I GECOORDINEERD STEDELIJK ALGEMEEN ... - politiezone RIHO
I GECOORDINEERD STEDELIJK ALGEMEEN ... - politiezone RIHO
I GECOORDINEERD STEDELIJK ALGEMEEN ... - politiezone RIHO
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>GECOORDINEERD</strong> <strong>STEDELIJK</strong> <strong>ALGEMEEN</strong> POLITIEREGLEMENT<br />
I N H O U D S T A B E L I-III<br />
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN.<br />
artikel 1.1. strafbepalingen. 1<br />
artikel 1.2. aanplakking. 1<br />
artikel 1.3. bekendmaking. 1<br />
HOOFDSTUK 2. MAATREGELEN VAN VEILIGHEID, ORDE, NETHEID EN GEZONDHEID.<br />
AFDELING 2.1. NUMMERING VAN HUIZEN EN GEBOUWEN.<br />
AFDELING 2.2.<br />
Sectie 2.1.1.<br />
artikel 2.1.1.1. tot artikel 2.1.1.6. 2<br />
Sectie 2.2.1. verkeer van dieren.<br />
artikel 2.2.1.1. tot artikel 2.2.1.4. 2-3<br />
Sectie 2.2.2. gebruik van het openbaar domein.<br />
artikel 2.2.2.1. tot artikel 2.2.2.14. 3-6<br />
Sectie 2.2.3. aanplakkingen en aankondigingen.<br />
artikel 2.2.3.1. tot artikel 2.2.3.2. 6<br />
Sectie 2.2.4. openbare rust.<br />
artikel 2.2.4.1. tot artikel 2.2.4.5. 7<br />
Sectie 2.2.5. vuur maken.<br />
artikel 2.2.5.1. tot artikel 2.2.5.2. 7<br />
Sectie 2.2.6. drukwerken en geschriften.<br />
artikel 2.2.6.1. 7<br />
Sectie 2.2.7. rein houden van de openbare wegen.<br />
artikel 2.2.7.1. tot artikel 2.2.7.15. 8-9<br />
Sectie 2.2.8. stoken met allesbranders.<br />
artikel 2.2.8.1. 9<br />
Sectie 2.2.9. taxi's.<br />
artikel 2.2.9.1. 9<br />
AFDELING 2.3. HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN<br />
& VERGELIJKBARE BEDRIJFSAFVALSTOFFEN<br />
artikel 2.3.1 9<br />
AFDELING 2.4. GEZONDHEID VAN ONROERENDE GOEDEREN.<br />
Sectie 2.4.1. woningen<br />
artikel 2.4.1.1. 9<br />
Sectie 2.4.2. verplaatsbare woongelegenheden.<br />
artikel 2.4.2.1. tot artikel 2.4.2.3. 9<br />
Sectie 2.4.3. onbewoonbaar verklaarde woningen.<br />
artikel 2.4.3.1. tot artikel 2.4.3.2. 10<br />
Sectie 2.4.4. onbebouwde percelen.<br />
artikel 2.4.4.1 tot 2.4.4.3. 10<br />
I
AFDELING 2.5. BESTRIJDING VAN DE GELUIDSHINDER.<br />
Sectie 2.5.1. begripsomschrijving.<br />
artikel 2.5.1.1. 10<br />
Sectie 2.5.2. maken van geluid in openbare inrichtingen.<br />
artikel 2.5.2.1. : in gesloten plaats. 11<br />
artikel 2.5.2.2. : in open lucht. 11<br />
artikel 2.5.2.3. : opleggen van verbod. 11<br />
Sectie 2.5.3. maken van geluid op of langs de openbare weg en op openbare<br />
plaatsen.<br />
artikel 2.5.3.1. : occasionele inrichtingen. 11<br />
artikel 2.5.3.2. : bestendige inrichtingen. 11<br />
artikel 2.5.3.3. : intrekken machtiging. 11<br />
Sectie 2.5.4. gemeenschappelijke bepalingen.<br />
artikel 2.5.4.1. tot artikel 2.5.4.7. 12<br />
Sectie 2.5.5. specifieke geluidshinder.<br />
artikel 2.5.5.1. : algemene regel. 12<br />
artikel 2.5.5.2. : geluidswagen. 13<br />
artikel 2.5.5.3. : luidsprekers langs de openbare weg. 13<br />
artikel 2.5.5.4. : voetzoekers. 13<br />
artikel 2.5.5.5. : vreugdesalvo's. 13<br />
artikel 2.5.5.6. : vogelschrikkanonnen. 13<br />
artikel 2.5.5.7. : dieren. 13<br />
artikel 2.5.5.8. : motoren. 13<br />
artikel 2.5.5.9. : sport-, speel- en experimenteervoertuigen. 13<br />
AFDELING 2.6. OPENINGS- EN SLUITINGSUREN.<br />
artikel 2.6.1. 13<br />
AFDELING 2.7 DE WEKELIJKSE MARKT.<br />
artikel 2.7.1 tot artikel 2.7.9 14<br />
AFDELING 2.8. HAVEN.<br />
artikel 2.8.1. tot artikel 2.8.3. 14<br />
HOOFDSTUK 3. BEGRAAFPLAATSEN.<br />
AFDELING 3.1. VASTSTELLING OVERLIJDEN EN LIJKBEZORGING.<br />
Sectie 3.1.1. aangifte van overlijden.<br />
artikel 3.1.1.1. 15<br />
Sectie 3.1.2. de lijkbezorging.<br />
artikel 3.1.2.1. tot artikel 3.1.2.8. 15<br />
AFDELING 3.2. ORDEMAATREGELEN VOOR DE BEGRAAFPLAATSEN.<br />
Sectie 3.2.1. toegang tot de begraafplaatsen.<br />
artikel 3.2.1.1. tot artikel 3.2.1.2. 16<br />
Sectie 3.2.2. regeling op de begraafplaats.<br />
artikel 3.2.2.1. tot artikel 3.2.2.7. 16<br />
II
HOOFDSTUK 4. BOUW.<br />
AFDELING 4.1. UITVOEREN VAN WERKEN BUITEN DE OPENBARE WEG.<br />
Sectie 4.1.1. alle werken buiten het openbaar domein.<br />
artikel 4.1.1.1. tot artikel 4.1.1.6. 17<br />
Sectie 4.1.2. werken die de veiligheid of gemakkelijkheid van doorgang<br />
belemmeren.<br />
artikel 4.1.2.1. tot artikel 4.1.2.4. 17<br />
AFDELING 4.2. BRANDVOORKOMING.<br />
artikel 4.2.1. tot artikel 4.2.3. 18<br />
AFDELING 4.3. AFSLUITING VAN EIGENDOMMEN.<br />
artikel 4.3.1. tot artikel 4.3.5. 18<br />
AFDELING 4.4. GEVELMUREN.<br />
artikel 4.4.1. tot 4.4.2. 18<br />
AFDELING 4.5. VERWIJDEREN VAN AFVALWATER.<br />
artikel 4.5.1. tot artikel 4.5.2. 18-19<br />
AFDELING 4.6. BRANDVEILIGHEID IN VOOR HET PUBLIEK TOEGANKELIJKE<br />
GEBOUWEN, LOKALEN EN PLAATSEN.<br />
artikel 4.6.1. tot artikel 4.6.6. 19<br />
HOOFDSTUK 5. ORDEMAATREGELEN VOOR DE GEMEENTELIJKE DOMEINEN.<br />
HOOFDSTUK 6. GROENBEHEER.<br />
artikel 5.1. tot artikel 5.3. 20<br />
artikel 6.1. 20<br />
BIJLAGE 1 : <strong>ALGEMEEN</strong> REGLEMENT OP DE ADMINISTRATIEVE SANCTIES 21<br />
BIJLAGE 2 : TERRASSEN 23<br />
BIJLAGE 3 : PUBLICITEIT 25<br />
BIJLAGE 4 : AFVAL 29<br />
BIJLAGE 5 : GEMEENTELIJKE DOMEINEN & INFRASTRUCTUUR 39<br />
BIJLAGE 6 : LOZING VAN HUISHOUDELIJK AFVALWATER, 49<br />
AFKOPPELING VAN HEMELWATER<br />
III
STAD IZEGEM<br />
<strong>GECOORDINEERD</strong> <strong>STEDELIJK</strong> <strong>ALGEMEEN</strong> POLITIEREGLEMENT<br />
zoals vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit van 5 maart 2007 teneinde een uniforme regelgeving te<br />
introduceren binnen de drie gemeenten van de <strong>politiezone</strong> <strong>RIHO</strong>.<br />
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN<br />
Artikel 1.1. De overtredingen op onderhavige politieverordening en de bijlagen, worden bestraft met<br />
een administratieve sanctie, zoals beschreven in bijlage 1 van huidig reglement, voor zover ze hiertoe<br />
aanleiding kunnen geven.<br />
De sancties zijn deze voorgeschreven conform art. 119 bis NGW, bestaande uit een boete, een<br />
administratieve schorsing van een door de gemeente afgeleverde toelating of vergunning, een<br />
administratieve intrekking van een door de gemeente afgeleverde toelating of vergunning en de<br />
administratieve sluiting van een instelling die tijdelijk of definitief kan zijn.<br />
Overtredingen op onderhavige politieverordening en de bijlagen, die niet in aanmerking komen voor<br />
bestraffing via gemeentelijke administratieve sancties of die wel in aanmerking komen maar waarbij de<br />
Procureur des Konings echter beslist tot vervolging worden bestraft met een gevangenisstraf van één<br />
tot zeven dagen en/of met een geldboete van één tot vijfentwintig euro, in zoverre geen andere<br />
strafbepalingen in wetten zijn gesteld.<br />
Tevens kan, overeenkomstig de artikelen 42, 43 en 43 bis van het strafwetboek, de rechtbank de<br />
bijzondere verbeurdverklaring uitspreken.<br />
Artikel 1.2. Dit besluit wordt bekendgemaakt bij middel van een aanplakbrief.<br />
Artikel 1.3. Afschrift van dit besluit wordt binnen de 48 uren gestuurd aan de heer Gouverneur van de<br />
Provincie West-Vlaanderen, voor kennisgeving aan de Bestendige Deputatie van de Provincieraad en<br />
voor melding in het bestuursmemoriaal van de Provincie.<br />
Tevens wordt van dit besluit dadelijk een afschrift gestuurd aan de Griffie van de Rechtbank Eerste<br />
Aanleg te Kortrijk, aan de Griffie van de Politierechtbank te Kortrijk en ter kennisgeving aan de lokale<br />
politie.<br />
1
HOOFDSTUK 2. MAATREGELEN VAN VEILIGHEID, ORDE, NETHEID EN GEZONDHEID.<br />
AFDELING 2.1. NUMMERING VAN HUIZEN EN GEBOUWEN.<br />
Sectie 2.1.1.<br />
Artikel 2.1.1.1. : Het college van burgemeester en schepenen stelt de nummering van de huizen en de<br />
wijziging aan deze nummering vast.<br />
Artikel 2.1.1.2. : Ieder bewoond of onbewoond huis, zelfs ieder gebouw dat niet voor huisvesting<br />
bestemd is, moet genummerd worden in Arabische cijfers.<br />
De nummering moet aangebracht door bewoner. Bij het in gebreke blijven van deze, rust de<br />
verplichting op de eigenaar. Wanneer niet aan de verplichting voldaan wordt zal deze nummering door<br />
het gemeentebestuur ambtshalve en op kosten van de eigenaar uitgevoerd worden.<br />
De bijgebouwen of aanhorigheden, zoals garages, loodsen, wagenhuizen, schuren, stallen,<br />
werkplaatsen en dergelijke, worden als bijhorigheden van het hoofdgebouw beschouwd en moeten niet<br />
genummerd worden.<br />
Artikel 2.1.1.3. : De cijfers (en eventueel de aanvullende letterindex) moeten minimaal 5 cm groot zijn.<br />
Zij moeten goed contrasteren met de achtergrond waarop zij aangebracht zijn. Zij moeten bestaan uit<br />
duurzaam, niet-corroderend materiaal. De huisnummers moeten aangebracht worden op een hoogte<br />
van minimaal 0,80 meter en maximaal 2 meter.<br />
Artikel 2.1.1.4. : Het huisnummer moet goed zichtbaar en hecht aangebracht zijn :<br />
a) bij voorkeur rechts naast de voornaamste toegangsdeur;<br />
b) bij belangrijke achteruitbouw, zo mogelijk rechts naast de voornaamste inrit, op of naast de<br />
brievenbus.<br />
Geen enkel voorwerp mag de zichtbaarheid van het nummer verminderen.<br />
Artikel 2.1.1.5. : In geval van wijziging van het huisnummer mag het oude niet behouden blijven. De<br />
nieuwe nummering moet aangebracht te worden ten laatste één maand na de wijziging.<br />
Artikel 2.1.1.6. : Wanneer in een gebouw verschillende woongelegenheden en/of onderverdelingen<br />
zijn, moeten deze genummerd worden binnen het gebouw. De nummering geschiedt op de wijze door<br />
het college van burgemeester en schepenen bepaald. Dit nummer moet aangebracht worden op de<br />
toegangsdeur.<br />
AFDELING 2.2.<br />
Sectie 2.2.1. verkeer van dieren.<br />
Artikel 2.2.1.1. : Het is verboden dieren die men onder zijn bewaring heeft op de openbare weg te laten<br />
lopen, zonder de nodige voorzorgen te nemen om te beletten dat ze de veiligheid of het gemak van<br />
doorgang verstoren.<br />
Artikel 2.2.1.2. :<br />
a. Honden moeten aan de leiband gehouden op de openbare weg en op het openbaar domein<br />
van de stad, zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Het College van Burgemeester en<br />
Schepenen kan afwijkingen voorzien voor plaatsen waar dit verbod niet geldt.<br />
b. De eigenaars of houders van honden moeten er zorg voor dragen dat hun honden de parken<br />
en plantsoenen, huisdrempels, de gevels, de straten en de trottoirs, wandelwegen en<br />
sportvelden, niet bevuilen met hun uitwerpselen.<br />
c. De eigenaars of houders van dieren moeten er zorg voor dragen dat hun dieren de parken en<br />
plantsoenen, huisdrempels en gevels, straten en trottoirs, wandelwegen en sportvelden,<br />
gelegen binnen de bebouwde kom aangeduid door de borden fig. F1 en F3, niet bevuilen met<br />
hun uitwerpselen.<br />
d. De begeleiders, met uitzondering van de blinden en rolstoelgebruikers, moeten steeds in het<br />
bezit zijn van een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier. De gebruikte<br />
zakjes betreffen enerzijds de hiervoor in de handel te koop aangeboden zakjes en anderzijds<br />
plastiekzakjes die een minimum afmeting van 20 cm op 20 cm hebben zodat ze dichtgeknoopt<br />
2
kunnen worden. Het zakje moet, op eerste verzoek van de politie, vertoond worden. De<br />
begeleiders van de honden, met uitzondering van de blinden en rolstoelgebruikers, moeten de<br />
uitwerpselen van hun hond onmiddellijk verwijderen met het zakje.<br />
e. De bepalingen van punten c en d ontslaan de aangelanden niet van hun verplichting inzake<br />
reiniging.<br />
Artikel 2.2.1.3. :<br />
Het is binnen de grenzen van de gemeente verboden duiven (reisduiven en andere) die niet aan de<br />
prijskampen deelnemen, te laten uitvliegen van zonsopgang tot één uur na het sluiten van de<br />
prijskampen op zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen of wijkkermissen waarop prijsvluchten<br />
plaatsgrijpen. Dit verbod geldt tijdens de periode van 1 maart tot 31 oktober.<br />
Het is eveneens verboden tijdens het verloop van wedstrijdvluchten voor reisduiven nadeel te<br />
berokkenen door met opzet handelingen te stellen, die het normaal bereiken van de hokken door<br />
wedstrijdduiven beletten of vertragen.<br />
Artikel 2.2.1.4. : Wanneer, in geval van overmacht, slecht weer of andere oorzaken, de prijsvluchten<br />
niet op de gestelde dagen plaatsvinden, geldt het verbod in artikel 2.2.1.3. op de daarop volgende dag.<br />
De duivenliefhebbers moeten zulks bekend te maken aan hun buren.<br />
Sectie 2.2.2. gebruik van het openbaar domein.<br />
Artikel 2.2.2.1. : Algemene bepalingen van toepassing op de reglementaire beschikkingen in sectie<br />
2.2.2. voorzien.<br />
1° De vergunning (of vrijstelling) wordt schriftelijk gegeven, hetzij onder vorm van een gewone<br />
geschreven vergunning, hetzij onder vorm van een plan met de modaliteiten van uitvoering.<br />
2° Handelen in strijd met de voorwaarden van de vergunning of met het plan met de modaliteiten van<br />
uitvoering wordt gelijkgesteld met het handelen zonder vergunning.<br />
Wordt eveneens gelijkgesteld met het handelen zonder vergunning : het niet naleven van de<br />
voorschriften vermeld in de vergunning.<br />
3° De vergunning (of vrijstelling) in deze afdeling voorzien wordt afgeleverd door het college van<br />
burgemeester en schepenen of door de burgemeester, volgens hun respectievelijke wettelijk<br />
toegekende bevoegdheid.<br />
4° De vergunning (of vrijstelling), alsmede de gestelde voorwaarden, kunnen ten alle tijde ingetrokken<br />
of gewijzigd worden zonder enig verhaal of schadevergoeding voor de vergunninghouder.<br />
5° De bekomen vergunning ontslaat de vergunninghouder niet van de toepassing van de andere<br />
gemeentelijke reglementering terzake.<br />
Artikel 2.2.2.2. :<br />
§ 1. Voor het inrichten van alle manifestaties of het plaatsen van inrichtingen van welke aard ook, op<br />
de openbare weg en op het openbaar domein, is een voorafgaandelijke schriftelijke toelating vereist<br />
van de gemeenteoverheid, zoals aangegeven in artikel 2.2.2.1.- 3°.<br />
§ 2. De toelating tot ambulante handel zal door de burgemeester kunnen geschorst worden op het<br />
grondgebied van de stad, of op gedeelten ervan, in alle omstandigheden waarin hij het nodig acht voor<br />
het gemak van verkeer en het handhaven van de openbare orde, zoals bij feestelijkheden, processies,<br />
markten, braderieën, kermissen en foren. Deze opsomming is geenszins beperkend.<br />
Artikel 2.2.2.2.1.:<br />
Er is geen vergunning van het college van burgemeester en schepenen vereist voor het buitenplaatsen<br />
van goederen ter gelegenheid van de wekelijkse ophaling van huisvuil, van de periodieke ophaling van<br />
groot huisvuil, beperkt tot de dag voordien en de dag van de ophaling zelf, noch naar aanleiding van<br />
verkopingen bij rechtsmacht of gerechtelijke uitzettingen.<br />
Artikel 2.2.2.3. : Het is verboden, tenzij met toelating van de gemeentelijke overheid zoals aangegeven<br />
in artikel 2.2.2.1. – 3°, staanders of inrichtingen om rijwielen op of in de trottoirs te plaatsen, aan te<br />
brengen.<br />
De losse rijwielstaanders met vergunning op de openbare weg geplaatst, moeten bij het sluiten van de<br />
inrichting, voor dewelke zij geplaatst zijn, binnenshuis worden genomen.<br />
3
Artikel 2.2.2.4. : Het onbeheerd in stilstand hebben van fietsen en niet bereden tweewielige<br />
bromfietsen op de openbare weg is enkel toegestaan op volgende plaatsen :<br />
1° deze voorzien in artikel 70.2.1.3.f. van het K.B. van 01.12.1975, gesignaleerd door de<br />
verkeersborden M1 of M8.<br />
2° op de trottoirs, wanneer zij geplaatst zijn in de rijwielhouders of –staanders, of op hun steunpikkel,<br />
of tegen de gevels of afsluitingen van de gebouwen, waar de gebruikers zich in bevinden, en op<br />
voorwaarde dat het voetgangersverkeer er niet door belemmerd wordt en er ten allen tijde een vrije<br />
doorgang van 1 meter bewaard blijft.<br />
3° Ieder persoon die een fiets onbeheerd achterlaat en zich daarbij niet houdt aan de regels<br />
opgenomen in huidig artikel moet dat rijwiel verplaatsen zodra hij daartoe door een gemachtigd<br />
persoon aangemaand wordt. Weigert de persoon of is hij afwezig, dan mag de bevoegde persoon<br />
ambtshalve voor de verplaatsing zorgen. Deze verplaatsing gebeurt op risico en kosten van de<br />
persoon die het rijwiel ter plaatse achterliet.<br />
Artikel 2.2.2.4.1.:<br />
Het is verboden, op de openbare weg, fietsen en niet bereden tweewielige bromfietsen onbeheerd in<br />
stilstand te hebben tussen 22.00 u en 06.00 uur wanneer deze niet gesloten zijn met een degelijk slot<br />
ter beveiliging tegen diefstal.<br />
Artikel 2.2.2.5. : Het is voor voetgangers en weggebruikers, die bij toepassing van artikel 42 van het<br />
algemeen verkeersreglement (K.B. 01.12.1975) de regelen van de voetgangers moeten volgen,<br />
verboden :<br />
1° zich op te houden langs de openbare wegen op de al dan niet verhoogde trottoirs of voetpaden, in<br />
galerijen en portalen, wanneer hierdoor hinder, schade of last kan veroorzaakt worden aan de<br />
aanpalende eigendommen of hun bewoners of aan de voorbijgangers.<br />
2° zich op te houden in de portalen van woonhuizen en gebouwen, in of op de raamdorpels of<br />
deurdorpels te zitten, te staan of te liggen of daartegen te leunen met uitzondering van de eigenaars of<br />
de bewoners en er eender welke voorwerpen, zoals valiezen, tassen en dergelijke te plaatsen of<br />
onbeheerd achter te laten.<br />
Artikel 2.2.2.6. :<br />
Een voorafgaande en schriftelijke vergunning van de gemeenteoverheid is vereist om :<br />
1° enig uitsteeksel of welke inrichting ook, vanaf de private eigendommen, boven de openbare weg te<br />
laten uitsteken, met inbegrip van de al dan niet verhoogde trottoirs of voetpaden.<br />
2° zonneschermen en windschermen aan de voorgevel aan te brengen, of zijluifels, en mits voldaan<br />
wordt aan volgende algemene voorwaarden :<br />
- de onderkant van de hangende schermen of luifels, met inbegrip van franjes of andere versieringen,<br />
moeten minstens 2,10 meter boven de begane grond uitsteken.<br />
- de uiteinden van deze hangende inrichtingen moeten minstens 50 cm verwijderd zijn van de rand van<br />
de rijbaan of van de trottoirband en de staande inrichtingen op minstens anderhalve meter.<br />
De bepaling inzake hoogte geldt niet voor vlaggen en wimpels, op voorwaarde dat zij niet in aanraking<br />
kunnen komen met niet geïsoleerde bovengrondse elektrische leidingen en niet boven de rijbaan<br />
uitkomen. De vlaggen en wimpels zijn niet onderhevig aan de vergunningsplicht.<br />
3° Verplaatsbare publiciteitsborden in de omgeving van de zaak op te stellen. Wanneer deze borden<br />
opgesteld worden op trottoirs of verhoogde bermen moet steeds een vrije doorgang van 1.00 meter<br />
gelaten worden. Ze mogen op geen enkele wijze de goede zichtbaarheid op de openbare weg<br />
hinderen.<br />
De verleende vergunning van de gemeenteoverheid ontslaat de verkrijger niet van de verplichting te<br />
voldoen aan eventuele andere wettelijke bepalingen (onder andere stedenbouw en ruimtelijke<br />
ordening).<br />
Artikel 2.2.2.7. : Terrassen<br />
Artikel 2.2.2.7.1.<br />
De verordenende maatregelen hebben betrekking op een tijdelijke en duidelijk begrensde privatisering<br />
van het openbaar domein met het oog op het uitbaten van een terras.<br />
Onder terras wordt verstaan elke constructie bestaande uit vaste en/of losse elementen, zoals<br />
windschermen, meubilair allerhande, parasols, …, zonder dat deze opsomming als beperkend mag<br />
aanzien worden en dit ter uitbreiding van de horecazaak.<br />
4
Dit reglement is niet van toepassing op occasionele terrassen naar aanleiding van bepaalde<br />
manifestaties (zoals onder andere wielerwedstrijden, wijkfeesten, …) .<br />
Artikel 2.2.2.7.2. :<br />
