vertelstof - Steinerschool Antwerpen
vertelstof - Steinerschool Antwerpen
vertelstof - Steinerschool Antwerpen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Verhalen<br />
Van <strong>vertelstof</strong> tot geschiedenis<br />
ER WAS EENS ...<br />
Zo beginnen vele sprookjes. Ze nemen<br />
ons vanaf de eerste zin mee in de verleden<br />
tijd. We verlaten het hier en nu.<br />
Wanneer jonge kinderen spelen, hoor je<br />
ook vaak : “En toen was jij … en jij kon …<br />
want jij had … en wou naar het …”.<br />
Vooraleer we het over de wat meer bekende<br />
sprookjes hebben, kijken we eerst<br />
eens naar de verhalenstof voor het kind<br />
van om en bij 3 jaar.<br />
Deze peuters kan je ‘herhaalsprookjes’<br />
vertellen. Ze beginnen ook met : “Er was<br />
eens”. Steeds komt er dan een element<br />
(mens, dier of ander figuur) bij en telkens<br />
worden alle vorige herhaald.<br />
Kinderen kunnen al vrij vroeg van deze<br />
herhaling genieten, zeker wanneer het<br />
verhaal ondersteund wordt door prenten.<br />
Zo heb je bijvoorbeeld ‘het varken’ (dat<br />
niet naar huis toe wou, of het moest<br />
naar huis gedragen worden) of ‘de pannenkoek’,<br />
die uit de pan wipt en telkens<br />
aan degene die hem wil opeten vertelt:<br />
“Ik ben een klein bruin pannenkoekje, gemaakt<br />
van melk, meel en een ei en in vet<br />
gebakken, en ik ben weggelopen van de<br />
oude man en de oude vrouw en de hooimaker<br />
en het melkmeisje en van de beer<br />
en de wolf en jij zal me ook niet kunnen<br />
pakken!”<br />
De vos uiteindelijk, legt het zo sluw aan<br />
boord dat hij het pannenkoekje vraagt<br />
om tot op z’n neus te rollen “omdat hij<br />
het niet goed kan verstaan” en dan slokt<br />
hij het in één hap naar binnen!<br />
Bij het luisteren oefent het kind zijn geheugen<br />
en groeit z’n woordenschat.<br />
In de kleuterklas wordt zo’n eenvoudig<br />
verhaaltje vaak als tafelpoppenspelletje<br />
gebracht. Zo kan u op de foto zien hoe<br />
het verhaal van ‘Het sneeuwmeisje’ opgesteld<br />
was.<br />
28<br />
Aan grotere kleuters worden vooral<br />
sprookjes van de gebroeders Grimm<br />
verteld. Deze verhalen werden eerst<br />
gedurende vele honderden jaren van<br />
mond tot mond verder verteld en dan<br />
heel secuur opgetekend door deze gebroeders.<br />
Ze worden ‘volkssprookjes’ genoemd.<br />
Cultuursprookjes daarentegen zijn veel<br />
later door iemand uitgedacht, opgeschreven.<br />
De Grimsprookjes bevatten een enorme<br />
rijkdom aan oerbeelden. Vaak beginnen<br />
ze met een leven in harmonie. Dan gebeurt<br />
er iets waardoor het geluk verstoord<br />
wordt. Iemand zal dan bepaalde beproevingen<br />
moeten doorstaan, veel moed<br />
opbrengen of uitzonderlijke prestaties<br />
leveren, waardoor de harmonie kan terugkeren.<br />
Het goede wordt beloond, het kwade<br />
gaat ten onder. Kinderen kunnen met<br />
de figuren in het sprookje mee beleven<br />
wat deze moeten doormaken, moed<br />
opbrengen om gevaren te overwinnen,<br />
trouw zijn aan een nobel doel en nog veel<br />
meer.<br />
Deze innerlijke dramatiek sterkt de kinderziel<br />
en geeft haar de nodige gymnastiek.<br />
Want als je het gevoelsleven wil ontwikkelen,<br />
is het nodig om het te voeden,<br />
om het een grote waaier aan gevoelens<br />
te laten beleven.<br />
Wanneer de heks van Hansje en Grietje<br />
overwonnen is, wat vinden de kinderen<br />
dan in het huisje? Goud en verborgen<br />
kostbaarheden! Ze leefden uiteindelijk<br />
lang en gelukkig, en als ze niet gestorven<br />
zijn, dan leven ze nu nog allemaal …<br />
Het goede moet zegevieren. De kinderen<br />
komen terug thuis.<br />
In sommige versies in overdadig geïllustreerde<br />
prentenboeken zijn de zogenaamd<br />
gruwelijke scènes weggelaten.<br />
Wat gebeurt er echter wanneer we<br />
het slechte laten bestaan aan het eind<br />
van het verhaal? Het beeld van deze<br />
boosaardige figuur kan het kind angst<br />
aanjagen. Het gaat hier om een beeld<br />
van het boze of slechte, als een soort<br />
masker, dat in het sprookje verbrand of<br />
in het water gerold moet worden zodat<br />
het nooit kan terugkeren.<br />
