16.09.2013 Views

Perikelen rond grafkelder

Perikelen rond grafkelder

Perikelen rond grafkelder

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De begraafplaats kan echter in het kader van rechtsherstel, eisen dat noodzakelijke<br />

restauratiewerkzaamheden hebben plaatsgevonden voordat klager wordt geregistreerd als<br />

rechthebbende. Klager kan deze werkzaamheden als beoogd rechthebbende wel verrichten<br />

omdat er in casu geen rechthebbende is. Dat klager enige zekerheid wil dat hij na afloop van<br />

het vervangen van de dekplaat als rechthebbende zal worden erkend, kan de ombudsman<br />

begrijpen.<br />

Verloop procedure<br />

Bij brief van 12 december 2008 heeft klager een klacht ingediend over de begraafplaats met<br />

betrekking tot de gang van zaken <strong>rond</strong> een <strong>grafkelder</strong>.<br />

Op 28 december 2008 laat klager de ombudsman weten dat hij in eerste instantie de voorkeur<br />

geeft aan registratie als rechthebbende van de betreffende <strong>grafkelder</strong>. Klager heeft daartoe zelf<br />

een brief naar de begraafplaats gestuurd.<br />

De ombudsman laat klager bij brief van 3 januari 2009 weten dat deze actie de<br />

klachtenprocedure niet bijt en dat het erom gaat dat de klacht van klager wordt opgelost.<br />

Op 12 januari 2009 geeft de begraafplaats een uitgebreide inhoudelijke reactie op de klacht. In<br />

de bijlagen bevinden zich kopieën van een brief van de begraafplaats aan klager van 23 juli<br />

2003, een brief van 17 augustus 2003 van klager aan de begraafplaats, een brief van 4<br />

september 2003 van de begraafplaats aan klager, een grafakte van 17 februari 1926 en een<br />

aantal foto’s van de dekplaat van de betreffende <strong>grafkelder</strong> van november 2007 en 6 januari<br />

2009.<br />

Klager reageert inhoudelijk op de uiteenzetting van de begraafplaats op 3 februari 2009 en<br />

verzoekt de ombudsman voorlopig om te bemiddelen.<br />

Dit standpunt van klager heeft de ombudsman op 12 februari 2009 aan de begraafplaats laten<br />

weten.<br />

De begraafplaats heeft op 6 maart 2009 aan klager (via de ombudsman) een aanbod gedaan.<br />

Klager laat de ombudsman op 2 april 2009 weten met dit voorstel van de begraafplaats niet<br />

akkoord te kunnen gaan.<br />

De ombudsman heeft bij brief van 7 april 2009 de reactie van klager aan de begraafplaats<br />

gestuurd en heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om aanvullend een aantal vragen te<br />

stellen aan de begraafplaats. Tevens is aangekondigd dat als de bemiddeling tot het laten<br />

registreren van klager als rechthebbende niet lukt, de ombudsman de zaak in bindend advies<br />

zal beslissen op basis van de oorspronkelijk ingediende klacht.<br />

Bij brief van 16 mei 2009 herinnert de ombudsman de begraafplaats aan de brief van 7 april<br />

2009.<br />

De begraafplaats bleek echter bij brief van 11 mei 2009 inhoudelijk gereageerd te hebben.<br />

Deze brieven hebben elkaar gekruist. De begraafplaats stuurt het huidige reglement op de<br />

begraafplaats mee en de tarieven met ingang van 1 januari 2009.<br />

Klager reageert bij brief van 24 mei 2009 zowel naar de ombudsman als naar de<br />

begraafplaats.


Op 27 mei jl. laat de ombudsman partijen weten over te zullen gaan tot het uitbrengen van een<br />

bindend advies, nu het niet mogelijk blijkt tot een schikking te komen.<br />

Bevoegdheid ombudsman en ontvankelijkheid klacht<br />

Op basis van het geldende reglement van de Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen kom ik<br />

tot de conclusie bevoegd te zijn tot het geven van een bindend advies en concludeer ik dat de<br />

klacht ontvankelijk is.<br />

Inhoud van de klacht<br />

Klager stelt als erfgenaam van zijn vader rechthebbende te zijn op de <strong>grafkelder</strong> en wil dit<br />

door de ombudsman bevestigd zien en zo niet, dan wil hij door middel van rechtsherstel<br />

alsnog als rechthebbende (voor onbepaalde tijd) van de betreffende <strong>grafkelder</strong> worden<br />

geregistreerd door de begraafplaats, waarbij het vervangen van de dekplaat niet als<br />

voorwaarde gesteld mag worden door de begraafplaats.<br />

Het laatste deel van de klacht is vast komen te staan naar aanleiding van de mislukte<br />

bemiddeling. De ombudsman acht het in het belang van de beide betrokken partijen dat er<br />

duidelijkheid komt in het geschil nu er een patstelling tussen partijen is ontstaan.<br />

