Leerlingenbundel - Atheneum Wispelberg
Leerlingenbundel - Atheneum Wispelberg
Leerlingenbundel - Atheneum Wispelberg
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Naam:<br />
Klas: 1<br />
Schooljaar: 2012-2013<br />
Mijn klastitularis:__________________________________<br />
Mijn begeleider:___________________________________<br />
Mijn kamernummer:_______________________________<br />
1
Inhoudstafel<br />
1. Op weg! De busrit ...................................................................... 5<br />
a) De busreis ............................................................................ 5<br />
b) Vul volledig in: ...................................................................... 7<br />
2. Durbuy ..................................................................................... 8<br />
3. In het bos! ................................................................................ 9<br />
a. Oriëntatie en situering. ........................................................... 9<br />
1. Oriënteren = een richting bepalen. ........................................ 9<br />
1.1. Natuurlijke oriëntatiemiddelen .......................................... 10<br />
1.2. Een kaart oriënteren. ...................................................... 12<br />
2. Debiet. ............................................................................ 12<br />
3. Meanders ......................................................................... 14<br />
4. Biologieles ............................................................................... 15<br />
5. Survival! ................................................................................. 16<br />
6. Bouillon, here we come! ............................................................ 17<br />
7. Allemaal beestjes! .................................................................... 25<br />
8. Van dieren naar de landbouw ..................................................... 25<br />
1. De landbouw, seizoen per seizoen, de landbouwmachines<br />
doorheen de tijd. ........................................................................ 25<br />
2. Het leven en ontspanning zoals het er vroeger aan toeging ....... 27<br />
3. De beroepen ....................................................................... 27<br />
9. Roofvogeldemonstratie ............................................................. 27<br />
2
Dag iedereen!<br />
We vertrekken vandaag naar Bohan, voor een goed gevulde, leuke week!<br />
Wat gaan we allemaal uitspoken? Wel, dat vind je terug in het schemaatje<br />
dat de leerkracht zal uitdelen. In deze bundel vind je alvast één en ander<br />
over de geplande activiteiten.<br />
Op de volgende bladzijde tref je een lijst aan met alles wat je niet mag<br />
vergeten!<br />
We zullen verblijven in Bohan, een dorpje aan de Semois, waar men<br />
oorspronkelijk tabak teelde.<br />
We verblijven in de J-Club. Als je op de site van J-Club Knapzak een kijkje<br />
gaat nemen, zal je onder andere de volgende informatie terug vinden.<br />
Neem deze maar eens rustig door.<br />
Het gebouw: kindvriendelijk, nieuw, 32 kamers (van 1 tot 6 personen)<br />
met badkamer (toilet, douche, lavabo), grote eetruimte, 1 klaslokaal, 1<br />
vergaderzaal, tv-ruimte, groot verwarmde veranda, (…) privé-domein<br />
Service: bedlinnen inbegrepen, dagelijks poetsdienst, vriendelijke en<br />
behulpzame bediening, bij aankomst ontvangt u alle nodige informatie<br />
Restaurant: ruime eetzaal, vers bereide maaltijden, buffetvorm,<br />
picknick mogelijk, hygiënisch (HACCP-certificaat)<br />
Klaar voor de reis? Daar gaan we!<br />
Veel plezier!<br />
De begeleiders<br />
3
Een lunchpakket<br />
Lijst met benodigdheden<br />
In de bus, een rugzakje met:<br />
Je portemonnee met daarin<br />
Sis-kaart en een paar kleefbriefjes van de mutualiteit<br />
Medicatie die die dag moet genomen worden (overdag)<br />
Zakgeld voor een drankje de eerste dag en om vrij te<br />
shoppen op het einde van de reis<br />
Werkboekje<br />
(Bal)pen/potlood/gom<br />
Aangepaste kledij om ook ’s avonds mee te kunnen wandelen (het<br />
