the
 form
 of
 a
 manufactured
 product,
 shaping
 it
 to
 fit
 the
 people
 who
 use
 it
 and
 the
 industrial
<br />

processes
that
produce
it”
(IDSA,
2004).

<br />

Door
 de
 positieve
 ervaringen
 van
 alle
 groepsleden
 met
 ontwerp
 binnen
 de
 orthopedagogiek,
<br />

besloten
 we
 om
 ook
 andere
 studenten
 te
 laten
 kennismaken
 met
 ontwerpen
 en
 de
 meerwaarde
<br />

ervan
voor
het
orthopedagogisch
handelen.
Met
deze
paper
willen
we
studenten,
die
volgend
jaar
op
<br />

buitenlandse
stage
gaan,
inspireren.
Daarnaast
willen
we
met
hen
aan
de
slag
gaan
in
een
workshop.
<br />

Tot
slot
zal
alle
informatie
omtrent
de
<strong>orthopedagoog</strong>
<strong>als</strong>
<strong>ontwerper</strong>
verzameld
worden
op
een
blog
<br />

(http://<strong>orthopedagoog</strong><strong>als</strong><strong>ontwerper</strong>.wordpress.com).
<br />

Het
doorlopen
proces
<br />


<br />

Het
 nadenken
 over
 ontwerpen
 binnen
 de
 orthopedagogiek
 was
 een
 intensief,
 steeds
 veranderend
<br />

rhizomatisch
 proces
 met
 vele
 lines
 of
 flight
 (<strong>De</strong>leuze
 &
 Guattari,
 1980/1987).
 Het
 proces
 was
 met
<br />

andere
 woorden
 niet
 rechtlijnig
 maar
 eerder
 complex,
 met
 meerdere
 ingangen,
 uitwegen,
<br />

connecties
en
nieuwe
mogelijkheden.
We
hebben
niet
alleen
nagedacht
over
wat
orthopedagogiek
<br />

voor
 ons
 betekent
 maar
 ook
 over
 hoe
 ontwerpen
 hierin
 een
 plaats
 zou
 kunnen
 krijgen.
 We
 zien
<br />

orthopedagogiek
 <strong>als</strong>
 een
 steeds
 veranderende
 assemblage
 (<strong>De</strong>
 Schauwer,
 2011).
 Het
 is
 een
<br />

lappendeken
 van
 invloeden,
 bestaande
 uit
 meerdere
 lagen
 die
 steeds
 over
 en
 door
 elkaar
 vloeien
<br />

(Broekaert
et
al,
2004).
<strong>De</strong>ze
invloeden
worden
in
de
assemblage
voortdurend
anders,
in
relatie
met
<br />

elkaar.
In
dit
proces
kunnen
de
disciplines
leren
van
en
met
elkaar.
Ontwerp
is
een
nieuwe
discipline
<br />

die
we
kunnen
inpluggen
aan
de
verschillende
lagen
(<strong>De</strong>leuze
&
Guattari,
1980/1987).
We
zijn
ervan
<br />

overtuigd
dat
concepten
en
ideeën
vanuit
design
op
verschillende
vlakken
een
meerwaarde
kunnen
<br />

zijn
en,
afhankelijk
van
de
context,
deel
kunnen
zijn
van
het
orthopedagogisch
handelen.

<br />

Tijdens
onze
verdieping
in
het
kader
van
de
orthopedagogiek
en
van
ontwerp
doorliepen
we
geen
<br />

rechtlijnig,
maar
een
rhizomatisch
proces.
Het
denkproces
achter
deze
paper
kan
bekeken
worden
<br />

4
<br />


<strong>als</strong>
een
kluwen
waaruit
verschillende
ideeën
kunnen
vertakken.
<strong>De</strong>ze
paper
is
dan
ook
het
resultaat
<br />

van
een
wisselwerking
tussen
beide
kaders.
Belangrijke
concepten
uit
de
orthopedagogiek
zorgden
<br />

enerzijds
dat
het
gedachtegoed
vanuit
ontwerp
een
aansluiting
kon
vinden
en
een
mogelijke
bron
tot
<br />

verrijking
 vormden.
 Anderzijds
 bracht
 het
 verkennen
 van
 het
 gedachtegoed
 van
 ontwerp
 ons
 tot
<br />

ideeën
 die
 binnen
 de
 orthopedagogiek
 minder
 aan
 bod
 komen,
 maar
 die
 we
 belangrijk
 achten.
<br />

Uiteindelijk
zochten
we
naar
de
meerwaarde
van
ontwerp
voor
het
orthopedagogisch
handelen
in
<br />

een
buitenlandse
context.
<strong>De</strong>ze
vraag
hebben
we
behandeld
<strong>als</strong>
een
ontwerpvraag,
waarbij
we
de
<br />

INNOWIZ‐technieken
 en
 het
 stappenplan
 van
 Industrieel
 Productdesign
 gebruikten
 om
 deze
 paper
<br />

en
de
workshop
vorm
te
geven.
<br />

Dit
proces
is
niet
af,
maar
moet
eerder
gezien
worden
<strong>als</strong>
een
aftoetsing
van
een
prototype
dat
kan
<br />

worden
 besproken
 met
 alle
 betrokkenen
 (vakgroep
 orthopedagogiek,
 studenten
 orthopedagogiek,
<br />

het
Industrial
<strong>De</strong>sign
Centre,
enzovoort)
en
waar
in
de
toekomst
nog
aan
kan
worden
gesleuteld.

<br />

Inhoud
van
de
paper
<br />


<br />

Navolgend
 starten
 we
 met
 een
 beschrijving
 van
 een
 aantal
 belangrijke
 concepten
 uit
 de
<br />

orthopedagogiek.
 Het
 gaat
 om
 die
 concepten
 die
 wij
 waardevol
 achten
 en
 die
 samen
 een
 beeld
<br />

schetsen
 van
 wat
 orthopedagogiek
 voor
 ons
 betekent.
 Vervolgens
 bespreken
 we
 wat
 planmatig
<br />

handelen
 inhoudt
 in
 de
 orthopedagogiek
 en
 in
 de
 ontwerpwetenschap.
 Nadien
 bespreken
 we
 de
<br />

meerwaarde
 die
 het
 gedachtegoed
 van
 ontwerp
 kan
 hebben
 voor
 de
 orthopedagogiek.
 Tot
 slot
<br />

behandelen
 we
 het
 orthopedagogisch
 handelen
 in
 een
 buitenlandse
 context.
<br />


<br />

5




<br />

WAT
ORTHOPEDAGOGIEK
VOOR
ONS
<br />

BETEKENT
<br />


<br />

Op
stage
wordt
ons
<strong>als</strong>
studenten
orthopedagogiek
vaak
de
vraag
gesteld
wat
we
nu
net
studeren.
<br />

Wat
houdt
het
in
om
<strong>orthopedagoog</strong>
te
zijn,
en
wat
doe
je
dan
juist?
Vanuit
onze
ervaring
is
dat
een
<br />

vraag
waar
moeilijk
kort
en
bondig
een
antwoord
op
geformuleerd
kan
worden.
Orthopedagogiek
is
<br />

een
 breed
 wetenschappelijk
 en
 praktijkveld,
 van
 waaruit
 in
 een
 verscheidenheid
 van
 richtingen
<br />

gedacht
en
gehandeld
kan
worden.

<br />

In
wat
volgt
weiden
we
kort
uit
over
concepten
uit
de
orthopedagogiek
die
wij
graag
meenemen
in
<br />

ons
denken
en
handelen.
Dit
zijn
ook
de
concepten
die
we
vanuit
ons
pedagogisch
kader
meedragen
<br />

doorheen
 onze
 zoektocht
 naar
 constructieve
 hanteerwijzen
 van
 het
 design‐kader
 binnen
 de
<br />

orthopedagogiek.
<br />

Openingen
binnen
de
orthopedagogiek

<br />


<br />

We
leven
in
postmoderne
tijden,
de
grand
narratives
worden
in
vraag
gesteld
(Lyotard,
1979).
“All‐<br />

embracing
theories
do
not
exist,
but
insights
taken
from
different
theories
can
help
us”
(Broeckaert

<br />

et
 al.,
 2004,
 p.213).
 Dat
 geldt
 ook
 voor
 de
 orthopedagogiek.
 Orthopedagogiek
 kunnen
 we
 zien
 <strong>als</strong>
<br />

een
 kader
 dat
 het
 zinvol
 en
 doelgericht
 handelen
 vorm
 en
 inhoud
 geeft.
 Het
 is
 echter
 geen
 vast
<br />

omlijnd
 kader.
 Het
 is
 een
 kader
 dat
 steeds
 in
 beweging
 is,
 zoekend
 naar
 nieuwe
 lines
 of
 flight
<br />

(<strong>De</strong>leuze
&
Guattari,
1980/1987).

<br />

<strong>De</strong>
 orthopedagogische
 traditie
 in
 Nederland
 en
 Vlaanderen
 werd
 vanaf
 het
 begin
 beïnvloed
 door
<br />

verschillende
 academische
 tradities
 (Schoorl,
 1997).
 In
 het
 begin
 werd
 orthopedagogiek
 vooral
<br />

beïnvloed
 vanuit
 een
 combinatie
 van
 pedagogische,
 psychiatrische
 en
 ontwikkelingspsychologische
<br />

kennis
 (Schoorl
 et
 al.,
 2000).
 Vanuit
 de
 postmoderne
 visie
 op
 Disability
 Studies
 werd
 het
<br />

orthopedagogische
 discours
 ook
 gevoed
 door
 kennis
 uit
 de
 antropologie,
 filosofie,
 sociologie,
<br />

geschiedkunde
en
technologie
(Johnstone,
1998).

<br />

Broeckaert
 et
 al.
 (2004)
 zoeken
 naar
 een
 integratie
 tussen
 de
 verschillende
 invloeden
 in
 de
<br />

orthopedagogiek.
In
dit
geïntegreerd
model
bestaan
de
delen
en
het
geheel
samen.
“In
a
sense
the
<br />

parts
compose
the
totality,
and
the
totality
the
parts”
(Broeckaert
et
al.,
2004,
p.213).
Voor
ons
staat
<br />

echter
 de
 zoektocht
 naar
 het
 samengaan
 van
 kaders
 centraal,
 niet
 de
 integratie
 ervan.
 <strong>De</strong>ze
<br />

zoektocht
is
een
voortdurend
becoming
different
(<strong>De</strong>leuze
&
Guattari,
1980/1987).
“Becoming
is
the
<br />

movement
trough
a
unique
event
that
produces
experimentation
and
change.
Becoming
is
a
state
of
<br />

being‐in‐between”
 (Jackson
 &Mazzei,
 2012).
 Een
 belangrijk
 concept
 in
 deze
 becoming
 is
 open‐<br />

mindness:
 “A
 willingness
 to
 construe
 knowledge
 from
 a
 variety
 of
 perspectives
 without
 loss
 of
<br />

commitment
to
one’s
own
values”
(Bruner,
1990,
p.30,
geciteerd
in
Broeckaert
et
al.,
2004).
<br />

6
<br />


In
het
proces
van
becoming
is
het
belangrijk
om
toch
enkele
houvasten
te
hebben,
enkele
belangrijke
<br />

concepten
om
op
terug
te
vallen
(Davies,
2009).
In
dit
hoofdstuk
zullen
we
enkele
van
de
concepten
<br />

bespreken,
die
voor
ons
centraal
staan
in
de
orthopedagogiek.
<br />

Luisteren
naar
de
stem

<br />


<br />

Vanuit
 maatschappijkritische
 en
 postmoderne
 denkkaders
 is
 de
 constructie
 van
 het
 gegeven
<br />

beperking
sinds
de
jaren
’80
in
vraag
gesteld.
Beperkingen
zijn
geen
individuele
eigenschappen,
maar
<br />

worden
 geproduceerd
 in
 de
 interactie
 met
 de
 sociale
 en
 fysieke
 omgeving
 en
 in
 de
 communicatie
<br />

tussen
mensen.
Disability
Studies‐academici
problematiseren
vanuit
dit
idee
de
betekenisconstructie
<br />

en
 kennisproductie
 rond
 personen
 met
 een
 beperking.
 <strong>De</strong>ze
 acties
 dragen
 namelijk
 bij
 tot
 de
<br />

onderdrukking
 van
 personen
 met
 een
 beperking.
 In
 de
 betekenisconstructie
 en
 kennisproductie
<br />

werden
de
stemmen
van
de
personen
met
een
beperking
lange
tijd
niet
gehoord
(Bogdan
&
Taylor,
<br />

1976).
In
de
Disability
Studies
is
er
daarentegen
een
sterke
tendens
om
in
het
onderzoek
en
in
de
<br />

interactie
tussen
mensen
nadruk
te
leggen
op
de
(politieke)
stem
van
de
betrokkenen.
<br />

Vanuit
dit
kader
kan
er
aandacht
zijn
voor
het
waarderen
van
ieders
verhaal.
Het
Disability
Studies‐<br />

kader
 biedt
 ons
 inspiratie
 om
 meer
 onbevooroordeeld
 naar
 personen
 te
 kijken
 en
 hen
 via
<br />

ontmoetingen
<strong>als</strong>
persoon
te
leren
kennen.
Openstaan
voor
het
verhaal
van
mensen
creëert
ruimte
<br />

voor
 iemands
 volledige
 identiteit,
 zelfs
 wanneer
 delen
 daarvan
 in
 spanning
 met
 elkaar
 staan.
<br />

Openstaan
 voor
 individuele
 verhalen
 creëert
 ook
 ruimte
 voor
 een
 diversiteit
 aan
 verhalen
 van
<br />

mensen.
Niet
slechts
één
bepaalde
manier
van
in
het
leven
staan
is
van
waarde.
Elke
manier
waarop
<br />

mensen
 in
 het
 leven
 staan
 is
 waardevol
 en
 kan
 ons
 nieuwe
 dingen
 leren.
 Complexiteit
 en
<br />

ambivalentie
worden
de
norm.
<strong>De</strong>
gelaagde
verhalen
van
mensen
kunnen
zo
een
bron
worden
van
<br />

inspiratie
en
leren.
<br />

Binnen
de
orthopedagogiek
zijn
er
heel
wat
(vaak
op
het
eerste
zicht
onzichtbare)
mogelijkheden
om
<br />

te
leren
van
anderen
door
met
deze
anderen
in
relatie
te
gaan.
Een
voorbeeld
dat
dit
goed
illustreert
<br />

is
 StreetwiZe.
 StreetwiZe
 ontstond
 uit
 het
 werk
 van
 de
 Mobiele
 School
 met
 straatkinderen.
 Het
<br />

bundelt
de
krachten
en
vaardigheden
van
straatkinderen
om
deze
via
trainingen
aan
profession<strong>als</strong>
uit
<br />

