Download - Zevende Dags Adventisten van de Reformatiebeweging

1 Sabbat Bijbel Lessen, juli – september 2011

Inhoudsopgave: 

blz. 

3 Voorwoord 

4 Eerste Sabbatgaven voor een kerk in Chennai, India 

5 “God met ons” 

10 Christus geopenbaard in het Oude Testament 

15 Christus, het Fundament 

20 Christus onze Verlosser 

25 Christus, de enige Weg 

30 Eerste Sabbatgaven voor Zendingsscholen 

31 Deelhebbers van de goddelijke natuur 

36 Christus is Heer van de Sabbat 

41 Oprecht Sabbat vieren hersteld 

46 Aan het kruis een einde gemaakt aan het handschrift 

51 Eerste Sabbatgaven voor een kerk in Cahul, Moldavië 

52 Het heilige en het onheilige 

57 De twee Verbonden 

62 Twee verschillende bedieningen van de wet 

67 Opnieuw de tabernakel van David bouwen 

De Sabbat Bijbellessen, een dagelijks studieprogramma, zijn alleen op de Bijbel 

en de Geest der profetie gebaseerd zonder toevoegingen. De citaten zijn zo kort 

mogelijk om beknopte, exacte gedachten weer te geven. Tussen haakjes staan 

enige woorden om in te staan voor een duidelijk, passend verband en een goede 

leesbaarheid. Verdere studie van de bronmaterialen wordt sterk aanbevolen. 

Deze uitgave wordt gerealiseerd door gaven van de leden en door vrijwillige 

bijdragen, waarvoor wij bijzonder dankbaar zijn. 

Uitgegeven door de 

Generale Conferentie van de 

Seventh Day Adventist 

Reform Movement 

P O Box 7240, Roanoke 

VA 24019, USA 

Web: http://www.sdarm.org 

Adres voor Nederland: 

Zevende Dags Adventisten 

Reformatiebeweging 

Mezenhof 41 

9561 CC Ter Apel 

Bankrek. 42 94 694 

Web: http://www.zda-ref.nl 


VOORWOORD 

De lessen voor dit kwartaal, juli tot en met september, onder de titel “God 

met ons” zijn een vervolg op de twee voorgaande kwartaaluitgaven. 

Tijdens het eerste deel van het jaar leerden wij, hoe Christus met de Vader 

het verlossingsplan opstelde, over Christus met de patriarchen, Christus met 

Mozes, Christus, die een verbond maakte met Israël, Christus stelt Zijn volk 

voor in het heiligdom, Christus spreekt tot hen door de profeten, enz. 

Er is veel, wat wij moeten beseffen over het karakter van onze Schepper 

en wat Hij van ons verwacht. Hij heeft systematisch een weg bereid, waardoor 

wij het wonderbare plan kunnen begrijpen, waardoor Hij een nauwe verbinding 

weer hersteld heeft met een ieder, die Hem ernstig zoekt. Zoals wij het dit jaar 

bestudeerd hebben, wordt de sleutel hiervoor gevonden in de dienst van het 

heiligdom. „O God! Uw weg is in het heiligdom; wie is een groot God, gelijk 

God?‟ (Psalm 77:14). 

“Gods volk, dat Hij Zijn bijzondere schat noemt, was bevoorrecht met een 

tweeledig stelsel van wetten, de morele en de ceremoniële wet. De ene, die terug 

wees naar de schepping om de levende God, die de wereld had geschapen, in 

herinnering te houden, waarvan de aanspraken bindend zijn voor alle mensen in 

elke bedeling en die bestaan zal voor tijd en eeuwigheid. De ander, die gegeven 

was vanwege de overtreding van de zedenwet en waarvan de gehoorzaamheid 

wees naar slachtoffers en offeranden, die naar de toekomstige verlossing heen 

wezen.” –Bijbelkommentaar, blz. 502-503. 

Gedurende dit derde kwartaal zullen wij over Christus leren, hoe Hij het 

menselijke vlees op Zich genomen heeft en als mens leefde op aarde. Als een 

menselijke vertegenwoordiger van God, „En het Woord is vlees geworden, en 

heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een 

heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en 

waarheid‟ (Johannes 1:14). 

Toen Christus op het punt stond deze wereld te verlaten, vertrouwde Hij 

Zijn discipelen de volgende opdracht toe: 

„Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle kreaturen‟. 

„Gaat dan heen, onderwijst al de volken … lerende hen onderhouden alles, wat 

Ik u geboden heb‟ (Markus 16:15; Matthéüs 28:19). 

„Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn 

Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb‟ 

(Johannes 14:26). 

En vlak voor Zijn hemelvaart gaf Hij de verzekering: „En ziet, ik ben met 

u al de dagen tot de voleinding der wereld‟ (Matthéüs 28:20). 

Mogen deze lessen ons dichter tot Christus trekken en zegeningen 

brengen voor onze Sabbatschool studenten in heel de wereld! 

De Sabbatschoolafdeling van de Generale Conferentie 


EERSTE SABBATGAVEN 

voor een kerk in Chennai, India 

4 Sabbat Bijbel Lessen, juli – september 2011 

SABBAT, 2 juli 2011 

Chennai (het vroegere Madras), een 

wereldstad in het zuiden van India, de 

voornaamste Informatie Technologie (IT) van 

de wereld, is een behoudende, zich steeds 

uitbreidende stad met een bevolking van meer 

dan 8 miljoen mensen. Sinds 2001 heeft het aantal inwoners zich bijna 

verdubbeld (2009). Sinds de vestiging in de 17 de eeuw is Chennai een 

economisch stuwende kracht geworden en nu is het de administratieve hoofdstad 

van de Indiase staat Tamil Nadu. 

Van Thomas, één van de twaalf discipelen van onze Heiland, wordt 

gezegd, dat hij in deze geleefd en gepredikt heeft. Ook dat hij hier gestorven en 

begraven is. 

De opwekkings- en reformatieboodschap werd naar Chennai gebracht aan 

het einde van de zeventiger jaren en deze werd toen verspreid naar andere delen 

van het land. Enkele jaren na de komst van de reformatieboodschap was het 

mogelijk iets te pachten van het Indiase leger, maar deze pacht is lang geleden al 

vervallen. Wij moeten in deze stad blijven, omdat het een erg strategisch punt is 

voor ons werk. Onze gelovigen verlangen een gebouw voor de Heer te bouwen, 

dat zal dienen als een lichthuis om de vele hongerige en dorstige zielen te 

trekken om het licht van de waarheid te omarmen, zodat zij bevrijd kunnen 

worden van de slavernij van de zonde en de aartsbedrieger. 

Wij doen een ernstige oproep aan al onze medegelovigen over heel de 

wereld, dat allen gezalfd mogen worden door de Geest van de Heer en vrijgevig 

zullen zijn voor dit project, zodat Zijn schatkist vol zal worden. Moge God u 

allen rijkelijk zegenen, als u zich verbindt om dit edele doel spontaan te 

ondersteunen, vanuit de grond van uw hart. Wij danken u bij voorbaat voor de 

vrijwillige gaven, zodat dit project werkelijkheid kan worden. 

„Gij zult hem mild geven, en uw hart zal niet boos zijn, als gij hem geeft; 

want om deze zaak zal u de Heere, uw God, zegenen in al uw werk, en in alles, 

waaraan gij uw hand slaat‟ (Deuteronomium 15:10). „Die goed van oog is, die 

zal gezegend worden‟ (Spreuken 22:9). 

Uw broeders en zusters van Chennai

Les 1 SABBAT, 2 juli 2011 22.03 uur 

“GOD MET ONS” 

“Gij zult Zijn naam heten Emmanuël, dat is overgezet zijnde, God 

met ons” (Matthéüs 1:23). 

“Als wij een diepgaand probleem willen bestuderen, moeten wij onze 

gedachten richten op het meest verwonderlijke, dat ooit in de hemel of op aarde 

heeft plaatsgevonden, de menswording van de Zoon van God.” – 

Bijbelkommentaar, blz. 549-550. 

Aanvullende studie: De Wens der Eeuwen, blz. 9 – 15. 

ZONDAG 26 juni 

1 EEN MENSELIJKE VOORSTELLING VAN GOD 

A Waarom hebben wij Jezus nodig als onze Verlosser? Romeinen 5:12; 

6:23. Wat zal er gebeuren met hen, die er niet voor zorgen gered te 

zijn van de zonde en de gevolgen? 2 Thessalonicensen 1:8-9; 

Openbaring 20:9, 14. 

“In de reinigende vlammen (van Gods laatste oordeel) worden de 

goddelozen met wortel en tak definitief uitgeroeid. Satan is de wortel en zij zijn 

de takken.” –De Grote Strijd, blz. 620. 

B Wat was geprofeteerd over de vleeswording van Christus? Hebreeën 

10:5. Welke namen waren aan Hem gegeven voor Zijn geboorte en 

waarom? Matthéüs 1:21-23. Wat betekenen deze namen in verband 

met het verlossingsplan? Lukas 19:10; Hebreeën 7:25. 

“Christus stond op het punt naar onze wereld te komen en in het vlees te 

verschijnen. Hij zegt: „Gij hebt Mij een lichaam bereid‟ (Hebreeën 10:5). 

Wanneer Hij verschenen zou zijn met de heerlijkheid, die Hij bij Zijn Vader 

had, voordat de wereld bestond, zouden wij het licht van Zijn tegenwoordigheid 

niet hebben kunnen verdragen. Opdat wij het zouden kunnen aanschouwen en 

toch niet omkomen, werd de openbaring van Zijn heerlijkheid omhuld. Zijn 

goddelijkheid werd bekleed met menselijkheid, de onzichtbare heerlijkheid in de 

zichtbare, menselijke vorm.” –De Wens der Eeuwen, blz. 12. 


MAANDAG 27 juni 

2 WAT WIJ HARD NODIG HEBBEN 

A Wat was de reden van God om Zijn Zoon te zenden om ons te 

redden? Johannes 3:16. 

“God bestemde het niet zo, dat er zonde moest komen, maar Hij voorzag 

het bestaan van de zonde, en Hij trof voorzieningen om die verschrikkelijke 

omstandigheid tegemoet te treden. Zo groot was Zijn liefde voor de wereld, dat 

Hij Zich verbond om Zijn eniggeboren Zoon te geven, „opdat een ieder, die in 

Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe‟ (Johannes 3:16).“ –De 

Wens der Eeuwen, blz. 11. 

B Welke gelijkenis kan gezien worden tussen Exodus 25:8 en Matthéüs 

1:23? Johannes 1:14. 

“Zo had God des daags door een wolkkolom en des nachts door een 

vuurkolom gemeenschap met Israël en openbaarde Hij Zijn wil aan de mensen 

en schonk hun Zijn genade. Gods heerlijkheid was getemperd en Zijn majesteit 

omsluierd, opdat het zwakke gezichtsvermogen van de sterfelijke mens haar zou 

kunnen aanschouwen. Daarom zou Christus komen in ‟ons vernederd 

lichaam‟(Filippensen 3:21), „de mensen gelijk‟. In de ogen van de wereld bezat 

Hij geen schoonheid, dat zij Hem begeerd zouden hebben; toch was Hij de 

vleesgeworden God, het licht van hemel en aarde. Zijn heerlijkheid was omhuld, 

Zijn grootheid en majesteit waren verborgen, opdat Hij de berouwvolle, 

verzochte mensen zou kunnen benaderen. 

God beval Mozes voor Israël: „Zij zullen mij een heiligdom maken, en Ik 

zal in hun midden wonen‟ (Exodus 25:8), en Hij vertoefde in het heiligdom te 

midden van Zijn volk. Gedurende al hun moeitevolle omzwervingen door de 

woestijn was het teken van Zijn tegenwoordigheid bij hen. Zo heeft ook Christus 

Zijn tent opgeslagen midden in ons kamp.” –De Wens der Eeuwen, blz. 12-13. 

C Hoe is de naam „Emmanuël‟ een werkelijkheid gebleven ook na de 

hemelvaart van Christus? Matthéüs 28:20. 

“Christus heeft elke mogelijke voorziening getroffen, opdat Zijn gemeente 

een veranderd lichaam zal zijn, verlicht door het Licht der wereld, in het bezit 

van de heerlijkheid van Immanuël. Het is Zijn bedoeling, dat iedere christen 

omgeven zal zijn met een geestelijke atmosfeer van vrede en licht. Hij wil, dat 

wij Zijn blijdschap in ons leven openbaren.” –Lessen uit het Leven van Alledag, 

blz. 259. 


DINSDAG 28 juni 

3 EEUWIG LEVEN OF DE EEUWIGE DOOD 

A Welke zekerheid is gegeven aan hen, die kiezen om te leven, omdat de 

tweede dood (die vernietiging of tenietdoen inhoudt) gereserveerd is 

voor hen, die Gods liefde en genade versmaad hebben en Zijn 

voorziening (in het zenden van Christus) veronachtzaamd hebben? 

Johannes 5:29 (e.d.); Romeinen 2:6-7; Openbaring 20:6; 21:4. 

B Wat is eeuwig leven? Waar en wanneer begint eeuwig leven? 

Johannes 17:3; 3:36; 5:24; 1 Johannes 2:25; 5:11-12, 20. 

“Eeuwig leven is het ontvangen van de levende elementen in de Schrift en 

de wil van God doen. Dit is het vlees eten en het bloed drinken van de Zoon van 

God. Aan hen, die dit doen, worden leven en onsterfelijkheid aan het licht 

gebracht door het evangelie, want Gods Woord is waar en oprecht, geest en 

leven. Het is het voorrecht van allen, die in Jezus Christus geloven als hun 

persoonlijke Verlosser, zich te voeden met het Woord van God. De invloed van 

de Heilige Geest bewijst dat Woord, de Bijbel, een onsterfelijke waarheid, dat 

aan de biddende onderzoeker geestelijke pezen en spieren geeft. 

„Onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin het eeuwige leven te 

hebben; en die zijn het, die van Mij getuigen‟ (Johannes 5:39). Zij, die dieper 

spitten dan het oppervlak, ontdekken de verborgen edelstenen van de waarheid. 

De Heilige Geest is bij de ernstige zoeker, Zijn licht schijnt op het Woord, 

tekent de waarheid in de geest met een nieuwe, frisse belangstelling. De zoeker 

wordt vervuld met een gevoel van vrede en blijdschap, die nooit verdwijnen.” – 

Selected Messages 2, blz. 38-39. 

“Daar wij door Christus de rust binnengaan, begint de hemel hier reeds. 

Wij geven gehoor aan Zijn uitnodiging: „Komt, leert van Mij‟, en door zo te 

komen, maken wij een begin met het eeuwige leven. De hemel is een 

voortdurend tot God naderen door Christus. Hoe langer wij in de hemel der 

zaligheid zijn, des te meer en meer van de heerlijkheid daarvan zal ons 

geopenbaard worden; en hoe meer wij van God weten, des te volkomener zal 

ons geluk zijn. Wanneer wij met Jezus wandelen in dit leven, zullen wij vervuld 

worden van Zijn liefde, bevredigd door Zijn aanwezigheid. Alles, wat de 

menselijke natuur bevatten kan, kunnen wij hier ontvangen. Maar wat is dat 

vergeleken met wat hierna komt?” –De Wens der Eeuwen, blz. 281. 


WOENSDAG 29 juni 

4 DE WERELD VERDEELD IN TWEE KLASSEN 

A Beschrijf de twee geestelijke klassen van mensen en verklaar het 

verschil, dat duidelijk wordt, als het te laat is om te veranderen. 

Maleáchi 3:15-18. 

“Iedereen, die de paarlen poorten van Gods stad binnen gaat, zal een 

dader van het Woord zijn. Hij zal een deelhebber zijn van de goddelijke natuur 

en de verdorvenheid ontvlucht zijn, die in de wereld heerst door begeerte.” –This 

Day with God, blz. 94. 

B Wat zegt de Bijbel over het theoretisch geloof, dat miljoenen van 

belijdende christenen ertoe brengt om alleen een gunstige mening 

over Christus te hebben, die zij nooit als hun persoonlijke Verlosser 

hebben aangenomen? Jakobus 2:19-20; Matthéüs 7:21-23. 

“Velen hebben een theoretisch geloof in Christus, maar zij weten niets 

van die onmisbare afhankelijkheid van Hem, die zich de verdiensten van een 

gekruisigde en opgestane Heiland toe eigent… Velen geven toe, dat Jezus 

Christus de Verlosser der wereld is, maar tegelijkertijd houden zij zich weg van 

Hem en vergeten berouw te hebben over hun zonden, vergeten Jezus aan te 

nemen als hun persoonlijke Verlosser.” –Selected Messages 1, blz. 389-390. 

C Wanneer zal de bestemming van de twee klassen voor altijd beslist 

zijn? Daniël 12:1; Lukas 13:23-25; Openbaring 22:11-12. 

“Ook leren de gelijkenissen, dat er na het oordeel geen proeftijd meer is. 

Als het evangeliewerk voltooid is, volgt onmiddellijk de scheiding tussen goed 

en kwaad en is het lot van elke groep voor altijd beslist.” –Lessen uit het Leven 

van Alledag, blz. 69-70. 

“De geschikte tijd om te werken voor ons is nu, juist nu, terwijl het nog 

dag is. Maar er is geen opdracht aan iemand om de Schriften te onderzoeken om 

vast te stellen, als dit mogelijk zou zijn, wanneer het onderzoek zal zijn 

afgesloten. God heeft niet zo een boodschap voor sterfelijke lippen. Hij zou geen 

sterfelijke tong hebben, die verklaren zou, dat wat Hij in Zijn geheime 

raadsbesluiten verborgen heeft.” –Selected Messages 1, blz. 192. 


DONDERDAG 30 juni 

5 EEN VERBORGENHEID: ÉÉN GEEST EN ÉÉN LEVEN MET 

CHRISTUS 

A Hoe weten wij uit de Schriften, dat als wij in het koninkrijk willen 

zijn, wij een leven van overwinnen moeten hebben, wij moeten “God 

met ons” hebben, wat meer is dan een mening hebben? Galaten 2:20; 

Johannes 14:16-18, 23; Openbaring 3:20. 

“Door Zijn menselijkheid verbond Christus zich met de mensheid, door 

Zijn goddelijkheid maakt Hij aanspraak op de troon van God. Als Zoon des 

mensen gaf Hij ons een voorbeeld van gehoorzaamheid; als Zoon van God geeft 

Hij ons de kracht om te gehoorzamen… “God met ons” is de zekerheid van onze 

verlossing van de zonde, de verzekering van onze kracht om de wet des hemels 

te gehoorzamen.” –De Wens der Eeuwen, blz. 13, 14. 

B Hoe wordt eeuwig leven aan ons duidelijk gemaakt, als wij verenigd 

zijn met Christus, dat is, als wij “God met ons” hebben? 1 Korinthe 

6:17; Romeinen 8:11. 

“Christus werd één vlees met ons, opdat wij één in geest zouden kunnen 

worden met Hem. Krachtens deze verbintenis zullen wij uit het graf verrijzen, 

niet enkel als een openbaring van de macht van Christus maar, omdat door het 

geloof Zijn leven het onze is geworden. Zij, die Christus zien in Zijn ware 

karakter en Hem ontvangen in hun hart, hebben het eeuwige leven. Door de 

Geest woont Christus in ons en de Geest van God, Die wij ontvangen in ons hart 

door het geloof, is het begin van het eeuwige leven.” –De Wens der Eeuwen, blz. 

333-334. 

VRIJDAG TERUGBLIK 1 juli 

1 Wat betekent de naam Emmanuël en hoe is deze verbonden met het 

verlossingsplan? 

2 Hoe bevestigt de belofte van Christus in Matthéüs 28:20 de betekenis 

van de naam Emmanuël ook nu? 

3 Verklaar de beloften van Christus in Johannes 3:36; 5:24, 39. 

4 Hoe kunnen wij echte christenen onderscheiden van naam 

christenen? 

5 Verklaar het begin van eeuwig leven. 



CHRISTUS GEOPENBAARD IN HET OUDE TESTAMENT 

“Aan Deze (Jezus van Nazareth) geven al de profeten getuigenis” 

(Handelingen 10:43). 

“Het was nodig voor hen (de discipelen) om te begrijpen, hoe de opdracht 

van Christus voorzegd was door alle typen en profetieën van het Oude 

Testament. Op deze moest hun geloof gevestigd zijn.” –The Story of Jesus, blz. 

163. 

Aanvullende studie: De Wens der Eeuwen, blz. 171-173; 698-700. 

ZONDAG 3 juli 

1 EEN GROTE ZEGEN, WAAR? 

A Welke waarde plaatste Jezus op Gods Woord in het Oude Testament? 

Lukas 11:28; 24:25-27. Waarom? Matthéüs 4:4. 

“Terwijl Hij op aarde de mensen onderwees, richtte Jezus de geest van het 

volk op het Oude Testament. Hij sprak tot de Joden: „Gij onderzoekt de 

Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke 

van Mij getuigen‟ (Johannes 5:39). In deze tijd bestonden alleen nog maar de 

boeken van het Oude Testament.” –Patriarchen en Profeten, blz. 330-331. 

