12.09.2013 Views

Ontleden en Benoemen 1&2

Ontleden en Benoemen 1&2

Ontleden en Benoemen 1&2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

LESSTOF<br />

<strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>


2 Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>


INHOUD<br />

INLEIDING....................................................................................................................... 4<br />

DOELGROEP ................................................................................................................... 5<br />

STRUCTUUR .................................................................................................................... 6<br />

INHOUD ONTLEDEN EN BENOEMEN 1 ........................................................................ 10<br />

INHOUD ONTLEDEN EN BENOEMEN 2 ........................................................................ 17<br />

Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 3


INLEIDING<br />

Muiswerkprogramma’s zijn computerprogramma’s voor het onderwijs. De<br />

programma’s draai<strong>en</strong> onder Windows <strong>en</strong> zijn dus optimaal gebruikersvri<strong>en</strong>delijk.<br />

Het belangrijkste principe van Muiswerkprogramma’s is dat e<strong>en</strong> diagnostische<br />

toets de leerling stuurt naar oef<strong>en</strong>materiaal dat aansluit bij de gemaakte<br />

fout<strong>en</strong>. De toets kan herhaald word<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel leid<strong>en</strong> tot opnieuw oef<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

De begeleidingsmogelijkhed<strong>en</strong> van Muiswerk kom<strong>en</strong> het best tot hun<br />

recht wanneer het programma <strong>en</strong> de bestand<strong>en</strong> geïnstalleerd zijn in e<strong>en</strong> netwerk.<br />

De doc<strong>en</strong>t heeft dan extra mogelijkhed<strong>en</strong> zijn of haar klas te stur<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />

volg<strong>en</strong>.<br />

Het lesbestand <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 2 is bedoeld voor leerling<strong>en</strong> in het<br />

voortgezet onderwijs, het volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>onderwijs <strong>en</strong> voor snelle leerling<strong>en</strong> in<br />

het basisonderwijs. Het kan gebruikt word<strong>en</strong> als ondersteuning van de gewone<br />

grammaticaless<strong>en</strong>. Het is dus níet specifiek geschikt voor onderwijs in<br />

Nederlands als tweede taal. Het programma kan met name goed gebruikt<br />

word<strong>en</strong> in groep<strong>en</strong> met grote niveauverschill<strong>en</strong>. <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1 is<br />

vooral voor leerling<strong>en</strong> die slechts e<strong>en</strong> beperkte basisk<strong>en</strong>nis hoev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

van ontled<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>. Het eindniveau dat met behulp van dit programma<br />

gehaald kan word<strong>en</strong> voldoet ruimschoots aan de eindterm<strong>en</strong> van de basisvorming.<br />

<strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 2 is geschikt voor leerling<strong>en</strong> die bijvoorbeeld<br />

op gymnasiumniveau moet<strong>en</strong> eindig<strong>en</strong>. U kunt de leerling<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de<br />

manier<strong>en</strong> met het programma lat<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> (zie sectie DIDACTIEK). Er bestaat<br />

ge<strong>en</strong> verbinding met e<strong>en</strong> bepaalde lesmethode, maar dit Muiswerkprogramma<br />

sluit wel aan bij wat in alle bek<strong>en</strong>de lesmethod<strong>en</strong> Nederlands behandeld<br />

wordt. Aan de orde kom<strong>en</strong>:<br />

werkwoord<br />

zelfstandig naamwoord<br />

bijvoeglijk naamwoord<br />

voorzetsel<br />

alle voornaamwoord<strong>en</strong><br />

telwoord<br />

bijwoord<br />

voegwoord<br />

tuss<strong>en</strong>werpsel<br />

4 Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>


verdel<strong>en</strong> in zinsdel<strong>en</strong><br />

persoonsvorm <strong>en</strong> tijd<br />

onderwerp<br />

werkwoordelijk gezegde<br />

lijd<strong>en</strong>d voorwerp<br />

meewerk<strong>en</strong>d voorwerp<br />

bijwoordelijke bepaling<br />

naamwoordelijk gezegde<br />

voorzetselvoorwerp<br />

bepaling van gesteldheid<br />

Het programma <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 2 voldoet het best wanneer in de<br />

klas of anderszins reeds al <strong>en</strong>ige aandacht besteed is aan het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van<br />

woordsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinsdel<strong>en</strong>, terwijl het nog niet zo is dat de leerling<strong>en</strong> de stof<br />

beheers<strong>en</strong>. Enige ervaring in het werk<strong>en</strong> met de muis (aanwijz<strong>en</strong>, klikk<strong>en</strong>,<br />

afroll<strong>en</strong>, slep<strong>en</strong>) is ook gew<strong>en</strong>st. Ontbreekt deze ervaring, dan is e<strong>en</strong> korte<br />

instructie daarover wel op zijn plaats.<br />

DOELGROEP<br />

<strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1 is bedoeld voor leerling<strong>en</strong> in de brugklas van vmbotl,<br />

havo <strong>en</strong> vwo <strong>en</strong> voor het eerste leerjaar A van het Belgische secundair<br />

onderwijs. In dit programma wordt de basisstof van het traditionele woordb<strong>en</strong>oem<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> zinsontled<strong>en</strong> op het niveau van <strong>en</strong>kelvoudige zinn<strong>en</strong> behandeld.<br />

Het gaat om stof die voor e<strong>en</strong> groot deel ook al op de basisschool aan de orde<br />

gekom<strong>en</strong> is (zie INHOUD O&B1, blz. 10). Vervolg<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> in<br />

brugklas <strong>en</strong> hogere klass<strong>en</strong> van havo <strong>en</strong> vwo <strong>en</strong> in België in ASO 2 e <strong>en</strong> 3 e graad<br />

aan de slag gaan met <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 2. In <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 2<br />

wordt de stof van deel 1 grot<strong>en</strong>deels bek<strong>en</strong>d verondersteld <strong>en</strong> aangevuld tot<br />

e<strong>en</strong> complete behandeling van het traditionele woordb<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinsontled<strong>en</strong><br />

(zie INHOUD O&B2, blz. 15). Er kom<strong>en</strong> nu naast <strong>en</strong>kelvoudige, ook sam<strong>en</strong>gestelde<br />

zinn<strong>en</strong> aan de orde.<br />

Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 5


De oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> onder de knop ‘Alle oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>’ bij <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1. Druk op de statistiekknop<br />

linksonder om te wet<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> of u deze oef<strong>en</strong>ing eerder maakte <strong>en</strong> met welk resultaat.<br />

Het programma is ook geschikt om op in het hbo <strong>en</strong> op de universiteit (PABO<br />

<strong>en</strong> tal<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong>) de k<strong>en</strong>nis van de grammatica bij te spijker<strong>en</strong>. Net als de<br />

meeste andere Muiswerkprogramma’s is <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1 & 2 bijzonder<br />

geschikt voor groep<strong>en</strong> waarin grote niveauverschill<strong>en</strong> bestaan. Het kan<br />

zowel gebruikt word<strong>en</strong> door leerling<strong>en</strong> die nog weinig van de stof wet<strong>en</strong>, als<br />

door leerling<strong>en</strong> die al <strong>en</strong>igszins gevorderd zijn. De laatst<strong>en</strong> zijn alle<strong>en</strong> eerder<br />

klaar. Door te werk<strong>en</strong> in de diagnostische modus krijg<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> slechts<br />

oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in onderdel<strong>en</strong> die ze nog niet beheers<strong>en</strong>. Het programma is geschikt<br />

voor zowel autochtone als allochtone leerling<strong>en</strong>.<br />

STRUCTUUR<br />

Muiswerkprogramma's vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>omgeving voor computerondersteund<br />

onderwijs. Het basisprincipe van deze programma's is dat e<strong>en</strong> diagnostische<br />

toets de leerling stuurt naar oef<strong>en</strong>materiaal dat aansluit bij de fout<strong>en</strong><br />

die hij maakte. De toets kan herhaald word<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel leid<strong>en</strong> tot opnieuw<br />

oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Ook Muiswerk <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 2 is zo gestructureerd. Er<br />

kan zeer gediffer<strong>en</strong>tieerd mee gewerkt word<strong>en</strong>.<br />

