Projectblad pdf - Buro Lubbers
Projectblad pdf - Buro Lubbers
Projectblad pdf - Buro Lubbers
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
VISIE OP HET SPOOR >>>
ALGEMENE VISIE<br />
Als bureau voor landschapsarchitectuur en stedelijk ontwerp beschikt <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> over<br />
de kennis en expertise om het spoor vanuit verschillende schaalniveaus te bekijken. Zo<br />
beschouwt het bureau het spoor in eerste instantie als een netwerk in het landschap dat<br />
(inter)nationale gebieden met elkaar verbindt. De (knoop)punten in dit netwerk kunnen<br />
vervolgens worden verankerd in het landschappelijke en stedelijke weefsel. Zoomen we<br />
nog meer in op de locatie, dan streeft <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> ernaar de (knoop)punten niet alleen<br />
te ontwerpen als verspreidplek maar teven als verblijfsplek. Kortom, opgaven die het<br />
spoor betreffen, beschouwt <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> altijd in de context van het groter geheel.<br />
Het doel hiervan is om een herkenbaar beeld van het spoor neer te zetten alsmede een<br />
zorgvuldige inpassing in landschap en stad te waarborgen.
BELEVING
BELEVING<br />
Het beleven van het spoor heeft betrekking op zeer uiteenlopende facetten. <strong>Buro</strong><br />
<strong>Lubbers</strong> is met name geïnteresseerd in de landschappelijke ervaring van het reizen met<br />
de trein en de stedelijke ervaring van het stationsgebied. Beide ervaringen kunnen als<br />
ontwerpinstrument worden ingezet.<br />
Wanneer we van Groningen naar Maastricht of van Den Haag naar Winterswijk reizen<br />
met de trein, zien we het Nederlandse landschap in al haar verscheidenheid voorbij<br />
trekken. Naar de mening van <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> zouden de landschappelijke kenmerken van<br />
de plek en de daarbij behorende typische streekgebonden verhalen goed beleefbaar<br />
gemaakt kunnen worden. Stappen we in Maastricht uit, dan maakt de inrichting van<br />
het station en de omgeving onmiddellijk duidelijk dat we in een heuvellandschap zijn<br />
aangekomen. Rijden we door het rivierengebied, dan wordt in de trein het verhaal van<br />
de Nederlandse strijd tegen het water verteld, bijvoorbeeld met behulp van nieuwe<br />
mediatoepassingen.<br />
De beleving van een stedelijk stationsgebied zou volgens <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> eveneens een<br />
belangrijk ontwerpuitgangspunt moeten zijn, mede met het oog op de aansluiting op het<br />
stadscentrum en de sociale veiligheid. Een stationsgebied zou idealiter ervaren kunnen<br />
worden als integraal onderdeel van de stad; niet als een breuk in het stedelijk weefsel.<br />
Het programma kan hierop inspelen rekening houdend met uiteenlopend gebruik<br />
(overdag, ’s nachts, spitsuur…). Waarom zouden we rond het station bijvoorbeeld geen<br />
programma’s creëren (uitgaansgelegenheden,…), die de ervaring van het spoor ook ’s<br />
nachts stimuleren en voorkomen dat het een onaangename plek wordt in de stad?<br />
Kortom, <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> streeft er in zijn ontwerpen naar zoveel mogelijk in te spelen op de<br />
beleving van het spoor door rekening te houden met het programma, de functionaliteit,<br />
de gebruiksgroepen, de geschiedenis van de plek etc.<br />
Doorsnijden verschillende landschappen. ><br />
heuvels<br />
rationele kavels<br />
smalle kavels<br />
bossen en heide<br />
meren<br />
delta<br />
bossen en kavels<br />
terpen
Maas<br />
Stappen we in Maastricht uit, dan maakt de inrichting van het station en de omgeving<br />
heuvellandschap<br />
onmiddellijk duidelijk dat we in een heuvellandschap zijn aangekomen.<br />
><br />
streekgebonden station
Rijden we door het rivierengebied, dan wordt in de trein het verhaal van de Nederlandse strijd<br />
tegen het water verteld, bijvoorbeeld met behulp van nieuwe mediatoepassingen.
