Journaal - Stichting ICD dragers Nederland
Journaal - Stichting ICD dragers Nederland
Journaal - Stichting ICD dragers Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>ICD</strong><br />
<strong>ICD</strong>-implantaties<br />
bij kinderen<br />
Ineke van Heusden:<br />
Vol verwachting klopte<br />
mijn hart<br />
Bewaking op afstand<br />
kan gemoedsrust bieden<br />
aan patiënten met recall<br />
<strong>ICD</strong>-draden<br />
Fieke Buijzert-de Visser:<br />
Ik wil gewoon Fieke zijn<br />
en niet Fieke met de<br />
hartziekte<br />
Het steunhart als<br />
permanente behandeling<br />
van chronisch hartfalen:<br />
een nieuw tijdperk<br />
is aangebroken >><br />
Editie 2011 - 13 april 2011 - ISSN 1572-5278 - www.stin.nl 2<br />
<strong>Journaal</strong><br />
steunhart
<strong>ICD</strong><br />
4 <strong>ICD</strong>-implantaties<br />
bij kinderen<br />
Grote verschillen met de implantaties<br />
bij volwassenen<br />
8 <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> aan het woord:<br />
Ineke van Heusden<br />
Vol verwachting klopte mijn hart<br />
12 Bewaking op afstand<br />
kan gemoedsrust bieden<br />
aan patiënten met recall<br />
<strong>ICD</strong>-draden<br />
Steeds meer <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> krijgen<br />
vertrouwen in remote care of<br />
telemonitoring<br />
16 Het zal je maar overkomen:<br />
Fieke Buijzert-de Visser<br />
Ik wil gewoon Fieke zijn en niet Fieke<br />
met de hartziekte<br />
23 Het steunhart als<br />
permanente behandeling<br />
van chronisch hartfalen:<br />
een nieuw tijdperk is<br />
aangebroken<br />
Patiënten zonder uitzicht op herstel<br />
hebben weer toekomst<br />
Cartoon: Eric Elich<br />
Fotografie en illustraties:<br />
St. Antonius Ziekenhuis, Dienst Communicatie LUMC,<br />
dr. A.D.J. ten Harkel, www.heartware.com, Esther Hereijgers<br />
fotografie Breda, Ineke van Heusden, Photodesign Kempes,<br />
Stephan Tuinenburg, Henk de Vries, Peter Zaadstra<br />
<strong>Journaal</strong> 2011, nummer 2, 13 april 2011<br />
en verder<br />
3 Voorwoord<br />
6 Jord en zijn <strong>ICD</strong>, 2e druk<br />
7 Toekomstscenario<br />
2 <strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
9 Op reis onder medische begeleiding<br />
10 Studie concludeert: In Amerika<br />
worden veel <strong>ICD</strong>’s onterecht<br />
geïmplanteerd<br />
11 Even voorstellen: Henk de Vries<br />
19 Toch maar goed dat we ons verhaal<br />
verteld hebben<br />
20 <strong>ICD</strong>-controle toen en nu (slot)<br />
21 De geneeskracht van warm contact<br />
22 Wat een <strong>ICD</strong> al niet kan veroorzaken!<br />
26 Kwaliteit van zorg in het ziekenhuis<br />
dankzij shadowing<br />
27 Donateurs tevreden over behandeling,<br />
maar ruimte voor verbetering<br />
28 Medische kaart voor op reis<br />
29 Cijfers en statistieken 2010<br />
30 Terzijde: Alles noteren, column<br />
31 Genen ontdekt die impulsen in het<br />
hart beïnvloeden<br />
32 Achter het stuur<br />
Bijdragen voor<br />
het volgende nummer<br />
uiterlijk 15 mei 2011 toezenden aan het redactieadres<br />
Louis Armstrongerf 24<br />
4614 XS Bergen op Zoom<br />
e-mail: redactie@stin.nl<br />
8<br />
12<br />
16<br />
23<br />
Foto voorpagina:<br />
steunhart, Dienst Communicatie<br />
LUMC<br />
Foto achterpagina:<br />
Hans Kokx Fotografie & Imaging
voor woord<br />
Wachttijden autorijden<br />
In de rubriek “Achter het stuur” elders in dit nummer kunt u<br />
lezen dat de directie van het CBR ons begin februari naar aanleiding<br />
van onze briefwisseling heeft toegezegd dat ze een speciaal<br />
team in het leven heeft geroepen met als doel de wachttijd voor<br />
de afgifte van een rijbewijs voor o.a. <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> drastisch te<br />
beperken. Mensen die mij kennen, weten dat ik mijn waardering<br />
over de samenwerking tussen de STIN en de medische afdeling<br />
van het CBR nooit onder stoelen of banken heb gestoken. Daar<br />
heb ik nu meer dan ooit reden voor. Sinds die tijd ontvangen<br />
wij namelijk de ene mail na de andere van <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> die ons<br />
dolgelukkig laten weten dat zij binnen een week na het opsturen<br />
van de aanvraag voor een nieuw rijbewijs, de papieren ontvangen<br />
hebben waarmee zij naar het gemeentehuis kunnen gaan.<br />
Donateursenquête implantatiecentra<br />
Bijna 1100 van de ongeveer 4000 donateurs (ruim 25%) vulden<br />
de enquête in die wij meestuurden met <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> 2010-4<br />
(oktober 2010). Daarin konden zij aangeven in hoeverre zij al of<br />
niet tevreden zijn over hun implantatiecentrum. Er is een aantal<br />
negatieve ervaringen doorgegeven maar al met al blijkt de overgrote<br />
meerderheid tevreden tot zeer tevreden te zijn over de<br />
behandeling in zijn of haar implantatiecentrum. Daarmee is niet<br />
alles gezegd. Verderop in dit nummer leest u de details.<br />
Registratie<br />
Optimale zorg kan volgens mij alleen gerealiseerd worden als<br />
hiervan een goede registratie wordt bijgehouden. Als STIN<br />
hebben wij ons daarom vanaf onze oprichting sterk gemaakt voor<br />
een centrale landelijke registratie van <strong>ICD</strong>-implantaties. Tot onze<br />
tevredenheid is daarvoor een paar jaar geleden een aparte organisatie<br />
opgericht, de NCDR (National Cardiovascular Data Registry).<br />
Maar nu bereiken mij berichten dat enkele ziekenhuizen<br />
zich onttrekken aan de wettelijke plicht hun gegevens landelijk<br />
te laten registreren. Zijn de besturen van de implantatiecentra<br />
vergeten dat hiervoor binnen het budget voor het implantatie<br />
van <strong>ICD</strong>’s een vergoeding wordt gegeven? Zijn deze berichten<br />
gegrond dan zullen wij mevrouw Schippers, de minister van<br />
VWS, hierop aanspreken. Zij verstrekt aan de ziekenhuizen de<br />
vergunningen voor het implanteren van <strong>ICD</strong>’s en zij dient erop<br />
toe te zien dat de voorwaarden die hiervoor gelden, o.a. het<br />
registreren van de verrichte implantaties, strikt worden nageleefd<br />
met als uiterste consequentie het intrekken van de vergunning<br />
als dit niet gebeurt. Zie ook het artikel Cijfers en statistieken 2010<br />
(bladzijde 29).<br />
Zorg inkopen<br />
Eén van mijn grootste ergernissen met betrekking tot het <strong>ICD</strong>gebeuren<br />
in <strong>Nederland</strong> is nog altijd het verstrekken van vergun-<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
Rinus Split, voorzitter<br />
ningen voor het implanteren van <strong>ICD</strong>’s aan ziekenhuizen door<br />
het ministerie van VWS. Vanaf januari 2009 heeft de STIN zowel<br />
het ministerie als de zorgverzekeraars consequent gewezen op<br />
de nadelige gevolgen daarvan en daarom elke keer opnieuw<br />
bezwaar aangetekend na de verstrekking van weer een vergunning.<br />
Lange tijd vergeefs weliswaar maar nu gloort er hoop. Ik<br />
doel op berichten dat zorgverzekeraars selectiever te werk gaan<br />
met het inkopen van zorg in ziekenhuizen en bepaalde medische<br />
verrichtingen alleen toestaan als een ziekenhuis voldoet aan een<br />
door de beroepsgroep vastgesteld minimum aantal ingrepen.<br />
Wellicht dat wij hen er nu ook van kunnen overtuigen dat er<br />
momenteel in <strong>Nederland</strong> te veel <strong>ICD</strong>-implantatiecentra zijn en<br />
dat een aantal beter zou kunnen kunnen sluiten of fuseren met<br />
een ander centrum.<br />
STIN en autorijden: niet alleen voor <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong>?<br />
“Ik wil code 101 aanvragen omdat ik ook beroepsmatig moet<br />
rijden. Maar in mijn geval heb ik epilepsie en is het formulier<br />
voor <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> bestemd. Ik ben door het CBR doorverwezen<br />
naar jullie, maar erg duidelijk is het niet voor mij. Ik hoop dat<br />
u mij kunt helpen.” Dit soort berichten bereiken ons de laatste<br />
tijd steeds meer, niet alleen van patiënten met epilepsie maar<br />
ook met andere aandoeningen zoals suikerziekte en hersenbeschadigingen.<br />
Enerzijds is het een compliment dat het CBR deze<br />
mijnheer naar ons verwijst en toont het aan dat wij als STIN<br />
onze zaakjes wat autorijden door <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> prima voor elkaar<br />
hebben maar het is minder leuk dat wij deze mensen teleur<br />
moeten stellen omdat wij niet op de hoogte zijn van de wettelijke<br />
regelingen die gelden voor deze groepen. Het wordt daarom<br />
volgens mij hoog tijd dat de patiëntenorganisaties die de belangen<br />
van deze patiënten behartigen zich net als de STIN eens<br />
serieus gaan verdiepen in deze materie want ook voor hun donateurs<br />
is volgens mij mobiliteit (autorijden) prioriteit nummer 1.<br />
Tot slot<br />
Zowel voor het rij- als het vaarbewijs breken spannende tijden<br />
aan. Ten aanzien van het Klein vaarbewijs heeft de Inspectie van<br />
Verkeer en Waterstaat ons toegezegd dat er wellicht nog voor<br />
het begin van het vaarseizoen verbeteringen in de voorwaarden<br />
zullen worden aangebracht, onder andere het terugbrengen van<br />
de wachttijd van 6 naar 2 maanden. Ook de commissie Schalij<br />
die de opdracht heeft, de bestaande regeling aan te passen aan<br />
de nieuwe Europese richtlijnen van juni 2009, verwacht deze<br />
zomer met een voorstel te komen. Uiteraard houden wij u als<br />
donateur via de pagina Actueel van onze website en het <strong>ICD</strong>-<br />
<strong>Journaal</strong> op de hoogte. n<br />
3
<strong>ICD</strong>-implantaties bij kinderen<br />
dr. A.D.J. ten Harkel en<br />
prof. dr. N.A. Blom,<br />
Leids Universitair<br />
Medisch Centrum,<br />
afdeling kindercardiologie<br />
Figuur1.<br />
Röntgenfoto van hart en<br />
longen van een 6-maanden<br />
oude zuigeling met<br />
een geïmplanteerde <strong>ICD</strong>.<br />
Duidelijk te zien is dat<br />
de <strong>ICD</strong> in de buik is geplaatst<br />
en de draden op<br />
het hart zijn bevestigd.<br />
Tevens is er links (op de<br />
afbeelding rechts) subcutaan<br />
(onder de huid)<br />
een patch ten behoeve<br />
van een eventuele shock<br />
geïmplanteerd.<br />
4 <strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
Het aantal kinderen met een <strong>ICD</strong> is aanmerkelijk kleiner dan het<br />
aantal volwassenen (ca 1% van het totaal) maar verschillende studies<br />
tonen aan dat ook bij kinderen een <strong>ICD</strong> levensreddend kan<br />
zijn en een plotse hartdood kan voorkomen.<br />
Inleiding<br />
Er zijn echter grote verschillen tussen kinderen en<br />
volwassenen. Ten eerste is er het verschil in grootte<br />
van de patiënt en zijn/haar bloedvaten, waardoor er<br />
technische hindernissen genomen moeten worden<br />
om bij een jong kind een <strong>ICD</strong> te implanteren. De<br />
plaatsing van een <strong>ICD</strong> zal bij volwassenen vrijwel<br />
altijd via een bloedvat gebeuren, waarbij de draad via<br />
het bloedvat in de rechterkamer of -ventrikel wordt<br />
geplaatst en de <strong>ICD</strong> zelf onder het sleutelbeen wordt<br />
ingebracht. Bij jonge kinderen zijn de bloedvaten te<br />
klein om een dikke <strong>ICD</strong>-draad in te brengen zonder<br />
risico op beschadiging van deze bloedvaten. Ook is<br />
de ruimte onder het sleutelbeen niet groot genoeg<br />
voor plaatsing van de <strong>ICD</strong>-kast zelf. Om deze redenen<br />
zijn verschillende alternatieven ontwikkeld om toch<br />
zonder extra risico een <strong>ICD</strong> bij een kind te kunnen<br />
implanteren. De <strong>ICD</strong> zelf wordt daarbij vaak onder<br />
de buikspieren in de buikholte geplaatst (figuur 1),<br />
zodat de <strong>ICD</strong> goed beschermd ligt. De <strong>ICD</strong>- of pacemakerdraden<br />
worden dan door de chirurg via een<br />
kleine snede direct onder het borstbeen op het hart<br />
zelf geplaatst. Veelal wordt daarbij de <strong>ICD</strong>-shockelektrode<br />
in de vorm van een patch of draad onder<br />
de huid ingebracht, aan de linkerkant van de borstholte.<br />
Inmiddels is er ook een <strong>ICD</strong>-systeem op de<br />
markt dat in zijn geheel onder de huid geplaatst kan<br />
worden. Hoewel dit systeem ook al bij kinderen is<br />
toegepast, is het vooralsnog slechts mogelijk vanaf<br />
een lichaamsgewicht van ca. 30 kg.<br />
Een groot verschil tussen kinderen en volwassenen<br />
is verder de onderliggende oorzaak van de ritmestoornissen.<br />
Bij volwassenen zijn dat vaak hartfalen<br />
of problemen ten gevolge van kransslagaderafwijkingen.<br />
Bij kinderen is er een grote diversiteit aan<br />
onderliggende oorzaken. Er zijn daarbij drie belangrijke<br />
subgroepen te herkennen.<br />
De eerste groep betreft kinderen die geopereerd zijn<br />
aan een aangeboren hartafwijking. Tengevolge daarvan<br />
kunnen zich ernstige ritmestoornissen ontwikkelen,<br />
hoewel deze vaak pas op de volwassen leeftijd<br />
tot uiting komen. De meest voorkomende aangeboren<br />
hartafwijking waarbij later een <strong>ICD</strong> geplaatst<br />
wordt, is de tetralogie van Fallot. Daarbij is sprake<br />
van een combinatie van een defect in het kamertussenschot,<br />
een verplaatsing van de lichaamsslagader<br />
naar rechts, een vernauwing van de<br />
longslagader(klep) en verdikking van de spierwand<br />
van de rechterhartkamer. Deze hartafwijking wordt<br />
vrijwel altijd op de zuigelingenleeftijd gecorrigeerd,<br />
maar een deel van de patiënten houdt een afwijkende<br />
rechterhartkamer, op latere leeftijd mogelijk<br />
resulterend in kamerritmestoornissen.<br />
De tweede groep patiënten betreft die met een<br />
cardiomyopathie (hartspierziekte). Veelal is dat een<br />
familiaire hypertrofische cardiomyopathie, waarbij de
spierwand ernstig verdikt is. Deze verdikking neemt in<br />
de loop der jaren toe en kan leiden tot ritmestoornissen.<br />
Bij een gedilateerde cardiomyopathie is het hart<br />
met name uitgezet en de functie ernstig verminderd.<br />
De derde groep kinderen zijn die met een erfelijke<br />
ritmestoornis zoals het Brugada- of het QT-syndroom.<br />
Daarbij is er iets mis met de elektrische prikkelgeleiding<br />
in het hart. Ogenschijnlijk ziet het hart er<br />
normaal uit, maar er is een verhoogde kans op ritmestoornissen,<br />
dikwijls tijdens inspanning en/of emotie.<br />
Vaak zijn ook bij deze groep al eerder in de familie<br />
patiënten bekend die last hadden van flauwvallen<br />
of die zijn overleden aan een plotselinge hartdood.<br />
Soms betreft het ook patiënten die als eerste in de<br />
familie een nieuwe genetische mutatie hebben.<br />
Uit verschillende studies bij kinderen is naar voren<br />
gekomen dat het aantal complicaties groter is dan bij<br />
volwassenen. Daaronder neemt in het bijzonder de<br />
draadbreuk een belangrijke plaats in. Richtlijnen voor<br />
het plaatsen en programmeren van een <strong>ICD</strong> bij de<br />
verschillende groepen kinderen met hartafwijkingen<br />
ontbreken echter grotendeels.<br />
<strong>Nederland</strong>se situatie<br />
Omdat het aantal <strong>ICD</strong>-implantaties bij kinderen<br />
relatief gering is, hebben de <strong>Nederland</strong>se kindercardiologen<br />
in januari 1995 besloten om vanaf die<br />
tijd – separaat van de bestaande registratiesystemen<br />
– een database bij te houden, om op deze<br />
manier een landelijk overzicht te hebben van indicaties<br />
van en complicaties bij <strong>ICD</strong>-implantaties bij<br />
kinderen. Deze database heeft tot op heden periodieke<br />
updates ondergaan en inmiddels is een aantal<br />
publicaties verschenen over de resultaten van deze<br />
landelijke kinder <strong>ICD</strong>-database. In de laatste daarvan<br />
beschrijven we de resultaten van 45 kinderen die in<br />
de periode tot 2006 een <strong>ICD</strong>-implantatie hebben<br />
ondergaan.<br />
De belangrijkste gegevens die daaruit naar voren<br />
komen zijn dat ongeveer de helft van de kinderen<br />
de <strong>ICD</strong> vanwege secundaire preventie krijgt, en dus<br />
daadwerkelijk een reanimatie heeft doorgemaakt.<br />
Bij de overige kinderen is een <strong>ICD</strong> puur ter preventie<br />
geïmplanteerd. Van de totale groep is bij een<br />
aanzienlijk aantal patiënten sprake van een primair<br />
elektrische hartziekte (55%) ten opzichte van 20%<br />
met een cardiomyopathie en 17% met een aangeboren<br />
hartaandoening. Dat deze laatste groep relatief<br />
klein is, wordt vooral verklaard doordat deze<br />
patiënten vaak later in het leven ritmestoornissen<br />
krijgen, meestal vanaf 20-30 jaar.<br />
Bij 8 patiënten traden in het ziekteverloop complicaties<br />
op die, op een na, allemaal verklaard konden<br />
worden door problemen met de <strong>ICD</strong>-draad. Het<br />
aantal terechte en onterechte shocks was groot<br />
in deze groep, respectievelijk bij 14 (31%) en 12<br />
(27%) patiënten. Ruim de helft van de kinderen<br />
jonger dan 12 jaar kreeg een terechte shock, terwijl<br />
in de groep oudere kinderen dit percentage slechts<br />
9% was. Met aanvullende maatregelen of herprogrammeren<br />
van de <strong>ICD</strong> lukte het vervolgens meestal<br />
om verdere onterechte shocks te voorkomen.<br />
Kwaliteit van leven<br />
In een andere studie hebben we landelijk ook naar<br />
de kwaliteit van leven van de kinderen met een <strong>ICD</strong><br />
gekeken. Omdat hiervoor verschillende vragenlijsten<br />
ingevuld moeten worden kunnen alleen kinderen<br />
vanaf ongeveer 9 jaar hieraan meedoen.<br />
Uiteindelijk hebben we een groep van 30 kinderen<br />
psychologisch onderzocht door gebruik te maken<br />
van psychologische vragenlijsten. Daaruit is duidelijk<br />
geworden dat de kwaliteit van leven van kinderen<br />
met een <strong>ICD</strong> aanmerkelijk lager ligt, vergeleken<br />
met die van de normale populatie. Veel kinderen<br />
met een <strong>ICD</strong> zijn vaker depressief, zijn angstiger,<br />
en hebben, in vergelijking met gezonde kinderen,<br />
meer slaapproblemen. Deze verminderde kwaliteit<br />
van leven hangt nauw samen met de duur van de<br />
<strong>ICD</strong>-therapie en het aantal shocks dat de kinderen<br />
hebben ontvangen. Bij een langer bestaande <strong>ICD</strong>behandeling<br />
zijn er meer klachten; er lijkt dus geen<br />
gewenning op te treden. Het vereist daarom extra<br />
inspanningen om ook deze kinderen een zo normaal<br />
mogelijk leven te laten leiden.<br />
Inmiddels zijn er in <strong>Nederland</strong> ongeveer 100 <strong>ICD</strong>’s<br />
