14.09.2013 Views

Aanvraag tot machtiging voor aanwending van het Rijksregister met ...

Aanvraag tot machtiging voor aanwending van het Rijksregister met ...

Aanvraag tot machtiging voor aanwending van het Rijksregister met ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Sectoraal comité <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong><br />

Beraadslaging RR nr 44/2013 <strong>van</strong> 8 mei 2013<br />

Betreft: <strong>Aanvraag</strong> <strong>tot</strong> <strong>machtiging</strong> <strong>voor</strong> <strong>aanwending</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong> <strong>met</strong> <strong>het</strong> oog op de<br />

organisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebruikers- en toegangsbeheer <strong>voor</strong> de verscheidene toepassingen beheerd door<br />

<strong>het</strong> Ministerie <strong>van</strong> <strong>het</strong> Brussels Hoofdstedelijk Gewest (RN-MA-2013-014)<br />

Het Sectoraal comité <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong>, (hierna "<strong>het</strong> Comité");<br />

Gelet op de wet <strong>van</strong> 8 augustus 1983 <strong>tot</strong> regeling <strong>van</strong> een <strong>Rijksregister</strong> <strong>van</strong> de natuurlijke personen<br />

(hierna "WRR");<br />

Gelet op de wet <strong>van</strong> 8 december 1992 <strong>tot</strong> bescherming <strong>van</strong> de persoonlijke levenssfeer ten opzichte<br />

<strong>van</strong> de verwerking <strong>van</strong> persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;<br />

Gelet op <strong>het</strong> koninklijk besluit <strong>van</strong> 17 december 2003 <strong>tot</strong> vaststelling <strong>van</strong> de nadere regels <strong>met</strong><br />

betrekking <strong>tot</strong> de samenstelling en de werking <strong>van</strong> bepaalde Sectorale comités opgericht binnen de<br />

Commissie <strong>voor</strong> de bescherming <strong>van</strong> de persoonlijke levenssfeer;<br />

Gelet op de aanvraag <strong>van</strong> <strong>het</strong> Ministerie <strong>van</strong> <strong>het</strong> Brussels Hoofdstedelijk Gewest ont<strong>van</strong>gen op<br />

01/02/2013;<br />

Gelet op de bijkomende informatie ont<strong>van</strong>gen op 01/03/13;<br />

Gelet op de aanvraag <strong>van</strong> <strong>het</strong> technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst<br />

Binnenlandse Zaken op 12/03/2013;<br />

1/10


Beraadslaging RR 44 /2013 - 2/10<br />

Gelet op de beslissing <strong>van</strong> <strong>het</strong> Comité op 17/04/2013 om de behandeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> dossier op te<br />

schorten <strong>tot</strong> de volgende zitting zodat kan worden nagegaan in hoeverre de beslissing die <strong>het</strong><br />

Comité nam in <strong>het</strong> dossier RN-MA-2012-291 naar dit dossier moet worden doorgetrokken;<br />

Gelet op <strong>het</strong> verslag <strong>van</strong> de Voorzitter;<br />

Beslist op 8 mei 2013, na beraadslaging, als volgt:<br />

I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG<br />

1. De aanvraag strekt ertoe om <strong>het</strong> Ministerie <strong>van</strong> <strong>het</strong> Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hierna<br />

de aanvrager, te machtigen om:<br />

toegang te verkrijgen <strong>tot</strong> de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, WRR (<strong>met</strong><br />

uitzondering <strong>van</strong> de gegevens onder 7° 1 en 11° 2 die niet worden gevraagd);<br />

<strong>het</strong> identificatienummer <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong> te gebruiken;<br />

<strong>met</strong> <strong>het</strong> oog op de organisatie en uitbouw <strong>van</strong> een toegangs- en gebruikersbeheer ten behoeve <strong>van</strong><br />

de directies en besturen die deel uitmaken <strong>van</strong> de aanvrager.<br />