VERBLIJFS-<br />
KWALITEIT
VErBLIjfSkwALItEIt VAN puBLIEkE ruIMtEN<br />
<strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> heeft ruime ervaring met het ontwerpen van publieke ruimten, van<br />
kleine buitenruimten tot grote openbare gebieden. Centraal in deze ontwerpen staan<br />
een aangename sfeer en het geheugen van de plek. Verblijven en ontmoeten zijn daarbij<br />
belangrijke speerpunten.<br />
Het bureau beschouwt het station en de stationsomgeving niet slechts als een<br />
doorgangsplek. De gebouwen en hun doorgaans centrale ligging in stad of dorp bezitten<br />
juist de potentie om ontwikkeld te worden tot prettige verblijfs- en ontmoetingsplekken.<br />
Daarbij dient rekening te worden gehouden met de wensen en behoeften van de<br />
uiteenlopende publieksgroepen: de reiziger die snel zijn informatie moet krijgen om de<br />
trein te halen, de forens die zijn avondboodschappen doet bij de supermarkt, de passant<br />
die via het station het spoor wil oversteken. Te midden van de stationsdynamiek zijn<br />
eilanden van rust onontbeerlijk; plekken waar men kan zitten om even uit te rusten, een<br />
boek te lezen of in te loggen op een draadloos netwerk.<br />
winkelen<br />
><br />
Het veelzijdige gebruik van het station door diverse groepen vraagt volgens <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong><br />
om een heldere, geordende inrichting van de publieke ruimte. Een efficiënt en uitgekiend<br />
ruimtegebruik zorgt ervoor dat grote en kleine stromen mensen moeiteloos hun weg<br />
vinden. Een uitnodigende vormentaal en materiaalgebruik zorgen ervoor dat zij zich<br />
prettig voelen. Gebruiksvriendelijkheid en -gemak zijn ook belangrijke uitgangspunten<br />
voor het onderhoud en beheer van de publieke ruimte.<br />
Tot slot, <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> laat zich voor de inrichting van publieke ruimten altijd inspireren<br />
door het geheugen van de plek. De specifieke kenmerken van de plek zouden ook in het<br />
station of de stationsomgeving vertaald kunnen worden, bijvoorbeeld door de locatie en<br />
het materiaal van inrichtingselementen en het gebruik van gebiedseigen beplanting.<br />
passant<br />
werken<br />
Het station als verblijfs- en ontmoetingsplek.
STEDELIJKE<br />
INPASSING
StEDELIjkE INpASSING<br />
Stationsgebieden vormen vaak een breuk in het stedelijk weefsel, terwijl de centraal<br />
gelegen knooppunten juist ook een enorme potentie bezitten. In plaats van te scheiden<br />
kan een stationsgebied ook verbinden. De vaak lelijke achterkanten van stations kunnen<br />
worden getransformeerd tot nieuwe stadsdelen en er kunnen nieuwe functies worden<br />
ontwikkeld voor wonen, werken en recreatie. Door stationsgebieden op deze manier<br />
te transformeren worden ze onderdeel van de stad. Dat geeft niet alleen een positieve<br />
impuls aan de stad zelf, maar ook aan het station, dat van slechts een doorgangsgebied<br />
verandert in een omgeving met een aangename verblijfskwaliteit.<br />
Het stationsgebied als brugfunctie bezit ook nog een andere specifieke kwaliteit die een<br />
interessante bijdrage kan leveren aan de stad: het tweede maaiveld. De niveauverschillen<br />
tussen station en omgeving zorgen voor een unieke gelaagdheid in de stad. <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong><br />
zou deze gelaagdheid willen integreren in het stedelijk ontwerp van de stationsomgeving.<br />
Waarom ontwikkelen we geen multi-dimensionale en multifunctionele omgeving waarin<br />
station, bebouwing en openbare ruimte optimaal van elkaar kunnen profiteren? Zou de<br />
integratie van infrastructuur, stedenbouw en architectuur niet een visionaire meerwaarde<br />
kunnen opleveren? Het meervoudige grondgebruik is in ieder geval een uitgekiend<br />
voorbeeld van duurzaamheid.<br />
<strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> zou de potenties van de achterkanten en de bijzondere gelaagdheid<br />
willen benutten om een zorgvuldige stedelijke inpassing te realiseren. Daarbij is, tot slot,<br />
de routing naar het stationsgebied van groot belang. Een aangename route tussen de<br />
verschillende stadsdelen en het station zorgt voor een vloeiende over- en doorgang en<br />
een ruimtelijk evenwicht in de stad.<br />
station als schakel<br />
station als breuk in stedelijk weefsel<br />
><br />
Het stationsgebied als brugfunctie en de inzet van het tweede maaiveld.<br />
<<br />
Een stationsgebied zou idealiter ervaren kunnen worden als integraal onderdeel van de stad;<br />
niet als een breuk in het stedelijk weefsel.