Wanneer een kind gedurende een aantal<br />
jaren deze sprookjes verteld krijgt,<br />
heeft het een ware schat aan innerlijke<br />
beelden in z’n gemoed kunnen opnemen.<br />
In die beelden zitten oeroude waarheden,<br />
levenswijsheid. Doordat deze verhalen<br />
uit een tijd stammen waarin de mens<br />
nog een heel ander bewustzijn had, een<br />
meer dromend, magisch-mytisch denken<br />
dat je zou kunnen vergelijken met<br />
het bewustzijn van een kind tot ongeveer<br />
7 jaar, vinden de kinderen ook direct hun<br />
toegang tot die <strong>vertelstof</strong>. In vroegere<br />
tijden waren de sprookjes immers <strong>vertelstof</strong><br />
voor de volwassenen!<br />
Wij leven in een tijd waarin we vooral<br />
uitkijken naar uiterlijke beelden in een<br />
beeldcultuur. Overal komen we die<br />
beelden tegen : van ons kleine gsmschermpje<br />
over het reclamespotje op<br />
de toonbank van de apotheek, tot het<br />
immense scherm van de bioscoop. De<br />
uiterlijke beelden vermoeien ons, terwijl<br />
de sprookjesbeelden een bron kunnen<br />
zijn van kracht, waaruit later nog dankbaar<br />
geput kan worden.<br />
Wij vertellen op school enkele weken regelmatig<br />
hetzelfde verhaal. De kinderen<br />
zitten dan te wachten op een bepaalde<br />
passage of een bijzonder woord, een<br />
gebaar of een gezichtsuitdrukking. Het<br />
verwachten van datgene wat komen<br />
gaat en telkens de bevestiging dat het<br />
ook zo is, geeft de kinderen een stevige<br />
bodem, een zekerheid die hun innerlijk<br />
sterk kan maken.<br />
De aandacht die speciaal voor het kind<br />
wordt opgebracht door degene die vertelt,<br />
is daarbij van grote waarde. Dat<br />
is een gegeven dat blijft tellen tot in de<br />
volwassenheid, zij het dan in de vorm van<br />
een toneel- of een poëzievoorstelling.<br />
Juf Mirjam
Verhalen: van <strong>vertelstof</strong> tot geschiedenis - Kijken in de schriften<br />
29
30<br />
Verhalen: van <strong>vertelstof</strong> tot geschiedenis - Kijken in de schriften
Verhalen: van <strong>vertelstof</strong> tot geschiedenis - Kijken in de schriften<br />
31
32<br />
Verhalen: van <strong>vertelstof</strong> tot geschiedenis - Kijken in de schriften
Verhalen<br />
Van <strong>vertelstof</strong> tot geschiedenis<br />
VERTELSTOF IN DE LAGERE SCHOOL:<br />
De behoefte aan beelden<br />
In de steinerscholen worden verhalen<br />
verteld. Veel verhalen...<br />
Ook in deze tijd (of misschien wel net<br />
in deze tijd) hebben onze kinderen een<br />
sterke behoefte aan beelden die niet<br />
uit het dagelijks leven voortvloeien. De<br />
kinderlijke behoefte aan beelden is onverzadigbaar.<br />
Zo ook het aanbod op de<br />
markt. Onze zintuigen raken overwerkt.<br />
Het zijn niet de sensationele, snelle surrogaatbeelden<br />
waarmee de kinderen<br />
kennismaken op school. Er wordt een<br />
tegengewicht geboden om te voldoen<br />
aan de innerlijke, diepgaande liefde die<br />
elke mens in zich heeft voor sprookjes<br />
en mythologische beelden. Gebruikmaken<br />
van de “oerbeelden” die ieder mens<br />
nodig heeft om een geestelijke impuls te<br />
kunnen laten ontwaken.<br />
Iedere klas heeft zijn eigen thema, achtereenvolgens<br />
komen aan bod: sprookjes,<br />
fabels en heiligenlegende, het oude testament,<br />
Germaanse mythologie, Griekse<br />
mythologie en Romeinse mythologie.<br />
Wanneer wij kinderen een sprookje of<br />
een fabel vertellen, begeven wij ons in<br />
het gebied van de fantasie. Voor volwassenen<br />
die de wereld reeds hebben leren<br />
ordenen en er wetmatigheden in hebben<br />
ontdekt, bestaat er een grote drang<br />
naar werkelijkheidszin. Die is bij jonge<br />
kinderen niet op dezelfde wijze aanwezig.<br />
Hun wereld is een andere werkelijkheid.<br />
Het zijn de fantasiekrachten en de drang<br />
naar beelden die bij een opgroeiend kind<br />
volop moeten worden aangesproken.<br />
Komen kinderen enkel in aanraking met<br />
de rauwe werkelijkheid, dan kunnen ze<br />
angstig, hulpeloos of gedesillusioneerd<br />
worden. In een sprookje overwint het<br />
kwade het goede en leefde ze nog lang<br />