II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG<br />

A. TOEPASSELIJKE WETGEVING<br />

A.1. Wet <strong>van</strong> 8 augustus 1983 (WRR)<br />

2. De aanvrager 3 dient een aanvraag <strong>tot</strong> <strong>machtiging</strong> in <strong>voor</strong> de toegang <strong>tot</strong> de gegevens <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong> en <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong>nummer in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> een efficiënt<br />

1 Het gegeven ‘beroep’.<br />

2 Het gegeven “de administratieve toestand <strong>van</strong> de in artikel 2, eerste lid, 3°, bedoelde personen”.<br />

3 Weliswaar hebben verschillende besturen <strong>van</strong> de aanvrager in <strong>het</strong> verleden, elk afzonderlijk, reeds <strong>machtiging</strong>en gekregen<br />

<strong>voor</strong> toegang <strong>tot</strong> <strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong> en/of om <strong>het</strong> identificatienummer <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong> te gebruiken. De <strong>machtiging</strong>en,<br />

verleend aan afzonderlijke directies, hebben betrekking op specifieke doelstellingen, die telkens in de <strong>machtiging</strong>en worden<br />

vermeld. Het gaat onder meer over Bestuur Economie en Werkgelegenheid, Directie Werkgelegenheidsbeleid (beraadslaging<br />

RR nr. 56/2009 <strong>van</strong> 9 september 2009), Bestuur Economie en Werkgelegenheid, Sociale inspectie (beraadslaging RR nr.<br />

014/2004 <strong>van</strong> 26 april 2004), Bestuur Economie en Werkgelegenheid, Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie (beraadslaging<br />

RR nr. 66/2012 <strong>van</strong> 5 september 2012), Bestuur Plaatselijke Besturen, Algemene directie (beraadslaging RR nr. 09/2006 <strong>van</strong><br />

3 mei 2006), Bestuur Ruimtelijke ordening en Huisvesting, Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie (beraadslaging RR nr.<br />

06/2012 <strong>van</strong> 11 januari 2012), Bestuur Uitrusting en Vervoer, Directie Taxi's en Bijzondere Vormen <strong>van</strong> Geregeld Vervoer<br />

(beraadslaging RR nr. 27/2006 <strong>van</strong> 18 oktober 2006).<br />

.<br />

.<br />

.


Beraadslaging RR 44 /2013 - 3/10<br />

en veilig gebruikers- en toegangsbeheer <strong>voor</strong> de verschillende toepassingen en gegevens die<br />

<strong>het</strong> beheert ten behoeve <strong>van</strong> zijn directies en besturen.<br />

3. Overeenkomstig artikel 5, eerste lid, 1°, WRR en artikel 8 WRR wordt de <strong>machtiging</strong> om<br />

toegang te bekomen <strong>tot</strong> of mededeling te bekomen <strong>van</strong> de informatiegegevens <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>Rijksregister</strong> en om <strong>het</strong> identificatienummer er<strong>van</strong> te gebruiken door <strong>het</strong> Comité verleend<br />

aan de Belgische openbare overheden <strong>voor</strong> de informatiegegevens die zij gemachtigd zijn te<br />

kennen uit hoofde <strong>van</strong> een wet, een decreet of een ordonnantie.<br />

4. De aanvrager vervult taken <strong>van</strong> openbaar belang die <strong>voor</strong>tvloeien uit de bevoegdheden die<br />

ingevolge de Bijzondere Wet aan <strong>het</strong> Hoofdstedelijk Gewest zijn toegekend en komt dus op<br />

grond <strong>van</strong> artikel 5, eerste lid, 1° en artikel 8 <strong>van</strong> de WRR in aanmerking om toegang te<br />

krijgen <strong>tot</strong> de gegevens <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong> en om <strong>het</strong> identificatienummer <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>Rijksregister</strong> te gebruiken.<br />

