Memoranda van mijn diensttijd in Ned. Oost Indie ... - Ouwe Raman
Memoranda van mijn diensttijd in Ned. Oost Indie ... - Ouwe Raman
Memoranda van mijn diensttijd in Ned. Oost Indie ... - Ouwe Raman
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hiermee sluiten we de P.V is.<br />
Leiders diploma is behaald en<br />
we gebruiken het boek verder<br />
voor <strong>mijn</strong> leven als militair<br />
<strong>in</strong> Indië en wel op Java en<br />
Sumatra.<br />
Om een logboek te<br />
pennen over <strong>mijn</strong><br />
Militaire leven<br />
3
6<br />
INLEIDING<br />
In dienst getreden op 23 maart 1947 <strong>in</strong> de<br />
Bernhard kazerne <strong>in</strong> Amersfoort.<br />
Daarna op 20 augustus 1947 overgeplant naar de<br />
Adolf kazerne, kamer A2.<br />
Na 17 dagen <strong>in</strong>schep<strong>in</strong>gsverlof te hebben genoten,<br />
maakten we ons klaar voor vertrek. Tropenkled<strong>in</strong>g<br />
werd uitgereikt, wapens en veel theorie over<br />
Indië moesten we slikken. Ook werden er elke<br />
week prikken uitgedeeld, waar<strong>van</strong> je soms dagen<br />
beroerd was.<br />
Overigens g<strong>in</strong>g het best. Ik was veel thuis. Toen<br />
werd de datum bekend gemaakt. We zouden<br />
vertrekken op 30 oktober 1947 <strong>van</strong>uit Amsterdam<br />
met de Nieuw Holland.
We vertrokken uit de Adolf kazerne om 10<br />
uur, kwamen aan <strong>in</strong> de Bokkendu<strong>in</strong>en waar<br />
we <strong>in</strong>structies kregen omtrent onze taak als<br />
S(cheeps) P(olitie). Om 11 uur vertrokken we via<br />
de Bernhard kazerne naar Amsterdam. De kade<br />
kwam <strong>in</strong> zicht.<br />
Eerst eten, even sjouwen en om 2 uur werden we<br />
<strong>in</strong>gescheept.<br />
We kregen een hangmat plus 2 dekens.<br />
7
8<br />
28 oktober 1947.<br />
De eerste dag aan boord <strong>van</strong> ons schuitje is<br />
100% mee gevallen. Het is een goede schuit en<br />
gezellig. Wij moesten al 2 dagen eerder aan boord<br />
omdat we scheepspolitie zijn. Nu lopen we zwaar<br />
bewapend met een witte band waarop S.P. om ons<br />
arm, zwaar boos kijkend het schip op en neer en<br />
zien uit naar misdadigers.<br />
Overmorgen de 30 ste oktober komen de jongens<br />
aan boord, waardoor er wat meer leven <strong>in</strong> de<br />
brouwerij zal komen. Er komen ± 1850 man<br />
troepen aan boord, waar<strong>van</strong> ± 1150 huzaren.<br />
Verder zijn er nog 150 Ch<strong>in</strong>ezen plus de<br />
onderofficieren <strong>van</strong> het schip, de matrozen enz.<br />
Het schip is mooi <strong>in</strong>gericht met Indische spullen.<br />
Alles is gemakkelijk te v<strong>in</strong>den. Het schip<br />
vaart nu voor de K.P.M. en het is het beste<br />
troepentransportschip <strong>van</strong> <strong>Ned</strong>erland. Het heeft<br />
een behoorlijke laadruimte, 2 ruime dekken en<br />
speelzalen.<br />
Aan vlees zal ons niets te kort worden gedaan,<br />
want op dit ogenblik hebben we al 40 ton bevroren<br />
vlees aan boord.<br />
Omdat maar alle S.P.-ers met zo we<strong>in</strong>ig waren (50<br />
man), mochten we <strong>in</strong> de officiersmess eten, waar<br />
we bediend werden door onze gele broeders.<br />
Nu, dit is voor de eerste dag genoeg! Ik schei uit<br />
en kruip lekker <strong>in</strong> m’n hangmat. Pit ze, zullen we<br />
maar zeggen en tot de volgende keer.
29 oktober 1947.<br />
Vandaag hebben we gehoord wat er <strong>van</strong> ons als<br />
S.P.-ers verwacht wordt.<br />
We hebben het hele schip bekeken, weer <strong>in</strong> de<br />
officiersmess gegeten.<br />
Tot de volgende dag!<br />
30 oktober 1947.<br />
Om half 9 lopen we als S.P.-er door de loodsen<br />
en we ont<strong>van</strong>gen daar gratis <strong>van</strong> de Cadi 1 reep<br />
chocolade en 20 Cadi sigaretten plus 10 Chief<br />
Whip. Dat was dus oké.<br />
Na de lijst <strong>van</strong> “present” getekend te hebben,<br />
gaan we weer aan boord, waar we worden<br />
<strong>in</strong>gedeeld. Om 10 uur komt de eerste ploeg<br />
b<strong>in</strong>nen. De <strong>in</strong>schep<strong>in</strong>g verloopt vlot. Om 3 uur is<br />
alles b<strong>in</strong>nen.<br />
9
10<br />
Om precies 5 uur vertrok de boot en als het<br />
Wilhelmus speelt, worden we door de sleepboten<br />
weg gesleept naar IJmuiden. Waar we een half uur<br />
<strong>in</strong> de sluizen liggen en we dan weg stomen naar<br />
Indië.<br />
Prettig was nog even het gezicht <strong>van</strong> Henneke<br />
ter zien en na nog wat moeilijkheden met haar<br />
te praten. Ja, dat was handig om met een bootje<br />
langszij te komen.<br />
Ook op het Stenenhoofd kon ik haar nog ontdekken<br />
en ma Bergen ook. Het uitzicht werd wel<br />
belemmerd door de rook <strong>van</strong> een kustvaarder,<br />
maar toch kon ik haar duidelijk onderscheiden met<br />
haar rode hoofddoek.<br />
Vlak voor de Hembrug sloepenrol. Dat verliep<br />
vlug.<br />
Daarna eten en om 8 uur werden we als S.P. afgelost<br />
door het 3de Eskader. Vervolgens na <strong>Ned</strong>erland<br />
te hebben zien weg z<strong>in</strong>ken <strong>in</strong> het maanlicht<br />
vlug de hangmat pakken en pitten tot de volgende<br />
dag.<br />
Wat komt er?
Niets bijzonders. Zoals iedere keer vervelen en<br />
luieren en fl. 30.- ont<strong>van</strong>gen als scheepsgeld. Tot<br />
morgen maar weer.<br />
1 november 1947<br />
Niets bijzonders <strong>van</strong>daag en nog steeds niet zeeziek<br />
geweest. Hoera!<br />
2 november 1947<br />
Weer wacht gehad. Was prima en stil.<br />
Veel jongens zijn zeeziek. Het is een rot gezicht,<br />
vooral als je het zelf niet bent, de jongens maar<br />
voor oud vuil op de dekken te zien liggen en maar<br />
overgeven. Bah! Ik hoop maar dat het gauw voorbij<br />
is.<br />
We zitten nu bij Spanje. Morgen passeren we Gibraltar<br />
en krijgen dan rustig water.<br />
Verder nog even naar huis gepend en daarna maar<br />
weer slapen en vervelen.<br />
11
12<br />
3 november 1947<br />
Vandaag was alles beter en we hebben veel<br />
gezien.<br />
Eerst zagen we water en nog eens water.<br />
Bru<strong>in</strong>vissen die dartelend achter en voor het schip<br />
zwommen en doken. Een leuk gezicht.<br />
Daarna zagen we Kaap F<strong>in</strong>esteren. Heel mooi met<br />
die rotsen die boven water uitsteken.<br />
Verder hadden we op dek nog een<br />
cabaretvoorstell<strong>in</strong>g. Na afloop voeren we Gibraltar<br />
<strong>in</strong> donker b<strong>in</strong>nen om ± 10.30 uur. Het was een<br />
fantastisch gezicht. De vissersboten voeren luid<br />
schreeuwend vlak langs ons schip.<br />
Verder passeerden we ’s nachts nog Tunis en<br />
Tanger, mooi verlicht. Een prachtig gezicht.<br />
Nu maar vlug slapen en morgen zullen we<br />
denkelijk wel wat meer zien <strong>van</strong> de kust. Het is<br />
mooi weer en nu <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> hangmat denk ik aan<br />
Holland, dat nu zo ver is.
EEN BABOE<br />
of KINDER<br />
MEID<br />
13
18<br />
4 november 1947.<br />
Het is onze beurt weer voor de S.P.-wacht. Toen<br />
ik <strong>van</strong>nacht <strong>van</strong> de wacht kwam, heb ik lekker<br />
gebaad <strong>in</strong> een badkuip met zeewater. Wel wat<br />
koud, maar ik g<strong>in</strong>g er als neger <strong>in</strong> en kwam er als<br />
volslagen blanke weer uit. Dat was echt fijn.<br />
Morgen doen we Algiers aan en gaan daar even<br />
een dagje debatteren.<br />
Na gezellig gebabbeld te hebben en de wacht,<br />
kroop ik om ± 4.30 uur <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> kooi.<br />
We wachten maar af tot morgen.
ALGIERS<br />
In aller vroegte werd ik wakker gepord.<br />
Toen ik op dek kwam, zag ik <strong>in</strong> de verte, nog<br />
half beneveld, de kust <strong>van</strong> Algiers opkomen. Een<br />
prachtig gezicht! De bergen roodachtig door de<br />
opkomende zon en het heldere blauwe water <strong>van</strong><br />
de kom of haven <strong>van</strong> de stad, die zo schu<strong>in</strong> tegen<br />
de bergen is opgebouwd.<br />
Er werd veel gehandeld door negers. Vooral<br />
19
20<br />
op repen en<br />
sigaretten waren<br />
ze tuk. Ze gaven<br />
<strong>in</strong> ruil onbenullige,<br />
maar ook goede<br />
d<strong>in</strong>gen. Vooral<br />
oranje appelen<br />
(s<strong>in</strong>asappels),<br />
waar<strong>van</strong> er aan<br />
boord duizenden<br />
<strong>in</strong> grote manden<br />
werden op<br />
gehesen.<br />
Wat bedelarij<br />
betreft, staat de<br />
stad op een zeer<br />
hoog peil, vooral<br />
door jongens <strong>van</strong><br />
7 tot 30 jaar, <strong>in</strong><br />
lompen gekleed.<br />
Ze ruilen vooral <strong>in</strong> champagne, wijnen en foto’s<br />
<strong>van</strong> de omtrek.<br />
De politiemannen zijn niet k<strong>in</strong>derachtig, want af<br />
en toe joegen ze de menigte uiteen, waarbij ze<br />
met een stok hout op hun ribbenkast sloegen.<br />
Ook gooiden ze ze nog met stenen na. De negers<br />
lachten er om, maar waren wel bang en ondanks<br />
dat ontzettend brutaal. Ze probeerden barrevoets<br />
door medelijden zo veel mogelijk los te krijgen.<br />
Na water, olie en s<strong>in</strong>asappels te hebben<br />
geladen, werden we door een sleepboot om ±<br />
6 uur (donker) de haven uit gesleept. Het was<br />
fantastisch al die lichten en lichtreclames <strong>in</strong> dat<br />
aarde donker langzaam te zien verdwijnen.
Algiers is volgens mij mooi en voor toeristen lijkt<br />
het me een ideale plaats. Het is wel een drukke<br />
havenstad, vooral wat de Franse schepen betreft.<br />
5 november ’s avonds laat<br />
We varen weer <strong>in</strong> volle zee en zien behoudens<br />
enkele vuurtorens en verlichte schepen niets<br />
anders dan onze trouwe kameraad: het water. Het<br />
water dat ons mee neemt naar verre landen, waar<br />
we heen gezonden worden om onze plicht te doen<br />
en anderen te helpen. De stemm<strong>in</strong>g is nog steeds<br />
100% en alles is wel aan boord.<br />
De hangmat hangt klaar en wacht trouw op mij. Ik<br />
heb weer heel wat <strong>van</strong> de wereld gezien, maar tot<br />
nu toe is het landje aan de Zuiderzee het mooist<br />
en liefste <strong>van</strong> ons zo onverschillige soldaten en<br />
huzaren.<br />
6 november 1947.<br />
Weer een dag verstreken en weer land gezien. Wel<br />
zo’n beetje de hele dag de Noord Afrikaanse kust<br />
met een paar eilanden, een groep bijeen de Golita<br />
eilanden. Mooi gezicht die eilanden zo uit het<br />
water te zien verrijzen met er om heen het blauwe<br />
water <strong>van</strong> de Middellandse Zee en er boven de<br />
21
22<br />
grote stralende zon.<br />
Verder is er lichaam<strong>in</strong>spectie geweest door de<br />
dokter. Onze voeten werden ook geïnspecteerd. Er<br />
werd eveneens gekeken of je re<strong>in</strong> op je lichaam<br />
was.<br />
Verder geen nieuws. Maar weer slapen, wakker<br />
worden en de nieuwe dag is er weer. Wat brengt<br />
hij?<br />
7 november<br />
1947.<br />
Niets bijzonders.<br />
Enkel water, eten, slapen en luieren.<br />
8 november 1947.<br />
Weer wachtdienst als S.P. Deze is vlot verlopen<br />
en gezellig. Erge de<strong>in</strong><strong>in</strong>g en vele jongens hebben<br />
de vissen weer gevoerd. Gelukkig ben ik <strong>van</strong><br />
zeezicht vrij gebleven en ben ’s avonds naar de<br />
film geweest <strong>in</strong> de speelzaal. Toen ik <strong>in</strong> het ruim<br />
kwam, was eerst m’n hele hangmat zoek met<br />
kussen en deken. Na veel zoeken alles, op deken<br />
na, terug gevonden.De deken heb ik nog steeds<br />
niet, maar gewoon een andere gestolen.
Verder had ik nog een ongelukje <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> postdoos.<br />
Hele <strong>in</strong>ktpotje stuk. Alles onder de <strong>in</strong>kt: logboek,<br />
schrijfpapier enz. Eén vieze boel was het. Het kost<br />
me moeite te denken aan P.V. glimlacht en fluit<br />
onder alle moeilijkheden, maar het is gebeurd en<br />
nu maar weer wachten op wat anders. Tot zondag!<br />
Zondag 9 november 1947.<br />
De dag begon <strong>van</strong>daag goed. Heb om 8 uur de<br />
samenkomst <strong>van</strong> onze veldprediker bezocht <strong>in</strong> de<br />
Muziekhal <strong>van</strong> ons schip. Het was erg vol, maar<br />
het verliep toch goed.<br />
Het was even fris midden op zee met niets anders<br />
als water om je heen. Dan te horen dat je niet<br />
alleen bent, maar dat er één is die over je waakt<br />
dag en nacht.<br />
Verder verliep de dag als alle andere dagen, alleen<br />
’s avonds was er z<strong>in</strong>gen op het promenadedek,<br />
waar het erg gezellig was en we uit volle borst<br />
mee zongen.<br />
Morgen Port Said, waar we wel wat beleven.. want<br />
we hebben speciale opdrachten gekregen. Morgen<br />
meer daar over.<br />
Tot morgen <strong>in</strong> Port Said.<br />
23
24<br />
10 november 1947.<br />
SUEZ<br />
’s Morgens om 3 uur werden we gewekt (S.P.) om<br />
de wacht te betreden op het hele schip, want Port<br />
Said was <strong>in</strong> zicht. Een smerige stad met een grote<br />
haven, waar allerlei soorten schepen <strong>in</strong> lagen uit<br />
verschillende landen.<br />
Langzaam voeren we de mond<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het<br />
Suezkanaal b<strong>in</strong>nen. Al heel vlug kwamen de<br />
politie en de loods aan boord plus de Arabieren<br />
<strong>van</strong> de Kanaalmaatschappij.<br />
Na Port Said te zijn door gevaren, kwamen we<br />
e<strong>in</strong>delijk <strong>in</strong> het kanaal. Eerst zagen we niets<br />
anders als de mond<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de Nijl, maar daarna<br />
kwam er aan beide kanten land. Aan de ene kant<br />
dook de woestijn op en aan de andere kant een<br />
moderne snelweg met om de zoveel kilometer<br />
de prachtige se<strong>in</strong>posthuizen, waar de se<strong>in</strong>en <strong>in</strong><br />
hangen voor de schepen. Ze zagen er mooi en<br />
modern uit met hun grote mast.<br />
Via het kle<strong>in</strong>e en grote Bittermeer kwamen we <strong>in</strong><br />
donker (± 7 uur) <strong>in</strong> het stadje Suez aan. Hier zag<br />
het er ook weer fantastisch uit met de lichten en<br />
reclames plus het licht groene water.<br />
De bezoekers g<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> boord. Wij voeren verder<br />
de Rode Zee op naar Aden.<br />
Het kanaal is tamelijk breed en goed<br />
onderhouden. Het wordt streng bewaakt. Om
de zoveel kilometer stond een schildwacht en<br />
ook waren er vele tentenkampen met Engelse<br />
soldaten. In het kanaal voer een patrouilleboot<br />
<strong>van</strong> de Franse mar<strong>in</strong>e op en neer. We moesten<br />
een paar keer stoppen voor een 3 tegenliggers.<br />
Eén Engelse en twee uit de U.S.A. Het waren<br />
tankschepen, die je hier veel ziet.<br />
Verder zie je om je heen niets anders als woestijn,<br />
zand en paar kamelen met berijders (32 stuks).<br />
Dan realiseer je je pas wat de bouwers <strong>van</strong><br />
dit kanaal te doen gehad hebben. Aan beide<br />
kanten zie je het zand weer aanslippen, zodat<br />
het onbegonnen werk lijkt. Er is hier veel<br />
doorzett<strong>in</strong>gsvermogen voor nodig geweest. Nu<br />
het er is, is het een grote vooruitgang voor de<br />
scheepvaart. Het kanaal zelf is trouwens heel<br />
modern <strong>in</strong>gericht met se<strong>in</strong>huizen, boeien en sterke<br />
dijken <strong>van</strong> steen.<br />
Om het kanaal door te varen moet men fl. 3.000.-<br />
betalen. Daar<strong>van</strong> wordt het kanaal door de<br />
Kanaalmaatschappijen onderhouden.<br />
Ik ga e<strong>in</strong>digen en kom morgen weer terug.<br />
25
26<br />
11 november 1947.<br />
Vandaag niets bjjzonders. Het zelfde als elke<br />
andere dag.<br />
12 november 1947.<br />
Het is ontzettend warm en we zitten midden <strong>in</strong><br />
de Rode Zee. Vrijdag komen we <strong>in</strong> Aden aan.<br />
Wegens de cholera krijgen we daar geen post<br />
en gaat er ook geen post <strong>van</strong> boord. Ik heb een<br />
telegram gestuurd, dus nu maar weer wachten<br />
op antwoord. Er stond een aardig liedje <strong>in</strong> de<br />
Scheepscourant. Ik heb het <strong>in</strong>geplakt.<br />
Verder niet veel nieuws. Alleen dat we <strong>in</strong> Saban<br />
<strong>van</strong> land gaan om het eiland te bezichtigen. De<br />
bijzonderheden hier over komen als we er zijn.<br />
Dat duurt nog ± 1½ week. Dus we hebben nog<br />
even de tijd.<br />
Tabé en tot morgen!<br />
13 november 1947.<br />
Vandaag wasdag aan boord. Je moet wel op je<br />
was passen, anders is het foetsie.<br />
Ik deed het meestal ’s nachts, lekker stil en dan<br />
waste ik mezelf ook maar mee.<br />
We voeren om ongeveer ’s avonds 10 uur een<br />
groep eilanden voorbij. Grillig <strong>van</strong> vorm en mooi<br />
getekend uit de zee opduikend.<br />
Verder niets als water.<br />
Morgen om ± 12 uur varen we Aden b<strong>in</strong>nen. Daar<br />
wachten we maar op. We gaan nu pitten.
ADEN<br />
14 november 1947.<br />
We werden gewekt door het vallen <strong>van</strong> het anker.<br />
Op dek gekomen zagen we het havenkwartier <strong>van</strong><br />
Aden voor ons. Mooi tegen de bergen op gebouwd<br />
met boven op de bergen schu<strong>in</strong>e sl<strong>in</strong>gerpaadjes er<br />
naar toe.<br />
De radiomasten <strong>van</strong> Aden zijn niet te ontdekken.<br />
De stad ligt midden tussen de bergen aan de<br />
oevers <strong>van</strong> de zeestraat die naar de Indische<br />
Oceaan voert.<br />
We liggen op de rede en laden water, kolen en<br />
olie, dat door boten allemaal aangevoerd wordt.<br />
Het zit hier vol <strong>van</strong> die roetmoppen, smerig,<br />
lompen aan en op blote voeten. Als je een<br />
dubbeltje <strong>in</strong> het water gooit, duiken die ze het op<br />
27
28<br />
en stoppen het meteen weg.<br />
Het water is mooi lichtgroen en er zwemmen<br />
vele visjes rond. Ook liggen er veel schepen.<br />
Vlak achter ons ligt een Zuid Afrikaans schip. We<br />
passeerden nog een dok met de <strong>Ned</strong>erlandse<br />
vlag er op. Ze groetten ons en wij groetten<br />
beleefd terug. Het deed ons even goed weer wat<br />
Hollanders te zien.<br />
Ik ga nu slapen. Ben erg moe, want ik kom <strong>van</strong><br />
wacht af.<br />
We blijven hier <strong>van</strong>nacht liggen, dus morgen kan<br />
ik wel wat meer vertellen over Aden zelf.<br />
15 november 1947.<br />
Nadat we wakker waren en lekker gedoucht<br />
hadden, kwamen we op dek en zagen nog steeds<br />
Aden voor ons.<br />
Het <strong>in</strong>laden was afgelopen en om 12 uur werden
de trossen los gegooid. We draaiden het schip<br />
geheel om, hetgeen een half uur duurde. We<br />
voeren de boor de haven uit door de straat <strong>van</strong><br />
Babel Mandep naar de Indische Oceaan.<br />
Als laatste groet zagen we de grote op rotsen<br />
gebouwde lichtmast <strong>van</strong> Aden, de poort <strong>van</strong> de<br />
Indische Oceaan.<br />
We voer weer. Overal licht groen water. ’s Avonds<br />
was er weer een cabaretvoorstell<strong>in</strong>g die oké was.<br />
Daarna nog even luchten op het dek en vervolgens<br />
de kooi <strong>in</strong>.<br />
Morgen is de 3 de zondag aan boord. Na nog 15<br />
dagen hopen we <strong>in</strong> Batavia aan wal te gaan. We<br />
zien onze toekomst dapper tegemoet.<br />
Vooral op deze rustige avond <strong>van</strong>af de Nieuw<br />
Holland op de Indische Oceaan, zo ver <strong>van</strong> Holland<br />
verwijderd, denk ik aan thuis en allen die mij lief<br />
zijn. Tot morgen maar weer. Verder wel te rusten!<br />
Zondag 16 november 1947.<br />
De zondag g<strong>in</strong>g voorbij als<br />
gewoon. ’s Ochtends woonde<br />
ik een godsdienstoefen<strong>in</strong>g bij, waarna ik rustig een<br />
boek g<strong>in</strong>g lezen.<br />
Zo g<strong>in</strong>g de dag rustig voorbij. Een enkel schip<br />
passeerde ons. Hele scholen vissen vlogen en<br />
zwommen voorbij. Verder zagen we nog enkele<br />
rotsen en dat was het laatste stukje land.<br />
29
30<br />
’s Avonds ben ik naar een filmvoorstell<strong>in</strong>g<br />
geweest. Was een leuke lachfilm.<br />
Verder maar weer het oude liedje: slapen, wakker<br />
worden, wassen, eten en de nieuwe week lag<br />
alweer voor ons. Wat brengt die?<br />
Maandag 17 november 1947.<br />
D<strong>in</strong>sdag 18 november 1947.<br />
Geen bijzonderheden. Weer op<br />
wacht, 2 boeken uit gelezen,<br />
rustig, mooi weer en mooi water.<br />
’s Avonds naar cabaretvoorstell<strong>in</strong>g.<br />
Dagboek bij gewerkt en naar kooi.<br />
Ben lekker gaan zonnebaden achter op de pomp,<br />
die vrij is voor de S.P. Zij hebben dan ook eigenlijk<br />
alleen toegang. Ik ben zo bru<strong>in</strong> als een neger.<br />
Eerst was ik rood als een Indiaan.<br />
Morgen komt de septic tank aan boord. Dat wordt<br />
natuurlijk lollig.<br />
Nu ga ik maar weer pitten en me voorbereiden op<br />
morgen.
Woensdag 19 november 1947.<br />
Neptunus komt aan boord. Ik heb een verslag er<br />
<strong>van</strong> <strong>in</strong> geplakt. Dus valt er niet veel meer aan toe<br />
te voegen,<br />
Ik wil wel nog een enkele bijzonderheid vertellen,<br />
dat niet <strong>in</strong> het verslag staat.<br />
Als eerste kregen we een flesje limonade en fruit,<br />
hetgeen zeer op prijs werd gesteld, vooral omdat<br />
het erg heet weer was.<br />
Het eten was ook prima, dus alles met elkaar een<br />
leuke dag.<br />
’s Middags konden we <strong>van</strong> de doopvermoeienis<br />
bekomen. ’s Avonds weer een goed hapje eten.<br />
’s Nachts droomde ik er <strong>van</strong> dat Neptunus bij me<br />
<strong>in</strong> de kooi kwam en mij als aandenken aan hem,<br />
2 hele lieve zeemeerm<strong>in</strong>nen cadeau gaf. Achteraf<br />
denk ik, ik zal er maar niets <strong>van</strong> vertellen,<br />
anders wordt er één vast jaloers. Toen ik ’s<br />
morgens wakker werd, waren de zeemeerm<strong>in</strong>nen<br />
verdwenen. Enkel een bosje zeewier hadden ze als<br />
troost voor mij achter gelaten.<br />
31
34<br />
Donderdag 20 november 1947.<br />
Een grote gebeurtenis: het regende. Echt water.<br />
Heerlijk! Dit was nu echt eens regen waar we<br />
naar verlangden. Al snel g<strong>in</strong>g het over <strong>in</strong> een kle<strong>in</strong><br />
stormpje. De golven sloegen tegen het schip. Een<br />
mooi schouwspel was dat, maar het duurde maar<br />
kort.<br />
Al gauw bedaarde het. Het was weliswaar geen<br />
mooi, maar toch ook geen lelijk weer.<br />
Het liep ondertussen al tegen 10 uur. Ik ben naar<br />
beneden gegaan. Even een brief pennen en <strong>mijn</strong><br />
Neptunusdiploma, dat ik <strong>in</strong> de loop <strong>van</strong> de dag heb<br />
ont<strong>van</strong>gen, opsturen naar thuis.
Vrijdag 21 november 1947.<br />
Er waren sportwedstrijden aan boord.<br />
Gebl<strong>in</strong>ddoekt worstelen, <strong>in</strong> ’t zwembad,<br />
touwtrekken een veel spul meer. Lollige boel. Ik<br />
heb me dood gelachen,<br />
’s Avonds draaiden ze een film <strong>van</strong> R<strong>in</strong>t<strong>in</strong>t<strong>in</strong>. Een<br />
oude maar toch wel goede film. Maar zweten!!<br />
Boe! Morgen is er kermis aan boord.<br />
35
36<br />
KERMIS AAN BOORD<br />
Zaterdag 22 november 1947.<br />
De kermis die op ons schip werd gegeven, kwam<br />
ten bate <strong>van</strong> het Margriet Fonds. Er is opgehaald<br />
de somma <strong>van</strong> een dikke fl. 1.000.- , hetgeen niet<br />
slecht was. Er waren veel attracties o.a. Theater<br />
Nieuw Holland, har<strong>in</strong>gtent, bal gooien, grabbelton<br />
en hengelen. Speertjes werpen, een film Theatre.<br />
Een waarzegger, dikke dame, de vrouw met de<br />
baard enz. enz.<br />
Deze kermis was echt leuk. Het was fantastisch<br />
dat ondanks de bekrompen ruimte zo iets leuks<br />
tot stand is gekomen.<br />
Alle lof aan al degenen die hebben mee geholpen<br />
deze kermis te doen slagen.