en gelukkig ...<br />
Als de kinderen het kwaad in de wereld<br />
als beeld kunnen beleven voor ze het<br />
zelf ontmoeten, dan is dit een goede<br />
manier om ze aan te spreken op hun<br />
ontwikkelingsniveau en om ze weerbaar-<br />
der te maken. Het fabeltje dat het maar<br />
sprookjes zijn, gaat in de steinerschool<br />
niet op! Een sprookje is een kiem, een<br />
weerspiegeling van een gouden tijd.<br />
Bijna alle sprookjes gaan over gevaren<br />
en beproevingen die bijvoorbeeld een<br />
kleermakertje, een arm meisje, een<br />
boerenzoon, een prins of prinses moet<br />
doormaken. Wie inziet dat het om beproevingen<br />
gaat, die werkelijk kunnen<br />
voorkomen in een mensenleven, kan ook<br />
begrijpen dat sprookjes geen gewone<br />
fantasieverhalen zijn. De sprookjes geven<br />
een beeld van innerlijke gebeurtenissen.<br />
Psychologie begint dus eigelijk al<br />
in de eerste klas, al gebruikt men geen<br />
abstracte begrippen, maar beeldentaal<br />
vervuld met gevoelens van moed, trouw<br />
en standvastigheid. Sprookjes zijn moralistisch<br />
en hebben ook de bedoeling om<br />
ons iets te leren. Er wordt echter niets<br />
uitgelegd: het wordt beleefd. Het komt<br />
natuurlijk voor dat er twijfel geuit wordt<br />
aan de waarheid van een sprookje, maar<br />
die gaat niet diep. Het sprookje is sterker.<br />
Als je sprookjes vertelt die inderdaad<br />
uitdrukking geven aan ‘innerlijke’<br />
waarheden, kan je ook met een gerust<br />
hart zeggen dat ze waar zijn.<br />
In de tweede klas komen fabels en heiligenlegenden<br />
aan bod, op het eerste<br />
gezicht componenten die niets met elkaar<br />
te maken hebben. Fabels zijn vaak<br />
heel kort en geconcentreerd en gaan<br />
meestal over dieren. Daartegenover<br />
staat de legende die het leven van een<br />
heilige beschrijft. Er is echter wel degelijk<br />
een samenhang.<br />
De fabel vormt een goed uitgangspunt<br />
om het kind met een soort elementaire<br />
dierkunde in aanraking te brengen,<br />
maar tegelijkertijd valt het op dat in<br />
een dierenfabel net de menselijke eigenschappen<br />
gekarakteriseerd worden.<br />
De dieren worden sprekend ingevoerd<br />
en vertonen alle mogelijke ondeugden<br />
(vaker dan deugden) die bij de mens in<br />
aanleg aanwezig zijn.<br />
De fabel toont de zwakheden van de<br />
menselijke ziel, die in een dierenmasker<br />
optreden. En deze zwakheden ontspringen<br />
allemaal aan de onzuivere bron van<br />
egoïsme. Dit egoïsme - het woord zegt<br />
het al - is het gevolg van ons ego zijn. Je<br />
kunt dan in zekere zin ook spreken van<br />
een lager IK. Het hogere ware IK moeten<br />
we door veel schade en schande vinden.<br />
Dat leren de fabels onze kinderen.<br />
De fabels tonen in beeldgewaad en vaak<br />
op humoristische wijze de eigenschappen<br />
die kinderen vooral van elkaar heel<br />
goed kennen. Hun eigen zwakheden herkennen<br />
ze misschien ook wel, maar veel<br />
minder bewust. Laat men een kind dat<br />
de neiging heeft door wat bedenkelijke<br />
sluwheid zijn zin te krijgen het slimme<br />
vosje uit de fabel spelen, dan heeft het<br />
daar veel aan. Het kind speelt een kant<br />
van zichzelf met overgave en daardoor<br />
objectiveert het iets wat anders te zeer<br />
een onbewust gedrag gaat worden.<br />
Geen preek, maar kunst geneest deze<br />
eenzijdigheid.<br />
De verhalen over de heiligen hebben<br />
ook een ‘helende’ functie. Eigenlijk is een<br />
heilige iemand die genezen is van het<br />
egoïsme.<br />
Het kind van acht jaar is nog niet geheel<br />
uit het aardse paradijs (de sprookjeswereld)<br />
getreden. Maar toch zit het al vol<br />
hebbelijkheden en onhebbelijkheden die<br />
de ontwakende egokracht oproept. Het<br />
zou geen zin hebben om het kind enkel<br />
door zedenlessen op te voeden, door<br />
enkel te preken hoe het moet. Wie dat<br />
probeert, kan een basis van schijnheiligheid<br />
leggen. De humoristische fabel en<br />
de verheven legende geven samen het<br />
beeld van de mens. In het sprookje is alles<br />
nog verweven in een poëtisch geheel.<br />
De fabel is net geen sprookje meer, de<br />