Belgische
 bedrijven
 aan
 te
 bieden.
 Het
 leven
 van
 kinderen
 en
 volwassenen
 op
 de
 straat
 in
<br />

ontwikkelingslanden
kan
immers
een
inspiratiebron
vormen
voor
het
bedrijfsleven
met
betrekking
tot
<br />

de
thema’s
innovatie
en
engagement.
Mensen
die
weinig
bezitten
gaan
creatief
aan
de
slag
om
dag
<br />

na
dag
te
overleven.
Van
deze
creativiteit
kunnen
wij
heel
wat
leren.
<br />

In
de
ontmoeting
of
encounter
zal
de
<strong>orthopedagoog</strong>
zichzelf
moeten
openstellen
voor
het
verhaal
<br />

van
mensen
en
de
manier
waarop
zij
dit
verhaal
brengen.
<strong>De</strong>
focus
ligt
daarbij
op
de
relatie
met
deze
<br />

ander.
 Iedere
 mens
 is
 namelijk
 becoming.
 Dit
 betekent
 dat
 wij
 nooit
 af
 zijn
 en
 voortdurend

<br />

verschillend
worden
in
de
relatie
met
anderen.
Wanneer
we
in
deze
relatie
openstaan
voor
de
ander
<br />

en
voor
het
onbekende,
dan
creëren
we
een
open
ruimte.
In
deze
ruimte
kunnen
we
verschillend
<br />

worden
van
onszelf
en
buiten
onze
eigen
grenzen
treden.
Becoming
is
dus
een
voortdurend
proces
<br />

waarin
we
openstaan
voor
verschillen
bij
onszelf
en
de
ander
om
op
die
manier
te
blijven
groeien.
<br />

Leren
wordt
dan
ook
opgevat
<strong>als</strong>
een
proces
van
being
with,
een
proces
dat
plaatsvindt
in
de
relatie
<br />

met
de
ander
(Davies,
2009).
<br />


<br />

7



Davies
 (in
 Fahlgren,
 2011)
 en
 Ellwoord
 (in
 Davies
 &
 Gannon,
 2009)
 bieden
 een
 invulling
 van
 wat
<br />

luisteren
 kan
 inhouden
 binnen
 de
 pedagogische
 ontmoeting.
 Davies
 benoemt
 dit
 <strong>als</strong>
 Pedagogy
 of
<br />

Listening,
Ellwood
<strong>als</strong>
Strategy
of
Attention.
<strong>De</strong>
invulling
van
beide
begrippen
ligt
in
dezelfde
lijn.
Het
<br />

gaat
om
een
manier
van
luisteren
waarin
men
openstaat
voor
de
ander
en
voor
een
diversiteit
aan
<br />

expressie
die
deze
andere
kan
gebruiken.
In
navolging
van
Ceppi
&
Zini
(1998;
in
Davies
&
Gannon,
<br />

2009)
wordt
er
gesproken
over
de
hundred
languages
die
mensen
gebruiken
om
zich
uit
te
drukken.
<br />

Luisteren
dient
dan
ook
luisteren
met
alle
zintuigen
en
het
hele
lichaam
te
zijn,
om
op
die
manier
<br />

open
te
kunnen
staan
voor
deze
honderd
talen
van
de
ander.
Luisteren
gaat
om
openstaan
voor
de
<br />

ander
en
voor
the
not‐yet‐known
(Davies;
in
Fahlgren,
2011).
“It
involves
an
ethical
relationship
of
<br />

openness
to
the
Other,
trying
to
listen
to
the
Other
from
his
or
her
own
position
and
experience
and
<br />

not
treating
the
Other
as
the
same.”
(Dahlber
&
Moss,
2006
:
15:
in
Davies
&Gannon,
2009,
p.
33).
<br />

<strong>De</strong>ze
vorm
van
luisteren
vraagt
een
erkenning
van
de
ander
en
het
nemen
van
voldoende
tijd
voor
<br />

deze
ander.
<strong>De</strong>
herkenning
en
erkenning
van
de
ander
is
een
sleutelaspect
voor
het
creëren
van
een
<br />

relationele
gemeenschap
die
gekenmerkt
wordt
door
uitwisseling,
empathie
en
wederkerigheid.

<br />

Zo<strong>als</strong>
co‐design
bij
<strong>ontwerper</strong>s
van
belang
is,
gaat
het
ook
binnen
orthopedagogisch
handelen
om
het
<br />

erkennen
van
en
het
aan
de
slag
gaan
met
de
expertise
van
aanwezige
betrokkenen.
Het
gaat
om
<br />

een
proces
van
samen
denken,
samen
doen,
samen
evalueren
en
bijsturen,
enzovoort.
Een
proces
<br />

van
samen
op
zoek
naar
mogelijkheden
en
drempels
die
deze
mogelijkheden
in
de
weg
staan.
<br />

Empowerment
<br />


<br />

In
 de
 orthopedagogiek
 wordt
 de
 ontwikkeling
 tot
 een
 autonoom
 persoon
 aangeduid
 met
 de
 term

<br />

empowerment.
Empowerment
omvat
het
versterken
van
individuen
om
hun
eigen
levenssituatie
in
<br />

handen
te
kunnen
nemen
(GRIP,
2013).
Van
Regenmortel
(2009)
omschrijft
empowerment
<strong>als</strong>
volgt:
<br />

“Een
proces
van
versterking
waarbij
individuen,
organisaties
en
gemeenschappen
greep
krijgen
op
de
<br />

eigen
situatie
en
hun
omgeving
en
dit
via
het
verwerven
van
controle,
het
aanscherpen
van
kritisch
<br />

bewustzijn
en
het
stimuleren
van
participatie”
(p.
24).

<br />


<br />

Empowerment
 omvat
 aldus
 een
 levenslang
 proces
 van
 streven
 naar
 autonomie.
 Dit
 streven
 naar
<br />

autonomie
wordt
beschreven
<strong>als</strong>
een
streven
naar
ontplooiing
(Van
Regenmortel,
2009)
en
<strong>als</strong>
een
<br />

een
 proces
 waarin
 men
 zichzelf
 oefent
 in
 vrijheid.
 Hierin
 wordt
 de
 focus
 gelegd
 op
 sterktes
 en
<br />

positieve
aspecten
(Van
Regenmortel).
Iedere
persoon
heeft
een
persoonlijk
verhaal,
waardoor
dit
<br />

streven
 naar
 autonomie
 een
 hoogst
 persoonlijk
 proces
 is
 (Rappaport,
 1995).
 Er
 is
 dus
 geen
<br />

eenduidige
 invulling
 mogelijk
 van
 dit
 begrip.
 Het
 is
 een
 begrip
 dat
 ons
 <strong>als</strong>
 <strong>orthopedagoog</strong>
 de
 taak
<br />

geeft
om
te
vertrekken
vanuit
de
persoon
en
aan
het
bestaan
van
deze
persoon
bij
te
dragen.
Hiertoe
<br />

zal
het
belangrijk
zijn
om
het
eigen
handelen
in
vraag
te
stellen.
<br />


<br />

Iemand
 ondersteunen
 in
 het
 proces
 van
 empowerment
 vraagt
 om
 krachtgericht
 werken
 (Van
<br />

Regenmortel,
2009)
en
is
enkel
mogelijk
wanneer
je
<strong>als</strong>
<strong>orthopedagoog</strong>
een
beeld
hebt
van
wat
dit
<br />

juist
voor
die
persoon
betekent.
Het
is
dan
ook
belangrijk
voor
de
<strong>orthopedagoog</strong>
om
in
relatie
te
<br />

treden
en
samen
met
de
cliënt
op
weg
te
gaan.
Op
basis
van
gelijkwaardigheid
zal
de
<strong>orthopedagoog</strong>
<br />

zich
invoegen
in
het
proces
van
empowerment
van
de
cliënt.
Naast
dit
invoegen
is
ook
toevoegen
aan
<br />

dit
proces
een
taak
van
de
<strong>orthopedagoog</strong>
(Van
Regenmortel).
<strong>De</strong>
<strong>orthopedagoog</strong>
ontmoet
de
ander
<br />

<strong>als</strong>
ervaringsdeskundige
in
het
proces
van
(samen)
zoeken
naar
empowerment.
<strong>De</strong>
cliënt
ontmoet
de
<br />

8
<br />


<strong>orthopedagoog</strong>
<strong>als</strong>
ervaringsdeskundige
van
zijn
of
haar
leven.
Luisteren
en
erkennen
van
de
ander
in
<br />

zijn
manier
van
zijn,
staan
hierbij
centraal.
<strong>De</strong>
<strong>orthopedagoog</strong>
komt
los
van
zijn
eigen
manier
van
in
<br />

het
 leven
 staan
 en
 stelt
 het
 vanzelfsprekende
 in
 vraag.
 Normatieve
 waarheidssystemen
 worden
<br />

bevraagd.
Op
die
manier
worden
krachten
en
mogelijkheden
van
de
persoon
gezien.

<br />


<br />

Een
valkuil
bij
de
zoektocht
naar
empowerment
is
dat
de
ander
afhankelijk
gemaakt
wordt
van
de
<br />

ondersteuning
van
de
<strong>orthopedagoog</strong>.
Wanneer
men
vertrekt
vanuit
de
persoon
en
de
sturing
van
<br />

het
proces
bij
deze
persoon
ligt,
kan
deze
valkuil
vermeden
worden.
Als
expert
van
zijn
eigen
manier
<br />

van
 zijn
 en
 worden,
 weet
 de
 persoon
 waarschijnlijk
 zelf
 het
 best
 waar
 naartoe
 gestreefd
 dient
 te
<br />

worden.

<br />


<br />

<strong>De</strong>
<strong>orthopedagoog</strong>
is
deze
visie
de
taak
een
begeleider
die
in
relatie
gaat
met
de
persoon
en
daarbij
<br />

mee
in
het
zoek‐
en
leerproces
van
de
persoon
stapt.
Het
gaat
om
een
proces
van
samen
op
weg
<br />

gaan.
Als
<strong>orthopedagoog</strong>
is
het
belangrijk
om
tijdens
dit
proces
het
eigen
handelen
in
vraag
te
stellen
<br />

en
 kritisch
 te
 bekijken.
 Dit
 benoemt
 Schön
 (1983)
 met
 de
 term
 reflective
 practitioner.
 Een
<br />

practitioner
kan
nooit
alles
weten
en
begrijpen
van
een
gegeven
situatie,
en
is
dus
altijd
in
zekere
zin
<br />

onwetend.
Toch
moet
hij
handelen.
Doorheen
dit
handelen
is
hij
steeds
bezig
met
het
doorlopen
van
<br />

een
leerproces.
Dit
leerproces
maakt
dat
de
practitioner
continu
constructief‐kritisch
en
bevragend
<br />

aan
het
werk
gaat.
<br />


<br />

“The
 practitioner
 allows
 himself
 to
 experience
 surprise,
 puzzlement,
 of
 confusion
 in
 a
<br />

situation
which
he
finds
uncertain
or
unique.
He
reflects
on
the
phenomenon
before
him,
<br />

and
on
the
prior
understandings
which
have
been
implicit
in
his
behavior.
He
carries
out
<br />

an
experiment
which
serves
to
generate
both
a
new
understanding
of
the
phenomenon
<br />

and
a
change
in
the
situation”
(Schön,
1983,
p.
68).
<br />


<br />

Een
andere
taak
van
de
<strong>orthopedagoog</strong>
is
volgens
ons
het
bewaken
van
grenzen.
Dit
omvat
dat
men
<br />

samen
met
de
persoon
nadenkt
welke
aspecten
of
gevolgen
van
het
streefdoel
voor
de
persoon
zelf
<br />

en
de
omgeving
<strong>als</strong>
negatief
ervaren
zouden
kunnen
worden.
Zo
hopen
we
<strong>als</strong>
<strong>orthopedagoog</strong>
samen
<br />

met
onze
cliënt
op
zoek
te
kunnen
gaan
naar
wat
passende
participatie
voor
hem
of
haar
betekent.
<br />

<strong>De</strong>ze
zoektocht
dient
te
leiden
tot
participatie
op
maat
of
passende
participatie
(Van
Regenmortel,
<br />

2009).

<br />


<br />

Bij
deze
zoektocht
is
eerlijkheid
een
principe
dat
waardevol
is
om
te
hanteren.
Het
vertellen
van
de
<br />

waarheid
dient
te
gebeuren
vanuit
het
vertrouwen
op
een
goede
afloop,
ondanks
de
risico’s
ervan.
<br />

<strong>De</strong>
 <strong>orthopedagoog</strong>
 kan
 een
 persoon
 beter
 niet
 afschermen
 van
 de
 soms
 harde
 realiteit.
 Hij
 dient
<br />

vertrouwen
te
hebben
in
de
veerkracht
en
de
mogelijkheden
van
de
persoon
om
met
de
waarheid
<br />

om
te
gaan
binnen
zijn
zoektocht
naar
empowerment.

<br />

In
 de
 orthopedagogische
 relatie
 schuilt
 het
 gevaar
 dat
 de
 <strong>orthopedagoog</strong>
 zijn
 oplossingen
 zou
<br />

opdringen.
Hij
kan
echter
ook
niet
zonder
meer
toegeven
aan
de
wensen
van
de
betrokkenen.
Freire
<br />

(1972)
stelt
een
synthese
voor
van
de
twee:
Culturele
Synthese.
Hierbij
worden
de
wensen
van
de
<br />

betrokkenen
 geproblematiseerd
 en
 in
 de
 bredere
 context
 geplaatst.
 Alleen
 in
 de
 ontmoeting
 ziet
<br />

Freire
vruchtbare
grond
voor
de
ontwikkeling
<strong>als</strong>
een
autonoom
persoon.

<br />


<br />

9



Door
op
de
bovenbeschreven
manier
te
werk
te
gaan,
wordt
ook
de
procesmatige
zoektocht
naar
<br />

empowerment
 een
 voortdurend
 leerproces
 voor
 beide
 partijen.
 Ze
 zullen
 beiden
 kunnen
<br />

ontwikkelen
<strong>als</strong>
mens.
<strong>De</strong>
<strong>orthopedagoog</strong>
kan
zo
ook
op
professioneel
vlak
groeien
in
het
zoekproces
<br />

naar
empowerment.
<br />

Zoeken
naar
mogelijkheden
<br />


<br />

Vanuit
 de
 reeds
 besproken
 concepten
 leerden
 wij
 orthopedagogiek
 te
 bekijken
 <strong>als</strong>
 een
<br />

handelingswetenschap
van
het
zoeken
naar
openingen
en
mogelijkheden.
<strong>De</strong>
gehanteerde
visie
op
<br />

wetenschappelijk
 en
 praktisch
 vlak
 is
 allesbehalve
 statisch.
 In
 relatie
 tot
 andere
 paradigma’s
 en
<br />

praktijken
kan
de
orthopedagogiek
buiten
zijn
tijdelijke
grenzen
blijven
treden.
Orthopedagogiek
is
in
<br />

die
zin
een
handelingswetenschap
die
becoming
is
(<strong>De</strong>leuze
&
Guattari,
1980/1987).

