14.09.2013 Views

Bijlage 04b Aanvullende Eisen - Lfr

Bijlage 04b Aanvullende Eisen - Lfr

Bijlage 04b Aanvullende Eisen - Lfr

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Aanvullende</strong> eisen Tankautospuit 4x2<br />

Volgnr. Aanvulling op<br />

/<br />

Extra eis<br />

Omschrijving<br />

<strong>Bijlage</strong> 4b<br />

<strong>Aanvullende</strong> eisen tankautospuit 4x2<br />

TEA.01 Extra eis: Het voertuig dient te zijn voorzien van de striping<br />

conform de voorschriften vermeld op<br />

www.brandweerstriping.nl<br />

TEA.02 Extra eis: Het voertuig is uitgerust met een verwijderbare<br />

aansluiting op een extern luchtnet, waardoor het<br />

voertuig in de stallingruimte na het starten van de<br />

rijmotor direct kan wegrijden. Het geheel is voorzien van<br />

een startbeveiliging. De aansluiting is geplaatst tussen<br />

de bestuurdersplaats en de manschappenruimte. De<br />

aansluiting moet stof/vuil vrij afgedekt worden.<br />

TEA.03 Extra eis: Een 230 Volt buitenaansluiting, van 16 Amp, en voorzien<br />

van aardlekbeveiliging met standaard 12 stopcontactaansluitingen<br />

t.b.v. opladen apparatuur en voorzien van<br />

startbeveiliging. De aansluiting is geplaatst tussen de<br />

bestuurders-plaats en de manschappenruimte.<br />

TEA.04 Extra eis: De elektrische installatie is m.b.t. het rijdende gedeelte<br />

