Het steen - Stad Antwerpen - Kinderen - Antwerpen.be
Het steen - Stad Antwerpen - Kinderen - Antwerpen.be
Het steen - Stad Antwerpen - Kinderen - Antwerpen.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Het</strong> <strong>steen</strong><br />
Een reis door de tijd<br />
Spannende verhalen en tekeningen<br />
<strong>Het</strong> Steen I 1
2 I <strong>Het</strong> Steen<br />
Verhalen van vertelster<br />
Marijke Goossens<br />
www.klankenvandeginaika.<strong>be</strong><br />
BRONNEN<br />
• Lange Wapper, Tony Beeghs, 1969<br />
• Volksverhalen uit <strong>Antwerpen</strong><br />
• Op verhaal komen, sagen uit de provincie <strong>Antwerpen</strong>, Stefaan Top<br />
• Jan zonder Vrees, De Kinder<br />
• Wikipedia<br />
© Marijk Goossens en Marjan Van Orshoven I 2010<br />
Dit boekje mag niet verveelvoudigd worden, opgeslagen in een geautomatiseerd<br />
gegevens<strong>be</strong>stand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij<br />
elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier.<br />
VORMGEVING en ILLUSTRATIES<br />
Marjan Van Orshoven I www.marjanvanorshoven.<strong>be</strong><br />
1.<br />
De kathedraal en het water<br />
In <strong>Antwerpen</strong> is er iets bijzonders aan de hand<br />
met de kathedraal. Vroeger werden kerken<br />
gebouwd op hoger gelegen plaatsen. Zo kon<br />
iedereen de kerk van ver zien en het gebouw<br />
gemakkelijk vinden. Maar in <strong>Antwerpen</strong> staat<br />
de grootste kerk, de kathedraal, in een grote<br />
ondiepe put. Je kan nog altijd zien dat alle<br />
straten rond de kathedraal hoger liggen. Dat<br />
zorgde voor problemen bij het bouwen van de<br />
kathedraal.<br />
Op een dag was er een groot feest in <strong>Antwerpen</strong>,<br />
de eerste <strong>steen</strong> van de kathedraal werd<br />
gelegd. Ar<strong>be</strong>iders zouden starten met het<br />
bouwen van deze grote kerk. Alle <strong>Antwerpen</strong>aars<br />
verzamelden op het plein, de Handschoenmarkt.<br />
<strong>Het</strong> was er heel druk, iedereen<br />
was nieuwsgierig. Maar nu duurde het toch<br />
wel lang. Waarom was het feest nog steeds<br />
niet <strong>be</strong>gonnen?<br />
De ar<strong>be</strong>iders liepen onrustig heen en weer en<br />
de bouwmeester (*) liep te zuchten. Hij wist<br />
niet meer hoe het verder moest. De bouwmeester<br />
riep de pastoors en bisschoppen bij<br />
elkaar en nam ze mee naar de kuil die al gegraven<br />
was. Ze stonden hoofdschuddend te<br />
kijken naar de put. Wat was er aan de hand?<br />
Wel, iedere keer dat de werkmannen hun<br />
schop in de grond staken om te graven, kwam<br />
er water in de put. Hoe dieper ze groeven, hoe<br />
meer water en hoe sneller het stroomde. Ze<br />
kregen het water niet weg. Zo konden ze natuurlijk<br />
niet <strong>be</strong>ginnen bouwen. Dus het feest<br />
ging niet door, iedereen werd weer naar huis<br />
gestuurd.<br />
Kunnen jullie een<br />
geheim <strong>be</strong>waren?<br />
Gelukkig was er een slimme metselaar, Mathias.<br />
Hij had een idee om het water tegen te<br />
houden. Hij dacht: “Wat als we eerst koeienhuiden<br />
op de grond leggen? Leer houdt water<br />
tegen, het kan er onmogelijk doorsijpelen.<br />
Hierop kunnen we dan de toren bouwen.” Stilletjes<br />
vertelde hij het plan aan zijn vrouw. Aan<br />
de bouwmeester wilde hij het geheim niet zomaar<br />
verklappen. Nee, in ruil wilde hij goud.<br />
Mathias ging nog even wandelen langs het<br />
