13.09.2013 Views

wet van 31 december 1963 betreffende de ... - Civiele Veiligheid

wet van 31 december 1963 betreffende de ... - Civiele Veiligheid

wet van 31 december 1963 betreffende de ... - Civiele Veiligheid

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

WET VAN <strong>31</strong> DECEMBER <strong>1963</strong> BETREFFENDE DE CIVIELE BESCHERMING. 1 (B.S. 16.01.1964) 2<br />

HOOFDSTUK I. - CIVIELE BESCHERMING.<br />

Artikel 1. De civiele bescherming omvat alle civiele maatregelen en mid<strong>de</strong>len die moeten dienen om<br />

<strong>de</strong> bescherming en het voortbestaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking te verzekeren, en om ‘s lands patrimonium te<br />

vrijwaren in geval <strong>van</strong> gewapend conflict. Zij heeft ook tot doel bij rampspoedige gebeurtenissen,<br />

catastrofen en scha<strong>de</strong>gevallen, te allen tij<strong>de</strong> personen bij te staan en goe<strong>de</strong>ren te beschermen.<br />

Art. 2. De Koning stelt <strong>de</strong> inzake civiele bescherming te nemen maatregelen vast.<br />

Hij kan namelijk een programma <strong>van</strong> maatregelen tot civiele bescherming opmaken dat moet<br />

wor<strong>de</strong>n toegepast door ie<strong>de</strong>re inwoner, door <strong>de</strong> hem aangewezen openbare diensten en door ie<strong>de</strong>r<br />

privaat of openbaar lichaam of instelling <strong>van</strong> openbaar nut.<br />

De Koning kan insgelijks, met het oog op bescherming tegen oorlogshan<strong>de</strong>lingen, voorschrijven<br />

dat in onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren speciale plaatsen wor<strong>de</strong>n ingericht; bouwvergunningen wor<strong>de</strong>n slechts<br />

afgegeven als <strong>de</strong> plannen met <strong>de</strong> ter uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze maatregel vastgestel<strong>de</strong> regelen stroken.<br />

[Art. 2bis Wet <strong>van</strong> 28 maart 2003, art. 2 (B.S. 16.04.2003) - § 1. De opdrachten inzake civiele<br />

bescherming zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> :<br />

1° <strong>de</strong> interventies <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> strijd tegen brand en ontploffing;<br />

2° <strong>de</strong> brandpreventie;<br />

3° <strong>de</strong> dringen<strong>de</strong> medische hulpverlening;<br />

4° <strong>de</strong> technische hulpverleningswerkzaamhe<strong>de</strong>n;<br />

5° [Wet <strong>van</strong> 25 april 2007, art. 220 (B.S. 08.05.2007) - onvermin<strong>de</strong>rd artikel 6, § 1, II, <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 augustus 1980 tot hervorming <strong>de</strong>r instellingen, <strong>de</strong> bestrijding <strong>van</strong> vervuiling<br />

en <strong>van</strong> het vrijkomen <strong>van</strong> gevaarlijke stoffen;]<br />

6° <strong>de</strong> strijd tegen <strong>de</strong> rampspoedige gebeurtenissen, <strong>de</strong> catastrofen en <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>gevallen;<br />

7° <strong>de</strong> coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverleningsoperaties, met name <strong>de</strong> installatie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

coördinatiemid<strong>de</strong>len;<br />

8° <strong>de</strong> internationale opdrachten <strong>van</strong> civiele bescherming;<br />

9° <strong>de</strong> preventieve opdrachten tij<strong>de</strong>ns grote bijeenkomsten <strong>van</strong> personen;<br />

10° <strong>de</strong> waterbevoorrading;<br />

11° <strong>de</strong> waarschuwing <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking;<br />

12° <strong>de</strong> logistieke on<strong>de</strong>rsteuning.<br />

§ 2. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, welke <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

in § 1 bedoel<strong>de</strong> opdrachten respectievelijk uitgevoerd wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> krachtens artikel 10 territoriaal<br />

bevoeg<strong>de</strong> brandweerdiensten, <strong>de</strong> brandweerdiensten die ter versterking opgeroepen wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele bescherming.]<br />

[Programma<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 27 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 2004, art. 453 (B.S. <strong>31</strong>.12.2004) -<br />

Art. 2bis /1. - § 1. De Staat en <strong>de</strong> gemeenten zijn gehou<strong>de</strong>n, ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> begunstig<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

prestaties, <strong>de</strong> kosten te verhalen die respectievelijk aan <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele bescherming en<br />

aan <strong>de</strong> openbare brandweer wor<strong>de</strong>n veroorzaakt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> prestaties, welke door die diensten<br />

wor<strong>de</strong>n verricht buiten <strong>de</strong> interventies bedoeld in artikel 2bis, § 1.<br />

Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 juli 1964 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> dringen<strong>de</strong> geneeskundige<br />

hulpverlening, bepaalt <strong>de</strong> Koning welke <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten vermeld in artikel 2bis, § 1, kunnen<br />

verhaald wor<strong>de</strong>n ten laste <strong>van</strong> hun begunstig<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>ze die gratis moeten uitgevoerd wor<strong>de</strong>n.<br />

[…]<br />

[…]<br />

1 Opgeheven bij Wet <strong>van</strong> 15 mei 2007, art. 201 (inw. tien dagen na <strong>de</strong> bekendmaking <strong>van</strong> het besluit waarbij <strong>de</strong><br />

Koning vaststelt dat <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n vervuld zijn zoals bedoeld in artikel 220 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet <strong>van</strong> 15 mei 2007<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong>.) (B.S. <strong>31</strong>.07.2007)<br />

2 Zie ook <strong>de</strong> omzendbrief <strong>van</strong> 5 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1984, pagina 13.<br />

- 1 -<br />

mei 2007 I.1<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Aldus gewijzigd bij Wet <strong>van</strong> 25 april 2007, art. 221 (B.S. 08.05.2007)<br />

§ 2. De Koning regelt <strong>de</strong> wijze <strong>van</strong> vaststelling en <strong>van</strong> verhaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten bedoeld in § 1.<br />

§ 3. Het bedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten die met toepassing <strong>van</strong> § 1 door <strong>de</strong> Staat wor<strong>de</strong>n verhaald,<br />

wordt ingeschreven op het Fonds voor beveiliging tegen brand en ontploffing bedoeld in <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong><br />

30 juli 1979 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> preventie <strong>van</strong> brand en ontploffing en <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> verplichte<br />

verzekering <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgerrechtelijke aansprakelijkheid in <strong>de</strong>rgelijke gevallen.<br />

§ 4. Overeenkomstig <strong>de</strong> regels <strong>van</strong> gemeen recht blijft voor <strong>de</strong> personen, die <strong>de</strong> kosten moeten<br />

betalen bedoeld in § 1, een beroep open tegen <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> aansprakelijken.]<br />

[Wet <strong>van</strong> 25 april 2007, art. 222 (B.S. 08.05.2007) -<br />

Art. 2bis /2. - § 1. Voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> dit artikel wordt verstaan on<strong>de</strong>r :<br />

1° « beroepsactiviteit » : een in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> een economische activiteit, een bedrijf of een<br />

on<strong>de</strong>rneming verrichte activiteit, ongeacht het particuliere, openbare, winstgeven<strong>de</strong> of nietwinstgeven<strong>de</strong><br />

karakter daar<strong>van</strong>;<br />

2° « exploitant » : particuliere of openbare natuurlijke persoon of rechtspersoon die een<br />

beroepsactiviteit verricht of regelt, of aan wie een doorslaggeven<strong>de</strong> economische zeggenschap<br />

over het technisch functioneren <strong>van</strong> een <strong>de</strong>rgelijke activiteit is overgedragen, met inbegrip <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> een vergunning of toelating voor het verrichten <strong>van</strong> een <strong>de</strong>rgelijke activiteit of <strong>de</strong><br />

persoon die een <strong>de</strong>rgelijke activiteit laat registreren of er kennisgeving <strong>van</strong> doet;<br />

3° « kosten » : <strong>de</strong> kosten die verantwoord zijn in het licht <strong>van</strong> <strong>de</strong> tussenkomst door <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> civiele bescherming en <strong>de</strong> openbare brandweerdiensten, met inbegrip <strong>van</strong> ramingskosten <strong>van</strong><br />

milieuscha<strong>de</strong> of <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke dreiging dat zulke scha<strong>de</strong> ontstaat en <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> alternatieve<br />

maatregelen, alsook <strong>de</strong> administratieve, juridische en handhavingskosten, <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> het<br />

vergaren <strong>van</strong> gegevens en an<strong>de</strong>re algemene kosten, en <strong>de</strong> kosten in verband met monitoring en<br />

toezicht.<br />

§ 2. On<strong>de</strong>r voorbehoud <strong>van</strong> artikel 2bis.1., in geval <strong>van</strong> vervuiling bedoeld in artikel 2bis, § 1,<br />

5°, zijn <strong>de</strong> Staat en <strong>de</strong> gemeenten gehou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> hiervoor door hun diensten gemaakte kosten te<br />

verhalen op <strong>de</strong> exploitant die <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> of <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke dreiging <strong>van</strong> scha<strong>de</strong> heeft veroorzaakt of<br />

op <strong>de</strong> eigenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewraakte producten.<br />

De Staat en <strong>de</strong> gemeenten kunnen beslissen om af te zien <strong>van</strong> verhaal wanneer <strong>de</strong> verhaalkosten<br />

groter zijn dan het terug te vor<strong>de</strong>ren bedrag of wanneer niet kan wor<strong>de</strong>n vastgesteld wie <strong>de</strong> exploitant<br />

of <strong>de</strong> eigenaar is.<br />

De exploitant of <strong>de</strong> eigenaar is niet verplicht <strong>de</strong> kosten te dragen, indien hij kan bewijzen dat <strong>de</strong><br />

milieuscha<strong>de</strong> of <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke dreiging dat <strong>de</strong>rgelijke scha<strong>de</strong> ontstaat :<br />

a) ofwel veroorzaakt is door een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> ondanks het feit dat er passen<strong>de</strong> veiligheidsmaatregelen<br />

waren getroffen;<br />

b) ofwel het gevolg is <strong>van</strong> <strong>de</strong> opvolging <strong>van</strong> een dwingen<strong>de</strong> opdracht of instructie <strong>van</strong> een<br />

overheidsinstantie, tenzij het een opdracht of instructie betreft naar aanleiding <strong>van</strong> een<br />

emissie of inci<strong>de</strong>nt, veroorzaakt door activiteiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> exploitant zelf.<br />

Wanneer eenzelf<strong>de</strong> scha<strong>de</strong> of onmid<strong>de</strong>llijke dreiging <strong>van</strong> scha<strong>de</strong> door meer<strong>de</strong>re exploitanten of<br />

eigenaars wordt veroorzaakt, zijn <strong>de</strong>ze hoof<strong>de</strong>lijk gehou<strong>de</strong>n tot het dragen <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten.<br />

Wanneer besmetting of vervuiling op zee plaatsvindt of afkomstig is <strong>van</strong> een zeeschip, vallen <strong>de</strong><br />

kosten ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> persoon die <strong>de</strong> besmetting of <strong>de</strong> verontreiniging heeft veroorzaakt,<br />

overeenkomstig het internationaal recht. De eigenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken schepen zijn burgerlijk en<br />

hoof<strong>de</strong>lijk aansprakelijk.<br />

§ 3. De Staat en <strong>de</strong> gemeenten kunnen te allen tij<strong>de</strong> <strong>de</strong> exploitant of <strong>de</strong> eigenaar verplichten<br />

informatie te verstrekken over milieuscha<strong>de</strong> die zich heeft voorgedaan, over een onmid<strong>de</strong>llijke<br />

dreiging <strong>van</strong> milieuscha<strong>de</strong> of in geval <strong>van</strong> vermoe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> zulk een onmid<strong>de</strong>llijke dreiging.]<br />

[Wet <strong>van</strong> 25 april 2007, art. 223 (B.S. 08.05.2007) -<br />

Art. 2bis /3. - § 1. Wanneer milieuscha<strong>de</strong> of een onmid<strong>de</strong>llijk dreigen<strong>de</strong> milieuscha<strong>de</strong> gevolgen heeft<br />

of dreigt te hebben voor één of meer<strong>de</strong>re gewesten, of an<strong>de</strong>re lidstaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Europese Unie,<br />

- 2 -<br />

mei 2007 I.1<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


werken <strong>de</strong> Staat of <strong>de</strong> gemeenten samen, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re door een behoorlijke uitwisseling <strong>van</strong><br />

informatie, tenein<strong>de</strong> ervoor te zorgen dat <strong>de</strong> nodige maatregelen met betrekking tot die milieuscha<strong>de</strong><br />

of onmid<strong>de</strong>llijke dreiging <strong>van</strong> milieuscha<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n genomen.<br />

§ 2. Wanneer zich milieuscha<strong>de</strong> of een onmid<strong>de</strong>llijk dreigen<strong>de</strong> milieuscha<strong>de</strong> in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> § 1<br />

voordoet, verstrekken <strong>de</strong> Staat of <strong>de</strong> gemeenten voldoen<strong>de</strong> informatie aan <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> instanties<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gewesten of <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re lidstaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Europese Unie die scha<strong>de</strong> zou<strong>de</strong>n kunnen lij<strong>de</strong>n.<br />

§ 3. Wanneer <strong>de</strong> Staat of <strong>de</strong> gemeenten, binnen hun grenzen, milieuscha<strong>de</strong> vaststellen, die<br />

niet binnen hun grenzen is veroorzaakt, kunnen zij dit mel<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> instanties <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

betrokken gewesten of lidstaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Europese Unie en aan <strong>de</strong> Europese Commissie. Zij kunnen<br />

aanbevelingen doen inzake <strong>de</strong> nodige maatregelen en zij kunnen om terugbetaling verzoeken <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> genomen maatregelen.<br />

§ 4. Deze samenwerking doet geen afbreuk aan bestaan<strong>de</strong> samenwerkingsvormen.]<br />

[Art. 2ter Wet <strong>van</strong> 28 maart 2003, art. 3 (B.S. 16.04.2003) - § 1. In elke gemeente stelt <strong>de</strong><br />

burgemeester een algemeen rampenplan voor hulpverlening op dat <strong>de</strong> te treffen maatregelen en <strong>de</strong><br />

organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverlening bevat in geval <strong>van</strong> rampspoedige gebeurtenissen, catastrofen of<br />

scha<strong>de</strong>gevallen.<br />

Na aanvaarding door <strong>de</strong> gemeenteraad wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gemeentelijke rampenplannen voor<br />

hulpverlening ter goedkeuring voorgelegd aan <strong>de</strong> provinciegouverneur of <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> het<br />

administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.<br />

§ 2. In elke provincie en in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad stelt <strong>de</strong><br />

gouverneur een algemeen rampenplan voor hulpverlening op dat <strong>de</strong> te treffen maatregelen en <strong>de</strong><br />

organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverlening bevat in geval <strong>van</strong> rampspoedige gebeurtenissen, catastrofen of<br />

scha<strong>de</strong>gevallen.<br />

De in het eerste lid bedoel<strong>de</strong> rampenplannen voor hulpverlening wor<strong>de</strong>n ter goedkeuring<br />

voorgelegd aan <strong>de</strong> minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoren.<br />

§ 3. De algemene rampenplannen voor hulpverlening <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten, <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincies en<br />

<strong>van</strong> het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad kunnen wor<strong>de</strong>n aangevuld met bijkomen<strong>de</strong><br />

specifieke bepalingen over bijzon<strong>de</strong>re risico's. Zij wor<strong>de</strong>n opgenomen in bijzon<strong>de</strong>re rampenplannen<br />

voor hulpverlening.<br />

On<strong>de</strong>r voorbehoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 22 mei 2001 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> instemming met het<br />

samenwerkingsakkoord <strong>van</strong> 21 juni 1999 tussen <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>rale Staat, het Vlaams, het Waals en het<br />

Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> beheersing <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevaren <strong>van</strong> zware ongevallen<br />

waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn en <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 15 april 1994 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> bescherming<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking en <strong>van</strong> het leefmilieu tegen <strong>de</strong> uit ioniseren<strong>de</strong> stralingen voortspruiten<strong>de</strong> gevaren en<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor Nucleaire Controle, kan <strong>de</strong> Koning bepalen, bij een besluit<br />

vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, voor welke risico's door <strong>de</strong> gemeenten, <strong>de</strong> provincies en<br />

het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad een bijzon<strong>de</strong>r rampenplan voor hulpverlening<br />

moet wor<strong>de</strong>n opgesteld.<br />

§ 4. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> inhoud<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> rampenplannen voor hulpverlening, hun wijze <strong>van</strong> opmaken en hun<br />

organisatorische en functionele structuur.]<br />

Art. 3. In oorlogstijd of in perio<strong>de</strong>n die daarme<strong>de</strong> door artikel 7 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 12 mei 1927 op <strong>de</strong><br />

militaire opeisingen gelijkgesteld zijn, kan <strong>de</strong> Koning bevelen dat inwoners in <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

civiele bescherming ambtshalve wor<strong>de</strong>n ingelijfd.<br />

De burgemeester kan eveneens, in <strong>de</strong> gevallen bij vorig lid voorzien, en binnen <strong>de</strong> grenzen door<br />

<strong>de</strong> Koning bepaald, bevelen dat inwoners <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente ambtshalve in <strong>de</strong> brandweerdiensten, die<br />

<strong>de</strong> gemeenten bedient, ingelijfd wor<strong>de</strong>n.<br />

Art. 4. De Minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoren, organiseert <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len en<br />

lokt <strong>de</strong> maatregelen uit welke voor geheel ‘s lands grondgebied nodig zijn voor <strong>de</strong> civiele<br />

bescherming. Hij coördineert <strong>de</strong> voorbereiding en <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> die maatregelen zowel bij <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> ministeriële <strong>de</strong>partementen als bij <strong>de</strong> openbare lichamen.<br />

- 3 -<br />

mei 2007 I.1<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Die coördinatie heeft ook betrekking op alle maatregelen in verband met het aanwen<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> Natie, die reeds in vre<strong>de</strong>stijd moeten wor<strong>de</strong>n genomen met het oog op <strong>de</strong> civiele<br />

bescherming in oorlogstijd.<br />

De Minister oefent zijn bevoegdheid uit ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> vraagstukken met betrekking tot <strong>de</strong><br />

civiele bescherming die in internationale organisaties wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld, en naar aanleiding <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

op dat gebied dienstige internationale uitwisselingen.<br />

Art. 5. De Minster tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoren, of zijn gemachtig<strong>de</strong>, kan in<br />

vre<strong>de</strong>stijd, bij optre<strong>de</strong>n in het raam <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele bescherming en voor <strong>de</strong> behoeften <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze, <strong>de</strong><br />

personen en zaken, die hij nodig mocht achten, opvor<strong>de</strong>ren.<br />

Dezelf<strong>de</strong> bevoegdheid wordt verleend aan <strong>de</strong> burgemeester, of bij <strong>de</strong>legatie <strong>van</strong> zijnentwege aan<br />

<strong>de</strong> officieren <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke brandweerdiensten in vre<strong>de</strong>stijd, wanneer die diensten in het raam<br />

<strong>van</strong> hun eigen opdracht optre<strong>de</strong>n.<br />

De Staat in het eerste geval en <strong>de</strong> gemeente op het grondgebied waar<strong>van</strong> werd opgetre<strong>de</strong>n in het<br />

twee<strong>de</strong> geval, zijn gehou<strong>de</strong>n tot het vergoe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>, welke aan <strong>de</strong> aldus opgevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

personen en zaken is toegebracht en haar oorzaak vindt in ongevallen die zich hebben voorgedaan in<br />

<strong>de</strong> loop <strong>van</strong> of door toedoen <strong>van</strong> <strong>de</strong> operaties waarvoor <strong>de</strong> opvor<strong>de</strong>ring plaats heeft gehad.<br />

Scha<strong>de</strong>vergoeding is niet verschuldigd wanneer <strong>de</strong> getroffene het ongeval opzettelijk heeft<br />

veroorzaakt.<br />

Voor <strong>de</strong> duur <strong>van</strong> <strong>de</strong> prestaties welke tot optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele bescherming en<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke brandweerdiensten meebrengt, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst en <strong>de</strong><br />

leerovereenkomst geschorst ten behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong> werknemers die tot <strong>de</strong>ze diensten behoren of on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong>ze omstandighe<strong>de</strong>n zijn opgevor<strong>de</strong>rd.<br />

Art. 6. De Minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoren, of zijn gemachtig<strong>de</strong>, kan,<br />

wanneer rampspoedige gebeurtenissen, catastrofen of scha<strong>de</strong>gevallen dreigen, <strong>de</strong> bevolking ter<br />

verzekering <strong>van</strong> haar bescherming verplichten zich te verwij<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> plaatsen of streken, die<br />

bijzon<strong>de</strong>r blootgesteld, bedreigd of getroffen zijn, en <strong>de</strong>genen die bij <strong>de</strong>ze maatregelen betrokken zijn,<br />

een voorlopige verblijfplaats aanwijzen; om <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n kan hij ie<strong>de</strong>re verplaatsing of elk verkeer<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking verbie<strong>de</strong>n.<br />

Art. 7. Weigering of verzuim zich te gedragen naar <strong>de</strong> maatregelen welke met toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

<strong>wet</strong> zijn bevolen, wordt in vre<strong>de</strong>stijd gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> acht dagen tot drie maan<strong>de</strong>n, en<br />

met geldboete <strong>van</strong> zesentwintig frank tot vijfhon<strong>de</strong>rd frank, of met één <strong>van</strong> die straffen alleen, en, in<br />

oorlogstijd of in daarme<strong>de</strong> gelijkgestel<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n, met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> drie maan<strong>de</strong>n tot zes<br />

maan<strong>de</strong>n en met geldboete <strong>van</strong> vijfhon<strong>de</strong>rd frank tot duizend frank, of met één <strong>van</strong> <strong>de</strong> straffen alleen.<br />

De Minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoren, of, <strong>de</strong>svoorkomend, <strong>de</strong><br />

burgemeester, kan bovendien <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> maatregelen ambtshalve doen uitvoeren, uitsluitend op<br />

kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> weerspanning of in gebreke geblevenen, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> ambtshalve, door rechtsdwang<br />

<strong>de</strong> aldus gedane kosten verhalen.<br />

Art. 8. De gemeentelijke brandweerdiensten en <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele bescherming kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n opgeroepen om samen op te tre<strong>de</strong>n.<br />

De Minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoren, bepaalt <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re regelen voor<br />

<strong>de</strong> coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> operaties waarbij <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele bescherming samen met <strong>de</strong><br />

gemeentelijke brandweerdiensten optre<strong>de</strong>n.<br />

Provincies en gemeenten kunnen verplicht wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele bescherming <strong>de</strong><br />

beschikking te geven over terreinen, lokalen, meubilair en leveringen welke nodig zijn hetzij voor <strong>de</strong><br />

opleiding <strong>van</strong> het personeel <strong>van</strong> die diensten, hetzij voor <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> maatregelen voor <strong>de</strong><br />

civiele bescherming op hun grondgebied; <strong>de</strong> Minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken<br />

behoren, bepaalt <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re regelen voor eventuele scha<strong>de</strong>loosstelling in <strong>de</strong>ze.<br />

In oorlogstijd wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> maatregelen welke aan provincies en gemeenten zijn opgelegd, door <strong>de</strong><br />

gouverneur of door <strong>de</strong> burgemeester bevolen in plaats <strong>van</strong> door <strong>de</strong> normale bevoeg<strong>de</strong> provinciale of<br />

gemeentelijke organen; <strong>de</strong> reglementen en veror<strong>de</strong>ningen wor<strong>de</strong>n in dat geval bin<strong>de</strong>nd zodra zij zijn<br />

bekendgemaakt op <strong>de</strong> wijze als door <strong>de</strong> burgemeester is bepaald.<br />

HOOFDSTUK II. - GEMEENTELIJKE EN GEWESTELIJKE BRANDWEERDIENSTEN.<br />

- 4 -<br />

mei 2007 I.1<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 9. [Gewone <strong>wet</strong> tot vervollediging <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale staatsstructuur <strong>van</strong> 16 juli 1993, art. 352 (B.S.<br />

20.07.1993) - § 1. De Koning stelt <strong>de</strong> algemene regels <strong>van</strong> <strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare<br />

brandweerdiensten vast.<br />

[Wet <strong>van</strong> 25 maart 2003, art. 2 (B.S. 16.04.2003) - Hij stelt <strong>de</strong> algemene bepalingen vast binnen<br />

<strong>de</strong> perken waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> personeelsformatie, <strong>de</strong> bezoldigingsregeling en het administratief statuut, <strong>de</strong><br />

wed<strong>de</strong>schalen, <strong>de</strong> vergoedingen, <strong>de</strong> toelagen en met name <strong>de</strong> haard- en standplaatstoelage, het<br />

vakantiegeld en het gezinsvakantiegeld wor<strong>de</strong>n vastgesteld, alsook <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> werving,<br />

benoeming en bevor<strong>de</strong>ring voor het personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare brandweerdiensten.]<br />

§ 2. De brandweerdiensten, georganiseerd door <strong>de</strong> gemeenten of <strong>de</strong> intercommunales, zijn<br />

on<strong>de</strong>rworpen aan <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Koning georganiseer<strong>de</strong> inspecties.<br />

Tot die inspectie behoort <strong>de</strong> controle, op stukken en ter plaatse, op <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>wet</strong>s- en<br />

veror<strong>de</strong>ningsbepalingen en op <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> maatregelen inzake brandvoorkoming en -bestrijding.<br />

Het personeel, dat met <strong>de</strong> inspectie belast is, heeft te allen tij<strong>de</strong> vrije toegang tot <strong>de</strong> installaties<br />

waarover <strong>de</strong> gemeentelijke en intercommunale brandweerdiensten beschikken, en kan on<strong>de</strong>rzoeken<br />

instellen.]<br />

[Programma<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 27 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 2004, art. 454 (heeft uitwerking met ingang <strong>van</strong> 1 september<br />

1999, behalve wat <strong>de</strong> geschilprocedures betreft die ingesteld wer<strong>de</strong>n vóór <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze <strong>wet</strong>. Voor <strong>de</strong> prestaties uitgevoerd tussen 1 september 1999 en <strong>31</strong> mei 2002, wordt het bedrag<br />

bedoeld in artikel 454, bepaald op 25 120,27 euro gekoppeld aan <strong>de</strong> spilin<strong>de</strong>x 138,01.) (B.S.<br />

<strong>31</strong>.12.2004) - § 3. Voor <strong>de</strong> personeelsuitgaven bedoeld in artikel 2 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 juli 1964<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> dringen<strong>de</strong> geneeskundige hulpverlening, betaalt <strong>de</strong> Staat <strong>de</strong> individuele wed<strong>de</strong> alsook<br />

<strong>de</strong> <strong>wet</strong>telijke lasten <strong>van</strong> sociale aard, <strong>de</strong> haard- of standplaatstoelage, het vakantiegeld en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

toelagen die het personeel, waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> aanwerving goedgekeurd werd door <strong>de</strong> minister <strong>van</strong><br />

Binnenlandse Zaken met toepassing <strong>van</strong> hetzelf<strong>de</strong> artikel, geniet, terug aan <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> centra <strong>van</strong> het eenvormig oproepstelsel ressorteren.<br />

De terugbetaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> personeelsuitgaven bedoeld in het eerste lid, mag, voor elk personeelslid,<br />

niet meer bedragen dan het bedrag <strong>van</strong> 25 371,53 euro gekoppeld aan <strong>de</strong> spilin<strong>de</strong>x 138,01.]<br />

Art. 10. [Wet <strong>van</strong> 20 juli 2005 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> diverse bepalingen, art. 16 (uitwerking met ingang <strong>van</strong> 1<br />

januari 1977, behalve <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> geschillenprocedures die aangevat wer<strong>de</strong>n vóór <strong>de</strong><br />

inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> en met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> § 2, 3°, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, 4°, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, § 3, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid,<br />

en § 5 die in werking tre<strong>de</strong>n op 1 januari 2006) (B.S. 29.07.2005) – § 1. De gemeenten <strong>van</strong> ie<strong>de</strong>re<br />

provincie wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> algemene organisatie <strong>van</strong> brandweerdiensten in gewestelijke groepen<br />

inge<strong>de</strong>eld. De gouverneur bepaalt <strong>de</strong> samenstelling <strong>van</strong> die groepen en wijst in ie<strong>de</strong>re groep <strong>de</strong><br />

gemeente aan die er het centrum <strong>van</strong> vormt, na raadpleging <strong>van</strong> <strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong> gemeentera<strong>de</strong>n.<br />

Die gemeente is er wegens haar aanwijzing toe gehou<strong>de</strong>n over een brandweerdienst met het<br />

nodige personeel en materiaal te beschikken.<br />

Een gewestelijke groep kan wor<strong>de</strong>n gevormd uit gemeenten <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> provincies. De<br />

betrokken gouverneurs bepalen in gemeen overleg <strong>de</strong> samenstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> groep en wijzen <strong>de</strong><br />

gemeente aan die er het centrum <strong>van</strong> vormt; wordt geen overeenstemming bereikt, dan neemt <strong>de</strong><br />

minister, tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoren, <strong>de</strong> beslissing op verzoek <strong>van</strong> een <strong>van</strong><br />

die gouverneurs.<br />

De overige gemeenten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewestelijke groep zijn ertoe gehou<strong>de</strong>n hetzij een brandweerdienst,<br />

die over het nodige personeel en materieel beschikt, te behou<strong>de</strong>n of op te richten hetzij beroep te<br />

doen op <strong>de</strong> brandweerdienst <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente die het centrum <strong>van</strong> die groep vormt mits betaling <strong>van</strong><br />

een forfaitaire en jaarlijkse bijdrage.<br />

De maatregelen welke dienen getroffen te wor<strong>de</strong>n voor het optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweerdienst <strong>van</strong><br />

laatstgenoem<strong>de</strong> gemeente wor<strong>de</strong>n bepaald in een algemeen reglement vastgesteld door <strong>de</strong> minister<br />

tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoren. Zij mogen aangevuld wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />

gouverneur indien <strong>de</strong> plaatselijke omstandighe<strong>de</strong>n zulks vergen, en op verzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

belanghebben<strong>de</strong> gemeentera<strong>de</strong>n.<br />

De bij <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> lopen<strong>de</strong> overeenkomsten hou<strong>de</strong>n op uitwerking te hebben<br />

op een door <strong>de</strong> Koning vastgestel<strong>de</strong> datum.<br />

§ 2. In afwijking <strong>van</strong> artikel 256 <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong>, <strong>de</strong> forfaitaire en jaarlijkse bijdrage<br />

verschuldigd door <strong>de</strong> gemeenten wordt door <strong>de</strong> gouverneur, na raadpleging <strong>van</strong> <strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong><br />

gemeentera<strong>de</strong>n vastgesteld als volgt :<br />

- 5 -<br />

mei 2007 I.1<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


1° De kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweerdiensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten-gewestelijke groepscentra wor<strong>de</strong>n, per<br />

provincie, en per categorieën X, Y en Z, omgeslagen over <strong>de</strong> gemeenten die <strong>de</strong>el uitmaken <strong>van</strong><br />

een gewestelijke groep en bediend wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> brandweerdienst <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentegroepscentrum.<br />

2° De jaarlijkse bijdrage verschuldigd door <strong>de</strong> gemeenten wordt vastgesteld op <strong>de</strong> grondslag <strong>van</strong> :<br />

a) het jongste kadastraal gebouwd en ongebouwd inkomen <strong>van</strong> elke gemeente;<br />

b) het bevolkingscijfer <strong>van</strong> elke gemeente;<br />

c) <strong>de</strong> in aanmerking komen<strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweerdiensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten-gewestelijke<br />

groepscentra <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie; die kosten wor<strong>de</strong>n vastgesteld op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>ns het<br />

vorige jaar door die diensten gedragen werkelijke kosten, met inbegrip <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten voor<br />

intresten en aflossingen <strong>van</strong> leningen.<br />

Op het kadastraal inkomen en op het bevolkingscijfer <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten waar een<br />

vooruitgeschoven post gevestigd is, kan door <strong>de</strong> gouverneur een coëfficiënt groter dan 1 toegepast<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

Mogen niet meegerekend wor<strong>de</strong>n bij het vaststellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> in aanmerking komen<strong>de</strong> kosten :<br />

a) <strong>de</strong> tegemoetkomingen door het Rijk verleend voor <strong>de</strong> aankoop <strong>van</strong> materieel en <strong>de</strong> uitvoering<br />

<strong>van</strong> werken, zome<strong>de</strong> eventueel <strong>de</strong> installatie- en werkingskosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> centra <strong>van</strong> het<br />

eenvormig oproepstelstel, welke voor <strong>de</strong> Staat ten laste genomen wor<strong>de</strong>n;<br />

b) <strong>de</strong> financiële lasten <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> pensioenen <strong>van</strong> het personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweerdiensten<br />

met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> het aan<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkgever in <strong>de</strong> bijdrage aan <strong>de</strong> Rijksdienst voor<br />

Sociale Zekerheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciale en plaatselijke overheidsdiensten of het<br />

overeenstemmend percentage wanneer <strong>de</strong> gemeente-gewestelijk groepscentrum zelf haar<br />

pensioenkas beheert;<br />

c) <strong>de</strong> uitgaven welke uiteraard uitsluitend ten laste komen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewestelijke<br />

groepcentrumgemeente.<br />

3° Het beroepspersoneel <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweerdiensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> categorieën Y en Z, dat meegerekend<br />

mag wor<strong>de</strong>n voor het bepalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> in aanmerking komen<strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweerdiensten<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten-gewestelijke groepcentra mag niet meer dan 10 % uitgaan boven het minimum<br />

beroepspersoneel zoals door <strong>de</strong> Koning vastgesteld.<br />

De gouverneur kan echter, wegens regionale of lokale omstandighe<strong>de</strong>n, één of meer <strong>van</strong> die<br />

gemeenten machtigen <strong>de</strong> kosten in verband met het beroepspersoneel boven <strong>de</strong> in het eerste lid<br />

gestel<strong>de</strong> norm, geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk in rekening te brengen.<br />

De Koning legt <strong>de</strong> normen vast, die <strong>de</strong> gouverneur moet toepassen voor het bepalen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

kosten.<br />

4° De in aanmerking komen<strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente-gewestelijk groepscentrum <strong>van</strong> categorie Z,<br />

zoals zij voortvloeien uit <strong>de</strong> punten 2° en 3°, wor<strong>de</strong>n verhoogd met een forfaitaire som welke niet<br />

boven <strong>de</strong> 25 % <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten mag uitgaan en bestemd is tot <strong>de</strong>kking <strong>van</strong> <strong>de</strong> eventuele interventies<br />

ter versterking <strong>van</strong> <strong>de</strong> centra X en Y.<br />

De gouverneur stelt <strong>de</strong> forfaitaire som vast.<br />

De Koning legt <strong>de</strong> normen vast, die <strong>de</strong> gouverneur moet toepassen voor het bepalen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

forfaitaire som.<br />

5° De in aanmerking komen<strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten-gewestelijke groepscentra <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

categorieën X en Y, zoals zij voortvloeien uit <strong>de</strong> punten 2° en 3°, wor<strong>de</strong>n vermin<strong>de</strong>rd met een<br />

bedrag gelijk aan het totaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> forfaitaire sommen vastgesteld bij toepassing <strong>van</strong> het punt 4°.<br />

De gouverneur slaat dat bedrag om over al <strong>de</strong> gemeenten-groepscentra <strong>van</strong> categorieën X en<br />

Y.<br />

§ 3. In afwijking <strong>van</strong> artikel 256 <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong>, neemt <strong>de</strong> gemeente-centrum <strong>van</strong><br />

een gewestelijke groep <strong>de</strong>el in een aan<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> in aanmerking komen<strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

brandweerdiensten, vastgesteld door <strong>de</strong> gouverneur rekening hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> lokale en regionale<br />

omstandighe<strong>de</strong>n.<br />

De gouverneur geeft aan elke gemeente kennis <strong>van</strong> het aan<strong>de</strong>el dat te haren laste komt, en<br />

verzoekt haar binnen zestig dagen advies uit te brengen. Het gunstig advies of <strong>de</strong> ontstentenis <strong>van</strong><br />

advies <strong>van</strong>wege <strong>de</strong> gemeenteraad geldt als akkoord met <strong>de</strong> opneming <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschuldig<strong>de</strong> som <strong>van</strong><br />

een rekening welke bij een financiële instelling op naam <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente is geopend. Bij ongunstig<br />

- 6 -<br />

mei 2007 I.1<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad, beschikt <strong>de</strong> gouverneur en brengt hij zijn beslissingen ter kennis <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeenteraad. Wanneer, binnen veertig dagen na <strong>de</strong> notificatie, <strong>de</strong> gemeenteraad weigert of<br />

verzuimt <strong>de</strong>ze laatste beslissing op te volgen, wordt <strong>de</strong> opneming verricht overeenkomstig artikel 11,<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid.<br />

De Koning legt <strong>de</strong> normen vast, die <strong>de</strong> gouverneur moet toepassen voor het bepalen <strong>van</strong> het<br />

aan<strong>de</strong>el.<br />

§ 4.<br />

1° De gemeente die over geen brandweerdienst beschikt, betaalt jaarlijks een door <strong>de</strong> gouverneur<br />

vastgestel<strong>de</strong> bijdrage welke berekend wordt als volgt :<br />

1 ( r p<br />

C = F.<br />

+<br />

2 R P<br />

In <strong>de</strong>ze formule is :<br />

)<br />

C = <strong>de</strong> jaarlijkse bijdrage <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken gemeente;<br />

F = <strong>de</strong> in aanmerking komen<strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> al <strong>de</strong> gemeenten-gewestelijk groepscentrum <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

categorie waartoe <strong>de</strong> gemeente behoort, verhoogd of verlaagd overeenkomstig <strong>de</strong> punten 4° en<br />

5° <strong>van</strong> § 2, en na aftrek <strong>van</strong> <strong>de</strong> aan<strong>de</strong>len gedragen door <strong>de</strong> gemeenten-gewestelijke<br />

groepscentra <strong>van</strong> bedoel<strong>de</strong> categorie;<br />

r = het jongste kadastraal inkomen <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken gemeente, zoals bepaald in § 2, 2°, eerste<br />

lid, a ;<br />

R = het totaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> « r » <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten, die geen gemeenten-gewestelijk groepcentrum zijn<br />

en bediend wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> brandweerdiensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> bedoel<strong>de</strong> categorie;<br />

p = het bevolkingscijfer <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken gemeente volgens <strong>de</strong> in het Belgisch Staatsblad<br />

bekendgemaakte jongste officiële opgave <strong>van</strong> 's Rijks bevolkingscijfer;<br />

P = het totaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> « p » <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten die geen gewestelijk groepscentrum zijn en bediend<br />

wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> brandweerdiensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> bedoel<strong>de</strong> categorie.<br />

2° De in § 4 vastgestel<strong>de</strong> bijdrage wordt betaald in kwartaaltranches berekend op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>finitieve bijdrage welke voor het vorige jaar werd betaald.<br />

Bij het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> elk kwartaal geeft <strong>de</strong> gouverneur aan elke betrokken gemeente kennis <strong>van</strong> het<br />

voorlopig bedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijdrage <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> die perio<strong>de</strong>. De gemeente beschikt over een termijn<br />

<strong>van</strong> een maand om te betalen. Bij niet-betaling binnen die termijn wordt het bedrag opgenomen<br />

overeenkomstig artikel 11, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid.<br />

3° In <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> het volgend jaar geeft <strong>de</strong> gouverneur aan elke gemeente kennis <strong>van</strong> het aan<strong>de</strong>el of<br />

<strong>van</strong> het <strong>de</strong>finitief bedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijdrage dat te haren laste komt, en verzoekt haar binnen zestig<br />

dagen advies uit te brengen.<br />

Het verschil tussen <strong>de</strong> voorlopige bijdrage bedoeld in punt 2° en <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve bijdrage wordt,<br />

volgens het geval, aan <strong>de</strong> gemeente-gewestelijk groepscentrum betaald of door <strong>de</strong>ze terugbetaald.<br />

Het gunstig advies of <strong>de</strong> ontstentenis <strong>van</strong> advies <strong>van</strong>wege <strong>de</strong> gemeenteraad omtrent <strong>de</strong><br />

bijdrage geldt als akkoord met <strong>de</strong> opneming <strong>van</strong> het volgens het geval, nog verschuldig<strong>de</strong> of terug<br />

te betalen bijdragege<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> een rekening welke bij een financiële instelling op naam <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeente is geopend.<br />

Bij ongunstig advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad, beschikt <strong>de</strong> gouverneur en brengt hij zijn<br />

beslissingen ter kennis <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad. Wanneer, binnen veertig dagen na <strong>de</strong> notificatie, <strong>de</strong><br />

gemeenteraad weigert of verzuimt <strong>de</strong>ze laatste beslissing op te volgen, wordt <strong>de</strong> opneming verricht<br />

overeenkomstig artikel 11, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid.<br />

§ 5. Voor elke opneming wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> door <strong>de</strong> gouverneur genomen beslissingen in toepassing<br />

<strong>van</strong> § 2, 3°, twee<strong>de</strong> lid, 4°, en <strong>van</strong> § 3, ter goedkeuring voorgelegd aan <strong>de</strong> minister tot wiens<br />

bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoort. Bij gebrek aan afkeuring binnen <strong>de</strong> veertig dagen na <strong>de</strong><br />

ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong> beslissing door <strong>de</strong> minister, wordt <strong>de</strong> beslissing <strong>van</strong> rechtswege uitvoerbaar.]<br />

[Art. 10bis. W. <strong>van</strong> 28 februari 1999, art. 2 (B.S. 16.03.1999) - Om <strong>de</strong> coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hulpverlening te vergemakkelijken, kan <strong>de</strong> minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken<br />

- 7 -<br />

mei 2007 I.1<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


ehoren, op initiatief <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur of <strong>van</strong> een gemeente en met het akkoord <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken<br />

gemeenten, hulpverleningszones creëren waarin <strong>de</strong> door verschillen<strong>de</strong> openbare brandweerdiensten<br />

bescherm<strong>de</strong> grondgebie<strong>de</strong>n bijeengebracht wor<strong>de</strong>n. Hij bepaalt <strong>de</strong> geografische uitgestrektheid<br />

er<strong>van</strong>.<br />

Wanneer <strong>de</strong> plaatselijke omstandighe<strong>de</strong>n dit vereisen, kan <strong>de</strong> minister <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el zijn dat het<br />

grondgebied beschermd door één enkele openbare brandweerdienst op zich een hulpverleningszone<br />

vormt.<br />

Het beleid inzake <strong>de</strong> coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverlening in <strong>de</strong> zone wordt bepaald in een<br />

overeenkomst die goedgekeurd is door <strong>de</strong> minister.<br />

De Koning bepaalt <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n inzake het creëren en <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hulpverleningszones.]<br />

Art. [10ter.] [K.B. nr. 264 <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1983, art. 1 (inw. 4 februari 1984) (B.S. 25.01.1984) - §<br />

1. In het raam <strong>van</strong> een saneringsplan <strong>van</strong> haar financiën, opgemaakt ter nakoming <strong>van</strong> <strong>de</strong> bepalingen<br />

<strong>van</strong> het koninklijk besluit nr. 110 <strong>van</strong> 13 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1982, waarbij het begrotingsevenwicht wordt<br />

opgelegd aan <strong>de</strong> provincies, aan <strong>de</strong> gemeenten en aan <strong>de</strong> agglomeraties en fe<strong>de</strong>raties <strong>van</strong><br />

gemeenten, kan <strong>de</strong> als gewestelijk groepscentrum aangewezen gemeente met één of meer an<strong>de</strong>re<br />

gemeenten <strong>van</strong> haar groep een intercommunale brandweervereniging vormen, beheerst bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong><br />

<strong>van</strong><br />

1 maart 1922 omtrent <strong>de</strong> vereniging <strong>van</strong> gemeenten tot nut <strong>van</strong> ‘t algemeen 3 .<br />

Aldus gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 28 februari 1999, art. 3 (B.S. 16.03.1999)<br />

§ 2. Indien een intercommunale brandweervereniging wordt opgericht, oefenen <strong>de</strong> organen <strong>van</strong><br />

die vereniging <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n uit welke bij <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> aan <strong>de</strong> gemeenteoverhe<strong>de</strong>n zijn toegekend,<br />

alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> opdrachten die aan <strong>de</strong> groepcentrumgemeente zijn toevertrouwd.<br />

§ 3. Indien een intercommunale brandweervereniging wordt opgericht, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

personeelsle<strong>de</strong>n behorend tot <strong>de</strong> formatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> opgeheven gewestelijke brandweerdienst en die <strong>de</strong><br />

intercommunale vereniging nodig acht voor het vervullen <strong>van</strong> haar toevertrouw<strong>de</strong> opdrachten, naar <strong>de</strong><br />

intercommunale vereniging overgeheveld volgens <strong>de</strong> modaliteiten bepaald in <strong>de</strong> navolgen<strong>de</strong> § 4.<br />

De bevoeg<strong>de</strong> organen <strong>van</strong> <strong>de</strong> intercommunale vereniging stellen <strong>de</strong> personeelsformatie vast<br />

overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen vervat in artikel 13 <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> . De wed<strong>de</strong>n en voor<strong>de</strong>len toegekend<br />

aan het personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> intercommunale vereniging mogen in geen geval hoger zijn dan die welke<br />

door <strong>de</strong> vroegere groepscentrumgemeente aan het gemeentepersoneel wer<strong>de</strong>n verleend.<br />

§ 4. De personeelsle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewestelijke brandweerdienst die naar een intercommunale<br />

brandweervereniging wor<strong>de</strong>n overgeheveld verliezen <strong>de</strong> hoedanigheid <strong>van</strong> gemeenteambtenaar en<br />

verkrijgen ambtshalve <strong>de</strong> hoedanigheid <strong>van</strong> personeelslid <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe vereniging.<br />

Binnen een termijn <strong>van</strong> zes maan<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> intercommunale<br />

brandweervereniging stellen haar bevoeg<strong>de</strong> organen het administratief statuut en <strong>de</strong><br />

bezoldigingsregeling <strong>van</strong> het personeel vast en wijzen <strong>de</strong> in artikel 1 bedoel<strong>de</strong> personeelsle<strong>de</strong>n aan<br />

voor <strong>de</strong> betrekkingen overeenstemmend met die, welke zij bekleed<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> formatie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

opgeheven gewestelijke dienst.<br />

De overgehevel<strong>de</strong> personeelsle<strong>de</strong>n behou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> graad, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> statutaire en gel<strong>de</strong>lijke<br />

anciënniteit welke zij op het ogenblik <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheveling verkregen had<strong>de</strong>n, met toepassing <strong>van</strong> het<br />

administratief statuut, <strong>de</strong> bezoldigingregeling en an<strong>de</strong>re reglementen <strong>van</strong> kracht voor het personeel<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweerdienst in <strong>de</strong> gemeente waar zij <strong>van</strong>daan komen.<br />

Zolang <strong>de</strong> toekenningsvoorwaar<strong>de</strong>n niet zijn gewijzigd, wordt het bedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> aan elk<br />

personeelslid vóór zijn overheveling toegekend bezoldiging behou<strong>de</strong>n alsook het bedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

toelagen en vergoedingen voor zover <strong>de</strong> toekenningsvoorwaar<strong>de</strong>n er<strong>van</strong> niet gewijzigd zijn. Deze<br />

maatregel is <strong>van</strong> toepassing zolang <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gen som hoger blijft dan die welke voortvloeit uit <strong>de</strong><br />

toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe bezoldigingsregeling en <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe regelingen inzake toelagen en<br />

vergoedingen vastgesteld door <strong>de</strong> intercommunale vereniging.<br />

3 De <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 1 maart 1992 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> vereniging <strong>van</strong> gemeenten met het oog op tot nut <strong>van</strong> ‘t algemeen<br />

belang gewijzigd bij artikel 4 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 18 mei 1929, artikel 3 <strong>van</strong> het Koninklijk besluit <strong>van</strong> 14 augustus<br />

1933 en artikel 1 <strong>van</strong> het koninklijk besluit nr. 279 <strong>van</strong> <strong>31</strong> maart <strong>1963</strong>, wordt opgeheven door het artikel 30, 4 <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 22 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1986 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> intercommunales (B.S. 26.06.1987)<br />

- 8 -<br />

mei 2007 I.1<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


In geval <strong>van</strong> vroegere groepscentrumgemeente <strong>de</strong> aan haar personeel toegeken<strong>de</strong> wed<strong>de</strong>n en<br />

an<strong>de</strong>re gel<strong>de</strong>lijke voor<strong>de</strong>len mocht verlagen, in het raam <strong>van</strong> een saneringsplan <strong>van</strong> financiën,<br />

moeten <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> aanpassingen evenwel wor<strong>de</strong>n toegepast op <strong>de</strong> bezoldigingen, toelagen en<br />

vergoedingen bedoeld in voorgaan<strong>de</strong> paragraaf.<br />

Het pensioenstelsel toepasselijk op het overgehevel<strong>de</strong> personeel zal door het bevoeg<strong>de</strong> orgaan<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> intercommunale vereniging wor<strong>de</strong>n bepaald. Nochtans valt het ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> het pensioen<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> diensttijd volbracht bij <strong>de</strong> vroegere groepscentrumgemeente en berekend volgens <strong>de</strong><br />

statutaire regelen welke op het ogenblik <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheveling voor het personeel <strong>van</strong> die gemeente<br />

<strong>van</strong> kracht waren, ten laste <strong>van</strong> diezelf<strong>de</strong> gemeente.<br />

§ 5. Indien een intercommunale brandweervereniging wordt opgericht, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> roeren<strong>de</strong> en<br />

onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren welke voor <strong>de</strong> brandweerdienst bestemd wer<strong>de</strong>n, door <strong>de</strong> vroegere<br />

groepscentrumgemeente ter beschikking gesteld <strong>van</strong> <strong>de</strong> intercommunale vereniging volgens tussen<br />

<strong>de</strong> partijen te bepalen modaliteiten.]<br />

Art. 11. Blijft een gemeente in gebreke te voldoen aan <strong>de</strong> verplichtingen welke voor haar aan <strong>de</strong><br />

toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> verbon<strong>de</strong>n zijn, dan kan <strong>de</strong> provinciegouverneur, <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijke<br />

overhe<strong>de</strong>n gehoord, <strong>van</strong> ambtswege <strong>de</strong> nodige maatregelen vaststellen en een bijzon<strong>de</strong>re<br />

commissaris gelasten zich ter plaatse te begeven ten ein<strong>de</strong> die maatregelen te doen uitvoeren. De<br />

procedure <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> het ter plaatse zen<strong>de</strong>n <strong>van</strong> die bijzon<strong>de</strong>re commissaris is die <strong>van</strong><br />

artikel 88 <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente<strong>wet</strong>.<br />

Eveneens beschikt <strong>de</strong> provinciegouverneur op ie<strong>de</strong>r beroep dat bij hem is ingediend door een<br />

gemeente omtrent <strong>de</strong> toepassing en <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> het reglement <strong>van</strong> optre<strong>de</strong>n als bepaald in<br />

artikel 10; hij stelt <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n maatregelen vast. Betreft het gemeenten die tot verschillen<strong>de</strong><br />

provincies behoren, dan <strong>de</strong>elt <strong>de</strong> gouverneur die beschikt heeft, zijn beslissing me<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

betrokken gouverneurs, die, in geval <strong>van</strong> akkoord, eveneens <strong>de</strong> nodige maatregelen kunnen nemen;<br />

wordt geen akkoord bereikt, dan neemt <strong>de</strong> Minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken<br />

behoren, <strong>de</strong> beslissing op verzoek <strong>van</strong> een <strong>van</strong> die gouverneurs.<br />

[ver<strong>van</strong>gen door <strong>de</strong> W. <strong>van</strong> 15 januari 1999, art. 8 (B.S. 26.01.1999) – De verschuldig<strong>de</strong> som<br />

waar<strong>van</strong> sprake in artikel 10 wordt, op vor<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> provinciegouverneur, overgebracht<br />

<strong>van</strong> een rekening, geopend bij een financiële instelling door <strong>de</strong> gemeente die <strong>de</strong> som verschuldigd is<br />

op een rekening geopend bij een financiële instelling door <strong>de</strong> gemeente-schul<strong>de</strong>isers.]<br />

Art. 12. De Koning kan binnen <strong>de</strong> grenzen <strong>van</strong> <strong>de</strong> begrotings<strong>wet</strong>ten en on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> door Hem te<br />

bepalen voorwaar<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> gemeenten die over een brandweerdienst beschikken bijstaan zowel door<br />

het toekennen <strong>van</strong> subsidies als door overdracht <strong>van</strong> speciaal voor <strong>de</strong> behoeften <strong>van</strong> die diensten<br />

verkregen materieel.<br />

[ingevoegd door <strong>de</strong> W. <strong>van</strong> 28 februari 1999, art. 4 (B.S. 16.03.1999) - Vanaf een door <strong>de</strong> Koning<br />

te bepalen datum en ten laatste op 1 januari 2002 zullen <strong>de</strong> hierboven vermel<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> zijn voor alle gemeenten die over een brandweerdienst beschikken, werkzaam binnen een in<br />

artikel 10bis bedoel<strong>de</strong> hulpverleningszone.]<br />

Art. 13. [Gewone <strong>wet</strong> tot vervollediging <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale staatsstructuur <strong>van</strong> 16 juli 1993, art. 353<br />

(B.S. 20.07.1993) - § 1. De reglementen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweerdiensten<br />

wor<strong>de</strong>n opgemaakt overeenkomstig een door <strong>de</strong> Koning vastgesteld mo<strong>de</strong>lreglement.<br />

§ 2. De reglementen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten en <strong>de</strong> intercommunales wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />

provinciegouverneur ter goedkeuring voorgelegd.<br />

Heeft <strong>de</strong> provinciegouverneur het reglement niet afgekeurd binnen veertig dagen na <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst<br />

er<strong>van</strong> op het provinciaal gouvernement of op het arrondissementscommissariaat, dan wordt het <strong>van</strong><br />

rechtswege uitvoerbaar.<br />

§ 3. De Koning bepaalt <strong>de</strong> geschiktheids- en bekwaamheidsmaatstaven en <strong>de</strong><br />

benoembaarheids- en bevor<strong>de</strong>ringsvereisten voor <strong>de</strong> officieren <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare brandweerdiensten.<br />

§ 4. De beschikkingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke overhe<strong>de</strong>n of <strong>van</strong> <strong>de</strong> intercommunales hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

benoeming of bevor<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> officieren, evenals <strong>de</strong> tuchtmaatregelen welke hen betreffen, zijn<br />

on<strong>de</strong>rworpen aan <strong>de</strong> goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciegouverneur.]<br />

- 9 -<br />

mei 2007 I.1<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 14. § 1. a) In het opschrift <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 16 juni 1937 waarbij <strong>de</strong> Koning ertoe gemachtigd wordt<br />

<strong>de</strong> nodige maatregelen te nemen om 's lands mobilisatie en <strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking, in<br />

geval <strong>van</strong> oorlog, te verzekeren, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n "en <strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking"<br />

geschrapt.<br />

b) In het eerste artikel, eerste lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>wet</strong>, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n "en <strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bevolking" geschrapt.<br />

§ 2. Het koninklijk besluit nr. 3 <strong>van</strong> 20 mei 1939 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> algemene inrichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> passieve<br />

bescherming <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking tegen luchtaanvallen, gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 16 juni 1947, wordt<br />

opgeheven.<br />

§ 3. Artikel 128 <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente<strong>wet</strong> wordt opgeheven.<br />

[Programma<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 27 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 2004, art. 455 (B.S. <strong>31</strong>.12.2004) - HOOFDSTUK IIbis. - DE<br />

AANSPRAKELIJKHEID VAN DE LEDEN VAN DE BRANDWEERDIENSTEN EN VAN DE LEDEN<br />

VAN DE DIENSTEN VAN DE CIVIELE BESCHERMING<br />

Art. 15. Dit hoofdstuk is <strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong> vrijwillige en beroepspersoneelsle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare<br />

brandweerdiensten en <strong>van</strong> <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele bescherming. Zij wor<strong>de</strong>n hierna « personeelslid<br />

» genoemd.<br />

Art. 16. In geval <strong>van</strong> scha<strong>de</strong> veroorzaakt door een personeelslid tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> zijn<br />

functies, aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n of aan <strong>de</strong> openbare rechtspersoon waaron<strong>de</strong>r het personeelslid ressorteert, is <strong>de</strong><br />

veroorzaker <strong>van</strong> <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> aansprakelijk voor :<br />

1° het bedrog en <strong>de</strong> zware schuld;<br />

2° <strong>de</strong> lichte schuld, indien die bij hem eer<strong>de</strong>r gewoonlijk voorkomt.<br />

Art. 17. De openbare rechtspersoon is aansprakelijk voor <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> die zijn personeelsle<strong>de</strong>n aan<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n berokkenen, overeenkomstig artikel 1384 <strong>van</strong> het Burgerlijk Wetboek.<br />

Art. 18. De veroorzaker <strong>van</strong> scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n tegen wie voor <strong>de</strong> burgerlijke rechter of <strong>de</strong><br />

strafrechter een vor<strong>de</strong>ring tot scha<strong>de</strong>loosstelling wordt ingesteld, kan <strong>de</strong> openbare rechtspersoon<br />

waaron<strong>de</strong>r hij ressorteert, gedwongen in het geding laten tussenkomen.<br />

Art. 19. De vor<strong>de</strong>ring scha<strong>de</strong>loosstelling of <strong>de</strong> regresvor<strong>de</strong>ring ingesteld door openbare<br />

rechtspersonen tegen hun personeelsle<strong>de</strong>n is slechts in rechte ont<strong>van</strong>kelijk, indien zij wordt<br />

voorafgegaan door een aanbod tot minnelijke schikking aan <strong>de</strong> verweer<strong>de</strong>r.<br />

De openbare rechtspersoon kan beslissen dat <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> slechts ge<strong>de</strong>eltelijk moet wor<strong>de</strong>n<br />

vergoed.]<br />

[Wet <strong>van</strong> 22 januari 2007, art. 2 (B.S. 21.02.2007) - HOOFDSTUK III. - FEDERAAL<br />

KENNISCENTRUM VOOR DE CIVIELE VEILIGHEID.<br />

Art. 20. Het Fe<strong>de</strong>raal Kenniscentrum voor <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> dat binnen <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>rale<br />

Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt opgericht, is een Staatsdienst met afzon<strong>de</strong>rlijk beheer<br />

zoals bepaald in artikel 140 <strong>van</strong> <strong>de</strong> gecoördineer<strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten op <strong>de</strong> Rijkscomptabiliteit <strong>van</strong> 17 juli 1991.<br />

De uitvoeringsmodaliteiten wor<strong>de</strong>n vastgesteld door <strong>de</strong> Koning.]<br />

- 10 -<br />

mei 2007 I.1<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


WET VAN 7 JUNI 1969 TOT VASTSTELLING VAN DE TIJD GEDURENDE WELKE GEEN<br />

OPSPORING TEN HUIZE OF HUISZOEKING MAG WORDEN VERRICHT (B.S. 28.06.1969)<br />

Art. 1. Geen opsporing of huiszoeking mag in een voor het publiek niet toegankelijke plaats wor<strong>de</strong>n<br />

verricht vóór vijf uur 's morgens en na negen uur 's avonds.<br />

Het in het eerste lid gestel<strong>de</strong> verbod vindt geen toepassing :<br />

1° wanneer een bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong>sbepaling <strong>de</strong> opsporing of <strong>de</strong> huiszoeking 's nachts toelaat;<br />

2° wanneer een magistraat of een officier <strong>van</strong> gerechtelijke politie zich tot vaststelling op<br />

heterdaad <strong>van</strong> een misdaad of wanbedrijf ter plaatse begeeft;<br />

