12.09.2013 Views

Inleiding - Learning Community

Inleiding - Learning Community

Inleiding - Learning Community

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Inleiding</strong><br />

hand<br />

gereedschap<br />

gereedschap<br />

meet en<br />

afteken<br />

gereedschap<br />

schema van gereedschappen<br />

machinaal<br />

gereedschap<br />

Gereedschappen zijn hulpmiddelen<br />

voor het maken van producten.<br />

1 Handgereedschap<br />

Alle mogelijke gereedschappen,<br />

bedoeld voor handgebruik noemen<br />

wij handgereedschap.<br />

In de groep handgereedschappen<br />

kennen we:<br />

verspanende gereedschappen,<br />

montage gereedschappen en<br />

hulpgereedschappen.<br />

2 Meet- en aftekengereedschap<br />

Voor het meten en afzetten van maten<br />

en hoeken gebruik je meet- en<br />

aftekengereedschap.<br />

Wij maken onderscheid tussen<br />

afleesbare- en niet afleesbare<br />

meetgereedschappen.<br />

Met deze gereedschappen kun je ook<br />

een werkstuk aftekenen.<br />

3 Machinaal gereedschap<br />

De machines die wij gebruiken behoren<br />

tot de groep machinaal gereedschap.<br />

Wij kennen verspanende machines en<br />

niet verspanende machines.<br />

In de groep machinaal gereedschap<br />

zitten ook de gereedschappen die bij<br />

de machines gebruikt moeten worden-<br />

(hulpgereedschap).


1 werkbank + bankschroef<br />

Het is belangrijk, dat je de werkplaats schoon houdt, de gereedschappen goed<br />

verzorgt en geen onveilige handelingen verricht.<br />

De werkbank<br />

Vaak is het blad van de werkbank voor<br />

houtbewerking van hout en in de<br />

metaalafdeling van staal.<br />

Een kast of lade onder de werkbank<br />

dient voor het opbergen van<br />

gereedschap en werkstukken.<br />

Op de werkbank wordt de bankschroef<br />

gemonteerd. figuur 2.<br />

De bankschroef<br />

Materiaal: gietijzer, gietstaal of<br />

smeedstaal.<br />

Type:De bekken bewegen evenwijdig,<br />

vandaar de naam parallelbankschroef<br />

(parallel = evenwijdig)<br />

Bijzonderheden:<br />

De bekplaten zijn gehard; ze<br />

vormen één geheel met<br />

de bankschroef of ze zijn afzonderlijk<br />

opgeschroefd. De klemvlakken<br />

kunnen getand zijn of gladgeslepen.


Enkele belangrijke regels voor een juist gebruik van de bankschroef:<br />

1 Zorg voor de juiste hoogte-instelling.<br />

figuur 3.<br />

2 Neem, vooral bij vijlen, de juiste houding<br />

aan (zelf ontdekken). figuur 4.<br />

3 Zet een bankschroef alleen met de<br />

hand vast<br />

(en niet met een hamer vastslaan of<br />

knetterhard vastzetten).<br />

Sla nooit op een bankschroef, behalve op het daarvoor bestemde aambeeld.<br />

Pas op voor beschadigingen van de bekplaten.<br />

Klem je werkstuk zoveel mogelijk in het midden van de bekken en zo diep<br />

mogelijk. (om trillingen en dus lawaai bij het vijlen te voorkomen)


