15.09.2013 Views

Bahaeddin Budak en Ina ter Avest, De islamitische school ... - ISBO

Bahaeddin Budak en Ina ter Avest, De islamitische school ... - ISBO

Bahaeddin Budak en Ina ter Avest, De islamitische school ... - ISBO

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

‘<strong>De</strong> Islamitische <strong>school</strong> maakt mij s<strong>ter</strong>k’<br />

Id<strong>en</strong>titeitsontwikkeling <strong>en</strong> Integratie;<br />

Verslag van e<strong>en</strong> kwalitatief onderzoek onder zev<strong>en</strong> oud-leerling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

Islamitische basis<strong>school</strong> in Nederland<br />

1<br />

<strong>Bahaeddin</strong> <strong>Budak</strong> <strong>en</strong> <strong>Ina</strong> <strong>ter</strong> <strong>Avest</strong><br />

Hoge<strong>school</strong> Inholland, Amstelve<strong>en</strong>, Nederland.<br />

24-10-2012


Inhoudsopgave<br />

Inleiding ................................................................................................................................................................................. 3<br />

1. Ontstaansgeschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> actualiteit van Islamitisch onderwijs in Nederland .................................. 4<br />

2. Theoretisch kader ......................................................................................................................................................... 6<br />

3. Opzet <strong>en</strong> werkwijze ...................................................................................................................................................... 7<br />

4. Resultaat van de analyse van zev<strong>en</strong> ‘portrett<strong>en</strong>’. ............................................................................................. 9<br />

5. Conclusies <strong>en</strong> Aanbeveling<strong>en</strong> ................................................................................................................................ 11<br />

Bibliography ....................................................................................................................................................................... 12<br />

2


Inleiding<br />

Islam is in het debat in Europa niet meer weg te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>; iedere<strong>en</strong> heeft er wel e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing<br />

over (Vanderwaer<strong>en</strong>, Els; Timmerman, Christiane, 2008, p. 7)Islamitische schol<strong>en</strong> in<br />

Nederland zijn e<strong>en</strong> onderdeel van dit debat <strong>en</strong> zijn dan ook regelmatig in beeld. Artikel 23 van<br />

de Nederlandse grondwet biedt de mogelijkheid tot het opricht<strong>en</strong> <strong>en</strong> inricht<strong>en</strong> van onderwijs<br />

voor hun kinder<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komstig de eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>svisie. Dat gaf Islamitische ouders de ruimte<br />

tot het sticht<strong>en</strong> van schol<strong>en</strong> op Islamitische grondslag. Daarmee is in de laatste dec<strong>en</strong>nia van<br />

de vorige eeuw e<strong>en</strong> vierde ‘zuil’ ontstaan in het verzuilde Nederlandse onderwijssysteem..<br />

Naast op<strong>en</strong>bare, protestant-christelijke <strong>en</strong> rooms-katholieke schol<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> in Nederland<br />

ook <strong>islamitische</strong> schol<strong>en</strong>. Islamitisch onderwijs is in die ontwikkeling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> typisch<br />

Nederlands f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> eerste twee <strong>islamitische</strong> basisschol<strong>en</strong> zijn in het <strong>school</strong>jaar 1988 van start gegaan<br />

(Inspectie van het onderwijs, 1999, pp. 5, 13). Vanaf 1990 groeide het aantal al snel tot<br />

derti<strong>en</strong> schol<strong>en</strong> in 1992 (Landman, 1992, p. 260). In 2012 zijn er 43 basisschol<strong>en</strong> op<br />

Islamitische grondslag <strong>en</strong> 1 <strong>school</strong> voor Voortgezet Onderwijs (<strong>ISBO</strong>, 2011).<br />

Geme<strong>en</strong>tes hebb<strong>en</strong> zich in het algeme<strong>en</strong> bij de start van deze schol<strong>en</strong> niet erg meewerk<strong>en</strong>d<br />

opgesteld. Belangrijkste red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de teg<strong>en</strong>werking bij de oprichting van deze schol<strong>en</strong><br />

was het argum<strong>en</strong>t dat het isolem<strong>en</strong>t in de hand zou werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus niet goed zou zijn voor de<br />

integratie van moslims in Nederland. Daarnaast plaatste m<strong>en</strong> grote vraagtek<strong>en</strong>s bij de<br />

kwaliteit van het Islamitisch basisonderwijs (Landman, 1992, pp. 262-263) zie ook (Shadid &<br />

van Koningsveld, 1992, pp. 157-170). Er blijk<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong> te bestaan over<br />

islamitisch onderwijs onder verschill<strong>en</strong>de stake holders. Er lijkt sprake van e<strong>en</strong> kloof tuss<strong>en</strong><br />

outsiders <strong>en</strong> insiders. In dit artikel lat<strong>en</strong> wij insiders aan het woord, namelijk oud-leerling<strong>en</strong><br />

zelf die op e<strong>en</strong> <strong>islamitische</strong> basis<strong>school</strong> hebb<strong>en</strong> gezet<strong>en</strong>.<br />

In deze bijdrage will<strong>en</strong> wij nader ingaan op ‘de kloof’, in het bijzonder het verme<strong>en</strong>de gebrek<br />

aan integratie van leerling<strong>en</strong> van Islamitische schol<strong>en</strong>. Daarvoor gev<strong>en</strong> wij hierna allereerst<br />

in paragraaf 1 e<strong>en</strong> beeld van de ontstaansgeschied<strong>en</strong>is van Islamitisch onderwijs in Nederland<br />

<strong>en</strong> van actuele ontwikkeling<strong>en</strong>. <strong>De</strong> tweede paragraaf is gewijd aan het theoretisch kader<br />

waarbinn<strong>en</strong> ons onderzoek gesitueerd is. In paragraaf 3 formuler<strong>en</strong> wij onze onderzoeksvraag<br />

<strong>en</strong> schets<strong>en</strong> wij het onderzoeksontwerp. Bij wijze van voorbeeld gev<strong>en</strong> wij in paragraaf 4 één<br />

‘portret’ zoals wij dat van alle deelnemers van het onderzoek hebb<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. <strong>De</strong> analyse<br />

van alle zev<strong>en</strong> ‘portrett<strong>en</strong>’ pres<strong>en</strong><strong>ter</strong><strong>en</strong> wij daarna in diezelfde paragraaf. Onze conclusies <strong>en</strong><br />

aanbeveling<strong>en</strong> pres<strong>en</strong><strong>ter</strong><strong>en</strong> wij tot slot paragraaf 5.<br />

