Van ballenjongen tot scenarioschrijver - Bianca Brasser
Van ballenjongen tot scenarioschrijver - Bianca Brasser
Van ballenjongen tot scenarioschrijver - Bianca Brasser
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Reportage<br />
Hoe tennis het leven van een slumboy veranderde<br />
<strong>Van</strong> <strong>ballenjongen</strong> <strong>tot</strong><br />
<strong>scenarioschrijver</strong><br />
Tussen de vijfsterrenhotels in Rio de Janeiro slaat een<br />
lange, donkere man hard een bal over het net van de<br />
tennisbaan. Met zijn dreadlocks en gespierde lichaam<br />
is hij op het eerste gezicht geen doorsnee tennisleraar.<br />
Eduardo Tripa (35), geboren in de grootste sloppenwijk<br />
van Brazilië, is dan ook geen doorsnee man. Tennis<br />
veranderde zijn leven.<br />
46 Tennis Magazine<br />
Tripa leerde als <strong>ballenjongen</strong><br />
discreet te zijn en op tijd te komen;<br />
het bracht hem <strong>tot</strong> <strong>scenarioschrijver</strong>.<br />
Acht jaar was Tripa toen hij voor<br />
het eerst een stap op de<br />
tennisbaan zette. Zijn vader<br />
spoorde hem aan om als<br />
<strong>ballenjongen</strong> aan de slag te<br />
gaan op het tenniscomplex van de<br />
Nederlander Leo van den Berg. “Eigenlijk<br />
vond ik tennis maar niks”, vertelt Tripa<br />
terwijl hij zijn racket terug in de hoes stopt.<br />
“De enige reden voor mij om achter die<br />
ballen aan te rennen was het geld. Geld<br />
dat we thuis hard nodig hadden.” Dat dit<br />
het begin was van een rijke carrière die<br />
uiteindelijk <strong>tot</strong> beroemd <strong>scenarioschrijver</strong><br />
zou leiden had Tripa toen nog niet kunnen<br />
vermoeden. “Mijn vader had blijkbaar een<br />
goed oog voor de toekomst”, lacht hij.<br />
Alternatief voor hulpje drugsbaas<br />
De 80-jarige Leo van den Berg herinnert<br />
zich Tripa nog goed, ook al is hij een van de<br />
ruim vierduizend <strong>ballenjongen</strong>s die de<br />
afgelopen 36 jaar op de tennisbanen de<br />
ballen raapte van de Braziliaanse elite. In<br />
1974 kwam <strong>Van</strong> den Berg samen met zijn<br />
vrouw op de bonnefooi naar Rio de Janeiro.<br />
Hopend dat er iets interessants op hun<br />
pad zou komen. Op dat moment werd<br />
er een nieuw hotel gebouwd in de rijke<br />
strandwijk Sao Conrado. Ernaast lagen<br />
vervallen tennisbanen. Samen met zijn<br />
zoon besloot hij de banen te huren en op<br />
te knappen. Al gauw werd het druk en<br />
waren er <strong>ballenjongen</strong>s nodig. <strong>Van</strong> den<br />
Berg wijst naar de heuvels achter de<br />
tennisbanen waar duizenden huisjes kriskras<br />
tegenop zijn gebouwd. “Rocinha is een<br />
enorme favela waar drugsbazen veel macht<br />
en aanzien hebben”, vertelt <strong>Van</strong> den Berg.<br />
“Jonge jongens kijken tegen deze drugsbazen<br />
op. Ze willen geld verdienen en de<br />
snelste manier is om voor de drugsbendes<br />
op wacht te staan. Die jongens worden<br />
vaak niet ouder dan een jaar of twintig, dan<br />
zijn de meeste al doodgeschoten. Door dat
soort jongens werk op de tennisbaan te<br />
bieden als <strong>ballenjongen</strong>, geven wij ze een<br />
alternatief.”<br />
Schoolrapport als selectiecriterium<br />
Zes Reais (ongeveer 3 euro) per uur krijgen<br />
de jongens tegenwoordig voor ballen<br />
rapen. “Daar bovenop komen vaak nog<br />
flinke fooien”, vult <strong>Van</strong> den Berg aan.<br />
Volgens hem verdient een <strong>ballenjongen</strong><br />
gemiddeld vierhonderd Reais per maand.<br />
In een land waar het minimumloon op<br />
vijfhonderd Reais ligt, is dat een flink<br />
bedrag voor de jongens die naast school<br />
een bijbaantje hebben. <strong>Van</strong> den Berg wil<br />
daarom alleen jongens op zijn tennisbanen<br />
die serieus iets van hun leven willen maken.<br />
Hij stelt één eis aan hen: ze moeten naar<br />
school gaan. “36 jaar geleden selecteerden<br />
wij de jongens op basis van het schoolrapport.<br />
Tripa moest als kleine jongen<br />
maandelijks zijn schoolresultaten laten zien<br />
en nog steeds moeten de <strong>ballenjongen</strong>s<br />
