SCHILDEREN VAN DECORS
SCHILDEREN VAN DECORS
SCHILDEREN VAN DECORS
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>SCHILDEREN</strong> <strong>VAN</strong> <strong>DECORS</strong><br />
BENNO DE VRIES<br />
In dit (tiende) deel bespreekt de auteur<br />
welke voorbereidingen nodig zijn voor<br />
het beschilderen van decors, Daarbij<br />
komen onder meer de verschillende<br />
verfsoorten aan de orde.<br />
Decorbouw berust op oude<br />
basisprincipes, hier en daar aangepast<br />
en gemoderniseerd. Voor het<br />
schilderen van decors is dit niet veel<br />
anders. Voor een decorschilder is een<br />
vak een met stof bespannen<br />
raamwerk, en een doek een stuk<br />
uitgespannen stof dat beschilderd<br />
moet worden, zodat de intentie van de<br />
decorontwerper zichtbaar wordt.<br />
Alleen het materiaal is veranderd en<br />
aangepast aan de omstandigheden.<br />
Gebruiken we nu voor doeken in het<br />
algemeen katoen, dat voor het vervoer<br />
gevouwen kan worden tot handige<br />
pakketten, vroeger werd er linnen<br />
gebruikt. Deze zware doeken van<br />
linnen werden 'geprepareerd' (van een<br />
grondlaag voorzien en dan<br />
beschilderd), dienden voor jarenlang<br />
gebruik en waren nauwelijks te<br />
vouwen zonder dat de verf er<br />
afbarstte. Het onderste deel van de<br />
achterkant werd nog vaak afgeplakt<br />
met asbestpapier, terwijl nu de doeken<br />
'brandvrij' worden bespoten. Ze<br />
worden daarom over de lengte<br />
opgerold en zo opgeborgen.<br />
behandeling meer tijd vergt. Tijdens<br />
het timmeren van een decor kunnen<br />
voor het bewerken van het decor de<br />
nodige voorbereidingen worden<br />
getroffen, zoals het maken van<br />
plastische onderdelen en verfproeven.<br />
Het schilderen zal wat materiaal betreft<br />
steeds anders moeten worden<br />
behandeld, zodat het aanbeveling<br />
verdient van te voren deze proeven te<br />
maken. Grondkleden en doeken die in<br />
het decor nodig zijn, nadat ze door de<br />
stoffeerder zijn verwerkt, kunnen het<br />
eerst beschilderd worden, voordat de<br />
decorbouw op de schildersvloer de<br />
ruimte gaat innemen. Een jute<br />
grondkleed waarover wordt gelopen,<br />
vraagt een andere verfbehandeling<br />
dan een katoenen achterdoek. In de<br />
meeste ateliers wordt in de<br />
'verfkeuken' verf zelf gemaakt van<br />
'verfpoeder' (pigment), water en een<br />
bindmiddel (lijmwater) zoals dat<br />
vroeger altijd gebeurde. Alleen het<br />
bindmiddel is veranderd. Nieuwe<br />
bindmiddelen zoals 'latex' bieden meer<br />
mogelijkheden. Sommige pigmenten<br />
zoals chromaten en aardverven<br />
hebben een minder sterk bindmiddel<br />
nodig dan de overige pigmenten.<br />
voorzichtig met een roede in een<br />
emmer koud water wordt gestrooid, op<br />
zodanige wijze dat er geen klontjes<br />
ontstaan. Er moet lang worden<br />
doorgeroerd daar anders het poeder<br />
naar de bodem zinkt waar het een<br />
dikke glazige gelei vormt. Om deze<br />
werkwijze te versnellen wordt de<br />
poeder ook wel opgelost in een kwart<br />
deel warm water, waar het zich snel in<br />
oplost, en al roerend aangemengd met<br />
koud water tot een volle emmer<br />
geleiachtig lijmwater. Van het op deze<br />
wijze verkregen lijmwater worden weer<br />
twee doseringen gemaakt. Het<br />
voordeel van caseïne lijmwater is dat<br />
de verf niet meer hoeft te worden<br />
opgewarmd en minder snel gaat<br />
rotten. Bovendien kan er worden<br />
overgestapt van zinken op plastic<br />
emmers.<br />
Beenderlijm<br />
Latex<br />
Het bijwerken van het decor met warm<br />
water was niet meer mogelijk, net zo<br />
min als met het bindmiddel dat nu<br />
wordt gebruikt, latex. Latex, een<br />
melkachtige vloeistof, is een<br />
bindmiddel dat in de verfindustrie als<br />
bindmiddel voor diverse soorten verf<br />
wordt gebruikt. Latex komt ook in<br />
dikkere vormen voor en het laat zich<br />
Lang heeft men 'beenderlijm' als goed met water aanlengen tot<br />
bindmiddel gebruikt: korrels die op een lijmwater in de juiste dosering. Het<br />
speciale manier in water worden voordeel van verf dat met latex is<br />
De schouwburgen hadden een vaste opgelost. Een klein emmertje vol aangemaakt, is dat tijdens het<br />
inventaris aan doeken, zoals bijv.: gaatjes wordt gevuld met de nodige schilderen kan worden verdund zonder<br />
diverse stijlkamers, kerkinterieurs, hoeveelheid lijmkorrels en in een grote het risico van afgeven, wat wel gebeurt<br />
bosdoeken enz. die in speciale emmer koud water gehangen die aan met beenderen caseïne lijmwater.<br />
doekenmagazijnen werden bewaard. de kook wordt gebracht. De korrels Bovendien kan er uitstekend mee<br />
Tijdens opruimingen en verbouwingen smelten en lossen op in het water, worden geprepareerd en kan het<br />
zijn op den duur in ons land alle waardoor lijmwater wordt verkregen. (onverdund) als laklaag worden<br />
schitterende doeken verloren gegaan, Er worden twee doseringen gemaakt gebruikt. Het nadeel is dat kwasten<br />
Er zijn nog doeken gefotografeerd, zodat er voor ieder pigment een juist slecht schoon zijn te houden: de latex<br />
waarvan de foto's in het<br />
bindmiddel is. De verf gemaakt van blijft in het binnenste van de kwast<br />