3


1. Ontstaansgeschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> actualiteit van Islamitisch onderwijs in<br />

Nederland<br />

<strong>De</strong> komst van Islamitische ‘gastarbeiders’ in Nederland, <strong>en</strong> met name de komst van vrouw<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> gezorgd voor de uitbreiding van het verzuilde Nederlandse<br />

onderwijssysteem met e<strong>en</strong> nieuwe ‘zuil’: de Islamitische zuil (Ter <strong>Avest</strong>&Miedema 2007). Al<br />

vrij snel na de oprichting van de eerste <strong>islamitische</strong> schol<strong>en</strong>, krijgt deze nieuwe ‘zuil’ in de<br />

media <strong>en</strong> in populaire- <strong>en</strong> vakli<strong>ter</strong>atuur veel aandacht. Op dit mom<strong>en</strong>t volgt 70 % van de<br />

leerling<strong>en</strong> in Nederland onderwijs op e<strong>en</strong> <strong>school</strong> behor<strong>en</strong>d tot één van de vier zuil<strong>en</strong>.<br />

Ongeveer 30 proc<strong>en</strong>t van de leerling<strong>en</strong> gaat naar e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bare <strong>school</strong>, 34 proc<strong>en</strong>t naar e<strong>en</strong><br />

rooms-katholieke, 28 proc<strong>en</strong>t naar e<strong>en</strong> protestantschristelijke <strong>en</strong> 8 proc<strong>en</strong>t naar e<strong>en</strong> zogehet<strong>en</strong><br />

‘algeme<strong>en</strong> bijzondere <strong>school</strong>’ – schol<strong>en</strong> waarbij e<strong>en</strong> specifieke pedagogisch stroming de<br />

id<strong>en</strong>titeit van de schol bepaalt.. Van die 8 proc<strong>en</strong>t gaat 1 proc<strong>en</strong>t naar e<strong>en</strong> Islamitische <strong>school</strong><br />

(C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek, 2009, p. 16). Zie figuur 1.<br />

verdeling over 'verzuild' onderwijs in<br />

Nederland<br />

Andere bijzondere<br />

schol<strong>en</strong>; 8%<br />

Protestant; 28%<br />

Figuur 1: verdeling in perc<strong>en</strong>tages leerling<strong>en</strong> over ‘verzuild’ onderwijs in Nederland<br />

Het door de overheid gefinancierde onderwijs in Nederlandse is zeer divers. <strong>De</strong> overheid<br />

houdt wel toezicht maar is zelf niet eig<strong>en</strong>aar van e<strong>en</strong> onderwijsinstelling. Doordat ouders<br />

kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> bepaalt soort <strong>school</strong> kunn<strong>en</strong> we zegg<strong>en</strong> dat de werkelijke eig<strong>en</strong>aar<br />

van de <strong>school</strong> de ouders zelf zijn.<br />

Alle onderwijsinstelling<strong>en</strong> in Nederland word<strong>en</strong> beheerd door bestur<strong>en</strong> die georganiseerd zijn<br />

rondom stichting<strong>en</strong> of ver<strong>en</strong>ging<strong>en</strong> met al dan niet e<strong>en</strong> religieuze ach<strong>ter</strong>grond. <strong>De</strong> overheid<br />

stelt ge<strong>en</strong> personeel aan <strong>en</strong> ontwikkelt ook ge<strong>en</strong> lesma<strong>ter</strong>iaal – wel kerndoel<strong>en</strong> (SLO 1993,<br />

1998, 2006; Grev<strong>en</strong> <strong>en</strong> Letschert 2006). <strong>De</strong> inspectie van het onderwijs geeft algem<strong>en</strong>e<br />

richtlijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> houdt toezicht, waarbij de volg<strong>en</strong>de richtlijn<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>; vrijheid van<br />

m<strong>en</strong>ingsuiting, gelijkwaardigheid, begrip voor ander<strong>en</strong>, verdraagzaamheid,<br />

onverdraagzaamheid, discriminatie (Inspectie van het onderwijs, 2003, pp. 65,66). <strong>De</strong><br />

overheid bemoeit zich in principe niet met de inhoud van het godsdi<strong>en</strong>stonderwijs (vrijheid<br />

van inrichting, artikel 23, lid 2 <strong>en</strong> 3). Toch heeft de inspectie onder druk van de media in<br />

4<br />

Op<strong>en</strong>baar; 30%<br />

Rooms-Katholiek;<br />

34%


2002 <strong>en</strong> 2003 het godsdi<strong>en</strong>stonderwijs van <strong>islamitische</strong> schol<strong>en</strong> in haar onderzoek betrokk<strong>en</strong><br />

(Inspectie van het onderwijs, 2002) <strong>en</strong> (Inspectie van het onderwijs, 2003)<br />

<strong>De</strong> nieuwe Islamitische loot aan de stam van het Nederlandse onderwijssysteem is e<strong>en</strong><br />

regelmatig <strong>ter</strong>ugker<strong>en</strong>d onderwerp in het maatschappelijke <strong>en</strong> politieke debat. (Shadid & Van<br />

Koningsveld, 1990, p. 106). Dit debat toont raakvlakk<strong>en</strong> met de discussie rondom de integratie<br />

van moslims in Nederland. <strong>De</strong> Leidse onderzoekers Shadid <strong>en</strong> Van Koningsveld hebb<strong>en</strong> dit<br />

g<strong>en</strong>oemd “de Mythe van het Islamitische gevaar” (Shadid & van Koningsveld, 1992).<br />

<strong>De</strong> als gevaar b<strong>en</strong>oemde ontwikkeling<strong>en</strong> leidd<strong>en</strong> in 1999 tot e<strong>en</strong> onderzoek naar de<br />

<strong>islamitische</strong> schol<strong>en</strong> door de Onderwijsinspectie. In dit onderzoek ‘Islamitische basisschol<strong>en</strong><br />

in Nederland’ zijn 28 schol<strong>en</strong> onderzocht op de kwaliteit van het onderwijs. <strong>De</strong> inspectie<br />

concludeert op basis van dit onderzoek dat de kwaliteit van de schol<strong>en</strong> in vergelijking met<br />

schol<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zelfde populatie niet slech<strong>ter</strong> is <strong>en</strong> in sommige opties zelf be<strong>ter</strong>. (Inspectie<br />

van het onderwijs, 1999, p. 30). In dit onderzoek geeft de inspectie verder aan dat het<br />

weliswaar niet de taak is van de inspectie om onderzoek te verricht<strong>en</strong> naar de doelstelling van<br />

de schol<strong>en</strong>, <strong>en</strong> of zij hun doel hebb<strong>en</strong> bereikt wat betreft integratie in de Nederlandse<br />

sam<strong>en</strong>leving met behoud van eig<strong>en</strong> cultuur <strong>en</strong> religie (Inspectie van het onderwijs, 1999, p.<br />