geïmplanteerd bij kinderen onder de 18 jaar, met<br />
een follow-up van 5-10 jaar. Dit betekent dat vooral<br />
de subgroepen van patiënten met hypertrofische<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
▲<br />
Figuur 2.<br />
Elektrocardiogram van<br />
een 8-jaar oud meisje<br />
met het lange QT-tijd<br />
syndroom. De duidelijk<br />
verlengde QT-tijd (figuur<br />
2) is op het elektrocardiogram<br />
aangegeven met<br />
een zwarte lijn. Deze<br />
toont de lengte van het<br />
QT-interval. Normaal<br />
is dat minder dan 440<br />
msec. (milliseconden),<br />
maar bij deze patiënt<br />
is het verlengd tot 560<br />
msec (een klein hokje is<br />
40 msec).<br />
5
Figuur 3.<br />
Echocardiografische opname<br />
van een 14-jaar<br />
oude jongen met een<br />
hypertrofische cardiomyopathie.<br />
Afgebeeld<br />
is een dwarsdoorsnede<br />
van de linkerhartkamer.<br />
De forse verdikking van<br />
de hartspier is aangegeven<br />
door een witte lijn.<br />
De spierdikte is bij deze<br />
patiënt 24 mm terwijl<br />
dit normaal gesproken<br />
maximaal 10 mm is.<br />
Jord en zijn <strong>ICD</strong>, 2e druk<br />
cardiomyopathie (figuur 3) en primair elektrische<br />
hartziekten voldoende grote aantallen patiënten<br />
bevatten om de verschillende aspecten van de <strong>ICD</strong>behandeling<br />
te kunnen evalueren. Zeker bij kinderen<br />
is er nog relatief weinig bekend omtrent de effecten<br />
van <strong>ICD</strong>-therapie bij de behandeling van deze ziekten.<br />
Voor wat betreft de patiënten met een hypertrofische<br />
cardiomyopathie heeft recent een grote<br />
<strong>Nederland</strong>se inventarisatie plaatsgevonden van<br />
alle kinderen met deze aandoening, zodat ook een<br />
goede vergelijking mogelijk is tussen patiënten met<br />
hypertrofische cardiomyopathie met en zonder <strong>ICD</strong>.<br />
Het uitbrengen van de brochure JORD en zijn <strong>ICD</strong> (2008) voor de<br />
introductie van kinderen met een <strong>ICD</strong> in het basisonderwijs is een groot<br />
succes geworden, zodanig zelfs dat de 1e druk volledig is ’uitverkocht’.<br />
De voornaamste reden is dat veel kinderen, die op de een of andere<br />
manier in hun omgeving geconfronteerd worden met een <strong>ICD</strong>, er een<br />
spreekbeurt over houden en dan om informatiemateriaal vragen.<br />
Van deze gelegenheid hebben wij gebruik gemaakt om de brochure<br />
volledig te herzien zodat Jord een beetje “volwassener” is geworden.<br />
Aan onze donateurs sturen wij met dit nummer van het <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong><br />
een exemplaar ter kennismaking mee. Wij hopen dat zij ouders, onderwijzend<br />
en verplegend personeel op het bestaan van de brochure attent<br />
maken. Ze is gratis te bestellen via het kantoor van de STIN (e-mail:<br />
kantoor@stin.nl; telefoon 075 – 7850392).<br />
6 <strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
Referenties:<br />
1. Ten Harkel ADJ, Blom NA, Reimer AG, Tukkie R, Sreeram<br />
N, Bink-Boelkens MTE. Implantable cardioverter defibrillator<br />
implantation in children in The Netherlands. Eur J Pediatr<br />
2005;64:436-441.<br />
2. Heersche JHM, Blom NA, Van de Heuvel F, Blank CA,<br />
Reimer AG, Clur SA, Witsenburg M, Ten Harkel ADJ. Implantable<br />
cardioverter defibrillator therapy for prevention of<br />
sudden cardiac death in children in The Netherlands. PACE<br />
2010;33:179-185.<br />
3. Koopman HM, Vrijmoet-Wiersma CMJ, Langius JND, Van<br />
den Heuvel F, Clur SA, Blank CA, Blom NA, Ten Harkel ADJ.<br />
Health related quality of life and psychological functioning in<br />
pediatric patients with an Implantable Cardioverter Defibrillator<br />
(<strong>ICD</strong>) in the Netherlands. (Submitted for publication)<br />
4. Boon GB, Bökenkamp R, Blank AC, Frohn IME, Delhaas T,<br />
Wolterbeek R, Kuipers IM, Rammeloo L, Reimer A, Patho<br />
O, Blom NA Severe Septal Hypertrophy as a Risk Factor for<br />
Ventricular Arrhythmias in Children with Primary Hypertrophic<br />
Cardiomyopathy. Results from a multi-center retrospective<br />
study in the Netherlands. (Submitted for publication).<br />
Opmerking redactie:<br />
Eerder publiceerde dr. Ten Harkel onder dezelfde titel<br />
over dit onderwerp in <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> 2007-2. In die<br />
bijdrage gaat dr. Ten Harkel dieper in op de hartafwijkingen<br />
die in het artikel worden genoemd. Het artikel<br />
is terug te vinden op www.stin.nl op de pagina <strong>ICD</strong><br />
– medisch. n<br />
<strong>ICD</strong> nieuws
Toekomstscenario<br />
prof. dr. M.J. Schalij,<br />
hoogleraar Cardiologie<br />
LUMC, Leiden<br />
In Cicero, het maandblad van het<br />
LUMC, lazen wij de visie op de<br />
toekomstige ontwikkelingen in de<br />
gezondheidszorg van een aantal<br />
prominente artsen. Daaronder was<br />
ook die van onze medisch adviseur<br />
prof. Schalij. Die geven wij graag<br />
aan u door.<br />
“Er zullen altijd patiënten zijn met hart-<br />
en vaatziekten, maar die ziekten beginnen<br />
op steeds latere leeftijd. We kunnen<br />
prachtige oplossingen bieden: medicijnen,<br />
een dotterbehandeling, stent, pacemaker,<br />
inwendige defibrillator, nieuwe<br />
hartklep of kunsthart. De mogelijkheden<br />
zijn onbegrensd. Alleen: als we op deze<br />
manier doorgaan, wordt de gezondheids-<br />
zorg onbetaalbaar. Hoe houden we de<br />
kosten beheersbaar? Dat wordt de grote<br />
uitdaging voor de komende tien jaar. Ook<br />
zal meer moeten worden gekeken naar<br />
risico’s van nieuwe technieken voordat zij<br />
worden geïntroduceerd en naar de effectiviteit<br />
en veiligheid.<br />
Ik verwacht veel van beeldvormende<br />
technieken. We hebben bijvoorbeeld<br />
een nieuwe katheterisatiekamer met een<br />
fantastisch röntgenapparaat gebouwd,<br />
waarin cardioloog en chirurg gezamenlijk<br />
minimaal-invasieve ingrepen kunnen<br />
doen (bijvoorbeeld via een katheterisatie<br />
een nieuwe klep plaatsen of boezemfibrilleren<br />
behandelen met een soort kijkoperatie<br />
via de borstkas). En we kunnen<br />
driedimensionale echo’s maken, zodat je<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
als het ware door het hart kunt lopen en<br />
de kleppen ziet bewegen. De chirurg of<br />
interventiecardioloog ziet dan beter wat<br />
hij moet repareren. Deze vernieuwingen<br />
zijn in verhouding niet duur en leveren<br />
veel winst op.<br />
Daarnaast gaan we ons richten op het<br />
moleculaire en cellulaire niveau om afwijkingen<br />
bij de bron te kunnen aanpakken.<br />
Het dichtslibben van slagaders bijvoorbeeld<br />
begint met een stoornis op celniveau.<br />
En binnenkort kunnen we onze<br />
patiënten ook buiten het ziekenhuis via<br />
internet voortdurend monitoren, zodat we<br />
hartproblemen meteen opmerken.” n<br />
(bron: Cicero, contactblad LUMC, december<br />
2010)<br />
Voor klepoperaties is niet altijd een openhartoperatie nodig; middels een katheterisatie is deze ingreep ook 'minimaal-invasief' uit te voeren.<br />
7
Ineke van Heusden<br />
Hoewel ik, eerlijk gezegd, niet zo<br />
houd van praatgroepen met lotgenoten,<br />
lees ik in het lCD-<strong>Journaal</strong> wel<br />
graag de ervaringen van lCD-<strong>dragers</strong>.<br />
Hoe zij omgaan met hun beperkingen,<br />
hun angsten en teleurstellingen.<br />
Op een regenachtige middag in de<br />
herfst ben ik daarom ook in de pen<br />
geklommen om iets te vertellen over<br />
mijn weg naar de lCD en nog later de<br />
CRT-D.<br />
Een korte voorgeschiedenis<br />
Rond mijn veertigste leek het of mijn hart<br />
regelmatig op hol sloeg. Eerst denk je nog:<br />
“Zit ik vervroegd in de menopauze of lijd<br />
ik aan de gevolgen van migraineaanvallen?”<br />
Maar als een donderslag bij heldere<br />
hemel kwam op 1 september 1993 de<br />
aap uit de mouw: een hartinfarct.<br />
In het ziekenhuis reageerde men enigszins<br />
verbaasd. “Mevrouw rookt niet, drinkt<br />
niet, is niet te dik, heeft geen verhoogd<br />
cholesterol, geen hoge bloeddruk en is<br />
pas 55 jaar.” Bij nader onderzoek bleek<br />
dat er geen vernauwingen waren maar dat<br />
ik wel een behoorlijk beschadigde linkerhartkamer<br />
had en een opening in het<br />
tussenschot. Dat laatste was natuurlijk al<br />
bij de geboorte aanwezig, maar je hoeft er<br />
Vol verwachting klopte mijn hart<br />
<strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> aan het woord<br />
nooit last van te krijgen, werd mij verteld.<br />
Dankzij een goede begeleiding, medicatie<br />
en hartrevalidatie knapte ik snel op en vrij<br />
spoedig stond ik weer op de tennisbaan<br />
en maakte ik fietstochten. Bij tijd en wijle<br />
kreeg ik nog wel ritmestoornissen maar na<br />
een cardioversie bleven die telkens ook<br />
maanden weg.<br />
Zomer 2005:<br />
Op vakantie in Bretagne<br />
Voor ’t eerst sinds het overlijden van mijn<br />
man in 2000 ging ik met een vriend op<br />
vakantie. We hadden een leuk bed and<br />
breakfasthotelletje gevonden. Ik stond<br />
onderaan de trap toen ik ineens mijn<br />
hart tekeer voelde gaan. Hoe kon dit?<br />
’s Morgens had ik nog de Mont Saint<br />
Michel beklommen. Ik strompelde naar<br />
boven. Binnen het uur voelde ik me zo<br />
beroerd dat we alarm sloegen. De eigenaresse<br />
van het hotel die beneden in haar<br />
pannenkoekenrestaurant bezig was, belde<br />
meteen de SAMU (Service d’Aide Medicale<br />
Urgente). Deze mensen vertrouwden<br />
het niet en lieten een arts komen.<br />
Die keek zeer bedenkelijk bij het zien<br />
van het cardiogram. Er werd onmiddellijk<br />
een ambulance gebeld. Ze gaven me<br />
8 <strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
xylocaine. Ik voelde me rustiger worden.<br />
Onderweg schijn ik alsmaar: “plus mieux,<br />
plus mieux” geroepen te hebben. Ik voelde<br />
me inderdaad een stuk beter en ik wilde<br />
de vakantie natuurlijk voortzetten. In het<br />
Ziekenhuis van Lorient (Zuid-Bretagne)<br />
stond de cardioloog, dr. Le Potier al op me<br />
te wachten. Hij legde uit, dat deze ritmestoornissen<br />
niet veroorzaakt waren door<br />
boezem- maar door kamerfibrilleren en<br />
dat dit fatale gevolgen kan hebben.<br />
In de dagen daarna overwoog men om in<br />
het universiteitsziekenhuis in Rennes een<br />
lCD te implanteren maar na een week vond<br />
men het toch beter om mij te vervoeren<br />
naar het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen.<br />
Overigens geen kwaad woord over dat<br />
Franse ziekenhuis. Ik werd er goed verzorgd,<br />
genoot van twee warme maaltijden per dag<br />
en had alle gelegenheid om mijn Frans bij<br />
te spijkeren dankzij de “gesprekjes” met de<br />
dames van de schoonmaakploeg, de zuster<br />
van het lab en de dokter.<br />
Met een Belgische ambulance werd ik<br />
naar <strong>Nederland</strong> gebracht, waar ik op<br />
zaterdagavond aankwam met mijn vakantiekoffertje.<br />
Vanwege de MRSA-bacterie
moest ik 3 dagen in quarantaine. Na allerlei<br />
onderzoeken, die wel een maand in<br />
beslag namen, besloot men een lCD te<br />
implanteren. Daarna mocht ik naar huis.<br />
Wat was ik blij dat ik mijn huis terugzag en<br />
dat ik weer naar buiten kon.<br />
In het ziekenhuis had ik veel getafeltennist,<br />
iedere morgen meegedaan met de<br />
gym op de TV en in een kamertje had ik<br />
mogen fluiten. Mijn conditie was niet eens<br />
Ik heb geleerd dat je<br />
tevreden moet zijn met<br />
wat je op dat moment<br />
en die dag wel kunt<br />
zo slecht. Eigenlijk ging het heel goed.<br />
Wel kreeg ik af en toe een shock maar<br />
die doorstond ik zonder dat ik van mijn<br />
stokje ging.<br />
Augustus 2009<br />
Ik nam snel in gewicht toe. Mijn schoenen<br />
pasten niet meer. Ik stond met trillende<br />
benen op de tennisbaan. Van het parkeerterrein<br />
naar een winkel was al te ver. Een<br />
trap leek wel een berg. Het bleek een<br />
vochtprobleem te zijn. Dankzij een infuus,<br />
furosemide genaamd, en tabletjes was<br />
het probleem in een week opgelost. Weer<br />
fit en 10 kg lichter verliet ik het ziekenhuis.<br />
Twee maanden na deze opname werd ik<br />
gebeld door een technicus van de pacemakerpoli.<br />
Hij vertelde dat mijn batterij<br />
toch wel aardig leeg raakte en dat ik in<br />
aanmerking kwam voor een CRT-D, een<br />
Op reis onder medische begeleiding<br />
Dankzij mijn CRT-D voel ik me nu weer zo fit dat ik de trap naar de koepel van de St-Pieter kan<br />
beklimmen.<br />
<strong>ICD</strong> die ook resynchronisatietherapie kan<br />
geven waardoor de hartkamers weer gelijk<br />
samentrekken zodat de pompfunctie van<br />
het hart vaak sterk verbetert. De technicus<br />
had goede hoop dat dit ook bij mij het<br />
geval zou zijn.<br />
4 december 2009<br />
Vol verwachting klopte mijn hart. Met<br />
vaardige hand werd het nieuwe apparaat<br />
geplaatst. Het is het mooiste Sinterklaascadeau<br />
geworden dat ik tot nu toe<br />
in mijn leven heb gekregen. Ik geniet<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
weer van sport en kan bepaalde dingen<br />
langer volhouden. Voor de controles ga ik<br />
nu naar de hartfalenpoli waar ik geweldig<br />
word geholpen. Ik mag altijd bellen. De<br />
praktijkondersteunend verpleegkundige<br />
houdt alles goed bij.<br />
Slot<br />
Wat ik in al die jaren vooral heb geleerd is<br />
dat je je moet aanpassen aan je gezondheidstoestand,<br />
moet leren luisteren naar je<br />
lichaam en tevreden moet zijn met wat je<br />
op dat moment en op die dag wel kunt. n<br />
<strong>ICD</strong> nieuws<br />
Misschien wilt u alleen of met uw partner een keer op reis maar durft u dat niet goed aan in verband met uw hartkwaal. In dat geval<br />
is het reisprogramma dat Hartpatiënten <strong>Nederland</strong> voor 2011 aanbiedt voor bestemmingen in Europa een mogelijkheid voor u. Alle<br />
reizen vinden plaats onder medische begeleiding. Zowel op de heen- als terugreis, op de plaats van bestemming of bij uitstapjes is<br />
bijvoorbeeld een gespecialiseerde cardiologisch verpleegkundige aanwezig, soms in combinatie met een cardioloog, een basisarts<br />
of een EHBO’er. Bovendien zijn er in geval van calamiteiten - hartaandoeningen, maar uiteraard ook andere medische problemen -<br />
afspraken gemaakt met ziekenhuizen in de directe omgeving van de vakantiebestemming. Hartpatiënten <strong>Nederland</strong> garandeert medische<br />
zorg – altijd en overal!<br />
Meer informatie: www.hartbrugreizen.nl of telefonisch via 0475-317272 op het kantoor in Roermond. Daar kunt u ook de reisgids<br />
bestellen.<br />
9
Studie concludeert: In Amerika worden<br />
veel <strong>ICD</strong>’s onterecht geïmplanteerd<br />
Frans Mol, Gijs Sterks<br />
10 <strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
Volgens een in januari jl. gepubliceerde studie in de VS gebeurde de<br />
implantatie van een <strong>ICD</strong> bij meer dan 20% van de patiënten onterecht<br />
of op het verkeerde tijdstip.<br />
Onderzoekers van de Duke University keken naar<br />
de registratie van meer dan 111.000 patiënten die<br />
tussen 2006 en 2009 een <strong>ICD</strong> kregen. Meer dan<br />
25.000 (22,5%) van deze patiënten voldeden niet<br />
aan de richtlijnen die hiervoor in de VS zijn vastgesteld<br />
op basis van praktijkervaringen (evidence-based<br />
criteria). Bovendien bleek dat het risico op overlijden<br />
in het ziekenhuis voor of na de implantatie in deze<br />
groep aanmerkelijk hoger was en deden zich meer<br />
complicaties voor. In de meeste gevallen betrof het<br />
implantaties die niet voldeden aan het criterium tijd.<br />
In 2006 en 2008 is door de American Heart Association,<br />
het American College of Cardiology, de European<br />
Society of Cardiology en de Heart Rhythm<br />
Society bepaald welke patiënten met bepaalde<br />
ernstige hartaandoeningen of cardiale geschiedenis<br />
in aanmerking komen voor een <strong>ICD</strong>. Deze Amerikaanse<br />
richtlijnen luiden in het kort als volgt:<br />
<strong>ICD</strong>-indicatie als primaire preventie geldt voor patiënten<br />
met een voorafgaand hartinfarct en een linkerkamer<br />
ejectiefractie (EF) < 30% met een wachttijd<br />
van 40 dagen om te zien in hoeverre het hart zichzelf<br />
herstelt, of voor patiënten met congestief hartfa-<br />
Gijs Sterks<br />
len (vergroting van de hartspier ten gevolge van een<br />
verstoorde bloedcirculatie), minimaal 3 maanden<br />
tevoren vastgesteld, en met een EF < 35%. De richtlijnen<br />
stellen verder dat patiënten moeten voldoen aan<br />
een aantal andere kwalificaties met betrekking tot klinische<br />
onderzoeken en niet moeten lijden aan bepaalde<br />
ernstige ziekten of aandoeningen die de doeltreffendheid<br />
van de <strong>ICD</strong>-therapie negatief beïnvloeden.<br />
Volgens hoofdonderzoeker dr. Sana Al-Khatib van<br />
de studie die werd gepubliceerd in The Journal of<br />
the American Medical Association worden <strong>ICD</strong>’s,<br />
behalve voor secundaire preventie na een hartstilstand<br />
en vanwege erfelijkheid, (te) vaak aanbevolen<br />
als primaire preventie voor patiënten die een hoog<br />
risico lopen op een hartstilstand of levensbedreigende<br />
ritmestoornissen, maar die nog niet te lijden<br />
hebben aan deze symptomen.<br />
Zelfs met de huidige richtlijnen, aldus Al-Khatib,<br />
zullen sommige patiënten in het grijze gebied<br />
kunnen vallen waarbij elke arts individueel klinisch<br />
moet beoordelen of er een indicatie is voor een<br />
<strong>ICD</strong>. “Afwijken van de richtlijn is aanvaardbaar in een<br />
aantal omstandigheden,” zei ze. “Maar meer dan<br />
20% is aanzienlijk.” “Artsen hebben de beste bedoelingen<br />
maar niet elke arts moet zelf gaan bepalen<br />
wanneer hij een zeer geavanceerde therapie inzet,”<br />
voegt Dr Robert Michler, voorzitter van de Cardiovasculaire<br />
en Thoraxchirurgie in het Montefiore-Einstein<br />
Hartcentrum, daaraan toe.<br />
Al-Khatib ontdekte dat veel patiënten die een <strong>ICD</strong><br />
kregen kort tevoren ritmestoornissen of een hartstilstand<br />
meegemaakt hadden. Ze zei dat de factor<br />
tijd misschien de verklaring is voor de toename van<br />
sterfgevallen onder patiënten die een <strong>ICD</strong> kregen en<br />
die niet voldeden aan de richtlijnen. “Deze patiënten<br />
waren zieker en in een periode waar ze meer kans<br />
hadden op complicaties,” zei Al-Khatib. “De artsen<br />
hebben niet de tijd gehad voor de medische behandeling<br />
van de patiënt als voorbereiding voor de ingreep.”