Zondag 23 november 1947.<br />
Daar ik wacht had, kon ik de godsdienstoefen<strong>in</strong>gen<br />
niet bijwonen.<br />
Verder verliep de zondag rustig. Er werden<br />
voorbereid<strong>in</strong>gen getroffen voor het aanleggen<br />
<strong>van</strong> het schip <strong>in</strong> Sabang. Daar komt de post aan<br />
boord. Hoera! E<strong>in</strong>delijk! De zo verlangde post!<br />
De jongens die de voorbereid<strong>in</strong>g troffen,<br />
kwamen tevoorschijn met lage schoenen en<br />
goede uniformen, aangezien niet alleen de post<br />
komt, maar we ook de hele dag aan was mogen<br />
vertoeven. We zien er verlangend uit naar Sabang!<br />
37
38<br />
SABANG<br />
24 NOVEMBER 1947.<br />
Toen ik ’s morgens wakker werd en op het<br />
dek kwam, ontrolde zich aan <strong>mijn</strong> blikken een<br />
schitterend panorama. Een mooi begroeid<br />
eiland met een goede primitieve haven. Zwaar<br />
gebombardeerd tijdens de oorlog. Al snel lagen we<br />
aan de houten kade en kwam de post aan boord.<br />
De stemm<strong>in</strong>g was meteen 100%. Ook ik was <strong>in</strong> de<br />
wolken., 7 brieven <strong>van</strong> Henneke. Moorddadig! En<br />
verder gelukkig bericht <strong>van</strong> moeder dat alles goed<br />
was. Blij te vernemen. Verder vele brieven <strong>van</strong><br />
bekenden <strong>van</strong> de padv<strong>in</strong>derij enz. enz. In totaal<br />
20 stuks. Ik bleef nog een tijdje <strong>in</strong> de wolken.<br />
Maar kom, we gaan verder. Om 11 uur was het<br />
eten en om 12 uur aan wal. Hoera! Na 3 weken<br />
weer vaste grond onder de voeten. De jongens<br />
zwermden het eiland op. Mijn persoon moest<br />
wachten, want ik hoorde bij de S.P.-ers.<br />
Na half 1 g<strong>in</strong>gen ook wij. We hadden een<br />
buitenkansje, want op de duffere S.P.-bus stond<br />
een drietonner te wachten voor een rondrit over<br />
het eiland.
Na de rondrit g<strong>in</strong>gen we stadten. Al vlug had ik<br />
een grote tros bananen <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> handen. Eten maar<br />
jongens! De twee bananen kostten me fl. 2.50.<br />
Naderhand nog twee bananen op de kop getikt<br />
voor een pakje sigaretten. Ook kokosnoten was<br />
ik al vlug aan het verorberen. Voor 1 kokosnoot<br />
betaalde ik 3 sigaretten. Ik heb er nog een stuk<br />
of 6 gekocht. En maar eten. Voor de 4 dagen nog<br />
aan boord bewaarde ik er ook een paar.<br />
Vervolgens nuttigden we nog limonade en p<strong>in</strong>da’s,<br />
<strong>in</strong> totaal voor fl. 1.- .<br />
Na lekker over het eiland gewandeld te hebben,<br />
waren we doodmoe en hebben we <strong>in</strong> het lange<br />
gras gerust. Daar een foto gemaakt met een paar<br />
<strong>in</strong>landse jongetjes.<br />
Om 6 uur g<strong>in</strong>gen we weer aan boord en om 8 uur<br />
was het: tabé Sabang, tot het weerzien op de<br />
thuisreis!<br />
Het mooie Sabang met zijn prettige bevolk<strong>in</strong>g,<br />
de mooie klapperbomen en het prachtige water.<br />
Sabang je bent waard Hollands bezit te wezen,<br />
<strong>van</strong>wege het overal ons zo geliefde en vertrouwde<br />
rood, wit, blauw.<br />
Tot morgen. We gaan slapen <strong>van</strong> de<br />
vermoeienissen <strong>van</strong> het mooie eiland Sabang.<br />
39
42<br />
POST<br />
Leuke brieven en gelukkig alles oké. Henneke,<br />
dat moordmeisje stuurde allemaal leuke d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />
een brief. Ik heb alles <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> logboek geplakt. Het<br />
krantenknipsel en het stuk zijde, alles was weer<br />
echt Hollands.<br />
De 25-26-27 november geen bijzonders, maar<br />
morgen komen we <strong>in</strong> Batavia aan...e<strong>in</strong>delijk...<br />
29 november 1947.<br />
Om 5 uur werden we gewekt. Het was wassen,<br />
hangmatten <strong>in</strong>leveren en ruim schrobben. We<br />
lagen toen al stil voor de haven Tj. Priok. Om 8<br />
uur kwam de loods + 2 sleepbotenen we voerden<br />
kalm de haven b<strong>in</strong>nen naar de kade <strong>van</strong> de<br />
W.H.Maatschappij, waar we om 9 uur vast lagen.<br />
Een groot KNIL muziekkorps was aanwezig en<br />
speelde er lustig op los.
44<br />
Om kwart over 9 g<strong>in</strong>g de <strong>in</strong>fanterie aan wal. Ook<br />
onze beurt kwam. Alles omhangen: uitrust<strong>in</strong>g,<br />
geweer, plunjezak en daarna hard zwetend <strong>van</strong><br />
boord.<br />
In de loodsen stonden de Welfare soldaten,<br />
waar<strong>van</strong> we het volgende ontv<strong>in</strong>gen: 1 busje<br />
bier, 10 sigaretten, 2 kadetjes met beleg (groter<br />
formaat), 1 banaan en nog een andere vrucht, net<br />
druiven. Erg lekker.<br />
Daar<strong>van</strong>daan stapten we direct <strong>in</strong> vrachtwagens.<br />
We reden via Batavia naar ons doorgaans kamp<br />
Tjilitjan II, waar we <strong>in</strong> hutjes werden geplaatst.<br />
We kregen met 4 man een kamer. Daar<strong>in</strong> stond<br />
voor ieder een veldbed met klamboe. Daarna<br />
kregen we eten. Na het eten wat hier en daar<br />
lummelen. Beetje praten en hier en daar rond<br />
neuzen. Vervolgens de klamboe <strong>in</strong> en slapen tot<br />
de volgende morgen half 6.<br />
Notities.<br />
Wat de organisatie betreft <strong>van</strong> het <strong>van</strong> boord<br />
gaan, was alles uitstekend en prima geregeld. Het<br />
eten was nasi goelang. Erg heet, maar het viel<br />
hard mee.<br />
’s Morgens kregen we wit brood met beleg. Prima.<br />
We lagen <strong>in</strong> de klamboe lekker rustig en ook goed.<br />
Het dr<strong>in</strong>ken bestond uit thee en gekookt water.<br />
Was even wennen.<br />
In de kant<strong>in</strong>e kon je <strong>van</strong> alles kopen, maar daar<br />
was het behoorlijk prijzig.
Bevolk<strong>in</strong>g: goed en kwaad. Net waar je terecht<br />
komt. Bij ons best.<br />
Taal: onbegrijpelijk, maar went wel hoop ik.<br />
De jongens die hier zijn, spreken al een aardig<br />
mondje Maleis.<br />
Won<strong>in</strong>gen enz.: alles bamboe en koel. Met touwen<br />
vast gesjord. Haast geen gespijker.<br />
Warmte: ’s morgens lekker, ’s middags behoorlijk<br />
heet, ’s nachts af en toe koud.<br />
Dit waren <strong>mijn</strong> eerste <strong>in</strong>drukken <strong>van</strong> <strong>mijn</strong> eerste<br />
legerkamp op Java.<br />
Zaterdag 30 november.<br />
Eerste dag op Java<br />
Is goed bevallen en lekker geslapen <strong>in</strong> een<br />
klamboe. ’s Morgens om 6 uur gewekt, opstaan,<br />
eten, witte brood met worst en koffie.<br />
Daarna het kamp bekijken en kletsen met baboe.<br />
Om half 1 weer eten, rijst met ananas en broodjes<br />
tutti frutti.<br />
Om half 2 was er appèl. In ons beste pal gelift<br />
naar Batavia. Na veel gezoek zijn we daar beland<br />
bij een kennis <strong>van</strong> <strong>mijn</strong> kameraad. We hebben<br />
daar gegeten en ze hebben ons Batavia laten zien<br />
<strong>in</strong> een betja, een soort bakfiets.<br />
Daarna naar de A.M.V.J. club. Reuze gezellig en<br />
modern, waar je alles kunt krijgen. We hebben<br />
daar oliebollen gegeten met ijs.<br />
Toen ze afscheid <strong>van</strong> ons namen, nodigden ze ons<br />
uit voor d<strong>in</strong>sdag met het eten.<br />
Daarna zijn we nog even <strong>in</strong> het donker Batavia<br />
door gelopen. We hebben pisangs en ananas<br />
45
46<br />
gekocht voor 1 roepie. Vervolgens liftten we weer<br />
naar Tjilitjan. Daar waren we omstreeks 11 uur.<br />
Wij doken meteen <strong>in</strong> onze klamboe. Tot morgen!<br />
Onze eerste zondag <strong>in</strong> de tropen.<br />
BIJ SOEKARNO<br />
Zondag 31 november 1947.<br />
De zondag begon met een godsdienstoefen<strong>in</strong>g.<br />
Na het eten was de baboe er. Was gegeven, paar<br />
brieven gepend en om 12 uur rijst met groente en<br />
pisang gegeten.<br />
Nadat we ons gewassen en netjes aangekleed<br />
hadden, zijn we weer naar Batavia gelift, waar we<br />
na veel moeite en lopen aan kwamen. Eerst kwam<br />
zijn moeder en toen Soeki zelf. Hij was erg blij<br />
me te zien. We kregen meteen ijslimonade. We<br />
boomden gezellig over de padv<strong>in</strong>derij <strong>in</strong> Holland.<br />
Na het eten g<strong>in</strong>gen we op<br />
weg naar het Leger Des<br />
Heils Militair tehuis. Er<br />
was net een samenkomst,<br />
waar we bij zijn gebleven. Daarna werden we aan<br />
iedereen voorgesteld en meteen uitgenodigd voor<br />
het eten. Leuke lui waren het.<br />
Na het eten hebben we nog wat zitten na praten,<br />
Daarna nog een wandel<strong>in</strong>g gemaakt, waarna we<br />
afscheid namen en beloofden terug te komen.<br />
Na een snelle lift naar het kamp, daar de klamboe<br />
gespannen en liggen pitten tot de volgende<br />
morgen half 6.
1, 2 en 3 december 1947.<br />
Alles hetzelfde gegaan. Alleen wat meer gewend<br />
aan de baboe, die een grote was gewassen had.<br />
Verder ’s avonds nog even naar het stadje toe en<br />
zo maar zijn deze dagen weer ten e<strong>in</strong>de.<br />
Ben al weer bijna een week <strong>in</strong> Indië. Gaat vlug.<br />
Vrijdag 4 december 1947.<br />
De dag voor <strong>mijn</strong> 20 ste verjaardag op Java. Morgen<br />
gaan we naar Buitenzorg, waar we voorlopig<br />
blijven voor onze ploegen opleid<strong>in</strong>g.<br />
Verder niets gebeurd.<br />
Ik zal voor de lol enige prijzen opnoemen <strong>van</strong> wat<br />
de spulletjes hier zo kosten.<br />
Sigaretten: 20 st. fl. 3.- , schoensmeer 1 doosje fl.<br />
3,50, limonade fl. 0,75, brood + ei fl. 0,50 en nog<br />
veel meer.<br />
Nu is er zo’n beetje <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> Java.<br />
Nu wachten wat op <strong>mijn</strong> verjaardag zal gebeuren.<br />
47
48<br />
Zaterdag 5 december 1947.<br />
20 jaar!!!<br />
Nu ben ik 20 jaar. Ik heb <strong>mijn</strong> verjaardag, die<br />
stil voorbij is gegaan, herdacht. Hopelijk is <strong>mijn</strong><br />
verjaardag volgend jaar weer <strong>in</strong> Holland.<br />
Deze dag is rustig verlopen. Er was een toespraak<br />
<strong>van</strong> onze eskader commandant. Morgen naar<br />
Buitenzorg. Half 5 opstaan. Verder geen nieuws.<br />
Slapen en eten.<br />
Er zijn mar<strong>in</strong>iers <strong>in</strong> het kamp gekomen. Die<br />
gelukkige jongens vertrekken 11 december<br />
met ons schip ”Holland”, die trouwe boot naar<br />
<strong>Ned</strong>erland. Na 3 à 4 jaar dienst gedaan te hebben,<br />
mogen ze weer naar huis. Het is ze <strong>van</strong> harte<br />
gegund. Onze tijd komt ook wel. Moed houden en<br />
verder maar het beste hopen.
7 december 1947.<br />
’s Morgens om 5 uur appèl. Eten, wassen en hut<br />
schoon maken.<br />
Om 9 uur kwam de A.A.T. met wagens. Met onze<br />
eigen wagens er bij waren het er <strong>in</strong> totaal 25<br />
stuks. Er werd vlug <strong>in</strong> geladen, daarna buiten<br />
opgesteld en vervolgens met 30-35 mijl naar<br />
Buitenzorg.<br />
Na ± 42 km werden we <strong>in</strong> een grote kazerne<br />
geplaatst met ruime zalen, die voor Indië modern<br />
waren <strong>in</strong>gericht. Ons peloton werd op een kamer<br />
<strong>in</strong>gedeeld. Al vlug kwamen de nieuwe baboes. Het<br />
viel op hoeveel Hollands sommige spraken.<br />
Na een goede uitgezocht te hebben, was er appèl,<br />
daarna eten en vervolgens de stad <strong>in</strong>. Even<br />
wandelen naar de A.M.V.J.<br />
Weer <strong>in</strong> de kazerne klamboe klaar maken en<br />
pitten.<br />
De volgende morgen om 6 uur werden we weer<br />
gewekt. Het was weer zondag.<br />
Eerst eten en mandiën en om 9 uur naar de kerk.<br />
49
50<br />
Buitenzorg.<br />
Een mooie plaats met ruime witte gebouwen, een<br />
beetje schu<strong>in</strong> tegen de vulkanen op gebouwd.<br />
De wegen zijn <strong>in</strong> prima staat. Verder zie je op<br />
sommige plaatsen de kampongs beneden <strong>in</strong> de<br />
ravijnen liggen. Een prachtig gezicht.<br />
Ook het mooie paleis <strong>van</strong> de gouverneur generaal<br />
was zeer uitgestrekt en mooi gelegen. De<br />
paleiswacht wordt nu door ons gelopen. Huzaren<br />
<strong>van</strong> Boreel, dit is een voorrecht.<br />
Verder is het een fijn klimaat met overal<br />
weelderige plantengroei en ontzettend helder en<br />
schoon.<br />
Buitenzorg is wel het mooiste dat ik tot nu toe<br />
gezien heb <strong>van</strong> <strong>Ned</strong>erlands Indië.<br />
Maandag 8 december 1947.<br />
Na zondag uit de kerk gekomen te zijn even<br />
een kopje koffie dr<strong>in</strong>ken bij de A.M.V.J. en eten.<br />
’s Middags rustig, gemandied, geslapen en ’s<br />
avonds met z’n allen naar de film, waar<strong>van</strong> we<br />
verschillende d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> ons opnamen. Daarna vlug<br />
de klamboe spannen en slapen.<br />
Maandagmorgen om half 6 op. Sporten, eten,<br />
wassen en theorie Bren, exercitie enz. enz.<br />
’s Middags verplicht rusten. Daarna wapen<br />
<strong>in</strong>spectie, exercitie, eten, aankleden, beetje heen<br />
en weer vervelen en vroeg naar bed. Pitten tot<br />
morgen. De dienst wordt weer zwaar, 14 dagen<br />
lang tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g. Daarna wordt het menes.
D<strong>in</strong>sdag 9 december 1947.<br />
Overplaats<strong>in</strong>g <strong>van</strong> 6 chauffeurs naar de Mortieren.<br />
Ik was er ook bij. Nu ben ik Chauffeur Mortierist.<br />
Zo te zien wel een aardig groepje, enkel een<br />
beetje vreemd, maar dat went wel.<br />
De ochtend begon weer met sport, exerceren,<br />
Bren, eten, mortier <strong>van</strong> 5 en speed march en we<br />
een bezoek brachten aan een rubberplantage,<br />
waar<strong>van</strong> de kornet Doet, commandant Mortier<br />
Peloton, ons verschillende d<strong>in</strong>gen uitlegde.<br />
Verder niets bijzonders.<br />
Ik heb gelukkig 2 brieven <strong>van</strong> Henneke gekregen.<br />
Na 5 dagen gelukkig weer bericht. Ze schreef: “ze<br />
was pionier, nu zijn we broer en zuster”. Leuk!<br />
Later verandert dat wel denk ik hopelijk! Verder<br />
alles oké.<br />
Woensdag 10 december 1947.<br />
Niets bijzonders. Alles verder prima.<br />
51
52<br />
Donderdag 11 december 1947.<br />
Onze mortieren zijn aangekomen. Prima spul.<br />
De hele dag schoon maken en ’s middags een<br />
lez<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de Kapite<strong>in</strong> der Grenadiers over Indië.<br />
Erg aardig!<br />
Na het eten kwam het bericht dat we over ± 14<br />
dagen op stap zouden gaan en waarschijnlijk actie<br />
zullen mee maken. Dit wordt dus onze en <strong>mijn</strong><br />
vuurdoop.<br />
We gaan 60 km verder de rimboe <strong>in</strong> en <strong>in</strong> een<br />
bivak ons eigen potje koken enz. Afijn, de<br />
bijzonderheden volgen wel na terugkomst. We<br />
zullen gevaar tegen kunnen komen en het kan er<br />
dan heet toegaan. Toch houden we vertrouwen <strong>in</strong><br />
de toekomst. Nu vooral voelen we dat onze God<br />
ons zal bijstaan.<br />
De komende 10 – 14 dagen laat ik <strong>mijn</strong> logboek <strong>in</strong><br />
de steek. De bijzonderheden die we tegenkomen,<br />
pen ik op als we retour komen.<br />
Er heerst nu een gespannen, zenuwachtige sfeer<br />
<strong>in</strong> de kamer. Voorbereid<strong>in</strong>gen worden getroffen:<br />
uitrust<strong>in</strong>g klaar maken plus <strong>in</strong>pakken, munitie<br />
uitgedeeld en wapens na gekeken en schoon<br />
gemaakt.<br />
Wel ‘alles sal regkom’, ook deze eerste keer die<br />
wel het zwaarst zal wezen, omdat het de eerste<br />
keer is.<br />
Morgen om 4 uur appèl, eten en afmars per auto<br />
naar het onbekende, gevaarlijke.
Vrijdag 12 december 1947.<br />
Om 5 uur opgestaan, eten, wassen en pakken.<br />
Daarna kwam de A.A.T. en werden we <strong>in</strong> de<br />
wagens (± 4 stuks) naar een voorpost gereden.<br />
Zodra we kwamen voorrijden, g<strong>in</strong>gen de anderen<br />
die <strong>in</strong> dat bivak zaten weg met dezelfde wagens<br />
als waar wij mee waren gekomen.<br />
Ik werd meteen op wacht gezet voor de poort.<br />
Voor <strong>mijn</strong> spullen zorgde een wachtmeester. Dus<br />
alles oké.<br />
Al snel werd ik, bij gebrek aan een<br />
ziekenverpleger, aangesteld om deze functie<br />
waar te nemen, omdat ik <strong>in</strong> de P.V. zat en iets<br />
<strong>van</strong> EHBO afwist. Ik werd geïnstalleerd <strong>in</strong> een<br />
kamertje <strong>in</strong> het hoofdgebouw. Daar Was Roeham<br />
Sakil, de sectie waar ik bij <strong>in</strong>gedeeld werd, deze<br />
nacht op wacht. Alles verliep rustig en al spoedig<br />
kwam de morgen weer <strong>in</strong> zicht.<br />
55
56<br />
Zaterdag 13 december 1947.<br />
Na de wacht zwemmen <strong>in</strong> de Kali, slapen en<br />
eten. ‘s Avonds <strong>in</strong> de door ons gemaakte kant<strong>in</strong>e<br />
een lez<strong>in</strong>g door een KNIL wachtmeester. Daarna<br />
slapen.<br />
Zondag 14 december 1947.<br />
Mijn officiële functie werd ziekenverpleger en als<br />
zodanig betrok ik <strong>mijn</strong> post.<br />
Er viel die dag niet veel te beleven. Alleen een<br />
<strong>in</strong>lander geholpen, die een behoorlijke zweer had.<br />
Maandag 15 december 1947.<br />
Het eerste ziekenrapport g<strong>in</strong>g over 20 <strong>in</strong>landers.<br />
De meesten hadden zweren, die verwaarloosd<br />
waren. Met de bekrompen middelen en medic<strong>in</strong>ale<br />
spullen heb ik zo goed mogelijk hulp verleend. Het<br />
schoon maken <strong>van</strong> die wonden helpt reeds voor<br />
80%.<br />
Verder viel de vriendelijkheid en het geduld<br />
waarmee ze alles onderg<strong>in</strong>gen op. Geen klacht<br />
kwam over hun lippen als je ze pijn doet. Dit nu is<br />
echt mooi padv<strong>in</strong>derswerk. Nu komt alles wat ik<br />
geleerd heb, zoals de EHBO, tot zijn volle recht. Ik<br />
hoop dat ik hiermee nog lang mag voortgaan.
D<strong>in</strong>sdag 16 december 1947.<br />
Niks bijzonders <strong>van</strong>daag. De jongens zijn<br />
op patrouille geweest en ik blijf thuis als<br />
ziekenverpleger. Er is geen beschiet<strong>in</strong>g of zo<br />
geweest.<br />
Woensdag 17 december 1947.<br />
Gewoon <strong>in</strong>lands ziekenrapport. Het eerste geval<br />
<strong>van</strong> r<strong>in</strong>gworm ontdekt. Meteen goed aangepakt<br />
en door gezonden naar Buitenzorg. Daarna kan ik<br />
hem verder onder behandel<strong>in</strong>g houden.<br />
Verder ben ik aangesteld als Onderofficier <strong>van</strong><br />
Gezondheid en ben ik belast met de gezondheid<br />
en netheid <strong>van</strong> het kamp.<br />
57
58<br />
Donderdag 18 december 1947.<br />
Begon rustig. Ziekenrapport gehouden over ±<br />
30 lui. Daarna eten en slapen. Ho, ho, niets er<br />
<strong>van</strong>. Ineens: b<strong>in</strong>nen een kwartier klaar wezen.<br />
Jij gaat mee plus verbandspul. Verder ook de<br />
volledige Mortier Sectie. Na 10 m<strong>in</strong>uten kwam de<br />
wagen. Vlug <strong>in</strong>stappen en b<strong>in</strong>nen een uur kwamen<br />
we via een buitenpost, waar nog een wagen<br />
vol stond met <strong>in</strong>fanteristen die mee g<strong>in</strong>gen, op<br />
de plaats waar de mortieren <strong>in</strong> stell<strong>in</strong>g werden<br />
gezet. Het was bij een kle<strong>in</strong>e pasar, waar we de<br />
mensen bijeen hebben gehouden, de omtrek<br />
hebben afgezet en bewaakt. Ondertussen waren<br />
de mortieren klaar en werd het vuur gericht op 2<br />
kampongs waar de T.N.I. <strong>in</strong> zat, ± 400 man. Vele<br />
granaten werden afgevuurd en daarna was het<br />
<strong>in</strong>pakken en terug naar het kamp.<br />
Daar aangekomen stond er alweer een patrouille<br />
gereed om een buitenpost te gaan versterken. Ik<br />
mee <strong>in</strong> een wagen met <strong>mijn</strong> kle<strong>in</strong>e rode kruis tas.<br />
Onderweg regen en nog eens regen. We waren<br />
door nat toen we aankwamen.<br />
Er werden meteen enkelen op wacht gezet. Ik was<br />
doodmoe en viel even <strong>in</strong> slaap op een veldbed.<br />
De nacht verliep gelukkig rustig, maar we<strong>in</strong>ig<br />
geslapen.<br />
’s Morgens g<strong>in</strong>gen we retour kamp. Wassen en<br />
<strong>in</strong>lands ziekenrapport gehouden. Daarna <strong>in</strong>spectie<br />
<strong>van</strong> de gebouwen. ’s Middags om 2 uur g<strong>in</strong>g ik
slapen. Om 4 uur weer ziekenrapport <strong>van</strong> de eigen<br />
jongens. Om half 6 eten en vroeg en doodmoe<br />
naar bed.<br />
Deze twee dagen waren de eerste dagen waar<strong>in</strong><br />
we slachtoffers hebben gemaakt. Hoe lang duurt<br />
dit nog? Maar vertrouwen <strong>in</strong> de toekomst.<br />
Zaterdag 20 december 1947.<br />
Rustig, rustig. Mijn patiënten zijn vermeerderd tot<br />
een aantal <strong>van</strong> 45 personen.<br />
Verder reuze succes, vier er <strong>van</strong> zijn genezen.<br />
Wij hebben onze Welfare en Cadi rantsoenen<br />
ont<strong>van</strong>gen en wel als volgt:<br />
Welfare 200 sigaretten<br />
(per maand) 2 tabletten chocolade<br />
4 doosjes lucifers<br />
2 stuks toiletzeep<br />
10 scheermesjes<br />
1 stuk scheerzeep<br />
10 zuurtjes<br />
Cadi gratis 50 sigaretten<br />
(per week) 1 stuk huishoudzeep<br />
3 doosjes lucifers<br />
Dit is alles.<br />
Sapa tidor en tot morgen!<br />
Zondag 21 december 1947.<br />
Niks bijzonders. Alles oké!<br />
59
60<br />
Maandag 22 december 1947.<br />
Dag <strong>van</strong> het afscheid <strong>van</strong> de jongens <strong>van</strong> ons<br />
kampement. Omdat ik de ziekenploeg die is mee<br />
gekomen, moet <strong>in</strong>werken, ga ik morgen pas weg<br />
naar Buitenzorg. De anderen g<strong>in</strong>gen dus <strong>van</strong>daag.<br />
Zij zijn afgelost door een ander peloton.<br />
Het afscheid was roerend. Vooral vele baboes<br />
huilden. Zij waren <strong>in</strong> die korte tijd zo gehecht<br />
aan ons. Ook <strong>mijn</strong> baboe Atie huilde, doch al vlug<br />
klaarde haar gezicht op toen ze hoorde dat toekan<br />
Dokter, zoals al de <strong>in</strong>landers mij noemden, niet<br />
piki (weg) g<strong>in</strong>g, maar nog wat bleef. Morgen als ik<br />
echt vertrek, zal het huilen wel weer aan<strong>van</strong>gen.<br />
Ik v<strong>in</strong>d het jammer dit werk te moeten laten<br />
rusten voor de mensen die zo erg onze hulp nodig<br />
hebben. Maar ja, zo is het leven eenmaal. Ik mag<br />
verder nog een cursus als ziekenverpleger volgen.<br />
Ik hoop toch nog eens terug te kunnen komen <strong>in</strong><br />
Kalapanvengal, de buitenpost waar ik de <strong>in</strong>landers<br />
beter heb leren kennen.<br />
D<strong>in</strong>sdag 23 december 1047.<br />
Vanmorgen werd ik weer gewoon gewekt door<br />
het kloppen op <strong>mijn</strong> kamerdeur door de baboe<br />
Atie. Na goedemorgen gewenst te hebben en de<br />
bloemen te hebben verzorgd verdween Atie weer.<br />
Ik stond op, g<strong>in</strong>g me wassen, eten en ik was<br />
foetsie naar de keuken voor <strong>in</strong>spectie. Hierna<br />
g<strong>in</strong>g ik de ziekenverpleger, die mij zou opvolgen,<br />
<strong>in</strong>werken. Al heel vlug kwamen de eerste <strong>in</strong>landers<br />
weer aandraven. Ik vertelde dat ik weg g<strong>in</strong>g, maar<br />
dat er iemand anders was om mij te ver<strong>van</strong>gen.