3° [Wet <strong>van</strong> 24 november 1997, art. 6 (inw. 16 februari 1998) (B.S. 06.02.1998) - in geval <strong>van</strong><br />

verzoek of toestemming <strong>van</strong> <strong>de</strong> persoon die het werkelijk genot heeft <strong>van</strong> <strong>de</strong> plaats of <strong>de</strong><br />

persoon bedoeld in artikel 46, 2° <strong>van</strong> het Wetboek <strong>van</strong> Strafvor<strong>de</strong>ring;]<br />

4° in geval <strong>van</strong> oproep <strong>van</strong>uit die plaats;<br />

5° in geval <strong>van</strong> brand of overstroming.<br />

[Art. 1bis. Wet <strong>van</strong> 5 augustus 1992, art. 55 (inw. 1 januari 1993) (B.S. 22.12.1992) – Het verzoek of<br />

<strong>de</strong> toestemming waar<strong>van</strong> sprake in artikel 1,3°, moet schriftelijk en voorafgaand aan <strong>de</strong> opsporing of<br />

huiszoeking wor<strong>de</strong>n gegeven.]<br />

Art. 2. Artikel 76 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Grond<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 22 Frimaire jaar VIII en het <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> 4 augustus 1806<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> tijd geduren<strong>de</strong> welke <strong>de</strong> rijkswacht 's nachts <strong>de</strong> huizen <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgers niet mag<br />

betre<strong>de</strong>n, wor<strong>de</strong>n opgeheven.<br />

- 11 -<br />

november 1997 I.2<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


WET VAN 26 JULI 1971 HOUDENDE ORGANISATIE VAN DE AGGLOMERATIES EN DE<br />

FEDERATIES VAN GEMEENTEN.<br />

(B.S. 24.08.1971)<br />

...<br />

Uittreksel<br />

HOOFDSTUK I. - BEVOEGDHEDEN.<br />

Art. 4.<br />

...<br />

[Wet <strong>van</strong> 21 augustus 1987, art. 2A (B.S. 25.09.1987) - § 2. Aan <strong>de</strong> agglomeratie of aan <strong>de</strong><br />

fe<strong>de</strong>ratie wordt <strong>de</strong> bevoegdheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> aangelegenhe<strong>de</strong>n overgedragen :<br />

...<br />

3. <strong>de</strong> brandweer;<br />

4. <strong>de</strong> dringen<strong>de</strong> geneeskundige hulpverlening.]<br />

...<br />

Krachtens het artikel 5 <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 12 januari 1989 met betrekking tot <strong>de</strong> Brusselse Instellingen<br />

(B.S. 14.01.1989) mag het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse<br />

agglomeratie opdragen aan <strong>de</strong> instellingen <strong>van</strong> openbaar nut die het opricht of aanwijst.<br />

Zie ordonnantie <strong>van</strong> 19 juli 1990 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Dienst voor <strong>de</strong><br />

Brandweer en Dringen<strong>de</strong> Medische Hulp (B.S. 5.10.1990) waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst opgenomen is.<br />

- 12 -<br />

augustus 1987 I.3<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


MINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 5 DECEMBER 1984 BETREFFENDE HET KONINKLIJK<br />

BESLUIT NR. 264 VAN <strong>31</strong> DECEMBER 1983 TOT WIJZIGING VAN DE WET VAN <strong>31</strong> DECEMBER<br />

<strong>1963</strong> OP DE CIVIELE BESCHERMING EN DE WET VAN 11 JANUARI 1984 TOT WIJZIGING VAN<br />

ARTIKEL 10 VAN DEZELFDE WET.<br />

Mijnheer <strong>de</strong> Gouverneur,<br />

In het Belgisch Staatsblad <strong>van</strong> 25 januari 1984 is het koninklijk besluit nr. 264 <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong><br />

1983 tot wijziging <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong> <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele bescherming (erratum,<br />

B.S. 8 februari 1984) bekendgemaakt.<br />

Voorts verscheen in het Belgisch Staatsblad <strong>van</strong> 28 februari 1984 <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 11 januari 1984 tot<br />

wijziging <strong>van</strong> artikel 10 <strong>van</strong> vorenvermel<strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong>.<br />

Hierna volgen enkele aanwijzingen voor een correcte toepassing <strong>van</strong> die nieuwe bepalingen.<br />

I. KONINKLIJK BESLUIT NR. 264 VAN <strong>31</strong> DECEMBER 1983.<br />

Dit genummerd koninklijk besluit is genomen krachtens <strong>de</strong> artikelen 1, 4°, en 2, § 2, <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong><br />

<strong>van</strong> 6 juli 1983 tot toekenning <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re machten aan <strong>de</strong> Koning.<br />

Dit koninklijk besluit strekt er voornamelijk toe <strong>de</strong> als gewestelijk groepscentrum aangedui<strong>de</strong><br />

gemeente, die een plan tot sanering <strong>van</strong> haar financiën heeft opgemaakt, in staat te stellen haar<br />

lasten m.b.t. <strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweerdienst te verlichten, door haar <strong>de</strong> mogelijkheid te geven<br />

dat gemeentelijke beheer door een intercommunaal 1 + 2 beheer te ver<strong>van</strong>gen. Het koninklijk besluit<br />

heeft eveneens tot doel <strong>de</strong> vroegere bescherm<strong>de</strong> gemeenten <strong>de</strong> kans te bie<strong>de</strong>n werkelijk <strong>de</strong>el te<br />

nemen aan het beheer <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweerdiensten.<br />

De voornaamste juridische gevolgen <strong>van</strong> het koninklijk besluit nr. 264 zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> :<br />

1. Wijze <strong>van</strong> beheer.<br />

Voortaan kan <strong>de</strong> wijze <strong>van</strong> beheer <strong>van</strong> een brandweerdienst wor<strong>de</strong>n veran<strong>de</strong>rd d.w.z. :<br />

a. het beheer door een intercommunale vereniging kan in <strong>de</strong> plaats wor<strong>de</strong>n gesteld <strong>van</strong> het<br />

beheer in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> gemeentedienst;<br />

b. aldus kan een <strong>de</strong>elneming aan het beheer <strong>van</strong> die dienst <strong>van</strong> <strong>de</strong> vroeger bescherm<strong>de</strong><br />

gemeenten, die zich vrijwillig aansluiten, gewaarborgd wor<strong>de</strong>n.<br />

2. Bevoegdhe<strong>de</strong>n en taken.<br />

De intercommunale vereniging oefent <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> taken uit die door <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten en <strong>de</strong><br />

reglementen aan <strong>de</strong> gemeente-gewestelijk groepscentrum zijn toevertrouwd.<br />

3. Voorwaar<strong>de</strong>n inzake vereniging.<br />

De voorwaar<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gemeenten zich vrij kunnen verenigen<br />

zijn :<br />

- <strong>de</strong> gemeente die als gewestelijk groepscentrum aangewezen werd, kan zich verstaan met één<br />

of meer<strong>de</strong>re gemeenten;<br />

- <strong>de</strong> gemeenten kunnen zich slechts met an<strong>de</strong>re gemeenten <strong>van</strong> hun groep verenigen.<br />

De gemeenten die zich niet aansluiten bij <strong>de</strong> intercommunale zullen <strong>de</strong>rhalve, in plaats <strong>van</strong> door<br />

<strong>de</strong> afgeschafte gewestelijke brandweerdienst, beschermd wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> nieuwe intercommunale<br />

brandweerdienst en zullen ver<strong>de</strong>r <strong>de</strong> door <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie vastgestel<strong>de</strong> jaarlijkse en<br />

forfaitaire bijdrage betalen.<br />

1 Deze mogelijkheid heeft vaste vorm gekregen door <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> een intercommunale : “intercommunale<br />

brandweer <strong>van</strong> Luik en omgeving” <strong>van</strong> 26 oktober 1992 waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> statuten in het Belgisch Staatsblad wer<strong>de</strong>n<br />

gepubliceerd.<br />

2 Zie voetnoot n°1 bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong>, zelf<strong>de</strong> hoofdstuk.<br />

- 13 -<br />

I.4<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


4. Administratief toezicht.<br />

Op <strong>de</strong> intercommunale vereniging zal een tweevoudig toezicht toepasselijk zijn :<br />

- het gewone toezicht, uitgeoefend door het Gewest in het raam <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 1 maart 1922<br />

en <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 augustus 1980;<br />

- het specifiek toezicht, uitgeoefend door <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie in het raam <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong>.<br />

5. Toestand <strong>van</strong> het personeel.<br />

De beginselen die <strong>de</strong> toestand <strong>van</strong> het personeel beheersen zijn vervat in het genummerd<br />

koninklijk besluit zelf. Voor een toelichting over <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheveling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

personeelsle<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> intercommunale vereniging dient verwezen te wor<strong>de</strong>n naar het verslag aan<br />

<strong>de</strong> Koning.<br />

6. Bestemming <strong>van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren.<br />

De door <strong>de</strong> vroegere groepscentrumgemeente voor <strong>de</strong> brandweerdienst gebruikte onroeren<strong>de</strong><br />

goe<strong>de</strong>ren en roeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n ter beschikking <strong>van</strong> <strong>de</strong> intercommunale vereniging gesteld<br />

volgens <strong>de</strong> tussen <strong>de</strong> partijen in een overeenkomst ad hoc vast te stellen modaliteiten.<br />

7. Oproepstelsel [100].<br />

Het eenvormig oproepstelsel [100] zoals het aan <strong>de</strong> gemeenten is opgedragen bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 juli<br />

1964 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> dringen<strong>de</strong> medische hulpverlening en bij het koninklijk besluit <strong>van</strong> 2 april 1965<br />

hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> modaliteiten tot inrichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> dringen<strong>de</strong> geneeskundige<br />

hulpverlening en hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> aanwijzing <strong>van</strong> gemeenten als centra <strong>van</strong> het eenvormig oproepstelsel,<br />

moet onon<strong>de</strong>rbroken kunnen voortwerken.<br />

In voorkomend geval zal het eenvormig oproepstelsel één <strong>van</strong> <strong>de</strong> wezenlijke elementen zijn <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> tussen <strong>de</strong> betrokken partijen te sluiten overeenkomst.<br />

II. WET VAN 11 JANUARI 1984 TOT WIJZIGING VAN ARTIKEL 10 VAN DE WET VAN <strong>31</strong><br />

DECEMBER <strong>1963</strong> BETREFFENDE DE CIVIELE BESCHERMING.<br />

Krachtens <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> kunnen <strong>de</strong> gemeenten die niet als gewestelijk groepscentrum zijn<br />

aangewezen een nieuwe brandweerdienst oprichten als zij er geen had<strong>de</strong>n of kunnen zij een vroegere<br />

opgeheven dienst opnieuw oprichten.<br />

De <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong> stond immers <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> zogenaam<strong>de</strong> autonome<br />

brandweerdiensten niet meer toe, d.w.z. <strong>van</strong> diensten die slechts het grondgebied <strong>van</strong> één enkele<br />

gemeente beschermen.<br />

Die mogelijkheid beantwoordt aan verschillen<strong>de</strong> bekommernissen :<br />

- <strong>de</strong> wijziging <strong>van</strong> <strong>de</strong> administratieve organisatie als gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> op <strong>de</strong> samenvoeging <strong>van</strong><br />

gemeenten;<br />

- <strong>de</strong> aanmoediging <strong>van</strong> het voluntariaat in <strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweerdiensten;<br />

- <strong>de</strong> wil om <strong>de</strong> verslechtering <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare financiën tegen te gaan;<br />

- <strong>de</strong> uitbreiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> bewoon<strong>de</strong> zones aan <strong>de</strong> rand <strong>van</strong> <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n;<br />

- <strong>de</strong> vestiging <strong>van</strong> nieuwe industriële bedrijven die grote risico’s inhou<strong>de</strong>n.<br />

De gemeenten die tot <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> een autonome brandweerdienst besluiten, zijn<br />

on<strong>de</strong>rworpen aan het koninklijk besluit <strong>van</strong> 8 november 1967 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> o.m. vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

minima inzake personeelsbezetting en materieel voor <strong>de</strong> gemeentelijke en gewestelijke<br />

brandweerdiensten, alsme<strong>de</strong> aan het toezicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie.<br />

Ik verzoek U, Mijnheer <strong>de</strong> Gouverneur, het bovenstaan<strong>de</strong> bij wege <strong>van</strong> het provincieblad ter kennis<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentebesturen in uw provincie te brengen.<br />

- 14 -<br />

I.4<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Voor het Waalse Gewest :<br />

NIEUWE GEMEENTEWET VAN 24 JUNI 1988. (B.S. 03.09.1988)<br />

http://www.uvcw.be/nouvelle-loi-communale/in<strong>de</strong>x.htm<br />

Voor het Vlaamse Gewest :<br />

De portaalsite <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse overheid (www.vlaan<strong>de</strong>ren.be) - Administratie Binnenlandse<br />

Aangelegenhe<strong>de</strong>n<br />

http://www.binnenland.vlaan<strong>de</strong>ren.be/regelgeving/<strong>wet</strong>geving/gemeente<strong>wet</strong>/inhoud_gemeente<strong>wet</strong>.htm<br />

Voor het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest :<br />

Vereniging <strong>van</strong> <strong>de</strong> Stad en <strong>de</strong> Gemeenten <strong>van</strong> het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest vzw.<br />

« Nieuwe Gemeente<strong>wet</strong>, Brusselse uitgave »<br />

http://www.avcb-vsgb.be/nl/serv/s_nlc_fr.htm<br />

- 15 -<br />

I.5<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


BIJZONDERE WET VAN 12 JANUARI 1989 MET BETREKKING TOT DE BRUSSELSE<br />

INSTELLINGEN. (B.S. 14.01.1989) (inw. 1 januari 1989)<br />

Uittreksel<br />

BOEK I. - BEPALINGEN TER UITVOERING VAN ARTIKEL 107quater VAN DE GRONDWET.<br />

…<br />

TITEL II. - DE BEVOEGDHEDEN.<br />

…<br />

Art. 5. Het Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest mag <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse<br />

Agglomeratie opdragen aan <strong>de</strong> instellingen <strong>van</strong> openbaar nut die het opricht of aanwijst.<br />

In dat geval regelt <strong>de</strong> Executieve <strong>de</strong> modaliteiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> overdracht aan die instellingen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

goe<strong>de</strong>ren, rechten en verplichtingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Agglomeratie die verband hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

uitoefening <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n die hun wor<strong>de</strong>n opgedragen.<br />

Na overleg met <strong>de</strong> representatieve vakorganisaties <strong>van</strong> het personeel, wijst <strong>de</strong> Executieve <strong>de</strong><br />

diensten of personeelsle<strong>de</strong>n aan die aan die instellingen wor<strong>de</strong>n overgedragen en stelt <strong>de</strong> datum en<br />

<strong>de</strong> modaliteiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> overdracht vast.<br />

De personeelsle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Agglomeratie wor<strong>de</strong>n overgedragen met hun graad of een<br />

gelijkwaardige graad en in hun hoedanigheid.<br />

Zij behou<strong>de</strong>n ten minste <strong>de</strong> bezoldiging en <strong>de</strong> anciënniteit die zij had<strong>de</strong>n of zou<strong>de</strong>n hebben<br />

verkregen indien zij in hun dienst <strong>van</strong> herkomst het ambt had<strong>de</strong>n blijven uitoefenen dat zij bij hun<br />

overdracht bekleed<strong>de</strong>n.<br />

De rechtstoestand <strong>van</strong> die personeelsle<strong>de</strong>n blijft geregeld door <strong>de</strong> ter zake gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bepalingen<br />

zolang <strong>de</strong> overheid aan wie zij wor<strong>de</strong>n overgedragen, haar bevoegdheid ter zake niet heeft<br />

uitgeoefend.<br />

Het bedrag <strong>van</strong> het pensioen dat zal wor<strong>de</strong>n toegekend aan <strong>de</strong> personeelsle<strong>de</strong>n die ter uitvoering<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bepaling wor<strong>de</strong>n overgedragen, evenals het pensioen <strong>van</strong> hun rechthebben<strong>de</strong>n, mag niet<br />

kleiner zijn dan het pensioenbedrag dat aan <strong>de</strong> betrokkenen zou zijn toegekend overeenkomstig <strong>de</strong><br />

<strong>wet</strong>telijke en reglementaire bepalingen die op hen <strong>van</strong> toepassing waren op het tijdstip <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

overdracht, maar rekening hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> wijzigingen die <strong>de</strong>ze bepalingen later zou<strong>de</strong>n hebben<br />

on<strong>de</strong>rgaan krachtens algemene maatregelen die <strong>van</strong> toepassing zijn op <strong>de</strong> instelling waartoe zij op<br />

het tijdstip <strong>van</strong> <strong>de</strong> overdracht behoor<strong>de</strong>n.<br />

De Koning kan, op voordracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister die bevoegd is voor <strong>de</strong> pensioenen, na<strong>de</strong>re regels<br />

stellen voor <strong>de</strong> tenlasteneming <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijkomen<strong>de</strong> uitgaven die voortvloeien uit <strong>de</strong> waarborgen<br />

bepaald in het zeven<strong>de</strong> lid.<br />

…<br />

BOEK II. - BEPALINGEN TER UITVOERING VAN ARTIKEL 108ter, § 2, VAN DE GRONDWET.<br />

Art. 48. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> artikel 53 <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Raad en <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse agglomeratie respectievelijk uitgeoefend door [het<br />

Parlement] en door <strong>de</strong> Executieve bedoeld bij artikel 1, met naleving <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkingsregels bepaald<br />

in Boek I en met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> artikel 37 <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong>.<br />

Aldus gewijzigd bij Bijzon<strong>de</strong>re Wet <strong>van</strong> 27 maart 2006, art. 5, B) (B.S. 11.04.2006)<br />

…<br />

Art. 53. Bij gebrek aan consensus over <strong>de</strong> taakver<strong>de</strong>ling in <strong>de</strong> schoot <strong>van</strong> <strong>de</strong> Executieve, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

bevoegdhe<strong>de</strong>n bedoeld bij artikel 48 <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong>, overeenkomstig het twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, ver<strong>de</strong>eld<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> voorzitter niet inbegrepen, met het oog op <strong>de</strong> voorbereiding en <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong><br />

haar beslissingen.<br />

De groepen <strong>van</strong> aangelegenhe<strong>de</strong>n zijn :<br />

1° De brandweer en <strong>de</strong> dringen<strong>de</strong> geneeskundige hulpverlening;<br />

2° Het ophalen en verwerken <strong>van</strong> huisvuil;<br />

3° Het bezoldigd vervoer <strong>van</strong> personen en <strong>de</strong> coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteactiviteiten.<br />

…<br />

- 16 -<br />

maart 2006 I.6<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


ORDONNANTIE VAN 19 JULI 1990 HOUDENDE OPRICHTING VAN DE BRUSSELSE<br />

HOOFDSTEDELIJKE DIENST VOOR BRANDWEER EN DRINGENDE MEDISCHE HULP. (B.S.<br />

05.10.1990)<br />

HOOFDSTUK I. - ALGEMENE BEPALINGEN.<br />

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 107quater <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Grond<strong>wet</strong>.<br />

Art. 2. Voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze ordonnantie dient te wor<strong>de</strong>n verstaan on<strong>de</strong>r :<br />

1° <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> : <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 12 januari 1989 met betrekking tot <strong>de</strong> Brusselse instellingen;<br />

2° <strong>de</strong> agglomeratie<strong>wet</strong> : <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 26 juli 1971 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> agglomeraties en<br />

fe<strong>de</strong>raties <strong>van</strong> gemeenten, gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 21 augustus 1987 en <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 12<br />

januari 1989.<br />

HOOFDSTUK II. - OPRICHTING EN OPDRACHTEN VAN DE INSTELLING.<br />

Art. 3. § 1. Er wordt een instelling <strong>van</strong> openbaar nut opgericht on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> benaming “Brusselse<br />

Hoofdste<strong>de</strong>lijke Dienst voor Brandweer en Dringen<strong>de</strong> Medische Hulp”, hierna genoemd<br />

“Brandweerdienst”.<br />

De Brandweerdienst bezit rechtspersoonlijkheid.<br />

§ 2. In artikel 1, A, <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 16 maart 1954 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> controle op sommige instellingen<br />

<strong>van</strong> openbaar nut, wordt in alfabetische volgor<strong>de</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vermelding ingevoegd : “Brusselse<br />

Hoofdste<strong>de</strong>lijke Dienst voor Brandweer en Dringen<strong>de</strong> Medische hulp”.<br />

Art. 4. [O. <strong>van</strong> 12 maart 1998, art. 2 (inw. 28 april 1998) (B.S. 28.04.1998) –<br />

§ 1. De Brandweerdienst wordt bovendien belast met <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Brusselse Agglomeratie inzake brandbestrijding en dringen<strong>de</strong> medische hulp.<br />

§ 2. De Brandweerdienst wordt bovendien belast met taken inzake brandpreventie; die taken<br />

omvatten het geven <strong>van</strong> adviezen alsook het uitoefenen <strong>van</strong> bewaking en controle overeenkomstig <strong>de</strong><br />

terzake gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling.<br />

§ 3. De Brandweerdienst mag eveneens gunstig reageren op elke an<strong>de</strong>r aanvraag om technische<br />

tussenkomst, voor zover die een dringend karakter vertoont.]<br />

[Art. 4bis. O. <strong>van</strong> 12 maart 1998, art. 3 (inw. 28 april 1998 ) (B.S. 28.04.1998)<br />

De Brandweerdienst richt een Opleidingscentrum in dat <strong>de</strong> opleiding, vervolmaking of bijscholing<br />

<strong>van</strong> het operationeel personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare brandweerdiensten tot doel heeft.<br />

Het Opleidingscentrum kan eveneens cursussen organiseren ten behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n, voor zover<br />

zij betrekking hebben op <strong>de</strong> voorkoming en <strong>de</strong> bestrijding <strong>van</strong> brand en paniek.]<br />

HOOFDSTUK III. - BEHEER, CONTROLE EN BEVOEGDHEDEN.<br />

Art. 5. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> verplichtingen opgelegd door artikel 13 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong><br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele bescherming, bepaalt <strong>de</strong> Executieve <strong>de</strong> regelen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Brandweerdienst.<br />

Art. 6. Op administratief en financieel gebied wordt het dagelijks beheer waargenomen door <strong>de</strong><br />

lei<strong>de</strong>nd ambtenaar en <strong>de</strong> adjunct lei<strong>de</strong>nd ambtenaar, die elk tot een verschillen<strong>de</strong> taalrol behoren en<br />

door <strong>de</strong> Executieve wor<strong>de</strong>n [aangeduid], volgens <strong>de</strong> regels die zij bepaalt.<br />

Aldus gewijzigd bij <strong>de</strong> O. <strong>van</strong> 4 maart 1999, art.2 (inw. 01 maart 1999) (B.S. 11.05.1999)<br />

Op technisch en operationeel gebied wordt <strong>de</strong> Brandweerdienst geleid door <strong>de</strong> officier-hoofd <strong>van</strong><br />

dienst [die daarvoor als enige verantwoor<strong>de</strong>lijke instaat].<br />

Aldus gewijzigd bij <strong>de</strong> O. <strong>van</strong> 4 maart 1999, art.3 en 4 (inw. 01 maart 1999) (B.S. 11.05.1999)<br />

- 17 -<br />

maart 1999 I.7<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


De Executieve bepaalt <strong>de</strong> <strong>de</strong>legaties <strong>van</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n die hen wor<strong>de</strong>n verleend. Zij bepaalt in<br />

welke gevallen het niet nodig is dat zij gezamenlijk hun handtekening plaatsen.<br />

Art. 7. De brandweerdienst kan han<strong>de</strong>lsactiviteiten uitoefenen die verenigbaar zijn met <strong>de</strong> opdrachten<br />

die eraan wor<strong>de</strong>n toevertrouwd.<br />

De Executieve kan een boekhoudkundig plan volgens han<strong>de</strong>lsmetho<strong>de</strong>s opleggen.<br />

[De Regering bepaalt <strong>de</strong> tarieven <strong>van</strong> <strong>de</strong> retributies voor <strong>de</strong> prestaties die voortvloeien uit <strong>de</strong><br />

opdrachten bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 4 en 4bis. Zij kan, wanneer daartoe ernstige re<strong>de</strong>nen bestaan of<br />

rekening hou<strong>de</strong>nd met sociale doelein<strong>de</strong>n, vastgestel<strong>de</strong> rechten vermin<strong>de</strong>ren of niet-invor<strong>de</strong>rbaar<br />

verklaren.]<br />

Aldus aangevuld door <strong>de</strong> O. <strong>van</strong> 12 maart 1998, art.4 (inw. 28 april 1998) (B.S. 28.04.1998)<br />

Art. 8. De Executieve bepaalt <strong>de</strong> personeelsformatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brandweerdienst. Zij regelt <strong>de</strong> overgang<br />

<strong>van</strong> het personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Agglomeratie naar <strong>de</strong> Brandweerdienst met inachtneming <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

artikelen 5 en 56 <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong>.<br />

De Executieve bepaalt het administratief en gel<strong>de</strong>lijk statuut <strong>van</strong> het personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Brandweerdienst met inachtneming <strong>van</strong> artikel 55 <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>wet</strong>.<br />

De Executieve benoemt het personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brandweerdienst. Zij kan toelating verlenen<br />

personeel aan te werven on<strong>de</strong>r het stelsel <strong>van</strong> arbeidsovereenkomst volgens <strong>de</strong> bepalingen<br />

vastgesteld bij of krachtens artikel 8 <strong>van</strong> het koninklijk besluit nr. 56 <strong>van</strong> 16 juli 1982 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong><br />

werving in sommige overheidsdiensten, gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 20 februari 1990.<br />

In afwijking <strong>van</strong> artikel 51 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 28 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1973 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> budgettaire<br />

voorstellen 1973-1974, gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 2 juli 1981 en het koninklijk besluit nr. 56 <strong>van</strong> 16 juli<br />

1982 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> werving in sommige overheidsdiensten, kunnen <strong>de</strong> voorziene betrekkingen<br />

wor<strong>de</strong>n toegewezen zon<strong>de</strong>r prioriteit te verlenen aan <strong>de</strong> ambtenaren on<strong>de</strong>rworpen aan het regime<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> mobiliteit.<br />

Art. 9. […]<br />

opgeheven door <strong>de</strong> O. <strong>van</strong> 13 april 1995, art. 5 (inw. 3 juli 1995) (B.S. 23.06.1995)<br />

Art. 10. De Brandweerdienst heeft als mid<strong>de</strong>len :<br />

1. <strong>de</strong> op <strong>de</strong> begroting <strong>van</strong> het Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest en op <strong>de</strong> begroting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Agglomeratie uitgetrokken kredieten;<br />

2. <strong>de</strong> in zijn voor<strong>de</strong>el gedane schenkingen en legaten;<br />

3. <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gsten die verband hou<strong>de</strong>n met zijn activiteit en <strong>de</strong> vergoedingen voor diensten;<br />

4. <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Staat of an<strong>de</strong>re openbare besturen toegeken<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len;<br />

5. <strong>de</strong> subsidies en toevallige inkomsten;<br />

6. <strong>de</strong> leningen aangegaan tot uitvoering <strong>van</strong> een door <strong>de</strong> Executieve goedgekeur<strong>de</strong><br />

investeringsprogramma.<br />

[7. <strong>de</strong> niet aangewen<strong>de</strong> begrotingsboni uit <strong>de</strong> vorige jaren die <strong>de</strong><br />

Brandweerdienst mag overdragen krachtens <strong>de</strong> begrotingsordonnantie.]<br />

Aldus aangevuld door <strong>de</strong> O. <strong>van</strong> 12 maart 1998, art. 5 (inw. 28 april 1998) (B.S. 28.04.1998)<br />

Art. 11. Deze ordonnantie treedt in werking op <strong>de</strong> datum vastgesteld door <strong>de</strong> Executieve en ten<br />

laatste op <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1991.<br />

- 18 -<br />

maart 1999 I.7<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


BESLUIT VAN DE VLAAMSE EXECUTIEVE VAN 24 JULI 1991 TOT HET TOEWIJZEN AAN DE<br />

VICE-GOUVERNEUR VAN BRABANT VAN DE IN HET DECREET VAN 24 JULI 1991 1 ,<br />

HOUDENDE REGELING, VOOR HET VLAAMSE GEWEST, VAN HET ADMINISTRATIEF<br />

TOEZICHT OP DE HANDELINGEN BETREFFENDE TUCHT- EN SOMMIGE ORDEMAATREGELEN<br />

GENOMEN TEN OPZICHTE VAN HET GEMEENTEPERSONEEL BEDOELD IN DE NIEUWE<br />

GEMEENTEWET, AAN DE PROVINCIEGOUVERNEUR OPGEDRAGEN BEVOEGDHEID.<br />

(B.S. 29.08.1991)<br />

Gelet op het <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> 24 juli 1991 1 , hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling, voor het Vlaamse Gewest, <strong>van</strong> het<br />

administratief toezicht op <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> tucht- en or<strong>de</strong>maatregelen genomen ten<br />

opzichte <strong>van</strong> het gemeentepersoneel bedoeld in <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong>, inzon<strong>de</strong>rheid op artikel 5;<br />

Gelet op <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten op <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzon<strong>de</strong>rheid op<br />

artikel 3, § 1, gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 4 juli 1989;<br />

Gelet op <strong>de</strong> dringen<strong>de</strong> noodzakelijkheid;<br />

Overwegen<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> bevoegdheidsafbakening ten spoedigste dient doorgevoerd in het belang <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> normale en efficiënte uitoefening <strong>van</strong> het toevertrouw<strong>de</strong> toezicht;<br />

Op <strong>de</strong> voordracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> Gemeenschapsminister <strong>van</strong> Binnenlandse Aangelegenhe<strong>de</strong>n en<br />

Openbaar Ambt,<br />

Besluit :<br />

Artikel 1. De vice-gouverneur <strong>van</strong> Brabant oefent, ten overstaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<br />

Brabant die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> toepassing vallen <strong>van</strong> het <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> 24 juli 1991, hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling, voor het<br />

Vlaamse Gewest, <strong>van</strong> het administratief toezicht op <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> tucht- en sommige<br />

or<strong>de</strong>maatregelen genomen ten opzichte <strong>van</strong> het gemeentepersoneel bedoeld in <strong>de</strong> nieuwe<br />

gemeente<strong>wet</strong>, <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n uit die door dat <strong>de</strong>creet aan <strong>de</strong> gouverneur wer<strong>de</strong>n opgedragen.<br />

Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 september 1991.<br />

Art. 3. De Gemeenschapsminister bevoegd voor Binnenlandse Aangelegenhe<strong>de</strong>n is belast met <strong>de</strong><br />

uitvoering <strong>van</strong> dit besluit.<br />

1<br />

Het <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> 24 juli 1991, dat <strong>de</strong> basis vormt voor dit besluit, wordt opgeheven door het gemeente<strong>de</strong>creet<br />

<strong>van</strong> 15 juli 2005 art.303, 3° (B.S. <strong>31</strong>.08.2005) (inw. 1 januari 2007, zie BVR <strong>van</strong> 24 november 2006 (B.S.<br />

30.11.2006))<br />

- 19 -<br />

I.8<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


BESLUIT VAN DE WAALSE GEWESTEXECUTIEVE VAN 14 NOVEMBER 1991 TOT REGELING<br />

VAN DE UITVOERINGSMAATREGELEN VAN HET DECREET VAN DE WAALSE GEWESTRAAD<br />

VAN 20 JULI 1989 HOUDENDE ORGANISATIE VAN HET TOEZICHT OP DE GEMEENTEN,<br />

PROVINCIES EN INTERCOMMUNALE VERENIGINGEN VAN HET WAALSE GEWEST. (B.S.<br />

17.01.1992) VERTALING VOLGENS Belgisch Staatsblad.<br />

Gelet op het <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> <strong>de</strong> Waalse Gewestraad <strong>van</strong> 20 juli 1989 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> het<br />

toezicht op <strong>de</strong> gemeenten, provincies en intercommunale verenigingen <strong>van</strong> het Waalse Gewest,<br />

gewijzigd bij het <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> 25 juli 1991;<br />

Gelet op <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten op <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzon<strong>de</strong>rheid op<br />

artikel 3, § 1, gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 25 juli 1989;<br />

Gelet op <strong>de</strong> dringen<strong>de</strong> noodzakelijkheid;<br />

Overwegen<strong>de</strong> dat het gebo<strong>de</strong>n is onverwijld <strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid te<br />

sturen akten te herzien, ten ein<strong>de</strong> voornoemd <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> 20 juli 1989, gewijzigd bij het <strong>de</strong>creet <strong>van</strong><br />

25 juli 1991 toe te passen en onverwijld met <strong>de</strong> nieuwe bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente<strong>wet</strong> inzake<br />

tuchtstraffen rekening te hou<strong>de</strong>n;<br />

Op <strong>de</strong> voordracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Binnenlandse Aangelegenhe<strong>de</strong>n, belast met Lokale<br />

Besturen, Gesubsidieer<strong>de</strong> Werken en Water,<br />

Besluit :<br />

Artikel 1. Dienen te wor<strong>de</strong>n gericht aan <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie binnen vijftien dagen na hun<br />

goedkeuring en met verantwoordingsstukken, <strong>de</strong> akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten met betrekking tot <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen :<br />

1° <strong>de</strong> akten voorgelegd ter goedkeuring krachtens artikel 18 <strong>van</strong> het <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> <strong>de</strong> Waalse<br />

Gewestraad <strong>van</strong> 20 juli 1989 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> het toezicht op <strong>de</strong> gemeenten, provincies<br />

en <strong>de</strong> intercommunale verenigingen <strong>van</strong> het Waalse Gewest;<br />

2° het aan <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad toegeken<strong>de</strong> presentiegeld;<br />

3° <strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> het pensioen <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen;<br />

4° <strong>de</strong> wijze waarop overheidsopdrachten voor <strong>de</strong> aanneming <strong>van</strong> werken, leveringen en diensten<br />

wordt gegund en <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n waaraan het gunnen wordt on<strong>de</strong>rworpen, wanneer <strong>de</strong> globale<br />

waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdracht niet F 5.000.000 voor <strong>de</strong> gemeenten 10.000 inwoners en meer en niet<br />

F 3.000.000 voor <strong>de</strong> gemeenten <strong>van</strong> min<strong>de</strong>r dan 10.000 inwoners overschrijdt, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

beslissingen inzake gunning <strong>van</strong> die opdrachten;<br />

5° <strong>de</strong> rekening <strong>van</strong> ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> beheer <strong>van</strong> <strong>de</strong> lokale ont<strong>van</strong>ger of <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re beambten;<br />

6° <strong>de</strong> beslissing inzake voorlopige kredieten;<br />

7° <strong>de</strong> schenkingen en legaten wanneer zij verbintenissen voor <strong>de</strong> gemeente tot gevolg hebben;<br />

8° <strong>de</strong> aankopen <strong>van</strong> onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren;<br />

9° <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhandse vervreemdingen <strong>van</strong> onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren;<br />

10° alle huurcontracten met betrekking tot onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> duur langer is dan<br />

negen jaar;<br />

11° het stellen <strong>van</strong> zakelijke rechten of borgstellingen op een onroerend goed ten gunste <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeenten of <strong>van</strong> een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>;<br />

12° <strong>de</strong> overeenkomsten met betrekking tot <strong>de</strong> exploitatie <strong>van</strong> gemeentelijke installaties;<br />

13° <strong>de</strong> reglementen met betrekking tot <strong>de</strong> gemeentebelastingen;<br />

14° <strong>de</strong> beslissingen tot oprichting en tot <strong>de</strong>elneming aan een an<strong>de</strong>re publiek- of privaatrechtelijke<br />

vereniging of maatschappij dan een intercommunale vereniging, die <strong>de</strong> gemeentefinanciën<br />

zou<strong>de</strong>n kunnen verbin<strong>de</strong>n;<br />

15° <strong>de</strong> akten hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> wervingsreserves, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> benoemingen en<br />

bevor<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> alle le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het gemeente-personeel;<br />

16° <strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> wed<strong>de</strong>n, vergoedingen, toelagen en pensioenen <strong>van</strong> alle le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het<br />

gemeentepersoneel;<br />

17° <strong>de</strong> beslissingen inzake tuchtmaatregelen, met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> min<strong>de</strong>r belangrijke<br />

strafmaatregelen.<br />

- 20 -<br />

I.9<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 2. Dienen te wor<strong>de</strong>n gericht binnen vijftien dagen na hun goedkeuring en met<br />

verantwoordingsstukken aan <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> het Waalse Gewest tot wiens bevoegdheid <strong>de</strong> lokale<br />

besturen behoren, <strong>de</strong> akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincies met betrekking tot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen :<br />

1° <strong>de</strong> akten voorgelegd ter goedkeuring krachtens artikel 32 <strong>van</strong> het <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> <strong>de</strong> Waalse<br />

Gewestraad <strong>van</strong> 20 juli 1989 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> het toezicht op <strong>de</strong> gemeenten, provincies<br />

en <strong>de</strong> intercommunale verenigingen <strong>van</strong> het Waalse Gewest;<br />

2° <strong>de</strong> reglementen met betrekking tot <strong>de</strong> provinciebelastingen;<br />

3° <strong>de</strong> beslissingen tot oprichting en tot <strong>de</strong>elneming aan een an<strong>de</strong>re publiek- of privaatrechtelijke<br />

vereniging of maatschappij dan een intercommunale vereniging, die <strong>de</strong> provinciefinanciën zou<strong>de</strong>n<br />

kunnen verbin<strong>de</strong>n;<br />

4° <strong>de</strong> aankopen <strong>van</strong> onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren;<br />

5° <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhandse vervreemdingen <strong>van</strong> onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren;<br />

6° alle huurcontracten met betrekking tot onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> duur langer is dan negen<br />

jaar;<br />

7° het stellen <strong>van</strong> zakelijke rechten of borgstellingen op een onroerend goed ten gunste <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

provincie of <strong>van</strong> een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>;<br />

8° <strong>de</strong> beslissingen inzake afzetting <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het provinciepersoneel.<br />

Art. 3. Dienen te wor<strong>de</strong>n gericht binnen vijftien dagen aan <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> het Waalse Gewest tot<br />

wiens bevoegdheid <strong>de</strong> lokale besturen behoren, <strong>de</strong> goedgekeur<strong>de</strong> processen-verbaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> zitting<br />

<strong>van</strong> alle organen <strong>van</strong> <strong>de</strong> intercommunale vereniging, met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> akten met betrekking tot<br />

<strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> overheidsopdrachten voor <strong>de</strong> aanneming <strong>van</strong> werken, leveringen en diensten<br />

wor<strong>de</strong>n gegund en <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n waar<strong>van</strong> het gunnen wordt on<strong>de</strong>rworpen wanneer <strong>de</strong> globale<br />

waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten niet F 5.000.000 voor <strong>de</strong> intercommunale verenigingen met een<br />

ambtsgebied <strong>van</strong> 10.000 inwoners en meer niet F 3.000.000 voor <strong>de</strong> intercommunale verenigingen<br />

met een ambtsgebied <strong>van</strong> min<strong>de</strong>r dan 10.000 inwoners overschrijdt, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> beslissing inzake<br />

gunning <strong>van</strong> die opdrachten.<br />

Art. 4. Het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Waalse Gewestexecutieve <strong>van</strong> 29 november 1989 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisatie<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> uitvoeringsmaatregelen <strong>van</strong> het <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> <strong>de</strong> Waalse Gewestraad <strong>van</strong> 20 juli 1989<br />

hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> het toezicht op <strong>de</strong> gemeenten, provincies en intercommunale verenigingen<br />

<strong>van</strong> het Waalse Gewest, wordt opgeheven.<br />

Art. 5. Dit besluit treedt in werking <strong>de</strong> dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt<br />

bekendgemaakt.<br />

Art. 6. De minister <strong>van</strong> Binnenlandse Aangelegenhe<strong>de</strong>n, belast met Lokale Besturen, Gesubsidieer<strong>de</strong><br />

Werken en Water is belast met <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> dit besluit.<br />

- 21 -<br />

I.9<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


DECREET VAN 28 APRIL 1993 HOUDENDE REGELING, VOOR HET VLAAMSE GEWEST, VAN<br />

HET ADMINISTRATIEF TOEZICHT OP DE GEMEENTEN. (B.S. 03.08.1993)<br />

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN.<br />

Artikel 1. Dit <strong>de</strong>creet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 107quater <strong>van</strong> <strong>de</strong> Grond<strong>wet</strong>.<br />

Art. 2. [Decr. Van 15 juli 2002, art. 2 (B.S. 15.10.2002) - Dit <strong>de</strong>creet is <strong>van</strong> toepassing op alle<br />

gemeenten <strong>van</strong> het Vlaamse Gewest.<br />

Op <strong>de</strong> gemeenten, opgesomd in artikel 7 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten op het gebruik <strong>van</strong> talen in bestuurszaken,<br />

gecoördineerd op 18 juli 1966, en op <strong>de</strong> gemeente Voeren, is dit <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> toepassing,<br />

onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> regelingen, bepaald in artikel 7, § 1, eerste en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8<br />

augustus 1980 tot hervorming <strong>de</strong>r instellingen.<br />

Art. 3. […]<br />

opgeheven door het Decr. <strong>van</strong> 21 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1994, art. 2 (inw. 8 januari 1995) (B.S. 29.12.1994)<br />

Art. 4. De toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid kan, ook ter plaatse, alle nodige inlichtingen en gegevens<br />

inwinnen.<br />

HOOFDSTUK II - PERSONEEL.<br />

Art. 5, 6, 6bis, 6ter, 6quater, 6quinquies, 6sexies, 6septies, 6octies […]<br />

Opgeheven door Besl. Vl. Regering <strong>van</strong> 2 juni 2006, art.1, 1° tot 9° (inw. 1 januari 2006) (B.S. 16.06.2006)<br />

HOOFDSTUK III - FINANCIEN.<br />

Af<strong>de</strong>ling 1. - Begroting en begrotingswijzigingen.<br />

Art. 7. De besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> begroting en <strong>de</strong> erin aangebrachte<br />

wijzigingen wor<strong>de</strong>n binnen een termijn <strong>van</strong> twintig dagen ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag volgend op het treffen<br />

er<strong>van</strong> naar <strong>de</strong> [Regering] en naar <strong>de</strong> [provinciegouverneur] <strong>de</strong>putatie verstuurd.<br />

Aldus gewijzigd bij het Decr. <strong>van</strong> 13 april 1999, art. 2 (inw. 1 september 1999) (B.S. 30.06.1999)<br />

Bij <strong>de</strong> begroting wordt het meerjarig financieel beleidsplan gevoegd op basis waar<strong>van</strong> het<br />

begrotingsevenwicht kan wor<strong>de</strong>n gehandhaafd, alsme<strong>de</strong> alle an<strong>de</strong>re bijdragen die vereist zijn voor <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>finitieve vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> begroting.<br />

[aangevuld met het Decr. <strong>van</strong> 27 mei 1997, art. 2 (inw. 29 juin 1997) (B.S. 19.06.1997) - Wat <strong>de</strong><br />

gegevens betreft die haar moeten wor<strong>de</strong>n toegestuurd, bepaalt <strong>de</strong> Vlaamse regering <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

informatiedrager en <strong>de</strong> vorm waarin die gegevens zijn vastgelegd.]<br />

Art. 8. [ver<strong>van</strong>gen door het Decr. <strong>van</strong> 13 april 1999, art. 3 (inw. 1 september 1999) (B.S. 30.06.1999) -<br />

§ 1. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bevoegdheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid om, bij gemotiveerd besluit en<br />

binnen een termijn <strong>van</strong> 50 dagen, ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het inkomen <strong>van</strong> <strong>de</strong> begroting [bij <strong>de</strong><br />

gouverneur], <strong>de</strong> begroting of <strong>de</strong> erin aangebrachte wijzigingen te schorsen of rechtstreeks te<br />

vernietigen wegens schending <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> of strijdigheid met het algemeen belang, is <strong>de</strong> gouverneur<br />

er toe gehou<strong>de</strong>n om, binnen diezelf<strong>de</strong> termijn, <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> begroting of <strong>van</strong> <strong>de</strong> erin<br />

aangebrachte wijzigingen te schorsen in <strong>de</strong> hiernavolgen<strong>de</strong> gevallen :<br />

Aldus gewijzigd bij het Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 5 (B.S. 15.10.2002)<br />

1° als <strong>de</strong> gemeenteraad een begroting of een wijziging in <strong>de</strong> begroting voorlegt met een <strong>de</strong>ficitair<br />

saldo op <strong>de</strong> gewone of <strong>de</strong> buitengewone dienst of met een fictief evenwicht of met een fictief batig<br />

saldo of als uit het meerjarig financieel beleidsplan blijkt dat het evenwicht niet behou<strong>de</strong>n kan<br />

blijven;<br />

- 22 -<br />

november 2006 I.10<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


2° als <strong>de</strong> gemeenteraad ont<strong>van</strong>gsten of verplichte uitgaven, die krachtens <strong>de</strong> <strong>wet</strong> geduren<strong>de</strong> het jaar<br />

waarop <strong>de</strong> begroting betrekking heeft ten gunste of ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente komen, geheel of<br />

ge<strong>de</strong>eltelijk niet in <strong>de</strong> begroting voorziet;<br />

3° als <strong>de</strong> gemeenteraad ont<strong>van</strong>gsten op <strong>de</strong> begroting brengt die geduren<strong>de</strong> het jaar waarop <strong>de</strong><br />

begroting betrekking heeft geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk niet aan <strong>de</strong> gemeente toekomen;<br />

4° als <strong>de</strong> gemeenteraad uitgaven of ont<strong>van</strong>gsten in <strong>de</strong> begroting voorziet die strijdig zijn met <strong>de</strong> <strong>wet</strong>.<br />

Voorzover <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen die aanleiding geven tot <strong>de</strong> schorsing het evenwicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> begroting niet in<br />

gevaar brengen, kan <strong>de</strong> gouverneur <strong>de</strong> schorsing beperken tot een of meer artikelen of on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> begroting.<br />

§ 2. De gouverneur verstuurt zijn schorsingsbesluit naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid uiterlijk <strong>de</strong><br />

laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> in § 1, eerste lid, genoem<strong>de</strong> termijn. Hij verstuurt <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> dag een afschrift <strong>van</strong><br />

zijn besluit naar <strong>de</strong> Vlaamse regering.<br />

Als binnen die termijn geen beslissing naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid is verstuurd, is <strong>de</strong> door <strong>de</strong><br />

gemeenteraad vastgestel<strong>de</strong> begroting of begrotingswijziging <strong>de</strong>finitief.]<br />

Art. 9. [ver<strong>van</strong>gen door het Decr. <strong>van</strong> 13 april 1999, art. 4 (inw. 1 september 1999) (B.S. 30.06.1999) -<br />

De gemeenteraad spreekt zich over het schorsingsbesluit uit en stelt <strong>de</strong> begroting of<br />

begrotingswijziging opnieuw vast. Hij stuurt zijn gemotiveerd besluit naar <strong>de</strong> Vlaamse Regering. Een<br />

afschrift <strong>van</strong> dit besluit wordt <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> dag naar <strong>de</strong> provinciegouverneur gezon<strong>de</strong>n.]<br />

Art. 10. [ver<strong>van</strong>gen door het Decr. <strong>van</strong> 13 april 1999, art. 5 (inw. 1 september 1999) (B.S. 30.06.1999)<br />

- De Vlaamse regering spreekt zich bij gemotiveerd besluit uit over <strong>de</strong> begroting of begrotingswijziging<br />

die <strong>de</strong> gemeenteraad opnieuw heeft vastgesteld. Onvermin<strong>de</strong>rd haar bevoegdheid tot vernietiging<br />

wegens schending <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> of strijdigheid met het algemeen belang, stelt <strong>de</strong> Vlaamse regering <strong>de</strong><br />

begroting of <strong>de</strong> erin aangebrachte wijzigingen <strong>de</strong>finitief vast in <strong>de</strong> hiernavolgen<strong>de</strong> gevallen :<br />

1° als <strong>de</strong> begroting een <strong>de</strong>ficitair saldo vertoont op <strong>de</strong> gewone of op <strong>de</strong> buitengewone dienst, of een<br />

fictief evenwicht of een fictief batig saldo, neemt <strong>de</strong> Vlaamse regering alle vereiste maatregelen om<br />

het evenwicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> begroting te herstellen;<br />

2° als ont<strong>van</strong>gsten of verplichte uitgaven die krachtens <strong>de</strong> <strong>wet</strong> geduren<strong>de</strong> het jaar waarop <strong>de</strong><br />

begroting betrekking heeft ten gunste of ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente komen, geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk<br />

niet in <strong>de</strong> begroting zijn voorzien, schrijft <strong>de</strong> Vlaamse regering ze ambtshalve in;<br />

3° als bepaal<strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gsten die <strong>de</strong> gemeenteraad op <strong>de</strong> begroting heeft gebracht, geheel of<br />

ge<strong>de</strong>eltelijk niet aan <strong>de</strong> gemeente toekomen of als bepaal<strong>de</strong> kredieten strijdig zijn met <strong>de</strong> <strong>wet</strong>, dan<br />

schrapt <strong>de</strong> Vlaamse regering die of schrijft die op het juiste bedrag in.<br />

De Vlaamse regering treft haar besluit binnen een termijn <strong>van</strong> vijftig dagen, ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het<br />

inkomen <strong>van</strong> het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad en verstuurt haar besluit naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid<br />

uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> die termijn. Ze stuurt <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> dag een afschrift <strong>van</strong> haar besluit ter<br />

kennisgeving aan <strong>de</strong> gouverneur.<br />

Als binnen <strong>de</strong> in het vorig lid bepaal<strong>de</strong> termijn geen beslissing naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid is<br />

verstuurd, is <strong>de</strong> door <strong>de</strong> gemeenteraad opnieuw vastgestel<strong>de</strong> begroting <strong>de</strong>finitief.]<br />

Art. 11. en 12. […]<br />

opgeheven door het Decr. <strong>van</strong> 13 april 1999, art. 6 (inw. 1 september 1999) (B.S. 30.06.1999)<br />

Art. 13. […]<br />

opgeheven door het Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2005, art. 303, 4° (inw. 1 januari 2007) (B.S. <strong>31</strong>.08.2005) en bij Besl. Vl.<br />

Regering <strong>van</strong> 24 november 2006, art. 1, 39° b) (B.S. 30.11.2006)<br />

Af<strong>de</strong>ling 2. – [Bijzon<strong>de</strong>re bepalingen met betrekking tot sommige gemeenten.]<br />

Aldus gewijzigd bij het Decr. <strong>van</strong> 22 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1995, art. 49, 1° (inw. 1 januari 1996) (B.S. 30.12.1995)<br />

Art. 14. [ver<strong>van</strong>gen door het Decr. <strong>van</strong> 13 april 1999, art. 7 (inw. 1 september 1999) (B.S. 30.06.1999)<br />

- § 1. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> artikel 7 en in afwijking <strong>van</strong> artikelen 8 tot en met 10 wor<strong>de</strong>n,<br />

voor <strong>de</strong> gemeenten die met het oog op <strong>de</strong> sanering <strong>van</strong> hun financiën leningen sluiten waaraan <strong>de</strong><br />

gewestwaarborg wordt verleend, <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> begroting en <strong>de</strong><br />

wijzigingen die <strong>de</strong>ze gemeenten in hun begroting aanbrengen, on<strong>de</strong>rworpen aan het advies <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gouverneur en <strong>de</strong> goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse regering.<br />

- 23 -<br />

november 2006 I.10<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Bij ontstentenis <strong>van</strong> het versturen <strong>van</strong> zijn advies naar <strong>de</strong> regering binnen een termijn <strong>van</strong> <strong>de</strong>rtig<br />

dagen, ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het inkomen [bij <strong>de</strong> gouverneur] <strong>van</strong> <strong>de</strong> begroting of <strong>de</strong><br />

begrotingswijzigingen, wordt <strong>de</strong> gouverneur geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.<br />

Aldus gewijzigd bij het Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 6 (B.S. 15.10.2002)<br />

Onvermin<strong>de</strong>rd haar bevoegdheid tot niet goedkeuring wegens schending <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> of strijdigheid<br />

met het algemeen belang, stelt <strong>de</strong> Vlaamse regering <strong>de</strong> begroting of <strong>de</strong> erin aangebrachte wijzigingen<br />

<strong>de</strong>finitief vast in <strong>de</strong> hiernavolgen<strong>de</strong> gevallen :<br />

1° als <strong>de</strong> begroting een <strong>de</strong>ficitair saldo vertoont op <strong>de</strong> gewone of op <strong>de</strong> buitengewone dienst, of een<br />

fictief evenwicht of een fictief batig saldo, neemt <strong>de</strong> Vlaamse regering alle vereiste maatregelen om<br />

het evenwicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> begroting te herstellen;<br />

2° als ont<strong>van</strong>gsten of verplichte uitgaven die krachtens <strong>de</strong> <strong>wet</strong> geduren<strong>de</strong> het jaar waarop <strong>de</strong><br />

begroting betrekking heeft ten gunste of ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente komen, geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk<br />

niet in <strong>de</strong> begroting zijn voorzien, schrijft <strong>de</strong> Vlaamse regering ze ambtshalve in;<br />

3° als bepaal<strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gsten die <strong>de</strong> gemeenteraad op <strong>de</strong> begroting heeft gebracht, geheel of<br />

ge<strong>de</strong>eltelijk niet aan <strong>de</strong> gemeente toekomen, of als bepaal<strong>de</strong> kredieten strijdig zijn met <strong>de</strong> <strong>wet</strong>, dan<br />

schrapt <strong>de</strong> Vlaamse regering die of schrijft die op het juiste bedrag in.<br />

De Vlaamse regering spreekt zich bij gemotiveerd besluit uit over <strong>de</strong> begroting of <strong>de</strong> erin<br />

aangebrachte wijzigingen binnen een termijn <strong>van</strong> vijftig dagen, ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het inkomen <strong>van</strong><br />

het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad.<br />

Ze verstuurt haar besluit naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> die termijn. Ze<br />

stuurt <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> dag een afschrift <strong>van</strong> haar besluit ter kennisgeving aan <strong>de</strong> gouverneur.<br />

Als binnen <strong>de</strong> in het vorig lid bepaal<strong>de</strong> termijn geen beslissing naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid is<br />

verstuurd, wordt <strong>de</strong> Vlaamse regering geacht haar goedkeuring aan <strong>de</strong> begroting of <strong>de</strong><br />

begrotingswijziging te hebben verleend.<br />

Het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse regering wordt aan <strong>de</strong> gemeenteraad meege<strong>de</strong>eld tij<strong>de</strong>ns zijn<br />

eerstvolgen<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring.]<br />

§ 2. De uitvoering <strong>van</strong> het financieel beleidsplan en <strong>van</strong> <strong>de</strong> begroting <strong>van</strong> die gemeenten wordt<br />

doorlopend gecontroleerd door <strong>de</strong> daartoe door <strong>de</strong> [Regering] aangewezen diensten.<br />

Die diensten stellen jaarlijks een verslag op over <strong>de</strong> stand en <strong>de</strong> vooruitzichten ter zake.<br />

Dit verslag wordt samen met <strong>de</strong> opmerkingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse minister bevoegd voor <strong>de</strong><br />

Binnenlandse Aangelegenhe<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> [Regering] meege<strong>de</strong>eld.<br />

Af<strong>de</strong>ling 3. - De rekeningen.<br />

Art. 15. De besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> rekeningen wor<strong>de</strong>n binnen een termijn <strong>van</strong><br />

twintig dagen ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag volgen<strong>de</strong> op het vaststellen er<strong>van</strong> naar <strong>de</strong> [Regering] en naar <strong>de</strong><br />

provinciegouverneur verstuurd.<br />

[aangevuld met het Decr. <strong>van</strong> 27 mei 1997, art. 3 (inw. 29 juni 1997) (B.S. 19.06.1997) - Wat <strong>de</strong><br />

gegevens betreft die haar moeten wor<strong>de</strong>n toegestuurd, bepaalt <strong>de</strong> Vlaamse regering <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

informatiedrager en <strong>de</strong> vorm waarin die gegevens zijn vastgelegd.]<br />

Art. 16. De besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> rekeningen zijn on<strong>de</strong>rworpen aan <strong>de</strong><br />

goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciegouverneur, die zich over <strong>de</strong> goedkeuring er<strong>van</strong> uitspreekt en <strong>de</strong><br />

bedragen er<strong>van</strong> vaststelt binnen een termijn <strong>van</strong> driehon<strong>de</strong>rd dagen ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het inkomen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> rekening [bij <strong>de</strong> gouverneur]. Hij verstuurt zijn besluiten uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn<br />

naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid, naar <strong>de</strong> gemeenteont<strong>van</strong>ger en naar <strong>de</strong> [Regering].<br />

Aldus gewijzigd bij het Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 7 (B.S. 15.10.2002)<br />

Indien binnen <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong> termijn geen besluit naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid is verstuurd, wordt <strong>de</strong><br />

provinciegouverneur geacht zijn goedkeuring te hebben verleend.<br />

Het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciegouverneur wordt aan <strong>de</strong> gemeenteraad me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld tij<strong>de</strong>ns zijn<br />

eerstvolgen<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring.<br />

Art. 17. Tegen het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciegouverneur <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> rekening kunnen <strong>de</strong><br />

gemeenteraad en <strong>de</strong> gemeenteont<strong>van</strong>ger bij <strong>de</strong> [Regering] beroep instellen binnen een termijn <strong>van</strong><br />

- 24 -<br />

november 2006 I.10<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


<strong>de</strong>rtig dagen ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het versturen <strong>van</strong> het besluit naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid.<br />

Afschrift <strong>van</strong> het beroep wordt <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> dag naar <strong>de</strong> provinciegouverneur en <strong>de</strong><br />

gemeenteont<strong>van</strong>ger respectievelijk <strong>de</strong> gemeenteoverheid, verstuurd.<br />

Art. 18. In geval <strong>van</strong> beroep wordt <strong>de</strong> rekening door <strong>de</strong> [Regering] vastgesteld binnen een termijn <strong>van</strong><br />

vijftig dagen ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het inkomen er<strong>van</strong>. Bij beroep zowel <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad als <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gemeenteont<strong>van</strong>ger, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> beroepen samengevoegd. De [Regering] stelt dan <strong>de</strong><br />

rekening vast binnen een termijn <strong>van</strong> vijftig dagen, ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het inkomen <strong>van</strong> het beroep<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad.<br />

De [Regering] verstuurt haar besluit inzake een ingesteld beroep uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> in<br />

het vorige lid bedoel<strong>de</strong> termijn naar <strong>de</strong> provinciegouverneur, <strong>de</strong> gemeenteoverheid en <strong>de</strong><br />

gemeenteont<strong>van</strong>ger.<br />

Indien binnen <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong> termijn geen besluit naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid is verstuurd, is het<br />

beroep <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad ingewilligd; in geval <strong>van</strong> beroep <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteont<strong>van</strong>ger alleen, is<br />

het beroep verworpen.<br />

Art. 19. De artikelen 16 tot 18 zijn eveneens <strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong> eindrekening <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeenteont<strong>van</strong>ger.<br />

Af<strong>de</strong>ling 4. - Toezicht inzake <strong>de</strong> boekhouding en gemeentekas.<br />

Art. 20. § 1. Bij weigering of vertraging in <strong>de</strong> betaalbaarstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitgaven die <strong>de</strong> <strong>wet</strong> aan <strong>de</strong><br />

gemeenten oplegt hoort <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen en<br />

beveelt, indien nodig, <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke betaling <strong>van</strong> bedoel<strong>de</strong> uitgaven.<br />