B Welke berisping aan de Joden is ook van toepassing op iedere 

belijdende christen, die verkiest de geschriften van het Oude 

Testament te versmaden of te negeren? Markus 12:24; Lukas 16:31; 

Johannes 5:38-40, 45-47. 

“De Joden bezaten de Schriften en veronderstelden, dat zij in een louter 

uiterlijke kennis van het Woord het eeuwige leven hadden. Maar Jezus zei: „Zijn 

Woord hebt gij niet blijvend in u‟ (Johannes 5:38). Nadat zij Christus verworpen 

hadden in Zijn Woord, verwierpen zij Hem ook in eigen persoon… 

De Joodse leiders hadden de onderwijzingen bestudeerd van de profeten 

betreffende het koninkrijk van de Messias; maar zij hadden dit niet gedaan met 

een oprecht verlangen om de waarheid te leren kennen, maar met het doel daarin 

een getuigenis te vinden om hun eerzuchtige verwachtingen te ondersteunen.” – 

De Wens der Eeuwen, blz. 171. 


MAANDAG 4 juli 

2 DE WOORDEN GESPROKEN DOOR DE PROFETEN 

A Wat zei God door Mozes over de komst van Jezus, de beloofde 

Verlosser? Deuteronomium 18:15-19. 

“Tegen het einde van zijn werk als leider en leraar van Israël profeteerde 

Mozes duidelijk de komende Messias. „De Here, uw God‟, verklaarde hij aan de 

bijeengekomen Israëlieten, „zal u een profeet verwekken uit uw midden, uit uw 

broederen, zoals ik ben; naar Hem zult gij luisteren‟. En Mozes verzekerde de 

Israëlieten, dat God Zelf hem dit tijdens zijn verblijf op de berg Horeb had 

geopenbaard… (Zie Deuteronomium 18:15, 18).” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 

165. 

B Hoe benadrukten Petrus en Paulus het belang van het bestuderen van 

de geschriften van de profeten van het Oude Testament? Handelingen 

3:22-24; 2 Petrus 3:2; Éfeze 2:20. 

C Wat is noodzakelijk om de Schriften goed te begrijpen? Johannes 

16:13. 

“De enige manier om een meer volkomen begrip van de waarheid te 

verkrijgen is het hart gevoelig en onderworpen te houden door de Geest van 

Christus. De ziel moet gereinigd worden van ijdelheid en trots, en ontledigd 

worden van alles, wat haar in zijn macht heeft gehad, en Christus moet op de 

troon geplaatst worden.” –De Wens der Eeuwen, blz. 429. 

“Wij moeten eerbied hebben voor Gods Woord. Ook voor de gedrukte 

Bijbel zullen wij eerbied tonen en die niet zien als een gewoon boek of er 

zorgeloos mee omgaan. En nooit mogen wij met een aangehaalde tekst een grap 

of spitsvondige zinspeling maken.” –Karaktervorming, blz. 245-246. 

“Dan moet Schriftgedeelte met Schriftgedeelte vergeleken worden. Er 

moet sprake zijn van een nauwgezet onderzoek, overdenking en gebed… 

De Bijbel mag nooit bestudeerd worden zonder gebed. Voordat wij de 

bladzijden van de Bijbel openen, moeten wij vragen om de verlichting van de 

Heilige Geest. En deze zal ons gegeven worden… Jezus zal ons ook zien in de 

verborgen plaatsen van gebed, als wij Hem om licht vragen om te kunnen 

onderkennen, wat de waarheid is.” –Schreden naar Christus, blz. 109-110. 


DINSDAG 5 juli 

3 LUISTEREN NAAR HEM 

A Waarom geeft Christus begrip aangaande de Geschriften van het 

Oude Testament? Lukas 24:27, 44-45. 

“Dikwijls waren zij (de discipelen), wanneer Hij (Jezus) de Geschriften 

van het Oude Testament hun voor ogen stelde en aantoonde, hoe die van 

toepassing waren op Hemzelf en Zijn verzoeningswerk, gewekt door Zijn Geest 

en tot een hemelse atmosfeer verheven. Van de geestelijke waarheden, die 

waren uitgesproken door de profeten, hadden zij een helderder begrip dan de 

oorspronkelijke schrijvers van die boeken zelf hadden bezeten. Voortaan zouden 

zij de Geschriften van het Oude Testament niet meer lezen als de leerstellingen 

van de schriftgeleerden en Farizeeën, niet meer als uitspraken van wijze 

mannen, die nu dood waren, maar als een nieuwe openbaring van God.” –De 


B Sinds wanneer heeft Christus gesproken tot de mensheid? Handelingen 

3:20-21; 1 Petrus 1:10-11. Vanwaar spreekt Hij tegenwoordig en waarom 

zouden wij er wijs aan doen op Zijn stem acht te slaan? Hebreeën 12:25-26. 

“Zijn er niet velen, zelfs godsdienstige leiders, die hun harten verharden 

tegen de Heilige Geest, waardoor zij het onmogelijk maken de stem van God te 

herkennen? Verwerpen zij niet het Woord van God?” -De Wens der Eeuwen, 

blz. 172. 

C Jezus Christus is het Woord van God, zo genoemd in Johannes 1:1 en 

Openbaring 19:13. Wat zal er gebeuren met hen, die weigeren naar Zijn wil te 

luisteren en zich eraan over te geven? Handelingen 3:23; Hebreeën 2:2-3. 

“God zegt: “Mijn zoon, geef Mij uw hart.” Zult u Hem weigeren dat, wat 

u niet kunt geven met verdienste, omdat het al van Hem is, dat wat u niet kunt 

weigeren zonder uw eigen ziel te vernietigen? Hij vraagt uw hart; geef het aan 

Hem, het is van Hem. Hij vraagt uw verstand; geef het aan Hem, het is van 

Hem, Hij heeft het u in vertrouwen geleend. Hij vraagt uw geld, het is van Hem, 

geef het aan Hem. 

„Gij zijt niet van uzelf; gij zijt duur gekocht‟. 

De Here Jezus vraagt uw dienen. Hij heeft u lief. Als u twijfelt aan Zijn 

liefde, kijk dan naar Golgotha. Het licht, weerkaatst van het kruis, toont u de 

grootheid van deze liefde, die geen tong kan beschrijven. „Die Mijn geboden 

heeft, en ze bewaart, die is het, die Mij lief heeft‟. Wij moeten door ijverige 

studie de geboden van God leren kennen; en dan laten zien, dat wij Zijn 

gehoorzame zonen en dochters zijn.” –The Youth’s Instructor, 5 januari 1887. 


WOENSDAG 6 juli 

4 CHRISTUS GEOPENBAARD IN HET OUDE TESTAMENT 

A Door welke symbolen en welke namen werd Jezus geopenbaard in de 

tijd van het Oude Testament? Jesaja 9:6; Jeremia 23:6; Haggaï 2:7. 

Het zaad van Abraham: Genesis 22:18; Galaten 3:16. 

Jakobs ladder: Genesis 28:12; Johannes 1:51. 

Het ware Pascha Lam: Exodus 12:3, 11, 46; Johannes 19:36; 1 Korinthe 

5:7. 

De verhoogde slang: Numeri 21:4-9; Johannes 3:14. 

De Rots: Exodus 17:6; Numeri 20:8; 1 Korinthe 10:1-4. 

Het Brood des Levens: Johannes 6:31-35. 

De Ster: Numeri 24:17; Matthéüs 2:1-2. 

De Hoeksteen: Psalm 118:22; Matthéüs 21:42-44; Éfeze 2:20. 

B Wie was de laatste profeet, die profeteerde over de beloofde Messias? 

Matthéüs 3:1, 11-12; 11:13; Lukas 16:16. Welke verklaring van 

Johannes wees op de laatste vervulling van alle profetieën over de 

komende Verlosser? Johannes 1:29. 

“Met verlangen en verbazing keken de mensen naar Hem, van Wie juist 

verklaard was, dat Hij de Zoon van God was. Zij waren diep onder de indruk 

door de woorden van Johannes. Hij had tot hen gesproken in de naam van God. 

Zij hadden dag in dag uit naar hem geluisterd, wanneer hij hen om hun zonden 

berispte en de overtuiging, dat hij door de hemel gezonden was, was dagelijks 

sterker geworden. Maar wie was de Man, die groter was dan hij? In Zijn kleding 

en gedrag was niets, dat sprak van een hoge positie. Hij was kennelijk een 

eenvoudig mens, evenals zijzelf gekleed in de eenvoudige kledij der armen… 

Jezus kwam in armoede en vernedering, opdat Hij zowel ons Voorbeeld 

als onze Verlosser zou kunnen zijn. Wanneer Hij verschenen zou zijn met 

koninklijke pracht en praal, hoe had Hij dan anderen nederigheid kunnen leren? 

Hoe had Hij dan zulke scherpe waarheden naar voren kunnen brengen, als Hij in 

de Bergrede predikte? Waar zou dan de hoop van de geringen in deze wereld 

gebleven zijn, wanneer Jezus als koning onder de mensen was komen wonen?” 

–De Wens der Eeuwen, blz. 105, 106. 


DONDERDAG 7 juli 

5 TWEE TUCHTMEESTERS 

A Behalve de Tien Geboden, geschreven door Christus (Exodus 24:12) en in 

de ark gelegd (Exodus 31:18; Deuteronomium 10:5), hadden de Joden ook 

de wetgeving (ceremoniële, burgerlijke en gezondheidswetten) door Mozes 

gegeven en naast de ark gelegd (Deuteronomium 31:26). Wat was het doel 

van de wet van offeranden (Leviticus 7:37; Hebreeën 10:1, 6, 8, 11)? Galaten 

3:21-24. Waarom eindigde deze aan het kruis? Hebreeën 10:12-14. 

“Christus was het fundament van de hele Joodse economie. De dood van 

Abel was een gevolg van Kaïns weigering om Gods plan te aanvaarden in de 

school van gehoorzaamheid, om gered te worden door het bloed van Jezus 

Christus, getypeerd door de offers, die wezen op Christus… Deze hele 

ceremonie was voorbereid door God en Christus werd het fundament van het 

hele systeem. Dit is het begin van het werk als de tuchtmeester om de zondige 

menselijke agenten tot een begrip van Christus te brengen.” –Selected Messages 

1, blz. 233. 

B Hoe fungeert de morele wet van God (de Tien Geboden) nog steeds als een 

tuchtmeester om zondaren tot Christus te brengen? Galaten 3:24. 

Noot redactie: „Christus is het einde (Grieks telos: doel, object: 

Strong'sVolledige Concordantie van de Bijbel) der wet tot rechtvaardigheid een 

ieder, die gelooft‟ (Romeinen 10:4). Vergelijk andere verzen waar het Griekse 

woord telos wordt vertaald met "het einde", zoals 1 Timótheüs 1:5; Jakobus 

5:11; 1 Petrus 1:9. 

“Welke wet is de tuchtmeester om ons tot Christus te brengen? Ik 

antwoord: Zowel het ceremoniële als het morele wetboek van de tien geboden… 

De (morele) wet openbaart zonde aan ons en zorgt ervoor, dat wij onze behoefte 

aan Christus voelen en naar Hem toe vluchten." –Selected Messages 1, 233-234. 


1 Wat verklaarde Christus over de Geschriften van het Oude Testament? 

2 Wat zal onze houding ten opzichte van Zijn Woord onder leiding van Gods 

Geest zijn? 

3 Op welke manier spreekt Christus zowel in het Oude als het Nieuwe 

Testament? 

4 Op welke manieren werd Christus geopenbaard in de tijd van het Oude 

Testament? 

5 Verklaar het denkbeeld van de tuchtmeester. 



CHRISTUS, HET FUNDAMENT 

“Op deze petra (Jezus Christus) zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de 

poorten der hel zullen haar niet overweldigen” (Matthéüs 16:18). 

“Zesduizend jaar lang heeft het geloof op Jezus gebouwd. Zesduizend jaar 

lang zijn de stortvloeden en stormen van de toorn van Satan neergeslagen op de 

Rots van ons behoud; maar hij blijft onbeweeglijk staan.” –De Wens der 

Eeuwen, blz. 359. 

Aanvullende studie: Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, blz. 129-133. 

ZONDAG 10 juli 

1 WIJZE BOUWERS 

A Wie is het enige fundament, waarop wij zullen staan in het oordeel? 1 

Korinthe 3:11. Tot wat heeft God ons geroepen om te zijn in deze 

wereld? 1 Korinthe 3:9. 

“Christus, het Woord, de openbaring van God, de openbaring van Zijn 

karakter, Zijn wet, Zijn liefde, Zijn leven, is de enige grondslag, waarop wij een 

karakter kunnen bouwen, dat stand zal houden… 

Wanneer u het Woord in het geloof aanneemt, zal het u kracht geven om 

te gehoorzamen. Wanneer u acht wilt slaan op het licht, dat u hebt, zal een groter 

licht komen. U bouwt dan op Gods Woord en uw karakter zal worden 

opgebouwd naar het beeld van het karakter van Christus.” –Gedachten van de 

Berg der Zaligsprekingen, blz. 131, 132. 

B Hoe beschreef Christus een wijs man? Matthéüs 7:24-25. 

“Gelijk deze mensen, die hun huizen op de rots bouwen, zei Jezus, is hij, 

die de woorden, die Ik tot u gesproken heb, zal aannemen en die zal maken tot 

basis voor zijn karakter en leven… Het Woord van God is het enig blijvende, 

dat onze wereld kent. Het is de vaste grondslag.” –Gedachten van de Berg der 

Zaligsprekingen, blz. 130, 131 



2 DWAZE BOUWERS 

A Hoe beschreef Christus een dwaas persoon, die kan belijden een 

christen te zijn? Matthéüs 7:26-27. Wat is er mis met zoveel naam 

christenen, die hun gevaar niet kunnen zien? Matthéüs 7:21-23. Merk 

op, dat het Griekse woord anomia, vertaald door “ongerechtigheid”, 

“wetteloosheid” betekent. 

B Met wat voor materialen moeten wij bouwen, als wij verwachten, dat 

ons geestelijk huis alle testen zal doorstaan? 1 Korinthe 3:12-13. 

“Zoals vuur het verschil toont tussen goud, zilver en edelstenen en hout, 

hooi en stro, zo zal dus de dag des oordeels karakters testen en het verschil tonen 

tussen de karakters, die gevormd zijn naar de gelijkenis van Christus en de 

karakters, die gevormd zijn naar de gelijkenis van het zelfzuchtige hart.” -Mind, 

Character and Personality 2, blz. 548. 

“Maar ieder bouwwerk, dat wordt opgetrokken op een andere grondslag 

dan het Woord van God, zal instorten. Hij, die evenals de Joden in de dagen van 

Christus, bouwt op het fundament van menselijke ideeën en inzichten, van 

vormen en ceremoniën, die de mensen hebben uitgedacht, of op enig werk, dat 

hij kan doen, onafhankelijk van de genade van Christus, richt het bouwwerk van 

zijn karakter op drijfzand op. De woedende stormen der verzoeking zullen het 

zandig fundament wegwerpen en het huis achterlaten als een wrak op de kusten 

des tijds.” –Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, blz. 132. 

C Hoe openen dwaze mensen de deur voor Satan? Matthéüs 12:43-45. 

“Het versierde huis is een beeld van de eigengerechtige ziel… 

Eigengerechtigheid is een vloek, een versiering, die Satan gebruikt tot zijn 

eer. Zij, die de ziel sieren met eigen lof en vleierij, maken de weg gereed voor 

zeven andere geesten, bozer dan de eerste. Zelfs bij het ontvangen van de 

waarheid bedriegen deze mensen zichzelf. Zij bouwen op een fundament van 

eigengerechtigheid.” –Bijbelkommentaar, blz. 327, 328. 



3 VOORWAARDEN OM REKENING MEE TE HOUDEN 

A Op welke voorwaarden kunnen wij aanspraak maken om bij 

Christus huisgezin te horen? Hebreeën 3:6; 10:23, 36. 

“Het is niet voldoende om het geloof te belijden. Geduldig moeten alle 

beproevingen worden verdragen en moedig moet weerstand geboden worden 

aan alle verzoekingen. Geloof kan alleen gehandhaafd worden door de 

christelijke godsdienst te toetsen aan de praktijk en zo de veranderende kracht en 

trouw van haar beloften te demonstreren.” –Bijbelkommentaar, blz. 590. 

B Welke verbinding wil God zien tussen de leden van Zijn huisgezin? 

Galaten 6:9-10; Romeinen 15:5-7. 

“Gemeentebetrekkingen zijn geen lichte zaak. Iedere gelovige moet met 

heel zijn hart verbonden zijn met de gemeente van God. Haar welvaart moet zijn 

eerste belang zijn… Niemand hoeft er buiten te staan, omdat zijn talenten klein 

zijn of zijn mogelijkheden beperkt. Het ligt in de macht van allen iets te doen 

voor de zaak van God. Zij kunnen in hun leven en karakters de onderwijzingen 

van Christus laten zien, in vrede met elkaar leven en in volmaakte harmonie 

bewegen. Zij kunnen ook door een beetje zelfverloochening helpen om de 

financiële lasten van de gemeente te dragen. Zij moeten zich niet vrij voelen om 

de voordelen te ontvangen en de voorrechten van de gemeentebetrekkingen te 

delen zonder dit te doen… 

Christus zag, dat eenheid en christelijke gemeenschap nodig waren voor 

het succes van Zijn zaak, daarom beval Hij Zijn discipelen deze kwaliteiten te 

ontwikkelen. En de geschiedenis van het christendom uit die tijd bewijst dit 

afdoende, dat er alleen in eendracht kracht is.” –The Bible Echo and Signs of the 

Times, 1 september 1888. 

“Omstandigheden kunnen zich voordoen, dat sommigen, die God 

liefhebben en gehoorzamen, arm worden. Anderen zijn niet nauwgezet; zij 

kunnen geen beheer voeren. Weer anderen vervallen tot armoede door ziekte en 

tegenslag. Maar wat ook de oorzaak is, zij verkeren in nood en hen te helpen is 

een belangrijk onderdeel van het zendingswerk. 

Al onze gemeenten moeten zorgen voor hun eigen armen. Onze liefde 

voor God moet tot uitdrukking komen in goede werken voor de armen en zieken 

onder de huisgenoten des geloofs, wier nooddruft ons ter ore komt en onze zorg 

vraagt. Elke ziel staat onder bijzondere verplichting tegenover God om Zijn 

goede armen met bijzonder mededogen te bejegenen.” –Uit de Schatkamer der 

Getuigenissen 2, blz. 534. 



4 ELKAAR HELPEN 

A Hoe moeten wij elkaar helpen als leden van het huisgezin van 

Christus? Galaten 6:1-2; Jakobus 5:19-20; Hebreeën 10:24; 12:13. 

B Waar en hoe moeten wij de waarschuwing van Paulus in 2 

Thessalonicensen 3:13 in praktijk brengen? Jesaja 58:7; Matthéüs 

25:34-40. 

“Gods werk omvat elke behoeftige, lijdende gelovige. Wij mogen niet 

enkele verwanten en vrienden uitzoeken om hen te helpen, om daarmee ons 

werk te laten eindigen. Alle behoeftigen, waarmee wij te maken krijgen, moeten 

geholpen worden, maar in het bijzonder zij, die ter wille van de waarheid 

lijden.” –Bijbelkommentaar, blz. 242. 

C Welke geestelijke toestand moeten wij bereiken, voordat wij 

doeltreffend anderen kunnen helpen? 2 Timótheüs 2:20-26. Hoe 

kunnen wij eervolle vaten worden in Gods huis? 1 Timótheüs 4:12-16. 

“Een goddelijk voorbeeld zal meer vertellen van de waarheid dan de 

grootste welsprekendheid zonder begeleiding van een goed geordende leven. 

Snuit de lamp van de ziel en vul deze bij met de olie van de Geest. Vraag van 

Christus die genade, die helderheid van begrip, die u in staat zal stellen uw werk 

met succes te doen.” –Gospel Workers, blz. 104-105. 

“Let op uzelf. Spreek niet over de fouten van anderen. Als u iets tegen 

iemand hebt, ga dan naar hem toe en vertel hem alles. Bid met hem en voor 

hem. Als iedereen dit zou doen, hoeveel zielen zouden dan gered worden voor 

het werk van God!... 

God heeft ons berispingen en waarschuwingen gezonden. Vergeet de 

dingen niet, die u gezien hebt. Vergeet de geschiedenis van het verleden niet, 

toen God Zijn kracht en Zijn genade openbaarde, overwinning op overwinning 

gaf, toen Hij Zijn zegen en genade op ons liet rusten en toen Hij onze fouten en 

verkeerdheden berispte. Herhaal het onrecht niet, dat Hij heeft berispt. Wacht 

niet op Hem om te vertellen, wat u elke dag moet doen. Als Hij u de opdracht 

gegeven heeft, geldt dit voor altijd. Stel uw vertrouwen in God. Kom tot Hem 

met een levend geloof.” –The General Conference Bulletin, 2 april 1903. 



5 “VREEST NIET, GIJ KLEINE KUDDEKE” 

A Hoe behandelde de wereld de Meester van het universum? En welke 

behandeling moeten wij verwachten van de wereld? Matthéüs 10:24- 

26. 