2 De vijl<br />

Vijlen is een heel oude bewerkingsmethode, die steeds meer vervangen wordt<br />

door machinale bewerkingen.<br />

Handvijlen is echter moeilijk helemaal te vervangen.<br />

Heb je eenmaal de juiste slag te pakken, dan merk je dat je met vijlen<br />

nauwkeurig vlakken, rondingen en dergelijke kunt bewerken en nog redelijk<br />

snel ook.<br />

De vijl is een gereedschap om een<br />

voorwerp van hout of metaal of<br />

kunststof te bewerken.<br />

Een vijl bestaat uit een hardstalen<br />

blad, voorzien van groeven of kerven:<br />

de zogenaamde kap.<br />

De kap van een vijl Er zijn verschillende soorten vijlen<br />

en raspen.<br />

De zoetvijl is een vijl met erg fijne<br />

tandjes.<br />

Je haalt hierdoor per vijlstreek maar<br />

weinig van het materiaal af.<br />

Het materiaal heeft na de<br />

bewerking wel een glad oppervlak.<br />

Met een basterdvijl kun je al meer<br />

materiaal weghalen,<br />

maar het oppervlak wordt ook ruwer.<br />

Je moet het oppervlak dan meestal<br />

naschuren om het weer mooi glad<br />

te krijgen.


Welke vormen kan een vijl of rasp hebben?<br />

Hoe moet je de vijl of rasp gebruiken?<br />

Vijlen en raspen zijn meestal rechthoekig (1).<br />

Je gebruikt deze vijlen voor vlakke werkstukken.<br />

Er zijn ook halfronde (2) vijlen en raspen.<br />

Deze gebruik je voor holle gebogen werkstukken.<br />

Voor ronde of vierkante gaten zijn er ronde (3) en<br />

vierkante (4) vijlen.<br />

Met de vijl haal je alleen materiaal weg<br />

als je de vijl naar voren over het werkstuk duwt.<br />

Je drukt de vijl tegelijkertijd naar beneden.<br />

Als je de vijl terugtrekt mag je niet drukken.<br />

Anders kan de vijl de spanen niet lossen.<br />

Het eind van de vijl is voorzien van een<br />

vierkante pen: de arend.<br />

Die is niet gehard.<br />

Hierop komt een houten of kunststof handvat,<br />

waar de vijl mee wordt vastgehouden tijdens<br />

het vijlen.


3 Meet en afteken gereedschap<br />

In de werkplaats moeten we meten en aftekenen op het metalen blokje of<br />

plaatje waarvan we ons werkstuk maken<br />

Gebruik<br />

Het aftekenen gebeurt op de werkbank<br />

of op de vlakplaat. Met de stalen<br />

liniaal kunnen we maten uitzetten.<br />

Met behulp van de kraspen trek je dan<br />

een lijntje langs het maatlat je of langs<br />

de blokhaak.<br />

In het materiaal wordt dan een klein<br />

krasje gemaakt.<br />

Aftekenen van cirkels<br />

Voor het trekken van cirkels gebruik je<br />

de steekpasser.<br />

Neem vanaf de maatlat de steek over in<br />

de steekpasser en teken dit af op het<br />

werkstuk.<br />

Ook kun je van het werkstuk de maat<br />

in de steekpasser overnemen.<br />

Als je de steekpasser dan langs de<br />

liniaal houdt kun je de ingestelde<br />

maat aflezen.<br />

Op deze manier kun je sommige<br />

maten controleren.


4 Aftekenen van boor gaten<br />

Voor het boren van gaten teken je<br />

eerst de hartlijnen van het gat af.<br />

Als je op het snijpunt van de hartlijnen<br />

boort, komt het gat niet op de juiste<br />

plaats omdat de boor gaat verlopen.<br />

Daarom ga je het gat eerst centeren,<br />

dat wil zeggen dat je met de<br />

centerpons precies op het snijpunt van<br />

de hartlijnen een klein putje in het<br />

materiaal maakt.<br />

Dit centergaatje moet juist zo groot zijn<br />

dat de dwarssnijkant van de boor, ook<br />

wel de ziel van de boor genoemd, er<br />

juist in past.<br />

De afmeting van het centergaatje moet<br />

dus worden aangepast aan de<br />

afmeting van de boor.<br />

Bij het aanbrengen van het<br />

centergaatje moet je op het volgende<br />

letten:<br />

1 plaats eerst de centerpons schuin<br />

op het materiaal met de<br />

centerpunt precies op het snijpunt<br />

van de hartlijnen.<br />

2 Breng daarna de centerpons zuiver<br />

haaks op het werkstuk.<br />

3 Sla met de bankhamer juist zo hard<br />

dat het centergaatje de vereiste<br />

diepte heeft.<br />

4 Om een beter resultaat te krijgen<br />

slaan we centergaten op het<br />

aambeeld.