In <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 2 wordt aandacht besteed aan vrijwel alle<br />

6 Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>


woordsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinsdel<strong>en</strong> die de traditionele grammatica onderscheidt. De<br />

opbouw van de del<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 2 is cumulatief: wat in deel 1 aan de orde komt,<br />

wordt in deel 2 grot<strong>en</strong>deels bek<strong>en</strong>d verondersteld. Gedeeltelijk word<strong>en</strong> in deel<br />

2 dezelfde onderwerp<strong>en</strong> behandeld als in deel 1, maar dan uitgebreider <strong>en</strong><br />

diepgaander. Beperkt het eerste lesbestand zich tot het ontled<strong>en</strong> van <strong>en</strong>kelvoudige<br />

zinn<strong>en</strong>; in het tweede lesbestand komt ook de sam<strong>en</strong>gestelde zin aan<br />

bod. Het is niet noodzakelijk om bij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> diagnose de complete<br />

stof van het lesbestand te betrekk<strong>en</strong>. Elk bestand bevat namelijk niet alle<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> totaaltoets B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> totaaltoets <strong>Ontled<strong>en</strong></strong>, maar ook vier of vijf<br />

deeltoets<strong>en</strong> die elk e<strong>en</strong> deel van de stof bevrag<strong>en</strong>. Zie de overzicht<strong>en</strong> van<br />

toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op blz. 15 <strong>en</strong> blz. 22.<br />

OMVANG<br />

In het lesbestand <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1 zijn 2160 vrag<strong>en</strong> in 2692 variaties,<br />

1230 woord<strong>en</strong>, 20 tekst<strong>en</strong> verwerkt in 6 toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> 90 oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Het totaal<br />

aantal opgav<strong>en</strong> is daarmee 3390. De stof wordt uitgelegd in 204 uitlegscherm<strong>en</strong>.<br />

Er zijn in het programma 14 oef<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong> gebruikt: Rij<strong>en</strong> (12x), St<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

(3x), Op<strong>en</strong> vraag (6x), Wijs aan in zin (11x), Meerkeuze (5x), Meerkeuze-2<br />

(4x), Meerkeuze-3 (11x), Meerkeuze-4 (25x), Meerkeuze-5 (3x), Wijs aan in<br />

tekst (9x), Koppels (2x), Slep<strong>en</strong> (3x), Wijzig tekst (1x), Koppelpuzzel (1x).<br />

In het lesbestand <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 2 zijn 2387toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> 79 oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Het totaal aantal opgav<strong>en</strong> is daarmee 3905. De stof wordt uitgelegd in<br />

223 uitlegscherm<strong>en</strong>. Er zijn in het programma 10 oef<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong> gebruikt:<br />

Rij<strong>en</strong> (19x), St<strong>en</strong><strong>en</strong> (6x), Op<strong>en</strong> vraag (1x), Wijs aan in zin (8x), Meerkeuze (5x),<br />

Meerkeuze-3 (10x), Meerkeuze-4 (23x), Meerkeuze-5 (6x), Wijs aan in tekst<br />

(4x), Slep<strong>en</strong> (4x).<br />

Het totale pakket bestaat uit de volg<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong>.<br />

De computerbestand<strong>en</strong> van <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>; 169 oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die<br />

onderverdeeld zijn naar onderwerp; twee uitgebreide toets<strong>en</strong> over <strong>Ontled<strong>en</strong></strong><br />

<strong>en</strong> twee over B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> <strong>en</strong> neg<strong>en</strong> deeltoets<strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> deel van<br />

de onderwerp<strong>en</strong> aan de orde komt. De meeste oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> toets<strong>en</strong><br />

kunt u ook op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> op papier afdrukk<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> zeer uitgebreide helpfile in .pdf formaat.<br />

E<strong>en</strong> overzichtelijke handleiding op papier.<br />

Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 7


DIAGNOSE<br />

Muiswerk k<strong>en</strong>t toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong> zich altijd tot e<strong>en</strong><br />

deel van de stof, legg<strong>en</strong> uit, lat<strong>en</strong> voorbeeld<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, lat<strong>en</strong> de leerling oef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> hem wet<strong>en</strong> wat hij goed <strong>en</strong> fout doet. Toets<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> nooit zi<strong>en</strong> of het<br />

antwoord goed was <strong>en</strong> dekk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> breder deel van de stof.<br />

De toets<strong>en</strong> van Muiswerk kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> diagnose stell<strong>en</strong>. Alle onderdel<strong>en</strong> van de<br />

stof kom<strong>en</strong> gelijkmatig in elke toets aan bod; veelgemaakte fout<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als<br />

het ware uitgelokt. De foute <strong>en</strong> goede antwoord<strong>en</strong>, die gecodeerd zijn, word<strong>en</strong><br />

opgevang<strong>en</strong> <strong>en</strong> gerubriceerd. Zo komt de diagnose tot stand.<br />

Het beginscherm van <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> & B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1 met de knop ‘Wat weet je al?’ waaronder alle toets<strong>en</strong><br />

zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de knop waaronder de oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> zijn. De knop met het persoonlijk oef<strong>en</strong>programma<br />

‘Jouw oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>’ verschijnt pas na het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> toets.<br />

Met behulp van de diagnose wordt e<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>programma op maat sam<strong>en</strong>gesteld.<br />

Dat wil zegg<strong>en</strong>: rubriek<strong>en</strong> waarin fout<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gemaakt, word<strong>en</strong><br />

vertaald in oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die de oef<strong>en</strong>stof uit die rubriek herhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. De<br />

leerling wordt door de oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> he<strong>en</strong> geleid die zwakke plekk<strong>en</strong> in zijn<br />

k<strong>en</strong>nis opvull<strong>en</strong>. Na het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> kan hij opnieuw e<strong>en</strong> toetsdo<strong>en</strong>.<br />

TOETSEN<br />

<strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1 heeft twee totaaltoets<strong>en</strong> <strong>en</strong> vier deeltoets<strong>en</strong>; <strong>Ontled<strong>en</strong></strong><br />

<strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 2 heeft twee totaaltoets<strong>en</strong> <strong>en</strong> vijf deeltoets<strong>en</strong>. De toets<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> zowel voor diagnose als voor evaluatie gebruikt. De gebruikte zinn<strong>en</strong><br />

8 Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>


<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> zijn elke keer anders, maar de toets<strong>en</strong> bevrag<strong>en</strong> wèl steeds dezelfde<br />

stof. U kunt zelf instell<strong>en</strong> welke toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor de leerling<br />

zichtbaar zijn <strong>en</strong> u kunt ook instell<strong>en</strong> of oef<strong>en</strong>programma’s word<strong>en</strong> geg<strong>en</strong>ereerd.<br />

