OFFICIËLE VOLLEYBAL SPELREGELS R-L ... - SVW Waskemeer
OFFICIËLE VOLLEYBAL SPELREGELS R-L ... - SVW Waskemeer
OFFICIËLE VOLLEYBAL SPELREGELS R-L ... - SVW Waskemeer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>OFFICIËLE</strong> <strong>VOLLEYBAL</strong> <strong>SPELREGELS</strong> R-L<br />
2005-2008<br />
In dit boekje vindt u de meest voorkomende spelregels die gebruikt worden bij de R-L<br />
klasse wedstrijden.<br />
Het boekje is samengesteld door scheidsrechter T. Pieters<br />
Het regiokantoor dankt de heer Pieters voor dit idee.
De belangrijkste volleybalspelregels 2005 - 2008<br />
Hoe wordt volleybal gespeeld?<br />
Volleybal is een teamsport, waarbij twee ploegen, elk van zes spelers, op een veld van 18 x 9 meter tegenover elkaar<br />
staan. Het speelveld is door een middenlijn in tweeën gedeeld. Boven deze lijn is een net opgehangen (herenhoogte 2,43<br />
m, dameshoogte 2,24 m en minihoogte 2,00 m).<br />
De hoogte van het net wordt in het midden van het speelveld gemeten. Boven de twee zijlijnen moet de hoogte precies<br />
gelijk zijn, maar mag niet meer dan 2 cm boven de reglementaire hoogte uitkomen.<br />
Het doel van de spelers is de bal over het net op de grond van de tegenpartij te krijgen.<br />
De rechtsachterspeler brengt door de opslag de bal in het spel. Opslaan mag vanaf ieder gewenst punt achter de<br />
achterlijn. Bij de opslag wordt de bal met één hand geslagen. De bal moet rechtstreeks over het net naar de andere kant<br />
gaan, tussen de antennes door. Elke partij probeert te voorkomen dat de bal in het eigen veld op de grond komt. De<br />
ontvangende partij zal proberen om de bal in het veld van de tegenpartij te spelen. De ploeg mag de bal driemaal spelen.<br />
Je mag de bal maar één keer achter elkaar raken, behalve wanneer je de bal aan het net blokt en wanneer je de eerste bal<br />
speelt, die over het net komt.<br />
Na het blokkeren mag het team de bal nog drie keer spelen. Na een blok mag elke speler, ook als hij tijdens het<br />
blokkeren de bal heeft aangeraakt, deze als eerste weer spelen. De bal blijft in het spel zolang er geen fout wordt<br />
gemaakt. Bijvoorbeeld als de bal niet goed geraakt wordt of de bal tegen de grond komt.<br />
Het team behaalt een punt:<br />
• door de bal met succes in het veld van de tegenstander op de grond te spelen,<br />
• als de tegenstander een fout maakt,<br />
• als de tegenstander een bestraffing heeft gehad.<br />
Een ploeg maakt een fout tijdens een speelactie als zij handelt in strijd met deze spelregels. De scheidsrechters<br />
beoordelen de fouten en bepalen overeenkomstig de regels de te nemen maatregelen.<br />
Als twee of meer fouten na elkaar worden gemaakt, wordt alleen de eerste fout bestraft. Als tegenstanders gelijktijdig<br />
twee of meer fouten maken, wordt dubbelfout gegeven en wordt de rally overgespeeld.<br />
Een rally is de opeenvolging van spelacties vanaf het moment van de opslag totdat de bal uit het spel is. Er wordt<br />
gespeeld volgens het rally-point-systeem. Dit betekent, dat iedere opgeslagen bal een punt oplevert, hetzij voor je eigen,<br />
hetzij voor de tegenpartij.<br />
Als de ploeg aan opslag de rally wint, dan krijgt deze ploeg er een punt bij en behoudt de opslag. Als de partij die de<br />
opslag ontving de rally wint, dan krijgt deze ploeg het recht van opslag èn behaalt daarbij tevens een punt.<br />
Zolang je team blijft scoren, blijft dezelfde persoon opslaan. Maar scoort de tegenpartij, dan mag deze opslaan. Scoort<br />
