Download - Kring Moraal en Filosofie

22
film
Zo bijvoorbeeld golden in de jaren ‘60
Amerikaanse films voor ongeveer 35%
van het aanbod in Europa, terwijl het
vandaag varieert tussen de 80 en 90%.
Ondanks dit relatieve overwicht heeft
Hollywood niet het grootste absolute
gewicht aan films die jaarlijks op de markt
worden gebracht, maar ligt dat overwicht
in India (Bollywood) welke een drievoud
aan films op de markt brengt. De meer
toegankelijke aanpak en het grotere
entertainement gehalte maakt Hollywood
echter de grootste filmindustrie ter
wereld. In de Hollywood cinema primeert
bovendien de Engelse taal die nu éénmaal
meer geglobaliseerd is dan het Hindi in de
Bollywood film.
Er zijn verschillende oorzaken van
deze Amerikaanse dominantie in de
filmindustrie. Die industrie is van bij zijn
ontstaan een tweestrijd geweest tussen
Frankrijk (Georges Méliès en de gebroeders
Lumière) en de Verenigde Staten (Thomas
Edison en William Kennedy Dickson). Op
het eerste zicht leek Frankrijk die strijd
te winnen, maar bij het uitbreken van de
Eerste Wereldoorlog, kaapte de Verenigde
Staten de afzetmarkt van de twee grootste
Europese exporteurs (Italië en Frankrijk),
zijnde Zuid-Amerika en Australië. Omdat
in de jaren ‘20 de Amerikaanse cinema
stilaan de Europese begon te domineren,
voerde men in vele landen een streng
importbeleid in. Niet alleen om de eigen
productie van films te bevorderen,
maar ook om zich te verweren tegen de
invloed van de Amerikaanse cultuur. De
dominantie van de Verenigde Staten is
echter nooit helemaal verdwenen, over
vstn
het waarom daarvan bestaat vandaag nog
veel discussie.
Een mogelijke verklaring en meteen
ook de meest gangbare, stelt dat de
conglomeratie van productiebedrijven de
Amerikaanse filmmarkt bevorderde en
versterkte. Hoewel de eerste filmstudio’s
zich vestigden aan de oostkust van de
VS (New York en New Jersey), moesten
ze al snel andere oorden zoeken omwille
van problemen met het licht (natuurlijk
licht was schaars, kunstmatig ligt was
duur en vaak ook niet haalbaar), wat een
essentieel onderdeel is van filmopnames.
The Golden State bood een oplossing.
Al snel begonnen filmstudio’s zich
te begeven naar California en tegen
midden jaren ‘20 waren de zeven grote
productiebedrijven gevestigd in en rond
Hollywood: 20 th Century Fox, Paramount
Pictures, Warner Bros., Metro-Goldwyn-
Mayer, Universal Pictures, Columbia
Pictures en RKO Pictures. Op deze laatste
na, zijn al deze studio’s (ondertussen
omgedoopt tot productiebedrijven) nog
in werking en blijven ze en masse films
produceren. Doordat de Amerikaanse
cinema zijn Golden Age kende van de
jaren ‘20 tot de jaren ‘40, bouwde ze een
enorm kapitaal op. De studio’s maakten
niet enkel films, maar hadden ook de
controle over de distributie ervan. In de
VS kwamen de meeste films neer op een
break-even, waardoor Europa en de rest
van de wereld zuivere winst opbracht.
De studio’s sloten ook contracten af (die
tegenwoordig illegaal zijn) waarin stond
dat de potentieel meest winstgevende
films enkel in ‘package deals’ konden