wordt dan snel frisser). Zorg er ook voor dat je kledij<br />
regenbestendig is.<br />
Voor het verblijf<br />
Voldoende reservekledij, tijdens de wandelingen blijft kledij zelden<br />
netjes. Dit betekent reservebroek (lange broek+korte broek),<br />
reservetrui, voldoende T-shirts (er wordt gesport!)<br />
Stevige stapschoenen<br />
Rubberen laarzen! Let op, er wordt soms in het water gewaad,<br />
stapschoenen zijn niet voldoende waterbestendig.<br />
Voldoende ondergoed voor 4 dagen<br />
Voldoende kousen! Voorzie meer dan één paar per dag!<br />
Pyjama/slaapkleed<br />
Pantoffels<br />
Toiletzak met: tandpasta, tandenborstel, shampoo, zeep, kam,<br />
medicatie<br />
Handdoeken + washandjes<br />
Voor de uitstappen<br />
Je werkboekje en balpen moet je steeds meenemen<br />
Voor de wandeling heb je een handdoek nodig!<br />
Verder voor de wandeling: krantenpapier voor de bladverzameling,<br />
touwtje van 1 meter en materiaal om het debiet te meten (lat van<br />
minimum 20 cm., 4 plastieken zakjes, een kurk), lijmstift, schaar,<br />
kleurpotloden.<br />
! Op vrijwillige basis: spelletjes, zaklamp, een boek, enz… MAAR<br />
waardevolle spullen zoals GSM, discman, I-pod, mp-3speler en<br />
dergelijke, neem je mee op eigen verantwoordelijkheid.<br />
4<br />
Gepakt?<br />
Avondactiviteiten: gezelschapsspelen, knutselen, film, sport en spel<br />
(buiten), quiz, nachtspel, fuif voorafgegaan door show van de leerlingen<br />
(waar op vrije momenten aan wordt gewerkt)
1. OP WEG! DE BUSRIT<br />
Hoewel we gevoerd worden door een uitstekende buschauffeur, zullen we<br />
samen met hem de weg volgen. Vul de volgende vragen tijdens de busrit<br />
reeds in!<br />
a) DE BUSREIS<br />
Waar vertrekken we? (stad en plaats)<br />
.............................................................................................<br />
..............................................................................................<br />
………………………………………………………………<br />
Waarom spreken we hier van ............................... – links ?<br />
.............................................................................................<br />
In welke provincie bevinden we ons ? ...........................................................................<br />
Noem de hoofdplaats van deze provincie ? ..................................................<br />
In welk soort landschap bevinden we ons ? ....................................................................<br />
.......................................... maar tevens in een ................................................................<br />
..........................................................................................................................................<br />
.........................................................................................................................................<br />
We rijden via de R 40 = .................................................................................................<br />
naar de autoweg. Welke autoweg nemen we ? ............................<br />
Voor wat staat de E ? ...................................................................................................<br />
Som 3 grote Belgische steden op die op deze weg liggen ? .........................................<br />
.......................................................................................................................................<br />
Bekijk het landschap. Kan je ver zien ? .......................... Hoe noemen we dergelijk<br />
landschap ? ..........................................................................<br />
Net voorbij Aalst rijden we een andere provincie binnen. Welke ? ..............................<br />
5
............................................................... met als hoofdplaats .........................................<br />
Welke taal spreekt men hier ? ......................................................................<br />
Is het hier heuvelachtig ? ................................... Dit noemen we de<br />
