Bankoverval - Klap krant
Bankoverval - Klap krant
Bankoverval - Klap krant
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1<br />
<strong>Bankoverval</strong><br />
Lien, Sien en Fien Kriegel stuiven halsoverkop, tien minuten te<br />
laat en lijkbleek de klas binnen.<br />
‘Mee… Meester Boeck’, hijgt Lien buiten adem. ‘Er is een over…<br />
overval bezig in de bank op de hoek van de straat!’<br />
‘Ja’, valt Sien haar zus bij. ‘Wij heb… hebben drie gemaskerde<br />
mannen naar binnen zien gaan!’<br />
‘En ze droe… droegen alledrie een galaxypof!’ vervolgt Fien.<br />
‘Ze bedoelt een kapasnikof’, verbetert Lien.<br />
‘Nee’, schudt Sien haar hoofd.<br />
Ze pijnigt haar hersenen.<br />
‘Hé, hoe heet zo’n ding ook al weer? Een ka..kalasjnidinges…’<br />
‘Een mitrailleur!’ roepen de drie zusjes tegelijk.<br />
Het is op slag muisstil in de klas.<br />
Meester Boeck die sinds gisteren de zenuwzieke juf Stefanie<br />
vervangt, staat er als een stalagmiet bij en gaapt de drielingzusjes<br />
verbijsterd aan.<br />
‘Wat?!…’<br />
‘We moeten de politie waarschuwen, meester!’ port Lien.<br />
‘Ja, dat vind ik ook’, beaamt Sien.<br />
‘Vlug, voor het te laat is!’ kotert Fien.<br />
7
Meester Boeck aarzelt nog even, maar grabbelt dan vliegensvlug<br />
zijn telefoon uit zijn jaszak en toetst een nummer in.<br />
‘Hallo, u spreekt met Wannes Boeck. Naar verluidt<br />
wordt de bank op de hoek van de Schoolstraat en<br />
de Lindenlaan op dit moment overvallen.<br />
Enkele van mijn leerlingen zagen er zojuist<br />
drie gemaskerde en met kalasjnikovs<br />
gewapende mannen naar binnengaan…<br />
Ja, op de hoek van de Schoolstraat en de<br />
Lindenlaan… Wannes Boeck, onderwijzer en<br />
vervanger van juffrouw Stefanie.’<br />
De drielingzusjes wisselen een blik en ploffen gniffelend<br />
op hun stoelen.<br />
8
2<br />
WALRUS<br />
‘Jullie boeten beens boed naar mij buisteren, beisjes’, bromt de<br />
snipverkouden en grootste van de twee politie-inspecteurs de<br />
zusjes dreigend toe.<br />
Hij kijkt de drie kleine, flauwe grapjassen streng in hun ogen en<br />
strijkt zijn uit de kluiten gewassen walrussnor glad.<br />
‘Als bullie dit nog eens boen, dan booi ik bullie alledrie in de<br />
bebangenis. Ik…’<br />
‘Ach, kom nou’, wuift Lien de waarschuwing weg. ‘Het was maar<br />
om te lachen.’<br />
‘Ja, of kunnen jullie niet tegen een grapje?’ vraagt Sien.<br />
‘Bovendien hebben wij niet naar jullie<br />
gebeld…’ vult Fien aan.<br />
9
Ze loenst beschuldigend naar meester Boeck, die er bleekjes bij<br />
staat.<br />
‘Klopt’, geeft de walrus toe. ‘Baar bullie hebben bem wel berteld<br />
dat…’<br />
‘Het was een grapje!’ herhaalt Lien.<br />
Ze snuift en kijkt verveeld de andere kant op.<br />
De verkouden walrus snuit zijn verstopte neus en fluistert iets in<br />
het oor van zijn collega.<br />
Die knikt beamend en wendt zich tot meester Boeck.<br />
‘U bent hier duidelijk nog niet zo lang, meneer Boeck.’<br />
‘Euh, ja,’ bekent de plaatsvervanger. ‘Ik ben pas afgestudeerd. Dit<br />
