12.09.2013 Views

Memoranda van mijn diensttijd in Ned. Oost Indie ... - Ouwe Raman

Memoranda van mijn diensttijd in Ned. Oost Indie ... - Ouwe Raman

Memoranda van mijn diensttijd in Ned. Oost Indie ... - Ouwe Raman

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hiermee sluiten we de P.V is.<br />

Leiders diploma is behaald en<br />

we gebruiken het boek verder<br />

voor <strong>mijn</strong> leven als militair<br />

<strong>in</strong> Indië en wel op Java en<br />

Sumatra.<br />

Om een logboek te<br />

pennen over <strong>mijn</strong><br />

Militaire leven<br />

3


6<br />

INLEIDING<br />

In dienst getreden op 23 maart 1947 <strong>in</strong> de<br />

Bernhard kazerne <strong>in</strong> Amersfoort.<br />

Daarna op 20 augustus 1947 overgeplant naar de<br />

Adolf kazerne, kamer A2.<br />

Na 17 dagen <strong>in</strong>schep<strong>in</strong>gsverlof te hebben genoten,<br />

maakten we ons klaar voor vertrek. Tropenkled<strong>in</strong>g<br />

werd uitgereikt, wapens en veel theorie over<br />

Indië moesten we slikken. Ook werden er elke<br />

week prikken uitgedeeld, waar<strong>van</strong> je soms dagen<br />

beroerd was.<br />

Overigens g<strong>in</strong>g het best. Ik was veel thuis. Toen<br />

werd de datum bekend gemaakt. We zouden<br />

vertrekken op 30 oktober 1947 <strong>van</strong>uit Amsterdam<br />

met de Nieuw Holland.


We vertrokken uit de Adolf kazerne om 10<br />

uur, kwamen aan <strong>in</strong> de Bokkendu<strong>in</strong>en waar<br />

we <strong>in</strong>structies kregen omtrent onze taak als<br />

S(cheeps) P(olitie). Om 11 uur vertrokken we via<br />

de Bernhard kazerne naar Amsterdam. De kade<br />

kwam <strong>in</strong> zicht.<br />

Eerst eten, even sjouwen en om 2 uur werden we<br />

<strong>in</strong>gescheept.<br />

We kregen een hangmat plus 2 dekens.<br />

7


8<br />

28 oktober 1947.<br />

De eerste dag aan boord <strong>van</strong> ons schuitje is<br />

100% mee gevallen. Het is een goede schuit en<br />

gezellig. Wij moesten al 2 dagen eerder aan boord<br />

omdat we scheepspolitie zijn. Nu lopen we zwaar<br />

bewapend met een witte band waarop S.P. om ons<br />

arm, zwaar boos kijkend het schip op en neer en<br />

zien uit naar misdadigers.<br />

Overmorgen de 30 ste oktober komen de jongens<br />

aan boord, waardoor er wat meer leven <strong>in</strong> de<br />

brouwerij zal komen. Er komen ± 1850 man<br />

troepen aan boord, waar<strong>van</strong> ± 1150 huzaren.<br />

Verder zijn er nog 150 Ch<strong>in</strong>ezen plus de<br />

onderofficieren <strong>van</strong> het schip, de matrozen enz.<br />

Het schip is mooi <strong>in</strong>gericht met Indische spullen.<br />

Alles is gemakkelijk te v<strong>in</strong>den. Het schip<br />

vaart nu voor de K.P.M. en het is het beste<br />

troepentransportschip <strong>van</strong> <strong>Ned</strong>erland. Het heeft<br />

een behoorlijke laadruimte, 2 ruime dekken en<br />

speelzalen.<br />

Aan vlees zal ons niets te kort worden gedaan,<br />

want op dit ogenblik hebben we al 40 ton bevroren<br />

vlees aan boord.<br />

Omdat maar alle S.P.-ers met zo we<strong>in</strong>ig waren (50<br />

man), mochten we <strong>in</strong> de officiersmess eten, waar<br />

we bediend werden door onze gele broeders.<br />

Nu, dit is voor de eerste dag genoeg! Ik schei uit<br />

en kruip lekker <strong>in</strong> m’n hangmat. Pit ze, zullen we<br />

maar zeggen en tot de volgende keer.


29 oktober 1947.<br />

Vandaag hebben we gehoord wat er <strong>van</strong> ons als<br />

S.P.-ers verwacht wordt.<br />

We hebben het hele schip bekeken, weer <strong>in</strong> de<br />

officiersmess gegeten.<br />

Tot de volgende dag!<br />

30 oktober 1947.<br />

Om half 9 lopen we als S.P.-er door de loodsen<br />

en we ont<strong>van</strong>gen daar gratis <strong>van</strong> de Cadi 1 reep<br />

chocolade en 20 Cadi sigaretten plus 10 Chief<br />

Whip. Dat was dus oké.<br />

Na de lijst <strong>van</strong> “present” getekend te hebben,<br />

gaan we weer aan boord, waar we worden<br />

<strong>in</strong>gedeeld. Om 10 uur komt de eerste ploeg<br />

b<strong>in</strong>nen. De <strong>in</strong>schep<strong>in</strong>g verloopt vlot. Om 3 uur is<br />

alles b<strong>in</strong>nen.<br />

9


10<br />

Om precies 5 uur vertrok de boot en als het<br />

Wilhelmus speelt, worden we door de sleepboten<br />

weg gesleept naar IJmuiden. Waar we een half uur<br />

<strong>in</strong> de sluizen liggen en we dan weg stomen naar<br />

Indië.<br />

Prettig was nog even het gezicht <strong>van</strong> Henneke<br />

ter zien en na nog wat moeilijkheden met haar<br />

te praten. Ja, dat was handig om met een bootje<br />

langszij te komen.<br />

Ook op het Stenenhoofd kon ik haar nog ontdekken<br />

en ma Bergen ook. Het uitzicht werd wel<br />

belemmerd door de rook <strong>van</strong> een kustvaarder,<br />

maar toch kon ik haar duidelijk onderscheiden met<br />

haar rode hoofddoek.<br />

Vlak voor de Hembrug sloepenrol. Dat verliep<br />

vlug.<br />

Daarna eten en om 8 uur werden we als S.P. afgelost<br />

door het 3de Eskader. Vervolgens na <strong>Ned</strong>erland<br />

te hebben zien weg z<strong>in</strong>ken <strong>in</strong> het maanlicht<br />

vlug de hangmat pakken en pitten tot de volgende<br />

dag.<br />

Wat komt er?


Niets bijzonders. Zoals iedere keer vervelen en<br />

luieren en fl. 30.- ont<strong>van</strong>gen als scheepsgeld. Tot<br />

morgen maar weer.<br />

1 november 1947<br />

Niets bijzonders <strong>van</strong>daag en nog steeds niet zeeziek<br />

geweest. Hoera!<br />

2 november 1947<br />

Weer wacht gehad. Was prima en stil.<br />

Veel jongens zijn zeeziek. Het is een rot gezicht,<br />

vooral als je het zelf niet bent, de jongens maar<br />

voor oud vuil op de dekken te zien liggen en maar<br />

overgeven. Bah! Ik hoop maar dat het gauw voorbij<br />

is.<br />

We zitten nu bij Spanje. Morgen passeren we Gibraltar<br />

en krijgen dan rustig water.<br />

Verder nog even naar huis gepend en daarna maar<br />

weer slapen en vervelen.<br />

11


12<br />

3 november 1947<br />

Vandaag was alles beter en we hebben veel<br />

gezien.<br />

Eerst zagen we water en nog eens water.<br />

Bru<strong>in</strong>vissen die dartelend achter en voor het schip<br />

zwommen en doken. Een leuk gezicht.<br />

Daarna zagen we Kaap F<strong>in</strong>esteren. Heel mooi met<br />

die rotsen die boven water uitsteken.<br />

Verder hadden we op dek nog een<br />

cabaretvoorstell<strong>in</strong>g. Na afloop voeren we Gibraltar<br />

<strong>in</strong> donker b<strong>in</strong>nen om ± 10.30 uur. Het was een<br />

fantastisch gezicht. De vissersboten voeren luid<br />

schreeuwend vlak langs ons schip.<br />

Verder passeerden we ’s nachts nog Tunis en<br />

Tanger, mooi verlicht. Een prachtig gezicht.<br />

Nu maar vlug slapen en morgen zullen we<br />

denkelijk wel wat meer zien <strong>van</strong> de kust. Het is<br />

mooi weer en nu <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> hangmat denk ik aan<br />

Holland, dat nu zo ver is.


EEN BABOE<br />

of KINDER<br />

MEID<br />

13


18<br />

4 november 1947.<br />

Het is onze beurt weer voor de S.P.-wacht. Toen<br />

ik <strong>van</strong>nacht <strong>van</strong> de wacht kwam, heb ik lekker<br />

gebaad <strong>in</strong> een badkuip met zeewater. Wel wat<br />

koud, maar ik g<strong>in</strong>g er als neger <strong>in</strong> en kwam er als<br />

volslagen blanke weer uit. Dat was echt fijn.<br />

Morgen doen we Algiers aan en gaan daar even<br />

een dagje debatteren.<br />

Na gezellig gebabbeld te hebben en de wacht,<br />

kroop ik om ± 4.30 uur <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> kooi.<br />

We wachten maar af tot morgen.


ALGIERS<br />

In aller vroegte werd ik wakker gepord.<br />

Toen ik op dek kwam, zag ik <strong>in</strong> de verte, nog<br />

half beneveld, de kust <strong>van</strong> Algiers opkomen. Een<br />

prachtig gezicht! De bergen roodachtig door de<br />

opkomende zon en het heldere blauwe water <strong>van</strong><br />

de kom of haven <strong>van</strong> de stad, die zo schu<strong>in</strong> tegen<br />

de bergen is opgebouwd.<br />

Er werd veel gehandeld door negers. Vooral<br />

19


20<br />

op repen en<br />

sigaretten waren<br />

ze tuk. Ze gaven<br />

<strong>in</strong> ruil onbenullige,<br />

maar ook goede<br />

d<strong>in</strong>gen. Vooral<br />

oranje appelen<br />

(s<strong>in</strong>asappels),<br />

waar<strong>van</strong> er aan<br />

boord duizenden<br />

<strong>in</strong> grote manden<br />

werden op<br />

gehesen.<br />

Wat bedelarij<br />

betreft, staat de<br />

stad op een zeer<br />

hoog peil, vooral<br />

door jongens <strong>van</strong><br />

7 tot 30 jaar, <strong>in</strong><br />

lompen gekleed.<br />

Ze ruilen vooral <strong>in</strong> champagne, wijnen en foto’s<br />

<strong>van</strong> de omtrek.<br />

De politiemannen zijn niet k<strong>in</strong>derachtig, want af<br />

en toe joegen ze de menigte uiteen, waarbij ze<br />

met een stok hout op hun ribbenkast sloegen.<br />

Ook gooiden ze ze nog met stenen na. De negers<br />

lachten er om, maar waren wel bang en ondanks<br />

dat ontzettend brutaal. Ze probeerden barrevoets<br />

door medelijden zo veel mogelijk los te krijgen.<br />

Na water, olie en s<strong>in</strong>asappels te hebben<br />

geladen, werden we door een sleepboot om ±<br />

6 uur (donker) de haven uit gesleept. Het was<br />

fantastisch al die lichten en lichtreclames <strong>in</strong> dat<br />

aarde donker langzaam te zien verdwijnen.


Algiers is volgens mij mooi en voor toeristen lijkt<br />

het me een ideale plaats. Het is wel een drukke<br />

havenstad, vooral wat de Franse schepen betreft.<br />

5 november ’s avonds laat<br />

We varen weer <strong>in</strong> volle zee en zien behoudens<br />

enkele vuurtorens en verlichte schepen niets<br />

anders dan onze trouwe kameraad: het water. Het<br />

water dat ons mee neemt naar verre landen, waar<br />

we heen gezonden worden om onze plicht te doen<br />

en anderen te helpen. De stemm<strong>in</strong>g is nog steeds<br />

100% en alles is wel aan boord.<br />

De hangmat hangt klaar en wacht trouw op mij. Ik<br />

heb weer heel wat <strong>van</strong> de wereld gezien, maar tot<br />

nu toe is het landje aan de Zuiderzee het mooist<br />

en liefste <strong>van</strong> ons zo onverschillige soldaten en<br />

huzaren.<br />

6 november 1947.<br />

Weer een dag verstreken en weer land gezien. Wel<br />

zo’n beetje de hele dag de Noord Afrikaanse kust<br />

met een paar eilanden, een groep bijeen de Golita<br />

eilanden. Mooi gezicht die eilanden zo uit het<br />

water te zien verrijzen met er om heen het blauwe<br />

water <strong>van</strong> de Middellandse Zee en er boven de<br />

21


22<br />

grote stralende zon.<br />

Verder is er lichaam<strong>in</strong>spectie geweest door de<br />

dokter. Onze voeten werden ook geïnspecteerd. Er<br />

werd eveneens gekeken of je re<strong>in</strong> op je lichaam<br />

was.<br />

Verder geen nieuws. Maar weer slapen, wakker<br />

worden en de nieuwe dag is er weer. Wat brengt<br />

hij?<br />

7 november<br />

1947.<br />

Niets bijzonders.<br />

Enkel water, eten, slapen en luieren.<br />

8 november 1947.<br />

Weer wachtdienst als S.P. Deze is vlot verlopen<br />

en gezellig. Erge de<strong>in</strong><strong>in</strong>g en vele jongens hebben<br />

de vissen weer gevoerd. Gelukkig ben ik <strong>van</strong><br />

zeezicht vrij gebleven en ben ’s avonds naar de<br />

film geweest <strong>in</strong> de speelzaal. Toen ik <strong>in</strong> het ruim<br />

kwam, was eerst m’n hele hangmat zoek met<br />

kussen en deken. Na veel zoeken alles, op deken<br />

na, terug gevonden.De deken heb ik nog steeds<br />

niet, maar gewoon een andere gestolen.


Verder had ik nog een ongelukje <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> postdoos.<br />

Hele <strong>in</strong>ktpotje stuk. Alles onder de <strong>in</strong>kt: logboek,<br />

schrijfpapier enz. Eén vieze boel was het. Het kost<br />

me moeite te denken aan P.V. glimlacht en fluit<br />

onder alle moeilijkheden, maar het is gebeurd en<br />

nu maar weer wachten op wat anders. Tot zondag!<br />

Zondag 9 november 1947.<br />

De dag begon <strong>van</strong>daag goed. Heb om 8 uur de<br />

samenkomst <strong>van</strong> onze veldprediker bezocht <strong>in</strong> de<br />

Muziekhal <strong>van</strong> ons schip. Het was erg vol, maar<br />

het verliep toch goed.<br />

Het was even fris midden op zee met niets anders<br />

als water om je heen. Dan te horen dat je niet<br />

alleen bent, maar dat er één is die over je waakt<br />

dag en nacht.<br />

Verder verliep de dag als alle andere dagen, alleen<br />

’s avonds was er z<strong>in</strong>gen op het promenadedek,<br />

waar het erg gezellig was en we uit volle borst<br />

mee zongen.<br />

Morgen Port Said, waar we wel wat beleven.. want<br />

we hebben speciale opdrachten gekregen. Morgen<br />

meer daar over.<br />

Tot morgen <strong>in</strong> Port Said.<br />

23


24<br />

10 november 1947.<br />

SUEZ<br />

’s Morgens om 3 uur werden we gewekt (S.P.) om<br />

de wacht te betreden op het hele schip, want Port<br />

Said was <strong>in</strong> zicht. Een smerige stad met een grote<br />

haven, waar allerlei soorten schepen <strong>in</strong> lagen uit<br />

verschillende landen.<br />

Langzaam voeren we de mond<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het<br />

Suezkanaal b<strong>in</strong>nen. Al heel vlug kwamen de<br />

politie en de loods aan boord plus de Arabieren<br />

<strong>van</strong> de Kanaalmaatschappij.<br />

Na Port Said te zijn door gevaren, kwamen we<br />

e<strong>in</strong>delijk <strong>in</strong> het kanaal. Eerst zagen we niets<br />

anders als de mond<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de Nijl, maar daarna<br />

kwam er aan beide kanten land. Aan de ene kant<br />

dook de woestijn op en aan de andere kant een<br />

moderne snelweg met om de zoveel kilometer<br />

de prachtige se<strong>in</strong>posthuizen, waar de se<strong>in</strong>en <strong>in</strong><br />

hangen voor de schepen. Ze zagen er mooi en<br />

modern uit met hun grote mast.<br />

Via het kle<strong>in</strong>e en grote Bittermeer kwamen we <strong>in</strong><br />

donker (± 7 uur) <strong>in</strong> het stadje Suez aan. Hier zag<br />

het er ook weer fantastisch uit met de lichten en<br />

reclames plus het licht groene water.<br />

De bezoekers g<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> boord. Wij voeren verder<br />

de Rode Zee op naar Aden.<br />

Het kanaal is tamelijk breed en goed<br />

onderhouden. Het wordt streng bewaakt. Om


de zoveel kilometer stond een schildwacht en<br />

ook waren er vele tentenkampen met Engelse<br />

soldaten. In het kanaal voer een patrouilleboot<br />

<strong>van</strong> de Franse mar<strong>in</strong>e op en neer. We moesten<br />

een paar keer stoppen voor een 3 tegenliggers.<br />

Eén Engelse en twee uit de U.S.A. Het waren<br />

tankschepen, die je hier veel ziet.<br />

Verder zie je om je heen niets anders als woestijn,<br />

zand en paar kamelen met berijders (32 stuks).<br />

Dan realiseer je je pas wat de bouwers <strong>van</strong><br />

dit kanaal te doen gehad hebben. Aan beide<br />

kanten zie je het zand weer aanslippen, zodat<br />

het onbegonnen werk lijkt. Er is hier veel<br />

doorzett<strong>in</strong>gsvermogen voor nodig geweest. Nu<br />

het er is, is het een grote vooruitgang voor de<br />

scheepvaart. Het kanaal zelf is trouwens heel<br />

modern <strong>in</strong>gericht met se<strong>in</strong>huizen, boeien en sterke<br />

dijken <strong>van</strong> steen.<br />

Om het kanaal door te varen moet men fl. 3.000.-<br />

betalen. Daar<strong>van</strong> wordt het kanaal door de<br />

Kanaalmaatschappijen onderhouden.<br />

Ik ga e<strong>in</strong>digen en kom morgen weer terug.<br />

25


26<br />

11 november 1947.<br />

Vandaag niets bjjzonders. Het zelfde als elke<br />

andere dag.<br />

12 november 1947.<br />

Het is ontzettend warm en we zitten midden <strong>in</strong><br />

de Rode Zee. Vrijdag komen we <strong>in</strong> Aden aan.<br />

Wegens de cholera krijgen we daar geen post<br />

en gaat er ook geen post <strong>van</strong> boord. Ik heb een<br />

telegram gestuurd, dus nu maar weer wachten<br />

op antwoord. Er stond een aardig liedje <strong>in</strong> de<br />

Scheepscourant. Ik heb het <strong>in</strong>geplakt.<br />

Verder niet veel nieuws. Alleen dat we <strong>in</strong> Saban<br />

<strong>van</strong> land gaan om het eiland te bezichtigen. De<br />

bijzonderheden hier over komen als we er zijn.<br />

Dat duurt nog ± 1½ week. Dus we hebben nog<br />

even de tijd.<br />

Tabé en tot morgen!<br />

13 november 1947.<br />

Vandaag wasdag aan boord. Je moet wel op je<br />

was passen, anders is het foetsie.<br />

Ik deed het meestal ’s nachts, lekker stil en dan<br />

waste ik mezelf ook maar mee.<br />

We voeren om ongeveer ’s avonds 10 uur een<br />

groep eilanden voorbij. Grillig <strong>van</strong> vorm en mooi<br />

getekend uit de zee opduikend.<br />

Verder niets als water.<br />

Morgen om ± 12 uur varen we Aden b<strong>in</strong>nen. Daar<br />

wachten we maar op. We gaan nu pitten.


ADEN<br />

14 november 1947.<br />

We werden gewekt door het vallen <strong>van</strong> het anker.<br />

Op dek gekomen zagen we het havenkwartier <strong>van</strong><br />

Aden voor ons. Mooi tegen de bergen op gebouwd<br />

met boven op de bergen schu<strong>in</strong>e sl<strong>in</strong>gerpaadjes er<br />

naar toe.<br />

De radiomasten <strong>van</strong> Aden zijn niet te ontdekken.<br />

De stad ligt midden tussen de bergen aan de<br />

oevers <strong>van</strong> de zeestraat die naar de Indische<br />

Oceaan voert.<br />

We liggen op de rede en laden water, kolen en<br />

olie, dat door boten allemaal aangevoerd wordt.<br />

Het zit hier vol <strong>van</strong> die roetmoppen, smerig,<br />

lompen aan en op blote voeten. Als je een<br />

dubbeltje <strong>in</strong> het water gooit, duiken die ze het op<br />

27


28<br />

en stoppen het meteen weg.<br />

Het water is mooi lichtgroen en er zwemmen<br />

vele visjes rond. Ook liggen er veel schepen.<br />

Vlak achter ons ligt een Zuid Afrikaans schip. We<br />

passeerden nog een dok met de <strong>Ned</strong>erlandse<br />

vlag er op. Ze groetten ons en wij groetten<br />

beleefd terug. Het deed ons even goed weer wat<br />

Hollanders te zien.<br />

Ik ga nu slapen. Ben erg moe, want ik kom <strong>van</strong><br />

wacht af.<br />

We blijven hier <strong>van</strong>nacht liggen, dus morgen kan<br />

ik wel wat meer vertellen over Aden zelf.<br />

15 november 1947.<br />

Nadat we wakker waren en lekker gedoucht<br />

hadden, kwamen we op dek en zagen nog steeds<br />

Aden voor ons.<br />

Het <strong>in</strong>laden was afgelopen en om 12 uur werden


de trossen los gegooid. We draaiden het schip<br />

geheel om, hetgeen een half uur duurde. We<br />

voeren de boor de haven uit door de straat <strong>van</strong><br />

Babel Mandep naar de Indische Oceaan.<br />

Als laatste groet zagen we de grote op rotsen<br />

gebouwde lichtmast <strong>van</strong> Aden, de poort <strong>van</strong> de<br />

Indische Oceaan.<br />

We voer weer. Overal licht groen water. ’s Avonds<br />

was er weer een cabaretvoorstell<strong>in</strong>g die oké was.<br />

Daarna nog even luchten op het dek en vervolgens<br />

de kooi <strong>in</strong>.<br />

Morgen is de 3 de zondag aan boord. Na nog 15<br />

dagen hopen we <strong>in</strong> Batavia aan wal te gaan. We<br />

zien onze toekomst dapper tegemoet.<br />

Vooral op deze rustige avond <strong>van</strong>af de Nieuw<br />

Holland op de Indische Oceaan, zo ver <strong>van</strong> Holland<br />

verwijderd, denk ik aan thuis en allen die mij lief<br />

zijn. Tot morgen maar weer. Verder wel te rusten!<br />

Zondag 16 november 1947.<br />

De zondag g<strong>in</strong>g voorbij als<br />

gewoon. ’s Ochtends woonde<br />

ik een godsdienstoefen<strong>in</strong>g bij, waarna ik rustig een<br />

boek g<strong>in</strong>g lezen.<br />

Zo g<strong>in</strong>g de dag rustig voorbij. Een enkel schip<br />

passeerde ons. Hele scholen vissen vlogen en<br />

zwommen voorbij. Verder zagen we nog enkele<br />

rotsen en dat was het laatste stukje land.<br />

29


30<br />

’s Avonds ben ik naar een filmvoorstell<strong>in</strong>g<br />

geweest. Was een leuke lachfilm.<br />

Verder maar weer het oude liedje: slapen, wakker<br />

worden, wassen, eten en de nieuwe week lag<br />

alweer voor ons. Wat brengt die?<br />

Maandag 17 november 1947.<br />

D<strong>in</strong>sdag 18 november 1947.<br />

Geen bijzonderheden. Weer op<br />

wacht, 2 boeken uit gelezen,<br />

rustig, mooi weer en mooi water.<br />

’s Avonds naar cabaretvoorstell<strong>in</strong>g.<br />

Dagboek bij gewerkt en naar kooi.<br />

Ben lekker gaan zonnebaden achter op de pomp,<br />

die vrij is voor de S.P. Zij hebben dan ook eigenlijk<br />

alleen toegang. Ik ben zo bru<strong>in</strong> als een neger.<br />

Eerst was ik rood als een Indiaan.<br />

Morgen komt de septic tank aan boord. Dat wordt<br />

natuurlijk lollig.<br />

Nu ga ik maar weer pitten en me voorbereiden op<br />

morgen.


Woensdag 19 november 1947.<br />

Neptunus komt aan boord. Ik heb een verslag er<br />

<strong>van</strong> <strong>in</strong> geplakt. Dus valt er niet veel meer aan toe<br />

te voegen,<br />

Ik wil wel nog een enkele bijzonderheid vertellen,<br />

dat niet <strong>in</strong> het verslag staat.<br />

Als eerste kregen we een flesje limonade en fruit,<br />

hetgeen zeer op prijs werd gesteld, vooral omdat<br />

het erg heet weer was.<br />

Het eten was ook prima, dus alles met elkaar een<br />

leuke dag.<br />

’s Middags konden we <strong>van</strong> de doopvermoeienis<br />

bekomen. ’s Avonds weer een goed hapje eten.<br />

’s Nachts droomde ik er <strong>van</strong> dat Neptunus bij me<br />

<strong>in</strong> de kooi kwam en mij als aandenken aan hem,<br />

2 hele lieve zeemeerm<strong>in</strong>nen cadeau gaf. Achteraf<br />

denk ik, ik zal er maar niets <strong>van</strong> vertellen,<br />

anders wordt er één vast jaloers. Toen ik ’s<br />

morgens wakker werd, waren de zeemeerm<strong>in</strong>nen<br />

verdwenen. Enkel een bosje zeewier hadden ze als<br />

troost voor mij achter gelaten.<br />

31


34<br />

Donderdag 20 november 1947.<br />

Een grote gebeurtenis: het regende. Echt water.<br />

Heerlijk! Dit was nu echt eens regen waar we<br />

naar verlangden. Al snel g<strong>in</strong>g het over <strong>in</strong> een kle<strong>in</strong><br />

stormpje. De golven sloegen tegen het schip. Een<br />

mooi schouwspel was dat, maar het duurde maar<br />

kort.<br />

Al gauw bedaarde het. Het was weliswaar geen<br />

mooi, maar toch ook geen lelijk weer.<br />

Het liep ondertussen al tegen 10 uur. Ik ben naar<br />

beneden gegaan. Even een brief pennen en <strong>mijn</strong><br />

Neptunusdiploma, dat ik <strong>in</strong> de loop <strong>van</strong> de dag heb<br />

ont<strong>van</strong>gen, opsturen naar thuis.


Vrijdag 21 november 1947.<br />

Er waren sportwedstrijden aan boord.<br />

Gebl<strong>in</strong>ddoekt worstelen, <strong>in</strong> ’t zwembad,<br />

touwtrekken een veel spul meer. Lollige boel. Ik<br />

heb me dood gelachen,<br />

’s Avonds draaiden ze een film <strong>van</strong> R<strong>in</strong>t<strong>in</strong>t<strong>in</strong>. Een<br />

oude maar toch wel goede film. Maar zweten!!<br />

Boe! Morgen is er kermis aan boord.<br />

35


36<br />

KERMIS AAN BOORD<br />

Zaterdag 22 november 1947.<br />

De kermis die op ons schip werd gegeven, kwam<br />

ten bate <strong>van</strong> het Margriet Fonds. Er is opgehaald<br />

de somma <strong>van</strong> een dikke fl. 1.000.- , hetgeen niet<br />

slecht was. Er waren veel attracties o.a. Theater<br />

Nieuw Holland, har<strong>in</strong>gtent, bal gooien, grabbelton<br />

en hengelen. Speertjes werpen, een film Theatre.<br />

Een waarzegger, dikke dame, de vrouw met de<br />

baard enz. enz.<br />

Deze kermis was echt leuk. Het was fantastisch<br />

dat ondanks de bekrompen ruimte zo iets leuks<br />

tot stand is gekomen.<br />

Alle lof aan al degenen die hebben mee geholpen<br />

deze kermis te doen slagen.