<br />

Openheid
in
de
orthopedagogische
theorievorming
veronderstelt
dat
we
ons
bewust
moeten
zijn
dat
<br />

onze
manier
van
denken
slechts
een
van
de
mogelijk
manieren
is.
Andere
betekenisconstructies
zijn
<br />

even
waardevol
(Bruner,
1990).
Dit
breng
onzekerheid
met
zich
mee.
<strong>De</strong>ze
onzekerheid
echter
<strong>als</strong>
de
<br />

mogelijkheid
 om
 te
 blijven
 zoeken
 en
 te
 blijven
 openstaan
 voor
 nieuwe
 dingen
 is
 dan
 ook
 een
<br />

belangrijk
gegeven
binnen
het
orthopedagogisch
denken
en
handelen
(Broekaert
et
al.,
2004).
We
<br />

kunnen
 <strong>als</strong>
 <strong>orthopedagoog</strong>
 in
 relatie
 met
 de
 ander
 veel
 leren
 over
 zijn
 of
 haar
 realiteit.
 Dit
 is
 een
<br />

goede
basis
om
mogelijkheden
te
zoeken
en
openingen
te
creëren.
<br />

Binnen
 de
 orthopedagogische
 praktijk
 heeft
 dit
 tot
 gevolg
 dat
 de
 <strong>orthopedagoog</strong>
 constant
<br />

geconfronteerd
zal
worden
met
zijn
eigen
onwetendheid.
“Know
that
you
don’t
know”
(G.
Van
Hove,
<br />

Persoonlijke
 communicatie,
 27
 februari,
 2013).
 In
 relatie
 met
 de
 ander
 los
 durven
 komen
 van
 de
<br />

eigen
 waarden
 en
 normen
 biedt
 ons
 de
 ruimte
 om
 samen
 te
 groeien.
 Op
 die
 manier
 kan
 de
<br />

<strong>orthopedagoog</strong>
samen
met
de
cliënt
een
rhizomatische
zoektocht
aan
gaan
naar
empowerment.
En
<br />

dat
is
waar
we
momenteel
naar
willen
streven.

<br />

Doorheen
de
stages
ervoeren
we
aan
den
lijve
dat
zelfs
wanneer
jij
denkt
een
fantastische
oplossing
<br />

te
 hebben
 gevonden,
 die
 oplossing
 al
 even
 snel
 in
 je
 gezicht
 kan
 ontploffen
 <strong>als</strong>
 aanslaan.
 Iets
 wat
<br />

door
<strong>ontwerper</strong>s
bij
het
uittesten
van
prototypes
waarschijnlijk
bekend
in
de
oren
klinkt.
Het
wordt
<br />

pas
zinvol
handelen
wanneer
dit
voor
de
persoon
in
kwestie
zo
aanvoelt.
Zo<strong>als</strong>
we
Prof.
Geert
Van
<br />

Hove
hoorden
zeggen:
Houd
uw
“delete‐knop”
even
goed
in
de
gaten
<strong>als</strong>
uw
“druk‐bij‐knop”
(G.
Van
<br />

Hove,
 Persoonlijke
 communicatie,
 27
 februari,
 2013).
 Opnieuw
 wordt
 samenwerken,
 binnen
 alle
<br />

fasen
van
het
proces,
een
belangrijk
principe
om
tot
waardevol
handelen
te
komen.

<br />

Besluit
<br />


<br />

In
 dit
 hoofdstuk
 bespraken
 we
 onze
 visie
 op
 orthopedagogisch
 handelen.
 Openheid,
 ontmoeten,
<br />

empowerment
en
luisteren
naar
de
ander
staan
hierin
centraal.
Het
is
belangrijk
om
steeds
te
zoeken
<br />

naar
 nieuwe
 openingen
 en
 mogelijkheden
 om
 het
 orthopedagogisch
 handelen
 en
 denken
 te
<br />

inspireren.
 In
 de
 volgende
 hoofdstukken
 willen
 we
 graag
 dieper
 ingaan
 op
 het
 denkkader
 van
 de
<br />

ontwerpwetenschap.
We
willen
zoeken
naar
de
meerwaarde
die
dit
kader
ons
kan
bieden
voor
de
<br />

orthopedagogiek.
Met
deze
paper
zetten
we
de
eerste,
verkennende
stappen
in
het
zoeken
naar
hoe
<br />

dit
 er
 op
 theoretisch
 vlak
 zou
 kunnen
 uitzien.
 Aan
 de
 hand
 van
 de
 workshop
 willen
 we
 studenten
<br />

uitnodigen
 het
 design‐kader
 te
 gebruiken
 binnen
 hun
 orthopedagogisch
 handelen
 op
 hun
<br />

10
<br />


uitenlandse
stage.
Op
die
manier
kan
gekeken
worden
van
welke
meerwaarde
het
design‐kader
kan
<br />

hebben
voor
het
handelen
binnen
een
orthopedagogisch
kader.

<br />


<br />

11




<br />

PLANMATIG
HANDELEN
IN
DE
<br />

ORTHOPEDAGOGIEK
EN
IN
HET
<br />

INDUSTRIEEL
PRODUCT
ONTWERPEN
<br />

Vooraleer
we
kunnen
zien
welke
designtechnieken
we
kunnen
implementeren
in
het
orthopedagogisch
<br />

handelen
en
op
welke
manier
we
dit
het
beste
doen,
maken
we
een
vergelijking
tussen
het
planmatig
<br />

handelen
 in
 de
 Orthopedagogiek
 en
 in
 het
 Industrieel
 Product
 Ontwerpen.
 Door
 deze
 naast
 elkaar
 te
<br />

plaatsen
 trachten
 we
 een
 beeld
 te
 krijgen
 van
 de
 gelijkenissen
 en
 de
 verschillen.
 Met
 dit
 vergelijken
<br />

willen
we
zien
welke
meerwaarde
aspecten
en
inzichten
uit
het
ontwerpproces
kunnen
vormen
voor
het
<br />

planmatig
orthopedagogisch
handelen.
<br />

Planmatig
handelen
in
het
Industrieel
Product
Ontwerpen
<br />


<br />

‘<strong>De</strong>sign’
kan
worden
gezien
<strong>als</strong>
de
constructie
van
objecten
en
systemen
door
de
creatie
van
een
plan
of
<br />

conventie.

Elk
product
in
onze
leefwereld
is
ooit
ontstaan
<strong>als</strong>
idee
van
een
product<strong>ontwerper</strong>
(Howest,
<br />

2012).
 Er
 zijn
 dus
 verschillende
 ontwerpdisciplines
 zo<strong>als</strong>
 modeontwerp,
 architectuur,
<br />

landschapsarchitectuur,
grafisch
ontwerp,
industrieel
ontwerp,
Web
<strong>De</strong>sign,
Software
<strong>De</strong>sign,
Industrial
<br />

Product
<strong>De</strong>sign,
Packaging
<strong>De</strong>sign,
toegepaste
kunsten,
enz.
We
leggen
hier
onze
focus
op
het
planmatig
<br />

handelen
 van
 Industrieel
 Product
 Ontwerpen
 <strong>als</strong>
 ontwerpdiscipline
 <strong>als</strong>
 ‘line
 of
 flight’
 (<strong>De</strong>leuze
 &
<br />

Guattari,
1980/1987).
We
kiezen
ervoor
om
uit
de
verschillende
methoden
om
planmatig
te
ontwerpen
<br />

‘INNOWIZ’
te
kiezen
<strong>als</strong>
innovatiestappenplan.
We
kiezen
net
voor
deze
methode
omdat
het
ontwikkeld
<br />

is
 door
 het
 Industrial
 <strong>De</strong>sign
 Center
 van
 Howest,
 het
 centrum
 waarmee
 de
 UGent
 een
<br />

samenwerkingsverband
 heeft
 en
 waaruit
 het
 idee
 ‘<strong>orthopedagoog</strong>
 <strong>als</strong>
 <strong>ontwerper</strong>’
 is
 gegroeid.
 Dit
<br />

verklaart
ook
de
focus
op
Industrial
Product
<strong>De</strong>sign
<strong>als</strong>
ontwerpdiscipline.
Innovatie
kan
je
opvatten
<strong>als</strong>
<br />

het
 resultaat
 van
 een
 creatief
 proces.
 Een
 creatief
 proces
 bestaat
 uit
 4
 stappen
 die
 op
 een
 cyclische
<br />

manier
 kunnen
 worden
 doorlopen:
 probleemdefinitie,
 ideeëngeneratie,
 ideeënselectie
 en
<br />

ideeëncommunicatie
(INNOWIZ,
2013).

<br />


<br />

Planmatig
handelen
in
de
orthopedagogiek
<br />


<br />

Het
 planmatig
 handelen
 van
 de
 orthopedagogiek
 stellen
 we
 voor
 aan
 de
 hand
 van
 fasen
 in
 het
<br />

handelingsplanningsproces
 van
 het
 methodisch
 en
 planmatig
 handelen
 (Knorth
 &
 Smit,
 1999).

<br />

Handelingsplanning
is
een
belangrijk
en
centraal
begrip
in
de
orthopedagogische
hulpverlening.
Op
die
<br />

manier
 wordt
 tegemoet
 gekomen
 aan
 de
 door
 Van
 Strien
 gevraagde
 verwetenschappelijking
 van
 de
<br />

praktijk
 (Vanderplasschen,
 2006).
 “Handelingplanning
 is
 het
 gebeuren
 waarbij
 functionarissen
 zich
<br />

beraden
over
de
manier
waarop
de
leefsituatie
van
cliënten
verbeterd
kan
worden
ten
gevolge
van
hun
<br />

eigen
 optreden
 naar
 die
 cliënten”
 (Rink,
 1988).
 Een
 individueel
 handelingsplan
 bevat
 schriftelijke
<br />

richtlijnen
 en
 afspraken
 over
 de
 aanpak
 van
 een
 cliënt
 (Pameijer
 et
 al.,
 2007),
 het
 is
 dus
 met
 andere
<br />

12
<br />


woorden
 de
 schriftelijke
 representatie
 van
 het
 proces
 van
 behandelingsplanning”
 (Verheij,
 2003).
 Het
<br />

doel
van
dit
individueel
handelingsplan
is
het
verbeteren
van
de
‘leefsituatie
van
cliënten’
en
richt
zich
<br />

daarbij
op
zowel
kind,
ouders
en
situatie‐
variabelen.
<strong>De</strong>
belangrijkste
component
in
deze
pedagogische
<br />

driehoek
(kind
–
ouders
–
situatie)
is
de
interactie
tussen
opvoeder
en
opvoedeling
of
de
manier
waarop
<br />

zij
met
elkaar
omgaan
en
elkaar
wederzijds
beïnvloeden
(Vanderplasschen,
2006).
Bij
het
opstellen
van
<br />

een
 handelingsplan
 kunnen
 vijf
 fasen
 worden
 onderscheiden:
 diagnostiek,
 besluitvorming,
 planning,
<br />

uitvoering
en
evaluatie”
(
Knorth
&
Smit,
1999).

<br />


<br />

Een
eerste
vergelijking
<br />


<br />

In
 onderstaande
 tabel
 kan
 u
 een
 schematische
 vergelijking
 terugvinden
 tussen
 het
 methodisch
 en
<br />

planmatig
 handelen
 in
 de
 Orthopedagogiek
 en
 het
 planmatig
 handelen
 in
 het
 Industrieel
 Product
<br />

Ontwerpen.

<br />

Methodisch
 en
 planmatig
<br />

handelen
in
de
Orthopedagogiek
<br />

(Knorth
&
Smit,
1999)

<br />

FASE
1:
Beeldvorming

<br />

Om
tot
een
juist
en
zo
volledig
mogelijk
beeld
te
<br />

komen
 over
 een
 persoon,
 zal
 informatie
 uit
<br />

specialistisch
 onderzoek
 gecombineerd
 moeten
<br />

worden
 met
 informatie
 uit
 alledaagse
 situaties
<br />

en
 met
 de
 levens‐
 en
<br />

hulpverleningsgeschiedenis.
 Het
 betrekken
 van
<br />

cliënten
 bij
 dit
 proces
 en
 het
 verifiëren
 van
 de
<br />

informatie
 uit
 deze
 fase
 is
 onmisbaar.
 <strong>De</strong>
<br />

reconstructie
 van
 het
 levensverhaal
 kan
<br />

significante
 gebeurtenissen,
 belangrijke
<br />

verlieservaringen,
 stresserende
 situaties
 en
<br />

belangrijke
 anderen
 aan
 het
 licht
 brengen.
 Ook
<br />

observatiegegevens
 kunnen
 nieuwe
 inzichten
<br />

brengen.
 Harde,
 feitelijke
 informatie
 is
 ook
<br />

nuttig
om
te
verzamelen.
<br />


<br />


<br />

Planmatig
 handelen
 in
 het
<br />

Industrieel
 Product
 Ontwerpen
<br />

(Innowiz,
2013)
<br />


<br />

FASE
1:
Probleemanalyse

<br />

<strong>De</strong>
 achtergrond
 van
 de
 uitdaging
 wordt
<br />

gedefinieerd
door
een
beschrijving
te
maken
van
<br />

wat
 de
 uitdaging
 juist
 omvat,
 wie
 de
<br />

‘stakeholders’
zijn,
wie
de
‘project
owner’
is,
wat
<br />

de
mogelijkheden
en
de
beperkingen
zijn,
wat
er
<br />

wordt
 verwacht,
 wat
 de
 eisen
 van
 het
 ontwerp
<br />

zijn,
 welke
 deadlines
 er
 worden
 vooropgesteld
<br />

en
wat
het
budget
is.
Er
wordt
verwacht
dat
je
je
<br />

<strong>als</strong>
<strong>ontwerper</strong>
verdiept
in
de
uitdagingen
en
sub‐<br />

uitdagingen
 waarrond
 je
 werkt
 en
 waar
 je
 mee
<br />

in
 contact
 komt
 gedurende
 het
 volledige
<br />

ontwerpproces.
 Je
 tracht
 met
 andere
 woorden
<br />

een
 ‘expert’
 te
 worden.
 Onderzoeken
 wat
<br />

voorgangers
 rond
 dit
 onderwerp
 reeds
 hebben
<br />

onderzocht
 of
 ontworpen
 is
 hier
 onderdeel
 van
<br />

(stigmergy).
 <strong>De</strong>ze
 fase
 is
 belangrijk
 voor
 het
<br />

krijgen
 van
 een
 correcte
 focus.
 Troef
 is
 om
<br />

zoveel
 mogelijk
 mensen
 te
 betrekken
 bij
 de
<br />

probleemanalyse
 van
 de
 uitdaging,
 zij
 kunnen
<br />

elk
 een
 frisse
 blik
 werpen
 op
 de
 situatie.