Als u alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> toets afneemt voor e<strong>en</strong> cijfer, kan het g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> achterwege<br />

blijv<strong>en</strong> (BESTAND/ INSTELLINGEN/ BESTAND).<br />

De toets Alles B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> van <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1 heeft 48 opgav<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> gaat over: werkwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord,<br />

voorzetsel, voornaamwoord (persoonlijk, bezittelijk, vrag<strong>en</strong>d),<br />

telwoord, bijwoord.<br />

De toets Alles <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> van <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1 heeft 36 opgav<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> gaat over: persoonsvorm <strong>en</strong> tijd, zinsdel<strong>en</strong>, onderwerp, werkwoordelijk<br />

gezegde, lijd<strong>en</strong>d voorwerp, meewerk<strong>en</strong>d voorwerp, bijwoordelijke<br />

bepaling, naamwoordelijk gezegde.<br />

De toets Alles B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> van <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 2 heeft 48 opgav<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> gaat over: zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord,<br />

voorzetsel, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord,<br />

wederker<strong>en</strong>d voornaamwoord, vrag<strong>en</strong>d voornaamwoord, onbepaald<br />

voornaamwoord, betrekkelijk voornaamwoord, telwoord, bijwoord,<br />

voegwoord, voorzetsel, tuss<strong>en</strong>werpsel.<br />

De toets Alles <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> van <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 2 heeft 32 opgav<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> gaat over: bepaling<strong>en</strong>, structuur van zinn<strong>en</strong>, werkwoordelijk <strong>en</strong><br />

naamwoordelijk gezegde, onderwerp, lijd<strong>en</strong>d voorwerp, meewerk<strong>en</strong>d<br />

voorwerp, bijwoordelijke bepaling, voorzetselvoorwerp, bepaling van<br />

gesteldheid.<br />

Elke deeltoets bestrijkt e<strong>en</strong> deel van de stof. De deeltoets<strong>en</strong> <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> werk<strong>en</strong><br />

vaak met e<strong>en</strong> complete tekst (als voorbeeld hieronder deeltoets 1 van O&B1).<br />

Wat de precieze inhoud van deze deeltoets<strong>en</strong> is, kunt u bekijk<strong>en</strong> in de overzicht<strong>en</strong><br />

van oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> toets<strong>en</strong> op blz. 15 <strong>en</strong> blz. 22.<br />

UITLEGSCHERMEN<br />

Bij elke oef<strong>en</strong>ing hor<strong>en</strong> één of meer uitlegscherm<strong>en</strong>. Deze kunn<strong>en</strong> vooraf <strong>en</strong><br />

tijd<strong>en</strong>s het mak<strong>en</strong> van de oef<strong>en</strong>ing geraadpleegd word<strong>en</strong>. De uitlegscherm<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vaste opbouw. Naast de uitleg zijn er bijna altijd voorbeeld<strong>en</strong><br />

gegev<strong>en</strong>.<br />

Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 9


INHOUD ONTLEDEN EN BENOEMEN 1<br />

Muiswerkprogramma’s bestaan uit oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> toets<strong>en</strong> waarin volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

vaste systematiek e<strong>en</strong> aantal onderwerp<strong>en</strong> behandeld word<strong>en</strong>. Hieronder<br />

volgt e<strong>en</strong> beschrijving van de inhoud van de onderwerp<strong>en</strong> die in <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><br />

B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1 aan de orde kom<strong>en</strong>. Aan de hand van deze beschrijving kunt u<br />

nagaan of de inhoud aansluit bij wat u in de les behandelde of van plan b<strong>en</strong>t te<br />

behandel<strong>en</strong>.<br />

WERKWOORD<br />

Werkwoord<strong>en</strong> zijn woord<strong>en</strong> die zegg<strong>en</strong> wat iets of iemand doet. Ze hebb<strong>en</strong><br />

veel verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijke vorm is het hele werkwoord of de<br />

infinitief. Die ler<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong> van al dan niet gesplitste, vervoegde<br />

vorm<strong>en</strong>. Ze mak<strong>en</strong> in deze rubriek bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis met de persoonsvorm <strong>en</strong><br />

het voltooid deelwoord. Er zijn neg<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Oef<strong>en</strong>ing A9 bevat alle stof<br />

van de rubriek.<br />

ZELFSTANDIG NAAMWOORD EN LIDWOORD<br />

In de eerste oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van rubriek B leert m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zelfstandig naamwoord<br />

herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> op basis van betek<strong>en</strong>is <strong>en</strong> vorm. Dat gebeurt los van de context <strong>en</strong><br />

(later) in e<strong>en</strong> context. Belangrijk vormk<strong>en</strong>merk is dat er (meestal) e<strong>en</strong> lidwoord<br />

bij e<strong>en</strong> zelfstandig naamwoord hoort. Geleerd wordt ook in welke<br />

gevall<strong>en</strong> m<strong>en</strong> ‘de’, ‘het’ of ‘e<strong>en</strong>’ gebruikt. Er zijn acht oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Oef<strong>en</strong>ing B8<br />

bevat de totale stof van dit onderwerp.<br />

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD<br />

Ook het bijvoeglijk naamwoord leert m<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> op basis van betek<strong>en</strong>is <strong>en</strong><br />

vorm. Vormaspect<strong>en</strong> zijn dat het meestal e<strong>en</strong> vergrot<strong>en</strong>de <strong>en</strong> overtreff<strong>en</strong>de<br />

trap heeft <strong>en</strong> dat het meestal twee vorm<strong>en</strong> heeft: mét -e <strong>en</strong> zónder -e. De<br />

leerling leert in de oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ook in welke gevall<strong>en</strong> welke vorm gebruikt<br />

moet word<strong>en</strong>. Er zijn zes oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Oef<strong>en</strong>ing C7 gaat over de complete stof<br />

van dit onderdeel.<br />

VOORZETSEL<br />

Voorzetsels gev<strong>en</strong> (vaak letterlijk) aan welke plaats in de ruimte iets of iemand<br />

heeft. E<strong>en</strong> voorzetsel vormt sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> of meer andere woord<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> woordgroep. Het kan ook achter e<strong>en</strong> woordgroep staan. Aandacht ook<br />

10 Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>


voor het verschijnsel dat woord<strong>en</strong> vaak e<strong>en</strong> vaste combinatie vorm<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

voorzetsel. De rubriek bevat zes oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> oef<strong>en</strong>ing D6 oef<strong>en</strong>t weer alle<br />

stof over het onderwerp.<br />

Bij deze oef<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> de voorzetsels word<strong>en</strong> opgespoord.<br />

VOORNAAMWOORD<br />

Het persoonlijk voornaamwoord staat ‘in de plaats van e<strong>en</strong> persoon’. Aan de<br />

hand van voorbeeld<strong>en</strong> wordt getoond dat het persoonlijk voornaamwoord al<br />

dan niet e<strong>en</strong> onderwerp kan zijn. Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van<br />

wie iets is. Het staat dan vóór het bezit. E<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>d voornaamwoord helpt bij<br />

het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vraag. In de oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> vooral ook aandacht voor het<br />

onderscheid tuss<strong>en</strong> persoonlijk <strong>en</strong> bezittelijk voornaamwoord <strong>en</strong> voor de<br />

b<strong>en</strong>oeming van ‘het’: lidwoord of persoonlijk voornaamwoord. Er zijn zev<strong>en</strong><br />

oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> E7 gaat weer over de complete stof.<br />

TELWOORD<br />

In deze afdeling leert m<strong>en</strong> telwoord<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, onderscheid mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

hoofd- <strong>en</strong> rangtelwoord<strong>en</strong>, tuss<strong>en</strong> bepaalde <strong>en</strong> onbepaalde telwoord<strong>en</strong>. Er zijn<br />

drie oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 11


BIJWOORD<br />

De behandeling van het bijwoord is e<strong>en</strong>voudig gehoud<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong> bijwoord<strong>en</strong><br />

behandeld die iets zegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ander woord dan e<strong>en</strong> zelfstandig<br />

naamwoord (het verschil met bijvoeglijk naamwoord<strong>en</strong> wordt daarmee duidelijk)<br />