A.2. Wet <strong>van</strong> 8 december 1992 (WVP)<br />

5. Op grond <strong>van</strong> artikel 4 WVP vormen de informatiegegevens en <strong>het</strong> identificatienummer <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong> persoonsgegevens, waar<strong>van</strong> de verwerking slechts is toegelaten <strong>voor</strong><br />

welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. Persoonsgegevens<br />

dienen bovendien toereikend, ter zake dienend en niet overmatig te zijn, uitgaande <strong>van</strong> de<br />

doeleinden waar<strong>voor</strong> zij worden verwerkt.<br />

B. FINALITEITEN<br />

6. De aanvrager wenst toegang <strong>tot</strong> de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, WRR<br />

(behoudens de gegevens onder 7° en 11°) en gebruik <strong>van</strong> <strong>het</strong> identificatienummer vermeld<br />

in artikel 8 WRR <strong>met</strong> <strong>het</strong> oog op <strong>het</strong> aanbieden <strong>van</strong> een gecoördineerd gebruikers- en<br />

toegangsbeheer aan zijn directies en besturen <strong>met</strong> <strong>het</strong> oog op de elektronische diensten die<br />

door deze laatsten worden aangeboden.<br />

7. De aanvraag moet gesitueerd worden tegen <strong>het</strong> licht <strong>van</strong> de door de regering <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

Brussels Hoofdstedelijk Gewest verleende goedkeuring aan een ontwerp <strong>van</strong> ordonnantie<br />

betreffende de elektronische communicatie in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de betrekkingen <strong>met</strong> de<br />

overheden <strong>van</strong> <strong>het</strong> Brussels Hoofdstedelijk Gewest.<br />

8. Aanvrager volgt de aanbeveling nr. 01/2008 <strong>van</strong> 24 september 2008 <strong>van</strong> de Commissie, die<br />

stelt dat een systeem <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gebruikers- en toegangsbeheer in de overheidssector best


Beraadslaging RR 44 /2013 - 4/10<br />

wordt uitgebouwd volgens <strong>het</strong> principe <strong>van</strong> de "cirkels <strong>van</strong> vertrouwen". Dit houdt in dat<br />

tussen de bij elektronische dienstverlening betrokken instanties duidelijke afspraken worden<br />

gemaakt.<br />

9. Daarbij heeft de aanvrager in <strong>het</strong> bijzonder aandacht <strong>voor</strong> de aanbeveling <strong>van</strong> de Commissie<br />

waarin wordt beklemtoond dat een goede registratie <strong>van</strong> de identiteit, de rele<strong>van</strong>te<br />

kenmerken en de rele<strong>van</strong>te mandaten cruciaal is bij <strong>het</strong> uitbouwen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

gebruikersbeheer.<br />

10. Aanvrager wil gevolg geven aan <strong>het</strong> oordeel <strong>van</strong> de Commissie dat de elektronische<br />

authenticatie <strong>van</strong> de identiteit bij <strong>voor</strong>keur moet gebeuren aan de hand <strong>van</strong> de elektronische<br />

identiteitskaart (EID) daar zij de meeste garanties biedt.<br />

11. Kortom, <strong>met</strong> <strong>het</strong> oog op de organisatie <strong>van</strong> een performant toegangs- en gebruikersbeheer,<br />

dat enerzijds moet waarborgen dat alleen behoorlijk geïdentificeerde personen toegang<br />

krijgen en anderzijds moet waarborgen dat de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de toegang <strong>van</strong> deze laatsten<br />

wordt beperkt in functie <strong>van</strong> hun hoedanigheid, wenst de aanvrager over een toegang te<br />

beschikken <strong>tot</strong> de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, WRR (<strong>met</strong><br />

uitzondering <strong>van</strong> de gegevens onder 7° en 11°) en <strong>het</strong> identificatienummer er<strong>van</strong> te<br />

gebruiken.<br />

12. Het Comité is <strong>van</strong> oordeel dat de hierboven vermelde en nagestreefde doeleinden<br />

welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd zijn in de zin <strong>van</strong> artikel 4, § 1, 2°,<br />