toneelmuseum zijn. Op deze doeken beenderlijm als bindmiddel moest zitten. Verfresten op vloer en palet zijn<br />
was het vakmanschap van de<br />
warm verwerkt worden. Werd de verf slecht te verwijderen. Spiritus is nog<br />
'decorateur' goed te zien. In deze tijd koud clan begon deze te stollen en het beste reinigingsmiddel. Ook voor<br />
was het zo dat de decorateur op moest weer worden opgewarmd. Dat lijmwater van latex is aan te bevelen<br />
zichzelf werkte en als 'kunstschilder' moest voorzichtig gebeuren daar goede doseringen te maken. Te veel<br />
een aparte plaats innam, zoals anders de verf aanbrandde. De verf latex laat de kleuren donker uitslaan,<br />
tegenwoordig in het buitenland nog kon goed worden vet werkt en het wat onverwachte resultaten oplevert.<br />
vaak voorkomt.<br />
palet en de kwasten waren goed Verscheidene firma's lever en ook<br />
schoon te houden niet warm water, latexverf kant-en-klaar aangemaakt,<br />
Door de veranderingen in de<br />
Met warm water waren ook de dat o.a. door de decorateliers van de<br />
ontwerpen, waar het schilderselement beschadigingen van een decor NOS wordt gebruikt. De door de NOS<br />
grotendeels uit verdwenen is en dat gemakkelijk bij te werken omdat de gebruikte verf is uitgekiend op<br />
plaats heeft gemaakt voor projectie, lagen verf weer oplosten. Het nadeel kleurgrijswaarde, zodat voor de zwart<br />
plastische en realistische decors, is was dat de aangemaakte verf snel wit TV bezitters de onderlinge kleur<br />
een decorschilder niet meer alleen ging 'rotten' (bederven) waardoor de verschillen in onderlinge grijze tinten<br />
schilder maar verzorgt hij ook veel verf ging afgeven omdat het<br />
overkomen. Omdat de decorateliers<br />
plastische onderdelen in het decor bindmiddel was aangetast. Caseïne over liet algemeen niet beschikken<br />
(decorschilder-kascheur). Daarom zal (kaasstof) als koud bindmiddel heeft over professionele mengapparatuur is<br />
men bij een decorbespreking ook daarna het warme lijmwater<br />
het soms wenselijk kleuren<br />
bepalen welke decoronderdelen vervangen. Caseïne is een wit poeder aangemaakt te kopen, afhankelijk van<br />
voorrang behoeven, omdat daarvan de dat tijdens voortdurend roeren de te beschilderen materialen en het<br />
Voorjaarskleurendag 2007 - Benno de Vries 1
doel waarvoor ze worden gebruikt.<br />
Slecht aan te maken verf zoals<br />
bijvoorbeeld bepaalde groene en rode<br />
pigmenten lijken in eerste instantie niet<br />
af te geven, maar het blijkt dan dat<br />
zich om de minuscuul kleine<br />
verfkorrels een lijmlaagje van het<br />
lijmwater heeft gevormd, dat op een<br />
dan beschilderd juten vloerkleed stuk<br />
wordt gelopen waarna het toch nog<br />
kan afgeven. Deze moeten bij<br />
voorkeur met water dik worden<br />
'aangeslagen'; daarna laten 'rotten'<br />
d.w.z. een tijd zo laten staan. Het is<br />
duidelijk dat aan een juten vloerkleed<br />
andere eisen worden gesteld dan aan<br />
een katoenen achterdoek. Het katoen<br />
van een achterdoek bevat appret<br />
(preparatie; een soort pap), dat als<br />
bindmiddel meewerkt waardoor de verf<br />
voor een katoenen materiaal met<br />
minder bindmiddel toe kan. In alle<br />
gevallen blijkt hoe belangrijk het is om<br />
proeven te maken, vooral ook omdat<br />
de soepelheid van het te beschilderen<br />
materiaal afhangt van de sterkte van<br />
het lijmwater. Soepelheid, (te vouwen<br />
zonder dat er kreukels zichtbaar<br />
blijven), van het materiaal geldt voor<br />
alle doeken die gevouwen moeten<br />
worden meegenomen. De<br />
aangemaakte verf wordt op het palet<br />
geplaatst, samen met een emmer<br />
mengwater, eventueel verdund<br />
lijmwater, en een emmer spoelwater.<br />
Een palet is een rijdende bak met aan<br />
een kant een hek waar de penselen op<br />
kunnen liggen. Langs de zij- en<br />
achterkant worden de emmers<br />
geplaatst, rond het menggedeelte.<br />
Vaak wordt voor het menggedeelte<br />
een zinken bak gemaakt die er<br />
gemakkelijk kan worden afgehaald en<br />
schoongemaakt. De wagen die tijdens<br />
het schilderen over het doek rijdt, moet<br />
in ieder geval niet lekken zodat er<br />
geen vlekken achterblijven.<br />
Uitspannen<br />
Het te schilderen doek wordt<br />
uitgespannen op de vloer, op enkele<br />
uitzonderingen na. In sommige landen<br />
en ook bij de NOS worden doeken<br />
gespannen op verticale raamwerken<br />
die in de vloer wegzakken. Zo kan<br />
men verticaal schilderen wat echter<br />
een andere schilderstechniek vereist<br />
dan we in het algemeen toepassen.<br />
De houten vloer moet goed vlak zijn en<br />
vocht kunnen opnemen. Wanneer de<br />
vloernaden niet vlak zijn kan dat bij<br />
'raggen' (een bepaalde schildertechniek,<br />
waarover later meer)<br />
problemen geven. Het doek<br />
uitspannen over 'ondertapijt' (vilt, dat<br />
ook onder de bladen van een kooi<br />
2
wordt gebruikt) is voor fijn werk<br />
een goede oplossing. Voor een vuile<br />
vloer wordt wel plastic als onderlaag<br />
gebruikt maar dit is ongeschikt bij<br />
bepaalde schildertechnieken. Bij het<br />
uitspannen behoren onder- en<br />
bovenkant evenwijdig te zijn, zoals een<br />
trek gei ijk behoort te hangen met de<br />
toneelvloer. De zijkanten worden<br />
haaks uitgespannen met een 'haak',<br />