Tegen het besluit waarbij <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie krachtens het vorige lid ambtshalve een<br />

bevelschrift uitvaardigt, kan het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen bij <strong>de</strong> [Regering] beroep<br />

instellen binnen een termijn <strong>van</strong> <strong>de</strong>rtig dagen ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het versturen <strong>van</strong> het besluit.<br />

De [Regering] spreekt zich over het beroep uit binnen een termijn <strong>van</strong> vijftig dagen, ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

dag na het bekomen er<strong>van</strong>, en verstuurt haar besluit uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> die termijn naar <strong>de</strong><br />

bestendige <strong>de</strong>putatie en naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid. Indien binnen <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong> termijn geen besluit<br />

naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid is verstuurd, is het beroep <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> burgemeester en<br />

schepenen ingewilligd.<br />

§ 2. Tegen het besluit waarbij <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie, bij weigering tot betaling door <strong>de</strong><br />

ont<strong>van</strong>ger, een regelmatig bevelschrift uitvoerbaar verklaart, kan <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>ger bij <strong>de</strong> [Regering]<br />

beroep instellen binnen een termijn <strong>van</strong> <strong>de</strong>rtig dagen na ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> het besluit.<br />

De [Regering] spreekt zich over het beroep uit binnen een termijn <strong>van</strong> vijftig dagen, ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

dag na het inkomen er<strong>van</strong>, en verstuurt haar besluit uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> die termijn naar <strong>de</strong><br />

bestendige <strong>de</strong>putatie, naar <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>ger en naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid. Indien binnen <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong><br />

termijn geen besluit naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid is verstuurd, is het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie<br />

uitvoerbaar.<br />

De <strong>de</strong>finitieve beslissing tot betaling geldt als een regelmatig en door <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>ger ambtshalve uit<br />

te voeren bevelschrift.<br />

Art. 21. De [Regering] en <strong>de</strong> provinciegouverneur on<strong>de</strong>rzoeken <strong>de</strong> boekhouding en <strong>de</strong> gemeentekas<br />

telkens zij dat nodig achten. Van elk on<strong>de</strong>rzoek wordt een proces-verbaal opgemaakt dat aan <strong>de</strong><br />

gemeenteraad wordt voorgelegd.<br />

Af<strong>de</strong>ling 5. - Schuldherschikking.<br />

Art. 22. […]<br />

opgeheven door het Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 8 (B.S. 15.10.2002)<br />

[ingevoegd bij het Decr. <strong>van</strong> 13 april 1999 (1), art. 2 (B.S. 30.06.1999) - HOOFDSTUK IIIbis. -<br />

BINNENGEMEENTELIJKE TERRITORIALE ORGANEN<br />

Art. 22bis. Het gemeenteraadsbesluit <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> districtsbesturen wordt binnen<br />

een termijn <strong>van</strong> twintig dagen, ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag volgend op het treffen er<strong>van</strong>, ter goedkeuring aan <strong>de</strong><br />

Vlaamse regering verstuurd.<br />

- 25 -<br />

november 2006 I.10<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


De Vlaamse regering spreekt zich over <strong>de</strong> goedkeuring uit binnen een termijn <strong>van</strong> vijftig dagen<br />

ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het inkomen <strong>van</strong> het gemeenteraadsbesluit bij <strong>de</strong> Vlaamse regering. Deze<br />

beslissing wordt uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn naar <strong>de</strong> gemeenteraad verstuurd.<br />

Indien binnen <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong> termijn geen beslissing naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid is verstuurd, wordt<br />

<strong>de</strong> Vlaamse regering geacht haar goedkeuring te hebben verleend.<br />

Art. 22ter. § 1. Het toezicht op <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> districtsra<strong>de</strong>n <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> begroting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

districten en <strong>de</strong> erin aangebrachte wijzigingen wordt geregeld op <strong>de</strong> wijze die bepaald is in <strong>de</strong><br />

artikelen 7, eerste lid, 8, 9 en 10.<br />

Het toezicht op <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> districtsra<strong>de</strong>n <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> rekening <strong>van</strong> het district wordt<br />

geregeld op <strong>de</strong> wijze die is bepaald in <strong>de</strong> artikelen 15 tot en met 18.<br />

§ 2. De bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> artikelen 28, 30, <strong>31</strong> en 32 zijn <strong>van</strong> overeenkomstige toepassing op<br />

<strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> districtsbesturen, met dien verstan<strong>de</strong> dat in <strong>de</strong>ze bepalingen :<br />

1° <strong>de</strong> gemeenteraad moet gelezen wor<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> districtsraad;<br />

2° het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen moet gelezen wor<strong>de</strong>n als het bureau <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

districtsraad;<br />

3° een gemeenteoverheid moet gelezen wor<strong>de</strong>n als een districtsoverheid, hier on<strong>de</strong>r verstaan, al<br />

naargelang het geval, <strong>de</strong> districtsraad, het bureau <strong>van</strong> <strong>de</strong> districtsraad of <strong>de</strong> voorzitter <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

districtsraad.<br />

§ 3. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> § 2 moet een voor eenslui<strong>de</strong>nd verklaard afschrift <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> districtsraad en <strong>van</strong> het bureau <strong>van</strong> <strong>de</strong> districtsraad <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> uitgaven die door<br />

dwingen<strong>de</strong> en onvoorziene omstandighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n vereist binnen een termijn <strong>van</strong> twintig dagen,<br />

ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag volgend op het treffen er<strong>van</strong>, naar <strong>de</strong> provinciegouverneur wor<strong>de</strong>n gestuurd.<br />

Deze besluiten zijn niet langer vatbaar voor schorsing of vernietiging door <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n bedoeld in<br />

artikel 30 na het verstrijken <strong>van</strong> een termijn <strong>van</strong> vijftig dagen, waarbinnen <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

overheid haar besluit naar <strong>de</strong> betrokken districtsoverheid moet versturen, ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het<br />

inkomen <strong>van</strong> het het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> districtsoverheid [bij <strong>de</strong> gouverneur].]<br />

Aldus gewijzigd bij het Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 9 (B.S. 15.10.2002)<br />

HOOFDSTUK IV – [GEMEENTEBEDRIJVEN EN AUTONOME GEMEENTEBEDRIJVEN.]<br />

Aldus gewijzigd bij het Decr. <strong>van</strong> 17 maart 1998, art. 2 (inw. 20 april 1998) (B.S. 10.04.1998)<br />

[Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 10 (B.S. 15.10.2002) - Af<strong>de</strong>ling 1. - De organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeentebedrijven en <strong>de</strong> autonome gemeentebedrijven]<br />

Art. 23. [Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 11, 1° (B.S. 15.10.2002) - Van <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad<br />

waarbij gemeentelijke inrichtingen en diensten wor<strong>de</strong>n georganiseerd als gemeentebedrijf wordt een<br />

voor eenslui<strong>de</strong>nd verklaard afschrift naar <strong>de</strong> provinciegouverneur gestuurd, overeenkomstig <strong>de</strong><br />

bepalingen <strong>van</strong> artikel 29. De bepalingen <strong>van</strong> artikel 30 en 33 zijn op die besluiten <strong>van</strong> toepassing.]<br />

[…]<br />

twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid opgeheven door het Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 11, 2° (B.S. 15.10.2002)<br />

De inbedrijfstelling gaat ten vroegste in op <strong>de</strong> eerste januari <strong>van</strong> het jaar dat volgt op dat <strong>van</strong> het<br />

besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> [Regering].<br />

Art. 24. Het toezicht op <strong>de</strong> begroting en op <strong>de</strong> door <strong>de</strong> gemeenteraad aangebrachte<br />

begrotingswijzigingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentebedrijven wordt geregeld op <strong>de</strong> wijze die bepaald is in <strong>de</strong><br />

artikelen 8 tot 12 en 14.<br />

Art. 25. Van <strong>de</strong> door <strong>de</strong> gemeenteraad voorlopig goedgekeur<strong>de</strong> jaarrekening en staat <strong>van</strong><br />

ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven <strong>van</strong> ie<strong>de</strong>r gemeentebedrijf, wordt een exemplaar gehecht aan <strong>de</strong><br />

gemeenterekening.<br />

Art. 26. De besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> jaarrekeningen en <strong>de</strong> staten <strong>van</strong><br />

ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven wor<strong>de</strong>n binnen een termijn <strong>van</strong> twintig dagen ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag volgend op<br />

het treffen er<strong>van</strong> naar <strong>de</strong> [Regering] en naar <strong>de</strong> provinciegouverneur verstuurd, samen met het<br />

jaarverslag en alle bijhoren<strong>de</strong> documenten.<br />

- 26 -<br />

november 2006 I.10<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


De provinciegouverneur spreekt zich uit over <strong>de</strong> goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaarrekeningen en <strong>de</strong> staten<br />

<strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven binnen een termijn <strong>van</strong> driehon<strong>de</strong>rd dagen ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het<br />

inkomen er<strong>van</strong> en verstuurt zijn besluit uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn naar <strong>de</strong> [Regering], <strong>de</strong><br />

gemeenteoverheid en <strong>de</strong> bedrijfsont<strong>van</strong>ger.<br />

Indien binnen <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong> termijn geen besluit naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid wordt verstuurd, wordt<br />

<strong>de</strong> provinciegouverneur geacht <strong>de</strong> jaarrekening en <strong>de</strong> staat <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven te hebben<br />

goedgekeurd.<br />

Art. 27. § 1. Bij niet-goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaarrekening of <strong>van</strong> <strong>de</strong> staat <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven<br />

door <strong>de</strong> provinciegouverneur kan <strong>de</strong> gemeenteraad, binnen een termijn <strong>van</strong> <strong>de</strong>rtig dagen ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

dag na het versturen <strong>van</strong> het besluit naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid, <strong>de</strong> jaarrekening of <strong>de</strong> staat <strong>van</strong><br />

ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven omwerken en ze opnieuw ter goedkeuring aan <strong>de</strong> provinciegouverneur<br />

voorleggen, ofwel beroep instellen bij <strong>de</strong> [Regering].<br />

Afschrift <strong>van</strong> het beroep wordt <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> dag verstuurd naar <strong>de</strong> provinciegouverneur.<br />

De provinciegouverneur beschikt over een termijn <strong>van</strong> vijftig dagen ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het<br />

inkomen <strong>van</strong> <strong>de</strong> omgewerkte jaarrekening of staat <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven, om ze al dan niet<br />

goed te keuren en verstuurt zijn besluit uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn naar <strong>de</strong><br />

gemeenteoverheid. Indien binnen <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong> termijn geen besluit naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid is<br />

verstuurd, wordt <strong>de</strong> provinciegouverneur geacht zijn goedkeuring aan <strong>de</strong> omgewerkte jaarrekening of<br />

staat <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven te hebben verleend.<br />

§ 2. In geval <strong>van</strong> beroep spreekt <strong>de</strong> [Regering] zich hierover uit binnen een termijn <strong>van</strong> vijftig<br />

dagen ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het inkomen er<strong>van</strong> en verstuurt haar besluit uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze termijn naar <strong>de</strong> provinciegouverneur en naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid. Indien binnen <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong><br />

termijn geen besluit naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid is verstuurd, wordt <strong>de</strong> [Regering] geacht haar<br />

goedkeuring aan <strong>de</strong> oorspronkelijk ingedien<strong>de</strong> jaarrekening of staat <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven te<br />

hebben verleend.<br />

§ 3. Indien <strong>de</strong> [Regering] het beroep <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente verwerpt, brengt zij <strong>de</strong><br />

provinciegouverneur en <strong>de</strong> gemeenteoverheid hier<strong>van</strong> op <strong>de</strong> hoogte. De gemeenteraad beslist, binnen<br />

een termijn <strong>van</strong> vijftig dagen, ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het inkomen <strong>van</strong> <strong>de</strong> verwerping <strong>van</strong> het beroep,<br />

over <strong>de</strong> omgewerkte jaarrekening of staat <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven en legt bei<strong>de</strong> stukken ter<br />

goedkeuring aan <strong>de</strong> provinciegouverneur voor. Deze beschikt over een termijn <strong>van</strong> vijftig dagen<br />

ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het inkomen er<strong>van</strong> om een besluit te treffen en verstuurt uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn zijn besluit naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid.<br />

Indien binnen <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong> termijn geen besluit naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid is verstuurd wordt<br />

<strong>de</strong> provinciegouverneur geacht zijn goedkeuring te hebben verleend.<br />

[Art. 27bis. ingevoegd door het Decr. <strong>van</strong> 17 maart 1998, art. 4 (inw. 20 april 1998) (B.S. 10.04.1998)<br />

- [Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 12 (B.S. 15.10.2002) - De besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad waarbij<br />

autonome gemeentebedrijven wor<strong>de</strong>n opgericht en hun statuten wor<strong>de</strong>n vastgesteld, wor<strong>de</strong>n binnen<br />

een termijn <strong>van</strong> twintig dagen, die ingaat op <strong>de</strong> dag nadat ze zijn genomen, ter goedkeuring naar <strong>de</strong><br />

Vlaamse regering verstuurd.<br />

De Vlaamse regering spreekt zich over <strong>de</strong> goedkeuring uit binnen een termijn <strong>van</strong> hon<strong>de</strong>rd dagen,<br />

die ingaat op <strong>de</strong> dag nadat ze <strong>de</strong> besluiten, bedoeld in het eerste lid, ont<strong>van</strong>gen heeft. Als binnen die<br />

termijn geen beslissing naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid is verstuurd, wordt <strong>de</strong> Vlaamse regering geacht<br />

haar goedkeuring te hebben verleend.]]<br />

[Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 13 (B.S. 15.10.2002) - Af<strong>de</strong>ling 2. - Toezicht op <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad<br />

<strong>van</strong> bestuur <strong>van</strong> het autonome gemeentebedrijf<br />

Art. 27ter. § 1. De besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad <strong>van</strong> bestuur <strong>van</strong> het autonome gemeentebedrijf tot wijziging<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> statuten en <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijlagen die er integraal <strong>de</strong>el <strong>van</strong> uitmaken, wor<strong>de</strong>n binnen een termijn <strong>van</strong><br />

twintig dagen, die ingaat op <strong>de</strong> dag nadat ze genomen zijn, naar het college <strong>van</strong> burgemeester en<br />

schepenen verstuurd met het oog op advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad.<br />

Ze wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> dag ter goedkeuring naar <strong>de</strong> Vlaamse regering verstuurd.<br />

§ 2. Als <strong>de</strong> gemeenteraad zijn advies niet binnen een termijn <strong>van</strong> vijftig dagen naar <strong>de</strong> Vlaamse<br />

regering stuurt, wordt <strong>de</strong> gemeenteraad geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.<br />

- 27 -<br />

november 2006 I.10<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


De termijn <strong>van</strong> vijftig dagen gaat in op <strong>de</strong> dag nadat het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen<br />

<strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad <strong>van</strong> bestuur <strong>van</strong> het autonome gemeentebedrijf, bedoeld in § 1, ont<strong>van</strong>gen<br />

heeft.<br />

§ 3. De Vlaamse regering spreekt zich over <strong>de</strong> goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong> statutenwijziging uit binnen<br />

een termijn <strong>van</strong> hon<strong>de</strong>rd dagen, die ingaat op <strong>de</strong> dag nadat ze <strong>de</strong> besluiten, bedoeld in § 1, ont<strong>van</strong>gen<br />

heeft.<br />

Als ze binnen die termijn geen beslissing naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid heeft verstuurd, wordt <strong>de</strong><br />

Vlaamse regering geacht haar goedkeuring te hebben verleend.<br />

Art. 27quater, 27quinquies, 27sexies, 27septies […]<br />

Opgeheven door Besl. Vl. Regering <strong>van</strong> 2 juni 2006, art.1, 10° tot 13° (inw. 1 januari 2006) (B.S. 16.06.2006)<br />

[Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 14 (B.S. 15.10.2002) – HOOFDSTUK IVbis. - EENGEMEENTEZONES<br />

EN MEERGEMEENTEZONES, INGESTELD DOOR DE WET VAN 7 DECEMBER 1998 TOT<br />

ORGANISATIE VAN EEN GEÏNTEGREERDE POLITIEDIENST, GESTRUCTUREERD OP TWEE<br />

NIVEAUS<br />

Af<strong>de</strong>ling 1. - Algemene bepalingen<br />

[Art. 27octies. § 1. Met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> bepalingen in § 2, zijn <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> dit <strong>de</strong>creet <strong>van</strong><br />

overeenkomstige toepassing op <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> eengemeentezones en <strong>de</strong> meergemeentezones<br />

en op <strong>de</strong> besluiten die door hen wor<strong>de</strong>n genomen inzake <strong>de</strong> lokale politie. In die bepalingen wor<strong>de</strong>n,<br />

wat <strong>de</strong> meergemeentezones betreft, <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n gelezen als volgt :<br />

1° “ gemeenteraad ” als “ politieraad ”;<br />

2° “ college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen ” als “ politiecollege ”;<br />

3° “ burgemeester ” als “ voorzitter ”;<br />

4° “ gemeenteoverheid ”, “ gemeenteoverhe<strong>de</strong>n ” en “ gemeentelijke overheidspersonen ” als “<br />

overheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> meergemeentezone ”, “ overhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> meergemeentezone ” of “<br />

overheidspersonen <strong>van</strong> <strong>de</strong> meergemeentezones ”.<br />

Voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> dit hoofdstuk is “ gemeenteont<strong>van</strong>ger ” in dit <strong>de</strong>creet te lezen als “<br />

bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige ”.<br />

§ 2. Artikel 7, twee<strong>de</strong> lid, en artikel 8, § 1, 1°, voorzover ze betrekking hebben op het meerjarige<br />

financiële beleidsplan, hoofdstuk II, IIIbis en IV <strong>van</strong> dit <strong>de</strong>creet en artikel 29, eerste lid, 1 en 2,<br />

voorzover ze betrekking hebben op <strong>de</strong> belastingen, alsook het laatste lid <strong>van</strong> die bepaling, zijn niet<br />

<strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong> beslissingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> eengemeentezones en <strong>de</strong><br />

meergemeentezones.]<br />

Opgeheven door Besl. Vl. Regering <strong>van</strong> 2 juni 2006, art.1, 14° (inw. 1 januari 2006) (B.S. 16.06.2006),<br />

behou<strong>de</strong>ns wat het toezicht op <strong>de</strong> financiën betreft, en het twee<strong>de</strong> lid <strong>van</strong> § 1.<br />

Art. 27novies, 27<strong>de</strong>cies […]<br />

Opgeheven door Besl. Vl. Regering <strong>van</strong> 2 juni 2006, art.1, 15° to 16° (inw. 1 januari 2006) (B.S. 16.06.2006)<br />

Af<strong>de</strong>ling 2. - Personeelsformaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> politiezones<br />

Art. 27un<strong>de</strong>cies, 27duo<strong>de</strong>cies […]<br />

Opgeheven door Besl. Vl. Regering <strong>van</strong> 2 juni 2006, art.1, 17° to 18° (inw. 1 januari 2006) (B.S. 16.06.2006)<br />

HOOFDSTUK V. - ALGEMEEN ADMINISTRATIEF TOEZICHT.<br />

[…]<br />

ingevoegd bij het Decr. <strong>van</strong> 17 maart 1998, art. 5 (inw. 20 april 1998) (B.S. 10.04.1998) en geschrapt door het<br />

Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 15 (B.S. 15.10.2002)<br />

[Art. 28. Van <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad wordt binnen een termijn <strong>van</strong> twintig dagen,<br />

ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag volgend op het treffen er<strong>van</strong>, een lijst met een beknopte omschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> daarin<br />

- 28 -<br />

november 2006 I.10<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


geregel<strong>de</strong> aangelegenhe<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> provinciegouverneur verstuurd. Het college <strong>van</strong> burgemeester en<br />

schepenen bevestigt bij die zending dat <strong>de</strong> bepalingen inzake <strong>de</strong> openbaarheid, bedoeld in het<br />

twee<strong>de</strong> lid, wor<strong>de</strong>n nageleefd.<br />

Op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> verzending aan <strong>de</strong> provinciegouverneur wordt <strong>de</strong> in het vorige lid bedoel<strong>de</strong><br />

lijst door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een aanplakbrief bekendgemaakt. De brief blijft minstens tien dagen aangeplakt.<br />

De aanplakbrief vermeldt tevens <strong>de</strong> agenda <strong>van</strong> <strong>de</strong> raadszitting, <strong>de</strong> duur en <strong>de</strong> plaats waar <strong>de</strong> lijst<br />

minstens tien dagen ter inzage ligt <strong>van</strong> het publiek.]<br />

Opgeheven door Besl. Vl. Regering <strong>van</strong> 2 juni 2006, art.1, 19° (inw. 1 januari 2006) (B.S. 16.06.2006),<br />

behou<strong>de</strong>ns wat het toezicht op <strong>de</strong> binnengemeentelijke territoriale organen betreft.<br />

[Art. 29. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 28 moet, binnen een termijn <strong>van</strong> twintig dagen,<br />

ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag volgen<strong>de</strong> op het treffen, een voor eenslui<strong>de</strong>nd verklaard afschrift naar <strong>de</strong><br />

provinciegouverneur wor<strong>de</strong>n gestuurd <strong>van</strong> :<br />

1. <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> wervings- en bevor<strong>de</strong>ringsvoorwaar<strong>de</strong>n, <strong>de</strong><br />

wed<strong>de</strong>schalen, <strong>de</strong> bezoldingsregeling en <strong>de</strong> vergoedingen en toelagen <strong>van</strong> het statutair<br />

gemeentepersoneel;<br />

2. <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> belastingen en <strong>de</strong> retributies;<br />

3. [<strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke dotatie aan <strong>de</strong><br />

politiezone;]<br />

4. [<strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad waardoor <strong>de</strong> financiële lasten <strong>van</strong> <strong>de</strong> opgenomen leningen<br />

wor<strong>de</strong>n herschikt;]<br />

opgeheven door het Decr. <strong>van</strong> 13 april 1999, art. 8 ,1° (inw. 1 september 1999) (B.S. 30.06.1999) en opnieuw<br />

opgenomen in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> lezing door het Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 16 (B.S. 15.10.2002)<br />

5. <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad en <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> uitgaven die door dwingen<strong>de</strong> en onvoorziene omstandighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n vereist.<br />

[…]<br />

opgeheven door het Decr. <strong>van</strong> 13 april 1999, art. 8 ,2° (inw. 1 september 1999) (B.S. 30.06.1999)<br />

Binnen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> termijn <strong>van</strong> twintig dagen, wordt <strong>van</strong> <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> wervings- en bevor<strong>de</strong>ringsvoorwaar<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> wed<strong>de</strong>schalen, <strong>de</strong> bezoldigingsregeling en<br />

<strong>de</strong> vergoedingen en toelagen <strong>van</strong> het statutair gemeentepersoneel eveneens een afschrift ter<br />

kennisgeving naar <strong>de</strong> [Regering] verstuurd.]<br />

Opgeheven door Besl. Vl. Regering <strong>van</strong> 2 juni 2006, art.1, 20° (inw. 1 januari 2006) (B.S. 16.06.2006),<br />

behou<strong>de</strong>ns wat het toezicht op <strong>de</strong> gemeentebedrijven betreft.<br />

[Art. 30. § 1. De provinciegouverneur schorst bij gemotiveerd besluit en binnen <strong>de</strong> termijnen bepaald<br />

in <strong>de</strong> artikelen <strong>31</strong> tot 33 <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> het besluit, waarbij een gemeenteoverheid […] <strong>de</strong> <strong>wet</strong><br />

schendt of het algemeen belang schaadt. Een afschrift <strong>van</strong> het schorsingsbesluit wordt zon<strong>de</strong>r verwijl<br />

naar <strong>de</strong> [Regering] gezon<strong>de</strong>n.<br />

Aldus gewijzigd bij het Decr. <strong>van</strong> 17 maart 1998, art. 6 (inw. 20 april 1998) (B.S. 10.04.1998)<br />

Aldus gewijzigd bij het Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 17, 1° (B.S. 15.10.2002)<br />

§ 2. De gemeenteoverheid kan het geschorste besluit intrekken en geeft daar<strong>van</strong> kennis aan <strong>de</strong><br />

provinciegouverneur.<br />

Zij kan een geschorst besluit gemotiveerd rechtvaardigen binnen een termijn <strong>van</strong> hon<strong>de</strong>rd dagen<br />

ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het versturen <strong>van</strong> het schorsingsbesluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciegouverneur naar <strong>de</strong><br />

gemeente en stuurt dit rechtvaardigingsbesluit op straffe <strong>van</strong> nietigheid <strong>van</strong> het geschorste besluit<br />

uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> die termijn naar <strong>de</strong> [Regering]. Een afschrift wordt naar <strong>de</strong><br />

provinciegouverneur gestuurd.<br />

§ 3. Ingeval <strong>van</strong> rechtvaardiging kan <strong>de</strong> [Regering] bij gemotiveerd besluit het geschorste<br />

besluit waarbij <strong>de</strong> gemeenteoverheid <strong>de</strong> <strong>wet</strong> schendt of het algemeen belang schaadt vernietigen<br />

binnen een termijn <strong>van</strong> vijftig dagen ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het inkomen <strong>van</strong> het rechtvaardigingsbesluit.<br />

Het vernietigingsbesluit wordt uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> die termijn <strong>van</strong> vijftig dagen naar <strong>de</strong><br />

gemeenteoverheid verstuurd. Een afschrift wordt naar <strong>de</strong> provinciegouverneur gestuurd. Indien <strong>de</strong><br />

[Regering] <strong>de</strong> termijn voor vernietiging laat verstrijken, is <strong>de</strong> schorsing ambtshalve opgeheven.<br />

- 29 -<br />

november 2006 I.10<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


§ 4. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> schorsingsbevoegdheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie-gouverneur kan <strong>de</strong> [Regering]<br />

bij gemotiveerd besluit en binnen <strong>de</strong> termijnen bepaald in <strong>de</strong> artikelen <strong>31</strong> tot 33 het besluit vernietigen<br />

waarbij <strong>de</strong> gemeenteoverheid <strong>de</strong> <strong>wet</strong> schendt of het algemeen belang schaadt. Een afschrift <strong>van</strong> het<br />

vernietigingsbesluit wordt naar <strong>de</strong> provinciegouverneur gestuurd.<br />

§ 5. Voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> dit artikel gel<strong>de</strong>n als strijdig met het algemeen belang, <strong>de</strong> besluiten<br />

die strijdig zijn met <strong>de</strong> beginselen <strong>van</strong> een behoorlijk en goed bestuur of die strijdig zijn met het<br />

algemeen beleid of met <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong> <strong>de</strong> hogere overheid.<br />

[§ 5bis. Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 17, 2° (B.S. 15.10.2002) - Voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> dit artikel<br />

op <strong>de</strong> besluiten, bedoeld in artikel 29, eerste lid, 3., geldt niet als een schending <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong>, <strong>de</strong><br />

schending <strong>van</strong> <strong>de</strong> bepalingen, vervat in en genomen krachtens <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 7 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1998 tot<br />

organisatie <strong>van</strong> een geïntegreer<strong>de</strong> politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.]<br />

[§ 6. Decr. <strong>van</strong> 13 april 1999, art. 9 (inw. 1 september 1999) (B.S. 30.06.1999) - De<br />

goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong> rekening houdt in elk geval in dat <strong>de</strong> beslissingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteoverheid die<br />

genomen wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> het jaar waarop <strong>de</strong> rekening betrekking heeft en die niet wer<strong>de</strong>n<br />

opgevraagd, noch geschorst of vernietigd wer<strong>de</strong>n, niet langer vatbaar zijn voor schorsing of<br />

vernietiging.]]<br />

Opgeheven door Besl. Vl. Regering <strong>van</strong> 2 juni 2006, art.1, 21° (inw. 1 januari 2006) (B.S. 16.06.2006),<br />

behou<strong>de</strong>ns wat het toezicht op <strong>de</strong> binnengemeentelijke territoriale organen en <strong>de</strong> gemeentebedrijven<br />

betreft.<br />

[Art. <strong>31</strong>. De besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad, waar<strong>van</strong> bij toepassing <strong>van</strong> artikel 29 geen afschrift naar<br />

<strong>de</strong> provinciegouverneur moet wor<strong>de</strong>n gezon<strong>de</strong>n, zijn niet langer vatbaar voor schorsing of vernietiging<br />

door <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n bedoeld in artikel 30 indien die overhe<strong>de</strong>n hun beslissing niet hebben genomen en<br />

naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid verstuurd binnen een termijn <strong>van</strong> <strong>de</strong>rtig dagen, ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag volgend<br />

op het versturen <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel 28 bedoel<strong>de</strong> lijst, waarop zij zijn vermeld.<br />

[Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 18 (B.S. 15.10.2002) - Deze termijn wordt geschorst door <strong>de</strong><br />

verzending <strong>van</strong> een ter post aangeteken<strong>de</strong> brief waarbij <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid het dossier<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> een bepaald besluit bij <strong>de</strong> gemeenteoverheid opvraagt of bijkomen<strong>de</strong> inlichtingen inwint.<br />

De ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> het dossier of <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijkomen<strong>de</strong> inlichtingen of <strong>de</strong> verzending <strong>van</strong> <strong>de</strong> ter post<br />

aangeteken<strong>de</strong> ingedien<strong>de</strong> klacht aan <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid geldt als stuiting.]]<br />

Opgeheven door Besl. Vl. Regering <strong>van</strong> 2 juni 2006, art.1, 22° (inw. 1 januari 2006) (B.S. 16.06.2006),<br />

behou<strong>de</strong>ns wat het toezicht op <strong>de</strong> binnengemeentelijke territoriale organen betreft.<br />

[Art. 32. Een door <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid opgevraagd besluit <strong>van</strong> een gemeenteoverheid is<br />

niet langer vatbaar voor schorsing of vernietiging door <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n bedoeld in artikel 30 na het<br />

verstrijken <strong>van</strong> een termijn <strong>van</strong> <strong>de</strong>rtig dagen, waarbinnen <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid haar besluit<br />

naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid moet versturen, ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag volgend op <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst hetzij <strong>van</strong> het<br />

bij aangeteken<strong>de</strong> zending toegestuurd of tegen ont<strong>van</strong>gstbewijs afgegeven dossier hetzij <strong>van</strong> <strong>de</strong> in<br />

artikel <strong>31</strong> bedoel<strong>de</strong> bijkomen<strong>de</strong> inlichtingen.]<br />

Opgeheven door Besl. Vl. Regering <strong>van</strong> 2 juni 2006, art.1, 23° (inw. 1 januari 2006) (B.S. 16.06.2006),<br />

behou<strong>de</strong>ns wat het toezicht op <strong>de</strong> binnengemeentelijke territoriale organen betreft.<br />

[Art. 33. De besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteoverheid waar<strong>van</strong>, ten gevolge <strong>van</strong> <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel<br />

29, zon<strong>de</strong>r voorafgaand verzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid een afschrift naar <strong>de</strong><br />

provinciegouverneur moet wor<strong>de</strong>n gezon<strong>de</strong>n, zijn niet langer vatbaar voor schorsing of vernietiging<br />

door <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n bedoeld in artikel 30 na het verstrijken <strong>van</strong> een termijn <strong>van</strong> vijftig dagen,<br />

waarbinnen <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid haar besluit naar <strong>de</strong> gemeenteoverheid moet versturen,<br />

ingaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag na het inkomen <strong>van</strong> het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteoverheid [bij <strong>de</strong> gouverneur].]<br />

Aldus gewijzigd bij het Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 19 (B.S. 15.10.2002)<br />

Opgeheven door Besl. Vl. Regering <strong>van</strong> 2 juni 2006, art.1, 24° (inw. 1 januari 2006) (B.S. 16.06.2006),<br />

behou<strong>de</strong>ns wat het toezicht op <strong>de</strong> gemeetebedrijven betreft.<br />

- 30 -<br />

november 2006 I.10<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


[ingevoegd bij het Decr. <strong>van</strong> 17 maart 1998, art. 7 (inw. 20 april 1998) (B.S. 10.04.1998) – […] opschrift<br />

geschrapt door het Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 15 (B.S. 15.10.2002)<br />

Art. 33bis. […]<br />

Opgeheven door Besl. Vl. Regering <strong>van</strong> 2 juni 2006, art.1, 25° (inw. 1 januari 2006) (B.S. 16.06.2006)<br />

[…]<br />

Art. 33ter. tot 33quinquies., opgeheven door het Decr. <strong>van</strong> 15 juli 2002, art. 21 (B.S. 15.10.2002)<br />

[ingevoegd bij het Decr. <strong>van</strong> 17 juli 2000, art. 2 (B.S. 11.08.2000) - HOOFDSTUK V bis – TOEZICHT<br />

OP DE PASSIEVE OPENBAARHEID<br />

Art. 33sexies. […]<br />

opgeheven door Decr. <strong>van</strong> 26 maart 2004, art 38, 3° (B.S. 01.07.2004)<br />

Art. 33septies. […]<br />

opgeheven door Decr. <strong>van</strong> 26 maart 2004, art 38, 3° (B.S. 01.07.2004)<br />

HOOFDSTUK VI - DWANGTOEZICHT.<br />

Art. 34. […]<br />

Opgeheven door Besl. Vl. Regering <strong>van</strong> 2 juni 2006, art.1, 26° (inw. 1 januari 2006) (B.S. 16.06.2006)<br />

Art. 35. Opgeheven wor<strong>de</strong>n :<br />

HOOFDSTUK VII - OPHEFFINGS- EN OVERGANGSBEPALINGEN.<br />

1° het <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> 7 juni 1989 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling, voor het Vlaamse Gewest, <strong>van</strong> regelen<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> organisatie alsook <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> het administratief toezicht op <strong>de</strong> gemeenten,<br />

gewijzigd bij het <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> 24 juli 1991;<br />

2° <strong>de</strong> artikelen 6 en 7 <strong>van</strong> het <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> 20 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1989 tot oprichting <strong>van</strong> een Vlaams<br />

Financieringsfonds tot herstel <strong>van</strong> <strong>de</strong> Gemeentefinanciën;<br />

3° <strong>de</strong> artikelen 5, twee<strong>de</strong> lid, <strong>van</strong>af <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n “en binnen een termijn <strong>van</strong> <strong>de</strong>rtig dagen...”, 13, 32, 33,<br />

38 en 39 <strong>van</strong> het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Regent <strong>van</strong> 18 juni 1946 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het financieel beheer <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeentebedrijven.<br />

Art. 36. De besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteoverhe<strong>de</strong>n, genomen voor <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> dit <strong>de</strong>creet,<br />

blijven on<strong>de</strong>rworpen aan <strong>de</strong> regelen die op dat tijdstip <strong>van</strong> kracht waren.<br />

Art. 37. Dit <strong>de</strong>creet treedt in werking op <strong>de</strong> eerste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> maand die volgt op <strong>de</strong><br />

bekendmaking <strong>van</strong> dit <strong>de</strong>creet in het Belgisch Staatsblad.<br />

N.B. Het hele <strong>de</strong>creet wordt opgeheven door het gemeente<strong>de</strong>creet <strong>van</strong> 15 juli 2005, art. 303, 4° (B.S.<br />

<strong>31</strong>.08.2005). De datum <strong>van</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze opheffing wordt door <strong>de</strong> Vlaamse regering bepaalt per <strong>wet</strong>,<br />

<strong>de</strong>creet of besluit (artikel <strong>31</strong>3).<br />

- <strong>31</strong> -<br />

november 2006 I.10<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST<br />

ORDONNANTIE VAN 14 MEI 1998 HOUDENDE REGELING VAN HET ADMINISTRATIEF<br />

TOEZICHT OP DE GEMEENTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. (B.S.<br />

17.07.1998)<br />

De Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :<br />

HOOFDSTUK I. - ALGEMENE BEPALINGEN<br />

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Grond<strong>wet</strong>.<br />

Art. 2. Deze ordonnantie organiseert het gewoon administratief toezicht op <strong>de</strong> gemeenten <strong>van</strong> het<br />

Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest.<br />

Art. 3. [Ordonnantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 18.04.2002, art. 2 (B.S.<br />

08.05.2002) - Voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze ordonnantie wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> akten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeenteoverhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> regering verzon<strong>de</strong>n, hetzij bij ter post aangeteken<strong>de</strong> brief<br />

met ont<strong>van</strong>gstmelding, hetzij per bo<strong>de</strong>, tegen afgifte <strong>van</strong> een ont<strong>van</strong>gstbewijs.<br />

De regering kan <strong>de</strong>ze verzending via elektronische post, geauthentiseerd door een elektronische<br />

handtekening, toelaten.]<br />

Art. 4. Inzake <strong>de</strong> haar toegemeten termijnen is <strong>de</strong> Regering aan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> regels gehou<strong>de</strong>n :<br />

1° <strong>de</strong> termijn gaat in <strong>de</strong> dag na die waarop <strong>de</strong> akte <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteoverheid ont<strong>van</strong>gen is;<br />

2° <strong>de</strong> vervaldag wordt gerekend tot <strong>de</strong> termijn ;<br />

3° <strong>van</strong> alle besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Regering moet schriftelijk kennis gegeven wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />

gemeenteoverheid, en op straffe <strong>van</strong> nietigheid <strong>van</strong> dit besluit, moet het verzon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n uiterlijk<br />

<strong>de</strong> dag waarop <strong>de</strong> termijn verstrijkt.<br />

Wanneer <strong>de</strong> vervaldag een zaterdag, een zondag of een feestdag is, wordt <strong>de</strong> vervaldag op <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> werkdag gebracht. On<strong>de</strong>r feestdagen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dagen verstaan : 1 januari,<br />

paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 1, 2, 11 en 15<br />

november, 25 en 26 <strong><strong>de</strong>cember</strong>, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> bij ordonnantie of bij besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Regering bepaal<strong>de</strong><br />

dagen.<br />

Art. 5. [Ordonnantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 18.04.2002, art. 3 (B.S.<br />

08.05.2002) - Elk besluit tot vernietiging, schorsing, niet-goedkeuring, dat een ver<strong>van</strong>gend optre<strong>de</strong>n<br />

inhoudt, of een termijn verlengt, moet formeel met re<strong>de</strong>nen omkleed zijn.]<br />

HOOFDSTUK II. - INFORMATIE VAN DE TOEZICHTHOUDENDE OVERHEID<br />

Art. 6. § 1. [Ordonnantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 18.04.2002, art. 4 (B.S.<br />

08.05.2002) - De gemeenten zen<strong>de</strong>n <strong>de</strong> regering <strong>de</strong> in artikel 13 bedoel<strong>de</strong> akten toe binnen een<br />

termijn <strong>van</strong> twintig dagen na <strong>de</strong> vaststelling er<strong>van</strong>. ]<br />

§ 2. De Regering bepaalt welke an<strong>de</strong>re akten dan die bedoeld in artikel 13, <strong>de</strong> gemeentelijke<br />

overhe<strong>de</strong>n haar moeten toezen<strong>de</strong>n, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re regels <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong>ze toezending.<br />

Art. 7. De gemeenten zen<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> Regering <strong>de</strong> lijst toe <strong>van</strong> alle akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad, die<br />

niet door of krachtens artikel 6 bedoeld zijn, binnen een termijn <strong>van</strong> twintig dagen nadat ze<br />

aangenomen zijn. De lijst omvat een beknopte omschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze akten.<br />

Art. 8. De Regering kan, ook ter plaatse, alle nuttige inlichtingen en gegevens inwinnen.<br />

- 32 -<br />

februari 2005 I.11<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


HOOFDSTUK III. - ALGEMEEN TOEZICHT<br />

Art. 9. De Regering kan bij besluit <strong>de</strong> uitvoering schorsen <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte waarbij een gemeenteoverheid<br />

<strong>de</strong> <strong>wet</strong> schendt of het algemeen belang schaadt.<br />

De schorsingstermijn bedraagt [veertig] dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte.<br />

[Ordonnantie <strong>van</strong> 17.02.2005, art. 2 (inw. 19 maart 2005) (B.S. 09.03.2005) - Voor <strong>de</strong> keuze <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gunningswijze, <strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n, en <strong>de</strong> gunning <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheidsopdrachten<br />

voor aanneming <strong>van</strong> werken, leveringen en diensten die in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> ordonnantie <strong>van</strong> 7<br />

oktober 1993 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> herwaar<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijken gesubsidieerd wor<strong>de</strong>n, wordt<br />

<strong>de</strong>ze termijn ingekort tot <strong>de</strong>rtig dagen.]<br />

De gemeenteoverheid kan <strong>de</strong> geschorste akte intrekken of rechtvaardigen.<br />

Op straffe <strong>van</strong> nietigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschorste akte, zendt zij <strong>de</strong> akte waarbij zij <strong>de</strong> geschorste akte<br />

rechtvaardigt naar <strong>de</strong> Regering binnen een termijn <strong>van</strong> [veertig] dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> het<br />

schorsingsbesluit.<br />

De schorsing is opgeheven na verstrijking <strong>van</strong> een termijn <strong>van</strong> [veertig] dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> akte waarbij <strong>de</strong> gemeenteoverheid <strong>de</strong> geschorste akte rechtvaardigt.<br />

Aldus gewijzigd door ordonnantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 18.04.2002, art. 5, 1°,<br />

2° en 3° (B.S. 08.05.2002)<br />

Art. 10. De Regering kan bij besluit <strong>de</strong> akte vernietigen waarbij een gemeenteoverheid <strong>de</strong> <strong>wet</strong><br />

schendt of het algemeen belang schaadt.<br />

De vernietigingstermijn bedraagt [veertig] dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte of, in voorkomend<br />

geval, <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte waarbij <strong>de</strong> gemeenteoverheid een geschorste akte<br />

rechtvaardigt.<br />

[Ordonnantie <strong>van</strong> 17.02.2005, art. 3 (inw. 19 maart 2005) (B.S. 09.03.2005) - Voor <strong>de</strong> keuze <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gunningswijze, <strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n, en <strong>de</strong> gunning <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheidsopdrachten<br />

voor aanneming <strong>van</strong> werken, leveringen en diensten die in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> ordonnantie <strong>van</strong> 7<br />

oktober 1993 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> herwaar<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijken gesubsidieerd wor<strong>de</strong>n, wordt<br />

<strong>de</strong>ze termijn ingekort tot <strong>de</strong>rtig dagen.]<br />

Aldus gewijzigd door ordonnantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 18.04.2002, art. 6<br />

(B.S. 08.05.2002)<br />

Art. 11. De akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad vermeld in <strong>de</strong> in artikel 7 bedoel<strong>de</strong> lijst kunnen niet meer<br />

wor<strong>de</strong>n geschorst of vernietigd indien <strong>de</strong> Regering <strong>de</strong>ze akten niet opgevraagd heeft bij aangeteken<strong>de</strong><br />

brief met ont<strong>van</strong>gstmelding, binnen twintig dagen na <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong> lijst.<br />

De termijn voor <strong>de</strong> schorsing of <strong>de</strong> vernietiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte die <strong>de</strong> Regering binnen <strong>de</strong> in het eerste<br />

lid gestel<strong>de</strong> termijn opgevraagd heeft, bedraagt [twintig] dagen te rekenen <strong>van</strong> <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

akte.<br />

Aldus gewijzigd door ordonnantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 18.04.2002, art. 7<br />

(B.S. 08.05.2002)<br />

Art. 12. De akten <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> gunning <strong>van</strong> een<br />

opdracht voor aanneming <strong>van</strong> werken, leveringen en diensten, zijn slechts uitvoerbaar <strong>van</strong>af <strong>de</strong> dag<br />

dat zij niet meer vatbaar zijn voor schorsing of vernietiging, of, in voorkomend geval, <strong>van</strong>af <strong>de</strong> dag dat<br />

<strong>de</strong> Regering aan <strong>de</strong> gemeente ter kennis brengt dat <strong>de</strong> akte onmid<strong>de</strong>llijk uitgevoerd mag wor<strong>de</strong>n.<br />

Het eerste lid is niet <strong>van</strong> toepassing op :<br />

1° <strong>de</strong> akten waarbij opdrachten wor<strong>de</strong>n gegund als bedoeld in artikel 17, § 2, 1°, C, <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 24<br />

<strong><strong>de</strong>cember</strong> 1993 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming <strong>van</strong><br />

werken, leveringen en diensten ;<br />

2° <strong>de</strong> akten waarbij opdrachten wor<strong>de</strong>n gegund die met toepassing <strong>van</strong> artikel 6 niet aan <strong>de</strong> Regering<br />

behoeven te wor<strong>de</strong>n toegezon<strong>de</strong>n.<br />

HOOFDSTUK IV. – GOEDKEURINGSTOEZICHT<br />

Art. 13. De akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteoverhe<strong>de</strong>n met betrekking tot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen wor<strong>de</strong>n<br />

ter goedkeuring aan <strong>de</strong> Regering voorgelegd :<br />

- 33 -<br />

februari 2005 I.11<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


1° <strong>de</strong> formatie <strong>van</strong> het gemeentepersoneel ;<br />

2° <strong>de</strong> aanwervings- en bevor<strong>de</strong>ringsvoorwaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het gemeente-personeel ;<br />

3° <strong>de</strong> bezoldigingsregeling en <strong>de</strong> wed<strong>de</strong>schalen, <strong>de</strong> vergoedingen en <strong>de</strong> toelagen <strong>van</strong> het<br />

gemeentepersoneel ;<br />

4° <strong>de</strong> pensioenreglementen <strong>van</strong> het gemeentepersoneel, alsook <strong>de</strong> financieringswijze <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

pensioenen ;<br />

5° <strong>de</strong> ontslagen <strong>van</strong> ambtswege en <strong>de</strong> afzettingen <strong>van</strong> het gemeente-personeel; zij wor<strong>de</strong>n bij<br />

voorraad ten uitvoer gelegd ;<br />

6° <strong>de</strong> gemeentebegroting, <strong>de</strong> begroting <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentebedrijven en hun wijzigingen ;<br />

7° <strong>de</strong> gemeenterekeningen, <strong>de</strong> rekeningen en <strong>de</strong> staat <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeentebedrijven en <strong>de</strong> eindrekening <strong>van</strong> <strong>de</strong> plaatselijke ont<strong>van</strong>ger of <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re agent<br />

bedoeld in artikel 138, § 1, <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong> en <strong>van</strong> <strong>de</strong> bedrijfsont<strong>van</strong>ger ;<br />

8° het voorzien in uitgaven die door dwingen<strong>de</strong> en onvoorziene omstandighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n vereist<br />

bedoeld in artikel 249, § 1, eerste lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong> ;<br />

9° <strong>de</strong> consolidatie en <strong>de</strong> herschikking <strong>van</strong> <strong>de</strong> financiële lasten <strong>van</strong> opgenomen leningen ;<br />

10° het organiseren <strong>van</strong> gemeentelijke inrichtingen en diensten als gemeentebedrijven en <strong>de</strong><br />

beginbalans <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bedrijven ;<br />

11° het oprichten <strong>van</strong> autonome gemeentebedrijven en <strong>de</strong> inbrengen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente in <strong>de</strong>ze<br />

bedrijven ;<br />

12° <strong>de</strong> keuze <strong>van</strong> <strong>de</strong> gunningswijze en <strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n die gel<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong><br />

opdrachten voor aanneming <strong>van</strong> werken, leveringen of diensten. De goedkeuring is niet vereist :<br />

a) wanneer <strong>de</strong> totale waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdracht gelijk is aan of lager dan [249.600 euro], exclusief<br />

belasting over <strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> opdrachten voor aanneming <strong>van</strong> leveringen en<br />

diensten, en [500.000 euro], exclusief belasting over <strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong><br />

opdrachten voor aanneming <strong>van</strong> werken.<br />

De Regering kan het bedrag voor <strong>de</strong> opdrachten voor aanneming <strong>van</strong> leveringen en<br />

diensten wijzigen om het aan te passen ten gevolge <strong>van</strong> <strong>de</strong> tweejaarlijkse herzieningen<br />

respectievelijk voorgeschreven bij artikel 7 <strong>van</strong> richtlijn 92/50/EEG <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> 18 juni<br />

1992 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> procedures voor het plaatsen <strong>van</strong> overheidsopdrachten<br />

voor dienstverlening en artikel 5 <strong>van</strong> richtlijn 93/36/ EEG <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> 14 juni 1993<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> procedures voor het plaatsen <strong>van</strong> overheidsopdrachten voor<br />

leveringen. Het bedrag voor <strong>de</strong> opdrachten voor aanneming <strong>van</strong> leveringen en diensten mag<br />

niet hoger zijn dan [407.000 euro] of lager dan [102.000 euro], exclusief belasting over <strong>de</strong><br />

toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> ;<br />

Aldus gewijzigd bij het Besl. <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 27 april 2000, art. 1 (inw. 9 juni<br />

2000) (B.S. 09.06.2000) en bij het Besl. <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> <strong>31</strong> januari 2002, art. 1<br />

(inw. 6 maart 2002) (B.S. 06.03.2002) en bij het het Besl. <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 20<br />

<strong><strong>de</strong>cember</strong> 2001, art. 2 (inw. 1 januari 2002) (B.S. 13.02.2002)<br />

b) voor <strong>de</strong> opdrachten bedoeld in artikel 17, § 2, 1°, C, <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 24 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1993<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming <strong>van</strong> werken,<br />

leveringen en diensten.<br />

Art. 14. [Ordonnantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 18.04.2002, art. 14, 1° (B.S.<br />

08.05.2002) - Van <strong>de</strong> besluiten vastgesteld krachtens artikel 13, 1° tot 6° en 8° tot 12°, moet binnen<br />

veertig dagen na ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte kennis wor<strong>de</strong>n gegeven. Die termijn kan eenmaal door <strong>de</strong><br />

regering verlengd wor<strong>de</strong>n met niet meer dan <strong>de</strong> oorspronkelijke termijn. De beslissing tot verlenging<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> termijn moet eveneens ter kennis wor<strong>de</strong>n gebracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten voor het verstrijken <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> oorspronkelijke termijn.]<br />

[Ordonnantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 18.04.2002, art. 14, 2° (B.S.<br />

08.05.2002) - Van <strong>de</strong> besluiten vastgesteld krachtens artikel 13, 7°, moet binnen tachtig dagen na<br />

ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte kennis wor<strong>de</strong>n gegeven. Die termijn kan eenmaal door <strong>de</strong> regering verlengd<br />

wor<strong>de</strong>n met niet meer dan <strong>de</strong> oorspronkelijke termijn. De beslissing tot verlenging <strong>van</strong> <strong>de</strong> termijn moet<br />

eveneens ter kennis wor<strong>de</strong>n gebracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten voor het verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />

termijn.]<br />

[Ordonnantie <strong>van</strong> 17.02.2005, art. 4 (inw. 19 maart 2005) (B.S. 09.03.2005) - Voor <strong>de</strong> keuze <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gunningswijze, <strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n, en <strong>de</strong> gunning <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheidsopdrachten<br />

voor aanneming <strong>van</strong> werken, leveringen en diensten die in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> ordonnantie <strong>van</strong> 7<br />

oktober 1993 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> herwaar<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijken gesubsidieerd wor<strong>de</strong>n,<br />

- 34 -<br />

februari 2005 I.11<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


moeten <strong>de</strong> besluiten binnen een termijn <strong>van</strong> <strong>de</strong>rtig dagen ter kennis gebracht wor<strong>de</strong>n. Deze termijn<br />

mag niet verlengd wor<strong>de</strong>n.]<br />

[…]<br />

[…]<br />

Opgeheven door <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 18.04.2002, art. 8, 3 (B.S. 08.05.2002)<br />

Als <strong>de</strong>ze termijnen niet nageleefd wor<strong>de</strong>n wordt <strong>de</strong> akte als goedgekeurd beschouwd.<br />

HOOFDSTUK V. - HERVORMING EN MAATREGELEN VAN AMBTSWEGE<br />

Art. 15. § 1. De Regering stelt <strong>de</strong> begrotingen en <strong>de</strong> begrotingswijzigingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten en <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gemeentebedrijven <strong>de</strong>finitief vast.<br />

Indien <strong>de</strong> gemeenteraad weigert <strong>de</strong> verplichte uitgaven die krachtens <strong>de</strong> <strong>wet</strong> ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeente komen, geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk op <strong>de</strong> begroting te brengen, kan <strong>de</strong> Regering het vereiste<br />

bedrag ambtshalve in <strong>de</strong> begroting inschrijven.<br />

In alle gevallen waarin <strong>de</strong> gemeenteraad artikel 259 <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong> niet naleeft, kan<br />

<strong>de</strong> Regering <strong>van</strong> ambtswege een in die bepaling bedoel<strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst op <strong>de</strong> begroting inschrijven, mits<br />

zij <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst specificeert.<br />

Indien <strong>de</strong> gemeenteraad geen sluiten<strong>de</strong> begroting zoals voorgeschreven in artikel 252 <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

nieuwe gemeente<strong>wet</strong> voorlegt, kan <strong>de</strong> Regering, na het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen te<br />

hebben gehoord, elke maatregel nemen die nodig is om het begrotingsevenwicht te herstellen. De<br />

gemeenteraad kan <strong>de</strong> aldus door <strong>de</strong> Regering vastgestel<strong>de</strong> begroting aannemen, of een nieuwe<br />

gewijzig<strong>de</strong> begroting aannemen binnen een termijn <strong>van</strong> [zestig] dagen na <strong>de</strong> datum <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gst<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Regering vastgestel<strong>de</strong> begroting.<br />

Indien dat niet gebeurt, wordt <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Regering vastgestel<strong>de</strong> begroting <strong>de</strong>finitief.<br />

Aldus gewijzigd door ordonnantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 18.04.2002, art. 9<br />

(B.S. 08.05.2002)<br />

§ 2. De Regering stelt <strong>de</strong> begrotingsrekeningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten en <strong>de</strong> staten <strong>van</strong><br />

ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentebedrijven <strong>de</strong>finitief vast, na indien nodig <strong>de</strong> uitgaven te<br />

hebben verworpen die vastgelegd zijn in strijd met <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 247, eerste lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

nieuwe gemeente<strong>wet</strong> of die betaald zijn op basis <strong>van</strong> onregelmatige bevelschriften, alsook <strong>de</strong><br />

onrechtmatig geïn<strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gsten.<br />

§ 3. De Regering stelt <strong>de</strong> resultatenrekeningen en <strong>de</strong> balansen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten en <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeentebedrijven <strong>de</strong>finitief vast, na indien nodig, <strong>de</strong> uitgaven die betaald zijn op basis <strong>van</strong><br />

onregelmatige bevelschriften te hebben verworpen. Zij verbetert <strong>de</strong> geschriften om ze in<br />

overeenstemming te brengen met <strong>de</strong> financiële en <strong>de</strong> boekhoudkundige voorschriften vastgesteld<br />

krachtens artikel 239 <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong>.<br />

§ 4. De Regering stelt <strong>de</strong> eindrekening <strong>van</strong> <strong>de</strong> plaatselijke ont<strong>van</strong>gers, <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

agenten bedoeld in artikel 138, § 1, <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong> en <strong>van</strong> <strong>de</strong> bedrijfsont<strong>van</strong>gers,<br />

<strong>de</strong>finitief vast en verleent <strong>de</strong>finitief kwijting of stelt <strong>de</strong>finitief een tekort vast.<br />

§ 5. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 239 <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong> schrijft <strong>de</strong><br />

Regering <strong>de</strong> vorm voor en bepaalt zij <strong>de</strong> bijlagen die vereist zijn voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

in dit artikel bedoel<strong>de</strong> documenten.<br />

Art. 16. Indien tussen twee of meer gemeenten onenigheid bestaat over <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong><br />

een verplichte uitgave waarbij ze alle betrokken zijn, beslist <strong>de</strong> Regering over <strong>de</strong> verhouding <strong>van</strong> het<br />

belang dat ze erbij hebben en ver<strong>de</strong>elt ze volgens <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> verhouding <strong>de</strong> lasten die eruit<br />

voortvloeien.<br />

De Regering hoort voorafgaan<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> betrokken colleges <strong>van</strong> burgemeester en schepenen.<br />

Art. 17. De Regering kan, bij weigering <strong>van</strong> of vertraging in het betaalbaar stellen <strong>van</strong> het bedrag <strong>de</strong>r<br />

uitgaven die <strong>de</strong> <strong>wet</strong> aan <strong>de</strong> gemeente oplegt, <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke betaling er<strong>van</strong> bevelen, na het college<br />

<strong>van</strong> burgemeester en schepenen te hebben gehoord.<br />

Die beslissing geldt als een regelmatig en door <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>ger ambtshalve uit te voeren bevelschrift.<br />

- 35 -<br />

februari 2005 I.11<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


HOOFDSTUK VI. - BIJZONDERE COMMISSARIS<br />

Art. 18. De Regering kan, na twee opeenvolgen<strong>de</strong> waarschuwingen verstuurd per aangeteken<strong>de</strong><br />

brief met ont<strong>van</strong>gstmelding of per bo<strong>de</strong> tegen afgifte <strong>van</strong> een reçu, een of meer commissarissen<br />

gelasten zich ter plaatse te begeven, tenein<strong>de</strong> <strong>de</strong> gevraag<strong>de</strong> inlichtingen of opmerkingen in te<br />

zamelen of een op <strong>de</strong> gemeenteoverheid rusten<strong>de</strong> verplichting na te komen.<br />

HOOFDSTUK VII. - OPHEFFINGS- EN OVERGANGSBEPALINGEN<br />

Art. 19. Opgeheven wor<strong>de</strong>n, inzoverre zij bepalingen bevatten omtrent het toezicht op <strong>de</strong> gemeenten<br />

<strong>van</strong> het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest :<br />

1° <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 30 maart 1836 die een administratief toezicht op <strong>de</strong><br />

gemeenten organiseren ;<br />

2° artikel 7 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 21 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1927 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> beroepsklerken, technische bedien<strong>de</strong>n,<br />

politieagenten en in 't algemeen al <strong>de</strong> aangestel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r gemeenten en <strong>de</strong> daar<strong>van</strong> afhangen<strong>de</strong><br />

besturen ;<br />

3° <strong>de</strong> artikelen 5, twee<strong>de</strong> lid, 13, 32 en 33 <strong>van</strong> het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Regent <strong>van</strong> 18 juni 1946 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong><br />

het financieel beheer <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentebedrijven ;<br />

4° artikel 6 <strong>van</strong> <strong>de</strong> besluit<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 23 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1946 tot instelling <strong>van</strong> een betrekking <strong>van</strong> adjunctsecretaris<br />

in <strong>de</strong> gemeenten met meer dan 125 000 inwoners ;<br />

5° artikel 71, § 1, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale<br />

vooruitgang en financieel herstel, ver<strong>van</strong>gen bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 27 juli 1961 ;<br />

6° artikel 56 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 26 juli 1971 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> agglomeraties en <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>raties<br />

<strong>van</strong> gemeenten, gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 14 juli 1976 ;<br />

7° artikel 3 <strong>van</strong> het koninklijk besluit nr. 110 <strong>van</strong> 13 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1982 waarbij het begrotingsevenwicht<br />

wordt opgelegd aan <strong>de</strong> provincies, aan <strong>de</strong> gemeenten en aan <strong>de</strong> agglomeraties en fe<strong>de</strong>raties <strong>van</strong><br />

gemeenten ;<br />

8° het koninklijk besluit <strong>van</strong> 30 juli 1985 tot regeling <strong>van</strong> het administratief toezicht op <strong>de</strong> Brusselse<br />

agglomeratie en <strong>de</strong> gemeenten die tot het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest behoren, gewijzigd bij<br />

het koninklijk besluit <strong>van</strong> 19 januari 1989.<br />

Art. 20. Deze ordonnantie is niet <strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong> akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteoverhe<strong>de</strong>n gesteld<br />

voor <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> ordonnantie. Ze is evenmin <strong>van</strong> toepassing op het toezicht op die<br />

akten.<br />

Art. 21. Deze ordonnantie treedt in werking op <strong>de</strong> eerste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> maand volgend op die<br />

geduren<strong>de</strong> welke zij in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.<br />

- 36 -<br />

februari 2005 I.11<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


BESLUIT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING VAN 16 JULI 1998<br />