DUURZAAMHEID
DuurZAAMHEID<br />
Waar reizen met de trein een voorbeeld is van duurzame mobiliteit, vindt <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong><br />
dat ook het ontwerp van andere aspecten van het spoor op duurzaamheid gericht moet<br />
zijn. Innovatie en experiment schuwt het bureau daarbij niet.<br />
Naast de meest gebruikelijke duurzame middelen (energiebesparing, waterbeheer,<br />
materiaalgebruik,…) zou <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> willen pleiten voor meervoudig grondgebruik.<br />
Een voorbeeld daarvan is het ontwerp van stationsgebieden op meerdere niveaus<br />
waarbij infrastructuur, stedenbouw en architectuur optimaal worden geïntegreerd. Het<br />
meervoudig gebruik kan dan zelfs functioneren als ontwikkelingsmotor voor stadsdelen<br />
(zie ook de paragraaf over stedelijke inpassing). Noch beschouwt <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> de<br />
ruimtes rond het spoor als onbruikbare restruimtes, noch wil het zijn ontwerpen<br />
afkeren van het spoor. In tegendeel. <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> wil het dubbelgebruik van het spoor<br />
stimuleren en daarmee tevens de toekomstwaarde van het spoor garanderen. Zoals er<br />
eeuwen geleden werd gebouwd op de bruggen in onder meer Venetië en Parijs, stelt<br />
<strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> zich voor dat er boven, onder of tegen het spoor aan programma’s worden<br />
geraliseerd. Op het ondergrondse spoor is bijvoorbeeld een park denkbaar, een woonwijk,<br />
een sportgelegenheid... Bovengronds biedt een spoor op poten duurzame perspectieven:<br />
het landschap trekt onder de poten door en de ecologische hoofdstructuur wordt niet<br />
onderbroken. Het laatste geldt ook bij een ondergronds spoor.<br />
In het kader van duurzaamheid ziet <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> netwerken niet als belemmeringen, maar<br />
juist als ontwikkelingsmogelijkheden. Zou het niet duurzaam zijn wanneer verschillende<br />
netwerken en tracés – spoor, snelwegen, water, elektriciteit,… – worden gebundeld?<br />
<strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> brengt haar kennis en expertise graag in om innovatieve en visionaire<br />
plannen te ontwikkelen voor een duurzaam spoor in de toekomst.
LANDSCHAPPELIJKE<br />
INPASSING
LANDSCHAppELIjkE INpASSING<br />
<strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> beschouwt het spoor en de aangrenzende stations niet als solitaire,<br />
op zichzelf staande elementen in het landschap. Juist de relatie tussen het spoor, het<br />
landschap en de bebouwde omgeving is een interessant uitgangspunt. Daarbij wordt het<br />
spoor niet per se gezien als een storende factor en/of barrière, maar eerder als een<br />
bron van mogelijkheden, die een constructieve invloed kan hebben op het ontwerp van<br />
bijvoorbeeld een woonwijk, een recreatiegebied, natuurontwikkeling.<br />
Zo kan het spoor als ruggengraat van het landschap de ontwikkeling van een recreatief<br />
gebied aanjagen (zie Duits Lijntje in de documentatie). De verschillende stations zijn dan<br />
de verbindende knooppunten en vormen tezamen een logische reeks in het landschap.<br />
Ook de restruimtes naast het spoor kunnen op een landschappelijke manier ingepast<br />
worden. De veiligheidszones naast het spoor kunnen bijvoorbeeld een meerwaarde<br />
opleveren voor woonwijken. Deze restruimtes beschikken immers vaak over ecologisch<br />
waardevolle flora, die een aanleiding kunnen zijn voor ontwerpprincipes. <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong><br />
stelt zich bovendien voor dat innovatieve en duurzame ontwerpconcepten kwesties als<br />
geluidsoverlast en veiligheid een positieve impuls kunnen geven. Projecten als Boschkens<br />
en het Walpark (zie documentatie) bewijzen dat. Hoewel deze projecten gerelateerd<br />
zijn aan de snelweg in plaats van aan het spoor, laten ze zien dat de infrastructuur juist<br />
een inspirerende context kan bieden voor bijvoorbeeld het ontwerp van een uniek<br />
landschappelijk-architectonisch woonconcept of een park dat dient als geluidswal.<br />
<strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> heeft landschappelijke inpassing hoog in haar vaandel staan. Specifieke<br />
landschappelijke en culturele kwaliteiten van het gebied vormen in zijn plannen de<br />
basis voor het creëren van een duurzaam raamwerk waarbinnen stedenbouwkundige<br />
ontwikkelingen een plaats krijgen.<br />
><br />
Het spoor kan als ruggengraat van het landschap de ontwikkeling van een recreatief gebied<br />
aanjagen.<br />
<<br />
Restruimtes naast het spoor kunnen op een landschappelijke manier ingepast worden en<br />
groene buitengebieden verbinden.
