Laatste artikel: De wereld op zijn kop - René Schils
Laatste artikel: De wereld op zijn kop - René Schils
Laatste artikel: De wereld op zijn kop - René Schils
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>De</strong> werelD <strong>op</strong> <strong>zijn</strong><br />
Lochseite<br />
L<strong>op</strong>en over flysch van vijftig miljoen jaar oud, en ondertussen je<br />
hoofd stoten aan verrucano van tweehonderdenvijftig miljoen<br />
jaar. Dat kan bij de Lochseite. Het is de laagste (570 m) en<br />
gemakkelijkst te bereiken plek om de overschuiving te<br />
bekijken. Hier is ook duidelijk te zien dat in de overschuivingszone<br />
tussen verrucano en flysch een geelkleurige laag<br />
lochseitenkalk zit. Zeer waarschijnlijk is dit het smeermiddel<br />
geweest. Daardoor kon het kilometers dikke pakket verrucano<br />
als één geheel, zonder te verbrokkelen, over de flysch schuiven.<br />
<strong>De</strong> Lochseite ligt ongeveer een kilometer ten oosten van<br />
Schwanden, langs de weg naar Elm (N46 59.780 E9 05.584).<br />
36 | hoogtelijn 3 -2011 | tekst en foto’s <strong>René</strong> SchilS<br />
Geologie onderweg<br />
naast de pass dil segnas (2629 m) <strong>op</strong> de grens van<br />
glarus en graubünden is de strak afgetekende lijn in<br />
de omringende bergwanden niet te missen. langs die<br />
messcherpe overgang <strong>zijn</strong> oude gesteenten over veel<br />
jongere afzettingen geschoven. <strong>De</strong>ze zogenaamde<br />
glarner-overschuiving heeft een belangrijke rol<br />
gespeeld bij de verklaring van gebergtevorming.
k<strong>op</strong><br />
Tschingelhorn. Bij mooi<br />
weer is de scherpe overgang<br />
tussen verrucano en kalk<br />
goed te zien.<br />
©Swiss-Image<br />
Ook voor leken<br />
Wat maakt de Glarner-overschuiving zo uniek dat<br />
het een Unesco-<strong>wereld</strong>erfgoed waard is? Immers, in<br />
de Alpen en alle andere bergketens wemelt het toch<br />
van de overschuivingen. Dat kl<strong>op</strong>t, maar de Glarneroverschuiving<br />
is een unieke combinatie van grote<br />
wetenschappelijke, historische en landschappelijke<br />
waarde.<br />
<strong>De</strong> Glarner-overschuiving biedt een unieke kijk <strong>op</strong> de vorming<br />
van bergen. Daarom is de Sardona Tektonik Arena sinds<br />
2008 een Unesco-<strong>wereld</strong>erfgoed. Het gebied strekt zich uit<br />
over 330 vierkante kilometer, van de zuidoever van de Walensee<br />
tot aan het Vorderrheintal bij Flims. Vijfendertig miljoen jaar<br />
geleden was alles hier nog normaal. Aan de <strong>op</strong>pervlakte lagen<br />
jonge flyschafzettingen, met daaronder kalk van middelbare<br />
leeftijd. Nog een verdieping lager bestond het gesteente uit oude<br />
locatie SaRdona TekTonik aRena,<br />
zwiTSeRland<br />
verrucano. Maar daarna kwam het zaakje in beweging. Afrika en<br />
Eur<strong>op</strong>a botsten <strong>op</strong> elkaar. <strong>De</strong> oude verrucano werd naar boven<br />
geduwd en schoof over de jonge flysch en kalk. Het bracht<br />
geologen in <strong>op</strong>perste verwarring.<br />
