15.09.2013 Views

1979 Kinderversjes en liederen - Zeeuwse Dialect

1979 Kinderversjes en liederen - Zeeuwse Dialect

1979 Kinderversjes en liederen - Zeeuwse Dialect

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Kinderversjes</strong> <strong>en</strong> volkslieder<strong>en</strong> uit Zeeland<br />

door<br />

E.J. van d<strong>en</strong> Broecke-de Man<br />

sam<strong>en</strong> met<br />

Drs. J.H. Kluiver<br />

<strong>en</strong><br />

B. Oele<br />

Uitgegev<strong>en</strong> door de Zeeuwsche Vere<strong>en</strong>iging voor <strong>Dialect</strong>onderzoek te Middelburg<br />

ter geleg<strong>en</strong>heid van haar 50-jarig jubileum 1929-<strong>1979</strong>


Componist<strong>en</strong> <strong>en</strong> tekstschrijvers van nu, die eig<strong>en</strong> werk afstond<strong>en</strong>, door ons dankbaar<br />

aanvaard:<br />

Componist<strong>en</strong>:<br />

Mevr. Marie Cecile Moerdijk<br />

Cor Schijve<br />

W.L. Harthoorn<br />

Adr. Kousemaker<br />

Evert Heyblok<br />

Le<strong>en</strong> de Broekert<br />

Bram Beekman<br />

Engel Reynhoudt<br />

Tekstschrijvers( sters):<br />

Dr. Tjaard W.R. de Haan<br />

Mevr. D.K. Soldaat-Poortvliet<br />

Mevr. L. Huisman-Griep<br />

Mevr. A. Wiebr<strong>en</strong>s-Beekman


VOORWOORD<br />

Anna sto<strong>en</strong>g te wachte...<br />

Het is misschi<strong>en</strong> teveel gezegd te stell<strong>en</strong>, dat we op dit <strong>Zeeuwse</strong> lieder<strong>en</strong>boek<br />

stond<strong>en</strong> te wacht<strong>en</strong>, maar nu het er e<strong>en</strong>maal is mog<strong>en</strong> we toch zegg<strong>en</strong>: hadd<strong>en</strong> we<br />

het maar eerder gehad. Als kind hebb<strong>en</strong> we al medelijd<strong>en</strong> gehad met Jan, die dan<br />

wel e<strong>en</strong> smeerlap was, maar toch niet verdi<strong>en</strong>de, door Anna met e<strong>en</strong> dikke stok op<br />

z'n kop geslag<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. Wij zong<strong>en</strong>, dat to<strong>en</strong> de bur<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> er niks aan de<br />

hand was, maar in het boek lez<strong>en</strong> we, dat Jan al van kant was.<br />

M<strong>en</strong> kan zich afvrag<strong>en</strong> of dit boek past bij e<strong>en</strong> jubileumviering van e<strong>en</strong> respectabele<br />

vijftigjarige, die met e<strong>en</strong> zesde druk van het Woord<strong>en</strong>boek op e<strong>en</strong> goede staat van<br />

di<strong>en</strong>st kan terugzi<strong>en</strong>.<br />

Onder de doelstelling<strong>en</strong> van de officieel in 1929 opgerichte Zeeuwsche Vere<strong>en</strong>iging<br />

voor <strong>Dialect</strong>onderzoek kunn<strong>en</strong> we o.a. lez<strong>en</strong>: het bevorder<strong>en</strong> der uitgave van<br />

geschrift<strong>en</strong>, betrekking hebb<strong>en</strong>de op of geschrev<strong>en</strong> in de <strong>Zeeuwse</strong> dialect<strong>en</strong>. Nu,<br />

aan deze omschrijving voldoet het lieder<strong>en</strong>boek geheel.<br />

"Ge<strong>en</strong> dierder plek voor ons op aard", kunn<strong>en</strong> we ook in de bundel vind<strong>en</strong> - het<br />

<strong>Zeeuwse</strong> volkslied - met in het tweede couplet:<br />

"Waarvan in de historiebla<strong>en</strong><br />

De Everts<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bankerts staan,<br />

Dat immer hoog in eere houdt<br />

De onverschrokk<strong>en</strong> Naerebout''.<br />

Het is wat deftig gezegd, heel anders dan in e<strong>en</strong> andere versie van e<strong>en</strong> Zeeuws<br />

volkslied:<br />

"Waer de Everts<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bankerts,<br />

Jöös de Moor <strong>en</strong> Bestevaer,<br />

Zêêlands naem <strong>en</strong> roem ver'öögd<strong>en</strong><br />

Op de zêê mit döödsgevaer,<br />

Daer is 't land, dat ons ewrocht ên<br />

Daer is 't land dat God bewaer".<br />

In de tijd dat het <strong>Zeeuwse</strong> volkslied ontstond - 1919 - was er sprake van e<strong>en</strong><br />

groei<strong>en</strong>d Zeeuws besef, maar het volkslied appelleerde minder op dat besef dan de<br />

Zeeuws-Vlaamse hymne: "Waar e<strong>en</strong>s 't gekrijs der meeuw<strong>en</strong>", dat nog uit volle<br />

borst gezong<strong>en</strong> wordt. Veel gemoedelijker, veel "hartelijker" klinkt daar:<br />

"Daar klinkt de echte landstaal,<br />

Geleerd uit moeders mond,<br />

E<strong>en</strong>voudig, zonder omhaal,<br />

Goed Zeeuwsch <strong>en</strong> dus goed rond".<br />

Dat <strong>Zeeuwse</strong> besef groeide in de jar<strong>en</strong> twintig. In 1928 word<strong>en</strong> oudheidkundige<br />

ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> gesticht: in Oost Zeeuwsch-Vlaander<strong>en</strong>, op de Beveland<strong>en</strong>, op<br />

Schouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> Duiveland, terwijl ook e<strong>en</strong> groep jonger<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>Zeeuwse</strong> dialect<strong>en</strong>ver<strong>en</strong>iging<br />

oprichtte, die in 1929 officiële erk<strong>en</strong>ning kreeg met statut<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> jaar<br />

later. Merkwaardig g<strong>en</strong>oeg telt m<strong>en</strong> in die vijftig jar<strong>en</strong> maar twee secretariss<strong>en</strong>:<br />

mevrouw dr. H.C.M. Ghijs<strong>en</strong> <strong>en</strong> mevrouw E.J. van d<strong>en</strong> Broecke-de Man. Mevrouw<br />

van d<strong>en</strong> Broecke is e<strong>en</strong> waardig opvolgster van dr. Ghijs<strong>en</strong>, die in 1976<br />

overleed. Beid<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> de ziel van de Ver<strong>en</strong>iging word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd. Wanneer we<br />

thans over e<strong>en</strong> bloeiperiode sprek<strong>en</strong> is dit te dank<strong>en</strong> aan onze tweede secretaris in<br />

successie aan wie wij in korte tijd de sam<strong>en</strong>stelling van het werk "<strong>Dialect</strong> in West<br />

Zeeuwsch-Vlaander<strong>en</strong>" <strong>en</strong> dit liedjesboek te dank<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Werk<strong>en</strong> als deze zijn<br />

de product<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werking van vel<strong>en</strong>, die Zeeland <strong>en</strong> de <strong>Zeeuwse</strong> tongval e<strong>en</strong><br />

goed hart toedrag<strong>en</strong>. Mog<strong>en</strong> wij ook thans sprek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>d Zeeuws besef,<br />

of is dit ook teveel gezegd <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we beter zegg<strong>en</strong>: Utemetuut, m'n liedje is uut?<br />

M.P. de Bruin<br />

Voorzitter van de<br />

Zeeuwsche Vere<strong>en</strong>iging voor <strong>Dialect</strong>onderzoek


VERANTWOORDING<br />

De <strong>Zeeuwse</strong> Ver<strong>en</strong>iging voor <strong>Dialect</strong><strong>en</strong>onderzoek wilde bij de viering van haar<br />

50-jarig bestaan, zo veel mogelijk, jong <strong>en</strong> oud betrekk<strong>en</strong>, uit alle del<strong>en</strong> van Zeeland<br />

<strong>en</strong> Goeree-Overflakkee. Het in 1977 begonn<strong>en</strong> onderzoek naar oude <strong>Zeeuwse</strong><br />

kinderliedjes, kon word<strong>en</strong> uitgebreid: van kindervers tot volkslied; <strong>en</strong> dan "volks"<br />

in de ruimste zin van het woord: van het volk, voor het volk.<br />

Door onze, van origine, <strong>Zeeuwse</strong> Volksliedzangeres, Mevrouw Marie Cécile<br />

Moerdijk, Direkteur van de Nederlandse Ver<strong>en</strong>iging voor Volkszang, werd <strong>en</strong>thousiast<br />

alle medewerking toegezegd, mete<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer welkome persoonlijke bijdrage<br />

gezond<strong>en</strong>, waarbij twee lieder<strong>en</strong> met tekst van Dr. Tjaard W.R. de Haan. Vel<strong>en</strong><br />

volgd<strong>en</strong> dit voorbeeld. M<strong>en</strong>ig, per brief ontvang<strong>en</strong>, of via de telefoon toegezong<strong>en</strong><br />

liedje, werd later op de band vastgelegd.<br />

Ons bestuurslid Drs. J.H. Kluiver zocht bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> in het Volksliedarchief van het<br />

"Instituut voor <strong>Dialect</strong>ologie, Volkskunde <strong>en</strong> Naamkunde" te Amsterdam, alles<br />

op, wat van <strong>Zeeuwse</strong> herkomst was, <strong>en</strong> waarvan wij, in overleg met de bureauleider<br />

Ate Doornbosch, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s gebruik mocht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Veel bleek overe<strong>en</strong> te stemm<strong>en</strong>,<br />

of gelijk<strong>en</strong>is te verton<strong>en</strong> met wat ons via mondelinge overlevering bereikte.<br />

Ook in andere archiev<strong>en</strong> werd belangrijk materiaal gevond<strong>en</strong>, met prettige medewerking<br />

van o.a. de heer K.R. van Leerdam van het Administratief Di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>c<strong>en</strong>trum<br />

Midd<strong>en</strong>-Zeeland, betreff<strong>en</strong>de het Archief J. A. Hubrechtse; van de heer P.J.<br />

Aarss<strong>en</strong> van het Docum<strong>en</strong>tatiec<strong>en</strong>trum Zeeuws Deltagebied, waaronder ook de<br />

collectie Altorffer ressorteert; van de dames van de Muziekbibliotheek <strong>en</strong> van Ir.<br />

A. Louwerse, die e<strong>en</strong> studie maakte van e<strong>en</strong> paar honderd, in Westkapelle, nog<br />

altijd-vooral-op-bruiloft<strong>en</strong>-gezong<strong>en</strong> volksliedjes, die m<strong>en</strong> smartlapp<strong>en</strong> pleegt te<br />

noem<strong>en</strong>, <strong>en</strong> waaraan mogelijk, ook onzerzijds later e<strong>en</strong>s extra aandacht kan word<strong>en</strong><br />

geschonk<strong>en</strong>, hoewel er ge<strong>en</strong> woord dialect in voorkomt. Dit geldt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />

voor de vele-couplett<strong>en</strong>-tell<strong>en</strong>de <strong>Zeeuwse</strong> volksballad<strong>en</strong>, zoals "Roosje" van<br />

Jacobus Bellamy, waarvan we e<strong>en</strong> dialect-vertaling bezitt<strong>en</strong>. Het geldt ook voor de<br />

zog<strong>en</strong>aamde "c<strong>en</strong>tspr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de, in de vorige eeuw, in dichtvorm gegot<strong>en</strong><br />

moord verhal<strong>en</strong>, die, meestal op bek<strong>en</strong>de wijz<strong>en</strong>, aan de deur gezong<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in druk<br />

verkocht werd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> die ev<strong>en</strong>min als de lange geleg<strong>en</strong>heidsverz<strong>en</strong> bij provinciale<br />

<strong>en</strong> plaatselijke gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>, in deze bundel past<strong>en</strong>.<br />

Intuss<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> mogelijk hier of daar nog oude liedjes bek<strong>en</strong>d zijn, die wel opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

hadd<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, doch ons niet bereikt<strong>en</strong>. Die word<strong>en</strong> alsnog gaarne op<br />

ons secretariaat ontvang<strong>en</strong> <strong>en</strong> in ons bulletin doorgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> becomm<strong>en</strong>tarieerd.<br />

E<strong>en</strong> aantal van de toegezond<strong>en</strong> kinderversjes, vooral speelliedjes, behoord<strong>en</strong> tot<br />

het algeme<strong>en</strong> Nederlands repertoire. Ze werd<strong>en</strong> ook zo Nederlands mogelijk<br />

gezong<strong>en</strong>; andere gav<strong>en</strong> e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gelmoes van dialect <strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> beschaafd Nederlands.<br />

Wij nam<strong>en</strong> daarvan alle<strong>en</strong> datg<strong>en</strong>e op, waarin we iets specifiek Zeeuws<br />

me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te ontdekk<strong>en</strong>. Voorts naast de echte dialectliedjes: het Zeeuws volkslied,<br />

plaatselijke <strong>en</strong> streek-volkslieder<strong>en</strong>, <strong>en</strong> <strong>en</strong>ige verz<strong>en</strong>, waarin, soms ook in Nederlandse<br />

bewoording<strong>en</strong>, eig<strong>en</strong> provincie, streek of woonplaats wordt bezong<strong>en</strong>, of<br />

iets, dat daarmee op <strong>en</strong>igerlei wijze in verband staat.<br />

Enkele tekst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>, op ons verzoek, van e<strong>en</strong> melodie voorzi<strong>en</strong>, door <strong>Zeeuwse</strong><br />

componist<strong>en</strong> van nu, die, naar wij me<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, in dit liedboek ook, zoveel mogelijk,<br />

verteg<strong>en</strong>woordigd moest<strong>en</strong> zijn.<br />

Leerling<strong>en</strong> van basisschol<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, onder leiding van hun leerkracht<strong>en</strong>, in tek<strong>en</strong>ing<br />

weergegev<strong>en</strong>, hoe zij de inhoud van e<strong>en</strong> in hun woonplaats of streek gesignaleerd<br />

liedje opvatt<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> jury, bestaande uit Mevrouw L. Binkhorst <strong>en</strong> de heer<br />

H.G.J. de Meij zocht<strong>en</strong> daarvan ruim 80 stuks uit, die het meest in aanmerking<br />

kwam<strong>en</strong> voor de illustratie van ons jubileumboek.<br />

Bij elke geplaatste tek<strong>en</strong>ing vindt m<strong>en</strong> in de marge: de naam, leeftijd <strong>en</strong> woonplaats


van deg<strong>en</strong>e, die ze maakte. Dan volg<strong>en</strong> de nam<strong>en</strong> van tekstschrijver <strong>en</strong> componist<br />

van het bijbehor<strong>en</strong>de liedje, voorzover bek<strong>en</strong>d, b<strong>en</strong>ev<strong>en</strong>s de ev<strong>en</strong>tuele uitgever,<br />

die toestemming gaf voor overname, waarvoor we zeer erk<strong>en</strong>telijk zijn.<br />

Drs. J.H. Kluiver transponeerde de kinderversjes zoveel mogelijk, voor de omvang<br />

van de kleuter- <strong>en</strong> kinderstem. Hij zorgde ook, met assist<strong>en</strong>tie van de Directeur van<br />

de <strong>Zeeuwse</strong> Muziekschool G.W. Bergman, de leraar L. de Broek<strong>en</strong> <strong>en</strong> Monique<br />

Engels, voor het uitwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> optek<strong>en</strong><strong>en</strong> van de muziek van de bandjes, waarvan<br />

e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werd door ons bestuurslid R. Willemse. T<strong>en</strong>slotte werd de<br />

muziek gezet door C. Proos <strong>en</strong> Drs. Kluiver, <strong>en</strong> van de opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> tekst voorzi<strong>en</strong><br />

door onze p<strong>en</strong>ningmeester B. Oele, die mede bij de lay-out hielp, de nodige<br />

verklar<strong>en</strong>de tek<strong>en</strong>ingetjes toevoegde, <strong>en</strong> het omslag, met daartoe gekoz<strong>en</strong> kindertek<strong>en</strong>ing<br />

verzorgde, terwijl Mevrouw H.J. Quasters <strong>en</strong> Mevrouw J.A. Oele-Leijs<br />

hun aandeel bij het typewerk leverd<strong>en</strong>.<br />

Aan de medewerking van alle g<strong>en</strong>oemd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vel<strong>en</strong>, die hielp<strong>en</strong> "putt<strong>en</strong> uit de<br />

lev<strong>en</strong>de bron", wier nam<strong>en</strong> vastgelegd werd<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> "lijst van medewerkers",<br />

dankt de <strong>Zeeuwse</strong> Ver<strong>en</strong>iging voor <strong>Dialect</strong>onderzoek dit resultaat: e<strong>en</strong> staalkaart<br />

van <strong>Zeeuwse</strong> liedjes, oud <strong>en</strong> nieuw, ons jubileumboek <strong>1979</strong>.<br />

Moge het zijn weg vind<strong>en</strong> naar <strong>Zeeuwse</strong> schol<strong>en</strong>, <strong>Zeeuwse</strong> gezinn<strong>en</strong>, <strong>Zeeuwse</strong><br />

ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>al naar <strong>Zeeuwse</strong> hart<strong>en</strong>!<br />

E.J. van d<strong>en</strong> Broecke-de Man


6 MET DE KLEINTJES<br />

Nao - ne nao - ne kin-netje, wat eit dat kinnetje<br />

in der'and, 'n mooi mooi boek - je, wat staet<br />

daer in te le -z<strong>en</strong>, vao-der <strong>en</strong> moe-der die slaepe op<br />

•é #<br />

bed <strong>en</strong> ik slaep in de krib-be, de krib-be was<br />

hl u h\i Ju MJ ><br />

zo diep, to<strong>en</strong> viel ik in het riet het riet dat<br />

# ë<br />

was zo mooi, to<strong>en</strong> viel ik in het hooi, het hooi<br />

X<br />

É<br />

Janita van Haaf t<strong>en</strong> 11 jaar<br />

Stav<strong>en</strong>isse


Ri<strong>en</strong> de Vos 12 jaar<br />

Stav<strong>en</strong>isse<br />

dat was zo glad, to<strong>en</strong> viel ik in de ooi - e - vaar<br />

zijn poep - gat.<br />

Nao - ne Nao - ne kin-netje pap-pe-tje stae in het<br />

spin-netje pap - pe - tje niet in't spinne-tje staet<br />

kin-ne-tje kin -ne-tje kin-ne-tje kaet.


WIEGELIED 1944<br />

I<br />

i<br />

i er<br />

J- J ><br />

Margaret Rottier 12 jaar<br />

Borssele<br />

Tekst:<br />

J.P. Paulusse<br />

Muziek:<br />

'kZade g'r-die- n<strong>en</strong> gae slu- te. 'kSlu-te d<strong>en</strong> H A J Franke<br />

do<strong>en</strong>ker bu- t<strong>en</strong>. Bu - t<strong>en</strong> is'tdo<strong>en</strong>- ker <strong>en</strong>'twêêris<br />

boog. Bu- t<strong>en</strong> staet'twae- ter, marnier is 'tdróóg. tdróóg.<br />

Refrein I<br />

Slaepmar m'n wuuf-je slaep zach-te, Moeder-tje ouwt<br />

de wach-te, Slaep mar m'n wuuf-je slaep zach-te,<br />

Moeder-tje ouwt er de wach- te.<br />

Uitgever:<br />

Ars Nova Goes


2. 'Oor toch die sturm<strong>en</strong> is jaege - - 3. Waerom bin ik zó 'ejoge?<br />

Meeuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> liev<strong>en</strong>s die klaege.<br />

't Waeter riest uut de zêê om 'öög,<br />

Overaol waeter, maer 'ier is 't droog.<br />

Refrein<br />

Danny Siepman <strong>en</strong><br />

John Holle stelle 11 jaar<br />

Colijnsplaat<br />

'kè 't a zö dikkels 'evroge:<br />

Leeft nog je Vaeder, of is 'n dóód?<br />

'k Raek van da di<strong>en</strong>ke nog in m'n 'ööd'<br />

Refrein<br />

4. .k Za de g'rdi<strong>en</strong><strong>en</strong> gae slute,<br />

9<br />

'k E z'ööre schiete dae but<strong>en</strong>.<br />

Wat ik wou wete, da weet ik noe:<br />

Aoles bin'k kwiet noe, be'aolve joe.<br />

Refrein<br />

rj m


10 NAE DOMBURG NAE'T WAEFELUUS<br />

\\\


B<strong>en</strong> Zuidwijk 11 jaar<br />

Middelburg<br />

Naer Domburg, naer Domburg<br />

Die groote weg met putt<strong>en</strong>.<br />

Dan gae we naer 't waefeluus<br />

En komme de 'eele nacht nie tuus<br />

Naer Domburg, naer Domburg,<br />

Die groote weg met putt<strong>en</strong>,<br />

Putt<strong>en</strong>, putt<strong>en</strong>, putt<strong>en</strong>!<br />

Klappe, klapp<strong>en</strong>andje<br />

Poele, poelezandje<br />

'n Stikje lever, 'n stikje p<strong>en</strong>s<br />

Is goed vö de zieke méns.<br />

Klappe nandje,<br />

Oölef santje<br />

Stikje lever,<br />

Stikje paanse,<br />

Goed vo de zieke maanse.<br />

Kiete, kiete, kit.<br />

Klapp<strong>en</strong> 'and,<br />

Lui<strong>en</strong> 'ant Sluusje.<br />

Wat staet terop? 'n uusje.<br />

Wat staet terop? 'n 'a<strong>en</strong>tje.<br />

Oe êê je vrouw? Arja<strong>en</strong>tje.<br />

Kiele, kiele, kiele.<br />

Dit voetje <strong>en</strong> dat voetje<br />

gi<strong>en</strong>ge de lammetjes wachte<br />

't E<strong>en</strong>e liep in't kor<strong>en</strong> verlor<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>'t andere dat bleef achter.<br />

Draeje, draeje wieletje<br />

Morrege komt Michieletje<br />

As Michieletje dan nie komt,<br />

Dan komt Jacob Janse.<br />

Die laet de poppetjes danse<br />

Van bov<strong>en</strong> op de zolder<br />

In de Goesse polder.<br />

11<br />

Keetje van Zon zat achter d<strong>en</strong> trap<br />

Voerde d'r kindertjes suuker mit pap<br />

Suuker mit pap mit e<strong>en</strong> lepeltje<br />

Moeder 'k hoa gêên klomp<strong>en</strong><br />

Doew je vaoders z'n scho<strong>en</strong><strong>en</strong> an<br />

Moeder die binnem'n veuls te groat<br />

Douwt d'r in 'n bosje mit stroa<br />

Moeder, noe binne ze net van pas<br />

Of 't an m'n voet<strong>en</strong> gemete was.<br />

Dag moeder, dat voader<br />

Ti<strong>en</strong> ure thuus,<br />

Ellef ure in't spinnehuus<br />

To<strong>en</strong> kwam d'r e<strong>en</strong> vareke mit e<strong>en</strong><br />

lange snuut,<br />

in die blies't 'eêle vertelsel uut.<br />

E<strong>en</strong> poelevoetje <strong>en</strong> nog'n poelevoetje<br />

Die gi<strong>en</strong>g<strong>en</strong> de schaopjes wacht<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong>tje liep 'r in't köör'n verlöör'n<br />

En't andere liep t'r achter.


12 OP DE KNIE<br />

h J Ju ^<br />

ê<br />

Op -la pae-retje!rie nae stee, Bri<strong>en</strong>k fo paot-je<br />

koekjes mee, koekjes mee un duit-je, Ap - pel-tjes<br />

mee un fluitje, Peertjes van de mast, Meis-jes<br />

ou- ter je broekje vast.<br />

Ieteke dieteke daere!<br />

De boer zat op z'n maere<br />

En ie riep van vaere:<br />

Ieteke dieteke daere!<br />

De maere miss<strong>en</strong> stieve rik.<br />

To<strong>en</strong> viel de boer miss<strong>en</strong><br />

Hat in de slik.<br />

'Op, 'op, pèrretje<br />

Mit je vlasse sterretje,<br />

Mit je kopere bellegat.<br />

Wat'n mooi pèrretje is dat!<br />

Ee pèrretjezeule<br />

Dat rie nae de meule,<br />

Dat rie nae de bonte koe<br />

Ee pèrd, waer mö je nae toe?<br />

Om'n b<strong>en</strong>netje wikke,<br />

Wa zulle die pèrretjes slikke<br />

Om'n b<strong>en</strong>netje kaf,<br />

Rie dan pèrretje op'n draf!<br />

Dan kom Jan d'n Akkerman,<br />

Kerbies, kerbas, van achteran,<br />

D'n Akkerman mie z'n slee,<br />

Die neem kleine Keesje mee!<br />

Ieteko, ieteko derrie<br />

Jantje zat op de merrie<br />

De merrie brak de rik,<br />

To<strong>en</strong> viel Jantje mit<br />

Z'n gatje in de slik.<br />

'Upsa, 'upsa paeretje<br />

Wae moe jie toch naetoe?<br />

Mee je gevlochte staeretje,<br />

Nae't koekestalletje toe.<br />

Upsa paeretje, lope,<br />

Me gae'n koeke kope,<br />

'nKoeke mee'n kr<strong>en</strong>tje,<br />

Voor ons kleine v<strong>en</strong>tje.<br />

U ju ju Jan Jans<strong>en</strong>'s pèrd<br />

'tls zö'n aordig blisje.<br />

'tls'n blisje zonder stèrt,<br />

Riet'r mee nao't smisje.<br />

'tSmisje is geslööt'n.<br />

Riet'r mee nao Nööt'n.<br />

Op Nööt'n is't zo hlad,<br />

Dao valt pèrretje op z'n hat!


Marjolein Leer 8 jaar<br />

Sluis<br />

JUTE KASSE PÈRRETJE<br />

MARJoUllv UêR<br />

Jutekasse-pèrretje<br />

Nae G<strong>en</strong>t al om'n sterretje<br />

Naer Ieper<strong>en</strong> om azi<strong>en</strong>.<br />

Ister in Ieper<strong>en</strong> gêêne,<br />

Dan riej'nme d'rom naor Mêêne.<br />

Is ze te Mêêne goejekööp,<br />

Me nêêm'n d'r ti<strong>en</strong> of twaolf t'ööp'<br />

Pèrtje wï'je wad'arder lööp'n<br />

Dan zumme'n zakje meej'aover kööp'n<br />

Me gaon gaon rij<strong>en</strong><br />

Naer Lombardije<br />

Om daor te leer'n lóóp'n.<br />

Jute kasse pèrretje<br />

Mee z'n blisse sterretje<br />

Mee z'n kopere pietepan<br />

Jute, jute, Jan.<br />

En .oe.arder da da pèrretje reej<br />

'Oe korter da z'n sterretje wier.<br />

'Up, 'up, 'up!<br />

Jutekasse paeretje<br />

Nae de briele vis.<br />

Wie weet wa mooi weertje<br />

Of t morrege wêê is.<br />

Dan komme die'êêr<strong>en</strong><br />

Mi tie mooie klêêr<strong>en</strong>.<br />

Dan komme die vrouw<strong>en</strong><br />

Mi tie mooie mouw<strong>en</strong>.<br />

Dan kom Thijs de timmerman,<br />

Die spieker joe gatje'r wêêr an.<br />

Raod's wad ik daor vernam:<br />

De kattepoes waste de schotel<br />

't'Ondje karnde de boter,<br />

De vlêêremuus kwam 's aoves tuus<br />

De koekoek <strong>en</strong>'t leeuwèrrikje<br />

Die bouwd<strong>en</strong> saom<strong>en</strong>'n kèrrikje<br />

Gunter in de zêê - -<br />

To<strong>en</strong> kwam'r'n dööve kwakkel<br />

Meej'n rott'n appel -<br />

Die góojde't kèrrikje in twee - -<br />

Noe bouw'n ze n ö öjt mêêr<br />

'n Kèrrikje in de zêê!<br />

Uto kasse paeretje<br />

Waer gae jie naer toe?<br />

Mee'n opgekoppeld staeretje,<br />

Naer je grótemoeder toe,<br />

Om'n niewe rok,<br />

D'n ouw<strong>en</strong> is verslete<br />

D'r zaete zövêêl kabietertjes in<br />

Die zouwe ons v<strong>en</strong>tje opete!<br />

D'n ouw<strong>en</strong> is verslete<br />

En Vaeder wil't nie wete,<br />

En Moeder ei zö vêêl geld<br />

Z'eit't nog nooit geteld.<br />

M'n moeder mag't nie wete<br />

M'n vaeder ei gin geld<br />

'tls zö treurig gesteld.


E<strong>en</strong>e Pier zat op'n stier<br />

ie wis nie wae of z'n schuutje vier.<br />

Z'n schuutje vier an'tlêênde<br />

<strong>en</strong> ie begon te schrêêj<strong>en</strong><br />

ie wis nie war of n slaepe mog<br />

ie sliep al bie z'n memmetje<br />

z'n memmetje wou't nie ebbe<br />

to<strong>en</strong> sliep ie in de krebbe<br />

de krebbe was te maeke<br />

ie sliep er in't laeke<br />

't laeke was te wasse<br />

ie sliep in de plasse<br />

'kEb'r nog'n klein'o<strong>en</strong>tje op't kot<br />

Dat mot'r van aev<strong>en</strong>d an.<br />

To<strong>en</strong> ik m'n o<strong>en</strong>tje koke wou,<br />

To<strong>en</strong> stond m'n potje vuul.<br />

To<strong>en</strong> ik m'n potje afschure wou,<br />

To<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>telde m'n duum.<br />

To<strong>en</strong> ik m'n duumpje werme wou,<br />

To<strong>en</strong> vloog m'n deurtje op slot.<br />

To<strong>en</strong> ik m'n deurtje op<strong>en</strong> wou do<strong>en</strong><br />

To<strong>en</strong> viel'k bie't vèrke in't kot.<br />

Mè't vèrke wou me nie 'ebbe.<br />

de plasse waere te diep<br />

ie sliep in't riet<br />

't riet was te langk<br />

ie sliep in't zand<br />

't zand was te fi<strong>en</strong><br />

ie sliep in de ri<strong>en</strong>k<br />

de ri<strong>en</strong>k was te rond<br />

ie sliep bie d'n ond<br />

d'n ond die wou'm biete<br />

in z'n dikke kiete<br />

d'n ond die wier zö dol<br />

<strong>en</strong> beet'n stikje - -<br />

uut diej<strong>en</strong> Pier z'n krullebol.<br />

Eén, twee, drie, vier, vijf, zes, zev<strong>en</strong><br />

Jantje mee de bulte kwam ik teg<strong>en</strong><br />

al op dad'oute bruggetje<br />

Ie keek op de kas<br />

'Oe laet't was<br />

'tWas nog gin neg<strong>en</strong> uure<br />

To<strong>en</strong> liep Jan nae de schuure<br />

De schuure was op slot<br />

To<strong>en</strong> gi<strong>en</strong>gtie naer't verkeskot<br />

'tVèrke begon te knorre<br />

To<strong>en</strong> liep Jan nae de ouwe lorre<br />

De ouwe lorre vlog<strong>en</strong> in brand<br />

To<strong>en</strong> gi<strong>en</strong>gtie nae de dullefskant<br />

De dullefskant die was zö glad<br />

To<strong>en</strong> viel Jantje op z'n gat.<br />

Janke Wisse 11 jaar<br />

Oost-Souburg<br />

D'n dom<strong>en</strong>ie ei'n koeje gekocht<br />

de koster eit'n tuus ebrocht<br />

de slachter eit'n dood edae<br />

de meid eit'n opgebrae<br />

<strong>en</strong>'t kleine pi<strong>en</strong>kje ei aoles opgegete.<br />

Antje de bult die kwam ik tege<br />

Op't glaeze bruggetje<br />

Ze keek op de kass'<br />

'Oe laet of het was<br />

't Was a zev<strong>en</strong> uure<br />

't Vrouwtje mos gae schuure<br />

't Vrouwtje mos gae waereke<br />

A in de kleine kaereke<br />

De Kaereke was geslote<br />

To<strong>en</strong> ging ze nae de gote<br />

De gote was zö vuul<br />

To<strong>en</strong> ging ze nae d'n uul<br />

D'n uul die wou se pikke<br />

Van achter in d'r nikke.<br />

't Vrouwtje da lei dood<br />

Mït'n kosje dröög<strong>en</strong> brood.


Tekstschrijver <strong>en</strong><br />

componist onbek<strong>en</strong>d<br />

18e-19e eeuw<br />

Rembrandt<br />

1606-1669<br />

Roel Hubregtse 12 jaar<br />

Sluis<br />

EN KOOPT DA KINT UN VALLEN 'OET 15<br />

é' '« _<br />

En koopt da kint un val-l<strong>en</strong> 'oet, ie - le al - le<br />

ie - le al - le ei ie - le al - le ie - le al- le ei<br />

dat valt dat ' t'um ge<strong>en</strong> zee - re doet 'kwilt hier<br />

'k wilt daar 'kwilt ie - be lab - be loar, dat' tvalt dat<br />

'turn ge<strong>en</strong> zee - re doet a daor<br />

2. En koopt da kint un pannetje,<br />

Iele, alle, iele alle ei (bis)<br />

'tZal dans<strong>en</strong> liek un mannetje<br />

'kWil't ier, 'kwil't daor<br />

'kWil't iebe, labbe laer.<br />

'tZal danse liek un mannetje adaor!<br />

3. En koopt da kint un kleuterspaon<br />

Iele, alle, iele alle ei (bis)<br />

'tZal mêê un jaor allêêne gaon<br />

'kWil't ier, 'kwil't daor<br />

'kWil't iebe labbe laor.<br />

'tZal mêê un jaor alêêne gaon adaor!