je eigen team daarna, dan draaien alle spelers van je team één plaats rechtsom door.<br />
De ploeg die het eerst 25 punten behaalt en met ten minste twee punten verschil op de tegenpartij, wint de set. Als het<br />
verschil één punt is, dan wordt netzo lang doorgespeeld tot het verschil 2 punten is (26-24, 27-25, enz). In de 3e en 4e<br />
klasse worden 4 sets gespeeld.<br />
In de 3 e en 4 e klasse wordt er tot 20 punten gespeeld.<br />
Speelveld en attributen<br />
Het speelveld is 18 bij 9 meter. Het veld wordt omlijnd met 5 cm brede lijnen. Deze lijnen behoren bij het veld. Als de<br />
bal op de lijn komt, dan is de bal in! Op iedere speelhelft geeft een aanvalslijn de voorzone aan. Deze aanvalslijn ligt op<br />
3 m van de middenlijn. Tussen het net en de 3 m lijn mag een achterspeler niet afzetten voor een aanval.<br />
De opslagzone is een 9 m brede strook achter de achterlijn. De opslagzone wordt zijdelings begrensd door twee lijntjes,<br />
elk 15 cm lang en, in het verlengde van de<br />
zijlijnen, op 20 cm afstand van de achterlijn<br />
getrokken.<br />
2<br />
De zone voor de spelerswissel strekt zich<br />
uit tussen de denkbeeldig verlengde<br />
aanvalslijnen en de tellerstafel.<br />
Rondom het veld bevindt zich een vrije<br />
zone van maximaal 3 m. In deze ruimte<br />
mag de bal nog gespeeld worden. De vrije<br />
zone wordt begrensd door de spelersbanken.<br />
Van achter de spelersbank mag geen bal
De belangrijkste volleybalspelregels 2005 - 2008<br />
gespeeld worden! Voor de spelersbanken mogen geen tassen of flessen water staan.<br />
Het net is 1 m hoog en 9,5 m lang. Het steekt dus aan beide kanten van het veld iets over. Om de passeerruimte van de<br />
bal aan te geven, worden aan weerskanten boven de zijlijnen antennes aangebracht. De band van de antennes worden<br />
naar binnen toe geplaatst en de antennes staan in lijn met de buitenkant van de zijlijnen. Elke antenne steekt 80 cm<br />
boven het net uit.<br />
De ronde bal heeft een omtrek van 65 à 65 cm, hij weegt 260 à 280 g en heeft een spanning van 294,3 – 318,82 mbar<br />
(dat is niet zo hard).<br />
Rechten en plichten van spelers en coach<br />
Alleen de spelers die op het wedstrijdformulier staan vermeld, kunnen aan de wedstrijd deelnemen. Kom je te laat, maar<br />
sta je wel genoteerd, dan mag je pas in de set ná je komst meespelen. Je moet je wel eerst melden bij de scheidsrechter.<br />
De kleding van de spelers moet gelijk zijn, schoon en van dezelfde kleur. De kleding bestaat uit een shirt en een<br />
broekje. Het shirt moet voorzien zijn van borstnummers (minstens 15 cm hoog) en rugnummers (minstens 20 cm hoog).<br />
De breedte van de cijfers moet minimaal 2 cm zijn.<br />
Om ongelukken te voorkomen mag je beslist geen sierraden, spelden, armbanden e.d. dragen. Verzamel deze in één tas,<br />
of misschien nog beter: laat ze thuis! Ringen die niet afkunnen, moeten worden afgeplakt met tape.<br />
Bij lang haar is het verstandig een staart of haarband te dragen, géén speldjes met punten eraan.<br />
Je mag voor eigen risico een bril of contactlenzen dragen.<br />
De spelers moeten de spelregels kennen en ze strikt nakomen. Je behoort de beslissingen van de scheidsrechter sportief<br />
te aanvaarden. Dat kan niet altijd even gemakkelijk zijn.<br />
Tijdens het spel behoor je je behoorlijk te gedragen. Dus geen gemene opmerkingen aan het adres van de tegenpartij, de<br />
scheidsrechter of je medespelers. De aanvoerder en de coach zijn verantwoordelijk voor het gedrag en de discipline van<br />
de spelers.<br />