van nu dat doen”, zegt hij. “Wie een<br />
onvoldoende heeft, mag pas terugkomen<br />
als het cijfer is opgehaald. We willen dat de<br />
jongens echt hun best doen.”<br />
Geen lessen, wel techniek<br />
Eduardo Tripa lacht zijn witte tanden bloot<br />
als hij vertelt over de kans die hij kreeg. “Na<br />
acht jaar werkervaring als <strong>ballenjongen</strong>,<br />
mocht ik op mijn 16de bij een eliteclub aan<br />
het strand komen werken. Na een paar<br />
jaar werd ik door een zakenman gevraagd<br />
om een potje tennis tegen hem te spelen.<br />
Al snel werd ik zijn vaste tennispartner.<br />
Eigenlijk vond ik tennis maar een saaie<br />
sport, <strong>tot</strong> het moment dat ik van deze rijke<br />
man mijn eerste potjes begon te winnen.”<br />
Dat Tripa behoorlijk kon tennissen ontging<br />
ook de eigenaren van de eliteclub niet. Hij<br />
maakte zo’n indruk, dat hij als tennisleraar<br />
aan de slag mocht. “Ik heb nooit echt<br />
tennislessen gehad”, grijnst Tripa. “Ik leerde<br />
de techniek door te kijken naar anderen.<br />
Daar had ik genoeg tijd voor, ik liep<br />
tenslotte al vanaf mijn achtste op de<br />
tennisbanen.”<br />
Beide kanten van het leven<br />
Niet lang nadat Tripa als tennisleraar ging<br />
werken, kwam hij via de lessen in contact<br />
met mensen uit de filmwereld. <strong>Van</strong>af<br />
dat moment kreeg zijn toekomst pas echt<br />
een enorme wending. “Op een gegeven<br />
moment sprak ik met verschillende directors<br />
die ik tennisles gaf”, vertelt Tripa. “Ze<br />
waren geïntrigeerd door de verhalen over<br />
mijn leven in de sloppenwijk. Mij werd<br />
gevraagd een script te schijven over het<br />
leven in Rio. Ik riep naar hen: Geef me pen<br />
en papier en ik schrijf het op! Een makkie<br />
voor mij, ik ken beide kanten van het leven<br />
hier. Ik ben geboren en opgegroeid in de<br />
favela, maar ik werk al zolang ik me kan<br />
Tekst en beeld: Rosanne Sies en <strong>Bianca</strong> <strong>Brasser</strong><br />
Leo van den Berg geeft<br />
kinderen uit de sloppenwijken<br />
een kans om geld te verdienen<br />
op de tennisbaan.<br />
herinneren op de tennisbanen met de rijke<br />
elite van Rio. Die samensmelting, daar zijn<br />
ze dol op in films.” Het ging Tripa plotseling<br />
voor de wind. Hij schreef script na script<br />
en vloog de wereld over om aan zijn draaiboeken<br />
te werken. Zijn bekendste werk zijn<br />
de scripts die hij schreef voor twee seizoenen<br />
van Cidade dos Homens, een populaire<br />
Braziliaanse tv-serie over het leven in de<br />
favela’s van Rio. Met als grootste kenmerk<br />
het contrast tussen arm en rijk. Later<br />
schreef Tripa het script voor de wereldwijd<br />
bekende film All the invisible children,<br />
waarin het lot van arme kinderen centraal<br />
staat. Ook speelde hij een rol in de voor<br />
vier Oscars genomineerde film Cidade de<br />
Deus. “De wereld lag opeens aan mijn<br />
voeten”, zegt Tripa. “Ik schrijf mijn verhaal<br />
en daarmee verdien ik nu een hoop geld”,<br />
lacht hij hoofdschuddend.<br />
Hard werken en respect<br />
Voor het geld hoeft Tripa nu niet meer op<br />
de tennisbanen te staan. Toch komt hij nog<br />
zo vaak mogelijk naar de plek waar het ooit<br />
allemaal voor hem begonnen is. “Dit is mijn<br />
thuis, hier heb ik geleerd discreet te zijn,<br />
op tijd te komen, hard te werken en<br />
respect voor een ander te hebben. Als ik<br />
als achtjarig jongetje niet hier terecht was<br />
gekomen, was ik nu niet de persoon<br />
geweest die ik ben.” Ook geeft Tripa nog<br />
graag tennisles. In zijn vrije tijd doet hij dit<br />
zelfs gratis aan de generatie <strong>ballenjongen</strong>s<br />
van nu. Hij wijst naar een <strong>ballenjongen</strong><br />
aan de overkant van de baan. De jongen<br />
probeert met zijn eigen verdiende tennisracket<br />
een bal hoog te houden. “Ik ga een<br />
potje tegen hem spelen”, roept Tripa terwijl<br />
hij naar de jongen rent, “wie weet ligt er net<br />
zo’n mooie toekomst als die van mij op<br />
hem te wachten.” TM<br />
Tennis Magazine 47