16 KALLEMOEJE<br />

Kallemoeie ree zo gèrr'n,<br />

Op 'n osje da nie zag,<br />

Kallemoeie ree zö vérre,<br />

Tot z'in de slööte lag.<br />

En z'at zo gèrr'n appels <strong>en</strong> pèrr'n,<br />

Kèrremelk <strong>en</strong> witte brood -<br />

En noe is Kallemoeie dood.<br />

KLOP KLOP MARIEKE<br />

—»r w—<br />

Klop - klop - klop. Ma- rie-ke,Zedde gij thuis?<br />

Wel- ja lief kind, kom maar in 'uis. Wa ligt doar op<br />

da schoa-mel-ke?<br />

Doa ligt'n boterammeke.<br />

Wat staat 'r op dat schouwke?<br />

Ons lieve Vrouwke.<br />

Wat staat daor op da lêêrke?<br />

Ons Liev<strong>en</strong> Eêrke.<br />

Wie zit daor in da kamerke?<br />

Da's Thomas mee z'n 'amerke.<br />

Wat staat daor in dat 'oekske?<br />

'n Manneke mee 'n ler<strong>en</strong> broekske,<br />

't E zijn lepelke pap opghet<strong>en</strong><br />

En 't è z'n broekske volgeschet<strong>en</strong>.<br />

Yolijn de Zwart 11 jaar<br />

Aard<strong>en</strong>burg<br />

Mede Volksarchief<br />

Elk antwoord wordt<br />

gezong<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> echo<br />

van de voorgaande<br />

vraag


Roland Gijzel 11 jaar<br />

Koewacht<br />

Mar co de Dreu 11 jaar<br />

Oudelande<br />

Kakkestoele meije,<br />

Asje valt dan lei je.<br />

't Is aev<strong>en</strong>d geworre<br />

Ons klein kindje is moe<br />

Kom me liefje, zeg moeder<br />

Gae toch nï je beddetje toe.<br />

MELANIE<br />

Koele koele meije<br />

aje valt dan lei je<br />

op de blauwe leije.<br />

17<br />

Guusjes, doe je boekje toe<br />

Loop nae Jöösjes moedertje toe<br />

Jöösjes moedertje is nie tuus<br />

Wae is ze dan?<br />

In't achteruus!<br />

Wa doe ze dae?<br />

Outjes kraeke,<br />

Vuurtje maeke,<br />

Aoles doe ze in't vèrkeskot<br />

Mee de deur op slot.<br />

G'hè zwarte kniej<strong>en</strong> Me- la-nie, Ge moet ze<br />

wass<strong>en</strong>, da'k et zie. En as ze dan ge - was-s<strong>en</strong><br />

fff<br />

ijn, steek dan ouw voe - tjes bij de mijn.<br />

m


18 SPEELLIEDJES<br />

"TFTT?—fV i- - - h N K k b i K k=k=<br />

Ik ( e<strong>en</strong> ring<br />

_« * • é' é''—#J—* *^—<br />

al aon m'n and, an wi<strong>en</strong> zal ik<br />

- - - K K K K Ik.<br />

M ' ' '<br />

die g« s - v<strong>en</strong>? An al c 3e - ge<strong>en</strong> die vöó me staot, die<br />

—*—é' *<br />

zal ik pris-4=<br />

-se - t<br />

n 1<br />

r iJ M- I JFf#=<br />

êê - i J—J' JN ^ #LL^—<br />

"<strong>en</strong> aon-staonde vrouw ik leg<br />

~ * é * ff «<br />

m'n and op jou, al on-der mijne schou-wers ver - zo<strong>en</strong><br />

ik jou.<br />

We gae nae de bakker<br />

om e<strong>en</strong> broodje te 'aele -<br />

De bakker is niet tuus,<br />

En as de bakker nie tuus is,<br />

Dan ga<strong>en</strong> we weer naer 'uus,<br />

Poortje op<strong>en</strong> of toè<br />

Oud kringspel<br />

Dimitri Dagevos 11<br />

Katt<strong>en</strong>dijke


Judith de Raat 12 jaar<br />

Waterlandkerkje<br />

I<br />

Klein An-na zat op ee - ne ste<strong>en</strong>, ee - ne ste<strong>en</strong> ee - ne<br />

ste<strong>en</strong>.Klein Anna zat op ee - ne ste<strong>en</strong>, ee - ne ste<strong>en</strong>.<br />

2. Ze begon ope<strong>en</strong>s te w<strong>en</strong><strong>en</strong>, w<strong>en</strong><strong>en</strong>, w<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

3. To<strong>en</strong> kwam haar moeder bij haar staan<br />

4. Lief Anna, waarom we<strong>en</strong>t gij zo?<br />

5. Omdat ik morg<strong>en</strong> sterv<strong>en</strong> moet<br />

6. To<strong>en</strong> kwam de jager uit het bos.<br />

7. Die stak klein Anna in de borst.<br />

8. Maar Anna mag niet sterv<strong>en</strong>.<br />

9. Ons Anna is weer opgestaan.


20 MAVIEJETTE<br />

EEN BOERINNETJE UIT FRANKRIJK<br />

Hl K JSIJ>É<br />

Wie kiest de maviejette<br />

Milantèn milanton (bis)<br />

<strong>en</strong> Annie maviejette<br />

Milantèn milanton (bis) <strong>en</strong>z.<br />

E<strong>en</strong> boe - rin - ne - tje uit Frank - rijk met haar<br />

> >|J J) i è<br />

blan - ke f a - tion 'k zou zo graag Mi<strong>en</strong>-tje door<br />

MIJI J> -i -i i •< J' > J' J><br />

de tuin zi<strong>en</strong> wand'l<strong>en</strong> Ziet daar gaat zij rei-<br />

H»j|j l>>>JJiJ>i> ><br />

k<strong>en</strong> Ziet daar gaat zij prij - k<strong>en</strong> dat doet zij<br />

voor haar lie - ve man die zij 1<br />

s a-vonds zo<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

Ow


kan Rou - we rou - we rou - we Strik-jes op de mou-<br />

we 't'eer-ste jaar e<strong>en</strong> of - f i - cier ' t der-de jaar<br />

e<strong>en</strong> jon-ker jon-ker jon - ker drie - maal door de<br />

don - ker don - ker don - ker drie maal door de ma-ne<br />

schijn als Va - der <strong>en</strong> Moe - der naar bed toe zijn<br />

'k Heb mijn eer-ste brief ont - van-g<strong>en</strong> Ma-ri - on<br />

Ma - ri - o - net-te ' k Heb mijn eer - ste brief ont - van -<br />

g<strong>en</strong> Ma - ri - on.<br />

21


22 AERENOUT, DE SUUKEREBOUT<br />

Ae - re - nout,de suu-ke-re-bout, die liep's langs de<br />

kao - je. Ie docht,dat'n 'n veu-hel schoot, <strong>en</strong> ie schoot<br />

er un pap - pe - hao - je. En ie was zo blij <strong>en</strong> ie schoot<br />

er drei. En ie was zo dol, <strong>en</strong> ie schoot'n 'êê - le man-<br />

de vol.<br />

Jan Naerebout, Jan Sukerebout,<br />

Die liep er 'es langs de kaoie,<br />

To<strong>en</strong> docht ie dattie 'n veugel schoot,<br />

En ie schoot er e<strong>en</strong> pappegaoie.<br />

To<strong>en</strong> wier ie zo berremèrtig,<br />

En to<strong>en</strong> schoot ie er zes <strong>en</strong> dertig.<br />

To<strong>en</strong> wier ie biekans 'elemael dol<br />

En to<strong>en</strong> schoot ie 'n ele mande vol.<br />

Aer<strong>en</strong>out, de suukerebout<br />

die liep is langs de kaoje<br />

Ie docht datt<strong>en</strong>'n veuheltje schoot<br />

mae't was'n pappehaoje.<br />

De pappehaoje van't Nieuweiand<br />

<strong>en</strong> appeltjes van oranje<br />

peertjes van d<strong>en</strong> grot<strong>en</strong> boom,<br />

wie zal'ebbe de hou we kroon?<br />

De meisjes uut de kêête<br />

die werreke da ze zwêête<br />

Pief poef paf,<br />

de paeretjes ete kaf,<br />

de koetjes ete 'ööi;<br />

Mééster, is m'n les nie mooi?<br />

Wilma Beun 11 jaar<br />

Veere<br />

Mede:<br />

Volksliedarchief<br />

Louweri<strong>en</strong>tje van Suker<strong>en</strong>hout,<br />

Die liep is langs de kaoi,<br />

Ze docht da ze e<strong>en</strong> veugeltje schoot,<br />

Mè 't was e<strong>en</strong> pappegaoi.<br />

Pappegaoi van Engeland,<br />

Van Engeland <strong>en</strong> Spanje,<br />

Appeltjes van Oranje,<br />

Peertjes van de beste boom,<br />

Wie za ebbe de gouwe kroon,<br />

De gouwe kroon al in de wei,<br />

Wè al die lieve meisjes zijn.<br />

Meisjes uut de kêête,<br />

Die werke da ze zwêête.


<strong>Zeeuwse</strong> versie<br />

van oud liedje<br />

Peggy Oelrich 11 jaar<br />

Veere<br />

An - na sto<strong>en</strong>g te wach -te te wachte op haer man<br />

'Nachtsom twaelef uu - re kwam Jan de smeerlap an.<br />

2. Goej<strong>en</strong>aeved Anna,<br />

goej<strong>en</strong>aeved Jan<br />

Waer ei je zölangk gezêête?<br />

Da gae je glad nie an.<br />

3. Anna gi<strong>en</strong>g nae boove<br />

al om 'n dikke stok<br />

En to<strong>en</strong> ze kwam b<strong>en</strong>êêje<br />

to<strong>en</strong> sloeg z'mopz'n kop.<br />

4. Jan begon te schrêêuwe<br />

te schrêêuwe moord <strong>en</strong> brand,<br />

En to<strong>en</strong> de bure kwaeme<br />

to<strong>en</strong> was Jan al van kant.<br />

5. Jan die wier begraeve<br />

al in'n'oute kist<br />

mee twee glaeze deurkes<br />

zonder't iemand wist.<br />

Zwart Willemi<strong>en</strong>tje<br />

Zat achter't gerdi<strong>en</strong>tje<br />

Wa dee ze daor?<br />

Ze kamde'eur'aor<br />

Ze waste'eur 'andjes<br />

Al in'n fontein<br />

Ze droogde ze af<br />

Ze stakz'in'eur zij<br />

Ze knielde 'r bij<br />

Ze sprong weeral op<br />

En danste op, op!<br />

Moeder de vlo<br />

ze biete me zo,<br />

ze biete me zeer:<br />

ik laat're<strong>en</strong> valle<br />

van bov<strong>en</strong>af neer.<br />

Moeder de pop,<br />

ikraap're<strong>en</strong>op.<br />

Anne de Pee,<br />

ik sleep're<strong>en</strong> mee.<br />

23


Eergisteraeved sloeg het hallefti<strong>en</strong><br />

to<strong>en</strong> waere 'r zövêêl moord<strong>en</strong>aers,<br />

'keb z'achter 't raem gezi<strong>en</strong>.<br />

Alloove, alloove<br />

wittebrood uut d'n oov<strong>en</strong><br />

Jikkemi<strong>en</strong>tje, lekkere tand<br />

eet rezi<strong>en</strong>tjes uut 'r 'and.<br />

Jan Peter Francke 11 jaar<br />

Gapinge<br />

Bolkie Wesdorp 12 jaar<br />

Gapinge


a<br />

Johan Donze 12 jaar<br />

Vlissing<strong>en</strong><br />

Erwin Meerman 12 jaar<br />

Vlissing<strong>en</strong><br />

Blok/ blok <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vierkan-te blok, E<strong>en</strong> blok<br />

met ze - v<strong>en</strong> gaat-jes vis-je vis-je kom er e<strong>en</strong>s<br />

aan, Ik zal je bak-k<strong>en</strong> in de pan, ik zal je<br />

sto - v<strong>en</strong> in de o - v<strong>en</strong> tot je roept O-ran-je bo-v<strong>en</strong>.<br />

1<br />

Sli<strong>en</strong>gertje, slangertje,<br />

Ertetangetje.<br />

Koffiedik - Af b<strong>en</strong> ik.<br />

25


TOUTER<br />

* é-<br />

Tou-ter,m'n tou-ter,m'n uus-je brand af. Wi<strong>en</strong> doe-<br />

ta? de kraö-je. De krao-je wou naer En-geland gae,En-ge-<br />

land was ge-slo-te. To<strong>en</strong> liep 'n nae de go-te. De go-te<br />

was zó vuul. To<strong>en</strong> liep 'n nae d'n uul. D'n uul die<br />

za je pikke van ach-ter in je nikke, van vo - r<strong>en</strong> in j'n<br />

o -verschoot, Zo was't kallef je allef dood. Al - lef dood<br />

Arj<strong>en</strong> v.d. Driest 10 jaar<br />

Serooskerke


Erwin de Mul 7 jaar<br />

IJz<strong>en</strong>dijke<br />

be-graeve, Al op un Zon-dag-ae - vond.En a je Moe-der<br />

koeke bakt, dan loopt de but-ter deu 'tgoote-gat.<br />

Touterm'n outer<br />

m'n'uusje bran af<br />

Wi<strong>en</strong> ei da gedaon?<br />

De kraoje, de maoje<br />

Stiert de kraoje naor Engeland toe<br />

Engeland is geslööt'n<br />

Twee deurtjes in de pöórt'n<br />

Juffrouw-is m<strong>en</strong>eer nie tuus?<br />

Nêêje, m<strong>en</strong>eer, die is nao Sluus<br />

Om twee emmertjes waoter<br />

Raod 's wie tie teg<strong>en</strong> kwam -<br />

Twee ouwe baozinnetjes<br />

Ze vocht<strong>en</strong> as katinnetjes<br />

Ze riep<strong>en</strong>: schok schok, de dubbele schok,<br />

de schok is van Camille<br />

Trouwt'r buurman z'n dochter nie,<br />

dan trouwt die vuule Camille.<br />

Vuule Camille, wi<strong>en</strong> is t'r dóód?<br />

Jan van't ènde z'n'öónd is dood,<br />

we zull<strong>en</strong>'m gaon begraov'n<br />

achter di<strong>en</strong>'öög<strong>en</strong> 'aoge<br />

achter't staonde riet,<br />

waor gin mèns'm 'öórt of ziet.<br />

Utemetuut, mun liedje is uut<br />

Dat gaet er nae ter Veere<br />

<strong>en</strong> as de speelmans dochter trouwt,<br />

dan trouwt de vuulekemaere<br />

Vuulekemaere, wie is t'erdööt<br />

Jan van Berg<strong>en</strong>, bi z'n bröót<br />

Wie moet er dan te lieke gae<br />

De vaoder <strong>en</strong> de kappela<strong>en</strong>.<br />

Vuule kommêêre,<br />

Wi<strong>en</strong> ister dood?<br />

Jan van Bier<strong>en</strong>brood.<br />

Ze zi<strong>en</strong>'m gaon begraov<strong>en</strong><br />

Achter de döörn'aog<strong>en</strong>,<br />

Achter't riet,<br />

Dat't niemand ziet.<br />

Ik kwam 's in 'n bosje<br />

Wat vond ik daor 'n ghoud<strong>en</strong> ring,<br />

Die stak ik in mijn koffertje.<br />

Laot bloei<strong>en</strong>, laot bloei<strong>en</strong>,<br />

De kraoi is dood<br />

Gêêf die kraoi 'n 'ard<strong>en</strong> snok,<br />

Dat ie van de touter af rok.


28 BIJSLIEDJE<br />

* #<br />

Sjors-ke wou naar school toe gaon. IJ aai gin schoe-<br />

n<strong>en</strong> om aon te do<strong>en</strong>. Doet oe vao-ders sloff<strong>en</strong> aon.Vaoders<br />

sloff<strong>en</strong> zijn mijn te groot. Doet'r wad ooi of strooi in<br />

Ooi of strooi is al te mooi. De mes - kes van de vier<br />

E<br />

oe - k<strong>en</strong> fDie gin-g<strong>en</strong> ma - tres be-zoe-k<strong>en</strong>. Ma - très,ma<br />

très,oe man is dood. We zull<strong>en</strong> em gaon be- graov<strong>en</strong>,<br />

m> ë * — # — * — #<br />

Al achter de dooie ao-v<strong>en</strong>, En die met te laaik<strong>en</strong><strong>en</strong> komt,<br />

Die moet de boer be - taol<strong>en</strong>.Ti<strong>en</strong> pond un al-le-ve,<br />

koeike staot op kal-le-ve. 1<br />

tKalf van daog of morri - ge<br />

nie,<br />

1<br />

+* ë—ë ^=5 d* \* * * +<br />

1 K alf van êêl ut jaer nie. Nog êê - ne snok,<br />

s<br />

Mooi Lêêntje, sakkestêêntje,<br />

Je kaokjes bin zö kèsserööd.<br />

Lao groej'n <strong>en</strong> bloej'n,<br />

De kraoje die is dood.<br />

Schop da vintje onder z'n 'ol,<br />

Dat ie van de touwter rol!<br />

Elona Barra 12 jaar<br />

Sluis


Leo Bliek 9 jaar<br />

Hoedek<strong>en</strong>skerke<br />

0 é<br />

nog êê -ne snok,Vlieg van ier nao San-die de Kok.<br />

Ach - ter de ker-ke daor leit un blauwe stêên, Al die<br />

ter op staot, die brêêk zun bêên, Van êên, van<br />

twêê, van drie !<br />

Schippertje, out er je toutertje vast,<br />

da je nie in de kaoie valt.<br />

Al in de kaoie daar lag un sloot,<br />

Dae waere twee arreme schippertjes dööd.<br />

Die wouwe gae vaere nae Bresjes;<br />

Dae weune twee to veresjes.<br />

Wat aete ze dae? Kaes <strong>en</strong> brood,<br />

Zoete melk <strong>en</strong> witte brood,<br />

Al mit un zilver lepeltje,<br />

Al uut un zilver kommetje.<br />

Koeiepööt, paerdepööt, nog un snok,<br />

En lae ze dan ma vliege!<br />

29


30 AFTELVERSJES<br />

In de schuur bie Anke Franke<br />

dae verkope z'eik<strong>en</strong> 'out<br />

<strong>en</strong> dad 'out da wil nie brande<br />

mènse, mènse, wad 'n schande,<br />

mènse, mènse, wa verdriet<br />

Koop 't 'out bie Anke Franke niet.<br />

Rommel, rommel in de pot<br />

waer is Klaes <strong>en</strong> waer is Zot?<br />

Zot is in z'n stalletje.<br />

Wat eitie dae verlore?<br />

Allebei z'n oore -<br />

Pief, poef, paf,<br />

Jie bin af.<br />

M'n popk<strong>en</strong> eit 'n 'emdek<strong>en</strong> aon<br />

raod 's 'oeveel knööpkes d'r an staon<br />

gij moe 's gaon tell<strong>en</strong><br />

van al die maddemesell<strong>en</strong><br />

één, twee, drei.<br />

Ik, pik, drop<br />

stap jie noe maer op.<br />

Ène, mène, meggele mie<br />

obbele, dobbele, dom<strong>en</strong>ie,<br />

eikebrood zonder lood<br />

koekemerelle zonder belle.<br />

Pief, poef, paf<br />

jie bin af.<br />

Onder de gro<strong>en</strong>e bom<strong>en</strong><br />

Daar lag un <strong>en</strong>gels schip<br />

De frans<strong>en</strong> war<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong><br />

Die war<strong>en</strong> nog gekker dan ik.<br />

Ze droeg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoed met pluim<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> pak van perkam<strong>en</strong>t<br />

En heel de stad moest rijm<strong>en</strong><br />

Voor die gekke v<strong>en</strong>t.<br />

Dubbele ti<strong>en</strong>, vijfti<strong>en</strong><br />

De hond sprong in de zee<br />

't Water spoelde mee,<br />

Afzijt gij.<br />

Tierelierelier<br />

zev<strong>en</strong> tonn<strong>en</strong> bier<br />

de meisjes uut de schoole<br />

die spel<strong>en</strong> op de vioole -<br />

Onder 't glaeze bruggetje<br />

dae lag 'n öópje stront<br />

<strong>en</strong> de duvel kwam 't 'aele<br />

al in z'n blöóte kont<br />

Ik, pik, paf,<br />

Jie b<strong>en</strong>t 'r af.<br />

In de tuun dae lag 'n brief<br />

in die brief dae stond te leze,<br />

da jie d'r noe an moe weze.<br />

Co<strong>en</strong> Laurijs 10 jaar<br />

Vlissing<strong>en</strong><br />

Pot, iele, wiele, wallewot<br />

Gij zijt zot.<br />

Kruip maor gauw in de mosterdpot.<br />

Onder de taofel<br />

daor lag 'n waofel<br />

die 'm 't éérste zag<br />

die was 'raf.<br />

Aoke baoke<br />

baone kraoke<br />

ielke bielke<br />

baone poef.


Mede:<br />

Volksliedarchief<br />

Mede:<br />

Volksliedarchief<br />

Zie me damme dore mère<br />

tsjie tsjie tsjie<br />

de tsja tsja tsja<br />

Madam de chocolère<br />

tsjie tsjie tsjie<br />

de tsja tsja tsja<br />

Madam de chocola,<br />

Bon swa!<br />

KLANKVERSJES<br />

Bon-zi - de - ron pa - pe - re A - ri - a - ri a - re-re<br />

A-ri - a - r i - a ->n pa - pa , De bon-pa-pa, de<br />

bon-pa-pa. A-ri -a - r i - a de bon - pa - pa de<br />

bon - pa - pa.<br />

Dialo de meisjes zitte<br />

De meisjes zitte dialo.<br />

Zev<strong>en</strong> c<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de spinazie<br />

De spinazie dialo<br />

Do re mi fa sol la si do!<br />

Eun, deu darrewie,<br />

Van de losie sarrewie,<br />

Van de losie goeie man,<br />

Pimpeldoris, frans kabinet,<br />

Eun, deu floep.<br />

Foedel, die foedel die hup - hie - ho,<br />

Jimmetie, jammetie, jongers,<br />

Jimmetie, jammetie, blummetie blij,<br />

Jimmetie, jammetie, fort ga<strong>en</strong> wij.<br />

Loe de sjoer de bazinette,<br />

Bazinette tialom.<br />

Onzebonze saminette,<br />

Saminette tialom.<br />

Do re mi fa sol la si do!<br />

Lobre, sjotre ma sjanpetre<br />

ma sjanpet de iolie<br />

zeg o zeg o violette,<br />

viola de do-re mi.<br />

J>U }J »1J f f j JIJ )<br />

De lan - tre-zoe <strong>en</strong> de mas - sa bri-te, De mas - sa<br />

} h Hf J'J<br />

~é ar—-é—<br />

ï<br />

brit'<strong>en</strong> de t i -a-lo, De ti - a-lo de son ra-nasse<br />

v<br />

È<br />

V<br />

E Ö<br />

X X X X<br />

De son fa-nas <strong>en</strong> de ti - a-lo Do re mi fa sol la si do<br />

31


On - z<strong>en</strong> 'aon, da par-tig bêis-je, Die de boer uut<br />

i !• J' t J' J' J' I li<br />

bed-de kraoit, Bêês-je kan ook maor êên deun-tje<br />

p<br />

As 't re-g<strong>en</strong>t,sneeuwt of waoit. En z'n kop-je gao<br />

nao boo-v<strong>en</strong>, <strong>en</strong> z'n oogjes niept ie toe. 'Oor j'mnog<br />

' s pe - per ge-v<strong>en</strong>. ' tls altied roekloe-re - koe!<br />

3<br />

• 0<br />

Tra-la - la - la-la-la-la, dad is m'n lied, tra-la-la<br />

la- la-la-la, <strong>en</strong> an-ders niet.<br />

Ingrid Cauwels 12 jaar<br />

Uz<strong>en</strong>dijke<br />

Mede:<br />

Volksliedarchief


Jaap van Erkel<strong>en</strong>s 13 jaar 0oievaer, lepelaer mit je lange bek.<br />

Goedereede J e m o e d e r ^ Q p, t h e R<br />

Carlina v. Nimweg<strong>en</strong> 7 jaar<br />

Sommelsdijk<br />

Je vader heit'n kind estole<br />

Deer is ie mee nae de galge evloge,<br />

De ouwe Pieternelle<br />

Sprong in de welle<br />

Ze kwam er uut<br />

As'n lev<strong>en</strong>dige puut.<br />

—=:<br />

— i<br />

Zev<strong>en</strong> huuz<strong>en</strong> höóge.<br />

De Ooievaer leit te drööge.<br />

Neemt'n blad<br />

Vaegtje gat,<br />

Foei, foei, wat stinkt dat!<br />

—=J j=:J _;—<br />

/ 1 i rT—1<br />

Ze zat in de welle<br />

Aerepels te schelle<br />

En ze kwam er uut<br />

En ze was 'n puut<br />

Reiger, reiger, lang<strong>en</strong>bek<br />

Lusje nog gestol<strong>en</strong> spek?<br />

Steekje kop in't waeter,<br />

Reiger ouw je snaeter!<br />

33


Pimpampole, vlieg over'ole, vlieg overal<br />

En zeg, wae da m'n zieltje weune zal!<br />

Kom mol<strong>en</strong>aar, kom tel je geld<br />

<strong>en</strong> gae tan nog's vliege<br />

Vlieg dan naer de moss<strong>en</strong> toe<br />

de moss<strong>en</strong>zü je wè ope doe!<br />

Mosjepik<br />

Butter op stik<br />

Kaes <strong>en</strong> brood<br />

Mèrrege is mosjepik dood.<br />

Pimpampo<strong>en</strong>tje vlieg over ons<br />

vlieg over'o<strong>en</strong>tje Liev<strong>en</strong>eertje<br />

vlieg overal, z'npèrrestal!<br />

Vleeremuus, vleeremuus,<br />

Br<strong>en</strong>g me'n nieuwe tand tuus,<br />

M'n ouw<strong>en</strong> is versleet'n,<br />

Dao kan'k nie meer mee eet'n.<br />

Muus, muus,<br />

Br<strong>en</strong>g me'n nieuwe tand tuus<br />

Nie van stêên,<br />

Maer wel van bêên.<br />

+ #<br />

Wij wij - k<strong>en</strong> niet, wij wij - k<strong>en</strong> niet, wij wij - k<strong>en</strong><br />

voor de he - r<strong>en</strong> <strong>en</strong> de da - mes niet, al - le<strong>en</strong> voor<br />

paard <strong>en</strong> wa - g<strong>en</strong> dat hoef je niet te vra-g<strong>en</strong>.<br />

Annelies de Hollander<br />

11 jaar<br />

Schoondijke<br />

Eric Sijnesael 11 jaar<br />

Nieuwvliet<br />

Kall<strong>en</strong>aone, snottebelle,<br />

kan nie ro<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, kan nie pro<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />

kan gêên êêns toe ti<strong>en</strong>e tell<strong>en</strong>.


Marion Tamboer 11 jaar<br />

Vlissing<strong>en</strong><br />

Er - rem an er - rem de Gort - straat in, Moe - der ik heb<br />

zo'n goe-je zin.<br />

Lange lange reke,<br />

Potje kan nie breke.<br />

ÉÉ<br />

E<strong>en</strong> twee drie vier, de Kao - je,de Kao - je,e<strong>en</strong> twee<br />

drie vier,de Kao-je die is'ier.En ad de Kaoj 1<br />

r nie<br />

ge-wist,dan ad 'r gin plezier ge-wist.E<strong>en</strong> twee drie<br />

vier,de Kao-je,die is 'ier.


36 KERMIS-HOSLIEDJES<br />

'n Am-sterdam-se keuk<strong>en</strong>meid,die most 's leere wasèe,<br />

y<br />

r r<br />

y<br />

Ze kocht 'n fles-je olie <strong>en</strong> loog <strong>en</strong> miek er zêê-pe<br />

Y V<br />

van. O-lie<strong>en</strong> loog om zêê- pe van te maeke, o-lie <strong>en</strong><br />

loog, dè maeke ze zêêpe van.<br />

É m *—0<br />

Vooruit Mi-na, voor uit Mina! 1<br />

tls ker-mis in Bre-da<br />

hoera! Vooruit Mi-na, vooruit Mina! 'tls ker-mis in<br />

Breda. O- lie in loog, om zee - pe van te mae-ke,<br />

O- lie in loog,dae maeke m<strong>en</strong> zêê- pe van.<br />

Joan Vogel 11 jaar<br />

Middelburg


Yvonne van d<strong>en</strong> Hoek 12 jaar<br />

R<strong>en</strong>esse<br />

Ineke Hop 11 jaar<br />

R<strong>en</strong>esse<br />

OP DE STRAODAG<br />

Aeremstokje<br />

Turf in je rokje,<br />

Turf in je staert,<br />

Aeremstokje is gêên'alfje meer waerd.<br />

Aeremstokje<br />

Turf in je rokje,<br />

Buurman ei je m'n jo<strong>en</strong>g<strong>en</strong> nie ezieje?<br />

Wel ezieje mae nie esproke,<br />

Ie is verbie m'n deure eloape.


38 NIEUWJAAR<br />

Nieuwe jaartje, ik sta hier buit<strong>en</strong>,<br />

Met mijn korfje aan mijn hand,<br />

Wil je mij wat gev<strong>en</strong>?<br />

Ik zal het gaarne nem<strong>en</strong>.<br />

Want ik eet zo geerne e<strong>en</strong> koek<strong>en</strong>bak<br />

En laat mij hier zo lang niet staan,<br />

Want ik moet nog op e<strong>en</strong> ander gaan.<br />

Bij mijn meter <strong>en</strong> mijn peter,<br />

En 'k w<strong>en</strong>s u all<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zalig nieuwjaar.<br />

Nieuwe jaartje uit ander land,<br />

Ons verk<strong>en</strong> heeft zijn gat gebrand.<br />

Van achter aan zijn steertje,<br />

Och wat brult dat beestje.<br />

Ik zat is in 'n schuutje,<br />

Ik gooide mie 'n kluutje,<br />

'k Riep: o spaer, o spaer, o spaer,<br />

Mergeoch<strong>en</strong>d is 't nieuwe jaer.<br />

't Ouwe jaer uut, 't nieuwe jaer in,<br />

De bozze staet op<strong>en</strong> <strong>en</strong> steekt 'r wat in.<br />

Dag cousi<strong>en</strong>etjes allegaor<br />

Ik kom joe zing<strong>en</strong>'t nieuwe jaor<br />

Deur dik <strong>en</strong> dun gelööp<strong>en</strong><br />

Gee'm'n stikje spek of twee<br />

Ik zal't nie verkööp<strong>en</strong>!<br />

En nog'n stikje wost dabie<br />

Dan zal ik wez<strong>en</strong> al zö blie!<br />

D'n'ond ei mi<strong>en</strong> gebeet<strong>en</strong><br />

D'n ouwe man éét'r'n stok gepakt<br />

En eit'r mee gesmeet<strong>en</strong>.<br />

Klaos Prinse mee zun vrouwe<br />

Zun'artje was van binn<strong>en</strong> bevrooz<strong>en</strong><br />

Zun voetjes viel<strong>en</strong> af van de kouwe<br />

En noe is 'r Moeje Jannetje dóód<br />

En noe zitt<strong>en</strong> me zonder brood<br />

En da van dez<strong>en</strong> meireg<strong>en</strong><br />

En noe kom ik voor je deurtje staon<br />

En ik'oor<strong>en</strong> je pannetje snèrrek<strong>en</strong><br />

Gee'm'n 'n koekje <strong>en</strong> lao me gaon<br />

Ik bin nie te lui om te wèrrek<strong>en</strong>.<br />

Lieve Peter<br />

oemeer da ge geeft<br />

oe beter.<br />

Geefde me maar'n bitsj<strong>en</strong><br />

ge meugt nog zijn mijn Pitsj<strong>en</strong><br />

maar geefde me nietsk<strong>en</strong>,<br />

dan wik'k ou niemeer!<br />

0)Jj ft<br />

• O<br />

Emmy Bakx 9 jaar<br />

Axel


Tekstschrijver <strong>en</strong><br />

componist onbek<strong>en</strong>d<br />

18e-19e eeuw<br />

mogelijk nog ouder<br />

Al was e<strong>en</strong> met de - ze ja - re, Is ge-bo-<br />

r<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kin-de - ke kle<strong>en</strong>. En te Beth' - lem<br />

ê E *M # s<br />

>' » 4» '41.<br />

uit-ver-ko - r<strong>en</strong> Je - zus Chris - tus is ge-bo-r<strong>en</strong>.<br />

Br<strong>en</strong>gt de bood - schap in het o - p<strong>en</strong>-baar.in e<strong>en</strong> god-<br />

za - l i - ge Nieu - we - jaar!<br />

Nieuwe jaarke zoete,<br />

Ons verk<strong>en</strong> heeft vier voet<strong>en</strong>,<br />

Vier voet<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong>e steert,<br />

Is da nog ge<strong>en</strong> oortje weerd?<br />

't Ei zo lang in 't kotje gestaan,<br />

Tot z'n voetjes 't vel afgaan,<br />

En 't Sjefke heeft het dood gedaan,<br />

Met z'n 'oute klomkes aan.<br />

A spa, a spa, overmorg<strong>en</strong> is 't nieuwe jaer<br />

Nieuwe jaer in, ouwe jaer üut.<br />

Neem er e<strong>en</strong> busje <strong>en</strong> steek er wat in,<br />

Steek er 'n gouwe dukaatje in<br />

Morg<strong>en</strong> komt je vrijer,<br />

En as je vrijer morg<strong>en</strong> nie komt,<br />

Dan komt Jakob Janse,<br />

Die zal op de viole spel<strong>en</strong>,<br />

Die zal je lere danse.<br />

39


40<br />

- F r j<br />

'* F<br />

DRIEKONINGEN<br />

Drie ko - nin - g<strong>en</strong> Drie ko - nin-g<strong>en</strong> geef mijn<br />

Van kries kras krootje<br />

As mij moeder koek<strong>en</strong> bakt<br />

Dan loopt de boter langst goo-oo-ootje<br />

'n Dubbeltje op de plank<strong>en</strong><br />

Ik za j'er voe bedanke,<br />

% j) J)\J J J p lp ËÊp 'Ouw wat <strong>en</strong> geef wat,<br />

n<strong>en</strong> nieu-w<strong>en</strong> 'oed, mi j-n<strong>en</strong> ou - w<strong>en</strong> is ver - sle-t<strong>en</strong> Komm<strong>en</strong>dejaar awee wat.<br />

f$ j i J J > Ji r i r r |),iJ<br />

iÉ<br />

Ons moe - der mag 'et nie we - t<strong>en</strong> On -ze va - der<br />

eit 'et geld al op de roos-ter neer - ge - teld<br />

Carl Raas 12 jaar<br />

Kloosterzande<br />

m<br />

M'n moeder doe niks as klaege,<br />

Bie nacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> bie daeg<strong>en</strong>,<br />

Spek <strong>en</strong> vlêês dat 'è me nie,<br />

Da's voe moeder 'n groot verdriet.<br />

Op êên<strong>en</strong> Driekoning<strong>en</strong>aov<strong>en</strong>d<br />

Kom ik het u verêêr<strong>en</strong><br />

Ik zijn zö naokt van klêer<strong>en</strong><br />

'kEb 'onger <strong>en</strong> grööt<strong>en</strong> dust<br />

Geef mij ne verkeswurst<br />

Gezoêj<strong>en</strong> ge gebraoj<strong>en</strong><br />

Maor geld zou beter zijn<br />

Want op die 'eilig<strong>en</strong>daog<strong>en</strong><br />

Ons borzek<strong>en</strong> is zöklein.<br />

Frank Duerink 12 jaar<br />

Kloosterzande


Aldo de Krijger 11 jaar<br />

Sluis<br />

Mede:<br />

Volksliedarchief<br />

PASEN<br />

Ik plante un Mei<br />

En ik brak'run ei<br />

En de dooier viel uut de schaole<br />

Vrouwe, wijjegie mi<strong>en</strong> un andertje gev<strong>en</strong><br />

'k Zal oe dochterke nie'aol<strong>en</strong>.<br />

Schiet diep in't nest:<br />

Eén ei is géén ei,<br />

Twee ei is één ei<br />

En drie ei is un Paosei.<br />

Loo-ne-moei-'tis Poass<strong>en</strong>. Eb -b<strong>en</strong> de tieksk<strong>en</strong>s nie<br />

ge - leid,Mag k 1<br />

s kom-me kijk<strong>en</strong>om un tie-k<strong>en</strong>-ei-k<strong>en</strong>?<br />

Jan Aoss<strong>en</strong>, 'tis Paoss<strong>en</strong><br />

'tis Kermis in de Groe<br />

Moeder krieg'k'n dubbeltje<br />

dan gaonk'r öök naortoe.<br />

41


42 MET DE KOENKELPOT<br />

4 " M i )H|. M l |<br />

ES<br />

'Kè zo lang mee de ko<strong>en</strong>kelpot elööpe, 'kè hin c<strong>en</strong>t j' om e<strong>en</strong><br />

ë ë<br />

broodje voe te kóópe,Vrouwe heef me ditv vrouwe heef me dat<br />

r n é é # — # I<br />

heef me 'n stiksje van't verk<strong>en</strong> z'n nat,<br />

Rommelpotterij, rommelpotterij,<br />

hee me'n c<strong>en</strong>tje, dan gae'k voorbij<br />

Erreberrebie, errebere bae<br />

hee me'n c<strong>en</strong>tje, da'k e<strong>en</strong>e gae.<br />

Vier pööt<strong>en</strong> <strong>en</strong> 'n staert,<br />

Vrouwe is dat gin c<strong>en</strong>tje waerd?<br />

r \<br />

J<br />

uw iu r^\ fe»f^<br />

Arjan Blok 11 jaar<br />

's-Grav<strong>en</strong>polder


KLEIN ZIELTJE 43<br />

Klein Zieltje ,klein ziel-tje staat ach-ter de deur<br />

Klein zieltje,klein zieltje, waar treurje toch veur?<br />

Ik zou er niet treur<strong>en</strong>, want ik eb'r gin lot<br />

Val dan op je knietjes <strong>en</strong> bid dan tot God.<br />

En bid dan tot God met 'n groot fasso<strong>en</strong>,<br />

Dan zal Hij d<strong>en</strong> hemel wel op<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />

En als Hij d<strong>en</strong> hemel heeft op<strong>en</strong>geda<strong>en</strong>,<br />

Dan zie je de arreme zondaartjes sta<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> kistje met 'n strooi<strong>en</strong> band<br />

Zo reiz<strong>en</strong> we naar 't andere land.<br />

Dat andere land is veel beter dan 'ier<br />

Daar zing<strong>en</strong> de <strong>en</strong>geltjes tierelier.<br />

Parodie v.d. kinder<strong>en</strong>:<br />

Klein zieltje, klein zieltje zat<br />

achter de trap,<br />

Klein zieltje, klein zieltje zeg,<br />

lust je ge<strong>en</strong> pap?<br />

En a-je gin pap lust, dan eet je mè brie<br />

En a-je gin brie lust, dan vreet je mè nie.