LEEMPLATEAUS. Het is tevens de vruchtbaarste streek van België. Men kweekt er<br />
rijke gewassen. Som 2 rijke gewassen op ? ..................................................................<br />
.......................................................................................................................................<br />
Voorbij Brussel rijden we nog eventjes in de Vlaamse rand, maar plotseling zien we<br />
de taal veranderen. Hier spreekt men .................................. In welke provincie zijn<br />
we ? ............................................................................... met als hoofdplaats ................<br />
Op welke autoweg rijden we nu ? ............................................................<br />
Som 3 steden op die op deze weg liggen ? ....................................................................<br />
.......................................................................................................................................<br />
Opnieuw rijden we een andere provincie binnen. Welke ?...........................................<br />
met als hoofdplaats ?.......................................<br />
Over welke belangrijke stroom rijden we ? ........................... (Meuse in het Frans)<br />
We rijden verder tot Durbuy.<br />
Durbuy wordt wel eens het kleinste stadje van België genoemd.<br />
We verlaten de autoweg en rijden verder op een N-weg.<br />
Wat wil die N zeggen ? .............................................................................................<br />
Eindelijk aangekomen in Bohan. In elke provincie zijn we nu ? ..................................<br />
6
) VUL VOLLEDIG IN:<br />
PROVINCIE HOOFDPLAATS<br />
I = ……………………………………… + ……………………………………...<br />
II = ………………………………………+ ………………………………………<br />
III = …………………………………….. + ……………………………………...<br />
IV = ……………………………………. + ………………………………….....<br />
V = ……………………………………..+ ………………………………….......<br />
VI = ……………………………………+ ……………………………………..<br />
VII = ………………………………….. + ……………………………………..<br />
VIII = ………………………………… + ……………………………………..<br />
IX = …………………………………… + …………………………………<br />
X = ……………………………………..+ ……………………………………<br />
7
2. DURBUY<br />
De eerste plaats waar we standhouden is Durbuy. Hier zullen jullie een<br />
hapje eten. Na de lunch, sporten we erop los! Jullie zullen hier aan drie<br />
activiteiten deelnemen:<br />
Een mousqueton<br />
• Eerst gaan we de hoogte in met een<br />
touwenparcours. De begeleider zal jullie goed uitleggen<br />
wat je moet doen. We trekken een harnas aan! Let<br />
erop dat je “mousqueton” steeds aan een touw<br />
vastgehaakt is alvorens van plaats te veranderen.<br />
• Vervolgens duiken we diep in de grotten voor een speleologisch<br />
avontuur… We overwinnen in een natuurlijke minerale atmosfeer<br />
verschillende valstrikken en hindernissen terwijl we de galerijen en<br />
smalle doorgangen van de Grot James doorkruisen. Sport en plezier<br />
verzekerd, zonder de flinke dosis informatie over de wereld van de<br />
grotten en afgronden te vergeten!<br />
• Tenslotte komen we bij de Romeinse mijn. In dit kruipparcours vol<br />
met vallen, hindernissen en sensaties in de kelders van een oude<br />
chalet. Het parcours is in twee delen verdeeld: één voor de<br />
ontwikkeling van de zintuigen en een andere voor de challenge. Niet<br />
voor claustrofobische mensen!<br />
Elke groep begint met hun begeleider(s) bij een verschillende activiteit.<br />
Na een half uurtje schuif je door naar de volgende.<br />
8
3. IN HET BOS!<br />
Als iemand boeiend kan vertellen, is het wel<br />
Meneer Goetmaeker! Hij zal jullie de intiemste<br />
kantjes van de vliegenzwammen en andere<br />
paddenstoelen onthullen! We kwamen zelfs al<br />
zwammen tegen die rook spuwden!<br />
a. ORIËNTATIE EN SITUERING.<br />
1. Oriënteren = een richting bepalen.<br />
Oriënteren daarin herken je een Frans woordje: “orient”. Wat wil het zeggen ? .......................<br />
In de vroege middeleeuwen was deze richting belangrijk voor ...........................................<br />
