12.09.2013 Views

Verdwenen gildenaltaren uit de Sint-Janl Op zoek ... - Bossche Bladen

Verdwenen gildenaltaren uit de Sint-Janl Op zoek ... - Bossche Bladen

Verdwenen gildenaltaren uit de Sint-Janl Op zoek ... - Bossche Bladen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Verdwenen</strong> <strong>gil<strong>de</strong>naltaren</strong> <strong>uit</strong> <strong>de</strong> <strong>Sint</strong>-<strong>Janl</strong><br />

<strong>Op</strong> <strong>zoek</strong> naar kerkelijke ornamenten<br />

De ontmoetingsplaats in <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen was <strong>de</strong> kerk.<br />

In <strong>de</strong> <strong>Sint</strong>-Jan kwamen niet alleen mensen als individuen<br />

bijeen, maar ook talrijke corporaties: <strong>de</strong> kerk vorm<strong>de</strong><br />

immers het mid<strong>de</strong>lpunt van het leven. Ambachtsgil<strong>de</strong>n,<br />

schutterijen, re<strong>de</strong>rijkerskamers, vrome broe<strong>de</strong>rschappen:<br />

elke vereniging had haar eigen altaar waar omheen <strong>de</strong><br />

le<strong>de</strong>n zich schaar<strong>de</strong>n bij feest of rouw. Het maatschappe-<br />

lijk leven in al zijn aspecten: arbeid, han<strong>de</strong>l, or<strong>de</strong> en vei-<br />

ligheid, vermaak en <strong>de</strong>votie, was op die wijze vertegen-<br />

woordigd in <strong>de</strong> altaren van <strong>de</strong> <strong>Sint</strong>-Jan, tweeenvijftig in<br />

totaal. Meer dan twintig altaren behoor<strong>de</strong>n toe aan <strong>de</strong><br />

ambachtsgil<strong>de</strong>a2 <strong>Op</strong> <strong>de</strong> altaren, toegewijd aan hun<br />

patroon, droegen priesters - door <strong>de</strong> ambachtsgil<strong>de</strong>n<br />

betaald - missen op. De patroon van het gil<strong>de</strong> was een<br />

Aart Vos


v C@,L grwt /~&d /UI$#yCtw met<br />

Ge<strong>de</strong>elte <strong>uit</strong> <strong>de</strong> gravure 'Den gantschen tocht uyt 's Herîogenbosch geschiet op <strong>de</strong>n XVIle september XVlc XXVIIII'.<br />

Veel beel<strong>de</strong>n, schil<strong>de</strong>rijen en an<strong>de</strong>re ornamenten van <strong>de</strong> <strong>gil<strong>de</strong>naltaren</strong> lagen niet in en op <strong>de</strong> karren.<br />

(Origineel: Stadsarchief)<br />

heilige met wie men zich verbon<strong>de</strong>n voel<strong>de</strong> en van wie<br />

<strong>de</strong> gil<strong>de</strong>nbroe<strong>de</strong>rs bescherming verwachtten. Deze<br />

patroonheilige on<strong>de</strong>rhield vaak een legendarische relatie<br />

met het beroep dat <strong>de</strong> gil<strong>de</strong>nbroe<strong>de</strong>rs <strong>uit</strong>oefen<strong>de</strong>n. Bak-<br />

kers vereer<strong>de</strong>n hun <strong>Sint</strong>-Aubertus, bisschop van Doornik<br />

in <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> eeuw, die zelf eens bakker was.3 Het altaar<br />

van <strong>de</strong> Heilige Agnes, vergezeld van haar attribuut - een<br />

lammetje -, behoor<strong>de</strong> toe aan olieslagers en molenaars;<br />

schrijnwerkers vereer<strong>de</strong>n Johannes <strong>de</strong> evangelist 'in <strong>de</strong><br />

koken<strong>de</strong> olie' en <strong>de</strong> heilige Ursula bij hun altaar.<br />

Viskopers vereer<strong>de</strong>n Barbara, Paulus en Marîinus en<br />

natuurlijk Petrus. De ambachtsgil<strong>de</strong>n bezaten allerlei<br />

attributen voor het lezen van missen; hun altaren waren<br />

rijk <strong>uit</strong>gedost. Mosmans schrijft in zijn boek '<strong>Sint</strong> Jans-<br />

kerk (p. 333) dat <strong>de</strong> vislzopers waarschijnlijk in het bezit<br />

waren van een 'Kruisafname' geschil<strong>de</strong>rd door <strong>de</strong> fameu-<br />

ze Utrechter Jan van Scorel (1495-1562). <strong>Op</strong> 22 januari<br />

1605 lieten <strong>de</strong> gil<strong>de</strong>nbroe<strong>de</strong>rs een inventaris opmaken<br />

van <strong>de</strong> 'kerclzelijcke en<strong>de</strong> autaerlicke ornamenten' van het<br />

altaar van <strong>Sint</strong>-Pieter, patroon van <strong>de</strong> vissers.4 Het schil-<br />