Ze wensten me salem tabé.<br />
Na het middageten kwam de wagen die mij zou<br />
halen. De chauffeur en de anderen waren heftig<br />
opgewonden, want ze waren onderweg beschoten.<br />
Ze hadden extreme hevige verhalen.<br />
Ik heb <strong>mijn</strong> boeltje op de wagen gezet en<br />
meteen kwamen er jongens en de baboe’s aan<br />
om afscheid te nemen. Na het afscheid en heel<br />
lang na wuiven kwamen we behouden, zonder<br />
beschiet<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> Buitenzorg aan. Die avond nog<br />
even naar het AMVJ gebouw toe en daarna onder<br />
de klamboe, want morgen is het kerstfeest. Voor<br />
velen de eerste kerstdagen <strong>in</strong> de tropen. Juist<br />
tijdens deze uren gaan onze gedachten naar ons<br />
eigen land, onze bekenden en degenen die we lief<br />
hebben. Vrolijk Kersfeest!<br />
24 en 25 december 1947.<br />
KERSTFEEST<br />
Vanmorgen om 6 uur reveille. Opstaan, wassen<br />
en daarna een gezamenlijke maaltijd <strong>in</strong> de grote<br />
eetzaal, die leuk versierd was met een kerstboom,<br />
61
62<br />
lange tafels met wit<br />
papier en bloemen.<br />
Daar hadden al<br />
de baboe’s voor<br />
gezorgd.<br />
We kregen brood<br />
met allerlei beleg,<br />
zoals ham, worst,<br />
muisjes, vis, pastei<br />
enz.<br />
Dit was een<br />
gezamenlijke<br />
maaltijd, dus<br />
iedereen: officier,<br />
onder officier en<br />
manschappen. De<br />
officieren bedienden ons <strong>van</strong> chocolade enz. De<br />
maaltijd verliep heel prettig. Na afloop werd de<br />
kerstpost uitgedeeld. Ik ontv<strong>in</strong>g 21 brieven en het<br />
leukste was, steeds als er een brief voor mij was,<br />
zei de officier die de post uitdeelde:”weer een brief<br />
voor toean Dokter”. Zo blijven ze me hier nu ook<br />
noemen.<br />
Daarna g<strong>in</strong>g ik met de staf naar de buitenpost<br />
Kalapanvengal, waar we die middag gezamenlijk<br />
<strong>in</strong> de kant<strong>in</strong>e zouden eten.<br />
Vervolgens g<strong>in</strong>gen we weer naar Buitenzorg, waar<br />
we ’s avonds weer een maaltijd kregen <strong>van</strong> rijst en<br />
pruimen. Het toetje bestond uit chocoladepudd<strong>in</strong>g<br />
met iets er op. Voor ons eskadron. Het bleek de<br />
naam <strong>van</strong> het eskadron, een doodskop met tranen<br />
en bloed.<br />
’s Avonds zijn we nog even naar de AMVJ geweest<br />
en daarna gaan slapen.
Tweede kerstdag.<br />
Vanmorgen brieven<br />
beantwoord en<br />
<strong>van</strong>middag op<br />
wacht.<br />
Zo, de feestdagen<br />
zijn weer voorbij.<br />
Hopelijk vieren we<br />
ze het volgende<br />
jaar onder betere<br />
omstandigheden.<br />
Toch zijn deze<br />
dagen, waar<strong>van</strong> ze<br />
hier reuze veel werk <strong>van</strong> hebben gemaakt, prettig<br />
verlopen.<br />
De stemm<strong>in</strong>g werd nog verhoogd door het NIWIN<br />
pakket, met de volgende <strong>in</strong>houd:<br />
50 OK sigaretten<br />
1 rol pepermunt<br />
10 stuks scheermesjes<br />
3 repen <strong>van</strong> Van Houten<br />
1 blik kaas<br />
1 blik speculaas<br />
1 pak Sanovita koeken<br />
1 stuk scheerzeep<br />
1 Niw<strong>in</strong> kalendertje<br />
1 foto <strong>van</strong> het pr<strong>in</strong>selijk gez<strong>in</strong><br />
en een kerstwens.<br />
63
64<br />
Ik kreeg het pakket <strong>van</strong> de christelijke HBS te<br />
Leiden. Ik zal ze schrijven en bedanken.<br />
Deze dagen zijn rustig en kalm voorbij gegaan.<br />
Ik hoop dat deze dagen voor velen een zegen zijn<br />
geweest en er <strong>in</strong> Holland gedacht wordt: Oké, we<br />
leven mee met de jongens over zee.<br />
Zaterdag 27 december 1947.<br />
Geen bijzonderheden. Uitrusten <strong>van</strong> de wacht.<br />
’s Avonds op patrouille en lekker pitten onder de<br />
klamboe.
66<br />
Zondag 28 december 1947.<br />
Vanmorgen al om 5 uur gewekt. We moesten<br />
met 6 man en de wachtmeester als bewak<strong>in</strong>g,<br />
patrouilleren voor een ploeg die de draden <strong>van</strong><br />
een hoogspann<strong>in</strong>gsnet moesten herstellen. We<br />
waren pas weer om 6 uur thuis. Dood moe, want<br />
we moesten door sawa’s, over kali’s enz. Doodop<br />
en verbrand kwamen we weer met:”alles oké”<br />
thuis. Gegeten, mandiën en lekker slapen.<br />
Maandag 29 december 1947.<br />
Niets bijzonders.<br />
Ben nu, om <strong>mijn</strong> rode kruis wat bij te werken, <strong>in</strong><br />
de leer bij onze ziekendokter.<br />
D<strong>in</strong>sdag 30 december 1947.<br />
De dag begon rustig. Vanmiddag een ongeluk<br />
bij het geweer schoon maken. Er g<strong>in</strong>g een schot<br />
af en 3 gewonden, waar<strong>van</strong> één zeer ernstig.<br />
Dit was ons en <strong>mijn</strong> eerste geval <strong>van</strong> erge kogel<br />
verwond<strong>in</strong>g. We hebben de huzaar door gezonden<br />
per jeep naar het ziekenhuis.<br />
Verder is de dag rustig verlopen.<br />
Morgen is het Oude Jaar.
Woensdag 31 december 1947.<br />
Rustige ochtend en het verdere verloop <strong>van</strong> de<br />
dag zonder bijzonderheden, alleen we kregen<br />
weer geld.<br />
Vanavond moesten we om 10 uur b<strong>in</strong>nen zijn,<br />
zowel de burgers als de militairen.<br />
Om 12 uur kwamen we allen bijeen, officieren,<br />
kader en huzaren. Er kwam een toespraak <strong>van</strong><br />
onze majoor. Daarna elkaar gelukkig nieuwjaar<br />
toewensen en naar bed.<br />
Donderdag 1 januari1948.<br />
Eerst naar de kerk, daarna naar de AMVJ<br />
oliebollen eten.<br />
Verder heb ik zitten schrijven.<br />
Nu is het nieuwe jaar er weer. Wat brengt het?<br />
We hebben vertrouwen <strong>in</strong> de toekomst en we<br />
vertrouwen ook op de toekomst. We beg<strong>in</strong>nen het<br />
nieuwe jaar met nieuwe moed en met een besef<br />
dat alles dat er gebeurt niet voor niet is, maar<br />
voor Indië en ons <strong>Ned</strong>erland. Het zal zwaar wezen,<br />
maar we vertrouwen.<br />
67
68<br />
Vrijdag 2 januari 1948.<br />
Geen post Henneke? Al een week<br />
lang niet. Wat zou er wezen?<br />
Verder niets bijzonders.<br />
Zaterdag 3 januari 1948.<br />
Ik heb lekker gezwommen <strong>in</strong> het<br />
zwembad te Buitenzorg. Mooi<br />
gelegen, helder water. Verder<br />
deze dag zo z’n gangetje.<br />
Zondag 4 januari 1948.<br />
Vanmorgen appèl, wassen, eten, daarna zwempak<br />
en lekker naar het zwembad. Mooi gezellig bad<br />
met sportveld en aardig barretje. Fijn helder<br />
chloorwater en driedelige duikplank. Tot ± 12<br />
uur gezwommen. Daarna naar huis en eten. ’s<br />
Middags rusten, ’s avonds stadten. Vroeg naar bed<br />
en pitten.<br />
5, 6, 7 en 8 januari 1948.<br />
Niets bijzonders te vermelden. Veel gezwommen<br />
en <strong>mijn</strong> plicht gedaan als voorlopige hospitaal<br />
verpleger. Baik, tabè samoea, saja niauw tidor.<br />
Vrijdag 9 januari 1948.<br />
D<strong>in</strong>sdag de 15de gaan we weg. Weer naar een<br />
buitenpost. Dus alles <strong>in</strong>pakken. Grote drukte.<br />
Alles rode kruis spullen over onze 3 eskadrons
verdelen. Beroerd werk, maar wel <strong>in</strong>teressant. De<br />
hele dag tot ’s avonds aan het werk geweest. Om<br />
half 12 nog niet klaar. Morgen maar weer verder.<br />
Vanavond nog even mandiën en daarna doodmoe<br />
naar bed.<br />
Zaterdag 10 januari 1948.<br />
Eerst het ziekenrapport, daarna verder met<br />
<strong>in</strong>pakken. Vanmiddag logboek schrijven en<br />
brieven. Vanavond even stappen en na de<br />
vermoeiende dag vroeg naar het veldbed en<br />
behoorlijk uitslapen op zondag. Hè lekker! Dat<br />
doet je goed.<br />
Zondag 11 januari 1948.<br />
Na lekker uitgeslapen te hebben, eten. De rest<br />
<strong>van</strong> de dag rustig gehouden en weer vroeg naar<br />
bed, maar daarvoor nog even lekker eten en wel<br />
babi goreng.<br />
Maandag 12 januari 1948.<br />
Drukke dag. Inpakken, sjouwen, afscheid nemen.<br />
Vanavond draaiden ze als afscheid een film.<br />
Daarna meteen slapen, want morgen moeten we<br />
om half 5 op. Zoals ze <strong>in</strong> het Maleis zeggen: dan<br />
gaat samoea pikie.<br />
69
70<br />
D<strong>in</strong>sdag 16 januari 1948.<br />
Vroeg op. Inpakken en om 6 uur kwam de<br />
A.A.T. Inladen en na een roerend afscheid<br />
naar de rimboe. Voor hoelang? Tida ada? Ik<br />
werd weer als toekan Dokter neer gepoot<br />
<strong>in</strong> <strong>mijn</strong> oude buitenpost onderheel wat<br />
slechtere omstandigheden. Ik kreeg wel <strong>mijn</strong><br />
ziekenkamertje toegewezen, maar slapen tida,<br />
want er was een nieuwe commandant. Al heel vlug<br />
had ik mot met hem, omdat ik geen medewerk<strong>in</strong>g<br />
<strong>van</strong> hem kreeg. Maar ja, laten we hopen dat dit<br />
spoedig verandert.<br />
Ik werd daarna met 3 wachtmeesters <strong>in</strong> een<br />
zwembadkamer geplaatst. We lagen er nog geen<br />
half uur <strong>van</strong> de vermoeienissen uit te rusten of<br />
het begon behoorlijk Indisch te regenen. Al snel<br />
konden we zwemmen en een badplaats <strong>in</strong> onze<br />
kamer <strong>in</strong>richten. Zwaar gemopper en gehannes.<br />
Zo vlug als we konden sjouwden we onze bedden<br />
en bagage naar een droge hoek <strong>van</strong> de kamer.<br />
Zo verliep deze dag rommelig, vol gemopper en<br />
bar slecht. Hopelijk morgen beter!<br />
Woensdag 14 januari 1948.<br />
Vanmorgen vroeg begon het gemopper al. Half 6<br />
reveille. Ik was er niet bij. Daarna begon meteen<br />
weer gemopper. Er was geen mandië water. We<br />
moesten ons wassen, maar hoe? Daarna opnieuw
hevig gemopper. Er was te we<strong>in</strong>ig eten. Vervolgens<br />
ontvluchtte ik als het ware het kamp, waar<br />
<strong>in</strong>middels 50 koelie’s waren aangekomen om de<br />
boel op te knappen, naar een aangewezen kamer<br />
<strong>in</strong> een huis <strong>van</strong> het dorpshoofd dichtbij het kamp,<br />
om daar het <strong>in</strong>landse ziekenrapport te houden.<br />
Ik behandelde <strong>van</strong>daag ± 25 mensen. Ik werd<br />
door velen verwelkomd, Ze waren blij dat de<br />
toekan dokter weer retour was. Tot 12 uur was ik<br />
bezig. Daarna eten en naar de tel., om medicijnen<br />
op te halen. Toen ik terug kwam weer eten, appèl<br />
en ’s avonds schrijven. Deze dag <strong>van</strong> gemopper en<br />
gepruttel is ook weer voorbij. Ik zie de toekomst<br />
zwaar <strong>in</strong>, maar we zullen er <strong>van</strong> maken wat er <strong>van</strong><br />
te maken valt. En maar denken: P.V. (padv<strong>in</strong>der)<br />
glimlacht en fluit onder alle omstandigheden.<br />
Donderdag 15 januari 1948.<br />
Vanmorgen <strong>van</strong> 9 tot 12 uur ziekenrapport <strong>van</strong><br />
de eerste <strong>in</strong>landers. Vele oude bekenden. Ik<br />
behandelde er 35, waar<strong>van</strong> ik een paar door<br />
stuurde voor een <strong>in</strong>jectie naar het hospitaal.<br />
Vanmiddag even naar tele voor wat spulletjes.<br />
Vanavond formulieren <strong>in</strong>vullen voor een zieke of<br />
wacht. Toen ik klaar was, was het 5 uur, dus dat<br />
g<strong>in</strong>g best. Daarna wassen en eten.<br />
71
72<br />
Vrijdag 16 januari 1948.<br />
Vele Sabit orang. ’s Middags naar tele. Om de<br />
spullen af te halen en daar<strong>van</strong> retour schrijven.<br />
Om 4 uur weer ziekenrapport voor eigen mensen.<br />
K<strong>in</strong><strong>in</strong>e uitdelen en vroeg slapen, waarbij ik al<br />
vlug <strong>in</strong> het land der dromen was. Twee dagen <strong>van</strong><br />
vermoeidheid weer achter de rug.<br />
Zaterdag 17 januari 1948.<br />
Alles nu weer <strong>in</strong> orde. De luit met zijn jongens<br />
voorlopig 7 dagen weg. Onze kornet met zijn<br />
jongens bleef hier en de samenwerk<strong>in</strong>g was direct<br />
weer goed. Alles liep weer op rolletjes. De heren<br />
onder officier plus toekan dokter verhuisden <strong>van</strong><br />
het zwembad naar een grote goede pas gebouwde<br />
bamboehut. Zo verliep de dag lekker en fijn.<br />
’s Avonds cabaretvoorstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> tele, door onze<br />
jongens zelf <strong>in</strong> elkaar gedraaid.<br />
Daarna slapen.<br />
Zondag 18 januari 1948.<br />
Het begon <strong>van</strong>morgen direct goed. Een dag<br />
geleden was een huzaar gevallen. Zijn rug deed<br />
erg pijn. Hij was al bij de dokter geweest. Als het<br />
erger zou worden moest hij naar het hospitaal. Ik<br />
werd al heel vroeg gewekt, omdat hij ontzettende<br />
pijn leed. Ik heb hem morf<strong>in</strong>e gegeven, waarna<br />
we hem snel met de wagen naar televisie hebben<br />
gebracht. Daar hebben we<br />
getelefoneerd. Na een uur was de
ode kruis wagen er. We hebben hem <strong>in</strong>geladen en<br />
weg…. Niets daar <strong>van</strong>, want een veer <strong>van</strong> de auto<br />
knapte. Wat nou weer? Eerst maar weer opbellen.<br />
Na 2½ uur was er een nieuwe rode kruis wagen<br />
en tevens een kraanwagen voor de oude. Daarna<br />
g<strong>in</strong>g het via een ontzettend oude weg plang-plang.<br />
Ik g<strong>in</strong>g niet mee, daar ik met het <strong>in</strong>landse<br />
ziekenrapport bezig was. Ik heb er ± 60 geholpen.<br />
Ik was behoorlijk moe toen ik weer terug kwam.<br />
We moest nog onze nieuwe won<strong>in</strong>g <strong>in</strong>richten met<br />
hulp <strong>van</strong> de koelie’s. Ook hebben we een naam<br />
bedacht: Roekan tida wang.<br />
Daarna was het eten, appèl, kerkdienst bijwonen<br />
door de wachtmeester Olofsen, die eenvoudig,<br />
doch erg mooi was.<br />
Daarna mandiën en lekker rustig naar huis pennen<br />
en vroeg en tamelijk moe naar bed.<br />
Maandag 19 januari 1948.<br />
Tegen zeer lage prijzen waren er veel spullen<br />
te koop. De Welfare Cadiwagen g<strong>in</strong>g al de<br />
buitenposten langs en bracht dan pepermunt à fl.<br />
0.20 per rol, chocolade à fl. 0.20 per reep, koeken<br />
fl. 0.20, shag + vloei fl. 0.35 en zuurtjes fl. 0.01<br />
per stuk.<br />
Dit was om te doen. Hij werd dan ook door ons<br />
vriendelijk ont<strong>van</strong>gen.<br />
Vanmorgen begon gewoon. Ziekenrapport<br />
<strong>in</strong>landers en toen kwam er een man bij mij,<br />
die ontzettend geslachtsziek was. Deze man<br />
hebben we direct opgesloten. Ik heb de<br />
officier gewaarschuwd en hij heeft hem via het<br />
dorpshoofd uitgestoten uit het district Kagal.<br />
73
74<br />
Daarna ben ik gewoon weer verder gegaan en heb<br />
ik nog ± 40 <strong>in</strong>landers behandeld. Vervolgens was<br />
het eten geblazen.<br />
Vanmiddag zijn 2 wachtmeesters en ik met<br />
medicijnen de kampong <strong>in</strong> geweest, waar we nog<br />
30 <strong>in</strong>landers die ziek waren, konden bereiken.<br />
Wat ik toen gezien heb, had ik <strong>van</strong> <strong>mijn</strong> leven niet<br />
kunnen dromen. We werden ont<strong>van</strong>gen door de<br />
mandoer (burgemeester), die ons naar de zieke<br />
mensen <strong>in</strong> die kampong bracht. Vele malaria<br />
patiënten die volledig uitgemergeld waren en niet<br />
konden lopen of praten door de koorts. Vele diepe<br />
wonden waar ze koffiedik, kalk of vieze bladeren<br />
op gelegd hadden. Vier lepra gevallen en nog<br />
vele andere zieken heb ik met <strong>mijn</strong> bekrompen<br />
genees- en verbandmiddelen samen met de 2<br />
wachtmeesters Olofsen en Rabberecht, kunnen<br />
helpen.<br />
Darna zijn we dood en doodmoe, bezweet en<br />
met doorgelopen voeten weer <strong>in</strong> het kamp<br />
aangekomen. Ik had de voldoen<strong>in</strong>g echt<br />
padv<strong>in</strong>derswerk te hebben verricht. Daar was ik<br />
ontzettend blij mee. Ik hoop nog lang door te<br />
mogen gaan met dit zo mooie en nuttige werk.
D<strong>in</strong>sdag 20 januari 1948.<br />
De morgen was weer daar. Eten , wassen en naar<br />
het Roekam Saket toe gestapt, waar al weer vele<br />
mensen stonden te wachten. Ook waren er velen<br />
<strong>van</strong> de kampong die we gisteren bezocht hebben.<br />
Wachtmeester Olofsen en ik begonnen weer<br />
vlug. Onafgebroken tot half 1 werkten we door.<br />
We hielpen 70 <strong>in</strong>landers en ik kon er weer 3 als<br />
genezen weg zenden. Ik kon de vruchten <strong>van</strong> <strong>mijn</strong><br />
werk goed zien. Velen brachten als waarder<strong>in</strong>g<br />
vruchten voor me mee. Ik bedankte iedereen<br />
vriendelijk.<br />
Nu ben ik weer terug en zit <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> hut. Het is half<br />
2 en de jongen heeft al eten gehaald. Het is dit<br />
keer nasi met pruimen. De baboe staat aan tafel<br />
te strijken en de jongens lopen heen en weer om<br />
voor de huzaren eten te halen. Na het eten ga ik<br />
slapen, want ik ben erg moe. Daarna kom ik terug<br />
om verder te schrijven.<br />
Salat makan toekan dokter. Tot 4 uur geslapen,<br />
daarna ziekenrapport <strong>van</strong> eigen jongens. Het<br />
waren er 20, ik was tot half 6 bezig. Om 6 uur<br />
gegeten, vlag b<strong>in</strong>nen gehaald en kwart over 6<br />
avondsluit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de kant<strong>in</strong>e door wachtmeester<br />
Olofsen, die ik elke dag bijwoon. Vervolgens nog<br />
een spelletje, een brief naar het meisje en daarna<br />
slapen.<br />
75
76<br />
Woensdag 21 januari 1948.<br />
Het regende <strong>van</strong>daag de hele dag. Daardoor had<br />
ik maar ± 60 mensen op <strong>in</strong>lands ziekenrapport.<br />
Vanmiddag weer de kampong <strong>in</strong>, maar <strong>van</strong>wege<br />
de regen weer vlug retour. We bereikten ± 10<br />
<strong>in</strong>landers. Daarna namen we vlug de benen, want<br />
een groot onweer kwam er aanzetten. We waren<br />
net <strong>in</strong> onze hut of daar kwam Wodan met zijn<br />
koets en knots aan en hevige regen!<br />
Vanavond hebben we een spelletje monopolie<br />
gespeeld, dat ik glansrijk won. Daarna heb ik<br />
geschreven nadat ik nog wel naar één <strong>van</strong> onze<br />
officieren heb gekeken, die malaria heeft en 40°<br />
koorts. Daarna naar bed. Weer twee vermoeiende<br />
dagen achter de rug.<br />
Donderdag 22 Januari 1948.<br />
Vandaag niets bijzonders, maar ’s nachts hadden<br />
we patrouille met 12 man. Na lang lopen over de<br />
sawadijken, kwamen we op de bedoelde plaats<br />
aan. Daar alles doorzocht en vervolgens dwars<br />
door de bergen weer retour. We pikten een<br />
<strong>in</strong>lander op, die we gelastten ons te brengen waar<br />
we heen moesten. Daar aangekomen bedankten<br />
we hem en g<strong>in</strong>gen we verder alleen.<br />
Om ±3 uur kwamen we weer op ons bivak terug.<br />
Even wassen, wat eten en daarna slapen tot<br />
vrijdag 6 uur.
Vrijdag 23 januari 1948.<br />
Ik moest voor medicijnen naar Buitenzorg. Daar<br />
aangekomen had ik zwaar pech aangezien alles<br />
was gesloten. Het was namelijk een Indische<br />
feestdag <strong>van</strong>daag. Ik had zwaar de pé <strong>in</strong>, omdat ik<br />
dat hele e<strong>in</strong>d voor niets had gereden.<br />
Toen ik retour kwam, hoorde ik dat de jongens<br />
<strong>van</strong> het eerste peloton morgen weer weg g<strong>in</strong>gen<br />
en de andere <strong>van</strong> hun buitenpost weer terug<br />
kwamen. Toen kreeg ik nog meer de pé <strong>in</strong>. Na<br />
een spelletje monopolie <strong>in</strong> de kant<strong>in</strong>e gespeeld te<br />
hebben, maar vlug naar bed. Morgen zullen we<br />
wel zien wat het wordt. De toekomst is weer soep.<br />
Afijn, laten we hopen dat er vlug verander<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> komt, want zoals het nu weer wordt is het<br />
ontzettend hopeloos.<br />
77
78<br />
Zaterdag 24 januari 1948.<br />
Gewoon ziekenrapport, ± 60 <strong>in</strong>landers geholpen.<br />
Daar kwamen de terugkerende jongens aan,<br />
luid schreeuwend. Ze werden niet al te hartelijk<br />
ont<strong>van</strong>gen. Het begon al gauw met mopperen over<br />
dit en dat, Onze stemm<strong>in</strong>g zakte met de m<strong>in</strong>uut.<br />
Het is nu 1 uur en onzer stemm<strong>in</strong>g is pet. Hoe zal<br />
die over een paar uur zijn? Afwachten maar. Tot<br />
straks over een paar uur!<br />
Hier ben ik weer. Er is nog heel wat afgekankerd<br />
en geprutteld.<br />
Het is nu avond en de nacht is nabij. Je hoort<br />
de motor die voor het elektrische licht zorgt,<br />
brullen. Overal zoemen de <strong>in</strong>secten. De maan<br />
schijnt helder. Je hoort af en toe een bitjak en de<br />
schildwachten langs de hut voorbij sluipen.<br />
Na deze rommelige, nare dag komt hopelijk een<br />
rustige nacht.<br />
Morgen is het zondag. Weer een rustdag <strong>in</strong> Indië.<br />
Hoeveel beleef ik er hier nog?<br />
P.S.<br />
Ik kreeg <strong>van</strong>daag ontzettend veel spullen voor<br />
Indisch ziekenrapport <strong>van</strong> Batavia. Mijn stemm<strong>in</strong>g<br />
is daardoor weer 100%. Leve het D.V.G.!
Zondag 25 januari 1948.<br />
Vanmorgen ziekenrapport. Vanmiddag was het<br />
rustig en <strong>in</strong>eens een grote rookwolk. Er was een<br />
korte maar hevige uitbarst<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de vulkaan<br />
Gedeh. De zwaveldampen trokken langzaam<br />
voorbij. Het was een prachtig mooi gezicht, die<br />
heldere blauwe lucht met op de achtergrond<br />
de vulkaan en boven de vulkaan als het ware<br />
hangende de grote, statige, omhoog reizende<br />
zwavelpluim. Er zijn nog enkele foto’s gemaakt.<br />
Daarna nog een spelletje monopolie, dat ik met<br />
zwaar vals spelen heb gewonnen.<br />
Vervolgens vlug naar bed.<br />
Maandag 26 januari 1948.<br />
Totaal niets bijzonders. Gewoon ziekenrapport<br />
gehouden en ’s middags geslapen. ’s Avonds op<br />
wacht 6 uur wegens ziekte.<br />
Na een goede wacht te hebben gehad, slapen en<br />
de nieuwe morgen was weer daar.<br />
79
80<br />
D<strong>in</strong>sdag 27 januari 1948.<br />
Ziekenrapport was erg druk, omdat de<br />
schoolmeester kwam met zijn 28 zieke<br />
k<strong>in</strong>deren.<br />
Ook ben ik <strong>van</strong>middag nog met die schoolmeester<br />
mee gegaan naar 3 zieke k<strong>in</strong>deren, die malaria<br />
hadden. Het was een behoorlijk e<strong>in</strong>d lopen en ik<br />
was blij dat hij mij uitnodigde om bij hem thee te<br />
komen dr<strong>in</strong>ken. Hij gaf me ook een pisang. Het<br />
was erg gezellig.<br />
Ik kreeg zijn fiets om terug te keren naar het<br />
kamp, die ik door een jongen weer retour liet<br />
brengen.<br />
Er waren <strong>van</strong>daag al met al 90 <strong>in</strong>landers geholpen.<br />
Een behoorlijk resultaat. Ik was <strong>in</strong> een goede<br />
bui, maar die zakte al snel toen er weer een<br />
wachtmeester, waar ik altijd zo prettig mee<br />
samenwerkte, naar het hospitaal moest, omdat<br />
hij malaria had. Verder moest ik nog bij de nieuwe<br />
luit komen, die het niet goed vond dat ik bij de<br />
onder officieren sliep. Dus morgen maar verhuizen<br />
naar het kamertje <strong>in</strong> de kant<strong>in</strong>e.<br />
Deze dag was weer prut en er zullen nog wel vele<br />
<strong>van</strong> deze dagen volgen.<br />
Ben verhuisd en lig gezellig. Maar voor hoe lang,<br />
want eerstdaags moeten wij ook hier <strong>van</strong>daan.<br />
Vanmiddag nog even naar Telensie geweest.<br />
De post bracht 5 brieven met 2 leuke foto’s. Ik<br />
had meteen weer een beste bui en heb alles gelijk<br />
beantwoord. Daarna slapen.