Standpunt en argumenten van klager<br />

In 1926 is door de overgrootvader van klager een <strong>grafkelder</strong> aangeschaft. In 1932 zijn hierin<br />

de overgrootouders van klager begraven. In de <strong>grafkelder</strong> zijn nog drie lege plaatsen.<br />

De vader van klager was rechthebbende op de <strong>grafkelder</strong>, hij is in 2000 overleden. De<br />

<strong>grafkelder</strong> bevindt zich nog in de oorspronkelijke staat.<br />

In december 2008 heeft klager, toen hij zich aan de balie van de begraafplaats vervoegde, te<br />

horen gekregen dat de begraafplaats het graf mag ruimen en de dekplaat mag vernietigen en<br />

dat klager van de ruiming niet vooraf op de hoogte zal worden gesteld.<br />

Dit is reden voor klager om een klacht in te dienen bij de ombudsman.<br />

In 2003 heeft klager een verzoek ontvangen van de begraafplaats om een afspraak te maken<br />

met de opzichter van de begraafplaats om de staat van het graf te bespreken.<br />

Klager verkeerde daardoor in de ve<strong>rond</strong>erstelling dat de begraafplaats hem als rechthebbende<br />

op de betreffende <strong>grafkelder</strong> zag. Klager heeft met de opzichter het graf bekeken.<br />

De gemetselde kelder bleek in orde. De belettering op de dekplaats was goed leesbaar. In de<br />

dekplaat bleken enkele haarscheurtjes zichtbaar, maar er was geen sprake van grove<br />

verwaarlozing van het onderhoud van de <strong>grafkelder</strong> c.q. de dekplaat.<br />

Klager stelt dat de opzichter bij de gezamenlijke inspectie niet over rechtsherstel heeft<br />

gesproken.<br />

De begraafplaats heeft klager op 1 augustus 2003 een ‘verklaring van afstand’ toegestuurd.<br />

Klager heeft hierom niet verzocht. Klager stelt daarmee door de begraafplaats gezien te<br />

worden als rechthebbende, hij kan immers geen afstand doen van een recht dat hij niet heeft.<br />

Klager heeft de verklaring van afstand niet getekend, omdat hij het graf wenste te behouden.<br />

Op 9 december 2008 is klager medegedeeld dat hij geen rechthebbende op het graf is en dat<br />

hij dat ook nooit geweest is. Tevens werd aan klager gemeld dat hij in 2003 geen nieuwe<br />

steen op het graf had mogen leggen omdat hij daartoe eerst als rechthebbende zou moeten<br />

worden geregistreerd. Klager stelt toen niet gewezen te zijn op de mogelijkheid van<br />

rechtsherstel.<br />

Klager stelt dat hij als erfgenaam in de rechten en plichten van zijn vader is getreden, toen<br />

deze in 2000 overleed, ook wat betreft de rechten (en plichten) die rusten op de <strong>grafkelder</strong>.<br />

Hij stelt dat zijn naam en adres aan de begraafplaats bekend waren in 2003, maar dat hij of<br />

zijn vader nooit een schriftelijke verklaring van de begraafplaats heeft ontvangen, dat er<br />

geconstateerd is dat er sprake is van kennelijke verwaarlozing van de betreffende <strong>grafkelder</strong>.


