15.09.2013 Views

Journaal - Stichting ICD dragers Nederland

Journaal - Stichting ICD dragers Nederland

Journaal - Stichting ICD dragers Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>ICD</strong><br />

<strong>ICD</strong>-implantaties<br />

bij kinderen<br />

Ineke van Heusden:<br />

Vol verwachting klopte<br />

mijn hart<br />

Bewaking op afstand<br />

kan gemoedsrust bieden<br />

aan patiënten met recall<br />

<strong>ICD</strong>-draden<br />

Fieke Buijzert-de Visser:<br />

Ik wil gewoon Fieke zijn<br />

en niet Fieke met de<br />

hartziekte<br />

Het steunhart als<br />

permanente behandeling<br />

van chronisch hartfalen:<br />

een nieuw tijdperk<br />

is aangebroken >><br />

Editie 2011 - 13 april 2011 - ISSN 1572-5278 - www.stin.nl 2<br />

<strong>Journaal</strong><br />

steunhart


<strong>ICD</strong><br />

4 <strong>ICD</strong>-implantaties<br />

bij kinderen<br />

Grote verschillen met de implantaties<br />

bij volwassenen<br />

8 <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> aan het woord:<br />

Ineke van Heusden<br />

Vol verwachting klopte mijn hart<br />

12 Bewaking op afstand<br />

kan gemoedsrust bieden<br />

aan patiënten met recall<br />

<strong>ICD</strong>-draden<br />

Steeds meer <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> krijgen<br />

vertrouwen in remote care of<br />

telemonitoring<br />

16 Het zal je maar overkomen:<br />

Fieke Buijzert-de Visser<br />

Ik wil gewoon Fieke zijn en niet Fieke<br />

met de hartziekte<br />

23 Het steunhart als<br />

permanente behandeling<br />

van chronisch hartfalen:<br />

een nieuw tijdperk is<br />

aangebroken<br />

Patiënten zonder uitzicht op herstel<br />

hebben weer toekomst<br />

Cartoon: Eric Elich<br />

Fotografie en illustraties:<br />

St. Antonius Ziekenhuis, Dienst Communicatie LUMC,<br />

dr. A.D.J. ten Harkel, www.heartware.com, Esther Hereijgers<br />

fotografie Breda, Ineke van Heusden, Photodesign Kempes,<br />

Stephan Tuinenburg, Henk de Vries, Peter Zaadstra<br />

<strong>Journaal</strong> 2011, nummer 2, 13 april 2011<br />

en verder<br />

3 Voorwoord<br />

6 Jord en zijn <strong>ICD</strong>, 2e druk<br />

7 Toekomstscenario<br />

2 <strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

9 Op reis onder medische begeleiding<br />

10 Studie concludeert: In Amerika<br />

worden veel <strong>ICD</strong>’s onterecht<br />

geïmplanteerd<br />

11 Even voorstellen: Henk de Vries<br />

19 Toch maar goed dat we ons verhaal<br />

verteld hebben<br />

20 <strong>ICD</strong>-controle toen en nu (slot)<br />

21 De geneeskracht van warm contact<br />

22 Wat een <strong>ICD</strong> al niet kan veroorzaken!<br />

26 Kwaliteit van zorg in het ziekenhuis<br />

dankzij shadowing<br />

27 Donateurs tevreden over behandeling,<br />

maar ruimte voor verbetering<br />

28 Medische kaart voor op reis<br />

29 Cijfers en statistieken 2010<br />

30 Terzijde: Alles noteren, column<br />

31 Genen ontdekt die impulsen in het<br />

hart beïnvloeden<br />

32 Achter het stuur<br />

Bijdragen voor<br />

het volgende nummer<br />

uiterlijk 15 mei 2011 toezenden aan het redactieadres<br />

Louis Armstrongerf 24<br />

4614 XS Bergen op Zoom<br />

e-mail: redactie@stin.nl<br />

8<br />

12<br />

16<br />

23<br />

Foto voorpagina:<br />

steunhart, Dienst Communicatie<br />

LUMC<br />

Foto achterpagina:<br />

Hans Kokx Fotografie & Imaging


voor woord<br />

Wachttijden autorijden<br />

In de rubriek “Achter het stuur” elders in dit nummer kunt u<br />

lezen dat de directie van het CBR ons begin februari naar aanleiding<br />

van onze briefwisseling heeft toegezegd dat ze een speciaal<br />

team in het leven heeft geroepen met als doel de wachttijd voor<br />

de afgifte van een rijbewijs voor o.a. <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> drastisch te<br />

beperken. Mensen die mij kennen, weten dat ik mijn waardering<br />

over de samenwerking tussen de STIN en de medische afdeling<br />

van het CBR nooit onder stoelen of banken heb gestoken. Daar<br />

heb ik nu meer dan ooit reden voor. Sinds die tijd ontvangen<br />

wij namelijk de ene mail na de andere van <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> die ons<br />

dolgelukkig laten weten dat zij binnen een week na het opsturen<br />

van de aanvraag voor een nieuw rijbewijs, de papieren ontvangen<br />

hebben waarmee zij naar het gemeentehuis kunnen gaan.<br />

Donateursenquête implantatiecentra<br />

Bijna 1100 van de ongeveer 4000 donateurs (ruim 25%) vulden<br />

de enquête in die wij meestuurden met <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> 2010-4<br />

(oktober 2010). Daarin konden zij aangeven in hoeverre zij al of<br />

niet tevreden zijn over hun implantatiecentrum. Er is een aantal<br />

negatieve ervaringen doorgegeven maar al met al blijkt de overgrote<br />

meerderheid tevreden tot zeer tevreden te zijn over de<br />

behandeling in zijn of haar implantatiecentrum. Daarmee is niet<br />

alles gezegd. Verderop in dit nummer leest u de details.<br />

Registratie<br />

Optimale zorg kan volgens mij alleen gerealiseerd worden als<br />

hiervan een goede registratie wordt bijgehouden. Als STIN<br />

hebben wij ons daarom vanaf onze oprichting sterk gemaakt voor<br />

een centrale landelijke registratie van <strong>ICD</strong>-implantaties. Tot onze<br />

tevredenheid is daarvoor een paar jaar geleden een aparte organisatie<br />

opgericht, de NCDR (National Cardiovascular Data Registry).<br />

Maar nu bereiken mij berichten dat enkele ziekenhuizen<br />

zich onttrekken aan de wettelijke plicht hun gegevens landelijk<br />

te laten registreren. Zijn de besturen van de implantatiecentra<br />

vergeten dat hiervoor binnen het budget voor het implantatie<br />

van <strong>ICD</strong>’s een vergoeding wordt gegeven? Zijn deze berichten<br />

gegrond dan zullen wij mevrouw Schippers, de minister van<br />

VWS, hierop aanspreken. Zij verstrekt aan de ziekenhuizen de<br />

vergunningen voor het implanteren van <strong>ICD</strong>’s en zij dient erop<br />

toe te zien dat de voorwaarden die hiervoor gelden, o.a. het<br />

registreren van de verrichte implantaties, strikt worden nageleefd<br />

met als uiterste consequentie het intrekken van de vergunning<br />

als dit niet gebeurt. Zie ook het artikel Cijfers en statistieken 2010<br />

(bladzijde 29).<br />

Zorg inkopen<br />

Eén van mijn grootste ergernissen met betrekking tot het <strong>ICD</strong>gebeuren<br />

in <strong>Nederland</strong> is nog altijd het verstrekken van vergun-<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

Rinus Split, voorzitter<br />

ningen voor het implanteren van <strong>ICD</strong>’s aan ziekenhuizen door<br />

het ministerie van VWS. Vanaf januari 2009 heeft de STIN zowel<br />

het ministerie als de zorgverzekeraars consequent gewezen op<br />

de nadelige gevolgen daarvan en daarom elke keer opnieuw<br />

bezwaar aangetekend na de verstrekking van weer een vergunning.<br />

Lange tijd vergeefs weliswaar maar nu gloort er hoop. Ik<br />

doel op berichten dat zorgverzekeraars selectiever te werk gaan<br />

met het inkopen van zorg in ziekenhuizen en bepaalde medische<br />

verrichtingen alleen toestaan als een ziekenhuis voldoet aan een<br />

door de beroepsgroep vastgesteld minimum aantal ingrepen.<br />

Wellicht dat wij hen er nu ook van kunnen overtuigen dat er<br />

momenteel in <strong>Nederland</strong> te veel <strong>ICD</strong>-implantatiecentra zijn en<br />

dat een aantal beter zou kunnen kunnen sluiten of fuseren met<br />

een ander centrum.<br />

STIN en autorijden: niet alleen voor <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong>?<br />

“Ik wil code 101 aanvragen omdat ik ook beroepsmatig moet<br />

rijden. Maar in mijn geval heb ik epilepsie en is het formulier<br />

voor <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> bestemd. Ik ben door het CBR doorverwezen<br />

naar jullie, maar erg duidelijk is het niet voor mij. Ik hoop dat<br />

u mij kunt helpen.” Dit soort berichten bereiken ons de laatste<br />

tijd steeds meer, niet alleen van patiënten met epilepsie maar<br />

ook met andere aandoeningen zoals suikerziekte en hersenbeschadigingen.<br />

Enerzijds is het een compliment dat het CBR deze<br />

mijnheer naar ons verwijst en toont het aan dat wij als STIN<br />

onze zaakjes wat autorijden door <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> prima voor elkaar<br />

hebben maar het is minder leuk dat wij deze mensen teleur<br />

moeten stellen omdat wij niet op de hoogte zijn van de wettelijke<br />

regelingen die gelden voor deze groepen. Het wordt daarom<br />

volgens mij hoog tijd dat de patiëntenorganisaties die de belangen<br />

van deze patiënten behartigen zich net als de STIN eens<br />

serieus gaan verdiepen in deze materie want ook voor hun donateurs<br />

is volgens mij mobiliteit (autorijden) prioriteit nummer 1.<br />

Tot slot<br />

Zowel voor het rij- als het vaarbewijs breken spannende tijden<br />

aan. Ten aanzien van het Klein vaarbewijs heeft de Inspectie van<br />

Verkeer en Waterstaat ons toegezegd dat er wellicht nog voor<br />

het begin van het vaarseizoen verbeteringen in de voorwaarden<br />

zullen worden aangebracht, onder andere het terugbrengen van<br />

de wachttijd van 6 naar 2 maanden. Ook de commissie Schalij<br />

die de opdracht heeft, de bestaande regeling aan te passen aan<br />

de nieuwe Europese richtlijnen van juni 2009, verwacht deze<br />

zomer met een voorstel te komen. Uiteraard houden wij u als<br />

donateur via de pagina Actueel van onze website en het <strong>ICD</strong>-<br />

<strong>Journaal</strong> op de hoogte. n<br />

3


<strong>ICD</strong>-implantaties bij kinderen<br />

dr. A.D.J. ten Harkel en<br />

prof. dr. N.A. Blom,<br />

Leids Universitair<br />

Medisch Centrum,<br />

afdeling kindercardiologie<br />

Figuur1.<br />

Röntgenfoto van hart en<br />

longen van een 6-maanden<br />

oude zuigeling met<br />

een geïmplanteerde <strong>ICD</strong>.<br />

Duidelijk te zien is dat<br />

de <strong>ICD</strong> in de buik is geplaatst<br />

en de draden op<br />

het hart zijn bevestigd.<br />

Tevens is er links (op de<br />

afbeelding rechts) subcutaan<br />

(onder de huid)<br />

een patch ten behoeve<br />

van een eventuele shock<br />

geïmplanteerd.<br />

4 <strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

Het aantal kinderen met een <strong>ICD</strong> is aanmerkelijk kleiner dan het<br />

aantal volwassenen (ca 1% van het totaal) maar verschillende studies<br />

tonen aan dat ook bij kinderen een <strong>ICD</strong> levensreddend kan<br />

zijn en een plotse hartdood kan voorkomen.<br />

Inleiding<br />

Er zijn echter grote verschillen tussen kinderen en<br />

volwassenen. Ten eerste is er het verschil in grootte<br />

van de patiënt en zijn/haar bloedvaten, waardoor er<br />

technische hindernissen genomen moeten worden<br />

om bij een jong kind een <strong>ICD</strong> te implanteren. De<br />

plaatsing van een <strong>ICD</strong> zal bij volwassenen vrijwel<br />

altijd via een bloedvat gebeuren, waarbij de draad via<br />

het bloedvat in de rechterkamer of -ventrikel wordt<br />

geplaatst en de <strong>ICD</strong> zelf onder het sleutelbeen wordt<br />

ingebracht. Bij jonge kinderen zijn de bloedvaten te<br />

klein om een dikke <strong>ICD</strong>-draad in te brengen zonder<br />

risico op beschadiging van deze bloedvaten. Ook is<br />

de ruimte onder het sleutelbeen niet groot genoeg<br />

voor plaatsing van de <strong>ICD</strong>-kast zelf. Om deze redenen<br />

zijn verschillende alternatieven ontwikkeld om toch<br />

zonder extra risico een <strong>ICD</strong> bij een kind te kunnen<br />

implanteren. De <strong>ICD</strong> zelf wordt daarbij vaak onder<br />

de buikspieren in de buikholte geplaatst (figuur 1),<br />

zodat de <strong>ICD</strong> goed beschermd ligt. De <strong>ICD</strong>- of pacemakerdraden<br />

worden dan door de chirurg via een<br />

kleine snede direct onder het borstbeen op het hart<br />

zelf geplaatst. Veelal wordt daarbij de <strong>ICD</strong>-shockelektrode<br />

in de vorm van een patch of draad onder<br />

de huid ingebracht, aan de linkerkant van de borstholte.<br />

Inmiddels is er ook een <strong>ICD</strong>-systeem op de<br />

markt dat in zijn geheel onder de huid geplaatst kan<br />

worden. Hoewel dit systeem ook al bij kinderen is<br />

toegepast, is het vooralsnog slechts mogelijk vanaf<br />

een lichaamsgewicht van ca. 30 kg.<br />

Een groot verschil tussen kinderen en volwassenen<br />

is verder de onderliggende oorzaak van de ritmestoornissen.<br />

Bij volwassenen zijn dat vaak hartfalen<br />

of problemen ten gevolge van kransslagaderafwijkingen.<br />

Bij kinderen is er een grote diversiteit aan<br />

onderliggende oorzaken. Er zijn daarbij drie belangrijke<br />

subgroepen te herkennen.<br />

De eerste groep betreft kinderen die geopereerd zijn<br />

aan een aangeboren hartafwijking. Tengevolge daarvan<br />

kunnen zich ernstige ritmestoornissen ontwikkelen,<br />

hoewel deze vaak pas op de volwassen leeftijd<br />

tot uiting komen. De meest voorkomende aangeboren<br />

hartafwijking waarbij later een <strong>ICD</strong> geplaatst<br />

wordt, is de tetralogie van Fallot. Daarbij is sprake<br />

van een combinatie van een defect in het kamertussenschot,<br />

een verplaatsing van de lichaamsslagader<br />

naar rechts, een vernauwing van de<br />

longslagader(klep) en verdikking van de spierwand<br />

van de rechterhartkamer. Deze hartafwijking wordt<br />

vrijwel altijd op de zuigelingenleeftijd gecorrigeerd,<br />

maar een deel van de patiënten houdt een afwijkende<br />

rechterhartkamer, op latere leeftijd mogelijk<br />

resulterend in kamerritmestoornissen.<br />

De tweede groep patiënten betreft die met een<br />

cardiomyopathie (hartspierziekte). Veelal is dat een<br />

familiaire hypertrofische cardiomyopathie, waarbij de


spierwand ernstig verdikt is. Deze verdikking neemt in<br />

de loop der jaren toe en kan leiden tot ritmestoornissen.<br />

Bij een gedilateerde cardiomyopathie is het hart<br />

met name uitgezet en de functie ernstig verminderd.<br />

De derde groep kinderen zijn die met een erfelijke<br />

ritmestoornis zoals het Brugada- of het QT-syndroom.<br />

Daarbij is er iets mis met de elektrische prikkelgeleiding<br />

in het hart. Ogenschijnlijk ziet het hart er<br />

normaal uit, maar er is een verhoogde kans op ritmestoornissen,<br />

dikwijls tijdens inspanning en/of emotie.<br />

Vaak zijn ook bij deze groep al eerder in de familie<br />

patiënten bekend die last hadden van flauwvallen<br />

of die zijn overleden aan een plotselinge hartdood.<br />

Soms betreft het ook patiënten die als eerste in de<br />

familie een nieuwe genetische mutatie hebben.<br />

Uit verschillende studies bij kinderen is naar voren<br />

gekomen dat het aantal complicaties groter is dan bij<br />

volwassenen. Daaronder neemt in het bijzonder de<br />

draadbreuk een belangrijke plaats in. Richtlijnen voor<br />

het plaatsen en programmeren van een <strong>ICD</strong> bij de<br />

verschillende groepen kinderen met hartafwijkingen<br />

ontbreken echter grotendeels.<br />

<strong>Nederland</strong>se situatie<br />

Omdat het aantal <strong>ICD</strong>-implantaties bij kinderen<br />

relatief gering is, hebben de <strong>Nederland</strong>se kindercardiologen<br />

in januari 1995 besloten om vanaf die<br />

tijd – separaat van de bestaande registratiesystemen<br />

– een database bij te houden, om op deze<br />

manier een landelijk overzicht te hebben van indicaties<br />

van en complicaties bij <strong>ICD</strong>-implantaties bij<br />

kinderen. Deze database heeft tot op heden periodieke<br />

updates ondergaan en inmiddels is een aantal<br />

publicaties verschenen over de resultaten van deze<br />

landelijke kinder <strong>ICD</strong>-database. In de laatste daarvan<br />

beschrijven we de resultaten van 45 kinderen die in<br />

de periode tot 2006 een <strong>ICD</strong>-implantatie hebben<br />

ondergaan.<br />

De belangrijkste gegevens die daaruit naar voren<br />

komen zijn dat ongeveer de helft van de kinderen<br />

de <strong>ICD</strong> vanwege secundaire preventie krijgt, en dus<br />

daadwerkelijk een reanimatie heeft doorgemaakt.<br />

Bij de overige kinderen is een <strong>ICD</strong> puur ter preventie<br />

geïmplanteerd. Van de totale groep is bij een<br />

aanzienlijk aantal patiënten sprake van een primair<br />

elektrische hartziekte (55%) ten opzichte van 20%<br />

met een cardiomyopathie en 17% met een aangeboren<br />

hartaandoening. Dat deze laatste groep relatief<br />

klein is, wordt vooral verklaard doordat deze<br />

patiënten vaak later in het leven ritmestoornissen<br />

krijgen, meestal vanaf 20-30 jaar.<br />

Bij 8 patiënten traden in het ziekteverloop complicaties<br />

op die, op een na, allemaal verklaard konden<br />

worden door problemen met de <strong>ICD</strong>-draad. Het<br />

aantal terechte en onterechte shocks was groot<br />

in deze groep, respectievelijk bij 14 (31%) en 12<br />

(27%) patiënten. Ruim de helft van de kinderen<br />

jonger dan 12 jaar kreeg een terechte shock, terwijl<br />

in de groep oudere kinderen dit percentage slechts<br />

9% was. Met aanvullende maatregelen of herprogrammeren<br />

van de <strong>ICD</strong> lukte het vervolgens meestal<br />

om verdere onterechte shocks te voorkomen.<br />

Kwaliteit van leven<br />

In een andere studie hebben we landelijk ook naar<br />

de kwaliteit van leven van de kinderen met een <strong>ICD</strong><br />

gekeken. Omdat hiervoor verschillende vragenlijsten<br />

ingevuld moeten worden kunnen alleen kinderen<br />

vanaf ongeveer 9 jaar hieraan meedoen.<br />

Uiteindelijk hebben we een groep van 30 kinderen<br />

psychologisch onderzocht door gebruik te maken<br />

van psychologische vragenlijsten. Daaruit is duidelijk<br />

geworden dat de kwaliteit van leven van kinderen<br />

met een <strong>ICD</strong> aanmerkelijk lager ligt, vergeleken<br />

met die van de normale populatie. Veel kinderen<br />

met een <strong>ICD</strong> zijn vaker depressief, zijn angstiger,<br />

en hebben, in vergelijking met gezonde kinderen,<br />

meer slaapproblemen. Deze verminderde kwaliteit<br />

van leven hangt nauw samen met de duur van de<br />

<strong>ICD</strong>-therapie en het aantal shocks dat de kinderen<br />

hebben ontvangen. Bij een langer bestaande <strong>ICD</strong>behandeling<br />

zijn er meer klachten; er lijkt dus geen<br />

gewenning op te treden. Het vereist daarom extra<br />

inspanningen om ook deze kinderen een zo normaal<br />

mogelijk leven te laten leiden.<br />

Inmiddels zijn er in <strong>Nederland</strong> ongeveer 100 <strong>ICD</strong>’s<br />

geïmplanteerd bij kinderen onder de 18 jaar, met<br />

een follow-up van 5-10 jaar. Dit betekent dat vooral<br />

de subgroepen van patiënten met hypertrofische<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