BETREFFENDE DE OVERLEGGING AAN DE REGERING VAN DE AKTEN VAN DE<br />

GEMEENTEOVERHEDEN MET HET OOG OP DE UITOEFENING VAN HET ADMINISTRATIEF<br />

TOEZICHT. (B.S. 10.09.1998) (inw. 1 september 1998)<br />

De Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke regering,<br />

Gelet op <strong>de</strong> ordonnantie <strong>van</strong> 14 mei 1998 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling <strong>van</strong> het administratief toezicht op <strong>de</strong><br />

gemeenten <strong>van</strong> het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest, inzon<strong>de</strong>rheid op artikel 6, § 2, 7, 8 en 11;<br />

Gelet op het spoe<strong>de</strong>isend karakter gemotiveerd door het feit dat artikel 11 <strong>van</strong> <strong>de</strong> bovenvermel<strong>de</strong><br />

ordonnantie <strong>van</strong> 14 mei 1998 een verkorte termijn <strong>van</strong> 30 dagen voorziet voor <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> het<br />

algemeen administratief toezicht op <strong>de</strong> akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad die niet vermeld zijn in dit besluit;<br />

dat indien <strong>de</strong> ordonnantie in werking zou tre<strong>de</strong>n vóór <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> dit besluit, <strong>de</strong> verkorte<br />

toezichtstermijn <strong>van</strong> 30 dagen <strong>van</strong> toepassing zou zijn op alle akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad die aan het<br />

algemeen toezicht on<strong>de</strong>rworpen zijn; dat een <strong>de</strong>rgelijke veralgemening <strong>van</strong> <strong>de</strong> termijn <strong>van</strong> 30 dagen<br />

strijdig zou zijn met <strong>de</strong> wil <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong>gever en een efficiënte uitoefening <strong>van</strong> het administratief toezicht<br />

in het gedrang zou brengen;<br />

Gelet op het advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State, gegeven op 30 juni 1998, in toepassing <strong>van</strong> artikel 84,<br />

eerste lid, 2°, <strong>van</strong> <strong>de</strong> gecoördineer<strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten op <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State;<br />

Op <strong>de</strong> voordracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister-Voorzitter belast met Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid,<br />

Huisvesting en Monumenten en Landschappen,<br />

Besluit :<br />

Artikel 1. De akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteoverhe<strong>de</strong>n <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen wor<strong>de</strong>n binnen<br />

twintig dagen nadat ze zijn vastgesteld, toegezon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> Minister belast met Plaatselijke Besturen :<br />

1° <strong>de</strong> akten die aan het goedkeuringstoezicht on<strong>de</strong>rworpen zijn;<br />

2° <strong>de</strong> akten hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> intrekking of rechtvaardiging <strong>van</strong> een geschorste akte;<br />

3° <strong>de</strong> gemeentelijke reglementen, met inbegrip <strong>van</strong> <strong>de</strong> politiereglementen, <strong>de</strong><br />

belastingreglementen en <strong>de</strong> retributiereglementen;<br />

4° <strong>de</strong> akten die een uitgave tot gevolg hebben die niet in <strong>de</strong> begroting opgenomen is;<br />

5° het aangaan <strong>van</strong> thesaurie- of saneringsleningen;<br />

6° het verkrijgen of vervreem<strong>de</strong>n <strong>van</strong> eigendom of zakelijke rechten met betrekking tot<br />

onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren;<br />

7° <strong>de</strong> huurovereenkomsten met betrekking tot onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren voor een duur <strong>van</strong> meer dan<br />

negen jaar;<br />

8° <strong>de</strong> overeenkomsten <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke infrastructuur, met inbegrip<br />

<strong>van</strong> het verlenen <strong>van</strong> een concessie, voor een duur langer dan negen jaar;<br />

9° <strong>de</strong> keuze <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijze <strong>van</strong> gunning en <strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

overheidsopdrachten waar<strong>van</strong> het bedrag, zon<strong>de</strong>r belasting over <strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>,<br />

gelijk aan of hoger is dan [125.000 EUR], alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> gunning, met inbegrip <strong>van</strong> <strong>de</strong> selectie,<br />

<strong>van</strong> voormel<strong>de</strong> opdrachten;<br />

aldus gewijzigd bij Besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 20.12.2001, art. 5 (inw. 1 januari<br />

2002) (B.S. 13.02.2002)<br />

10° <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> of <strong>de</strong> toetreding tot een vereniging zon<strong>de</strong>r winstoogmerk;<br />

11° <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> of <strong>de</strong> toetreding tot een intercommunale;<br />

12° <strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> presentiegel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraadsle<strong>de</strong>n;<br />

13° <strong>de</strong> aanwerving, <strong>de</strong> bevor<strong>de</strong>ring, <strong>de</strong> pensionering en het ontslag <strong>van</strong> het vastbenoemd<br />

personeel, [met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> het gesubsidieerd on<strong>de</strong>rwijzend personeel];<br />

aldus gewijzigd bij Besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 18.11.1999, art. 1 (inw. 5 februari<br />

2000) (B.S. 05.02.2000) en bij Besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 18.11.1999, art. 1<br />

(inw. 30 november 2000) (B.S. 30.11.2000)<br />

14° <strong>de</strong> aanwerving en het ontslag <strong>van</strong> het contractueel personeel;<br />

15° <strong>de</strong> preventieve schorsingen en <strong>de</strong> tuchtstraffen, met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> waarschuwingen en<br />

<strong>de</strong> berispingen.<br />

- 37 -<br />

oktober 2006 I.12<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


[16° <strong>de</strong> berichten, <strong>de</strong> me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen, <strong>de</strong> inlichtingen, alsook <strong>de</strong> formulieren bestemd voor <strong>de</strong><br />

bevolking.]<br />

aldus gewijzigd bij Besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering <strong>van</strong> 26.10.2006, art. 1 (B.S.<br />

14.03.2007)<br />

Art. 2. De toezending <strong>van</strong> <strong>de</strong> niet in artikel 1 bedoel<strong>de</strong> akten kan op elk ogenblik gevraagd wor<strong>de</strong>n<br />

door <strong>de</strong> Minister belast met Plaatselijke Besturen of door <strong>de</strong> hiertoe ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong> ambtenaren.<br />

Art. 3. De akten wor<strong>de</strong>n overgelegd in twee exemplaren. Ze zijn vergezeld <strong>van</strong> alle stukken die nodig<br />

zijn om <strong>de</strong> conformiteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte met <strong>de</strong> <strong>wet</strong> en het algemeen belang te beoor<strong>de</strong>len.<br />

De akten die krachtens <strong>de</strong> <strong>wet</strong> in <strong>de</strong> twee talen moeten opgesteld wor<strong>de</strong>n, wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> twee talen<br />

overgelegd.<br />

Art. 4. De akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteoverhe<strong>de</strong>n, genomen voor <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> dit besluit,<br />

wor<strong>de</strong>n overgelegd volgens <strong>de</strong> regelen die op dat tijdstip <strong>van</strong> kracht waren.<br />

Art. 5. Dit besluit treedt in werking op 1 september 1998.<br />

Art. 6. De Minister tot wiens bevoegdheid <strong>de</strong> plaatselijke besturen behoren is belast met <strong>de</strong> uitvoering<br />

<strong>van</strong> dit besluit.<br />

- 38 -<br />

oktober 2006 I.12<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST<br />

[DECREET VAN 1 APRIL 1999 HOUDENDE ORGANISATIE VAN HET TOEZICHT OP DE<br />

GEMEENTEN, DE PROVINCIES EN DE INTERCOMMUNALES EN DE ÉÉNGEMEENTE- EN<br />

MEERGEMEENTENPOLITIEZONES VAN HET WAALSE GEWEST]<br />

Opschrift gewijzigd bij <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> 12 februari 2004, art. 1 (inw. 29 maart 2004) (B.S. 29.03.2004)<br />

De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :<br />

TITEL I. - Algemene bepalingen<br />

HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED EN BEGRIPSBEPALINGEN<br />

Artikel 1. Dit <strong>de</strong>creet regelt het gewone administratieve toezicht :<br />

1° over <strong>de</strong> gemeenten <strong>van</strong> het Waalse Gewest, met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten <strong>van</strong> het<br />

Duitstalige taalgebied en <strong>de</strong> stad Komen-Waasten;<br />

2° over <strong>de</strong> provincies <strong>van</strong> het Waalse Gewest;<br />

3° over <strong>de</strong> intercommunales waar<strong>van</strong> het ambtsgebied on<strong>de</strong>r het Waalse Gewest valt;<br />

[4° Decr. <strong>van</strong> 12 februari 2004, art. 2 (B.S. 29.03.2004) - over <strong>de</strong> ééngemeente- en<br />

meergemeentenpolitiezones in het Waalse Gewest met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> politiezone <strong>van</strong><br />

Komen-Waasten.]<br />

Art. 2. In <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> dit <strong>de</strong>creet wordt verstaan on<strong>de</strong>r :<br />

1° het bestuur : het Directoraat-generaal Plaatselijke Besturen <strong>van</strong> het Ministerie <strong>van</strong> het Waalse<br />

Gewest;<br />

2° <strong>de</strong> akte : <strong>de</strong> administratieve beslissing die on<strong>de</strong>r het toezicht valt en die in extenso vermeld wordt;<br />

3° <strong>de</strong> bewijsstukken : alle documenten en bijlagen waarmee <strong>de</strong> administratieve akten bewezen<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n;<br />

4° <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid : [<strong>de</strong> Regering, <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie, <strong>de</strong> gouverneur;]<br />

Aldus gewijzigd bij <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> 12 februari 2004, art. 3 (B.S. 29.03.2004)<br />

[5° Decr. <strong>van</strong> 12 februari 2004, art. 3 (B.S. 29.03.2004) - <strong>de</strong> zoneoverheid : <strong>de</strong> gemeenteraad en het<br />

college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen voor <strong>de</strong> ééngemeentezones en <strong>de</strong> politieraad en <strong>de</strong><br />

politieraad en het politiecollege voor <strong>de</strong> meergemeentenzones.]<br />

HOOFDSTUK II. - DE BEHANDELING VAN DE AKTE DIE AAN DE TOEZICHTHOUDENDE<br />

OVERHEID VOORGELEGD WORDT<br />

Art. 3. Binnen een termijn <strong>van</strong> drie dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte wordt die, samen met <strong>de</strong><br />

nodige bewijsstukken door <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid gericht aan het bestuur.<br />

Het bestuur moet die behan<strong>de</strong>len voor rekening <strong>van</strong> <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid. Het kan, op<br />

eigen initiatief of op aanvraag <strong>van</strong> <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid, zowel ter plaatse als per brief, alle<br />

inlichtingen en elementen laten verzamelen die nodig zijn om <strong>de</strong> akte te behan<strong>de</strong>len.<br />

Na <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling maakt het bestuur een samenvattend verslag op. Dit verslag bevat <strong>de</strong><br />

inlichtingen en elementen verzameld tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling, alsook het advies <strong>van</strong> het bestuur.<br />

HOOFDSTUK III. - DE BEREKENING VAN DE TERMIJNEN<br />

Art. 4. Het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> termijn is <strong>de</strong> dag waarop <strong>de</strong> akte, samen met <strong>de</strong> bewijsstukken, door <strong>de</strong><br />

toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid ont<strong>van</strong>gen wordt.<br />

De dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst is niet inbegrepen in <strong>de</strong> termijn.<br />

- 39 -<br />

februari 2004 I.13<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 5. De vervaldag wordt meegerekend in <strong>de</strong> termijn. Als die dag echter een zaterdag, zondag of<br />

feestdag is, valt <strong>de</strong> vervaldag op <strong>de</strong> eerst volgen<strong>de</strong> weekdag.<br />

In <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> dit <strong>de</strong>creet wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dagen gelijkgesteld met een feestdag : 1 januari,<br />

Paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 27 september, 1, 2,<br />

11 en 15 november, 25 en 26 <strong><strong>de</strong>cember</strong>, alsook <strong>de</strong> bij <strong>de</strong>creet of bij besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Regering<br />

vastgestel<strong>de</strong> dagen.<br />

HOOFDSTUK IV. - DE MOTIVERING<br />

Art. 6. Elk beroep is met re<strong>de</strong>nen omkleed.<br />

Elke beslissing <strong>van</strong> <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid is uitdrukkelijk met re<strong>de</strong>nen omkleed.<br />

HOOFDSTUK V. - DE KENNISGEVING EN DE BEKENDMAKING<br />

VAN DE TOEZICHTBESLISSINGEN<br />

Art. 7. Kennis wordt gegeven aan <strong>de</strong> betrokken overheid en, in voorkomend geval, aan <strong>de</strong><br />

belanghebben<strong>de</strong>n, <strong>van</strong> elke beslissing <strong>van</strong> <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid.<br />

De kennisgeving mag op straffe <strong>van</strong> nietigheid niet gestuurd wor<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> vervaldag <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

termijn.<br />

In <strong>de</strong> gevallen bedoeld in artikel 21 mag die op straffe <strong>van</strong> nietigheid niet gestuurd wor<strong>de</strong>n vóór het<br />

verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> in dit artikel bedoel<strong>de</strong> termijn.<br />

Art. 8. Behalve in <strong>de</strong> gevallen bedoeld in artikel 17, § 4, wanneer <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid <strong>de</strong><br />

termijn verlengt, wordt haar beslissing bij uittreksel bekendgemaakt, naargelang het geval, in het<br />

Belgisch Staatsblad of in het Bestuursmemoriaal.<br />

HOOFDSTUK VI. - HET TER PLAATSE STUREN VAN EEN BIJZONDERE COMMISSARIS<br />

Art. 9. De toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid mag, bij besluit, een bijzon<strong>de</strong>re commissaris aanwijzen<br />

wanneer <strong>de</strong> gemeente, <strong>de</strong> provincie of <strong>de</strong> intercommunale verzuimt <strong>de</strong> aangevraag<strong>de</strong> inlichtingen en<br />

elementen te verstrekken of <strong>de</strong> voorschriften <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten, <strong>de</strong>creten, besluiten, regelingen of<br />

statuten, of <strong>van</strong> een in kracht <strong>van</strong> gewijs<strong>de</strong> getre<strong>de</strong>n rechterlijke beslissing uit te voeren. De<br />

bijzon<strong>de</strong>re commissaris is bevoegd om alle maatregelen te treffen in plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> in gebreke<br />

gebleven overheid, binnen <strong>de</strong> grenzen <strong>van</strong> het mandaat toegekend door het besluit waarbij hij wordt<br />

aangewezen.<br />

[Decr. <strong>van</strong> 12 februari 2004, art. 4 (B.S. 29.03.2004) - De Regering mag, bij besluit, een bijzon<strong>de</strong>re<br />

commissaris aanwijzen wanneer <strong>de</strong> ééngemeente- of meergemeentenpolitiezone verzuimt <strong>de</strong><br />

aangevraag<strong>de</strong> inlichtingen en elementen te verstrekken of <strong>de</strong> voorschriften <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten, <strong>de</strong>creten,<br />

besluiten, regelingen of statuten, of <strong>van</strong> een in kracht <strong>van</strong> gewijs<strong>de</strong> getre<strong>de</strong>n rechterlijke beslissing uit<br />

te voeren.]<br />

Art. 10. Voordat een bijzon<strong>de</strong>re commissaris ter plaatse wordt gestuurd, moet <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

overheid :<br />

1° bij aangeteken<strong>de</strong> brief een met re<strong>de</strong>nen omkle<strong>de</strong> waarschuwing aan <strong>de</strong> bedoel<strong>de</strong> overheid richten,<br />

waarin uiteengezet wordt wat <strong>van</strong> haar verlangd wordt of welke maatregelen ze verzuimt te treffen;<br />

2° die overheid in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> waarschuwing een bepaal<strong>de</strong> en re<strong>de</strong>lijke termijn opleggen om <strong>de</strong> aan haar<br />

gerichte aanvraag te beantwoor<strong>de</strong>n, haar houding te verantwoor<strong>de</strong>n, haar standpunt te bevestigen<br />

of <strong>de</strong> voorgeschreven maatregelen te treffen.<br />

Art. 11. De kosten, lonen of wed<strong>de</strong>n <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> vervulling <strong>van</strong> zijn opdracht zijn ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

personen die in gebreke gebleven zijn in <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> hun functie of mandaat. Die kosten<br />

wor<strong>de</strong>n ingevor<strong>de</strong>rd, zoals inzake belastingen op <strong>de</strong> inkomsten, door <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> <strong>de</strong> directe<br />

belastingen nadat <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid het bevelschrift uitvoerbaar heeft verklaard.<br />

TITEL II. - Algemeen vernietigingstoezicht<br />

HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED<br />

- 40 -<br />

februari 2004 I.13<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 12. Alle an<strong>de</strong>re akten dan die bedoeld in artikel 16 [en 22bis] vallen on<strong>de</strong>r het algemene<br />

vernietigingstoezicht.<br />

Aldus gewijzigd bij <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> 12 februari 2004, art. 5 (B.S. 29.03.2004)<br />

HOOFDSTUK II. - DE PROCEDURE<br />

Art. 13. § 1. De Regering kan <strong>de</strong> gemeente, <strong>de</strong> provincie of <strong>de</strong> intercommunale eisen dat <strong>de</strong> akten,<br />

waar<strong>van</strong> hij <strong>de</strong> lijst bepaalt, samen met hun bewijsstukken wor<strong>de</strong>n overgemaakt.<br />

[Decr. <strong>van</strong> 12 februari 2004, art. 6 (B.S. 29.03.2004) - De Regering kan <strong>de</strong> ééngemeente of -<br />

meergemeentenpolitiezone eisen dat <strong>de</strong> akten, waar<strong>van</strong> zij <strong>de</strong> lijst bepaalt, samen met hun<br />

bewijsstukken wor<strong>de</strong>n overgemaakt.]<br />

§ 2. De Regering kan <strong>de</strong> akte geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk vernietigen, waarbij een gemeentelijke,<br />

provinciale of intercommunale overheid <strong>de</strong> <strong>wet</strong> schendt of het algemeen en gewestelijk belang<br />

schaadt.<br />

[Decr. <strong>van</strong> 12 februari 2004, art. 6 (B.S. 29.03.2004) - Zij kan <strong>de</strong> akte geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk<br />

vernietigen, waarbij een ééngemeente of -meergemeentenpolitiezone <strong>de</strong> <strong>wet</strong> schendt of het algemeen<br />

en gewestelijk belang schaadt.]<br />

De akte wordt als zodanig beschouwd als die <strong>de</strong> beginselen <strong>van</strong> behoorlijk bestuur schendt of als<br />

die tegenstrijdig is met het belang <strong>van</strong> elke hogere overheid.<br />

Aldus gewijzigd bij <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> 12 februari 2004, art. 6 (B.S. 29.03.2004)<br />

§ 3. Bij gebrek aan beslissing binnen een termijn <strong>van</strong> <strong>de</strong>rtig dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte,<br />

kan die niet meer vernietigd wor<strong>de</strong>n.<br />

HOOFDSTUK III. - HET BEROEP VAN DE GOUVERNEUR BETREFFENDE DE AKTEN VAN DE<br />

PROVINCIALE OVERHEDEN<br />

Art. 14. De gouverneur is verplicht zijn beroep in te dienen bij <strong>de</strong> Regering tegen <strong>de</strong> akte waarbij een<br />

provinciale overheid, die in <strong>de</strong>ze hoedanigheid han<strong>de</strong>lt, <strong>de</strong> <strong>wet</strong> schendt.<br />

Het beroep <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur moet binnen tien dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte wor<strong>de</strong>n<br />

ingediend en betekend aan <strong>de</strong> provinciale overheid en aan <strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong>n.<br />

Art. 15. De Regering mag, binnen <strong>de</strong>rtig dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> het beroep <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gouverneur, bovenvermel<strong>de</strong> provinciale akte geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk vernietigen wegens schending <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>wet</strong>.<br />

Bij gebrek aan beslissing binnen <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong> termijn, wordt het beroep beschouwd als<br />

afgewezen.<br />

TITEL III. - Bijzon<strong>de</strong>r goedkeuringstoezicht<br />

HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED<br />

Art. 16. § 1. De akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie die vallen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bestendige <strong>de</strong>putatie, betreffen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> voorwerpen :<br />

1. <strong>de</strong> gemeentelijke begroting, <strong>de</strong> begroting <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentebedrijven, <strong>de</strong> budgettaire wijzigingen en<br />

<strong>de</strong> overdrachten <strong>van</strong> uitgavenkredieten;<br />

2. <strong>de</strong> personeelsformatie en <strong>de</strong> administratieve en gel<strong>de</strong>lijke statuten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke<br />

ambtenaren, met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> bepalingen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het gesubsidieer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijzend<br />

personeel en <strong>de</strong> pensioenregeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke ambtenaren;<br />

3. <strong>de</strong> regelingen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> gemeentelijke belastingen;<br />

4. <strong>de</strong> herschikking <strong>van</strong> <strong>de</strong> aangegane leningen;<br />

5. <strong>de</strong> leningswaarborgen;<br />

- 41 -<br />

februari 2004 I.13<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


6. <strong>de</strong> jaarrekeningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente en <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentebedrijven;<br />

7. het beroep op gemeentelijke bedrijven, <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> autonome gemeentebedrijven en <strong>de</strong><br />

overdracht <strong>van</strong> het beheer aan een publiek- of privaatrechtelijke vereniging of vennootschap;<br />

8. <strong>de</strong> <strong>de</strong>elneming aan een publiek- of privaatrechtelijke vereniging of vennootschap die <strong>de</strong><br />

gemeentelijke financiën kan verbin<strong>de</strong>n.<br />

§ 2. De akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciale overhe<strong>de</strong>n <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> voorwerpen wor<strong>de</strong>n ter<br />

goedkeuring aan <strong>de</strong> Regering voorgelegd :<br />

1. <strong>de</strong> provinciale begroting, <strong>de</strong> begroting <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciale bedrijven, <strong>de</strong> budgettaire wijzigingen en<br />

<strong>de</strong> overdrachten <strong>van</strong> uitgavenkredieten;<br />

2. <strong>de</strong> personeelsformatie en <strong>de</strong> administratieve en gel<strong>de</strong>lijke statuten <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciale ambtenaren,<br />

met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> bepalingen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het gesubsidieer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijzend personeel en <strong>de</strong><br />

pensioenregeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciale ambtenaren;<br />

3. <strong>de</strong> regelingen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> provinciale belastingen;<br />

4. <strong>de</strong> herschikking <strong>van</strong> <strong>de</strong> aangegane leningen;<br />

5. <strong>de</strong> leningswaarborgen;<br />

6. het beroep op provinciale bedrijven, <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> autonome provinciebedrijven en <strong>de</strong><br />

overdracht <strong>van</strong> het beheer aan een publiek- of privaatrechtelijke vereniging of vennootschap;<br />

7. <strong>de</strong> <strong>de</strong>elneming aan een publiek- of privaatrechtelijke vereniging of vennootschap die <strong>de</strong><br />

provinciale financiën kan verbin<strong>de</strong>n.<br />

§ 3. De akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> organen <strong>van</strong> <strong>de</strong> intercommunalen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> voorwerpen<br />

wor<strong>de</strong>n ter goedkeuring aan <strong>de</strong> Regering voorgelegd :<br />

1. <strong>de</strong> statuten <strong>van</strong> <strong>de</strong> intercommunale en hun wijzigingen;<br />

2. <strong>de</strong> jaarrekeningen;<br />

3. <strong>de</strong> samenstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad <strong>van</strong> bestuur en <strong>van</strong> zijn eventuele organen alsook <strong>van</strong> het college<br />

<strong>van</strong> commissarissen;<br />

4. <strong>de</strong> algemene bepalingen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het personeel;<br />

5. <strong>de</strong> herschikkingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> aangegane leningen;<br />

6. <strong>de</strong> leningswaarborgen.<br />

§ 4. Wat betreft <strong>de</strong> akten bedoeld in § 1, 1° tot 5°, in § 2, 1° tot 5° en in § 3, 1°, 4° tot 6°, mag <strong>de</strong><br />

goedkeuring geweigerd wor<strong>de</strong>n als die <strong>de</strong> <strong>wet</strong> schen<strong>de</strong>n of het algemeen en gewestelijk belang<br />

scha<strong>de</strong>n.<br />

De akten wor<strong>de</strong>n als zodanig beschouwd als <strong>de</strong> beginselen <strong>van</strong> behoorlijk bestuur schen<strong>de</strong>n of als<br />

ze tegenstrijdig zijn met het belang <strong>van</strong> elke hogere overheid.<br />

Wat betreft <strong>de</strong> akten bedoeld in § 1, 6° tot 8°, in § 2, 6° en 7°, en in § 3, 2° en 3°, mag <strong>de</strong><br />

goedkeuring alleen wegens schending <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> geweigerd wor<strong>de</strong>n.<br />

HOOFDSTUK II. - DE PROCEDURE<br />

Art. 17. § 1. De in artikel 16, § 1, bedoel<strong>de</strong> akten wor<strong>de</strong>n, samen met hun bewijsstukken, binnen<br />

vijftien dagen <strong>van</strong>af hun goedkeuring aan <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie overgemaakt.<br />

De in artikel 16, § 1, 1° tot 3° bedoel<strong>de</strong> akten wor<strong>de</strong>n gelijktijdig aan <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie en<br />

aan <strong>de</strong> Regering overgemaakt.<br />

§ 2. De in artikel 16, §§ 2 en 3 bedoel<strong>de</strong> akten wor<strong>de</strong>n, samen met hun bewijsstukken,<br />

overgemaakt aan <strong>de</strong> Regering binnen vijftien dagen <strong>van</strong>af hun goedkeuring.<br />

- 42 -<br />

februari 2004 I.13<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


§ 3. De bestendige <strong>de</strong>putatie of <strong>de</strong> Regering, naargelang het geval, mag geheel of ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

akte die hun goedkeuring behoeft, al dan niet goedkeuren.<br />

Wat betreft <strong>de</strong> akten bedoeld in artikel 16, § 1, 1°, en § 2, 1°, mogen <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

overhe<strong>de</strong>n ont<strong>van</strong>gstenvooruitzichten en uitgavenposten inschrijven; ze mogen die vermin<strong>de</strong>ren,<br />

verhogen of afschaffen en materiële vergissingen verbeteren.<br />

§ 4. De bestendige <strong>de</strong>putatie of <strong>de</strong> Regering, naargelang het geval, neemt haar beslissing binnen<br />

<strong>de</strong>rtig dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte en <strong>van</strong> haar bewijsstukken.<br />

De termijn waarbinnen <strong>de</strong> rekeningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten en intercommunales moeten vastgesteld<br />

wor<strong>de</strong>n, bedraagt echter 100 dagen voor die <strong>van</strong> 1998, 70 voor 1999, 50 voor 2000 en 30 voor 2001.<br />

De bestendige <strong>de</strong>putatie of <strong>de</strong> Regering, naargelang het geval, mag <strong>de</strong> termijn verlengen die haar<br />

gesteld is om haar bevoegdheid uit te oefenen met een maximale duur die gelijk is aan <strong>de</strong> helft <strong>van</strong><br />

die termijn.<br />

Bij gebrek aan beslissing binnen <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> termijn is <strong>de</strong> akte uitvoerbaar on<strong>de</strong>r voorbehoud <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> hoofdstuk III.<br />

HOOFDSTUK III. - BIJZONDERE REGELS BETREFFENDE DE AKTEN VAN DE GEMEENTELIJKE<br />

OVERHEDEN<br />

Af<strong>de</strong>ling 1. - Het beroep <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur<br />

Art. 18. § 1. De gouverneur moet een beroep indienen bij <strong>de</strong> Regering wanneer<br />

1° <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie <strong>de</strong> <strong>wet</strong> schendt door één <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel 16, § 1 bedoel<strong>de</strong> beslissingen al<br />

dan niet goed te keuren binnen 10 dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> bekendmaking <strong>van</strong> dit besluit;<br />

2° <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie zich niet heeft uitgesproken over één <strong>van</strong> <strong>de</strong> beslissingen die <strong>de</strong> <strong>wet</strong><br />

schendt, op <strong>de</strong> vervaldag <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel 17, § 4 bedoel<strong>de</strong> termijn, binnen tien dagen na die<br />

vervaldag.<br />

Kennis <strong>van</strong> dit beroep wordt gegeven aan <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie en aan <strong>de</strong> gemeente binnen <strong>de</strong><br />

in het eerste lid vastgestel<strong>de</strong> termijn.<br />

§ 2. Het beroep <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur schorst <strong>de</strong> beslissing die <strong>de</strong> goedkeuring behoeft.<br />

§ 3. De Regering mag geheel of ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte al dan niet goedkeuren binnen <strong>de</strong>rtig dagen<br />

<strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> het beroep.<br />

Bij gebrek aan beslissing in <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> termijn wordt het beroep beschouwd als afgewezen.<br />

Af<strong>de</strong>ling 2. - Het beroep <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke overheid<br />

Art. 19. § 1. De gemeenteraad of het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente<br />

waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> akte het voorwerp is geweest <strong>van</strong> een besluit waarbij die werd geweigerd of ge<strong>de</strong>eltelijk<br />

goedgekeurd, mag een beroep indienen bij <strong>de</strong> Regering binnen tien dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> het<br />

besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie. Kennis <strong>van</strong> het beroep wordt uiterlijk op <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

beroepstermijn gegeven aan <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie en, in voorkomend geval, aan <strong>de</strong><br />

belanghebben<strong>de</strong>n.<br />

§ 2. De Regering mag geheel of ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte al dan niet goedkeuren binnen <strong>de</strong>rtig dagen<br />

<strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> het beroep.<br />

Bij gebrek aan beslissing in <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> termijn wordt het beroep beschouwd als afgewezen.<br />

Af<strong>de</strong>ling 3. - Het beroep <strong>van</strong> het gemeentelijk personeel<br />

Art. 20. Elk personeelslid dat het voorwerp is geweest <strong>van</strong> een beslissing waarbij hij werd afgezet en<br />

die <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid niet heeft vernietigd, mag daar een beroep tegen indienen bij <strong>de</strong><br />

Regering. Het personeelslid dat het voorwerp is <strong>van</strong> een beslissing waarbij hij wordt afgezet, wordt<br />

onmid<strong>de</strong>llijk in kennis gesteld <strong>van</strong> <strong>de</strong> datum waarop kennis <strong>van</strong> die gemeentelijke beslissing gegeven<br />

wordt aan <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid, alsook <strong>van</strong> het gebrek aan vernietiging, door die overheid,<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> beslissing.<br />

- 43 -<br />

februari 2004 I.13<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Het beroep moet uitgeoefend wor<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong>rtig dagen na het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> vernietigingstermijn.<br />

Het personeelslid geeft <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid, alsook <strong>de</strong> gemeentelijke overheid, uiterlijk op<br />

<strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> beroepstermijn, kennis <strong>van</strong> zijn beroep.<br />

Af<strong>de</strong>ling 4. - Het recht <strong>van</strong> <strong>de</strong> regering om <strong>de</strong> zaak aan zich te trekken<br />

Art. 21. Wat betreft <strong>de</strong> in artikel 16, § 1, 1° tot 3°, bedoel<strong>de</strong> akten, mag <strong>de</strong> Regering zich het recht<br />

voorbehou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eindbeslissing te nemen en stelt <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie en <strong>de</strong> gemeentelijke<br />

overheid daar<strong>van</strong> in kennis binnen 20 dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> bovenvermel<strong>de</strong> akten.<br />

Art. 22. Als <strong>de</strong> Regering zich het recht heeft voorbehou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eindbeslissing te nemen,<br />

overeenkomstig artikel 21, geeft zij kennis <strong>van</strong> haar beslissing binnen 20 dagen na het verstrijken <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> termijn waarover <strong>de</strong> gemeentelijke overheid beschikt om het in <strong>de</strong> eerste af<strong>de</strong>ling bedoel<strong>de</strong> beroep<br />

in te dienen.<br />

[Decreet <strong>van</strong> 12 februari 2004, art. 7 (B.S. 29.03.2004) - TITEL IIIbis - Bijzon<strong>de</strong>r<br />

goedkeuringstoezicht op <strong>de</strong> eengemeente- en meergemeentenpolitiezones]<br />

HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED<br />

Art. 22bis. § 1. De akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneoverhe<strong>de</strong>n die vallen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur,<br />

betreffen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> voorwerpen :<br />

1. <strong>de</strong> zonebegroting en <strong>de</strong> budgettaire wijzigingen;<br />

2. <strong>de</strong> personeelsformatie voor het operationeel personeel en <strong>de</strong> personeelsformatie voor het<br />

administratief en logistiek personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> politiezone;<br />

3. <strong>de</strong> jaarrekeningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones.<br />

§ 2. Wat betreft <strong>de</strong> akten bedoeld in § 1, 1° en 2°, mag <strong>de</strong> goedkeuring geweigerd wor<strong>de</strong>n als die<br />

<strong>de</strong> <strong>wet</strong> schen<strong>de</strong>n of het algemeen en gewestelijk belang scha<strong>de</strong>n.<br />

De akten wor<strong>de</strong>n als zodanig beschouwd als <strong>de</strong> beginselen <strong>van</strong> behoorlijk bestuur schen<strong>de</strong>n of als<br />

ze strijdig zijn met het belang <strong>van</strong> elke hogere overheid.<br />

Wat betreft <strong>de</strong> akten bedoeld in § 1, 3°, mag <strong>de</strong> goedkeuring alleen wegens schending <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong><br />

geweigerd wor<strong>de</strong>n.<br />

HOOFDSTUK II. - DE PROCEDURE<br />

Art. 22ter. § 1. De in artikel 22bis, § 1, bedoel<strong>de</strong> akten wor<strong>de</strong>n, samen met hun bewijsstukken, binnen<br />

vijftien dagen <strong>van</strong>af hun goedkeuring aan <strong>de</strong> gouverneur of aan <strong>de</strong> regering overgemaakt.<br />

De in artikel 22bis, § 1, 1° en 2° bedoel<strong>de</strong> akten wor<strong>de</strong>n gelijktijdig aan <strong>de</strong> gouverneur en aan <strong>de</strong><br />

Regering overgemaakt.<br />

§ 2. De gouverneur mag, naargelang het geval, geheel of ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte die zijn<br />

goedkeuring behoeft, al dan niet goedkeuren.<br />

§ 3. Wat betreft <strong>de</strong> akten bedoeld in artikel 22bis, § 1, 1° en 2°, neemt <strong>de</strong> gouverneur zijn<br />

beslissing binnen <strong>de</strong>rtig dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte en <strong>van</strong> haar bewijsstukken.<br />

§ 4. Wat betreft <strong>de</strong> akten bedoeld in artikel 22bis, § 1, 3°, neemt <strong>de</strong> gouverneur zijn beslissing<br />

binnen tweehon<strong>de</strong>rd dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte en <strong>van</strong> haar bewijsstukken.<br />

§ 5. Wat betreft <strong>de</strong> §§ 3 en 4 en bij gebrek aan beslissing binnen <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> termijn is <strong>de</strong> akte<br />

uitvoerbaar.<br />

HOOFDSTUK III. - BIJZONDERE REGELS BETREFFENDE DE AKTEN VAN DE<br />

ZONEOVERHEDEN<br />

Af<strong>de</strong>ling 1. - Het beroep <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneoverheid<br />

- 44 -<br />

februari 2004 I.13<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 22quater. § 1. De gemeenteraad of het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

ééngemeentezone of <strong>de</strong> politieraad of het politiecollege <strong>van</strong> <strong>de</strong> meergemeentenzone, waar<strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

akte het voorwerp is geweest <strong>van</strong> een besluit waarbij die werd geweigerd of ge<strong>de</strong>eltelijk goedgekeurd,<br />

mag een beroep indienen bij <strong>de</strong> Regering binnen tien dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gouverneur.<br />

§ 2. De Regering mag geheel of ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> akte al dan niet goedkeuren binnen <strong>de</strong>rtig dagen<br />

<strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> het beroep.<br />

Bij gebrek aan beslissing in <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> termijn wordt het beroep beschouwd als afgewezen.<br />

Af<strong>de</strong>ling 2. - Het recht <strong>van</strong> <strong>de</strong> regering om <strong>de</strong> zaak aan zich te trekken<br />

Art. 22quinquies. Wat betreft <strong>de</strong> in artikel 22bis, § 1, 1° en 2°, bedoel<strong>de</strong> akten, mag <strong>de</strong> Regering zich<br />

het recht voorbehou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eindbeslissing te nemen en stelt <strong>de</strong> gouverneur en <strong>de</strong> zoneoverheid<br />

daar<strong>van</strong> in kennis binnen 20 dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> bovenvermel<strong>de</strong> akten.<br />

Art. 22sexies. Als <strong>de</strong> Regering zich het recht heeft voorbehou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eindbeslissing te nemen,<br />

overeenkomstig artikel 22quinquies, geeft zij kennis <strong>van</strong> haar beslissing binnen 20 dagen na het<br />

verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> termijn waarover <strong>de</strong> zoneoverheid beschikt om het in <strong>de</strong> eerste af<strong>de</strong>ling bedoel<strong>de</strong><br />

beroep in te dienen.]<br />

TITEL IV. - Het jaarverslag<br />

Art. 23. De Regering richt het Waals Parlement een jaarverslag <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> het<br />

toezicht, uiterlijk op <strong>31</strong> maart volgend op het boekjaar waarop het betrekking heeft.<br />

Het jaarverslag bevat statistische gegevens <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> het toezicht door <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n, alsook een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtspraak in <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> het boekjaar.<br />

TITEL V. - Opheffings- en slotbepalingen<br />

Art. 24. Het <strong>de</strong>creet <strong>van</strong> 20 juli 1989 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> het toezicht op <strong>de</strong> gemeenten, <strong>de</strong><br />

provincies en op <strong>de</strong> intercommunales <strong>van</strong> het Waalse Gewest, wordt opgeheven.<br />

Art. 25. De beraadslagingen, besluiten, beslissingen en akten die <strong>de</strong> in artikel 1 bedoel<strong>de</strong> gemeenten,<br />

provincies en intercommunalen genomen hebben vóór <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> voorliggend <strong>de</strong>creet,<br />

blijven vallen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> door artikel 24 opgeheven bepalingen.<br />

Art. 26. De Regering neemt <strong>de</strong> nodige maatregelen voor <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> voorliggend <strong>de</strong>creet.<br />

Art. 27. (De Regering) 1 treedt in werking één maand nadat het in het Belgisch Staatsblad is<br />

bekendgemaakt.<br />

1<br />

“De regering treedt in werking…” moet zijn: “Dit <strong>de</strong>creet treedt in werking…”, maar staat zo gepubliceerd in het<br />

Staatsblad.<br />

- 45 -<br />

februari 2004 I.13<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


OMZENDBRIEF VAN 1 AUGUSTUS 2001 BETREFFENDE HET AMBT VAN<br />

VEILIGHEIDSSCHEPEN. (B.S. 21.08.2001)<br />

Aan Mevrouw en <strong>de</strong> Heren Provinciegouverneurs;<br />

Aan Mevrouw <strong>de</strong> Gouverneur <strong>van</strong> het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.<br />

Ter informatie :<br />

Aan <strong>de</strong> Dames en Heren Bestendig afgevaardig<strong>de</strong>n;<br />

Aan <strong>de</strong> Dames en Heren Arrondissementscommissarissen;<br />

Aan <strong>de</strong> Dames en Heren Burgemeesters en Schepenen;<br />

Mevrouw, Mijnheer <strong>de</strong> Gouverneur,<br />

Se<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> laatste verkiezingen wordt het begrip veiligheidsschepen in een aantal Colleges <strong>van</strong><br />

Burgemeester en Schepenen gehanteerd.<br />

Ik meen dat het nuttig is uw aandacht te vestigen op <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentebesturen<br />

ter zake en op <strong>de</strong> hieromtrent gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>wet</strong>sbepalingen.<br />

Inleiding<br />

Ingevolge <strong>de</strong> bestuursakkoor<strong>de</strong>n gesloten in enkele gemeenten na <strong>de</strong> verkiezingen <strong>van</strong> 8 oktober<br />

2000, werd voorzien in <strong>de</strong> aanduiding <strong>van</strong> een schepen die bevoegd werd verklaard voor <strong>de</strong><br />

veiligheid.<br />

On<strong>de</strong>r veiligheid dient dan telkens <strong>de</strong> politionele en niet politionele veiligheid te wor<strong>de</strong>n verstaan<br />

zoals bedoeld in <strong>de</strong> <strong>wet</strong>geving op <strong>de</strong> politie en op het vlak <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid.<br />

Het betreft hier een volledig fe<strong>de</strong>raal georganiseer<strong>de</strong> materie, waarbij op lokaal, arrondissementeel<br />

en provinciaal niveau <strong>de</strong> aansturing gebeurt door een overheid, die niet beschouwd wordt als een<br />

gemeentelijk of provinciaal orgaan, doch als een vertegenwoordiger <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale overheid, in<br />

toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> functionele splitsing. De creatie op gemeentelijk niveau <strong>van</strong> een schepenambt<br />

bevoegd voor <strong>de</strong> veiligheid is niet contra- legem maar mag geenszins voor gevolg hebben dat <strong>de</strong><br />

fe<strong>de</strong>rale instanties niet meer <strong>de</strong> mogelijkheid zou<strong>de</strong>n hebben een coherent en krachtdadig beleid<br />

inzake veiligheid te <strong>de</strong>finiëren en uit te voeren.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste zeven maan<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeentelijke legislatuur heb ik dienen vast te<br />

stellen dat <strong>de</strong> wijze waarop dit schepenambt wordt ge<strong>de</strong>finieerd en <strong>de</strong> taakver<strong>de</strong>ling burgemeester-<br />

schepen in <strong>de</strong> praktijk wordt omgezet, reeds aanleiding heeft gegeven tot verwarring, disfuncties en<br />

tot het geven <strong>van</strong> verkeer<strong>de</strong> signalen aan <strong>de</strong> burger.<br />

Ik meen dan ook dat, ondanks <strong>de</strong> gemeentelijke autonomie inzake het afsluiten <strong>van</strong> akkoor<strong>de</strong>n tot<br />

aanstelling <strong>van</strong> een veiligheidsschepen, het noodzakelijk is dat wordt ingegrepen, daar het volledig<br />

onaanvaardbaar is dat <strong>de</strong> veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking op enigerlei wijze in gevaar wordt gebracht door<br />

het bestaan <strong>van</strong> ondui<strong>de</strong>lijkheid op het vlak <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> bedoel<strong>de</strong><br />

veiligheidstaken.<br />

1. De opdrachten <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester inzake bestuurlijke politie.<br />

De burgemeester is, zoals <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken, <strong>de</strong> provinciegouverneur en <strong>de</strong><br />

arrondissementscommissaris belast met een opdracht <strong>van</strong> bestuurlijke politie. Deze overhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

bestuurlijke politie hebben <strong>de</strong> bevoegdheid om <strong>de</strong> openbare or<strong>de</strong> in <strong>de</strong> meest ruime zin te handhaven.<br />

Op het niveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente is <strong>de</strong> burgemeester echter <strong>de</strong> eerste verantwoor<strong>de</strong>lijke voor <strong>de</strong><br />

correcte uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten inzake bestuurlijke politie, nl. het toezien op <strong>de</strong> naleving <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>wet</strong>ten en politieveror<strong>de</strong>ningen, <strong>de</strong> handhaving <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare or<strong>de</strong>, <strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong> personen<br />

en goe<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> hulpverlening aan al wie in gevaar verkeert.<br />

De bevoegdhe<strong>de</strong>n inzake bestuurlijke politie, kunnen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in drie categorieën :<br />

een veror<strong>de</strong>nen<strong>de</strong> bevoegdheid (artikel 134 <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong> waarbij <strong>de</strong> burgemeester<br />

zich tij<strong>de</strong>lijk in <strong>de</strong> plaatst stelt <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad), een uitvoeringsbevoegdheid (artikel 133, twee<strong>de</strong><br />

lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong>) en een opeisingsrecht (artikel 43 en 109 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 7 <strong><strong>de</strong>cember</strong><br />

1998).<br />

Uit hoof<strong>de</strong> <strong>van</strong> artikel 133, twee<strong>de</strong> lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong> kan <strong>de</strong> uitvoeringsbevoegdheid<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester on<strong>de</strong>r zijn verantwoor<strong>de</strong>lijkheid geheel of ten <strong>de</strong>le wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>legeerd aan één<br />

<strong>van</strong> zijn schepenen.<br />

- 46 -<br />

I.14<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Dit artikel wordt niet opgeheven door <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 7 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1998 tot organisatie <strong>van</strong> een<br />

geïntegreer<strong>de</strong> politiedienst, gestructureerd op twee niveaus waardoor <strong>de</strong> <strong>de</strong>legatiemogelijkheid<br />

overeenkomstig artikel 133, twee<strong>de</strong> lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong> blijft voortbestaan. De hierboven<br />

vermel<strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 7 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1998 brengt wel volgen<strong>de</strong> beperking aan : het lidmaatschap <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

burgemeester in het politiecollege is niet vatbaar voor <strong>de</strong>legatie (1). Enkel <strong>de</strong> plaatsver<strong>van</strong>ging<br />

overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 14 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Nieuwe Gemeente<strong>wet</strong> is mogelijk.<br />

De <strong>de</strong>legatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> veror<strong>de</strong>nen<strong>de</strong> bevoegdheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester is niet uitdrukkelijk door <strong>de</strong><br />

<strong>wet</strong> voorzien en is bijgevolg niet toegelaten. Deze bevoegdhe<strong>de</strong>n zijn hem door <strong>de</strong> <strong>wet</strong> intuitu<br />

personae toegekend, dus in zijn functie <strong>van</strong> burgemeester, ambt waarin hij bij koninklijk besluit werd<br />

aangesteld. Deze veror<strong>de</strong>nen<strong>de</strong> politiebevoegdhe<strong>de</strong>n komen dus <strong>de</strong> burgemeester in persoon toe (zie<br />

ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r punt 5)<br />

Slechts in geval <strong>van</strong> ontstentenis of verhin<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester, kunnen <strong>de</strong>ze<br />

politiebevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>wet</strong>telijk uitgeoefend wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> eerstgekozen schepen of <strong>de</strong> schepen aan<br />

wie <strong>de</strong> burgemeester in dit specifiek geval <strong>van</strong> verhin<strong>de</strong>ring, zijn bevoegdheid heeft overgedragen<br />

(artikel 14 NGW).<br />

2. Kan een bestuursakkoord een taakver<strong>de</strong>ling voorzien inzake <strong>de</strong> veiligheidsopdrachten <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> burgemeester ?<br />

Zoals hierboven werd gesteld, bezit <strong>de</strong> burgemeester op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> functionele splitsingstheorie,<br />

zowel bevoegdhe<strong>de</strong>n in het algemeen belang, als bevoegdhe<strong>de</strong>n in het gemeentelijk belang. Hij is<br />

m.a.w. niet enkel vertegenwoordiger <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke macht, doch eveneens <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale<br />

macht.<br />

Deze laatste hoedanigheid vindt voornamelijk zijn toepassing in artikel 133 <strong>van</strong> <strong>de</strong> NGW.<br />

In zijn hoedanigheid <strong>van</strong> vertegenwoordiger <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale macht - hierbij abstractie makend <strong>van</strong><br />

zijn politionele bevoegdhe<strong>de</strong>n - voert <strong>de</strong> burgemeester in toepassing <strong>van</strong> art. 133, al. 1 NGW, <strong>de</strong><br />

<strong>wet</strong>ten, <strong>de</strong>creten, ordonnanties en algemene, gewestelijke of gemeenschapsbesluiten uit.<br />

Meer in het bijzon<strong>de</strong>r voert <strong>de</strong> burgemeester binnen het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> zijn bestuurlijke politietaken in<br />

uitvoering <strong>van</strong> art. 133, al. 2 NGW, <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten, <strong>de</strong>creten, ordonnanties en politieveror<strong>de</strong>ningen uit. De<br />

hoedanigheid <strong>van</strong> burgemeester is in dat geval <strong>de</strong>ze <strong>van</strong> <strong>de</strong> vertegenwoordiger <strong>van</strong> <strong>de</strong> publieke<br />

overheid die het <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> reglement uitvaardigt.<br />

Te meer verdui<strong>de</strong>lijkt art. 133, al. 3 <strong>de</strong> hoedanigheid <strong>van</strong> burgemeester inzake bestuurlijke politie<br />

op het grondgebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente. Deze bepaling, ingevoegd bij <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 3 april 1997, stelt<br />

in<strong>de</strong>rdaad dat op dit vlak <strong>de</strong> burgemeester in regel <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijke overheid is.<br />

Zoals <strong>de</strong> voorberei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n het laten uitschijnen, gaat <strong>de</strong> bepaling uit <strong>van</strong> het feit dat<br />

<strong>de</strong> burgemeester <strong>de</strong> sleutelfiguur <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke veiligheidspolitiek is.<br />

In tegenstelling tot het gestel<strong>de</strong> in het advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State naar aanleiding <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

invoering <strong>van</strong> dit artikel, heeft dit artikel niet tot gevolg dat <strong>de</strong> burgemeester "het enige hoofd" <strong>van</strong> dat<br />

gemeentelijk veiligheidsbeleid wordt.<br />

Tenein<strong>de</strong> elke dubbelzinnigheid weg te werken, werd <strong>de</strong> oorspronkelijke tekst aangevuld om<br />

uitdrukkelijk <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n terzake <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke instellingen in herinnering te<br />

brengen. (Kamer, 1996-1997, stuk 870/1, blz. 4)<br />

In<strong>de</strong>rdaad wordt bij art. 133bis NGW aan <strong>de</strong> burgemeester een zeer uitgebrei<strong>de</strong> informatieplicht<br />

opgelegd ten overstaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad. Daar waar thans politiera<strong>de</strong>n zijn opgericht, wordt door<br />

<strong>de</strong>ze ra<strong>de</strong>n het informatierecht overgenomen. Het is immers bij uitstek dit orgaan dat een centrale rol<br />

te spelen heeft in het streven naar een daadwerkelijk gemeenschapsgericht veiligheidsbeleid. Het is<br />

<strong>de</strong> burgemeester die daarbij <strong>de</strong> eerste verantwoor<strong>de</strong>lijke is en <strong>de</strong> gemeenteraad/politieraad wordt<br />

nadien ingelicht.<br />

Met betrekking tot het instellen <strong>van</strong> een schepen bevoegd voor <strong>de</strong> veiligheid dient - wat betreft het<br />

luik politie - een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen <strong>de</strong> mono- en pluricommunale politiezones.<br />

Een <strong>de</strong>rgelijk on<strong>de</strong>rscheid dient niet gemaakt voor <strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

veiligheidsdiensten, meer in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> brandweer en <strong>de</strong> centra <strong>van</strong> het eenvormig<br />

omroepstelsel (100) waar dus <strong>de</strong> regeling zoals beschreven voor <strong>de</strong> monocommunale politiezones<br />

geldig blijft.<br />

2.1. Monocommunale politiezones<br />

In een monocommunale politiezone (art. 9, 2e alinea en art. 11 W.G.P.) wordt door <strong>de</strong> <strong>wet</strong> op <strong>de</strong><br />

Geïntegreer<strong>de</strong> Politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, niets gewijzigd aan <strong>de</strong> huidige politieke<br />

bevoegdheidsver<strong>de</strong>ling inzake politie.<br />

- 47 -<br />

I.14<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Het creëren door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een bestuursakkoord binnen <strong>de</strong> gemeente <strong>van</strong> een schepen bevoegd<br />

voor <strong>de</strong> veiligheid, betekent evenwel enerzijds dat <strong>de</strong> burgemeester <strong>van</strong>af <strong>de</strong> conceptie <strong>van</strong> het beleid<br />

een reflectie met het college inbouwt. Dit kan gel<strong>de</strong>n voor het gehele veiligheidsbeleid, zowel als voor<br />

een <strong>de</strong>el er<strong>van</strong>, of zelfs voor in <strong>de</strong> tijd beperkte projecten. De uitgebreidheid <strong>van</strong> dit collegiaal overleg<br />

wordt bepaald door <strong>de</strong> letter en <strong>de</strong> geest <strong>van</strong> het bestuursakkoord dat het ambt <strong>van</strong> een schepen<br />

bevoegd voor <strong>de</strong> veiligheid creëert Hierbij moet men evenwel het principe indachtig blijven dat het<br />

College in beginsel geen politionele bevoegdheid bezit.<br />

Een bestuursakkoord is hoewel geen officiële daad, wel <strong>de</strong> vertaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> wil <strong>van</strong> en een<br />

overeenkomst tussen <strong>de</strong> personen en lijsten die een meer<strong>de</strong>rheid zullen vormen binnen een<br />

rechtstreeks verkozen orgaan (art. 162 Grond<strong>wet</strong>), instantie die door het rechtstreeks karakter <strong>van</strong><br />

haar verkiezing <strong>de</strong> emanatie is <strong>van</strong> het principe dat alle macht uitgaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> Natie (art. 33 Grond<strong>wet</strong>).<br />

De burgemeester, voorzitter <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad, wordt nagenoeg steeds voorgedragen door een<br />

meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> hen die op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> lijst ston<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> kandidaat-burgemeester (art. 13 NGW) en<br />

die voordracht moet tevens berusten op elementen die doen geloven dat er een meer<strong>de</strong>rheid binnen<br />

<strong>de</strong> gemeenteraad bestaat die expliciet of impliciet <strong>de</strong>ze voordracht steunt (Circulaire <strong>van</strong> 26 juli 2000<br />

(Belgisch Staatsblad, <strong>31</strong> augustus 2000) me<strong>de</strong> op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State, 26 juni 1984, nr.<br />

24.496, arrest Dewalque).<br />

Dus zelfs <strong>de</strong> vertegenwoordigingstaak ten behoeve <strong>van</strong> het fe<strong>de</strong>rale bestuur in <strong>de</strong> gemeente wordt<br />

gelegitimeerd door een toepassing <strong>van</strong> art. 33 Grond<strong>wet</strong>.<br />

Het is dus dui<strong>de</strong>lijk dat het bestuursakkoord naar <strong>de</strong> taakver<strong>de</strong>ling toe ook voor <strong>de</strong> burgemeester-<br />

zelfs in <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> zijn fe<strong>de</strong>rale opdrachten - een dwingend karakter heeft, voor zover dit<br />

akkoord geen <strong>wet</strong>telijke bepalingen schendt.<br />

De taakver<strong>de</strong>ling is niets meer dan een bestuursmaatregel <strong>van</strong> interne or<strong>de</strong> die erop gericht is <strong>de</strong><br />

opdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester inzake veiligheid te on<strong>de</strong>rwerpen aan een <strong>de</strong>mocratisch overleg.<br />

Zij houdt evenwel geen overdracht in, en mag ook geen overdracht inhou<strong>de</strong>n, <strong>van</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n<br />

die bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> aan <strong>de</strong> burgemeester wer<strong>de</strong>n toegekend, noch verleent zij <strong>de</strong> betrokken schepen enige<br />

persoonlijke macht over <strong>de</strong> aangelegenhe<strong>de</strong>n die hem wer<strong>de</strong>n toevertrouwd.<br />

Wanneer dus wordt besloten tot het instellen <strong>van</strong> een schepen bevoegd voor <strong>de</strong> veiligheid voor<br />

een geheel of een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> of voor projecten in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze materie, betekent dit dat <strong>de</strong><br />

schepen <strong>de</strong> opdracht krijgt of betrokken wordt bij <strong>de</strong> voorbereiding en het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>s<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> dossiers. Te dien ein<strong>de</strong> is het hem toegestaan op eigen initiatief bijkomen<strong>de</strong><br />

opzoekingen of bevragingen te doen, leemten in <strong>de</strong> dossiers aan te vullen en advies uit te brengen bij<br />

het college over <strong>de</strong> door hem on<strong>de</strong>rzochte zaken. Daarbij is het hem toegestaan om in samenspraak<br />

met <strong>de</strong> burgemeester die wat betreft <strong>de</strong> politie <strong>de</strong> gezagshoedanigheid blijft behou<strong>de</strong>n, een feitelijke<br />

controle uit te oefenen op <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentediensten die ressorteren binnen zijn<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheidssfeer.<br />

2.2. Pluricommunale politiezones<br />

In <strong>de</strong>ze zones is <strong>de</strong> situatie volledig an<strong>de</strong>rs. In toepassing <strong>van</strong> art. 9, al. 2, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet <strong>van</strong> 7<br />

<strong><strong>de</strong>cember</strong> 1998 bezit <strong>de</strong> pluricommunale politiezone rechtspersoonlijkheid. In <strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> zone zijn<br />

<strong>de</strong> organen (zijn<strong>de</strong> <strong>de</strong> politieraad en het politiecollege, die <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n uitoefenen <strong>van</strong><br />

respectievelijk <strong>de</strong> gemeente en het College <strong>van</strong> burgemeester en schepenen inzake <strong>de</strong> organisatie<br />

<strong>van</strong> beheer voor het lokaal politiekorps) op autonome wijze samengesteld overeenkomstig <strong>de</strong> regels<br />

vastgelegd bij Wet <strong>van</strong> 7 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1998. Het spreekt <strong>van</strong>zelf dat een bestuursakkoord binnen één<br />

gemeente hier<strong>van</strong> geenszins kan afwijken door een taakver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester met een<br />

daartoe bevoegd te maken schepen.<br />

Het politiecollege sluit <strong>de</strong> functie <strong>van</strong> <strong>de</strong> veiligheidsschepen uit. Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> eigen<br />

bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester, wat betreft <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestuurlijke politie op het<br />

grondgebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken gemeente (art. 42, 2e alinea). Hier kan dus geen veiligheidsschepen<br />

wor<strong>de</strong>n belast met <strong>de</strong> taken <strong>van</strong> politionele veiligheid.<br />

Een <strong>de</strong>rgelijke schepen zou enkel als expert kunnen wor<strong>de</strong>n toegevoegd aan <strong>de</strong> zonale<br />

veiligheidsraad, hoewel hier vooral werd gedacht aan technische experten (bijvoorbeeld <strong>de</strong><br />

gerechtelijke directeur-coördinator) en niet aan politieke vertegenwoordigers. Kortom voor <strong>de</strong><br />

pluricommunale politiezones is het volledig af te ra<strong>de</strong>n een schepen aan te dui<strong>de</strong>n bevoegd voor <strong>de</strong><br />

politionele veiligheid.<br />

- 48 -<br />

I.14<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


2.3. De brandweerdiensten en centra voor het eenvormig oproepstelsel<br />

Ongeacht het feit of <strong>de</strong> gemeente zelf een brandweerdienst organiseert, en al dan niet is<br />

toegetre<strong>de</strong>n tot een hulpverleningszone, is het haar verplichting rampen en plagen, zoals brand,<br />

epi<strong>de</strong>mieën en epizoötieën te voorkomen en <strong>de</strong> nodige hulp te verstrekken om ze te doen ophou<strong>de</strong>n<br />

(art. 135, 5° <strong>van</strong> <strong>de</strong> NGW).<br />

Gezien <strong>de</strong> ruime interpretatie die aan het begrip "politiebevoegdhe<strong>de</strong>n" gegeven wordt, kan<br />

wor<strong>de</strong>n aangenomen dat <strong>de</strong> opdrachten inzake brandpreventie en brandbestrijding on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

toepassing vallen <strong>van</strong> art. 138, § 2 <strong>van</strong> <strong>de</strong> NGW en ingevolge <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> art 133 alinea 2<br />

ge<strong>de</strong>legeerd kunnen wor<strong>de</strong>n aan een schepen.<br />