is mijn eerste baan.’<br />
‘Nou, u kunt voortaan beter wat minder goedgelovig zijn als uw<br />
leerlingen u iets vertellen, meester Boeck’, geeft de kleine inspecteur<br />
hem als advies.<br />
Hij kijkt veelbetekenend in de richting van de drie zusjes.<br />
‘Zeker wat dat drietal daar betreft...’<br />
‘Zal ik doen’, belooft meester Boeck. ‘Maar het had toch gekund?<br />
Er zijn de laatste tijd immers heel wat inbraken, of niet?’<br />
‘Dat is buist, beester Boeck’, geeft de walrus toe. ‘Baar een inbraak<br />
is nog been bankoverbal.’<br />
Hij forceert een glimlach, schudt meester Boeck de hand en<br />
loopt de klas uit met zijn collega achter zich aan.<br />
Alle ogen richten zich op de drie zusjes.<br />
Meester Boeck werpt hen een boze blik toe.<br />
Hij duwt zijn hippe brilletje wat hoger op zijn neus en wil iets<br />
zeggen.<br />
Maar de bel is hem voor.<br />
‘Rrringgg!’<br />
‘We komen hier zeker nog op terug, Lien, Sien en Fien’, verzekert<br />
de plaatsvervanger.<br />
10
3<br />
Telefoonboek<br />
‘Houd jullie jassen maar aan en haal jullie boeken van de bibliotheek’,<br />
gebiedt meester Boeck, wanneer de bel het speelkwartiertje<br />
uit heeft gerinkeld.<br />
De kinderen stormen de klas binnen.<br />
Maar Lien, Sien en Fien halen hun neuzen op en blijven gewoon<br />
buiten staan.<br />
‘Hebben jullie niet gehoord wat ik heb gezegd?’ vraagt meester<br />
Boeck.<br />
‘Jawel, maar wij nemen nooit boeken mee’, antwoordt Lien.<br />
‘Boeken zijn stom’, gromt Sien.<br />
‘Ja, boeken zijn voor watjes, die geen fantasie hebben of niet buiten<br />
mogen spelen van hun oudjes en daarom zelf nooit, zoals wij,<br />
van die spannende en keigrappige avonturen beleven’, vindt Fien.<br />
‘Wij hebben geen boeken nodig.’<br />
Meester Boeck kijkt de zusjes verbaasd aan.<br />
‘Lezen jullie dan nooit een boek?’<br />
‘Nee, nooit.’<br />
‘Soms wel eens iets in de oude roddelblaadjes die mams van haar<br />
vriendinnen krijgt.’<br />
11
‘En het telefoonboek hebben we elk<br />
al zeven keer gelezen’, ginnegapt<br />
Fien. ‘Héél spannende lectuur!’<br />
‘Haha!’ lachen Lien en Sien.<br />
‘Zijn er dan echt geen boeken in de<br />
bieb die jullie graag zouden lezen?’<br />
dringt meester Boeck aan.<br />
Het blijft even stil.<br />
‘Nou, die grote kunstboeken met<br />
al die schilderijen vinden wij wel<br />
leuk’, zegt Lien.<br />
‘Ja, heerlijk om op al die geschilderde bobo’s snorren en baarden<br />
te tekenen’, grijnst Sien.<br />
‘En horens en rotte tanden!’ vult Fien aan.<br />
Meester Boeck krabt verbijsterd in zijn haar en zucht diep.<br />
Tijdens zijn stagelessen kreeg hij weliswaar ook af en toe te maken<br />
met moeilijke, slecht in hun vel zittende leerlingen, maar<br />
deze ettertjes slaan toch echt alles.<br />
Hij begrijpt opeens waarom juffrouw Stefanie dringend aan rust<br />
toe was.<br />
‘Boeken zijn heel waardevol en dienen met het nodige respect te<br />
