14.09.2013 Views

CAHIER 5 - Syntra Vlaanderen

CAHIER 5 - Syntra Vlaanderen

CAHIER 5 - Syntra Vlaanderen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>CAHIER</strong> 5<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

PERIODIEK - JAARGANG 2009 - NUMMER 5


Periodiek - Jaargang 2009 - nummer 5


Leren en werken,<br />

de leertijd vanuit de praktijk<br />

Vlaams Agentschap voor<br />

Ondernemersvorming<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

<strong>Vlaanderen</strong>


VERANTWOORDELIJKE UITGEVER:<br />

Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong><br />

Johan Artois<br />

Kanselarijstraat 19<br />

1000 Brussel<br />

Tel. 02 227 63 93 - Fax 02 227 63 96<br />

4


INLEIDING<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

“Van alle opleidingssystemen vinden jongeren uit de leertijd het snelst een<br />

job. 92 % van de jongeren die de leertijd hebben gevolgd, kunnen meteen<br />

aan de slag. De andere 8 % doet extra werkervaring op binnen het eerste<br />

jaar.”<br />

[Schoolverlatersonderzoek VDAB – 2008]<br />

“16 % van de jongeren die de leertijd hebben gevolgd, richt binnen de vijf<br />

jaar een eigen zaak op. 38 % van hen heeft zelfs personeel in dienst.”<br />

[Effectiviteitsonderzoek SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> 2004]<br />

Leren en Werken<br />

Waaraan denkt u als u het begrip ‘Leren en Werken’ hoort? Rinkelt er alleen in de verte<br />

een belletje? Of denkt u misschien automatisch aan uitgebluste jongeren die niet<br />

graag op de schoolbanken zitten?<br />

Snel aan het werk<br />

Jammer. Want ‘Leren en Werken’ is voor veel jongeren de eerste stap naar een succesvolle<br />

loopbaan als medewerker of zelfstandige. Neem nu de ‘leertijd’, het vroegere<br />

‘leercontract’. Deze beroepsgerichte praktijkopleiding van SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> legt<br />

al jaren een uitstekend rapport voor. Meer nog: aan de hand van de cijfers mogen we<br />

gerust gewagen van een succesverhaal. Oordeel zelf.<br />

Onbekend is onbemind<br />

En toch ... toch is de instroom van jongeren in de leertijd de voorbije jaren sterk<br />

gedaald. Ondanks de quasi zekerheid op werk aan het einde van hun opleidingstraject.<br />

De reden? Onbekend is onbemind! Leerkrachten, ouders, CLB-medewerkers, de<br />

jongeren zelf ... Ze sluiten vaak op voorhand de deur die naar de leertijd leidt.<br />

Ouders en jongeren omdat ze ‘Leren en Werken’ nog te vaak beschouwen als het<br />

onderste niveau van een cascadesysteem. De ‘laatste hoop’ voor leerlingen die het<br />

ASO, TSO of BSO niet aankunnen. Leerkrachten en CLB-medewerkers omdat ze de<br />

kracht van de leertijd vaak onvoldoende kennen.<br />

5


Leer de leertijd kennen<br />

Dit cahier wil hier verandering in brengen. Het werpt een actuele blik op de leertijd, in<br />

het brede kader van het Vlaamse decreet dat het stelsel van ‘Leren en Werken’ aanzienlijk<br />

verbetert. Een verbetering die de kwaliteit van de opleidingen in de leertijd<br />

nog extra zal verhogen. En die voor heel wat jongeren een ander – maar daarom niet<br />

minder aangenaam – pad creëert naar een succesvolle toekomst.<br />

Johan Artois An Van de Ven<br />

Gedelegeerd bestuurder Directeur Leren en Werken<br />

6


INHOUDSTAFEL<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

1. DE LEERTIJD: WAT IS HET? 6<br />

1.1 DE LEERTIJD – EEN BLIK ACHTER DE SCHERMEN 6<br />

1.2 DE HOOFDROLSPELERS 11<br />

1.2.1 De leerjongere 11<br />

1.2.2 De ouders 13<br />

1.2.3 De ondernemer-opleider 15<br />

1.2.4 De leertrajectbegeleider 17<br />

1.2.5 De leertijdverantwoordelijke op de campus 19<br />

1.2.6 Andere begeleiders 21<br />

2. DE BEHEERSOVEREENKOMST: 23<br />

MEER LEERTIJD, BETERE LEERTIJD<br />

2.1 LEERTIJD: MEER EN BETER 23<br />

2.2 STRATEGISCHE DOELSTELLING 7 – NAAR EEN BETERE LEERTIJD 24<br />

2.2.1 Opleidingen voor ondernemers-opleiders 26<br />

2.2.2 Takenbladen en andere instrumenten<br />

om de efficiëntie te verhogen<br />

27<br />

2.2.3 Curricula 28<br />

2.2.4 Opleidingen voor lesgevers 29<br />

2.2.5 Nauwe samenwerking met sectoren 29<br />

2.2.6 Meer begeleiding door leertrajectbegeleiders 30<br />

2.2.7 Voortrajecten 30<br />

2.3 STRATEGISCHE DOELSTELLING 8 – NAAR MEER LEERTIJD 31<br />

2.3.1 Het imago van de leertijd 34<br />

2.3.2 Olli Duikt Onder@work 35<br />

2.3.3 Spijbelproject Antwerpen: Stick Around 36<br />

2.4. STRATEGISCHE DOELSTELLING 9 – NAAR BETERE AANSLUITING<br />

MET ONDERWIJS<br />

38<br />

2.4.1 Van ondergewaardeerd getuigschrift ... 38<br />

2.4.2 ... naar evenwaardig diploma 40<br />

2.4.3 Betere afstemming met onderwijs 41<br />

2.4.4 Samenwerking 41<br />

2.5. NIEUWE FINANCIERING VOOR DE LEERTIJD 42<br />

2.5.1 Verandering 1: geld voor campussen 42<br />

2.5.2 Verandering 2: geld voor leertrajectbegeleiders 42<br />

2.5.3 Verandering 3: extra uren voorzien 43<br />

3. NIEUW DECREET, NIEUWE MOGELIJKHEDEN, 44<br />

NIEUWE DOELSTELLINGEN<br />

Een interview met minister van Werk, Onderwijs en Vorming 44<br />

Frank Vandenbroucke<br />

7


1. DE LEERTIJD: WAT IS HET?<br />

“81 % van de ondernemers zegt sneller iemand in dienst te nemen die tijdens<br />

zijn/haar opleiding werkervaring heeft opgedaan.”<br />

[Onderzoek van UNIZO bij 700 leden-ondernemers in <strong>Vlaanderen</strong> – augustus 2008]<br />

1.1 DE LEERTIJD – EEN BLIK ACHTER DE SCHERMEN<br />

Wat is de leertijd?<br />

De leertijd is een opleidingsvorm waarbij jongeren een beroep leren in de dagelijkse<br />

praktijk van een onderneming. Ze combineren vier dagen beroepsgerichte praktijkopleiding<br />

met één dag theoretische vorming in een campus van SYNTRA. Zo leren ze al werkend<br />

de knepen van het vak en maken ze heel vlot de overstap naar de arbeidsmarkt.<br />

Vaak kunnen ze zelfs meteen aan de slag in de onderneming waar ze hun praktijkervaring<br />

hebben opgedaan. Bijna 1 leerjongere op 6 zet op termijn zelfs de stap naar een<br />

eigen zaak.<br />

Keuze uit 200 beroepen<br />

De tijd dat een leerjongere alleen maar bij een kapper, slager en bakker aan de slag<br />

kon, ligt al vele jaren achter ons. Vandaag hebben de leerjongeren een keuze uit meer<br />

dan 200 verschillende beroepen. Van polyvalent administratief bediende over schoonheidsspecialist,<br />

tuinaannemer, restaurant- en garagehouder tot matroos binnenvaart<br />

of verhuizer-inpakker.<br />

Dankzij de talrijke mogelijkheden om een positieve beroepskeuze te maken, is de leertijd<br />

uitgegroeid tot een volwaardig systeem van alternerend leren en werken. Een<br />

systeem dat de jongeren alle kansen biedt om hun dromen te realiseren.<br />

8


LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

Opleidingen leertijd waarvoor een leerovereenkomst kan worden gesloten<br />

Naar aanleiding van het decreet Leren en Werken (10/07/2008) zullen alle opleidingen<br />

tussen 2008 en 2012 gescreend worden. Dit betekent dat deze lijst aan verandering<br />

onderhevig is.<br />

Sector BOUW<br />

1. aannemer constructeur van aluminium ramen en deuren 2. aannemer van thermische<br />

isolatiewerken 3. aannemer-restaurateur van gebouwen 4. bekleder met warmteisolerend<br />

materiaal 5. dakdekker-plaatser van niet-metalen dakbedekkingen van<br />

gebouwen 6. dekvloerlegger 7. dichtingswerker-asfaltwerker 8. fabrikant-plaatser van<br />

sierschouwen 9. glazenmaker 10. grondwaterputboorder 11. kassei- en klinkerlegger<br />

12. marmerbewerker 13. metselaar-betonwerker 14. parketvloerlegger 15. plaatser<br />

van industriële vloeren 16. plaatser van ingerichte keukens 17. plaatser van rieten<br />

daken 18. plaatser van systeemwanden en -plafonds 19. plafonneerder-cementwerker<br />

20. reiniger van gevels 21. schriftbeeldhouwwerker 22. steenhouwer 23. tegelzetter<br />

24. vervaardiger van betonnen stukken 25. vervaardiger van kunststeen (en granito)<br />

26. voeger 27. zinkwerker-plaatser van metalen dakbedekkingen van gebouwen<br />

Sector DECORATIE<br />

28. decoratieschilder 29. huisschilder 30. naaister voor woningstoffering 31. wand- en<br />

vloerbekleder 32. woningstoffeerder<br />

Sector DISTRIBUTIE<br />

33. ambulante handelaar op de openbare markten 34. groothandelaar 35. kleinhandelaar<br />

36. logistiek medewerker 37. slager-groothandelaar 38. veehandelaar<br />

Sector ELEKTRICITEIT-ELEKTRONICA<br />

39. assistent podiumtechnicus 40. automaathersteller 41. bordenbouwer 42. elektrotechnisch<br />

installateur 43. elektrowikkelaar 44. fabrikant-installateur van lichtreclames<br />

45. installateur-hersteller van autonavigatiesystemen, autoalarmsystemen en a-v-t<br />

voor voertuigen 46. koeltechnicus/frigorist 47. monteur-hersteller in toegepaste elektronica<br />

48. monteur-hersteller van antidiefstalsystemen 49. monteur-hersteller van liften<br />

50. pc-technicus 51. radio- en televisiemonteur-hersteller 52. technicus klimaatbeheersing<br />

- airconditioning<br />

Sector GRAFISCHE NIJVERHEID<br />

53. desktop publisher 54. drukker-flexograaf 55. fotograaf 56. offsetdrukker 57. publiciteitstekenaar<br />

58. reclameschilder 59. typodrukker 60. zeefdrukker<br />

Sector HANDEL EN ADMINISTRATIE<br />

61. boekhouder 62. etaleur 63. polyvalent administratief kmo-medewerker<br />

9


Sector HOUT<br />

64. bouwer van houten boten 65. constructeur van polyvinylchloride ramen, deuren<br />

en luiken 66. decorbouwer 67. houtbeeldhouwer-ornamentwerker 68. houtdraaier<br />

69. houtzager 70. meubelmaker 71. meubelstoffeerder 72. restauratievakman van<br />

massieve meubelen 73. rolluikmaker 74. schrijnwerker-timmerman 75. standenontwerper-bouwer<br />

76. vervaardiger van houten koffers voor muziekinstrumenten en<br />

apparaten 77. vervaardiger van keukenmeubelen<br />

Sector KLEDING EN CONFECTIE<br />

78. bontwerker 79. dameskleermaker 80. hand- en machinebreister 81. herenkleermaker<br />

82. machineborduurster 83. modiste 84. naaister 85. passementwerker 86.<br />

schoenmaker en -hersteller 87. textielreiniger: chemisch reiniger-verver 88. textielreiniger-witwasser<br />

Sector KUNST EN AMBACHTEN<br />

89. clavecimbelbouwer 90. dierenopzetter 91. edelsteenzetter 92. gareelmaker 93.<br />

gieter van juwelen van edele metalen 94. glasetser en glasdecorateur 95. glasinstrumentenmaker<br />

96. glazenier 97. graveur in edele metalen 98. handboekbinder 99. hersteller<br />

van muziekinstrumenten 100. horlogemaker-hersteller 101. inlijster 102. juwelier-goudsmid<br />

103. keramist 104. kunstsmid 105. leerlooier 106. lijstenmaker-vergulder<br />

107. marokijnbewerker 108. orgelbouwer 109. pianostemmer en hersteller 110.<br />

pottenbakker 111. vervaardiger van fluiten, klarinetten, hobo’s en saxofoons 112. vervaardiger-hersteller<br />

van poppen 113. wapenhersteller 114. wapensmid<br />

Sector LAND- EN TUINBOUW<br />

115. bloemen- en plantenteler 116. boomkweker 117. bosbouwuitbater 118. florist<br />

119. fruitteler 120. groenteteler 121. hoefsmid 122. hondenfokker 123. hondentrimmer<br />