WVP en artikel 5, tweede lid, WRR.<br />

C. PROPORTIONALITEIT<br />

C.1. Ten overstaan <strong>van</strong> de gegevens<br />

13. Elk gevraagd gegeven wordt door de aanvrager gemotiveerd op zijn rele<strong>van</strong>tie <strong>voor</strong> de<br />

inrichting <strong>van</strong> een efficiënt gebruikers- en toegangsbeheer ten behoeve <strong>van</strong> zijn besturen en<br />

directies.<br />

14. Aanvrager stelt dat <strong>het</strong> essentieel is <strong>voor</strong> de goede werking <strong>van</strong> een systeem <strong>voor</strong><br />

gebruikers- en toegangsbeheer dat de gebruikers correct geïdentificeerd worden. Dit<br />

betekent dat misverstanden die kunnen ontstaan n.a.v. homonymie en foutieve schrijfwijzen<br />

moeten uitgesloten worden teneinde de verdere stappen <strong>van</strong> authentificatie en autorisatie<br />

niet te hypothekeren. Aan de hand <strong>van</strong> <strong>het</strong> identificatienummer <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong> (zie


Beraadslaging RR 44 /2013 - 5/10<br />

meer onder punt C.2.), dat een uniek nummer is, kan een persoon in combinatie <strong>met</strong> zijn<br />

naam, geboortedatum en adres zonder enige marge <strong>van</strong> vergissing geïdentificeerd worden.<br />

Het verlenen <strong>van</strong> een toegang <strong>tot</strong> een toepassing evenals <strong>het</strong> bepalen <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong><br />

de toegang en de verrichtingen die de betrokkene kan stellen, is echter niet alleen<br />

afhankelijk <strong>van</strong> <strong>het</strong> feit de betrokkenen eenduidig te identificeren en te authentificeren.<br />

Doorslaggevend zijn vaak de zogenaamde kenmerken <strong>van</strong> de betrokkenen. Deze kenmerken<br />

zijn zeer uiteenlopend en variëren al naargelang <strong>het</strong> doeleinde waar<strong>voor</strong> een toegang wordt<br />

gevraagd. Rekening houdend <strong>met</strong> de doelgroep <strong>voor</strong> wie de aanvrager zijn toepassing lAM<br />

(identity and accessmanagement) <strong>met</strong> <strong>het</strong> oog op toegangs- en gebruikersbeheer ter<br />

beschikking stelt en <strong>met</strong> de waaier aan doeleinden die deze, rekening houdend o.a. <strong>met</strong> zijn<br />

reglementaire opdrachten nastreeft, is <strong>het</strong> mogelijk dat dit gegeven een kenmerk vormt dat<br />

bepalend is <strong>voor</strong> <strong>het</strong> verlenen <strong>van</strong> een toegang en <strong>het</strong> vaststellen <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g er<strong>van</strong>. De<br />

controle <strong>van</strong> dit kenmerk geschiedt daar waar mogelijk best aan de hand <strong>van</strong> authentieke<br />

gegevensbanken. Het is in <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> de gebruiker dat niemand anders zich kan<br />

<strong>voor</strong>doen als de gebruiker en derhalve toegang krijgt <strong>tot</strong> diensten en informatie die niet <strong>voor</strong><br />

hem bestemd zijn.<br />

15. Het Comité besluit dat de toegang <strong>tot</strong> de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid,<br />

WRR (behoudens de gegevens onder 7° en 11°) in <strong>het</strong> licht <strong>van</strong> de opgegeven doeleinden in<br />

overeenstemming is <strong>met</strong> artikel 4, § 1, 3°, WVP.<br />

C.2. Ten overstaan <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>het</strong> identificatienummer<br />