30), maar dat zij – nu zij dat wel heeft gedaan - niet anders dan tot de conclusie kan kom<strong>en</strong><br />

dat islamitisch onderwijs integratie van moslims in de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving niet in de<br />

weg staat.<br />

<strong>De</strong>salniettemin krijgt de Binn<strong>en</strong>landse Veiligheidsdi<strong>en</strong>st in het jaar 2002 de opdracht om<br />

opnieuw e<strong>en</strong> onderzoek te verricht<strong>en</strong> op <strong>islamitische</strong> basisschol<strong>en</strong>, met als focus ‘de<br />

democratische rechtsorde <strong>en</strong> islamitisch onderwijs’. In het zelfde jaar doet de inspectie haar<br />

tweede onderzoek, waarbij ‘sociale cohesie’ c<strong>en</strong>traal staat (Inspectie van het onderwijs,<br />

2002). <strong>De</strong> eindconclusie van het tweede onderzoek van de inspectie is dat <strong>islamitische</strong><br />

schol<strong>en</strong> in meerdere of mindere mate e<strong>en</strong> positieve bijdrage lever<strong>en</strong> aan het bevorder<strong>en</strong> van<br />

de sociale cohesie binn<strong>en</strong> de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving (Inspectie van het onderwijs, 2002, p.<br />

42) . <strong>De</strong>ze conclusie heeft de sfeer van wantrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> ach<strong>ter</strong>docht ech<strong>ter</strong> niet kunn<strong>en</strong><br />

wegwerk<strong>en</strong>. In het jaar 2003 doet de inspectie van onderwijs e<strong>en</strong> vervolg onderzoek naar<br />

islamitisch onderwijs <strong>en</strong> sociale cohesie: ’ <strong>islamitische</strong> schol<strong>en</strong> nader onderzocht’ (Inspectie<br />

van het onderwijs, 2003). <strong>De</strong> discussies rondom integratie <strong>en</strong> islamitisch onderwijs hebb<strong>en</strong> er<br />

toe geleid dat de inspectie vanaf 1 februari 2006 e<strong>en</strong> nieuwe toezichtkader ‘Actief<br />

burgerschap <strong>en</strong> sociale integratie’ heeft toegevoegd aan de bestaande richtlijn<strong>en</strong>. <strong>De</strong>ze<br />

nieuwe richtlijn<strong>en</strong> zijn geformuleerd om alle schol<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> op hun bijdrage aan<br />

sociale cohesie in de sam<strong>en</strong>leving (Inspectie van het onderwijs, 2008, p. 41) Daarmee heeft<br />

islamitisch onderwijs – teg<strong>en</strong> wil <strong>en</strong> dank – e<strong>en</strong> belangrijke vernieuwingsimpuls gegev<strong>en</strong> aan<br />

het Nederlandse onderwijs.<br />

<strong>De</strong> belangrijkste red<strong>en</strong> bij alle hierbov<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemde onderzoek<strong>en</strong> is dat m<strong>en</strong> vermoedt dan wel<br />

vreest dat <strong>islamitische</strong> schol<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belemmering vorm<strong>en</strong> voor de integratie van allochtone<br />

leerling<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> vreest het ontstaan van e<strong>en</strong> kloof tuss<strong>en</strong> ‘de moslim’ <strong>en</strong> ‘de Nederlandse<br />

sam<strong>en</strong>leving’. Van der Meij maakt e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> beeldvorming door<br />

buit<strong>en</strong>staanders (imago) <strong>en</strong> het zelfbeeld (id<strong>en</strong>titeit) van <strong>islamitische</strong> schol<strong>en</strong> (Van der Meij<br />

2012, p. 16). Oud-leerling<strong>en</strong> van <strong>islamitische</strong> schol<strong>en</strong> (insiders) word<strong>en</strong> geconfronteerd met<br />

de beeld<strong>en</strong> zoals die geconstrueerd zijn in de sam<strong>en</strong>leving (door outsiders) – e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving<br />

waarvan zij zelf ook deel uitmak<strong>en</strong>. Hoe kijk<strong>en</strong> zij <strong>ter</strong>ug op <strong>en</strong> waarder<strong>en</strong> zij hun scholing <strong>en</strong><br />

5


vorming in het Islamitisch basisonderwijs, <strong>en</strong> hoe zi<strong>en</strong> zij de invloed van het islamitisch<br />

godsdi<strong>en</strong>stonderwijs op hun al dan niet geïntegreerd zijn in de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving.<br />

Op grond van het bov<strong>en</strong>staande hebb<strong>en</strong> wij de volg<strong>en</strong>de onderzoeksvraag geformuleerd:<br />

Welk beeld hebb<strong>en</strong> oud-leerling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> Islamitische basis<strong>school</strong> van het onderwijs dat zij<br />

g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hoe waarder<strong>en</strong> zij de bijdrage van dat onderwijs aan hun integratie in<br />

Nederland?<br />

Op deze vrag<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> wij door middel van kwalitatief onderzoek antwoord<strong>en</strong> te<br />

krijg<strong>en</strong>. Voordat we de opzet <strong>en</strong> de werkwijze van ons onderzoek pres<strong>en</strong><strong>ter</strong><strong>en</strong>, gaan wij nader<br />

in op het theoretisch kader waarbinn<strong>en</strong> dit onderzoek plaatsvindt..<br />

2. Theoretisch kader<br />

Ons onderzoek richt zich op id<strong>en</strong>titeitsontwikkeling van <strong>islamitische</strong> leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun al dan<br />

niet geïntegreerd zijn in de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving. <strong>De</strong> socioloog John Berry schetst in zijn<br />

model verschill<strong>en</strong>de acculturatiestrategieën, die hij baseert op de antwoord<strong>en</strong> van zijn<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op twee vrag<strong>en</strong>. Die vrag<strong>en</strong> zijn in de figuur hierna in schema weergegev<strong>en</strong>.<br />

Vier acculturatiestrategieën.<br />

Vraag 2: ja<br />

Vindt m<strong>en</strong> het belangrijk relaties met<br />

andere groep<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving te<br />

onderhoud<strong>en</strong>?<br />

Nee<br />

figuur 2 Vier acculturatiestrategieën, volg<strong>en</strong>s Berry<br />

In de li<strong>ter</strong>atuur over het (niet-)integrer<strong>en</strong> van arbeidsmigrant<strong>en</strong> in Nederland is veel<br />

geschrev<strong>en</strong>. Er zijn drie eindstadia te onderscheid<strong>en</strong> in het proces van integratie (Van<br />