124. ichtyoloog 125. paardenhouder 126. pluimveehouder 127. tuinaannemer<br />

128. valkenier 129. viskweker<br />

Sector METAAL EN KUNSTSTOFFEN<br />

130. bewerker van thermoplastische kunststoffen (vacuümprocédé) 131. constructeur<br />

van buis- en plaatmeubelen 132. fabrikant van houtlintzagen 133. gieter 134. installateur<br />

van centrale verwarming 135. installateur van gasverwarming met individuele<br />

toestellen 136. mecanicien 137. metaalconstructeur 138. monteur-hersteller van pneumatische<br />

en hydraulische werktuigen en machines 139. plaatwerker-ketelmaker 140.<br />

sanitair installateur-loodgieter 141. smid 142. staalgraveur 143. vervaardiger van plastieken<br />

voorwerpen, apparaten en buizen 144. zandstraler, lakker en metalliseerder van<br />

metalen<br />

10


LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

Sector SCHOONHEIDSZORG<br />

145. haarwerker-pruikenmaker-grimeur 146. kapper 147. opticien-brillenmaker 148.<br />

schoonheidsspecialiste 149. tandprothesetechnicus 150. vervaardiger-hersteller van<br />

optisch materieel<br />

Sector TEXTIEL<br />

151. decorateur van textiel 152. hersteller van oosterse tapijten 153. textieltekenaar<br />

154. textieltekenaar-designer 155. vervaardiger van dekzeilen, tenten, zakken 156.<br />

vlaggenmaker 157. wever<br />

Sector TRANSPORT<br />

158. autobekleder 159. auto-elektronicus 160. bromfietsmecanicien 161. carrosseriehersteller<br />

162. constructeur en hersteller van autoradiatoren 163. constructeur van<br />

speciale carrosserieën voor vracht- en bestelwagens 164. constructeur van vrachtwagen-<br />

en aanhangwagenchassis 165. fietsmecanicien 166. garagehouder-hersteller<br />

167. inrichter van motorhomes, caravans, woonwagens, wooncellen en marktwagens<br />

168. matroos binnenscheepvaart 169. matroos-motordrijver binnenvaart 170. mecanicien<br />

voor bouw- en wegenaannemersmateriaal 171. mecanicien voor heftrucks 172.<br />

mecanicien voor landbouw- en tuinbouwtrekkers en -machines 173. mecanicien voor<br />

lichte schroefvliegtuigen 174. mecanicien voor motorplezierboten 175. mecanicien<br />

voor scheepsdieselmotoren 176. monteur-hersteller van hydraulische vrachtwagenkranen<br />

177. motorfietsmecanicien 178. plaatser-hersteller van banden met stuurinrichtingscorrectie<br />

179. verhuizer 180. vulcaniseerder<br />

Sector VOEDING-HORECA<br />

181. bereider van wild en gevogelte 182. brood- en banketbakker 183. chicoreibrander<br />

184. ijsbereider 185. kaasfabrikant 186. koffiebrander 187. molenaar 188. paardenslager<br />

189. restauranthouder 190. slachtafvalbereider 191. slachter 192. slagerspekslager<br />

193. snackbarexploitant 194. suiker- en chocoladebewerker 195. traiteurbanketaannemer<br />

196. visbereider<br />

Niet alle opleidingen worden permanent geprogrammeerd door de campussen.<br />

Wil een jongere een beroep aanleren dat niet op de planning staat? Dan kan hij dit<br />

bespreken met zijn leertrajectbegeleider. Die kan in overleg met de campus voor een<br />

aangepast lesprogramma zorgen.<br />

11


De lesdag<br />

De leerjongere steekt dus vier dagen per week de handen uit de mouwen in een<br />

onderneming of zaak. Eén dag per week volgt hij cursussen in een van de vele<br />

SYNTRA-campussen in <strong>Vlaanderen</strong>. Deze lesdag bestaat uit twee grote blokken:<br />

Algemene vorming<br />

Hier leert de jongere over actuele thema’s uit zijn eigen leefwereld zoals ‘Mijn Leerovereenkomst’,<br />

‘EHBO en veiligheid’, ‘Democratie’, ‘Mijn voertuig’, ‘Wat na mijn leerovereenkomst?’,<br />

‘Wonen’, ‘Sport’, ‘Milieu’. In de toekomst leggen deze thema’s ook<br />

de link met de vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen van de tweede en<br />

derde graad BSO (gewoon voltijds beroepssecundair onderwijs).<br />

De algemene vorming helpt de jongere om na zijn opleiding goed te functioneren in<br />

zijn werkomgeving en in de maatschappij in het algemeen.<br />

Beroepsgerichte vorming<br />

De jongere krijgt ook tijdens de lesdag een fikse brok beroepsgerichte vorming. Op die<br />

manier doet hij de juiste ondersteunende kennis, vaardigheden en knowhow op om<br />

later uit te blinken in zijn gekozen vak of beroep. De beroepsgerichte vorming en de<br />

leerdoelen worden vastgelegd in samenwerking met de sectoren. Zo zijn de jongeren<br />

zeker dat ze de juiste basis hebben om meteen mee te draaien in hun vak.<br />

1 tot 3 jaar<br />

Een doorsnee opleiding duurt drie jaar. Heeft de leerjongere een zekere vooropleiding?<br />

Dan kan ze worden ingekort tot één of twee jaar. Na zijn opleiding kan de jongere nog<br />

een ondernemersopleiding volgen in het SYNTRA-netwerk.<br />

In navolging van het decreet ‘Leren en Werken’ worden alle opleidingen tegen 2013<br />

stapsgewijs gescreend. Waar nodig worden ze afgestemd op de opleidingen binnen<br />

het deeltijds onderwijs. In de toekomst zullen hierdoor allicht ook kortere opleidingen<br />

mogelijk worden.<br />

12


1.2 DE HOOFDROLSPELERS<br />

1.2.1 DE LEERJONGERE<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

“Je hebt zekerheid over je toekomst.”<br />

[Afgestudeerde leerjongere op de vraag: ‘Waarom kiezen voor de leertijd?’]<br />

De leertijd is bedoeld voor jongeren van 15 tot 25 jaar. Een van hen, Pieter, geeft zijn<br />

mening over zijn opleiding.<br />

Niet voor losers<br />

Pieter is 19 en zit in zijn laatste jaar tuinaannemer. De leertijd is volledig ‘zijn ding’.<br />

“Ik heb altijd al groene vingers gehad. Het gras afrijden of planten verzorgen was<br />

voor mij geen karwei, maar eerder een hobby. Ik heb daarom ook bewust voor de<br />

leertijd gekozen. Ik wilde met mijn handen bezig zijn, in de praktijk leren hoe ik een<br />

tuin kan aanleggen. In het begin stonden mijn vader en moeder er weigerachtig tegenover.<br />

Ze wilden absoluut dat ik een diploma ASO behaalde. Maar ik heb aangedrongen.<br />

Intussen delen ze mijn enthousiasme. Ze zien maar al te goed hoe hard ik me<br />

inspan om mijn droom te bereiken. Mijn ouders hebben eindelijk door dat de leertijd<br />

geen richting is voor losers of jongeren die te lui zijn om te studeren.”<br />

Contract ligt al klaar<br />

Momenteel volgt Pieter zijn leertijd bij een bekende tuinaannemer in Limburg.<br />

“De praktijkopleiding is gewoonweg schitterend. Je kunt je niet voorstellen wat ik op<br />

twee jaar tijd al heb geleerd. Mijn begeleider geeft me ook de kans om mijn handen uit<br />

de mouwen te steken en écht mee te werken. De baas houdt alles nauwgezet in het oog<br />

en geeft me regelmatig tips en opmerkingen. Hij behandelt me zoals alle anderen, als<br />

een volwassene. Dat betekent wel dat hij hoge eisen aan me stelt, maar dat vind ik niet<br />

erg. Blijkbaar is hij tevreden over mijn werk. Vorige week liet hij me zelfs weten dat ik<br />

na mijn opleiding meteen bij hem aan de slag kan. Hij zei dat mijn contract al klaarligt.<br />

Ik heb het nog niet gezien, maar ik geloof hem wel op zijn woord.”<br />

13


Je moet er volledig achterstaan<br />

Heeft Pieter trouwens nog een goede raad voor jongeren die overwegen om aan de<br />

leertijd te beginnen?<br />

“Jazeker. Denk er goed over na voordat je de stap zet. Je kunt alleen slagen als je er<br />

100 % voor gaat. Zowel de theorie als de praktijk vragen veel van je. Vaak kom ik<br />

’s avonds moe thuis. En dan moet ik mijn theorie nog beginnen te leren. We hebben<br />

ook minder vakantie dan andere jongeren. Maar dat is het me allemaal waard. Ik leer<br />

het beroep dat ik graag wil doen, kom veel in contact met mensen van alle leeftijden<br />

en heb bijna zeker werk als ik afstudeer. Bovendien kan ik nu al goed mijn plan trekken.<br />

Ik ben er zeker van dat ik morgen heel vlot de stap van school naar werken zet.<br />

Echt ... voor mij is het de beste keuze die ik tot nog toe heb gemaakt.”<br />

Leertijd tuinaannemer<br />

De leertijdopleiding ‘tuinaannemer’ is, samen met de opleidingen bloemen- en<br />

plantenteler en florist, de populairste leertijdrichting in de groensector.<br />

Een tuinaannemer moet zowel grondbewerkingen als constructiewerken voor<br />

een privétuin of openbaar groen kunnen uitvoeren en onderhouden. De<br />

beroepsopleiding omvat toegepaste plant- en scheikunde, bodemkunde en<br />

bemestingsleer, … De leerling moet een ruime plantenkennis verwerven en een<br />

documentatiemap aanleggen. Daarnaast zijn er specifieke vakken zoals snoeien,<br />

gazon, planlezen, materialen voor tuinaanleg, grondwerkzaamheden enz.<br />

De doorstroming van de leertijd naar de ondernemersopleiding verloopt erg vlot.<br />

Leerjongeren die het getuigschrift leertijd tuinaannemer behalen, mogen onmiddellijk<br />

in het tweede jaar van de ondernemersopleiding starten. Deze laatste<br />

duurt 3 jaar.<br />

14


1.2.2 DE OUDERS<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

“Het valt me heel vaak op hoe gemotiveerd de leerjongeren zijn om het<br />

beroep van hun keuze aan te leren. Een verademing.”<br />

[Leertrajectbegeleider uit de regio Gent]<br />

Studiekeuzes: het is minstens even belangrijk voor de ouders als voor de jongere zelf.<br />

Johan was ontgoocheld toen zijn dochter Brigitte overstapte naar de leertijd. Nu kan<br />

hij zich er volledig mee verzoenen.<br />

“Ik had een totaal verkeerd beeld van de leertijd”<br />

Brigitte heeft vandaag haar eigen kapperszaak in het Antwerpse. Een goed draaiende<br />

zaak. Zo goed dat ze intussen al één meisje vast in dienst heeft. Een ander meisje leert<br />

nu het beroep bij haar ... via de leertijd.<br />

Johan: “Als ouders wens je altijd het beste voor je zoon of dochter. Dus mik je zo<br />

hoog mogelijk. Je droomt ervan dat je kind burgerlijk ingenieur wordt, dokter, manager.<br />

Wanneer je dochter dan op een avond zegt dat ze kapster wil worden en wil<br />

overstappen naar de leertijd, smaakt dat toch wel bitter. Zeker omdat ik de leertijd<br />

altijd beschouwd heb als een soort ‘onderwijs van de laatste kans’. Waar jongeren<br />

terechtkomen die het in het gewone onderwijs niet kunnen maken. Of die niet gemotiveerd<br />

zijn om ’s avonds te studeren.”<br />

Jaar verloren<br />

Dus praatte Johan het zijn dochter uit het hoofd. “Ik heb haar ervan overtuigd dat<br />

een diploma secundair onderwijs de basis is voor een succesvolle carrière. En haar<br />

praktisch gedwongen om op de middelbare school te blijven. Dat had ik beter niet<br />

gedaan. Ze had haar gedachten écht op de leertijd gezet. Uiteindelijk is ze een jaartje<br />

later overgestapt en ja ... het was meteen duidelijk: dit was dé richting voor haar.<br />

Ze bloeide weer helemaal open. Intussen heeft ze een goeddraaiende zaak en voelt<br />

ze zich goed in haar vel. Ze is nu dus waar ze wil zijn. Maar door mij eigenlijk een<br />

jaar te laat.”<br />

15


Alles keurig geregeld<br />

“Wat me sterk aanstond aan de leertijd is het feit dat alles vrij goed geregeld is. Alle<br />

afspraken, rechten en plichten van de jongere staan zwart op wit vermeld in de leerovereenkomst.<br />

Bovendien was mijn dochter volledig verzekerd tegen arbeidsongevallen.<br />

Iemand van SYNTRA regelde dat allemaal zonder dat we ons daar zelf zorgen<br />

over moesten maken (de leertrajectbegeleider). Bovendien kreeg Brigitte elke maand<br />

een vergoeding voor het werk dat ze leverde – zonder dat wij ons recht op kindergeld<br />

verloren. Die vergoeding heeft nog een bijkomend voordeel: jongeren leren veel<br />

vroeger de waarde van het geld kennen omdat ze er zelf voor moeten werken. Je<br />

kunt dus gerust stellen dat de leertijd ook een eerste stap is richting volwassenheid.”<br />

Verkeerde kijk<br />

“Ik besef nu dat veel mensen een verkeerde kijk hebben op de leertijd. Je krijgt er<br />

een heel stevige basis mee om meteen vlot te kunnen meedraaien op de arbeidsmarkt.<br />

Brigitte is tijdens die drie jaar leertijd als persoon sterk geëvolueerd. Misschien<br />

wel omdat ze voortdurend met haar twee voeten in de praktijk stond. Haar<br />

zelfvertrouwen is gegroeid en ze is ook socialer door de omgang met de klanten.<br />

Toen ze na haar opleiding de stap zette naar de arbeidsmarkt, heb ik geen moment<br />

gedacht dat ze het niet zou aankunnen. Ze was er gewoon klaar voor. Heel anders<br />

dan ik in mijn tijd. Ik had na mijn opleiding nog niet het minste benul van de arbeidsmarkt.<br />

Voor Brigitte was het dankzij de leertijd de gewoonste zaak van de wereld.”<br />

De opleiding tot kapper duurt drie jaar en omvat in de eerste plaats een praktische<br />

kennis van kapperstechnieken. Tijdens de lesdag in de SYNTRA-campus<br />

krijgt de leerling algemene vorming en theoretische achtergrond van de praktijk.<br />