en brandweertechnische gedeelte gescheiden. De<br />

zekeringenkast voor het brandweertechnische gedeelte<br />

dient in de pompruimte geplaatst te worden en is van<br />

een vocht- en waterdichte uitvoering. Voor het rijdende<br />

gedeelte bevindt deze zich op de standaardplaats. Voor<br />

de toegevoegde items zoals de zwaailampen, 2 tonige-<br />

hoorn, lampen etc. is de zekeringenkast bij de<br />

standaard plaats voor het rijdende gedeelte geplaatst.<br />

Een en ander conform eis TE.01.<br />

TEA.05 Extra eis: • Een NATO starthulp, met 6 meter kabel aan tweezijde<br />

voorzien van een connector, zodat het voertuig kan<br />

worden gestart met behulp van de voertuigaccu van een<br />

ander voertuig.<br />

TEA.06 TE.11:<br />

Aanvulling :<br />

versie 1 september 2005<br />

• Het rijdende gedeelte dient tot en met de trekbalk voorbereid<br />

te zijn om een koppelinrichting (inclusief de elektrische<br />

aansluiting van 24 V) te monteren geschikt voor een<br />

aanhangwagen met een massa van 3,5 t. (Referentie EN<br />

1846-2; 5.2.1.9)<br />

Het voertuig dient van een vangmuil- en kogelkoppeling<br />

te zijn voorzien(inclusief de elektrische aansluiting van<br />

24 V en 12 V). De vereiste vrijloophoek is exclusief<br />

aanv. 4x2 : 1 van 9


<strong>Bijlage</strong> 4b<br />

<strong>Aanvullende</strong> eisen tankautospuit 4x2<br />

kogelkoppeling, mits de kogelkoppeling op een<br />

aanvaardbare positie is gemonteerd. In overleg met de<br />

opdrachtgever wordt de hoogte van de kogelkoppeling<br />

bepaald.<br />

TEA.07 Extra eis: Op de wielkasten is, onuitwisbaar, de juiste<br />

bandenspanning vermeld.<br />

TEA.08 Extra eis: Een differentieel-sper voor de aangedreven as die door<br />

middel van een in de cabine geplaatste schakelaar<br />

handmatig in- en uitgeschakeld kan worden.<br />

TEA.09 TE.16: • De aandrijving is uitgerust met een vertragingsmechanisme<br />

dat in werking treedt zodra het gaspedaal wordt losgelaten.<br />

Het vertragingsmechanisme vertraagt het, tot wettelijk<br />

toelaatbaar GVW beladen, voertuig met minimaal 0,6<br />

m/sec².(Referentie EN 1846—2; 5.1.1.6)<br />

Aanvulling: Dit vertragingsmechanisme dient volledig uitschakelbaar<br />

en instelbaar te zijn. Als deze uitgeschakeld is dient<br />

dit door een controlelamp voor de bestuurder zichtbaar<br />

te zijn.<br />

TEA.10 Extra eis: Er dient een mogelijkheid te zijn om op een snelle en<br />

eenvoudige wijze het motormanagement systeem te<br />

resetten als deze zijn procedure niet naar behoren heeft<br />

afgerond of door een bedieningsfout niet heeft kunnen<br />

TEA.11 TE.21<br />

Aanvulling:<br />

TEA.12 TE.84<br />

Extra eis:<br />

versie 1 september 2005<br />

afronden.<br />

• De PTO kan alleen in bedrijf zijn bij stilstaand voertuig; het<br />

in- en uitschakelen van de PTO dient te geschieden door het<br />

bedienen van één schakelaar.(Referentie EN 1846-2;<br />

5.1.1.4)<br />

Het in- en uitschakelen van PTO kan zowel in de cabine<br />

als in de pompbedienruimte plaats vinden. Schakeling<br />

dient voorzien te zijn van parkeerrembeveiliging.<br />

In de manschappencabine van het voertuig is cabineverlichting<br />

aanwezig gericht op de zitplaatsen. Deze verlichting kan in de<br />

manschappencabine en door de deurschakelaars in werking<br />

worden gesteld.<br />

Voorzien dient te worden in een optische signalering voor<br />

zowel rem als richtingaanwijzer<br />

aanv. 4x2 : 2 van 9


<strong>Bijlage</strong> 4b<br />

<strong>Aanvullende</strong> eisen tankautospuit 4x2<br />

TEA.13 Extra eis: In de cabine / manschappenruimte is een kaartenbak<br />

geplaatst. Type en uitvoering (A3) in overleg met de<br />

opdrachtgever.<br />