Voor de wedstrijd vult de coach of de aanvoerder het wedstrijdformulier in. De aanvoerder kiest na de toss opslag of<br />
veld.<br />
De aanvoerder mag ook verzoeken en vragen van de spelers aan de scheidsrechter(s) overbrengen. Na de wedstrijd<br />
bedankt de aanvoerder de scheidsrechter en tekent ná controle van de uitslag het wedstrijdformulier.<br />
Als de aanvoerder wordt gewisseld, dan moet de coach of de aanvoerder zelf een spelende vervanger aanwijzen.<br />
Tijdens de gehele wedstrijd leidt de coach het spel van zijn ploeg buiten het speelveld. Hij kiest de beginopstellingen en<br />
de spelerswissels en vraagt time-outs aan. Hij vraagt de wissels en de time-outs aan bij de tweede scheidsrechter. Voor<br />
elke nieuwe set moet de coach een ingevulde en ondertekend opstellingsbriefje aan de teller of de tweede scheidsrechter<br />
overhandigen.<br />
Als je team geen aparte coach heeft, dan mag de aanvoerder ook als coach optreden mits:<br />
• hij dit voor de wedstrijd aan de eerste scheidsrechter meedeelt;<br />
• hij als coach èn als speler op het wedstrijdformulier staat<br />
De coach moet op de spelersbank zo dicht mogelijk bij de teller zitten. Hij geeft in de time-outs en tijdens de pauzes<br />
tussen de sets aanwijzingen.<br />
De coach en de wisselspelers mogen ook tijdens het spel vanaf de bank aanwijzingen geven aan de spelers. De coach<br />
mag lopen in de vrije zone vanaf het verlengde van de aanvalslijn tot de achterlijn en hij mag daar aanwijzingen geven.<br />
3
De belangrijkste volleybalspelregels 2005 - 2008<br />
Voorbereiding en verloop van de wedstrijd<br />
Met minder dan 6 spelers mag je niet spelen, d.w.z. er moet met 6 spelers worden gestart. In de 3 e en 4 e klasse kan met<br />
5 spelers verder worden gespeeld als een speler door een blessure of een maatregel niet verder kan spelen.<br />
Je mag 5 minuten voor de wedstrijd inspelen (soms langer). Maak hiervan gebruik om spierblessures te voorkomen.<br />
Ook voor een wissel is het van belang dat je opgewarmd bent.<br />
Ten aanzien van de opstelling van de spelers in het veld bij de opslag geldt het volgende.<br />
• De voorkant van de voorste voet van bijvoorbeeld de midvoorspeelster moet dichter bij de middenlijn zijn dan de<br />
voorkant van de voorste voet van de midachterspeler. Dus de midachterspeler mag niet voor de midvoorspeler<br />
staan!<br />
De linksachterspeler mag niet voor de linksvoorspeler staan!<br />
De rechtsachterspeler mag niet voor de rechtsvoorspeler staan!<br />
• De rechterkant van de meest rechtse voet van de rechtsvoor moet<br />
dichter bij de rechterzijlijn zijn dan de rechterkant van de meest<br />
rechtse voet van de midvoor. Dus de midvoorspeler mag niet<br />
rechts van de rechtvoorspeler staan!<br />
De linksvoorspeler mag niet rechts van de midvoorspeler staan!<br />
• De linkerkant van de meest linker voet van de linksvoor moet<br />
dichter bij de linkerzijlijn zijn dan de linkerkant van de meest linker<br />
voet van de midvoor. Dus de midvoorspeler mag niet links van de<br />
linksvoorspeler staan!<br />
De rechtsvoorspeler mag niet links van de midvoorspeler staan!<br />
• De vorige punten gelden ook voor de achterspelers.<br />
Tijdens de opslag mag je dus niet voor jouw voorspeler in lijn (of achter<br />
jouw achterspeler in lijn), niet links van jouw linker medespeler in lijn<br />
en niet rechts van jouw rechterspeler in lijn staan.<br />
Een veel voorkomende opstellingsfout bij ploegen met een vaste spelverdeler op midvoor is de volgende. De<br />
