15.09.2013 Views

Opwerking tot slecht doorlatend materiaal (type Hydrostab )

Opwerking tot slecht doorlatend materiaal (type Hydrostab )

Opwerking tot slecht doorlatend materiaal (type Hydrostab )

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

A19<br />

<strong>Opwerking</strong> <strong>tot</strong> <strong>slecht</strong> <strong>doorlatend</strong> <strong>materiaal</strong> (<strong>type</strong> <strong>Hydrostab</strong> ® )<br />

Doel<br />

De doelstelling van de opwerking is een <strong>materiaal</strong> te bekomen met een lage<br />

permeabiliteit dat kan toegepast worden in afdichtlagen, b.v. voor het afdichten van<br />

stortplaatsen, ter vervanging van klassieke afdichtingsmaterialen zoals natuurlijke<br />

klei, zand- en bentonietmengsels (zie Technische Fiche B3 in bijlage 4).<br />

Proces- en installatiebeschrijving<br />

<strong>Opwerking</strong> <strong>tot</strong> <strong>slecht</strong> <strong>doorlatend</strong> <strong>materiaal</strong> kan gebeuren aan de hand van het<br />

<strong>Hydrostab</strong> ® procédé. Het proces voor de opwerking <strong>tot</strong> <strong>Hydrostab</strong> ® is afgeleid van de<br />

technologie om natuurlijke gronden door middel van waterglas (in water oplosbare<br />

alkali-silicaten) waterdicht te maken. Mengsels van natuurlijke bodemmaterialen met<br />

waterglas verkrijgen hun afdichtende werking door binding en opvulling van de<br />

bodemporiën met het in situ gevormde silicaatpolymeer. De binding tussen het<br />

waterglas en de bodemdeeltjes verloopt het meest efficiënt bij een welbepaalde<br />

korrelverdeling van de bodemmaterialen. Behalve de fysische binding van de<br />

bodemdeeltjes heeft waterglas eveneens de eigenschap om metaalionen te<br />

immobiliseren onder de vorm van metaalsilicaten.<br />

In het <strong>Hydrostab</strong> ® procédé worden in plaats van natuurlijke bodemmaterialen<br />

afvalstoffen gebruikt die qua korrelverdeling vergelijkbaar zijn aan de ideale<br />

korrelverdeling van een bodemmengsel. De gebruikte afvalstoffen dienen steeds te<br />

bestaan uit een korrelfractie (b.v. zeefzand, verontreinigde grond), een vulstoffractie<br />

(b.v. vliegassen), en een slibfractie (b.v. zuiveringsslib). Het aandeel slib in het<br />

mengsel ligt tussen de 40 à 45 gewichts%. Het slib heeft omwille van zijn vezelige<br />

textuur een afdichtende en plastificerende werking. De inwerking van het slib in de<br />

porie-openingen van de korrelverdeelde dragende structuur levert een afdichtend en<br />

comprimeerbaar mengsel op. Dankzij de waterglasveredeling wordt het<br />

afdichtingseffect nog aanmerkelijk verhoogd. Zonder het slib zou het mengsel te<br />

korrelig, te droog en niet plastisch genoeg zijn om een degelijke verdichting en dus<br />

waterdichtheid te bekomen.<br />

Bestaande installaties<br />

De opwerking <strong>tot</strong> <strong>Hydrostab</strong> ® wordt in Nederland uitgevoerd door BKB Reststoffen<br />

management, Dalfsen. <strong>Hydrostab</strong> ® is beschermd door een octrooi waarvan BKB<br />

Reststoffen management de licentiehouder is voor Europa. De firma Tobometal heeft<br />

een exclusiviteitsovereenkomst met BKB Reststoffen management wat betreft de<br />

acquisitie van de reststoffen voor, en de toepassing van <strong>Hydrostab</strong> ® in België en het<br />

Groot Hertogdom Luxemburg. Voor wat betreft RWZI-slib van Aquafin is er een<br />

deel- exclusiviteitsovereenkomst tussen Tobometal en Deckx Algemene<br />

Ondernemingen.<br />

Verwerkbare materialen<br />

In het <strong>Hydrostab</strong> ® procédé wordt, naast andere afvalstoffen, gebruik gemaakt van<br />

ontwaterde, al dan niet vergiste slibs (min. 28 % droge stof). Opdat de opgewerkte<br />

<strong>Hydrostab</strong> ® zou voldoen aan de normen die door de Nederlandse overheid worden<br />

opgelegd, worden aan het mengsel eisen opgelegd inzake het gehalte aan minerale<br />

oliën (max. 6000 mg/kg DS), EOX (max. 80 mg/kg DS) en fenolindex (max. 50<br />

Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)<br />

1


A19<br />

mg/kg DS). Het gehalte aan organisch <strong>materiaal</strong> mag ten hoogste 15 % (m/m, TOC)<br />

bedragen. Momenteel levert Aquafin enkel slib dat voor de ontwatering<br />

geconditioneerd werd met FeCl3 en kalk. Slib dat geconditioneerd werd met<br />

vloeibare polyelektrolyten voldoet wegens het te hoge gehalte aan minerale oliën niet<br />

aan de acceptatiecriteria voor opwerking <strong>tot</strong> <strong>Hydrostab</strong> ® . Momenteel wordt<br />

onderzocht of slib dat geconditioneerd werd met poedervormige polyelektrolyten wel<br />