Klager wil graag geregistreerd worden als rechthebbende, daarna is hij bereid om te<br />

bespreken wat er aan de <strong>grafkelder</strong> en dekplaat zou moeten gebeuren.<br />

Tijdens de klachtenprocedure is klager duidelijk geworden dat volgens het huidige reglement<br />

op de begraafplaats het in bepaalde gevallen mogelijk is om in het grafrecht hersteld te<br />

worden, zolang het graf niet is geruimd. Hij zou graag in het grafrecht hersteld willen worden.<br />

Hij is bereid hiertoe geactualiseerde administratiekosten te betalen. Klager verstaat onder<br />

rechtsherstel, herstel van een oud voortdurend recht, dus het recht voor onbepaalde tijd, zoals<br />

dat in 1926 is verleend.<br />

Klager is niet bereid het herstel van de dekplaat te accepteren als voorwaarde voor het<br />

geregistreerd kunnen worden als rechthebbende. Zolang het grafrecht niet op zijn naam staat,<br />

behoeft hij niet te betalen voor herstel van het graf.<br />

Klager wenst de bemiddeling van de ombudsman om alsnog als rechthebbende geregistreerd<br />

te worden.<br />

Klager stelt dat de offerte van de begraafplaats niet is gericht op rechtsherstel maar op het<br />

vestigen van een nieuw grafrecht. Verder stelt klager dat daarbij ook sprake is van<br />

onderhoudskosten. Die kosten zijn niet opgenomen in de grafakte van 1926 en ook nimmer<br />

betaald. Klager stelt dat de begraafplaats dingen op zijn kop zet door te eisen dat klager eerst<br />

de dekplaat laat vervangen voordat hij als rechthebbende wordt geregistreerd. Als<br />

rechthebbende wil klager best bezien wat er aan het onderhoud van de dekplaat dient te<br />

gebeuren.<br />

Klager heeft het huidige reglement op de begraafplaats gelezen en stelt (impliciet) een beroep<br />

te hebben gedaan op art 16 lid 5 van het reglement bij brief van 16 december 2008.<br />

Rechtsherstel houdt volgens klager het vervangen van de naam van zijn vader door zijn naam<br />

in de administratie van de begraafplaats in. Daaraan kunnen administratiekosten verbonden<br />

zijn.<br />

Volgens klager zijn het reglement en de tarievenlijst met elkaar in tegenspraak op het punt<br />

van rechtsherstel. In de tarievenlijst is sprake van een opmerking met betrekking tot<br />

rechtsherstel, namelijk dat dit alleen kan plaatsvinden indien de eventueel noodzakelijke<br />

restauratiewerk-zaamheden aan het gedenkteken hebben plaatsgevonden. Dit hoort niet thuis<br />

in de tarievenlijst en iets dergelijks komt niet voor in het reglement. De tarievenlijst kan het<br />

reglement niet wijzigen of aanvullen. Bovendien zou de zinsnede in strijd zijn met art. 19 lid<br />

8 van het reglement. In dat artikellid is sprake van een onderhoudsplicht voor de<br />

rechthebbende. De restauratiewerkzaamheden hebben betrekking op een niet-rechthebbende.<br />

Standpunt en argumenten van de begraafplaats<br />

In 1932 heeft de vader van klager zich laten registreren als rechthebbende op de <strong>grafkelder</strong>, na<br />

het overlijden van de toenmalig rechthebbende.<br />

Tijdens inspectie in 2003 bleek de dekplaat op meerdere plaatsen gescheurd en is er op<br />

verschillende plaatsen ‘brand’ geconstateerd.<br />

Toen de begraafplaats naspeuringen verrichtte naar de rechthebbende, bleek deze verhuisd te<br />

zijn naar A. Via die gemeente kwam de begraafplaats op het spoor van de beide zoons van de<br />

toenmalige rechthebbende en schreef zij de oudste zoon aan om in contact te komen met de<br />

rechthebbende.<br />

Klager heeft de begraafplaats toen laten weten dat hij de <strong>grafkelder</strong> wenste te behouden.<br />