Zondag 23 november 1947.<br />

Daar ik wacht had, kon ik de godsdienstoefen<strong>in</strong>gen<br />

niet bijwonen.<br />

Verder verliep de zondag rustig. Er werden<br />

voorbereid<strong>in</strong>gen getroffen voor het aanleggen<br />

<strong>van</strong> het schip <strong>in</strong> Sabang. Daar komt de post aan<br />

boord. Hoera! E<strong>in</strong>delijk! De zo verlangde post!<br />

De jongens die de voorbereid<strong>in</strong>g troffen,<br />

kwamen tevoorschijn met lage schoenen en<br />

goede uniformen, aangezien niet alleen de post<br />

komt, maar we ook de hele dag aan was mogen<br />

vertoeven. We zien er verlangend uit naar Sabang!<br />

37


38<br />

SABANG<br />

24 NOVEMBER 1947.<br />

Toen ik ’s morgens wakker werd en op het<br />

dek kwam, ontrolde zich aan <strong>mijn</strong> blikken een<br />

schitterend panorama. Een mooi begroeid<br />

eiland met een goede primitieve haven. Zwaar<br />

gebombardeerd tijdens de oorlog. Al snel lagen we<br />

aan de houten kade en kwam de post aan boord.<br />

De stemm<strong>in</strong>g was meteen 100%. Ook ik was <strong>in</strong> de<br />

wolken., 7 brieven <strong>van</strong> Henneke. Moorddadig! En<br />

verder gelukkig bericht <strong>van</strong> moeder dat alles goed<br />

was. Blij te vernemen. Verder vele brieven <strong>van</strong><br />

bekenden <strong>van</strong> de padv<strong>in</strong>derij enz. enz. In totaal<br />

20 stuks. Ik bleef nog een tijdje <strong>in</strong> de wolken.<br />

Maar kom, we gaan verder. Om 11 uur was het<br />

eten en om 12 uur aan wal. Hoera! Na 3 weken<br />

weer vaste grond onder de voeten. De jongens<br />

zwermden het eiland op. Mijn persoon moest<br />

wachten, want ik hoorde bij de S.P.-ers.<br />

Na half 1 g<strong>in</strong>gen ook wij. We hadden een<br />

buitenkansje, want op de duffere S.P.-bus stond<br />

een drietonner te wachten voor een rondrit over<br />

het eiland.


Na de rondrit g<strong>in</strong>gen we stadten. Al vlug had ik<br />

een grote tros bananen <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> handen. Eten maar<br />

jongens! De twee bananen kostten me fl. 2.50.<br />

Naderhand nog twee bananen op de kop getikt<br />

voor een pakje sigaretten. Ook kokosnoten was<br />

ik al vlug aan het verorberen. Voor 1 kokosnoot<br />

betaalde ik 3 sigaretten. Ik heb er nog een stuk<br />

of 6 gekocht. En maar eten. Voor de 4 dagen nog<br />

aan boord bewaarde ik er ook een paar.<br />

Vervolgens nuttigden we nog limonade en p<strong>in</strong>da’s,<br />

<strong>in</strong> totaal voor fl. 1.- .<br />

Na lekker over het eiland gewandeld te hebben,<br />

waren we doodmoe en hebben we <strong>in</strong> het lange<br />

gras gerust. Daar een foto gemaakt met een paar<br />

<strong>in</strong>landse jongetjes.<br />

Om 6 uur g<strong>in</strong>gen we weer aan boord en om 8 uur<br />

was het: tabé Sabang, tot het weerzien op de<br />

thuisreis!<br />

Het mooie Sabang met zijn prettige bevolk<strong>in</strong>g,<br />

de mooie klapperbomen en het prachtige water.<br />

Sabang je bent waard Hollands bezit te wezen,<br />

<strong>van</strong>wege het overal ons zo geliefde en vertrouwde<br />

rood, wit, blauw.<br />

Tot morgen. We gaan slapen <strong>van</strong> de<br />

vermoeienissen <strong>van</strong> het mooie eiland Sabang.<br />

39


42<br />

POST<br />

Leuke brieven en gelukkig alles oké. Henneke,<br />

dat moordmeisje stuurde allemaal leuke d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />

een brief. Ik heb alles <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> logboek geplakt. Het<br />

krantenknipsel en het stuk zijde, alles was weer<br />

echt Hollands.<br />

De 25-26-27 november geen bijzonders, maar<br />

morgen komen we <strong>in</strong> Batavia aan...e<strong>in</strong>delijk...<br />

29 november 1947.<br />

Om 5 uur werden we gewekt. Het was wassen,<br />

hangmatten <strong>in</strong>leveren en ruim schrobben. We<br />

lagen toen al stil voor de haven Tj. Priok. Om 8<br />

uur kwam de loods + 2 sleepbotenen we voerden<br />

kalm de haven b<strong>in</strong>nen naar de kade <strong>van</strong> de<br />

W.H.Maatschappij, waar we om 9 uur vast lagen.<br />

Een groot KNIL muziekkorps was aanwezig en<br />

speelde er lustig op los.


44<br />

Om kwart over 9 g<strong>in</strong>g de <strong>in</strong>fanterie aan wal. Ook<br />

onze beurt kwam. Alles omhangen: uitrust<strong>in</strong>g,<br />

geweer, plunjezak en daarna hard zwetend <strong>van</strong><br />

boord.<br />

In de loodsen stonden de Welfare soldaten,<br />

waar<strong>van</strong> we het volgende ontv<strong>in</strong>gen: 1 busje<br />

bier, 10 sigaretten, 2 kadetjes met beleg (groter<br />

formaat), 1 banaan en nog een andere vrucht, net<br />

druiven. Erg lekker.<br />

Daar<strong>van</strong>daan stapten we direct <strong>in</strong> vrachtwagens.<br />

We reden via Batavia naar ons doorgaans kamp<br />

Tjilitjan II, waar we <strong>in</strong> hutjes werden geplaatst.<br />

We kregen met 4 man een kamer. Daar<strong>in</strong> stond<br />

voor ieder een veldbed met klamboe. Daarna<br />

kregen we eten. Na het eten wat hier en daar<br />

lummelen. Beetje praten en hier en daar rond<br />

neuzen. Vervolgens de klamboe <strong>in</strong> en slapen tot<br />

de volgende morgen half 6.<br />

Notities.<br />

Wat de organisatie betreft <strong>van</strong> het <strong>van</strong> boord<br />

gaan, was alles uitstekend en prima geregeld. Het<br />

eten was nasi goelang. Erg heet, maar het viel<br />

hard mee.<br />

’s Morgens kregen we wit brood met beleg. Prima.<br />

We lagen <strong>in</strong> de klamboe lekker rustig en ook goed.<br />

Het dr<strong>in</strong>ken bestond uit thee en gekookt water.<br />

Was even wennen.<br />

In de kant<strong>in</strong>e kon je <strong>van</strong> alles kopen, maar daar<br />

was het behoorlijk prijzig.


Bevolk<strong>in</strong>g: goed en kwaad. Net waar je terecht<br />

komt. Bij ons best.<br />

Taal: onbegrijpelijk, maar went wel hoop ik.<br />

De jongens die hier zijn, spreken al een aardig<br />

mondje Maleis.<br />

Won<strong>in</strong>gen enz.: alles bamboe en koel. Met touwen<br />

vast gesjord. Haast geen gespijker.<br />

Warmte: ’s morgens lekker, ’s middags behoorlijk<br />

heet, ’s nachts af en toe koud.<br />

Dit waren <strong>mijn</strong> eerste <strong>in</strong>drukken <strong>van</strong> <strong>mijn</strong> eerste<br />

legerkamp op Java.<br />

Zaterdag 30 november.<br />

Eerste dag op Java<br />

Is goed bevallen en lekker geslapen <strong>in</strong> een<br />

klamboe. ’s Morgens om 6 uur gewekt, opstaan,<br />

eten, witte brood met worst en koffie.<br />

Daarna het kamp bekijken en kletsen met baboe.<br />

Om half 1 weer eten, rijst met ananas en broodjes<br />

tutti frutti.<br />

Om half 2 was er appèl. In ons beste pal gelift<br />

naar Batavia. Na veel gezoek zijn we daar beland<br />

bij een kennis <strong>van</strong> <strong>mijn</strong> kameraad. We hebben<br />

daar gegeten en ze hebben ons Batavia laten zien<br />

<strong>in</strong> een betja, een soort bakfiets.<br />

Daarna naar de A.M.V.J. club. Reuze gezellig en<br />

modern, waar je alles kunt krijgen. We hebben<br />

daar oliebollen gegeten met ijs.<br />

Toen ze afscheid <strong>van</strong> ons namen, nodigden ze ons<br />

uit voor d<strong>in</strong>sdag met het eten.<br />

Daarna zijn we nog even <strong>in</strong> het donker Batavia<br />

door gelopen. We hebben pisangs en ananas<br />

45


46<br />

gekocht voor 1 roepie. Vervolgens liftten we weer<br />

naar Tjilitjan. Daar waren we omstreeks 11 uur.<br />

Wij doken meteen <strong>in</strong> onze klamboe. Tot morgen!<br />

Onze eerste zondag <strong>in</strong> de tropen.<br />

BIJ SOEKARNO<br />

Zondag 31 november 1947.<br />

De zondag begon met een godsdienstoefen<strong>in</strong>g.<br />

Na het eten was de baboe er. Was gegeven, paar<br />

brieven gepend en om 12 uur rijst met groente en<br />

pisang gegeten.<br />

Nadat we ons gewassen en netjes aangekleed<br />

hadden, zijn we weer naar Batavia gelift, waar we<br />

na veel moeite en lopen aan kwamen. Eerst kwam<br />

zijn moeder en toen Soeki zelf. Hij was erg blij<br />

me te zien. We kregen meteen ijslimonade. We<br />

boomden gezellig over de padv<strong>in</strong>derij <strong>in</strong> Holland.<br />

Na het eten g<strong>in</strong>gen we op<br />

weg naar het Leger Des<br />

Heils Militair tehuis. Er<br />

was net een samenkomst,<br />

waar we bij zijn gebleven. Daarna werden we aan<br />

iedereen voorgesteld en meteen uitgenodigd voor<br />

het eten. Leuke lui waren het.<br />

Na het eten hebben we nog wat zitten na praten,<br />

Daarna nog een wandel<strong>in</strong>g gemaakt, waarna we<br />

afscheid namen en beloofden terug te komen.<br />

Na een snelle lift naar het kamp, daar de klamboe<br />

gespannen en liggen pitten tot de volgende<br />

morgen half 6.


1, 2 en 3 december 1947.<br />

Alles hetzelfde gegaan. Alleen wat meer gewend<br />

aan de baboe, die een grote was gewassen had.<br />

Verder ’s avonds nog even naar het stadje toe en<br />

zo maar zijn deze dagen weer ten e<strong>in</strong>de.<br />

Ben al weer bijna een week <strong>in</strong> Indië. Gaat vlug.<br />

Vrijdag 4 december 1947.<br />

De dag voor <strong>mijn</strong> 20 ste verjaardag op Java. Morgen<br />

gaan we naar Buitenzorg, waar we voorlopig<br />

blijven voor onze ploegen opleid<strong>in</strong>g.<br />

Verder niets gebeurd.<br />

Ik zal voor de lol enige prijzen opnoemen <strong>van</strong> wat<br />

de spulletjes hier zo kosten.<br />

Sigaretten: 20 st. fl. 3.- , schoensmeer 1 doosje fl.<br />

3,50, limonade fl. 0,75, brood + ei fl. 0,50 en nog<br />

veel meer.<br />

Nu is er zo’n beetje <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> Java.<br />

Nu wachten wat op <strong>mijn</strong> verjaardag zal gebeuren.<br />

47


48<br />

Zaterdag 5 december 1947.<br />

20 jaar!!!<br />

Nu ben ik 20 jaar. Ik heb <strong>mijn</strong> verjaardag, die<br />

stil voorbij is gegaan, herdacht. Hopelijk is <strong>mijn</strong><br />

verjaardag volgend jaar weer <strong>in</strong> Holland.<br />

Deze dag is rustig verlopen. Er was een toespraak<br />

<strong>van</strong> onze eskader commandant. Morgen naar<br />

Buitenzorg. Half 5 opstaan. Verder geen nieuws.<br />

Slapen en eten.<br />

Er zijn mar<strong>in</strong>iers <strong>in</strong> het kamp gekomen. Die<br />

gelukkige jongens vertrekken 11 december<br />

met ons schip ”Holland”, die trouwe boot naar<br />

<strong>Ned</strong>erland. Na 3 à 4 jaar dienst gedaan te hebben,<br />

mogen ze weer naar huis. Het is ze <strong>van</strong> harte<br />

gegund. Onze tijd komt ook wel. Moed houden en<br />

verder maar het beste hopen.


7 december 1947.<br />

’s Morgens om 5 uur appèl. Eten, wassen en hut<br />

schoon maken.<br />

Om 9 uur kwam de A.A.T. met wagens. Met onze<br />

eigen wagens er bij waren het er <strong>in</strong> totaal 25<br />

stuks. Er werd vlug <strong>in</strong> geladen, daarna buiten<br />

opgesteld en vervolgens met 30-35 mijl naar<br />

Buitenzorg.<br />

Na ± 42 km werden we <strong>in</strong> een grote kazerne<br />

geplaatst met ruime zalen, die voor Indië modern<br />

waren <strong>in</strong>gericht. Ons peloton werd op een kamer<br />

<strong>in</strong>gedeeld. Al vlug kwamen de nieuwe baboes. Het<br />

viel op hoeveel Hollands sommige spraken.<br />

Na een goede uitgezocht te hebben, was er appèl,<br />

daarna eten en vervolgens de stad <strong>in</strong>. Even<br />

wandelen naar de A.M.V.J.<br />

Weer <strong>in</strong> de kazerne klamboe klaar maken en<br />

pitten.<br />

De volgende morgen om 6 uur werden we weer<br />

gewekt. Het was weer zondag.<br />

Eerst eten en mandiën en om 9 uur naar de kerk.<br />

49


50<br />

Buitenzorg.<br />

Een mooie plaats met ruime witte gebouwen, een<br />

beetje schu<strong>in</strong> tegen de vulkanen op gebouwd.<br />

De wegen zijn <strong>in</strong> prima staat. Verder zie je op<br />

sommige plaatsen de kampongs beneden <strong>in</strong> de<br />

ravijnen liggen. Een prachtig gezicht.<br />

Ook het mooie paleis <strong>van</strong> de gouverneur generaal<br />

was zeer uitgestrekt en mooi gelegen. De<br />

paleiswacht wordt nu door ons gelopen. Huzaren<br />

<strong>van</strong> Boreel, dit is een voorrecht.<br />

Verder is het een fijn klimaat met overal<br />

weelderige plantengroei en ontzettend helder en<br />

schoon.<br />

Buitenzorg is wel het mooiste dat ik tot nu toe<br />

gezien heb <strong>van</strong> <strong>Ned</strong>erlands Indië.<br />

Maandag 8 december 1947.<br />

Na zondag uit de kerk gekomen te zijn even<br />

een kopje koffie dr<strong>in</strong>ken bij de A.M.V.J. en eten.<br />

’s Middags rustig, gemandied, geslapen en ’s<br />

avonds met z’n allen naar de film, waar<strong>van</strong> we<br />

verschillende d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> ons opnamen. Daarna vlug<br />

de klamboe spannen en slapen.<br />

Maandagmorgen om half 6 op. Sporten, eten,<br />

wassen en theorie Bren, exercitie enz. enz.<br />

’s Middags verplicht rusten. Daarna wapen<br />

<strong>in</strong>spectie, exercitie, eten, aankleden, beetje heen<br />

en weer vervelen en vroeg naar bed. Pitten tot<br />

morgen. De dienst wordt weer zwaar, 14 dagen<br />

lang tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g. Daarna wordt het menes.


D<strong>in</strong>sdag 9 december 1947.<br />

Overplaats<strong>in</strong>g <strong>van</strong> 6 chauffeurs naar de Mortieren.<br />

Ik was er ook bij. Nu ben ik Chauffeur Mortierist.<br />

Zo te zien wel een aardig groepje, enkel een<br />

beetje vreemd, maar dat went wel.<br />

De ochtend begon weer met sport, exerceren,<br />

Bren, eten, mortier <strong>van</strong> 5 en speed march en we<br />

een bezoek brachten aan een rubberplantage,<br />

waar<strong>van</strong> de kornet Doet, commandant Mortier<br />

Peloton, ons verschillende d<strong>in</strong>gen uitlegde.<br />

Verder niets bijzonders.<br />

Ik heb gelukkig 2 brieven <strong>van</strong> Henneke gekregen.<br />

Na 5 dagen gelukkig weer bericht. Ze schreef: “ze<br />

was pionier, nu zijn we broer en zuster”. Leuk!<br />

Later verandert dat wel denk ik hopelijk! Verder<br />

alles oké.<br />

Woensdag 10 december 1947.<br />

Niets bijzonders. Alles verder prima.<br />

51


52<br />

Donderdag 11 december 1947.<br />

Onze mortieren zijn aangekomen. Prima spul.<br />

De hele dag schoon maken en ’s middags een<br />

lez<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de Kapite<strong>in</strong> der Grenadiers over Indië.<br />

Erg aardig!<br />

Na het eten kwam het bericht dat we over ± 14<br />

dagen op stap zouden gaan en waarschijnlijk actie<br />

zullen mee maken. Dit wordt dus onze en <strong>mijn</strong><br />

vuurdoop.<br />

We gaan 60 km verder de rimboe <strong>in</strong> en <strong>in</strong> een<br />

bivak ons eigen potje koken enz. Afijn, de<br />

bijzonderheden volgen wel na terugkomst. We<br />

zullen gevaar tegen kunnen komen en het kan er<br />

dan heet toegaan. Toch houden we vertrouwen <strong>in</strong><br />

de toekomst. Nu vooral voelen we dat onze God<br />

ons zal bijstaan.<br />

De komende 10 – 14 dagen laat ik <strong>mijn</strong> logboek <strong>in</strong><br />

de steek. De bijzonderheden die we tegenkomen,<br />

pen ik op als we retour komen.<br />

Er heerst nu een gespannen, zenuwachtige sfeer<br />

<strong>in</strong> de kamer. Voorbereid<strong>in</strong>gen worden getroffen:<br />

uitrust<strong>in</strong>g klaar maken plus <strong>in</strong>pakken, munitie<br />

uitgedeeld en wapens na gekeken en schoon<br />

gemaakt.<br />

Wel ‘alles sal regkom’, ook deze eerste keer die<br />

wel het zwaarst zal wezen, omdat het de eerste<br />

keer is.<br />

Morgen om 4 uur appèl, eten en afmars per auto<br />

naar het onbekende, gevaarlijke.


Vrijdag 12 december 1947.<br />

Om 5 uur opgestaan, eten, wassen en pakken.<br />

Daarna kwam de A.A.T. en werden we <strong>in</strong> de<br />

wagens (± 4 stuks) naar een voorpost gereden.<br />

Zodra we kwamen voorrijden, g<strong>in</strong>gen de anderen<br />

die <strong>in</strong> dat bivak zaten weg met dezelfde wagens<br />

als waar wij mee waren gekomen.<br />

Ik werd meteen op wacht gezet voor de poort.<br />

Voor <strong>mijn</strong> spullen zorgde een wachtmeester. Dus<br />

alles oké.<br />

Al snel werd ik, bij gebrek aan een<br />

ziekenverpleger, aangesteld om deze functie<br />

waar te nemen, omdat ik <strong>in</strong> de P.V. zat en iets<br />

<strong>van</strong> EHBO afwist. Ik werd geïnstalleerd <strong>in</strong> een<br />

kamertje <strong>in</strong> het hoofdgebouw. Daar Was Roeham<br />

Sakil, de sectie waar ik bij <strong>in</strong>gedeeld werd, deze<br />

nacht op wacht. Alles verliep rustig en al spoedig<br />

kwam de morgen weer <strong>in</strong> zicht.<br />

55


56<br />

Zaterdag 13 december 1947.<br />

Na de wacht zwemmen <strong>in</strong> de Kali, slapen en<br />

eten. ‘s Avonds <strong>in</strong> de door ons gemaakte kant<strong>in</strong>e<br />

een lez<strong>in</strong>g door een KNIL wachtmeester. Daarna<br />

slapen.<br />

Zondag 14 december 1947.<br />

Mijn officiële functie werd ziekenverpleger en als<br />

zodanig betrok ik <strong>mijn</strong> post.<br />

Er viel die dag niet veel te beleven. Alleen een<br />

<strong>in</strong>lander geholpen, die een behoorlijke zweer had.<br />

Maandag 15 december 1947.<br />

Het eerste ziekenrapport g<strong>in</strong>g over 20 <strong>in</strong>landers.<br />

De meesten hadden zweren, die verwaarloosd<br />

waren. Met de bekrompen middelen en medic<strong>in</strong>ale<br />

spullen heb ik zo goed mogelijk hulp verleend. Het<br />

schoon maken <strong>van</strong> die wonden helpt reeds voor<br />

80%.<br />

Verder viel de vriendelijkheid en het geduld<br />

waarmee ze alles onderg<strong>in</strong>gen op. Geen klacht<br />

kwam over hun lippen als je ze pijn doet. Dit nu is<br />

echt mooi padv<strong>in</strong>derswerk. Nu komt alles wat ik<br />

geleerd heb, zoals de EHBO, tot zijn volle recht. Ik<br />

hoop dat ik hiermee nog lang mag voortgaan.


D<strong>in</strong>sdag 16 december 1947.<br />

Niks bijzonders <strong>van</strong>daag. De jongens zijn<br />

op patrouille geweest en ik blijf thuis als<br />

ziekenverpleger. Er is geen beschiet<strong>in</strong>g of zo<br />

geweest.<br />

Woensdag 17 december 1947.<br />

Gewoon <strong>in</strong>lands ziekenrapport. Het eerste geval<br />

<strong>van</strong> r<strong>in</strong>gworm ontdekt. Meteen goed aangepakt<br />

en door gezonden naar Buitenzorg. Daarna kan ik<br />

hem verder onder behandel<strong>in</strong>g houden.<br />

Verder ben ik aangesteld als Onderofficier <strong>van</strong><br />

Gezondheid en ben ik belast met de gezondheid<br />

en netheid <strong>van</strong> het kamp.<br />

57


58<br />

Donderdag 18 december 1947.<br />

Begon rustig. Ziekenrapport gehouden over ±<br />

30 lui. Daarna eten en slapen. Ho, ho, niets er<br />

<strong>van</strong>. Ineens: b<strong>in</strong>nen een kwartier klaar wezen.<br />

Jij gaat mee plus verbandspul. Verder ook de<br />

volledige Mortier Sectie. Na 10 m<strong>in</strong>uten kwam de<br />

wagen. Vlug <strong>in</strong>stappen en b<strong>in</strong>nen een uur kwamen<br />

we via een buitenpost, waar nog een wagen<br />

vol stond met <strong>in</strong>fanteristen die mee g<strong>in</strong>gen, op<br />

de plaats waar de mortieren <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g werden<br />

gezet. Het was bij een kle<strong>in</strong>e pasar, waar we de<br />

mensen bijeen hebben gehouden, de omtrek<br />

hebben afgezet en bewaakt. Ondertussen waren<br />

de mortieren klaar en werd het vuur gericht op 2<br />

kampongs waar de T.N.I. <strong>in</strong> zat, ± 400 man. Vele<br />

granaten werden afgevuurd en daarna was het<br />

<strong>in</strong>pakken en terug naar het kamp.<br />

Daar aangekomen stond er alweer een patrouille<br />

gereed om een buitenpost te gaan versterken. Ik<br />

mee <strong>in</strong> een wagen met <strong>mijn</strong> kle<strong>in</strong>e rode kruis tas.<br />

Onderweg regen en nog eens regen. We waren<br />

door nat toen we aankwamen.<br />

Er werden meteen enkelen op wacht gezet. Ik was<br />

doodmoe en viel even <strong>in</strong> slaap op een veldbed.<br />

De nacht verliep gelukkig rustig, maar we<strong>in</strong>ig<br />

geslapen.<br />

’s Morgens g<strong>in</strong>gen we retour kamp. Wassen en<br />

<strong>in</strong>lands ziekenrapport gehouden. Daarna <strong>in</strong>spectie<br />

<strong>van</strong> de gebouwen. ’s Middags om 2 uur g<strong>in</strong>g ik


slapen. Om 4 uur weer ziekenrapport <strong>van</strong> de eigen<br />

jongens. Om half 6 eten en vroeg en doodmoe<br />

naar bed.<br />

Deze twee dagen waren de eerste dagen waar<strong>in</strong><br />

we slachtoffers hebben gemaakt. Hoe lang duurt<br />

dit nog? Maar vertrouwen <strong>in</strong> de toekomst.<br />

Zaterdag 20 december 1947.<br />

Rustig, rustig. Mijn patiënten zijn vermeerderd tot<br />

een aantal <strong>van</strong> 45 personen.<br />

Verder reuze succes, vier er <strong>van</strong> zijn genezen.<br />

Wij hebben onze Welfare en Cadi rantsoenen<br />

ont<strong>van</strong>gen en wel als volgt:<br />

Welfare 200 sigaretten<br />

(per maand) 2 tabletten chocolade<br />

4 doosjes lucifers<br />

2 stuks toiletzeep<br />

10 scheermesjes<br />

1 stuk scheerzeep<br />

10 zuurtjes<br />

Cadi gratis 50 sigaretten<br />

(per week) 1 stuk huishoudzeep<br />

3 doosjes lucifers<br />

Dit is alles.<br />

Sapa tidor en tot morgen!<br />

Zondag 21 december 1947.<br />

Niks bijzonders. Alles oké!<br />

59


60<br />

Maandag 22 december 1947.<br />

Dag <strong>van</strong> het afscheid <strong>van</strong> de jongens <strong>van</strong> ons<br />

kampement. Omdat ik de ziekenploeg die is mee<br />

gekomen, moet <strong>in</strong>werken, ga ik morgen pas weg<br />

naar Buitenzorg. De anderen g<strong>in</strong>gen dus <strong>van</strong>daag.<br />

Zij zijn afgelost door een ander peloton.<br />

Het afscheid was roerend. Vooral vele baboes<br />

huilden. Zij waren <strong>in</strong> die korte tijd zo gehecht<br />

aan ons. Ook <strong>mijn</strong> baboe Atie huilde, doch al vlug<br />

klaarde haar gezicht op toen ze hoorde dat toekan<br />

Dokter, zoals al de <strong>in</strong>landers mij noemden, niet<br />

piki (weg) g<strong>in</strong>g, maar nog wat bleef. Morgen als ik<br />

echt vertrek, zal het huilen wel weer aan<strong>van</strong>gen.<br />

Ik v<strong>in</strong>d het jammer dit werk te moeten laten<br />

rusten voor de mensen die zo erg onze hulp nodig<br />

hebben. Maar ja, zo is het leven eenmaal. Ik mag<br />

verder nog een cursus als ziekenverpleger volgen.<br />

Ik hoop toch nog eens terug te kunnen komen <strong>in</strong><br />

Kalapanvengal, de buitenpost waar ik de <strong>in</strong>landers<br />

beter heb leren kennen.<br />

D<strong>in</strong>sdag 23 december 1047.<br />

Vanmorgen werd ik weer gewoon gewekt door<br />

het kloppen op <strong>mijn</strong> kamerdeur door de baboe<br />

Atie. Na goedemorgen gewenst te hebben en de<br />

bloemen te hebben verzorgd verdween Atie weer.<br />

Ik stond op, g<strong>in</strong>g me wassen, eten en ik was<br />

foetsie naar de keuken voor <strong>in</strong>spectie. Hierna<br />

g<strong>in</strong>g ik de ziekenverpleger, die mij zou opvolgen,<br />

<strong>in</strong>werken. Al heel vlug kwamen de eerste <strong>in</strong>landers<br />

weer aandraven. Ik vertelde dat ik weg g<strong>in</strong>g, maar<br />

dat er iemand anders was om mij te ver<strong>van</strong>gen.