Wat geldt voor <strong>de</strong> monocommunale politiezones geldt eveneens voor <strong>de</strong> gewestelijke groepen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> brandweer en <strong>de</strong> hulpverleningszones <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweer. Deze laatste bezitten thans evenmin<br />

rechtspersoonlijkheid en <strong>de</strong> organen er<strong>van</strong>, in het bijzon<strong>de</strong>r het "beheerscomité" hebben geen an<strong>de</strong>re<br />

bevoegdhe<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong>ze die hen toegewezen wor<strong>de</strong>n door het koninklijk besluit <strong>van</strong> 19 april 1999, nl.<br />

het opstellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> samenwerkingsovereenkomst <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone, <strong>de</strong> evaluatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> toepassing er<strong>van</strong><br />

en het opstellen <strong>van</strong> zijn eigen huishou<strong>de</strong>lijk reglement.<br />

Het staat aldus elke gemeente vrij in het bestuursakkoord een luik civiele veiligheid te voorzien en<br />

bepaal<strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n toe te wijzen aan <strong>de</strong> veiligheidsschepen, met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

opgesomd on<strong>de</strong>r punt 5 (cfr. Infra).<br />

Voor <strong>de</strong> centra <strong>van</strong> het eenvormig oproepstelsel is <strong>de</strong> zaak dui<strong>de</strong>lijk; artikel 3 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 juli<br />

1964 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> dringen<strong>de</strong> geneeskundige hulpverlening stelt dat <strong>de</strong> gemeenten die aangeduid<br />

wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Koning moeten instaan voor <strong>de</strong> geregel<strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze centra. In art 2, § 2, <strong>van</strong><br />

het koninklijk besluit <strong>van</strong> 2 april 1965 wordt bepaald dat het College <strong>van</strong> Burgemeester en Schepenen<br />

<strong>van</strong> die gemeenten er moeten over waken dat <strong>de</strong> aangestel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> richtlijnen uitgevaardigd door <strong>de</strong><br />

Minister <strong>van</strong> Volksgezondheid moeten opvolgen.<br />

3. De <strong>de</strong>legatie <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n aan een schepen<br />

3.1. Wettelijk principe<br />

Artikel 133, twee<strong>de</strong> lid, NGW, bepaalt dat <strong>de</strong> burgemeester "in het bijzon<strong>de</strong>r belast is met <strong>de</strong><br />

uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> politie<strong>wet</strong>ten, <strong>de</strong> politie<strong>de</strong>creten, <strong>de</strong> politieordonnanties, <strong>de</strong> politieveror<strong>de</strong>ningen en<br />

<strong>de</strong> politiebesluiten".<br />

Het bepaalt ver<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> burgemeester "on<strong>de</strong>r zijn verantwoor<strong>de</strong>lijkheid zijn bevoegdheid geheel<br />

of ten <strong>de</strong>le kan overdragen aan een <strong>van</strong> <strong>de</strong> schepenen". Het gaat hier over <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n die<br />

betrekking hebben op <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> politie<strong>wet</strong>ten, politie<strong>de</strong>creten, politieordonnanties,<br />

politieveror<strong>de</strong>ningen en politiebesluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Staat, <strong>de</strong> Gewesten, <strong>de</strong> Gemeenschappen, <strong>de</strong><br />

Gemeenschapscommissies, <strong>de</strong> provincieraad, <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincieraad en <strong>de</strong><br />

gemeentelijke politieveror<strong>de</strong>ningen.<br />

On<strong>de</strong>r uitvoering wordt verstaan <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> een algemene regel op een specifiek geval<br />

voorzien bij <strong>de</strong>ze regel. (DEMBOUR J., Les pouvoirs <strong>de</strong> police administrative générale <strong>de</strong>s autorités<br />

locales, Bruxelles, Bruylant & Liege Vaillant Carmanne, 1956, p. 170, n° 133)<br />

Als politie<strong>wet</strong>ten, politie<strong>de</strong>creten, politieordonnanties, politieveror<strong>de</strong>ningen en politiebesluiten<br />

wor<strong>de</strong>n beschouwd <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten, <strong>de</strong>creten, ordonnanties, veror<strong>de</strong>ningen en besluiten die, met het oog<br />

op het veilig stellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare veiligheid, openbare rust en openbare gezondheid - in het<br />

algemeen of in verband met een welbepaal<strong>de</strong> activiteit - <strong>de</strong> vrijheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> burger kunnen beperken.<br />

De burgemeester heeft voor <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> politie<strong>wet</strong>ten en reglementeringen, een bijna<br />

absolute <strong>de</strong>legatiebevoegdheid met als enige beperking dat hij er steeds verantwoor<strong>de</strong>lijk voor blijft.<br />

Dit betekent dat <strong>de</strong> burgemeester steeds verantwoor<strong>de</strong>lijk blijft voor <strong>de</strong> maatregelen die wor<strong>de</strong>n<br />

getroffen door <strong>de</strong> gemandateer<strong>de</strong> schepen. Alle han<strong>de</strong>lingen die wor<strong>de</strong>n gesteld door <strong>de</strong><br />

gemandateer<strong>de</strong> schepen wor<strong>de</strong>n gesteld in naam en voor rekening <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester zelf.<br />

Ver<strong>de</strong>r kan <strong>de</strong> burgemeester permanent <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong> bevoegdheid terug evoceren of<br />

subsidiair een an<strong>de</strong>re maatregel nemen dan <strong>de</strong> schepen aan wie hij <strong>de</strong> bevoegdheid overdroeg. In dat<br />

geval han<strong>de</strong>lt <strong>de</strong> burgemeester om zijn eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid niet in het gedrang te brengen.<br />

3.2. De <strong>de</strong>legatie<br />

Bij wijze <strong>van</strong> voorbeeld, haal ik volgen<strong>de</strong> gevallen aan waarbij <strong>de</strong> burgemeester zijn<br />

uitvoeringsbevoegdhe<strong>de</strong>n kan <strong>de</strong>legeren aan een schepen:<br />

a) in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> politiële veiligheid :<br />

- 49 -<br />

I.14<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


- De uitvoering <strong>van</strong> provinciale politieveror<strong>de</strong>ningen inzake <strong>de</strong> provinciale domeinen of <strong>de</strong><br />

provinciale politieveror<strong>de</strong>ningen ter bestrijding <strong>van</strong> <strong>de</strong> distels.<br />

- De uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewestelijke <strong>de</strong>creten die <strong>de</strong> toegang e.d. regelen tot <strong>de</strong> openbare domeinen,<br />

bossen, enz. (Ook <strong>de</strong> burgemeester zelf heeft hier een dui<strong>de</strong>lijke en belangrijke reglementeren<strong>de</strong><br />

bevoegdheid, bevoegdheid die hij evenwel niet kan <strong>de</strong>legeren.)<br />

- <strong>de</strong> gemeentelijke overhe<strong>de</strong>n zijn verplicht <strong>de</strong> veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> weggebruikers te waarborgen op<br />

alle wegen die over het grondgebied <strong>van</strong> hun gemeente lopen, zowel rijks- als provincie- als<br />

gemeentelijke wegen. Deze verplichting geldt ook ingeval er werken uitgevoerd wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />

wegen. Art. 78.1.1., 2e lid, <strong>van</strong> het koninklijk besluit <strong>van</strong> 1 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1975 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> algemeen<br />

reglement op <strong>de</strong> politie <strong>van</strong> het wegverkeer bepaalt dat bepaal<strong>de</strong> verkeersbor<strong>de</strong>n slechts<br />

aangebracht mogen wor<strong>de</strong>n op voorwaar<strong>de</strong> dat daartoe toelating is gegeven door <strong>de</strong><br />

burgemeester of zijn gemachtig<strong>de</strong> zo het een openbare weg betreft die geen autosnelweg is.<br />

- <strong>de</strong> ganse materie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voetbal<strong>wet</strong> (<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 21 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1998 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> veiligheid bij<br />

voetbalwedstrij<strong>de</strong>n) en haar uitvoeringsbesluiten. Zo kan <strong>de</strong> burgemeester directieven geven met<br />

betrekking tot het plaatsen <strong>van</strong> camera's en <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> een veiligheidsvi<strong>de</strong>onetwerk of<br />

<strong>de</strong>ze bevoegdheid aan een schepen overlaten. Kan hij in samenspraak met <strong>de</strong> politie <strong>de</strong><br />

prioriteiten bepalen of <strong>de</strong>ze bevoegdheid <strong>de</strong>legeren. Zich door <strong>de</strong> organisator laten voorleggen hoe<br />

hij <strong>de</strong> supporters in het stadion zal schei<strong>de</strong>n en geschei<strong>de</strong>n hou<strong>de</strong>n, of <strong>de</strong>ze bevoegdheid aan een<br />

schepen <strong>de</strong>legeren. De bevoegdheid die <strong>de</strong> burgemeester in persoon heeft om een wedstrijd te<br />

kwalificeren als "een wedstrijd met verhoogd toezicht" kan hij niet <strong>de</strong>legeren.<br />

- <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 28 mei 1956 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> ontplofbare en voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>flagratie<br />

vatbare stoffen en mengsels en <strong>de</strong> daarmee gela<strong>de</strong>n tuigen. De burgemeester kan in bepaal<strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong>n, bijvoorbeeld tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>jaarsfeesten, door <strong>de</strong> gemeentepolitie<br />

gerichte controles laten uitvoeren om <strong>de</strong> naleving <strong>van</strong> bovenstaan<strong>de</strong> <strong>wet</strong> te controleren en af te<br />

dwingen. (De bevoegdheid om conform art. 10 <strong>van</strong> die <strong>wet</strong> in geval <strong>van</strong> oproer, staking of ernstige<br />

bedreiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare or<strong>de</strong>, het bevel te geven dat <strong>de</strong> ontplofbare of voor <strong>de</strong>flagratie vatbare<br />

stoffen en <strong>de</strong> daarme<strong>de</strong> gelaten tuigen die in het bezit zijn <strong>van</strong> particulieren naar plaatsen die hij<br />

aanwijst wor<strong>de</strong>n overgebracht, kan hij in geen geval <strong>de</strong>legeren gezien <strong>de</strong> <strong>wet</strong> een <strong>de</strong>legatie niet<br />

voorzien heeft.)<br />

- uitvoering <strong>van</strong> allerlei gemeentelijke politiereglementen, zoals bijvoorbeeld <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het hou<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> manifestaties op <strong>de</strong> openbare weg, <strong>de</strong> brandveiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> voor het publiek toegankelijke<br />

plaatsen, <strong>de</strong> zin<strong>de</strong>lijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> wegen en openbare plaatsen, het verbod op verbruik <strong>van</strong><br />

alcoholische drank in sportstadia, <strong>de</strong> sluitingsuren <strong>van</strong> drankgelegenhe<strong>de</strong>n, hon<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

particulieren of <strong>de</strong> verkeersveiligheid.<br />

- De uitvoeringsbevoegdheid bedoeld in artikel 133, twee<strong>de</strong> lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong> houdt<br />

eveneens beleidson<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> taken in die essentieel zijn voor <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> het<br />

veiligheidsbeleid in het algemeen. Bij wijze <strong>van</strong> voorbeeld kan gedacht wor<strong>de</strong>n aan :<br />

- criminaliteits- en probleemanalyses;<br />

- coördinatie <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> overlegstructuren;<br />

- realisatie <strong>van</strong> het preventiebeleid;<br />

- uitstippelen <strong>van</strong> preventiecampagnes;<br />

- afsluiten <strong>van</strong> preventiecontracten;<br />

- contactname met <strong>de</strong> partners in het veiligheidsbeleid, enz.;<br />

- toezicht op het budgetbeheer <strong>van</strong> <strong>de</strong> lokale politie.<br />

- Meer bepaald kan <strong>de</strong> schepen voor veiligheid een belangrijke rol spelen in het uittekenen <strong>van</strong> een<br />

lokaal, globaal en geïntegreerd preventiebeleid in overeenstemming met het lokaal veiligheidsplan.<br />

Het uitvoeren en bewaken <strong>van</strong> een <strong>de</strong>rgelijk beleid zou eveneens een bevoegdheid <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

schepen kunnen zijn, waarbij hij bijvoorbeeld het voorzitterschap <strong>van</strong> <strong>de</strong> preventieraad zou kunnen<br />

waarnemen.<br />

b) in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> niet politiële veiligheid zou kunnen wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>legeerd:<br />

- De toestemming <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester om activiteiten <strong>van</strong> personeelscontrole te laten uitoefenen<br />

door zogenaam<strong>de</strong> vrijwilligers in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> artikel 2, § 1, 6° lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 10 april 1990 op <strong>de</strong><br />

bewakingson<strong>de</strong>rnemingen, <strong>de</strong> beveiligingson<strong>de</strong>rnemingen en <strong>de</strong> interne bewakingsdiensten;<br />

- toestemming <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester om in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> activiteiten <strong>van</strong> personeelscontrole, een<br />

oppervlakkige controle <strong>van</strong> kledij en handbagage uit te voeren, in toepassing <strong>van</strong> artikel 8, § 2, <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>wet</strong>;<br />

- 50 -<br />

I.14<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


- het recht om <strong>de</strong> sluiting te bevelen <strong>van</strong> een inrichting in toepassing <strong>van</strong> artikel 11 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong><br />

30 juli 1979 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> preventie <strong>van</strong> brand en ontploffing en <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> verplichte<br />

verzekering <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgerrechtelijke aansprakelijkheid in <strong>de</strong>rgelijke gevallen;<br />

- <strong>de</strong> machtiging om, onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> op <strong>de</strong> officieren <strong>van</strong> gerechtelijke politie rusten<strong>de</strong> plichten, <strong>de</strong><br />

inbreuken op voormel<strong>de</strong> <strong>wet</strong> op te sporen en bij wege <strong>van</strong> proces-verbaal dat bewijskrachtig is<br />

behou<strong>de</strong>ns tegenbewijs, vast te stellen;<br />

- het recht om instructies te geven aan <strong>de</strong> chef <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweerdienst <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> organisatie<br />

en <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> dienst of het recht om aan <strong>de</strong> brandweerdienst te vragen om <strong>de</strong> controle te<br />

verzekeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorgeschreven maatregelen door <strong>de</strong> reglementering inzake<br />

brandpreventie (resp. artikel 2 <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijlagen 1, 2 en 3 <strong>van</strong> het koninklijk besluit <strong>van</strong> 6 mei 1971<br />

tot bepaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke typereglementen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeentelijke brandweerdiensten en art. 22 <strong>van</strong> het koninklijk besluit <strong>van</strong> 8 november 1967<br />

hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> vre<strong>de</strong>stijd, organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke en gewestelijke<br />

brandweerdiensten en coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverlening in geval <strong>van</strong> brand);<br />

- <strong>de</strong> vertegenwoordiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester in het beheerscomité voor <strong>de</strong> hulpverleningszones<br />

(art. 12 en 13 <strong>van</strong> het koninklijk besluit <strong>van</strong> 11 november 1999 tot bepaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> modaliteiten<br />

inzake het creëren en <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverleningszones).<br />

Bij het invoeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke administratieve sancties zal een <strong>de</strong>gelijke en gecoördineer<strong>de</strong><br />

samenwerking <strong>van</strong> alle partijen noodzakelijk zijn; dit zou een bevoegdheid voor <strong>de</strong> schepen voor<br />

veiligheid kunnen zijn.<br />

Het is ook <strong>van</strong> belang dat <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong> schepen moet kunnen <strong>de</strong>elnemen aan alle<br />

voorbereidingen die hem moeten toelaten <strong>de</strong> uitvoeringsbevoegdheid uit te oefenen.<br />

Bij dit alles mag nooit uit het oog wor<strong>de</strong>n verloren dat <strong>de</strong>ze bevoegdhe<strong>de</strong>n alleen in naam <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

burgemeester wor<strong>de</strong>n uitgevoerd en on<strong>de</strong>r diens eindverantwoor<strong>de</strong>lijkheid.<br />

4. Rechtsvorm en juridische gevolgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>legatie (2)<br />

De schepen, aangewezen overeenkomstig artikel 133, twee<strong>de</strong> lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong>,<br />

kan <strong>de</strong> <strong>de</strong>legatie, die hem door <strong>de</strong> burgemeester wordt gegeven, natuurlijk weigeren. In geval <strong>van</strong><br />

weigering <strong>van</strong> <strong>de</strong> schepen, is <strong>de</strong> burgemeester gehou<strong>de</strong>n zelf toe te zien op <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

politie<strong>wet</strong>ten en <strong>de</strong> politieveror<strong>de</strong>ningen.<br />

De ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong> schepen kan, na <strong>de</strong> <strong>de</strong>legatie te hebben aanvaard, er afstand <strong>van</strong> doen. De<br />

<strong>de</strong>legatie is immers een mandaat waaraan een ein<strong>de</strong> kan wor<strong>de</strong>n gesteld door opzegging <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

mandataris.<br />

Door <strong>de</strong> uitvoeringsbevoegdheid, die hij bezit inzake bestuurlijke politie, over te dragen aan één<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> schepenen, doet <strong>de</strong> burgemeester geen afstand <strong>van</strong> zijn recht <strong>van</strong> tussenkomst. Het staat hem<br />

vrij om, elke keer als hij het geschikt acht, zijn bevoegdhe<strong>de</strong>n uit te oefenen.<br />

De nieuwe gemeente<strong>wet</strong> vermeldt niet on<strong>de</strong>r welke vormvoorwaar<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>de</strong>legatie moet<br />

gebeuren. Men kan hieruit besluiten dat een mon<strong>de</strong>linge overdracht voldoen<strong>de</strong> is. Het is evenwel<br />

wenselijk dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>legatie voorwerp uitmaakt <strong>van</strong> een geschreven protocol waarin <strong>de</strong> praktische<br />

modaliteiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>legatie zo goed als mogelijk wor<strong>de</strong>n beschreven.<br />

5. Verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester - Niet <strong>de</strong>legeerbare bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

burgemeester<br />

Zoals hiervoor reeds gezegd, kan <strong>de</strong> burgemeester enkel zijn bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>de</strong>legeren die <strong>de</strong> <strong>wet</strong><br />

uitdrukkelijk voorziet, in casu <strong>de</strong> uitvoeringsbevoegdheid. Zijn veror<strong>de</strong>nen<strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n of <strong>de</strong><br />

bevoegdhe<strong>de</strong>n die hem specifiek bij <strong>wet</strong> wer<strong>de</strong>n toegekend inzake bestuurlijke politie, die <strong>de</strong> <strong>wet</strong> hem<br />

intuitu personae toekent (cf. supra, pt. 1) kan hij dus niet <strong>de</strong>legeren.<br />

Het gaat on<strong>de</strong>r meer over <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n :<br />

- <strong>de</strong> veror<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bevoegdheid in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> artikel 134, § 1, NGW dat stelt dat "in geval <strong>van</strong><br />

oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare rust of an<strong>de</strong>re onvoorziene<br />

gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of scha<strong>de</strong> zou kunnen opleveren voor <strong>de</strong><br />

inwoners, <strong>de</strong> burgemeester politieveror<strong>de</strong>ningen kan maken, on<strong>de</strong>r verplichting om daar<strong>van</strong><br />

onverwijld aan <strong>de</strong> gemeenteraad kennis te geven (...) ";<br />

- zijn gezag over <strong>de</strong> korpschef <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentepolitie i.v.m. <strong>de</strong> leiding, <strong>de</strong> organisatie en <strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> taken <strong>van</strong> het politiekorps (art. 171 bis, 1e lid, NGW en art. 42 WGP);<br />

- zijn toezichtsbevoegdheid op <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het gemeentelijk politiekorps (art. 171bis, 3° lid, NGW);<br />

- bevoegdheid om een ver<strong>van</strong>gen<strong>de</strong> korpschef aan te stellen (art. 172bis NGW en art. 46 WGP);<br />

- 51 -<br />

I.14<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


- zijn bevoegdheid om adviezen te geven voor <strong>de</strong> kandidaten voor een benoeming <strong>van</strong> (hoofd)<br />

politiecommissaris en adjunct-politiecommissaris of om een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> kandidaat voor te dragen (art.<br />

191, 192 en 193 NGW) of het geven <strong>van</strong> adviezen voor of voordragen <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re kandidaten dan<br />

diegenen voorgesteld door <strong>de</strong> selectiecommissie voor benoemingen in <strong>de</strong> lokale politie (art. 48, 49<br />

en 53 NGW);<br />

- zijn bevoegdheid <strong>van</strong> opvor<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale politie (art. 43 WGP);<br />

- zijn gezagsbevoegdheid als zodanig over <strong>de</strong> lokale politie (art. 42 WGP) en daaruit voortvloeiend<br />

zijn bevoegdheid om algemene richtlijnen te geven aan <strong>de</strong> korpschef (bv. inzake organisatie,<br />

werking, personeel,...);<br />

- zijn bevoegdheid om tuchtmaatregelen te nemen jegens bepaal<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> lokale politie in<br />

een ééngemeentepolitiezone (<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 13 mei 1999 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> het tuchtstatuut <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

personeelsle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> politiediensten);<br />

- zijn lidmaatschap <strong>van</strong> <strong>de</strong> adviesraad voor burgemeesters (art. 8 WGP) of <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale<br />

politieraad (art. 6 WGP);<br />

- het verlenen <strong>van</strong> advies tot voorstel <strong>van</strong> in<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincies in politiezones<br />

(art. 9 WGP);<br />

- zijn lidmaatschap <strong>van</strong> het politiecollege (art. 23 WGP);<br />

- beslissingen nemen in het lokaal vijfhoeksoverleg of in <strong>de</strong> toekomstige zonale veiligheidsraad (art.<br />

35 WGP), hetgeen niet wegneemt dat <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong> schepen kan helpen bij <strong>de</strong> voorbereiding<br />

voor het zonaal veiligheidsplan of <strong>de</strong> burgemeester kan vergezellen op <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

veiligheidsraad;<br />

- goedkeuring <strong>van</strong> het zonaal veiligheidsplan (art. 37 WGP);<br />

- afnemen <strong>van</strong> <strong>de</strong> eed <strong>van</strong> <strong>de</strong> politieambtenaren (art. 59 WGP);<br />

- Verlenen <strong>van</strong> individuele afwijkingen op <strong>de</strong> verbodsbepalingen inzake beroepsonverenigbaarhe<strong>de</strong>n<br />

(art. 135 WGP);<br />

- Het opvor<strong>de</strong>ringsrecht <strong>van</strong> personen en goe<strong>de</strong>ren in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele bescherming (art. 5<br />

Wet <strong>31</strong>.12.63);<br />

- zijn bevoegdheid tot het nemen <strong>van</strong> tuchtmaatregelen jegens bepaal<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare<br />

brandweerdiensten, m.n. <strong>de</strong> terechtwijzing en <strong>de</strong> berisping <strong>van</strong> <strong>de</strong> officieren-vrijwilligers, voorstel<br />

aan <strong>de</strong> gemeenteraad tot schorsing en afdanking <strong>van</strong> alle vrijwilligers (art. 37 en 38 <strong>van</strong> het<br />

koninklijk besluit <strong>van</strong> 6 mei 1971).<br />

In dit opzicht stelt artikel 133, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong>, dat "<strong>de</strong> burgemeester <strong>de</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijke overheid is inzake <strong>de</strong> bestuurlijke politie op het grondgebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente".<br />

Er kan dus geen sprake zijn <strong>van</strong> een autonome bevoegdheid voor <strong>de</strong> schepen die belast wordt met<br />

<strong>de</strong> veiligheidsaspecten.<br />

6. Verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester<br />

Als <strong>de</strong> bestuursmeer<strong>de</strong>rheid beslist om <strong>de</strong> <strong>de</strong>legatie inzake <strong>de</strong> veiligheid toe te passen, in <strong>de</strong> zin<br />

<strong>van</strong> artikel 133, twee<strong>de</strong> lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong> blijft <strong>de</strong> burgemeester verantwoor<strong>de</strong>lijk voor<br />

<strong>de</strong> beslissingen die door <strong>de</strong> aangewezen schepen wor<strong>de</strong>n genomen. De burgemeester, evenals in dit<br />

geval <strong>de</strong> schepen, han<strong>de</strong>len als orgaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente en nemen dientengevolge <strong>de</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid hiervoor op.<br />

Ik wens er <strong>de</strong>rhalve <strong>de</strong> aandacht op te vestigen dat het <strong>van</strong> het allergrootste belang is dat <strong>de</strong><br />

burgemeester die zijn uitvoeringsbevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>de</strong>legeert aan één <strong>van</strong> <strong>de</strong> schepenen,<br />

overeenkomstig artikel 133, twee<strong>de</strong> lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong> voorafgaan<strong>de</strong>lijk dui<strong>de</strong>lijke<br />

afspraken maakt met <strong>de</strong> gemandateer<strong>de</strong> schepen opdat hij te allen tij<strong>de</strong> op <strong>de</strong> hoogte zou blijven <strong>van</strong><br />

het veiligheidsbeleid in <strong>de</strong> gemeente.<br />

De <strong>de</strong>legatie gebeurt immers on<strong>de</strong>r zijn verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en alle uitvoeringsmaatregelen<br />

gesteld door <strong>de</strong> gemandateer<strong>de</strong> zullen bijgevolg beschouwd wor<strong>de</strong>n als te zijn genomen door <strong>de</strong><br />

burgemeester zelf.<br />

Kortom, het voorzien in een schepen voor veiligheid is binnen een welomlijnd ka<strong>de</strong>r mogelijk.<br />

Wanneer <strong>de</strong>ze beslissing het gevolg is <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestuursmeer<strong>de</strong>rheid, is <strong>de</strong> burgemeester eveneens<br />

gebon<strong>de</strong>n door dit akkoord en moet er kunnen gerekend wor<strong>de</strong>n op zijn loyale constructieve<br />

me<strong>de</strong>werking.<br />

- 52 -<br />

I.14<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Ik verzoek u, Mevrouw, Mijnheer <strong>de</strong> Gouverneur, het voorgaan<strong>de</strong> te willen me<strong>de</strong><strong>de</strong>len aan <strong>de</strong><br />

burgemeesters <strong>van</strong> uw ambtsgebied en <strong>de</strong> datum, waarop <strong>de</strong>ze omzendbrief in het Belgisch<br />

Staatsblad wordt gepubliceerd, in het bestuursmemoriaal te willen vermel<strong>de</strong>n.<br />

_______<br />

Nota's<br />

(1) Zie hiertoe <strong>de</strong> discussie over artikel 23 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 7 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1998 die een geïntegreer<strong>de</strong><br />

politiedienst organiseert, gestructureerd op twee niveaus, uitleg over <strong>de</strong> motieven <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong>,<br />

Belgisch Staatsblad <strong>van</strong> 5 januari 1999. A contrario, <strong>de</strong> wil <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong>gever om <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>legatiemogelijkheid behou<strong>de</strong>n te zien blijkt eveneens uit artikel 133, alinea 2, <strong>van</strong> <strong>de</strong> NGW.<br />

(2) J. Dembour, Les pouvoirs <strong>de</strong> police administrative générale <strong>de</strong>s autorités locales, Bruylant,<br />

Bruxelles, 1956, p. 185; J.M. Leboutte, La délégation, par le bourgmestre, <strong>de</strong>s compétences qui lui<br />

sont attribuées par la loi, Le Mouvement communal, 1996, p. 150; K. Muylle et A. Serlippens, L'ordre<br />

public, Politeia, Bruxelles, 1996, p. 73; H. Stryckers en C. Maurissen, De nieuwe gemeente<strong>wet</strong> in <strong>de</strong><br />

praktijk, Van<strong>de</strong>n Broele, Brugge, 1990, p. 188/38 e.v.<br />

- 53 -<br />

I.14<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST<br />

OMZENDBRIEF VAN 24 MEI 2002. - ORDONNANTIE VAN 18 APRIL 2002 TOT WIJZIGING VAN<br />

DE ORDONNANTIE VAN 14 MEI 1998 HOUDENDE REGELING VAN HET ADMINISTRATIEF<br />

TOEZICHT OP DE GEMEENTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. (B.S.<br />

26.06.2002)<br />

Aan <strong>de</strong> burgemeesters en schepenen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten <strong>van</strong> het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest.<br />

Mevrouw,<br />

Mijne Heren,<br />

In het Belgisch Staatsblad <strong>van</strong> 8 mei 2002 verscheen <strong>de</strong> ordonnantie <strong>van</strong> 18 april 2002 tot wijziging<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> ordonnantie <strong>van</strong> 14 mei 1998 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling <strong>van</strong> het administratief toezicht op <strong>de</strong><br />

gemeenten <strong>van</strong> het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest. Een afschrift <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze ordonnantie, alsook een<br />

gecoördineer<strong>de</strong> versie <strong>van</strong> <strong>de</strong> ordonnantie <strong>van</strong> 14 mei 1998, vindt U hierbij als bijlagen.<br />

De ordonnantie <strong>van</strong> 18 april 2002 is een nieuwe stap naar een vereenvoudigd en versneld<br />

administratief toezicht.<br />

De voornaamste wijziging betreft een nieuwe inkorting <strong>van</strong> <strong>de</strong> termijnen. De basistermijn voor <strong>de</strong><br />

uitoefening <strong>van</strong> het administratief toezicht bedraagt krachtens <strong>de</strong> nieuwe ordonnantie 40 dagen. Enkel<br />

voor <strong>de</strong> goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong> rekeningen wordt een langere termijn <strong>van</strong> 80 dagen bepaald.<br />

De verlenging <strong>van</strong> <strong>de</strong> goedkeuringstermijnen werd eenvormig vastgesteld en beperkt tot 40 dagen<br />

(80 dagen voor <strong>de</strong> rekeningen).<br />

Ook <strong>de</strong> termijn voor het toezicht op <strong>de</strong> gemeenteraadsbeslissingen die opgevraagd wer<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong><br />

lijsten met <strong>de</strong> korte inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> beslissingen werd drastisch verlaagd. Indien <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

overheid een beslissing uit <strong>de</strong> lijst opvraagt, bedraagt <strong>de</strong> toezichtstermijn slechts 20 dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong><br />

ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong> beslissing in extenso.<br />

Se<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> ordonnantie <strong>van</strong> 14 mei 1998 dien<strong>de</strong>n alle toezichtsbesluiten<br />

binnen <strong>de</strong> toezichtstermijn aan <strong>de</strong> gemeente verzon<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n. Ondanks <strong>de</strong> inkorting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

termijnen blijft <strong>de</strong>ze verplichting ongewijzigd.<br />

Een an<strong>de</strong>re belangrijke wijziging, die in eerste instantie <strong>de</strong> gemeenten aanbelangt, is <strong>de</strong> wijziging<br />

<strong>van</strong> het vier<strong>de</strong> lid <strong>van</strong> artikel 9 <strong>van</strong> <strong>de</strong> ordonnantie <strong>van</strong> 14 mei 1998. Krachtens het ou<strong>de</strong> artikel 9,<br />

vier<strong>de</strong> lid, was elke geschorste akte waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtvaardiging niet aan <strong>de</strong> Regering gezon<strong>de</strong>n werd<br />

binnen <strong>de</strong> 150 dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> het schorsingsbesluit, <strong>van</strong> rechtswege nietig. Ten ein<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> rechtsonzekerheid te beperken werd ook <strong>de</strong>ze termijn teruggebracht tot 40 dagen.<br />

De inkorting <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn tot 40 dagen ontslaat <strong>de</strong> gemeenteoverhe<strong>de</strong>n niet <strong>van</strong> hun verplichting<br />

om <strong>van</strong> elk schorsingsbesluit kennis te nemen. Het passief afwachten tot het verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> termijn<br />

<strong>van</strong> 40 dagen - met als gevolg <strong>de</strong> nietigheid <strong>van</strong> het geschorste besluit - is strijdig met het behoorlijk<br />

bestuur <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente en zou nefast zijn voor <strong>de</strong> rechtszekerheid. Bij <strong>de</strong> controle <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

rekeningen zal <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid bijzon<strong>de</strong>re aandacht beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> financiële<br />

gevolgen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze akten. Aan <strong>de</strong> gemeente wordt dus met aandrang gevraagd binnen <strong>de</strong> 40 dagen<br />

<strong>de</strong> handhaving of <strong>de</strong> intrekking <strong>van</strong> een geschorste beslissing aan <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid over<br />

te maken.<br />

In dit verband wens ik <strong>de</strong> gemeenten tevens te herinneren aan <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> <strong>wet</strong>telijke regeling.<br />

Zoals reeds gesteld werd in <strong>de</strong> omzendbrief <strong>van</strong> 24 augustus 1998 (afschrift als bijlage) voorziet <strong>de</strong><br />

ordonnantie <strong>van</strong> 14 mei 1998 niet in <strong>de</strong> mogelijkheid een geschorste beslissing te wijzigen,<br />

bijvoorbeeld om ze aan te passen aan <strong>de</strong> bezwaren vermeld in het schorsingsbesluit. De<br />

gemeenteoverheid dient er zich toe te beperken <strong>de</strong> geschorste akte ofwel in te trekken, ofwel te<br />

rechtvaardigen. Indien men wenst <strong>de</strong> geschorste beslissing aan te passen aan het schorsingsbesluit,<br />

dan dient <strong>de</strong> geschorste beslissing eerst ingetrokken te wor<strong>de</strong>n, gevolgd door het nemen <strong>van</strong> een<br />

nieuwe beslissing.<br />

De nieuwe regeling is <strong>van</strong> toepassing op alle akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteoverhe<strong>de</strong>n genomen <strong>van</strong>af 18<br />

mei 2002.<br />

- 54 -<br />

I.15<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


OMZENDBRIEF VAN 20 DECEMBER 2002 BETREFFENDE DE TAKEN DIE DE PROVINCIALE<br />

OVERHEDEN VOOR DE FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN<br />

UITOEFENEN. (B.S. 23.05.2003)<br />

Uittreksels<br />

Aan Mevrouw <strong>de</strong> Provinciegouverneur,<br />

Aan Mevrouw <strong>de</strong> Gouverneur en <strong>de</strong> heer Vice-Gouverneur <strong>van</strong> het administratief arrondissement<br />

Brussel-Hoofdstad,<br />

Aan <strong>de</strong> heren Provinciegouverneurs,<br />

Aan <strong>de</strong> heer Adjunct-Gouverneur <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie Vlaams-Brabant,<br />

Aan <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putaties<br />

Aan <strong>de</strong> Voorzitters <strong>van</strong> <strong>de</strong> Provinciera<strong>de</strong>n<br />

Aan <strong>de</strong> dames en heren Arrondissementscommissarissen en Adjunct-<br />

Arrondissementscommissarissen<br />

Aan <strong>de</strong> dames en heren Burgemeester en Schepenen,<br />

Mevrouw, Mijnheer <strong>de</strong> Gouverneur, Vice-Gouverneur en Adjunct-Gouverneur,<br />

Mevrouw, Mijnheer <strong>de</strong> Voorzitter <strong>van</strong> <strong>de</strong> Provincieraad,<br />

Mevrouw, Mijnheer <strong>de</strong> bestendig afgevaardig<strong>de</strong>,<br />

Mevrouw, Mijnheer <strong>de</strong> Arrondissementscommissaris en Adjunct-Arrondissementscommissaris,<br />

Mevrouw, Mijnheer <strong>de</strong> Burgemeester,<br />

Mevrouw, Mijnheer <strong>de</strong> Schepen,<br />

Artikel 6, § 1, VIII, <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 augustus 1980 tot hervorming <strong>de</strong>r instellingen,<br />

gewijzigd door <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong>ten <strong>van</strong> 8 augustus 1988 en 16 juli 1993, is ver<strong>van</strong>gen gewor<strong>de</strong>n<br />

door artikel 4 <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 13 juli 2001 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overdracht <strong>van</strong> diverse bevoegdhe<strong>de</strong>n<br />

aan <strong>de</strong> gewesten en <strong>de</strong> gemeenschappen (Belgisch Staatsblad <strong>van</strong> 3 augustus 2001), in die zin dat<br />

<strong>de</strong> gewesten bevoegd zijn - <strong>van</strong>af 1 januari 2002 - voor <strong>de</strong> « samenstelling, organisatie, bevoegdheid<br />

en werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciale en gemeentelijke instellingen », alsook voor een aantal verwante<br />

<strong>wet</strong>gevingen.<br />

Ver<strong>de</strong>r voorziet <strong>de</strong>ze bepaling o.a. dat <strong>de</strong> provinciegouverneurs, <strong>de</strong> gouverneur en <strong>de</strong> vicegouverneur<br />

<strong>van</strong> het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, <strong>de</strong> adjunct <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie Vlaams-Brabant, <strong>de</strong> arrondissementscommissarissen en <strong>de</strong> adjunctarrondissementscommissarissen<br />

benoemd en afgezet wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> betrokken gewestregering, op<br />

eenslui<strong>de</strong>nd advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale Ministerraad.<br />

Het statuut <strong>van</strong> voormel<strong>de</strong> personen, zowel op administratief als gel<strong>de</strong>lijk vlak, valt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

bevoegdheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewestelijke overheid.<br />

Als commissaris <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale regering en krachtens <strong>de</strong> <strong>wet</strong> blijven zij uiteraard een ganse reeks<br />

<strong>van</strong> fe<strong>de</strong>rale opdrachten uitoefenen, on<strong>de</strong>rmeer voor <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>rale Overheidsdienst Binnenlandse<br />

Zaken.<br />

Het lijkt aangewezen ten behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten een beschrijven<strong>de</strong> inventaris <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze taken,<br />

alsook <strong>van</strong> <strong>de</strong> taken die <strong>de</strong> provincieraad, <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie en <strong>de</strong><br />

arrondissementscommissaris voor <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>rale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken vervullen, op te<br />

maken.<br />

Tenslotte dienen <strong>de</strong> taken <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> provinciegouverneurs toegelicht te wor<strong>de</strong>n.<br />

Hierna volgt een opsomming <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze opdrachten en taken.<br />

1. <strong>de</strong> provinciegouverneur :<br />

1.1. als commissaris <strong>van</strong> <strong>de</strong> regering.<br />

- 55 -<br />

I.16<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Lui<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> artikelen 4 en 124, twee<strong>de</strong> lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong> is <strong>de</strong> gouverneur <strong>de</strong> commissaris<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> regering en <strong>de</strong> vertegenwoordiger <strong>van</strong> <strong>de</strong> Staat in <strong>de</strong> provincie. Met toepassing <strong>van</strong> artikel 6, §<br />

1, VIII, <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 augustus 1980 tot hervorming <strong>de</strong>r instellingen, laatst ver<strong>van</strong>gen<br />

door artikel 4 <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 13 juli 2001, zijn <strong>de</strong> gewesten voortaan (met ingang <strong>van</strong> 1<br />

januari 2002), bevoegd voor <strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong>. Hierdoor wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> artikelen 4 en<br />

124, twee<strong>de</strong> lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong> geregionaliseerd.<br />

De voornoem<strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> voorziet niet uitdrukkelijk in een bepaling waaruit ondubbelzinnig<br />

zou blijken dat <strong>de</strong> provinciegouverneur niet alleen <strong>de</strong> commissaris <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>elregeringen maar ook<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale regering is.<br />

Artikel 4, laatste lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> bepaalt evenwel o.m. dat <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen,<br />

reglementen en veror<strong>de</strong>ningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincies niet in strijd mogen zijn met <strong>de</strong><br />

<strong>wet</strong>ten en <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale overheid, die in elk geval <strong>de</strong> provinciale overhe<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

uitvoering daar<strong>van</strong> en met an<strong>de</strong>re opdrachten, met inbegrip <strong>van</strong> het geven <strong>van</strong> advies, kan belasten,<br />

alsook met het op <strong>de</strong> begroting brengen <strong>van</strong> alle uitgaven die zij aan <strong>de</strong>ze overhe<strong>de</strong>n oplegt. Het is in<br />

die hoedanigheid <strong>van</strong> commissaris <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale regering dat <strong>de</strong> provinciegouverneurs <strong>de</strong><br />

hiërarchische overste blijven <strong>van</strong> het fe<strong>de</strong>raal personeel dat door <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale overheid hen ter<br />

beschikking wordt gesteld.<br />

Het is ook in die hoedanigheid <strong>van</strong> commissaris <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale regering dat <strong>de</strong><br />

provinciegouverneurs voorlopig nog tussenkomen in <strong>de</strong> tegen <strong>de</strong> burgemeesters ingedien<strong>de</strong><br />

klachtendossiers; overeenkomstig artikel 40 <strong>van</strong> voormel<strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 13 juli 2001 blijft <strong>de</strong><br />

Koning, tot ein<strong>de</strong> 2006, bevoegd om tuchtmaatregelen te nemen ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeesters;<br />

tot <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> 2006 zullen <strong>de</strong> gouverneurs <strong>de</strong>rhalve belast wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> administratieve<br />

on<strong>de</strong>rzoeken <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> tegen <strong>de</strong> burgemeesters ingedien<strong>de</strong> klachten.<br />

De veiligheid en politie en <strong>de</strong> civiele bescherming en brandweer vormen een fe<strong>de</strong>rale materie op<br />

grond <strong>van</strong> respectievelijk artikel 6, § 1, VIII, 1°, vier<strong>de</strong> streepje, en § 4, 3°, en 7°, en artikel 6, § 4, 6°,<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 augustus 1980 tot hervorming <strong>de</strong>r instellingen, zoals gewijzigd door <strong>de</strong><br />

bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong>ten <strong>van</strong> 8 augustus 1988, 16 juli 1993 en 13 juli 2001. Derhalve dient er te wor<strong>de</strong>n<br />

aangenomen dat het artikel 128 <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong>, zoals ver<strong>van</strong>gen door <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 7 <strong><strong>de</strong>cember</strong><br />

1998 alsme<strong>de</strong> het artikel 129 <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong>, in tegenstelling tot <strong>de</strong> hiervoor vermel<strong>de</strong> artikelen 4<br />

en 124, twee<strong>de</strong> lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong>, niet wer<strong>de</strong>n geregionaliseerd. In <strong>de</strong>ze materies, met name <strong>de</strong><br />

openbare or<strong>de</strong>handhaving (artikelen 128 en 129 <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong>), <strong>de</strong> rampenplanning en <strong>de</strong><br />

noodhulpverlening (<strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong> <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele bescherming) werd <strong>de</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciegouverneur ten overstaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Binnenlandse<br />

Zaken behou<strong>de</strong>n.<br />

1.2. het administratief toezicht over <strong>de</strong> gemeenten Voeren en Komen-Waasten.<br />

Het administratief toezicht over <strong>de</strong> gemeenten Voeren en Komen-Waasten wordt door <strong>de</strong><br />

gouverneurs respectievelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie Limburg en Henegouwen op het advies <strong>van</strong> het college<br />

<strong>van</strong> provinciegouverneurs uitgeoefend (artikel 7 <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 augustus 1980 tot<br />

hervorming <strong>de</strong>r instellingen, gewijzigd door <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong>ten <strong>van</strong> 8 augustus 1988, 16 juli 1993 en<br />

ver<strong>van</strong>gen door <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 13 juli 2001, en artikel 1<strong>31</strong>bis <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong>, ingevoegd door <strong>de</strong> <strong>wet</strong><br />

<strong>van</strong> 9 augustus 1988 en gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 16 juli 1993). De modaliteiten <strong>van</strong> dit administratief<br />

toezicht wor<strong>de</strong>n geregeld door het koninklijk besluit <strong>van</strong> 6 september 1988 tot vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

na<strong>de</strong>re regels voor <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> provinciegouverneurs ingesteld bij artikel 1<strong>31</strong>bis<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong>, gewijzigd bij <strong>de</strong> koninklijke besluiten <strong>van</strong> 28 juni 1994 en 9 en 25 januari 1995.<br />

…<br />

1.5. <strong>de</strong> taken inzake brandbestrijding en brandpreventie, die een fe<strong>de</strong>rale materie uitmaken (punt<br />

1.1.), omvatten :<br />

- 56 -<br />

I.16<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


- <strong>de</strong> geografische in<strong>de</strong>ling en organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweer in gewestelijke groepen (art. 10 <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong> <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming);<br />

- <strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> financiële bijdragen <strong>van</strong> groepscentra en bescherm<strong>de</strong> gemeenten (art. 10<br />

zelf<strong>de</strong> <strong>wet</strong>) en beslissing na ongunstig advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente;<br />

- het creëren <strong>van</strong> hulpverleningszones (art. 10bis zelf<strong>de</strong> <strong>wet</strong>);<br />

- bij inactiviteit <strong>van</strong> een gemeente om te voldoen aan <strong>de</strong> verplichtingen opgelegd door <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong><br />

<strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong>, kan <strong>de</strong> gouverneur een bijzon<strong>de</strong>re commissaris ter plaatse zen<strong>de</strong>n;<br />

- het optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur als beroepsinstantie inzake het reglement <strong>van</strong> optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een<br />

brandweerdienst in een an<strong>de</strong>re gemeente (art. 11 zelf<strong>de</strong> <strong>wet</strong>);<br />

- <strong>de</strong> goedkeuring <strong>van</strong> reglementen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweer (art. 13, § 2, <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong>);<br />

- <strong>de</strong> goedkeuring <strong>van</strong> beslissingen tot benoeming of bevor<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> brandweerofficieren of<br />

tuchtmaatregelen die hen betreffen (art. 13 § 4);<br />

- <strong>de</strong> goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> een vooruitgeschoven post door een gemeentegroepscentrum<br />

op het grondgebied <strong>van</strong> een an<strong>de</strong>re gemeente (art. 6 <strong>van</strong> het koninklijk besluit <strong>van</strong><br />

8 november 1967 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> vre<strong>de</strong>stijd, organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke en gewestelijke<br />

brandweerdiensten en coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverlening in geval <strong>van</strong> brand);<br />

- het voorstel tot rangschikking <strong>van</strong> een gemeente in <strong>de</strong> categorie Y (art. 12 zelf<strong>de</strong> besluit);<br />

- <strong>de</strong> opdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciegouverneur als lid <strong>van</strong> het Beheerscomité dat belast is met het<br />

opstellen <strong>van</strong> een ontwerp <strong>van</strong> hulpverleningsovereenkomst en <strong>van</strong> voorstellen inzake het<br />

algemene hulpverleningsbeleid (artikel 12 <strong>van</strong> het koninklijk besluit <strong>van</strong> 11 april 1999 tot bepaling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> modaliteiten inzake het creëren en <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverleningszones);<br />

- <strong>de</strong> opdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciegouverneur als lid <strong>van</strong> het provinciaal Coördinatiecomité, met name<br />

belast met <strong>de</strong> coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> activiteiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverleningszones <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie (artikel<br />

18 <strong>van</strong> het koninklijk besluit <strong>van</strong> 11 april 1999 tot bepaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> modaliteiten inzake het creëren<br />

en <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverleningszones);<br />

- <strong>de</strong> opdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciegouverneur om aan <strong>de</strong> Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong><br />

Bescherming een voorstel te doen over <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheidssteun voor het<br />

brandweermaterieel on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> brandweerdiensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie (artikel 18, § 3, <strong>van</strong> het<br />

koninklijk besluit <strong>van</strong> 11 april 1999 tot bepaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> modaliteiten inzake het creëren en <strong>de</strong><br />

werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverleningszones);<br />

- <strong>de</strong> opdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciegouverneur om <strong>de</strong> overeenkomsten tussen <strong>de</strong> gemeenten goed te<br />

keuren, bedoeld in artikel 20 <strong>van</strong> het koninklijk besluit <strong>van</strong> 8 november 1967 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong><br />

vre<strong>de</strong>stijd, organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> hulpverlening in geval <strong>van</strong> brand;<br />

- <strong>de</strong> opdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciegouverneur in <strong>de</strong> internationale bijstand (cf. <strong>de</strong> talrijke bilaterale<br />

overeenkomsten <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse bijstand, per provincie);<br />

- <strong>de</strong> provinciegouverneur geeft zijn advies aan <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong><br />

erkenning <strong>van</strong> een provinciaal opleidingscentrum voor <strong>de</strong> brandweer en <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> intrekking<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> erkenning (koninklijk besluit <strong>van</strong> 4 oktober 1985 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> provinciale opleidingscentra<br />

voor <strong>de</strong> brandweer).<br />

1.6. bevoegdheid tot opvor<strong>de</strong>ring - juridische basis :<br />

- artikel 5, eerste lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong> <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele bescherming;<br />

- ministerieel besluit <strong>van</strong> 2 september 1996 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> macht om in vre<strong>de</strong>stijd<br />

over te gaan tot het opvor<strong>de</strong>ren in het raam <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele bescherming;<br />

- omzendbrief <strong>van</strong> 2 september 1996 met betrekking tot <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> het opvor<strong>de</strong>ringsrecht<br />

overeenkomstig artikel 5 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong> <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele bescherming.<br />

Het opvor<strong>de</strong>ringsrecht dat voortvloeit uit artikel 5, eerste lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong><br />

<strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong>, is momenteel ge<strong>de</strong>legeerd, wat het gebied <strong>van</strong> hun respectievelijke provincie<br />

betreft, aan <strong>de</strong> provinciegouverneurs;<br />

- 57 -<br />

I.16<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


1.7. inzake <strong>de</strong> erkenning als openbare ramp - juridische basis :<br />

- <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 12 juli 1976 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het herstel <strong>van</strong> zekere scha<strong>de</strong> veroorzaakt aan private goe<strong>de</strong>ren<br />

door natuurrampen;<br />

- circulaire brief aan <strong>de</strong> provinciegouverneurs <strong>van</strong> 30 september 1997. - Toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong><br />

12 juli 1976 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het herstel <strong>van</strong> zekere scha<strong>de</strong> veroorzaakt aan private goe<strong>de</strong>ren door<br />

natuurrampen. - Nieuwe procedure;<br />

- ministeriële omzendbrief <strong>van</strong> 30 november 2001 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 12 juli<br />

1976 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het herstel <strong>van</strong> zekere scha<strong>de</strong> veroorzaakt aan private goe<strong>de</strong>ren door<br />

natuurrampen. - Nieuwe criteria voor <strong>de</strong> erkenning als openbare ramp.<br />

Wanneer een advies wordt uitgebracht door het Koninklijk Meteorologisch Instituut of het Koninklijk<br />

Observatorium <strong>van</strong> België met betrekking tot een bepaal<strong>de</strong> rampspoedige gebeurtenis, <strong>de</strong>elt <strong>de</strong><br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming, op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong> ministeriële omzendbrief<br />

<strong>van</strong> 30 november 2001, om het even of die gebeurtenis een uitzon<strong>de</strong>rlijk karakter of een<br />

onvoorzienbare intensiteit vertoont, dit advies me<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> gouverneurs <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincies die<br />

getroffen zijn door <strong>de</strong> gebeurtenis. De gouverneurs wor<strong>de</strong>n dan uitgenodigd, via on<strong>de</strong>rzoek bij <strong>de</strong><br />

burgemeesters om een dossier, dat <strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> <strong>de</strong> getroffen gemeenten <strong>van</strong> hun provincie, evenals<br />

een raming <strong>van</strong> het globaal bedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> veroorzaakt aan private goe<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> hun<br />

provincie en het totaal aantal aanvragen voor scha<strong>de</strong>vergoeding, me<strong>de</strong> te <strong>de</strong>len.<br />

De aanvragen tot scha<strong>de</strong>vergoeding moeten wor<strong>de</strong>n gericht aan <strong>de</strong> provinciegouverneur, die ook<br />

het on<strong>de</strong>rzoek verzekert.<br />

In het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek :<br />

- gebeurt <strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> op tegenspraak tussen een <strong>de</strong>skundige aangewezen door<br />

<strong>de</strong> gouverneur en <strong>de</strong> getroffene;<br />

- neemt <strong>de</strong> gouverneur een beslissing inzake <strong>de</strong> vergoeding <strong>van</strong> <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> aanvrager;<br />

- wordt <strong>de</strong> beslissing door <strong>de</strong> gouverneur gelijktijdig aan <strong>de</strong> betrokkene en aan <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>rale<br />

Overheidsdienst Binnenlandse Zaken betekend.<br />

De FOD Binnenlandse Zaken geeft opdracht aan <strong>de</strong> Nationale Kas voor Rampenscha<strong>de</strong> om <strong>de</strong><br />

scha<strong>de</strong>vergoeding aan <strong>de</strong> getroffene uit te betalen (krachtens het koninklijk besluit <strong>van</strong> 14 januari<br />

2002 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>rale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken is <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>rale<br />

Overheidsdienst Binnenlandse Zaken bevoegd zowel voor <strong>de</strong> erkenning <strong>van</strong> rampen als voor <strong>de</strong><br />

scha<strong>de</strong>loosstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> slachtoffers).<br />

1.8. <strong>de</strong> rampenplanning. - Coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> operaties in geval <strong>van</strong> rampen, catastrofen en<br />

scha<strong>de</strong>gevallen. - Juridische basis.<br />

- <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong> (punt 1.1);<br />

- artikelen 3 en 4 <strong>van</strong> het koninklijk besluit <strong>van</strong> 23 juni 1971 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

opdrachten <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming en coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> operaties bij rampspoedige<br />

gebeurtenissen, catastrofen en scha<strong>de</strong>gevallen;<br />

- omzendbrief <strong>van</strong> 11 juli 1990 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> nood- en interventieplannen. - Uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 21 januari 1987 inzake <strong>de</strong> risico's <strong>van</strong> zware ongevallen bij bepaal<strong>de</strong> industriële<br />

activiteiten. De rampenplannen moeten voorafgaan<strong>de</strong>lijk aan het akkoord <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong><br />

Binnenlandse Zaken wor<strong>de</strong>n voorgelegd. In functie <strong>van</strong> <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebeurtenis, <strong>de</strong><br />

geografische omschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong> of verwachte gevolgen <strong>van</strong> het gevaar en <strong>de</strong><br />

noodzakelijke hulpmid<strong>de</strong>len, kunnen er in <strong>de</strong> rampenplanning vier fasen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<br />

:<br />

- fase 1 : <strong>de</strong> aktie wordt beperkt tot en gecoördineerd op gemeentelijk niveau;<br />

- fase 2 : fase <strong>van</strong> <strong>de</strong> versterking en coördinatie op gemeentelijk niveau;<br />

- fase 3 : coördinatie door <strong>de</strong> provinciegouverneur;<br />

- fase 4 : coördinatie door <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken;<br />

- <strong>de</strong> gouverneur heeft <strong>de</strong> leiding <strong>van</strong> het provinciaal crisiscentrum;<br />

- 58 -<br />

I.16<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


- <strong>de</strong> mogelijkheid tot het treffen <strong>van</strong> bijzon<strong>de</strong>re regelingen met <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het vergelijkbaar<br />

niveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> buurlan<strong>de</strong>n in het raam <strong>van</strong> <strong>de</strong> internationale overeenkomsten inzake <strong>de</strong><br />

we<strong>de</strong>rzijdse bijstandsverlening bij ongevallen en rampen (Frans-Belgische overeenkomst <strong>van</strong><br />

21/04/1981 en Belgisch-Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>van</strong> 14/11/1984).<br />

1.8.1. « Seveso » - Juridische basis.<br />

- artikel 7, § 2, 1° en 2°, <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 21 januari 1987 inzake <strong>de</strong> risico's <strong>van</strong> zware ongevallen bij<br />

bepaal<strong>de</strong> industriële activiteiten. De <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 21 januari 1987 werd gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 26 mei<br />

2002; <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong>geven<strong>de</strong> norm geeft geen enkele opdracht aan <strong>de</strong> provinciegouverneur.<br />

- artikel 2 <strong>van</strong> het koninklijk besluit <strong>van</strong> 19 juni 1990 tot vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijze <strong>van</strong> opmaken <strong>van</strong><br />

rampenplannen voor hulpverlening;<br />

- omzendbrief <strong>van</strong> 11 juli 1990 (zie punt 1.8). De modaliteiten met betrekking tot <strong>de</strong> algemene<br />

rampenplanning blijven <strong>van</strong> toepassing voor <strong>de</strong> grote ongevallen in <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> Seveso<br />

on<strong>de</strong>rnemingen. De voornoem<strong>de</strong> omzendbrief beperkt zich niet tot het beschrijven <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

algemene rampenplannen voor noodhulpverlening, hij preciseert eveneens <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong><br />

zogenaam<strong>de</strong> Seveso rampenplannen voor noodhulpverlening, wor<strong>de</strong>n vastgesteld;<br />

- <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 22 mei 2001 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> instemming met het samenwerkingsakkoord <strong>van</strong> 21 juni 1999<br />

tussen <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>rale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> beheersing <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevaren <strong>van</strong> zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn<br />

betrokken (artikel 25, § 1, 2°, <strong>van</strong> het akkoord - Belgisch Staatsblad <strong>van</strong> 16.6.2001, Ed. 3);<br />

1.8.2. nucleaire gevaren. - Juridische basis.<br />

- Wet <strong>van</strong> 15 april 1994 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking en <strong>van</strong> het leefmilieu tegen <strong>de</strong><br />

uit ioniseren<strong>de</strong> stralingen voortspruiten<strong>de</strong> gevaren en <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor<br />

Nucleaire Controle (inwerkingstelling door koninklijk besluit <strong>van</strong> 20 juli 2001 - Belgisch Staatsblad<br />

<strong>van</strong> 30.8.2001).<br />

- Artikel 72 <strong>van</strong> het koninklijk besluit <strong>van</strong> 20 juli 2001 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> algemeen reglement op <strong>de</strong><br />

bescherming <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking, <strong>van</strong> <strong>de</strong> werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

ioniseren<strong>de</strong> stralingen;<br />

- Koninklijk besluit <strong>van</strong> 27 september 1991 tot vaststelling <strong>van</strong> het noodplan voor nucleaire risico's<br />

voor het Belgisch grondgebied. De bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciegouverneurs op het vlak <strong>van</strong><br />

het nucleaire noodplan wor<strong>de</strong>n omstandig omschreven in het « Noodplan voor Nucleaire Risico's<br />

voor het Belgisch Grondgebied » dat als bijlage is gevoegd aan het voormel<strong>de</strong> koninklijk besluit<br />

<strong>van</strong> 27 september 1991.<br />

…<br />

1.10. <strong>de</strong> provinciegouverneur brengt een advies uit inzake <strong>de</strong> toekenning <strong>van</strong> <strong>de</strong> eervolle<br />

on<strong>de</strong>rscheidingen in <strong>de</strong> nationale or<strong>de</strong>n en inzake het verlenen <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgerlijke eretekens voor<br />

dienstanciënniteit aan het personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> lokale politie en <strong>de</strong> brandweer; <strong>de</strong> provinciegouverneur<br />

brengt eveneens een advies uit bij <strong>de</strong> voorstellen die <strong>de</strong> gemeenten doen om een burgerlijk ereteken<br />

toe te kennen voor da<strong>de</strong>n <strong>van</strong> moed, zelfopoffering of menselijkheid.<br />

1.11. in het algemeen heeft <strong>de</strong> gouverneur een impliciete bevoegdheid <strong>van</strong> advies en bemid<strong>de</strong>ling bij<br />

conflicten.<br />

2. In uitvoering <strong>van</strong> artikel 92bis, § 4quater <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 augustus 1980 tot<br />

hervorming <strong>de</strong>r instellingen en <strong>van</strong> artikel 49, § 2, <strong>van</strong> het samenwerkingsakkoord <strong>van</strong> 30 mei<br />

1994, is <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

voor <strong>de</strong> gemeentearchieven <strong>van</strong> <strong>de</strong> vroegere provincie Brabant.<br />

- 59 -<br />

I.16<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


3. Ingevolge <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> artikelen 20, § 2, en 35, § 1, <strong>van</strong> <strong>de</strong> gecoördineer<strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten <strong>van</strong> 18<br />

juli 1966 op het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> talen in bestuurszaken, zorgt <strong>de</strong> provinciegouverneur voor <strong>de</strong><br />

vertaling <strong>van</strong> akten <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgerlijke stand die particulieren betreffen.<br />

4. <strong>de</strong> regeringscommissaris <strong>van</strong> het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, vicegouverneur.<br />