<br />


<br />


<br />


 FASE
2:
Ideeëngeneratie

<br />

Maximaliseer
 je
 ideeën
 zonder
 kwaliteit
 boven
<br />

kwantiteit
 te
 plaatsen.
 Zoveel
 mogelijk
 ideeën
<br />

bedenken,
 in‐
 en
 uitzoomen
 en
 steeds
<br />

veranderen
van
standpunt
en
referentiekader
is
<br />

13



FASE
2:
Planning

<br />

<strong>De</strong>
 planning
 dient
 aandachtspunten,
<br />

doelstellingen
 en
 strategieën
 te
 bevatten
 met
<br />

betrekking
 tot
 relevante
 leefgebieden
 en
<br />

tegemoet
 te
 komen
 aan
 de
 vragen,
 behoeften
<br />

en
 het
 ontwikkelingsniveau
 en
 de
 draagkracht
<br />

van
 de
 omgeving.
 Er
 wordt
 gekeken
 naar:
 wie,
<br />

wat,
 waar,
 wanneer
 
 en
 op
 welke
 manier
 men
<br />

dat
 zal
 doen.
 Het
 inbouwen
 van
 duidelijke
<br />

tijdsperioden
en
limieten
helpt
het
bewaken
en
<br />

opvolgen
van
de
planning.
<br />


<br />

FASE
3:
Uitvoering

<br />

Het
 handelen
 moet
 methodisch
 en
 planmatig
<br />

verlopen.
 Methodisch
 werken
 veronderstelt:
<br />

respect,
 openheid,
 intentionaliteit,
<br />

differentiatie,
 duidelijkheid,
 vertrouwen,
<br />

veiligheid,
 activering,
 functionaliteit,
<br />

zelfwerkzaamheid.
<br />


<br />

FASE
4:
Monitoring

<br />

Het
proces
wordt
bewaakt
en
wordt
opgevolgd.
<br />

Er
 wordt
 een
 logboek
 bijgehouden
 waarin
 het
<br />

proces
van
de
uitvoering
wordt
geregistreerd.

<br />


<br />


<br />

14
<br />


<br />

hier
 belangrijk.
 Op
 deze
 wijze
 verlaat
 je
<br />

platgereden
 denkpaden
 en
 dwing
 je
 jezelf
 tot
<br />

alternatieve
 manieren
 van
 denken.
 Door
 een
<br />

groot
aantal
ideeën
te
genereren
plaats
je
jezelf
<br />

in
 een
 luxepositie
 om
 te
 kunnen
 kiezen
 tussen
<br />

goed,
 beter
 en
 het
 beste.
 <strong>De</strong>
 ideeën
 worden
<br />

uitgewerkt
 in
 prototypes
 die
 worden
<br />

teruggespeeld
naar
de
stakeholders.
<strong>De</strong>
reacties
<br />

van
 de
 stakeholders
 worden
 nauwlettend
 in
 de
<br />

gaten
gehouden
en
meegenomen
in
de
volgende
<br />

fase.
 <strong>De</strong>ze
 fase
 overslaan
 staat
 gelijk
 aan
<br />

innovatie
geen
kans
geven
<br />

FASE
3:
Ideeënselectie

<br />

Combineren,
 verrijken
 en
 uitwerken
 van
 de
<br />

ideeën
 uit
 de
 ideeëngeneratiefase.
 Door
 het
<br />

testen
 van
 de
 prototypes
 kunnen
 de
 voordelen
<br />

en
 nadelen
 van
 ieder
 ontwerp
 worden
<br />

beschouwd.
Er
wordt
een
rangorde
gemaakt
van
<br />

de
 best
 geschikte
 oplossingen
 en
 het
 beste
<br />

ontwerp
 wordt
 gekozen.
 Probeer
 de
 selectie
 te
<br />

objectiveren.

<br />


 FASE
4:
ideeëncommunicatie
<br />

Ideeën
communicatie
is
bijna
even
belangrijk
<strong>als</strong>
<br />

het
 idee
 op
 zich.
 Je
 teamgenoten
 of
 de
<br />

potentiële
 gebruikers
 moeten
 overtuigd
 raken
<br />

van
 je
 ontwerp.
 Maak
 je
 verhaal
 waar
 en
<br />

verspreid
je
visie.
<br />



<br />

FASE
5:
Evalueren

<br />


<br />

Evalueren
gebeurt
in
deze
fase
<strong>als</strong>
een
kritische
<br />

bespreking
van
de
gekozen
opties
en
de
inbreng
<br />

van
 de
 verschillende
 disciplines.
 Het
 start
 met
<br />

een
 evaluatie
 van
 de
 doelstellingen,
 aandachts‐
<br />

en
 werkpunten
 zo<strong>als</strong>
 ze
 werden
 afgesproken.




<br />

Zijn
ze
bereikt?
Belangrijk
in
deze
fase
is
om
na
<br />

te
gaat
of
er
wel
planmatig
en
methodisch
werd
<br />

gehandeld
en
om
eventueel
bij
te
sturen.
Het
is
<br />

hierbij
 interessant
 om
 terug
 te
 grijpen
 naar
 de
<br />

richtinggevende
 theoretische
 of
 conceptuele
<br />

kaders
 met
 de
 vraag
 in
 hoeverre
 dit
 gevold
<br />

werd.
Het
evalueren
gebeurt
duidelijk
en
in
open
<br />

communicatie.
 <strong>De</strong>
 cliënt
 en/of
 zijn
<br />

vertegenwoordigers
 hebben
 hierin
 een
<br />

belangrijke
rol.

<br />

<strong>De</strong>
eerste
stap
in
de
INNOWIZ‐methode
is
de
Probleemanalyse.
In
deze
fase
wordt
de
volledige
context
<br />

waarin
het
probleem
of
persoon
waarrond
men
ontwerpt,
gestructureerd.
Dit
kan
bijvoorbeeld
via
een
<br />

mindmap
zodat
men
visueel
kan
zien
wat
de
essentie
van
het
probleem
is
en
wat
er
zich
hieromtrent
<br />

afspeelt.
Hierin
is
het
belangrijk
dat
de
<strong>ontwerper</strong>
niet
voor
de
eerste
de
beste
logische
oplossing
kiest
<br />

voor
een
probleem,
“but
that
he
draws
the
box
where
he
wants
to
think
out
of.
”
(INNOWIZ,
2013).

<br />

Ontwerpers
dagen
zichzelf
steeds
uit
om
de
zaken
te
herdefiniëren
in
“a
challenging
way”
(INNOWIZ,
<br />

2013).
Om
dit
te
kunnen
doen
moeten
ze
een
specialist
worden
in
het
onderwerp
waarrond
ze
werken.
<br />

Omdat
Industrieel
Product
Ontwerpers
veel
verschillende
producten
ontwerpen
is
het
moeilijk
om
van
<br />

ieder
product
kennis
te
hebben
over
de
functionele
vormgeving,
ontwerpmethodologie,
trends,
stijlen
<br />

en
 esthetiek.
 Daarom
 is
 het
 belangrijk
 om
 zich
 in
 het
 beginstadium
 te
 specialiseren
 en
 onderzoek
 te
<br />

doen
 rond
 het
 probleem
 waarvoor
 men
 een
 oplossing
 ontwerpt.
 Om
 het
 “warm
 water
 niet
 heruit
 te
<br />

vinden”
gaat
men
in
het
Industrieel
Product
Ontwerpen
aan
die
slag
via
‘stigmergy’.
In
de
natuur
zijn
er
<br />

manieren
om
op
een
indirecte
manier
samen
te
werken
met
je
voorgangers.
Door
te
zoeken
naar
sporen
<br />

van
je
voorgangers
kan
je
zoeken
naar
de
beste
wegen
om
te
handelen.
<strong>De</strong>
beste
sporen
zullen
versterkt
<br />

worden
door
degenen
die
na
jou
komen.
Dit
concept
wordt
`stigmergy`
genoemd
(Grassé,
1959).
Door
<br />

te
 kijken
 wat
 reeds
 is
 onderzocht
 of
 ontworpen
 werd
 door
 voorgangers
 rond
 een
 onderwerp
 of
<br />

probleem,
kan
helpen
om
een
bepaald
“spoor”
te
volgen
en
te
versterken,
te
wijzigen
of
volledig
links
te
<br />

laten
liggen.
Troef
is
om
zoveel
mogelijk
mensen
te
betrekken
bij
de
probleemanalyse
van
de
uitdaging,
<br />

zij
kunnen
elk
een
frisse
blik
werpen
op
de
situatie.
Het
doel
van
Industrieel
Product
<strong>De</strong>sign
is
aan
de
<br />

hand
 van
 bestaande
 productiemiddelen
 nieuwe
 methodes
 en
 toepassingen
 ontwikkelen
 om
 nog
<br />

efficiënter
 te
 produceren.
 Als
 <strong>ontwerper</strong>
 moeten
 hij/zij
 zich
 eerst
 en
 steeds
 blijven
 verdiepen
 in
 de
<br />

functionele
 vormgeving,
 de
 ontwerpmethodologie,
 de
 trends
 en
 stijlen,
 creativiteitstechnieken
 en
<br />

esthetiek
van
het
soort
product
dat
zij
zullen
ontwerpen
(Howest,
2012).

<br />

<strong>De</strong>ze
 eerste
 stap
 in
 de
 INNOWIZ‐methode
 kunnen
 we
 vergelijken
 met
 de
 beeldvorming
 van
 het
<br />

methodisch
en
planmatig
handelen
in
de
orthopedagogiek
(Knorth
&
Smit,
1999).
Om
tot
een
juist
en
zo
<br />

volledig
 mogelijk
 beeld
 te
 komen
 over
 een
 persoon,
 zal
 informatie
 uit
 specialistisch
 onderzoek
<br />

gecombineerd
 moeten
 worden
 met
 informatie
 uit
 alledaagse
 situaties
 en
 met
 de
 levens‐
 en
<br />

hulpverleningsgeschiedenis.
 Het
 betrekken
 van
 cliënten
 bij
 dit
 proces
 en
 het
 verifiëren
 van
 de
<br />

informatie
 uit
 deze
 fase
 is
 onmisbaar.
 <strong>De</strong>
 reconstructie
 van
 het
 levensverhaal
 kan
 significante
<br />

gebeurtenissen,
 belangrijke
 verlieservaringen,
 stresserende
 situaties
 en
 belangrijke
 anderen
 aan
 het
<br />

licht
 brengen.
 Ook
 observatiegegevens
 kunnen
 nieuwe
 inzichten
 brengen.
 Daarnaast
 is
 feitelijke
<br />

informatie
ook
nuttig
om
te
verzamelen.
“Een
handelingsplan
dat
er
ideaal
uitziet
op
papier,
maar
dat
<br />

geen
 rekening
 houdt
 met
 de
 ouders
 en
 de
 praktijkwerkers
 die
 dit
 plan
 moeten
 uitvoeren
 of
 met
 de
<br />


<br />

15



omstandigheden
 waarin
 dit
 moet
 gebeuren,
 is
 waardeloos”
 (Vanderplasschen
 &
 Schittake,
 2006).
 <strong>De</strong>
<br />

vertegenwoordigers
 van
 de
 cliënten
 worden
 dus
 best
 ook
 betrokken
 in
 deze
 fase.
 Net
 <strong>als</strong>
 in
 de
<br />

‘Probleemanalyse’
van
INNOWIZ
wordt
er
getracht
een
zo
volledig
mogelijk
beeld
van
het
probleem
te
<br />

construeren:
 men
 gaat
 de
 levens‐
 en
 hulpverleningsgeschiedenis
 na,
 maakt
 observaties,
 doet
 een
<br />

specialistisch
 onderzoek
 en
 bevraagt
 de
 vertegenwoordigers
 van
 de
 cliënten.
 Een
 bevraging
 wat
 de
<br />

wensen
 zijn
 van
 cliënten
 wordt
 niet
 expliciet
 vermeld
 maar
 kan
 wel
 een
 onderdeel
 van
 deze
<br />

beeldvorming
uitmaken.
Beide
disciplines
trachten
te
vertrekken
met
een
zo
breed
mogelijke
focus.

<br />

Binnen
het
methodisch
en
planmatig
handelen
in
de
orthopedagogiek
betrekt
men
enkel
de
cliënt
en
<br />

zijn
vertegenwoordigers,
terwijl
men
in
het
Industrieel
Product
Ontwerpen
zoveel
mogelijk
stakeholders
<br />

in
 kaart
 tracht
 te
 brengen
 en
 hun
 visie,
 wensen
 en
 eisen
 tracht
 mee
 te
 nemen
 in
 de
<br />

ideeëngeneratiefase.
 Wij
 (Lien,
 Suzanne,
 Florentien,
 Matthijs)
 voelen
 aan
 dat
 wij
 in
 onze
<br />

orthopedagogische
opleiding
worden
uitgedaagd
om
kritisch
na
te
denken
<strong>als</strong>
`reflective
practitioners`
<br />

over
 ons
 orthopedagogisch
 handelen
 en
 over
 orthopedagogische
 subjecten
 en
 methodieken,
 maar
<br />

minder
worden
geprikkeld
om
“out
of
the
box"
te
denken.
“Out
of
the
box
thinking"
zien
wij
hier
<strong>als</strong>
<br />

zaken
 vanuit
 verschillende
 en
 andere
 perspectieven
 bekijken,
 onconventioneel
 aan
 de
 slag
 gaan
 en
<br />

creatief
omspringen
met
aanwezige
materialen.

<br />

<strong>De</strong>
manier
waarop
orthopedagogen
zich
opstellen
<strong>als</strong>
‘Reflective
Practitioners’
(Schön,
1987)
kunnen
we
<br />

vergelijken
met
‘Expert
worden
in
het
onderwerp
waarrond
je
werkt’(INNOWIZ,2013).
<strong>De</strong>
problemen
die
<br />

in
een
orthopedagogische
behandeling
worden
aangepakt,
zijn
vaak
complex
en
persistent
en
hebben
<br />

dikwijls
meerdere
oorzaken
die
op
elkaar
van
invloed
kunnen
zijn
(Harinck
en
Ruijssenaars,
1997).
“The
<br />

practitioner
allows
himself
to
experience
surprise,
puzzlement,
of
confusion
in
a
situation
which
he
finds
<br />

uncertain
or
unique.
He
reflects
on
the
phenomenon
before
him,
and
on
the
prior
understandings
which
<br />

have
been
implicit
in
his
behavior.
He
carries
out
an
experiment
which
serves
to
generate
both
a
new
<br />

understanding
of
the
phenomenon
and
a
change
in
the
situation.”
(Schön
1983,
p.68)
Vanuit
kritiek
op
<br />

overheersend
empirisch
denken
(technical
rationality),
ontwikkelt
Schön
een
alternatieve
epistemologie
<br />

van
praktijk.
Hij
pleit
ervoor
om
kennis
inherent
aan
en
opgebouwd
in
de
praktijk
te
zien
<strong>als</strong>
een
“artful
<br />

doing”,
 <strong>als</strong>
 waardevol
 (Schön,
 1983).
 Als
 <strong>orthopedagoog</strong>
 ga
 je
 aan
 de
 slag
 in
 een
 breed
<br />

hulpverleningsveld
(Brants,
2004).
Je
kan
dus
nooit
alles
weten,
begrijpen
van
een
gegeven
situatie
en
<br />

ben
je
dus
altijd
in
zekere
zin
onwetend.
Toch
moet
hij
handelen.
Doorheen
dit
handelen
is
hij
steeds
<br />

bezig
met
een
doorlopend
leerproces
(Schön,
1983).
Dit
leerproces
maakt
dat
de
practitioner
continu
<br />

constructief‐kritisch
 en
 bevragend
 aan
 het
 werk
 gaat.
 Hij
 beschouwt
 zichzelf
 <strong>als</strong>
 onwetend
 en
 lerend.
<br />

“Know
that
you
don’t
know”
(G.
Van
Hove,
persoonlijke
communicatie,
27
februari
2013)
is
hierbij
een
<br />

nuttig
gehanteerde
zelfbeschouwing.
In
zekere
zin
bekijkt
hij
hier
ook
de
zaken
vanuit
verschillende
en
<br />

andere
 perspectieven
 zo<strong>als</strong>
 men
 dit
 doet
 in
 het
 “out
 of
 the
 box
 thinking”
 maar
 wij
 (Lien,
 Suzanne,
<br />

Florentien,
 Matthijs)
 zien
 dit
 niet
 met
 dezelfde
 intensiteit
 zo<strong>als</strong>
 men
 “out
 of
 the
 box”
 denkt
 in
 het
<br />

Industrieel
Product
Ontwerpen.