▲<br />

Figuur 2.<br />

Elektrocardiogram van<br />

een 8-jaar oud meisje<br />

met het lange QT-tijd<br />

syndroom. De duidelijk<br />

verlengde QT-tijd (figuur<br />

2) is op het elektrocardiogram<br />

aangegeven met<br />

een zwarte lijn. Deze<br />

toont de lengte van het<br />

QT-interval. Normaal<br />

is dat minder dan 440<br />

msec. (milliseconden),<br />

maar bij deze patiënt<br />

is het verlengd tot 560<br />

msec (een klein hokje is<br />

40 msec).<br />

5


Figuur 3.<br />

Echocardiografische opname<br />

van een 14-jaar<br />

oude jongen met een<br />

hypertrofische cardiomyopathie.<br />

Afgebeeld<br />

is een dwarsdoorsnede<br />

van de linkerhartkamer.<br />

De forse verdikking van<br />

de hartspier is aangegeven<br />

door een witte lijn.<br />

De spierdikte is bij deze<br />

patiënt 24 mm terwijl<br />

dit normaal gesproken<br />

maximaal 10 mm is.<br />

Jord en zijn <strong>ICD</strong>, 2e druk<br />

cardiomyopathie (figuur 3) en primair elektrische<br />

hartziekten voldoende grote aantallen patiënten<br />

bevatten om de verschillende aspecten van de <strong>ICD</strong>behandeling<br />

te kunnen evalueren. Zeker bij kinderen<br />

is er nog relatief weinig bekend omtrent de effecten<br />

van <strong>ICD</strong>-therapie bij de behandeling van deze ziekten.<br />

Voor wat betreft de patiënten met een hypertrofische<br />

cardiomyopathie heeft recent een grote<br />

<strong>Nederland</strong>se inventarisatie plaatsgevonden van<br />

alle kinderen met deze aandoening, zodat ook een<br />

goede vergelijking mogelijk is tussen patiënten met<br />

hypertrofische cardiomyopathie met en zonder <strong>ICD</strong>.<br />

Het uitbrengen van de brochure JORD en zijn <strong>ICD</strong> (2008) voor de<br />

introductie van kinderen met een <strong>ICD</strong> in het basisonderwijs is een groot<br />

succes geworden, zodanig zelfs dat de 1e druk volledig is ’uitverkocht’.<br />

De voornaamste reden is dat veel kinderen, die op de een of andere<br />

manier in hun omgeving geconfronteerd worden met een <strong>ICD</strong>, er een<br />

spreekbeurt over houden en dan om informatiemateriaal vragen.<br />

Van deze gelegenheid hebben wij gebruik gemaakt om de brochure<br />

volledig te herzien zodat Jord een beetje “volwassener” is geworden.<br />

Aan onze donateurs sturen wij met dit nummer van het <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong><br />

een exemplaar ter kennismaking mee. Wij hopen dat zij ouders, onderwijzend<br />

en verplegend personeel op het bestaan van de brochure attent<br />

maken. Ze is gratis te bestellen via het kantoor van de STIN (e-mail:<br />

kantoor@stin.nl; telefoon 075 – 7850392).<br />

6 <strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

Referenties:<br />

1. Ten Harkel ADJ, Blom NA, Reimer AG, Tukkie R, Sreeram<br />

N, Bink-Boelkens MTE. Implantable cardioverter defibrillator<br />

implantation in children in The Netherlands. Eur J Pediatr<br />

2005;64:436-441.<br />

2. Heersche JHM, Blom NA, Van de Heuvel F, Blank CA,<br />

Reimer AG, Clur SA, Witsenburg M, Ten Harkel ADJ. Implantable<br />

cardioverter defibrillator therapy for prevention of<br />

sudden cardiac death in children in The Netherlands. PACE<br />

2010;33:179-185.<br />

3. Koopman HM, Vrijmoet-Wiersma CMJ, Langius JND, Van<br />

den Heuvel F, Clur SA, Blank CA, Blom NA, Ten Harkel ADJ.<br />

Health related quality of life and psychological functioning in<br />

pediatric patients with an Implantable Cardioverter Defibrillator<br />

(<strong>ICD</strong>) in the Netherlands. (Submitted for publication)<br />

4. Boon GB, Bökenkamp R, Blank AC, Frohn IME, Delhaas T,<br />

Wolterbeek R, Kuipers IM, Rammeloo L, Reimer A, Patho<br />

O, Blom NA Severe Septal Hypertrophy as a Risk Factor for<br />

Ventricular Arrhythmias in Children with Primary Hypertrophic<br />

Cardiomyopathy. Results from a multi-center retrospective<br />

study in the Netherlands. (Submitted for publication).<br />

Opmerking redactie:<br />

Eerder publiceerde dr. Ten Harkel onder dezelfde titel<br />

over dit onderwerp in <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> 2007-2. In die<br />

bijdrage gaat dr. Ten Harkel dieper in op de hartafwijkingen<br />

die in het artikel worden genoemd. Het artikel<br />

is terug te vinden op www.stin.nl op de pagina <strong>ICD</strong><br />

– medisch. n<br />

<strong>ICD</strong> nieuws


Toekomstscenario<br />

prof. dr. M.J. Schalij,<br />

hoogleraar Cardiologie<br />

LUMC, Leiden<br />

In Cicero, het maandblad van het<br />

LUMC, lazen wij de visie op de<br />

toekomstige ontwikkelingen in de<br />

gezondheidszorg van een aantal<br />

prominente artsen. Daaronder was<br />

ook die van onze medisch adviseur<br />

prof. Schalij. Die geven wij graag<br />

aan u door.<br />

“Er zullen altijd patiënten zijn met hart-<br />

en vaatziekten, maar die ziekten beginnen<br />

op steeds latere leeftijd. We kunnen<br />

prachtige oplossingen bieden: medicijnen,<br />

een dotterbehandeling, stent, pacemaker,<br />

inwendige defibrillator, nieuwe<br />

hartklep of kunsthart. De mogelijkheden<br />

zijn onbegrensd. Alleen: als we op deze<br />

manier doorgaan, wordt de gezondheids-<br />

zorg onbetaalbaar. Hoe houden we de<br />

kosten beheersbaar? Dat wordt de grote<br />

uitdaging voor de komende tien jaar. Ook<br />

zal meer moeten worden gekeken naar<br />

risico’s van nieuwe technieken voordat zij<br />

worden geïntroduceerd en naar de effectiviteit<br />

en veiligheid.<br />

Ik verwacht veel van beeldvormende<br />

technieken. We hebben bijvoorbeeld<br />

een nieuwe katheterisatiekamer met een<br />

fantastisch röntgenapparaat gebouwd,<br />

waarin cardioloog en chirurg gezamenlijk<br />

minimaal-invasieve ingrepen kunnen<br />

doen (bijvoorbeeld via een katheterisatie<br />

een nieuwe klep plaatsen of boezemfibrilleren<br />

behandelen met een soort kijkoperatie<br />

via de borstkas). En we kunnen<br />

driedimensionale echo’s maken, zodat je<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

als het ware door het hart kunt lopen en<br />

de kleppen ziet bewegen. De chirurg of<br />

interventiecardioloog ziet dan beter wat<br />

hij moet repareren. Deze vernieuwingen<br />

zijn in verhouding niet duur en leveren<br />

veel winst op.<br />

Daarnaast gaan we ons richten op het<br />

moleculaire en cellulaire niveau om afwijkingen<br />

bij de bron te kunnen aanpakken.<br />

Het dichtslibben van slagaders bijvoorbeeld<br />

begint met een stoornis op celniveau.<br />

En binnenkort kunnen we onze<br />

patiënten ook buiten het ziekenhuis via<br />

internet voortdurend monitoren, zodat we<br />

hartproblemen meteen opmerken.” n<br />

(bron: Cicero, contactblad LUMC, december<br />

2010)<br />

Voor klepoperaties is niet altijd een openhartoperatie nodig; middels een katheterisatie is deze ingreep ook 'minimaal-invasief' uit te voeren.<br />

7


Ineke van Heusden<br />

Hoewel ik, eerlijk gezegd, niet zo<br />

houd van praatgroepen met lotgenoten,<br />

lees ik in het lCD-<strong>Journaal</strong> wel<br />

graag de ervaringen van lCD-<strong>dragers</strong>.<br />

Hoe zij omgaan met hun beperkingen,<br />

hun angsten en teleurstellingen.<br />

Op een regenachtige middag in de<br />

herfst ben ik daarom ook in de pen<br />

geklommen om iets te vertellen over<br />

mijn weg naar de lCD en nog later de<br />

CRT-D.<br />

Een korte voorgeschiedenis<br />

Rond mijn veertigste leek het of mijn hart<br />

regelmatig op hol sloeg. Eerst denk je nog:<br />

“Zit ik vervroegd in de menopauze of lijd<br />

ik aan de gevolgen van migraineaanvallen?”<br />

Maar als een donderslag bij heldere<br />

hemel kwam op 1 september 1993 de<br />

aap uit de mouw: een hartinfarct.<br />

In het ziekenhuis reageerde men enigszins<br />

verbaasd. “Mevrouw rookt niet, drinkt<br />

niet, is niet te dik, heeft geen verhoogd<br />

cholesterol, geen hoge bloeddruk en is<br />

pas 55 jaar.” Bij nader onderzoek bleek<br />

dat er geen vernauwingen waren maar dat<br />

ik wel een behoorlijk beschadigde linkerhartkamer<br />

had en een opening in het<br />

tussenschot. Dat laatste was natuurlijk al<br />

bij de geboorte aanwezig, maar je hoeft er<br />

Vol verwachting klopte mijn hart<br />

<strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> aan het woord<br />

nooit last van te krijgen, werd mij verteld.<br />

Dankzij een goede begeleiding, medicatie<br />

en hartrevalidatie knapte ik snel op en vrij<br />

spoedig stond ik weer op de tennisbaan<br />

en maakte ik fietstochten. Bij tijd en wijle<br />

kreeg ik nog wel ritmestoornissen maar na<br />

een cardioversie bleven die telkens ook<br />

maanden weg.<br />

Zomer 2005:<br />

Op vakantie in Bretagne<br />

Voor ’t eerst sinds het overlijden van mijn<br />

man in 2000 ging ik met een vriend op<br />

vakantie. We hadden een leuk bed and<br />

breakfasthotelletje gevonden. Ik stond<br />

onderaan de trap toen ik ineens mijn<br />

hart tekeer voelde gaan. Hoe kon dit?<br />

’s Morgens had ik nog de Mont Saint<br />

Michel beklommen. Ik strompelde naar<br />

boven. Binnen het uur voelde ik me zo<br />

beroerd dat we alarm sloegen. De eigenaresse<br />

van het hotel die beneden in haar<br />

pannenkoekenrestaurant bezig was, belde<br />

meteen de SAMU (Service d’Aide Medicale<br />

Urgente). Deze mensen vertrouwden<br />

het niet en lieten een arts komen.<br />

Die keek zeer bedenkelijk bij het zien<br />

van het cardiogram. Er werd onmiddellijk<br />

een ambulance gebeld. Ze gaven me<br />

8 <strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

xylocaine. Ik voelde me rustiger worden.<br />

Onderweg schijn ik alsmaar: “plus mieux,<br />

plus mieux” geroepen te hebben. Ik voelde<br />

me inderdaad een stuk beter en ik wilde<br />

de vakantie natuurlijk voortzetten. In het<br />

Ziekenhuis van Lorient (Zuid-Bretagne)<br />

stond de cardioloog, dr. Le Potier al op me<br />

te wachten. Hij legde uit, dat deze ritmestoornissen<br />

niet veroorzaakt waren door<br />

boezem- maar door kamerfibrilleren en<br />

dat dit fatale gevolgen kan hebben.<br />

In de dagen daarna overwoog men om in<br />

het universiteitsziekenhuis in Rennes een<br />

lCD te implanteren maar na een week vond<br />

men het toch beter om mij te vervoeren<br />

naar het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen.<br />

Overigens geen kwaad woord over dat<br />

Franse ziekenhuis. Ik werd er goed verzorgd,<br />

genoot van twee warme maaltijden per dag<br />

en had alle gelegenheid om mijn Frans bij<br />

te spijkeren dankzij de “gesprekjes” met de<br />

dames van de schoonmaakploeg, de zuster<br />

van het lab en de dokter.<br />

Met een Belgische ambulance werd ik<br />

naar <strong>Nederland</strong> gebracht, waar ik op<br />

zaterdagavond aankwam met mijn vakantiekoffertje.<br />

Vanwege de MRSA-bacterie


moest ik 3 dagen in quarantaine. Na allerlei<br />

onderzoeken, die wel een maand in<br />

beslag namen, besloot men een lCD te<br />

implanteren. Daarna mocht ik naar huis.<br />

Wat was ik blij dat ik mijn huis terugzag en<br />

dat ik weer naar buiten kon.<br />

In het ziekenhuis had ik veel getafeltennist,<br />

iedere morgen meegedaan met de<br />

gym op de TV en in een kamertje had ik<br />

mogen fluiten. Mijn conditie was niet eens<br />

Ik heb geleerd dat je<br />

tevreden moet zijn met<br />

wat je op dat moment<br />

en die dag wel kunt<br />

zo slecht. Eigenlijk ging het heel goed.<br />

Wel kreeg ik af en toe een shock maar<br />

die doorstond ik zonder dat ik van mijn<br />

stokje ging.<br />

Augustus 2009<br />

Ik nam snel in gewicht toe. Mijn schoenen<br />

pasten niet meer. Ik stond met trillende<br />

benen op de tennisbaan. Van het parkeerterrein<br />

naar een winkel was al te ver. Een<br />

trap leek wel een berg. Het bleek een<br />

vochtprobleem te zijn. Dankzij een infuus,<br />

furosemide genaamd, en tabletjes was<br />

het probleem in een week opgelost. Weer<br />

fit en 10 kg lichter verliet ik het ziekenhuis.<br />

Twee maanden na deze opname werd ik<br />

gebeld door een technicus van de pacemakerpoli.<br />

Hij vertelde dat mijn batterij<br />

toch wel aardig leeg raakte en dat ik in<br />

aanmerking kwam voor een CRT-D, een<br />

Op reis onder medische begeleiding<br />

Dankzij mijn CRT-D voel ik me nu weer zo fit dat ik de trap naar de koepel van de St-Pieter kan<br />

beklimmen.<br />

<strong>ICD</strong> die ook resynchronisatietherapie kan<br />

geven waardoor de hartkamers weer gelijk<br />

samentrekken zodat de pompfunctie van<br />

het hart vaak sterk verbetert. De technicus<br />

had goede hoop dat dit ook bij mij het<br />

geval zou zijn.<br />

4 december 2009<br />

Vol verwachting klopte mijn hart. Met<br />

vaardige hand werd het nieuwe apparaat<br />

geplaatst. Het is het mooiste Sinterklaascadeau<br />

geworden dat ik tot nu toe<br />

in mijn leven heb gekregen. Ik geniet<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

weer van sport en kan bepaalde dingen<br />

langer volhouden. Voor de controles ga ik<br />

nu naar de hartfalenpoli waar ik geweldig<br />

word geholpen. Ik mag altijd bellen. De<br />

praktijkondersteunend verpleegkundige<br />

houdt alles goed bij.<br />

Slot<br />

Wat ik in al die jaren vooral heb geleerd is<br />

dat je je moet aanpassen aan je gezondheidstoestand,<br />

moet leren luisteren naar je<br />

lichaam en tevreden moet zijn met wat je<br />

op dat moment en op die dag wel kunt. n<br />

<strong>ICD</strong> nieuws<br />

Misschien wilt u alleen of met uw partner een keer op reis maar durft u dat niet goed aan in verband met uw hartkwaal. In dat geval<br />

is het reisprogramma dat Hartpatiënten <strong>Nederland</strong> voor 2011 aanbiedt voor bestemmingen in Europa een mogelijkheid voor u. Alle<br />

reizen vinden plaats onder medische begeleiding. Zowel op de heen- als terugreis, op de plaats van bestemming of bij uitstapjes is<br />

bijvoorbeeld een gespecialiseerde cardiologisch verpleegkundige aanwezig, soms in combinatie met een cardioloog, een basisarts<br />

of een EHBO’er. Bovendien zijn er in geval van calamiteiten - hartaandoeningen, maar uiteraard ook andere medische problemen -<br />

afspraken gemaakt met ziekenhuizen in de directe omgeving van de vakantiebestemming. Hartpatiënten <strong>Nederland</strong> garandeert medische<br />

zorg – altijd en overal!<br />

Meer informatie: www.hartbrugreizen.nl of telefonisch via 0475-317272 op het kantoor in Roermond. Daar kunt u ook de reisgids<br />

bestellen.<br />

9


Studie concludeert: In Amerika worden<br />

veel <strong>ICD</strong>’s onterecht geïmplanteerd<br />

Frans Mol, Gijs Sterks<br />

10 <strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

Volgens een in januari jl. gepubliceerde studie in de VS gebeurde de<br />

implantatie van een <strong>ICD</strong> bij meer dan 20% van de patiënten onterecht<br />

of op het verkeerde tijdstip.<br />

Onderzoekers van de Duke University keken naar<br />

de registratie van meer dan 111.000 patiënten die<br />

tussen 2006 en 2009 een <strong>ICD</strong> kregen. Meer dan<br />

25.000 (22,5%) van deze patiënten voldeden niet<br />

aan de richtlijnen die hiervoor in de VS zijn vastgesteld<br />

op basis van praktijkervaringen (evidence-based<br />

criteria). Bovendien bleek dat het risico op overlijden<br />

in het ziekenhuis voor of na de implantatie in deze<br />

groep aanmerkelijk hoger was en deden zich meer<br />

complicaties voor. In de meeste gevallen betrof het<br />

implantaties die niet voldeden aan het criterium tijd.<br />

In 2006 en 2008 is door de American Heart Association,<br />

het American College of Cardiology, de European<br />

Society of Cardiology en de Heart Rhythm<br />

Society bepaald welke patiënten met bepaalde<br />

ernstige hartaandoeningen of cardiale geschiedenis<br />

in aanmerking komen voor een <strong>ICD</strong>. Deze Amerikaanse<br />

richtlijnen luiden in het kort als volgt:<br />

<strong>ICD</strong>-indicatie als primaire preventie geldt voor patiënten<br />

met een voorafgaand hartinfarct en een linkerkamer<br />

ejectiefractie (EF) < 30% met een wachttijd<br />

van 40 dagen om te zien in hoeverre het hart zichzelf<br />

herstelt, of voor patiënten met congestief hartfa-<br />

Gijs Sterks<br />

len (vergroting van de hartspier ten gevolge van een<br />

verstoorde bloedcirculatie), minimaal 3 maanden<br />

tevoren vastgesteld, en met een EF < 35%. De richtlijnen<br />

stellen verder dat patiënten moeten voldoen aan<br />

een aantal andere kwalificaties met betrekking tot klinische<br />

onderzoeken en niet moeten lijden aan bepaalde<br />

ernstige ziekten of aandoeningen die de doeltreffendheid<br />

van de <strong>ICD</strong>-therapie negatief beïnvloeden.<br />

Volgens hoofdonderzoeker dr. Sana Al-Khatib van<br />

de studie die werd gepubliceerd in The Journal of<br />

the American Medical Association worden <strong>ICD</strong>’s,<br />

behalve voor secundaire preventie na een hartstilstand<br />

en vanwege erfelijkheid, (te) vaak aanbevolen<br />

als primaire preventie voor patiënten die een hoog<br />

risico lopen op een hartstilstand of levensbedreigende<br />

ritmestoornissen, maar die nog niet te lijden<br />

hebben aan deze symptomen.<br />

Zelfs met de huidige richtlijnen, aldus Al-Khatib,<br />

zullen sommige patiënten in het grijze gebied<br />

kunnen vallen waarbij elke arts individueel klinisch<br />

moet beoordelen of er een indicatie is voor een<br />

<strong>ICD</strong>. “Afwijken van de richtlijn is aanvaardbaar in een<br />

aantal omstandigheden,” zei ze. “Maar meer dan<br />

20% is aanzienlijk.” “Artsen hebben de beste bedoelingen<br />

maar niet elke arts moet zelf gaan bepalen<br />

wanneer hij een zeer geavanceerde therapie inzet,”<br />

voegt Dr Robert Michler, voorzitter van de Cardiovasculaire<br />

en Thoraxchirurgie in het Montefiore-Einstein<br />

Hartcentrum, daaraan toe.<br />

Al-Khatib ontdekte dat veel patiënten die een <strong>ICD</strong><br />

kregen kort tevoren ritmestoornissen of een hartstilstand<br />

meegemaakt hadden. Ze zei dat de factor<br />

tijd misschien de verklaring is voor de toename van<br />

sterfgevallen onder patiënten die een <strong>ICD</strong> kregen en<br />

die niet voldeden aan de richtlijnen. “Deze patiënten<br />

waren zieker en in een periode waar ze meer kans<br />

hadden op complicaties,” zei Al-Khatib. “De artsen<br />

hebben niet de tijd gehad voor de medische behandeling<br />

van de patiënt als voorbereiding voor de ingreep.”