Toezicht op <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten en veror<strong>de</strong>ningen op het gebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> talen in<br />

bestuurszaken in <strong>de</strong> gemeenten <strong>van</strong> het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad (artikel 65<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> op 18 juli 1966 gecoördineer<strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten op het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> talen in bestuurszaken);<br />

5. <strong>de</strong> regeringscommissaris adjunct <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie Vlaams-Brabant.<br />

Toezicht op <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten en veror<strong>de</strong>ningen op het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> talen in<br />

bestuurszaken in <strong>de</strong> zes randgemeenten (artikel 65bis <strong>van</strong> <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong> gecoördineer<strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten);<br />

6. <strong>de</strong> arrondissementscommissaris<br />

Lui<strong>de</strong>ns art. 132 <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong> is er met uitzon<strong>de</strong>ring voor het administratief arrondissement<br />

Brussel-Hoofdstad, voor één of meer arrondissementen een commissaris <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale regering die<br />

<strong>de</strong> titel <strong>van</strong> <strong>de</strong> arrondissementscommissaris voert. Wat hierover evenwel in punt 1.1. inzake <strong>de</strong><br />

provinciegouverneur wordt vermeld, geldt eveneens voor <strong>de</strong> arrondissementscommissaris. Derhalve<br />

dient te wor<strong>de</strong>n aangenomen dat <strong>de</strong> artikelen 135, 139 en 139bis niet geregionaliseerd wer<strong>de</strong>n.<br />

Inzake hun fe<strong>de</strong>rale opdrachten moet volgend on<strong>de</strong>rscheid wor<strong>de</strong>n gemaakt :<br />

a) bevoegdhe<strong>de</strong>n uitgeoefend als regeringscommissaris en op basis <strong>van</strong> <strong>wet</strong>ten en veror<strong>de</strong>ningen<br />

* <strong>de</strong> zorg, on<strong>de</strong>r leiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur, voor het handhaven <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten en veror<strong>de</strong>ningen<br />

<strong>van</strong> algemeen bestuur (art. 133 <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong>)<br />

* inzage nemen <strong>van</strong> <strong>de</strong> registers <strong>van</strong> burgerlijke stand en bevolking in <strong>de</strong> gemeenten (art. 135 <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong>)<br />

* zorgen voor het handhaven en het herstel <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare or<strong>de</strong>, waartoe zij een beroep kunnen<br />

doen op <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale politie. De bepalingen <strong>van</strong> art. 128 mbt <strong>de</strong> gouverneur zijn me<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

toepassing op <strong>de</strong> arrondissementscommissarissen (art. 139 <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong>)<br />

* <strong>de</strong> mogelijkheid tot het vor<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewapen<strong>de</strong> macht in geval <strong>van</strong> woelige samenscholingen,<br />

<strong>van</strong> oproer of <strong>van</strong> gewelddadig verzet tegen <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten en <strong>de</strong> veror<strong>de</strong>ningen. De<br />

toepassing <strong>van</strong> art. 129 <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong> geldt zowel voor <strong>de</strong> gouverneur als <strong>de</strong><br />

arrondissementscommissarissen (art. 139 <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong>).<br />

* het nemen <strong>van</strong> besluiten <strong>van</strong> bestuurlijke politie om <strong>de</strong> openbare or<strong>de</strong> te handhaven en ter<br />

uitvoering <strong>van</strong> art. 139 <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong> en <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 5 januari 1934.<br />

* in hun hoedanigheid <strong>van</strong> officier <strong>van</strong> bestuurlijke politie <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> <strong>de</strong> daaraan verbon<strong>de</strong>n<br />

bevoegdhe<strong>de</strong>n (art. 4 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 augustus 1992 op het politieambt).<br />

* <strong>de</strong> coördinatieopdrachten inzake <strong>de</strong> or<strong>de</strong>handhaving (omzendbrief <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister <strong>van</strong><br />

Binnenlandse Zaken <strong>van</strong> 10 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1987).<br />

* het op <strong>de</strong> hoogte gebracht wor<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ringen die <strong>de</strong> burgemeester uitvaardigt ten<br />

aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale politie (art. 43 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 7 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1998).<br />

* het on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> geregel<strong>de</strong> dienstbetrekkingen door <strong>de</strong> directeur-coördinator <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale<br />

politie (art. 103 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 7<strong><strong>de</strong>cember</strong> 1998).<br />

* het lidmaatschap <strong>van</strong> <strong>de</strong> veiligheidscommissie bij sportwedstrij<strong>de</strong>n of sportcompetities voor auto's<br />

(koninklijk besluit <strong>van</strong> 28 november 1997).<br />

* bijzon<strong>de</strong>re opdrachten i.v.m. <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> taal<strong>wet</strong>geving (<strong>de</strong><br />

arrondissementscommissarissen of adjuncten voor Komen-Moeskroen, Voeren, Eupen-Malmedy-<br />

Sankt Vith).<br />

- 60 -<br />

I.16<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


* <strong>de</strong> officiële vertaling in <strong>de</strong> Duitse taal <strong>van</strong> <strong>wet</strong>ten, <strong>de</strong>creten, ordonnanties, besluiten en<br />

veror<strong>de</strong>ningen (adjunct- arrondissementscommissaris <strong>van</strong> Eupen-Malmedy-Sankt Vith, art. 76 en<br />

77 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1983 tot hervorming <strong>de</strong>r instellingen voor <strong>de</strong> Duitstalige<br />

Gemeenschap).<br />

b) De ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong> opdrachten door <strong>de</strong> gouverneur<br />

Krachtens art. 139bis <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong> kan <strong>de</strong> gouverneur <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong><br />

bevoegdhe<strong>de</strong>n of opdrachten die hem bij <strong>wet</strong> of veror<strong>de</strong>ning <strong>van</strong> algemeen bestuur zijn toegekend<br />

voor het grondgebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie of voor een ge<strong>de</strong>elte daar<strong>van</strong>, opdragen aan <strong>de</strong><br />

arrondissementscommissaris. Dit is on<strong>de</strong>r meer het geval op het vlak <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare or<strong>de</strong>, civiele<br />

veiligheid (noodplanning, organisatie <strong>van</strong> hulpverleningszones en brandweergewesten,<br />

crisismanagement...) criminaliteitspreventie, verkeersveiligheid, organisatie <strong>van</strong> verkiezingen,....<br />

…<br />

On<strong>de</strong>rhavige omzendbrief beperkt zich tot een opsomming <strong>van</strong> <strong>de</strong> taken die <strong>de</strong> provinciale<br />

overhe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> FOD Binnenlandse Zaken uitoefenen. Binnenkort zal ik U een omzendbrief<br />

opsturen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>raal gebleven taken die <strong>de</strong> provinciale overhe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

Fe<strong>de</strong>rale Overheidsdiensten uitoefenen.<br />

- 61 -<br />

I.16<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


WET VAN 15 MEI 2007 BETREFFENDE DE CIVIELE VEILIGHEID. (B.S. <strong>31</strong>.07.2007) en<br />

(erratum 01.10.2007)<br />

TITEL I. - Algemene bepaling<br />

Artikel 1. Deze <strong>wet</strong> regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Grond<strong>wet</strong><br />

TITEL II. - <strong>Civiele</strong> veiligheid<br />

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen<br />

Art. 2. § 1. Voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> moet begrepen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r :<br />

1° « operationele diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid » : <strong>de</strong> brandweer- en reddingsposten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hulpverleningszones, en <strong>de</strong> operationele eenhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming;<br />

2° « minister » : <strong>de</strong> minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoren en voor wat betreft<br />

<strong>de</strong> medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening, <strong>de</strong> minister tot wiens bevoegdheid<br />

Volksgezondheid behoort;<br />

3° « gouverneur » : <strong>de</strong> provinciegouverneurs met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> het<br />

administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad;<br />

4° « a<strong>de</strong>quate mid<strong>de</strong>len » : <strong>de</strong> minimale inzet <strong>van</strong> personeel en materieel nodig voor het kwaliteitsvol<br />

uitvoeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten en het garan<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> een voldoen<strong>de</strong> veiligheidsniveau <strong>van</strong> het<br />

interventiepersoneel;<br />

5° « snelste a<strong>de</strong>quate hulp » : <strong>de</strong> operationele diensten die het snelst op <strong>de</strong> plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> interventie<br />

kunnen zijn met <strong>de</strong> a<strong>de</strong>quate mid<strong>de</strong>len;<br />

6° « risicoanalyse » : <strong>de</strong> inventarisatie en evaluatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> risico's aanwezig op het grondgebied <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> zone die aangeeft wat <strong>de</strong> behoeften zijn in materieel en personeel om <strong>de</strong>ze risico's te <strong>de</strong>kken;<br />

7° « civiele maatregelen » : maatregelen <strong>van</strong> niet-politionele en niet-militaire aard;<br />

8° « brandweer- en reddingspost, hierna genoemd <strong>de</strong> post » : een operationele structuur die is<br />

voorzien <strong>van</strong> personeel en materieel <strong>van</strong> waaruit <strong>de</strong> a<strong>de</strong>quate mid<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n uitgestuurd om <strong>de</strong><br />

operationele opdrachten te verzekeren.<br />

§ 2. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken is <strong>de</strong> minister<br />

<strong>van</strong> Volksgezondheid bevoegd voor wat betreft <strong>de</strong> medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening<br />

in uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> artikelen :<br />

1° artikel 8;<br />

2° artikel 9;<br />

3° artikel 11, § 1, 2°;<br />

4° artikel 21;<br />

5° artikel 69;<br />

6° artikel 102;<br />

7° artikel 106;<br />

8° artikel 119, § 1;<br />

9° artikel 178;<br />

10° artikel 206.<br />

Art. 3. De civiele veiligheid omvat alle civiele maatregelen en mid<strong>de</strong>len nodig voor het volbrengen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> opdrachten vermeld in <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> om te allen tij<strong>de</strong> personen en hun goe<strong>de</strong>ren en leefomgeving ter<br />

hulp te komen en te beschermen.<br />

Behalve voor wat betreft <strong>de</strong> medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid georganiseerd en gestructureerd, zoals bepaald in <strong>de</strong> artikelen 4 tot<br />

6.<br />

Art. 4. De fe<strong>de</strong>rale overheid beschikt voor <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> zijn opdrachten inzake civiele veiligheid<br />

on<strong>de</strong>r meer over <strong>de</strong> operationele eenhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming, het Fe<strong>de</strong>raal<br />

Opleidingscentrum voor <strong>de</strong> hulpdiensten, het fe<strong>de</strong>raal Kenniscentrum voor <strong>de</strong> civiele veiligheid en een<br />

algemene inspectiedienst.<br />

- 62 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 5. De hulpverleningszone verzekert <strong>de</strong> oprichting en <strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> posten op haar<br />

grondgebied en vervult op autonome wijze <strong>de</strong> taken die <strong>de</strong> <strong>wet</strong> haar toewijst.<br />

De hulpverleningszone is samengesteld uit het netwerk <strong>van</strong> posten waar<strong>van</strong> het aantal en <strong>de</strong><br />

inplanting wor<strong>de</strong>n bepaald aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong> risicoanalyse.<br />

De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> inhoud en <strong>de</strong><br />

minimale voorwaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> risicoanalyse.<br />

Art. 6. De posten voeren, alleen of samen, <strong>de</strong> opdrachten uit die <strong>de</strong> <strong>wet</strong> hun toewijst rekening<br />

hou<strong>de</strong>nd met het principe <strong>van</strong> <strong>de</strong> snelste a<strong>de</strong>quate hulpverlening.<br />

De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> minimale<br />

voorwaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> snelste a<strong>de</strong>quate hulp en <strong>de</strong> a<strong>de</strong>quate mid<strong>de</strong>len.<br />

Art. 7. De grenzen <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincies, <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverleningszones of <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten vormen geen<br />

beperking voor <strong>de</strong> tussenkomst <strong>van</strong> <strong>de</strong> posten zoals voorzien in het eerste lid <strong>van</strong> artikel 6.<br />

Art. 8. De Koning stelt <strong>de</strong> inzake civiele veiligheid te nemen maatregelen vast. Hij kan on<strong>de</strong>r meer :<br />

1° een programma <strong>van</strong> maatregelen <strong>van</strong> civiele veiligheid opstellen dat moet toegepast wor<strong>de</strong>n door<br />

elke inwoner, door <strong>de</strong> openbare diensten die Hij aanduidt en door elk privaat of openbaar<br />

organisme of instelling <strong>van</strong> openbaar nut;<br />

2° <strong>de</strong> maatregelen voor <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> risico's vaststellen, met name <strong>de</strong> inventaris <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

risico's die aanwezig zijn op het nationaal grondgebied en die door <strong>de</strong> administratieve overhe<strong>de</strong>n in<br />

aanmerking kunnen genomen wor<strong>de</strong>n in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> noodplanning;<br />

3° <strong>de</strong> maatregelen vaststellen met betrekking tot inter<strong>de</strong>partementaal of multidisciplinair beheer,<br />

coördinatie of on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> gebeurtenissen of noodsituaties;<br />

4° <strong>de</strong> maatregelen vaststellen met betrekking tot <strong>de</strong> voorbereiding <strong>van</strong> inter<strong>de</strong>partementaal of<br />

multidisciplinair beheer, coördinatie of on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> gebeurtenissen of noodsituaties, hierin<br />

inbegrepen <strong>de</strong> noodplanning en <strong>de</strong> opleiding;<br />

5° <strong>de</strong> normen vaststellen inzake <strong>de</strong> bluswatervoorra<strong>de</strong>n waarover <strong>de</strong> gemeenten moeten beschikken.<br />

Art. 9. § 1. De Koning kan <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> nood- en interventieplannen, hun wijze <strong>van</strong><br />

opmaken en hun organisatorische en functionele structuur bepalen.<br />

§ 2. De Koning stelt <strong>de</strong> nood- en interventieplannen op die een antwoordstructuur organiseren<br />

voor gebeurtenissen en noodsituaties die een beheer, een coördinatie of een on<strong>de</strong>rsteuning op<br />

nationaal vlak vereisen.<br />

§ 3. In elke provincie en in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad stelt <strong>de</strong><br />

gouverneur of <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad een algemeen<br />

nood- en interventieplan op dat <strong>de</strong> algemene richtlijnen en <strong>de</strong> noodzakelijke informatie bevat om het<br />

beheer <strong>van</strong> <strong>de</strong> noodsituatie te verzorgen, hierin inbegrepen <strong>de</strong> te treffen maatregelen en <strong>de</strong><br />

organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverlening.<br />

De in het eerste lid bedoel<strong>de</strong> nood- en interventieplannen wor<strong>de</strong>n ter goedkeuring voorgelegd aan<br />

<strong>de</strong> minister.<br />

§ 4. In elke gemeente stelt <strong>de</strong> burgemeester een algemeen nood- en interventieplan op dat <strong>de</strong><br />

algemene richtlijnen en <strong>de</strong> noodzakelijke informatie bevat om het beheer <strong>van</strong> <strong>de</strong> noodsituatie te<br />

verzorgen, hierin inbegrepen <strong>de</strong> te treffen maatregelen en <strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverlening.<br />

De in het eerste lid bedoel<strong>de</strong> nood- en interventieplannen wor<strong>de</strong>n, na aanneming door <strong>de</strong><br />

gemeenteraad, ter goedkeuring voorgelegd aan <strong>de</strong> gouverneur of <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> het<br />

administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.<br />

§ 5. De algemene nood- en interventieplannen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten, <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincies en <strong>van</strong> het<br />

administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad kunnen wor<strong>de</strong>n aangevuld met bijkomen<strong>de</strong><br />

specifieke bepalingen over bijzon<strong>de</strong>re risico's. Deze bepalingen wor<strong>de</strong>n opgenomen in bijzon<strong>de</strong>re<br />

nood- en interventieplannen.<br />

De Koning kan bepalen voor welke risico's door <strong>de</strong> gemeenten, <strong>de</strong> provincies en het administratief<br />

arrondissement Brussel-Hoofdstad een bijzon<strong>de</strong>r nood- en interventieplan moet wor<strong>de</strong>n opgesteld.<br />

- 63 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 10. Provincies, gemeenten en zones kunnen verplicht wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele<br />

veiligheid beschikking te geven over terreinen, lokalen, meubilair en leveringen welke nodig zijn, hetzij<br />

voor <strong>de</strong> opleiding <strong>van</strong> het personeel <strong>van</strong> die diensten, hetzij voor <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> maatregelen<br />

<strong>van</strong> civiele veiligheid op hun grondgebied.<br />

De Koning bepaalt voor welke gevallen en on<strong>de</strong>r welke voorwaar<strong>de</strong>n een scha<strong>de</strong>vergoeding kan<br />

toegekend wor<strong>de</strong>n.<br />

HOOFDSTUK II. - Algemene opdrachten <strong>van</strong> <strong>de</strong> operationele diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid<br />

Art. 11. § 1. De algemene opdrachten <strong>van</strong> <strong>de</strong> operationele diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid zijn :<br />

1° <strong>de</strong> redding <strong>van</strong> en <strong>de</strong> bijstand aan personen in bedreigen<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> bescherming<br />

<strong>van</strong> hun goe<strong>de</strong>ren;<br />

2° <strong>de</strong> dringen<strong>de</strong> geneeskundige hulpverlening zoals bepaald in artikel 1 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 juli 1964<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> dringen<strong>de</strong> geneeskundige hulpverlening;<br />

3° <strong>de</strong> bestrijding <strong>van</strong> brand en ontploffing en hun gevolgen;<br />

4° <strong>de</strong> bestrijding <strong>van</strong> vervuiling en <strong>van</strong> het vrijkomen <strong>van</strong> gevaarlijke stoffen met inbegrip <strong>van</strong><br />

radioactieve stoffen en ioniseren<strong>de</strong> straling;<br />

5° <strong>de</strong> logistieke on<strong>de</strong>rsteuning.<br />

§ 2. Maken integraal <strong>de</strong>el uit <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten opgesomd in § 1, 1°, 3°, 5°, <strong>de</strong> proactie, <strong>de</strong><br />

preventie, <strong>de</strong> preparatie, <strong>de</strong> uitvoering en <strong>de</strong> evaluatie.<br />

In <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf, wor<strong>de</strong>n begrepen on<strong>de</strong>r :<br />

1° proactie : alle maatregelen om <strong>de</strong> risico's te inventariseren en te analyseren;<br />

2° preventie : alle maatregelen om het zich voordoen <strong>van</strong> <strong>de</strong> risico's te beperken of <strong>de</strong> gevolgen <strong>van</strong><br />

het zich voordoen te minimaliseren;<br />

3° preparatie : alle maatregelen om te garan<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong> dienst klaar is om het hoofd te bie<strong>de</strong>n aan<br />

een reëel inci<strong>de</strong>nt;<br />

4° uitvoering : alle maatregelen die genomen wor<strong>de</strong>n wanneer er zich daadwerkelijk een inci<strong>de</strong>nt<br />

voordoet;<br />

5° evaluatie : alle maatregelen om <strong>de</strong> proactie, preventie, preparatie en uitvoering te verbeteren via<br />

lessen getrokken uit het inci<strong>de</strong>nt.<br />

§ 3. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re openbare diensten, zien <strong>de</strong><br />

hulpverleningszones toe op <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> reglementering inzake <strong>de</strong> preventie <strong>van</strong> brand en<br />

ontploffing.<br />

Art. 12. De Koning bepaalt, na advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneurs en <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> het<br />

administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong><br />

Ministerraad, welke taken in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten, bedoeld in artikel 11, door <strong>de</strong> posten en<br />

welke door <strong>de</strong> operationele eenhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming uitgevoerd wor<strong>de</strong>n.<br />

De Koning kan, na advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneurs en <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> het administratief<br />

arrondissement Brussel-Hoofdstad, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, bepalen<br />

voor welke taken of in welke omstandighe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> operationele eenhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming<br />

opgeroepen wor<strong>de</strong>n of ambtshalve optre<strong>de</strong>n.<br />

Art. 13. De Koning bepaalt, na advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneurs en <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> het<br />

administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong><br />

Ministerraad, <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re regels voor <strong>de</strong> coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> operaties waarbij <strong>de</strong> operationele<br />

eenhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming samen met <strong>de</strong> posten, bedoeld in artikel 2, § 1, 8°, optre<strong>de</strong>n.<br />

- 64 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


TITEL III. - Hulpverleningszones<br />

HOOFDSTUK I. - Algemene organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverleningszones<br />

Af<strong>de</strong>ling I. - Algemene bepalingen<br />

Art. 14. Het grondgebied <strong>van</strong> het Rijk wordt ver<strong>de</strong>eld in hulpverleningszones, hierna genoemd zones.<br />

Elke provincie bevat minstens één zone.<br />

Elke gemeente maakt <strong>de</strong>el uit <strong>van</strong> één enkele zone.<br />

De Koning bepaalt, [op voorstel] <strong>van</strong> het in artikel 15 bedoel<strong>de</strong> Nationaal Raadgevend Comité <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Zones, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> territoriale afbakening <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zones.<br />

erratum 01.10.2007<br />

Art. 15. § 1. In elke provincie wordt een provinciaal raadgevend comité <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones, hierna<br />

genoemd provinciaal raadgevend comité, opgericht. Het provinciaal raadgevend comité wordt<br />

opgericht voor <strong>de</strong> duur <strong>van</strong> zijn opdracht.<br />

Het provinciaal raadgevend comité is samengesteld uit <strong>de</strong> burgemeesters <strong>van</strong> alle gemeenten <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> provincie en wordt voorgezeten door <strong>de</strong> gouverneur.<br />

Het provinciaal raadgevend comité wint het advies in <strong>van</strong> <strong>de</strong> autoriteiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

gemeenten <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie en formuleert op basis hier<strong>van</strong> een eenvormig advies aan het nationaal<br />

raadgevend comité, bedoeld in § 2.<br />

§ 2. Er wordt een nationaal raadgevend comité <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones, hierna genoemd nationaal<br />

raadgevend comité, opgericht.<br />

Het nationaal raadgevend comité wordt opgericht voor <strong>de</strong> duur <strong>van</strong> zijn opdracht.<br />

Het nationaal raadgevend comité is samengesteld uit <strong>de</strong> provinciegouverneurs, een<br />

vertegenwoordiger aangeduid door <strong>de</strong> « Union <strong>de</strong>s Villes et Communes <strong>de</strong> Wallonie » en een<br />

vertegenwoordiger aangeduid door <strong>de</strong> « Vereniging <strong>van</strong> Vlaamse Ste<strong>de</strong>n en Gemeenten » en een<br />

<strong>de</strong>legatie <strong>van</strong> het fe<strong>de</strong>raal parlement. Het wordt voorgezeten door <strong>de</strong> provinciegouverneur met <strong>de</strong><br />

grootste anciënniteit als gouverneur.<br />

Het nationaal raadgevend comité wint <strong>de</strong> adviezen in <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> provinciale<br />

raadgeven<strong>de</strong> comités inzake <strong>de</strong> territoriale afbakening <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones en formuleert op basis daar<strong>van</strong><br />

een voorstel aan <strong>de</strong> Koning.<br />

§ 3. De Koning kan na<strong>de</strong>re bepalingen inzake <strong>de</strong> samenstelling, <strong>de</strong> werking en <strong>de</strong> procedures<br />

<strong>van</strong> het nationaal raadgevend comité en <strong>de</strong> provinciale raadgeven<strong>de</strong> comités nemen.<br />

Art. 16. § 1. Bij <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>rale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt een Begeleidingscommissie<br />

voor <strong>de</strong> Hervorming <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> opgericht.<br />

§ 2. De commissie geeft advies over <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> elementen :<br />

1° <strong>de</strong> berekening <strong>van</strong> <strong>de</strong> meerkost voor <strong>de</strong> zone die het gevolg kan zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hervorming;<br />

2° <strong>de</strong> […] opdrachten die wor<strong>de</strong>n opgedragen aan <strong>de</strong> zones en hun financiële weerslag op <strong>de</strong> zone;<br />

erratum 01.10.2007<br />

3° <strong>de</strong> globale evaluatie <strong>van</strong> alle aspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> hervorming <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid op lokaal<br />

niveau. Deze evaluatie bevat on<strong>de</strong>r meer een monitoring <strong>van</strong> alle problemen op lokaal niveau die<br />

met <strong>de</strong> hervorming gepaard gaan.<br />

§ 3. De Koning bepaalt <strong>de</strong> samenstelling en <strong>de</strong> werkingsregelen <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie.<br />

Art. 17. § 1. De volgen<strong>de</strong> bepalingen zijn <strong>van</strong> toepassing op het orgaan, dat werd ingericht door het<br />

Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest, met toepassing <strong>van</strong> artikel 5 <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 12 januari<br />

1989 met betrekking tot <strong>de</strong> Brusselse Instellingen :<br />

1° artikelen 1 tot 13;<br />

- 65 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


2° artikel 17;<br />

3° artikel 70;<br />

4° artikelen 100 en 101;<br />

5° artikel 102, eerste lid, enkel voor wat betreft het operationeel personeel;<br />

6° artikel 103;<br />

7° artikel 106 voor wat betreft <strong>de</strong> algemene principes <strong>van</strong> het administratief en gel<strong>de</strong>lijk statuut <strong>van</strong><br />

toepassing op het operationeel personeel bedoeld in dit artikel;<br />

8° artikelen 107 en 108;<br />

9° artikel 119;<br />

10° artikelen 153 tot 163;<br />

11° artikelen 175 tot 201;<br />

12° artikel 224.<br />

§ 2. In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> artikelen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> termen « zone » of « hulpverleningszone »<br />

begrepen <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke dienst voor brandweer en dringen<strong>de</strong> medische hulp :<br />

1. artikel 5, eerste lid;<br />

2. artikel 11, § 3;<br />

3. artikel 101;<br />

4. artikel 106, eerste lid;<br />

5. artikelen 107 en 108;<br />

6. artikel 119;<br />

7. artikel 159;<br />

8. artikel 176;<br />

9. artikel 178;<br />

10. artikel 181;<br />

11. artikel 185;<br />

12. artikel 187;<br />

13. artikelen 189 en 190;<br />

14. artikel 192.<br />

§ 3. In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> artikelen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> termen « zone » of « hulpverleningszone »<br />

begrepen <strong>de</strong> regering <strong>van</strong> het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest :<br />

1. artikel 5, eerste lid, voor wat betreft het oprichten <strong>van</strong> posten;<br />

2. artikel 100.<br />

§ 4. In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> artikelen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> termen « zone » of « hulpverleningszone »<br />

begrepen het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest :<br />

1. artikel 5, twee<strong>de</strong> lid;<br />

2. artikel 7;<br />

3. artikel 177;<br />

4. artikel 188.<br />

Art. 18. De zone beschikt over rechtspersoonlijkheid.<br />

Art. 19. Elke zone wordt bestuurd door een zoneraad en een zonecollege, hierna genoemd raad en<br />

college.<br />

Art. 20. De raad bepaalt <strong>de</strong> plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> maatschappelijke zetel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone. Dit besluit wordt<br />

binnen <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtig dagen aan <strong>de</strong> minister overgemaakt die vervolgens <strong>de</strong> zetel <strong>van</strong> elke zone vastlegt.<br />

Art. 21. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> minimale<br />

administratieve en operationele structuren die <strong>de</strong> zone moet oprichten, inzon<strong>de</strong>rheid <strong>de</strong> structuren om<br />

gepast gevolg te geven aan <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> het agentschap bedoeld in artikel 197 <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

programma<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 9 juli 2004.<br />

- 66 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 22. Met het oog op een efficiënter beheer <strong>van</strong> haar opdrachten inzake civiele veiligheid kan <strong>de</strong><br />

zone grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> samenwerkingsverban<strong>de</strong>n tot stand brengen met elke publiekrechtelijke<br />

overheid <strong>van</strong> een aangrenzend land.<br />

Art. 23. § 1. Elke zone stelt een meerjarenbeleidsplan op, on<strong>de</strong>r meer op basis <strong>van</strong> een risicoanalyse.<br />

Dit programma wordt opgesteld voor een duur <strong>van</strong> zes jaar en is vatbaar voor veran<strong>de</strong>ringen.<br />

Het meerjarenbeleidsplan bevat een gemeentelijk en een zonaal luik met <strong>de</strong> doelstellingen inzake<br />

civiele veiligheid en <strong>de</strong> personele, materiële en financiële mid<strong>de</strong>len om <strong>de</strong>ze doelstellingen te<br />

bereiken. Het wordt goedgekeurd door <strong>de</strong> raad.<br />

De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministeraad <strong>de</strong> minimale inhoud en<br />

<strong>de</strong> structuur <strong>van</strong> het meerjarenbeleidsplan.<br />

§ 2. Het gemeentelijk luik <strong>van</strong> het meerjarenbeleidsplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan<br />

<strong>de</strong> gemeentera<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

Bij gebrek aan goedkeuring binnen <strong>de</strong> veertig dagen na het nemen <strong>van</strong> het besluit wordt <strong>de</strong><br />

gemeenteraad geacht zijn goedkeuring gegeven te hebben.<br />

In geval <strong>de</strong> gemeenteraad geen akkoord bereikt over een <strong>de</strong>el of geheel <strong>van</strong> het gemeentelijke luik<br />

<strong>van</strong> het meerjarenbeleidsplan, wordt door <strong>de</strong> gouverneur een overleg georganiseerd tussen <strong>de</strong><br />

betrokken zonale en gemeentelijke overhe<strong>de</strong>n.<br />

Als dit overleg geen akkoord teweegbrengt, beslist <strong>de</strong> gouverneur en brengt hij zon<strong>de</strong>r verwijl <strong>de</strong><br />

zonale en gemeentelijke overhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> minister op <strong>de</strong> hoogte <strong>van</strong> zijn beslissing.<br />

De raad of <strong>de</strong> gemeenteraad kan binnen <strong>de</strong> twintig dagen na <strong>de</strong> betekening <strong>van</strong> <strong>de</strong> beslissing <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gouverneur een beroep instellen bij <strong>de</strong> minister. De minister doet uitspraak binnen <strong>de</strong> veertig<br />

dagen. Bij gebrek aan een beslissing binnen <strong>de</strong> veertig dagen, wordt <strong>de</strong> beslissing <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur<br />

<strong>de</strong>finitief.<br />

§ 3. Het meerjarenbeleidsplan wordt uitgewerkt door jaarlijkse actieplannen, voorbereid door <strong>de</strong><br />

zonecommandant bedoeld in artikel 109 on<strong>de</strong>r toezicht <strong>van</strong> het college en goedgekeurd door <strong>de</strong> raad.<br />

De jaarlijkse actieplannen wor<strong>de</strong>n ter advies voorgelegd aan <strong>de</strong> gemeentera<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

Af<strong>de</strong>ling II. - De raad <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone<br />

On<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>ling I. - Algemene bepalingen<br />

Art. 24. De zone wordt bestuurd door een raad. De raad is samengesteld uit één vertegenwoordiger<br />

per gemeente. De burgemeester vertegenwoordigt <strong>de</strong> gemeente <strong>van</strong> rechtswege. Indien hij<br />

verhin<strong>de</strong>rd is, duidt hij een schepen <strong>van</strong> zijn gemeente aan om hem te ver<strong>van</strong>gen.<br />

In het geval <strong>de</strong> provincie bijdraagt in <strong>de</strong> financiering <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone zoals bedoeld in artikel 67, 3°,<br />

kan <strong>de</strong> raad beslissen <strong>de</strong> hoedanigheid <strong>van</strong> zoneraadslid toe te kennen aan een lid <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

provincieraad. De provincieraad duidt daartoe één <strong>van</strong> zijn le<strong>de</strong>n aan.<br />

Art. 25. De zonecommandant [bedoeld in artikel 109] neemt <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad<br />

met raadgeven<strong>de</strong> stem.<br />

ingevoegd bij erratum <strong>van</strong> 01.10.2007<br />

Art. 26. De raad is bevoegd voor alle aangelegenhe<strong>de</strong>n die niet uitdrukkelijk aan het college wer<strong>de</strong>n<br />

toegewezen.<br />

De raad is inzon<strong>de</strong>rheid gemachtigd te onteigenen ten algemenen nutte, zoals bedoeld in artikel<br />

61, § 1, <strong>van</strong> <strong>de</strong> programma<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 6 juli 1989.<br />

On<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>ling II. - De zoneraadsle<strong>de</strong>n<br />

Art. 27. De personeelsle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone mogen geen le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad of <strong>van</strong> het college zijn.<br />

Art. 28. Het mandaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad <strong>van</strong>gt aan <strong>de</strong> eerste werkdag <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

maand, volgend op <strong>de</strong> datum <strong>van</strong> het aantre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> verkozen gemeenteraadsle<strong>de</strong>n na een<br />

volledige vernieuwing, tenzij zij rechtsgeldig vroeger bijeengeroepen zijn of ten laatste <strong>de</strong> eerste dag<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> maand volgend op <strong>de</strong> maand waarin <strong>de</strong> uitslag <strong>van</strong> hun verkiezing <strong>de</strong>finitief is<br />

gewor<strong>de</strong>n.<br />

- 67 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


De le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad blijven hun mandaat uitoefenen tot <strong>de</strong> installatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe raad.<br />

Het lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad dat ontslag neemt, blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn ver<strong>van</strong>ger is<br />

beëdigd.<br />

De gemeenteraad kiest een ver<strong>van</strong>ger, die het mandaat voleindigt <strong>van</strong> het lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad dat<br />

hij opvolgt.<br />

Art. 29. Met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> omstandigheid bedoeld in artikel 28, leidt het verlies <strong>van</strong><br />

hoedanigheid <strong>van</strong> provincieraadslid of <strong>van</strong> lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen <strong>van</strong><br />

rechtswege tot het beëindigen <strong>van</strong> het mandaat <strong>van</strong> lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad.<br />

Art. 30. Onvermin<strong>de</strong>rd artikel 28 wordt het ontslag <strong>van</strong> een lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad schriftelijk ingediend<br />

bij <strong>de</strong> voorzitter <strong>van</strong> het college. Het ontslag wordt <strong>de</strong>finitief zodra het ter kennis gebracht is <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

raad.<br />

Art. <strong>31</strong>. Het lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad dat ou<strong>de</strong>rschapsverlof wenst te nemen, naar aanleiding <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

geboorte of <strong>de</strong> adoptie <strong>van</strong> een kind, wordt, op zijn schriftelijk verzoek, gericht aan <strong>de</strong> voorzitter <strong>van</strong><br />

het college, ver<strong>van</strong>gen voor een maximale perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> vijftien weken, ten vroegste <strong>van</strong>af <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong><br />

week voor <strong>de</strong> vermoe<strong>de</strong>lijke datum <strong>van</strong> <strong>de</strong> geboorte of <strong>van</strong> <strong>de</strong> adoptie.<br />

Het lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad dat verhin<strong>de</strong>rd is naar aanleiding <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>rschapsverlof en om zijn<br />

ver<strong>van</strong>ging verzoekt, wordt ver<strong>van</strong>gen overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> het huishou<strong>de</strong>lijk reglement<br />

bedoeld in artikel 38.<br />

Het eerste en twee<strong>de</strong> lid zijn echter slechts toepasselijk <strong>van</strong>af <strong>de</strong> eerste raadsverga<strong>de</strong>ring na die<br />

waarop het raadslid dat verhin<strong>de</strong>rd is, geïnstalleerd werd.<br />

Art. 32. Het lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad dat ingevolge een handicap niet zelfstandig zijn mandaat kan<br />

vervullen, kan zich voor <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> dit mandaat laten bijstaan door een vertrouwenspersoon,<br />

gekozen uit <strong>de</strong> zonekiezers die aan <strong>de</strong> verkiesbaarheidsvereisten voor het mandaat <strong>van</strong><br />

gemeenteraadslid voldoen, en die geen lid is <strong>van</strong> het zonepersoneel, noch <strong>van</strong> het<br />

gemeentepersoneel.<br />

De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> criteria die toelaten<br />

om op <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bepaling beroep te doen.<br />

Bij het verlenen <strong>van</strong> die bijstand krijgt <strong>de</strong> vertrouwenspersoon <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len ter beschikking<br />

en heeft hij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> verplichtingen als het lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad. […]<br />

erratum 01.10.2007<br />

Art. 33. De gemeenteraadsle<strong>de</strong>n kunnen <strong>de</strong> begroting en <strong>de</strong> rekeningen raadplegen en kunnen <strong>de</strong><br />

gebouwen en <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone bezoeken.<br />

On<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>ling III. - Verga<strong>de</strong>ringen, beraadslagingen en besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad<br />

Art. 34. De raad verga<strong>de</strong>rt zo vaak als <strong>de</strong> zaken die tot zijn bevoegdheid horen het vereisen en ten<br />

minste één keer per trimester.<br />

Art. 35. De raad wordt bijeengeroepen door het college. Wanneer één <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> raadsle<strong>de</strong>n het<br />

vraagt, is het college verplicht <strong>de</strong> raad bijeen te roepen op <strong>de</strong> aangewezen dag en het aangewezen<br />

uur.<br />

Art. 36. Behalve in spoe<strong>de</strong>isen<strong>de</strong> gevallen geschiedt <strong>de</strong> oproeping per brief, per drager aan huis, per<br />

fax of per e-mail, ten minste tien kalen<strong>de</strong>rdagen vóór <strong>de</strong> dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring; <strong>de</strong> oproeping<br />

vermeldt <strong>de</strong> agenda.<br />

De agendapunten wor<strong>de</strong>n dui<strong>de</strong>lijk omschreven.<br />

Voor elk agendapunt wor<strong>de</strong>n alle stukken die erop betrekking hebben, ter plaatse ter inzage gelegd<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad <strong>van</strong>af het verzen<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> agenda.<br />

Art. 37. De in artikel 57 bedoel<strong>de</strong> voorzitter <strong>van</strong> het college of <strong>de</strong> persoon die hem ver<strong>van</strong>gt in<br />

toepassing <strong>van</strong> het huishou<strong>de</strong>lijk reglement zoals bedoeld in artikel 38, zit <strong>de</strong> raad voor. Hij opent en<br />

sluit <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring.<br />

Art. 38. De raad stelt zijn huishou<strong>de</strong>lijk reglement vast.<br />

- 68 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 39. Plaats, dag, tijdstip en agenda <strong>van</strong> <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad wor<strong>de</strong>n ter kennis gebracht<br />

<strong>van</strong> het publiek, minstens door aanplakking aan <strong>de</strong> maatschappelijke zetel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone bedoeld in<br />

artikel 20, alsook aan <strong>de</strong> gemeentehuizen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

De pers en <strong>de</strong> belangstellen<strong>de</strong> inwoners wor<strong>de</strong>n, op hun verzoek en binnen een nuttige termijn, op<br />

<strong>de</strong> hoogte gesteld <strong>van</strong> <strong>de</strong> agenda <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad, eventueel tegen betaling <strong>van</strong> een vergoeding die niet<br />

meer mag bedragen dan <strong>de</strong> kostprijs.<br />

Het door <strong>de</strong> raad vastgestel<strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>lijk reglement kan nog an<strong>de</strong>re wijzen <strong>van</strong> bekendmaking<br />

voorzien.<br />

Art. 40. Geen akte, geen stuk <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het bestuur <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone mag aan het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad wor<strong>de</strong>n onttrokken.<br />

De le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad kunnen een afschrift verkrijgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> akten en stukken <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het<br />

bestuur <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> in het huishou<strong>de</strong>lijk reglement bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n.<br />

De raadsle<strong>de</strong>n hebben het recht aan het college schriftelijke en mon<strong>de</strong>linge vragen te stellen. Het<br />

huishou<strong>de</strong>lijk reglement bepaalt <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r dit recht wordt uitgeoefend.<br />

Art. 41. De raad kan slechts besluit nemen indien <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> zijn zittinghebben<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n<br />

aanwezig is. Indien dit quorum niet bereikt wordt, wordt een nieuwe raad bijeengeroepen binnen <strong>de</strong><br />

twintig dagen. De raad zal toch geldig kunnen beslissen, ongeacht zijn samenstelling, over <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rwerpen die een twee<strong>de</strong> keer op <strong>de</strong> agenda geplaatst wor<strong>de</strong>n.<br />

Art. 42. Het is elk lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad verbo<strong>de</strong>n :<br />

1° tegenwoordig te zijn bij <strong>de</strong> beraadslaging over zaken waarbij het een rechtstreeks belang heeft,<br />

hetzij persoonlijk, hetzij als gelastig<strong>de</strong>, voor of na zijn verkiezing, of waarbij zijn bloed- of<br />

aanverwanten tot en met <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Inzake<br />

voordrachten <strong>van</strong> kandidaten, benoemingen tot bedieningen, en tuchtvervolgingen geldt dit verbod<br />

slechts ten aanzien <strong>van</strong> bloed- of aanverwanten tot <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> graad;<br />

2° rechtstreeks of onrechtstreeks <strong>de</strong>el te nemen aan een overheidsopdracht […] voor aanneming <strong>van</strong><br />

werken, diensten of leveringen;<br />

erratum 01.10.2007<br />

3° als advocaat, notaris of zaakwaarnemer werkzaam te zijn in rechtsgedingen, tegen <strong>de</strong> zone<br />

ingesteld. Het is hem verbo<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> hoedanigheid ten behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone te pleiten, raad<br />

te geven of op te tre<strong>de</strong>n in enige betwiste zaak, hetzij hij dit kosteloos doet;<br />

4° op te tre<strong>de</strong>n als raadsman <strong>van</strong> een personeelslid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone in tuchtzaken of in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong><br />

een beroep tegen een evaluatie;<br />

5° op te tre<strong>de</strong>n als afgevaardig<strong>de</strong> of technicus <strong>van</strong> een vakbond in een on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lings- of<br />

overlegcomité <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

Art. 43. De verga<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad zijn openbaar.<br />

On<strong>de</strong>r voorbehoud <strong>van</strong> het geval bedoeld in artikel 44, kan <strong>de</strong> raad, met een twee<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanwezige le<strong>de</strong>n, in het belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare or<strong>de</strong> en op grond <strong>van</strong> ernstige<br />

bezwaren tegen <strong>de</strong> openbaarheid, echter beslissen dat <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring niet openbaar is.<br />

De verga<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad is niet openbaar wanneer het om personen gaat.<br />

Uitgezon<strong>de</strong>rd in tuchtzaken of in <strong>de</strong> door het huishou<strong>de</strong>lijk reglement vastgeleg<strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

omstandighe<strong>de</strong>n, kan <strong>de</strong> besloten verga<strong>de</strong>ring slechts plaatsvin<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> openbare verga<strong>de</strong>ring.<br />

Art. 44. Uiterlijk tien kalen<strong>de</strong>rdagen vóór <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring geduren<strong>de</strong> welke <strong>de</strong> raad dient te<br />

beraadslagen over <strong>de</strong> begroting, over een begrotingswijziging of over <strong>de</strong> rekeningen, doet het college<br />

aan elk raadslid een exemplaar toekomen <strong>van</strong> het ontwerp <strong>van</strong> begroting, <strong>van</strong> het ontwerp <strong>van</strong><br />

begrotingswijziging of <strong>van</strong> <strong>de</strong> rekeningen.<br />

Het ontwerp wordt overgezon<strong>de</strong>n zoals het zal on<strong>de</strong>rworpen wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> beraadslagingen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> raad, in <strong>de</strong> voorgeschreven vorm en vergezeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijlagen die vereist zijn voor zijn <strong>de</strong>finitieve<br />

vaststelling, met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> bewijsstukken, wat <strong>de</strong> rekeningen betreft. Het ontwerp <strong>van</strong><br />

begroting en <strong>de</strong> rekeningen zijn vergezeld <strong>van</strong> een verslag.<br />

- 69 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 45. Het verslag <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het ontwerp <strong>van</strong> begroting, bedoeld in artikel 44, <strong>de</strong>finieert het<br />

algemeen en financieel beleid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone en bevat een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> toestand <strong>van</strong> het bestuur en<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> zonezaken, alsook alle nuttige informatiegegevens.<br />

Het verslag <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> rekeningen geeft een overzicht <strong>van</strong> het beheer <strong>van</strong> <strong>de</strong> zonefinanciën<br />

geduren<strong>de</strong> het dienstjaar waarop die rekeningen betrekking hebben.<br />

Vooraleer <strong>de</strong> raad beraadslaagt, geven <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het college een toelichting bij <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong><br />

het verslag.<br />

Art. 46. Een punt dat niet op <strong>de</strong> agenda voorkomt, mag niet in bespreking wor<strong>de</strong>n gebracht, behalve<br />

in spoe<strong>de</strong>isen<strong>de</strong> gevallen. Tot spoedbehan<strong>de</strong>ling kan niet wor<strong>de</strong>n besloten dan door ten minste twee<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanwezige le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad; <strong>de</strong> namen <strong>van</strong> die le<strong>de</strong>n zullen in <strong>de</strong> notulen<br />

vermeld wor<strong>de</strong>n.<br />

Elk voorstel dat niet op <strong>de</strong> agenda voorkomt, moet uiterlijk vijf kalen<strong>de</strong>rdagen vóór <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring<br />

overhandigd wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> voorzitter; het is vergezeld <strong>van</strong> een verklaren<strong>de</strong> nota of <strong>van</strong> elk document<br />

dat <strong>de</strong> raad kan voorlichten. Van <strong>de</strong>ze mogelijkheid kan geen gebruik wor<strong>de</strong>n gemaakt door een lid<br />

<strong>van</strong> het college. De voorzitter <strong>de</strong>elt <strong>de</strong> aanvullen<strong>de</strong> agendapunten [tegelijk] mee aan <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zoneraad.<br />

erratum 01.10.2007<br />

Art. 47. De notulen wor<strong>de</strong>n ten minste zeven kalen<strong>de</strong>rdagen vóór <strong>de</strong> dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring en<br />

uiterlijk samen met <strong>de</strong> agenda ter inzage <strong>van</strong> <strong>de</strong> raadsle<strong>de</strong>n gelegd. De notulen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorige<br />

verga<strong>de</strong>ring wor<strong>de</strong>n ter goedkeuring aan <strong>de</strong> raad voorgelegd.<br />

Elk lid heeft het recht tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring opmerkingen te maken over <strong>de</strong> redactie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

notulen. Indien <strong>de</strong>ze opmerkingen wor<strong>de</strong>n aangenomen, is [<strong>de</strong> secretaris bedoeld in artikel 48] ertoe<br />

gehou<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze verga<strong>de</strong>ring of ten laatste tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring een nieuwe tekst, in<br />

overeenstemming met <strong>de</strong> beslissing <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad, voor te leggen. Indien er geen opmerkingen wor<strong>de</strong>n<br />

gemaakt vóór het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> notulen beschouwd als goedgekeurd en<br />

wor<strong>de</strong>n zij on<strong>de</strong>rtekend door <strong>de</strong> voorzitter <strong>van</strong> het college en [<strong>de</strong> secretaris].<br />

erratum 01.10.2007<br />

Art. 48. De secretaris <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad en <strong>van</strong> het college wordt aangewezen door <strong>de</strong> raad. In geval <strong>van</strong><br />

afwezigheid of verhin<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> secretaris, wijst <strong>de</strong> voorzitter een secretaris ad hoc aan.<br />

Art. 49. De secretaris is belast met :<br />

1° het voorberei<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad en <strong>van</strong> het college;<br />

2° het garan<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbaarheid <strong>van</strong> bestuur;<br />

3° het bijhou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> agenda <strong>van</strong> <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad en <strong>van</strong> het college;<br />

4° het bezorgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> beslissingen, <strong>de</strong> zonale beraadslagingen, alsook <strong>van</strong> alle nodige stukken voor<br />

<strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> het toezicht, aan <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid;<br />

5° het opstellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> notulen <strong>van</strong> <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad en <strong>van</strong> het college.<br />

De notulen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rtekend door <strong>de</strong> secretaris en <strong>de</strong> voorzitter.<br />

De notulen vermel<strong>de</strong>n alle besproken on<strong>de</strong>rwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan <strong>de</strong><br />

punten waaromtrent geen beslissing genomen werd.<br />

Art. 50. De voorzitter is belast met <strong>de</strong> handhaving <strong>van</strong> <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring; hij kan, na een<br />

voorafgaan<strong>de</strong> waarschuwing, terstond ie<strong>de</strong>r persoon uit <strong>de</strong> zaal doen verwij<strong>de</strong>ren, die openlijk tekens<br />

<strong>van</strong> goedkeuring of <strong>van</strong> afkeuring geeft of op enigerlei wijze wanor<strong>de</strong> veroorzaakt.<br />

Art. 51. Elk lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad, <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het college inbegrepen, heeft één stem.<br />

Onvermin<strong>de</strong>rd het eerste lid beschikt elk lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad voor <strong>de</strong> stemming over het opstellen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> begroting, <strong>de</strong> begrotingswijzigingen en <strong>de</strong> jaarrekeningen over een gewogen stem in<br />

verhouding tot <strong>de</strong> dotatie <strong>van</strong> zijn gemeente.<br />

De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re bepalingen<br />

inzake <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>elsleutel voor <strong>de</strong> stemmen.<br />

Art. 52. De besluiten wor<strong>de</strong>n bij volstrekte meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> stemmen genomen; bij staking <strong>van</strong><br />

stemmen is het voorstel verworpen.<br />

- 70 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 53. De raad stemt over <strong>de</strong> begroting in haar geheel en over <strong>de</strong> jaarrekeningen in hun geheel. Elk<br />

lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad kan echter <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke stemming eisen over één of meer artikelen of reeksen<br />

<strong>van</strong> artikelen die het aanwijst, indien het om <strong>de</strong> begroting gaat of over één of meer artikelen of posten<br />

die het aanwijst, indien het om <strong>de</strong> jaarrekeningen gaat. In dat geval mag over het geheel eerst<br />

gestemd wor<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> stemming over het artikel of <strong>de</strong> artikelen, reeksen <strong>van</strong> artikelen of posten die<br />

aldus zijn aangewezen.<br />

Art. 54. Behalve wanneer <strong>de</strong> <strong>wet</strong> in een geheime stemming voorziet, stemmen <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad<br />

mon<strong>de</strong>ling. Het huishou<strong>de</strong>lijk reglement kan een regeling invoeren die gelijkwaardig is met een<br />

mon<strong>de</strong>linge stemming. Alleen <strong>de</strong> benoemingen tot ambten, <strong>de</strong> in disponibiliteitsstellingen, <strong>de</strong><br />

preventieve schorsingen in het belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> dienst en <strong>de</strong> tuchtstraffen geschie<strong>de</strong>n bij geheime<br />

stemming, bij volstrekte meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> stemmen.<br />

Af<strong>de</strong>ling III. - Het College <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverleningszone<br />

Art. 55. Het college is proportioneel samengesteld uit le<strong>de</strong>n die door <strong>de</strong> raad on<strong>de</strong>r zijn le<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n<br />

gekozen.<br />

Art. 56. De zonecommandant neemt <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> het college met raadgeven<strong>de</strong><br />

stem.<br />

Art. 57. De verkiezing gebeurt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste bijeenkomst <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad bij geheime stemming<br />

en bij volstrekte meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> stemmen.<br />

De kandidaten die <strong>de</strong> meeste stemmen behaald hebben, wor<strong>de</strong>n verkozen als le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het<br />

college.<br />

Het college wijst zijn voorzitter aan.<br />

In geval <strong>van</strong> staking <strong>van</strong> stemmen wordt <strong>de</strong> voorkeur gegeven zoals hierna bepaald :<br />

1° aan <strong>de</strong> kandidaat die, op <strong>de</strong> dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> verkiezing reeds lid <strong>van</strong> het college is. Wanneer twee of<br />

meer kandidaten zich in <strong>de</strong>ze omstandighe<strong>de</strong>n bevin<strong>de</strong>n, wordt <strong>de</strong> voorkeur gegeven aan diegene<br />

die het langst zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rbreking in het college zetelt;<br />

2° aan <strong>de</strong> kandidaat die lid was <strong>van</strong> het voorafgaand college. Wanneer twee of meer kandidaten zich<br />

in <strong>de</strong>ze omstandighe<strong>de</strong>n bevin<strong>de</strong>n, wordt <strong>de</strong> voorkeur gegeven aan diegene die zijn mandaat het<br />

langst zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rbreking heeft uitgevoerd, en ingeval <strong>van</strong> gelijkheid <strong>van</strong> duur, aan <strong>de</strong> kandidaat<br />

wiens mandaat meest recent beëindigd is;<br />

3° aan <strong>de</strong> kandidaat die, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> zestig jaar bereikt te hebben, <strong>de</strong> oudste is;<br />

4° aan <strong>de</strong> jongste kandidaat wanneer alle kandidaten <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> zestig jaar bereikt hebben.<br />

Het mandaat <strong>van</strong> lid <strong>van</strong> het college loopt <strong>van</strong>af <strong>de</strong> dag na <strong>de</strong> verkiezing bedoeld in het eerste lid.<br />

In geval <strong>van</strong> afwezigheid of verhin<strong>de</strong>ring wordt het lid <strong>van</strong> het college ver<strong>van</strong>gen met toepassing<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bepalingen voorzien in het huishou<strong>de</strong>lijk reglement bedoeld in artikel 59.<br />

Art. 58. Binnen het college heeft elk lid één stem.<br />

Art. 59. Het college stelt zijn huishou<strong>de</strong>lijk reglement vast.<br />

Art. 60. Het college verga<strong>de</strong>rt op <strong>de</strong> dagen en uren door het reglement bepaald, en zo dikwijls <strong>de</strong><br />

spoedige afdoening <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaken het vereist.<br />

De verga<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> het college zijn niet openbaar. Alleen <strong>de</strong> beslissingen wor<strong>de</strong>n opgenomen in<br />

<strong>de</strong> notulen en in het register <strong>van</strong> <strong>de</strong> beraadslagingen. Alleen <strong>de</strong>ze beslissingen kunnen<br />

rechtsgevolgen hebben.<br />

De oproeping voor <strong>de</strong> buitengewone verga<strong>de</strong>ringen geschiedt schriftelijk, per drager, per fax of per<br />

e-mail, ten minste twee kalen<strong>de</strong>rdagen vóór <strong>de</strong> dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring.<br />

In spoe<strong>de</strong>isen<strong>de</strong> gevallen echter staat het aan <strong>de</strong> voorzitter <strong>van</strong> het college vrij dag en uur <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

verga<strong>de</strong>ring vast te stellen.<br />

Art. 61. Het college kan enkel geldig beraadslagen als <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> zijn le<strong>de</strong>n aanwezig is.<br />

De besluiten <strong>van</strong> het college wor<strong>de</strong>n bij meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> stemmen genomen.<br />

- 71 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Bij staking <strong>van</strong> stemmen verdaagt het college <strong>de</strong> zaak tot een volgen<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring. Indien <strong>de</strong><br />

meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> het college vóór <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling <strong>de</strong> zaak spoe<strong>de</strong>isend heeft verklaard of indien <strong>de</strong><br />

zaak verdaagd werd tij<strong>de</strong>ns een vorige verga<strong>de</strong>ring na staking <strong>van</strong> stemmen, is <strong>de</strong> stem <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

voorzitter beslissend.<br />

Art. 62. De in artikel 42 bedoel<strong>de</strong> regels zijn <strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het college.<br />

Art. 63. Naast <strong>de</strong> hem door <strong>de</strong> raad toevertrouw<strong>de</strong> opdrachten is het college belast met :<br />

1° <strong>de</strong> bekendmaking en <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneraad;<br />

2° het beheer <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebouwen en eigendommen <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone;<br />

3° het beheer <strong>van</strong> <strong>de</strong> inkomsten, <strong>de</strong> ordonnancering <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitgaven <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone;<br />

4° <strong>de</strong> controle op <strong>de</strong> boekhouding;<br />

5° <strong>de</strong> leiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> werken binnen <strong>de</strong> zone;<br />

6° het toezicht op het administratieve en operationele personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone;<br />

7° <strong>de</strong> vertegenwoordiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone bij het afsluiten <strong>van</strong> overeenkomsten waarbij <strong>de</strong> zone […]<br />

partij is;<br />

8° <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> verplichtingen die voortvloeien uit het werkgeversstatuut <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone;<br />

9° <strong>de</strong> vertegenwoordiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone bij rechtsgedingen.<br />

erratum 01.10.2007<br />

De in het eerste lid, 7° en 9°, bedoel<strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n kunnen slechts uitgeoefend wor<strong>de</strong>n na<br />

goedkeuring door <strong>de</strong> raad.<br />

Af<strong>de</strong>ling IV. - Technische commissie<br />

Art. 64. Binnen elke zone wordt een technische commissie opgericht.<br />

Art. 65. De technische commissie bestaat on<strong>de</strong>r meer uit <strong>de</strong> officieren verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong><br />

posten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone, alsook uit <strong>de</strong> zonecommandant, die het voorzitterschap er<strong>van</strong> verzekert.<br />

De raad stelt bovendien <strong>de</strong> samenstelling en <strong>de</strong> praktische organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> technische<br />

commissie vast op voorstel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zonecommandant.<br />

Art. 66. De technische commissie staat <strong>de</strong> zonecommandant bij voor het opstellen <strong>van</strong> het<br />

beleidsplan bedoeld in artikel 23, hierin inbegrepen <strong>de</strong> opstelling <strong>van</strong> het aankoopprogramma voor<br />

materieel zoals bedoeld in artikel 118.<br />

De commissie heeft bovendien een adviesbevoegdheid inzake <strong>de</strong> operationele organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zone, op verzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> organen <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

HOOFDSTUK II. - Financiering <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverleningszone<br />

Art. 67. De zones wor<strong>de</strong>n gefinancierd door :<br />

1° <strong>de</strong> dotaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone;<br />

2° <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale dotaties;<br />

3° <strong>de</strong> eventuele provinciale dotaties;<br />

4° <strong>de</strong> vergoedingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> Koning <strong>de</strong> terugvor<strong>de</strong>ring machtigt;<br />

5° diverse bronnen.<br />

Zolang <strong>de</strong> verhouding tussen <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len die voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> wor<strong>de</strong>n voorzien<br />

door <strong>de</strong> gemeenten en fe<strong>de</strong>rale overheid niet gelijk is aan één, zullen <strong>de</strong> gemeenten <strong>van</strong> een zone,<br />

samen, in reële termen niet meer bijdragen dan hun actuele bijdrage. De Koning bepaalt, bij een<br />

besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en<br />

gemeenten gehoord, <strong>de</strong>ze verhouding op <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> 2007 alsook <strong>de</strong> inkomsten- en uitgavenposten<br />

die wor<strong>de</strong>n in aanmerking genomen om <strong>de</strong> verhouding te berekenen.<br />

De in het eerste lid, 1°, bedoel<strong>de</strong> gemeentelijke dotatie kan vermin<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n, naar rato <strong>van</strong> <strong>de</strong> in<br />

het eerste lid, 3° bedoel<strong>de</strong> provinciale dotaties.<br />

- 72 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 68. § 1. De gemeentelijke dotatie wordt ingeschreven in <strong>de</strong> uitgaven <strong>van</strong> elke gemeentebegroting.<br />

Zij wordt ten minste in twaalf<strong>de</strong>n uitbetaald.<br />

§ 2. De dotaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone wor<strong>de</strong>n jaarlijks vastgelegd door <strong>de</strong> raad op<br />

basis <strong>van</strong> een akkoord, bereikt tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> betrokken gemeentera<strong>de</strong>n.<br />

Bij gebrek aan <strong>de</strong>rgelijk akkoord, wordt <strong>de</strong> dotatie <strong>van</strong> elke gemeente vastgesteld door <strong>de</strong> raad<br />

volgens <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re bepalingen voor berekening en betaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke dotaties bepaald<br />

door <strong>de</strong> Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad.<br />

De na<strong>de</strong>re bepalingen inzake <strong>de</strong> berekening <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke dotaties wor<strong>de</strong>n vastgesteld<br />

rekening hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor elke gemeente :<br />