TEA.14 Extra eis: Alle handgrepen zowel aan de deur als tegen het plafond<br />

zijn van een dusdanige kwaliteit dat deze deugdelijk zijn<br />

en met werkhandschoenen aan, gebruikt kunnen<br />

worden.<br />

TEA.15 Extra eis: De manschappenruimte is ingericht voor 6 personen.<br />

De inrichting is zodanig gekozen dat het op een<br />

eenvoudige wijze mogelijk is om dit met 1 persoon te<br />

vermeerderen of te verminderen. De leverancier dient<br />

dit middels een tekening zichtbaar te maken.<br />

TEA.16 Extra eis: Op de achterwand in de manschappencabine, eventueel<br />

geïntregeerd in de hoofdsteun, een bak gemonteerd<br />

voor het opbergen van gelaatstukken<br />

TEA.17 Extra eis: Alle ramen zijn van veiligheidsglas en hebben een<br />

gelijke glaskleur.<br />

versie 1 september 2005<br />

aanv. 4x2 : 3 van 9


<strong>Bijlage</strong> 4b<br />

<strong>Aanvullende</strong> eisen tankautospuit 4x2<br />

TEA.18 TE.61: • Voor het plaatsen van de houder van het ademluchtapparaat<br />

van de bevelvoerder (bijrijder) kan de rugleuning van de<br />

bijrijderstoel worden weggenomen. (Referentie EN 1846-2;<br />

5.1.2.2.3 en 5.2.2.2.3)<br />

Aanvulling: Het ademluchtapparaat dient geïntegreerd te zijn.<br />

TEA.19 Extra eis: Tussen de cabine en achteropbouw vindt een zo<br />

geleidelijk mogelijke overgang plaats (gestroomlijnd).<br />

TEA.20 Extra eis: Het brandweertechnische gedeelte is zodanig<br />

geconstrueerd dat de bovenste schappen goed te<br />

bereiken zijn. M.u.v. van de kast waar de<br />

hogedrukhaspel geplaatst is.<br />

TEA.21 Extra eis: Alle kasten dienen conform de richtlijnen van BZK aan<br />

de buitenzijde te zijn voorzien van een onuitwisbaar<br />

kastnummer.<br />

TEA.22 TE.71: • Kastruimten zijn variabel in te delen met in hoogte<br />

verstelbare schappen. (Referentie EN 1846-2; 5.2.2.4; 5.2.5)<br />

Aanvulling: Deze schappen dienen traploos in de gehele hoogte van<br />

de kast verstelbaar te zijn.<br />

TEA.23 TE.72:<br />

• Kastwanden, kastbodems en schappen zijn uitgevoerd in<br />

vocht- en corrosiebestendig materiaal. Waar nodig<br />

worden kieren en naden van de vaste delen gedicht met<br />

een duurzaam flexibel dichtingsmateriaal. (Referentie EN<br />

1846-2; 5.2.2.4)<br />

Aanvulling: Het reinigen van de kasten m.b.v. een stoomcleaner<br />

mag geen negatieve invloed hebben op de kwaliteit<br />

van de kasten, wanden, schappen en het dichtingsmateriaal.<br />

TEA.24 TE.74:<br />

• De bovenzijde van de achteropbouw is voorzien van een<br />

hydraulisch-Arboladder- en zuigslangrek. (Referentie EN<br />

1846-2; 5.1; 5.1.2.3.2 en zie ook 5.1.2.5)<br />

Aanvulling: Op het ladderrek kunnen minimaal de volgende items<br />

geplaatst worden: Ladder, zuigslangen incl. zuigkorf,<br />

pikhaak (5.5 m), nevelkogel, neon-haak en<br />

schoorsteenveren (3.5m), plus eventuele extra eisen van<br />

opdrachtgever.<br />

TEA.25 Extra eis: Bij het voeren van dimlicht is tevens de vloerverlichting<br />

in de manschappenruimte ingeschakeld.<br />

versie 1 september 2005<br />

aanv. 4x2 : 4 van 9


<strong>Bijlage</strong> 4b<br />

<strong>Aanvullende</strong> eisen tankautospuit 4x2<br />

TEA.26 TE.78: • Aan de voorzijde van het voertuig zijn op het cabinedak 2<br />

blauwe draailichten geplaatst, dan wel een lichtbalk.<br />

(Referentie EN 1846-2; 5.2.3.6)<br />

Aanvulling: Het voertuig dient voorzien te worden van zwaailampen<br />

met 3 lens optiek.<br />

TEA.27 Extra eis: Aan de achterzijde van het voertuig is een richtbare<br />

werklamp gemonteerd. Deze werklamp is voorzien van<br />

een z.g. hotelschakeling met een bediening in de cabine<br />

en in de pompbedienruimte.<br />

TEA.28 Extra eis: In de cabine nabij de bijrijderplaats een mobiel zoeklicht<br />