16. Het gebruik <strong>van</strong> <strong>het</strong> identificatienummer wordt door de aanvrager gemotiveerd op zijn<br />

rele<strong>van</strong>tie <strong>voor</strong> de inrichting <strong>van</strong> een efficiënt gebruikers- en toegangsbeheer ten behoeve<br />

<strong>van</strong> zijn besturen en directies.<br />

17. De elektronische identificatie, authenticatie en autorisatie moeten gebeuren op een<br />

beveiligde en zekere manier. De aanvrager moet zeker zijn <strong>van</strong> de identiteit <strong>van</strong> de persoon<br />

die een web-toepassing of web-service wenst te gebruiken omdat langs deze kanalen<br />

enerzijds toegang wordt verleend <strong>tot</strong> een aantal persoonsgegevens en anderzijds<br />

handelingen kunnen worden gesteld.<br />

18. Aan de hand <strong>van</strong> <strong>het</strong> unieke identificatienummer <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong> kan een persoon<br />

precies geïdentificeerd worden en kunnen tevens alle raadplegingen en handelingen worden<br />

getraceerd.


Beraadslaging RR 44 /2013 - 6/10<br />

19. Het Comité besluit dat <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>het</strong> identificatienummer in <strong>het</strong> licht <strong>van</strong> de<br />

opgegeven doeleinden in overeenstemming is <strong>met</strong> artikel 4, § 1, 3°, WVP.<br />

C.3. Ten opzichte <strong>van</strong> de duur waar<strong>voor</strong> toegang en gebruik gevraagd wordt<br />

20. Het gebruik wordt <strong>voor</strong> onbepaalde duur gevraagd, gelet op <strong>het</strong> feit dat de identificatie en<br />

authentificatie een essentieel onderdeel blijven <strong>van</strong> <strong>het</strong> e-government, als een<br />

toekomstgericht project dat op termijn in belangrijke en blijvende mate de contacten tussen<br />

de overheid (de aanvrager) en de burger zal beïnvloeden.<br />

21. Het Comité stelt vast dat in <strong>het</strong> licht hier<strong>van</strong> een <strong>machtiging</strong> <strong>voor</strong> onbepaalde duur gepast is<br />

(artikel 4, § 1, 3° WVP).<br />

C.4. Ten opzichte <strong>van</strong> de frequentie waar<strong>voor</strong> toegang en gebruik gevraagd wordt<br />

22. Er wordt een permanente toegang/gebruik gevraagd. Telkens wanneer een persoon te<br />

kennen geeft dat hij een gebruikersnummer wenst <strong>met</strong> <strong>het</strong> oog op <strong>het</strong> gebruiken <strong>van</strong> de<br />

elektronische dienstverlening, zullen diens identiteitsgegevens moeten gecontroleerd<br />

worden. Dit leidt <strong>tot</strong> een quasi dagelijkse stroom <strong>van</strong> gegevens die moeten gecontroleerd<br />

worden.<br />

23. Het Comité stelt vast dat in <strong>het</strong> licht hier<strong>van</strong> een permanente toegang/gebruik gepast is<br />

(artikel 4, § 1, 3° WVP).<br />

C.5. Ten opzichte <strong>van</strong> de bewaringstermijn<br />

24. Uit de door de aanvrager meegedeelde informatie blijkt dat de gegevens <strong>van</strong> de gebruikers<br />

worden bewaard zolang dat nodig is <strong>voor</strong> de identificatie en de authentificatie <strong>met</strong> <strong>het</strong> oog<br />

op e-government. Er kan dus volgens de aanvrager geen concrete tijdspanne als<br />

bewaartermijn opgegeven worden. Wel stelt de aanvrager dat de gegevens verwijderd<br />

worden wanneer een gebruiker zich uitschrijft.<br />

25. De aanvrager bewaart de gegevens <strong>van</strong> de betrokkenen dus enkel zolang de doeleinden<br />

waar<strong>voor</strong> de toegang/<strong>het</strong> gebruik werden gevraagd dit vereisen.<br />

26. In de mate dat de aanvrager dit laatste in acht neemt, handelt hij in overeenstemming <strong>met</strong><br />

artikel 4, § 1, 5°, WVP.