Een andere mogelijke verklaring voor de hogere kans<br />
op overlijden zou kunnen zijn of de cardioloog die<br />
de implantatie uitvoerde ook was opgeleid tot elektrofysioloog<br />
of niet. Deze specialisten hebben een<br />
aanvullende opleiding in de diagnostiek en behandeling<br />
van abnormale hartritmes en zijn minder<br />
geneigd om een <strong>ICD</strong> te plaatsen bij een patiënt die<br />
Opmerking:<br />
De conclusies van dit artikel bevestigen opnieuw<br />
dat implantatie van een <strong>ICD</strong> door een (ervaren)<br />
cardioloog die tevens elektrofysioloog is de minste<br />
kans op complicaties geeft zoals eveneens bleek<br />
uit een ander Amerikaans onderzoek waaraan wij<br />
aandacht besteedden in <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> 2009-2.<br />
Het hoge percentage dat het onderzoek noemt<br />
wat betreft onterecht of niet op het juiste tijdstip<br />
geïmplanteerde <strong>ICD</strong>’s geldt zeker niet voor <strong>Nederland</strong>.<br />
Uit gesprekken met <strong>Nederland</strong>se hartritmecardiologen<br />
blijkt wel dat zij van mening zijn dat<br />
er ook in <strong>Nederland</strong> - zij het in mindere mate -<br />
ruimhartig wordt geïmplanteerd, zeker gelet op<br />
Even voorstellen<br />
Henk de Vries<br />
Mijn naam is Henk de Vries. Ik ben opgegroeid<br />
in Friesland en de kop van Overijssel.<br />
Verder heb ik ook nog in Hoorn in<br />
Noord-Holland gewoond maar na ongeveer<br />
12 jaar ben ik nu terug in Heeren-<br />
niet voldoet aan de bovengenoemde evidence-based<br />
criteria, aldus de studie. Uiteindelijk zou daarom een<br />
cardioloog/elektrofysioloog moeten beslissen of de<br />
patiënt volgens de richtlijnen die gelden in de VS<br />
voor een <strong>ICD</strong> in aanmerking komt. n<br />
(naar www.theheart.org)<br />
de uitspraak van ex-minister Ab Klink in zijn Planningsbesluit<br />
van 1 december 2009 dat er een<br />
oplossing moet worden gezocht voor de discrepantie<br />
tussen het aantal implantaties dat de zorgverzekeraars<br />
willen vergoeden (de zogenaamde<br />
zorgpakketaanspraak) en het grotere aantal <strong>ICD</strong>’s<br />
dat de beroepsgroep op basis van de huidige<br />
professionele indicatiestelling wil implanteren. Met<br />
andere woorden, wanneer op dezelfde voet wordt<br />
voortgegaan met implanteren of de beroepsgroep<br />
de indicatiestelling zelfs nog verruimt, zou dat er<br />
zomaar toe kunnen leiden dat zorgverzekeraars<br />
een eigen bijdrage gaan vragen voor het implanteren<br />
van een <strong>ICD</strong> bij hun leden. Dit is voor de STIN<br />
zonder meer onacceptabel.<br />
veen. Ik ben al weer 16 jaar getrouwd<br />
met Mireille. Samen hebben wij een<br />
zoon Tim van 5 jaar en uit een eerder<br />
huwelijk 3 dochters, Anoeska, Esther en<br />
Lydia die respectievelijk 34, 32, en 24<br />
jaar zijn. Tim is dus mijn oudste zoon.<br />
Vrijwel mijn hele leven heb ik in de bouw<br />
gewerkt. Ik ben begonnen als timmerman<br />
en in februari 2010 gestopt als hoofduitvoerder/projectleider.<br />
Toen ik in Hoorn<br />
woonde, verzorgde ik daar de contacten<br />
van de STIN met het Westfries Gasthuis<br />
en het leek me leuk om ook hier<br />
in Friesland als vrijwilliger actief te zijn.<br />
Daarom heb ik contact opgenomen met<br />
de voorzitter, wat over en weer gebeld<br />
met diverse personen en het resultaat<br />
was dat ik sinds kort, samen met Egbert<br />
Oosterloo, regiovertegenwoordiger ben<br />
voor Friesland.<br />
Sinds 2002 ben ik <strong>ICD</strong>-drager. Inmiddels<br />
heb ik mijn 2e <strong>ICD</strong> en hopelijk zullen er<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
nog een paar volgen want het geeft best<br />
wel een goed gevoel om zo’n redder bij<br />
de hand te hebben.<br />
De <strong>ICD</strong> heeft inmiddels 2 keer zijn werk<br />
gedaan; één keer terecht en één keer<br />
onterecht. Daar heb ik dus ook ervaring<br />
mee. Mij viel het overigens reuze mee,<br />
maar iedereen ervaart het natuurlijk<br />
anders. Het lijkt mij dan ook een dankbare<br />
taak om als “ervaren” <strong>ICD</strong>-drager met<br />
mensen die hiermee (soms vrij plotseling)<br />
geconfronteerd worden een gesprek<br />
aan te gaan. Daar ik vrolijk van aard ben<br />
en niet zo snel bij de pakken ga neerzitten,<br />
kan dat in bepaalde gevallen verhelderend<br />
werken want zo heb ik dat zelf<br />
indertijd ook ondervonden.<br />
Ik hoop dat ik u hiermee een idee heb<br />
kunnen geven van wie Henk de Vries zo<br />
ongeveer is en wie weet ontmoeten we<br />
elkaar ooit persoonlijk. n<br />
11
Gijs Sterks, redactie<br />
Hidde Weetink, <strong>ICD</strong>-<br />
verpleegkundige,<br />
Amphia Ziekenhuis<br />
Breda (toelichting<br />
bij de foto’s)<br />
Bewaking op afstand kan<br />
gemoedsrust bieden aan<br />
patiënten met recall-<strong>ICD</strong> draden<br />
Binnen de redactie houdt Gijs Sterks<br />
zich o.a. bezig met het wereldwijd<br />
verzamelen van informatie<br />
over belangrijke ontwikkelingen en<br />
studies op <strong>ICD</strong>-gebied. Zo trof hij<br />
op de Amerikaanse website www.<br />
theheart.org een artikel aan over een<br />
studie waarin de voordelen van <strong>ICD</strong>controle<br />
op afstand worden aangetoond.<br />
Hoewel het een Amerikaans<br />
onderzoek betreft en de conclusies<br />
ervan betrekking hebben op de situatie<br />
aldaar, menen wij toch dat de<br />
uitkomsten ook voor onze <strong>Nederland</strong>se<br />
<strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> de moeite waard<br />
zijn. Daarom vatte Gijs de inhoud<br />
voor ons samen in het <strong>Nederland</strong>s.<br />
In tegenstelling tot de theoretische<br />
beschouwing over de onderzoeken<br />
in Amerika door Gijs, geven de<br />
foto’s met toelichting door Hidde<br />
een indruk van telecardiologie in de<br />
praktijk van alledag in het Amphia<br />
Ziekenhuis in Breda.<br />
Er is waarschijnlijk nog geen iPhone app<br />
voor, maar de technologie die nodig is<br />
om op afstand toezicht te houden op de<br />
activiteiten en functies van de <strong>ICD</strong> bestaat<br />
al jaren en is reeds lang geaccepteerd<br />
in de wereld van de cardiologie. Steeds<br />
meer <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> worden gevolgd via<br />
deze service die de fabrikanten bieden.<br />
Degenen bij wie dat nog niet het geval<br />
is, beseffen vaak niet dat dit proces hun<br />
leven en dat van hun artsen aanmerkelijk<br />
kan vergemakkelijken.<br />
Recente studies bevestigen wat in de praktijk<br />
al bewezen was, namelijk dat telemonitoring<br />
het volgen van patiënten met een<br />
<strong>ICD</strong> efficiënter en minder kostbaar maakt<br />
en dat de patiënt er vertrouwen in heeft. Er<br />
zijn minder bezoeken aan het ziekenhuis<br />
nodig en telemonitoring is niet minder<br />
veilig dan de bekende visuele controles<br />
12 <strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
Hidde vertelt: In onze kliniek kijken wij als<br />
elektrofysiologisch team op werkdagen<br />
1 keer per dag op de verschillende systemen<br />
om te controleren of er meldingen<br />
zijn. Er zijn veel <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> die denken<br />
dat het systeem hen 24 uur per dag in de<br />
gaten houdt en die om die reden zoveel<br />
mogelijk in de buurt van de monitor blijven.<br />
Dit is absoluut niet nodig! Het systeem<br />
maakt slechts 1 keer per 24 uur een draadloze<br />
verbinding met de <strong>ICD</strong> en leest dan<br />
de gegevens uit. Gegevens worden door<br />
de monitor alleen doorgezonden als er ook<br />
daadwerkelijk iets te melden is. Anders is<br />
het GEEN BERICHT = GOED BERICHT! Dit<br />
geldt zowel voor het medisch team als voor<br />
de <strong>ICD</strong>-drager zelf.<br />
in het ziekenhuis. Deze liggen vaak vele<br />
maanden uit elkaar, hoewel ze worden<br />
uitgebreid met extra controles als dat<br />
nodig is bijvoorbeeld wanneer de batterij<br />
begint leeg te raken. Bovendien “geeft<br />
telemonitoring de patiënten het geruststellende<br />
gevoel dat ze onder controle gehouden<br />
worden,” aldus dr. Leslie A. Saxon van<br />
de Universiteit van Zuid-Californië in Los<br />
Angeles. Dr. Saxon geeft leiding aan de<br />
LATITUDE-registratie van de patiënten met<br />
een <strong>ICD</strong> van het merk Boston Scientific.<br />
Meer dan 150.000 daarvan worden in de<br />
VS op afstand gevolgd met behulp van het<br />
LATITUDE patiëntenmanagementsysteem<br />
van dat bedrijf.<br />
Dr. Bruce Wilkoff (Cleveland Kliniek,<br />
Ohio), co-auteur van de aanbevelingen<br />
van de Amerikaanse Hearth Rhythm Society<br />
(HRS) voor <strong>ICD</strong>-controles (2008)
Gegevens die voor de cardioloog/<strong>ICD</strong>technicus<br />
van belang zijn om te weten zijn<br />
bijvoorbeeld hoe lang de batterij nog meegaat<br />
en of de draden nog goed functioneren.<br />
Op deze opname is onder andere te<br />
zien dat de batterij nog 7 jaar mee kan en<br />
dat de oplaadtijd 8,4 seconden bedraagt.<br />
Als de wijzer (nu volledig naar rechts) in<br />
het gele gebied komt melden we de <strong>ICD</strong>drager<br />
aan voor een vervanging. De <strong>ICD</strong><br />
kan dan nog geruime tijd mee maar vergelijk<br />
het met het waarschuwingslampje<br />
voor de benzine in de auto. Als dat gaat<br />
branden, ga je ook al tanken want je rijdt<br />
de tank nooit volledig leeg.<br />
Rechts op het scherm is te zien wanneer<br />
de laatst geleverde therapie is geweest bij<br />
deze <strong>ICD</strong>-drager (Last delivered shock, ofwel<br />
laatst afgegeven shock). In deze situatie<br />
betreft het de shock afgegeven tijdens<br />
het testen van de <strong>ICD</strong> bij de implantatie.<br />
Meldingen worden altijd bekeken met<br />
de technische status bij de hand. Als het<br />
nodig is wordt er door ons telefonisch<br />
contact opgenomen met de <strong>ICD</strong>-drager.<br />
Dit gebeurt alleen als er eventueel iets<br />
aan de instellingen van de <strong>ICD</strong> veranderd<br />
moet worden of als er echt een probleem<br />
en voor het beleid rondom <strong>ICD</strong>-draden<br />
of leads (2009) stelt: “Controle moet<br />
een routinematig onderdeel van de zorg<br />
voor <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> zijn, al hoeven niet alle<br />
patiënten op de voet gevolgd te worden.<br />
De HRS probeert aanvullende regels op te<br />
stellen voor het volgen van <strong>ICD</strong>’s en <strong>ICD</strong>patiënten.<br />
Volgen op afstand is efficiënter<br />
dan gepland ziekenhuisbezoek omdat aritmische<br />
gebeurtenissen die artsen willen<br />
weten, sneller worden opgepikt”.<br />
Dr. Saxon: “Omdat je problemen eerder<br />
onderkent en ziet hoe vaak iets gebeurt,<br />
helpt telemonitoring artsen bij het bepalen<br />
van hun diagnose. Dat maakt dit toezicht<br />
ook bijzonder geschikt in geval van een<br />
mogelijk veiligheidsprobleem omdat de<br />
fabrikanten de frequentie van de problemen<br />
nauwkeuriger kunnen volgen. Het<br />
systeem draagt zo bij aan de vervaardiging<br />
van een beter product en zorgt voor een<br />
grotere veiligheid voor de patiënt.<br />
TRUST-studie<br />
Alle genoemde voordelen kwamen<br />
naar voren in de TRUST-studie, voluit<br />
is gezien, wat betreft de batterij en de draden.<br />
Als een <strong>ICD</strong>-drager toch in de kliniek<br />
moet komen, kunnen de <strong>ICD</strong>-instellingen<br />
de “Lumax-T/Lumos-T Safely Reduces<br />
Routine Office Device Follow-up Trial”.<br />
Het is een grote studie, uitgevoerd<br />
onder 1339 patiënten met een <strong>ICD</strong> van<br />
het merk Biotronik, de sponsor van het<br />
onderzoek.<br />
Voor deze patiënten werd gerandomiseerd<br />
of willekeurig bepaald of ze werden<br />
gevolgd via het telemonitoringsysteem<br />
van het bedrijf of via controlebezoeken<br />
in het ziekenhuis. Alle patiënten werden<br />
binnen 6 tot 12 weken na implantatie<br />
persoonlijk geëvalueerd. Daarbij werden<br />
ze beoordeeld op genezing van de wond,<br />
werden de drempels voor de in te stellen<br />
waarden bepaald en de definitieve pacing<br />
parameters ingesteld. Daarna werden<br />
beide groepen elke drie maanden geëvalueerd:<br />
conventioneel gevolgde patiënten<br />
gingen naar hun ziekenhuis voor controle,<br />
bewaakte patiënten hadden hun controles<br />
op afstand, met uitzondering van de<br />
laatste controle na 15 maanden die in<br />
het ziekenhuis plaatsvond. Als het nodig<br />
was, vanwege klachten of na calamiteiten<br />
zoals een shock, hadden alle patiënten<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
en eventueel het medicijngebruik worden<br />
aangepast. Dit alles gebeurt uiteraard in<br />
overleg met de cardioloog.<br />
persoonlijk contact met hun cardioloog<br />
en/of technicus.<br />
In een eerste analyse kwam naar voren dat<br />
telemonitoring de noodzaak voor controlebezoeken<br />
in het ziekenhuis aanzienlijk<br />
hielp verminderen. Patiënten die beschikten<br />
over telemonitoring kwamen 45%<br />
minder op controlebezoek dan patiënten<br />
zonder terwijl de op afstand gevolgde<br />
patiënten hun artsen na een ritmestoornis<br />
ook nog eens aanzienlijk sneller zagen als<br />
dat nodig was.<br />
Een verdere analyse van TRUST toont aan<br />
dat telemonitoring ook effectief kan zijn bij<br />
het volgen van <strong>ICD</strong>-lead problemen. Dat<br />
zou volgens de onderzoekers vooral nuttig<br />
kunnen blijken in geval van noodzakelijke<br />
veiligheidscontroles voor leads met een<br />
verhoogde kans op breuk zoals in oktober<br />
2007 het geval was met de Sprint Fidelis<br />
leads van Medtronic. Toen kwam de Food<br />
and Drug Administration (FDA) pas in actie<br />
nadat werd geconcludeerd dat dergelijke<br />
breuken in leads mogelijk tot het overlijden<br />
van vijf <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> hadden geleid.<br />
13<br />
▲
De TRUST-analyse en ook kleinere<br />
recente studies wijzen op een rol voor<br />
telemonitoringsystemen bij het verscherpen<br />
en vereenvoudigen van de follow-up<br />
van probleemgevallen zoals bij de Fidelis<br />
leads. Potentieel zijn deze systemen<br />
in staat tekenen van naderende problemen<br />
met een lead te identificeren, of<br />
een falende lead te signaleren voordat<br />
er symptomen of schokken zijn geweest.<br />
Wellicht kan patiënten daardoor een hoop<br />
ellende bespaard worden. Desondanks<br />
zal er altijd een groep patiënten blijven<br />
die vreest dat er minder aandacht aan hen<br />
besteed zal worden als ze hun cardioloog<br />
of technicus niet regelmatig persoonlijk<br />
ontmoeten.<br />
In de studie zorgde bewaking op afstand<br />
van de <strong>ICD</strong>-generator en de leadfuncties<br />
ervoor dat de clinici onderscheid konden<br />
maken tussen technische storingen zoals<br />
leadbreuk en veranderingen in de toestand<br />
van de patiënt die aanleiding kunnen zijn<br />
voor behandeling of aanpassingen in de<br />
programmering van de <strong>ICD</strong>. “Uiteindelijk<br />
was het aantal noodzakelijke chirurgische<br />
Ook als de gegevens over het hartritme<br />
daartoe aanleiding geven wordt contact opgenomen<br />
met de patiënt. Op de afbeelding<br />
ziet u een weergave van het hartritme zoals<br />
de <strong>ICD</strong> het ziet. In deze situatie zijn er geen<br />
afwijkingen te zien. Het grootste voordeel<br />
van remote care of telemonitoring (zorg en/<br />
of controle op afstand; de termen worden<br />
door elkaar gebruikt) is dat je problemen<br />
van technische aard veel sneller in de gaten<br />
hebt dan wanneer <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> maar 2 keer<br />
per jaar op de poli komen.<br />
Een <strong>ICD</strong>-drager die via remote care wordt<br />
gecontroleerd, komt in principe nog maar<br />
1 keer per jaar in de kliniek voor een technische<br />
controle. De voordelen hiervan zijn<br />
uiteraard minder reistijd voor de <strong>ICD</strong>-drager<br />
en minder drukte in de polikliniek. De reguliere<br />
controles bij de cardioloog gaan wel<br />
gewoon door.<br />
Toch vind ik het als <strong>ICD</strong>-verpleegkundige<br />
belangrijk om <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> in het kader van<br />
de sociaal-emotionele begeleiding persoonlijk<br />
te ontmoeten. Dat is met de komst van<br />
remote care een stuk minder en dat vind ik<br />
ingrepen miniem”, aldus de hoofdonderzoeker<br />
van TRUST, dr. Niraj Varma (Cleveland<br />
Kliniek, Ohio). Erg belangrijk was ook<br />
dat uit de studie naar voren kwam dat<br />
<strong>ICD</strong>’s en leads zeer betrouwbaar zijn. Het<br />
percentage problemen dat verband hield<br />
met het apparaat was eigenlijk heel laag<br />
en kon zonder veel moeite en ongemak<br />
voor de patiënt worden opgelost. Dit zou,<br />
zeker bij het publiek dat steeds hoort over<br />
problemen met bepaalde types <strong>ICD</strong>’s of<br />
leads, het idee moeten wegnemen dat de<br />
apparaten onbetrouwbaar zijn.<br />
In TRUST ging het om het systeem van<br />
<strong>ICD</strong>-producent Biotronic maar soortgelijke<br />
systemen worden ook gebruikt door de<br />
andere producenten die eveneens dergelijke<br />
gegevens verzamelen bijvoorbeeld<br />
over boezemfibrilleren. Dit komt veel voor<br />
onder <strong>ICD</strong>-patiënten. Het jaarlijks risico op<br />
een beroerte in deze groep is ongeveer<br />
10%. Dankzij telemonitoring kan boezemfibrilleren<br />
sneller worden vastgesteld<br />
zodat sneller behandeling met medicijnen<br />
of een therapie mogelijk is waardoor<br />
dat risico aanzienlijk vermindert. Met die<br />
een groot nadeel. In onze kliniek hebben<br />
we wel het beleid om iedere <strong>ICD</strong>-drager<br />
14 <strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
behandeling kun je niet wachten tot de<br />
patiënt drie maanden later in het ziekenhuis<br />
komt voor de periodieke controle.<br />
Lessen uit het verleden<br />
TRUST-hoofdonderzoeker Varma wees erop<br />
dat chirurgische vervanging bij een recall<br />
of terugroepen van de <strong>ICD</strong>-drager voor de<br />
meeste leads niet nodig is, alleen bij die<br />
waarbij problemen optreden. Monitoring<br />
op afstand kan het proces van diagnose<br />
en het uitsluiten van leadfalen vergemakkelijken,<br />
zei hij. Dat kan meer bieden dan<br />
alleen rust want een leadbreuk kan niet<br />
alleen onterechte schokken veroorzaken<br />
maar ook andere problemen en het is niet<br />
zo moeilijk om te begrijpen dat bewaking<br />
op afstand die minder waarschijnlijk maakt.<br />
Een eerste klein onderzoek in een hartcentrum<br />
toonde bijvoorbeeld aan dat van<br />
11 problemen, die zich voordeden bij op<br />
afstand gevolgde patiënten, er 9 door het<br />
systeem gesignaleerd waren nog voordat<br />
de patiënt het merkte. Slechts in 1 geval<br />
was een onterechte schok de eerste indicatie<br />
dat er iets mis was.<br />
die een schok heeft gehad, persoonlijk te<br />
spreken.