De tocht ging immers naar .................................................en dat is ten .....................................<br />
van Europa.<br />
Als je ergens naartoe wenst te gaan dan moet je eerst bepalen welke richting je uitgaat. In een<br />
stad kan je je richten op straten, gebouwen, pleinen enz ... , maar je zal in ieder geval een<br />
richting bepalen. Dat noemen we oriënteren.<br />
Overal, dus zowel in de stad, in een bos, in een woestijn en zelfs op zee duiden we een<br />
richting aan door middel van windrichtingen.<br />
Vul verder aan:<br />
9
1.1. Natuurlijke oriëntatiemiddelen<br />
-De zon.<br />
Beschrijft iedere dag een boog boven de horizon. Deze boog is een schijnbare beweging van<br />
de zon. in werkelijkheid is het de wereld die om haar eigen as draait in de tegengestelde zin<br />
van de wijzers van een uurwerk (=tegenwijzerzin).<br />
Op 21 maart (begin van de lente) en op 23 september (begin van de herfst) komt de zon op in<br />
het ..............In de winter komt de zon op in het .............. en gaat ze reeds onder in het<br />
...............In de zomer komt de zon op in het ...............en gaat ze maar pas onder in het<br />
..................Wanneer staat de zon in het zuiden ? ...........Met onze echte zonnetijd zou<br />
dat zijn om ..........bij de wintertijd is dat om ...............en bij de zomertijd is dat pas om<br />
...................<br />
- Polshorloge (analoog) en de zon.<br />
10
Richt de kleine wijzer naar de zon. Trek een denkbeeldige lijn tussen de<br />
1 u en de 7u (wintertijd) of tussen de 2u en de 8u (zomertijd). In de zomer lopen wij in België<br />
immers 2 uur voor op onze echte zonnetijd, in de winter lopen we slechts 1 uur voor. De hoek<br />
tussen de kleine wijzer en de denkbeeldige lijn verdelen we in twee gelijke delen ( =<br />
bissectrice). De bissectrice duidt het zuiden aan.<br />
-Met de sterren.<br />
Bij een heldere sterrennacht toont de poolster je de richting van het noorden. Hiervoor zoek je<br />
eerst de Grote Beer (Ursus Mayor) en je verlengt de afstand van de sterren A en B vijfmaal,<br />
daar vind je de Poolster. Deze zit aan het topje van de Kleine Beer (Ursus Minor). De<br />
schijnbare projectie van de Poolster op de horizon duidt het noorden aan.<br />
-Met het kompas.<br />
11
Het kompas bestaat uit een magnetische naald, die rond een as draait. De naald is gekleurd in<br />
blauw en metaalkleur (of in een andere kleur). De blauwe zijde duidt het magnetische<br />
noorden aan. (MN). Het echte (aardrijkskundige) noorden (N) ligt 3° ten oosten van het<br />
magnetische noorden. Een kompas werkt uitstekend als er geen metalen voorwerpen in de<br />
dichte omgeving zijn.<br />
Waarom? ....................................................................................................................<br />
1.2. Een kaart oriënteren.<br />
- Hoe werk je met een kompas ?<br />
Bij een kaart (reliëfkaart, wegenkaart, topografische kaart) wijst de bovenzijde steeds het<br />
noorden aan. (Wij noemen de bovenzijde dan ook het kaartnoorden.) Op een plan (stadsplan,<br />
plattegrond) wordt het noorden steeds aangeduid door middel van een pijl.<br />
Om een kaart te gebruiken op het terrein moet je ze eerst oriënteren.<br />
Hoe doe je dat ?<br />
ofwel: Je bepaalt de richting van het (echte) noorden met een kompas en je richt de<br />
bovenzijde van je kaart er naartoe.<br />
ofwel: Je zoekt een kanaal, weg, kruising, in de werkelijkheid en op de kaart en je draait de<br />
kaart zo, dat beide richtingen parallel lopen.<br />
2. Debiet.<br />
Wat is het ? De hoeveelheid water dat er op een bepaalde plaats gedurende 1 seconde<br />
doorheen een rivier stroomt.<br />
Debiet wordt uitgedrukt in m³/s , immers wij zullen de diepte in m (D), de breedte in m(B)<br />
en de snelheid in m/s (S) vermenigvuldigen met elkaar. Later zullen jullie in de wiskunde<br />
leren dat m x m x m/s = m³/s .<br />
Formule = B x D x S<br />
Hoe(algemene werkwijze) ? Onze meting gebeurde op een riviertje, de Ruisseau de Borzée,<br />
net voor dit uitmondt in de Ourthe.<br />
-Breedte<br />