wat een vergrote uitvoering van een<br />
driehoek is. Het uitspannen kan op<br />
verschillende manieren gebeuren. De<br />
onderlinge spijkerafstand hangt af van<br />
het materiaal en de schildertechniek.<br />
Meestal wordt een 'blauw kopje'<br />
gebruikt (dat voor het uitspannen van<br />
vloerkleden op het toneel wordt<br />
gebruikt) maar van een iets groter<br />
formaat, omdat ze niet geheel in de<br />
grond worden geslagen zodat ze<br />
makkelijker kunnen worden verwijderd.<br />
Het uitspannen met nieten is wat<br />
moeilijker tenzij er singelband wordt<br />
meegeniet, zodat later met het<br />
lostrekken de nieten in het singelband<br />
blijven zitten. Nadat het doek<br />
eventueel geprepareerd of in kleur is<br />
gegrond, kunnen de hulplijnen voor het<br />
tekenen worden uitgezet. De lijnen<br />
worden vanuit het midden (hartlijn of<br />
middellijn die tevens afgemerkt wordt<br />
aan de bovenkant van het doek, wat<br />
dan weer correspondeert met de<br />
hartlijn van de roe) en vanaf de<br />
onderkant om de meter uitgezet. Dit<br />
gebeurt met een 'rij', een liniaal van<br />
meestal twee meter met een verticale<br />
beweegbare stok. De onderkant is<br />
schuin afgeschaafd waardoor de rij<br />
geschikt is voor het trekken van biezen<br />
met verf. Met een 'smetlijn', een dun<br />
touw waarop houtskool of krijt is<br />
aangebracht, kunnen nu afhankelijk<br />
van een lichte of donkere ondergrond<br />
de lijnen gesmet worden. Nadat de lijn<br />
is 'ingevet' kan deze over de uitgezette<br />
punten strak worden gehouden en<br />
vanuit het midden worden gesmet, dat<br />
wil zeggen dat de lijn iets omhoog<br />
wordt getrokken en loodrecht wordt<br />
losgelaten. Naarmate de lijn droger<br />
wordt kan er harder worden<br />
aangeslagen tot er opnieuw moet<br />
worden ingevet. Bij veel smetwerk kan<br />
in plaats van een pijpje krijt of<br />
houtskool, een lapje met krijtpoeper of<br />
niet te vette aardverf worden<br />
genomen, waar de lijn wordt<br />
doorgehaald. De verkregen metrage<br />
komt overeen met vijf cm in het<br />
vierkant op de tekening van de<br />
ontwerper, ofwel schaal 1:20. Om de<br />
tekening niet te beschadigen kan deze<br />
in een plastic hoes worden geschoven<br />
waar de lijnen op staan. De tekening<br />
kan ook worden overgetekend op<br />
doorzichtig papier. Voor details kunnen<br />
bepaalde gedeeltes in diagonalen<br />
worden verdeeld, of de schaal kan<br />
verder worden onderverdeeld. Een<br />
Voorjaarskleurendag 2007 - Benno de Vries 3
vierkante meter kunnen we opdelen in<br />
stukjes van 20 x 20 cm wat in het<br />
ontwerp vierkantjes van een<br />
centimeter zouden worden. De werk-<br />
en kleurentekening wordt op een<br />
rijdende lessenaar meegereden tijdens<br />
het tekenen. Om vergissingen te<br />
voorkomen kunnen de hulplijnen<br />
worden gemerkt overeenkomstig het<br />
ontwerp. Er wordt ook wel gewerkt met<br />
blokken die voorzien zijn van cijfers en<br />
letters en die aan het eind van het<br />
doek worden geplaatst zoals de<br />
verdeling van een schaakbord. Het<br />
tekenen met krijt of houtskool gebeurt<br />
met een 'tekenstok', gemaakt van<br />
rotan dat wordt ingezaagd en door<br />
middel van een elastiekje wordt<br />
afgeklemd, of meteen krijthouder,<br />
gemaakt van twee stripjes en een<br />
ringetje voor het afklemmen, Met een<br />
tekenstok moet men staande tekenen<br />
waardoor men afstand houdt van het<br />
doek en alles beter is te overzien. De<br />
keuze van de soort en dikte van het<br />
4<br />
tekenmateriaal hangt af van het soort<br />
tekenwerk. Voor fijnwerk kunnen de<br />
puntjes met schuurpapier worden<br />
geslepen. Vergissingen en overbodige<br />
lijnen (zoals smetlijnen) kunnen met<br />
een 'klopper' worden afgeslagen. Een<br />
klopper is een stok waaraan aan het<br />
uiteinde een stuk linnen is meegerold<br />
dat ingeknipt wordt en waarvan de<br />
uiteinden rafelig zijn. Soms is het<br />
nodig om de tekening over te<br />
schilderen met dunne verflijnen, die<br />
later na het schilderen van een<br />
ondergrond nog zichtbaar zijn. Daarbij<br />
kan de rij gebruikt worden voor rechte<br />
lijnen. In de tekenstok kan een lyonse<br />
penseel worden gestoken om de lijnen<br />
te trekken. Om niet het hele palet vol<br />
verf mee te laten rijden, zijn er voor<br />
klein schilderwerk verfbakjes, waar<br />
twee tot vier blikjes verf in kunnen<br />
staan. Door aan de bakjes een<br />
verticale stok te maken kunnen ze<br />
handig worden meegevoerd zonder<br />
dat je hoeft te bukken, wat tijdens<br />
tekenen en schilderen zoveel mogelijk<br />
vermeden moet worden. Een methode<br />
die in het buitenland veelvuldig werd<br />
gebruikt, hield in dat op grote lappen<br />
linnen het decor werd uitgetekend en<br />
geschilderd waarna de timmerafdeling<br />
de vakken maakte. In Italiaanse<br />
provincieplaatsen worden reisdecors<br />
als doeken meegevoerd en op het<br />
toneel worden de vakken gemaakt.<br />
Van de doeken zijn de hoeken en<br />
randen versterkt en worden de doeken<br />
aan de achterkant vastgezet.<br />
De auteur van dit boekje bezig aan<br />
een achterdoek voor het ballet '5<br />
tango's' van Hans van Manen; het<br />
ontwerp is van Jean Paul Vroom.
