Oefenexamen Wft-Schade Particulieren - NIBE SVV

NIBE-SVV, mei 2013
Oefenexamen
Wft-Schade Particulieren

Wft-Schade Particulieren
1. Welke schade is gedekt op een kostbaarhedenverzekering?
A. Door verlies.
B. Door eigen gebrek.
C. Door ongedierte.
2. Wat houdt de stellenclausule bij een kostbaarhedenverzekering in?
A. Dat alleen de waardevermindering wordt vergoed als van een stel één exemplaar
verloren gaat en het overgebleven exemplaar daardoor minder waard wordt.
B. Dat verlies alleen is gedekt als iemand het complete stel verliest.
C. Dat als een deel van het stel verloren gaat, alleen dat deel wordt vergoed.
3. Wat is een technische maatregel voor inbraakpreventie?
A. De sleutels NIET onder een steen in de voortuin bewaren.
B. Het aanbrengen van dievenklauwen.
C. Ervoor zorgen dat er GEEN duplicaatsleutels bij derden zijn.
4. Op welke verzekering kan de eigenaar van een woonhuis gewoonlijk het risico van
glasbreuk het beste verzekeren bij gangbare glassoorten?
A. Op zijn woonhuisverzekering.
B. Op een aparte glasverzekering.
C. Op zijn inboedelverzekering.
5. NIET elke verzekeraar accepteert de verzekering op woonwagens en hun inboedel.
Welke verzekeraar doet dat in het algemeen WEL?
A. De Hoop.
B. Rialto.
C. De Woonwagenpool.
6. Volgens de wettelijke definitie van de verzekeringsovereenkomst (art. 7:925 BW) kan er
GEEN sprake zijn van een verzekeringsovereenkomst, als op het moment van het
aangaan van de overeenkomst
A. al vaststaat op welk moment de uitkering plaatsvindt.
B. het onzeker voorval al heeft plaats gevonden.
C. GEEN premie door de verzekeraar bedongen is.
© NIBE-SVV, mei 2013 2

Wft-Schade Particulieren
7. Op welk moment kan een annuleringsverzekering worden gesloten zonder problemen te
verwachten bij een schadeclaim?
A. Op elk moment nà het boeken van de reis.
B. Alleen onmiddellijk nà het boeken van de reis.
C. Alleen gedurende een korte periode nà het boeken van de reis.
8. De fiets van een klant wordt gestolen uit zijn schuur. Zowel de inboedelverzekering als de
fietsverzekering blijken de schade te dekken.
Wat is het beste advies?
A. Hij moet de schade claimen bij de fietsverzekeraar, omdat de speciale ver-zekering
voorgaat.
B. Hij moet de schade claimen bij de inboedelverzekering, als dat de oudste
verzekering is.
C. Hij kan kiezen bij welke verzekeraar hij de fiets claimt.
9. Welke van de hierna genoemde kosten worden begrepen onder opruimingskosten?
A. De kosten om de schade zo veel mogelijk te beperken.
B. De kosten om de vervuilde grond te reinigen.
C. De kosten om NIET herstelbare delen af te voeren.
10. Een klant vraagt zich af of de fundamenten van zijn woonhuis moeten worden
meeverzekerd. Zijn adviseur vertelt dat de kans op schade aan de fundamenten heel
klein is.
Welk advies moet daarna gegeven worden?
A. Dat fundamenten altijd automatisch zijn meeverzekerd.
B. Dat als de klant de fundamenten wil meeverzekeren, het verzekerd bedrag stijgt en
daarmee ook de premie.
C. Dat de kans op schade zo klein is, dat meeverzekeren NIET nodig is.
11. Een klant is zes jaar geleden veroordeeld voor rijden onder invloed van alcohol.
Moet hij dit bij de aanvraag voor een inboedelverzekering melden?
A. Ja, want deze omstandigheid kan de acceptatiebeslissing van de verzekeraar
beïnvloeden.
B. Nee, zes jaar is te lang geleden.
C. Nee, rijden onder invloed is NIET relevant voor een inboedelverzekering.
© NIBE-SVV, mei 2013 3