<strong>de</strong>rij van Jan van Scorel wordt niet vermeld, wel 'een<br />

copere affdnickinge in een lijst, daer op staet het Avont-<br />

mael ons Heeren, met an<strong>de</strong>re figueren'. Boven het <strong>Sint</strong>-<br />

Michielsaltaar van <strong>de</strong> lakenkopers en kleermakers hingen<br />

misschien twee luiken die respectievelijk <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

van Judith en Holofernes en Esther en Mor<strong>de</strong>chai voor-<br />

stel<strong>de</strong>n. Waarschijnlijk behoor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze door Jheronimus<br />

Bosch beschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> altaarvleugels tot een gebeeldhouwd<br />

retabel. Jos Kol<strong>de</strong>weij acht het echter niet mogelijk dat in<br />

<strong>de</strong> late Mid<strong>de</strong>leeuwen oudtestamentische thematiek het<br />

hoofdon<strong>de</strong>rwerp van een retabel vorm<strong>de</strong>.5 Een inventaris<br />

van <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren die tot het altaar van <strong>de</strong> kleermakers<br />

behoor<strong>de</strong>n, is overigens nooit gevon<strong>de</strong>n. Iets meer weten<br />

we van <strong>de</strong> altaargoe<strong>de</strong>ren van drie an<strong>de</strong>re ambachtsgil-<br />

<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> sme<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> korenkopers en <strong>de</strong> linnenwevers.<br />

<strong>Op</strong>ruiming<br />

Bij het verdwijnen van kostbaarhe<strong>de</strong>n, beel<strong>de</strong>n en schil<strong>de</strong>-<br />

rijen <strong>uit</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse kerken <strong>de</strong>nken we al gauw aan<br />

<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>nstorm die in 1566 over grote <strong>de</strong>len van ons land<br />

raas<strong>de</strong>. De vernielers richtten hun aandacht ook op <strong>de</strong><br />

<strong>Sint</strong>-Jan. De chroniqueur, '<strong>Sint</strong> Geertruf, vertelt dat <strong>de</strong><br />

'( ....) sectarissen en quaetdoeners hebben voor <strong>de</strong>n oxael<br />

gesongen eenen psalm. En<strong>de</strong> dat gedaen wesen<strong>de</strong> hebben<br />

beginnen <strong>de</strong> authaeren te breecken en<strong>de</strong> <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n af te<br />

werpen en<strong>de</strong> ontstucken te slaen (...) Maer borgers sijn in<br />

<strong>de</strong> wapenen gecomen en<strong>de</strong> <strong>de</strong> quaetdoen<strong>de</strong>rs uyt <strong>de</strong> kerck<br />

gejaegt'.6 Er is dus het een en an<strong>de</strong>r <strong>uit</strong> <strong>de</strong> <strong>Sint</strong>-Jan ver-<br />

dwenen, al ging <strong>de</strong> aandacht van <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>nstormers voor-<br />

namelijk <strong>uit</strong> naar <strong>de</strong> 'offer- en gil<strong>de</strong>nkisten'. Moedige gil-<br />

<strong>de</strong>nbroe<strong>de</strong>rs ver<strong>de</strong>dg<strong>de</strong>n bovendien hun altaren.7 In 1577<br />

hebben <strong>de</strong> Staten-Generaal en een jaar later <strong>de</strong> staatse<br />

legeraanvoer<strong>de</strong>r Boussu vergeefs getracht al het zilverwerk<br />

van <strong>de</strong> <strong>Sint</strong>-Jan inclusief dat van <strong>de</strong> ambachtsgil<strong>de</strong>n te vor-<br />

<strong>de</strong>ren om achterstallige soldij te kunnen betalen.8 Na <strong>de</strong><br />

verovering van <strong>de</strong> stad in 1629 wor<strong>de</strong>n alle altaren verwij-<br />

<strong>de</strong>rd inclusief <strong>de</strong> inventaris. De <strong>Sint</strong>-Jan ging in dat jaar<br />

over in gereformeer<strong>de</strong> han<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> Grote Kerk, zoals <strong>de</strong><br />

<strong>Sint</strong>-Jan nu ging heten, schaar<strong>de</strong> <strong>de</strong> gemeente zich rond <strong>de</strong><br />

preekstoel, waar <strong>de</strong> predikant het Woord verkondig<strong>de</strong>. De<br />

calvinisten toon<strong>de</strong>n zich wars van <strong>de</strong> hele 'santenkraam'.<br />