Zoals het reilen en zeilen in een kapsalon, hygiënisch werken, verzorgen van<br />

huid en haar, productenleer, permanent, kleurenleer, kleuren en ontkleuren van<br />

haar, knippen (dames- en herensnit), scheren, stylen en brushen. De thema’s<br />

komen elk jaar terug, maar telkens met een hogere moeilijkheidsgraad en complexiteit.<br />

Na deze opleiding kan de leerjongere als volwaardige kapper meedraaien in een<br />

kappersteam. De jongere kan ook een ondernemersopleiding volgen met de<br />

cursus bedrijfsbeheer. Die geeft hem/haar de juiste kwalificaties om een eigen<br />

zaak op te starten.<br />

16


1.2.3 DE ONDERNEMER-OPLEIDER<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

“Ik heb intussen verschillende leerjongeren vast in dienst. Vaak lag hun contract<br />

al klaar nog voor hun opleiding volledig voorbij was.”<br />

[Ondernemer-opleider uit de automobielsector]<br />

Niet zomaar iedereen kan een leerjongere in zijn bedrijf inschakelen. De ondernemeropleider<br />

moet aan bepaalde voorwaarden voldoen. Hij moet 25 jaar zijn en minstens<br />

vijf jaar beroepservaring hebben waarvan twee als hoofd van een onderneming. René,<br />

zaakvoerder bij een gerenommeerd West-Vlaams elektrobedrijf, werkt al verschillende<br />

jaren met leerjongeren.<br />

“Een goede investering”<br />

“Ik werk intussen al een tiental jaar met leerjongeren van de SYNTRA-campus uit<br />

Oostende. En mijn ervaringen zijn overwegend positief. Ik zeg niet dat er nooit een<br />

leerjongere is met wie het minder klikt, of die niet helemaal aan mijn verwachtingen<br />

voldoet ..., maar het merendeel draait vlot mee in mijn werkplaats. Meer nog: vandaag<br />

zijn er verschillende mensen vast bij mij aan de slag, die hier ooit als leerjongere<br />

begonnen zijn. Dat is natuurlijk het voordeel: als werkgever zit je letterlijk aan de<br />

bron van nieuw talent. Goede krachten kun je meteen na hun opleiding inlijven. Je<br />

kent hun vaardigheden door en door én ... ze zijn al meteen ingewerkt. Op die manier<br />

heb je een waardevolle kracht die vanaf de eerste dag al een meerwaarde voor je<br />

bedrijf betekent.”<br />

Tijd investeren<br />

Moet je als patroon dan niet ontzettend veel tijd steken in zo’n leerjongere?<br />

“Natuurlijk gaat het niet allemaal vanzelf. Dat kun je van zo’n jongere niet verwachten.<br />

Als ondernemer-opleider moet je de nodige tijd in een leerjongere investeren.<br />

Dat schrikt andere ondernemers misschien af, maar op termijn rendeert die investering<br />

nagenoeg altijd. Eigenlijk is het een win-winsituatie. Dankzij onze begeleiding<br />

leert de jongere de kneepjes van het vak en eigent hij zich vaardigheden toe waarmee<br />

hij direct op de arbeidsmarkt aan de slag kan. En naarmate hij beter wordt, stijgt<br />

zijn rendement en neemt hij zijn collega’s meer werk uit handen.”<br />

17


Goede ondersteuning<br />

In zijn begeleiding van de leerjongeren staat de ondernemer-opleider er trouwens niet<br />

alleen voor.<br />

“SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> geeft ons heel wat ondersteuning. Zo bestaat er een opleiding<br />

voor ondernemer-opleiders waarin we leren hoe we de jongeren optimaal kunnen<br />

begeleiden. Want een gemotiveerde leerjongere zal zich veel sneller ontplooien en<br />

zal ook een grotere groeimarge kennen. Tijdens deze opleiding wisselen we ervaringen<br />

uit met andere ondernemers. Die komen op de werkvloer vaak van pas. Ook de<br />

rol van de leertrajectbegeleider is heel belangrijk. Hij of zij fungeert als tussenpersoon<br />

tussen mij en de leerjongere. Is er al eens een dispuut of onenigheid? Of zit de<br />

jongere met een probleem? Dan zal de leertrajectbegeleider optreden als bemiddelaar.<br />

Dat komt de onderlinge verstandhouding alleen maar ten goede.”<br />

SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> zorgt voor de vernieuwing van haar patroonsbestand:<br />

in de periode tussen 01/07/2007 en 30/06/2008 meer dan 30 % nieuwe opleidingsplaatsen<br />

(of 1 577 nieuwe op 5 397 vestigingen die in dat schooljaar een<br />

leerovereenkomst hadden).<br />

Profiel ondernemer-opleiders & leerbedrijven (cursusjaar 2007-2008)<br />

a. Leeftijd<br />

Jonger dan 25<br />

(>=1982)<br />

18<br />

Van 25 tot 40<br />

(1981 - 1967)<br />

Van 41 tot 50<br />

(1966 - 1957)<br />

Ouder dan 50<br />

(


1.2.4 DE LEERTRAJECTBEGELEIDER<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

“Het is best wel zwaar, die combinatie leren en werken. Soms denk je wel<br />

eens aan opgeven. Maar gelukkig is er altijd je begeleider om je te helpen en<br />

te motiveren. Blij dat ik heb doorgezet.”<br />

[Leerjongere parketvloerlegger, nu al twee jaar vast in dienst]<br />

Vroeger heetten ze leersecretarissen en hadden ze een zelfstandig statuut. De leertrajectbegeleider<br />

van vandaag is in dienst van de Vlaamse overheid. De kern van zijn job is<br />

nagenoeg onveranderd gebleven: fungeren als spilfiguur tussen leerjongere, ouders en<br />

ondernemer-opleider. Frank vervult die taak intussen al sinds 1981. “We kunnen nu<br />

meer tijd steken in de individuele begeleiding van de leerjongens en -meisjes.”<br />

“Elke dag is totaal anders”<br />

Frank: “Leertrajectbegeleider: de naam zegt het eigenlijk al zelf. In de eerste plaats<br />

begeleid ik de leerjongere door zijn leertraject. Dat begint al heel vroeg, zelfs voor de<br />

opleiding van start gaat. Zo geef ik bijvoorbeeld advies aan jongeren die nog niet<br />

zeker weten welke beroepsopleiding ze willen volgen. Ik ga ook samen met hen op<br />

zoek naar een onderneming die hen ligt. Want het moet uiteindelijk ook klikken tussen<br />

de leerjongere en de ondernemer-opleider. Daarnaast stel ik de leerovereenkomst<br />

op. Hierin staan alle praktische afspraken tussen de leerjongere en zijn opleider. De<br />

leerjongere moet zich dus niets van administratie aantrekken. Daarvoor zorg ik.”<br />

Spin in het web<br />

Een leertrajectbegeleider moet vooral goed met mensen kunnen omgaan.<br />

“Dat maakt de job net zo boeiend: de vele contacten die ik heb met mensen. Met de<br />

leerjongere, zijn ouders, zijn ondernemer-opleider, de mensen van de SYNTRA-campus<br />

... Eigenlijk ben ik een beetje de spin in het web van de leertijd. De gemene deler<br />

van alle betrokkenen. Is er een conflict tussen de leerjongere en zijn ouders? Of tussen<br />

de leerjongere en de ondernemer? Of zelfs tussen de ouders en de ondernemer?<br />

Dan treed ik op als bemiddelaar en klaar ik alles uit. Ik zoek op zo’n moment naar de<br />

meest bevredigende oplossing voor alle partijen. Daarbij concentreer ik me wel op<br />

wat het belangrijkste is voor de leerjongere. Niet steeds gemakkelijk maar wel altijd<br />

heel boeiend.”<br />

19


Tot ontplooiing laten komen<br />

Is er een groot verschil tussen de leerjongeren van vandaag en die van pakweg 15 jaar<br />

geleden?<br />

“Toch wel. Vroeger waren de jongeren meestal gemotiveerder. Dan spreek ik van de<br />

tijd voor de invoering van de verlengde leerplicht. Voor 1983 dus. Jongeren moesten<br />

in die tijd maar verplicht leren tot 14 jaar. Kozen ze op die leeftijd voor de leertijd?<br />

Dan was dat een bewuste en positieve keuze. Ze begonnen gemotiveerd aan de<br />

opleiding omdat ze een vak wilden beheersen of het als zelfstandige wilden waarmaken.<br />

Na de invoering van de verlengde leerplicht veranderde het profiel van heel wat<br />

van onze jongeren. Sommigen wilden niet verder studeren. Maar omdat ze moesten,<br />

kozen ze maar voor de leertijd. Dan zaten ze tenminste niet de hele tijd op de schoolbanken.<br />

Een negatieve keuze dus. Veel jongeren weten ook nog niet goed wat ze precies<br />

willen. Daar is ook een rol voor ons weggelegd. We helpen hen om het beroep<br />

te kiezen dat hen écht aanstaat. En eens ze hun draai gevonden hebben, zijn ze<br />

meestal wél enthousiast.”<br />

“Natuurlijk is het ook onze taak om die motivatie levendig te houden. Daarvoor heb<br />

je een goed persoonlijk contact nodig. Hoe meer de leerjongere je vertrouwt, hoe<br />

meer hij zich openstelt. En hoe vlotter jij eventuele problemen kunt oplossen. Op die<br />

manier kan de jongere zich volledig concentreren op zijn opleiding en zijn talenten<br />

ontplooien. Ik moet eerlijk zeggen: op dat vlak hebben we de voorbije jaren de nodige<br />

vooruitgang geboekt. Omdat we van hogerhand minder contracten moeten sluiten,<br />

kunnen we vandaag meer tijd vrijmaken per leerjongere. Ik ben er zeker van dat<br />

dit de kwaliteit van de leertijd nog een extra duw in de rug zal geven.”<br />

Van leersecretaris naar leertrajectbegeleider<br />

Vroeger was de leersecretaris vaak een leraar die jongeren uit zijn dorp begeleidde<br />

tijdens hun middenstandsopleiding. Vandaag bestrijken de leertrajectbegeleiders<br />

een groter geografisch gebied. Ze werken ook volgens sectorale specialisaties.<br />

Het is dan ook een fulltime job die de nodige kwalificaties vereist. Een<br />

leertrajectbegeleider moet minstens een bachelordiploma hebben en vijf jaar<br />

ervaring in jongerenbegeleiding, lesgeven of trajectbegeleiding kunnen voorleggen.<br />

Hij of zij moet ook slagen voor een examen van het Vlaams Agentschap<br />

voor Ondernemersvorming - SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong>.<br />

20


1.2.5 DE LEERTIJDVERANTWOORDELIJKE OP DE CAMPUS<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

“80 % van alle zelfstandigen in mijn buurt zijn oud-leerlingen van mijn SYNTRAcampus.<br />

Voor mij het beste bewijs dat de leertijd ook effectief werkt.”<br />

[André Baetens, voormalig directeur SYNTRA-campus Sint-Niklaas<br />

en voorzitter van de praktijkcommissie van SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong>]<br />

Leerjongeren die vier dagen per week in een bedrijf aan de slag gaan ... We zouden<br />

haast nog vergeten dat er ook 19 SYNTRA-campussen in <strong>Vlaanderen</strong> zijn waar de<br />

jongeren een dag per week theoretische lessen volgen. Anita is leertijdverantwoordelijke<br />

op de SYNTRA-campus Metropool. Zij gunt ons een blik achter de schermen.<br />

“Een unieke dynamiek op onze campussen”<br />

Meer dan 200 beroepen, 24 campussen waarvan er 19 lessen leertijd organiseren, ...<br />

Hoe krijgen jullie dat jaar na jaar geregeld?<br />

Anita lacht: “Het is nog erger dan dat. De SYNTRA-campussen bieden niet alleen<br />

plaats aan de leertijd met zijn leerjongeren. Hier worden ook andere opleidingen<br />

gegeven. Zoals ondernemersopleidingen en bijscholingen in avondonderwijs. Je kunt<br />

dus gerust stellen dat in onze campussen verschillende werelden elkaar ontmoeten.<br />

Van leerjongeren vanaf 15 jaar tot doorgewinterde ondernemers die zich bijscholen<br />

in hun vakgebied, managementvaardigheden, IT of talen. Als leertijdverantwoordelijke<br />

zorg ik voor een vlotte organisatie van alle lessen van de leertijd. Vaak een echt<br />

puzzelwerk waarbij er een goede afstemming moet gebeuren met de verantwoordelijken<br />

van de andere opleidingen. Uiteindelijk slagen we er toch elk jaar in om op tijd<br />

een sluitend lessenrooster op te stellen.”<br />

Unieke dynamiek in de klas<br />

“Dat vreemde amalgaam leidt trouwens tot een van de grote troeven van de leertijd.<br />

In onze campussen heerst een heel specifieke sfeer. Een sfeer van ondernemingszin,<br />

zelfstandigheid, dynamiek. Die sfeer hangt gewoon in de gebouwen, in onze klaslokalen,<br />

in onze gangen. Niet verwonderlijk als je bedenkt dat er hier constant ondernemers<br />

over de vloer komen om opleidingen te volgen of te geven. Deze dynamiek<br />

pikken de leerjongeren direct of indirect op. Sommigen krijgen de smaak te pakken<br />

en starten na de leertijd met een ondernemersopleiding. De leerjongeren die meteen<br />

na hun opleiding beginnen te werken, doen er ook hun voordeel mee. Omdat ze een<br />

21


speciale drive hebben die jongeren uit andere opleidingssystemen vaak niet hebben.<br />