De uitbating van een terras is onderworpen aan een voorafgaandelijke schriftelijke vergunning die<br />
afgeleverd wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. De vergunning moet, op<br />
eenvoudig verzoek, vertoond worden aan de politie en de gemeentelijke ambtenaren.<br />
Voor elke wijziging aan een vergund terras moet een schriftelijke aanvraag gericht worden aan het<br />
College van Burgemeester en Schepenen.<br />
Artikel 2.2.2.7.3. :<br />
De houder van een terrasvergunning, of zijn aangestelde, moet er steeds voor zorgen dat de<br />
verplichtingen, opgelegd in de vergunning, worden nageleefd.<br />
Bij niet naleven van de voorwaarden, verbonden aan de toekenning, of bij het ontbreken van een<br />
vergunning, kan de gemeentelijke overheid het terras laten wegnemen op kosten en risico van de<br />
uitbater.<br />
Artikel 2.2.2.7.4.: De overige bepalingen in verband met de plaatsing van terrassen zijn vervat in de<br />
bijlage 1.<br />
Artikel 2.2.2.8. : Het is verboden op de openbare weg, met inbegrip van de al dan niet verhoogde<br />
voetpaden of trottoirs, kelderopeningen open te laten of er enig voorwerp te laten uitsteken.<br />
Artikel 2.2.2.9. : Het is verboden op langdurige of bestendige wijze de strook voor achteruitbouw te<br />
gebruiken als stapelplaats voor eender welk huishoudelijk afval, afgedankte meubelen en materialen<br />
en afgedankte voertuigen, of welke voorwerpen ook die hinder of overlast kunnen veroorzaken.<br />
Bij klaarblijkelijk gevaar voor de openbare veiligheid en/of gezondheid kan, bij gemotiveerd besluit van<br />
de burgemeester, ambtshalve verwijdering gebeuren op kosten van de eigenaar of gebruiker van het<br />
terrein.<br />
Artikel 2.2.2.10. : Het is verboden, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de lokale en<br />
gebeurlijk andere bevoegde overheid, enige wijziging aan het openbaar domein aan te brengen.<br />
Eveneens is het verboden eender welke schade aan te brengen aan het openbaar domein.<br />
Geen werk op de openbare weg, op het niveau van de begane grond, erboven of eronder, of op het<br />
openbaar domein mag gestart worden tenzij de aannemer, of diegene die de werken uitvoert, in het<br />
bezit is van alle vereiste of voorgeschreven toelatingen of vergunningen. Deze vergunningen moeten<br />
vertoond worden op eerste verzoek.<br />
Elk privatief gebruik van de openbare weg of het openbaar domein is verboden behoudens met<br />
schriftelijke toestemming van bevoegde overheid.<br />
Artikel 2.2.2.11. : Buiten wat bepaald is voor de openbare markten is het aanbieden van koopwaren op<br />
het openbaar domein, met een stand of kraam, verboden zonder voorafgaande schriftelijke vergunning<br />
van het college van Burgemeester en Schepenen.<br />
De uitbaters moeten voldoen aan de voorwaarden opgenomen in art. 2.2.7.11.<br />
Artikel 2.2.2.12. : Voor kooktoestellen, barbecues en frituren moeten volgende maatregelen worden<br />
genomen met betrekking tot brandveiligheid :<br />
1. zij moeten zodanig worden opgesteld dat deze geen hinder vormen voor een vlotte en veilige<br />
ontruiming van de achterliggende gebouwen, noch gevaar opleveren voor de gebruikers en<br />
voorbijgangers op de openbare weg en de in de omgeving gelegen gebouwen.<br />
Het straatgedeelte in de onmiddellijke omgeving moet steeds rechtstreeks bereikbaar blijven voor de<br />
wagens van de hulpdiensten.<br />
2. zij moeten op ten minste 1 meter van alle brandbare materialen worden geplaatst of er zodanig van<br />
afgezonderd zijn dat alle brandgevaar voorkomen wordt.<br />
3. zij moeten voldoende stabiel worden geplaatst; zij mogen niet worden opgesteld onder een tent,<br />
luifel of ieder ander object uit brandbaar materiaal.<br />
4. tijdens de uitbating moet steeds een verantwoordelijk persoon in de onmiddellijke omgeving<br />
aanwezig zijn zodat onmiddellijk kan ingegrepen worden bij enig gevaar.<br />
5. om een begin van brand te kunnen bestrijden moet in de frituur of in de nabijheid van de<br />
kooktoestellen of barbecues een draagbare snelblusser met 6 kg. ABC poeder worden opgesteld die<br />
voldoet aan de eisen van de Belgische norm NBN S. 21.014.<br />
5
6. toestellen werkend op vloeibaar gas moeten voorzien zijn van de nodige voor het gebruikt gas<br />
geschikte afsluitkranen; de toevoerleidingen zijn met staaldraad gewapend of geschikt voor het<br />
gebruikte gas; de totale inhoud van de recipiënten van gas wordt per verkooppunt beperkt tot 100 liter.<br />
Artikel 2.2.2.13. : Voor de openbare plantsoenen, speelpleinen, bossen, parken, tuinen en de daarin<br />
gelegen wegen en voetwegen, toegankelijk voor het publiek, gelden navolgende bepalingen :<br />
1. de toegang ertoe is verboden voor voertuigen, bromfietsers, fietsers, paarden en vee, tenzij anders<br />
aangeduid of mits vergunning verleend door het schepencollege.<br />
2. het is aldaar verboden, tenzij mits vergunning van de bevoegde overheid :<br />
a) over de openbare grasperken te lopen, er op te zitten of te liggen op plaatsen waar een verbodsbord<br />
daartoe is aangebracht.<br />
b) over de afsluitingen te klauteren.<br />
c) gelijk welke handeling te stellen waardoor het oorspronkelijk karakter wordt verstoord of waardoor<br />
enige beschadiging ontstaat, hetzij aan de beplantingen, gazon, grasperken, gewassen of vruchten,<br />
hetzij aan gelijk welke roerende en onroerende voorwerpen die er zich bevinden.<br />
d) onder een tent, in een woonwagen of voertuig te kamperen.<br />
e) iedere handeling te stellen waardoor de rust en de orde wordt verstoord.<br />
f) te leuren of koopwaren uit te stallen of aan te bieden.<br />
g) vuur te maken.<br />
h) te picknicken, tenzij op de daartoe aangeduide plaatsen.<br />
i) te parkeren, tenzij op de daartoe aangeduide plaatsen.<br />
3. het publiek moet zich gedragen naar de richtlijnen, die op behoorlijke wijze door aanwijzingen en<br />
borden of enig ander middel ter kennis worden gebracht.<br />
Artikel 2.2.2.14 :<br />
Onverminderd de toepassing van het artikel 2.2.2.10.:<br />
1. mogen door de bouwheer geen werken worden aangevat zonder dat vooraf in de<br />
gemeentekas een borgsom is gestort, die slechts geheel of gedeeltelijk zal vrijgegeven<br />
worden, zo , na beëindiging van de werken, wordt vastgesteld dat geen schade aan het<br />
openbaar domein werd toegebracht.<br />
Het schepencollege stelt het bedrag van de borgsom vast.<br />
2. a) mag op het openbaar domein geen nieuw voetpad aangelegd of een beschadigd voetpad<br />
hersteld worden zonder schriftelijke toestemming van het schepencollege dat de nadere<br />
modaliteiten bepaalt;<br />
b) mogen de eigenaars of huurders van gronden en gebouwen hun voertuigen niet over het<br />
voetpad en de trottoirbanden laten rijden, zonder dat deze trottoirbanden verlaagd werden en<br />
het voetpad aangepast werd in een oprit.<br />
Voor de werken vermeld onder punt 2. moet de belanghebbende eigenaar of huurder een<br />
aanvraag indienen bij het schepencollege;<br />
Sectie 2.2.3. aanplakkingen en aankondigingen.<br />
Artikel 2.2.3.1. : Het is ieder eigenaar van een leegstaand pand verboden zelf om het even welke<br />
aanplakking aan te brengen of te laten aanbrengen aan zijn pand.<br />
De eigenaar is tevens gehouden elke niet-rechtmatige aanplakking te verwijderen.<br />
Indien de eigenaar, na ingebrekestelling, nalaat deze te verwijderen, zal dit geschieden door de<br />
gemeente, op kosten en verantwoordelijkheid van de eigenaar.<br />
Deze regels gelden niet voor het te koop of te huur stellen van het pand of voor de wettelijk vereiste<br />
aanplakkingen.<br />
Artikel 2.2.3.2. : De regels inzake het aanplakken op de gemeentelijke aanplakborden en rasters,<br />
evenals de regels inzake het plaatsen van visuele reclame voor tijdelijke evenementen worden<br />
opgenomen in bijlage 2 .<br />
Sectie 2.2.4. openbare rust.<br />
Artikel 2.2.4.1. : Het is verboden aan te bellen of te kloppen aan huizen, woningen en magazijnen met<br />
het doel de inwoners lastig te vallen of te verontrusten.<br />
Artikel 2.2.4.2. : Het verhuizen is verboden tussen 22.00 en 06.00 uur.<br />
6
Artikel 2.2.4.3. : Het is verboden te spelen op de rijbaan en op het fietspad met uitzondering voor wat<br />
voorzien is in de regels betreffen de woonerven (K.B. van 01.12.1975 – Wegcode – Art. 2.32) en de<br />
speelstraten (K.B. van 01.12.1975 – Wegcode – Art. 2.36).<br />
Artikel 2.2.4.4. :<br />
§ 1. Het is verboden op de openbare weg, of andere openluchtplaatsen alwaar het publiek toegang<br />
heeft, openbare vergaderingen of vermakelijkheden zoals bals, rave party’s, danspartijen, concerten,<br />
recitals, spelen, vermakelijkheden, prijskampen of vertoningen in te richten zonder voorafgaandelijke<br />
schriftelijke toelating van de burgemeester.<br />
§ 2. Alle openbare danspartijen, niet in open lucht ingericht, om het even in welke lokalen of<br />
dansgelegenheden zij doorgaan, moeten minstens 14 dagen voordat zij aanvangen, aangegeven<br />
worden, door de zaaluitbater en/of de inrichter, bij het gemeentebestuur<br />
§ 3. Elke activiteit in een openbare inrichting of op privaat terrein moet voldoen aan alle vigerende<br />
wettelijke en reglementaire beschikkingen, onder meer inzake veiligheid, hygiëne, gezondheid, e.d…<br />
Artikel 2.2.4.5. : Het is verboden zich gemaskerd, vermomd of verkleed in het openbaar te vertonen.<br />
De burgemeester mag in bijzondere omstandigheden afwijkingen toestaan en hierbij bepaalde<br />
modaliteiten opleggen.<br />
De personen die zich gemaskerd, vermomd of verkleed in het openbaar vertonen mogen geen wapens<br />
of stokken hanteren.<br />
Niemand mag een vermomming dragen die van aard is de openbare orde te storen.<br />
Gemaskerde of vermomde personen mogen geen vlugschriften uitdelen of verspreiden.<br />
Sectie 2.2.5. vuur maken.<br />
Artikel 2.2.5.1. : Onverminderd hetgeen bepaald in artikel 2.2.5.2. is het verboden vuur te maken in<br />
open lucht. Barbecues zijn toegelaten.<br />
Artikel 2.2.5.2. : Niemand mag op het veld vuur maken, tenzij op een afstand van honderd meter van<br />
de openbare weg, de huizen, gebouwen, bossen, boomgaarden, hagen, graan, stro- en hooimijten.<br />
Voor wat de toegelaten materialen betreft moet men zich richten naar de geldende<br />
milieureglementering (VLAREM, e.a.).<br />
Het vuur maken is steeds verboden na zonsondergang.<br />
Sectie 2.2.6. drukwerken en geschriften.<br />
Artikel 2.2.6.1. : Voor de bedeling van drukwerken en geschriften op de openbare weg is een<br />
voorafgaande kennisgeving aan de burgemeester vereist met opgave van het aantal te verspreiden<br />
exemplaren. Drie exemplaren van het drukwerk of geschrift moeten ten minste acht dagen voor de<br />
bedeling afgegeven worden.<br />
De bedelers moeten volgende regels in acht nemen :<br />
1. zij mogen de vrije doorgang van het verkeer en van de voetgangers niet belemmeren of hinderen.<br />
2. zij mogen zich niet opdringen ten opzichte van het publiek.<br />
3. de bedeling mag enkel gebeuren op het trottoir.<br />
4. drukwerken en geschriften mogen niet op de openbare weg gegooid worden, of op voertuigen<br />
achtergelaten worden.<br />
5. Het is verboden op gemeentelijke domeinen folders en geschriften te verspreiden behoudens met<br />
voorafgaande schriftelijke toestemming van en onder de voorwaarden gesteld door het College<br />
van Burgemeester en Schepenen.<br />
6. Op de folders en geschriften moet de verantwoordelijke uitgever (met opgave van zijn adres)<br />
vermeld zijn.<br />
7. Het bewijs van ontvangst van de kennisgeving, afgeleverd door het College van Burgemeester en<br />
Schepenen, moet steeds kunnen vertoond worden door de bedelers.<br />
7
Sectie 2.2.7. rein houden van de openbare wegen.<br />
Artikel 2.2.7.1. : Iedere bewoner of gebruiker, en bij ontstentenis de eigenaar, is gehouden het trottoir<br />
en de greppel voor zijn onroerend goed steeds net te houden.<br />
Artikel 2.2.7.2. : Het vuil voor hun onroerende goederen moet verzameld en verwijderd worden; het is<br />
verboden dit vuil voor het onroerend goed van een ander te verzamelen.<br />
Artikel 2.2.7.3. : Tijdens een vriesperiode is alle gebruik van water op de openbare weg verboden. Het<br />
is ook verboden sneeuw of ijs op de rijbaan en het fietspad te werpen.<br />
Artikel 2.2.7.4. : Wanneer het glad is door ijzel, sneeuw of vorst zijn de bewoners, gebruikers en bij<br />
ontstentenis de eigenaars, gehouden de nodige maatregelen te nemen om een veilige doorgang voor<br />
de voetgangers te garanderen.<br />
Artikel 2.2.7.5. : Tijdens de dooi moet men de slikputten en de greppels vrijmaken.<br />
Artikel 2.2.7.6. : § 1. De bewoners of gebruikers, en bij ontstentenis de eigenaars, zijn gehouden voor<br />
hun onroerende goederen tot aan rand van de rijbaan het onkruid te verwijderen.<br />
§ 2. Alle gebruikers van een onroerend goed, gelegen langs een voor het publiek toegankelijke<br />
verkeersweg, moeten ervoor zorgen dat de beplantingen die op dat goed groeien zodanig worden<br />
gesnoeid dat zij geen hinder vormen voor de openbare veiligheid of de verkeersveiligheid.<br />
Indien de gebruikers in gebreke blijven kan de gemeente de werken ambtshalve uitvoeren op last en<br />
op kosten van de gebruiker.<br />
Bij leegstand van het gebouw valt deze verplichting ten laste van de eigenaar.<br />
Artikel 2.2.7.7. : Voor de woningen door verschillende gezinnen betrokken, vallen de verplichtingen, in<br />
bovenstaande artikelen vermeld, ten laste van de bewoners van de benedenverdieping(en) en, zo<br />
deze plaatsen niet bewoond zijn, ten laste van de bewoners van de verdiepingen te beginnen met de<br />
bewoners van de eerste verdieping en zo verder.<br />
Bij leegstand van het gebouw valt deze verplichting ten laste van de eigenaar.<br />
Rondom de kerken, scholen en openbare gebouwen valt deze plicht ten laste van de besturen, die het<br />
gebouw gebruiken en bij ontstentenis de eigenaar ervan.<br />
Artikel 2.2.7.8. : Papier, snoepverpakkingen, vruchtenschillen, dozen, blikjes en alle andere dergelijke<br />
voorwerpen, waarvan het publiek zich wenst te ontdoen, moeten in de daartoe bestemde korven of<br />
opvangrecipiënten langs de openbare weg, parken, of elders op het openbaar domein geworpen<br />
worden.<br />
Deze korven mogen echter niet gebruikt worden voor huisafval.<br />
Het is eveneens verboden verpakkingen, dozen, afval, huisvuil en om het even welk voorwerp te<br />
plaatsen naast of bij de speciale containers, die voor glas of ander afval door het gemeentebestuur op<br />
het grondgebied van de gemeente worden geplaatst.<br />
Artikel 2.2.7.9. : De vervoerders van goederen allerhande, die de openbare weg kunnen vervuilen, zijn<br />
verplicht na het vervoer, het laden, uitladen of stationeren, het trottoir, de openbare weg of de greppel<br />
te reinigen en de vuilnis te verwijderen.<br />
Bij het vervoer met open wagens van losse goederen of waren, die gemakkelijk aanleiding geven tot<br />
verlies, storten, wegwaaien enz., is het gebruik van een dekzeil of -net van voldoende dichtheid<br />
verplicht.<br />
Artikel 2.2.7.10. : Het is verboden op de openbare weg voertuigen te smeren en er, behoudens<br />
overmacht, werken aan voertuigen uit te voeren.<br />
De openbare weg mag door het wassen van een voertuig niet bevuild worden.<br />
Het wassen mag geen hinder opleveren voor derden.<br />
Het uitgieten van asbakken van voertuigen op of langs de openbare weg is verboden.<br />
Artikel 2.2.7.11. : Bij gebruik van het openbaar domein voor verkoop van goederen moet worden<br />
voldaan aan de volgende voorwaarden:<br />
Er moeten voldoende maatregelen genomen om de bevuiling van het openbaar domein te<br />
voorkomen.<br />
Alleen toestellen die een minimum aan geur- en rookhinder veroorzaken mogen gebruikt worden.<br />
8
De uitbaters moeten alle afval opruimen en de standplaats reinigen voor ze te verlaten.<br />
Artikel 2.2.7.12. : Het is verboden om het even welk voorwerp in het kanaal, de waterkommen, beken,<br />
grachten, stadsriolen of slikputten, in open of gesloten gronden, koeren of tuinen weg te werpen.<br />
Artikel 2.2.7.13. : Het is verboden, onder welk voorwendsel of om welke reden ook, op de openbare<br />
weg, openbare pleinen en - plaatsen, etensresten, eetbaar huishoudelijk afval en voedergranen te<br />
werpen of achter te laten, tenzij bijzondere machtiging van de burgemeester.<br />
De burgemeester kan instellingen of personen daartoe schriftelijke vergunning verlenen met<br />
aanduiding van tijdstip en plaats van het voederen.<br />
Artikel 2.2.7.14 : In het kader van de volksgezondheid en het dierenwelzijn kan, bij noodzaak,<br />
overgegaan worden tot het wegvangen van verwilderde katten. De procedure hiertoe wordt bij<br />
beslissing van het college vastgelegd.<br />
Artikel 2.2.7.15. :<br />
Het is verboden zijn natuurlijke behoeften te doen in alle andere dan de daartoe geschikte plaatsen.<br />
Sectie 2.2.8. stoken met allesbranders.<br />
Artikel 2.2.8.1. Het stoken met allesbranders is enkel toegestaan met gebruik van onbewerkt hout en<br />
steenkool, met het oog op verwarming van lokalen.<br />
Sectie 2.2.9. taxi's.<br />
Artikel 2.2.9.1. : Het is verboden een andere taxistandplaats op de openbare weg in te nemen dan<br />
deze aangeduid in de door het schepencollege afgeleverde vergunning tot exploitatie van een<br />
taxidienst en het aanvullend bewijs van exploitatie vanaf een standplaats op de openbare weg.<br />
Artikel 2.2.9.2. : Alle verdere regelingen inzake de taxidiensten worden opgenomen in een bijlage per<br />
gemeente<br />
AFDELING 2.3. HUISHOUDELIJK AFVAL.<br />
Artikel 2.3.1. : voor de inzameling, ophaling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en<br />
vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen zijn de regels van toepassing die zijn opgenomen in de bijlage 3.<br />
AFDELING 2.4. GEZONDHEID VAN ONROERENDE GOEDEREN.<br />
Sectie 2.4.1. Woningen<br />
Artikel 2.4.1.1. : Iedereen is gehouden zijn woning of eigendom in een goede en nette toestand te<br />
houden en alle voorzorgen te nemen zodat de openbare gezondheid niet geschaad wordt en de<br />
normale burenhinder niet overschreden wordt.<br />
Bij gevaar voor de openbare gezondheid wordt de noodzakelijke reiniging uitgevoerd op last en kosten<br />
van de bewoner en bij ontstentenis op kosten van de eigenaar.<br />
Sectie 2.4.2. Verplaatsbare woongelegenheden.<br />
Artikel 2.4.2.1. : Het is verboden woonwagens, woontenten en andere verplaatsbare<br />
woongelegenheden, van welke aard ook, neer te zetten en te laten staan op de openbare plaatsen,<br />
wegen of gronden behorend tot het openbaar domein, tenzij de burgemeester hiertoe toelating<br />
verleent.<br />
Artikel 2.4.2.2. : De burgemeester heeft het recht de woonwagens en verplaatsbare<br />
woongelegenheden, geplaatst in strijd met voorgaand artikel, te doen wegruimen zonder dat er<br />
schadevergoeding door de overtreder kan geëist worden.<br />
Het wegruimen gebeurt op last en op kosten van de gebruiker van de verplaatsbare woongelegenheid.<br />
9
Artikel 2.4.2.3. : De artikels 2.4.2.1. en 2.4.2.2. zijn niet van toepassing op de foorreizigers, opgesteld<br />
tijdens de kermissen en binnen de omtrek van de kermisplaatsen. Voor hen gelden de bepalingen van<br />
het kermisreglement.<br />
Sectie 2.4.3. Onbewoonbaar verklaarde woningen.<br />
Artikel 2.4.3.1. : Het is verboden een woning, die door de burgemeester bij besluit onbewoonbaar werd<br />
verklaard en waarvoor hij bevolen heeft deze te ontruimen, nog te bewonen of te laten bewonen.<br />
Artikel 2.4.3.2. : Indien na het verstrijken van de termijn, gesteld door de burgemeester, het gebouw<br />
nog bewoond wordt, dan zullen de bewoners er desnoods door de politie worden uitgedreven.<br />
Sectie 2.4.4. Onbebouwde percelen.<br />
Artikel 2.4.4.1. : Elke eigenaar van een onbebouwd perceel grond, waar ook gelegen, is verplicht het<br />