44 IN DE SCHEMERING<br />

Sol - dee - re sol - dee - re de ke - tel is ka-<br />

pot, En bri<strong>en</strong>gt 'urn dan bie sche-le Piet, die<br />

zal urn mae-ke dat nie - mand 't ziet sol - dee - re<br />

sol -dee - re de ke - tel is ka - pot .<br />

Kiek is naebove,<br />

E<strong>en</strong> mannetje in de stove.<br />

Kiek is nae b<strong>en</strong>ee,<br />

E<strong>en</strong> mannetje in de plee.<br />

Bim bam baers,<br />

D<strong>en</strong> kostere lust gjin aers<br />

Wa lustij tan?<br />

Spek in de pan.<br />

Oe, di<strong>en</strong>e lujlek<strong>en</strong> kosterjan!<br />

Tuss<strong>en</strong> lak<strong>en</strong>s, onder dek<strong>en</strong>s,<br />

Slaap ik achter't bedgordijn.<br />

'kWou je wel e<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>:<br />

Zeg, waar zou 't beter zijn?<br />

'tls te zegg<strong>en</strong>, weetje, 's avonds,<br />

Als 't donker wordt op straat,<br />

En de klepperman, gewap<strong>en</strong>d,<br />

Ook voorbij mijn huisje gaat!<br />

/aa/? Brand 11<br />

Domburg<br />

En bri<strong>en</strong>gt um dan bie dikke Floor,<br />

die maekt um mi s'n linker oor<br />

<strong>en</strong>z.


Mar ja Jans<strong>en</strong> 11 jaar<br />

Middelburg<br />

RIJMPJES EN RAADSELS<br />

Keuman mö nè schole gae<br />

'k wil nie, zei Keuman.<br />

Stokje mö Keuman slae,<br />

'k wil nie, zei stok;<br />

vier, je mö stok brande,<br />

'k wil nie, zei vier;<br />

waeter, je mö vier blusse,<br />

'k wil nie, zei waeter;<br />

koeie, je mö waeter slinde.<br />

En to<strong>en</strong> de koeie achter't waeter,<br />

't waeter achter't vier,<br />

't vier achter de stok,<br />

de stok achter Keuman,<br />

<strong>en</strong> zö is Keuman nè schole gegae.<br />

Oe laet ist?<br />

Neh<strong>en</strong> ure.<br />

Wie zeit dat? - De meid.<br />

Waer is ze? - In de keuk<strong>en</strong>.<br />

Wat doet ze? - Ze breit.<br />

Wat brei ze? - Witte kous<strong>en</strong>.<br />

Vo wie? - Vo de kleine poppedijne,<br />

Vo de grote<br />

Hik, sprik, sproe<br />

'k geef de hik an joe<br />

'k geef de hik an vrouw of man,<br />

die 'm best verdraege kan.<br />

Vier 'ammeroll<strong>en</strong><br />

twee kakkedroll<strong>en</strong><br />

vier stampestoll<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>'n lêêre poepzak<br />

mie'n lange zwiepzwap,<br />

die d'r bov<strong>en</strong>op zat -<br />

Ra ra wat is dat?<br />

Niep m<strong>en</strong> is <strong>en</strong> nap m<strong>en</strong> is,<br />

Die zaete in e<strong>en</strong> boatje.<br />

Nap me nis die viel d'r uut, /<br />

Wie bleef er to<strong>en</strong> nog over.<br />

Ruhe, ruhe, rupe<br />

Heel zie te pupe<br />

Zwart zie 't gat,<br />

Daer at te ruhe, rupe in zat<br />

Er liep e<strong>en</strong> mannetje over d'n diek<br />

Met z'n oogjes kiekerdekiek<br />

Met z'n aortjes krullerdekrul,<br />

Je kan 't niet raoj'n<br />

Al wordt je öök dul!<br />

45<br />

Achter in moe Joannetjes 'of<br />

Staet e<strong>en</strong> 'uusje mie verlof<br />

Ze poep<strong>en</strong> d'r in <strong>en</strong> ze piss<strong>en</strong> d'r in<br />

En moe Joannetje dopt er d'r stuutjes in.<br />

Ae jie wè 's goore van die Jansje Pansje<br />

Die metter gat op de pispot zat?<br />

Die kon schrokke, groote brokke,<br />

'n Koeje <strong>en</strong>'n stier,<br />

Zev<strong>en</strong> tonn<strong>en</strong> bier,<br />

'n Kérke vol mit schaep<strong>en</strong>,<br />

En nog kon die aerme Jansje Pansje<br />

Van d'n'onger nie slaepe.<br />

Op Lillo ga ik<br />

op Lillo sta ik<br />

op Lillo b<strong>en</strong> ik welgemoed<br />

och, 'eer<strong>en</strong>, maak dit raadsel goed.


46 SAMEN ZINGEN<br />

Jan Maas, die ad er un pae - re-tje, Al mee un krom-<br />

me rug - ge . Daerop lee ie d'r un zae - del-tje,<br />

I I<br />

En ree d'r mee nae Brug - ge . En' tpae-re-tje op-peld'<br />

'tpae-re-tje sprong: Jan Maas viel uut de sae<br />

En groot-pa - paetje <strong>en</strong> groot - ma -maetje die lach-t<strong>en</strong><br />

5 »i é<br />

0 0-<br />

tot ze mael - d<strong>en</strong>, Om-dat Jan Maas, die 6 - lik - ke<br />

ë ë ëzzm<br />

baes,ge - val-l<strong>en</strong> was uut de sae - le!<br />

ï<br />

Eaw<strong>en</strong> Nuyts 12 jaar<br />

Lewedorp


ISÈEËEÉ<br />

KLIKKLAK OP DE STRAETE 47<br />

É<br />

bru - ne paerd - je wip wap wip wap mee z'n staer-te gaet<br />

het in de mae - te ri- a - ri - a - ri- a rom mee de<br />

vee - re wae - g<strong>en</strong> mee joe nae de koe-ke stad de koeke<br />

V Y V TF#=?<br />

stad de koe-ke - stad mee joe nae de koe- ke-stad<br />

aol-le dun - der - dae-g<strong>en</strong>.<br />

Jantje slaed is mee de zwepe<br />

Bov<strong>en</strong> Bruun z'n rikke<br />

Voader ouwt 'n bie z'n tuugje<br />

Dat 'n nie kan schrikke<br />

Refrein<br />

Klik klak klik klak op de straete loopt het


48 ZE TAPTE<br />

D'r was in Zee-land e<strong>en</strong> boe-rin , die was zo gie-<br />

ES<br />

rig als e<strong>en</strong> spin. De koe die gaf ge<strong>en</strong> melk ge-noeg<br />

Dus dee z'r wa-ter bij. Ja jei-jei, ge-loof maar<br />

wat ik zei: Ja ze tap-te tap-te tap-te tap-te<br />

tap-te d'r wa-ter bij<br />

To<strong>en</strong> kwam e<strong>en</strong> controleur van 't riek<br />

En zei: Die melk is waterziek<br />

Ze zee: Dat is nog nooit 'ebeurd<br />

a miek je me noe e<strong>en</strong> liek,<br />

Jei, jei, jei, geloof maar wat ik zei.<br />

Maar... ze tapte, tapte, tapte, tapte,<br />

Tapte d'r water bij.<br />

Maar eind'lijk ging d'r melkkoe dood<br />

Ze keek e<strong>en</strong>s peinz<strong>en</strong>d naar de sloot<br />

En kocht to<strong>en</strong> bie e<strong>en</strong> bure melk<br />

Zoo kwam ze to<strong>en</strong> an d'r brood.<br />

Jei, jei, jei, geloof maar wat ik zei<br />

Want... ze tapte, tapte, tapte, tapte,<br />

Tapte d'r water bij.


Tekst:<br />

E.J. v.d. Br.<br />

Muziek:<br />

Evert Heyblok<br />

To<strong>en</strong> krabje wakker werd op 't laatst<br />

- ze had lang ligg<strong>en</strong> drom<strong>en</strong> -<br />

Keek ze verschrikt <strong>en</strong> stomverbaasd<br />

- wat wist zij van e<strong>en</strong> koe, die graast? -<br />

Hoe was ze hier gekom<strong>en</strong>?<br />

Refrein<br />

HE É M<br />

DE KRAB 49<br />

é * m è é m<br />

Bij Krab-b<strong>en</strong> - di j - ke lag e<strong>en</strong> krab fijn aan de dijk<br />

-+- L<br />

-é Wrte<br />

sla-p<strong>en</strong>, E<strong>en</strong> koe kwam lang-zaam op haar af <strong>en</strong><br />

stond to<strong>en</strong> stil, e<strong>en</strong> beetje paf, haar kauw<strong>en</strong>d aan te<br />

Refrein<br />

ga-p<strong>en</strong>, Bij Krabb<strong>en</strong> -dij - ke aan de dijk lig je<br />

voor ie - der-e<strong>en</strong> te kijk. Dat kan e<strong>en</strong> krals voor<br />

haar fat- so<strong>en</strong>, Nooit <strong>en</strong> te nim-mer zo maar in haar<br />

~&* 3f *—9<br />

e<strong>en</strong>-tje do<strong>en</strong>. O - la-la ff la<br />

Ze zag ge<strong>en</strong> water, zag ge<strong>en</strong> pad,<br />

alle<strong>en</strong> maar gras <strong>en</strong> bom<strong>en</strong>,<br />

ze wist niet hoè, ze wist niet wat,<br />

haar "thuis" was in het Krabbegat -<br />

zou ze daar ooit nog kom<strong>en</strong>?<br />

Refrein<br />

Och, och, ons krabje r<strong>en</strong>de wat,<br />

scheef op haar krabbepot<strong>en</strong>!<br />

Ik weet niet hoe, maar 'k weet wel, dat<br />

ze thuis kwam in het krabbegat,<br />

met kop <strong>en</strong> lijf <strong>en</strong> pot<strong>en</strong>.<br />

Refrein


50 AL ONDER DE WEG VAN MALDEGHEM<br />

Al on-der de weg van Mal-de - ghem,Malle mal-le Mal-<br />

le mal-le Mal-de-ghem, Al onder de weg van Mal-de<br />

Fine<br />

ghem,Daar zat e<strong>en</strong>wuuf <strong>en</strong> spon Dat wuuf dat zat <strong>en</strong><br />

spon, Gie-le-gon, Dat wuuf dat zat <strong>en</strong> spon, Al op<br />

e<strong>en</strong> hout<strong>en</strong> wie-le-ke, Wie-le wie-le wie-le wie - le<br />

wie - le-ke, Al op e<strong>en</strong> hou-t<strong>en</strong> wie - le-ke: Daar was<br />

P<br />

ge<strong>en</strong> draoi-ing aon, Daar was ge<strong>en</strong> draoi-ing aon!<br />

Patrick de Sutter 12 jaar<br />

Oostburg<br />

Tekstschrijver <strong>en</strong><br />

componist onbek<strong>en</strong>d


Dat wuuf 'ad un schapraoi, Gielegaoi<br />

Dat wuuf 'ad un schapraoi:<br />

Van bov<strong>en</strong> zet z'eur boter neer,<br />

Bobo, bobo, bobo, bobo, boterke,<br />

Van bov<strong>en</strong> zet z'eur botere,<br />

Van onder'eur<strong>en</strong> kaos. (bis)<br />

Jurj<strong>en</strong> Swiers 12 jaar<br />

Vlissing<strong>en</strong><br />

Tekst:<br />

A.L. deRop<br />

Muziek:<br />

Richard Hol<br />

Dat wuuf dat ging op zee, Gielegee<br />

Dat wuuf dat ging naer zee,<br />

Al op ün 'out<strong>en</strong> lepelke,<br />

Lele, Iele, Iele, Iele, lepelke,<br />

Al op un 'out<strong>en</strong> lepelke:<br />

Daar was ge<strong>en</strong> steelk<strong>en</strong> aon. (bis)<br />

IN EEN BLAUW GERUITE KIEL<br />

Dat wuuf verdronk in zee, Gielegee, 51<br />

Dat wuuf verdronk in zee.<br />

Al in dat diepe waoterke,<br />

Waowao, waowao, waowao, waoterke,<br />

Al in dat diepe waoterke:<br />

D'r was ge<strong>en</strong> do<strong>en</strong> meer aon. (bis)<br />

In e<strong>en</strong> blauwgerui - te kiel draai - de hij aan'tgroote<br />

wiel d<strong>en</strong> gan-<br />

ÉÉüÉ<br />

s<strong>en</strong> dag; Maar Mi - chiel - tjes<br />

jon-g<strong>en</strong>s-hart, Leed on-dra-ge-lij-ke smart, A— ach!<br />

a-ach! a-ach! a - ach!<br />

Als matroosje vlug <strong>en</strong> net<br />

Heeft hij voet aan boord gezet,<br />

Dat hoorde zoo.<br />

Naar Oost-in-je, naar de West,<br />

Jong<strong>en</strong>s, dat gaat opperbest!<br />

Ho - jo, ho - jo, ho - jo, ho - jo!<br />

Daar staat Hollands Admiraal,<br />

Nu e<strong>en</strong> man van vuur <strong>en</strong> staal,<br />

De schrik der zee.<br />

't Is e<strong>en</strong> Ruiter naar d<strong>en</strong> aard;<br />

Glorierijk zit hij te paard!<br />

Hoezee, hoezee, hoezee, hoezee!


52 KLIM-KLIM KLAUTER DAN<br />

Klim - klim klauter dan bo-v<strong>en</strong> op de lange Jan<br />

klim klim klauter door, we zijn nog niet bo-v<strong>en</strong>hoor!<br />

E<strong>en</strong> kijk-gat! zie je wat? Da-k<strong>en</strong> van hui-z<strong>en</strong><br />

"P # *~<br />

mis - schi<strong>en</strong>? Toe laat mij er ook e<strong>en</strong>s door zi<strong>en</strong>.<br />

Draai<strong>en</strong>, draai<strong>en</strong>, wat e<strong>en</strong> grap, klimm<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> w<strong>en</strong>-<br />

tel-trap.Alles draait nu in mijn bol,'kb<strong>en</strong> zo draairig<br />

als e<strong>en</strong> tol. Pas op, hou me vast, o, ik val!<br />

Hoe- ra-! Hoe-ra - ! We zijn er al, wat is het<br />

Uit Kindercantate:<br />

' 'E<strong>en</strong> schoolreis naar<br />

Walcher<strong>en</strong>".<br />

Tekst:<br />

E.J. v.d. B.<br />

Muziek:<br />

Jan Kuiler<br />

Peter<br />

Marteyn<br />

11 jaar<br />

Middelburg<br />

helder, wat e<strong>en</strong> licht! Jon-g<strong>en</strong>s,wat e<strong>en</strong> vergezicht.<br />

# # #<br />

Overal zee <strong>en</strong> overal duin, Walcher<strong>en</strong> lijkt zo wel F e<strong>en</strong> m<br />

tuin!


'I -<br />

OUDEJAARSAVOND 53<br />

Esther van Gorp 12 jaar<br />

Oostburg<br />

Mede:<br />

Volksliedarchief Al op n<strong>en</strong> ou-wejaarsa - vond, daar sloeg de bak-ker<br />

Op <strong>en</strong><strong>en</strong> Ouwejaorsaev<strong>en</strong>d<br />

To<strong>en</strong> sloeg de bakker z'n wijf<br />

Mee <strong>en</strong><strong>en</strong> out<strong>en</strong> klippel<br />

Zö daonig op eur lijf<br />

'tWijf da wou nie sprek<strong>en</strong><br />

De klippel die wou nie brek<strong>en</strong><br />

De klippel die brak<br />

En't wijf da sprak<br />

En de bakker viel op z'n jèsgat<br />

't Wijf kroop in d<strong>en</strong> ov<strong>en</strong><br />

D<strong>en</strong> bakker eur achternao<br />

Ze waor<strong>en</strong> zö witbestov<strong>en</strong><br />

As <strong>en</strong><strong>en</strong> nieuwejaor.<br />

zijn wuuf, Al mee nun dik - ke knup-pele zo doa- nig<br />

0 0 5<br />

op eur lief. De knuppel wil-de nie bre-k<strong>en</strong>, En't wuuf<br />

da wilde nie spre-k<strong>en</strong>. De knuppel die brak, <strong>en</strong>'twuuf<br />

0 0 =V 1 1 NI J | 1 \<br />

da sprak, En 1<br />

1leed da was ge - lee - j<strong>en</strong>.<br />

'tWas op'n ouwejaorsaov<strong>en</strong>d<br />

De bakker sloeg z'n wuuf<br />

Al meej'n ov<strong>en</strong>paole<br />

Zö dèrlik op 'r lief<br />

Wa zunne me de bakker geev'n<br />

Al vö z'n nieuwejaor?<br />

'n Kindje in de wiege<br />

Mee mooi gekrulde 'aor.<br />

Hoe zunne me da kindje 'êêt'n?<br />

Sieske uut de kêête.<br />

Wie gaota kindje dööp'n - -<br />

D'n dominé mee z'n knööp'n - -<br />

Hier'n stoel <strong>en</strong> daor'n stoel<br />

Op iedere stoel'n kuss<strong>en</strong><br />

Ouw noe mao je kinnebak<br />

Of k slaon d'r de koekepan tuss<strong>en</strong>.


54<br />

DE KARREKASSE<br />

Van Oos-burg naer Ke - zandje rie noe d'n nieu-w<strong>en</strong><br />

tram, ie kan zo leu-tig fluit<strong>en</strong> langs el-k<strong>en</strong> diek <strong>en</strong><br />

Refrein,<br />

dam. Karre-kas-se, Karrekas - se is de naom van<br />

on-z<strong>en</strong> tram ,Karrekas-se, Karrekas - se das de naom<br />

van on -z<strong>en</strong> tram.<br />

Madeion Prins 11 jaar<br />

Zuidzande<br />

Tekst <strong>en</strong> muziek:<br />

Cor Schijve<br />

In komt ie an de Brugge, In komt ie op Suusande, Toch rijdt ie deu nao Potjes, In komt ie op Kezandje,<br />

dan moet<strong>en</strong> me d'r uut, verschrikt ie van un pêêrd, die lieve Karrekas, dan bluuft ie ev<strong>en</strong> staon,<br />

in nestig elp<strong>en</strong> douw<strong>en</strong>, dan valt ie van z'n zeiv<strong>en</strong>, dao moet ie ook wee stopp<strong>en</strong> dan moet'n me ev<strong>en</strong> wacht<strong>en</strong>,<br />

anders komt ie nie vooruut. <strong>en</strong> is tie niks mêê wêêrd. mao raokt dan uut de pas, vooda me terug gaon.<br />

Refrein Refrein Refrein. Refrein.


Adri Hollestelle 9 jaar<br />

Kapelle<br />

SPOTLIEDJES<br />

Heer<strong>en</strong> van Zeeland<br />

Hoghe van dijcke V<br />

Diep van slijcke V,<br />

De kordewaeg<strong>en</strong> in die hand "'^<br />

Dat zijn die Heer<strong>en</strong> van Zeeland<br />

Drie-twee<br />

Drie Middelburgers, twee koopluu<br />

Drie Vlissingers, twee stroopluu<br />

Drie Veer<strong>en</strong>aers, twee nassauluu<br />

Drie Goers<strong>en</strong>aers, twee bouwluu<br />

Drie Zierikzeë<strong>en</strong>aers, twee advokaet<strong>en</strong><br />

Drie Tertol<strong>en</strong>aers, twee soldaet<strong>en</strong>.<br />

Op Brouwershav<strong>en</strong><br />

Brouwershaev<strong>en</strong> is 'n stad.<br />

'tls'n stad van ste<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Daer is vanzelev<strong>en</strong> 'n paerd verbrand,<br />

Ze kluve nu nog an de be<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Biggekerke:<br />

Kwaelik van aerd, ruug van baerd,<br />

weinig van vertêêre, <strong>en</strong> altoos werreke,<br />

da bin de spekbuuk<strong>en</strong> van Békerreke.<br />

'n Juffra van Terneuz<strong>en</strong><br />

Eur emde ang langer as eur keuz<strong>en</strong>.<br />

Middelburg:<br />

Mallelanders<br />

Koffiebranders<br />

Maneblussers<br />

Meidekussers.<br />

Op twee eeuwig ruzië<strong>en</strong>de families<br />

De koekoek <strong>en</strong> de maerelaer<br />

die vochte mie mekaer,<br />

ze vochte, dat de plum<strong>en</strong> stove,<br />

mae altied kwam de koekoek bov<strong>en</strong>.<br />

Op Goes<br />

Wie wil stele <strong>en</strong> nie'ange,<br />

Gae nae Goes <strong>en</strong> lae zich vange;<br />

Want de'eer<strong>en</strong> van Ter Goes,<br />

Bin zözacht as appelmoes.<br />

Op Bresjes<br />

De Bressiaon<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>'aon<strong>en</strong><br />

Mao komm<strong>en</strong> die van de Groe,<br />

Dan'ouw'n ze beter de deur<strong>en</strong> toe.<br />

Sluis:<br />

Schell<strong>en</strong>, pell<strong>en</strong>, graot<strong>en</strong> <strong>en</strong> gruus,<br />

da bin de erme burgers van Sluus.<br />

Van Axel nao Terneuz<strong>en</strong><br />

Dao weun<strong>en</strong> de meeste Geuz<strong>en</strong><br />

Van Zwalemslag nao Biervliet<br />

Dao deug<strong>en</strong> ze gin van alle niet.<br />

55


w—w<br />

Ed-de-gij nie ge- zi<strong>en</strong> mijn On-kel Sti<strong>en</strong>? IJ is<br />

naor de stad, al mee z'n'on -de-kèr-re. As ij me<br />

ziet, dan roept ij al van ver- re: Al - lee,steek<br />

van ach - ter an m'n kèr-re!<br />

En Siesje Lampaert, dat is 'n manneke Saore <strong>en</strong> Miete<br />

Da nie <strong>en</strong> spaert<br />

Saore Zandzak <strong>en</strong> Miete Prènte<br />

Eit ie 'n stuver, 't is voor j<strong>en</strong>iever waor'n daomes uut de stad<br />

Eit ie 'n frank, 't is veur d'n drank <strong>en</strong> ze leefd<strong>en</strong> van ulder sént<strong>en</strong><br />

maor'add'n gin'èmde an ulder gat.<br />

Mari<strong>en</strong> Koki<strong>en</strong>-koka<strong>en</strong>egat<br />

Die van agter op de waeg<strong>en</strong> zat<br />

De waeg<strong>en</strong> liet 'n schêête<br />

Dat wou Mari<strong>en</strong> Koki<strong>en</strong>-koka<strong>en</strong>egat<br />

Nie we te.<br />

Leve Piet Zaojman, leve Ko Ket<br />

D'n êên<strong>en</strong> ei'n 'oedje op, d'n aor<strong>en</strong>'n pet.<br />

i<br />

Frankie Bleij<strong>en</strong>berg 13 jaar<br />

Nieuw Nam<strong>en</strong><br />

Volksliedarchief


Volksliedarchief<br />

Marjolein Leer 11 jaar<br />

Sluis<br />

ST. PAULUS<br />

Komde gij van St. Pau-lus te voet? Ja me-neer.<br />

0' 0<br />

K<strong>en</strong>de gij Mie Kassei dan nie? Ja me-neer. Eit<br />

ze dan un 1<br />

êê-te kop? Kruip<strong>en</strong> er bruine bêês-jes op?<br />

Ja, me - n eer.<br />

Op'n lantar<strong>en</strong>opsteker (Sluis 1870)<br />

Turtelbööm lantèrretje<br />

Pelisie 'ouwt'm vast<br />

<strong>en</strong> pakt'm bie z'n sterretje<br />

<strong>en</strong> stêêkt'm in de kast.<br />

Op de dorpskoopman<br />

Meri<strong>en</strong> de Waerd<br />

Mie kar <strong>en</strong> paerd<br />

Mie gaer<strong>en</strong> <strong>en</strong> twi<strong>en</strong><br />

'tls altied Wullem <strong>en</strong> Meri<strong>en</strong><br />

Wullem past op paerd <strong>en</strong> pr<strong>en</strong>tjes<br />

Meri<strong>en</strong> die tippelt om de c<strong>en</strong>tjes<br />

'tEëne 'uusje in, <strong>en</strong>'t aere uusje uut<br />

En zö verdi<strong>en</strong> Meri<strong>en</strong> Mechuut<br />

'n Lekker<strong>en</strong> duut.<br />

Bij't scherp<strong>en</strong> van de zeis:<br />

Wiete wett<strong>en</strong>; tijd verlett<strong>en</strong><br />

't verzacht de snee,<br />

<strong>en</strong> ge rust'r wat mee!<br />

Op familie Gruis 1850<br />

Vaoder Gruis predikant<br />

Moeder gruis felbiedant<br />

Jan Gruis vêê verstand<br />

Piet Gruis vrêêd astrant<br />

Meine <strong>en</strong> Geure ziin twee slett'n<br />

Om'n ander te besmett'n<br />

Piet <strong>en</strong> Miete tot besluut<br />

Jaog'n Trijne de deure uut.<br />

Mee-delver, lange spae,<br />

Laet jun ann<strong>en</strong> wa dichter gae<br />

Eet je stuute wa gauwer op<br />

Anders pikke de kraoje ze op.<br />

Krotespitter, verroeste spae<br />

Laet je tingels wa dichter gae.<br />

Noardsj<strong>en</strong> Noardsj<strong>en</strong><br />

Schjir mijn boardsj<strong>en</strong><br />

Schjir dem schjunne<br />

Schjir dem rond<br />

Lijk n<strong>en</strong> dubbel<strong>en</strong> koe-stront.<br />

57


58<br />

Koejewachter, dikvel<br />

'Oöge schi<strong>en</strong>t de zunne fel<br />

Tusse zev<strong>en</strong> <strong>en</strong> achte<br />

Kü je gin koetjes mi wachte<br />

'k Laet m'n 'eksjes op<strong>en</strong> stae<br />

Dan kun me koetjes ni uus toe gae.<br />

Zonnewiesder van e<strong>en</strong><br />

koeiewachter<br />

\/ 6 • 1 k—<br />

'P I J<br />

Sliep scl<br />

i<br />

M<br />

-±— i—1~—Ir J J^'J J<br />

ies - se n d ie- ne s<br />

laar <strong>en</strong> n<br />

liep is mijn co-<br />

1 F # = T = P F<br />

-J- 1**'-"<br />

i<br />

1—<br />

-] 1 IsHrsijn,daar<br />

zijn zo veel ma - tres-s<strong>en</strong> maar gean ee - ne<br />

voor mi<strong>en</strong>.<br />

Thoke de Kater 12 jaar<br />

Wiss<strong>en</strong>kerke<br />

Tekst:<br />

W. Bar<strong>en</strong>dse 1939


Thoke de Kater 12 jaar<br />

Wiss<strong>en</strong>kerke<br />

Antonio Balsani 10 jaar<br />

Sluis<br />

Koeiwachtertje opper <strong>en</strong> top,<br />

Wanneer komt de zunne op?<br />

Tuss<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>e <strong>en</strong> achte,<br />

'k Wil ge<strong>en</strong> koei<strong>en</strong> meer wachte.<br />

I<br />

Jʱ<br />

'k Laet m'n koei<strong>en</strong> deur't kor<strong>en</strong> gae,<br />

Dan komt'r'n boer <strong>en</strong> die wil me slae,<br />

En dan roep ik au-au-au-we<br />

Sinte Maert<strong>en</strong> kwa gauwe!<br />

Voor - uit maar pot-t<strong>en</strong> <strong>en</strong> pan-n<strong>en</strong> zoek uit maar<br />

Al-les voor niets, wie e<strong>en</strong> - t<strong>en</strong> biedt,maar bor-g<strong>en</strong> bor-q<strong>en</strong> do<strong>en</strong> aoi<br />

we niet.<br />

59


60<br />

neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>e: de Paus z'n uus<br />

achti<strong>en</strong>e: de Biskop z'n kasteele<br />

zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>e: in 't wit <strong>en</strong> blauw sati<strong>en</strong> gekleed<br />

zesti<strong>en</strong>: stukk<strong>en</strong> mee roö wi<strong>en</strong><br />

vuufti<strong>en</strong>: alvetjes mee bruun biere<br />

veerti<strong>en</strong>: kopere ketels <strong>en</strong> kopere kasseroll<strong>en</strong><br />

derti<strong>en</strong>: kristalle zoutvatjes mee wit ivoore tekkeltjes<br />

d'r-an<br />

twaalf: lepels <strong>en</strong> forcett<strong>en</strong><br />

ellef: mess<strong>en</strong> mee zeiver<strong>en</strong> telloor<strong>en</strong> geleid<br />

ti<strong>en</strong>: koekebrooi<strong>en</strong> mee korint<strong>en</strong><br />

neg<strong>en</strong>: amm<strong>en</strong>-esp<strong>en</strong> op zelvr<strong>en</strong> telloor<strong>en</strong> geleid<br />

SPELLEWERKERSLIEDJES<br />

Ti<strong>en</strong> franc van d'el-le kreeg I - sa - bel-le,Mao<br />

t'is zo'n f el - Ie ze kiekt nie e<strong>en</strong>s om - hoog ,De<br />

vi<strong>en</strong>-gers rol-l<strong>en</strong>, De stok-k<strong>en</strong> knol-l<strong>en</strong>, Ze zit te<br />

Fine<br />

draoi - <strong>en</strong> op eur stoel e<strong>en</strong> tra - lie e - ma-lie<br />

acht: kuupjes beutere<br />

zev<strong>en</strong>: tonnetjes me ingeleide hoelevere<br />

zes: telloor<strong>en</strong> mee goê riestpap<br />

vuuf: ronde geblomde tafels meê e<strong>en</strong> slot <strong>en</strong> e<strong>en</strong> diamante<br />

zonne der op <strong>en</strong> an iedere kant e<strong>en</strong> hououd<br />

slot<br />

vier: dozi<strong>en</strong> nieuwe keuk<strong>en</strong>stoel<strong>en</strong><br />

drie: glaze pi<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> flass<strong>en</strong> mee roemerse wi<strong>en</strong><br />

twee: salabiere sala mee eiers<br />

e<strong>en</strong>: nis-ei mee 'n boteram<br />

niem<strong>en</strong>dalle: ri<strong>en</strong>getjes <strong>en</strong> horretjes <strong>en</strong> eet <strong>en</strong> dri<strong>en</strong>k<br />

mao mee, 't is al voo mi<strong>en</strong>.<br />

Tekstschrijver <strong>en</strong><br />

componist onbek<strong>en</strong>d


Ingrid Faas 11 jaar<br />

Sluis<br />

Johnny Vonk 11 jaar<br />

Sluis<br />

te groef ge - wrocht <strong>en</strong>'t kan-tje van W'antje<br />

bluuft on-ver - kocht.<br />

D<strong>en</strong> eerst<strong>en</strong> dag is zij ziek geword<strong>en</strong>,<br />

D<strong>en</strong> tweed<strong>en</strong> dag is zij gestorv<strong>en</strong>,<br />

D<strong>en</strong> derd<strong>en</strong> dag naar Gods behag<strong>en</strong><br />

Zag m<strong>en</strong> dat vrouwtje naar 't kerkhof drag<strong>en</strong>.<br />

't Werd nacht, 't werd middernacht,<br />

Dat vrouwtje verrees al uit haar graf.<br />

Al uit haar graf is zij verrez<strong>en</strong><br />

En naar haar huis is zij getred<strong>en</strong>,<br />

Zij gaf e<strong>en</strong> klopje op de deur<br />

En heur man zei: wie is er daar?<br />

Ach lieve man verschrik niet zere,<br />

Ik b<strong>en</strong> gezond<strong>en</strong> van God d<strong>en</strong> Heere.<br />

I<br />

61<br />

4 w<br />

Zijt gij gezond<strong>en</strong> van God d<strong>en</strong> Heer?<br />

Zeg waarom dat gij wederomkeert.<br />

Omdat gij ons kindertjes wél zoudt ler<strong>en</strong><br />

En br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> tot 's hemels Her<strong>en</strong>,<br />

Omdat gij ons kindertjes wel zoudt spijz<strong>en</strong><br />

En br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> tot 's hemels paradijz<strong>en</strong>.<br />

Zij is al 't achterpoortje uitgegaan<br />

En zei: och God hier zal ik staan,<br />

Ze zei: och God hier zal ik rust<strong>en</strong><br />

Met alle zesse mijn onnozele duts<strong>en</strong>,<br />

Ze zei: och God hier zal ik slap<strong>en</strong><br />

Met alle zesse mijn onnozele schap<strong>en</strong>.


62 OOGSTLIED<br />

We sla<strong>en</strong> de ze - kels in 1<br />

1 gra<strong>en</strong>,En moe-t<strong>en</strong> in ons<br />

y J Al } i J J'J r,<br />

em - de sta<strong>en</strong>.'tZweet loopt mee strael<strong>en</strong> langs óns lief ,<br />

Ir Al JSIJ A Hl<br />

Noem dat noe mer is tiedverdrief!<br />

De zunne brandt zo op ons rug,<br />

Het terwestroo is ard <strong>en</strong> stug.<br />

Mar toch bin me vol goei<strong>en</strong> moed,<br />

Het werk<strong>en</strong> zit ons in het bloed.<br />

De kopere Ko draeit aoltied voort,<br />

D<strong>en</strong> dag gaet verder ongestoord.<br />

En strekjes, as het aev<strong>en</strong>d is,<br />

Dan ga<strong>en</strong> we wi naer uus gewis.<br />

Nae 't werk<strong>en</strong> is het rust<strong>en</strong> zoet,<br />

Voraol mee onberoerd gemoed.<br />

En as weer 't oest<strong>en</strong> is geda<strong>en</strong>,<br />

Dan do<strong>en</strong> we aolles kalmer a<strong>en</strong>.<br />

Komt jo<strong>en</strong>gers, hopsa, pak weer a<strong>en</strong>,<br />

En bluuft dae nie zö doelloos sta<strong>en</strong>.<br />

Het stik moe af, id'aev<strong>en</strong>d valt,<br />

Want strakjes is 't weer: "Mann<strong>en</strong>, halt!"<br />

Vooruut mè! 't Werk<strong>en</strong> is gezond,<br />

Al loopt het zweet je langst je kont.<br />

Al smelt de reuzel in je lief.<br />

Het werk gaet deur, da's but<strong>en</strong> kief.<br />

Daerom, m'n vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> aoltegaer,<br />

Me will<strong>en</strong> oest<strong>en</strong>, jaer op jaer.<br />

Want wie te lui vö d'erbied is,<br />

Gaet vast nae de verdoem<strong>en</strong>is.<br />

Gestaedig werk <strong>en</strong> noeste vliet,<br />

Nee! - daevan eit nooit iemand spiet.<br />

Ik bin te vree <strong>en</strong> blie van zin,<br />

En slae de zekel der weer in.<br />

Marja Bustraan 12 jaar<br />

Vrouw<strong>en</strong>polder<br />

Oude Tekst<br />

Muziek:<br />

Bram Beekman


Tekst:<br />

D.A. Poldermans<br />

Muziek:<br />

Jan Morks<br />

D.A. Poldermans<br />

HET EIGEN LAND<br />

ZEEUWS VOLKSLIED<br />

. h J, J*<br />

* — *<br />

Ge<strong>en</strong> dierder plek voor ons op aard, Ge<strong>en</strong> oord<br />

• p— 1* 1* J } J<br />

ï—J<br />

ter we - reld meer ons waard, Dan waar be - schermd<br />

i É É M M<br />

door dijk <strong>en</strong> duin, ons toe-lacht veld <strong>en</strong> bos <strong>en</strong><br />

nflH 1 h—i * 1 K<br />

1 A —J L J 3<br />

1<br />

—n<br />

• * i m .<br />

duin. Waar<br />

-M<br />

steeds d'al-ou-de e<strong>en</strong> -dracht woont,<br />

^ ^<br />

En wel - vaart 'slandsman werk be-króont,Waar klinkt<br />

LXJ J ir r Hülr J<br />

des leeuw<strong>en</strong> for - se stem: Ik worstel moe - dig<br />

<strong>en</strong> ont - zwem:<br />

Het land, dat fier zijn zon<strong>en</strong> prijst,<br />

En ons met trots de nam<strong>en</strong> wijst<br />

Van Bestevaer <strong>en</strong> Joost de Moor,<br />

Die blink<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> d'eeuw<strong>en</strong> door;<br />

Waarvan in de historieblaan<br />

De Everts<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bankerts staan,<br />

Dat immerhoog in eere houdt<br />

D<strong>en</strong> onverschrokk<strong>en</strong> Naerebout.<br />

E I<br />

63<br />

Gij, Zeeland, zijt ons eig<strong>en</strong> land.<br />

Wij duld<strong>en</strong> hier ge<strong>en</strong> vreemde hand,<br />

Die over ons regeer<strong>en</strong> zou,<br />

Aan onze vrijheid zijn wij trouw.<br />

Wij hebb<strong>en</strong> slechts één <strong>en</strong>k'le keus:<br />

"Oranje <strong>en</strong> Zeeland!" da's de leus!<br />

Zoo blijv<strong>en</strong> wij met hart <strong>en</strong> mond<br />

Met lijf <strong>en</strong> ziel: goed Zeeuwsch goed rond.