aan de acceptatiecriteria voldoet.<br />

Eindmaterialen<br />

Het eind<strong>materiaal</strong> van het <strong>Hydrostab</strong> ® procédé is een korrelvormig mengsel, dat in<br />

contact met water of bij blootstelling aan lucht uithardt. Het voldoet aan de<br />

technische kwaliteitseisen die gesteld worden voor gebruik in afdichtlagen van<br />

stortplaatsen. Het is weinig water<strong>doorlatend</strong> (k-waarde kleiner dan 5 10 -10 m/s, te<br />

vergelijken met door Vlarem II opgelegde k-waarde van 1 10 -9 ), het waterhoudend<br />

vermogen is conform aan dat van klei of leem, en de scheurbestendigheid en<br />

droogtekrimpgevoeligheid zijn beter dan die van klei of leem.<br />

De concentraties van verontreinigende stoffen, zoals metalen, in het <strong>materiaal</strong> is<br />

afhankelijk van de aard en de kwaliteit van de gebruikte afvalstoffen. Uit een<br />

milieuhygiënische karakterisering van <strong>Hydrostab</strong> ® op basis van RWZI-slib, vliegas<br />

van wervelbedverbranding van slib en verontreinigende bodem, bleek dat het<br />

<strong>materiaal</strong> ten opzichte van de achtergrondwaarde bodemkwaliteit in belangrijke mate<br />

is aangerijkt met Cd, Cu, Pb, Ni en Zn, minerale oliën en PAK’s. De<br />

<strong>tot</strong>aalconcentraties van deze stoffen liggen wel beneden de Vlarea eisen voor gebruik<br />

in of als vormgegeven bouwstof (C. Kenis, 2000).<br />

Gezien de initieel beperkte vormvastheid kan <strong>Hydrostab</strong> ® niet onderworpen worden<br />

aan de standaard uitloogtest (NEN 7345) die door Vlarea wordt voorgeschreven om te<br />

toetsen of inzake uitloogbaarheid al dan niet voldaan is aan de voorwaarden voor<br />

gebruik in of als vormgegeven bouwstof. Het uitlooggedrag van de metalen in<br />

<strong>Hydrostab</strong> ® op basis van RWZI-slib, vliegas van wervelbedverbranding van slib en<br />

verontreinigende bodem werd wel onderzocht met een maximale<br />

beschikbaarheidstest 1 volgens NEN 7341 en met een diffusieproef volgens NVN 7347<br />

(C. Kenis, 2000). Op basis van de beschikbaarheidstest werd besloten dat Pb vrijwel<br />

volledig in het <strong>materiaal</strong> wordt geïmmobiliseerd. Voor As, Cr, Hg en Sb lag de<br />

beschikbaarheid beneden de bepalingsgrens. Cd, Cu, Ni en Zn worden <strong>slecht</strong>s<br />

beperkt geïmmobiliseerd, en Mo is vrijwel volledig beschikbaar. De diffusieproef<br />

volgens NVN 7347 toont aan dat Ni in de onderzochte <strong>Hydrostab</strong> ® stalen een<br />

uitloogbaarheid heeft van +/- 35 mg/m². Voor Cu en Zn ligt de uitloogbaarheid<br />

volgens NVN 7347 beneden 20 mg/m². Deze waarden kunnen ter indicatie<br />

vergeleken worden met de Vlarea grenswaarden van 15 mg/m² voor Ni, 25 mg/m²<br />

voor Cu en 90 mg/m² voor Zn, evenwel bepaald volgens NEN 7345. De<br />

uitloogbaarheid van Cd in de onderzochte stalen lag beneden de bepalingslimiet.<br />

De betrokken bedrijven houden zich sterk dat door verdere optimalisatie van het<br />

opwerkingsproces de uitloogbaarheid van de metalen, in het bijzonder deze van<br />

nikkel, verder teruggedrongen kan worden.<br />

1 Met deze proef worden de maximaal uitloogbare hoeveelheden bepaald (d.i. de uitloogbaarheid van<br />

een <strong>materiaal</strong> dat wordt blootgesteld aan extreme omstandigheden).<br />

Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)<br />

2


A19<br />

Emissies<br />

De opwerking gaat niet gepaard met noemenswaardige emissies. Wel kan mogelijk<br />

geurhinder optreden.<br />

Energiegebruik<br />

Het energiegebruik voor productie en intern transport en het aanbrengen van<br />

<strong>Hydrostab</strong> ® bedraagt 14.000 MJ / ton droge stof.<br />

Kosten<br />

Er zijn geen gegevens beschikbaar over de kostprijs van de opwerking. Voor de<br />

afname van RWZI-slib voor opwerking en gebruik als <strong>Hydrostab</strong> ® wordt aan Aquafin<br />

een prijs van +/- 2.450 BEF per ton slib aangerekend, wat overeenkomt met +/- 9.800<br />

BEF per ton droge stof (voor slib met een droge stofgehalte van +/- 25 %).<br />

Technische problemen<br />

Voor de opwerking zijn geen technische problemen gekend.<br />

Toepasbaarheid in Vlaanderen<br />

De toepasbaarheid van deze opwerkingsmethode hangt samen met de mogelijkheid<br />

van het gebruik van het eind<strong>materiaal</strong> in afdichtlagen, b.v. voor stortplaatsen (zie<br />

Technische Fiche B3 in bijlage 4).<br />

Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)<br />

3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!