MM NL - OREGON

www.oregonchain.eu 

Onderhouds- en 

veiligheidsinstructies 

Advanced Cutting Technology

Inleiding 

2. 

Inleiding 

Welk merk zaagmachine u ook gebruikt, de prestatie van de machine 

is voor een belangrijk deel afhankelijk van ketting, geleideblad en 

aandrijftandwiel. 

Deze delen doen het feitelijke zaagwerk en dienen als set te worden 

onderhouden. 

Bij het juiste onderhoud van deze samenwerkende delen zal de 

zaagprestatie optimaal zijn. 

Slecht onderhoud veroorzaakt schade aan deze componenten waarvan 

een slechte zaagprestatie het gevolg is en waardoor de kans op 

ongevallen toeneemt. 

Deze handleiding beperkt zich tot het onderhoud aan OREGON ® 

kettingen, geleidebladen en aandrijftandwielen. 

Voor informatie omtrent onderhoud en gebruik van de zaagmachine 

wordt verwezen naar de bij deze machine behorende instructie.

Inleiding 

VEILIGHEID 

VEILIGHEID BIJ KETTINGZAGEN 

VEILIGHEIDSSYMBOOL 

Dit veiligheidssymbool wordt gebruikt om extra aandacht te vestigen op 

speciale mededelingen betreffende de veiligheid. 

Wanneer u dit symbool ziet, volg dan de aanwijzingen nauwkeurig op 

om ernstig persoonlijk letsel te voorkomen. 

WAARSCHUWING 

Alle zaagkettingen kunnen terugslaan, zgn. “kick-back", waardoor u de 

controle over de machine kunt verliezen, dit kan ernstig persoonlijk letsel 

tot gevolg hebben. 

Volg alle gebruiks- en onderhoudsinstructies in dit boekje en de bij de 

zaagmachine behorende gebruiksaanwijzing nauwkeurig op. 

VOORKOM “KICK-BACK" 

• Ken uzelf en uw ervaring, overschat dit niet. 

• Ken uw uitrusting. 

Wanneer u geen gebruikservaring heeft of een gerichte training heeft 

ondergaan in de omgang met een kettingzaag, wordt het gebruik van 

kettingen met een lage kick-back-gevoeligheid aanbevolen. 

De OREGON ® 91SG is zo’n ketting die speciaal ontwikkeld is voor de 

gelegenheidsgebruiker. 

WHAT IS KICKBACK? 

Kick-back is de krachtige achterwaartse en/of opwaartse beweging 

welke ontstaat wanneer de draaiende ketting nabij het bovenste deel 

van de neus in contact komt met een tak, houtblok o.i.d. of wanneer de 

ketting klem komt te zitten aan de bovenzijde van het geleideblad 

TER VOORKOMING VAN PERSOONLIJK LETSEL 

➊ Wanneer u het gevaar van 

een kick-back onderkent kunt u 

er niet meer door verrast worden. 

Het verrassingselement verhoogt 

het gevaar op ongevallen. Houd 

de positie van het zaagblad in 

de gaten. 

➋ Er zijn vele soorten kettingen, 

Potential Potentiële Kickback kick-back-situatie 

Situation 

gebruik altijd het juiste type ketting met een zo laag mogelijke kick-backgevoeligheid. 

➌ Zaagbladen met een kleine neusradius zoals b.v oregon Double 

Guard bladen hebben een relatief lage kick back-gevoeligheid en 

verdienen derhalve de voorkeur. 

3. 

Inleiding

Inleiding 

4. 

Draag handschoenen 

Draag veiligheidsschoeisel 

Inleiding 

VEILIGHEID 

PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN 

Draag een helm ter 

bescherming tegen 

vallend hout 

Draag gehoorbescherming 

Draag oog- of 

gelaatsbescherming 

Draag veiligheidsbroek 

of overall 

NB: Het dragen van bovenstaande persoonlijke beschermingsmiddelen 

is wettelijk verplicht. 

PRAKTIJK TIPS 

• Bedien uw zaag uitsluitend met uw rechterhand aan de gashandel en de 

linkerhand aan de beugel 

• Houd uw linkerarm gestrekt voor een betere beheersing van de machine 

• Houd de machine stevig vast met beide handen en houd uw linkerduim 

om de beugel. 

• Sta altijd zijdelings van de machine en nooit in het verlengde van de 

zaaggeleider 

• Gebruik de machine altijd vol gas 

• Gebruik geleiders en kettingen met een lage "kickback" gevoeligheid 

• Onderhoud de zaagmachine, ketting, geleider en tandwiel op de juiste 

wijze. 

• Zorg ervoor dat u stevig staat en dat u goed in evenwicht bent 

• Zaag uitsluitend hout en geen andere materialen 

N.B. 

▲ Bedien slechts een kettingzaag wanneer u zowel lichamelijk als geestelijk 

fit en in goede conditie bent. 

• Bepaal altijd vooraf de juiste valrichting. 

• Ga na of zich gevaarlijke situaties kunnen voordoen (o.a. hout onder 

spanning). 

▲ Zaag nooit boven het schouderniveau. 

▲ Zaag nooit vanaf een ladder of wanneer u in een boom geklommen 

bent. 

▲ Houd omstanders op een veilige afstand en laat niemand een te 

zagen object vasthouden.

Inhoud 

INLEIDING 

Inleiding ................................. 

Veiligheid ................................ 

KETTING 

Bemanigen ............................ 2 

Kettingsteek ........................... 2 

Dikte aandrijfschakel .............. 2 

Delen vanbeiteltand ............... 2 

Beiteltand volgorde ................ 2 

Delen van de ketting .............. 3 

Veilhoeken ............................ 3 

Kettingonderhouds- 

gereedschappen .................... 4 

Overzicht zaagkettingen ...... 5-7 

Aandrifschakel codering ......... 8 

Lettercoderingen .................... 9 

Vier basisregel ................ 10-11 

Hoe onderhoud de ketting .....12 

What is de juiste 

kettingspanning .............. 13-15 

Smeer de ketting op 

de juiste wijze ......................15 

Afstellen van de 

dieptestellers .................. 16-17 

Het scherpen van 

de ketting ....................... 18-19 

Het monteren van 

nieuwe kettingdeeltjes ...... 20-21 

Het breken van een 

ketting ........................... 22-23 

Een nieuwe ketting inwerken ..24 

De vier groepen 

eindgebruikers ......................25 

Veilspecificaties ............. 26-47 

Opsporen van fouten 

bij kettingen ................... 48-54 

INHOUD 

GELEIDEBLADEN 

Benaming geleidebladdelen ...55 

Geleideblad onderhoudsmiddelen 

..............................55 

Onderhoud 

geleideblade .................. 56-57 

Het vervangen van 

neusstuken...................... 58-59 

Pro-Lite ® neuswielen ........ 60-61 

Opsporen en verhelpen 

van pro ble men met het 

geleideblad ................... 62-64 

AANDRIJFTANDWIELEN 

Banaming van 

aandijftandwielen, 

gereedschap, montage ..........65 

Basis onderhoud ............. 66-67 

Problemen met het 

aandrijftandwiel .............. 68-69 

BELANGRIJKE INFORMATIE 

Belangrijke informatie ...... 70-71 

1. 

Inhoud

Zaagkettingen 

2. 

Zaagkettingen 

DIKTE VAN DE AANDRIJFSCHAKEL 

De dikte van de aandrijfschakel dient in overeenstemming te zijn met de 

groefbreedte in het geleideblad. 

De industriële normen hiervoor zijn: 

.043" (1,1mm) / .050" (1,3mm) / .058" (1,5mm) / .063" (1,6mm) 

OREGON ® aandrijfschakels van .080" (2mm) en .122" (3,1mm) 

worden gebruikt voor toepassing op harvesters. 

DE DELEN VAN EEN BEITELTAND 

Scherp 

Dak (bovenkant) 

Klinknagelgat 

BEITELVOLGORDE 

Standaard 

Semi-skip 

Skip 

BENAMING VAN DE OREGON ® -ZAAGKETTING 

KETTINGSTEEK 

De steek van een zaagketting wordt bepaald door de afstand tussen drie 

opeenvolgende klinknagels te delen door twee. 

De meest voorkomende steken zijn:1/4", .325", 3/8", .404" en 3/4". 

Hiel 

Zijkant 

Hals 

Teen 

Dieptesteller 

Breedspoor-dieptesteller

Zaakettingen 

BENAMING VAN DE OREGON ® -ZAAGKETTING 

DE DELEN VAN EEN ZAAGKETTING 

NB: De met stippellijnen getekende uitvoeringen geven de schakels met 

een verlaagde kick-back-gevoeligheid weer. 

Drive Link 

Veiligheidsverbin 

dingsschakel 

Rechter beiteltand 

veiligheidsdieptesteller 

Linker beiteltand met/ 

Rechter beiteltand met/ 

Tie Strap 

VIJLHOEKEN 

Voorgeklonken 

verbindingsschakel 

Verbindingsschakel 

Dieptesteller 

Voorgeklonken 

veiligheidsverbindingsschakel 

Linker beiteltand met/ 

linker beiteltand met/ 

Dieptestelling Hoek van de bovenkant of snijhoek A Top- of loshoek 

Hoek van de vijlhouder 

veiligheidsdieptesteller 

Dieptesteller 

3. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

4. 