Wilkoff merkt eveneens op hoe waardevol<br />
controle op afstand geweest zou zijn toen<br />
Guidant (later gekocht door Boston Scientific)<br />
in 2005 ontdekte dat bij 50.000<br />
door de firma geïmplanteerde <strong>ICD</strong>’s een<br />
verhoogd risico op kortsluiting aanwezig<br />
was. Veel <strong>ICD</strong>’s werden toen uit voorzorg<br />
vervangen, meestal zonder dat zich<br />
symptomen van storingen hadden voorgedaan.<br />
“Het aantal <strong>ICD</strong>’s met fouten was<br />
in de orde van 0,25%. Wetende dat een<br />
vervangingsoperatie 5-7% complicaties<br />
kent, lijkt vervanging dwaasheid bij een<br />
<strong>ICD</strong> die nog niet op de helft is van de<br />
verwachtte levensduur van 7-8 jaar. Een<br />
betere manier om hier mee om te gaan<br />
is een gerichte manier van het volgen van<br />
deze patiënten en alleen te reageren als er<br />
een potentieel probleem is” aldus Wilkoff.<br />
“Controle van <strong>ICD</strong>’s op afstand was toen<br />
aan het opkomen maar ik denk niet dat<br />
men er zich op dat tijdstip al van bewust<br />
was dat men het probleem beter op die<br />
manier had kunnen benaderen. Dingen<br />
zijn nu anders. Ons begrip over het hoe<br />
om te gaan met een veiligheidsalert is<br />
geëvolueerd.” Dat hielp bij de Sprint Fide-<br />
In het Amphia Ziekenhuis in Breda werken<br />
we met 3 remote care systemen. Dit zijn<br />
CareLink® (Medtronic), Latitude® (Boston<br />
Scientific) en Merlin® (St. Jude Medical).<br />
Telecardiologie zal in de toekomst meer<br />
voordelen gaan bieden voor de zorg aan<br />
<strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> en voor het medisch team zelf.<br />
Wat echter niet vergeten mag worden is het<br />
feit dat we qua coördinatie en organisatie<br />
nog aan het begin staan en dat er in dat<br />
opzicht landelijk nog veel (éénduidig) geregeld<br />
moet worden.<br />
lis leads. “Leads vervangen is een veel<br />
groter probleem dan <strong>ICD</strong>’s en het is goed<br />
dat de problemen met de Guidant <strong>ICD</strong>’s<br />
zich eerder hebben voorgedaan en dat we<br />
daarvan hebben geleerd hoe te handelen,”<br />
zei Wilkoff. “Ik denk dat we anders<br />
een chaos zouden hebben gehad.”<br />
Waarom wordt telemonitoring<br />
niet nog meer toegepast?<br />
Saxon zei dat ze hoopt dat de TRUSTanalyses<br />
artsen aanmoedigen ervoor te<br />
zorgen dat hun <strong>ICD</strong>-patiënten deel gaan<br />
uitmaken van het telemonitoring netwerk<br />
van de <strong>ICD</strong>-producent. “Uit hedendaagse<br />
gegevens blijkt dat ongeveer 50% van de<br />
implanterende artsen hun patiënten niet<br />
laat inschrijven op het netwerk, hoewel<br />
het er is en niets extra’s kost,” zei ze. “Ze<br />
moeten het doen om het beste resultaat<br />
uit deze apparaten te krijgen. Ik denk dat<br />
het enorm belangrijk is en niet iets is dat<br />
facultatief moet worden overwogen.”<br />
Er kunnen bovendien administratieve<br />
voordelen zijn. Dr. Wilkoff “Ik denk dat<br />
we in ons centrum vorig jaar ongeveer<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
14.000 defibrillatorcontroles deden waarvan<br />
ongeveer de helft op afstand.” Er is<br />
weliswaar extra gespecialiseerd personeel<br />
nodig om het telemonitoringprogramma<br />
te ondersteunen, maar als we die groep<br />
patiënten via een controle in het ziekenhuis<br />
hadden moeten controleren dan<br />
hadden we daar noch de ruimte noch de<br />
tijd voor gehad”.<br />
Waarom worden er niet meer patiënten<br />
met een <strong>ICD</strong> op afstand gevolgd? “Bij ons<br />
krijgt vrijwel iedereen het aangeboden,<br />
maar niet iedereen wil op deze manier<br />
worden gecontroleerd “, aldus dr. Wilkoff.<br />
“Sommige mensen denken, om wat voor<br />
reden dan ook, dat je minder aandacht<br />
aan ze besteedt als ze niet telkens bij<br />
je langs komen.“ Maar ook: “Sommige<br />
patiënten willen gewoon met iemand<br />
praten en voelen zich niet comfortabel<br />
met de technologie.” n<br />
15
16<br />
“Ik wil gewoon Fieke zijn en niet Fieke met de hartziekte”<br />
Het zal je maar overkomen:<br />
in gesprek met Fieke Buijzert-de Visser<br />
Natalie van der Loos en<br />
Stephan Tuinenburg<br />
Het was een zondag in mei, 17 mei 2009 om<br />
precies te zijn. Fieke ging naar het toilet en zei tegen<br />
haar man Jaap dat ze zich niet zo lekker voelde. Toen<br />
haar man bij het toilet aankwam lag Fieke bewusteloos<br />
op de grond. “Ik belde eerst mijn vader, die<br />
in de buurt woonde en een bhv-diploma heeft, en<br />
daarna 112. Vervolgens ben ik begonnen met reanimeren”,<br />
vertelt Jaap. Toen zijn vader kwam – hij<br />
was er binnen een paar minuten – is hij daarmee<br />
doorgegaan.<br />
De hulpdiensten zijn daarna nog bijna een uur bezig<br />
geweest met reanimeren. Bij binnenkomst schrokken<br />
de ambulancebroeders, omdat ze nog zo jong<br />
was. “Later hebben ze ook gezegd dat ze me waarschijnlijk<br />
niet zo lang hadden gereanimeerd als ik<br />
niet zo jong was geweest”, aldus Fieke. “De ambulancebroeder<br />
die mij heeft gereanimeerd, heeft<br />
naderhand nog geïnformeerd hoe het met me ging.<br />
Ik heb ook een heel bijzondere en ontroerende brief<br />
van hem ontvangen. Bijzonder vonden we dat hij,<br />
net als wij, christen is. Hij liet weten dat het gebeuren<br />
veel indruk op hem had gemaakt.” De bijna vier<br />
maanden oude Feline lag in de box te brabbelen<br />
terwijl haar moeder op de grond werd gereani-<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
Op 24-jarige leeftijd krijgt Fieke Buijzert een hartstilstand.<br />
Nog geen vier maanden na de geboorte<br />
van haar eerste kind, dochter Feline. De maanden<br />
na de bevalling zijn niet fijn geweest voor Fieke.<br />
Ze voelde zich erg slecht en kon er niet van genieten.<br />
Ondanks de aanhoudende klachten is ze<br />
niet naar een dokter gegaan. Ze was er zeker van<br />
dat haar lichaam aan het ’ontzwangeren’ was. Dat<br />
bleek totaal niet het geval te zijn.<br />
meerd. Een erg vreemde gewaarwording voor de<br />
ambulancebroeders.<br />
Wat Fieke het meest trof in de brief:<br />
“Ik heb samen met jouw Jaap als tweede<br />
voertuig achter jou aangereden naar het<br />
Dijkzigt ziekenhuis. Toen ik daar wegging en<br />
Jaap een hand gaf om hem veel sterkte toe te<br />
wensen ging het volgende door mij heen: Zou<br />
Jaap alleen achterblijven als weduwnaar?<br />
Wat was ik blij toen ik woensdagavond een<br />
telefoontje kreeg van een collega die vertelde<br />
dat jij, Fieke, weer rechtop in je bed zat te<br />
eten. Het eerste wat er bij mij boven kwam<br />
was: de Heere regeert. Die woensdagavond is<br />
er een pak van mijn hart gevallen en heb ik<br />
de Heere gedankt voor de grote weldaden die<br />
Hij aan jullie heeft bewezen. Toen mochten<br />
wij als hulpverleners maar een middel zijn in<br />
Zijn hand en heeft Hij laten zien dat er maar<br />
Één is die over alles gaat.”
Met de ambulance werd Fieke overgebracht naar het<br />
Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Daar werd<br />
op 27 mei 2009 een <strong>ICD</strong> bij haar geïmplanteerd.<br />
Na haar hartstilstand moest ze in totaal tweeënhalve<br />
week in het ziekenhuis blijven. Van die tijd kan ze<br />
zich maar heel weinig herinneren. “Ineens had ik<br />
een <strong>ICD</strong>.” Dat geldt ook voor de tijd van vlak voor<br />
haar hartstilstand. De week ervoor is ze naar een<br />
vrijgezellenfeest en een bruiloft geweest, maar van<br />
beide gebeurtenissen weet ze bijna niets meer.<br />
Een maand na de implantatie, in juni 2009, is haar<br />
<strong>ICD</strong> voor het eerst afgegaan, terecht. Toen moest ze<br />
een week in het ziekenhuis blijven. Het afgaan van<br />
de <strong>ICD</strong> was voor haar een grote opluchting. Het had<br />
namelijk haar leven gered! “Ik weet: hij doet het en<br />
als het misgaat grijpt hij in.”<br />
Het afgaan van de <strong>ICD</strong> was<br />
voor mij een grote opluchting:<br />
ik weet nu dat hij het doet en<br />
ingrijpt als het misgaat<br />
In september 2009 is haar <strong>ICD</strong> niet afgegaan maar<br />
had hij wel levensbedreigende hartritmestoornissen<br />
geregistreerd. Deze hadden gelukkig niet tot<br />
een schok geleid omdat het hartritme, juist op tijd,<br />
spontaan weer normaal was geworden. De <strong>ICD</strong> is<br />
toen anders afgesteld. Ook hebben de artsen een<br />
aantal onderzoeken uitgevoerd omdat nog steeds<br />
onduidelijk was waarom ze in eerste instantie een<br />
hartstilstand kreeg. In november 2009 is uiteindelijk<br />
de diagnose gesteld: Fieke heeft het Brugada<br />
syndroom. “Het was echt een opluchting om eindelijk<br />
te weten wat er mis is. Ik kon eindelijk benoemen<br />
wat ik heb.” De reden dat het zolang heeft geduurd<br />
voordat er een diagnose kon worden gesteld is dat<br />
Brugada erg weinig voorkomt. Daarnaast komt deze<br />
ziekte vaak pas na het dertigste levensjaar tot uiting.<br />
Er is simpelweg niet aan gedacht om haar hierop te<br />
testen.<br />
In augustus 2010 is haar <strong>ICD</strong> in de eerste drie weken<br />
van de maand elke week tweemaal afgegaan. “Dat is<br />
moeilijk hoor. Is dit mijn leven, vraag je je af. De <strong>ICD</strong><br />
zit er niet voor niks, maar het is niet de bedoeling dat<br />
hij elke week afgaat”, vertelt Fieke. Uiteindelijk heeft<br />
ze meer dan een week in het ziekenhuis gelegen. De<br />
eerste twee dagen kreeg ze bètablokkers toegediend<br />
maar die hielpen niet. De tweede week kwam ze op<br />
de Spoedeisende Hulp terecht waar men de dosis<br />
van de bètablokkers verhoogde. De derde week ging<br />
de <strong>ICD</strong> weer af terwijl Fieke aan het fietsen was.<br />
Toen ze bij de Spoedeisende Hulp binnen kwam,<br />
was ze bang dat ze naar huis gestuurd zou worden.<br />
Maar meteen kreeg ze een tweede schok. De artsen<br />
namen haar daarna meteen weer op. Ze stelden<br />
haar medicijnen opnieuw in en schreven haar kinidine<br />
voor. Dit was het laatste wat ze bij het EMC voor<br />
Fieke konden doen, vertelden de artsen. Er bestaat<br />
op dit moment namelijk nog geen specifiek medicijn<br />
voor mensen met het Brugada syndroom. Hopelijk is<br />
dat er over vijftien jaar wel.<br />
“Zou de kinidine niet helpen, dan zou ik naar<br />
België moeten voor verder onderzoek maar tot nu<br />
toe gaat het gelukkig goed. In het begin had ik wel<br />
veel last van bijwerkingen zoals een snelle hartslag,<br />
duizeligheid, misselijkheid en vermoeidheid. Inmiddels<br />
is mijn lichaam aan het medicijn gewend en<br />
heb ik daar geen last meer van.” Fieke hoopt dat<br />
het dit keer goed gaat. “Je wilt toch leven en een<br />
schok is letterlijk én figuurlijk een behoorlijke klap.<br />
Je wilt lekker verder met alles, maar je moet steeds<br />
opnieuw beginnen.”<br />
In september 2010 kreeg Fieke een paniekaanval<br />
die zo heftig was, dat ze 112 belde, omdat ze dacht:<br />
“Ik ga weer.” Wie komt er vervolgens binnen... de<br />
ambulancebroeder die haar de brief stuurde. “Dat<br />
was een heel bijzondere ontmoeting. De ambulancebroeder<br />
zei dat hij erg blij was dat ik weer kon<br />
praten en dat ik er überhaupt nog was. Gelukkig was<br />
er die keer niets met me aan de hand.”<br />
In haar doen en laten is Fieke niet veel veranderd.<br />
Ze doet en durft eigenlijk nog hetzelfde als voor haar<br />
hartstilstand. Haar studie (docentenopleiding agrarisch<br />
onderwijs) heeft ze weer volledig opgepakt en<br />
ze staat voor de klas (docente bloemsierkunst). Ze<br />
heeft alleen wel een switch gemaakt van het VMBO<br />
naar het MBO. Het lesgeven op het VMBO kostte<br />
haar te veel energie. Daar ben je toch meer bezig<br />
met orde handhaven. Het gaat nu prima en de afleiding<br />
is voor haar juist erg belangrijk. De klachten<br />
zijn dan wel niet weg maar door dingen te doen<br />
voelt ze zich beter. “Als ik maar lekker bezig ben.” In<br />
juni hoopt ze klaar te zijn met haar studie. Als haar<br />
gezondheid goed blijft, lukt dit. Ze wil binnenkort<br />
ook gaan beginnen met het halen van haar rijbewijs.<br />
Ze is niet bang dat haar <strong>ICD</strong> in de auto afgaat. In<br />
het dagelijks leven ondervindt Fieke geen hinder of<br />
beperkingen van haar <strong>ICD</strong>. “Ik ben vooral erg blij dat<br />
ik de <strong>ICD</strong> heb. Nu ga ik in ieder geval niet meer dood<br />
aan die gevaarlijke hartritmestoornissen.”<br />
Haar man Jaap heeft er geen trauma aan overgehouden<br />
dat Fieke een hartstilstand kreeg en hij haar<br />
heeft moeten reanimeren. ”Ik ben eigenlijk veel te<br />
blij dat ze er nog is. Dat overweldigt het angstgevoel”,<br />
aldus Jaap. Want dat gevoel is er natuurlijk<br />
af en toe wel. Het overvalt hem soms als hij naar<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
▲<br />
17
18<br />
zijn werk rijdt en hem een ambulance passeert. “De<br />
ene keer doet het je niks, maar de andere keer zie<br />
je alles weer voorbijkomen”, aldus Jaap. Maar over<br />
het algemeen is hij erg positief. Hij heeft een paar<br />
gesprekken gehad met professionals maar verder<br />
heeft hij er geen behoefte meer aan. Fieke zegt wel<br />
eens tegen hem dat hij best iets bezorgder mag zijn<br />
maar Jaap is het daar niet mee eens. “Als ik constant<br />
overbezorgd zou zijn, zou dat een negatieve uitwerking<br />
hebben op Fieke”, zegt hij.<br />
Fieke deelt doorgaans het optimisme van Jaap. “Mijn<br />
<strong>ICD</strong> is levensreddend en dat maakt me positief. Ik<br />
zie mijn <strong>ICD</strong> als een cadeautje en niet als iets vervelends.<br />
Ik vecht tegen de hartziekte die ik heb en<br />
niet tegen de <strong>ICD</strong>. Zonder mijn <strong>ICD</strong> zou ik nu niet<br />
meer leven. Mijn <strong>ICD</strong> is tot nu namelijk al zeven keer<br />
(terecht) afgegaan.”<br />
“We zijn eigenlijk meer gaan<br />
genieten van elkaar en van<br />
het leven”, aldus Jaap<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
Desondanks is Fieke natuurlijk toch af en toe angstig.<br />
Soms is ze bang dat de <strong>ICD</strong> het niet doet. “Je bent er<br />
zo mee bezig. Elke keer als je iets voelt, bijvoorbeeld<br />
hoofdpijn, denk je dat er weer iets gaat komen. Het<br />
is normaal dat je soms ergens een pijntje hebt, maar<br />
ik betrek het allemaal op mijn hartziekte.” Ze heeft<br />
het ook wanneer ze op de fiets een druk kruispunt<br />
over moet. De vorige keer dat haar <strong>ICD</strong> af ging zat<br />
ze immers op de fiets. Voordat ze dat weer alleen<br />
durfde, heeft ze eerst samen met Jaap rondjes<br />
gefietst. ”Ik kan op elk moment een hartstilstand<br />
krijgen. Deze onzekerheid vind ik erg moeilijk.” Dit<br />
gevoel speelt vooral erg als haar <strong>ICD</strong> net is afgegaan<br />
maar nu, na vijf maanden, heeft ze meer zelfvertrouwen<br />
gekregen en heeft ze daar veel minder last van.<br />
Om met die onzekerheid te leren omgaan heeft<br />
ze na de opname in augustus 2010 het sportprogramma<br />
van ’Capri Hartrevalidatie’ gevolgd. (zie<br />
kader). Je beoefent daar sport onder begeleiding<br />
van artsen, fysiotherapeuten en maatschappelijk<br />
werkers. “Nadat ik het Capri-programma had afgerond<br />
voelde ik me bijna een ander mens. Je wordt<br />
er ook geestelijk goed begeleid, waardoor ik steeds<br />
meer durfde te ondernemen.”<br />
Capri Hartrevalidatie<br />
De naam Capri is afgeleid van het gelijknamige<br />
revalidatieprogramma dat speciaal voor hartpatiënten<br />
uit de regio’s Rotterdam en Den Haag is<br />
ontwikkeld en wordt verzorgd.<br />
Het Capriprogramma is een sportieve vorm van hartrevalidatie.<br />
Het ondersteunt mensen bij het herstel<br />
na een hartaandoening en helpt hen en hun naasten<br />
bij het weer oppakken van de draad van het leven.<br />
De programma’s richten zich niet alleen op lichamelijk<br />
herstel en conditieverbetering, maar ook op het<br />
omgaan met beperkingen, angsten en somberheid.<br />
Voorlichtingsbijeenkomsten en programma’s zoals<br />
’Omgaan met stress’, ’Gezonde voeding en gewichtsbegeleiding’,<br />
’Stoppen met roken’ en ’Leven met een<br />
<strong>ICD</strong>’ bieden handreikingen. Deelnemers aan hartrevalidatie<br />
krijgen meer zelfvertrouwen en leren<br />
om een gezonde leefstijl aan te nemen. Partners<br />
worden daarin nauw betrokken.<br />
Onder begeleiding van gespecialiseerde teams<br />
kunnen hartpatiënten deelnemen aan groepsgerichte<br />
of individuele revalidatieprogramma’s. Daarnaast<br />
blijft Capri Hartrevalidatie inspelen op de<br />
laatste maatschappelijke en de nieuwste medische<br />
ontwikkelingen om iedere deelnemer een optimaal<br />
programma te kunnen aanbieden voor een goede<br />
terugkeer in het dagelijks leven en de maatschappij.<br />
Voor meer informatie, zie: www.caprihr.nl
Ze heeft ook steun vanuit een andere hoek, namelijk<br />
van haar moeder en haar zus. Nadat vastgesteld was<br />
dat Fieke het erfelijke Brugada syndroom had, zijn<br />
alle gezinsleden getest. Haar moeder en zus bleken<br />
hetzelfde syndroom te hebben. Hoewel ze beiden<br />
op dit moment geen symptomen vertonen, hebben<br />
ze uit voorzorg een <strong>ICD</strong> geïmplanteerd gekregen. De<br />
artsen hebben ook haar moeders kant van de familie<br />
getest. Daar bleek niemand het Brugada syndroom<br />
te hebben. Er is ook een kans van vijftig procent<br />
dat haar dochter Feline dezelfde hartafwijking heeft,<br />
maar zij kan pas rond haar tiende getest worden.<br />
Behalve met haar moeder en haar zus heeft Fieke<br />