Uit het Capitulatieverdrag van 1629 wordt al snel <strong>de</strong> con-<br />

clusie getrokken dat <strong>de</strong> katholieke geestelijken die <strong>de</strong>


stad moesten verlaten alle 'beel<strong>de</strong>n, schil<strong>de</strong>rien en<strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re kerkelijcke ornamenten' met zich meenamen.<br />

Zou<strong>de</strong>n in artikel twee van het verdrag ook <strong>de</strong> gil<strong>de</strong>nalta-<br />

ren met <strong>de</strong> daarbij behoren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren zijn bedoeld? Ik<br />

<strong>de</strong>nk het niet. Van <strong>de</strong> altaargoe<strong>de</strong>ren van het schoenma-<br />

kersgil<strong>de</strong> is geen inventaris bewaard gebleven, maar er<br />

zijn wel rekeningen <strong>uit</strong> <strong>de</strong> jaren twintig van <strong>de</strong> zeventien-<br />

<strong>de</strong> eeuw.9 Bij <strong>de</strong> <strong>uit</strong>gaven over het jaar 1628-1629 staan<br />

een paar belangrijke opmerkingen. Het gil<strong>de</strong> gaf timmer-<br />

lie<strong>de</strong>n opdracht het altaar van <strong>Sint</strong>-Cnspinus en Crispia-<br />

nus af te breken. De goe<strong>de</strong>ren wer<strong>de</strong>n opgeslagen bij<br />

Peter Huyberts Hencxheuvel in Het Molenijzer en na twee<br />

jaar wer<strong>de</strong>n ze verkocht in aanwezigheid van alle gil<strong>de</strong>n-<br />

broe<strong>de</strong>rs die daarbij een vat bier van 150 liter leeg<strong>de</strong>n. De<br />

ornamenten, beel<strong>de</strong>n en het koperwerk van het altaar van<br />

<strong>de</strong> patroonheiligen - tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> vervolging van christenen<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Romeinse keizer Dio<strong>de</strong>tianus naar Soissons<br />

gevlucht, waar zij geheel belangeloos voor <strong>de</strong> armen schoe-<br />

nen maakten - lever<strong>de</strong>n het gil<strong>de</strong> ruim 370 gul<strong>de</strong>n op.<br />

In <strong>de</strong> archieven van diverse an<strong>de</strong>re ambachtsgil<strong>de</strong>n zijn<br />

enkele lijsten van weggehaal<strong>de</strong> 'kerkelijke ornamenten'<br />

bewaard gebleven. De kan<strong>de</strong>laars, <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> voor-<br />

werpen van <strong>de</strong> altaardiensten wer<strong>de</strong>n voor een <strong>de</strong>el ver-<br />

kocht. De <strong>de</strong>kenen van <strong>de</strong> gil<strong>de</strong>n of an<strong>de</strong>re vertrouw<strong>de</strong><br />

personen kregen een an<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el in bewaring. Waarschijn-<br />

lijk verkeer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ambachtsgil<strong>de</strong>n en ook <strong>de</strong> schutterijen,<br />

- eveneens in bezit van altaren en daarbij behoren<strong>de</strong> attri-<br />

buten -, in <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstelling dat na enige jaren <strong>de</strong> gere-<br />

formeer<strong>de</strong> stormen wel zou<strong>de</strong>n luwen en dat <strong>de</strong> goe<strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong> Roomse tijd zou terugkeren. In <strong>de</strong> ICroniek van <strong>Sint</strong><br />

Geertruy lezen we dat in augustus 1632 <strong>de</strong> 'officialen van<br />

<strong>de</strong> Ou<strong>de</strong> Schuts' aan Paulus van Dael, pastoor van Berli-<br />

cum, voor ca. 90 gul<strong>de</strong>n 'een schone casu$d verkochten<br />

ten behoeve van <strong>de</strong> kerk van Berlicum. <strong>Op</strong> het kazuifel was<br />

een kruis geborduurd met in het mid<strong>de</strong>n <strong>Sint</strong>- Joris te<br />

<strong>Sint</strong>-Eloloy, aan ket werk als e<strong>de</strong>lsmid. Kopergravure, 16e eeuw.<br />

paard. De verkoop van het kazuifel vond plaats on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

conditie dat bij terugkeer van 's-Hertogenbosch on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

gehoorzaamheid van <strong>de</strong> koning van Spanje 'ofte tot vrije of<br />

openbare executie <strong>de</strong>r katholieke eredienst en dienst van<br />

<strong>de</strong> heilige saaifiae <strong>de</strong>r Misse' het kazuifel weer aan <strong>de</strong><br />