Schuifmaat<br />

buiten binnen diepte<br />

meting meting meting<br />

Een schuifmaat is een<br />

meetgereedschap waarmee je heel<br />

nauwkeurig kunt meten.<br />

Zelfs zo klein dat je zelfs 1 /20 e<br />

deel van een mm kunt meten. (0.05<br />

mm)<br />

De delen met een rode pijl kun je<br />

verschuiven ten opzichte van de<br />

vaste liniaal<br />

Enkele belangrijke punten:<br />

1 zorg voor schone meetvlakken<br />

2 plaats bij buitenmetingen de<br />

bekken loodrecht op het werkstuk<br />

3 meet bij binnenmetingen zuiver<br />

door het midden<br />

4 pas op voor verbuigen van de<br />

meetstift bij dieptemetingen


Werking 1 /20 = 0,05 mm nonius<br />

De nonius is 39 mm lang en<br />

verdeeld in 20 delen.<br />

Ieder deel is dus 39:20 = 1,95 mm.<br />

De liniaal heeft een millimeter<br />

verdeling.<br />

Een noniusdeel is dus 2-1,95 = 0,05<br />

mm korter dan twee liniaaldelen.<br />

Het verschil tussen de noniusdelen en<br />

de liniaaldelen wordt van links naar<br />

rechts langs de nonius steeds 0,05 mm<br />

groter. Zie figuur 5.<br />

Je kunt een bepaald noniusdeel<br />

laten samenvallen met een mm deel op<br />

de liniaal door de schuif te verplaatsen.<br />

Wil je bijvoorbeeld het vijftiende<br />

noniusdeeltje laten samenvallen met de<br />

er rechts van gelegen mm streep op de<br />

liniaal, dan moet de schuif vanuit de<br />

nulstand 15 . 0,05 = 0,75 mm<br />

opschuiven.<br />

Voor het goed leren aflezen van de schuifmaat vraag je de leraar om de<br />

lesmodule: schuifmaat


5 Nauwkeurig aftekenen<br />

Het aftekenen van werkstukken is erg belangrijk.<br />

Er zijn vakmensen die van aftekenen hun beroep hebben gemaakt.<br />

Iedereen kan leren een gat te boren, maar een gat precies op een bepaalde<br />

plaats in een werkstuk boren is niet gemakkelijk.<br />

De werktekening<br />

De constructeur geeft de plaats van<br />

de gaten in een werkstuk aan vanuit<br />

een haakse hoek. figuur 1<br />

Er zijn machines waarmee je zeer<br />

nauwkeurig die afstanden<br />

- ook wel coördinaten genoemd -<br />

door middel van sleden kunt<br />

instellen.<br />

De hoogteschuifmaat<br />

Het aftekenen van de hartlijnen voor<br />

gaten en rondingen doe je op een<br />

vlakplaat met behulp van een<br />

hoogteschuifmaat. figuur 2.<br />

Deze hoogteschuifmaat heeft een<br />

fijninstelling.<br />

De hoogte ten opzichte van de<br />

vlakplaat kan op 0,02 mm<br />

nauwkeurig worden ingesteld.<br />

De werking van de fijninstelling is<br />

weergegeven in figuur 3.<br />

Zet je het bovenste deel a vast met<br />

schroef b, dan kun je de nonius, die<br />

opgenomen is in deel c zeer<br />

nauwkeurig instellen met<br />

regelschroef d.<br />

Daarna zet je het geheel vast met<br />

schroef e.