perceel rein te houden.<br />
Hij moet er voor zorgen dat de zaaddragende vegetatie jaarlijks minstens één maaibeurt krijgt in de<br />
periode tussen 15 mei en 30 juni.<br />
Bij nalatigheid kan dit door het gemeentebestuur op kosten van de eigenaar uitgevoerd worden.<br />
Artikel 2.4.4.2. : Langs landelijke wegen waar geen grachten voorkomen, zijn de gebruikers van de<br />
landerijen palend aan de openbare weg ertoe gehouden bestendig een gelijkgrondse grasstrook van<br />
minstens 0,75 meter breed te laten groeien langs de rand van de rijbaan. Bij het plaatsen van<br />
afsluitingen of bewerken van de bermen moet er voor gezorgd worden dat steeds een vrije doorgang<br />
van minstens 4,50 meter verzekerd is.<br />
De vegetatie langs de bermen en in de grachten mag niet vernietigd worden door vuur of chemische<br />
bestrijdingsmiddelen.<br />
Artikel 2.4.4.3. :<br />
a) Braakliggende gronden gelegen binnen een zone van aaneengesloten bebouwing moeten, door de<br />
eigenaar van het perceel, afgesloten worden op de bouw- of rooilijn ter voorkoming van storten van<br />
afval. De afsluiting moet homogeen, voldoende hoog en ondoordringbaar zijn en geplaatst<br />
overeenkomstig de geldende wetgeving op de stedenbouw. Het College van Burgemeester en<br />
Schepenen kan de wijze van afsluiten nader bepalen.<br />
b) Bij braakliggende gronden die niet onder a) vallen moet de eigenaar of gebruiker het perceel<br />
vrijwaren tegen sluikstorten.<br />
AFDELING 2.5. BESTRIJDING VAN DE GELUIDSHINDER.<br />
Sectie 2.5.1. Begripsomschrijving.<br />
Artikel 2.5.1.1. : In deze afdeling wordt verstaan onder:<br />
1. openbare inrichting : alle inrichtingen, alsmede hun aanhorigheden, die, al dan niet tegen betaling,<br />
voor het publiek toegankelijk zijn, ook al is de toegang voor bepaalde categorieën van personen<br />
beperkt.<br />
2. Geluidsinstallatie: elk toestel, of groep van toestellen, die geluid, al dan niet versterkt,<br />
voortbrengen.<br />
3. Geluid: alle vormen van geluidsemissie al dan niet elektronische versterkt, van blijvende of<br />
tijdelijke aard.<br />
4. Exploitant: De uitbater en/of iedere door hem aangeduide persoon.<br />
5. milieudienst : de gemeentelijke dienst onder leiding van de ambtenaar, die de bevoegdheid heeft<br />
om toe te zien dat de wetten op het milieubeheer en de besluiten tot uitvoering van die wet worden<br />
toegepast.<br />
6. Nacht: tussen 22.00 en 06.00 uur.<br />
7. Nachtlawaai: Geluid of rumoer bij nacht waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord.<br />
8. Vrije dagen: alle kalenderdagen tussen de dag van verzending en aankomst van de zending.<br />
9. Bevoegde ambtenaren: de politieambtenaren en de daartoe aangeduide ambtenaren van de<br />
gemeentelijke milieudienst.<br />
10
Sectie 2.5.2. Maken van geluid in openbare inrichtingen.<br />
Artikel 2.5.2.1. : in gesloten plaats.<br />
§ 1. Het is de exploitant van een openbare inrichting verboden in zijn inrichting gebruik te maken of te<br />
laten maken van een geluidsinstallatie of eender welk evenement in te richten of te laten plaats vinden<br />
waarbij een geluidsinstallatie wordt gebruikt, zonder voorafgaandelijk daarvan kennis te hebben<br />
gegeven aan de Burgemeester.<br />
Deze kennisgeving moet schriftelijk gebeuren minstens acht vrije dagen vooraf.<br />
§ 2. Bij verandering van exploitant moet de nieuwe exploitant hiervan onder dezelfde voorwaarden<br />
opnieuw kennis geven.<br />
§ 3. De burgemeester kan, na onderzoek van de milieudienst, het maken van geluid afhankelijk stellen<br />
van bepaalde voorwaarden en preventieve maatregelen opleggen.<br />
Artikel 2.5.2.2. : Maken van geluid in open lucht.<br />
§ 1. De exploitant van een openbare inrichting die gebruik maakt van een open ruimte, al dan niet<br />
palend aan de openbare weg, en er in open lucht een geluidsinstallatie gebruikt of er eender welk<br />
evenement inricht of laat plaats vinden, waarbij een geluidsinstallatie wordt gebruikt, moet daartoe<br />
voorafgaandelijk de schriftelijke machtiging bekomen van de burgemeester.<br />
De aanvraag moet schriftelijk gebeuren minstens acht vrije dagen vooraf.<br />
§ 2. Geluid, al dan niet versterkt, gemaakt in een open ruimte, palend aan een openbare inrichting,<br />
mag in geen geval storend zijn op de openbare weg en mag het publiek of omwoners geenszins<br />
ongemak aandoen of de dieren doen schrikken.<br />
Artikel 2.5.2.3. : Opleggen van verbod.<br />
De burgemeester, de optredende politieofficier of de door hen gedelegeerde politieambtenaar kan<br />
verbod opleggen tot het maken van geluid in gesloten plaats of in open lucht onder meer:<br />
- bij niet-aangifte of aangifte buiten termijn.<br />
- bij het niet in bezit zijn van de vereiste machtiging.<br />
- bij niet-naleving van de wettelijke voorschriften betreffende de bestrijding van de geluidshinder of<br />
desgevallend van de voorwaarden en preventieve maatregelen opgelegd door de burgemeester of<br />
desgevallend van de voorwaarden vermeld in de machtiging.<br />
- bij het op heterdaad vastgesteld nachtlawaai door het maken van geluid in de openbare inrichting.<br />
- bij overschrijding van het maximaal toegelaten geluidsniveau.<br />
- bij de vaststelling dat de afstelling van de geluidsinstallatie werd gewijzigd of de verzegeling<br />
verbroken.<br />
Sectie 2.5.3. Maken van geluid op of langs de openbare weg en op openbare plaatsen.<br />
Artikel 2.5.3.1. : Occasionele inrichtingen.<br />
§ 1. Het is verboden op of langs de openbare weg en openbare plaatsen in open lucht geluid te<br />
veroorzaken die van aard is om de openbare rust te verstoren.<br />
§ 2. Het is verboden op of langs de openbare weg en op openbare plaatsen in open lucht : radio,<br />
televisietoestel, luidspreker, muziekinstrument of ieder soort apparaat voor ontvangst of emissie van<br />
geluid te laten werken, zonder voorafgaandelijke schriftelijke machtiging van de burgemeester.<br />
Deze aanvraag moet schriftelijk gebeuren minstens acht vrije dagen vooraf.<br />
De burgemeester kan, bij occasionele gelegenheden, afwijking verlenen op het in art. 2.5.1.1.<br />
bepaalde begrip “nacht”.<br />
Artikel 2.5.3.2. : Bestendige inrichtingen.<br />
Het is verboden op of langs de openbare weg en op openbare plaatsen geluid, al dan niet versterkt, te<br />
maken, te laten maken of eender welk evenement in te richten of te laten plaats vinden waarbij geluid<br />
wordt gemaakt, zonder voorafgaandelijke en schriftelijke machtiging van de burgemeester.<br />
De machtiging moet schriftelijk aangevraagd minstens acht vrije dagen vooraf.<br />
Artikel 2.5.3.3. : Intrekken van machtiging.<br />
De burgemeester kan de gegeven machtiging tot het maken van geluid op of langs de openbare weg<br />
en op openbare plaatsen onmiddellijk intrekken, onder meer :<br />
- bij niet-naleving van de wettelijke voorschriften betreffende de bestrijding van de geluidshinder of<br />
desgevallend van de voorwaarden vermeld in de machtiging.<br />
- bij het op heterdaad vastgesteld nachtlawaai veroorzaakt door het maken van geluid.<br />
- bij overschrijding van het maximaal toegelaten geluidsniveau.<br />
11
- bij de vaststelling dat de afstelling van de geluidsinstallatie werd gewijzigd of de verzegeling<br />
verbroken.<br />
Sectie 2.5.4. Gemeenschappelijke bepalingen.<br />
Artikel 2.5.4.1. : De door de burgemeester afgeleverde machtiging tot het maken van geluid is strikt<br />
persoonlijk, kan niet worden overgedragen en moet op verzoek van de politie of de bevoegde<br />
ambtenaren van de milieudienst door de exploitant onmiddellijk worden vertoond. Wie de machtiging<br />
niet kan vertonen, wordt vermoed niet in het bezit te zijn van een machtiging tot het maken van geluid.<br />
Artikel 2.5.4.2. : Iedereen moet zijn volledige medewerking verlenen aan de politie en de bevoegde<br />
ambtenaren van de milieudienst bij controle van de geluidsinstallatie en hen dienaangaande alle<br />
nuttige inlichtingen verstrekken zodat de controle in de beste orde kan verlopen.<br />
Artikel 2.5.4.3. :<br />
§ 1. Elke geluidsinstallatie mag ten alle tijde door de politie en de bevoegde ambtenaren van de<br />
milieudienst worden gecontroleerd. Deze controle zal slechts worden uitgevoerd tijdens de uren<br />
waarop de inrichting voor het publiek is opengesteld of na afspraak met de verantwoordelijke<br />
exploitant.<br />
§ 2. Wanneer de opstelling en/of elementen van de geluidsinstallatie worden veranderd of wanneer de<br />
exploitant vaststelt dat deze installatie niet meer naar behoren werkt, moet dit onmiddellijk worden<br />
gemeld aan de dienst milieubeheer, zodat deze kan nagaan in hoeverre tot een afstelling moet worden<br />
overgegaan.<br />
Artikel 2.5.4.4. : De exploitant is eveneens verplicht om :<br />
- de wettelijke voorschriften en uitvoeringsbesluiten betreffende de bestrijding van de geluidshinder<br />
stipt na te leven.<br />
- de nodige maatregelen te nemen ter voorkoming van de verstoring van de openbare orde en rust.<br />
Artikel 2.5.4.5. : De burgemeester of de optredende bestuurlijke politieofficier kan in de in het artikel<br />
2.5.2.3, artikel 2.5.3.3. en art. 2.5.4.1. genoemde gevallen, ter voorkoming van verdere hinder,<br />
eveneens het gebruik van een geluidsinstallatie in een openbare inrichting of op of langs de openbare<br />
weg en op openbare plaatsen verbieden en dit door deze onmiddellijk buiten gebruik te stellen.<br />
Artikel 2.5.4.6. : De optredende bestuurlijke politieofficier kan in de in het artikel 2.5.2.3, artikel 2.5.3.3.<br />
en art. 2.5.4.1. genoemde gevallen, eveneens de geluidsinstallatie preventief in beslag nemen ter<br />
voorkoming van verdere hinder; dit alles onverminderd gerechtelijke vervolging.<br />
Artikel 2.5.4.7. :<br />
§ 1. De burgemeester of de optredende bestuurlijke politieofficier kan bij niet-naleving van de wettelijke<br />
voorschriften betreffende de bestrijding van de geluidshinder of desgevallend van de voorwaarden<br />
vermeld in de machtiging of desgevallend van de voorwaarden en preventieve maatregelen opgelegd<br />
door de burgemeester<br />
- de openbare inrichting doen ontruimen<br />
- het toegelaten evenement op of langs de openbare weg of op een openbare plaats geheel of<br />
gedeeltelijk doen stopzetten, teneinde de openbare orde en rust te herstellen.<br />
§ 2. De burgemeester kan, bij herhaling, de openbare inrichting voor langere duur sluiten.<br />
Sectie 2.5.5. Specifieke geluidshinder.<br />
Artikel 2.5.5.1. Algemene regel<br />
Elk geluid of rumoer dat zonder noodzaak wordt veroorzaakt of dat te wijten is aan een gebrek aan<br />
vooruitzicht of voorzorg, en dat van aard is de rust van de inwoners te storen, is verboden.<br />
12
Artikel 2.5.5.1.1. : Geluidswagen.<br />
Het is het verboden na 20 uur en voor 10 uur 's morgens, alsook tussen 12 en 14 uur, in open lucht<br />
gebruik te maken van voertuigen uitgerust met of voorzien van een geluidsinstallatie in werking.<br />
Op andere tijdstippen is het gebruik van deze voertuigen toegelaten mits voorafgaandelijke en<br />
schriftelijke machtiging van de burgemeester.<br />
Het is steeds verboden deze geluidsinstallatie te laten werken binnen een straal van 100 meter rond de<br />
verplegingsinstellingen.<br />
Deze verbodsbepalingen zijn niet van toepassing op het omroepen van officiële mededelingen door de<br />
bevoegde Overheid.<br />
Artikel 2.5.5.1.2. : Luidsprekers langs de openbare weg.<br />
Het opstellen en in gebruik nemen van luidsprekers langs de openbare weg is verboden zonder de<br />
voorafgaandelijke en schriftelijke machtiging van de burgemeester.<br />
Deze machtiging moet schriftelijk aangevraagd worden minstens acht vrije dagen vooraf.<br />
Deze luidsprekers of geluidsinstallaties moeten worden uitgeschakeld tijdens officiële plechtigheden;<br />
tevens mogen zij niet storend zijn voor het verkeer of erop gericht zijn samenscholingen te<br />
veroorzaken.<br />
Artikel 2.5.5.1.3. : Voetzoekers.<br />
Het laten ontploffen van voetzoekers en andere tuigen is verboden.<br />
Artikel 2.5.5.1.4. : Vreugdesalvo's.<br />
Het afvuren van vreugdesalvo's is onderworpen aan de voorafgaandelijke en schriftelijke machtiging<br />
van de burgemeester. Het afvuren ervan is steeds verboden na 22 uur.<br />
Artikel 2.5.5.1.5. : Vogelschrikkanonnen.<br />
Al dan niet-automatische vogelschrikkanonnen of gelijkaardige geluid producerende toestellen of<br />
voorwerpen, opgesteld ter bescherming en beveiliging van de gewassen en de oogst, moeten op<br />
minstens 100 meter van de woningen geplaatst worden. Het is verboden deze toestellen tussen 22 uur<br />
en 06 uur te laten werken.<br />
De geluidsmond van het toestel mag niet gericht worden naar woningen die op minder dan 200 meter<br />
gelegen zijn. De tijdsduur tussen twee opeenvolgende ontploffingen moet minstens tien minuten<br />
bedragen.<br />
Artikel 2.5.5.1.6. : Dieren.<br />
De eigenaars, houders of bewakers van dieren zijn verplicht alle nodige en nuttige maatregelen te<br />
nemen om te voorkomen dat hun dieren door hun geblaf, geloei, geblaat, gebalk, gehinnik of gekraai<br />
of op enigerlei andere wijze overlast, hinder of verstoring van de omgeving veroorzaken.<br />
Artikel 2.5.5.1.7.: Motoren.<br />
Het is verboden dieselmotoren van meer dan 200 DIN PK of 150 DIN KW in open lucht in stationaire<br />
toestand draaiende te houden op een afstand van minder dan 50 meter van de woningen en dit tussen<br />
22 en 6 uur.<br />
Artikel 2.5.5.1.8.: Sport-, speel- en experimenteervoertuigen en vliegtuigjes.<br />
Het is verboden, zonder schriftelijke en voorafgaande toestemming van de burgemeester, met<br />
verbrandingsmotor aangedreven sport-, speel- of experimenteervoertuigen te gebruiken in open lucht,<br />
op openbare of private terreinen, die gelegen zijn op minder dan 200 meter van een woning.<br />
AFDELING 2.6. OPENINGS- EN SLUITINGSUREN.<br />
Artikel 2.6.1.: De bepalingen in verband met openings- en sluitingsuren zijn vervat in de bijlage.<br />
13
AFDELING 2.7. DE WEKELIJKSE MARKT.<br />
Artikel 2.7.1 : De gewone markten worden gehouden op de plaatsen en uren vastgesteld door het<br />
college van Burgemeester en schepenen van de betrokken gemeente:<br />
1. Te Roeselare op de dinsdagvoormiddag van iedere week op de Grote Markt, het Polenplein,<br />
de Botermarkt en voor het oude politiegebouw.<br />
De handelsactiviteit moet uiterlijk gestaakt te 12.30 uur en de marktplaats volledig ontruimd<br />
tegen 13.30 uur.<br />
2. Te Izegem op de zaterdagvoormiddag van iedere week op Grote markt en in de Ketelstraat.<br />
De kramen mogen ten vroegste om 06.00 uur opgesteld worden en het marktterrein moet<br />
ontruimd worden tegen 13.30 uur.<br />
Artikel 2.7.2 : Het is verboden, elders dan op de bestemde marktplaats en de gestelde uren, de<br />
marktactiviteiten voort te zetten.<br />
Artikel 2.7.3 : De marktkramers moeten de richtlijnen naleven gegeven door de marktleider,<br />
aangesteld door de burgemeester, zowel voor het plaatsen als voor het wegnemen van hun koopwaar.<br />
Artikel 2.7.4 : De voertuigen, waarmee de koopwaar op de markt wordt gebracht, moeten onmiddellijk<br />
gelost en daarna geparkeerd worden op de plaatsen aangeduid door de marktleider.<br />
Artikel 2.7.5 : Het is de marktkramers verboden gedurende de markt hun koopwaar of inrichting te<br />
verplaatsen.<br />
Artikel 2.7.6 : Het is verboden koopwaar of welke belemmering ook op te stellen in de doorgangen aan<br />
het publiek of voor de brandweer voorbehouden.<br />
Artikel 2.7.7 : Bij het verlaten van de markt moet de standhouder zijn standplaats en de onmiddellijke<br />
omgeving netjes opruimen en het afval en de verloren verpakkingen meenemen.<br />
Artikel 2.7.8 : De opengeklapte luiken van winkelwagens of luifels of paraplus die te koop geboden<br />
waren beschermen tegen zon of regen moeten zich minimum twee meter boven de grond bevinden.<br />
Artikel 2.7.9 : Het is de marktkramer verboden toestellen te gebruiken, die niet voldoen aan alle<br />
veiligheidsnormen of die gassen of rook laten ontsnappen, die de normen van de normale hinder<br />
overschrijden.<br />
Het is eveneens verboden gebruik te maken van geluidsversterking of andere voorwerpen, die de<br />
normen van normale hinder overschrijden.<br />
AFDELING 2.8. HAVEN.<br />
Artikel 2.8.1. : Het is verboden geloste of te laden voorwerpen of koopwaren langer dan 24 uur op de<br />
kaaien te laten liggen, tenzij met uitdrukkelijke toelating van het gemeentebestuur en mits hiertoe de<br />
gewone voorzorgsmaatregelen te hebben genomen.<br />
Onmiddellijk nadien moet het gebruikte gedeelte van de kaai droog worden gereinigd.<br />
Het wegspoelen van zand e.d. met water naar de riolering en het kanaal toe is strikt verboden.<br />
Artikel 2.8.2. : Gevaarlijke stoffen, zoals bedoeld in de vigerende wetgeving, mogen in geen geval en<br />
onder geen enkel voorwendsel op de kaaien of op de openbare weg blijven liggen; zij moeten,<br />
naarmate zij gelost worden, weggenomen worden.<br />
Artikel 2.8.3. : Het is verboden in het havengebied op de openbare weg of op openbare plaatsen te<br />
rijden met kranen of andere voertuigen, voorzien van metalen rupsbanden.<br />
14
HOOFDSTUK 3. BEGRAAFPLAATSEN.<br />
AFDELING 3.1. VASTSTELLING OVERLIJDEN EN LIJKBEZORGING.<br />
Sectie 3.1.1. Aangifte van overlijden.<br />
Artikel 3.1.1.1. : Elk overlijden op het grondgebied van de gemeente, alsook elke ontdekking van een<br />
overledene op het grondgebied van de gemeente, moet zonder verwijl aangegeven worden op het<br />
bureau van de burgerlijke stand en dit overeenkomstig de bepalingen van het artikel 77, 78, 80 en 84<br />
van het Burgerlijk Wetboek.<br />
Sectie 3.1.2. De lijkbezorging.<br />
Artikel 3.1.2.1. : Voordat de toegelaten geneesheer vaststelt dat het een natuurlijke dood betreft mag<br />
er niet overgegaan worden tot een lijkschouwing (behalve bij gerechtelijk onderzoek), tot het nemen<br />
van dodenmaskers en tot het balsemen of kisten.<br />
De toegelaten geneesheer brengt elke inbreuk op deze bepaling onmiddellijk ter kennis van de politie.<br />
Artikel 3.1.2.2. : § 1. Niet gecremeerde stoffelijke overschotten moeten individueel met een lijkwagen<br />
of op een passende wijze worden vervoerd.<br />
In afwijking van deze bepaling is het toegelaten dezelfde lijkwagen te gebruiken :<br />
1. voor het vervoer van een moeder en haar doodgeboren kind of voor het vervoer van een<br />
doodgeboren meerling;<br />
2. voor het vervoer van twee of meer bloed- en aanverwanten tot de tweede graad en voor personen<br />
die op het ogenblik van het overlijden een feitelijk gezin vormden, die, tengevolge van hetzelfde feit<br />
overleden zijn, onder voorwaarde dat de kisten op behoorlijke wijze in de lijkwagen kunnen geplaatst<br />
worden.<br />
§ 2. Binnen de gemeentegrenzen mogen de lijkjes van kinderen van minder dan één maand, van<br />
doodgeborenen en van foetussen, door diegene die instaat voor de begrafenis, naar het dodenhuis of<br />
naar de begraafplaats vervoerd worden met een behoorlijk uitgerust voertuig.<br />
Artikel 3.1.2.3. : Behoudens schriftelijke toelating van de burgemeester zijn lijkstoeten met optocht te<br />
voet van de plaats waar het stoffelijk overschot zich bevindt naar de kerk, tempel of rouwkapel en naar<br />
de begraafplaats verboden.<br />
De lijkstoeten waarop deze bepaling niet van toepassing is, zijn opgenomen in de administratieve<br />
verordening op de begraafplaatsen.<br />
Artikel 3.1.2.4. : Het is verboden een stoffelijk overschot te vervoeren zonder machtiging van de<br />
burgemeester.<br />
Deze machtiging is niet vereist voor de eenvoudige doortocht van een stoffelijk overschot door de<br />
gemeente, uitgezonderd in geval van epidemie.<br />
Deze machtiging is evenmin vereist voor het vervoeren van een stoffelijk overschot binnen de<br />
gemeentegrenzen.<br />