<strong>en</strong> bijwoord<strong>en</strong> die iets zegg<strong>en</strong> van de hele zin. Wat de betek<strong>en</strong>is betreft<br />

wordt de aandacht vooral gericht op bijwoord<strong>en</strong> van tijd <strong>en</strong> plaats. Er zijn<br />

twee oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

PERSOONSVORM EN TIJD<br />

De eerste stap van het ontled<strong>en</strong> is het ontdekk<strong>en</strong> van de persoonsvorm. Die<br />

wordt in deze rubriek voor de tweede keer behand<strong>en</strong>d. De persoonsvorm is<br />

e<strong>en</strong> werkwoord dat in de zin in e<strong>en</strong> andere tijd gezet kan word<strong>en</strong>. Dat is wat<br />

de leerling hier leert. Ook bij de werkwoordstijd<strong>en</strong> wordt vanzelfsprek<strong>en</strong>d<br />

stilgestaan. De leerling leert persoonsvorm<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in losse zinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> compleet tekstje. Er zijn zes oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in deze rubriek.<br />

ZINSDELEN<br />

Redekundig ontled<strong>en</strong> begint met verdel<strong>en</strong> in zinsdel<strong>en</strong>. Dat is wat hier c<strong>en</strong>traal<br />

staat. E<strong>en</strong> zinsdeel is één woord of e<strong>en</strong> groepje woord<strong>en</strong> dat bij elkaar<br />

hoort. Wat bij elkaar vóór de persoonsvorm kan staan, is e<strong>en</strong> zinsdeel. M<strong>en</strong><br />

leert de persoonsvorm op de juiste (tweede) plaats zett<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong> leert zinsdel<strong>en</strong><br />

afbak<strong>en</strong><strong>en</strong>. er zijn drie oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, waarvan de laatste weer de meest<br />

complete is.<br />

Bij deze oef<strong>en</strong>ing moet de leerling de balkjes tuss<strong>en</strong> de zinsdel<strong>en</strong> slep<strong>en</strong>.<br />

ONDERWERP<br />

Onderwerp <strong>en</strong> persoonsvorm hor<strong>en</strong> bij elkaar. Het onderwerp vind je door te<br />

vrag<strong>en</strong>: wie of wat + persoonsvorm + andere werkwoord<strong>en</strong>. Het antwoord op<br />

12 Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>


die vraag is het onderwerp. M<strong>en</strong> leert onderwerp<strong>en</strong> aanwijz<strong>en</strong> in losse zinn<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> compleet tekstje. Er zijn vier oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Oef<strong>en</strong>ing J4 bevat alle stof.<br />

WERKWOORDELIJK GEZEGDE<br />

Het gezegde zegt wat in de zin gebeurt. Het werkwoordelijk gezegde bestaat<br />

uit de persoonsvorm + andere werkwoord<strong>en</strong> als die in de zin staan. Het<br />

woordje ‘te’ hoort erbij als er e<strong>en</strong> werkwoord achter staat. Gesplitste werkwoord<strong>en</strong><br />

kom<strong>en</strong> terug. De rubriek bestaat uit vier oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

LIJDEND VOORWERP<br />

Het lijd<strong>en</strong>d voorwerp vind je door te vrag<strong>en</strong>: wie of wat + gezegde + onderwerp.<br />

Het antwoord op die vraag is het lijd<strong>en</strong>d voorwerp. De leerling moet<br />

onder andere lijd<strong>en</strong>d voorwerp<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> in losse zinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> compleet<br />

tekstje. Er zijn zes oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, waarvan de laatste weer de meest complete is.<br />

MEEWERKEND VOORWERP<br />

Het meewerk<strong>en</strong>d voorwerp past bij werkwoord<strong>en</strong> die iets met ‘gev<strong>en</strong>’ of<br />

‘zegg<strong>en</strong>’ te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Er staat bijna altijd ook e<strong>en</strong> lijd<strong>en</strong>d voorwerp bij. Er<br />

staat ‘aan’ voor <strong>en</strong> dat kun je dan weglat<strong>en</strong>, óf er staat géén ‘aan’ voor, maar<br />

dat kun je er wel voor d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Vijf oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> gaan over het meewerk<strong>en</strong>d<br />

voorwerp, waarvan de laatste weer de meest complete is.<br />

BIJWOORDELIJKE BEPALING<br />

Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 13


E<strong>en</strong> bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vrag<strong>en</strong> als ‘waar’, ‘wanneer’,<br />

‘hoe’, ‘waardoor’? Er kan meer dan één bijwoordelijke bepaling in e<strong>en</strong> zin<br />

staan. Vaak kun je zo’n bepaling ook weglat<strong>en</strong>. In vijf oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> leert m<strong>en</strong> de<br />

bijwoordelijke bepaling herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />

Deze meerkeuzeoef<strong>en</strong>ing gaat over soort<strong>en</strong> bijwoordelijke bepaling<strong>en</strong>.<br />

NAAMWOORDELIJK GEZEGDE<br />

In deze afdeling leert m<strong>en</strong> dat in e<strong>en</strong> zin met e<strong>en</strong> naamwoordelijk gezegde<br />

altijd e<strong>en</strong> koppelwerkwoord staat dat ‘gekoppeld’ is aan e<strong>en</strong> naamwoord of<br />

naamwoordgroep. Het gezegde zegt iets over het onderwerp. In vier oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

wordt dit - met <strong>en</strong>kelvoudige, e<strong>en</strong>voudige zinn<strong>en</strong> - aangeleerd.<br />

VERZAMELRUBRIEK<br />

Alle oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in voorgaande rubriek<strong>en</strong> zijn deeloef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> waarin het ging<br />

om het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> of <strong>en</strong>kele zinsdel<strong>en</strong>. In deze verzamelrubriek kom<strong>en</strong><br />

alle woordsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle zinsdel<strong>en</strong> - in de juiste volgorde - aan de orde.<br />

De acht oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van deze rubriek kunn<strong>en</strong> goed gebruikt word<strong>en</strong> als laatste<br />

opstap naar e<strong>en</strong> afsluit<strong>en</strong>de toets.<br />

14 Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>


OVERZICHT INHOUD ONTLEDEN EN BENOEMEN 1<br />

De indeling van onderwerp<strong>en</strong> van Muiswerk <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1 is<br />

gebaseerd op de indeling die in de traditionele grammatica gebruikelijk is. De<br />

nam<strong>en</strong> van de oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die over het rubrieksonderwerp gaan, staan in de<br />

tweede kolom in volgorde van niveau. Achter de oef<strong>en</strong>ing staat ook de oef<strong>en</strong>vorm,<br />

het aantal uitlegscherm<strong>en</strong> <strong>en</strong> het aantal opgav<strong>en</strong>.<br />

Rubriek Oef<strong>en</strong>ing Type Uitleg Opgav<strong>en</strong><br />

Z Toets A, B, C 1 Deel 1 b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> Meerkeuze 1 21<br />

Z Toets C, D, E, F, G 2 Deel 2 b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> Meerkeuze 1 28<br />

Z Toets H, I, J, K 3 Deel 1 ontled<strong>en</strong> Meerkeuze 1 24<br />

Z Toets J, K, L, M, N, O 4 Deel 2 ontled<strong>en</strong> Meerkeuze 1 24<br />

Z Toets A, B, C, D, E, F, G 5 Alles b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> Meerkeuze 1 48<br />

Z Toets H, I, J, K, L, M, N, O 6 Alles ontled<strong>en</strong> Meerkeuze 1 36<br />

A Werkwoord 1 Werkwoord in zin Wijs aan in zin 1 10<br />

2 Werkwoord<strong>en</strong> in zin Wijs aan in zin 1 10<br />

3 Werkwoord<strong>en</strong> aanwijz<strong>en</strong> St<strong>en</strong><strong>en</strong> 1 10<br />

4 Infinitief afleid<strong>en</strong> Koppels 1 10<br />

5 Infinitief of niet Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

6 Wijs ze aan Wijs aan in tekst 2 11 .. 22<br />

7 Persoonsvorm stap voor stap Meerkeuze 2 18<br />

8 Voltooid deelwoord invull<strong>en</strong> Op<strong>en</strong> vraag 1 16<br />

9 Werkwoord Meerkeuze 4 18<br />

B Zelfstandig naamwoord 1 Soort<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> Koppels 1 10<br />