Voordat sprake kan zijn van rechtsherstel dient de <strong>grafkelder</strong> hersteld te worden. Klager heeft<br />

met de opzichter de <strong>grafkelder</strong> bekeken en hij heeft verzocht om een afstandsverklaring. Dit<br />

formulier is bedoeld om vast te leggen dat de verschillende mogelijkheden met klager<br />

besproken zijn en dat hij afstand doet van de mogelijkheid om rechthebbende te worden. Dit<br />

formulier heeft hij niet ontvangen als rechthebbende, maar als rechtsopvolger (erfgenaam)


van de overleden rechthebbende. Daarna zijn er nog schriftelijk vragen gesteld en is er door<br />

de begraafplaats geantwoord, maar verder is er niets meer vernomen.<br />

Volgens de grafakte moet het grafrecht 6 maanden na het overlijden van de rechthebbende<br />

zijn overgeschreven. De rechthebbende is in april 2000 overleden.<br />

Op 9 december 2008 is klager bij de administratie van de begraafplaats geweest om te<br />

informeren naar de status van de <strong>grafkelder</strong> en de grafrechten. De begraafplaats stelt klager te<br />

hebben medegedeeld dat de grafrechten waren vervallen en dat de eigendom van de<br />

<strong>grafkelder</strong> daardoor terug bij de begraafplaats was gekomen.<br />

Daarbij is te kennen gegeven dat er nog steeds rechtsherstel zou kunnen plaatsvinden als<br />

klager de dekplaat zou vervangen. Klager was echter van mening dat hij automatisch<br />

rechthebbende was geworden. Dit is niet zo.<br />

De begraafplaats overlegt enige foto’s om de staat waarin de dekplaat verkeert aan te tonen.<br />

De begraafplaats doet in het kader van het verzoek van de ombudsman, om aan te geven<br />

welke stappen er genomen moeten worden om klager alsnog als rechthebbende te registreren,<br />

een voorstel aan klager.<br />

Klager moet aangeven akkoord te gaan met de kosten van rechtsherstel voor een periode van<br />

10, 20 of 30 jaar en de bijbehorende vergunningskosten voor het monument. Daartoe wordt<br />

een offerte gedaan. Vervolgens moet een erkend steenhouwer benaderd worden om voor een<br />

nieuwe dekplaat te zorgen. Daarna moet klager, die dan als rechthebbende staat geregistreerd,<br />

een rechtsopvolger aangeven.<br />

In antwoord op vragen van de ombudsman stelt de begraafplaats dat het niet meer mogelijk is<br />

om de grafrechten uit 1926 te herstellen, dat wil zeggen een grafrecht voor onbepaalde tijd.<br />

Rechtsherstel kan voor bepaalde tijd (voor verschillende periodes). De tarieven zijn inclusief<br />

onderhoud. Rechtsherstel zonder afkoop van onderhoud is niet mogelijk. Na afloop van de<br />

termijn kunnen de grafrechten dan telkens worden verlengd door een in leven zijnde<br />

rechthebbende.<br />

De kosten van een nieuw grafrecht voor een soortgelijke keldergraf zijn vele malen hoger dan<br />

de kosten die nu worden gerekend. De begraafplaats blijft bij haar standpunt dat rechtsherstel<br />

niet kan plaatsvinden zolang de dekplaat niet is vervangen.<br />

Overwegingen van de ombudsman<br />

De vader van klager, die in 2000 overleed, was rechthebbende van de <strong>grafkelder</strong>. De vader is<br />

echter niet in de betreffende <strong>grafkelder</strong> begraven.<br />

De vader van klager had bij leven geen rechtsopvolger aangewezen, zodat de <strong>grafkelder</strong> in de<br />

nalatenschap viel.<br />

Erfgenamen volgen op onder algemene titel, dat wil zeggen in alle rechten en plichten van de<br />

overledene. De nalatenschap van de overledene moet worden gescheiden en gedeeld. De<br />

<strong>grafkelder</strong> heeft blijkbaar van deze scheiding en deling geen deel uitgemaakt, zodat wat dit<br />

betreft sprake is van een (stukje) onverdeelde nalatenschap. De <strong>grafkelder</strong> moet dan alsnog<br />

aan een van de erfgenamen worden toegescheiden. Dit heeft echter alleen zin als die<br />

erfgenaam de <strong>grafkelder</strong> ook op zijn naam kan laten zetten (voldoet aan de voorwaarden voor<br />

registratie als rechthebbende).<br />

Begraafplaatsen hebben vaak in hun reglement of verordening regels opgenomen die<br />

restricties opleggen aan de mogelijkheid dat soms verre familieleden en/of anderen dan<br />

familieleden de grafrechten kunnen overnemen. Sommige begraafplaatsen laten alle<br />

erfgenamen tekenen voor het op naam van een van de erfgenamen zetten van een grafrecht,<br />

andere begraafplaatsen hanteren het principe dat wie het eerst komt, het eerst maalt.<br />

De bepalingen van het huidige reglement op de begraafplaats (art. 16) sluiten de mogelijkheid<br />

niet uit dat klager in 2000 rechthebbende had kunnen worden.