worden behandeld!’ bitst de bibliofiel het drietal toe. ‘Als jullie<br />
ook maar één vinger durven uit te steken naar een van die kunst-<br />
of andere boeken, dan geef ik jullie een fikse straf! Zeg niet dat<br />
ik jullie niet heb gewaarschuwd!’<br />
‘Begrepen, kapitein Boeck!’ salueert Lien.<br />
12
4<br />
Kimberley<br />
De man en de twee vrouwen achter de uitleenbalie wisselen een<br />
snelle, veelbetekenende blik uit wanneer de zusjes Kriegel en hun<br />
klasgenoten de bieb binnenkomen.<br />
De man zet de zweverige muziek die uit twee kleine luidsprekers<br />
boven de balie komt gekronkeld, wat zachter en loopt naar<br />
meester Boeck.<br />
‘Hallo, jij bent de plaatsvervanger van juffrouw Stefanie, veronderstel<br />
ik?’<br />
‘Ja, dat klopt.’<br />
‘Ik ben Filip en dat zijn Katrien en Regine.’<br />
De twee vrouwen knikken meester Boeck vriendelijk toe.<br />
‘Euh, mag ik je vragen de zusjes Kriegel goed in de gaten te houden?’<br />
fluistert de man meester Boeck in het oor. ‘Iemand heeft veertien<br />
dagen geleden op de Mona Lisa in het boek over Leonarda da<br />
Vinci hoorntjes getekend. Wij vermoeden dat de meisjes dat hebben<br />
gedaan, al kunnen we dat helaas niet bewijzen.’<br />
‘Ik zal een extra oogje in het zeil houden’, belooft meester Boeck.<br />
‘Dankjewel’, knikt Filip.<br />
De deur achter de uitleenbalie gaat open.<br />
Een meisje met een kapsel dat eruit ziet alsof een leger ratten er<br />
een nacht aan heeft zitten knagen, verschijnt in de deuropening.<br />
13
Ze neemt een rolletje plakband en loopt met een reusachtige affiche,<br />
die ze als een bazooka onder haar arm draagt naar de<br />
dubbele glazen voordeur.<br />
‘Hallo, Kimberley!’ groeten de zusjes Kriegel. ‘Werk jij nu ook<br />
in de bieb?’<br />
‘Nee’, schudt de rattenkop. ‘Nog niet, ik loop hier een weekje<br />
stage.’<br />
‘Wanneer kom je nog eens oppassen, Kim?’ wil Sien weten.<br />
‘Nooit meer!’ snibt de stagiaire. ‘Geen derde keer! Ik ben niet<br />
gek!’<br />
De zusjes kijken elkaar schalks aan.<br />
‘Blijkbaar is ze nog altijd niet vergeten dat jij die oude halve bol<br />
beschimmelde stinkkaas in haar handtas hebt verstopt, Sien’,<br />
grinnikt Lien.<br />
‘En dat jij, bij haar tweede oppasbeurt, het achterwiel van de<br />
bromfiets van haar toenmalige Marokkaanse vriendje, die ze<br />
stiekem binnen had gelaten, aan die lantaarnpaal vast heb geknoopt’,<br />
grijnslacht Fien.<br />
‘Ja, die kerel spreekt nog altijd met een dubbele tong.’<br />
‘Vooruit, kies maar een boek dat jullie graag willen lezen’, zegt<br />
meester Boeck. ‘Lien, Sien en Fien Kriegel, jullie blijven bij mij<br />
in de buurt.’<br />
Kimberley kleurt als meester Boeck naar haar kijkt en probeert<br />
wat onhandig de affiche op de glazen deur te kleven.<br />
Het ding rolt telkens weer omhoog.<br />
Meester Boeck steekt haar bereidwillig een handje toe.<br />
‘Dankjewel’, glimlacht Kimberley.<br />
Zijn hand raakt vluchtig de hare.<br />
Zijn ogen blijven even haken in die van de stagiaire.<br />