I<br />

Ner-g<strong>en</strong>s groeit de ter-ve mil-der,Ner-g<strong>en</strong>s gro<strong>en</strong>er<br />

É<br />

malser wei. Ner-g<strong>en</strong>s lek - ker-der pe-ta-t<strong>en</strong>,Dan ge-<br />

V<br />

È<br />

ffirnr 22 É<br />

groeid in <strong>Zeeuwse</strong> klei, Ner-g<strong>en</strong>s vin je schoner dre-<br />

* verge<br />

<<br />

— p*—0-<br />

— h<br />

v<strong>en</strong>,Nerg<strong>en</strong>s mooier duun <strong>en</strong> strand; Ner-g<strong>en</strong>s ru-mer<br />

- zicht<strong>en</strong>, Dan bie oans in ' t<strong>Zeeuwse</strong> land!<br />

Nerg<strong>en</strong>s vin je, waer j'ok rondkiekt,<br />

Zö e<strong>en</strong> schat van kleur<strong>en</strong>pracht.<br />

Nerg<strong>en</strong>s op de eêle wereld<br />

Zö e<strong>en</strong> keus van kleêderdracht.<br />

Nerg<strong>en</strong>s is 't zö schoan <strong>en</strong> elder,<br />

Nerg<strong>en</strong>s 't uusje zö an kant.<br />

Nerg<strong>en</strong>s die schoan geschuurde straetjes<br />

Dan bie ons in 't Zeeuwsche land.<br />

Nerg<strong>en</strong>s bin de jikkemin<strong>en</strong>,<br />

Zoeter <strong>en</strong> zö lekker versch.<br />

Nerg<strong>en</strong>s krieg je bie de koffie,<br />

Zeeuwsche beuterbabbelaers.<br />

Nerg<strong>en</strong>s bin d'r mooier misjes,<br />

Mie eur mus' van fi<strong>en</strong>e kant,<br />

Nerg<strong>en</strong>s leuker boer<strong>en</strong>jongers,<br />

Dan bie oans in 't Zeeuwsche land.<br />

Elina de Bruijn 12 jaar<br />

Vrouw<strong>en</strong>polder<br />

Jaep uut de<br />

Wilhelminapolder<br />

Nerg<strong>en</strong>s bluuft het je zö trokk<strong>en</strong><br />

Nerg<strong>en</strong>s voel je je zö thuus.<br />

Altied ei je nog 't verlang<strong>en</strong>,<br />

Naer dat ouwe Zeeuwsche uus.<br />

Waer j'ok bint, 't zie ier of elders,<br />

Altied voel je nog di<strong>en</strong> band,<br />

Die je bindt <strong>en</strong> stevig vastoudt,<br />

An je ouwe Zeeuwsche land.


i slik<br />

„_ EEN LIED VAN ZEELAND 65<br />

3<br />

« 3 *<br />

Waer de brêê - je stroam<strong>en</strong> ruu-s<strong>en</strong> o-ver schor <strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> zand, Waer de stur-m<strong>en</strong> juul<strong>en</strong>d jae-g<strong>en</strong> o-ver<br />

zee <strong>en</strong> diek <strong>en</strong> strand, Daer is't land, dat ons 'e -<br />

"f 1 #—ff-1—#•<br />

wrocht ên, Daer is ons =1= J<br />

ge-boor-te-land. Daer is't<br />

l r rif F<br />

land, dat ons 'e -wrocht<strong>en</strong>, Daer is ons geboor-<br />

ZZZl<br />

te - land.<br />

Waer de waetr<strong>en</strong> ööger rieze<br />

Dan waer öök in 't ganse land<br />

Waer de boer mit diek <strong>en</strong> diek<strong>en</strong>,<br />

't Waeter uut z'n erfdeel bant,<br />

Daer is 't land, dat ons ewrocht ên<br />

Daer is ons geboorteland.<br />

Waer de zwaere paerd<strong>en</strong> kloef<strong>en</strong>d<br />

d'Eêgde trokk<strong>en</strong> deur de klei<br />

Waer de dichte böögerds bloeie<br />

Onder d'olm<strong>en</strong> in de Mei,<br />

Daer is 't land, dat ons ewrocht ên,<br />

Vruchtbre aerde <strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e wei.<br />

Helène Lazeroms 12 jaar<br />

Vlissing<strong>en</strong><br />

Tekst:<br />

J.P. Paulusse<br />

Muziek:<br />

H.A.J. Franke<br />

Uitgeverij:<br />

Ars Nova Goes<br />

Waer de Everts<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bankerts,<br />

Jöös de Moor <strong>en</strong> Bestevaer,<br />

Zêêlands naem <strong>en</strong> roem ver'oogd<strong>en</strong><br />

Op de zêê mit döödsgevaer,<br />

Daer is 't land, dat ons ewrocht ên,<br />

Daer is 't land dat God bewaer.


66 DE ZEEUWSE LEEUW<br />

zz<br />

Op ons waep<strong>en</strong> staet'n Leeuw, Bo-v<strong>en</strong> wae ter 1<br />

aolvèr<br />

^JJMjJ JJ'J'I|- J' J-l J D<br />

we-ge En ie leert an elke Zeeuw, Dat'n vechte kon<br />

van de-ge, vechte te-g<strong>en</strong> golfgevaer, Dat besprong van<br />

«—J<br />

— k—| p ' ' _j J J<br />

aolle zieën, Mae de Leeuw was aoltied klaer, On-vervaerd<br />

—-^n-— =<br />

in bange tie-ën.<br />

-# 1 1<br />

Op ons waep<strong>en</strong> staet 'n leeuw,<br />

Fli<strong>en</strong>k <strong>en</strong> ferm, z'n kop nae bove<br />

En zoo stond 'n eeuw nae eeuw<br />

Oe de baer<strong>en</strong> rond z'n stove<br />

Onze leeuw, zoo fier van aerd,<br />

Éoept ons toe mit forsche stemme:<br />

"Bluuf d<strong>en</strong> naem van Zeeuw<strong>en</strong> waerd!<br />

Aoltied worst-le toch ontzwemme!"<br />

•<br />

Tekst:<br />

D.A. Poldermans<br />

Muziek:<br />

A. Lijss<strong>en</strong><br />

Uitgeverij:<br />

J.J. v.d. Peijl<br />

Yerseke<br />

Paul Pouwelse 13 jaar<br />

Westkapelle


eciter<strong>en</strong>d<br />

Zeeland met je blijde bongerds met je ko-r<strong>en</strong> geel als<br />

N. J t giWHfrf E gif p J y<br />

goud met je dijk<strong>en</strong><strong>en</strong> je duin<strong>en</strong> <strong>en</strong> je volk waarvan ik<br />

Refrein<br />

houd. Als ik op je duin<strong>en</strong> sta,als ik langs je dijk<strong>en</strong> ga<br />

I<br />

MIJN ZEELAND 67<br />

ad 0—<br />

zie ik je zee <strong>en</strong> zie ik je land /voel ik mij met jou ver-<br />

"ff ff ff-[?iJ Jffffppff<br />

J<br />

want.Als ik op je duin<strong>en</strong> sta ,als ik langs je dijk<strong>en</strong> ga,<br />

& &<br />

voel ik mi j met jou verwant,mi jn Zee-land. la -<br />

rkih> ff' 17 ff i«—5~n— 1<br />

0 1 . 0 •<br />

t y p b p p P =—1<br />

Janita van Haaft<strong>en</strong> 11 jaar<br />

Stav<strong>en</strong>isse<br />

^»<br />

a.<br />

7e&sf <strong>en</strong> muziek:<br />

Marie Cécile Moerdijk<br />

Zeeland met je mooie sted<strong>en</strong>,<br />

Waar der eeuw<strong>en</strong> stem verstilt,<br />

Met je vlekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> je dorp<strong>en</strong>,<br />

Met je zee zo wijd <strong>en</strong> zilt,<br />

Refrein<br />

Zeeland met je klederdracht<strong>en</strong>,<br />

Met je hoev<strong>en</strong> <strong>en</strong> je land,<br />

Met je licht <strong>en</strong> luchtepracht<strong>en</strong>,<br />

Zeeland jij! Mijn eig<strong>en</strong> land!<br />

Refrein.


68 ZEELAND BOVEN AL<br />

é<br />

i Van<br />

In Zee - land viert m<strong>en</strong> ker - mis , As ner-g<strong>en</strong>s in et<br />

land. Dan draegt m<strong>en</strong> de beste spul-le-tjes <strong>en</strong> de musse<br />

van fie-ne kant! Op Wal-chr<strong>en</strong> <strong>en</strong> op Schou-w<strong>en</strong>, In<br />

# # É<br />

Goes <strong>en</strong> Zie-rik-zee, Daer rie-je de boer - tjes naer<br />

pp<br />

de stad, En ze ne-me 'tmis-je mee.<br />

Refrein<br />

—9<br />

Zee - land,<br />

Zee - land bo-v<strong>en</strong>-al, Zee- land, Zee - land roe - me w'ali<br />

al - le lan-d<strong>en</strong> op deez' aard is Zee-land ons et<br />

Ard Verhoev<strong>en</strong> 11 jaar<br />

Vlissing<strong>en</strong><br />

Jaep uut de<br />

Wilhelminapolder


Tekst:<br />

D.A. Poldermans<br />

Muziek:<br />

A. Lijss<strong>en</strong><br />

Uitgeverij:<br />

J.J. v.d. Peijl<br />

Yerseke<br />

i<br />

K<br />

Zee-land roe-me w'al. Van al-le lan-d<strong>en</strong> op deez' aardis<br />

1<br />

— ^<br />

Zee-land 'meeste waard!<br />

In Zeeland groeie juuntjes<br />

En pee-<strong>en</strong> in de klei.<br />

Van daer die slechte weg<strong>en</strong>,<br />

In 't natte jaargetij.<br />

Je loopte er in de reg<strong>en</strong>,<br />

E<strong>en</strong> polderbaes geliek<br />

En je zakt er tot je i<strong>en</strong>kels toe<br />

In de modder <strong>en</strong> de slik.<br />

I É2<br />

meeste waard. Zee- land, Zee - land bov<strong>en</strong>-al, Zee-land<br />

DEN BOOGERD BLOEIT<br />

I<br />

In Zeeland weune misjes,<br />

Die ouw<strong>en</strong> van gin zo<strong>en</strong>.<br />

En asje d'r e<strong>en</strong>tje pakke wil,<br />

Dan roepe ze: "Nie do<strong>en</strong>".<br />

Mè bin je mie z'n beidjes,<br />

Dan zên ze wè van neê,<br />

Mè ze steke eur arige snoetjes toe<br />

En dan lusse z'er wè twee.<br />

3E M N Ï R<br />

D<strong>en</strong> boo-gerd bloeit, d<strong>en</strong> boo -gerd bloeit, In frisse<br />

± é é *—<br />

fie-ne kleur<strong>en</strong>; De bo-m<strong>en</strong> bin mit dons be-sneeuwd,En<br />

ie-der taksjewi<strong>en</strong>kt <strong>en</strong> weeuwt,vol zachte zoe-te geur<strong>en</strong>,<br />

D<strong>en</strong> boogerd bloeit, d<strong>en</strong> boogerd bloeit,<br />

't Is aolles licht <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>,<br />

Het vi<strong>en</strong>kje schelt z'n toontjes uut<br />

En zit in pi<strong>en</strong>k<strong>en</strong>d, werm geluud<br />

Z'n artje lucht te gev<strong>en</strong>.<br />

JE<br />

D<strong>en</strong> boogerd bloeit, d<strong>en</strong> boogerd bloeit,<br />

De locht is lauw <strong>en</strong> geurig,<br />

Het jonge gos spruut uut de grond<br />

En bromm<strong>en</strong>d vliegt het bietje rond<br />

de struk<strong>en</strong>, frisch <strong>en</strong> fleurig.


70<br />

DEN ZEEUW Z'N AERD<br />

Un Zeeuw is over 1<br />

talge-mêên zó kei'ard az un<br />

kli<strong>en</strong>kerste<strong>en</strong>. Die zei noe êênmael te - g<strong>en</strong> zwart<br />

gin wit. En mot ie soms wel op z'n kant, dan bin<br />

- * * * *<br />

je nog nie uut de brand, om - dat er zó vêê pit van<br />

bin - n<strong>en</strong> zit. Jae, me bin Zeeuw<strong>en</strong> van top tot<br />

f<br />

têên, mae toch vêê leu-te, da's nummer êên. En'tZeeuw-<br />

se spreekwoord, van óóst tot west: lukt't van-dae-ge<br />

nie, dan lukt'tmèrge best.<br />

h<br />

M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> 'tis nog nie<br />

5 É 3<br />

te lae-te, Neem un hoeje raed te bae-te: maek ple-<br />

zier,zó langk az a je kan, 'ang je zur - g<strong>en</strong> an un<br />

Oude tekst<br />

Muziek:<br />

W.L. Harthoorn


spie-ker,wan die maeke je nie rieker. Doe je <strong>Zeeuwse</strong><br />

naem tog êê -re an! Refrein<br />

EEN ZEEUW BLUUFT ZEEUW<br />

Je kunt'n Zeeuw wè zet-te op el-ke plek op aerd,<br />

Me 1<br />

tZeeuws geboorte grond je is'n aol-tied nog vêê<br />

p J. J'|, Js JS J J> >Jl }<br />

waerd. Ie zie zo in ge-dacht<strong>en</strong> 't goe-je <strong>Zeeuwse</strong> land»<br />

En voelt,al is 'n var-re, toch nog e<strong>en</strong> echte band.<br />

Al lóópt 'n onder palm<strong>en</strong>,<br />

Al vaert'n op 'n bóót,<br />

Al weunt'n in 't noord<strong>en</strong>,<br />

toch di<strong>en</strong>kt'n tot z'n dóód<br />

An Zeeland mit z'n mossels,<br />

z'n oesters <strong>en</strong> z'n kreeft,<br />

De Thoolse bot <strong>en</strong> aoles,<br />

wat in de Schelde leeft.<br />

To<strong>en</strong> d'oorlog kwaem in Zeeland,<br />

to<strong>en</strong> 't trof 'n vrêêsluk lot,<br />

To<strong>en</strong> Walcher<strong>en</strong> was verdronke,<br />

to<strong>en</strong> aoles was kepot,<br />

Docht'r de Zêêuw, di varre:<br />

ze rêêje 't wel, 'eus,<br />

Wan "Luctor et Emergo",<br />

dat is de <strong>Zeeuwse</strong> leus.<br />

De Schouwse bolleveld<strong>en</strong>,<br />

de blom<strong>en</strong> van 't Zwin,<br />

De Zeekraal op de schorr<strong>en</strong>,<br />

't komt z'n gedacht aol in;<br />

De Lange Jan op Walcher<strong>en</strong>,<br />

de toorn van Zurruksee,<br />

Ie di<strong>en</strong>kt ók an de terve,<br />

<strong>en</strong> an de suukerpee!<br />

't Is waer, wan kom vandaege<br />

in 't eig<strong>en</strong> <strong>Zeeuwse</strong> land:<br />

Ons Walch'r<strong>en</strong> is 'erreze,<br />

ons Walch'r<strong>en</strong> wier weer land.<br />

Waetersnóód trof Zeeland<br />

<strong>en</strong> kostte goed <strong>en</strong> bloed;<br />

Wêêr vocht<strong>en</strong> er de Zeeuw<strong>en</strong><br />

mit vast gelóóf <strong>en</strong> moed.<br />

Tekst:<br />

L.N. Huijsman-Griep<br />

Muziek:<br />

Adr. Kousemaker<br />

/Vis k<br />

r~3, ara» mui<br />

Nina Rimoud 12 jaar<br />

Vlissing<strong>en</strong><br />

Wêêr wier de zêê bedwonge,<br />

de diek<strong>en</strong> kwaeme dicht,<br />

Goddank wier noe de toekomst<br />

vó mêênigêên wêêr licht.<br />

De Zeeuw<strong>en</strong> motte vechte<br />

mie 't waeter, d'r is gêên keus,<br />

Mè "Luctor et Emergo"<br />

dat is <strong>en</strong> bluuft de leus!<br />

71


72<br />

te<br />

Waar e<strong>en</strong>s<br />

22<br />

ZEEUWS-VLAAMS VOLKSLIED<br />

1<br />

tgekrijs der meeu-w<strong>en</strong> ver-stierf aan<br />

'te<strong>en</strong>zaam strand, Daar schie-p<strong>en</strong> zich de Zeeuw<strong>en</strong> uit<br />

22 #<br />

schor<strong>en</strong> slik hun land. En kwam de stormwind woe-d<strong>en</strong>,<br />

H<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong>d met ver-derf, Dan keer-d<strong>en</strong> zijde vloed<strong>en</strong><br />

ft.)IJ J><br />

Refrein<br />

van 1<br />

tpas gewonn<strong>en</strong> erf. Van d'Ee tot Hon-te-nis-se,<br />

van Hulst tot aan Cad - zand,dat is ons ei-g<strong>en</strong> landje<br />

maar deel van Nederland!<br />

Daar klapp<strong>en</strong> rappe tong<strong>en</strong><br />

D<strong>en</strong> gansch<strong>en</strong> liev<strong>en</strong> dag,<br />

Daar klinkt uit frische long<strong>en</strong><br />

Gejok <strong>en</strong> gulle lach.<br />

Daar klinkt de echte landstaal,<br />

Geleerd uit moeders mond,<br />

E<strong>en</strong> voudig, zonder omhaal,<br />

Goed Zeeuwsch <strong>en</strong> dus goed rond.<br />

Refrein<br />

E<br />

Waar e<strong>en</strong>s de zeeën brak<strong>en</strong><br />

Met donder<strong>en</strong>d gedruisch,<br />

Daar glimm<strong>en</strong> nu de dak<strong>en</strong><br />

En lispelt bladgesuis.<br />

Daar trekt de ploeg de vor<strong>en</strong>,<br />

Daar klinkt de zicht in 't graan,<br />

Daar ziet m<strong>en</strong> 't Zeeuwsche kor<strong>en</strong>,<br />

Het allerschoonste staan.<br />

Refrein<br />

Daar werd de oude zede<br />

Getrouwelijk bewaard,<br />

En 't huis in dorp <strong>en</strong> sted<strong>en</strong>,<br />

Bleef zuiver Zeeuwsch van aard.<br />

Daar leeft m<strong>en</strong> zoo e<strong>en</strong>drachtig<br />

En vrij van droef krakeel,<br />

Daar dankt m<strong>en</strong> God almachtig<br />

Voor 't toegemet<strong>en</strong> deel.<br />

Refrein<br />

Tekst:<br />

J.N. Pattist <strong>en</strong><br />

J. Vreek<strong>en</strong><br />

Muziek:<br />

A. Lijss<strong>en</strong><br />

De worstelstrijd met Spanje<br />

Bracht ons het hoogste goed,<br />

De vrijheid door Oranje,<br />

Betaald met hartebloed.<br />

Dat goed gaat nooit verlor<strong>en</strong>,<br />

De Nederlandsche vlag<br />

Zal wappr<strong>en</strong> van de tor<strong>en</strong><br />

Tot op d<strong>en</strong> jongst<strong>en</strong> dag.<br />

Refrein


LAND VAN KEZAND<br />

O land van de boe-r<strong>en</strong> bie joe is 't goed;je ploe-<br />

g<strong>en</strong><strong>en</strong> zao-j<strong>en</strong>,je wie-j<strong>en</strong> <strong>en</strong> mao-j<strong>en</strong>,de duim<strong>en</strong> die wer<strong>en</strong><br />

d'n vloed. Land van Ke-zand, Land vanKe-zand,<br />

Land vanKe-zand, ge- groet!<br />

O land van de vissers bij joe is het goed;<br />

je dobb'r<strong>en</strong>de botters, je schomm'l<strong>en</strong>de kotters<br />

van Bresjes, die do<strong>en</strong> het zö goed.<br />

Refrein Refrein<br />

O land mee je werkers, bij joe is het goed;<br />

je volk, da kan klapp<strong>en</strong>, serieus is in grapp<strong>en</strong>.<br />

O land mee je schoon "bett<strong>en</strong>doet".<br />

Refrein Refrein<br />

Johny Beer<strong>en</strong>s 12 jaar<br />

Oostburg<br />

Tekst <strong>en</strong> muziek:<br />

Cor Schijve<br />

O land mee verled<strong>en</strong>, bij joe is het goed;<br />

mee Jan op d'n tor<strong>en</strong>, die gao nooit verlor<strong>en</strong>,<br />

mee z'n kli<strong>en</strong>k<strong>en</strong>de klokk<strong>en</strong> zö zoet.<br />

O land mee je féést<strong>en</strong>, bij joe is het goed;<br />

op joe zü me kli<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> lekker glas dri<strong>en</strong>k<strong>en</strong>,<br />

de zonn<strong>en</strong> d'r in in de moed.


Wie gaar-ne zingt het haringlied <strong>en</strong> zee-banket wil<br />

sma - k<strong>en</strong>,Vergeet dan Wil-lem Beu-kels niet, de va-der<br />

van het ka-k<strong>en</strong>. Hij was het,die de bron ont-sloot,waar-<br />

uit e<strong>en</strong> rijke goudstroom vloot. Hij was het,die de<br />

bron ont-sloot, waar-uit e<strong>en</strong> rijke goud - stroom vloot.<br />

Hoe dikwerf heb ik d'oude vlag,<br />

zi<strong>en</strong> wapp'r<strong>en</strong> aan de mast<strong>en</strong>.<br />

Als ik mij op e<strong>en</strong> buisjesdag,<br />

aan 't schouwspel mocht vergast<strong>en</strong>.<br />

Vlecht ik verrukt e<strong>en</strong> erekroon,<br />

Wie ooit het oude Biervliet ziet,<br />

Waar Willem werd gebor<strong>en</strong>,<br />

Doet bij dit schone Haringlied<br />

Zijn lof als kaker hor<strong>en</strong>.<br />

En dankbaar staar ik op het graf,<br />

voor onze Willem Beukelszoon. (bis) Van hem die ons de haring gaf. (bis)<br />

Robert Lang<strong>en</strong>do<strong>en</strong> 12 jaar<br />

Biervliet<br />

Tekst <strong>en</strong> muziek:<br />

C. de Dreu


OOST ZEEUWS-VLAAMSE KALENDER<br />

1. Op moandag op moandag<br />

tan gao m'n pe<strong>en</strong>tsj<strong>en</strong> drink<strong>en</strong>,<br />

me drink<strong>en</strong> de ij<strong>en</strong> me drinkn dr twije<br />

me drink<strong>en</strong> dr vijf n twintig.<br />

Refrein:<br />

Do<strong>en</strong> ze da, do<strong>en</strong> ze da, do<strong>en</strong> ze da Jan,<br />

èn ze da gedoan?<br />

èn ze da gedoan?<br />

"a" zai Jan.<br />

2. Op dinsdag<br />

ja tan est vast<strong>en</strong>oav<strong>en</strong>d,<br />

in emme tan gjin brujed in uis,<br />

tan vaste me tot t<strong>en</strong> oav<strong>en</strong>d.<br />

Refrein<br />

3. In wo<strong>en</strong>sdag<br />

tan gaome om n kruisk<strong>en</strong>,<br />

in es m<strong>en</strong>ijer de poster nie tuis,<br />

tan gaome naer de koste re.<br />

Refrein<br />

Sjantee, sjantee, sjantaotere<br />

k'èn liever bier dan waotere<br />

Mietje kato<strong>en</strong>, 't is mèrrege no<strong>en</strong><br />

En we gaon d'r e<strong>en</strong>tje pakk<strong>en</strong><br />

Mietje kato<strong>en</strong>, 't is mèrrege no<strong>en</strong><br />

En me gaon d'r e<strong>en</strong>tje do<strong>en</strong>.<br />

7.<br />

4. In donderdag<br />

ja tan est alve weke,<br />

in goa t<strong>en</strong> fler<strong>en</strong> joinkman uit,<br />

om mee sij lief te sprek<strong>en</strong>.<br />

Refrein<br />

In vrijdag<br />

tan komm<strong>en</strong> de boerinn<strong>en</strong>,<br />

mee ulder muts op uldern kop<br />

in lujep<strong>en</strong> lijk zotinn<strong>en</strong>.<br />

Refrein<br />

In zoaterdag<br />

tan est t<strong>en</strong> dag van schur<strong>en</strong>,<br />

in emme tan gjin woater in uis,<br />

tan goame bij de gebur<strong>en</strong>.<br />

Refrein<br />

In zondag<br />

tan est t<strong>en</strong> dag des IJer<strong>en</strong>,<br />

tan doeme n vès emdek<strong>en</strong> oan<br />

in al ons beste klijer<strong>en</strong>.<br />

Refrein<br />

To<strong>en</strong> Willem d'n Eerst<strong>en</strong> keuningk was<br />

To<strong>en</strong> wier gegraov<strong>en</strong> 't Neuz<strong>en</strong>-Sas.<br />

En Jantje van Doorn, de Gouverneur,<br />

Die vaord<strong>en</strong> 'r 't eerste deur<br />

Tot'eil van de stad G<strong>en</strong>t,<br />

Aon ieder welbek<strong>en</strong>d.


p 0 0 m 0 m<br />

HeilVan d<strong>en</strong> Decker,reef het zeil, de storm-wind gaat<br />

« — # d d d -0<br />

0 0<br />

te keer: Gij tart het woe-d<strong>en</strong>d e -le-m<strong>en</strong>tvgij tart ook<br />

God,de Heer! Wat maalt mij storm of te -g<strong>en</strong>weer? Ik<br />

VS<br />

ë 0<br />

vaar al wat ik mag. Zorgt God voor wind,ik zorg voor<br />

zeil al was 't t<strong>en</strong> jong - st<strong>en</strong> dag! Zorgt God voor wind<br />

_1<br />

ik zorg voor zeil,al v as 1<br />

1 t<strong>en</strong> jong- ste f TT f<br />

n pag! H


De kapitein zet grijnz<strong>en</strong>d door<br />

de zeil<strong>en</strong> volgebrast,<br />

Al krijst de vogel Albatros,<br />

al kraakt de zware mast.<br />

Voor straf kruist hij nu eeuw<strong>en</strong>lang<br />

de zev<strong>en</strong> zeeën door,<br />

Daar hij zijn ziel in't bloed verdrag<br />

met Satan zelf verloor.<br />

Hojo hojo hojo hojo!<br />

Tekst <strong>en</strong> muziek:<br />

Marie Cécile Moerdijk<br />

Nou et d<strong>en</strong> boer gjin et<strong>en</strong> mjir<br />

zijn pjerd da ston te stjirv<strong>en</strong><br />

Zijn vra die o gjin kljirr<strong>en</strong> mjir<br />

der woas juk niks mjir t'irv<strong>en</strong><br />

'tWoas in d<strong>en</strong> Vast<strong>en</strong>tijd<br />

mijn zielek<strong>en</strong> woas verblijd.<br />

Moar d<strong>en</strong> boer, d<strong>en</strong> boer, d<strong>en</strong> boer,<br />

och jerm, kapot woas al zijn tjirve.<br />

E<strong>en</strong> dod<strong>en</strong>boot, e<strong>en</strong> zwart gevaar,<br />

hij zelf e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>d lijk;<br />

Zijn manschap stierf <strong>en</strong> werd bevrijd,<br />

hij leeft e<strong>en</strong> rif gelijk.<br />

Slechts e<strong>en</strong>maal in de zev<strong>en</strong> jaar,<br />

dan komt hij weer aan land -<br />

Hij wordt verlost, sch<strong>en</strong>kt hem e<strong>en</strong> vrouw<br />

voorgoed haar hart <strong>en</strong> hand.<br />

Hojo hojo hojo hojo!<br />

SIEDURPS LIEDSJEN<br />

77<br />

Wie is zo dwaas dat hij zich geeft,<br />

aan zulk e<strong>en</strong> duivelsknecht?<br />

Er zijn nog vrijers bij de vleet,<br />

vol deugd <strong>en</strong> zeer oprecht.<br />

Laat var<strong>en</strong> dus dat spok<strong>en</strong>schip,<br />

tot aan de jongste Dag;<br />

Vier feest Terneuz<strong>en</strong>, zing dit lied,<br />

<strong>en</strong> ga niet overstag!<br />

Hojo hojo hojo hojo!<br />

J ,|J_J'1J Jtl M J Ji<br />

0—0-p 0 0<br />

D<strong>en</strong> boer zijn uus es af-gebrand, tes in d<strong>en</strong> brand ge-<br />

ble-v<strong>en</strong>,D<strong>en</strong> boer zijn wijf was op et land, De was es nie<br />

ge-ste-v<strong>en</strong>, 'Was in d<strong>en</strong>vas-t<strong>en</strong> tijd, mijn zielek<strong>en</strong> was<br />

ver-blijd,Moar d<strong>en</strong> boer, d<strong>en</strong> boer , d<strong>en</strong> boer, ach irm, die<br />

*<br />

stond er bij te be-v<strong>en</strong>.<br />

Tan et d<strong>en</strong> boer n<strong>en</strong> trok gedoan,<br />

de kasse van de irm<strong>en</strong>!<br />

D<strong>en</strong> paster die von ta misdoan,<br />

in tuegde gjin erbirme.<br />

'tWoas in d<strong>en</strong> Vast<strong>en</strong>tijd<br />

mijn zielek<strong>en</strong> woas verblijd.<br />

Moar d<strong>en</strong> boer, d<strong>en</strong> boer, d<strong>en</strong> boer,<br />

och jerm, die stonter bij de kjirm<strong>en</strong>.<br />

D<strong>en</strong> boer die most noar't gevank,<br />

't gevank da ston in Noam<strong>en</strong>;<br />

De straffe duurdne toch zue lank,<br />

in zijn wijf zat eur te schoam<strong>en</strong>.<br />

'tWoas in d<strong>en</strong> Vast<strong>en</strong>tijd,<br />

mijn zielek<strong>en</strong> woas verblijd.<br />

Moar d<strong>en</strong> boer, d<strong>en</strong> boer, d<strong>en</strong> boer,<br />

och jerm, die zaai: "Tes uit in oam<strong>en</strong>".