Artikel 3.1.2.5. : Het vervoer van een stoffelijk overschot naar een andere gemeente wordt slechts<br />
toegelaten op voorlegging van een document waaruit het akkoord blijkt van de burgemeester van de<br />
plaats van bestemming.<br />
Het stoffelijk overschot van een buiten de gemeente overleden persoon mag niet op het grondgebied<br />
van de gemeente in bewaring gegeven worden of teruggebracht worden zonder machtiging van de<br />
burgemeester.<br />
Artikel 3.1.2.6. : Elk vervoer van lijk of as naar de gemeentelijke begraafplaats is verboden buiten de<br />
openingsuren, op zondag en wettelijke feestdagen, uitgezonderd in geval van overmacht, of<br />
behoudens bijzondere toelating van de burgemeester of de rechterlijke overheid.<br />
Artikel 3.1.2.7. : Het is verboden door het meedragen van zinnebeelden, tekens of andere voorwerpen<br />
de orde in de lijkstoet te verstoren.<br />
Artikel 3.1.2.8. : Het is verboden het stoffelijk overschot te vervoeren of te dragen anders dan in een<br />
gesloten, waterdichte kist of een door de hogere overheid bepaald lijkomhulsel.<br />
15
AFDELING 3.2. ORDEMAATREGELEN VOOR DE BEGRAAFPLAATSEN.<br />
Sectie 3.2.1. toegang tot de begraafplaatsen.<br />
Artikel 3.2.1.1. : Het is verboden de begraafplaatsen te betreden van zonsondergang tot 08 uur 's<br />
morgens.<br />
Artikel 3.2.1.2. : De toegang tot de begraafplaats is verboden voor personen in staat van<br />
dronkenschap.<br />
Sectie 3.2.2. regeling op de begraafplaats.<br />
Artikel 3.2.2.1. : Het is verboden :<br />
1. de muren en omheiningen van de begraafplaatsen, evenals de omheiningen van de graven, de<br />
grafstenen en de gedenkstenen te beklimmen;<br />
2. de graven, de strooiweide, de gras- en bloemperken te betreden;<br />
3. afval, papier en andere voorwerpen weg te werpen binnen de omheining van de begraafplaats,<br />
tenzij in de daartoe bestemde korven of bakken. Deze korven of bakken mogen alleen gebruikt worden<br />
voor afval afkomstig van de begraafplaats;<br />
4. zonder toelating binnen te dringen in de lokalen voorbehouden aan het personeel;<br />
5. te bedelen, geld in te zamelen, zijn diensten aan te bieden, enigerlei voorwerp te venten, uit te<br />
stallen of te verkopen;<br />
6. reclamebriefjes uit te delen, plakbrieven, borden, geschriften of andere publiciteitstekens aan te<br />
brengen, zowel binnen de begraafplaats als op de poorten en muren;<br />
7. op gelijk welke wijze de doorgang van een lijkstoet te belemmeren;<br />
8. zonder toelating van de grafbewaker om het even welk voorwerp dat zich op de begraafplaats<br />
bevindt, weg te nemen of te verplaatsen;<br />
9. enig dier mee te brengen of binnen te laten, met uitzondering van honden aan de leiband;<br />
10. zich zodanig te gedragen dat men anderen stoort of beledigt, of op een wijze die onverenigbaar is<br />
met de rust en de waardigheid van de plaats of met de eerbied die aan de doden is verschuldigd.<br />
Al deze bepalingen gelden ook voor de aannemers, die gelast zijn aan de graven werken te verrichten.<br />
Artikel 3.2.2.2. : Er worden geen voertuigen op de begraafplaatsen toegelaten, tenzij met toestemming<br />
van de bevoegde overheid.<br />
Artikel 3.2.2.3. : Het is verboden op de begraafplaatsen begrafenissen of lijkstoeten te filmen of te<br />
fotograferen, met uitzondering voor familieleden of mits toelating van de familie.<br />
Artikel 3.2.2.4. : Plechtigheden, niet overeenstemmend met de gewone lijkplechtigheden, zijn verboden<br />
binnen de omheining van de begraafplaatsen, tenzij met voorafgaande toelating van de burgemeester.<br />
Artikel 3.2.2.5. : Het is verboden op zaterdagnamiddag, zondag en op wettelijke feestdagen enige<br />
bouwactiviteit op de begraafplaatsen te verrichten of bouwmateriaal op de begraafplaats te brengen,<br />
behalve mits toelating door de grafbewaker verleend om reden van noodzakelijkheid.<br />
Artikel 3.2.2.6. : Van 31 oktober tot en met 5 november van elk jaar is het verboden :<br />
- graftekens of erbij horende voorwerpen te plaatsen of weg te nemen. Dit verbod betreft niet het<br />
neerleggen van eenvoudige draagbare herinneringstekens, kransen, bloemen, medaillons, ...;<br />
- de graftekens met of zonder water te reinigen of ze recht te zetten;<br />
- opschriften op graftekens te beitelen of de bestaande opschriften dieper te maken, enig bouw-, beitel-<br />
of schilderwerk uit te voeren;<br />
- aanplantingen van meer dan 60 cm hoogte te planten;<br />
- de begraafplaatsen te betreden met krui- of blokwagens, watertonnen, ladders en andere werktuigen.<br />
Enkel het verzorgen van tuintjes is toegelaten, op voorwaarde dat de lanen en wegen niet beschadigd<br />
worden en in behoorlijke toestand worden gehouden.<br />
Artikel 3.2.2.7. : Het onderhoud van de graven rust op de families of de belanghebbenden, de<br />
vergunninghouders of hun rechthebbenden. Onderhoudsverzuim dat verwaarlozing uitmaakt, staat<br />
vast als het graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, vervallen, ingestort of<br />
bouwvallig is. De verwaarlozing wordt geconstateerd in een akte van de burgemeester of zijn<br />
gemachtigde; die akte blijft een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats<br />
16
aangeplakt. Na het verstrijken van die termijn en bij niet herstelling, wordt op bevel van de<br />
burgemeester van ambtswege overgegaan tot afbraak of tot wegname van de materialen op kosten<br />
van de in gebreke blijvende familie of belanghebbenden.<br />
HOOFDSTUK 4. BOUW.<br />
AFDELING 4.1. UITVOEREN VAN WERKEN BUITEN HET OPENBAAR DOMEIN.<br />
Sectie 4.1.1. alle werken buiten het openbaar domein.<br />
Artikel 4.1.1.1. : Het is de uitvoerder van bouwwerken verboden, na het beëindigen van de<br />
bouwwerken, nog materialen of gelijk welke hindernissen te laten staan of in stand te houden op het<br />
openbaar domein.<br />
Artikel 4.1.1.2. : De verplichtingen, vermeld in deze afdeling, vallen ten laste van de uitvoerder van de<br />
werken en kunnen desnoods van ambtswege op kosten van de bouwheer of de opdrachtgever door de<br />
gemeente uitgevoerd worden.<br />
Artikel 4.1.1.3. : Het is verboden werken, die stof of afval op de omringende eigendommen of op de<br />
openbare weg kunnen verspreiden, aan te vatten zonder het nemen van de nodige<br />
voorzorgsmaatregelen om dit te voorkomen.<br />
Artikel 4.1.1.4. : Het is verboden puin buiten de omheining (zoals voorzien in art 4.1.2.3) op de<br />
openbare weg te gooien of te plaatsen alsook in de leidingen bestemd voor de afvoer van regen- of<br />
afvalwater, of in de waterlopen.<br />
Ingeval de weg door de werken bevuild wordt, moet de uitvoerder van de werken hem onverwijld<br />
volkomen schoon maken.<br />
Artikel 4.1.1.5. :<br />
Het is verboden, naar aanleiding van bouwwerken of aansluitingswerken van riolering, schade aan te<br />
brengen aan het openbaar domein.<br />
Schade, die reeds vooraf aanwezig is, moet gemeld te worden ten laatste tien dagen voor het begin<br />
van de bouw- of aansluitingswerken.<br />
Zonder vergunning van het schepencollege (cfr art 2.2.2.14) is het verboden, na de beëindiging van de<br />
werken, de eventuele beschadiging aan het openbaar domein te herstellen. Deze vergunning moet ten<br />
laatste 15 dagen na het beëindigen der werken aangevraagd worden.<br />
Artikel 4.1.1.6. : Het is verboden cement, mortel of andere bouwmaterialen klaar te maken op de rijweg<br />
of op het voetpad, tenzij dit gebeurt op een stevige plaat van voldoende grootte.<br />
Sectie 4.1.2. werken die de veiligheid of gemak van doorgang belemmeren.<br />
Artikel 4.1.2.1. : Het is verboden werken uit te voeren aan gebouwen zonder de nodige maatregelen te<br />
treffen ter signalering, verlichting en beveiliging van de weggebruikers.<br />
Artikel 4.1.2.2. : Het is verboden bij alle werken de werf onafgesloten achter te laten. De<br />
verkeersbelemmering voor de weggebruikers moet voldoende gesignaleerd en verlicht worden.<br />
Artikel 4.1.2.3. : Het is verboden grote nieuwbouwwerken of belangrijke verbouwings- en<br />
afbraakwerken uit te voeren zonder een volle afsluiting van minstens twee meter hoogte opgericht te<br />
hebben, die de veiligheid van voorbijgangers garandeert.<br />
Deze afsluiting moet steeds minstens één meter vrije beveiligde ruimte verzekeren voor de<br />
voetgangers.<br />
Indien dit materieel niet mogelijk is, kan de burgemeester afwijking verlenen of andere<br />
veiligheidsmaatregelen voorschrijven.<br />
Artikel 4.1.2.4. : Behoudens door de burgemeester toegestane afwijking mogen de materialen niet<br />
buiten de omheining op de openbare weg gelegd worden. De doorgang voor voetgangers moet vrij<br />
blijven en de materialen moeten reglementair gesignaleerd te worden.<br />
17
AFDELING 4.2. BRANDVOORKOMING.<br />
Artikel 4.2.1. : In geval van brand moet de brandweer onmiddellijk en zonder aarzelen verwittigd<br />
worden.<br />
Het is verboden een vals alarm te geven.<br />
Artikel 4.2.2.: Het is verboden de hulp of bijstand te weigeren waarvoor men wordt opgeëist door de<br />
burgemeester of de door hem gemachtigde brandweerofficier naar aanleiding van operaties waarvoor<br />
de brandweerdienst wordt opgeroepen.<br />
De gevorderde hulp of bijstand mag de persoon die ze verleent niet in gevaar brengen.<br />
Artikel 4.2.3. : De brandkranen en andere watermonden in de straten moeten steeds vrij blijven en<br />
gemakkelijk te bereiken zijn.<br />
Het is verboden deze installaties, leidingen en de erbij horende conventionele tekens op enigerlei wijze<br />
te beschadigen en aan het zicht te onttrekken.<br />
Indien deze brandkranen met sneeuw bedekt zijn, moeten de bewoners van het gelijkvloers, of bij<br />
ontstentenis deze van de eerste verdieping en respectievelijk van de volgende verdiepingen, de<br />
sneeuw op de brandkranen voor hun woning wegvegen.<br />
AFDELING 4.3. AFSLUITING VAN EIGENDOMMEN.<br />
Artikel 4.3.1. : Het is verboden langs de openbare weg op de perceelsgrens afsluitingen te plaatsen,<br />
die de voorbijgangers kunnen verwonden of elektrocuteren of schade toebrengen.<br />
Artikel 4.3.2. : Binnen de bebouwde kom mag de weide niet afgesloten worden met prikkeldraad,<br />
buiten de bebouwde kom is het afsluiten van weiden met schrik- of prikkeldraad toegestaan. Ze<br />
moeten steeds op minstens 50 cm van de perceelsgrens geplaatst worden.<br />
Artikel 4.3.3. : Het is verboden grachten op te vullen of te verleggen. De grachten, die wederrechtelijk<br />
worden opgevuld of verlegd, zullen door de overtreder onmiddellijk in hun oorspronkelijke staat moeten<br />
hersteld worden. De grachten, of gedeelten ervan, mogen niet vervangen worden door buizen zonder<br />
schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen die de voorwaarden terzake<br />
bepaalt. De vergunningshouder of zijn rechtsverkrijgers moeten instaan voor het onderhoud en de<br />
eventuele instandhoudingwerken.<br />
Bij in gebreke blijven van de overtreder kan de gracht in zijn oorspronkelijke staat hersteld worden op<br />
kosten van de overtreder.<br />
Artikel 4.3.4. : Het is verboden in de grachten iets te plaatsen, te gieten, te gooien of te laten lopen,<br />
waardoor de normale waterafvoer verhinderd of bezoedeld wordt.<br />
Artikel 4.3.5. : Met het oog op de verdelging van ratten en ander ongedierte langs de boorden van de<br />
grachten en waterlopen zijn de bewoners en aangelanden verplicht vrije doorgang te verlenen aan de<br />
personen door de bevoegde gemeentelijke overheid belast met de verdelging. Zij moeten het plaatsen<br />
van de daartoe nodig geachte tuigen of lokazen dulden.<br />
AFDELING 4.4. GEVELMUREN.<br />
Artikel 4.4.1. : De eigenaars of bewoners van panden zijn verplicht om het aanbrengen<br />
straatnaamborden, andere aanduidingen van openbaar belang, en openbare nutsvoorzieningen aan<br />
de gevel te gedogen; het is verboden deze te verwijderen of aan het zicht te onttrekken.<br />
Voorgaande bepaling is eveneens toepasselijk op door het gemeentebestuur vergunde inrichtingen<br />
zoals feestverlichting en installaties voor sfeermuziek.<br />
Artikel 4.4.2. : Het is verboden vensters, deuren of poorten te plaatsen, die, geheel of gedeeltelijk, op<br />
of boven het openbaar domein opendraaien of kantelen lager dan 2,80 meter, behoudens afwijking<br />
toegestaan door de beheerder van het openbaar domein.<br />
AFDELING 4.5. VERWIJDERING VAN AFVALWATER<br />
Artikel 4.5.1. : Het is verboden regenwater of afvalwater komende van private eigendommen op de<br />
openbare weg te laten lopen.<br />
18
Artikel 4.5.2. : Het reglement in het kader van aanleg riolering/afkoppeling en hergebruik van<br />
regenwater wordt opgenomen in bijlage.<br />
AFDELING 4.6. BRANDVEILIGHEID IN VOOR HET PUBLIEK TOEGANKELIJKE GEBOUWEN,<br />
LOKALEN EN PLAATSEN.<br />
Artikel 4.6.1. : Deze verordening is van toepassing op alle gebouwen, lokalen of plaatsen waar het<br />
publiek kosteloos, tegen betaling of op vertoon van een lidkaart toegang heeft, en waar 50 personen of<br />
meer kunnen aanwezig zijn, berekend volgens de bepalingen van artikel 4.6.3.<br />
Deze gebouwen, lokalen of plaatsen worden hierna aangeduid met de term "instelling".<br />
Artikel 4.6.2. : Deze verordening is niet van toepassing op :<br />
- de instellingen van tijdelijke aard, zoals kermisinrichtingen, tenten die nochtans onder het toezicht van<br />
de gemeentelijke overheid vallen, die zekere veiligheidsvoorschriften kan opleggen;<br />
- de gebouwen en lokalen bestemd voor erediensten;<br />
- de musea;<br />
- de bibliotheken;<br />
- de kantoren;<br />
- de scholen.<br />
Artikel 4.6.3. : Het maximaal aantal aanwezige personen wordt als volgt berekend :<br />
a) in handelsinrichtingen :<br />
- ondergrondse verdiepingen : één persoon per 6 m² totale oppervlakte;<br />
- gelijkvloerse verdiepingen : één persoon per 3 m² totale oppervlakte;<br />
- bovenverdiepingen : één persoon per 4 m² totale oppervlakte.<br />
b) in de zalen, waar uitsluitend vaste zetels of stoelen zijn aangebracht, is het maximum aantal<br />
aanwezigen gelijk aan het aantal zitplaatsen.<br />
c) in de andere inrichtingen toegankelijk voor het publiek : één persoon per 1 m² totale oppervlakte van<br />
de instelling.<br />
Indien in de instelling geen stoelen noch tafels worden geplaatst wordt het maximum aantal aanwezige<br />
personen vastgesteld door de bevoegde diensten, rekening houdend met de opvatting en de<br />
afmetingen van de evacuatievoorzieningen.<br />
d) wanneer het aantal toegelaten aanwezigen niet op een afdoende wijze kan worden bepaald,<br />
overeenkomstig de in voorgaande leden gestelde criteria, wordt dit aantal vastgesteld door de<br />
exploitant, op eigen verantwoordelijkheid.<br />
Artikel 4.6.4. : Het maximum aantal personen dat in de instelling aanwezig mag zijn, moet worden<br />
aangeduid op een bordje dat duidelijk leesbaar en goed zichtbaar bij de ingang(en) wordt aangebracht<br />
door de zorgen van de uitbater.<br />
Artikel 4.6.5. : Het is verboden een instelling uit te baten zonder in het bezit te zijn van een gunstig<br />
attest van de burgemeester op verslag van de gemeentelijke brandweerdienst.<br />
Artikel 4.6.6. : De uitbater moet de nodige maatregelen nemen om overschrijding van het vastgesteld<br />
aantal personen, zoals bepaald in artikel 4.6.3., te voorkomen.<br />
Bij overschrijding kan de burgemeester of de optredende politieofficier de instelling doen ontruimen.<br />
Artikel 4.6.7. : Er mogen geen gemakkelijk brandbare materialen zoals rietmatten, stro, karton,<br />
boomschors, papier evenals gemakkelijk brandbare textiel en kunststoffen, noch als versiering noch<br />
als bouwmateriaal voor wanden en (valse) plafonds aangewend worden.<br />
De normale , functionele stoffering voor gordijnen, overgordijnen, vaste muurbekleding en tafellinnen<br />
vallen niet onder deze bepaling.<br />
Artikel 4.6.8.: Het plaatsen van natuurlijke kerstbomen die niet brandvertragend werden behandeld, is<br />
verboden in voor publiek toegankelijke gebouwen, lokalen en plaatsen, zoals opgesomd in artikel in<br />
4.6.1 en 4.6.2. van deze verordening.<br />
19
HOOFDSTUK 5. ORDEMAATREGELEN VOOR DE GEMEENTELIJKE DOMEINEN.<br />
Artikel 5.1. : Zonder voorafgaandelijke schriftelijke toelating van het college van burgemeester en<br />
schepenen is het iedereen verboden eender welke manifestatie, vermakelijkheid, snelheidswedstrijd,<br />
oefening of elke andere bedrijvigheid in te richten, uit te oefenen of te laten uitoefenen.<br />
Artikel 5.2. : De huurder en elke bezoeker moeten zich gedragen naar de richtlijnen die hen op<br />
behoorlijke wijze door middel van aanwijzingen en borden of door enig ander middel ter kennis worden<br />
gebracht.<br />
Artikel 5.3.: De overige bepalingen in verband met de ordemaatregelen voor de gemeentelijke<br />
domeinen zijn vervat in de bijlagen.<br />
HOOFDSTUK 6. GROENBEHEER.<br />
Artikel 6.1. :<br />
§ 1. Niemand mag, behoudens bepalingen opgenomen in hogere reglementeringen, zonder<br />
voorafgaande en uitdrukkelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen, bomen<br />
kappen of rooien, ongeacht of ze alleen staan, dan wel behoren tot een rij of een groep en die<br />
voldoen aan één van volgende criteria:<br />
a) op een meter van de grond een stamomtrek hebben van ten minste 30 cm<br />
b) tenminste 7 meter hoog zijn.<br />
§ 2. Het kappen en rooien van hagen, houtkanten, houtwallen en struwelen is eveneens verboden<br />
zonder vergunning van het college van burgemeester en schepenen.<br />
§ 3. Boomgaarden met laagstammige fruitbomen, boomkwekerijen en hagen als tuinafsluiting in<br />
woonzones vallen niet onder deze regel.<br />
20
BIJLAGE 1 : <strong>ALGEMEEN</strong> REGLEMENT OP DE ADMINISTRATIEVE<br />
SANCTIES<br />
HOOFDSTUK I. TOEPASSINGSGEBIED<br />
Artikel 1<br />
Dit reglement is van toepassing op alle politiereglementen of verordeningen van de stad<br />
Izegem die aanleiding kunnen geven tot een administratieve sanctie.<br />
Materies die beteugeld worden via een belasting- of retributiereglement vallen buiten het<br />
toepassingsgebied van huidig reglement.<br />
HOOFDSTUK II. AANGEWEZEN AMBTENAAR<br />
Artikel 2<br />
De aangewezen ambtenaar is de heer stadssecretaris Anton Jacobus.<br />
HOOFDSTUK III. SAMENLOOP VAN VERSCHEIDENE OVERTREDINGEN BINNEN EEN<br />
REGLEMENT OF VERORDENING.<br />
Artikel 3<br />
In geval van samenloop van verscheidene overtredingen waarvoor administratieve<br />
geldboetes voorzien zijn, wordt het bedrag van de som van de verschillende geldboetes<br />
opgelegd, zonder dat deze boete het bedrag van 250 euro te boven mag gaan, of 125 euro<br />
indien het een minderjarige betreft die de volle leeftijd van 16 jaar heeft bereikt op het<br />
ogenblik van de feiten. Er wordt dus slechts één administratieve geldboete opgelegd per<br />
reglement.<br />
Artikel 4<br />
Bij samenloop van een overtreding waarvoor een administratieve geldboete voorzien is en<br />
een overtreding waarvoor een administratieve schorsing of intrekking van een door de<br />
gemeente afgeleverde toestemming of vergunning of een administratieve sluiting van een<br />
instelling, wordt alleen de schorsing, intrekking of sluiting uitgesproken.<br />
HOOFDSTUK IV. VERZACHTENDE OMSTANDIGHEDEN<br />
Artikel 5<br />
Indien er verzachtende omstandigheden zijn, kunnen de administratieve geldboetes worden<br />
verminderd, zonder dat zij ooit lager mogen zijn dan 1 euro.<br />
HOOFDSTUK V. DE ADMINISTRATIEVE GELDBOETE<br />
Artikel 6<br />
De aangewezen ambtenaar brengt de betrokkene met een aangetekend schrijven op de<br />
hoogte van de beslissing. De kennisgeving moet ondertekend worden door de burgemeester<br />
en de stadssecretaris.<br />
21
Artikel 7<br />
Bij de kennisgeving van de beslissing wordt een overschrijvingsformulier gevoegd dat door<br />
betrokkene gebruikt kan worden. Tevens wordt hem meegedeeld dat de boete ook in<br />