legende is nog net geen geschiedenis.<br />
In de derde klas worden verhalen uit<br />
het Oude Testament verteld. Dat begint<br />
met het leven in het paradijs, waar<br />
Adam en Eva samen zijn en waarin er<br />
geen tegenspoed is. Tot op het moment<br />
dat Eva van de verboden vrucht proeft.<br />
Ze worden uit het paradijs verdreven en<br />
33
met vallen en opstaan een leven op aarde<br />
opbouwen. Dit beeld past heel goed<br />
bij de ontwikkelingsfase waarin een kind<br />
in de derde klas zich bevindt. De realiteit<br />
dringt harder binnen en grote levensvragen<br />
worden gesteld. Het Oude Testament<br />
beschrijft de zondeval die de mens<br />
tot egoïsme heeft gebracht. Het volk van<br />
Israël toont hoe de krachten egoïsme en<br />
heiligheid in de mens werken. Vanuit de<br />
beeldenwereld treedt het kind geleidelijk<br />
binnen in de aardse historie. De verhalen<br />
lopen niet altijd goed af. De beschrijvingen<br />
uit de bijbel zijn veel ingewikkelder,<br />
het gaat ook over een grotere groep<br />
mensen die met elkaar een verbond<br />
sluiten en die de krachten bundelen. De<br />
kinderen van de derde klas zetten zelf<br />
ook de stap naar deze nieuwe wereld.<br />
Een wereld waarin hun vertrouwde omgeving<br />
groter wordt. De leerling aan het<br />
eind van de derde klas ontdekt in de beelden<br />
van het Oude Testament hoe een<br />
nieuwe periode zich aandient. Dromen<br />
alleen zijn niet meer voldoende.<br />
In de vierde klas staan de verhalen uit de<br />
Germaanse mythologie centraal. De kinderen<br />
zitten in de overgang van hun 9e<br />
naar hun 10e levensjaar. In de ontwikkeling<br />
van het kind spreekt Steiner over<br />
een crisisperiode (de negenjarencrisis).<br />
Hij noemt het ook een soort godenschemering.<br />
Het kind voelt zich afgescheiden<br />
van het geheel waar het vroeger deel<br />
van uitmaakte. Het moet door deze periode<br />
worden heen geleid. Op een zodanige<br />
wijze dat het als volwassen mens de<br />
kracht kan vinden onwaarachtigheid het<br />
hoofd te bieden en te overwinnen. In de<br />
Germaanse mythologie sterft de zonnige<br />
Baldur, de lieveling van alle goden. Strijd<br />
barst los. En strijdend gaan goden en<br />
monsters tenonder. In die strijd herkent<br />
het kind zijn eigen strijd. Kritiek en stoere<br />
taal zijn in de vierde klas aan de orde<br />
van de dag. Ook in de leerstof geeft men<br />
een nieuwe kijk op de wereld. Heemkunde<br />
verandert in geschiedenis en aardrijkskunde.<br />
De breuk, het afgescheiden<br />
zijn, kan op deze leeftijd niet opnieuw<br />
worden hersteld. Wel kan er een nieuwe<br />
verhouding gevonden worden. Na de<br />
Ragnarok, de ondergang, duikt Widar<br />
34<br />
op. Hij overwint de duisternis en brengt<br />
opnieuw verlichting. Aan het einde van<br />
de vierde klas kunnen leerlingen een<br />
nieuwe relatie tot de wereld gevonden<br />
hebben. Stilaan verdwijnt het afgescheiden<br />
gevoel. De verhalen helpen mee de<br />
stabiliteit te herstellen, het vertrouwen<br />
te herwinnen, een nieuwe verhouding tot<br />
de wereld te vinden. Met enthousiasme<br />
en met interesse.<br />
Na de crisis van de vierde klas, die samenhangt<br />
met het beleven van IK en de<br />
WERELD, wordt door de vijfdeklasser<br />
een zeker evenwicht hervonden. Het kind<br />
wordt harmonischer, het voelt een nieuwe<br />
zekerheid komen. Het kan de wereld<br />
ook meer begripsmatig benaderen. De<br />
kinderen worden nieuwsgierig om de<br />
hele wereld te leren kennen. Dit geeft<br />
nieuwe ontwikkelingskansen. Het wezen<br />
van de Griekse mythologie in de vijfde<br />
klas is verandering, innerlijke dynamiek<br />
en metamorfose. Het één moet plaatsmaken<br />
voor het (de) ander. Steeds meer<br />
bewustzijn moet ontwikkeld worden en<br />
dit vraagt inzet. In de Griekse mythologie<br />
is er sprake van ontstaan en lotgevallen<br />
van sterfelijke wezens, goden, godinnen,<br />
wijzen en onwijzen, nimfen, gevleugelde<br />
paarden en monsters ... Al deze verhalen<br />
worden in kleurrijke beelden geschilderd.<br />
De kinderziel moet leren haar gedachten<br />
en herinneringen, emoties en<br />