We meten de breedte ter hoogte van de brug :<br />
D1 +D2 +D3 + D4 + D5 + D6<br />
6<br />
B = ..........................................m<br />
12
-Diepte :<br />
We meten de diepte op een 6 tal verschillende plaatsen: we maken het gemiddelde.<br />
Let op hier kunnen er kommagetallen gemeten worden, we meten immers in meter.<br />
meting 1 + meting 2 + meting 3 + meting 4 + meting 5 + meting 6<br />
6<br />
D = .............m +...........m +...........m +..........m +...........m +........m<br />
6<br />
= ..........m<br />
6<br />
D = ........................m<br />
- Snelheid :<br />
We laten een kurkje gedurende 10 seconden drijven. We plaatsen een merktekentje waar we<br />
het kurkje laten drijven hebben en we plaatsen een merktekentje waar dit kurkje na 10<br />
seconden aankomt. We delen door 10 om de snelheid per seconde te bekomen.<br />
10 s<br />
Debiet = B x D x S<br />
S = ..................m<br />
S = .....................m/s<br />
=..............m x .................m x ...........m/s = .......................m³/s<br />
13
3. Meanders<br />
Bohan ligt aan de meest kronkelende rivier van ons land.<br />
Elke 'kronkel' noemen we een meander. De rivier vormt meanders, wanneer het water een<br />
ongelijke snelheid vertoont tussen de linker- en de rechteroever.<br />
- Delen: vul in met concave oever, convexe oever, holle oever, bolle oever,<br />
aanslibbingsoever, stootoever.<br />
a. Orden de synoniemen :<br />
Convexe oever =....................................................=.......................................................<br />
Concave oever = .................................................=..........................................................<br />
De ..................oever is steil, want het water beukt er tegen.<br />
Daar is er vooral :...................................................................................<br />
De ..............................oever is vlak(ker), want er wordt materiaal afgezet. Daar is er<br />
vooral : ........................................................<br />
De meander is een voorbeeld van erosie in de breedte = ..............................................<br />
b. Soorten meanders.<br />
De vlakke meander: vloeit in de vlakte, weinig verschil tussen beide oevers.<br />
Vb: ....................................<br />
De insnijdingsmeander: vloeit in een plateau, merkbaar verschil tussen de oevers.<br />
14
Vb..................................<br />
-Evolutie van een meander: Door de werking van uitschuren en afzetten, zal de meander<br />
steeds groter worden en de 2 uiterste stootoevers zullen uiteindelijk doorbreken en zich met<br />
elkaar verbinden. Dit noemen we een meanderdoorbraak.<br />
4. BIOLOGIELES<br />
Mevrouw Van Damme zal jullie begeleiden bij een boeiende biotoopstudie,<br />
een activiteit die leeft! Spinnen zoeken, beestjes bekijken, aan jullie om<br />
te tonen hoe thuis jullie zijn in de natuur! Jullie krijgen hiervoor een<br />
aparte bundel. Hou deze goed bij want je zal hem later nodig hebben<br />
tijdens de lessen biologie.<br />
15
5. SURVIVAL!<br />
Kan je overleven in de wildernis? Eens je dit parcours gevolgd zal hebben<br />
zal je in de sporen kunnen treden van de helden van National Geographic.<br />
Wat gaan we doen?<br />
Activiteit met een Nederlandstalige Wildcraft-gids<br />
Wildcraft betekent “Levenstechnieken in en met de natuur”<br />
Hoe warm blijven, water drinken en eten in de natuur?<br />
Initiatie aan een of meerdere Wildcraft-activiteiten:<br />
- vuur maken, met stenen, met een vuurboog (hout), met een<br />
paddestoel, ...<br />
- shelter bouwen<br />
- drinkbaar water vinden<br />
- voeding uit de natuur: eetbare planten vinden en op een smakelijke<br />
manier koken.<br />
Niet vergeten<br />
Laarzen of, als niet mogelijk, wandelschoenen, wandel- en regenkledij<br />
16
6. BOUILLON, HERE WE COME!<br />
Vandaag gaan we naar Bouillon! Wie heeft al eens van deze stad<br />
gehoord? Het is de stad van Godfried Van Bouillon! Deze stoere leider<br />
trok als één van de eersten naar de eerste Kruistocht. Wij gaan op<br />