Klager heeft als erfgenaam van zijn vader niet alleen rechten, maar ook plichten. Een van die<br />

plichten is, dat de erfgenamen een van hen moeten aanwijzen die opvolgt in de rechten en<br />

plichten van de overledene ten aanzien van de <strong>grafkelder</strong> en de verplichting om dit binnen zes<br />

maanden na het overlijden van de rechthebbende te doen (art. 2 en 3 van de grafakte uit<br />

1926).<br />

Vaststaat dat dit tot op heden niet is gebeurd.<br />

Volgens diezelfde grafakte blijft, bij niet nakomen van de termijn van 6 maanden, de<br />

<strong>grafkelder</strong> nog twee jaar ter beschikking van een (toekomstige) rechthebbende, tegen betaling<br />

van een boete van een vijfde van het aankoopbedrag.<br />

Na afloop van deze termijn keert de volle en vrije beschikking over de <strong>grafkelder</strong> aan de<br />

begraafplaats terug (art. 3 van de grafakte).<br />

De begraafplaats was door middel van natrekking al eigenaar van de <strong>grafkelder</strong>, maar het<br />

recht van gebruik en de wettelijk vastgelegde zeggenschap komt toe aan de rechthebbende.<br />

Indien er geen nieuwe rechthebbende wordt geregistreerd vallen het gebruiksrecht en de<br />

zeggenschap terug aan de begraafplaats, met respecteren van de grafrust van de laatste in de<br />

<strong>grafkelder</strong> geplaatste overledene. Blijkbaar stellen de erfgenamen dan geen prijs meer op het<br />

graf, zo is de onderliggende redenatie.<br />

Dit terugvallen van het gebruiksrechten en de zeggenschap aan de begraafplaats stond in 1926<br />

expliciet in de grafakte en staat heden ten dage in art. 22 lid 2 c van het reglement; de directie<br />

kan het grafrecht vervallen verklaren indien het recht niet binnen een jaar na het overlijden<br />

van de rechthebbende is overgeschreven op een nieuwe rechthebbende.<br />

In geen van beide gevallen is vereist dat dit vervallen van grafrechten/gebruiksrechten<br />

expliciet kenbaar wordt gemaakt aan de erfgenamen van de overleden rechthebbende. Dat is<br />

ook lastig te verwezenlijken, de begraafplaats kent immers in een geval als dat van klager de<br />

erfgenamen niet.<br />

De begraafplaats is er in het kader van het onderhoud van de <strong>grafkelder</strong> (juli 2003) pas achter<br />

gekomen dat het gebruiks-/grafrecht sinds eind oktober 2002 is vervallen (op basis van de<br />

bepaling in de grafakte), omdat toen duidelijk is geworden dat de rechthebbende was<br />

overleden zonder een specifieke rechtsopvolger aan te wijzen.<br />

Dat de begraafplaats niet op de hoogte was van het overlijden van de rechthebbende blijkt ook<br />

uit de brief die de begraafplaats stuurde aan de vader van klager (p/a adres klager) op 23 juli<br />

2003.<br />

Samenvattend kan dus geconstateerd worden dat de grafrechten vervallen zijn.<br />

Klager is naar aanleiding van de brief van de begraafplaats van 23 juli 2003 met de beheerder<br />

de <strong>grafkelder</strong> gaan inspecteren, waarbij hij door de begraafplaats werd beschouwd als<br />

mogelijk toekomstige rechthebbende.<br />

Doordat klager echter een ‘akte van afstand/afstandsverklaring’ is voorgelegd, werd het voor<br />

klager verwarrend. In de betreffende akte werd klager gevraagd afstand te doen van het<br />

grafrecht, wat klager sterkte in de gedachte dat hij al rechthebbende was. Hij kan immers geen<br />

afstand doen van een recht dat hij niet heeft.<br />

Dat de ‘akte van afstand/afstandsverklaring’ verwarrend is voor klager wordt ook door de<br />

begraafplaats erkend in haar brief van 12 januari 2009. In die brief wordt gesteld dat klager<br />

die akte/verklaring heeft ontvangen als rechtsopvolger van de overleden rechthebbende en<br />

niet als rechthebbende. En dat het doel van het tekenen van die ‘akte/verklaring’ was dat<br />

klager (als erfgenaam) te kennen gaf afstand te doen van de mogelijkheid rechthebbende te<br />

worden.<br />

Doordat klager ve<strong>rond</strong>erstelde reeds rechthebbende te zijn, heeft hij verder geen actie<br />

ondernomen om dit vast te laten leggen in de registers van de begraafplaats.