Zaagkettingen 

OREGON ® KETTINGONDERHOUDGEREEDSCHAPPEN 

VIJLGEREEDSCHAP 

➊ VIJLHOUDER COMPLEET ➋ VIJLSET 

➌ RONDE VIJL ➍ PLATTE VIJL ➎ DIEPTESTEL LERMAATJE 

➏ VIJLAPPARAAT VOOR 

BLADMONTAGE 

SLIJPMACHINES 

➊ SURE SHARP ® 12-VOLT 

SLIJPMACHINE 

➐ VIJLHANDVAT ➑ BOSVIJLKLEM 

➋ WERKBANK- 

SLIJPMACHINE 

KETTINGREPARATIEGEREEDSCHAP 

➌ MINISLIJPMCHINE 

➊ KETTINGBREKER ➋ KLINKAPPARAAT ➌ ZAKKETING- 

BRECKER 

➍ SLIJPSTENEN

Zaakettingen 

OREGON ® VEIL OREGON ® AANDRIJFSCHAKEL- BETEILTYPE BETEIL- KICK-BACK- 

KETTING SPECIFI- KETTING DIKTE DOOR- ZIJ- VOLGORDE DEMPERS- 

TYPE- CATIES TYPE IN. MM SNEE AANZICHT EVENTUEEL 

NUMMER * 

1/4" PITCH CHAIN 

.325" STEEK 

20BPX 

21BPX 

22BPX 

20LPX 

21LPX 

22LPX 

M21LPX 

M22LPX 

MICRO 

CHISEL ® 

SUPER 

20 

MULTICUT 

050" 

058" 

063" 

050" 

058" 

063" 

058" 

063" 

1.3 

1.5 

1.6 

1.3 

1.5 

1.6 

1.5 

1.6 

Page 

MICRO- 

95VPX 

LITE 

050" 1.3 

95R 

OVERZICHT ZAAGKETTINGEN 

Page 

MICRO 

25AP 050" 1.3 

26 

Page 

27 

Page 

28 

Page 

31 

30 

Page 

43 

CHISEL ® 

RIPPING 

CHAIN 

KICK-BACK-DEMPERS 

050" 

➊ VEILIGHEIDS 

AANDRIJFSCHAKEL 

1.3 

➋ VEILIGHEIDS 

VERBINDINGSSCHAKEL 

MICRO CHISEL ® 


CHISEL 


STANDAARD 

STANDAARD 

CHISEL STANDAARD 


STANDAARD 

STANDAARD 

STANDAARD 

➌ VEILIGHEIDS- 

DIEPTESTELLER 

➍ LAGE VEILIGHEIDS- 

DIEPTESTELLER 

5. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

3/8" STEEK ./.. 

6. 

Page 

39 

Zaagkettingen 

OVERZICHT ZAAGKETTINGEN 





72DX/DPX 

73DX/DPX 

75DX/DPX 

72LGX 

73LGX 

75LGX 

72LPX 

73LPX 

75LPX 

M73LPX 

M75LPX 

72RD 

73RD 

75RD 

SUPER 

GUARD 

SUPER 70 

Lage 

vibratie 

MULTICUT 

RIPPING 

CHAIN 

050" 

058" 

063" 

050" 

058" 

063" 

058" 

063" 

050" 

058" 

063" 

1.3 

1.5 

1.6 

1.3 

1.5 

1.6 

1.5 

1.6 

1.3 

1.5 

1.6 

MICRO- 

Page 

90SG 

LITE 

Lage 

043" 1.1 

38 vibratie 

91VX 

91VG 

Page 

33 

Page 

34 

Page 

35 

Page 

32 

Page 

36 

Page 

40 

91LX - 

Lage 

vibratie 

Lage 

vibratie 

XTRA 

GUARD 

POWER 

SHARP ® 

050" 

050" 

050" 

1.3 

1.3 

1.3 

Page 

RIPPING 

91R 050" 1.3 

CHAIN 

37 

Page 

M91VX MULTICUT 050" 1.3 

39 

S-70 

050" 

058" 

063" 

1.3 

1.5 

1.6 

Page SEMI- 

91VXL 

CHISEL 

050" 1.3 

29 

SEMI-CHISEL 

CHISEL 

CHISEL 

(LG) 

STANDAARD 

(LP) 

STANDAARD 


SEMI-CHISEL STANDAARD 

CHAMFER-CHISEL 

STANDAARD 

(SG) 

STANDAARD 

CHAMFER-CHISEL STANDAARD 


SPECIALIZED STANDAARD 



SEMI-CHISEL 

STANDARD

Zaakettingen 





.404" PITCH CHAINS 

16H 

18HX 

26 

27, 27P 

27R 

59AC 

58L 

59L 

11H 

Page 

47 

Page 

41 

Page 

42 

Page 

44 

Page 

45 

3/4" PITCH CHAINS 

Page 

46 

HARVESTER 

MICRO- 

CHISEL ® 

RIPPING 

CHAIN 

MICROBIT ® 

SUPER 

GUARD 

SEMI- 

CHISEL 

KICK-BACK-DEMPERS 

063" 

080" 

058" 

063" 

058" 

063" 

➊ VEILIGHEIDS 

AANDRIJFSCHAKEL 

CHAIN IDENTIFICATION 

1.6 

2.0 

1.5 

1.6 

063" 1.6 

063" 1.6 

1.5 

1.6 

122" 3.1 

➋ VEILIGHEIDS 

VERBINDINGSSCHAKEL 




STANDAARD 

STANDAARD P ONLY 

(R) 

STANDAARD 

(RA) SKIP 

CHIPPER STANDAARD CP ONLY 


SEMI-CHISEL 

STANDAARD 

➌ VEILIGHEIDS- 

DIEPTESTELLER 

➍ LAGE VEILIGHEIDS- 

DIEPTESTELLER 

7. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

8. 

Zaagkettingen 

AANDRIJFSCHAKELCODERINGEN 

Nagenoeg alle OREGON ® kettingen worden aangeduid met een 

nummer gevolgd door één of twee letters (zie pag. 9). 

Voorbeeld: 18HX, 72LPX, 91VG 

De nummercodering: 18 HX, 72 LPX, 91 VG 

Deze nummers zijn in de punt van de aandrijfschakel gestampt en zijn een 

codering voor de maat van de ketting (steek en aandrijfschakeldikte). 

KETTING STEEK AANDRIJFSCHAKELDIKTE 

NUMMER IN MM 

11 3/4" .122" 3.1 

16 .404" .063" 1.6 

18 .404" .080" 2.0 

20 .325" .050" 1.3 

21 .325" .058" 1.5 

22 .325" .063" 1.6 

25 1/4" .050" 1.3 

26 .404" .058" 1.5 

27 .404" .063" 1.6 

58 .404" .058" 1.5 

59 .404" .063" 1.6 

72 3/8" .050" 1.3 

73 3/8" .058" 1.5 

75 3/8" .063" 1.6 

90 3/8" .043" 1.1 

91 3/8" .050" 1.3 

95 .325" .050" 1.3

Zaakettingen 

DE LETTERCODERING 

The letters: 18 HX , 72 LPX , 91 VG 

De letters zijn een codering voor het type beiteltand, de beitelmontage 

of andere uitvoeringsvormen. 

AC Chipper beitel, standaard 

volgorde 

AP MicroChisel beitel, veiligheidsaandrijfschakel, 

standaard 

beitel volgorde (uitzondering, 

72AP heeft skipvolgorde en 

semi-chisel beitels) 

BC Kap- enoogstzaagketting 

met standaard beitel 

volgorde (enkel 11BC) 

BPX Trillingswerende Micro 

Chisel-beitel, veiligheids 

aandrijfschakels, Standaard 

beitel volgorde 

DX Semi-chisel beitel, 

veiligheidsaandrijfschakel, 

standaard beitel volgorde 

DPX Semi-chisel beitel, 


H Aangepast voor Harvestertoepassingen, 

Micro Chisel 

of semi-chisel beitels, 


L chisel beitels, standaard 

beitel volgorde (.404" 

58L & 59L) 

LGX haakse chisel beitel, 

veiligheids dieptestell 

er, standaard beitel 

volgorde. De kettingen 

uit de 33LG-reeks zijn 

trillingswerend. 

LPX Trillingswerende, haakse 

beitel. Veiligheids 

aandrijfschakels, Standaard 


LX Power sharp ® ketting, 

veiligheidsdieptesteller + 

veiligheidsaandrijfschakel 

standaard volgorde, alleen 

voor machines met een 

eigen slijpinrichting 

M Speciaal ontworpen 

ketting met haakse beitels 

(M73, 75LP, M21,22LP) 

en BDL of afgeschuinde 

beitel (M91VS) en een 

aflopende dieptesteller voor 

extreem vuil en veiligheids 

aandrijfschakels voor 

efficiënt zaagwerk in zeer 

vuile omstandigheden of in 

schurend materiaal 

R Schulpketting, semi-chisel 

beitel standaard volgorde 

(alleen .404" steek) 

RA Schulpketting Micro-chisel 

skip volgorde 

RD Schulpketting met semichisel 

beitels en standaard 

volgorde 

SG Lage vibratie chamfer-chisel 

beitels, veiligheids diep tes teller, 

veiligheids verbindingsschakel, 

standaard volgor de, 

smalle zaagsnede 

VG Trillingswerende chamfer 

chisel beitel, veiligheidsdieptesteller, 

veiligheids 

verbindingsschakel, standaard 


VPX Lage vibratien Micro Chisel 

beitel, veiligheids-dieptesteller,veiligheidsverbindingsschakel, 

standaard volgorde 

VX Trillingswerende chamferchisel-beitel,veiligheidsdieptestel 

ler, standaard 

volgorde 

VXL Low vibration Semi-chisel 

beiteltanden met lange 

bovenplaat, veiligheidsdieptestel 

ler, standaard 

volgorde 

9. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

10. 

Zaagkettingen 

DE VIER BASIS-KETTINGZAAGREGELS 

OPGELET KETTINGZAAGGEBRUIKERS: 

OREGON ® raadt u aan goed vertrouwd te zijn met de vier basiskettingzaagregels. 