‘Jij vervangt dus juf Stefanie?’<br />
14
‘Euh… wat?... Ja, dat klopt’, bevestigt meester Boeck.<br />
Hij duwt zijn brilletje nerveus wat hoger op zijn neus en slikt.<br />
‘Euh, mijn naam is Wannes. Wannes Boeck.’<br />
‘Ik ben Kimberley. Kimberley Verhulst.’<br />
‘Verhulst? Familie van Dimitri Verhulst, de schrijver?’<br />
‘Nee’, schudt Kimberley haar hoofd.<br />
‘Maar ze is wél het liefje van Spunkie Teugels’, onderbreekt Lien.<br />
‘Het ex-liefje van Spunkie Teugels’, verbetert de ex-oppas snel.<br />
‘Ex-liefje?’ echoot Lien verbaasd. ‘Niet waar. Ik zag jou onlangs<br />
nog met die macho staan…’<br />
‘Moei jij je maar met jouw eigen zaken, Lien, Sien of Fien<br />
Kriegel’, snoert Kimberley Liens grote bek.<br />
‘Lien heeft gelijk, Kim’, valt Sien haar zus bij. ‘Eergisteren stonden<br />
jij en die halfgare idioot van een Spunkie nog flink te<br />
tongzoenen achter…’<br />
‘Bek dicht, jij!’ snauwt de tiener. ‘Rot op!’<br />
‘Oké… Oké… Ik zeg al niets meer’, giebelt Sien.<br />
Ze huppelt gniffelend achter de rug van meester Boeck tussen<br />
twee boekenrekken, neemt haar zwarte viltstift uit haar zak en<br />
glipt uit het zicht.<br />
Meester Boeck heeft enkel nog maar oog voor Kimberley.<br />
En ook zij voelt duidelijk iets voor de jonge onderwijzer met het<br />
hippe brilletje.<br />
Haar mooie, grote ogen glinsteren steeds feller.<br />
‘Would you believe in a love at first sight?’ klinkt het zachtjes uit<br />
de luidsprekers.<br />
‘Yes, I ‘m certain that it happens all the time…*’<br />
*Geloof jij in liefde op het eerste zicht?<br />
Ja, ik ben ervan overtuigd dat het altijd zo gebeurt…<br />
15
‘Euh, heb jij die affiche ontworpen, Kimberley?’ vraagt meester<br />
Boeck.<br />
‘Ja’, glundert de stagiaire trots.<br />
‘En zelf ook die griezel en de letters getekend?’<br />
Kimberley knikt.<br />
‘Vind je ‘t mooi?’<br />
‘Ik vind de tekening schitterend, maar… euh, er staat wel een<br />
zetduiveltje in de tekst.’<br />
De glimlach op het gezicht van de stagiaire smelt op slag weg.<br />
‘Wat?!… Nee?! Echt? Waar?’ schrikt ze.<br />
‘Het is “bibliotheek”, niet “blibiotheek”.’<br />
‘O, nee…’ kreunt Kimberley.<br />
‘Nou, ik vind het anders wel leuk’, glimlacht meester Boeck.<br />
‘Wedden dat niemand het opmerkt?’<br />
‘Nou, het is jou anders wel meteen opgevallen.’<br />
‘Tja, beroepsmisvorming, hè’, schampert de schoolmeester.<br />
Kimberley spiedt om zich heen.<br />
‘Nou, dan blijft dit tussen ons, hè, meester Boeck’, fluistert ze.<br />
‘Wannes’, verbetert Wannes.<br />
‘Wannes’, glimlacht Kimberley een stel hagelwitte tanden bloot.<br />
Ze heeft echt wel de mooiste ogen die meester Boeck ooit heeft<br />
gezien.<br />
‘Hiiiiii!’<br />
De gil die als een scherp mes de stilte in de bibliotheek opensnijdt,<br />
doet iedereen opschrikken en zet ook meester Boeck en<br />
Kimberley op slag weer met beide benen op de grond.<br />
16
Meester Boeck kijkt in paniek om zich heen.<br />
‘De zusjes Kriegel? Waar zijn de zusjes Kriegel? Ik had nog<br />