handen van de stadsontvanger kan worden betaald.<br />
HOOFDSTUK VI. DE ADMINISTRATIEVE SCHORSING VAN EEN DOOR DE GEMEENTE<br />
AFGEGEVEN TOESTEMMING OF VERGUNNING. DE ADMINISTRATIEVE INTREKKING<br />
VAN EEN DOOR DE GEMEENTE AFGEGEVEN TOESTEMMING OF VERGUNNING, EN<br />
DE TIJDELIJKE OF DEFINITIEVE ADMINISTRATIEVE SLUITING VAN EEN INRICHTING<br />
Artikel 8<br />
Indien de inbreuk gesanctioneerd wordt door een in dit hoofdstuk bepaalde sanctie, stuurt de<br />
aangewezen ambtenaar het proces-verbaal door naar het college van burgemeester en<br />
schepenen.<br />
Artikel 9<br />
De aangewezen ambtenaar verstuurt een voorafgaande waarschuwing. Hierin staat er dat er<br />
een inbreuk werd vastgesteld en dat een sanctie zal opgelegd worden, indien de inbreuk<br />
wordt gehandhaafd of bij een volgende inbreuk. De waarschuwing moet een uittreksel<br />
bevatten van het overtreden reglement en dient per post aangetekende brief te gebeuren.<br />
Artikel 10<br />
Vervolgens wordt aan de overtreder per post aangetekend schrijven meegedeeld dat er<br />
aanwijzingen zijn dat er nog steeds een inbreuk is en dat het college overweegt een sanctie<br />
(schorsing of intrekking van de vergunning, sluiting van de instelling) op te leggen. Bij deze<br />
mededeling deelt men ook mee waar en wanneer het dossier kan worden ingekeken, waar<br />
en wanneer betrokkene zal worden gehoord, en dat hij zich mag laten bijstaan of<br />
vertegenwoordigen door een raadsman.<br />
Artikel 11<br />
De hoorzitting kan maar plaatsvinden als de meerderheid van het college van burgemeester<br />
en schepenen aanwezig is. De hoorzitting wordt genotuleerd en de aanwezigen worden bij<br />
het einde van de zitting uitgenodigd de notulen te ondertekenen.<br />
Artikel 12<br />
Bij het nemen van de beslissing zijn in het college van burgemeester en schepenen<br />
minstens 4 zelfde leden aanwezig als tijdens de hoorzitting.<br />
Artikel 13<br />
De kennisgeving van de sanctie wordt ondertekend door de burgemeester en de<br />
stadssecretaris. Deze sanctie wordt aan de overtreder ter kennis gebracht door een<br />
aangetekend schrijven, ofwel door overhandiging tegen ontvangstbewijs.<br />
22
BIJLAGE 2 : TERRASSEN<br />
Artikel 2.2.2.7.5<br />
Het voetpad mag slechts door een terras ingenomen worden, voor zover minstens een<br />
breedte van 1 meter wordt vrijgelaten voor voetgangers/rolstoelgebruikers.<br />
Artikel 2.2.2.7.6<br />
Alle onderdelen van het terras moeten verplaatsbaar zijn, zodat het terras ten allen tijde en<br />
onmiddellijk kan verwijderd worden.<br />
Artikel 2.2.2.7.7<br />
Voor zover het terras wordt opgesteld voor de handelszaak, dient recht voor de ingang van<br />
het pand en dwars door het terras een vrije doorgang van 1,50 meter breed gelaten worden.<br />
Artikel 2.2.2.7.8<br />
Het plaatsen van een terras op het openbaar domein is slechts toegelaten van 1 maart tot<br />
31 oktober van elk jaar.<br />
Buiten die periode moeten alle terrasonderdelen van het openbaar domein verwijderd<br />
worden.<br />
Wanneer de uitbater nalaat het openbaar domein tijdig te ontruimen, kan de gemeentelijke<br />
overheid alle achtergebleven onderdelen laten ontruimen op kosten en risico van de uitbater,<br />
en bij ontstentenis van deze laatste, van de eigenaar van de handelszaak.<br />
23
BIJLAGE 3 : PUBLICITEIT<br />
VISUELE RECLAME OP HET OPENBAAR DOMEIN<br />
Artikel 2.2.3.3<br />
Het is verboden reclame, onder welke vorm ook, aan te brengen op het openbaar domein.<br />
Uitzondering hierop vormen verplaatsbare publiciteitsborden die in de onmiddellijke<br />
omgeving van de handelszaak opgesteld staan, en waarvoor conform art. 2.2.2.6.-3° een<br />
voorafgaandelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen vereist is.<br />
Voor het plaatsen van wegwijzers t.b.v tijdelijke evenementen op het openbaar domein is de<br />
toelating van het College van Burgemeester en Schepenen vereist. Het College kan<br />
voorwaarden en modaliteiten opleggen.<br />
Het is verboden de wegwijzers te bevestigen aan verkeersborden, verkeerslichten, openbare<br />
verlichtingen of andere infrastructuur van openbaar nut.<br />
In elk geval mogen wegwijzers voor tijdelijke evenementen ten vroegste geplaatst worden 10<br />
dagen voor de aanvang van het evenement.Zij moeten verwijderd worden uiterlijk 48 uur na<br />
afloop van het evenement, zoniet kunnen zij op kosten van de aanvrager verwijderd worden<br />
door de stadsdiensten.<br />
Alle onrechtmatig aangebrachte visuele reclame/publiciteitsborden/wegwijzers zullen<br />
onmiddellijk door de stadsdiensten verwijderd worden op kosten van degene die ze heeft<br />
geplaatst of, indien niet gekend, van de opdrachtgever of verantwoordelijke uitgever.<br />
GEMEENTELIJKE AANPLAKBORDEN<br />
Artikel 2.2.3.4<br />
Er zijn 14 gemeentelijke aanplakborden, te weten aan:<br />
1. de achterzijde van het politiebureau in de Dirk Martenslaan<br />
2. de Sint-Tillokerk<br />
3. de Kortrijksestraat ter hoogte van de rotonde aan de Baronielaan<br />
4. de rotonde beneden de centrale brug<br />
5. de inkom van de parking bij zaal ISO in de Sint-Jorisstraat<br />
6. de Sint-Jorisstraat ter hoogte van zaal ISO<br />
7. de rotonde aan de Lieven Gevaert- en Lodewijk de Raetlaan<br />
8. het pleintje ter hoogte van de Gemeenschapsschool in de Bellevuestraat<br />
9. de parking van het sportcentrum in de Heilig Hartstraat<br />
10. de Roeselaarsestraat ter hoogte van de Beukendreef<br />
11. het Blauw Kapelleke in de Burg. Vandenbogaerdelaan<br />
12. de Graaf de Montblanclaan ter hoogte van het speelplein<br />
13. de rotonde in de Rumbeeksestraat<br />
14. de overweg in de Mandelstraat<br />
25
Artikel 2.2.3.5 :<br />
Op de aanplakborden mag enkel publiciteit aangebracht worden voor culturele, sportieve,<br />
recreatieve, caritatieve en andere manifestaties die in Izegem plaatsvinden.<br />
Artikel 2.2.3.6 :<br />
Het is verboden zelf affiches op de borden aan te brengen.<br />
Het aanplakken gebeurt uitsluitend door de gemeentelijke diensten en dit kosteloos.<br />
Artikel 2.2.3.7 :<br />
Verenigingen en/of personen die hun manifestatie wensen aan te kondigen op de<br />
gemeentelijke aanplakborden, kunnen maximum 20 affiches overhandigen op het stadhuis,<br />
uiterlijk 1 maand voor de datum van de manifestatie.<br />
De afgifte der affiches wordt als aanvraag tot toelating beschouwd.<br />
Gele en witte affiches met zwarte letters zijn voorbehouden aan notarissen, respectievelijk<br />
de overheid, en zullen bijgevolg geweerd worden.<br />
De affiches dienen de verantwoordelijke uitgever te vermelden.<br />
Affiches met een oppervlakte van meer dan 0,75 m² worden geweigerd.<br />
Artikel 2.2.3.8 :<br />
De afgegeven affiches worden voorzien van de gemeentelijke stempel en niet vroeger dan<br />
15 dagen voor de manifestatie door de gemeentelijke diensten aangeplakt, per activiteit<br />
maximaal één per aanplakbord.<br />
GEMEENTELIJKE AANKONDIGINGSBORDEN<br />
Artikel 2.2.3.9 :<br />
Er zijn 8 aankondigingsborden, gesitueerd :<br />
1.voor de kerk aan de Bosmolens<br />
2. op het kruispunt van de N 36 met de Katteboomstraat<br />
3. in de Gentseheerweg ter hoogte van hoeve Naert<br />
4. op het kruispunt van de Lodewijk de Raetlaan en de Noordkaai<br />
5. op het kruispunt van de Roeselaarsestraat en de Vuurkruiserslaan<br />
6. op het kruispunt van de Kachtemsestraat en de Lieven Gevaertlaan<br />
7. in de Baronstraat ter hoogte van houtzagerij Decoopman<br />
8. op het kruispunt van de N 36 en de Leenstraat<br />
26
Artikel 2.2.3.10 :<br />
Manifestaties en activiteiten te Izegem kunnen aangekondigd worden op de hierboven<br />
opgesomde borden door middel van panelen.<br />
Het aanbrengen van private handelspubliciteit is verboden.<br />
Hetzelfde geldt voor publiciteit m.b.t. louter commerciële activiteiten, tenzij ze doorgaan in de<br />
gemeentelijke zalen.<br />
Artikel 2.2.3.11 :<br />
De aanvraag houdende toelating tot het aanbrengen van panelen op de gemeentelijke<br />
aankondigingsborden dient gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen, met<br />
opgave van volgende gegevens :<br />
-aard van de manifestatie of activiteit ( al dan niet jaarlijks terugkerend )<br />
- aantal panelen en de locaties waar ze zullen aangebracht worden<br />
- gewenste periode<br />
- afmetingen en materiaal van de panelen<br />
De aanvraag dient uiterlijk te gebeuren 5 weken voor datum van de manifestatie.<br />
Voorrang zal worden verleend aan jaarlijks terugkerende manifestaties.<br />
De panelen dienen 305 cm lang en 50 cm breed te zijn, met een dikte tussen 8 en 10 mm,<br />
en vervaardigd van weerbestendig esthetisch verantwoord materiaal.<br />
De achterkant der panelen moet blanco zijn.<br />
Artikel 2.2.3.12<br />
De aanvrager staat zelf in voor het aanbrengen van de panelen.<br />
Ze worden in de borden geschoven met behulp van een inbussleutel nr. 8.<br />
Per activiteit is slechts één paneel per aankondigingsbord toegelaten.<br />
De panelen mogen ten vroegste drie weken voor de activiteit aangebracht worden en dienen<br />
in elk geval binnen de drie werkdagen erna verwijderd te worden..<br />
Niet-tijdig verwijderde panelen zullen door de gemeentelijke diensten verwijderd worden op<br />
kosten van de aanvrager.<br />
Indien de door de gemeentelijke diensten verwijderde panelen niet worden opgehaald<br />
binnen de 14 dagen na datum van de activiteit, worden ze in beslag genomen met het oog<br />
op verbeurdverklaring.<br />
27
SPANDOEKEN<br />
Artikel 2.2.3.13<br />
Op volgende locaties in Izegem mogen spandoeken opgehangen worden op/boven het<br />
openbaar domein : Burgemeester Vandenbogaerdelaan ter hoogte van de huisnummers ..<br />
en …, Vijfwegenstraat ter hoogte van huisnummer … en Nieuwstraat ter hoogte van<br />
huisnummer …<br />
Elders is het aanbrengen van spandoeken op/boven het openbaar domein verboden, tenzij<br />
het College van Burgemeester en Schepenen daartoe uitdrukkelijk toestemming geeft.<br />
Artikel 2.2.3.14<br />
Het is verboden de spandoeken zelf aan te brengen : enkel de stadsdiensten zijn daartoe<br />
bevoegd.<br />
Artikel 2.2.3.15<br />
De spandoeken zullen slechts worden opgehangen voor zover zij activiteiten te Izegem<br />
aankondigen en georganiseerd worden door verenigingen aangesloten bij een Izegemse<br />
adviesraad of scholen. Het College van Burgemeester en Schepenen kan afwijkingen<br />
toestaan.<br />
De aanvraag tot het ophangen van spandoeken en de spandoeken zelf moeten op het<br />
stadhuis toekomen ten laatste drie weken voor de activiteit die ze aankondigen.<br />
Artikel 2.2.3.16<br />
De spandoeken moeten in goede staat zijn en minimumafmetingen hebben van 400 cm (<br />
lengte ) op 80 cm ( breedte ), zoniet worden zij niet opgehangen.<br />
De spandoeken worden ten vroegste aangebracht 14 dagen voor de activiteit.<br />
Bij aanvragen voor gelijktijdige activiteiten zal het College van Burgemeester en<br />
Schepenen de ophangpunten naar billijkheid verdelen.<br />
28
BIJLAGE 4 : AFVAL<br />
Definities en toepassingsgebied<br />
Artikel 2.3.1<br />
Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen<br />
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:<br />
• Afvalstoffendecreet: decreet van het Vlaams Parlement van twee juli<br />
negentienhonderdéénentachtig betreffende de voorkoming en het beheer van<br />
afvalstoffen en latere wijzigingen;<br />
• Gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen: bedrijfsafvalstoffen die omwille van aard en<br />
samenstelling vergelijkbaar zijn met huishoudelijke afvalstoffen en waarvan de lijst<br />
is opgenomen in het Vlarea;<br />
• Glas : recycleerbare fractie die in daartoe geëigende recipiënten wordt ingezameld<br />
en bestaat uit holglas (flessen en bokalen) afkomstig van huishoudelijke oorsprong<br />
en bij uitbreiding afkomstig van scholen, verenigingen, handelaars, KMO's,<br />
kantoren, zelfstandigen, HORECA-zaken, administraties en collectiviteiten,<br />
kleurgescheiden (enerzijds wit glas, anderzijds groen en bruin glas) en met<br />
uitsluiting van: porselein, aardewerk, ampoules, spiegels, vlak glas, proefbuisjes,<br />
neonlampen en/of andere fracties welke in het kader van de overeenkomst met<br />
FOST Plus dienen te worden geweerd.<br />
• Groenafval: biologisch afbreekbaar afval andere dan groenten- en fruitafval, onder<br />
meer : bladeren, afgesneden bloemen, snoeihout, plantenresten, haagscheersel,<br />
gazon- en wegbermmaaisel, boomwortels en boomstronken en van versiering<br />
ontdane kerstbomen. Onder snoeihout worden enkel takken met een diameter van<br />
minder dan 10 cm verstaan.<br />
• Grofvuil: de afvalstoffen van groter formaat die niet via de reguliere ophalingen<br />
verwijderd kunnen worden; waarvoor bijzondere ophaalrondes worden voorzien en<br />
die afkomstig zijn van particuliere huishoudens, evenwel met uitsluiting van bouw-<br />
en sloopafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten en tuinafval,<br />
papier, karton, glas, KGA, GFT, PMD, wit- en bruingoed, oude metalen, groenafval<br />
en herbruikbare goederen.<br />
• Huishoudelijke afvalstoffen: afvalstoffen overeenkomstig de bepalingen van het<br />
artikel 2.1.1. van het Vlarea, op datum van de inwerkingtreding van dit reglement<br />
gedefinieerd als:<br />
• overeenkomstig het artikel 3, § 2, 1° van het afvalstoffendecreet, de afvalstoffen<br />
die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding;<br />
• de volgende soorten afvalstoffen die aan huishoudelijke afvalstoffen worden<br />
gelijkgesteld:<br />
• straat- en veegvuil dat voortkomt uit het onderhoud door gemeentelijke diensten;<br />
• marktafvalstoffen;<br />
• strandafvalstoffen;<br />
29
• papierafval, zoals gedefinieerd in artikel 3.2.2. Vlarea;<br />
• Huishoudelijk textielafval: alle kledij (textiel en lederwaren), schoeisel, handtassen,<br />
beddengoed, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten, ...)<br />
lompen e.d. die ontstaan door de normale werking van een particuliere<br />
huishouding.<br />
• K.G.A.: het klein gevaarlijk afval van huishoudelijke oorsprong, overeenkomstig de<br />
bepalingen van het artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van dertien<br />
maart negentienhonderd één en negentig of vastgelegd in het Vlaams Reglement<br />
inzake Afvalvoorkoming en –beheer in uitvoering van artikel 3, §5 littera g van het<br />
decreet.<br />
• Opdrachthoudende Vereniging: Opdrachthoudende Vereniging voor afvalbeheer-<br />
en verwijdering in Izegem en ommeland, afgekort tot Ivio, gesticht op 17 december<br />
1973 en gemachtigd bij K.B. van 22 november 1973.<br />
• Ophaling: de inzameling van huis- en grofvuil volgens de haalmethode waarbij de<br />
Opdrachthoudende Vereniging instaat voor de inzameling op de plaats waar de<br />
afvalstoffen zijn geproduceerd, inzonderheid door inzameling huis-aan-huis, en in<br />
voorkomend geval, in daartoe voorgeschreven of toegelaten recipiënten.<br />
• Ophaaldiensten : de door de Opdrachthoudende Verenging aangewezen personen<br />
of instellingen belast met de inzameling en/of verwijdering van huis- en/of grofvuil.<br />
• Oude metalen: alle soorten ferro- en non-ferro metalen, andere dan deze die<br />
behoren tot het PMD, wit- en bruingoed en de herbruikbare goederen.<br />
• Papier en karton: alle kranten, reclamedrukwerk, tijdschriften, schrijfpapier,<br />
kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen die<br />
ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee<br />
vergelijkbare handelsafvalstoffen, met uitzondering van geolied papier of karton,<br />
papier met waslaag, carbonpapier, vervuild papier, drankkartons, papieren<br />
voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met<br />
magneetbanden, behangpapier en cementzakken.<br />
• PMD-fractie: recycleerbare fractie bestaande uit lege flessen en flacons; lege<br />
metalen verpakkingen uit staal of aluminium (voeding, drank, cosmetica, …) en<br />
laminaatverpakking die vloeistoffen heeft bevat (drankverpakkingen,<br />
wasverzachter,…) en die selectief in een daartoe bestemde PMD-zak kan worden<br />
aangeboden, met uitsluiting van:<br />
• andere gelamineerde verpakkingen zoals zakjes met een aluminiumlaag voor de<br />
verpakking van koffie, soepen, enz.;<br />
• kunststoffolie of andere kunststof verpakkingen;<br />
• andere metalen verpakkingen, aluminiumfolie en metalen voorwerpen die niet in de<br />
daartoe bestemde PMD-ZAK kunnen worden aangeboden;<br />
• andere stoffen zoals, steen, glas, enz. en/of andere fracties welke in het kader van<br />
de overeenkomst met FOST Plus dienen geweerd te worden;<br />
• Recipiënten: de objecten die door dit reglement worden voorgeschreven of zijn<br />
toegelaten voor de inzameling van restfractie, PMD, papier en karton, glas, GFT.<br />
• Recycleerbaar huisvuil: de huishoudelijke afvalstoffen waarvoor door de<br />
Opdrachthoudende Vereniging een selectieve inzameling is of wordt voorzien,<br />
zoals onder meer: papier en karton, glas, metalen, Plastiek-, Metaal- en<br />
Drankverpakkingen, …<br />
30
• Restafval: fractie van de huishoudelijke afvalstoffen die niet selectief kan<br />
aangeboden worden.<br />
• Sluikstorten: Onder sluikstorten wordt verstaan: het niet-reglementair deponeren,<br />
het achterlaten, opslaan of sorteren van de bij dit reglement beoogde afvalstoffen<br />
op volgens dit reglement niet-reglementaire plaatsen van het openbaar domein van<br />
de gemeente, op niet-reglementaire tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten.<br />
• VLAREA: het besluit van de Vlaamse Regering van zeventien december<br />
negentienhonderd zevenennegentig betreffende de vaststelling van het Vlaamse<br />
Reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer van afvalstoffen en latere<br />
wijzigingen.<br />
Artikel 2.3.2<br />
Onverminderd de bepalingen van dit reglement is het verboden om volgende voorwerpen<br />
mee te geven met om het even welke ophaling van huishoudelijke afvalstoffen:<br />
• vloeibare afvalstoffen;<br />
• gasflessen;<br />
• ontplofbare voorwerpen;<br />
• grond;<br />
• krengen van dieren en slachtafval;<br />
• autobanden;<br />
• autowrakken;<br />
• afbraakmateriaal van gebouwen;<br />
• kabels en kettingen;<br />
• geneesmiddelen;<br />
• puin;<br />
• toxisch en gevaarlijk afval;<br />
• brandende en bijtende stoffen;<br />
• afvalwaters;<br />
• radioactief afval;<br />
• ontplofbaar afval.<br />
Artikel 2.3.3<br />
§1. Het is verboden zich van afvalstoffen te ontdoen op een wijze die strijdig is met het<br />
afvalstoffendecreet, het Vlarea of andere reglementaire bepalingen.<br />
§2. Het is verboden zich van huishoudelijke afvalstoffen te ontdoen op een wijze die strijdig<br />
is met de bepalingen van dit reglement.<br />
31
Artikel 2.3.4<br />
Het is verboden afval afkomstig uit andere gemeenten met om het even welke ophaling van<br />
huishoudelijke afvalstoffen of recycleerbare producten aan te bieden.<br />
Artikel 2.3.5<br />
Alleen de ophaaldienst(en) is (zijn) gerechtigd om afvalstoffen in te zamelen en/of te<br />
verwijderen.<br />
Verbranden, sluikstorten en aanbieden van afval op een wijze, niet conform aan<br />
onderhavig reglement<br />
Artikel 2.3.6<br />
Door toedoen van het bestuur zal worden overgegaan tot de ambtshalve verwijdering van<br />
niet conform aangeboden of achtergelaten huishoudelijke of ermee gelijkgestelde<br />
bedrijfsafvalstoffen zo mogelijk mits het opstellen van een P.V. en eventueel het innen van<br />
een boete.<br />
De kosten door IVIO aangerekend dekken de kost voor het opruimen, sorteren en afvoeren<br />
van het afval.<br />
Afval op evenementen<br />
Artikel 2.3.7<br />
Indien op het grondgebied van de gemeente/stad een evenement plaatsvindt, dienen de<br />
organisatoren ervan, in samenspraak met de gemeente/stad de nodige acties te<br />