Wft-Schade Particulieren
12. Een klant heeft een kostbaarhedenverzekering op basis van een deskundigentaxatie.
Enkele sieraden worden gestolen. De expert stelt de schade, mede aan de hand van
foto's, als volgt vast:
- dagwaarde ring EUR 450,-; taxatiewaarde ring EUR 380,-;
- dagwaarde halsketting EUR 1.200,-; taxatiewaarde halsketting EUR 1.400,-;
- dagwaarde armband EUR 800,-; taxatiewaarde armband EUR 880,-.
Welk bedrag keert de verzekeraar uit?
A. EUR 2.380,-.
B. EUR 2.450,-.
C. EUR 2.660,-.
13. Een klant sluit een annuleringsverzekering. De totale reissom bedraagt EUR 4.800,-. De
premie is 7%. De poliskosten bedragen EUR 7,50.
Welk bedrag moet uw klant betalen?
A. EUR 343,50.
B. EUR 369,26.
C. EUR 415,63.
14. Door een storm is de schutting van een klant omgewaaid. Hij heeft besloten de schutting
te vervangen door een haag coniferen.
Op basis van welke waarde/kosten hoort de verzekeraar de schade af te wikkelen?
A. De dagwaarde van de schutting.
B. De aanschafkosten van de coniferen.
C. De herstelkosten van de schutting.
15. Mag een financieel adviseur kosten in rekening brengen voor het maken van een
risicoanalyse?
A. Ja.
B. Nee, dat hoort bij zijn zorgplicht.
C. Hij mag alleen kosten in rekening brengen als het gaat om andere dan complexe
producten.
© NIBE-SVV, mei 2013 4

Wft-Schade Particulieren
16. Wat is ALTIJD onder een cascoverzekering voor motorrijtuigen gedekt?
A. Schade door luchtverontreiniging.
B. Beschadiging van de lak door hagel.
C. Huur van een vervangende auto na een schade.
17. Door kortsluiting ontstaat brand in de CV-ketel van Karel. Daardoor loopt ook het water
uit de ketel. De schade is als volgt:
- reparatiekosten CV-ketel: EUR 450,-;
- herstel brandschade (pleisterwerk, witten, behangen): EUR 730,-;
- herstel waterschade (vloerbedekking): EUR 560,-.
Welke schade is gedekt onder de UGV-opstal van Karel?
A. EUR 1.180,-.
B. EUR 1.290,-.
C. EUR 1.740,-.
18. Wat is onder een beperkte cascoverzekering voor motorrijtuigen uitgesloten?
A. Verduistering
B. Waardevermindering na een gedekt evenement.
C. Vermissing.
19. Wat is de premiemaatstaf voor een cascoverzekering voor een personenauto?
A. De oorspronkelijke cataloguswaarde bij eerste ingebruikneming.
B. De huidige cataloguswaarde.
C. De huidige dagwaarde.
20. Wat is een verschil tussen de OVI en de SVI?
A. De SVI biedt alleen dekking als er GEEN verhaal op een aansprakelijke derde
mogelijk is.
B. De OVI dekt GEEN zaakschade.
C. De SVI kan NIET voor de bestuurder zelf worden gesloten.
© NIBE-SVV, mei 2013 5