“Gods dienstknechten moeten niet verbaasd zijn, dat zij dan grote 

moeilijkheden en vervolging het hoofd moeten bieden. In Zijn tijd was de 

Verlosser der wereld, de Zoon van God, schandelijk behandeld door de mensen, 

die Hij kwam zegenen. Hij moest van stad naar stad gaan om Zijn veiligheid te 

garanderen en deze vervolging volgde Hem, tot Zijn werk op aarde was 

volbracht. 

Ik ben zo dankbaar, dat wij een geloof hebben, dat de test van beproeving 

en tegenstand zal doorstaan. Als problemen in de wereld toenemen, zullen de 

kinderen van de Heer moeten lijden, maar het Woord van God biedt troost en 

bemoediging voor een dergelijke tijd.” -Manuscript Releases 21, blz. 101. 

B Op welke voorwaarde hebben wij zekerheid tijdens het ondergaan 

van vervolging? Romeinen 8:35-37, Hebreeën 13:6, 2 Kronieken 15:2. 

“Door alle eeuwen heen zijn Gods uitverkoren boodschappers gesmaad en 

vervolgd; nochtans is door hun moeite de kennis van God wijd verbreid. Iedere 

discipel van Christus moet zich bij de gelederen aansluiten en hetzelfde werk 

voorwaarts dragen, wetende dat de vijanden daarvan niets kunnen doen tegen de 

waarheid, slechts vóór de waarheid. Het is de bedoeling van God, dat de 

waarheid naar voren gebracht zal worden en het onderwerp zal worden van 

onderzoek en bespreking, juist ook door de verachting die de mensen ervoor 

koesteren. De gedachten van de mensen moeten wakker geschud worden; iedere 

strijd, ieder smaadwoord, iedere poging om gewetensvrijheid te beknotten is een 

middel van God om de mensen wakker te maken, die anders zouden kunnen 

insluimeren.” -Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, blz. 35. 


1 Beschrijf een wijze geestelijke bouwer. 

2 Beschrijf een dwaze geestelijke bouwer. 

3 Hoe kan het huisgezin van Christus worden vastgesteld? 

4 Wat zal in het oordeel in overweging worden genomen? 

5 Welke zekerheid hebben wij voor de tijd van vervolging? 



CHRISTUS ONZE VERLOSSER 

“Christus Jezus is in de wereld gekomen om de zondaren zalig te 

maken” (1 Timótheüs 1:15). 

“De gehele Bijbel is een openbaring van Christus en de Heiland wilde het 

geloof van Zijn volgelingen op het Woord richten. Wanneer Zijn zichtbare 

tegenwoordigheid zou zijn weggenomen, moest het Woord hun bron van kracht 

zijn.” –De Wens der Eeuwen, blz. 336. 

Aanvullende studie: Schreden naar Christus, blz. 67-78. 


1 VERKEERDE IDEEËN VERBETERD 

A Wat is het bewijs, dat de Joden werkelijk geloofden in de 

werkzaamheid van de offergaven om hun zonden weg te nemen? 

Jesaja 1:11; Jeremia 6:20; Micha 6:6-7. Hoe verstonden zij het 

verlossingsplan? 

“De vergeving van zonden, de rechtvaardiging door geloof in Jezus 

Christus, toegang tot God alleen via een middelaar op grond van hun verloren 

toestand, hun schuld en zonde, van deze waarheden hadden de mensen weinig 

besef. In grote mate hadden zij kennis van God verloren en van de enige manier 

om tot Hem te naderen. Zij hadden bijna alle besef verloren van wat zonde en 

van wat gerechtigheid is.” –Selected Messages 1, blz. 238. 

B Welke boodschap heeft God aan hen gezonden via de profeten om 

hun verkeerde opvattingen te verbeteren? Jesaja 1:15-19; 59:1-2; 

Jeremia 6:16; 8:5; Micha 6:8. 

C Hoe maakte God door de apostel Paulus aan de Hebreeuwse 

christenen de betekenis van de offerdiensten duidelijk? Hebreeën 

10:1-4. 

“Het typische stelsel van slachtoffers en offeranden was gevestigd op het 

feit, dat de zondaar door deze diensten het grote Offer zou leren onderscheiden, 

namelijk Christus.” –Het Geloof Waardoor Ik Leef, blz. 106. 



2 DE WIL VAN GOD VASTGESTELD 

A Hoe verklaarde Paulus de twee wetsystemen na het kruis door 

gebruik te maken van Psalm 40:7-9? Hebreeën 10:8-9. Wat bedoelde 

hij met „het eerste‟, dat weggenomen was? Wat bedoelde hij met „het 

tweede‟, dat Christus kwam om te bevestigen? Hebreeën 10:10. 

“Het evangelie van Christus weerkaatst heerlijkheid op de Joodse tijd. Het 

werpt licht op het gehele Joodse stelsel en geeft betekenis aan de ceremoniële 

wet. De tabernakel of tempel van God op aarde was een afbeelding van de 

oorspronkelijke in de hemel. Alle ceremoniën van de Joodse wet waren 

profetische zinnebeelden van verborgenheden in het verlossingsplan. 

De riten en ceremoniën van de wet waren door Christus Zelf gegeven; Hij 

was, gehuld in de wolkkolom des daags en een vuurkolom bij nacht, de leider 

van de legers van Israël, en deze wet moet met grote eerbied worden behandeld, 

want zij is heilig. Paulus hield de wet, zelfs nadat die niet langer werd 

waargenomen, in haar ware positie en waarde de Joden voor ogen, door de 

plaats ervan in het verlossingsplan aan te tonen en de verhouding ervan tot het 

werk van Christus. De grote apostel noemt deze wet heerlijk, waardig aan haar 

goddelijke Maker. Wat werd weggedaan was heerlijk, maar het was niet de wet, 

die God ingesteld had voor het bestuur van Zijn hemels en aards gezin; want 

zolang de hemelen zullen bestaan, zal de wet des Heren bestaan.” – 

Bijbelkommentaar, blz. 504. 

B Wat moesten wij doen in het belang van onze verlossing, omdat 

Christus kwam om Gods wil te openbaren? Kolossensen 4:12; 

Romeinen 12:1-2. Hoe is Gods wil zichtbaar gemaakt in ons leven? 

Romeinen 2:17-18; Psalm 40:9. 

“De wil van God wordt tot uitdrukking gebracht in de geboden van Zijn 

heilige wet en de beginselen van deze wet zijn de beginselen des hemels.” – 

Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, blz. 97. 

“De gehoorzaamheid, die Christus betoonde, is precies de 

gehoorzaamheid, die God nu vraagt van de mens. Het was de gehoorzaamheid 

van een zoon. Hij diende Zijn Vader bereidwillig en in vrijheid en met liefde, 

omdat het voor Hem het juiste ding was om te doen. (Zie Psalm 40:9). Zo 

moeten wij God dienen. Onze gehoorzaamheid moet dienen met het hart zijn. 

Dit deed Christus altijd. Als wij Hem liefhebben, zullen wij het geen moeilijke 

taak vinden om te gehoorzamen.” –The Signs of the Times, 25 januari 1899. 



3 RECHTVAARDIGING 

A Waarom zijn alle mensen “schuldig voor God”? Op welke manier 

staat de hele wereld “onder (de veroordeling van) de wet”? Romeinen 

3:19. Welk probleem hebben wij allemaal? Romeinen 3:23. 

“Wij hebben de wet van God overtreden en door de daden van de wet zal 

geen vlees gerechtvaardigd worden. De beste inspanningen, die men in zijn 

eigen kracht kan maken, zijn waardeloos om aan de heilige en rechtvaardige 

wet, die hij heeft overtreden, te voldoen.” –Selected Messages 1, blz. 363. 

B Kon de zonde ons toegerekend worden, als de wet van God was 

afgeschaft? Romeinen 4:15; 5:13 (l.d.). Zouden wij in dat geval dan 

nog een Verlosser nodig hebben? 

C Omdat er geen voorziening in de wet is om de overtreder te vergeven 

en aangezien hij of zij ook de wet niet had, terwijl men in zonde 

leefde, wat is dan de enige manier, waarop God zondaars, die zich tot 

Hem wenden, kan rechtvaardigen? Romeinen 3:21-25, 28; 5:18-21; 

Éfeze 2:8-9. 

“Door Christus is zowel in herstel als verzoening voorzien voor de mens. 

De kloof, die was gemaakt door de zonde, is overbrugd door het kruis van 

Golgotha. Een volledige, complete losprijs is betaald door Jezus, op grond 

waarvan de zondaar is vergeven en de rechtvaardigheid van de wet wordt 

gehandhaafd. Allen, die geloven, dat Christus het zoenoffer is, kunnen komen en 

vergeving ontvangen voor hun zonden, want door de verdienste van Christus is 

de verbinding tussen God en de mens geopend. God kan mij aannemen als Zijn 

kind en ik kan op Hem aanspraak maken en mij in Hem verheugen als mijn 

liefdevolle Vader. Wij moeten onze hoop des hemels richten op Christus alleen, 

want Hij is onze plaatsvervanger en borg.” -Selected Messages 1, blz. 363. 

“Terwijl de goede werken, zelfs van de beste mensen, hen niet kunnen 

redden, kan niemand verlost worden zonder vrucht te dragen van goede werken. 

De heiligende kracht van Christus op het hart zal kostbare vruchten 

voortbrengen en Zijn Geest en kracht zullen onze werken aanvaardbaar maken 

voor God.” –The Signs of the Times, 6 januari 1898. 



4 EEN NIEUW LEVEN 

A Geef voorbeelden om te laten zien, hoe Christus zondaren 

rechtvaardigde of vergaf „zonder de wet‟. Lukas 18:13-14; 19:5-9; 

Johannes 5:8, 14; 8:10-11. 

B Welke verandering vindt plaats in het hart en leven, als een zondaar 

gerechtvaardigd of vergeven is? 2 Korinthe 5:17-19, 21; Johannes 3:3, 

5. 

“Wanneer de berouwvolle zondaar, die boete doet voor God, inziet, dat 

Christus voor hem verzoening gedaan heeft en deze verzoening aanneemt als 

zijn enige hoop voor dit leven en het toekomstige leven, dan zijn diens zonden 

vergeven. Dit is rechtvaardigmaking uit het geloof. Iedere gelovige moet zijn 

wil volledig onderwerpen aan de wil van God, in een staat van berouw en 

bekering blijven, geloof hebben in de verzoenende verdiensten van de Verlosser 

en voortgaan van kracht tot kracht, van heerlijkheid tot heerlijkheid. 

Vergeving en rechtvaardigmaking zijn één en hetzelfde. Door het geloof 

gaat de gelovige vanuit de positie van opstandeling, een kind van de zonde en 

van Satan, over naar de positie van een trouw onderdaan van Christus Jezus, niet 

vanwege de een of andere goedheid in hemzelf, maar omdat Christus hem door 

adoptie als Zijn kind aanneemt. De zondaar ontvangt vergeving van zijn zonden, 

omdat deze zonden gedragen zijn door zijn Borg en Plaatsvervanger.” –Christus 

Weerspiegelen, blz. 73. 

C Wanneer Christus een berouwvolle zondaar rechtvaardigt of 

vergeeft, zegt Hij tegen hem of haar: „Ga heen en zondig niet meer‟. 

Wat bedoelt Hij? Romeinen 3:20, 31; 7:7; 1 Johannes 3:4. 

D Hoe beschrijft Petrus de toestand van een persoon, die 

gerechtvaardigd of vergeven is, net als de vrouw in Johannes 8:11, 

maar de laatste woorden van Christus vergeet, die Hij tot haar 

gesproken heeft? 2 Petrus 2:20-22. 



5 HEILIGING 

A Kan een gerechtvaardigd of vergeven zondaar een nieuw leven in 

Christus beginnen zonder gereinigd te zijn van zijn of haar zonden en 

zonder te gehoorzamen aan de wet van God? Romeinen 2:13, 23; 6:1- 

2, 22. Als een zondaar zich berouwvol tot Christus keert, wat zijn dan 

de twee dingen, die de Verlosser doet? 1 Johannes 1:9; 1 Korinthe 

6:11. 

B Voor welk doel worden zondaars gerechtvaardigd door genade door 

het geloof? Éfeze 2:8-10; Titus 2:11-14. 

“Als Christus in u werkt, zult u dezelfde geest openbaren en dezelfde 

werken doen, werken van gerechtigheid en gehoorzaamheid.” –Schreden naar 

Christus, blz. 74. 

C Hoe noemt de Bijbel het geestelijke reinigingsproces, dat begint 

wanneer een berouwvolle zondaar gerechtvaardigd of vergeven is? 1 

Thessalonicensen 4:3-5; 2 Thessalonicensen 2:13. 

D Kan iemand de Heer zien zonder heiliging of heiligheid? Matthéüs 

5:8; Hebreeën 12:14. 

E Wat zei Jezus tot de vrouw, nadat zij gerechtvaardigd (vergeven) 

was? Johannes 8:11. Wat zou er gebeurd zijn, als zij moedwillig haar 

vorige leven van zonde had vervolgd? Hebreeën 10:26-27. Op welke 

voorwaarde zullen gelovigen worden goedgekeurd in het 

onderzoekend oordeel? 1 Johannes 1:7; Kolossensen 2:6; Romeinen 

2:13. 


1 Welke kennis verloren de Joden in grote mate uit het oog? 

2 Verklaar Hebreeën 10:8-9 met behulp van Psalm 40:7-9. 

3 Op welke manier is de hele wereld schuldig voor God? 

4 Wat zei Jezus tot de vrouw, die gerechtvaardigd of vergeven werd 

zonder de wet? Wat was haar plicht na het ontvangen van 

rechtvaardiging of vergeving? 

5 Verklaar de wisselwerking tussen rechtvaardiging en heiliging. 



CHRISTUS, DE ENIGE WEG 

“Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot de 

Vader dan door Mij” (Johannes 14:6). 

“Christus is de verbindende schakel tussen God en de mens.” –God’s 

Amazing Grace, blz. 85. 

Aanvullende studie: De Wens der Eeuwen, blz. 581-585. 


1 DE ENIGE WEG 

A Wat toonde Christus als de enige toegangsweg tot God de Vader? 

Johannes 14:6. Wat is het ware geloof van alle christenen op dit punt? 

Handelingen 4:12; 1 Timótheüs 2:5. 

“Er zijn niet vele wegen, die naar de hemel leiden. Iedereen mag niet zijn 

eigen weg kiezen….Hij (Christus) was de weg, toen Adam leefde, toen Abel het 

bloed van het geslachte lam, waardoor het bloed van de Verlosser werd 

voorgesteld, voor Gods aangezicht bracht. Christus was de weg, waardoor de 

patriarchen en profeten werden gered. Hij is de enige weg, die ons de toegang 

tot God biedt.” –De Wens der Eeuwen, blz. 582. 

B Welke verantwoording legde God op hen, die de weg van verlossing 

kennen? Handelingen 17:16; 18:26; 1 Korinthe 2:2. 

“God vertrouwt erop, dat zij, die de weg kennen, deze laten zien aan 

anderen. Hij heeft de schat van Zijn waarheid aan mensen toevertrouwd… 

Innerlijke genade zal uiterlijke daden te zien geven. Wij hebben die geest nodig, 

die aan anderen zal laten zien, dat wij onderwezen zijn in de school van Christus 

en dat wij het voorbeeld volgen, dat ons gegeven is. Wij hebben een hart nodig, 

dat niet gericht is op ijdelheid, een geest die niet met zichzelf is ingenomen. 

Iedereen moet een voortdurend verlangen hebben anderen te zegenen. God ziet 

onze nederige inzet en die is kostbaar in Zijn ogen.” –Getuigenissen voor de 

Gemeente 5, blz. 463. 



2 DE ENIGE GENEESHEER 

A Hoe drukte Christus Zijn liefde voor de mensheid uit? Johannes 

10:14-15. 

“De ziel, die zichzelf aan Christus heeft gegeven, is kostbaarder in Zijn 

ogen dan de gehele wereld. De Heiland zou door het lijden van Golgotha zijn 

gegaan om één mens te redden voor Zijn koninkrijk. Hij zal nooit één mens, 

voor wie Hij reeds is gestorven, verlaten. Tenzij Zijn volgelingen verkiezen 

Hem te verlaten, zal Hij hen vasthouden.” –De Wens der Eeuwen, blz. 419. 

B Welke openbare les wilde Christus de kinderen van Israël leren door 

de koperen slang, die opgericht werd in de woestijn? Johannes 3:14- 

15; 12:32. 

“In het oprichten van de koperen slang moest Israël een belangrijke les 

leren. Zij konden zichzelf niet redden van de gevolgen van het gif in hun 

wonden. Alleen God kon hen genezen. Toch moesten zij hun geloof tonen in de 

voorziening, die Hij getroffen had. Zij moesten zien om in leven te blijven. Hun 

geloof maakte, dat God hen kon aannemen en door het zien op de slang toonden 

zij hun geloof. Zij wisten, dat de slang in zichzelf geen kracht bezat, maar dat 

het een beeld was van Christus.” –Patriarchen en Profeten, blz. 390-391. 

C Hoe benadrukte Jeremia ons onvermogen om onszelf te verlossen? 

Jeremia 13:23. 

D Hoe herhaalde Christus dezelfde les, toen Hij op deze aarde was? 

Johannes 15:5 (l.d.). 

“Wij hebben Christus elk moment nodig. Wij moeten naar Zijn karakter 

kijken en het bestuderen. Wat zou Christus doen, als Hij in mijn plaats was? Dit 

moet onze meetlat zijn van onze plicht… 

Het geopenbaarde Woord is onze foto van Christus. De wereld kan alleen 

uit de ziel worden verdreven door de ziel te vullen met Christus.” –The Upward 

Look, blz. 258. 



3 DE ENIGE HEELMEESTER (vervolg) 

A Welke profetie, die wijst naar de beloofde Messias, hebben de leiders 

van het volk genegeerd? Jesaja 53:3-5; Matthéüs 9:11-13. Van wie 

zijn door de zonde zieke zielen volledig afhankelijk voor genezing? 

Psalm 103:2-3; 147:3. 

“Heden lijden duizenden mensen aan lichamelijke ziekten… De last der 

zonde, met zijn onrust en onbevredigde verlangens, is de grond voor hun 

ziekten. Zij kunnen geen verlichting vinden, vooraleer zij komen tot Hem, Die 

de ziel geneest. De vrede, die Hij alleen kan geven, kan kracht geven aan hun 

geest en gezondheid aan hun lichaam.” –De Wens der Eeuwen, blz. 223. 

“De Heer Jezus Christus zal onze gebreken en onze zwakheden genezen. 

Hij is de eigenaar van ons. Wij zijn van Hem door de schepping en door de 

verlossing. Wij moeten allemaal in Hem verenigd worden. Hij is de enige bron 

van genezing. Alle herstellende kracht komt van Hem. Hij heeft een fontein 

geopend 'voor de inwoners van Jeruzalem voor zonde en onreinheid‟. Hij geeft 

een ieder een uitnodiging om te komen en om genezen te worden en om van het 

water des levens te drinken. Laten wij niet op onszelf vertrouwen maar op 

Jezus.” –The Upward Look, blz. 141. 

B Welke boodschap, gepredikt door Jesaja voor de Assyrische 

ballingschap, had een tweede toepassing in de tijd van Christus? 

Jesaja 6:9-11; Matthéüs 13:13-15. Hoe is deze ook van toepassing op 

onze tijd? 

“De Farizeeën beweerden, dat zij geestelijk gezond waren en daarom geen 

geneesheer nodig hadden, terwijl zij de tollenaars en heidenen beschouwden als 

mensen, die omkwamen door ziekten van de ziel. Was het dan niet Zijn werk, 

als geneesheer te gaan tot juist die groep mensen, die Zijn hulp nodig hadden? 

Maar hoewel de Farizeeën zulk een hoge dunk van zichzelf hadden, was 

hun toestand in werkelijkheid erger dan de toestand van de mensen, die zij 

verachten.” –De Wens der Eeuwen, blz. 227. 

“Dezelfde geest, die bestond in de tijd van Christus, bestaat nu nog. Hij 

wordt gedwongen de zegeningen, die de Verlosser wil schenken, terug te 

houden vanwege de verachting van de mensen, die in hun leven blijk geven, dat 

zij alle waarschuwingen, alle smeekbeden, alle inspanningen voor hun 

verlossing verwerpen. Zij weten de dag niet van hun onderzoek. Zij versmaden 

het bewijs van Gods werken en de geschiedenis wordt herhaald.” –The Paulson 

Collection, blz. 11. 



4 DE ENIGE GROND VOOR VREDE 

A Waarom is Christus de enige ware vrede gever? Jesaja 9:6; Johannes 14:27. 

“(Zie Johannes 14:27). Deze vrede is niet de vrede, die door een minnelijke 

schikking met de wereld tot stand komt. Christus verwierf nimmer vrede door een 

compromis met het kwade. De vrede, die Christus Zijn discipelen na liet, was meer van 

innerlijke dan van uiterlijke aard en zou door strijd en moeite heen altijd bij Zijn getuigen 

blijven.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 60. 