water om na te denken over hoe hij zijn geniale<br />
idee zou verkopen aan de bouwmeester.<br />
Maar het zoontje van Mathias had alles gehoord.<br />
Hij was heel fi er op zijn papa en vertelde<br />
trots alles aan de bouwmeester. De jongen<br />
wist niet dat het een geheim was. De bouwmeester<br />
luisterde heel aandachtig en vond<br />
het een fantastisch plan. Hij ging meteen de<br />
ossenhuiden halen en inderdaad het hielp. Er<br />
kwam geen water meer door. Toen Mathias<br />
hoorde dat zijn plan verraden was, was hij razend.<br />
Woedend liep hij naar huis, naar zijn hut<br />
in het Kopstraatje.<br />
Ze zeggen dat hij zijn zoontje heeft vermoord,<br />
zo woest was hij.<br />
Zijn vrouw heeft zich verdronken in de stadsgracht<br />
van de Steenhouwersvest.<br />
Niemand heeft ooit nog iets gehoord van Mathias.<br />
Men fl uistert nog steeds dat hij van de<br />
toren van de kathedraal gesprongen zou zijn.<br />
(*) Een bouwmeester of architect ontwerpt gebouwen, hij tekent de bouwplannen.<br />
<strong>Het</strong> Steen I 3
4 I <strong>Het</strong> Steen<br />
©<br />
2.<br />
De kathedraal en de torens<br />
Hoeveel torens heeft de kathedraal? Juist, één.<br />
Wisten jullie dat het er eigenlijk twee moesten zijn?<br />
Toen de ar<strong>be</strong>iders de tweede toren wilden<br />
bouwen, zagen ze dat de eerste toren <strong>be</strong>gon<br />
weg te zakken.<br />
Waren de ossenhuiden dan toch niet stevig<br />
genoeg? Zelfs nu zou de toren nog bib<strong>be</strong>rig<br />
staan.<br />
Vroeger kon je de toren <strong>be</strong>klimmen, zoals de<br />
wanhopige Mathias heeft gedaan. Maar wanneer<br />
de mensen voelden dat de toren <strong>be</strong>gon te<br />
bib<strong>be</strong>ren, sprongen ze in paniek naar <strong>be</strong>neden.<br />
Op de grond tussen de <strong>steen</strong>tjes onderaan de<br />
toren, vind je hier en daar stukjes metaal. Dit<br />
zouden de plaatsen zijn waar de mensen zijn<br />
neergekomen, ook de arme Mathias.<br />
Waarom heeft de<br />
kathedraal maar één toren?<br />
<strong>Het</strong> Steen I 5
©<br />
6 I <strong>Het</strong> Steen<br />
3. Lange Wapper en vals spelen<br />
Lange Wapper was een pestkop, een waterduivel.<br />
Hij hing graag rond in de buurt van water en<br />
achtervolgde mensen in de stad. Hij maakte ze<br />
heel bang door ze geweldig te laten schrikken.<br />
Lange Wapper kon zich heel goed vermommen,<br />
hij kon zichzelf zo klein maken als een kind of zo<br />
groot als een reus. Hij kon je altijd verrassen.<br />
Op het Wapperplein kwamen kinderen uit de<br />
buurt samen om spelletjes te spelen na school<br />
of na het eten. Ze amuseerden zich met hoedekeschop,<br />
met de reep (fi etswiel) of deden koppeketrap.<br />
Soms liet Lange Wapper zich krimpen<br />
en speelde hij mee met de kinderen zonder dat<br />
ze het wisten.<br />
Met hoedekeschop moest je iemand zijn hoed<br />
zo ver mogelijk wegtrappen totdat hij zijn hoed<br />
kon inhalen. Wanneer Lange Wapper aan de<br />
<strong>be</strong>urt was, stampte hij de hoed heel ver weg<br />
over de huizen heen tot op de Korenmarkt. Zo<br />
kon natuurlijk niemand de hoed pakken. De andere<br />
jongens werden boos en wilden vechten<br />
met die jongen die zo rot deed. Maar dan liet<br />
Lange Wapper zien wie hij echt was en liep iedereen<br />
bang weg.<br />
Wanneer Lange Wapper zijn hoed moest neerleggen<br />
om er achteraan te lopen, veranderde hij<br />