Een andere mogelijke verklaring voor de hogere kans<br />

op overlijden zou kunnen zijn of de cardioloog die<br />

de implantatie uitvoerde ook was opgeleid tot elektrofysioloog<br />

of niet. Deze specialisten hebben een<br />

aanvullende opleiding in de diagnostiek en behandeling<br />

van abnormale hartritmes en zijn minder<br />

geneigd om een <strong>ICD</strong> te plaatsen bij een patiënt die<br />

Opmerking:<br />

De conclusies van dit artikel bevestigen opnieuw<br />

dat implantatie van een <strong>ICD</strong> door een (ervaren)<br />

cardioloog die tevens elektrofysioloog is de minste<br />

kans op complicaties geeft zoals eveneens bleek<br />

uit een ander Amerikaans onderzoek waaraan wij<br />

aandacht besteedden in <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> 2009-2.<br />

Het hoge percentage dat het onderzoek noemt<br />

wat betreft onterecht of niet op het juiste tijdstip<br />

geïmplanteerde <strong>ICD</strong>’s geldt zeker niet voor <strong>Nederland</strong>.<br />

Uit gesprekken met <strong>Nederland</strong>se hartritmecardiologen<br />

blijkt wel dat zij van mening zijn dat<br />

er ook in <strong>Nederland</strong> - zij het in mindere mate -<br />

ruimhartig wordt geïmplanteerd, zeker gelet op<br />

Even voorstellen<br />

Henk de Vries<br />

Mijn naam is Henk de Vries. Ik ben opgegroeid<br />

in Friesland en de kop van Overijssel.<br />

Verder heb ik ook nog in Hoorn in<br />

Noord-Holland gewoond maar na ongeveer<br />

12 jaar ben ik nu terug in Heeren-<br />

niet voldoet aan de bovengenoemde evidence-based<br />

criteria, aldus de studie. Uiteindelijk zou daarom een<br />

cardioloog/elektrofysioloog moeten beslissen of de<br />

patiënt volgens de richtlijnen die gelden in de VS<br />

voor een <strong>ICD</strong> in aanmerking komt. n<br />

(naar www.theheart.org)<br />

de uitspraak van ex-minister Ab Klink in zijn Planningsbesluit<br />

van 1 december 2009 dat er een<br />

oplossing moet worden gezocht voor de discrepantie<br />

tussen het aantal implantaties dat de zorgverzekeraars<br />

willen vergoeden (de zogenaamde<br />

zorgpakketaanspraak) en het grotere aantal <strong>ICD</strong>’s<br />

dat de beroepsgroep op basis van de huidige<br />

professionele indicatiestelling wil implanteren. Met<br />

andere woorden, wanneer op dezelfde voet wordt<br />

voortgegaan met implanteren of de beroepsgroep<br />

de indicatiestelling zelfs nog verruimt, zou dat er<br />

zomaar toe kunnen leiden dat zorgverzekeraars<br />

een eigen bijdrage gaan vragen voor het implanteren<br />

van een <strong>ICD</strong> bij hun leden. Dit is voor de STIN<br />

zonder meer onacceptabel.<br />

veen. Ik ben al weer 16 jaar getrouwd<br />

met Mireille. Samen hebben wij een<br />

zoon Tim van 5 jaar en uit een eerder<br />

huwelijk 3 dochters, Anoeska, Esther en<br />

Lydia die respectievelijk 34, 32, en 24<br />

jaar zijn. Tim is dus mijn oudste zoon.<br />

Vrijwel mijn hele leven heb ik in de bouw<br />

gewerkt. Ik ben begonnen als timmerman<br />

en in februari 2010 gestopt als hoofduitvoerder/projectleider.<br />

Toen ik in Hoorn<br />

woonde, verzorgde ik daar de contacten<br />

van de STIN met het Westfries Gasthuis<br />

en het leek me leuk om ook hier<br />

in Friesland als vrijwilliger actief te zijn.<br />

Daarom heb ik contact opgenomen met<br />

de voorzitter, wat over en weer gebeld<br />

met diverse personen en het resultaat<br />

was dat ik sinds kort, samen met Egbert<br />

Oosterloo, regiovertegenwoordiger ben<br />

voor Friesland.<br />

Sinds 2002 ben ik <strong>ICD</strong>-drager. Inmiddels<br />

heb ik mijn 2e <strong>ICD</strong> en hopelijk zullen er<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

nog een paar volgen want het geeft best<br />

wel een goed gevoel om zo’n redder bij<br />

de hand te hebben.<br />

De <strong>ICD</strong> heeft inmiddels 2 keer zijn werk<br />

gedaan; één keer terecht en één keer<br />

onterecht. Daar heb ik dus ook ervaring<br />

mee. Mij viel het overigens reuze mee,<br />

maar iedereen ervaart het natuurlijk<br />

anders. Het lijkt mij dan ook een dankbare<br />

taak om als “ervaren” <strong>ICD</strong>-drager met<br />

mensen die hiermee (soms vrij plotseling)<br />

geconfronteerd worden een gesprek<br />

aan te gaan. Daar ik vrolijk van aard ben<br />

en niet zo snel bij de pakken ga neerzitten,<br />

kan dat in bepaalde gevallen verhelderend<br />

werken want zo heb ik dat zelf<br />

indertijd ook ondervonden.<br />

Ik hoop dat ik u hiermee een idee heb<br />

kunnen geven van wie Henk de Vries zo<br />

ongeveer is en wie weet ontmoeten we<br />

elkaar ooit persoonlijk. n<br />

11


Gijs Sterks, redactie<br />

Hidde Weetink, <strong>ICD</strong>-<br />

verpleegkundige,<br />

Amphia Ziekenhuis<br />

Breda (toelichting<br />

bij de foto’s)<br />

Bewaking op afstand kan<br />

gemoedsrust bieden aan<br />

patiënten met recall-<strong>ICD</strong> draden<br />

Binnen de redactie houdt Gijs Sterks<br />

zich o.a. bezig met het wereldwijd<br />

verzamelen van informatie<br />

over belangrijke ontwikkelingen en<br />

studies op <strong>ICD</strong>-gebied. Zo trof hij<br />

op de Amerikaanse website www.<br />

theheart.org een artikel aan over een<br />

studie waarin de voordelen van <strong>ICD</strong>controle<br />

op afstand worden aangetoond.<br />

Hoewel het een Amerikaans<br />

onderzoek betreft en de conclusies<br />

ervan betrekking hebben op de situatie<br />

aldaar, menen wij toch dat de<br />

uitkomsten ook voor onze <strong>Nederland</strong>se<br />

<strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> de moeite waard<br />

zijn. Daarom vatte Gijs de inhoud<br />

voor ons samen in het <strong>Nederland</strong>s.<br />

In tegenstelling tot de theoretische<br />

beschouwing over de onderzoeken<br />

in Amerika door Gijs, geven de<br />

foto’s met toelichting door Hidde<br />

een indruk van telecardiologie in de<br />

praktijk van alledag in het Amphia<br />

Ziekenhuis in Breda.<br />

Er is waarschijnlijk nog geen iPhone app<br />

voor, maar de technologie die nodig is<br />

om op afstand toezicht te houden op de<br />

activiteiten en functies van de <strong>ICD</strong> bestaat<br />

al jaren en is reeds lang geaccepteerd<br />

in de wereld van de cardiologie. Steeds<br />

meer <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> worden gevolgd via<br />

deze service die de fabrikanten bieden.<br />

Degenen bij wie dat nog niet het geval<br />

is, beseffen vaak niet dat dit proces hun<br />

leven en dat van hun artsen aanmerkelijk<br />

kan vergemakkelijken.<br />

Recente studies bevestigen wat in de praktijk<br />

al bewezen was, namelijk dat telemonitoring<br />

het volgen van patiënten met een<br />

<strong>ICD</strong> efficiënter en minder kostbaar maakt<br />

en dat de patiënt er vertrouwen in heeft. Er<br />

zijn minder bezoeken aan het ziekenhuis<br />

nodig en telemonitoring is niet minder<br />

veilig dan de bekende visuele controles<br />

12 <strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

Hidde vertelt: In onze kliniek kijken wij als<br />

elektrofysiologisch team op werkdagen<br />

1 keer per dag op de verschillende systemen<br />

om te controleren of er meldingen<br />

zijn. Er zijn veel <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> die denken<br />

dat het systeem hen 24 uur per dag in de<br />

gaten houdt en die om die reden zoveel<br />

mogelijk in de buurt van de monitor blijven.<br />

Dit is absoluut niet nodig! Het systeem<br />

maakt slechts 1 keer per 24 uur een draadloze<br />

verbinding met de <strong>ICD</strong> en leest dan<br />

de gegevens uit. Gegevens worden door<br />

de monitor alleen doorgezonden als er ook<br />

daadwerkelijk iets te melden is. Anders is<br />

het GEEN BERICHT = GOED BERICHT! Dit<br />

geldt zowel voor het medisch team als voor<br />

de <strong>ICD</strong>-drager zelf.<br />

in het ziekenhuis. Deze liggen vaak vele<br />

maanden uit elkaar, hoewel ze worden<br />

uitgebreid met extra controles als dat<br />

nodig is bijvoorbeeld wanneer de batterij<br />

begint leeg te raken. Bovendien “geeft<br />

telemonitoring de patiënten het geruststellende<br />

gevoel dat ze onder controle gehouden<br />

worden,” aldus dr. Leslie A. Saxon van<br />

de Universiteit van Zuid-Californië in Los<br />

Angeles. Dr. Saxon geeft leiding aan de<br />

LATITUDE-registratie van de patiënten met<br />

een <strong>ICD</strong> van het merk Boston Scientific.<br />

Meer dan 150.000 daarvan worden in de<br />

VS op afstand gevolgd met behulp van het<br />

LATITUDE patiëntenmanagementsysteem<br />

van dat bedrijf.<br />

Dr. Bruce Wilkoff (Cleveland Kliniek,<br />

Ohio), co-auteur van de aanbevelingen<br />

van de Amerikaanse Hearth Rhythm Society<br />

(HRS) voor <strong>ICD</strong>-controles (2008)


Gegevens die voor de cardioloog/<strong>ICD</strong>technicus<br />

van belang zijn om te weten zijn<br />

bijvoorbeeld hoe lang de batterij nog meegaat<br />

en of de draden nog goed functioneren.<br />

Op deze opname is onder andere te<br />

zien dat de batterij nog 7 jaar mee kan en<br />

dat de oplaadtijd 8,4 seconden bedraagt.<br />

Als de wijzer (nu volledig naar rechts) in<br />

het gele gebied komt melden we de <strong>ICD</strong>drager<br />

aan voor een vervanging. De <strong>ICD</strong><br />

kan dan nog geruime tijd mee maar vergelijk<br />

het met het waarschuwingslampje<br />

voor de benzine in de auto. Als dat gaat<br />

branden, ga je ook al tanken want je rijdt<br />

de tank nooit volledig leeg.<br />

Rechts op het scherm is te zien wanneer<br />

de laatst geleverde therapie is geweest bij<br />

deze <strong>ICD</strong>-drager (Last delivered shock, ofwel<br />

laatst afgegeven shock). In deze situatie<br />

betreft het de shock afgegeven tijdens<br />

het testen van de <strong>ICD</strong> bij de implantatie.<br />

Meldingen worden altijd bekeken met<br />

de technische status bij de hand. Als het<br />

nodig is wordt er door ons telefonisch<br />

contact opgenomen met de <strong>ICD</strong>-drager.<br />

Dit gebeurt alleen als er eventueel iets<br />

aan de instellingen van de <strong>ICD</strong> veranderd<br />

moet worden of als er echt een probleem<br />

en voor het beleid rondom <strong>ICD</strong>-draden<br />

of leads (2009) stelt: “Controle moet<br />

een routinematig onderdeel van de zorg<br />

voor <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> zijn, al hoeven niet alle<br />

patiënten op de voet gevolgd te worden.<br />

De HRS probeert aanvullende regels op te<br />

stellen voor het volgen van <strong>ICD</strong>’s en <strong>ICD</strong>patiënten.<br />

Volgen op afstand is efficiënter<br />

dan gepland ziekenhuisbezoek omdat aritmische<br />

gebeurtenissen die artsen willen<br />

weten, sneller worden opgepikt”.<br />

Dr. Saxon: “Omdat je problemen eerder<br />

onderkent en ziet hoe vaak iets gebeurt,<br />

helpt telemonitoring artsen bij het bepalen<br />

van hun diagnose. Dat maakt dit toezicht<br />

ook bijzonder geschikt in geval van een<br />

mogelijk veiligheidsprobleem omdat de<br />

fabrikanten de frequentie van de problemen<br />

nauwkeuriger kunnen volgen. Het<br />

systeem draagt zo bij aan de vervaardiging<br />

van een beter product en zorgt voor een<br />

grotere veiligheid voor de patiënt.<br />

TRUST-studie<br />

Alle genoemde voordelen kwamen<br />

naar voren in de TRUST-studie, voluit<br />

is gezien, wat betreft de batterij en de draden.<br />

Als een <strong>ICD</strong>-drager toch in de kliniek<br />

moet komen, kunnen de <strong>ICD</strong>-instellingen<br />

de “Lumax-T/Lumos-T Safely Reduces<br />

Routine Office Device Follow-up Trial”.<br />

Het is een grote studie, uitgevoerd<br />

onder 1339 patiënten met een <strong>ICD</strong> van<br />

het merk Biotronik, de sponsor van het<br />

onderzoek.<br />

Voor deze patiënten werd gerandomiseerd<br />

of willekeurig bepaald of ze werden<br />

gevolgd via het telemonitoringsysteem<br />

van het bedrijf of via controlebezoeken<br />

in het ziekenhuis. Alle patiënten werden<br />

binnen 6 tot 12 weken na implantatie<br />

persoonlijk geëvalueerd. Daarbij werden<br />

ze beoordeeld op genezing van de wond,<br />

werden de drempels voor de in te stellen<br />

waarden bepaald en de definitieve pacing<br />

parameters ingesteld. Daarna werden<br />

beide groepen elke drie maanden geëvalueerd:<br />

conventioneel gevolgde patiënten<br />

gingen naar hun ziekenhuis voor controle,<br />

bewaakte patiënten hadden hun controles<br />

op afstand, met uitzondering van de<br />

laatste controle na 15 maanden die in<br />

het ziekenhuis plaatsvond. Als het nodig<br />

was, vanwege klachten of na calamiteiten<br />

zoals een shock, hadden alle patiënten<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

en eventueel het medicijngebruik worden<br />

aangepast. Dit alles gebeurt uiteraard in<br />

overleg met de cardioloog.<br />

persoonlijk contact met hun cardioloog<br />

en/of technicus.<br />

In een eerste analyse kwam naar voren dat<br />

telemonitoring de noodzaak voor controlebezoeken<br />

in het ziekenhuis aanzienlijk<br />

hielp verminderen. Patiënten die beschikten<br />

over telemonitoring kwamen 45%<br />

minder op controlebezoek dan patiënten<br />

zonder terwijl de op afstand gevolgde<br />

patiënten hun artsen na een ritmestoornis<br />

ook nog eens aanzienlijk sneller zagen als<br />

dat nodig was.<br />

Een verdere analyse van TRUST toont aan<br />

dat telemonitoring ook effectief kan zijn bij<br />

het volgen van <strong>ICD</strong>-lead problemen. Dat<br />

zou volgens de onderzoekers vooral nuttig<br />

kunnen blijken in geval van noodzakelijke<br />

veiligheidscontroles voor leads met een<br />

verhoogde kans op breuk zoals in oktober<br />

2007 het geval was met de Sprint Fidelis<br />

leads van Medtronic. Toen kwam de Food<br />

and Drug Administration (FDA) pas in actie<br />

nadat werd geconcludeerd dat dergelijke<br />

breuken in leads mogelijk tot het overlijden<br />

van vijf <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> hadden geleid.<br />

13<br />


De TRUST-analyse en ook kleinere<br />

recente studies wijzen op een rol voor<br />

telemonitoringsystemen bij het verscherpen<br />

en vereenvoudigen van de follow-up<br />

van probleemgevallen zoals bij de Fidelis<br />

leads. Potentieel zijn deze systemen<br />

in staat tekenen van naderende problemen<br />

met een lead te identificeren, of<br />

een falende lead te signaleren voordat<br />

er symptomen of schokken zijn geweest.<br />

Wellicht kan patiënten daardoor een hoop<br />

ellende bespaard worden. Desondanks<br />

zal er altijd een groep patiënten blijven<br />

die vreest dat er minder aandacht aan hen<br />

besteed zal worden als ze hun cardioloog<br />

of technicus niet regelmatig persoonlijk<br />

ontmoeten.<br />

In de studie zorgde bewaking op afstand<br />

van de <strong>ICD</strong>-generator en de leadfuncties<br />

ervoor dat de clinici onderscheid konden<br />

maken tussen technische storingen zoals<br />

leadbreuk en veranderingen in de toestand<br />

van de patiënt die aanleiding kunnen zijn<br />

voor behandeling of aanpassingen in de<br />

programmering van de <strong>ICD</strong>. “Uiteindelijk<br />

was het aantal noodzakelijke chirurgische<br />

Ook als de gegevens over het hartritme<br />

daartoe aanleiding geven wordt contact opgenomen<br />

met de patiënt. Op de afbeelding<br />

ziet u een weergave van het hartritme zoals<br />

de <strong>ICD</strong> het ziet. In deze situatie zijn er geen<br />

afwijkingen te zien. Het grootste voordeel<br />

van remote care of telemonitoring (zorg en/<br />

of controle op afstand; de termen worden<br />

door elkaar gebruikt) is dat je problemen<br />

van technische aard veel sneller in de gaten<br />

hebt dan wanneer <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> maar 2 keer<br />

per jaar op de poli komen.<br />

Een <strong>ICD</strong>-drager die via remote care wordt<br />

gecontroleerd, komt in principe nog maar<br />

1 keer per jaar in de kliniek voor een technische<br />

controle. De voordelen hiervan zijn<br />

uiteraard minder reistijd voor de <strong>ICD</strong>-drager<br />

en minder drukte in de polikliniek. De reguliere<br />

controles bij de cardioloog gaan wel<br />

gewoon door.<br />

Toch vind ik het als <strong>ICD</strong>-verpleegkundige<br />

belangrijk om <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> in het kader van<br />

de sociaal-emotionele begeleiding persoonlijk<br />

te ontmoeten. Dat is met de komst van<br />

remote care een stuk minder en dat vind ik<br />

ingrepen miniem”, aldus de hoofdonderzoeker<br />

van TRUST, dr. Niraj Varma (Cleveland<br />

Kliniek, Ohio). Erg belangrijk was ook<br />

dat uit de studie naar voren kwam dat<br />

<strong>ICD</strong>’s en leads zeer betrouwbaar zijn. Het<br />

percentage problemen dat verband hield<br />

met het apparaat was eigenlijk heel laag<br />

en kon zonder veel moeite en ongemak<br />

voor de patiënt worden opgelost. Dit zou,<br />

zeker bij het publiek dat steeds hoort over<br />

problemen met bepaalde types <strong>ICD</strong>’s of<br />

leads, het idee moeten wegnemen dat de<br />

apparaten onbetrouwbaar zijn.<br />

In TRUST ging het om het systeem van<br />

<strong>ICD</strong>-producent Biotronic maar soortgelijke<br />

systemen worden ook gebruikt door de<br />

andere producenten die eveneens dergelijke<br />

gegevens verzamelen bijvoorbeeld<br />

over boezemfibrilleren. Dit komt veel voor<br />

onder <strong>ICD</strong>-patiënten. Het jaarlijks risico op<br />

een beroerte in deze groep is ongeveer<br />

10%. Dankzij telemonitoring kan boezemfibrilleren<br />

sneller worden vastgesteld<br />

zodat sneller behandeling met medicijnen<br />

of een therapie mogelijk is waardoor<br />

dat risico aanzienlijk vermindert. Met die<br />

een groot nadeel. In onze kliniek hebben<br />

we wel het beleid om iedere <strong>ICD</strong>-drager<br />

14 <strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

behandeling kun je niet wachten tot de<br />

patiënt drie maanden later in het ziekenhuis<br />

komt voor de periodieke controle.<br />

Lessen uit het verleden<br />

TRUST-hoofdonderzoeker Varma wees erop<br />

dat chirurgische vervanging bij een recall<br />

of terugroepen van de <strong>ICD</strong>-drager voor de<br />

meeste leads niet nodig is, alleen bij die<br />

waarbij problemen optreden. Monitoring<br />

op afstand kan het proces van diagnose<br />

en het uitsluiten van leadfalen vergemakkelijken,<br />

zei hij. Dat kan meer bieden dan<br />

alleen rust want een leadbreuk kan niet<br />

alleen onterechte schokken veroorzaken<br />

maar ook andere problemen en het is niet<br />

zo moeilijk om te begrijpen dat bewaking<br />

op afstand die minder waarschijnlijk maakt.<br />

Een eerste klein onderzoek in een hartcentrum<br />

toonde bijvoorbeeld aan dat van<br />

11 problemen, die zich voordeden bij op<br />

afstand gevolgde patiënten, er 9 door het<br />

systeem gesignaleerd waren nog voordat<br />

de patiënt het merkte. Slechts in 1 geval<br />

was een onterechte schok de eerste indicatie<br />

dat er iets mis was.<br />

die een schok heeft gehad, persoonlijk te<br />

spreken.