KWASTEN EN PENSELEN<br />
Welke kwasten en penselen er zijn<br />
voor het schilderen van decors komt in<br />
dit elfde deel aan de orde Tevens<br />
behandelt de auteur enkele<br />
schilderstechnieken.<br />
Voor iedere vakman is gereedschap<br />
onontbeerlijk en dit geldt zeker voor<br />
een decorschilder(es). Er zijn dan ook<br />
vele soorten kwasten die speciaal voor<br />
het schilderen van decors zijn<br />
gemaakt. Van deze speciaal gemaakte<br />
kwasten heeft elke kwast zijn eigen<br />
specifieke mogelijkheden. Naast deze,<br />
vooral in Duitsland vervaardigde<br />
kwasten worden ook 'spalters'<br />
gebruikt. Dat zijn platte kwasten<br />
waarvan de breedte in bruikbare<br />
maten varieert van 2,5 cm tot 10 cm.<br />
De stelen moeten zodanig worden<br />
verlengd dat ze lekker in de hand<br />
liggen. Zo kan men, lopend over het<br />
doek, mengen en schilderen en toch<br />
de nodige afstand tot het schilderwerk<br />
bewaren om het geheel te kunnen<br />
overzien.<br />
De haren van de kwasten moeten lang<br />
en veerkrachtig zijn om er goed mee te<br />
kunnen werken. Voor fijner werk<br />
worden lyonse penselen gebruikt. Dit<br />
zijn platte penselen met kort<br />
varkenshaar. Om deze penselen te<br />
verlengen kan beter een tekenstok<br />
worden gebruikt waar de penselen in<br />
worden gestoken. Zo kunnen tijdens<br />
het werk verschillende diktes<br />
gemakkelijk worden vervangen. Met<br />
het pallet worden de benodigde<br />
kwasten meegevoerd, zoals de<br />
'slobber'. Dat is een grote 'blokwitter',<br />
verlengd met een extra lange steel<br />
zodat deze met twee handen is te<br />
hanteren. Slobberen met één hand is<br />
zeer zwaar en het belast de pols op<br />
een verkeerde manier. Een slobber<br />
wordt vooral gebruikt voor het<br />
impregneren of gronden van doeken<br />
en vakken. Daarvoor staat men recht<br />
boven het werk. Dat is niet het geval<br />
bij je speciale theaterkwast, waarvan<br />
de steel schuin wordt ingestoken<br />
waardoor men verder van het werk<br />
staat. Bij het schilderen van vakken<br />
kan men door rond het vak te lopen dit<br />
beschilderen zonder dat men daarvoor<br />
over het vak hoeft te lopen.<br />
Het hangt van het gewenste<br />
schilderwerk af welke kwasten verder<br />
worden gebruikt. Moeten er strepen<br />
van verschillende breedtes worden<br />
getrokken, al dan niet langs een rei,<br />
dan kunnen daarvoor spalters worden<br />
gebruikt. Met een 'Franse'<br />
theaterkwast kan men met de brede<br />
smalle kant uitstekend strepen<br />
trekken. Deze kwast bestaat uit<br />
tientallen 'penselen', waardoor de<br />
kwast van boven open is en aan de<br />
onderkant alle haar bij elkaar komt tot<br />
een smalle streep. Deze kwast neemt<br />
veel verf op en is uitstekend te<br />
onderhouden. Onder de<br />
theaterkwasten zijn diverse<br />
'biezentrekkers', die schuin afgeslepen<br />
worden geleverd en waarmee dunne<br />
lijnen kunnen worden getrokken. Voor<br />
het schilderen van bladeren, bomen<br />
enz. zijn lange en dunne platte of<br />
ronde landschapkwasten te gebruiken.<br />
Voor 'tamponneren', wat bij<br />
decorschilderen het opbrengen van<br />
verf in puntjes betekent, worden ronde<br />
kwasten gebruikt die vlak zijn aan de<br />
onderkant. Van de lyonse penselen<br />
bestaan verschillende soorten maar<br />
gaat het vooral om de verscheidenheid<br />
in maten. Lyonse penselen van minder<br />
dan 1 cm lang worden haast niet<br />
gebruikt. Voor kleiner werk zoals<br />
schilderijen worden kleinere penselen<br />
aangeschaft.<br />
Onderhoud<br />
In alle gevallen is het van belang de<br />
kwasten en penselen goed te<br />
onderhouden. Na het grondig<br />
uitspoelen moeten de kwasten in<br />
natuurlijke vorm worden<br />
weggehangen, Een gaatje aan de<br />
bovenkant van de steel is voldoende<br />
om de kwast op te hangen. Haar dat<br />
uitstaat kan in natuurlijke vorm worden<br />
gestreken door het in te smeren met<br />
dikke groene zeep. Na een paar dagen<br />
kan de zeep er dan worden<br />
uitgespoeld waarna de kwast meestal<br />
weer bruikbaar is.<br />
De haren van spalters zijn in een<br />
blikken bus gevat, die snel openbarst<br />
wanneer deze niet naadloos is. Het<br />
verdient aanbeveling de bus dicht te<br />
solderen of met ijzerdraad af te<br />
werken. Omdat de haren van een<br />
spalter dicht op elkaar zitten moet de<br />
kwast grondig worden gespoeld omdat<br />
er snel verfresten in de krop van de<br />
kwast achterblijven waardoor de kwast<br />
gaat uitstaan.<br />
Naast de gangbare kwasten en<br />
penselen zijn er nog andere<br />