Woensdag 28 januari 1948.<br />
Alles oké. Zelfde gezever weer.<br />
Daar is slapen het beste middel tegen. Waar of<br />
niet?<br />
Er is weer een vriend, korporaal ziekenverpleger<br />
Buurma, tevens onze baas over de geneestrommel<br />
<strong>van</strong> ons eskadron, naar het hospitaal. Wie wordt<br />
zijn opvolger? Laten we hopen dat het voor korte<br />
duur mag wezen.<br />
Donderdag 29 januari 1948.<br />
Drie maanden <strong>in</strong> de tropen zijn<br />
er nu voorbij en er zullen nog<br />
vele volgen.<br />
Ik kreeg <strong>van</strong> een jongen<br />
een Indische eekhoorn, of<br />
klapperrat, die nu <strong>mijn</strong> trouwe metgezel zal<br />
worden <strong>in</strong> Indië.<br />
81
82<br />
Ons bier kregen we ook, 10 flesjes die ik heb<br />
verkocht.<br />
Nu maar weer vlug naar bed.<br />
Vrijdag 30 en zaterdag 31 januari 1948.<br />
Beide dagen geen bijzonderheden, op één na.<br />
Zaterdagavond was er een bokspartij tussen de<br />
verschillende pelotons. Aardig gezicht.<br />
Verder rustig, beetje lachen, daarna slapen.<br />
Zondag 1 februari 1948.<br />
Morgen is er een belangrijke voetbalwedstrijd<br />
tussen Morkeien en eerste peloton, die <strong>in</strong> een 2<br />
– 2 spel e<strong>in</strong>digde. Het was erg warm en al gauw<br />
zweetten we behoorlijk.<br />
Zwaar redenerend verlieten we het veld en g<strong>in</strong>gen<br />
we zo vlug we konden mandiën.<br />
Daarna heb ik nog een enkele gewonde geholpen,<br />
waarna de eetbel werd geslagen.<br />
Na het eten komt ik terug voor het afmaken <strong>van</strong><br />
de dag.<br />
Lekker gegeten. Na het eten g<strong>in</strong>g <strong>in</strong>eens de<br />
telefoon. Ik moest direct naar Tjileungsir voor een<br />
zieke. De wagen kwam meteen. Na <strong>mijn</strong> plicht<br />
volbracht te hebben ’s avonds retour. Ik kwam ±<br />
7 uur <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> kamer. Daar lag post. Ik was meteen<br />
<strong>in</strong> oké stemm<strong>in</strong>g. Daarna slapen.
Maandag 2 februari 1949.<br />
Alles hetzelfde. Erg druk.<br />
D<strong>in</strong>sdag 3 februari 1948.<br />
Eerst Hollands ziekenrapport. Daarna eten en<br />
naar Tjileungsir om daar ziekenrapport voor<br />
soldaten te houden. Om 4 uur retour en hier weer<br />
ziekenrapport.<br />
Nu der korporaal ziekenverpleger ziek is, moet ik<br />
<strong>in</strong> beide kampen ziekenrapport houden. Dus een<br />
drukke tijd.<br />
’s Nachts had ik een droom over <strong>mijn</strong> terugkeer<br />
naar Holland. Wanneer komt dit? Hoe lang nog?<br />
83
84<br />
Woensdag 4 februari 1948.<br />
We hebben met medewerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> wachtmeester<br />
Barends zelf De Showboot <strong>in</strong> elkaar gedraaid.<br />
Het was een gezellige avond. Vooral de<br />
hersengymnastiek voor mortieren verloren <strong>van</strong> het<br />
2 de peloton met 4½ - 8 punten.<br />
Daarna zijn we rustig gaan pitten.<br />
We zijn wel <strong>van</strong> plan elke week zo’n avond <strong>in</strong><br />
elkaar te draaien. Daar zijn we dan wel druk mee<br />
bezig.<br />
Tevens is ons eskadron Voetbal Competitie<br />
begonnen, waarbij ons elftal Mortieren ook mee<br />
speelt. Ze hebben mij als aanvoerder gekozen en<br />
moet nu ons elftal ten strijde voeren. Er doen 8<br />
elftallen mee en wel:<br />
1 ste peloton, 2 de peloton, 3 de peloton, Mortier<br />
peloton, Commando groep, Inl. Elftal Tjileungsir,<br />
Genie elftal en comb<strong>in</strong>atie <strong>van</strong> Oud officieren en<br />
onderofficieren elftal.<br />
Het kunnen aardige wedstrijden worden en de<br />
competitie duurt ± 2 maanden.<br />
De wedstrijden worden <strong>in</strong> Tjileungsir en<br />
Kalapanvengal gespeeld. Morgen beg<strong>in</strong>nen de<br />
eerste wedstrijden en wel 2 de peloton – genie en<br />
1 ste peloton Mortieren.<br />
Morgen dus verder daar over. Welterusten. Slaap<br />
zacht of ato slamat tidoer.
Donderdag 5 februari 1948.<br />
Vanmiddag de zware voetbalwedstrijd die <strong>in</strong> een<br />
onverdiende 2 – 2 e<strong>in</strong>digde, daar wij sterker<br />
waren. Twee spelers hadden erg veel last <strong>van</strong> de<br />
regen. Ik ook wel, maar ondanks dat was het een<br />
aardige wedstrijd. De competitie is goed <strong>in</strong>gezet.<br />
Eén puntje b<strong>in</strong>nen. Zaterdag volgt onze tweede<br />
wedstrijd en wel tegen het goede elftal <strong>van</strong> het 2 de<br />
peloton. Dat wordt vechten. Doch we hopen op<br />
een overw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g. Nu ga ik pitten.<br />
85
86<br />
Vrijdag 6 februari 1948.<br />
Het enige bijzondere was dat er een <strong>in</strong>lands elftal<br />
tegen het 2 de peloton speelde <strong>van</strong>daag. Het was<br />
en verbaz<strong>in</strong>gwekkende leuke wedstrijd. Die de<br />
blanken met 2 –1 glorieus hebben gewonnen. Het<br />
was vermakelijk te zien hoe die knapen op hun<br />
blote voeten <strong>van</strong> die knoerd harde schoten gaven.<br />
Ze waren ontzettend sportief.<br />
Morgen competitie Mortieren tegen 2 de peloton.<br />
Ben benieuwd.<br />
Nu e<strong>in</strong>dig ik en ga slapen.<br />
Zaterdag 7 februari 1948.<br />
De mortieren hebben <strong>van</strong> het ede peloton<br />
verloren. De uitslag was 2 –3. In de laatste<br />
3m<strong>in</strong>uten voor het e<strong>in</strong>de loeiden ze nog net het<br />
w<strong>in</strong>nende doelpunt er <strong>in</strong>. Onze keeper speelde<br />
een moorddadige partij. Hij weerde zich goed.<br />
De wedstrijd g<strong>in</strong>g mooi op. Het eerste doelpunt<br />
voor ons, dat ik er na een mooie voorzet <strong>in</strong>trapte<br />
precies <strong>in</strong> de hoek. Daarna de gelijkmaker. Na de<br />
rust 2 – 1 voor ons en weer gelijk 2 – 2 en toen<br />
die laatste 3 m<strong>in</strong>uten. Wij deden ook nog een<br />
aanval en maakten een doelpunt, maar dat werd<br />
afgekeurd omdat één <strong>van</strong> ons buiten spel stond.<br />
Na de wedstrijd mandiën en vlug naar Roekan<br />
Sahit helpen met ziekenrapport
‘s Avonds een spelletje monopolie. Daarna tot<br />
morgen 8 uur aan toe aan één stuk slapen.<br />
Zondag 8 en maandag 9 februari 1948.<br />
Deze dagen verliepen rustig.<br />
Maandagavond was ik net <strong>in</strong> het kamp en wilde<br />
een brief schrijven, toen een <strong>in</strong>landse jongen<br />
overstuur b<strong>in</strong>nen kwam huppelen. Toean dokter<br />
disand banjak sabit slang. Ik mee. Het bleek dat<br />
dichtbij een meisje door een slang was gebeten.<br />
Giftig? Ik behandelde de wond en gaf poeders.<br />
Daarna g<strong>in</strong>g ik weer weg. Na 2 uur g<strong>in</strong>g ik er weer<br />
heen, nam haar temperatuur op, controleerde<br />
haar pols en hartslag. Dit was allemaal oké. Ik<br />
geloof niet dat het beest giftig was. Ze had erge<br />
pijn en ik heb beloofd morgen terug te komen. Die<br />
mensen waren zo ontzettend dankbaar. Ik hoop<br />
dat morgen alles goed afloopt.<br />
Nu is het weer bedtijd.<br />
D<strong>in</strong>sdag 10 februari 1948.<br />
Mijn patiënte maakt het best. Door de<br />
bloedzuiver<strong>in</strong>gs pillen die ik haar heb laten slikken,<br />
is <strong>van</strong> bloedvergiftig<strong>in</strong>g geen sprake geweest. Nu<br />
moet nog de koorts zakken en dan is alles weer<br />
oké.<br />
Woensdag 11 februari 1948.<br />
Het gewone liedje. Eten, ziekenrapport en <strong>mijn</strong><br />
patiënte is weer helemaal <strong>in</strong> orde.<br />
Weer een succesje op <strong>mijn</strong> geneeslijstje.<br />
87
88<br />
Donderdag 12 februari 1948.<br />
Vanmorgen vroeg ben ik al naar Buitenzorg<br />
gegaan. Ik heb heen en terug een voorspoedige<br />
reis gehad. In Buitenzorg lekker bami goreng<br />
gegeten en chocolade ijsmelk gedronken.<br />
Daarna heb ik <strong>mijn</strong> vriend wachtmeester Olofsen<br />
opgezocht <strong>in</strong> het hospitaal en hem de groeten over<br />
gebracht.<br />
’s Avonds terug <strong>in</strong> het kamp. Nog even een briefje<br />
pennen en als <strong>van</strong> ouds: slaap ze!<br />
Vrijdag 13 en zaterdag 14 februari 1948.<br />
Geen bijzonderheden te melden.<br />
Zondag 15 februari 1948.<br />
Een drukke dag. ’s Morgen even naar<br />
een zieke <strong>in</strong> de kampong. Daarna even<br />
zwemmen <strong>in</strong> de Kali. Aangezien ik geen<br />
zwempak of handdoek bij me had, g<strong>in</strong>g ik maar <strong>in</strong><br />
onderbroek en uit het water dook ik maar meteen<br />
<strong>in</strong> m’n bovenbroek. Jas aan en de rest droogt wel<br />
onderweg.<br />
Terug <strong>in</strong> de Tanksie nasi met pruimen eten plus<br />
choco pap. Even lekker luieren. Ik probeerde te<br />
slapen, was me bijna gelukt toen: boek-boem<br />
toekan dokter doed promjoea di soja. Er waren<br />
2 vrouwen voor mij. Het bleken 2 verpleegsters<br />
uit Tjileungsir. Zij kwamen vertellen dat de<br />
zieken d<strong>in</strong>sdag voor <strong>in</strong>jectie naar Tjileungsir<br />
moesten komen. Er was meteen veel werk aan
de w<strong>in</strong>kel. Ik g<strong>in</strong>g eerst per wagen naar de<br />
onderwijzer en leende zijn fiets. Daarna samen<br />
met de verpleegsters, met z’n drieën op twee<br />
fietsen, één bij mij achterop naar de kampongs<br />
om dit te vertellen. Zij moesten daar alle zieken<br />
opzoeken. Tot overmaat <strong>van</strong> ramp regende het<br />
erg onderweg. We reden gewoon door en kwamen<br />
met z’n drieën doornat <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> ziekenkamertje<br />
voor de <strong>in</strong>landers aan. Daar hebben we de erge<br />
bui afgewacht. Ik ben naar het kamp gegaan om<br />
schoon goed aan te trekken en ziekenrapport voor<br />
eigen jongens te houden.<br />
De twee verpleegstertjes zijn naar huis gefietst<br />
om zich ook op te knappen.<br />
Nu is deze dag ook weer voorbij. Ik ben behoorlijk<br />
moe. Nog even een paar brieven beantwoorden en<br />
dan sluit ik deze dag.<br />
Maandag 16 en d<strong>in</strong>sdag 17 februari 1948.<br />
Na een rustige dag brak de avond aan. Toen kwam<br />
het bericht dat er ’s nachts een actie zou plaats<br />
v<strong>in</strong>den een paar mijl hier <strong>van</strong>daan. Ook ik en<br />
de kap. Verpleger moesten mee. Veel rode kruis<br />
spullen mee nemen.<br />
’s Nachts om 3 uur was het afmars naar een<br />
kampong die doorzocht moest worden en een<br />
huis <strong>in</strong> de kampong dat oms<strong>in</strong>geld moest worden,<br />
want daar zat een leider <strong>in</strong> <strong>van</strong> de extremisten.<br />
Drie volledige pelotons namen aan deze actie deel.<br />
Alles verliep naar wens. Helaas was de baas zelf<br />
verdwenen. Zijn zoon, die de benen wou nemen,<br />
v<strong>in</strong>gen we op. Tevens namen we nog verscheidene<br />
knapen ge<strong>van</strong>gen. Ook onze majoor deed mee.<br />
89
90<br />
Ik moest met de brancard bij hem <strong>in</strong> de wagen<br />
komen zitten.<br />
Toen daar alles klaar was, g<strong>in</strong>gen we de rimboe <strong>in</strong>.<br />
Behalve enkele gewonde <strong>in</strong>landers had één <strong>van</strong><br />
ons een verstuikte enkel. Er waren <strong>van</strong> onze kant<br />
geen verliezen.<br />
Vanmorgen om 11 uur kwamen we het kamp weer<br />
b<strong>in</strong>nen. Vlug nog even ziekenrapport gehouden,<br />
eten, wassen en een uurtje slapen voor het eten.<br />
’s Middags de kampongs <strong>in</strong> voor ziekenbezoek<br />
en ’s avonds totaal doodop naar de klamboe. We<br />
hebben nieuwe pyama’s. gekregen. Heren blijven<br />
we onder alle omstandigheden. Vooral nu we deze<br />
pyama’s hebben.<br />
Woensdag 18 februari 1948.<br />
Wegens ziekte <strong>van</strong> de twee jongens die me altijd<br />
helpen, moest ik het ziekenrapport alleen houden.<br />
Het was erg druk en ik wal al behoorlijk moe toen<br />
het 12 uur was. Dus even rusten, daarna kranten<br />
lezen en vervolgens voetballen tegen de <strong>in</strong>landers<br />
<strong>van</strong> Tjileungsir. Wij wonnen de wedstrijd met 3 -<br />
1. Het veld was nogal modderig, dus ik zag er uit<br />
als modderman.<br />
Vervolgens mandiën, appèl en ziekenrapport eigen<br />
jongens.<br />
Vanavond <strong>in</strong> ons eigen kamp door de leger<br />
filmdienst een film gezien. Franse liefdesfilm. Veel<br />
lachen.<br />
Daarna nog even kranten gelezen.
Donderdag 19 februari 1948.<br />
Vanmorgen ziekenrapport en daarna de kampong<br />
<strong>in</strong> om nog een paar zieken te bezoeken.<br />
Vervolgens eten en wassen.<br />
Vanmiddag weer de kampong <strong>in</strong>, waar we op visite<br />
g<strong>in</strong>gen bij een paar aardige mensen. We hebben<br />
er koffie gedronken en s<strong>in</strong>asappelen gegeten. We<br />
hebben vrolijk en leuk gepraat en zijn tot ± 2 uur<br />
blijven hangen. Toen we opstapten, moesten we<br />
beloven weer gauw terug te komen.<br />
Daarna even naar het voetballen.<br />
Vervolgens koeken eten, appèl en<br />
ziekenrapport voor eigen mensen. Er zijn veel<br />
r<strong>in</strong>gwormpatiënten. Van de 30 mensen hebben 20<br />
heet. Ik ben er gelukkig nog steeds vrij <strong>van</strong>.<br />
Daarna naar huis, pennen en slapen.<br />
Vrijdag 21 en zaterdag 22 februari 1948.<br />
Het leven is zijn gewone gang gegaan. Geen<br />
bijzonderheden.<br />
91
92<br />
Zondag 23 februari 1948.<br />
Door bellen werd ik gewekt.<br />
Het was een mooie stille<br />
morgen. Ik kleedde me aan<br />
en daar g<strong>in</strong>gen de jongens<br />
naar de godsdienstoefen<strong>in</strong>g.<br />
Ik kon er niet heen, daar<br />
ik met de wagen naar<br />
Tjileungsir moest. Daar<br />
aangekomen kreeg ik de<br />
berichten door <strong>van</strong> <strong>mijn</strong><br />
baas ziekenverpleger<br />
kapite<strong>in</strong> Buurma. Ik vulde<br />
<strong>mijn</strong> medicijnen aan.<br />
Daarna retour naar Klaja<br />
en eten. Daar kwam het<br />
verpleegstertje aan. Of ik<br />
even naar een zieke wilde<br />
komen kijken. Ik reed met<br />
de wagen naar haar vaders<br />
huis. Leende zijn fiets en<br />
trok er op uit. Aangezien ik<br />
de weg niet wist, sprong ze<br />
achter op en vooruit met de<br />
geit. Na de zieke te hebben<br />
geholpen, wat gelukkig niet<br />
ernstig was, begonnen we<br />
de terugtocht te aanvaarden.<br />
Bijna thuis trok een grote<br />
drukte <strong>mijn</strong> aandacht.<br />
Het bleek een wajang<br />
poppenspel te zijn. Ik wilde<br />
weer door rijden, maar de<br />
heer des huizes kreeg me
<strong>in</strong> de gaten en ik werd uitgenodigd om te komen<br />
eten, dr<strong>in</strong>ken en kijken naar het wajangspel.<br />
Natuurlijk gaf ik daar gehoor aan en daar zat<br />
ik met het verpleegstertje met soja lui <strong>in</strong> een<br />
stoel te kijken naar het wajangspel. Onderhand<br />
dronken we wat en zij legde me zo’n beetje de<br />
verschillende wajangfiguren uit. Het <strong>in</strong>teresseerde<br />
me machtig. Het leek met veel fantasie of ik<br />
voor de poppenkast op de Dam stond. De trage<br />
beweg<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de poppen en de zachte of harde<br />
gamelang muziek. Echt typisch Indië.<br />
Na wat gezeten te hebben, stapten we op en<br />
g<strong>in</strong>gen we weer naar de Tanksie. Het was al ±<br />
6 uur. Ze bracht me voor de poort. Daar nam ik<br />
afscheid. Zij reed op de fiets <strong>van</strong> haar vader naar<br />
huis.<br />
Ik hield vlug ziekenrapport, want om 8 uur was er<br />
een film <strong>in</strong> Tjileungsir. Toen we daar aan kwamen,<br />
bleek de film wegens omstandigheden tot morgen<br />
te zijn uitgesteld. In plaats daar<strong>van</strong> werd er een<br />
leuke cabaret voorstell<strong>in</strong>g gegeven. Ook het<br />
verpleegstertje was er weer. Ik babbelde de hele<br />
avond zo’n beetje met haar mee.<br />
Na de voorstell<strong>in</strong>g met de wagen naar Proelan en<br />
onder de klamboe.<br />
Morgen zou er een patrouille wezen, waar<br />
ondergetekende + rode kruistas mee naar toe<br />
moesten.<br />
Voor nu: slap hangen en krentenbollen eten.<br />
93
94<br />
Maandag 22 februari 1948.<br />
’s Morgens begon de pret al. Onze baas kwam een<br />
even kijken en mopperde erg, want onze jongens<br />
stonden met baarden op appèl. Onze luit kreeg er<br />
<strong>van</strong> langs en ook de arme manschappen.<br />
Toen we klaar waren, moesten we grote patrouille<br />
maken. Ik mee plus rode kruis tas. Daar kwamen<br />
de wagens, dus <strong>in</strong>stappen en toet, toet tuften de<br />
wagens het kamp uit.<br />
We werden midden <strong>in</strong> de rimboe afgezet en<br />
moesten over sawa’s lopen en door kampongs<br />
enz. In één <strong>van</strong> de kampongs stopten we. Terwijl<br />
de jongens rustten, verpleegde ik een paar<br />
<strong>in</strong>landers. Daarna liepen we verder en nar lang<br />
ploeteren kwamen we weer op een hoofdweg.<br />
Daar wachtten we op de wagens die ons zouden<br />
oppikken. Ondertussen stuurden we een paar<br />
<strong>in</strong>landers de palmbomen <strong>in</strong> om klappers te<br />
plukken, die we leeg dronken en op aten. En ja,<br />
daar waren de wagens en reden we retour naar de<br />
tanksie. Eten, wassen en ’s middags voetballen.<br />
De wedstrijd verloren met 1 – 0.<br />
Verkleden, appèl en ziekenrapport houden.<br />
’s Avonds nog even een stukje lezen en daarna<br />
doodmoe naar bed.<br />
Weer een drukke dag voorbij. Hopelijk is het<br />
morgen rustiger.
96<br />
D<strong>in</strong>sdag 23 februari 1948.<br />
Het is een rustige stille dag geweest. ’s Morgens<br />
ziekenrapport en ’s middags op visite bij de<br />
burgemeester en een kennisje. Daar thee en koffie<br />
gedronken en vruchten gegeten.<br />
’s Avonds schrijven naar huis en het meisje,<br />
logboek bijwerken en niet te laat naar bed, want<br />
het zal morgen wel een drukke dag worden,<br />
omdat de baas komt.<br />
Vrijdag 26 februari 1948.<br />
Woensdag 24 en donderdag 25<br />
februari 1948.<br />
Geen bijzonderheden voorgevallen.<br />
Alles is zijn gewone gang<br />
gegaan. Daarna slap hangen en<br />
krentenbollen eten. Tabé!<br />
Een kle<strong>in</strong>e patrouille gelopen. Een zogenaamde<br />
B.B. B<strong>in</strong>nenland Bestuur patrouille. Die dienen om<br />
controle enz uit te oefenen op de bevolk<strong>in</strong>g.<br />
We werden per auto een e<strong>in</strong>d weg gebracht,<br />
staken b<strong>in</strong>nendoor en daar stond de wagen die<br />
<strong>in</strong>middels was om gereden op ons te wachten.<br />
Ik heb verschillende zieken geholpen, verbonden<br />
enz. Ik kreeg een paar klappers cadeau. Dar<br />
zijn vruchten <strong>van</strong> de klapperboom, waar<strong>van</strong> je<br />
het sap en vlees lekker kunt dr<strong>in</strong>ken en eten.<br />
De bomenwaar deze vruchten <strong>in</strong> hangen, zijn<br />
net palmbomen. Ze horen ook tot die familie.
Op patrouille zijn deze vruchten een welkome<br />
afwissel<strong>in</strong>g.<br />
We hebben ook met de bevolk<strong>in</strong>g gepraat, g<strong>in</strong>gen<br />
huizen b<strong>in</strong>nen, kortom we deden alles dat bij zo’n<br />
B.B. patrouille hoorde.<br />
We stapten weer <strong>in</strong> de wagens en reden luid<br />
z<strong>in</strong>gend, want we hadden een prima bui, het kamp<br />
weer b<strong>in</strong>nen.<br />
Wassen, eten nasi + pap en even wat verpozen.<br />
Daarna hebben we gevoetbald. We wonnen de<br />
wedstrijd met 3 – 0.<br />
Na de wedstrijd ziekenrapport, logboek <strong>in</strong>vullen,<br />
wat tekenen en vervolgens zoals op <strong>mijn</strong> teken<strong>in</strong>g<br />
staat: slamat tidor!<br />
Zaterdag 27 februari 1948.<br />
We moesten ons hele hebben en houwen <strong>in</strong> de zon<br />
zetten. Een gesjouw <strong>van</strong> jewelste. Verder was er<br />
geweer<strong>in</strong>spectie enz. De <strong>in</strong>spectie was weer zwaar.<br />
Er waren vele slachtoffers die een extra wachtje<br />
kregen <strong>van</strong> de baas.<br />
97
98<br />
Ik was niet bij dit alles omdat ik ziekenrapport<br />
moest houden.<br />
’s Middags moest alles weer naar b<strong>in</strong>nen worden<br />
gebracht.<br />
We hebben nog volleybal gespeeld onder leid<strong>in</strong>g<br />
<strong>van</strong> onze sportleider.<br />
Daarna rusten, slap hangen en eten. Inmiddels<br />
was het avond, dus gaan we schrijven, maar hola<br />
de lichtmotor werkte niet. Na vele uren ploeteren<br />
floep, daar g<strong>in</strong>g het licht aan. Na nog wat<br />
haper<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de motor bleef het branden.<br />
’s Avonds kreeg een schildwacht de leuke <strong>in</strong>val<br />
om op een hond te gaan schieten. We schrokken<br />
ons dood. De wacht er op af. Ja op een hond dus<br />
geschoten, dan nu maar een extra wachtje.<br />
Zondag 28 februari en maandag 1 maart 1948.<br />
Geen bijzonderheden. Alles nog oké.<br />
D<strong>in</strong>sdag 2 maart 1948.<br />
Dokter op bezoek. Veel gepruttel en gepraat met<br />
verschillende jongens.<br />
Verder geen nieuws.<br />
Woensdag 3 maart 1948.<br />
‘s Morgens ziekenrapport, eten, wassen en ’s<br />
middags ziekenbezoek. Daar <strong>van</strong>daan weer eten,<br />
ziekenrapport militairen en vroeg doodmoe bedje<br />
toe.
Een blik uit de barre woestijn, die we <strong>van</strong>af ons<br />
schip aanschouwden toen we door het Suez-kanaal<br />
voerden.<br />
Donderdag 4 maart 1948.<br />
’s Morgens met <strong>mijn</strong> twee hulpjes de kampong<br />
<strong>in</strong>. We waren bewapend. Ik met een revolver,<br />
een hulp met een sten, andere met een banjonet<br />
plus rode kruis tas. We bezochten huizen,<br />
hielpen mensen en beschreven de toestand <strong>in</strong><br />
de kampong. Ik maakte overal een praatje en<br />
daarmee bereikte ik twee d<strong>in</strong>gen: 1. <strong>mijn</strong> Maleis<br />
vorderde fl<strong>in</strong>k en 2. de mensen zijn niet meer zo<br />
bang of verlegen voor mij, doordat ik gewoon met<br />
ze omga, vriendelijk tegen ze ben en ze help met<br />
geneesmiddelen.<br />
Daarna hebben we thee gedronken en bananen<br />
gegeten bij onze kennisjes.<br />
99
100<br />
Vandaar retour naar het kamp. De dokter was<br />
aanwezig. Ik vertelde hem meteen de toestand<br />
<strong>van</strong> het kamp en de langzame maar zekere<br />
uitbreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de gevreesde r<strong>in</strong>gworm. Meteen<br />
werden ook op <strong>mijn</strong> verzoek twee opgenomen <strong>in</strong><br />
het hospitaal, die dusdanig onder de r<strong>in</strong>gworm<br />
zaten, dat ik hen met <strong>mijn</strong> bekrompen spullen,<br />
niet kon helpen.<br />
Ik leverde meteen de aanvraag voor D.V.G., dat<br />
is geneesmiddelen voor de burgerbevolk<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>.<br />
Na heel wat kletsen kan ik over 4 dagen kan de<br />
spullen ophalen <strong>in</strong> Buitenzorg (Bogor).<br />
Nadat hij weer weg was, begonnen pikkie en ik<br />
aan het ziekenrapport voor de jongens. Dit deden<br />
we vroeg omdat de lichtmotor stuk is en voor<br />
reparatie naar Batavia is.<br />
Toen we hiermee klaar waren, was de post er.<br />
E<strong>in</strong>delijk weer na 8 dagen behoorlijk wat brieven,<br />
8 stuks. Ik heb ze meteen beantwoord.<br />
Ik heb <strong>van</strong>avond bij de olielamp een spelletje<br />
schaak gespeeld, dat ik geleerd heb <strong>van</strong> <strong>mijn</strong><br />
slapie.<br />
Na deze rare dag, vol activiteit lekker slapen.<br />
Vrijdag 5 maart 1948.<br />
De lichtmotor is weer terug. Dus weer volop licht.<br />
Hoera!!!<br />
Zaterdag 6 maart 1948.<br />
De mare gaat dat we weer terug gaan naar<br />
Buitenzorg om op adem enz. te komen. In hoe<br />
ver dit waar is, weet ik nog niet. Als het waar is,
kan er wel eens een gemakkelijker leven voor ons<br />
terug komen.<br />
We zouden d<strong>in</strong>sdag naar Bogar vertrekken.<br />
Toch v<strong>in</strong>d ik het aan één kant jammer als het zo<br />
is. Ik moet dan <strong>mijn</strong> ziekenrapporten <strong>in</strong> de steek<br />
laten, al de kennissen waar ik geregeld op visite<br />
kwam en al de <strong>in</strong>landers die vriendelijk voor mij<br />
geweest zijn. Nu, we zullen zien.<br />
Zondag 7 maart 1948.<br />
Geslapen tot 11 uur, gegeten en gewassen. Het<br />
begon te plenzen en Rustige zondagmorgen. Ik<br />
was behoorlijk moe en sliep daarom tot 11 uur<br />
toe. Eten, wassen en <strong>in</strong> sportbroek een partij<br />
tennis gespeeld. Daarna naar het mandië hok,<br />
101
102<br />
lekker plenzen en ziekenrapport houden.<br />
Toen kwam er een blij bericht. Er werd gevraagd<br />
wie er mee g<strong>in</strong>g naar een voorstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
Tjileungsir. Ik natuurlijk! En weldra reden we luid<br />
z<strong>in</strong>gend het kamp uit en het andere kamp <strong>in</strong>.<br />
Het cabaret heette OKE en het was ook OKE,<br />
aangeboden door de Niwa. Het was erg gezellig en<br />
we hebben reuze gelachen.<br />
Voldaan en tevreden keerde we kampwaarts, waar<br />
we al snel de klamboe spanden en er een duik <strong>in</strong><br />
namen.<br />
Voor de slaap wilde komen, passeerden bij mij<br />
verschillende gedachten de revue. Ik dacht aan<br />
moeder en vader, kle<strong>in</strong>e Tonnie en aan <strong>mijn</strong><br />
verloofde. Met haar gezicht voor me dommelde ik<br />
<strong>in</strong> slaap. Ik droomde dat ik thuis was.<br />
Maar ’s morgens bij het wakker worden, stond de<br />
naakte waarheid we voor me en wel Indië. Het<br />
land, zo eenvoudig , zo mooi en waar onze taak<br />
ligt. We moeten het helpen opbouwen voor een<br />
nieuwe toekomst. Het warme tropenland, dat zo<br />
ver ligt <strong>van</strong> ons Holland, ons vaderland.