C.6. Intern gebruik en/of mededeling aan derden<br />

Beraadslaging RR 44 /2013 - 7/10<br />

27. Uit de door de aanvrager meegedeelde informatie blijkt dat de gegevens, <strong>met</strong> inbegrip <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> identificatienummer, uitsluitend intern zullen gebruikt worden <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gebruikers- en<br />

toegangsbeheer zoals hoger omschreven.<br />

28. Het Comité neemt hier<strong>van</strong> akte en vestigt de aandacht op wat hierna onder punt C.7. wordt<br />

vermeld m.b.t. mededeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> identificatienummer aan derden.<br />

C.7. Netwerkverbindingen<br />

29. In de aanvraag wordt gesteld dat <strong>het</strong> identificatienummer uitsluitend zal gebruikt worden ter<br />

verificatie <strong>van</strong> de identiteit. Het resultaat daar<strong>van</strong> wordt ter beschikking gesteld <strong>van</strong> de<br />

instantie die de dienst <strong>voor</strong> gebruikersbeheer gebruikt. Dit betekent dat er geen<br />

netwerkverbindingen <strong>tot</strong> stand komen waardoor gegevens <strong>van</strong> verschillende instanties<br />

gekoppeld worden op basis <strong>van</strong> dit nummer.<br />

30. Het Comité neemt hier akte <strong>van</strong> en vestigt er volledigheidshalve de aandacht op dat:<br />

indien er later netwerkverbindingen mochten <strong>tot</strong> stand komen, de aanvrager <strong>het</strong> Comité<br />

daar<strong>van</strong> <strong>voor</strong>afgaandelijk op de hoogte moet brengen;<br />

<strong>het</strong> identificatienummer <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong> slechts gebruikt kan worden in relaties <strong>met</strong><br />

derden <strong>voor</strong> zover <strong>het</strong> kadert in de doeleinden <strong>met</strong> <strong>het</strong> oog op dewelke zij eveneens<br />

gemachtigd werden om dit nummer te gebruiken.<br />

D. UITBOUW GEBRUIKERS- EN TOEGANGSBEHEERSYSTEEM<br />

31. Uit de aanvraag blijkt dat <strong>het</strong> gebruikers- en toegangsbeheer dat door de aanvrager wordt<br />

opgezet zowel elektronische verrichtingen door ambtenaren <strong>van</strong> andere Belgische overheden<br />

viseert evenals deze <strong>van</strong> particulieren en bedrijven.<br />

32. Het Comité stelt vast dat er in e-government toepassingen in grote lijnen op twee manieren<br />

omgegaan wordt <strong>met</strong> gebruikers uit de privésector.<br />

33. Enerzijds zijn er systemen die rechtstreeks een account aanmaken <strong>voor</strong> een bepaalde<br />

persoon binnen een onderneming om toegang te krijgen <strong>tot</strong> de toepassing, al dan niet <strong>met</strong><br />

initiële controle of de betrokkene wel degelijk hiertoe bevoegd is. Voor de hand liggend


Beraadslaging RR 44 /2013 - 8/10<br />

nadeel <strong>van</strong> dit systeem is dat <strong>het</strong> <strong>voor</strong> een onderneming moeilijk is <strong>het</strong> overzicht te<br />

behouden en dat wijzigingen in personeelsbestand of in takenverdeling de nodige opvolging<br />

moet krijgen, mogelijks in een veelheid <strong>van</strong> externe toepassingen.<br />