DE KLOK VAN ARNEMUIDEN<br />

W<strong>en</strong>dt het roer! we ko - m<strong>en</strong> thuisgeva - r<strong>en</strong>. Rijk<br />

was de buit maar bang <strong>en</strong> zwaar de nacht. Land in<br />

zicht! <strong>en</strong> on - ze og<strong>en</strong> sta-r<strong>en</strong> Naar de kust, die<br />

lokk<strong>en</strong>d op ons wacht Als de klok v an<br />

I O—a)<br />

Ar-ne-mui-d<strong>en</strong> "Wel - kojn thu i s " voor ons zal lui-<br />

Rijke zee, waarvan de vissers drom<strong>en</strong>, Wrede zee, jij hebt zoveel g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>,<br />

Want jij geeft brood aan man <strong>en</strong> vrouw <strong>en</strong> kind In jouw schoot rust m<strong>en</strong>ig trouwe vrind. Refrein<br />

è<br />

Adrie van Belz<strong>en</strong> 12 jaar<br />

Arnemuid<strong>en</strong><br />

Tekst:<br />

Dico v.d. Meer<br />

Muziek:<br />

H. M<strong>en</strong>gers<br />

Uitgeverij:<br />

Buschmann Utrecht


De Dorus (Westkappel 1907)<br />

De "Dorus" is gezo<strong>en</strong>ke<br />

Da kwam van't slechte weer<br />

De Schroevers ziin de redders<br />

'tis de zeg<strong>en</strong> van d'n 'Eer!<br />

Tekst:<br />

D.A. Poldermans<br />

Muziek:<br />

Jan Morks<br />

Uitgeverij:<br />

Gebrs. Hildernisse<br />

i dor-<br />

I<br />

d<strong>en</strong> wordt de vreugde soms ver-m<strong>en</strong>gd met droe-fe-<br />

niS' Als e<strong>en</strong> schip op zee ge-ble -v<strong>en</strong> is<br />

DE LANGEJAN<br />

Zie je wel de lang-e Jan, Fors <strong>en</strong> fier van lijf<br />

—*—<br />

<strong>en</strong> le-d<strong>en</strong>? Die zó heel ver kijk<strong>en</strong> kan, O-ver<br />

p<strong>en</strong>, o - ver sted<strong>en</strong>?<br />

1<br />

tHaan-tje laat zijn wak-ker<br />

oog langs de groe - - ne wei-d<strong>en</strong> wa-r<strong>en</strong>. Ja het<br />

tuurt daarvan omhoog, O - ver 'tduin<strong>en</strong> op de ba-r<strong>en</strong>.<br />

Hoor je wel de Lange Jan<br />

Met z'n vele, vele tong<strong>en</strong>,<br />

Die zo heel goed zing<strong>en</strong> kan,<br />

Uit z'n zwaar metal<strong>en</strong> long<strong>en</strong>.<br />

Ja, zelfs in de stille nacht,<br />

Laat hij nog z'n zangstem hor<strong>en</strong>,<br />

Hij is onze trouwe wacht,<br />

Onze eig<strong>en</strong> slanke tor<strong>en</strong>.<br />

79


80 WASCHAPPELS VOLKSLIED<br />

2<br />

ë ë<br />

An driekant<strong>en</strong> in-e - slo-te tuss<strong>en</strong> 1<br />

twaeter van de<br />

zee ligt m'n ouwe durpWaschap- pel <strong>en</strong> zo vin je d'r<br />

gin twee. Nerg<strong>en</strong>s zou 'kzö kunne tie-re, <strong>en</strong> 'tis daerom<br />

nog a glad, Da'ket nooit zou wille ruile vó un an-der<br />

É -O<br />

durp of stad. Op Waschap -pel bink ge-bo-re, Op was-<br />

Tekst:<br />

P. de Vos<br />

Muziek:<br />

Houtekamer<br />

chappel'oor ek tuus. Di k<strong>en</strong>k eik<strong>en</strong>-de<strong>en</strong> bie nae-me van de 'k Moe langs de strange kunne dwaele<br />

Kunne kuire langs de diek<br />

Bie e<strong>en</strong> zachtjes rus<strong>en</strong>d zêêtje<br />

as 'n spiegeltje zö gliek<br />

— Mè 'k g<strong>en</strong>iete 'r net zo vêê van<br />

ouwst<strong>en</strong> tot de guus. En di wil 'k bluve-weu-ne <strong>en</strong> di zoek as'n bnes de golv<strong>en</strong> krult<br />

as de baer<strong>en</strong> dreun<strong>en</strong>d neerslae<br />

<strong>en</strong> de sturmwind loeit <strong>en</strong> brult.<br />

0 F<br />

Refrein<br />

ik m'n be-drief. Ak per on-gluk nog ver-uu-ze, kriek de N ê ê i k zou nie kunn<strong>en</strong> w<strong>en</strong>ne<br />

^)bJ- p J J|J. :||J. j<br />

erg<strong>en</strong>s r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>tomme in 't land<br />

of in straet<strong>en</strong> <strong>en</strong> op plein<strong>en</strong><br />

mee aoge uuz<strong>en</strong> an de kant<br />

Ik moe varre kunne kieke<br />

land-ziekt' op m'n lief. lief. op de dune da's mijn lust<br />

Di kiek j'over t'êle eiland<br />

<strong>en</strong> tot an de Belse kust.<br />

Refrein


Wanneer de storm giert over de ho-ge zee- <strong>en</strong> ,E<strong>en</strong><br />

2Z<<br />

m<strong>en</strong>-s<strong>en</strong>-le-v<strong>en</strong> verkeert in ban-g<strong>en</strong> nood. De zeemans-<br />

vrouw haar hart krimpt in vanwe-n<strong>en</strong>, want voor<br />

haar man<br />

22<br />

is het ge-vaar zo groot!<br />

Hoe vele m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn door die zee verslond<strong>en</strong><br />

Vond<strong>en</strong> hun graf in de woeste oceaan<br />

Die nooit of nimmer terug meer zijn gevond<strong>en</strong><br />

De Willem II het schip is ook vergaan<br />

Met man <strong>en</strong> muis zijn all<strong>en</strong> daar geblev<strong>en</strong><br />

En sluimr<strong>en</strong> zacht op de bodem van de zee<br />

Met lev<strong>en</strong>smoed trokk<strong>en</strong> zij all<strong>en</strong> h<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

Ge<strong>en</strong> keert terug op vaderlandse ree<br />

Dan gaan de golv<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.<br />

DE WILLEM II 81<br />

R<strong>en</strong>ée de Visser 12 jaar<br />

Westkapelle<br />

Dan gaan de golv<strong>en</strong> gestadig op <strong>en</strong> neder,<br />

De Willem II rust in haar kill<strong>en</strong> schoot.<br />

Ge<strong>en</strong> man of vrouw keert ooit weer tot haar weder,<br />

Matroz<strong>en</strong>graf zij zijn nu all<strong>en</strong> dood.<br />

Sluimert dan zacht nu onder de gro<strong>en</strong>e golv<strong>en</strong><br />

Gij scheepsvolk van d<strong>en</strong> verdronk<strong>en</strong> Willem II<br />

E<strong>en</strong> zware storm die heeft U daar bedolv<strong>en</strong><br />

Sluimert dan zacht aan d'eindeloze zee<br />

In diepe rouw zijn weduw<strong>en</strong> <strong>en</strong> wez<strong>en</strong><br />

Om man <strong>en</strong> vader die ginds verdronk<strong>en</strong> zijn<br />

Zo'n tragisch einde doet e<strong>en</strong> ieder vrez<strong>en</strong><br />

Geeft vel<strong>en</strong> smart <strong>en</strong> doet het harte pijn<br />

Dan gaan de golv<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.


82 LIEDJE VAN WESTKAPPEL<br />

West - kap - pel dat ligt er heel dicht bij de zee<br />

be - schermd door e<strong>en</strong> reus van e<strong>en</strong> dijk En als<br />

je 't niet g'looft kom dan met ons maar mee, ge<strong>en</strong><br />

3<br />

twij-fel je geeft ons ge - lijk Soms bul-dërt de zee,<br />

è P<br />

slaat met krachtig ge - bruis haar gol - v<strong>en</strong> nu op<br />

la<br />

PP ÉL<br />

ngzamer<br />

<strong>en</strong> dan neer Wij blij-v<strong>en</strong> dan rus - tig <strong>en</strong> kalmpjes<br />

r<br />

in huis <strong>en</strong> heb - b<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vrees voor zulk weer, <strong>en</strong><br />

heb - b<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vrees voor zulk weer.<br />

Sarina Minderhoud 12 jaar<br />

Westkapelle<br />

Te&sr <strong>en</strong> muziek:<br />

P. de Vos


Paul Pouwelse 13 jaar<br />

Vrouw<strong>en</strong>polder<br />

2. Westkappel dat legt er heel<br />

dicht bij de zee<br />

Beschijnt haar bij donkere nacht,<br />

Geeft koers aan het schip naar<br />

e<strong>en</strong> veilige ree<br />

Waar 't dag<strong>en</strong> <strong>en</strong> wek<strong>en</strong> naar smacht.<br />

Soms buldert de zee slaat met<br />

krachtig gebruis,<br />

Haar golv<strong>en</strong> nu op <strong>en</strong> dan neer<br />

Wij blijv<strong>en</strong> dan rustig <strong>en</strong><br />

kalmpjes in huis<br />

En hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vrees voor zulk weer. (bis)<br />

3. Maar wreed werd Westkappel<br />

door d'oorlog bezocht<br />

Vernield werd die reus van e<strong>en</strong> dijk<br />

Tot puin <strong>en</strong> versplinterd werd<br />

have <strong>en</strong> goed<br />

Wie 't noodlot ontkwam nam de wijk<br />

En bulderd'de zee weer met krachtig gebruis<br />

Werd vruchtbaar land e<strong>en</strong> woest meer<br />

Dan schol<strong>en</strong> wij angstig in andermans huis<br />

Dan hadd<strong>en</strong> wij vrees voor zulk weer. (bis)<br />

4. Westkappel dat lag er lang hulploos terneer<br />

Maar eindlijk toch sloot m<strong>en</strong> de dijk<br />

Met 't dal<strong>en</strong> van't water is hoop<br />

in ons hart<br />

Westkappel herrijst uit het slijk<br />

En liefderijk bood m<strong>en</strong> ons hulp<br />

in de nood<br />

Door talloz<strong>en</strong> dankbaar aanvaard<br />

Wie eerst in vertwijfeling de toekomst<br />

in keek<br />

Vond 't lev<strong>en</strong> to<strong>en</strong>'t lev<strong>en</strong> weer waard, (bis)<br />

5. Westkappel ons dorpje het wordt wel<br />

herbouwd<br />

Maar dat is najar<strong>en</strong> gebeurd<br />

En nooit wordt't zo eig<strong>en</strong> zo knus,<br />

zo vertrouwd<br />

Als't oude zo diep nog betreurd<br />

Toch draagt ons d'aloude geboortegrond weer<br />

En buldert de zee als weleer<br />

Dan zitt<strong>en</strong> wij rustig <strong>en</strong> kalm weer in huis<br />

En hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vrees voor zulk weer. (bis)<br />

83


84 EEN VOGEL VLIEGT DE WERELD IN<br />

Jolanda de Pagter 12 jaar<br />

Westkapelle<br />

i BE<br />

I I I<br />

De moe-der we<strong>en</strong>t in droef getraan. Haar zoon wil<br />

naar d<strong>en</strong> vreemde gaan. De we -reld is zo mooi <strong>en</strong><br />

prach-tig, Moe- ders tran<strong>en</strong> zijn onmach - tig .<br />

22 22<br />

"Ach Moe-der we<strong>en</strong> toch niet zo teer , Wij zi<strong>en</strong> ei-<br />

22 22 t5> #<br />

kaar nog wel e<strong>en</strong>s weer". En ge-dre-v<strong>en</strong> door de<br />

smar- te, Drukt zij hem ste-vig aan het har-<br />

Ref reiln<br />

te. De vo-gel vliegt de we -reld in,<br />

J<br />

TV<br />

En


lui- stert niet naar moeders min. Hij leeft in<br />

weel - de k<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> ver- driet, Maar zijn moeder<br />

tje ver-geet hem niet<br />

En in dat grote wijde veld<br />

Verdi<strong>en</strong>t de zoon veel somm<strong>en</strong> geld<br />

Maar ach, hij k<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong><br />

Leeft van hed<strong>en</strong> maar tot morg<strong>en</strong><br />

Terwijl de moeder lijdt in nood<br />

En werkt <strong>en</strong> zwoegt voor daag'lijks brood<br />

En als zij uit het v<strong>en</strong>ster kijkt<br />

Snikt zij weer in tran<strong>en</strong> uit.<br />

De vogel vliegt de wereld in<br />

En luistert niet naar moeders min<br />

Hij leeft in weelde, k<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> verdriet<br />

Maar zijn moedertje vergeet hem niet.<br />

BRUILOFT OP NOORD-BEVELAND<br />

M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> laet ons noe es si<strong>en</strong>ge<br />

Op e<strong>en</strong> wieze wel bek<strong>en</strong>d.<br />

Laet ons es e<strong>en</strong> loflied bri<strong>en</strong>ge<br />

Op de vrouwe <strong>en</strong> der v<strong>en</strong>t.<br />

Dat ze groeie, dat ze bloeie<br />

Dikke worre, sterk <strong>en</strong> oud.<br />

Lekker ete, lekker stoeie<br />

Oaltied frisch <strong>en</strong> nooit verkoud.<br />

Dat de vrouwe goed bedi<strong>en</strong>ke,<br />

Wat e<strong>en</strong> man toch eig'lijk is.<br />

Nooit te vee in 't glasje schi<strong>en</strong>ke<br />

Want dan loopt het wel es mis.<br />

Eldre biesjes mot <strong>en</strong> draege<br />

Want e<strong>en</strong> man mo netjes zi<strong>en</strong>.<br />

En ie zajoe anders plaege,<br />

Mee e<strong>en</strong> scheldnaam vuul k<strong>en</strong>i<strong>en</strong>.<br />

Vervlog<strong>en</strong> is 't geluk der zoon<br />

Hij keert terug naar moeders woon<br />

Geheel alle<strong>en</strong> <strong>en</strong> gans verlat<strong>en</strong><br />

Dwaalt hij nu e<strong>en</strong>zaam door de strat<strong>en</strong><br />

Hij slaat e<strong>en</strong> blik op 't huisje neer<br />

Maar wie hij zoekt is er niet meer<br />

En gelijk e<strong>en</strong> snijd<strong>en</strong>d koor<br />

Klinkt het hem zo duidelijk door.<br />

De vogel vliegt naar 't kerkhof he<strong>en</strong><br />

Rust moeders lijk hij gaat er he<strong>en</strong><br />

We<strong>en</strong>t voordat hij h<strong>en</strong><strong>en</strong> gaat<br />

Maar zijn berouw komt steeds te laat.<br />

Dat d<strong>en</strong> baes z<strong>en</strong> kracht<strong>en</strong> wieë<br />

An de voorspoed van z'n wuuf.<br />

Nooit ze dreine, nooit verbieë<br />

Want gezemel is mè stuuf.<br />

Oaltied ellepe, oaltied zurrege<br />

As ze soms es schielik is.<br />

Pront betaele, nooit nie burrege<br />

Oaltiet butter bie de visch<br />

Van je v<strong>en</strong>t zaje wè wete<br />

Of 't <strong>en</strong> kietelachtig is.<br />

Me je mot toch nie vergete<br />

Vee gekietel da gae mis.<br />

As <strong>en</strong> zuur begint te kieke<br />

Kietelt <strong>en</strong> dan an z'n lief.<br />

Laet <strong>en</strong> lache tot bezwieke<br />

Beter is 't dan aol 't gekief.<br />

Wieze:<br />

Oost<strong>en</strong>rieks Volkslied<br />

85<br />

M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> laet ons noe es kli<strong>en</strong>ke,<br />

Dri<strong>en</strong>k je glasje nog es uut.<br />

Asje zi<strong>en</strong>gt dan mo je dri<strong>en</strong>ke,<br />

Anders zi<strong>en</strong>g je as e<strong>en</strong> puut.<br />

Laete m'<strong>en</strong> noe nie langer plaege<br />

Kiek ze worre gloö'k a kwaed.<br />

Noe je mot et maer verdraege<br />

Tot de klokke ti<strong>en</strong>e slaet.


86<br />

Oranjezon, Oranjezon,<br />

Ik wou dat jij e<strong>en</strong>s klapp<strong>en</strong> kon<br />

Van al het feestg<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong>.<br />

Dat, op d<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van Mei,<br />

in uw zoo schone duinvallei,<br />

d<strong>en</strong> boezem heeft do<strong>en</strong> zwoeg<strong>en</strong>!<br />

De blijde tocht <strong>en</strong> 't gul onthaal,<br />

bij 't zwier<strong>en</strong> van de feestbokaal<br />

de<strong>en</strong> all<strong>en</strong> dwang verdwijn<strong>en</strong>.<br />

En, zag de lucht nog al wat zuur,<br />

Toch stak de zon, in 't feestelijk uur,<br />

't hoofd uit de wolkgordijn.<br />

Eerst werd, met opgewekt<strong>en</strong> geest,<br />

het brandpunt van het Bruiloftsfeest<br />

E<strong>en</strong> welkom toegezong<strong>en</strong>.<br />

Dat - was de kunst soms niet voldaan -<br />

Toch blijk<strong>en</strong> aanbood van 't bestaan<br />

Van... ruime <strong>en</strong> forse long<strong>en</strong>.<br />

En, nu de theetaak was vervuld,<br />

To<strong>en</strong> stoof de Jeugd vol ongeduld,<br />

Ja, ieder schier naar buit<strong>en</strong>,<br />

't Sche<strong>en</strong>, dat Natuur het zelf verbood,<br />

- Zo dacht thans elke feestg<strong>en</strong>oot -<br />

Zich binn<strong>en</strong> op de sluit<strong>en</strong>.<br />

EEN LIEDEKEN VAN ORANJEZON<br />

't Was in de Mei klonk vrolijk rond;<br />

Steeds groter werd het dansverbond<br />

Dat zoet g<strong>en</strong>ot zou sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />

De Pater gaf zijn non e<strong>en</strong> zo<strong>en</strong>,<br />

En mocht dat nog wel zes-maal do<strong>en</strong>,<br />

Soms méér ook - zonder kr<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />

Fluks weer naar 't steile duin gesneld,<br />

Bleek m<strong>en</strong>ig klimmer meer e<strong>en</strong> held -<br />

In 't vall<strong>en</strong>, dan in 't stijg<strong>en</strong>.<br />

M<strong>en</strong> riep de hulp e<strong>en</strong>s buurmans in,<br />

Om eindlijk dan toch óók zijn zin:<br />

De hoogte te verkrijg<strong>en</strong>.<br />

Inmiddels ging de zon naar bed.<br />

- De maan was nog niet in toilet -<br />

M<strong>en</strong> toefde in schemerdonker.<br />

Daar wist, zoals dat meermaal gaat,<br />

Daar wist e<strong>en</strong> zeker krijgsman raad:<br />

Er lichtte e<strong>en</strong> kunstgeflonker.<br />

En naar die kleur<strong>en</strong>wisseling,<br />

Sche<strong>en</strong> ook, in gindse manteling,<br />

De nachtegaal te wacht<strong>en</strong>,<br />

En stortte in streel<strong>en</strong>d maatgeluid,<br />

Zijn lieflijke zang<strong>en</strong> uit,<br />

Zijn tedere minneklacht<strong>en</strong>...<br />

Janet Duvekot 10 jaar<br />

Vrouw<strong>en</strong>polder<br />

Tekst:<br />

J.C. Altorffer<br />

Wijze:<br />

De wereld is in rep <strong>en</strong> roer


Tekst:<br />

D.A. Poldermans<br />

Muziek:<br />

A. Lijss<strong>en</strong><br />

Uitgeverij:<br />

J.J. v.d. Peijl<br />

Yerseke<br />

Eerlik landje van Ter Goes:<br />

Waer andre strek<strong>en</strong> roeme,<br />

Jie mag j'eig' e<strong>en</strong> lustoord noeme,<br />

Mit je rieke boogerspracht,<br />

Waerin 't fruit ons teg<strong>en</strong>lacht,<br />

Mit je wonderschoone oord<strong>en</strong>,<br />

Mit je Schelde langs je boord<strong>en</strong>,<br />

Puik van Zeeland, lieflik oord:<br />

Jie bluuft e<strong>en</strong>ig in je soort.<br />

I<br />

I<br />

LANDJE VAN TER GOES 87<br />

P<br />

zaam stre-v<strong>en</strong>, Mit je vel d<strong>en</strong> <strong>en</strong> je dre-v<strong>en</strong>, Mit je durp-<br />

E i<br />

jesjkeu-rig net, As op gro<strong>en</strong> ferweel 'e-zet; Waer et<br />

KT) * » É f<br />

a<strong>en</strong>tje van d<strong>en</strong> to- r<strong>en</strong> kiekt op goud-geel,gol-v<strong>en</strong>d kor<strong>en</strong><br />

Goe-se land je,kostlik oord, Je bin e<strong>en</strong>ig in je soort<br />

ZAETERDAG IN BEVELAND<br />

i<br />

22<br />

zjr -<br />

*—*<br />

M<strong>en</strong> weet de Zae- terdag op Beev' land is an de lief-de<br />

# toe-ge wied. En êêst desae-ves wordt de schoa-ne Deu duut<br />

Z2I<br />

Z2<br />

^ #<br />

vèr ko-re-ne vri<strong>en</strong>d gevried.<br />

Bemint e<strong>en</strong> jonge man e<strong>en</strong> misje,<br />

Ie maekt van gloed noch min gewag.<br />

Alleênig doet ie eur deze vraege:<br />

"Mag ik is komm<strong>en</strong> 'n Zaeterdag?"<br />

1<br />

Aor-dig landje van Ter Goes, land van wakker werk-<br />

Zeit zie dan "neê", zö weet die minnaer,<br />

Dat ie het misje nie bekoard.<br />

Mè ziet zie "ja" dan za het bliek<strong>en</strong>,<br />

Da zi<strong>en</strong>e beê wordt angehoord.<br />

Tekstschrijver <strong>en</strong><br />

componist onbek<strong>en</strong>d<br />

Uit: Jaep uut de<br />

Wilhelminapolder<br />

Zè gaet 's Zaeterdags in Beev'land,<br />

Daer sta<strong>en</strong> nog d'ouwe zed<strong>en</strong> pal.<br />

En e<strong>en</strong> groat ervormer za het wez<strong>en</strong>,<br />

Die 't eênmal is verander<strong>en</strong> zal.


88 SCHOUWS VOLKSLIED<br />

5<br />

K<strong>en</strong>t gij ons land, ons Schouw-se land, Be- laagd<br />

door wa-tert 1<br />

al-l<strong>en</strong> kant, Het land, dat eeuw<strong>en</strong> lang<br />

'tgeweld, Met moed weerstond van zee <strong>en</strong> Scheld', Het<br />

land,dat wij met man-n<strong>en</strong>-moed, Met heel ons hart,met<br />

goed <strong>en</strong> bloedwet land,dat wij met ei-g<strong>en</strong> hand be- hou-<br />

d<strong>en</strong> voor het Va- der- land.<br />

Ge<strong>en</strong> schooner land dan 't Schouwsche land,<br />

Wijl wij daar zijn in Godes hand.<br />

Zijn wil maakt duin <strong>en</strong> dijk<strong>en</strong> sterk,<br />

Gezeg<strong>en</strong>d wordt door Hem ons werk.<br />

De woeste zee die ons omringt,<br />

Hij is het die ze steeds bedwingt.<br />

De stormwind meet vergeefs zijn kracht,<br />

Met wat door ons tot stand gebracht.<br />

22<br />

Tekst:<br />

Bz.<br />

Muziek:<br />

CA. Sw<strong>en</strong>ne<br />

Uitgeverij:<br />

de Mooy Zierikzee<br />

Wij zijn het volk van 't Schouwsche land,<br />

Door taal <strong>en</strong> zed<strong>en</strong> nauw verwant.<br />

Wij schar<strong>en</strong> ons, als war<strong>en</strong> w'e<strong>en</strong>,<br />

Om d'oud<strong>en</strong> grijz<strong>en</strong> tor<strong>en</strong> he<strong>en</strong>.<br />

Hij rijst van ver uit 't golfgeklots,<br />

En staat daar eeuw<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> rots,<br />

Die met e<strong>en</strong> ongebrok<strong>en</strong> kracht,<br />

Houdt over 't Schouwsche land de wacht.<br />

Blijf één, blijf één, houdt moedig stand<br />

O volk, dat aan het Schouwsche strand,<br />

Het pand bewaart, dat schoon <strong>en</strong> goed,<br />

De trots van Neerland blijv<strong>en</strong> moet.<br />

Ged<strong>en</strong>k de woord<strong>en</strong> die de Leeuw,<br />

Sinds eeuw<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt aan ied're Zeeuw;<br />

Het schoone lied dat nooit verstom',<br />

"Ik worstel moedig <strong>en</strong> ontkom!"


Angelina Geleijns 10 jaar<br />

Burgh-Haamstede<br />

18e/19e eeuw<br />

West<strong>en</strong>schouwe, 't zal je rouwe,<br />

Datje geroofd hebt m'n vrouwe,<br />

West<strong>en</strong>schouwe zal vergaan,<br />

En de stompe tor<strong>en</strong> zal blijv<strong>en</strong> staan.<br />

WESTENSCHOUWENS STRAND<br />

i mijn<br />

Ik heb d<strong>en</strong> gan-s<strong>en</strong> nacht mijn zinn<strong>en</strong> la-t<strong>en</strong> dwa-l<strong>en</strong>,<br />

zinn<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> dwa-l<strong>en</strong>. Zoobergt'n hol- le boom<br />

É m<br />

veel vreugd,verdriet <strong>en</strong> schroom. (bis)<br />

In 't duister van d<strong>en</strong> nacht<br />

Zag ik e<strong>en</strong> schip laveer<strong>en</strong>,<br />

Zoo sierlijk mooi gebouwd<br />

Geheel van eik<strong>en</strong>hout.<br />

Zijn vlag was rood satijn<br />

Sneeuwwit war<strong>en</strong> zijn zeil<strong>en</strong><br />

Twee ankertjes t<strong>en</strong> toon<br />

Van goud <strong>en</strong> zilver schoon.<br />

De stuurman van dat schip<br />

Deed anders niet dan peil<strong>en</strong><br />

Met angst was hij belaan<br />

Dat zijn schip zou vergaan.<br />

Des morg<strong>en</strong>s met d<strong>en</strong> dag<br />

Zag ik dat schip laveer<strong>en</strong><br />

To<strong>en</strong> is op Schouw<strong>en</strong>s bank<br />

Nooit schooner schip gestrand.


k è 0<br />

STAVENISSE'S VOLKSLIED<br />

Ons mooi-e, dorp daar aan het Schel-de-strand op<br />

0<br />

ons dier - bre Thoolse land. Het is niet groot,<br />

h *<br />

9 0<br />

maar 1<br />

k ^<br />

0*- É 0 0<br />

tmag er toch wel zijn; 'tls in't kleine vast<br />

Refrein :eir<br />

É v\" fff r t<br />

niet klein. 'tMooie dorp ,met zijn land ,met zijn<br />

k=ft<br />

dij - k<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn strand. M<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt er sa - m<strong>en</strong> graag<br />

iets groots tot stand, e<strong>en</strong> - drachtig, hand in hand.<br />

JE<br />

Ell<strong>en</strong> van Haaf t<strong>en</strong> 12 jaar<br />

Stav<strong>en</strong>isse<br />

Tekst <strong>en</strong> muziek:<br />

L.A. Ver burg


E<strong>en</strong> grote hav<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> sluis erbij,<br />

die regelt het getij.<br />

E<strong>en</strong> scheve tor<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote kerk,<br />

't resultaat van liefdewerk.<br />

Refrein<br />

Laatste couplet<br />

zonder refrein<br />

Tekst:<br />

J.P. Paulusse<br />

Muziek:<br />

H.A.J. Franke<br />

Uitgeverij:<br />

Ars Nova Goes<br />

E<strong>en</strong> kor<strong>en</strong>mol<strong>en</strong>, die er maalt het graan<br />

<strong>en</strong> zijn wiek<strong>en</strong> blij laat gaan.<br />

De laatste rest<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> oud kasteel<br />

<strong>en</strong> het Bos, e<strong>en</strong> pronkjuweel.<br />

Refrein<br />

In ons klein dorp leeft de traditie voort,<br />

die ons all<strong>en</strong> steeds bekoort.<br />

Hetge<strong>en</strong> de vaad'r<strong>en</strong> bracht<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s tot stand,<br />

daaraan houd<strong>en</strong> wij de hand.<br />

Refrein<br />

i i<br />

DE ZURR1KZEESE TOREN<br />

En als e<strong>en</strong> vijand e<strong>en</strong>s ons dorp belaagt,<br />

of e<strong>en</strong> ramp ons angst aanjaagt,<br />

dan staan we moedig gaarne zij aan zij,<br />

als het moet vóór in de rij.<br />

Refrein<br />

Zo blijv<strong>en</strong> w'all<strong>en</strong> aan ons dorp verpand,<br />

wijl wij zijn in Godes hand.<br />

Voor Stav<strong>en</strong>isse zij ons aller beê:<br />

"Geve God ons rust <strong>en</strong> vree"!<br />

(Zonder refrein)<br />

•é wr-ê—*<br />

De wae - reld leit te droa -m<strong>en</strong> in stil-le zeu-mer<br />

nacht. De brêê-je wae - ter - stroam<strong>en</strong> rond Schou-w<strong>en</strong><br />

ru - s<strong>en</strong> zacht. Ze schu-r<strong>en</strong> lings de kus - t<strong>en</strong> van'tou-<br />

we Schouwse land. Ze we - t<strong>en</strong> nie van rus - t<strong>en</strong>,En knae-<br />

mm<br />

g<strong>en</strong> an z'n strand.<br />

De Zurriksêêse tor<strong>en</strong><br />

Blikt over diek <strong>en</strong> strand.<br />

Ie dróómt van aol 't verlor<strong>en</strong>,<br />

En van 't verzo<strong>en</strong>k<strong>en</strong> land.<br />

Geslacht<strong>en</strong> bin versch<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />

Geslacht<strong>en</strong> bin verga<strong>en</strong>,<br />

Mar wat er is verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />

De reus is bluv<strong>en</strong> sta<strong>en</strong>.<br />

De Zêêuw ouwt mit z'n diek<strong>en</strong><br />

De Schelde in z'n macht.<br />

De tor<strong>en</strong> zal nooit wiek<strong>en</strong>:<br />

'n Beeld van Zêêlands kracht.<br />

De waereld leit te dróöm<strong>en</strong><br />

In stille zeumernacht.<br />

De brêêje waeterstróóm<strong>en</strong><br />

Rond Schouw<strong>en</strong> rus<strong>en</strong> zacht.


FLAKKEES VOLKSLIED<br />

es4 * 1 g)<br />

1<br />

Flakkee is un ei - land <strong>en</strong> ' twaeter is brêêd.<br />

* — a f — *<br />

Wie d'r weunt,k<strong>en</strong> d'r wel o - ver praete . Het liekt<br />

a»—*—<br />

meuglik ver-lae-te, Mar ik gloave, dat juust deur<br />

é +<br />

dat wae - ter zö wied, Waer j'op plekk<strong>en</strong> niet o-ver k<strong>en</strong><br />

0 0 0—0<br />

kie-ke, Hier un volk - je weunt met un ei-g<strong>en</strong> i -<br />

Ü<br />

dee, Tuss<strong>en</strong> gor-z<strong>en</strong> in slikk<strong>en</strong> in die-k<strong>en</strong>,<br />

Refrein<br />

Kom saem ge - zonge van't mooi-e Flakkee, Waer m'n<br />

m<br />

53<br />

"J J! I 1 J ff<br />

we-te van zwêête <strong>en</strong> zwoege. Mar al mot-te me<br />

Tekst:<br />

M. van Immerzeel<br />

Muziek:<br />

J. Borgman


sjouwe, me bin-ne tevree, Bie twie-j<strong>en</strong>, bie't oes-t<strong>en</strong><br />

in ploe-g<strong>en</strong>.Want van ons k<strong>en</strong> je lêê -re,hoe deur<br />

i + é+ •<br />

er - beid <strong>en</strong> kracht, De bes- te vrucht as un ze - g<strong>en</strong><br />

je wachtJWant van ons k<strong>en</strong> je lêêre, hoe deur er - beid<br />

<strong>en</strong> kracht, De bes-te vrucht as un ze-g<strong>en</strong> je wacht.<br />

As de zunne in 't Oost<strong>en</strong> de wollek<strong>en</strong> kleurt<br />

Dan stae m'n hier klaer op d<strong>en</strong> akker,<br />

M'n ha al e<strong>en</strong> schoft in de klut<strong>en</strong> gesjouwd<br />

In dan wordt er e<strong>en</strong> stadsm<strong>en</strong>s pas wakker.<br />

Mar komt in de zeumer es an op Flakkee<br />

In kuiert es over de veld<strong>en</strong>,<br />

Dan zie je pas goed, wat 'n boer hier bereikt<br />

Hie wint vrucht<strong>en</strong>, zoo zie je ze zeld<strong>en</strong>.<br />

En as op d<strong>en</strong> aev<strong>en</strong>d het werk is geda<strong>en</strong><br />

Dan gaem<strong>en</strong> gezellig sta<strong>en</strong> praete,<br />

Mit e<strong>en</strong> damp<strong>en</strong>de pupe ïn e<strong>en</strong> doöze tebak<br />

Op de kaoie, de heule of de straete.<br />

Daer wordt wat verhandeld, daer hoor je wat an,<br />

Daer stae je echt voor je g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong>.<br />

Dan lache m'n smaekelijk ïn verzaemle weer moéd<br />

Voor d<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de dag om te zwoege.


94<br />

0 .M3-,<br />

lÜ<br />

f<br />

•<br />

VOORJAAR<br />

* *<br />

' kRee o-ver de diek nae Dir-reksland toe. De voor-<br />

jaerswind maek-te m'n loam in moe. Goud glanst het<br />

mè ZE<br />

w<br />

koal - zaed in zunne-gloed.Wat is't vre-dig, wat is't<br />

ï goed, Te riej<strong>en</strong> op zó'n still<strong>en</strong> diek, Tus-s<strong>en</strong> Dirreks-<br />

— * —<br />

22<br />

Fine<br />

land in Som-melsdiek! Hoag in de lauwe l<strong>en</strong>-te-lucht e<strong>en</strong><br />

hêêle kro meeuw<strong>en</strong> in wil-de vlucht. Bo -v<strong>en</strong> m'n hoad<br />

ME t Z2I<br />

zi<strong>en</strong>gtde lêêuwrik 'tuut In in de ver-te wat m<strong>en</strong>sege-<br />

i i D.SdFine<br />

b4j > JS J H J j 13- 'II<br />

luud. Wat is't goed op di<strong>en</strong> still<strong>en</strong> diek.<br />

Geert Jan Zijlstra 10 jaar<br />

Sommelsdijk<br />

Tekst:<br />

D.K. Soldaat-Poortvliet<br />

Muziek:<br />

L. de Broekert


te<br />

ONS MOOIE FLAKKEE<br />

int<br />

Weer groei je, in weer bloei je Flakkee. Nae allés<br />

wat de winter je dee. Weer vroe - te de m<strong>en</strong> - s<strong>en</strong><br />

in je schoot , In graeve al je schatt<strong>en</strong> bloot.<br />

D.S.alFine<br />

Werm wóóit de windo-ver de stil-le diek.<br />

Un wit- te meule in un gro<strong>en</strong>e wei- e, un bóó-gerd vol<br />

m<br />

I ,1 \ \\ \ Jll<br />

bloe - sem in mei - e, un diek mit bot-t<strong>en</strong>d boo - m<strong>en</strong> leit<br />

» 'AA<br />

ï<br />

in de zunne te droo-m<strong>en</strong>. Un durpje mit e<strong>en</strong> to-<br />

—<strong>en</strong> w<br />

»—w<br />

r<strong>en</strong>, un meel t mit on - riep ko - r<strong>en</strong>, in bc ov<strong>en</strong> dat al-les<br />

de lucht mit wol-k<strong>en</strong>,in om dat al-les de wa-tergol-<br />

Tekst:<br />

D.K. Soldaat-Poortvliet<br />

Muziek:<br />

L. de Broekert<br />

v<strong>en</strong>. Daer lei je noe, rus-tig in te vree,Ons mooi-e,ons groe-ne, ons goei - je Flakkee<br />

95


W—hé* ét te<br />

—0.<br />

Un polderweg mit un slootje, Un mosje, dat sleept<br />

S S i J J hij JVrJlJ I<br />

mit un strootje, Un mêêt in bon-te blomm<strong>en</strong>, Un kik-ker,<br />

die de weg op-spri<strong>en</strong>gt,Un leeu-we-rik, die jui-ch<strong>en</strong>d<br />

Js Js > h h > k<br />

zi<strong>en</strong>gt, Bo-v<strong>en</strong> de mêêt mit blomm<strong>en</strong>. De stilte,die in je<br />

.hifi > n MJ > J jj)<br />

ïf--é—-—é * é Jé* é é éV-éV-<br />

66-r<strong>en</strong> suust,De wind, die deur de terve ruust,In de rook<br />

van al" die blomm<strong>en</strong>. Wat koei-<strong>en</strong> in de wei - e zo ist<br />

ier in mei-e in mei - e ier bie die mêêt mit blomm<strong>en</strong>,<br />

Marlies van L<strong>en</strong>te 11 jaar<br />

Sommelsdijk<br />

Tekst:<br />

D.K. Soldaat-Poortvliet<br />

Muziek:<br />

L. de Broekert


Tekstschrijver<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

Oude melodie<br />

Eline de Bruijn 12 jaar<br />

Vrouw<strong>en</strong>polder<br />

HOE EEN BOERENKNECHT ZICH GENEERT 1796<br />

E<br />

Al op e<strong>en</strong> mor - g<strong>en</strong> vroeg ging ik mijn paere-tjes<br />

A A M L -J E-J é 1<br />

van-g<strong>en</strong>. Ik s-- spande ze voor de ploeg, och bees - tjes wees<br />

É<br />

— . — ^ _ r u. ^ l=f==l<br />

i É ia ï<br />

0 '#•<br />

nie bange Ik z'al het met plezier,do<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> goei ma-<br />

I 1 IJ- JM II<br />

nier ma - nier.<br />

Ja't was seer aang<strong>en</strong>aam,<br />

Want al de vogel<strong>en</strong> song<strong>en</strong><br />

Sij war<strong>en</strong> soo bekwaam<br />

Met allerlye tong<strong>en</strong>.<br />

Ik acht het voor plaijzier,<br />

Ja soo te woon<strong>en</strong> hier. (bis)<br />

3. Hier in ons Zeeuwsche Land<br />

Ja wel bij braave boer<strong>en</strong><br />

Daar woon<strong>en</strong> wij zeer plaijsant<br />

En lop<strong>en</strong> bij ge<strong>en</strong> hoer<strong>en</strong><br />

