13.09.2013 Views

SHNI Nieuwsbrief 22, gepubliceerd februari 2009 - Stichting Het ...

SHNI Nieuwsbrief 22, gepubliceerd februari 2009 - Stichting Het ...

SHNI Nieuwsbrief 22, gepubliceerd februari 2009 - Stichting Het ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

tuinkamer die in 1923 door<br />

de architecten Baanders werd<br />

ontworpen, zitten inbouwkasten<br />

met zowel dichte deuren,<br />

als - middels een roedeverdeling<br />

- met glas gevulde deuren.<br />

De noordelijke wand bevat<br />

een schouw geflankeerd door<br />

twee gebrandschilderde glasin-loodpanelen.<br />

De balklaag,<br />

opgebouwd uit enigszins bol<br />

geschaafde balken, wordt ondersteund<br />

door karakteristieke<br />

pilaren. Op de tweede etage<br />

bevindt zich de fraaie achterkamer.<br />

Bij binnenkomst springt de<br />

middels een erker uitgebouwde,<br />

fraaie raampartij met zicht op<br />

de achtertuin, direct in het oog.<br />

Hier zit een vensterbank in de<br />

ware zin des woord, met daarop<br />

een kussen. Een ander opvallend<br />

element in deze ruimte is de<br />

schouwpartij. Deze bestaat uit<br />

schoon metselwerk en wordt aan<br />

weerszijden geflankeerd door<br />

twee vaste gestoffeerde banken.<br />

Door het geringe formaat oogt<br />

deze kamer erg knus. <strong>Het</strong> ‘cassetteplafond’<br />

bestaat uit gepleisterde<br />

middenvelden omringd<br />

door balken, die op hun beurt<br />

weer worden ondersteund door<br />

consoles.<br />

Bij de bouw van de woning zijn<br />

in het gehele pand centrale verwarming<br />

en verlichting aangebracht,<br />

hetgeen op dat moment<br />

vooruitstrevend was. Opmerkelijk<br />

is dat het zogenaamde open<br />

centrale verwarmingscircuit<br />

met authentieke radiatoren en<br />

bijbehorende kranen nog altijd<br />

in gebruik is. Ook zijn er nog<br />

enkele authentieke lichtschakelaars<br />

en wandcontactdozen.<br />

Bijzonder is het communicatiesysteem<br />

tussen de oostelijke zijingang<br />

en de hoofdslaapkamer.<br />

Hoewel dit ogenschijnlijk nog<br />

intact is, functioneert het op dit<br />

moment helaas niet.<br />

Bij de racm is de buitenzijde<br />

van het pand bekend, maar het<br />

karakteristieke interieur daarentegen<br />

niet. Reden daarvoor<br />

is waarschijnlijk - zoals ook<br />

elders het geval - dat de vorige<br />

bewoners geen interesse hadden<br />

in de status van rijksmonument<br />

en daarom de medewerkers van<br />

het zogeheten Monumenten<br />

Selectie Project (msp) geen<br />

toegang hebben verleend.<br />

Gezien de kwaliteiten van het<br />

interieur met alle nog aanwezige<br />

aard- en nagelvaste elementen<br />

en technische installaties, het<br />

gave exterieur, en de som van<br />

beide, zou een plaats in het<br />

rijksmonumentenregister voor<br />

deze burgemeesterswoning<br />

gerechtvaardigd zijn.<br />

Harrie scHuit, interieursPeciaList<br />

monumentenwacHt noorD-BraBant<br />

Lopend onderzoek: Nederlandse witwerkers<br />

In de gildetijd duidde de term ‘witwerkers’ op looiers van schapenvellen, op smeden die met blank<br />

metaal werkten, op mandenvlechters die geschilde wilgentenen verwerkten, evenals op hen die beschilderde<br />

naaldhouten meubels maakten. Hans Piena, hoofdconservator van het Nederlands Openluchtmuseum,<br />

is sinds 2004 o.l.v. prof.dr. Willemijn Fock bezig aan een promotieonderzoek naar de laatste<br />

categorie. Halverwege 2012 zal het onderzoek worden afgerond. De witwerkers, vooral te vinden in de<br />

wat grotere steden in het westen van Nederland, lijken in aanvang (1625-1675) eenvoudige gebruiksvoorwerpen<br />

te hebben gemaakt: rattenvallen, vogelkooien, houten emmers, etc. Vanuit die positie zijn<br />

zij in toenemende mate ook meubels gaan maken, maar waarschijnlijk hebben ze weinig of geen inte-<br />

rieur timmerwerk verricht. Wel is in het Nederlandse interieur zeker ook het traditionele witwerkers<br />

houtimitatie-werk toegepast, bestaande uit een krijtgrond, een bindmiddelloze pigmentsaus waarmee<br />

de nerf werd geïmiteerd, en een bruine vernis ter afsluiting. Echter, zeer weinig van de voorwerpen die<br />

we tegenwoordig nog aantreffen is origineel. De beschildering is vrijwel zonder uitzondering overschilderd,<br />

en in ergere gevallen geloogd. Daarnaast is er een groot aantal vervalsingen geproduceerd, met<br />

name in de periode tussen 1900 en 1950 toen rijke buitenlandse toeristen en daarmee ook antiquairs,<br />

evenals de volkenkundige musea een grote belangstelling voor beschilderd meubilair hadden.<br />

Gedurende een door het Rijksmuseum en icn georganiseerde masterclass in november 2008 zijn zeven<br />

witwerkersmeubels tot op het bot geanalyseerd. Bij een van deze meubels is toen aangetoond dat het<br />

vervaardigd is slechts kort voordat het door een museum op een veiling werd aangekocht.<br />

Heeft u een beschilderd naaldhouten meubel? Info: H.Piena@oPenLucHtmuseum.nL<br />

5<br />

Nummer <strong>22</strong> • <strong>februari</strong> <strong>2009</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!