34. Anderzijds zijn er systemen waarbij de verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> toegang <strong>tot</strong> meerdere e-<br />

government toepassingen finaal bij één enkele persoon binnen de onderneming rust. Deze<br />

persoon kan dan door delegatie <strong>van</strong> bevoegdheid er<strong>voor</strong> zorgen dat de juiste persoon<br />

binnen de onderneming toegang krijgt <strong>tot</strong> welbepaalde e-government toepassingen. Een<br />

wijziging in personeel of een verschuiving <strong>van</strong> taken kan en moet dan ook door deze<br />

verantwoordelijke persoon opgevolgd worden. Externe toepassingen kunnen automatisch<br />

gevolgen koppelen aan de doorgevoerde wijzigingen.<br />

35. Dit laatste systeem is nota bene in gebruik in <strong>het</strong> domein <strong>van</strong> de sociale zekerheid, de<br />

vennootschapsbelastingen en in <strong>het</strong> e-health platform. Voormelde domeinen doen beroep op<br />

een databank waarin <strong>voor</strong> elke deelnemende onderneming een ‘verantwoordelijke toegang<br />

entiteit’ (VTE) geregistreerd wordt. Hiertoe wordt in de KBO eerst nagegaan wie als<br />

wettelijke vertegenwoordiger <strong>van</strong> een onderneming mag optreden, <strong>het</strong> is deze persoon die<br />

een VTE aanduidt. Deze VTE kan volgens bepaalde regels taken en bevoegdheden toewijzen<br />

aan personen naargelang de behoefte binnen de organisatie.<br />

36. Het Comité is <strong>van</strong> oordeel dat deze VTE databank beantwoordt aan de functionele definitie<br />

<strong>van</strong> een authentiek bron. De beheerder <strong>van</strong> de VTE databank valideert dit gegeven en biedt<br />

specifieke garanties ten aanzien <strong>van</strong> de juistheid, de volledigheid en de beschikbaarheid <strong>van</strong><br />

dit gegeven. Het gegeven VTE wordt éénmalig geregistreerd en is vervolgens bruikbaar <strong>voor</strong><br />

verschillende overheden.<br />

37. Het Comité meent dat <strong>het</strong> inschakelen <strong>van</strong> de VTE <strong>van</strong> ondernemingen, en desgevallend <strong>van</strong><br />

andere entiteiten, de norm moet worden in gebruikers- en toegangsbeheer <strong>voor</strong> e-<br />

government toepassingen om <strong>het</strong> risico op onrechtmatige toegang <strong>tot</strong> gegevens te<br />

beperken.<br />

38. Het Comité beslist daarom, net zoals dat in de beraadslaging RR nr. 29/2013 <strong>van</strong> 17 april<br />

2013 <strong>het</strong> geval was, de huidige <strong>machtiging</strong> toe te kennen op <strong>voor</strong>waarde dat de VTE<br />

databank in <strong>het</strong> gebruikers- en toegangssysteem <strong>van</strong> de aanvrager ingepast wordt.


E. BEVEILIGING<br />

E.1. Consulent inzake informatiebeveiliging<br />

Beraadslaging RR 44 /2013 - 9/10<br />

39. Er werd door de aanvrager informatie meegedeeld over de identiteit <strong>van</strong> de consulent inzake<br />

informatiebeveiliging.<br />

E.2. Informatiebeveiligingsbeleid<br />

40. Uit de door de aanvrager meegedeelde stukken blijkt dat hij over een beveiligingsbeleid<br />

beschikt evenals over een plan in toepassing er<strong>van</strong>.<br />

41. Het Comité heeft er akte <strong>van</strong> genomen.<br />

E.3. Personen die <strong>het</strong> identificatienummer <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong> mogen gebruiken en<br />

lijst <strong>van</strong> deze personen<br />

42. De personen die instaan <strong>voor</strong> <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> de aangeboden overheidsapplicaties zullen<br />

toegang hebben <strong>tot</strong> <strong>het</strong> identificatienummer <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong> omdat <strong>het</strong> door de<br />

applicatie wordt gebruikt <strong>met</strong> <strong>het</strong> oog op identificatie en authentificatie.<br />