Wilkoff merkt eveneens op hoe waardevol<br />

controle op afstand geweest zou zijn toen<br />

Guidant (later gekocht door Boston Scientific)<br />

in 2005 ontdekte dat bij 50.000<br />

door de firma geïmplanteerde <strong>ICD</strong>’s een<br />

verhoogd risico op kortsluiting aanwezig<br />

was. Veel <strong>ICD</strong>’s werden toen uit voorzorg<br />

vervangen, meestal zonder dat zich<br />

symptomen van storingen hadden voorgedaan.<br />

“Het aantal <strong>ICD</strong>’s met fouten was<br />

in de orde van 0,25%. Wetende dat een<br />

vervangingsoperatie 5-7% complicaties<br />

kent, lijkt vervanging dwaasheid bij een<br />

<strong>ICD</strong> die nog niet op de helft is van de<br />

verwachtte levensduur van 7-8 jaar. Een<br />

betere manier om hier mee om te gaan<br />

is een gerichte manier van het volgen van<br />

deze patiënten en alleen te reageren als er<br />

een potentieel probleem is” aldus Wilkoff.<br />

“Controle van <strong>ICD</strong>’s op afstand was toen<br />

aan het opkomen maar ik denk niet dat<br />

men er zich op dat tijdstip al van bewust<br />

was dat men het probleem beter op die<br />

manier had kunnen benaderen. Dingen<br />

zijn nu anders. Ons begrip over het hoe<br />

om te gaan met een veiligheidsalert is<br />

geëvolueerd.” Dat hielp bij de Sprint Fide-<br />

In het Amphia Ziekenhuis in Breda werken<br />

we met 3 remote care systemen. Dit zijn<br />

CareLink® (Medtronic), Latitude® (Boston<br />

Scientific) en Merlin® (St. Jude Medical).<br />

Telecardiologie zal in de toekomst meer<br />

voordelen gaan bieden voor de zorg aan<br />

<strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> en voor het medisch team zelf.<br />

Wat echter niet vergeten mag worden is het<br />

feit dat we qua coördinatie en organisatie<br />

nog aan het begin staan en dat er in dat<br />

opzicht landelijk nog veel (éénduidig) geregeld<br />

moet worden.<br />

lis leads. “Leads vervangen is een veel<br />

groter probleem dan <strong>ICD</strong>’s en het is goed<br />

dat de problemen met de Guidant <strong>ICD</strong>’s<br />

zich eerder hebben voorgedaan en dat we<br />

daarvan hebben geleerd hoe te handelen,”<br />

zei Wilkoff. “Ik denk dat we anders<br />

een chaos zouden hebben gehad.”<br />

Waarom wordt telemonitoring<br />

niet nog meer toegepast?<br />

Saxon zei dat ze hoopt dat de TRUSTanalyses<br />

artsen aanmoedigen ervoor te<br />

zorgen dat hun <strong>ICD</strong>-patiënten deel gaan<br />

uitmaken van het telemonitoring netwerk<br />

van de <strong>ICD</strong>-producent. “Uit hedendaagse<br />

gegevens blijkt dat ongeveer 50% van de<br />

implanterende artsen hun patiënten niet<br />

laat inschrijven op het netwerk, hoewel<br />

het er is en niets extra’s kost,” zei ze. “Ze<br />

moeten het doen om het beste resultaat<br />

uit deze apparaten te krijgen. Ik denk dat<br />

het enorm belangrijk is en niet iets is dat<br />

facultatief moet worden overwogen.”<br />

Er kunnen bovendien administratieve<br />

voordelen zijn. Dr. Wilkoff “Ik denk dat<br />

we in ons centrum vorig jaar ongeveer<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

14.000 defibrillatorcontroles deden waarvan<br />

ongeveer de helft op afstand.” Er is<br />

weliswaar extra gespecialiseerd personeel<br />

nodig om het telemonitoringprogramma<br />

te ondersteunen, maar als we die groep<br />

patiënten via een controle in het ziekenhuis<br />

hadden moeten controleren dan<br />

hadden we daar noch de ruimte noch de<br />

tijd voor gehad”.<br />

Waarom worden er niet meer patiënten<br />

met een <strong>ICD</strong> op afstand gevolgd? “Bij ons<br />

krijgt vrijwel iedereen het aangeboden,<br />

maar niet iedereen wil op deze manier<br />

worden gecontroleerd “, aldus dr. Wilkoff.<br />

“Sommige mensen denken, om wat voor<br />

reden dan ook, dat je minder aandacht<br />

aan ze besteedt als ze niet telkens bij<br />

je langs komen.“ Maar ook: “Sommige<br />

patiënten willen gewoon met iemand<br />

praten en voelen zich niet comfortabel<br />

met de technologie.” n<br />

15


16<br />

“Ik wil gewoon Fieke zijn en niet Fieke met de hartziekte”<br />

Het zal je maar overkomen:<br />

in gesprek met Fieke Buijzert-de Visser<br />

Natalie van der Loos en<br />

Stephan Tuinenburg<br />

Het was een zondag in mei, 17 mei 2009 om<br />

precies te zijn. Fieke ging naar het toilet en zei tegen<br />

haar man Jaap dat ze zich niet zo lekker voelde. Toen<br />

haar man bij het toilet aankwam lag Fieke bewusteloos<br />

op de grond. “Ik belde eerst mijn vader, die<br />

in de buurt woonde en een bhv-diploma heeft, en<br />

daarna 112. Vervolgens ben ik begonnen met reanimeren”,<br />

vertelt Jaap. Toen zijn vader kwam – hij<br />

was er binnen een paar minuten – is hij daarmee<br />

doorgegaan.<br />

De hulpdiensten zijn daarna nog bijna een uur bezig<br />

geweest met reanimeren. Bij binnenkomst schrokken<br />

de ambulancebroeders, omdat ze nog zo jong<br />

was. “Later hebben ze ook gezegd dat ze me waarschijnlijk<br />

niet zo lang hadden gereanimeerd als ik<br />

niet zo jong was geweest”, aldus Fieke. “De ambulancebroeder<br />

die mij heeft gereanimeerd, heeft<br />

naderhand nog geïnformeerd hoe het met me ging.<br />

Ik heb ook een heel bijzondere en ontroerende brief<br />

van hem ontvangen. Bijzonder vonden we dat hij,<br />

net als wij, christen is. Hij liet weten dat het gebeuren<br />

veel indruk op hem had gemaakt.” De bijna vier<br />

maanden oude Feline lag in de box te brabbelen<br />

terwijl haar moeder op de grond werd gereani-<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

Op 24-jarige leeftijd krijgt Fieke Buijzert een hartstilstand.<br />

Nog geen vier maanden na de geboorte<br />

van haar eerste kind, dochter Feline. De maanden<br />

na de bevalling zijn niet fijn geweest voor Fieke.<br />

Ze voelde zich erg slecht en kon er niet van genieten.<br />

Ondanks de aanhoudende klachten is ze<br />

niet naar een dokter gegaan. Ze was er zeker van<br />

dat haar lichaam aan het ’ontzwangeren’ was. Dat<br />

bleek totaal niet het geval te zijn.<br />

meerd. Een erg vreemde gewaarwording voor de<br />

ambulancebroeders.<br />

Wat Fieke het meest trof in de brief:<br />

“Ik heb samen met jouw Jaap als tweede<br />

voertuig achter jou aangereden naar het<br />

Dijkzigt ziekenhuis. Toen ik daar wegging en<br />

Jaap een hand gaf om hem veel sterkte toe te<br />

wensen ging het volgende door mij heen: Zou<br />

Jaap alleen achterblijven als weduwnaar?<br />

Wat was ik blij toen ik woensdagavond een<br />

telefoontje kreeg van een collega die vertelde<br />

dat jij, Fieke, weer rechtop in je bed zat te<br />

eten. Het eerste wat er bij mij boven kwam<br />

was: de Heere regeert. Die woensdagavond is<br />

er een pak van mijn hart gevallen en heb ik<br />

de Heere gedankt voor de grote weldaden die<br />

Hij aan jullie heeft bewezen. Toen mochten<br />

wij als hulpverleners maar een middel zijn in<br />

Zijn hand en heeft Hij laten zien dat er maar<br />

Één is die over alles gaat.”


Met de ambulance werd Fieke overgebracht naar het<br />

Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Daar werd<br />

op 27 mei 2009 een <strong>ICD</strong> bij haar geïmplanteerd.<br />

Na haar hartstilstand moest ze in totaal tweeënhalve<br />

week in het ziekenhuis blijven. Van die tijd kan ze<br />

zich maar heel weinig herinneren. “Ineens had ik<br />

een <strong>ICD</strong>.” Dat geldt ook voor de tijd van vlak voor<br />

haar hartstilstand. De week ervoor is ze naar een<br />

vrijgezellenfeest en een bruiloft geweest, maar van<br />

beide gebeurtenissen weet ze bijna niets meer.<br />

Een maand na de implantatie, in juni 2009, is haar<br />

<strong>ICD</strong> voor het eerst afgegaan, terecht. Toen moest ze<br />

een week in het ziekenhuis blijven. Het afgaan van<br />

de <strong>ICD</strong> was voor haar een grote opluchting. Het had<br />

namelijk haar leven gered! “Ik weet: hij doet het en<br />

als het misgaat grijpt hij in.”<br />

Het afgaan van de <strong>ICD</strong> was<br />

voor mij een grote opluchting:<br />

ik weet nu dat hij het doet en<br />

ingrijpt als het misgaat<br />

In september 2009 is haar <strong>ICD</strong> niet afgegaan maar<br />

had hij wel levensbedreigende hartritmestoornissen<br />

geregistreerd. Deze hadden gelukkig niet tot<br />

een schok geleid omdat het hartritme, juist op tijd,<br />

spontaan weer normaal was geworden. De <strong>ICD</strong> is<br />

toen anders afgesteld. Ook hebben de artsen een<br />

aantal onderzoeken uitgevoerd omdat nog steeds<br />

onduidelijk was waarom ze in eerste instantie een<br />

hartstilstand kreeg. In november 2009 is uiteindelijk<br />

de diagnose gesteld: Fieke heeft het Brugada<br />

syndroom. “Het was echt een opluchting om eindelijk<br />

te weten wat er mis is. Ik kon eindelijk benoemen<br />

wat ik heb.” De reden dat het zolang heeft geduurd<br />

voordat er een diagnose kon worden gesteld is dat<br />

Brugada erg weinig voorkomt. Daarnaast komt deze<br />

ziekte vaak pas na het dertigste levensjaar tot uiting.<br />

Er is simpelweg niet aan gedacht om haar hierop te<br />

testen.<br />

In augustus 2010 is haar <strong>ICD</strong> in de eerste drie weken<br />

van de maand elke week tweemaal afgegaan. “Dat is<br />

moeilijk hoor. Is dit mijn leven, vraag je je af. De <strong>ICD</strong><br />

zit er niet voor niks, maar het is niet de bedoeling dat<br />

hij elke week afgaat”, vertelt Fieke. Uiteindelijk heeft<br />

ze meer dan een week in het ziekenhuis gelegen. De<br />

eerste twee dagen kreeg ze bètablokkers toegediend<br />

maar die hielpen niet. De tweede week kwam ze op<br />

de Spoedeisende Hulp terecht waar men de dosis<br />

van de bètablokkers verhoogde. De derde week ging<br />

de <strong>ICD</strong> weer af terwijl Fieke aan het fietsen was.<br />

Toen ze bij de Spoedeisende Hulp binnen kwam,<br />

was ze bang dat ze naar huis gestuurd zou worden.<br />

Maar meteen kreeg ze een tweede schok. De artsen<br />

namen haar daarna meteen weer op. Ze stelden<br />

haar medicijnen opnieuw in en schreven haar kinidine<br />

voor. Dit was het laatste wat ze bij het EMC voor<br />

Fieke konden doen, vertelden de artsen. Er bestaat<br />

op dit moment namelijk nog geen specifiek medicijn<br />

voor mensen met het Brugada syndroom. Hopelijk is<br />

dat er over vijftien jaar wel.<br />

“Zou de kinidine niet helpen, dan zou ik naar<br />

België moeten voor verder onderzoek maar tot nu<br />

toe gaat het gelukkig goed. In het begin had ik wel<br />

veel last van bijwerkingen zoals een snelle hartslag,<br />

duizeligheid, misselijkheid en vermoeidheid. Inmiddels<br />

is mijn lichaam aan het medicijn gewend en<br />

heb ik daar geen last meer van.” Fieke hoopt dat<br />

het dit keer goed gaat. “Je wilt toch leven en een<br />

schok is letterlijk én figuurlijk een behoorlijke klap.<br />

Je wilt lekker verder met alles, maar je moet steeds<br />

opnieuw beginnen.”<br />

In september 2010 kreeg Fieke een paniekaanval<br />

die zo heftig was, dat ze 112 belde, omdat ze dacht:<br />

“Ik ga weer.” Wie komt er vervolgens binnen... de<br />

ambulancebroeder die haar de brief stuurde. “Dat<br />

was een heel bijzondere ontmoeting. De ambulancebroeder<br />

zei dat hij erg blij was dat ik weer kon<br />

praten en dat ik er überhaupt nog was. Gelukkig was<br />

er die keer niets met me aan de hand.”<br />

In haar doen en laten is Fieke niet veel veranderd.<br />

Ze doet en durft eigenlijk nog hetzelfde als voor haar<br />

hartstilstand. Haar studie (docentenopleiding agrarisch<br />

onderwijs) heeft ze weer volledig opgepakt en<br />

ze staat voor de klas (docente bloemsierkunst). Ze<br />

heeft alleen wel een switch gemaakt van het VMBO<br />

naar het MBO. Het lesgeven op het VMBO kostte<br />

haar te veel energie. Daar ben je toch meer bezig<br />

met orde handhaven. Het gaat nu prima en de afleiding<br />

is voor haar juist erg belangrijk. De klachten<br />

zijn dan wel niet weg maar door dingen te doen<br />

voelt ze zich beter. “Als ik maar lekker bezig ben.” In<br />

juni hoopt ze klaar te zijn met haar studie. Als haar<br />

gezondheid goed blijft, lukt dit. Ze wil binnenkort<br />

ook gaan beginnen met het halen van haar rijbewijs.<br />

Ze is niet bang dat haar <strong>ICD</strong> in de auto afgaat. In<br />

het dagelijks leven ondervindt Fieke geen hinder of<br />

beperkingen van haar <strong>ICD</strong>. “Ik ben vooral erg blij dat<br />

ik de <strong>ICD</strong> heb. Nu ga ik in ieder geval niet meer dood<br />

aan die gevaarlijke hartritmestoornissen.”<br />

Haar man Jaap heeft er geen trauma aan overgehouden<br />

dat Fieke een hartstilstand kreeg en hij haar<br />

heeft moeten reanimeren. ”Ik ben eigenlijk veel te<br />

blij dat ze er nog is. Dat overweldigt het angstgevoel”,<br />

aldus Jaap. Want dat gevoel is er natuurlijk<br />

af en toe wel. Het overvalt hem soms als hij naar<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

▲<br />

17


18<br />

zijn werk rijdt en hem een ambulance passeert. “De<br />

ene keer doet het je niks, maar de andere keer zie<br />

je alles weer voorbijkomen”, aldus Jaap. Maar over<br />

het algemeen is hij erg positief. Hij heeft een paar<br />

gesprekken gehad met professionals maar verder<br />

heeft hij er geen behoefte meer aan. Fieke zegt wel<br />

eens tegen hem dat hij best iets bezorgder mag zijn<br />

maar Jaap is het daar niet mee eens. “Als ik constant<br />

overbezorgd zou zijn, zou dat een negatieve uitwerking<br />

hebben op Fieke”, zegt hij.<br />

Fieke deelt doorgaans het optimisme van Jaap. “Mijn<br />

<strong>ICD</strong> is levensreddend en dat maakt me positief. Ik<br />

zie mijn <strong>ICD</strong> als een cadeautje en niet als iets vervelends.<br />