Maar bij e<strong>en</strong> boeremeid<br />

In eer <strong>en</strong> deugdzaamheid, (bis)<br />

4. Rijd<strong>en</strong> wij na het land<br />

Met de eg om de kluijt<strong>en</strong> te breek<strong>en</strong><br />

Dan sing<strong>en</strong> wij plaijsant,<br />

Daar wil ik nog van spreek<strong>en</strong><br />

Al met e<strong>en</strong> groot plaijsier<br />

Op onse boers manier, (bis)<br />

5. D<strong>en</strong> avond die komt aan,<br />

M<strong>en</strong> trekt weer na sijn luijk<strong>en</strong><br />

Om weer na bed te gaan,<br />

Ja daar weer op de kruijp<strong>en</strong>.<br />

Dan d<strong>en</strong>kt m<strong>en</strong> om de Meid,<br />

Al in sijn e<strong>en</strong>saamheid. (bis)<br />

97<br />

6. D<strong>en</strong> dageraad komt aan,<br />

Het gareel weer in de hand<strong>en</strong><br />

Om die te steek<strong>en</strong> aan.<br />

Het sijn de paard<strong>en</strong> wel tot band<strong>en</strong>.<br />

Het is tot ons vermaak,<br />

Ja't is de boer sijn smaak, (bis)<br />

7. Kom<strong>en</strong> wij op het land,<br />

Daar moet<strong>en</strong> wij gaan moll<strong>en</strong>.<br />

Past dan op met verstand,<br />

Om het mollebord te voll<strong>en</strong>,<br />

Of gij krijgt wel e<strong>en</strong> slag,<br />

Dat gij nooijt meer siet d<strong>en</strong> dag. (bis)<br />

8. Maar siet't is haast gedaan,<br />

Dan is m<strong>en</strong> blij van geest<strong>en</strong>.<br />

Dit moet gij wel verstaan,<br />

't Gaat swaar voor onse beest<strong>en</strong>,<br />

Wanneer sij daarvoor staan,<br />

En wel voort moet<strong>en</strong> gaan. (bis)<br />

9. De week die is t<strong>en</strong> <strong>en</strong>d,<br />

M<strong>en</strong> jaagt haar in de weijde,<br />

Mijn Beestjes pertin<strong>en</strong>t,<br />

Sij kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dagje peijde.<br />

Dan gaat m<strong>en</strong> naar de Meijd<br />

In min <strong>en</strong> deugdsaamheijd. (bis)<br />

10. Die dit liedje heeft gedicht<br />

Is in Seeland gebor<strong>en</strong>,<br />

Dus w<strong>en</strong>sch ik na mijn plicht,<br />

Dat elk na behoor<strong>en</strong>,<br />

Die achter de paard<strong>en</strong> gaat,<br />

Tot mijn doch overslaat, (bis)


98 HET WAS OP EEN DRIEKONINGENAVOND<br />

É<br />

' t Was op e-ne Drieko- nin-g<strong>en</strong> a - vond 'tWas op<br />

e- ne Drieko-nin-g<strong>en</strong>-dag, Dat Ma-ri- a-<br />

Mag- da- le- na Op haar ei-ge- ne graf-<br />

ke zat.<br />

2. " Staat op Maria Magdal<strong>en</strong>a<br />

Staat op van Uw bittere dood:<br />

Uwe zond<strong>en</strong> zijn U al vergev<strong>en</strong><br />

Al war<strong>en</strong> ze nog zo groot.''<br />

3. "Zijn mijn zond<strong>en</strong> al mij vergev<strong>en</strong>,<br />

Al war<strong>en</strong> ze al nog zo groot,<br />

Naar de kerke wil ik gaan tred<strong>en</strong><br />

En aanbidd<strong>en</strong> d<strong>en</strong> goed<strong>en</strong> God!"<br />

4. En als zij op het kerkhofke kwam<strong>en</strong>,<br />

Wie zag<strong>en</strong> zij daar wel staan?<br />

Heere Jezus met zijn vijf wond<strong>en</strong><br />

Aan het kruisje g<strong>en</strong>ageld staan.<br />

5. En zijn voetjes die lag<strong>en</strong> gebond<strong>en</strong><br />

En zijn handjes die lag<strong>en</strong> op hout<br />

En e<strong>en</strong> scherpe doorn<strong>en</strong>kroontje<br />

Op Heer Jezus zijn hoofd gedouwd.<br />

6. Die weg naar die pijn<strong>en</strong> der helle<br />

Die ligt er zo maklijk te gaan<br />

En met roosk<strong>en</strong>s, ja met roosk<strong>en</strong>s<br />

Zo ligt er die weg te gaan.<br />

7. Die weg naar die hemelse glorie<br />

Die ligt er zo moeilijk te gaan<br />

En met doorn<strong>en</strong>, ja met doorn<strong>en</strong><br />

Zo ligt er die weg te gaan.<br />

8. En wat lag er al in de wiege?<br />

E<strong>en</strong> kindeke <strong>en</strong> dat is zoet:<br />

Geheel bleek al van couleure<br />

Met e<strong>en</strong> mondeke lief, zo goed.<br />

9. Och mocht ik dat kindeke kuss<strong>en</strong><br />

Al op zijne rode mond.<br />

Waar ik ongezond van harte,<br />

Och ik ware wel weer gezond!<br />

<strong>Zeeuwse</strong> versie van e<strong>en</strong><br />

Middeleeuws lied


SANCTINNENLIED 99<br />

Tekst:<br />

Dr. Tjaard W.R. de Haan<br />

Muziek:<br />

Marie Cécile Moerdijk Sanc-tam, sanc - tam se-cu-la se-cu - lo - rum,Sanctam<br />

sanc-tam ad ma-jo-rem glo-ri - am, Sinte Ka-tri jn zuiver<br />

* é<br />

<strong>en</strong> rein, zwe - r<strong>en</strong> <strong>en</strong> pfai-st<strong>en</strong> die do<strong>en</strong> ons ge<strong>en</strong> pijn,<br />

Wie haar zijn lied<strong>en</strong> ge-bed-je wil sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> zal zij met<br />

0 0 0 * — #<br />

ga - ve van gaafheid bed<strong>en</strong> - k<strong>en</strong>.Sinte Katrijn,zui-ver <strong>en</strong><br />

rein, zwe-r<strong>en</strong> <strong>en</strong> puist<strong>en</strong> die do<strong>en</strong> ons ge<strong>en</strong> pijn,<br />

2. Sanctam<strong>en</strong>z.<br />

Sinte Margriet spookt in het riet,<br />

Br<strong>en</strong>gt zev<strong>en</strong> wek<strong>en</strong> van boer<strong>en</strong>verdriet.<br />

Hagel <strong>en</strong> reg<strong>en</strong>, daar kunn<strong>en</strong> wij teg<strong>en</strong>,<br />

En ook ge<strong>en</strong> donderbui maakt ons verleg<strong>en</strong>.<br />

Sinte Margriet <strong>en</strong>z.<br />

3. Sanctam<strong>en</strong>z.<br />

Sinte Geertruid prijz<strong>en</strong> wij luid,<br />

Helpt <strong>en</strong> beschermt ons, <strong>en</strong> dat zonder kruit<br />

Hoedt ons voor moll<strong>en</strong> <strong>en</strong> muiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> ratt<strong>en</strong><br />

Die zij maar zo bij hun staart kan vatt<strong>en</strong><br />

Sinte Geertruid <strong>en</strong>z.<br />

4. Sanctam<strong>en</strong>z.<br />

Sinte Ceciel, schone van ziel,<br />

Zing<strong>en</strong> <strong>en</strong> kling<strong>en</strong>, dat is har<strong>en</strong> stiel.<br />

Lov<strong>en</strong>d <strong>en</strong> prijz<strong>en</strong>d op stemm<strong>en</strong> <strong>en</strong> snar<strong>en</strong>,<br />

Will<strong>en</strong> wij sam<strong>en</strong> d<strong>en</strong> hemel bevar<strong>en</strong>.<br />

Sinte Ceciel <strong>en</strong>z.<br />

5. Sanctam<strong>en</strong>z.<br />

Sinte Marij, stemt ons zo blij;<br />

Door de geboorte zo maakt zij ons vrij.<br />

Want in e<strong>en</strong> kribbeke, tuss<strong>en</strong> twee beest<strong>en</strong><br />

Ligt kleine Jesu, de grootste, de meeste!<br />

Sinte Marij <strong>en</strong>z.


100 ZON BOERENMEID<br />

at<br />

E<strong>en</strong> jon- ge fris- se boe-r<strong>en</strong>-meid kwam die-n<strong>en</strong> in<br />

de stad. Zie 1<br />

ad er altied zogezeid vee zin-nig'eid<br />

in g'ad. Mê wei-dra naer un dag of wat,be-viel et'eur<br />

toch niet. Zie juulde 'eur de kae-k<strong>en</strong>nat, <strong>en</strong> snik-te van<br />

Refrein<br />

# ff<br />

verdriet: 'kVerlang zo naer mi<strong>en</strong> paer-d<strong>en</strong> <strong>en</strong> mi<strong>en</strong> koe-<br />

D<strong>en</strong>,<br />

' kWil we-t<strong>en</strong> of mi<strong>en</strong> ver-reksjes goed groe-j<strong>en</strong>.<br />

Ik bin un doad- ge-wo- ne boe-r<strong>en</strong> - meid. En<br />

voe et le - v<strong>en</strong> in de stad nie in de wieg ge - leid<br />

Er kwam e<strong>en</strong> knappe vriegezel,<br />

die vroeg eur voe e<strong>en</strong> bal<br />

Die docht d<strong>en</strong> eel<strong>en</strong> aov<strong>en</strong>d wel,<br />

Wat doet die meid toch mal<br />

Want midd<strong>en</strong> onder spel <strong>en</strong> daans,<br />

Daer bost'aons misje uut<br />

In wild gejuul, gesnik, gedraans<br />

En jammert overluud: refrein.<br />

Toch iew die fli<strong>en</strong>ke vriegezel,<br />

Nog bie het misje a<strong>en</strong><br />

Ie docht 't is nog e<strong>en</strong> bitje vremd<br />

't Zou laeter beter ga<strong>en</strong>.<br />

Ie trok eur teeder op e<strong>en</strong> bank,<br />

Zi<strong>en</strong> erm<strong>en</strong> om eur eên.<br />

Mê wee bego<strong>en</strong>g dat droef gejuul,<br />

Gejammer <strong>en</strong> gewe<strong>en</strong>: refrein.<br />

Tekstschrijver <strong>en</strong><br />

componist onbek<strong>en</strong>d<br />

Uit: Jaep uut de<br />

Wilhelminapolder<br />

En wat ie zei, of wat ie dee,<br />

Het gaf um niem<strong>en</strong>dal.<br />

To<strong>en</strong> docht ie kindje 't doet mi<strong>en</strong> leed,<br />

Mè dat wordt al te mal.<br />

A jie alle<strong>en</strong> van beest<strong>en</strong> oudt,<br />

Dan schee ik er mee uut.<br />

Zie dan mè da j'n verksje trouwt,<br />

Ik kies e<strong>en</strong> andre bruud.<br />

Vrie dan mè mie joe paerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> joe<br />

koeier<br />

En zurg mè da je verksje s goed groeier<br />

Je bint e<strong>en</strong> beste, brave boeremeid,<br />

Mè voe het lev<strong>en</strong> in de stad,<br />

nie in de wieg geleid.


<strong>Zeeuwse</strong> versie<br />

van oud liedje<br />

i<br />

WALCHERSE VRIJAGE 101<br />

Me vaeder zei - lest te-g<strong>en</strong> mi<strong>en</strong> : Ar- ja<strong>en</strong>,jie<br />

moe uut vrie-je gae ,Arja<strong>en</strong>,jie moe gae vrie- je!<br />

Ar-ja<strong>en</strong>,jie moe gae vrie-je- !<br />

2. Mae Vaederlief, ik b<strong>en</strong> zö bang<br />

Ik weet nog van ge<strong>en</strong> vrieje van<br />

Ik du's ge<strong>en</strong> meidje an te raeke. (bis)<br />

3. En die meid waer'k ok mee vrieje mot<br />

Is Jikkemi<strong>en</strong> van't schaepekot<br />

Zo'n dikke boeretri<strong>en</strong>e. (bis)<br />

4. Die Zondagaeved mos'k op stap<br />

Ik stak m'n puupske in mi<strong>en</strong> zak<br />

Zö gi<strong>en</strong>g ik opmarchêêre. (bis)<br />

5. En to<strong>en</strong> ik kwam al bie dad'uus<br />

Liep ik nog stiller as'n muus<br />

In'k gluurde deur de glaez<strong>en</strong>. (bis)<br />

6. Dae zaete d'ouweluu bie't vier<br />

De klok op't durp sloeg net acht ier<br />

To<strong>en</strong> stapt<strong>en</strong> ik nae binne. (bis)<br />

7. Go<strong>en</strong>aeved saem, oe gaet't oe?<br />

De groet<strong>en</strong>isse van me moe<br />

Gezond'eid van me vaeder. (bis)<br />

8. En't wier di<strong>en</strong> aeved beestig laet<br />

En ik mos praete as'n affekaet<br />

En'k docht glad nie an vrieje. (bis)<br />

9. Te ti<strong>en</strong>e: d'ouwe luu nae bed<br />

Ze w<strong>en</strong>st<strong>en</strong> ons tesaem vêê pret<br />

To<strong>en</strong> was'k mee'eur allêênig! (bis)<br />

10. Ze schoof eur stoel wa korter bie<br />

Begon te friemel<strong>en</strong> an me knie<br />

Ik zei: da moe je laete. (bis)<br />

11. Ze pakte mi<strong>en</strong> al bie me nek<br />

Ik docht: verdorie, die doe gek<br />

Da sa'k me vaeder zegge! (bis)<br />

12. To<strong>en</strong> kwam se zitte op mi<strong>en</strong> schóót<br />

En mee d'r snuut al bie mi<strong>en</strong>'óöd<br />

Gi<strong>en</strong>g z'in mi<strong>en</strong> kaeke biete! (bis)<br />

13. Ik docht: a'k zö uut vrieje mot<br />

Dan gae'k'r glad nog an kepot<br />

En ik liep'ard nae buut<strong>en</strong>' (bis)<br />

14. Al wor'knoeoud, al wor'k noe gries<br />

Al wor'k noe'onderd jaere wies<br />

Ik gae nooit meer uut vrieje! (bis)<br />

É


102<br />

NEEFJE ADRlftM<br />

i<br />

SIEMEN OALE<br />

EE5 Z2<br />

Sie-m<strong>en</strong> Oa -le van Ter Nis-se kreegt wa r<strong>en</strong> tig in z'n oad,<br />

fa J'Jlf rMr J Hlr- f JJU I<br />

Om 'nmis-je te ha<strong>en</strong> vrieën,En te trouwe voe z'n doad.<br />

2. Ieder sti<strong>en</strong>g d'r van te kieke<br />

Neef Arja<strong>en</strong> was nae kapot,<br />

Want ie most van nöömpje erve<br />

En noe dêê nööm Siem<strong>en</strong> zot.<br />

3. 't Eêle dorp sti<strong>en</strong>g o ver<strong>en</strong>de<br />

En Arja<strong>en</strong> zei: wat 'n strop,<br />

Mar ik mot 't nog zi<strong>en</strong> gebeure,<br />

Want ie eit 'n kaele kop.<br />

4. Siem<strong>en</strong> Oale van Ter Nisse<br />

Gi<strong>en</strong>g uut vrieên kael <strong>en</strong> oud,<br />

Tot verbaezing van z'n neefje,<br />

Was-s<strong>en</strong> in 'n wup 'etrouwd.<br />

Binn<strong>en</strong> 't jaer was Siem<strong>en</strong> Oale<br />

Mit z'n wuufje pao <strong>en</strong> moe<br />

Dat er wonder<strong>en</strong> gebeure<br />

Wist ik nie, mar weet ik noe.<br />

Op 'n aev<strong>en</strong>d nae d<strong>en</strong> et<strong>en</strong><br />

Zuchtte Siem<strong>en</strong> lang <strong>en</strong> zwaer,<br />

Ie wou o zo graeg is wete:<br />

Van wie oa dat kind z'n aer.<br />

Lieve Siem<strong>en</strong>, zei z'n vrouwe,<br />

'k Oöp dat jie 't nooit vergeet:<br />

Dat is noe vöö joe 'n vraege;<br />

Mar vöó mi<strong>en</strong> is 't 'n weet.<br />

Gilbert Hoek van Dijke<br />

11 jaar<br />

' s-Grav<strong>en</strong>polder<br />

Tekst:<br />

J.P. Paulusse<br />

Muziek:<br />

H.AJ. Franke<br />

Uitgeverij:<br />

Ars Nova Goes


Tekst:<br />

D.A. Poldermans<br />

Muziek:<br />

A. Lijss<strong>en</strong><br />

Uitgeverij:<br />

J.J. v.d. Peijl<br />

Yerseke<br />

T REGENT 103<br />

Kom in uus, kom in uus! kin-ders lie-ve,wat un waeter<br />

0 0<br />

pl<strong>en</strong>st <strong>en</strong> plast mee kles-ge - klaeter, 1 mm<br />

toor t'r duus-ter-<br />

P<br />

ach-tig van. Gun-ter loopt't in de kree-ke, ziet die bel<br />

f 0<br />

l<strong>en</strong> daer is bree-ke, bol - le breeke keer op keer,<br />

treg<strong>en</strong>t bob-bels, wat un weer!<br />

Ier voe 't raem, kijk 's an!<br />

't Stroomt 'r langs mit groote struil<strong>en</strong>,<br />

Langs de straet<strong>en</strong> sliert't guil<strong>en</strong>,<br />

't Is t'r duusterachtig van.<br />

't Kletst <strong>en</strong> spettert op de glaez<strong>en</strong>,<br />

In de plass<strong>en</strong> groote blaez<strong>en</strong>,<br />

Boll<strong>en</strong>d, brek<strong>en</strong>d, keer op keer,<br />

't Reg<strong>en</strong>t bobbels, wat 'n weer!<br />

Bij slecht weer<br />

Zunnetje, zunnetje<br />

Kruup uut je tunnetje<br />

In sprêê je wiekjes<br />

Over die aareme veldkriekjes.<br />

't Gae reg<strong>en</strong>e, 't gae waeje<br />

Klepperman zit in de kaeje<br />

Klepperman zit in de bööme<br />

Wintertje gae kööme.


104 SCHAESE RIEJE<br />

Me-chiel-tje zou gae schaese-rie-je, Nae d<strong>en</strong> e-<br />

t<strong>en</strong> as 'n'aêr. Li<strong>en</strong>ks <strong>en</strong> rechts <strong>en</strong> gins <strong>en</strong> waer, in<br />

de mid - d<strong>en</strong> <strong>en</strong> be-zie-je Op de vae- te, lings de<br />

straete,Op de vae- te gins <strong>en</strong> waêr,Op de vae-te,lings<br />

de strae-te,Op de vae-te, gins <strong>en</strong> waêr<br />

Mechieltje ao nog noait'ereje<br />

Mè da vond'n gin bezwaer.<br />

Chieltje was van zess<strong>en</strong> klaer,<br />

Sterk van lief <strong>en</strong> vlug van leje<br />

Op de vaete, lings de straete<br />

Op de vaete aol tegaer. (bis)<br />

3. Mechieltje sti<strong>en</strong>g'n stuit te kieke<br />

Nae de kroo mit volk op't ies:<br />

Oud <strong>en</strong> jong <strong>en</strong> zot <strong>en</strong> wies.<br />

Of n't kust, da most noe blieke<br />

Op de vaete, lings de straete<br />

Op de vaete van baes Dries, (bis)<br />

Marianne Harms<strong>en</strong> 12 jaar<br />

Vlissing<strong>en</strong><br />

Tekst:<br />

J.P. Paulusse<br />

Muziek:<br />

H.A.J. Franke<br />

Uitgeverij:<br />

Ars Nova Goes


4. Vooruut! zei Chiel, ik gae't prombere<br />

Daegunt riejt Antje mit'n aor<br />

En ze lach<strong>en</strong> op mekaor!<br />

Da za'k z'eve gae verlere<br />

Op de vaete lings de straete<br />

Op de vaete mit mekaor. (bis)<br />

z.v.o.<br />

Tekstschrijver <strong>en</strong><br />

componist onbek<strong>en</strong>d<br />

5. Mechieltje bleef nie prakkezere<br />

Mè gi<strong>en</strong>g stout op't gladde ies.<br />

Nie b<strong>en</strong>auwd zi<strong>en</strong>, bi je wè wies:<br />

Wa'k nie kan, da kan'k toch lere<br />

Op de vaete lings de straete<br />

Op de vaete van baes Dries, (bis)<br />

WIJ ZIJN AL BIJEEN<br />

105<br />

6. Mechieltje stoof mit reuzekracht<strong>en</strong><br />

Midd<strong>en</strong> in de kroo op't ies.<br />

Ielk<strong>en</strong>dean riep: bi je nie wies?<br />

Van aole kant<strong>en</strong> kwaem<strong>en</strong> klacht<strong>en</strong>,<br />

Mè mooi Antj'èn um die lacht<strong>en</strong><br />

Op de vaete noe tegaer<br />

Op de vaete lings de traete<br />

Op de vaete noe tegaer!<br />

ë ë<br />

Wij zijn al bije<strong>en</strong>, al goe ka - dul-le-tjes,al goe ka-<br />

dul-l<strong>en</strong>JWij zijn al bije<strong>en</strong> al goe ka - dul-le-tj'es groot <strong>en</strong><br />

Fine<br />

f<br />

kle<strong>en</strong>. Zou me nie meu-g<strong>en</strong> e<strong>en</strong>pe<strong>en</strong>tsje drink<strong>en</strong> zonder<br />

ë—ë<br />

daorom e<strong>en</strong> dronkaord te zijn? Zou me nie meug<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

pe<strong>en</strong>tsje drink<strong>en</strong> zonder daorom e<strong>en</strong> dronkaord te zijn?<br />

2. Zou me nie meug<strong>en</strong> e<strong>en</strong> visje et<strong>en</strong>,<br />

Zonder daarom e<strong>en</strong> snoeper te zijn?<br />

3. Zou me nie meug<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kusje nem<strong>en</strong>,<br />

Zonder daarom e<strong>en</strong> dief te zijn?<br />

4. Zou me nie meug<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s vrolijk wez<strong>en</strong>,<br />

Zou me nie meug<strong>en</strong> vrolijk zijn?


MANSEFIENE<br />

Man - se-f ie-ne mee eur on-de- karre, Ei ! fi-del di-del<br />

dei dei dom.En ze reej van d<strong>en</strong> diek <strong>en</strong> ze viel om-var-re<br />

32 0 0<br />

Ei! fidel didel dei dei dom. En de as - se brak van in<br />

kas - se <strong>en</strong> d<strong>en</strong> ond die be - gon te bas - se. Man - se<br />

Ê m<br />

fi<strong>en</strong>e riep zo ard as da ze kon: Ei! 1 fi-


Tekst:<br />

W. Gijssels/K. Koets<br />

Muziek:<br />

J. Spoel<br />

Uit Jaep uut de<br />

Wilhelminapolder<br />

Miranda Hermus 12 jaar<br />

Lewedorp<br />

2. Mi<strong>en</strong> klompjes meug<strong>en</strong> rust<strong>en</strong>,<br />

nae 't wek<strong>en</strong>daegsche werk.<br />

Daerom ok gae'k zo gaerne,<br />

Des zondags nae de kerk.<br />

Dan mö je me zie zwiere,<br />

Bomladeriere,<br />

Dan mö je me zie zwiere,<br />

Bomladera.<br />

Dan bleus ik <strong>en</strong> blink ik<br />

gliek vernis,<br />

A't zondag is, a't zondag is.<br />

EEN BOEREMISJE 107<br />

Des zondags a de klokk<strong>en</strong>, ' tbe-gun der kerke slae, Dan<br />

ku - je mi<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> stappe , Dan ku - j,e mi<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> gae. Vol<br />

—r<br />

schoane maniere, Bom-la-de-rie-re, Vol schoane ma-niere,<br />

Êi<br />

Bom-la-de-ra. 1<br />

k Bin ups <strong>en</strong> pront <strong>en</strong>'k pro<strong>en</strong>k zo fris, a't<br />

zon-dag is, a't zondag is. Tra-la-la-la-la - la-la-la-la,<br />

Tra-la-la-la-la- Tra-la-la-la-la-la-la-la-la, Tra-la-la-la-la.<br />

3. En d'ouwe v<strong>en</strong>tjes kieke,<br />

Ze noem<strong>en</strong> het e<strong>en</strong> schand!<br />

En zên: "Dat is er e<strong>en</strong>tje,<br />

Die ad eur nett<strong>en</strong> spant,<br />

Om kermis te viere,<br />

Bomladeriere,<br />

Om kermis te viere,<br />

Bomladera,<br />

Mie Piet of Jewannes,<br />

Ko of Chris,<br />

A't kermis is, a't kermis is."<br />

4. De jongers van mi<strong>en</strong> durpje,<br />

geef ik e<strong>en</strong> blik <strong>en</strong> lach.<br />

En mie e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>d'lik kniksje,<br />

wéns ik un "goei<strong>en</strong> dag".<br />

Zo bin mi<strong>en</strong> maniere,<br />

Bomladeriere,<br />

Zo bin mi<strong>en</strong> maniere,<br />

Bomladera,<br />

Em ielk wil mi<strong>en</strong> vrieje, gewis,<br />

A't zaeterdag is, a't zaeterdag is.


108<br />

SCHERPENISSE EN SMERDIEK<br />

Van dae - ge Scherp<strong>en</strong>is-se <strong>en</strong> merge Smerdiek,Zo bi je<br />

ge - zond <strong>en</strong> zo mik je me ziek,Zo bi'j erm as Job <strong>en</strong><br />

zo e'j wee's ge-luk, Me doe nog e<strong>en</strong> rond-je <strong>en</strong> me<br />

ne - me e<strong>en</strong> slok.<br />

2. 't Geld dat mö ligge, wan geld dat is plat<br />

Wees zuunig <strong>en</strong> spaer toch, wan 't verk' ei 'n gat<br />

't Geld dat mö rolle, wan het geld dat is rond<br />

Toe doe mer 's deur, ja toe mikt't is bont<br />

herhaling le couplet<br />

3. De mode is dinne, mè merg'is't wee vet<br />

Je wor z<strong>en</strong>ewachtig, aaj d'r eêl vee op let<br />

De wind eênmal teg<strong>en</strong>, e<strong>en</strong>mal achterop<br />

Be'alv'atn draoit, wan dan gït dat nie op<br />

Tekst <strong>en</strong> muziek:<br />

Engel Reinhoudt<br />

4. De politiek die k<strong>en</strong>t twi richting<strong>en</strong> slechts<br />

Soms waoit't van li<strong>en</strong>ks <strong>en</strong> dan wee's van rechts<br />

Mè bluuf toch je n'eig<strong>en</strong> <strong>en</strong> zi<strong>en</strong>g mè is mee<br />

Wan Jan mie de pette ei aars ok nie vee<br />

herhaling le couplet<br />

hethaling le couplet herhaling le couplet<br />

5. Te lank Scherp<strong>en</strong>isse, te vee van Smèrdiek<br />

De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verdeeld, ja de wereld is ziek<br />

Me lach'<strong>en</strong> me zi<strong>en</strong>ge, mè oud het gezond,<br />

Wan d'uutschieters komme t'êêst onder de grond.


Tekst <strong>en</strong> muziek:<br />

Engel Reinhoudt<br />

POEIERTJE VAN SINTE PATHIE 109<br />

Di bin van die m<strong>en</strong>-s<strong>en</strong> mie stie-ve nik - k<strong>en</strong>,Gin<br />

knik-je, gin goei-<strong>en</strong> dag kan d'r af, Ze loa - pe<br />

langs j'e-ne mie stoe - re blik-k<strong>en</strong>, Ze kriege e<strong>en</strong> str<strong>en</strong>-<br />

Refrein<br />

-*—


110 A. Wiebr<strong>en</strong>s-Beekman<br />

Uit de oude doos<br />

ZAO'T VROEGER WAS, IS'T NOE NIE MEER MUN KOMME VAN BRU<br />

As de ouwe schippers uut vroeger daeg<strong>en</strong><br />

Weé vromme kwaeme, zouwe ze vraege:<br />

Is dat noe ier "ons duuveland",<br />

Dae kank nie bie mi mun verstand.<br />

As ze dan op de koaje kwaeme,<br />

In ze laeze dae oal die naem<strong>en</strong><br />

Op van die groate moaie schep<strong>en</strong>,<br />

Dan rochte ze nie uut e kéke.<br />

Ze zouwe vraege: wae bin onze boatjes e bléve,<br />

Wae mun op voere eël ons lev<strong>en</strong>?<br />

De oagaez<strong>en</strong> in de Lemster jacht<strong>en</strong><br />

Wae mun op zwoegde eéle nacht<strong>en</strong>?<br />

Die ouwetjes zouwe echt nie wëte,<br />

Daje noe de metor mè an mot stëke<br />

In daje vaere kan aje wil,<br />

Of t noe aard woait of t is bladstil.<br />

Dat de percel<strong>en</strong> noe lè in't noord<strong>en</strong>,<br />

Ze zouwe nie weete wat of ze oorde.<br />

Ok da ze nie meê nae België gae,<br />

Omdat ter noe laoz<strong>en</strong> in Thole stae.<br />

Mè, de jeugd die vindt ut wè goed, zoa as nu,<br />

In ze vaere nes vroeger: mi mossels van Bru.<br />

Mun komme van Bru, in mun weete van niks,<br />

Mè aol die dat zè, slae de planke glad mis.<br />

Mun bin nie van gistere, mun weete wè wat<br />

Soms mear dan de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, die komme uut de stad.<br />

D<strong>en</strong> dracht is verdw<strong>en</strong>e, die zie je nie mear.<br />

In un vrouwe mi un muste op, nog un éél inkle kear.<br />

"In stoofboaie keus<strong>en</strong> wae zaj ze nog zië?<br />

In wie komt ter nog mi un schorte an verbie.<br />

Ga<strong>en</strong> man draegt er noe nog un duffelse rok.<br />

Mun droage de waste nie mear op un stok.<br />

Laezekous<strong>en</strong> in klomp<strong>en</strong>, ok die binne zoek,<br />

In wie draegt ter noe nog un <strong>en</strong>gels lere broek.<br />

De schippers dat binne noe eër<strong>en</strong>, 't is waer.<br />

Ze rie in un auto, je zou zè oe komt klaer.<br />

In de vrouwtjes die laope ok piekfijn der bie,<br />

In ze stappe in der auto want ze kunne zelf rië.<br />

De jongers in de meis<strong>en</strong>, die draege lang air<br />

't Ang soms op der kraeg<strong>en</strong> 't is gek, mè toch waer.<br />

Je mo wel us vraege, ok dat komt wè voor<br />

Beje un jong<strong>en</strong> of un meise, wantje zietet nie oór.<br />

Vee is ter veranderd in vee is verbie,<br />

Mè verlange nae vroeger, dat doe mun mè nie.<br />

'tls noe beter dan to<strong>en</strong>; mè toch zè mun ok nu:<br />

Mun weëte van niks, want mun komme van Bru.<br />

Eline de Bruijn 12 jaai<br />

Vrouw<strong>en</strong>polder


Tekst <strong>en</strong> muziek:<br />

Marie Cécile Moerdijk<br />

ONS ZEELAND BLIJFT BESTAAN 111<br />

0 0 0—p<br />

i<br />

Zoek je v<strong>en</strong>-n<strong>en</strong> om te viss<strong>en</strong>,wil je zwem-m<strong>en</strong> in<br />

de zee, wil je lek-ker mossels e- t<strong>en</strong>,ga dan naar<br />

—0 -0 0 pr<br />

ons Zee -land mee. 'tis zo fijn aan Scheldes kust,<br />

*j ~* 0waar<br />

m<strong>en</strong> werkt met gro-te lust, waar m<strong>en</strong> drinkt<br />

* • 0<br />

<strong>en</strong> waar m<strong>en</strong> danst, waar m<strong>en</strong> zingt <strong>en</strong> waar m<strong>en</strong><br />

Refrein<br />

jr (Hf É<br />

sjanst. ' tKan ver-ke-r<strong>en</strong>. ' tkan ver-gaan, maar ons<br />

f — ^ JJ jij J<br />

Zee -land blij ft bestaan, 'tKan ver-ke-r<strong>en</strong>, 1<br />

kan ver-<br />

gaan, maar ons Zeeland blijft bestaan!<br />

Wordt het Zeeuwsche water woelig,<br />

Ons bescherm<strong>en</strong> dijk <strong>en</strong> duin<br />

Aan de mooie Schelde oevers<br />

Ligt daar Walcher<strong>en</strong> Hollands tuin.<br />

Waar Michieltjes jong<strong>en</strong>shart<br />

Leed ondragelijke smart<br />

Var<strong>en</strong> schep<strong>en</strong> 't zeegat uit<br />

En de loods<strong>en</strong> gaan vooruit<br />

't Kan verker<strong>en</strong>... <strong>en</strong>z.<br />

Maar hoe mooi de <strong>Zeeuwse</strong> zeekant<br />

En het landschap ook mag zijn.<br />

<strong>Zeeuwse</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> Zeeland<br />

Tot e<strong>en</strong> oord van welkom zijn.<br />

Bij de Zeeuw<strong>en</strong> b<strong>en</strong> je thuis<br />

Ook al is e<strong>en</strong> t<strong>en</strong>t je huis.<br />

Want van lijf <strong>en</strong> ziel gezond<br />

Is 't hier steeds: goed Zeeuws goed rond.<br />

't Kan verker<strong>en</strong>... <strong>en</strong>z.<br />

i


112 COMMENTAAR <strong>en</strong> VERKLARINGEN<br />

Zoveel mogelijk werd de spelling, die de tekstschrijvers gebruikt<strong>en</strong>,<br />

voor de eig<strong>en</strong> liedjes aangehoud<strong>en</strong>, overig<strong>en</strong>s is g<strong>en</strong>oteerd<br />

volg<strong>en</strong>s ons Woord<strong>en</strong>boek der <strong>Zeeuwse</strong> <strong>Dialect</strong><strong>en</strong>, waaruit ook de<br />

afkorting<strong>en</strong> zijn overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>: D: Duiveland; G: Goeree; L.v.Ax.:<br />

Land van Axel; L.v.H.: Land van Hulst; N.B.: Noord-Beveland;<br />

Ofl.: Overflakkee; Sch: Schouw<strong>en</strong>; T.: eiland Thol<strong>en</strong>; W.: Walcher<strong>en</strong>;<br />

Z.B.: Zuid-Beveland; Z.eil.: <strong>Zeeuwse</strong> eiland<strong>en</strong>; Z.V.W.:<br />

Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong>, westelijk deel; Z.V.O.: Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong>,<br />

oostelijk deel; Z.dl.: zuidelijk deel van Z.V.O. - Daarbij Z.V1.:<br />

Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong>.<br />

De vertaling van woord<strong>en</strong>, die voor niet-dialectsprekers onbegrijpelijk<br />

zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn, volgt hier, per bladzijde.<br />

Om verwarring te voorkom<strong>en</strong>, nog e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e opmerking: in<br />

veel tekst<strong>en</strong> is het voegwoord "<strong>en</strong>" geschrev<strong>en</strong>, zoals het vrijwel<br />

overal wordt uitgesprok<strong>en</strong>: "in". We hebb<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>d, dit onveranderd<br />

te moet<strong>en</strong> lat<strong>en</strong>.<br />

Bij de muziek zijn, gesprok<strong>en</strong> strof<strong>en</strong> met stervormige not<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong>.<br />

6/7. Oude wiege- of schootliedjes, T.; Z.B. Naone: woordje, waarmee<br />

e<strong>en</strong> kindje wordt gesust, als "suja". Spinnetje: kleine spinde,<br />

kastje.<br />

8/9. In de oorlog op Sch. Boog wêêr: ruw weer. Liev<strong>en</strong>s: scholeksters;<br />

bonte Piet<strong>en</strong> (Haematopus ostralegus). 'ejoge: gejaagd.<br />

Duje kinnetje, ook Sch.D., ong. 80 jaar oud, ev<strong>en</strong>als Suja <strong>en</strong> Nó,<br />

nö van Z.B. Dou-dou-dêêne: N.B., in heel Zeeland bek<strong>en</strong>d.<br />

10/11't Waefeluus in Domburg, waar m<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> he<strong>en</strong>reed,<br />

om wafels te gaan et<strong>en</strong>; bek<strong>en</strong>d, vooral de variant met de "putt<strong>en</strong>",<br />

waarin het kind op schoot, meer mal<strong>en</strong> mocht "dukele", <strong>en</strong><br />

waar m<strong>en</strong> de 'eele nacht nie tuus kwam. De dichter J.C. van<br />