Ou<strong>de</strong> Schuts zou toevallen. Het zilverwerk echter <strong>uit</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>Sint</strong>-Joriskapel, in eigendom van <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong> Schuts, werd<br />

voor het niet geringe bedrag van 429 gul<strong>de</strong>n verkocht.IO<br />

De bewaard gebleven inventarissen van <strong>de</strong> weggehaal<strong>de</strong><br />

ornamenten bie<strong>de</strong>n een goed overzicht van <strong>de</strong> kostbaar-<br />

he<strong>de</strong>n, maar ze vertellen niet met wat voor pijn <strong>de</strong> ver-<br />

wij<strong>de</strong>ring van dit voor <strong>de</strong> katholieke broe<strong>de</strong>rs heilige en<br />

dierbare goed gepaard is gegaan. De plaats waar eeuwen-<br />

lang <strong>de</strong> gil<strong>de</strong>nbroe<strong>de</strong>rs hun zielenmissen voor overle<strong>de</strong>n<br />

confraters lieten opdragen, waar zij hun patroonheilige<br />

vereer<strong>de</strong>n, was hen ontnomen. Overigens ging <strong>de</strong> vere-<br />

ring van patroonheiligen gewoon door zij het on<strong>de</strong>r<br />

'an<strong>de</strong>re' omstandighe<strong>de</strong>n. Zo lieten <strong>de</strong> <strong>de</strong>kenen van <strong>de</strong><br />

schrijnwerkers - vanaf 1719 vermel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> relteningen<br />

<strong>de</strong>ze gebeurtenis - <strong>Sint</strong>-Jan in <strong>de</strong> Olie ie<strong>de</strong>r jaar naar <strong>de</strong><br />

kerk brengen, waarna <strong>de</strong> gil<strong>de</strong>nknecht <strong>Sint</strong>-Jan weer<br />

'tuys' bracht.I1 De kerk die <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>rs bezochten, zal<br />

een schuurkerk zijn geweest. Wellicht was <strong>de</strong> thuishaven<br />

het huis van één van <strong>de</strong> <strong>de</strong>kenen, want een gil<strong>de</strong>nkamer<br />

of -huis bezaten <strong>de</strong> schrijnwerkers niet. Het lijkt onwaar-<br />

schijnlijk dat <strong>de</strong> knecht met het beeld en een stoet<br />

schrijnwerkers over straat trokken. Een <strong>uit</strong>bundige mani-<br />

festatie zal het zeker niet geweest zijn, maar dit ritueel<br />

was natuurlijk wel bekend. Nergens blijkt dat <strong>de</strong>ze actie<br />

onrust wekte on<strong>de</strong>r gereformeer<strong>de</strong> predikanten, die toch<br />

een scherpe neus had<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>rgelijke paapse <strong>uit</strong>in-<br />

gen. De rekeningen vermel<strong>de</strong>n dat het ophalen en weg-<br />

brengen van het beeld van <strong>Sint</strong>-Jan in <strong>de</strong> Olie éénmaal<br />

per jaar plaatshad. Volgens overlevering werd Johannes<br />

on<strong>de</strong>r keizer Domitianus in Rome in <strong>de</strong> koken<strong>de</strong> olie<br />

geworpen en vervolgens gezond en wel naar het eiland<br />

Patrnos verbannen. Na het ophalen van het beeld hiel<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> broe<strong>de</strong>rs '<strong>de</strong> jaarlijkse dienst', waarvoor <strong>de</strong> priester drie<br />

gul<strong>de</strong>n ontving.12 Kuipers, ra<strong>de</strong>nmakers, Spaanse stoelen-<br />

makers, draaiers en schrijnwerkers zaten in feestelijke<br />

stemming bij het beeld van <strong>Sint</strong>-Jan. De bronnen geven<br />

geen antwoord op <strong>de</strong> vraag of hun gereformeer<strong>de</strong> collega's<br />

bij <strong>de</strong> manifestatie ook rond dit totem aanwezig waren.<br />

Na 1629 - <strong>de</strong> altaren van <strong>de</strong> gil<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> daarbij beho-<br />

ren<strong>de</strong> attributen wer<strong>de</strong>n toen <strong>uit</strong> <strong>de</strong> lterlt gehaald - blijkt<br />

<strong>uit</strong> <strong>de</strong> bewaard gebleven lijsten van <strong>de</strong>ze goe<strong>de</strong>ren, dat <strong>de</strong><br />

gil<strong>de</strong>n van sme<strong>de</strong>n, ltorenkopers en linnenwevers toen<br />

naast missalen ook (liturgische) kleding voor priesters en<br />

patronen, kan<strong>de</strong>laars, beel<strong>de</strong>n en schil<strong>de</strong>rijen bezaten.<br />