Wie deze regels kent en volgt, kan rekenen op 

superieure prestaties van ketting, blad en aandrijftandwiel, en beperkt 

de veiligheidsrisico’s aanzienlijk 

REGEL 1 

De ketting dient voldoende gespannen te zijn. 

Problemen met ketting en blad zijn veelal te wijten aan een verkeerde 

kettingspanning. Hoe u de ketting spant, leest u op pagina 13 en 14. 

REGEL 2 

De ketting dient voldoende gesmeerd te worden. 

Een constante toevoer van olie naar uw geleideblad, ketting en 

aandrijftandwiel is van vitaal belang. Zonder deze smering zal 

buitensporige wrijving en slijtage het gevolg zijn. Instructies voor het 

smeren van de ketting vindt u op pagina 15.

Zaakettingen 

DE VIER BASIS-KETTINGZAAGREGELS 

REGEL 3 

De dieptestellers dienen op de juiste hoogte te zijn afgesteld 

Afstelling en vorm van de dieptestellers zijn bepalend voor de prestaties 

en de veiligheid. Instructies voor de afstelling van de dieptestellers vindt 

u op pagina 16 en 17. 

REGEL 4 

De ketting dient scherp, en correct geslepen te zijn. 

Een scherpe ketting doet het werk voor u. Met een botte ketting doet u 

het werk en slijt uw zaaggereedschap bovendien sneller. Instructies voor 

het scherpen van de ketting vindt u op pagina 18 en 19. Zie pagina 26 

tot 48 voor onderhoudsinstructies voor elk OREGON ® kettingtype. 

11. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

12. 

Zaagkettingen 

HOE ONDERHOUDT U DE KETTING 

ATTENTIE: DE ONDERSTAANDE INFORMATIE IS VAN GROOT BELANG 

VOOR EEN IEDER DIE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN UITVOERT 

AAN ZAAGKETTINGEN. 

OREGON ® raadt u aan vertrouwd te raken met de juiste 

onderhouds technieken en u te overtuigen van de gevaren welke slecht 

of onzorgvuldig onderhoud met zich mee brengt. 

WAARSCHUWING 

Het niet opvolgen van onderstaande richtlijnen kan 

ernstig persoonlijk letsel tot gevolg hebben bij gebruiker, 

omstanders of onderhoudspersoneel. 

Schakel de machine uit alvorens enig onderhoud aan ketting, 

geleideblad of aandrijftandwiel uit te voeren. 

De kick back-gevoeligheid van een ketting kan vergroot worden 

door onderstaande onderhoudsfouten.Tevens vergroten zij de 

kans op het ontsporen van de ketting en de overige risico’s welke 

samengaan met het gebruik van de kettingzaag. 

1. Het hanteren van onjuiste vijlhoeken 

2. Botte kettingen 

3. Wijzigen van veiligheidsschakels 

4. Te ver teruggevijlde dieptesstellers 

5. Onjuiste vorm van de dieptesstellers 

6. Te lage kettingspanning 

7. Onjuist gemonteerde schakels 

8. Losse klinknagels, scheuren of barsten in kettingcomponenten. 

Volg bij het uitvoeren van kettingonderhoud de instructies op 

de pagina’s 12 t/m 54 zorgvuldig op, dit verlaagt de kans op 

ongevallen en verwondingen.

Zaakettingen 

DE KETTING SPANNEN ZONDER INTENZ 

Lees eerst de warschuwing op pagina 12. 

NB: Draag altijd werkhandschoenen. 

➊ Schakel de machine uit (bij electrische machines kabel losnemen). 

ATTENTIE: Span een ketting nooit direct na het zagen, laat de ketting 

eerst afkoelen. Kettingen welke in warme toestand worden gespannen 

zullen na afkoeling veel te strak staan. 

➋ Draai de geleidebladbevestigingsmoeren los 

➌ Houd de punt van het geleideblad omhoog tijdens het spannen van 

de ketting. 

➍ Stel de juiste spanning als volgt af: 

Bij geleidebladen met vaste neus 

➞ Draai de kettingspanschroef zover, dat de zool van de onderste 

verbindingsschakels en beitels de geleidebladrand net raken. 

13. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

14. 

Zaagkettingen 

DE KETTING SPANNEN ZONDER INTENZ 

Bij geleidebladen met neuswiel 

➞ Hierbij moet de kettingspanning iets hoger zijn dan bij hardtop bladen. 

Draai de afstelschroef zover, dat de zool van de onderste verbindingsschakels 

en beitels stevig tegen de geleidebladrand liggen. Wanneer de 

ketting aan de onderzijde van het geleideblad uit de groef wordt getrokken 

en wordt losgelaten moet hij met een stevige klik weer tegen de geleidebladrand 

schieten. 

➎ Houd bij elk bladtype de punt van het blad omhoog. Draai vervolgens 

eerst de achterste bevestigingsmoer en pas dan de voorste moer 

vast. 

➏ Houd de punt van het blad omhoog en draai de geleidebladbevestigingsmoeren 

weer vast, te beginnen bij de achterste moer indien er 

twee gemonteerd zijn. 

OPMERKING: bij geleidebladen met neuswiel moet u nu de kliktest doen. 

Trek de ketting onderaan het geleideblad omlaag en laat ze los. 

De ketting moet daarbij met een stevige klik weer tegen de onderkant van 

het geleideblad schieten. 

➐ Controleer de kettingspanning regelmatig tijdens het werk, met name 

gedurend het eerste half uur na ingebruikname. 

Wanneer de ketting gespannen moet worden, dient men de ketting 

eerst af te laten koelen.

Zaakettingen 

DE KETTING SPANNEN MET INTENZ 

➊ Zet de motor af. 

➋ Draai de bladbevestigingsmoerlos. 

➌ Steek een schroevendraaier in de Intenz gleuf van het geleideblad. 

➍ Draai de schroevendraaier om het geleideblad zo ver mogelijk naar 

voren te verschuiven, weg van de zaag. 

➎ Draai eerst de achterste en dan de voorste bevestigingsmoer vast. 

SMEER DE KETTING OP DE JUISTE WIJZE 

➊ Houd het oliereservoir gevuld met schone zaagkettingolie. 

➋ Gebruik nooit afgewerkte- of motorolie voor de smering van een 

zaagketting. 

➌ Overtuig u ervan, dat ketting, geleideblad en aandrijftandwiel ook 

daadwerkelijk gesmeerd worden. 

➍ Vul bij het tanken ook telkens ketting olie bij. 

15. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

ATTENTIE: 

16. 

Zaagkettingen 

AFSTELLEN VAN DE DIEPTESTELLERS 

Lees eerst de warschuwing op pagina 12. 

• Wanneer de dieptestellers worden gevijld bij een gemonteerde ketting 

is een juiste kettingspanning volgens de pagina’s 13 en 14 vereist. 

• Op pagina 26 tot 47 vindt u de juiste afstelling van de dieptesteller 

en het onderdeelnummer van het juiste dieptestellermaatje voor alle 

OREGON ® kettingtypes. 

• Zoek de pagina (26 t/m 47) waarop de bij uw zaagketting 

behorende gegevens staan vermeld. Gebruik hierbij het overzicht 

van de pagina’s 5 t/m 7. 

• Raadpleeg uw dealer bij twijfel over het juiste kettingtype. 

• Op de meeste OREGON ® kettingen is de dieptestelling op de 

diep testeller ingeslagen in duizensten van een inch. 

VOORBEELD: .025" (0.64mm) 

.025" (0.64mm) dieptestelling 

➊ Gebuik een diepstestellermaatje met de juiste maataanduiding en controleer 

de hoogte van de dieptesteller na iedere 3 à 4 slijpbeurten. 

➋ Plaats het diepstestellermaatje zodanig over de ketting, dat de dieptesteller 

in de sleuf valt. 

➌ Wanneer de dieptesteller boven de sleuf uitsteekt dient het uitstekende 

deel te worden weggevijld met een platte vijl. Vijl de dieptesteller 

nooit verder terug dan in de OREGON ® instructies staat 

weergegeven.

Zaakettingen 

AFSTELLEN VAN DE DIEPTESTELLERS 

ATTENTIE: Vijl nooit aan de bovenzijden van veiligheidsaandrijf- of 

verbindingsschakels. 

➍ Vijl van de binnenkant van de beitel naar de buitenkant toe. 

Binnen 

Buiten 

➎ Vijl na het terugvijlen van de dieptesteller de voorzijde hiervan weer in hun 

oorspronkelijke vorm. 

TIP: Om beschadiging van het scherp van de beitel te voorkomen kan een 

dieptestellermaatje met een omgebogen achterkant een eenvoudig 

hulpmiddel zijn wanneer deze over de beitel wordt gelegd. 

17. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

ATTENTIE: 

18. 

Zaagkettingen 

HET SCHERPEN VAN DE KETTING 

Lees eerst de waarschuwigen op pagina 12. 

• Om een ketting op de zaag te scherpen, moet ze correct zijn 

gespannen. 

• Op pagina 26 tot 47 vindt u de juiste onderhoudsvoorschriften en de 

nummers van het benodigde gereedschap voor het onderhoud van de 

verschillende OREGON ® kettingen. 

• Zoek de juiste vijlvoorschriften voor uw OREGON ® ketting. 

• Vraag uw OREGON ® dealer meer informatie indien u twijfelt omtrent 

kettingtype, onderdeelnummer of vijlvoorschriften. 

• Controleer en regel de diepstellers. 