Wft-Schade Particulieren
21. Een motorrijtuigverzekering geeft in het algemeen GEEN dekking voor schade
voorgevallen in
A. Rusland.
B. Letland.
C. Turkije.
22. In verband met het ongunstige schadeverloop heeft de verzekeraar de motorrijtuigverzekering
van een klant opgezegd.
Waar kan deze klant waarschijnlijk nog WEL een motorrijtuigverzekering sluiten?
A. De VNAB.
B. Rialto.
C. De Pool Zware Motorrijtuigrisico’s.
23. Een verschil tussen de verhaalsbijstandverzekering bij motorrijtuigen en de motorrijtuigrechtsbijstandverzekering
is dat de verhaalsbijstandverzekering GEEN dekking
biedt
A. bij geschillen over een uitgevoerde reparatie.
B. bij geschillen over de aansprakelijkheid bij een aanrijdingsschade.
C. voor het verhalen van schade van inzittenden.
24. Een klant heeft een OVI, die EUR 50.000,- uitkeert bij overlijden van een inzittende.
Wat keert de verzekeraar uit als een inzittende overlijdt en de schade blijkt hoger dan
EUR 50.000,- te zijn?
A. EUR 50.000,-; de klant moet de resterende schade als gevolg van onderverzekering
zelf betalen.
B. Er is sprake van onderverzekering; de verzekeraar zal minder dan EUR 50.000,-
uitkeren.
C. EUR 50.000,-; er is van onderverzekering GEEN sprake.
25. Wat is bepalend voor de brutopremie van de meeste WA- en cascoverzekeringen?
A. De woonplaats van de verzekeringnemer.
B. De woonplaats van de regelmatige bestuurder.
C. De plaats waar deel 1 van het kentekenbewijs is afgegeven.
© NIBE-SVV, mei 2013 6

Wft-Schade Particulieren
26. Wat hoort tot de toegelaten uitsluitingen van de WAM?
A. De aansprakelijkheid van een joyrider.
B. De aansprakelijkheid voor schade die de bestuurder van het motorrijtuig lijdt.
C. Het met medeweten van de verzekeringnemer onder invloed van alcohol besturen
van een motorrijtuig.
27. Een klant, 20 jaar, heeft zijn vier jaar oude auto via zijn financieel adviseur WA + casco
verzekerd. De polis kent de gebruikelijke eigen risico's: EUR 130,- en een extra eigen
risico van EUR 70,- bij een jeugdige bestuurder. De klant meldt bij zijn adviseur dat zijn
auto 's nachts door een aantal onbekenden is bekrast. De door de cascoverzekeraar
ingeschakelde expert stelt vast dat de reparatiekosten EUR 1.800,- bedragen.
Wat moet de cascoverzekeraar aan de klant betalen?
A. EUR 1.600,-.
B. EUR 1.670,-.
C. EUR 1.800,-.
28. Een klant vertelt haar adviseur dat zij binnenkort een scootmobiel krijgt, omdat zij steeds
slechter loopt en vraagt welke verzekeringen zij inzake de aanschaf en het gebruik
kan/moet afsluiten.
Wat is JUIST?
A. Zij is verplicht een WAM-verzekering te sluiten; een cascoverzekering is facultatief.
B. De scootmobiel zelf valt onder de inboedelverzekering; de aansprakelijkheid onder
de AVP.
C. Zij kan een cascoverzekering sluiten; de aansprakelijkheid is gedekt onder de
AVP.
29. De auto van een klant wordt van achteren aangereden. De achteroprijder stelt dat hij
NIET aansprakelijk is, omdat hij op zijn beurt is doorgedrukt door iemand die bij hem
achterop reed.
Wanneer kan op de regeling Schuldloze Derde een beroep gedaan worden?
A. Als de klant aantoont dat hij stil stond én zijn auto achterop werd aangereden.
B. Als de achteroprijder stelt dat hij werd doorgeduwd door zijn achterop aanrijder en
daardoor de auto van de klant aanreed.
C. Wanneer de bestuurder van de derde auto stelt dat hij geen schuld heeft omdat de
tweede auto naar achteren reed.
© NIBE-SVV, mei 2013 7