De sme<strong>de</strong>n<br />

De sme<strong>de</strong>n bezaten, volgens een opgave <strong>uit</strong> 1631 I3, een<br />

aantal beel<strong>de</strong>n van hun patroonheilige <strong>Sint</strong>-Eligius of<br />

Eloy, die na hoef- en goudsmid te zijn geweest in 641 bis-


schop van Noyons werd. Een beeld zat in<br />

een 'kistken' en werd in <strong>de</strong> herberg van<br />

(waarschijnlijk) Jan Peters van Techelen<br />

on<strong>de</strong>rgebracht. Thomas Christoffels<br />

!a verklaar<strong>de</strong> dat hii thuis zeven 'verul<strong>de</strong><br />

van h<br />

pani d waai<br />

beel<strong>de</strong>n gesne<strong>de</strong>n waren, waaron<strong>de</strong>r<br />

een beeld van '<strong>de</strong> grooten<br />

<strong>Sint</strong>-Eloy' dat boven op het altaar<br />

stond. Daarnaast bezat het gil<strong>de</strong><br />

een beeld van Onze Lieve<br />

Vrouw en een beeld van <strong>Sint</strong>-<br />

Adriaen, een hei<strong>de</strong>ns hoofdman<br />

<strong>uit</strong> <strong>de</strong> vroege Mid<strong>de</strong>leeuwen die<br />

/ na zijn bekering op een oarnbedd<br />

werd gemarteld. De luiken van<br />

het <strong>Sint</strong>-Eloys altaar wer<strong>de</strong>n<br />

bewaard door Jan Corstiaens.<br />

Toen in 1632 'kerckelijcke ornamenten'<br />

van <strong>Sint</strong>-Eloy wer<strong>de</strong>n verkocht<br />

bracht 'een <strong>de</strong>ur van een<br />

schil<strong>de</strong>nje' (een luik) 17 stuivers<br />

op. Was <strong>de</strong> koper Jan Cornelissen,<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> man aan wie <strong>de</strong> luiken<br />

een jaar eer<strong>de</strong>r in bewaring<br />

Beeld van <strong>de</strong> Heilige Cunera,<br />

wer<strong>de</strong>n gegeven?<br />

ca. 7500<br />

Een schil<strong>de</strong>rij 'van<strong>de</strong> Gloria in<br />

(Museum Cathanineconvent Excelsis Ded werd voor 7 stuivers<br />

I Itr~rhlE gekocht door Handrick Ysacx.<br />

Voor een zilveren kelk 'wegen<strong>de</strong><br />

18 onsen en<strong>de</strong> 3 engelse' ontving<br />

het gil<strong>de</strong> echter ruim 56 gul<strong>de</strong>m14 De kleding die het<br />

beeld van <strong>Sint</strong>-Adriaen droeg bracht een kleine 2 gul<strong>de</strong>n<br />

op. Missalen, altaarkle<strong>de</strong>n, kazuifels, stolen, corporaaldo-<br />

zen, pullen, alben, kortom vele ornamenten gingen<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> hamer in herberg Het Molenijzer, waar meer<br />

openbare verkopingen plaats von<strong>de</strong>n. Na afbek van kas-<br />

ten vloei<strong>de</strong> bijna 250 gul<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> kas. van het sme<strong>de</strong>n-<br />

gil<strong>de</strong>.<br />

Korenkopersgil<strong>de</strong><br />

De inventaris van het altaargoed van het korenkopersgil<strong>de</strong><br />

<strong>uit</strong> 1630~5 vermeldt dat houtwerk van het altaar 'ut <strong>de</strong><br />

kercke gebroken is'. Of het er werkelijk zo mw is toegegaan,<br />

valt te betwijfelen. Het gil<strong>de</strong> hoopte natuurlijk dat<br />

met <strong>de</strong> verkoop penningen in het laatje zou<strong>de</strong>n vloeien.<br />

De korenkopers bezaten een schil<strong>de</strong>rij van '<strong>de</strong> gichtigen<br />

(lett. lij<strong>de</strong>nd aan jicht) mensch met het bed opt hooft soo<br />

hem God gesont gemaeckt heef?. Het tafereel van <strong>de</strong><br />

'gichtigen mensch' verbeeld<strong>de</strong> het verhaal van <strong>de</strong> lamme,<br />

die al achten<strong>de</strong>rtig jaar op een rimpeling wachtte in het<br />

badwater te Bethesda. De evangelist Johannes vertelt het<br />

verhaal in hoofdstuk 5.<br />

<strong>Op</strong> <strong>de</strong> zijluiken van het schil<strong>de</strong>rij waren respectievelijk<br />

<strong>Sint</strong>-Rombout en <strong>Sint</strong>e-Cunera geschil<strong>de</strong>rd. <strong>Op</strong> <strong>de</strong> lijst<br />

van verkochte altaargoe<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> korenkopers komt<br />

dit drieluik niet voor. Wel enkele beel<strong>de</strong>n, waaron<strong>de</strong>r<br />