Blijft (in de ogen van klager) over een conflict over de staat waarin de deksteen verkeert,<br />

totdat hij er in december 2008 achter komt dat hij niet als rechthebbende staat geregistreerd.<br />

Dat deze verwarring bij klager is opgetreden is de begraafplaats aan te rekenen, zij heeft<br />

gemakshalve gebruik gemaakt van een ‘akte/verklaring’ die niet is geschreven voor de situatie<br />

waarin klager verkeerde.<br />

De ombudsman zal daarmee rekening houden bij het bepalen van de vergoeding die klager<br />

moet betalen voor het rechtsherstel (zie hie<strong>rond</strong>er).<br />

Uit de gewisselde correspondentie blijkt dat er volgens de begraafplaats ‘rechtsherstel’ kan<br />

plaatsvinden.<br />

In de grafakte staat niets over een dergelijke mogelijkheid. Het reglement uit die tijd blijkt<br />

niet te achterhalen.<br />

Het huidige reglement kent de mogelijkheid tot ‘rechtsherstel’ wel.<br />

Art. 16 lid 5 bepaalt dat ‘na het verstrijken van de in de vorige leden bedoelde termijnen<br />

(waa<strong>rond</strong>er die van overschrijving na het overlijden van de rechthebbende) het grafrecht<br />

alsnog op naam van een nieuwe rechthebbende of gebruiker kan worden gesteld, tenzij het<br />

grafrecht betrekking heeft op een graf of urnenruimte die inmiddels is geruimd. Aan dit<br />

herstel van het grafrecht kunnen kosten verbonden zijn’. De tarievenlijst van 1 januari 2009<br />

bevat tarieven voor rechtsherstel van 10 tot 30 jaar. Dit rechtsherstel is inclusief onderhoud.<br />

Vast staat dat de betreffende <strong>grafkelder</strong> niet is geruimd.<br />

De begraafplaats heeft ‘rechtsherstel’ voor een van de periodes van 10 – 30 jaar aangeboden.<br />

Volgens klager komt dit feitelijk neer op het vestigen van een nieuw grafrecht. ‘Rechtsherstel’<br />

is immers herstel in het oude recht en dat was een recht voor onbepaalde tijd.<br />

De grafakte uit 1926 spreekt van een ‘recht voor onbepaalde tijd’<br />

Uit het reglement op de begraafplaats in combinatie met de tarievenlijst blijkt dat er nu geen<br />

mogelijkheid meer is om op de betreffende begraafplaats een graf voor onbepaalde tijd te<br />

verkrijgen, zodat, naar de ombudsman ve<strong>rond</strong>erstelt, daarom ook het rechtsherstel alleen voor<br />

‘bepaalde tijd’ wordt aangeboden.<br />

Uit de bewoordingen van art 16 lid 5 van het reglement moet volgens de ombudsman worden<br />

afgeleid dat bedoeld is om het ‘oude’ recht te herstellen.<br />

Het kan volgens de ombudsman niet zo zijn, dat ‘rechtsherstel’ inhoudt, dat er alleen een<br />

nieuwe rechthebbende wordt geregistreerd, die een nieuwe periode voor de zeggenschap op<br />

een bestaand (en in gebruik zijnd) graf krijgt. De eventueel overgebleven jaren van een eerder<br />

grafrecht vervallen dan dus en er wordt als het ware een nieuw grafrecht gevestigd, maar dan<br />

op een bestaand graf.<br />

‘Rechtsherstel’ wordt helaas in de verklarende woordenlijst in art. 1 van het reglement niet<br />

nader toegelicht.<br />

De opvatting van de ombudsman lijkt te worden ondersteund door Van Dale Groot<br />