jammer genoeg niet zoveel contact met lotgenoten.<br />
“Ik zou het erg fijn vinden om in contact te komen<br />
met andere (jonge) mensen die ook Brugada<br />
hebben. Ik zou het erg leuk vinden om bijvoorbeeld<br />
met lotgenoten een dag te organiseren, waar vragen<br />
aan artsen gesteld kunnen worden. Maar ik wil vooral<br />
graag verhalen uitwisselen zodat we elkaar kunnen<br />
bemoedigen. Ik voel me soms heel erg alleen met<br />
mijn hartziekte en ik zoek juist die mensen die ook<br />
hetzelfde hebben meegemaakt zodat we ons hart<br />
kunnen luchten. Het is alleen moeilijk om in contact<br />
te komen met lotgenoten, zeker met die van mijn<br />
leeftijd.” Daarom: Heb je ook het Brugada syndroom,<br />
en wil je in contact komen met lotgenoten, stuur dan<br />
een mail naar: fiekedevisser@hotmail.com.<br />
Fieke en Jaap hebben veel steun aan hun geloof.<br />
“Wij zijn afhankelijk van God”, aldus Fieke. Geloven<br />
in God geeft hen veel kracht. “Ik weet niet waar ik nu<br />
geweest zou zijn als ik mijn geloof niet zou hebben.”<br />
Er hebben veel mensen voor haar gebeden en ze<br />
Toch maar goed dat we ons verhaal<br />
verteld hebben<br />
Bia van den Hazel schreef ons: Meteen dezelfde dag<br />
al dat wij het <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> ontvingen met daarin ons<br />
verhaal had ik tot mijn grote verbazing al een mail<br />
van een <strong>ICD</strong>-drager die net als wij CPVT-drager is.<br />
Zoiets hadden wij eigenlijk nog nooit eerder gehoord.<br />
Mijnheer wist niet dat er een medicijn voor bestaat.<br />
Hij is 35 jaar en heeft ten gevolge van deze aandoening<br />
een neef en zus verloren. We kunnen nu zeker<br />
“ervaringen” met elkaar delen. Heel bijzonder. Zo zie<br />
je maar weer dat je elkaar kunt helpen. Zo kom je<br />
toch in contact met anderen. Zeer waardevol.<br />
krijgt veel medeleven vanuit de kerk. Daar put ze<br />
kracht uit. “Dat is naast je familie, die het dichtst om<br />
je heen staat, erg belangrijk voor ons.”<br />
“Het is moeilijk om aan buitenstaanders uit te leggen<br />
hoe ik me voel. Aan de buitenkant zie je niks aan me.<br />
In de kerk krijg ik meer ruimte om erover te praten<br />
dan bij mij op school. Ik heb er wel meteen een<br />
stempel door gekregen. Een tijdje geleden voelde<br />
ik me tijdens de dienst namelijk niet zo lekker zodat<br />
ik zo snel mogelijk naar buiten wilde. Iedereen in<br />
de kerk dacht meteen dat ik iets aan mijn hart had.<br />
Soms krijg ik te veel medelijden en dat wil ik liever<br />
niet. Ik wil gewoon “Fieke” zijn, en niet “Fieke met<br />
de hartziekte”. Ik ben erg open over mijn ziekte en je<br />
mag me alles vragen, maar ik wil het er niet constant<br />
over hebben. Er zijn meer dingen in het leven. Ik wil<br />
ook niet als zielig bestempeld worden, ook al kan ik<br />
begrijpen waarom dat gebeurt.”<br />
Hoe ziet Fieke haar toekomst? “Ik hoop gewoon<br />
mijn studie af te maken en dan een mooie baan in<br />
het onderwijs te krijgen. Ik wil lekker blijven werken.<br />
Jaap en ik hebben het daarnaast wel gehad over een<br />
tweede kindje, maar dit durf ik voorlopig niet aan. Ik<br />
ben bang voor wat er allemaal met mij gaat gebeuren<br />
als ik weer zwanger wordt. Juist omdat bij mijn<br />
eerste zwangerschap alles is begonnen. Het wordt<br />
niet afgeraden, maar het is niet meer zo vanzelfsprekend<br />
voor ons. Onder andere vanwege de medicijnen<br />
die ik slik om gevaarlijke hartritmestoornissen te<br />
voorkomen.” Dit doet haar soms wel eens pijn. “Je<br />
weet niet hoe het loopt. Wat dat betreft is het allemaal<br />
erg onzeker. In dat opzicht beheerst Brugada<br />
mijn leven.” n<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
Fieke is inmiddels<br />
vrijwilligster voor<br />
de STIN geworden<br />
voor de regio<br />
Zuid-Holland.<br />
<strong>ICD</strong> nieuws<br />
19
<strong>ICD</strong>-controle: toen en nu (slot)<br />
Frans Steinmetz,<br />
technisch<br />
adviseur STIN<br />
Zoals ik u in mijn vorige artikel<br />
beloofd heb, ga ik u tot slot nog iets<br />
vertellen over de gegevens die een<br />
hedendaagse <strong>ICD</strong> opslaat en die zeer<br />
veel belangrijke informatie bevat<br />
voor de cardioloog.<br />
Naast alle technische bijzonderheden die<br />
uw <strong>ICD</strong> kan overzenden per telefoon of<br />
die kunnen worden uitgelezen tijdens uw<br />
<strong>ICD</strong>-controle in het ziekenhuis, bewaart<br />
uw <strong>ICD</strong> een enorme hoeveelheid aan<br />
diagnostische informatie. Welke gegevens<br />
precies worden opgeslagen en doorgegeven<br />
is afhankelijk van het merk en het<br />
type <strong>ICD</strong>. Om uit te leggen wat een cardio-<br />
loog hiermee doet of kan doen beperk ik<br />
me tot de belangrijkste informatie die in<br />
het algemeen beschikbaar is.<br />
Tijdens een (telefonische) controle laat<br />
uw <strong>ICD</strong> zien of uw hartritme tussen<br />
de twee laatste controles nog snel is<br />
geweest, met andere woorden of uw<br />
hartritme wat betreft de frequentie<br />
boven bepaalde, door de technicus ingestelde<br />
frequenties, is uitgekomen. Als dit<br />
gebeurd is, krijgt de cardioloog de dag<br />
en de tijd te zien waarop dat plaatsvond,<br />
hoe snel uw hartritme geweest is, hoe<br />
lang dit te snelle hartritme geduurd heeft,<br />
of er door uw <strong>ICD</strong> wel of niet therapie<br />
is afgegeven en zo ja welke en of die<br />
succesvol geweest is.<br />
Van al de gebeurtenissen die hierboven<br />
genoemd zijn heeft de <strong>ICD</strong> ook een “hartfilmpje”<br />
opgeslagen, zodat uw cardioloog<br />
kan zien wat voor type snel hartritme het<br />
was, bijvoorbeeld een tachycardie of een<br />
fibrillatie. Aan de opgeslagen “hartfilmpjes”<br />
kan uw arts ook zien of eventueel afgegeven<br />
therapie terecht of onterecht was en<br />
hoe het met de frequentiespreiding van<br />
uw hartritme gesteld is. Verder geeft uw<br />
<strong>ICD</strong> (afhankelijk van welk type) eveneens<br />
aan of er ritmestoornissen geweest zijn in<br />
de boezems van uw hart, wat voor soort<br />
ritmestoornissen dat geweest zijn en of u<br />
vocht vasthoudt.<br />
Zoals u weet, zit er ook een pacemaker<br />
in uw <strong>ICD</strong> en deze dient ervoor om uw<br />
hart te stimuleren (elektrisch te prikkelen)<br />
als dat nodig is. Uw <strong>ICD</strong> laat de cardioloog<br />
zien hoeveel procent de pacemaker<br />
20 <strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
Fragment van de uitdraai van de gegevens<br />
die een <strong>ICD</strong> heeft opgeslagen na de<br />
voorlaatste controle. Duidelijk is te zien<br />
dat de <strong>ICD</strong> een aantal snelle hartritmes<br />
in de rechterkamer of ventriculaire<br />
tachycardieën (VT’s) heeft geconstateerd,<br />
wanneer die hebben plaatsgevonden,<br />
hoe lang ze hebben geduurd en<br />
dat er geen therapie nodig was omdat<br />
het normale hartritme zich na enkele<br />
seconden herstelde. Twee ritmestoornissen<br />
waren zelfs zo kort dat de <strong>ICD</strong><br />
ze wel heeft opgemerkt maar niet kon<br />
vaststellen om wat voor soort afwijking<br />
het ging (Nonsustained).<br />
uw hart gestimuleerd heeft en welk deel:<br />
boezem, linkerkamer, rechterkamer, of<br />
een combinatie hiervan. Met deze informatie<br />
kan de arts het pacemakergebeuren<br />
in uw <strong>ICD</strong> eventueel herprogrammeren<br />
om ervoor te zorgen dat er minder of juist<br />
meer gestimuleerd wordt.<br />
Ik hoop dat ik u duidelijk heb gemaakt dat<br />
sinds de eerste <strong>ICD</strong> werd geïmplanteerd,<br />
de ontwikkeling snel is gegaan en vanzelfsprekend<br />
nog niet stilstaat. Deze ontwikkeling<br />
heeft zich niet alleen afgespeeld<br />
op technisch gebied, maar eveneens op<br />
het gebied van implantatietechniek en<br />
het opslaan van belangrijke diagnostische<br />
informatie. Ik ben blij dat ik dit alles tot<br />
eind 2009 heb mogen meemaken. n<br />
Op dit fragment is te zien hoe<br />
de frequentiespreiding van het<br />
hartritme is verlopen na de<br />
voorlaatste controle van vier<br />
maanden eerder. Het hartritme<br />
was in die periode over<br />
het algemeen normaal met<br />
uitschieters naar onder tot<br />
ongeveer 40 slagen per minuut<br />
en naar boven tot plusminus<br />
130. Het gestippelde balkje<br />
links geeft het percentage aan<br />
dat de pacemaker het hart<br />
heeft moeten stimuleren.
Genees je van een glimlach?<br />
Goede zorg is veel meer dan het juiste pilletje<br />
op het juiste moment. Een arts, een zorgkundige<br />
en drie verpleegkundigen van het<br />
Universiteitsziekenhuis Antwerpen praten<br />
over het belang van het niet meetbare: respect<br />
en vertrouwen, een attent gebaar of een luisterend<br />
oor. “Een goede relatie met de patiënt<br />
draagt zeker bij tot zijn herstel.”<br />
“Ziekenhuizen moeten wat meer op pretparken gaan<br />
lijken” is de opmerkelijke stelling van Fred Lee, een<br />
Amerikaan die senior vice-president was van het<br />
Florida Hospital en daarna voor Disney University<br />
werkte. Lee pleit voor een uitgesproken patiëntgerichte<br />
zorg die doordrongen is van een persoonlijke<br />
aanpak. Zorg en emotie zijn onlosmakelijk met elkaar<br />
verbonden, vindt hij.<br />
Nicole Delmotte van patiëntenzorg woonde een<br />
van zijn lezingen bij. “Patiënten voelen zich inderdaad<br />
beter als ze persoonlijk worden aangesproken”,<br />
beaamt ze. “Dat hoeft geen lange babbel te zijn,<br />
gewoon even informeren naar een onderzoek kan<br />
al genoeg zijn.” Verpleegkundigen Kirsten de Pauw<br />
en Karina van Roeyen en zorgkundige Vera van<br />
De geneeskracht<br />
van warm contact<br />
Haute vinden die persoonlijke aanpak vanzelfsprekend.<br />
“Als zorgkundige ben ik dikwijls de eerste die<br />
bij de patiënt binnenkomt”, zegt Vera. “Dan probeer<br />
ik altijd in te spelen op wat ik tijdens de briefing heb<br />
gehoord. Heeft de patiënt een slechte nacht gehad?<br />
Zijn er misschien problemen thuis?” Karina: “Af en<br />
toe krijg je met een patiënt te maken die op het<br />
eerste gezicht moeilijk lijkt. Maar vaak krijg je gaandeweg<br />
een ander beeld. Dan blijkt bijvoorbeeld dat<br />
hij recent veel heeft meegemaakt en dan hou je daar<br />
rekening mee. Zo zit er achter elke patiënt wel een<br />
verhaal.”<br />
Bange patiënt in bed<br />
Hoe je het ook draait of keert: een patiënt is vaak<br />
een beetje angstig. “Verpleeg- en zorgkundigen<br />
kunnen veel doen om dat om te buigen. Wat extra<br />
uitleg of een kleine aanraking doet veel. Maar de<br />
patiënt moet vooral de kans krijgen zijn bekommernis<br />
te uiten”, onderstreept Delmotte.<br />
Vera probeert altijd even tijd te maken voor een<br />
patiënt die terugkomt van een onderzoek. ”Ook al<br />
hebben we het druk, iemand die net heeft vernomen<br />
dat hij een hartoperatie moet ondergaan, kan<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
▲<br />
21
een luisterend oor goed gebruiken. Daarom probeer<br />
ik ook altijd op de hoogte te blijven van de medische<br />
terminologie.” Kirsten verzorgt vaak patiënten<br />
die een openhartoperatie hebben ondergaan. Vooral<br />
vrouwen hebben het achteraf soms moeilijk met het<br />
litteken. “Daar trek ik dan even tijd voor uit. Als de<br />
patiënte zelf nog niet heeft gekeken, stel ik voor dat<br />
ik eerst even kijk en haar zeg hoe het eruit ziet. Dat<br />
maakt de confrontatie gemakkelijker”, vertelt ze.<br />
Dr. Koffie<br />
Ook voor artsen is het cruciaal om de mens achter<br />
de patiënt te zien. Dr. Marek Wojciechowski is al<br />
meer dan dertig jaar kinderarts. Ten tijde van zijn<br />
opleiding stonden artsen nog op een eenzaam voetstuk.<br />
“De oudere artsen namen toen nog een vrij<br />
autoritaire houding aan. Maar ik had al snel door dat<br />
je veel meer bereikt door een kind met zachtheid en<br />
warmte te benaderen. Ik ben niet de strenge dokter,<br />
maar dr. Marek of dr. Koffie, zoals sommige kinderen<br />
mijn naam interpreteren. Op den duur word je een<br />
soort vriend.”<br />
Die goede relatie komt er niet vanzelf. “Je mag dan<br />
nog je strepen hebben verdiend als arts; om het<br />
vertrouwen te krijgen van je patiënt is er meer nodig.<br />
Dat komt er door aandacht voor hem te hebben en<br />
hem op een eenvoudige en eerlijke manier te benaderen.<br />
Hij moet voelen dat je zijn probleem, hoe<br />
klein het ook is, belangrijk vindt.” Ook goede communicatie<br />
is essentieel. Een infobrochure kan nooit de<br />
uitleg van een arts of verpleegkundige vervangen.<br />
Wojciechowski: “Als ik iets wil uitleggen, ga ik er altijd<br />
rustig bij zitten, zodat de patiënt en zijn familie weten<br />
dat ik tijd heb. Ik probeer aan te voelen waar er op<br />
dat moment behoefte aan is. Willen ze veel uitleg of<br />
hou ik het zo kort mogelijk? Moet ik het kind eerst op<br />
zijn gemak stellen? En uiteraard moet de boodschap<br />
overkomen. Desnoods begin ik twee keer opnieuw.”<br />
Gaandeweg leer je bij<br />
Vaak kunnen kleine dingen een groot verschil maken.<br />
“Zorgen dat de patiënt aan een opgeruimde tafel<br />
Wat een <strong>ICD</strong> al niet kan veroorzaken!<br />
Tussen de vragen die we ontvingen, troffen we de volgende aan: “Mijn moeder heeft al 2 jaar een <strong>ICD</strong>.<br />
Sinds kort heeft zij een lcd-tv aangeschaft maar nu heeft ze de indruk dat deze straling afgeeft waardoor<br />
ze het gevoel heeft dat haar keel dik is. Is dit mogelijk in combinatie met de <strong>ICD</strong>?”<br />
22 <strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
kan eten of verwelkte bloemen wegdoen”, haalt Vera<br />
aan. “Sommige patiënten zijn zo dankbaar wanneer<br />
je even hun haar wast”, zegt Kirsten. “Of als je snel<br />
een krant gaat halen”, vult Karina aan. “Ik stel mijzelf<br />
altijd de vraag wat ik zou willen als het mijn eigen<br />
vader of moeder was die daar lag.”<br />
In de opleiding tot arts of verpleegkundige is<br />
vandaag de dag gelukkig aandacht voor de omgang<br />
met patiënten maar er weegt niets op tegen aanleg<br />
en ervaring. Kirsten: “Je moet het voor een stuk in je<br />
hebben. Maar gaandeweg leer je ook bij. Nu vraag ik<br />
wel eens door om te weten hoe het echt met een<br />
patiënt gaat. Dat durfde ik in het begin niet.”<br />
Arts als medicijn<br />
Of een goede relatie met de patiënt ook tot een sneller<br />
herstel leidt? Wojciechowski gelooft daar sterk in.<br />
“In het Frans heb je daar een woord voor: autoprescription.<br />
De arts is als het ware zelf het geneesmiddel.<br />
Als ouders hier komen met een huilbaby, lukt<br />
het mij dikwijls om het probleem op te lossen met<br />
uitleg en advies, dus zonder medicatie. Maar zoiets<br />
gaat alleen als er vertrouwen is. Ook een medicamenteuze<br />
behandeling heeft vaak meer succes als<br />
je de nodige omkadering biedt.”<br />
Ook de manier waarop de patiënt wordt verzorgd en<br />
omringd, draagt volgens Karina, Kirsten en Vera bij<br />
tot zijn herstel. “Als je de patiënt netjes gewassen en<br />
aangekleed in zijn stoel zet, voelt die zich meteen<br />
beter dan wanneer hij in bed blijft liggen”, zegt Vera.<br />
“En mensen die zich beter in hun vel voelen, hebben<br />
vanzelf meer kracht om te herstellen”, vult Kirsten<br />
aan. Het is dan ook belangrijk dat de zorgverlener<br />
zich positief opstelt, vindt Vera. “Uiteraard ga ik niet<br />
voorbij aan iemands problemen, maar ik ga zeker<br />
niet mee in het trieste. In elke situatie is er wel een<br />
lichtpuntje te vinden”. n<br />
(bron: Maguza, driemaandelijks tijdschrift van het<br />
Universitair ziekenhuis Antwerpen)<br />
<strong>ICD</strong> nieuws
Het leven van de patiënt ligt letterlijk in handen van de dokter<br />
dr. Harriette Verwey,<br />
cardioloog LUMC<br />
Het steunhart als permanente<br />
behandeling van chronisch hartfalen:<br />
een nieuw tijdperk is aangebroken<br />
Chronisch hartfalen vormt een groeiend<br />
probleem binnen de gezondheidszorg.<br />
Het is niet alleen het<br />
eindstadium van alle hartziekten,<br />
maar ook het gevolg van vergrijzing,<br />
hoge bloeddruk, diabetes mellitus<br />
en overgewicht. Vooral deze laatste<br />
aandoeningen zullen, als ze niet serieus<br />
worden aangepakt, een epidemie<br />
aan hart- of vaatziekten veroorzaken<br />
met alle gevolgen van dien. Uit een<br />
Rotterdamse studie blijkt dat 33 %<br />
van de bevolking die ouder is dan<br />
55 jaar in de toekomst hartfalen zal<br />
ontwikkelen. Dit zijn alarmerende<br />
feiten.<br />
De prognose van hartfalen is slecht.<br />
De ernst van de ziekte wordt onderver-<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
deeld in 4 klassen en vooral klasse 3 en<br />
4 hebben een zeer slechte prognose.<br />
Naast hoge sterfte worden deze patiënten<br />
vanwege toename van het hartfalen<br />
veelvuldig in het ziekenhuis opgenomen<br />
wat hun kwaliteit van leven niet ten goede<br />
komt.<br />
De laatste decennia zijn naast verbeterde<br />
therapie met medicijnen vele nieuwe<br />
behandelmethoden toegepast onder<br />
andere op het gebied van elektrofysiologie<br />
en hartchirurgie. Ondanks de goede<br />
resultaten van deze behandelingen met<br />
als gevolg een forse afname van overlijden,<br />
ontwikkelen de patiënten op den<br />
duur toch weer klachten als gevolg van de<br />
progressieve achteruitgang van de pompfunctie<br />
van het hart.<br />
23<br />
▲
De “gouden” standaard voor de behandeling<br />
van ernstig hartfalen is harttransplantatie.<br />
Ook in <strong>Nederland</strong> zijn de resultaten<br />