Maandag 8 maart 1948.<br />
Ik lag te slapen en <strong>in</strong>eens klets, <strong>Raman</strong> wordt<br />
wakker, er was verder op iemand gewond, getroffen<br />
door een granaat. Kleed je aan en kom op, de<br />
wagen staat al te wachten.<br />
Ik draalde niet, kleedde me aan, pakte <strong>mijn</strong> rode<br />
kruis tas , die ik altijd klaar heb staan, stapte <strong>in</strong> de<br />
wagen en floep weg het kamp uit op weg naar de<br />
gewonden.<br />
Onderweg hoorde ik dat het om een <strong>in</strong>lands<br />
jongetje g<strong>in</strong>g, die met een gevonden Japanse<br />
handgranaat was gaan spelen, die toen <strong>in</strong>een<br />
ontplofte en dat hij vele scherven <strong>in</strong> zijn lichaam<br />
had gekregen en hevig bloedde.<br />
In de verte zagen we al een grote menigte. Allen<br />
g<strong>in</strong>gen eerbiedig opzij toen de commandant en ik<br />
er aan kwamen. Voor wie die eerbied precies was,<br />
hoorde ik later. Hij was voor de toean dokter, die ze<br />
<strong>in</strong> Kalapanvengal erg graag mochten.<br />
Afijn, we werden een huisje b<strong>in</strong>nen geloodst en<br />
daar lag op een bamboe bed het slachtoffer. Het<br />
was vreselijk om te zien. Het hele lichaam onder<br />
het bloed. Nadat ik het lichaam had gere<strong>in</strong>igd, zag<br />
ik pas dat zijn hele buik en beide dijbenen vol met<br />
scherven zaten. Ik kon ze zo voelen en sommige<br />
zien. Ik legde noodverband aan en stopte het<br />
bloeden.<br />
Daarna liet ik een brancard halen en met de wagen<br />
g<strong>in</strong>g hij rechtstreeks naar het Rode Kruis Hospitaal<br />
<strong>in</strong> Buitenzorg, waar hij werd opgenomen.<br />
103
104<br />
Ik kon <strong>van</strong>wege <strong>mijn</strong> ziekenrapport niet mee.<br />
De officier die hem weg bracht, vertelde dat<br />
onderweg het bloeden weer was begonnen. Laten<br />
we hopen dat het joch het er toch nog goed <strong>van</strong> af<br />
brengt. Ik betwijfel het, vooral <strong>van</strong>wege zijn buik.<br />
Verder verliep alles rustig. Toen de wagen<br />
weer terug kwam, bracht hij voor mij de<br />
geneesmiddelen voor de burgerbevolk<strong>in</strong>g mee, die<br />
ik heb aangevraagd.<br />
Ons vertrek naar Buitenzorg is uitgesteld, dus<br />
ik kan nu weer volop en met nieuwe moed <strong>mijn</strong><br />
baan als toekan dokter voortzetten <strong>in</strong> district<br />
Kalapanvengal, de zo geliefde buitenpost onze<br />
Huzaren <strong>van</strong> Boreel.
105
106<br />
D<strong>in</strong>sdag 9 maart 1948.<br />
Gewone dag. Ben weer volop <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> praktijk<br />
bezig,<br />
Ik ontv<strong>in</strong>g een niet leuke brief, die ik ook niet leuk<br />
heb beantwoord. Verder alles best.<br />
Woensdag 10 |<br />
donderdag 11 | maart 1948<br />
woensdag 12 |<br />
Het leven is zijn gewone gang gegaan en de week<br />
is razend snel voorbij gegaan.<br />
Ik ben nog op een ziekenpatrouille geweest en<br />
heb vele mensen <strong>in</strong> de kampong geholpen. We<br />
g<strong>in</strong>gen per wagen, na een kali kwamen we <strong>in</strong> de<br />
kampong, waar we bij het huis <strong>van</strong> de Roerak<br />
Sahit rapport hielden. Alles verliep goed, dus nu<br />
de laatste dagen <strong>van</strong> de week maar afwachten.<br />
Zaterdag 13 maart 1948.<br />
Open<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de kant<strong>in</strong>e <strong>in</strong> Tjileungsir. Dus feest.<br />
Dansen, eten en dr<strong>in</strong>ken. Wij werden daarvoor<br />
uitgenodigd, alsmede De Marva’s en de V.H.K.<br />
uit Batavia. Ook was er een grote band <strong>van</strong> de<br />
Welfare. Dus spelen en dansen maar. Het was leuk<br />
georganiseerd. B<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> de gebouwen waren een<br />
grote kant<strong>in</strong>e met veel stoeltjes, waar je gratis<br />
gebak kon krijgen. En ook de gewone d<strong>in</strong>gen,<br />
zoals limonade enz.<br />
Buiten was een warong <strong>van</strong> bamboe, waar je<br />
gratis oliebollen, s<strong>in</strong>asappelen, thee, koffie en
ananen kon krijgen. In de garage was één grote<br />
dansbeweg<strong>in</strong>g door de <strong>in</strong>landers, Wajangpoppen<br />
en een gamelankraam, zwaarddansen,<br />
voordrachten op z’n Indisch en een pasar. De<br />
V.H.K. toonde hier vooral grote belangstell<strong>in</strong>g<br />
voor. Zij hadden k<strong>in</strong>deren en ze waren nog maar 5<br />
dagen <strong>in</strong> de tropen.<br />
Er was ook nog V.H.K. <strong>van</strong> de KNIL bij. Daaronder<br />
waren wel de knapste grietjes. Ofschoon bij de<br />
Marva ook enkele. Verder was het niet veel zaaks.<br />
Het geheel stond onder leid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> 3 vrouwelijke<br />
luitenants, die er wezen mochten.<br />
De avond verliep prettig en spontaan. De band<br />
speelde goed en de stemm<strong>in</strong>g zat er gelijk voor<br />
100% <strong>in</strong>. Voor we er erg <strong>in</strong> hadden, was het ook<br />
weer tijd om afscheid te nemen. Na het laatste<br />
dansje stonden de wagens voor de dames al klaar<br />
en volgde een roerend afscheid. Ze reden de poort<br />
uit met als gezamenlijke uitroep: “Hoe was het?<br />
Als een konijn!!”.<br />
Zondag 14 maart 1948.<br />
Een rustige prettige dag. Geen <strong>in</strong>lands<br />
ziekenrapport. Lekker uitslapen tot 10 uur. Ik had<br />
een beetje hoofdpijn, dus dit kwam goed <strong>van</strong> pas.<br />
’s Avonds naar Tjileungsir. Op Radio Batavia was<br />
om half 10 een voetbaluitzend<strong>in</strong>g, half 3 Hollandse<br />
tijd, <strong>van</strong> Holland tegen België. De stand werd 1 –<br />
1. Echt fijn weer Hollands te horen.<br />
Vanavond laat naar bed. Morgen moeten we er<br />
vroeg uit.<br />
107
108<br />
Maandag 15 maart 1948.<br />
Na gegeten te hebben moesten we naar<br />
Tjileungsir om geneesmiddelen te halen voor <strong>mijn</strong><br />
zaakje. Daar tevens ziekenrapport gehouden.<br />
Weer terug ziekenrapport hier <strong>in</strong> Kalapanvengal.<br />
Verder <strong>in</strong>jecties voor verschillende zieken.<br />
Kortom een drukke dag. Laat en moe naar bed en<br />
dromen <strong>van</strong>………<br />
D<strong>in</strong>sdag 16 maart 1948.<br />
Rustige dag en nog alles kits!<br />
D<strong>in</strong>sdag 17 t/m zaterdag 20 maart 1948.<br />
Geen d<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> gewicht te vermelden. Vanwege<br />
de r<strong>in</strong>gworm ontzettend druk.<br />
Ik heb niet veel z<strong>in</strong> om te pennen.<br />
Zondag 21 maart 1948.<br />
We kregen onze maandrantsoenen weer. Dit viel<br />
erg mee.<br />
Er waren o.a. 7 repen chocola, 35 toffies +<br />
zuurtjes. Dus snoepen maar. Wat ik wel gedaan<br />
heb ook. Ik heb geloof ik nog maar 2 repen over<br />
en over de zuurtjes enz. zullen we maar niet<br />
spreken.<br />
Er kwam een bericht b<strong>in</strong>nen, dat pa Matje, een<br />
berucht bendeleider, zich <strong>in</strong> deze streek bev<strong>in</strong>dt.<br />
Dat zal eerstdaags wel wat te doen geven. De<br />
jongens en ik zijn overal op voorbereid. Dus kom<br />
maar op, zou ik haast zeggen. Toch doen we dat
niet, omdat we aan Holland denken en aan allen<br />
die ons dierbaar zijn en die er op vertrouwen<br />
dat we voorzichtig zullen zijn. Dat zijn we ook,<br />
maar als het zo ver mocht komen, dat we moeten<br />
vechten, dan kunnen ze op ons rekenen, waar het<br />
ook is. In heel Indië of <strong>in</strong> Rusland.<br />
We zullen maar weer vertrouwen <strong>in</strong> de toekomst<br />
hebben. We verlangen naar een spoedig weerzien<br />
<strong>in</strong> ons Holland.<br />
109
110<br />
Maandag 22, d<strong>in</strong>sdag 23 en woensdag 24 maart<br />
1948.<br />
Geen activiteit te melden. Alles gewoon, rustig en<br />
kalm.<br />
Veel zieken geholpen. Mijn geneesmiddelen raken<br />
weer op. Dus aanvragen maar weer.<br />
Verder tabé en tot kijk!<br />
Donderdag 25 maart 1948.<br />
Voetbalwedstrijd tussen Staf Peloton en 2 de<br />
Peloton, die na een zeer spannende, maar ruwe<br />
wedstrijd, verdiend gewonnen werd door het 2 de<br />
Peloton. Zij staan nu op 1 punt na op de eerste<br />
plaats, waar het 3 de Peloton de scepter zwaait.<br />
Zij moeten morgen tegen ons Mortieren. Dus dit<br />
wordt een spannende en beslissende wedstrijd.<br />
Wie zal het w<strong>in</strong>nen? Wie wordt kampioen <strong>van</strong> het<br />
2 de Eskadron R.H.v.B.?
Vrijdag 26 maart 1948.<br />
Pech! Bij het opstaan zat er een breuk <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> bril.<br />
Wat nu? Ik ben naar de Luit toe gestapt en heb<br />
gezegd dat ik naar Buitenzorg moest voor D.V.G.spullen.<br />
Ik had heen en terug een voorspoedige<br />
reis. Maar daar kwam de volgende pech.<br />
Aangezien de voetbalwedstrijd om 4 uur begon,<br />
moest ik wachten op de wagens die de jongens<br />
g<strong>in</strong>gen halen. Aangezien ik naar Buitenzorg was,<br />
was ik niet opgesteld, daar ze niet wisten of ik op<br />
tijd retour zou zijn.<br />
Vlak nadat de wedstrijd begon tussen het 3 de<br />
Peloton en de Mortieren werd het al 1-0 voor het<br />
3 de . Al gauw daarna werd het 1-1, toen 1-2 en<br />
rust. Na de rust weer pech. De middenvoor had<br />
een kneuz<strong>in</strong>g, maar speelde door en toen maakte<br />
de scheidsrechter een fout door een doelschop te<br />
geven, waardoor de stand 2-2 werd. Er waren nog<br />
15 m<strong>in</strong>uten te spelen. Na weer een aanval op het<br />
doel, kreeg de back l<strong>in</strong>ks een knietje en kon niet<br />
meer spelen. Dus met 10 man verder, waarna het<br />
3-2 werd voor 3 de Peloton. Deze wedstrijd werd<br />
door ons onverdiend verloren.<br />
Weer thuis gekomen had ik ontzettend veel te<br />
doen. Vijf gehavende spelers, waar<strong>van</strong> 3 zo<br />
ernstig, dat ik ze vrij <strong>van</strong> alle diensten plus wacht<br />
gaf.<br />
E<strong>in</strong>delijk was ik met het ziekenrapport klaar, het<br />
was ongeveer 4 uur toen de meld<strong>in</strong>g kwam dat er<br />
een <strong>in</strong>landse jongen ziek was, met hoge koorts.<br />
Of ik even wilde gaan kijken. Met 5 man bewak<strong>in</strong>g<br />
reden we weg de kampong <strong>in</strong> en <strong>in</strong>derdaad had<br />
111
112<br />
die jongen behoorlijk koorts. Ik heb hem een<br />
slaappil gegeven. Omstreeks half 9 was ik klaar.<br />
Het was al donker, dus mezelf wassen was er<br />
niet meer bij. Ik heb het logboek <strong>in</strong>gevuld, twee<br />
brieven gelezen, de klamboe gespannen en voor<br />
ik er erg <strong>in</strong> had, was het half 11. Dus vlug smerig<br />
en wel <strong>in</strong> bed. Doodmoe en vuil, maar wel voldaan<br />
dat ik deze dag goed had besteed en veel werk<br />
heb mogen verrichten.<br />
Ik ga nu e<strong>in</strong>digen. Mijn nek en ogen, alles doet<br />
pijn. Wel te rusten en tot morgen. Dit was Goede<br />
Vrijdag <strong>in</strong> Indië.<br />
Zaterdag 27 maart 1948.<br />
Ik was even <strong>in</strong> Tjileungsir<br />
om medicijnen te halen<br />
en <strong>in</strong>eens: Hé <strong>Raman</strong>.<br />
Daar stond Piet Evers<br />
voor me. Na gelukwensen<br />
wederzijds, kwamen we<br />
na veel gepruttel met de<br />
M.T.O. <strong>in</strong> de wagen plus proviand en een half<br />
koetje. En floep, daar g<strong>in</strong>g het op Vialapa aan. Ik<br />
troonde Piet meteen mee naar <strong>mijn</strong> slaapvertrek.<br />
Hij had verlof, dus bleef de beide paasdagen bij<br />
me.<br />
’s Avonds ziekenrapport en daarna kwam het.<br />
Een daarna kwam het. Een korporaal had steeds<br />
geklaagd over koorts. Na zijn temperatuur te<br />
hebben opgenomen, bleek hij 38° te hebben,<br />
maar <strong>in</strong>eens steeg de temperatuur naar 39½.<br />
Wat nu? Telefoon stuk. Geen wagen aanwezig.<br />
De dokter moest toch gewaarschuwd worden. Na
veel geklets hakte ik de knoop door en leende een<br />
fiets <strong>van</strong> de planters <strong>van</strong> de rubberfabriek en ben<br />
om omstreeks 10 uur ’s avonds alleen op de fiets<br />
door donker Indië naar Tjileungsir gefietst, waar<br />
wel auto’s en telefoons zijn. Bijna <strong>in</strong> Tjileungsir<br />
aangekomen, kwam ik een wagen tegen met m’n<br />
baas er <strong>in</strong>. Korporaal Ziekenpik. Fiets <strong>in</strong>geladen<br />
en retour Kalapanvengal. Even gekeken naar de<br />
patiënt en toen als de bliksem retour en de dokter<br />
gebeld.<br />
Een uur later kwam de rode kruis wagen. Inladen<br />
en weg met de beste wensen.<br />
E<strong>in</strong>delijk weer rustig. Nog even <strong>in</strong> de kant<strong>in</strong>e<br />
gekeken en naar bed. En Piet aan het mopperen.<br />
Zondag 28 maart 1948.<br />
1 ste Paasdag.<br />
Na rustig te hebben uitgeslapen, eten. Toen kwam<br />
er een blij bericht. Er was om 2 uur een gratis<br />
film. De kosten werden gedekt door de R.A.O. Niet<br />
kwaad, dus er heen. We werden door de wagen<br />
afgehaald en via Tjileungsir naar Buitenzorg<br />
gereden. Onderweg moesten we nog stoppen<br />
<strong>van</strong>wege een vuile benz<strong>in</strong>epomp.<br />
We kwamen een kwartier te laat b<strong>in</strong>nen. Pech.<br />
Na afloop <strong>van</strong> een goede soldatenfilm met<br />
propaganda er <strong>in</strong>, zouden we weer <strong>in</strong> de wagen<br />
stappen, maar ha ha ha de motor deed het niet.<br />
Wat nu? Gelukkig was er nog een wagen <strong>van</strong><br />
een afdel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ons, dus leenden we die maar.<br />
Terug naar Tjileungsir. Daar waren te veel jongens<br />
voor één wagen, dus twee keer rijden. Ik had<br />
weer pech, want ik bleef achter. Na een uur was<br />
113
114<br />
de wagen nog niet terug, maar <strong>in</strong>eens stond er<br />
een andere wagen voor ons gereed. We moesten<br />
<strong>in</strong>stappen, want de andere wagen had pech<br />
gehad. Dus wij weg, maar halverwege stond de<br />
wagen midden op de weg stil. Wat nou weer? De<br />
wagen aan geduwd en zo g<strong>in</strong>g het heel langzaam,<br />
steeds opnieuw aanduwend, naar Kalapanvengal,<br />
waar we om ongeveer 10 uur aan kwamen.<br />
Toen moest ik nog een zieke helpen. Dus laat naar<br />
bed.<br />
Ik heb me voorgenomen om nooit meer naar de<br />
film te gaan als het weer zo’n pechdag is. Afijn<br />
pitten!
Maandag 29 mei 1948.<br />
2 de Paasdag.<br />
Na de twee drukke dagen eens even rust<br />
genomen, samen met Piet. ’s Morgens zwemmen<br />
<strong>in</strong> de kali en ’s middags lekker op bed liggende<br />
praten over Holland.<br />
’s Avonds <strong>in</strong> de kant<strong>in</strong>e eieren gegeten, logboek<br />
<strong>in</strong>vullen en ….. tot morgen.<br />
D<strong>in</strong>sdag 30 maart 1948.<br />
Wegens ziekte <strong>van</strong> mij, koorts, buikpijn en erge<br />
hoofdpijn, zijn de dagen niet <strong>in</strong>gevuld.<br />
Misschien moet ik <strong>in</strong> het hospitaal worden<br />
opgenomen. Ik hoop <strong>van</strong> niet.<br />
115
116<br />
Donderdag 1 april 1948.<br />
De dokter wil het nog een dag aanzien. Als het<br />
beter gaat, is het hospitaal tenm<strong>in</strong>ste uit het<br />
zicht. Ik voel me heel wat beter dan gisteren. De<br />
buikpijn is er nog. Afwachten maar.<br />
Vrijdag 2 april 1948.<br />
Het gaat weer wat beter en de koorts is gezakt.<br />
Zaterdag 3 april 1948.<br />
Ben alweer wat gaan lopen. Het gaat wel. Morgen<br />
zullen we het maar weer proberen. Het zijn maar<br />
een paar dagen geweest, maar ik voel me zo slap<br />
als ik weet niet wat. Ik moet maar vlug weer aan<br />
het werk.<br />
We zullen maar denken de ziektedagen <strong>van</strong> toekan<br />
dokter behoren weer tot het verleden.<br />
Zondag 4 april 1948.<br />
Ik hield me behoorlijk rustig en knapte <strong>van</strong>daag<br />
lekker op.<br />
Morgen maar weer plàn-plàn , aan de slag met<br />
een echte welpen lach.<br />
Maandag 5 april 1948.<br />
Vanwege besprek<strong>in</strong>g met <strong>mijn</strong> baas naar<br />
Tjileungsir geweest. Ook om wat spulletjes te<br />
halen.<br />
Verder een beetje moe en vlug naar bed.
D<strong>in</strong>sdag 6 april 1948.<br />
Veel post en <strong>in</strong> één <strong>van</strong> de brieven <strong>van</strong> m’n ouders<br />
zat een opgeplakt bloempje. Om het goed te<br />
kunnen bewaren, stop ik het <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> logboek.<br />
’s Avonds was er een gezelschap en wel het<br />
bekende radio trio De Notenkrakers, die <strong>in</strong> de<br />
kant<strong>in</strong>e <strong>van</strong> Tjileungsir er een leuke gezellige<br />
avond <strong>van</strong> maakten. We werden opgehaald met<br />
de wagens en na afloop tuften we voldaan en vol<br />
plezier huiswaarts. Het was 11 uur, maar ik had<br />
nog helemaal geen slaap, dus pakte ik nog even<br />
een boekje. Om 12 uur klapte ik het boek dicht<br />
en kroop onder m’n klamboe, die de zorgzame<br />
baboe al voor me had klaar gelegd. Helaas kon ik<br />
de slaap niet vatten. Het werd wel 1 uur voor ik <strong>in</strong><br />
slaap viel, terwijl ik morgen weer vroeg op moest.<br />
117
118<br />
Woensdag 7 april 1948.<br />
Deze dag verliep gewoon. Na ’s middags de<br />
jongen even te hebben uitgevloekt, omdat hij was<br />
vergeten <strong>mijn</strong> kamer te vegen en m’n schoenen te<br />
poetsen, g<strong>in</strong>g ik lekker eten en mandiën.<br />
Vrijdag 9 april 1948.<br />
Drukke vervelende dag.<br />
Donderdag 8 april 1948.<br />
Er werd veel gepraat en<br />
gekletst over de generaal die<br />
zou komen om de hele boel<br />
te <strong>in</strong>specteren. Ons werd<br />
gewezen op netheid <strong>van</strong><br />
de kamer enz. Kortom een<br />
gezwam <strong>van</strong> heb ik jou daar.<br />
We hebben alles gedaan en nu<br />
maar afwachten op de hoge<br />
piet en hoe de zaken lopen.<br />
Verder niet veel bijzonders.<br />
Alleen ik zal wel overgeplaatst<br />
worden <strong>van</strong> Kalapanvengal<br />
naar Tjileungsir, omdat onze<br />
baas de generaal het grote<br />
<strong>in</strong>landse ziekenrapport niet<br />
meer alleen af kan.
Vanmorgen moest ik naar<br />
Tjileungsir om de dokter te<br />
helpen. Hij kwam om half 11<br />
en we deden eerst de zieke en<br />
kranke militairen die er waren.<br />
Ook <strong>van</strong> <strong>mijn</strong> kamp waren ze<br />
er. Dit duurde tot ± half 1.<br />
Na het eten <strong>in</strong>jecties geven aan <strong>in</strong>landers. Daar<br />
waren we nog een mooi poosje mee zoet.<br />
Om 3 uur vertrok de dokter weer. We waren klaar<br />
voor die dag.<br />
Ineens g<strong>in</strong>g de telefoon. In Kalapanvengal is<br />
een militair door zijn been geschoten. Ik met de<br />
wagen er op af. Ik was bijna op de plaats <strong>van</strong><br />
bestemm<strong>in</strong>g, toen er langzaam een rijdende auto<br />
aan kwam. Daar <strong>in</strong> lag de huzaar op een zelf<br />
gemaakte brancard, een ladder met kussens. De<br />
jongens hadden al een noodverband gelegd. Ze<br />
vertelden dat ze zo’n moeite hadden gehad hem<br />
te vervoeren. Vooral over een brug die onderweg<br />
<strong>in</strong>eens <strong>in</strong>stortte, waardoor de dragers tot het<br />
midden <strong>van</strong> hun hoofd <strong>in</strong> het water stonden. Ze<br />
konden de brancard nog net heelhuids, maar wel<br />
een beetje nat naar de overkant brengen.<br />
Ik liet het noodverband zitten en we reden terug<br />
naar Tjileungsir. Daar bestelden we eerst een<br />
pantserwagen, waar een brancard <strong>in</strong> kon. Ik<br />
haalde het noodverband er af, knipte zijn broek<br />
stuk en spalkte het been en verbond het opnieuw.<br />
Ondertussen was de wagen klaar. Voor hij er <strong>in</strong><br />
g<strong>in</strong>g, kreeg hij eerst nog een morf<strong>in</strong>espuitje. Ik<br />
g<strong>in</strong>g met hem mee over die rot weg naar het<br />
Batavia Hospitaal. De knaap leed onderweg erge<br />
pijn. Toch hield hij zich uitstekend. We deden alle<br />
119
120<br />
moeite om het hem zo gemakkelijk mogelijk te<br />
maken. We waren dan ook blij toen we e<strong>in</strong>delijk<br />
via de snelweg Buitenzorg - Batavia <strong>in</strong> het<br />
hospitaal aan kwamen. Direct werd de dokter<br />
gehaald en een foto genomen. Daarna werd hij<br />
geopereerd. Ik was er ook bij om te helpen. Het<br />
bleek dat zijn knieschijf kapot was. Deze werd<br />
verwijderd en de wond werd dicht genaaid. Het<br />
been werd <strong>in</strong> gips gezet en de patiënt werd naar<br />
de ziekenzaal gebracht, waar we nog even hebben<br />
na gepraat. Hij kreeg een bloedtransfusie en<br />
daarna slopen we op onze tenen weg de zaal uit,<br />
om de andere patiënten niet wakker te maken.<br />
Wij g<strong>in</strong>gen terug. Slaperig en vermoeid kwamen<br />
we <strong>in</strong> Tjileungsir aan. Ik bleef daar maar slapen.<br />
De volgende morgen om 6 uur werd ik per wagen<br />
weer naar <strong>mijn</strong> eigen kamp gebracht, waar ik<br />
eerst even g<strong>in</strong>g eten en daarna doodmoe op <strong>mijn</strong><br />
bed <strong>in</strong> slaap viel tot half 12.<br />
Behoorlijk uitgerust zit ik nu <strong>mijn</strong> logboek <strong>in</strong> te<br />
vullen. Oh, daar gaat de etensbel. Dus tot straks.<br />
Het eten was lekker. Vanmiddag heb ik me heel<br />
kalm gehouden. Ik hield vroeg ziekenrapport.<br />
’s Avonds kwam de band <strong>van</strong> de 7 Dec. Div, die<br />
<strong>in</strong> Tjeul<strong>in</strong>gsir voor ons speelde en heel behoorlijk!<br />
Om 10 uur waren we weer terug. Na nog even te<br />
hebben gelezen, nam ik <strong>van</strong>af de tafel de duik <strong>in</strong><br />
m’n klamboe, waar<strong>in</strong> ik vlug <strong>in</strong> slaap viel.<br />
Zondag 11 april 1948.<br />
Geen bijzonderheden.