Ze wensten me salem tabé.<br />

Na het middageten kwam de wagen die mij zou<br />

halen. De chauffeur en de anderen waren heftig<br />

opgewonden, want ze waren onderweg beschoten.<br />

Ze hadden extreme hevige verhalen.<br />

Ik heb <strong>mijn</strong> boeltje op de wagen gezet en<br />

meteen kwamen er jongens en de baboe’s aan<br />

om afscheid te nemen. Na het afscheid en heel<br />

lang na wuiven kwamen we behouden, zonder<br />

beschiet<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> Buitenzorg aan. Die avond nog<br />

even naar het AMVJ gebouw toe en daarna onder<br />

de klamboe, want morgen is het kerstfeest. Voor<br />

velen de eerste kerstdagen <strong>in</strong> de tropen. Juist<br />

tijdens deze uren gaan onze gedachten naar ons<br />

eigen land, onze bekenden en degenen die we lief<br />

hebben. Vrolijk Kersfeest!<br />

24 en 25 december 1947.<br />

KERSTFEEST<br />

Vanmorgen om 6 uur reveille. Opstaan, wassen<br />

en daarna een gezamenlijke maaltijd <strong>in</strong> de grote<br />

eetzaal, die leuk versierd was met een kerstboom,<br />

61


62<br />

lange tafels met wit<br />

papier en bloemen.<br />

Daar hadden al<br />

de baboe’s voor<br />

gezorgd.<br />

We kregen brood<br />

met allerlei beleg,<br />

zoals ham, worst,<br />

muisjes, vis, pastei<br />

enz.<br />

Dit was een<br />

gezamenlijke<br />

maaltijd, dus<br />

iedereen: officier,<br />

onder officier en<br />

manschappen. De<br />

officieren bedienden ons <strong>van</strong> chocolade enz. De<br />

maaltijd verliep heel prettig. Na afloop werd de<br />

kerstpost uitgedeeld. Ik ontv<strong>in</strong>g 21 brieven en het<br />

leukste was, steeds als er een brief voor mij was,<br />

zei de officier die de post uitdeelde:”weer een brief<br />

voor toean Dokter”. Zo blijven ze me hier nu ook<br />

noemen.<br />

Daarna g<strong>in</strong>g ik met de staf naar de buitenpost<br />

Kalapanvengal, waar we die middag gezamenlijk<br />

<strong>in</strong> de kant<strong>in</strong>e zouden eten.<br />

Vervolgens g<strong>in</strong>gen we weer naar Buitenzorg, waar<br />

we ’s avonds weer een maaltijd kregen <strong>van</strong> rijst en<br />

pruimen. Het toetje bestond uit chocoladepudd<strong>in</strong>g<br />

met iets er op. Voor ons eskadron. Het bleek de<br />

naam <strong>van</strong> het eskadron, een doodskop met tranen<br />

en bloed.<br />

’s Avonds zijn we nog even naar de AMVJ geweest<br />

en daarna gaan slapen.


Tweede kerstdag.<br />

Vanmorgen brieven<br />

beantwoord en<br />

<strong>van</strong>middag op<br />

wacht.<br />

Zo, de feestdagen<br />

zijn weer voorbij.<br />

Hopelijk vieren we<br />

ze het volgende<br />

jaar onder betere<br />

omstandigheden.<br />

Toch zijn deze<br />

dagen, waar<strong>van</strong> ze<br />

hier reuze veel werk <strong>van</strong> hebben gemaakt, prettig<br />

verlopen.<br />

De stemm<strong>in</strong>g werd nog verhoogd door het NIWIN<br />

pakket, met de volgende <strong>in</strong>houd:<br />

50 OK sigaretten<br />

1 rol pepermunt<br />

10 stuks scheermesjes<br />

3 repen <strong>van</strong> Van Houten<br />

1 blik kaas<br />

1 blik speculaas<br />

1 pak Sanovita koeken<br />

1 stuk scheerzeep<br />

1 Niw<strong>in</strong> kalendertje<br />

1 foto <strong>van</strong> het pr<strong>in</strong>selijk gez<strong>in</strong><br />

en een kerstwens.<br />

63


64<br />

Ik kreeg het pakket <strong>van</strong> de christelijke HBS te<br />

Leiden. Ik zal ze schrijven en bedanken.<br />

Deze dagen zijn rustig en kalm voorbij gegaan.<br />

Ik hoop dat deze dagen voor velen een zegen zijn<br />

geweest en er <strong>in</strong> Holland gedacht wordt: Oké, we<br />

leven mee met de jongens over zee.<br />

Zaterdag 27 december 1947.<br />

Geen bijzonderheden. Uitrusten <strong>van</strong> de wacht.<br />

’s Avonds op patrouille en lekker pitten onder de<br />

klamboe.


66<br />

Zondag 28 december 1947.<br />

Vanmorgen al om 5 uur gewekt. We moesten<br />

met 6 man en de wachtmeester als bewak<strong>in</strong>g,<br />

patrouilleren voor een ploeg die de draden <strong>van</strong><br />

een hoogspann<strong>in</strong>gsnet moesten herstellen. We<br />

waren pas weer om 6 uur thuis. Dood moe, want<br />

we moesten door sawa’s, over kali’s enz. Doodop<br />

en verbrand kwamen we weer met:”alles oké”<br />

thuis. Gegeten, mandiën en lekker slapen.<br />

Maandag 29 december 1947.<br />

Niets bijzonders.<br />

Ben nu, om <strong>mijn</strong> rode kruis wat bij te werken, <strong>in</strong><br />

de leer bij onze ziekendokter.<br />

D<strong>in</strong>sdag 30 december 1947.<br />

De dag begon rustig. Vanmiddag een ongeluk<br />

bij het geweer schoon maken. Er g<strong>in</strong>g een schot<br />

af en 3 gewonden, waar<strong>van</strong> één zeer ernstig.<br />

Dit was ons en <strong>mijn</strong> eerste geval <strong>van</strong> erge kogel<br />

verwond<strong>in</strong>g. We hebben de huzaar door gezonden<br />

per jeep naar het ziekenhuis.<br />

Verder is de dag rustig verlopen.<br />

Morgen is het Oude Jaar.


Woensdag 31 december 1947.<br />

Rustige ochtend en het verdere verloop <strong>van</strong> de<br />

dag zonder bijzonderheden, alleen we kregen<br />

weer geld.<br />

Vanavond moesten we om 10 uur b<strong>in</strong>nen zijn,<br />

zowel de burgers als de militairen.<br />

Om 12 uur kwamen we allen bijeen, officieren,<br />

kader en huzaren. Er kwam een toespraak <strong>van</strong><br />

onze majoor. Daarna elkaar gelukkig nieuwjaar<br />

toewensen en naar bed.<br />

Donderdag 1 januari1948.<br />

Eerst naar de kerk, daarna naar de AMVJ<br />

oliebollen eten.<br />

Verder heb ik zitten schrijven.<br />

Nu is het nieuwe jaar er weer. Wat brengt het?<br />

We hebben vertrouwen <strong>in</strong> de toekomst en we<br />

vertrouwen ook op de toekomst. We beg<strong>in</strong>nen het<br />

nieuwe jaar met nieuwe moed en met een besef<br />

dat alles dat er gebeurt niet voor niet is, maar<br />

voor Indië en ons <strong>Ned</strong>erland. Het zal zwaar wezen,<br />

maar we vertrouwen.<br />

67


68<br />

Vrijdag 2 januari 1948.<br />

Geen post Henneke? Al een week<br />

lang niet. Wat zou er wezen?<br />

Verder niets bijzonders.<br />

Zaterdag 3 januari 1948.<br />

Ik heb lekker gezwommen <strong>in</strong> het<br />

zwembad te Buitenzorg. Mooi<br />

gelegen, helder water. Verder<br />

deze dag zo z’n gangetje.<br />

Zondag 4 januari 1948.<br />

Vanmorgen appèl, wassen, eten, daarna zwempak<br />

en lekker naar het zwembad. Mooi gezellig bad<br />

met sportveld en aardig barretje. Fijn helder<br />

chloorwater en driedelige duikplank. Tot ± 12<br />

uur gezwommen. Daarna naar huis en eten. ’s<br />

Middags rusten, ’s avonds stadten. Vroeg naar bed<br />

en pitten.<br />

5, 6, 7 en 8 januari 1948.<br />

Niets bijzonders te vermelden. Veel gezwommen<br />

en <strong>mijn</strong> plicht gedaan als voorlopige hospitaal<br />

verpleger. Baik, tabè samoea, saja niauw tidor.<br />

Vrijdag 9 januari 1948.<br />

D<strong>in</strong>sdag de 15de gaan we weg. Weer naar een<br />

buitenpost. Dus alles <strong>in</strong>pakken. Grote drukte.<br />

Alles rode kruis spullen over onze 3 eskadrons


verdelen. Beroerd werk, maar wel <strong>in</strong>teressant. De<br />

hele dag tot ’s avonds aan het werk geweest. Om<br />

half 12 nog niet klaar. Morgen maar weer verder.<br />

Vanavond nog even mandiën en daarna doodmoe<br />

naar bed.<br />

Zaterdag 10 januari 1948.<br />

Eerst het ziekenrapport, daarna verder met<br />

<strong>in</strong>pakken. Vanmiddag logboek schrijven en<br />

brieven. Vanavond even stappen en na de<br />

vermoeiende dag vroeg naar het veldbed en<br />

behoorlijk uitslapen op zondag. Hè lekker! Dat<br />

doet je goed.<br />

Zondag 11 januari 1948.<br />

Na lekker uitgeslapen te hebben, eten. De rest<br />

<strong>van</strong> de dag rustig gehouden en weer vroeg naar<br />

bed, maar daarvoor nog even lekker eten en wel<br />

babi goreng.<br />

Maandag 12 januari 1948.<br />

Drukke dag. Inpakken, sjouwen, afscheid nemen.<br />

Vanavond draaiden ze als afscheid een film.<br />

Daarna meteen slapen, want morgen moeten we<br />

om half 5 op. Zoals ze <strong>in</strong> het Maleis zeggen: dan<br />

gaat samoea pikie.<br />

69


70<br />

D<strong>in</strong>sdag 16 januari 1948.<br />

Vroeg op. Inpakken en om 6 uur kwam de<br />

A.A.T. Inladen en na een roerend afscheid<br />

naar de rimboe. Voor hoelang? Tida ada? Ik<br />

werd weer als toekan Dokter neer gepoot<br />

<strong>in</strong> <strong>mijn</strong> oude buitenpost onderheel wat<br />

slechtere omstandigheden. Ik kreeg wel <strong>mijn</strong><br />

ziekenkamertje toegewezen, maar slapen tida,<br />

want er was een nieuwe commandant. Al heel vlug<br />

had ik mot met hem, omdat ik geen medewerk<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> hem kreeg. Maar ja, laten we hopen dat dit<br />

spoedig verandert.<br />

Ik werd daarna met 3 wachtmeesters <strong>in</strong> een<br />

zwembadkamer geplaatst. We lagen er nog geen<br />

half uur <strong>van</strong> de vermoeienissen uit te rusten of<br />

het begon behoorlijk Indisch te regenen. Al snel<br />

konden we zwemmen en een badplaats <strong>in</strong> onze<br />

kamer <strong>in</strong>richten. Zwaar gemopper en gehannes.<br />

Zo vlug als we konden sjouwden we onze bedden<br />

en bagage naar een droge hoek <strong>van</strong> de kamer.<br />

Zo verliep deze dag rommelig, vol gemopper en<br />

bar slecht. Hopelijk morgen beter!<br />

Woensdag 14 januari 1948.<br />

Vanmorgen vroeg begon het gemopper al. Half 6<br />

reveille. Ik was er niet bij. Daarna begon meteen<br />

weer gemopper. Er was geen mandië water. We<br />

moesten ons wassen, maar hoe? Daarna opnieuw


hevig gemopper. Er was te we<strong>in</strong>ig eten. Vervolgens<br />

ontvluchtte ik als het ware het kamp, waar<br />

<strong>in</strong>middels 50 koelie’s waren aangekomen om de<br />

boel op te knappen, naar een aangewezen kamer<br />

<strong>in</strong> een huis <strong>van</strong> het dorpshoofd dichtbij het kamp,<br />

om daar het <strong>in</strong>landse ziekenrapport te houden.<br />

Ik behandelde <strong>van</strong>daag ± 25 mensen. Ik werd<br />

door velen verwelkomd, Ze waren blij dat de<br />

toekan dokter weer retour was. Tot 12 uur was ik<br />

bezig. Daarna eten en naar de tel., om medicijnen<br />

op te halen. Toen ik terug kwam weer eten, appèl<br />

en ’s avonds schrijven. Deze dag <strong>van</strong> gemopper en<br />

gepruttel is ook weer voorbij. Ik zie de toekomst<br />

zwaar <strong>in</strong>, maar we zullen er <strong>van</strong> maken wat er <strong>van</strong><br />

te maken valt. En maar denken: P.V. (padv<strong>in</strong>der)<br />

glimlacht en fluit onder alle omstandigheden.<br />

Donderdag 15 januari 1948.<br />

Vanmorgen <strong>van</strong> 9 tot 12 uur ziekenrapport <strong>van</strong><br />

de eerste <strong>in</strong>landers. Vele oude bekenden. Ik<br />

behandelde er 35, waar<strong>van</strong> ik een paar door<br />

stuurde voor een <strong>in</strong>jectie naar het hospitaal.<br />

Vanmiddag even naar tele voor wat spulletjes.<br />

Vanavond formulieren <strong>in</strong>vullen voor een zieke of<br />

wacht. Toen ik klaar was, was het 5 uur, dus dat<br />

g<strong>in</strong>g best. Daarna wassen en eten.<br />

71


72<br />

Vrijdag 16 januari 1948.<br />

Vele Sabit orang. ’s Middags naar tele. Om de<br />

spullen af te halen en daar<strong>van</strong> retour schrijven.<br />

Om 4 uur weer ziekenrapport voor eigen mensen.<br />

K<strong>in</strong><strong>in</strong>e uitdelen en vroeg slapen, waarbij ik al<br />

vlug <strong>in</strong> het land der dromen was. Twee dagen <strong>van</strong><br />

vermoeidheid weer achter de rug.<br />

Zaterdag 17 januari 1948.<br />

Alles nu weer <strong>in</strong> orde. De luit met zijn jongens<br />

voorlopig 7 dagen weg. Onze kornet met zijn<br />

jongens bleef hier en de samenwerk<strong>in</strong>g was direct<br />

weer goed. Alles liep weer op rolletjes. De heren<br />

onder officier plus toekan dokter verhuisden <strong>van</strong><br />

het zwembad naar een grote goede pas gebouwde<br />

bamboehut. Zo verliep de dag lekker en fijn.<br />

’s Avonds cabaretvoorstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> tele, door onze<br />

jongens zelf <strong>in</strong> elkaar gedraaid.<br />

Daarna slapen.<br />

Zondag 18 januari 1948.<br />

Het begon <strong>van</strong>morgen direct goed. Een dag<br />

geleden was een huzaar gevallen. Zijn rug deed<br />

erg pijn. Hij was al bij de dokter geweest. Als het<br />

erger zou worden moest hij naar het hospitaal. Ik<br />

werd al heel vroeg gewekt, omdat hij ontzettende<br />

pijn leed. Ik heb hem morf<strong>in</strong>e gegeven, waarna<br />

we hem snel met de wagen naar televisie hebben<br />

gebracht. Daar hebben we<br />

getelefoneerd. Na een uur was de


ode kruis wagen er. We hebben hem <strong>in</strong>geladen en<br />

weg…. Niets daar <strong>van</strong>, want een veer <strong>van</strong> de auto<br />

knapte. Wat nou weer? Eerst maar weer opbellen.<br />

Na 2½ uur was er een nieuwe rode kruis wagen<br />

en tevens een kraanwagen voor de oude. Daarna<br />

g<strong>in</strong>g het via een ontzettend oude weg plang-plang.<br />

Ik g<strong>in</strong>g niet mee, daar ik met het <strong>in</strong>landse<br />

ziekenrapport bezig was. Ik heb er ± 60 geholpen.<br />

Ik was behoorlijk moe toen ik weer terug kwam.<br />

We moest nog onze nieuwe won<strong>in</strong>g <strong>in</strong>richten met<br />

hulp <strong>van</strong> de koelie’s. Ook hebben we een naam<br />

bedacht: Roekan tida wang.<br />

Daarna was het eten, appèl, kerkdienst bijwonen<br />

door de wachtmeester Olofsen, die eenvoudig,<br />

doch erg mooi was.<br />

Daarna mandiën en lekker rustig naar huis pennen<br />

en vroeg en tamelijk moe naar bed.<br />

Maandag 19 januari 1948.<br />

Tegen zeer lage prijzen waren er veel spullen<br />

te koop. De Welfare Cadiwagen g<strong>in</strong>g al de<br />

buitenposten langs en bracht dan pepermunt à fl.<br />

0.20 per rol, chocolade à fl. 0.20 per reep, koeken<br />

fl. 0.20, shag + vloei fl. 0.35 en zuurtjes fl. 0.01<br />

per stuk.<br />

Dit was om te doen. Hij werd dan ook door ons<br />

vriendelijk ont<strong>van</strong>gen.<br />

Vanmorgen begon gewoon. Ziekenrapport<br />

<strong>in</strong>landers en toen kwam er een man bij mij,<br />

die ontzettend geslachtsziek was. Deze man<br />

hebben we direct opgesloten. Ik heb de<br />

officier gewaarschuwd en hij heeft hem via het<br />

dorpshoofd uitgestoten uit het district Kagal.<br />

73


74<br />

Daarna ben ik gewoon weer verder gegaan en heb<br />

ik nog ± 40 <strong>in</strong>landers behandeld. Vervolgens was<br />

het eten geblazen.<br />

Vanmiddag zijn 2 wachtmeesters en ik met<br />

medicijnen de kampong <strong>in</strong> geweest, waar we nog<br />

30 <strong>in</strong>landers die ziek waren, konden bereiken.<br />

Wat ik toen gezien heb, had ik <strong>van</strong> <strong>mijn</strong> leven niet<br />

kunnen dromen. We werden ont<strong>van</strong>gen door de<br />

mandoer (burgemeester), die ons naar de zieke<br />

mensen <strong>in</strong> die kampong bracht. Vele malaria<br />

patiënten die volledig uitgemergeld waren en niet<br />

konden lopen of praten door de koorts. Vele diepe<br />

wonden waar ze koffiedik, kalk of vieze bladeren<br />

op gelegd hadden. Vier lepra gevallen en nog<br />

vele andere zieken heb ik met <strong>mijn</strong> bekrompen<br />

genees- en verbandmiddelen samen met de 2<br />

wachtmeesters Olofsen en Rabberecht, kunnen<br />

helpen.<br />

Darna zijn we dood en doodmoe, bezweet en<br />

met doorgelopen voeten weer <strong>in</strong> het kamp<br />

aangekomen. Ik had de voldoen<strong>in</strong>g echt<br />

padv<strong>in</strong>derswerk te hebben verricht. Daar was ik<br />

ontzettend blij mee. Ik hoop nog lang door te<br />

mogen gaan met dit zo mooie en nuttige werk.


D<strong>in</strong>sdag 20 januari 1948.<br />

De morgen was weer daar. Eten , wassen en naar<br />

het Roekam Saket toe gestapt, waar al weer vele<br />

mensen stonden te wachten. Ook waren er velen<br />

<strong>van</strong> de kampong die we gisteren bezocht hebben.<br />

Wachtmeester Olofsen en ik begonnen weer<br />

vlug. Onafgebroken tot half 1 werkten we door.<br />

We hielpen 70 <strong>in</strong>landers en ik kon er weer 3 als<br />

genezen weg zenden. Ik kon de vruchten <strong>van</strong> <strong>mijn</strong><br />

werk goed zien. Velen brachten als waarder<strong>in</strong>g<br />

vruchten voor me mee. Ik bedankte iedereen<br />

vriendelijk.<br />

Nu ben ik weer terug en zit <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> hut. Het is half<br />

2 en de jongen heeft al eten gehaald. Het is dit<br />

keer nasi met pruimen. De baboe staat aan tafel<br />

te strijken en de jongens lopen heen en weer om<br />

voor de huzaren eten te halen. Na het eten ga ik<br />

slapen, want ik ben erg moe. Daarna kom ik terug<br />

om verder te schrijven.<br />

Salat makan toekan dokter. Tot 4 uur geslapen,<br />

daarna ziekenrapport <strong>van</strong> eigen jongens. Het<br />

waren er 20, ik was tot half 6 bezig. Om 6 uur<br />

gegeten, vlag b<strong>in</strong>nen gehaald en kwart over 6<br />

avondsluit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de kant<strong>in</strong>e door wachtmeester<br />

Olofsen, die ik elke dag bijwoon. Vervolgens nog<br />

een spelletje, een brief naar het meisje en daarna<br />

slapen.<br />

75


76<br />

Woensdag 21 januari 1948.<br />

Het regende <strong>van</strong>daag de hele dag. Daardoor had<br />

ik maar ± 60 mensen op <strong>in</strong>lands ziekenrapport.<br />

Vanmiddag weer de kampong <strong>in</strong>, maar <strong>van</strong>wege<br />

de regen weer vlug retour. We bereikten ± 10<br />

<strong>in</strong>landers. Daarna namen we vlug de benen, want<br />

een groot onweer kwam er aanzetten. We waren<br />

net <strong>in</strong> onze hut of daar kwam Wodan met zijn<br />

koets en knots aan en hevige regen!<br />

Vanavond hebben we een spelletje monopolie<br />

gespeeld, dat ik glansrijk won. Daarna heb ik<br />

geschreven nadat ik nog wel naar één <strong>van</strong> onze<br />

officieren heb gekeken, die malaria heeft en 40°<br />

koorts. Daarna naar bed. Weer twee vermoeiende<br />

dagen achter de rug.<br />

Donderdag 22 Januari 1948.<br />

Vandaag niets bijzonders, maar ’s nachts hadden<br />

we patrouille met 12 man. Na lang lopen over de<br />

sawadijken, kwamen we op de bedoelde plaats<br />

aan. Daar alles doorzocht en vervolgens dwars<br />

door de bergen weer retour. We pikten een<br />

<strong>in</strong>lander op, die we gelastten ons te brengen waar<br />

we heen moesten. Daar aangekomen bedankten<br />

we hem en g<strong>in</strong>gen we verder alleen.<br />

Om ±3 uur kwamen we weer op ons bivak terug.<br />

Even wassen, wat eten en daarna slapen tot<br />

vrijdag 6 uur.


Vrijdag 23 januari 1948.<br />

Ik moest voor medicijnen naar Buitenzorg. Daar<br />

aangekomen had ik zwaar pech aangezien alles<br />

was gesloten. Het was namelijk een Indische<br />

feestdag <strong>van</strong>daag. Ik had zwaar de pé <strong>in</strong>, omdat ik<br />

dat hele e<strong>in</strong>d voor niets had gereden.<br />

Toen ik retour kwam, hoorde ik dat de jongens<br />

<strong>van</strong> het eerste peloton morgen weer weg g<strong>in</strong>gen<br />

en de andere <strong>van</strong> hun buitenpost weer terug<br />

kwamen. Toen kreeg ik nog meer de pé <strong>in</strong>. Na<br />

een spelletje monopolie <strong>in</strong> de kant<strong>in</strong>e gespeeld te<br />

hebben, maar vlug naar bed. Morgen zullen we<br />

wel zien wat het wordt. De toekomst is weer soep.<br />

Afijn, laten we hopen dat er vlug verander<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> komt, want zoals het nu weer wordt is het<br />

ontzettend hopeloos.<br />

77


78<br />

Zaterdag 24 januari 1948.<br />

Gewoon ziekenrapport, ± 60 <strong>in</strong>landers geholpen.<br />

Daar kwamen de terugkerende jongens aan,<br />

luid schreeuwend. Ze werden niet al te hartelijk<br />

ont<strong>van</strong>gen. Het begon al gauw met mopperen over<br />

dit en dat, Onze stemm<strong>in</strong>g zakte met de m<strong>in</strong>uut.<br />

Het is nu 1 uur en onzer stemm<strong>in</strong>g is pet. Hoe zal<br />

die over een paar uur zijn? Afwachten maar. Tot<br />

straks over een paar uur!<br />

Hier ben ik weer. Er is nog heel wat afgekankerd<br />

en geprutteld.<br />

Het is nu avond en de nacht is nabij. Je hoort<br />

de motor die voor het elektrische licht zorgt,<br />

brullen. Overal zoemen de <strong>in</strong>secten. De maan<br />

schijnt helder. Je hoort af en toe een bitjak en de<br />

schildwachten langs de hut voorbij sluipen.<br />

Na deze rommelige, nare dag komt hopelijk een<br />

rustige nacht.<br />

Morgen is het zondag. Weer een rustdag <strong>in</strong> Indië.<br />

Hoeveel beleef ik er hier nog?<br />

P.S.<br />

Ik kreeg <strong>van</strong>daag ontzettend veel spullen voor<br />

Indisch ziekenrapport <strong>van</strong> Batavia. Mijn stemm<strong>in</strong>g<br />

is daardoor weer 100%. Leve het D.V.G.!


Zondag 25 januari 1948.<br />

Vanmorgen ziekenrapport. Vanmiddag was het<br />

rustig en <strong>in</strong>eens een grote rookwolk. Er was een<br />

korte maar hevige uitbarst<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de vulkaan<br />

Gedeh. De zwaveldampen trokken langzaam<br />

voorbij. Het was een prachtig mooi gezicht, die<br />

heldere blauwe lucht met op de achtergrond<br />

de vulkaan en boven de vulkaan als het ware<br />

hangende de grote, statige, omhoog reizende<br />

zwavelpluim. Er zijn nog enkele foto’s gemaakt.<br />

Daarna nog een spelletje monopolie, dat ik met<br />

zwaar vals spelen heb gewonnen.<br />

Vervolgens vlug naar bed.<br />

Maandag 26 januari 1948.<br />

Totaal niets bijzonders. Gewoon ziekenrapport<br />

gehouden en ’s middags geslapen. ’s Avonds op<br />

wacht 6 uur wegens ziekte.<br />

Na een goede wacht te hebben gehad, slapen en<br />

de nieuwe morgen was weer daar.<br />

79


80<br />

D<strong>in</strong>sdag 27 januari 1948.<br />

Ziekenrapport was erg druk, omdat de<br />

schoolmeester kwam met zijn 28 zieke<br />

k<strong>in</strong>deren.<br />

Ook ben ik <strong>van</strong>middag nog met die schoolmeester<br />

mee gegaan naar 3 zieke k<strong>in</strong>deren, die malaria<br />

hadden. Het was een behoorlijk e<strong>in</strong>d lopen en ik<br />

was blij dat hij mij uitnodigde om bij hem thee te<br />

komen dr<strong>in</strong>ken. Hij gaf me ook een pisang. Het<br />

was erg gezellig.<br />

Ik kreeg zijn fiets om terug te keren naar het<br />

kamp, die ik door een jongen weer retour liet<br />

brengen.<br />

Er waren <strong>van</strong>daag al met al 90 <strong>in</strong>landers geholpen.<br />

Een behoorlijk resultaat. Ik was <strong>in</strong> een goede<br />

bui, maar die zakte al snel toen er weer een<br />

wachtmeester, waar ik altijd zo prettig mee<br />

samenwerkte, naar het hospitaal moest, omdat<br />

hij malaria had. Verder moest ik nog bij de nieuwe<br />

luit komen, die het niet goed vond dat ik bij de<br />

onder officieren sliep. Dus morgen maar verhuizen<br />

naar het kamertje <strong>in</strong> de kant<strong>in</strong>e.<br />

Deze dag was weer prut en er zullen nog wel vele<br />

<strong>van</strong> deze dagen volgen.<br />

Ben verhuisd en lig gezellig. Maar voor hoe lang,<br />

want eerstdaags moeten wij ook hier <strong>van</strong>daan.<br />

Vanmiddag nog even naar Telensie geweest.<br />

De post bracht 5 brieven met 2 leuke foto’s. Ik<br />

had meteen weer een beste bui en heb alles gelijk<br />

beantwoord. Daarna slapen.