van harttransplantatie heel goed. Helaas<br />
komt niet iedereen hiervoor in aanmerking.<br />
Jaarlijks zijn 60 harttransplantaties<br />
toegestaan, een aantal dat niet toereikend<br />
is voor de grote groep hartfalers. Daarnaast<br />
leidt de schaarste aan donororganen<br />
ertoe dat niet iedere patiënt van de<br />
wachtlijst op tijd getransplanteerd wordt.<br />
Patiënten verslechteren en overlijden zelfs<br />
nog voor er een geschikt hart is gevonden.<br />
Wanneer een patiënt van de wachtlijst<br />
verslechtert, kan ter overbrugging een<br />
Ventricular Assist Device (VAD), een zogenaamd<br />
steunhart worden ingebracht. Dit<br />
steunhart, de naam zegt het al, ondersteunt<br />
het hart in zijn functie als pomp.<br />
De resultaten van deze overbrugging zijn<br />
goed. Er zijn patiënten die al langer dan 4<br />
jaar met een steunhart leven en in goede<br />
conditie verkeren.<br />
In de afgelopen decennia zijn er, wat<br />
steunharten betreft, vele technologische<br />
ontwikkelingen geweest. De eerste generatie<br />
steunharten had een forse afmeting<br />
en was zeer luidruchtig. Bij iedere hartslag<br />
hoorde men een pompend sissend<br />
geluid. Als gevolg van de afmetingen<br />
moest de patiënt altijd in het ziekenhuis<br />
opgenomen blijven. Tevens deden zich<br />
veel complicaties voor zoals bloedingen,<br />
stolselvorming met als gevolg hersenbloedingen,<br />
herseninfarcten, infecties<br />
maar ook falen van het steunhart. Eerst<br />
werden de steunharten kleiner van afmeting.<br />
Vervolgens werden veelbewegende<br />
onderdelen vervangen door vaste onderdelen<br />
waardoor de kans op falen van het<br />
apparaat aanmerkelijk kleiner werd.<br />
Zo volgden de technologische ontwikkelingen<br />
elkaar in snel tempo op zodat we<br />
nu toe zijn aan de derde generatie steunharten.<br />
Deze hebben de afmeting van een<br />
golfbal, wegen maar 140 gram en passen<br />
in de handpalm van een volwassene. Ze<br />
worden in de borstkas rechtstreeks op het<br />
hart aangesloten. De verwachting is dat er<br />
minder complicaties zullen optreden en<br />
de levensduur van deze steunharten dus<br />
langer zal zijn. Het in <strong>Nederland</strong> toegepaste<br />
type van de 3e generatie steunhar-<br />
ten is de HeartWare assist device (HVAD)<br />
of het HeartWare steunhart.<br />
Hoe ziet het HeartWare steunhart<br />
eruit?<br />
Het HeartWare steunhart bestaat uit de<br />
HeartWare pomp, een controller, batterijen,<br />
een batterijoplader, een drijflijn en<br />
2 netwerkadapters. De pomp is een klein<br />
apparaat met slechts 1 bewegend onderdeel<br />
dat ervoor zorgt dat het bloed uit de<br />
linkerkamer in de aorta (de lichaamsslagader)<br />
wordt gepompt. De aanvoeropening<br />
van de pomp zit in de linkerkamer. De<br />
afvoerende buis is door middel van een<br />
buisprothese aangesloten op de aorta. De<br />
24 <strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
De HVAD-(HeartWare Ventricular Assist Device) pomp met zijn aan- en afvoerbuis en<br />
drijflijn. De pomp is net iets groter dan een golfbal en zuigt het bloed uit de hartkamer en<br />
pompt het in de aorta. De aanvoerbuis (het bovenste deel) zit in de linkerhartkamer. De<br />
afvoerbuis wordt via een buisprothese aangesloten op de aorta.<br />
rotor pompt het bloed met een bepaald<br />
toerental (de zogenaamde continue flow)<br />
vanuit de linkerkamer naar de aorta. De<br />
hoeveelheid bloed die wordt rondgepompt<br />
is afhankelijk van de snelheid van<br />
de rotor en de bloeddruk.<br />
De pomp heeft energie (stroom) nodig<br />
om te functioneren en is via een dunne<br />
kabel (drijflijn) verbonden met een<br />
computer, de controller. Beide apparaten<br />
worden voorzien van stroom door batterijen<br />
die de patiënt, samen met de controller,<br />
bij zich draagt in een schoudertas.<br />
Standaard krijgt iedere patiënt 4 batterijen<br />
en een reserve controller mee. Er moeten<br />
De opengeklapte pomp waarbij de rotor zichtbaar is. Dat is de binnenste schijf die met een<br />
bepaald toerental, meestal tussen de 2500 en 2800 toeren per minuut, het bloed continu<br />
vanuit de hartkamer naar de aorta wegpompt.
Op de voorgrond de controller(computer) met 2 aangesloten batterijen. De aansluitlijn met<br />
de zilverkleurige dop is de verbinding van de pomp met de controller. Op het scherm van de<br />
controller zijn af te lezen: actuele toerental van de rotorpomp, hoeveel liter bloed per minuut<br />
wordt gepompt en de batterijstatus. Bij een alarm verschijnen op het scherm van de controller<br />
gegevens over het alarm en hoe te handelen. Op de achtergrond staat de monitor die in<br />
het ziekenhuis blijft. Alles wat op het grote scherm te lezen is, is ook op het scherm van de<br />
controller te lezen. Via de monitor kunnen we ook het geheugen van de controller uitlezen,<br />
net als bij de <strong>ICD</strong>. We kunnen ook zien of er in de afgelopen periode een alarm is geweest<br />
en van welk soort. Bij de controle in het ziekenhuis wordt de controller aangesloten op de<br />
monitor en wordt het geheugen uitgelezen. Niet afgebeeld is de oplader van de batterijen<br />
waarin een 4-tal batterijen passen.<br />
steeds 2 batterijen aangesloten zijn. Zelfs<br />
wanneer de controller via de netadapter<br />
met het stroomnet is verbonden, moet<br />
er een batterij aangesloten blijven om te<br />
voorkomen dat er bij stroomuitval calamiteiten<br />
ontstaan.<br />
Op de monitor van de controller is te zien<br />
of de pomp goed werkt, hoeveel bloed<br />
er per minuut wordt rondgepompt, wat<br />
de rotorsnelheid is en welk vermogen<br />
wordt geleverd. De controller waarschuwt<br />
als er een probleem is. In totaal zijn er 3<br />
soorten alarm die op het scherm worden<br />
aangegeven met een eigen kleur. Aan de<br />
alarmkleur kan de patiënt zien wat het<br />
probleem is en hoe dit verholpen moet<br />
worden.<br />
Wanneer de patiënt thuis is of ligt te<br />
slapen, kan hij via de netadapter de<br />
controller aansluiten op het stroomnet.<br />
Zoals ik eerder al vermeldde, moet er<br />
steeds een batterij aangesloten blijven<br />
zodat er bij stroomuitval geen calamiteiten<br />
ontstaan. Wanneer de patiënt een<br />
lange autoreis maakt of onderweg in een<br />
file terecht komt, heeft hij ook de mogelijkheid<br />
om de controller met behulp<br />
van een 12-volt kabel aan te sluiten op<br />
de sigarettenaansteker waardoor er altijd<br />
stroom, dus energietoevoer is voor de<br />
controller en de pomp.<br />
Welke voor- en nadelen heeft<br />
deze pomp?<br />
Ze is heel klein. Vanwege de afmeting kan<br />
ze bij vrijwel iedere patiënt worden inge-<br />
Een röntgenologische weergave van hoe de<br />
pomp zich in de borstkas bevindt en hoe de<br />
aansluitingen met het hart en de aorta zijn.<br />
De pomp wordt in het hartzakje (pericard)<br />
op het hart bevestigd.<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
bracht. Dat gebeurt via de borstkas, waardoor<br />
minder infecties optreden. Omdat<br />
deze pomp maar 1 bewegend deel heeft,<br />
is de kans op falen aanzienlijk minder. Een<br />
recente grote studie heeft aangetoond dat<br />
steunharten met een continue flow, zoals<br />
het HeartWare steunhart, langer meegaan<br />
en een betere overlevingskans bieden<br />
dan pompen zoals de eerste types die<br />
met de hartslag meepompten (pulsatiele<br />
flow).<br />
Er is eigenlijk maar 1 nadeel of misschien<br />
2. Je hebt geen voelbare pols en ook<br />
geen meetbare bloeddruk meer. Ook mag<br />
je met een steunhart niet douchen of<br />
zwemmen. Verder mag alles. Meestal kun<br />
Dankzij het steunhart<br />
hebben patiënten zonder<br />
uitzicht op herstel<br />
weer toekomst<br />
je weer gewoon eten en heb je geen last<br />
meer van vochtophoping. De patiënten<br />
hebben een medicard bij zich waarop is<br />
aangegeven dat ze een steunhart hebben.<br />
Hartmassage is bij deze patiënten niet<br />
toegestaan, wel defibrilleren. Vrijwel alle<br />
patiënten die in aanmerking komen voor<br />
een steunhart, hebben al een <strong>ICD</strong>. Externe<br />
defibrillatie zal dus niet nodig zijn.<br />
Welke patiënten komen ervoor<br />
in aanmerking?<br />
Eigenlijk alle patiënten met ernstig hartfalen<br />
die verder gezond zijn. Het is wel van<br />
belang dat de patiënt psychisch stabiel<br />
is, een goed sociaal vangnet heeft en de<br />
richtlijnen met betrekking tot het bedienen<br />
van het apparaat kan lezen en begrijpen.<br />
Er komt heel wat kijken bij de screening<br />
van de patiënten die voor een steunhart<br />
in aanmerking komen en er zijn dan ook<br />
veel behandelaars bij betrokken. Daarom<br />
is in het LUMC het steunhartprogramma<br />
opgenomen in het MISSION! Hartfalenprotocol.<br />
In dit protocol wordt er door<br />
zorgvuldige screening naar gestreefd de<br />
patiënten de juiste behandeling te laten<br />
ondergaan. Maatwerk is dus het devies.<br />
Als er nog andere behandelopties zijn<br />
waarvan bekend is dat ze met goede<br />
25<br />
▲
esultaten kunnen worden toegepast,<br />
hebben die de voorkeur. Is eenmaal<br />
besloten dat de patiënt de juiste indicatie<br />
heeft voor een steunhart dan wordt<br />
hij begeleid door een multidisciplinair<br />
team. Daarvan maken naast cardiologen,<br />
hartchirurgen, anesthesisten en intensivisten<br />
ook de hartfalen- en afdelingsverpleegkundigen<br />
deel uit, evenals de<br />
afdelingen fysiotherapie, maatschappelijk<br />
werk en diëtetiek. De VAD-coördinator<br />
coördineert alle werkzaamheden die<br />
voortvloeien uit de implantatie van het<br />
apparaat dat het hart moet assisteren<br />
(vandaar de afkorting Ventricular Assist<br />
Device). Eveneens zijn er afspraken<br />
met de regionale en nationale ambulancedienst<br />
gemaakt. Aan de hand van<br />
het protocol zijn er checklists opgesteld<br />
die afgetekend moeten worden, check,<br />
dubbel check voordat patiënt naar de<br />
volgende fase in het traject kan gaan.<br />
Op 9 november 2010 is in het LUMC bij<br />
een patiënt voor het eerst een HeartWare<br />
steunhart geplaatst. Dit was een primeur<br />
omdat dit type voor het eerst werd ingebracht<br />
en ook omdat de implantatie<br />
bedoeld is als permanente behandeling<br />
(destination therapie genaamd) en niet<br />
Bijna dagelijks staan er stukjes in de krant<br />
over de kwaliteit van zorg in ziekenhuizen. De<br />
patiënt is steeds mondiger geworden en laat<br />
vaak ook duidelijk merken wat hem/haar niet<br />
bevalt. Ook zoekt de patiënt in toenemende<br />
mate op internet naar het ziekenhuis dat de<br />
beste resultaten heeft geboekt bij de behandeling<br />
van zijn/haar aandoening.<br />
Diverse ziekenhuizen zijn daarom doende de beleving<br />
van de klant (patiënt) in kaart te brengen,<br />
waaronder het Medisch Centrum Alkmaar(MCA).<br />
Daar is vorig jaar een project gestart onder de naam<br />
Shadowing (schaduwen). Patiënten, aan wie vooraf<br />
is gevraagd of ze willen meewerken, worden bij<br />
binnenkomst in de hal ontvangen door een voor het<br />
personeel anonieme “schaduw”, een vrijwilliger die<br />
zich bereid heeft verklaard het behandeltraject te<br />
volgen. Het personeel weet niet beter of de patiënt<br />
wordt vergezeld door een buurman of mantelzorger.<br />
26 <strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
als overbrugging naar harttransplantatie.<br />
Inmiddels is een tweede patiënt succesvol<br />
behandeld met het HeartWare steunhart.<br />
Ze waren beiden afgewezen voor<br />
harttransplantatie. Ze maken het goed<br />
en zijn weer thuis. Voorafgaand aan de<br />
implantatie hebben ze maanden in een<br />
ander ziekenhuis met ernstig hartfalen<br />
opgenomen gelegen, zonder uitzicht<br />
op herstel. Nu is er weer toekomst. Ze<br />
leven een “normaal” leven. We hebben<br />
nu al een wachtlijst en hopen dit jaar<br />
minstens 2 patiënten per maand te<br />
kunnen helpen:<br />
Een nieuw tijdperk is aangebroken. n<br />
Dick Marsman Kwaliteit van zorg in het<br />
ziekenhuis dankzij shadowing<br />
Deze “schaduw” gaat met de patiënt mee naar de<br />
plaatsen van (be-)handeling en volgt, als de patiënt<br />
er geen bezwaar tegen heeft, ook het gesprek met<br />
de behandelaar. Het is daarbij niet de bedoeling<br />
dat de “schaduw” de patiënt op de een of andere<br />
manier behulpzaam is want alles moet beoordeeld<br />
worden, zoals de brief met de afspraak, de bewegwijzering,<br />
de ontvangst door de dame of heer aan<br />
de balie, de ruimte in de wachtkamer, koffievoorziening,<br />
wachttijd, benadering door arts en alles wat<br />
er verder plaatsvindt totdat de patiënt weer buiten<br />
staat. Vervolgens vullen zowel patiënt als “schaduw”<br />
apart van elkaar een beoordeling in. De resultaten<br />
worden verwerkt in een verzamelverslag, dat naar de<br />
leiding van de betreffende afdeling gaat.<br />
Elke afdeling komt aan de beurt. Een jaar later<br />
herhaalt het proces zich om na te gaan of verbeterpunten<br />
zijn opgevolgd of dat er nog wat puntjes op<br />
de i moeten worden gezet. n
Donateurs tevreden over behandeling,<br />
maar ruimte voor verbetering<br />
Peter Zaadstra<br />
(redactie)<br />
Tussen 2006 en 2010 werden in het<br />
<strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> zestien implantatiecentra<br />
gepresenteerd in de serie Een<br />
kennismaking met... Van Breda tot<br />
Leeuwarden en van Groningen tot<br />
Maastricht las u over ambities en<br />
unieke eigenschappen van de verschillende<br />
ziekenhuizen, vaak speels<br />
onder woorden gebracht in een motto<br />
(zie het overzicht op bladzijde 23 van<br />
<strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> 2010-3). Toch boden<br />
deze artikelen slechts een momentopname:<br />
een interview van 90-120<br />
minuten en een aantal foto’s waren<br />
telkens de basis voor wat u uiteindelijk<br />
in het <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> las. Misschien<br />
heeft deze vorm wel het nadeel<br />
dat gemakkelijk de ideale situatie,<br />
behandeling en procedure geschetst<br />
werden, waar soms de werkelijkheid<br />
weerbarstiger is. Daarom deden we in<br />
<strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> 2010-4 een beroep op u<br />
als donateurs om een korte enquête<br />
in te vullen met betrekking tot uw<br />
ervaringen rond <strong>ICD</strong>-implantatie en<br />
nazorg. Hoe tevreden bent u?<br />
Bijna 1100 van de ongeveer 4000 donateurs<br />
(meer dan 25%) vulden de tevredenheidsenquête<br />
in en stuurden die<br />
terug. Daarmee werden gegevens over<br />
25 <strong>Nederland</strong>se ziekenhuizen zichtbaar;<br />
ook een Belgisch ziekenhuis komt terug.<br />
In dit artikel vindt u in het kort en zonder<br />
Uitslag enquête: Hoe tevreden bent u over uw implantatiecentrum?<br />
wetenschappelijke pretentie een impressie<br />
van de uitkomsten.<br />
Tevreden<br />
Het is goed om te zien dat de gemiddelde<br />
score die alle donateurs voor de totale<br />
behandeling in alle ziekenhuizen samen<br />
geven 6,2 is (op een schaal van 1-7). Het<br />
slechtste ziekenhuis scoort gemiddeld 5,0.<br />
Ook de medische voorlichting wordt relatief<br />
hoog gewaardeerd, gemiddeld wel<br />
iets lager dan de totaalscore, namelijk<br />
6,04. Hier scoort het slechtste ziekenhuis<br />
gemiddeld 4,7.<br />
Een opvallend hoog percentage (18,5%)<br />
van de donateurs geeft aan dat ze totaal<br />
geen informatie meekregen om thuis<br />
door te lezen of ze kunnen zich dat niet<br />
meer herinneren. 2,0% kreeg de informatiefolder<br />
van de STIN mee, 6,4% die van<br />
de <strong>Nederland</strong>se Hartstichting, 29,0% een<br />
eigen folder van het ziekenhuis, 18,5%<br />
een boekje van de <strong>ICD</strong>-fabrikant. Ook<br />
allerlei ander foldermateriaal, dat echter<br />
minder op de <strong>ICD</strong> betrekking heeft, blijkt<br />
te worden meegenomen.<br />
Diverse vragen<br />
Hieronder treft u een grafische weergave<br />
aan van de antwoorden op de volgende<br />
vragen uit de enquête:<br />
1. Hebt u uit het ziekenhuis een systeem<br />
voor telemonitoring meegekregen?<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
2. Hebt u uit het ziekenhuis een pasje<br />
met gegevens van <strong>ICD</strong> en leads<br />
meegekregen?<br />
3. Was er voldoende aandacht voor eventuele<br />
angst bij u en/of uw partner?<br />
4. Heeft uw ziekenhuis u uitgenodigd voor<br />
een voorlichtingsbijeenkomst?<br />
Wanneer het gaat om telemonitoring<br />
en pasjes zijn de uitkomsten niet opvallend<br />
of belangrijk. Maar met name bij de<br />
27<br />
▲
vragen naar angst bij de <strong>ICD</strong>-drager en zijn<br />
partner en de voorlichtingsbijeenkomst<br />
blijkt er nogal wat verbetering mogelijk te<br />
zijn. Dit zijn door de jaren heen punten<br />
geweest waar de STIN zich voor ingezet<br />
heeft. Er is voor de ziekenhuizen en voor<br />
de STIN nog werk te doen!<br />
Open vragen<br />
De enquête sloot af met een aantal open<br />
vragen/suggesties. Hierop heeft lang niet<br />
iedereen gereageerd; zij die wel reageerden,<br />
deden dat heel verschillend. In het<br />
kort treft u hieronder per vraag een aantal<br />
van de meest gemaakte opmerkingen aan.<br />
Tegen welke problemen bent u aangelopen<br />
voor/tijdens/na implantatie?<br />
• Angst achteraf (74)<br />
• Weinig informatie vooraf (40)<br />
• Veel pijn (36)<br />
• Problemen rijbewijs (36)<br />
• Draadbreuk (29)<br />
• Onterechte <strong>ICD</strong>-shocks (29)<br />