43. Er zal, in toepassing <strong>van</strong> artikel 12 WRR, een lijst <strong>van</strong> deze personen worden opgesteld die<br />

<strong>voor</strong>tdurend wordt bijgewerkt. Deze lijst zal ter beschikking worden gehouden <strong>van</strong> de<br />

Commissie, aldus de aanvrager, al wijst <strong>het</strong> Comité erop dat deze lijst ten aanzien <strong>van</strong> haar<br />

ter beschikking moet worden gehouden.<br />

44. De betrokken personen zullen daarenboven een schriftelijke verklaring ondertekenen waarin<br />

zij zich ertoe verbinden de veiligheid en <strong>het</strong> vertrouwelijk karakter <strong>van</strong> de<br />

informatiegegevens waartoe zij toegang krijgen, te bewaren. Deze vereisten gelden zowel<br />

<strong>voor</strong> de personeelsleden <strong>van</strong> de aanvrager als <strong>voor</strong> de personeelsleden <strong>van</strong> de besturen en<br />

directies die een beroep doen op <strong>het</strong> gebruikersbeheer <strong>van</strong> de aanvrager.<br />

OM DEZE REDENEN,<br />

<strong>het</strong> Comité<br />

1° machtigt <strong>het</strong> Ministerie <strong>van</strong> <strong>het</strong> Brussels Hoofdstedelijk Gewest onder de <strong>voor</strong>waarden bepaald<br />

in deze beraadslaging en <strong>met</strong> <strong>het</strong> oog op <strong>het</strong> doeleinde vermeld in punt B om <strong>voor</strong> onbepaalde duur


Beraadslaging RR 44 /2013 - 10/10<br />

toegang te verkrijgen <strong>tot</strong> de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, WRR (behoudens de<br />

gegevens onder 7° en 11°) en <strong>het</strong> identificatienummer <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Rijksregister</strong> te gebruiken;<br />

2° bepaalt dat indien op een later tijdstip een wijziging wordt aangebracht aan de organisatie <strong>van</strong><br />

de informatiebeveiliging die een impact kan hebben op de antwoorden die <strong>met</strong> <strong>het</strong><br />

veiligheidsformulier aan <strong>het</strong> Comité werden verstrekt (aanstelling <strong>van</strong> een consulent inzake<br />

informatiebeveiliging en antwoorden op de vragen m.b.t. de organisatie <strong>van</strong> de veiligheid), <strong>het</strong><br />

Ministerie <strong>van</strong> <strong>het</strong> Brussels Hoofdstedelijk Gewest een nieuwe vragenlijst i.v.m. de stand <strong>van</strong> de<br />

informatiebeveiliging naar waarheid moet invullen en aan <strong>het</strong> Comité moet bezorgen. Het Comité<br />

meldt de ont<strong>van</strong>gst er<strong>van</strong> en behoudt <strong>het</strong> recht om daarop later eventueel te reageren;<br />

3° bepaalt dat wanneer <strong>het</strong> aan <strong>het</strong> Ministerie <strong>van</strong> <strong>het</strong> Brussels Hoofdstedelijk Gewest een<br />

vragenlijst <strong>met</strong> betrekking <strong>tot</strong> de informatiebeveiligingsstatus toestuurt, deze laatste deze lijst<br />

waarheidsgetrouw moet invullen en terugbezorgen aan <strong>het</strong> Comité. Het Comité zal de ont<strong>van</strong>gst<br />

bevestigen en behoudt zich <strong>het</strong> recht <strong>voor</strong> om, indien daartoe aanleiding bestaat, te reageren.<br />

De Wnd. Administrateur, De Voorzitter,<br />

(get.) Patrick Van Wouwe (get.) Mireille Salmon

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!