Vorige - Gemeente Horst aan de Maas
Vorige - Gemeente Horst aan de Maas
Vorige - Gemeente Horst aan de Maas
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Archeologische on<strong>de</strong>rzoek De Leeuwerik, Meerlo ArcheoPro Rapport, 11027, Pagina 9<br />
2.2 Geo(morfo)logie, aardkun<strong>de</strong> en bo<strong>de</strong>m<br />
Meerlo ligt op circa twee kilometer ten westen van <strong>de</strong> <strong>Maas</strong>. Het plangebied ligt op een<br />
dalvlakteterras. Volgens <strong>de</strong> geologische kaart zijn binnen het plangebied rivierafzettingen<br />
<strong>aan</strong>wezig die behoren tot <strong>de</strong> Formatie van Beeg<strong>de</strong>n. Deze <strong>Maas</strong>afzettingen best<strong>aan</strong> uit<br />
metersdikke pakketten van grof zand en grind. De oudste afzettingen hiervan dateren uit het<br />
Plioceen (5,3 - 2,6 miljoen jaar gele<strong>de</strong>n), <strong>de</strong> recentste uit het Holoceen (circa 11.750 BP -<br />
he<strong>de</strong>n).<br />
Aan het ein<strong>de</strong> van het Weichseliën, met name in het Laat Pleniglaciaal (circa 29.000 - 15.700<br />
BP) en <strong>de</strong> Jonge Dryas (circa 12.745 - 11.755 BP) heerste er een poolklimaat in Ne<strong>de</strong>rland.<br />
Hierdoor ontbrak vegetatie waardoor op grote schaal verstuiving kon optre<strong>de</strong>n. Vanuit het<br />
Noordzeebekken werd <strong>de</strong>kzand meegevoerd. Hierbij zijn veelal <strong>de</strong>kzan<strong>de</strong>n over <strong>de</strong><br />
rivierafzettingen (Formatie van Beeg<strong>de</strong>n) afgezet in <strong>de</strong> vorm van vlaktes, welvingen en<br />
ruggen. Dit zand is kalkloos, fijnkorrelig en goed afgerond. Tevens is het goed gesorteerd en<br />
arm <strong>aan</strong> grind. Deze afzettingen behoren tot het Laagpakket van Wier<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Formatie van<br />
Boxtel. (Berendsen 2004)<br />
In het Holoceen werd het klimaat warmer en werd het <strong>de</strong>kzand door <strong>de</strong> vegetatie vastgelegd.<br />
Volgens <strong>de</strong> geomorfologische kaart van Ne<strong>de</strong>rland ligt het plangebied op een dalvlakteterras<br />
(figuur 4, co<strong>de</strong> 4E9a). Ten westen van het plangebied geeft <strong>de</strong> geomorfologische kaart <strong>de</strong><br />
<strong>aan</strong>wezigheid <strong>aan</strong> van <strong>de</strong>kzandruggen. Het landschap wordt gedomineerd door ou<strong>de</strong><br />
<strong>Maas</strong>geulen van zowel het vlechtend rivierensysteem als van het latere mean<strong>de</strong>rend<br />
rivierensysteem. Ten oosten van Meerlo heeft <strong>de</strong> Molenbeek zich in een <strong>de</strong>rgelijke geul<br />
ingesne<strong>de</strong>n. Pal ten westen van het plangebied ligt <strong>de</strong> Bod<strong>de</strong>nbroekerloop. Op <strong>de</strong> uitsne<strong>de</strong> uit<br />
het Actueel Hoogtebestand Ne<strong>de</strong>rland (AHN, figuur 6) zijn zowel <strong>de</strong> <strong>de</strong>kzandruggen als <strong>de</strong><br />
ou<strong>de</strong> <strong>Maas</strong>geulen, goed herkenbaar.<br />
Op goed ontwater<strong>de</strong> <strong>de</strong>len van het <strong>de</strong>kzandlandschap zijn doorg<strong>aan</strong>s podzolbo<strong>de</strong>ms ontst<strong>aan</strong>.<br />
Podzolbo<strong>de</strong>ms wor<strong>de</strong>n doorg<strong>aan</strong>s gekenmerkt door een uitspoelingslaag (E-horizont) met<br />
daaron<strong>de</strong>r een inspoelingslaag (B-horizont). De B-horizont gaat veelal via een overgangslaag<br />
(<strong>de</strong> BC-horizont) over in het niet door bo<strong>de</strong>mvorming beïnvloe<strong>de</strong> zand (<strong>de</strong> C-horizont).<br />
Volgens <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mkaart van Ne<strong>de</strong>rland (figuur 5) ligt het plangebied in een gebied<br />
waarbinnen in lemig fijn zand, hoge bruine enkeerdgron<strong>de</strong>n zijn ontst<strong>aan</strong> (figuur 5, co<strong>de</strong><br />
bEZ23). De bruine enkeerdgron<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gekenmerkt door een tenminste 50 tot 80 cm<br />
dikke grijsbruine tot donkerbruine humeuze bovengrond (A-horizont). Deze dikke<br />
humushou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> toplaag is ontst<strong>aan</strong> vanaf <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen door het systeem van<br />
potstalbemesting waarbij plaggen wer<strong>de</strong>n gestoken die in <strong>de</strong> stallen wer<strong>de</strong>n gelegd om <strong>de</strong><br />
meststoffen van het vee op te nemen. Deze vruchtbare plaggen zijn vervolgens over <strong>de</strong> vel<strong>de</strong>n<br />
uitgespreid. Hierdoor is in <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r eeuwen een plaggen<strong>de</strong>k boven op <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />
bo<strong>de</strong>m ontst<strong>aan</strong>. Een an<strong>de</strong>re theorie is dat <strong>de</strong>ze dikke eerdgron<strong>de</strong>n geen opgebrachte <strong>de</strong>kken<br />
zijn als gevolg van potstalbemesting maar zijn ontst<strong>aan</strong> door intensieve bo<strong>de</strong>mbewerking<br />
(Jongmans en Mie<strong>de</strong>ma, 1986).<br />
Versie: 06-04-2011 www.ArcheoPro.nl