• Wennen aan <strong>ICD</strong> in lichaam (27)<br />
Welke vragen werden niet of onvoldoende<br />
beantwoord in uw ziekenhuis?<br />
Medische kaart voor op reis<br />
De ANWB heeft een handige vertaalkaart geïntroduceerd<br />
die u kunt gebruiken bij doktersbezoek in het buitenland:<br />
de Medische kaart. Daarop kunt u in het <strong>Nederland</strong>s<br />
invullen wat uw lichamelijke klachten zijn.<br />
De medische vertaalkaart bestaat uit drie pagina’s met<br />
een doorslag. Op de “moeder” bladen kunt u aangeven<br />
om welke klacht(en) het gaat. De doorslagen met de<br />
vertaling geeft u aan de arts die u in het buitenland moet<br />
raadplegen. Samen met de beantwoorde vragen en de<br />
observatie van de arts kan een betere diagnose gesteld<br />
worden.<br />
De Medische kaart is beschikbaar in acht verschillende<br />
talen: Duits, Frans, Spaans, Engels, Turks, Grieks, Italiaans<br />
en Portugees. Ze is verkrijgbaar in de ANWB Webwinkel<br />
en alle ANWB-winkels. De kaart kost per land E 5,95<br />
voor ANWB-leden en E 6,95 voor niet-leden.<br />
• Over het rijbewijs (23)<br />
• Meerdere vragen niet beantwoord (20)<br />
• Over omgaan met angst (19)<br />
• Over risico’s (18)<br />
• Over medicijnen (11)<br />
Hebt u nog vragen/suggesties voor uw<br />
ziekenhuis?<br />
• Meer voorlichting vooraf (41)<br />
• Meer tijd en aandacht voor patiënt (37)<br />
• Meer voorlichting achteraf (35)<br />
• Meer angstgerichte nazorg (15)<br />
Hebt u nog vragen/suggesties voor de<br />
STIN?<br />
• Complimenten (274)<br />
• Verkorting afhandelingstermijn CBR (15)<br />
• Maak het niet te somber (8)<br />
Conclusies<br />
In de serie Een kennismaking met...<br />
werd een positief beeld geschetst van<br />
<strong>Nederland</strong>se implantatiecentra, cardiologen,<br />
verpleegkundigen en technici.<br />
Er wordt hard gewerkt om kwalitatief<br />
hoogstaande zorg te bieden aan de <strong>ICD</strong>drager<br />
en zijn partner. In deze enquête<br />
komt naar voren dat <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> dat<br />
28 <strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
herkennen en waarderen door de hoge<br />
gemiddelde rapportcijfers die zij aan de<br />
centra geven.<br />
Tegelijk blijkt in de ervaring van velen de<br />
voorlichting voor- en achteraf nóg beter<br />
te kunnen. Een standaard-informatiepakket<br />
vooraf en een informatiebijeenkomst<br />
achteraf zouden in geen enkel ziekenhuis<br />
misstaan!<br />
Tot slot zijn ook aandacht, angst, pijn<br />
en rijbewijs zaken die genoemd zijn; de<br />
STIN is ervan overtuigd dat ziekenhuizen<br />
zich daar continu en steeds meer voor<br />
inzetten en zal zich voor deze sociaalmaatschappelijke<br />
aspecten sterk blijven<br />
maken.<br />
Dank<br />
Bestuur en redactie spreken hun dank uit<br />
aan alle donateurs die de moeite namen<br />
de enquête zo zorgvuldig in te vullen en<br />
terug te zenden en aan Kees Slagter van<br />
de Donateursadministratie die de verwerking<br />
van alle formulieren tot een digitale<br />
rapportage heeft verzorgd. Daarmee legde<br />
hij de basis voor dit artikel. n<br />
<strong>ICD</strong> nieuws
Cijfers en statistieken 2010<br />
Petra Boorsma (directeur National<br />
Cardiovascular Data Registry)<br />
Peter Zaadstra (redactie)<br />
Sinds 2008 is de stichting National<br />
Cardiovascular Data Registry (NCDR),<br />
ontstaan vanuit de <strong>Nederland</strong>se<br />
Vereniging voor Cardiologie, actief.<br />
De missie van de NCDR is het helpen<br />
verbeteren van de zorg voor mensen<br />
met hart- en vaatziekten. Dit gebeurt<br />
door het registreren van medische<br />
verrichtingen in centrale databases.<br />
Bij <strong>ICD</strong>’s en pacemakers vindt deze<br />
landelijke registratie plaats in de<br />
Dutch <strong>ICD</strong> and Pacemaker Registry<br />
(DIPR).<br />
De minister van Volksgezondheid, Welzijn<br />
en Sport schrijft bij het verlenen van een<br />
vergunning voor het plaatsen van lCD’s bij<br />
volwassenen en het verrichten van followup<br />
bij patiënten met een lCD: “Aan deze<br />
vergunningverlening verbind ik de voorwaarden<br />
zoals beschreven in het Planningsbesluit,<br />
waarbij ik u specifiek wijs op<br />
het volgende (...): U dient mee te werken<br />
aan een landelijk kwaliteitsregistratiesysteem<br />
en indicatorontwikkeling. Het niet<br />
nakomen van deze voorwaarden kan<br />
intrekking van de vergunning tot gevolg<br />
hebben.” Het bevreemdt echter dat in<br />
de op de website van de NCDR (www.<br />
ncdr.nl) gepubliceerde Lijst<br />
van registrerende ziekenhuizen<br />
<strong>ICD</strong>/pacemakers<br />
van sommige implantatiecentra<br />
vermeld wordt:<br />
“levert geen gegevens”.<br />
De overgrote meerderheid<br />
van de ziekenhuizen doet<br />
dat overigens wel. Petra<br />
Boorsma, directeur van de<br />
NCDR, kon daardoor over<br />
2010 de volgende cijfers<br />
en toelichting leveren.<br />
In 2010 is het aantal participerende<br />
ziekenhuizen aan<br />
de DIPR registratie toegenomen<br />
tot meer dan 90%.<br />
Een van de doelstellingen<br />
van de kwaliteitsregistratie<br />
is onder andere ziekenhuizen<br />
spiegelinformatie<br />
over hun eigen activiteiten<br />
versus die van de rest van<br />
<strong>Nederland</strong> te geven.<br />
Voor het <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> Figuur 2<br />
presenteren we hiernaast<br />
twee grafieken waarin de ziekenhuizen<br />
anoniem op een rij staan met daarbij<br />
de geregistreerde aantallen <strong>ICD</strong> (figuur<br />
1) en pacemakers (figuur 2) in 2010.<br />
Bij heel lage aantallen moet rekening<br />
gehouden worden met de mogelijkheid,<br />
dat de kliniek op het moment van<br />
vervaardigen van deze figuur nog niet alle<br />
data had aangeleverd of, in het geval van<br />
een <strong>ICD</strong> verrichting, het een nieuwe, net<br />
opgestarte vergunninghoudende kliniek<br />
betreft.<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
Figuur 1<br />
Figuur3 Figuur 4 Figuur 5<br />
In de twee taartfiguren worden de verdelingen<br />
voor mannen en vrouwen weergegeven.<br />
Bij pacemakers (figuur 3) valt<br />
op, dat de implantaten redelijk evenredig<br />
verdeeld zijn over mannen en vrouwen.<br />
Daarentegen zie je dat bij <strong>ICD</strong>-implantaties<br />
(figuur 4) mannen veel vaker een <strong>ICD</strong><br />
geïmplanteerd krijgen.<br />
In figuur 5 wordt de gemiddelde leeftijd<br />
van implantatie voor zowel man vrouw, als<br />
ook pacemaker en <strong>ICD</strong> weergegeven. n<br />
29
Als je de kraamvrouw inwendig<br />
had onderzocht, zat je er aan vast.<br />
Volgens het verloskundig protocol<br />
moest je blijven totdat het kind er<br />
was. Die richtlijn was bedoeld om zo<br />
min mogelijk inwendig onderzoek te<br />
doen want dat betekende een risico<br />
voor moeder en kind. Als co-assistent<br />
moest je minstens 20 bevallingen aan<br />
huis uitvoeren en die vonden plaats<br />
in de Utrechtse wijk Zuylen. Hoewel<br />
je er alléén voorstond, kon je, als de<br />
situatie uit de hand liep, terugvallen<br />
op de mobiele assistent-in-opleiding<br />
die – gewapend met een heel grote<br />
en zware mobiele telefoon – altijd<br />
oproepbaar was.<br />
December 1967 was een bitterkoude<br />
maand en het warme huis van een kraamvrouw<br />
was te verkiezen boven een koude<br />
studentenkamer. Mijn kraamvrouw moest<br />
haar tiende kind krijgen maar de bevalling<br />
schoot maar niet op en dus ging ik toch<br />
maar eens poolshoogte nemen. Bij inwendig<br />
onderzoek bleek dat de ontsluiting al<br />
flink gevorderd was maar de baringsweg<br />
had er, na jarenlange files, niet meer zo’n<br />
zin in en dat betekende zitten en wachten.<br />
Ik zat naast het bed waarboven over de<br />
hele lengte een parkietenkooi was opgehangen.<br />
De beestjes bezorgden mij met<br />
hun gepiep een oerwoudgevoel. De kinderen<br />
waren een verdieping hoger opgesloten<br />
om moeder en dokter in spé wat rust<br />
en ruimte te geven. Hun gedraaf over de<br />
houten zoldervloer klonk als tromgeroffel<br />
en wedijverde met het lawaai van de<br />
parkieten. Dit akoestisch geweld vormde<br />
een andere en langdurige aanslag op de<br />
weeënactiviteit. Zo heb ik daar drie dagen<br />
en nachten gezeten want een spuitje om<br />
de baarmoeder wat op te beuren, bleef<br />
een uitzondering omdat alles toen nog zo<br />
spontaan mogelijk moest verlopen.<br />
Gelukkig leefden we destijds in de periode<br />
van Ard en Keessie die het funda-<br />
Terzijde<br />
Prof. dr. N.M. van Hemel Alles noteren?<br />
ment legden voor ons huidig oranjegevoel<br />
bij het schaatsen. Met één oog op<br />
de kraamvrouw en het andere op een<br />
klein blauwig TV-schermpje, kon ik alle<br />
rondjes en tijden volgen. Bij vlagen werd<br />
het uitzicht op beide objecten ontnomen<br />
door een wolk van veren en schelpenzand<br />
uit de parkietenkooi. Maar na enkele<br />
dagen kijken begreep ik wel dat Ard en<br />
Keessie – toen zonder doping – onverslaanbaar<br />
waren en dat de baarmoeder<br />
wel een spuitje nodig had. Eindelijk kwam<br />
er na eindeloos gepers een gezond kind<br />
ter wereld. Ik kon mijn ogen niet geloven<br />
toen na de bevalling de echtgenoot een<br />
pony vanuit de achtertuin door de woonkamer<br />
naar de voordeur leidde. Het bleek<br />
het paard van de orgelman te zijn die<br />
weer de kost moest gaan verdienen.<br />
Een bevalling ging niet zonder notities en<br />
aantekeningen want ieder uur dat je bij<br />
30 <strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
de kraamvrouw zat, moesten een flink<br />
aantal observaties over de toestand van<br />
de kraamvrouw worden vastgelegd in het<br />
verloskundig protocol. Later moesten de<br />
lengte van de navelstreng, het gewicht<br />
van de placenta en hoeveel lobben die<br />
had en alle andere bevindingen van de<br />
daarop volgende 10 dagen van je kraam-<br />
bezoek aan huis stipt worden ingevuld.<br />
Iedere zondagochtend om 10.00 uur<br />
werden alle protocollen van de bevallingen<br />
doorgenomen waarbij Professor<br />
Plate, bekend om zijn koninklijke bevallingen,<br />
de bespreking leidde en scherpe<br />
vragen stelde over afwijkende getallen<br />
en gebeurtenissen. Je had meteen door<br />
dat wat je opschreef binnen de normen<br />
moest vallen want anders kreeg je vervelende<br />
vragen of opmerkingen. Dat parkieten<br />
de kraamkamer bevuilden en een<br />
pony langs moeder en kind zijn weg vond
was heel opmerkelijk maar moest zeker<br />
buiten het verloskundig protocol blijven<br />
want daar kreeg je gedonder mee. Later<br />
besefte ik dat hoe meer je moet invullen,<br />
hoe groter de kans op verschrijving en<br />
fraude is. Joop den Uyl zei destijds: “Wat<br />
je afdwingt, keert zich tegen je”. Ook in<br />
dat opzicht zijn artsen en artsen-in-opleiding<br />
gewone mensen.<br />
Onze maatschappij gaat ervan uit dat<br />
registratie van medische gegevens<br />
onmisbaar is geworden voor de kwaliteit<br />
van de zorg. Met grafieken en tabellen<br />
dient inzicht gegeven te worden in wie<br />
waar werkt en wanneer en tegen welke<br />
prijs. Met de controle van zulke gegevens<br />
kun je het zorgpeil van ziekenhuizen en<br />
verzorgingstehuizen op ieder gewenst<br />
moment meten en dat helpt de moderne<br />
zorgconsument bij zijn keuzes. Overigens<br />
is inzicht bieden in de kwaliteit van<br />
handelen al decennia lang een goede<br />
gewoonte geweest: daartoe worden klinische<br />
studies verricht en gepubliceerd in<br />
vakbladen voor vrijwel ieder menselijk<br />
orgaan. Het grote verschil is dat toen<br />
alleen vakgenoten een oordeel konden<br />
uitspreken en nu Kiesbeter.nl of de<br />
Michelin Gids voor de Zorg van dr. Yep<br />
moeten helpen om de beste dokter of<br />
het beste ziekenhuis aan te wijzen.<br />
In de zorg en het onderwijs wordt stevig<br />
geklaagd over de toenemende vraag naar<br />
verantwoording. Zelfs de Raad voor Maatschappelijke<br />
Ontwikkeling die het regeringsbeleid<br />
moet controleren door de<br />
reacties van de burgers op maatschappelijke<br />
ontwikkelingen te onderzoeken, adviseert<br />
dat onze overheid minder streng<br />
moet controleren. Het gaat niet alleen<br />
om tijd en geld dat vaak zinloos wordt<br />
gebruikt om controles mogelijk te maken<br />
Genen ontdekt die impulsen in het hart beïnvloeden<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
maar vooral om het vertrouwen in leraren<br />
en scholen of dokters en ziekenhuizen<br />
dat nog steeds het unieke bindmiddel<br />
is voor respectievelijk leerling of patiënt.<br />
Daarom pleit de Raad ervoor om artsen,<br />
ziekenhuizen en scholen zelf periodiek<br />
kwaliteitscontroles op de werkplek te<br />
laten uitvoeren om het toezicht achteraf,<br />
als de brand al geblust is, te verminderen.<br />
Naar aanleiding daarvan zijn de cardiologen<br />
nu bezig eenvoudige meetpunten<br />
(“indicatoren”) van (of voor?) behandelingen<br />
op te stellen die voldoende kunnen<br />
waarborgen of zij het vertrouwen waard<br />
zijn. Of er voor zo’n meetpunt ook moet<br />
worden ingevuld of er plaats is in de<br />
wachtkamer voor een parkiet of pony, lijkt<br />
me niet waarschijnlijk. n<br />
<strong>ICD</strong> nieuws<br />
Onderzoekers van het Erasmus MC en het UMC Groningen hebben, samen met Europese en Amerikaanse onderzoekers, 22 nieuwe<br />
genen ontdekt die de geleiding van de elektrische impulsen in het hart beïnvloeden. De resultaten zijn dinsdag 16 november 2010<br />
gepubliceerd in het tijdschrift Nature Genetics.<br />
Pacemaker<br />
De ritmische samentrekking van het hart komt tot stand door impulsen die vanuit gespecialiseerde hartcellen door het hart worden<br />
geleid. Afwijkingen in dit geleidingssysteem kunnen ertoe leiden dat een persoon een pacemaker nodig heeft, of risico’s loopt op<br />
hartfalen of een plotse hartdood.<br />
Hartkamers<br />
De resultaten komen voort uit een samenwerking van vijftien Europese en Amerikaanse studies, waarbij van bijna vijftigduizend<br />
mensen het DNA is onderzocht. Al deze mensen hebben elektrocardiogrammetingen ondergaan, waarin de zogeheten QRS-duur is<br />
bepaald. De QRS-duur is een maat voor de geleiding van de elektrische impulsen door de hartkamers.<br />
(naar www.erasmusmc.nl)<br />
31
achter het stuur<br />
Het merendeel van de vragen dat ons bereikt, heeft betrekking op autorijden.<br />
Meestal gaat het over individuele aangelegenheden, maar soms zijn de antwoorden<br />
van dien aard dat ook andere <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong> er hun voordeel mee kunnen<br />
doen. In dat geval publiceren wij ze in deze rubriek. Vanzelfsprekend kunnen<br />
ook andere onderwerpen over autorijden aan de orde komen. ”Achter het stuur”<br />
wordt verzorgd in samenwerking met de Afdeling Medische Zaken van het CBR.<br />
Vragen kunt u richten aan autorijden@stin.nl.<br />
Uit de antwoorden maakt de redactie een selectie voor publicatie.<br />
1. CBR presenteert<br />
verbeterprogramma<br />
Naar aanleiding van de conclusies van het<br />
onderzoeksrapport van Twijnstra Gudde<br />
naar het functioneren van het CBR heeft<br />
minister Schultz van Haegen van Infrastructuur<br />
en Milieu haar zorg uitgesproken over<br />
de huidige gang van zaken bij het CBR.<br />
De nieuwe directie van het CBR die in<br />
september 2010 is aangetreden, beaamt<br />
de conclusies en heeft de minister daarom<br />
een verbeterprogramma gepresenteerd<br />
waarin zij onder andere de volgende<br />
toezeggingen doet die ook voor ons <strong>ICD</strong><strong>dragers</strong><br />
belangrijk zijn:<br />
• De opgelopen werkvoorraden voor de<br />
beoordeling van de medische rijgeschiktheid<br />
zullen worden weggewerkt<br />
waardoor de Verklaringen van Geschiktheid<br />
in 2011 binnen de gestelde termijnen<br />
kunnen worden afgegeven.<br />
• Alle nog bestaande klachten worden in<br />
2011 afgehandeld en alle nieuwe klachten<br />
worden centraal geregistreerd.<br />
• Het CBR zal ernaar streven dat de klanttevredenheid<br />
in 2012 door alle klantgroepen<br />
als voldoende wordt beoordeeld.<br />
Een externe commissie zal beoordelen<br />
of het CBR daar inderdaad in geslaagd<br />
is.<br />
(bron: www.rijksoverheid.nl)<br />
2. CBR beperkt wachttijd bij<br />
vrijwillige melding<br />
Dat het de directie van het CBR menens<br />
is met haar verbeterprogramma blijkt uit<br />
het bericht dat wij begin februari jl. ontvingen:<br />
Naar aanleiding van de brief van het<br />
bestuur van de STIN aan de directie van<br />
het CBR in november 2010 en de publicatie<br />
van het antwoord van de directie op<br />
www.stin.nl en in <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> 2011/1,<br />
heeft de directie toegezegd dat ze ernaar<br />
zal streven om een vrijwillige melding<br />
van een gewijzigde gezondheidstoestand<br />
(waaronder die van de implantatie van<br />
een <strong>ICD</strong>) zo snel mogelijk in behandeling<br />
te nemen.<br />
Bovendien is een speciaal team samengesteld<br />
voor het afwerken van de aanvragen<br />
op de bestaande wachtlijst zodat deze<br />
momenteel al meer dan gehalveerd is.<br />
Tenslotte heeft de directie toegezegd dat<br />
ze er alles aan zal doen om te voorkomen<br />
dat voor deze categorie kwetsbare<br />
aanvragers in de toekomst opnieuw lange<br />
wachttijden ontstaan.<br />
3. Erkenning <strong>Nederland</strong>s rijbewijs<br />
buiten de EER-staten<br />
Alle landen die lid zijn van de EER (Europese<br />
Economische Ruimte) hebben met<br />