Wft-Schade Particulieren
30. Ferrie, 18 jaar, heeft net zijn rijbewijs gehaald. Hij koopt een auto en komt er bij het
verzekeren achter dat de hoogte van de premie tegenvalt. Het blijkt veel voordeliger als
de verzekering op naam van zijn vader wordt gezet en zijn vader ook als regelmatige
bestuurder wordt gemeld.
Wat is JUIST?
A. Als de verzekering daadwerkelijk op naam van de vader wordt gezet, is er NIETS
mis met deze constructie.
B. Zodra de verzekeraar het merkt, zal hij aanvullend premie in rekening brengen.
C. Na een schade kan de verzekeraar alle uitkeringen terugvorderen, omdat dekking
ontbreekt op grond van fraude.
31. De geparkeerd staande auto van een verzekerde is aangereden door de auto van een
van zijn collega's.
Wat is JUIST?
A. De schade kan alleen op de WAM-verzekeraar van de collega worden verhaald als
de aanrijding NIET plaatsvond in het kader van de werkzaamheden.
B. De schade kan volledig worden verhaald op de WAM-verzekeraar van de collega.
C. Nu de schade is veroorzaakt door een collega is verhaal NIET mogelijk.
32. Wat is onder andere uitgesloten op een pleziervaartuigverzekering?
A. Opzet van bemanningsleden.
B. Opzet van de schipper, maar uitsluitend als dat de verzekeringnemer zelf is.
C. Opzet van de eigenaar van het schip.
33. Een klant heeft met zijn speedboot een kajuitboot, die motorpech had, op sleeptouw
genomen. Door een verkeerde vaarbeweging van de klant is de kajuitboot beschadigd.
Is de schade aan de kajuitboot gedekt onder de aansprakelijkheidsdekking van de
speedboot?
A. Ja.
B. Ja, maar met inachtneming van de beperkte aansprakelijkheid voor pleziervaartuigen.
C. Nee.
© NIBE-SVV, mei 2013 8

Wft-Schade Particulieren
34. Machteld van der Meer heeft een Elobike (een trapondersteunende fiets). Zij wil van haar
financieel adviseur weten of als zij schade veroorzaakt met deze fiets de schade onder
haar AVP is gedekt.
Wat is het JUISTE advies?
A. Zij moet de 'WAM-clausule' op haar AVP laten zetten tegen een geringe extra
premie.
B. Zij moet een WAM-verzekering sluiten het motorrijtuigrisico is nu eenmaal uit
gesloten is op de AVP.
C. De AVP van Machteld dekt dit risico.
35. Mike, 13 jaar, fietst naar school. Zonder uit te kijken slaat hij linksaf en wordt geschept
door een achteropkomende auto van en bestuurd door Willem.
Wie is voor deze schade aansprakelijk?
A. Alleen Mike.
B. Alleen Willem.
C. Beiden voor 50%.
36. Welke schade valt in elke geval ALTIJD onder de opzichtuitsluiting van een AVP. De
aansprakelijkheid voor schade aan een door de verzekerde
A. van de buurman geleende boormachine.
B. gehuurd motorrijtuig.
C. gehuurde vakantiewoning.
37. Een klant heeft tijdens het voetballen een bal volkomen verkeerd geraakt. Daardoor
kwam de bal in het gezicht van een speler van de tegenpartij. Daarbij is een tand van de
tegenpartij afgebroken. De tegenpartij stelt de klant aansprakelijk.
Wat is JUIST?
A. De klant is aansprakelijk; de AVP-verzekeraar zal de schade van de tegenpartij
vergoeden.
B. De klant is aansprakelijk, maar de schade is NIET op de AVP gedekt.
C. De klant is NIET aansprakelijk; de AVP-verzekeraar zal de claim in behandeling
nemen en de schade van de tegenpartij afwijzen.
© NIBE-SVV, mei 2013 9