ondernemen om afval te voorkomen en afval selectief in te zamelen.<br />
Afval op standplaatsen, markten, kermissen en afval afkomstig van<br />
afhaalinrichtingen voor de verkoop van dranken of snacks<br />
Artikel 2.3.8<br />
§1. De uitbater van een private vaste of verplaatsbare inrichting aan of langs de openbare<br />
weg, of op een plein, die voedingswaren of dranken verkoopt of aanbiedt die buiten de<br />
inrichting worden verbruikt (drankautomaat, snackbar, frituur, ijssalon, e.d.) dient op een<br />
behoorlijke wijze, duidelijk zichtbare en goed bereikbare afvalrecipiënten te voorzien.<br />
§2. De opstellingsplaats en het aantal afvalrecipiënten, alsook de aard van de in te zamelen<br />
fracties kunnen door het gemeentebestuur worden bepaald.<br />
§3. De uitbater dient het recipiënt zelf tijdig te ledigen en het recipiënt, de standplaats en de<br />
onmiddellijke omgeving van de inrichting rein te houden.<br />
§4. Ook standhouders en/of markthouders die geen voedingswaren of dranken verkopen of<br />
aanbieden, zijn verplicht, alvorens de standplaats te verlaten, de onmiddellijke omgeving van<br />
de inrichting rein te houden.<br />
32
Reclamedrukwerk en gratis regionale pers<br />
Artikel 2.3.9<br />
§1. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in leegstaande<br />
panden of achter te laten op plaatsen, andere dan de brievenbus, inclusief het<br />
containerpark.<br />
§2. Door het gemeentebestuur worden zelfklevers met de tekst “geen reclamedrukwerk en<br />
geen gratis regionale pers a.u.b.” of “geen reclamedrukwerk, wel gratis regionale pers a.u.b.”<br />
ter beschikking gesteld. Eén van deze zelfklevers kan op de brievenbus geplakt worden. Het<br />
is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers, respectievelijk reclamedrukwerk te<br />
bedelen in de brievenbus die voorzien is van een dergelijke zelfklever.<br />
Afval van huisdieren<br />
Artikel 2.3.10<br />
De eigenaars van honden of andere huisdieren dienen ervoor te zorgen dat zij het<br />
grondgebied van de gemeente/stad rein houden. Zij zullen er over waken dat de<br />
uitwerpselen van hun huisdieren door persoonlijk toedoen verwijderd worden van de straten,<br />
voet- en fietspaden, pleinen en plantsoenen, behoudens op de daartoe door het<br />
gemeentebestuur speciaal voorziene plaatsen. Bij vaststelling van overtreding zal dit<br />
beschouwd en gesanctioneerd worden overeenkomstig de in dit reglement voorziene<br />
bepaling i.v.m. sluikstorten.<br />
Hoofdstuk 2 – Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen<br />
en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval<br />
Huis aan huis inzameling van restafval<br />
Artikel 2.3.11<br />
§1. Inzameling<br />
De dienstregeling voor de restafvalophaling wordt in samenspraak met de<br />
Opdrachthoudende Vereniging vastgelegd en minstens jaarlijks via een huis-aan-huis<br />
bedeelde ophaalkalender aan de inwoners van de gemeente bekendgemaakt.<br />
§2. Wijze van aanbieding<br />
1. Het restafval dient gescheiden aangeboden te worden in een per beoogde doelgroep<br />
voorgeschreven reglementaire restafvalzak van 30 of 60 liter zoals deze tegen betaling ter<br />
beschikking gesteld wordt. Deze restafvalzak draagt minstens de benaming “IVIO,<br />
RESTFRACTIE”.<br />
De restafvalzak dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of<br />
lekken vertonen.<br />
2. Het gewicht van de aangeboden zak mag niet meer bedragen dan 15 kg.<br />
33
3. Het restafval dient aangeboden te worden in een toestand die geen risico inhoudt voor de<br />
veiligheid en/of gezondheid van de ophaler. Scherpe voorwerpen dienen zodanig verpakt<br />
te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de ophalers van het restafval.<br />
4. De restafvalzakken mogen slechts na 20:00 u. van de dag voorafgaand aan de dag<br />
waarop de ophaling van het restafval plaats zal vinden en ten laatste om 6:00 u op de dag<br />
van de ophaling zelf, aan de rand van de weg worden geplaatst.<br />
5. De restafvalzakken moeten door de inwoners geplaatst worden aan de rand van de<br />
openbare weg en voor het betrokken perceel, zonder evenwel het verkeer van voertuigen,<br />
fietsers en voetgangers te hinderen. De inwoners van wegen, plaatsen of stegen waar de<br />
wagens van de ophaaldienst niet door kunnen, of van woningen die afgelegen zijn van de<br />
openbare weg, moeten hun restafvalzakken neerzetten op de dichtst bij hun woning<br />
gelegen straat die wel bereikbaar is.<br />
6. De inwoners die de restafvalzakken buiten zetten zijn verantwoordelijk voor het eventueel<br />
uitspreiden van de inhoud ervan en staan zelf in voor het opruimen.<br />
7. Restafval dat om welke reden dan ook niet werd meegenomen, moet nog dezelfde dag<br />
terug binnengehaald worden, conform de regeling opgenomen in art. 2.3.6.<br />
8. Het is verboden restafvalzakken te doorzoeken, tenzij door de politiebeambten, de<br />
medewerkers van de ophaaldienst, en de leden van de technische uitvoeringsdienst van de<br />
gemeente/stad, in het kader van de uitvoering van hun opdrachten.<br />
Huis aan huis inzameling van papier en karton<br />
Artikel 2.3.12<br />
§1. Inzameling<br />
1. De dienstregeling voor de papier en karton-ophaling wordt in samenspraak met de<br />
Opdrachthoudende Vereniging vastgelegd. en minstens jaarlijks via een huis-aan-huis<br />
bedeelde ophaalkalender aan de inwoners van de gemeente bekendgemaakt.<br />
2. Het papier en karton van ambachtelijke en handelsactiviteiten kan slechts worden<br />
meegegeven met de ophalingen van het papier en karton indien hun wijze van aanbieding<br />
beantwoordt aan de bepalingen van dit hoofdstuk.<br />
§2. Wijze van aanbieding<br />
1. Het papier en karton mag niet los aangeboden worden: kartonnen dozen dienen in elkaar<br />
gevouwen of gescheurd te zijn. Het papier en/of karton moet vervolgens verpakt zijn in een<br />
andere kartonnen doos of samengebonden met niet-metalen binddraad.<br />
2. Er mag slechts 1 m³ worden aangeboden per ophaalpunt en per ophaalbeurt.<br />
Huis aan huis inzameling van grof vuil<br />
Artikel 2.3.13<br />
§1. Inzameling<br />
1. De dienstregeling voor de grof vuilophaling wordt in samenspraak de Opdrachthoudende<br />
Vereniging vastgelegd en minstens jaarlijks via een huis-aan-huis bedeelde<br />
ophaalkalender aan de inwoners van de gemeente bekendgemaakt.<br />
2. Het grof vuil van ambachtelijke en handelsactiviteiten kan slechts worden meegegeven<br />
met de ophalingen van het grofvuil indien hun wijze van aanbieding beantwoordt aan de<br />
bepalingen van dit hoofdstuk.<br />
3. De ophaling van grof vuil gebeurt 2 maal per jaar huis aan huis.<br />
34
§2. Wijze van aanbieding<br />
1. Grof vuil moet – indien nodig – stevig samengebonden worden zodat het niet kan<br />
uiteenvallen. Het mag niet in afvalzakken, kartonnen dozen of papieren zakken worden<br />
aangeboden.<br />
2. Het gewicht van één afzonderlijk voorwerp of samengebonden bundel mag niet meer<br />
bedragen dan 30 kg. Het grof vuil mag niet langer zijn dan 2 meter, 2 meter op 1 meter of<br />
groter dan 1 m³.<br />
3. Scherpe voorwerpen moeten op een veilige wijze worden verpakt alvorens te worden<br />
meegegeven met het grof vuil.<br />
4. Grof vuil dat wordt aangeboden op een wijze die niet voldoet aan deze voorwaarden wordt<br />
niet meegenomen. De aanbieder dient dit afval nog dezelfde dag te verwijderen.<br />
5. Grof vuil mag slechts na 20:00 u. van de dag voorafgaand aan de dag waarop de<br />
ophaling van het grof vuil plaats zal vinden en ten laatste om 6:00 u op de dag van de<br />
ophaling zelf, aan de rand van de weg worden geplaatst.<br />
6. Grof vuil moet door de inwoners geplaatst worden aan de rand van de openbare weg en<br />
voor het betrokken perceel, zonder evenwel het verkeer van voertuigen, fietsers en<br />
voetgangers te hinderen. De inwoners van wegen, plaatsen of stegen waar de wagens van<br />
de ophaaldienst niet door kunnen, of van woningen die afgelegen zijn van de openbare<br />
weg, moeten hun grof vuil neerzetten op de dichtst bij hun woning gelegen straathoek die<br />
wel bereikbaar is.<br />
7. De inwoners die grof vuil buiten zetten zijn verantwoordelijk voor het eventueel uitspreiden<br />
van de inhoud ervan en staan zelf in voor het opruimen.<br />
8. Grof vuil dat om welke reden dan ook niet werd meegenomen, moet nog dezelfde dag<br />
terug binnengehaald worden, conform de regeling die werd opgenomen in art. 2.3.6.<br />
9. Het is verboden grof vuil te doorzoeken, tenzij door de politiebeambten, de medewerkers<br />
van de ophaaldienst en de leden van de technische uitvoeringsdienst van de<br />
gemeente/stad, in het kader van de uitvoering van hun opdrachten.<br />
Huis aan huis inzameling van oude metalen<br />
Artikel 2.3.14<br />
§1. Inzameling<br />
1. De dienstregeling voor de ophaling van oude metalen wordt in samenspraak met de<br />
Opdrachthoudende Vereniging vastgelegd en minstens jaarlijks via een huis-aan-huis<br />
bedeelde ophaalkalender aan de inwoners van de gemeente bekendgemaakt.<br />
2. De oude metalen van ambachtelijke en handelsactiviteiten kunnen slechts worden<br />
meegegeven met de ophalingen van oude metalen indien hun wijze van aanbieding<br />
beantwoordt aan de bepalingen van dit hoofdstuk.<br />
§2. Wijze van aanbieding<br />
1. Oude metalen moeten – indien nodig – stevig samengebonden worden zodat zij niet<br />
kunnen uiteenvallen. Ze mogen niet in afvalzakken, kartonnen dozen of papieren zakken<br />
worden aangeboden.<br />
2. Het gewicht van één afzonderlijk voorwerp of samengebonden bundel mag niet meer<br />
bedragen dan 30 kg. De oude metalen mogen niet langer zijn dan 2 meter, 2 meter op 1<br />
meter of groter dan 1 m³.<br />
3. Scherpe voorwerpen moeten op voldoende wijze worden verpakt alvorens te worden<br />
meegegeven met de oude metalen.<br />
35
4. Oude metalen mogen slechts na 20:00 u. van de dag voorafgaand aan de dag waarop de<br />
ophaling van de oude metalen plaats zal vinden en ten laatste om 6:00 u op de dag van de<br />
ophaling zelf, aan de rand van de weg worden geplaatst.<br />
5. Oude metalen moeten door de inwoners geplaatst worden aan de rand van de openbare<br />
weg en voor het betrokken perceel, zonder evenwel het verkeer van voertuigen, fietsers en<br />
voetgangers te hinderen. De inwoners van wegen, plaatsen of stegen waar de wagens van<br />
de ophaaldienst niet door kunnen, of van woningen die afgelegen zijn van de openbare<br />
weg, moeten hun oude metalen neerzetten op de dichtst bij hun woning gelegen straathoek<br />
die wel bereikbaar is.<br />
6. Oude metalen die om welke reden dan ook niet werden meegenomen, moeten nog<br />
dezelfde dag terug binnengehaald worden, conform de regeling die werd opgenomen in<br />
art. 2.3.6.<br />
7. Het is verboden oude metalen te doorzoeken, tenzij door de politiebeambten, de<br />
medewerkers van de Opdrachthoudende Vereniging of de door laatst genoemde<br />
gevolmachtigde personen en de leden van de technische uitvoeringsdienst van de<br />
gemeente/stad, in het kader van de uitvoering van hun opdrachten.<br />
Huis aan huis inzameling van groenafval<br />
Artikel 2.3.15<br />
§1. Inzameling<br />
1. De dienstregeling voor de groenafval wordt in samenspraak met de Opdrachthoudende<br />
Vereniging vastgelegd en minstens jaarlijks via een huis-aan-huis bedeelde<br />
ophaalkalender aan de inwoners van de gemeente bekendgemaakt.<br />
2. Het groenafval van ambachtelijke en handelsactiviteiten kan slechts worden meegegeven<br />
met de ophalingen van het groenafval indien hun wijze van aanbieding beantwoordt aan de<br />
bepalingen van dit hoofdstuk.<br />
§2. Wijze van aanbieding<br />
1. Groenafval moet – voor wat betreft snoeihout – stevig samengebonden worden zodat het<br />
niet kan uiteenvallen. Het mag niet in afvalzakken, kartonnen dozen of papieren zakken<br />
worden aangeboden.<br />
2. Groenafval moet – voor wat betreft gras, bladeren en tuinafval (planten, klein snoeisel en<br />
onkruid) – aangeboden worden in het daartoe voorziene recipiënt en op de voorgeschreven<br />
wijze.<br />
3. Het gewicht van één afzonderlijk voorwerp of samengebonden bundel mag niet meer<br />
bedragen dan 15 kg. Bovendien is er een maximale totale aanbieding per ophaalpunt van 2<br />
m³. De diameter van elke tak of stam mag niet meer bedragen dan 10 cm. Iedere tak mag<br />
niet langer zijn dan 1 meter.<br />
4. Groenafval mag slechts na 20:00 u. van de dag voorafgaand aan de dag waarop de<br />
ophaling van het groenafval plaats zal vinden en ten laatste om 6:00 u op de dag van de<br />
ophaling zelf, aan de rand van de weg worden geplaatst.<br />
5. Groenafval moet door de inwoners geplaatst worden aan de rand van de openbare weg<br />
en voor het betrokken perceel, zonder evenwel het verkeer van voertuigen, fietsers en<br />
voetgangers te hinderen. De inwoners van wegen, plaatsen of stegen waar de wagens van<br />
de ophaaldienst niet door kunnen, of van woningen die afgelegen zijn van de openbare<br />
weg, moeten hun groenafval neerzetten op de dichtst bij hun woning gelegen straathoek<br />
die wel bereikbaar is.<br />
6. De inwoners die groenafval buiten zetten zijn verantwoordelijk voor het eventueel<br />
uitspreiden van de inhoud ervan en staan zelf in voor het opruimen.<br />
36
7. Groenafval dat om welkdanige reden ook niet werd meegenomen, moet nog dezelfde dag<br />
terug binnengehaald worden, conform de regeling die werd opgenomen in art. 2.3.6.<br />
8. Het is verboden groenafval te doorzoeken, tenzij door de politiebeambten, de<br />
medewerkers van de ophaaldienst en de leden van de technische uitvoeringsdienst van de<br />
gemeente/stad, in het kader van de uitvoering van hun opdrachten.<br />
Huis aan huis inzameling van plastiek, metalen en drankkartons (PMD)<br />
Artikel 2.3.16<br />
§1. Inzameling<br />
1. De dienstregeling voor de PMD-ophaling wordt in samenspraak met de<br />
Opdrachthoudende Vereniging vastgelegd en minstens jaarlijks via een huis-aan-huis<br />
bedeelde ophaalkalender aan de inwoners van de gemeente bekendgemaakt.<br />
2. Het PMD van ambachtelijke en handelsactiviteiten kan slechts worden meegegeven met<br />
de ophalingen van het PMD indien hun wijze van aanbieding beantwoordt aan de<br />
bepalingen van dit hoofdstuk.<br />
§2. Wijze van aanbieding<br />
1. Het PMD-afval moet verpakt worden in speciaal daartoe bestemde zakken. Deze zakken<br />
zijn verkrijgbaar bij de verdeelpunten tegen een bij retributie te bepalen bedrag.<br />
2. De verschillende fracties van het PMD-afval mogen gemengd in de daartoe bestemde<br />
zakken worden aangeboden.<br />
3. Het gewicht van een zak PMD-afval mag niet groter zijn dan 10 kg en de zak moet<br />
volledig gesloten worden aangeboden.<br />
4. Het is verboden om afval, dat niet overeenkomt met de bepalingen van selectieve<br />
inzameling, te deponeren in een recipiënt bestemd voor selectieve inzameling. Indien het<br />
afval – geheel of gedeeltelijk – niet overeenkomt met deze bepalingen kan de ophaler<br />
weigeren het omstreden recipiënt mee te nemen. In zo’n geval zullen de betrokken<br />
inwoners op de hoogte gesteld worden van de oorzaak van deze weigering door middel<br />
van een sticker gekleefd op het omstreden recipiënt of door elk ander middel. De om deze<br />
reden geweigerde recipiënten moeten onmiddellijk teruggenomen worden door de<br />
verantwoordelijke bewoners en mogen tijdens de volgende selectieve inzameling opnieuw<br />
aangeboden worden nadat het afval, dat niet aan de bepalingen voldoet, eruit verwijderd<br />
werd.<br />
5. Het PMD-afval mag slechts na 20:00 u. van de dag voorafgaand aan de dag waarop de<br />
ophaling van het PMD-afval plaats zal vinden en ten laatste om 6:00 u op de dag van de<br />
ophaling zelf, aan de rand van de weg worden geplaatst.<br />
6. Het PMD-afval moet door de inwoners geplaatst worden aan de rand van de openbare<br />
weg en voor het betrokken perceel, zonder evenwel het verkeer van voertuigen, fietsers en<br />
voetgangers te hinderen. De inwoners van wegen, plaatsen of stegen waar de wagens van<br />
de ophaaldienst niet door kunnen, of van woningen die afgelegen zijn van de openbare<br />
weg, moeten hun PMD-afval neerzetten op de dichtst bij hun woning gelegen straathoek<br />
die wel bereikbaar is.<br />
7. De inwoners die het PMD-afval buiten zetten zijn verantwoordelijk voor het eventueel<br />
uitspreiden van de inhoud ervan en staan zelf in voor het opruimen.<br />
8. Het PMD-afval dat om welke reden dan ook niet werd meegenomen, moet nog dezelfde<br />
dag terug binnengehaald worden.<br />
9. Het is verboden PMD-zakken te doorzoeken, tenzij door de politiebeambten, de<br />
medewerkers van de ophaaldienst en de leden van de technische uitvoeringsdienst van de<br />
gemeente/stad, in het kader van de uitvoering van hun opdrachten.<br />
37
Inzameling van huishoudelijk textielafval<br />
Artikel 2.3.17<br />
§1. Inzameling<br />
1. Het huishoudelijk textielafval wordt ingezameld in de textielcontainers die verspreid staan<br />
opgesteld op het grondgebied van de gemeente/stad.<br />
2. Alleen de organisaties die daartoe toelating hebben gekregen zijn gemachtigd<br />
textielcontainers te plaatsen of ophalingen van gebruikte kleding te organiseren.<br />
§2. Wijze van aanbieding<br />
1. Het textielafval kan worden gedeponeerd in speciaal daartoe op bepaalde plaatsen<br />
voorziene kledijcontainers. Deze kledijcontainers bevinden zich eveneens op elk<br />
containerpark.<br />
2. Het storten van ander afval, dat niet resulteert onder de in art. 2.3.1 bepaalde definitie van<br />
huishoudelijk textielafval is verboden. Het is verboden om naast de textielcontainers lege of<br />
volle dozen, kratten, zakken of andere voorwerpen achter te laten, ook al is de container<br />
volledig gevuld. Dit wordt beschouwd als sluikstorten.<br />
Inzameling van glas<br />
Artikel 2.3.18<br />
§1. Inzameling<br />
1. Voor het verwijderen van hol glas kunnen de inwoners terecht bij de glascontainers die op<br />
verschillende plaatsen in de gemeente/stad zijn geplaatst. Het gebruik ervan is uitsluitend<br />
voorbehouden aan de inwoners van de bij IVIO aangesloten gemeenten.<br />
2. Glas mag niet worden meegegeven met het restafval, grof vuil of een andere selectieve<br />
ophaalmethode dan omschreven in de vorige paragraaf.<br />
3. Het hol glas moet afhankelijk van de kleur in de daartoe voorziene glascontainers worden<br />
gedeponeerd.<br />
§2. Wijze van aanbieding<br />
1. Alle glazen voorwerpen dienen ontdaan te worden van deksels, stoppen en<br />
omwikkelingen en dienen leeg en voldoende gereinigd te zijn.<br />
2. Het storten van ander afval dan hol glas, in de containers, is verboden. Het is verboden<br />
om naast de glascontainers lege of volle dozen, vlak glas, kratten, zakken of andere<br />
voorwerpen achter te laten, ook al is de glascontainer volledig gevuld. Dit wordt beschouwd<br />
als sluikstorten.<br />
3. Het is verboden elke vorm van sluikreclame of informatie aan te brengen op de<br />
glascontainers.<br />
4. Het is verboden glas te storten in de glascontainers tussen 20:00 u. en 8:00 u.<br />
BIJLAGE 5 : GEMEENTELIJKE DOMEINEN EN INFRASTRUCTUUR<br />
Gemeentelijke domeinen<br />
38
Art. 5.4<br />
De gemeentelijke domeinen zijn :<br />
• het stedelijk sport- en recreatiecentrum ( tussen Heilig-Hartstraat en N 36 )<br />
• het sportcentrum aan de Merelstraat te Emelgem<br />
• het sportcentrum aan de Hogestraat te Kachtem<br />
• het domein der Paters Kapucijnen<br />
• het park in de voormalige tuin Carpentier<br />
• de speelpleinen<br />
Art. 5.5<br />
Op de wegen en plaatsen die voor het verkeer toegankelijk zijn gelden de bepalingen van de<br />
wegcode en de reglementering inzake de politie op het wegverkeer.<br />
Art. 5.6<br />
Het is verboden fietsen en voertuigen te parkeren op andere dan de daartoe voorziene<br />