Ik vecht tegen de hartziekte die ik heb en<br />

niet tegen de <strong>ICD</strong>. Zonder mijn <strong>ICD</strong> zou ik nu niet<br />

meer leven. Mijn <strong>ICD</strong> is tot nu namelijk al zeven keer<br />

(terecht) afgegaan.”<br />

“We zijn eigenlijk meer gaan<br />

genieten van elkaar en van<br />

het leven”, aldus Jaap<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

Desondanks is Fieke natuurlijk toch af en toe angstig.<br />

Soms is ze bang dat de <strong>ICD</strong> het niet doet. “Je bent er<br />

zo mee bezig. Elke keer als je iets voelt, bijvoorbeeld<br />

hoofdpijn, denk je dat er weer iets gaat komen. Het<br />

is normaal dat je soms ergens een pijntje hebt, maar<br />

ik betrek het allemaal op mijn hartziekte.” Ze heeft<br />

het ook wanneer ze op de fiets een druk kruispunt<br />

over moet. De vorige keer dat haar <strong>ICD</strong> af ging zat<br />

ze immers op de fiets. Voordat ze dat weer alleen<br />

durfde, heeft ze eerst samen met Jaap rondjes<br />

gefietst. ”Ik kan op elk moment een hartstilstand<br />

krijgen. Deze onzekerheid vind ik erg moeilijk.” Dit<br />

gevoel speelt vooral erg als haar <strong>ICD</strong> net is afgegaan<br />

maar nu, na vijf maanden, heeft ze meer zelfvertrouwen<br />

gekregen en heeft ze daar veel minder last van.<br />

Om met die onzekerheid te leren omgaan heeft<br />

ze na de opname in augustus 2010 het sportprogramma<br />

van ’Capri Hartrevalidatie’ gevolgd. (zie<br />

kader). Je beoefent daar sport onder begeleiding<br />

van artsen, fysiotherapeuten en maatschappelijk<br />

werkers. “Nadat ik het Capri-programma had afgerond<br />

voelde ik me bijna een ander mens. Je wordt<br />

er ook geestelijk goed begeleid, waardoor ik steeds<br />

meer durfde te ondernemen.”<br />

Capri Hartrevalidatie<br />

De naam Capri is afgeleid van het gelijknamige<br />

revalidatieprogramma dat speciaal voor hartpatiënten<br />

uit de regio’s Rotterdam en Den Haag is<br />

ontwikkeld en wordt verzorgd.<br />

Het Capriprogramma is een sportieve vorm van hartrevalidatie.<br />

Het ondersteunt mensen bij het herstel<br />

na een hartaandoening en helpt hen en hun naasten<br />

bij het weer oppakken van de draad van het leven.<br />

De programma’s richten zich niet alleen op lichamelijk<br />

herstel en conditieverbetering, maar ook op het<br />

omgaan met beperkingen, angsten en somberheid.<br />

Voorlichtingsbijeenkomsten en programma’s zoals<br />

’Omgaan met stress’, ’Gezonde voeding en gewichtsbegeleiding’,<br />

’Stoppen met roken’ en ’Leven met een<br />

<strong>ICD</strong>’ bieden handreikingen. Deelnemers aan hartrevalidatie<br />

krijgen meer zelfvertrouwen en leren<br />

om een gezonde leefstijl aan te nemen. Partners<br />

worden daarin nauw betrokken.<br />

Onder begeleiding van gespecialiseerde teams<br />

kunnen hartpatiënten deelnemen aan groepsgerichte<br />

of individuele revalidatieprogramma’s. Daarnaast<br />

blijft Capri Hartrevalidatie inspelen op de<br />

laatste maatschappelijke en de nieuwste medische<br />

ontwikkelingen om iedere deelnemer een optimaal<br />

programma te kunnen aanbieden voor een goede<br />

terugkeer in het dagelijks leven en de maatschappij.<br />

Voor meer informatie, zie: www.caprihr.nl


Ze heeft ook steun vanuit een andere hoek, namelijk<br />

van haar moeder en haar zus. Nadat vastgesteld was<br />

dat Fieke het erfelijke Brugada syndroom had, zijn<br />

alle gezinsleden getest. Haar moeder en zus bleken<br />

hetzelfde syndroom te hebben. Hoewel ze beiden<br />

op dit moment geen symptomen vertonen, hebben<br />

ze uit voorzorg een <strong>ICD</strong> geïmplanteerd gekregen. De<br />

artsen hebben ook haar moeders kant van de familie<br />

getest. Daar bleek niemand het Brugada syndroom<br />

te hebben. Er is ook een kans van vijftig procent<br />

dat haar dochter Feline dezelfde hartafwijking heeft,<br />

maar zij kan pas rond haar tiende getest worden.<br />

Behalve met haar moeder en haar zus heeft Fieke<br />

jammer genoeg niet zoveel contact met lotgenoten.<br />

“Ik zou het erg fijn vinden om in contact te komen<br />

met andere (jonge) mensen die ook Brugada<br />

hebben. Ik zou het erg leuk vinden om bijvoorbeeld<br />

met lotgenoten een dag te organiseren, waar vragen<br />

aan artsen gesteld kunnen worden. Maar ik wil vooral<br />

graag verhalen uitwisselen zodat we elkaar kunnen<br />

bemoedigen. Ik voel me soms heel erg alleen met<br />

mijn hartziekte en ik zoek juist die mensen die ook<br />

hetzelfde hebben meegemaakt zodat we ons hart<br />

kunnen luchten. Het is alleen moeilijk om in contact<br />

te komen met lotgenoten, zeker met die van mijn<br />

leeftijd.” Daarom: Heb je ook het Brugada syndroom,<br />

en wil je in contact komen met lotgenoten, stuur dan<br />

een mail naar: fiekedevisser@hotmail.com.<br />

Fieke en Jaap hebben veel steun aan hun geloof.<br />

“Wij zijn afhankelijk van God”, aldus Fieke. Geloven<br />

in God geeft hen veel kracht. “Ik weet niet waar ik nu<br />

geweest zou zijn als ik mijn geloof niet zou hebben.”<br />

Er hebben veel mensen voor haar gebeden en ze<br />

Toch maar goed dat we ons verhaal<br />

verteld hebben<br />

Bia van den Hazel schreef ons: Meteen dezelfde dag<br />

al dat wij het <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> ontvingen met daarin ons<br />

verhaal had ik tot mijn grote verbazing al een mail<br />

van een <strong>ICD</strong>-drager die net als wij CPVT-drager is.<br />

Zoiets hadden wij eigenlijk nog nooit eerder gehoord.<br />

Mijnheer wist niet dat er een medicijn voor bestaat.<br />

Hij is 35 jaar en heeft ten gevolge van deze aandoening<br />

een neef en zus verloren. We kunnen nu zeker<br />

“ervaringen” met elkaar delen. Heel bijzonder. Zo zie<br />

je maar weer dat je elkaar kunt helpen. Zo kom je<br />

toch in contact met anderen. Zeer waardevol.<br />

krijgt veel medeleven vanuit de kerk. Daar put ze<br />

kracht uit. “Dat is naast je familie, die het dichtst om<br />

je heen staat, erg belangrijk voor ons.”<br />

“Het is moeilijk om aan buitenstaanders uit te leggen<br />

hoe ik me voel. Aan de buitenkant zie je niks aan me.<br />

In de kerk krijg ik meer ruimte om erover te praten<br />

dan bij mij op school. Ik heb er wel meteen een<br />

stempel door gekregen. Een tijdje geleden voelde<br />

ik me tijdens de dienst namelijk niet zo lekker zodat<br />

ik zo snel mogelijk naar buiten wilde. Iedereen in<br />

de kerk dacht meteen dat ik iets aan mijn hart had.<br />

Soms krijg ik te veel medelijden en dat wil ik liever<br />

niet. Ik wil gewoon “Fieke” zijn, en niet “Fieke met<br />

de hartziekte”. Ik ben erg open over mijn ziekte en je<br />

mag me alles vragen, maar ik wil het er niet constant<br />

over hebben. Er zijn meer dingen in het leven. Ik wil<br />

ook niet als zielig bestempeld worden, ook al kan ik<br />

begrijpen waarom dat gebeurt.”<br />

Hoe ziet Fieke haar toekomst? “Ik hoop gewoon<br />

mijn studie af te maken en dan een mooie baan in<br />

het onderwijs te krijgen. Ik wil lekker blijven werken.<br />

Jaap en ik hebben het daarnaast wel gehad over een<br />

tweede kindje, maar dit durf ik voorlopig niet aan. Ik<br />

ben bang voor wat er allemaal met mij gaat gebeuren<br />

als ik weer zwanger wordt. Juist omdat bij mijn<br />

eerste zwangerschap alles is begonnen. Het wordt<br />

niet afgeraden, maar het is niet meer zo vanzelfsprekend<br />

voor ons. Onder andere vanwege de medicijnen<br />

die ik slik om gevaarlijke hartritmestoornissen te<br />

voorkomen.” Dit doet haar soms wel eens pijn. “Je<br />

weet niet hoe het loopt. Wat dat betreft is het allemaal<br />

erg onzeker. In dat opzicht beheerst Brugada<br />

mijn leven.” n<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

Fieke is inmiddels<br />

vrijwilligster voor<br />

de STIN geworden<br />

voor de regio<br />

Zuid-Holland.<br />

<strong>ICD</strong> nieuws<br />

19


<strong>ICD</strong>-controle: toen en nu (slot)<br />

Frans Steinmetz,<br />

technisch<br />

adviseur STIN<br />

Zoals ik u in mijn vorige artikel<br />

beloofd heb, ga ik u tot slot nog iets<br />

vertellen over de gegevens die een<br />

hedendaagse <strong>ICD</strong> opslaat en die zeer<br />

veel belangrijke informatie bevat<br />

voor de cardioloog.<br />

Naast alle technische bijzonderheden die<br />

uw <strong>ICD</strong> kan overzenden per telefoon of<br />

die kunnen worden uitgelezen tijdens uw<br />

<strong>ICD</strong>-controle in het ziekenhuis, bewaart<br />

uw <strong>ICD</strong> een enorme hoeveelheid aan<br />

diagnostische informatie. Welke gegevens<br />

precies worden opgeslagen en doorgegeven<br />

is afhankelijk van het merk en het<br />

type <strong>ICD</strong>. Om uit te leggen wat een cardio-<br />

loog hiermee doet of kan doen beperk ik<br />

me tot de belangrijkste informatie die in<br />

het algemeen beschikbaar is.<br />

Tijdens een (telefonische) controle laat<br />

uw <strong>ICD</strong> zien of uw hartritme tussen<br />

de twee laatste controles nog snel is<br />

geweest, met andere woorden of uw<br />

hartritme wat betreft de frequentie<br />

boven bepaalde, door de technicus ingestelde<br />

frequenties, is uitgekomen. Als dit<br />

gebeurd is, krijgt de cardioloog de dag<br />

en de tijd te zien waarop dat plaatsvond,<br />

hoe snel uw hartritme geweest is, hoe<br />

lang dit te snelle hartritme geduurd heeft,<br />

of er door uw <strong>ICD</strong> wel of niet therapie<br />

is afgegeven en zo ja welke en of die<br />

succesvol geweest is.<br />

Van al de gebeurtenissen die hierboven<br />

genoemd zijn heeft de <strong>ICD</strong> ook een “hartfilmpje”<br />

opgeslagen, zodat uw cardioloog<br />

kan zien wat voor type snel hartritme het<br />

was, bijvoorbeeld een tachycardie of een<br />

fibrillatie. Aan de opgeslagen “hartfilmpjes”<br />

kan uw arts ook zien of eventueel afgegeven<br />

therapie terecht of onterecht was en<br />

hoe het met de frequentiespreiding van<br />

uw hartritme gesteld is. Verder geeft uw<br />

<strong>ICD</strong> (afhankelijk van welk type) eveneens<br />

aan of er ritmestoornissen geweest zijn in<br />

de boezems van uw hart, wat voor soort<br />

ritmestoornissen dat geweest zijn en of u<br />

vocht vasthoudt.<br />

Zoals u weet, zit er ook een pacemaker<br />

in uw <strong>ICD</strong> en deze dient ervoor om uw<br />

hart te stimuleren (elektrisch te prikkelen)<br />

als dat nodig is. Uw <strong>ICD</strong> laat de cardioloog<br />

zien hoeveel procent de pacemaker<br />

20 <strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

Fragment van de uitdraai van de gegevens<br />

die een <strong>ICD</strong> heeft opgeslagen na de<br />

voorlaatste controle. Duidelijk is te zien<br />

dat de <strong>ICD</strong> een aantal snelle hartritmes<br />

in de rechterkamer of ventriculaire<br />

tachycardieën (VT’s) heeft geconstateerd,<br />

wanneer die hebben plaatsgevonden,<br />

hoe lang ze hebben geduurd en<br />

dat er geen therapie nodig was omdat<br />

het normale hartritme zich na enkele<br />

seconden herstelde. Twee ritmestoornissen<br />

waren zelfs zo kort dat de <strong>ICD</strong><br />

ze wel heeft opgemerkt maar niet kon<br />

vaststellen om wat voor soort afwijking<br />

het ging (Nonsustained).<br />

uw hart gestimuleerd heeft en welk deel:<br />

boezem, linkerkamer, rechterkamer, of<br />

een combinatie hiervan. Met deze informatie<br />

kan de arts het pacemakergebeuren<br />

in uw <strong>ICD</strong> eventueel herprogrammeren<br />

om ervoor te zorgen dat er minder of juist<br />

meer gestimuleerd wordt.<br />

Ik hoop dat ik u duidelijk heb gemaakt dat<br />

sinds de eerste <strong>ICD</strong> werd geïmplanteerd,<br />

de ontwikkeling snel is gegaan en vanzelfsprekend<br />

nog niet stilstaat. Deze ontwikkeling<br />

heeft zich niet alleen afgespeeld<br />

op technisch gebied, maar eveneens op<br />

het gebied van implantatietechniek en<br />

het opslaan van belangrijke diagnostische<br />

informatie. Ik ben blij dat ik dit alles tot<br />

eind 2009 heb mogen meemaken. n<br />

Op dit fragment is te zien hoe<br />

de frequentiespreiding van het<br />

hartritme is verlopen na de<br />

voorlaatste controle van vier<br />

maanden eerder. Het hartritme<br />

was in die periode over<br />

het algemeen normaal met<br />

uitschieters naar onder tot<br />

ongeveer 40 slagen per minuut<br />

en naar boven tot plusminus<br />

130. Het gestippelde balkje<br />

links geeft het percentage aan<br />

dat de pacemaker het hart<br />

heeft moeten stimuleren.


Genees je van een glimlach?<br />

Goede zorg is veel meer dan het juiste pilletje<br />

op het juiste moment. Een arts, een zorgkundige<br />

en drie verpleegkundigen van het<br />

Universiteitsziekenhuis Antwerpen praten<br />

over het belang van het niet meetbare: respect<br />

en vertrouwen, een attent gebaar of een luisterend<br />

oor. “Een goede relatie met de patiënt<br />

draagt zeker bij tot zijn herstel.”<br />

“Ziekenhuizen moeten wat meer op pretparken gaan<br />

lijken” is de opmerkelijke stelling van Fred Lee, een<br />

Amerikaan die senior vice-president was van het<br />

Florida Hospital en daarna voor Disney University<br />

werkte. Lee pleit voor een uitgesproken patiëntgerichte<br />

zorg die doordrongen is van een persoonlijke<br />

aanpak. Zorg en emotie zijn onlosmakelijk met elkaar<br />

verbonden, vindt hij.<br />

Nicole Delmotte van patiëntenzorg woonde een<br />

van zijn lezingen bij. “Patiënten voelen zich inderdaad<br />

beter als ze persoonlijk worden aangesproken”,<br />

beaamt ze. “Dat hoeft geen lange babbel te zijn,<br />

gewoon even informeren naar een onderzoek kan<br />

al genoeg zijn.” Verpleegkundigen Kirsten de Pauw<br />

en Karina van Roeyen en zorgkundige Vera van<br />

De geneeskracht<br />

van warm contact<br />

Haute vinden die persoonlijke aanpak vanzelfsprekend.<br />

“Als zorgkundige ben ik dikwijls de eerste die<br />

bij de patiënt binnenkomt”, zegt Vera. “Dan probeer<br />

ik altijd in te spelen op wat ik tijdens de briefing heb<br />

gehoord. Heeft de patiënt een slechte nacht gehad?<br />

Zijn er misschien problemen thuis?” Karina: “Af en<br />

toe krijg je met een patiënt te maken die op het<br />

eerste gezicht moeilijk lijkt. Maar vaak krijg je gaandeweg<br />

een ander beeld. Dan blijkt bijvoorbeeld dat<br />

hij recent veel heeft meegemaakt en dan hou je daar<br />

rekening mee. Zo zit er achter elke patiënt wel een<br />

verhaal.”<br />

Bange patiënt in bed<br />

Hoe je het ook draait of keert: een patiënt is vaak<br />

een beetje angstig. “Verpleeg- en zorgkundigen<br />

kunnen veel doen om dat om te buigen. Wat extra<br />

uitleg of een kleine aanraking doet veel. Maar de<br />

patiënt moet vooral de kans krijgen zijn bekommernis<br />

te uiten”, onderstreept Delmotte.<br />

Vera probeert altijd even tijd te maken voor een<br />

patiënt die terugkomt van een onderzoek. ”Ook al<br />

hebben we het druk, iemand die net heeft vernomen<br />

dat hij een hartoperatie moet ondergaan, kan<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

▲<br />

21


een luisterend oor goed gebruiken. Daarom probeer<br />

ik ook altijd op de hoogte te blijven van de medische<br />

terminologie.” Kirsten verzorgt vaak patiënten<br />

die een openhartoperatie hebben ondergaan. Vooral<br />

vrouwen hebben het achteraf soms moeilijk met het<br />

litteken. “Daar trek ik dan even tijd voor uit. Als de<br />

patiënte zelf nog niet heeft gekeken, stel ik voor dat<br />

ik eerst even kijk en haar zeg hoe het eruit ziet. Dat<br />

maakt de confrontatie gemakkelijker”, vertelt ze.<br />

Dr. Koffie<br />

Ook voor artsen is het cruciaal om de mens achter<br />

de patiënt te zien. Dr. Marek Wojciechowski is al<br />

meer dan dertig jaar kinderarts. Ten tijde van zijn<br />

opleiding stonden artsen nog op een eenzaam voetstuk.<br />

“De oudere artsen namen toen nog een vrij<br />

autoritaire houding aan. Maar ik had al snel door dat<br />

je veel meer bereikt door een kind met zachtheid en<br />

warmte te benaderen. Ik ben niet de strenge dokter,<br />

maar dr. Marek of dr. Koffie, zoals sommige kinderen<br />

mijn naam interpreteren. Op den duur word je een<br />

soort vriend.”<br />

Die goede relatie komt er niet vanzelf. “Je mag dan<br />

nog je strepen hebben verdiend als arts; om het<br />

vertrouwen te krijgen van je patiënt is er meer nodig.<br />

Dat komt er door aandacht voor hem te hebben en<br />

hem op een eenvoudige en eerlijke manier te benaderen.<br />

Hij moet voelen dat je zijn probleem, hoe<br />

klein het ook is, belangrijk vindt.” Ook goede communicatie<br />

is essentieel. Een infobrochure kan nooit de<br />

uitleg van een arts of verpleegkundige vervangen.<br />

Wojciechowski: “Als ik iets wil uitleggen, ga ik er altijd<br />

rustig bij zitten, zodat de patiënt en zijn familie weten<br />

dat ik tijd heb. Ik probeer aan te voelen waar er op<br />

dat moment behoefte aan is. Willen ze veel uitleg of<br />

hou ik het zo kort mogelijk? Moet ik het kind eerst op<br />

zijn gemak stellen? En uiteraard moet de boodschap<br />

overkomen. Desnoods begin ik twee keer opnieuw.”<br />

Gaandeweg leer je bij<br />

Vaak kunnen kleine dingen een groot verschil maken.<br />

“Zorgen dat de patiënt aan een opgeruimde tafel<br />

Wat een <strong>ICD</strong> al niet kan veroorzaken!<br />

Tussen de vragen die we ontvingen, troffen we de volgende aan: “Mijn moeder heeft al 2 jaar een <strong>ICD</strong>.<br />

Sinds kort heeft zij een lcd-tv aangeschaft maar nu heeft ze de indruk dat deze straling afgeeft waardoor<br />

ze het gevoel heeft dat haar keel dik is. Is dit mogelijk in combinatie met de <strong>ICD</strong>?”<br />