HET SCHERPEN VAN DE BEITELTANDEN MET EEN RONDE VIJL 

➊ Overtuig u ervan, dat 1/5 deel van de vijldiameter tijdens het vijlen 

boven het dak van de beiteltand uitkomt. Het gebruik van een juiste 

vijlhouder is de beste manier om de vijl op de juiste hoogte te houden. 

➋ Houd de juiste vijlhoek van de bovenkant aan (snijhoek A). Houd de 

streep op de vijlhouder parallel aan het geleideblad. 

Vijlhouder 

=1/5 deel boven het 

dak van de beiteltand 

Slagrichting

Zaakettingen 

HET SCHERPEN VAN DE KETTING ./.. 

➌ Vijl eerst alle beitels aan een zijde van de ketting, vijl altijd van 

binnen naar buiten. Draai de zaag vervolgens en herhaal de procedure 

voor de andere kant. 

Binnenzijde 

Buitenzijde 

➍ Bij beschadigingen aan de chroomlaag van het dak of de zijkant 

van de beitel dient de gehele beschadiging te worden weggevijld. 

➎ Zorg ervoor, dat alle beitels uiteindelijk van gelijke lengte zijn. 

A A=B B 

➏ Controleer nogmaals de dieptestellers. Indien de dieptestellers 

opnieuw moeten worden afgesteld, volg dan de instructies op 

pagina 16 en 17. 

ATTENTIE: Vijl of wijzig nooit de veiligheidsverbindings- of 

aandrijfschakels. 

19. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

20. 

Zaagkettingen 

HET MONTEREN VAN NIEUWE KETTINGDEELTJES 

ATTENTIE: 

Lees eerst de waarschuwing op pagina 12. 

• Gebuik voor de reparatie van OREGON ® kettingen uitsluitend 

OREGON ® kettingdeeltjes. 

Monteer alleen de bij uw ketting behorende kettingdeeltjes. 

➊ Verwijder de klinknagels en de te vervangen kettingdelen zoals weergegeven 

op pagina’s 22 en 23, “Het breken van een ketting". Monteer 

nooit opnieuw een ketting met oude vooringestelde verbindings-schakels. 

Gebruik altijd nieuwe vooringestelde verbindingsschakels. 

➋ Vijl de onderkant van het nieuwe deeltje bij tot deze gelijk is met 

de overige deeltjes. 

➌ Plaats de vooringestelde verbindingsschakel 

op een plat stuk van 

een kettingbreker. Zorg ervoor dat 

de klinknagels naar boven zijn 

gericht.

Zaakettingen 

HET MONTEREN VAN NIEUWE KETTINGDEELTJES ./.. 

➍ Plaats de beide einden van de ketting op 

de nieuwe schakel. 

➎ Plaats de verbindingsschakel met het 

OREGON ® merk omhoog en de Lubrilink 

smeergroef omlaag over de klinknagels 

en zorg ervoor, dat de uitsparing voor het 

aandrijftandwiel naar de aandrijfschakels 

wijst. 

➏ Overtuig u ervan, dat alle deeltjes in de juiste volgorde en op de 

juiste wijze zijn geplaatst, controleer dit aan de hand van de illustraties 

op pagina’s 2 en 3. Raadpleeg bij twijfel uw dealer. 

➐ Maak klinknagelkoppen met behulp van een OREGON ® klinknagelspinner. 

Volg de instructies die bij de klinknagelspinner zijn 

geleverd. 

OPGELET: 

Klinknagelkoppen moeten vlak en stevig vastzitten maar toch alle 

verbonden deeltjes soepel laten bewegen. Te strak of te los zittende 

klinknagels kunnen de slijtage versnellen en zelfs leiden tot kettingbreuk 

met verwondingen tot gevolg. 

ATTENTIE: Nieuw geklonken klinknagelkoppen kunnen qua 

vorm en kleur afwijken van de fabrieksmatige exemplaren. 

21. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

22. 

Zaagkettingen 

HET BREKEN VAN EEN KETTING 

NOTE: Draag bij het uitbreken van klinknagels altijd 

veiligheidshandschoenen en een gezichtsbeschermer. 

➊ Bepaal welke sleuf in het aambeeld 

bij de te breken ketting hoort. Het 

nummer op de aandrijfschakel 

correspondeert met de steek van 

de ketting volgens de tabel op 

pagina 25. 

➋ Leg de verbindingsschakel in de 

juiste sleuf zodat de aandrijfschakel 

aan boven- en onderzijde 

wordt ondersteund. 

➌ Breng de kop van de klinknagel 

onder de uitdrijfpen van de kettingbreker 

en druk de handel omlaag 

zonder te forceren, de nagel wordt 

nu uitgedreven 

ATTENTIE: Wanneer de ketting bij een beiteltand moet worden 

gebroken, moet de beitel met de bolle kant omhoog op het aambeeld 

worden gelegd.

Zaakettingen 

HET BREKEN VAN EEN KETTING./.. 

HET VERWIJDEREN VAN KLINKNAGELS UIT DE 

GEBROKEN KETTING 

➊ Om klinknagels uit gebroken aandrijfschakels te verwijderen, houdt 

u de twee gebroken delen in hun originele (ongebroken) positie en 

zet u de schakel vast in het verstelbare aambeeld. 

➋ Zie stap 1-3 van «Hoe klinknagels uitbreken" op de vorige pagina. 

AANDRIJFSCHAKELNUMMERCODERING 

AANBEELD- 

STEEK 1/4 .325 90/91 3/8 .404 3/4 18H 

AANDRIJF- 25 95 90 72 16 11 18 

SCHAKEL- 20 91 73 26 

NUMMER 21 75 27 

22 58 

59 

23. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

24. 

Zaagkettingen 

HET IN GEBRUIK NEMEN VAN EEN 

NIEUWE KETTING 

De levensduur van een ketting kan in belangrijke mate worden 

verlengd door de onderstaande aanwijzingen op te 

volgen alvorens de ketting in gebruik te nemen. 

➊ Laat de ketting een nacht in olie weken 

zodat alles goed is gesmeerd. 

➋ Gebruik nooit een nieuwe ketting op een versleten aandrijftandwiel. 

Vervang na 2 kettingen altijd het aandrijftandwiel of zoveel 

eerder als nodig is. 

➌ Laat een nieuwe ketting eerst enige minuten op half gas draaien 

zodat de olie overal in de ketting en het geleideblad kan doordringen. 

Laat ketting, geleideblad en aandrijftandwiel eerst op temperatuur 

komen. 

➍ Stop vervolgens de machine en controleer de kettingspanning. 

Laat de ketting afkoelen en span indien nodig zoals beschreven op 

pagina 13 en 15. Controleer de spanning tijdens gebruik regelmatig. 

➎ Belast de ketting tijdens de eerste paar snedes nooit voluit, smeer 

extra en oefen geen grote druk op de machine uit..

Zaakettingen 

DE VIER GROEPEN EINDGEBRUIKERS 

Elk van onderstaande symbolen vertegenwoordigt een groep 

eindgebruikers van zaagketting. 

Bij ieder type zaagketting staan de gebruikerscatagorien vermeld 

waarvoor de ketting is bedoeld. 

PROFESSIONELE BOSARBEID 

• Veilen van zwaar hout 

• Zagen van papierhout 

• Bosbrandbestrijding 

ONDERHOUDSWERK 

• Boomverzorging 

• Boomkwekers 

• Dakwerkers 

• Fruittelers 

• Gemeenten 

• Landbouwers 

INCIDENTEEL GEBRUIK 

• Particulieren 

• Occasionele brandhoutzagers 

• Campingeigenaren 

• Jagers 

HARVESTERS 

• Alleen geschikt voor het gebruik op harvesters 

Gebruik nooit harvesterprodukten op handzagen. 

OPMERKING: harvesterkettingen zijn ter illustratie vermeld in deze 

handleiding. Meer informatie over andere harvesterproducten vindt 

u in de OREGON ® Harvester Application Guide en technische 

gegevens. 

25. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

ARTIKEL N°. Toe 

OMSCHRIJVING 

70504 5/32" (4.0mm) ronde vijl 

16265 5/32" (4.0mm) vijlhouder compleet 

27530 .025" (0.64mm) dieptestellermaatje 

12211 platte vijl (flat) 

90405 vijlset compleet 

26. 

VIJLSPECIFICATIES 

OREGON ® MICRO CHISEL ® 

VIJLGEREEDSCHAPPEN 

MICRO CHISEL ® 1/4" 

Kick-back 

reductie 

voorzieningen 

Profiel Gebruik 

KETTINGTYPE AANDRIJFSCHAKELDIKTE 

25AP .050" (1.3mm) 

➊ DIEPTESTELLING ➋ SNIJHOEK VAN HET DAK 

(TOP OF LOSHOEK) 

➌ SNIJHOEK VAN 

DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 

➍ HOEK VAN DE 

VIJLHOUDER 

Bovenstaand kettingtype is bedoeld voor zagen tot een cylinderinhoud 

van ca. 38cc en een geleidebladlengte tot ca. 41cm.

MICRO CHISEL ® 325'' 




Kick-back 

reductie 

voorzieningen 


OMSCHRIJVING 

70503 3/16" (4.8mm) ronde vijl 







20BPX .050" (1.3mm) 

21BPX .058" (1.5mm) 

22BPX .063" (1.6mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 


van ca. 58cc en een geleidebladlengte tot ca. 50cm. 

27. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 


OMSCHRIJVING 

70503 3/16" (4.8mm) ronde vijl 





28. 