CULTUREEL<br />
ERFGOED
CuLturEEL ErfGOED<br />
Het spoor, het reizen met de trein en het stationsgebouw spreken sinds hun ontstaan<br />
grote groepen mensen tot de verbeelding. De maatschappelijke impact van het spoor in<br />
de negentiende eeuw – personen konden zich nog nooit zo snel over lange afstanden<br />
verplaatsen – is vergelijkbaar met de impact van informatie- en communicatietechnologie<br />
in onze tijd. Zoals in de landschappelijke en stedenbouwkundige projecten van <strong>Buro</strong><br />
<strong>Lubbers</strong> het geheugen van de plek centraal staat, vindt het bureau het ook belangrijk een<br />
brug te slaan tussen het heden en het verleden van het spoor.<br />
Afhankelijk van de plek en de opgave kan dat op verschillende manieren. Zo is het op<br />
grote schaal denkbaar om bestaande maar vervallen spoorlijntjes nieuw leven in te<br />
blazen, bijvoorbeeld door de spoorroute en bijbehorende stationnetjes aan te sluiten op<br />
een recreatienetwerk (zie Duits Lijntje in de documentatie) of door tussen in onbruik<br />
geraakte rails een fiets- en/of wandelroute te situeren.<br />
Op een kleiner schaalniveau kan het interessant zijn om historische stedenbouwkundige<br />
structuren zichtbaar te maken en/of een nieuwe functie te geven (zie Strijp R in de<br />
documentatie). Ook een vernieuwd gebruik van historische relicten van stationsgebouwen<br />
kan leiden tot cultuurhistorisch besef. <strong>Buro</strong> <strong>Lubbers</strong> streeft daarbij naar een functionele<br />
en/of esthetische inpassing van het cultureel erfgoed waarbij de grenzen van erfgoed en<br />
relicten als louter decoratie kritisch worden onderzocht. Om het rijke verleden van het<br />
spoor zichtbaar te maken voor het publiek schroomt het bureau niet om nieuwe ICTmiddelen<br />
in te zetten. Uiteindelijk gaat het om het ontwerpen van een zorgvuldige balans<br />
tussen het verleden, het heden en de toekomst van het spoor.<br />
><br />
Over het oude tracé kunnen fiets- en/of wandelroutes lopen. Spoorroutes en bijbehorende<br />
stationnetjes kunnen worden aangesloten op een recreatienetwerk.<br />
<<br />
Relicten kan nieuw leven worden ingeblazen.
REFERENTIES
Duits Lijntje: Het herstel van de spoorlijn wordt beschouwd als katalysator van tal van ontwikkelingen op het gebied<br />
van 0 natuur, - RELICTEN waterberging, wonen, werken en recreëren.<br />
Mezenpark: De doorsnedes tonen verschillende manieren van omgaan met geluidsoverlast. Respectievelijk met een<br />
hoge dijk, een lage dijk met geluidsscherm en onze voorkeur: een stadspark en woningen met geluidswerende gevels.<br />
43m<br />
43m<br />
43m<br />
><br />
><br />
><br />
Strijp R: De structuur en relicten van het voormalige Philipsterrein worden op zorgvuldige wijze ingepast bij de<br />
transfomatie tot woongebied.<br />
><br />
><br />
Belval-Ouest, Luxemburg: Het specifieke karakter van het voormalige hoogoventerrein blijft behouden door het<br />
opnemen van de geschiedenis en de bijzondere vegetatiestructuur in het nieuwe ontwerp.<br />
>
Oude Dieze 17<br />
postbus 1530<br />
5200 BN ‘s-Hertogenbosch<br />
T: +31 (0)73 6149321<br />
F: +31 (0)73 6140920<br />
E: info@burolubbers.nl<br />
www.burolubbers.nl<br />
December 2009