Woordenboek der Nederlandse Taal, 10e druk uit 1976 dat ‘rechtsherstel’ omschrijft als<br />

‘herstel in rechten’. Dat kan niet anders betekenen dan herstel in ‘oude’ of ‘eerdere’ rechten.<br />

Een synoniem voor rechtsherstel is het woord ‘rehabilitatie’, dat volgens ditzelfde<br />

woordenboek ‘herstelling in de vorige stand of staat’ betekent.<br />

Vergelijk ook de Raad voor Rechtsherstel, die na de Tweede Wereldoorlog werd ingesteld<br />

met als taak alle vermogensoverdrachten waarbij men tijdens de bezetting had geprofiteerd<br />

terug te draaien, zodat de eigenaren hun eigendom terug konden krijgen (www.encyclo.nl).<br />

En vergelijk eveneens een onderzoeksopdracht van de Koninklijke Nederlandse Academie<br />

van Wetenschappen: ‘Rechtsherstel is het restitutieproces dat het antwoord vormt op<br />

onthechting, waarbij diegenen die hun rechten kwijtraakten, in staat worden gesteld op te<br />

komen voor de teruggave van die rechten’<br />

(www.onderzoekinformatie.nl/nl/oi/biza/641000o/OND1269471).


Het oude recht was een recht voor onbepaalde tijd, zodat volgens de ombudsman rechtsherstel<br />

moet leiden tot het herstel van het recht voor onbepaalde tijd.<br />

Volgens het huidige reglement kan dit rechtsherstel kosten met zich meebrengen.<br />

Uit de tarievenlijst blijkt dat er € 2070,- wordt gerekend voor een periode van dertig jaar.<br />

Klager gaat uit van een geactualiseerd bedrag van ‘aktegeld fl 5,- en zegelrecht fl 0,50’uit<br />

1926, kortom administratiekosten, omdat het alleen gaat om het in de administratie van de<br />

begraafplaats vervangen van de ene door de andere naam.<br />

De ombudsman deelt deze mening van klager niet.<br />

Omdat in wezen het grafrecht is vervallen, had de begraafplaats de <strong>grafkelder</strong> kunnen laten<br />

ruimen (de termijnen van grafrust zijn immers reeds lang verstreken) en opnieuw kunnen<br />

uitgeven aan een ander. Door niet vast te houden aan het vervallen zijn van het grafrecht,<br />

loopt de begraafplaats inkomsten mis.<br />

Tegenover de welwillendheid van de begraafplaats om klager alsnog in de rechten te<br />

herstellen mag daarom een ruimere vergoeding staan dan de door klager genoemde<br />

administratiekosten. Het lijkt de ombudsman redelijk om aan te sluiten bij het boetebeding uit<br />

1926 nl. een vijfde gedeelte van de aankoopprijs, maar dan niet van de prijs van toen, maar<br />

van de prijs van nu.<br />

Een nieuw keldergraf kost nu voor 40 jaar €12270,-. Een vijfde gedeelte daarvan is €2454,-.<br />

Dat is minder dan voor een nieuw familiegraf voor 20 jaar en iets meer dan voor rechtsherstel<br />

voor een periode van 30 jaar.<br />

Klager wil rechtsherstel zonder verplicht onderhoud, omdat bij het ‘oude’ recht ook geen<br />

sprake was van onderhoud.<br />

Omdat rechtsherstel is gebaseerd op het huidige reglement, zal het ingevolge de huidige<br />

voorwaarden inclusief onderhoud zijn. Onderhoud houdt volgens de begraafplaats in dat het<br />

monument eenmaal per jaar wordt afgespoten met een hogedrukspuit.<br />

Ingevolge hetgeen is overwogen <strong>rond</strong> de ‘akte van afstand/verklaring van afstand’ zal de<br />

ombudsman het bedrag van € 2454,- naar beneden bijstellen. Een bedrag van € 2000,- wordt<br />

door de ombudsman als redelijk en billijk beschouwd voor herstel van klager in het recht voor<br />

onbepaalde tijd op het betreffende keldergraf.<br />

Het overige onderhoud van de <strong>grafkelder</strong>, met name van de dekplaat, komt, ook volgens de<br />

akte uit 1926, voor rekening van de rechthebbende. Artikel 4 (1926) bepaalt: ‘De<br />

rechthebbende, die de toestemming der Directie heeft verkregen tot het plaatsen van<br />

sarcophagen, hekken of andere voorwerpen, is verplicht deze zoowel als den kelder met<br />

deksteen zelve, in goeden staat en ten genoegen der Directie te onderhouden’.<br />