ontdekking en keren terug naar die tijd. Een tijd waar mensen elkaar<br />
vrolijk doorspietsten, waar men het niet zo nauw nam met moorden en<br />
mensenrechten. Om ons hierin te verdiepen, bezoeken we het<br />
“Archéoscope”.<br />
We mogen natuurlijk nog niet verklappen wat je zal zien, maar jullie<br />
krijgen per onderdeel een hint of korte beschrijving.<br />
Hint: de tocht begint in de totale duisternis…<br />
Hint: de Kruistochten moet je zelf zien, om ze te begrijpen.<br />
Hint: de Westerlingen wouden de wereld veroveren voor “hun God”<br />
maar hoe dacht de vijand over hen?<br />
Kort: vestigingen door de eeuwen heen…<br />
Hint: wanneer de dieren kunnen spreken….<br />
Hint: de beste manier om je te oriënteren is op de kaart te gaan<br />
staan <br />
Kort: de gang van de nonnen.<br />
17
7. ALLEMAAL BEESTJES!<br />
25<br />
We bezoeken het dierenpark<br />
van Rochehaut! Beelden<br />
zeggen meer dan duizend<br />
woorden. Naast de vos, de<br />
herten en andere nobele<br />
parkbewoners, bewoont ook<br />
een heel grappige groep<br />
zwijnen het park. Ze komen<br />
dan ook nieuwsgierig de<br />
leerlingen opzoeken!<br />
8. VAN DIEREN NAAR DE LANDBOUW<br />
We bezoeken het landbouwmuseum van Rochehaut. Rochehaut komt van<br />
“une roche”, wat ____________ betekent en “haut”, wat ____________<br />
betekent.<br />
Het museum is ingedeeld in drie delen:<br />
De landbouw, seizoen per seizoen, de landbouwmachines doorheen<br />
de tijd.<br />
Het leven en ontspanning zoals het er vroeger aan toeging.<br />
De beroepen<br />
1. DE LANDBOUW, SEIZOEN PER SEIZOEN, DE LANDBOUWMACHINES<br />
DOORHEEN DE TIJD.<br />
Eens de mens sedentair werd (=___________________________) werd<br />
zijn leven bepaald door de seizoenen.
De lente: tijd om te zaaien<br />
Opdracht: Beeld je in dat je boer bent in de tijd dat boeren nog met de<br />
hand zaaiden en met paard en kar werkten. Schrijf een kort<br />
krantenartikeltje over iets grappigs dat je die dag is overkomen.<br />
De zomer + Eind van de zomer: de oogst<br />
Opdracht: Claude Monet behoorde tot een verzameling schilders die men<br />
de “Impressionnistes” noemde. Zij waren kunstenaars die zich afzetten<br />
tegen de toenmalige bazige tendensen. Toen zij schilderden, werden<br />
schilders enkel aanvaard indien ze voldeden aan regels die opgelegd<br />
werden door de “Académie”. Maar een groepje jonge heethoofden besloot<br />
zich niet te laten temmen. Zij werden niet toegelaten in de erkende<br />
tentoonstellingen en financierden zelf hun “underground”-tentoonstelling.<br />
Een heel deftige man sprong curieus eens binnen en vroeg Monet wat hij<br />
eigenlijk geschilderd had. Monet antwoordde “gewoon een indruk” (= une<br />
impression). De volgende dag schreven de kranten beledigend dat die<br />
schilders niets beters konden schilderen dan hun “indrukken”. En zo<br />
kwam de beweging aan zijn naam. De impressionisten wouden de<br />
lichtinval weergeven in een schilderij (niet makkelijk!). Monet schilderde<br />
dan ook heel wat oogsttaferelen. Kijk goed naar het volgende voorbeeld:<br />
26<br />
Zoek nu zelf een schilderij over de<br />
oogst van een andere kunstenaar<br />
en leg uit wat je er toe aantrok!<br />
Vraag: Wat mochten de armen<br />
verzamelen tijdens/na de oogst?<br />
Vraag: Wat betekent “battre les<br />
blés”?______________________<br />
Zoek op de gelijkvloerse<br />
verdieping de “Buffalo” en “la<br />
piétineuse”. Waarvoor dienden<br />
deze voorwerpen?
2. HET LEVEN EN ONTSPANNING ZOALS HET ER VROEGER AAN TOEGING<br />
Geef twee voorbeelden van de manieren waarop boeren zich vroeger<br />
ontspanden:<br />
3. DE BEROEPEN<br />
Geef de vijf stadia van het maken van boter en beschrijf kort, met je<br />
eigen woorden, wat in elk stadium gebeurt.<br />
Som de beroepen op die je tegenkomt (10):<br />
Zet de juiste naam bij de juiste afbeelding:<br />
les lavandières, le vannier, l’apiculteur, le bûcheron, le charbonnier<br />
9. ROOFVOGELDEMONSTRATIE<br />
Om af te sluiten krijgen jullie roofvogels van dichtbij<br />
te zien, een indrukwekkende vertoning!<br />
27