B Voordat wij vrede met onszelf kunnen hebben, moeten wij vrede met 

God hebben. Hoe? Romeinen 5:1. 

“Christus is de „Vredevorst‟ (Jesaja 9:6) en het is Zijn zending op aarde en 

in de hemel de vrede te herstellen, die door de zonde verbroken is. „Wij dan, 

gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God, door onze Here Jezus 

Christus‟ (Romeinen 5:1). Een ieder, die erin toestemt de zonde af te keuren en 

zijn hart open te stellen voor de liefde van Christus, krijgt deel aan deze hemelse 

vrede. Er bestaat geen andere basis voor vrede dan deze. De genade van Christus 

doet, wanneer zij in het hart is aangenomen, de vijandigheid verdwijnen; door 

deze genade wordt de strijd onderdrukt en de ziel vervuld met liefde. Hij, die 

vrede heeft met God en zijn medemensen, kan niet ongelukkig gemaakt worden. 

In Zijn hart zal geen naijver zijn; boze vermoedens zullen daar geen plaats 

vinden; haat kan er niet bestaan.” –Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, 

blz. 30. 

C Op welke manier is het evangelie een boodschap van vrede en 

tegelijkertijd een zwaard? Lukas 2:13-14; Matthéüs 10:34. 

“Het evangelie is een vredesboodschap. Het christendom is een stelsel, dat 

indien het wordt aanvaard en nageleefd, vrede, harmonie en geluk over de hele 

aarde zal verspreiden. De godsdienst van Christus verenigt allen, die Zijn 

leerstellingen aannemen, met de nauwe banden van een broederschap. Christus 

wilde de mensen met God, en dus ook met elkaar, verzoenen. Maar de wereld 

staat onder de heerschappij van Satan, Christus‟ meest onverzoenlijke vijand. 

Het evangelie stelt de mensen levensprincipes voor, die helemaal in strijd zijn 

met hun gewoontes en verlangens en daarom verzetten zij zich ertegen. Zij haten 

de reinheid, die hun zonden aan het licht brengt en veroordeelt en zij vervolgen 

en vermoorden degenen, die hen trachten te overtuigen van Zijn rechtvaardige 

en heilige eisen. De verheven waarheden, die het christendom verkondigt, 

brengen haat en twist en daarom wordt het evangelie een zwaard genoemd.” -De 

Grote Strijd, blz. 43. 



5 GEEN ANDERE MOGELIJKHEID 

A Wat is de enige weg, waardoor zondaren zonen en dochters van God 

kunnen worden? Johannes 1:12-13; Romeinen 8:14. 

“(Zie 1 Petrus 1:18-19). Door eenvoudig in God te geloven heeft de 

Heilige Geest in uw hart nieuw leven gewekt. U bent een nieuwgeboren kind in 

Gods gezin en Hij houdt van u, zoals Hij van Zijn Zoon houdt.” –Schreden naar 

Christus, blz. 62. 

B Op welke voorwaarde alleen kunnen wij het koninkrijk van God 

binnengaan? Matthéüs 5:20. Wat verklaarde Jezus aan Nicodemus? 

Johannes 3:3, 5, 7; Galaten 6:15. Wat betekent het uit de Geest 

geboren zijn? 

“Ofschoon de wind zelf onzichtbaar is, kan men de uitwerking daarvan 

zien en voelen. Zo zal het werk van de Geest aan de ziel zich openbaren in 

iedere handeling van de mens, die Zijn behoudende kracht gevoeld heeft. 

Wanneer de Geest van God bezit neemt van het hart, wordt het leven daardoor 

veranderd. Zondige gedachten worden verdreven, boze werken worden verzaakt; 

liefde, nederigheid en vrede nemen de plaats in van boosheid, naijver en 

tweedracht. Vreugde neemt de plaats in van droefheid en het gelaat weerkaatst 

het licht van de hemel.” –De Wens der Eeuwen, blz. 135-136. 

C Hoe zei Jezus hetzelfde in andere woorden bij een andere 

gebeurtenis? Matthéüs 9:16. 

“Het christelijke leven is geen verandering of verbetering van het oude, 

maar een verandering van natuur. Het betekent de dood voor het eigen ik en 

voor de zonde en een volkomen nieuw leven. Deze verandering kan alleen tot 

stand gebracht worden door de krachtdadige werking van de Heilige Geest.” – 

De Wens der Eeuwen, blz. 135. 


1 Hoe is directe toegang tot God zonder menselijke middelaar 

mogelijk? 

2 Verklaar hoe Johannes 15:5 (l.d.) en Filippensen 4:13 samengaan. 

3 Verklaar Matthéüs 9:11-12. 

4 Hoe kan Matthéüs 10:34 overeenstemmen met Johannes 14:27? 

5 Hoe kunnen zondaren zonen en dochters van God worden? 


EERSTE 

SABBATGAVEN 

voor 

ZENDINGSSCHOLEN 


SABBAT, 6 augustus 2011 

Waar zijn de mannen en 

vrouwen, die „een banier op de 

hoge berg op zullen heffen‟ 

(Jesaja13:2)? God heeft een 

leger van getrainde mannen en vrouwen nodig om de laatste waarschuwing door 

de wereld te laten klinken. Bijbelarbeiders, predikanten en zendelingen zijn 

nodig om naar nieuwe velden te gaan. Zij moeten opgeleid zijn, voordat zij als 

ambassadeurs voor Christus uitgaan. 

De Geest der Profetie zegt, dat “wij honderd werknemers nodig hebben, 

waar wij er nu één hebben. Er moet een groot werk gedaan worden, voordat de 

satanische tegenstand de weg zal afsluiten en onze huidige mogelijkheden om te 

werken verloren zullen zijn.” -Counsels on Health, blz. 546. 

Om aan de groeiende vraag te voldoen zijn nieuwe zendingsscholen 

opgericht in verschillende plaatsen, zoals in Ambato in Ecuador, in Angola, in 

Afrika en in Vera Cruz in Mexico. Het is nodig hen financieel te ondersteunen 

om te kunnen werken. Oudere scholen hebben ook hulp nodig om het onderhoud 

van de gebouwen (zoals de zendingsschool in Haïti) en andere uitgaven te 

betalen. Om deze redenen doet de Generale Conferentie deze bijzondere oproep 

voor royale gaven voor de opleiding van zendelingen. 

“Houdt het vaandel hoog en laat degenen, die zichzelf verloochenen en 

opofferen en God en de mensheid liefhebben, zich bij het leger van werkers 

voegen. Laten zij komen zonder te verwachten, dat zij het gemakkelijk krijgen, 

maar laten zij dapper zijn en goede moed houden, als zij het zwaar te verduren 

krijgen.” –Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 332. 

Dank u voor uw deelname aan de opleiding van jongeren voor de dienst 

van de Heer. Als u geïnteresseerd bent in het deelnemen van een van onze 

zendingsscholen of, als u een jongere kent, die graag naar een zendingsschool 

wil gaan, schrijf ons dan. 

Paul Balbach, secretaris van de Generale Conferentie

Les 6 SABBAT, 6 augustus 2011 21.22 uur 

DEELHEBBERS VAN DE GODDELIJKE NATUUR 

“Want wij zijn Christus deelachtig geworden, zo wij tenminste het 

beginsel van deze vaste grond tot het einde toe vasthouden” (Hebreeën 

3:14). 

“In Zijn oneindige liefde heeft Hij (God) mensen het voorrecht toegekend 

om deelhebbers van de goddelijke natuur te worden.” -Counsels on Stewardship, 

blz. 23. 



1 DE HEERLIJKHEID VAN DE OUDE BEDELING 

A Wat moeten wij leren van de manier, waarop Mozes deelgenoot werd 

van de goddelijke natuur? Exodus 33:18-20; 34:4-8, 28, 35; 2 

Korinthe 3:18. 

“Velen van onze broeders en zusters onderscheiden de wonderlijke dingen 

niet, die te zien zijn in de wet van God. Zij hebben niet aanschouwd datgene, dat 

aan Mozes werd geopenbaard… 

Aan Mozes werd het karakter van God geopenbaard als Zijn heerlijkheid. 

Op gelijke wijze zien wij de heerlijkheid van Christus door Zijn karakter te 

aanschouwen.” -Manuscript Releases 9, blz. 296. 

“Het was het hemels licht, afkomstig van Golgotha, zowel als de 

heerlijkheid van Gods wet, waardoor op het gelaat van Mozes zulk een glans 

lag.” –Patriarchen en Profeten, blz. 292. 

B Waarom waren de mensen bang geworden door het gezicht van 

Mozes? Exodus 34:30. 

“Zij (het volk van Israël) konden het hemelse licht niet verdragen, wat hen 

met blijdschap vervuld zou hebben, als zij aan God gehoorzaam waren geweest. 

In schuld ligt vrees opgesloten. De ziel, die vrij is van zonde, zal zich niet 

verbergen voor het licht van de hemel.” –Patriarchen en Profeten, blz. 292. 


MAANDAG 1 augustus 

2 DE HEERLIJKHEID VAN DE NIEUWE BEDELING 

A Hoe moeten wij de ervaring van Mozes delen en deelhebbers van 

Christus worden? Hebreeën 3:14; Filippensen 2:5; 1 Korinthe 2:16 

(l.d.). 

“De heerlijkheid op het gelaat van Mozes illustreert de zegeningen, die 

het geboden houdend volk van God ontvangt door het middelaarwerk van 

Christus. Het laat zien, dat hoe nauwer onze gemeenschap is met God en hoe 

duidelijker ons begrip is van Zijn eisen, wij meer het goddelijke beeld 

gelijkvormig worden en wij meer deelhebbers van de goddelijke natuur zullen 

zijn.” –Patriarchen en Profeten, blz. 292. 

B Wat zal het gevolg zijn, als wij de heerlijkheid van God 

aanschouwen? 2 Korinthe 3:18; 4:6. 

“Duizenden hebben opgezien naar de Heer en zijn door aanschouwen 

veranderd naar hetzelfde beeld.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 77. 

“Het is de zonde, die onze geest verduistert en onze waarnemingen 

afzwakt. Als de zonde is verwijderd uit onze harten, zal het licht van de kennis 

van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus, Zijn Woord 

verlichtend en van het gezicht van de natuur weerkaatsend, steeds vollediger 

Hem verklaren „barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid 

en waarheid‟ (Exodus 34:6). 

In Zijn licht zullen wij licht zien, totdat geest, hart en ziel worden 

veranderd in het beeld van Zijn heiligheid… 

Als bij Zijn goedheid, Zijn genade en Zijn liefde lang stilgestaan wordt, 

zal de waarneming van de waarheid steeds helderder worden; hoger, heiliger, 

het verlangen naar zuiverheid van hart en helderheid van denken… De waarheid 

is zo groot, zo verreikend, zo diep, zo breed, dat het ik niet meer in beeld is. Het 

hart is verzacht en onderworpen in nederigheid, vriendelijkheid en liefde.” – 

Testimonies 8, blz. 322. 

C Hoe moet deze ervaring met een speciale kracht in de laatste dagen 

gezien worden? Openbaring 18:1. 

“De gezichten van Gods boodschappers zullen stralen van heilige 

toewijding. Zij zullen van de ene plaats naar de andere gaan om de boodschap 

(het grote werk van het evangelie) van de hemel te verkondigen.” –De Grote 

Strijd, blz. 565. 


DINSDAG 2 augustus 

3 DE WERKING VAN DE HEILIGE GEEST IN ONS 

A Geef praktische voorbeelden, waaruit blijkt, hoe wij de heerlijkheid 

van Christus moeten aanschouwen. Kolossensen 3:1-2; Filippensen 

4:8. Hoe werkt de Heilige Geest in ons, als onze gedachten bij de Heer 

blijven? 

“Het is de Heilige Geest, de Trooster, waarvan Jezus zei, dat Hij deze in 

de wereld zou zenden, die ons karakter verandert in het beeld van Christus, en 

als dit voltooid is, weerkaatsen wij, als een spiegel, de heerlijkheid van de Heer. 

Dat wil zeggen, het karakter van degene, die zo Christus aanschouwt, is zoals 

Hij, zodat als iemand naar hem kijkt, hij het karakter van Christus ziet schijnen 

als van een spiegel. Onzichtbaar voor onszelf worden wij iedere dag veranderd 

van onze eigen manieren en wil in de manieren en de wil van Christus, in de 

lieflijkheid van Zijn karakter. Zo groeien wij in Christus en weerkaatsen 

onbewust Zijn beeld.” -In Heavenly Places, blz. 337. 

B Wat doet de Heilige Geest in ons met onze instemming en 

medewerking? Romeinen 8:11-13; 2 Thessalonicensen 2:13. 

“De heiligmaking van de ziel door het werk van de Heilige Geest is het 

inplanten van Christus‟ natuur in het menselijke leven. De godsdienst van het 

evangelie is Christus in het leven, dit is een levend, werkzaam beginsel. Het 

betekent, dat de genade van Christus geopenbaard wordt in het karakter en tot 

uiting komt in goede werken. De beginselen van het evangelie kunnen niet 

gescheiden worden van onverschillig welk deel van het dagelijkse leven. Elke 

tak van christelijk leven en werk moet een weergave zijn van het leven van 

Christus.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 238. 

“Het verkrijgen van de zaligheid is een samenwerken, een gezamenlijke 

bezigheid. Er moet samenwerking bestaan tussen God en de berouwvolle 

zondaar. Dit is noodzakelijk voor het vormen van juiste beginselen in het 

karakter. De mens moet serieuze pogingen in het werk stellen om datgene te 

overwinnen, wat zijn streven naar volmaaktheid in de weg staat. Menselijk 

pogen uit eigen kracht is hiertoe niet voldoende. Zonder goddelijke hulp wordt 

niets bereikt. God werkt en de mens werkt. Het weerstaan van verzoeking moet 

van de mens uitgaan en deze moet zijn kracht aan God ontlenen.” –Van 

Jeruzalem tot Rome, blz. 354. 


WOENSDAG 3 augustus 

4 WAT IS WAARHEID? 

A Wat is de waarheid, waardoor wij geheiligd zijn? Johannes 14:6; 

17:17, 19; Psalm 119:142. 

“Christus, Zijn karakter en werk, is het centrum en de omtrek van alle 

waarheid. Hij is de keten, waarmee de juwelen van leerstellingen zijn 

verbonden. In Hem wordt het volledige systeem van waarheid gevonden. 

Degenen, die wandelen in gehoorzaamheid, zullen weten, wat waarheid 

is… Om de waarheid te kennen moeten wij bereid zijn te gehoorzamen. 

Degenen, die hun genegenheden geplaatst hebben op de wereld, zijn niet bereid 

hun plannen op te geven voor de plannen van Christus. Zij wandelen in 

duisternis en weten niet waar te gaan. 

Het kostbare licht van de waarheid schijnt op het pad van iedereen, die 

haar zoekt.” –Our High Calling, blz. 16. 

“God tracht de hand van geloof in ons te grijpen om die hand zo te leiden, 

dat zij zich aan de goddelijkheid van Christus zal vasthouden, opdat wij 

volmaaktheid van karakter mogen bereiken. 

En hoe dit bereikt wordt, heeft Christus ons getoond. Door welk 

hulpmiddel overwon Hij in de strijd met Satan? Door het Woord van God.” –De 


B Hoe komt Christus tot ons (met de wet van God of zonder)? Psalm 

40:8-9. En wat vraagt Hij van ons? Lukas 11:28; Matthéüs 22:36-40; 

Hebreeën 5:9. 

“De wet eist volmaakte gehoorzaamheid. „Want wie de gehele wet zal 

houden, en in één zal struikelen, die is schuldig geworden aan alle‟ (Jakobus 

2:10). Niet een van die tien geboden kan worden verbroken zonder ontrouw aan 

de God des hemels. De minste afwijking van de voorschriften, door 

verwaarlozing of opzettelijke overtreding, is zonde en elke zonde stelt de 

zondaar bloot aan de toorn van God. Gehoorzaamheid was de enige voorwaarde, 

waarop het oude Israël de vervulling van de beloften zou ontvangen, die hen het 

zeer bevoorrechte volk van God maakte; en gehoorzaamheid aan die wet zal 

dezelfde grote zegeningen nu brengen aan een ieder persoonlijk en aan volken, 

als dat deze gebracht zouden hebben aan de Hebreeën. 

Gehoorzaamheid aan de wet is van het grootste belang, niet alleen voor 

onze verlossing maar voor ons eigen geluk en het geluk van allen met wie wij 

verbonden zijn.” -Selected Messages 1, blz. 218. 


DONDERDAG 4 augustus 

5 OVERWINNING OVER DE WERELD, HET VLEES EN DE DUIVEL 

A Hoe trad Christus de verleider tegemoet met de wet van God in Zijn 

hart (Psalm 40:9, Johannes 15:10)? Johannes 14:30. 

“In Hem (Jezus) was niets, dat inging op de bedrieglijke wijsheid van 

Satan. Hij stemde niet in met de zonde. Zelfs niet in gedachten gaf Hij toe aan 

de verleiding. Zo kan het ook met ons zijn.” –De Wens der Eeuwen, blz. 94. 

B Hoe zijn wij gewapend om verleidingen te weerstaan, als wij verenigd 

zijn met Christus (Johannes 15:4; 1 Johannes 3:24) en met Gods wet 

in ons hart (Hebreeën 8:10)? Jakobus 4:7. 

“De mens moet werken met zijn menselijke kracht, geholpen door de 

goddelijke kracht van Christus, om weerstand te bieden en om tegen elke prijs 

voor hemzelf te overwinnen. Kortom de mens moet overwinnen, zoals Christus 

overwon. En dan door de overwinning, dat het zijn voorrecht is deze te 

verkrijgen door de almachtige naam van Jezus, kan hij een erfgenaam worden 

van God en mede-erfgenaam met Jezus Christus. Dit zou niet het geval zijn, als 

Christus alleen de overwinning behaalde. De mens moet zijn deel doen, hij moet 

overwinnen, wat hij kan, door de kracht en genade, die Christus hem geeft.” – 

Testimonies 4, blz. 32-33. 

C Wat toont onze verbondenheid met Christus? Galaten 5:22-25; Romeinen 

8:3-4. Welke belofte behoort ons dan toe? Romeinen 8:16-17. 

“Zij, die de wereld, het vlees en de duivel overwinnen, zullen de 

uitverkorenen zijn, die het zegel van de levende God ontvangen.” –Testimonies 

to Ministers, blz. 445. 

VRIJDAG TERUGBLIK 5 augustus 

1 Wanneer en hoe was de goddelijke tegenwoordigheid getoond door 

Mozes? 

2 Hoe zal de ervaring van Mozes worden herhaald tijdens de late 

regen? 

3 Wat toont, of wij wel of niet vervuld zijn met de Heilige Geest? 

4 Waar toont de Schrift, dat niemand echt Christus kan aannemen, 

terwijl hij Zijn wet verwerpt, of Zijn wet oprecht aanneemt, terwijl 

hij Hem afwijst? 

5 Welk bewijs overtuigt anderen, dat de Geest van Christus in ons 

leeft? 



CHRISTUS IS HEER VAN DE SABBAT 

“Zo is dan de Zoon des mensen een Heere ook van de sabbat” 

(Markus 2:28). 

“Omdat de Sabbat een gedenkteken is van het scheppingswerk, is het een 

teken van de liefde en het scheppingsvermogen van Christus.” –Het Geloof 

Waardoor Ik Leef, blz. 32. 


ZONDAG 7 augustus 

1 CHRISTUS NOEMDE HET „MIJN RUST‟ 

A Voor wie maakte Christus, die alle dingen gemaakt heeft (Johannes 

1:3), de Sabbat alleen voor de Joden of voor de mensheid in het 

algemeen? Genesis 2:1-3; Markus 2:27. 

“De sabbat was niet alleen voor Israël maar voor de wereld. Hij was 

bekendgemaakt aan de mens in Eden… Omdat de sabbat gemaakt is om de 

mens, is het de dag des Heren. Een dag, die Christus toebehoort. Want „alle 

dingen zijn door het Woord geworden, en zonder dit is geen ding geworden, dat 

geworden is‟ (Johannes 1:3). Aangezien Hij alle dingen gemaakt heeft, heeft Hij 

ook de sabbat gemaakt. Door Hem werd die dag afgezonderd als een 

gedachtenis aan het scheppingswerk. Die wijst op Hem als Schepper en als 

Heiligmaker.” –De Wens der Eeuwen, blz. 235, 240. 

B Wat noemde Christus de rust van de Sabbat? Hebreeën 4:3-5. Wat 

biedt Jezus ons behalve 24 uur niet werken? Matthéüs 11:28-30; 

Jesaja 11:10. 

“Daar wij door Christus de rust binnengaan, begint de hemel hier reeds. 