Diep weggest<strong>op</strong>t<br />
<strong>De</strong> verrucano die nu aan de <strong>op</strong>pervlakte ligt in grote delen van de<br />
Tektonik Arena, heeft een bewogen tijd achter de rug. Zo’n<br />
tweehonderdenvijftig miljoen jaar geleden was het gesteente nog<br />
onderdeel van de oude Varistische bergruggen. Maar zoals altijd,<br />
verrichtte erosie haar vernietigende werk. <strong>De</strong> afbrokkelende<br />
gesteenten verzamelden zich in de lager gelegen delen. In een<br />
bekken van zestig bij dertig kilometer stapelde zich een anderhalve<br />
kilometer dik pakket verrucano <strong>op</strong>.<br />
Daarna verdween de verrucano in verschillende fasen langzaam<br />
onder de <strong>op</strong>pervlakte. Uiteindelijk tot een diepte van ongeveer tien<br />
kilometer. Vanaf tweehonderd miljoen jaar geleden werd de<br />
verrucano voornamelijk bedekt door verschillende lagen kalk en<br />
mergel. In die periode werd het oercontinent Pangea uit elkaar<br />
getrokken, waardoor tussen de nieuwe continenten de Tethysoceaan<br />
ontstond. <strong>De</strong> kalkhoudende gesteenten werden afgezet <strong>op</strong> de<br />
bodem en langs de kust van die nieuwe oceaan.<br />
Ongeveer honderd miljoen jaar later draaide de beweging van de<br />
continenten echter om. Het Afrikaanse continent schoof tegen het<br />
Eur<strong>op</strong>ese continent aan. Het was de start van de vorming van de<br />
Alpen. <strong>De</strong> afzettingen uit deze periode bestaan voor een groot deel<br />
uit flysch. Dat bestaat hoofdzakelijk uit grof materiaal dat vanaf de<br />
kustzone afbrokkelde en zich in de zee <strong>op</strong>ho<strong>op</strong>te. Daar mengde het<br />
zich met de fijnere afzettingen uit de zee zelf.<br />
Noordwaarts<br />
Ergens halverwege de vorming van de Alpen, zo’n vijfendertig<br />
miljoen jaar geleden, begon de verrucano aan een lange reis naar<br />
de <strong>op</strong>pervlakte. Vanuit een diepte van ongeveer tien kilometer<br />
werd het gesteente gedurende twintig miljoen jaar, millimeter voor<br />
millimeter, schuin omhoog geduwd in noordelijke richting. <strong>De</strong><br />
verrucano, inclusief alle sedimenten die er toen nog boven<strong>op</strong><br />
lagen, schoof zo veertig kilometer noordwaarts, boven<strong>op</strong> jongere<br />
flysch- en kalkafzettingen.<br />
Later werden de Alpen als geheel nog verder omhoog geduwd,<br />
waardoor de overschuiving in <strong>zijn</strong> geheel hoger kwam te liggen. In<br />
het centrale deel van de Alpen was de <strong>op</strong>heffing het hoogst. Daar<br />
ligt de overschuiving rond de 3100 meter (Ringelspitz). Aan de<br />
zuidzijde ligt het laagste punt van de overschuiving rond 1300<br />
meter (Flims). Aan de noordzijde is de Lochseite het laagste punt<br />
waar de overschuiving nog zichtbaar is (570 meter). Nog verder<br />
naar het noorden ligt de overschuiving onder de grond. Na de<br />
hoogtelijn 3 -2011 | 37
Platentektoniek<br />
Met het inzicht dat overschuivingen, en dus horizontale<br />
krachten, een grote rol spelen, kon men de bouw van de<br />