die in een zware ijzeren pot. De jongen die er<br />
dan tegen moest trappen, deed zijn voet heel<br />
pijn of zijn houten klompen vlogen in splinters<br />
Kennen jullie<br />
Lange Wapper?<br />
uiteen. Daarna hoorden de kinderen de akelige<br />
schaterlach van Lange Wapper weergalmen in<br />
de stadsgracht. Ze waren alweer <strong>be</strong>etgenomen.<br />
Als de kinderen met de reep of fi etswiel speelden,<br />
moesten ze om ter eerste de eindstreep<br />
<strong>be</strong>reiken. Met zijn lange <strong>be</strong>nen liep Lange<br />
Wapper de kinderen voorbij en veranderde hij<br />
weer in een jongen wanneer hij op kop liep. Hij<br />
kwam dan als eerste aan en had gewonnen.<br />
Soms liepen de kinderen totdat diegene die het<br />
langst en het verst kon lopen gewonnen had.<br />
Lange Wapper speelde dan weer vals totdat<br />
de kinderen uitgeput waren en er halfdood bij<br />
neervielen.<br />
Maar met koppeketrap spelen in de maneschijn<br />
kon Lange Wapper niet meedoen. In dit spel<br />
moesten de kinderen achter hun vriendjes aanlopen<br />
en pro<strong>be</strong>ren op de schaduw van hun hoofden<br />
te trappen. Maar wisten jullie dat de duivel<br />
geen schaduw heeft? Lange Wapper kon dus<br />
niet meedoen want zo zou hij zichzelf verraden.<br />
<strong>Het</strong> Steen I 7
8 I <strong>Het</strong> Steen<br />
©<br />
4.<br />
Lange Wapper en de baby<br />
Meestal hing Lange Wapper rond in de buurt<br />
van het Vleeshuis. Daar liepen altijd wel mensen<br />
rond om bang te maken. Lange Wapper<br />
kende allerlei trucjes om dicht bij vrouwen te<br />
komen. Zoals bij Annemie Hermans, ze maakte<br />
het volgende griezelige verhaal mee.<br />
Op een avond wandelde ze naar huis na het<br />
werk, het was pikkedonker. Plots hoorde ze een<br />
baby huilen. Annemie keek rond maar ze zag<br />
niets. Ze zocht verder. Opeens zag ze op een<br />
bank bij het Vleeshuis een pasgeboren baby’tje<br />
liggen, gewikkeld in een wit dekentje. Annemie<br />
had medelijden met het kindje en nam het in<br />
haar armen. Ze hield het dicht tegen zich aan.<br />
Hoewel de baby haar heerlijke warmte voelde,<br />
bleef het maar huilen en snikken. Omdat Annemie<br />
thuis ook nog een kleine baby had, kon ze<br />
het kindje de borst geven. Dan zou het in slaap<br />
vallen en kon ze het naar het weeshuis brengen.<br />
Naar de schuif, waar kindjes in werden gelegd<br />
wanneer de ouders er niet voor konden zorgen.<br />
En inderdaad, het hielp, de baby werd weer rustig.<br />
Annemie stond op en wandelde verder met<br />
het kleintje. Maar bij elke stap die ze zette, leek<br />
de baby zwaarder en zwaarder te worden. Eerst<br />
dacht Annemie dat ze moe werd, maar toen zag<br />
Kennen jullie<br />
Lange Wapper?<br />
ze de baby groter en groter worden terwijl hij<br />
in haar armen lag. In paniek liet ze de baby los<br />
maar hij viel niet op de grond… Hij was ineens<br />
weg. Zip, verdwenen!<br />
Toen hoorde ze de gemene lach van Lange<br />
Wapper. Ze draaide zich om en Lange Wapper<br />
riep: “Hahaha, ik heb je <strong>be</strong>etgenomen, <strong>be</strong>dankt<br />
voor de zoete melk!” Annemie maakte snel een<br />
kruisteken, riep de naam van Maria en een heleboel<br />
andere heiligen en rende zo snel ze kon<br />
naar huis.<br />
<strong>Het</strong> Steen I 9
10 I <strong>Het</strong> Steen<br />
©<br />
5.<br />
Adjendodderke en<br />
Anneke Tanneke Toverheks<br />