plaatsen.<br />
Art. 5.7<br />
De diensttoegangen mogen enkel gebruikt worden door de hulpdiensten, het personeel en<br />
leveranciers.<br />
Art. 5.8<br />
Het is verboden op de gemeentelijke domeinen dieren te voederen of zich in de kooien of<br />
binnen de omheining waar de dieren verblijven, te begeven.<br />
Art. 5.9<br />
Bezoekers en gebruikers dienen zich te gedragen naar de richtlijnen van de aangestelden<br />
van de domeinbeheerder en de aangebrachte signalisatie .<br />
Art. 5.10<br />
Het is verboden op de gemeentelijke domeinen :<br />
• handelingen te stellen die storend zijn voor de gebruikers of de aanwezige dieren<br />
verontrusten<br />
• schade te veroorzaken aan beplantingen, infrastructuur of roerende goederen<br />
• manifestaties te organiseren, drukwerken te verspreiden, waren te verkopen of<br />
reclame te maken; het college van burgemeester en schepenen kan evenwel<br />
afwijkingen van tijdelijke duur toestaan bij gemotiveerd besluit.<br />
• dieren binnen te brengen, behoudens aan een leiband van maximum 5 meter<br />
lang<br />
• te kamperen of vuur te maken<br />
Art. 5.11<br />
Het is voor het publiek verboden het speelplein “ Klein Harelbeke “, gelegen tussen<br />
Rozenlaan en Tulpenlaan, te betreden of er zich te bevinden tussen 22.00 u ’s avonds en<br />
8.00 u ’s morgens.<br />
39
Bepalingen geldend voor de stedelijke sport- en recreatiecentra<br />
Art. 5.12<br />
De sportinrichtingen zijn slechts toegankelijk tijdens de door de VZW Sportcentrum<br />
vastgestelde openingsdagen en –uren en mits betaling van de door de VZW vastgestelde<br />
toegangstarieven.<br />
Art. 5.13<br />
Het is verboden sporten te beoefenen die niet in overeenstemming zijn met het sportterrein<br />
of de infrastructuur.<br />
De sportterreinen mogen slechts betreden worden met aangepast schoeisel.<br />
Art. 5.14<br />
De kleedkamers zijn uitsluitend toegankelijk voor sportbeoefenaars en hun begeleiders.<br />
Het is verboden de lokalen te betreden die niet voor het publiek toegankelijk zijn.<br />
Specifieke bepalingen m.b.t. de zwembaden<br />
Art. 5.15<br />
Baders en begeleiders dienen zich ten allen tijde te schikken naar de richtlijnen van de<br />
redders en het personeel werkzaam in het sportcentrum.<br />
Art. 5.16<br />
Kinderen beneden de 6 jaar moeten vergezeld zijn van een volwassen begeleider en<br />
voortdurend onder diens toezicht blijven.<br />
Art. 5.17<br />
De toegang tot de zwembaden is verboden voor personen in staat van dronkenschap,<br />
personen die lijden aan een besmettelijke ziekte, personen die niet geheelde wonden<br />
vertonen en personen die zich in een onzindelijke of bevuilde toestand bevinden.<br />
Art. 5.18<br />
Het is verboden zich elders om te kleden dan in de daartoe bestemde kleedkamers of –<br />
hokjes.<br />
De kledij dient weggeborgen te worden in een opbergkast.<br />
Het is verboden de natte zones te betreden met schoeisel<br />
Art. 5.19<br />
Het is verboden zich in de zwembaden te begeven alvorens de doorloopdouche en de<br />
voorzieningen voor voetontsmetting te hebben gebruikt.<br />
40
Art. 5.20<br />
Het is verboden zich in de diepe gedeelten van de zwembaden te begeven, wanneer men<br />
niet of onvoldoende kan zwemmen.<br />
Art. 5.21<br />
Het is verboden :<br />
• te rennen op de kade rond het zwembad of in de kleedruimtes<br />
• personen in het zwembad te duwen of te gooien, of iemand onder water te<br />
houden.<br />
• in de landingszone van de duikplank te zwemmen.<br />
• enig voorwerp mee te nemen op de glijbanen.<br />
• het water in het zwembad op enigerlei wijze te bevuilen<br />
• zeep of shampoo te gebruiken buiten de doucheruimtes<br />
• te duiken in ondiep water<br />
• op regelmatige en georganiseerde basis zweminitiatie of – vervolmaking te<br />
geven, buiten het kader van de sportdienst of het schoolzwemmen<br />
• zich in het zwembad te begeven als er geen redder aanwezig is<br />
Art. 5.22<br />
Het gebruik van duikflessen en loodgordels is verboden, behoudens voor duikclubs en<br />
tijdens eigen activiteiten buiten de openingsuren voor het publiek.<br />
Art. 5.23<br />
Het is verboden zich buiten de openingsuren in het openluchtzwembad, op de kade<br />
eromheen of de ligweide te begeven.<br />
GEMEENTELIJKE INFRASTRUCTUUR<br />
Art. 5.24<br />
Onderhavige bepalingen zijn van toepassing op de volgende zalen en gebouwen:<br />
• het auditorium van de stedelijke academie voor muziek en woord en de bijhorende<br />
barruimte<br />
• de C. Plantijn- en de Erasmuszaal van de openbare bibliotheek<br />
• de tentoonstellingszaal in het stadhuis ( “ huis Ameye “ )<br />
• de zalen in de voormalige gemeentehuizen van Emelgem en Kachtem<br />
• het kasteel Wallemote<br />
• de zaal ISO<br />
AANVRAGEN TOT GEBRUIK<br />
Artikel 5.25 :<br />
De aanvragen tot het gebruik van de stedelijke infrastructuur dienen schriftelijk te worden<br />
gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen.<br />
41
De aanvragen dienen het College te bereiken uiterlijk 2 maanden voorafgaand aan de<br />
geplande activiteit.<br />
Laattijdige aanvragen worden geacht stilzwijgend te worden afgewezen.<br />
De aanvragen vanwege onderwijsinstellingen dienen ondertekend te zijn door het<br />
schoolhoofd.<br />
De aanvragen vanwege adviesraden en de aangesloten verenigingen dienen ondertekend te<br />
zijn door de voorzitter en de secretaris.<br />
De aanvrager-natuurlijke persoon dient meerderjarig te zijn.<br />
De aanvraag kan uitsluitend gebeuren middels de daartoe bestemde formulieren,<br />
verkrijgbaar op het stadhuis.<br />
Telefonische opties worden aanvaard, doch vervallen indien niet binnen de 14 dagen<br />
gevolgd door een tijdige schriftelijke aanvraag.<br />
BEHANDELING VAN DE AANVRAAG<br />
Artikel 5.26 :<br />
Het College van Burgemeester en Schepenen beslist binnen de 14 dagen na ontvangst van<br />
de aanvraag over het al dan niet toestaan van het gebruik van een zaal/gebouw.<br />
Een kopie van de aanvraag wordt door de behandelende ambtenaar overgemaakt aan de<br />
Politie en de Brandweer, die facultatief een niet-bindend advies kunnen uitbrengen ten<br />
behoeve van het College van Burgemeester en Schepenen.<br />
De gebeurlijke beslissing tot weigering van de aanvraag wordt met opgave van de motieven<br />
ter kennis gebracht van de aanvrager.<br />
INWILLIGING VAN DE AANVRAAG<br />
Artikel 5.27 :<br />
De toelating tot het gebruik van de zalen, dewelke het College van Burgemeester en<br />
Schepenen kan laten afhangen van bijkomende voorwaarden, wordt schriftelijk bevestigd<br />
aan de huurder/gebruiker ( in tweevoud ), waarbij afschrift aan de betrokken huisbewaarder<br />
wordt bezorgd.<br />
Voor de praktische afspraken, dient, minstens één week voor de activiteit, contact<br />
opgenomen te worden met de aangestelde verantwoordelijke of huisbewaarder van de zaal,<br />
die in de schriftelijke bevestiging wordt aangeduid.<br />
Artikel 5.28 :<br />
De huurder/gebruiker dient een door haar/hem ondertekend exemplaar van de schriftelijke<br />
bevestiging te overhandigen aan de huisbewaarder of verantwoordelijke persoon ten teken<br />
van akkoord met de gestelde voorwaarden.<br />
Zo men dienaangaande in gebreke blijft, wordt de huurder/gebruiker geacht in te stemmen<br />
42
met de voorwaarden.<br />
Artikel 5.29 :<br />
De sleutel zal overhandigd worden na afspraak met de huisbewaarder of de<br />
verantwoordelijke, nadat die de door het College van Burgemeester en Schepenen<br />
ondertekende bevestiging ontvangen heeft. De sleutel wordt ten laatste de dag na de<br />
activiteit tegen uiterlijk 12.00 uur terugbezorgd.<br />
Bij verlies van de sleutel wordt een vergoeding van 15 Euro aangerekend , eventueel door<br />
inhouding op de waarborg.<br />
PLAATSBESCHRIJVING<br />
Artikel 5.30 :<br />
Eenmalig en uiterlijk tegen de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement wordt<br />
voor elk der in artikel 5.23 bedoelde zalen en gebouwen een plaatsbeschrijving opgemaakt.<br />
Bij elk gebruik/verhuur wordt van de betreffende zaal ( gebouw ) een afschrift van voormelde<br />
plaatsbeschrijving ter ondertekening en voor akkoord voorgelegd aan de aanvrager.<br />
Indien de aanvrager van oordeel is dat toestand van de zaal ( gebouw ) niet meer conform is<br />
aan de plaatsbeschrijving, wordt dit, na controle door de huisbewaarder of de<br />
verantwoordelijke ambtenaar, in detail op de plaatsbeschrijving vermeld, waarna beide<br />
partijen ondertekenen.<br />
Bij gebreke aan opmerkingen daaromtrent uiterlijk bij aanvang van de activiteit, wordt de<br />
plaatsbeschrijving geacht te beantwoorden aan de reële toestand.<br />
WAARBORG<br />
Artikel 5.31 :<br />
Het bedrag van de waarborg dient betaald volgens de richtlijnen van het fiscaal reglement<br />
ter zake.<br />
Indien na de activiteit schade wordt vastgesteld, waarvan geen gewag werd gemaakt in de<br />
plaatsbeschrijving zoals in art. 5.29 vermeld, wordt de organisator en/of aanvrager<br />
aansprakelijk gesteld en zal de herstelling van de beschadiging of de buitengewone<br />
schoonmaak in eerste instantie en zo mogelijk aangerekend worden door gehele of<br />
gedeeltelijke inhouding van de waarborg.<br />
Het College van Burgemeester en Schepenen kan niet aansprakelijk gesteld worden voor<br />
diefstal of beschadiging van het materiaal van de organisator.<br />
Artikel 5.32 :<br />
De waarborg wordt terugbetaald na overhandiging van de sleutel en voor zover er geen<br />
schade vastgesteld werd en de zaal behoorlijk werd schoongemaakt.<br />
Bij schade wordt het geraamde schadebedrag afgenomen op de gestelde waarborg.<br />
Bij gebrek aan volledige schoonmaak en/ opruiming, zullen de stadsdiensten daarvoor<br />
43
instaan en zal een vergoeding aangerekend worden van 25 Euro per uur per man, welke<br />
wordt ingehouden op de waarborg, met een minimum van 50 Euro.<br />
GEBRUIK<br />
Artikel 5.33 :<br />
Er wordt slechts toegang tot de zaal verleend op de dagen begrepen in de aanvraag.<br />
Het is verboden ramen, deuren, muren vloeren enz. te benagelen, te beplakken of te<br />
beschrijven. Zij mogen van geen enkel hechtingsmiddel voorzien worden.<br />
De huurder/gebruiker moet vooraf voldoen aan het tarief vastgesteld in het<br />
retributiereglement op het gebruik van de stedelijke zalen en infrastructuur.<br />
Artikel 5.34 :<br />
De aard, inhoud en de duur van de toegestane activiteit mogen niet afwijken van datgene<br />
waarvoor oorspronkelijk toelating werd gegeven. Onder geen enkel beding mag in de<br />
gehuurde zaal overnacht worden<br />
Indien vastgesteld wordt dat de zaal gebruikt wordt voor andere doeleinden dan toegestaan,<br />
zal de waarborg geheel of gedeeltelijk ingehouden worden en kan de particuliere huurder of<br />
vereniging uitgesloten worden van verder gebruik van stadslokalen.<br />
Artikel 5.35 :<br />
Het in gereedheid brengen en ontruimen van de lokalen dient te gebeuren na afspraak met<br />
de huisbewaarder of de verantwoordelijke van de zaal en mag in geen geval andere<br />
activiteiten storen.<br />
Tijdens de activiteit moeten de nooduitgangen op elk ogenblik kunnen geopend worden.<br />
Artikel 5.36 :<br />
Van de huurder/gebruiker wordt verwacht dat hij toezicht houdt op het rationeel gebruik van<br />
energie tijdens de activiteit. De huurders/gebruikers dienen erover te waken dat het gebouw<br />
na gebruik in behoorlijke staat wordt achtergelaten. Zij dienen erover te waken dat bij het<br />
verlaten de lichten gedoofd zijn, de verwarmingstoestellen op het minimum ingesteld zijn en<br />
de lokalen op een behoorlijke manier afgesloten zijn. Desgevallend moet de conciërge van<br />
het gebouw verwittigd worden bij het verlaten van het gebouw.<br />
Artikel 5.37 :<br />
Bij het verlaten van de zaal moet de huurder/gebruiker onmiddellijk na de activiteit alle door<br />
hemzelf meegebrachte voorwerpen verwijderen, behoudens afwijking toegestaan door de<br />
verantwoordelijke van de zaal.<br />
De huurder/gebruiker staat in voor het ontruimen en netjes houden van de lokalen en vloer.<br />
De schoonmaak ervan alsmede van gebruikte materialen dient te gebeuren ten laatste de<br />
dag na de activiteit.<br />
44
Artikel 5.38 :<br />
De huurder/gebruiker moet de bepalingen naleven van alle vigerende wetten, decretale en<br />
reglementaire voorschriften die een hogere rechtsnorm uitmaken dan onderhavig reglement<br />
(vb. Sabam-reglementering, het KB. van 15.5.1990 betreffende rookverbod, reglementering<br />
inzake de billijke vergoeding ). Hetzelfde geldt voor de bestaande gemeentelijke<br />
reglementen vb. op het maken van publiciteit. De huurder/gebruiker wordt geacht deze<br />
reglementen te kennen. Hij krijgt op eenvoudig verzoek een afschrift ervan.<br />
Artikel 5.39 :<br />
Voor zaal Iso en kasteel Wallemote wordt de billijke vergoeding forfaitair op jaarbasis<br />
betaald door stad Izegem. Wat de overige zalen betreft, dient de huurder, voor zover er<br />
vooraf opgenomen muziek wordt gespeeld, de nodige formaliteiten te vervullen. Meer<br />
bepaald dient minimum 5 dagen voorafgaand aan de activiteit een aangifteformulier bezorgd<br />
te worden aan CV Honebel, Sint-Goriksstraat 1 te 1000 BRUSSEL ( het aangifteformulier<br />
type B dient tijdig aangevraagd te worden bij dezelfde vennootschap ). Nadien zal de<br />
huurder dan een uitnodiging tot betaling van de billijke vergoeding voor de betreffende<br />
activiteit ontvangen.<br />
Bij gebrek aan aangifte en in geval van controle, wordt het tarief verhoogd volgens de<br />
bepalingen van het Koninklijk Besluit ter zake.<br />
VERZEKERINGEN<br />
Artikel 5.40 :<br />
De verzekering inzake contractuele aansprakelijkheid voor schade aan gebouwen en inhoud<br />
en van de burgerlijke aansprakelijkheid tegenover derden wordt door het stadsbestuur<br />
afgesloten en ten laste genomen.<br />
Artikel 5.41 :<br />
Ingeval de huurder/gebruiker een tentoonstelling organiseert, is hij gehouden voor de<br />
tentoongestelde werken een verzekering "all risk" af te sluiten.<br />
Het bewijs van verzekering dient voor de aanvang van de tentoonstelling geleverd worden,<br />
zoniet behoudt het College van Burgemeester en Schepenen zich het recht voor de toelating<br />
alsnog in te trekken<br />
TOEGANGSGELDEN<br />
Artikel 5.42 :<br />
De huurder/gebruiker is gemachtigd toegangsgeld te vragen voor de door hem<br />
georganiseerde activiteit.<br />
Evenzo mag hij de toiletten, vestiaire enz uitbaten,behoudens in de Stedelijke Academie<br />
voor Muziek & Woord.<br />
Indien een vergoeding gevraagd wordt voor het gebruik van de vestiaire, verbindt de<br />
huurder/verbruiker zich ertoe te voorzien in een permanente bewaking.<br />
45
Dranken mogen eveneens verkocht worden behoudens in de Bibliotheek en het auditorium<br />
van de Academie voor Muziek & Woord.<br />
Dit alles gebeurt op eigen verantwoordelijkheid van de huurder/gebruiker.<br />
BETALINGEN, ANNULATIES EN BETWISTINGEN<br />
Artikel 5.43 :<br />
De huurder/gebruiker is ertoe gehouden de voorziene waarborgen en huurgelden tijdig te<br />
betalen, overeenkomstig de bepalingen van het retributiereglement op het gebruik van de<br />
stedelijke zalen en infrastructuur dd. 1 maart 2004.<br />
Bij gebreke daaraan behoudt het College van Burgemeester en Schepenen zich het recht<br />
voor de aanvraag alsnog te weigeren.<br />
Artikel 5.44 :<br />
Alle betwistingen omtrent het gebruik die niet door onderhavig reglement worden beslecht<br />
door het Schepencollege.<br />
BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE MUZIEKACADEMIE EN HET<br />
GEMEENTEHUIS EMELGEM.<br />
Repetities en optredens.<br />
Artikel 5.45 :<br />
Het is ten strengste verboden :<br />
a) toegang te verlenen tot de zaal, het toneel en de loges aan personen die er niet voor<br />
dienstredenen noodzakelijk zijn. De loges worden ten laatste een uur na de voorstelling<br />
gesloten.<br />
b) de noodverlichting waar dan ook uit te schakelen of te bedekken<br />
c) aanwezig te zijn in technische lokalen om andere dan dienstredenen.<br />
d) de uitgangen en nooduitgangen te belemmeren met decorstukken of ander materiaal.<br />
e) meer kaarten te verkopen dan het aantal beschikbare plaatsen vastgesteld door het<br />
College van Burgemeester en Schepenen.<br />
f) in de gangen stoelen te plaatsen.<br />
Materiaal en instrumenten muziekacademie.<br />
Artikel 5.46 :<br />
Het is niet toegelaten gebruik te maken van de voorhanden zijnde materialen van de<br />
Muziekacademie, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het College van<br />
Burgemeester en Schepenen.<br />
BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR KASTEEL WALLEMOTE.<br />
Artikel 5.47 :<br />
46
Het kasteel Wallemote kan enkel ter beschikking gesteld worden van onderwijsinstellingen,<br />
raden en verenigingen aangesloten bij de raden en voor activiteiten ten behoeve van hun<br />
leden. Privaat gebruik is ten allen tijde uitgesloten. Bij misbruik hieromtrent wordt de subsidie<br />
voor één jaar ingetrokken of kan het gebruik in de toekomst geweigerd worden.<br />
Elke activiteit die gepaard gaat met geluidsversterking buiten het gebouw of milieuverstoring<br />
is verboden.<br />
Bij het gebruik dienen alle wettelijke beschikkingen inzake geluidshinder strikt nageleefd te<br />
worden.<br />
Met het oog op de beperking van de geluidshinder voor de omwonenden, dienen ramen en<br />
buitendeuren ten allen tijde dichtgehouden te worden.<br />
Het gebruik van kaarsen is verboden.<br />
Indien gebruik wordt gemaakt van de extra stroomvoorziening ( aparte teller ) zal dit<br />
elektriciteitsverbruik aan de huurder aangerekend worden, hetzij door inhouding op de<br />
waarborg, hetzij door facturatie.<br />
BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR ZAAL ISO<br />
Artikel 5.48 :<br />
De mogelijkheid bestaat om de helft van de zaal – gedeelte cafetaria - te huren, tegen de<br />
tarieven bepaald in het retributiereglement op het gebruik van de stedelijke zalen en<br />
infrastructuur dd. 01.03.2004.<br />
Fuiven, bals, T-dansants, e.d. vallen onder het toepassingsgebied van de Fuifbijbel van de<br />
Stad Izegem.<br />
De gebruiker/huurder is ertoe gehouden de dranken aan te kopen bij de door het College<br />
van Burgemeester en Schepenen aangeduide leverancier.<br />
Bij gebrek aan volledige betaling van de leverancier door de huurder, zal de waarborg<br />
worden aangewend ter voldoening van eerstgenoemde.<br />
ALGEMENE BEPALINGEN<br />
Artikel 5.49 :<br />
De huurders/gebruikers worden geacht van onderhavig reglement kennis genomen te<br />
hebben en ermede akkoord te gaan.<br />
47
BIJLAGE 6 : LOZING VAN HUISHOUDELIJK AFVALWATER,<br />
VERPLICHTE AANSLUITING OP DE OPENBARE RIOLERING EN<br />
AFKOPPELING VAN HEMELWATER<br />
Artikel 4.5.3 : definities<br />
• Afvalwater : water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen<br />
of zich moet ontdoen, met uitzondering van niet-verontreinigd hemelwater;<br />
• Hemelwater : verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van<br />
dooiwater;<br />
48
• Huishoudelijk afvalwater : afvalwater dat enkel bestaat uit water afkomstig van :<br />
- normale huishoudelijke activiteiten<br />
- sanitaire installaties;<br />
- keukens;<br />
- het reinigen van gebouwen zoals woningen, kantoren, plaatsen waar groot- of<br />
kleinhandel wordt gedreven, zalen voor vertoningen, kazernen, kampeerterreinen,<br />
gevangenissen, onderwijsinrichtingen met of zonder internaat, klinieken, hospitalen<br />
andere inrichtingen waar niet besmettelijke zieken opgenomen worden en verzorgd<br />
worden, zwembaden, hotels, restaurants, drankgelegenheden, kapsalons;<br />
- afvalwater afkomstig van wassalons, waar de toestellen uitsluitend door het<br />
cliënten<br />
zelf worden bediend;<br />
• Gewone oppervlaktewateren : alle oppervlaktewateren met uitzondering van de<br />
kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater en de openluchtgreppels, behorend tot<br />
de<br />
openbare riolering;<br />
• Openbare riolering : het geheel van openbare leidingen en openluchtgreppels<br />
bestemd voor het opvangen en transporteren van afvalwater;<br />
• Gescheiden riolering : een dubbel stelsel van leidingen of openluchtgreppels<br />
waarvan het ene stelsel bestemd is voor het opvangen en transporteren van<br />
afvalwater en het andere stelsel bestemd is voor de afvoer van hemelwater;<br />
• Zuiveringszone A of openbaar waterzuiveringssysteem : een geheel bestaande uit<br />
een operationele openbare afvalwaterzuiveringssysteem, het stelstel van de<br />
openbare rioleringen en collectoren die ermee verbonden zijn, alsook de zone van<br />
50 meter gelegen rondom dit stelsel.<br />
• Zuiveringszone B : de zone van 50 meter gelegen rond het stelsel van de openbare<br />
riolering en collectoren waarvan de aansluiting op een operationele openbare<br />
afvalwaterzuiveringsinstallatie is gepland;<br />
- hetzij op basis van het investeringsprogramma bedoeld in artikel 32octies van de<br />
wet van 26/03/1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen ver-<br />
ontreiniging;<br />
- hetzij op basis van het subsidiëringprogramma bedoeld in artikel 32 duodecies<br />
van de wet van 26/03/1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen<br />
verontreiniging;<br />
• Zuiveringszone C : het gedeelte van het stelsel van de openbare riolering en<br />
collectoren dat niet valt onder de zuiveringszone A, noch onder zuiveringszone B,<br />
alsook de zone van 50 meter gelegen rond dit stelsel.<br />
Kunstmatige afvoering voor hemelwater : de greppels, grachten, duikers een<br />
leidingen bestemd voor het afvoeren van hemelwater, bodemwater, grondwater,<br />
bemalingwater en desgevallend ook afvalwater, behandeld conform de van toe-<br />
passing zijnde wetgeving;<br />
• Individuele voorbehandelinginstallatie : septische putten of gelijkaardige inrichtingen<br />
voor de voorbehandeling van normaal huisafvalwater ter verwijdering van vetstoffen,<br />
bezinkbare en drijvende stoffen;<br />
• Septisch materiaal : bijzondere afvalstoffen afkomstig van septische putten<br />
49
esulterend uit bezinkingsprocessen en biologische omzettingsprocessen;<br />
• Code van de goede praktijk : krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in<br />
Vlaanderen. Omzendbrieven van de Vlaamse Minister van Leefmilieu en<br />
Tewerkstelling van 31 juli 1996, 19 december 1996 en 23 maart 1999;<br />
• Direct lozen : het toevoegen of verspreiden van stoffen in het grondwater zonder<br />
doorsijpeling in de bodem of de ondergrond;<br />
• Indirect lozen : het toevoegen of verspreiden van stoffen in het grondwater na<br />
doorsijpeling in de bodem of ondergrond;<br />
• Dakoppervlakte : horizontale projectie van de buitenafmetingen van het dak;<br />
• Hemelwaterput : reservoir voor het opvangen en stockeren van hemelwater;<br />
• Infiltratievoorziening : voorziening voor het doorsijpelen van hemelwater in de<br />
bodem;<br />
De openbare weg is voorzien van openbare riolering<br />
Artikel 4.5.4 : aansluitingsplicht<br />
$ 1 : Wanneer in de openbare weg een openbare riolering is aangelegd, moet het<br />
huishoudelijk afvalwater daarin geloosd worden.<br />
De bouwheer of eigenaar van de woning of het gebouw moet de lozing aansluiten op de<br />
openbare riolering conform de bepalingen van artikel 4.5.5. en 4.5.6.<br />
De bouwheer of eigenaar moet zijn aanvraag tot aansluiting indienen bij het College van<br />
Burgemeester en Schepenen. De kosten van aansluiting zijn ten laste van de aanvrager.<br />
$ 2 : Een woning/gebouw wordt geacht aansluitbaar te zijn, indien gelegen aan een<br />
openbare weg uitgerust met openbare riolering, op voorwaarde dat de riool bereikbaar is<br />
zonder de eigendom van derden te bezwaren. Gebeurlijke niveauverschillen moeten<br />
overwonnen worden met afvalwaterpompen.<br />
Deze aansluitingsplicht geldt evenzeer voor bestaande indirecte lozingen in grondwater, voor<br />
zover technisch mogelijk. De eigenaar moet zelf het bewijs leveren van voornoemde<br />
technische onmogelijkheid.<br />
Artikel 4.5.5 : Aansluiting zonder individuele voorbehandelinginstallatie.<br />
§ 1. Wanneer de woning of het gebouw in een zuiveringszone A ligt, moet het huishoudelijk<br />
afvalwater rechtstreeks, m.a.w. zonder individuele voorbehandeling, geloosd worden in<br />
de openbare riolering. Uitzondering hierop vormen deze straten of rioolstrengen waar-<br />
voor het gemeentebestuur van oordeel is dat individuele voorbehandeling aangewezen<br />
is, gelet op de toestand van het rioolstelsel of de aard van de zuivering.<br />
In uitvoering van deze verordening maakt het College van Burgemeester en Schepenen<br />
50
jaarlijks een lijst bekend van de straten of straatdelen waar de riolering binnen de zui-<br />
veringszone A is gelegen.<br />
§ 2. Wanneer de woning of het gebouw in een zuiveringszone B ligt, worden bestaande<br />
septische putten in gebruik gehouden totdat deze zuiveringszone B overgaat in een<br />
zuiveringszone A. Op dat ogenblik worden de bestaande septische putten bij voorkeur<br />
kortgesloten. Uitzondering hierop vormen deze straten of rioolstrengen waarvoor het<br />
gemeentebestuur van oordeel is dat individuele voorbehandeling aangewezen is, gelet<br />
op de toestand van het rioolstelsel of de aard van de zuivering.<br />
Het huishoudelijk afvalwater van nieuwe woningen in de zuiveringszone B wordt bij<br />
voorkeur rechtsreeks geloosd in de openbare riolering, tenzij het gemeentebestuur van<br />
oordeel is dat de individuele voorbehandeling aangewezen is, gelet op de toestand van<br />
het rioolstelsel of de aard van de zuivering.<br />
In uitvoering van deze verordening maakt het College van Burgemeester en Schepenen<br />
jaarlijks een lijst bekend van de straten of straatdelen waar de riolering binnen de<br />
zuiveringszone B is gelegen en welk gedeelte van de zuiveringszone B overgegaan<br />
is in de zuiveringszone A.<br />
Artikel 4.5.6 : .Aansluiting met individuele voorbehandelinginstallatie.<br />
Wanneer woning of het gebouw in een zuiveringszone C ligt, dient het huishoudelijk<br />
afvalwater verplicht een individuele voorbehandeling te ondergaan alvorens het te lozen in<br />
de openbare riolering.<br />
Voor bestaande woningen diende minimaal een septische put aanwezig<br />
te zijn uiterlijk op 1 augustus 2000.<br />
Voor nieuwe woningen dient onmiddellijk een verdergaande biologische behandeling<br />
geïnstalleerd te worden die voldoet aan de bepalingen in de “code van goede praktijk”. Deze<br />
installatie dient onderdeel uit te maken van de bouwaanvraag op straffe van weigering van<br />
de bouwvergunning. Het effluent van de individuele voorbehandelinginstallatie moet geloosd<br />
worden in de openbare riolering. De individuele voorbehandelinginstallatie mag geen<br />
overloop hebben naar een waterloop of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater.<br />
De openbare weg is niet voorzien van openbare riolering<br />
Artikel 4.5.7 : Lozing in oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor<br />
hemelwater.<br />
Wanneer in de openbare weg geen openbare riolering ligt, mag het huishoudelijk afvalwater<br />
geloosd worden in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater.<br />
De<br />
lozing is onderworpen aan de volgende voorwaarden :<br />
1° Vooraleer het te lozen, moet het huishoudelijk afvalwater een individuele<br />
voorbehandeling hebben ondergaan.<br />
51
2° Voor bestaande woningen moet als individuele voorbehandeling minimaal een septische<br />
put aanwezig zijn. De werking en het onderhoud hiervan moet beantwoorden aan de<br />
voorschriften van artikel 4.5.9.<br />
3° Voor nieuwe woningen is evenwel een verdergaande biologische behandeling vereist,<br />
die voldoet aan de voorschriften in de “code van goede praktijk”. Die installatie maakt<br />
verplicht onderdeel uit van de bouwaanvraag, en zulke op straffe van weigering van<br />
goedkeuring van de bouwvergunning.<br />
4° Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten<br />
kan het College van Burgemeester en Schepenen een subsidie voor de aanleg van een<br />
individuele voorbehandelinginstallatie verlenen. Deze individuele voorbehandeling-<br />
installatie dient te bestaan uit een voorbehandeling en een bijkomende (biologische)<br />
zuivering. Deze subsidie geldt voor woongelegenheden waarvoor het schepencollege in<br />
het kader van de bouwvergunning deze individuele voorbehandeling opgelegd heeft,<br />
alsook voor bestaande woongelegenheden die niet kunnen aansluiten op de openbare<br />
riolering.<br />
5° De in de punten 2° en 3° van dit artikel bedoelde voorbehandelinginstallatie moet on-<br />
middellijk in werking zijn.<br />
6° De eigenaar moet de lozing van het huishoudelijk afvalwater melden aan het gemeente-<br />
bestuur.<br />
Artikel 4.5.8 : Lozing in de bodem<br />
Wanneer in de openbare weg geen openbare riolering gelegen is, en evenmin de<br />
mogelijkheid bestaat om het huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater of<br />
kunstmatige afvoerweg voor hemelwater, mag het huishoudelijk afvalwater geloosd worden<br />
in de bodem (indirecte lozing in het grondwater). Elke directe lozing in het grondwater van<br />
huishoudelijk afvalwater is verboden.<br />
Een indirecte lozing in het grondwater van huishoudelijk afvalwater kan alleen worden toege-<br />
staan, mits men in het bezit is van een regelmatig afgeleverde milieuvergunning of melding<br />
waarop de volgende voorwaarden van toepassing zijn<br />
1° elke lozingsmethode waarbij het afvalwater rechtsreeks in de bodem of in een<br />
grondwater wordt gebracht is verboden.<br />
2° de indirecte lozing dient te gebeuren via een besterfput die een maximale diepte van 10<br />
meter onder het maaiveld mag hebben.<br />
3° de indirecte lozing in grondwater van huishoudelijk afvalwater is verboden in gebieden<br />
waar rioleringen aanwezig zijn; deze verbodsbepaling geldt niet voor besterfputten die<br />
reeds in gebruik waren genomen voor de aanleg van rioleringen, en voor zover de<br />
aansluiting op de riool technisch onmogelijk is. De eigenaar moet zelf de nodige<br />
documenten leveren die deze eventuele technische onmogelijkheid tot aansluiting op de<br />
openbare riolering staven. In de gevallen waar aansluiting technisch wel mogelijk is,<br />
dient deze onmiddellijk gerealiseerd te worden.<br />
4° de besterfput dient gelegen te zijn op een afstand van tenminste<br />
50 m van een oppervlaktewater<br />
50 meter van elke open kunstmatige afvoerweg voor hemelwater;<br />
100 meter van een grondwaterwinning<br />
100 meter van elke bron van drinkwater, thermaal water of mineraalwater<br />
52
5° de besterfput mag geen overloop hebben;<br />
6° in de besterfput mag enkel sanitair afvalwater worden geloosd. Elke lozing van<br />
huishoudelijk klein gevaarlijk afval, zoals afvalolie, verfresten e.d. is ten strengste<br />
verboden.<br />
7° de besterfput moet uitgerust zijn met een gemakkelijk en veilig bereikbare opening die<br />
toelaat monsters te nemen van de materie die zich in de besterfput bevindt;<br />
8° het huishoudelijk afvalwater dient te worden voorbehandeld in een individuele voorbe-<br />
handelinginstallatie alvorens te lozen in de besterfput.<br />
Artikel 4.5.9 : Individuele voorbehandelinginstallaties.<br />
§.1. Met betrekking tot de installatie, de werking en het onderhoud van individuele<br />
voorbehandelinginstallaties, moeten de bepalingen in de “Code van goede praktijk”<br />
nageleefd worden.<br />
§.2. Met betrekking tot het onderhoud van septische putten gelden volgende bepalingen :<br />
1° de septische put moet jaarlijks geruimd worden;<br />
2° het lozen van geruimd septisch materiaal in de openbare riolering of collectoren is<br />
verboden;<br />
3° septische materiaal moet afgevoerd worden naar een openbare waterzuiveringsin-<br />
stallatie;<br />
4° enkel de ruimers van septisch materiaal die een overeenkomst voor de aanvoer van<br />
septisch materiaal met de N.V. Aquafin hebben gesloten, mogen septisch materiaal<br />
ruimen op het grondgebied van de stad Izegem. (Zij moeten hiertoe een afschrift van<br />
deze overeenkomst bezorgen aan de milieudienst/technische dienst van de ge-<br />
meente);<br />
Maximale afkoppeling en hergebruik van hemelwater<br />
Artikel 4.5.10<br />
§.1. Hemelwater moet maximaal worden afgekoppeld van de openbare riolering en in de<br />
mate van het mogelijke worden hergebruikt.<br />
§.2. Bij nieuwbouw of vernieuwbouw van woongelegenheden met een dakoppervlakte groter<br />
dan 50m² is de bouwheer of eigenaar van de woning verplicht een hemelwaterput met<br />
een minimale inhoud van 3m³ met het hergebruik of een infiltratievoorziening te<br />
installeren.<br />
§.3. Installatievoorschriften :<br />
1° Het volume van de hemelwaterput dient in overeenstemming te zijn met de<br />
53
aangesloten dakoppervlakte.<br />
Horizontale<br />
dakoppervlakte<br />
Minimale tankinhoud<br />
50 tot 60 m 2 3000 l<br />
61 tot 80 m 2 4000 l<br />
81 tot 100 m 2 5000 l<br />
101 tot 120 m 2 6000 l<br />
121 tot 140 m 2 7000 l<br />
141 tot 160 m 2 8000 l<br />
161 tot 180 m 2 9000 l<br />
181 tot 200 m 2 10000 l<br />
> 200 m 2 5000 l per 100 m 2<br />
Indien de horizontale dakoppervlakte kleiner is dan 50 m 2 is de installatie van een<br />
hemelwaterput niet verplicht maar wordt wel een gemeentelijke premie toegekend<br />
indien voldaan wordt aan de in deze verordening gestelde voorwaarden.<br />
2° Het hergebruik van het in de hemelwaterput gecapteerde water is verplicht door<br />
middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC<br />
of wasmachine.<br />
Een pompinstallatie is niet verplicht indien de verschillende aftappunten gravitair<br />
gevoed kunnen worden.<br />
3° Er mag geen directe verbinding gecreëerd worden tussen het drinkwater en het<br />
leidingnet aangesloten op de hemelwaterput. Hiertoe dient ofwel een afzonderlijk<br />
leidingcircuit voorzien te worden voor leidingwater en drinkwater ofwel dient<br />
leidingwater in de hemelwaterput bijgevuld te worden door middel van een<br />
bijvulsysteem met onderbreking overeenkomstig de code van goede praktijk.<br />
4° De overloop van de hemelwaterput wordt bij voorkeur aangesloten op een<br />
infiltratievoorziening. De overloop van de hemelwaterput mag echter ook afgeleid<br />
worden naar een openbare infiltratievoorziening, een kunstmatige afvoerweg voor<br />
hemelwater of een oppervlaktewater. Wanneer een gescheiden stelsel aanwezig is<br />
mag de overloop van de hemelwaterput eveneens aangesloten worden op het<br />
gedeelte van de openbare riolering bestemd voor de afvoer van hemelwater. Slechts<br />
bij ontstentenis van een van deze mogelijkheden mag het hemelwater via een<br />
afzonderlijke aansluiting geloosd worden op de openbare riolering.<br />
5° Indien bij nieuwbouw of vernieuwbouw van woongelegenheden met een horizontale<br />
dakoppervlakte groter dan 50m 2 , de bouwheer of eigenaar van de woning er voor<br />
opteert geen hemelwaterput te installeren, is hij verplicht een infiltratievoorziening te<br />
installeren.<br />
Een infiltratievoorziening zonder voorafgaande buffering moet voldoen aan volgende<br />
eisen :<br />
terugkeerperiode = 1 jaar<br />
afvoerdebiet buffervolume<br />
10 l/s/ha<br />
360 l/h/100m 2<br />
100 m3/ha<br />
1000 l/100m 2<br />
5 l/s/ha 150 m3/ha<br />
54
180 l/h/100m 2 1500 l/100m 2<br />
2 l/s/ha<br />
72 l/h/100m 2<br />
200 m3/ha<br />
2000 l/100m 2<br />
1 l/s/ha<br />
36 l/h/100m 2<br />
275 m3/ha<br />
2750 l/100m 2<br />
Indien een hemelwaterput met een infiltratievoorziening wordt gecombineerd, moet<br />
slechts de helft van het bufferingsvolume worden voorzien.<br />
6° Voor grote verharde oppervlakken (vanaf 0,1 ha = 1000m2) kunnen specifieke<br />
bufferingseisen opgelegd worden overeenkomstig de “Krachtlijnen voor een<br />
geïntegreerd rioleringsbeleid” en afhankelijk van de eisen van de<br />
waterloopbeheerder.<br />
Aansluiting op de openbare riolering<br />
Artikel 4.5.11<br />
§.1. Bij nieuwbouw of vernieuwbouw is de bouwheer of de eigenaar van de woning verplicht<br />
het afvalwater en het hemelwater gescheiden af te voeren. Voor de afvoer van het<br />
hemelwater gelden de bepalingen van art. 4.5.10 § 3 4°. Wanneer zowel het afvalwater<br />
als het hemelwater op de openbare riolering geloosd worden gelden de bepalingen van<br />
art. 4.5.12 §2.<br />
§.2. Het is de bouwheer, de eigenaar of wie dan ook ten strengste verboden eigenhandig<br />
inkappingen of boringen te verrichten in de openbare riolering of haar aanhorigheden<br />
om zelf een aansluiting te realiseren. De aansluitingen worden gemaakt door de<br />
bevoegde technische dienst van de gemeente of door een door de technische dienst<br />
van de gemeente erkende aannemer (doorboring en aansluiting met gresbuizen tot op<br />
de grens van het openbaar domein). De kosten van de aansluiting vallen ten laste van<br />
de aanvrager.<br />
§.3. Uitzondering wordt gemaakt voor huisvestingsmaatschappijen die, na het indienen van<br />
een schriftelijke aanvraag bij het gemeentebestuur, een erkende aannemer mogen laten<br />
aansluiten, onder toezicht van de gemeentediensten.<br />
§.4. De aansluitingen op de rioolbuizen geschieden in principe verticaal in het<br />
bovenste deel van het welfsel der buizen. Alleen wanneer de hoogteligging der riolering<br />
een dergelijke aansluiting niet toelaat, mag de aansluiting zijdelings in de bovenste helft<br />
van de rioolbuis gebeuren. Bij de verticale aansluiting dient men rekening te houden met<br />
het mof- en bochtstuk, dit wil zeggen dat de aansluiting slechts 20 cm boven de boven-<br />
kant van de rioolbuizen kan beginnen.<br />
Artikel 4.5.12<br />
§.1. Om op het gemeentelijk rioleringsnet aan te sluiten moet de bouwheer of eigenaar nabij<br />
de perceelsgrens een onderzoeksputje aanleggen. Dit wachtputje wordt op aanvraag<br />
van de bouwheer of de eigenaar van de woning, na onderling overleg met de technische<br />
dienst geplaatst.<br />
§.2. Voor nieuwbouw of vernieuwbouwwoningen dient een afzonderlijk onderzoeksputje<br />
55
voorzien te worden voor de afvalwaterafvoerleiding en voor de hemelwaterafvoerleiding.<br />
Hierbij dient een onuitwisbaar merkteken te worden aangebracht op de<br />
onderzoeksputjes om visueel een onderscheid te kunnen maken tussen het<br />
onderzoeksputje voor de afvalwaterafvoerleiding en dat voor de<br />
hemelwaterafvoerleiding. Dit uitsluitend in de zones waar een gescheiden stelsel is<br />
voorzien of in de toekomst zal voorzien worden.<br />
§.3. De constructie van het onderzoeksputje en de aansluiting op de wachtbuis moeten<br />
beantwoorden aan de door het College van Burgemeester en Schepenen vastgestelde<br />
voorschriften.<br />
Artikel 4.5.13<br />
Na uitvoering van de aansluiting op privaat domein stelt de bouwheer of eigenaar het<br />
gemeentebestuur hiervan in kennis, teneinde het bevoegde gemeentepersoneel toe te laten<br />
controle uit te oefenen op de naleving van dit reglement.<br />
Bij niet verwittiging van het gemeentebestuur is de bouwheer of eigenaar van de aansluiting<br />
verplicht om op zijn kosten de werken uit te voeren die nodig zouden zijn om een controle op<br />
de aansluiting te kunnen doen.<br />
Bij vastgestelde sluikaansluitingen vallen de kosten voor controle en eventuele kosten van<br />
de nieuwe aansluiting volledig ten laste van de bouwheer of eigenaar.<br />
Gezien en goedgekeurd door de gemeenteraad in<br />
zitting van 6 december 2004, 6 juni 2005 en 5 maart 2007 om<br />
gevoegd te worden bij de beslissingen van die datum<br />
Namens de Raad :<br />
De Stadssecretaris, De Burgemeester,<br />
A. JACOBUS G. MYLLE<br />
56