spelverdeler (op de links-of rechtsvoor) zal na de opslag naar het midden gaan; de midvoor gaat dan naar links of rechts<br />
om aan te vallen. Maar eerst moet er gepast worden. Op het moment van opslag staat de midvoor dan wel eens achter de<br />
midachter. Het gebeurt ook wel dat de midachter snel een stapje naar voren doet om de serve beter te passen.<br />
Als de vaste spelverdeler steeds naar rechts gaat om de setup te geven, dan gebeurt het ook regelmatig dat de midvoor<br />
achter de midachter staat!<br />
Bij het doordraaien maakt het team een opstellingsfout als de opslag niet volgens opslagvolgorde wordt uitgevoerd.<br />
Per ploeg en per set zijn maximaal twee time-outs en twee spelerswisselingen per wisselspeler toegestaan. De time-out<br />
moet worden aangevraagd met het T-symbool.<br />
Een time-out duurt 30 seconden, vanaf het moment van aanvragen. Als je na het einde van een time-out treuzelt, kan de<br />
scheidsrechter jullie team een time-out opleggen. Tijdens de time-out moeten de veldspelers in de vrije zone bij de<br />
spelersbank staan.<br />
Bij een ongeval wordt het spel stopgezet. Als de speler niet verder kan spelen, moet hij vervangen worden. Als er geen<br />
vervanging mogelijk is, dan wordt een pauze van 3 minuten ingelast. Als de geblesseerde speler niet verder kan spelen,<br />
dan is de ploeg onvolledig! Zorg daarom altijd voor minstens één wisselspeler bij jouw team. Als een speler het veld<br />
wordt uitgestuurd, dan mag hij alleen reglementair worden gewisseld. Als dat niet mogelijk is, dan hebben jullie de<br />
lopende set verloren.<br />
Een spelerswisseling mag alleen worden aangevraagd als het spel stil ligt en vóórdat het fluitsignaal voor de opslag is<br />
gegeven.<br />
Voorwaarden voor een spelerswisseling:<br />
1 Een speler uit de beginopstelling mag één keer het veld verlaten en alleen op zijn oorspronkelijke plaats terugkeren.<br />
2 Een wisselspeler mag éénmaal per set worden ingewisseld.<br />
3 Op het moment van aanvraag voor een wissel moet de wisselspeler in speelkleding aan de zijkant van het veld<br />
tussen de middenlijn en de 3-meter-lijn klaar staan.<br />
Als de wissel niet klaar staat, dan krijgt je ploeg een verplichte time-out!<br />
Tussen de sets is er een pauze van ten hoogste 2 minuten. Dan moet de veldwisseling plaatsvinden.<br />
4
De belangrijkste volleybalspelregels 2005 - 2008<br />
Spelhandelingen en fouten<br />
De opslag gebeurt met één hand of een deel van de arm. De bal mag slechts éénmaal worden opgegooid om te serveren.<br />
Stuiteren van de bal of de bal bewegen in de handen is toegestaan. Als je de bal uit je handen laat vallen, dan telt dit als<br />
een foute opslag. Op het moment van raken van de bal mag de serveerder geen contact met de achterlijn hebben. De<br />
serveerder moet binnen acht seconden na het fluitsignaal de bal slaan.<br />
De bal mag bij de opslag het net raken.<br />
De spelers van de ploeg aan opslag mogen de serveerder en de baan van de bal niet door een zogenaamd scherm aan het<br />
gezicht van de tegenstanders onttrekken.<br />
Je maakt een persoonlijk scherm als je op het moment<br />
van opslag de aandacht van de tegenstanders trekt. Als ploeg maak je een<br />
groepsscherm, als de serveerder die door twee of meer medespelers aan het<br />
gezicht wordt onttrokken over hen heen in de richting van de tegenpartij<br />
opslaat.<br />
Elke ploeg heeft het recht de bal ten hoogste driemaal aan te raken. Het aanraken door het blok telt<br />
hierbij niet mee. Als blokkeerder mag je de bal tweemaal achter elkaar raken. Bij het voor de eerste maal spelen door de<br />