<br />

<strong>De</strong>
tweede
stap
in
de
INNOWIZ‐methode
is
de
Ideeëngeneratie.
In
deze
fase
gaan
Industrieel
Product
<br />

Ontwerpers
 zoveel
 mogelijk
 ideeën
 bedenken
 rond
 het
 onderwerp
 of
 probleem
 waarrond
 ze
 willen
<br />

ontwerpen.
 <strong>De</strong>
 hoeveelheid
 ideeën
 is
 hier
 belangrijker
 dan
 de
 kwaliteit
 van
 de
 ideeën.
 In
 deze
<br />

ideeëngeneratie
trachten
ze
de
steeds
te
veranderen
van
standpunt
om
zo
breed
mogelijk
te
denken.
<br />

Belangrijk
hierbij
is
dat
ze
alle
betrokkenen
rond
het
ontwerp
betrekken
in
het
bedenken
van
ideeën.
Via
<br />

co‐creatie
hebben
deze
betrokkenen
invloed
op
het
proces
en
resultaat
van
dit
proces
en
door
samen
<br />

na
te
denken
borrelen
er
ideeën
op
die
door
alle
stakeholders
worden
gedragen.
<strong>De</strong>ze
ideeën
worden
<br />

16
<br />


dan
 in
 prototypes
 uitgewerkt.
 Een
 prototype
 is
 een
 eerste
 model
 van
 het
 ontwerp
 dat
 ruw
 wordt
<br />

uitgewerkt.

“Prototyping
is
problem
solving.
It’s
a
culture
and
a
language.
You
can
prototype
just
about
<br />

anything
–
a
new
product
or
service,
or
a
special
promotion.
What
counts
is
moving
the
ball
forward,
<br />

achieving
some
part
of
your
goal.
Not
wasting
time”
(Kelley,
2005,
pg18).
Door
deze
ontwerpen
terug
te
<br />

spelen
 naar
 de
 stakeholders,
 ondervindt
 de
 <strong>ontwerper</strong>
 hoe
 deze
 op
 dit
 ontwerp
 reageren,
 waar
 de
<br />

stakeholders
klachten
over
hebben
of
net
heel
positief
over
zijn.
<strong>De</strong>ze
bevindingen
kan
hij
meenemen
<br />

naar
de
volgende
fase,
de
ideeënselectie.

<br />


<strong>De</strong>ze
 fase
 kunnen
 vinden
 we
 niet
 expliciet
 terug
 in
 het
 methodisch
 en
 planmatig
 handelen
 in
 de
<br />

orthopedagogiek
(Knorth
&
Smit,
1999).
Hier
ligt
het
grote
verschil
in
het
planmatig
handelen
van
deze
<br />

twee
 disciplines.
 Industrieel
 Product
 Ontwerpers
 gaan
 in
 het
 zoeken
 naar
 oplossingen
 voor
 een
<br />

probleem
 trachten
 dit
 probleem
 zo
 breed
 mogelijk
 te
 benaderen
 en
 zoveel
 mogelijk
 ideeën
 te
<br />

genereren.
 Dit
 doen
 ze
 in
 samenwerking
 met
 alle
 stakeholders
 en
 toetsten
 ze
 hun
 ideeën
 met
 deze
<br />

stakeholders
in
prototypes
af.
Als
orthopedagogen
een
probleem
willen
aanpakken
dan
kiezen
zijzelf
of
<br />

in
 een
 team
 voor
 de
 aanpak
 die
 hen
 het
 beste
 lijkt.
 Dit
 doen
 ze
 in
 navolging
 van
 de
 diagnose
 die
<br />

voordien
gesteld
werd
(eventueel
in
samenspraak
met
de
cliënt
en
zijn
vertegenwoordigers).
Nadat
de
<br />

behandeling
 is
 gekozen
 worden
 in
 de
 behandelingscyclus
 de
 reacties
 voorspeld
 en
 getoetst
 naar
<br />

haalbaarheid
en
bruikbaarheid
van
de
gekozen
methode.


<br />

<strong>De</strong>
derde
stap
in
de
INNOWIZ
methode
is
de
Ideeënselectie.
In
deze
fase
worden
de
oplossingen
uit
de
<br />

fase
 van
 de
 ideeëngeneratie
 gecombineerd
 en
 verrijkt.
 Er
 wordt
 geargumenteerd
 over
 de
 pro’s
 en
<br />

contra’s
 van
 iedere
 oplossing.
 Door
 een
 volgorde
 te
 maken
 van
 best
 naar
 minst
 geschikte
 oplossing
<br />

komt
men
uiteindelijk
tot
de
geselecteerde
oplossing.
<strong>De</strong>ze
zal
men
dan
uitwerken
<strong>als</strong>
definitief
product.
<br />

In
deze
fase
is
de
haalbaarheid
en
bruikbaarheid
van
het
product
reeds
duidelijk.

<br />

<strong>De</strong>ze
fase
willen
we
vergelijken
met
de
tweede,
derde
en
vierde
fase
van
het
methodisch
en
planmatig
<br />

handelen
in
de
orthopedagogiek
(Knorth
&
Smit,
1999)
:
de
‘Planning’,
‘Handelen’
en
‘Monitoring’.
<strong>De</strong>
<br />

planning
dient
aandachtspunten,
doelstellingen
en
strategieën
te
bevatten
met
betrekking
tot
relevante
<br />

leefgebieden.
 Het
 komt
 tegemoet
 aan
 de
 vragen,
 behoeften
 en
 het
 ontwikkelingsniveau
 en
 de
<br />

draagkracht
van
de
cliënt
en
zijn
omgeving.
Betrokkenheid
staat
hier
centraal.
Er
wordt
gekeken
naar:
<br />

wie,
wat,
waar,
wanneer

en
op
welke
manier
men
de
hulpverlening
aanvangt
.
Er
worden
met
andere
<br />

woorden
 duidelijke
 doelstellingen
 vooropgesteld
 en
 gekozen
 voor
 een
 interventiestrategie.
 Het
<br />

inbouwen
 van
 duidelijke
 tijdsperioden
 en
 limieten
 helpt
 het
 bewaken
 en
 opvolgen
 van
 de
 planning
<br />

(Vanderplassen,
 2006).
 In
 de
 ideeënselectie
 van
 de
 INNOWIZ‐methode
 is
 dat
 er
 over
 verschillende
<br />

ideeën
 wordt
 geargumenteerd
 op
 basis
 van
 afgetoetste
 bevindingen,
 voordelen
 en
 nadelen
 met
 de
<br />

betrokkenen.
 Het
 lijkt
 ons
 (Lien,
 Suzanne,
 Florentien,
 Matthijs)
 dat
 er
 binnen
 het
 Industrieel
 Product
<br />

Ontwerpen
meer
aandacht
wordt
besteed
aan
de
relevantie,
duurzaamheid
en
effectiviteit
(gebleken
uit
<br />

het
aftoetsen
van
de
prototypes).
Binnen
het
methodisch
en
planmatig
handelen
in
de
orthopedagogiek
<br />

zal
men
na
het
toepassen
van
een
bepaalde
evalueren
of
de
gekozen
methodiek
relevant
is
geweest
na
<br />

een
fase
van
monitoring.
In
de
monitoringfase
wordt
een
logboek
bijgehouden
waarin
het
proces
van
de
<br />

uitvoering
wordt
geregistreerd.

<br />

<strong>De</strong>
 vierde
 stap
 in
 de
 INNOWIZ
 methode
 is
 de
 Ideeëncommunicatie.
 <strong>De</strong>
 ideeëncommunicatie
 is
 bijna
<br />

even
belangrijk
<strong>als</strong>
het
idee
op
zich.
Je
teamgenoten
of
de
potentiële
gebruikers
moeten
overtuigd
raken
<br />

van
 je
 ontwerp.
 Het
 komt
 hier
 in
 deze
 fase
 op
 aan
 om
 je
 verhaal
 waar
 te
 maken
 en
 je
 visie
 te
<br />

verspreiden.

<br />


<br />

17



Een
 fase
 waarin
 de
 <strong>orthopedagoog</strong>
 communiceert
 over
 de
 plannen
 met
 de
 betrokkenen,
 wordt
 niet
<br />

duidelijk
 gesteld
 in
 de
 cyclus
 van
 Knorth
 en
 Smith
 (1999).
 Toch
 ondervinden
 wij
 dat
 er
 in
 de
<br />

orthopedagogische
praktijk
wel
een
ideeëncommunicatie
is
tussen
<strong>orthopedagoog</strong>
en
de
betrokkenen.
<br />

Er
 wordt
 dan
 gecommuniceerd
 over
 de
 plannen
 met
 de
 betrokkenen
 en
 er
 vindt
 regelmatig
 intern
<br />

overleg
plaats
tussen
de
teamleden
(<strong>De</strong>geeter,
2001).

<br />

<strong>De</strong>
 laatste
 fase
 van
 het
 methodisch
 en
 planmatig
 handelen
 in
 de
 orthopedagogiek
 is
 ‘Evalueren’.
<br />

Evalueren
gebeurt
in
deze
fase
<strong>als</strong>
een
kritische
bespreking
van
de
gekozen
opties
en
de
inbreng
van
de
<br />

verschillende
disciplines.
Het
start
met
een
evaluatie
van
de
doelstellingen,
aandachts‐
en
werkpunten
<br />

zo<strong>als</strong>
ze
werden
afgesproken.
Er
wordt
nagegaan
of
deze
zijn
bereikt.
Belangrijk
in
deze
fase
is
om
na
te
<br />

gaat
of
er
wel
planmatig
en
methodisch
werd
gehandeld
en
om
eventueel
bij
te
sturen.
Het
is
hierbij
<br />

interessant
 om
 terug
 te
 grijpen
 naar
 de
 richtinggevende
 theoretische
 of
 conceptuele
 kaders
 met
 de
<br />

vraag
 in
 hoeverre
 dit
 gevold
 werd.
 Het
 evalueren
 gebeurt
 in
 duidelijke
 en
 in
 open
 communicatie.
 <strong>De</strong>
<br />

cliënt
en/of
zijn
vertegenwoordigers
hebben
hierin
een
belangrijke
rol.

<br />

Binnen
 het
 INNOWIZ
 stappenplan
 vinden
 we
 niet
 expliciet
 een
 ‘evaluatiefase’
 terug.
 Dit
 evalueren
<br />

gebeurt
 vooral
 tijdens
 de
 derde
 fase
 van
 INNOWIZ:
 ‘de
 ideeënselectie’.
 Vooraleer
 het
 product
 wordt
<br />

uitgewerkt,
 is
 reeds
 een
 evaluatie
 gebeurd
 van
 de
 prototypes.
 Na
 het
 doorlopen
 van
 deze
 4
 fasen
<br />

zouden
 deze
 terug
 opnieuw
 kunnen
 worden
 doorlopen.
 Indien
 het
 product
 op
 de
 markt
 is
 gebracht
<br />

kunnen
<strong>ontwerper</strong>s
dit
aan
de
hand
van
parameters
evalueren
en
worden
de
sterktes
en
zwaktes
van
<br />

het
ontwerp
in
kaart
gebracht.
Zo
kan
het
uiteindelijke
product
blijven
evalueren.

<br />

MEERWAARDE
DESIGN‐KADER
VOOR
<br />

ORTHOPEDAGOGIEK

<br />


<br />

Door
een
vergelijking
te
maken
van
het
planmatig
handelen
van
de
Orthopedagogiek
en
het
Industrieel
<br />

Product
 Ontwerpen
 kunnen
 we
 volgende
 principes
 uit
 het
 stappenplan
 van
 het
 Industrieel
 Product
<br />

Ontwerpen
filteren
die
een
meerwaarde
kunnen
bieden
voor
de
Orthopedagogiek.
<br />

Een
Industrieel
Product
<strong>ontwerper</strong>
laat
zich
niet
afschrikken
om
te
werken
rond
een
bepaalde
techniek,
<br />

product
 of
 onderwerp
 waar
 hij
 geen
 kennis
 over
 heeft.
 Hij
 specialiseert
 zichzelf,
 leert
 zichzelf
 bij
 en
<br />

wordt
een
expert
in
het
onderwerp
waarrond
hij
werkt.
Hij
doet
grondig
onderzoek
in
de
context
waar
<br />

hij
aan
de
slag
gaat
samen
met
wie
hij
aan
de
slag
gaat
rond
wat
hij
aan
de
slag
gaat.
Hij
heeft
een
goed
<br />

beeld
 van:
 wie,
 wat,
 waar,
 wanneer,
 waarom
 en
 hoe.
 Op
 deze
 manier
 aan
 de
 slag
 gaan,
 zou
 een
<br />

meerwaarde
 kunnen
 betekenen
 voor
 de
 orthopedagogiek
 in
 die
 zin
 dat
 orthopedagogen
 te
 werk
<br />

kunnen
worden
gesteld
in
een
breed
werkveld
en
zich
flexibel
moeten
opstellen
door
de
openheid
en
<br />

complexiteit
van
de
hulpverlening
en
maatschappij.