hulpmiddelen die voor een bepaald<br />
doel zijn gemaakt. Voor marmeren kan<br />
een speciale penseel worden gebruikt,<br />
bestaande uit drie à vier 'Penselen'<br />
naast elkaar. Hiermee worden aders<br />
geschilderd. Voor hout imitaties kan<br />
een rubber rol worden gebruikt waar<br />
opgewerkte ringen op zitten. Door de<br />
rol in één richting door de natte verf te<br />
halen en daarbij tevens de rol een<br />
heen en weer gaande rollende<br />
beweging te geven, ontstaat een<br />
houtnerf effect.<br />
Het gebruik van diverse kwasten en<br />
penselen heeft te maken met het<br />
ontwerp dat geschilderd moet worden<br />
en is afhankelijk van de<br />
schilderstechniek die wordt gekozen.<br />
Grondering<br />
Werd er vroeger alleen beenderlijm als<br />
bindmiddel gebruikt, nu is het mogelijk<br />
om met latex verven ook andere<br />
schildertechnieken toe te passen. Dit<br />
heeft vooral invloed op de grondering<br />
van het doek of vak, waarbij<br />
meebepalend is welk te schilderen<br />
materiaal wordt gebruikt. Een<br />
achterdoek kan worden geprepareerd<br />
met verdunde verf of verdunde latex.<br />
Prepareren is het voorbereiden van<br />
het verdere schilderwerk. Daarom is<br />
het zeer belangrijk op welke wijze het<br />
doek verder wordt behandeld. Bij een<br />
gegrond doek zal de verf sneller<br />
'inzuigen' dan bij een doek dat met<br />
latex behandeld is. De latex vult het<br />
poreuze doek op, sluit het af met een<br />
dunne film, waarna er met dunne verf<br />
en veel water kan worden geschilderd<br />
zonder dat de verf direct door het doek<br />
zakt. Omdat latex verf kan worden<br />
verdund met water zonder dat het<br />
afgeeft, biedt dit vele mogelijkheden.<br />
Het lijkt het meest op aquarelleren<br />
waarbij eveneens de witte ondergrond<br />
meespeelt, wat het geheel een<br />
transparante indruk geeft. Bij<br />
bijvoorbeeld een wolkendoek wordt<br />
van boven af gewerkt met<br />
donkerblauwe verf, dat door<br />
verdunning met water steeds lichter<br />
wordt of waaraan eventueel een<br />
andere kleur wordt toegevoegd. Daar<br />
waar de wolken beginnen kan met veel<br />
water de verdunning overlopen tot het<br />
wit van het doek. In deze natte partij<br />
worden de kleuren voor de wolken<br />
ingezet, die in elkaar overvloeien.<br />
Wanneer het laatste deel is<br />
geschilderd is het eerste deel genoeg<br />
gedroogd om opnieuw in *Ie schilderen<br />
zonder dat de verf uitvloeit. De<br />
onderkant van de wolken wordt nat<br />
gehouden om na de wolkenpartij<br />
verder te kunnen schilderen over de<br />
gehele breedte. Door per geschilderde<br />
strook steeds een beetje rood bij de<br />
verf te mengen vloeit de blauwe<br />
wolkenlucht over in een roze horizon.<br />
Voorjaarskleurendag 2007 - Benno de Vries 5
Aftomen<br />
In eerste opzet is het doek nu af, maar<br />
er is een lange droogtijd nodig voordat<br />
verder kan worden gewerkt. Wanneer<br />
het doek droog is kunnen bepaalde<br />
gedeeltes worden opgehaald. De verf,<br />
die nu plaatselijk wordt opgezet, kan<br />
uitvloeien door een natte kwast langs<br />
de randen te halen. Zo nodig kan een<br />
volgende streek met een natte,<br />
schoongemaakte kwast naast de<br />
eerste streek worden gezet. Op deze<br />
wijze krijgt men vloeiende,<br />
overlopende kleuren. Bovendien werkt<br />
de kleur van de eerste opzet mee door<br />
de kleur van de tweede opzet. Zo<br />
kunnen kleuren die te hard zijn<br />
uitgevallen met een waterachtige verf<br />
worden 'afgetoomd', dat wil zeggen: in<br />
kleur worden teruggebracht. Op de<br />
geschetste wijze lopen de kleuren in<br />
elkaar over alsof het gespoten is maar<br />
de indruk is levendiger. Het spuiten<br />
moet een hulpmiddel blijven bij het<br />
schilderen van een doek. Misschien<br />
wel te gebruiken om een overgang te<br />
spuiten of om zij- en bovenkanten over<br />
te laten lopen in het zwart, maar niet<br />
voor een heel doek. Spuitverf moet<br />
goed van bindmiddel worden voorzien<br />
daar anders de verf er na een paar<br />
keer vouwen afvalt. Door veel spuiten<br />
wordt een doek stug en blijft de<br />
beschildering een doods karakter<br />
houden. Moeilijker is het om met<br />
raggen mooie overgangen te krijgen.<br />
Nadat een doek in eerste opzet is<br />
geschilderd kan men met een 'droge'<br />
kwast raggen. Een wat gesleten kwast<br />
wordt met de toppen van de haren in<br />
de verf gedoopt en over een stuk doek<br />
gehaald, om de meeste verf er af te<br />
halen. Met deze kwast wordt nu over<br />
het doek geragd waardoor een fijne<br />