- <strong>de</strong> resi<strong>de</strong>ntiële en actieve bevolking;<br />

- <strong>de</strong> oppervlakte;<br />

- het kadastraal inkomen;<br />

- het belastbaar inkomen;<br />

- <strong>de</strong> risico's aanwezig op het grondgebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente.<br />

Art. 69. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re<br />

bepalingen voor <strong>de</strong> vaststelling en betaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale dotatie, die ten minste in twaalf<strong>de</strong>n<br />

uitbetaald wordt.<br />

De na<strong>de</strong>re bepalingen inzake <strong>de</strong> berekening <strong>van</strong> <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale dotaties wor<strong>de</strong>n vastgesteld, rekening<br />

hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor elke zone :<br />

- <strong>de</strong> resi<strong>de</strong>ntiële en actieve bevolking;<br />

- <strong>de</strong> oppervlakte;<br />

- het kadastraal inkomen;<br />

- het belastbaar inkomen;<br />

- <strong>de</strong> risico's aanwezig op het grondgebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

Art. 70. De Koning kan, binnen <strong>de</strong> grenzen <strong>van</strong> <strong>de</strong> begrotings<strong>wet</strong>ten en on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> door Hem te<br />

bepalen voorwaar<strong>de</strong>n, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, tussenkomen in <strong>de</strong><br />

financiering <strong>van</strong> het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad via <strong>de</strong> toekenning <strong>van</strong> subsidies<br />

of een specifieke dotatie.<br />

Art. 71. De besluiten bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 67 tot 70 wor<strong>de</strong>n ten laatste binnen <strong>de</strong> zes maan<strong>de</strong>n na<br />

hun inwerkingtreding bekrachtigd door een <strong>wet</strong>.<br />

Bij gebrek aan bekrachtiging binnen <strong>de</strong>ze termijn, hou<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze besluiten op uitwerking te hebben.<br />

Art. 72. Als, na uitputting <strong>van</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len bedoeld in artikel 67, <strong>de</strong> zone niet over voldoen<strong>de</strong><br />

financiële mid<strong>de</strong>len beschikt om <strong>de</strong> noodzakelijke uitgaven ter uitvoering <strong>van</strong> haar opdrachten te<br />

<strong>de</strong>kken, wordt het tekort gedragen door <strong>de</strong> gemeenten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone volgens <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>elsleutel bedoeld<br />

in artikel 68.<br />

HOOFDSTUK III. - Budgettair, financieel en boekhoudkundig beheer<br />

Af<strong>de</strong>ling I. - Bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige<br />

Art. 73. De ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone wor<strong>de</strong>n gedaan door een bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige.<br />

De Koning bepaalt <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n tot aanstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige.<br />

Dezelf<strong>de</strong> persoon kan bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige zijn <strong>van</strong> meer<strong>de</strong>re zones.<br />

Art. 74. De Koning bepaalt <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re regels voor <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> het ambt <strong>van</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

rekenplichtige.<br />

Art. 75. § 1. De bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige wordt aangewezen door het college.<br />

De bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige legt <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> eed af in han<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorzitter <strong>van</strong> het college :<br />

« Ik zweer getrouwheid aan <strong>de</strong> Koning, gehoorzaamheid aan <strong>de</strong> Grond<strong>wet</strong> en aan <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten <strong>van</strong> het<br />

Belgische volk ».<br />

Daar<strong>van</strong> wordt een proces-verbaal opgemaakt.<br />

- 73 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


De bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige die, zon<strong>de</strong>r geldige re<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> eed niet aflegt nadat hij per bij <strong>de</strong> post<br />

aangeteken<strong>de</strong> brief uitgenodigd werd om dat te doen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerstkomen<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> het<br />

college, wordt geacht af te zien <strong>van</strong> zijn benoeming.<br />

§ 2. De bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige heeft tot taak om, alleen en on<strong>de</strong>r zijn verantwoor<strong>de</strong>lijkheid,<br />

<strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone te innen en tegen regelmatige bevelschriften <strong>de</strong> betaalbaar gestel<strong>de</strong><br />

uitgaven te doen ten belope, hetzij <strong>van</strong> het bijzon<strong>de</strong>r bedrag bepaald in elk artikel <strong>van</strong> <strong>de</strong> begroting,<br />

<strong>van</strong> het bijzon<strong>de</strong>r krediet of <strong>van</strong> het voorlopig krediet, hetzij <strong>van</strong> het bedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> overeenkomstig<br />

artikel 95 overgeschreven kredieten.<br />

§ 3. Indien <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige weigert het bedrag <strong>van</strong> regelmatige bevelschriften te<br />

betalen of zulks uitstelt, wordt <strong>de</strong> betaling vervolgd, zoals inzake directe belastingen, door <strong>de</strong><br />

rijksont<strong>van</strong>ger, nadat <strong>de</strong> gouverneur, die <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige oproept en hem vooraf hoort,<br />

indien hij zich aanmeldt, <strong>de</strong> bevelschriften uitvoerbaar heeft verklaard.<br />

Art. 76. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> artikelen 73 en 75, § 2, mogen rechtstreeks gestort wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> rekening<br />

geopend namens <strong>de</strong> gerechtig<strong>de</strong> zone bij financiële instellingen die voldoen, naargelang <strong>van</strong> het<br />

geval, aan <strong>de</strong> artikelen 7, 65 en 66 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 22 maart 1993 op het statuut <strong>van</strong> en het toezicht<br />

op <strong>de</strong> kredietinstellingen :<br />

1° <strong>de</strong> dotaties, <strong>de</strong> subsidies, <strong>de</strong> toelagen en <strong>de</strong> bijdragen in <strong>de</strong> uitgaven <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones;<br />

2° het bedrag <strong>van</strong> hun aan<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong>, het <strong>de</strong>creet of <strong>de</strong> ordonnantie ten voor<strong>de</strong>le <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zones ingestel<strong>de</strong> fondsen en in het algemeen alle sommen die <strong>de</strong> Staat, <strong>de</strong> gemeenschappen, <strong>de</strong><br />

gewesten, <strong>de</strong> provincies en <strong>de</strong> gemeenten om niet verlenen aan <strong>de</strong> zones.<br />

De in het eerste lid bedoeld financiële instellingen wor<strong>de</strong>n gerechtigd om het bedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

opeisbare schul<strong>de</strong>n, door <strong>de</strong> zone tegenover hen aangegaan, ambtshalve in min<strong>de</strong>ring te brengen<br />

<strong>van</strong> het tegoed <strong>van</strong> <strong>de</strong> rekening(en) die zij ten behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze zone hebben geopend.<br />

Art. 77. § 1. De bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige is verplicht tot waarborg <strong>van</strong> zijn beheer, een zekerheid in<br />

geld, in effecten of in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> één of meer<strong>de</strong>re hypotheken te stellen, tenzij hij al een waarborg<br />

gesteld heeft in zijn hoedanigheid <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> een gemeente of <strong>van</strong> een openbaar centrum<br />

voor maatschappelijk welzijn, <strong>van</strong> gewestelijk ont<strong>van</strong>ger of <strong>van</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige <strong>van</strong> een<br />

politiezone of <strong>van</strong> een an<strong>de</strong>re zone.<br />

De Koning bepaalt het minimale en maximale bedrag <strong>van</strong> die zekerheid.<br />

De raad stelt, op <strong>de</strong> eerstvolgen<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring na <strong>de</strong> aanwijzing <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige,<br />

het bedrag vast <strong>van</strong> <strong>de</strong> zekerheid die <strong>de</strong>ze moet stellen, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> termijn waarover hij daartoe<br />

beschikt.<br />

De zekerheid wordt bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>posito- en consignatiekas ge<strong>de</strong>poneerd; <strong>de</strong> rente die zij opbrengt,<br />

komt aan <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige toe.<br />

De akten <strong>van</strong> zekerheidsstelling wor<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r kosten voor <strong>de</strong> zone, bij authentieke akte voor het<br />

college verle<strong>de</strong>n.<br />

Indien er registratierechten verschuldigd zijn, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze teruggebracht tot het algemeen vast<br />

recht en zijn zij ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige.<br />

§ 2. De bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige mag <strong>de</strong> zekerheidsstelling ver<strong>van</strong>gen door, hetzij een<br />

bankwaarborg of verzekering die beantwoordt aan <strong>de</strong> modaliteiten door <strong>de</strong> Koning bepaald, hetzij <strong>de</strong><br />

hoof<strong>de</strong>lijke borgstelling <strong>van</strong> een vereniging die door <strong>de</strong> Koning is erkend.<br />

Deze erken<strong>de</strong> vereniging moet <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> een coöperatieve vennootschap aannemen.<br />

Het besluit tot erkenning <strong>van</strong> <strong>de</strong> vereniging alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> goedgekeur<strong>de</strong> statuten wor<strong>de</strong>n<br />

bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.<br />

De vereniging kan <strong>de</strong> kas en <strong>de</strong> boekhouding controleren <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige voor<br />

wie ze zich borg heeft gesteld, mits het college instemt met <strong>de</strong> contractuele bepalingen waarbij dit<br />

recht wordt gevestigd en met <strong>de</strong> wijze waarop dit recht wordt uitgeoefend.<br />

§ 3. Het college zorgt ervoor dat <strong>de</strong> zekerheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige werkelijk gesteld<br />

en te bekwamer tijd wordt vernieuwd.<br />

- 74 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


§ 4. De bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige die zijn zekerheid niet binnen <strong>de</strong> voorgeschreven termijn<br />

verschaft en dit verzuim niet voldoen<strong>de</strong> verantwoordt, wordt geacht ontslag te nemen en wordt<br />

ver<strong>van</strong>gen.<br />

§ 5. Alle kosten <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> vestiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> zekerheid komen ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

rekenplichtige.<br />

§ 6. Is er een tekort in <strong>de</strong> kas <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone, dan heeft <strong>de</strong> zone een voorrecht op <strong>de</strong> zekerheid<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige.<br />

Art. 78. De bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige oefent zijn functie onafhankelijk uit on<strong>de</strong>r gezag <strong>van</strong> het college.<br />

Art. 79. De vergoeding <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige wordt door <strong>de</strong> raad vastgelegd, binnen <strong>de</strong><br />

door <strong>de</strong> Koning bepaal<strong>de</strong> grenzen en voorwaar<strong>de</strong>n.<br />

Art. 80. § 1. In geval <strong>van</strong> afwezigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige wordt zijn functie<br />

waargenomen door een door het college aangewezen ver<strong>van</strong>ger, op voordracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

rekenplichtige, on<strong>de</strong>r zijn verantwoor<strong>de</strong>lijkheid, voor een perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> maximaal <strong>de</strong>rtig dagen.<br />

Die ver<strong>van</strong>ging kan, voor éénzelf<strong>de</strong> afwezigheid, tweemaal met ten hoogste <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> termijn<br />

verlengd wor<strong>de</strong>n.<br />

§ 2. In alle an<strong>de</strong>re gevallen wijst <strong>de</strong> raad een waarnemen<strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige aan die<br />

voldoet aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n om tot bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige aangewezen te wor<strong>de</strong>n.<br />

De waarnemen<strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige oefent alle bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

rekenplichtige uit.<br />

§ 3. In geval <strong>van</strong> ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige wordt zijn vergoeding aan zijn<br />

ver<strong>van</strong>ger uitgekeerd.<br />

Art. 81. De bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige kan gehoord wor<strong>de</strong>n door het college en <strong>de</strong> raad over alle<br />

kwesties die een financiële of budgettaire weerslag hebben.<br />

Art. 82. § 1. Er wordt een eindrekening gemaakt wanneer <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige zijn ambt<br />

<strong>de</strong>finitief neerlegt, bij <strong>de</strong> ambtsaanvaarding en <strong>de</strong> ambtsneerlegging <strong>van</strong> <strong>de</strong> waarnemen<strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

rekenplichtige en in het geval bedoeld in artikel 80, § 2, twee<strong>de</strong> lid.<br />

§ 2. Het college legt <strong>de</strong> eindrekening <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige, in voorkomend geval<br />

samen met diens opmerkingen of, zo hij overle<strong>de</strong>n is, die <strong>van</strong> zijn rechtverkrijgen<strong>de</strong>n, voor aan <strong>de</strong><br />

raad die <strong>de</strong> eindrekening afsluit en <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige kwijting verleent of een tekort<br />

vaststelt.<br />

De beslissing waarmee <strong>de</strong> eindrekening wordt afgesloten, wordt door het college bij een ter post<br />

aangeteken<strong>de</strong> brief ter kennis gebracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige of, zo hij overle<strong>de</strong>n is, aan<br />

zijn rechtverkrijgen<strong>de</strong>n; in voorkomend geval wordt daarbij een verzoek gevoegd om het tekort te<br />

vereffenen.<br />

§ 3. De beslissing waarbij <strong>de</strong> eindrekening wordt afgesloten en aan <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige<br />

kwijting wordt verleend, brengt <strong>van</strong> rechtswege <strong>de</strong> teruggave <strong>van</strong> <strong>de</strong> zekerheid mee.<br />

§ 4. De beslissing bedoeld in § 3 is on<strong>de</strong>rworpen aan <strong>de</strong> modaliteiten <strong>van</strong> toezicht bedoeld in <strong>de</strong><br />

artikelen 145 tot 147.<br />

Af<strong>de</strong>ling II. - Budgettair en financieel beheer<br />

On<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>ling I. - Goe<strong>de</strong>ren en inkomsten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone<br />

Art. 83. De giften bij akte on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n altijd voorlopig aangenomen, overeenkomstig <strong>de</strong><br />

bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 12 juli 19<strong>31</strong> <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> uitbreiding tot alle rechtspersonen <strong>van</strong> het<br />

voor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorlopige aanvaarding <strong>van</strong> bij akten gedane schenkingen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>n.<br />

- 75 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 84. § 1. De raad bepaalt <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> huur en <strong>van</strong> elk an<strong>de</strong>r gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

opbrengsten en inkomsten <strong>van</strong> <strong>de</strong> eigendommen en rechten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

§ 2. De raad verleent, in voorkomend geval, aan <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone <strong>de</strong> door hen<br />

aangevraag<strong>de</strong> kwijtscheldingen waarop zij aanspraak kunnen maken ingevolge <strong>de</strong> <strong>wet</strong> of krachtens<br />

hun contract, dan wel op gron<strong>de</strong>n <strong>van</strong> billijkheid.<br />

Art. 85. De raad kiest <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> opdrachten voor aanneming <strong>van</strong> werken, leveringen of<br />

diensten wor<strong>de</strong>n gegund en stelt <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n vast.<br />

Hij kan die bevoegdhe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> opdrachten die betrekking hebben op het dagelijks beheer <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> zone overdragen aan het college, binnen <strong>de</strong> perken <strong>van</strong> <strong>de</strong> daartoe op <strong>de</strong> gewone begroting<br />

ingeschreven kredieten.<br />

In gevallen <strong>van</strong> dringen<strong>de</strong> spoed die voortvloeien uit niet te voorziene omstandighe<strong>de</strong>n, kan het<br />

college, op eigen initiatief, <strong>de</strong> in het eerste lid bedoel<strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad uitoefenen. Zijn<br />

besluit wordt meege<strong>de</strong>eld aan <strong>de</strong> raad die er op zijn eerstvolgen<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring akte <strong>van</strong> neemt.<br />

On<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>ling II. - Begroting <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone<br />

Art. 86. De begroting <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone wordt opgemaakt door het college en goedgekeurd door <strong>de</strong> raad,<br />

overeenkomstig <strong>de</strong> minimale budgettaire normen, vastgelegd door <strong>de</strong> Koning bij een besluit<br />

vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad.<br />

Art. 87. Het financiële dienstjaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones komt overeen met het burgerlijk jaar.<br />

Behoren tot een dienstjaar alleen <strong>de</strong> rechten verkregen door <strong>de</strong> zone en <strong>de</strong> verplichtingen<br />

aangegaan ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> schul<strong>de</strong>isers tij<strong>de</strong>ns dit dienstjaar, ongeacht het dienstjaar waarin zij<br />

wor<strong>de</strong>n vereffend.<br />

Art. 88. De raad verga<strong>de</strong>rt in <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> het eerste kwartaal <strong>van</strong> ie<strong>de</strong>r jaar om <strong>de</strong> rekeningen <strong>van</strong> het<br />

voorgaan<strong>de</strong> dienstjaar vast te stellen.<br />

Die rekeningen omvatten <strong>de</strong> begrotingsrekening, <strong>de</strong> resultatenrekening en <strong>de</strong> balans.<br />

Het in artikel 44, twee<strong>de</strong> lid, bedoel<strong>de</strong> verslag wordt bij <strong>de</strong> rekeningen gevoegd.<br />

Art. 89. De raad verga<strong>de</strong>rt ie<strong>de</strong>r jaar in <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> <strong>de</strong> maand oktober om te beraadslagen over <strong>de</strong><br />

begroting <strong>van</strong> uitgaven en ont<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone voor het volgen<strong>de</strong> dienstjaar.<br />

Art. 90. De begrotingen en rekeningen wor<strong>de</strong>n neergelegd op <strong>de</strong> zetel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone, bedoeld in artikel<br />

20, en op het gemeentehuis <strong>van</strong> elke gemeente die <strong>de</strong>el uitmaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone, waar eenie<strong>de</strong>r er altijd<br />

ter plaatse kennis kan <strong>van</strong> nemen.<br />

Op die mogelijkheid tot inzage wordt gewezen door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> aanplakbiljetten die door <strong>de</strong> zorg<br />

<strong>van</strong> het college wor<strong>de</strong>n aangebracht binnen een maand nadat <strong>de</strong> begrotingen en rekeningen door <strong>de</strong><br />

raad zijn aangenomen. Dat bericht blijft ten minste tien dagen aangeplakt.<br />

Art. 91. Wanneer een post voor een niet-verplichte uitgave door <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid<br />

vermin<strong>de</strong>rd is, mag het college <strong>de</strong> uitgaven niet doen zon<strong>de</strong>r een nieuw besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad dat<br />

daartoe machtiging verleent.<br />

Art. 92. Geen betaling uit <strong>de</strong> kas <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone mag geschie<strong>de</strong>n dan op grond <strong>van</strong> een op <strong>de</strong> begroting<br />

voorkomen<strong>de</strong> post, op grond <strong>van</strong> een bijzon<strong>de</strong>r krediet of op grond <strong>van</strong> een voorlopig krediet<br />

toegestaan on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n en binnen <strong>de</strong> grenzen die <strong>de</strong> Koning, bij een besluit vastgesteld na<br />

overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, bepaalt.<br />

De le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het college zijn persoonlijk aansprakelijk voor <strong>de</strong> uitgaven die zij in strijd met het<br />

eerste lid hebben gedaan of bevolen.<br />

Art. 93. § 1. Geen artikel <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitgaven <strong>van</strong> <strong>de</strong> begroting mag wor<strong>de</strong>n overschre<strong>de</strong>n en geen en<br />

hele overschrijving mag geschie<strong>de</strong>n.<br />

§ 2. Wanneer echter bij het afsluiten <strong>van</strong> een dienstjaar sommige posten bezwaard zijn met<br />

regelmatig en werkelijk aangegane verbintenissen tegenover schul<strong>de</strong>isers <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente, wordt<br />

het kredietge<strong>de</strong>elte dat nodig is om <strong>de</strong> uitgave te vereffenen naar het volgen<strong>de</strong> dienstjaar<br />

- 76 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


overgeschreven door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een beslissing <strong>van</strong> het college; <strong>de</strong>ze laatste moet bij <strong>de</strong> rekening<br />

over het afgesloten dienstjaar wor<strong>de</strong>n gevoegd.<br />

Over <strong>de</strong> aldus overgeschreven kredieten mag beschikt wor<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r een nieuwe beslissing <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> raad.<br />

Art. 94. De raad kan echter voorzien in uitgaven die door dwingen<strong>de</strong> en onvoorziene omstandighe<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n vereist, mits hij daartoe een met re<strong>de</strong>nen omkleed besluit neemt.<br />

Wanneer het geringste uitstel onbetwistbaar scha<strong>de</strong> zou veroorzaken, kan het college on<strong>de</strong>r eigen<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid in <strong>de</strong> uitgave voorzien, on<strong>de</strong>r verplichting om zon<strong>de</strong>r verwijl daar<strong>van</strong> kennis te<br />

geven aan <strong>de</strong> raad, die besluit of hij met die uitgave al dan niet instemt.<br />

De le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het college die uitgaven bevolen hebben in <strong>de</strong> gevallen bedoeld in het eerste en<br />

twee<strong>de</strong> lid, die echter afgewezen zijn op <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitief afgesloten rekeningen, zijn er persoonlijk toe<br />

gehou<strong>de</strong>n het bedrag in <strong>de</strong> kas <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone te storten.<br />

Art. 95. De bevelschriften tot betaling uit <strong>de</strong> kas <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone, afgegeven door het college, wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rtekend door <strong>de</strong> voorzitter <strong>van</strong> het college; zij wor<strong>de</strong>n me<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rtekend door <strong>de</strong><br />

zonecommandant.<br />

Art. 96. De begroting <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitgaven en <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones mag, ten laatste te rekenen<br />

<strong>van</strong>af het begrotingsjaar dat volgt op <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone, in geen enkel geval, een <strong>de</strong>ficitair<br />

saldo op <strong>de</strong> gewone of <strong>de</strong> buitengewone dienst, noch een fictief evenwicht of een fictief batig saldo,<br />

vertonen.<br />

Art. 97. De raad is verplicht elk jaar op <strong>de</strong> begroting <strong>van</strong> uitgaven te brengen alle uitgaven die door <strong>de</strong><br />

<strong>wet</strong>ten aan <strong>de</strong> zone zijn opgelegd, en inzon<strong>de</strong>rheid <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> :<br />

1° <strong>de</strong> belastingen op <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone;<br />

2° <strong>de</strong> vaststaan<strong>de</strong> en opeisbare schul<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> schul<strong>de</strong>n die zij moet voldoen ten<br />

gevolge <strong>van</strong> tegen haar uitgesproken rechterlijke veroor<strong>de</strong>lingen;<br />

3° <strong>de</strong> wed<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> zonecommandant en <strong>van</strong> het administratief en operationeel personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zone;<br />

4° <strong>de</strong> kantoorkosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> centrale zetel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone;<br />

5° het on<strong>de</strong>rhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> zonegebouwen of <strong>de</strong> huur <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebouwen die tot zonegebouw dienen;<br />

6° <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> het drukwerk benodigd voor <strong>de</strong> boekhouding <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone;<br />

7° <strong>de</strong> pensioenen ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

Art. 98. Indien <strong>de</strong> op <strong>de</strong> begroting gebrachte ont<strong>van</strong>gsten niet toereikend zijn tot betaling <strong>van</strong> een<br />

zoneschuld die erkend en opeisbaar is of die voortvloeit uit een beslissing in laatste aanleg gewezen<br />

door een gewoon of administratief gerecht, stelt <strong>de</strong> raad mid<strong>de</strong>len voor om daarin te voorzien.<br />

Art. 99. De raad is verplicht jaarlijks alle ont<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone, on<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>re omschrijving, op <strong>de</strong><br />

begroting te brengen, evenals die welke <strong>de</strong> <strong>wet</strong> haar toekent, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> overschotten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorige<br />

dienstjaren.<br />

HOOFDSTUK IV. - Personeel<br />

Art. 100. De zone beheert <strong>de</strong> aanwerving, <strong>de</strong> benoeming en <strong>de</strong> loopbaan <strong>van</strong> haar personeel.<br />

Art. 101. Het personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone bestaat uit twee ka<strong>de</strong>rs : een administratief ka<strong>de</strong>r en een<br />

operationeel ka<strong>de</strong>r.<br />

Art. 102. De Koning bepaalt, na afbakening <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong><br />

Ministerraad, het algemeen minimaal ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het administratief en operationeel personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zones.<br />

De zone gaat, binnen <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Koning vastgeleg<strong>de</strong> grenzen, over tot <strong>de</strong> aanpassing <strong>van</strong> het<br />

ka<strong>de</strong>r naar gelang <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> risicoanalyse en <strong>van</strong> <strong>de</strong> prioriteiten vastgelegd door het in<br />

artikel 23 bedoel<strong>de</strong> algemeen beleidsprogramma.<br />

- 77 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 103. Het operationeel ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone is samengesteld uit vrijwillige en/of<br />

beroepsbrandweermannen.<br />

De vrijwillige brandweermannen zijn diegenen voor wie <strong>de</strong> functie <strong>van</strong> brandweerman niet hun<br />

hoofdactiviteit uitmaakt.<br />

De beroepsbrandweermannen zijn <strong>de</strong> brandweermannen die als hoofdberoep door <strong>de</strong> zone<br />

tewerkgesteld zijn.<br />

Art. 104. De zone stelt aan <strong>de</strong> private of overheidswerkgever <strong>van</strong> een vrijwillig operationeel<br />

personeelslid voor om een overeenkomst af te sluiten waarin <strong>de</strong> modaliteiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> operationele<br />

beschikbaarheid en <strong>de</strong> beschikbaarheid voor <strong>de</strong> opleiding <strong>van</strong> het vrijwillige lid verdui<strong>de</strong>lijkt wor<strong>de</strong>n.<br />

De modaliteiten inzake het afsluiten <strong>van</strong> een <strong>de</strong>rgelijke overeenkomst en <strong>de</strong> inhoud er<strong>van</strong> wor<strong>de</strong>n<br />

bepaald door <strong>de</strong> Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad.<br />

Art. 105. Het administratief ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone is samengesteld uit vastbenoem<strong>de</strong> of uit contractuele<br />

ambtenaren.<br />

Art. 106. De Koning bepaalt, bij een in <strong>de</strong> Ministerraad overlegd besluit, het administratief en gel<strong>de</strong>lijk<br />

statuut <strong>van</strong> het administratief en operationeel personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones, hierbij inbegrepen <strong>de</strong> opleiding.<br />

Dat statuut houdt rekening met <strong>de</strong> specifieke risico's inherent aan <strong>de</strong> hoofdopdrachten <strong>van</strong> het<br />

operationeel personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverleningszones.<br />

HOOFDSTUK V. - Gezag en leiding<br />

Af<strong>de</strong>ling I. - Algemene bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten en provincies<br />

Art. 107. Voor <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten inzake veiligheid op het grondgebied <strong>van</strong> zijn<br />

gemeente kan <strong>de</strong> burgemeester beroep doen op <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> posten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones.<br />

Hij richt daartoe een verzoek tot <strong>de</strong> zonecommandant om <strong>de</strong> nodige voorzieningen te treffen.<br />

In dit geval staan <strong>de</strong> posten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone of zones on<strong>de</strong>r het gezag <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester.<br />

Art. 108. Voor <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> zijn opdrachten inzake veiligheid op het grondgebied <strong>van</strong> zijn<br />

provincie kan <strong>de</strong> gouverneur en <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> het administratief arrondissement Brussel-<br />

Hoofdstad, een beroep doen op <strong>de</strong> zones. Hij richt daartoe een verzoek tot <strong>de</strong> zonecommandant om<br />

<strong>de</strong> nodige voorzieningen te treffen. De posten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone of zones staan in dat geval on<strong>de</strong>r het<br />

gezag <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur of <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.<br />

Af<strong>de</strong>ling II. - Beheer <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone<br />

Art. 109. Elke zone staat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> zonecommandant.<br />

Hij is verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> leiding, <strong>de</strong> organisatie en het beheer evenals <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

taken binnen <strong>de</strong> zone.<br />

Art. 110. De zonecommandant oefent <strong>de</strong> in artikel 109 bedoel<strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n uit on<strong>de</strong>r het gezag<br />

<strong>van</strong> het college <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

Met het oog op een goed beheer <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone, licht <strong>de</strong> zonecommandant zo spoedig mogelijk het<br />

college <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone in <strong>van</strong> alles wat <strong>de</strong> zone en <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> zijn opdrachten aangaat.<br />

Hij brengt elke drie maan<strong>de</strong>n verslag uit aan het college over <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone en brengt<br />

<strong>de</strong>ze instantie op <strong>de</strong> hoogte <strong>van</strong> klachten <strong>van</strong> buitenaf aangaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> werking of het optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het<br />

personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

Art. 111. De zonecommandant is belast met <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke voorbereiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> dossiers die aan <strong>de</strong><br />

raad of het college <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone wor<strong>de</strong>n voorgelegd.<br />

De bepalingen <strong>van</strong> artikel 42 zijn <strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong> zonecommandant.<br />

Art. 112. Alle briefwisseling <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone wordt on<strong>de</strong>rtekend door <strong>de</strong> voorzitter <strong>van</strong> het college en<br />

me<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rtekend door <strong>de</strong> zonecommandant.<br />

Art. 113. De Koning bepaalt <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> het functieprofiel waaraan <strong>de</strong> zonecommandant moet<br />

voldoen en stelt <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re bepalingen vast voor <strong>de</strong> selectie <strong>van</strong> <strong>de</strong> zonecommandant.<br />

- 78 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 114. De uit <strong>de</strong> selectieprocedure als best gerangschikte kandidaat wordt door <strong>de</strong> raad in zijn<br />

functie aangewezen voor een hernieuwbare perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> zes jaar.<br />

Art. 115. Elke twee jaar wordt <strong>de</strong> zonecommandant door het college geëvalueerd. In geval <strong>van</strong> twee<br />

opeenvolgen<strong>de</strong> negatieve evaluaties, kan <strong>de</strong> raad bij gemotiveer<strong>de</strong> beslissing <strong>de</strong> aanwijzing <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zonecommandant voortijdig beëindigen.<br />

Na afloop <strong>van</strong> elke termijn <strong>van</strong> zes jaar, verlengt <strong>de</strong> raad <strong>de</strong> aanstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> zonecommandant<br />

na niet bin<strong>de</strong>nd, gemotiveerd advies <strong>van</strong> het college en op grond <strong>van</strong> een globale evaluatie uitgevoerd<br />

door een evaluatiecommissie.<br />

Art. 116. § 1. Een evaluatiecommissie wordt in elke zone ingesteld. Deze commissie is samengesteld<br />

uit :<br />

1° <strong>de</strong> voorzitter <strong>van</strong> het college;<br />

2° <strong>de</strong> gouverneur of zijn vertegenwoordiger;<br />

3° een lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> algemene inspectie aangeduid door <strong>de</strong> minister.<br />

De voorzitter <strong>van</strong> het college zit <strong>de</strong> evaluatiecommissie voor.<br />

§ 2. De evaluatiecommissie wordt samengeroepen door <strong>de</strong> voorzitter <strong>van</strong> het college.<br />

De commissie hoort <strong>de</strong> zonecommandant evenals elk an<strong>de</strong>r persoon die <strong>de</strong> besprekingen kan<br />

helpen.<br />

§ 3. De werkingsregels <strong>van</strong> <strong>de</strong> evaluatiecommissie wor<strong>de</strong>n bepaald door <strong>de</strong> Koning.<br />

HOOFDSTUK VI. - Uitrusting en materieel<br />

Art. 117. De zone verwerft het materieel en <strong>de</strong> uitrusting die nodig zijn voor <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong><br />

haar opdrachten. De zone staat in voor het beheer en on<strong>de</strong>rhoud er<strong>van</strong>.<br />

Art. 118. De raad stelt, op voorstel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zonecommandant, na advies <strong>van</strong> technische commissie,<br />

een aankoopprogramma voor materieel en uitrusting op, rekening hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> met <strong>de</strong> voorziene<br />

financiële mid<strong>de</strong>len. Het aankoopprogramma is opgenomen in het meerjarenbeleidsplan <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone<br />

bedoeld in artikel 23.<br />

Art. 119. § 1. De minimumnormen voor materieel en uitrusting wor<strong>de</strong>n per type interventie vastgesteld<br />

door <strong>de</strong> Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad. De zone past <strong>de</strong>ze normen<br />

op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> risicoanalyse zoals bedoeld in artikel 5, zodat <strong>de</strong> snelste a<strong>de</strong>quate hulp gerealiseerd<br />

wordt.<br />

§ 2. De Koning bepaalt <strong>de</strong> normen inzake persoonlijke uitrusting, uniform, kentekens en an<strong>de</strong>re<br />

mid<strong>de</strong>len <strong>van</strong> i<strong>de</strong>ntificatie <strong>van</strong> het operationeel personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

erratum 01.10.2007<br />

HOOFDSTUK VII. – [Specifiek toezicht]<br />

Af<strong>de</strong>ling I. - Algemene bepalingen<br />

Art. 120. De toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid kan, zowel per briefwisseling als ter plaatse, alle inlichtingen<br />

en gegevens inwinnen die nodig zijn voor het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> dossiers die aan haar toezicht zijn<br />

on<strong>de</strong>rworpen.<br />

Art. 121. On<strong>de</strong>r voorbehoud <strong>van</strong> tegengestel<strong>de</strong> bepalingen, gebeurt <strong>de</strong> berekening <strong>van</strong> <strong>de</strong> termijnen<br />

in kalen<strong>de</strong>rdagen.<br />

- 79 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 122. On<strong>de</strong>r voorbehoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel 123 bedoel<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n, <strong>van</strong>gt <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoekstermijn <strong>van</strong> een besluit aan <strong>de</strong> dag die volgt op <strong>de</strong> dag waarop <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

overheid het besluit ont<strong>van</strong>gen heeft.<br />

Art. 123. De termijn <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> een besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneoverheid door <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

overheid wordt on<strong>de</strong>rbroken door het versturen <strong>van</strong> een bij <strong>de</strong> post aangeteken<strong>de</strong> brief waarbij <strong>de</strong><br />

toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid het dossier <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het betrokken besluit opeist of bijkomen<strong>de</strong><br />

inlichtingen vraagt aan <strong>de</strong> zoneoverheid. In <strong>de</strong> in dit artikel bedoel<strong>de</strong> gevallen <strong>van</strong>gt <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoekstermijn aan <strong>de</strong> dag die volgt op <strong>de</strong> dag waarop ofwel het dossier ofwel <strong>de</strong> gevraag<strong>de</strong><br />

bijkomen<strong>de</strong> inlichtingen ont<strong>van</strong>gen wor<strong>de</strong>n per aangeteken<strong>de</strong> brief of tegen ont<strong>van</strong>gstbewijs.<br />

Af<strong>de</strong>ling II. - Algemeen specifiek toezicht<br />

Art. 124. Na elke verga<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad en <strong>van</strong> het college wordt <strong>van</strong> <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zoneoverheid binnen <strong>de</strong> twintig dagen een lijst met een beknopte omschrijving aan <strong>de</strong> gouverneur,<br />

alsook aan <strong>de</strong> minister gestuurd. Het college bevestigt bij die zending dat <strong>de</strong> bepalingen inzake <strong>de</strong><br />

openbaarheid, bedoeld in het twee<strong>de</strong> lid, wer<strong>de</strong>n nageleefd.<br />

Tegelijk met <strong>de</strong> verzending aan <strong>de</strong> gouverneur wordt <strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> <strong>de</strong> besluiten door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een<br />

aanplakbrief bekendgemaakt op <strong>de</strong> centrale zetel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone, alsook in <strong>de</strong> gemeentehuizen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeenten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

Art. 125. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 124, wordt een voor eenslui<strong>de</strong>nd verklaard afschrift<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> hierna vernoem<strong>de</strong> besluiten naar <strong>de</strong> gouverneur en naar <strong>de</strong> minister gestuurd, binnen <strong>de</strong><br />

twintig dagen na hun goedkeuring :<br />

1° <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneoverheid waarbij <strong>de</strong> gunningswijze en <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n bepaald<br />

<strong>van</strong> opdrachten tot aanneming <strong>van</strong> werken, leveringen en diensten, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> gunningsbesluiten<br />

<strong>van</strong> het college genomen in uitvoering <strong>van</strong> voormel<strong>de</strong> besluiten;<br />

2° <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneoverheid <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> uitgaven die door dringen<strong>de</strong> en onvoorziene<br />

omstandighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n vereist;<br />

3° <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneoverheid, <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> aanwerving, benoeming en bevor<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

personeelsle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone;<br />

4° <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneoverheid hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> aanwijzing <strong>van</strong> <strong>de</strong> zonecommandant, zijn evaluatie of<br />

<strong>de</strong> vernieuwing <strong>van</strong> zijn mandaat.<br />

Art. 126. § 1. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> artikel 123, kan <strong>de</strong> gouverneur, bij besluit en binnen<br />

een termijn <strong>van</strong> vijfentwintig dagen die aan<strong>van</strong>gt <strong>de</strong> dag na <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel 124<br />

bedoel<strong>de</strong> lijst of <strong>van</strong> het in artikel 125 bedoel<strong>de</strong> besluit, <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> besluiten schorsen<br />

waarbij een zoneoverheid <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> of genomen krachtens <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> schendt. Een<br />

afschrift <strong>van</strong> het schorsingsbesluit wordt tegelijk naar <strong>de</strong> minister verzon<strong>de</strong>n.<br />

§ 2. De zoneoverheid kan het geschorste besluit rechtvaardigen, binnen een termijn <strong>van</strong> veertig<br />

dagen die ingaat op <strong>de</strong> dag na het versturen <strong>van</strong> het schorsingsbesluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur. In dat<br />

geval stuurt zij haar rechtvaardigingsbesluit naar <strong>de</strong> minister uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong><br />

termijn. Een afschrift <strong>van</strong> het rechtvaardigingsbesluit wordt naar <strong>de</strong> gouverneur gestuurd.<br />

De zoneoverheid kan, binnen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> termijn, het geschorste besluit intrekken. Zij geeft daar<strong>van</strong><br />

kennis aan <strong>de</strong> gouverneur en aan <strong>de</strong> minister.<br />

§ 3. In geval <strong>van</strong> het versturen <strong>van</strong> een rechtvaardigingsbesluit of op eigen initiatief bij het<br />

verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> in § 2 vermel<strong>de</strong> termijn, kan <strong>de</strong> minister, bij gemotiveerd besluit en binnen een<br />

termijn <strong>van</strong> veertig dagen die ingaat op <strong>de</strong> dag na het inkomen <strong>van</strong> het rechtvaardigingsbesluit of na<br />

het verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> in § 2 bedoel<strong>de</strong> termijn, het geschorste besluit vernietigen of <strong>de</strong> schorsing <strong>van</strong><br />

dat besluit opheffen.<br />

Het besluit wordt uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> termijn <strong>van</strong> veertig dagen naar <strong>de</strong> zoneoverheid<br />

gestuurd. Een afschrift wordt naar <strong>de</strong> gouverneur gestuurd.<br />

Bij gebrek aan besluit binnen <strong>de</strong> termijn <strong>van</strong> veertig dagen, wordt <strong>de</strong> schorsing opgeheven.<br />

§ 4. De minister kan bovendien binnen <strong>de</strong> vijfentwintig dagen na ont<strong>van</strong>gst er<strong>van</strong>, <strong>de</strong>finitief<br />

beslissen over <strong>de</strong> vernietiging <strong>van</strong> elke beslissing on<strong>de</strong>rworpen aan het algemeen specifiek toezicht.<br />

Hij brengt voorafgaan<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> gouverneur en <strong>de</strong> zoneoverhe<strong>de</strong>n hier<strong>van</strong> op <strong>de</strong> hoogte.<br />

- 80 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Het besluit wordt ten laatste op <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> termijn bedoeld in het eerste lid aan <strong>de</strong><br />

zoneoverheid toegestuurd. Een afschrift wordt naar <strong>de</strong> gouverneur gestuurd.<br />

Af<strong>de</strong>ling III. - Bijzon<strong>de</strong>r specifiek toezicht<br />

Art. 127. De goedkeuring door <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> beslissingen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong><br />

personeelsformatie, <strong>de</strong> begroting en <strong>de</strong> erin aangebrachte wijzigingen, <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> een gemeente<br />

aan <strong>de</strong> financiering <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone en <strong>de</strong> erin aangebrachte wijzigingen en <strong>de</strong> rekeningen, kan slechts<br />

wor<strong>de</strong>n geweigerd omwille <strong>van</strong> <strong>de</strong> schending <strong>van</strong> <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> of genomen krachtens<br />

<strong>de</strong>ze <strong>wet</strong>.<br />

Art. 128. De minister beschikt over een algemeen evocatierecht voor <strong>de</strong> beslissingen on<strong>de</strong>rworpen<br />

aan het bijzon<strong>de</strong>r specifiek toezicht, evenals voor <strong>de</strong> besluiten genomen door <strong>de</strong> gouverneur met<br />

toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> artikelen 1<strong>31</strong>, 136 tot 139, 142, 145, 148 en 150.<br />

Wanneer <strong>de</strong> minister besluit gebruik te maken <strong>van</strong> zijn evocatierecht, brengt hij <strong>de</strong> gouverneur en<br />

<strong>de</strong> zoneoverheid hier<strong>van</strong> op <strong>de</strong> hoogte binnen <strong>de</strong> twintig dagen volgend op <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

betrokken beslissing of <strong>van</strong> het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur.<br />

Wanneer <strong>de</strong> minister gebruik maakt <strong>van</strong> zijn evocatierecht, geniet hij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> prerogatieven als<br />

bedoeld in artikelen 141, 142, 146 en 148.<br />

De minister beslist <strong>de</strong>finitief binnen een termijn <strong>van</strong> veertig dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> dag na <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> beslissing of <strong>van</strong> het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur.<br />

Hij stuurt zijn beslissing, ten laatste op <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn, aan <strong>de</strong> gouverneur en <strong>de</strong><br />

zoneoverheid.<br />

On<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>ling I. - Personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone<br />

Art. 129. De beslissingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneoverheid over [<strong>de</strong> personeelsformatie] <strong>van</strong> het operationeel<br />

personeel en dat <strong>van</strong> het administratief personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone wor<strong>de</strong>n voor goedkeuring<br />

overgezon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> gouverneur. Een afschrift wordt naar <strong>de</strong> minister gestuurd.<br />

erratum 01.10.2007<br />

Art. 130. On<strong>de</strong>r « personeelsformatie » wordt verstaan <strong>de</strong> opsomming <strong>van</strong> <strong>de</strong> gra<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

vaststelling <strong>van</strong> het aantal statutaire betrekkingen per graad.<br />

Art. 1<strong>31</strong>. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> artikel 123, spreekt <strong>de</strong> gouverneur zich uit over <strong>de</strong><br />

goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong> beslissing bedoeld in artikel 129 binnen vijfentwintig dagen te rekenen <strong>van</strong>af <strong>de</strong><br />

dag volgend op <strong>de</strong> dag dat hij ze heeft ont<strong>van</strong>gen. Deze beslissing wordt uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze termijn naar <strong>de</strong> zoneoverheid verstuurd.<br />

Wanneer <strong>de</strong>ze termijn verstreken is, wordt <strong>de</strong> beslissing geacht goedgekeurd te zijn.<br />

Art. 132. Tegen het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> niet-goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

raad <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> personeelsformatie kan <strong>de</strong> zoneoverheid, […], bij <strong>de</strong> minister hoger beroep<br />

instellen binnen een termijn <strong>van</strong> veertig dagen die ingaat op <strong>de</strong> dag na het versturen <strong>van</strong> het besluit<br />

naar <strong>de</strong> zoneoverheid.<br />

erratum 01.10.2007<br />

Art. 133. De minister spreekt zich uit over het ingesteld beroep binnen een termijn <strong>van</strong> veertig dagen<br />

die ingaat op <strong>de</strong> dag na het inkomen <strong>van</strong> het beroep. Hij verstuurt zijn besluit uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn naar <strong>de</strong> gouverneur en naar <strong>de</strong> zoneoverheid.<br />

Bij gebrek aan een beslissing binnen <strong>de</strong> in het eerste lid voorziene termijn wordt het tegen <strong>de</strong><br />

beslissing <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur ingestel<strong>de</strong> beroep als ingewilligd en het <strong>de</strong>s<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> besluit als<br />

goedgekeurd beschouwd.<br />

On<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>ling II. - Begroting en begrotingswijzigingen<br />

Art. 134. De besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneoverheid <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> begroting <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone en <strong>de</strong> erin<br />

aangebrachte wijzigingen [en <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneoverheid <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeenten aan <strong>de</strong> financiering <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone en <strong>de</strong> erin aangebrachte wijzigingen], alsook <strong>de</strong><br />

gemeenteraadsbesluiten <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> <strong>de</strong> [gemeenten] aan <strong>de</strong> financiering <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone<br />

- 81 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


en <strong>de</strong> erin aangebrachte wijzigingen wor<strong>de</strong>n, binnen <strong>de</strong> twintig dagen volgend op hun goedkeuring, ter<br />

goedkeuring naar <strong>de</strong> gouverneur verstuurd. Een afschrift er<strong>van</strong> wordt gestuurd naar <strong>de</strong> minister.<br />

erratum 01.10.2007<br />

Bij <strong>de</strong> begroting wor<strong>de</strong>n alle bijlagen gevoegd die vereist zijn voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

begroting.<br />

De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> gegevens die door<br />

<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> zonebegroting bevoeg<strong>de</strong> zoneoverheid, aan <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

overheid moeten wor<strong>de</strong>n toegestuurd, <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> <strong>de</strong> informatiedrager en <strong>de</strong> vorm waarin die<br />

gegevens wor<strong>de</strong>n vastgelegd.<br />

Art. 135. Onvermin<strong>de</strong>rd artikel 123, spreekt <strong>de</strong> gouverneur zich uit over <strong>de</strong> goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong> in<br />

artikel 134 bedoel<strong>de</strong> besluiten binnen een termijn <strong>van</strong> veertig dagen die aan<strong>van</strong>gt <strong>de</strong> dag na<br />

ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> het besluit.<br />

Art. 136. De gouverneur bezorgt zijn besluit aan <strong>de</strong> zoneoverheid of aan <strong>de</strong> gemeentelijke overheid,<br />

uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel 135 bedoel<strong>de</strong> termijn. Een afschrift wordt tegelijk naar <strong>de</strong><br />

minister verstuurd.<br />

Bij gebrek aan besluit bij het verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn, wordt <strong>de</strong> begroting beschouwd als zijn<strong>de</strong><br />

door <strong>de</strong> gouverneur goedgekeurd.<br />

Het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur wordt aan <strong>de</strong> zoneoverheid of aan <strong>de</strong> gemeenteraad meege<strong>de</strong>eld<br />

tij<strong>de</strong>ns zijn eerstvolgen<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring.<br />

Art. 137. Indien <strong>de</strong> zoneoverheid verplichte uitgaven of ont<strong>van</strong>gsten die krachtens <strong>de</strong> <strong>wet</strong> ten laste<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> zone zijn voor het dienstjaar waarop <strong>de</strong> begroting betrekking heeft, geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk<br />

weigert op <strong>de</strong> begroting te brengen, trekt <strong>de</strong> gouverneur <strong>de</strong> vereiste bedragen daarop ambtshalve uit.<br />

Tegelijk met <strong>de</strong> ambtshalve inschrijving wijzigt <strong>de</strong> gouverneur het bedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijdrage aan <strong>de</strong><br />

financiering <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone <strong>van</strong> elke gemeente <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken zone.<br />

Een afschrift <strong>van</strong> het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur wordt tegelijk naar <strong>de</strong> minister verstuurd.<br />

Het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur wordt aan <strong>de</strong> zoneoverheid of aan <strong>de</strong> gemeenteraad meege<strong>de</strong>eld<br />

tij<strong>de</strong>ns zijn eerstvolgen<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring.<br />

Art. 138. Indien <strong>de</strong> zoneoverheid ont<strong>van</strong>gsten die krachtens <strong>de</strong> <strong>wet</strong> niet [ten gunste] <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone zijn<br />

voor het dienstjaar waarop <strong>de</strong> begroting betrekking heeft, geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk op <strong>de</strong> begroting<br />

brengt, gaat <strong>de</strong> gouverneur over tot <strong>de</strong> schrapping <strong>van</strong> het bedrag of tot <strong>de</strong> ambtshalve inschrijving<br />

<strong>van</strong> het correcte bedrag.<br />

erratum 01.10.2007<br />

Tegelijk met <strong>de</strong> ambtshalve inschrijving wijzigt <strong>de</strong> gouverneur het bedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijdrage aan <strong>de</strong><br />

financiering <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone <strong>van</strong> elk <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken zone.<br />

Een afschrift <strong>van</strong> het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur wordt tegelijk naar <strong>de</strong> minister verstuurd.<br />

Het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur wordt aan <strong>de</strong> zoneoverheid of aan <strong>de</strong> gemeenteraad meege<strong>de</strong>eld<br />

tij<strong>de</strong>ns zijn eerstvolgen<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring.<br />

Art. 139. Indien <strong>de</strong> gemeenteraad <strong>van</strong> één <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone verplichte uitgaven of<br />

ont<strong>van</strong>gsten die krachtens <strong>de</strong> <strong>wet</strong> ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente zijn voor het dienstjaar waarop <strong>de</strong><br />

begroting betrekking heeft, geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk weigert op <strong>de</strong> begroting te brengen, trekt <strong>de</strong><br />

gouverneur <strong>de</strong> vereiste bedragen daarop ambtshalve uit.<br />

Een afschrift <strong>van</strong> het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur wordt tegelijk naar <strong>de</strong> minister verstuurd.<br />

Het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur wordt aan <strong>de</strong> zoneoverheid of aan <strong>de</strong> gemeenteraad meege<strong>de</strong>eld<br />

tij<strong>de</strong>ns zijn eerstvolgen<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring.<br />

Art. 140. Tegen het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur genomen overeenkomstig <strong>de</strong> artikelen 134 tot 139, kan<br />

<strong>de</strong> zoneoverheid of <strong>de</strong> gemeenteraad hoger beroep instellen bij <strong>de</strong> minister binnen een termijn <strong>van</strong><br />

veertig dagen die ingaat op <strong>de</strong> dag na het versturen <strong>van</strong> het besluit naar <strong>de</strong> zoneoverheid of <strong>de</strong><br />

gemeentelijke overheid.<br />

Art. 141. De minister spreekt zich uit over het ingesteld beroep binnen een termijn <strong>van</strong> veertig dagen<br />

die ingaat op <strong>de</strong> dag na <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst er<strong>van</strong>.<br />

- 82 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


De minister kan het door <strong>de</strong> gouverneur, overeenkomstig <strong>de</strong> artikelen 134 tot 139 genomen besluit,<br />

annuleren of wijzigen.<br />

Hij gaat overeenkomstig <strong>de</strong> artikelen 137 tot 139 over tot <strong>de</strong> wijzigingen, inschrijvingen en<br />

schrappingen.<br />

Hij bezorgt zijn beslissing, uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn, aan <strong>de</strong> gouverneur en aan <strong>de</strong><br />

zoneoverheid of <strong>de</strong> gemeenteraad.<br />

Bij gebrek aan een beslissing bij het verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn, wordt het tegen <strong>de</strong> beslissing <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gouverneur ingestel<strong>de</strong> beroep als ingewilligd en <strong>de</strong> beslissing <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur als geannuleerd<br />

beschouwd.<br />

Het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister wordt aan <strong>de</strong> gouverneur en aan <strong>de</strong> zoneoverheid of <strong>de</strong> gemeenteraad<br />

meege<strong>de</strong>eld tij<strong>de</strong>ns zijn eerstvolgen<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring.<br />

Art. 142. De artikelen 137 tot 141 zijn <strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong> wijzigingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> begroting door <strong>de</strong><br />

zoneoverheid, evenals op <strong>de</strong> wijzigingen door <strong>de</strong> gemeenteraad aangebracht aan <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeente aan <strong>de</strong> financiering <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

On<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>ling III. - Rekeningen<br />

Art. 143. De besluiten […] <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneoverheid <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> rekeningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone wor<strong>de</strong>n,<br />

binnen <strong>de</strong> twintig dagen na hun goedkeuring, verstuurd naar <strong>de</strong> gouverneur en naar <strong>de</strong> minister.<br />

erratum 01.10.2007<br />

Art. 144. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> gegevens<br />

die, voor <strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> die rekeningen, door <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

overheid verstuurd wor<strong>de</strong>n.<br />

Hij bepaalt eveneens <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> <strong>de</strong> informatiedrager en <strong>de</strong> vorm waarin die gegevens wor<strong>de</strong>n<br />

vastgelegd.<br />

Art. 145. De in artikel 143 bedoel<strong>de</strong> besluiten zijn on<strong>de</strong>rworpen aan <strong>de</strong> goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gouverneur, die <strong>de</strong> bedragen er<strong>van</strong> vaststelt binnen een termijn <strong>van</strong> hon<strong>de</strong>rd dagen die ingaat op <strong>de</strong><br />

dag na het inkomen <strong>van</strong> <strong>de</strong> rekeningen onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> artikel 123. De gouverneur<br />

verstuurt zijn besluit uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn naar <strong>de</strong> zoneoverheid, naar <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

rekenplichtige en naar <strong>de</strong> minister.<br />

Het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur wordt aan <strong>de</strong> zoneoverheid meege<strong>de</strong>eld tij<strong>de</strong>ns zijn eerstvolgen<strong>de</strong><br />

verga<strong>de</strong>ring.<br />

Bij gebrek aan besluit bij het verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> rekeningen beschouwd als<br />

zijn<strong>de</strong> door <strong>de</strong> gouverneur goedgekeurd.<br />

Art. 146. Tegen het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> rekeningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone kunnen <strong>de</strong><br />

raad en <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige hoger beroep instellen bij <strong>de</strong> minister, binnen een termijn <strong>van</strong><br />

veertig dagen die ingaat op <strong>de</strong> dag na het versturen <strong>van</strong> het besluit naar <strong>de</strong> zoneoverheid.<br />

In geval <strong>van</strong> gelijktijdige beroepen <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneoverheid en <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige, wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> beroepen samengevoegd.<br />

Dezelf<strong>de</strong> dag wordt een afschrift <strong>van</strong> het beroep of <strong>de</strong> beroepen verstuurd naar <strong>de</strong> gouverneur, <strong>de</strong><br />

bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige en <strong>de</strong> zoneoverheid.<br />

Art. 147. In geval <strong>van</strong> hoger beroep wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> rekeningen door <strong>de</strong> minister vastgesteld binnen een<br />

termijn <strong>van</strong> hon<strong>de</strong>rd dagen die ingaat op <strong>de</strong> dag na <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst er<strong>van</strong>.<br />

De minister verstuurt zijn besluit inzake het ingestel<strong>de</strong> beroep, uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> in het<br />

vorige lid bedoel<strong>de</strong> termijn, naar <strong>de</strong> gouverneur, <strong>de</strong> zoneoverheid, en <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige.<br />

Indien binnen <strong>de</strong> in het eerste lid vermel<strong>de</strong> [termijn] geen besluit is verstuurd, is het beroep<br />

ingewilligd; in geval <strong>van</strong> hoger beroep <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone alleen, is het<br />

hoger beroep, bij gebrek aan besluit bij het verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> in het eerste lid vermel<strong>de</strong> [termijn],<br />

verworpen.<br />

erratum 01.10.2007<br />

On<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>ling IV. – [Boekhouding en kas]<br />

- 83 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 148. § 1. Bij weigering of vertraging in <strong>de</strong> betaalbaarstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitgaven die <strong>de</strong> <strong>wet</strong> aan <strong>de</strong><br />

zones oplegt, hoort <strong>de</strong> gouverneur <strong>de</strong> zoneoverheid en beveelt, indien nodig, <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke betaling<br />

<strong>van</strong> bedoel<strong>de</strong> uitgaven. De gouverneur bezorgt tegelijk een afschrift <strong>van</strong> zijn besluit aan <strong>de</strong> minister.<br />

§ 2. De zoneoverheid kan hoger beroep instellen bij <strong>de</strong> minister binnen een termijn <strong>van</strong> veertig<br />

dagen die ingaat na het versturen <strong>van</strong> het besluit.<br />

De minister spreekt zich uit over het hoger beroep binnen een termijn <strong>van</strong> veertig dagen, die ingaat<br />

op <strong>de</strong> dag na <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst er<strong>van</strong>, en verstuurt zijn besluit uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> die termijn naar<br />

<strong>de</strong> gouverneur en naar <strong>de</strong> zoneoverheid.<br />

Indien binnen [<strong>de</strong> in het twee<strong>de</strong> lid vermel<strong>de</strong> termijn] geen besluit is verstuurd, is het hoger beroep<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneoverheid ingewilligd.<br />

erratum 01.10.2007<br />

§ 3. Bij weigering tot betaling door <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige, kan <strong>de</strong>ze laatste tegen het<br />

besluit waarbij een regelmatig bevelschrift uitvoerbaar verklaard wordt, bij <strong>de</strong> minister hoger beroep<br />

instellen, binnen een termijn <strong>van</strong> veertig dagen die ingaat op <strong>de</strong> dag na <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> het besluit<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur.<br />

De minister spreekt zich uit over het hoger beroep binnen een termijn <strong>van</strong> veertig dagen, die ingaat<br />

op <strong>de</strong> dag na <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gst er<strong>van</strong>, en verstuurt zijn besluit uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> die termijn naar<br />

<strong>de</strong> gouverneur, naar <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige en naar <strong>de</strong> zoneoverheid.<br />

Indien binnen <strong>de</strong> in het twee<strong>de</strong> lid vermel<strong>de</strong> [termijn] geen besluit is verstuurd, is het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gouverneur uitvoerbaar.<br />

erratum 01.10.2007<br />

De <strong>de</strong>finitieve beslissing tot betaling geldt als een regelmatig en door <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige<br />

ambtshalve uit te voeren bevelschrift.<br />

Art. 149. De minister of <strong>de</strong> gouverneur controleert <strong>de</strong> boekhouding en <strong>de</strong> kas <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone, telkens zij<br />

dit nodig achten. Van elke controle wordt een proces-verbaal opgemaakt dat aan <strong>de</strong> zoneoverheid<br />

wordt voorgelegd.<br />

On<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>ling V. - Schuldherschikking<br />

Art. 150. De besluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneoverheid, waardoor <strong>de</strong> financiële lasten <strong>van</strong> <strong>de</strong> leningen<br />

opgenomen voor het financieren <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone wor<strong>de</strong>n herschikt, wor<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> twintig dagen ter<br />

goedkeuring naar <strong>de</strong> gouverneur gestuurd. Een kopie wordt naar <strong>de</strong> minister verstuurd.<br />

Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> artikel 123, spreekt <strong>de</strong> gouverneur zich uit over <strong>de</strong> goedkeuring<br />

<strong>van</strong> het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoneoverheid, binnen een termijn <strong>van</strong> veertig dagen die ingaat op <strong>de</strong> dag na <strong>de</strong><br />

ont<strong>van</strong>gst er<strong>van</strong> en verstuurt zijn besluit uiterlijk <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn naar <strong>de</strong> zoneoverheid<br />

en aan <strong>de</strong> minister.<br />

Wanneer die termijn is verstreken, wordt <strong>de</strong> herschikking beschouwd als zijn<strong>de</strong> goedgekeurd.<br />

De gouverneur bezorgt [tegelijk] een afschrift <strong>van</strong> zijn besluit aan <strong>de</strong> minister.<br />

erratum 01.10.2007<br />

Art. 151. De zoneoverheid kan een beroep indienen bij <strong>de</strong> minister binnen een termijn <strong>van</strong> veertig<br />

dagen na <strong>de</strong> versturing <strong>van</strong> het besluit.<br />

De minister beslist over het beroep binnen een termijn <strong>van</strong> veertig dagen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> dag na <strong>de</strong><br />

ont<strong>van</strong>gst er<strong>van</strong> en maakt zijn beslissing ten laatste op <strong>de</strong> laatste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> termijn over aan <strong>de</strong><br />

gouverneur en <strong>de</strong> zoneoverheid.<br />

Bij gebrek aan besluit bij het verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn, wordt het beroep als ingewilligd<br />

beschouwd.<br />

Af<strong>de</strong>ling IV. - Bijzon<strong>de</strong>r dwangtoezicht<br />

Art. 152. De minister of <strong>de</strong> gouverneur kan, na het verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> termijn bepaald in een uit<br />

briefwisseling blijken<strong>de</strong> waarschuwing, één of meer bijzon<strong>de</strong>re commissarissen gelasten zich ter<br />