22 <strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

kan eten of verwelkte bloemen wegdoen”, haalt Vera<br />

aan. “Sommige patiënten zijn zo dankbaar wanneer<br />

je even hun haar wast”, zegt Kirsten. “Of als je snel<br />

een krant gaat halen”, vult Karina aan. “Ik stel mijzelf<br />

altijd de vraag wat ik zou willen als het mijn eigen<br />

vader of moeder was die daar lag.”<br />

In de opleiding tot arts of verpleegkundige is<br />

vandaag de dag gelukkig aandacht voor de omgang<br />

met patiënten maar er weegt niets op tegen aanleg<br />

en ervaring. Kirsten: “Je moet het voor een stuk in je<br />

hebben. Maar gaandeweg leer je ook bij. Nu vraag ik<br />

wel eens door om te weten hoe het echt met een<br />

patiënt gaat. Dat durfde ik in het begin niet.”<br />

Arts als medicijn<br />

Of een goede relatie met de patiënt ook tot een sneller<br />

herstel leidt? Wojciechowski gelooft daar sterk in.<br />

“In het Frans heb je daar een woord voor: autoprescription.<br />

De arts is als het ware zelf het geneesmiddel.<br />

Als ouders hier komen met een huilbaby, lukt<br />

het mij dikwijls om het probleem op te lossen met<br />

uitleg en advies, dus zonder medicatie. Maar zoiets<br />

gaat alleen als er vertrouwen is. Ook een medicamenteuze<br />

behandeling heeft vaak meer succes als<br />

je de nodige omkadering biedt.”<br />

Ook de manier waarop de patiënt wordt verzorgd en<br />

omringd, draagt volgens Karina, Kirsten en Vera bij<br />

tot zijn herstel. “Als je de patiënt netjes gewassen en<br />

aangekleed in zijn stoel zet, voelt die zich meteen<br />

beter dan wanneer hij in bed blijft liggen”, zegt Vera.<br />

“En mensen die zich beter in hun vel voelen, hebben<br />

vanzelf meer kracht om te herstellen”, vult Kirsten<br />

aan. Het is dan ook belangrijk dat de zorgverlener<br />

zich positief opstelt, vindt Vera. “Uiteraard ga ik niet<br />

voorbij aan iemands problemen, maar ik ga zeker<br />

niet mee in het trieste. In elke situatie is er wel een<br />

lichtpuntje te vinden”. n<br />

(bron: Maguza, driemaandelijks tijdschrift van het<br />

Universitair ziekenhuis Antwerpen)<br />

<strong>ICD</strong> nieuws


Het leven van de patiënt ligt letterlijk in handen van de dokter<br />

dr. Harriette Verwey,<br />

cardioloog LUMC<br />

Het steunhart als permanente<br />

behandeling van chronisch hartfalen:<br />

een nieuw tijdperk is aangebroken<br />

Chronisch hartfalen vormt een groeiend<br />

probleem binnen de gezondheidszorg.<br />

Het is niet alleen het<br />

eindstadium van alle hartziekten,<br />

maar ook het gevolg van vergrijzing,<br />

hoge bloeddruk, diabetes mellitus<br />

en overgewicht. Vooral deze laatste<br />

aandoeningen zullen, als ze niet serieus<br />

worden aangepakt, een epidemie<br />

aan hart- of vaatziekten veroorzaken<br />

met alle gevolgen van dien. Uit een<br />

Rotterdamse studie blijkt dat 33 %<br />

van de bevolking die ouder is dan<br />

55 jaar in de toekomst hartfalen zal<br />

ontwikkelen. Dit zijn alarmerende<br />

feiten.<br />

De prognose van hartfalen is slecht.<br />

De ernst van de ziekte wordt onderver-<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

deeld in 4 klassen en vooral klasse 3 en<br />

4 hebben een zeer slechte prognose.<br />

Naast hoge sterfte worden deze patiënten<br />

vanwege toename van het hartfalen<br />

veelvuldig in het ziekenhuis opgenomen<br />

wat hun kwaliteit van leven niet ten goede<br />

komt.<br />

De laatste decennia zijn naast verbeterde<br />

therapie met medicijnen vele nieuwe<br />

behandelmethoden toegepast onder<br />

andere op het gebied van elektrofysiologie<br />

en hartchirurgie. Ondanks de goede<br />

resultaten van deze behandelingen met<br />

als gevolg een forse afname van overlijden,<br />

ontwikkelen de patiënten op den<br />

duur toch weer klachten als gevolg van de<br />

progressieve achteruitgang van de pompfunctie<br />

van het hart.<br />

23<br />


De “gouden” standaard voor de behandeling<br />

van ernstig hartfalen is harttransplantatie.<br />

Ook in <strong>Nederland</strong> zijn de resultaten<br />

van harttransplantatie heel goed. Helaas<br />

komt niet iedereen hiervoor in aanmerking.<br />

Jaarlijks zijn 60 harttransplantaties<br />

toegestaan, een aantal dat niet toereikend<br />

is voor de grote groep hartfalers. Daarnaast<br />

leidt de schaarste aan donororganen<br />

ertoe dat niet iedere patiënt van de<br />

wachtlijst op tijd getransplanteerd wordt.<br />

Patiënten verslechteren en overlijden zelfs<br />

nog voor er een geschikt hart is gevonden.<br />

Wanneer een patiënt van de wachtlijst<br />

verslechtert, kan ter overbrugging een<br />

Ventricular Assist Device (VAD), een zogenaamd<br />

steunhart worden ingebracht. Dit<br />

steunhart, de naam zegt het al, ondersteunt<br />

het hart in zijn functie als pomp.<br />

De resultaten van deze overbrugging zijn<br />

goed. Er zijn patiënten die al langer dan 4<br />

jaar met een steunhart leven en in goede<br />

conditie verkeren.<br />

In de afgelopen decennia zijn er, wat<br />

steunharten betreft, vele technologische<br />

ontwikkelingen geweest. De eerste generatie<br />

steunharten had een forse afmeting<br />

en was zeer luidruchtig. Bij iedere hartslag<br />

hoorde men een pompend sissend<br />

geluid. Als gevolg van de afmetingen<br />

moest de patiënt altijd in het ziekenhuis<br />

opgenomen blijven. Tevens deden zich<br />

veel complicaties voor zoals bloedingen,<br />

stolselvorming met als gevolg hersenbloedingen,<br />

herseninfarcten, infecties<br />

maar ook falen van het steunhart. Eerst<br />

werden de steunharten kleiner van afmeting.<br />

Vervolgens werden veelbewegende<br />

onderdelen vervangen door vaste onderdelen<br />

waardoor de kans op falen van het<br />

apparaat aanmerkelijk kleiner werd.<br />

Zo volgden de technologische ontwikkelingen<br />

elkaar in snel tempo op zodat we<br />

nu toe zijn aan de derde generatie steunharten.<br />

Deze hebben de afmeting van een<br />

golfbal, wegen maar 140 gram en passen<br />

in de handpalm van een volwassene. Ze<br />

worden in de borstkas rechtstreeks op het<br />

hart aangesloten. De verwachting is dat er<br />

minder complicaties zullen optreden en<br />

de levensduur van deze steunharten dus<br />

langer zal zijn. Het in <strong>Nederland</strong> toegepaste<br />

type van de 3e generatie steunhar-<br />

ten is de HeartWare assist device (HVAD)<br />

of het HeartWare steunhart.<br />

Hoe ziet het HeartWare steunhart<br />

eruit?<br />

Het HeartWare steunhart bestaat uit de<br />

HeartWare pomp, een controller, batterijen,<br />

een batterijoplader, een drijflijn en<br />

2 netwerkadapters. De pomp is een klein<br />

apparaat met slechts 1 bewegend onderdeel<br />

dat ervoor zorgt dat het bloed uit de<br />

linkerkamer in de aorta (de lichaamsslagader)<br />

wordt gepompt. De aanvoeropening<br />

van de pomp zit in de linkerkamer. De<br />

afvoerende buis is door middel van een<br />

buisprothese aangesloten op de aorta. De<br />

24 <strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

De HVAD-(HeartWare Ventricular Assist Device) pomp met zijn aan- en afvoerbuis en<br />

drijflijn. De pomp is net iets groter dan een golfbal en zuigt het bloed uit de hartkamer en<br />

pompt het in de aorta. De aanvoerbuis (het bovenste deel) zit in de linkerhartkamer. De<br />

afvoerbuis wordt via een buisprothese aangesloten op de aorta.<br />

rotor pompt het bloed met een bepaald<br />

toerental (de zogenaamde continue flow)<br />

vanuit de linkerkamer naar de aorta. De<br />

hoeveelheid bloed die wordt rondgepompt<br />

is afhankelijk van de snelheid van<br />

de rotor en de bloeddruk.<br />

De pomp heeft energie (stroom) nodig<br />

om te functioneren en is via een dunne<br />

kabel (drijflijn) verbonden met een<br />

computer, de controller. Beide apparaten<br />

worden voorzien van stroom door batterijen<br />

die de patiënt, samen met de controller,<br />

bij zich draagt in een schoudertas.<br />

Standaard krijgt iedere patiënt 4 batterijen<br />

en een reserve controller mee. Er moeten<br />

De opengeklapte pomp waarbij de rotor zichtbaar is. Dat is de binnenste schijf die met een<br />

bepaald toerental, meestal tussen de 2500 en 2800 toeren per minuut, het bloed continu<br />

vanuit de hartkamer naar de aorta wegpompt.


Op de voorgrond de controller(computer) met 2 aangesloten batterijen. De aansluitlijn met<br />

de zilverkleurige dop is de verbinding van de pomp met de controller. Op het scherm van de<br />

controller zijn af te lezen: actuele toerental van de rotorpomp, hoeveel liter bloed per minuut<br />

wordt gepompt en de batterijstatus. Bij een alarm verschijnen op het scherm van de controller<br />

gegevens over het alarm en hoe te handelen. Op de achtergrond staat de monitor die in<br />

het ziekenhuis blijft. Alles wat op het grote scherm te lezen is, is ook op het scherm van de<br />

controller te lezen. Via de monitor kunnen we ook het geheugen van de controller uitlezen,<br />

net als bij de <strong>ICD</strong>. We kunnen ook zien of er in de afgelopen periode een alarm is geweest<br />

en van welk soort. Bij de controle in het ziekenhuis wordt de controller aangesloten op de<br />

monitor en wordt het geheugen uitgelezen. Niet afgebeeld is de oplader van de batterijen<br />

waarin een 4-tal batterijen passen.<br />

steeds 2 batterijen aangesloten zijn. Zelfs<br />

wanneer de controller via de netadapter<br />

met het stroomnet is verbonden, moet<br />

er een batterij aangesloten blijven om te<br />

voorkomen dat er bij stroomuitval calamiteiten<br />

ontstaan.<br />

Op de monitor van de controller is te zien<br />

of de pomp goed werkt, hoeveel bloed<br />

er per minuut wordt rondgepompt, wat<br />

de rotorsnelheid is en welk vermogen<br />

wordt geleverd. De controller waarschuwt<br />

als er een probleem is. In totaal zijn er 3<br />

soorten alarm die op het scherm worden<br />

aangegeven met een eigen kleur. Aan de<br />

alarmkleur kan de patiënt zien wat het<br />

probleem is en hoe dit verholpen moet<br />

worden.<br />

Wanneer de patiënt thuis is of ligt te<br />

slapen, kan hij via de netadapter de<br />

controller aansluiten op het stroomnet.<br />

Zoals ik eerder al vermeldde, moet er<br />

steeds een batterij aangesloten blijven<br />

zodat er bij stroomuitval geen calamiteiten<br />

ontstaan. Wanneer de patiënt een<br />

lange autoreis maakt of onderweg in een<br />

file terecht komt, heeft hij ook de mogelijkheid<br />

om de controller met behulp<br />

van een 12-volt kabel aan te sluiten op<br />

de sigarettenaansteker waardoor er altijd<br />

stroom, dus energietoevoer is voor de<br />

controller en de pomp.<br />

Welke voor- en nadelen heeft<br />

deze pomp?<br />

Ze is heel klein. Vanwege de afmeting kan<br />

ze bij vrijwel iedere patiënt worden inge-<br />

Een röntgenologische weergave van hoe de<br />

pomp zich in de borstkas bevindt en hoe de<br />

aansluitingen met het hart en de aorta zijn.<br />

De pomp wordt in het hartzakje (pericard)<br />

op het hart bevestigd.<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

bracht. Dat gebeurt via de borstkas, waardoor<br />

minder infecties optreden. Omdat<br />

deze pomp maar 1 bewegend deel heeft,<br />

is de kans op falen aanzienlijk minder. Een<br />

recente grote studie heeft aangetoond dat<br />

steunharten met een continue flow, zoals<br />

het HeartWare steunhart, langer meegaan<br />

en een betere overlevingskans bieden<br />

dan pompen zoals de eerste types die<br />

met de hartslag meepompten (pulsatiele<br />

flow).<br />

Er is eigenlijk maar 1 nadeel of misschien<br />

2. Je hebt geen voelbare pols en ook<br />

geen meetbare bloeddruk meer. Ook mag<br />

je met een steunhart niet douchen of<br />

zwemmen. Verder mag alles. Meestal kun<br />

Dankzij het steunhart<br />

hebben patiënten zonder<br />

uitzicht op herstel<br />

weer toekomst<br />

je weer gewoon eten en heb je geen last<br />

meer van vochtophoping. De patiënten<br />

hebben een medicard bij zich waarop is<br />

aangegeven dat ze een steunhart hebben.<br />

Hartmassage is bij deze patiënten niet<br />

toegestaan, wel defibrilleren. Vrijwel alle<br />

patiënten die in aanmerking komen voor<br />

een steunhart, hebben al een <strong>ICD</strong>. Externe<br />

defibrillatie zal dus niet nodig zijn.<br />

Welke patiënten komen ervoor<br />

in aanmerking?<br />

Eigenlijk alle patiënten met ernstig hartfalen<br />

die verder gezond zijn. Het is wel van<br />

belang dat de patiënt psychisch stabiel<br />

is, een goed sociaal vangnet heeft en de<br />

richtlijnen met betrekking tot het bedienen<br />

van het apparaat kan lezen en begrijpen.<br />

Er komt heel wat kijken bij de screening<br />

van de patiënten die voor een steunhart<br />

in aanmerking komen en er zijn dan ook<br />

veel behandelaars bij betrokken. Daarom<br />

is in het LUMC het steunhartprogramma<br />

opgenomen in het MISSION! Hartfalenprotocol.<br />

In dit protocol wordt er door<br />

zorgvuldige screening naar gestreefd de<br />

patiënten de juiste behandeling te laten<br />

ondergaan. Maatwerk is dus het devies.<br />

Als er nog andere behandelopties zijn<br />

waarvan bekend is dat ze met goede<br />

25<br />


esultaten kunnen worden toegepast,<br />

hebben die de voorkeur. Is eenmaal<br />

besloten dat de patiënt de juiste indicatie<br />

heeft voor een steunhart dan wordt<br />

hij begeleid door een multidisciplinair<br />

team. Daarvan maken naast cardiologen,<br />

hartchirurgen, anesthesisten en intensivisten<br />

ook de hartfalen- en afdelingsverpleegkundigen<br />

deel uit, evenals de<br />

afdelingen fysiotherapie, maatschappelijk<br />

werk en diëtetiek. De VAD-coördinator<br />

coördineert alle werkzaamheden die<br />

voortvloeien uit de implantatie van het<br />

apparaat dat het hart moet assisteren<br />

(vandaar de afkorting Ventricular Assist<br />

Device). Eveneens zijn er afspraken<br />

met de regionale en nationale ambulancedienst<br />

gemaakt. Aan de hand van<br />

het protocol zijn er checklists opgesteld<br />

die afgetekend moeten worden, check,<br />

dubbel check voordat patiënt naar de<br />

volgende fase in het traject kan gaan.<br />

Op 9 november 2010 is in het LUMC bij<br />

een patiënt voor het eerst een HeartWare<br />

steunhart geplaatst. Dit was een primeur<br />

omdat dit type voor het eerst werd ingebracht<br />

en ook omdat de implantatie<br />

bedoeld is als permanente behandeling<br />

(destination therapie genaamd) en niet<br />

Bijna dagelijks staan er stukjes in de krant<br />

over de kwaliteit van zorg in ziekenhuizen. De<br />

patiënt is steeds mondiger geworden en laat<br />

vaak ook duidelijk merken wat hem/haar niet<br />

bevalt. Ook zoekt de patiënt in toenemende<br />

mate op internet naar het ziekenhuis dat de<br />

beste resultaten heeft geboekt bij de behandeling<br />

van zijn/haar aandoening.<br />

Diverse ziekenhuizen zijn daarom doende de beleving<br />

van de klant (patiënt) in kaart te brengen,<br />

waaronder het Medisch Centrum Alkmaar(MCA).<br />

Daar is vorig jaar een project gestart onder de naam<br />

Shadowing (schaduwen). Patiënten, aan wie vooraf<br />

is gevraagd of ze willen meewerken, worden bij<br />

binnenkomst in de hal ontvangen door een voor het<br />

personeel anonieme “schaduw”, een vrijwilliger die<br />

zich bereid heeft verklaard het behandeltraject te<br />

volgen. Het personeel weet niet beter of de patiënt<br />

wordt vergezeld door een buurman of mantelzorger.<br />

26 <strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

als overbrugging naar harttransplantatie.<br />

Inmiddels is een tweede patiënt succesvol<br />

behandeld met het HeartWare steunhart.<br />

Ze waren beiden afgewezen voor<br />

harttransplantatie. Ze maken het goed<br />

en zijn weer thuis. Voorafgaand aan de<br />

implantatie hebben ze maanden in een<br />

ander ziekenhuis met ernstig hartfalen<br />

opgenomen gelegen, zonder uitzicht<br />

op herstel. Nu is er weer toekomst. Ze<br />

leven een “normaal” leven. We hebben<br />

nu al een wachtlijst en hopen dit jaar<br />

minstens 2 patiënten per maand te<br />

kunnen helpen:<br />

Een nieuw tijdperk is aangebroken. n<br />

Dick Marsman Kwaliteit van zorg in het<br />

ziekenhuis dankzij shadowing<br />

Deze “schaduw” gaat met de patiënt mee naar de<br />

plaatsen van (be-)handeling en volgt, als de patiënt<br />

er geen bezwaar tegen heeft, ook het gesprek met<br />

de behandelaar. Het is daarbij niet de bedoeling<br />

dat de “schaduw” de patiënt op de een of andere<br />

manier behulpzaam is want alles moet beoordeeld<br />

worden, zoals de brief met de afspraak, de bewegwijzering,<br />

de ontvangst door de dame of heer aan<br />

de balie, de ruimte in de wachtkamer, koffievoorziening,<br />

wachttijd, benadering door arts en alles wat<br />

er verder plaatsvindt totdat de patiënt weer buiten<br />

staat. Vervolgens vullen zowel patiënt als “schaduw”<br />

apart van elkaar een beoordeling in. De resultaten<br />

worden verwerkt in een verzamelverslag, dat naar de<br />

leiding van de betreffende afdeling gaat.<br />

Elke afdeling komt aan de beurt. Een jaar later<br />

herhaalt het proces zich om na te gaan of verbeterpunten<br />

zijn opgevolgd of dat er nog wat puntjes op<br />

de i moeten worden gezet. n


Donateurs tevreden over behandeling,<br />

maar ruimte voor verbetering<br />

Peter Zaadstra<br />

(redactie)<br />

Tussen 2006 en 2010 werden in het<br />

<strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> zestien implantatiecentra<br />

gepresenteerd in de serie Een<br />

kennismaking met... Van Breda tot<br />

Leeuwarden en van Groningen tot<br />

Maastricht las u over ambities en<br />

unieke eigenschappen van de verschillende<br />

ziekenhuizen, vaak speels<br />

onder woorden gebracht in een motto<br />

(zie het overzicht op bladzijde 23 van<br />

<strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> 2010-3). Toch boden<br />

deze artikelen slechts een momentopname:<br />

een interview van 90-120<br />

minuten en een aantal foto’s waren<br />

telkens de basis voor wat u uiteindelijk<br />

in het <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> las. Misschien<br />

heeft deze vorm wel het nadeel<br />

dat gemakkelijk de ideale situatie,<br />

behandeling en procedure geschetst<br />

werden, waar soms de werkelijkheid<br />

weerbarstiger is. Daarom deden we in<br />

<strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> 2010-4 een beroep op u<br />

als donateurs om een korte enquête<br />

in te vullen met betrekking tot uw<br />

ervaringen rond <strong>ICD</strong>-implantatie en<br />

nazorg. Hoe tevreden bent u?<br />

Bijna 1100 van de ongeveer 4000 donateurs<br />

(meer dan 25%) vulden de tevredenheidsenquête<br />

in en stuurden die<br />

terug. Daarmee werden gegevens over<br />

25 <strong>Nederland</strong>se ziekenhuizen zichtbaar;<br />

ook een Belgisch ziekenhuis komt terug.<br />

In dit artikel vindt u in het kort en zonder<br />

Uitslag enquête: Hoe tevreden bent u over uw implantatiecentrum?<br />

wetenschappelijke pretentie een impressie<br />

van de uitkomsten.<br />

Tevreden<br />

Het is goed om te zien dat de gemiddelde<br />

score die alle donateurs voor de totale<br />

behandeling in alle ziekenhuizen samen<br />

geven 6,2 is (op een schaal van 1-7). Het<br />

slechtste ziekenhuis scoort gemiddeld 5,0.<br />

Ook de medische voorlichting wordt relatief<br />

hoog gewaardeerd, gemiddeld wel<br />

iets lager dan de totaalscore, namelijk<br />

6,04. Hier scoort het slechtste ziekenhuis<br />

gemiddeld 4,7.<br />

Een opvallend hoog percentage (18,5%)<br />

van de donateurs geeft aan dat ze totaal<br />

geen informatie meekregen om thuis<br />

door te lezen of ze kunnen zich dat niet<br />

meer herinneren. 2,0% kreeg de informatiefolder<br />

van de STIN mee, 6,4% die van<br />

de <strong>Nederland</strong>se Hartstichting, 29,0% een<br />

eigen folder van het ziekenhuis, 18,5%<br />

een boekje van de <strong>ICD</strong>-fabrikant. Ook<br />

allerlei ander foldermateriaal, dat echter<br />

minder op de <strong>ICD</strong> betrekking heeft, blijkt<br />

te worden meegenomen.<br />

Diverse vragen<br />

Hieronder treft u een grafische weergave<br />

aan van de antwoorden op de volgende<br />

vragen uit de enquête:<br />

1. Hebt u uit het ziekenhuis een systeem<br />

voor telemonitoring meegekregen?<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