ploeg mag de bal achtereenvolgens verschillende delen van het lichaam raken, mits deze contacten gedurende één actie<br />
plaatsvinden.<br />
De bal mag ieder deel van het lichaam raken, als dit maar gelijktijdig en kort gebeurt.<br />
Fouten:<br />
Type fout handeling Teken scheidsrechter<br />
twee maal<br />
spelen<br />
een gedragen<br />
bal<br />
vier keer<br />
spelen<br />
De bal wordt niet in een actie<br />
tweemaal achter elkaar door het<br />
lichaam geraakt.<br />
De bal wordt vastgehouden (tillen,<br />
duwen, dragen of gooien); de bal<br />
weerkaatst niet.<br />
De ploeg speelt de bal viermaal.<br />
touché De bal wordt aangeraakt en gaat<br />
daarna uit.<br />
bal ‘in’ De bal komt in het speelveld op de<br />
grond.<br />
5
De belangrijkste volleybalspelregels 2005 - 2008<br />
Type fout handeling Teken scheidsrechter<br />
bal ‘uit’ De bal raakt buiten het speelveld<br />
grond, muur, wand of plafond.<br />
De bal moet tussen de antennes door over het net worden gespeeld. Je mag tijdens het blokkeren de bal boven het net en<br />
in de speelruimte van de tegenpartij aanraken, als je de tegenstander voor of tijdens zijn spel niet hindert. Je mag de bal<br />
dus niet voor of tijdens de aanvalsslag van de tegenstander in de speelruimte van de tegenstander raken.<br />
Bij de aanval mag de aanvaller geen bal slaan, die zich in de speelruimte van de tegenpartij bevindt. Na de aanvalsslag<br />
mag de hand over het net komen, mits het contact met de bal in de eigen speelruimte heeft plaatsgevonden.<br />
Het aanraken van het net of de antenne is niet fout, tenzij je het net of de antenne aanraakt tijdens het spelen van de bal<br />
of het aanraken het spel beïnvloedt. Sommige speelacties zijn acties waarbij de speler de bal niet echt aanraakt. Als je<br />
de bal gespeeld hebt, dan mag je daarna de spandraden of de paal aanraken, als dit het spel op geen enkele wijze<br />
beïnvloedt.<br />
Je mag, met welk deel van het lichaam dan ook, onder het net in de speelruimte van de tegenpartij komen. Als je hierbij<br />
een tegenspeler raakt en niet hindert, dan is dat niet fout.<br />
Je mag alleen met je voeten het veld van de tegenpartij aanraken, mits er maar een deel van de voet in contact met of<br />
boven de middenlijn blijft. Het aanraken van het veld van de tegenpartij met een<br />
ander lichaamsdeel is verboden.<br />
Met uitzondering van de opslag en het blok worden alle handelingen die de bal naar<br />
het veld van de tegenpartij doen gaan, als aanvalsslag aangemerkt. Bij een aanvalsslag<br />
mag de bal met de vingertoppen worden geplaatst, mits de aanraking kort is en de bal<br />
niet wordt gevangen of gegooid.<br />
Een voorspeler mag op elke hoogte een aanvalsslag voltooien.<br />
Een achterspeler mag van achter de voorzone op elke hoogte een aanvalsslag<br />
voltooien. Bij zijn afzet mag (mogen) zijn voet(en) de aanvalslijn of het verlengde<br />
ervan niet aanraken of overschrijden.<br />
6
De belangrijkste volleybalspelregels 2005 - 2008<br />
Een achterspeler mag vanuit de voorzone (van net tot 3 meter lijn)<br />
eveneens een aanvalsslag uitvoeren indien, op het moment van raken<br />
de bal niet geheel boven nethoogte is.<br />
Geen van de spelers mag vanuit de voorzone of het verlengde ervan<br />
een aanvalsslag uitvoeren op een door de tegenpartij opgeslagen bal<br />
als, op het moment van raken ervan, de bal geheel boven nethoogte is.<br />
Het blokkeren over het net is toegestaan, als de bal wordt geraakt,<br />