Wij geven gehoor aan Zijn uitnodiging: „Komt, leert van Mij‟, en door zo te 

komen, maken wij een begin met het eeuwige leven. De hemel is een 

voortdurend tot God naderen door Christus. Hoe langer wij in de hemel der 

zaligheid zijn, des te meer en meer van de heerlijkheid daarvan zal ons 

geopenbaard worden; en hoe meer wij van God weten, des te volkomener zal 

ons geluk zijn. Wanneer wij met Jezus wandelen in dit leven, zullen wij vervuld 

worden van Zijn liefde, bevredigd door Zijn aanwezigheid.” –De Wens der 




2 WAT IS DE RUST VAN CHRISTUS 

A Wat is het juk van Christus (Matthéüs 11:29), dat ons echte rust 

geeft? Jeremia 6:16; Jesaja 48:16-18. 

“Indien u de Here wilt zoeken en u dagelijks wilt bekeren; indien u naar 

uw eigen geestelijke keuze vrij en verheugd in God wilt zijn; indien u met blijde 

instemming van uw hart op Zijn liefdevolle oproep, het juk van Christus wilt 

dragen, het juk van gehoorzaamheid en dienen, dan zal uw ontevredenheid tot 

zwijgen gebracht worden, al uw moeilijkheden zullen verwijderd worden, alle 

verwarrende problemen, die u nu omringen, zullen dan opgelost worden.” – 

Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, blz. 90. 

“Hij, die wandelt in de weg van Gods geboden, wandelt in 

tegenwoordigheid van Christus en in Zijn liefde is het hart gerust.” –De Wens 

der Eeuwen, blz. 281. 

B De doop is een innerlijke ervaring van de wedergeboorte door een 

uiterlijk teken van onderdompelen in water (1 Petrus 3:21). De rust 

van de Sabbat des Heren is ook een innerlijke ervaring van heiliging 

bevestigd door een uiterlijk teken van het waarnemen van de zevende 

dag Sabbat (Ezechiël 20:12). In beide gevallen gaan de twee dingen 

samen. Wat betekent het uiterlijke teken zonder de innerlijke 

ervaring? Exodus 31:13; 1 Petrus 1:15-16. 

“Dan is de sabbat een teken van Christus‟ macht om ons heilig te maken. 

En hij is gegeven aan allen, die door Christus geheiligd worden. Als een teken 

van Zijn heiligmakende kracht is de sabbat gegeven aan allen, die door Christus 

deel worden van het Israëls Gods.” –De Wens der Eeuwen, blz. 240-241. 

C Hoe heiligt de Heer ons (met onze instemming en samenwerking), 

zodat wij kunnen deelhebben aan Zijn juk en Zijn rust? Johannes 

8:32. 

“Zij, die van Jezus Zijn zachtmoedigheid en nederigheid leren, zullen rust 

vinden in de ervaring van het in praktijk brengen van Zijn lessen (van getrouw, 

ernstig en liefdevol dienen).” –Bijbelkommentaar, blz. 590. 

“Zij, die Christus aan Zijn woord houden en hun ziel aan Zijn hoede 

overgeven, hun leven aan Zijn voorschriften, zullen vrede en rust vinden. Niets 

in de wereld kan hen bedroeven, wanneer Jezus hen verheugd maakt door Zijn 

aanwezigheid. In volkomen berusting ligt volkomen rust.” –De Wens der 




3 RUST: EEN DAGELIJKSE UITNODIGING 

A Hoe benadrukt Paulus heiliging in verband met Christus‟ 

Sabbatrust? Hebreeën 4:3-12. „Er blijft dan een rust (Grieks 

sabbatismos) over voor het volk van God‟ (Hebreeën 4:9). Wat 

kenmerkt deze ervaring? Jesaja 26:3. 

“ Het leven van de Heiland op aarde was, hoewel het omringd werd door 

strijd, een leven van vrede. Terwijl vertoornde vijanden Hem voortdurend 

achtervolgden, zei Hij: „En die Mij gezonden heeft, is met Mij. Hij heeft Mij 

niet alleen gelaten, want Ik doe altijd, wat Hem behaagt‟ (Johannes 8:29). Geen 

storm van menselijke of duivelse toorn kon de kalmte verstoren van een 

volmaakte eenheid met God. En Hij zegt tot ons: „Vrede geef Ik u, Mijn vrede 

laat Ik u‟ (Johannes 14:27)… 

Het is de eigenliefde, waardoor onze vrede verstoord wordt. Wanneer het 

eigen ik levend is, staan wij voortdurend klaar om het te beschermen tegen 

vernederingen en beledigingen; maar wanneer wij dood zijn en ons leven met 

Christus in God verborgen is, zullen wij doof zijn voor scheldwoorden en blind 

voor hoon en smaad.” –Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, blz. 2.1 

“Ons leven lijkt misschien verward; maar wanneer wij onszelf 

toevertrouwen aan de wijze Meester, zal Hij vorm geven aan leven en karakter 

tot Zijn heerlijkheid. En dat karakter, dat het heerlijk karakter van Christus 

uitdrukt, zal aangenomen worden in het paradijs Gods. Een vernieuwd geslacht 

zal met Hem wandelen, in het wit gekleed, want zij zijn het waardig.” –De Wens 

der Eeuwen, blz.281. 

B Waarom verspeelde de opstandige generatie Joden, die God 

uitdaagden in de woestijn, Gods rust? Psalm 95:7-11. Hoe 

waarschuwt Paulus ons hun voorbeeld niet te herhalen? Hebreeën 

3:7-13. 

C Hoe verklaarde Paulus de betekenis van de „zekere dag‟, namelijk 

„heden‟, waarop de Heer in Zijn genade ons een andere mogelijkheid 

geeft om ons tot Hem te keren en te genieten van Zijn rust? Hebreeën 

4:7-8. 



4 EEN IDENTITEITSBEWIJS 

A Welk teken moet de identiteit vaststellen van Gods volk als 

aanbidders van de ware God, de Schepper van hemel en aarde? 

Exodus 31:13-17; Ezechiël 20:19-20. 

“Geen andere instelling, die aan de Joden gegeven was, was er zozeer op 

gericht hen te onderscheiden van de omringende volken als juist de sabbat. Het 

was Gods bedoeling, dat het vieren ervan hen zou aanwijzen als Zijn aanbidders. 

Het zou een teken zijn van het feit, dat zij zich ver hielden van afgoderij en dat 

zij verbonden waren met de ware God. Maar om de sabbat heilig te houden 

moeten de mensen zelf heilig zijn. Door het geloof moeten zij deel krijgen aan 

de gerechtigheid van Christus. Toen het gebod: „Gedenk de sabbatdag, dat gij 

die heiligt‟ aan Israël gegeven werd, zei de Here ook tot hen: „Gij zult Mij 

heilige mensen zijn‟ (Exodus 20:8; 22:31). Alleen op deze wijze kon de sabbat 

Israël onderscheiden als aanbidders van God.” –De Wens der Eeuwen, blz. 235- 

236. 

“De Sabbat is het teken tussen God en Zijn volk en wij moeten onze 

gelijkvormigheid aan de wet van God zichtbaar maken door het vieren van de 

Sabbat. Die moet een onderscheidingsteken zijn tussen Gods uitverkoren volk 

en de wereld.” –Bijbelkommentaar, blz. 626. 

B Welk bewijs hebben wij, dat dit teken of zegel in Gods wet te vinden 

is? Jesaja 8:16 (vergelijk Deuteronomium 6:6-8; 28:45-46). Hoe 

brengt dit vers een oproep om te handelen met zich mee voor 

iedereen, aan wie de tegenwoordige waarheid is toevertrouwd? 

“Het woord des Heren tot Zijn volk zegt, dat wij de banier hoger steeds 

hoger moeten verheffen. Zo wij Zijn stem gehoorzamen, zal Hij met ons werken 

en onze pogingen zullen dan met succes worden bekroond. In ons werk zullen 

wij van boven rijke zegeningen ontvangen en zullen naast de troon van God 

schatten vergaderen. Zouden wij weten, wat ons te wachten staat, dan zouden 

wij in het werk des Heren niet zo traag zijn. Wij leven in de tijd der zifting, in de 

tijd dat alles, wat geschud kan worden, geschud zal worden. De Here zal hen, 

die de waarheid kennen, niet verontschuldigen, zo zij niet in woord en daad Zijn 

geboden gehoorzamen. Zo wij ons niet inspannen om zielen voor Christus te 

winnen, zullen wij verantwoordelijk gesteld worden voor het werk, dat wij 

gedaan hadden kunnen hebben, maar dat niet deden vanwege onze geestelijke 

traagheid. Die deel uitmaken van het Koninkrijk des Heren, moeten ijverig 

werken om zielen te redden. Zij moeten hun deel doen om de getuigenis toe te 

binden en de wet onder de leerlingen te verzegelen.” –Uit de Schatkamer der 

Getuigenissen 2, blz. 576-577. 



5 HET HERSTEL VAN DE SABBAT VAN CHRISTUS VOORZEGD 

A Hoe weten wij, dat de profetie van Jesaja 56 wijst op het christelijke 

tijdperk? Wanneer was Christus‟ verlossing geopenbaard? 1 Petrus 

1:5, 10-12. Wanneer was Gods gerechtigheid geopenbaard? Romeinen 

3:21 (vergelijk Jesaja 56:1). 

B Welke belofte deed Christus aan alle heidenen, die zich tot Hem 

zouden keren en de Sabbat houden? Jesaja 56:3-8. 

“(Zie Jesaja 56:1-2, 6-7). Uit de tekst blijkt, dat deze woorden betrekking 

hebben op de periode van de christelijke bedeling: „Het woord van de Here 

Here, die de verdrevenen van Israël bijeen brengt, luidt: Ik zal daartoe nog 

meerderen bijeenbrengen, dan er reeds toegebracht zijn‟ (vers 8). De heidenen 

zouden door de verkondiging van het evangelie „bijeengebracht worden‟ en in 

de tekst wordt een zegen uitgesproken over hen, die later de sabbat zouden 

heiligen. Het vierde gebod blijft dus ook van kracht na de kruisiging, opstanding 

en hemelvaart van Christus tot de tijd, wanneer Gods boodschappers het 

evangelie aan alle volken zullen verkondigen.” –De Grote Strijd, blz. 419. 

C Wat zei Christus nog meer door Jesaja over Zijn Sabbat in het 

christelijke tijdperk? Jesaja 58:12-14 (vergelijk Jesaja 61:1-4). 

“(Zie Jesaja 58:12-14). Ook deze profetie heeft betrekking op onze tijd. 

De bres werd in Gods wet geslagen, toen de sabbat door de rooms katholieke 

kerk werd veranderd. Maar de tijd is aangebroken om deze goddelijke instelling 

te herstellen. De bres moet worden dichtgemaakt en de grondvesten van vorige 

geslachten moeten worden hersteld.” –De Grote Strijd, blz. 420. 


1 Hoe moeten wij de zegeningen van de rust, die Christus heeft 

ingesteld, aannemen? 

2 Beschrijf de innerlijke en uiterlijke aspecten van de rust van 

Christus? Waarom moeten beide aspecten samengaan? Verklaar 

waarom een formele beëindiging van werelds werk op de zevende dag 

niet genoeg is voor iemand om de rust van Christus in te gaan. 

3 Waarom konden de strikt Sabbat vierende Joden de rust van 

Christus niet binnengaan? 

4 Wat is het zegel van God en hoe is het een onderscheidingsteken van 

identiteit? 

5 Hoe weten wij, dat Jesaja 56:1-7 en 58:13 nu van toepassing zijn? 



OPRECHT SABBAT VIEREN HERSTELD 

“Zo is het dan op de sabbatdagen geoorloofd wel te doen” (Matthéüs 

12:12). 

“In de genezing van de verdorde hand veroordeelde Jezus de gewoonte 

van de Joden en liet het vierde gebod staan, zoals God deze had gegeven.” -To 

Be Like Jesus, blz. 145. 



1 BELANGRIJKE VERSCHILLEN 

A Wat zei Christus van de zedenwet, die Hij op twee stenen tafelen 

schreef? Exodus 24:12; Matthéüs 5:17-20, Lukas 16:17. 

B Hoe bevestigden de apostelen deze Tien Geboden als bindend in het 

tijdperk van het Nieuwe Testament? Romeinen 3:20, 31; Jakobus 

2:10-12. 

C Wanneer werd de ceremoniële wet, met inbegrip van de Joodse 

jaarlijkse sabbatten, afgeschaft? Galaten 3:1; 4:9-10; Kolossensen 

2:14, 16-17. 

“Er zijn twee verschillende wetten om te bekijken. Een is de wet van 

typen en schaduwen, die reikte tot de tijd van Christus en stopte, toen type en 

antitype elkaar ontmoetten in Zijn dood. De andere is de wet van Jehova en is 

net zo blijvend en onveranderlijk als Zijn eeuwige troon. Na de kruisiging was 

het een verloochening van Christus voor de Joden om door te gaan met 

brandoffers en offeranden, die typisch waren voor Zijn dood. Het zei aan de 

wereld, dat zij uitkeken naar een komende Verlosser en zij geen geloof in Hem 

hadden, die Zijn leven had gegeven voor de zonden van de wereld. Daarom was 

de ceremoniële wet niet langer meer van kracht door de dood van Christus.” – 

The Signs of the Times, 29 juli 1886. 

D Naar wat verwijst de zevende dag Sabbat van de morele wet, in plaats 

van een deel te zijn van de tijdelijke „schaduw der toekomende 

dingen‟ (Kolossensen 2:17)? Exodus 20:11. 



2 CHRISTUS LEERDE CORRECT SABBAT VIEREN 

A Wat is het bewijs, dat Jezus het juiste Sabbat vieren onderwees? 

Lukas 13:11-17. 

“Christus wilde Zijn discipelen en Zijn vijanden leren, dat het dienen van 

God het allereerst komt. Het doel van Gods werk in deze wereld is: de 

verlossing der mensen; daarom is datgene wat noodzakelijk gedaan moet 

worden op Sabbat om dit werk te volbrengen, in overeenstemming met het 

Sabbatgebod.” –De Wens der Eeuwen, blz. 237. 

B Toen Christus zei: „Mijn Vader werkt tot nu toe, en Ik werk ook‟, wat 

bedoelde Hij toen? Johannes 5:17. Waar kunnen wij de hand van 

God zien werken zonder onderbreking? Genesis 8:22; Matthéüs 5:45; 

6:28-30. Wat moeten wij leren van de aanwijzingen, die Hij gaf aan 

de Farizeeën? Lukas 6:7-9. 

“Moet God de zon verbieden haar werk op Sabbat te verrichten, haar 

levenwekkende stralen stopzetten, zodat ze de aarde niet kan verwarmen en de 

plantengroei niet voeden? Moet het stelsel van de werelden gedurende die 

heilige dag stilstaan?... 

God zou geen ogenblik Zijn hand kunnen terugtrekken of de mens zou 

wegkwijnen en sterven. En ook de mens heeft een werk te doen op deze dag. 

Men moet zorgen voor de noodzakelijke dingen van het leven, de zieken moeten 

verzorgd worden, in de noden van de behoeftigen moet voorzien worden. Hij zal 

niet onschuldig gehouden worden, die nalaat de lijdenden op Sabbat te helpen. 

Gods heilige rustdag is gemaakt voor de mens, en werken der barmhartigheid 

zijn volkomen in harmonie met de opzet daarvan. Het is niet Gods verlangen, 

dat Zijn schepselen een uur pijn zullen lijden, die verlicht zou kunnen worden op 

de Sabbat of op enig andere dag. 

Van God wordt zelfs op de Sabbat meer gevraagd dan op andere dagen. 

Zijn kinderen laten dan hun dagelijkse arbeid rusten en brengen hun tijd door 

met overdenking en aanbidding. Zij vragen Zijn bijzondere aandacht. Zij 

smeken om Zijn meest uitgelezen zegeningen. God wacht niet tot de Sabbat 

voorbij is, voordat Hij ons die zegeningen schenkt. Het werk van de hemel 

houdt nooit op en ook de mens moet nooit rusten van goed doen. De Sabbat is 

niet bedoeld als een tijd van nutteloze ledigheid.” –De Wens der Eeuwen, blz. 

165, 166. 



3 DE ONDERWIJZING VAN CHRISTUS BEVESTIGD 

A Hoe bevestigde Jezus Zijn onderwijzing over de Sabbat, toen Hij Zijn 

discipelen waarschuwde, die in heel Judea woonden? Wat moesten zij 

bedenken, als zij zouden moeten vluchten? Matthéüs 24:20. 

“(Zie Matthéüs 24:20)… Hij, Die de Sabbat had gemaakt, heeft die niet 

tenietgedaan door hem aan het kruis te nagelen. De Sabbat werd niet van nul en 

gener waarde bij Zijn dood. Veertig jaar na Zijn kruisiging zou hij nog steeds 

geheiligd worden. Veertig jaar lang moesten de discipelen bidden, dat hun 

vlucht niet op een Sabbat zou vallen.” –De Wens der Eeuwen, blz. 551. 

B Wat kunnen we leren van het voorbeeld van Christus in het vieren 

van de Sabbat? Matthéüs 12:8-12. Geef een aantal praktische 

voorbeelden. Jesaja 58:13-14. 

“De wet verbiedt tot het aardse behorende arbeid op de rustdag des Heren; 

de arbeid, waardoor wij in ons levensonderhoud voorzien, moet ophouden; geen 

arbeid voor werelds genoegen of voordeel is op die dag gewettigd; maar zoals 

God rustte van Zijn scheppingswerk en op de Sabbat rustte en die zegende, zo 

moet ook de mens zijn dagelijkse bezigheden achterwege laten en die gewijde 

uren besteden aan gezonde rust, aanbidding en heilige werken.” –De Wens der 


“Om de Sabbat te heiligen is het niet nodig, dat wij ons opsluiten binnen 

vier muren, ons verre houden van de prachtige natuur en van de vrije, 

versterkende lucht des hemels. In geen geval moeten wij ons inlaten met werk of 

zakelijke transacties om onze geest af te wenden van de Sabbat des Heren, die 

Hij geheiligd heeft. Wij mogen zelfs niet toelaten, dat wij ons in gedachten 

bezighouden met dingen van een werelds karakter… 

De Sabbat was gemaakt om de mens, om hem ten zegen te zijn door zijn 

geest af te leiden van de wereldse bezigheden en zich te verdiepen in de 

goedheid en heerlijkheid van God. Het is nodig, dat Gods volk vergadert om 

over Hem te spreken, om van gedachten en ideeën te wisselen aangaande de 

waarheden, vervat in Zijn Woord en een gedeelte van de tijd te wijden aan 

gepast gebed. Maar die diensten, zelfs op Sabbat, moeten niet saai gemaakt 

worden door hun lange duur en gebrek aan belangstelling. 

Gedurende een gedeelte van de dag moeten allen een gelegenheid hebben 

om naar buiten te gaan. Hoe kunnen kinderen een juistere kennis van God 

krijgen en een betere indruk ontvangen dan door een gedeelte van de tijd buiten 

door te brengen, niet om te spelen maar in gezelschap van hun ouders?” –Uit de 

Schatkamer der Getuigenissen 1, blz. 287-288. 



4 DE LEER VAN CHRISTUS EN DE EERSTE CHRISTENEN 

A Geef een bewijs, dat de Joden niet in staat waren om hun valse 

beschuldiging, dat Jezus een Sabbat overtreder was, te bewijzen. 

Matthéüs 26:59-65. 

B Nadat het nieuwe verbond werd bezegeld met het eigen bloed van 

Christus (Hebreeën 9:16-17), bleven de discipelen de wettige Sabbat 

houden. Lukas 23:56. Is er enig bewijs, dat na Zijn opstanding Hij 

Zijn eerdere leer over het wettig Sabbat vieren veranderde? Matthéüs 

28:20, Galaten 3:15. 

C Wat wil Christus ons aanbieden door de Sabbat? Johannes 14:27. 

“Voor allen, die de sabbat aannemen als een teken van Christus‟ 

scheppende en verlossende macht, zal hij een verlustiging zijn. Doordat zij 

Christus in de sabbat zien, verlustigen zij zich in Hem. De sabbat wijst hen op 

de scheppingswerken als een blijk van Zijn grote verlossingsmacht. Terwijl hij 

de verloren vrede van Eden voor de geest brengt, vertelt hij tevens over de 

vrede, die hersteld is door de Heiland.” –De Wens der Eeuwen, blz. 241. 

“Dan is de sabbat een teken van Christus‟ macht om ons heilig te maken. 

En hij is gegeven aan allen, die door Christus geheiligd worden. Als een teken 

van Zijn heiligmakende kracht is de sabbat gegeven aan allen, die door Christus 

deel worden van het Israël Gods.” –De Wens der Eeuwen, blz. 240-241. 

D Wat is gezegd van Ananias, een kerkleider? Handelingen 22:12. Als 

Paulus geen wettige Sabbat vierder was (Handelingen 16:13; 25:8), 

wat zou hem dan niet zijn toegestaan om te doen in een Joodse 

synagoge? Handelingen 18:4, 11. 

E Wat onderwezen de Joodse christenen, met name de bekeerde 

Farizeeën, de heiden christenen? Handelingen 15:1-5. Nadat de 

leidende apostelen samengekomen waren in Jeruzalem en de zaak 

overwogen hadden, wat schreven zij toen aan de niet Joodse 

bekeerlingen? Handelingen 15:20, 23-29. 