SUPER 20 .325" 

OREGON ® CHISEL 

Kick-back 

reductie 

voorzieningen 



20LPX .050" (1.3mm) 

21LPX .058" (1.5mm) 

22LPX .063" (1.6mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 




LOW PROFILE 3/8" 


OREGON ® SEMI CHISEL 

Kick-back 

reductie 

voorzieningen 


OMSCHRIJVING 

70504 4.0mm ronde vijl; 5/32" ronde vijl 







91VXL .050" (1.3mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 



29. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 


OMSCHRIJVING 

70503 3/16" (4.8mm) ronde vijl 





30. 



MICRO-LITE TM .325" 


Kick-back 

reductie 

voorzieningen 



95VPX .050" (1.3mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 




MULTICUT .325" 



Kick-back 

reductie 

voorzieningen 


OMSCHRIJVING 

70503 3/16" (4.8mm) ronde vijl 







M21LPX .058" (1.5mm) 

M22LPX .063" (1.6mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 



31. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 


OMSCHRIJVING 

70502 7/32" (5.5mm) ronde vijl 





32. 



MULTICUT 3/8" 


Kick-back 

reductie 

voorzieningen 



M73LPX .058" (1.5mm) 

M75LPX .063" (1.6mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 

Deze ketting is geschikt voor het gebruik onder zware en abrasieve 

omstandigheden. Hij heeft een tot drie maal langere standtijd dan de 

conventionele serie. Geschikt voor zagen met een cylinderinhoud tot 

90cc en geleiders tot 36" (91cm).


S-70 3/8" 



Kick-back 

reductie 

voorzieningen 

Alleen voor DPX 


OMSCHRIJVING 

70502 7/32" (5.5mm) ronde vijl 







72DX, DPX .050" (1.3mm) 

73DX, DPX .058" (1.5mm) 

75DX, DPX .063" (1.6mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 



33. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

34. 


TVIJLGEREEDSCHAPPEN 

SUPER GUARD ® 3/8" 

OREGON ® CHISEL ® 

Kick-back 

reductie 

voorzieningen 


OMSCHRIJVING 

70502 7/32" (5.5mm) ronde vijl 







72LGX .050" (1.3mm) 

73LGX .058" (1.5mm) 

75LGX .063" (1.6mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 




SUPER 70 3/8" 


OREGON ® CHISEL ® 

Kick-back 

reductie 

voorzieningen 


OMSCHRIJVING 

70502 7/32" (5.5mm) ronde vijl 







72LPX .050" (1.3mm) 

73LPX .058" (1.5mm) 

75LPX .063" (1.6mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 



35. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

36. 



RIPPING CHAIN 3/8" 



OMSCHRIJVING 

70502 7/32" (5.5mm) ronde vijl 

13252 7/32" (5.5mm) vijlhouder compleete 

27530 .025" (0.64mm) platte vijl (flat) 





72RD .050" (1.3mm) 

73RD .058" (1.5mm) 

75RD .063" (1.6mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 

Ripping kettingen worden gekenmerkt door afwijkende slijphoeken ten 

behoeve van het schulpen van hout. Gebruik deze kettingen nooit voor 

andere toepassingen.

RIPPING LOW PROFILE 3/8" 





OMSCHRIJVING 

70504 5/32" (4.0mm) ronde vijl 







91R .050" (1.3mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 



andere toepassingen. 

37. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

38. 



MICRO-LITE TM 90 

OREGON ® MICRO-LITE 

Kick-back 

reductie 

voorzieningen 


OMSCHRIJVING 

70511 4.5mm ronde vijl 

29192 4.5mm vijlhouder compleet 






90SG .043" (1.1mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 

Bovenstaand kettingtype is bedoeld voor gebruik met zagen met een 

cilinderinhoud van maximum 40cc en een geleidebladlengte van 

maximum 41cm voor elektrische zagen en van maximum 35cm voor 

zagen met benzinemotor.

LOW PROFILE 3/8" 


OREGON ® CHAMFER CHISEL 


Kick-back 

reductie 

voorzieningen 


OMSCHRIJVING 

70504 5/32" (4.0mm) ronde vijl 







91VX .050" (1.3mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 



39. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

Reduced kickback chain 

40. 


OREGON ® CHAMFER CHISEL 


XTRA GUARD ® 3/8" 

Kick-back 

reductie 

voorzieningen 


OMSCHRIJVING 

70504 5/32" (4.0mm) ronde vijl 







91VG .050" (1.3mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 



MICRO-CHISEL ® .404" 





OMSCHRIJVING 

70502 7/32" (5.5mm) ronde vijl 







26 .058" (1.3mm) 

27, 27P .063" (1.5mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 



41. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

42. 




RIPPING CHAIN .404" 


OMSCHRIJVING 

70502 7/32" (5.5mm) ronde vijl 

13252 7/32" (5.5mm) dieptestellermaatje 

107488 .030" (0.75mm) platte vijl (flat) 





27R .063" (1.6mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 



andere toepassingen.

RIPPING CHAIN .325" 





OMSCHRIJVING 

70503 3/16" (4.8mm) ronde vijl 







95R (Micro-Lite) .050" (1.3mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 

Ripping kettingen moeten speciaal worden gevijld. Gebruik deze 

kettingen niet voor andere toepassingen. 

* Dieptesteller af te stellen op 0,030" voor optimale prestaties. 

43. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

44. 



MICRO-BIT ® .404" 

CHIPPER 

Kick-back 

reductie 

voorzieningen 


OMSCHRIJVING 

70502 7/32" (5.5mm) ronde vijl 







59AC .063" (1.6mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 



SUPER GUARD ® .404" 




Kick-back 

reductie 

voorzieningen 


OMSCHRIJVING 

70502 7/32" (5.5mm) ronde vijl 







58L .058" (1.5mm) 

59L .063" (1.6mm) 




DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 

Chains on this page are intended for use with saws 4.0 cu. in. 

displacement (65cc) and larger, and with bars 20 in. (50cm) and 

longer. 

45. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

VOOR HARVESTERS EN 

STATIONSTATIONIËRE ZAGEN. 

NIET VOOR HAND 

KETTINGZAGEN 

ARTIKEL N°. OMSCHRIJVING 

90410 5/16" (7.9mm) ronde vijl 

107617 5/16" file guide 



46. 



SEMI-CHISEL 3/4" 




11H .122" (3.1mm) 


➊ DEPTH-GAUGE 

SETTING: 



DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 

11H ketting is slechts bedoeld voor gebruik op harvesters en 

afkortzaaginstallaties.

HARVESTER CHAIN 

VOOR HARVESTERS EN 

STATIONSTATIONIËRE ZAGEN. 

NIET VOOR HAND 

KETTINGZAGEN 





OMSCHRIJVING 

70502 7/32" (5.5mm) ronde vijl 






16H .063" (1.6mm) 

18HX .080" (2.0mm) 


➊ DEPTH-GAUGE 

SETTING: 



DE BOVENKANT 

(SNIJHOEK A) 


VIJLHOUDER 

WAARSCHUWING: Alleen geschikt voor gebruik op harvesters. 

De dieptestelling van deze kettingen is lager dan bij standaard kettingen 

en zijn op draagbare machines daarom extreem kick back-gevoelig. 

Gebruik deze kettingen nooit op draagbare machines, dit ter voor koming 

van ernstig letsel bij gebruiker of omstanders. 

47. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

48. 

Zaagkettingen 

OPSPOREN EN VERHELPEN VAN PROBLEMEN DIE 

ZICH VOOR KUNNEN DOEN BIJ EEN ZAAGKETTING 

De meeste kettingproblemen hebben vier oorzaken: verkeerde 

kettingspanning, verkeerd vijlen, gebrekkige smering en zagen in ander 

materiaal dan hout. Hieronder vindt u enkele zaken waarop u moet letten 

en enkele oplossingen voor problemen. 

PROBLEEM 

Ketting zaagt langzaam of helemaal niet, geeft een ruwe 

zaagsnede, zaagt niet recht en/of wordt snel stomp. 

Vergelijk uw ketting zorvuldig met de afbeeldingen hieronder. 

1 2 3 

Lichte slijtage aan de 

zijkant. 

Remedie: zie A. 

50ϒ 

Ernstige slijtage aan 

de zijkant. 


4 5 6 

Te scherpe hoek van de 

bovenkant. 

Remedie: zie B. 

Te stompe hoek van 

het dak 

Remedie: zie D. 

20ϒ 

Te stompe hoek van de 

bovenkant. 

Remedie: zie B. 

7 8 9 

Te scherpe hoek van de 

zijkant (snijhoek B). 

Remedie: zie C. 

Slijtage of mechanische 

beschadiging aan het 

dak of aan het scherp. 


Te scherpe hoek van het 

dak (top of loshoek). 

Remedie: zie C. 

Te stompe hoek van 

de zijkant (snijhoek B). 

Remedie: zie D.

Zaakettingen 



10 11 12 

Te lage dieptestellers. 

Remedie: zie E. 

Te hoge dieptestellers 

Remedie: zie F. 

Vierkante dieptestellers. 

Remedie: zie G. 

REMEDIES: 

A. Vijl de beitel zover terug tot de beschadiging geheel verdwenen is, 

houd alle beitels evenlang (fig. 1, 2 en 3). Vervang eventueel de 

beitel wanneer er maar één exemplaar beschadigd is. 

B. Vijl de beitels opnieuw en houd de voorgeschreven vijlhoeken 

aan. Overtuig u ervan, dat de vijlhouder voorzien is van de juiste 

hoekindicatie. (fig. 4 en 5). 

C. De vijl is tijdens het vijlen te laag gehouden of er is een vijl met te 

kleine diameter gebruikt. Vijl de ketting opnieuw met de juiste vijl 

en op de juiste wijze. Gebruik de voorgeschreven vijlhouder. (fig. 

6 en 8). 