Wft-Schade Particulieren
38. Een klant is net gaan samenwonen en zij heeft samen met haar vriendin een oud huis
gekocht. Al op de eerste dag valt een enigszins verrot dakraam naar beneden, waardoor
een voorbijganger letsel oploopt. Op dit moment hebben de klant en haar vriendin elk nog
een eigen AVP.
Wat is JUIST?
A. De klant en haar vriendin zijn NIET aansprakelijk, tenzij zij van het slechte
onderhoud op de hoogte waren.
B. Er is sprake van samenloop: beide AVP's dekken de aansprakelijkheid.
C. Er is sprake van nalatig onderhoud; GEEN van beide AVP's dekt de aansprakelijkheid.
39. Een zendamateur woont in een huurhuis. Hij heeft zelf een antenne aan het huis
bevestigd. Bij hevige wind waait de antenne van het dak en brengt schade toe aan het
huurhuis.
Wat is JUIST?
A. De aansprakelijkheid voor deze schade valt onder de dekking van zijn aansprakelijkheidsverzekering.
B. De antenne zelf wordt WEL vergoed door de aansprakelijkheidsverzekeraar, maar
de schade aan het huurhuis NIET.
C. De aansprakelijkheid voor deze schade is NIET gedekt op zijn aansprakelijkheidsverzekering
op grond van de opzichtclausule.
40. Wesley steekt vuurwerk af. Daarbij komt per ongeluk een pijl in de woonkamer van de
buren terecht en veroorzaakt daar een schade van EUR 850,-. De UGV-verzekeraar van
de buren vergoedt de schade.
Kan de verzekeraar de schade op Wesley verhalen?
A. Dat hangt af van de leeftijd van Wesley.
B. Nee.
C. Ja.
© NIBE-SVV, mei 2013 10

Wft-Schade Particulieren
41. Een financieel adviseur geeft als advies aan een klant een rechtsbijstandverzekering te
sluiten onder andere om eventueel door hem geleden schade te kunnen verhalen. De
klant vraagt zich af of deze verzekering ook dekking geeft tegen de kosten van verweer
voor het geval een ander hem juist aansprakelijk stelt.
Wat is JUIST?
A. Die kosten zijn al gedekt op de aansprakelijkheidsverzekering(en).
B. De rechtsbijstandverzekering dekt inderdaad ook die kosten.
C. Die kosten zijn tegen extra premie mee te verzekeren op een rechtsbijstandverzekering.
42. Welk risico is gedekt onder Rubriek D van een ongevallenverzekering?
A. Overlijden.
B. Blijvende invaliditeit.
C. Medische kosten.
43. Welke van de volgende beweringen over de begrippen arbeidsongeschiktheid en
invaliditeit in de ongevallenverzekering is JUIST?
A. Iemand die arbeidsongeschikt is, is ook invalide.
B. Iemand die invalide is, is ook arbeidsongeschikt.
C. Iemand die invalide is, kan geheel arbeidsgeschikt zijn.
44. Wat is onder rubriek B van de ongevallenverzekering gedekt?
A. Overlijden als gevolg van een ongeval.
B. Arbeidsongeschiktheid als gevolg van een ongeval.
C. Invaliditeit als gevolg van een ongeval.
45. Zowel bij een schadeverzekering als bij de sommenverzekering is er een 'verzekerde'.
Wat is JUIST?
A. Bij schadeverzekering wordt daarmee gedoeld op degene die recht heeft op de
uitkering.
B. De verzekerde is zowel bij een schade- als bij een sommenverzekering dezelfde
als de verzekeringnemer.
C. De verzekerde van een sommenverzekering is degene die recht heeft op een
vastgestelde geldsom op de einddatum.
© NIBE-SVV, mei 2013 11