Schag<strong>en</strong> schrijft: het was e<strong>en</strong> huis van slechte reputatie, maar dat<br />

wist kindje niet. - Schommele böötje: N.B.-öötje: hav<strong>en</strong>hoofd,<br />

aanlegsteiger. - Met Oom Jöósje: Sch.-Draeje wieletje: Z.B.-<br />

Keetje van Zon: Ofl.-Klappe: Ofl.-Klappe nandje: T.; Z.V1.-<br />

Klapp<strong>en</strong>'and: Sch. Lui<strong>en</strong> an't sluusje: de vall<strong>en</strong> van de sluis opdraai<strong>en</strong>;<br />

zie tek<strong>en</strong>ing. Overal variant<strong>en</strong>.-Dit voetje: N.B.-Poelevoetje:<br />

Z.V1. <strong>en</strong> variant<strong>en</strong>. Wacht<strong>en</strong>: bewak<strong>en</strong>, hoed<strong>en</strong>. Spinnehuus:<br />

tuchthuis.<br />

12. Oplapaeretje, nog op Sch. notatie Ieteke daere;idem. Dr. A. de<br />

Vin schrijft: In navolging van ons Woord<strong>en</strong>boek, blz. 565 <strong>en</strong> van<br />

Dr. Tj. de Haan in "Kroniek" v.h. land v.d. zeemeermin, zoud<strong>en</strong><br />

we a.h. woord "maere" de betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> "luchtgeest, nachtmerrie"<br />

moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Hier ligt echter "merrie" ev<strong>en</strong>zeer voor de<br />

hand.-In de variant, Ieteko derrie, zit Jantje op de merrie!-Overige<br />

Var.: Sch.W., Z.B.-Jan Jans<strong>en</strong>'s pèrd: Z.V.O. Al gek<strong>en</strong>d in 1894.-<br />

Nööt'n: gehucht Oth<strong>en</strong>e, bij Terneuz<strong>en</strong>.<br />

13. Jutekasse I: Z. V .W .-twaolf t'ööp': te hoop: te sam<strong>en</strong>, -kwakkel:<br />

kwartel. Jutekasse II: Z.V.O.-Jutekasse III: Z.B.-Uto kasse: W.-<br />

Kabietertjes: luiz<strong>en</strong>. Overal variant<strong>en</strong>. Uto: rechtsom.<br />

14. E<strong>en</strong>e Pier: Z.B.-7 lêê-ènde: bepaalde plaats in de Westerschelde.<br />

Klein 'o<strong>en</strong>tje op't kot (gez. door 91 j. overgrootvader, Nieuwdorp,<br />

Sch.): kippetje in 'n hok. - Jantje <strong>en</strong> Antje variant<strong>en</strong>: Z.eil. -<br />

dullefskant: slootkant. - nikke: nek. - D'n dom<strong>en</strong>ie: vingerspelletje,<br />

variant op Duimelot <strong>en</strong>z.<br />

15. Z.V.W. oud liedje, mogelijk 18e eeuw. - un vall<strong>en</strong>oet: 'n valhoed,<br />

'n soort valhelmpje. In de "Spiegel Historiaal, 8e jaargang,<br />

Nr 9, Sept. 1973, schrijft G.T. Haneveld e<strong>en</strong> artikel over "De<br />

Val-hoedt", die twee, drie eeuw<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> di<strong>en</strong>de, om het kleine<br />

kind, bij vall<strong>en</strong>, te bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> beschadiging<strong>en</strong> aan hoofd <strong>en</strong><br />

gezicht: e<strong>en</strong> soort lichte uit linn<strong>en</strong> of geitevel - later ook zwart<br />

fluweel - gemaakte ronde band, met watt<strong>en</strong> opgevuld, <strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />

koningskroon in vier<strong>en</strong> gedeeld. Afbeelding<strong>en</strong> ervan kom<strong>en</strong> vooral<br />

voor op schilderij<strong>en</strong> van Hollandse <strong>en</strong> Vlaamse meesters: Rub<strong>en</strong>s,<br />

Jan Ste<strong>en</strong>, Pieter de Hoogh <strong>en</strong> Cornelis de Vos. De meeste echter<br />

vindt m<strong>en</strong> bij Rembrandt. De opvoedingsleer van Rousseau veroordeelde<br />

de valhoed, <strong>en</strong> begin 19e eeuw verdwe<strong>en</strong> de val-hoedt<br />

van het toneel. - allêêne gaon: alle<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>. In het 2e couplet: 'n<br />

pannetje <strong>en</strong> in 't 3e couplet: e<strong>en</strong> kleuterspaon, luidd<strong>en</strong> mogelijk<br />

oorspronkelijk: 'n spannetje: tuugje <strong>en</strong> kleuterpaon: loopmand?<br />

het is voor ons e<strong>en</strong> vraag geblev<strong>en</strong>.<br />

16. Kallemoeje: tov<strong>en</strong>ares, toverheks. - moeje: tante. Kalle: kalko<strong>en</strong>.<br />

Z.V.W. Klop, Marieke: Z.V.O. Schaomelke: hout<strong>en</strong> bankje.<br />

- schouwke: schoorste<strong>en</strong>manteltje. - lêêrke: laddertje.<br />

Mn noemde "de vervolging van Christus" (De imatione Christi)<br />

van Thomas a Kempis 1379-1471: het hamerke van Thomas, weg<strong>en</strong>s<br />

het hamer<strong>en</strong> op de plicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> de oorspr. Ned. naam: Thomas<br />

Hemerk<strong>en</strong>.<br />

17. Kakkestoele: Z.V.W.; var: W.Z.B., Z.V.O. - Koele meije:<br />

Sch-D. - dan lei je: dan lig je. - de blauwe leije: hardste<strong>en</strong> a.d. hav<strong>en</strong><br />

van Zierikzee. Guusjes: kindertjes. W. - G'hè zwarte kniej<strong>en</strong>:<br />

Z.V.O.; ook in Volksliedarchief.<br />

18. Ik èn un ring: kringspel, Z.V.W. - prissetêêr<strong>en</strong>: pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>.<br />

Laatste regel bij overlevering waarschijnlijk vervormd. Variant: 'n<br />

'ansvol blomm<strong>en</strong>: handvol. Nae de bakker: 2 rij<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over elkaar,<br />

hand<strong>en</strong> vast, waar telk<strong>en</strong>s twee onder door kruip<strong>en</strong> <strong>en</strong> var.<br />

Z.Eil.<br />

19. <strong>Zeeuwse</strong> versie van bek<strong>en</strong>d Nederlands <strong>en</strong> Duits liedje (Mariech<strong>en</strong>).<br />

Inhoud verwant aan verhal<strong>en</strong> als die van Heer Halewijn<br />

met grote opluchting a.h. slot.<br />

20. Z.V.W. 't zou uit de tijd v.d. Hug<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> stamm<strong>en</strong>. Fr. Ma<br />

fdlette: mijn meisje. Ander<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> verband met de Franse Revolutie:<br />

G<strong>en</strong>eraal La Fayette. - Telk<strong>en</strong>s kiest e<strong>en</strong> kind het volg<strong>en</strong>de<br />

uit e<strong>en</strong> rij, steeds herhal<strong>en</strong>d. - Boerinnetje in Z.V.O., 1910 nog<br />

gezong<strong>en</strong>. - fation, mogelijk afgeleid v. Fr. face: gelaat. Voor<br />

Mi<strong>en</strong>tje <strong>en</strong> Annie elke willekeurige naam te noem<strong>en</strong>.<br />

22. Aer<strong>en</strong>out. Drie op W. <strong>en</strong> Z.B. opgetek<strong>en</strong>de variant<strong>en</strong>, gezong<strong>en</strong><br />

in combinatie met gedeelt<strong>en</strong> van andere versjes, o.a. bij het<br />

kaats<strong>en</strong>.<br />

23. Anna sto<strong>en</strong>g te wacht<strong>en</strong>: <strong>Zeeuwse</strong> versie van bek<strong>en</strong>d liedje, bij<br />

kaats<strong>en</strong> <strong>en</strong>z. Jan was al van kant, to<strong>en</strong> de de bure kwaeme. Variant:<br />

to<strong>en</strong> was er niks van an, In Z.V.O. sto<strong>en</strong>g Jan al in de brand.<br />

Moeder de vlo: bikkelversje. W. Zie Wbk.Ze.<strong>Dialect</strong><strong>en</strong>. - Zwart<br />

Willemi<strong>en</strong>tje: idem, ook bij kaats<strong>en</strong>; var. Z.V1.: Juffrouw Katrijntje.<br />

24. Eergisteraeved: W. bij kaats<strong>en</strong>, touwtje spring<strong>en</strong> <strong>en</strong> schommel<strong>en</strong>.<br />

25. Blok: springversje Z.V.O. <strong>en</strong> W. - Sli<strong>en</strong>gertje, slangertje: korte<br />

schommelbeweging op ketting tuss<strong>en</strong> st<strong>en</strong><strong>en</strong> pal<strong>en</strong> aan de stoepgr<strong>en</strong>s;<br />

of op schommeltouw, gebond<strong>en</strong> aan twee pal<strong>en</strong>, ook wel in<br />

de travalje, strevalje: hoefstal vóór de smidse. Voor vel<strong>en</strong> 'n<br />

jeugdherinnering.<br />

26/27. Touter: schommel. 26: W. - 27: Variant Z.V.W. - Utemetuut:<br />

var. W. op laatste deel Vuule kommêêre: var. Z.V.W. -<br />

kwaadspreekster. - Bij veel schommelleidjes is sprake van e<strong>en</strong><br />

kraai. - 'n'ard<strong>en</strong> snok: e<strong>en</strong> harde ruk. - te lieke gae.n.e. begraf<strong>en</strong>is<br />

gaan.<br />

28. Bijsliedje: schommelliedje, Z.dl. Vergelijk blz. 11: Keetje van<br />

Zon (Ofl.) zelfde onderwerp in schootliedje. - matres: schoolmeesteres,<br />

of vrouw van schoolhoofd. - te laaik<strong>en</strong><strong>en</strong> gaon: naar de<br />

begraf<strong>en</strong>is. - Mooi Lêêntje: Z.V.W.<br />

29. Bresjes: Bresk<strong>en</strong>s.<br />

30. Onder de gro<strong>en</strong>e bom<strong>en</strong> (1795: Zeeland door de Frans<strong>en</strong> bezet).


W. <strong>en</strong> Z.V.W. Rommel. Ofl. - M'n popk<strong>en</strong>. Z.V.O. - Pot, iele:<br />

idem. Onder de taofel, <strong>en</strong> Aoke baoke: Z.V. - de overige aftelversjes:<br />

Z.eil. - Ene, mène behoort al bij 31.<br />

31. Klankversjes: waarschijnlijk van Franse versjes (uit de Hug<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>tijd)<br />

overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> klank<strong>en</strong>, zonder betek<strong>en</strong>is nu. Bonzideron:<br />

handjeklapspel. Z.Vl.-Dialo: bij touwtje spring<strong>en</strong>: W. - 'n<br />

Oude leraar in Z.V.O. me<strong>en</strong>de, dat Foedel <strong>en</strong> Loe de sjoer met de<br />

Middeleeuw<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>. - Lobre, sjotre k<strong>en</strong>de m<strong>en</strong> op<br />

Sch. sjanpetre: Fr. garde champètre: veldwachter.<br />

32. Onz<strong>en</strong>'aon. Z.V.W. -partig bêêsje: vlug, lev<strong>en</strong>dig. Ookpertig,<br />

'n pertig kind: bij de hand.<br />

33. Ofl. - de welle: de welput. -puut: kikker.<br />

34. Pimpampo<strong>en</strong>tje: Lieveheersbeestje. Z.V.W. (Coccinella duodecim<br />

punctata). Pimpampole: W. - Kom mol<strong>en</strong>aar: Ofl. <strong>en</strong> overal<br />

variant<strong>en</strong>; Mol<strong>en</strong>aer: meikever (Melolontha vulgaris). - Het beweg<strong>en</strong><br />

van de pootjes deed aan geld tell<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. - moss<strong>en</strong>: muss<strong>en</strong>,<br />

die de meikever wel zull<strong>en</strong> opet<strong>en</strong>, vandaar ook: mosjepik. - Vleeremuus:<br />

Z.B., als 'n kind 'n tand verliest, wordt die bij het zing<strong>en</strong>,<br />

over het hoofd weggegooid. In Z.V1.: "muus, muus" bij het tand<strong>en</strong><br />

wissel<strong>en</strong>. - Kall<strong>en</strong>aone: kalko<strong>en</strong>se haan - Z. VI. <strong>en</strong> variant<strong>en</strong>: Z.eil.<br />

Wij wijk<strong>en</strong> niet: in de stad; Lange reke: in de dorp<strong>en</strong>. Errem an<br />

errem: Middelburg. E<strong>en</strong> twee drie vier: Aard<strong>en</strong>burg.<br />

36. Sch-D.: Bij de kermis-hosleidjes is de melodi<strong>en</strong>otatie van het<br />

eerste lied van Mevr. Bolk<strong>en</strong>baas van Hoek, die van het tweede<br />

lied is van Mevr. G. de Vin-Kruit.<br />

37. Sch-D. - Straodag: stranddag. Het typisch Schouwse Straorieje<br />

in de Westhoek: met de paard<strong>en</strong> naar het strand. Zie ons Bulletin,<br />

afl. 14, blz. 26. De feestelijkhed<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> 8 wek<strong>en</strong> vóór Pas<strong>en</strong><br />

in, ev<strong>en</strong>als het bakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> versier<strong>en</strong> van de "broodvogels" op<br />

stokjes: de aeremstokjes, als e<strong>en</strong> vervroegd palmpaas.<br />

Dr. CC. van de Graft vroeg of m<strong>en</strong> niet eerder moet d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in de<br />

richting v.e. carnavalsviering, verbond<strong>en</strong> met oer-oude, vóórchristelijke<br />

rit<strong>en</strong>. (Volkskunde, 17e jaargang 1905, blz. 42 <strong>en</strong> 129).<br />

Nog in 1905 was er ook e<strong>en</strong> vrije dag met aeremstokjes-optocht op<br />

de derde dinsdag in oktober, <strong>en</strong> omstreeks Sint Nicolaas, stond in<br />

de dorpswinkels e<strong>en</strong> emmer op de toag (toonbank), met zand,<br />

waarin e<strong>en</strong> aantal aeremstokjes. Op elke stok e<strong>en</strong> met papier<strong>en</strong> lint<br />

versierde koek, die e<strong>en</strong> haan moest voorstell<strong>en</strong>. Daarmee ging<strong>en</strong><br />

de kinder<strong>en</strong> dan zing<strong>en</strong>d rond. Na de eerste wereldoorlog zijn de<br />

aeremstokjes weinig meer gezi<strong>en</strong>, het straorieje werd weer e<strong>en</strong><br />

jaarlijks gebeur<strong>en</strong>.<br />

38/39. Nieuwjaarsw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aan de deur. Z.dl. - cousi<strong>en</strong>etjes: nichtjes<br />

<strong>en</strong> neefjes. - bevroz<strong>en</strong>: bevror<strong>en</strong>. - snerk<strong>en</strong>: siss<strong>en</strong>d knetter<strong>en</strong><br />

bij het brad<strong>en</strong>. - bitsj<strong>en</strong>: beetje. - Pitsj<strong>en</strong>: Peter. - Ik zat is in'n<br />

schuutje: W. - de bozze: de beurs.<br />

Al was e<strong>en</strong>: oud religieus lied, in 1910 nog in Axel aan de deur<br />

gezong<strong>en</strong> door jong<strong>en</strong>s van de Koewacht. - Nieuwe jaarke: Z.V.O.<br />

- dood ge dae n: gedood. A spa: W.<br />

40. Driekoning<strong>en</strong>:Z.V.O. - Na de gezong<strong>en</strong> melodie, nog gesprok<strong>en</strong>:<br />

van kries kras, <strong>en</strong>z., met e<strong>en</strong> uithaal in goo-ootje. - gröót<strong>en</strong><br />

dust: veel dorst. - gezoêj<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebraoj<strong>en</strong>: gekookt <strong>en</strong> gebrad<strong>en</strong>. -<br />

borzek<strong>en</strong>: beursje. Z.V.O. - M'n moeder: W., vaak gevolgd door:<br />

'n Dubbeltje op de planke, dat ook met Nieuwjaar gezong<strong>en</strong> wordt.<br />

41. Ik plante un Mei: Z.V.W. - wijjegie mi<strong>en</strong>: wil jij mij ('n ander ei<br />

gev<strong>en</strong>). - Loone-moej: tante Loone. Z.V.O. - tiek<strong>en</strong>: kip. Jan<br />

Aoss<strong>en</strong>: Z.V.W. - de Groe: Groede.<br />

42. Ko<strong>en</strong>kelpot: rommelpot (blikk<strong>en</strong> bus, overspann<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

vark<strong>en</strong>sblaas, waarin e<strong>en</strong> rietje is gestok<strong>en</strong>. Door dit te beweg<strong>en</strong>,<br />

werd "muziek" voortgebracht). Op Z.B. ging<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> op Oudejaar<br />

hiermee zing<strong>en</strong>d langs de deur<strong>en</strong>, na de melodie, nog sprek<strong>en</strong>d:<br />

vier pööt<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.; ook de variant: 'tis gin 'allefje mi waerd. -<br />

Rommelpotterij op W. - Meestal ook: Dubbeltje op de plank<strong>en</strong>, zie<br />

blz. 40.<br />

113<br />

43. Klein Zieltje: de <strong>Zeeuwse</strong> versie van e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de zieleklacht<br />

uit de Middeleeuw<strong>en</strong>, in de vorm v.e. sam<strong>en</strong>spraak tuss<strong>en</strong> Jezus <strong>en</strong><br />

de ziel. (Zie: Overblijfsels van geestelijke lieder<strong>en</strong> vóór de hervorming<br />

- M. Ramondt Tijdschrift voor Ned. Taal <strong>en</strong> Letterkunde<br />

1914 pag. 303-320). E<strong>en</strong> kistje met 'n strooi<strong>en</strong> band: doodkist met<br />

stro omwond<strong>en</strong>, volg<strong>en</strong>s Middeleeuws gebruik. Het "achter de<br />

deur staan" zou verband houd<strong>en</strong> met: aan de deur klopp<strong>en</strong>, verlang<strong>en</strong><br />

naar 't hemelse land. De kinder<strong>en</strong>, die dit lied op Z.B. op<br />

oudejaarsdag aan deur<strong>en</strong> zong<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong> niet altijd<br />

begrep<strong>en</strong>, getuige de vaak gezong<strong>en</strong> parodie.<br />

44. Spelletje "tus<strong>en</strong> licht <strong>en</strong> do<strong>en</strong>ker", als: Soldeere. De tweede<br />

regel was eindeloos variabel, sam<strong>en</strong> met de derde; de vierde,<br />

tev<strong>en</strong>s de slotregel, herhaalde de eerste als refrein. En de aardigheid<br />

was, dan telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> nieuwe manier van reparer<strong>en</strong> te verzinn<strong>en</strong>:<br />

<strong>en</strong> bri<strong>en</strong>gt'um dan bie dikke Floor, die maekt'm mit z'n linker<br />

oor, <strong>en</strong>z. - Bim bam baers: variant van Bim bam beier<strong>en</strong>: Z.dl.<br />

45. Rijmpjes: Keuman: vark<strong>en</strong>. N.B. <strong>en</strong> W. - Oe laet is't? Sch.<br />

T.W. - Jansje Pansje. W. is e<strong>en</strong> variant van Hollebollegijs. - Hik,<br />

sprik, sproe: als e<strong>en</strong> kind de hik heeft. Raadsels: Vier ammeroll<strong>en</strong><br />

(de wiel<strong>en</strong>), twee kakkedroll<strong>en</strong> (de paard<strong>en</strong>), 'n lêêre poepzak<br />

(koetsier), Z.B. <strong>en</strong> W.Opl: e<strong>en</strong> span paard<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> wag<strong>en</strong>, met<br />

koetsier.<br />

45. Niep m<strong>en</strong> is: nijp me e<strong>en</strong>s. - Ruhe, ruhe, heel zie te pupe: geel is<br />

de pijp. Opl: 'n wortel. - Er liep un mannetje; Opl: schaap (dul:<br />

boos). - Moe Joannetjes' of. Z.B.: tante Jannetjes tuin; stuutjes:<br />

boterhammetjes. - Opl: bij<strong>en</strong>korf met honing. - De meeste raadsels<br />

kom<strong>en</strong> in veel variaties voor, vooral de <strong>Zeeuwse</strong> "rechterraadsels".<br />

Wie voor de rechter gebracht werd, kwam vrij, als hij e<strong>en</strong><br />

raadsel opgaf, dat de rechter niet kon oploss<strong>en</strong>, zoals: Op Lillo ga<br />

ik. Sch-D. - Lillo is hier de naam v.e. hond. - Van het hond<strong>en</strong>vel<br />

werd<strong>en</strong> vaak scho<strong>en</strong><strong>en</strong> gemaakt. - Zie: W. Geldof, Het <strong>Zeeuwse</strong><br />

volksraadsel, Middelburg 1951.<br />

46. Z.B. <strong>en</strong> Volksliedarchief. - de saele: het zadel. - mael<strong>en</strong>: mal<strong>en</strong>.<br />

- ze lach<strong>en</strong> tot ze maeld<strong>en</strong> (uitdrukking) als: ze lacht<strong>en</strong> zich ziek (of<br />

wild).<br />

47. De veerewaeg<strong>en</strong>: wag<strong>en</strong> op ver<strong>en</strong>. De koekestad op W.: Middelburg,<br />

alle donderdag<strong>en</strong> marktdag. Op Z.B.: Goes. (In de week<br />

werd<strong>en</strong> op de dorp<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> koekjes gebakk<strong>en</strong>.) rikke: rug.<br />

49. Het Krabbegat: bijnaam van Berg<strong>en</strong> op Zoom. Melodie: Dir.<br />

v.d. <strong>Zeeuwse</strong> Koorschool.<br />

50. Oud liedje, nog, op schol<strong>en</strong>, gezong<strong>en</strong> in Z.V.W. - Maldeghem:<br />

stadje, ev<strong>en</strong> over de gr<strong>en</strong>s in België. - Schapraoj: et<strong>en</strong>skast, kast<br />

met schapp<strong>en</strong>: legplank<strong>en</strong>.<br />

51. 19e eeuws "held<strong>en</strong>dicht" voor Michiel Adriaanszoon de Ruyter<br />

(1607-1676), die het van draaiersjong<strong>en</strong> bracht tot Ned. grootste<br />

admiraal. Zijn standbeeld staat op de Boulevard in Vlissing<strong>en</strong>. De<br />

tek<strong>en</strong>aar keek goed rond in het Vlissings Museum!<br />

52. Uit de kindercantate "Schoolreis naar Walcher<strong>en</strong>". 1939. Lange<br />

Jan: bijnaam v.d. Abdijtor<strong>en</strong> te Middelburg.<br />

53. 3 versies, Z.V.O. <strong>en</strong> Z.V.W - Melodie Volksliedarchief. -<br />

Jèsgat (letterlijk); aarsgat; wortelstok van e<strong>en</strong> omgehouw<strong>en</strong> boomstam.<br />

Z.dl. - èsgat: Z.V.O. <strong>en</strong> Z.V.W. ov<strong>en</strong>paole: ov<strong>en</strong>schop met<br />

lange steel, om brood in <strong>en</strong> uit de ov<strong>en</strong> te schuw<strong>en</strong>, kinnebak:<br />

onderkaak. - uitdr: hou nu maar je mond.<br />

54. Spotliedje op de stoomtram (My. Bresk<strong>en</strong>s-Maldegem) die op<br />

23 sept. 1912 ging lop<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Oostburg <strong>en</strong> Cadzand. - Karrekasse:<br />

geraamte van koperdraad, dat de Cadzandse muts in vorm<br />

moest houd<strong>en</strong>. - nestig: ijverig. - Suusande: Zuidzande. - Potjes:<br />

buurtschap tuss<strong>en</strong> Zuidzande <strong>en</strong> Cadzand. De tram is na de oorlog<br />

vervang<strong>en</strong> door autobusdi<strong>en</strong>st.<br />

55. plume: veer v.e. vogel. - kordewaeg<strong>en</strong>: kruiwag<strong>en</strong>. - stroopluu:


114<br />

kapers. - nassauluu: in Veere sterke band met 'tHuis van Oranje<br />

Nassau. - Bresjes: Bresk<strong>en</strong>s; de Groe: Groede.- kwaelik: niet gemakkelijk.<br />

- keuze: rok. - Zwalemslag: Zaamslag.<br />

56. stêêk<strong>en</strong>: duw<strong>en</strong>. Z.V.O. - Siesje: Z.V.W. - Saore: Z.V.W. -<br />

Mari<strong>en</strong>: Sch-D. - koka<strong>en</strong>e: kokkel, kokhaan (Carduum edule). Piet<br />

Zaojman: Sch-D.<br />

57. Komde gij: Z.V.O. - Volksliedarchief. - steekt'm in de kast: zet<br />

hem in de gevang<strong>en</strong>is. - felbieddnt: zeer bij de hand. - vrêêd<br />

astrant: erg brutaal. - (Sluis). - Meri<strong>en</strong>: Z.B. - Mêêdelver: landarbeider<br />

in de mëekrapteelt, die circa 1870 ophield, to<strong>en</strong> langs chem.<br />

weg vervang<strong>en</strong>de kleurstof werd bereid. - krotespitter:<br />

scheldnaam voor 'n mêêdelver. - krot<strong>en</strong>: wortels. - ann<strong>en</strong>: hand<strong>en</strong>.<br />

- tingels (ruwerwoord): hand<strong>en</strong> Sch. - Z.B. - T. - Noardsj<strong>en</strong>: naam<br />

van e<strong>en</strong> barbier Z.dl.<br />

58/59. Koejewachter: jong<strong>en</strong>, die koei<strong>en</strong> hoedt op niet-afgeslot<strong>en</strong><br />

weg<strong>en</strong>, vaak polderweg<strong>en</strong> met veel bermgras. Nog omstreeks 1910<br />

kon m<strong>en</strong>, o.a. op N.B. hor<strong>en</strong>, hoe koeiewachtertjes elkaar vanuit<br />

de verte toezong<strong>en</strong> <strong>en</strong> riep<strong>en</strong> met lange uithaal: ee-eeje-auw auwla<br />

-lauwe-laleeee! of: lee la louwe louwe-la looi De koei<strong>en</strong> moest<strong>en</strong><br />

op tijd in het dorp terug zijn. Daartoe maakt<strong>en</strong> ze zelf van stokk<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> zonnewiesder: zonnewijzer, proefondervindelijk op de grond<br />

aangegev<strong>en</strong> met behulp van stokjes, volg<strong>en</strong>s tek<strong>en</strong>ing, gevond<strong>en</strong> in<br />

archief-J.A. Hubregtse. - Liedjes N.B. <strong>en</strong> T. - wijze: tok, tok,<br />

alweer 'n ei. - Sliep: schar<strong>en</strong>slijper. - cosijn: neef (Fr.neveu èn<br />

cousin). - Matresse: schoolmeesteres. - Z.V.W. - ook liedje v.d.<br />

pott<strong>en</strong>koopman: Z.V.W.<br />

60/61. Spellewerkersliedjes gezong<strong>en</strong>, om de regelmaat van het<br />

werk te stimuler<strong>en</strong>, op de kantwerkstersschol<strong>en</strong> in Sluis (1854-<br />

1871 <strong>en</strong> 1910-1935), <strong>en</strong> Hulst (tot 1933), nadat het eerste uur gezweg<strong>en</strong><br />

moest word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in het tweede de roz<strong>en</strong>krans werd gebed<strong>en</strong>. -<br />

röó wi<strong>en</strong>: rode wijn; alvetjes: halve stukjes; kasseroll<strong>en</strong>: pann<strong>en</strong>;<br />

tekkeltjes: dekseltjes; forcett<strong>en</strong>: vork<strong>en</strong>; telloor<strong>en</strong>: diepe bord<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> schal<strong>en</strong>; amm<strong>en</strong>-esp<strong>en</strong>: hamm<strong>en</strong>; beutere: boter; ingeleide hoelevere:<br />

in azijn ingelegde goede lever; 'n houd slot: e<strong>en</strong> goud<strong>en</strong><br />

slot; sala: sla; n nis-ei: e<strong>en</strong> nest-ei. - Ti<strong>en</strong> franc perellemaat (67 cm)<br />

bij hard <strong>en</strong> precies werk<strong>en</strong>. - Stokk<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z: nam<strong>en</strong> v. patroontjes. -<br />

Wantje: Johanna. Schol<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong>, omdat er ge<strong>en</strong> droog brood te<br />

verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> was.<br />

62. Oogstlied. Z.eil. uit de vorige eeuw, in <strong>1979</strong> op ons verzoek op<br />

muziek gezet met e<strong>en</strong> cadans dat het ritme van het slaan met de<br />

sikkel suggereert door Bram Beekman te Middelburg, oest<strong>en</strong>:<br />

oogst<strong>en</strong>; zekel: sikkel; stik: stuk; erbied: arbeid.<br />

63. Het Zeeuws Volkslied o.a., elk jaar gezong<strong>en</strong> aan het slot v.d.<br />

nieuwjaarsreceptie van de Commissaris van de Koningin, (ontstaan<br />

in 1919 naar aanleiding van de annexatieplann<strong>en</strong>, waarbij<br />

België aanspraak maakte op Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong>).<br />

64. jikkemin<strong>en</strong>: soort gedraaide koek<strong>en</strong>, boluss<strong>en</strong>. Z.B. - N.B.<br />

Sch. W - beuterbabbelaers: met boter bereide stroopballetjes.<br />

65. juul<strong>en</strong>: huil<strong>en</strong>; d'êêgde: de eg; Everts<strong>en</strong>, Bankerts, Joost de<br />

Moor, Bestevaer: Vice-admiraals van Zeeuws eskader in de 17e<br />

eeuw.<br />

66. aolverwege: halverwege; oe de baer<strong>en</strong> rond z'n stove: hoe ook<br />

de golv<strong>en</strong> om hem he<strong>en</strong> woedd<strong>en</strong>.<br />

68/69. juuntjes: ui<strong>en</strong>; pee-<strong>en</strong>: suikerbiet<strong>en</strong>; dan zên ze: dan zegg<strong>en</strong><br />

ze; wi<strong>en</strong>kt <strong>en</strong> wee uw t: w<strong>en</strong>kt <strong>en</strong> wuift; gos: gras.<br />

70. Oude tekst, bij overlevering bewaard, in <strong>1979</strong> op ons verzoek<br />

op muziek gezet door W. Harthoorn. - Z.B.<br />

71. Tekst; na de ramp van 1953. Muziek <strong>1979</strong> op ons verzoek door<br />

Adr. Kousemaker. - Ze rêêje 't wel: ze spel<strong>en</strong> het wel klaar, rooi<strong>en</strong><br />

het wel.<br />

72. Zeeuws-Vlaams Volkslied: ev<strong>en</strong>als het <strong>Zeeuwse</strong> Volkslied<br />

ontstaan n.a.v. de annexatieplann<strong>en</strong>, 1918, to<strong>en</strong> België aanspraak<br />

maakte op Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong>. d'Ee: de Eede; in de spreektaal<br />

d'Eê: de gr<strong>en</strong>splaats Eede. - Z.V.W.<br />

73. Land van Cadzand: Z.V.W. - Bresjes: Bresk<strong>en</strong>s. - "bett<strong>en</strong>doet":<br />

weine<strong>en</strong>. - Jan op d'n tor<strong>en</strong>: Jantje van Sluus: beeldje van<br />

e<strong>en</strong> man in klederdracht uit de Spaanse tijd, die op het Belfort van<br />

Sluis elk halfuur hamert, ter herinnering aan e<strong>en</strong> zekere Jan, die in<br />

1606 de redder van Sluis zou zijn geweest, door op de zelfde wijze<br />

de tijd aan te gev<strong>en</strong>, to<strong>en</strong> het slagwerk van de tor<strong>en</strong>klok defect<br />

bleek, doordat ze te stevig was opgewond<strong>en</strong>.<br />

74. Haringlied, ongeveer 1930 ontstaan, ter herinnering aan de<br />

visser Willem Beukelszoon uit Biervliet, die eind 13e, begin 14e<br />

eeuw, het haringkak<strong>en</strong> uitvond. Er prijkt ook e<strong>en</strong> haring op het<br />

tor<strong>en</strong>tje van het oude Geme<strong>en</strong>tehuis.<br />

75. Z.dl. pe<strong>en</strong>tjes: biertjes; ij<strong>en</strong>: e<strong>en</strong>; twije: twee; brujed: brood;<br />

m<strong>en</strong>ijer de paster: m<strong>en</strong>eer pastoor; lujep<strong>en</strong>: lop<strong>en</strong>; t<strong>en</strong> dag des<br />

IJer<strong>en</strong>: de dag des Her<strong>en</strong>; klijer<strong>en</strong>: kler<strong>en</strong>. Nog bek<strong>en</strong>d uit vorige<br />

eeuw. Meer bek<strong>en</strong>d; in Z.V.O. <strong>en</strong> Z.V.W.: Sjantee <strong>en</strong> Mietje<br />

Kato<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> Willem d'n Eerst<strong>en</strong> keuningk was: herinnering aan<br />

het grav<strong>en</strong> van het kanaal bij Terneuz<strong>en</strong>, dat to<strong>en</strong> nog Neuz<strong>en</strong><br />

heette, 1827. - Sas: sluis. - Gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> als het grav<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

kanaal of hav<strong>en</strong> <strong>en</strong>z. o.a. de Nieuwe hav<strong>en</strong> voor Middelburg in<br />

1815, of de op<strong>en</strong>ing van de derde hav<strong>en</strong> in 1817) werd<strong>en</strong> gewoonlijk<br />

bezong<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als de komst van de eerste trein in 1872, op bek<strong>en</strong>de<br />

wijz<strong>en</strong>, in e<strong>en</strong> groot aantal couplett<strong>en</strong> (resp: 22 <strong>en</strong> 39!). Dit was<br />

het meest beknopte vers op soortgelijk gebied. Gouverneur des<br />

Konings: Van Doorn.<br />

76. De Volkskundige, Dr. Tjaard W.R. de Haan, schreef de tekst<br />

naar de bek<strong>en</strong>de leg<strong>en</strong>de, over het spookschip van Kapitein Van<br />

d<strong>en</strong> Decker uit Terneuz<strong>en</strong>, dat gedoemd is, te blijv<strong>en</strong> rondvar<strong>en</strong> in<br />

de water<strong>en</strong> beoost<strong>en</strong> Kaap de Goede Hoop. Mevrouw Marie Cécile<br />

Moerdijk verzorgde de muziek, <strong>en</strong> wij ontving<strong>en</strong> toestemming<br />

tot publicatie. In Terneuz<strong>en</strong> is door de "Stichting Vlieg<strong>en</strong>de Hollander"<br />

e<strong>en</strong> monum<strong>en</strong>t opgericht, <strong>en</strong> het lied wordt bij feestelijke<br />

geleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> gezong<strong>en</strong>.<br />

77. E<strong>en</strong> lied van Mevrouw Moerdijk, naar e<strong>en</strong> oud volksgegev<strong>en</strong><br />

uit haar geboortedorp: Zuiddorpe Z.dl. - ach irm: och arme; gjin<br />

et<strong>en</strong> mjir: ge<strong>en</strong> et<strong>en</strong> meer; tjirve: tarwe; tuegde gjin erbirme:<br />

toonde ge<strong>en</strong> erbarm<strong>en</strong>; gevank: gevang<strong>en</strong>is; kjirm<strong>en</strong>: kerm<strong>en</strong>.<br />

78. Algeme<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d lied, niet uit, maar wel over Zeeland. Het<br />

tweede couplet geeft in <strong>en</strong>kele woord<strong>en</strong> weer (rijke zee <strong>en</strong> wrede<br />

zee), wat de zee betek<strong>en</strong>t voor de <strong>Zeeuwse</strong> vissers. - De familie<br />

Schroevers kwam van Arnemuid<strong>en</strong>.<br />

79. De Lange Jan: bijnaam van de Abdijtor<strong>en</strong> te Middelburg. De<br />

Middelburgse tor<strong>en</strong>, het middelpunt, de blikvanger v. Walcher<strong>en</strong>.<br />

80. Was-chappel: Westkapelle. - Di k<strong>en</strong>k eik<strong>en</strong>de<strong>en</strong> bie naeme:<br />

daar k<strong>en</strong> ik iedere<strong>en</strong> bij name; de guus: de kleine kinder<strong>en</strong>; de<br />

strange: het strand; baer<strong>en</strong>: golv<strong>en</strong>; erg<strong>en</strong>s r<strong>en</strong>tetomme: zomaar<br />

erg<strong>en</strong>s; Belse kust: Belgische kust.<br />

81. De tekst uit de collectie van Ir. A. Louwerse, melodie opgetek<strong>en</strong>d<br />

uit Westkappelse mond, vroeger veel gezong<strong>en</strong> door dijkwerkers<br />

bij het hei<strong>en</strong> van de pal<strong>en</strong> op het strand (driekwartsmaat), nu<br />

nog zeer geliefd op bruiloftspartij<strong>en</strong>. Ook kinder<strong>en</strong> zijn blijk<strong>en</strong>s<br />

tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> nog emotioneel betrokk<strong>en</strong> bij de ondergang van de<br />

Willem II.<br />

82/83. Herinnering aan de oorlog: bombardem<strong>en</strong>t van de Engels<strong>en</strong>,<br />

met dijkdoorbraak op 3 oktober 1944, èn de herrijz<strong>en</strong>is.<br />

84. Ev<strong>en</strong>als blz. 81.<br />

85. Voorbeeld van e<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong>heidslied op N.B., op bek<strong>en</strong>de<br />

wijze, begin van deze eeuw; hoe het ideale huwelijk werd gezi<strong>en</strong>. -<br />

eldre biesjes: schoon boezero<strong>en</strong>; dreine: plag<strong>en</strong>; schielik: misselijk,<br />

onpasselijk.