5 DE ENIGE DAG DES HEREN 

A Waar ontvingen de eerste gelovigen aanvullende instructie met 

betrekking tot hun verlossing? Handelingen 15:21; 22:19, Matthéüs 

23:1-3. 

B Kunt u een andere reden bedenken, waarom Christus Zijn 

volgelingen de opdracht gaf om door te gaan met het bijwonen van de 

diensten in de synagogen? Lukas 24:49; Johannes 16:1-3. 

C Op welke dag gingen zowel de apostelen als de eerste niet Joodse 

christenen naar de bijeenkomst? Handelingen 13:42-44; 14:1; 16:13; 

Openbaring 1:10. 

“De dag des Heren, waarover Johannes sprak, was de Sabbat, de dag 

waarop God rustte, toen Hij Zijn scheppingswerk voltooid had, en die Hij 

zegende en heiligde, omdat Hij op die dag gerust had.” –Christus 

Weerspiegelen, blz. 94. 

“Hoe kunnen wij het houden van de eerste dag van de week door de 

meerderheid van belijdende christenen verklaren, als de Bijbel geen gezag voor 

deze verandering naar voren brengt, noch in de geboden noch in het voorbeeld 

van Christus of Zijn volgelingen? Wij kunnen het verklaren door het feit, dat de 

wereld tradities van de mens in plaats van een 'Zo zegt de Heer' gevolgd heeft. 

Dit is het werk, dat Satan steeds weer probeert te bewerkstelligen, mensen 

afleiden van de geboden van God tot het vereren van en gehoorzamen aan de 

tradities van de wereld.” -To Be Like Jesus, blz. 161. 


1 Verklaar het onderscheid tussen de Sabbatten, die Christus „Mijn 

Sabbatten‟ noemde en de Joodse jaarlijkse sabbatten „uw sabbatten‟ 

genoemd. 

2 Hoe onderwees Christus het wettig Sabbat vieren? Geef voorbeelden. 

3 Hoe herstelde Christus het op de juiste wijze van Sabbat vieren? 

4 Welk bewijs toont aan, dat de eerste discipelen, de apostelen, de 

bekeerde Farizeeën en de christelijke leiders Sabbat vierders waren? 

5 Wat toont een zorgvuldige vergelijking tussen Matthéüs 23:1-3; 

Handelingen 15:21; 18:4, 11; 22:12, 19? 



AAN HET KRUIS EEN EINDE GEMAAKT AAN HET 

HANDSCHRIFT 

“Uitgewist hebbende het handschrift, dat tegen ons was, in 

inzettingen bestaande, hetwelk, zeg ik, enigerwijze ons tegen was, en heeft 

dat uit het midden weggenomen, het aan het kruis genageld hebbende” 

(Kolossensen 2:14). 

“Maar de drie leidende apostelen … brachten … de zaak voor de raad en 

wonnen bij allen de instemming met het besluit om de heidenen vrij te doen 

blijven van de verplichting van de ceremoniële wet.” –Bijbelkommentaar, blz. 

526. 

Aanvullende studie: Patriarchen en Profeten, blz. 327-333. 


1 DE SCHADUW ONTMOET DE HOOFDZAAK 

A Waarom was het „handschrift, in inzettingen bestaande‟ van Mozes 

alleen van kracht tot het kruis? Kolossensen 2:14, 17. 

“Het ceremoniële stelsel bestond uit symbolen, die heen wezen naar 

Christus, naar Zijn offer en priesterschap. Deze rituele wet moest met haar offers 

en instellingen door de Hebreeën beoefend worden, tot schaduw en 

werkelijkheid elkaar ontmoetten in de dood van Christus, het Lam Gods, dat de 

zonden der wereld weg neemt. Dan zou er een einde komen aan alle 

slachtoffers. Deze wet was door Jezus „weggedaan‟ door ze „aan het kruis te 

nagelen‟ (Kolossensen 2:14).” –Patriarchen en Profeten, blz. 329. 

B Wat wordt bedoeld met de inzettingen (Éfeze 2:15; Hebreeën 10:1, 8), 

die slechts „een schaduw van de toekomende goederen‟ zijn? 

Hebreeën 9:11-12; 10:12. 

“Het offer moest een aanschouwelijke les zijn van de liefde van God 

geopenbaard in Christus, in het lijdende, stervende slachtoffer, die op Zich nam 

de zonde van de schuldige mens, de onschuldige was zonde gemaakt voor ons.” 

-Selected Messages 1, blz. 233. 



2 BEVOORRECHT, TOCH HOOGMOEDIG 

A Waarom moest de wet van Mozes tot getuigenis staan tegen het volk 

van Israël? Deuteronomium 31:24-26. 

B Wat zouden de Joden doen na het in bezit nemen van het Beloofde 

Land volgens de vooruitziende blik van God? Deuteronomium 31:16, 

29. 

C Welke inzetting van de wet van Mozes in het bijzonder maakte 

vijandschap tussen Joden en heidenen? Numeri 3:38; 16:40; 18:4, 7. 

D Hoe maakten de schriftgeleerden en Farizeeën de zaak erger door 

hun tradities? Matthéüs 23:4. Wat waren de mensen verplicht te doen 

bij hun terugkeer van de markt om er zeker van te zijn, dat elke 

verontreiniging door het contact met de heidenen zou worden 

weggewassen? Markus 7:1-4. 

“Tot de inzettingen, waarop de meeste nadruk gelegd werd, behoorde de 

ceremoniële reiniging. Een verwaarlozen van de vormen, die in acht genomen 

moesten worden, voordat men ging eten, werd beschouwd als een afschuwelijke 

zonde, die zowel in deze wereld als in de volgende gestraft moest worden, en het 

werd gezien als een goede daad om de overtreder te doden. 

De regels betreffende de reiniging waren eindeloos in getal. Een leven 

was nauwelijks lang genoeg om ze alle te leren. Het leven van hen, die ernaar 

streefden de rabbinale voorschriften in acht te nemen, was één lange strijd tegen 

schending van de ceremoniën, een eindeloze kringloop van wassingen en 

reinigingen. Terwijl de mensen zich bezig hielden met onbelangrijke verschillen 

en inachtnemingen, welke God niet had vereist, werd hun aandacht afgeleid van 

de grote beginselen van Zijn wet.” –De Wens der Eeuwen, blz. 341-342. 

E Welk gevaar bestaat er ook vandaag onder allen, die de wonderen 

van God zijn toevertrouwd? Lukas 18:9-14. 

“Broeders en zusters, als u uw harten vernedert voor God, zult u zien, dat 

er gevaar van farizeïsme bestaat in elke gemeente, gevaar om te denken en te 

bidden als de zelfgerechtigde Farizeeër: (zie Lukas 18:11).” –Manuscript 

Releases 11, blz. 267. 



3 EEN SCHEIDSMUUR AFGEBROKEN 

A Wat verklaarden Johannes de Doper en Jezus over, dat het voorrecht 

uitgebreid zou worden tot de niet Joden? Matthéüs 3:9; 8:11-12; 

Johannes 1:29. 

“Door deze verzoening te doen voor de zonden der mensen, wist Christus, 

dat Zijn koninkrijk vervolmaakt zou worden en over de gehele wereld zou 

worden uitgebreid. Hij zou werken als de Hersteller en Zijn Geest zou 

overwinnen. Een ogenblik lang zag Hij in de toekomst en hoorde, hoe stemmen 

in alle delen van de wereld uitriepen: „Zie, het Lam Gods, Dat de zonden der 

wereld weg neemt‟ (Johannes 1:29). In deze vreemdelingen zag Hij de belofte 

van een grote oogst, wanneer de scheidsmuur tussen Joden en Grieken zou zijn 

afgebroken en alle natiën, tongen en volken de boodschap des heils zouden 

horen… Het binnenhalen van de heidenen zou volgen op Zijn naderende dood.” 

–De Wens der Eeuwen, blz. 543. 

B Welke uitleg gaf Petrus, toen hij toonde, hoe God zijn geest geopend 

had voor Zijn plan met de heidenen? Handelingen 11:4-12; 15:7-9. 

“Hij (Petrus) verhaalde zijn belevenissen met betrekking tot het visioen en 

beriep zich erop, dat hem daardoor werd gemaand niet langer het onderscheid 

tussen besnedenen en onbesnedenen in acht te nemen, noch op de heidenen neer 

te zien als op onreinen.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 107. 

“Velen menen, dat God een scheidsmuur geplaatst heeft tussen de 

Hebreeën en de wereld daarbuiten; dat Zijn zorg en liefde ten koste van een 

groot gedeelte van de mensheid waren gericht op Israël. Maar het was niet de 

bedoeling van God, dat Zijn volk een scheidsmuur zou oprichten tussen hen en 

hun medemensen. Gods oneindige liefde gold alle inwoners der aarde. Hoewel 

zij Hem verworpen hadden, zocht Hij voortdurend Zich aan hen te openbaren 

om hen te doen delen in Zijn liefde en ontferming. Zijn zegen werd geschonken 

aan het uitverkoren volk, opdat zij voor anderen een zegen zouden zijn.” – 

Patriarchen en Profeten, blz. 332. 

C Wat moeten wij altijd in gedachten houden als gelovigen, die het 

kostbare geloof in de waarheid van de drie engelboodschappen 

koesteren? Galaten 3:26-29. 



4 TWEE VERSCHILLENDE WETSYSTEMEN 

A Welke verklaring gaf Paulus met betrekking tot de oude wet, die 

Joden en heidenen scheidde, een wet die was afgeschaft? Éfeze 2:11- 

19. Hoe verklaarde hij, dat volgens het evangelie allen gelijk zijn in 

Gods ogen? Romeinen 3:22-23; 9:24-26, 30. 

“Paulus zette de grote waarheid van de menselijke broederschap uiteen en 

hij verklaarde, dat God „uit één enkele het menselijke geslacht gemaakt heeft om 

op de ganse oppervlakte der aarde te wonen‟ (Handelingen 17:26). In Gods ogen 

zijn allen gelijk. Ieder menselijk wezen is aan de Schepper de hoogste 

onderdanigheid verschuldigd.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 177. 

B Welk ander ceremonieel voorschrift, een voorschrift dat een teken 

was van gerechtigheid en van het behoren tot de Joodse natie, werd 

eveneens afgeschaft aan het kruis? Romeinen 4:9-11; Handelingen 

15:1, 5, 10-11. 

C Was één van de Tien Geboden van de morele wet, geschreven door 

Christus (Deuteronomium 4:13; 9:9-10), afgeschaft, of verminderd, of 

veranderd? Matthéüs 5:17-20; 22:36-40; Lukas 16:17. 

D Wat moeten wij leren van de manier, waarop Paulus de tegenstelling 

toonde tussen de Joden, die de wet verbraken, en de wet getrouwe 

bekeerde christenen uit de heidenen? Romeinen 2:23-27; 8:7; 1 

Korinthe 7:19. 

“De gezindheid van het vlees is vijandschap tegen God en zij verzet zich 

tegen Zijn wil… 

Als Gods volk Zijn handelen met hen zou erkennen en Zijn onderwijs zou 

aannemen, dan zouden zij een recht pad voor hun voeten vinden en een licht om 

hen door duisternis en moedeloosheid te leiden.” –Christus Weerspiegelen, blz. 

63. 



5 EEN STANDPUNT IS ALLES! 

A Verklaar „Petrus‟ trap‟ (2 Petrus 1:1-7), waardoor wij deelhebben 

aan de goddelijke natuur, in tegenstelling tot Satans valse 

zelfvertrouwen, twijfel, geleid worden door gevoelens, begeerte, trots, 

geschipper, oordelend en tot slot overdrevenheid. Welke vruchten 

tonen, dat een veroordelende houding vervangen is door broederlijke 

liefde en liefde jegens allen? Galaten 6:1-3, 10. 

“Doe niet als de Farizeeën, die verblind waren door geestelijke trots, 

eigengerechtigheid en zelfvoldaanheid en die hierdoor verlaten waren van God. 

Jarenlang heb ik aanwijzingen en waarschuwingen gekregen, dat dit het gevaar 

was voor ons volk.” -The Ellen G. White 1888 Materials, blz. 166. 

“Niets kan eenheid in de gemeente vervolmaken alleen de geest van 

christelijke verdraagzaamheid. Satan kan tweedracht zaaien; Christus alleen kan 

de afwijkende elementen harmoniseren. Laat dan iedere ziel in de school van 

Christus plaats nemen en van Christus leren, die van Zichzelf verklaart 

zachtmoedig en nederig van hart te zijn… 

De grote waarheden van het Woord van God zijn zo duidelijk 

aangegeven, dat niemand een fout hoeft te maken in het begrijpen ervan. Als u 

als individuele leden van de gemeente God lief hebt boven alles en uw naaste als 

uzelf, zal het niet nodig zijn zich in te spannen om een eenheid te worden, want 

er zal eenheid zijn in Christus als een natuurlijk gevolg. De oren zullen niet 

langer open staan voor rapporten, die uw naaste zullen kwetsen en niemand zal 

een verwijt uiten tegen zijn naaste.” -Manuscript Releases 11, blz. 266-267. 

“Welke moeder had ooit haar kind lief, zoals Jezus Zijn kinderen lief 

heeft? Hij kijkt op het bevlekte karakter met een smart dieper en scherper dan 

die van welke moeder ook. Hij ziet de toekomstige vergelding van een boze 

levensweg. Laat men dan alles doen, wat gedaan kan worden voor de 

verwaarloosde ziel.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 2, blz. 552. 


1 Waarom is het verkeerd om te proberen de morele en ceremoniële wetten te 

vermengen? 

2 Welke wet veroorzaakte vijandschap tussen Jood en heiden en hoe maakten 

de Joden het erger door het toevoegen van onaangename tradities? 

3 Hoe voorzegde Christus, dat allen gelijke toegang tot Hem zouden hebben? 

4 Waarom moest de muur tussen Jood en heiden worden afgebroken? 

5 Wat bevestigde Christus in tegenstelling tot wat aan het kruis was 

genageld? 


EERSTE SABBATGAVEN 

voor een kerk in Cahul, Moldavië 


SABBAT, 3 september 2011 

De stad Cahul ligt in het zuidelijke deel 

van de Republiek Moldavië en is een van de 

meest ontwikkelde regio's in dit land. De 

bevolking van Cahul bedraagt meer dan 20.000. 

In deze stad zijn er verschillende scholen en een 

universiteit, waar jonge mensen uit verschillende gebieden komen om te 

studeren. Er is een natuur kliniek, waar veel patiënten komen uit verschillende 

plaatsen om genezen te worden door natuurlijke methoden, en ons doel is om 

aan hen het evangelie te verkondigen door preken en ook door het verspreiden 

van literatuur. 

De reformatieboodschap kwam heel vroeg naar Cahul. Een gemeente 

werd georganiseerd, maar omdat er geen vrijheid van godsdienst was in het land, 

moesten onze gelovigen elkaar in particuliere woningen ontmoeten. Met het 

verstrijken van de tijd verminderde het ledenaantal. Omdat er nu 

godsdienstvrijheid is in Moldavië, wilden de broeders en zusters deze vrijheid 

benutten en een huis om bijeen te komen bouwen. De fondsen waren gering, 

maar het verlangen was echter groot. 

Toen er een beroep werd gedaan op de gelovigen om dit probleem op te 

lossen, besloten de leden: zij zouden het “organiseren” en bouwen. Een van de 

zusters besloot een deel van haar land te geven voor de bouw van de kerk. Door 

de genade van God en met de hulp van de broeders en zusters kochten zij 

bouwmateriaal en begonnen te bouwen. Dus in 2009 namen de lokale gelovigen 

en vrienden een hindernis van geloof en begonnen de muren te bouwen en ook 

het dak. 

En nu doen zij een beroep op onze broeders, zusters en vrienden, die de 

Sabbat Bijbel Lessen bestuderen, voor hulp. Wanneer dit beroep u zal bereiken, 

deelt u dan alstublieft uw middelen en zegeningen om de kerk in Cahul te 

voltooien. 

Wij danken u voor uw vrijgevigheid en voor het helpen om ons te steunen 

bij het werk met uw gebeden. Moge de Heer al uw inspanningen om Cahul te 

helpen zegenen! 

Uw broeders en zusters van de Unie van Moldavië

Les 10 SABBAT, 3 september 2011 20.24 uur 

HET HEILIGE EN HET ONHEILIGE 

“En om onderscheid te maken tussen het heilige en tussen het 

onheilige, en tussen het onreine en tussen het reine” (Leviticus 10:10). 

“God wilde de mensen onderwijzen, dat zij Hem met eerbied en ontzag 

moesten naderen en op Zijn eigen aangewezen manier. Hij kan geen 

gedeeltelijke gehoorzaamheid aannemen.” -Conflict and Courage, blz. 100. 



1 DUIDELIJK ONDERSCHEID 

A Wat eiste God van de priesters onder het oude verbond? Leviticus 

10:10-11. 

“God heeft een vloek uitgesproken over hen, die van Zijn geboden 

afdwalen en geen verschil maken tussen gewone en heilige dingen… Laat 

niemand zich misleiden met de gedachte, dat een deel van Gods geboden 

onnodig is, of dat Hij een vervanging aanvaardt voor datgene, wat Hij heeft 

geëist… God heeft in Zijn Woord geen enkel gebod gegeven, dat de mens de 

keus laat het wel of niet te gehoorzamen zonder de gevolgen ervan te dragen.” – 

Patriarchen en Profeten, blz. 324-325. 

B Wat gebeurde er met twee zonen van Aäron, die Gods eis negeerden? 

Leviticus 10:1-2. Wat had hen ertoe gebracht het onderscheid tussen 

het heilige en de onheilige over het hoofd te zien? Leviticus 10:9. 

“Nadab en Abihu zouden nooit deze fatale zonde hebben begaan, als zij 

niet eerst min of meer bedwelmd waren geweest door het royale gebruik van 

wijn… Hun geest was verward en hun moreel onderscheidingsvermogen 

afgestompt, zodat zij het onderscheid tussen het onheilige en het heilige niet 

zagen.” –Patriarchen en Profeten, blz. 325-326. 



2 GROTE BLINDHEID 

A Hoe groot was de verwarring tussen het heilige en het onheilige 

(tussen licht en duisternis, goed en kwaad) onder de Joodse leiders in 

de dagen van Jesaja, Jeremia en Ezechiël? Jesaja 5:20-24; Ezechiël 

22:26. 

B Verklaar de verwarring onder de Joodse leiders aangaande goed en 

kwaad in de dagen van Christus. Matthéüs 12:7; 23:1-5, 23-26. Hoe is 

een dergelijke houding nu algemeen? 

“De berisping van Christus aan de Farizeeën is van toepassing op 

degenen, die hun eerste liefde uit het hart verloren hebben. Een koude, wettische 

godsdienst kan nooit zielen tot Christus leiden, want het is een liefdeloze 

godsdienst zonder Christus. Wanneer vasten en bidden worden beoefend in een 

zichzelf rechtvaardigende geest, zijn zij een gruwel voor God.” -Selected 

Messages 1, blz. 388. 

C Welk gebod was door Mozes gegeven over de Tien Geboden? 

Deuteronomium 6:6-8. Wat moeten wij beseffen over de wijze, 

waarop de Farizeeën de geestelijke betekenis ervan misten door vers 

8 letterlijk toe te passen? 

“(Zie Deuteronomium 6:8)… Het gebod, dat aan Mozes was gegeven, 

werd zo verklaard, dat de Schriftuurlijke voorschriften door de mens op het 

lichaam moesten worden gedragen. Zij werden daarom geschreven op stroken 

perkament en op opvallende wijze om het hoofd en de polsen gebonden. Maar 

dit leidde er niet toe, dat de wet van God meer invloed kreeg op het hart. Deze 

stroken perkament werden alleen gedragen als een onderscheidingsteken, om de 

aandacht te trekken. Men meende de dragers een voorkomen van toewijding te 

geven, dat de eerbied van het volk zou afdwingen. Jezus bracht deze uiterlijke 

vertoning een slag toe.” –De Wens der Eeuwen, blz. 533. 

“De eredienst had geen waarde, indien die niet door een levend geloof met 

Christus werd verbonden. Zelfs de zedenwet bereikt haar doel niet, tenzij men 

deze wet verstaat in haar verband met de Heiland. Christus had steeds weer 

aangetoond, dat de wet van Zijn Vader een diepere inhoud had dan alleen maar 

dwingende bevelen. In de wet ligt hetzelfde beginsel opgesloten, dat in het 

evangelie wordt geopenbaard. De wet wijst op de plicht van de mens en toont 

hem zijn schuld. Op Christus moet hij zien om vergeving te verkrijgen en kracht 

om datgene te doen, wat de wet voorschrijft.” –De Wens der Eeuwen, blz. 529. 



3 ONDERSCHEID MAKEN TUSSEN GERECHTIGHEID EN 

ZONDE 

A Kwam Jezus met een nieuwe godsdienst of kwam Hij om de werken 

van Satan te vernietigen, die verwarring veroorzaakte tussen goed en 

kwaad? Rechtvaardigde Christus en versterkte Hij of verbrak en 

schafte Hij af onze morele verplichtingen ten opzichte van God en 

anderen, zoals uitgelegd in de wet en de profeten en omschreven in de 

Tien Geboden? Matthéüs 5:17-19; 22:38-40. 

