Sectorgids Autocontrole Primaire Dierlijke Productie - Codiplan
Sectorgids Autocontrole Primaire Dierlijke Productie - Codiplan
Sectorgids Autocontrole Primaire Dierlijke Productie - Codiplan
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Dierengezondheid<br />
Toedienen diergeneesmiddelen<br />
(G6) De veehouder respecteert alle voorschriften van de bijsluiter bij het<br />
toedienen van niet voorschriftplichtige diergeneesmiddelen.<br />
De veehouder respecteert alle voorschriften van het TVD of voorschrift bij het<br />
toedienen van diergeneesmiddelen.<br />
(G8. De aanwezigheid van residuen van geneesmiddelen in dierlijke producten<br />
wordt vermeden.<br />
Behandelde dieren zijn duidelijk herkenbaar gedurende de wachttijd verbonden<br />
aan de behandeling. De herkenning kan via het geneesmiddelenregister, het<br />
merken van een hok of een compartiment bij groepsbehandeling of het merken<br />
van individuele dieren door middel van onder meer pootband, plakband,<br />
elektronische aanduiding, merkteken op achterhand of merkteken op uier.<br />
(G8) Verhandelen recent behandelde dieren<br />
De veehouder maakt een attest op telkens een dier wordt verhandeld tussen<br />
veehouders (al of niet met tussenkomst van een handelaar) vóór het verstrijken<br />
van de wachttijd van een behandeling met geneesmiddelen (bijlage 24_5). Het<br />
attest levert het bewijs dat de veehouder de koper correct heeft ingelicht over het<br />
feit dat het dier of de producten ervan gedurende een welbepaalde periode niet<br />
voor menselijke consumptie bestemd mogen zijn.<br />
Slachtdieren mogen pas worden afgevoerd naar het slachthuis nadat de wachttijd<br />
van de behandeling is verstreken.<br />
Het attest wordt opgemaakt in tweevoud.<br />
De veehouder en de koper ondertekenen beide exemplaren van het attest.<br />
Een attest is niet nodig bij het verhandelen van kalveren jonger dan 30 dagen of<br />
biggen van minder dan 25 kg.<br />
Gemedicineerd voeder<br />
Voorwaarden betreffende gemedicineerd voeder zijn opgenomen in deel 2.3.6.<br />
2.4.7. VACCINATIES<br />
Naargelang de diersoort zijn vaccinaties tegen bepaalde dierziekten verplicht. De<br />
verplichtingen worden opgenomen per diersoort in deel 3.<br />
2.4.8. (G3) AANGIFTEPLICHT BESMETTELIJKE ZIEKTEN<br />
De aangifteplicht van besmettelijke dierziekten maakt deel uit van de<br />
meldingsplicht (zie 2.8).<br />
De dierziekten die onderworpen zijn aan meldingsplicht worden opgelijst in bijlage<br />
24_6.<br />
De veehouder kan een besmettelijke dierziekte vermoeden bij zijn dieren indien er<br />
bijvoorbeeld wijzigingen optreden in groei / gewichtstoename / productie,<br />
uitzonderlijke sterfte wordt vastgesteld of dieren afwijkende symptomen of<br />
gedragingen vertonen zoals koorts, verminderde eetlust, abnormale<br />
speekselafscheiding,….<br />
De veehouder die vermoedt dat dergelijke ziekte aanwezig is bij zijn dieren, dient<br />
onmiddellijk een dierenarts te ontbieden – de bedrijfsdierenarts of zijn<br />
plaatsvervanger voor vermoedens bij rundvee, varkens en pluimvee. De<br />
veehouder of de dierenarts doet aangifte bij de PCE.<br />
<strong>Autocontrole</strong>gids primaire dierlijke productie versie 2 dd. 05/08/2009 – deel 2 p. 28/67