gezegd dat ze…’<br />
‘H ii!’<br />
5<br />
Feest<br />
Hij haast zich in de richting van<br />
het gegil en botst pardoes op een<br />
grasgroene reuzengriezel die<br />
aanstalten maakt om een van<br />
zijn leerlingen te verslinden.<br />
‘Laat me los! Laat me los!’<br />
schreeuwt het meisje.<br />
Zij spartelt als een regenworm<br />
in een doos met<br />
jeukpoeder.<br />
Maar het monster<br />
geeft zijn prooi niet<br />
prijs, integendeel.<br />
18
‘Lien, Sien en Fien Kriegel, stop daarmee en kom uit dat pak!’<br />
roept meester Boeck met zijn armen in de lucht.<br />
Het Groene Monster laat zijn hapje los en zakt als een pudding<br />
in elkaar, terwijl de drie zusjes giebelend een voor een uit de buik<br />
van de engerd tevoorschijn komen.<br />
Kimberley werpt hen een boze blik toe en buigt zich over het<br />
griezelpak.<br />
‘Ik heb nachten aan dit pak gewerkt’, gromt ze. ‘En een halve dag<br />
om het monster hier neer te zetten. Bovendien heb ik het morgen<br />
nodig om aan te trekken op het Grote Griezelverkleedfeest!’<br />
Meester Boeck wil de minimonstertjes eens flink de les lezen,<br />
maar krijgt hiervoor niet de kans.<br />
Alle aandacht gaat opeens naar het tweetal dat op het groepje<br />
af komt.<br />
‘Hallo, goeiemiddag, jongens en meisjes’, groet een vrouw in een<br />
duur, bruin mantelpak. ‘Ik ben Marianne en deze meneer is onze<br />
schepen van cultuur, Jan Vermeulen. En hij heeft jullie iets heel<br />
belangrijks te vertellen.’<br />
Alle ogen richten zich op de frisse veertiger.<br />
‘Dat klopt’, beaamt de schepen. ‘Onze bibliotheek bestaat dit jaar<br />
dertig jaar en dat willen we uiteraard vieren. En dat doen we niet<br />
alleen met een Boekenbal Masqué voor volwassenen, maar ook<br />
met een heus Groot Griezelverkleedfeest voor jullie!’<br />
‘Super!’ glimt een jongetje met een gezicht vol sproeten.<br />
‘Trui, Marika, Greet en Bieke hebben, samen met onze jonge<br />
stagiaire Kimberley, er trouwens ook voor gezorgd dat jullie na<br />
het feest ook allemaal hier, in de bieb, kunnen blijven slapen!’<br />
‘Fwieuw!’ fluit een meisje met vlechtjes en drie dikke boeken onder<br />
haar arm. ‘Cool! Ik kom zeker, hoor!’<br />
‘Ik ook!’ glundert een ander meisje.<br />
‘Ik ook!’ knikt een jongetje met een gezicht vol rosse sproeten.<br />
‘Ik ook!<br />
19
‘En ik ook!’<br />
‘Fantastisch!’ duimt de bibliothecaresse. ‘Zoals jullie kunnen lezen<br />
op de mooie affiche, die Kimberley daarnet op de deur van de<br />
bieb heeft geplakt, starten we om 17 uur met een grote stoet door<br />
de stad. Daarna komt onze plaatselijke jeugdauteur, Simon<br />
Sleutels, waarvan jullie hier een foto zien, voorlezen uit zijn eerste<br />
boek Prinses Moja en de Boze Tove…’<br />
Ze zwijgt wanneer ze ziet dat iemand met zwarte stift de jeugdschrijver<br />
een grote walrussnor en horens heeft gegeven.<br />
‘Zo’n stoet is stom’, haalt Lien haar neus op.<br />
‘En voorlezen is saai’, blaast Sien.<br />