arcering ontstaat. Een overgang<br />
ontstaat door met een steeds droger<br />
wordende kwast door te raggen. Door<br />
met verschillende kleuren over elkaar<br />
te raggen ontstaat een levendige<br />
schilderwijze. Gobelin tule of andere<br />
open weefsels kunnen alleen<br />
raggenderwijs worden beschilderd, wat<br />
veel geduid vergt omdat een te natte<br />
kwast het geschilderde gaas aan de<br />
grond doet kleuren.<br />
6
Aniline<br />
Vloerkleden die moeten worden<br />
beschilderd, worden ook geragd. Een<br />
jut vloerkleed zou te stijf worden<br />
wanneer dit vol wordt geschilderd.<br />
Door te rag gen werkt de ondergrond<br />
als kleur me en blijft de verf, met extra<br />
bindmiddel aan de vezels van het jute<br />
vastzitten. Door te raggen drukt men<br />
de verf niet door het doek maar blijft<br />
het er bovenop liggen. Bij kaasdoek<br />
werkt het rag gen niet. Dan is het beter<br />
met dunne verf of aniline te schilderen.<br />
Aniline i een grondstof voor<br />
kleurstoffenfabricage, verkrijgbaar in<br />
poedervorm. De poeder lost<br />
gemakkelijk in water op en heeft sterke<br />
kleuren, in tegenstelling tot latex<br />
verven, die bij sterke verdunningen in<br />
kleursterkte moeten inboeten.<br />
Met een arsenaal aan kwasten, met<br />
diverse schildertechnieken en soorten<br />
verf komen de fijne kneepjes van het<br />
decorschilderen aan bod in het<br />
volgende hoofdstuk.<br />
Voorjaarskleurendag 2007 - Benno de Vries 7
AANBRENGEN STRUCTUUR<br />
Bij het schilderen van decors vormt de<br />
aangebrachte structuur een belangrijk<br />
onderdeel van de ondergrond. In dit<br />
twaalfde deel wordt beschreven welke<br />
technieken daarbij gehanteerd worden.<br />
Voordat het totale decor wordt<br />
geschilderd moet er goed worden<br />
overwogen op welke manier de<br />
diverse onderdelen worden behandeld.<br />
De afstand tussen het publiek en het<br />
decor, alsmede de<br />
entourage/afstopping zijn mede<br />
bepalend voor de wijze waarop het<br />
decor van ondergrond en/of materiaal<br />
wordt voorzien. Mogelijk zijn er<br />
onderdelen die van 'structuur' moeten<br />
worden voorzien daar ze anders te<br />
'plat' worden.<br />
Ook van invloed is het gebruik van<br />
licht. Wanneer een decorgedeelte als<br />
muur fungeert en men dit daarom<br />
voorziet van een ruwe structuur, dan<br />
werkt de structuur pas wanneer er licht<br />
langs schijnt of schampt ('schampie'<br />
was eens een veelgebruikte<br />
toneelterm). De ruwheid van de gei<br />
naakte structuur geeft<br />
schaduwgedeeltes en de hoge punten<br />
vangen dan licht. Te vaak worden<br />
decors slecht belicht en valt het vele<br />
werk in het niet. Wanneer er met het<br />
belichten niet duidelijk van het reliëf<br />
gebruik wordt gemaakt, is het onzin dit<br />
aan te brengen. Er is met schilderen<br />
veel te suggereren, maar daar wordt<br />
steeds minder gebruik van gemaakt.<br />
Het vak van decorschilder dreigt op<br />
deze manier te devalueren, wat het<br />
vertrouwen in de toekomst er niet<br />
beter op maakt. Zijn er geen goede<br />
schilders dan zal een ontwerper in zijn<br />
ontwerp daar rekening mee houden<br />
om toch een zo optimaal mogelijk<br />
eindproduct te krijgen. Daarmee is de<br />
cirkel weer rond, waarbij als<br />
aantekening dat het ontwerpen van<br />
decors een sterke ontwikkeling heeft<br />
doorgemaakt. Waren het voorheen<br />
schilders die tevens decors<br />
ontwierpen, op een enkeling na zijn<br />
het nu mensen die het<br />
decorontwerpen als vak beoefenen,<br />
vanuit minder 'schilderachtige'<br />
achtergronden. Daarnaast kan aan de<br />
ontwikkeling van decorbouw zelf niet<br />
voorbij gegaan worden, ofschoon de<br />
ontwikkeling bij het toneel weer anders<br />
verloopt dan bij opera en ballet.<br />
Structuur<br />
Voor achterdoeken, poten, friezen<br />
enz., wordt meestal katoen gebruikt<br />
als te beschilderen materiaal. Katoen<br />
is daarvoor het meest geëigende<br />
materiaal om zijn soepelheid en<br />
gewicht. Daar de doeken doorgaans<br />
8<br />
parallel aan het voetlicht hangen en er<br />
recht tegen aangekeken wordt is de<br />
'structuur' van katoen niet zo<br />
belangrijk. Anders wordt het wanneer<br />
het decor, dat tenslotte in de<br />
entourage van doeken staat, moet<br />
worden geschilderd. Buiten het feit dat<br />
katoen te kwetsbaar is als bespanning<br />
voor vakken, is het ook te vlak van<br />
'structuur'. Decor linnen dat als<br />
bespanning wordt gebruikt is 'ruiger',<br />
dat wil zeggen wat grover van draad<br />
en hariger van structuur. Daardoor<br />