Woensdag 28 januari 1948.<br />

Alles oké. Zelfde gezever weer.<br />

Daar is slapen het beste middel tegen. Waar of<br />

niet?<br />

Er is weer een vriend, korporaal ziekenverpleger<br />

Buurma, tevens onze baas over de geneestrommel<br />

<strong>van</strong> ons eskadron, naar het hospitaal. Wie wordt<br />

zijn opvolger? Laten we hopen dat het voor korte<br />

duur mag wezen.<br />

Donderdag 29 januari 1948.<br />

Drie maanden <strong>in</strong> de tropen zijn<br />

er nu voorbij en er zullen nog<br />

vele volgen.<br />

Ik kreeg <strong>van</strong> een jongen<br />

een Indische eekhoorn, of<br />

klapperrat, die nu <strong>mijn</strong> trouwe metgezel zal<br />

worden <strong>in</strong> Indië.<br />

81


82<br />

Ons bier kregen we ook, 10 flesjes die ik heb<br />

verkocht.<br />

Nu maar weer vlug naar bed.<br />

Vrijdag 30 en zaterdag 31 januari 1948.<br />

Beide dagen geen bijzonderheden, op één na.<br />

Zaterdagavond was er een bokspartij tussen de<br />

verschillende pelotons. Aardig gezicht.<br />

Verder rustig, beetje lachen, daarna slapen.<br />

Zondag 1 februari 1948.<br />

Morgen is er een belangrijke voetbalwedstrijd<br />

tussen Morkeien en eerste peloton, die <strong>in</strong> een 2<br />

– 2 spel e<strong>in</strong>digde. Het was erg warm en al gauw<br />

zweetten we behoorlijk.<br />

Zwaar redenerend verlieten we het veld en g<strong>in</strong>gen<br />

we zo vlug we konden mandiën.<br />

Daarna heb ik nog een enkele gewonde geholpen,<br />

waarna de eetbel werd geslagen.<br />

Na het eten komt ik terug voor het afmaken <strong>van</strong><br />

de dag.<br />

Lekker gegeten. Na het eten g<strong>in</strong>g <strong>in</strong>eens de<br />

telefoon. Ik moest direct naar Tjileungsir voor een<br />

zieke. De wagen kwam meteen. Na <strong>mijn</strong> plicht<br />

volbracht te hebben ’s avonds retour. Ik kwam ±<br />

7 uur <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> kamer. Daar lag post. Ik was meteen<br />

<strong>in</strong> oké stemm<strong>in</strong>g. Daarna slapen.


Maandag 2 februari 1949.<br />

Alles hetzelfde. Erg druk.<br />

D<strong>in</strong>sdag 3 februari 1948.<br />

Eerst Hollands ziekenrapport. Daarna eten en<br />

naar Tjileungsir om daar ziekenrapport voor<br />

soldaten te houden. Om 4 uur retour en hier weer<br />

ziekenrapport.<br />

Nu der korporaal ziekenverpleger ziek is, moet ik<br />

<strong>in</strong> beide kampen ziekenrapport houden. Dus een<br />

drukke tijd.<br />

’s Nachts had ik een droom over <strong>mijn</strong> terugkeer<br />

naar Holland. Wanneer komt dit? Hoe lang nog?<br />

83


84<br />

Woensdag 4 februari 1948.<br />

We hebben met medewerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> wachtmeester<br />

Barends zelf De Showboot <strong>in</strong> elkaar gedraaid.<br />

Het was een gezellige avond. Vooral de<br />

hersengymnastiek voor mortieren verloren <strong>van</strong> het<br />

2 de peloton met 4½ - 8 punten.<br />

Daarna zijn we rustig gaan pitten.<br />

We zijn wel <strong>van</strong> plan elke week zo’n avond <strong>in</strong><br />

elkaar te draaien. Daar zijn we dan wel druk mee<br />

bezig.<br />

Tevens is ons eskadron Voetbal Competitie<br />

begonnen, waarbij ons elftal Mortieren ook mee<br />

speelt. Ze hebben mij als aanvoerder gekozen en<br />

moet nu ons elftal ten strijde voeren. Er doen 8<br />

elftallen mee en wel:<br />

1 ste peloton, 2 de peloton, 3 de peloton, Mortier<br />

peloton, Commando groep, Inl. Elftal Tjileungsir,<br />

Genie elftal en comb<strong>in</strong>atie <strong>van</strong> Oud officieren en<br />

onderofficieren elftal.<br />

Het kunnen aardige wedstrijden worden en de<br />

competitie duurt ± 2 maanden.<br />

De wedstrijden worden <strong>in</strong> Tjileungsir en<br />

Kalapanvengal gespeeld. Morgen beg<strong>in</strong>nen de<br />

eerste wedstrijden en wel 2 de peloton – genie en<br />

1 ste peloton Mortieren.<br />

Morgen dus verder daar over. Welterusten. Slaap<br />

zacht of ato slamat tidoer.


Donderdag 5 februari 1948.<br />

Vanmiddag de zware voetbalwedstrijd die <strong>in</strong> een<br />

onverdiende 2 – 2 e<strong>in</strong>digde, daar wij sterker<br />

waren. Twee spelers hadden erg veel last <strong>van</strong> de<br />

regen. Ik ook wel, maar ondanks dat was het een<br />

aardige wedstrijd. De competitie is goed <strong>in</strong>gezet.<br />

Eén puntje b<strong>in</strong>nen. Zaterdag volgt onze tweede<br />

wedstrijd en wel tegen het goede elftal <strong>van</strong> het 2 de<br />

peloton. Dat wordt vechten. Doch we hopen op<br />

een overw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g. Nu ga ik pitten.<br />

85


86<br />

Vrijdag 6 februari 1948.<br />

Het enige bijzondere was dat er een <strong>in</strong>lands elftal<br />

tegen het 2 de peloton speelde <strong>van</strong>daag. Het was<br />

en verbaz<strong>in</strong>gwekkende leuke wedstrijd. Die de<br />

blanken met 2 –1 glorieus hebben gewonnen. Het<br />

was vermakelijk te zien hoe die knapen op hun<br />

blote voeten <strong>van</strong> die knoerd harde schoten gaven.<br />

Ze waren ontzettend sportief.<br />

Morgen competitie Mortieren tegen 2 de peloton.<br />

Ben benieuwd.<br />

Nu e<strong>in</strong>dig ik en ga slapen.<br />

Zaterdag 7 februari 1948.<br />

De mortieren hebben <strong>van</strong> het ede peloton<br />

verloren. De uitslag was 2 –3. In de laatste<br />

3m<strong>in</strong>uten voor het e<strong>in</strong>de loeiden ze nog net het<br />

w<strong>in</strong>nende doelpunt er <strong>in</strong>. Onze keeper speelde<br />

een moorddadige partij. Hij weerde zich goed.<br />

De wedstrijd g<strong>in</strong>g mooi op. Het eerste doelpunt<br />

voor ons, dat ik er na een mooie voorzet <strong>in</strong>trapte<br />

precies <strong>in</strong> de hoek. Daarna de gelijkmaker. Na de<br />

rust 2 – 1 voor ons en weer gelijk 2 – 2 en toen<br />

die laatste 3 m<strong>in</strong>uten. Wij deden ook nog een<br />

aanval en maakten een doelpunt, maar dat werd<br />

afgekeurd omdat één <strong>van</strong> ons buiten spel stond.<br />

Na de wedstrijd mandiën en vlug naar Roekan<br />

Sahit helpen met ziekenrapport


‘s Avonds een spelletje monopolie. Daarna tot<br />

morgen 8 uur aan toe aan één stuk slapen.<br />

Zondag 8 en maandag 9 februari 1948.<br />

Deze dagen verliepen rustig.<br />

Maandagavond was ik net <strong>in</strong> het kamp en wilde<br />

een brief schrijven, toen een <strong>in</strong>landse jongen<br />

overstuur b<strong>in</strong>nen kwam huppelen. Toean dokter<br />

disand banjak sabit slang. Ik mee. Het bleek dat<br />

dichtbij een meisje door een slang was gebeten.<br />

Giftig? Ik behandelde de wond en gaf poeders.<br />

Daarna g<strong>in</strong>g ik weer weg. Na 2 uur g<strong>in</strong>g ik er weer<br />

heen, nam haar temperatuur op, controleerde<br />

haar pols en hartslag. Dit was allemaal oké. Ik<br />

geloof niet dat het beest giftig was. Ze had erge<br />

pijn en ik heb beloofd morgen terug te komen. Die<br />

mensen waren zo ontzettend dankbaar. Ik hoop<br />

dat morgen alles goed afloopt.<br />

Nu is het weer bedtijd.<br />

D<strong>in</strong>sdag 10 februari 1948.<br />

Mijn patiënte maakt het best. Door de<br />

bloedzuiver<strong>in</strong>gs pillen die ik haar heb laten slikken,<br />

is <strong>van</strong> bloedvergiftig<strong>in</strong>g geen sprake geweest. Nu<br />

moet nog de koorts zakken en dan is alles weer<br />

oké.<br />

Woensdag 11 februari 1948.<br />

Het gewone liedje. Eten, ziekenrapport en <strong>mijn</strong><br />

patiënte is weer helemaal <strong>in</strong> orde.<br />

Weer een succesje op <strong>mijn</strong> geneeslijstje.<br />

87


88<br />

Donderdag 12 februari 1948.<br />

Vanmorgen vroeg ben ik al naar Buitenzorg<br />

gegaan. Ik heb heen en terug een voorspoedige<br />

reis gehad. In Buitenzorg lekker bami goreng<br />

gegeten en chocolade ijsmelk gedronken.<br />

Daarna heb ik <strong>mijn</strong> vriend wachtmeester Olofsen<br />

opgezocht <strong>in</strong> het hospitaal en hem de groeten over<br />

gebracht.<br />

’s Avonds terug <strong>in</strong> het kamp. Nog even een briefje<br />

pennen en als <strong>van</strong> ouds: slaap ze!<br />

Vrijdag 13 en zaterdag 14 februari 1948.<br />

Geen bijzonderheden te melden.<br />

Zondag 15 februari 1948.<br />

Een drukke dag. ’s Morgen even naar<br />

een zieke <strong>in</strong> de kampong. Daarna even<br />

zwemmen <strong>in</strong> de Kali. Aangezien ik geen<br />

zwempak of handdoek bij me had, g<strong>in</strong>g ik maar <strong>in</strong><br />

onderbroek en uit het water dook ik maar meteen<br />

<strong>in</strong> m’n bovenbroek. Jas aan en de rest droogt wel<br />

onderweg.<br />

Terug <strong>in</strong> de Tanksie nasi met pruimen eten plus<br />

choco pap. Even lekker luieren. Ik probeerde te<br />

slapen, was me bijna gelukt toen: boek-boem<br />

toekan dokter doed promjoea di soja. Er waren<br />

2 vrouwen voor mij. Het bleken 2 verpleegsters<br />

uit Tjileungsir. Zij kwamen vertellen dat de<br />

zieken d<strong>in</strong>sdag voor <strong>in</strong>jectie naar Tjileungsir<br />

moesten komen. Er was meteen veel werk aan


de w<strong>in</strong>kel. Ik g<strong>in</strong>g eerst per wagen naar de<br />

onderwijzer en leende zijn fiets. Daarna samen<br />

met de verpleegsters, met z’n drieën op twee<br />

fietsen, één bij mij achterop naar de kampongs<br />

om dit te vertellen. Zij moesten daar alle zieken<br />

opzoeken. Tot overmaat <strong>van</strong> ramp regende het<br />

erg onderweg. We reden gewoon door en kwamen<br />

met z’n drieën doornat <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> ziekenkamertje<br />

voor de <strong>in</strong>landers aan. Daar hebben we de erge<br />

bui afgewacht. Ik ben naar het kamp gegaan om<br />

schoon goed aan te trekken en ziekenrapport voor<br />

eigen jongens te houden.<br />

De twee verpleegstertjes zijn naar huis gefietst<br />

om zich ook op te knappen.<br />

Nu is deze dag ook weer voorbij. Ik ben behoorlijk<br />

moe. Nog even een paar brieven beantwoorden en<br />

dan sluit ik deze dag.<br />

Maandag 16 en d<strong>in</strong>sdag 17 februari 1948.<br />

Na een rustige dag brak de avond aan. Toen kwam<br />

het bericht dat er ’s nachts een actie zou plaats<br />

v<strong>in</strong>den een paar mijl hier <strong>van</strong>daan. Ook ik en<br />

de kap. Verpleger moesten mee. Veel rode kruis<br />

spullen mee nemen.<br />

’s Nachts om 3 uur was het afmars naar een<br />

kampong die doorzocht moest worden en een<br />

huis <strong>in</strong> de kampong dat oms<strong>in</strong>geld moest worden,<br />

want daar zat een leider <strong>in</strong> <strong>van</strong> de extremisten.<br />

Drie volledige pelotons namen aan deze actie deel.<br />

Alles verliep naar wens. Helaas was de baas zelf<br />

verdwenen. Zijn zoon, die de benen wou nemen,<br />

v<strong>in</strong>gen we op. Tevens namen we nog verscheidene<br />

knapen ge<strong>van</strong>gen. Ook onze majoor deed mee.<br />

89


90<br />

Ik moest met de brancard bij hem <strong>in</strong> de wagen<br />

komen zitten.<br />

Toen daar alles klaar was, g<strong>in</strong>gen we de rimboe <strong>in</strong>.<br />

Behalve enkele gewonde <strong>in</strong>landers had één <strong>van</strong><br />

ons een verstuikte enkel. Er waren <strong>van</strong> onze kant<br />

geen verliezen.<br />

Vanmorgen om 11 uur kwamen we het kamp weer<br />

b<strong>in</strong>nen. Vlug nog even ziekenrapport gehouden,<br />

eten, wassen en een uurtje slapen voor het eten.<br />

’s Middags de kampongs <strong>in</strong> voor ziekenbezoek<br />

en ’s avonds totaal doodop naar de klamboe. We<br />

hebben nieuwe pyama’s. gekregen. Heren blijven<br />

we onder alle omstandigheden. Vooral nu we deze<br />

pyama’s hebben.<br />

Woensdag 18 februari 1948.<br />

Wegens ziekte <strong>van</strong> de twee jongens die me altijd<br />

helpen, moest ik het ziekenrapport alleen houden.<br />

Het was erg druk en ik wal al behoorlijk moe toen<br />

het 12 uur was. Dus even rusten, daarna kranten<br />

lezen en vervolgens voetballen tegen de <strong>in</strong>landers<br />

<strong>van</strong> Tjileungsir. Wij wonnen de wedstrijd met 3 -<br />

1. Het veld was nogal modderig, dus ik zag er uit<br />

als modderman.<br />

Vervolgens mandiën, appèl en ziekenrapport eigen<br />

jongens.<br />

Vanavond <strong>in</strong> ons eigen kamp door de leger<br />

filmdienst een film gezien. Franse liefdesfilm. Veel<br />

lachen.<br />

Daarna nog even kranten gelezen.


Donderdag 19 februari 1948.<br />

Vanmorgen ziekenrapport en daarna de kampong<br />

<strong>in</strong> om nog een paar zieken te bezoeken.<br />

Vervolgens eten en wassen.<br />

Vanmiddag weer de kampong <strong>in</strong>, waar we op visite<br />

g<strong>in</strong>gen bij een paar aardige mensen. We hebben<br />

er koffie gedronken en s<strong>in</strong>asappelen gegeten. We<br />

hebben vrolijk en leuk gepraat en zijn tot ± 2 uur<br />

blijven hangen. Toen we opstapten, moesten we<br />

beloven weer gauw terug te komen.<br />

Daarna even naar het voetballen.<br />

Vervolgens koeken eten, appèl en<br />

ziekenrapport voor eigen mensen. Er zijn veel<br />

r<strong>in</strong>gwormpatiënten. Van de 30 mensen hebben 20<br />

heet. Ik ben er gelukkig nog steeds vrij <strong>van</strong>.<br />

Daarna naar huis, pennen en slapen.<br />

Vrijdag 21 en zaterdag 22 februari 1948.<br />

Het leven is zijn gewone gang gegaan. Geen<br />

bijzonderheden.<br />

91


92<br />

Zondag 23 februari 1948.<br />

Door bellen werd ik gewekt.<br />

Het was een mooie stille<br />

morgen. Ik kleedde me aan<br />

en daar g<strong>in</strong>gen de jongens<br />

naar de godsdienstoefen<strong>in</strong>g.<br />

Ik kon er niet heen, daar<br />

ik met de wagen naar<br />

Tjileungsir moest. Daar<br />

aangekomen kreeg ik de<br />

berichten door <strong>van</strong> <strong>mijn</strong><br />

baas ziekenverpleger<br />

kapite<strong>in</strong> Buurma. Ik vulde<br />

<strong>mijn</strong> medicijnen aan.<br />

Daarna retour naar Klaja<br />

en eten. Daar kwam het<br />

verpleegstertje aan. Of ik<br />

even naar een zieke wilde<br />

komen kijken. Ik reed met<br />

de wagen naar haar vaders<br />

huis. Leende zijn fiets en<br />

trok er op uit. Aangezien ik<br />

de weg niet wist, sprong ze<br />

achter op en vooruit met de<br />

geit. Na de zieke te hebben<br />

geholpen, wat gelukkig niet<br />

ernstig was, begonnen we<br />

de terugtocht te aanvaarden.<br />

Bijna thuis trok een grote<br />

drukte <strong>mijn</strong> aandacht.<br />

Het bleek een wajang<br />

poppenspel te zijn. Ik wilde<br />

weer door rijden, maar de<br />

heer des huizes kreeg me


<strong>in</strong> de gaten en ik werd uitgenodigd om te komen<br />

eten, dr<strong>in</strong>ken en kijken naar het wajangspel.<br />

Natuurlijk gaf ik daar gehoor aan en daar zat<br />

ik met het verpleegstertje met soja lui <strong>in</strong> een<br />

stoel te kijken naar het wajangspel. Onderhand<br />

dronken we wat en zij legde me zo’n beetje de<br />

verschillende wajangfiguren uit. Het <strong>in</strong>teresseerde<br />

me machtig. Het leek met veel fantasie of ik<br />

voor de poppenkast op de Dam stond. De trage<br />

beweg<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de poppen en de zachte of harde<br />

gamelang muziek. Echt typisch Indië.<br />

Na wat gezeten te hebben, stapten we op en<br />

g<strong>in</strong>gen we weer naar de Tanksie. Het was al ±<br />

6 uur. Ze bracht me voor de poort. Daar nam ik<br />

afscheid. Zij reed op de fiets <strong>van</strong> haar vader naar<br />

huis.<br />

Ik hield vlug ziekenrapport, want om 8 uur was er<br />

een film <strong>in</strong> Tjileungsir. Toen we daar aan kwamen,<br />

bleek de film wegens omstandigheden tot morgen<br />

te zijn uitgesteld. In plaats daar<strong>van</strong> werd er een<br />

leuke cabaret voorstell<strong>in</strong>g gegeven. Ook het<br />

verpleegstertje was er weer. Ik babbelde de hele<br />

avond zo’n beetje met haar mee.<br />

Na de voorstell<strong>in</strong>g met de wagen naar Proelan en<br />

onder de klamboe.<br />

Morgen zou er een patrouille wezen, waar<br />

ondergetekende + rode kruistas mee naar toe<br />

moesten.<br />

Voor nu: slap hangen en krentenbollen eten.<br />

93


94<br />

Maandag 22 februari 1948.<br />

’s Morgens begon de pret al. Onze baas kwam een<br />

even kijken en mopperde erg, want onze jongens<br />

stonden met baarden op appèl. Onze luit kreeg er<br />

<strong>van</strong> langs en ook de arme manschappen.<br />

Toen we klaar waren, moesten we grote patrouille<br />

maken. Ik mee plus rode kruis tas. Daar kwamen<br />

de wagens, dus <strong>in</strong>stappen en toet, toet tuften de<br />

wagens het kamp uit.<br />

We werden midden <strong>in</strong> de rimboe afgezet en<br />

moesten over sawa’s lopen en door kampongs<br />

enz. In één <strong>van</strong> de kampongs stopten we. Terwijl<br />

de jongens rustten, verpleegde ik een paar<br />

<strong>in</strong>landers. Daarna liepen we verder en nar lang<br />

ploeteren kwamen we weer op een hoofdweg.<br />

Daar wachtten we op de wagens die ons zouden<br />

oppikken. Ondertussen stuurden we een paar<br />

<strong>in</strong>landers de palmbomen <strong>in</strong> om klappers te<br />

plukken, die we leeg dronken en op aten. En ja,<br />

daar waren de wagens en reden we retour naar de<br />

tanksie. Eten, wassen en ’s middags voetballen.<br />

De wedstrijd verloren met 1 – 0.<br />

Verkleden, appèl en ziekenrapport houden.<br />

’s Avonds nog even een stukje lezen en daarna<br />

doodmoe naar bed.<br />

Weer een drukke dag voorbij. Hopelijk is het<br />

morgen rustiger.


96<br />

D<strong>in</strong>sdag 23 februari 1948.<br />

Het is een rustige stille dag geweest. ’s Morgens<br />

ziekenrapport en ’s middags op visite bij de<br />

burgemeester en een kennisje. Daar thee en koffie<br />

gedronken en vruchten gegeten.<br />

’s Avonds schrijven naar huis en het meisje,<br />

logboek bijwerken en niet te laat naar bed, want<br />

het zal morgen wel een drukke dag worden,<br />

omdat de baas komt.<br />

Vrijdag 26 februari 1948.<br />

Woensdag 24 en donderdag 25<br />

februari 1948.<br />

Geen bijzonderheden voorgevallen.<br />

Alles is zijn gewone gang<br />

gegaan. Daarna slap hangen en<br />

krentenbollen eten. Tabé!<br />

Een kle<strong>in</strong>e patrouille gelopen. Een zogenaamde<br />

B.B. B<strong>in</strong>nenland Bestuur patrouille. Die dienen om<br />

controle enz uit te oefenen op de bevolk<strong>in</strong>g.<br />

We werden per auto een e<strong>in</strong>d weg gebracht,<br />

staken b<strong>in</strong>nendoor en daar stond de wagen die<br />

<strong>in</strong>middels was om gereden op ons te wachten.<br />

Ik heb verschillende zieken geholpen, verbonden<br />

enz. Ik kreeg een paar klappers cadeau. Dar<br />

zijn vruchten <strong>van</strong> de klapperboom, waar<strong>van</strong> je<br />

het sap en vlees lekker kunt dr<strong>in</strong>ken en eten.<br />

De bomenwaar deze vruchten <strong>in</strong> hangen, zijn<br />

net palmbomen. Ze horen ook tot die familie.


Op patrouille zijn deze vruchten een welkome<br />

afwissel<strong>in</strong>g.<br />

We hebben ook met de bevolk<strong>in</strong>g gepraat, g<strong>in</strong>gen<br />

huizen b<strong>in</strong>nen, kortom we deden alles dat bij zo’n<br />

B.B. patrouille hoorde.<br />

We stapten weer <strong>in</strong> de wagens en reden luid<br />

z<strong>in</strong>gend, want we hadden een prima bui, het kamp<br />

weer b<strong>in</strong>nen.<br />

Wassen, eten nasi + pap en even wat verpozen.<br />

Daarna hebben we gevoetbald. We wonnen de<br />

wedstrijd met 3 – 0.<br />

Na de wedstrijd ziekenrapport, logboek <strong>in</strong>vullen,<br />

wat tekenen en vervolgens zoals op <strong>mijn</strong> teken<strong>in</strong>g<br />

staat: slamat tidor!<br />

Zaterdag 27 februari 1948.<br />

We moesten ons hele hebben en houwen <strong>in</strong> de zon<br />

zetten. Een gesjouw <strong>van</strong> jewelste. Verder was er<br />

geweer<strong>in</strong>spectie enz. De <strong>in</strong>spectie was weer zwaar.<br />

Er waren vele slachtoffers die een extra wachtje<br />

kregen <strong>van</strong> de baas.<br />

97


98<br />

Ik was niet bij dit alles omdat ik ziekenrapport<br />

moest houden.<br />

’s Middags moest alles weer naar b<strong>in</strong>nen worden<br />

gebracht.<br />

We hebben nog volleybal gespeeld onder leid<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> onze sportleider.<br />

Daarna rusten, slap hangen en eten. Inmiddels<br />

was het avond, dus gaan we schrijven, maar hola<br />

de lichtmotor werkte niet. Na vele uren ploeteren<br />

floep, daar g<strong>in</strong>g het licht aan. Na nog wat<br />

haper<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de motor bleef het branden.<br />

’s Avonds kreeg een schildwacht de leuke <strong>in</strong>val<br />

om op een hond te gaan schieten. We schrokken<br />

ons dood. De wacht er op af. Ja op een hond dus<br />

geschoten, dan nu maar een extra wachtje.<br />

Zondag 28 februari en maandag 1 maart 1948.<br />

Geen bijzonderheden. Alles nog oké.<br />

D<strong>in</strong>sdag 2 maart 1948.<br />

Dokter op bezoek. Veel gepruttel en gepraat met<br />

verschillende jongens.<br />

Verder geen nieuws.<br />

Woensdag 3 maart 1948.<br />

‘s Morgens ziekenrapport, eten, wassen en ’s<br />

middags ziekenbezoek. Daar <strong>van</strong>daan weer eten,<br />

ziekenrapport militairen en vroeg doodmoe bedje<br />

toe.


Een blik uit de barre woestijn, die we <strong>van</strong>af ons<br />

schip aanschouwden toen we door het Suez-kanaal<br />

voerden.<br />

Donderdag 4 maart 1948.<br />

’s Morgens met <strong>mijn</strong> twee hulpjes de kampong<br />

<strong>in</strong>. We waren bewapend. Ik met een revolver,<br />

een hulp met een sten, andere met een banjonet<br />

plus rode kruis tas. We bezochten huizen,<br />

hielpen mensen en beschreven de toestand <strong>in</strong><br />

de kampong. Ik maakte overal een praatje en<br />

daarmee bereikte ik twee d<strong>in</strong>gen: 1. <strong>mijn</strong> Maleis<br />

vorderde fl<strong>in</strong>k en 2. de mensen zijn niet meer zo<br />

bang of verlegen voor mij, doordat ik gewoon met<br />

ze omga, vriendelijk tegen ze ben en ze help met<br />

geneesmiddelen.<br />

Daarna hebben we thee gedronken en bananen<br />

gegeten bij onze kennisjes.<br />

99


100<br />

Vandaar retour naar het kamp. De dokter was<br />

aanwezig. Ik vertelde hem meteen de toestand<br />

<strong>van</strong> het kamp en de langzame maar zekere<br />

uitbreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de gevreesde r<strong>in</strong>gworm. Meteen<br />

werden ook op <strong>mijn</strong> verzoek twee opgenomen <strong>in</strong><br />

het hospitaal, die dusdanig onder de r<strong>in</strong>gworm<br />

zaten, dat ik hen met <strong>mijn</strong> bekrompen spullen,<br />

niet kon helpen.<br />

Ik leverde meteen de aanvraag voor D.V.G., dat<br />

is geneesmiddelen voor de burgerbevolk<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>.<br />

Na heel wat kletsen kan ik over 4 dagen kan de<br />

spullen ophalen <strong>in</strong> Buitenzorg (Bogor).<br />

Nadat hij weer weg was, begonnen pikkie en ik<br />

aan het ziekenrapport voor de jongens. Dit deden<br />

we vroeg omdat de lichtmotor stuk is en voor<br />

reparatie naar Batavia is.<br />

Toen we hiermee klaar waren, was de post er.<br />

E<strong>in</strong>delijk weer na 8 dagen behoorlijk wat brieven,<br />

8 stuks. Ik heb ze meteen beantwoord.<br />

Ik heb <strong>van</strong>avond bij de olielamp een spelletje<br />

schaak gespeeld, dat ik geleerd heb <strong>van</strong> <strong>mijn</strong><br />

slapie.<br />

Na deze rare dag, vol activiteit lekker slapen.<br />

Vrijdag 5 maart 1948.<br />

De lichtmotor is weer terug. Dus weer volop licht.<br />

Hoera!!!<br />

Zaterdag 6 maart 1948.<br />

De mare gaat dat we weer terug gaan naar<br />

Buitenzorg om op adem enz. te komen. In hoe<br />

ver dit waar is, weet ik nog niet. Als het waar is,


kan er wel eens een gemakkelijker leven voor ons<br />

terug komen.<br />

We zouden d<strong>in</strong>sdag naar Bogar vertrekken.<br />

Toch v<strong>in</strong>d ik het aan één kant jammer als het zo<br />

is. Ik moet dan <strong>mijn</strong> ziekenrapporten <strong>in</strong> de steek<br />

laten, al de kennissen waar ik geregeld op visite<br />

kwam en al de <strong>in</strong>landers die vriendelijk voor mij<br />

geweest zijn. Nu, we zullen zien.<br />

Zondag 7 maart 1948.<br />

Geslapen tot 11 uur, gegeten en gewassen. Het<br />

begon te plenzen en Rustige zondagmorgen. Ik<br />

was behoorlijk moe en sliep daarom tot 11 uur<br />

toe. Eten, wassen en <strong>in</strong> sportbroek een partij<br />

tennis gespeeld. Daarna naar het mandië hok,<br />

101


102<br />

lekker plenzen en ziekenrapport houden.<br />

Toen kwam er een blij bericht. Er werd gevraagd<br />

wie er mee g<strong>in</strong>g naar een voorstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

Tjileungsir. Ik natuurlijk! En weldra reden we luid<br />

z<strong>in</strong>gend het kamp uit en het andere kamp <strong>in</strong>.<br />

Het cabaret heette OKE en het was ook OKE,<br />

aangeboden door de Niwa. Het was erg gezellig en<br />

we hebben reuze gelachen.<br />

Voldaan en tevreden keerde we kampwaarts, waar<br />

we al snel de klamboe spanden en er een duik <strong>in</strong><br />

namen.<br />

Voor de slaap wilde komen, passeerden bij mij<br />

verschillende gedachten de revue. Ik dacht aan<br />

moeder en vader, kle<strong>in</strong>e Tonnie en aan <strong>mijn</strong><br />

verloofde. Met haar gezicht voor me dommelde ik<br />

<strong>in</strong> slaap. Ik droomde dat ik thuis was.<br />

Maar ’s morgens bij het wakker worden, stond de<br />

naakte waarheid we voor me en wel Indië. Het<br />

land, zo eenvoudig , zo mooi en waar onze taak<br />

ligt. We moeten het helpen opbouwen voor een<br />

nieuwe toekomst. Het warme tropenland, dat zo<br />

ver ligt <strong>van</strong> ons Holland, ons vaderland.