D. De vijl is tijdens het vijlen te hoog gehouden of er is een vijl met te 

grote diameter gebruik. Vijl de ketting opnieuw met de juiste vijl en 

op de juiste wijze. Gebruik de voorgeschreven vijlhouder. (fig. 7 

en 9). 

E. In de meeste gevallen zal de beitel niet zover terug gevijld kunnen 

worden om de correcte dieptestelling te verkrijgen. De ketting moet 

worden vervangen. (fig. 10).) 

F. Vijl de dieptestellers zover terug tot de juiste dieptestelling is 

verkregen. (fig. 11). 

G. Vijl de voorzijde van de dieptestellers naar hun oorspronkelijke 

vorm. (fig. 12). 

NB: Wanneer bovenstaande correcties moeten worden uitgevoerd zie 

pagina’s 18 t/m 19 voor de juiste vijltechniek. 

49. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

50. 

Zaagkettingen 



PROBLEEM 

Beiteltanden en verbindingsschakels vertonen uitzonderlijke 

slijtage of breken. 

13 14 15 

Extreme slijtage aan de hiel van 

de beiteltand en tegenoverliggende 

verbindings-schakel. 

Remedie: zie H. 

16 

Scheurvorming onder de 

achterste klinknagelgaten in de 

beiteltand en tegenover lig gende 

verbindingsschakel. 

Remedie: zie H. 

Zool van beiteltanden en verbindingsschakels schuin afgesleten. 

Remedie: zie J. 

Verbindingsschakel tussen de 

beiteltanden in het midden 

gebroken. 

Remedie: zie I. 

REMEDIES: 

H. Vervang versleten of gescheurde kettingdeeltjes. 

LET OP ! Een of meer van de volgende aanwijzingen kunnen u 

helpen dergelijke schades te voorkomen. (1) Vijl de beiteltanden 

opnieuw in de juiste hoek (2) Zorg voor voldoende smering. (3) 

Breng de dieptestelling op de voorgeschreven maat, te ver afgevijlde 

dieptes tellers kunnen vervanging van de ketting noodzakelijk maken. 

(zie remedie E) (4) Tracht niet met een botte ketting verder te zagen 

doormeer kracht uit te oefenen. (5) Tracht geen bevroren hout te 

zagen door extra kracht op de zaag uit te oefenen. (6) Zorg voor een 

scherpe ketting. (7) Zorg voor de juiste kettingspanning. (zie fig. 13 

en 14). 

I. ATTENTIE: Een dergelijke kettingbreuk wordt veelal veroorzaakt door 

het onjuist klinken van een nieuwe verbindingsschakels. De breuk zal 

meestal eerst in de voorgeklonken schakel optreden en vervolgens in 

de niet voor geklonken verbindingsschakel, zie n° 7, pagina 21 voor het 

juist klinken. 

J. Vlak de geleidebladranden zodanig, dat de beide rails vlak en 

evenhoog zijn. Bij ernstige of onregelmatige slijtage aan de zool 

van de ketting is vervanging noodzakelijk. (fig. 16).

Zaakettingen 



PROBLEEM 

Extreme slijtage of breuk van aandrijfschakels. 

17 18 19 

Afgevlakte punt. 

Remedie: Zie K. 

20 21 22 

Uitgeslagen voor- en achterzijde. 

Remedie: Zie M. 

23 

REMEDIES: 

Uitgeholde punt. 

Remedy: Zie K. 

Gebogen punt. . 

Remedie: Zie N. 

Afgesleten zijkanten 

spits uitlopend naar 

de punt. 

Remedie: Zie P. 

Uitgeslagen en gebroken 

punt. Remedie: Zie L. 

Beschadiging aan de voorzijde: 

Remedie: Zie O. 

K. Controleer het geleideblad (de bladgroef in het blad of bij de neus 

zijn te ondiep door slijtage van de rails) en het aandrijftandwiel 

of de aandrijfring (door extreme slijtage van het tandwiel wordt 

de aandrijfschakel beschadigd). Vervang blad en/of tandwiel. 

Vijl de onderkant van de aandrijfschakel, indien mogelijk zoals 

weergegeven op pagina 45. Te sterk versleten kettingen moeten 

worden vervangen. (fig. 17 en 18). 

L. Zorg voor de juiste kettingspanning om te voorkomen, dat de 

ketting uit het tandwiel “klimt" en eroverheen schiet. Vervang de 

bescha digde aandrijfschakels of de gehele ketting. (fig. 19). 

51. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

REMEDIES: (./..) 

52. 

Zaagkettingen 



M. De steek van het tandwiel is door slijtage verlopen, vervang het 

tandwiel en de ketting. Tracht geen nieuwe ketting op een versleten 

tandwiel te gebruiken of andersom. (fig. 20). 

N. Tandwiel is zodanig versleten, dat de aandrijfschakelpunten de 

bodem van de tandkuil raken. Vervang het tandwiel en vijl indien 

mogelijk de aandrijfschakels zoals hieronder is weergegeven. Bij te 

sterke beschadiging de ketting vervangen. (fig. 21). 

O. Verwijder de bramen van de zijkant van de aandrijfschakels met 

een platte vijl en vijl vervolgens de aandrijfschakels weer in de juiste 

vorm zoals hieronder is weergegeven. Gebruik een dunne platte vijl 

om de ingang van het blad te herstellen. (fig. 22). 

P. De bladgroef is te wijd geworden of de rails zijn ongelijk van 

hoogte waardoor de ketting naar een kant gaat overhellen. Vervang 

of herstelhet geleideblad. Vervang de ketting wanneer deze ernstige 

slijtage vertoont. (fig. 23). 

ATTENTIE: Controleer de onderzijde van de verbindingsschakels 

(zie fig. 16 pagina 50) en de rails van het geleideblad (zie fig. 33 

pagina 62). 

VIJLEN VAN DE AANDRIJFSCHAKELS 

De punten van de aandrijfschakels dienen onder andere om de bladgroef 

schoon te houden. Vijl de beschadigde punten met een ronde vijl terug 

naar hun originele vorm.

Zaakettingen 



PROBLEEM 

Vastzittende klinknagelverbindingen 

Vastzittende scharnierpunten worden veroorzaakt door een te lage 

ketting spanning of een versleten aandrijftandwiel. Controleer uw ketting 

zorgvuldig op de volgende punten. 

24 

Ingeslagen aan de zool van beiteltanden en verbindingsschakels. 

Remedie: Zie Q. 

25 

Ingeslagen aan voorzijden van beiteltanden en verbindingsschakels. 

Remedie: Zie Q. 

26 

Ingeslagen in de tandwieluitsparing van beiteltanden en verbindingsschakel. 

Remedie: Zie R. 

REMEDIES: 

Q. Kettingen met vastzittende verbindingsschakels kunnen niet 

worden gerepareerd. Vervang de ketting en zorg voor de juiste 

ketting spanning. Vervang het ringwiel wanneer deze versleten is. 

(fig. 24 en 25). 

R. Vervang het aandrijftandwiel en de ketting. Zorg voor de juiste 

kettingspanning en gebruik nooit een ketting op een versleten 

tandwiel. (fig. 26). 

53. 

Zaagkettingen

Zaagkettingen 

54. 

Zaagkettingen 



27 

28 

PROBLEEM 

Ketting zaagt niet recht 

Beschadigde beiteltanden aan een zijde. Remedie: Zie S. 

Ongelijkmatig geslepen ketting. Remedie: Zie S. 

REMEDIE: 

S. Vijl de beitels zover terug, dat beschadiging of hoekafwijking 

geheel is verdwenen. Houd beitellengte, vijlhoek en dieptestelling 

voor alle tanden gelijk. (fig. 27 en 28).

Geleidbladen 

BENAMING OREGON ® GELEIDEBLADEN 

INGANG GELEIDEBLAD 

BLADGROEF 

RAILS OF BLADRANDEN 

MOTOR 

MOUNT 

TAIL GELEIDEBLADLICHAAM 

BAR-CHAIN 

OIL HOLE 

NEUSSTUKBEVESTIGING 

VERWISSELBAAR 

NEUSSTUK 

NEUSWIELSMEER- 

OPENING 

NEUSWIEL 

KLINKNAGELS 

HARDTOP 

(ZONDER 

NEUSWIEL) 

OREGON ® GELEIDEBLAD ONDERHOUDSMIDDELEN 

SLEUTEL 

PLATTE VETPOMP 

VETPOMP BLADGROEF - REINIGER 

55. 

Geleidbladen

Geleidbladen 

56. 

Geleidbladen 

ONDERHOUD OREGON ® GELEIDEBLADEN 

ATTENTIE: 

DE ONDERSTAANDE INFORMATIE IS VAN GROOT BELANG VOOR 

EEN IEDER DIE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN UITVOERT AAN 

GELEIDEBLADEN. 

WAARSCHUWING 

Schakel alvorens enig onderhoud aan het geleideblad uit te voeren de zaagmachine geheel 

uit (bij electrische machines kabel losnemen).Het niet opvolgen van deze instructie kan ernstig 

persoonlijk letsel tot gevolg hebben. 

Voor de juiste montage van het geleideblad wordt verwezen naar de bij 

de machine behorende instructies. 

LET OP: • Gebruik uw geleideblad nooit als koevoet of hefboom 

• Een geleideblad heeft tijdens het gebruik altijd voldoende 

smering nodig 

1. ▲■ 

BASIS ONDERHOUD VAN GELEIDEBLADEN 

▲ Voor iedere ingebruikname ● Dagelijks 

■ Regelmatig (ieder uur of bij ◆ Wekelijks 

navullen van brandstof) 

2. ▲● 3. ▲■ 

4.● Reinig de smeeropeningen 

5.● Draai het neuswiel tijdens het 

smeren tot het gehele neuswiel is 

gesmeerd.