Ze weten van aanpakken en kennen de arbeidsmarkt al. Dit geeft hun soms een voorsprong<br />

op jongeren die nog niet zoveel van de praktijk hebben geproefd.”<br />

De lessen boeiend maken<br />

Is het absenteïsme in de klassen bij leertijd niet groot?<br />

“Minder groot dan sommige buitenstaanders verwachten. Ik kan niet ontkennen dat<br />

het overgrote deel van onze leerjongeren liever op de werkvloer bezig is dan in een<br />

klaslokaal. Dat is trouwens ook de kracht van de leertijd. Maar ook tijdens de theoretische<br />

lessen is er voldoende om hen te boeien. Logisch. Heel wat theorie heeft<br />

rechtstreeks betrekking op het beroep dat ze willen uitoefenen. Of is een directe<br />

voorbereiding op het leven dat ze leiden nadat ze zijn afgestudeerd. In de lessen<br />

“Algemene vorming” komen thema’s aan bod zoals wonen, sport, milieu, mijn budget,<br />

… Je kunt dit ook gerust ‘levenslessen’ noemen. Ze helpen de leerjongeren om<br />

vlotter op eigen benen te staan. Om zelfstandig door het leven te gaan. En dat is iets<br />

waar leerjongeren vaak niet weigerachtig tegenover staan.”<br />

Het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming – SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong><br />

erkent en subsidieert vijf erkende centra voor vorming van zelfstandigen en<br />

kmo. Die hebben samen 24 campussen verspreid over <strong>Vlaanderen</strong> en Brussel.<br />

Elke campus heeft zijn eigen aanbod aan beroepsopleidingen.<br />

• OOSTENDE<br />

• BRUGGE<br />

• VEURNE SYNTRA<br />

West<br />

• ROESELARE<br />

• IEPER<br />

• KORTRIJK<br />

22<br />

SYNTRA<br />

Midden-<strong>Vlaanderen</strong><br />

• GENT<br />

• OUDENAARDE<br />

• ST.-NIKLAAS<br />

SYNTRA<br />

Provincies<br />

Antwerpen<br />

en Vlaams-<br />

• AALST Brabant<br />

SYNTRA<br />

Brussel<br />

• ASSE<br />

• ANTWERPEN<br />

BRUSSEL •<br />

UKKEL •<br />

• KONTICH<br />

• MECHELEN<br />

TURNHOUT •<br />

• LEUVEN<br />

• Campus met leertijd<br />

• Campus zonder leertijd<br />

NEERPELT •<br />

SYNTRA<br />

Limburg<br />

• HASSELT<br />

• ST.-TRUIDEN<br />

TONGEREN •<br />

MAASEIK •<br />

• GENK


1.2.6. ANDERE BEGELEIDERS<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

“Vandaag werken de CLB, de VDAB, de leertrajectbegeleiders en de<br />

SYNTRA-campussen beter dan ooit samen om de jongere een goede start<br />

te geven op de arbeidsmarkt.”<br />

[René - medewerker bij Centrum voor Leerlingenbegeleiding in Tienen]<br />

De jongeren efficiënt loodsen naar een opleiding die hun interesse wekt en hun tegelijkertijd<br />

een goede kans geeft op de arbeidsmarkt: dat is de ultieme doelstelling van<br />

de overheid. Voor deze belangrijke opdracht werken SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> en de<br />

SYNTRA-campussen nauw samen met de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB)<br />

en de VDAB.<br />

“Een efficiënt raderwerk uitgebouwd”<br />

René werkt al tien jaar op het Centrum voor Leerlingenbegeleiding in Tienen. Hij<br />

heeft de relatie met het SYNTRA-netwerk sterk zien evolueren.<br />

“De voorbije jaren is de samenwerking alleen maar intenser geworden. Niet alleen in<br />

ons centrum, maar in heel <strong>Vlaanderen</strong>. Een gunstige evolutie. Want voor heel wat<br />

jongeren is de leertijd werkelijk de ideale oplossing om een goede kans te maken op<br />

de arbeidsmarkt. Bovendien is het een systeem dat de motivatie van sommige ‘uitgebluste<br />

jongeren’ weer kan aanwakkeren. Dat hebben we de voorbije jaren meer dan<br />

eens opgemerkt. Jongeren die totaal gedemotiveerd een studiekeuze moesten maken<br />

en dan in de leertijd plots de smaak weer te pakken kregen. Om uiteindelijk met vlag<br />

en wimpel hun opleiding te voltooien.”<br />

Van studiekeuze tot gedragsproblemen<br />

Wat is eigenlijk de taak van de CLB?<br />

“De CLB begeleiden jongeren bij hun studieloopbaan. Dat is onze decretale opdracht.<br />

Begeleiding moet je heel breed zien. Zo loodsen we de jongeren naar de juiste opleiding<br />

en het juiste opleidingssysteem. Maar we helpen hen ook in geval van leerproblemen<br />

en treden zelfs op wanneer ze gedragsproblemen, medische of psychologische<br />

problemen vertonen. Wat we ook beslissen, welk advies we ook verstrekken ... het<br />

belang van de jongere staat altijd voorop. Het belang op korte én op lange termijn.”<br />

23


Permanenties<br />

Deze begeleiding brengt het CLB ook in contact met de SYNTRA-campussen.<br />

“Elke SYNTRA-campus heeft een overeenkomst met minimaal twee van de drie CLBnetten.<br />

Die samenwerking gaat heel ver. Mijn collega’s en ik doen zelfs permanenties<br />

in de SYNTRA-campussen en zetelen in het begeleidingsteam waar de dossiers van<br />

de jongeren besproken worden. Een goede zaak. Zo kunnen we veel korter op de bal<br />

spelen en zijn we ook vlotter bereikbaar voor de jongeren. Een laagdrempeligheid<br />

die goede resultaten geeft op het veld. Datzelfde zie je bij de leertrajectbegeleiders.<br />

Leerjongeren kloppen gemakkelijker bij ons aan als ze problemen hebben of advies<br />

willen. De stap naar begeleiding is dus sneller gezet. Natuurlijk dirigeren we ook jongeren<br />

met het juiste profiel naar de leertijd. We zorgen dus als het ware voor een<br />

goede ‘match’ op het terrein.”<br />

Samen met VDAB<br />

Het nieuwe decreet ‘Werken en Leren’ voorziet ook een belangrijke taak voor de VDAB.<br />

“Vroeger gaapte er vaak een grote kloof tussen opleiding en arbeidsmarkt. Die wordt<br />

gelukkig gedicht. Opleiding en Werk zijn nu eenmaal twee kanten van dezelfde<br />

munt. Vandaag werken de CLB, de VDAB en de SYNTRA-campussen beter dan ooit<br />

samen om de jongeren een goede start te geven op de arbeidsmarkt. Elke twee maanden<br />

komen we samen in begeleidingsteams en kijken we hoe de jongeren het er vanaf<br />

brengen. Indien nodig beslissen we om een intensieve begeleiding op te starten.<br />

De VDAB doet ook aan tweedelijnsbegeleiding. Ze zoeken mee naar geschikte werkplaatsen<br />

voor de jongeren en helpen hen om de stap naar de arbeidsmarkt te maken<br />

door hen na hun opleiding meteen in te schrijven. Op die manier heeft de minister<br />

eigenlijk een goed raderwerk uitgebouwd dat snel en efficiënt kan inspelen op de<br />

behoefte van de jongeren. De positieve resultaten getuigen dat dit de enige juiste<br />

methode is.”<br />

24


2. DE BEHEERSOVEREENKOMST:<br />

MEER LEERTIJD, BETERE LEERTIJD<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

“In voorgaande studies wezen we ook al op de gunstige invloed van een volwaardige<br />

alternering tussen werken en leren voor het vinden van een eerste<br />

job. Aangezien de leertijd de facto werken en leren combineert profiteert<br />

deze leervorm dan ook maximaal van dit effect.”<br />

[Studie Werkzoekende schoolverlaters in <strong>Vlaanderen</strong> 2006-2007 door de VDAB]<br />

2.1 LEERTIJD: MEER EN BETER<br />

De leertijd slaagt er nu al verschillende jaren in om een vlotte aansluiting te realiseren<br />

tussen de opleiding en de arbeidsmarkt. Leerjongeren die goed presteren vinden<br />

nagenoeg meteen een job. Vaak zelfs bij hun ondernemer-opleider. De kwaliteit van<br />

de opleiding is dus goed. Maar goed kan altijd nog beter. Dat beseffen zowel SYNTRA<br />

als de Vlaamse overheid.<br />

Beheersovereenkomst<br />

In 2008 sloot SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> een beheersovereenkomst met de Vlaamse<br />

regering. Dit engagement bevat de doelstellingen die SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> moet<br />

realiseren tijdens de regeerperiode 2008-2010. Drie van deze strategische doelstellingen<br />

(SD) hebben rechtstreeks betrekking op de leertijd:<br />

• De kwaliteit en continuïteit van de leertijd waarborgen. Met andere woorden:<br />

komen tot een betere leertijd.<br />

• De instroom van leerjongeren vergroten en de uitval verminderen. Met andere<br />

woorden: komen tot meer leertijd.<br />

• Leertijd afstemmen op de andere vormen van deeltijds leren.<br />

Elk van deze doelstellingen wordt nog verder onderverdeeld in concrete operationele<br />

doelstellingen (OD).<br />

De volledige beheersovereenkomst bekijken? Ze staat integraal in het Cahier 4<br />

van SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong>. Dat vindt u op www.syntravlaanderen.be.<br />

U kunt het gedrukte Cahier ook aanvragen bij het Vlaams Agentschap voor<br />

Ondernemersvorming - SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> op het nummer 02 227 63 93 of<br />

via info@syntravlaanderen.be.<br />

25


2.2 STRATEGISCHE DOELSTELLING 7 – NAAR EEN BETERE LEERTIJD<br />

“87 % van de oud-leerlingen geeft de leertijd een score van 7/10 of meer.<br />

80 % wil zelfs opnieuw een opleiding in het SYNTRA-netwerk volgen.”<br />

[Resultaten van een tevredenheidsenquête bij oud-leerlingen uit 2006]<br />

SD 7. SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> waarborgt de kwaliteit en continuïteit van de leertijd<br />

• OD23 SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> draagt zorg voor een kwalitatieve ondersteuning<br />

en uitbouw van de praktijkopleiding via de ondersteuning van de ondernemingshoofden-opleiders.<br />

• OD24 SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> draagt zorg voor een kwalitatieve ondersteuning<br />

en uitbouw van de leertijdopleidingen in de SYNTRA via de ondersteuning van<br />

de SYNTRA en de lesgevers.<br />

• OD25 SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> draagt zorg voor een kwalitatieve ondersteuning<br />

en uitbouw van de praktijkopleiding via begeleiding van de leerovereenkomsten.<br />

• OD26 SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> waarborgt de kwaliteit en de continuïteit van het<br />

opleidingsaanbod in SYNTRA via planning, erkenning, opvolging, toezicht en<br />

subsidiëring.<br />

De kwaliteit van de opleidingen leertijd is de voorbije jaren gestegen. Dat komt vooral<br />

door de nauwe samenwerking van SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> met de sectoren en de<br />

ondernemers. Samen met deze partijen creëert SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> een kader waarin<br />

de leerjongeren de vaardigheden opdoen die de hedendaagse markt vraagt. Tot<br />

grote tevredenheid van de ondernemers-opleiders én ... de leerjongeren zelf.<br />

Puike resultaten<br />

Bij een tevredenheidsenquête uit 2006 bleek dat het overgrote deel van de oud-leerlingen<br />

van de leertijd tevreden tot zeer tevreden is met zijn opleiding.<br />

• 87 % gaf de opleiding een score van 7/10 of meer.<br />

• Op algemene tevredenheid scoorde SYNTRA 7,6/10.<br />

• De tevredenheid over de didactische aanpak bedroeg 7,9/10.<br />

• De tevredenheid over de opleiding lag op 7,7/10.<br />

• Service en begeleiding scoorden 8,1/10.<br />

• De infrastructuur van de SYNTRA-campussen behaalde 8,2/10.<br />

• 80 % gaf ten slotte aan opnieuw een opleiding te willen volgen binnen het<br />

SYNTRA-netwerk.<br />

26


Algemene tevredenheidscijfers voor de leertijd<br />

48 %<br />

5 % 3 %<br />

13 %<br />

31 %<br />

10 op 10<br />

8-9 op 10<br />

7 op 10<br />

5-6 op 10<br />

0-4 op 10<br />

Toepasbaarheid van de leertijdopleiding<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

Toekomstige plannen om zelfstandige te worden (Leertijd)<br />

27


Niet op je lauweren rusten<br />

Mooie cijfers. Maar geen reden voor SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> om op zijn lauweren te rusten.<br />

Integendeel. In de beheersovereenkomst met de Vlaamse regering geeft SYNTRA<br />