Maandag 8 maart 1948.<br />

Ik lag te slapen en <strong>in</strong>eens klets, <strong>Raman</strong> wordt<br />

wakker, er was verder op iemand gewond, getroffen<br />

door een granaat. Kleed je aan en kom op, de<br />

wagen staat al te wachten.<br />

Ik draalde niet, kleedde me aan, pakte <strong>mijn</strong> rode<br />

kruis tas , die ik altijd klaar heb staan, stapte <strong>in</strong> de<br />

wagen en floep weg het kamp uit op weg naar de<br />

gewonden.<br />

Onderweg hoorde ik dat het om een <strong>in</strong>lands<br />

jongetje g<strong>in</strong>g, die met een gevonden Japanse<br />

handgranaat was gaan spelen, die toen <strong>in</strong>een<br />

ontplofte en dat hij vele scherven <strong>in</strong> zijn lichaam<br />

had gekregen en hevig bloedde.<br />

In de verte zagen we al een grote menigte. Allen<br />

g<strong>in</strong>gen eerbiedig opzij toen de commandant en ik<br />

er aan kwamen. Voor wie die eerbied precies was,<br />

hoorde ik later. Hij was voor de toean dokter, die ze<br />

<strong>in</strong> Kalapanvengal erg graag mochten.<br />

Afijn, we werden een huisje b<strong>in</strong>nen geloodst en<br />

daar lag op een bamboe bed het slachtoffer. Het<br />

was vreselijk om te zien. Het hele lichaam onder<br />

het bloed. Nadat ik het lichaam had gere<strong>in</strong>igd, zag<br />

ik pas dat zijn hele buik en beide dijbenen vol met<br />

scherven zaten. Ik kon ze zo voelen en sommige<br />

zien. Ik legde noodverband aan en stopte het<br />

bloeden.<br />

Daarna liet ik een brancard halen en met de wagen<br />

g<strong>in</strong>g hij rechtstreeks naar het Rode Kruis Hospitaal<br />

<strong>in</strong> Buitenzorg, waar hij werd opgenomen.<br />

103


104<br />

Ik kon <strong>van</strong>wege <strong>mijn</strong> ziekenrapport niet mee.<br />

De officier die hem weg bracht, vertelde dat<br />

onderweg het bloeden weer was begonnen. Laten<br />

we hopen dat het joch het er toch nog goed <strong>van</strong> af<br />

brengt. Ik betwijfel het, vooral <strong>van</strong>wege zijn buik.<br />

Verder verliep alles rustig. Toen de wagen<br />

weer terug kwam, bracht hij voor mij de<br />

geneesmiddelen voor de burgerbevolk<strong>in</strong>g mee, die<br />

ik heb aangevraagd.<br />

Ons vertrek naar Buitenzorg is uitgesteld, dus<br />

ik kan nu weer volop en met nieuwe moed <strong>mijn</strong><br />

baan als toekan dokter voortzetten <strong>in</strong> district<br />

Kalapanvengal, de zo geliefde buitenpost onze<br />

Huzaren <strong>van</strong> Boreel.


105


106<br />

D<strong>in</strong>sdag 9 maart 1948.<br />

Gewone dag. Ben weer volop <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> praktijk<br />

bezig,<br />

Ik ontv<strong>in</strong>g een niet leuke brief, die ik ook niet leuk<br />

heb beantwoord. Verder alles best.<br />

Woensdag 10 |<br />

donderdag 11 | maart 1948<br />

woensdag 12 |<br />

Het leven is zijn gewone gang gegaan en de week<br />

is razend snel voorbij gegaan.<br />

Ik ben nog op een ziekenpatrouille geweest en<br />

heb vele mensen <strong>in</strong> de kampong geholpen. We<br />

g<strong>in</strong>gen per wagen, na een kali kwamen we <strong>in</strong> de<br />

kampong, waar we bij het huis <strong>van</strong> de Roerak<br />

Sahit rapport hielden. Alles verliep goed, dus nu<br />

de laatste dagen <strong>van</strong> de week maar afwachten.<br />

Zaterdag 13 maart 1948.<br />

Open<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de kant<strong>in</strong>e <strong>in</strong> Tjileungsir. Dus feest.<br />

Dansen, eten en dr<strong>in</strong>ken. Wij werden daarvoor<br />

uitgenodigd, alsmede De Marva’s en de V.H.K.<br />

uit Batavia. Ook was er een grote band <strong>van</strong> de<br />

Welfare. Dus spelen en dansen maar. Het was leuk<br />

georganiseerd. B<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> de gebouwen waren een<br />

grote kant<strong>in</strong>e met veel stoeltjes, waar je gratis<br />

gebak kon krijgen. En ook de gewone d<strong>in</strong>gen,<br />

zoals limonade enz.<br />

Buiten was een warong <strong>van</strong> bamboe, waar je<br />

gratis oliebollen, s<strong>in</strong>asappelen, thee, koffie en


ananen kon krijgen. In de garage was één grote<br />

dansbeweg<strong>in</strong>g door de <strong>in</strong>landers, Wajangpoppen<br />

en een gamelankraam, zwaarddansen,<br />

voordrachten op z’n Indisch en een pasar. De<br />

V.H.K. toonde hier vooral grote belangstell<strong>in</strong>g<br />

voor. Zij hadden k<strong>in</strong>deren en ze waren nog maar 5<br />

dagen <strong>in</strong> de tropen.<br />

Er was ook nog V.H.K. <strong>van</strong> de KNIL bij. Daaronder<br />

waren wel de knapste grietjes. Ofschoon bij de<br />

Marva ook enkele. Verder was het niet veel zaaks.<br />

Het geheel stond onder leid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> 3 vrouwelijke<br />

luitenants, die er wezen mochten.<br />

De avond verliep prettig en spontaan. De band<br />

speelde goed en de stemm<strong>in</strong>g zat er gelijk voor<br />

100% <strong>in</strong>. Voor we er erg <strong>in</strong> hadden, was het ook<br />

weer tijd om afscheid te nemen. Na het laatste<br />

dansje stonden de wagens voor de dames al klaar<br />

en volgde een roerend afscheid. Ze reden de poort<br />

uit met als gezamenlijke uitroep: “Hoe was het?<br />

Als een konijn!!”.<br />

Zondag 14 maart 1948.<br />

Een rustige prettige dag. Geen <strong>in</strong>lands<br />

ziekenrapport. Lekker uitslapen tot 10 uur. Ik had<br />

een beetje hoofdpijn, dus dit kwam goed <strong>van</strong> pas.<br />

’s Avonds naar Tjileungsir. Op Radio Batavia was<br />

om half 10 een voetbaluitzend<strong>in</strong>g, half 3 Hollandse<br />

tijd, <strong>van</strong> Holland tegen België. De stand werd 1 –<br />

1. Echt fijn weer Hollands te horen.<br />

Vanavond laat naar bed. Morgen moeten we er<br />

vroeg uit.<br />

107


108<br />

Maandag 15 maart 1948.<br />

Na gegeten te hebben moesten we naar<br />

Tjileungsir om geneesmiddelen te halen voor <strong>mijn</strong><br />

zaakje. Daar tevens ziekenrapport gehouden.<br />

Weer terug ziekenrapport hier <strong>in</strong> Kalapanvengal.<br />

Verder <strong>in</strong>jecties voor verschillende zieken.<br />

Kortom een drukke dag. Laat en moe naar bed en<br />

dromen <strong>van</strong>………<br />

D<strong>in</strong>sdag 16 maart 1948.<br />

Rustige dag en nog alles kits!<br />

D<strong>in</strong>sdag 17 t/m zaterdag 20 maart 1948.<br />

Geen d<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> gewicht te vermelden. Vanwege<br />

de r<strong>in</strong>gworm ontzettend druk.<br />

Ik heb niet veel z<strong>in</strong> om te pennen.<br />

Zondag 21 maart 1948.<br />

We kregen onze maandrantsoenen weer. Dit viel<br />

erg mee.<br />

Er waren o.a. 7 repen chocola, 35 toffies +<br />

zuurtjes. Dus snoepen maar. Wat ik wel gedaan<br />

heb ook. Ik heb geloof ik nog maar 2 repen over<br />

en over de zuurtjes enz. zullen we maar niet<br />

spreken.<br />

Er kwam een bericht b<strong>in</strong>nen, dat pa Matje, een<br />

berucht bendeleider, zich <strong>in</strong> deze streek bev<strong>in</strong>dt.<br />

Dat zal eerstdaags wel wat te doen geven. De<br />

jongens en ik zijn overal op voorbereid. Dus kom<br />

maar op, zou ik haast zeggen. Toch doen we dat


niet, omdat we aan Holland denken en aan allen<br />

die ons dierbaar zijn en die er op vertrouwen<br />

dat we voorzichtig zullen zijn. Dat zijn we ook,<br />

maar als het zo ver mocht komen, dat we moeten<br />

vechten, dan kunnen ze op ons rekenen, waar het<br />

ook is. In heel Indië of <strong>in</strong> Rusland.<br />

We zullen maar weer vertrouwen <strong>in</strong> de toekomst<br />

hebben. We verlangen naar een spoedig weerzien<br />

<strong>in</strong> ons Holland.<br />

109


110<br />

Maandag 22, d<strong>in</strong>sdag 23 en woensdag 24 maart<br />

1948.<br />

Geen activiteit te melden. Alles gewoon, rustig en<br />

kalm.<br />

Veel zieken geholpen. Mijn geneesmiddelen raken<br />

weer op. Dus aanvragen maar weer.<br />

Verder tabé en tot kijk!<br />

Donderdag 25 maart 1948.<br />

Voetbalwedstrijd tussen Staf Peloton en 2 de<br />

Peloton, die na een zeer spannende, maar ruwe<br />

wedstrijd, verdiend gewonnen werd door het 2 de<br />

Peloton. Zij staan nu op 1 punt na op de eerste<br />

plaats, waar het 3 de Peloton de scepter zwaait.<br />

Zij moeten morgen tegen ons Mortieren. Dus dit<br />

wordt een spannende en beslissende wedstrijd.<br />

Wie zal het w<strong>in</strong>nen? Wie wordt kampioen <strong>van</strong> het<br />

2 de Eskadron R.H.v.B.?


Vrijdag 26 maart 1948.<br />

Pech! Bij het opstaan zat er een breuk <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> bril.<br />

Wat nu? Ik ben naar de Luit toe gestapt en heb<br />

gezegd dat ik naar Buitenzorg moest voor D.V.G.spullen.<br />

Ik had heen en terug een voorspoedige<br />

reis. Maar daar kwam de volgende pech.<br />

Aangezien de voetbalwedstrijd om 4 uur begon,<br />

moest ik wachten op de wagens die de jongens<br />

g<strong>in</strong>gen halen. Aangezien ik naar Buitenzorg was,<br />

was ik niet opgesteld, daar ze niet wisten of ik op<br />

tijd retour zou zijn.<br />

Vlak nadat de wedstrijd begon tussen het 3 de<br />

Peloton en de Mortieren werd het al 1-0 voor het<br />

3 de . Al gauw daarna werd het 1-1, toen 1-2 en<br />

rust. Na de rust weer pech. De middenvoor had<br />

een kneuz<strong>in</strong>g, maar speelde door en toen maakte<br />

de scheidsrechter een fout door een doelschop te<br />

geven, waardoor de stand 2-2 werd. Er waren nog<br />

15 m<strong>in</strong>uten te spelen. Na weer een aanval op het<br />

doel, kreeg de back l<strong>in</strong>ks een knietje en kon niet<br />

meer spelen. Dus met 10 man verder, waarna het<br />

3-2 werd voor 3 de Peloton. Deze wedstrijd werd<br />

door ons onverdiend verloren.<br />

Weer thuis gekomen had ik ontzettend veel te<br />

doen. Vijf gehavende spelers, waar<strong>van</strong> 3 zo<br />

ernstig, dat ik ze vrij <strong>van</strong> alle diensten plus wacht<br />

gaf.<br />

E<strong>in</strong>delijk was ik met het ziekenrapport klaar, het<br />

was ongeveer 4 uur toen de meld<strong>in</strong>g kwam dat er<br />

een <strong>in</strong>landse jongen ziek was, met hoge koorts.<br />

Of ik even wilde gaan kijken. Met 5 man bewak<strong>in</strong>g<br />

reden we weg de kampong <strong>in</strong> en <strong>in</strong>derdaad had<br />

111


112<br />

die jongen behoorlijk koorts. Ik heb hem een<br />

slaappil gegeven. Omstreeks half 9 was ik klaar.<br />

Het was al donker, dus mezelf wassen was er<br />

niet meer bij. Ik heb het logboek <strong>in</strong>gevuld, twee<br />

brieven gelezen, de klamboe gespannen en voor<br />

ik er erg <strong>in</strong> had, was het half 11. Dus vlug smerig<br />

en wel <strong>in</strong> bed. Doodmoe en vuil, maar wel voldaan<br />

dat ik deze dag goed had besteed en veel werk<br />

heb mogen verrichten.<br />

Ik ga nu e<strong>in</strong>digen. Mijn nek en ogen, alles doet<br />

pijn. Wel te rusten en tot morgen. Dit was Goede<br />

Vrijdag <strong>in</strong> Indië.<br />

Zaterdag 27 maart 1948.<br />

Ik was even <strong>in</strong> Tjileungsir<br />

om medicijnen te halen<br />

en <strong>in</strong>eens: Hé <strong>Raman</strong>.<br />

Daar stond Piet Evers<br />

voor me. Na gelukwensen<br />

wederzijds, kwamen we<br />

na veel gepruttel met de<br />

M.T.O. <strong>in</strong> de wagen plus proviand en een half<br />

koetje. En floep, daar g<strong>in</strong>g het op Vialapa aan. Ik<br />

troonde Piet meteen mee naar <strong>mijn</strong> slaapvertrek.<br />

Hij had verlof, dus bleef de beide paasdagen bij<br />

me.<br />

’s Avonds ziekenrapport en daarna kwam het.<br />

Een daarna kwam het. Een korporaal had steeds<br />

geklaagd over koorts. Na zijn temperatuur te<br />

hebben opgenomen, bleek hij 38° te hebben,<br />

maar <strong>in</strong>eens steeg de temperatuur naar 39½.<br />

Wat nu? Telefoon stuk. Geen wagen aanwezig.<br />

De dokter moest toch gewaarschuwd worden. Na


veel geklets hakte ik de knoop door en leende een<br />

fiets <strong>van</strong> de planters <strong>van</strong> de rubberfabriek en ben<br />

om omstreeks 10 uur ’s avonds alleen op de fiets<br />

door donker Indië naar Tjileungsir gefietst, waar<br />

wel auto’s en telefoons zijn. Bijna <strong>in</strong> Tjileungsir<br />

aangekomen, kwam ik een wagen tegen met m’n<br />

baas er <strong>in</strong>. Korporaal Ziekenpik. Fiets <strong>in</strong>geladen<br />

en retour Kalapanvengal. Even gekeken naar de<br />

patiënt en toen als de bliksem retour en de dokter<br />

gebeld.<br />

Een uur later kwam de rode kruis wagen. Inladen<br />

en weg met de beste wensen.<br />

E<strong>in</strong>delijk weer rustig. Nog even <strong>in</strong> de kant<strong>in</strong>e<br />

gekeken en naar bed. En Piet aan het mopperen.<br />

Zondag 28 maart 1948.<br />

1 ste Paasdag.<br />

Na rustig te hebben uitgeslapen, eten. Toen kwam<br />

er een blij bericht. Er was om 2 uur een gratis<br />

film. De kosten werden gedekt door de R.A.O. Niet<br />

kwaad, dus er heen. We werden door de wagen<br />

afgehaald en via Tjileungsir naar Buitenzorg<br />

gereden. Onderweg moesten we nog stoppen<br />

<strong>van</strong>wege een vuile benz<strong>in</strong>epomp.<br />

We kwamen een kwartier te laat b<strong>in</strong>nen. Pech.<br />

Na afloop <strong>van</strong> een goede soldatenfilm met<br />

propaganda er <strong>in</strong>, zouden we weer <strong>in</strong> de wagen<br />

stappen, maar ha ha ha de motor deed het niet.<br />

Wat nu? Gelukkig was er nog een wagen <strong>van</strong><br />

een afdel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ons, dus leenden we die maar.<br />

Terug naar Tjileungsir. Daar waren te veel jongens<br />

voor één wagen, dus twee keer rijden. Ik had<br />

weer pech, want ik bleef achter. Na een uur was<br />

113


114<br />

de wagen nog niet terug, maar <strong>in</strong>eens stond er<br />

een andere wagen voor ons gereed. We moesten<br />

<strong>in</strong>stappen, want de andere wagen had pech<br />

gehad. Dus wij weg, maar halverwege stond de<br />

wagen midden op de weg stil. Wat nou weer? De<br />

wagen aan geduwd en zo g<strong>in</strong>g het heel langzaam,<br />

steeds opnieuw aanduwend, naar Kalapanvengal,<br />

waar we om ongeveer 10 uur aan kwamen.<br />

Toen moest ik nog een zieke helpen. Dus laat naar<br />

bed.<br />

Ik heb me voorgenomen om nooit meer naar de<br />

film te gaan als het weer zo’n pechdag is. Afijn<br />

pitten!


Maandag 29 mei 1948.<br />

2 de Paasdag.<br />

Na de twee drukke dagen eens even rust<br />

genomen, samen met Piet. ’s Morgens zwemmen<br />

<strong>in</strong> de kali en ’s middags lekker op bed liggende<br />

praten over Holland.<br />

’s Avonds <strong>in</strong> de kant<strong>in</strong>e eieren gegeten, logboek<br />

<strong>in</strong>vullen en ….. tot morgen.<br />

D<strong>in</strong>sdag 30 maart 1948.<br />

Wegens ziekte <strong>van</strong> mij, koorts, buikpijn en erge<br />

hoofdpijn, zijn de dagen niet <strong>in</strong>gevuld.<br />

Misschien moet ik <strong>in</strong> het hospitaal worden<br />

opgenomen. Ik hoop <strong>van</strong> niet.<br />

115


116<br />

Donderdag 1 april 1948.<br />

De dokter wil het nog een dag aanzien. Als het<br />

beter gaat, is het hospitaal tenm<strong>in</strong>ste uit het<br />

zicht. Ik voel me heel wat beter dan gisteren. De<br />

buikpijn is er nog. Afwachten maar.<br />

Vrijdag 2 april 1948.<br />

Het gaat weer wat beter en de koorts is gezakt.<br />

Zaterdag 3 april 1948.<br />

Ben alweer wat gaan lopen. Het gaat wel. Morgen<br />

zullen we het maar weer proberen. Het zijn maar<br />

een paar dagen geweest, maar ik voel me zo slap<br />

als ik weet niet wat. Ik moet maar vlug weer aan<br />

het werk.<br />

We zullen maar denken de ziektedagen <strong>van</strong> toekan<br />

dokter behoren weer tot het verleden.<br />

Zondag 4 april 1948.<br />

Ik hield me behoorlijk rustig en knapte <strong>van</strong>daag<br />

lekker op.<br />

Morgen maar weer plàn-plàn , aan de slag met<br />

een echte welpen lach.<br />

Maandag 5 april 1948.<br />

Vanwege besprek<strong>in</strong>g met <strong>mijn</strong> baas naar<br />

Tjileungsir geweest. Ook om wat spulletjes te<br />

halen.<br />

Verder een beetje moe en vlug naar bed.


D<strong>in</strong>sdag 6 april 1948.<br />

Veel post en <strong>in</strong> één <strong>van</strong> de brieven <strong>van</strong> m’n ouders<br />

zat een opgeplakt bloempje. Om het goed te<br />

kunnen bewaren, stop ik het <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> logboek.<br />

’s Avonds was er een gezelschap en wel het<br />

bekende radio trio De Notenkrakers, die <strong>in</strong> de<br />

kant<strong>in</strong>e <strong>van</strong> Tjileungsir er een leuke gezellige<br />

avond <strong>van</strong> maakten. We werden opgehaald met<br />

de wagens en na afloop tuften we voldaan en vol<br />

plezier huiswaarts. Het was 11 uur, maar ik had<br />

nog helemaal geen slaap, dus pakte ik nog even<br />

een boekje. Om 12 uur klapte ik het boek dicht<br />

en kroop onder m’n klamboe, die de zorgzame<br />

baboe al voor me had klaar gelegd. Helaas kon ik<br />

de slaap niet vatten. Het werd wel 1 uur voor ik <strong>in</strong><br />

slaap viel, terwijl ik morgen weer vroeg op moest.<br />

117


118<br />

Woensdag 7 april 1948.<br />

Deze dag verliep gewoon. Na ’s middags de<br />

jongen even te hebben uitgevloekt, omdat hij was<br />

vergeten <strong>mijn</strong> kamer te vegen en m’n schoenen te<br />

poetsen, g<strong>in</strong>g ik lekker eten en mandiën.<br />

Vrijdag 9 april 1948.<br />

Drukke vervelende dag.<br />

Donderdag 8 april 1948.<br />

Er werd veel gepraat en<br />

gekletst over de generaal die<br />

zou komen om de hele boel<br />

te <strong>in</strong>specteren. Ons werd<br />

gewezen op netheid <strong>van</strong><br />

de kamer enz. Kortom een<br />

gezwam <strong>van</strong> heb ik jou daar.<br />

We hebben alles gedaan en nu<br />

maar afwachten op de hoge<br />

piet en hoe de zaken lopen.<br />

Verder niet veel bijzonders.<br />

Alleen ik zal wel overgeplaatst<br />

worden <strong>van</strong> Kalapanvengal<br />

naar Tjileungsir, omdat onze<br />

baas de generaal het grote<br />

<strong>in</strong>landse ziekenrapport niet<br />

meer alleen af kan.


Vanmorgen moest ik naar<br />

Tjileungsir om de dokter te<br />

helpen. Hij kwam om half 11<br />

en we deden eerst de zieke en<br />

kranke militairen die er waren.<br />

Ook <strong>van</strong> <strong>mijn</strong> kamp waren ze<br />

er. Dit duurde tot ± half 1.<br />

Na het eten <strong>in</strong>jecties geven aan <strong>in</strong>landers. Daar<br />

waren we nog een mooi poosje mee zoet.<br />

Om 3 uur vertrok de dokter weer. We waren klaar<br />

voor die dag.<br />

Ineens g<strong>in</strong>g de telefoon. In Kalapanvengal is<br />

een militair door zijn been geschoten. Ik met de<br />

wagen er op af. Ik was bijna op de plaats <strong>van</strong><br />

bestemm<strong>in</strong>g, toen er langzaam een rijdende auto<br />

aan kwam. Daar <strong>in</strong> lag de huzaar op een zelf<br />

gemaakte brancard, een ladder met kussens. De<br />

jongens hadden al een noodverband gelegd. Ze<br />

vertelden dat ze zo’n moeite hadden gehad hem<br />

te vervoeren. Vooral over een brug die onderweg<br />

<strong>in</strong>eens <strong>in</strong>stortte, waardoor de dragers tot het<br />

midden <strong>van</strong> hun hoofd <strong>in</strong> het water stonden. Ze<br />

konden de brancard nog net heelhuids, maar wel<br />

een beetje nat naar de overkant brengen.<br />

Ik liet het noodverband zitten en we reden terug<br />

naar Tjileungsir. Daar bestelden we eerst een<br />

pantserwagen, waar een brancard <strong>in</strong> kon. Ik<br />

haalde het noodverband er af, knipte zijn broek<br />

stuk en spalkte het been en verbond het opnieuw.<br />

Ondertussen was de wagen klaar. Voor hij er <strong>in</strong><br />

g<strong>in</strong>g, kreeg hij eerst nog een morf<strong>in</strong>espuitje. Ik<br />

g<strong>in</strong>g met hem mee over die rot weg naar het<br />

Batavia Hospitaal. De knaap leed onderweg erge<br />

pijn. Toch hield hij zich uitstekend. We deden alle<br />

119


120<br />

moeite om het hem zo gemakkelijk mogelijk te<br />

maken. We waren dan ook blij toen we e<strong>in</strong>delijk<br />

via de snelweg Buitenzorg - Batavia <strong>in</strong> het<br />

hospitaal aan kwamen. Direct werd de dokter<br />

gehaald en een foto genomen. Daarna werd hij<br />

geopereerd. Ik was er ook bij om te helpen. Het<br />

bleek dat zijn knieschijf kapot was. Deze werd<br />

verwijderd en de wond werd dicht genaaid. Het<br />

been werd <strong>in</strong> gips gezet en de patiënt werd naar<br />

de ziekenzaal gebracht, waar we nog even hebben<br />

na gepraat. Hij kreeg een bloedtransfusie en<br />

daarna slopen we op onze tenen weg de zaal uit,<br />

om de andere patiënten niet wakker te maken.<br />

Wij g<strong>in</strong>gen terug. Slaperig en vermoeid kwamen<br />

we <strong>in</strong> Tjileungsir aan. Ik bleef daar maar slapen.<br />

De volgende morgen om 6 uur werd ik per wagen<br />

weer naar <strong>mijn</strong> eigen kamp gebracht, waar ik<br />

eerst even g<strong>in</strong>g eten en daarna doodmoe op <strong>mijn</strong><br />

bed <strong>in</strong> slaap viel tot half 12.<br />

Behoorlijk uitgerust zit ik nu <strong>mijn</strong> logboek <strong>in</strong> te<br />

vullen. Oh, daar gaat de etensbel. Dus tot straks.<br />

Het eten was lekker. Vanmiddag heb ik me heel<br />

kalm gehouden. Ik hield vroeg ziekenrapport.<br />

’s Avonds kwam de band <strong>van</strong> de 7 Dec. Div, die<br />

<strong>in</strong> Tjeul<strong>in</strong>gsir voor ons speelde en heel behoorlijk!<br />

Om 10 uur waren we weer terug. Na nog even te<br />

hebben gelezen, nam ik <strong>van</strong>af de tafel de duik <strong>in</strong><br />

m’n klamboe, waar<strong>in</strong> ik vlug <strong>in</strong> slaap viel.<br />

Zondag 11 april 1948.<br />

Geen bijzonderheden.