De hoogteschuifmaat wordt nu<br />

voorzichtig over de vlakplaat<br />

geschoven zodat de kraspunt een<br />

zeer fijne lijn trekt over het ook op de<br />

vlakplaat geplaatste werkstuk.<br />

figuur 4.<br />

Laat de schuifmaat slepend langs<br />

het goed haaks opgestelde werkstuk<br />

bewegen.<br />

Om de lijnen, vooral op staal,<br />

beter zichtbaar te maken, kun je<br />

het werkstuk ook insmeren met<br />

aftekeninkt<br />

Deze inkt wordt door de kraspunt<br />

weggekrast.<br />

De vlakplaat<br />

De vlakplaat is een zeer vlakke<br />

zware plaat, vaak gemaakt van een<br />

bijzondere gietijzersoort.<br />

Om doorbuigen te voorkomen van<br />

de vlakplaat is deze van onderen<br />

met zware ruggen versterkt.<br />

Met drie poten wordt de vlakplaat op<br />

een stevig onderstuk gezet.<br />

Het centeren<br />

Staan de kraslijnen eenmaal op het<br />

werkstuk, dan ga je zeer nauwkeurig<br />

centeren.<br />

Zet de punt van de centerpons eerst<br />

even schuin precies op de kruising<br />

van de aftekenlijnen.<br />

Draai de centerpons dan recht op en<br />

geef er voorzichtig een tikje op met<br />

een hamer.<br />

Is het center op de goede plaats<br />

gebleven, dan kun je de punt dieper<br />

slaan. figuur 5 en 6.<br />

Een centerpons maakt een<br />

kratervormig gat.


6 Plaatwerkgereedschap<br />

In de industrie wordt plaatmateriaal veel gebruikt.<br />

Om van plaatstaal een bepaald werkstuk te maken zijn allerlei gereedschappen<br />

beschikbaar.<br />

fig 6.1 rechte blikschaar<br />

fig 6.2 rondschaar fig 6.3 hefboomschaar<br />

fig 6.5 guillotineschaar of slagschaar<br />

Knippen<br />

Voor het knippen van dunne plaat en<br />

klein werk gebruik je de blikschaar<br />

figuur 6.1.<br />

Met de rondschaar figuur 6.2 kun je<br />

ronde vormen en ook cirkels<br />

knippen.<br />

Dikkere plaat - dus bij voorbeeld<br />

boven 1 mm - is moeilijk met een<br />

handschaar te knippen.<br />

In figuur 6.3 zie je een<br />

hefboomschaar.<br />

Door de hefboom kan een grote<br />

kracht worden uitgeoefend.<br />

Het ondermes is vast op het frame<br />

gemonteerd. Het bovenmes wordt<br />

door de hefboom naar beneden<br />

gedrukt.<br />

Voor het vrijlopen van de messen<br />

in de hefboomplaatschaar is het<br />

ondermes iets scheef<br />

gemonteerd figuur 6.4.<br />

Om te voorkomen dat de plaat<br />

tijdens het knippen omhoog komt,<br />

moet de materiaalsteun worden<br />

gebruikt.<br />

De guillotineschaar of slagschaar<br />

wordt gebruikt om sneller en<br />

nauwkeuriger te kunnen knippen<br />

figuur 6.5.<br />

Hier beweegt het bovenrnes langs<br />

geleidingen omlaag.<br />

Het bovenmes is soms meer dan<br />

twee meter lang.