hartstochten, fantasieën en wilsimpulsen<br />
te kennen, ordenen, regelen en harmoniseren.<br />
Odysseus gaat zo een weg.<br />
Hij raakt met een list Troje binnen (wat<br />
kracht niet vermag, vermag een (ontwakend)<br />
denken wel. Hij getuigt van het<br />
steeds meer ontwakende denken van de<br />
vijfdeklasser. In beelden ziet en hoort de<br />
vijfdeklasser dat anderen doormaakten<br />
waar hij nu in zit.<br />
In de vijfde klas komt in hoofdzaak de<br />
mythologie van de Grieken aan de orde,<br />
maar ook de verhalen van andere oude<br />
culturen kunnen aan bod komen.<br />
Net zoals het negende, is ook het twaalfde<br />
levensjaar een belangrijk moment<br />
in de ontwikkeling van het kind. Ze komen<br />
in het laatste jaar van hun lagere<br />
schoolloopbaan. De prepuberteit zet in.<br />
Opnieuw beleeft het kind eenzaamheid<br />
en verwarring. Causaliteit in het denken,<br />
objectiviteit en exactheid geven het houvast.<br />
De kinderwereld wordt verlaten,<br />
het vermogen om te denken in beelden<br />
ebt weg en het wakkere denken kondigt<br />
zich aan. In de <strong>vertelstof</strong> verschijnt de<br />
geschiedenis. De geschiedenis toont ons<br />
dat we bewuste en vrije wezens kunnen<br />
worden. Iedere cultuur draagt daar toe<br />
bij. Voornamelijk de Romeinse tijd en de<br />
middeleeuwen worden (exemplarisch)<br />
behandeld. Alles moet werkelijk gebeurd<br />
zijn: de zesdeklasser wordt aardser<br />
en heeft regels nodig. Deze regels<br />
bestraffen het gedrag (de daad), niet de<br />
persoon (de dader). In Rome ontwikkelt<br />
zich de wet, het recht met zijn strenge<br />
rechtsregels. Ieder is gelijk voor de wet.<br />
In de lessen over het oude Rome leert<br />
de zesdeklasser een eigen gezichtspunt,<br />
een idee te verdedigen en moet hij argumenteren<br />
met kinderen die een ander<br />
idee hebben. Er lopen eindeloze discussies<br />
over wat rechtvaardig en onrechtvaardig<br />
is. De zesdeklasser schopt tegen<br />
grenzen aan, maar schreeuwt er tegelijk<br />
om. Temidden van het decadente Rome<br />
wordt Christus geboren en nieuwe sociale<br />
verhoudingen ontwikkelen zich. In<br />
de middeleeuwen ontwaakt het gebied<br />
van de liefde. Het verhaal van Tristan<br />
en Isolde biedt een omgeving waarin de<br />
eerste verliefdheden kunnen ontwaken.<br />
De strijd tussen wreedheid en tederheid<br />
die zich op het toneel van de geschiedenis<br />
afspeelde, speelt zich ook af in de ziel<br />
van de zesdeklasser. Zowel thuis als op<br />
school. Op het einde van de zesde klas kijkt<br />
het kind nieuwsgierig, met veel zin en<br />
kriebels in de buik, uit naar de middenbouw.<br />
Ze zijn te groot geworden voor de<br />
lagere school. Ze staan aan het begin<br />
van hun eigen verhaal ...<br />
Yolanda Habraken<br />
Bronnen:<br />
- Sociaal pedagogisch tijdschrift “ Vrije opvoedkunst”<br />
1978/nr 5, 1977/ nr 1, 1978/nr 2,<br />
- De vrije school, Frans Carlgren in samenwerking<br />
met de Ionastichting en uitgeverij Vrij Geestesleven.<br />
- Onderwijs met hart en ziel, Jelle van der Meulen
Verhalen<br />
Van <strong>vertelstof</strong> tot geschiedenis<br />
ER WAS EENS ...<br />
Woorden die ik dit jaar al ettelijke keren<br />
uitgesproken heb, en die telkens opnieuw<br />
voor de eersteklassers het signaal zijn<br />
om met de mond open, en vol aandacht<br />
te luisteren.<br />
Ik streef ernaar om elke dag te vertellen.<br />
Door niet voor te lezen, maar te vertellen<br />
creëer ik eerst voor mezelf al een<br />
beeld van het verhaal dat ik de kinderen<br />
ga brengen. Het wordt ondersteund met<br />
gebaren intonatie, doorleving … en het<br />
geeft me de kans om het verhaal zo te<br />
vertellen dat elk kind zich aangesproken<br />
of bereikt voelt. Het beeld achter het verhaal<br />
komt zo op een levendige en beeldende<br />
manier aan bij elk kind.<br />
In de eerste klas kiezen we er, over het<br />
algemeen, voor om sprookjes te vertellen.<br />
Dit doen we omwille van de rijke beeldenwereld<br />
die erachter zit en waar een<br />
kind tussen 7 en 14 jaar enorm mee<br />
verbonden is. Op een subtiele manier<br />