<br />

Een
 Industrieel
 Product
 <strong>ontwerper</strong>
 kiest
 niet
 voor
 de
 meest
 voor
 de
 hand
 liggende
 oplossing,
 maar
<br />

bedenkt
 er
 zoveel
 mogelijk
 vanuit
 verschillende
 perspectieven.
 <strong>De</strong>
 ideeën
 die
 hij
 in
 de
 fase
 van
 de
<br />

ideeëngeneratie
aanbrengt
hoeven
niet
steeds
relevant
te
zijn,
belangrijker
is
dat
hij
zichzelf
uitdaagt
<br />

om
zo
breed
mogelijk
te
denken
en
zoveel
mogelijk
ideeën
te
genereren.
Door
jezelf
uit
te
dagen
verder
<br />

en
breed
te
denken
borrelen
er
meer
creatieve
en
“out
of
the
box”
ideeën
op
en
verlaat
je
platgereden
<br />

denkpaden.
<br />

18
<br />


Stereotypes
 worden
 in
 kaart
 gebracht
 en
 omgebogen
 naar
 wat
 niet
 stereotiep
 is.
 Het
 planmatig
<br />

handelen
in
de
orthopedagogiek
is
niet
zo
rechtlijnig
<strong>als</strong>
we
soms
veronderstellen,
het
gaat
eerder
om
<br />

een
horizontale
vertakking
van
ideeën
en
een
aaneensluiting
van
verschillende
actoren.
Uit
de
kluwen
<br />

kunnen
verschillende
ideeën
groeien.
In
het
orthopedagogisch
handelen
stapt
men
af
van
het
dualistisch
<br />

denken:
 goed/fout,
 inclusie/exclusie,
 ik/jij,
 enz.
 (<strong>De</strong>leuze
 &
 Guattari,
 1980/1987).
 
 Het
 zou
 dus
 een
<br />

meerwaarde
 betekenen
 indien
 orthopedagogen
 meer
 worden
 uitgedaagd
 om
 “out
 of
 the
 box”
 te
<br />

denken
in
het
organiseren
en
vormgeven
van
de
hulpverlening.
Zo
zou
men
stereotype
oplossingen
die
<br />

men
aanreikt
in
de
orthopedagogische
hulpverlening

op
een
creatieve
manier
kunnen
trachten
om
te
<br />

buigen
naar
niet
stereotiep.
Uit
dit
rhizomatisch
denken
is
ook
het
idee
gegroeid
dat
het
methodisch
en
<br />

planmatig
handelen
in
de
Orthopedagogiek
en
in
het
Industrieel
Product
Ontwerpen
uit
verschillende
<br />

lagen
van
handelen
bestaat
die
over
en
door
elkaar
bewegen
(<strong>De</strong>
Schauwer,
2011).
<br />

Vooraleer
Industrieel
Product
<strong>ontwerper</strong>s
starten
gaan
ze
bekijken
welke
“mierensporen”
er
reeds
zijn.
<br />

<strong>De</strong>ze
 methode
 noemt
 `stigmergy`.
 Ze
 nemen
 in
 beschouwing
 wat
 reeds
 is
 uitgeprobeerd
 rond
 het
<br />

onderwerp
 waarrond
 ze
 werken
 in
 de
 context
 waar
 ze
 verblijven.
 Zo
 krijgen
 ze
 een
 beeld
 van
 wat
<br />

voorgangers
 hebben
 geprobeerd
 en
 wat
 daarin
 heeft
 gewerkt
 (zichtbare
 sporen)
 en
 wat
 totaal
 niet
<br />

heeft
 gewerkt
 (doodlopende
 sporen
 of
 uitgeveegde
 sporen).
 Orthopedagogen
 vinden
 het
 niet
 enkel
<br />

belangrijk
 om
 op
 een
 ethische
 manier
 van
 handelen.
 Ze
 gaan
 ook
 een
 zoektocht
 aan
 naar
 effectief
<br />

handelen.
Het
werken
volgens
het
principe
van
`stigmergy`
zou
de
<strong>orthopedagoog</strong>
helpen
om
verder
te
<br />

bouwen
op
het
werk
van
anderen
of
om
een
volledig
andere
weg
in
te
slaan
indien
blijkt
dat
een
andere
<br />

aanpak
vereist
is.

<br />

In
 de
 fase
 van
 de
 ideeëngeneratie
 bedenkt
 die
 Industrieel
 Product
 Ontwerper
 niet
 enkel
 zelf
 ideeën,
<br />

maar
betrekt
hij
alle
‘stakeholders’,
de
personen
die
direct
of
indirect
betrokken
zijn
in
het
proces.
<strong>De</strong>
<br />

uiteindelijke
aanpak
moet
door
hen
worden
gedragen
en
worden
toegepast,
dus
vraagt
hij
hen
naar
hun
<br />

wensen
en
eisen.
<strong>De</strong>ze
stakeholders
hoeven
geen
<strong>ontwerper</strong>s
te
zijn
maar
delen
hun
ideeën
en
visie.
Te
<br />

werk
 gaan
 volgens
 dit
 co‐creatieproces
 zou
 een
 positieve
 invloed
 hebben
 op
 het
 orthopedagogisch
<br />

handelen.
 Co‐creatie
 is
 een
 proces
 met
 nauwe
 samenwerking
 waar
 samen
 wordt
 gewerkt
 en
<br />

geïmproviseerd
(Jansen,
2008).
Door
alle
betrokken
betrekken
in
het
proces
geef
je
aan
ieder
te
kans
om
<br />

zijn
‘stem’
te
laten
horen
en
zijn
mening
te
laten
doorwegen
doorheen
het
volledige
proces.
Vanuit
het
<br />

kader
 van
 Disability
 Studies,
 komt
 er
 aandacht
 voor
 het
 persoonlijke
 verhaal.
 Binnen
 deze
 stroming
<br />

wordt
 gepleit
 voor
 “nothing
 about
 us
 without
 us”
 (Charlton,
 1998).
 Er
 wordt
 dus
 niets
 beslist
 zonder
<br />

samen
met
de
betrokken
te
bespreken
wat
zij
willen
en
wat
hun
eisen
en
wensen
zijn.
Het
lijkt
ons
dat
<br />

dit
co‐creatieproces
de
‘self‐advocacy’
en
‘empowerment’
van
deze
stakeholders
ten
goede
komt.
<strong>De</strong>ze
<br />

personen
komen
op
deze
manier
op
voor
hun
eigen
perspectief
en
evalueren
ze
naar
een
situatie
waar
<br />

ze
hun
eigen
levenssituatie
in
handen
kunnen
nemen
(GRIP,
2013).

<br />

Disability
 wordt
 binnen
 de
 “Disability
 Studies”
 gezien
 <strong>als</strong>
 sociaal
 geconstrueerd
 concept,
 en
<br />

orthopedagogisch
handelen
zou
moeten
vertrekken
vanuit
de
inspiratie
van
een
utopisch
ideaal
voor
de
<br />

samenleving.
Ook
hoe
de
samenleving
materieel
geconstrueerd
is
heeft
een
invloed
op
de
inclusie
en
<br />

exclusie
 van
 mensen.
 <strong>De</strong>
 ‘Disability
 Studies’
 legt
 het
 probleem
 niet
 bij
 het
 individu,
 maar
 stelt
 de
<br />

samenleving
 expliciet
 in
 vraag:
 hoe
 zorgen
 kenmerken
 van
 onze
 samenleving
 ervoor
 dat
 bepaalde
<br />

individuen
 ingeperkt
 worden?
 (Linton,
 2005)
 Er
 zijn
 grote
 consequenties
 van
 design
 voor
 de
<br />

toegankelijkheid
en
het
vormen
van
beperkingen
(Holt,
2001).
Uitgaande
van
deze
stelling
lijkt
het
ons
<br />

belangrijk
om
kritisch
te
kijken
naar
hoe
de
omgeving
en
bepaalde
voorwerpen
zijn
vormgegeven.
<br />


<br />

19



Een
Industrieel
Product
Ontwerper
werkt
‘bottum
up’
en
niet
‘top
down’.
Hij
kijkt
eerst
waar
er
nood
<br />

aan
is
in
een
bepaalde
situatie
en
context,
daarna
genereert
hij
ideeën
in
een
co‐creatie
proces,
hierna
<br />

toets
hij
deze
ideeën
af
via
prototypes
bij
de
stakeholders
om
na
alle
pro’s
en
contra’s
in
beschouwing
te
<br />

hebben
genomen
een
idee
te
selecteren
en
een
definitieve
versie
te
produceren
(INNOWIZ,
2013)
.
Zij
<br />

gaan
niets
uitwerken
vooraleer
de
haalbaarheid
en
bruikbaarheid
duidelijk
is
gebleken.
Prototyping
is
<br />

een
 van
 de
 kernelementen
 in
 het
 ontwerpproces.
 Enkele
 ideeën
 uit
 de
 ideeëngeneratie
 worden
<br />

uitgewerkt
via
prototyping
en
terug
gespeeld
naar
de
stakeholders.
Door
hun
reacties
en
ondervinding
<br />

te
beschouwen,
ontdekt
de
Industrieel
Product
Ontwerper
de
sterktes
en
zwaktes
van
ieder
idee.
Hierna
<br />

kan
 hij
 tot
 een
 voorstel
 komen
 waarvan
 de
 bruikbaarheid,
 haalbaarheid
 en
 duurzaamheid
 reeds
<br />

duidelijk
 is
 vooraleer
 hij
 het
 idee
 uitwerkt.
 “Effective
 prototyping
 may
 be
 the
 most
 valuable
 core
<br />

competency
an
innovative
organization
can
hope
to
have”
(Kelley,
2005).
Wij
willen
hier
het
proces
van
<br />

‘ideeën
uittesten’
binnen
de
Orthopedagogiek
plaatsen
in
een
ruimere
context
en
ontwikkeling
van
de
<br />

betrokken
zien
om
ethisch
pedagogisch
te
handelen.

<br />

<strong>De</strong>ze
‘sustainability’
is
een
erg
belangrijk
concept
binnen
het
Industrieel
Product
Ontwerpen.
Indien
het
<br />

product
niet
bruikbaar
en
effectief
is,
zal
het
snel
uit
de
productie
worden
gehaald.
Orthopedagogen
die
<br />

instrumenteel
 rationeel
 handelen
 gaan
 eerder
 ‘top
 down’
 te
 werk.
 Zij
 kijken
 zelf
 wat
 hen
 de
 beste
<br />

aanpak
lijkt
in
de
beeldvorming
gebaseerd
op
de
gestelde
diagnose
(Knorth
&
Smit,
1999)
en
stellen
de
<br />

voorwaarden
 waaraan
 moet
 worden
 voldaan
 (Vincke,
 2007).
 Daarna
 wordt
 pas
 getoetst
 of
 deze
<br />

behandeling
effectief
is
in
de
‘Evaluatie’.
Orthopedagogen
die
reflexief‐normatief
werken
gaan
eerder
<br />

‘bottum
 up’
 aan
 de
 slag
 (Schellaert,
 2009).
 Als
 `reflective
 practitioner`
 reflecteren
 zij,
 ondernemen
 zij
<br />

actie
waarop
ze
terug
reflecteren
en
opnieuw
actie
ondernemen
<strong>als</strong>
een
cyclisch
proces.
<br />

Kort
 samengevat
 zetten
 we
 nog
 eens
 de
 principes
 uit
 het
 Industrieel
 Product
 Ontwerpen
 die
 een
<br />

meerwaarde
kunnen
vormen
voor
het
orthopedagogisch
handelen
op
een
rijtje:

<br />


<br />

20
<br />


<br />

Laat
 je
 niet
 afschrikken
 om
 te
 werken
 rond
 een
 bepaalde
 techniek,
 product
 of
 onderwerp
<br />

omdat
je
er
geen
kennis
over
hebt.
Specialiseer
jezelf,
leer
jezelf
bij
en
wordt
een
expert
in
<br />

het
onderwerp
waarrond
je
werkt.

<br />


<br />

Kies
 niet
 voor
 de
 meest
 voor
 de
 hand
 liggende
 oplossing,
 maar
 bedenk
 er
 zoveel
 mogelijk
<br />

vanuit
verschillende
perspectieven.
<strong>De</strong>
ideeën
die
je
aanbrengt
hoeven
niet
steeds
relevant
<br />

te
zijn,
door
jezelf
uit
te
dagen
verder
en
breed
te
denken
borrelen
er
meer
creatieve
en
“out
<br />

of
the
box”
ideeën
op.

<br />


<br />

Bekijk
de
“mierensporen”
voor
je
start.
Wat
is
er
reeds
al
uitgeprobeerd
rond
het
onderwerp
<br />

waarrond
je
werkt
in
de
context
waar
je
verblijft
en
in
het
algemeen.
Zo
krijg
je
beeld
van
<br />

wat
werkt
of
waar
het
spoor
is
doodgelopen.

<br />


<br />

Bedenk
ideeën
niet
enkel
zelf,
maar
betrek
alle
personen
die
direct
of
indirect
betrokken
zijn
<br />

in
 het
 proces.
 <strong>De</strong>
 uiteindelijke
 aanpak
 moet
 door
 hen
 worden
 gedragen
 en
 worden
<br />

toegepast,
 dus
 vraag
 hen
 naar
 hun
 wensen
 en
 eisen.
 Op
 deze
 manier
 creëer
 je
 iets
<br />

duurzaam.
Communicatie
en
co‐creatie
zijn
hierin
het
belangrijke
elementen!

<br />



<br />

Net
 doordat
 iedereen
 de
 uiteindelijke
 aanpak
 draagt
 en
 hierachter
 staat,
 krijg
 je
 meer
<br />

vertrouwen
om
actie
te
ondernemen!

<br />


<br />

Werk
enkele
ideeën
uit
via
prototyping
en
speel
deze
terug
naar
de
stakeholders.
Door
hun
<br />

reactie
 en
 ondervinding
 te
 beschouwen
 kan
 je
 de
 sterktes
 en
 zwaktes
 van
 ieder
 voorstel
<br />

ontdekken
 en
 kan
 je
 hierna
 tot
 een
 voorstel
 komen
 waarvan
 de
 bruikbaarheid
 en
<br />

haalbaarheid
reeds
duidelijk
is
vooraleer
je
een
idee
uitwerkt.

<br />


<br />

Laat
jezelf
verrassen!

<br />


<br />

No
nonsense!
Selecteer
een
idee
en
werk
het
uit!
Durf
proberen
en
actie
te
ondernemen!

<br />


<br />

Iedereen
is
creatief.
Geloof
in
de
creativiteit
van
jezelf
en
van
anderen.

<br />


<br />

Maak
fouten
en
leer
daaruit.