Amersfoort, in: Eldering 2002, p. 28 e.v.). Het meest ingrijp<strong>en</strong>de eindstadium is absorptie (of<br />

assimilatie), In dat geval is de groep immigrant<strong>en</strong> volledig opgegaan in de ontvang<strong>en</strong>de<br />

sam<strong>en</strong>leving. Groep<strong>en</strong> Hug<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> die naar Nederland zijn gekom<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> daaronder. In<br />

6<br />

Vraag 1: Vindt m<strong>en</strong> het<br />

belangrijk de<br />

eig<strong>en</strong> culturele<br />

id<strong>en</strong>titeit <strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> te<br />

handhav<strong>en</strong>?<br />

Ja Nee<br />

integratie Assimilatie<br />

Segregatie Marginalisatie


sommige gevall<strong>en</strong> zijn er in de privé sfeer k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de cultuur waaruit m<strong>en</strong> vertrokk<strong>en</strong><br />

is, bewaard geblev<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld gewoontes rondom huwelijkssluiting of het vier<strong>en</strong> van<br />

godsdi<strong>en</strong>stige feest<strong>en</strong>. Dat geldt bijvoorbeeld voor groep<strong>en</strong> Oost-European<strong>en</strong> die naar<br />

Nederland zijn gekom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> derde eindstadium dat beschrev<strong>en</strong> is, is dat van de minderheid.<br />

E<strong>en</strong> minderheid is in dit geval e<strong>en</strong> groep person<strong>en</strong> die gedur<strong>en</strong>de meerdere g<strong>en</strong>eraties e<strong>en</strong> lage<br />

sociale positie in de sam<strong>en</strong>leving heeft. Belangrijker dan het eindstadium is volg<strong>en</strong>s Berry de<br />

houding die de arbeidsmigrant heeft t<strong>en</strong> opzichte van de eig<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ontvang<strong>en</strong>de cultuur. Hij<br />

onderscheidt vier acculturatiestrategieën (Berry, in: Eldering 2002, p. 30 e.v.). Indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong><br />

vindt dat het belangrijk is de eig<strong>en</strong> culturele id<strong>en</strong>titeit te handhav<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong> tegelijker tijd ook<br />

het belangrijk vindt relaties met andere groep<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving te onderhoud<strong>en</strong>, spreekt<br />

Berry van e<strong>en</strong> goed integratie proces. Als m<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> culturele id<strong>en</strong>titeit niet belangrijk<br />

vindt om te handhav<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong> relaties met andere groep<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving onderhoudt, is<br />

er sprake van assimilatie. Vindt m<strong>en</strong> het niet belangrijk om met andere groep<strong>en</strong> in de<br />

sam<strong>en</strong>leving relaties te onderhoud<strong>en</strong> maar zeer s<strong>ter</strong>k belang hecht aan de eig<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit, <strong>en</strong><br />

ook voornamelijk op de eig<strong>en</strong> groep georiënteerd is, dan is er volg<strong>en</strong>s Berry sprake van<br />

segregatie. In figuur 2 zijn deze acculturatiestrategieën schematisch weergegev<strong>en</strong>. Naast de<br />

eig<strong>en</strong> houding van de migrant, speelt ook mee de manier waarop de ontvang<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>leving<br />

reageert op de komst van de nieuweling<strong>en</strong>.<br />

3. Opzet <strong>en</strong> werkwijze<br />

<strong>De</strong> vrag<strong>en</strong> zoals die waarop Berry zijn acculturatiestrategieën baseert, zijn vertaald in<br />

in<strong>ter</strong>view items voor het semigestructureerd in<strong>ter</strong>view met zev<strong>en</strong> oud-leerling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

<strong>islamitische</strong> basis<strong>school</strong> in Nederland.<br />

<strong>De</strong> <strong>islamitische</strong> basis<strong>school</strong> waar deze oud-leerling<strong>en</strong> op hebb<strong>en</strong> gezet<strong>en</strong>, is geleg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

middelgrote stad in het midd<strong>en</strong> van Nederland. <strong>De</strong>ze <strong>school</strong> is in 1991 opgericht. <strong>De</strong> visie van<br />

deze <strong>school</strong> luidt: “de <strong>school</strong> is e<strong>en</strong> Nederlandse basis<strong>school</strong> op <strong>islamitische</strong> grondslag, die<br />

zich richt op integratie, mét het behoud van de eig<strong>en</strong> <strong>islamitische</strong> norm<strong>en</strong>, waard<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

cultuur. Hier word<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> opgeleid om met succes vervolgonderwijs te kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> goed te functioner<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de Nederlandse maatschappij. Ibn-i Sina is de <strong>school</strong> waar je<br />

wordt wie je b<strong>en</strong>t.”<br />

Via de sneeuwbalmethode is e<strong>en</strong> groep van zev<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld. Van alle zev<strong>en</strong><br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> semigestructureerd in<strong>ter</strong>view afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>; semigestructureerd om de<br />

in<strong>ter</strong>viewer zowel als de geïn<strong>ter</strong>viewde de ruimte te gev<strong>en</strong> zo nodig nader in te gaan op e<strong>en</strong><br />

bepaald aspect..<br />

Alle zev<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> minimaal zes jaar op deze <strong>school</strong> onderwijs g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>. Vier<br />

van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn vrouw <strong>en</strong> drie man. <strong>De</strong> leeftijd van deze respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is op het<br />

mom<strong>en</strong>t dat het in<strong>ter</strong>view plaats vindt tuss<strong>en</strong> 17 <strong>en</strong> 27 jaar.<br />

Voor dit in<strong>ter</strong>view is e<strong>en</strong> item-lijst opgesteld, waarbij de focus ligt op (religieuze)<br />

id<strong>en</strong>titeitsontwikkeling <strong>en</strong> integratie. Elke respond<strong>en</strong>t is individueel geïn<strong>ter</strong>viewd, op twee<br />

vrouwelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> na die te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> gav<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> geïn<strong>ter</strong>viewd te will<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

in<strong>ter</strong>views zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> voice-recorder <strong>en</strong> daarna getranscribeerd. <strong>De</strong> in<strong>ter</strong>views<br />

hebb<strong>en</strong> plaats gevond<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> kantoorruimte in Arnhem. Gemiddeld duurd<strong>en</strong> de in<strong>ter</strong>views<br />