Maandag 12 april 1948.<br />
Een dood gewone dag me heen en weer wippen<br />
naar Tjileungsir voor een besprek<strong>in</strong>g,<br />
Na een partij dammen weer gewoon naar de<br />
klamboe toe.<br />
D<strong>in</strong>sdag 13 april 1948.<br />
’s Morgens vroeg naar Tjileungsir om de dokter te<br />
helpen met het ziekenrapport.<br />
Daarna terug naar Kalapanvengal, want er zou<br />
een grote voetbalwedstrijd gespeeld worden en<br />
wel ons Eskader elftal tegen Batavia Hospitaal I en<br />
II. Deze wedstrijd werd door ons gewonnen, maar<br />
door de drukkende warmte zat er niet veel pit <strong>in</strong>.<br />
Vanwege het voetballen laat ziekenrapport<br />
gehouden. Ik had niet veel tijd meer over om te<br />
schrijven. Dan morgen maar.<br />
Woensdag 14 april 1948.<br />
Vandaag had ik een behoorlijk zware hoofdpijn,<br />
dus bleef ik maar <strong>in</strong> bed.<br />
Later <strong>in</strong> de avond knapte ik wat op en heb ik weer<br />
wat geschreven en het logboek bij gewerkt.<br />
121
122<br />
Donderdag 15 april 1948.<br />
Deze dag g<strong>in</strong>g hene<br />
Zonder één bijzonderheid<br />
Nu is de avond weer verschenen<br />
Dus is het voor het bed weer tijd.<br />
Vrijdag 16 april 1948.<br />
Na het geleuter <strong>van</strong> de avonden en dagen hier<br />
voor komt er weer wat nieuws.<br />
Ik word waarschijnlijk overgeplaatst naar<br />
Tjileungsir en een ander hospitaal komt<br />
hier. Er is nog enig bezwaar en wel <strong>van</strong> onze<br />
kampcommandant. Dus nog even afwachten<br />
wat het wordt. Wat mij betreft: kan me niet veel<br />
bommen. Alleen werk ik dan niet meer zelfstandig,<br />
maar met de korporaal. Hij wil me graag bij zich<br />
hebben, omdat met degene die hij nu heeft niet<br />
kan samen werken. Het wordt dus gewoon een<br />
ruil. Maar even afwachten.<br />
Zaterdag 17 april 1948.<br />
Was steeds aan het wachten.<br />
Zondag 18 april 1948.<br />
Vanmorgen per wagen naar de kerk <strong>in</strong> Depak,<br />
waar onze veldprediker <strong>in</strong> het kle<strong>in</strong>e gezellige,<br />
maar mooie kerkje een kerkdienst hield voor<br />
burgers en militairen.<br />
Daarna naar huis toe en bij de kampcommandant<br />
komen over de overplaats<strong>in</strong>g. Het bleek dat niet
de commandant, maar de jongens zelf er op<br />
tegen waren, om zich door de hospik die dan<br />
hier kwam, te laten behandelen, aangezien die<br />
er niet veel <strong>van</strong> af wist. Dus zei de luit: ik zal al<br />
het mogelijke doen om je hier te houden. Weer<br />
afwachten dus. Ik stond echt versteld, want toen<br />
ik werd aangesteld voor dit kamp, kreeg ik veel<br />
tegenwerk<strong>in</strong>g en vroeg hij iemand anders voor mij<br />
<strong>in</strong> de plaats.<br />
Nu ik hier ± 2 maanden zit, is het andersom<br />
en laat hij mij niet meer los. Ja, ja het kan raar<br />
lopen <strong>in</strong> de wereld. Toch v<strong>in</strong>d ik het fijn, want nu<br />
merk ik dat zowel de officieren als de jongens<br />
zelf me wel mogen. Ik doe blijkbaar m’n werk als<br />
ziekenverpleger goed. Mij zelf kan het niet veel<br />
schelen of ik hier blijf of <strong>in</strong> Tjeul<strong>in</strong>gsir kom. Ik mag<br />
deze gang <strong>van</strong> zaken wel. Wat een opschepper<br />
ben ik hè?<br />
123
124<br />
Maandag 19 april 1948.<br />
Ook deze dag gaf de schijn aan rustig te verlopen<br />
en deed dat ook tot ± 4 uur. Toen was het met de<br />
rust gedaan.<br />
Ik moest bij de luit komen. Je moet alles <strong>in</strong>pakken<br />
en naar Satoe, want op die buitenpost word je de<br />
ziekenverpleger. De luit zelf betreurde het dat ik<br />
weg moest en dat er nu iemand anders voor terug<br />
kwam. De jongens hadden de pé <strong>in</strong> en ik ook.<br />
Ik pakte <strong>in</strong> en om 6 uur kwam de wagen, die me<br />
naar Tjileungsir bracht, waar ik die nacht zou<br />
pitten.<br />
De volgende dag zouden we, ± 20 jongens en ik,<br />
naar Satoe vertrekken, een ontzettend afgelegen<br />
buitenpost.<br />
We zullen wel zien wat het wordt. Ja waar of niet?<br />
D<strong>in</strong>sdag 30 april 1948.<br />
Vanmorgen na het eten <strong>in</strong>laden voor Satoe. We<br />
kwamen na een behoorlijk lange weg e<strong>in</strong>delijk<br />
aan. Daar ontrolde zich voor mij ogen een groot<br />
huis, omgeven door en palissade <strong>van</strong> aarde,<br />
z<strong>in</strong>ken platen en bremstell<strong>in</strong>gen. Het huis was<br />
tamelijk groot met een kle<strong>in</strong>e waranda. Ik kreeg<br />
een kamertje apart. Naderhand trok voor de<br />
gezelligheid, maar ook wegens bekrompen ruimte,<br />
de kant<strong>in</strong>ebaas bij mij <strong>in</strong>.<br />
De rest <strong>van</strong> de dag verliep heel rustig. Het eten<br />
was bijvoorbeeld gezellig.<br />
Tussen de keuken en de kamer <strong>van</strong> de jongens<br />
is een overdekte ruimte, waar de eettafels zijn<br />
opgesteld. Daar eten we allen gezamenlijk, de
officieren, onderofficieren en de jongens. Voor het<br />
eten tikte de officier op de tafel voor een ogenblik<br />
stilte. Daarna smakelijk eten.<br />
Het verblijf hier zal best meevallen. Laten we<br />
hopen dat het rustig blijft.<br />
Woensdag 21 april 1948.<br />
Gisteren moesten de jongens op patrouille en was<br />
het heel stil.<br />
’s Middags na het terug komen, leefde het kamp<br />
weer op.<br />
Er werd gedanst, geschreven en de stemm<strong>in</strong>g<br />
werd steeds beter. Vooral toen de post kwam.<br />
Ook ik kreeg een paar brieven. Na ze gelezen te<br />
hebben, g<strong>in</strong>g ik <strong>mijn</strong> logboek bij schrijven. Verder<br />
waren er geen bijzonderheden.<br />
’s Avonds zongen we liederen met begeleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />
gitaar bij de <strong>in</strong>landse spionnen <strong>van</strong> ons kamp.<br />
Donderdag 22 en vrijdag 23 april 1948.<br />
Het leven op de buitenpost g<strong>in</strong>g zijn gewone gang,<br />
Aanstaande zaterdag is er weer een feest, want<br />
dan komen de V.H.K. en de Marva’s weer dansen.<br />
Zo ver is het nog niet, dus ben ik deze dagen druk<br />
aan het timmeren geslagen om een vogelkooi te<br />
maken. Het schiet al op. Om de tijd te doden is dit<br />
prima.<br />
Ik sluit weer. Tot morgen op het feest.<br />
125
126<br />
Zaterdag 24 april 1948.<br />
’s Morgens was het<br />
rustig en stil, maar <strong>in</strong> de<br />
middag begon het. Om<br />
4 uur zouden de wagens<br />
komen om ons te halen.<br />
Om 2 uur waren we<br />
al aan het spoken om<br />
ons klaar te maken. De<br />
baboe’s moesten nog even de broeken strijken.<br />
De jongens even de schoenen poetsen en e<strong>in</strong>delijk<br />
was alles klaar en daar kwam één wagen. Wel een<br />
beetje we<strong>in</strong>ig. Hier kon maar de helft <strong>in</strong> en dan<br />
terug komen. Zo gezegd zo gedaan.<br />
Ik kroop zelf <strong>in</strong> de eerste wagen. Na even<br />
gescharrel reed hij weg.<br />
In Tjileungsir aangekomen, was het eerst even<br />
kijken naar post. Voor mij was er wat bij, maar<br />
alleen kranten. Afijn, <strong>in</strong> ieder geval iets.<br />
Na een half uurtje kwamen de vrouwen. Er waren<br />
hartstikke mooie grieten bij. Het deed ons even<br />
goed ook weer blanke vrouwen te zien.<br />
A vlug waren alle tafels bezet. Er heerste een<br />
gezellige drukte. Door de regen had de band<br />
vertrag<strong>in</strong>g, maar geen nood. Eén <strong>van</strong> ons speelde<br />
even een paar mopjes op de piano. Na een tijdje<br />
kwamen de echte muziekanten. Buiten de tanksie<br />
was een <strong>in</strong>lands feest, <strong>van</strong>wege het feit dat het<br />
dorpje een jaar bevrijd was. Er was een hele<br />
kle<strong>in</strong>e kermis gemaakt. Reuze leuk.<br />
Het feest was erg gezellig en de tijd schoot weer<br />
vlug voorbij. Het werd te vlug tijd om naar huis<br />
te gaan. We g<strong>in</strong>gen met z’n allen <strong>in</strong> één grote
wagen. We waren nauwelijks uit het kamp, toen<br />
hij <strong>in</strong>eens stopte. De motor sloeg af, dus moesten<br />
we duwen. Dit hielp niet. Er zat niets anders op<br />
als terug lopen naar het kamp. Na een poosje<br />
kwam een pantserwagen, die met een sleepkabel<br />
onze wagen trok. Ineens sloeg de motor weer aan.<br />
Dus pantserwagen afkoppelen en we g<strong>in</strong>gen een<br />
poosje verder, maar toen floep. Weer hetzelfde<br />
liedje. Allemaal uitstappen en duwen. Na ons een<br />
ongeluk geduwd te hebben, deed de motor het<br />
weer. Maar voor hoe lang? Het gebeurde hierna<br />
nog twee maal en e<strong>in</strong>delijk kwamen we weer <strong>in</strong><br />
ons buitenpostje aan.<br />
De achter gebleven wacht had voor koffie gezorgd<br />
en na nog wat geklets, kropen we vlug <strong>in</strong> de<br />
klamboe. De chauffeur bleef slapen en werd de<br />
volgende dag opgehaald door de reparatie wagen.<br />
Dit is weer voorbij en het feest ook. Het was een<br />
leuke onderbrek<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een eentonig leven. Nu is<br />
het weer voorbij.<br />
Zondag 25 en maandag 26 april 1948.<br />
Geen bijzonderheden te vermelden.<br />
Deze dagen g<strong>in</strong>gen<br />
gewoon rustig voorbij.<br />
127
128<br />
D<strong>in</strong>sdag 27 april 1948.<br />
Nadat de morgen rustig voorbij was gegaan <strong>in</strong> ons<br />
Setoe buitenpostje, kwam <strong>in</strong>eens grote ommekeer<br />
uit de lucht vallen. Daar tuft een wagen b<strong>in</strong>nen en<br />
ik moest direct mee naar Tjileungsir, Ik moest mee<br />
naar Bandoeng, waar onze regimenten een grote<br />
parade hielden. Dus alles vlug <strong>in</strong>pakken en foetsie<br />
was ik.<br />
In Tjileungsir kwamen we na overleg met de<br />
dokter tot deze slotsom. Ik zou <strong>in</strong> Tjileungsir<br />
blijven en de korporaal zou mee gaan. Dus nu zit<br />
ik hier. Morgen ben ik heer en meester over de<br />
spullen <strong>van</strong> de medische dienst.<br />
Woensdag 28 april 1948.<br />
Het is voor mij heel stil. Nu de jongens weg zijn<br />
voor de parade, zit er ± 40 man <strong>in</strong> het grote<br />
kamp. Ik heb nu het controleren er bij <strong>van</strong> de<br />
KNIL Genie soldaten. Er was al meteen een<br />
slachtoffer <strong>van</strong> de malaria: 42.7° koorts. Ik belde<br />
meteen de ambulancewagen en g<strong>in</strong>g met hem<br />
naar het Batavia Hospitaal toe.<br />
Verder verliep alle rustig.
Donderdag 29 april 1048.<br />
Ik was <strong>van</strong>daag even bij de<br />
foerier op bezoek. Wat zich<br />
daar heeft afgespeeld, heb ik<br />
proberen te tekenen, maar<br />
het is toch gelukt zoals ik<br />
het wou hebben.<br />
Omdat het <strong>van</strong>daag erg stil<br />
was, heb ik even de wagen geleend en ben ik een<br />
e<strong>in</strong>dje gaan toeren. Dat was niet gek. Nu voel ik<br />
me e<strong>in</strong>delijk eens chauffeur en ik hoop maar dat<br />
<strong>mijn</strong> wagen gauw komt, want chaufferen gaat<br />
me aan het hart. Ach ja, <strong>mijn</strong> baan is toch ook<br />
chauffeur ziekenwagen.<br />
Dit was het weer even.<br />
Vrijdag 30 april 1948.<br />
Er kwam omstreeks 2 uur een jongen b<strong>in</strong>nen<br />
met een grote vleeswond onder zijn k<strong>in</strong>. Nadat ik<br />
het had bekeken, kwam ik tot de slotsom dat de<br />
wond gekramd moest worden. Dit heb ik dan ook<br />
gedaan. Alles verliep goed.<br />
129
130<br />
Zaterdag 1 en zondag 2 mei 1948.<br />
De jongens zijn weer terug uit Bandoeng.<br />
Maandag 3 mei 1948.<br />
Ook deze dag was rustig. Er waren geen<br />
bijzonderheden.<br />
D<strong>in</strong>sdag 4 mei 1948.<br />
Vandaag een drukke dag. We zijn aan het spuiten<br />
geweest. Injecties gegeven aan de <strong>in</strong>landers tegen<br />
verschillende ziektes.<br />
’s Avonds terug <strong>in</strong> Tanksie was het eten koud<br />
geworden. Toen hebben we maar <strong>in</strong> een Ch<strong>in</strong>ees<br />
geval lekker bami gegeten. Dit kostte ons samen<br />
fl. 7.- . Niet gek hè? Het was lekker.<br />
Woensdag 5 en donderdag 6 mei 1948.<br />
Deze dagen vlogen als een schaduw heen. Dit is<br />
niet kwaad bedoeld, maar er gebeurde helemaal<br />
niets. We waren blij als de avond weer kwam en<br />
we konden slapen.<br />
Ik reken maar zo twee dagen afgeschreven, maar<br />
morgen weer druk, druk, druk. Dan moeten we<br />
weer prikken of te wel <strong>in</strong>jecties geven. Arme<br />
mensen.
Vrijdag 7 mei 1948.<br />
Weer terug naar Setoe.<br />
Door het vertragen <strong>van</strong> de komst <strong>van</strong> <strong>mijn</strong> R.K.<br />
auto, moest ik nog maar zo lang terug naar de<br />
verre buitenpost Setoe.<br />
Toen ik daar aan kwam, begon het rustige leven<br />
weer. Het was al erg laat toen ik daar aan kwam,<br />
dus deze dag g<strong>in</strong>g ook weer vlug voorbij.<br />
131
132<br />
Zaterdag 8 mei 1948.<br />
Na een tijd niets, kreeg ik <strong>in</strong>eens 9 brieven<br />
tegelijk. Ik ben nu druk bezig deze te<br />
beantwoorden. Vanwege de drukte wissel ik het af<br />
en toe af met een uiltje te knappen. Tabé!<br />
Zondag 9 mei 1948.<br />
Vele brieven pennen plus het logboek, maakten<br />
dat ook deze dag vlug om g<strong>in</strong>g<br />
’s Avonds zaten we gezellig op de waranda. We<br />
zongen leuke liederen en er heerste een gezellige<br />
stemm<strong>in</strong>g, die nog werd verhoogd door het<br />
dr<strong>in</strong>ken <strong>van</strong> chocolademelk.<br />
Vanavond g<strong>in</strong>g ik laat naar bed, maar dat kon ook<br />
wel, want morgen kunnen we uitslapen.
Maandag 10 mei 1948.<br />
Ik heb heerlijk uitgeslapen. Verder geen<br />
bijzonderheden.<br />
D<strong>in</strong>sdag 11 mei 1948.<br />
Ik g<strong>in</strong>g naar Tjileungsir om <strong>in</strong>jecties te geven<br />
bij de <strong>in</strong>landers. We begonnen om 12 uur en<br />
e<strong>in</strong>digden om 5 uur. Ik was behoorlijk vermoeid.<br />
Ik bleef bij Henk slapen, onze korporaal <strong>van</strong><br />
ziekenverpleg<strong>in</strong>g. We zouden het eens even<br />
gezellig maken, maar we zaten nauwelijks toen<br />
een jongetje ons kan halen. Er was een zieke <strong>in</strong><br />
de kampong. Wij erheen. De zieke, een man, had<br />
maar liefst 41° koorts. Nadat we hem behandeld<br />
hadden, g<strong>in</strong>gen we weer weg.<br />
We wipten nog even bij een Ch<strong>in</strong>ese familie aan,<br />
die we goed kenden. Daar bleven we even praten<br />
en kregen we koffie. Het was heel gezellig en ik<br />
had het gevoel of ik <strong>in</strong> een boerderij zat. Deze<br />
mensen waren erg beschaafd, alleen ze spraken<br />
geen Hollands, maar Maleis. Toch vlotte de<br />
conversatie goed. Na gezellig geboomd te hebben,<br />
stapten we weer op en g<strong>in</strong>gen we via de kampong<br />
<strong>in</strong> één stuk door naar ons kampement. Maf ze.<br />
133
134<br />
Woensdag 12 en donderdag 13 mei 1948.<br />
Deze dagen g<strong>in</strong>gen henen<br />
Zo ontzettend vlug<br />
Dat je haast zou menen<br />
Morgen ga ik naar Holland terug!<br />
Vrijdag 14, zaterdag 15 en zondag 16 mei 1948.<br />
De P<strong>in</strong>ksterdagen<br />
Deze dagen bracht ik door <strong>in</strong> Tjileungsir. Het was<br />
erg leuk en gezellig.<br />
We zijn samen met de wagen een keer Buitenzorg<br />
<strong>in</strong> geweest, waar we naar de film g<strong>in</strong>gen op kosten<br />
<strong>van</strong> de staf.
De volgende dag g<strong>in</strong>gen we op visite bij een<br />
Ch<strong>in</strong>ese familie, die twee aardige dochters had,<br />
waar we zo vriendelijk werden ont<strong>van</strong>gen, dat<br />
we haast dachten dat we <strong>in</strong> Holland waren. Wij<br />
Buursma en ik, brachten daar een leuke dag door.<br />
Voor we er erg <strong>in</strong> hadden was het 11 uur, dus<br />
bliezen we de aftocht.<br />
Maandag 17 en d<strong>in</strong>sdag 18 mei 1948.<br />
Van deze twee dagen valt niets te vertellen. Allen<br />
dat volgende week <strong>mijn</strong> rode kruis wagen komt,<br />
zegt men. Ik hoop het, dus we zullen maar vol<br />
hoop afwachten.<br />
Woensdag 19 mei 1948.<br />
Mijn pen is stuk, <strong>van</strong>daar dat ik met potlood<br />
schrijf. Zo te zien is er wel wat aan de hand, maar<br />
wat….<br />
Donderdag 20 mei 1948.<br />
Moesten naar Tjileungsir komen, want<br />
vrijdagavond beg<strong>in</strong>t er een actie tegen een grote<br />
en bewapende troep extremisten.<br />
Vanavond hoor ik of ik zelf mee moet.<br />
Vrijdagmorgen 21 mei 1948.<br />
Vannacht zijn de jongens vertrokken. Ik moest<br />
hier blijven, want de korps gaat zelf mee. Ik blijf<br />
achter als eerste reserve en mag het kamp niet<br />
135
136<br />
verlaten en moet elk ogenblik <strong>van</strong> de dag klaar<br />
staan.<br />
De jongens zijn zwaar bewapend met<br />
handgranaten en mach<strong>in</strong>e geweren de bergen <strong>in</strong><br />
getrokken en proberen nu met samenwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />
ons 1 ste eskadron, de R.V.A., Knil en luchtmacht,<br />
om een grote groep <strong>van</strong> extremisten onder leid<strong>in</strong>g<br />
<strong>van</strong> Japanners en Duitsers, die zich <strong>in</strong> de bergen<br />
hebben verschanst, er uit te halen. De vijand<br />
is goed bewapend en er wordt ook op fl<strong>in</strong>ke<br />
tegenstand gerekend.<br />
Vanavond kom ik nog even terug op verdere<br />
bijzonderheden.<br />
Vrijdagavond 21 mei 1948.<br />
Tot zo ver hebben we 2 gewonden: één beenwond<br />
en de koporaal ziekenverpleger <strong>van</strong> het 1 ste<br />
eskadron heeft een arm verspl<strong>in</strong>terd. Onze jongen<br />
hebben nog geen tegenstand ondervonden. Dat<br />
verwachten ze morgen wel, want dan komen<br />
ze aan op het punt waar de vijand zit. Laten we<br />
hopen dat het bij deze twee gewonden blijft en dat<br />
alles goed mag aflopen.<br />
Zaterdag 22 mei 1948.<br />
Geen nadere bijzonderheid omtrent de actie<br />
ont<strong>van</strong>gen.<br />
Vanmiddag zijn de post en sigaretten gedropt<br />
(uitgeworpen) per vliegtuig boven de jongens en<br />
zoals ik via de radioverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g hoorde, dat zij er<br />
ontzettend blij mee waren.<br />
Morgen moet de actie afgelopen zijn. Laten we
hopen dat het bij twee gewonden blijven mag.<br />
Zondag 23 mei 1948.<br />
Vanmorgen heel vroeg stoven de wagens het<br />
kamp uit, om de jongens op te halen. Tegen 12<br />
uur kwamen ze aan, verhongerd, niet geschoren,<br />
vuil, smerig en dood vermoeid. Het eten en<br />
lekkere chocolademelk stonden al klaar. Ik vroeg<br />
ze direct of er gewonden waren. Het antwoord<br />
was: nee, alleen die door het vele lopen zo’n<br />
spierpijn kreeg, dat hij niet meer kon lopen.<br />
We tilden hem uit de wagen en ik begon hem<br />
meteen te masseren. Het deed hem veel pijn,<br />
maar een uur later kon hij toch weer strompelend<br />
zich gaan wassen. ’s Avonds herhaalde ik de<br />
massage en de volgende dag g<strong>in</strong>g het stukken<br />
beter met hem.<br />
Ze zijn niet <strong>in</strong> contact geweest met de vijand,<br />
dus hebben ze dat hele stuk voor niks gelopen.<br />
Toen ik dit hoorde, wist het alweer. Dus weer bot<br />
ge<strong>van</strong>gen. Dit is altijd hopeloos. Honderd maal ga<br />
je weg en honderd maal ga zie of hoor je ze niet<br />
en zijn ze al weer verdwenen, hetgeen hier ook<br />
weer is gebeurd.<br />
Afijn, we zijn blij dat ze weer thuis zijn zonder<br />
verdere ongelukken.<br />
Morgen is het tenm<strong>in</strong>ste rusten, kalm houden en<br />
luieren. Ze hebben het wel verdiend, want 3 dagen<br />
door de bergen sjouwen met munitie, bewapen<strong>in</strong>g<br />
en bepakk<strong>in</strong>g, valt niet mee.<br />
Ik sluit me ook bij de jongens aan <strong>in</strong> een zalig<br />
nietsdoen.<br />
137
138<br />
Maandag 24 mei 1948.<br />
Vanmorgen lekker uitgeslapen en opeens boem:<br />
Opstaan, verbandspullen pakken en mee naar een<br />
kampong. Daar is weer door een bende behoorlijk<br />
te keer gegaan. Onderweg stopten we, omdat er<br />
een pantserwagen door een brug was gezakt. Dan<br />
maar om rijden en na een half uur geploeterd te<br />
hebben, kwamen we weer bij dezelfde brug uit.<br />
Dus weer een andere omweg en na anderhalf uur<br />
kwamen we e<strong>in</strong>delijk <strong>in</strong> de bewuste kampong.<br />
Maar <strong>van</strong> gewonden of zo was niets te zien. Zelfs<br />
geen <strong>in</strong>lander. Doodstil was het er. Dus via een<br />
andere omweg terug.<br />
Onderweg stopten we even en terwijl we aan het<br />
praten waren, moesten we <strong>in</strong>eens <strong>in</strong> dekk<strong>in</strong>g. Daar<br />
kwam over de heuvelrug door een rubberplantage<br />
een bende aan <strong>van</strong> 7 man. Behoorlijk bewapend.<br />
Wij waren met zo’n 20 man en na een bewak<strong>in</strong>g<br />
achtergelaten te hebben voor de 3 wagens, deden<br />
we een aanval. Ze dropen af. Wij ze achterna door<br />
het rubberbos. Aan het e<strong>in</strong>d was een kampong,<br />
dicht begroeid, waar<strong>in</strong> ze verdwenen. We konden<br />
ze niet meer v<strong>in</strong>den. Wij g<strong>in</strong>gen maar weer<br />
terug naar de wagens, gas geven en weg naar<br />
Kalapanvengal. Het door ons gevraagde vliegtuig<br />
voor verkenn<strong>in</strong>g, kwam na 10 m<strong>in</strong>uten boven het<br />
kamp en maakte de verkenn<strong>in</strong>gsvlucht boven het<br />
terre<strong>in</strong>, maar kwam zonder succes weer terug. We<br />
stegen <strong>in</strong> onze wagens met het gevoel: weer pech<br />
gehad. Ze hebben weer de benen genomen.<br />
Dood vermoeid kwamen we thuis. Maar na fl<strong>in</strong>k<br />
gemandied te hebben en brood met ei gegeten te<br />
hebben, knapte ik al een stuk op.
Daarna niet te laat naar bed. Uitslapen, nee, want<br />
morgen moeten we weer <strong>in</strong>jecties geven aan de<br />
<strong>in</strong>landers. Slaap ze.<br />
D<strong>in</strong>sdag 25 mei 1948.<br />
Drukke, vermoeiende dag. We hebben vele bru<strong>in</strong>e<br />
mensen geprikt en geholpen de korporaal en<br />
ik plus twee door het Rode Kruis toegewezen<br />
<strong>in</strong>landse verpleegsters.<br />
Erg druk. Ik was ook blij toen ik ’s avonds <strong>in</strong> m’n<br />
bed lag.<br />
Maar daar werd ik wakker gemaakt. Freek, post,<br />
6 brieven. Dus nog maar even lezen. Er waren 4<br />
foto’s <strong>van</strong> Tonneke, dat lekkere kereltje. Was er<br />
erg blij mee en zal ze ook goed bewaren. Henneke<br />
had ook weer goede berichten. Een tijdje later<br />
sliep ik weer rustig en tevreden <strong>in</strong>, zodat het niet<br />
lang duurde of ik lag <strong>in</strong> Klaas Vaak zijn armen.<br />
139
140<br />
Woensdag 26 en donderdag 27 mei 1948.<br />
Geen bijzonderheden te vermelden.<br />
Vrijdag 28 en zaterdag 29 mei 1948.<br />
Vandaag gaan we weg en wel naar Soerabaja.<br />
Dus het wordt druk, pakken enz. We waren ook<br />
al druk begonnen, omdat d<strong>in</strong>sdag 4 juni alles<br />
<strong>in</strong>gepakt moet zijn. Dus nog een paar dagen de<br />
tijd. Er heerst een gezellige drukte en een vrolijke<br />
stemm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het kamp.<br />
Volgens de berichten gaan we met land<strong>in</strong>gsboten<br />
met alles, maar dan ook alles er op, zoals wagens,<br />
jeep, pantserwagens enz.<br />
De volgende paar dagen zal er niet veel <strong>van</strong><br />
pennen komen. Dus tot 4 juni.<br />
Vrijdag 4 juni 1948.<br />
Vanmorgen om 5 uur kwam de wagen <strong>van</strong> de<br />
A.A.T. onze grote spullen <strong>van</strong> de medische dienst<br />
<strong>in</strong>laden. De kle<strong>in</strong>e spullen en onze bagage hadden<br />
we <strong>in</strong> de ambulance gestopt, die een dag <strong>van</strong> te<br />
voren was gekomen. Mijn wagen was nog niet<br />
geheel <strong>in</strong> orde dus reed een monteur er mee.<br />
De colonne <strong>van</strong> ± 70 wagens werd opgesteld en<br />
floep, daar g<strong>in</strong>gen we naar Batavia naar de Tj.<br />
Prior, waar we heel vlug <strong>in</strong> een grote land<strong>in</strong>gsboot<br />
werden <strong>in</strong>geladen. De pantserwagens boven op de<br />
boot en de rest , bagage, vrachtwagens en <strong>mijn</strong><br />
rode kruis wagentje <strong>in</strong> het ruim. Om 5 uur vertrok<br />
de boot en al gauw stoomden we de haven uit.