<br />


<br />


<br />

<strong>De</strong>
bovengenoemde
principes
kunnen
een
inspiratiebron
bieden
voor
het
handelen
van
studenten
<br />

tijdens
de
buitenlandse
stage.
In
het
volgende
hoofdstuk
willen
we
dieper
ingaan
op
theoretische
<br />

concepten
 die
 een
 kader
 kunnen
 bieden
 om
 in
 het
 buitenland
 te
 handelen
 en
 op
 basis
 van
 co‐<br />

creatie
aan
de
slag
te
gaan.
<br />

21



ORTHOPEDAGOGISCH
HANDELEN
IN
HET
<br />

BUITENLAND
<br />


<br />

Wanneer
 studenten
 tijdens
 de
 buitenlandse
 stage
 aan
 de
 slag
 willen
 gaan,
 zal
 co‐creatie
 een
<br />

belangrijk
gegeven
zijn
opdat
het
eigen
handelen
<strong>als</strong>
<strong>orthopedagoog</strong>
zinvol
is
in
de
context
en
cultuur
<br />

van
 de
 stageplaats.
 Hiertoe
 biedt
 het
 concept
 dialogisch
 handelen
 van
 Freire
 een
 zinvol
 kader.
<br />

Daarnaast
 willen
 we
 ook
 een
 mogelijk
 perspectief
 aanbrengen
 op
 het
 concept
 verandering
 en
<br />

ontwikkeling,
dat
aansluit
bij
dit
dialogisch
handelen.
Tot
slot
bespreken
we
de
moeilijkheid
van
deze
<br />

manier
van
handelen
en
bieden
hiertoe
de
metafoor
van
de
mierensporen
<strong>als</strong>
ondersteuning.
<br />

Dialogisch
handelen
<br />


<br />

Orthopedagogisch
handelen
veronderstelt
een
ontmoeting
tussen
verschillende
referentiekaders
en
<br />

realiteiten.
 Bij
 het
 orthopedagogisch
 handelen
 in
 een
 andere
 cultuur
 is
 dit
 niet
 anders.
 In
 de
<br />

interculturele
ontmoeting
in
het
buitenland,
kunnen
de
wereldbeelden
echter
meer
uit
elkaar
liggen
<br />

dan
in
de
Vlaamse
context.
In
deze
ontmoeting
wordt
er
dan
ook
extra
verwachtingen
gesteld
aan
de
<br />

openheid
voor
de
ander.

<br />

Uit
onze
eigen
ervaringen
leren
we
dat
studenten
die
op
buitenlandse
stage
gaan
vaak
vertrekken
<br />

met
de
intentie
om
grootse
dingen
te
veranderen.
Hierbij
worden
deze
grootse
oplossingen
voor
de
<br />

noden
op
de
stageplaats
al
op
voorhand
geconstrueerd
vanuit
het
eigen
wereldbeeld.

<br />

We
 kunnen
 dit
 zien
 <strong>als</strong>
 een
 vorm
 van
 culturele
 invasie
 (Freire,
 1972).
 Oplossingen
 worden
 in
 deze
<br />

vorm
 van
 antidialogisch
 handelen
 opgedrongen
 aan
 de
 ander.
 <strong>De</strong>
 <strong>orthopedagoog</strong>
 wordt
 op
 die
<br />

manier
 een
 onderdrukker.
 <strong>De</strong>
 ander,
 waarop
 het
 orthopedagogisch
 handelen
 gericht
 is,
 wordt
 in
<br />

deze
relatie
geconstrueerd
<strong>als</strong>
de
onderdrukte.
Het
doel
is
dat
deze
onderdrukten
hun
eigen
situatie
<br />

gaan
 zien
 door
 de
 bril
 van
 de
 Vlaamse
 <strong>orthopedagoog</strong>.
 “Het
 antidialogische,
 dominerende
 ik
<br />

verandert
 het
 overheerste,
 veroverde
 jij
 in
 een
 nietszeggend
 het”
 (Freire,
 1972,
 p.145;
 zie
 ook:
<br />

Buber,
1970).
Zo
komen
deze
onderdrukten
onder
toezicht
te
staan
van
de
<strong>orthopedagoog</strong>,
die
hen

<br />

voortdurend
 aan
 de
 orde
 herinnert.
 Hierdoor
 zouden
 zij
 uiteindelijk
 drang
 overnemen
 om
 goede
<br />

subjecten
 te
 worden
 (Foucault,
 1997).
 <strong>De</strong>ze
 vorm
 van
 culturele
 invasie
 is
 niet
 altijd
 een
 bewuste
<br />

actie.
Vaak
is
het
immers
een
gevolg
van
goede
bedoelingen.
“<strong>De</strong>
onderdrukten
wordt
hun
woord,
<br />

hun
expressieve
vermogens,
hun
cultuur
ontnomen”
(Freire,
1972,
p.119).
Door
niet
te
luisteren
naar
<br />

de
personen
waarop
het
orthopedagogisch
handelen
gericht
is
en
hen
geen
mogelijkheid
te
geven
<br />

om
zich
te
uiten,
wordt
hun
creativiteit
en
hun
mogelijkheden
onzichtbaar
gemaakt.


<br />

Tegenover
het
antidialogisch
handelen
stelt
Freire
(1972)
het
dialogisch
handelen.
Coöperatie
is
een
<br />

manier
van
dialogisch
handelen
we
elkaar
ontmoeten
<strong>als</strong>
gelijkwaardige
subjecten.
Hoewel
men
elk
<br />

uit
een
andere
cultuur
komt
en
andere
verwachtingen
heeft,
wordt
er
een
open
ruimte

gecreëerd
<br />

waarin
 er
 naar
 elkaar
 geluisterd
 kan
 worden
 (Davies,
 2011).
 <strong>De</strong>
 <strong>orthopedagoog</strong>
 en
 de
 andere
<br />

betrokkenen
zijn
in
deze
ruimte
niet
enkel
twee
aparte
entiteiten.
Zij
ontwikkelen
zich
ook
samen
in

<br />

de
intra‐actie,
waardoor
beiden
kunnen
ontstaan
door
de
relatie
tussen
hen
(Barad,
2007).

<br />

22
<br />


In
 het
 dialogisch
 handelen
 zijn
 er
 geen
 indringers,
 enkel
 betrokkenen
 die
 kritisch
 handelen.
 <strong>De</strong>
<br />

<strong>orthopedagoog</strong>
 zal
 zijn
 handelen
 en
 zijn
 reflectie
 op
 dit
 handelen
 samen
 met
 de
 betrokkenen
<br />

vormgeven.
Hierbij
zal
de
<strong>orthopedagoog</strong>
zijn
eigen
wereldbeschouwing
niet
opdringen.
Hij
zal
zich
<br />

echter
ook
niet
enkel
laten
leiden
door
de
wensen
van
de
andere
betrokkenen.
Freire
(1972)
stelt
<br />

een
 culturele
 synthese
 voor:
 “<strong>De</strong>
 leiders
 moeten
 zich
 enerzijds
 met
 de
 eis
 van
 het
 volk
 [...]
<br />

identificeren,
 terwijl
 ze
 aan
 de
 andere
 kant
 de
 betekenis
 van
 deze
 eis
 <strong>als</strong>
 probleem
 moeten
<br />

formuleren”
 (p.161).
 Wanneer
 men
 in
 de
 ontmoeting
 tussen
 <strong>orthopedagoog</strong>
 en
 de
 betrokkenen
<br />

enkel
ingaat
op
de
eisen
van
deze
betrokkenen,
zonder
kritische
reflectie
over
het
probleem,
dan
zal
<br />

dit
 enkel
 zorgen
 voor
 tijdelijke
 lapmiddelen.
 Enkel
 in
 de
 praxis
 tussen
 de
 <strong>orthopedagoog</strong>
 en
 de
<br />

betrokkenen
kan
verandering
plaatsvinden.
<br />

Ontwikkeling
en
transitie
<br />


<br />

Orthopedagogiek
heeft
sinds
de
oprichting
van
het
vakgebied
verandering
in
levenssituaties
tot
doel.
<br />

<strong>De</strong>
doelen
van
deze
verandering,
zijn
echter
veranderd
in
de
geschiedenis
van
de
orthopedagogiek.
<br />

Zo
is
het
doel
veranderd
van
genezen
naar
verbeteren
(Broeckaert
et
al.,
2004).
<br />

Freire
 (1972)
 maakt
 het
 onderscheid
 tussen
 transformatie
 en
 ontwikkeling.
 Hierbij
 is
 “wel
 alle
<br />

ontwikkeling
transformatie,
maar
niet
alle
transformatie
ontwikkeling”
(p.
139).
Ontwikkeling
is
eigen
<br />

aan
de
mogelijkheid
van
de
mens
om
<strong>als</strong>
autobiografisch
wezen
te
veranderen
naargelang
de
eigen
<br />

existentiële
tijd.
Een
mens
heeft
met
andere
woorden
de
mogelijkheden
om
binnen
de
vaste
grenzen
<br />

van
de
maatschappij
nieuwe
lines
of
flight
te
vinden
(<strong>De</strong>leuze
&
Guattari,
1980).
Hiernaast
kan
de
<br />

verandering
waarbij
de
onderdrukten
afhankelijk
zijn
geworden
van
de
ander
nooit
gezien
worden
<br />

<strong>als</strong>
 authentieke
 ontwikkeling.
 ‘Ontwikkelingswerk’,
 dat
 vasthoud
 aan
 paternalistische
 principes
 van
<br />

onderdrukking,
zal
dus
nooit
echte
ontwikkeling
kunnen
bewerkstelligen.

<br />

<strong>De</strong>
 manier
 waarop
 verandering
 geconstrueerd
 wordt
 is
 afhankelijk
 van
 de
 relatie
 tussen
 de
<br />

betrokkenen
in
de
context
van
het
orthopedagogisch
handelen.
“Orthopedagogy
concerns
a
meeting
<br />

or
encounter
between
persons,
a
search
for
adapted
methods
and
ethical
positioning”
(Broeckaert
et
<br />

al.,
2004).

<br />

In
de
orthopedagogische
relatie
wordt
een
bepaalde
ruimte
gecreëerd
voor
verandering
of
transitie.
<br />

<strong>De</strong>leuze
en
Guattari
(1980/1987)
maken
onderscheid
tussen

striated
spaces
en
smooth
spaces.
<strong>De</strong>
<br />

striated
 spaces
 zijn
 begrenst
 en
 gestructureerd.
 Ze
 laten
 geen
 authentieke
 ontwikkeling
 toe.
 In
 de
<br />

smooth
 spaces
 is
 transitie
 minder
 gereguleerd
 en
 gecontroleerd.
 Hier
 kunnen
 betrokkenen
 elkaar
<br />

ontmoeten
en
samen
ontwikkelen
(Hicky‐Moody
&
Malins,
2007).
<strong>De</strong>
vaste
grenzen
die
de
striated
<br />

space
 afbakenen,
 structureren
 de
 lens
 waardoor
 gekeken
 wordt
 en
 kunnen
 enkel
 zorgen
 voor
<br />

verandering
 afhankelijk
 van
 deze
 structuren.
 <strong>De</strong>
 lines
 of
 flight
 die
 de
 smooth
 space
 creëren,
 staan
<br />

daarentegen
 open
 voor
 authentieke
 ontwikkeling
 waarbij
 vanzelfsprekendheden
 in
 vraag
 gesteld
<br />

worden.
Striated
en
smooth
spaces
kunnen
echter
niet
zonder
elkaar
bestaan.
Er
zijn
immers
grenzen
<br />

nodig
om
eraan
te
kunnen
ontsnappen.
<br />

Om
authentieke
ontwikkeling
te
kunnen
realiseren
in
het
buitenland,
zal
de
<strong>orthopedagoog</strong>
moeten
<br />

openstaan
 voor
 het
 onbekende.
 Op
 die
 manier
 kan
 er
 in
 een
 striated
 space
 een
 smooth
 space
<br />

gecreëerd,
 waarin
 nieuwe
 mogelijkheden
 en
 lines
 of
 flight
 kunnen
 ontstaan.
 In
 de
 striated
 spaces
<br />

wordt
 de
 ander
 <strong>als</strong>
 anders
 gezien.
 Dit
 anders‐zijn
 wordt
 <strong>als</strong>
 een
 statisch
 gegeven
 bekeken.
 In
 een
<br />


<br />

23



smooth
space
daarentegen
worden
de
betrokkenen
gezien
<strong>als</strong>
voortdurend
veranderend.
Door
open
<br />

te
 staan
 voor
 en
 in
 relatie
 de
 gaan
 met
 de
 ander,
 kan
 men
 voortdurend
 bijleren
 en
 verschillende
<br />

worden
 van
 zichzelf
 (Davies,
 2009).
 
 Zowel
 de
 <strong>orthopedagoog</strong>
 <strong>als</strong>
 de
 cliënt
 zijn
 in
 deze
 relatie
<br />

voortdurend
becoming,
in
transitie.

<br />

Zoeken
naar
mierensporen
<br />


<br />

<strong>De</strong>
<strong>orthopedagoog</strong>
gaat
in
zijn
handelen
niet
enkel
op
zoek
naar
ethische
manieren
van
handelen,
<br />

maar
ook
naar
manieren
om
effectief
en
planmatig
handelen.
Uit
de
verhalen
van
studenten
op
de
<br />

blog
 ‘Orthopedagogues
 Abroad’
 (www.orthopedagogues‐abroad.com),
 blijkt
 dit
 in
 het
 buitenland
<br />

vaak
een
complexe
taak
te
zijn.
<strong>De</strong>
mogelijkheid
tot
het
samenwerken
met
voorgangers
zou
hierin
<br />

een
 zinvolle
 ondersteuning
 kunnen
 zijn.
 <strong>De</strong>ze
 samenwerking
 is
 echter
 niet
 altijd
 op
 een
 directe
<br />

manier
mogelijk.
<br />

In
de
natuur
zijn
er
manieren
om
op
een
indirecte
manier
samen
te
werken
met
voorgangers.
Door
<br />

te
zoeken
naar
sporen
van
je
voorgangers
kan
je
zoeken
naar
de
beste
wegen
om
te
handelen.
<strong>De</strong>
<br />

beste
sporen
zullen
versterkt
worden
voor
degenen
die
na
jou
komen.
Dit
concept
wordt
stigmergie
<br />

genoemd
(Grassé,
1959).
Stigmergie
zien
we
o.a.
terug
bij
mieren.
Als
een
mier
eten
vindt,
laat
hij
<br />

een
 geurspoor
 achter
 naar
 de
 bron.
 Dit
 spoor
 wordt
 versterkt
 <strong>als</strong>
 er
 meerdere
 mieren
 het
 spoor
<br />

volgen
 en
 met
 voedsel
 terugkeren.
 Op
 die
 manier
 hoeven
 de
 mieren
 niet
 rechtstreeks
 te
<br />

communiceren.
<strong>De</strong>
complexe
taak
van
het
zoeken
van
de
beste
weg
naar
voedsel
wordt
gerealiseerd
<br />

door
het
zoeken
naar
de
beste
weg
in
reeds
bestaande
sporen
en
doormiddel
van
het
versterken
van
<br />

deze
sporen.

<br />

Het
werk
van
orthopedagogen
stimuleert
en
leidt
het
werk
van
opvolgers
en
wordt
op
zichzelf
ook
<br />

gestimuleerd
 en
 geleid
 door
 voorgangers.
 Studenten
 die
 op
 buitenlandse
 stage
 gaan,
 doen
 er
 dus
<br />

goed
aan
om
op
zoek
te
gaan
naar
mierensporen
van
hun
voorgangers.
<br />


<br />


<br />

24
<br />



<br />

BESLUIT
<br />

In
 deze
 paper
 volgden
 we
 de
 mierensporen
 die
 reeds
 werden
 nagelaten
 binnen
 de
 samenwerking
<br />

tussen
 het
 Industrial
 <strong>De</strong>sign
 Center
 van
 de
 Howest
 en
 de
 Vakgroep
 Orthopedagogiek
 van
 de
<br />

Universiteit
Gent.
Door
onze
eigen
ervaringen
samen
te
brengen
in
het
proces
naar
deze
paper
en
de
<br />

bijhorende
blog
en
workshop,
hebben
we
geprobeerd
om
deze
mierensporen
te
versterken.