15 minut<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> uitzondering van 11 (heel weinig) <strong>en</strong> 20 minut<strong>en</strong>.<br />

7


<strong>De</strong> in<strong>ter</strong>views zijn geanalyseerd door middel van close reading. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de begripp<strong>en</strong> uit<br />

het <strong>en</strong>e in<strong>ter</strong>view zijn meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> naar het volg<strong>en</strong>de in<strong>ter</strong>view. Nieuw begripp<strong>en</strong> zijn in e<strong>en</strong><br />

tweede analyseronde ingebracht in het analyse proces. Op deze manier is van elke respond<strong>en</strong>t<br />

e<strong>en</strong> ‘portret’ ontstaan. Bij wijze van voorbeeld beschrijv<strong>en</strong> wij hieronder het portret van één<br />

van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Portret van Selma<br />

“Ik merk dat ik mezelf e<strong>en</strong> beetje aan het vind<strong>en</strong> b<strong>en</strong>”<br />

<strong>De</strong> godsdi<strong>en</strong>stless<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> Selma geleerd hoe ze zich netjes hoort te gedrag<strong>en</strong> zoals; respect te<br />

hebb<strong>en</strong> voor ouder<strong>en</strong> <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Selma is van m<strong>en</strong>ing dat de godsdi<strong>en</strong>stless<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke<br />

invloed hebb<strong>en</strong> gehad op haar d<strong>en</strong>kwijze. Zij volgt de regels van de islam omdat zij er in gelooft<br />

maar ook er voor bewust kiest. ‘Sommige ding<strong>en</strong> doe ik absoluut niet omdat het niet mag van de<br />

islam maar ik weet ook dat het slecht is’ zegt ze.. Selma ziet islamonderwijs als e<strong>en</strong> houvast in de<br />

puberteit voor haar persoonlijkheidsontwikkeling, ‘Ik d<strong>en</strong>k dat islam e<strong>en</strong> houvast voor ons is’. Zij<br />

geeft aan dat Islam altijd voor haar e<strong>en</strong> belangrijke rol heeft gespeeld.<br />

Integratie is volg<strong>en</strong>s Selma niet dat je met alles mee doet maar bewuste keuzes kunt mak<strong>en</strong>.<br />

Selma zegt ‘Ik heb op e<strong>en</strong> middelbare <strong>school</strong> gezet<strong>en</strong> daar war<strong>en</strong> van alle soort<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zeg<br />

maar, je gaat je aanpass<strong>en</strong> <strong>en</strong> je gaat hun feestdag<strong>en</strong> vier<strong>en</strong> <strong>ter</strong>wijl je normaal niet deed <strong>en</strong> na je<br />

middelbare <strong>school</strong>, ik zit nu op de mbo nu heb ik mijn eig<strong>en</strong> regels; ik merk dat ik mezelf e<strong>en</strong> beetje<br />

aan het vind<strong>en</strong> b<strong>en</strong>’.<br />

Selma deelt heel veel met haar klasg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>, of, ze nou moslim zijn of niet. Als er over islam <strong>en</strong><br />

<strong>ter</strong>rorisme gesprok<strong>en</strong> wordt, probeert Selma het beeld te nuancer<strong>en</strong> ‘Je gaat dan in de<br />

verdediging. Nou ik leg ze dan uit dat niet iedere moslim zo is <strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> moslim zich niet zo hoort<br />

te gedrag<strong>en</strong>’. Ze maakt duidelijk dat m<strong>en</strong> de moslims niet in het algeme<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> etiket<strong>ter</strong><strong>en</strong>.<br />

Van andere moslims die niet op e<strong>en</strong> <strong>islamitische</strong> <strong>school</strong> hebb<strong>en</strong> gezet<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt Selma dat zij<br />

anders zijn <strong>en</strong> ‘niet goed’ bezig zijn. Ze ziet dat pubers geïn<strong>ter</strong>esseerd zijn in alcohol <strong>en</strong> stoer<br />

gedrag verton<strong>en</strong>, wat zij afkeurt. Zij probeert dit te corriger<strong>en</strong> door h<strong>en</strong> te waarschuw<strong>en</strong> dat het<br />

niet goed is. Als dit ge<strong>en</strong> effect heeft, gaat ze gewoon weg; ‘Meestal als zoiets gebeurd naast mij<br />

ga ik gewoon weg, ik voel me sowieso niet thuis in dat soort situaties, maar ik probeer ze wel te<br />

waarschuw<strong>en</strong> altijd omdat het niet goed is’<br />

Selma is van m<strong>en</strong>ing dat islamonderwijs vrij vroeg aangebod<strong>en</strong> hoort te word<strong>en</strong>. ‘Als je de islam<br />

aan e<strong>en</strong> kind leert die nog jong is, dan blijft het eerder zitt<strong>en</strong>’. Door e<strong>en</strong> s<strong>ter</strong>ke persoonlijkheid te<br />

ontwikkel<strong>en</strong> zal de moslimjongere zichzelf be<strong>ter</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarom ook be<strong>ter</strong> kunn<strong>en</strong><br />

participer<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving.<br />

8


4. Resultaat van de analyse van zev<strong>en</strong> ‘portrett<strong>en</strong>’.<br />

In deze paragraaf gev<strong>en</strong> wij de resultat<strong>en</strong> van de analyse van de ‘portrett<strong>en</strong>’ van zev<strong>en</strong> oudleerling<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> Islamitische basis<strong>school</strong> in Nederland.<br />

<strong>De</strong> <strong>islamitische</strong> godsdi<strong>en</strong>stless<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bij alle zev<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> bijgedrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong><br />

bewustwording van hun religieuze id<strong>en</strong>titeit. Voor de één ligt de nadruk daarbij meer op de<br />

leefregels die Islam aanreikt, zoals respect voor ouders/ouder<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> alcohol drink<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet<br />

rok<strong>en</strong>; dat geeft houvast. Voor de ander zit het meer in algem<strong>en</strong>e waard<strong>en</strong> zoals op<strong>en</strong> staan<br />

voor ander<strong>en</strong> respect hebb<strong>en</strong> voor andersd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Het ‘op<strong>en</strong> staan’ concretiseert zich in het<br />

will<strong>en</strong> hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> zi<strong>en</strong> van het nieuws van verschill<strong>en</strong>de kant<strong>en</strong> - waaronder de Al Jazira kant<br />

als het gaat over de negatieve berichtgeving over Islam <strong>en</strong> moslims in de Nederlandse media.<br />