Die nacht sliep<br />
ik lekker op m’n<br />
veldbed op het<br />
dek, waar het<br />
heerlijk koel was.<br />
We hebben lekker<br />
gepit.<br />
Zondag 5 juni<br />
1948.<br />
Op de boot:<br />
luieren, nood<br />
rantsoenen eten<br />
en slapen. Lekker!<br />
Ik knapte er<br />
helemaal <strong>van</strong> op. De zondag vloog voorbij. De<br />
zeelucht was zo lekker, dat ik ’s avonds knorde<br />
<strong>van</strong> genoegen en spoedig sliep.<br />
Maandag 6 t/m maandag 13 juni 1948.<br />
Met <strong>mijn</strong> ambulancewagen Dodge 8020 heb ik<br />
vele transporten weg gebracht naar Malang.<br />
Meteen <strong>van</strong> de gelegenheid gebruik gemaakt het<br />
stadje te bekijken. Ik vond het precies op Bussum<br />
lijken, zo mooi gelegen met plantsoenen, parken,<br />
zwembad en een stadion. Het had asfaltwegen en<br />
goed geklede politiemannen.<br />
Wij liggen <strong>in</strong> een paar grote loodsen, die bij een<br />
gekkenhuis horen. Hier worden <strong>in</strong>landse patiënten<br />
verpleegd. Alles is mooi aangelegd en ruim.<br />
Wij zelf, de medische dienst, liggen <strong>in</strong> drie<br />
gebouwen, die vroeger eendenhokken geweest<br />
141
142<br />
zijn. Eén gebouw is slaapkamer, het andere<br />
behandel<strong>in</strong>gskamer en de derde opslagkamer.<br />
Mijn rode kruis wagen staat dicht bij. Voor we <strong>in</strong><br />
de kamers g<strong>in</strong>gen, hebben we eerst alles verdelgd<br />
met D.D.T. Dat was echt nodig.<br />
Ieder reed zijn eigen wagen <strong>in</strong> snel tempo <strong>van</strong><br />
boord af. De colonne wed opgesteld en na nog wat<br />
motor geronk, vertrokken we, motor ordenans<br />
voorop dwars door het mooie schone Soerabaja<br />
naar ons kampement ± 80 km verderop, dichtbij<br />
het plaatsje Lawang, een gehucht met zo waar<br />
een bioscoop. We stonden gewoon versteld.<br />
We liggen zelf aan de rand <strong>van</strong> een <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g voor<br />
zwakz<strong>in</strong>nige <strong>in</strong>landers. Het is een grote <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g<br />
met eigen fabriekjes er voor met allerlei d<strong>in</strong>gen<br />
<strong>in</strong>gericht met mooie wegen en straatverlicht<strong>in</strong>g.<br />
Het heeft veel weg <strong>van</strong> de Hollandse <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g<br />
Den Deelder bij Zeist. Er is ook een groot<br />
zwembad bij met bronwater, een voetbalveld,<br />
tennisveld, bioscoop of toneelzaal. Het ligt hoog<br />
tussen de bergen. Het klimaat is ontzettend fijn.<br />
’s Nachts is het zo koud, dat je niet zonder deken<br />
kan slapen. Alleen er heerst een we<strong>in</strong>ig malaria.<br />
Om je heen zie je niets als bergen en de vulkaan.<br />
Dat is een prachtig gezicht, vooral ’s morgens als<br />
de zon op komt. ’s Avonds lijkt het net Holland<br />
met de straatverlicht<strong>in</strong>g overal. Van oorlog merk<br />
je hier geen zier.<br />
De jongens zijn verdeeld over 4 zalen. Verder is er<br />
één als eetzaal <strong>in</strong>gericht en één als kant<strong>in</strong>e.<br />
Alles is nu zo’n beetje geregeld en het valt 100%<br />
mee. Het is te hopen dat we dit lang mogen<br />
houden, want bijvoorbeeld elke dag zwemmen<br />
of voetballen zoveel je wilt, komt <strong>in</strong> Indië op een
uitenpost niet veel voor. We hebben dus zwaar<br />
geboft. Ik hoop ook er met <strong>mijn</strong> ambulancewagen<br />
een mooie tijd door te kunnen brengen.<br />
Deze week was niet met veel drukte <strong>in</strong>gevuld.<br />
Het <strong>in</strong>stalleren en de jongens weg brengen naar<br />
het hospitaal vergde veel tijd, maar <strong>van</strong> nu af<br />
aan beg<strong>in</strong> ik weer met frisse moed <strong>in</strong> dit mooie<br />
oostelijk deel <strong>van</strong> Java.<br />
Woensdag 15 juni 1048.<br />
Vandaag weer twee jongens naar Malang<br />
gebracht. Dat was weer zo gebeurd. De wagen<br />
loopt als een tre<strong>in</strong>. Machtig d<strong>in</strong>g hoor. Ik hoop dat<br />
ik het nog lang zo mag doen.<br />
Donderdag 16 juni 1948.<br />
De jongens zijn op parade, dus was het een kalme<br />
dag.<br />
Heb ik fijn even de tijd om <strong>mijn</strong> wagen wat op te<br />
knappen. Is wel nodig.<br />
Verder nog even een briefje pennen en <strong>van</strong>avond<br />
naar de film voor militairen <strong>in</strong> Lawang. De wagens<br />
waren er niet, dus lopen ± 1 uur. Lekker hoor <strong>in</strong><br />
de koele avondlucht.<br />
Vannacht werd ik wakker door de kou. Het leek<br />
wel herfst. Ik lag te rillen onder m’n dekentje. De<br />
nachten zijn hier toch zo koud! ’s Morgens sta je<br />
te rillen op het appèl. Lekker hoor, net Holland.<br />
Was dat maar waar.<br />
143
144<br />
17 en 18 juni 1948.<br />
Het leven g<strong>in</strong>g z’n gewone gang. Ziekenrapport<br />
houden, wagen opknappen en verder geen lol.<br />
Het kamp krijgt nu een beter aanzien, want ze<br />
verdelen de grote loodsen <strong>in</strong> kamers. Is het<br />
gezelligst, maar niet zo groot. Ons hokje is<br />
bekend. Het waren vroeger kippenhokken, ruim en<br />
groot met stenen vloer. Vandaag zijn ze ze aan het<br />
witten geweest. Het ziet er al beter uit. Nog even<br />
wachten en de zaak komt best voor elkaar hoor.<br />
Let maar op.<br />
We hebben 3 kippenhokken, één als<br />
behandel<strong>in</strong>gskamer, één als opslaplaats en één<br />
wordt het lokaal voor de wacht. Iets dat erg<br />
jammer is, want wij wilden er gaan pitten. Afijn,<br />
geen zier aan te doen. De baas wil nu eenmaal<br />
niet anders plus nog iemand die denkt iets te<br />
vertellen te hebben. Nou, ze kunnen alle twee de<br />
hoge boom <strong>in</strong>. Laten we hopen dat de takken het<br />
houden.<br />
19 juni 1948.<br />
Naar Soerabaja geweest om een jongen op te<br />
halen. Een mooi ritje <strong>van</strong> 85 km. Eenmaal <strong>in</strong><br />
Soerabaja aangekomen, wisten we de weg niet<br />
naar het C.B.Z. hospitaal. Ik zag een padv<strong>in</strong>dster<br />
tippelen. Even stoppen en heel vriendelijk wees ze<br />
me de weg naar de jongen. Daar aangekomen heb<br />
ik hem geprikt, waarna we lekker met een leuk<br />
vaartje tuften terug naar het gekkenhuis.<br />
De wagen op stal, eten, zwemmen <strong>in</strong> het
zwembad en slapen. Lekker hoor.<br />
20 juni 1984.<br />
Vandaag ben ik voor reparatie naar Malang<br />
geweest. De olieleid<strong>in</strong>g naar de oliemeter was<br />
kapot. Daar aangekomen kreeg ik te horen, dat<br />
ze het zullen aanvragen, kom over een maand of<br />
twee maar eens langs. Dan is ie er misschien.<br />
Proost! Afijn, dan maar zonder.<br />
21 juni 1948.<br />
Ik was aan het zwemmen en kom terug <strong>in</strong> het<br />
kamp, was <strong>mijn</strong> wagen foetsie. Wat was er<br />
gebeurd? Tijdens het voetballen had een jongen<br />
zijn been gebroken. De hospik was er, maar nu<br />
moest hij naar het Malang hospitaal, dus riep hij<br />
<strong>Raman</strong>. Maar <strong>Raman</strong> was er niet, die was aan<br />
het zwemmen. Dus nam hij een andere chauffeur<br />
mee. Dan komt <strong>Raman</strong> terug <strong>in</strong> het kamp. Wagen<br />
foetsie. Grote huilpartij. Maar ’s avonds kwam<br />
alles weer goed. Daar komt de wagen heelhuids<br />
b<strong>in</strong>nen. <strong>Raman</strong> niet meer huilen, maar lachen.<br />
Tja, moet je maar niet gaan zwemmen.<br />
22 juni 1948.<br />
Rustig! Geen gezwam verder. Dus uitscheiden met<br />
schrijven over <strong>van</strong>daag.<br />
23 juni 1948.<br />
Ik ben verf aan het stelen geweest, waarmee ik<br />
145
146<br />
de wagen heb opgeknapt. Eerst schoon gemaakt<br />
en toen geverfd. Hopelijk kan ik het morgen<br />
afmaken, als er geen transport voor het hospitaal<br />
is tenm<strong>in</strong>ste<br />
Verder weer drie brieven gelezen, beantwoord en<br />
gaan slapen.<br />
Donderdag 24 juni 1948.<br />
Deze dag heb ik gebruikt om <strong>mijn</strong> wagen op te<br />
knappen. Wat schilderen en smeren en hij zoemt<br />
weer als een kwade kater. Hij is weer voor gebruik<br />
gereed.<br />
Vrijdag 25 juni 1948.<br />
Vanavond laat had ik nog een transport naar<br />
het ziekenhuis Malang. Een jongen <strong>van</strong> ons had<br />
tijdens het voetballen een lichte hersenschudd<strong>in</strong>g<br />
opgelopen. Ik heb de dokter gebeld en hij moest<br />
weg. Op weg er heen moest ik nog stoppen,<br />
omdat hij g<strong>in</strong>g braken. Daarna reed ik langzaam<br />
<strong>in</strong> het donker verder. Ik heb hem bij het hospitaal<br />
afgeleverd en even de wagen schoon gemaakt.<br />
Daarna met een behoorlijke vaart naar huis<br />
gereden, waar ik om 11 uur aan kwam. Meteen<br />
naar bed toe.<br />
Zaterdag 26 januari 1948.<br />
’s Morgens ziekenrapport gehouden en ’s middags<br />
lekker gezwommen. Ik dacht nu maar eens rustig<br />
aan een briefje pennen, maar niets er <strong>van</strong>. Een
u<strong>in</strong>e koeli kwam aandraven. Ik moest <strong>in</strong> de<br />
centrale komen. Ik er naar toe en daar hoorde ik<br />
via de telefoon: Vlug komen. Een ramp. Het bleek<br />
om een soldaat met gebroken ribben te gaan. Al<br />
gauw kwamen we <strong>in</strong> het hospitaal aan, waar we<br />
onze patiënt afleverden. Omdat we daar nu toch<br />
waren, zijn we al onze jongens, die er verpleegd<br />
worden, 7 stuks, even gaan opzoeken om er een<br />
praatje mee te maken en een sigaretje te geven.<br />
Ze waren blij weer wat <strong>van</strong> ons te zien.<br />
Al vlug werd het laat en na het afscheid <strong>van</strong> de<br />
jongens en zusters niet te vergeten, tuften we<br />
naar huis. Daar had een kamergenoot wat te eten<br />
voor mij gehaald. Pap, nasi, mandarijnen, tomaten<br />
en komkommer. Lekker hoor!<br />
Nu nog even het dagboek <strong>in</strong>vullen, 2 brieven lezen<br />
en naar bed.<br />
Morgen is het zondag. Lekker uitslapen, zwemmen<br />
enz. En misschien wel weer een tra<strong>in</strong>sport. Wie<br />
weet?<br />
Zaterdag 27 januari 1948.<br />
Overdag was het rustig, maar ’s nachts niet.<br />
Om 2 uur ’s nachts werd ik gewekt voor een<br />
transport. Een jongen had een aanval <strong>van</strong> acute<br />
bl<strong>in</strong>dedarmontstek<strong>in</strong>g. Hij moest direct naar het<br />
hospitaal. Dus ik m’n bed uit, aankleden en <strong>in</strong><br />
de kou, want het was beroerd koud, de wagen<br />
voor gereden. Met een kalm gangetje over nare<br />
wegen en goede wegen naar Malang. Daar de<br />
wachtdokter uit zijn bed gehaald, die na het<br />
onderzoek bedankte voor de klandizie. Hij rekende<br />
al met al 8 uur voor de operatie.<br />
147
148<br />
Wij g<strong>in</strong>gen dus maar weer retour. Om 5 uur<br />
zeilden we het kamp b<strong>in</strong>nen.<br />
Ik bleef slapen tot de volgende morgen om 11<br />
uur. Daarna zwemmen en luieren. ‘s Avonds weer<br />
vroeg naar bed. Zo deze dag was tenm<strong>in</strong>ste goed<br />
besteed.<br />
Maandag 28 juni 1948.<br />
Er heerst drukte <strong>in</strong> het kamp, want morgen is<br />
pr<strong>in</strong>s Bernhard jarig en is er parade te Malang.<br />
Dus druk poetsen, smeren enz. Ik ben er maar<br />
vlug tussen uit geknepen, want er moest een<br />
jongen naar het ziekenhuis.<br />
‘s Avonds naar de film en naar bed.
D<strong>in</strong>sdag 29 en woensdag 30 juni 1948.<br />
Steeds maar weer ziekentransporten. Ernstige<br />
en niet ernstige. Dit komt door dat ik nu ook rij<br />
voor 1-12-R.I., verschillende KNIL bataljons en<br />
ons zelf natuurlijk. M<strong>in</strong>stens één keer per dag rij<br />
ik naar het Malangs hospitaal Soekaen, waar ik<br />
verschillende patiënten aflever. Het is mooi werk<br />
en het bevalt me goed. Dus laten we hopen dat<br />
we het nog lang mogen doen.<br />
Donderdag 1 juli 1948.<br />
Weer een nieuwe maand en weer een nieuw geval<br />
en wel een gewonde die <strong>in</strong> de buik is geschoten,<br />
dus weg brengen. Maar we kregen een telefoontje<br />
<strong>van</strong> dr. Bas dat we <strong>in</strong> Soekaradja iemand moesten<br />
afhalen en weg brengen naar Malang, hetgeen we<br />
ook hebben gedaan.<br />
Vanavond gaan we naar de film: Slag om Arnhem.<br />
Gratis voor militairen. Dus dat is niet kwaad. Ik ga<br />
sluiten, dus tot morgen.<br />
Vrijdag 2 juli 1948.<br />
Arnhem gezien. Verder geen bijzonderheden. Dus<br />
tabé.<br />
Zaterdag 3 juli 1948.<br />
Om 5 uur al een spoed transport <strong>in</strong> S<strong>in</strong>alsari,<br />
waar we een <strong>in</strong> verwacht<strong>in</strong>g zijnde baboe moesten<br />
ophalen, die al de hele nacht zo’n beetje bezig<br />
geweest is. Wij er op af en we hebben haar naar<br />
149
150<br />
het Burgerziekenhuis gebracht.<br />
We waren nauwelijks terug of er was weer een<br />
transport en wel <strong>van</strong> onze luitenant die naar het<br />
Soekoen Hospitaal moest.<br />
We waren snel terug, hebben vlug gegeten en<br />
daarna gezwommen. Vervolgens naar bed, want ik<br />
ben ontzettend verkouden. Ik heb tot de volgende<br />
morgen lekker door geslapen.<br />
Zondag 4 juli 1948.<br />
Het is een rustige zondag geweest. Lekker<br />
zwemmen, schrijven en slapen.<br />
Morgen maar weer met frisse moed aan de slag.<br />
De tijd schiet al aardig op gelukkig. Nog even<br />
en……..?<br />
Maandag 5 juli 1948.<br />
Geen bijzonderheden te vermelden. Een transport<br />
naar Malang en ’s middags zwemmen.<br />
D<strong>in</strong>sdag 6 juli 1948.<br />
Deze dag was het grote schoonmaak wat de<br />
wagen betreft. Helemaal door gesmeerd en schoon<br />
gespoten. Hij ziet er weer uit om door een r<strong>in</strong>getje<br />
te halen. Ik ben blij dat het klaar is. Nu kunnen we<br />
er weer een poosje tegen. Ik ben er speciaal deze<br />
dag voor thuis gebleven. Nu alles klaar is, zit ik<br />
gewassen <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> sportbroek aan tafel te pennen.<br />
Vanavond nog een briefje pennen en dan slapen.<br />
Dat hebben we wel verdiend.
Woensdag 7 juli1948.<br />
Rustige dag en ’s middags op het bureau:<br />
Om 2 uur <strong>van</strong>nacht uitrukken met de wagen en<br />
dan word je geplaatst bij de commando post,<br />
waar je op een radio bericht wacht of ze je nodig<br />
hebben of niet. Vannacht worden er 3 kampongs<br />
gezuiverd. Er kan tegenstand worden geboden.<br />
Na dit vernomen te hebben, heb ik <strong>mijn</strong> wagen<br />
151
152<br />
geheel uitgerust en ben vroeg naar bed gegaan.<br />
Om 2 uur <strong>van</strong>nacht reed ik naar de 10 km verder<br />
gelegen controle post, waar ik wachtte. ’s Middags<br />
om 12 uur kreeg ik bericht, dat de zuiver<strong>in</strong>g<br />
was afgelopen en ik kon <strong>in</strong>rukken. Daar er geen<br />
eigen verliezen waren, stapte ik <strong>in</strong> m’n wagen en<br />
tufte retour naar het kamp, waar de hele troep al<br />
aanwezig was.<br />
Ze hadden veel succes gehad: 300 ge<strong>van</strong>genen.<br />
Gelukkig is alles goed afgelopen en laten we<br />
hopen dat het zo blijft.<br />
Donderdag 8 juli 1948.<br />
We waren de hele dag vrij. We brachten <strong>van</strong>daag<br />
door met zwemmen en slapen.<br />
Vrijdag 9 juli 1948.<br />
Vandaag waren we en ik vooral, weer lekker<br />
uitgerust. Het begon voor mij ook goed, want ik<br />
had twee transporten naar Malang.<br />
Vanavond weer met de wagen naar de bios voor<br />
militairen.<br />
Zaterdag 10 juli 1948.<br />
Deze twee dagen waren we vrij. Die hebben we<br />
door gebracht met zwemmen, luieren en eten.<br />
Niet kwaad hoor.<br />
Alleen zaterdagavond laat had ik nog een<br />
transport. Iemand met een bl<strong>in</strong>dedarm ontstek<strong>in</strong>g.<br />
De tweede al.<br />
Toen ik terug kwam, dook ik lakker <strong>in</strong> bed.
Zondag 11 juli 1948.<br />
Om ±10 uur zag ik het daglicht weer met m’n half<br />
slaperige ogen.<br />
Na het opstaan, bracht ik de zondag volgens mij<br />
nuttig door met zwemmen, luieren en eten. Ja,<br />
zo kunnen we het wel uithouden. Alleen komt het<br />
jammer genoeg niet veel voor, maar als het voor<br />
komt dan zullen we het er ook goed <strong>van</strong> nemen.<br />
Maandag 11 juli 1948.<br />
De week is met frisse moed begonnen. Er zijn<br />
geen bijzonderheden voor gevallen. Dus tot kijk!<br />
D<strong>in</strong>sdag 12, woensdag 13 en donderdag 14 juli<br />
1948.<br />
Deze dagen zijn echt Indisch voort gekropen. Met<br />
vrachtjes weg brengen, eten, zwemmen en slapen<br />
heb ik deze dagen door gebracht.<br />
We zullen maar rekenen, weer 3 dagen dichter<br />
bij het “thuisvaren”. Daar zitten we toch op te<br />
wachten. Het komt wel, dus rustig afwachten.<br />
Vrijdag 15 juli 1948.<br />
Toen <strong>van</strong>daag het gewone leven <strong>van</strong> mij als<br />
ambulance man, achter de rug was, hebben we<br />
even een partij gevoetbald tegen het 1 ste peloton,<br />
dat wij na een spannende wedstrijd met 4-3<br />
gewonnen hebben. Het was zeker spannend, want<br />
vele malen scoorden we bijna een doelpunt, maar<br />
153
154<br />
dan stond de paal of de keeper <strong>in</strong> de weg. Al met<br />
al is het een leuk spelletje geweest.<br />
Ik lig nu rustig en voldaan zo goed en zo kwaad<br />
als het gaat, op <strong>mijn</strong> bed te pennen om <strong>mijn</strong><br />
logboek <strong>in</strong> te vullen. Hierna slapen en oogjes toe.
Zaterdag 16 juli 1948.<br />
Er was een behoorlijk ongeluk gebeurd. Er waren<br />
4 Ch<strong>in</strong>ezen tegen een boom geknald. Ik werd<br />
via de telefoon besteld. Dus ik er heen. Daar<br />
aan gekomen, lagen ze al verbonden klaar. Ik<br />
kon ze zo <strong>in</strong>laden en met een kalm gangetje<br />
reed ik naar het hospitaal. Er waren twee zwaar<br />
gewond met een schedelbasisfractuur plus één<br />
met een gebroken arm en been en de andere was<br />
bewusteloos met een hersenschudd<strong>in</strong>g. Ik bracht<br />
ze naar het R.K. Hospitaal, waar ik ze afleverde.<br />
Daarna maakten een paar koelies de brancards<br />
schoon, want er was veel bloed op gekomen.<br />
Onderhand werd ons een flesje limonade<br />
aangeboden. Na vriendelijk bedankt te hebben,<br />
tufte ik weer retour. Ik tankte eerst nog voor ik de<br />
wagen op stal zette.<br />
Zondag 17 juli 1948.<br />
Vandaag echt zondagsdienst. Op één rit na<br />
naar Soerabaja om een jongen op te halen, die<br />
ontslagen was uit het C.B.Z. Hospitaal. Na een<br />
voorspoedige heen en terug reis, hield ik me de<br />
rest <strong>van</strong> de dag rustig.<br />
Vanavond werd hier cabaret gegeven. De<br />
Uilenspiegels, die 100% goed waren.<br />
Voldaan kropen we deze avond <strong>in</strong> onze klamboes<br />
en droomden <strong>van</strong>……….<br />
155
156<br />
OPGEMAAKT OP 18 AUGUSTUS 1948<br />
te Soembir Parrong R.S.D.<br />
Dit is het e<strong>in</strong>de <strong>van</strong> <strong>mijn</strong> eerste logboek. Het<br />
tweede ligt al op me te wachten.<br />
In dit boek heb ik alles beknopt beschreven <strong>van</strong><br />
wat me overkomen is en wat ik heb gezien <strong>van</strong><br />
het mooie Indië. Toch hoop ik eerstdaags, als onze<br />
taak hier ten e<strong>in</strong>de is, naar huis te mogen keren<br />
en misschien krijg ik dit boek na jaren weer <strong>in</strong><br />
handen. Dan zal <strong>mijn</strong> hart toch met liefde voor het<br />
mooie Indië kloppen.<br />
Ondanks de omstandigheden als militair, ben ik<br />
toch blij dat ook ik Indië toch heb mogen zien en<br />
proberen te begrijpen.<br />
R.S.D. te Lawang<br />
<strong>Oost</strong> Java, <strong>Ned</strong>. <strong>Oost</strong> Indië
Notities<br />
Maleis<br />
Onderzoeken - Priksa<br />
Gevoelen - Merasa<br />
Lichaam - Bedan<br />
Wond - Loek<strong>in</strong>a<br />
Ernstig ziek - Sahit kras<br />
Vermengen - Tjampoer<br />
Huid - Koelit<br />
Huilen - Wangis<br />
Neus - Hiddung<br />
Nek - Lèhèr<br />
V<strong>in</strong>ger - Djari<br />
Barst - Bedan<br />
Hand en arm - Tangan<br />
Bloed - Darak<br />
Mond - Moeloet<br />
Jij - Kamoe<br />
Kunnen - Hisa<br />
Niet kunnen - Tida hisa<br />
Alles - Samoea<br />
Aanwezig - Ada<br />
Beslist - Betoel<br />
Wil je - Kamoe meruw<br />
Kalapanvengal,<br />
West Java.<br />
157
158<br />
Wagens<br />
Gepantserde G.M.C.<br />
Nr. 31926 over gedragen<br />
3½ tonner Chevrolet<br />
Nr. 58444 over gedragen 3 de<br />
eskadron<br />
Dodge ambulance wagen “De Opelette”<br />
Nr. 158020 nog <strong>in</strong> dienst
159
160
161
162
163
164
165
166<br />
Uitgezonden naar Indië op 30 oktober 1947<br />
met het schip de N. Holland, kwamen we op 28<br />
november te Batavia aan.<br />
Hieronder staat <strong>van</strong> dienst.<br />
Batavia 28 november 1947<br />
Tjilitan 28 november 1947<br />
Buitenzorg 6 december 1947<br />
Kalapanvengal 12 december 1947<br />
Buitenzorg retour 24 december 1947<br />
Tjileungsir 13 januari 1948<br />
Kalapanvengal retour 14 januari 1948<br />
Satoe 11 mei 1948<br />
Tjileungsir 20 mei 1948<br />
Via Batavia met de boot naar Soerabaja.<br />
Aankomst 6 juni 1948<br />
Lawang 6 juni 1948<br />
Soember parrong 7 juni 1948<br />
Malang 18 juli 1948<br />
Soember parrong retour 19 juli 1948<br />
Nu met het e<strong>in</strong>de <strong>van</strong> dit logboek, bev<strong>in</strong>d ik me <strong>in</strong><br />
R.S.D.<br />
Roekan Sakit Djiwa<br />
Soember Parrong.<br />
Lawang
167
168
169
170<br />
Op 31 juli 1949 verloor ik <strong>mijn</strong> armbandje, een lieve<br />
gedachte aan <strong>mijn</strong> kle<strong>in</strong>e broer. Ik vond het jammer<br />
en betreur het verlies er <strong>van</strong>. Het g<strong>in</strong>g verloren bij het<br />
weg brengen en verzorgen <strong>van</strong> twee zwaar gewonden<br />
die op een bom waren gereden.