2. Hebt u uit het ziekenhuis een pasje<br />

met gegevens van <strong>ICD</strong> en leads<br />

meegekregen?<br />

3. Was er voldoende aandacht voor eventuele<br />

angst bij u en/of uw partner?<br />

4. Heeft uw ziekenhuis u uitgenodigd voor<br />

een voorlichtingsbijeenkomst?<br />

Wanneer het gaat om telemonitoring<br />

en pasjes zijn de uitkomsten niet opvallend<br />

of belangrijk. Maar met name bij de<br />

27<br />


vragen naar angst bij de <strong>ICD</strong>-drager en zijn<br />

partner en de voorlichtingsbijeenkomst<br />

blijkt er nogal wat verbetering mogelijk te<br />

zijn. Dit zijn door de jaren heen punten<br />

geweest waar de STIN zich voor ingezet<br />

heeft. Er is voor de ziekenhuizen en voor<br />

de STIN nog werk te doen!<br />

Open vragen<br />

De enquête sloot af met een aantal open<br />

vragen/suggesties. Hierop heeft lang niet<br />

iedereen gereageerd; zij die wel reageerden,<br />

deden dat heel verschillend. In het<br />

kort treft u hieronder per vraag een aantal<br />

van de meest gemaakte opmerkingen aan.<br />

Tegen welke problemen bent u aangelopen<br />

voor/tijdens/na implantatie?<br />

• Angst achteraf (74)<br />

• Weinig informatie vooraf (40)<br />

• Veel pijn (36)<br />

• Problemen rijbewijs (36)<br />

• Draadbreuk (29)<br />

• Onterechte <strong>ICD</strong>-shocks (29)<br />

• Wennen aan <strong>ICD</strong> in lichaam (27)<br />

Welke vragen werden niet of onvoldoende<br />

beantwoord in uw ziekenhuis?<br />

Medische kaart voor op reis<br />

De ANWB heeft een handige vertaalkaart geïntroduceerd<br />

die u kunt gebruiken bij doktersbezoek in het buitenland:<br />

de Medische kaart. Daarop kunt u in het <strong>Nederland</strong>s<br />

invullen wat uw lichamelijke klachten zijn.<br />

De medische vertaalkaart bestaat uit drie pagina’s met<br />

een doorslag. Op de “moeder” bladen kunt u aangeven<br />

om welke klacht(en) het gaat. De doorslagen met de<br />

vertaling geeft u aan de arts die u in het buitenland moet<br />

raadplegen. Samen met de beantwoorde vragen en de<br />

observatie van de arts kan een betere diagnose gesteld<br />

worden.<br />

De Medische kaart is beschikbaar in acht verschillende<br />

talen: Duits, Frans, Spaans, Engels, Turks, Grieks, Italiaans<br />

en Portugees. Ze is verkrijgbaar in de ANWB Webwinkel<br />

en alle ANWB-winkels. De kaart kost per land E 5,95<br />

voor ANWB-leden en E 6,95 voor niet-leden.<br />

• Over het rijbewijs (23)<br />

• Meerdere vragen niet beantwoord (20)<br />

• Over omgaan met angst (19)<br />

• Over risico’s (18)<br />

• Over medicijnen (11)<br />

Hebt u nog vragen/suggesties voor uw<br />

ziekenhuis?<br />

• Meer voorlichting vooraf (41)<br />

• Meer tijd en aandacht voor patiënt (37)<br />

• Meer voorlichting achteraf (35)<br />

• Meer angstgerichte nazorg (15)<br />

Hebt u nog vragen/suggesties voor de<br />

STIN?<br />

• Complimenten (274)<br />

• Verkorting afhandelingstermijn CBR (15)<br />

• Maak het niet te somber (8)<br />

Conclusies<br />

In de serie Een kennismaking met...<br />

werd een positief beeld geschetst van<br />

<strong>Nederland</strong>se implantatiecentra, cardiologen,<br />

verpleegkundigen en technici.<br />

Er wordt hard gewerkt om kwalitatief<br />

hoogstaande zorg te bieden aan de <strong>ICD</strong>drager<br />

en zijn partner. In deze enquête<br />

komt naar voren dat <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> dat<br />

28 <strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

herkennen en waarderen door de hoge<br />

gemiddelde rapportcijfers die zij aan de<br />

centra geven.<br />

Tegelijk blijkt in de ervaring van velen de<br />

voorlichting voor- en achteraf nóg beter<br />

te kunnen. Een standaard-informatiepakket<br />

vooraf en een informatiebijeenkomst<br />

achteraf zouden in geen enkel ziekenhuis<br />

misstaan!<br />

Tot slot zijn ook aandacht, angst, pijn<br />

en rijbewijs zaken die genoemd zijn; de<br />

STIN is ervan overtuigd dat ziekenhuizen<br />

zich daar continu en steeds meer voor<br />

inzetten en zal zich voor deze sociaalmaatschappelijke<br />

aspecten sterk blijven<br />

maken.<br />

Dank<br />

Bestuur en redactie spreken hun dank uit<br />

aan alle donateurs die de moeite namen<br />

de enquête zo zorgvuldig in te vullen en<br />

terug te zenden en aan Kees Slagter van<br />

de Donateursadministratie die de verwerking<br />

van alle formulieren tot een digitale<br />

rapportage heeft verzorgd. Daarmee legde<br />

hij de basis voor dit artikel. n<br />

<strong>ICD</strong> nieuws


Cijfers en statistieken 2010<br />

Petra Boorsma (directeur National<br />

Cardiovascular Data Registry)<br />

Peter Zaadstra (redactie)<br />

Sinds 2008 is de stichting National<br />

Cardiovascular Data Registry (NCDR),<br />

ontstaan vanuit de <strong>Nederland</strong>se<br />

Vereniging voor Cardiologie, actief.<br />

De missie van de NCDR is het helpen<br />

verbeteren van de zorg voor mensen<br />

met hart- en vaatziekten. Dit gebeurt<br />

door het registreren van medische<br />

verrichtingen in centrale databases.<br />

Bij <strong>ICD</strong>’s en pacemakers vindt deze<br />

landelijke registratie plaats in de<br />

Dutch <strong>ICD</strong> and Pacemaker Registry<br />

(DIPR).<br />

De minister van Volksgezondheid, Welzijn<br />

en Sport schrijft bij het verlenen van een<br />

vergunning voor het plaatsen van lCD’s bij<br />

volwassenen en het verrichten van followup<br />

bij patiënten met een lCD: “Aan deze<br />

vergunningverlening verbind ik de voorwaarden<br />

zoals beschreven in het Planningsbesluit,<br />

waarbij ik u specifiek wijs op<br />

het volgende (...): U dient mee te werken<br />

aan een landelijk kwaliteitsregistratiesysteem<br />

en indicatorontwikkeling. Het niet<br />

nakomen van deze voorwaarden kan<br />

intrekking van de vergunning tot gevolg<br />

hebben.” Het bevreemdt echter dat in<br />

de op de website van de NCDR (www.<br />

ncdr.nl) gepubliceerde Lijst<br />

van registrerende ziekenhuizen<br />

<strong>ICD</strong>/pacemakers<br />

van sommige implantatiecentra<br />

vermeld wordt:<br />

“levert geen gegevens”.<br />

De overgrote meerderheid<br />

van de ziekenhuizen doet<br />

dat overigens wel. Petra<br />

Boorsma, directeur van de<br />

NCDR, kon daardoor over<br />

2010 de volgende cijfers<br />

en toelichting leveren.<br />

In 2010 is het aantal participerende<br />

ziekenhuizen aan<br />

de DIPR registratie toegenomen<br />

tot meer dan 90%.<br />

Een van de doelstellingen<br />

van de kwaliteitsregistratie<br />

is onder andere ziekenhuizen<br />

spiegelinformatie<br />

over hun eigen activiteiten<br />

versus die van de rest van<br />

<strong>Nederland</strong> te geven.<br />

Voor het <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> Figuur 2<br />

presenteren we hiernaast<br />

twee grafieken waarin de ziekenhuizen<br />

anoniem op een rij staan met daarbij<br />

de geregistreerde aantallen <strong>ICD</strong> (figuur<br />

1) en pacemakers (figuur 2) in 2010.<br />

Bij heel lage aantallen moet rekening<br />

gehouden worden met de mogelijkheid,<br />

dat de kliniek op het moment van<br />

vervaardigen van deze figuur nog niet alle<br />

data had aangeleverd of, in het geval van<br />

een <strong>ICD</strong> verrichting, het een nieuwe, net<br />

opgestarte vergunninghoudende kliniek<br />

betreft.<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

Figuur 1<br />

Figuur3 Figuur 4 Figuur 5<br />

In de twee taartfiguren worden de verdelingen<br />

voor mannen en vrouwen weergegeven.<br />

Bij pacemakers (figuur 3) valt<br />

op, dat de implantaten redelijk evenredig<br />

verdeeld zijn over mannen en vrouwen.<br />

Daarentegen zie je dat bij <strong>ICD</strong>-implantaties<br />

(figuur 4) mannen veel vaker een <strong>ICD</strong><br />

geïmplanteerd krijgen.<br />

In figuur 5 wordt de gemiddelde leeftijd<br />

van implantatie voor zowel man vrouw, als<br />

ook pacemaker en <strong>ICD</strong> weergegeven. n<br />

29


Als je de kraamvrouw inwendig<br />

had onderzocht, zat je er aan vast.<br />

Volgens het verloskundig protocol<br />

moest je blijven totdat het kind er<br />

was. Die richtlijn was bedoeld om zo<br />

min mogelijk inwendig onderzoek te<br />

doen want dat betekende een risico<br />

voor moeder en kind. Als co-assistent<br />

moest je minstens 20 bevallingen aan<br />

huis uitvoeren en die vonden plaats<br />

in de Utrechtse wijk Zuylen. Hoewel<br />

je er alléén voorstond, kon je, als de<br />

situatie uit de hand liep, terugvallen<br />

op de mobiele assistent-in-opleiding<br />

die – gewapend met een heel grote<br />

en zware mobiele telefoon – altijd<br />

oproepbaar was.<br />

December 1967 was een bitterkoude<br />

maand en het warme huis van een kraamvrouw<br />

was te verkiezen boven een koude<br />

studentenkamer. Mijn kraamvrouw moest<br />

haar tiende kind krijgen maar de bevalling<br />

schoot maar niet op en dus ging ik toch<br />

maar eens poolshoogte nemen. Bij inwendig<br />

onderzoek bleek dat de ontsluiting al<br />

flink gevorderd was maar de baringsweg<br />

had er, na jarenlange files, niet meer zo’n<br />

zin in en dat betekende zitten en wachten.<br />

Ik zat naast het bed waarboven over de<br />

hele lengte een parkietenkooi was opgehangen.<br />

De beestjes bezorgden mij met<br />

hun gepiep een oerwoudgevoel. De kinderen<br />

waren een verdieping hoger opgesloten<br />

om moeder en dokter in spé wat rust<br />

en ruimte te geven. Hun gedraaf over de<br />

houten zoldervloer klonk als tromgeroffel<br />

en wedijverde met het lawaai van de<br />

parkieten. Dit akoestisch geweld vormde<br />

een andere en langdurige aanslag op de<br />

weeënactiviteit. Zo heb ik daar drie dagen<br />

en nachten gezeten want een spuitje om<br />

de baarmoeder wat op te beuren, bleef<br />

een uitzondering omdat alles toen nog zo<br />

spontaan mogelijk moest verlopen.<br />

Gelukkig leefden we destijds in de periode<br />

van Ard en Keessie die het funda-<br />

Terzijde<br />

Prof. dr. N.M. van Hemel Alles noteren?<br />

ment legden voor ons huidig oranjegevoel<br />

bij het schaatsen. Met één oog op<br />

de kraamvrouw en het andere op een<br />

klein blauwig TV-schermpje, kon ik alle<br />

rondjes en tijden volgen. Bij vlagen werd<br />

het uitzicht op beide objecten ontnomen<br />

door een wolk van veren en schelpenzand<br />

uit de parkietenkooi. Maar na enkele<br />

dagen kijken begreep ik wel dat Ard en<br />

Keessie – toen zonder doping – onverslaanbaar<br />

waren en dat de baarmoeder<br />

wel een spuitje nodig had. Eindelijk kwam<br />

er na eindeloos gepers een gezond kind<br />

ter wereld. Ik kon mijn ogen niet geloven<br />

toen na de bevalling de echtgenoot een<br />

pony vanuit de achtertuin door de woonkamer<br />

naar de voordeur leidde. Het bleek<br />

het paard van de orgelman te zijn die<br />

weer de kost moest gaan verdienen.<br />

Een bevalling ging niet zonder notities en<br />

aantekeningen want ieder uur dat je bij<br />

30 <strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

de kraamvrouw zat, moesten een flink<br />

aantal observaties over de toestand van<br />

de kraamvrouw worden vastgelegd in het<br />

verloskundig protocol. Later moesten de<br />

lengte van de navelstreng, het gewicht<br />

van de placenta en hoeveel lobben die<br />

had en alle andere bevindingen van de<br />

daarop volgende 10 dagen van je kraam-<br />

bezoek aan huis stipt worden ingevuld.<br />

Iedere zondagochtend om 10.00 uur<br />

werden alle protocollen van de bevallingen<br />

doorgenomen waarbij Professor<br />

Plate, bekend om zijn koninklijke bevallingen,<br />

de bespreking leidde en scherpe<br />

vragen stelde over afwijkende getallen<br />

en gebeurtenissen. Je had meteen door<br />

dat wat je opschreef binnen de normen<br />

moest vallen want anders kreeg je vervelende<br />

vragen of opmerkingen. Dat parkieten<br />

de kraamkamer bevuilden en een<br />

pony langs moeder en kind zijn weg vond


was heel opmerkelijk maar moest zeker<br />

buiten het verloskundig protocol blijven<br />

want daar kreeg je gedonder mee. Later<br />

besefte ik dat hoe meer je moet invullen,<br />

hoe groter de kans op verschrijving en<br />

fraude is. Joop den Uyl zei destijds: “Wat<br />

je afdwingt, keert zich tegen je”. Ook in<br />

dat opzicht zijn artsen en artsen-in-opleiding<br />

gewone mensen.<br />

Onze maatschappij gaat ervan uit dat<br />

registratie van medische gegevens<br />

onmisbaar is geworden voor de kwaliteit<br />

van de zorg. Met grafieken en tabellen<br />

dient inzicht gegeven te worden in wie<br />

waar werkt en wanneer en tegen welke<br />

prijs. Met de controle van zulke gegevens<br />

kun je het zorgpeil van ziekenhuizen en<br />

verzorgingstehuizen op ieder gewenst<br />

moment meten en dat helpt de moderne<br />

zorgconsument bij zijn keuzes. Overigens<br />

is inzicht bieden in de kwaliteit van<br />

handelen al decennia lang een goede<br />

gewoonte geweest: daartoe worden klinische<br />

studies verricht en gepubliceerd in<br />

vakbladen voor vrijwel ieder menselijk<br />

orgaan. Het grote verschil is dat toen<br />

alleen vakgenoten een oordeel konden<br />

uitspreken en nu Kiesbeter.nl of de<br />

Michelin Gids voor de Zorg van dr. Yep<br />

moeten helpen om de beste dokter of<br />

het beste ziekenhuis aan te wijzen.<br />

In de zorg en het onderwijs wordt stevig<br />

geklaagd over de toenemende vraag naar<br />

verantwoording. Zelfs de Raad voor Maatschappelijke<br />

Ontwikkeling die het regeringsbeleid<br />

moet controleren door de<br />

reacties van de burgers op maatschappelijke<br />

ontwikkelingen te onderzoeken, adviseert<br />

dat onze overheid minder streng<br />

moet controleren. Het gaat niet alleen<br />

om tijd en geld dat vaak zinloos wordt<br />

gebruikt om controles mogelijk te maken<br />

Genen ontdekt die impulsen in het hart beïnvloeden<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

maar vooral om het vertrouwen in leraren<br />

en scholen of dokters en ziekenhuizen<br />

dat nog steeds het unieke bindmiddel<br />

is voor respectievelijk leerling of patiënt.<br />

Daarom pleit de Raad ervoor om artsen,<br />

ziekenhuizen en scholen zelf periodiek<br />

kwaliteitscontroles op de werkplek te<br />

laten uitvoeren om het toezicht achteraf,<br />

als de brand al geblust is, te verminderen.<br />

Naar aanleiding daarvan zijn de cardiologen<br />

nu bezig eenvoudige meetpunten<br />

(“indicatoren”) van (of voor?) behandelingen<br />

op te stellen die voldoende kunnen<br />

waarborgen of zij het vertrouwen waard<br />

zijn. Of er voor zo’n meetpunt ook moet<br />

worden ingevuld of er plaats is in de<br />

wachtkamer voor een parkiet of pony, lijkt<br />

me niet waarschijnlijk. n<br />

<strong>ICD</strong> nieuws<br />

Onderzoekers van het Erasmus MC en het UMC Groningen hebben, samen met Europese en Amerikaanse onderzoekers, 22 nieuwe<br />

genen ontdekt die de geleiding van de elektrische impulsen in het hart beïnvloeden. De resultaten zijn dinsdag 16 november 2010<br />

gepubliceerd in het tijdschrift Nature Genetics.<br />

Pacemaker<br />

De ritmische samentrekking van het hart komt tot stand door impulsen die vanuit gespecialiseerde hartcellen door het hart worden<br />

geleid. Afwijkingen in dit geleidingssysteem kunnen ertoe leiden dat een persoon een pacemaker nodig heeft, of risico’s loopt op<br />

hartfalen of een plotse hartdood.<br />

Hartkamers<br />

De resultaten komen voort uit een samenwerking van vijftien Europese en Amerikaanse studies, waarbij van bijna vijftigduizend<br />

mensen het DNA is onderzocht. Al deze mensen hebben elektrocardiogrammetingen ondergaan, waarin de zogeheten QRS-duur is<br />

bepaald. De QRS-duur is een maat voor de geleiding van de elektrische impulsen door de hartkamers.<br />

(naar www.erasmusmc.nl)<br />

31


achter het stuur<br />

Het merendeel van de vragen dat ons bereikt, heeft betrekking op autorijden.<br />

Meestal gaat het over individuele aangelegenheden, maar soms zijn de antwoorden<br />

van dien aard dat ook andere <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> er hun voordeel mee kunnen<br />

doen. In dat geval publiceren wij ze in deze rubriek. Vanzelfsprekend kunnen<br />

ook andere onderwerpen over autorijden aan de orde komen. ”Achter het stuur”<br />

wordt verzorgd in samenwerking met de Afdeling Medische Zaken van het CBR.<br />

Vragen kunt u richten aan autorijden@stin.nl.<br />

Uit de antwoorden maakt de redactie een selectie voor publicatie.<br />

1. CBR presenteert<br />

verbeterprogramma<br />

Naar aanleiding van de conclusies van het<br />

onderzoeksrapport van Twijnstra Gudde<br />

naar het functioneren van het CBR heeft<br />

minister Schultz van Haegen van Infrastructuur<br />

en Milieu haar zorg uitgesproken over<br />

de huidige gang van zaken bij het CBR.<br />

De nieuwe directie van het CBR die in<br />

september 2010 is aangetreden, beaamt<br />

de conclusies en heeft de minister daarom<br />

een verbeterprogramma gepresenteerd<br />

waarin zij onder andere de volgende<br />

toezeggingen doet die ook voor ons <strong>ICD</strong><strong>dragers</strong><br />

belangrijk zijn:<br />

• De opgelopen werkvoorraden voor de<br />

beoordeling van de medische rijgeschiktheid<br />

zullen worden weggewerkt<br />

waardoor de Verklaringen van Geschiktheid<br />

in 2011 binnen de gestelde termijnen<br />

kunnen worden afgegeven.<br />

• Alle nog bestaande klachten worden in<br />

2011 afgehandeld en alle nieuwe klachten<br />

worden centraal geregistreerd.<br />

• Het CBR zal ernaar streven dat de klanttevredenheid<br />

in 2012 door alle klantgroepen<br />

als voldoende wordt beoordeeld.<br />

Een externe commissie zal beoordelen<br />

of het CBR daar inderdaad in geslaagd<br />

is.<br />

(bron: www.rijksoverheid.nl)<br />

2. CBR beperkt wachttijd bij<br />

vrijwillige melding<br />

Dat het de directie van het CBR menens<br />

is met haar verbeterprogramma blijkt uit<br />

het bericht dat wij begin februari jl. ontvingen:<br />

Naar aanleiding van de brief van het<br />

bestuur van de STIN aan de directie van<br />

het CBR in november 2010 en de publicatie<br />

van het antwoord van de directie op<br />

www.stin.nl en in <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> 2011/1,<br />

heeft de directie toegezegd dat ze ernaar<br />

zal streven om een vrijwillige melding<br />

van een gewijzigde gezondheidstoestand<br />

(waaronder die van de implantatie van<br />

een <strong>ICD</strong>) zo snel mogelijk in behandeling<br />

te nemen.<br />

Bovendien is een speciaal team samengesteld<br />

voor het afwerken van de aanvragen<br />

op de bestaande wachtlijst zodat deze<br />

momenteel al meer dan gehalveerd is.<br />

Tenslotte heeft de directie toegezegd dat<br />

ze er alles aan zal doen om te voorkomen<br />

dat voor deze categorie kwetsbare<br />

aanvragers in de toekomst opnieuw lange<br />

wachttijden ontstaan.<br />

3. Erkenning <strong>Nederland</strong>s rijbewijs<br />

buiten de EER-staten<br />

Alle landen die lid zijn van de EER (Europese<br />

Economische Ruimte) hebben met<br />

elkaar afgesproken dat ze elkaars rijbewijzen<br />

erkennen. Tot die landen behoren<br />

niet alleen de landen die zijn aangesloten<br />

bij de Europese Unie, maar ook Liechtenstein,<br />

Noorwegen en IJsland.<br />

Als <strong>Nederland</strong>se <strong>ICD</strong>-drager mag u in die<br />

landen met uw (nieuw) geldig rijbewijs<br />

met daarop code 100 of 101 daarom<br />

32 <strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

Frans Mol<br />

Rinus Split<br />

gewoon autorijden en geldt voor u als<br />

<strong>Nederland</strong>s onderdaan ook daar de <strong>Nederland</strong>se<br />