fig. 6.6 platenwals of buigwals<br />

fig. 6.7 zetbank<br />

fig. 6.8 details van een zetbank<br />

fig. 6.9 buigblok<br />

achterrol<br />

De platenwals of buigwals fig. 6.6<br />

gebruik je om van plaat een rond<br />

voorwerp te maken.<br />

Het materiaal wordt geklemd door<br />

de rollen steeds een beetje te<br />

verstellen.<br />

De diameter van het werkstuk wordt<br />

bepaald door de verstelling van de<br />

achterste rol.<br />

Buigen<br />

Smalle stukken plaatmateriaal<br />

kunnen worden gebogen door deze<br />

te spannen in de bankschroef en<br />

daarna om te slaan met bij een<br />

hamer.<br />

Vooral voor het strak ombuigen van<br />

langere stukken plaatmateriaal<br />

gebruik je een zetbank (figuur 6.7).<br />

In detail zie je in de figuren 6.8 van<br />

de werking van de zetbank.<br />

Door de buigbalk omhoog te<br />

trekken wordt de plaat gezet.<br />

De liniaal is vaak uit delen van<br />

verschillende breedte opgebouwd.<br />

Hierdoor is het mogelijk om meer<br />

zijden van een werkstuk te zetten<br />

Strippen kun je in het buigblok<br />

spannen en dan buigen.<br />

figuur 6.9.


7 montage gereedschappen<br />

Voor het monteren en demonteren worden vele gereedschappen gebruikt,<br />

zoals de ringsleutel, de steeksleutel, de dopsleutel, de pijpsleutel, de<br />

verstelbare sleutel, de stiftsleutel, schroevedraaiers en montagehamers.<br />

fig. 7.1 ringsleutel<br />

fig. 7.2 steeksleutel<br />

fig. 7.3 dopsleutelset<br />

Ringsleutel<br />

Moet je een zeskantmoer of een<br />

bout met een zeskante kop<br />

vastdraaien of losdraaien, dan<br />

gebruik je bij voorkeur een<br />

ringsleutel.<br />

Deze ringsleutel past op alle zes de<br />

hoeken van een moer, waardoor de<br />

kans op beschadigen zeer klein is<br />

(figuur7.1).<br />

Steeksleutel<br />

Bij moeilijk bereikbare moeren, die je<br />

bij voorbeeld aantreft bij machines,<br />

gebruik je de steeksleutel<br />

(figuur 7.2).<br />

Ook voor vierkantmoeren is de<br />

steeksleutel te gebruiken.<br />

Dopsleutel<br />

Voor moeren die diep liggen, zodat<br />

je er met een andere sleutel niet bij<br />

kunt, neem je de dopsleutel<br />

(figuur 7.3).<br />

Denk maar eens aan de moeren bij<br />

de cilinderkop van een motor.<br />

Dopsleutels worden als set<br />

geleverd, bestaande uit een<br />

handgreep en een aantal doppen<br />

met verschillende sleutelwijdten en<br />

hulpstukken, zoals verlengstukken<br />

en een ratelsleutel.


fig. 7.4 pijpsleutels + bougiesleutel<br />

fig. 7.5 verstelbare sleutels<br />

of bahco<br />

fig. 7.6 stiftsleutels of<br />

inbussleutels<br />

Pijpsleutel<br />

Voor de moeren bij de cilinderkop<br />

van een motor gebruikt men ook<br />

wel de pijpsleutel (figuur 7.4).<br />

Ook de zogenaamde bougiesleutel<br />

is een pijpsleutel.<br />

Verstelbare sleutel (bahco)<br />

In gevallen waar geen andere<br />

passende sleutels kan worden<br />

gebruikt kun je de verstelbare sleutel<br />

(figuur 7.5) gebruiken.<br />

De verstelbare sleutel is erg<br />

kwetsbaar en het risico is groot dat<br />

de moer of boutkop beschadigd<br />

wordt door het afglijden van de<br />

sleutel.<br />

Stiftsleutel<br />

Veel bouten en stelschroeven zijn<br />

voorzien van een binnenzeskant.<br />

De stiftsleutel of inbussleutel<br />

(figuur 7.6) is het aangewezen<br />

gereedschap voor het losdraaien en<br />

vastdraaien van dergelijke bouten en<br />

stelschroeven.<br />

Stiftsleutels zijn los te koop.<br />

Er zijn ook stiftsleutelsets in de<br />

handel, waar verschillende maten bij<br />

elkaar zijn gebracht aan een ring of<br />

handgreep.<br />

Het voordeel is dat je dan de kleine<br />

maten stiftsleutels niet gauw kwijt<br />

raakt.