Er was eens een kabouter, Adjendodderke, die<br />
altijd hele mooie hoge kaartenhuisjes maakte.<br />
Maar Anneke Tanneke Toverheks kwam ze<br />
elke dag omver blazen. Op een keer was hij dit<br />
zo <strong>be</strong>u dat hij een huisje van <strong>steen</strong> bouwde.<br />
Adjendodderke had dat gezien bij de drie biggetjes.<br />
Zo zou de heks hem niet meer kunnen<br />
plagen. In het huisje maakte hij een schouw<br />
en een waterpomp.<br />
Opeens werd er op de deur geklopt.<br />
”Wie is daar?”, vroeg het kleine ventje.<br />
”Ik <strong>be</strong>n het, Anneke Tanneke Toverheks!”<br />
“Wat wil Anneke Tanneke Toverheks heb<strong>be</strong>n?”<br />
”Een kooltje vuur.”<br />
“‘Ik heb geen vuur.”<br />
”Jawel, want ik heb dit schouwke zien roken.”<br />
“Dat was bij de buren, maar niet bij mij.”<br />
”Je liegt, ik heb de rook uit de schouw zien komen!”,<br />
riep ze en ze liep kwaad weg.<br />
De volgende dag stond de heks er weer en<br />
klopte aan.<br />
”Wie is daar?”, vroeg het kleine ventje.<br />
”Anneke Tanneke Toverheks!”<br />
“Wat heb je nu weer nodig, jij boze heks?!”<br />
”Een emmerke water!”<br />
”Ik heb hier geen water, ga maar naar de<br />
<strong>be</strong>ek!”<br />
”Jij hebt wel water, want ik heb daarnet uw<br />
pompke gehoord.”<br />
Hoe de plagende heks<br />
ten onder gaat...<br />
”Dat zal dan wel bij de buren geweest zijn!”<br />
”Adjendodderke, als je nu niet open doet, is<br />
het met je gedaan en kap ik je kopke eraf!”<br />
Adjendodderke haalde de ketting van de deur<br />
en kroop vliegensvlug in de schouw.<br />
Anneke Tanneke Toverheks kwam binnen en<br />
doorsnu elde alles op zoek naar Adjendodderke.<br />
Ineens zag zij twee <strong>be</strong>entjes <strong>be</strong>ngelen<br />
in de schouw en trok hem eruit.<br />
”Als jij mij niet wil helpen, dan kap ik je kopke<br />
eraf. Leg je hoofdje maar op de tafel!”<br />
De ogen van de heks waren knalrood.<br />
Adjendodderke deed alsof hij het niet <strong>be</strong>greep<br />
en vroeg: “En hoe moet ik dat dan doen?”<br />
“Wil jij het mij eens voordoen?” Hij herinnerde<br />
zich het sprookje van Hans en Grietje.<br />
”Awel zo,” zei de heks, ”zo leg je je hoofd op<br />
tafel!” En zonder nadenken deed ze het voor.<br />
Zo snel hij kon, pakte Adjendodderke zijn bijltje<br />
en hupakee, hij kapte het kopke van de<br />
heks eraf.<br />
”Voilà”, zei hij, “daar <strong>be</strong>n ik vanaf!”<br />
En Adjendodderke ging rustig zitten, een<br />
harinkje braden en een pijpje roken.<br />
<strong>Het</strong> Steen I 11
©<br />
12 I <strong>Het</strong> Steen<br />
6.<br />
Quinten Matsijs en de vlieg<br />
Er was eens een kunstsmid die kunstwerken<br />
maakte van metaal. Zijn naam was Quinten<br />
Matsijs. Hij is geboren in 1466 en werd 64<br />
jaar. Quinten woonde in het huis waar nu het<br />
restaurant de Rooden Hoed is, naast de kathedraal.<br />
Zijn vrouw was helaas jong gestorven.<br />
Enkele jaren later werd Quinten Matsijs verliefd<br />
op de knappe dochter van de her<strong>be</strong>rgier<br />
(**) van de Pelgrim, van achter de hoek. Maar<br />
her<strong>be</strong>rgier Jan (Heyns) vond Quinten Matsijs<br />
niet goed genoeg voor zijn dochter, hij mocht<br />
niet met haar trouwen. De her<strong>be</strong>rgier vond<br />
kunstsmid geen mooi <strong>be</strong>roep. “Als je kunstschilder<br />
zou zijn, dat zou pas klasse zijn.”, zei<br />