<strong>Vlaanderen</strong> aan dat ze deze tevredenheidscijfers in 2010 minstens wil evenaren. Via<br />

initiatieven die de opleiding verbeteren:<br />

• Opleidingen voor ondernemer-opleiders<br />

• Takenbladen en andere instrumenten om de efficiëntie te verhogen<br />

• Curricula<br />

• Opleidingen voor lesgevers<br />

• Nauwe samenwerking met sectoren<br />

• Meer begeleiding door leertrajectbegeleiders<br />

• Voortrajecten<br />

2.2.1 OPLEIDINGEN VOOR ONDERNEMER-OPLEIDERS<br />

Opleiden is<br />

een Kunst<br />

voordoen<br />

kijken<br />

praten<br />

luisteren<br />

helpen<br />

steunen<br />

verbeteren<br />

aanmoedigen<br />

trainingspakket voor praktijkopleiders<br />

zelf bijleren<br />

Ik I ben een onderne ondernemer-opleider<br />

mer oplei<br />

Estafette_bladwijzer.indd 1 24-01-2008 10:32:43<br />

Volgens het principe ‘train the trainer’ heeft SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> opleidingen<br />

ontwikkeld. Deze richten zich op alle nieuwe ondernemer-opleiders.<br />

Maar ook opleiders die een afwijking van de normale voorwaarden<br />

vragen en ondernemers waar er nood is aan bijsturing worden gevraagd<br />

om een opleiding Estafette te volgen. Doel is om zowel het aantal deelnemende<br />

ondernemers als het aantal opleidingen op jaarbasis te laten stijgen.<br />

“Ik ga nu makkelijker met jongeren om”<br />

Rudi – zaakvoerder carrosseriebedrijf Oost-<strong>Vlaanderen</strong><br />

“Elk jaar werken er bij mij twee tot drie leerjongeren. Ik wil dat<br />

deze jongeren een prima vorming krijgen. Daarom neem ik deel<br />

aan Estafette. Een prima initiatief. Ik heb al veel geleerd over hoe<br />

ik de jongeren best kan begeleiden, hoe ik ze gemotiveerd hou,<br />

hoe ik me moet gedragen als iemand een fout maakt. Dingen die<br />

op de werkvloer meteen bruikbaar zijn en hun vruchten afwerpen.<br />

Een groot pluspunt zijn de contacten met andere patroons. Zij<br />

gaven me eerlijk feedback op de manier waarop ik voorheen met<br />

de leerjongeren omging. We hebben ook veel ideeën en ervaringen<br />

uitgewisseld. Ik ben ervan overtuigd dat ik dankzij Estafette<br />

vandaag een betere opleider ben.”<br />

28


LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

Estafette – ondernemers geven de fakkel door<br />

Een Estafette-opleiding voor ondernemers omvat 12 opleidingsuren, verdeeld over<br />

verschillende avondsessies. De ondernemers leren o.a. hoe ze:<br />

• nieuwe leerjongeren in hun bedrijf introduceren;<br />

• conflicten vermijden door heldere plannen en afspraken te maken;<br />

• hun kennis en vaardigheden vlot doorgeven aan de jongeren;<br />

• de jongeren blijvend motiveren op de werkvloer;<br />

• de jongeren evalueren op een eerlijke en open manier.<br />

2.2.2 TAKENBLADEN EN ANDERE INSTRUMENTEN OM DE EFFICIËNTIE TE<br />

VERHOGEN<br />

SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> streeft ernaar om de opleidingen zo dicht mogelijk te laten aansluiten<br />

bij de huidige marktrealiteit. Zodat de leerjongere gemakkelijker de stap naar<br />

de werkvloer zet. Hiervoor ontwikkelen we takenbladen. Die geven een duidelijk<br />

overzicht van de taken die de leerjongere op de werkvloer moet aanleren. Dat geeft<br />

de ondernemer-opleider een goede leidraad en zorgt ervoor dat de jongere op het<br />

einde van de rit de juiste vaardigheden bezit. Deze takenbladen komen tot stand in<br />

samenspraak met de sectoren.<br />

In 2007 en 2008 bestond er een takenblad voor één derde van alle leerovereenkomsten.<br />

Bedoeling is om dit aandeel de volgende jaren te verhogen.<br />

SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> ontwikkelt ook voor steeds meer opleidingsplaatsen evaluatieformulieren<br />

en profielen. De evaluatie spitst zich toe op de beroepskennis<br />

die de jongeren<br />

TRAJECT LEERTIJD LOGISTIEK MEDEWERKER<br />

LEERTIJD LOGISTIEK MEDEWERKER<br />

Je bent patroon:<br />

Je gaat een leerling opleiden tot logistiek medewerker. Om je door<br />

de opleiding heen te begeleiden heeft het Vlaams Agentschap<br />

voor Ondernemersvorming - SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> een leertraject<br />

uitgewerkt dat onderverdeeld is in stappen. Deze stappen worden<br />

modules genoemd. Binnen elke module moet je leerling bepaalde<br />

taken op de werkvloer aanleren. Aan het eind van elk leerjaar zal<br />

je leerling in een praktijkproef moeten aantonen dat hij/zij die taken<br />

beheerst. Je leerling moet voor de proef van een leerjaar slagen<br />

om naar een volgend leerjaar te mogen overgaan. Daarom is het<br />

belangrijk dat je weet welke taken je jouw leerling per module<br />

moet aanleren.<br />

Pas na het slagen voor de C-proef krijgt je leerling het getuigschrift<br />

leertijd.<br />

De modules van de opleiding leertijd logistiek medewerker vind je hieronder; je kunt zien dat de modules over verschillende leerjaren verdeeld zijn.<br />

Op de keerzijde vind je de taken die je per module op de werkvloer moet aanleren samengevat.<br />

Logistiek medewerker 1:<br />

ontvangst en opslag<br />

120 lesuren<br />

1ste jaar<br />

Aantal lesuren in SYNTRA<br />

= 120 lesuren + praktijkproef<br />

Logistiek medewerker 2:<br />

Orderpicking en<br />

verzending<br />

120 lesuren<br />

2de jaar<br />

Aantal lesuren in SYNTRA<br />

= 120 lesuren + praktijkproef<br />

Je bent leerling:<br />

Je hebt een leerovereenkomst gesloten voor de opleiding tot logistiek<br />

medewerker. De opleiding bestaat uit verschillende stappen. Deze<br />

stappen worden modules genoemd. Binnen elke module moet je op<br />

de werkvloer een aantal taken onder de knie krijgen. In de SYNTRAlesplaats<br />

krijg je tegelijkertijd theoretische lessen over diezelfde taken.<br />

Aan het eind van elk leerjaar moet je in een praktijkproef aantonen<br />

dat je de taken die je op de werkvloer aanleerde voldoende beheerst.<br />

Daarom is het belangrijk dat je weet welke taken je per module<br />

moet aanleren. Je moet voor de proef slagen om naar het volgende<br />

jaar te mogen overgaan. De praktijkproeven zijn dus uiterst belangrijk.<br />

Pas na het slagen voor de C-proef krijg je het getuigschrift leertijd.<br />

Logistiek medewerker 3:<br />

administratie:<br />

documentatiestroom,<br />

warehousemanagement,<br />

nieuwe technieken<br />

heftruck rijden<br />

C-proef<br />

Certifi caat<br />

heftruck<br />

rijden<br />

3de jaar<br />

Aantal lesuren in SYNTRA<br />

= 160 lesuren + praktijkproef + C-proef<br />

p 1 Takenblad leertijd, logistiek medewerker<br />

29<br />

008<br />

moeten opdoen<br />

en de attitudes<br />

die ze moeten<br />

ontwikkelen. De<br />

profielen geven<br />

een overzicht van<br />

bijkomende criteria<br />

of kwaliteitseisenwaaraan<br />

de opleidingsplaatsen<br />

moeten voldoen.


2.2.3 CURRICULA<br />

In samenspraak met de sectoren stelt SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> voor elke opleiding een<br />

curriculum op. Het curriculum geeft een gedetailleerde beschrijving van de doelgroep,<br />

de toelatingsvoorwaarden, de leerdoelen, de module- en uurverdeling (lesrooster), de<br />

voorwaarden voor de lesgevers, examenvoorwaarden en -punten en de takenbladen.<br />

Het is zeer belangrijk dat deze curricula niet verouderd zijn. Beroepen evolueren nu<br />

eenmaal. Er komen nieuwe technieken, technologieën, invalshoeken ...<br />

SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> streeft ernaar om zoveel mogelijk curricula te actualiseren die<br />

ouder zijn dan drie jaar. Deze update gebeurt na goedkeuring door een commissie dat<br />

ook afgevaardigden van de sectoren zelf bevat. Zo houdt SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> constant<br />

de vinger aan de pols van de marktbehoeften.<br />

Opleidingstraject: Hulpmecanicien en garagehouder-hersteller<br />

Vroegere situatie<br />

De leerjongere moest een lineaire opleiding van 3 jaar volgen die uitmondde in<br />

een getuigschrift leertijd.<br />

1ste jaar ---------> 2de jaar ---------> 3de jaar<br />

Vernieuwde opleiding<br />

Na het eerste jaar van zijn opleiding krijgt de leerjongere de mogelijkheid om een<br />

certificaat hulpmecanicien te behalen. Na een succesvol opleidingstraject krijgt hij<br />

het getuigschrift leertijd garagehouder-hersteller én een sectorcertificaat van<br />

Educam.<br />

30


2.2.4 OPLEIDINGEN VOOR LESGEVERS<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

Niet alleen de kwaliteit van de praktijkopleiding is belangrijk, ook de theoretische vorming<br />

in de SYNTRA-campussen moet beantwoorden aan de hoogste normen. De<br />

kwaliteit van de lesgever is hierbij primordiaal. Daarom stimuleert SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong><br />

zijn lesgevers om kortlopende bijscholingen te volgen:<br />

• pedagogisch-didactische bijscholingen voor de lesgevers maatschappijgerichte<br />

vorming;<br />

• pedagogisch-didactische bijscholingen én beroepstechnische bijscholingen voor<br />

de lesgevers beroepsgerichte vorming.<br />

Voor de lessen maatschappijgerichte vorming wil SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> ook meer<br />

lesgevers mét een pedagogisch bekwaamheidsbewijs.<br />

2.2.5 NAUWE SAMENWERKING MET SECTOREN<br />

Contacten leggen met bedrijven en interprofessionele organisaties. Takenbladen, curricula<br />

en proeven ontwikkelen. Opleidingssessies voor patroons organiseren. Instaan<br />

voor infrastructuur en didactisch materiaal ... De nauwe samenwerking met de sectoren<br />

leidt mede tot kwalitatieve opleidingen in de leertijd. Maar soms gaat de samenwerking<br />

tussen SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> en de sectoren nóg verder.<br />

In sommige gevallen ontwikkelt en promoot SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> zelfs gloednieuwe<br />

opleidingen op vraag van en in samenspraak met de sectoren. Vaak gaat het dan om<br />

knelpuntberoepen die leerjongeren na hun opleiding nagenoeg totale werkzekerheid<br />

bieden.<br />

Een eerste voorbeeld is de opleiding<br />

tot verhuizer. Deze tweejarige<br />

opleiding kwam tot stand in<br />

samenwerking met de verhuissector.<br />

Ze moet meehelpen om<br />

het tekort aan verhuizers op middellange<br />

termijn op te lossen.<br />

Daarnaast organiseert SYNTRA<br />

<strong>Vlaanderen</strong> sinds kort ook opleidingen<br />

tot matroos (2 jaar) en<br />

matroos-motordrijver in de binnenvaart<br />

(1 jaar bijkomend na de<br />

opleiding tot matroos). Eveneens<br />

twee opleidingen die de steun<br />

kregen van Promotie Binnenvaart<br />

<strong>Vlaanderen</strong>.<br />

<br />

<br />

31


2.2.6 MEER BEGELEIDING DOOR LEERTRAJECTBEGELEIDERS<br />

Dankzij de nieuwe financiering (zie later) kunnen de leertrajectbegeleiders voortaan<br />

meer tijd besteden aan iedere leerjongere. Hierdoor is een meer intensieve begeleiding<br />

mogelijk. Bovendien werken de begeleiders nu sectoraal zodat ze zich kunnen<br />

specialiseren in een aantal specifieke vakgebieden. Een betere kennis van de sector<br />

zorgt natuurlijk ook voor een betere begeleiding.<br />

SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> verbindt zich ertoe om het aantal bezoeken van de leertrajectbegeleider<br />

aan de leerjongere tijdens zijn praktijkopleiding te verhogen. Zo moet het<br />

aantal leerlingen dat minstens twee keer per jaar wordt bezocht, gevoelig stijgen.<br />

2.2.7 VOORTRAJECTEN<br />

In 2007 ontwikkelde SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> een handleiding die voor alle leertrajectbegeleiders<br />

een uniforme aanpak van voortrajecten garandeert. Voortrajecten zijn vooral<br />

bedoeld voor jongeren die al een leerovereenkomst gehad hebben en die hebben<br />

verbroken. Een aantal van deze jongeren is niet onmiddellijk in staat om een nieuwe<br />

overeenkomst te sluiten maar wil dit eigenlijk wel. Ze kunnen dan terecht in modules<br />

zoals ‘leren solliciteren’, ‘keuzeoriëntering’. Met de begeleiding in het voortraject vinden<br />

deze jongeren gemakkelijker het juiste spoor. Een voortraject duurt 12 uur per<br />

week naast de lesdag in SYNTRA en vindt plaats onder begeleiding van een partner<br />

uit deeltijdse vorming.<br />

32


LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

2.3 STRATEGISCHE DOELSTELLING 8 – NAAR MEER LEERTIJD<br />

“Deeltijds leren en deeltijds werken is een heel interessante opleidingsformule<br />

die precies voldoet aan de behoeften en de mogelijkheden van heel<br />

wat jongeren.”<br />

[Frank Vandenbroucke, minister van Werk, Onderwijs en Vorming]<br />

SD 8. SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> waarborgt meer leertijd<br />

• OD28 SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> promoot de leertijd via communicatie en sensibilisatie.<br />

• OD29 SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> bouwt aan een kwantitatieve verhoging van het<br />

aantal leerlingen die jaarlijks de leertijd voltooien.<br />

Na de invoering van de verlengde leerplicht in 1983 kende de leertijd zijn absolute<br />

hoogtepunt. In het schooljaar ‘87-‘88 schreven maar liefst 12 500 jongeren zich in.<br />

Daarna zette zich een gestage terugloop in. Toch noteerden we sinds 2006 opnieuw<br />

een positief resultaat. De cijfers zijn een momentopname, ze geven het aantal leerovereenkomsten<br />

op 31 december.<br />

Aantal lopende Verhouding jongens/meisjes<br />

leerovereenkomsten op 31/12<br />

4 296 4 165 4 202<br />

4 051<br />

2004<br />

2005<br />

3 759<br />

2006 2007 2008<br />

Na de kerstvakantie noteerden we in 2008 in totaal 4 217 leerovereenkomsten. De<br />

instroom is traditioneel laag in het begin van het schooljaar, na de kerstvakantie is er<br />

meestal nog een vrij grote groei.<br />

In het schooljaar 2008-2009 noteren we op 1 oktober 3 716 leerovereenkomsten.<br />