Artikel 5: ‘Indien de rechthebbende naar het oordeel der Directie in gebreke blijft dien<br />

<strong>grafkelder</strong> behoorlijk te onderhouden ……, teneinde de noodige herstellingen te doen<br />

verrichten’. ‘De rechthebbende is verplicht de kosten op de eerste aanvrage te voldoen tegen<br />

vertoon van der quitantiën van de werkbazen ……… .’ Indien hij in gebreke blijft de daartoe<br />

gemaakte kosten binnen een termijn van acht dagen te vergoeden, dan wordt hij geacht van<br />

het hem door de tegenwoordige acte verleend recht afstand te hebben gedaan, waarna de<br />

kelder weder in de volle en vrije beschikking der vennootschap terugkeert.’<br />

Ook in het huidige reglement zijn soortgelijke bepalingen ten aanzien van het onderhoud van<br />

grafbedekking (inclusief grafmonumenten) opgenomen (art.20).<br />

In 2003 is in het kader van deze bepalingen door de begraafplaats (die in eerste instantie<br />

ve<strong>rond</strong>erstelde dat de vader van klager nog voor het onderhoud van de dekplaat<br />

verantwoordelijke was) geconstateerd dat de dekplaat gebreken vertoonde. Volgens klager<br />

ging het om ‘enige haarscheurtjes’ en volgens de begraafplaats was de dekplaat op meerdere<br />

gescheurd en was er een ernstige vorm van ‘brand’ ontstaan. De begraafplaats heeft de<br />

ombudsman enige foto’s gestuurd (2007 en 2009) waarop scheurvorming te zien is.


Klager dient te kiezen tussen de volgende twee mogelijkheden:<br />

1. De begraafplaats zal klager erkennen als voorlopig rechthebbende voor onbepaalde tijd, in<br />

het kader van rechtsherstel, van de <strong>grafkelder</strong>. Om deze status te handhaven dient klager<br />

binnen vijf maanden na het uitbrengen van dit bindend advies de dekplaat op zijn kosten te<br />

hebben laten vervangen door een erkend steenhouwer. De vergunning voor het vervangen van<br />

de oude dekplaats zal door klager worden aangevraagd en de kosten daarvoor ( € 72,50)<br />

zullen door hem worden voldaan. De begraafplaats verplicht zich de vergunning (binnen<br />

redelijke tijd af te geven), behalve als niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 19 lid 4<br />

van het reglement. Zodra de nieuwe dekplaat is gerealiseerd zal klager een bedrag van €<br />

2000,- aan de begraafplaats betalen in het kader van het rechtsherstel en zal de begraafplaats<br />

klager definitief als rechthebbende voor onbepaalde tijd registreren. De begraafplaats zal<br />

klager/rechthebbende vervolgens een formulier toesturen waarin deze een rechtsopvolger kan<br />

aanwijzen (die voldoet aan het gestelde in art. 16 lid 2 van het reglement) in het geval<br />

klager/rechthebbende komt te overlijden.<br />

2. Indien klager niet voor mogelijkheid 1 kiest, is de begraafplaats gerechtigd de <strong>grafkelder</strong> te<br />

ruimen en de dekplaat te vernietigen, zonder dat klager daarvan in kennis hoeft te worden<br />

gesteld. Klager heeft immers in dat geval geen zeggenschap over dit keldergraf, het grafrecht<br />

is vervallen doordat er geen rechthebbende van de <strong>grafkelder</strong> is aangewezen en de termijnen<br />

van grafrust, van de in de <strong>grafkelder</strong> begravenen, zijn reeds lang verstreken. Het staat de<br />

begraafplaats vrij de beschikbaar gekomen <strong>grafkelder</strong>/grafruimte opnieuw uit te geven aan<br />

een ander dan klager, zonder dat daarvoor enige restitutie (aan klager of een andere erfgenaam<br />

van de vorige rechthebbende) verplicht is.<br />

Hoogachtend,<br />

Mevr. mr. K. Been<br />

Ombudsman

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!