Geleidbladen 

ONDERHOUD OREGON ® GELEIDEBLADEN 

6. ● 7. ● 

8. ◆ 9. ◆ 

10. ◆ Houd een stalen liniaal langs het blad en de gemonteerde ketting 

zoals in de figuur staat weergegeven. Bij een goed geleideblad blijft er 

ruimte tussen de liniaal en het blad. Bij een versleten blad zal de ketting 

zover kantelen, dat de liniaal geheel tegen het blad ligt. Vervang het 

blad wanneer de groef zover ingesleten is. 

STRAIGHT EDGE 

RUIMTE CLEARANCE 

GOED GOOD 

BAR RAILS 

GEEN NO CLEARANCE RUIMTE 

VERSLETEN 

WORN 

BAR RAILS 

11. ◆ Controleer bij geleidebladen met neuswiel of de zool van de 

beiteltanden en de verbindingsschakels nog vrij van de rails lopen. 

Vervang het blad of neuswiel voordat de schakels de rails raken. 

STRAIGHT EDGE 

90ϒ 

CHAIN Ketting LEANS helt over 

1/32"( 0,8 mm ) 

Smeergat 

57. 

Geleidbladen

Geleidbladen 

58. 

Geleidbladen 

HET VERVANGEN VAN HET OREGON ® POWER 

MATCH ® NEUSSTUK 

ATTENTIE: Zorg voor een Power Match ® neusstuk met de juiste steek. 

Veiligheidsneusstukken kunnen op alle Power Match ® geleidebladen 

worden gebruikt zonder het aantal kettingschakels te wijzigen. 

1. Let op het merkteren “X" op een zijde van het Power Match neusstuk. 

Alleen vanaf deze zijde mag geklonken worden. Wanneer vanaf de 

verkeerde zijde geklonken wordt, kunnen blad en neusstuk onherstelbaar 

worden beschadigd. Gebruik de Power Match drevel (ond. n° 35518) 

om de oude nagel uit te drijven. 

“X" zijde boven 

2. Verwijder de oude neus en reinig de pasranden zorgvuldig 

3. Schuif het nieuwe neusstuk in het blad en steek de klinknagel (ond. 

n° 34726) vanaf de niet gemerkte zijde in het gat, slechts dan zal de 

nagel goed aansluiten. 



NOTE: Wanneer de klinknagel vanaf de verheerde zijde in het gat 

wordt gestoken kan geen goede verbinding worden verkregen.

Geleidbladen 

POWER MATCH ® NEUSSTUKKEN (./..) 

4. Klink de klinknagel met de vlakke kant van een hamer, steun het 

blad, de neus en de klinknagel hierbij op een vlakke stevige stalen 

ondergrond. Sla nooit op het blad doch alleen op de nagel en sla 

alleen vanaf de met een “X" gemerkte zijde van het blad. Probeer ter 

controle van de verbinding of beide delen ten opzichte van elkaar 

niet kunnen bewegen. Neusstuk en blad dienen als één geheel aan te 

voelen. Wanneer nog speling voelbaar is, dient de nagelkop nog enkele 

slagen nageklonken te worden. 


5. Vijl de rails van het neusstuk en het blad zodat er een gelijkmatige 

overgang ontstaat. 

6. Smeer het neuswiel. Reinig vooraf de smeeropening en pomp 

vervolgens zoveel vet in de opening totdat het zichtbaar wordt rond 

het tandwiel. 

59. 

Geleidbladen

Geleidbladen 

60. 

Geleidbladen 

HET VERVANGEN VAN HET OREGON PRO-LITE ® 

NEUSWIEL 

ATTENTIE: Zorg voor een neuswiel met de juiste steek 

➊ Boor de nagelkoppen van de klinknagels. 

➋ Verwijder het resterende deel van de nagel 

met een passende drevel. Gebruik een slanke 

drevel om beschadiging van de gaten te 

voorkomen. 

➌ Open het blad voorzichtig met een schroevendraaier 

en verwijder het oude neuswiel; 

verbuig het blad niet. Reinig het blad 

zorvuldig alvorens het nieuwe neuswiel te 

plaatsen. 

➍ Verwijder de clips van de verpakking, maar 

laat het neuswiel nog in de verpakking. Houd 

de verpakking tegen de bladneus en schuif het 

neuswiel compleet tussen beide neushelften.

Geleidbladen 

PRO-LITE ® NEUSWIELEN 

➎ Breng het neuswiel in de juiste positie zodat 

de gaten overeen komen met die in het 

blad. Steek de klinknagels van een zijde 

door de gaten. Bij gebruikte bladen kan het 

voorkomen, dat de bladhelften iets uit elkaar 

staan. Klem de helften eventueel voorzichtig 

op elkaar. 

➏ Steun het blad met de nagels op een 

vlakke stalen ondergrond en klink de nagels 

met de vlakke kant van een hamer. Sla 

alleen op de nagel, slaan op het blad kan 

hieraan onherstelbare schade toebrengen. 

De klinknagels moeten na het klinken goed 

aanliggen en vast zitten terwijl het neuswiel 

nog vrij moet draaien. 

➐ Reinig vooraf de smeeropening en smeer het nieuwe neuswiel. 

Pomp vervolgens zoveel vet in de opening totdat het rond het 

neuswiel zichtbaar wordt. 

61. 

Geleidbladen

Geleidbladen 

Rail is aan een kant dun of laag 

afgesleten. 

Remedie: Zie U. 

62. 

Geleidbladen 

OPSPOREN EN VERHELPEN VAN PROBLEMEN 

MET HET GELEIDEBLAD 

De meeste problemen bij geleidebladen doen zich voor aan de rails 

en worden veroorzaakt door vier dingen; gebrek aan smering, onjuiste 

kettingspanning en ongelukken of onjuist gebruik waardoor de rails 

worden dichtgeknepen of de ketting zijdelings wordt weggedrukt tegen 

de rails. 

PROBLEMEN 

Met railslijtage 

31 32 

Rails zijn te laag afgesleten, de 

groef is te ondiep geworden. 

Remedie: Zie T. 

33 34 

35 36 

De rails zijn bij de neus gescheurd 

ter hoogte van de bodem van de 

groef. 

Remedie: Zie V. 

Braamvorming op de randen van 

de rails. 

Remedie: Zie T. 

De rails zijn bij de neus uitgebroken 

of vertonen scheurtjes (alleen 

bij Hardtopbladen). 

Remedie: Zie V. 

De rails zijn plaatselijk blauw 

verkleurd. 

Remedie: Zie W.

37 

Geleidbladen 

GUIDE-BAR TROUBLESHOOTING 

Ingeslagen rails of extreme slijtage vlak achter de hardtopneus in de 

aansluiting van het neusstuk of ter hoogte van het neuswiel. 

Remedie: Zie X. 

38 

Rails bij het neuswiel zijn gespleten, verlies van lagerrollen 

Remedie: Zie Y. 

39 

Gebroken neuswiel. 

Remedie: Zie Y. 

PROBLEMEN 

Bij de neus van het geleideblad 

63. 

Geleidbladen

Geleidbladen 

64. 

Geleidbladen 

PROBLEMEN MET GELEIDEBLADEN OPSPOREN 

REMEDIES: (T-Y) 

T. Ondiepe groeven en bramen aan de randen van de rails vallen 

onder normale slijtage. Gebruik een platte vijl om de rails te 

vlakken en bramen te verwijderen, verwijder bramen direct. 

Bramen die niet tijdig worden verwijderd zullen afbreken en de 

rails verder beschadigen. Vervang het blad bij te ondiepe groef of 

uitgebroken randen. 

U. Een dunne of lage rail kent een of twee oorzaken: (1). Scheef 

zagende ketting.(2). Scheef hangende ketting in een versleten 

bladgroef (zie fig. 23 pagina 44). Vervang het blad, vervang 

tevens de ketting wanneer deze ook in een nieuw blad overhelt. 

(fig. 33). 

V. Ongelukken of ondeskundig gebruik waardoor de ketting zijdelings 

wordt weggedrukt of een plaatselijk extreme kracht op de zijkant 

van de neus, kunnen breuk of scheuren in de rails van Hardtop 

bladen veroorzaken. (fig. 34 en 35). 

W. Dicht geknepen rails, gebrekkige smering, ongelukken of 

ondeskundig gebruik waardoor de schakels zijdelings worden 

weggedrukt kunnen overmatige wrijving tussen ketting en blad 

veroorzaken waardoor een blauwe verkleuring optreedt. Blauwe 

plekken zijn zachter en zullen daardoor versneld slijten. Vervang 

het blad. (fig. 36). 

X. Dergelijke slijtage of uitbreken van de rails nabij de neus valt vaak 

samen met veelvuldig afzagen van takken, doch kan eveneens 

het gevolg zijn van een te lage kettingspanning. Draai het blad 

regelmatig om een gelijkmatige slijtage te krijgen. Bij bladen met 

een vervangbaar neusstuk kan bij geringe slijtage het neusstuk 

worden vervangen. Vijl de overgang van blad naar neus gelijk. 

(zie pagina 53 en 54). Bij extreme slijtage blad vervangen. (fig. 37). 

Y. Veelvuldig steken, te lage kettingspanning, ongelukken en 

ondeskundig gebruik waardoor de neus gebogen wordt of de 

ketting zijdelings wordt weggedrukt tegen de rails van de neus 

veroorzaken een dergelijke schade. Vervang de neus of het blad. 

(fig. 38 en 39).