<br />

We
 hebben
 in
 de
 paper,
 op
 de
 blog
 en
 in
 de
 workshop
 gezocht
 naar
 de
 meerwaarde
 van
 het
<br />

Industrieel
Product
Ontwerpen
voor
het
orthopedagogisch
handelen
in
het
buitenland.

<strong>De</strong>ze
vraag
<br />

hebben
we
aangepakt
via
de
principes
van
INNOWIZ.
We
zijn
op
die
manier
zelf
gaan
ontwerpen
<strong>als</strong>
<br />

<strong>orthopedagoog</strong>.
 Zo
 maakten
 we
 bijvoorbeeld
 in
 vergaderingen
 gebruik
 van
 INNOWIZ‐technieken
<br />

voor
 de
 probleemdefinitie
 en
 ideeënselectie.
 Ook
 hebben
 we
 verschillende
 
 prototypes
 van
 delen
<br />

van
de
workshop
uitgetest
alvorens
de
uiteindelijke
workshop
te
geven.
Hiernaast
hebben
we
met
<br />

verschillende
betrokkenen
(Katrien
<strong>De</strong>
Munck,
Geert
Van
Hove,
Lieven
<strong>De</strong>
Couvreur,
Oliver
<strong>De</strong>wolf,
<br />

participanten
 van
 de
 workshop,…)
 grondig
 nagedacht
 over
 de
 theoretische
 verdieping
 in
 de
<br />

meerwaarde
 van
 ontwerpen
 voor
 orthopedagogisch
 handelen.
 
 We
 merkten
 dat
 deze
 manier
 van
<br />

werken
grenzen
kan
doorbreken
en
nieuwe
mogelijkheden
kan
bieden
voor
het
orthopedagogische
<br />

handelen.

<br />

In
 de
 paper
 zagen
 we
 dat
 het
 belangrijk
 is
 om
 te
 luisteren
 naar
 de
 stem
 van
 de
 betrokkenen
<br />

waarmee
de
<strong>orthopedagoog</strong>
in
relatie
gaat.
In
de
ontmoeting
waar
de
ander
<strong>als</strong>
gelijkwaardig
wordt
<br />

gezien
 kan
 de
 <strong>orthopedagoog</strong>
 ook
 echt
 luisteren
 naar
 deze
 stem.
 Op
 die
 manier
 kunnen
 de
<br />

<strong>orthopedagoog</strong>
en
de
personen
waarop
het
orthopedagogische
handelen
gericht
is,
samen
groeien
<br />

en
 kan
 er
 authentieke
 ontwikkeling
 plaatsvinden
 (Freire,
 1972).
 
 In
 het
 Industrieel
 Product
<br />

Ontwerpen
 staat
 het
 luisteren
 ook
 centraal.
 In
 co‐creatie
 wordt
 er
 samen
 met
 de
 betrokkenen
<br />

gezocht
naar
ideeën.
Door
alle
betrokken
te
betrekken
in
het
proces
geef
je
aan
ieder
de
kans
om
zijn
<br />

stem
te
laten
horen
en
zijn
mening
te
laten
doorwegen
doorheen
het
volledige
proces.

<br />

In
 de
 buitenlandse
 context
 is
 het
 heel
 belangrijk
 om
 geen
 paternalistische
 houding
 aan
 te
 nemen.
<br />

Hiervoor
 kan
 de
 <strong>orthopedagoog</strong>
 werken
 vanuit
 de
 kennis
 en
 middelen
 die
 al
 aanwezig
 zijn
 in
 de
<br />

buitenlandse
 context.
 
 Iedereen
 is
 creatief,
 waardoor
 we
 ons
 <strong>als</strong>
 <strong>orthopedagoog</strong>
 kunnen
 laten
<br />

verrassen
door
de
ideeën
van
alle
betrokkenen.
<strong>De</strong>
<strong>orthopedagoog</strong>
<strong>als</strong>
<strong>ontwerper</strong>
zoekt
samen
met
<br />

de
betrokkenen
naar
zoveel
mogelijk
ideeën.
Daarna
werkt
hij
enkele
ideeën
uit
via
prototyping
en
<br />

koppelt
 deze
 terug
 naar
 de
 stakeholders.
 Door
 hun
 reactie
 en
 ervaringen
 in
 rekening
 te
 brengen,
<br />

kunnen
de
sterktes
en
zwaktes
van
ieder
voorstel
worden
ontdekt.
<strong>De</strong>
<strong>orthopedagoog</strong>
<strong>als</strong>
<strong>ontwerper</strong>
<br />

zoekt
naar
new
lines
of
flight
(<strong>De</strong>leuze
&
Guattari,
1980/1987)
en
creëert
op
die
manier
duurzame,
<br />

innovatieve
en
creatieve
ontwikkeling
in
het
buitenland.

<br />

In
de
workshop
zullen
we
praktisch
aan
de
slag
gaan
met
het
thema
orthopedagogisch
ontwerpen.
<br />

<strong>De</strong>
 blog
 dient
 <strong>als</strong>
 een
 verzameling
 van
 al
 onze
 inspiratiebronnen,
 de
 theoretische
 verdieping
 en
<br />

uiteindelijk
 een
 opname
 van
 de
 workshop.
 Op
 deze
 manier
 willen
 we
 de
 studenten
 die
 op
<br />

buitenlandse
 stage
 gaan
 verschillende
 en
 flexibele
 mogelijkheden
 geven
 om
 inspiratie
 op
 te
 doen
<br />


<br />

25



voor
hun
buitenlandse
stage.
<strong>De</strong>ze
paper,
de
workshop
en
de
blog
zijn
slechts
prototypes
van
hoe
de
<br />

meerwaarde
van
ontwerpen
voor
de
orthopedagogiek
vorm
kan
krijgen.
Het
zijn
mierensporen
die
<br />

andere
 mensen
 richting
 en
 inspiratie
 kunnen
 geven
 om
 het
 spoor
 verder
 te
 ontdekken
 en
 te
<br />

versterken.

<br />

BRONNEN
<br />

Barad,
K.
(2007).
Meeting
the
Universe
Halfway.
London:
Duke
University
Press.
<br />


<br />

Bogdan,
R.,&
Taylor,
S.
(1976).
The
judged,
not
the
judges:
An
insider's
view
of
mental
retardation.
<br />

American
Psychologist,
31(1),
47‐52.

<br />


<br />

Broeckaert,
 E.,
 Van
 Hove,
 G.,
 D’Oosterlinck,
 F.,&
 Bayliss,
 P.
 (2004).
 The
 Search
 for
 an
 Integrated
<br />

Paradigm
of
Care
Models
for
People
with
Handicaps,
Disabilities
and
Behavioural
Disorders
at
<br />

the
 <strong>De</strong>partment
 of
 Orthopedagogy
 of
 Ghent
 University.
 Education
 and
 training
 in
<br />

<strong>De</strong>velopmental
Disabilities,
39(3),
206‐216.
<br />


<br />

Bruner,
J.
(1990).
Acts
of
meaning.
Cambridge:
Harvard
University
Press.
<br />


<br />

Buber,
M.
(1970).
I
and
Thou.
New
York:
Scribner’s
Sons.
<br />


<br />

Charlton,
J.I.
(1998).
Nothing
About
Us
Without
Us.
Berkeley:
University
of
California
Press.
<br />


<br />

Davies,
 B.
 (2009).
 Difference
 and
 differenciation.
 In
 B.
 Davies,
 S.
 Gannon
 (Eds),
 Pedagogical
<br />

Encounters.
New
York:
Routledge.

<br />


<br />

Davies,
 B.
 (2011).
 Listening:
 a
 radical
 pedagogy.
 In
 E.S.
 Fahlgren
 (Red.),
 Challenging
 gender:
<br />

Normalization
and
beyond.
Sundsvall:
Mid
Sweden
University.
<br />


<br />

<strong>De</strong>geeter,
D.
(2001).
Werken
aan
kwaliteit:
kinderspel?
Evaluatie
voor
de
hulpverlening
aan
armen‐
<br />

Handleiding.
Garant.

<br />

<strong>De</strong>leuze,
G,&
Guattari,
F.
(1980).
Mille
plateaux
.
Parijs:
Minuit.
<br />


<br />

Ellwood,
C.
(2009).
Listening
to
Homeless
Young
People:
A
Strategy
of
Attention.
In
B.
Davies
&
S.
<br />

Gannon
(Reds.),
Pedagogical
Encounters.
New
York:
Peter
Lang
publishers
Inc.

<br />


<br />

Foucault,
 M.
 (1997).
 Polemics,
 Politics,
 and
 Problematizations.
 In
 P.
 Rabinow
 (Red.),
 The
 Essential
<br />

Works
of
Michel
Foucault
Vol.
I.
Ethics:
Subjectivity
and
Truth.
New
York:
The
New
Press.
<br />


<br />

Freire,
P.
(1972).
Pedagogy
of
the
Oppressed.
Harmondsworth:
Penguin.
<br />


<br />

Grassé,
 P.P.
 (1959).
 La
 reconstruction
 du
 nid
 et
 les
 coordinations
 inter‐individuelles
 chez
 Bellicosi‐<br />

termes
 natalensis
 et
 Cubitermes
 sp.
 La
 theorie
 de
 la
 stigmergie:
 Essai
 d’interpretation
 des
<br />

26
<br />


termites
constructeurs.
Insectes
Sociaux,
6,
41‐83.

<br />


<br />

GRIP
(2013).
Empowerment.
Geraadpleegd
op
25
mei
via
http://www.gripvzw.be
<br />


<br />

Harninck,
 F.J.H.,
 Ruijssenaars,
 A.J.J.M.
 (1997).
 Behandeling
 in
 de
 Orhtopedagogiek.
 Pedagogisch
<br />

Tijdschrift,
4/5,
themanummer.

<br />


<br />

Hickey‐Moody,
A.,&
Malins,
P.
(2007).
<strong>De</strong>leuzian
Encounters.
Studies
in
Contemporary
Social
Issues.
<br />

Houndmills:
Palgrave
Macmillan.
<br />


<br />

Holt,
R.
(2011).
<strong>De</strong>sign
meets
disability.
Disability
&
Society,
26(6),
779‐788.

<br />

Howest.
(2012).
Industrieel
Productontwerpen
studeren
aan
de
Howest.
Geraadpleegd
op
15
februari
<br />

2013
via
http://www.howest.be
<br />


<br />

INNOWIZ.
(2013).
Innovative
methode
INNOWIZ.
Retrieved
from:
http://www.innowiz.be
<br />

Jackson,
A.Y.,&
Mazzei,
L.A.
(2012).
Thinking
with
theory
in
qualitative
research.
Viewing
data
across
<br />

multiple
perspectives.
Abingdon:
Routledge.
<br />


<br />

Johnstone,
 D.
 (1998).
 An
 introduction
 to
 disability
 studies.
 London:
 Fulton.

<br />


<br />

Jansen,
M.H.M.
(2008).
<strong>De</strong>
gedreven
oganisatie.
Alphen
aan
den
Rijn:
Kluwer
.

<br />

Kelley,
T.
(2005).
The
Tem
Faces
of
Innovation.
Doubleday:
Currency.
<br />

Knorth,
E.
J.,&
Smit,
M.
(1999).
Planmatig
handelen
in
de
jeugdhulpverlening.
Leuven/Apeldoorn:
<br />


<br />

Garant.
<br />

Linton,
S.
(1998).
Disability
Studies/
Not
Disability
Studies.
Disability
and
society,
13(4),
525‐540.

<br />

Linton,
S.
(2005).
What
is
Disability
Studies?.
Modern
Language
Association,

120(2),
518‐522.

<br />

Lyotard,
J.(1979).
La
Condition
Postmoderne:
Rapport
sur
le
Savoir.
Parijs:
Les
Editions
de
Minuit.
<br />


<br />

Rappaport,
J.
(1995).
Empowerment
meets
narrative:
Listening
to
stories
and
creating
settings.
<br />

American
Journal
of
Community
Psychology,
23(5),
795‐807.
<br />


<br />

Schön,
D.
(1983).
The
Reflective
Practitioner:
How
profession<strong>als</strong>
think
in
action.
New
York:
Basic
<br />

Books,
Inc.
<br />

Schön,
 D.
 A.
 (1987).
 Educating
 the
 reflective
 practitioner:
 Toward
 a
 new
 design
 for
 teaching
 and
<br />

learning
in
the
professions.
San
Francisco,
CA:
Jossey‐Bass.
<br />

Schoorl,
 P.
 (1997).
 Ontwikkeling
 van
 de
 orthopedagogiek
 in
 Nederland
 en
 Vlaanderen.
 In
 E.
<br />

Broekaert,
 F.
 <strong>De</strong>
 Fever,
 P.
 Schrool,
 G.
 Van
 Hove,
 &
 B.
 Wuyts
 (Eds.),
 Orthopedagogiek
 en
<br />

maatschappij.
Vragen
en
visies
(pp.
77‐116).
Leuven‐Apeldoorn:
Garant.

<br />


<br />

27



Schoorl,
 P.,
 Van
 <strong>De</strong>n
 Bergh,
 P.,
 &
 Ruijssenaars,
 A.
 J.
 (2000).
 Inleiding
 in
 de
 theoretische
<br />

orthopedagogiek.
Hulpverlenen
bij
opvoeden.
Leuven‐Apeldoorn:
Garant.

<br />


<br />

UN
 (1948).
 The
 Universal
 <strong>De</strong>claration
 of
 Human
 Rights.
 Geraadpleegd
 op
 30
 mei
 2012
 op
<br />

http://www.un.org
<br />



<br />

Vanderplasschen,
 W.,
 &
 Schittekatte,
 M.,
 (2006).
 Pedagogische
 diagnostiek
 en
 handelingsplanning.
<br />

Gent:
Academia
Press.


<br />


<br />

Vanderplasschen,
W.
(2006).
Orthopedagogische
werkvelden
in
beweging:
organisatie
en
tendensen.
<br />

Antwerpen:
Garant.
<br />


<br />

Van
 Regenmortel,
 T.
 (2009).
 Empowerment
 <strong>als</strong>
 uitdagend
 kader
 voor
 sociale
 inclusie
 en
 moderne
<br />

zorg.
Journal
of
Social
Intervention:
Theory
and
Practice,
18(4),
22‐42.
<br />


<br />

Vincke,
J.
(2007).
Sociologie:
een
klassieke
en
hedendaagse
benadering.
Gent:
Academia
Press.

<br />


<br />


<br />


<br />


<br />

28
<br />

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!