Maandag 12 april 1948.<br />

Een dood gewone dag me heen en weer wippen<br />

naar Tjileungsir voor een besprek<strong>in</strong>g,<br />

Na een partij dammen weer gewoon naar de<br />

klamboe toe.<br />

D<strong>in</strong>sdag 13 april 1948.<br />

’s Morgens vroeg naar Tjileungsir om de dokter te<br />

helpen met het ziekenrapport.<br />

Daarna terug naar Kalapanvengal, want er zou<br />

een grote voetbalwedstrijd gespeeld worden en<br />

wel ons Eskader elftal tegen Batavia Hospitaal I en<br />

II. Deze wedstrijd werd door ons gewonnen, maar<br />

door de drukkende warmte zat er niet veel pit <strong>in</strong>.<br />

Vanwege het voetballen laat ziekenrapport<br />

gehouden. Ik had niet veel tijd meer over om te<br />

schrijven. Dan morgen maar.<br />

Woensdag 14 april 1948.<br />

Vandaag had ik een behoorlijk zware hoofdpijn,<br />

dus bleef ik maar <strong>in</strong> bed.<br />

Later <strong>in</strong> de avond knapte ik wat op en heb ik weer<br />

wat geschreven en het logboek bij gewerkt.<br />

121


122<br />

Donderdag 15 april 1948.<br />

Deze dag g<strong>in</strong>g hene<br />

Zonder één bijzonderheid<br />

Nu is de avond weer verschenen<br />

Dus is het voor het bed weer tijd.<br />

Vrijdag 16 april 1948.<br />

Na het geleuter <strong>van</strong> de avonden en dagen hier<br />

voor komt er weer wat nieuws.<br />

Ik word waarschijnlijk overgeplaatst naar<br />

Tjileungsir en een ander hospitaal komt<br />

hier. Er is nog enig bezwaar en wel <strong>van</strong> onze<br />

kampcommandant. Dus nog even afwachten<br />

wat het wordt. Wat mij betreft: kan me niet veel<br />

bommen. Alleen werk ik dan niet meer zelfstandig,<br />

maar met de korporaal. Hij wil me graag bij zich<br />

hebben, omdat met degene die hij nu heeft niet<br />

kan samen werken. Het wordt dus gewoon een<br />

ruil. Maar even afwachten.<br />

Zaterdag 17 april 1948.<br />

Was steeds aan het wachten.<br />

Zondag 18 april 1948.<br />

Vanmorgen per wagen naar de kerk <strong>in</strong> Depak,<br />

waar onze veldprediker <strong>in</strong> het kle<strong>in</strong>e gezellige,<br />

maar mooie kerkje een kerkdienst hield voor<br />

burgers en militairen.<br />

Daarna naar huis toe en bij de kampcommandant<br />

komen over de overplaats<strong>in</strong>g. Het bleek dat niet


de commandant, maar de jongens zelf er op<br />

tegen waren, om zich door de hospik die dan<br />

hier kwam, te laten behandelen, aangezien die<br />

er niet veel <strong>van</strong> af wist. Dus zei de luit: ik zal al<br />

het mogelijke doen om je hier te houden. Weer<br />

afwachten dus. Ik stond echt versteld, want toen<br />

ik werd aangesteld voor dit kamp, kreeg ik veel<br />

tegenwerk<strong>in</strong>g en vroeg hij iemand anders voor mij<br />

<strong>in</strong> de plaats.<br />

Nu ik hier ± 2 maanden zit, is het andersom<br />

en laat hij mij niet meer los. Ja, ja het kan raar<br />

lopen <strong>in</strong> de wereld. Toch v<strong>in</strong>d ik het fijn, want nu<br />

merk ik dat zowel de officieren als de jongens<br />

zelf me wel mogen. Ik doe blijkbaar m’n werk als<br />

ziekenverpleger goed. Mij zelf kan het niet veel<br />

schelen of ik hier blijf of <strong>in</strong> Tjeul<strong>in</strong>gsir kom. Ik mag<br />

deze gang <strong>van</strong> zaken wel. Wat een opschepper<br />

ben ik hè?<br />

123


124<br />

Maandag 19 april 1948.<br />

Ook deze dag gaf de schijn aan rustig te verlopen<br />

en deed dat ook tot ± 4 uur. Toen was het met de<br />

rust gedaan.<br />

Ik moest bij de luit komen. Je moet alles <strong>in</strong>pakken<br />

en naar Satoe, want op die buitenpost word je de<br />

ziekenverpleger. De luit zelf betreurde het dat ik<br />

weg moest en dat er nu iemand anders voor terug<br />

kwam. De jongens hadden de pé <strong>in</strong> en ik ook.<br />

Ik pakte <strong>in</strong> en om 6 uur kwam de wagen, die me<br />

naar Tjileungsir bracht, waar ik die nacht zou<br />

pitten.<br />

De volgende dag zouden we, ± 20 jongens en ik,<br />

naar Satoe vertrekken, een ontzettend afgelegen<br />

buitenpost.<br />

We zullen wel zien wat het wordt. Ja waar of niet?<br />

D<strong>in</strong>sdag 30 april 1948.<br />

Vanmorgen na het eten <strong>in</strong>laden voor Satoe. We<br />

kwamen na een behoorlijk lange weg e<strong>in</strong>delijk<br />

aan. Daar ontrolde zich voor mij ogen een groot<br />

huis, omgeven door en palissade <strong>van</strong> aarde,<br />

z<strong>in</strong>ken platen en bremstell<strong>in</strong>gen. Het huis was<br />

tamelijk groot met een kle<strong>in</strong>e waranda. Ik kreeg<br />

een kamertje apart. Naderhand trok voor de<br />

gezelligheid, maar ook wegens bekrompen ruimte,<br />

de kant<strong>in</strong>ebaas bij mij <strong>in</strong>.<br />

De rest <strong>van</strong> de dag verliep heel rustig. Het eten<br />

was bijvoorbeeld gezellig.<br />

Tussen de keuken en de kamer <strong>van</strong> de jongens<br />

is een overdekte ruimte, waar de eettafels zijn<br />

opgesteld. Daar eten we allen gezamenlijk, de


officieren, onderofficieren en de jongens. Voor het<br />

eten tikte de officier op de tafel voor een ogenblik<br />

stilte. Daarna smakelijk eten.<br />

Het verblijf hier zal best meevallen. Laten we<br />

hopen dat het rustig blijft.<br />

Woensdag 21 april 1948.<br />

Gisteren moesten de jongens op patrouille en was<br />

het heel stil.<br />

’s Middags na het terug komen, leefde het kamp<br />

weer op.<br />

Er werd gedanst, geschreven en de stemm<strong>in</strong>g<br />

werd steeds beter. Vooral toen de post kwam.<br />

Ook ik kreeg een paar brieven. Na ze gelezen te<br />

hebben, g<strong>in</strong>g ik <strong>mijn</strong> logboek bij schrijven. Verder<br />

waren er geen bijzonderheden.<br />

’s Avonds zongen we liederen met begeleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

gitaar bij de <strong>in</strong>landse spionnen <strong>van</strong> ons kamp.<br />

Donderdag 22 en vrijdag 23 april 1948.<br />

Het leven op de buitenpost g<strong>in</strong>g zijn gewone gang,<br />

Aanstaande zaterdag is er weer een feest, want<br />

dan komen de V.H.K. en de Marva’s weer dansen.<br />

Zo ver is het nog niet, dus ben ik deze dagen druk<br />

aan het timmeren geslagen om een vogelkooi te<br />

maken. Het schiet al op. Om de tijd te doden is dit<br />

prima.<br />

Ik sluit weer. Tot morgen op het feest.<br />

125


126<br />

Zaterdag 24 april 1948.<br />

’s Morgens was het<br />

rustig en stil, maar <strong>in</strong> de<br />

middag begon het. Om<br />

4 uur zouden de wagens<br />

komen om ons te halen.<br />

Om 2 uur waren we<br />

al aan het spoken om<br />

ons klaar te maken. De<br />

baboe’s moesten nog even de broeken strijken.<br />

De jongens even de schoenen poetsen en e<strong>in</strong>delijk<br />

was alles klaar en daar kwam één wagen. Wel een<br />

beetje we<strong>in</strong>ig. Hier kon maar de helft <strong>in</strong> en dan<br />

terug komen. Zo gezegd zo gedaan.<br />

Ik kroop zelf <strong>in</strong> de eerste wagen. Na even<br />

gescharrel reed hij weg.<br />

In Tjileungsir aangekomen, was het eerst even<br />

kijken naar post. Voor mij was er wat bij, maar<br />

alleen kranten. Afijn, <strong>in</strong> ieder geval iets.<br />

Na een half uurtje kwamen de vrouwen. Er waren<br />

hartstikke mooie grieten bij. Het deed ons even<br />

goed ook weer blanke vrouwen te zien.<br />

A vlug waren alle tafels bezet. Er heerste een<br />

gezellige drukte. Door de regen had de band<br />

vertrag<strong>in</strong>g, maar geen nood. Eén <strong>van</strong> ons speelde<br />

even een paar mopjes op de piano. Na een tijdje<br />

kwamen de echte muziekanten. Buiten de tanksie<br />

was een <strong>in</strong>lands feest, <strong>van</strong>wege het feit dat het<br />

dorpje een jaar bevrijd was. Er was een hele<br />

kle<strong>in</strong>e kermis gemaakt. Reuze leuk.<br />

Het feest was erg gezellig en de tijd schoot weer<br />

vlug voorbij. Het werd te vlug tijd om naar huis<br />

te gaan. We g<strong>in</strong>gen met z’n allen <strong>in</strong> één grote


wagen. We waren nauwelijks uit het kamp, toen<br />

hij <strong>in</strong>eens stopte. De motor sloeg af, dus moesten<br />

we duwen. Dit hielp niet. Er zat niets anders op<br />

als terug lopen naar het kamp. Na een poosje<br />

kwam een pantserwagen, die met een sleepkabel<br />

onze wagen trok. Ineens sloeg de motor weer aan.<br />

Dus pantserwagen afkoppelen en we g<strong>in</strong>gen een<br />

poosje verder, maar toen floep. Weer hetzelfde<br />

liedje. Allemaal uitstappen en duwen. Na ons een<br />

ongeluk geduwd te hebben, deed de motor het<br />

weer. Maar voor hoe lang? Het gebeurde hierna<br />

nog twee maal en e<strong>in</strong>delijk kwamen we weer <strong>in</strong><br />

ons buitenpostje aan.<br />

De achter gebleven wacht had voor koffie gezorgd<br />

en na nog wat geklets, kropen we vlug <strong>in</strong> de<br />

klamboe. De chauffeur bleef slapen en werd de<br />

volgende dag opgehaald door de reparatie wagen.<br />

Dit is weer voorbij en het feest ook. Het was een<br />

leuke onderbrek<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een eentonig leven. Nu is<br />

het weer voorbij.<br />

Zondag 25 en maandag 26 april 1948.<br />

Geen bijzonderheden te vermelden.<br />

Deze dagen g<strong>in</strong>gen<br />

gewoon rustig voorbij.<br />

127


128<br />

D<strong>in</strong>sdag 27 april 1948.<br />

Nadat de morgen rustig voorbij was gegaan <strong>in</strong> ons<br />

Setoe buitenpostje, kwam <strong>in</strong>eens grote ommekeer<br />

uit de lucht vallen. Daar tuft een wagen b<strong>in</strong>nen en<br />

ik moest direct mee naar Tjileungsir, Ik moest mee<br />

naar Bandoeng, waar onze regimenten een grote<br />

parade hielden. Dus alles vlug <strong>in</strong>pakken en foetsie<br />

was ik.<br />

In Tjileungsir kwamen we na overleg met de<br />

dokter tot deze slotsom. Ik zou <strong>in</strong> Tjileungsir<br />

blijven en de korporaal zou mee gaan. Dus nu zit<br />

ik hier. Morgen ben ik heer en meester over de<br />

spullen <strong>van</strong> de medische dienst.<br />

Woensdag 28 april 1948.<br />

Het is voor mij heel stil. Nu de jongens weg zijn<br />

voor de parade, zit er ± 40 man <strong>in</strong> het grote<br />

kamp. Ik heb nu het controleren er bij <strong>van</strong> de<br />

KNIL Genie soldaten. Er was al meteen een<br />

slachtoffer <strong>van</strong> de malaria: 42.7° koorts. Ik belde<br />

meteen de ambulancewagen en g<strong>in</strong>g met hem<br />

naar het Batavia Hospitaal toe.<br />

Verder verliep alle rustig.


Donderdag 29 april 1048.<br />

Ik was <strong>van</strong>daag even bij de<br />

foerier op bezoek. Wat zich<br />

daar heeft afgespeeld, heb ik<br />

proberen te tekenen, maar<br />

het is toch gelukt zoals ik<br />

het wou hebben.<br />

Omdat het <strong>van</strong>daag erg stil<br />

was, heb ik even de wagen geleend en ben ik een<br />

e<strong>in</strong>dje gaan toeren. Dat was niet gek. Nu voel ik<br />

me e<strong>in</strong>delijk eens chauffeur en ik hoop maar dat<br />

<strong>mijn</strong> wagen gauw komt, want chaufferen gaat<br />

me aan het hart. Ach ja, <strong>mijn</strong> baan is toch ook<br />

chauffeur ziekenwagen.<br />

Dit was het weer even.<br />

Vrijdag 30 april 1948.<br />

Er kwam omstreeks 2 uur een jongen b<strong>in</strong>nen<br />

met een grote vleeswond onder zijn k<strong>in</strong>. Nadat ik<br />

het had bekeken, kwam ik tot de slotsom dat de<br />

wond gekramd moest worden. Dit heb ik dan ook<br />

gedaan. Alles verliep goed.<br />

129


130<br />

Zaterdag 1 en zondag 2 mei 1948.<br />

De jongens zijn weer terug uit Bandoeng.<br />

Maandag 3 mei 1948.<br />

Ook deze dag was rustig. Er waren geen<br />

bijzonderheden.<br />

D<strong>in</strong>sdag 4 mei 1948.<br />

Vandaag een drukke dag. We zijn aan het spuiten<br />

geweest. Injecties gegeven aan de <strong>in</strong>landers tegen<br />

verschillende ziektes.<br />

’s Avonds terug <strong>in</strong> Tanksie was het eten koud<br />

geworden. Toen hebben we maar <strong>in</strong> een Ch<strong>in</strong>ees<br />

geval lekker bami gegeten. Dit kostte ons samen<br />

fl. 7.- . Niet gek hè? Het was lekker.<br />

Woensdag 5 en donderdag 6 mei 1948.<br />

Deze dagen vlogen als een schaduw heen. Dit is<br />

niet kwaad bedoeld, maar er gebeurde helemaal<br />

niets. We waren blij als de avond weer kwam en<br />

we konden slapen.<br />

Ik reken maar zo twee dagen afgeschreven, maar<br />

morgen weer druk, druk, druk. Dan moeten we<br />

weer prikken of te wel <strong>in</strong>jecties geven. Arme<br />

mensen.


Vrijdag 7 mei 1948.<br />

Weer terug naar Setoe.<br />

Door het vertragen <strong>van</strong> de komst <strong>van</strong> <strong>mijn</strong> R.K.<br />

auto, moest ik nog maar zo lang terug naar de<br />

verre buitenpost Setoe.<br />

Toen ik daar aan kwam, begon het rustige leven<br />

weer. Het was al erg laat toen ik daar aan kwam,<br />

dus deze dag g<strong>in</strong>g ook weer vlug voorbij.<br />

131


132<br />

Zaterdag 8 mei 1948.<br />

Na een tijd niets, kreeg ik <strong>in</strong>eens 9 brieven<br />

tegelijk. Ik ben nu druk bezig deze te<br />

beantwoorden. Vanwege de drukte wissel ik het af<br />

en toe af met een uiltje te knappen. Tabé!<br />

Zondag 9 mei 1948.<br />

Vele brieven pennen plus het logboek, maakten<br />

dat ook deze dag vlug om g<strong>in</strong>g<br />

’s Avonds zaten we gezellig op de waranda. We<br />

zongen leuke liederen en er heerste een gezellige<br />

stemm<strong>in</strong>g, die nog werd verhoogd door het<br />

dr<strong>in</strong>ken <strong>van</strong> chocolademelk.<br />

Vanavond g<strong>in</strong>g ik laat naar bed, maar dat kon ook<br />

wel, want morgen kunnen we uitslapen.


Maandag 10 mei 1948.<br />

Ik heb heerlijk uitgeslapen. Verder geen<br />

bijzonderheden.<br />

D<strong>in</strong>sdag 11 mei 1948.<br />

Ik g<strong>in</strong>g naar Tjileungsir om <strong>in</strong>jecties te geven<br />

bij de <strong>in</strong>landers. We begonnen om 12 uur en<br />

e<strong>in</strong>digden om 5 uur. Ik was behoorlijk vermoeid.<br />

Ik bleef bij Henk slapen, onze korporaal <strong>van</strong><br />

ziekenverpleg<strong>in</strong>g. We zouden het eens even<br />

gezellig maken, maar we zaten nauwelijks toen<br />

een jongetje ons kan halen. Er was een zieke <strong>in</strong><br />

de kampong. Wij erheen. De zieke, een man, had<br />

maar liefst 41° koorts. Nadat we hem behandeld<br />

hadden, g<strong>in</strong>gen we weer weg.<br />

We wipten nog even bij een Ch<strong>in</strong>ese familie aan,<br />

die we goed kenden. Daar bleven we even praten<br />

en kregen we koffie. Het was heel gezellig en ik<br />

had het gevoel of ik <strong>in</strong> een boerderij zat. Deze<br />

mensen waren erg beschaafd, alleen ze spraken<br />

geen Hollands, maar Maleis. Toch vlotte de<br />

conversatie goed. Na gezellig geboomd te hebben,<br />

stapten we weer op en g<strong>in</strong>gen we via de kampong<br />

<strong>in</strong> één stuk door naar ons kampement. Maf ze.<br />

133


134<br />

Woensdag 12 en donderdag 13 mei 1948.<br />

Deze dagen g<strong>in</strong>gen henen<br />

Zo ontzettend vlug<br />

Dat je haast zou menen<br />

Morgen ga ik naar Holland terug!<br />

Vrijdag 14, zaterdag 15 en zondag 16 mei 1948.<br />

De P<strong>in</strong>ksterdagen<br />

Deze dagen bracht ik door <strong>in</strong> Tjileungsir. Het was<br />

erg leuk en gezellig.<br />

We zijn samen met de wagen een keer Buitenzorg<br />

<strong>in</strong> geweest, waar we naar de film g<strong>in</strong>gen op kosten<br />

<strong>van</strong> de staf.


De volgende dag g<strong>in</strong>gen we op visite bij een<br />

Ch<strong>in</strong>ese familie, die twee aardige dochters had,<br />

waar we zo vriendelijk werden ont<strong>van</strong>gen, dat<br />

we haast dachten dat we <strong>in</strong> Holland waren. Wij<br />

Buursma en ik, brachten daar een leuke dag door.<br />

Voor we er erg <strong>in</strong> hadden was het 11 uur, dus<br />

bliezen we de aftocht.<br />

Maandag 17 en d<strong>in</strong>sdag 18 mei 1948.<br />

Van deze twee dagen valt niets te vertellen. Allen<br />

dat volgende week <strong>mijn</strong> rode kruis wagen komt,<br />

zegt men. Ik hoop het, dus we zullen maar vol<br />

hoop afwachten.<br />

Woensdag 19 mei 1948.<br />

Mijn pen is stuk, <strong>van</strong>daar dat ik met potlood<br />

schrijf. Zo te zien is er wel wat aan de hand, maar<br />

wat….<br />

Donderdag 20 mei 1948.<br />

Moesten naar Tjileungsir komen, want<br />

vrijdagavond beg<strong>in</strong>t er een actie tegen een grote<br />

en bewapende troep extremisten.<br />

Vanavond hoor ik of ik zelf mee moet.<br />

Vrijdagmorgen 21 mei 1948.<br />

Vannacht zijn de jongens vertrokken. Ik moest<br />

hier blijven, want de korps gaat zelf mee. Ik blijf<br />

achter als eerste reserve en mag het kamp niet<br />

135


136<br />

verlaten en moet elk ogenblik <strong>van</strong> de dag klaar<br />

staan.<br />

De jongens zijn zwaar bewapend met<br />

handgranaten en mach<strong>in</strong>e geweren de bergen <strong>in</strong><br />

getrokken en proberen nu met samenwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

ons 1 ste eskadron, de R.V.A., Knil en luchtmacht,<br />

om een grote groep <strong>van</strong> extremisten onder leid<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> Japanners en Duitsers, die zich <strong>in</strong> de bergen<br />

hebben verschanst, er uit te halen. De vijand<br />

is goed bewapend en er wordt ook op fl<strong>in</strong>ke<br />

tegenstand gerekend.<br />

Vanavond kom ik nog even terug op verdere<br />

bijzonderheden.<br />

Vrijdagavond 21 mei 1948.<br />

Tot zo ver hebben we 2 gewonden: één beenwond<br />

en de koporaal ziekenverpleger <strong>van</strong> het 1 ste<br />

eskadron heeft een arm verspl<strong>in</strong>terd. Onze jongen<br />

hebben nog geen tegenstand ondervonden. Dat<br />

verwachten ze morgen wel, want dan komen<br />

ze aan op het punt waar de vijand zit. Laten we<br />

hopen dat het bij deze twee gewonden blijft en dat<br />

alles goed mag aflopen.<br />

Zaterdag 22 mei 1948.<br />

Geen nadere bijzonderheid omtrent de actie<br />

ont<strong>van</strong>gen.<br />

Vanmiddag zijn de post en sigaretten gedropt<br />

(uitgeworpen) per vliegtuig boven de jongens en<br />

zoals ik via de radioverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g hoorde, dat zij er<br />

ontzettend blij mee waren.<br />

Morgen moet de actie afgelopen zijn. Laten we


hopen dat het bij twee gewonden blijven mag.<br />

Zondag 23 mei 1948.<br />

Vanmorgen heel vroeg stoven de wagens het<br />

kamp uit, om de jongens op te halen. Tegen 12<br />

uur kwamen ze aan, verhongerd, niet geschoren,<br />

vuil, smerig en dood vermoeid. Het eten en<br />

lekkere chocolademelk stonden al klaar. Ik vroeg<br />

ze direct of er gewonden waren. Het antwoord<br />

was: nee, alleen die door het vele lopen zo’n<br />

spierpijn kreeg, dat hij niet meer kon lopen.<br />

We tilden hem uit de wagen en ik begon hem<br />

meteen te masseren. Het deed hem veel pijn,<br />

maar een uur later kon hij toch weer strompelend<br />

zich gaan wassen. ’s Avonds herhaalde ik de<br />

massage en de volgende dag g<strong>in</strong>g het stukken<br />

beter met hem.<br />

Ze zijn niet <strong>in</strong> contact geweest met de vijand,<br />

dus hebben ze dat hele stuk voor niks gelopen.<br />

Toen ik dit hoorde, wist het alweer. Dus weer bot<br />

ge<strong>van</strong>gen. Dit is altijd hopeloos. Honderd maal ga<br />

je weg en honderd maal ga zie of hoor je ze niet<br />

en zijn ze al weer verdwenen, hetgeen hier ook<br />

weer is gebeurd.<br />

Afijn, we zijn blij dat ze weer thuis zijn zonder<br />

verdere ongelukken.<br />

Morgen is het tenm<strong>in</strong>ste rusten, kalm houden en<br />

luieren. Ze hebben het wel verdiend, want 3 dagen<br />

door de bergen sjouwen met munitie, bewapen<strong>in</strong>g<br />

en bepakk<strong>in</strong>g, valt niet mee.<br />

Ik sluit me ook bij de jongens aan <strong>in</strong> een zalig<br />

nietsdoen.<br />

137


138<br />

Maandag 24 mei 1948.<br />

Vanmorgen lekker uitgeslapen en opeens boem:<br />

Opstaan, verbandspullen pakken en mee naar een<br />

kampong. Daar is weer door een bende behoorlijk<br />

te keer gegaan. Onderweg stopten we, omdat er<br />

een pantserwagen door een brug was gezakt. Dan<br />

maar om rijden en na een half uur geploeterd te<br />

hebben, kwamen we weer bij dezelfde brug uit.<br />

Dus weer een andere omweg en na anderhalf uur<br />

kwamen we e<strong>in</strong>delijk <strong>in</strong> de bewuste kampong.<br />

Maar <strong>van</strong> gewonden of zo was niets te zien. Zelfs<br />

geen <strong>in</strong>lander. Doodstil was het er. Dus via een<br />

andere omweg terug.<br />

Onderweg stopten we even en terwijl we aan het<br />

praten waren, moesten we <strong>in</strong>eens <strong>in</strong> dekk<strong>in</strong>g. Daar<br />

kwam over de heuvelrug door een rubberplantage<br />

een bende aan <strong>van</strong> 7 man. Behoorlijk bewapend.<br />

Wij waren met zo’n 20 man en na een bewak<strong>in</strong>g<br />

achtergelaten te hebben voor de 3 wagens, deden<br />

we een aanval. Ze dropen af. Wij ze achterna door<br />

het rubberbos. Aan het e<strong>in</strong>d was een kampong,<br />

dicht begroeid, waar<strong>in</strong> ze verdwenen. We konden<br />

ze niet meer v<strong>in</strong>den. Wij g<strong>in</strong>gen maar weer<br />

terug naar de wagens, gas geven en weg naar<br />

Kalapanvengal. Het door ons gevraagde vliegtuig<br />

voor verkenn<strong>in</strong>g, kwam na 10 m<strong>in</strong>uten boven het<br />

kamp en maakte de verkenn<strong>in</strong>gsvlucht boven het<br />

terre<strong>in</strong>, maar kwam zonder succes weer terug. We<br />

stegen <strong>in</strong> onze wagens met het gevoel: weer pech<br />

gehad. Ze hebben weer de benen genomen.<br />

Dood vermoeid kwamen we thuis. Maar na fl<strong>in</strong>k<br />

gemandied te hebben en brood met ei gegeten te<br />

hebben, knapte ik al een stuk op.


Daarna niet te laat naar bed. Uitslapen, nee, want<br />

morgen moeten we weer <strong>in</strong>jecties geven aan de<br />

<strong>in</strong>landers. Slaap ze.<br />

D<strong>in</strong>sdag 25 mei 1948.<br />

Drukke, vermoeiende dag. We hebben vele bru<strong>in</strong>e<br />

mensen geprikt en geholpen de korporaal en<br />

ik plus twee door het Rode Kruis toegewezen<br />

<strong>in</strong>landse verpleegsters.<br />

Erg druk. Ik was ook blij toen ik ’s avonds <strong>in</strong> m’n<br />

bed lag.<br />

Maar daar werd ik wakker gemaakt. Freek, post,<br />

6 brieven. Dus nog maar even lezen. Er waren 4<br />

foto’s <strong>van</strong> Tonneke, dat lekkere kereltje. Was er<br />

erg blij mee en zal ze ook goed bewaren. Henneke<br />

had ook weer goede berichten. Een tijdje later<br />

sliep ik weer rustig en tevreden <strong>in</strong>, zodat het niet<br />

lang duurde of ik lag <strong>in</strong> Klaas Vaak zijn armen.<br />

139


140<br />

Woensdag 26 en donderdag 27 mei 1948.<br />

Geen bijzonderheden te vermelden.<br />

Vrijdag 28 en zaterdag 29 mei 1948.<br />

Vandaag gaan we weg en wel naar Soerabaja.<br />

Dus het wordt druk, pakken enz. We waren ook<br />

al druk begonnen, omdat d<strong>in</strong>sdag 4 juni alles<br />

<strong>in</strong>gepakt moet zijn. Dus nog een paar dagen de<br />

tijd. Er heerst een gezellige drukte en een vrolijke<br />

stemm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het kamp.<br />

Volgens de berichten gaan we met land<strong>in</strong>gsboten<br />

met alles, maar dan ook alles er op, zoals wagens,<br />

jeep, pantserwagens enz.<br />

De volgende paar dagen zal er niet veel <strong>van</strong><br />

pennen komen. Dus tot 4 juni.<br />

Vrijdag 4 juni 1948.<br />

Vanmorgen om 5 uur kwam de wagen <strong>van</strong> de<br />

A.A.T. onze grote spullen <strong>van</strong> de medische dienst<br />

<strong>in</strong>laden. De kle<strong>in</strong>e spullen en onze bagage hadden<br />

we <strong>in</strong> de ambulance gestopt, die een dag <strong>van</strong> te<br />

voren was gekomen. Mijn wagen was nog niet<br />

geheel <strong>in</strong> orde dus reed een monteur er mee.<br />

De colonne <strong>van</strong> ± 70 wagens werd opgesteld en<br />

floep, daar g<strong>in</strong>gen we naar Batavia naar de Tj.<br />

Prior, waar we heel vlug <strong>in</strong> een grote land<strong>in</strong>gsboot<br />

werden <strong>in</strong>geladen. De pantserwagens boven op de<br />

boot en de rest , bagage, vrachtwagens en <strong>mijn</strong><br />

rode kruis wagentje <strong>in</strong> het ruim. Om 5 uur vertrok<br />

de boot en al gauw stoomden we de haven uit.