Wft-Schade Particulieren
46. David (35) is van beroep boekhouder. Hij is met zijn voetbalclub onderweg naar een
uitwedstrijd. Onderweg komt hun auto in botsing met een stadsbus, met voor David een
enkelbreuk als gevolg.
David heeft zelf een ongevallenverzekering met de rubrieken A en B gesloten. Daarnaast
is door zijn werkgever een WIA-compensatieverzekering gesloten. Het percentage
blijvende invaliditeit wordt 15 maanden na dato op 25% gesteld.
Wat is JUIST?
A. De ongevallenpolis keert uit op basis van de gliedertaxe. De WIA-compensatieverzekering
vult het verschil aan tussen zijn nieuwe inkomen en 70% van zijn oude
inkomen.
B. De ongevallenpolis keert NIET uit. De WIA-compensatieverzekering keert wel uit
omdat de invaliditeit onder de 35% blijft.
C. De ongevallenverzekering keert uit op basis van rubriek B. De WIAcompensatieverzekering
keert NIET uit.
47. Hierna volgen drie beweringen.
I. Een gesloten WGA-hiaatverzekering vult iedere WGA uitkering aan.
II. Een gesloten Woonlastenverzekering vult iedere WIA uitkering aan.
III. De WGA-hiaatverzekering en de Woonlastenverzekering kunnen gelijktijdig een
uitkering verstrekken.
Wat is JUIST?
A. Stelling I en II zijn juist.
B. Stelling II en III zijn juist.
C. Stelling I en III zijn juist.
48. Een klant, 38 jaar, werkt in loondienst en heeft een loon van EUR 100.000,-. Hij wil weten
op welk inkomen hij aanspraak kan maken krachtens de vervolguitkering van de WA.
(Dus na afloop van de loongerelateerde aanvulling van de WGA.) Hij wil uitgaan van de
situatie dat hij 50% arbeidsongeschikt blijkt en GEEN ander inkomen kan verwerven.
Wat is JUIST?
A. Ongeveer EUR 6.000,- per jaar.
B. Ongeveer EUR 16.000,- per jaar.
C. Ongeveer EUR 35.000,- per jaar.
© NIBE-SVV, mei 2013 12

Wft-Schade Particulieren
49. Een klant leidt aan een zeer fors overgewicht. Hij vraagt zich af of dit een probleem kan
zijn bij het sluiten van een basiszorgverzekering.
Wat is JUIST?
A. Nee, bij de basiszorgverzekering mag de verzekeraar NIET op medische gronden
selecteren.
B. Ja, als de klant al verzekerd is, doet hij er verstandig aan om NIET van
basiszorgverzekeraar te willen wisselen.
C. Alleen als de klant nog GEEN basiszorgverzekering heeft, is dit GEEN probleem.
Uitsluitend voor onverzekerden geldt de acceptatieplicht.
50. Ferdinand de Groot heeft vorig jaar een zorgverzekering met een eigen risico van
EUR 500,- gekozen. Omdat hij weet dat hij binnenkort 'onder het mes' moet, wil hij
komend jaar een verzekering zonder extra eigen risico.
Wat is JUIST?
A. Dat kan NIET, omdat al vaststaat dat Ferdinand kosten moet gaan maken.
B. Dat kan; elke verzekerde mag elk jaar voor een ander eigen risico kiezen.
C. Soms kan dat, maar de verzekeraar mag een gezondheidsverklaring vragen
alvorens te beslissen.
© NIBE-SVV, mei 2013 13

Wft-Schade Particulieren
Antwoorden Wft-Schade Particulieren
1. A
2. A
3. B
4. A
5. B
6. C
7. C
8. C
9. C
10. B
11. A
12. C
13. C
14. C
15. A
16. B
17. A
18. B
19. A
20. B
21. A
22. B
23. A
24. C
25. B
© NIBE-SVV, mei 2013 14
26. B
27. B
28. A
29. A
30. C
31. B
32. B
33. C
34. C
35. B
36. B
37. C
38. B
39. A
40. B
41. A
42. C
43. C
44. C
45. A
46. C
47. B
48. A
49. A
50. B
U moet 35 van de 50 vragen goed te hebben om te slagen.