<strong>De</strong> regel die in de <strong>islamitische</strong> godsdi<strong>en</strong>stles geleerd is ‘wat ik voor mijzelf niet wil, moet ik<br />

ook niet voor e<strong>en</strong> ander will<strong>en</strong>’ is e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>smotto geword<strong>en</strong>, zegt één van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> .<br />

E<strong>en</strong> andere respond<strong>en</strong>t zegt dat ze onthoud<strong>en</strong> heeft van de godsdi<strong>en</strong>stless<strong>en</strong> dat ze e<strong>en</strong><br />

voorbeeld moet zijn ‘voor de groep, voor de geme<strong>en</strong>schap’. Weer e<strong>en</strong> ander zegt dat de<br />

(mono-religieuze) godsdi<strong>en</strong>stless<strong>en</strong> gemaakt hebb<strong>en</strong> dat ‘je eig<strong>en</strong>lijk s<strong>ter</strong>ker staat in je eig<strong>en</strong><br />

scho<strong>en</strong><strong>en</strong>’; de Islamitische <strong>school</strong> heeft deze respond<strong>en</strong>t s<strong>ter</strong>k gemaakt, waardoor deze<br />

respond<strong>en</strong>t naar eig<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> be<strong>ter</strong> kan functioner<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving. <strong>De</strong> meeste<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> het belang van de vroege socialisatie (op de basis<strong>school</strong>) in de<br />

religieuze traditie; ‘e<strong>en</strong> kind leert gemakkelijk, <strong>en</strong> dan blijft het be<strong>ter</strong> zitt<strong>en</strong>’. Die bagage van<br />

de basis<strong>school</strong> is van grote invloed in de puberteit, stelt e<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> heeft<br />

k<strong>en</strong>nis aangereikt gekreg<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de <strong>islamitische</strong> godsdi<strong>en</strong>stless<strong>en</strong>, <strong>en</strong> kan dus e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel<br />

onjuist beeld (in de media, bij ‘de’ Nederlander) rechttrekk<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> is, de categorisering van<br />

Berry volg<strong>en</strong>d, s<strong>ter</strong>k georiënteerd op de Islamitische geme<strong>en</strong>schap, <strong>en</strong> tegelijkertijd actief in<br />

het verwerv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> plek in de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving.<br />

Ge<strong>en</strong> islamitisch onderwijs gevolgd hebb<strong>en</strong>, betek<strong>en</strong>t volg<strong>en</strong>s <strong>en</strong>kele respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat je<br />

oppervlakkiger b<strong>en</strong>t. Daarmee wordt bedoeld dat niet voldo<strong>en</strong>de nagedacht kan word<strong>en</strong> over<br />

de betek<strong>en</strong>is van het moslim-zijn. <strong>De</strong>ze oud-leerling<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> daarmee aan dat het in dat geval<br />

kan gebeur<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> volledig meegaat in de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving; Berry zou in dat<br />

geval sprek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> acculturatieproces in de richting van assimilatie. Eén van de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt dat in verband met taal: dat je niet g<strong>en</strong>oeg woord<strong>en</strong> hebt om g<strong>en</strong>uanceerd<br />

te reflec<strong>ter</strong><strong>en</strong> op het geloof <strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is daarvan voor het lev<strong>en</strong> van alledag. E<strong>en</strong> ander<br />

signaleert dat moslims die ge<strong>en</strong> islamitisch godsdi<strong>en</strong>stonderwijs g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, wel e<strong>en</strong>s ‘de<br />

verkeerde kant opgaan <strong>en</strong> dat ook prober<strong>en</strong> te verdedig<strong>en</strong> alsof het allemaal niet zo erg is’.<br />

Integratie is volg<strong>en</strong>s één van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> studer<strong>en</strong> <strong>en</strong> werk<strong>en</strong> in Nederland combiner<strong>en</strong><br />

met naar de moskee gaan. Hiermee is helder één van de acculturatiestrategieën van Berry<br />

verwoordt. Eén van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zegt dat ze als geïntegreerd zou word<strong>en</strong> beschouwd wat<br />

taal betreft maar ‘voor de rest weet ik nog steeds dat dit niet mijn eig<strong>en</strong> plek is, maar ik b<strong>en</strong><br />

hier wel gelukkig’. Dit soort teg<strong>en</strong>strijdige gevoel<strong>en</strong>s ervar<strong>en</strong> sommige respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als<br />

moeilijk, omdat ‘m<strong>en</strong>’ h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde id<strong>en</strong>titeit toewijst (‘de moslim’ als antiwes<strong>ter</strong>s <strong>en</strong><br />

agressief) waartoe m<strong>en</strong> zich zelf niet rek<strong>en</strong>t. M<strong>en</strong> heeft het gevoel door die ‘toegewez<strong>en</strong><br />

id<strong>en</strong>titeit’ maar half gezi<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. Elk van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ech<strong>ter</strong> is bereid over Islam <strong>en</strong><br />

de moslim-id<strong>en</strong>titeit het gesprek met de ander aan te gaan, alhoewel e<strong>en</strong> <strong>en</strong>keling opmerkt<br />

ook wel ‘e<strong>en</strong> beetje moe’ te word<strong>en</strong> van het alsmaar vertell<strong>en</strong> ‘dat niet iedere moslim zo is’,<br />

9


<strong>en</strong> zichzelf te moet<strong>en</strong> verdedig<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ziet geïntegreerd zijn als<br />

aangepast aan de sam<strong>en</strong>leving waarin je leeft, <strong>en</strong> ‘dat je zorgzaam b<strong>en</strong>t’ <strong>en</strong> ‘rek<strong>en</strong>ing houdt<br />

met de ander’. Waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> regels vanuit Islam staan bov<strong>en</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> vanuit de<br />

Nederlandse sam<strong>en</strong>leving, tegelijkertijd stelt één van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>: ‘Ik kan me eerder<br />

id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> met de Nederlandse waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> dan met die van e<strong>en</strong> ander land; ik b<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> Nederlandse moslim’. E<strong>en</strong> andere respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zegt: ‘Ik b<strong>en</strong> goed geïntegreerd <strong>en</strong> ik mag<br />

zelf besliss<strong>en</strong> dat ik het doe of niet’. Onder ‘het’ verstaat de één bijvoorbeeld r<strong>en</strong>te aannem<strong>en</strong><br />

of niet, de ander ouders al dan niet bij de voornaam noem<strong>en</strong>. Alle respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong><br />

dat zij uit will<strong>en</strong> gaan van de overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> met ‘de ander’ in de sam<strong>en</strong>leving.<br />