Die nacht sliep<br />

ik lekker op m’n<br />

veldbed op het<br />

dek, waar het<br />

heerlijk koel was.<br />

We hebben lekker<br />

gepit.<br />

Zondag 5 juni<br />

1948.<br />

Op de boot:<br />

luieren, nood<br />

rantsoenen eten<br />

en slapen. Lekker!<br />

Ik knapte er<br />

helemaal <strong>van</strong> op. De zondag vloog voorbij. De<br />

zeelucht was zo lekker, dat ik ’s avonds knorde<br />

<strong>van</strong> genoegen en spoedig sliep.<br />

Maandag 6 t/m maandag 13 juni 1948.<br />

Met <strong>mijn</strong> ambulancewagen Dodge 8020 heb ik<br />

vele transporten weg gebracht naar Malang.<br />

Meteen <strong>van</strong> de gelegenheid gebruik gemaakt het<br />

stadje te bekijken. Ik vond het precies op Bussum<br />

lijken, zo mooi gelegen met plantsoenen, parken,<br />

zwembad en een stadion. Het had asfaltwegen en<br />

goed geklede politiemannen.<br />

Wij liggen <strong>in</strong> een paar grote loodsen, die bij een<br />

gekkenhuis horen. Hier worden <strong>in</strong>landse patiënten<br />

verpleegd. Alles is mooi aangelegd en ruim.<br />

Wij zelf, de medische dienst, liggen <strong>in</strong> drie<br />

gebouwen, die vroeger eendenhokken geweest<br />

141


142<br />

zijn. Eén gebouw is slaapkamer, het andere<br />

behandel<strong>in</strong>gskamer en de derde opslagkamer.<br />

Mijn rode kruis wagen staat dicht bij. Voor we <strong>in</strong><br />

de kamers g<strong>in</strong>gen, hebben we eerst alles verdelgd<br />

met D.D.T. Dat was echt nodig.<br />

Ieder reed zijn eigen wagen <strong>in</strong> snel tempo <strong>van</strong><br />

boord af. De colonne wed opgesteld en na nog wat<br />

motor geronk, vertrokken we, motor ordenans<br />

voorop dwars door het mooie schone Soerabaja<br />

naar ons kampement ± 80 km verderop, dichtbij<br />

het plaatsje Lawang, een gehucht met zo waar<br />

een bioscoop. We stonden gewoon versteld.<br />

We liggen zelf aan de rand <strong>van</strong> een <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g voor<br />

zwakz<strong>in</strong>nige <strong>in</strong>landers. Het is een grote <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g<br />

met eigen fabriekjes er voor met allerlei d<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong>gericht met mooie wegen en straatverlicht<strong>in</strong>g.<br />

Het heeft veel weg <strong>van</strong> de Hollandse <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g<br />

Den Deelder bij Zeist. Er is ook een groot<br />

zwembad bij met bronwater, een voetbalveld,<br />

tennisveld, bioscoop of toneelzaal. Het ligt hoog<br />

tussen de bergen. Het klimaat is ontzettend fijn.<br />

’s Nachts is het zo koud, dat je niet zonder deken<br />

kan slapen. Alleen er heerst een we<strong>in</strong>ig malaria.<br />

Om je heen zie je niets als bergen en de vulkaan.<br />

Dat is een prachtig gezicht, vooral ’s morgens als<br />

de zon op komt. ’s Avonds lijkt het net Holland<br />

met de straatverlicht<strong>in</strong>g overal. Van oorlog merk<br />

je hier geen zier.<br />

De jongens zijn verdeeld over 4 zalen. Verder is er<br />

één als eetzaal <strong>in</strong>gericht en één als kant<strong>in</strong>e.<br />

Alles is nu zo’n beetje geregeld en het valt 100%<br />

mee. Het is te hopen dat we dit lang mogen<br />

houden, want bijvoorbeeld elke dag zwemmen<br />

of voetballen zoveel je wilt, komt <strong>in</strong> Indië op een


uitenpost niet veel voor. We hebben dus zwaar<br />

geboft. Ik hoop ook er met <strong>mijn</strong> ambulancewagen<br />

een mooie tijd door te kunnen brengen.<br />

Deze week was niet met veel drukte <strong>in</strong>gevuld.<br />

Het <strong>in</strong>stalleren en de jongens weg brengen naar<br />

het hospitaal vergde veel tijd, maar <strong>van</strong> nu af<br />

aan beg<strong>in</strong> ik weer met frisse moed <strong>in</strong> dit mooie<br />

oostelijk deel <strong>van</strong> Java.<br />

Woensdag 15 juni 1048.<br />

Vandaag weer twee jongens naar Malang<br />

gebracht. Dat was weer zo gebeurd. De wagen<br />

loopt als een tre<strong>in</strong>. Machtig d<strong>in</strong>g hoor. Ik hoop dat<br />

ik het nog lang zo mag doen.<br />

Donderdag 16 juni 1948.<br />

De jongens zijn op parade, dus was het een kalme<br />

dag.<br />

Heb ik fijn even de tijd om <strong>mijn</strong> wagen wat op te<br />

knappen. Is wel nodig.<br />

Verder nog even een briefje pennen en <strong>van</strong>avond<br />

naar de film voor militairen <strong>in</strong> Lawang. De wagens<br />

waren er niet, dus lopen ± 1 uur. Lekker hoor <strong>in</strong><br />

de koele avondlucht.<br />

Vannacht werd ik wakker door de kou. Het leek<br />

wel herfst. Ik lag te rillen onder m’n dekentje. De<br />

nachten zijn hier toch zo koud! ’s Morgens sta je<br />

te rillen op het appèl. Lekker hoor, net Holland.<br />

Was dat maar waar.<br />

143


144<br />

17 en 18 juni 1948.<br />

Het leven g<strong>in</strong>g z’n gewone gang. Ziekenrapport<br />

houden, wagen opknappen en verder geen lol.<br />

Het kamp krijgt nu een beter aanzien, want ze<br />

verdelen de grote loodsen <strong>in</strong> kamers. Is het<br />

gezelligst, maar niet zo groot. Ons hokje is<br />

bekend. Het waren vroeger kippenhokken, ruim en<br />

groot met stenen vloer. Vandaag zijn ze ze aan het<br />

witten geweest. Het ziet er al beter uit. Nog even<br />

wachten en de zaak komt best voor elkaar hoor.<br />

Let maar op.<br />

We hebben 3 kippenhokken, één als<br />

behandel<strong>in</strong>gskamer, één als opslaplaats en één<br />

wordt het lokaal voor de wacht. Iets dat erg<br />

jammer is, want wij wilden er gaan pitten. Afijn,<br />

geen zier aan te doen. De baas wil nu eenmaal<br />

niet anders plus nog iemand die denkt iets te<br />

vertellen te hebben. Nou, ze kunnen alle twee de<br />

hoge boom <strong>in</strong>. Laten we hopen dat de takken het<br />

houden.<br />

19 juni 1948.<br />

Naar Soerabaja geweest om een jongen op te<br />

halen. Een mooi ritje <strong>van</strong> 85 km. Eenmaal <strong>in</strong><br />

Soerabaja aangekomen, wisten we de weg niet<br />

naar het C.B.Z. hospitaal. Ik zag een padv<strong>in</strong>dster<br />

tippelen. Even stoppen en heel vriendelijk wees ze<br />

me de weg naar de jongen. Daar aangekomen heb<br />

ik hem geprikt, waarna we lekker met een leuk<br />

vaartje tuften terug naar het gekkenhuis.<br />

De wagen op stal, eten, zwemmen <strong>in</strong> het


zwembad en slapen. Lekker hoor.<br />

20 juni 1984.<br />

Vandaag ben ik voor reparatie naar Malang<br />

geweest. De olieleid<strong>in</strong>g naar de oliemeter was<br />

kapot. Daar aangekomen kreeg ik te horen, dat<br />

ze het zullen aanvragen, kom over een maand of<br />

twee maar eens langs. Dan is ie er misschien.<br />

Proost! Afijn, dan maar zonder.<br />

21 juni 1948.<br />

Ik was aan het zwemmen en kom terug <strong>in</strong> het<br />

kamp, was <strong>mijn</strong> wagen foetsie. Wat was er<br />

gebeurd? Tijdens het voetballen had een jongen<br />

zijn been gebroken. De hospik was er, maar nu<br />

moest hij naar het Malang hospitaal, dus riep hij<br />

<strong>Raman</strong>. Maar <strong>Raman</strong> was er niet, die was aan<br />

het zwemmen. Dus nam hij een andere chauffeur<br />

mee. Dan komt <strong>Raman</strong> terug <strong>in</strong> het kamp. Wagen<br />

foetsie. Grote huilpartij. Maar ’s avonds kwam<br />

alles weer goed. Daar komt de wagen heelhuids<br />

b<strong>in</strong>nen. <strong>Raman</strong> niet meer huilen, maar lachen.<br />

Tja, moet je maar niet gaan zwemmen.<br />

22 juni 1948.<br />

Rustig! Geen gezwam verder. Dus uitscheiden met<br />

schrijven over <strong>van</strong>daag.<br />

23 juni 1948.<br />

Ik ben verf aan het stelen geweest, waarmee ik<br />

145


146<br />

de wagen heb opgeknapt. Eerst schoon gemaakt<br />

en toen geverfd. Hopelijk kan ik het morgen<br />

afmaken, als er geen transport voor het hospitaal<br />

is tenm<strong>in</strong>ste<br />

Verder weer drie brieven gelezen, beantwoord en<br />

gaan slapen.<br />

Donderdag 24 juni 1948.<br />

Deze dag heb ik gebruikt om <strong>mijn</strong> wagen op te<br />

knappen. Wat schilderen en smeren en hij zoemt<br />

weer als een kwade kater. Hij is weer voor gebruik<br />

gereed.<br />

Vrijdag 25 juni 1948.<br />

Vanavond laat had ik nog een transport naar<br />

het ziekenhuis Malang. Een jongen <strong>van</strong> ons had<br />

tijdens het voetballen een lichte hersenschudd<strong>in</strong>g<br />

opgelopen. Ik heb de dokter gebeld en hij moest<br />

weg. Op weg er heen moest ik nog stoppen,<br />

omdat hij g<strong>in</strong>g braken. Daarna reed ik langzaam<br />

<strong>in</strong> het donker verder. Ik heb hem bij het hospitaal<br />

afgeleverd en even de wagen schoon gemaakt.<br />

Daarna met een behoorlijke vaart naar huis<br />

gereden, waar ik om 11 uur aan kwam. Meteen<br />

naar bed toe.<br />

Zaterdag 26 januari 1948.<br />

’s Morgens ziekenrapport gehouden en ’s middags<br />

lekker gezwommen. Ik dacht nu maar eens rustig<br />

aan een briefje pennen, maar niets er <strong>van</strong>. Een


u<strong>in</strong>e koeli kwam aandraven. Ik moest <strong>in</strong> de<br />

centrale komen. Ik er naar toe en daar hoorde ik<br />

via de telefoon: Vlug komen. Een ramp. Het bleek<br />

om een soldaat met gebroken ribben te gaan. Al<br />

gauw kwamen we <strong>in</strong> het hospitaal aan, waar we<br />

onze patiënt afleverden. Omdat we daar nu toch<br />

waren, zijn we al onze jongens, die er verpleegd<br />

worden, 7 stuks, even gaan opzoeken om er een<br />

praatje mee te maken en een sigaretje te geven.<br />

Ze waren blij weer wat <strong>van</strong> ons te zien.<br />

Al vlug werd het laat en na het afscheid <strong>van</strong> de<br />

jongens en zusters niet te vergeten, tuften we<br />

naar huis. Daar had een kamergenoot wat te eten<br />

voor mij gehaald. Pap, nasi, mandarijnen, tomaten<br />

en komkommer. Lekker hoor!<br />

Nu nog even het dagboek <strong>in</strong>vullen, 2 brieven lezen<br />

en naar bed.<br />

Morgen is het zondag. Lekker uitslapen, zwemmen<br />

enz. En misschien wel weer een tra<strong>in</strong>sport. Wie<br />

weet?<br />

Zaterdag 27 januari 1948.<br />

Overdag was het rustig, maar ’s nachts niet.<br />

Om 2 uur ’s nachts werd ik gewekt voor een<br />

transport. Een jongen had een aanval <strong>van</strong> acute<br />

bl<strong>in</strong>dedarmontstek<strong>in</strong>g. Hij moest direct naar het<br />

hospitaal. Dus ik m’n bed uit, aankleden en <strong>in</strong><br />

de kou, want het was beroerd koud, de wagen<br />

voor gereden. Met een kalm gangetje over nare<br />

wegen en goede wegen naar Malang. Daar de<br />

wachtdokter uit zijn bed gehaald, die na het<br />

onderzoek bedankte voor de klandizie. Hij rekende<br />

al met al 8 uur voor de operatie.<br />

147


148<br />

Wij g<strong>in</strong>gen dus maar weer retour. Om 5 uur<br />

zeilden we het kamp b<strong>in</strong>nen.<br />

Ik bleef slapen tot de volgende morgen om 11<br />

uur. Daarna zwemmen en luieren. ‘s Avonds weer<br />

vroeg naar bed. Zo deze dag was tenm<strong>in</strong>ste goed<br />

besteed.<br />

Maandag 28 juni 1948.<br />

Er heerst drukte <strong>in</strong> het kamp, want morgen is<br />

pr<strong>in</strong>s Bernhard jarig en is er parade te Malang.<br />

Dus druk poetsen, smeren enz. Ik ben er maar<br />

vlug tussen uit geknepen, want er moest een<br />

jongen naar het ziekenhuis.<br />

‘s Avonds naar de film en naar bed.


D<strong>in</strong>sdag 29 en woensdag 30 juni 1948.<br />

Steeds maar weer ziekentransporten. Ernstige<br />

en niet ernstige. Dit komt door dat ik nu ook rij<br />

voor 1-12-R.I., verschillende KNIL bataljons en<br />

ons zelf natuurlijk. M<strong>in</strong>stens één keer per dag rij<br />

ik naar het Malangs hospitaal Soekaen, waar ik<br />

verschillende patiënten aflever. Het is mooi werk<br />

en het bevalt me goed. Dus laten we hopen dat<br />

we het nog lang mogen doen.<br />

Donderdag 1 juli 1948.<br />

Weer een nieuwe maand en weer een nieuw geval<br />

en wel een gewonde die <strong>in</strong> de buik is geschoten,<br />

dus weg brengen. Maar we kregen een telefoontje<br />

<strong>van</strong> dr. Bas dat we <strong>in</strong> Soekaradja iemand moesten<br />

afhalen en weg brengen naar Malang, hetgeen we<br />

ook hebben gedaan.<br />

Vanavond gaan we naar de film: Slag om Arnhem.<br />

Gratis voor militairen. Dus dat is niet kwaad. Ik ga<br />

sluiten, dus tot morgen.<br />

Vrijdag 2 juli 1948.<br />

Arnhem gezien. Verder geen bijzonderheden. Dus<br />

tabé.<br />

Zaterdag 3 juli 1948.<br />

Om 5 uur al een spoed transport <strong>in</strong> S<strong>in</strong>alsari,<br />

waar we een <strong>in</strong> verwacht<strong>in</strong>g zijnde baboe moesten<br />

ophalen, die al de hele nacht zo’n beetje bezig<br />

geweest is. Wij er op af en we hebben haar naar<br />

149


150<br />

het Burgerziekenhuis gebracht.<br />

We waren nauwelijks terug of er was weer een<br />

transport en wel <strong>van</strong> onze luitenant die naar het<br />

Soekoen Hospitaal moest.<br />

We waren snel terug, hebben vlug gegeten en<br />

daarna gezwommen. Vervolgens naar bed, want ik<br />

ben ontzettend verkouden. Ik heb tot de volgende<br />

morgen lekker door geslapen.<br />

Zondag 4 juli 1948.<br />

Het is een rustige zondag geweest. Lekker<br />

zwemmen, schrijven en slapen.<br />

Morgen maar weer met frisse moed aan de slag.<br />

De tijd schiet al aardig op gelukkig. Nog even<br />

en……..?<br />

Maandag 5 juli 1948.<br />

Geen bijzonderheden te vermelden. Een transport<br />

naar Malang en ’s middags zwemmen.<br />

D<strong>in</strong>sdag 6 juli 1948.<br />

Deze dag was het grote schoonmaak wat de<br />

wagen betreft. Helemaal door gesmeerd en schoon<br />

gespoten. Hij ziet er weer uit om door een r<strong>in</strong>getje<br />

te halen. Ik ben blij dat het klaar is. Nu kunnen we<br />

er weer een poosje tegen. Ik ben er speciaal deze<br />

dag voor thuis gebleven. Nu alles klaar is, zit ik<br />

gewassen <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> sportbroek aan tafel te pennen.<br />

Vanavond nog een briefje pennen en dan slapen.<br />

Dat hebben we wel verdiend.


Woensdag 7 juli1948.<br />

Rustige dag en ’s middags op het bureau:<br />

Om 2 uur <strong>van</strong>nacht uitrukken met de wagen en<br />

dan word je geplaatst bij de commando post,<br />

waar je op een radio bericht wacht of ze je nodig<br />

hebben of niet. Vannacht worden er 3 kampongs<br />

gezuiverd. Er kan tegenstand worden geboden.<br />

Na dit vernomen te hebben, heb ik <strong>mijn</strong> wagen<br />

151


152<br />

geheel uitgerust en ben vroeg naar bed gegaan.<br />

Om 2 uur <strong>van</strong>nacht reed ik naar de 10 km verder<br />

gelegen controle post, waar ik wachtte. ’s Middags<br />

om 12 uur kreeg ik bericht, dat de zuiver<strong>in</strong>g<br />

was afgelopen en ik kon <strong>in</strong>rukken. Daar er geen<br />

eigen verliezen waren, stapte ik <strong>in</strong> m’n wagen en<br />

tufte retour naar het kamp, waar de hele troep al<br />

aanwezig was.<br />

Ze hadden veel succes gehad: 300 ge<strong>van</strong>genen.<br />

Gelukkig is alles goed afgelopen en laten we<br />

hopen dat het zo blijft.<br />

Donderdag 8 juli 1948.<br />

We waren de hele dag vrij. We brachten <strong>van</strong>daag<br />

door met zwemmen en slapen.<br />

Vrijdag 9 juli 1948.<br />

Vandaag waren we en ik vooral, weer lekker<br />

uitgerust. Het begon voor mij ook goed, want ik<br />

had twee transporten naar Malang.<br />

Vanavond weer met de wagen naar de bios voor<br />

militairen.<br />

Zaterdag 10 juli 1948.<br />

Deze twee dagen waren we vrij. Die hebben we<br />

door gebracht met zwemmen, luieren en eten.<br />

Niet kwaad hoor.<br />

Alleen zaterdagavond laat had ik nog een<br />

transport. Iemand met een bl<strong>in</strong>dedarm ontstek<strong>in</strong>g.<br />

De tweede al.<br />

Toen ik terug kwam, dook ik lakker <strong>in</strong> bed.


Zondag 11 juli 1948.<br />

Om ±10 uur zag ik het daglicht weer met m’n half<br />

slaperige ogen.<br />

Na het opstaan, bracht ik de zondag volgens mij<br />

nuttig door met zwemmen, luieren en eten. Ja,<br />

zo kunnen we het wel uithouden. Alleen komt het<br />

jammer genoeg niet veel voor, maar als het voor<br />

komt dan zullen we het er ook goed <strong>van</strong> nemen.<br />

Maandag 11 juli 1948.<br />

De week is met frisse moed begonnen. Er zijn<br />

geen bijzonderheden voor gevallen. Dus tot kijk!<br />

D<strong>in</strong>sdag 12, woensdag 13 en donderdag 14 juli<br />

1948.<br />

Deze dagen zijn echt Indisch voort gekropen. Met<br />

vrachtjes weg brengen, eten, zwemmen en slapen<br />

heb ik deze dagen door gebracht.<br />

We zullen maar rekenen, weer 3 dagen dichter<br />

bij het “thuisvaren”. Daar zitten we toch op te<br />

wachten. Het komt wel, dus rustig afwachten.<br />

Vrijdag 15 juli 1948.<br />

Toen <strong>van</strong>daag het gewone leven <strong>van</strong> mij als<br />

ambulance man, achter de rug was, hebben we<br />

even een partij gevoetbald tegen het 1 ste peloton,<br />

dat wij na een spannende wedstrijd met 4-3<br />

gewonnen hebben. Het was zeker spannend, want<br />

vele malen scoorden we bijna een doelpunt, maar<br />

153


154<br />

dan stond de paal of de keeper <strong>in</strong> de weg. Al met<br />

al is het een leuk spelletje geweest.<br />

Ik lig nu rustig en voldaan zo goed en zo kwaad<br />

als het gaat, op <strong>mijn</strong> bed te pennen om <strong>mijn</strong><br />

logboek <strong>in</strong> te vullen. Hierna slapen en oogjes toe.


Zaterdag 16 juli 1948.<br />

Er was een behoorlijk ongeluk gebeurd. Er waren<br />

4 Ch<strong>in</strong>ezen tegen een boom geknald. Ik werd<br />

via de telefoon besteld. Dus ik er heen. Daar<br />

aan gekomen, lagen ze al verbonden klaar. Ik<br />

kon ze zo <strong>in</strong>laden en met een kalm gangetje<br />

reed ik naar het hospitaal. Er waren twee zwaar<br />

gewond met een schedelbasisfractuur plus één<br />

met een gebroken arm en been en de andere was<br />

bewusteloos met een hersenschudd<strong>in</strong>g. Ik bracht<br />

ze naar het R.K. Hospitaal, waar ik ze afleverde.<br />

Daarna maakten een paar koelies de brancards<br />

schoon, want er was veel bloed op gekomen.<br />

Onderhand werd ons een flesje limonade<br />

aangeboden. Na vriendelijk bedankt te hebben,<br />

tufte ik weer retour. Ik tankte eerst nog voor ik de<br />

wagen op stal zette.<br />

Zondag 17 juli 1948.<br />

Vandaag echt zondagsdienst. Op één rit na<br />

naar Soerabaja om een jongen op te halen, die<br />

ontslagen was uit het C.B.Z. Hospitaal. Na een<br />

voorspoedige heen en terug reis, hield ik me de<br />

rest <strong>van</strong> de dag rustig.<br />

Vanavond werd hier cabaret gegeven. De<br />

Uilenspiegels, die 100% goed waren.<br />

Voldaan kropen we deze avond <strong>in</strong> onze klamboes<br />

en droomden <strong>van</strong>……….<br />

155


156<br />

OPGEMAAKT OP 18 AUGUSTUS 1948<br />

te Soembir Parrong R.S.D.<br />

Dit is het e<strong>in</strong>de <strong>van</strong> <strong>mijn</strong> eerste logboek. Het<br />

tweede ligt al op me te wachten.<br />

In dit boek heb ik alles beknopt beschreven <strong>van</strong><br />

wat me overkomen is en wat ik heb gezien <strong>van</strong><br />

het mooie Indië. Toch hoop ik eerstdaags, als onze<br />

taak hier ten e<strong>in</strong>de is, naar huis te mogen keren<br />

en misschien krijg ik dit boek na jaren weer <strong>in</strong><br />

handen. Dan zal <strong>mijn</strong> hart toch met liefde voor het<br />

mooie Indië kloppen.<br />

Ondanks de omstandigheden als militair, ben ik<br />

toch blij dat ook ik Indië toch heb mogen zien en<br />

proberen te begrijpen.<br />

R.S.D. te Lawang<br />

<strong>Oost</strong> Java, <strong>Ned</strong>. <strong>Oost</strong> Indië


Notities<br />

Maleis<br />

Onderzoeken - Priksa<br />

Gevoelen - Merasa<br />

Lichaam - Bedan<br />

Wond - Loek<strong>in</strong>a<br />

Ernstig ziek - Sahit kras<br />

Vermengen - Tjampoer<br />

Huid - Koelit<br />

Huilen - Wangis<br />

Neus - Hiddung<br />

Nek - Lèhèr<br />

V<strong>in</strong>ger - Djari<br />

Barst - Bedan<br />

Hand en arm - Tangan<br />

Bloed - Darak<br />

Mond - Moeloet<br />

Jij - Kamoe<br />

Kunnen - Hisa<br />

Niet kunnen - Tida hisa<br />

Alles - Samoea<br />

Aanwezig - Ada<br />

Beslist - Betoel<br />

Wil je - Kamoe meruw<br />

Kalapanvengal,<br />

West Java.<br />

157


158<br />

Wagens<br />

Gepantserde G.M.C.<br />

Nr. 31926 over gedragen<br />

3½ tonner Chevrolet<br />

Nr. 58444 over gedragen 3 de<br />

eskadron<br />

Dodge ambulance wagen “De Opelette”<br />

Nr. 158020 nog <strong>in</strong> dienst


159


160


161


162


163


164


165


166<br />

Uitgezonden naar Indië op 30 oktober 1947<br />

met het schip de N. Holland, kwamen we op 28<br />

november te Batavia aan.<br />

Hieronder staat <strong>van</strong> dienst.<br />

Batavia 28 november 1947<br />

Tjilitan 28 november 1947<br />

Buitenzorg 6 december 1947<br />

Kalapanvengal 12 december 1947<br />

Buitenzorg retour 24 december 1947<br />

Tjileungsir 13 januari 1948<br />

Kalapanvengal retour 14 januari 1948<br />

Satoe 11 mei 1948<br />

Tjileungsir 20 mei 1948<br />

Via Batavia met de boot naar Soerabaja.<br />

Aankomst 6 juni 1948<br />

Lawang 6 juni 1948<br />

Soember parrong 7 juni 1948<br />

Malang 18 juli 1948<br />

Soember parrong retour 19 juli 1948<br />

Nu met het e<strong>in</strong>de <strong>van</strong> dit logboek, bev<strong>in</strong>d ik me <strong>in</strong><br />

R.S.D.<br />

Roekan Sakit Djiwa<br />

Soember Parrong.<br />

Lawang


167


168


169


170<br />

Op 31 juli 1949 verloor ik <strong>mijn</strong> armbandje, een lieve<br />

gedachte aan <strong>mijn</strong> kle<strong>in</strong>e broer. Ik vond het jammer<br />

en betreur het verlies er <strong>van</strong>. Het g<strong>in</strong>g verloren bij het<br />

weg brengen en verzorgen <strong>van</strong> twee zwaar gewonden<br />

die op een bom waren gereden.