2 Zelfstandige naamwoord<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> St<strong>en</strong><strong>en</strong> 2 10<br />

3 Zelfstandige naamwoord<strong>en</strong> sorter<strong>en</strong> Rij<strong>en</strong> 2 20<br />

4 Zelfstandig naamwoord herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> Wijs aan in zin 3 10<br />

5 Wijs ze aan Wijs aan in tekst 2 12 .. 21<br />

6 Lidwoord gebruik<strong>en</strong> Meerkeuze 1 10<br />

7 Lidwoord of niet Meerkeuze 2 12<br />

8 Zelfstandig naamwoord <strong>en</strong> lidwoord Meerkeuze 2 15<br />

C Bijvoeglijk naamwoord 1 Zelfstandig of bijvoeglijk Rij<strong>en</strong> 2 20<br />

2 Trapp<strong>en</strong> Op<strong>en</strong> vraag 1 12<br />

3 Wijs ze aan Wijs aan in tekst 2 11 .. 15<br />

4 Met of zonder E Op<strong>en</strong> vraag 2 10<br />

5 Met of zonder E in rij Rij<strong>en</strong> 2 20<br />

6 Bijvoeglijk naamwoord Meerkeuze 3 12<br />

7 Bijvoeglijk naamwoord in zin Meerkeuze 3 15<br />

D Voorzetsel 1 Voorzetsel kiez<strong>en</strong> Meerkeuze 2 12<br />

2 Voorzetsels zoek<strong>en</strong> St<strong>en</strong><strong>en</strong> 2 10<br />

3 Voorzetsels in tekst Wijs aan in tekst 3 8 .. 12<br />

4 Voorzetsel of niet Meerkeuze 2 10<br />

5 Vaste voorzetsels Koppelpuzzel 1 10<br />

6 Voorzetsel Meerkeuze 2 12<br />

E Voornaamwoord 1 Voornaamwoord invull<strong>en</strong> Op<strong>en</strong> vraag 1 12<br />

2 Voornaamwoord<strong>en</strong> in tekst Wijzig tekst 3 10<br />

3 Bezittelijk voornaamwoord Wijs aan in zin 1 10<br />

4 Het Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

5 Het verhoor Wijs aan in tekst 2 10<br />

6 Voornaamwoord aanwijz<strong>en</strong> Wijs aan in zin 4 15<br />

Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 15


Rubriek Oef<strong>en</strong>ing Type Uitleg Opgav<strong>en</strong><br />

7 Voornaamwoord<strong>en</strong> Meerkeuze 4 16<br />

F Telwoord 1 Hoofd of rang Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

2 Soort<strong>en</strong> telwoord<strong>en</strong> Meerkeuze 1 12<br />

3 Telwoord<strong>en</strong> Meerkeuze 1 14<br />

G Bijwoord 1 Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

2 Bijwoord in zin Wijs aan in zin 2 10<br />

3 Bijwoord<strong>en</strong> in tekst Wijs aan in tekst 3 16<br />

4 Bijwoord<strong>en</strong> Meerkeuze 2 12<br />

H Persoonsvorm <strong>en</strong> tijd 1 Persoonsvorm<strong>en</strong> aanwijz<strong>en</strong> Wijs aan in zin 2 10<br />

2 Persoonsvorm<strong>en</strong> in tekst Wijs aan in tekst 3 16<br />

3 Persoonsvorm<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> Meerkeuze 2 16<br />

4 Tijd<strong>en</strong> stap voor stap Meerkeuze 3 24<br />

5 Tijd<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> Meerkeuze 1 12<br />

6 Tijd<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> Meerkeuze 3 12<br />

I Zinsdel<strong>en</strong> 1 Persoonsvorm in zin plaats<strong>en</strong> Slep<strong>en</strong> 1 10<br />

2 Zinn<strong>en</strong> verdel<strong>en</strong> Slep<strong>en</strong> 1 8<br />

3 Zinsdeel of niet Meerkeuze 1 10<br />

4 Zinsdel<strong>en</strong> Meerkeuze 1 10<br />

J Onderwerp 1 Persoonsvorm <strong>en</strong> onderwerp Meerkeuze 2 12<br />

2 Onderwerp aanwijz<strong>en</strong> Wijs aan in zin 1 10<br />

3 Onderwerp in tekst Wijs aan in tekst 2 15<br />

4 Onderwerp<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> Meerkeuze 2 16<br />

K Werkwoordelijk gezegde 1 Gezegde typ<strong>en</strong> Op<strong>en</strong> vraag 1 10<br />

2 Gezegde kiez<strong>en</strong> Meerkeuze 1 10<br />

3 Splitsbaar of niet Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

4 Werkwoordelijk gezegde Meerkeuze 2 16<br />

L Lijd<strong>en</strong>d voorwerp 1 Lijd<strong>en</strong>d voorwerp stap voor stap Meerkeuze 2 18<br />

2 Lijd<strong>en</strong>d voorwerp vind<strong>en</strong> Meerkeuze 1 18<br />

3 Lijd<strong>en</strong>d voorwerp in zin Wijs aan in zin 1 10<br />

4 Lijd<strong>en</strong>d voorwerp of niet Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

5 Lijd<strong>en</strong>d voorwerp in tekst Wijs aan in tekst 2 11 .. 13<br />

6 Lijd<strong>en</strong>d voorwerp herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> Meerkeuze 1 15<br />

M Meewerk<strong>en</strong>d voorwerp 1 Meewerk<strong>en</strong>d voorwerp stap voor stap Meerkeuze 4 20<br />

2 Meewerk<strong>en</strong>d voorwerp vind<strong>en</strong> Meerkeuze 1 24<br />

3 Meewerk<strong>en</strong>d voorwerp aanwijz<strong>en</strong> Wijs aan in zin 1 10<br />

4 Meewerk<strong>en</strong>d voorwerp of niet Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

5 Meewerk<strong>en</strong>d voorwerp herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> Meerkeuze 2 15<br />

N Bijwoordelijke bepaling 1 Welke vraag? Meerkeuze 1 20<br />

2 Bijwoordelijke bepaling stap voor stap Meerkeuze 2 20<br />

3 Bijwoordelijke bepaling Slep<strong>en</strong> 2 10<br />

4 Bijwoordelijke bepaling of niet Rij<strong>en</strong> 2 20<br />

5 Bijwoordelijke bepaling herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> Meerkeuze 2 12<br />

O Naamwoordelijk 1 Naamwoordelijk gezegde Op<strong>en</strong> vraag 2 10<br />

gezegde 2 Gezegde bepal<strong>en</strong> Meerkeuze 4 12<br />

3 Werkwoordelijk of naamwoordelijk Rij<strong>en</strong> 4 20<br />

4 Naamwoordelijk gezegde herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> Meerkeuze 3 16<br />

P [Verzamelrubriek] 1 B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> compleet Wijs aan in zin 8 30<br />

2 Woordsoort<strong>en</strong> in zinn<strong>en</strong> Meerkeuze 9 21<br />

3 Losse woord<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> Meerkeuze 9 29<br />

4 Woordsoort<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> Meerkeuze 9 24<br />

5 Verdel<strong>en</strong> in zinsdel<strong>en</strong> Meerkeuze 1 10<br />

6 <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> compleet Meerkeuze 1 29<br />