de her<strong>be</strong>rgier. “Dan zou ik je misschien wel de<br />
hand van m’n dochter geven.” Quinten Matsijs<br />
had de boodschap <strong>be</strong>grepen en hij leerde<br />
schilderen.<br />
Op een dag moest Quinten langsgaan bij de<br />
her<strong>be</strong>rgier, die zelf ook schilderde. Hij was<br />
iets te vroeg en moest nog wachten in het<br />
atelier van Jan. Toen Quinten rondkeek zag<br />
hij op de schildersezel een nog nat schilderij<br />
staan waarop de duivel met zijn billen bloot<br />
stond afge<strong>be</strong>eld. Quinten grinnikte, nam een<br />
En ze leefden nog lang<br />
en gelukkig...<br />
ver orstel en schilderde een levensechte<br />
vlieg op de billen. Toen de her<strong>be</strong>rgier binnenkwam<br />
zag hij de vlieg en klopte ze weg. Maar<br />
dat lukte niet natuurlijk. “Wel verdraaid,<br />
Quinten kan wel schilderen”, dacht hij, en hij<br />
keek verbaasd en vol <strong>be</strong>wondering naar Quinten<br />
Matsijs. “Allez vooruit, het is goed, je mag<br />
met mijn dochter trouwen!”, riep hij.<br />
En zo is Quinten Matsijs kunstschilder geworden.<br />
De mooie dochter en Quinten trouwden<br />
in 1508 en kregen samen tien kinderen.<br />
(*) Een kunstsmid is een kunstenaar die kunstwerken maakt van metaal.<br />
(**)Een her<strong>be</strong>rgier was baas van een her<strong>be</strong>rg, waar reizigers tegen <strong>be</strong>taling konden<br />
blijven eten en slapen.<br />
<strong>Het</strong> Steen I 13
14 I <strong>Het</strong> Steen<br />
©<br />
7.<br />
Reus Antigoon en Brabo<br />
Er zijn ooit hele grote <strong>be</strong>enderen gevonden bij<br />
verbouwingen aan het Steen, de Antwerpse<br />
burcht. Voor de mensen was dit het <strong>be</strong>wijs<br />
dat er ooit een reus gewoond heeft: Reus Antigoon.<br />
Antigoon was een woeste reus die niets liever<br />
deed dan vechten. Met zijn grote handen en<br />
voeten won hij bijna altijd. Zo heeft hij ook<br />
het Steen veroverd. Hij vermorzelde de <strong>be</strong>woners,<br />
of hij maakte ze zo bang dat ze wegvluchtten.<br />
Reus Antigoon eiste het kasteel<br />
voor zichzelf op.<br />
Toen <strong>be</strong>gon er een vreselijke tijd voor de<br />
schippers op de Schelde. Reus Antigoon eiste<br />
geld van elke boot die voorbij de burcht voer.<br />
Schippers moesten in <strong>Antwerpen</strong> altijd al tol<br />
<strong>be</strong>talen, maar Antigoon wou plots veel meer.<br />
Hij vroeg de helft van elke lading. O wee de<br />
schipper die dit niet wilde geven! Niemand<br />
ontsnapte aan hem, dag en nacht was hij op<br />
post. Ook bij storm of ijskoud weer stond hij<br />
klaar. Weet je wat er ge<strong>be</strong>urde wanneer een<br />
schipper de helft van zijn vracht niet wou afstaan?<br />
Dan nam Antigoon zijn zwaard, hakte<br />
de rechterhand van de schipper af en wierp<br />
het in de Schelde.<br />
Waar komt de naam<br />
<strong>Antwerpen</strong> vandaan?<br />
Alle schippers klaagden <strong>steen</strong> en <strong>be</strong>en. Totdat<br />
Brabo dit te weten kwam. Hij was koning<br />
van Tongeren én een dapper soldaat én familie<br />
van de Romeinse keizer Julius Caesar. Op<br />
een dag trok hij naar <strong>Antwerpen</strong> om Antigoon<br />
uit te dagen. Brabo was klein maar dapper.<br />
<strong>Het</strong> gevecht tussen reus Antigoon en Brabo<br />
duurde heel lang. Uiteindelijk stond Brabo<br />
nog recht en lag Antigoon uitgeteld op de<br />
grond. De reus was overwonnen. Brabo deed<br />