- 84 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


plaatse te begeven, op <strong>de</strong> persoonlijke kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheidspersonen, respectievelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeente of <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone die verzuimd heeft aan <strong>de</strong> waarschuwing gevolg te geven, tenein<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

gevraag<strong>de</strong> inlichtingen of opmerkingen in te zamelen of <strong>de</strong> maatregelen ten uitvoer te brengen die<br />

voortvloeien uit verplichtingen welke aan <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> of genomen<br />

krachtens <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> zijn verbon<strong>de</strong>n.<br />

De invor<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten, bedoeld in het eerste lid, geschiedt door <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

rekenplichtige, op zicht <strong>van</strong> een daartoe getroffen besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid die <strong>de</strong> dwangprocedure<br />

heeft ingesteld en dat geldt als een door <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rekenplichtige ambtshalve uit te voeren<br />

bevelschrift.<br />

TITEL IV. - <strong>Civiele</strong> Bescherming<br />

Art. 153. De fe<strong>de</strong>rale Staat beschikt, voor <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten <strong>van</strong> civiele veiligheid<br />

bedoeld in artikel 11, over een fe<strong>de</strong>raal korps <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming, georganiseerd in<br />

operationele eenhe<strong>de</strong>n, dat bevoegd is op het hele grondgebied <strong>van</strong> het Koninkrijk.<br />

Voor <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> hun opdrachten inzake veiligheid kunnen <strong>de</strong> burgemeester en <strong>de</strong><br />

gouverneur of <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad een beroep<br />

doen op <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming.<br />

Art. 154. De <strong>Civiele</strong> Bescherming staat on<strong>de</strong>r het gezag <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister.<br />

Art. 155. De <strong>Civiele</strong> Bescherming bestaat uit beroeps- en vrijwillige le<strong>de</strong>n.<br />

De beroepsle<strong>de</strong>n zijn diegenen die <strong>de</strong>ze functie als hoofdactiviteit uitoefenen.<br />

De vrijwillige le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming zijn diegenen voor wie <strong>de</strong>ze functie niet hun<br />

hoofdactiviteit uitmaakt.<br />

Art. 156. De Koning legt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, het administratief<br />

en gel<strong>de</strong>lijk statuut <strong>van</strong> <strong>de</strong> beroeps- en vrijwillige le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming vast.<br />

Art. 157. De Koning bepaalt, op voordracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister, bij een besluit vastgesteld na overleg in<br />

<strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> vestiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> eenhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming op het grondgebied <strong>van</strong><br />

het Koninkrijk, waarbij er niet meer dan één per provincie mag zijn. De Koning kan <strong>de</strong> vestiging <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze eenhe<strong>de</strong>n via <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> procedure wijzigen.<br />

Art. 158. De Koning bepaalt, na advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> gouverneur, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong><br />

Ministerraad, het materieel en <strong>de</strong> uitrusting waarover elke eenheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming<br />

beschikt.<br />

TITEL V. - De aansprakelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones en <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming<br />

Art. 159. Deze titel is <strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong> vrijwillige en beroepspersoneelsle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hulpverleningszone en <strong>van</strong> <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming. Voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

titel, wor<strong>de</strong>n zij hierna « personeelslid » genoemd.<br />

Art. 160. In geval <strong>van</strong> scha<strong>de</strong> veroorzaakt door een personeelslid tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> zijn<br />

functies, aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n of aan <strong>de</strong> openbare rechtspersoon waaron<strong>de</strong>r het personeelslid ressorteert, is <strong>de</strong><br />

veroorzaker <strong>van</strong> <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> aansprakelijk voor :<br />

1° [<strong>de</strong> opzettelijke fout en <strong>de</strong> zware fout];<br />

2° [<strong>de</strong> lichte fout], indien die bij hem eer<strong>de</strong>r gewoonlijk voorkomt.<br />

erratum 01.10.2007<br />

Art. 161. De openbare rechtspersoon is aansprakelijk voor <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> die zijn personeelsle<strong>de</strong>n aan<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n berokkenen, overeenkomstig artikel 1384 <strong>van</strong> het Burgerlijk Wetboek.<br />

- 85 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 162. De veroorzaker <strong>van</strong> scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n tegen wie voor <strong>de</strong> burgerlijke rechter of <strong>de</strong><br />

strafrechter een vor<strong>de</strong>ring tot scha<strong>de</strong>loosstelling wordt ingesteld, kan <strong>de</strong> openbare rechtspersoon<br />

waaron<strong>de</strong>r hij ressorteert, gedwongen in het geding laten tussenkomen.<br />

Art. 163. De vor<strong>de</strong>ring tot scha<strong>de</strong>loosstelling of <strong>de</strong> regresvor<strong>de</strong>ring, ingesteld door openbare<br />

rechtspersonen tegen hun personeelsle<strong>de</strong>n, is slechts in rechte ont<strong>van</strong>kelijk, indien zij wordt<br />

voorafgegaan door een aanbod tot minnelijke schikking aan <strong>de</strong> verweer<strong>de</strong>r.<br />

De openbare rechtspersoon kan beslissen dat <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> slechts ge<strong>de</strong>eltelijk moet wor<strong>de</strong>n<br />

vergoed.<br />

Art. 164. De Staat of <strong>de</strong> zone, naargelang het gaat om fe<strong>de</strong>raal, dan wel zonaal personeel, neemt <strong>de</strong><br />

proceskosten ten laste waartoe het personeelslid in rechte veroor<strong>de</strong>eld wordt wegens feiten gepleegd<br />

in zijn functies, tenzij hij een opzettelijke fout, een zware fout of een lichte fout die bij hem gewoonlijk<br />

voorkomt, begaan heeft.<br />

Wordt één <strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke fouten aangetoond, dan beslist <strong>de</strong> Staat of <strong>de</strong> zone, na het personeelslid<br />

gehoord te hebben, of <strong>de</strong> proceskosten geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk door hem moeten wor<strong>de</strong>n gedragen.<br />

Art. 165. § 1. Het personeelslid dat in rechte wordt gedagvaard of tegen wie <strong>de</strong> strafvor<strong>de</strong>ring wordt<br />

ingesteld wegens feiten gesteld tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> zijn functies, heeft recht op rechtshulp <strong>van</strong><br />

een advocaat ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> Staat of <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

In geval <strong>van</strong> overlij<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het personeelslid komt het recht op rechtshulp toe aan diens<br />

rechthebben<strong>de</strong>n.<br />

§ 2. Aan het personeelslid tegen wie <strong>de</strong> Staat of <strong>de</strong> zone een burgerlijke rechtsvor<strong>de</strong>ring instelt<br />

zoals bedoeld in artikel 163, wordt geen enkele rechtshulp verleend.<br />

§ 3. De rechtshulp kan door <strong>de</strong> Staat of <strong>de</strong> zone geweigerd wor<strong>de</strong>n wanneer <strong>de</strong> feiten<br />

klaarblijkelijk in geen enkel verband staan met <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> <strong>de</strong> functies.<br />

De rechtshulp kan eveneens wor<strong>de</strong>n geweigerd wanneer het personeelslid een opzettelijke of<br />

zware fout heeft begaan.<br />

§ 4. Wanneer <strong>de</strong> rechtshulp niet is verleend in toepassing <strong>van</strong> § 3 en uit <strong>de</strong> rechterlijke<br />

beslissing blijkt dat <strong>de</strong>ze weigering niet gegrond was, heeft het personeelslid recht op terugbetaling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten die hij voor zijn ver<strong>de</strong>diging heeft gemaakt.<br />

Wanneer <strong>de</strong> rechtshulp toegestaan is maar uit <strong>de</strong> gerechtelijke beslissing blijkt dat dit niet dien<strong>de</strong><br />

te geschie<strong>de</strong>n, kunnen <strong>de</strong> kosten die gemaakt zijn voor zijn ver<strong>de</strong>diging, <strong>van</strong> het personeelslid<br />

teruggevor<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n, op <strong>de</strong> wijze bepaald in artikel 163.<br />

§ 5. De Koning bepaalt <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r welke <strong>de</strong> honoraria <strong>van</strong> <strong>de</strong> advocaat gekozen<br />

om <strong>de</strong> rechtshulp te verlenen ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> Staat of <strong>de</strong> zone wor<strong>de</strong>n genomen.<br />

De rechtshulp aan <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming komt ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>rale<br />

Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.<br />

De rechtshulp aan <strong>de</strong> personeelsle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverleningszone komt ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

§ 6. De voorgeschreven rechtshulp houdt niet in dat <strong>de</strong> Staat of <strong>de</strong> zone enige<br />

aansprakelijkheid erkent.<br />

Art. 166. § 1. De Koning bepaalt <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re regels volgens welke het<br />

personeelslid wordt vergoed voor <strong>de</strong> zaakscha<strong>de</strong> die hij, in zijn functies, heeft gele<strong>de</strong>n.<br />

On<strong>de</strong>r zaakscha<strong>de</strong> wordt begrepen, <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> toegebracht aan goe<strong>de</strong>ren waar<strong>van</strong> het<br />

personeelslid eigenaar of hou<strong>de</strong>r is en die onontbeerlijk zijn voor <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> zijn functies.<br />

§ 2. De vergoeding komt ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> Staat voor <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming en<br />

ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverleningszone voor <strong>de</strong> personeelsle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> hulpverleningszone.<br />

§ 3. De vergoeding is uitgesloten wanneer <strong>de</strong> zaakscha<strong>de</strong> te wijten is aan een opzettelijke of<br />

zware fout die toegeschreven kan wor<strong>de</strong>n aan het personeelslid.<br />

Hetzelf<strong>de</strong> geldt ten belope <strong>van</strong> het toegeken<strong>de</strong> of toe te kennen bedrag, wanneer <strong>de</strong> zaakscha<strong>de</strong><br />

vergoed wordt of kan vergoed wor<strong>de</strong>n :<br />

- 86 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


1° krachtens een door het betrokken personeelslid of in zijn voor<strong>de</strong>el afgesloten verzekering<br />

behou<strong>de</strong>ns niet-betaling door <strong>de</strong> verzekeraar binnen een termijn <strong>van</strong> één jaar <strong>van</strong>af het ontstaan<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>;<br />

2° als gerechtskosten in strafzaken.<br />

§ 4. De Staat of <strong>de</strong> zone treedt in <strong>de</strong> rechten en vor<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> het personeelslid ten belope<br />

<strong>van</strong> het betaal<strong>de</strong> bedrag.<br />

§ 5. De vergoeding door <strong>de</strong> Staat of <strong>de</strong> zone sluit, ten belope <strong>van</strong> het toegeken<strong>de</strong> bedrag en<br />

voor hetzelf<strong>de</strong> scha<strong>de</strong>lijk feit elk verhaal uit op <strong>de</strong> Staat of <strong>de</strong> zone, <strong>de</strong> organen of aangestel<strong>de</strong>n<br />

hier<strong>van</strong> uit.<br />

§ 6. Wat <strong>de</strong> personeelsle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming betreft komt <strong>de</strong> vergoeding ten laste<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>rale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.<br />

TITEL VI. - Coördinatie<br />

Art. 167. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> minister zorgen <strong>de</strong> gouverneur en zijn<br />

diensten voor <strong>de</strong> coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid in <strong>de</strong> provincie.<br />

De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re regels voor <strong>de</strong><br />

coördinatie bepalen.<br />

TITEL VII. - Algemene inspectie <strong>van</strong> <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid<br />

Art. 168. Binnen <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>rale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt een algemene inspectie <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> operationele diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid ingesteld die rechtstreeks on<strong>de</strong>r het gezag <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

minister geplaatst wordt. Zij beschikt over <strong>de</strong> nodige onafhankelijkheid om haar opdracht uit te<br />

oefenen.<br />

Art. 169. De algemene inspectie heeft betrekking op <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele<br />

veiligheid. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> inspecteurs <strong>van</strong> Volksgezondheid, omvat zij <strong>de</strong><br />

controle, op stukken en ter plaatse, <strong>van</strong> <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong>telijke en reglementaire bepalingen<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> in artikel 11 <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> bedoel<strong>de</strong> opdrachten.<br />

Art. 170. De algemene inspectie han<strong>de</strong>lt, hetzij op eigen initiatief, hetzij op bevel <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister,<br />

hetzij op verzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester, <strong>de</strong> gouverneur of <strong>de</strong> zoneoverheid, of <strong>de</strong> zonecommandant in<br />

het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> hun bevoegdhe<strong>de</strong>n.<br />

Art. 171. De algemene inspectie geeft haar adviezen en suggesties aan <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijke<br />

overhe<strong>de</strong>n over elke maatregel die verbeteringen met zich zou kunnen meebrengen inzake<br />

organisatie en werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones en operationele eenhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming, evenals<br />

inzake brandvoorkoming.<br />

Bovendien vermeldt zij elke overtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> reglementering die zij vaststelt.<br />

Wanneer <strong>de</strong> inspectie feiten vaststelt die aanleiding kunnen geven tot een tuchtprocedure stelt zij<br />

<strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> tuchtoverheid hier<strong>van</strong> in kennis.<br />

Art. 172. Elke inspectie maakt het voorwerp uit <strong>van</strong> een verslag dat aan <strong>de</strong> verzoeken<strong>de</strong> overheid<br />

meege<strong>de</strong>eld wordt, evenals aan alle in artikel 170 bedoel<strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n.<br />

In het geval bedoeld in artikel 171, twee<strong>de</strong> lid, vermeldt het verslag <strong>de</strong> termijn waarbinnen <strong>de</strong> zone<br />

verzocht wordt <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong> overtredingen te herstellen.<br />

Wanneer <strong>de</strong> zone in gebreke blijft <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong> overtredingen te herstellen binnen <strong>de</strong><br />

aangedui<strong>de</strong> termijn, stelt <strong>de</strong> algemene inspectie hier<strong>van</strong> proces-verbaal op.<br />

Het proces-verbaal wordt geduren<strong>de</strong> minstens tien vrije dagen aangeplakt aan <strong>de</strong> zetel <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

betrokken zone en aan elk gemeentehuis <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

Niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> het eerste lid wordt het proces-verbaal door <strong>de</strong> inspectie<br />

meege<strong>de</strong>eld aan <strong>de</strong> [toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid] bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 120 en volgen<strong>de</strong>.<br />

erratum 01.10.2007<br />

- 87 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


De gouverneur of <strong>de</strong> minister kan, overeenkomstig <strong>de</strong> artikelen 137 tot 141, overgaan tot <strong>de</strong><br />

ambtshalve inschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke uitgaven in <strong>de</strong> begroting om <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong><br />

overtredingen te verhelpen.<br />

Art. 173. De le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> algemene inspectie hebben, voor <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> hun opdrachten, te<br />

allen tij<strong>de</strong> vrije toegang tot <strong>de</strong> infrastructuren waarover <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid<br />

beschikken; <strong>de</strong>ze diensten moeten hun me<strong>de</strong>werking verlenen aan <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> algemene<br />

inspectie en moeten hen alle bewijzen, nuttige inlichtingen en documenten, stukken en elementen die<br />

noodzakelijk zijn voor <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> hun opdrachten, bezorgen.<br />

Art. 174. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> werkwijze<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> algemene inspectie; Hij bepaalt het ka<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> aanwijzingsvoorwaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

algemene inspectie en <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re regels die <strong>van</strong> toepassing zijn op hun statuut.<br />

TITEL VIII. - Het fe<strong>de</strong>raal kenniscentrum voor <strong>de</strong> civiele veiligheid<br />

Art. 175. Het Fe<strong>de</strong>raal Kenniscentrum voor <strong>de</strong> civiele veiligheid dat binnen <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>rale<br />

Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt opgericht, is een Staatsdienst met afzon<strong>de</strong>rlijk beheer<br />

zoals bepaald in artikel 140 <strong>van</strong> <strong>de</strong> gecoördineer<strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten op <strong>de</strong> Rijkscomptabiliteit <strong>van</strong> 17 juli 1991.<br />

De uitvoeringsmodaliteiten wor<strong>de</strong>n vastgesteld door <strong>de</strong> Koning, bij een besluit vastgesteld na<br />

overleg in <strong>de</strong> Ministerraad.<br />

TITEL IX. - Opdracht inzake preventie <strong>van</strong> brand en ontploffing<br />

Art. 176. Op verzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgemeester moet <strong>de</strong> zone, op het grondgebied waar<strong>van</strong> zij <strong>de</strong><br />

bescherming verzekert, overgaan tot <strong>de</strong> controle <strong>van</strong> <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> door <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten en<br />

reglementen voorgeschreven maatregelen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> preventie <strong>van</strong> brand en ontploffing.<br />

Art. 177. De Koning bepaalt <strong>de</strong> modaliteiten inzake <strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandvoorkoming op het<br />

grondgebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones.<br />

TITEL X. - Verhaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten<br />

Art. 178. § 1. Van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> interventies wor<strong>de</strong>n verhaald door <strong>de</strong> Staat voor wat betreft <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong><br />

Bescherming en door <strong>de</strong> zone voor wat betreft <strong>de</strong> posten :<br />

1° ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> begunstig<strong>de</strong>, <strong>de</strong> kosten veroorzaakt aan <strong>de</strong>ze diensten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> interventies<br />

verricht buiten <strong>de</strong> opdrachten bedoeld in artikel 11;<br />

2° ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> begunstig<strong>de</strong>, een forfaitair bedrag ter <strong>de</strong>kking <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten veroorzaakt door het<br />

vervoer met <strong>de</strong> ambulance voor dringen<strong>de</strong> geneeskundige hulpverlening.<br />

§ 2. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>van</strong> welke<br />

taken uitgevoerd in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten vermeld in artikel 11, <strong>de</strong> kosten kunnen verhaald<br />

wor<strong>de</strong>n ten laste <strong>van</strong> hun begunstig<strong>de</strong>n en welke <strong>de</strong> taken zijn die gratis moeten uitgevoerd wor<strong>de</strong>n.<br />

De Koning regelt <strong>de</strong> wijze <strong>van</strong> vaststelling en <strong>van</strong> verhaal <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze kosten.<br />

§ 3. Het bedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten die met toepassing <strong>van</strong> §§ 1 en 2, en <strong>van</strong> artikel 179, § 2, door<br />

<strong>de</strong> Staat wor<strong>de</strong>n verhaald, wordt ingeschreven op het Fonds voor beveiliging tegen brand en<br />

ontploffing bedoeld in <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 30 juli 1979 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> preventie <strong>van</strong> brand en ontploffing en<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> verplichte verzekering <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgerrechtelijke aansprakelijkheid in <strong>de</strong>rgelijke gevallen.<br />

§ 4. Overeenkomstig <strong>de</strong> regels <strong>van</strong> gemeen recht blijft voor <strong>de</strong> personen, die <strong>de</strong> kosten moeten<br />

betalen bedoeld in § 1 en 2, een beroep open tegen <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> aansprakelijken.<br />

Art. 179. § 1. Voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> dit artikel wordt verstaan on<strong>de</strong>r :<br />

- 88 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


1° « beroepsactiviteit » : een in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> een economische activiteit, een bedrijf of een<br />

on<strong>de</strong>rneming verrichte activiteit, ongeacht het particuliere, openbare, winstgeven<strong>de</strong> of nietwinstgeven<strong>de</strong><br />

karakter daar<strong>van</strong>;<br />

2° « exploitant » : particuliere of openbare natuurlijke persoon of rechtspersoon die een<br />

beroepsactiviteit verricht of regelt, of aan wie een doorslaggeven<strong>de</strong> economische zeggenschap<br />

over het technisch functioneren <strong>van</strong> een <strong>de</strong>rgelijke activiteit is overgedragen, met inbegrip <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> een vergunning of toelating voor het verrichten <strong>van</strong> een <strong>de</strong>rgelijke activiteit of <strong>de</strong><br />

persoon die een <strong>de</strong>rgelijke activiteit laat registreren of er kennisgeving <strong>van</strong> doet;<br />

3° « kosten » : <strong>de</strong> kosten die verantwoord zijn in het licht <strong>van</strong> <strong>de</strong> tussenkomst door <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

civiele bescherming en <strong>de</strong> openbare brandweerdiensten, met inbegrip <strong>van</strong> ramingskosten <strong>van</strong><br />

milieuscha<strong>de</strong> of <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke dreiging dat zulke scha<strong>de</strong> ontstaat en <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> alternatieve<br />

maatregelen, alsook <strong>de</strong> administratieve, juridische en handhavingskosten, <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> het<br />

vergaren <strong>van</strong> gegevens en an<strong>de</strong>re algemene kosten, en <strong>de</strong> kosten in verband met monitoring en<br />

toezicht.<br />

§ 2. In geval <strong>van</strong> vervuiling bedoeld in artikel 11, § 1, 4°, zijn <strong>de</strong> Staat en <strong>de</strong> zone gehou<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

hiervoor aan hun diensten gemaakte kosten te verhalen op <strong>de</strong> exploitant die <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> of <strong>de</strong><br />

onmid<strong>de</strong>llijke dreiging <strong>van</strong> scha<strong>de</strong> heeft veroorzaakt of op <strong>de</strong> eigenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewraakte producten.<br />

De Staat en <strong>de</strong> zone kunnen beslissen om af te zien <strong>van</strong> verhaal, wanneer <strong>de</strong> verhaalkosten groter<br />

zijn dan het terug te vor<strong>de</strong>ren bedrag of wanneer niet kan wor<strong>de</strong>n vastgesteld wie <strong>de</strong> exploitant of <strong>de</strong><br />

eigenaar is.<br />

De exploitant of <strong>de</strong> eigenaar is niet verplicht <strong>de</strong> kosten te dragen, indien hij kan bewijzen dat <strong>de</strong><br />

milieuscha<strong>de</strong> of <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke dreiging dat <strong>de</strong>rgelijke scha<strong>de</strong> ontstaat :<br />

a) ofwel veroorzaakt is door een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> ondanks het feit dat er passen<strong>de</strong> veiligheidsmaatregelen<br />

waren getroffen;<br />

b) ofwel het gevolg is <strong>van</strong> <strong>de</strong> opvolging <strong>van</strong> een dwingen<strong>de</strong> opdracht of instructie <strong>van</strong> een<br />

overheidsinstantie, tenzij het een opdracht of instructie betreft naar aanleiding <strong>van</strong> een emissie of<br />

inci<strong>de</strong>nt, veroorzaakt door activiteiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> exploitant zelf.<br />

Wanneer eenzelf<strong>de</strong> scha<strong>de</strong> of onmid<strong>de</strong>llijke dreiging <strong>van</strong> scha<strong>de</strong> door meer<strong>de</strong>re exploitanten of<br />

eigenaars wordt veroorzaakt, zijn <strong>de</strong>ze hoof<strong>de</strong>lijk gehou<strong>de</strong>n tot het dragen <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten.<br />

Wanneer besmetting of vervuiling op zee plaatsvindt of afkomstig is <strong>van</strong> een zeeschip, vallen <strong>de</strong><br />

kosten ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> persoon die <strong>de</strong> besmetting of <strong>de</strong> verontreiniging heeft veroorzaakt,<br />

overeenkomstig het internationaal recht. De eigenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken schepen zijn burgerlijk en<br />

hoof<strong>de</strong>lijk aansprakelijk.<br />

§ 3. De Staat en <strong>de</strong> zone kunnen te allen tij<strong>de</strong> <strong>de</strong> exploitant of <strong>de</strong> eigenaar verplichten<br />

informatie te verstrekken over milieuscha<strong>de</strong> die zich heeft voorgedaan, over een onmid<strong>de</strong>llijke dreiging<br />

<strong>van</strong> milieuscha<strong>de</strong> of in geval <strong>van</strong> vermoe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> zulk een onmid<strong>de</strong>llijke dreiging.<br />

Art. 180. § 1. Wanneer milieuscha<strong>de</strong> of een onmid<strong>de</strong>llijk dreigen<strong>de</strong> milieuscha<strong>de</strong>, gevolgen heeft of<br />

dreigt te hebben voor één of meer<strong>de</strong>re gewesten, of an<strong>de</strong>re Lidstaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Europese Unie, werken<br />

<strong>de</strong> Staat, <strong>de</strong> zones of <strong>de</strong> gemeenten samen, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re door een behoorlijke uitwisseling <strong>van</strong><br />

informatie, tenein<strong>de</strong> ervoor te zorgen dat <strong>de</strong> nodige maatregelen met betrekking tot die milieuscha<strong>de</strong><br />

of onmid<strong>de</strong>llijke dreiging <strong>van</strong> milieuscha<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n genomen.<br />

§ 2. Wanneer zich milieuscha<strong>de</strong> of een onmid<strong>de</strong>llijk dreigen<strong>de</strong> milieuscha<strong>de</strong> in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> § 1<br />

voordoet, verstrekken <strong>de</strong> Staat, <strong>de</strong> zones of <strong>de</strong> gemeenten voldoen<strong>de</strong> informatie aan <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong><br />

instanties <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewesten of <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re Lidstaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Europese Unie die scha<strong>de</strong> zou<strong>de</strong>n kunnen<br />

lij<strong>de</strong>n.<br />

§ 3. Wanneer <strong>de</strong> Staat, <strong>de</strong> zones of <strong>de</strong> gemeenten, binnen hun grenzen, milieuscha<strong>de</strong><br />

vaststellen, die niet binnen hun grenzen is veroorzaakt, kunnen zij dit mel<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong><br />

instanties <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken gewesten of Lidstaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Europese Unie en aan <strong>de</strong> Europese<br />

Commissie.<br />

Ze kunnen aanbevelingen doen inzake <strong>de</strong> nodige maatregelen en ze kunnen om terugbetaling<br />

verzoeken <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> genomen maatregelen.<br />

§ 4. Deze samenwerking doet geen afbreuk aan bestaan<strong>de</strong> samenwerkingsvormen.<br />

- 89 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


TITEL XI. - Opvor<strong>de</strong>ring en evacuatie<br />

Art. 181. § 1. De minster of zijn gemachtig<strong>de</strong> kan bij het optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele<br />

veiligheid en voor hun no<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> personen en zaken die hij nodig acht, opvor<strong>de</strong>ren.<br />

Dezelf<strong>de</strong> bevoegdheid wordt verleend aan <strong>de</strong> burgemeester of, bij <strong>de</strong>legatie <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze, aan <strong>de</strong><br />

zonecommandant of aan <strong>de</strong> officieren <strong>van</strong> <strong>de</strong> posten wanneer <strong>de</strong>ze diensten in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> hun<br />

opdrachten optre<strong>de</strong>n.<br />

§ 2. De Staat, in het geval bedoeld in § 1, eerste lid, en <strong>de</strong> zone op het grondgebied waar<strong>van</strong><br />

werd opgetre<strong>de</strong>n in het geval bedoeld in § 1, twee<strong>de</strong> lid, dragen <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> het opvor<strong>de</strong>ren <strong>van</strong><br />

personen of goe<strong>de</strong>ren en vergoe<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze aan <strong>de</strong> rechthebben<strong>de</strong>n, volgens <strong>de</strong> modaliteiten bepaald<br />

door <strong>de</strong> Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad.<br />

§ 3. Voor <strong>de</strong> duur <strong>van</strong> <strong>de</strong> prestaties tij<strong>de</strong>ns het optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> operationele diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

civiele veiligheid, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst en <strong>de</strong> leerovereenkomst geschorst ten behoeve<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> werknemers die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze omstandighe<strong>de</strong>n zijn opgevor<strong>de</strong>rd.<br />

Art. 182. De minister of zijn gemachtig<strong>de</strong> kan in geval <strong>van</strong> dreigen<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bevolking,<br />

ter verzekering <strong>van</strong> haar bescherming, verplichten zich te verwij<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> plaatsen of streken, die<br />

bijzon<strong>de</strong>r blootgesteld, bedreigd of getroffen zijn, en <strong>de</strong>genen die bij <strong>de</strong>ze maatregelen betrokken zijn<br />

een voorlopige verblijfplaats aanwijzen; om <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n kan hij ie<strong>de</strong>re verplaatsing of elk verkeer<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking verbie<strong>de</strong>n.<br />

TITEL XII. - Bijzon<strong>de</strong>re bepalingen inzake oorlogstijd<br />

Art. 183. In geval <strong>van</strong> oorlog omvat <strong>de</strong> civiele veiligheid alle civiele maatregelen en mid<strong>de</strong>len om <strong>de</strong><br />

bescherming en het voortbestaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking en het behoud <strong>van</strong> het nationaal patrimonium te<br />

verzekeren.<br />

Art. 184. De Koning kan, met het oog op bescherming tegen oorlogshan<strong>de</strong>lingen, voorschrijven dat in<br />

onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren speciale plaatsen wor<strong>de</strong>n ingericht.<br />

Art. 185. In oorlogstijd of in perio<strong>de</strong>n die daarmee krachtens artikel 7 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 12 mei 1927 op<br />

<strong>de</strong> militaire opeisingen gelijkgesteld zijn, kan <strong>de</strong> Koning bevelen dat inwoners ambtshalve in <strong>de</strong><br />

diensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> Bescherming wor<strong>de</strong>n ingelijfd.<br />

De burgemeester kan eveneens, in <strong>de</strong> gevallen voorzien in het eerste lid en binnen <strong>de</strong> grenzen<br />

door <strong>de</strong> Koning bepaald, bevelen dat inwoners <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente ambtshalve in <strong>de</strong> brandweer- en<br />

reddingspost, die <strong>de</strong> gemeente bedient, ingelijfd wor<strong>de</strong>n.<br />

Art. 186. In oorlogstijd wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> maatregelen welke aan provincies en gemeenten zijn opgelegd,<br />

door <strong>de</strong> gouverneur, <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad of door<br />

<strong>de</strong> burgemeester bevolen in plaats <strong>van</strong> door <strong>de</strong> normale bevoeg<strong>de</strong> provinciale of gemeentelijke<br />

organen; <strong>de</strong> reglementen en veror<strong>de</strong>ningen wor<strong>de</strong>n in dat geval bin<strong>de</strong>nd zodra zij zijn<br />

bekendgemaakt.<br />

TITEL XIII. - Strafbepalingen<br />

Art. 187. Weigering of verzuim zich te gedragen naar <strong>de</strong> maatregelen die met toepassing <strong>van</strong><br />

artikelen 181, § 1 en 182 zijn bevolen, wordt in vre<strong>de</strong>stijd gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> acht dagen<br />

tot drie maan<strong>de</strong>n, en met geldboete <strong>van</strong> zesentwintig euro tot vijfhon<strong>de</strong>rd euro, of met één <strong>van</strong> die<br />

straffen alleen.<br />

In oorlogstijd of in daarme<strong>de</strong> gelijkgestel<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n wordt weigering of verzuim zich te gedragen<br />

naar <strong>de</strong> maatregelen die met toepassing <strong>van</strong> artikel 185 zijn bevolen gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong><br />

drie maan<strong>de</strong>n tot zes maan<strong>de</strong>n en met geldboete <strong>van</strong> vijfhon<strong>de</strong>rd euro tot duizend euro, of met één<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> straffen alleen.<br />

- 90 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


De minister of, in voorkomend geval, <strong>de</strong> burgemeester of <strong>de</strong> zonecommandant, kan bovendien <strong>de</strong><br />

genoem<strong>de</strong> maatregelen ambtshalve doen uitvoeren, op kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> weerspannige of in gebreke<br />

gebleven personen.<br />

TITEL XIV. - WIJZIGINGS- EN OPHEFFINGSBEPALINGEN<br />

HOOFDSTUK I. - Wijziging <strong>van</strong> het Straf<strong>wet</strong>boek<br />

Art. 188. In artikel 5, vier<strong>de</strong> lid <strong>van</strong> het Straf<strong>wet</strong>boek, gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 26 april 2002, wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>de</strong> hulpverleningszones » toegevoegd tussen <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>de</strong> provincies » en <strong>de</strong><br />

woor<strong>de</strong>n « <strong>de</strong> Brusselse Agglomeratie ».<br />

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 30 juli 1979 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> preventie <strong>van</strong> brand en<br />

ontploffing en <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> verplichte verzekering <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgerrechtelijke aansprakelijkheid in<br />

<strong>de</strong>rgelijke gevallen<br />

Art. 189. In artikel 5, <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 30 juli 1979 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> preventie <strong>van</strong> brand en ontploffing en<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> verplichte verzekering <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgerrechtelijke aansprakelijkheid in <strong>de</strong>rgelijke gevallen,<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> wijzigingen aangebracht :<br />

1° in het eerste lid wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>de</strong> territoriaal bevoeg<strong>de</strong> brandweerdienst » ver<strong>van</strong>gen door<br />

<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>de</strong> hulpverleningszone waartoe zijn gemeente behoort, »;<br />

2° in het twee<strong>de</strong> lid, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>de</strong> brandweerdienst » ver<strong>van</strong>gen door <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>de</strong><br />

hulpverleningszone » en <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « overeenkomstig artikel 9 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong><br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele bescherming » ver<strong>van</strong>gen door <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « overeenkomstig <strong>de</strong> artikelen<br />

168 tot 174 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 15 mei 2007 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid »;<br />

3° in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>de</strong> brandweerdienst » ver<strong>van</strong>gen door <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>de</strong><br />

hulpverleningszone ».<br />

Art. 190. In artikel 6, § 2, twee<strong>de</strong> lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>wet</strong>, gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten <strong>van</strong> 30 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 2001<br />

en <strong>van</strong> 22 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 2003, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> wijzigingen aangebracht :<br />

1° in het punt 1°, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>de</strong> brandweerdiensten » ver<strong>van</strong>gen door <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>de</strong><br />

hulpverleningszones »;<br />

2° in het punt 3°, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> artikelen 10bis en 12 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong><br />

<strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong> <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele bescherming » ver<strong>van</strong>gen door <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>de</strong> toepassing<br />

<strong>van</strong> het artikel 67 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 15 mei 2007 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid ».<br />

Art. 191. Artikel 13 <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>wet</strong>, gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 30 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 2001, wordt opgeheven.<br />

HOOFDSTUK III. - Wijziging <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 1 augustus 1985 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> fiscale en an<strong>de</strong>re bepalingen<br />

Art. 192. In artikel 42, § 3, 5°, <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 1 augustus 1985 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> fiscale en an<strong>de</strong>re<br />

bepalingen, gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 27 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 2004, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « aan <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

openbare brandweerdiensten » ver<strong>van</strong>gen door <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « aan <strong>de</strong> operationele le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hulpverleningszones ».<br />

HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Nieuwe Gemeente<strong>wet</strong><br />

Art. 193. In artikel 133bis <strong>van</strong> <strong>de</strong> Nieuwe Gemeente<strong>wet</strong>, ingevoegd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 15 juli 1992 en<br />

gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten <strong>van</strong> 3 april 1997 en 7 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1998, wordt tussen het eerste en het twee<strong>de</strong><br />

lid het volgen<strong>de</strong> lid ingevoegd :<br />

« Zon<strong>de</strong>r op enige wijze afbreuk te kunnen doen aan <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> burgemeester toegeken<strong>de</strong><br />

bevoegdhe<strong>de</strong>n, heeft <strong>de</strong> gemeenteraad het recht geïnformeerd te wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> burgemeester over<br />

<strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n uitoefent die hem zijn verleend krachtens <strong>de</strong> artikelen 107,<br />

153 en 181 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 15 mei 2007 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid ».<br />

- 91 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 194. Artikel 143, twee<strong>de</strong> lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>wet</strong>, gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten <strong>van</strong> 21 maart 1991, <strong>van</strong> 16<br />

juli 1993 en <strong>van</strong> 7 <strong><strong>de</strong>cember</strong> 1998, wordt opgeheven.<br />

Art. 195. In artikel 144 <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>wet</strong>, gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten <strong>van</strong> 16 juli 1993 en <strong>van</strong> 7 <strong><strong>de</strong>cember</strong><br />

1998, wor<strong>de</strong>n het eerste en het twee<strong>de</strong> lid ver<strong>van</strong>gen als volgt :<br />

« De beslissingen te nemen door <strong>de</strong> Koning krachtens artikel 29, wor<strong>de</strong>n vastgesteld na<br />

raadpleging <strong>van</strong> <strong>de</strong> vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong> meest representatieve organisaties <strong>van</strong> het<br />

gemeentepersoneel. ».<br />

Art. 196. In artikel 153, § 1, eerste lid en § 3, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>wet</strong>, ver<strong>van</strong>gen bij koninklijk<br />

besluit <strong>van</strong> 30 juni 1989 en gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 24 juni 1991, vervallen telkens <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « en<br />

vaste brandweerlie<strong>de</strong>n ».<br />

Art. 197. In artikel 156, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>wet</strong>, gewijzigd bij <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 3 februari 2003, vervallen<br />

<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « 2° als lid <strong>van</strong> het operationeel korps <strong>van</strong> een brandweer dat rechtstreeks <strong>de</strong>elneemt aan<br />

<strong>de</strong> brandbestrijding ».<br />

Art. 198. Artikel 255 <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>wet</strong>, gewijzigd door <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 1 januari 2001, wordt aangevuld als<br />

volgt :<br />

« 19° <strong>de</strong> uitgaven die door of krachtens <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 15 mei 2007 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid<br />

ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente wor<strong>de</strong>n gelegd. ».<br />

HOOFDSTUK V. - Wijziging <strong>van</strong> <strong>de</strong> programma<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 april 2003<br />

Art. 199. In artikel 126 en 129 <strong>van</strong> <strong>de</strong> programma<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 april 2003 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>wet</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong> » telkens ver<strong>van</strong>gen door <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 15 mei 2007 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong><br />

civiele veiligheid ».<br />

HOOFDSTUK VI. - Wijziging <strong>van</strong> <strong>de</strong> programma<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 9 juli 2004<br />

Art. 200. In artikel 209 <strong>van</strong> <strong>de</strong> programma<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 9 juli 2004, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong><br />

<strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong> » ver<strong>van</strong>gen door <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n « <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 15 mei 2007 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid<br />

».<br />

HOOFDSTUK VII. - Opheffing <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong> <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele bescherming<br />

Art. 201. De <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong> <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele bescherming wordt opgeheven 10<br />

dagen na <strong>de</strong> bekendmaking in het Belgisch Staatsblad <strong>van</strong> het besluit waarin <strong>de</strong> Koning vaststelt dat<br />

<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voldaan zijn zoals bedoeld in artikel 220.<br />

TITEL XV. - Overgangsbepalingen<br />

Art. 202. Voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze titel wordt met <strong>de</strong> term « gemeente » ook een «<br />

brandweerintercommunale » verstaan.<br />

Art. 203. De beroepsbrandweerlie<strong>de</strong>n in dienst bij een gemeente wor<strong>de</strong>n overgedragen naar het<br />

operationele ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente <strong>de</strong>el uitmaakt. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing<br />

<strong>van</strong> artikel 207 zijn ze on<strong>de</strong>rworpen aan het statuut <strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het operationeel<br />

ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

Art. 204. De brandweerlie<strong>de</strong>n die, op basis <strong>van</strong> een dienstnemingscontract, als vrijwillig<br />

brandweerman in dienst zijn bij een gemeente wor<strong>de</strong>n overgedragen naar het operationeel ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> zone waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente <strong>de</strong>el uitmaakt.<br />

Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> artikel 207 zijn ze on<strong>de</strong>rworpen aan het statuut <strong>van</strong> toepassing<br />

op <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het operationeel ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

- 92 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


Art. 205. Het administratief en technisch personeel <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke brandweerkorpsen wordt<br />

overgedragen naar het administratief ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente <strong>de</strong>el uitmaakt, met<br />

behoud <strong>van</strong> hun hoedanigheid als statutair of contractueel personeel.<br />

Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> artikel 207 is het statutair personeel on<strong>de</strong>rworpen aan het statuut<br />

<strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het administratief ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

Art. 206. Het gemeentepersoneel, in dienst bij <strong>de</strong> centra voor het eenvormig oproepstelsel, wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong>af <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones, zoals voorzien in artikel 220 fe<strong>de</strong>raal personeel binnen <strong>de</strong><br />

daarvoor bevoeg<strong>de</strong> administratie en wor<strong>de</strong>n, onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> artikel 207<br />

on<strong>de</strong>rworpen aan een door <strong>de</strong> Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad,<br />

bepaald statuut.<br />

Art. 207. Het gemeentepersoneel bedoeld in artikelen 203 tot 206 <strong>van</strong> dit hoofdstuk, kan beslissen<br />

on<strong>de</strong>rworpen te blijven aan <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten en reglementen die <strong>van</strong> toepassing zijn op het<br />

gemeentepersoneel.<br />

De beslissing bedoeld in het eerste lid wordt genomen binnen <strong>de</strong> drie maan<strong>de</strong>n die volgen op <strong>de</strong><br />

bekendmaking in het Belgisch Staatsblad <strong>van</strong> het koninklijk besluit bedoeld in artikel 106 en wordt<br />

door het betrokken personeelslid schriftelijk meege<strong>de</strong>eld aan <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid. Van zodra <strong>de</strong><br />

brandweerdiensten in zones zijn inge<strong>de</strong>eld, kan dit personeelslid te allen tij<strong>de</strong> vragen om te wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rworpen aan <strong>de</strong> bepalingen bedoeld in artikel 106.<br />

Art. 208. De operationele le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> bandweerdiensten behou<strong>de</strong>n hun graad of krijgen een<br />

gelijkwaardige graad bij overdracht naar het zonale operationeel ka<strong>de</strong>r.<br />

Art. 209. De overdracht <strong>van</strong> het personeel, bedoeld in artikelen 203 tot 206, wordt voor wat betreft <strong>de</strong><br />

onmid<strong>de</strong>llijke opeisbaarheid <strong>van</strong> gel<strong>de</strong>lijke rechten, niet beschouwd als een veran<strong>de</strong>ring <strong>van</strong><br />

werkgever.<br />

Art. 210. § 1. De roeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente, met inbegrip <strong>van</strong> <strong>de</strong> roeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren door<br />

bestemming, zowel behorend tot het openbaar als tot het privaat domein die wor<strong>de</strong>n aangewend voor<br />

<strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten <strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweerdiensten wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> zone overgedragen.<br />

§ 2. De roeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente, met inbegrip <strong>van</strong> <strong>de</strong> roeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren door<br />

bestemming, zowel behorend tot het openbaar als tot het privaat domein die wor<strong>de</strong>n gebruikt voor <strong>de</strong><br />

uitrusting <strong>van</strong> <strong>de</strong> centra voor het eenvormig oproepstelsel wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale Staat<br />

overgedragen.<br />

§ 3. De in §§ 1 en 2 bedoel<strong>de</strong> overdrachten wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> rechtswege uitgevoerd. Zij zijn <strong>van</strong><br />

rechtswege tegenstelbaar aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n, op datum <strong>van</strong> <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones, vastgesteld<br />

overeenkomstig artikel 220.<br />

Art. 211. De goe<strong>de</strong>ren die behoren tot <strong>de</strong> niet-gespecialiseer<strong>de</strong> individuele uitrusting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

brandweerman wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> rechtswege overgemaakt aan <strong>de</strong> zone, naar <strong>de</strong>welke <strong>de</strong> brandweerman<br />

overgedragen wordt.<br />

Art. 212. De in artikel 210, §§ 1 en 2, bedoel<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n overgedragen in <strong>de</strong> staat waarin zij<br />

zich bevin<strong>de</strong>n, met inbegrip <strong>van</strong> <strong>de</strong> aan <strong>de</strong>ze goe<strong>de</strong>ren verbon<strong>de</strong>n lasten en verplichtingen.<br />

De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> inventaris- en<br />

schattingsregels <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze goe<strong>de</strong>ren.<br />

Bij <strong>de</strong>ze schatting zal er on<strong>de</strong>r meer rekening wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rdom en <strong>de</strong> staat <strong>van</strong><br />

elk roerend goed. Eveneens zal bij <strong>de</strong> schatting rekening gehou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> subsidies en<br />

bijdragen <strong>van</strong> <strong>de</strong> diverse overhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> elk roerend goed.<br />

Art. 213. § 1. De effectieve overdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren vermeld in artikel 210, § 1, gebeurt na<br />

goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente en <strong>de</strong> officier-dienstchef <strong>van</strong> het gemeentelijk<br />

brandweerkorps en bevat op <strong>de</strong> datum bepaald door <strong>de</strong> Koning <strong>de</strong> volledige inventaris <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

goe<strong>de</strong>ren.<br />

Bij <strong>de</strong> effectieve overdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren vermeld in artikel 210, § 1, controleert <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

rekenplichtige samen met <strong>de</strong> zonecommandant of het volledige pakket goe<strong>de</strong>ren werd overgedragen.<br />

- 93 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


§ 2. De effectieve overdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren bedoeld in artikel 210, § 2, gebeurt na <strong>de</strong><br />

goedkeuring <strong>van</strong> <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente en <strong>de</strong> officier-dienstchef <strong>van</strong> het gemeentelijk<br />

brandweerkorps en bevat op <strong>de</strong> datum bepaald door <strong>de</strong> Koning <strong>de</strong> volledige inventaris <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

goe<strong>de</strong>ren.<br />

Bij <strong>de</strong> effectieve overdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren bedoeld in artikel 210, § 2, gaat <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> minister<br />

na of alle goe<strong>de</strong>ren wer<strong>de</strong>n overgedragen.<br />

Art. 214. De zone of <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale Staat neemt <strong>de</strong> rechten en verplichtingen over <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> krachtens artikel 210 overgedragen goe<strong>de</strong>ren met inbegrip <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechten en<br />

verplichtingen verbon<strong>de</strong>n aan hangen<strong>de</strong> en toekomstige gerechtelijke procedures.<br />

De gemeente blijft echter gehou<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> verplichtingen waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> betaling of <strong>de</strong> uitvoering<br />

opeisbaar was voor <strong>de</strong> eigendomsoverdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel 210 bedoel<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren.<br />

Indien er een geschil rijst in verband met een overgedragen goed, kan <strong>de</strong> zone of <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale Staat<br />

<strong>de</strong> gemeente betrekken in <strong>de</strong> zaak. De gemeente kan ook vrijwillig in <strong>de</strong> zaak tussenkomen.<br />

Art. 215. § 1. De kazernes en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren, hierin begrepen <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren<br />

onroerend door bestemming, die eigendom zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente, en die noodzakelijk zijn voor het<br />

on<strong>de</strong>rbrengen <strong>van</strong> het administratief en operationeel personeel [<strong>van</strong> <strong>de</strong> brandweer] wor<strong>de</strong>n<br />

overgedragen aan <strong>de</strong> zones of ter beschikking gesteld on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n bepaald door <strong>de</strong> Koning<br />

bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad.<br />

erratum 01.10.2007<br />

§ 2. De onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren, hierin begrepen <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren onroerend door bestemming, die<br />

eigendom zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten en noodzakelijk zijn voor het on<strong>de</strong>rbrengen <strong>van</strong> het personeel <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> centra voor het eenvormig oproepstelsel, wor<strong>de</strong>n overgedragen aan <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale Staat.<br />

akte.<br />

§ 3. De overdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> in §§ 1 en 2 bedoel<strong>de</strong> onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren gebeurt bij authentieke<br />

Art. 216. De in artikel 215 bedoel<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n overgedragen in <strong>de</strong> staat waarin zij zich<br />

bevin<strong>de</strong>n, met inbegrip <strong>van</strong> <strong>de</strong> aan <strong>de</strong>ze goe<strong>de</strong>ren verbon<strong>de</strong>n lasten en verplichtingen.<br />

De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in <strong>de</strong> Ministerraad, <strong>de</strong> inventaris- en<br />

schattingsregels <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze goe<strong>de</strong>ren.<br />

Bij <strong>de</strong>ze schatting zal er on<strong>de</strong>r meer rekening wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> oppervlakte, <strong>de</strong> ligging, <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>rdom en <strong>de</strong> staat <strong>van</strong> elk onroerend goed. Eveneens zal bij <strong>de</strong> schatting rekening gehou<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> subsidies en bijdragen <strong>van</strong> <strong>de</strong> diverse overhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> elk onroerend<br />

goed.<br />

Art. 217. Voor <strong>de</strong> inbreng <strong>van</strong> <strong>de</strong> roeren<strong>de</strong> en onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren voorzien in <strong>de</strong> artikelen 210, § 1,<br />

en 215, § 1, <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze titel, ont<strong>van</strong>gen <strong>de</strong> gemeenten een compensatie in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

vermin<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke dotatie in <strong>de</strong> begroting <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone.<br />

Afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> behoeften <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone bepaalt <strong>de</strong> raad <strong>de</strong> effectieve vermin<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

respectievelijke gemeentelijke dotaties.<br />

Afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> inbreng <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente, wordt <strong>de</strong> vermin<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bijdrage <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente gespreid over meer<strong>de</strong>re jaren. Ter garantie <strong>van</strong> het goed functioneren <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> zone, mag <strong>de</strong> jaarlijkse vermin<strong>de</strong>ring per gemeente maximaal 20 % <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaarlijkse gemeentelijke<br />

dotatie bedragen.<br />

Art. 218. Voor <strong>de</strong> inbreng <strong>van</strong> <strong>de</strong> roeren<strong>de</strong> en onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 210, § 2,<br />

en 215, § 2, ont<strong>van</strong>gen <strong>de</strong> gemeenten een scha<strong>de</strong>vergoeding, die wordt berekend op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

schattingsregels voorzien in <strong>de</strong> artikelen 212 en 216.<br />

Art. 219. Elke procedure inzake overheidsopdrachten voor werken, leveringen of diensten ten<br />

behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke brandweerdiensten bij <strong>de</strong> gemeenten of <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale Staat wordt op<br />

datum <strong>van</strong> <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> dit artikel geldig voortgezet door <strong>de</strong> zone.<br />

Het eerste lid is <strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheidsopdrachten toegewezen voor<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> datum.<br />

- 94 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


TITEL XVI. - Slotbepalingen<br />

HOOFDSTUK I. - Oprichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones<br />

Art. 220. De brandweerdiensten wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> brandweer- en reddingsposten on<strong>de</strong>rgebracht, wanneer<br />

<strong>de</strong> Koning vaststelt dat <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n vervuld zijn :<br />

1° het territoriale ambtsgebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone is vastgesteld, overeenkomstig artikel 14;<br />

2° <strong>de</strong> minimale personeelsbezetting en het minimale materieel <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone is vastgesteld,<br />

overeenkomstig <strong>de</strong> artikelen 102 en 119, § 1;<br />

3° <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale dotatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone is bepaald, overeenkomstig artikel 69;<br />

4° <strong>de</strong> dotaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone wer<strong>de</strong>n ingeschreven in <strong>de</strong> gemeentebegrotingen,<br />

overeenkomstig artikel 68. Deze dotaties wor<strong>de</strong>n bepaald op basis <strong>van</strong> een akkoord tussen <strong>de</strong><br />

gemeentera<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone. Bij gebrek aan <strong>de</strong>rgelijk akkoord binnen <strong>de</strong> zes maan<strong>de</strong>n na <strong>de</strong><br />

vastlegging <strong>van</strong> het territoriale ambtsgebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze bepaald door <strong>de</strong> Koning.<br />

Art. 221. Tot <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone zoals voorzien in artikel 220, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

brandweerdiensten georganiseerd op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewestelijke groepen en op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hulpverleningszones, zoals bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 10 en 10bis <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong><br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele bescherming.<br />

In afwachting <strong>van</strong> <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> zones maken <strong>de</strong> gewestelijke groepen en <strong>de</strong><br />

hulpverleningszones gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voorzien door of krachtens <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong><br />

<strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong> <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele bescherming, om <strong>de</strong> hulpverlening te organiseren op basis <strong>van</strong><br />

het beginsel <strong>van</strong> <strong>de</strong> snelste a<strong>de</strong>quate hulp.<br />

Art. 222. Binnen <strong>de</strong> drie maan<strong>de</strong>n na het inwerkingtre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone, zoals voorzien in artikel 220,<br />

dient <strong>de</strong> raad te wor<strong>de</strong>n samengesteld conform <strong>de</strong> bepalingen uit af<strong>de</strong>ling II <strong>van</strong> Titel III.<br />

Het mandaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> raadsle<strong>de</strong>n loopt tot <strong>de</strong> installatie <strong>van</strong> een nieuwe raad of tot <strong>de</strong> beëdiging <strong>van</strong><br />

hun ver<strong>van</strong>ger, in geval <strong>van</strong> voortijdige beëindiging <strong>van</strong> hun mandaat.<br />

Art. 223. De zone keurt uiterlijk voor het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> maand na <strong>de</strong> installatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad <strong>de</strong><br />

benodig<strong>de</strong> personeelsformatie en materieeluitrusting <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone, zoals bepaald in <strong>de</strong> artikelen 102,<br />

twee<strong>de</strong> lid, en artikel 119, § 1, goed.<br />

De beslissing <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone inzake <strong>de</strong> personeelsformatie wordt, in uitvoering <strong>van</strong> artikel 129, aan<br />

<strong>de</strong> gouverneur en aan <strong>de</strong> minister overgezon<strong>de</strong>n.<br />

Indien <strong>de</strong> zone niet voldoet aan <strong>de</strong> in het eerste lid bepaal<strong>de</strong> verplichting, kan <strong>de</strong> minister op<br />

kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zone overgaan tot <strong>de</strong> vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> in het eerste lid bedoel<strong>de</strong> personeelsformatie<br />

en materieeluitrusting.<br />

HOOFDSTUK II. - Inwerkingtreding<br />

Art. 224. Tre<strong>de</strong>n in werking tien dagen na <strong>de</strong> bekendmaking <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> in het Belgisch Staatsblad :<br />

1° artikel 1;<br />

2° artikel 2;<br />

3° artikelen 14 en 15;<br />

4° artikelen 68 en 69;<br />

5° artikel 102, eerste lid;<br />

6° artikel 119, § 1;<br />

7° artikelen 220 et 221;<br />

8° artikel 224.<br />

De an<strong>de</strong>re artikelen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong> tre<strong>de</strong>n in werking tien dagen na <strong>de</strong> bekendmaking <strong>van</strong> het<br />

besluit waarbij <strong>de</strong> Koning vaststelt dat <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n vervuld zijn zoals bedoeld in artikel 220.<br />

- 95 -<br />

I.17<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie


MINISTERIEEL BESLUIT VAN 4 FEBRUARI 2008 TOT OPRICHTING VAN EEN BEHEERSCOMITÉ<br />

MET HET OOG OP DE UITVOERING VAN DE WET VAN 15 MEI 2007 BETREFFENDE DE CIVIELE<br />

VEILIGHEID EN TOT VASTSTELLING VAN DE SAMENSTELLING EN DE OPDRACHTEN ERVAN.<br />

(B.S. 29.02.2008)<br />

4;<br />

De Minister <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken,<br />

Gelet op <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> <strong>31</strong> <strong><strong>de</strong>cember</strong> <strong>1963</strong> <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele bescherming, inzon<strong>de</strong>rheid op artikel<br />

Gelet op <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 15 mei 2007 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid,<br />

Besluit :<br />

Artikel 1. Er wordt bij <strong>de</strong> FOD Binnenlandse Zaken een beheerscomité opgericht om <strong>de</strong> Minister bij te<br />

staan bij <strong>de</strong> coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n met het oog op <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> hervorming <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> civiele veiligheid.<br />

Bovendien wor<strong>de</strong>n er werkgroepen opgericht met als taak <strong>de</strong> concretisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> hervorming <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> civiele veiligheid.<br />

Art. 2. Het beheerscomité wordt voorgezeten door <strong>de</strong> Voorzitster <strong>van</strong> het directiecomité <strong>van</strong> <strong>de</strong> FOD<br />

Binnenlandse Zaken en wordt samengesteld als volgt :<br />

- <strong>de</strong> Directeur-generaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> FOD Binnenlandse Zaken;<br />

- <strong>de</strong> Directeur-generaal <strong>van</strong> het Crisiscentrum <strong>van</strong> <strong>de</strong> FOD Binnenlandse Zaken;<br />

- <strong>de</strong> Directeur-generaal <strong>Veiligheid</strong> en Preventiebeleid <strong>van</strong> <strong>de</strong> FOD Binnenlandse Zaken;<br />

- <strong>de</strong> Directeur-generaal <strong>van</strong> het Kenniscentrum voor <strong>de</strong> civiele veiligheid;<br />

- een vertegenwoordiger <strong>van</strong> het Kabinet <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken;<br />

- een Franstalige Provinciegouverneur<br />

- een Ne<strong>de</strong>rlandstalige Provinciegouverneur<br />

- <strong>de</strong> Voorzitter <strong>van</strong> <strong>de</strong> Fédération royale <strong>de</strong>s corps <strong>de</strong> sapeurs-pompiers- aile francophone et<br />

germanophone « F.R.C.S.P.B. »;<br />

- <strong>de</strong> Voorzitter <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brandweervereniging Vlaan<strong>de</strong>ren « B.V.V. »;<br />

- <strong>de</strong> Voorzitter <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vereniging <strong>de</strong>r beroepsbrandweerofficieren « B.E.P.R.O.B.E.L. »;<br />

- <strong>de</strong> Stafdirecteur Personeel en Organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> FOD Binnenlandse Zaken;<br />

- <strong>de</strong> Directeur <strong>van</strong> <strong>de</strong> Centrale Cel voor Informatie en Communicatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> FOD Binnenlandse<br />

Zaken;<br />

- <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> cel hervorming <strong>van</strong> <strong>de</strong> civiele veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> FOD Binnenlandse Zaken.<br />

- een Inspecteur-generaal <strong>van</strong> financiën;<br />

- een vertegenwoordiger <strong>van</strong> l'Union <strong>de</strong>s Villes et <strong>de</strong>s Communes <strong>de</strong> Wallonie.<br />

- een vertegenwoordiger <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vereniging voor Vlaamse Ste<strong>de</strong>n en Gemeenten.<br />

Art. 3. Het beheerscomité en <strong>de</strong> werkgroepen kunnen zich voor specifieke werkzaamhe<strong>de</strong>n laten<br />

bijstaan door experts.<br />

Art. 4. De opdrachten <strong>van</strong> het beheerscomité zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> :<br />

1° strategische en technische voorstellen formuleren aan <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken en <strong>de</strong><br />

politieke en strategische beslissingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister concreet omzetten;<br />

2° <strong>de</strong> werkgroepen lei<strong>de</strong>n via <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>r en hun activiteiten opvolgen met het oog op hun<br />

verbetering en <strong>de</strong> conformiteit met <strong>de</strong> strategieën verzekeren;<br />

3° waken over <strong>de</strong> globale coherentie <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitvoeringsmaatregelen;<br />

4° alle betrokken instanties, in een vroeg stadium, betrekken;<br />

5° een aanzienlijke steun betekenen voor <strong>de</strong> Minister door experts voor te stellen om <strong>de</strong> Minister en<br />

<strong>de</strong> werkgroepen te on<strong>de</strong>rsteunen;<br />

6° <strong>de</strong> communicatie coördineren in nauwe samenwerking met <strong>de</strong> Minister;<br />

Art. 5. De le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het Beheerscomité en <strong>de</strong> experts kunnen <strong>de</strong> vergoeding <strong>van</strong> hun reiskosten<br />

bekomen overeenkomstig <strong>de</strong> reglementering die <strong>van</strong> kracht is voor <strong>de</strong> personeelsle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Fe<strong>de</strong>rale Staat. Ze wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze reglementering gelijkgesteld met <strong>de</strong><br />

personeelsle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>rale Staat.<br />

Art. 6. Dit besluit treedt in werking <strong>de</strong> dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt<br />

bekendgemaakt.<br />

- 96 -<br />

I.18<br />

FOD Binnenlandse Zaken<br />

Algemene Directie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Civiele</strong> <strong>Veiligheid</strong> – Documentatie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!