16 Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>


Rubriek Oef<strong>en</strong>ing Type Uitleg Opgav<strong>en</strong><br />

7 Tekst ontled<strong>en</strong> Meerkeuze 1 18<br />

8 Tijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinsdel<strong>en</strong> Meerkeuze 8 24<br />

INHOUD ONTLEDEN EN BENOEMEN 2<br />

Muiswerk <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 2 heeft globaal dezelfde structuur als <strong>Ontled<strong>en</strong></strong><br />

<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 1. Het tweede lesbestand bevat echter <strong>en</strong>kele extra onderwerp<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de diepgang van wat reeds behandeld was, is hier groter. Naast<br />

<strong>en</strong>kelvoudige zinn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in het tweede lesbestand bijvoorbeeld ook sam<strong>en</strong>gestelde<br />

zinn<strong>en</strong> behandeld <strong>en</strong> gebruikt. Hier volgt eerst weer e<strong>en</strong> korte<br />

beschrijving van de onderwerp<strong>en</strong>; daarna komt het schematische overzicht.<br />

ZELFSTANDIG NAAMWOORD<br />

Meer aandacht hier voor de vormk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het zelfstandig naamwoord<br />

<strong>en</strong> voor het gebruik van e<strong>en</strong> werkwoord als zelfstandig naamwoord. M<strong>en</strong> leert<br />

onderscheid mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> concrete <strong>en</strong> abstracte zelfstandig naamwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong> leert het lidwoord onderscheid<strong>en</strong> van persoonlijk <strong>en</strong> onpersoonlijk voornaamwoord.<br />

In de laatste oef<strong>en</strong>ing die bij dit onderwerp hoort komt de complete<br />

stof aan de orde.<br />

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD<br />

Ook hier wordt al het e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander bek<strong>en</strong>d verondersteld. Aan de orde kom<strong>en</strong><br />

nu vooral het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord <strong>en</strong> het bijvoeglijk naamwoord,<br />

gemaakt van e<strong>en</strong> voltooid deelwoord. De vorm<strong>en</strong> van het bijvoeglijk naamwoord<br />

word<strong>en</strong> <strong>en</strong> pass<strong>en</strong>t ook geoef<strong>en</strong>d. De vierde oef<strong>en</strong>ing bevat weer alle<br />

oef<strong>en</strong>stof.<br />

BIJWOORD<br />

Na het bijvoeglijk naamwoord volgt hier het bijwoord. Deze beide woordsoort<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over elkaar geplaatst. Aan de orde kom<strong>en</strong> nu ook het bijwoord<br />

dat iets zegt van de hele zin <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele b<strong>en</strong>aming<strong>en</strong> van bijwoord<strong>en</strong><br />

(tijd, plaats, kwantiteit, modaliteit). De vijfde oef<strong>en</strong>ing bevat weer alle stof.<br />

Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 17


In deze ‘st<strong>en</strong><strong>en</strong>’-oef<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> de stoffelijke bijvoeglijke naamwoord<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong>.<br />

WERKWOORD<br />

Bij deze rubriek leert de leerling zelfstandige werkwoord<strong>en</strong>, hulpwerkwoord<strong>en</strong>,<br />

koppelwerkwoord<strong>en</strong>, verplicht wederker<strong>en</strong>de werkwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> scheidbare<br />

werkwoord<strong>en</strong> van elkaar onderscheid<strong>en</strong>. In oef<strong>en</strong>ing D6 kom<strong>en</strong> al deze<br />

soort<strong>en</strong> werkwoord<strong>en</strong> aan bod.<br />

VOORNAAMWOORDEN (1)<br />

Bij dit onderwerp hor<strong>en</strong> persoonlijk, bezittelijk, wederker<strong>en</strong>d <strong>en</strong> onbepaald<br />

voornaamwoord. Bij het persoonlijk voornaamwoord wordt het onderscheid<br />

tuss<strong>en</strong> het lidwoord ‘het’ <strong>en</strong> het persoonlijk voornaamwoord ‘het’ behandeld.<br />

In de laatste oef<strong>en</strong>ing van deze rubriek kom<strong>en</strong> alle vier de voornaamwoord<strong>en</strong><br />

aan de orde.<br />

VOORNAAMWOORDEN (2)<br />

In deze rubriek volg<strong>en</strong> dan de andere voornaamwoord<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong>: vrag<strong>en</strong>d,<br />

aanwijz<strong>en</strong>d <strong>en</strong> betrekkelijk voornaamwoord, al dan niet met ingeslot<strong>en</strong> anteced<strong>en</strong>t.<br />

Vrag<strong>en</strong>d <strong>en</strong> betrekkelijk <strong>en</strong> aanwijz<strong>en</strong>d <strong>en</strong> betrekkelijk word<strong>en</strong> in<br />

deeloef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over elkaar geplaatst. In de vijfde oef<strong>en</strong>ing staat opnieuw<br />

de complete stof.<br />

18 Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>


Deze ‘rij<strong>en</strong>’-oef<strong>en</strong>ing gaat over het onderscheid tuss<strong>en</strong> aanwijz<strong>en</strong>de <strong>en</strong> betrekkelijke voornaamwoord<strong>en</strong>.<br />

TELWOORD, VOORZETSEL<br />

Deze e<strong>en</strong>voudige woordsoort<strong>en</strong> zijn in één rubriek ondergebracht. Het onderscheid<br />

tuss<strong>en</strong> het telwoord <strong>en</strong> het lidwoord ‘e<strong>en</strong>’ komt opnieuw aan de orde.<br />

Het voorzetsel wordt geplaatst naast bijwoord <strong>en</strong> deel van werkwoord. In de<br />

derde oef<strong>en</strong>ing zit alle stof.<br />

VOEGWOORD<br />

Hier wordt behandeld dat voegwoord<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verbindingswoord zijn tuss<strong>en</strong><br />

woord<strong>en</strong>, woordgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er meestal e<strong>en</strong> bepaald verband<br />

mee wordt uitgedrukt (opsomming, teg<strong>en</strong>stelling etc.). Ook is er uitleg over<br />

nev<strong>en</strong>schikk<strong>en</strong>de <strong>en</strong> onderschikk<strong>en</strong>de voegwoord<strong>en</strong>. De rubriek heeft drie<br />

oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

TUSSENWERPSEL<br />

Bij de woordsoort<strong>en</strong> wordt gewoonlijk ook het tuss<strong>en</strong>werpsel behandeld: de<br />

uitroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> opmerking<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> deel zinsdeel zijn <strong>en</strong> die e<strong>en</strong> zin meestal<br />

verlev<strong>en</strong>dig<strong>en</strong>. In twee oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> is dat gemakkelijk te ler<strong>en</strong>.<br />

BEPALINGEN<br />

In deze rubriek wordt aandacht besteed aan met name de bijvoeglijke bepaling.<br />

In de eerste oef<strong>en</strong>ing gaat het om het aanwijz<strong>en</strong> van de kern van e<strong>en</strong><br />

woordgroep met voor- <strong>en</strong>/of nabepaling<strong>en</strong>. De derde oef<strong>en</strong>ing richt zich op<br />

Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 19


het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de bijvoeglijke bijzin: is de bepaling e<strong>en</strong> zin of is dat niet<br />

het geval?<br />

VERDELING<br />

De eerste oef<strong>en</strong>ing van deze rubriek gaat over het verdel<strong>en</strong> van de zin in<br />

zinsdel<strong>en</strong>. Het is grot<strong>en</strong>deels herhaling van wat in O&B 1 al aan de orde kwam.<br />

De volg<strong>en</strong>de oef<strong>en</strong>ing gaat echter verder. Daarin komt het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van<br />