wat Antigoon bij de schippers deed, hij hakte<br />
de rechterhand van de reus af en wierp die<br />
met een grote boog in de Schelde. Vandaar de<br />
naam <strong>Antwerpen</strong> (hand-werpen).<br />
Niemand zag reus Antigoon ooit nog. De<br />
schippers konden weer zonder vrees naar<br />
<strong>Antwerpen</strong> varen. Brabo kreeg als grote redder<br />
een <strong>be</strong>loning. Hij kreeg de titel van hertog<br />
van Brabant en een stand<strong>be</strong>eld in het midden<br />
van de Grote Markt.<br />
<strong>Het</strong> Steen I 15
16 I <strong>Het</strong> Steen<br />
©<br />
8.<br />
Erik De Viking<br />
Vanuit het Hoge Noorden voeren de Vikingen<br />
met verschillende schepen naar onze streken.<br />
Ook de schepen van de broers Erik en Harald<br />
kwamen naar <strong>Antwerpen</strong>. Erik was de jongste<br />
en had een zacht karakter. Maar Harald was<br />
een echte vechtersbaas. Als het hem niet aanstond,<br />
<strong>be</strong>gon hij te vechten.<br />
Toen ze niet zo ver meer van <strong>Antwerpen</strong> vandaan<br />
waren, riep de oudste broer van op zijn<br />
schip:<br />
“Luister Erik, wie als eerste de stad <strong>be</strong>reikt,<br />
mag de stad met geweld innemen en zich heer<br />
en meester noemen.”.<br />
In die tijd was het de gewoonte dat wie het<br />
eerst met zijn handen de muren van de omwalling<br />
van de stad kon raken, baas van de<br />
stad werd.<br />
Erik riep terug: “Nee, geen geweld!”<br />
Hij hield niet van het voorstel want vroeger<br />
was hij al in de stad <strong>Antwerpen</strong> geweest en hij<br />
wist wat voor mensen er woonden. Hij kende<br />
sommige van hen, dus waarom zou hij ze dan<br />
kwaad doen? Wilde hij de mensen van de stad<br />
sparen, dan moest Erik kost wat kost als eerste<br />
aankomen.<br />
Samen zetten de mannen de zeilen van hun<br />
Of geloof je eerder<br />
dit verhaal?<br />
schip bij en vlogen ze over het water van de<br />
Schelde. <strong>Het</strong> werd een nek-aan-nekrace, maar<br />
Erik lag met zijn schip aan de buitenste kant,<br />
de kant van Linkeroever. Hij zou er nooit geraken.<br />
In gedachten zag hij al hoe de huizen<br />
van die arme mensen werden platgebrand.<br />
Koortsachtig zocht hij naar een oplossing terwijl<br />
hij zag hoe Harald het schip draaide in de<br />
richting van de Burcht. Harald juichte al en<br />
keek a eurend naar zijn jongere broer Erik.<br />
Maar wat ge<strong>be</strong>urde er toen…? Plots gilden de<br />
stoere zeevaarders, want in de lucht vloog<br />
een hand!<br />
Harald zag hoe zijn broer Erik zijn linkerhand<br />
a akte en over zijn schip gooide in de richting<br />
van het Steen. <strong>Het</strong> was dan toch Eriks<br />
hand die als eerste de muren van het Steen<br />
aanraakte.<br />
Zo kwam het dat <strong>Antwerpen</strong> gespaard bleef<br />
van wreed Vikinggeweld. Erik kreeg goede<br />
zorgen van de dochter van de heer van <strong>Antwerpen</strong><br />
die op het Steen woonde. Al snel werd<br />
hij verliefd op de stad en op het meisje. Erik<br />
is gebleven.<br />
<strong>Het</strong> Steen I 17
18 I <strong>Het</strong> Steen<br />
©<br />
9.<br />
Jan zonder Vrees<br />
Jan zonder Vrees werd geboren in 1410 in het<br />
Krab<strong>be</strong>nstraatje. Zijn oma, Moeder Neeltje,<br />
heeft hem grootgebracht. Jan noemde haar<br />
“Grootje”. Ze was een visverkoopster. Als jongen<br />
bleek hij ijzersterk te zijn. En hij had een<br />