10


5. Conclusies <strong>en</strong> Aanbeveling<strong>en</strong><br />

Islamitische schol<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in Nederland nog e<strong>en</strong> betrekkelijk korte geschied<strong>en</strong>is. Alhoewel<br />

zij pass<strong>en</strong> in de Nederlandse verzuilde onderwijsstructuurzijn zij regelmatig het mikpunt van<br />

kritiek. Dat geldt niet alle<strong>en</strong> voor de schol<strong>en</strong>, ook de (oud-)leerling<strong>en</strong> van die schol<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong><br />

regelmatig e<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit opgedrong<strong>en</strong> waar ‘m<strong>en</strong>’ vanuit de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving kritisch<br />

teg<strong>en</strong>over staat. ‘M<strong>en</strong>’ d<strong>en</strong>kt <strong>en</strong>/of vreest dat <strong>islamitische</strong> schol<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> isoler<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vervreemd<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>leving; de oprichting van deze schol<strong>en</strong> zou de integratie van de<br />

moslims in Nederland belemmer<strong>en</strong>. Kortom: e<strong>en</strong> negatief imago overheerst.<br />

Als we de antwoord<strong>en</strong> van deze oud-leerling<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong> vanuit de nieuwe<br />

richtlijn<strong>en</strong> van de inspectie waarin vrijheid van m<strong>en</strong>ingsuiting, gelijkwaardigheid, begrip<br />

voor ander<strong>en</strong>, verdraagzaamheid/onverdraagzaamheid <strong>en</strong> (non-)discriminatie g<strong>en</strong>oemd zijn,<br />

dan zoud<strong>en</strong> deze zev<strong>en</strong> geïn<strong>ter</strong>viewd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ruime voldo<strong>en</strong>de scor<strong>en</strong> op al deze onderdel<strong>en</strong>.<br />

Onze onderzoeksvraag is ech<strong>ter</strong> niet zozeer gericht op de cri<strong>ter</strong>ia van de inspectie, maar meer<br />

op het beeld dat moslims zelf hebb<strong>en</strong> gevormd van het Islamitisch onderwijs. Onze<br />

onderzoeksvraag hebb<strong>en</strong> wij als volgt geformuleerd: “ Welk beeld hebb<strong>en</strong> oud-leerling<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> Islamitische basis<strong>school</strong> van het onderwijs dat zij g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hoe waarder<strong>en</strong> zij<br />

de bijdrage van dat onderwijs aan hun integratie in Nederland?”<br />

<strong>De</strong> resultat<strong>en</strong> van de analyse van de in<strong>ter</strong>viewtekst<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ander beeld dan wat in de<br />

Nederlandse media <strong>en</strong> bij ‘Jan met de pet’ overheerst. Teg<strong>en</strong>over het negatieve imago van de<br />

buit<strong>en</strong>wereld, schets<strong>en</strong> oud-leerling<strong>en</strong> van binn<strong>en</strong>uit e<strong>en</strong> positief beeld van het islamitisch<br />

onderwijs zoals zij dat g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. <strong>De</strong> zev<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> die wij geïn<strong>ter</strong>viewd hebb<strong>en</strong> zijn<br />

blij dat ze op e<strong>en</strong> Islamitische basis<strong>school</strong> hebb<strong>en</strong> gezet<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> het als e<strong>en</strong> verrijking<br />

wat zij in godsdi<strong>en</strong>stless<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> aangereikt gekreg<strong>en</strong>. Dit onderwijs heeft e<strong>en</strong> positieve<br />

bijdrage geleverd aan hun religieuze id<strong>en</strong>titeitsontwikkeling <strong>en</strong> heeft het acculturatieproces in<br />

de richting van integratie positief beïnvloed. In de in<strong>ter</strong>views hor<strong>en</strong> wij dat zij gelukkig zijn,<br />

stevig in hun scho<strong>en</strong><strong>en</strong> staan <strong>en</strong> critici op adequate wijze van repliek kunn<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> – dankzij<br />

het godsdi<strong>en</strong>stonderwijs op de Islamitische basis<strong>school</strong> die h<strong>en</strong> op religieus gebied gelet<strong>ter</strong>d<br />

heeft gemaakt. Zij participer<strong>en</strong> actief in de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving, al word<strong>en</strong> ze wel e<strong>en</strong>s<br />

moe van de houding van de ontvang<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>leving.<br />

Bezi<strong>en</strong> vanuit het door ons gehanteerde theoretisch kader kunn<strong>en</strong> we op grond van de<br />

in<strong>ter</strong>views zegg<strong>en</strong> dat deze zev<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> goed geïntegreerd zijn. Ze staan allemaal in<br />

relatie met de omgeving, al word<strong>en</strong> ze wel e<strong>en</strong>s moe van het zich moet<strong>en</strong> verdedig<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

het s<strong>ter</strong>eotype beeld van ‘de’ moslim. Elk op hun eig<strong>en</strong> manier zijn ze trots op de eig<strong>en</strong><br />

religieuze id<strong>en</strong>titeit, Voor sommig<strong>en</strong> staan deze waard<strong>en</strong> hoger dan de Nederlandse waard<strong>en</strong>;<br />

ander<strong>en</strong> gaan er van uit dat ze zelf kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> wanneer ze aan welke waard<strong>en</strong> voorrang<br />

gev<strong>en</strong> – afhankelijk van de context waarin ze zich bevind<strong>en</strong>.<br />

Dit laatste verdi<strong>en</strong>t nader onderzoek. Welke afweging mak<strong>en</strong> moslims in situaties waarin zich<br />

e<strong>en</strong> waard<strong>en</strong>conflict voordoet? Welke ‘tools’ hebb<strong>en</strong> zij dan in hand<strong>en</strong> om die afweging te<br />

mak<strong>en</strong>, <strong>en</strong> – wat vooral voor het onderwijs van belang is – hoe creër<strong>en</strong> wij in het onderwijs<br />

zo’n leerrijke omgeving dat kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> deze ‘tools’ kunn<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>, opdat zij<br />

zich bewust zijn van de keuzesituatie <strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de religieus gelet<strong>ter</strong>d zijn zodat zij hun keuze<br />

bewust kunn<strong>en</strong> onderbouw<strong>en</strong> als gelovige moslim in e<strong>en</strong> Nederlandse context, waarmee zij al<br />

dan niet verme<strong>en</strong>de teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> in de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving kunn<strong>en</strong> overbrugg<strong>en</strong>?<br />

