Ik leef van dag tot dag - KOPLOPER - magazine

Almelo, MVV en NEC. In de hoofdklasse kwam
hij negen jaar uit voor HSC’21. ‘Als je op hoog
niveau hebt gespeeld, ben je niet per definitie
een goede trainer’, beseft Dikken. ‘Daar zijn
genoeg voorbeelden van in het amateurvoetbal
en het betaalde voetbal. Kijk maar naar
Marco van Basten.’ Dikken doceert: ‘Als trainer
denk je misschien wel een paar stappen vooruit,
maar je moet ook rekening houden met je
spelers. Je moet niet te snel gaan. En je moet
heel duidelijk zijn naar je spelers toe.’ Het
mes snijdt echter aan twee kanten, weet hij.
‘Spelers moeten zélf ook meer nadenken over
het spelletje. Ze moeten zelf zien wanneer ze
in beweging moeten komen. Als speler A de
bal speelt, moet speler B al onderweg zijn. En
speler C wellicht ook al.’
Of hij een echte leider is? Hij zucht. ‘Ik denk
dat ik boven de groep kan staan, maar ook
ertussen. Het belangrijkst is dat je met het hele
begeleidingsteam inclusief de medische staf
één blok vormt. En je moet open en duidelijk
zijn. Een speler moet niet bang zijn om op mij
af te stappen.’ Als kersverse ON-trainer wil hij
zo snel mogelijk een goede band opbouwen
met de spelersgroep. ‘In de voorbereiding
organiseren we een avondje met de spelers,
als afsluiting van de voorbereiding een
avondje met de spelers en de vrouwen erbij.
Dat hoort erbij. En of je dan gaat stappen of
gaat bowlen, dat maakt niet uit. We moeten
een groepsproces op gang brengen, één team
worden. Dat moet ook in het veld tot uiting
komen. Ik houd van veel afwerkvormen en
positiespelletjes. Als je partijtjes speelt, komt
de vechtlust vanzelf.’
Discipline staat bij de Hengeloër hoog in
het vaandel. ‘Het materiaal moet in orde zijn
en training- en wedstrijdkleding moet goed
verzorgd zijn. Bij ON doet de leider alles, dat
kan niet. Het zou fijn zijn als we er nog een
materiaalman bij krijgen. Niet om de ballen op
te pompen, want dat kunnen de spelers prima
zelf. Elke week moet een groepje van drie of
vier spelers een corveedienst draaien.’
risico’s nemen
Ook onder Dikken speelt ON komend seizoen
vol op de aanval. ‘Ik ben aanvallend ingesteld.
Dat was ik als speler al. Ik was meer middenvelder
dan laatste man. Als trainer wil ik dat mijn
ploegen zelf initiatief nemen en spelen met
een bepaald risico. En of dat nou met twee of
drie spitsen is, is mij om het even. Het liefst
speel ik met drie aanvallers, maar dan moet je
wel vleugelspelers voorhanden hebben.’
‘Afgelopen seizoen zat ON in een ‘flow’. Ik
ben benieuwd hoe mijn spelers reageren als ze
straks onverhoopt twee of drie keer verliezen.’
Maar Dikken belooft niet af te wijken van zijn
speelstijl als overwinning uitblijven. ‘Als het
niet loopt, kun je tijdens de wedstrijd concessies
doen door bijvoorbeeld een aanvallende
middenvelder te vervangen door een verdedigende.
Maar ik zal mijn ploeg niet gauw laten
inzakken. Ik zal niet zo snel naar de tegenstander
kijken.’
De eerste klasse op zaterdag is voor Dikken
een onontgonnen terrein. ‘Maar wat ik ervan
weet, is dat het in deze klasse meer om tactiek
draait dan in de tweede klasse. Qua speelstijl
verschillen de hoofdklasse en eerste klasse niet
veel van elkaar. In beide klassen heb je een
paar ploegen die het spel willen maken, de
overige teams spelen reactievoetbal.’
ON spreekt de intentie uit om de komende
drie jaar met Dikken verder te gaan. Dat
betekent dat hij binnen nu en drie jaar TC-1
zal moeten halen. ‘Dat klopt. En dat diploma
wil ik ook binnen drie jaar hebben. En daarna?
Dan zou ik wel een hoofdklasser willen trainen.
HSC? Daar gaat niet specifiek mijn interesse
naar uit. Er zijn zo veel leuke clubs. Excelsior
is ook mooi.’ Maar eerst wacht de klus bij ON.
‘Deze club wil structureel in de eerste klasse
spelen en misschien ooit de stap zetten naar
de hoofdklasse.
Maar komend seizoen willen we ons eerst
maar eens handhaven in de eerste klasse.
Handhaven én wedstrijden bepalen.’
5