nadat de tegenstander zijn aanval heeft uitgevoerd. Onder blokkeren<br />
wordt verstaan een handeling waarbij een speler één of beide handen<br />
dicht bij het net boven de netrandhoogte brengt. Het blokkeren is alleen toegestaan aan de voorspelers.<br />
De opslag van de tegenpartij mag niet worden geblokkeerd.<br />
WANGEDRAG<br />
De vereniging is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken bij thuiswedstrijden. In geval van wangedrag door<br />
niet-NeVoBo-leden wordt de vereniging verantwoordelijk gesteld.<br />
De deelnemers moeten de "Officiële spelregels Volleybal" kennen en ze strikt nakomen.<br />
De deelnemers moeten de beslissingen van de scheidsrechters sportief aanvaarden, zonder daarover in discussie te gaan.<br />
De deelnemers moeten zich onthouden van handelingen en gedragingen die tot doel hebben de beslissingen van de<br />
scheidsrechters te beïnvloeden of fouten van hun ploeg te verbergen.<br />
De deelnemers moeten zich respectvol èn in de geest van "fair play" gedragen, niet alleen jegens de scheidsrechters,<br />
maar ook jegens andere officials, de tegenpartij, ploeggenoten en toeschouwers.<br />
Het is de taak van de eerste scheidsrechter te voorkomen dat er aan de ploegen maatregelen moeten worden opgelegd.<br />
Dit doet hij door het geven van een waarschuwing (mondeling of door een teken met de hand) aan een individuele<br />
speler van de ploeg of aan de gehele ploeg via de aanvoerder. Deze waarschuwing heeft geen onmiddellijke gevolgen.<br />
Incorrect gedrag door een lid van een ploeg jegens officials, tegenstanders, ploeggenoten of toeschouwers wordt,<br />
afhankelijk van de ernst ervan, in drie groepen onderverdeeld:<br />
1 onbehoorlijk gedrag: handelingen tegen de goede manieren of tegen de morele beginselen of blijk geven van<br />
minachting.<br />
2 beledigend gedrag: lasterlijke en beledigende woorden en / of gebaren.<br />
3 agressief gedrag: lichamelijk aanval of doelbewuste agressie.<br />
Als je je onbehoorlijk gedraagt, dan kan dit allerlei nare gevolgen hebben; niet alleen voor jezelf maar ook voor je team<br />
en de vereniging.<br />
Tabel van maatregelen bij wangedrag en spelophouden<br />
Wangedrag aantal malen maatregel kaarten gevolgen<br />
Spel 1<br />
ophouden<br />
e maal waarschuwin<br />
vermelding op het<br />
g voor<br />
spelophouden<br />
wedstrijdformulier<br />
tweede maal bestraffing geel als bij verlies van een<br />
voor<br />
spelophouden<br />
rally<br />
Onbehoorlijk eerste maal bestraffing geel als bij verlies van een<br />
gedrag<br />
rally<br />
2 e maal door uit veld rood voor duur set uit veld<br />
dezelfde<br />
speler<br />
sturen<br />
blijven<br />
3 e maal door diskwalificati geel en voor duur wedstrijd<br />
dezelfde e<br />
rood in speelruimte verlaten<br />
speler<br />
één hand<br />
Beledigend 1<br />
gedrag<br />
e maal uit veld rood voor duur set uit veld<br />
zenden<br />
blijven<br />
2 e maal door uitsluiting geel en voor duur wedstrijd<br />
dezelfde<br />
rood in speelruimte verlaten<br />
speler<br />
één hand<br />
Agressief 1 e maal uitsluiting geel en voor duur wedstrijd<br />
7
De belangrijkste volleybalspelregels 2005 - 2008<br />
gedrag rood in<br />
één hand<br />
speelruimte verlaten<br />
RICHTLIJNEN VOOR DE BEGINNENDE SCHEIDSRECHTER.<br />
1. Zorg dat je op tijd bent 30 tot 15 minuten voor de aanvangstijd van de wedstrijd.<br />
2. Meld je bij de zaalleiding en teken het halverslag.<br />
3. Kijk of het wedstrijdformulier is ingevuld ( dit moet 15 min. voor de aanvangstijd ) en vraag de betreffende<br />