'twee beel<strong>de</strong>n van <strong>Sint</strong>e Cuneel met eene van <strong>Sint</strong>e Rom-<br />

bout en<strong>de</strong> een van <strong>Sint</strong> Jacque'.<br />

De heilige Cunera stierf in het jaar 454 in Rhenen <strong>de</strong> mar-<br />

teldood. Ondui<strong>de</strong>lijk blijft, wat haar betrekking was met <strong>de</strong><br />

korenkopers. <strong>Sint</strong>-Rombout werd in 775 doodgemarteld.<br />

Zijn been<strong>de</strong>ren rusten in grote kerk van Mechelen: <strong>de</strong> <strong>Sint</strong><br />

Rombout. Of met <strong>Sint</strong>-Jacque, <strong>de</strong> evangelist Jacobus <strong>de</strong><br />

Meer<strong>de</strong>re wordt bedoeld naar wiens gebeente in Santiago<br />

<strong>de</strong> Compostella velen pelgrimeer<strong>de</strong>n óf Jacobus <strong>de</strong> Min<strong>de</strong>-<br />

re <strong>de</strong> opvolger van <strong>de</strong> Meer<strong>de</strong>re als hoofd van <strong>de</strong> gemeente<br />

<strong>de</strong>r jo<strong>de</strong>nchristenen in Jeruzalem, is niet bekend.<br />

Se<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> late Mid<strong>de</strong>leeuwen kleed<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gelovigen hun<br />

heiligenbeel<strong>de</strong>n aan. De lorenkopers had<strong>de</strong>n 'hun' <strong>Sint</strong>-<br />

Cunera 'een doeclt met een buy<strong>de</strong>l en<strong>de</strong> eenen rocK aange-<br />

trokken. Met <strong>de</strong> verkoop van on<strong>de</strong>r meer een zilveren kelk<br />

met schotel, koperen kan<strong>de</strong>laren, damasten kle<strong>de</strong>n, missa-<br />

len, een rood fluwelen geborduurd kazuifel en arrnosijnen<br />

gordijnen brachten <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren ruim 175 gul<strong>de</strong>n op.<br />

Linnenweversgil<strong>de</strong><br />

De linnenwevers die (het beeld van) <strong>Sint</strong>-Severinus vereer<strong>de</strong>n<br />

(voor zijn wijding tot bisschop van Ravenna was<br />

Severinus wever), brachten <strong>de</strong> ornamenten van het altaar<br />

on<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> bogaard van <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong> Schuts en een crucifix<br />

bij me<strong>de</strong>broe<strong>de</strong>r <strong>de</strong>lten Wouter ~eijn<strong>de</strong>rs.~~ Ook <strong>de</strong> kleding<br />

van <strong>de</strong> heiligen ging naar hem: 'een sarsen gouwen<br />

laclten mantel voor <strong>Sint</strong>e Aplonia' en een zwarte fluwelen<br />

mantel voor <strong>Sint</strong> Severinus, voorts koralen paternosters,<br />

twee kronen voor <strong>Sint</strong>e Apolonia, een zilveren kelk, een<br />

blauwe altaarsteen evenals <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> heiligen.<br />

<strong>Sint</strong>e Apolonia zijn, volgens <strong>de</strong> overlevering, <strong>de</strong> tan<strong>de</strong>n<br />

<strong>uit</strong>getrokken en zij is gegeseld. De laatste marteling had<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> gil<strong>de</strong>nbroe<strong>de</strong>rs in hout laten <strong>uit</strong>snij<strong>de</strong>n. Een van<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>kenen bewaar<strong>de</strong> een 'taffereel', een schil<strong>de</strong>rij, van<br />

Mozes en David. Bij me<strong>de</strong>broe<strong>de</strong>r Henrik Willems werd<br />

een paneel van <strong>Sint</strong>e Apolonia dat aan bei<strong>de</strong> zij<strong>de</strong>n<br />

beschil<strong>de</strong>rd was, in bewaring gegeven.<br />

De inventaris vertelt ook over een belangrijke ceremonie<br />

in het gil<strong>de</strong>nleven: enkele keren per jaar liepen alle gil<strong>de</strong>n<br />

in processies mee. De inventaris noemt <strong>de</strong> 'vier<br />

stocxkens' die <strong>de</strong> <strong>de</strong>kenen als teken van hun waardigheid<br />

daar droegen. In <strong>de</strong> lijst van goe<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> korenltopers<br />

wordt eveneens aan processies gerefereerd. De<br />

inventaris noemt twee 'pijl<strong>de</strong>rs met hoosen' die <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>rs<br />

vooraan in <strong>de</strong> stoet van het ambachtsgil<strong>de</strong> meedroegen.<br />

<strong>Op</strong> <strong>de</strong>ze 'pijl<strong>de</strong>rs' stak men dan, volgens <strong>de</strong> inventaris,<br />

drie koperen zwaantjes. Over een eventuele verkoop<br />

van <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren van het linnenweversgil<strong>de</strong> zijn geen<br />

gegevens bekend.