Dat cijfer doet opnieuw een positieve trend vermoeden.<br />

32%<br />

68%<br />

33<br />

jongens<br />

meisjes


Aantal leerovereenkomsten, procentuele verdeling per sector<br />

(Op een totaal van 4 190 leerovereenkomsten onder toezicht op 01/02/2008)<br />

Sector Aandeel<br />

per<br />

sector<br />

34<br />

Cluster Aandeel<br />

per<br />

cluster<br />

Administratie en Onthaal 1,68% Administratie en Onthaal 1,68%<br />

Bouw 26,25% Afwerking en Decoratie 4,15%<br />

Daken 1,38%<br />

Installatietechnieken 4,61%<br />

Interieur en Decoratie 2,34%<br />

Restauratie in de Bouwsector 0,03%<br />

Ruwbouw 7,75%<br />

Schrijnwerk 5,99%<br />

Cultuur en Podiumkunsten 0,83% Podiumtechniek 0,83%<br />

Dieren 2,02% Dieren 2,02%<br />

Elektro 3,49% Elektro 3,49%<br />

Grafische en Audio-Visuele Technieken 0,13% Audiovisuele Technieken 0,11%<br />

Grafische Sector 0,03%<br />

Groensector 3,41% Groensector 3,41%<br />

Horeca 9,90% Horeca 9,90%<br />

Informatica 2,08% Informatica 2,08%<br />

Kunst en Antiek, Ambachten 0,80% Edel Metaal 0,21%<br />

Glas 0,03%<br />

Kunst en Antiek, Ambachten 0,05%<br />

Kunststoffen 0,05%<br />

Muziekinstrumenten 0,13%<br />

Visuele en Grafische Kunst 0,32%<br />

Meubel en Houtbewerking 0,03% Meubel- en Houtbewerking 0,03%<br />

Mode en Kledij 0,13% Mode en Kledij 0,13%<br />

Ontwerpen 0,05% Ontwerpen 0,05%<br />

Personenverzorging 16,45% Haarverzorging 15,58%<br />

Schoonheidszorg 0,88%<br />

Technologie voor Medische Diagnostiek 0,88% Technologie voor de Medische Sector<br />

0,88%<br />

Transport en Logistiek 0,03% Transport en Logistiek 0,03%<br />

Verkoop en Marketing 10,89% Detailhandel 9,88%<br />

Goederenbehandelaar 0,64%<br />

Groothandel 0,37%<br />

Voeding 6,60% Voeding 6,60%<br />

Voertuigen en Metaal 14,27% Mobiliteit 11,71%<br />

Werktuigkunde en Metaalbewerking 2,56%<br />

Zonder Sector 0,08% Zonder Sector 0,08%<br />

Totaal 100% 100%


Negatieve keuze<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

De reden van de daling na de invoering van de verlengde leerplicht? Enerzijds de<br />

opkomst van andere vormen van deeltijds leren zoals het Deeltijds Beroepssecundair<br />

Onderwijs. Anderzijds de evolutie naar een Vlaamse kennismaatschappij. Plots wilden<br />

alle ouders algemeen vormend onderwijs voor hun kinderen. Dit resulteerde in een<br />

cascadesysteem waarbij ‘werken en leren’ al te vaak als de laatste reddingsboei werd<br />

beschouwd.<br />

Voor de jongeren die er uiteindelijk terechtkwamen, was de leertijd veelal een ‘negatieve<br />

keuze’. Een verplichting die hen opgedrongen werd om aan de leerplicht te kunnen<br />

voldoen. Bij deze jongeren was de motivatie vaak ver zoek. De uitval tijdens het<br />

jaar was dan relatief hoog.<br />

Positieve keuze<br />

‘Werken en leren’ in het algemeen en de leertijd in het bijzonder worden stilaan<br />

opnieuw gewaardeerd. Jongeren in de leertijd starten meer en meer vanuit een positieve<br />

motivatie. Getuigen hiervan enkele recente uitspraken van jongeren over de<br />

reden van hun keuze voor de leertijd. En de cijfers uit het tevredenheidsonderzoek<br />

(VIZO 2004).<br />

• “Ik wilde mijn handen gebruiken.”<br />

• “Omdat ik interessant werk kon gaan doen.”<br />

• “Om zeker te zijn van werk.”<br />

• “Je doet iets waarvoor je écht gekozen hebt.”<br />

• “Ik werk liever dan dat ik studeer.”<br />

• “Je ziet hoe het er in je beroep echt aan toe gaat.”<br />

Toekomstige<br />

plannen om<br />

zelfstandige te<br />

worden (leertijd)<br />

Bron:<br />

studie naar de<br />

doelmatigheid van het<br />

SYNTRA-netwerk.<br />

35


SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> wil die positieve trend de volgende jaren doortrekken. Met<br />

initiatieven die meer leerjongeren tot aan de meet brengen door:<br />

• de instroom aan gemotiveerde leerjongeren te verhogen;<br />

• de uitval van leerjongeren met 5 % per jaar te verlagen. De uitval bedraagt nu<br />

65 % per volledige leertraject. De gekwalificeerde uitstroom bedraagt nu 35 %.<br />

Met andere woorden: de leertijd aantrekkelijker maken voor nieuwe leerjongeren en<br />

aantrekkelijk houden voor leerjongeren. En zo komen tot gekwalificeerde en gediplomeerde<br />

leerjongeren. Een van de middelen die we hiervoor inzetten is doelgerichte<br />

informatie en sensibilisering naar jongeren, hun ouders en ondernemers.<br />

2.3.1 HET IMAGO VAN DE LEERTIJD<br />

De voorbije jaren heeft SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> verschillende<br />

campagnes gelanceerd om het imago<br />

van de leertijd op te krikken. En zo dus ook de<br />

instroom aan leerjongeren te bevorderen.<br />

Een eerste campagne zette de leerjongere zelf in<br />

de spots. Hij/zij werd geportretteerd als een<br />

dynamische en vlotte jongere die graag de handen<br />

uit de mouwen steekt. De slogan: ‘Geen zittend<br />

gat’.<br />

De tweede campagne sloot aan bij dit onderwerp.<br />

Deze keer belichtte ze het grote voordeel<br />

van de leertijd: de quasi zekerheid op werk. De<br />

titel van deze campagne luidde dan ook: ‘Nooit<br />

zoeken achter-werk’.<br />

Beide campagnes hebben ongetwijfeld al bijgedragen<br />

tot een meer positieve beeldvorming rond<br />

de leertijd. Bij de jongeren zelf die nu vaak een<br />

‘positieve’ keuze maken wanneer ze zich bij de<br />

leertijd inschrijven. Maar ook bij ouders, CLBmedewerkers<br />

en leraars die de opleiding meer<br />

beginnen te percipiëren als een opstap naar<br />

werk.<br />

36


2.3.2 OLLI DUIKT ONDER@WORK<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

TMF is dé jongerenzender bij uitstek. En VJ Olli is een van de meest bekende gezichten<br />

van deze muziekzender. Een ideale vaandeldrager dus om de leertijd een hip imago<br />

te geven. En om de jongeren een indringende kijk te geven achter de schermen<br />

van de praktijkopleidingen.<br />

Derde seizoen<br />

VJ Olli maakte de voorbije jaren verschillende reportages in de serie ‘Olli Duikt Onder’.<br />

Het eerste seizoen richtte zich op de verschillende muziekscènes, in het tweede seizoen<br />

kroop Olli in de huid van diverse personages: van model tot propper in Ibiza. Tijdens<br />

het derde seizoen leerde Olli acht beroepen aan via de leertijd. Deze reeks kreeg<br />

de titel ‘Olli Duikt Onder@work’.<br />

Acht beroepen<br />

Slager, mecanicien, pc-technicus, bakker, elektrotechnisch installateur, stukadoor,<br />

horecamedewerker, zelfstandige ... Deze acht beroepen gaven de jongeren een heldere<br />

blik op de diversiteit van de leertijd. Maar ook op de boeiende wereld van de<br />

praktijkopleiding. Op die manier draagt ‘Olli Duikt Onder@work’ zeker bij tot een<br />

grotere bekendheid van de leertijd en tot het wegwerken van vooroordelen over leerjongeren<br />

en patroons.<br />

Samenwerking<br />

De reeks ‘Olli Duikt Onder@work’ kwam tot stand in samenwerking met verschillende<br />

partners-sectoren zoals Agoria, Bouwunie, Horeca <strong>Vlaanderen</strong>, Renmans, UNIZO,<br />

Vebic en Vormelek.<br />

“De campagne om horecaberoepen naar jongeren te promoten is slechts een<br />

van de manieren waarop wij met SYNTRA samenwerken.”<br />

[Luc De Bauw, directeur-generaal bij Horeca <strong>Vlaanderen</strong>]<br />

37


“Het grootste probleem is het vinden van voldoende gemotiveerde<br />

elektriciens. Daarom verlenen we graag onze medewerking aan dit soort<br />

projecten.”<br />

38<br />

[Pieter Verley, coördinator communicatie bij Vormelek]<br />

“Slager is een knelpuntberoep. We hopen via deze weg jongeren te kunnen<br />

motiveren om opnieuw voor dit beroep te kiezen. De leertijd is voor ons een<br />

van de belangrijkste rekruteringskanalen.”<br />

[John Lewis, training & communicatiemanager bij Renmans]<br />

2.3.3 SPIJBELPROJECT ANTWERPEN: STICK AROUND<br />

We mogen het niet onder stoelen of schoolbanken steken: het spijbelpercentage in de<br />

theoretische lessen algemene vorming en beroepsgerichte vorming is te hoog, hoewel<br />

de percentages per campus sterk kunnen verschillen. Globaal genomen ligt het spijbelpercentage<br />

iets boven de 12 % (gemiddelde van de ongewettigde afwezigheden<br />

in alle campussen), zowel in de algemene vorming als in de beroepstechnische vorming.<br />

Daarom stelt SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> zich tot doelstelling om het percentage aan<br />

gespijbelde uren sterk terug te dringen. Spijbelen en vooral uitval (leerlingen die zonder<br />

getuigschrift uit de leertijd stappen) zijn een groot probleem: de werkloosheid van<br />

jongeren zonder startkwalificatie lag de afgelopen jaren ongeveer twee keer zo hoog<br />

als bij hun leeftijdsgenoten met een getuigschrift. Voor allochtone jongeren is dit probleem<br />

nog nijpender.<br />

% niet-<br />

gerechtvaardigde<br />

afwezigheden<br />

Spijbelpercentage tijdens de lesdag<br />

schooljaar 2007/2008 - alle campussen<br />

%<br />

gerechtvaardigde<br />

afwezigheden<br />

%<br />

afwezigheden<br />

beroepstechnische<br />

vorming<br />

11,28 6,62 82,10<br />

algemene vorming 12,18 6,37 81,43


Hoog bekeringspercentage<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

Een van de middelen om spijbelaars te sensibiliseren is het spijbelproject ‘Stick Around’<br />

dat in februari 2008 van start ging in de SYNTRA-campussen van Antwerpen en<br />

Mechelen. Hierbij wordt voltijds een spijbelcoach ingezet. Met succes. Sinds het schooljaar<br />

2007-2008 bekeerde de spijbelcoach maar liefst 30 % van de hardnekkige spijbelaars.<br />

De uitval is gedaald met 33 %. ‘Stick Around’ focust met een ‘spijbelcoach’ op<br />

spijbelaars die minstens 4 keer ongewettigd afwezig zijn, omdat de stap van ‘hardnekkig<br />

spijbelen’ naar ‘uitval’ helaas snel gezet is.<br />

Spijbelcoach<br />

De spijbelcoach volgt hardnekkige spijbelaars pedagogisch op en praat ook met de<br />

ouders. De afwezigheden in de lessen op de campussen worden wekelijks geregistreerd<br />

in een ‘spijbelrapport’. Dat rapport geeft een overzicht van de ongewettigde<br />

afwezigheden van alle leerlingen. Wie gespijbeld heeft, krijgt de spijbelcoach over de<br />

vloer. De spijbelcoach wil de spijbelaars doen beseffen dat onderwijs van primordiaal<br />

belang is voor hun toekomst. De gesprekken gingen in april 2008 van start en richtten<br />

zich op leerlingen die minstens 4 keer ongewettigd afwezig waren. Sindsdien volgde<br />

de spijbelcoach meer dan 150 jongeren op. Daar waar nodig werden er andere hulpverleners<br />

ingeschakeld.<br />

Een integraal spijbelbeleid<br />

Een gebrek aan motivatie is vaak oorzaak nummer één<br />

bij beginnende spijbelaars. Hoe vroeger men de oorzaak<br />

van deze demotivatie kan detecteren, hoe gemakkelijker<br />

het is om de leerling opnieuw te motiveren.<br />

“Stick Around” leerde ons ook dat het zeer belangrijk is<br />

om niet meteen repressief of sanctionerend op te treden,<br />

maar om de leerling de kans te geven om zelf uit<br />

te leggen waarom hij/zij niet aanwezig was tijdens de<br />

lessen. Is de klassfeer niet goed? Heeft de leerling persoonlijke<br />

problemen? Is er een probleem op de werkvloer?<br />

Bijna altijd gaat het om een complexe individuele<br />

en sociale problematiek die vraagt om gespecialiseerde<br />

hulpverlening. De spijbelcoach fungeert daarom als<br />

draaischijf en doorverwijzer van de leerling naar de verschillende<br />

actoren binnen de leertijd zoals CLB, leertra-<br />

jectbegeleider, leertijdverantwoordelijke, docent, ondernemer-opleider en ouders.<br />