I N M E M O R I A M .<br />
Gesneuveld. Bij de huzaren <strong>van</strong> boreel.<br />
Huzaar Leijssenaar, 3 de peloton op 21 september<br />
1948 te Pawodadé <strong>Oost</strong> Java.<br />
Hij is bij het doorzoeken <strong>van</strong> een kampong zwaar<br />
getroffen door twee kogelschoten, gevuurd bij<br />
het naar b<strong>in</strong>nen treden <strong>van</strong> een kamponghuis,<br />
waar<strong>in</strong> zich een paar bendeleden, gewapend<br />
met karabijn bevonden. Zij openden het vuur<br />
toen de huzaar naar b<strong>in</strong>nen wilde gaan. Na een<br />
gevecht <strong>van</strong> 1½ uur wist de patrouille de leden<br />
ge<strong>van</strong>gen te nemen. Daarna hebben ze het huis<br />
<strong>in</strong> brand gestoken. Daarna g<strong>in</strong>gen ze terug met de<br />
<strong>in</strong>middels overleden huzaar Leijssenaar.<br />
De begrafenis vond plaats op 22 september op<br />
het ereveld Kembang Koen<strong>in</strong>g te Soerabaja met<br />
militaire eer, veel belangstell<strong>in</strong>g en bloemstukken.<br />
<strong>in</strong> Memorandum 22-9-1948<br />
Ziekenverpleger Fr. <strong>Raman</strong><br />
2 esk<br />
NB Ik maakte deel uit <strong>van</strong> het vuur peloton bij<br />
deze begrafenis. “Mijn laatste eer”<br />
171
172<br />
5 december 1948.<br />
Mijn 21ste verjaardag <strong>in</strong> Indië.<br />
18 december 1947.<br />
Vandaag begon de actie. We landden samen met<br />
de mar<strong>in</strong>iers op Glondong en bezetten toen de<br />
volgende plaatsen: Tjombang, Babat, Toeban,<br />
Jepoe, Wawie en Madioen. Daarna keerden we<br />
naar Modjeharto, onze oude standplaats, terug.<br />
We hadden 4 gesneuvelden en 2 gewonden. Geen<br />
huzaren, maar mar<strong>in</strong>iers.<br />
28 december 1947.<br />
Een wagen <strong>van</strong> ons die een konvooi begeleidde<br />
naar de land<strong>in</strong>gsplaats Glondong <strong>van</strong> Tjejoe af op<br />
een <strong>mijn</strong> bij het oprijden <strong>van</strong> een brug. De wagen<br />
zakte door de brug en kwam zijdel<strong>in</strong>gs <strong>in</strong> de<br />
beneden stromende kali, waar hij <strong>in</strong> brand vloog.<br />
Redd<strong>in</strong>gspog<strong>in</strong>gen moesten gestaakt worden,<br />
omdat de munitie die <strong>in</strong> de wagen was, ontplofte.<br />
Twee, de huzaar 1 ste klas Vis en Wrust Rijders<br />
werden er uit gesl<strong>in</strong>gerd. De anderen vonden de<br />
dood, te weten huzaar chauffeur K. Eckeveld,<br />
huzaar 1 ste klas v.d. Ree en huzaar Callard. Later<br />
overleed ook huzaar Vis aan zijn verwond<strong>in</strong>gen<br />
(hersenbloed<strong>in</strong>g). Wrust Rijder was licht gewond<br />
aan zijn knie. De jongens zijn voorlopig begraven<br />
<strong>in</strong> Bloorza en werden later over gebracht naar het<br />
ereveld <strong>in</strong> Semarang.<br />
In Memorandum 16-1-1949
Lawang 24 mei 1949.<br />
Op 24 mei 1949 werd ik ’s morgens om 9 uur<br />
geroepen, want er was een jeep verongelukt. Hij<br />
was bij het keren op een brug langzaam achteruit<br />
de brug af gereden en <strong>in</strong> het ravijn gestort dat er<br />
achter lag. Daarbij verongelukte de 2 de luitenant<br />
Kamerwaard. Ze zaten met z’n tweeën <strong>in</strong> de auto.<br />
De andere huzaar Mol was zwaar gewond. Toen<br />
ik aankwam op de plaats des onheils, zag ik dat<br />
de luit reeds dood was. De andere daarentegen<br />
lag zwaar gewond onder de brug, half <strong>in</strong> het water<br />
en kreunde behoorlijk. Na een moeilijke tocht <strong>van</strong><br />
onder de brug naar boven, sjouwden we hem <strong>in</strong><br />
<strong>mijn</strong> reeds gereed staande ambulance, waar ik<br />
hem verbond. Met de grootste snelheid die de<br />
wagen aan kon, reed ik naar Malang waar het<br />
hospitaal was. We kwamen er net op tijd aan.<br />
Nadat ik hem had afgeleverd, g<strong>in</strong>g ik terug om het<br />
lijk <strong>van</strong> de luit op te halen. Daarna terug naar het<br />
kamp, waar grote verslagenheid heerste om de<br />
luit, die zeer gezien was bij de jongens. Ik moest<br />
het hele verhaal vele keren vertellen<br />
De volgende dag was de plechtige begrafenis met<br />
militaire eer op het Ereveld te Malang.<br />
In Memorandum Lawang<br />
<strong>Oost</strong> Java 24 mei 1949<br />
NB Ik was de afgevaardigde <strong>van</strong> ons peloton en<br />
zodoende aanwezig bij de begrafenis.<br />
173
174<br />
Fulungagoen<br />
Op 1 augustus 1949 liep een pantserwagen <strong>in</strong> een<br />
h<strong>in</strong>derlaag. Boven <strong>in</strong> een boom was een granaat<br />
gehangen en de weg was door bomen versperd.<br />
Bij het stoppen <strong>van</strong> de wagen voor de versperr<strong>in</strong>g<br />
plofte de granaat <strong>in</strong> de wagen. Meteen drie doden:<br />
huzaar Kroon, huzaar Limburg en huzaar Jansen.<br />
Plus twee zwaar gewonden: huzaar Koopmans en<br />
Wrust. Jakkes, ondanks dat hij al zwaar gewond<br />
was, reed Wrust. Gauw de wagen, ondanks zwaar<br />
vuur, weg gehaald <strong>van</strong> die plek.<br />
De begrafenis werd op 2 augustus te Madioen<br />
gehouden met militaire eer en de beide gewonden<br />
opgenomen <strong>in</strong> het Hospitaal Madioen. Allen<br />
waren weer <strong>van</strong> het toch al zo zwaar getroffen<br />
2e peloton . Met deze drie heeft het eskader 14<br />
gesneuvelden te betreuren. Een zware slag voor<br />
ons huzaren<br />
In Mem op 1 aug 1949<br />
<strong>Oost</strong> Java - Fr. <strong>Raman</strong>
Gesneuveld op 19 juni 1949:<br />
Huzaar Cools, huzaar de Ruiter en huzaar Hovius.<br />
Tevens levensgevaarlijk gewond:<br />
Wruster Post, huzaar Valstar en huzaar Verhoeven.<br />
Memorandum<br />
Op 19 juni 1949 liep de scout tre<strong>in</strong> <strong>van</strong> Bangril<br />
naar Malang op een kerkbom terwijl er tevens<br />
zware beschiet<strong>in</strong>g was. De voorste wagens werden<br />
totaal vernield, waardoor er direct al een paar<br />
doden vielen en gewonden. De beschiet<strong>in</strong>g met<br />
mitrailleurs die <strong>van</strong> beide zijden kwam, duurde<br />
<strong>in</strong> totaal een dik uur. Daarna werd de bende<br />
verdreven door de te hulp gesnelde militairen met<br />
mortier vuur.<br />
Toen wij er bij konden komen, bleek dat reeds<br />
2 jongens <strong>van</strong> ons waren gesneuveld en er één<br />
stervende was. Hij overleed iets later. Verder<br />
waren er drie zwaar gewonden en verscheidene<br />
met lichte verwond<strong>in</strong>gen.<br />
De jongens zijn over gebracht naar het Mar<strong>in</strong>e<br />
Hospitaal Soerabaja. De drie zwaar gewonden zijn<br />
later gelukkig opgeknapt en terug gestuurd naar<br />
Holland.<br />
De drie gesneuvelden zijn met militaire eer<br />
begraven op Kembang Koen<strong>in</strong>g te Soerabaja. Allen<br />
waren <strong>van</strong> het 2 de peloton <strong>van</strong> ons eskadron. Een<br />
zware slag.<br />
In Mem: op 19 juni<br />
Lawang O. Java<br />
Fr. <strong>Raman</strong><br />
175
176<br />
R.H. <strong>van</strong> Boreel<br />
Gesneuveld:<br />
1. Huz. Leijssenaar 21 september 1948<br />
2. Huz. Vis 28 december 1948<br />
3. Huz. V.d.Ree 28 december 1948<br />
4. Huz. Callards 28 december 1948<br />
5. Huz. Eckeveld 28 december 1948<br />
6. 2de Lt. Kamerwaard 24 mei 1949<br />
7. Huz. Coals 19 juni1949<br />
8. Huz. De Ruiter 19 juni 1949<br />
9. Huz. Hovius 19 juni 1949<br />
10. Wrust Ketternis 29 juli 1949<br />
11. Huz. Jacobs 29 juli 1949<br />
12. Huz. Kroon 1 augustus 1949<br />
13. Huz. Jansen 1 augustus 1949<br />
14. Huz. Limburg 1 augustus 1949
Memorandum<br />
Op 29 juli 1949 liep een pantserwagen <strong>van</strong> ons op<br />
een <strong>mijn</strong>. Door de grote luchtdruk sloeg de wagen<br />
om, waarbij de Wrust Kettemis en huzaar 1 ste klas<br />
Jacobs sneuvelden.<br />
Huz.v.Doorn, huz. Roos, huz. Heerwaarden en<br />
huz. 1 ste luitenant Vunder<strong>in</strong>k waren gewond.<br />
Deze laatsten werden over gebracht naar het<br />
hospitaal Kediri en de twee gesneuvelden naar<br />
Tulungoejoeng, waar ze dezelfde avond werden<br />
afgelegd en gekist. Morgen worden ze begraven<br />
op het kle<strong>in</strong>e ereveld te Tulungoejoeng met<br />
militaire eer op 30 juli.<br />
NB Ik kon ze persoonlijk goed en <strong>mijn</strong> enigste<br />
daad was hun te verzorgen, wassen en te kisten.<br />
Rust zacht.<br />
In Memoriam<br />
Tulungoejoeng<br />
29 juli 1949<br />
Fr. <strong>Raman</strong><br />
Ik droeg als afgevaardigde <strong>van</strong> ons Eskadron de<br />
krans naar hun laatste rustplaats.<br />
177
178<br />
Plaatsen bezocht of gezien.<br />
Algiers Franse Kolonie<br />
Port Said Doorhaven Egypte Engeland<br />
Suez Kanaal Door gevaren<br />
Suez Haven<br />
Aden Haven Brits bezit<br />
Bezocht:<br />
Sabang Eiland <strong>van</strong> <strong>Ned</strong>. Indië<br />
Batavia Hoofdstad Java<br />
Tj. Priok Haven Java<br />
Tjilitan Kamp militairen<br />
Buitenzorg Kazerne<br />
Kalapanvengal Buitenpost<br />
Tjileungsie Buitenpost<br />
Soerabaja Hoofdstad Java <strong>Oost</strong><br />
Lawang Buitenstad<br />
Malang Stad<br />
S.Porrong Ons nieuwe mil. Kamp<br />
Pasoeroon Kampement 1-2 R.H.v.B.<br />
Polwasarie + Kampement 1-12 R.I.<br />
Soeké Hadjé
179
Daar gaat ie dan:<br />
180<br />
Korte Inleid<strong>in</strong>g<br />
Nog even korte flitsen uit 1948.<br />
Op 19 december 1948 begon<br />
voor ons als de actie, dus ons<br />
doel: het bezetten <strong>van</strong> de<br />
Republiek.<br />
Ook ons eskadron werd<br />
daarvoor aangewezen.<br />
Wij moesten ons daarom<br />
verzamelen te Soerabaja,<br />
waar we werden <strong>in</strong>gedeeld als<br />
verkenn<strong>in</strong>gseenheid <strong>van</strong> de<br />
Mar<strong>in</strong>iers Brigade. Te samen<br />
met hen landden we op 19<br />
december 1949 te Glandong op<br />
Midden Java, alwaar we op rode<br />
trucs via Tjejoe naar Madioen<br />
reden. Na veel moeilijkheden<br />
bereikten we <strong>in</strong>derdaad Tjejoe en later Madioen.<br />
Ik zal nu beg<strong>in</strong>nen her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen te geven over<br />
de tijd die ik <strong>in</strong> de Republiek vertoefd heb plus<br />
belevenissen en andere goede en slechte d<strong>in</strong>gen,<br />
die ik en nog vele anderen mee gemaakt hebben.<br />
Als laatste <strong>van</strong> het oude jaar zal ik voor ik de<br />
land<strong>in</strong>g beschrijf, even vooruit lopen en vertellen<br />
over ons en <strong>mijn</strong> kerstfeest tijdens de actie. Hoe<br />
we dit feest vierden <strong>in</strong> het Tjepoe, dat we bezet<br />
of bevrijd hadden. Hier beg<strong>in</strong> ik dan maar en ik<br />
zal na de Kerst <strong>mijn</strong> <strong>in</strong>drukken <strong>van</strong> onze gevoerde<br />
actie zo goed mogelijk proberen neer te schrijven.
181
182<br />
Tijdens het kerstfeest zaten we midden <strong>in</strong> het<br />
oorlogsgeweld. Van het feest “Vrede op Aarde”<br />
merkten wij niets.<br />
We zaten <strong>in</strong> de oliestad Tjejoe <strong>van</strong> de BPM en het<br />
was er erg smerig en vuil.<br />
Toen ik terug kwam <strong>van</strong> een gewondenrit naar het<br />
hospitaal, was de eerste post aangehouden.<br />
We kregen ieder een Niw<strong>in</strong> pakket met een<br />
mooie <strong>in</strong>houd. Dat bracht dan ook een beetje<br />
de kerststemm<strong>in</strong>g er <strong>in</strong>. Later kwam de dom<strong>in</strong>ee<br />
ons de kerstgroet brengen.<br />
Zodoende ware we even <strong>in</strong><br />
Holland met de besneeuwde<br />
straten, versierde etalages en<br />
kerstbomen. Onze gedachten<br />
waren daar, waar we gaarne<br />
met kerst waren geweest,<br />
namelijk THUIS!
‘s Avonds had ik weer een gewondentransport en<br />
na hem afgeleverd te hebben bij het hospitaal,<br />
dook ik na terugkomst <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> wagen en overdacht<br />
de Kerstdagen en dat dit feest <strong>in</strong> het buitenland<br />
voor ons allen, ondanks alles, een diepe<br />
her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g zou blijven.<br />
183
184<br />
Na <strong>in</strong> Soerabaia te zijn aangekomen, hoorden we<br />
dat wij met de mar<strong>in</strong>iers samen zouden landen en<br />
wel midden <strong>in</strong> de Rabubhel. Waar dat was, was<br />
nog volkomen duister voor ons.<br />
We kwamen dan met de hele colonne <strong>in</strong> Soerabaia<br />
aan om “ 7 uur. We waren door de rit die we<br />
achter ons hadden moe, dorstig enz. Dus de ijsco<br />
toekans hadden een goede dag aan ons.<br />
We werden zo lang op een groot parkeerterre<strong>in</strong><br />
gepoot en daar was het wachten op nadere orders.<br />
Om 2 uur kregen we die. We moesten <strong>in</strong>stappen<br />
en we werden voor de rest <strong>van</strong> de dag onder<br />
gebracht <strong>in</strong> een vroegere kazerne.<br />
De mar<strong>in</strong>iers hadden eten klaar staan, dus eerst<br />
eten.<br />
Daarna kitbags <strong>in</strong>leveren plus d<strong>in</strong>gen die niet<br />
direct nodig zijn. Daar kwamen wagens voor.<br />
Er werden lijsten bekend gemaakt wie mee<br />
zou doen aan de op komst zijnde actie. Ook<br />
ik was er bij met <strong>mijn</strong> ambulancewagen. Ik<br />
werd <strong>in</strong>gedeeld bij de commandogroep met<br />
nog een verpleegster er bij.<br />
Er werd voor ons tweeën voedsel en water<br />
<strong>in</strong>geladen. Ook voor de eventuele gewonden.
Ik kreeg een pot verf <strong>in</strong> <strong>mijn</strong> handen gedrukt,<br />
want de rode kleuren moesten <strong>van</strong> de wagen<br />
verdwijnen, met het oog op beschiet<strong>in</strong>gen. Dus<br />
<strong>in</strong> de grote drukte verven. Tevens werd <strong>mijn</strong><br />
<strong>in</strong>schep<strong>in</strong>gnummer op de wagen geschilderd. Mijn<br />
nummer was 134/11. Dus de 143ste auto <strong>van</strong> de<br />
hele groep.Tegen 6 uur waren we klaar.<br />
Nu kwam de grote vraag:<br />
wassen? bida oda?<br />
Goeie raad was duur.<br />
Er was maar één<br />
mogelijkheid om te<br />
wassen: bij de burgers.<br />
Dus welgemoed<br />
sjouwden we <strong>in</strong> onze<br />
shortbroekjes over<br />
straat, handdoeken <strong>in</strong> de<br />
ene en zeep enz. <strong>in</strong> de andere hand.<br />
Bij de burgers werden we hartelijk ont<strong>van</strong>gen. Die<br />
hadden ook wel <strong>in</strong> de gaten dat het menens werd.<br />
Zodoende waren ze ook heel behulpzaam. Ze<br />
stonden hun eigen badkamers af, zodat wij onze<br />
vieze lichamen konden re<strong>in</strong>igen. De temperatuur is<br />
op Surabaia erg hoog en daarnaast al het stof en<br />
zweten. We zagen er dan ook alles behalve schoon<br />
uit, maar water en zeep doet veel.<br />
Nadat we ons heerlijk hebben opgefrist,<br />
stapten we Schoon en helder en met onze<br />
vriendelijke dank aan de burgers weer weg.<br />
We zouden gaan proberen om te slagen.<br />
Daar is praktisch niets <strong>van</strong> gekomen en<br />
vooral voor mij niet. Midden <strong>in</strong> de nacht<br />
185
186<br />
had ik nog een jongen met de hoge temperatuur<br />
<strong>van</strong> 40º. Ik voerde hem meteen af naar het<br />
hospitaal <strong>in</strong> Soerabaia, waar hij werd opgenomen.<br />
Terug gekomen <strong>in</strong> ons bivak was het slapen er<br />
ook weer niet bij, want de muskieten hielden ons<br />
geregeld uit de slaap. Ten e<strong>in</strong>de raad stapten we<br />
dan maar op met een ploegje en liepen door de<br />
stil verlaten straten <strong>van</strong> de stad Soerabaia.<br />
Ook de komende gebeurtenissen deden hun<br />
<strong>in</strong>vloed gelden. We waren stuk voor stuk blij dat<br />
het tijd werd om ons klaar te gaan maken voor<br />
onze <strong>in</strong>schep<strong>in</strong>g naar Tj.jeral, waar de L.S.T.land<strong>in</strong>gs<br />
al op ons lagen te wachten. Volgende<br />
keer hier over meer.<br />
De Inschep<strong>in</strong>g Zelf<br />
Dit verliep heel vlot. Ik werd met wagen en al<br />
op het dek gezet. We stonden daar precies op<br />
onze plaatsen, die ons officieel door degenen<br />
die er over g<strong>in</strong>gen, werden aangewezen. Ik<br />
stond met <strong>mijn</strong> ambulance broederlijk naast de<br />
reparatiewagen <strong>van</strong> ons eskadron G.M.S. <strong>van</strong> de
mar<strong>in</strong>iers en we stonden bumper aan bumper op<br />
elkaar.<br />
Toen het bovendek vol was, begonnen<br />
we met het onderdek, of liever gezegd<br />
de ruimen. Al vlug merkte ik dat<br />
we heel wat aan boord hadden. Als<br />
laatste kwamen er 2 Shermans tanks<br />
aan boord, die de 2 laatste waren<br />
<strong>van</strong> de ± 120 wagens. Jeeps, trucs,<br />
pantserwagens enz. Die we aan boord<br />
<strong>van</strong> onze L.S.T. hadden. Toen we de<br />
No 9 hadden vol geladen, bleven we<br />
nog met open deuren wachten. Pas<br />
tegen de avond kwam de <strong>in</strong>fanterie<br />
<strong>van</strong> ons en de mar<strong>in</strong>iers aan boord.<br />
Daarna g<strong>in</strong>gen de deuren dicht en<br />
langzaam maar zeker stoomden<br />
we de haven <strong>van</strong> Soerabaia uit, het<br />
onbekende tegemoet. Niemand wist<br />
onze bestemm<strong>in</strong>g. Waar zouden we<br />
weer aan land gaan. Een vraag die voor<br />
ons voorlopig nog onbeantwoord bleef.<br />
Op de Boot Zelf<br />
Hier is we<strong>in</strong>ig over te vertellen, daar we er maar<br />
een paar dagen op vertoefd hebben.<br />
Ons eten was wat de pot schaft. Dit was<br />
aardappelen, snijbonen en veel worst uit blik.<br />
Verder kaakjes met boter en kaas en pap toe. Fijne<br />
engelse thee met suiker en melk.<br />
De vervel<strong>in</strong>g liet zich al vlug gelden. Ons was<br />
aangeraden om zo veel mogelijk te rusten en te<br />
187
188<br />
slapen, aangezien er nu nog gelegenheid voor<br />
was. We namen, ik ook, die raas aan en maakten<br />
ook fl<strong>in</strong>k <strong>van</strong> de gelegenheid gebruik. Verder was<br />
het zonnebaden en af en toe een jongen helpen<br />
met het één of ander. De laatste brieven werden<br />
nog even geschreven en dan opeens naderden we<br />
een kust, waar we op fl<strong>in</strong>ke afstand <strong>van</strong> g<strong>in</strong>gen<br />
rond cirkelen. We snapten er de ballen <strong>van</strong>.<br />
De radio bracht ophelder<strong>in</strong>g. De reger<strong>in</strong>g had<br />
een ultimatum gesteld aan de Republiek. Als<br />
bedreig<strong>in</strong>g g<strong>in</strong>gen we heen en terug varen langs<br />
de vijandelijke kust onder bescherm<strong>in</strong>g <strong>van</strong> 3<br />
oorlogsboten.<br />
De luidspreker vertelde dat de militaire actie<br />
nog 3 uur was uitgesteld. Die mededel<strong>in</strong>g bracht<br />
de gemoederen <strong>van</strong> de opvarenden wel wat<br />
<strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. Dus nog 24 uren rond dolen op<br />
zee. Maar ook daar kwam een e<strong>in</strong>de aan. De<br />
luidspreker vertelde ook aan de vooravond <strong>van</strong><br />
de land<strong>in</strong>g dat die dag morgen zou wezen, welke<br />
mededel<strong>in</strong>g met een luid gejuich werd begroet.<br />
Dus nu de laatste voorbereid<strong>in</strong>g treffen. Wagens<br />
nakijken enz.<br />
Een aalmoezenier hield voor alle opvarenden een<br />
korte kerkdienst op het voordek. De zegen werd<br />
afgesmeekt op de vooruit zijnde actie.<br />
Wat zal die ons brengen. We zullen maar vol<br />
vertrouwen wezen en goede moed.
Zo juist om 2 uur ’s nachts is de voorland<strong>in</strong>gsploeg<br />
aan de vijandelijke kust aan wal gegaan. We<br />
hoorden even schieten en daarna niets. De<br />
spann<strong>in</strong>g is groot en <strong>van</strong> slapen komt niet veel. De<br />
meesten zijn aan ‘t hijsen <strong>in</strong> groepjes en er wordt<br />
fluisterend gesproken.<br />
In het ruim z<strong>in</strong>gt een militair met<br />
gitaarbegeleid<strong>in</strong>g een paar dromerige liedjes en<br />
een paar andere militairen neuriën zacht mee.<br />
Nog een paar uur en ook wij zullen landen. Het is<br />
dus <strong>in</strong> spann<strong>in</strong>g wachten, wachten en nog eens<br />
wachten.<br />
189
190<br />
Daar kl<strong>in</strong>kt door de luidspreker: “Klaar maken<br />
voor de land<strong>in</strong>g”!<br />
Nu is het dan zo ver. We kijken nog even alles na<br />
en dan neem ik plaats achter het stuur <strong>van</strong> <strong>mijn</strong><br />
wagen. Inmiddels is de boot al strand waards<br />
gevaren. Een schok is het teken dat we vast<br />
liggen. Daar gaat de klep omlaag. Zo vlug is de<br />
klep er niet op of daar brommen de zware tanks<br />
het ruim uit. Het is een hoop geweld en gedreun<br />
<strong>van</strong> jewelste. Stuk voor stuk rijden de auto’s<br />
nadat de afrit naar omlaag is afgesloten, het dek<br />
af.<br />
De wagen die voor mij staat, zet zich <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g<br />
en ik volg zijn voorbeeld. Ik rij over het dek naar<br />
de uitgang en al gauw raken de wielen <strong>van</strong> <strong>mijn</strong><br />
wagen vijandelijke grond. Ondanks het schieten <strong>in</strong><br />
de verte verloopt de land<strong>in</strong>g vlot. We kunnen ons<br />
opstellen op de grote hoofdweg, die langs de kust<br />
loopt. Daar wachten we totdat alles <strong>van</strong> het schip<br />
is. Langzaam aan zetten<br />
we ons <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g naar<br />
Tjambang. De eerste<br />
grote kampong die we<br />
moeten bezetten. De<br />
actie is dus nu begonnen.<br />
Behalve een jaar<br />
gewonden heeft het geen<br />
slachtoffers meer geëist.<br />
Maar nu wat nog voor<br />
ons ligt. Ik denk nu aan<br />
<strong>mijn</strong> motto: Alles zal reg<br />
kom. Dit geeft me <strong>mijn</strong><br />
vertrouwen weer terug
en het geeft me moed om al de moeilijkheden die<br />
nog komen, moedig te doorstaan. Ik weet, ik ben<br />
<strong>in</strong> God’s hand. Niets kan mij deren buiten Zijn wil.<br />
Met die gedachte rijd ik verder het vijandelijke<br />
land <strong>in</strong>.<br />
Naar Tjanbang<br />
De weg is er slecht. Daar het asfalt verdwenen is,<br />
komt de kalkhoudende grond naar boven en dat<br />
veroorzaakt fl<strong>in</strong>k wat stof. Af en toe is het zo erg,<br />
dat ik niet eens de wagen die voor me rijdt kan<br />
ontdekken.<br />
We rijden met volle lichten op. Het is midden<br />
op de dag dat we een bos naderen.<br />
Achter het bos doemt een kampong op.<br />
We stoppen. De eerste huizen worden<br />
onderzocht. De jongens spr<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de<br />
wagens en de speurtocht beg<strong>in</strong>t. Al heel<br />
gauw blijkt dat er geen levende ziel te<br />
bekennen is. Ja toch! Uit verschillende<br />
schuitlhoeken <strong>in</strong> het bos komt schuchter<br />
en met angstige blikken, de bevolk<strong>in</strong>g<br />
toe lopen. Het zijn alleen vrouwen en<br />
k<strong>in</strong>deren. Mannen zijn niet te v<strong>in</strong>den.<br />
Al gauw blijkt dat <strong>in</strong> die kampong een<br />
militaire post heeft gelegen, die met het<br />
naderen <strong>van</strong> de blanka’s ‘m is gesmeerd.<br />
Na veel gepraat en na de hele kampong<br />
overhoop gehaald te hebben <strong>van</strong>wege<br />
wapens, munitie enz. wordt de tocht<br />
weer voort gezet. Langzaam komt de<br />
colonne op het bevel “Voorwaarts”<br />
weer <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. Op naar Tjombang.<br />
Na verschillende voorvallen als deze en korte<br />
191
192<br />
beschiet<strong>in</strong>gen, die niet <strong>van</strong> veel betekenis waren,<br />
hebben de voorste wagens Tjombang bereikt.<br />
Er wordt hevig geschoten en af en toe horen<br />
we doffe knallen. Mortieren? Er worden onder<br />
bescherm<strong>in</strong>g <strong>van</strong> onze pantserwagens nog meer<br />
troepen naar voren gebracht. Na een keurig maar<br />
kort gevecht rukken we Tjombang b<strong>in</strong>nen.<br />
Daar verschijnt voor onze ogen een afschuwelijk<br />
beeld <strong>van</strong> 4 mensen die opgehangen zijn aan<br />
een boom. Ze zijn vreselijk toegetakeld. Het is<br />
verschrikkelijk om aan te zien. We snijden de<br />
touwen door en na onderzoek bleek dat het 4<br />
mensen waren die met ons sympathiseerden.<br />
Ofschoon het geen blanken zijn, gaat er toch<br />
een rill<strong>in</strong>g door ons allemaal heen. In ons hart<br />
verafschuwen we zulke methodes.<br />
Toen we later verder trokken, kwamen we nog<br />
meer <strong>van</strong> dit soort taferelen tegen. We werden er<br />
m<strong>in</strong> of meer onverschillig onder, maar de eerste<br />
liet een diepe <strong>in</strong>druk op ons achter.<br />
Het stadje was dus bezet en met we<strong>in</strong>ig verliezen<br />
aan onze kant (5 gewonden, geen gesneuvelden)<br />
was dit ons eerste succes <strong>van</strong> betekenis.<br />
Er werd ons een plaats aangewezen, de wagens<br />
werden langs de weg geparkeerd, bewak<strong>in</strong>g<br />
werd uitgezet, putten werden gegraven, er werd<br />
gegeten en de nacht stond voor de deur.<br />
Na me verfrist te hebben, liep ik nog even het<br />
kamp door. Bij een paar mar<strong>in</strong>iers aangekomen,<br />
werd ik uitgenodigd om even bij het door hen<br />
aangelegde kampvuur te komen zitten. Ik gaf aan<br />
hun uitnodig<strong>in</strong>g gehoor en al heel gauw werd me
een mok thee <strong>in</strong> de handen gedrukt. Tevens werd<br />
ik uitgenodigd voor het eten. Wat was namelijk<br />
het geval? Ze hadden 3 kippen geramkraakt,<br />
die ze nu bezig waren te koken. Aangezien ik nu<br />
eenmaal geen kippenboutje afsla, nam ik heel<br />
gaarne het mij toegewezen deel <strong>in</strong> ont<strong>van</strong>gst.<br />
En al heel vlug zaten we te genieten <strong>van</strong> onze<br />
gestolen kippetjes, die op ons menu <strong>van</strong> voedsel<br />
uit blik, een zeer welkome afwissel<strong>in</strong>g waren. Na<br />
ook de bouillon soldaat te hebben gemaakt, dook<br />
ik de wagen <strong>in</strong> om te gaan slapen.<br />
De eerste nacht <strong>in</strong> het land was aangebroken.<br />
Behoudens wat schieten <strong>in</strong> de verte, was het erg<br />
rustig. De hogere macht strekte haar vleugels<br />
over onze vermoeide lichamen uit.<br />
Wel te rusten en tot morgen.<br />
Wat zal morgen brengen?<br />
193
194
195
196
197
198
199
200
201
202
203
204
205