Raadsels<br />

De bewaard gebleven inventarissen van <strong>de</strong> weggehaal<strong>de</strong><br />

ornamenten bie<strong>de</strong>n een. goed overzicht van <strong>de</strong> kostbaarhe<strong>de</strong>n<br />

en het dierbare goed van <strong>de</strong> gil<strong>de</strong>nbroe<strong>de</strong>rs. Waar<br />

zijn al die goe<strong>de</strong>ren gebleven: beel<strong>de</strong>n, zilver w schil<strong>de</strong>rijen<br />

van grote meesters? Schil<strong>de</strong>rijen zijn net als zoveel<br />

an<strong>de</strong>re vBorwerpen verdwenen en alleen in archiefstukken<br />

bewaard. Of <strong>de</strong> werken van Jeroen Bosch tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

be#enstorm in I ~GG verdwenen of vernield zijn, berust<br />

slechts op een veron<strong>de</strong>rstelling. Het kleermakersgil<strong>de</strong><br />

kan <strong>de</strong> lu+ken evengoed in 1629/30, na <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ring<br />

van <strong>de</strong> "santenkraam' <strong>uit</strong> <strong>de</strong> <strong>Sint</strong>-Jan, te koop hebben aangebo<strong>de</strong>n.<br />

Dat gebeur<strong>de</strong> immers ook bij <strong>de</strong> overige omamenten<br />

van altaren. Zo had <strong>de</strong> inname van 's-Hertogenbas&<br />

een. 'gunstige <strong>uit</strong>werking' op <strong>de</strong> voorraad altaren,<br />

kerkmeubelen en liturgische objecten in het <strong>de</strong>kenaat<br />

van Bergen. op Zoom. De parochies van Hoeven en Oud-<br />

Gastel kochten bijvoorbeeld kan<strong>de</strong>laren en an<strong>de</strong>re ornamenten<br />

in 'S-Hertugenbosch. Het is niet onwaarschijnlijk<br />

dat <strong>de</strong>ze liturgische voorwerpen bij een door een<br />

ambachtsgil<strong>de</strong> georganiseer<strong>de</strong> openbare verlcopirig. van<br />

<strong>de</strong> hand wer<strong>de</strong>n gedaan.I7<br />

Wellicht zijn er ook goe<strong>de</strong>ren ergens 'opgeslageb en tenslotte<br />

verdwenen. Hoeveel schil<strong>de</strong>rijen - hon<strong>de</strong>rdduizen<strong>de</strong>n?<br />

- zijn in <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r eeuwen niet verloren geraak?<br />

De omstandighe<strong>de</strong>n immers, waarvan kunstvoorwerpen<br />

te lij<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n: roet van bran<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kaarsen en olielarnpen,<br />

vraat door insecten, van vocht druipen<strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n en<br />

beschimmel<strong>de</strong> muren, maken het aannemelijk, dai van<br />

een miljoenenproductie maar een kactie bewaa~d is<br />

gebleven. Daarnaast werd er flink gehan<strong>de</strong>ld in schil<strong>de</strong>rijen.<br />

Zo schreef <strong>de</strong> Bremer kunsthan<strong>de</strong>laar - van Ne<strong>de</strong>r-<br />

landse afkomst - Andreas van <strong>de</strong>r Meulen in 1598 aan <strong>de</strong><br />

Graaf zur Lippe, Simon VI, dat zich on<strong>de</strong>r een zending<br />

kunstwerken een prachtig klein vleugelaltaar bevond en<br />

een groot stuk 'dass man sagt von <strong>de</strong>n Meister Hieroni-<br />

mo Boss m sein'. Dit werk "dunclct myr nichts beson-<br />

<strong>de</strong>rs', meen<strong>de</strong> <strong>de</strong> kunsthan<strong>de</strong>laar! De D<strong>uit</strong>se e<strong>de</strong>lman<br />

bemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> overigens bij <strong>de</strong> aankoop van schil<strong>de</strong>rijen<br />

van keizer Rudolf 11 en zijn hof te ~ r a a ~ . ~ ~<br />

Soms duikt een kunstwerk in <strong>de</strong> archieven op: het 'gesnee-<br />

<strong>de</strong> stuck met dupeled dat Bau<strong>de</strong>wijn Lamberts Paijmans,<br />

zoals het in <strong>de</strong> notariële akte <strong>uit</strong> 163G staat, kocht van het<br />