Alpen steeds beter verklaren. Toch bleef een belangrijke<br />
vraag nog onbeantwoord. Wat is de motor achter de<br />
horizontale krachten? Het antwoord lag niet in de Alpen,<br />
maar moest uit de oceanen komen. Want het was Alfred<br />
Wegener (1880-1930) die in 1910 de <strong>op</strong>merkelijke overeenkomst<br />
van de kustlijnen van tegenover elkaar liggende<br />
continenten zag. Als stukjes van een puzzel konden ze in<br />
elkaar worden geschoven. Het kon volgens Wegener niets<br />
anders betekenen dan dat de continenten konden schuiven.<br />
Maar Wegener was niet in staat om <strong>zijn</strong> schuivende<br />
continenten te k<strong>op</strong>pelen aan de overschuivingen in<br />
bergketens. Hij was meer geïnteresseerd in de krachten die<br />
de continenten uiteendreven, en veel minder in wat<br />
logischerwijze aan het andere einde van de plaat moest<br />
gebeuren: de botsing! Emile Argand (1879-1940) kno<strong>op</strong>te in<br />
1922 -1924 de overschuivingen in de Alpen aan de bewegende<br />
continenten van Wegener, en smeedde dat samen tot<br />
de huidige theorie over de bewegingen van de aardkorst.<br />
<strong>op</strong>heffing van de Alpen vond <strong>op</strong> grote schaal erosie plaats.<br />
Daarom is van het oorspronkelijke pakket dat naar boven is<br />
geschoven al weer veel verdwenen. Maar dankzij de kloven en<br />
dalen die <strong>zijn</strong> uitgesleten, ligt de Glarner-overschuiving nu <strong>op</strong> veel<br />
plaatsen fraai in het zicht.<br />
Onder geologen<br />
<strong>De</strong> geschiedenis van de ontrafeling van de Glarner-overschuiving<br />
leest als een spannende streekroman. Familiebanden en lokale<br />
kennis speelden een belangrijke rol in de Zwitserse geologie van<br />
de negentiende eeuw. Het verhaal begint in 1807 als Hans Conrad<br />
Escher (1767-1823) de Glarner-overschuiving beschrijft. Op de<br />
Pass dil Segnas viel het hem <strong>op</strong> dat de stapeling van gesteenten<br />
niet overeenkwam met de normale volgorde. Oude grauwacke<br />
(vroegere naam voor verrucano) lag hier boven<strong>op</strong> de jonge<br />
alpenkalk. Omdat hij geen logische verklaring had, raadpleegde<br />
hij de gezaghebbende Duitse geoloog Le<strong>op</strong>old von Buch (1774-<br />
1853). Samen bezochten ze de Glarner Alpen. <strong>De</strong> <strong>op</strong>lossing van<br />
Von Buch was eenvoudig: “Grauwacke … kann und darf nie auf<br />
Alpenkalkstein ruhen.” Discussie gesloten!<br />
Totdat veertig jaar later Eschers zoon Arnold (1807-1872), voor de<br />
eerste keer voorstelde dat er een kolossale overschuiving plaats<br />
heeft moeten vinden. Dat was nog eens vernieuwend. Zo vernieuwend,<br />
dat hij er zelf aan begon te twijfelen. In de Glarner Alpen<br />
had Arnold Escher het veldwerk van <strong>zijn</strong> vader voortgezet. En met<br />
succes, want inmiddels was hij de eerste hoogleraar geologie in<br />
Zürich. Om reputatieschade te voorkomen, bedacht hij een theorie<br />
die beter aansloot bij de toenmalige gedachten over gebergtevorming.<br />