monteren.<br />

TEA.29 TE.81<br />

Aanvulling:<br />

versie 1 september 2005<br />

• Het voertuig is voorzien van een 2-tonige signaalgever. Het<br />

geluidsniveau, gemeten op de openbare weg op een afstand<br />

van 7 m vóór het voertuig op een hoogte van 1½ m boven<br />

het wegdek, bedraagt minimaal 100 dBA. (Referentie EN<br />

1846—2; 2.5.2.3.6)<br />

Als 2-tonige signaalgever dient een 2-tonige luchthoorn<br />

gemonteerd te worden, met 2 hoorns per toon. De<br />

hoorns zijn gemonteerd op het dak. De compressor<br />

hiervan is op een dusdanige plaats gemonteerd dat deze<br />

gemakkelijk te bereiken en te onderhouden is.<br />

aanv. 4x2 : 5 van 9


TEA.30<br />

TE.12:<br />

Aanvulling:<br />

TEA.31 TE.52:<br />

Aanvulling:<br />

TEA.32 TE.86<br />

Aanvulling:<br />

TEA.33 TE.87<br />

Aanvulling:<br />

versie 1 september 2005<br />

<strong>Bijlage</strong> 4b<br />

<strong>Aanvullende</strong> eisen tankautospuit 4x2<br />

• Topsnelheid voertuig, belast overeenkomstig TE.38, van het<br />

GVW op de vlakke weg: minimaal 100 km/h en maximaal<br />

115 km/h. (Referentie EN 1846—2; 5.2.1.2; tabel 7)<br />

Het voertuig dient als volgt begrenst te zijn: bij normale<br />

deelname aan het verkeer max. 90 km/h. Bij<br />

spoedeisende (ingeschakelde optische signalen)<br />

deelname aan het verkeer max. 110 km/h.<br />

De deuren zijn voorzien van deurvangers en alle deursloten<br />

kunnen met eenzelfde los voorwerp (sleutel) ver- en<br />

ontgrendeld worden.(Referentie EN 1846-2; 5.2.2.2.5, figuur<br />

11)<br />

Alle vergrendelingen gerelateerd aan het rijdende<br />

gedeelte (bestuurders- en manschappenruimte) kunnen<br />

d.m.v. éénzelfde sleutel ver- en ontgrendeld worden.<br />

Tevens kunnen alle vergrendelingen gerelateerd aan het<br />

brandweertechnische deel (materieelruimte) d.m.v.<br />

éénzelfde sleutel ver- en ontgrendeld worden.<br />

• Het voertuig is aan de achterzijde voorzien van een<br />

lichtmast, handbediend op statief, met 2 lampen met een<br />

lichtsterkte vergelijkbaar met 220 V/1000 watt.<br />

Lichtmast, luchtbediend en 360º draaibaar aan de<br />

achterzijde van het voertuig. Minimale uitgeschoven<br />

lengte 4 meter. Zonder voorzieningen bestand tegen<br />

windkracht 6 beaufort. Voorzien van twee<br />

halogeenlampen van 220 V, 500 watt per stuk. De<br />

lichtmast is voorzien van een condensaftap. De<br />

lichtmast belemmert de functionaliteit van de blauwe<br />

zwaailamp (achter op het voertuig) niet.<br />

• De inventariskasten en de pompbedieningsruimte zijn<br />

voorzien van verlichting.(Referentie EN 1846-2; 5.1.3))<br />

Deze verlichting bestaat uit TL verlichting aan de<br />

bovenzijde en een verlichtingsunit per schap.<br />

aanv. 4x2 : 6 van 9


TEA.34<br />

<strong>Bijlage</strong> 4b<br />

<strong>Aanvullende</strong> eisen tankautospuit 4x2<br />

Extra eis: Op het dashboard dient :<br />

een controlelamp met pictogram aanwezig te zijn die<br />

aangeeft als het voertuig niet gereed is om aan het<br />

verkeer deel te nemen.<br />

afzonderlijke signalering arborek<br />

afzonderlijke signalering kasten(vande achteropbouw)<br />

afzonderlijke signalering lichtmast<br />

TEA.35 Extra eis: Voor het hogedruk gedeelte is een lummelleiding<br />

aangebracht naar de tank. Voor het lagedruk gedeelte is<br />

TEA.36 TE.101<br />

Aanvulling:<br />

TEA.37 TE.106<br />

Aanvulling:<br />

TEA.38 TE.110<br />

Aanvulling:<br />

versie 1 september 2005<br />

een lummelleiding naar buiten aangebracht.<br />

• Op de lagedrukpomp bevindt zich een automatisch<br />

werkende ontluchtingsinrichting.<br />

Toegepast dient te worden een droge<br />

zuigontluchtingspomp.<br />

• Op het bedieningspaneel van de pomp zijn de volgende<br />

voorzieningen (zie programma van eisen) en/of indicaties<br />

aanwezig die onder alle omstandigheden duidelijk af te lezen<br />

zijn: (Referentie EN 1846-2; 5.1.4.2 en prEN 1846-3; 5.2.1.5;<br />

5.2.2.5)<br />

De aanwezige drukmeters dienen met glycerine gevulde<br />

meters te zijn. Voor de inhoudscontrole van de<br />

watertank is een peilglas goed zichtbaar gemonteerd,<br />

met drijver en voorzien van een aftapkraantje en<br />

afsluiter(deze dienen makkelijk bedienbaar te zijn. Het<br />

geheel is nabij het rolluik gemonteerd.<br />