schildert het prettiger en is er beter op<br />
te raggen.<br />
Materiaal gaat meewerken als<br />
structuur, wat een extra mogelijkheid<br />
geeft. Daarvan kan dankbaar gebruik<br />
worden gemaakt. Materiaalverschil is<br />
vaak duidelijk waarneembaar, vooral<br />
wanneer er licht op komt. Het verschil<br />
tussen linnen en triplex als materiaal is<br />
geschilderd duidelijk waarneembaar.<br />
Een kamerdecor met een onderpaneel<br />
van triplex en een bovendeel van<br />
linnen krijgt ook al is het in één kleur<br />
geschilderd, duidelijk onderling<br />
verschil juist door de materiaalkeuze.<br />
De bekleding van vakken die toch te<br />
vlak overkomen, kan gerold worden<br />
met een verfroller, waarbij de dikte van<br />
de verf, eventueel gemengd met zand,<br />
de grofheid van de structuur bepaalt.<br />
Dikkere structuren kunnen met<br />
zaagsel (gemengd met lijm) worden<br />
bereikt, afhankelijk van het zaagsel dat<br />
van fijn tot heel grof kan worden<br />
verwerkt. Het is tevens mogelijk met<br />
schuimrubber vlokken (kussenvulling),<br />
gedoopt in latex een structuur te<br />
maken, welke eventueel ook op<br />
vloerkleden is te gebruiken, omdat<br />
door de latex het geheel behoorlijk<br />
soepel blijft. Met latex kunnen<br />
eenvoudige materiaalstructuren<br />
worden nagebootst door deze<br />
gedeeltelijk met een plamuurmes over<br />
het linnen uit te smeren. De gedeeltes<br />
die behandeld zijn worden later<br />
gladder dan het linnen, wat na het<br />
schilderen in een kleur duidelijk<br />
zichtbaar is.<br />
Dikkere in lagen opgebouwde<br />
latexpasta's zijn goed bruikbaar voor<br />
structuren, eventueel in combinatie,<br />
met andere materialen zoals<br />
bestaande theaterstoffen. Een<br />
structuur voor muren e.d. is dan ook te<br />
maken met behulp van katoen (vlak<br />
weefsel), linnen (enigszins ruig), tule<br />
(open structuur), en verschillende jutes<br />
(van grove tot open weefsels, zoals<br />
uienzakken). Deze materialen dienen<br />
te worden geplakt op de bekleding van<br />
vakken, desgewenst gekreukt waarbij<br />
de lappen in de lijm worden gedoopt.<br />
Door het gedeeltelijk weghalen van de<br />
met rubber pasta opgelegde lagen kan<br />
weer op een andere manier gebruik<br />
worden gemaakt van structuur. Een<br />
voorbeeld daarvan is het trekken van<br />
voegen in een dikkere rubber<br />
pastalaag of in een laag van zaagsel<br />
met lijm om het idee van een<br />
steentjesmuur te verkrijgen. Een<br />
tegenovergestelde methode is het<br />
opbrengen van patronen zoals<br />
behang. Met een sjabloon, een in<br />
karton uitgespaard patroon, kunnen de<br />
gewenste patronen verdikt worden<br />
aangebracht. Het sjabloon wordt<br />
daarvoor op het vak gelegd en de<br />
uitsparing wordt met rubber pasta<br />
volgeplamuurd. Na het weghalen van<br />
het sjabloon blijft een verdikt patroon<br />
over met een kartelige rand.<br />
De kartelige rand geeft een extra<br />
suggestie, maar kan eventueel worden<br />
weggewerkt door de structuur direct<br />
over te schilderen. Het blijkt kortom dat<br />
de aangebrachte structuur een<br />
belangrijk onderdeel kan vormen van<br />
de ondergrond ten behoeve van het<br />
schilderen dat daarna volgt.<br />
SchiIdertechnieken<br />
Structuur opbrengen is bij het<br />
schilderen een creatief proces, een<br />
constant zoeken naar andere<br />
technieken met gebruikmaking van<br />
nieuwe materialen. Voor het schilderen<br />
van structuur zijn er diverse<br />
mogelijkheden. Tenslotte is het<br />
schilderen niet aan wetten gebonden.<br />
Twee technieken zijn hierbij te<br />
gebruiken, waarvan de oudste en<br />
meest toegepaste techniek het raggen<br />
is.<br />
De structuur wordt in de grondkleur<br />
gezet. Hier zijn verschillende kleuren<br />
bijgemengd zodat de ondergrond niet<br />
te 'doods' van kleur wordt. Wanneer de<br />
ondergrond droog is kan de structuur<br />
worden opgeragd, d.w.z. dat met een<br />
kwast met weinig verf ('droge' kwast)<br />
over de structuur wordt gestreken<br />
waardoor de hoge punten met verf<br />
worden aangetipt. De intentie van het<br />
raggen, de druk van de kwast, maakt<br />
dat er schakering in kleuren kan<br />
worden aangebracht, met uiteindelijk<br />
een lichte rag over de allerhoogste<br />
punten. Het spuiten met een verfspuit<br />
langs het vak geeft een duidelijk<br />
schaduw effect omdat de verf over de<br />
hogere gedeeltes heen stuift en de<br />
daarachter gelegen gedeeltes donker<br />
laat. In deze technieken gaat men<br />
meestal uit van een donkere<br />
ondergrond opgewerkt met lichtere<br />
kleuren.