Regeling eisen geschiktheid 2000,<br />

voor het laatst gewijzigd in juni 2004.<br />

Maar hoe is dat geregeld in landen die niet<br />

bij de EER zijn aangesloten en in andere<br />

werelddelen? Om daar achter te komen<br />

hebben we ons allereerst tot het ministerie<br />

van Buitenlandse zaken gewend maar<br />

daar kon men ons niet verder helpen,<br />

evenmin als het personeel van de Amerikaanse<br />

ambassade. CBR en RDW konden<br />

ons evenmin uitsluitsel geven.<br />

Uiteindelijk hebben we ons tot de ANWB<br />

gewend. Immers, veel reizigers maken<br />

gebruik van het Internationale rijbewijs<br />

(IRB) dat de ANWB uitgeeft maar eventuele<br />

beperkingen van de rijgeschiktheid worden<br />

daarop niet vermeld. Vraag is daarom in<br />

hoeverre dit document als rechtsgeldig<br />

wordt beoordeeld als je bijvoorbeeld als<br />

<strong>ICD</strong>-drager ten gevolge van een shock met<br />

een motorvoertuig een ongeluk veroorzaakt<br />

in een land buiten de EER.<br />

Ook voor de ANWB was onze vraag volkomen<br />

nieuw. Daarom heeft de beantwoording<br />

even geduurd maar eindelijk, na<br />

vier maanden wachten, ontvingen wij het<br />

volgende antwoord van mevrouw M. Kruse<br />

van de Afdeling Algemeen Ledenbelang.<br />

“Het Internationale Rijbewijs (IRB) is een<br />

internationaal erkend verkeersdocument.<br />

In veel landen is een IRB vereist wanneer<br />

een niet-ingezetene bij tijdelijk bezoek een


Autorijden met een <strong>ICD</strong> in het kort<br />

Een van de meest gestelde vragen is: “Wanneer mag ik als <strong>ICD</strong>-drager weer autorijden na de vervanging van mijn <strong>ICD</strong><br />

en moet ik dan een nieuw rijbewijs kopen of niet?”. Uitgebreide informatie daarover vindt u op onze website www.stin.nl<br />

op de pagina Rijbewijzen/Archief in het artikel “CBR kleurt grijs gebied in”. Kort samengevat vindt u deze informatie terug<br />

op de achterzijde van een kaart die wij uitdelen tijdens patiëntenbijeenkomsten. De tekst staat als eerste op de pagina<br />

Rijbewijzen maar voor 1 keer nemen we hem ook gedeeltelijk op in het <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong>.<br />

Autorijden met een <strong>ICD</strong> in het kort<br />

• Alleen mogelijk met een geschiktheidsverklaring van de cardioloog<br />

• Alleen mogelijk met ’gecodeerd’ rijbewijs A, B, B+E<br />

0 code 100: alleen privégebruik<br />

0 code 101: beperkt beroepsmatig gebruik met uitzondering van personenvervoer<br />

en het onder toezicht besturen van derden<br />

• Alle andere rijbewijzen uitgesloten<br />

Wettelijke wachttijden:<br />

Na implantatie <strong>ICD</strong>: 2 maanden + nieuw rijbewijs kopen<br />

Na terechte shock: 2 maanden<br />

Na onterechte shock: 2 maanden na herprogrammering<br />

Na vervanging <strong>ICD</strong>: Na genezing van de wond en in overleg met de cardioloog<br />

Na vervanging <strong>ICD</strong> en draden: 2 maanden + nieuw rijbewijs kopen<br />

(Regeling eisen geschiktheid 2000, artikel 6.7.4: Staatscourant 99 [23 mei 2000], pagina 10 e.v.;<br />

gewijzigd: Staatscourant 106 [8 juni 2004], pagina 13 e.v.)<br />

(motor)voertuig wil besturen. Een verhuurbedrijf<br />

kan om het IRB vragen als men een<br />

motorvoertuig wil huren. Afgifte van een<br />

IRB vindt uitsluitend plaats op vertoon van<br />

een geldig <strong>Nederland</strong>s rijbewijs of een in<br />

de EU afgegeven rijbewijs. Het IRB is één<br />

jaar geldig vanaf het moment van afgifte.<br />

Het is niet van belang hoe lang het nationale<br />

rijbewijs nog geldig is.<br />

De internationale erkenning en het gebruik<br />

van het IRB zijn vastgelegd in twee internationale<br />

verkeersconventies namelijk die van<br />

1926 en 1949. Het IRB kan gezien worden<br />

als een vertaling van uw geldig rijbewijs.<br />

Op grond van de genoemde internationale<br />

conventies heeft het dus een juridische<br />

grondslag maar deze gaat niet zo ver dat het<br />

IRB alleen rijbevoegdheid verleent maar<br />

het houdt wel in dat alle bevoegdheden en<br />

beperkingen van uw officiële <strong>Nederland</strong>se<br />

rijbewijs in het buitenland worden erkend.<br />

Mocht u in het buitenland in de problemen<br />

komen dan raden wij u aan om als eerste<br />

het Internationale Rijbewijs af te geven en<br />

daarna pas uw officiële <strong>Nederland</strong>se rijbewijs.<br />

In <strong>Nederland</strong> mogen de ANWB en de<br />

KNAC IRB’s afgeven.<br />

Het huidige IRB rijbewijs vermeldt enkel<br />

voor welke rijbewijzen van Groep 1 (A, B,<br />

B +E) en 2 (C t/m. E) u bevoegd bent<br />

om te rijden. Eventuele medische aantekeningen<br />

van uw officiële rijbewijs worden<br />

niet overgenomen. Daarin is niet voorzien.<br />

Maar vooralsnog hebben wij geen signalen<br />

ontvangen van leden die hiermee in<br />

de problemen zijn gekomen.<br />

De verwachting is dat er eind 2011 een<br />

nieuw IRB komt waarop deze medische<br />

beperkingen wel worden vermeld. Dat is<br />

een uitvloeisel van de ratificering door de<br />

<strong>Nederland</strong>se overheid van de internationale<br />

conventie van Wenen uit 1969. Dit<br />

nieuw type IRB kunt u beschouwen als<br />

een “kopie” van uw nationale rijbewijs. De<br />

medische beperkingen worden aangegeven<br />

met codes die internationaal gebruikt<br />

worden.<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

Een tip willen wij u meegeven: Bespreek<br />

eventuele medische aantekeningen<br />

van tevoren met de autoverhuurder om<br />

misverstanden of vervelende situaties te<br />

voorkomen.”<br />

4. De mazen van de wet<br />

Zo nu en dan krijgen we vragen voorgelegd<br />

over zaken waarin de wet niet voorziet.<br />

Een paar voorbeelden:<br />

Tijdens mijn galblaasoperatie stond mijn<br />

<strong>ICD</strong> uit. Plotseling deden zich levensgevaarlijke<br />

ritmestoornissen voor. De chirurg loste<br />

die op door een stomp op mijn hart. Vraag:<br />

Mag ik nu gewoon autorijden? Antwoord:<br />

Ja, hoe gek het ook klinkt, want de <strong>ICD</strong><br />

heeft niet ingegrepen en volgens de wet is<br />

er dan “niets aan de hand” (de vraagsteller<br />

heeft voor alle zekerheid toch wel contact<br />

opgenomen met haar cardioloog).<br />

Ik heb een rijbewijs met code 100 maar<br />

wil dit vervangen door een met code 101<br />

33<br />


achter het stuur (vervolg)<br />

omdat ik bij een uitvaartverzorgingsbedrijf<br />

overledenen moet gaan vervoeren.<br />

Vraag: Is dat met dit rijbewijs toegestaan?<br />

Antwoord: Ja, want voor de wet is een<br />

overledene geen persoon maar een stoffelijk<br />

overschot!<br />

5. Let op de juiste adressering<br />

van uw aanvraag voor een<br />

rijbewijs met code 101<br />

Tijdens de afgelopen maanden constateerden<br />

wij 2 keer dat een <strong>ICD</strong>-drager die zich<br />

beklaagde over de lange wachttijd voor de<br />

afgifte van een rijbewijs met code 101, de<br />

aanvraag in de standaard verzendenvelop<br />

die u op het gemeentehuis ontvangt bij<br />

het kopen van de Eigen verklaring, had<br />

opgestuurd naar het regiokantoor dat op<br />

deze envelop vermeld staat.<br />

Dat is niet het juiste verzendadres. Zowel<br />

op het Formulier Geschiktheidsverklaring<br />

101 als op de Werkgeversverklaring staat<br />

onderaan duidelijk vermeld dat u alle documenten<br />

rechtstreeks moet toezenden aan:<br />

Hoofd Medische Zaken CBR, Postbus 3014,<br />

2280 GA, Rijswijk. Stuurt u de aanvraag<br />

naar het regiokantoor dan betekent dat<br />

onherroepelijk een lange(er)e wachttijd.<br />

6. Rijden met een hybride auto<br />

“Mag ik met een hybride auto rijden”,<br />

vraagt een <strong>ICD</strong>-drager.<br />

Antwoord: Wanneer de auto gewoon<br />

wordt gebruikt en er dus geen reparaties<br />

zelf worden uitgevoerd etc. is het geen<br />

probleem. In Europa goedgekeurde auto’s<br />

hebben CE-markering. Mochten er beperkingen<br />

zijn, dan zijn die bekend bij de<br />

fabrikant van de auto en vermeld in de<br />

handleiding van de auto.<br />

7. Aanvragen van en keuring<br />

voor een Klein vaarbewijs<br />

Voor het aanvragen van een Klein vaarbewijs<br />

kunt u niet meer terecht bij de ANWB<br />

maar moet u zich wenden tot de stichting<br />

Vamex (Vaarbewijs- en Marifoonexamens).<br />

Deze stichting is opgericht door vier bonden<br />

(ANWB, KNMC, NWWB en Watersportverbond)<br />

die elk nauw betrokken zijn bij de<br />

pleziervaart en de veiligheid op het water.<br />

Informatie: <strong>Stichting</strong> Vamex; tel. 088 –<br />

4564567; e-mail: info@vamex.nl; website:<br />

www.vamex.nl<br />

Bij de aanvraag moet duidelijk zijn<br />

dat u voldoet aan de keuringseisen.<br />

Dit kan op twee manieren, door het<br />

meesturen van een “Eigen verklaring”<br />

naar Vamex of door middel van een<br />

“Scheepvaartkeuring.”<br />

Eigen verklaring<br />

De Eigen verklaring die u samen met uw<br />

aanvraag moet opsturen, kunt u downloaden<br />

op www.vamex.nl . Deze verklaring<br />

mag niet langer dan zes maanden geleden<br />

door u zijn ingevuld en ondertekend.<br />

Als op de Eigen verklaring een of meer<br />

vragen met “JA” is/zijn beantwoord, dan zal<br />

deze worden voorgelegd aan de medisch<br />

adviseur vaarbewijzen van het CBR. Die<br />

beoordeelt vervolgens of u voldoet aan<br />

de keuringseisen voor de binnenvaart.<br />

Het kan zijn dat er aanvullend onderzoek<br />

wordt gevraagd of dat er informatie van<br />

uw eigen huisarts of specialist nodig is.<br />

Scheepvaartkeuring<br />

U kunt er ook voor kiezen om een scheepvaartkeuring<br />

te ondergaan bij een van de<br />

keuringsartsen die zijn aangewezen voor<br />

de scheepvaart. Bij goedkeuring zal deze<br />

u een Geneeskundige Verklaring Binnenvaart<br />

verstrekken. Nadere informatie over<br />

deze route kunt u vinden op www.ivw.nl,<br />

tel. 088-4890000.<br />

(Met dank aan de hr. T.C.P.M. Mutsaerts,<br />

bedrijfsarts Medisch adviseur scheepvaart)<br />

8. Acceptgiro’s donatie 2011<br />

Jaarlijks krijgen de donateurs die nog<br />

niet betaalden én die geen machtiging<br />

tot automatische incasso afgaven een<br />

acceptgirokaart. Die worden dit jaar eind<br />

mei – begin juni aangemaakt en verzonden.<br />

De door u toegezegde donatie<br />

(minimaal E 10,-- per kalenderjaar) is<br />

belangrijk voor de continuïteit van het<br />

<strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> en het werk van de STIN.<br />

We stellen uw donatie ook in 2011 zeer<br />

op prijs en hopen dat u eraan meewerkt<br />

door op korte termijn uw bijdrage over te<br />

maken. Bij voorbaat dank.<br />

34 <strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

Behoefte aan lotgenotencontact<br />

of een persoonlijk<br />

gesprek?<br />

Onze vrijwilligers staan voor u<br />

klaar.<br />

Jongeren tot 30 jaar<br />

Robert Hartemink tel. 06-50283154<br />

Voor partners<br />

Marry Merkelbach tel. 020-4226832<br />

Regio Noord<br />

Dineke van Slooten tel. 050-3095254<br />

Egbert Oosterloo tel. 0515-574172<br />

Robert Smits tel. 06-36498160<br />

Henk de Vries tel. 0513-842184<br />

Regio Oost<br />

Jannie Appelo tel. 0527-246133<br />

Eghard Kolste tel. 074-2430361<br />

Evelyne Rekswinkel tel. 026-3252553<br />

Adrie Langeler tel. 0573-253386<br />

Regio Midden<br />

Berend van der Vegt tel. 0527-616820<br />

Michel Ronczai tel. 06-14151927<br />

Regio Noord-Holland<br />

Dick Marsman tel. 06-55334119<br />

Ronald van Rietschoten tel. 06-20387446<br />

Rinus Split tel. 06-29038869<br />

Regio Zuid-Holland<br />

Ton Borghart tel. 070-3909114<br />

Fieke Buijzert tel. 010-8180817<br />

Stephan Tuinenburg tel. 010-8482516<br />

Arie Susan tel. 079-3315459<br />

Regio Zuid<br />

Cees de Leeuw tel. 045-5630609<br />

Rob Wijdeveld tel. 040-2419998<br />

Regio Zuid-West<br />

Marianne Kuijpers tel. 0499-496811<br />

Claudia Witters tel. 076-8875055<br />

Henk Nieuwenhuis tel. 0166-603347<br />

Gijs Sterks tel. 073-5514324<br />

Wie van onze vrijwilligers regiovertegenwoordiger<br />

en/of contactpersoon is voor<br />

een implantatiecentrum kunt u vinden op<br />

www.stin.nl onder STIN


<strong>ICD</strong><br />

Colofon<br />

<strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> verschijnt 4 keer per jaar en is het contactblad van de <strong>Stichting</strong><br />

<strong>ICD</strong> <strong>dragers</strong> <strong>Nederland</strong>. De stichting stelt zich ten doel de belangen<br />

van <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong>, hun partners en omgeving te behartigen in de ruimste zin<br />

van het woord. Ze denkt daarbij aan:<br />

• Overleg met zorgverzekeraars, zorgaanbieders en overheid.<br />

• Organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten.<br />

• Bemiddeling bij het leggen van lotgenotencontact.<br />

• Voorlichting over aangelegenheden die specifiek van belang zijn voor<br />

<strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong>.<br />

Bestuur<br />

D.J. Marsman, lid: 06-55334119<br />

F.A.C.G. Mol, lid: 0164-237029<br />

H.A.G. Somberg, penningmeester: 06-46351163<br />

M.W. Split, voorzitter: 06-29038869<br />

P.H. Zaadstra, secretaris: 0346-241282<br />

Kantoor en secretariaat<br />

Kantoor STIN<br />

Smitsven 18, 1504 AM Zaandam<br />

telefoon: 075-7850392 fax: 075-7850389<br />

@: kantoor@stin.nl<br />

Medisch adviseurs<br />

Dr. F.A.L.E. Bracke - Catharina Ziekenhuis, Eindhoven<br />

Drs. R.A. Bredewoud - Hoofd afdeling Medische Zaken CBR Rijswijk<br />

Drs. R. Derksen - Ziekenhuis Rijnstate, Arnhem<br />

Prof. dr. L. Jordaens - Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam<br />

Dr. A.R. Ramdat Misier - Isala Klinieken, Zwolle<br />

Prof. dr. M.J. Schalij - Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden<br />

Prof. dr. J.L.R.M. Smeets - Universitair Medisch Centrum<br />

St Radboud, Nijmegen<br />

Technisch adviseur<br />

F.H. Steinmetz<br />

Juridisch adviseur<br />

Mr. B.P. Marijnen, Middelie<br />

Redactie<br />

F.A.C.G. Mol (eindredactie), H. Nieuwenhuis, G.H.M. Sterks,<br />

mevr. R. Verberne, P.H. Zaadstra<br />

Redactieadres<br />

Louis Armstrongerf 24,<br />

4614 XS Bergen op Zoom<br />

telefoon: 0164–237029<br />

Donateursadministratie, adreswijzigingen, opzeggingen<br />

Postbus 612, 3440 AP Woerden<br />

telefoon: 0348-431393 fax: 0348-432552<br />

@: donateurs@stin.nl<br />

Donatie<br />

De minimale bijdrage is € 10,— per kalenderjaar. Hiernaast vindt u een<br />

aanmeldingsformulier. Besluit u om donateur te worden, dan verzoeken<br />

wij u dit ingevuld en ondertekend aan ons toe te zenden. Voor de betaling<br />

van uw donatie ontvangt u jaarlijks een acceptgirokaart. De <strong>Stichting</strong> <strong>ICD</strong><br />

<strong>dragers</strong> <strong>Nederland</strong> is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder<br />

nummer 34135057 en door de Belastingdienst erkend als ‘algemeen nut<br />

beogende instelling’ (ANBI). Uw donatie of gift is fiscaal aftrekbaar.<br />

Auteursrechten<br />

Overname van artikelen is toegestaan mits met schriftelijke toestemming<br />

en bronvermelding.<br />

Opmerking<br />

Overal waar in het <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> sprake is van <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong>, kan ook <strong>ICD</strong>-draagsters<br />

worden gelezen.<br />

Disclaimer<br />

De redactie van het <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> verricht haar taak onder<br />

verantwoordelijkheid van het bestuur van de <strong>Stichting</strong> <strong>ICD</strong> <strong>dragers</strong><br />

<strong>Nederland</strong> (STIN). Aan voorlichting, adviezen en dergelijke, al dan niet<br />

gepubliceerd, wordt steeds de grootst mogelijke aandacht besteed. De<br />

ervaring heeft echter geleerd dat desondanks fouten niet geheel uit te<br />

sluiten zijn. Daarom kan generlei verantwoordelijkheid worden aanvaard<br />

voor eventuele onvoorziene gevolgen.<br />

<strong>ICD</strong><br />

<strong>Journaal</strong><br />

Aanmeldingsformulier<br />

Ja, ik meld mij aan als donateur<br />

Naam: M/V<br />

Adres:<br />

Postcode:<br />

Woonplaats:<br />

Telefoon:<br />

Geboortedatum:<br />

Alleen als dat van toepassing is:<br />

Implantatiecentrum:<br />

<strong>ICD</strong>-drager sinds:<br />

Merk van <strong>ICD</strong>:<br />

Ik zeg een minimale donatie van € 10,-- per kalenderjaar toe.<br />

Voor de betaling van dit bedrag ontvang ik jaarlijks een<br />

acceptgirokaart.<br />

Datum:<br />

Handtekening:<br />

Dit aanmeldingsformulier opsturen (postzegel niet nodig) naar:<br />

Donateursadministratie<br />

<strong>Stichting</strong> <strong>ICD</strong> <strong>dragers</strong> <strong>Nederland</strong><br />

Antwoordnummer 805<br />

1500 VB Zaandam<br />

2011-2<br />

35


U leest over dit apparaat<br />

in het volgende <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong><br />

sponsors<br />

novente<br />

v o r m g e v e r s<br />

Vormgeving en realisatie<br />

<strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong>:<br />

Novente vormgevers, Barneveld<br />

Vormgeving en hosting<br />

website:<br />

Nedbase ICT, Middelburg

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!