teams het formulier in te vullen.<br />
4. Kijk of alle namen en nummers corresponderen met de spelerskaarten, de namen moeten op<br />
rugnummervolgorde worden ingevuld en het rugnummer van de aanvoerder(ster) moet omcirkeld zijn. Bij een<br />
fout een paraaf zetten.<br />
5. Indien iemand geen spelerskaart heeft,vraag dan naar een legitimatie, vul bij opmerkingen in: naam van de<br />
speler(ster) geboorte datum en laat aanvoerder(ster) en eerste scheidsrechter dit ondertekenen.<br />
6. Vul op het formulier je naam en vereniging in.<br />
7. Zodra het veld vrij is ga je er naar toe en controleer of de spelers(sters) van de thuis spelende ploeg het veld<br />
goed hebben opgebouwd. Net hoogte ( 243 of 224 cm) en de banken tussen de drie meterlijn en de achterlijn<br />
.Laat de spelers(sters) inspelen en 10 minuten voor de aanvangstijd tossen. Geef de gasten hoofd en de<br />
thuisploeg munt en laat inslaan ( twee keer drie minuten en één minuut serveren). Maak afspraken met je<br />
collega.<br />
8. Controleer of er geen spelers(sters) zijn die sieraden dragen, deze moeten af. Halskettingen kunnen gevaarlijk<br />
zijn bij het net en oorringetjes moeten met tape worden afgeplakt. Denk ook aan ringen.<br />
9. Het dragen van een hoofddoekje is niet toegestaan, tenzij dit uit geloofsovertuiging is<br />
10. Voor dat je fluit voor de aanvang van de eerste set kijk of alle waterflessen op of achter de bank staan, wissels<br />
op de bank zitten, de teller(ster) vooraan zit en de coach als hij(zij) zit vooraan op de bank zit direct naast de<br />
teller(ster). De coach mag de bank verlaten en mag zich(haar) tussen de driemeter en achterlijn bevinden.<br />
DE COACH MAG NOOIT IN HET VELD KOMEN.<br />
11. Time out en wissels moeten tijdig worden aangevraagd en de wissel moet klaar staan dus trainingspak uit. Is<br />
dit niet het geval de wissel weigeren.<br />
12. Na afloop van de set spelers(sters) op de achterlijn en op teken van de eerste scheidsrechter van veld wisselen.<br />
13. Na afloop van de laatste set wordt geacht dat de aanvoerder(ster) de scheids bedankt.<br />
14. Laat beide aanvoerders en de teller(ster) het formulier tekenen en controleer of alles goed is ingevuld, kijk of<br />
de setstanden en uitslag goed zijn ingevuld, zet indien nodig je paraaf en teken het formulier.<br />
15. Geef de uitspelende ploeg het tweede formulier en de thuisspelende het derde.<br />
16. lever het witte wedstrijd formulier in bij de zaalleiding.<br />
DENK NOG EVEN EN HET VOLGENDE:<br />
1. fluit rustig (1-2-3) en geef alle benodigde tekens kalm één keer aan.<br />
2. Alleen de veldaanvoerder(ster) mag bij jouw komen om uitleg te vragen over jouw beslissing. Let wel ze<br />
mogen niet protesteren over jouw beslissing.<br />
3. Geef alleen kaarten als dit echt nodig is, waarschuw één keer en behoud je waardigheid en objectiviteit.<br />
4. Hou altijd goed oogcontact met je collega.<br />
De eerste scheidsrechter fluit voor:<br />
Opslag, twee keer spelen, vier keer spelen, dragen,lijnfouten ( zoals in uit aanvallende achterspeler(ster)<br />
blokkerende achterspeler(ster),netfouten,spelen over het net de bal te laat opslaan,schermen, opstellingsfout(<br />
serverende ploeg) en einde set.<br />
De tweede scheidsrechter fluit voor:<br />
Time out,wisselen,opstellingsfout (ontvangende ploeg), lijnfouten onder het net en in overleg met de eerste<br />
scheidsrechter eventueel aanvallende en blokkerende achterspeler(ster) bal buiten de antenne( aan jouw zijde) en<br />
netfouten.<br />
8