<strong>Sint</strong>-Christoffelaltaar9 We weten niet wie dit gesne<strong>de</strong>n<br />

altaarstuk vervaardig<strong>de</strong>. Een 's& met duyvelen?' In het<br />

jaar zoo1 <strong>de</strong>nken we dan al snel aan Jeroen Bosch en <strong>de</strong><br />

kring rond hem. In <strong>de</strong> late Mid<strong>de</strong>leeuwen werd het werk<br />

van <strong>de</strong> duivel ernstig genomen. Voor velen was hij een<br />

leven<strong>de</strong> realiteit. Dat neemt niet weg dat <strong>de</strong> duivel, zoals<br />

<strong>de</strong> lrunsthistoricus Rein<strong>de</strong>rt Falkenburg opmerkt, zel<strong>de</strong>n<br />

een zichtbare gedaante heeft gekregen in <strong>de</strong> paneelschil-<br />

<strong>de</strong>rkunst van Bos& tijdgenoten. Het lijkt er juist op dat<br />

<strong>de</strong> kunstenaars van toen <strong>de</strong> duivel niet wil<strong>de</strong>n afbeel<strong>de</strong>n,<br />

wellicht <strong>uit</strong> angst te wor<strong>de</strong>n getroffen door 'het boze<br />

oog'.20 Maar <strong>de</strong> lninst was niet 'ont<strong>de</strong>moniseerd getuige<br />

dit 'shick met duyveleai dat ooit tot het altaar van het bont-<br />

werkersgil<strong>de</strong> behoor<strong>de</strong> dat zich tegen een pilaar mid<strong>de</strong>n in<br />

het schip van <strong>de</strong> <strong>Sint</strong>-Jan bevond<br />

Noten<br />

I Zie ook Jan Mosmans, 'Altaar en altaargoed van het korenkoopersgil<strong>de</strong><br />

te 's-Hertogenbosch', in: Taxandna 1910, p. 169-182.<br />

z Zie Jan Mosmans, De <strong>Sint</strong>lanskerk te S Hertogenbosch ('s Hertogenbos&<br />

1931). p. 330-338.<br />

j P. Gerlach, '<strong>Sint</strong> Aubertus, patroon <strong>de</strong>r bakkers', in. Brabants<br />

Heem 1965, p. 106-119<br />

4 Gemeentearchief 's-Hertogenbosch (GAHt), Notarieel Archief,<br />

NA 2663.<br />

5 Jos Kol<strong>de</strong>wei], in: Hieronymus Bosch, verschenen bil <strong>de</strong> tentoonsteiiiig<br />

in museum Boilmans van Beuningen (Rotterdam zoor)<br />

(Thans nog ter perse).<br />

6Abdij Berne, Kroniek Sznt Geartruy, zz en 23 augustus 1566.<br />

7 Mosmans, <strong>Sint</strong> Janskerk, p. 422.<br />

8 C. Peeters, De <strong>Sint</strong>ganskathedraal te 's-Hertogenbosch ('s-Gravenhage<br />

1989, p. 58.<br />

9 GAHt, Archief Ambachtsgil<strong>de</strong>n (AG), nr. 175a.<br />

10 Kroniek <strong>Sint</strong> Geertruy, resp. 17 en 18 augustus 1632.<br />

11 Bijv. AG nr. 267,1722-1723.<br />

IZ AG, nr. 267,1719-1720.<br />

13 AG, nr. 75.<br />

14 AG, nr. 52.<br />

15 AG, nr. 135<br />

16 AG, nr. 307<br />

17 P.M. Toebalz, 'Liturgische voorwerpen in het <strong>de</strong>kenaat van Bergen<br />

op Zoom 1596-1652. Een historische bena<strong>de</strong>ring' in: Noordbrabants<br />

Histonsch]aarboek 5 (1988) 48-49.<br />

18 Heinz Boberach en Eckhart Franz, In <strong>de</strong>r gemeinschaft <strong>de</strong>r Valker.<br />

Dokumente aus <strong>de</strong>utschen Archiven usw. (Koblenz 1984) 374-375.<br />

19 GAHt, NA 26659-6-1636.<br />

zoRein<strong>de</strong>rt L. Falkenburg, 'De duivel b<strong>uit</strong>en beeld. Over duivelafweren<strong>de</strong><br />

krachten en motieven in <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst rond<br />

ISOO', in: Gerard Rooijakkers e.a. (red.), Duivelsbeel<strong>de</strong>n. Een cultuurhistorische<br />

speurtocht door <strong>de</strong> Lage Lan<strong>de</strong>n (Baarn 1994).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!