worden moraliteit, ontwikkeling, zoeken,<br />
vinden, moed en vertrouwen in een beeld<br />
aan de kinderen gegeven, die er, om<br />
het in een beeld te zeggen, van smullen.<br />
De kinderen horen dat het onmogelijke<br />
mogelijk wordt als men niet bang is om<br />
36<br />
eraan te beginnen, dat er kwaad is, dat<br />
erkend moet worden als je niet opgegeten<br />
wil worden door de wolfn… Het geeft<br />
de kinderen ook op een beeldende manier<br />
een enorme hoeveelheid informatie<br />
en achtergrond die hen niet als leerstof<br />
aangereikt wordt, maar hen iets doet beleven.<br />
Om een voorbeeld te geven: wanneer<br />
kinderen in de zesde klas over gebergten,<br />
graniet en edelstenen leren, zit<br />
daar ergens al het verhaal van Sneeuw-<br />
witje en de dwergen of de glasberg achter.<br />
Een berg is niet alleen stenen en aarde,<br />
er zit ook vanalles in verborgen, er<br />
wonen bijzondere wezens achter en in …<br />
Wanneer u een volgende keer de woorden<br />
“dat gebeurt alleen in sprookjes” in<br />
de mond neemt, zou ik toch nog maar<br />
eens een keer nadenken …<br />
Soms worden de sprookjes van Grimm<br />
afgedaan als gruwelverhalen. Dat de<br />
boze stiefmoeder in een ton, doorzeefd<br />
met vlijmscherpe spijkers van een berg<br />
af gerold wordt, lijkt wel gruwelijk, maar<br />
dat is het niet. Voor een kind is het een<br />
logische en juiste bestraffing van het<br />
kwade. En hoe die straf in zijn werk gaat,<br />
is niet meer, maar ook niet minder, dan<br />
een beeld.<br />
Als ik sprookjes vertel, doe ik dat vaak<br />
met een bepaalde reden. Ik kies de<br />
sprookjes uit waarvan ik het beeld graag<br />
om een bepaalde reden wil overbrengen<br />
op het kind. Dit beeld haal ik er niet expliciet<br />
uit, maar het werkt wel door in<br />
het kind. Daarbij mag de werking van<br />
de nacht niet uit het oog verloren worden.<br />
U kent waarschijnlijk allemaal wel<br />
het gegeven dat u gaat slapen met een<br />
probleem en er de volgende ochtend,<br />
of gedurende de volgende dag plots<br />
een klein lichtje in de duisternis van het<br />
probleem opduikt. De spreuk ‘de nacht<br />
brengt raad’ is niet zomaar ontstaan.<br />
Deze werking wordt in alle verschillende<br />
lessen en onderwerpen zoveel mogelijk<br />
gebruikt. Wanneer een kind iets<br />
meeneemt doorheen de nacht, heeft<br />
het er tegen de volgende dag zelf iets<br />
mee gedaan. Daarom tekenen of boet-<br />
seren of spelen we bijvoorbeeld pas de<br />
dag na het vertellen van het verhaal.<br />
En zo krijgt de eerste klas gedurende<br />
het hele jaar sprookjes aangeboden. Een<br />
waardevolle schat, maar goed verborgen.<br />
Klinkt als een sprookje, toch?!<br />
Juf Marlies en anderen
Verhalen<br />
Van <strong>vertelstof</strong> tot geschiedenis<br />
Toen vorig schooljaar de oudste kleuters<br />
naar het vertelhuisje mochten om daar<br />
voor het eerst de sprookjes te horen,<br />
was dat voor Lila in het begin niet zo fijn.<br />
Ze zei vaak tegen de juf dat alle sprookjes<br />
stom waren omdat ze zo gruwelijk zijn.<br />
Dat was thuis ook het gespreksonderwerp:<br />
waarom moeten sprookjes altijd<br />
zo gruwelijk zijn? Waarom moet er altijd<br />
iemand sterven?<br />
Ze kon zich daar heel erg over opwinden<br />
en boos maken.<br />
Nu Lila in de eerste klas zit, zijn de<br />
sprookjes zeer aanwezig in de les en<br />
thuis.<br />
De letters komen uit de verhalen, ze<br />
maakt er tekeningen over, maar ze worden<br />
niet meer in vraag gesteld.<br />
Als er nu iemand in het verhaal sterft of<br />
een gruwelijke straf krijgt, dan vindt ze<br />
dat hun verdiende loon.<br />
Nadia Abdelouafi<br />
(mama Lila Thielemans, klas 1)<br />
Mooi<br />
Een verhaal heeft<br />
altijd drie kanten:<br />
mijn kant,<br />
jouw kant en<br />
de waarheid.<br />
Rudolf Steiner<br />
Van verhaal tot moraal<br />
In de tweede klas zijn de kinderen doorgaans<br />
ondernemender en minder<br />
schuchter geworden. Ze tonen zich zonder<br />
terughouding, waarbij de mooiste<br />
kwaliteiten, maar ook allerlei eenzijdigheden<br />
naar boven komen. Ze beschikken<br />
