RSD-jubileumboek org rsd.opm - rsd historisch archief
RSD-jubileumboek org rsd.opm - rsd historisch archief
RSD-jubileumboek org rsd.opm - rsd historisch archief
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
92 Recessie<br />
Voortbestaan inktfabriek onzeker<br />
Buiten de sluiting van de zetterij was er nog een afdeling, zij het een kleine, waar volgens<br />
de directie geen toekomst meer voor was.<br />
De inktfabriek werd, zij het op bescheiden schaal, ingericht in het oude gebouw ’31<br />
in 1956. Daar begon de heer De Feijter samen met zijn medewerker de heer van Gorkom<br />
met de fabricage van zwarte inkt. Deze kwam tot stand in een grote kogelmolen.<br />
Zelf inkten maken die ook nog moesten voldoen aan de diepdruktechniek was een heel<br />
moeilijk proces. Dit ontwikkelde zich echter zo positief dat er al in 1961 een nieuwe<br />
installatie werd aangeschaft. Deze nieuwe installatie had volgens de heer Van der Burgh<br />
een aantal voordelen ten opzichte van de oude. Hij werkte namelijk sneller, was schoner<br />
en had minder bedienend personeel nodig. Men was al zover dat blauwe inkt en mengwit<br />
(versnit) gemaakt kon worden. Een verdere uitbreiding van de inktfabriek was altijd de<br />
bedoeling geweest, maar dit werd toch uitgesteld.<br />
Goedkope inkt van Siegwerk<br />
Eerst wilde men praten met de firma Siegwerk over de inktprijzen. Wanneer deze gunstig<br />
bleken te zijn, dan kon de uitbreiding van de eigen inktfabriek voorlopig enige jaren<br />
opgeschoven worden. Eind 1962 werd er in de vergadering van de Raad van Commissarissen<br />
gesteld dat het opzetten van een volledige inktfabriek voorlopig van de baan was.<br />
De besprekingen met de firma Siegwerk hadden tot zodanige lage prijzen geleid, dat eigen<br />
aanmaak van de kleurinkten in massa voorlopig niet rendabel was. De fabricage van<br />
eigen inkten had over 1963 toch een voordeel opgeleverd van 1 miljoen gulden, maar zei<br />
de voorzitter van de Raad van Commissarissen ir. H.J.A. de Goeij, om nu over te gaan tot<br />
enorme investeringen voor een volledige inktfabriek, dat was de raad teveel. Wel mochten<br />
er investeringen worden gedaan om de fabricage efficiënter te laten verlopen.<br />
Deze uitspraak verhinderde niet dat de directie een gesprek aanging met de heer Rieffe,<br />
die enkele tientallen meters verderop in de straat een transportbedrijf had en een grote<br />
garage. Men wilde bekijken of het mogelijk was om de inktfabriek onder te brengen in die<br />
garage, wanneer eventueel gebouw ’31 afgebroken<br />
zou worden. Beide partijen kwamen niet tot een overeenstemming.<br />
Toch bleef in die jaren de vraag<br />
bestaan voor een eigen inktfabriek. Was het nu wenselijk<br />
om de inkt zelf te maken of het te gaan kopen?<br />
Het was immers nu mogelijk om zelf Rood<br />
(magenta) en Geel te maken. Besloten werd dat er<br />
een grondige studie gemaakt moest worden over het<br />
hele vraagstuk. De keus was zelf maken, of samen<br />
met de inktfabriek in Etten-Leur of de inkt<br />
betrekken van de Duitse leverancier Siegwerk.<br />
Personeel van de toenmalige inktfabriek.<br />
Staand van links naar rechts: G. Witteveen, W.<br />
Bruggeman, H. Nieveld en J. Schonfeld.<br />
Zittend: de heer Van Gorkum en zijn vrouw.<br />
De conclusie van die studiegroep was, dat het geheel<br />
opzetten van een eigen inktfabriek een zeer hoge<br />
investering met zich mee zou brengen. Dit was voor<br />
de directie reden genoeg om nogmaals onderhandelingen<br />
te gaan voeren met Siegwerk over de aankoop<br />
van alle inkten.