<strong>en</strong>kelvoudige <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gestelde zinn<strong>en</strong> aan de orde. De derde oef<strong>en</strong>ing bevat<br />

weer alle stof.<br />

VERBAND<br />

Deze rubriek gaat over de structuur van de zin <strong>en</strong> over het verband tuss<strong>en</strong> de<br />

zinsdel<strong>en</strong> of zinn<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> eerste oef<strong>en</strong>ing wordt het onderscheid tuss<strong>en</strong><br />

nev<strong>en</strong>- <strong>en</strong> ondergeschikte sam<strong>en</strong>gestelde zinn<strong>en</strong> geoef<strong>en</strong>d <strong>en</strong> geleerd. In de<br />

tweede oef<strong>en</strong>ing komt het onderscheid tuss<strong>en</strong> hoofdzin, bijzin, beknopte bijzin<br />

<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>trekking aan de orde. De derde oef<strong>en</strong>ing is weer het meest compleet.<br />

GEZEGDE<br />

Het gezegde kwam ook in O&B 1 reeds aan de orde, maar wordt hier verder<br />

uitgediept. De werkwoordelijke <strong>en</strong> naamwoordelijke uitdrukking word<strong>en</strong><br />

behandeld <strong>en</strong> er word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> naamwoordelijke gezegdes<br />

onderscheid<strong>en</strong>. In de vierde oef<strong>en</strong>ing komt alle stof bij elkaar.<br />

ONDERWERP<br />

Ook het onderwerp is reeds behandeld in O&B 1; in de eerste oef<strong>en</strong>ing wordt<br />

de stof herhaald. Nu gaat het echter ook om het ler<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

onderwerpszin. De vierde oef<strong>en</strong>ing gaat over gezegde <strong>en</strong> onderwerp.<br />

LIJDEND VOORWERP<br />

Over het lijd<strong>en</strong>d voorwerp valt ook nog wel iets nieuws te ler<strong>en</strong>. Naast herhaling<br />

van wat in het eerste bestand aan de orde komt, hier ook aandacht voor<br />

‘zich’ als deel van het gezegde, respectievelijk lijd<strong>en</strong>d voorwerp. Verder word<strong>en</strong><br />

de actieve <strong>en</strong> passieve zin behandeld <strong>en</strong> het verschijnsel van de overgankelijke<br />

<strong>en</strong> onovergankelijke werkwoord<strong>en</strong>. In de laatste oef<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong><br />

zinn<strong>en</strong> ontleed word<strong>en</strong> t/m het lijd<strong>en</strong>d voorwerp.<br />

20 Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>


In deze oef<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> stap voor stap ontled<strong>en</strong>, tot <strong>en</strong> met het lijd<strong>en</strong>d voorwerp. De<br />

oef<strong>en</strong>ing werkt met meerkeuzevrag<strong>en</strong>.<br />

MEEWERKEND VOORWERP<br />

Over het meewerk<strong>en</strong>d voorwerp valt niet veel nieuws te vertell<strong>en</strong> in dit bestand.<br />

Omdat we compleet will<strong>en</strong> zijn, zijn er toch twee oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aan gewijd<br />

waarin de stof van het eerste bestand herhaald wordt. In de tweede oef<strong>en</strong>ing<br />

moet<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> ontleed word<strong>en</strong> t/m het meewerk<strong>en</strong>d voorwerp.<br />

VOORZETSELVOORWERP<br />

Dit zinsdeel kwam nog niet eerder aan de orde. In de behandeling ervan wordt<br />

aandacht besteed aan de oppositie met het lijd<strong>en</strong>d voorwerp <strong>en</strong> met de bijwoordelijke<br />

bepaling. De eerste oef<strong>en</strong>ing gaat over het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van werkwoord<strong>en</strong><br />

waar al dan niet e<strong>en</strong> vast voorzetsel bij hoort. De tweede oef<strong>en</strong>ing<br />

gaat over voorzetsel voorwerp of bijwoordelijke bepaling. In de derde oef<strong>en</strong>ing<br />

moet het voorzetselvoorwerp aangewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In de laatste oef<strong>en</strong>ing<br />

moet<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> ontleed word<strong>en</strong> t/m het voorzetselvoorwerp.<br />

BEPALING VAN GESTELDHEID<br />

De bepaling van gesteldheid is e<strong>en</strong> lastig zinsdeel. Het vertoont veel overe<strong>en</strong>komst<br />

met <strong>en</strong>erzijds het lijd<strong>en</strong>d voorwerp, anderzijds de bijwoordelijke bepaling.<br />

De noties ‘terwijl’ (tweede gezegde in de zin), ‘als’ (in de hoedanigheid<br />

van) <strong>en</strong> ‘resultaat’ (het resultaat van de handeling) moet<strong>en</strong> de leerling help<strong>en</strong><br />

dit zinsdeel toch te kunn<strong>en</strong> tracer<strong>en</strong>. Er zijn drie oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>; de laatste omvat<br />

de hele stof. Er moet gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uit lijd<strong>en</strong>d voorwerp, voorzetselvoorwerp,<br />

bijwoordelijke bepaling of bepaling van gesteldheid.<br />

Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 21


BIJWOORDELIJKE BEPALING<br />

Ook de bijwoordelijke bepaling was natuurlijk al behandeld. Hier wat meer<br />

aandacht voor de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> bepaling<strong>en</strong>. In vier oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> wordt<br />

de stof geoef<strong>en</strong>d.<br />

VERZAMELRUBRIEK<br />

Alle oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in voorgaande rubriek<strong>en</strong> zijn deeloef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> waarin het ging<br />

om het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> of <strong>en</strong>kele zinsdel<strong>en</strong>. In deze verzamelrubriek kom<strong>en</strong><br />

alle zinsdel<strong>en</strong> - in de juiste volgorde - aan de orde. De vier oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van<br />

deze rubriek kunn<strong>en</strong> goed gebruikt word<strong>en</strong> als laatste opstap naar e<strong>en</strong> afsluit<strong>en</strong>de<br />

toets.<br />

Het programma bevat ook oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> waarin alle aspect<strong>en</strong> van het woordb<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> of alle aspect<strong>en</strong><br />

van het zinsontled<strong>en</strong> aan de orde kom<strong>en</strong>. Bij deze oef<strong>en</strong>ing gaat het om ontled<strong>en</strong>.<br />

OVERZICHT INHOUD ONTLEDEN EN BENOEMEN 2<br />

De indeling van onderwerp<strong>en</strong> is gebaseerd op de indeling die in de traditionele<br />

grammatica gebruikelijk is. De nam<strong>en</strong> van de oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die over het rubrieksonderwerp<br />

gaan, staan in de tweede kolom in volgorde van niveau.<br />

Achter de oef<strong>en</strong>ing staat ook de oef<strong>en</strong>vorm, het aantal uitlegscherm<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

aantal opgav<strong>en</strong>.<br />

Rubriek Oef<strong>en</strong>ing Type Uitleg Opgav<strong>en</strong><br />

Z Toets A, B, C, D 1 Deel 1 b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> Meerkeuze 1 36<br />

Z Toets E, F, G, H, I 2 Deel 2 b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> Meerkeuze 1 36<br />

Z Toets A, B, C, D, E, F, G, H, I 3 Alles b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> Meerkeuze 1 48<br />

Z Toets J, K, L 4 Deel 1 ontled<strong>en</strong> Meerkeuze 1 14<br />

Z Toets M, N, O, P, Q, R 5 Deel 2 ontled<strong>en</strong> Meerkeuze 1 24<br />

Z Toets M, N, O, P, Q, R, S 6 Deel 3 ontled<strong>en</strong> Meerkeuze 1 21<br />

22 Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>


Rubriek Oef<strong>en</strong>ing Type Uitleg Opgav<strong>en</strong><br />

Z Toets E, F, K, L, N, O, P, Q, R, S 7 Alles ontled<strong>en</strong> Meerkeuze 1 32<br />

A zelfstandig naamwoord 1 Zelfstandig naamwoord aanwijz<strong>en</strong> St<strong>en</strong><strong>en</strong> 1 10<br />