op deze jonge leeftijd nog niet over<br />
de instrumenten om zichzelf hierin bij<br />
te sturen, wat leidt tot heel uitbundig en<br />
onstuimig gedrag.<br />
Kinderen kan je op hun gedrag aanspreken,<br />
maar vaak missen woorden hun<br />
effect omdat ze zo abstract zijn. Een<br />
andere manier om hen te bereiken, is<br />
door hun gevoelswereld aan te spreken,<br />
een taal te zoeken waarmee je werkelijk<br />
aansluiting vindt bij het kind. Dat is het<br />
beeldrijke verhaal, waarbij de beelden<br />
voor zich spreken.<br />
Het antwoord hierop is de grappige dierenverhaaltjes<br />
die we de kinderen vertellen,<br />
of de fabels. De fabel is een kort<br />
verhaaltje waarbij de dieren met hun<br />
specifieke instincten en eigenschappen<br />
als beeld staan voor de menselijke ziel:<br />
de snelle haas, de trotse pauw, de gulzige<br />
wolf, de domme ezel, de ijverige mier<br />
....<br />
Ook al zie je de plot reeds meters van tevoren<br />
aankomen, de kinderen zien er de<br />
humor van in, wat ook louterend werkt.<br />
Toch spreekt uit de context van het verhaal<br />
steeds een duidelijke boodschap<br />
die je als verteller niet extra in de verf<br />
hoeft te zetten. Moraliteit dwing je immers<br />
niet af of leg je niet op met een<br />
vuistregel. Moraliteit wordt bij het kind<br />
gewekt door zijn eigen inzichten die het<br />
hierin verwerft en die mogelijkheid schep<br />
je door hun gevoelswereld te ‘(ver)vullen’<br />
met verhalen.<br />
Op verschillende manieren krijgen de kinderen<br />
de mogelijkheid om zich met deze<br />
onhebbelijkheden en hartstochten in te<br />
leven en uit te leven, in de vorm van het<br />
navertellen, tekenen, spelen … Het is ook<br />
interessant te zien hoe de kinderen verschillende<br />
details uit het verhaal lichten,<br />
andere accenten leggen.<br />
Tegenover de fabel staat de heiligenlegende.<br />
Deze vertaalt hoe de mens, door<br />
naar volmaaktheid te streven en zijn<br />
eenzijdigheden om te vormen tot een<br />
beheersing, zich kan toewijden om zich<br />
ten dienste op te stellen (heilig komt van<br />
helen). De heilige streeft naar het goede,<br />
het schone en het ware. Dit wekt de eerbiedskrachten<br />
en hiermee reik je een tegenpool<br />
aan waar de kinderen zich aan<br />
kunnen optrekken. De heilige heeft het<br />
dier in zichzelf getemd en overstijgt zijn<br />
eigen menselijke egoïsme.<br />
Moraliseren wordt te snel ‘straffen en<br />
belonen’, afkeuren ... maar dat is voor<br />
een kind niet levendig, daar kàn het weinig<br />
mee. Negatieve gevoelens moeten<br />
niet achtergehouden worden voor kinderen,<br />
maar op een juiste wijze tegenover<br />
elkaar geplaatst worden, dat zet de<br />
moraliteitsontwikkeling in.<br />
Juf Hannelore<br />
37
Verhalen<br />
Van <strong>vertelstof</strong> tot geschiedenis<br />
Aan het begin van dit schooljaar ging de<br />
vierde klas al meteen op kamp. Dit kamp<br />
van drie dagen zou in het teken staan van<br />
de germaanse mythologie en sloot dus<br />
mooi aan bij de <strong>vertelstof</strong> uit klas vier.<br />
Ik was een van de gelukkige ouders die<br />
mee mochten gaan. Met een wagen vol<br />
uitgelaten kinderen en ook met juf Hilde,<br />
reden we naar ons onderkomen voor<br />
drie dagen. Ik vond het best wel spannend.<br />
Hoe zou dat gaan, drie dagen met<br />
elkaar eten, slapen, leven? Het leek me<br />
niet zo evident met al die verschillende,<br />
sterke persoonlijkheden binnen deze<br />
groep.<br />
Dit kwam onder andere tot uiting toen<br />
de kinderen zelf uit een pot een houten<br />
amulet mochten nemen. Op dit amulet<br />
stond de naam die zij drie dagen zouden<br />
dragen tijdens het kamp. Ze konden niet<br />
zien welke naam ze pakten. Eens gepakt,<br />
moesten ze hun naam hardop zeggen.<br />
Zo leerden we allerlei bijzondere namen<br />
kennen. Het ene kind was al meer opge-<br />
38<br />
I M P R E S S I E S U I T D E V I E R D E K L A S<br />
togen over zijn nieuwe naam dan het andere.<br />
Mijn zoon vond de zijne zelfs ronduit<br />
belachelijk, een meisjesnaam! Hij was<br />
heel teleurgesteld. Toch vond er gaandeweg<br />