I N M E M O R I A M .<br />

Gesneuveld. Bij de huzaren <strong>van</strong> boreel.<br />

Huzaar Leijssenaar, 3 de peloton op 21 september<br />

1948 te Pawodadé <strong>Oost</strong> Java.<br />

Hij is bij het doorzoeken <strong>van</strong> een kampong zwaar<br />

getroffen door twee kogelschoten, gevuurd bij<br />

het naar b<strong>in</strong>nen treden <strong>van</strong> een kamponghuis,<br />

waar<strong>in</strong> zich een paar bendeleden, gewapend<br />

met karabijn bevonden. Zij openden het vuur<br />

toen de huzaar naar b<strong>in</strong>nen wilde gaan. Na een<br />

gevecht <strong>van</strong> 1½ uur wist de patrouille de leden<br />

ge<strong>van</strong>gen te nemen. Daarna hebben ze het huis<br />

<strong>in</strong> brand gestoken. Daarna g<strong>in</strong>gen ze terug met de<br />

<strong>in</strong>middels overleden huzaar Leijssenaar.<br />

De begrafenis vond plaats op 22 september op<br />

het ereveld Kembang Koen<strong>in</strong>g te Soerabaja met<br />

militaire eer, veel belangstell<strong>in</strong>g en bloemstukken.<br />

<strong>in</strong> Memorandum 22-9-1948<br />

Ziekenverpleger Fr. <strong>Raman</strong><br />

2 esk<br />

NB Ik maakte deel uit <strong>van</strong> het vuur peloton bij<br />

deze begrafenis. “Mijn laatste eer”<br />

171


172<br />

5 december 1948.<br />

Mijn 21ste verjaardag <strong>in</strong> Indië.<br />

18 december 1947.<br />

Vandaag begon de actie. We landden samen met<br />

de mar<strong>in</strong>iers op Glondong en bezetten toen de<br />

volgende plaatsen: Tjombang, Babat, Toeban,<br />

Jepoe, Wawie en Madioen. Daarna keerden we<br />

naar Modjeharto, onze oude standplaats, terug.<br />

We hadden 4 gesneuvelden en 2 gewonden. Geen<br />

huzaren, maar mar<strong>in</strong>iers.<br />

28 december 1947.<br />

Een wagen <strong>van</strong> ons die een konvooi begeleidde<br />

naar de land<strong>in</strong>gsplaats Glondong <strong>van</strong> Tjejoe af op<br />

een <strong>mijn</strong> bij het oprijden <strong>van</strong> een brug. De wagen<br />

zakte door de brug en kwam zijdel<strong>in</strong>gs <strong>in</strong> de<br />

beneden stromende kali, waar hij <strong>in</strong> brand vloog.<br />

Redd<strong>in</strong>gspog<strong>in</strong>gen moesten gestaakt worden,<br />

omdat de munitie die <strong>in</strong> de wagen was, ontplofte.<br />

Twee, de huzaar 1 ste klas Vis en Wrust Rijders<br />

werden er uit gesl<strong>in</strong>gerd. De anderen vonden de<br />

dood, te weten huzaar chauffeur K. Eckeveld,<br />

huzaar 1 ste klas v.d. Ree en huzaar Callard. Later<br />

overleed ook huzaar Vis aan zijn verwond<strong>in</strong>gen<br />

(hersenbloed<strong>in</strong>g). Wrust Rijder was licht gewond<br />

aan zijn knie. De jongens zijn voorlopig begraven<br />

<strong>in</strong> Bloorza en werden later over gebracht naar het<br />

ereveld <strong>in</strong> Semarang.<br />

In Memorandum 16-1-1949


Lawang 24 mei 1949.<br />

Op 24 mei 1949 werd ik ’s morgens om 9 uur<br />

geroepen, want er was een jeep verongelukt. Hij<br />

was bij het keren op een brug langzaam achteruit<br />

de brug af gereden en <strong>in</strong> het ravijn gestort dat er<br />

achter lag. Daarbij verongelukte de 2 de luitenant<br />

Kamerwaard. Ze zaten met z’n tweeën <strong>in</strong> de auto.<br />

De andere huzaar Mol was zwaar gewond. Toen<br />

ik aankwam op de plaats des onheils, zag ik dat<br />

de luit reeds dood was. De andere daarentegen<br />

lag zwaar gewond onder de brug, half <strong>in</strong> het water<br />

en kreunde behoorlijk. Na een moeilijke tocht <strong>van</strong><br />

onder de brug naar boven, sjouwden we hem <strong>in</strong><br />

<strong>mijn</strong> reeds gereed staande ambulance, waar ik<br />

hem verbond. Met de grootste snelheid die de<br />

wagen aan kon, reed ik naar Malang waar het<br />

hospitaal was. We kwamen er net op tijd aan.<br />

Nadat ik hem had afgeleverd, g<strong>in</strong>g ik terug om het<br />

lijk <strong>van</strong> de luit op te halen. Daarna terug naar het<br />

kamp, waar grote verslagenheid heerste om de<br />

luit, die zeer gezien was bij de jongens. Ik moest<br />

het hele verhaal vele keren vertellen<br />

De volgende dag was de plechtige begrafenis met<br />

militaire eer op het Ereveld te Malang.<br />

In Memorandum Lawang<br />

<strong>Oost</strong> Java 24 mei 1949<br />

NB Ik was de afgevaardigde <strong>van</strong> ons peloton en<br />

zodoende aanwezig bij de begrafenis.<br />

173


174<br />

Fulungagoen<br />

Op 1 augustus 1949 liep een pantserwagen <strong>in</strong> een<br />

h<strong>in</strong>derlaag. Boven <strong>in</strong> een boom was een granaat<br />

gehangen en de weg was door bomen versperd.<br />

Bij het stoppen <strong>van</strong> de wagen voor de versperr<strong>in</strong>g<br />

plofte de granaat <strong>in</strong> de wagen. Meteen drie doden:<br />

huzaar Kroon, huzaar Limburg en huzaar Jansen.<br />

Plus twee zwaar gewonden: huzaar Koopmans en<br />

Wrust. Jakkes, ondanks dat hij al zwaar gewond<br />

was, reed Wrust. Gauw de wagen, ondanks zwaar<br />

vuur, weg gehaald <strong>van</strong> die plek.<br />

De begrafenis werd op 2 augustus te Madioen<br />

gehouden met militaire eer en de beide gewonden<br />

opgenomen <strong>in</strong> het Hospitaal Madioen. Allen<br />

waren weer <strong>van</strong> het toch al zo zwaar getroffen<br />

2e peloton . Met deze drie heeft het eskader 14<br />

gesneuvelden te betreuren. Een zware slag voor<br />

ons huzaren<br />

In Mem op 1 aug 1949<br />

<strong>Oost</strong> Java - Fr. <strong>Raman</strong>


Gesneuveld op 19 juni 1949:<br />

Huzaar Cools, huzaar de Ruiter en huzaar Hovius.<br />

Tevens levensgevaarlijk gewond:<br />

Wruster Post, huzaar Valstar en huzaar Verhoeven.<br />

Memorandum<br />

Op 19 juni 1949 liep de scout tre<strong>in</strong> <strong>van</strong> Bangril<br />

naar Malang op een kerkbom terwijl er tevens<br />

zware beschiet<strong>in</strong>g was. De voorste wagens werden<br />

totaal vernield, waardoor er direct al een paar<br />

doden vielen en gewonden. De beschiet<strong>in</strong>g met<br />

mitrailleurs die <strong>van</strong> beide zijden kwam, duurde<br />

<strong>in</strong> totaal een dik uur. Daarna werd de bende<br />

verdreven door de te hulp gesnelde militairen met<br />

mortier vuur.<br />

Toen wij er bij konden komen, bleek dat reeds<br />

2 jongens <strong>van</strong> ons waren gesneuveld en er één<br />

stervende was. Hij overleed iets later. Verder<br />

waren er drie zwaar gewonden en verscheidene<br />

met lichte verwond<strong>in</strong>gen.<br />

De jongens zijn over gebracht naar het Mar<strong>in</strong>e<br />

Hospitaal Soerabaja. De drie zwaar gewonden zijn<br />

later gelukkig opgeknapt en terug gestuurd naar<br />

Holland.<br />

De drie gesneuvelden zijn met militaire eer<br />

begraven op Kembang Koen<strong>in</strong>g te Soerabaja. Allen<br />

waren <strong>van</strong> het 2 de peloton <strong>van</strong> ons eskadron. Een<br />

zware slag.<br />

In Mem: op 19 juni<br />

Lawang O. Java<br />

Fr. <strong>Raman</strong><br />

175


176<br />

R.H. <strong>van</strong> Boreel<br />

Gesneuveld:<br />

1. Huz. Leijssenaar 21 september 1948<br />

2. Huz. Vis 28 december 1948<br />

3. Huz. V.d.Ree 28 december 1948<br />

4. Huz. Callards 28 december 1948<br />

5. Huz. Eckeveld 28 december 1948<br />

6. 2de Lt. Kamerwaard 24 mei 1949<br />

7. Huz. Coals 19 juni1949<br />

8. Huz. De Ruiter 19 juni 1949<br />

9. Huz. Hovius 19 juni 1949<br />

10. Wrust Ketternis 29 juli 1949<br />

11. Huz. Jacobs 29 juli 1949<br />

12. Huz. Kroon 1 augustus 1949<br />

13. Huz. Jansen 1 augustus 1949<br />

14. Huz. Limburg 1 augustus 1949


Memorandum<br />

Op 29 juli 1949 liep een pantserwagen <strong>van</strong> ons op<br />

een <strong>mijn</strong>. Door de grote luchtdruk sloeg de wagen<br />

om, waarbij de Wrust Kettemis en huzaar 1 ste klas<br />

Jacobs sneuvelden.<br />

Huz.v.Doorn, huz. Roos, huz. Heerwaarden en<br />

huz. 1 ste luitenant Vunder<strong>in</strong>k waren gewond.<br />

Deze laatsten werden over gebracht naar het<br />

hospitaal Kediri en de twee gesneuvelden naar<br />

Tulungoejoeng, waar ze dezelfde avond werden<br />

afgelegd en gekist. Morgen worden ze begraven<br />

op het kle<strong>in</strong>e ereveld te Tulungoejoeng met<br />

militaire eer op 30 juli.<br />

NB Ik kon ze persoonlijk goed en <strong>mijn</strong> enigste<br />

daad was hun te verzorgen, wassen en te kisten.<br />

Rust zacht.<br />

In Memoriam<br />

Tulungoejoeng<br />

29 juli 1949<br />

Fr. <strong>Raman</strong><br />

Ik droeg als afgevaardigde <strong>van</strong> ons Eskadron de<br />

krans naar hun laatste rustplaats.<br />

177


178<br />

Plaatsen bezocht of gezien.<br />

Algiers Franse Kolonie<br />

Port Said Doorhaven Egypte Engeland<br />

Suez Kanaal Door gevaren<br />

Suez Haven<br />

Aden Haven Brits bezit<br />

Bezocht:<br />

Sabang Eiland <strong>van</strong> <strong>Ned</strong>. Indië<br />

Batavia Hoofdstad Java<br />

Tj. Priok Haven Java<br />

Tjilitan Kamp militairen<br />

Buitenzorg Kazerne<br />

Kalapanvengal Buitenpost<br />

Tjileungsie Buitenpost<br />

Soerabaja Hoofdstad Java <strong>Oost</strong><br />

Lawang Buitenstad<br />

Malang Stad<br />

S.Porrong Ons nieuwe mil. Kamp<br />

Pasoeroon Kampement 1-2 R.H.v.B.<br />

Polwasarie + Kampement 1-12 R.I.<br />

Soeké Hadjé


179


Daar gaat ie dan:<br />

180<br />

Korte Inleid<strong>in</strong>g<br />

Nog even korte flitsen uit 1948.<br />

Op 19 december 1948 begon<br />

voor ons als de actie, dus ons<br />

doel: het bezetten <strong>van</strong> de<br />

Republiek.<br />

Ook ons eskadron werd<br />

daarvoor aangewezen.<br />

Wij moesten ons daarom<br />

verzamelen te Soerabaja,<br />

waar we werden <strong>in</strong>gedeeld als<br />

verkenn<strong>in</strong>gseenheid <strong>van</strong> de<br />

Mar<strong>in</strong>iers Brigade. Te samen<br />

met hen landden we op 19<br />

december 1949 te Glandong op<br />

Midden Java, alwaar we op rode<br />

trucs via Tjejoe naar Madioen<br />

reden. Na veel moeilijkheden<br />

bereikten we <strong>in</strong>derdaad Tjejoe en later Madioen.<br />

Ik zal nu beg<strong>in</strong>nen her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen te geven over<br />

de tijd die ik <strong>in</strong> de Republiek vertoefd heb plus<br />

belevenissen en andere goede en slechte d<strong>in</strong>gen,<br />

die ik en nog vele anderen mee gemaakt hebben.<br />

Als laatste <strong>van</strong> het oude jaar zal ik voor ik de<br />

land<strong>in</strong>g beschrijf, even vooruit lopen en vertellen<br />

over ons en <strong>mijn</strong> kerstfeest tijdens de actie. Hoe<br />

we dit feest vierden <strong>in</strong> het Tjepoe, dat we bezet<br />

of bevrijd hadden. Hier beg<strong>in</strong> ik dan maar en ik<br />

zal na de Kerst <strong>mijn</strong> <strong>in</strong>drukken <strong>van</strong> onze gevoerde<br />

actie zo goed mogelijk proberen neer te schrijven.


181


182<br />

Tijdens het kerstfeest zaten we midden <strong>in</strong> het<br />

oorlogsgeweld. Van het feest “Vrede op Aarde”<br />

merkten wij niets.<br />

We zaten <strong>in</strong> de oliestad Tjejoe <strong>van</strong> de BPM en het<br />

was er erg smerig en vuil.<br />

Toen ik terug kwam <strong>van</strong> een gewondenrit naar het<br />

hospitaal, was de eerste post aangehouden.<br />

We kregen ieder een Niw<strong>in</strong> pakket met een<br />

mooie <strong>in</strong>houd. Dat bracht dan ook een beetje<br />

de kerststemm<strong>in</strong>g er <strong>in</strong>. Later kwam de dom<strong>in</strong>ee<br />

ons de kerstgroet brengen.<br />

Zodoende ware we even <strong>in</strong><br />

Holland met de besneeuwde<br />

straten, versierde etalages en<br />

kerstbomen. Onze gedachten<br />

waren daar, waar we gaarne<br />

met kerst waren geweest,<br />

namelijk THUIS!


‘s Avonds had ik weer een gewondentransport en<br />

na hem afgeleverd te hebben bij het hospitaal,<br />

dook ik na terugkomst <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> wagen en overdacht<br />

de Kerstdagen en dat dit feest <strong>in</strong> het buitenland<br />

voor ons allen, ondanks alles, een diepe<br />

her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g zou blijven.<br />

183


184<br />

Na <strong>in</strong> Soerabaia te zijn aangekomen, hoorden we<br />

dat wij met de mar<strong>in</strong>iers samen zouden landen en<br />

wel midden <strong>in</strong> de Rabubhel. Waar dat was, was<br />

nog volkomen duister voor ons.<br />

We kwamen dan met de hele colonne <strong>in</strong> Soerabaia<br />

aan om “ 7 uur. We waren door de rit die we<br />

achter ons hadden moe, dorstig enz. Dus de ijsco<br />

toekans hadden een goede dag aan ons.<br />

We werden zo lang op een groot parkeerterre<strong>in</strong><br />

gepoot en daar was het wachten op nadere orders.<br />

Om 2 uur kregen we die. We moesten <strong>in</strong>stappen<br />

en we werden voor de rest <strong>van</strong> de dag onder<br />

gebracht <strong>in</strong> een vroegere kazerne.<br />

De mar<strong>in</strong>iers hadden eten klaar staan, dus eerst<br />

eten.<br />

Daarna kitbags <strong>in</strong>leveren plus d<strong>in</strong>gen die niet<br />

direct nodig zijn. Daar kwamen wagens voor.<br />

Er werden lijsten bekend gemaakt wie mee<br />

zou doen aan de op komst zijnde actie. Ook<br />

ik was er bij met <strong>mijn</strong> ambulancewagen. Ik<br />

werd <strong>in</strong>gedeeld bij de commandogroep met<br />

nog een verpleegster er bij.<br />

Er werd voor ons tweeën voedsel en water<br />

<strong>in</strong>geladen. Ook voor de eventuele gewonden.


Ik kreeg een pot verf <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> handen gedrukt,<br />

want de rode kleuren moesten <strong>van</strong> de wagen<br />

verdwijnen, met het oog op beschiet<strong>in</strong>gen. Dus<br />

<strong>in</strong> de grote drukte verven. Tevens werd <strong>mijn</strong><br />

<strong>in</strong>schep<strong>in</strong>gnummer op de wagen geschilderd. Mijn<br />

nummer was 134/11. Dus de 143ste auto <strong>van</strong> de<br />

hele groep.Tegen 6 uur waren we klaar.<br />

Nu kwam de grote vraag:<br />

wassen? bida oda?<br />

Goeie raad was duur.<br />

Er was maar één<br />

mogelijkheid om te<br />

wassen: bij de burgers.<br />

Dus welgemoed<br />

sjouwden we <strong>in</strong> onze<br />

shortbroekjes over<br />

straat, handdoeken <strong>in</strong> de<br />

ene en zeep enz. <strong>in</strong> de andere hand.<br />

Bij de burgers werden we hartelijk ont<strong>van</strong>gen. Die<br />

hadden ook wel <strong>in</strong> de gaten dat het menens werd.<br />

Zodoende waren ze ook heel behulpzaam. Ze<br />

stonden hun eigen badkamers af, zodat wij onze<br />

vieze lichamen konden re<strong>in</strong>igen. De temperatuur is<br />

op Surabaia erg hoog en daarnaast al het stof en<br />

zweten. We zagen er dan ook alles behalve schoon<br />

uit, maar water en zeep doet veel.<br />

Nadat we ons heerlijk hebben opgefrist,<br />

stapten we Schoon en helder en met onze<br />

vriendelijke dank aan de burgers weer weg.<br />

We zouden gaan proberen om te slagen.<br />

Daar is praktisch niets <strong>van</strong> gekomen en<br />

vooral voor mij niet. Midden <strong>in</strong> de nacht<br />

185


186<br />

had ik nog een jongen met de hoge temperatuur<br />

<strong>van</strong> 40º. Ik voerde hem meteen af naar het<br />

hospitaal <strong>in</strong> Soerabaia, waar hij werd opgenomen.<br />

Terug gekomen <strong>in</strong> ons bivak was het slapen er<br />

ook weer niet bij, want de muskieten hielden ons<br />

geregeld uit de slaap. Ten e<strong>in</strong>de raad stapten we<br />

dan maar op met een ploegje en liepen door de<br />

stil verlaten straten <strong>van</strong> de stad Soerabaia.<br />

Ook de komende gebeurtenissen deden hun<br />

<strong>in</strong>vloed gelden. We waren stuk voor stuk blij dat<br />

het tijd werd om ons klaar te gaan maken voor<br />

onze <strong>in</strong>schep<strong>in</strong>g naar Tj.jeral, waar de L.S.T.land<strong>in</strong>gs<br />

al op ons lagen te wachten. Volgende<br />

keer hier over meer.<br />

De Inschep<strong>in</strong>g Zelf<br />

Dit verliep heel vlot. Ik werd met wagen en al<br />

op het dek gezet. We stonden daar precies op<br />

onze plaatsen, die ons officieel door degenen<br />

die er over g<strong>in</strong>gen, werden aangewezen. Ik<br />

stond met <strong>mijn</strong> ambulance broederlijk naast de<br />

reparatiewagen <strong>van</strong> ons eskadron G.M.S. <strong>van</strong> de


mar<strong>in</strong>iers en we stonden bumper aan bumper op<br />

elkaar.<br />

Toen het bovendek vol was, begonnen<br />

we met het onderdek, of liever gezegd<br />

de ruimen. Al vlug merkte ik dat<br />

we heel wat aan boord hadden. Als<br />

laatste kwamen er 2 Shermans tanks<br />

aan boord, die de 2 laatste waren<br />

<strong>van</strong> de ± 120 wagens. Jeeps, trucs,<br />

pantserwagens enz. Die we aan boord<br />

<strong>van</strong> onze L.S.T. hadden. Toen we de<br />

No 9 hadden vol geladen, bleven we<br />

nog met open deuren wachten. Pas<br />

tegen de avond kwam de <strong>in</strong>fanterie<br />

<strong>van</strong> ons en de mar<strong>in</strong>iers aan boord.<br />

Daarna g<strong>in</strong>gen de deuren dicht en<br />

langzaam maar zeker stoomden<br />

we de haven <strong>van</strong> Soerabaia uit, het<br />

onbekende tegemoet. Niemand wist<br />

onze bestemm<strong>in</strong>g. Waar zouden we<br />

weer aan land gaan. Een vraag die voor<br />

ons voorlopig nog onbeantwoord bleef.<br />

Op de Boot Zelf<br />

Hier is we<strong>in</strong>ig over te vertellen, daar we er maar<br />

een paar dagen op vertoefd hebben.<br />

Ons eten was wat de pot schaft. Dit was<br />

aardappelen, snijbonen en veel worst uit blik.<br />

Verder kaakjes met boter en kaas en pap toe. Fijne<br />

engelse thee met suiker en melk.<br />

De vervel<strong>in</strong>g liet zich al vlug gelden. Ons was<br />

aangeraden om zo veel mogelijk te rusten en te<br />

187


188<br />

slapen, aangezien er nu nog gelegenheid voor<br />

was. We namen, ik ook, die raas aan en maakten<br />

ook fl<strong>in</strong>k <strong>van</strong> de gelegenheid gebruik. Verder was<br />

het zonnebaden en af en toe een jongen helpen<br />

met het één of ander. De laatste brieven werden<br />

nog even geschreven en dan opeens naderden we<br />

een kust, waar we op fl<strong>in</strong>ke afstand <strong>van</strong> g<strong>in</strong>gen<br />

rond cirkelen. We snapten er de ballen <strong>van</strong>.<br />

De radio bracht ophelder<strong>in</strong>g. De reger<strong>in</strong>g had<br />

een ultimatum gesteld aan de Republiek. Als<br />

bedreig<strong>in</strong>g g<strong>in</strong>gen we heen en terug varen langs<br />

de vijandelijke kust onder bescherm<strong>in</strong>g <strong>van</strong> 3<br />

oorlogsboten.<br />

De luidspreker vertelde dat de militaire actie<br />

nog 3 uur was uitgesteld. Die mededel<strong>in</strong>g bracht<br />

de gemoederen <strong>van</strong> de opvarenden wel wat<br />

<strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. Dus nog 24 uren rond dolen op<br />

zee. Maar ook daar kwam een e<strong>in</strong>de aan. De<br />

luidspreker vertelde ook aan de vooravond <strong>van</strong><br />

de land<strong>in</strong>g dat die dag morgen zou wezen, welke<br />

mededel<strong>in</strong>g met een luid gejuich werd begroet.<br />

Dus nu de laatste voorbereid<strong>in</strong>g treffen. Wagens<br />

nakijken enz.<br />

Een aalmoezenier hield voor alle opvarenden een<br />

korte kerkdienst op het voordek. De zegen werd<br />

afgesmeekt op de vooruit zijnde actie.<br />

Wat zal die ons brengen. We zullen maar vol<br />

vertrouwen wezen en goede moed.


Zo juist om 2 uur ’s nachts is de voorland<strong>in</strong>gsploeg<br />

aan de vijandelijke kust aan wal gegaan. We<br />

hoorden even schieten en daarna niets. De<br />

spann<strong>in</strong>g is groot en <strong>van</strong> slapen komt niet veel. De<br />

meesten zijn aan ‘t hijsen <strong>in</strong> groepjes en er wordt<br />

fluisterend gesproken.<br />

In het ruim z<strong>in</strong>gt een militair met<br />

gitaarbegeleid<strong>in</strong>g een paar dromerige liedjes en<br />

een paar andere militairen neuriën zacht mee.<br />

Nog een paar uur en ook wij zullen landen. Het is<br />

dus <strong>in</strong> spann<strong>in</strong>g wachten, wachten en nog eens<br />

wachten.<br />

189


190<br />

Daar kl<strong>in</strong>kt door de luidspreker: “Klaar maken<br />

voor de land<strong>in</strong>g”!<br />

Nu is het dan zo ver. We kijken nog even alles na<br />

en dan neem ik plaats achter het stuur <strong>van</strong> <strong>mijn</strong><br />

wagen. Inmiddels is de boot al strand waards<br />

gevaren. Een schok is het teken dat we vast<br />

liggen. Daar gaat de klep omlaag. Zo vlug is de<br />

klep er niet op of daar brommen de zware tanks<br />

het ruim uit. Het is een hoop geweld en gedreun<br />

<strong>van</strong> jewelste. Stuk voor stuk rijden de auto’s<br />

nadat de afrit naar omlaag is afgesloten, het dek<br />

af.<br />

De wagen die voor mij staat, zet zich <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g<br />

en ik volg zijn voorbeeld. Ik rij over het dek naar<br />

de uitgang en al gauw raken de wielen <strong>van</strong> <strong>mijn</strong><br />

wagen vijandelijke grond. Ondanks het schieten <strong>in</strong><br />

de verte verloopt de land<strong>in</strong>g vlot. We kunnen ons<br />

opstellen op de grote hoofdweg, die langs de kust<br />

loopt. Daar wachten we totdat alles <strong>van</strong> het schip<br />

is. Langzaam aan zetten<br />

we ons <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g naar<br />

Tjambang. De eerste<br />

grote kampong die we<br />

moeten bezetten. De<br />

actie is dus nu begonnen.<br />

Behalve een jaar<br />

gewonden heeft het geen<br />

slachtoffers meer geëist.<br />

Maar nu wat nog voor<br />

ons ligt. Ik denk nu aan<br />

<strong>mijn</strong> motto: Alles zal reg<br />

kom. Dit geeft me <strong>mijn</strong><br />

vertrouwen weer terug


en het geeft me moed om al de moeilijkheden die<br />

nog komen, moedig te doorstaan. Ik weet, ik ben<br />

<strong>in</strong> God’s hand. Niets kan mij deren buiten Zijn wil.<br />

Met die gedachte rijd ik verder het vijandelijke<br />

land <strong>in</strong>.<br />

Naar Tjanbang<br />

De weg is er slecht. Daar het asfalt verdwenen is,<br />

komt de kalkhoudende grond naar boven en dat<br />

veroorzaakt fl<strong>in</strong>k wat stof. Af en toe is het zo erg,<br />

dat ik niet eens de wagen die voor me rijdt kan<br />

ontdekken.<br />

We rijden met volle lichten op. Het is midden<br />

op de dag dat we een bos naderen.<br />

Achter het bos doemt een kampong op.<br />

We stoppen. De eerste huizen worden<br />

onderzocht. De jongens spr<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de<br />

wagens en de speurtocht beg<strong>in</strong>t. Al heel<br />

gauw blijkt dat er geen levende ziel te<br />

bekennen is. Ja toch! Uit verschillende<br />

schuitlhoeken <strong>in</strong> het bos komt schuchter<br />

en met angstige blikken, de bevolk<strong>in</strong>g<br />

toe lopen. Het zijn alleen vrouwen en<br />

k<strong>in</strong>deren. Mannen zijn niet te v<strong>in</strong>den.<br />

Al gauw blijkt dat <strong>in</strong> die kampong een<br />

militaire post heeft gelegen, die met het<br />

naderen <strong>van</strong> de blanka’s ‘m is gesmeerd.<br />

Na veel gepraat en na de hele kampong<br />

overhoop gehaald te hebben <strong>van</strong>wege<br />

wapens, munitie enz. wordt de tocht<br />

weer voort gezet. Langzaam komt de<br />

colonne op het bevel “Voorwaarts”<br />

weer <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. Op naar Tjombang.<br />

Na verschillende voorvallen als deze en korte<br />

191


192<br />

beschiet<strong>in</strong>gen, die niet <strong>van</strong> veel betekenis waren,<br />

hebben de voorste wagens Tjombang bereikt.<br />

Er wordt hevig geschoten en af en toe horen<br />

we doffe knallen. Mortieren? Er worden onder<br />

bescherm<strong>in</strong>g <strong>van</strong> onze pantserwagens nog meer<br />

troepen naar voren gebracht. Na een keurig maar<br />

kort gevecht rukken we Tjombang b<strong>in</strong>nen.<br />

Daar verschijnt voor onze ogen een afschuwelijk<br />

beeld <strong>van</strong> 4 mensen die opgehangen zijn aan<br />

een boom. Ze zijn vreselijk toegetakeld. Het is<br />

verschrikkelijk om aan te zien. We snijden de<br />

touwen door en na onderzoek bleek dat het 4<br />

mensen waren die met ons sympathiseerden.<br />

Ofschoon het geen blanken zijn, gaat er toch<br />

een rill<strong>in</strong>g door ons allemaal heen. In ons hart<br />

verafschuwen we zulke methodes.<br />

Toen we later verder trokken, kwamen we nog<br />

meer <strong>van</strong> dit soort taferelen tegen. We werden er<br />

m<strong>in</strong> of meer onverschillig onder, maar de eerste<br />

liet een diepe <strong>in</strong>druk op ons achter.<br />

Het stadje was dus bezet en met we<strong>in</strong>ig verliezen<br />

aan onze kant (5 gewonden, geen gesneuvelden)<br />

was dit ons eerste succes <strong>van</strong> betekenis.<br />

Er werd ons een plaats aangewezen, de wagens<br />

werden langs de weg geparkeerd, bewak<strong>in</strong>g<br />

werd uitgezet, putten werden gegraven, er werd<br />

gegeten en de nacht stond voor de deur.<br />

Na me verfrist te hebben, liep ik nog even het<br />

kamp door. Bij een paar mar<strong>in</strong>iers aangekomen,<br />

werd ik uitgenodigd om even bij het door hen<br />

aangelegde kampvuur te komen zitten. Ik gaf aan<br />

hun uitnodig<strong>in</strong>g gehoor en al heel gauw werd me


een mok thee <strong>in</strong> de handen gedrukt. Tevens werd<br />

ik uitgenodigd voor het eten. Wat was namelijk<br />

het geval? Ze hadden 3 kippen geramkraakt,<br />

die ze nu bezig waren te koken. Aangezien ik nu<br />

eenmaal geen kippenboutje afsla, nam ik heel<br />

gaarne het mij toegewezen deel <strong>in</strong> ont<strong>van</strong>gst.<br />

En al heel vlug zaten we te genieten <strong>van</strong> onze<br />

gestolen kippetjes, die op ons menu <strong>van</strong> voedsel<br />

uit blik, een zeer welkome afwissel<strong>in</strong>g waren. Na<br />

ook de bouillon soldaat te hebben gemaakt, dook<br />

ik de wagen <strong>in</strong> om te gaan slapen.<br />

De eerste nacht <strong>in</strong> het land was aangebroken.<br />

Behoudens wat schieten <strong>in</strong> de verte, was het erg<br />

rustig. De hogere macht strekte haar vleugels<br />

over onze vermoeide lichamen uit.<br />

Wel te rusten en tot morgen.<br />

Wat zal morgen brengen?<br />

193


194


195


196


197


198


199


200


201


202


203


204


205

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!