Aandrijfring 

Aandrijftandwielen 

BENAMING VAN AANDRIJFWIELEN 

AANDRIJFTANDWIEL 

MET RING 

Koppelingstrommel 

Splinenaaf 

Naafboring 

VETPOMP 

Koppelingsmantel 

Naafboring 

Koppelingstrommel 

Koppelingsmantel 

MONTAGE VAN AANDRIJFWIELEN 

OREGON ® aandrijfwielen zijn er zowel voor kettingzagen met naar 

binnen als naar buiten gemonteerde trommels. Volg de instructies in 

de bij de zaagmachine behorende handleiding voor de juiste montage 

van het aandrijftandwiel. Onderstaande afbeeldingen zijn slechts een 

algemene weergave van koppelingsmontage. Gebruik deze niet als 

montage-instructie. 

NAAR BINNEN 

GEMONTEERDE KOPPELING 

VAST AANDRIJFTANDWIEL 

OREGON ® AANDRIJFWIEL ONDERHOUDSMIDDELEN 

NAAR BUITEN 

GEMONTEERDE KOPPELING 


65. 65.


66. 


ONDERHOUD VAN AANDRIJFTANDWIELEN 

ATTENTIE: 

BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DEALERS, GEBRUIKERS EN ANDEREN 

DIE ONDERHOUD AAN ZAAGKETTING UITVOEREN. 

WAARSCHUWWING 

Schakel de zaagmachine volledig uit alvorens enig onderhoud aan het aandrijftandwiel 

uit te voeren. Onzorgvuldigheid hierbij kan ernstig letsel tot gevolg hebben. 

Uw aandrijftandwiel is de derde belangrijke component van de 

zaaguitrusting en behoeft regelmatig aandacht en onderhoud, evenals 

geleideblad en ketting. Een versleten aandrijftandwiel zal specifieke 

slijtage aan kettingen veroorzaken waardoor eveneens het geleideblad 

kan beschadigen, alle drie de componenten zullen hierdoor sneller 

vervangen moeten worden. Defecte of versleten aandrijftandwielen kunnen 

niet worden gerepareerd, alleen controle en/of vervanging is mogelijk. 

Onderstaand een aantal punten die de aandacht verdienen. 

BASIS ONDERHOUD 

▲ Voor iedere ingebruikname ● Dagelijks. 

■ Regelmatig (ieder uur of bij ◆ Wekelijks. 

navullen van brandstof) 

1. ▲● 2. ▲● 

3. ▲● 4. ▲■


BASISONDERHOUD 

5. ▲■ Het is bijzonder belangrijk om met de juiste kettingspanning te 

zagen. Vooral tijdens het vellen zal bij een te lage spanning de ketting 

niet meer in lijn met de bladgroef liggen. Te lage ketting spanning is een 

van de hoofd oorzaken van aandrijftandwielproblemen. 

NB: Wanneer uw zaagmachine van een kettinggrem is voorzien, dient 

de werking hiervan volgens de aanwijzingen in de handleiding van de 

machine te worden gecontroleerd. Overtuig u ervan, dat de remband 

rond de koppelingstrommel niet te strak gespannen is waardoor de 

trommel oververhit kan raken. 

6. ● Verwijder alle vuil van de splines zodat de aandrijfring vrij kan 

schuiven. 

7. ◆ Gebruik nooit gebruikte kettingen op een nieuw tandwiel of 

andersom. Gebruik twee nieuwe kettingen om en om op hetzelfde 

tandwiel zodat deze gelijkmatig slijten.Vervang het tandwiel na twee 

kettingen of zoveel eerder als nodig is. 

8. ◆ Gebruik schoon lithiumvet voor de smering van het naaldlager, 

smeer iedere keer dat het tandwiel wordt verwijderd. 


67. 67.


68. 


PROBLEMEN MET HET AANDRIJFTANDWIEL 

De meeste problemen met aandrijftandwielen komen voort uit een te lage 

kettingspanning of het niet tijdig vervangen van een defect of versleten 

aandrijftandwiel.Tracht nooit te besparen op de relatief goedkope 

aandrijftandwielen, de kosten van een vernielde ketting of blad liggen 

vele malen hoger. Let op onderstaande criteria bij de beoordeling van 

het aandrijftandwiel en de koppelingstrommel. 

40 41 

Duidelijke slijtsporen op aandrijfring 

en aandrijftandwiel 

Remedie: Zie Z. 

42 43 

Scheurtjes of breuk in de koppelingstrommel. 

Remedie: Zie BB. 

44 

Uitzonderlijke slijtage aan de binnenzijde 

van de koppelingstrommel. 

Remedie: Zie DD. 

PROBLEEM 

Aandrijftandwiel versleten 

Slijtage aan splinevertanding van 

aandrijfring en/of naaf. 

Remedie: Zie AA. 

Duidelijke slijtage en verkleuring 

rond de buitenzijde van de koppelingstrommel. 

Remedie: Zie CC.


PROBLEMEN MET HET AANDRIJFTANDWIEL 

REMEDIES: (Z-DD) 

Z. Een dergelijke slijtage is normaal. Vervang de aandrijfring of het 

aandrijftandwiel wanneer de slijtsporen 0.4 mm diep zijn.nooit een 

ketting op een versleten tandwiel, daar hierdoor tijdens het gebruik 

breuk van de ketting kan optreden. 

AA. Deze slijtage ontstaat wanneer de aandrijfschakels de naaf raken. 

Vervang de koppelingstrommel en de aandrijfring (fig. 41) en 

controleer c.q. vervang de ketting. 

BB. Tracht nooit gescheurde of gebroken koppelingstrommels te 

repareren. Defecte of versleten trommels dienen altijd te worden 

vervangen. (fig. 42). 

CC. Vervang de koppelingstrommel. Laat de kettingrem afstellen door 

uw dealer. (fig. 43). 

DD. Vervang de koppelingstrommel en laat uw dealer de koppeling 

controleren. (fig. 44). 


69. 69.

Belangrijke informatie 

70. 


DE WERKING VAN EEN BEITELTAND 

Wanneer u de werking van de beiteltand goed begrijpt, zult u inzien 

waarom een zorgvuldig onderhoud zo belangrijk is. 

➊ De dieptesteller reikt tot de bodem 

van de zaagsnede en bepaalt hoe ver 

de beitel in het hout kan dringen en 

hiermee de spaandikte. 

➋ De beitelpunt en de zijkant van de 

beitel snijden de vezels dwars door en 

doen het zwaarste werk. 

➌ De snijkant van het dak beitelt de 

losgesneden vezels los en voert ze uit 

de zaagsnede. 

HET BESTELLEN VAN NIEUWE KETTING 

Om snel de juiste ketting bij uw OREGON ® dealer te kunnen bestellen is 

het noodzakelijk de volgende gegevens te verstrekken: 

➊ Merk en type 

zaagmachine 

➋ Effectieve zaaglengte 

SAW MAN 1100-A 

ATTENTIE: De effectieve zaaglengte is geringer dan de totale lengte. Bij 

gemonteerde geleideblad wordt de effectieve zaaglengte gemeten vanaf 

de boomaanslag tot de top van het blad. 

➌ Kettingtypenummer en aantal aandrijfschakels. 

B.v.: 

Oregon ® ketting 72LGX-68E 

TYPE 

NUMMER 

Cutting length (called length) 

Overall length 

AANTAL 

AANDRIJFSCHAKELS


HET ZAGEN BIJ VORST 

Het zagen van bevroren hout zal versnelde slijtage 

en mogelijk kettingbrenk rond de klinknagelgaten 

van de beiteltanden veroorzaken.Volg onderstaande 

richtijnen op om bovenstaande gelvolgen tot een 

minimum te beperken. 

OLIE 

Verdun de kettingolie met 25% dieselolie. Gebruik 2 maal zoveel 

olie als normaal en overtuig u ervan, dat de ketting voldoende wordt 

gesmeerd.(Biologische olie NIET verdunnen!) 

KETTINGSPANNING 

Houd de ketting op de juiste spanning? Controleer vaak en stel 

zonodig bij. 

BEITELS 

Houd de beitels scherp, controleer vaak en vijl zonodig bij. Forceer 

nooit een stompe ketting. 

DIEPTESTELLERS 

Controleer de dieptestellers na iedere slijpbeurt en vijl zonodig bij. 

GELEIDEBLAD 

Houd de bladgroef schoon en de smeeropening open.Draai 

symetrische bladen regelmatig voor een gelijkmatige slijtage (draai 

nooit een Guard Tip blad). 

ANDRIJFTANDWIEL 

Vervang het tandwiel na drie kettingen of zoveel eerder dan nodig is. 

71. 


71.


72. 


ENIGE ADVIEZEN 

1. Standaard zaagkettingen zijn gemaakt voor het zagen van hout. 

Gebruik ze dan ook niet voor het zagen van andere materialen 

dan hout, doch informeer bij uw dealer naar speciale kettingen. 

Vermijd contact met steen, zand en vuil. Vuil kan een extreme 

slijtage veroorzaken en zal de vitale chroomlaag van de ketting 

aantasten. 

2. Tracht nooit met een stompe ketting te zagen door te forceren. 

Een scherpe ketting zal zichzelf automatisch in het hout trekken en 

behoeft slechts een zeer lichte druk om goed te zagen. De scherpte 

van een ketting is eveneens af te lezen aan het geproduceerde 

zaagsel, botte kettingen veroorzaken stof, scherpe kettingen 

veroorzaken spaanders.

Notas 

NOTAS 

73. 

Notas 

73.

BLOUNT EUROPE SA/NV 

Rue Emile Francqui, 5 

B-1435 Mont-Saint-Guibert, Belgium 

+ 32 10 30 11 11 + 32 10 30 11 99 

Advanced Cutting Technology 

BLOUNT EUROPE SA/NV - ALL RIGHTS RESERVED - 2009 - NL - 2865/09

MM NL - OREGON

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?