11


Bibliography<br />

A., K. (2012, januari 28). invloed van islamonderwijs als brugfunctie in de Nederlandse<br />

maatschappij. (B. <strong>Budak</strong>, In<strong>ter</strong>viewer)<br />

<strong>Avest</strong>, I. t. (2011). Stem <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> stem. doorhe<strong>en</strong> de verwarring van de ontmoeting met de ander.<br />

Amstelve<strong>en</strong>: Hoge<strong>school</strong> InHolland.<br />

B., A. (2012, januari 17). invloed van islamonderwijs als brugfunctie in de Nederlandse<br />

maatschappij. (B. <strong>Budak</strong>, In<strong>ter</strong>viewer)<br />

B., M. (2012, januari 20). invloed van islamonderwijs als brugfunctie in de Nederlandse<br />

maatschappij. (B. <strong>Budak</strong>, In<strong>ter</strong>viewer)<br />

B., Z. (2012, januari 26). invloed van islamonderwijs als brugfunctie in de Nederlandse<br />

maatschappij. (B. <strong>Budak</strong>, In<strong>ter</strong>viewer)<br />

Bakker, C., Ter <strong>Avest</strong>, I., Meijlink, K., Abram, I., & van d<strong>en</strong> Berg, B. (2008). Stel je voor; de kunst<br />

van het belev<strong>en</strong> <strong>en</strong> het ontmoet<strong>en</strong>. Id<strong>en</strong>titeitsbeleving op de basis<strong>school</strong>. Utrecht: Marnix Academie<br />

Utrecht <strong>en</strong> het Utrechts C<strong>en</strong>trum voor de Kunst<strong>en</strong>.<br />

C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek. (2009). Jaarboek onderwijs in cijfers. D<strong>en</strong> Haag: CBS.<br />

Grev<strong>en</strong>, J. <strong>en</strong> J. Letschert (2006). Kerndoel<strong>en</strong> Primair Onderwijs. D<strong>en</strong> Haag: Minis<strong>ter</strong>ie van OC&W.<br />

Homepage Nederlandse grondwet. (2012, januari 9). Opgeroep<strong>en</strong> op januari 9, 2012, van de<br />

nederlandsegrondwet:<br />

http://www.d<strong>en</strong>ederlandsegrondwet.nl/9353000/1/j9vvihlf299q0sr/vi5kn3s122s4<br />

IbniSina. (2012). home. Opgeroep<strong>en</strong> op januari 7, 2012, van ibnisina: http://www.ibnisina.nl/<br />

Inspectie van het onderwijs. (2008). Bestuurlijke praktijk<strong>en</strong> in het islamitisch onderwijs. Utrecht:<br />

Inspectie van het onderwijs.<br />

Inspectie van het onderwijs. (1999). <strong>islamitische</strong> basisschol<strong>en</strong> in Nederland. z.p.: Inspectie van het<br />

onderwijs.<br />

Inspectie van het onderwijs. (2002). Islamitische schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale cohesie. Utrecht: Inspectie<br />

van het onderwijs.<br />

Inspectie van het onderwijs. (2003). Islamitische schol<strong>en</strong> nader onderzocht. utrecht: Inspectie van<br />

het onderwijs.<br />

<strong>ISBO</strong>, D. (2011, juni 21). <strong>De</strong> <strong>ISBO</strong>. Opgeroep<strong>en</strong> op juni 21, 2011, van <strong>De</strong> <strong>ISBO</strong>:<br />

http://www.deisbo.nl/?page_id=2376<br />

Jeronimus, J. (2002, 11 2). Zalm wil godsdi<strong>en</strong>stonderwijs beperk<strong>en</strong>. Opgeroep<strong>en</strong> op 1 24, 2012,<br />

van pedagogiek.net:<br />

http://www.pedagogiek.net/cont<strong>en</strong>t/artikel.php?cont<strong>en</strong>tID=295&sectieNR=A<br />

K., N. (2012, <strong>De</strong>cember 3). invloed van islamonderwijs als brugfunctie in de Nederlandse<br />

maatschappij. (B. <strong>Budak</strong>, In<strong>ter</strong>viewer)<br />

K., S. (2012, januari 3). invloed van islamonderwijs als brugfunctie in de Nederlandse<br />

maatschappij. (B. <strong>Budak</strong>, In<strong>ter</strong>viewer)<br />

12


Landman, N. (1992). Van mat tot minaret. <strong>De</strong> isntitutionalisering van de islam in Nederland.<br />

Ams<strong>ter</strong>dam: VU Uitgeverij.<br />

meij, l. v. (2010, februari). Archief visie <strong>en</strong> missie <strong>ISBO</strong>. Opgeroep<strong>en</strong> op februari 9, 2012, van<br />

deisbo.nl: http://www.deisbo.nl/wpcont<strong>en</strong>t/uploads/2009/03/id<strong>en</strong>titeitislamitischonderwijs.pdf<br />

Meij, L. v. (2012). Evolutietheorie <strong>en</strong> islamitisch onderwijs. D<strong>en</strong> Haag: Paagman.<br />

Meijer, A. W. (2006). Traditie <strong>en</strong> toekomst van het islamitisch onderwijs. Ams<strong>ter</strong>dam: Bulaaq.<br />

S., R. (2012, januari 3). invloed van islamonderwijs als brugfunctie in de Nederlandse<br />

maatschappij. (B. <strong>Budak</strong>, In<strong>ter</strong>viewer)<br />

Shadid, W., & van Koningsveld, P. (1992). <strong>De</strong> mythe van het <strong>islamitische</strong> gevaar. hinderniss<strong>en</strong> bij<br />

integratie. Kamp<strong>en</strong>: J.H. Kok.<br />

Shadid, W., & Van Koningsveld, P. (1990). Vooroordel<strong>en</strong>, onbegrip <strong>en</strong> pa<strong>ter</strong>nalisme. Utrecht: <strong>De</strong><br />

Ploeg.<br />

SLO (2006). Herzi<strong>en</strong>e kerndoel<strong>en</strong> primair onderwijs. Enschede: Stichting Leerplan Ontwikkeling.<br />

Vanderwaer<strong>en</strong>, Els; Timmerman, Christiane. (2008). Voorwoord. In E. Vanderwaer<strong>en</strong>, & C.<br />

Timmerman, Diversiteit in Islam. Over verschill<strong>en</strong>de beleving<strong>en</strong> van het moslim zijn (p. 7). Leuv<strong>en</strong>:<br />

Acco.<br />

13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!