een acceptatieproces plaats. De<br />
kinderen adopteerden van lieverlee de<br />
nieuwe naam. Dat was heel mooi om<br />
te zien. Veel kinderen gingen te rade bij<br />
Krisje (mama van Imke) want zij had een<br />
lijst met achtergrondinformatie bij al die<br />
mooie namen. En mijn zoon bedacht allerlei<br />
zaken waarvan zijn nieuwe naam zou<br />
kunnen zijn afgeleid. Zo concludeerde hij<br />
dat het uiteindelijk toch wel een stoere<br />
naam was. Vanaf dat moment stelde hij<br />
zich voor onder zijn nieuwe naam.<br />
s‘ Avonds na het eten vlochten de kinderen<br />
een mooi koord voor hun amulet. Ze<br />
hingen het rond hun nek. Er werd niet<br />
meer om de namen gelachen. Het was<br />
gewoon zo.<br />
Susanne Goedemondt<br />
alias Verdandi (mama van Merlijn)<br />
Als juf heb ik echt kunnen ervaren hoe<br />
de driedaagse voor een krachtige dyna-<br />
miek heeft gezorgd bij de aanvang van<br />
de heemkundeperiode over <strong>Antwerpen</strong>.<br />
Zo bracht de fotozoektocht ons op ver-<br />
rassende plekjes. We volgden Viking<br />
Gelmel langs de Mark en gingen op zoek<br />
naar het Gelmelslot. Tijdens de wande-<br />
ling kwamen we ook de broer van An-<br />
toon Van Dyck tegen en de Witheren<br />
van de Sint-Michielsabdij in <strong>Antwerpen</strong>.<br />
Een heleboel fijne herinneringen gaven<br />
ons meteen een ervaringsgerichte ins-<br />
teek. Maar je kon vooral merken dat de<br />
kinderen drie dagen intens hadden sa-<br />
mengeleefd.<br />
Juf Hilde
Verhalen<br />
Van <strong>vertelstof</strong> tot geschiedenis<br />
Hoe de Grieken thuis verderleven<br />
In de 5de klas vertelt juf Lies voornamelijk<br />
verhalen over de Egyptische en Griekse<br />
geschiedenis. In vergelijking met de<br />
vorige jaren, toen er nog geput werd uit<br />
sprookjes, sagen en mythen, ging onze<br />
dochter Zoé aanvankelijk nogal laconiek<br />
om met de verhalen uit de Egyptische<br />
geschiedenis. Ze vond het wel minder<br />
lovenswaardig dat duizenden slaven<br />
werden ingezet om ergens in de woestijn,<br />
en niet eens aan een leuke baai, piramides<br />
te bouwen ter meerdere eer en<br />
glorie van een man die door een speling<br />
van het lot farao was geworden. Ook de<br />
getallensymboliek, waar de kinderen van<br />
mijn klas toen ik zelf op de steinerschool<br />
zat zo onder de indruk van waren, was<br />
tijdens het avondeten deze winter geen<br />
vast onderwerp van gesprek.<br />
Ik herinner mij nog ons enthousiasme<br />
toen bleek dat je via enkele ingewikkelde<br />
berekeningen, waarvan de wiskundige<br />
details me nu even ontschieten, in<br />
het astrale centrum van een piramide,<br />
indien gewenst, een zachtgekookt ei<br />
kon bakken. We vonden het de meest<br />
spitsvondig ontworpen eierkoker ooit en<br />
het wat onhandige formaat werd ruimschoots<br />
goedgemaakt door haar milieuvriendelijke<br />
uitstraling.<br />
Met de verhalen uit de Griekse geschiedenis<br />
voelde ze zich echter meteen veel<br />
meer verbonden. En de wijsheid van de<br />
oude Grieken die juf Lies haar aanreikte<br />
paste ze met veel inlevingsvermogen toe<br />
in ons dagelijks leven. Zoé werd op enkele<br />
maanden tijd veel mondiger en kreeg<br />
binnen de kortste keren de fijne knepen<br />
van de open debatcultuur onder de knie.<br />
De kracht van het woord en de scherpte<br />
van een steekhoudend argument hebben<br />
voor haar geen geheimen meer.<br />
Dankzij de grote Griekse filosofen uit de<br />
oudheid moeten we nu dagelijks urenlang<br />
op het scherp van de snee discussiëren<br />
over wie nu ook weer vandaag, uiteraard<br />
40<br />
rekening houdend met de schrikkeljaren<br />
en de Gregoriaanse kalender, de tafel<br />
moet dekken.<br />
Als papa krijg ik zeker de indruk dat<br />
de verhalen die juf Lies uit 3000 jaar<br />
geschiedenis in de klas meegeeft Zoé<br />
haast dagelijks helpen vormen tot een<br />
persoon die bewuster in het leven staat,<br />
weet waar ze vandaan komt en met<br />
steeds zekerdere tred klaar is om haar<br />
lichte voetafdruk achter te laten in het<br />
wonderlijke verhaal van de menselijke<br />
geschiedenis.<br />
Jo papa van Zoé