86. Verheerlijking van één van de vele in Oranjezon (bij Domburg)<br />

gevierde bruiloftsfeest<strong>en</strong>, in de 19e eeuw, door e<strong>en</strong> tijdg<strong>en</strong>ootfeestg<strong>en</strong>oot:<br />

J.C. Altorffer overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> uit: "de Liefdebode".<br />

87. Liefde voor Zuid-Beveland. - gro<strong>en</strong> ferweel: gro<strong>en</strong> fluweel;<br />

boogerspracht: de schoonheid van de bongerds. - Zaterdag: traditie<br />

op Z.B. van deze eeuw.<br />

89. Herinnering aan het verval <strong>en</strong> de ondergang van West<strong>en</strong>schouw<strong>en</strong>,<br />

in het laatst v.d. 15e eeuw, waarin nog iets van het Germaanse<br />

heid<strong>en</strong>dom doorklinkt: de geest der zee, hier: de meerman, is de<br />

schuldige aan die ondergang. Zijn bedreiging werd, volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

handschrift in het archief Hubregtse nog vervolgd met: 'kZal oele,<br />

woele, droele (nl. teg<strong>en</strong> de dijk aan), totdat'k met m'n staert deur<br />

de polder spoele. - Droele is goed Zeeuws voor draai<strong>en</strong>, ker<strong>en</strong>,<br />

ongeveer gelijk woel<strong>en</strong>. De wraakzuchtige meerman wil de dijk<br />

stuk mak<strong>en</strong> waardoor het water binn<strong>en</strong>komt, <strong>en</strong> hij door de polder -<br />

kan zwemm<strong>en</strong>.<br />

"West<strong>en</strong>schouw<strong>en</strong>s strand" was, volg<strong>en</strong>s het zelfde handschrift,<br />

in de tweede helft van de vorige eeuw, nog het lijfliedje van "die<br />

van West<strong>en</strong>schouw<strong>en</strong>". In e<strong>en</strong> nachtelijke droom ziet de zanger in<br />

e<strong>en</strong> visio<strong>en</strong>, wat reeds vooraf ging: vreugd <strong>en</strong> verdriet, nu opgeborg<strong>en</strong><br />

in het graf: de holle boom of dod<strong>en</strong>boom. Het lied, waarin de<br />

kracht van het noodlot wordt uitgedrukt, zou uit de Karolingische<br />

tijd stamm<strong>en</strong> (18e/19e eeuw).<br />

91. Sint Liev<strong>en</strong>s Monstertor<strong>en</strong> te Zierikzee.<br />

92/93. gorz<strong>en</strong>: buit<strong>en</strong>dijks aangegroeid grasland; slikk<strong>en</strong>: aangeslibde<br />

grond; 'n schoft: ononderbrok<strong>en</strong> werktijd van twee <strong>en</strong> 'n<br />

halfuur; heule: st<strong>en</strong><strong>en</strong> bruggetje over e<strong>en</strong> watergang.<br />

94/95 <strong>en</strong> 96. Poëtische ontboezeming over Flakkee in het voorjaar,<br />

door Mevrouw D.K. Soldaat-Poortvliet in de 70er jar<strong>en</strong>, op ons<br />

verzoek op muziek gezet door Le<strong>en</strong>dert de Broekert, leraar aan de<br />

<strong>Zeeuwse</strong> Muziekschool.<br />

E<strong>en</strong> hêêle kro meeuw<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> groep meeuw<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> mêêt: e<strong>en</strong> stuk<br />

land, meestal tuss<strong>en</strong> twee greppels of twee vor<strong>en</strong>; 'n mosje: musje.<br />

97. Hier de oudste versie 1796 van e<strong>en</strong> Zeeuws lied, dat nu nog<br />

wordt gezong<strong>en</strong>, met kleine variatie, afgedrukt in "De Walcherse<br />

Ploeg" van 1802. Z'n eig<strong>en</strong> goed kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>er<strong>en</strong>: zich goed kunn<strong>en</strong><br />

schikk<strong>en</strong>; m<strong>en</strong> trekt weer na sijn luyk<strong>en</strong>: m<strong>en</strong> sluit de v<strong>en</strong>sterluik<strong>en</strong>;<br />

moll<strong>en</strong>: de grond gelijk mak<strong>en</strong>, plat, eff<strong>en</strong>, met het mollebord:<br />

wegschaaf, hout<strong>en</strong> bord met handvat, over de grond gesleept<br />

\peijde: zou te mak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met Fr. païtre: graz<strong>en</strong>.<br />

98. Ontle<strong>en</strong>d aan e<strong>en</strong> artikel van M. Ramondt "Overblijfsels van<br />

Geestelijke lieder<strong>en</strong> voor de Hervorming" Tijdschrift Nederlandse<br />

Taal <strong>en</strong> Letterkunde 1914 pag. 303-319. Het lied van Maria<br />

Magdal<strong>en</strong>a werd destijds door e<strong>en</strong> vrouw te Goes opgegev<strong>en</strong> aan<br />

Marie Ramondt. Deze kwam aan de hand van vergelijking met<br />

andere middeleeuwse lieder<strong>en</strong> tot de conclusie dat dit lied ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />

terug ging op e<strong>en</strong> middeleeuws lied.<br />

99. Tekst van Dr. Tjaard W.R. de Haan naar e<strong>en</strong> Zeeuws-Vlaams<br />

115<br />

Volksgegev<strong>en</strong>, op muziek gezet door Mevrouw Marie Cécile<br />

Moerdijk. - Sanktinn<strong>en</strong>: vrouwelijke R.-K. heilig<strong>en</strong>.<br />

100. Overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> uit "Jaep uut de Wilhelminapolder". - ze juulde:<br />

ze huilde; daer bost' aons misje uut: daar barste ons meisje uit.<br />

101. Eén van de vele <strong>Zeeuwse</strong> versies van e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d<br />

oud volksliedje.<br />

102. Z.B. oad: hoofd; nae kapot: bijna kapot; nöómpje: oompje;<br />

Vóö joe 'e vraege, mae vöó mi<strong>en</strong> 'n weet: zegt m<strong>en</strong>, als m<strong>en</strong> de<br />

gestelde vraag niet wil beantwoord<strong>en</strong>.<br />

103. Z.eil. struile,n: stral<strong>en</strong>; - sliert 't guil<strong>en</strong>: sleept het geul<strong>en</strong>;<br />

duusterachtig: <strong>en</strong>igszins, e<strong>en</strong> beetje donker; de glaez<strong>en</strong>: de ram<strong>en</strong>.<br />

104. Z.eil. de vaete: op<strong>en</strong>bare drinkput voor het vee; mit'n aor:<br />

met e<strong>en</strong> ander; lings: langs; gins <strong>en</strong> waer: he<strong>en</strong> <strong>en</strong> weer; 'ereje:<br />

gered<strong>en</strong>; vlug van leje: vlug van led<strong>en</strong>; stuit: poosje; kroo mit volk:<br />

m<strong>en</strong>igte m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>; of n't kust: of hij het kon; prombere: prober<strong>en</strong>;<br />

daegunt: ginds; nie b<strong>en</strong>auwd zi<strong>en</strong>: niet bang zijn; tegaer: sam<strong>en</strong>.<br />

105. kadulletjes: vrindjes;pêêntsje: pintje, glaasje bier. - Z.V.O.<br />

106. Z.V.W. In 1930 werd nog met de hondekar gered<strong>en</strong>, o.a. door<br />

de melkvrouw. In 1913 kom m<strong>en</strong> b.v. in Aard<strong>en</strong>burg nog elke<br />

zaterdag, niet-in-eig<strong>en</strong>plaats-verkrijgbare delicatess<strong>en</strong> <strong>en</strong>z. lat<strong>en</strong><br />

meekom<strong>en</strong> uit Brugge, per hondekar!<br />

Jannetje gi<strong>en</strong>g overdwors (OfL): stak dwars over; wieke: weg;<br />

strieke: met de <strong>en</strong>kels teg<strong>en</strong> elkaar wrijv<strong>en</strong> (dit in de letterlijke<br />

betek<strong>en</strong>is; bedoeling: ze liep op opvall<strong>en</strong>de wijze). Vergelijk met:<br />

E<strong>en</strong> boerinnetje uit Frankrijk (Z.V.O.) blz. 20.<br />

107. Z.eil. 'k bin ups <strong>en</strong> pront: hups, kwiek <strong>en</strong> knap van uiterlijk,<br />

keurig netjes.<br />

108. Z.B. De woord<strong>en</strong>spelling: Van daege Smèrdiek <strong>en</strong> mèrge<br />

Scherp<strong>en</strong>isse, wordt veel gebruikt: vandaag overvloed, morg<strong>en</strong><br />

armoe. De moraal van dit eig<strong>en</strong>tijds liedje van Engel Reinhoudt:<br />

houd 't gezond, bewandel de guld<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>weg.<br />

109. De overlevering wil, dat in 't begin van deze eeuw op de<br />

wekelijkse markt in Goes e<strong>en</strong> middel teg<strong>en</strong> alle kwal<strong>en</strong> te verkrijg<strong>en</strong><br />

was: het poeiertje van Sinte Pathie, dat grif werd gekocht.<br />

Naar aanleiding daarvan: e<strong>en</strong> stukje filosofie in 'n notedop van e<strong>en</strong><br />

jonge Zeeuw van nu, met zijn gitaar (Engel Reinhoudt), bedoeld,<br />

om te word<strong>en</strong> meegezong<strong>en</strong>. - mekere: manker<strong>en</strong>; ons d'r bie: wij<br />

erbij; van uusje tot deure: huis aan huis.<br />

110. De liedjes van de dorpsdichteres van Bru: Bruinisse, Mevrouw<br />

A. Wiebr<strong>en</strong>s-Beekman (77 jr), wier bundel "Uit de oude<br />

doos", door het Geme<strong>en</strong>tebestuur werd uitgegev<strong>en</strong>; <strong>en</strong> door de<br />

Burgemeester werd g<strong>en</strong>oemd: e<strong>en</strong> populaire geschiedschrijving in<br />

dichtvorm, over e<strong>en</strong> dertigjarige periode in Bruinisse.<br />

111. Slotlied van Mevrouw Marie Cécile Moerdijk tot h<strong>en</strong>, die<br />

Zeeland niet k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>: Ons Zeeland blijft bestaan!


116 MEDEWERKERS, aan wie we dank verschuldigd zijn:<br />

J.S. Baas Sluis Mw. J. Moerdijk-de Kok Goes<br />

Mw. A.C. Bar<strong>en</strong>ts<strong>en</strong>-Geelhoed Terneuz<strong>en</strong> Mw. T.J.E. Moerland-v.d. Graaf Oud-Vossemeer<br />

Ir. A.J. Be<strong>en</strong>hakker Middelburg J. Moermond Goes<br />

Mw. J.H. Blacquière-Tissot van Patot Vlissing<strong>en</strong> Mw. J.A. Niesk<strong>en</strong>s Aard<strong>en</strong>burg<br />

Mw. C. Blank<strong>en</strong>burgh-Vaane Goes G. de Nooijer Arnemuid<strong>en</strong><br />

Mw. H.C. Bolk<strong>en</strong>baas-van Hoek Burgh Mw. LM. van Oever<strong>en</strong> Burgh<br />

Mw. J. Boone Middelburg Mw. J. Oosterling-Niesk<strong>en</strong>s Schoondijke<br />

Mw. Borgman-Bieze Vlissing<strong>en</strong> Mw. N. de Pagter-Liev<strong>en</strong>se Westkapelle<br />

Mw. J. Both-Roodzand Vlissing<strong>en</strong> Mw. A.T. de Pree Colijnsplaat<br />

Mw. E. de Brock-de Pape Sluis Mw. KJ. v.d. Putte Domburg<br />

A.P. van d<strong>en</strong> Broecke Bresk<strong>en</strong>s Mw. A.K. de Priester-Gubbels Oost-Souburg<br />

J. Cysouw Westkapelle G.J. Ras Tilburg<br />

Mw. C.J. Engbertse-Krijger Vlissing<strong>en</strong> Mw. E.C. de Ko<strong>en</strong>e-van Loo Vlissing<strong>en</strong><br />

Mw. M. Engels Tilburg Mr. J.C. van Schag<strong>en</strong> Domburg<br />

L. Eversdijk Goes Mw. M.J. Scheele-de Jonge Terneuz<strong>en</strong><br />

Mw. J.C. Franse Middelburg Mw. P.L. Schooff-van Hoeve Sluiskil<br />

Mw. J.J. Geldof-Bal Middelburg Mw. T.J.C. Schrijver-Liplijn Kruining<strong>en</strong><br />

Mw. C.N. van Gilst Colijnsplaat Mw. E. Slabbekoorn-Danker Biezelinge<br />

Mw. H. Harthoorn-Verburg Goes Mw. A. de Smet-v.d. V<strong>en</strong> Sluis<br />

Mw. J. H<strong>en</strong>gst-de Pagter Westkapelle Mw. C.W. Smits-Eerland Stav<strong>en</strong>isse<br />

Mw. P.D. van Hoeve Axel Mw. D.K. Soldaat-Poortvliet Dirksland<br />

R. Imp<strong>en</strong>s IJz<strong>en</strong>dijke A. Spee Kloetinge<br />

Mw. M. Janss<strong>en</strong>s Hulst Mw. T.M. Speelman-Thijsse Goes<br />

J. de Klerk Arnemuid<strong>en</strong> Mw. S.C. Staal-v.d. Broecke Goes<br />

Mw. P.J.M.de Kok-de Wit Lewedorp Mw. M.J. Stev<strong>en</strong>se Schore<br />

Mw. P.C. Koole Middelburg Mw. A.W. Suurmond-Sikkel Middelburg<br />

Mw. K. Koole-Joosse Middelburg Mw. J.E.M. Torbijn-de Roos Sas van G<strong>en</strong>t<br />

Mw. C.G. de Kraker Zaamslag Mw. S. Verhage-Westerbeke West-Souburg<br />

P.J. van Langeraad Noordgouwe Dr. <strong>en</strong> Mw. A. de Vin-Kruit Rotterdam<br />

Mw. M.J. van Leeuw<strong>en</strong>-Hamelink Zaamslag Mw. K. Visser Sluis<br />

Mw. M. Lour<strong>en</strong>s-de Roo Cadzand W. Visser Sluis<br />

Ir. A. Louwerse Hilversum A. v.d. Vrie Wieringerwerf<br />

Mw. J. Van Male-Versprille Aard<strong>en</strong>burg Mw. J. Wall<strong>en</strong>burg-Verlinde Veere<br />

Mw. T. de Marée Aard<strong>en</strong>burg Mw. A. Wiebr<strong>en</strong>s-Beekman Bruinisse<br />

Mw. CS. Matthijsse-Klooté Aagtekerke Mw. M.M. de Wolf-Mol Biggekerke<br />

Mw. J.H. Meiborg-Maljers Middelburg L. Wouters Westkapelle<br />

Mw. C. Minderhoud-van Leeuw<strong>en</strong> St. Laur<strong>en</strong>s (M'burg) Mw. M. Wijffels-van Waes IJz<strong>en</strong>dijke


A<br />

Aer<strong>en</strong>out de suukerebout<br />

Al onder de weg naar Maldegem<br />

Anna sto<strong>en</strong>g te wacht<strong>en</strong><br />

B<br />

Bie oans in 't <strong>Zeeuwse</strong> land 64<br />

Boerinnetje in Frankrijk 20<br />

Bruiloft op Noord Beveland 85<br />

Bijsliedje 28<br />

D<br />

De Karrekasse 54<br />

De klok van Arnemuid<strong>en</strong> 78<br />

De krab 49<br />

De lange Jan 79<br />

D<strong>en</strong> boogerd bloeit 69<br />

D<strong>en</strong> Zeeuw z'n aerd 70<br />

De Vlieg<strong>en</strong>de Hollander 76<br />

De Willem II 81<br />

De Zurrikzeese tor<strong>en</strong> 91<br />

De <strong>Zeeuwse</strong> Leeuw 66<br />

Dou Dou Dêêne 9<br />

Driekoning<strong>en</strong> 40<br />

Duje kinnetje 9<br />

E<br />

E<strong>en</strong> boer<strong>en</strong>meisje 107<br />

E<strong>en</strong>e Pier zat op e<strong>en</strong> stier 14<br />

E<strong>en</strong> lied van Zeeland 65<br />

E<strong>en</strong> liedeke van Oranjezon 86<br />

E<strong>en</strong> vogel vliegt de wereld in 84<br />

E<strong>en</strong> Zeeuw bluuft Zeeuw 71<br />

En koopt da kint e<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> oet 15<br />

F<br />

Flakkees volkslied 92<br />

H<br />

Haringlied 74<br />

Het was op e<strong>en</strong> Driekoningeavond 98<br />

Hoe e<strong>en</strong> boer<strong>en</strong>knecht zich g<strong>en</strong>eert 1796 97<br />

I<br />

In e<strong>en</strong> blauw geruite kiel 51<br />

J<br />

Jan Maas 46<br />

Jannetje 106<br />

Juttekasse-pèrretje 13<br />

K<br />

Kallemoeie 16<br />

Klein Anna 19<br />

Klein Zieltje 43<br />

Klik-klak 47<br />

KJim Klauter dan 52<br />

Klop-klop-Marieke 16<br />

L<br />

Landje van Ter Goes 87<br />

Land van Kezand 73<br />

Liedje van Westkapelle 82<br />

ALFABETISCHE LIJST VAN TITELS<br />

M<br />

Mansefi<strong>en</strong>e<br />

Maviejette<br />

Meie<br />

Melanie<br />

Met de ko<strong>en</strong>kelpot<br />

Mun komme van Bru<br />

Mijn Zeeland<br />

N<br />

Nae Domburg nae 't Wafelhuus<br />

Naone Kinnetje<br />

O<br />

Onkel Sti<strong>en</strong><br />

Ons mooie Flakkee<br />

Ons Zeeland blijft bestaan<br />

Oogstlied<br />

Oost Zeeuws-Vlaamse kal<strong>en</strong>der<br />

Op de straodag<br />

Op-la paeretje<br />

Oudejaarsavond<br />

P<br />

Pas<strong>en</strong><br />

Poeiertje van Sinte Pathie<br />

R<br />

't Reg<strong>en</strong>t<br />

S<br />

Sanctinn<strong>en</strong>lied<br />

Schaese rieje<br />

Scherp<strong>en</strong>isse <strong>en</strong> Smerdiek<br />

Schouws volkslied<br />

Siedurps liedsj<strong>en</strong><br />

Siem<strong>en</strong> Oale<br />

Spellewerkersliedjes<br />

Stav<strong>en</strong>isse's Volkslied<br />

St. Paulus<br />

T<br />

Touter<br />

V<br />

Voorjaar<br />

W<br />

Walcherse vrijage<br />

Waschappels Volkslied<br />

West<strong>en</strong>schouw<strong>en</strong>s strand<br />

Wiegelied 1944<br />

Wij zijn al bije<strong>en</strong><br />

Z<br />

Zaeterdag in Beveland<br />

Ze tapte<br />

Zeeland bov<strong>en</strong>al<br />

Zeeuws-Vlaams Volkslied<br />

Zeeuws Volkslied<br />

Zoat Zo'n vroeger boer<strong>en</strong>meid<br />

was, is't nie meer


118 REGISTER OP DE BEGINREGELS VAN DE LIEDEREN<br />

De met e<strong>en</strong> * gemerkte beginregels zijn vers<strong>en</strong> die voorzi<strong>en</strong> zijn van muziek notatie En Siesje Lampert 56<br />

Eergisteraeved sloeg het halfti<strong>en</strong> 24<br />

A *Errem an er rem de Gortstraat in 35<br />

Achter in moe Jannetjes 'of 45 Eun, deu darrewie 31<br />

*Aer<strong>en</strong>out, de suukerebout 22 F<br />

Ae jie wè 's goore van die Jansje Pansje 45 *Flakkee is un eiland <strong>en</strong> 't waeter is breed 92<br />

Aeremstokje 37 Foedel die foedel 31<br />

*A1 onder de weg naar Maldegem 50 G<br />

* Al op e<strong>en</strong> morg<strong>en</strong> vroeg ging ik mijn paeretjes vang<strong>en</strong> 97 *Ge<strong>en</strong> dierder plek voor ons op aard 63<br />

*A1 op n<strong>en</strong> ouwejaarsavond 53 *G'hé zwarte kniej<strong>en</strong> Melanie 17<br />

*A1 was èèn met deze jare 39 Guusjes doe je boekje toe 17<br />

*Aordig landje van Ter Goes 87 H<br />

*An drie kant<strong>en</strong> ingeslote 80 *Hei van d<strong>en</strong> Decker reef het zeil 76<br />

*Anna sto<strong>en</strong>g te wacht<strong>en</strong> 23 Heer<strong>en</strong> van Zeeland 55<br />

Aoke, baoke 30 Hik, sprik, sproe 45<br />

Antje de bult 14 I<br />

*hAmsterdamse keuk<strong>en</strong>meid 36 Ieteke dieteke daere 12<br />

A spa-a overmorg<strong>en</strong> is 't nieuwe jaar 39 Ieteke, ieteko derrie 12<br />

As d'ouwe schippers 110 *Ik èn 'n ring al aan m'n hand 18<br />

B *Ik heb d<strong>en</strong> gans<strong>en</strong> nacht 89<br />

Bim bam baers 44 Ik kwam's in 'n bosje 27<br />

*Blok, blok <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vierkante blok 25 Ik plante un mei 41<br />

*Bonzideron 31 Ik zat is in 'n schuutje 38<br />

Brouwershav<strong>en</strong> is 'n stad 55 In de schuur bie Anke Franke 30<br />

*Bij Krabb<strong>en</strong>dijke lag e<strong>en</strong> krab 49 In de tuun dae lag 'n brief 30<br />

D *In e<strong>en</strong> blauw geruite kiel 51<br />

Dag cousi<strong>en</strong>etje allegaar 38 *In Zeeland viert m<strong>en</strong> kermis 68<br />

De Bressiano<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> 'Aon<strong>en</strong> 55 't Is aev<strong>en</strong>d geworre 17<br />

De koekoek <strong>en</strong> de maerelaer 55 J<br />

*De lan-tre-zoe <strong>en</strong> de massa brite 31 Jan Aoss<strong>en</strong> 't is paoss<strong>en</strong> 41<br />

*De moeder we<strong>en</strong>t in droef getraan 84 *Jan Maas, die ad er un paertje 46<br />

De maere miss<strong>en</strong> stieve rik 12 Jan Naerebout, Jan Sukerebout 22<br />

De ouwe Pieternelle 33 Jannetje gi<strong>en</strong>g overdwars 106<br />

*De waereld leit te droam<strong>en</strong> in stille zeumernacht 91 *Je kunt 'n Zeeuw we zette op elke plek op aerd 71<br />

*De boer zijn 'uis es afgebrand 77 'n Juffra van Terneuz<strong>en</strong> 55<br />

*D<strong>en</strong> boogerd bloeit 69 Jutekasse pèrretje 13<br />

D<strong>en</strong> eerst<strong>en</strong> dag is zij ziek geword<strong>en</strong> 61 K<br />

*Des Zondags a de klokk<strong>en</strong> 107 Kakkestoele meije 17<br />

*D'r was er in Zeeland e<strong>en</strong> boerin 48 Kallemaone, snottebelle 34<br />

D'n dom<strong>en</strong>ie ei 'n koeje 14 Kallemoeie ree zo gèrr'n 16<br />

Dialo de meisjes zitt<strong>en</strong> 31 Keetje van Zon 11<br />

*Di bin van die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> mie stieve nikk<strong>en</strong> 109 *K<strong>en</strong>t gij ons land, ons Schouwse land 88<br />

Dit voetje <strong>en</strong> dat voetje 11 *'Ké zo lang mee de ko<strong>en</strong>kelpot elóöpe 42<br />

*Dou-Dou-Dêê-ne kwam van Brugge 9 Keuman mo né schole 45<br />

Draeje, draeje wieletje 11 Kiek is nae bov<strong>en</strong> 44<br />

Drie Middelburgers 55 Klappe, klapp<strong>en</strong>andje 11<br />

*Drie koning<strong>en</strong> geef mij n<strong>en</strong> nieuw<strong>en</strong> 'oed 40 *Klein Anna zat op e<strong>en</strong> ste<strong>en</strong> 19<br />

'n Dubbeltje op de plank 40 * Klein Zieltje 43<br />

*Duje Duje kinnetje 9 *Klik klak klik klak op de straete 47<br />

E *Klim, klim, klauter dan bov<strong>en</strong> op de lange Jan 52<br />

'kEb'r nog'n klein 'o<strong>en</strong>tje op' kot 14 *Klop-klop-klop Marieke 16<br />

*Edde gij niet gezi<strong>en</strong> mijn Onkel Sti<strong>en</strong> 56 Koeiewachter, dikvel 58<br />

Ee pèrretje zeule 12 Koeiewachtertje opper <strong>en</strong> top 59<br />

*E<strong>en</strong> boerinnetje uit Frankrijk 20 Koele koele meije 17<br />

E<strong>en</strong>e Pier zat op 'n stier 14 *Komde gij van St Paulus te voet 57<br />

Ene, méne, meggele mie 30 *Kom in uus, kom in uus 103<br />

* E<strong>en</strong>jonge frisse boer<strong>en</strong>meid kwam di<strong>en</strong><strong>en</strong> in de stad 100 Kom mol<strong>en</strong>aar 34<br />

E<strong>en</strong> poelevoetje <strong>en</strong> nog'n poelevoetje 11 Krotespitter 57<br />

*E<strong>en</strong>, twee, drie, vier, de Kaoje 35 Kwaelik van aerd 55<br />

Eén, twee, drie, vier, vijf, zes, zev<strong>en</strong> 14 L<br />

*En koopt dat kint un valle 'oet 15 Lange, lange reke 35<br />

Er liep e<strong>en</strong> mannetje over de diek 45 Leve Piet Zaojman 56


Lieve Peter 38 Saore <strong>en</strong> Miete<br />

56<br />

Lobre,sjotre 31 Schell<strong>en</strong>, pell<strong>en</strong> 55<br />

Loe de sjoer 31 Schippertje outer er je toutertje vast 29<br />

*Loone-moei 't is Paoss<strong>en</strong> 41 Schommele, schommele bootje 10<br />

Louweri<strong>en</strong>tje van Suker<strong>en</strong>bout 22 *Siem<strong>en</strong> Oale van Ter Nisse 102<br />

M Sjantee, sjantee, sjantaotere 75<br />

*Mechieltje zou gae schaese rieje 104 *Sjorske wou naar school toe ga<strong>en</strong> 28<br />

Mallelanders, koffiebranders 55 Sli<strong>en</strong>gertje, slangertje 25<br />

*Mansefi<strong>en</strong>e mee eur ondekarre 106 *Sliep schar<strong>en</strong> <strong>en</strong> messe 58<br />

Mari<strong>en</strong> Koki<strong>en</strong>-koka<strong>en</strong>egat 56 *Soldeere soldeere de ketel is kapot 44<br />

Mêê-delver, lange spae 57 Suja, suja kinnetje 9<br />

M'n moeder doe niks as klaege 40 T<br />

M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Iaet ons noe es si<strong>en</strong>ge 85 *Ti<strong>en</strong> franc van d'elle kreeg Isabelle 60<br />

M'n popk<strong>en</strong> eit'n 'emdek<strong>en</strong> aon 30 Tierelier 30<br />

Meri<strong>en</strong> de Waerd 57 To<strong>en</strong> Willem d'n Eerst<strong>en</strong> keuningk was 75<br />

*Me vader zei lest teg<strong>en</strong> mi<strong>en</strong> 101 *Touter, m'n touter 26<br />

*M<strong>en</strong> weet de Zaeterdag op Beev'land 87 Touter m'n outer 27<br />

Mietje Keto<strong>en</strong> 75 Turtelbööm lantèr<strong>en</strong>tje 57<br />

Moederde vlo 23 Tuss<strong>en</strong> de lak<strong>en</strong>s 44<br />

Mooi Lêêntje 28 U<br />

Mosje pik 34 U ju ju Jan Jans<strong>en</strong>'s perd 12<br />

Mun komme van Bru, in mun weete van niks 110 *Un polderweg met un slootje 96<br />

Muus, muus 34 *Un witte meule in un gro<strong>en</strong>e weie 95<br />

N *Un Zeeuw is over 't algeme<strong>en</strong> 70<br />

*Nae Domburg nae 't waefelhuus 10 Upsa upsa paeretje 12<br />

*Nao-ne nao-ne kinnetje, wat eit dat kinnetje in der and 6 Utokasse pèrretje 13<br />

*Naone Naone kinnetje, pappetje stae in 'et spinnetje 7 Uutemetuut m'n liedje is uut 27<br />

Naer Domburg 11 V<br />

Neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>e: de Paus z'n uus 60 Vader Gruis predikant 57<br />

*Nerg<strong>en</strong>s groeit de terve milder 64 Van Axel nae Terneuz<strong>en</strong> 55<br />

Niep m<strong>en</strong> is 45 *Van daege Scherp<strong>en</strong>isse <strong>en</strong> merg<strong>en</strong> Smerdiek 108<br />

Nieuwejaartje, ik sta hier buit<strong>en</strong> 38 Van kries kras krootje 40<br />

Nieuwe jaartje uit e<strong>en</strong> ander land 38 *Van Oósburg naar Kezanje rie noe d'n nieuw<strong>en</strong> tram 54<br />

Nieuwe jaarke zoete 39 Vier 'ammeroll<strong>en</strong> 45<br />

Noardsj<strong>en</strong>;noardsj<strong>en</strong> 57 Vleeremuus, vleeremuus 34<br />

Nö, nö kinnetje 9 *Vooruit maar: pott<strong>en</strong> <strong>en</strong> pann<strong>en</strong> 59<br />

O *Vooruit Mina 36<br />

Oe laet ist 45 Vuule kommêêre 27<br />

*0 land van de boer<strong>en</strong> bie joe is 't goed 73 W<br />

Onder de gro<strong>en</strong>e bom<strong>en</strong> 30 *Waar e<strong>en</strong>s 't gekrijs der meeuw<strong>en</strong> 72<br />

Onder de taofel 30 *Waer de breeje stroam<strong>en</strong> ruus<strong>en</strong> 65<br />

Onder 't glaeze bruggetje 30 *Wanneer de storm giert over de hoge zeeën 81<br />

*Ons mooie dorp, daar aan het Scheldestrand 90 *'t Was op <strong>en</strong>e Driekoning<strong>en</strong>avond 98<br />

*Onz<strong>en</strong> 'aan, da partig bêêsje 32 We gae nae de bakker 18<br />

Ooievaar lepelair 33 *W<strong>en</strong>dt het roer we kom<strong>en</strong> thuis gevar<strong>en</strong> 78<br />

Op êên<strong>en</strong> Driekoning<strong>en</strong>aovond 40 *We sla<strong>en</strong> de zekels in 't gra<strong>en</strong> 62<br />

*Op la paertje rie nae stee 12 West<strong>en</strong>schouwe, 't zal je rouwe 89<br />

Op Lillo ga ik 45 *Westkappel ligt er heel dicht bij de zee 82<br />

*Op ons waep<strong>en</strong> staet 'n leeuw 66 *Wie gaarne zingt het haringlied 74<br />

Op, óp, pèrretje 12 Wiegelied 1944 8<br />

Oranjezon, Oranjezon 86 Wiete, wett<strong>en</strong> 57<br />

P Wie wil stele <strong>en</strong> nie 'ange 55<br />

Pot, iele, wiele, wallewot 30 *Wij wijk<strong>en</strong> niet 34<br />

Pimpampole 34 *Wij zijn al bije<strong>en</strong>, al goe kadulletje 105<br />

Pimpampo<strong>en</strong>tje 34 Z<br />

R *'k Za de gér-di<strong>en</strong><strong>en</strong> gae slute 8<br />

*'k Ree over de diek nae Dirreksland toe 94 *Zeeland met je blijde bongerds 67<br />

Reiger, Reiger, lang<strong>en</strong>bek 33 Zev<strong>en</strong> huuz<strong>en</strong> hööge 33<br />

Rommelpotterij 42 *Zie je wel de lange Jan 79<br />

Rommel, rommel in de pot 30 Zie me damme dore 31<br />

Ruhe, ruhe, rupe 45 Zoek je v<strong>en</strong>n<strong>en</strong> om te viss<strong>en</strong> 111<br />

S Zunnetje, zunnetje 103<br />

*Sanctam sanctam secula seculorum 99 Zwart Willemi<strong>en</strong>tje 23<br />

119


120<br />

INHOUD<br />

Voorwoord 3<br />

Verantwoording 4<br />

Met de kleintjes 6<br />

Op de knie 12<br />

Naar bed 17<br />

Speelliedjes 18<br />

Schommelliedjes 26<br />

Aftelversjes 30<br />

Klankversjes 31<br />

Bie de beesjes 32<br />

Hosliedjes 35<br />

Nieuwjaar 38<br />

In de schemering 44<br />

Rijmpjes <strong>en</strong> Raadsels 45<br />

Sam<strong>en</strong> zing<strong>en</strong> 46<br />

Spotliedjes 55<br />

Bij het werk 58<br />

Het eig<strong>en</strong> land 63<br />

Comm<strong>en</strong>taar <strong>en</strong> verklaring<strong>en</strong> 112<br />

Lijst van de medewerkers 116<br />

Alfabetische lijst van titels 117<br />

Register op de beginregels van de lieder<strong>en</strong> 118<br />

Inhoud 120

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!