2 Werkwoord als zelfstandig naamwoord Wijs aan in zin 1 10<br />

3 Concreet of abstract Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

4 Lidwoord aanwijz<strong>en</strong> Wijs aan in zin 1 10<br />

5 Zelfstandig naamwoord in tekst Wijs aan in tekst 2 24 .. 32<br />

6 Zelfstandig naamwoord <strong>en</strong> lidwoord Meerkeuze 4 12<br />

7 Zelfstandig naamwoord Meerkeuze 4 18<br />

B bijvoeglijk naamwoord 1 Stoffelijk of niet St<strong>en</strong><strong>en</strong> 1 10<br />

2 Voltooid deelwoord als bnw Op<strong>en</strong> vraag 2 12<br />

3 Bijvoeglijk naamwoord in tekst Wijs aan in tekst 3 15 .. 17<br />

4 Bijvoeglijk naamwoord Meerkeuze 4 18<br />

C bijwoord 1 Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord Rij<strong>en</strong> 3 20<br />

2 Bijwoord herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> St<strong>en</strong><strong>en</strong> 2 10<br />

3 Bijwoord<strong>en</strong> in tekst Wijs aan in tekst 3 10 .. 19<br />

4 Bijwoord<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> Meerkeuze 3 12<br />

5 Bijwoord <strong>en</strong> inhoud Meerkeuze 2 16<br />

D werkwoord 1 Wederker<strong>en</strong>d of niet St<strong>en</strong><strong>en</strong> 1 10<br />

2 Scheidbaar of niet Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

3 Scheidbaar <strong>en</strong> wederker<strong>en</strong>d Meerkeuze 2 15<br />

4 Belangrijkste werkwoord Wijs aan in zin 1 10<br />

5 Koppelwerkwoord opspor<strong>en</strong> Meerkeuze 1 15<br />

6 Soort<strong>en</strong> werkwoord<strong>en</strong> Meerkeuze 4 24<br />

E voornaamwoord<strong>en</strong> (1) 1 Lidwoord of niet Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

2 Het Meerkeuze 2 10<br />

3 Persoonlijk of wederker<strong>en</strong>d Rij<strong>en</strong> 2 20<br />

4 Voornaamwoord<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> (1) Meerkeuze 4 12<br />

5 Vier voornaamwoord<strong>en</strong> Meerkeuze 5 20<br />

F voornaamwoord<strong>en</strong> (2) 1 Betrekkelijk voornaamwoord Meerkeuze 2 12<br />

2 Wie <strong>en</strong> wat Rij<strong>en</strong> 2 20<br />

3 Die <strong>en</strong> dat Rij<strong>en</strong> 2 20<br />

4 Voornaamwoord<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> (2) Meerkeuze 5 10<br />

5 Alle voornaamwoord<strong>en</strong> Meerkeuze 2 20<br />

G telwoord, voorzetsel 1 Voorzetsel of bijwoord Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

2 Telwoord, voorzetsel, lidwoord Meerkeuze 3 10<br />

3 Telwoord <strong>en</strong> voorzetsel Meerkeuze 3 15<br />

H voegwoord 1 Voegwoord in zin Wijs aan in zin 4 10<br />

2 Voegwoord<strong>en</strong> in tekst Wijs aan in tekst 4 19<br />

3 Voegwoord<strong>en</strong> Meerkeuze 5 15<br />

I tuss<strong>en</strong>werpsel 1 Tuss<strong>en</strong>werpsel of niet Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

2 Tuss<strong>en</strong>werpsel herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> Meerkeuze 1 12<br />

J bijvoeglijke bepaling<strong>en</strong> 1 Kern aanwijz<strong>en</strong> Wijs aan in zin 2 12<br />

2 Twee soort<strong>en</strong> bepaling<strong>en</strong> Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

3 Bijvoeglijke bepaling<strong>en</strong> Meerkeuze 1 15<br />

K structuur van zinn<strong>en</strong> 1 Zinn<strong>en</strong> verdel<strong>en</strong> Slep<strong>en</strong> 1 8<br />

Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> 23


Rubriek Oef<strong>en</strong>ing Type Uitleg Opgav<strong>en</strong><br />

2 Enkelvoudig of sam<strong>en</strong>gesteld Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

3 Persoonsvorm<strong>en</strong> in zinn<strong>en</strong> Meerkeuze 1 15<br />

L verband 1 Nev<strong>en</strong>- of ondergeschikt Rij<strong>en</strong> 2 20<br />

2 Hoofd- <strong>en</strong> bijzinn<strong>en</strong> Meerkeuze 2 10<br />

3 Structuur herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> Meerkeuze 3 15<br />

M gezegde 1 Werkwoordelijk of naamwoordelijk Rij<strong>en</strong> 3 20<br />

2 Gezegde bepal<strong>en</strong> - korte zin Meerkeuze 4 14<br />

3 Soort<strong>en</strong> naamwoordelijk gezegde Meerkeuze 1 12<br />

4 Gezegde bepal<strong>en</strong> - langere zin Meerkeuze 3 14<br />

N onderwerp 1 Onderwerp aanwijz<strong>en</strong> Wijs aan in zin 1 12<br />

2 Onderwerpszin of niet Rij<strong>en</strong> 2 20<br />

3 Onderwerp afbak<strong>en</strong><strong>en</strong> Slep<strong>en</strong> 1 8<br />

4 Gezegde <strong>en</strong> onderwerp Meerkeuze 3 12<br />

O lijd<strong>en</strong>d voorwerp 1 Met lijd<strong>en</strong>d voorwerp of niet Rij<strong>en</strong> 2 20<br />

2 Actief of passief Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

3 Overgankelijke werkwoord<strong>en</strong> St<strong>en</strong><strong>en</strong> 2 10<br />

4 Lijd<strong>en</strong>d voorwerp afbak<strong>en</strong><strong>en</strong> Slep<strong>en</strong> 3 10<br />

5 Gezegde t/m lijd<strong>en</strong>d voorwerp Meerkeuze 3 18<br />

P meewerk<strong>en</strong>d voorwerp 1 Meewerk<strong>en</strong>d voorwerp of niet Rij<strong>en</strong> 1 20<br />

2 Gezegde t/m meewerk<strong>en</strong>d voorwerp Meerkeuze 4 24<br />

Q voorzetselvoorwerp 1 Met of zonder voorzetsel St<strong>en</strong><strong>en</strong> 2 10<br />

2 Voorwerp of bepaling Rij<strong>en</strong> 3 20<br />

3 Voorzetselvoorwerp Wijs aan in zin 3 10<br />

4 Gezegde t/m voorzetselvoorwerp Meerkeuze 3 24<br />

R bepaling van gesteldheid 1 Resultaat of terwijl Rij<strong>en</strong> 2 20<br />

2 Bepaling van gesteldheid - 1 Wijs aan in zin 2 10<br />

3 Bepaling van gesteldheid - 2 Meerkeuze 2 16<br />

S bijwoordelijke bepaling 1 Bijwoordelijke bepaling - soort<strong>en</strong> Meerkeuze 2 10<br />

2 Bijwoordelijke bepaling afbak<strong>en</strong><strong>en</strong> Slep<strong>en</strong> 3 10<br />

3 Bepaling of voorwerp Meerkeuze 4 10<br />

4 Bijwoordelijke bepaling Meerkeuze 6 16<br />

T [Alles oef<strong>en</strong><strong>en</strong>] 1 Alles b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> - 1 Meerkeuze 14 32<br />

2 Alles b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> - 2 Meerkeuze 13 36<br />

3 Alles ontled<strong>en</strong> 1 Meerkeuze 8 32<br />

4 Alles ontled<strong>en</strong> 2 Meerkeuze 5 25<br />

24 Lesstof <strong>Ontled<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> B<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!