<strong>De</strong> heersende <strong>op</strong>vatting was dat de aarde sinds haar<br />
ontstaan langzaam afkoelde en in elkaar kromp. Vergelijk het met<br />
een appel die uitdroogt en rimpelig wordt. Daarbij ontstaan<br />
plooien in de aardkorst, die vervolgens om kunnen buigen. Om bij<br />
deze theorie aan te sluiten bedacht hij de dubbele plooi. Een plooi<br />
vanuit het noorden en een plooi vanuit het zuiden, naar elkaar toe<br />
38 | hoogtelijn 3 -2011<br />
geklapt. Daardoor kon de oude verrucano de jonge flysch<br />
insluiten en bedekken.<br />
Hier auch<br />
Arnold Escher droeg <strong>zijn</strong> gedachtegoed naadloos over aan Albert<br />
Heim (1849-1937). Vanaf het moment dat ze elkaar in 1863 bij de<br />
Zwitserse Alpenclub (SAC) ontmoetten trad Escher <strong>op</strong> als Heims<br />
mentor. Na het overlijden van Escher nam Heim de leerstoel<br />
geologie over. Uiteraard nam hij ook de dubbelplooitheorie ook<br />
over, en verdedigde deze te vuur en te zwaard. Serieuze twijfels<br />
over Heims dubbele plooi kwamen vooral vanuit het buitenland.<br />
Eerst in 1884 van de Fransman Marcel Bertrand (1847-1907).<br />
Hoewel Bertrand zelf nooit in de Glarner Alpen is geweest, schreef<br />
hij dat een overschuiving vanuit het zuiden naar het noorden de<br />
bouw van de Glarner Alpen veel beter kon verklaren. Bernard<br />
kreeg geleidelijk aan steeds meer bijval van geologen die ook in<br />
andere gebieden overschuivingen meenden te herkennen. Maar<br />
Heim liet zich niet snel van <strong>zijn</strong> stuk brengen. Bovendien schuwde<br />
hij daarbij niet om <strong>zijn</strong> tegenstanders keihard aan te pakken of te<br />
ontl<strong>op</strong>en. Op het internationale geologiecongres in Zürich in 1894<br />
stonden de twee kampen lijnrecht tegenover elkaar. August<br />
Rothpletz (1853-1918), een van de dissidenten van Heims dogma,<br />
hield een lezing waarin hij de tegenstelling als een generatieconflict<br />
neerzette. Volgen Rothpletz zagen de bekrompen oudere<br />
geologen plooien waar de jongeren juist overschuivingen zagen:<br />
“Da hallt aus jugendlichen Kehlen der Ruf: hier auch gibt es<br />
Überschiebungen!” Zo’n frontale aanval pikte Albert Heim niet. Hij<br />
weigerde dan ook om Rothpletz mee te nemen <strong>op</strong> de bijbehorende<br />
excursie naar de Glarner Alpen. Hij had geen zin in een<br />
confrontatie met Rothpletz. Want het zou onmogelijk <strong>zijn</strong> om hem<br />
tijdens de twaalf dagen durende trip in de bergen continu uit de<br />
weg te gaan. Heim schreef dat de confrontatie in een ruzie zou<br />
eindigen, en dat hij niet verplicht was om een gek mee te nemen.<br />
Er volgde nog vele brieven, en met zachte dwang konden ze<br />
Rothpletz uiteindelijk overhalen om niet mee te gaan.<br />
Maar in 1902 gaat Heim om. Het doek valt voor de dubbele plooi.<br />
Ook hij ziet nu in dat voorheen onbegrijpelijke structuren met<br />
<strong>De</strong> allereerste schets van de Glarner-overschuiving<br />
<strong>op</strong> de Segnespas, door Hans Conrad Escher.<br />
Hut <strong>op</strong> Pass<br />
dil Segnass.