“(Zie Markus 12:30-31). Deze beide geboden zijn een uitdrukking van het 

beginsel der liefde. Men kan niet het eerste houden en het tweede breken, noch 

kan men het tweede houden, terwijl het eerste wordt verbroken.” –De Wens der 


B Hoe beschrijft de Bijbel duidelijk, wat zonde is, omdat „de ganse wet 

en de profeten‟ gebaseerd zijn op de geboden van liefde tot God en de 

mensheid? Romeinen 3:20; 4:15; 7:7; 1 Johannes 3:4. Beschrijf de 

tegenstelling tussen één, die Gods wet weerstaat en één, die zich eraan 

onderwerpt. 

“Velen verkondigen, dat de wet van God is tenietgedaan, en inderdaad 

hun leven is in overeenstemming met hun geloof. Indien er geen wet is, dan is er 

ook geen overtreding en derhalve ook geen zonde; want zonde is overtreding 

van de wet. 

De vleselijke geest is Gode vijandig en hij rebelleert tegen Zijn wil. Laat 

hij het juk der gehoorzaamheid afwerpen en onbewust vervalt hij in de 

wetteloosheid der misdaad. De ongerechtigheid is overvloedig onder hen, die de 

mond vol hebben over de ware en volmaakte godsdienstvrijheid. Van hun 

gedrag heeft de Here een afschuw en zij zijn medearbeiders van de vijand der 

zielen. Het licht der geopenbaarde waarheid is verborgen voor hun ogen en de 

schoonheid der heiligheid is voor hen slechts een schaduw… 

Mij is getoond, wat de mens is zonder een kennis van de wil van God. 

Zijn leven is een leven vol misdaad en ongerechtigheid. Maar wanneer de Geest 

van God hem de volle betekenis van de wet laat zien, welk een verandering 

vindt dan plaats in zijn hart! Evenals Belsazar leest hij met zijn volle verstand 

het handschrift van de Almachtige en zijn ziel wordt overtuigd. De donder van 

Gods Woord wekt hem uit zijn matheid en in de naam van Jezus roept hij om 

genade. En naar dat nederige smeken luistert God altijd met een gewillig oor. 

Nooit zendt Hij één berouwvolle zonder troost weg.” –Uit de Schatkamer der 

Getuigenissen 1, blz. 455-456. 



4 DE FARIZEÏSCHE GODSDIENST OVERWINNEN 

A Hoe berispte Jezus de Joodse leiders voor het ongehoorzaam zijn aan 

Gods wet, zoals verklaard in het Oude Testament? Matthéüs 15:3, 13; 

23:23; Johannes 7:19. 

“De Sadduceeën hadden zich gevleid met de gedachte, dat zij van alle 

mensen zich het striktst aan de Schriften hielden. Maar Jezus liet hun zien, dat 

zij de ware betekenis daarvan niet hadden gekend. Die kennis moest 

doordringen tot het hart door de verlichting van de Heilige Geest. Hun 

onwetendheid aangaande de Schriften en de kracht Gods, zo verklaarde Hij, was 

de oorzaak van hun geloofsverwarring en geestelijke duisternis.” –De Wens der 


B Hoe beschouwde Paulus voor zijn bekering zichzelf en zijn 

zelfgerechtigheid op basis van de wet? Filippensen 3:4-6. Wanneer 

besefte hij, dat hij feitelijk een overtreder van de wet was? Romeinen 

7:7-9; 8:7; Filippensen 3:7-9. 

C Hoe zag Paulus na zijn bekering de wet? Romeinen 7:10-16. Gaf hij 

de schuld aan de wet, of zocht hij de schuld bij zichzelf voor zijn niet 

ondergeschikt zijn aan zijn geboden? Romeinen 7:22, 25; 8:1-4. 

D Nadat de zondaar bevrijd is van het oordeel van de wet, is hij of zij 

dan vrij om terug te keren tot zijn of haar oude leven van zonde, 

omdat hij of zij nu onder de genade staat? Romeinen 6:1-2, 15; 

Johannes 8:11. 

“Door de wedergeboorte komt het hart in harmonie met God en richt zich 

naar Gods wet. Wanneer deze ingrijpende verandering zich heeft voorgedaan in 

het leven van de zondaar, is hij overgegaan van de dood tot het leven, van zonde 

tot heiligheid, van overtreding en opstandigheid tot gehoorzaamheid en trouw. 

Er is een eind gekomen aan het oude leven van vervreemding van God. Het 

nieuwe leven van verzoening, geloof en liefde is begonnen.” –De Grote Strijd, 

blz. 434. 


DONDERDAG 1 september 

5 BEKERING 

A Paulus onderwees, dat de wet de zondaar oordeelt. Dus kan een 

overtreder onder (het oordeel van) de wet geen vergeving 

((rechtvaardiging) ervan verwachten. Galaten 2:16. Zal een gelovige, 

gerechtvaardigd door geloof, doorgaan met zondigen? Galaten 2:17- 

18. 

“In de tegenwoordige tijd beweegt hij (de aartsvijand) vele belijdende 

christenen ertoe, onder het voorwendsel Christus te eren, de zedenwet te 

minachten, en te beweren dat de voorschriften ongestraft kunnen worden 

overtreden. Het is de plicht van iedere dienaar van God krachtig en vastberaden 

deze afvalligen van het geloof te weerstaan en hun dwalingen door het Woord 

der waarheid onbevreesd aan de kaak te stellen.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 

283-284. 

B Hoe zag Paulus nog steeds de wet en de profeten na zijn groei in 

Christus (Galaten 1:11-12)? Handelingen 24:14; 28:17. 

“Velen nemen het als vanzelfsprekend aan, dat zij christenen zijn, 

eenvoudig omdat zij bepaalde godsdienstige leerstellingen onderschrijven. Maar 

zij hebben de waarheid niet in praktijk gebracht in hun leven. Zij hebben die niet 

geloofd en liefgehad, en daarom hebben zij niet de kracht ontvangen en de 

genade, die tot ons komen door heiliging van de waarheid. Velen belijden 

misschien geloof in de waarheid, maar indien zij daardoor niet oprecht worden, 

vriendelijk, geduldig, verdraagzaam, hemelsgezind, is dit een vloek voor de 

wereld. 

De gerechtigheid, die Christus leerde, is overeenstemming van hart en 

leven met de geopenbaarde wil van God.” –De Wens der Eeuwen, blz. 260. 

VRIJDAG TERUGBLIK 2 september 

1 Hoe worden wij gewaarschuwd voor het denken, dat God 

gedeeltelijke gehoorzaamheid aanneemt? 

2 Verklaar de blindheid van de Joodse leiders in de tijd van Christus. 

3 Stemt Matthéüs 22:36-40 overeen met de Tien Geboden? 

4 Waarom was de beoordeling van Paulus van Gods wet veranderd? 

5 Wat ontbreekt allen, die van mening zijn, dat alleen geloof in 

godsdienst (vroomheid) genoeg is? 


Les 11 SABBAT, 10 september 2011 20.07 uur 

DE TWEE VERBONDEN 

“Als Hij (God) zegt: Een nieuw verbond, zo heeft Hij het eerste oud 

gemaakt” (Hebreeën 8:13). 

“Hoewel er verschillende graden van ontwikkeling en verschillende 

openbaringen van Zijn macht zijn om aan de behoeften der mensen in de 

verschillende tijdperken tegemoet te komen, is Gods werk toch in alle tijden 

hetzelfde.” –Karaktervorming, blz. 50. 


ZONDAG 4 september 

1 HET OUDE VERBOND 

A Wie was de Heer, die een verbond maakte met Israël? Maleáchi 3:1; 

Johannes 1:1-3, 14; Handelingen 7:37-38. Hoe wordt de wet, die 

Christus op de twee stenen tafelen schreef, genoemd? 2 Korinthe 3:3; 

Galaten 6:2. 

“De Vader heeft de wereld gelegd in de handen van Christus, opdat Deze 

door Zijn middelaarwerk de mens kan verlossen en het gezag en de heiligheid 

van Gods wet kan rechtvaardigen. Alle gemeenschap tussen de hemel en het 

gevallen mensdom vond plaats door Christus.” –Patriarchen en Profeten, blz. 

330. 

B Hoe was het oude verbond bekrachtigd en op welke wet was deze 

gebaseerd? Exodus 24:3, 7-8; Hebreeën 9:18-20. 

C Wat werd bedoeld met ‟al deze woorden, die de Heere gesproken 

heeft‟ (Exodus 24:3) of „al de geboden‟ „ naar de wet‟ (Hebreeën 9:19) 

aangaande Gods verbond met Zijn volk? Exodus 34:28; 

Deuteronomium 4:13; 9:10. 

D Voegde God nog iets toe aan, wat Hij op de twee stenen tafelen 

geschreven had na het verkondigen van alle geboden van de wet als 

basis van het verbond (Deuteronomium 5:2)? Deuteronomium 5:22. 

Is het ons toegestaan iets toe te voegen of er vanaf te nemen? 

Deuteronomium 4:2. 


MAANDAG 5 september 

2 EEN DUIDELIJKE OVEREENKOMST 

A Heeft het nieuwe verbond ook een heiligdom? Zo ja, waar? Wie was 

de bouwer hiervan? Wie doet dienst als de Hogepriester? Hebreeën 

8:1-2. 

B Wat had het oude verbond ook? Hebreeën 9:1. 

“(Zie Hebreeën 9:1-5). Het heiligdom, waarover Paulus schrijft, is de 

tabernakel, die op Gods bevel door Mozes werd gebouwd als de woonplaats van 

de Allerhoogste op aarde.” –De Grote Strijd, blz. 386. 

C Op welke overeenkomst doelt de Schrift bij het vergelijken van de 

twee verbonden? Bevestigt dit ook een overeenkomst in de dienst van 

de twee heiligdommen? Hebreeën 8:5. Is de Middelaar van beide 

verbonden dezelfde Verlosser? 

“(Zie Hebreeën 8:1-2). Deze verzen tonen aan, dat er een heiligdom van 

het nieuwe verbond is. Het heiligdom van het eerste verbond was door de mens 

opgericht. Het was door Mozes gebouwd. Dat van het nieuwe verbond heeft 

God opgericht „en niet een mens‟. In het eerste heiligdom vervulden menselijke 

priesters de dienst, in het hemelse heiligdom verricht Christus, onze 

Hogepriester, de dienst ter rechterzijde van God. Het ene heiligdom was op 

aarde, het andere is in de hemel.” –De Grote Strijd, blz. 387. 

“De Heiland, die afgebeeld werd in typen en ceremoniën van de Joodse 

wet, is dezelfde, die in de evangeliën wordt geopenbaard. De wolken, die zijn 

goddelijke vorm hebben omgeven, zijn weg geweken; de nevel en de schaduwen 

zijn verdwenen; en Jezus, de Verlosser der wereld, wordt geopenbaard. Hij, die 

de wet verkondigde vanaf de Sinaï en aan Mozes de voorschriften gaf van de 

ceremoniële wet, sprak ook de Bergrede. De grote beginselen van liefde tot God, 

die Hij toonde als de grondslag van de wet en de profeten, vormen slechts een 

herhaling van datgene, wat Hij door Mozes tot het Hebreeuwse volk had 

gesproken… In beide bedelingen is het dezelfde Leraar. Gods eisen zijn 

dezelfde. De beginselen van Zijn bestuur zijn onveranderd. Want bij Hem is 

„geen verandering of zweem van ommekeer‟ (Jakobus 1:17).” –Patriarchen en 

Profeten, blz. 336-337. 


DINSDAG 6 september 

3 DE WET EN DE TWEE VERBONDEN 

A Van waar kreeg Mozes het afschrift van Gods wet onder het oude 

verbond? Exodus 31:18. Waar zien wij Gods wet in het nieuwe 

verbond? Hebtreeën 8:2, 5; 9:3-4; Openbaring 11:19. 

B Waar schreef God Zijn wet? Deuteronomium 33:2; Exodus 24:12. 

Wat dachten de zelfvoldane Hebreeën, dat zij konden doen? Exodus 

24:7 (l.d.); Jozua 24:24. Hoe toonden zij hun onvermogen door niet te 

vertrouwen op de krachtige genade van Christus? Romeinen 9:31-32; 

Psalm 78:5, 10. 

“Hoewel de wet heilig is, konden de Joden geen gerechtigheid verkrijgen 

door hun eigen pogingen om de wet te houden.” –Gedachten van de Berg der 

Zaligsprekingen, blz. 52-53. 

C Waar schrijft Christus door de Heilige Geest onder het nieuwe 

verbond Gods wet? Jeremia 31:31-33 (Hebreeën 8:10). Hoe alleen 

kunnen wij met succes gehoorzamen? Ezechiël 36:26-27; Filippensen 

4:13. 

“De wet, die op de stenen tafelen was gegrift, wordt door de Heilige Geest 

op de tafelen van het hart geschreven. In plaats van te trachten onze eigen 

gerechtigheid te bewerken aanvaarden wij de gerechtigheid van Christus. Zijn 

bloed is een verzoening voor onze zonden. Zijn gehoorzaamheid wordt ons 

toegerekend. Dan zal het hart, dat door de Heilige Geest vernieuwd is, de 

vruchten van de Geest voortbrengen. Door de genade van Christus zullen wij 

leven in gehoorzaamheid aan Gods wet, die in ons hart geschreven staat. Bezield 

met de geest van Christus zullen wij wandelen, zoals Hij gewandeld heeft.” – 


“Menselijk pogen zal tot niets in staat zijn zonder goddelijke kracht; en 

zonder menselijke inspanning bereikt goddelijke kracht niets. Om Gods genade 

tot de onze te maken moeten wij ons deel doen. Zijn genade wordt gegeven om 

in ons het willen en het doen te volbrengen, nooit als een vervanging voor onze 

inspanningen… 

Zij, die op de weg van gehoorzaamheid wandelen, zullen veel hinderpalen 

ontmoeten. Krachtige, bijna onmerkbare invloeden kunnen hen aan de wereld 

binden; maar de Here is in staat elk werktuig, waardoor Zijn uitverkorenen 

verslagen zouden kunnen worden, krachteloos te maken, in Zijn kracht kunnen 

zij elke verzoeking, elke moeilijkheid overwinnen.” –Profeten en Koningen, blz. 

292, 293. 


WOENSDAG 7 september 

4 DE TABERNAKEL DER GETUIGENIS 

A Waarom werd het aardse heiligdom „de tabernakel der getuigenis‟ 

genoemd? Exodus 38:21; Numeri 1:50, 53. Wat is „de getuigenis‟? 

Exodus 25:16; 31:18; 34:27-29. 

B Met welke naam noemt de Bijbel het hemels heiligdom? Openbaring 

15:5. Wat bevat „de ark van Zijn verbond‟ in het heiligdom in de 

hemel? Openbaring 11:19. Wat zijn de woorden van Gods verbond? 

Exodus 34:28; Deuteronomium 4:13. 

“En weer „ging de tempel open‟ (Openbaring 11:19) en hij (de apostel 

Johannes) zag door het voorhangsel in het heilige der heiligen. Daar zag hij „de 

ark van Zijn verbond‟, die op aarde was afgebeeld door de ark, die Mozes had 

gemaakt om de wet van God in te doen.” –De Grote Strijd, blz. 388. 

C Toen Mozes zei: „De mens leeft van alles, wat uit de mond des Heeren 

uitgaat‟ (Deuteronomium 8:3), tot wat verwees hij toen 

voornamelijk? Deuteronomium 8:1, 6; 30:14-16. 

“Met het Woord Gods in zijn handen kan ieder mens, wat ook zijn 

levenslot mag zijn, die gemeenschap hebben, welke hij verkiest. Op de 

bladzijden van het Boek kan hij spreken met de nobelsten en besten der 

mensheid en luisteren naar de stem van de Eeuwige, wanneer Hij spreekt met de 

mensen.” –Karaktervorming, blz. 127. 

D Hoe bevestigde Jezus, waartoe Hij Mozes had geïnspireerd om te 

zeggen? Matthéüs 4:4 (vergelijk Handelingen 7:38; 1 Korinthe 10:4, 

9). 

“Niet bij één woord, niet bij vele woorden, maar bij alle woord dat God 

gesproken heeft, zal de mens leven. Wij kunnen niet één woord 

veronachtzamen, hoe onbelangrijk het ons ook toeschijnt, en nochtans veilig 

zijn. Er is in de wet geen gebod, dat niet bedoeld is voor het welzijn en geluk 

van de mens, zowel in dit leven als in het toekomende.” –Gedachten van de 

Berg der Zaligsprekingen, blz. 50-51. 



5 LEVEN DOOR GODS WOORD 

A Wat moeten de navolgers van Christus doen onder het nieuwe 

verbond met Gods wet (de getuigenis)? Jesaja 8:14-16, 20;1 Petrus 

2:6-8. 

“Het werk van Christus op aarde was niet de wet te ontbinden, maar door 

Zijn genade de mens terug te brengen tot gehoorzaamheid aan de voorschriften 

van de wet.” –Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, blz. 47-48. 

B Wat moeten wij in de strijd des levens beseffen over de kracht van 

Gods genade? 1 Korinthe 15:57; 2 Korinthe 12:9-10. 

“Het was onmogelijk voor hen, die eens zichzelf verzwakt hadden door 

overtreding, om de eisen van God te vervullen; het gevolg en de straf van de 

zonde waren op de mensheid, maar het Lam van God betaalde de straf van de 

overtredingen in het verleden, en zal aan degenen, die op Zijn macht vertrouwen 

om zonen van God te worden, de kracht geven om aan de geboden van de wet te 

gehoorzamen. Door de genade van onze Heer Jezus Christus kunnen wij 

overwinnaars worden in de strijd met de wereld, het vlees en de duivel. Jezus 

zegt: 'Zonder Mij kunt gij niets doen', wij zijn van Hem afhankelijk voor de 

goddelijke genade en hulp van dag tot dag… 

Onze harten zullen smelten van de liefde, die Jezus voor ons heeft 

getoond, zodat wij niet bevriend kunnen worden met de zaken van deze wereld. 

Wanneer Christus in het hart verblijft en wij een waar begrip hebben van het 

offer, dat Hij gebracht heeft, zullen wij erover praten. Wij zullen iets begrijpen 

van de volmaaktheid van de wet, die Hij groot en eerbaar kwam maken. Het 

voorrecht van gehoorzaamheid zal kostbaar en genadig voor onze zielen 

blijken.” –The Signs of The Times, 10 februari 1888. 


1 Hoe lang is Christus de mensheid al met God aan het verzoenen? 

2 Wat is de bedoeling van het vergelijken van de twee verbonden 

(Hebreeën 9:1)? 

3 Wat wordt door geloof gezien in het vergelijken van Hebreeën 9:4 

met Openbaring 11:19? 

4 Waarom is Gods Woord ons vertrouwen waard? 

5 Wat bevestigde Christus (in Matthéüs 4:4) over Deuteronomium 8:3? 


Les 12 Sabbat, 17 september 2011 19.51 uur 

TWEE VERSCHILLENDE BEDIENINGEN VAN DE WET 

“Want indien de bediening der verdoemenis heerlijkheid geweest is, 

veel meer is de bediening der rechtvaardigheid overvloedig in heerlijkheid” 

(2 Korinthe 3:9) 

“Aan Mozes werd de betekenis van de typen en schaduwen, die wezen op 

Christus, getoond. Hij zag tot het einde dat, wat er gebeuren zou, als bij de dood 

van Christus type en antitype elkaar ontmoetten.” –The Review and Herald, 22 

april 1902. 

Aanvullende studie: Selected Messages 1, blz. 236-241. 


1 DE DIENST VAN DE LEVIETEN EN DE DIENST VAN DE DOOD 

A Hoe was de dienst van de Levieten van toepassing op de wet van God 

- als een vrijstelling van leven of als een vrijstelling van dood? 2 

Korinthe 3:7. 

“De bediening van de wet, geschreven en gegraveerd in steen, was een 

dienst van de dood. Zonder Christus was de overtreder overgelaten aan de vloek 

zonder hoop op vergeving.” –Selected Messages 1, blz. 237. 

B Hoe toonde de dagelijkse dienst van de priesters, dat de zondaar 

onder de doodstraf van de wet stond? Welke voorziening had de 

ceremoniële wet (Galaten 3:19) getroffen voor een vervanger, omdat 

de "letter” van de wet de “dood” eiste van de overtreder? Leviticus 

5:17-19; Hebreeën 10:11 (vergelijk met 2 Korinthe 3:6 l.d.). 

“De wet van God, in enorme grootheid gesproken van de Sinaï, is het 

uiten van een oordeel aan de zondaar. Het is het gebied van de wet om te 

oordelen, maar er ligt geen macht in om te vergeven of te verlossen.” –Selected 

Messages 1, blz. 236-237. 



2 TWEE PRIESTERSCHAPPEN: HET AARDSE GEVOLGD DOOR 

HET HEMELSE 

A Wat was verwijderd bij het kruis - de wet van God of de heerlijkheid 

van de dienst van de Levieten met de doodstraf in symbolen? 2 

Korinthe 3:7, 11; Hebreeën 10:1-3. 