© Philip Vanoutrive, Uitgeverij Jansen&Janssen<br />

Spijbelen?<br />

Zet jezelf niet op straat!<br />

LEERTIJD:<br />

39<br />

nooit zoeken<br />

achter-<br />

werk<br />

Een initiatief van SYNTRA provincies Antwerpen en Vlaams-Brabrant en het<br />

Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming – SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong>.<br />

Met steun van “Managers van Diversiteit”, een project van de Vlaamse overheid.<br />

20080981-SYNTRA_stickaround A2 def.indd 1 10-09-2008 12:04:59


2.4 STRATEGISCHE DOELSTELLING 9 –<br />

NAAR BETERE AANSLUITING MET ONDERWIJS<br />

“Ik heb voorbeelden zat van leerjongeren die uiterst capabel waren,<br />

maar door het getuigschrift niet in aanmerking kwamen.”<br />

[André Baetens, voorzitter praktijkcommissie van SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong>]<br />

SD 9. SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> draagt opbouwend bij tot de afstemming van de<br />

leertijd binnen het geheel van het deeltijds leren, ressorterend onder het<br />

beleidsdomein onderwijs en vorming.<br />

• OD30 SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> ondersteunt de beleidsvoorbereiding aangaande de<br />

leertijd in samenspraak met het departement Werk en Sociale Economie en het<br />

departement Onderwijs en Vorming via het project gegevensregistratie, de<br />

afstemming inzake verificatie en inspectie, de afstemming inzake spijbelbeleid<br />

en de navorming voor begeleiders in systemen leren en werken.<br />

• OD31 SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> voert in samenwerking met partners een actief<br />

beleid van toeleiding tot en begeleiding in de leertijd via samenwerking met<br />

CLB, met VDAB en in het regionaal overlegplatform.<br />

Op 10 juli 2008 keurde de Vlaamse regering het decreet ‘Leren en Werken’ goed van<br />

minister van Werk, Onderwijs en Vorming Frank Vandenbroucke. Dit decreet hertekent<br />

ook de positie van de leertijd. Voortaan zal de leertijd ook aangestuurd worden<br />

door het departement Onderwijs. Door deze verschuiving vallen er verschillende<br />

obstakels weg die het succes van de leertijd grotendeels in de weg stonden:<br />

• Leerjongeren zullen nu ook de mogelijkheid krijgen om een volwaardig diploma te<br />

krijgen naast hun beroepskwalificatie van de leertijd.<br />

• Er komt een betere afstemming met de andere vormen van deeltijds leren.<br />

• De financiering is meer toegespitst op de noden van de leertijd.<br />

2.4.1 VAN ONDERGEWAARDEERD GETUIGSCHRIFT ...<br />

André Baetens was vroeger directeur van CMO Waasland en tot op heden voorzitter<br />

van de praktijkcommissie van SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong>. Hij heeft de evolutie van de leertijd<br />

jarenlang op de voet gevolgd. En kent de problemen maar al te goed. Vooral de<br />

waarde van het getuigschrift vormde voor hem een struikelblok. In een interview van<br />

eind 2005 fulmineert hij nog sterk tegen het waardeloze getuigschrift dat volgens<br />

hem ‘dé grote zwakte van de leertijd’ is.<br />

40


LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

“Ons getuigschrift? Dat is dé grote zwakte van de leertijd. Dat staat veel te laag aangeschreven.<br />

Onterecht. Jongeren die de leertijd volgen zijn meteen klaar voor het<br />

beroepsleven. Maar omdat wij niet onder Onderwijs ressorteren, blijft het getuigschrift<br />

zo goed als waardeloos. Een extra reden om niet voor de leertijd te kiezen.”<br />

“Ik heb voorbeelden zat van leerjongeren die uiterst capabel waren maar door het<br />

getuigschrift geen kansen kregen. Zo was er een jongen die meedeed aan het examen<br />

machinist bij de NMBS. Hij kwam als beste uit de proeven, maar werd geweigerd toen<br />

bleek dat hij een getuigschrift leertijd had. Dat stond immers niet op de lijst van het<br />

Vast Wervingssecretariaat. Idem voor tal van leerjongeren die met vlag en wimpel<br />

slaagden voor hun examen bij de gemeentelijke groendiensten maar vanwege hun<br />

papiertje niet werden weerhouden.”<br />

“Die kloof met het departement Onderwijs heeft trouwens nog een ander nadeel.<br />

Uiterst bekwame jongeren die in hun apenjaren wat leermoe zijn, bij de leertijd belanden<br />

en daar opnieuw hun ‘leergoesting’ terugvinden, kunnen nagenoeg niet meer<br />

aansluiten op het reguliere circuit. Hoe bekwaam ze ook zijn. Dat is uiterst jammer. In<br />

Wallonië en Frankrijk kunnen leerjongeren zelfs doorgroeien tot industrieel ingenieur.<br />

De leertijd zit daar wel onder het departement Onderwijs.”<br />

Praktijkcommissie<br />

De praktijkcommissie is paritair samengesteld uit werkgevers- en werknemersorganisaties<br />

en houdt toezicht op de leer- en stageovereenkomsten. Deze paritaire<br />

samenstelling garandeert een objectieve werkwijze van de opleidingsproblematiek<br />

van de leerjongeren en stagiairs.<br />

De praktijkcommissie is voornamelijk verantwoordelijk voor de kwalitatieve uitbouw<br />

van de praktijkopleidingen. Dit zowel in de leertijd (de leerovereenkomst)<br />

als in de ondernemersopleiding (de stageovereenkomst). Zij ziet toe op de correcte<br />

toepassing van de leer- en stageovereenkomst en het verloop van de<br />

opleiding in de onderneming, oefent toezicht uit op de leertrajectbegeleiders en<br />

adviseert de raad van bestuur over het beleid en de werking van de leertijd.<br />

41


2.4.2 ... NAAR EVENWAARDIG DIPLOMA<br />

Gelukkig zijn die problemen met het nieuwe decreet nu definitief van de baan. Vroeger<br />

kregen de jongeren een ‘getuigschrift leertijd’ als ze hun traject volledig aflegden<br />

en zowel slaagden in de algemene vorming, beroepsgerichte vorming en de praktijkproef<br />

(de zogenaamde C-proef).<br />

Door het decreet Leren en Werken wijzen we voortaan aan elke jongere twee trajecten<br />

toe: een traject algemene vorming én een traject beroepsgerichte vorming. Dit<br />

laatste bestaat zowel uit een lesgedeelte als praktijk.<br />

Beroepsgerichte luik<br />

Slaagt een leerjongere in zijn opleiding? Bijvoorbeeld als hulpmecanicien? Dan<br />

krijgt hij een certificaat. Slaagt hij in een volledig opleidingstraject? Bijvoorbeeld<br />

garagehouder-hersteller? Dan krijgt hij een ‘getuigschrift leertijd’.<br />

Het getuigschrift leertijd wordt dus alleen nog gekoppeld aan het beroepsgerichte<br />

luik en wordt dus een beroepsgerichte kwalificatie.<br />

Voorbeeld van het opleidingstraject garagehouder-hersteller:<br />

opleiding hulpmecanicien + opleiding mecanicien = garagehouder-hersteller<br />

1 jaar (certificaat) 2 jaar (certificaat) 3 jaar (getuigschrift)<br />

Luik algemene vorming<br />

Slagen de jongeren in hun traject ‘Algemene vorming’? Dan halen ze een onderwijskwalificatie.<br />

Dat is een getuigschrift van de tweede graad, een studiegetuigschrift van<br />

de derde graad of een diploma. De voorwaarde is echter wel dat men ook één certificaat<br />

van het beroepsgerichte luik moet bezitten alvorens men een studiebewijs van<br />

onderwijs krijgt.<br />

De leertijd zal er dan ook voor zorgen dat ze volledig voldoet aan de eindtermen van<br />

het voltijds beroepssecundair onderwijs.<br />

42


LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

2.4.3 BETERE AFSTEMMING MET ONDERWIJS<br />

“In het verleden is ook meer dan eens gebleken dat het naast elkaar bestaan<br />

van de drie deeltijdse leersystemen binnen het leerplichtonderwijs zonder<br />

voldoende afstemming of overleg en vaak zelfs in een concurrentieel klimaat<br />

moeilijk houdbaar is en de doelgroepjongeren niet ten goede komt.”<br />

[Toelichting van minister Frank Vandenbroucke bij zijn ontwerp van decreet<br />

betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap]<br />

De leertijd werd voorheen niet aangestuurd door het departement Onderwijs. Het<br />

getuigschrift leertijd was niet gelijkgeschakeld. Bovendien ontstond er op deze manier<br />

een soort van concurrentiepositie met de vormen van deeltijds leren die wél onder<br />

Onderwijs ressorteerden. Zoals het deeltijds beroepssecundair onderwijs en de deeltijdse<br />

vorming. Dit had gevolgen voor het aantal inschrijvingen in de leertijd. Zoals<br />

André Baetens, voorzitter van de praktijkcommissie opmerkt.<br />

“Het DBSO snoepte de voorbije jaren inderdaad heel wat potentiële leerjongeren<br />

weg. Zo waren de diverse schoolgemeenschappen uitstekend geplaatst om<br />

jongeren rechtstreeks naar het DBSO te leiden en dus niet naar de leertijd. Vroeger,<br />

toen de leersecretaris meer ingebed was in de lokale scholen, werden jongeren<br />

die een vak wilden leren meteen op het spoor van de leertijd gezet. Maar die<br />

tijd is lang voorbij. Dus probeerden de leerkrachten – heel begrijpelijk – de jongeren<br />

binnen de schoolgemeenschap te houden. Met het nieuwe decreet zal er<br />

echter een nauwere samenwerking tot stand komen. In plaats van concurrenten<br />

worden we nu partners. Een goede zaak voor de jongeren zelf, die naar de voor<br />

hun meest geschikte opleiding worden geloodst.”<br />

2.4.4 SAMENWERKING<br />

Onder impuls van het nieuwe decreet Leren en Werken, zoekt de leertijd meer toenadering<br />

tot de andere vormen van deeltijds leren, tot de CLB en tot de VDAB. Er wordt<br />

gewerkt aan de afstemming van het spijbelbeleid, de gegevensregistratie van de jongeren,<br />

de professionalisering van de leertrajectbegeleiders en leertijdverantwoordelijken<br />

in de campussen. Ook de intake, screening en coaching worden verbeterd. Alle<br />

partners vinden elkaar op regionale overlegplatformen.<br />

43


2.5 NIEUWE FINANCIERING VOOR DE LEERTIJD<br />

“De nieuwe financiering geeft ons het beste van twee werelden. Enerzijds<br />

outputgerichte financiering voor de campussen wat alle betrokkenen scherp<br />

houdt. Anderzijds een aparte financiering voor de lesgevers zodat de kwaliteit<br />

stijgt en de continuïteit van de opleidingen wordt verzekerd.”<br />

[Johan Artois, gedelegeerd bestuurder SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong>]<br />

Sinds 2002 gold er voor de leertijd een volledig outputgerichte financiering. Met<br />

andere woorden: de 19 leertijdcampussen kregen geld op basis van het aantal leerjongeren<br />

die aan de examens deelnamen. Een systeem dat de campussen niet alleen verplichtte<br />

om een grotere instroom te realiseren, maar ze ook aanzette om de uitval van<br />

het aantal leerjongeren tot een minimum te beperken.<br />

2.5.1 VERANDERING 1: GELD VOOR CAMPUSSEN<br />

Dit systeem had echter een groot nadeel: het hield geen rekening met de lonen van<br />

het lesgevend personeel. Die bleven stijgen naarmate de anciënniteit van de lesgevers<br />

steeg. Gevolg: wanneer minder leerjongeren de eindstreep haalden (door een grotere<br />

uitval of lagere instroom) kampten veel campussen met een tekort aan fondsen voor<br />

het volgende schooljaar. Bijkomend gevolg: goede docenten haakten sneller af met<br />

het risico dat de kwaliteit van de lessen zou dalen.<br />

De nieuwe financiering van de campussen past een mouw aan dit euvel. Het is immers<br />

een financiering die niet alleen outputgericht is, maar ook een aparte financiering<br />

voorziet op basis van de lesgeverskost. Op die manier kan de continuïteit van de lessen,<br />

de lesgevers én de kwaliteit worden gegarandeerd.<br />

2.5.2 VERANDERING 2: GELD VOOR LEERTRAJECTBEGELEIDERS<br />

Het departement Werk geeft SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> ook extra geld voor bijkomende<br />

leertrajectbegeleiders. Een deel van de middelen komt ook van het departement<br />

Onderwijs. Zoals gezegd waren dit vroeger zelfstandigen (leersecretarissen), maar<br />

wijzigde hun statuut enkele jaren geleden. Nu zijn het contractuele ambtenaren in<br />

dienst van de Vlaamse overheid. De verhoging van dit budget heeft een positief<br />

domino-effect. Het aantal leertrajectbegeleiders stijgt zodat het aantal leerjongeren<br />

per begeleider daalt. Hierdoor kan elke begeleider meer tijd besteden per leerjongere.<br />

Dit verhoogt de kwaliteit van de persoonlijke begeleiding zoals vooropgesteld in het<br />

decreet Leren en Werken en de beheersovereenkomst.<br />

44


2.5.3 VERANDERING 3: EXTRA UREN VOORZIEN<br />

LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

Ten slotte krijgen de centra ook meer budget voor kwaliteitsverhogende maatregelen.<br />

Zo is er ruimte voorzien voor extra uren:<br />

• Te grote klassen beroepskennis kunnen voortaan sneller gesplitst worden zodat een<br />

meer persoonlijke benadering mogelijk wordt. Hiervoor zijn 1 720 uren extra voorzien.<br />

• 960 extra uren zijn voorzien voor taalklassen of structurele taalremediëring voor<br />

anderstaligen. Dit verhoogt hun kansen op een vlotte integratie in de arbeidsmarkt.<br />

• 2 980 extra uren zijn voorzien voor initiatieven met leerlingen met leerproblemen.<br />