8 Schroevendraaiers<br />

fig.8.1<br />

fig.8.2<br />

fig.8.3<br />

fig.8.4<br />

bledschroevendraaier<br />

inbus stiftsleutel<br />

pozidrive en philips<br />

kruiskop<br />

torx<br />

De kop<br />

Is de kop van de schroef voorzien<br />

van een gleuf, dan gebruik je een<br />

schroevendraaier. (figuur 8.1.)<br />

Schroevendraaiers zijn leverbaar in<br />

vele vormen en maten. (figuur 8.2.)<br />

Veel schroeven, vooral<br />

plaatschroeven of zelftappers, zijn<br />

voorzien van een kruiskop.<br />

Hiervoor neem je een<br />

schroevendraaier met passende<br />

kruiskop, ook wel sterkop genoemd<br />

(figuur 8.2.3).<br />

Ook moet je er altijd goed op letten<br />

dat het blad van de<br />

schroevendraaier goed past in de<br />

schroefgleuf (figuur 8.3), want<br />

anders beschadig je de gleuf van de<br />

schroef of het werkstuk bij het<br />

vastdraaien of losdraaien.<br />

Bij de kruiskop (figuur 8.4) is de kans<br />

op uitschieten tijdens het werk klein<br />

en de schroefkop is sterker.<br />

In figuur 8.4 zie je twee veel<br />

gebruikte kruiskop vormen.<br />

De Pozidrive is een verbetering<br />

van de originele Philips kruiskop<br />

en geeft meer grip.


9 Buig- en kniptangen<br />

fig.9.1<br />

fig.9.2<br />

fig.9.3<br />

fig.9.4<br />

ijzervlechtwerk<br />

Buigtangen<br />

Buigtangen herkent men aan de<br />

ronde of platte bekken (figuur 9.1).<br />

In figuur 9.1 is te zien dat de bekken<br />

spits toelopen.<br />

De bekken zijn allemaal aan de<br />

binnenkant gekarteld maar de lengte<br />

van de bekken kan erg verschillen.<br />

Kniptangen<br />

Zijkniptangen (figuur 9.2) gebruikt<br />

men om zachte draadsoorten door te<br />

knippen met een diameter tot<br />

± 2mm.<br />

Kopkniptangen (figuur 9.3) kun je<br />

ook gebruiken voor het knippen van<br />

draad tot ± 2 mm.<br />

Het nadeel van een kopkniptang is<br />

dat als langere stukken wil knippen<br />

men de draad scheef tussen de<br />

bekken moet plaatsen.<br />

Voor het knippen is dan een grotere<br />

kracht nodig.<br />

De vlechtwerktang (figuur 9.4) lijkt op<br />

een nijptang en wordt veel gebruikt<br />

bij ijzervlechtwerk.<br />

Door de lange handvatten kost het<br />

weinig kracht om draden tot ± 3 mm<br />

te knippen.


fig.9.6<br />

fig.9.5<br />

combinatietangen<br />

Met een combinatietang (figuur 9.5)<br />

kan men verschillende<br />

werkzaamheden uitvoeren.<br />

Dit 'manusje van alles' kan onder<br />

andere gebruikt worden voor de<br />

volgende 'karweitjes' (figuur 9.6).<br />

1 Met de fijn gekartelde bekvlakken<br />

kunnen diverse onderdelen<br />

worden vastgehouden en<br />

gebogen.<br />

2 De getande 'holte' dient voor het<br />

vasthouden van cilindrische<br />

onderdelen zoals buisjes, pennen.<br />

enz.<br />

3 Draad kan geknipt worden met de<br />

twee scherpe snijkanten die<br />

ongeveer even lang zijn als bij een<br />

zijkniptang.<br />

4 In de twee haakse groeven kan<br />

draad tot een diameter van ± 2<br />

mm worden geknipt.<br />

De handgrepen van de moderne<br />

tangen zijn altijd elektrisch<br />

geïsoleerd met kunststof.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!