“Nadat Christus stierf aan het kruis als een zondoffer, kon de ceremoniële 

wet geen kracht meer hebben. Toch was het verbonden met de morele wet en 

was glorieus. Het geheel droeg het stempel van goddelijkheid en bracht de 

heiligheid, rechtvaardigheid en gerechtigheid van God tot uitdrukking. En als de 

dienst van de bedeling, die weggedaan was, glorieus was, hoeveel te meer moet 

de werkelijkheid glorieus zijn, toen Christus geopenbaard was en Zijn leven gaf 

en de Geest wijdde aan allen die geloven?” –Selected Messages 1, blz. 238. 

B Tot wie en tot wiens nakomelingen was het priesterschap beperkt? 

Exodus 28:1; Numeri 16:40. Hoe werden Aäron en zijn zonen 

ingewijd? Exodus 40:12-15. 

C Wat moest met de wet gedaan worden betreffende het priesterschap, 

omdat Christus geen afstammeling van Aäron was en Hij ook niet 

behoorde tot de stam van Levi? Hebreeën 7:28, 19, 12. 

D Na wiens opdracht werd Christus onze Hogepriester gemaakt? 

Hebreeën 7:14-17, 21-26. 

“God heeft altijd getuigen op aarde gehad. In een bepaalde tijd 

vertegenwoordigde Melchizedek de Here Jezus Christus in persoon om de 

waarheid van de hemel bekend te maken en de wet van God te laten 

voortbestaan. 

Christus sprak door Melchizedek, de priester van de allerhoogste God. 

Melchizedek was Christus niet, maar hij was Gods stem in de wereld, de 

vertegenwoordiger van de Vader.” –Bijbelkommentaar, blz. 21. 

E Is er in de Hebreeuwse genealogische gegevens iets gevonden over 

Melchizedeks voorouders of over zijn nakomelingen? Hebreeën 7:3. 



3 DE CHRISTELIJKE BEDIENING EN DE DIENST VAN HET 

LEVEN 

A Waar dragen wij als gelovigen (gezanten van het nieuwe verbond) de 

'brief van Christus' (de wet der Tien Geboden) op tafels van steen of 

op de tafels van het hart? 2 Korinthe 3:2-3; Jeremia 31:33. 

B Hoe leidt de bediening van de gerechtigheid (2 Korinthe 3:9) tot 

leven? 2 Korinthe 5:17-21; Romeinen 8:1-7, 13. 

“De wet en het evangelie zijn in volmaakte harmonie. De één bevestigt de 

ander. In al zijn majesteit confronteert de wet het geweten, waardoor de zondaar 

zijn behoefte aan Christus als de verzoening voor de zonde voelt. Het evangelie 

erkent de kracht en de onveranderlijkheid van de wet. „Ik had geen zonde 

gekend, maar wel door de wet‟, verklaart Paulus (Romeinen 7:7). Het besef van 

zonde, veroorzaakt door de wet, drijft de zondaar tot de Zaligmaker. In zijn 

behoefte mag de mens de machtige argumenten, geleverd door het kruis van 

Golgotha, naar voren brengen. Hij mag aanspraak maken op de gerechtigheid 

van Christus, want het wordt verleend aan iedere berouwvolle zondaar.” – 

Selected Messages 1, blz. 240-241. 

C Voor wie zijn de deuren van het huis van Christus geopend? 

Hebreeën 3:6; Maleáchi 1:11; Romeinen 9:24-26. 

“Als Israël had beantwoord aan het in hem gestelde vertrouwen, zouden 

alle volken op aarde gedeeld hebben in zijn zegeningen. Maar de harten van hen, 

die een kennis van de reddende waarheid bezaten, bleven onbewogen voor de 

behoeften van degenen, die rondom hen leefden. Toen Gods bedoeling uit het 

oog werd verloren, zag men de heidenen als mensen, die buiten het bereik van 

Zijn barmhartigheid vielen. Het licht van de waarheid werd weerhouden en 

duisternis had de overhand. De volken lagen onder een dek van onwetendheid; 

van Gods liefde was weinig bekend; dwaling en bijgeloof bloeiden. 

Een dergelijk vooruitzicht wachtte Jesaja, toen hij tot het profetisch ambt 

werd geroepen; toch liet hij zich niet ontmoedigen, want in zijn oren 

weerklonken de lofzangen van de engelen rondom Gods troon: „De ganse aarde 

is van zijn heerlijkheid vol‟ (Jesaja 6:3).” –Profeten en Koningen, blz. 228. 



4 CHRISTUS‟ HUIS, EEN HUIS VOOR ALLE MENSEN 

A Wat is altijd al het plan van God voor ieder mens geweest, die Hij zo 

liefdevol heeft geschapen? 2 Kronieken 6:32-33; Jesaja 56:3-7. 

“God erkent geen onderscheid op grond van nationaliteit, ras of kaste. Hij 

is de Schepper van alle mensen. Allen zijn door deze schepping met elkaar 

verbonden en allen zijn één door de verlossing. Christus is gekomen om elke 

scheidsmuur af te breken, om elke afdeling van de tempelvoorhof te openen, 

zodat iedere ziel vrije toegang kan hebben tot God.” –Profeten en Koningen, blz. 

227. 

B Wat zegt de Bijbel over de gelovigen, die het priesterschap van het 

Nieuwe Testament uitmaken? Jesaja 61:1-6; 1 Petrus 2:5, 9. 

“De Joodse tempel werd gebouwd van gehouwen stenen, die uit de bergen 

gegraven werden; en iedere steen was gevormd voor zijn plaats in de tempel, 

gehouwen, gepolijst, en getoetst, voordat hij naar Jeruzalem gebracht werd. 

Toen alle stenen op het bouwterrein gebracht waren, werd het gebouw in elkaar 

gevoegd zonder het geluid van een bijl of hamer. Dit gebouw stelt Gods 

geestelijke tempel voor, welke samengesteld is uit bouwstof, die verzameld is 

uit iedere natie, taal en volk, uit alle klassen, hoog en laag, rijk en arm, geleerd 

en ongeleerd. Dit zijn geen dode voorwerpen, die door de hamer en beitel 

gevormd moeten worden. Het zijn levende stenen, door de waarheid uit de 

wereld gehouwen; en de grote Bouwmeester, de Here van de tempel, vormt en 

polijst hen nu, en bestemt hen voor hun respectievelijke plaatsen in de 

geestelijke tempel. Wanneer hij voltooid is, zal deze tempel in alle delen 

volmaakt zijn.” –Testimonies 9, blz. 180. 

C Hoe is de geestelijke tempel van Gods erfgoed opgebouwd? Éfeze 

2:19-22. Wat moet ons succes tonen in dit grootse project? 

“Degenen, die in de geest en liefde van Jezus één zullen worden met Hem, 

zullen in nauwe verbondenheid met elkaar verbonden zijn door de zijden 

koorden van liefde. Dan zullen de banden van de menselijke broederschap niet 

altijd gespannen zijn, klaar om bij de minste aanleiding met elkaar te breken. 

'Gij zijt allen broeders‟, zal de opvatting zijn van ieder kind van het geloof. 

Wanneer de volgelingen van Christus één zijn met Hem, zal er geen eerste en 

laatste zijn, de één niet minder respectvol of belangrijker dan de ander. Een 

gezegende broederlijke gemeenschap zal allen aan Christus binden in een vaste 

getrouwheid, die niet verbroken kan worden.” –The Review and Herald, 5 

oktober 1897. 



5 EEN GEPROFETEERDE INZAMELING 

A Welke profetie moet spoedig in grote mate vervuld zijn? Johannes 

10:16. 

“Als de stormen van vervolging werkelijk zullen losbarsten over ons, 

zullen de ware schapen de stem van de ware Herder horen. Zelfverloochenende 

pogingen zullen in het werk worden gesteld om de verlorenen te redden en 

velen, die afgedwaald zijn van de kudde, zullen terugkeren om de grote Herder 

te volgen.” –De Daad bij het Woord, blz. 151. 

B Wat zal de trouwe schapen van Christus wakker maken, die in 

andere kuddes zijn? Openbaring 18:1-2, 4. Wat is onze plicht met het oog 

op Gods oprechte verlangen, dat ieder mens tot berouw komt, die verloren 

is in verwarring? 1 Petrus 2:9. 

“Onder de leden van onze gemeenten moet er meer huis-aan-huis werk 

gedaan worden in het geven van Bijbellezingen en het verspreiden van 

literatuur. Een christelijk karakter kan alleen symmetrisch en volledig worden 

gevormd, als de menselijke agent het beschouwt als een voorrecht om 

belangeloos te werken in de verkondiging van de waarheid en om de zaak van 

God met middelen te ondersteunen. Wij moeten op alle wateren zaaien en onze 

zielen bewaren in de liefde van God, werken zolang het dag is en de middelen 

gebruiken, die de Heer ons heeft gegeven om steeds onze plicht te doen.” –Lift 

Him Up, blz. 312. 


1 Leg uit waarom of hoe de dienst van de Levieten een bediening van de 

dood was? 

2 Waarom moest de wet van het priesterschap worden gewijzigd? 

3 Wat is belangrijk over het priesterschap van Melchizedek? 

4 Waarom of hoe is het christelijke leven een dienst van gerechtigheid 

en verzoening? 

5 Wat is onze plicht met het oog op de 'andere schapen' van Christus, 

die verloren gaan in Babylon? 


Les 13 Sabbat, 24 september 2011 19.35 uur 

OPNIEUW DE TABERNAKEL VAN DAVID BOUWEN 

“Want een ieder huis wordt door iemand gebouwd; maar Die dit alles 

gebouwd heeft, is God” (Hebreeën 3:4). 

“De nauwkeurigheid, bekwaamheid, tact, wijsheid en volmaaktheid, 

welke Hij als eisen stelde bij de bouw van de tabernakel, wil Hij ook zien in 

alles wat in Zijn dienst gedaan zal worden.” –Uit de Schatkamer der 

Getuigenissen 3, blz. 146. 

Aanvullende studie: Profeten en Koningen, blz. 431-443. 


1 EEN LES VAN ISRAËL IN DE WOESTIJN 

A Welke twee namen moeten wij altijd in gedachten houden in verband 

met de bouw van de tabernakel? Hebreeën 3:1-2; 1 Korinthe 10:1-4; 

Handelingen 7:44. 

“Mozes was de profeet door wie God met de vergadering in de woestijn 

sprak; maar hoe groot Mozes ook was, groter dan hij is de Zoon van God, die 

het huis heeft gebouwd.” –Bijbelkommentaar, blz. 589. 

B Hoe heeft de onzichtbare Leider van Israël Zijn aanwezigheid 

omhuld? Nehemia 9:12. 

“De aanwezigheid van Jezus Christus, gehuld in de wolkkolom bij dag en 

de vuurkolom bij nacht, volgde dit volk tijdens hun omzwervingen door de 

woestijn. De Engel des verbonds kwam in de naam van God als de onzichtbare 

Leider van Israël. De Zoon van God over Zijn eigen huis staat hoger dan Mozes, 

hoger dan de voornaamste engel.” –Bijbelkommentaar, blz. 589. 



2 TWEE TROUWE BOUWERS 

A Hoe benadrukt de Bijbel de getrouwheid van Mozes? Numeri 12:7; 

Hebreeën 3:5. 

“Succes in dit leven, succes in het verkrijgen van het eeuwige leven, is in 

grote mate afhankelijk van een getrouw, nauwgezet volbrengen van de 

dagelijkse kleine dingen. In Gods werken zien wij volmaaktheid zowel in grote 

als in kleine dingen. De hand, die de werelden in de ruimte heeft geplaatst, heeft 

met grote kundigheid de leliën des velds gevormd. Zoals God volmaakt is in 

Zijn omgeving, moeten wij het zijn in de onze. De evenredige vorming van een 

sterk, aantrekkelijk karakter wordt gevormd door dagelijks volbrengen van de 

plicht. Trouw zowel in het kleine als in het grote moet ons leven kenmerken. Het 

leven wordt verrijkt door getrouwheid in kleine dingen, door kleine daden van 

vriendelijkheid; en als ons werk op aarde is voleindigd, zal blijken, dat elk van 

deze trouw volbrachte kleine plichten een invloed ten goede heeft gehad, een 

invloed die nooit tenietgedaan kan worden.” –Patriarchen en Profeten, blz. 525- 

526. 

B Leg uit hoe de kinderen van Israël en Mozes de bouw van het huis (de 

tabernakel) in de woestijn voltooiden. Exodus 39:43; 40:33-35. 

“De bouw van de tabernakel nam ongeveer een half jaar in beslag. Toen 

deze voltooid was, onderzocht Mozes het werk van de bouwlieden en vergeleek 

dit met de blauwdruk, die hem op de berg getoond was en met de aanwijzingen, 

die hij van God had ontvangen. „Zij hadden het gemaakt, zoals de Here geboden 

had… Toen zegende Mozes hen‟. Met grote belangstelling hadden de scharen 

van Israël zich verdrongen om het heilig bouwwerk te bezien. Terwijl ze met 

eerbiedige voldoening nadachten over dit alles, bewoog zich de wolkkolom tot 

boven het heiligdom en daalde neer, zodat het geheel omhuld werd.” – 


C Hoe benadrukte Jezus Zijn getrouwheid in het doen van het werk, dat 

Hem was toevertrouwd, terwijl Hij op aarde was? Johannes 5:19, 36; 

17:4. 



3 DE TABERNAKEL, EEN TYPE VAN DE CHRISTELIJKE 

GEMEENTE 

A Hoe moeten wij bouwen op het enige vaste fundament? Jesaja 28:16; 

Lukas 6:47-48; 11:28. 

“Wij bouwen op Christus door Zijn Woord te gehoorzamen. Niet hij die 

slechts de gerechtigheid aangenaam vindt, is rechtvaardig, maar hij die de 

gerechtigheid doet. Heiligheid is geen betovering; het is het gevolg van een 

volkomen overgave aan God; het is het doen van de wil van onze hemelse 

Vader. Toen de kinderen Israëls gelegerd waren aan de grens van het beloofde 

land, was het hun niet genoeg, Kanaän te kennen, of liederen over Kanaän te 

zingen. Dit alleen kon hen niet in het bezit brengen van de wijngaarden en 

olijfgaarden van het goede land. Zij konden het slechts naar waarheid het hunne 

maken door het te bezetten, door aan de voorwaarden te voldoen, door een 

levend geloof in God te beoefenen, door Zijn beloften op zichzelf van 

toepassing te brengen, terwijl zij gehoorzaamden aan Zijn onderricht. 

Godsdienst bestaat uit het doen van de woorden van Christus; niet te doen 

om Gods gunst te verdienen, maar omdat wij, volkomen onverdiend, de gave 

van Zijn liefde hebben ontvangen. Christus schenkt het behoud der mensen niet 

op een belijdenis alleen, maar op een geloof, dat geopenbaard wordt door 

werken der gerechtigheid. Doen en niet alleen zeggen wordt verwacht van de 

volgelingen van Christus. Door daden wordt het karakter gebouwd. „Allen die 

door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods‟ (Romeinen 8:14). Niet zij 

wier harten zijn aangeraakt door de Geest, niet zij die zich nu en dan aan de 

kracht daarvan overgeven, maar zij, die door de Geest geleid worden, zijn zonen 

Gods.” –Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, blz. 131-132. 

B Waarom heeft Christus een geestelijke tabernakel gebouwd in deze 

wereld? Handelingen 15:16; Éfeze 2:19-22; 1 Petrus 2:5, 9. 

“De Joodse tabernakel was een zinnebeeld van de christelijke gemeente… 

De gemeente op aarde, samengesteld uit mensen die trouw zijn aan God, is de 

„ware tabernakel‟, waarin de Verlosser dienst doet… 

Deze tabernakel is het lichaam van Christus en uit het noorden, zuiden, 

oosten en westen vergadert Hij degenen, die zullen helpen dit te vormen… Een 

heilige tempel wordt gebouwd door hen, die Christus als hun persoonlijke 

Zaligmaker hebben aanvaard… Christus verricht de dienst in het ware heiligdom 

als Hogepriester van allen, die in Hem als een persoonlijke Zaligmaker 

geloven.” –Bijbelkommentaar, blz. 595. 



4 EEN OPROEP TOT GETROUWHEID 

A Hoe vermaant de Meester Bouwer ons om van de ongehoorzaamheid 

van de Joden een waarschuwing aan te nemen? Hebreeën 3:7-8. Hoe 

gaat deze vermaning hand in hand met de vermaning van de apostel 

in 2 Korinthe 13:5-6, vooral wanneer wij de waarheid met anderen 

delen? 

“Zelfkennis is grote wetenschap. Ware zelfkennis leidt tot een 

nederigheid, die de weg opent voor de Heer om de geest te ontwikkelen en het 

karakter te vormen en te tuchtigen. Geen leraar kan aanvaardbaar werk doen, die 

zijn eigen tekortkomingen niet in gedachten houdt en die niet alle plannen opzij 

zet, die het geestelijke leven zouden verzwakken. Als leraren bereid zijn af te 

leggen dat, wat onwezenlijk is voor het eeuwige leven, dan kan worden gezegd, 

dat zij hun eigen zaligheid uitwerken met vreze en beven en dat zij wijselijk 

bouwen voor de eeuwigheid.” –Counsels to Parents, Teachers and Students, blz. 

419. 

B Wat verwacht de Heer nu van ons? Johannes 12:35-36; 1 

Thessalonicensen 5:4-8. 

“De Here werkt samen met de wil en werking van de mens. Ieder mens 

heeft het voorrecht en de plicht om God op Zijn woord te nemen, in Jezus te 

geloven als zijn persoonlijke Verlosser en vurig en terstond te reageren op de 

genadige voorzieningen, die Hij treft. Hij moet het goddelijk onderricht in de 

Schriften bestuderen, geloven en gehoorzamen. Hij moet zijn geloof niet baseren 

op gevoelens maar op de bewijzen en op Gods Woord.” –Bijbelkommentaar, blz. 

589. 

“Op dit moment is er een koortsige liefde voor genot, een vreselijke 

toename van losbandigheid, een minachting voor alle autoriteit. Niet alleen 

wereldlingen maar ook belijdende christenen worden beheerst door voorkeur 

liever dan door plicht. De woorden van Christus klinken door de eeuwen heen: 

'Waakt en bidt' (Matthéüs 26:41)... (Zie 1 Thessalonicensen 5:4, 6) De tekenen 

van de tijd wijzen ons op de nabije wederkomst van onze Heer. Is het inderdaad 

waar, dat het einde van de wereldgeschiedenis nabij is? Dat Christus voor de 

deur staat? Bereiden wij ons voor op de grote gebeurtenis van het oordeel?” – 

The Review and Herald, 20 december 1881. 



5 EEN ERNSTIGE WAARSCHUWING 

A Wanneer en waarom verloren de Joodse tempel en zijn diensten hun 

betekenis? Matthéüs 23:38. 

“Christus was de grondslag en het leven van de tempel. De diensten in de 

tempel waren een type van het offer van de Zoon van God. Het priesterschap 

was ingesteld om het bemiddelend karakter en het werk van Christus voor te 

stellen. De gehele instelling van de offerdienst was een afschaduwing van de 

dood van de Heiland om de wereld te verlossen. Deze offeranden zouden geen 

doel meer hebben, wanneer de grote gebeurtenis, waarop ze eeuwenlang 

gewezen hadden, was vervuld. 

Aangezien het gehele ceremoniële stelsel een symbool van Christus was, 

had het zonder Hem geen waarde. Toen de Joden hun verwerping van Christus 

bezegelden door Hem ter dood te brengen, verwierpen zij daarmee alles, wat 

betekenis gaf aan de tempel en de tempeldienst. De heiligheid was daarvan 

geweken. De tempel was ten ondergang gedoemd. Vanaf die dag waren 

offeranden en de dienst, die daarmee verbonden waren, zinloos. Evenals het 

offer van Kaïn spraken ze niet van geloof in de Heiland. Door Christus ter dood 

te brengen verwoestten de Joden in wezen hun tempel.” –De Wens der Eeuwen, 

blz. 129-130. 

B Welke waarschuwing moeten wij trekken uit de fouten van de Joden? 

Psalm 81:12-14; 1 Petrus 2:6-8. 

“Wees voorzichtig, dat u niet zelfgenoegzaam wordt en in eigen kracht 

gaat werken en niet in de geest en kracht van uw Meester.” –De Wens der 



1 Hoe benadrukt de Bijbel de getrouwheid van Mozes? 

2 Hoe getuigde Jezus van Zijn getrouwheid in het doen van Gods werk? 

3 Van wat hangt succes af in dit leven en het verwerven van de 

eeuwigheid? 

4 Waarom vestigde Christus een heilig priesterschap en een geestelijke 

tabernakel in de 'woestijn' van deze wereld? 

5 Welke waarschuwing helpt, als er acht op wordt geslagen, ons de 

fouten van de Joden te vermijden? 


Eerste Sabbatgaven

Download - Zevende Dags Adventisten van de Reformatiebeweging

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?