Een andere techniek is om een lichte<br />
ondergrond te schilderen en die<br />
daarna af te lakken met dunne latex.<br />
Dit is de latex die als bindmiddel wordt<br />
gebruikt en tevens bruikbaar is als<br />
laklaag. Wanneer deze laklaag is<br />
opgedroogd kan er met dunne<br />
waterachtige verf zeer nat worden<br />
geschilderd. De verf loopt in de<br />
diepere gaten en laat de ruwe punten<br />
licht. Met deze techniek ontstaat een<br />
natuurlijk effect dat nog te versterken<br />
is door spiritus in de natte verf te<br />
sprenkelen. De verf 'schift' d.w.z. de<br />
verf laat zich door de spiritus afstoten,<br />
wat een marmerachtig effect oplevert.<br />
Het is voor alle soorten materiaal<br />
bruikbaar, mits de ondergrond gelakt<br />
is, zodat de verf in grillige kringen kan<br />
gaan drijven. Experimenten op dit<br />
gebied geven vaak ongewone<br />
effecten, die voor toneel goed<br />
bruikbaar zijn. Bij het schilderen op<br />
een ondergrond met reliëf komen de<br />
schaduwpartijen op een natuurlijke<br />
wijze tevoorschijn, al dan niet extra<br />
geholpen door licht en/of verf. Anders<br />
ligt het bij een vlakke ondergrond<br />
waarop reliëf door het schilderen moet<br />
worden gesuggereerd. Daarbij moet<br />
het verschil tussen licht en donker wat<br />
overdreven worden om meer<br />
uitdrukking te krijgen, daar er rekening<br />
moet worden gehouden met de<br />
afstand tussen schilderwerk er publiek.<br />
'Helpen' is een term die nogal eens<br />
wordt gebruikt. Het betekent niet meer<br />
dan hetgeen door de afstand vervaagd<br />
wordt extra wordt aangedikt, zodat het<br />
toch goed overkomt. Helpen geldt ook<br />
voor het schilderen van de<br />
ondergrond. Een vlak geschilderde<br />
ondergrond werkt nogal 'doods' en het<br />
is beter deze te variëren om er verder<br />
met schilderwerk gebruik van te<br />
maken. Bij het gronden is het al aan te<br />
bevelen om met verschillende kleuren<br />
te werken. Naast de grondkleur<br />
worden dan kleuren gebruikt die iets<br />
lichter of donkerder zijn in combinatie<br />
met mengkleuren die niet te veel uit de<br />
toon vallen.<br />
Om een levendige ondergrond te<br />
krijgen worden diverse technieken<br />
toegepast waarvan de keus mede<br />
afhangt van de gewenste ondergrond.<br />
Een marmerachtige ondergrond wordt<br />
verkregen door met een lap door de<br />
natte ondergrond te rollen. De wijze<br />
waarop deze is opgerold bepaalt de<br />
schilderondergrond. Ook deppen met<br />
een gekreukte lap of natuur spons dan<br />
wel door dun zuigend papier in de verf<br />
te kreukelen, die na enige tijd wordt<br />
verwijderd, geeft mooie ondergronden.<br />
Inspatten, een veel toegepaste<br />
techniek, met een scala van kleuren<br />
Voorjaarskleurendag 2007 - Benno de Vries 9
10<br />
maakt van de ondergrond een levend<br />
geheel, waarop het op de daardoor<br />
verkregen puntjes lekker raggen is.<br />
Deze techniek geeft een uitstekende<br />
ondergrond voor het direct<br />
opschilderen van een reliëf. Het<br />
gebruik van schaduwpartijen maakt<br />
dan reliëfs duidelijker worden<br />
naarmate de schaduw sterker wordt<br />
gehanteerd. De richting waarvan het<br />
licht wordt gesuggereerd moet daarbij<br />
consequent worden aangehouden.<br />
Een vak of doek waarop architectuur<br />
moet worden geschilderd vraagt om<br />
schaduwen lichtpartijen. Door de<br />
schaduw in de schildering te laten<br />
verspringen, worden de dieptes en de<br />
verhoging in de architectuur zichtbaar.<br />
Op een deur is het gebruik van<br />
schaduwen om ingelegde en<br />
opgelegde panelen te suggereren door<br />
lichten donker te wisselen.<br />
Schaduwen kunnen dubbel worden<br />
uitgevoerd door een lichtere streep als<br />
eerste schaduw met daar overheen<br />
een tweede smaller en donkerder<br />
schaduwgedeelte. Het mooiste is het<br />
om eerst alle architectuur te schilderen<br />
en daarna de schaduw er overheen te<br />
schilderen, zodat de geschilderde<br />
architectuur als ondergrond nog<br />
meewerkt. Dit kan met dunne verf, die<br />
na droging niet geheel dekt, als ze<br />
raggend worden uitgevoerd. Met een<br />
licht streepje langs de kant, waarvan<br />
het licht wordt gesuggereerd wordt het<br />
geheel afgewerkt. Het lichte streepje<br />
geeft net een extra dimensie waarvan<br />
goed gebruik kan worden gemaakt. Bij<br />
een muur met steentjes gebeurt<br />
hetzelfde, door de boven- en zijkant<br />
(waarvan het licht komt) met een<br />
lichtstreepje te schilderen en onder- en<br />
zijkant met een donkere<br />
schaduwstreep te schilderen.<br />
Om eentonigheid te ontlopen kunnen<br />
de diktes in de schaduwen variëren en<br />
kunnen de lichtstreepjes achterwege<br />
worden gelaten. Daardoor lijken<br />
sommige stenen iets uit te steken wat<br />
het geheel een levendiger aanzien<br />
geeft. Het gedeeltelijk 'uitschilderen'<br />
d.w.z. het meer accent geven van<br />
onderdelen, heeft meer effect dan het<br />
consequent doorschilderen. Om het<br />
decor reliëf te geven moet er worden<br />
'gespeeld' met licht er, donker totdat<br />
een harmonisch geheel ontstaat.