Op die manier maken ook zij meer kans om een job te vinden die aansluit bij hun<br />

vaardigheden en capaciteiten.<br />

45


3. NIEUW DECREET, NIEUWE MOGELIJKHEDEN,<br />

NIEUWE DOELSTELLINGEN<br />

Een interview met minister van Werk, Onderwijs en Vorming<br />

Frank Vandenbroucke.<br />

“Het behoort tot onze maatschappelijke opdracht jongeren een toekomstperspectief<br />

te bieden, hen mogelijkheden aan te reiken en hen te stimuleren.”<br />

[Toelichting van minister Frank Vandenbroucke bij zijn ontwerp van decreet<br />

betreffende het stelsel van Leren en Werken in de Vlaamse Gemeenschap]<br />

“Wie deeltijds leert zal ook deeltijds werken”<br />

Op dinsdag 10 juli 2008 keurde de Vlaamse regering het decreet Leren en Werken<br />

goed. Dit decreet verandert ingrijpend het landschap van het deeltijds beroepssecundair<br />

onderwijs DBSO, van de deeltijdse vorming én ... van de leertijd. Wat verandert<br />

er nu effectief? We vroegen het aan de auteur: minister van Werk, Onderwijs en Vorming<br />

Frank Vandenbroucke. Onze eerste vraag was heel logisch: ‘Waarom eigenlijk<br />

dit nieuwe decreet?’<br />

Frank Vandenbroucke: “Uit het internationaal vergelijkend peilingsonderzoek van<br />

onderwijssystemen PISA blijkt dat <strong>Vlaanderen</strong> een gespleten resultaat neerzet. Aan de<br />

ene kant scoort ons onderwijs hoog, aan de andere kant is er nergens zo’n grote kloof<br />

tussen de best en de minst presterende leerlingen. We kunnen die kloof maar op één<br />

manier verkleinen: de leerlingen die zich onderaan bevinden optillen. Het stelsel van<br />

‘Leren en Werken’ is een van de deelsystemen die hiertoe kunnen bijdragen.”<br />

“De drie deeltijdse leersystemen - het DBSO, de leertijd en de deeltijdse vorming –<br />

hebben potentieel. In die systemen verloopt de overgang van school naar werk immers<br />

trapsgewijs. Vaardigheden die er aangeleerd worden kan men relatief gemakkelijk<br />

afstemmen op de vragen van de arbeidsmarkt. En naast specifieke technische vaardigheden<br />

ontwikkelen de jongeren ook sociale vaardigheden en werkattitudes. Het leerproces<br />

gaat van doen naar denken, van kunnen naar kennen. Zo’n ervaringsgerichte<br />

vorm van leren sluit in principe sterker aan bij de verwachtingen en wensen van vele<br />

jongeren dan eerder traditionele vormen van onderwijs.”<br />

46


LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

Waren de systemen in hun vorige vorm dan niet doeltreffend?<br />

Frank Vandenbroucke: “Ondanks de vele pluspunten vertoonden de drie stelsels structurele<br />

mankementen. Onder andere het gebrek aan transparantie, de onvoldoende<br />

invulling van de werkcomponent, de relatief hoge ongekwalificeerde uitstroom en de<br />

spijbelproblematiek. In het verleden is ook meer dan eens gebleken dat de vroegere<br />

situatie de doelgroepjongeren niet altijd ten goede kwam. De drie stelsels bestonden<br />

naast elkaar binnen het leerplichtonderwijs, er was onvoldoende afstemming of overleg<br />

en vaak zelfs een concurrentieel klimaat. Een situatie die moeilijk houdbaar was.<br />

Gevolg: veel jongeren stroomden uit zonder voldoende kwalificatie. De hervorming<br />

die we nu doorvoeren, biedt de kans om dit tij te keren. We zorgen voor een dekkend<br />

aanbod voor elke jongere, maar vragen ook dat die daar wel degelijk gebruik van<br />

maakt. In die zin zijn er interessante parallellen met de sluitende aanpak voor werkzoekenden.”<br />

Wat wilt u met dit nieuwe decreet bereiken?<br />

Frank Vandenbroucke: “Het decreet beoogt vier doelen. Ten eerste: de realisatie van<br />

een voltijds engagement van zoveel mogelijk jongeren. Ten tweede: een volwaardige<br />

certificering tot stand brengen. Ten derde: de afstemming tussen het DBSO, de leertijd<br />

en de deeltijdse vorming vergroten, mét behoud van de meersporigheid. En ten slotte:<br />

een traject op maat van iedere jongere aanbieden.”<br />

“Het voltijds engagement is misschien wel de meest essentiële prioriteit. Sinds 1 september<br />

2008 is voltijdse leerplicht nu ook de norm bij ‘Leren en Werken’. Naar analogie<br />

met het voltijds secundair onderwijs wordt van de leerlingen dus een tijdsbesteding<br />

van minimaal 28 uur per week verwacht. Om te zorgen voor voldoende en geschikte<br />

plaatsen worden de centra in tweede lijn ondersteund door regionale overlegplatformen.<br />

De bedrijfssectoren verlenen ook hun medewerking.”<br />

“Tegen 2009-2010 zetten we een registratiesysteem op, waarmee we dag aan dag<br />

kunnen volgen of de jongeren voltijds bezig zijn. In afwachting hiervan wordt in 2009<br />

al een intensieve monitoring uitgevoerd door het ministerie van Onderwijs en de<br />

VDAB. Elke lesplaats en elke leertrajectbegeleider wordt op basis van de geregistreerde<br />

gegevens ook jaarlijks een spiegel voorgehouden.”<br />

“Ik besef dat het activeren van een groot gedeelte van deze doelgroep geen eenvoudige<br />

opdracht is. Maar het behoort tot onze maatschappelijke opdracht jongeren een toekomstperspectief<br />

te bieden, hen mogelijkheden aan te reiken en hen te stimuleren.”<br />

47


Intussen wordt er ook werk gemaakt van een volwaardige kwalificatie van de<br />

opleiding?<br />

Frank Vandenbroucke: “Ja. Zowel voor het arbeidsgerelateerde luik als het onderwijsgedeelte.<br />

Voor het beroepsgerichte gedeelte van de systemen voor afwisselend ‘Leren<br />

en Werken’ bestaan er geen eindtermen. De inhoud van de modules wordt onder<br />

andere uitgetekend op basis van de beroepscompetenties die de Sociaal-Economische<br />

Raad van <strong>Vlaanderen</strong> (SERV) samen met de sectoren ontwikkelt. Zo staat het arbeidsgerelateerde<br />

luik heel dicht bij wat bedrijven verwachten van startende werknemers.<br />

Kwalificaties die door de sectoren als waardevol worden beschouwd moeten ook worden<br />

gecertificeerd met een waardevol attest.”<br />

“Ook het onderwijsgedeelte wordt opgewaardeerd. Als een jongere de eindtermen<br />

van het voltijds onderwijs haalt, krijgt hij aan het einde hetzelfde studiebewijs. Dat is<br />

ook belangrijk voor de SYNTRA-campussen. Via de beheersovereenkomst met het<br />

Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> heb ik 1 miljoen<br />

euro extra ingeschreven voor algemene beroepsgerichte vorming en trajectbegeleiding.<br />

Dat bevordert de continuïteit van de kwaliteit die de campussen bieden.”<br />

Wat moeten we ons concreet voorstellen bij de afstemming van de leertijd op<br />

de andere stelsels van deeltijds leren?<br />

Frank Vandenbroucke: “Ik wens vooral linken te leggen tussen de leertijd, DBSO en<br />

deeltijdse vorming. Tegelijk wil ik de eigenheid van de drie systemen behouden. Met<br />

andere woorden: de meersporigheid bewaren. Dat is in het voordeel van de jongeren.<br />

Leerlingen die zich aandienen en nog geen deeltijds werk hebben, worden gescreend<br />

om te bepalen welk traject ze best volgen. Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding<br />

(CLB) kan daarbij nuttige informatie aanleveren. De trajectbegeleiders, CLB-medewerkers<br />

en VDAB-consulenten ontmoeten elkaar tweemaandelijks om te bespreken hoe<br />

het met de jongeren binnen hun geografisch werkingsgebied gesteld is. Jongeren<br />

moeten ook vlot door de structuren kunnen stromen, naargelang hun ontwikkeling en<br />

het beschikbare aanbod. Zodat een jongere nooit op een dood spoor zit maar eventueel<br />

gemakkelijk kan worden geheroriënteerd.”<br />

“Om een praktisch voorbeeld te geven: een leerling die arbeidsrijp is maar geen deeltijds<br />

werk vindt via zijn eigen Centrum voor Deeltijds Onderwijs (CDO), moet zonder<br />

problemen kunnen ingaan op een aanbod van de leertijd. Een leerling van wie de leerovereenkomst<br />

verbroken wordt, moet dan weer gemakkelijk een voortraject via deeltijdse<br />

vorming of een deeltijdse job via een CDO kunnen invullen. Op die manier staat<br />

de leerling altijd centraal en kan hij of zij vlot over de systemen heen doorstromen.<br />

Zodat hij sneller aansluiting vindt bij de arbeidsmarkt.”<br />

48


LEREN EN WERKEN, DE LEERTIJD VANUIT DE PRAKTIJK<br />

Dit sluit aan bij uw vierde doelstelling: een traject op maat aanbieden voor<br />

iedere jongere ...<br />

Frank Vandenbroucke: “Inderdaad. Voor iedere jongere komt er een traject op maat.<br />

Het modulaire karakter van de opleiding kan dat bevorderen. Een vaste trajectbegeleider<br />

zal het leertraject van de jongere opvolgen, onafhankelijk van de fase waarin de<br />

jongere zich bevindt. Als er zowel voor het klassikale gedeelte als het werkgedeelte<br />

een interessant aanbod is, hebben de jongeren geen enkel excuus meer om te spijbelen.<br />

Momenteel ligt het spijbelcijfer op 12 % 1 bij de leertijd. Dat moeten we dringend<br />

de kop indrukken.”<br />

“Het spijbelactieplan zal trouwens ook in het deeltijds onderwijs voluit spelen. Zo komt<br />

er een verplichte begeleiding door een CLB. Trajectbegeleiders moeten samen met het<br />

CLB ook intensieve begeleidingsinspanningen leveren om voor spijbelende leerlingen<br />

een positieve kentering in te zetten. Daarnaast komt er een korte lijn naar het parket<br />

voor hardnekkige spijbelaars. En dan zijn er nog de schooltoelagen, die nu ook worden<br />

ingevoerd voor deeltijds lerende jongeren. Deze toelagen worden gekoppeld aan<br />

regelmatige aanwezigheid.”<br />

En hoe ziet u nu de toekomst van dit decreet?<br />

Frank Vandenbroucke: “Het decreet kan pas slagen als alle partijen elkaar vinden. Ik<br />

verwacht dan ook dat iedereen zijn duit in het zakje doet om er op het terrein een succes<br />

van te maken. De bedrijven moeten voor concrete werkervaringsplaatsen zorgen,<br />

in navolging van de mooie engagementen van de sectoren. Van de jongeren en hun<br />

ouders verwacht ik een maximale persoonlijke inzet om de geboden kansen ook echt<br />

te benutten. En de centra moeten veel beter overleggen en samenwerken en zich richten<br />

op resultaten. Die zullen we trouwens ook nauwgezet opvolgen.”<br />

“Op basis van de geregistreerde gegevens wil ik jaarlijks elk individueel Centrum voor<br />

Deeltijds Onderwijs, elke individuele SYNTRA-campus en leertrajectbegeleider en elk<br />

individueel Centrum voor Deeltijdse Vorming een spiegel voorhouden. Zodat we hun<br />

performantie inzake het voltijds engagement kunnen beoordelen. De output zal altijd<br />

bekeken worden in verhouding tot de mogelijkheden die het deeltijds onderwijs, de<br />

leertijd en de deeltijdse vorming krijgen en de context waarin moet gewerkt worden.<br />

Op die manier kunnen we het decreet met z’n allen doen slagen.”<br />

1 = totaal van alle ongewettigde afwezigheden in alle SYNTRA-campussen.<br />

49


COLOFON<br />

De cahiers van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA<br />

<strong>Vlaanderen</strong> gaan dieper in op een aantal thema’s die betrekking hebben op het<br />

werkingsgebied van het agentschap. De cahiers kunnen op een eenvoudig<br />

verzoek worden verkregen en staan online op www.syntravlaanderen.be. Mits<br />

bronvermelding mag eruit geciteerd worden.<br />

Reeds verschenen:<br />

Cahier 1 - Doelmatigheid van het SYNTRA-netwerk<br />

Cahier 2 - Integrale kwaliteitszorg, effectiviteitsmeting en klantentevredenheidsstudie<br />

Cahier 3 - Oprichtingsdecreet van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming<br />

- SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong> en de memorie van toelichting<br />

Cahier 4 - Beheersovereenkomst tussen de Vlaamse regering en het Vlaams<br />

Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA <strong>Vlaanderen</strong><br />

Cahier 5 - Leren en werken, de leertijd vanuit de praktijk<br />

MEER INFO?<br />

Surf naar www.leertijd.be<br />

Centrale zetel:<br />

Kanselarijstraat 19, 1000 Brussel – tel. 02 227 63 93<br />

Contacteer de pedagogisch adviseur leertijd van jouw regio:<br />

• Britselei 15 bus 3, 2018 Antwerpen - tel. 03 238 27 17<br />

• Torhoutsesteenweg 365B, 8200 St.-Michiels (Brugge) - tel. 050 40 69 10<br />

• Meersstraat 138E, 9000 Gent - tel. 09 220 82 80<br />

• Thonissenlaan 20, 3500 Hasselt - tel. 011 30 11 40<br />

• Karel Van Lotharingenstraat 4, 3000 Leuven - tel. 016 31 63 70<br />

50


Vlaams Agentschap voor<br />

Ondernemersvorming<br />

<strong>Vlaanderen</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!