<strong>De</strong> hoofdrolspelers naast elkaar:<br />
roodgelige verrucano en blauwgrijze<br />
flysch.<br />
overschuivingen beter verklaard kunnen worden. Met dezelfde<br />
passie waarmee hij eerst de dubbele plooi verdedigde, stond hij<br />
nu achter de overschuivingen. In 1921 riep hij in <strong>zijn</strong> ‘Geologie der<br />
Schweiz’ iedereen <strong>op</strong> die nog twijfelde naar de Glarner Alpen te<br />
komen en de overschuiving met eigen ogen te aanschouwen.<br />
Sardona Tektonik Arena<br />
Meerdaagse wandeltocht<br />
In zes etappes lo<strong>op</strong> je over de Sardona-Welterbe-Weg<br />
door de kern van de Tektonikarena. Vanuit Filzbach aan<br />
de Walensee slingert de route zuidwaarts naar Flims.<br />
<strong>De</strong> laatste drie etappes gaan langs de plaatsen met<br />
het mooiste zicht <strong>op</strong> de Glarner-overschuiving. Daarbij<br />
overschrijd je de Fo<strong>op</strong>ass (2223 m) en de Pass dil Segnas<br />
(2629 m). Onderweg kun je onder andere terecht in hutten<br />
van de SAC. Er is ook een variant van vijf etappes, inclusief<br />
bagagetransport. Kijk <strong>op</strong> www.wanderland.ch.<br />
Geostätten<br />
Buiten de kernzone bevinden zich zo’n vijftig Geostätten.<br />
Dit is een gevarieerd aanbod van leerpaden, musea, ruïnes<br />
en mijnen die <strong>op</strong> de een of andere manier een band hebben<br />
met de geologie van dit gebied.<br />
Reis<br />
Met de trein reis je in tien uur van Utrecht naar bijvoorbeeld<br />
Elm. Kijk voor de dienstregeling <strong>op</strong> www.bahn.com; voor<br />
meer info en treintickets <strong>op</strong> www.Treinreiswinkel.nl. <strong>De</strong><br />
Glarner Alpen liggen ongeveer <strong>op</strong> 870 km van Utrecht.<br />
Swiss Airlines vliegt vier keer per dag van Amsterdam naar<br />
Zürich (www.swiss.com).<br />
Accommodatie<br />
Als je een keer wat anders wilt kun je <strong>op</strong> de Pass dil Segnas<br />
overnachten in de Mountain Lodge. Oorspronkelijk was het<br />
een militair onderkomen uit 1944. Nu is het een kleine hut<br />
met twaalf slaapplaatsen in het lager.<br />
• Berggasthaus Murgsee, +41 (0)870 762826352,<br />
www.murgsee.ch<br />
Walensee: startpunt van de tocht door de Tektonik Arena.<br />
• Spitzmeilenhütte, +41 (0)81 7332232, www.<br />
spitzmeilenhütte.ch<br />
• Hotel Alpenhof Weisstannen, +41 (0)81 7231763, www.<br />
alpenhof-weisstannen.ch<br />
• Hotel Gemse Weisstannen, +41 (0)817231705, www.<br />
weisstannen.ch<br />
• Sardonahütte SAC, +41 (0)81 306 13 88, www.<br />
sardonahuette.ch<br />
• Gasthaus Segnes, +41 (055 6421172, www.segnes.ch<br />
• Alpenhotel Flims, +41 (0)81 9209800, wwwalpenhotelflims.com<br />
Documentatie<br />
• Kompass Wanderkarte 126 Glarnerland – Walensee – Pizol<br />
– Sarganserland, schaal 1:50.000<br />
• Landeskarte der Schweiz blad 237 Walenstadt, schaal<br />
1:50.000<br />
• Landeskarte der Schweiz blad 247 Sardona, schaal<br />
1:50.000<br />
• Alpinführer Glarner Alpen, Vom Walensee zum Tödi, Peter<br />
Straub, Verlag CAS, 2004.<br />
• Glarnerland, Wanderführer, Ulrich Tubbesing , Rother<br />
Bergverlag, 3de druk 2009.<br />
• Glarner Überschreitungen, 18 Wanderungen zu Geschichte<br />
und Gegenwart eines engen Tals, François Meienberg,<br />
Rotpunkt Verlag, 3de druk 2007.<br />
• www.gpstracks.com voor de GPS-tracks voor de Sardona-<br />
Welterbe-Weg<br />
• www.tektonikarenasardona.ch<br />
• Geostätten www.ge<strong>op</strong>ark.ch<br />
• whc.unesco.org/en/list/1179/Unesco-<strong>wereld</strong>erfgoedlijst<br />
• www.MySwitzerland.com<br />
hoogtelijn 3 -2011 | 39