• Links en rechts is een hogedrukslanghaspel in het voertuig<br />

geplaatst.<br />

Tevens is een voorziening aanwezig waardoor het<br />

eventuele loskomende vuil opgevangen wordt. Deze<br />

voorziening dient gemakkelijk gereinigd te kunnen<br />

worden.<br />

aanv. 4x2 : 7 van 9


TEA.39<br />

TE.123<br />

Aanvulling:<br />

TEA.40 TE.124<br />

Aanvulling:<br />

TEA.41 TE.131:<br />

Aanvulling:<br />

<strong>Bijlage</strong> 4b<br />

<strong>Aanvullende</strong> eisen tankautospuit 4x2<br />

• De perszijde van de lagedrukpomp is voorzien van 4<br />

persleidingen met een storz-aansluitstuk en elk met een<br />

debiet van minimaal 1200 ltr/min bij 10 bar.<br />

Het stortz-aansluitstuk heeft een nokafstand van 81 mm<br />

• Alle pers-, vul- en zuigaansluitingen zitten op maximaal 1.50<br />

meter hoogte vanaf maaiveldhoogte. De aangekoppelde<br />

slang moet in een vloeiende lijn binnen 1.50 meter vanaf<br />

achterzijde voertuig het grondoppervlak raken. (Referentie<br />

prEN 1846-3; 5.1.2.3)<br />

Alle pers-, vul- en zuigaansluitingen zitten op<br />

maximaal 1.30 meter vanaf maaiveldhoogte.<br />

• Mobilofoonverkeer is voor alle inzittenden in het<br />

bestuurdersgedeelte en de manschappencabine, ook tijdens<br />

het rijden, goed verstaanbaar en te volgen.<br />

In de chauffeurs/manschappen cabine moeten 4<br />

luidsprekers worden ingebouwd t.b.v.<br />

mobilofooninstallatie.<br />

In de pompbedienruimte is het mogelijk om aan het<br />

mobilifoonverkeer deel te nemen tevens is er een<br />

uitschakelbare speaker gemonteerd.<br />

TEA.42 Extra eis De tankautospuit is voorzien van minimaal één trekoog<br />

aan de voorzijde.<br />

TEA.43 Extra eis Het voertuig is aan de achterzijde voorzien van een<br />

opstap t.b.v. de bereikbaarheid van het materieel in de<br />

pompruimte.<br />

TEA.44 Extra eis De tankautospuit is voorzien van een dynamo 220 V/<br />

4000 W plus minimaal 2 wandcontactdozen.<br />

versie 1 september 2005<br />

aanv. 4x2 : 8 van 9


versie 1 september 2005<br />

<strong>Bijlage</strong> 4b<br />

<strong>Aanvullende</strong> eisen tankautospuit 4x2<br />

TEA.45 TE.10 • De bodemvrijheid onder de assen (h) bedraagt minimaal 150<br />

mm. (Referentie EN 1846—2; 5.2.1.1; tabel 6)<br />

Aanvulling: De bodemvrijheid onder de assen (h) bedraagt minimaal<br />

250 mm.<br />

TEA.46 TE.81 Type Martin Horner(type 2297) of gelijkwaardig<br />

TEA.47 TE.130<br />

Aanvulling:<br />

• Het voertuig moet kunnen worden voorzien van<br />

communicatie- en/of navigatie-apparatuur. Toelichting: in de<br />

bijlage <strong>04b</strong> wordt aangegeven door wie en welke<br />

communicatie-apparatuur wordt aangebracht.<br />

De mobilofoon, portofoon, telefoon en<br />

navigatiesysteem worden aangeleverd door de<br />

opdrachtgever en door de opdrachtnemer<br />

ingebouwd.<br />

De door de opdrachtgever aangeleverde complete<br />

mobilofooninstallatie is ingebouwd in het voertuig en<br />

gereed voor gebruik.<br />

De plaatsing van de mobilofoon veroorzaakt geen<br />

letsel bij de inzittenden in geval van een aanrijding.<br />

De mobilofoon in de cabine moeten kunnen worden<br />

bediend door de voertuigbestuurder en de bijrijder.<br />

De mobilofooninstallatie is uitgerust met een claxonoproep.<br />

Indien de mobilofoon in het plafond wordt<br />

weggebouwd is separaat op het dashboard, binnen<br />

handbereik van de bestuurder en de bijrijder, de<br />

microfoon inclusief de spreeksleutel gemonteerd.<br />

De mobilofooninstallatie is zodanig ingebouwd dat<br />

een optimale werking wordt verkregen.<br />

TEA.48 Extra eis: Het brandweertechnische gedeelte is voorzien van drie<br />

kantellades en drie schuiflades.<br />

TEA.49 TE.47<br />

Aanvulling:<br />

• Bij de offerte dient een situatieschets meegeleverd te<br />

worden. De afmetingen worden aangegeven in<br />

mm.(referentie EN 1846-2; 5.2.2.2.2, figuur 10)<br />

De indeling van de manschappencabine dient<br />

arbotechnisch verantwoord te zijn.<br />

TEA.50 Extra eis: Een geautoriseerd persoon van de chassisleverancier<br />

controleert en verklaart dat het voertuig conform de<br />

opbouwrichtlijnen van de chassisleverancier is opgebouwd.<br />

aanv. 4x2 : 9 van 9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!