‘Ons niet gezien,’ schudt Fien het hoofd.<br />
De bibliothecaresse kijkt even zuur naar de drie zusjes, laat zich<br />
echter niet van de wijs brengen en gaat met even veel enthousiasme<br />
verder.<br />
‘Daarna mag iedereen, die verkleed is als een personage uit een<br />
griezelboek, aanschuiven aan de feesttafel en voor we gaan slapen<br />
zijn of haar buikje naar hartelust vullen met onze zelfbereide,<br />
overheerlijke spinnenspaghetti met vleermuizenbloedsaus!’<br />
‘Bovendien worden jullie de volgende ochtend door de stad op<br />
een ontbijt met pannenkoeken en chocolademelk getrakteerd!’<br />
vult de schepen aan.<br />
‘Hmm, lekker!’ roept een dik jongetje met ros haar. ‘Spaghetti en<br />
pannenkoeken! Dit wordt de max!’<br />
De smulpaap wrijft zich verlekkerd in de handen.<br />
‘Ik weet trouwens al als welk personage ik mij ga verkleden!’<br />
‘O ja?’ wil de bibliothecaresse graag weten.<br />
‘Ja, ik kom als Brokkie uit De Miss Griezel-verkiezing!’<br />
‘Ik verkleed mij als een trol uit dat grote kabouterboek!’ zegt een<br />
jongetje met donkere deugnietoogjes.<br />
‘Ik kom als Molik, de speelvogelschrik.’<br />
‘Ik als het Pimpelpaarse Polderspook!’<br />
20
‘Ik als boer Bonkers uit mijn lievelingsboek De Monsters van<br />
Frankenzwein!’<br />
‘En ik als de heks uit Hans en Grietje!’ grijnslacht een schriel meisje.<br />
‘Ik als Knoddel uit Het Superkinddrankje, de kleerkastgrote gorilla<br />
van professor Knetter, die verzot is op vers geperst caviasap.’<br />
‘En ik als een alien uit het boek Alien!’<br />
‘Dat is geen alien, idioot!’<br />
‘Jawel!’<br />
‘Niet waar, Alien is gewoon de naam van dat meisje.’<br />
‘Moéten we ons verkleden, mevrouw?’ vraagt een jongen met kort<br />
geknipt haar.<br />
‘Ja, dat moet’, antwoordt de bibliothecaresse. ‘Trui en Marika zullen<br />
daar streng op letten. Het is tenslotte een Griezelverkleedfeest, niet?’<br />
‘Komt u ook, meester?’ vraagt het meisje met de vlechtjes.<br />
‘Euh, dit is een feest voor kinderen, Ramira’, betreurt meester<br />
Boeck. ‘Maar als er nog een Grote Griezel nodig is om al die<br />
Kleine Monstertjes in bedwang te houden, dan stel ik mij bij<br />
deze graag kandidaat.’<br />
‘Tof!’ knikt Kimberley. ‘Aanbod aanvaard!’<br />
Ze kijkt meester Boeck diep in zijn ogen.<br />
‘Mooi zo’, besluit de bibliothecaresse. ‘Dan zien we elkaar hier<br />
morgen om 17 uur stipt terug, allemaal verkleed als boekengriezels.<br />
We maken er een onvergetelijk feest van!’<br />
‘Jiehaa!’ joelen de toekomstige griezeltjes.<br />
‘En hoe komen jullie naar het feest?’ vraagt de schepen aan Lien,<br />
Sien en Fien.<br />
‘Die hoeven zich niet eens te verkleden’, fluistert het jongetje met<br />
het sproetengezicht. ‘Die zijn van zichzelf al griezelig genoeg.<br />
Hihihi…’<br />
Sien draait zich met een ruk om en kijkt haar klasgenoot recht aan.<br />
‘Dat heb ik gehoord’, knarst ze.<br />
De jongen schrikt zich te pletter en ziet op slag zo bleek als een<br />
spook.<br />
21