elkaar afgesproken dat ze elkaars rijbewijzen<br />
erkennen. Tot die landen behoren<br />
niet alleen de landen die zijn aangesloten<br />
bij de Europese Unie, maar ook Liechtenstein,<br />
Noorwegen en IJsland.<br />
Als <strong>Nederland</strong>se <strong>ICD</strong>-drager mag u in die<br />
landen met uw (nieuw) geldig rijbewijs<br />
met daarop code 100 of 101 daarom<br />
32 <strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
Frans Mol<br />
Rinus Split<br />
gewoon autorijden en geldt voor u als<br />
<strong>Nederland</strong>s onderdaan ook daar de <strong>Nederland</strong>se<br />
Regeling eisen geschiktheid 2000,<br />
voor het laatst gewijzigd in juni 2004.<br />
Maar hoe is dat geregeld in landen die niet<br />
bij de EER zijn aangesloten en in andere<br />
werelddelen? Om daar achter te komen<br />
hebben we ons allereerst tot het ministerie<br />
van Buitenlandse zaken gewend maar<br />
daar kon men ons niet verder helpen,<br />
evenmin als het personeel van de Amerikaanse<br />
ambassade. CBR en RDW konden<br />
ons evenmin uitsluitsel geven.<br />
Uiteindelijk hebben we ons tot de ANWB<br />
gewend. Immers, veel reizigers maken<br />
gebruik van het Internationale rijbewijs<br />
(IRB) dat de ANWB uitgeeft maar eventuele<br />
beperkingen van de rijgeschiktheid worden<br />
daarop niet vermeld. Vraag is daarom in<br />
hoeverre dit document als rechtsgeldig<br />
wordt beoordeeld als je bijvoorbeeld als<br />
<strong>ICD</strong>-drager ten gevolge van een shock met<br />
een motorvoertuig een ongeluk veroorzaakt<br />
in een land buiten de EER.<br />
Ook voor de ANWB was onze vraag volkomen<br />
nieuw. Daarom heeft de beantwoording<br />
even geduurd maar eindelijk, na<br />
vier maanden wachten, ontvingen wij het<br />
volgende antwoord van mevrouw M. Kruse<br />
van de Afdeling Algemeen Ledenbelang.<br />
“Het Internationale Rijbewijs (IRB) is een<br />
internationaal erkend verkeersdocument.<br />
In veel landen is een IRB vereist wanneer<br />
een niet-ingezetene bij tijdelijk bezoek een
Autorijden met een <strong>ICD</strong> in het kort<br />
Een van de meest gestelde vragen is: “Wanneer mag ik als <strong>ICD</strong>-drager weer autorijden na de vervanging van mijn <strong>ICD</strong><br />
en moet ik dan een nieuw rijbewijs kopen of niet?”. Uitgebreide informatie daarover vindt u op onze website www.stin.nl<br />
op de pagina Rijbewijzen/Archief in het artikel “CBR kleurt grijs gebied in”. Kort samengevat vindt u deze informatie terug<br />
op de achterzijde van een kaart die wij uitdelen tijdens patiëntenbijeenkomsten. De tekst staat als eerste op de pagina<br />
Rijbewijzen maar voor 1 keer nemen we hem ook gedeeltelijk op in het <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong>.<br />
Autorijden met een <strong>ICD</strong> in het kort<br />
• Alleen mogelijk met een geschiktheidsverklaring van de cardioloog<br />
• Alleen mogelijk met ’gecodeerd’ rijbewijs A, B, B+E<br />
0 code 100: alleen privégebruik<br />
0 code 101: beperkt beroepsmatig gebruik met uitzondering van personenvervoer<br />
en het onder toezicht besturen van derden<br />
• Alle andere rijbewijzen uitgesloten<br />
Wettelijke wachttijden:<br />
Na implantatie <strong>ICD</strong>: 2 maanden + nieuw rijbewijs kopen<br />
Na terechte shock: 2 maanden<br />
Na onterechte shock: 2 maanden na herprogrammering<br />
Na vervanging <strong>ICD</strong>: Na genezing van de wond en in overleg met de cardioloog<br />
Na vervanging <strong>ICD</strong> en draden: 2 maanden + nieuw rijbewijs kopen<br />
(Regeling eisen geschiktheid 2000, artikel 6.7.4: Staatscourant 99 [23 mei 2000], pagina 10 e.v.;<br />
gewijzigd: Staatscourant 106 [8 juni 2004], pagina 13 e.v.)<br />
(motor)voertuig wil besturen. Een verhuurbedrijf<br />
kan om het IRB vragen als men een<br />
motorvoertuig wil huren. Afgifte van een<br />
IRB vindt uitsluitend plaats op vertoon van<br />
een geldig <strong>Nederland</strong>s rijbewijs of een in<br />
de EU afgegeven rijbewijs. Het IRB is één<br />
jaar geldig vanaf het moment van afgifte.<br />
Het is niet van belang hoe lang het nationale<br />
rijbewijs nog geldig is.<br />
De internationale erkenning en het gebruik<br />
van het IRB zijn vastgelegd in twee internationale<br />
verkeersconventies namelijk die van<br />
1926 en 1949. Het IRB kan gezien worden<br />
als een vertaling van uw geldig rijbewijs.<br />
Op grond van de genoemde internationale<br />
conventies heeft het dus een juridische<br />
grondslag maar deze gaat niet zo ver dat het<br />
IRB alleen rijbevoegdheid verleent maar<br />
het houdt wel in dat alle bevoegdheden en<br />
beperkingen van uw officiële <strong>Nederland</strong>se<br />
rijbewijs in het buitenland worden erkend.<br />
Mocht u in het buitenland in de problemen<br />
komen dan raden wij u aan om als eerste<br />
het Internationale Rijbewijs af te geven en<br />
daarna pas uw officiële <strong>Nederland</strong>se rijbewijs.<br />
In <strong>Nederland</strong> mogen de ANWB en de<br />
KNAC IRB’s afgeven.<br />
Het huidige IRB rijbewijs vermeldt enkel<br />
voor welke rijbewijzen van Groep 1 (A, B,<br />
B +E) en 2 (C t/m. E) u bevoegd bent<br />
om te rijden. Eventuele medische aantekeningen<br />
van uw officiële rijbewijs worden<br />
niet overgenomen. Daarin is niet voorzien.<br />
Maar vooralsnog hebben wij geen signalen<br />
ontvangen van leden die hiermee in<br />
de problemen zijn gekomen.<br />
De verwachting is dat er eind 2011 een<br />
nieuw IRB komt waarop deze medische<br />
beperkingen wel worden vermeld. Dat is<br />
een uitvloeisel van de ratificering door de<br />
<strong>Nederland</strong>se overheid van de internationale<br />
conventie van Wenen uit 1969. Dit<br />
nieuw type IRB kunt u beschouwen als<br />
een “kopie” van uw nationale rijbewijs. De<br />
medische beperkingen worden aangegeven<br />
met codes die internationaal gebruikt<br />
worden.<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
Een tip willen wij u meegeven: Bespreek<br />
eventuele medische aantekeningen<br />
van tevoren met de autoverhuurder om<br />
misverstanden of vervelende situaties te<br />
voorkomen.”<br />
4. De mazen van de wet<br />
Zo nu en dan krijgen we vragen voorgelegd<br />
over zaken waarin de wet niet voorziet.<br />
Een paar voorbeelden:<br />
Tijdens mijn galblaasoperatie stond mijn<br />
<strong>ICD</strong> uit. Plotseling deden zich levensgevaarlijke<br />
ritmestoornissen voor. De chirurg loste<br />
die op door een stomp op mijn hart. Vraag:<br />
Mag ik nu gewoon autorijden? Antwoord:<br />
Ja, hoe gek het ook klinkt, want de <strong>ICD</strong><br />
heeft niet ingegrepen en volgens de wet is<br />
er dan “niets aan de hand” (de vraagsteller<br />
heeft voor alle zekerheid toch wel contact<br />
opgenomen met haar cardioloog).<br />
Ik heb een rijbewijs met code 100 maar<br />
wil dit vervangen door een met code 101<br />
33<br />
▲
achter het stuur (vervolg)<br />
omdat ik bij een uitvaartverzorgingsbedrijf<br />
overledenen moet gaan vervoeren.<br />
Vraag: Is dat met dit rijbewijs toegestaan?<br />
Antwoord: Ja, want voor de wet is een<br />
overledene geen persoon maar een stoffelijk<br />
overschot!<br />
5. Let op de juiste adressering<br />
van uw aanvraag voor een<br />
rijbewijs met code 101<br />
Tijdens de afgelopen maanden constateerden<br />
wij 2 keer dat een <strong>ICD</strong>-drager die zich<br />
beklaagde over de lange wachttijd voor de<br />
afgifte van een rijbewijs met code 101, de<br />
aanvraag in de standaard verzendenvelop<br />
die u op het gemeentehuis ontvangt bij<br />
het kopen van de Eigen verklaring, had<br />
opgestuurd naar het regiokantoor dat op<br />
deze envelop vermeld staat.<br />
Dat is niet het juiste verzendadres. Zowel<br />
op het Formulier Geschiktheidsverklaring<br />
101 als op de Werkgeversverklaring staat<br />
onderaan duidelijk vermeld dat u alle documenten<br />
rechtstreeks moet toezenden aan:<br />
Hoofd Medische Zaken CBR, Postbus 3014,<br />
2280 GA, Rijswijk. Stuurt u de aanvraag<br />
naar het regiokantoor dan betekent dat<br />
onherroepelijk een lange(er)e wachttijd.<br />
6. Rijden met een hybride auto<br />
“Mag ik met een hybride auto rijden”,<br />
vraagt een <strong>ICD</strong>-drager.<br />
Antwoord: Wanneer de auto gewoon<br />
wordt gebruikt en er dus geen reparaties<br />
zelf worden uitgevoerd etc. is het geen<br />
probleem. In Europa goedgekeurde auto’s<br />
hebben CE-markering. Mochten er beperkingen<br />
zijn, dan zijn die bekend bij de<br />
fabrikant van de auto en vermeld in de<br />
handleiding van de auto.<br />
7. Aanvragen van en keuring<br />
voor een Klein vaarbewijs<br />
Voor het aanvragen van een Klein vaarbewijs<br />
kunt u niet meer terecht bij de ANWB<br />
maar moet u zich wenden tot de stichting<br />
Vamex (Vaarbewijs- en Marifoonexamens).<br />
Deze stichting is opgericht door vier bonden<br />
(ANWB, KNMC, NWWB en Watersportverbond)<br />
die elk nauw betrokken zijn bij de<br />
pleziervaart en de veiligheid op het water.<br />
Informatie: <strong>Stichting</strong> Vamex; tel. 088 –<br />
4564567; e-mail: info@vamex.nl; website:<br />
www.vamex.nl<br />
Bij de aanvraag moet duidelijk zijn<br />
dat u voldoet aan de keuringseisen.<br />
Dit kan op twee manieren, door het<br />
meesturen van een “Eigen verklaring”<br />
naar Vamex of door middel van een<br />
“Scheepvaartkeuring.”<br />
Eigen verklaring<br />
De Eigen verklaring die u samen met uw<br />
aanvraag moet opsturen, kunt u downloaden<br />
op www.vamex.nl . Deze verklaring<br />
mag niet langer dan zes maanden geleden<br />
door u zijn ingevuld en ondertekend.<br />
Als op de Eigen verklaring een of meer<br />
vragen met “JA” is/zijn beantwoord, dan zal<br />
deze worden voorgelegd aan de medisch<br />
adviseur vaarbewijzen van het CBR. Die<br />
beoordeelt vervolgens of u voldoet aan<br />
de keuringseisen voor de binnenvaart.<br />
Het kan zijn dat er aanvullend onderzoek<br />
wordt gevraagd of dat er informatie van<br />
uw eigen huisarts of specialist nodig is.<br />
Scheepvaartkeuring<br />
U kunt er ook voor kiezen om een scheepvaartkeuring<br />
te ondergaan bij een van de<br />
keuringsartsen die zijn aangewezen voor<br />
de scheepvaart. Bij goedkeuring zal deze<br />
u een Geneeskundige Verklaring Binnenvaart<br />
verstrekken. Nadere informatie over<br />
deze route kunt u vinden op www.ivw.nl,<br />
tel. 088-4890000.<br />
(Met dank aan de hr. T.C.P.M. Mutsaerts,<br />
bedrijfsarts Medisch adviseur scheepvaart)<br />
8. Acceptgiro’s donatie 2011<br />
Jaarlijks krijgen de donateurs die nog<br />
niet betaalden én die geen machtiging<br />
tot automatische incasso afgaven een<br />
acceptgirokaart. Die worden dit jaar eind<br />
mei – begin juni aangemaakt en verzonden.<br />
De door u toegezegde donatie<br />
(minimaal E 10,-- per kalenderjaar) is<br />
belangrijk voor de continuïteit van het<br />
<strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> en het werk van de STIN.<br />
We stellen uw donatie ook in 2011 zeer<br />
op prijs en hopen dat u eraan meewerkt<br />
door op korte termijn uw bijdrage over te<br />
maken. Bij voorbaat dank.<br />
34 <strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
Behoefte aan lotgenotencontact<br />
of een persoonlijk<br />
gesprek?<br />
Onze vrijwilligers staan voor u<br />
klaar.<br />
Jongeren tot 30 jaar<br />
Robert Hartemink tel. 06-50283154<br />
Voor partners<br />
Marry Merkelbach tel. 020-4226832<br />
Regio Noord<br />
Dineke van Slooten tel. 050-3095254<br />
Egbert Oosterloo tel. 0515-574172<br />
Robert Smits tel. 06-36498160<br />
Henk de Vries tel. 0513-842184<br />
Regio Oost<br />
Jannie Appelo tel. 0527-246133<br />
Eghard Kolste tel. 074-2430361<br />
Evelyne Rekswinkel tel. 026-3252553<br />
Adrie Langeler tel. 0573-253386<br />
Regio Midden<br />
Berend van der Vegt tel. 0527-616820<br />
Michel Ronczai tel. 06-14151927<br />
Regio Noord-Holland<br />
Dick Marsman tel. 06-55334119<br />
Ronald van Rietschoten tel. 06-20387446<br />
Rinus Split tel. 06-29038869<br />
Regio Zuid-Holland<br />
Ton Borghart tel. 070-3909114<br />
Fieke Buijzert tel. 010-8180817<br />
Stephan Tuinenburg tel. 010-8482516<br />
Arie Susan tel. 079-3315459<br />
Regio Zuid<br />
Cees de Leeuw tel. 045-5630609<br />
Rob Wijdeveld tel. 040-2419998<br />
Regio Zuid-West<br />
Marianne Kuijpers tel. 0499-496811<br />
Claudia Witters tel. 076-8875055<br />
Henk Nieuwenhuis tel. 0166-603347<br />
Gijs Sterks tel. 073-5514324<br />
Wie van onze vrijwilligers regiovertegenwoordiger<br />
en/of contactpersoon is voor<br />
een implantatiecentrum kunt u vinden op<br />
www.stin.nl onder STIN
<strong>ICD</strong><br />
Colofon<br />
<strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> verschijnt 4 keer per jaar en is het contactblad van de <strong>Stichting</strong><br />
<strong>ICD</strong> <strong>dragers</strong> <strong>Nederland</strong>. De stichting stelt zich ten doel de belangen<br />
van <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong>, hun partners en omgeving te behartigen in de ruimste zin<br />
van het woord. Ze denkt daarbij aan:<br />
• Overleg met zorgverzekeraars, zorgaanbieders en overheid.<br />
• Organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten.<br />
• Bemiddeling bij het leggen van lotgenotencontact.<br />
• Voorlichting over aangelegenheden die specifiek van belang zijn voor<br />
<strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong>.<br />
Bestuur<br />
D.J. Marsman, lid: 06-55334119<br />
F.A.C.G. Mol, lid: 0164-237029<br />
H.A.G. Somberg, penningmeester: 06-46351163<br />
M.W. Split, voorzitter: 06-29038869<br />
P.H. Zaadstra, secretaris: 0346-241282<br />
Kantoor en secretariaat<br />
Kantoor STIN<br />
Smitsven 18, 1504 AM Zaandam<br />
telefoon: 075-7850392 fax: 075-7850389<br />
@: kantoor@stin.nl<br />
Medisch adviseurs<br />
Dr. F.A.L.E. Bracke - Catharina Ziekenhuis, Eindhoven<br />
Drs. R.A. Bredewoud - Hoofd afdeling Medische Zaken CBR Rijswijk<br />
Drs. R. Derksen - Ziekenhuis Rijnstate, Arnhem<br />
Prof. dr. L. Jordaens - Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam<br />
Dr. A.R. Ramdat Misier - Isala Klinieken, Zwolle<br />
Prof. dr. M.J. Schalij - Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden<br />
Prof. dr. J.L.R.M. Smeets - Universitair Medisch Centrum<br />
St Radboud, Nijmegen<br />
Technisch adviseur<br />
F.H. Steinmetz<br />
Juridisch adviseur<br />
Mr. B.P. Marijnen, Middelie<br />
Redactie<br />
F.A.C.G. Mol (eindredactie), H. Nieuwenhuis, G.H.M. Sterks,<br />
mevr. R. Verberne, P.H. Zaadstra<br />
Redactieadres<br />
Louis Armstrongerf 24,<br />
4614 XS Bergen op Zoom<br />
telefoon: 0164–237029<br />
Donateursadministratie, adreswijzigingen, opzeggingen<br />
Postbus 612, 3440 AP Woerden<br />
telefoon: 0348-431393 fax: 0348-432552<br />
@: donateurs@stin.nl<br />
Donatie<br />
De minimale bijdrage is € 10,— per kalenderjaar. Hiernaast vindt u een<br />
aanmeldingsformulier. Besluit u om donateur te worden, dan verzoeken<br />
wij u dit ingevuld en ondertekend aan ons toe te zenden. Voor de betaling<br />
van uw donatie ontvangt u jaarlijks een acceptgirokaart. De <strong>Stichting</strong> <strong>ICD</strong><br />
<strong>dragers</strong> <strong>Nederland</strong> is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder<br />
nummer 34135057 en door de Belastingdienst erkend als ‘algemeen nut<br />
beogende instelling’ (ANBI). Uw donatie of gift is fiscaal aftrekbaar.<br />
Auteursrechten<br />
Overname van artikelen is toegestaan mits met schriftelijke toestemming<br />
en bronvermelding.<br />
Opmerking<br />
Overal waar in het <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> sprake is van <strong>ICD</strong>-<strong>dragers</strong>, kan ook <strong>ICD</strong>-draagsters<br />
worden gelezen.<br />
Disclaimer<br />
De redactie van het <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong> verricht haar taak onder<br />
verantwoordelijkheid van het bestuur van de <strong>Stichting</strong> <strong>ICD</strong> <strong>dragers</strong><br />
<strong>Nederland</strong> (STIN). Aan voorlichting, adviezen en dergelijke, al dan niet<br />
gepubliceerd, wordt steeds de grootst mogelijke aandacht besteed. De<br />
ervaring heeft echter geleerd dat desondanks fouten niet geheel uit te<br />
sluiten zijn. Daarom kan generlei verantwoordelijkheid worden aanvaard<br />
voor eventuele onvoorziene gevolgen.<br />
<strong>ICD</strong><br />
<strong>Journaal</strong><br />
Aanmeldingsformulier<br />
Ja, ik meld mij aan als donateur<br />
Naam: M/V<br />
Adres:<br />
Postcode:<br />
Woonplaats:<br />
Telefoon:<br />
Geboortedatum:<br />
Alleen als dat van toepassing is:<br />
Implantatiecentrum:<br />
<strong>ICD</strong>-drager sinds:<br />
Merk van <strong>ICD</strong>:<br />
Ik zeg een minimale donatie van € 10,-- per kalenderjaar toe.<br />
Voor de betaling van dit bedrag ontvang ik jaarlijks een<br />
acceptgirokaart.<br />
Datum:<br />
Handtekening:<br />
Dit aanmeldingsformulier opsturen (postzegel niet nodig) naar:<br />
Donateursadministratie<br />
<strong>Stichting</strong> <strong>ICD</strong> <strong>dragers</strong> <strong>Nederland</strong><br />
Antwoordnummer 805<br />
1500 VB Zaandam<br />
2011-2<br />
35
U leest over dit apparaat<br />
in het volgende <strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong><br />
sponsors<br />
novente<br />
v o r m g e v e r s<br />
Vormgeving en realisatie<br />
<strong>ICD</strong>-<strong>Journaal</strong>:<br />
Novente vormgevers, Barneveld<br />
Vormgeving en hosting<br />
website:<br />
Nedbase ICT, Middelburg