gouden hart, hij was een goed en eerlijk man.<br />
Jan zonder Vrees verdedigde de zwakkeren. Hij<br />
kon niet tegen onrechtvaardigheid, het maakte<br />
hem kwaad. Velen <strong>be</strong>wonderden hem en<br />
noemden hem ook “Sterke Jan” of “Jan Onversaagd”.<br />
Jan was namelijk van niemand bang,<br />
hij was heel dapper. De enige die hem onder<br />
controle kon houden was Moeder Neeltje. Jan<br />
weigerde een <strong>be</strong>roep te leren omdat hij vrij<br />
wilde zijn. Maar af en toe hielp hij de schippers<br />
met het in- en uitladen van hun schepen.<br />
Alles verliep goed en wel. Behalve met Thijs,<br />
de neef van Jan. <strong>Het</strong> was altijd ruzie tussen<br />
die twee. Thijs werkte als knecht bij een grafdelver.<br />
Hij maakte graven en deed ze ook<br />
weer dicht na een <strong>be</strong>grafenis. Thijs was van<br />
kleins af aan al jaloers op de kracht van Jan.<br />
Op een dag <strong>be</strong>sloot hij om Jan heel erg bang<br />
te maken. Thijs sprak af met Jan op het kerkhof<br />
en verkleedde zich als spook. Maar Jan liet<br />
zich niet zomaar afschrikken: “Wat is je naam<br />
spook? Wat kom je hier doen?” Maar het<br />
spook riep alleen: “Boehoehoe!” Jan <strong>be</strong>sloot<br />
om het spook een lesje te leren en smeet het<br />
tegen de muur. Hij <strong>be</strong>greep niet dat het spook<br />
bleef liggen want spoken kunnen toch overal<br />
doorheen? Wanneer hij het laken wegtrok,<br />
verschoot Jan heel hard. Thijs was dood. Jan<br />
was er helemaal ondersteboven van en rende<br />
naar zijn Grootje.<br />
Kunnen spoken<br />
doodgaan?<br />
Bella, de moeder van Thijs was woest en ontroostbaar<br />
en liet Jan arresteren voor moord.<br />
Hoe hard Jan ook pro<strong>be</strong>erde uit te leggen dat<br />
Thijs hem had uitgedaagd en dat spoken niet<br />
kunnen doodgaan. Toch werd hij gearresteerd<br />
en door de wachters naar de gevangenis, het<br />
Steen, gebracht. Plots sprong er iemand uit de<br />
roepende mensenmassa en gooide een <strong>steen</strong><br />
in Jan zijn nek. Nu had Jan er genoeg van! Hij<br />
rukte zich los en keilde de dader de Schelde in.<br />
Zelf sprong hij er ook in en zwom snel naar de<br />
overkant, naar Linkeroever. Hij zwaaide naar<br />
Grootje en riep: “Alles komt goed, Grootje! Ik<br />
wil je alleen nog meer ellende <strong>be</strong>sparen!”<br />
Tijdens zijn tocht door Oost-Vlaanderen kwam<br />
hij op voor alles wat onrechtvaardig was en<br />
hielp hij alle mensen die werden uitgebuit. Hij<br />
was heel vriendelijk en <strong>be</strong>hulpzaam en was<br />
geliefd bij iedereen. Jan zonder Vrees was ondertussen<br />
ridder geworden.<br />
Jaren later keerde Jan zonder Vrees terug naar<br />
<strong>Antwerpen</strong>. De schout van <strong>Antwerpen</strong>, een<br />
soort van burgemeester, kon hem niets meer<br />
maken want Jan was nu ridder. Grootje leefde<br />
nog en was dolgelukkig natuurlijk!<br />
Waar Jan zonder Vrees ooit woonde is nu een<br />
café waar je al zijn avonturen nog eens kan<br />
horen.<br />
<strong>Het</strong> Steen I 19
Wil je nog meer weten over het Steen?<br />
Neem dan een kijkje op de website www.antwerpen.<strong>be</strong>/kinderen<br />
en klik door naar <strong>Het</strong> Steen.<br />
V.U.: Maarten Caesstecker, Grote Markt 1, 2000 <strong>Antwerpen</strong> D/2010/0306/256<br />
www.antwerpen.<strong>be</strong>/kinderen<br />
03 338 65 69